Vocatio 21

20
1 Muziek moet verteld worden 2 Roel Dieltiens [ beurs in 1978 ] Terug naar Carrara 5 Fabio Wuytack [ beurs in 2005 ] ‘Rest and be thankful’ 8 Jan Haenraets [ beurs in 1998 ] De overstap van film naar theater met N 12 Peter Krüger [ beurs in 1998 ] Agenda 15 News 17 Vocatio est la revue trimestrielle du Fonds Belge de la Vocation asbl. Lancé en février 2001, ce magazine a pour but de faire connaître l’action du Fonds par le biais des projets de ses lauréats. La Fondation Belge de la Vocation fut créée en 1963 par Emile Bernheim à l’exemple de la Fon- dation française de la Vocation fondée par Mar- cel Bleustein-Blanchet. Chaque année le Fonds décerne une quinzaine de bourses de 10 000 EUR à des jeunes de nationalité belge ayant entre 18 et 30 ans et pouvant témoigner d’une véritable vocation. Il leur donne l’appui financier et le soutien moral nécessaires pour l’accomplir et ce dans des domaines d’activités aussi divers que la méde- cine, les arts plastiques, le cinéma, la recherche scientifique, la littérature, etc. Il attribue éga- lement une bourse spéciale de 25 000 EUR, le Trèfle d’Or, décernée à un ancien lauréat pour distinguer un projet non commercial situé dans la lignée de la vocation déjà reconnue. Vocatio is het driemaandelijkse tijdschrift van het Belgisch Fonds voor Roeping vzw. Het is in februari 2001 opgericht en heeft tot doel het Fonds bekend te maken via de projecten van zijn laureaten. Emile Bernheim heeft de Belgische Stichting Roeping in 1963 opgericht naar het voorbeeld van de Fondation française de la Vocation, ge- sticht door Marcel Bleustein-Blanchet. Elk jaar reikt het Fonds beurzen van 10 000 EUR uit aan een vijftiental jonge Belgen die tussen achttien en dertig jaar oud zijn en die kunnen getuigen van een werkelijke roeping; de beurs verschaft hen de morele en materiële midde- len om ze te realiseren. Alle domeinen komen in aanmerking: geneeskunde, literatuur, plas- tische kunsten, film, wetenschappelijk onder- zoek... De Gouden Klaver is een speciale beurs van 25 000 EUR. Ze wordt jaarlijks uitgereikt en bekroont een niet-commercieel project van een oud-laureaat dat in de lijn ligt van de eerder er- kende roeping.

description

‘Rest and be thankful’ 8 De overstap van film naar theater met N 12 Jan Haenraets [ beurs in 1998 ] Fabio Wuytack [ beurs in 2005 ] Roel Dieltiens [ beurs in 1978 ] Peter Krüger [ beurs in 1998 ] 1 muziek musique 2 © Jan Bellen Ensemble Explorations: Grote Generale V: Britten & Co 29.03.06 > 20 uur Twee suites voor cellosolo van Benjamin Britten Bekhuis, Bijzondere Weg/ Groot Park 3, Lovenjoel Info:[email protected] Ensemble Explorations 3

Transcript of Vocatio 21

Page 1: Vocatio 21

1

Muziek moet verteld worden 2Roel Dieltiens [ beurs in 1978 ]

Terug naar Carrara 5Fabio Wuytack [ beurs in 2005 ]

‘Rest and be thankful’ 8Jan Haenraets [ beurs in 1998 ]

De overstap van film naar theater met N 12Peter Krüger [ beurs in 1998 ]

Agenda 15

News 17

Vocatio est la revue trimestrielle du Fonds Belgede la Vocation asbl. Lancé en février 2001, cemagazine a pour but de faire connaître l’actiondu Fonds par le biais des projets de ses lauréats.La Fondation Belge de la Vocation fut créée en1963 par Emile Bernheim à l’exemple de la Fon-dation française de la Vocation fondée par Mar-cel Bleustein-Blanchet.Chaque année le Fonds décerne une quinzainede bourses de 10 000 EUR à des jeunes denationalité belge ayant entre 18 et 30 ans etpouvant témoigner d’une véritable vocation. Illeur donne l’appui financier et le soutien moralnécessaires pour l’accomplir et ce dans desdomaines d’activités aussi divers que la méde-cine, les arts plastiques, le cinéma, la recherchescientifique, la littérature, etc. Il attribue éga-lement une bourse spéciale de 25 000 EUR, leTrèfle d’Or, décernée à un ancien lauréat pourdistinguer un projet non commercial situé dansla lignée de la vocation déjà reconnue.

Vocatio is het driemaandelijkse tijdschrift vanhet Belgisch Fonds voor Roeping vzw. Het is infebruari 2001 opgericht en heeft tot doel hetFonds bekend te maken via de projecten vanzijn laureaten.Emile Bernheim heeft de Belgische StichtingRoeping in 1963 opgericht naar het voorbeeldvan de Fondation française de la Vocation, ge-sticht door Marcel Bleustein-Blanchet.Elk jaar reikt het Fonds beurzen van 10 000 EURuit aan een vijftiental jonge Belgen die tussenachttien en dertig jaar oud zijn en die kunnengetuigen van een werkelijke roeping; de beursverschaft hen de morele en materiële midde-len om ze te realiseren. Alle domeinen komenin aanmerking: geneeskunde, literatuur, plas-tische kunsten, film, wetenschappelijk onder-zoek... De Gouden Klaver is een speciale beursvan 25 000 EUR. Ze wordt jaarlijks uitgereikt enbekroont een niet-commercieel project van eenoud-laureaat dat in de lijn ligt van de eerder er-kende roeping.

Page 2: Vocatio 21

2

La musiquese raconteFR > Lauréat de la Fondation Belge dela Vocation en 1978, Roel Dieltiensse perfectionna, grâce à sa bourse,en Allemagne, une étape qui s’avéracruciale dans sa carrière. Aujourd’hui,sa renommée de violoncelliste estinternationale et sa collaboration à desprojets multidisciplinaires tels que lesspectacles de danse des chorégraphesAlain Platel (Iets op Bach, 1998) et SidiLarbi Cherkaoui (Rien de rien, 2002) luia valu la reconnaissance d’un public pluslarge que celui des purs mélomanes.En 2006, Dieltiens fête le dixièmeanniversaire de l’Ensemble Explorations.Nous l’avons rencontré quelques heuresavant un concert au Conservatoire Royalde Bruxelles.

> Dans vos interviews, vous parlezsouvent de la relation entre le chef etl’orchestre. C’est un sujet qui vous tientà cœur ?Je trouve que la plupart des chefs d’or-d’ord’or

chestre manquent de l’autorité musicalenécessaire pour véritablement commu-niquer avec l’orchestre. Leur pouvoir estabsolu et cela laisse peu de place au dialo-gue. D’ailleurs, il y a de moins en moins derépétitions. Souvent, l’orchestre joue lesnotes et le rôle principal revient au soliste.Le chef d’orcherste quant à lui, ne pensequ’à son aura. Je sens rarement une har-harharmonie, une communion entre les solistes,le chef et l’orchestre et je le regrette.

muz

iek

mus

ique

Muziek moetMuziek moetMuziek moetMuziek moetverteld wordenRoel Dieltiens 1978

NL > Roel Dieltiens was in 1978 laureaat van de Belgische Stichting Roeping. Met zijnbeurs trok hij naar Duitsland om zijn opleiding als cellist te vervolmaken. Nu nogonderstreept hij het belang van die etappe in zijn muzikaal parcours. Roel Dieltiensis een internationaal gevierd cellist die ook buiten de klassieke wereld naam maakte,ondermeer door zijn samenwerking met de choreografen Alain Platel (Iets op Bach,1998) en Sidi Larbi Cherkaoui (Rien de rien, 2002). Dieltiens viert dit jaar de tiendeverjaardag van het Ensemble Explorations. We ontmoetten hem enkele uren voor eenconcert in het Koninklijk Conservatorium van Brussel.

