Web viewOpm: Investeerders kunnen bepalen of een onderneming zelffinancierend is of niet. (Indien de...

15

Click here to load reader

Transcript of Web viewOpm: Investeerders kunnen bepalen of een onderneming zelffinancierend is of niet. (Indien de...

Page 1: Web viewOpm: Investeerders kunnen bepalen of een onderneming zelffinancierend is of niet. (Indien de OCF ve onderneming volstaat om haar netto-investeringen en haar uit te

Financiële rapportering & analyse (theorie)

DEEL II : Financiële analyse

Hoofdstuk 1: Horizontale – of tijdsanalyse

(zie boek p. 117)

Hoofdstuk 2: Verticale – of structuuranalyse

(zie boek p. 121)

Hoofdstuk 3: Kasstroomanalyse

Cashflow = de middelen die door de opbrengstactiviteiten van een onderneming gegenereerd worden en de onderneming niet opnieuw verlaten via kaskosten of winstuitkering.

3 soorten activiteiten:

- OCF = operationele cash flow: operationele activiteiten hebben betrekking op de verkoop van goederen en diensten en de daaraan verbonden kosten

- ICF = investerings cash flow: omvatten de aankoop en verkoop van materiële en immateriële VA evenals de verkoop en aankoop van financiële investeringen zoals obligatieleningen en aandelen in andere bedrijven

- FCF = financierings cash flow: financieringsactiviteiten omvatten onder meer het aantrekken van extern kapitaal (uitgifte aandelen en obligatieleningen), het terugbetalen van schulden en betaling van dividenden aan aandeelhouders

Voordelen van kasstroomanalyse

1) Uit een SCF (=statement of cash flow/kasstromenstaat) blijkt of een onderneming een positieve of negatieve OCF heeft. (Een negatieve OCF is een signaal voor investeerders dat de onderneming financiële moeilijkheden kan ondervinden in de toekomst.)

Opm: Investeerders kunnen bepalen of een onderneming zelffinancierend is of niet. (Indien de OCF ve onderneming volstaat om haar netto-investeringen en haar uit te betalen dividenden te voldoen = zelffinancierend.)

2) Investeerders gebruiken de SCF voor het beoordelen van het financieel risico van een onderneming. Dit is het risico dat een onderneming niet in staat is om haar schulden terug te betalen wanneer deze komen te vervallen

3) Investeerders gebruiken het als maatstaf voor de fin. prestaties van een onderneming

4) nuttig voor investeerders voor: - de bepaling van het kasstroomprofiel van een onderneming. - het maken van voorspellingen van toekomstige cash flow.

Page 2: Web viewOpm: Investeerders kunnen bepalen of een onderneming zelffinancierend is of niet. (Indien de OCF ve onderneming volstaat om haar netto-investeringen en haar uit te

Hoofdstuk 4: Ratioanalyse

Liquiditeit

Solvabiliteit

Rendabiliteit

Toegevoegde waarde

(Bespreking ratio’s; wat zijn (ab)normale waarden? Wat bij sterke stijging/daling? Etc…+ bespreking overkoepelende categorieën solvabiliteit, liquiditeit en rendabiliteit !!)

Hoofdstuk 5: Vergelijking met de sector

(zie voorbeeld boek p.149)

Hoofdstuk 6: Maatstaven voor rendement investeerders en niet-financiële informatie in het jaarverslag

6.1 Maatstaven voor rendement investeerders

(zie boek + formularium)

3 alternatieve maatstaven:

- Residueel inkomen (RI): RI = winst na belastingen – ( k x geïnvesteerd vermogen )[ met k = gewogen gemiddelde kapitaalkost (= WACC fin. management) ]

- Economic Value added (EVA): variant RI met aanpassingen voor de berekening van de winst en geïnvesteerd vermogen

- niet-financiële prestatiemaatstaven

6.2 niet-financiële informatie in het jaarverslag

- Efficiëntie, mate van innovatie, etc.- verbetering waarderelevantie traditionele accounting prestatiemaatstaven- kritische succesfactoren (klanttevredenheid, motivatie personeel -Balanced Scorecard : een raamwerk dat toelaat de missie, de doelstellingen en de strategie van een onderneming te vertalen in een samenhangend geheel van prestatiemaatstaven, geordend in 4 perspectieven:

