De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed...

76
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2010 2011 De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed op de financiële performantie van KMO’s Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Toegepaste Economische Wetenschappen Kevin Defauw onder leiding van Prof. Patricia Everaert

Transcript of De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed...

Page 1: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2010 – 2011

De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed op de

financiële performantie van KMO’s

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master in de Toegepaste Economische Wetenschappen

Kevin Defauw

onder leiding van

Prof. Patricia Everaert

Page 2: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds
Page 3: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2010 – 2011

De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed op de

financiële performantie van KMO’s

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master in de Toegepaste Economische Wetenschappen

Kevin Defauw

onder leiding van

Prof. Patricia Everaert

Page 4: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

Vertrouwelijkheidsclausule

Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of

gereproduceerd worden, mits bronvermelding.

Kevin Defauw

Page 5: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

I

Voorwoord Het opbouwen van een masterproef en het bijhorende empirisch onderzoek is een werk van

lange adem. Bij de totstandkoming hiervan heb ik gelukkig de steun ondervonden van

verscheidene mensen. Ik sta er dan ook op deze personen hiervoor uitvoerig te bedanken.

Allereerst is er uiteraard mijn promotor, professor Patricia Everaert. Doorheen het afgelopen

jaar heeft zij mij zowel tijdens mijn stageperiode als voor deze masterproef steeds met raad

en daad bijgestaan. Dankzij haar kritische opmerkingen en creatieve inbreng is deze paper

geworden tot wat ik er vooraf van verhoopt had.

In de tweede plaats bedank ik ook de mensen van het accountantskantoor Lammertyn & Co

uit Kortemark. De stage die zij mij aanboden zorgde voor een ideale aanloop en verkenning

in het professionele vakgebied. In het bijzonder Sofie Hoedt en Stefaan Vandaele bedank ik

voor de vele tijd die ze vrijmaakten om mij overal wegwijs in te maken.

Tot slot zijn er heel wat mensen in mijn persoonlijke leefomgeving die indirect heel wat

steun voor me betekenden. Zo is er uiteraard mijn vriendin Julie die nu reeds vijf jaar aan

mijn zijde staat en mijn grote geluk uitmaakt. Daarnaast zijn er echter ook mijn ouders die

me tijdens mijn opvoeding steeds de vrijheid gunden mijn eigen keuzes te maken en er ook

de verantwoordelijkheid voor op te nemen. Ook mijn broer Jürgen hoort thuis in dit rijtje van

mensen die steeds paraat stonden om te luisteren naar mijn grote en kleine zorgen.

Page 6: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

II

Inhoudsopgave

Voorwoord ............................................................................................................................................... I

Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ II

Abstract .................................................................................................................................................. IV

Gebruikte afkortingen ............................................................................................................................. V

Lijst tabellen ........................................................................................................................................... VI

Lijst grafieken ........................................................................................................................................ VII

1. Inleiding ............................................................................................................................................... 1

2. Literatuuronderzoek ............................................................................................................................ 3

2.1 De vraag van KMO’s naar dienstverlening .................................................................................... 3

2.2 Het aanbod door accountants van adviesverlening ...................................................................... 6

2.2.1 Traditionele taken van de accountant ................................................................................... 6

2.2.2 Adviesverlening door de accountant...................................................................................... 8

2.3 Kenmerken van de relatie tussen KMO’s en hun accountant ..................................................... 11

2.4. Impact van adviesverlening ........................................................................................................ 13

3. Methodologie .................................................................................................................................... 16

3.1 Onderzoeksopzet ......................................................................................................................... 16

3.1.1 Populatie............................................................................................................................... 16

3.1.2 Steekproeftrekking ............................................................................................................... 16

3.1.3 Datacollectie ......................................................................................................................... 16

3.1.4 Respsonsgraad ...................................................................................................................... 17

3.1.5 Non-respons ......................................................................................................................... 17

3.2 Maatstaven .................................................................................................................................. 18

4. Resultaten en interpretatie ............................................................................................................... 23

4.1 Beschrijvende statistiek ............................................................................................................... 23

4.2 Traditionele dienstverlening ....................................................................................................... 24

4.2.1 Outsourcingstrategie voor accountingtaken ........................................................................ 24

4.2.2 Verklarend model ................................................................................................................. 25

4.3 Adviesverlening door de externe accountant ............................................................................. 27

4.3.1 Adviesverlening m.b.t. financieel management ................................................................... 29

4.3.2 Adviesverlening inzake fiscale optimalisatie ........................................................................ 30

4.3.3 Juridische bijstand ................................................................................................................ 30

4.3.4 Strategisch advies ................................................................................................................. 31

Page 7: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

III

4.4 Impact op de financiële performantie ......................................................................................... 32

4.4.1 Impact op korte termijn (3 jaar) ........................................................................................... 33

4.4.2 Impact op middellange termijn (6 jaar) ................................................................................ 34

5. Conclusies .......................................................................................................................................... 37

Bibliografie ........................................................................................................................................... VIII

Tabellen ................................................................................................................................................ XIII

Grafieken ........................................................................................................................................... XXVII

Bijlagen ............................................................................................................................................. XXVIII

1. Vragenlijst ................................................................................................................................. XXVIII

Page 8: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

IV

Abstract

De doelstelling van deze paper is een diepgaander inzicht te verwerven in de vraag vanuit

KMO’s naar dienstverlening door hun externe accountant. Twee onderzoeksvragen worden

hierbij behandeld: (1) Welke zijn de bepalende factoren (kenmerken van de onderneming,

accountant of onderlinge relatie) die deze vraag beïnvloeden? (2) Beïnvloedt deze

dienstverlening de financiële performantie van de onderneming? Het onderzoeksopzet

bestaat uit een vragenlijst die werd uitgestuurd naar 1.826 KMO-zaakvoerders in

Nederlandstalig België. De resultaten wijzen uit dat de leeftijd, sector en grootte van de

onderneming, alsook de looptijd van de relatie met de externe accountant, bepalend zijn

voor de vraag naar traditionele accountingtaken. De vraag naar adviesverlening wordt

eveneens gedetermineerd door de sector en duur van de samenwerking, maar daarnaast

ook door de mate van toewijding binnen de relatie. Tot slot wordt binnen deze paper

aangetoond dat financieel managementadvies op middellange termijn een positieve impact

heeft op de financiële performantie van de onderneming. Hiermee wordt een belangrijke

vaststelling uit Berry et al. (2006) bevestigd.