> U sprak in vroegere interviews over de relatie tussen dirigenten en het orkest. Hetonderwerp ligt u na aan het hart?Het valt me gewoon op dat sommige dirigenten te weinig muzikale autoriteit hebben om

met het orkest te communiceren. Ze willen zich bewijzen, maar kunnen niet boeien. Hungezag is onaantastbaar; bijgevolg ontbreekt de ruimte om als orkest iets uit te proberen.De opdracht is toch om er samen het beste van te maken, maar wat merk je? Er wordt nau-welijks nog gerepeteerd, slechts enkele rudimentaire afspraken worden gemaakt en hetoptreden komt erop neer dat de solist ‘zijn ding doet’, terwijl het orkest de noten speelt. Ikzie vaak geen samenspel, geen vorm van communicatie. De solist steelt de show en hetorkest kijkt naar de dirigent. Eigenlijk moet het orkest zover gebracht worden, dat het zelfgebruikmaakt van zijn muzikaal vermogen, maar vaak speelt het op automatische piloot.

> Met uw Ensemble Explorations keert u die tendens volledig om.Wij repeteren veel. Er wordt gepraat, overlegd, uitgeprobeerd. Dat is net zo interessant

aan het feit dat we met losse muzikanten werken. We zijn een internationale ploeg vanmusici die enkele keren per jaar samenkomen. Tijdens de repetitie ontstaat er iets. Wedelen het vakmanschap, de werklust en de vriendschap. Onbekend werk willen we onderde aandacht brengen en bekend werk trachten we anders te benaderen, op een vernieu-wende manier te brengen. We streven naar een democratisering van de muziek. Klassiekemuziek is stijf; er heerst een sfeer rond, die de muziek niet ten goede komt. Wij willentonen dat het anders kan. Ik neem altijd de tijd om met het publiek te praten, uitleg tegeven, vragen te beantwoorden; tijdens die gesprekken mag er best gelachen worden. Netomdat ze drempelverlagend zijn, doe ik graag mee aan interdisciplinaire projecten, zoalsde dansvoorstellingen van Les ballets C. de la B. Je bereikt op die manier vanzelfsprekendeen breder publiek, dat anders misschien niet naar die muziek zou komen luisteren. Dedans visualiseert de muziek en maakt hem toegankelijk. De muziek komt meer op de ach-tergrond te staan, wordt minder heilig.

© Jan Bellen

Page 3: Vocatio 21

3

muz

iek

mus

ique

> Ook belangrijk voor uw profiel is uw passie voor oude instrumenten.Het is gewoon belangrijk om instrumenten te gebruiken uit de tijd van de componist.

Vroeger klonken ze klein en heel kleurrijk; ze waren gemaakt voor articulatie, voor kleinezalen. In de hedendaagse zalen hebben oude instrumenten niet genoeg kracht. Nieuweinstrumenten klinken rond en luid, en die luide klank is vaak ondoorzichtig, te compact.Hoe meer decibels, hoe minder klankkleur. Ik ben zeker een voorstander van nieuwe in-strumenten, want ze zijn gemakkelijk bespeelbaar en hebben een mooie, egale klank-kleur. Je kunt er evenwel niet omheen dat de klank van een cello mettertijd evolueert; defocus wordt meer gericht, het klankbeeld is totaal anders. Geen enkel nieuw instrumentkan dat evenaren. Een cello uit de tijd van Bach laat zich niet zonder meer bespelen, zeheeft haar eigen wetten en het is aan de muzikant om zich aan te passen. Te weinig muzi-kanten wagen zich aan experimenten; ze raken vastgeroest in een traditioneel stramien,terwijl je moet blijven evolueren en steeds weer op zoek moet gaan naar de waarheid inde muziek

Ensemble Explorations:Grote Generale V: Britten & Co

29.03.06 > 20 uurTwee suites voor cellosolovan Benjamin BrittenBekhuis, Bijzondere Weg/Groot Park 3, LovenjoelInfo:[email protected]

> www.explorations.be

Ensemble Explorations

Page 4: Vocatio 21

4

muz

iek

mus

ique

L’orchestre possède un potentiel musicalqu’il doit être amené à exprimer, mais, tropsouvent, il se retrouve dans un rôle de pi-lote automatique.

> Avec l’Ensemble Explorations, vous allezà l’encontre de cette tendance...Nous répétons énormément. La dis-

cussion et l’expérimentation occupentune place importante. Nous formons uneéquipe internationale de musiciens quise réunissent plusieurs fois par an. Desmoments magiques naissent parfois desrépétitions. Nous partageons notre exper-tise, notre enthousiasme et l’amitié. Nousessayons de faire découvrir au public unrépertoire moins connu et de présenter lerépertoire connu de manière innovante. Enmême temps, nous œuvrons pour une dé-mocratisation de la musique classique ettentons de briser le cadre sérieux et austè-re qui l’entoure. Souvent, avant un concert,

je discute avec le public, je réponds auxquestions, je donne des explications. Celarend la musique plus accessible. Il en va demême pour mes projets multidisciplinaires

un public différent, peut-être moins mélo-mane, mais sans doute tout aussi curieux.La danse permet de visualiser la musiquetout en la rendant moins sacrée puisqu’elleoccupe là une place de second plan.

> Votre passion pour les instruments an-ciens fait également partie intégrantede votre personnalité de musicien...Il me semble important de jouer d’un ins-

trument que le compositeur connaissait.Celui qu’il avait en tête lorsqu’il a écrit sapartition. Les instruments anciens avaientune sonorité moins ample, mais plus co-lorée que les instruments contemporains.Construits pour de petites salles, ils étaient

moins puissants, mais permettaient uneplus grande articulation. Le son des instru-ments construits à notre époque est com-pact et manque de transparence. De plus,le son d’un violoncelle évolue au cours desannées et sa sonorité change totalement. Ildemande une adaptation de la part du mu-sicien, qui doit sortir de son mode habitueld’interprétation. C’est cette ouverture queje cherche, en vain, chez certains musi-ciens car c’est elle qui permet de découvrirla part de vérité que recèle la musique.

comme les spectacles de danse des BalletsC. de la B. Ils me permettent de rencontrer

Roel Dieltiens

“Op zoek gaan naar dewaarheid in de muziek”

«Découvrir la partde vérité que recèlela musique»

Page 5: Vocatio 21

5

film

ciné

ma

Terug naar CarraraTerug naar CarraraTerug naar CarraraFabio Wuytack 2005

NL > Fabio Wuytack maakte in 2004 een documentaire over een vergeten filmpje vande gebroeders Lumière: een trein die in de marmergroeven van de Italiaanse stadCarrara uit een tunnel rijdt. De titel, Made in Italy, is autobiografisch getint, wantFabio is geboren tijdens de twee jaar durende huwelijksreis die zijn ouders alskunstenaarskoppel in Carrara doorbrachten. Vierentwintig jaar na zijn Italiaanse startbesluit Fabio als jonge filmmaker met zijn ontdekking, het filmpje van de Lumières,op expeditie te gaan naar Carrara, om er sporen van de filmgeschiedenis en van zijneigen roots terug te vinden. Dat kan natuurlijk alleen met de hulp van de plaatselijkebevolking. De gezichten tonen diepe groeven, wanneer ze vol verbazing op de laptopvan Fabio naar het Lumière-filmpje kijken. Vol goede bedoelingen proberen ze Fabio tehelpen zijn doel te bereiken.Toen de film af was, is de documentaire aan een wereldreis begonnen. Hoe meernominaties en prijzen hij op festivals kreeg, hoe meer Fabio de Italiaanse bergdorpenwaar hij de film draaide, begon te missen. Hij keerde dankzij de beurs van de StichtingRoeping in november 2005 naar Carrara terug, om deze keer zíjn filmpje over hetstadje en de Lumières te laten zien aan de mensen met wie hij de epische avonturenvan Made in Italy had beleefd, namelijk la gente del marmo (de mensen van hetmarmer).

Zo kwam Fabio Wuytack op een zeer koude winterse dag in Carrara aan. Met slechts eensjaal rond zijn nek en een projector in zijn valies zou hij de bergen en dalen doorkruisen, opzoek naar projectieplaatsen. Hij mocht dan wel al meer dan een jaar niet meer in het stadjegeweest zijn, vergeten waren ze hem zeker nog niet. Il Tirreno en La Nazione, twee Tos-caanse kranten, hadden de streek op de hoogte gehouden van de vele internationale prij-zen die Made in Italy won. De eerste plek waar Fabio werd uitgenodigd om te projecteren,was het naburige stadje Massa. Een sjieke conferentiezaal, de Palazzo Ducale, stroomdevol met de plaatselijke culturele high society.