1. aandeelhouders – of financieel perspectief: groepering van maatstaven met betrekking tot de mate waarin de onderneming de wensen van de aandeelhouders realiseert

Page 3: Web viewOpm: Investeerders kunnen bepalen of een onderneming zelffinancierend is of niet. (Indien de OCF ve onderneming volstaat om haar netto-investeringen en haar uit te

2. klantenperspectief: groepering van maatstaven m.b.t. hoe de onderneming gezien wordt door haar klanten

3. perspectief van de interne processen: groepering van maatstaven m.b.t. de prestaties van de interne processen

4. competentie – en leerperspectief: groepering van maatstaven m.b.t. het leervermogen, het groeipotentieel en de verbetering - en veranderingscapaciteit.

= = > De Balanced Scorecard verschaft dus niet enkel inzicht in de financiële prestaties van een onderneming van de voorbije periode, maar eveneens in de evolutie van de kritische strategische prestatie-indicatoren die bepalend zijn voor het toekomstige financiële succes van de onderneming.

Opm: resultaten empirisch onderzoek: Melding niet-financiële info is positief gecorreleerd met grootte en graad van internationalisatie van onderneming en sector

(* Ondernemingen zouden een ‘full disclosure policy’ volgen en dus alle beschikbare informatie vrijgeven:

Deze theorie komt neer op de gedachte dat wanneer een prijsmaximerend manager informatie achterhoudt voor de kapitaalmarkt, investeerders achterdochtig zullen worden over de kwaliteit van de investering, en de investeerders de kwaliteit van de investering altijd lager zullen inschatten tot op het punt waar de manager altijd beter af is met een ‘full disclosure policy’. )

Hoofdstuk 7: Segment – en interim-rapportering

7.1 Segmentrapportering

volgens IFRS 8 moet er informatie worden opgenomen over:- operationele segmenten - producten en diensten geleverd door de onderneming- geografische gebieden waar onderneming werkzaam is - grootste afnemers vd onderneming

Bij iedere periodieke fin. rapportage moet volgende informatie worden verstrekt:- algemene informatie - W/V per segment, incl. K/O, A/P- aansluiting W/V, K/O, A/P per segment met de respectievelijke totalen volgens

jaarrekening of tussentijdse verslagen- omzet aan externe klanten per soort / groep - geografische informatie - mate waarin onderneming afhankelijk is van de grootste afnemers

• Voordelen: vergroten informatieve waarde geaggregeerde informatie; verbeteren vergelijkbaarheid; vergroten effectieve controle op management

• Nadelen: concurrentie

Page 4: Web viewOpm: Investeerders kunnen bepalen of een onderneming zelffinancierend is of niet. (Indien de OCF ve onderneming volstaat om haar netto-investeringen en haar uit te

7.2 interimrapportering

Het interimrapport dient volgende informatie te bevatten:- nettobedrijfsopbrengsten- winst voor en na belastingen- interimdividend - toelichting- auditrapport indien de fin. gegevens onderworpen zijn geweest aan een audit

Hoofdstuk 8: Internetrapportering en XBRL

8.1 Internetrapportering

Voordelen:- betere risico-inschattingen door (potentiële) investeerders- correctere aandeelprijzen- verbetering reputatie onderneming naar de buitenwereld toe - een verhoogde snelheid van disclosure- makkelijkere toegang tot informatie- ….-

Nadeel: betrouwbaarheid

(8.2 XBRL)

= een op XML gebaseerde open standaard voor het samenstellen en elektronisch uitwisselen van ondernemingsrapportages en gegevens via het internet.

Voordelen:

- kostenbesparingen - kwaliteitsverhoging van de gegevens- eenvoudiger elektronisch uitwisselen en analyseren

nadeel: probleem van informatiekwaliteit

Hoofdstuk 9: Falingspredictie

9.1 Juridisch perspectief

Indicatoren voor een onderneming in moeilijkheden gebruikt door de Rechtbank van Koophandel:

1. Boekhoudkundige en aanverwante gegevens : (bv: aantasting vh maatschappelijk kapitaal, geen afschrijvingen, laattijdige neerlegging van de jaarrekening.)