Kernwoorden: Accountant, Adviesverlening, Financiële performantie, KMO

Page 9: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

V

Gebruikte afkortingen

FTE

Full Time Equivalents

IAB Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

KMO Kleine en Middelgrote Ondernemingen

OLS Ordinary Least Squares

SMP Small and Medium Practices

Page 10: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

VI

Lijst tabellen

Tabel 1 Betrouwbaarheidsmaatstaven voor variabelen gemeten d.m.v. meerdere items

Tabel 2 Descriptieve statistieken

Tabel 3 Nominale variabelen

Tabel 4 Outsourcingintensiteit accountingtaken: vergelijking met Everaert et al. (2007)

Tabel 5 Correlatiematrix

Tabel 6 Regressiemodel outsourcing traditionele accountingtaken

Tabel 7 Regressiemodel vraag naar adviesverlening: geaggregeerd

Tabel 8 Regressiemodel vraag naar adviesverlening: financieel managementadvies

Tabel 9 Regressiemodel vraag naar adviesverlening: fiscale optimalisatie

Tabel 10 Regressiemodel vraag naar adviesverlening: juridisch advies

Tabel 11 Regressiemodel vraag naar adviesverlening: strategisch advies

Tabel 12 Regressiemodel impact dienstverlening op financiële performantie (KT)

Tabel 13 Regressiemodel impact dienstverlening op financiële performantie (MLT)

Page 11: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

VII

Lijst grafieken

Grafiek 1 Outsourcingstrategie voor accountingtaken

Page 12: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

1

1. Inleiding ‘De toekomst is aan de KMO!’ In een vrije tribune hekelt Freddy Michiels, hoofdredacteur

van het economisch maandblad ‘KMO-Insider’ het gebrek aan academische en politieke

aandacht voor de kleine en middelgrote ondernemingen. België, en Vlaanderen in het

bijzonder, staat nochtans bekend als het KMO-land bij uitstek, verantwoordelijk voor meer

dan 85% van onze private werkgelegenheid en welvaart (KMO-Insider, 2010). Tegelijk

constateerde onderzoeksbureau Graydon NV in 2010 een recordaantal faillissementen, met

een groot aantal slachtoffers in de categorie van KMO’s (NSZ, 2011). Een uitdieping van het

academisch onderzoek naar de financiële performantie van deze ondernemingen lijkt dus

actueler dan ooit, en kan eventueel de voorzet vormen voor doorgedreven politieke

besluitvorming die effectiever inspeelt op de reële noden van KMO’s in onze regio.

Het strategisch competentiedenken biedt een interessante invalshoek voor de studie naar

KMO’s. Deze theorie stelt, in aanvulling op ‘the resource-based view’, dat elk duurzaam

concurrentieel voordeel afhankelijk is van de unieke middelen die beschikbaar zijn binnen de

onderneming of bereikbaar zijn in haar directe omgeving (Sanchez & Heene, 2004). Gezien

de beperktheid van interne middelen zal vooral die laatste groep van bereikbare middelen

van primordiaal belang zijn voor KMO’s. Deze ondernemingen zullen zich dan ook laten

bijstaan door een breed spectrum aan adviesverleners. Binnen deze paper zal onze aandacht

uitgaan naar de mogelijke meerwaarde van het advies dat het frequentst gehanteerd wordt,

namelijk dat van de externe accountant (Bennett & Robson, 1999).

De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds de jaren ‘90, in

sterk toenemende mate het voorwerp van academisch onderzoek. Deze wetenschappelijke

interesse groeide naarmate accountants hun pakket van traditionele boekhoudkundige

taken verruimden naar adviesverlening in het brede gamma van probleemstellingen

waarmee de onderneming in haar dagdagelijkse handelen wordt geconfronteerd. Het

onderzoek focuste zich hoofdzakelijk op de verklaring waarom ondernemingen al dan niet

gebruik maken van deze additionele dienstverlening (Johnson, Webber & Thomas, 2007;

Bennett & Robson, 2004; Kirby & King, 1997). Gaandeweg, vanaf de millenniumwisseling,

werd de aandacht uitgebreid naar de eigenlijke toegevoegde waarde van de adviesverlening

Page 13: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

2

door de externe accountant. Hoewel dit onderzoek vooralsnog in zijn kinderschoenen staat

werd toch al heel wat baanbrekend werk geleverd. De aanzet werd gegeven door het

onderzoek van Bennett & Robson (2000a) dat voor alle mogelijke adviesverleners naging in

welke mate zij een impact hadden op de groei van de onderneming. Berry, Sweeting & Goto

(2006) bouwden verder op dit onderzoek waarbij specifiek toegespitst werd op de

adviserende taken verleend door de externe accountant.

Dit onderzoek is opgedeeld in twee grote onderzoeksvragen. Allereerst gaan we na welke de

bepalende factoren zijn (kenmerken van de onderneming, het accountantskantoor en de

onderlinge relatie tussen beiden) in de vraag naar zowel traditionele boekhoudkundige

dienstverlening als additionele bedrijfseconomische adviesverlening. In tweede instantie

wensen we ook te controleren in welke mate deze adviesverlening door de externe

accountant al dan niet bijdraagt tot de financiële performantie van de KMO.

Aan het schrijven van deze paper ging een stage vooraf bij het accountantskantoor

Lammertyn uit Kortemark. De ervaring die opgedaan werd bij het behandelen van dossiers

tijdens deze periode vormen een zeer belangrijke aanvulling op de academische literatuur

die bestudeerd werd. Naast de eigen ervaring waren er ook de vele interviews en

gesprekken met medewerkers van dit kantoor doorheen het onderzoek. Deze inbreng vanuit

de professionele omgeving leidde enerzijds tot een adequatere inschatting van de

economische relevantie van bepaalde variabelen en anderzijds tot het opstellen van een

specifiekere vragenlijst naar de ondernemers toe.

De opbouw van deze paper bestaat uit vier grote onderdelen. Allereerst wordt een overzicht

gegeven van de bestaande literatuur rond KMO’s, accountants en hun onderlinge relatie op

basis waarvan de hypothesen van dit onderzoek geformuleerd worden. In een tweede

methodologisch gedeelte wordt uiteengezet op welke manier de gehanteerde variabelen

zullen worden gemeten en wordt de kwantitatieve dataverzameling die voor dit onderzoek

gebruikt werd uitvoerig beschreven. Aansluitend hierop worden de resultaten die volgen uit

de data-analyse in detail besproken en worden de vooropgestelde hypothesen al dan niet

verworpen. In het slot van deze paper worden de conclusies van dit onderzoek samengevat

en worden suggesties geformuleerd voor toekomstig onderzoek.