Fabio ging liever op zoek naar filmliefhebbers in de bergdorpjes dicht bij de marmer-marmermarmergroeven. In het dorpje Torano bood de priester aan om een projectie te organiseren in dekapel van de verongelukte cavatori (mijnwerkers). Twee bidstoelen werden tegen elkaargeschoven om de projector op de zetten, een filmdoek werd boven het altaar gehesen. En-kele uren later zat het kapelletje eivol. Na afloop ving Fabio op dat zelfs bij de helft van decommunistische partij de nieuwsgierigheid het van hun overtuiging had gehaald: ze warennaar het kapelletje gekomen om te kijken. Bij een van hun stevige omhelzingen vol waar-dering fluisterden ze Fabio in het oor dat hij nu ook maar eens moest komen projecterenin de ‘rode kerk’, de verbloemende naam van hun groezelig stamcafé tevens partijlokaal.Enkele avonden later belandde Fabio dus weer in Torano. Lenin keek hem loensend aan,terwijl hamers en sikkels de cafébezoekers net dat extra tintje kameraadschap gaven.

Fabio besloot nog hogerop te gaan, naar Castel Poggio. Daar vond de crew tijdens dezwoele zomer van 2004 immers onderdak. Nu is het er ijskoud. In het café waar de film

Retour à CarrareFR > En 2004, Fabio Wuytack réalisa undocumentaire en s’inspirant d’un filmoublié des frères Lumière : un trainsortant d’un tunnel dans une carrièrede la ville italienne de Carrare. Le titreMade in Italy est autobiographique. Eneffet, ses parents, artistes tous lesdeux, séjournèrent pendant deux ans,après leur mariage, dans la petite ville

Torano, partijlokaal Communistische Partij/siège du Parti communiste

Page 6: Vocatio 21

6

film

ciné

ma

wordt getoond, stromen de oude dorpelingen toe. Het is een weergaloos succes. Leeftijdblijkt trouwens geen maatstaf voor de populariteit van de film: in Fossone draait Fabio defilm in een lagere school. Het gejoel van de kinderen verstomt al snel, wanneer de filmbegint; fijn natuurlijk om je eigen grootouders in de lessen geschiedenis fascinerende ver-halen te horen vertellen.

Dat het tikken van de klok van film een geschiedkundig document maakt, is met hetfilmpje van de Lumières zeker bewezen. Ook Made in Italy blijkt na amper een jaar al eenstukje geschiedenis te zijn. In de film komt namelijk ene Alberto Ambrosini voor, de baasvan de Supercinema in Carrara. In die oude cinema keken Fabio en Ambrosini samen naarhet fragment van de Lumières over Carrara. Fabio had Ambrosini het jaar voordien eenextra stapel dvd’s beloofd, maar wanneer hij bij de broer van Ambrosini aanklopt, blijktAlberto overleden te zijn. Uiteindelijk beslissen ze samen een filmavond te organiserenvoor de held van de cinema in Carrara, in diens eigen bioscoop. De volgende dag staat hetnieuws al in de krant. De zaal loopt vol met kenissen, waaronder ook een andere figuur uitMade in Italy: de 92-jarige Renato, die de jonge filmmakers in de documentaire gezwindmet zijn stok in alle windrichtingen stuurt, op weg naar de marmergroeven. Naast eenontroerend weerzien wordt de projectie een ervaring op metaniveau: in de Supercinemais te zien hoe de gestorven Alberto mee naar de beelden van de gebroeders Lumière zitte kijken. Iedereen is er zeker van dat Alberto er op onverklaarbare wijze mee van genotenzal hebben.

In Carrara zag je in de ogen van de mensen hoe ze zich in de warme lichtbundels van deprojectie hadden gekoesterd. Hun netvlies had zich als een web rondom de vele beeldenvan Made in Italy gewenteld. “Geen inspanning is me teveel, als me het genot gegund isme in mijn stoel om te draaien en in de filmzaal te staren, naar het publiek dat lacht engeniet,” fluistert Fabio.

> www.fabiowuytack.com

Torano, Partijlokaal Communistische partij/Siège du Parti communiste

Page 7: Vocatio 21

7

film

ciné

ma

gratin du monde culturel local. Une bellesoirée à laquelle Fabio préférait néanmoinsla convivialité des montagnards vivant auxabords des carrières. Dans le petit villagede Torano, le curé lui proposa d’organiserune projection dans la chapelle. En un clind’œil, le projecteur fut installé sur deuxprie-Dieu et l’écran déroulé au-dessus del’autel. Quelques heures plus tard, la cha-pelle était pleine à craquer. Après la séance,quelques membres du parti communiste– dont la curiosité avait supplanté l’anticlé-ricalisme – proposèrent à Fabio d’organiserune projection dans leur quartier général.Quelques jours plus tard, Torano vibra doncune seconde fois au rythme des imagesde Made in Italy, mais cette fois-ci pour leplaisir de dizaines de camarades rassem-blés dans un petit café sous le regard bien-veillant de Lénine.

Les jours se suivirent et le film continuasa route. À Castel Poggio, un village à flancde montagne, Fabio retrouva les villageoisqui l’avaient hébergé, lui et son équipeen 2004. Malgré l’âge avancé des specta-teurs, la projection du film fut un succès et

la soirée mémorable. À Fossone, Fabio futinvité à montrer le film dans une école pri-maire. Quelle expérience pour les écoliers,de voir leurs grands-parents sur grandécran ! Le caractère historique du film serévéla à nouveau quelques jours plus tardlorsque Fabio apprit que l’ancien directeurde la salle Supercinema à Carrare, le vieilAlberto Ambrosini qui l’avait accueilli etqui avait visionné avec lui le film des Lu-mière lors de son passage à Carrare, étaitdécédé. Avec sa famille et ses amis, Fabiodécida d’organiser en hommage à ce ciné-phile passionné une séance de projectiondans la vieille salle où il avait passé tantd’années. Un moment d’émotion partagépar tous.

À Carrare, la chaleur du faisceau lumi-neux du projecteur enveloppait le regarddes spectateurs. Les images de Made inItaly brillaient dans leurs yeux. « Voir lepublic rire et se détendre récompense tousmes efforts », chuchote Fabio.

toscane et Fabio y vit le jour. Adulte, ilvoulut retrouver les traces du film desLumière et de son propre passé. Avecl’aide de la population locale et grâce à lamémoire collective, il réalisa le film dontil avait rêvé. Le succès fut immédiat etinternational. Les prix et les nominationsse succédèrent tandis que, chez Fabio,la nostalgie de l’Italie grandissait.Avec l’aide de la Fondation Belge dela Vocation, il retourna à Carrare pourmontrer son film à ceux qui l’avaient aidéà le réaliser : la gente del marmo (lesgens du marbre).

Par une froide journée de novembre2005, Fabio revint à Carrare avec son pro-jecteur dans sa valise. Même si plus d’unan s’était écoulé depuis son passage,personne n’avait oublié le jeune hommeet le succès de son film avait été élogieu-sement relaté par la presse locale. La pre-mière projection de Made in Italy eut lieu àMassa, dans une magnifique salle de con-férence, le Palazzo Ducale, en présence du

Torano, projectie in de kapel / projection dans la chapelle

Page 8: Vocatio 21

8

erfg

oed

patr

imoi

ne

Jan Haenraets 1998

‘Rest and be thankful’‘Rest and be thankful’‘Rest and be thankful’

La conservation desjardins historiquesécossaisFR > Lauréat de la Fondation en 1998,Jan Haenraets se spécialisa grâce à sabourse dans la conservation du paysageet des jardins historiques à l’universitéde York. En 2003, il obtint le postede Head of Gardens au National Trustfor Scotland. Il dirige le travail de 110jardiniers et gère l’ensemble des jardinsque comptent les 128 propriétés du Trustqui est, avec ses 280 000 membres, leplus grand propriétaire terrien d’Ecosse.Le Trust ne s’occupe pas uniquement

sensibiliser le monde politique et legrand public à ce patrimoine. Il esten effet primordial de conserver lecaractère historique des parcs et jardinsdu Trust et de protéger leur paysage.

de gestion; il tente également de

Sur son invitation, nous avons suivi Janpendant deux journées afin de découvriren quoi consistent ses tâches quotidien-nes. Deux volets majeurs composent sontravail, par ailleurs très varié : le terrain (lesvisites aux parcs et aux jardins, le suivi destravaux de conservation, l’encadrementdes jardiniers) et la « gouvernance » (l’éla-boration de programmes de gestion à longterme, la recherche, la coordination des pu-blications et des colloques, les échangesau niveau national et international).