2. Geprotesteerde handelseffecten (wisselbrieven, ordebriefjes en cheques) : Wijst er op dat de schuldenaar zijn betalingen heeft gestaakt of daartoe zal moeten overgaan

Page 5: Web viewOpm: Investeerders kunnen bepalen of een onderneming zelffinancierend is of niet. (Indien de OCF ve onderneming volstaat om haar netto-investeringen en haar uit te

3. Endossering en inpandgeving van facturen : laat schuldenaar toe bij zijn bankier een voorschot te bekomen op zijn op termijn inbare facturen. = > Kan zo betalingsmoeilijkheden verborgen houden.

4. Aanvragen tot uitstel van betaling en verstekvonnissen : (duidelijke indicator)

5. Achterstallen bij openbare schuldeisers (RSZ, fiscus) : zo verschaft de onderneming zich bijkomende financieringsmiddelen omdat de openbare schuldeisers er vaak wat tijd overheen laten gaan vooraleer hun vorderingen daadwerkelijk op te eisen.

6. Bewarende beslagen en uitvoeringsmaatregelen : eenmaal deze gelegd worden, mag men ervan uitgaan dat de betrokken onderneming reeds dicht bij het faillissement staat.

7. Stopzetting van verdere kredietverlening : (duidelijke indicator)

9.2 Economisch perspectief

Zowel externe als interne factoren kunnen een onderneming in moeilijkheden brengen en uiteindelijk de oorzaak zijn van het faillissement van de onderneming.

- externe factoren verwijzen meestal naar algemeen economische omstandigheden waar een onderneming in beginsel geen vat op heeft. (komen zelden voor)(Bv: conjuctuur, inflatie, stijging lonen en sociale bijdragen, belastingen, etc.)

- interne factoren liggen vaak aan de oorsprong van ondernemingsmoeilijkheden. Het gaat om specifiek bedrijfsgebonden factoren. Meestal wordt er een onderscheid gemaakt tussen enerzijds oorzaken verbonden met de persoon van de bedrijfsleider / ondernemer (bv: beheersfouten, omgevingsfactoren) en anderzijds oorzaken verbonden met de structuur van de onderneming (bv: gebrek aan liquide middelen, te hoge fin. lasten en loonkosten)

Economische en sociale indicatoren ve onderneming in moeilijkheden

a) signalen die duiden op problemen binnen de organisatie:- verlies van managers met sleutelpositie in de leiding-ernstige of herhaalde sociale conflicten-aanzienlijke afhankelijkheid van het succes van een bepaald project

b) signalen die duiden op problemen op de markten waarin een onderneming opereert:- onaangepaste capaciteit- conjuncturele evolutie- verlies van een concessie, licentie of patent- etc.

c) omgevingsfactoren:- wijzigingen in wettelijke regelingen of overheidsbeleid- hangende juridische processen- natuurrampen waar men niet volledig voor verzekerd is

Page 6: Web viewOpm: Investeerders kunnen bepalen of een onderneming zelffinancierend is of niet. (Indien de OCF ve onderneming volstaat om haar netto-investeringen en haar uit te

Financiële indicatoren

- opeenvolgende operationele verliezen- bedrijfskapitaaltekorten- aanzienlijke liquiditeit of cashflow problemen- negatief eigen vermogen- schuldherschikkingen - strengere kredietpolitiek van leveranciers - uitstel van betaling van het dividend - verkoop van bedrijfsactiva zonder de intentie deze te vervangen

Hoofdstuk 10: Evaluatie van de kwaliteit van gerapporteerde winstcijfers

Gerapporteerde cijfers kunnen verdraaid of gemanipuleerd zijn, waardoor de fin. analyse van deze data een verkeerd beeld zal geven over de fin. toestand van een onderneming.HOE? Door toepassing geldende accountingstandaarden of bewust opsmukken cijfers door management.

* Er worden vaak ‘ Pro forma earnings ‘ en EBITDA gerapporteerd in jaarverslagen

- Pro forma earnings = winstcijfers die niet volledig berekend zijn volgens de geldende accountingstandaarden. Er kunnen dus naar goeddunken van vh management bepaalde ongunstige elementen worden uitgelaten. Soms is dit bedrijfseconomisch te verantwoorden, maar soms ook niet. (acroniem: EEBS = Earnings Excluding Bad Stuff)

- EBITDA = systeem dat werd ontwikkeld om de vergelijkbaarheid tussen ondernemingen transparanter te maken door het effect van verschillen in kapitaalmarktstructuur en belastingen op de resultaten uit te sluiten. Bovendien sluit EBITDA afschrijvingen uit voor de berekening van de winst wat een belangrijke kostenpost is voor heel wat ondernemingen.