Page 14: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

3

2. Literatuuronderzoek Binnen deze sectie gaan we na wat de bestaande literatuur schrijft over de relatie tussen

KMO’s en hun accountant. Allereerst bekijken we de situatie vanuit het oogpunt van de KMO

en gaan we na hoe deze ertoe komt externe adviseurs in te schakelen. In een tweede

onderdeel bestuderen we de evolutie binnen het accountingberoep van traditionele

boekhoudtaken naar extra adviesverlening. Vervolgens gaan we dieper in op de specifieke

kenmerken die de relatie tussen de KMO en haar externe accountant typeren. Tot slot

hebben we aandacht voor wat de literatuur ons leert over de impact van professionele

adviesverlening op de performantie van KMO’s.

2.1 De vraag van KMO’s naar dienstverlening

Typerend voor vele starters en kleine ondernemers is dat men weliswaar over een sterk

product beschikt, maar men weinig of geen notie heeft van wat de werking en het beheer

van een kleine onderneming juist inhoudt en met zich meebrengt (Kirby, 1986). Bovendien

beschikken deze ondernemers, door de kleine schaal waarop zij actief zijn, vaak niet over de

middelen om zich binnen de onderneming te omringen met mensen die wel ervaring hebben

met deze bedrijfseconomische aspecten. Een mogelijke oplossing, die uitgebreid bestudeerd

werd in de literatuur, bestaat er dan in om via het aankopen van adviesverlening deze

middelenkloof te overbruggen (IFAC, 2010).

Binnen de literatuur wordt vaak de ‘resource-based theory of the firm’ gehanteerd om de

oorsprong van de vraag naar adviesverlening door KMO’s theoretisch te onderbouwen. Deze

theorie stelt in essentie dat eender welke vorm van duurzaam concurrentieel voordeel voor

een onderneming resulteert uit de superieure middelen of activa waarover de onderneming

beschikt (Wernerfelt, 1984). Het competentiedenken bouwt deze theorie verder uit door te

stellen dat niet enkel ‘internal resources’ maar ook ‘firm-addressable resources’ essentieel

zijn (Sanchez & Heene, 2004). Door het integreren van deze interne en externe middelen

kunnen ondernemingen een duurzaam voordeel opbouwen binnen een dynamische

competitieve omgeving (Teece, Pisano & Shuen, 1997). Ten gevolge het specifieke karakter

van de KMO (weinig interne middelen) zal voor deze categorie ondernemingen de nadruk

Page 15: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

4

sterk liggen op het extern verwerven van middelen, zeker in materies waarvoor

gespecialiseerde kennis vereist is.

De literatuur bevestigt de assumptie dat KMO’s actief op zoek gaan naar externe

adviesverlening, en dit bovendien in steeds toenemende mate. Onderzoek wijst uit dat

zowat 95% van de KMO’s geregeld advies inwint bij één of meerdere aanbieders van

adviesverlening (Bennett & Robson, 1999). Voortbouwend op de theorie kan een profiel

opgemaakt worden van ondernemingen die geacht worden een grotere vraag naar externe

dienstverlening uit te maken.

Hoe kleiner de onderneming is, en bijgevolg hoe beperkter de interne middelen zijn, hoe

meer we verwachten dat dit gecompenseerd zal worden door externe dienstverlening.

Contra-intuïtief blijkt echter dat deze ondernemingen vaak net in mindere mate een beroep

zullen doen op adviesverlening (Bennett & Robson, 1999; Holmes & Nicholls, 1988). Een

eerste verklaring hiervoor is dat kleinere ondernemers vaak sterk gesteld zijn op de eigen

autonomie en minder gefocust op de groei van de onderneming (Low & MacMillan, 1988).

Daarnaast zullen deze ondernemingen over minder financiële middelen beschikken voor de

aankoop van extern advies (Johnson et al., 2007). De resultaten uit een grootschalig

onderzoek van Bennett & Robson (1999) verzoenen deze twee tegenovergestelde

opvattingen. Zij vonden een inverse U-verdeling tussen de grootte van de onderneming en

het gebruik van externe adviesverlening. Micro-ondernemingen (<10 WN) en grote

ondernemingen kopen minder advies aan ten opzichte van kleine ondernemingen die door

het onderzoek als ‘heavy-users’ naar voor worden gebracht. Aangezien micro-

ondernemingen geen deel uitmaken van de steekproef waarmee binnen dit onderzoek

wordt gewerkt (cf. infra), formuleren we volgende hypothese:

Hypothese 1: Hoe kleiner de onderneming, hoe groter de vraag naar zowel traditionele

boekhouddiensten als bedrijfseconomische adviesverlening door de externe accountant.

Ook van jonge ondernemingen verwachten we dat ze zich in grotere mate zullen laten

omringen door adviesverleners. Deze ondernemingen zijn immers minder vertrouwd met

het wetgevend kader en de diverse operationele uitdagingen waarmee de onderneming

Page 16: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

5

wordt geconfronteerd (Blackburn, Carey & Tanewski, 2010). Dit vermoeden wordt bevestigd

door het onderzoek van diverse auteurs (Kirby & King, 1997; Holmes & Nicholls, 1988). We

gaan na of deze hypothese eveneens bevestigd wordt voor wat dienstverlening door de

externe accountant betreft:

Hypothese 2: Hoe jonger de onderneming, hoe groter de vraag naar zowel traditionele

boekhouddiensten als bedrijfseconomische adviesverlening door de externe accountant.

Tot slot zal ook de sector waarbinnen de onderneming actief is bepalend zijn voor het al dan

niet gebruik maken van adviesverlening (Blackburn et al., 2010). Indien er sterke

concurrentie speelt binnen een bepaalde sector zal men zich sneller omringen met externe

adviseurs. De combinatie van extern advies en interne middelen kan immers zorgen voor het

uitbouwen van een competitief voordeel (Johnson et al., 2007). Binnen deze paper gaan we

na of er een onderscheid is naargelang sector, specifiek voor wat de vraag naar

dienstverlening door de externe accountant betreft:

Hypothese 3: De vraag naar zowel traditionele boekhouddiensten als bedrijfseconomische

adviesverlening door de externe accountant is afhankelijk van de sector waarin de

onderneming actief is.

Naast de kenmerken van de onderneming zal ook, en vooral bij micro-ondernemingen, het

profiel van de ondernemer bepalend zijn voor de vraag naar adviesverlening (IFAC, 2010).