Au bureau central d’Edimbourg, Jandispose d’une équipe de collaborateurs àlaquelle viennent régulièrement s’ajouterdes stagiaires, dont des Belges, notam-

Ijveren voor het behoud van de Schotsehistorische tuinenNL > Jan Haenraets was in 1998 laureaat van de Stichting Roeping. Met zijn beursvolgde hij aan de Universiteit van York een masteropleiding in de conservatie vanhistorische tuinen en landschappen. In 2003 werd hij Head of Gardens bij TheNational Trust for Scotland. Hij leidt het tuinwerk van 110 vaklui en het beheer vanhet tuinenportfolio in de 128 eigendommen van de Trust; met zijn 280 000 ledende grootste grondeigenaar van Schotland. Naast het beheer tracht de Trust ook depolitiek en het publiek te sensibiliseren voor het historische erfgoed. De tuinen en deparken van de Trust moeten hun historisch karakter behouden en hun landschap moetbeschermd worden.

nodigde ons uit om in Schotland een kijkje te komen nemen en hem te volgen tij-dens zijn dagelijkse activiteiten. Een grote troef in zijn job is de veelzijdigheid. Ze bestaatenerzijds uit het terreinwerk – de bezoeken aan de tuinen en domeinen, de opvolging vande conservatiewerken, de begeleiding van de tuinmannen... – en anderzijds uit het be-leid: de uitwerking van langetermijnprogramma’s, diepgaand studiewerk, de coördinatievan publicaties en symposia, en de contacten op nationaal en internationaal niveau. Inhet hoofdkantoor in Edinburgh kan Jan steunen op een team van medewerkers, dat re-gelmatig tijdelijk wordt versterkt door studenten, sommigen ook uit België, onder anderevan de Erasmushogeschool Brussel departement Horteco en de Provinciale HogeschoolLimburg.

Bezoek aan Newhailes

The National Trust for Scotland verwierf het domein Newhailes in 1997. Een aantal wer-ken om het domein in zijn oorspronkelijke staat te herstellen, is al met succes voltooid. Delaat 17de-eeuwse villa is gerestaureerd en opengesteld voor het publiek, en de stallen aande ingang van het domein zijn omgevormd tot een bezoekerscentrum, een winkel en eencafetaria. De grote werken, gericht op de conservatie van het landschap, zijn volop aan degang: paden heraanleggen, beplanting wegnemen en zichten weer openwerken.

smal verhoogd wandelpad voor ontspanning en conversatie is in de loop der jaren hele-maal overwoekerd door klimop en struiken. Het eindigde vroeger op een brugje dat naareen uitkijkpunt leidt, vanwaar je de boten in de haven van Edinburgh kon zien binnenva-ren. Het brugje is afgebroken en het uitzicht op de zee is nu belemmerd door hoge bomenen de bebouwing van het dorpje verderop. Een lang gesprek met de tuinmannen geeft Janeen beter zicht op de gemaakte vorderingen en het verdere verloop van de werken.

1

Jan bespreekt die dag met de tuinmannen de werken aan the ladies’ walk. Dat lang en

Nadien bezoeken we nog het haast volledig verwoeste tea house en de grotto, twee

Page 9: Vocatio 21

9

Bezoek aan Threave

Het domein Threave is in 1948 aan The National Trust for Scotland geschonken. Het wassteeds een familiaal eigendom geweest, een groot landgoed, bestaande uit enkele boerde-rijen, met als kern een Victoriaanse woning in rode kalksteen. Op het domein bevindt zichook de ruïne van een oude burcht.

Een lange oprit verleent toegang tot het domein. Het omvat een aantal typische Vic-

waarin groenten en kruiden voor de keuken werden gekweekt (afgesloten, om vernieling

uit die periode ogen zeer knap dankzij de ontwikkelingen in de ijzer- en glastechnologie.Ze waren ook verwarmd. Er werden verzamelingen tropische planten gekweekt; een mustvoor de edellieden uit die tijd. De huidige serres zijn een kopie van de serres uit de Victo-riaanse tijd.

Threave heeft een landelijke, functionele tuin met veel grasvelden, ornamentele plantenen enkele mooie zichten. Het domein is vooral belangrijk omwille van zijn opleidingscen-trum. De school is uniek in de wereld. Erfgoedtuinieren is geen tuinbouw. Bepaalde vaar-digheden dreigen verloren te gaan en op lange termijn zal een gebrek aan geschoolde tuin-

ment des hautes écoles Erasmushoges-chool Brussel, département Horteco etProvinciale Hogeschool Limburg.

Visite de Newhailes

L’acquisition du domaine de Newhailespar The National Trust for Scotland date de1997. Certains travaux d’aménagement,dont la restauration de la villa de la fin du17e siècle et l’ouverture d’un centre de vi-siteurs avec une cafétéria et un magasindans les anciennes écuries, ont déjà étéréalisés. La conservation du paysage estquant à elle entrée dans une phase déci-

toriaanse tuinen en gebouwen, zoals de ommuurde keukentuin (walled kitchen garden),

van de gewassen door wilde dieren te verhinderen) en de serre (glass house). De serres

bouwsels die verscholen liggen in een lager deel van de tuin, waar een riviertje kabbelt,the water garden. Ook die twee elementen zouden op termijn volledig gerestaureerd kun-nen worden.

Foto’s / photos 1, 2, 3, 4: Newhailes

©S.

Win

dels

2

3

4

1

Page 10: Vocatio 21

10

mannen het onderhoud en dus het voortbestaan van de historische tuinen bedreigen.Sinds de jaren vijftig biedt de school een unieke vorming aan, omdat ze toelaat tuintech-

nieken te leren op een erfgoedsite. Studenten werken aan het onderhoud van het domeinen krijgen daar een kleine vergoeding voor. Aanvankelijk werden als leerproject tuintjesgecreëerd. Verspreid over het domein verschenen in de loop van de jaren een kruiden-tuin, een rotstuin, een vijvertuin, een rododendrontuin, een arboretum. Evoluties in hetonderwijs aan het begin van de jaren negentig stelden nieuwe eisen aan de opleiding. Destudentengroep verkleinde van twaalf tot zes studenten en de groep werd internationaal;de minimumleeftijd werd opgetrokken tot achttien jaar en de cursus werd van twee totéén jaar ingekort. De cursusnaam is ook veranderd en de studenten behalen geen diplomameer, maar een Craftmanship Award.

De reputatie van de school is onaangetast gebleven; toch investeert de Trust momen-teel in vernieuwing en versterking van het opleidingsprogramma. Jan Haenraets vreestvoor het voortbestaan van echt vakmanschap, als geen middelen gevonden kunnen wor-den om opleidingen als Threave te financieren. Dat betekent ook dat werk gemaakt moetworden van de herwaardering van het beroep. Slechts vijf percent van de Schotse tuin-mannen is jonger dan zesentwintig en driekwart zal over twintig jaar met pensioen gaan.Het probleem treft ook andere landen en uit die vaststelling groeide bij Jan de idee omeen internationale opleiding uit de grond te stampen. Met collega’s uit ondermeer Belgiëen Hongarije bestudeert hij de mogelijkheid om het project in de nabije toekomst in eenEuropees kader uit te werken.

sive. Un nouveau tracé des chemins, l’éli-mination d’un certain type de végétationet la réhabilitation des points de vue de-vraient rendre au site son aspect d’antan.Ce jour-là, Jan rencontre quelques jardi-niers et discute avec eux du déblaiementdu ladies walk, une promenade surélevéedébouchant sur un petit pont aujourd’huidisparu et menant à un point de vue sur labaie du port d’Edimbourg. Le lierre et desbuissons ont envahi le chemin et la vue estaujourd’hui obstruée par de grands arbreset par les habitations du village voisin. Aucours d’un long échange, le déroulementdes travaux est passé en revue. Ensuite,nous visitons la tea house et la grotto,

Foto’s / photos5, 6: Threave

8: Serre uit de Victoriaanse tijd / Serre de l’époque victorienne

5

6

7

8

7: Newhailes, grotto

Page 11: Vocatio 21

11

erfg

oed

patr

imoi

ne

> www.nts.org.uk

deux édifices cachés dans les sous-bois.Un ruisseau aménagé en cascade a donnéson nom à cette partie du domaine : thewater garden. La maison de thé ainsi que lagrotte devraient être à terme entièrementrestaurées.