= > Voorstanders: sluit beter aan bij een cash flow maatstaf = > Tegenstanders: geen zuivere cash flow maatstaf + zegt niets over de kwaliteit van de winsten.

* Technieken van managers om winsten te manipuleren:

1. “Big Bath” - accounting: dit komt neer op zoveel mogelijk kosten en andere ongunstige elementen op te nemen in een slecht jaar. Het is een soort van grote opkuis van de balans door een grote hoeveelheid waardeverminderingen te boeken. Deze eenmalige negatieve slag die hierbij wordt toegebracht aan de winst, wordt verwacht snel vergeten te zijn door de markt, waardoor de vooruitzichten voor de toekomst er eens zo goed uitzien. (vaak toegepast na wisseling topmanagement)

2. “Cookie Jar” - reserves: het management kan assumpties die nodig zijn voor het maken van schattingen manipuleren. In goede jaren kan men conservatieve inschattingen maken en op die manier een reserve opbouwen in de zogenaamde “cookie jar”. In slechtere jaren zal men vervolgens agressievere assumpties aanhouden en gebruikmaken van de opgebouwde reserve.

Page 7: Web viewOpm: Investeerders kunnen bepalen of een onderneming zelffinancierend is of niet. (Indien de OCF ve onderneming volstaat om haar netto-investeringen en haar uit te

3. Misbruik van materialiteit: Een externe auditor gaat op zoek naar zogenaamde materiële fouten in de jaarrekening. (Materiële fouten = fouten die indien een gebruiker hiervan op de hoogte was geweest, de gebruiker een andere beslissing had genomen. Het management kan daarom bewust cijfers manipuleren die net onder het materialiteitsniveau vallen om het resultaat toch in de gewenste richting te duwen.

4. Verdacht erkenning van opbrengsten: het realisatieprincipe stelt dat opbrengsten mogen erkend worden wanneer ze gerealiseerd zijn, wat niet noodzakelijk samenvalt met de opbrengst ervan. Ondernemingen blijken dit niet altijd op te volgen en soms reeds de opbrengsten als gerealiseerd te beschouwen zonder dat de verkoop volledig is afgerond, de levering is gebeurd, of de klant de verkoop nog kan beëindigen. Dit gebeurt vaak naar het einde vh jaar toe waardoor men opbrengsten die toebehoren aan het volgende jaar reeds opneemt in het huidige jaar om het winscijfers vh jaar op te krikken.

* Specifieke indicatoren die gebruikt worden om de kwaliteit van gerapporteerde winstcijfers te beoordelen:

1. Correlatie met de onderliggende economische realiteit: financiële resultaten dienen gerelateerd te zijn aan de onderliggende toestand van de sector.

2. Egale winsten: heel wat ondernemingen hebben de neiging om een gelijklopende trend in de winstcijfers te tonen in plaats van volatiele winsten.

3. Relatie met de marktwaardering: inconsistentie tss de gerapporteerde cijfers en de marktwaardering vd koers vh aandeel is indicator lage kwaliteit gerapporteerde winstcijfers. 4. Omvang en impact van “discretionary accruals”: Ondernemingen hebben heel wat vrijheidsgraden in methoden en schattingen om tot het gerapporteerde winstcijfer te komen. Accruals vormen hierbij een belangrijke manier om de winsten te sturen. Alhoewel accruals inherent zijn aan accrual accounting, kunnen ondernemingen meer gebruikmaken van accruals dan wat men bedrijfseconomisch zou verwachten. (= “discretionary accruals”)

5. Transparantie en mate van disclosure: een onderneming die transparant en open communiceert is vaak een indicatie van een hogere kwaliteit van de gerapporteerde cijfers.

6. Impact op het imago: ondernemingen in een visibele sector (bv: olie-industrie) of monopolisten zullen eerder geneigd zijn om conservatieve accountingmethoden toe te passen en lagere winstcijfers te rapporteren om niet de aandacht te trekken van media en belastingsautoriteiten.