Aangezien we deze categorie van ondernemingen echter niet bestuderen, wordt binnen het

bestek van dit onderzoek geen verdere aandacht besteed aan het belang van deze

kenmerken.

Voor het vervolg van onze studie stelt zich de vraag waar ondernemers op zoek zullen gaan

naar adviesverlening. Uit de literatuur blijkt dat vooral accountants, banken en juristen

(advocaten en notarissen) vaak geraadpleegd worden (Bennett & Robson, 1999). Deze

adviesverleners hebben een concurrentieel voordeel op o.a. consultants in het opzicht dat zij

over een ‘open kanaal’ met de onderneming beschikken, door hun technische

dienstverlening (Kirby & King, 1997). Zo zal de accountant door het leveren van zijn

Page 17: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

6

traditionele boekhoudkundige taken een vertrouwensrelatie ontwikkelen met de

onderneming, waardoor hij ook voor het verlenen van advies rond diverse

bedrijfseconomische kwesties geraadpleegd zal worden (Marriott & Marriott, 2000).

Accountants, de groep adviesverleners die binnen dit onderzoek onze bijzondere aandacht

krijgt, domineren de markt voor ondernemingen die slechts één bron van adviesverlening

gebruiken (Bennett & Robson, 1999). Ze zijn daarmee voor vele KMO’s one-stop shops

(Everaert, Rommel & Sarens, 2007a) waarbij de onderneming ten rade gaat voor problemen

in talloze domeinen: financieel management, fiscale optimalisatie, juridische bijstand of

strategisch advies.

2.2 Het aanbod door accountants van adviesverlening

Het beroep van accountant heeft sinds de jaren ’80 een heuse transformatie ondergaan, een

evolutie die overigens nog steeds aan de gang is. Het oorspronkelijke business model van de

accountant staat immers onder een toenemende druk die hen steeds meer richting een

uitgebreider aanbod aan adviesverlening stuwt. In het vervolg van dit onderdeel gaan we

dieper in op beide rollen van de accountant: enerzijds de traditionele boekhoudkundige

taken die dus meer en meer op de achtergrond verdwijnen, anderzijds het ontwikkelen van

een aanbod van adviesverlening in diverse bedrijfseconomische domeinen.

2.2.1 Traditionele taken van de accountant

Met de wet van 17 juli 1975 werden Belgische ondernemingen verplicht een boekhouding te

voeren, haar aard en omvang passende. Aanvankelijk was het takenpakket van de

accountant toegespitst op het vervullen van deze wettelijke verplichting. Het eindproduct

van de accountant, de jaarrekening, heeft echter voor veel zaakvoerders weinig

toegevoegde waarde, zeker voor zij die deze niet kunnen interpreteren door een beperkte

boekhoudkundige kennis (Marriott & Marriott, 2000).

Een recent onderzoek binnen de Belgische context (Everaert, Sarens & Rommel, 2007b)

toont aan dat het leeuwendeel van de KMO’s de traditionele boekhoudtaken minstens voor

een gedeelte outsourcet. 53% doet aan selectieve outsourcing, 12% besteedt alle

boekhoudkundige taken uit en de overige 35% doet geen beroep op een externe accountant.

Page 18: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

7

Het business model van accountantskantoren die zich richten op dit traditionele takenpakket

komt echter onder toenemende druk te staan en dit omwille van drie oorzaken.

Ten eerste zorgt het feit dat ondernemers de jaarrekening zien als een zogenaamde ‘distress

purchase’ (Rothschild, 1979) ervoor dat zij actief op zoek zullen gaan naar de laagst

mogelijke prijs op de markt, en weinig bezorgd zijn om kwaliteit. Hierbij komt als tweede

oorzaak de scherpe prijsconcurrentie van de grotere ‘Big 4’ accountancypraktijken die het

marktaandeel van kleinere praktijken gevoelig aantasten (Bagchi-Sen & Kuechler, 2000). Een

derde en laatste oorzaak situeert zich aan de vraagzijde van accountantskantoren. De

perceptie van werk met relatief weinig toegevoegde waarde resulteert in een afnemende

instroom van werkkrachten, wat een opwaartse druk zet op de lonen (Vanderwaeren, 2010).

Als gevolg van deze toenemende druk op het traditionele business model komt dit

onderdeel meer en meer op de achtergrond te staan ten voordele van meer lucratieve

adviesverlening (Bagchi-Sen & Kuechler, 2000). Hiermee verdwijnt echter niet de

verplichting voor ondernemingen om een jaarrekening neer te leggen. Hoe voldoen

accountantskantoren aan deze vraag en hoe zullen ze dit in de toekomst doen?

Een eerste mogelijke uitweg bestaat er in ondernemingen aan te moedigen zelf de meest

routinematige boekhoudactiviteiten uit te voeren. Via boekhoudsoftware met een

eenvoudige interface kunnen ondernemingen zonder veel moeite zelf de meest courante

boekingen invoeren. De rol van de accountant verschuift dan grotendeels naar het nazicht

van de ingevoerde boekingen (Everaert et al., 2007a) en het verwerken van de gegevens om

tot de uiteindelijke jaarrekening te komen.

Een tweede potentiële oplossing is het uitbesteden van de routinematige, en dus minder

winstgevende, boekhoudtaken. Thans bestaan er reeds heel wat ondernemingen die zich

specialiseren in deze routineboekingen en ze dus veel goedkoper kunnen uitvoeren (Bagchi-

Sen & Kuechler, 2000). Een nieuwe trend hierbij is het outsourcen naar lage loonlanden. In

India bijvoorbeeld staan heel wat outsourcingbedrijven klaar om de data-input over te

nemen. Grote consultancyspelers zoals Accenture of Capgemini bieden reeds vele jaren

Page 19: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

8

zogenaamde ‘boekhoudfabrieken’ aan, zowel near-shore (Oost-Europa) als off-shore (India)

(Vanderwaeren, 2010).

Een nieuwe bedreiging stelt zich in de intentie van zowel de Europese Commissie als het

Europees Parlement om de verplichte jaarrekening af te schaffen voor micro-

ondernemingen, teneinde de administratieve lasten te verminderen (Unizo, 2010).

Accountantskantoren zullen dus mogelijk hun aandeel aan inkomsten uit de traditionele

activiteiten in de toekomst verder zien slinken.