Visite de Threave

Le domaine de Threave fut légué au Na-tional Trust for Scotland en 1948. Cettegrande propriété familiale comprenaitquelques fermes et une grande maisonvictorienne ainsi que les ruines d’un vieuxmanoir. Le site abrite un certain nombre dejardins et de constructions typiquementvictoriens tels que le potager (walled kit-chen garden), qui approvisionnait les cui-sines, et la serre (glass house). Les serresvictoriennes sont magnifiques et illustrentparfaitement l’utilisation contemporaine duverre et du métal dans l’architecture. Ces

‘maisons de verre’, chauffées, abritaientdes collections de plantes exotiques quifaisaient la fierté des aristocrates de l’épo-que. À Threave, des copies ont remplacé lesserres d’origine.

Le domaine possède de grandes pelou-ses, des plantes décoratives et quelquesbelles vues, mais il est surtout connupour son centre de formation. Cette école,unique au monde, forme de futurs profes-sionnels aux techniques traditionnelles dujardinage et ce, dans le cadre d’un site his-torique préservé de manière exemplaire.Ces connaissances risquent de disparaîtresi elles ne sont pas transmises. Ce seraitune catastrophe pour la conservation de cepatrimoine.

Actuellement, 6 étudiants internes ysont inscrits. La formation, qui dure unan, comprend la participation à l’entretiendu domaine, une activité pour laquelle ilsreçoivent une petite rémunération. Des

exercices pratiques de création de petitsjardins d’agrément ont mené à l’éclosion,au fil du temps, d’un jardin de rocailles, d’unarboretum, d’un jardin de rhododendrons,d’un jardin aquatique et de bien d’autres.Parsemés sur le domaine, ils lui donnent lecaractère particulier que ses propriétairesdésirent conserver.

Actuellement, le Trust investit dans lacréation d’un nouveau programme d’étu-des et de formation pour renforcer la quali-té de l’enseignement de Threave et interna-tionaliser son rayonnement. En effet, dans20 ans, 75% des jardiniers écossais pren-dront leur retraite et la relève est loin d’êtreassurée. Le problème se pose égalementdans d’autres pays européens. Fort de ceconstat, Jan Haenraets étudie, avec descollègues belges et hongrois notamment,comment développer dans un cadre euro-péen, le projet d’un centre international deformation.

Foto’s / photos9: Newhailes

©S.

Win

dels

9

1010: Threave House

Page 12: Vocatio 21

12

thea

tert

héât

re

Peter Krüger 1998

Du cinéma authéâtre avec NFR > Après la Première guerre mondiale,Raymond Borremans (1906-1988) voya-gea en Côte d’Ivoire où il se produisit entant qu’homme-orchestre. Pendant desannées, il sillonna l’Afrique de l’Ouestavec sa camionnette et projeta des filmspour les populations locales. Il fut lepremier à écrire une grande encyclopé-die sur l’Afrique de l’Ouest : « Le GrandDictionnaire Encyclopédique de la Côted’Ivoire ». Il y a travaillé seul toute savie et n’a pu aller au-delà de la lettre« N ». La mort a mis fin à son entreprisemégalomane.Aujourd’hui, Peter Krüger (Nazareth,Poets of Mongolia, The Eclips of Sint-Gillis, The Strange Man) a cherché àcomprendre la signification de ce regardd’encyclopédiste et a adapté cettehistoire vraie au théâtre. Le résultat :une représentation particulièrement

graphique avec, sur scène, l’acteur Dirkvan Dijck dans le rôle du fou pensantet la chanteuse Angélique Willkie danscelui de son ange sauveur. Ensemble, ilsconcrétisent le conflit entre l’esprit car-tésien européen et la culture africaine.« N » prend l’allure d’une tragi-comédiesur le désir et le morcellement, sur laforce, mais aussi sur la faiblesse del’esprit.

>

lyrique et organique : un opéra cinémato-

Pourquoi passer du cinéma au théâtre ?Peter Krüger : « Depuis des années, j’ai

envie de réaliser un projet de théâtre, demusique ou d’opéra. Car je suis musicienet mon lien avec la musique s’était petit

NL > Raymond Borremans trok na de Eerste Wereldoorlog in zijn eentje naar Ivoorkust,waar hij als een eenmansorkest optrad. Jarenlang reed hij alleen in zijn vrachtwagendoor West-Afrika en projecteerde hij er films voor de lokale bevolking. Alles wat hijte weten kwam, schreef hij op steekkaarten, die uiteindelijk zouden leiden tot zijnlevenswerk: de Encyclopédie Borremans. Raymond Borremans heeft er obsessiefbezeten zijn hele leven aan gewerkt en is uiteindelijk niet verder geraakt dan de letterN. De dood maakte een einde aan zijn megalomaan streven.Peter Krüger (Nazareth, Poets of Mongolia, The Eclips of Sint-Gillis, The Strange Man)

uitzonderlijk lyrische en organische voorstelling van: een cinematografische operamet op de scène de acteur Dirk van Dijck als denkende zotskap en de sensuelezangeres Angélique Willkie als zijn reddende engel. Ze brengen de botsing tussende analytische Europese geest en de Afrikaanse cultuur tot leven. N wordt eentragikomedie over verlangens en verbrokkeling, over de macht en de onmacht van hetdenken over het leven.

>

bewerkte het waargebeurde verhaal tot een theatervoorstelling. Hij maakt er een

Waarom de overstap naar het theater?Peter Krüger: De voornaamste reden is dat ik eigenlijk al jaren met het idee rondloop

om een soort muziektheater of ‘opera’ te gaan maken. Dat komt voornamelijk, omdat ikaltijd muziek heb gespeeld en ik de band met de muziek op een bepaald ogenblik te sterkheb doorgeknipt. Nadat ik de gelegenheid had gehad om met zangers te werken, voelde ikdat aan als een enorme bevrijding: te kunnen werken op basis van een muzikale in plaatsvan een narratieve structuur! Verder heb ik ook de indruk dat je in een theatrale contextop cinematografisch vlak veel vrijer en creatiever met het beeld kunt omgaan dan in eenbioscoopfilm of een documentaire die je voor televisie maakt.

De tweede reden is een praktische en heeft te maken met de figuur van Josse de Pauw.Ik heb Josse leren kennen als acteur voor De vreemde man. Die samenwerking is heelgoed gelopen en heeft er later toe geleid dat hij me gevraagd heeft om een voorstelling temaken voor Het Toneelhuis. Ik heb uiteraard niet lang geaarzeld en heb ‘N’ voorgesteld.

> Het levensverhaal van Borremans lijkt alvast prachtig materiaal voor een theatervoor-theatervoortheatervoorstelling.Peter Krüger: Dat heeft te maken met drie aspecten van zijn figuur. Hij speelde als hom-

me orchestre muziek voor de kolonialen en met dat muzikaal gegeven kun je in een thea-tervoorstelling veel doen. Een ander aspect is dat hij gedurende meer dan veertig jaar metzijn cinema ambulant heeft rondgetrokken in West Afrika, wat me bij cinema brengt en demogelijkheid om met filmbeelden te werken. Daarnaastis er natuurlijk de encyclopedie,waaraan hij zo lang heeft gewerkt. Dat brengt ons bij het woord, de taal.