7. Omgang met slecht nieuws: de manier waarop een onderneming slecht nieuws communiceert aan de buitenwereld geeft een aanwijzing van haar houding ten aanzien van fin. rapportering.

Page 8: Web viewOpm: Investeerders kunnen bepalen of een onderneming zelffinancierend is of niet. (Indien de OCF ve onderneming volstaat om haar netto-investeringen en haar uit te

Hoofdstuk 11: Corporate governance (= deugdelijk bestuur)

= reeks van regels en gedragingen op basis waarvan vennootschappen worden bestuurd en gecontroleerd.-- > doel : Het bevordert het lange termijn denken, een betere beheersing van risico’s en de duurzaamheid van een onderneming.

* Corporate governance codes in België :

- Voor beursgenoteerde ondernemingen:

[ 2005: Code Lippens ]

2009: Code 2009: bestaat uit principes, bepalingen en richtlijnen. Er zijn 9 principes die alle beursgenoteerde ondernemingen moeten toepassen. De bepalingen zijn aanbevelingen die omschrijven hoe de principes moeten worden toegepast. De bepalingen worden aangevuld met richtlijnen, die de concrete invulling van de bepalingen verder toelichten.

! De 9 principes: 1. Duidelijke governance structuur2. Doeltreffende en efficiënte RvB die beslissingen neemt in belang vd onderneming3. Alle leden van RvB dienen blijk te geven van integriteit en toewijding – geen

belangenconflicten 4. Transparante procedure voor benoeming en beoordeling RvB 5. RvB moet gespecialiseerde comités oprichten (audit, benoeming, remuneratie)6. Duidelijke structuur voor het uitvoerend management uitwerken7. RvB en management moet billijk en verantwoord vergoed worden 8. Rechten alle aandeelhouders respecteren en hun betrokkenheid aanmoedigen 9. Passende openbaarmaking van corporate governance

- Voor niet-beursgenoteerde ondernemingen:

[ 2005: Code Buysse ]

2009: Code Buysse 2: bevat aanbevelingen voor een goed bedrijfsbeheer die toegepast moeten worden afhankelijk vd groeifase waarin de onderneming zich bevindt. (code spreekt over ‘deugdelijk ondernemen’) De code omvat 3 grote delen:

1. Aanbevelingen over de rol vd RvB, het management, de raad van advies en de aandeelhouders

2. Aanbevelingen Familiebedrijven: oprichten familieforum + opstellen familiecharter 3. Aanbevelingen Kleinere bedrijven: aandacht voor overheid, klanten, personeel en

leveranciers

Page 9: Web viewOpm: Investeerders kunnen bepalen of een onderneming zelffinancierend is of niet. (Indien de OCF ve onderneming volstaat om haar netto-investeringen en haar uit te

Hoofdstuk 14: Het verslag van de commissaris

14.1 Belang van externe controle/audit

14.2 inhoud vh verslag vd commissaris

Inhoud verslag commissaris:- Hoe werd de controletaak verricht en werden alle gevraagde inlichtingen ontvangen?- Boekhouding/jaarrekening volgens wettelijke bepalingen?- Geeft jaarrekening getrouw beeld?- Jaarverslag in overeenstemming met jaarrekening?- Winstbestemming volgens wet & statuten?- Kennis gekregen van verrichtingen/beslissingen die de statuten of een wet overtreden?

14.3 type auditrapporten bij controle jaarrekening

Na controletaak moet de commissaris melden of hij de jaarrekening goedkeurt, afkeurt of zich onthoudt van het geven van een opinie.

- Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud (jaarrekening geeft getrouw beeld)- Verklaring over de jaarrekening met voorbehoud (in geval van beperking werkzaamheden of

in geval van onenigheid met de leiding)- Afkeurende verklaring (jaarrekening geeft geen getrouw beeld)- Onthoudende verklaring (onmogelijkheid om te oordelen over getrouw beeld)

Page 10: Web viewOpm: Investeerders kunnen bepalen of een onderneming zelffinancierend is of niet. (Indien de OCF ve onderneming volstaat om haar netto-investeringen en haar uit te

DEEL I : Financiële rapportering

Hoofdstuk 4: Enkele gespecialiseerde topics binnen financiële rapportering

Hoofdstuk 5: De geconsolideerde jaarrekening (consolidatie)