Tot slot dient opgemerkt te worden dat het beeld van de jaarrekening als noodzakelijke kost

volgens accountants uit de praktijk te eenzijdig is. Hoewel vele accountantskantoren zich

beperken tot het puur afleveren van een jaarrekening en dus weinig waarde toevoegen,

trachten andere accountantskantoren dit wel te doen door in een bespreking van deze

jaarrekening de sterkte- en zwaktepunten van de onderneming aan te geven.

2.2.2 Adviesverlening door de accountant

Zoals reeds vermeld zijn vele accountantskantoren, onder de toenemende druk op het

traditionele business model, zich meer en meer gaan toeleggen op additionele

adviesverlening. De gestage opmars in het aanbod van adviserende diensten, die ingezet

werd in de jaren ’80, was echter allesbehalve een evidentie. Verscheidene auteurs

onderzochten waarom ondernemers aanvankelijk geen gebruik maakten van dit aanbod van

adviesverlening door accountants. Hun bevinding is dat het probleem zich zowel in de

kwaliteit van het aanbod als in de beeldvorming bij de ondernemer situeerde.

Accountants zijn niet opgeleid om te kunnen voldoen aan de brede waaier van vragen en

problemen waarmee zij binnen een adviserende rol te maken krijgen. Leinicke & Fish (1990)

suggereren dat een bijkomende training van minimaal 5 à 6 jaar nodig is vooraleer de

accountant een rol als consultant volwaardig kan opnemen. Accountantskantoren dienen

dan ook te investeren in trainingssystemen die instaan voor het continu ontwikkelen van de

vaardigheden van hun personeelsleden om zo in een kwalitatieve dienstverlening naar

ondernemingen te kunnen voorzien (Doving & Gooderham, 2008).

Page 20: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

9

Hoewel het belang van professionele training nooit voldoende onderstreept kan worden

(IFAC, 2010) sijpelt ook meer en meer het besef door dat het complete gamma aan

adviesverlening onmogelijk door één en dezelfde persoon geleverd kan worden. Aan deze

vaststelling zal op verschillende manieren tegemoet worden gekomen, naargelang de

grootte van het accountantskantoor.

Grotere accountantskantoren, zoals de zogenaamde ‘Big 4’, zullen streven naar een

heterogeen menselijk kapitaal (Doving & Gooderham, 2008) met specialisten in de

verschillende deeldomeinen. Het beschikken over deze gespecialiseerde departementen

maakt een totaalondersteuning mogelijk en levert deze bedrijven zo een concurrentieel

voordeel op tegenover kleinere spelers in de markt (IFAC, 2010).

Middelgrote accountantskantoren hebben op hun beurt getracht dit concurrentieel nadeel

weg te werken door middel van een nieuw multidisciplinair business model. Er werden

samenwerkingen opgezet waaruit, sinds de jaren ’90, nieuwe geïntegreerde kantoren van

accountants, belastingconsulenten, bedrijfsrevisoren, juristen,… zijn ontstaan

(Vanderwaeren, 2010). Deze tendens vindt ook meer en meer ingang bij kleinere

accountantskantoren, al zal het overgrote deel van deze kantoren eerder gebruik maken van

externe allianties met allerhande specialisten (Doving & Gooderham, 2008). Het ontwikkelen

van een sterk netwerk dat snel en adequaat de klant kan bijstaan met het gepaste advies zal

voor deze kantoren dan ook uiterst belangrijk zijn (IFAC, 2010). De rol van de accountant kan

binnen deze context vergeleken worden met die van een huisarts. De accountant (huisarts)

is vertrouwd met zijn klant (patiënt) door zijn traditionele dienstverlening en kan hem

adviseren bij relatief eenvoudige probleemstellingen. Indien hij echter over onvoldoende

expertise beschikt voor het oplossen van een bepaalde specifiekere probleemstelling kan hij

de klant (patiënt) steeds doorverwijzen naar een specialist die deze dan verder helpt.

Een tweede mogelijkheid voor kleinere accountantskantoren om concurrentieel te blijven

bestaat er in zich te gaan specialiseren. Enerzijds kan men zich toeleggen op één bepaalde

competentie zoals bijvoorbeeld fiscaliteit of financieel management, anderzijds kan men zich

specialiseren binnen de adviesverlening aan een bepaalde specifieke bedrijfsniche

(Vanderwaeren, 2010).

Page 21: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

10

Naarmate ofwel de heterogeniteit van kennis binnenshuis, ofwel de hoeveelheid externe

allianties toeneemt, zal een accountantskantoor een grotere verscheidenheid aan

dienstverlening aanbieden. Uit recent onderzoek (Minnaert & De Cock, 2010) bij

accountantskantoren in Nederlandstalig België blijkt dat deze, zonder uitzondering, allen in

staat zijn fiscaal en juridisch advies te verlenen. Daarnaast is het overgrote deel van de

accountantskantoren ook in staat advies te verlenen inzake het financieel management van

de onderneming: investerings- en financieringsbeslissingen, waardering van de onderneming

bij fusie of overname… Een beperkt gedeelte van de kantoren verleent ook advies omtrent

het personeelsbeleid, de algemene strategie of marketing van de onderneming.

Naast de focus op de kwaliteit van het aanbod zal de accountant eveneens oog moeten

hebben voor de perceptie die over hem leeft bij ondernemers. Heel wat van deze

ondernemers beschouwen hun externe accountant immers enkel als een technische

dienstverlener en niet als leverancier van ondernemingsadvies (Kirby & King, 1997). Hierbij

zal de accountant bovendien moeten opboksen tegen een negatieve vooronderstelling bij

ondernemers, gezien zijn traditionele aanbod als weinig waardevol wordt beschouwd

(Marriott & Marriott, 2000). Het is voor accountants dan ook zaak actief adviserende

diensten te promoten bij ondernemers (Kirby & King, 1997). Aanvankelijk diende deze

marketing vooral gezien te worden binnen het bestaande, boekhoudkundige,

klantenbestand van de accountant. Meer recent promoten accountantskantoren hun

adviesverlening ook bij klanten die geen boekhouddiensten aankopen van het kantoor.

Hierdoor ontstaat een nieuw fenomeen van klanten waaraan adviesverlening wordt

verkocht, maar die geen gebruik maken van de boekhoudkundige dienstverlening van het

accountantskantoor.

Binnen deze paper wensen we graag na te gaan in welke mate de kenmerken van het

accountantskantoor, in het bijzonder de grootte ervan, een invloed heeft op de hoeveelheid

boekhoudkundige en adviserende dienstverlening die wordt aangekocht:

Page 22: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

11

Hypothese 4: De vraag naar zowel traditionele boekhouddiensten als bedrijfseconomische

adviesverlening verschilt naargelang de grootte van het kantoor waartoe de externe

accountant behoort.