Die drie aspecten laten me toe een voorstelling te maken, waarin ik de drie media voort-durend met elkaar in verbinding breng en in elkaar laat overgaan. ‘N’ wordt wel geen biogra-

De overstap van filmDe overstap van filmDe overstap van filmnaar theater met

Page 13: Vocatio 21

13

thea

tert

héât

re

à petit amenuisé au profit de mes projetscinématographiques. J’ai eu l’occasion decollaborer avec des musiciens. Travaillersur la base d’une structure musicale plutôtque sur celle d’une structure narrative aété une véritable libération. J’ai aussi l’im-pression que, dans le contexte théâtral,mon rapport à l’image s’avère plus libre etplus créatif que dans un cadre cinémato-graphique ou télévisuel. »

« Il y aussi une raison pratique, liée à lapersonne de Josse de Pauw. Il a joué dans

> La vie de Borremans se prête idéale-ment à une adaptation théâtrale...Peter Krüger : « Effectivement. C’est lié

à trois aspects de sa personnalité : toutd’abord, son statut d’homme-orchestreet le fait que l’élément musical s’intègreparfaitement dans le contexte théâtral ;ensuite le fait qu’il ait voyagé avec son ci-néma ambulant, ce qui lui a permis d’uti-liser des images filmées ; enfin, son ency-clopédie, qui nous mène à l’écrit. Ces troiséléments me permettent de composer unspectacle où je mélange sans cesse lestrois médias. ‘N’ n’est pas une reconstruc-tion biographique de la vie de Borremans,même si on le voit sur scène comme narra-teur/personnage. Le spectacle me permetd’aborder des questions plus philosophi-ques, anthropologiques ou politiques, touten jouant sur les émotions. Je le considèrecomme un voyage à travers le temps et

mon film De vreemde man et nous avonssympathisé. Plus tard, il m’a proposé defaire un spectacle pour le Toneelhuis et jelui ai immédiatement parlé de ‘N’ ».

Phot

os©

Pete

rKru

ger

naar theater met N

Page 14: Vocatio 21

14

fische reconstructie van Borremans’ leven, maar als verteller zal hij wel als personage opde scène te zien zijn. Dat geeft mij de kans om meer abstract filosofische, antropologischeof politieke vragen op te roepen, maar ook om een stroom van emoties los te weken. ‘N’moet je dan ook beschouwen als een soort lyrische reis door tijd en ruimte, waarbij van detoeschouwer verwacht wordt dat hij niet naar eenduidige betekenissen zoekt, maar zichals een reiziger laat meezuigen in een ervaring die aanzet tot denken en tot verwonderingover al wat hij hoort en ziet.

l’espace qui suppose que le spectateur selaisse entraîner – comme un voyageur –dans la pensée et dans le rêve par ce qu’ilvoit et par ce qu’il entend.

NRegie / Réalisation: Peter KrügerTekst / Texte: David Van ReybrouckMuziek / Musique: Walter HusMet / Avec: Dirk Van Dijck en / etAngélique WilkieScenografie / Scénographie: Peter Missotten

Bourla, Museumstraat 21, 2000 Antwerpen(Tot / Jusqu’au 25.03.06)Tournee / Tournée: Strombeek-Bever (31/3),Groningen (13/4), Gent (19-22/4)

> www.toneelhuis.be

thea

tert

héât

re

Phot

os©

S.W

inde

ls

Première 16.03.06 > 20.00

Page 15: Vocatio 21

15

ExpoVincen Beeckman et Vincent Delbrouck

10.03.06 > 27.04.06+ 28.04.06 > 7.05.06 dans le cadredes Nuits BotaniqueAvec / Met Collectif Blow UpPhotographiesBotanique, rue Royale 2361210 Saint-Josse-ten-Noode

BlowUp : Un collectif d’images.Exposition de photographiesVincen Beeckman, Nicolas Clément, VincentDelbrouck, Isabelle Detournay et CécileMichel forment aujourd’hui le collectifBlowUp, association de photographes de laCommunauté Française particulièrementactifs, en Belgique comme à l’étranger.Bien plus qu’une approche consensuelle ethomogène de la photographie, le principe

Agenda Notre Agenda est consacré aux activités des anciens lauréatsOnze Agenda spitst zich toe op de activiteiten van oud-laureaten

Vincen Beeckman, Only For My Friends

Gwen

dolin

eRo

bin

Vincent Delbrouck, Sarah, Knokke 2005

du collectif BlowUp consiste en un véritablechamp de discussion et de positionnementspar rapport à l’histoire et la pratiquephotographique. Un collectif impliqué depuissa création (en 2001) dans de nombreuxprojets - comme la Jonction Nord-Midi (avecRecyclart), les Rencontres Photographiquesau CCJF, le projet Néon Nord, le PleinOpenAir,le projet Walk on the Web Site auxRencontres Photographiques d’Arles – etdes collaborations diverses susceptiblesd’élargir leurs propos : écrivains,sociologues, créateurs sonores etc.Photographies, projections et documentsmontreront l’étendue des activités ducollectif, mais surtout les particularitéset l’apport du regard de chacun de sesmembres. Une exposition qui se prolongerapour le public des Nuits Botanique, avec desinterventions du collectif durant le festival.

PerformanceGwendoline Robin

08.04.06Création d’une nouvelle performanceau festival de danse et de performancedu Centre culturel de Décines.Le Toboggan14 avenue Jean Macé69150 Décines Charpieu (Lyon, France)

17.04.06 > 23.04.06Participation avec deux performancesau festival Trouble #2.Halles de Schaerbeek22 rue Royale Sainte-Marie1030 Bruxelleswww.halles.be

T : 02 218 37 32 – F : 02 219 66 60www.blowup - photos.org

Page 16: Vocatio 21

16

ConcertEliot Lawson (violon / viool)

22.03.06 > 12.15 & 20.00Duo met/avec Jill LawsonPrintemps Musical de SillyInfo:[email protected]

07.05.06 > 15.00Jeugd en Muziek Vlaanderen.Grote straat 209500 Geraardsbergen

Jan Michiels & Inge Spinette (piano)07.04.06 > 20.00Programma/programme: Bach,Beethoven, LigetiKerk van / Église de Maasmechelen

Nicolas Deletaille (violoncelle/cello)www.nicolasdeletaille.com

Avec/met Ensemble Mendelsohn11.03.06 > 20.30Quintettes avec piano/PianokwintettenAtelier de la Dolce Vita37a, rue de la Charité1210 Bruxelleswww.atelierdolcevita.be

Thomas Van Haeperen Stage Shibori (Daniel Henry)

16.03.06Quintettes avec piano/PianokwintettenConcerts de MidiSalle Académique de l’Université de Liège7, place du XX août4000 Liège

15.03.06 > 12.40Sextuors à cordes/strijksextettenConcerts de MidiMusée d’Art Ancien3, rue de la Régence1000 BruxellesInfo: [email protected]

24.03.06 > 20.30Centre culturel de Waremme

Avec Jean-Michel Dayez (piano)28.04.06 > 20.30Concert arpeggioneAtelier de la Dolce Vita37a, rue de la Charité1210 Bruxelleswww.atelierdolcevita.be

Thomas Van Haeperen(chef d’orchestre/dirigent)Avec / Met Orchestre Sturm und Klang

26.03.06 & 29.03.06Martin, Britten, Haydn

22.04.06 & 23.04.06Mozart « Symphonie concertante »www.osk.be

StageDaniel Henry

24 - 25 - 26.04.06 > 9.30 - 17.00Le Centre de la Tapisserie, des Arts du Tissuet des Arts muraux de la Communauté fran-çaise de Belgique asbl organise un stage detrois jours autour des réserves physiques.Il sera animé par Françoise Derleyn etDaniel Henry: «Shibori: tradition etdétournements»Françoise Derleyn est sérigraphe textileindépendante à Mons; sa recherche portesur les nouvelles technologies d’impres-sion. Daniel Henry est designer textile etstyliste indépendant à Tournai, diplômé dela Cambre.

Participation aux frais: 125Pré-inscription avant le 10 avril 2006, avecversement d’un acompte de 25 au compte068-0834530-66 du Centre de la Tapisserie;le solde de 100 sera réglé sur place.Centre de la Tapisserie9, place Reine Astrid7500 TournaiT : +32 (0)69 23 42 85F : +32 (0)69 84 31 [email protected]

Page 17: Vocatio 21

17

FR > Trois nouveaux membres ont rejoint le jury de la Fondation. Il s’agit de Carine Fol pourle jury Arts plastiques, d’Alain Martin pour le jury Sciences humaines et de Marleen Tem-merman pour le jury Sciences médicales.NL > Drie nieuwe leden hebben de jury van de Stichting vervoegd. Het betreft Carine Folvoor de jury Plastische kunsten, Alain Martin voor de jury Menswetenschappen en Mar-leen Temmerman voor de jury Medische wetenschappen.