2.3 Kenmerken van de relatie tussen KMO’s en hun accountant

Typerend voor de relatie tussen KMO’s en hun accountant is de sterke onderlinge

vertrouwensband. Hiermee wordt meteen een verklaring geboden voor het feit dat de

accountant de meest geconsulteerde bron van adviesverlening is. Het vertrouwen dat de

ondernemer stelt in zijn accountant resulteert vanuit drie bronnen: institutioneel

vertrouwen, relationeel vertrouwen en vertrouwen in competenties (IFAC, 2010).

Het institutioneel vertrouwen in de accountant vloeit voort uit het sterk uitgewerkte

institutionele kader rond het beroep. Binnen België is de toegang tot het beroep van

accountant wettelijk vastgelegd. De organisatie van het beroep en het toezicht erop gebeurt

door het IAB. Vooraf aan het verkrijgen van een officiële erkenning als accountant doorloopt

men een 3-jarige stage, waarna men dient te slagen voor de bijhorende eindexamens. Het

sterke zelfregulerende kader binnen deze sector verleent accountants institutioneel

vertrouwen bij ondernemers en een concurrentieel voordeel ten aanzien van

adviesverleners uit minder gereguleerde sectoren zoals bijvoorbeeld consultants. Onderzoek

heeft aangetoond dat adviesverleners uit sectoren met een sterk zelfregulerend karakter het

frequentst geconsulteerd worden door ondernemingen: accountants, banken en juristen

(Bennett & Robson, 1999).

Een tweede bron van vertrouwen resulteert uit de sterke relationele vertrouwensband

tussen de ondernemer en zijn accountant. Dit vertrouwen neemt doorgaans toe met de

looptijd van de relatie tussen beiden (Bennett & Robson, 2004). Het is echter uiterst

belangrijk bij langdurige relaties een onderscheid te maken tussen affectieve en calculatieve

toewijding, naargelang de onderliggende motivatie bij de ondernemer voor het voortzetten

van de relatie (Gounaris, 2005).

In het geval van affectieve toewijding bestaat er een sterke connectie tussen de ondernemer

en de accountant, die soms zelfs uitdijt tot in de privélevenssfeer (Blackburn et al., 2010).

Page 23: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

12

Het ontwikkelen van een dergelijke relatie vergt een aanzienlijke investering van tijd en

middelen door beide partijen (Werr, Blomberg & Löwstedt, 2009). De impact van het advies

zal dan ook sterk afhankelijk zijn van de mate waarin de accountant en de onderneming deze

investeringen maken (Ramsden & Bennett, 2005). “De klant bezit zelf het probleem en de

oplossing, maar het zijn de klant en de adviseur die samen het onderzoeksproces bezitten

dat zal onthullen wat de beste volgende stap is” (Schein, 1997, p. 207).

Bij calculatieve toewijding is het voortzetten van de relatie gebaseerd op een rekenkundige

logica, namelijk het vermijden van ‘switching costs’ (Geyskens, Steenkamp, Scheer & Kumar,

1996). Deze zijn het geheel van financiële en niet-financiële (tijd en inspanningen) middelen

die verloren gaan ten gevolge van het stopzetten van de relatie met de huidige accountant

en het opzetten van de relatie met een nieuwe accountant (Jones, Mothersbaugh & Beatty,

2000). Wanneer er sprake is van calculatieve toewijding zal het relationele vertrouwen, en

bijgevolg ook het potentieel voor wederzijdse waardecreatie, veel minder groot zijn.

Onderzoek van Young & Denize (1995) toont aan dat switching costs een frequent

geciteerde motivatie is om de relatie met de huidige externe accountant te behouden.

We kunnen veronderstellen dat de mate waarin er affectieve dan wel calculatieve toewijding

bestaat tussen de ondernemer en zijn externe accountant de vraag naar dienstverlening

sterk zal beïnvloeden. We formuleren intuïtief volgende hypothesen:

Hypothese 5a: Indien de relatie tussen de onderneming en haar externe accountant

gekenmerkt wordt door affectieve toewijding zal de vraag naar zowel traditionele

boekhouddiensten als bedrijfseconomische adviesverlening groter zijn.

Hypothese 5b: Indien de relatie tussen de onderneming en haar externe accountant

gekenmerkt wordt door calculatieve toewijding zal de vraag naar zowel traditionele

boekhouddiensten als bedrijfseconomische adviesverlening kleiner zijn.

Een derde en laatste bron van vertrouwen in de accountant volgt uit de perceptie van zijn

competentieniveau. De ondernemer zal zich bij zijn oordeel baseren op zowel de traditionele

dienstverlening van de accountant als de eerder aangekochte adviesverlening. Uit onderzoek

Page 24: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

13

van Gooderham, Tobiassen, Doving & Nordhaug (2004) blijkt dat indien de ondernemer deze

diensten als kwalitatief ervoer, hij een grotere waarschijnlijkheid zal hebben om ook in de

toekomst zijn accountant verder in te schakelen voor adviesverlening.

2.4. Impact van adviesverlening

De centrale vraag binnen deze paper bestaat er in na te gaan of de adviesverlening, door de

accountant verleend, een al dan niet meetbare invloed heeft op de financiële prestaties van

KMO’s en dus de ‘markttest’ doorstaat. Het onderzoek hiernaar is helaas vooralsnog in

omvang beperkt. Eerder werd echter wel al heel wat onderzoek verricht naar de invloed van

professioneel advies in het algemeen, abstractie makend van door wie het werd verleend.

Gegeven de hoge faillissementscijfers is de wetenschappelijke interesse in factoren die het

succes of falen ondernemingen verklaren een constante doorheen de tijd.

Voorspellingsmodellen baseerden zich aanvankelijk op financiële ratio’s die aan de hand van

de jaarrekening werden berekend. In eigen land ontwikkelde het onderzoeksteam o.l.v.

professor Hubert Ooghe sinds begin jaren ’80 verscheidene dergelijke ratiomodellen (Ooghe,

Joos & De Bourdeaudhuij, 1995).

Deze modellen bleken echter vaak ontoereikend in het voorspellen van succes of faling.

Binnen het onderzoek van El-Zayaty (1986) werd bijvoorbeeld nagegaan hoeveel van de

ondernemingen waarvan faling voorspeld werd na 5 jaar effectief failliet waren verklaard.