Carine FolNL > Kunsthistorica en sinds 2002 artistiek directeur van Art enMarge vzw. Ze was verantwoordelijk voor de uitgave van veletentoonstellingscatalogi en curator van tentoonstellingen in deBotanique, de Bortier Galerij, de Brigittinenkerk en het Paleisvoor Schone Kunsten. Ze schreef teksten en monografieën vanhedendaagse kunstenaars en gaf conferenties over Art Brut.FR > Historienne de l’art et directeur artistique de l’asbl Art enMarge depuis 2002, Carine Fol a assuré la direction de plusieurs

publications, notamment de catalogues d’expositions, et a été commissaire d’expositionsau Botanique, à l’Église des Brigittines, à la galerie Bortier et au Palais des Beaux Arts. Elle aécrit des textes et des monographies d’artistes et donné des conférences sur l’Art Brut.

Alain MartinFR > Docteur en Philosophie et Lettres et ancien professeur as-socié à l’Université des Sciences Humaines de Strasbourg, il estprofesseur plein temps à l’ULB depuis 1985, titulaire de la chairede Philologie, d’Épigraphie et de Papyrologie grecques et direc-teur du Centre de Papyrologie et d’Épigraphie grecques de l’ULB.NL > Doctor in de letteren en wijsbegeerte. Hij was als hoogleraarverbonden aan de Universiteit der Menswetenschappen vanStraatsburg en is sinds 1985 professor aan de ULB waar hij titula-

ris is van de leerstoel voor Griekse filologie, epigrafie en papyrologie. Hij is tevens directeurvan het Centre de Papyrologie et d’Épigraphie grecques van de ULB.

Marleen TemmermanNL > Hoogleraar verloskunde-gynaecologie aan de UGent en dienst-hoofd verloskunde aan het Universitair Ziekenhuis van Gent. Zedoceert Tropische gynaecologie en verloskunde aan het Insti-tuut voor Tropische Geneeskunde te Antwerpen en is directeurvan het International Centre for Reproductive Health (UGent).FR > Professeur de gynécologie et d’obstétrique à l’Université deGand et chef de service en obstétrique à l’Hôpital Universitairede Gand, elle enseigne ces matières à l’Institut de Médecine Tro-

picale d’Anvers et dirige l’International Centre for Reproductive Health (Centre Internatio-nal de Santé Reproductive) de l’Université de Gand.

NewsNouveaux membres du jury / Nieuwe juryleden Pierre Erler à l’Abbaye

de Stavelot

En 1992, la Fondation de la Vocationreconnaît la vocation d’hôtelier de PierreErler. Sa bourse lui permet de parfaire saformation à Lausanne. Aujourd’hui, il estresponsable commercial et relations publi-ques de l’Abbaye de Stavelot. Entièrementrénovée en 2002, elle abrite trois muséeset de nombreux événements et activitésy sont organisés toute l’année. Prochaineexposition:

04.02.06 > 31.05.06À la rencontre des templiers> www.abbayedestavelot.be

Le Prix Henri Storck 2005 a été attribuéau film de Marie Mandy Voir sans les yeux.Le jury a été séduit par la sensibilité et l’ori-ginalité avec laquelle la réalisatrice a traitéun sujet difficile à évoquer au cinéma. Ellenous donne en effet à découvrir le mondede la cécité. Le choix des personnages,l’ambition du sujet et la qualité de la bandesonore ont séduit le jury. Le film fera l’objetd’une rediffusion sur la RTBF et sur Arte.

Prix Henri Storck 2005à Voir sans les yeuxde Marie Mandy

Page 18: Vocatio 21

18

Anne Kwaspen leidtModemuseum Hasselt

Sinds september 2005 bekleedt AnneKwaspen, laureate van de Stichting Roe-ping in 2002, de functie van conservatorvan het Modemuseum van Hasselt. Alservaren textiel- en kostuumconservatorstaat zij in voor de programmatie en hettentoonstellingsbeleid. Haar tweede pro-ject Jeans! (01/02/06-30/04/06) is eenboeiende overzichtstentoonstelling vande ontwikkelingen van jeans van de eerstehelft van de zestiende eeuw tot vandaag.

> www.hasselt.be> [email protected]

Reus van / deAnnelies Verbeke

NL > Annelies Verbeke was laureate van deStichting Roeping in 2003. Haar tweede

roman Reus is zopas ver-schenen. “Reus gaat overtwee zussen, Hannah enKim, waarvan Hannahhet hoofdpersonage is.Ze bezitten in feite alleswat ze nodig hebben,maar raken heftig in deknoop met hun geweten.Bij Hannah komt dit doorhaar beroep: ze is een

soort Jambers-achtige figuur die mensen– freaks – als objecten ziet. Kim verliestzichzelf in een buitenechtelijke relatie.De zussen proberen zich aan elkaar vastte houden, maar zien uiteindelijk geenandere mogelijkheid dan te vluchten, zover mogelijk, naar de andere kant van dewereld. Daar begint een vreemde, suïci-daal geïnspireerde tocht, die meer ver-rassingen omvat dan de bedoeling is.”FR > Annelies Verbeke, lauréate en 2003, apublié récemment son second roman inti-tulé Reus. Son premier roman Dors ! paruen 2004 vient d’être traduit en français etest paru au Mercure de France.

Collection New Rich

Elric Petit, Augustin Scott deMartinville, Grégoire Jeanmonod etAdrien Rovero se sont rencontrés àl’ECAL de Lausanne. De nationalitébelge, française et suisses, ils éla-borent une approche commune aufur et à mesure de leur collaborationet forment bientôt une équipe sou-dée. Elric Petit reçoit une Bourse dela Fondation de la Vocation en mai2004. Big-game est créé en juin2004. Après le succès rencontré parsa collection Heritage in progress en2005, Big-game revient avec une col-lection de bijoux dessinée pour +41, une jeune marque de mode suisse. Résultat: NewRich, une série d’objets née de la confrontation entre le monde des produits de masse etcelui du luxe. Quand l’or remplace le plastique, des objets démocratiques et fonctionnelsdeviennent subtilement exclusifs. «Nous avons travaillé avec des produits standard etuniversels dont nous avons remplacé une partie par son équivalent en or», explique ElricPetit. «Nous aimons le raffinement du mélange entre le fonctionnalisme sans fiorituredes objets de masse et l’or, matière noble par excellence.» La collection New Rich enrichitles stylos Bic, les écouteurs Apple, les briquets Bic, les montres Swatch, les bijoux de pa-cotille et les punaises.

> www.big-game.ch> [email protected]

Steven Crijns designer bij / chez Lotus

NL > In 1993 werd productontwikkelaarSteven Crijns laureaat van de Stichting Roe-ping. Sinds 1994 is hij directeur design bijautofabrikant Lotus. De ontwerpen voor demodellen Elise II en Exige zijn van zijn hand.Crijns is geïnteresseerd in alle aspecten vaneen auto, van de bagageruimte tot de stof-fen voor de stoelen. Hij wil auto’s ontwer-pen die het enthousiasme van het publiekopwekken en niet per se avant-gardistischzijn. Wat hem interesseert is de harmonietussen perfecte proporties en de aandachtvoor details.FR > Le designer Steven Crijns fut lauréat de la Fondation Belge de la Vocation en 1993.Depuis 1994, il occupe le poste de directeur design chez le fabricant automobile Lotus. Ila notamment dessiné les modèles Elise II et Exige. Crijns s’intéresse à tous les aspectsde l’automobile, du coffre au tissu des sièges. Son souhait est de concevoir des voituresqui suscitent l’enthousiasme du public sans pour cela être avant-gardistes. Il recherchel’harmonie des proportions et le goût du détail.

Page 19: Vocatio 21

19

Op 30 september 2005 verschenen destatuten van TraVo – voluit Studie – en Do-cumentatiecentrum voor de TraditioneleVolksmuziek in Vlaanderen vzw – in hetBelgisch Staatsblad. TraVo moet hét aan-spreekpunt worden voor al wie zich in demuzikale tradities van Vlaanderen wil ver-diepen, of het nu gaat om liederen, dansen,instrumenten of de gebruiken die ermeesamenhangen. TraVo richt zich tot een zobreed mogelijk publiek, van binnen- en bui-tenlandse wetenschappers tot liefhebbersvan volksmuziek op zoek naar repertoireen achtergrondinformatie (foto’s, handge-schreven partituren, balkaarten, liedtek-sten en muziekboekjes met dansmuziek– polka, wals, mazurka, schottisch, kadril).

TraVo heeft een eerste stek gevondenin de Leuvense lokalen van Resonant, hetcentrum voor Vlaams muzikaal erfgoed.De kern van de verzameling is de nala-tenschap van wijlen Renaat Van Craenen-broeck (1937-2001), die als dansmeesteren wetenschapper een indrukwekkendeverzameling publicaties had bijeengebrachtmet een reputatie tot ver buiten onze lands-grenzen.

Het doel van het centrum is wetenschap-pelijk. Het richt zich tot studenten die do-cumenten willen consulteren (in het kadervan een eindverhandeling bijvoorbeeld),muziekgroepen die hun repertoire willenuitbreiden, liefhebbers van volksmuziek envolksdansgeschiedenis.

De focus ligt op het behoud en het vrijge-ven van het muzikaal traditioneel erfgoed,niet enkel in Vlaanderen, maar in heel Bel-gië. Het contact met Waalse verenigingenen instellingen wordt sterk nagestreefd.Hopelijk ontstaat in de toekomst in hetWaalse landsgedeelte een gelijkaardig stu-diecentrum en zullen beide centra nauwsamenwerken. Het centrum is noodzakelijkomwille van de crisis die het traditionele

erfgoed doormaakt. Er is immers een te-genspraak: het gaat goed met de pan-Euro-pese folk, de zogeheten new folk, maar hetstreekgebonden repertoire komt nauwe-lijks aan bod. Weten de recensenten dat dehuidige folkgroepen bijna geen of helemaalgeen melodieën spelen die uit ons traditi-oneel repertoire komen? Dat geldt zowelvoor Vlaanderen als voor Wallonië.

De drijvende kracht achter de oprichtingvan TraVo is Hubert Boone, intieme vriendvan Renaat sinds de pionierstijd van deherleving van de Vlaamse volksmuziek inde jaren zestig. Boone was in 1967 laureaatvan de Stichting Roeping en is bekend alsde muzikale voorman van groepen als HetBrabants Volksorkest en Limbrant, alsookvan baanbrekende studies over Vlaamsevolksinstrumenten, die hij schreef als we-tenschapper van het Brusselse MIM (Mu-ziekinstrumentenmuseum). Ook een grootgedeelte van de privé-bibliotheek van Hu-bert Boone is al naar TraVo verhuisd.

Voorlopig draait TraVo uitsluitend op vrij-willigerswerk. De vereniging heeft bij deVlaamse overheid evenwel een aanvraag toterkenning ingediend in het kader van hetvolkscultuurdecreet van 1999. Het hangtaf van een eventuele subsidiëring of TraVoeen of meer stafmedewerkers in dienstkan nemen. TraVo moet op termijn een plekworden waar je alles vindt wat je wilt lezen,zien of horen: publicaties, veldopnamen,foto’s, films en afbeeldingen. Kortom, eencentrum op maat van onze rijke muzikalevolkscultuur.

TraVoKamer 03.27, Parijsstraat 72B, 3000 Leuven.Open iedere eerste woensdag van demaand, van 14 tot 17.30 uur. Bezoekerskunnen ook een afspraak makenvia [email protected] [email protected], of telefonischop 016 65 65 85.

Hubert Boone drijvende kracht achter nieuw studie-en documentatiecentrum voor de volksmuziek

document door aanwezigheid van alle instrumenten: viool, hoorn, kornet, bugel (2),trompet, klarinet (2), trombone (2), alto, tuba.

Knoeselgilde (knoesel = kruisbes), rond 1900, Zuiderkempen, privé-collectie. Uniek als

Page 20: Vocatio 21

20

In dit drieluik duikt hij in de wereld vanwetenschappers en enthousiastelingen dieovertuigd zijn dat we een tijdperk naderenwaarin de mens, zoals we die nu kennen,niet meer het meest intelligente wezen opaarde zal zijn. Alle technologische ontwik-kelingen (biogenetica, artificiële intelligen-tie, nanotechnologie...) lijken te evoluerennaar één doel: de mens te overstijgen eniets transhumaans, ‘bovenmenselijks’ tecreëren.

Dans cette trilogie, il entre dans le mondedes scientifiques et des passionnés per-suadés que nous nous dirigeons vers uneépoque où l’homme ne sera plus l’être leplus intelligent de la planète. Tous les pro-grès technologiques (la biogénétique, l’in-telligence artificielle, la nanotechnologie)semblent évoluer vers le dépassement del’être humain et la création d’une espèce‘surhumaine’.

10 > 13.05.06 Bourlaschouwburg(Antwerpen / Anvers)26 & 27.05.06 KVS (Brussel / Bruxelles)tijdens het/pendant le KunstenFESTIVAL-DesArts> www.toneelhuis.be/productie.jsp?id=20

Julien De Vos à / in Istanbul

FR > Egyptologue et as-syriologue lauréat de lapromotion 2005, JulienDe Vos poursuit actuel-lement ses recherchesau Musée de l’Orientancien à Istanbul. Il y

mai 2005, un voyageen Égypte, à Louxor, luipermit de retrouver la lo-calisation des fouilles deGrébaut qui est à l’originede la découverte d’une

Parmi ces objets, plus de 200 sont des répondants funéraires du défunt, que l’on nom-me oushebtis (ou parfois shawabtis). Dans l’au-delà, ils doivent répondre à l’appel du dé-funt pour exécuter, à sa place, un certain nombre de tâches considérées comme pénibles(travaux des champs, etc.). La plupart sont en faïence, de préférence recouverte d’unengobe bleuté, et portent en inscription à l’encre noire la formule qui les anime et le nomdu défunt. Le début de l’inventaire des pièces du dépôt a commencé avec ces pièces,car elles sont déjà inscrites et plus faciles à cataloguer que, par exemple, un sarcophage.Cette deuxième campagne d’étude, qui se termine le 12 mars, sera suivie d’un séjour detrois semaines au Caire et à Louxor, pour compléter les notes.

NL > Julien De Vos is egyptoloog en was laureaat van de promotie 2005. Hij verblijft mo-menteel in Istanbul waar hij in het Museum van het antieke Oosten de Egyptische objec-ten bestudeert. In mei 2005 reisde hij reeds naar Luxor in Egypte waar hij de opgravin-gen van Grébaut, die aan de basis liggen van de in Istanbul bewaarde collectie, wist telokaliseren. Tijdens een eerste verblijf in Istanbul fotografeerde en bestudeerde hij de 92tentoongestelde objecten. Hij vervolledigt nu zijn nota’s en buigt zich over de niet minderdan 900 stukken bewaard in de reserves. Per toeval ontdekte hij er verscheidene sarco-faagfragmenten, vermoedelijk uit de tijd van Ramses II of zijn nakomelingen.

meeste zijn vervaardigd in steen en zijn beschreven met zwarte inkt. De inscriptie be-staat uit de formule die de figuur tot leven moet brengen en de naam van de overledene.De inventaris start met deze beeldjes. Deze tweede studiereis loopt tot 12 maart waarnaJulien haast onmiddellijk weer naar Egypte vertrekt om er in Caïro zijn onderzoek verderte zetten.

Première Technocalypsvan / de Frank Theys

NL > Technocalyps is een documentaire vanregisseur Frank Theys over het intri-gerende ‘transhumanisme’.

FR > Technocalyps est un documentaire duréalisateur Frank Theys sur le phéno-mène intriguant du ‘transhumanisme’.

étudie les aegyptiaca (=objets égyptiens). En

grande partie des objetsdu musée d’Istanbul.Un premier séjour à Istanbul, de juin à juillet, fut consacré à la photographie et à l’étudedes 92 objets exposés. Pendant une deuxième campagne d’étude, Julien complète lespremières fiches et s’intéresse aux pièces non exposées, au nombre de 900. C’est ainsiqu’il découvre par hasard plusieurs fragments de sarcophage en diorite, probablement del’époque de Ramsès II ou de ses descendants.

Meer dan 200 objecten zijn lijkbeeldjes (oesjebti’s). Deze figuurtjes moeten in het hier-namaals de lastige taken van de overledene overnemen (werken op het veld, enz.) De

©M

aart

enVa

nden

Abee

le

©Ju

lien

DeVo

s

Oushebtis: répondants funéraires / Ousjebti’s: lijkbeeldjes