Voor slechts 5 van de 132 onderzochte ondernemingen was dit het geval. Als gevolg van de

teleurstellende voorspellende kracht van ratiomodellen ontwikkelden zich een resem

nieuwe modellen die zich eerder op kwalitatieve elementen baseerden. Een aantal hiervan

namen het al dan niet gebruik maken van professionele adviesverlening op als parameter.

Nagenoeg al deze modellen hadden als uitkomst dat professionele adviesverlening een

significante predictor was voor de slaagkansen van de onderneming (Lussier & Pfeifer, 2001).

Verschillen in succes of faling zijn uiteraard slechts een eerste, grove indicatie voor de

impact van externe adviesverlening. De vraag is of het extern advies ook kan resulteren in

een omzettoename of kostenreductie en bijgevolg dus in een toename van de

winstgevendheid van de onderneming. Ramsden & Bennett (2005) peilden in een onderzoek

Page 25: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

14

naar de perceptie hierover bij 194 Britse ondernemers. Wat private adviesverleners betreft

verklaarde 42,5% van de ondernemers dat het aangekochte advies de winst van de

onderneming verhoogde. Deze toename zou hoofdzakelijk te verklaren zijn vanuit een

reductie van de kosten van de onderneming (45,2%), eerder dan door een toename van de

omzet (23,9%).

Specifiek voor wat de meerwaarde van de externe accountant betreft is de literatuur

jammer genoeg dun gezaaid. Binnen een gevalstudie van Everaert et al. (2007a) getuigden

ondernemers dat zij moeilijk de impact van het advies kunnen specificeren. Een

grootschaliger onderzoek in Groot-Brittannië (Bennett & Robson, 2000) bracht al evenmin

hoopgevende conclusies. Binnen dit onderzoeksopzet werd de invloed van adviesverlening

door de verschillende aanbieders op de groei van de onderneming afzonderlijk gemeten.

Van de traditionele aanbieders droegen enkel juridische adviesverleners significant bij tot de

groei van de onderneming.

Op basis van het voorgaande zou men kunnen besluiten dat de literatuur weinig positiefs

voorspelt voor de impact van adviesverlening door de accountant. Recent werd echter een

hoopvoller perspectief geschept op deze onderzoeksvraag.

De belangrijkste meerwaarde in het onderzoek van Berry et al. (2006) is dat niet enkel de

afzonderlijke impact van de accountant wordt beschouwd, maar bovendien ook een

onderscheid wordt gemaakt naargelang het soort advies dat wordt verleend. De impact

wordt gemeten aan de hand van de omzetgroei. De categorieën van adviesverlening zijn:

algemeen ondernemingsadvies, noodadvies, ondersteuning van het financiële management

en de traditionele boekhoudkundige dienstverlening. Zowel voor de ondersteuning van het

financieel management als voor de traditionele dienstverlening groeit de omzet significant

meer (op het 1% significantieniveau) bij gebruikers in vergelijking met niet-gebruikers.

De belangrijkste vaststelling uit dit onderzoek, in vergelijking met alle voorgaande, is dat een

impact kan worden gevonden wanneer we een onderscheid maken tussen de verschillende

soorten van adviesverlening. Voor het eigen onderzoek zal bijgevolg eveneens een

onderscheid gemaakt worden tussen de verscheidene soorten adviesverlening, zij het dat we

Page 26: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

15

een andere opdeling in categorieën zullen hanteren: boekhoudkundige diensten, advies

omtrent het financieel management, fiscaal advies, juridisch advies en strategisch advies.

Hypothese 6: Het verlenen van boekhoudkundige diensten door de externe accountant

beïnvloedt de financiële performantie van de KMO.

Hypothese 7: Het verlenen van advies omtrent het financieel management door de externe

accountant beïnvloedt de financiële performantie van de KMO.

Hypothese 8: Het verlenen van fiscaal advies door de externe accountant beïnvloedt de

financiële performantie van de KMO.

Hypothese 9: Het verlenen van juridisch advies door de externe accountant beïnvloedt de

financiële performantie van de KMO.

Hypothese 10: Het verlenen van strategisch advies door de externe accountant beïnvloedt de

financiële performantie van de KMO.

Vooraleer overgegaan wordt tot de beschrijving van het onderzoeksopzet nog een laatste

kanttekening. Het onderzoek van Ramsden & Bennett (2005) wijst erop dat de focus op de

financiële impact van adviesverlening (‘hard outcomes’) al te eenzijdig is. Veeleer situeert

het grootste deel van de toegevoegde waarde van adviesverlening zich volgens hen in

zogenaamde ‘soft outcomes’. Hun onderzoek onderbouwt deze stelling met kracht: 66,1%

van de respondenten erkent dat zij eerder een impact ervaren in ‘soft outcomes’.

Voorbeelden hiervan zijn het beter kunnen omgaan met concrete probleemstellingen

(57,5%) en het beter kunnen managen van de onderneming (53,7%). Gezien we binnen deze

paper onderzoek voeren naar ‘hard outcomes’ formuleren we geen additionele hypothesen

met betrekking tot mogelijke ‘soft outcomes’. Wel zullen we bij het formuleren van de

eindconclusies rekening moeten houden met het feit dat een deel van de toegevoegde

waarde van adviesverlening zich eerder in deze vorm manifesteert.

Page 27: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

16

3. Methodologie

3.1 Onderzoeksopzet

3.1.1 Populatie

Het onderzoeksobject binnen deze paper zijn kleine en middelgrote ondernemingen. Voor

het definiëren van een KMO hanteren we de definitie van de Europese Commissie

(Aanbeveling 2003/361/EC): bedrijven die minder dan 250 personen tewerkstellen. Micro-

ondernemingen (met minder dan 10 werknemers) werden eveneens uitgesloten, omdat

deze categorie zich moeilijker leent tot wetenschappelijk onderzoek: de groep is erg

heterogeen en bovendien is het lastiger data te verzamelen over deze ondernemingen,

gezien het vaak eenmanszaken of vennootschappen met een beperkte omzet betreft

waarvoor het voeren van een beperkte boekhouding volstaat. Ondernemingen uit de

financiële sector en publieke bedrijven worden eveneens geweerd gezien deze onderworpen

zijn aan een verschillende boekhoudkundige wetgeving.

3.1.2 Steekproeftrekking

Voor het vormen van de steekproef werd beroep gedaan op een adressenlijst van KMO-

zaakvoerders die ter beschikking werd gesteld door prof. dr. Patricia Everaert. Deze

adressenlijst werd aangekocht in 2008 en bevat in totaal 5.000 adressen die voldoen aan de

definitie van KMO’s. Aangezien de vragenlijst opgesteld werd in het Nederlands, werden

enkel Nederlandstalige ondernemingen weerhouden. Uiteindelijk werden in totaal 1.826

KMO’s uit de database gecontacteerd, aselect getrokken (systematisch: onpare nummers).

3.1.3 Datacollectie

De data werden verzameld via een online vragenlijst. Hierbij werd gebruik gemaakt van

software van de vakgroep Marketing (faculteit Economie & Bedrijfskunde) van de

Universiteit Gent. De vragenlijst is een combinatie van vragen uit de onderzochte literatuur

die herwerkt of uitgebreid werden en eigen vragen die opgesteld werden in overleg met

zowel prof. dr. Patricia Everaert als accountantskantoor Lammertyn. Eenmaal afgewerkt

werden de vragenlijst, vooraleer ze te verspreiden, voorgelegd aan twee ondernemers1, als

1 Een pré-test werd uitgevoerd bij Daniël Verduyn van Verduyn NV op 19/03/2011 en bij Tom De Prêtre van

Dekleir Houtconstructies BVBA op 21/03/2011.

Page 28: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

17

pré-test. Op basis hiervan werden onduidelijkheden weggewerkt en was de vragenlijst klaar

voor verspreiding. De looptijd van het onderzoek was twee weken, na de eerste week werd

een herinnering verstuurd om de responsgraad verder te verhogen.

3.1.4 Respsonsgraad

De vragenlijst werd opgestart door 300 van de 1.826 steekproefelementen, 228 onder hen

vervolledigden de vragenlijst tot het eind. Hoewel in de begeleidende mailing duidelijk werd

aangegeven dat het onderzoek handelde over de relatie tussen de KMO en haar externe

accountant verklaarde een gedeelte van de ondernemers bij de eerste vraagstelling niet

samen te werken met een externe accountant/accountantskantoor. Deze respondenten

dienden verwijderd te worden, net zoals de elementen die niet binnen de begrenzingen van

de steekproef vielen (vb. financiële instellingen, grote en micro-ondernemingen). Uiteindelijk

werden 176 elementen meegenomen in de finale data-analyse, een effectieve responsgraad

van 9,64%. Vergelijkbare onderzoeken binnen de Belgische context met een gelijkaardige

steekproef leveren een gelijkaardige responsgraad op van ca. 10%, vb. Everaert et al.

(2007b). 76% van de vragenlijsten werd ingevuld door de zaakvoerder zelf, 21% door de

financieel directeur of hoofdboekhouder en de overige 3% door diverse kaderleden die

nauw betrokken zijn bij de relatie met de externe accountant. Het feit dat de verzamelde

data nagenoeg allemaal verleend werden door het topkader van de onderneming bezorgt

het onderzoek een hoge betrouwbaarheid.

3.1.5 Non-respons

Om na te gaan of er een mogelijke vertekening bestaat door non-respons suggereren

Armstrong & Overton (1977) een vergelijking van de belangrijkste data te maken tussen

respondenten die de vragenlijst snel na de uitnodiging invulden enerzijds en zij die dit pas

laat deden anderzijds. Latere respondenten worden hierbij gezien als een proxy voor non-

respons. Binnen dit onderzoek trekken we de grens tussen vroege en late respons op het

moment van het versturen van de herinnering. Op dat moment hadden 110 van de 176

effectieve respondenten de vragenlijst vervolledigd. De analyse onthult geen significant

verschil tussen vroege en late respondenten kenmerken van de onderneming: aantal

werknemers (p=0,756) en leeftijd van de onderneming (p=0,218). Ook voor de belangrijkste

constructen binnen het onderzoek bestaat er geen onderscheid: outsourcingintensiteit van

Page 29: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

18

de traditionele boekhoudtaken (p=0,745), financieel managementadvies (p=0,190), advies

inzake fiscale optimalisatie (p=0,511), juridisch advies (p=0,302) en strategisch advies

(p=0,320). Uit deze tests voor non-respons mogen we dan ook besluiten dat er geen

vertekening bestaat door ondervertegenwoordiging van een bepaalde categorie

ondernemingen.

3.2 Maatstaven

-- VOEG TABEL 1 IN --

Boekhoudkundige dienstverlening – Voor het meten van de mate waarin de

boekhoudkundige activiteiten uitbesteed worden aan de externe accountant gebruiken we

een construct (8 items) dat gebaseerd is op Jones (2002) en eerder gehanteerd werd binnen

een onderzoek van Everaert et al. (2007b). Deze 8 items scoren met een Cronbach’s alfa van

0,817 hoog op interne consistentiebetrouwbaarheid. Uiteindelijk werden dezelfde zes items

weerhouden als in het onderzoek van Everaert et al. (2007b) om zo een vergelijking over tijd

te kunnen maken. Door het verwijderen van deze twee items werd de Cronbach’s alfa verder

verhoogd naar 0,822. De zes resterende items die het construct uitmaken peilen voor zes

boekhoudkundige basistaken (inboeken, opmaak tussentijdse resultatenrekening, afsluiten

boekhouding, opstellen jaarrekening, aangiftes BTW en vennootschapsbelastingen) naar het

percentage dat intern wordt uitgevoerd en het percentage dat wordt uitbesteed aan de

externe accountant. Van de zes outsourcingpercentages wordt het gemiddelde in rekening

gebracht als de mate van boekhoudkundige dienstverlening door de externe accountant.

Financieel managementadvies – Deze categorie van adviesverlening incorporeert een

waaier aan verscheidene adviestaken. We identificeren deze adviestaken vanuit een lijst die

opgesteld werd in het kader van Minnaert & De Cock (2010), waarbij alle adviestaken van de

externe accountant worden opgesomd. Deze lijst met 18 items is gebaseerd op onderzoek

van Doving & Gooderham (2008) en werd verder verfijnd in samenspraak met prof. dr.

Patricia Everaert. De adviestaken binnen deze lijst die betrekking hebben op het financieel

management van de onderneming zijn: kasplanning/budgettering, investeringsbeslissingen,

financieringsbeslissingen, waardering van bedrijven bij fusies/overnames en tot slot ook het

Page 30: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

19

uitbesteden van de CFO-functie wat de facto neerkomt op een bundeling van alle

voorgaande adviestaken. Rond deze adviestaken werd een construct van 7 items

opgebouwd dat, met behulp van een 7-punt-Likertschaal, meet in welke mate voor het

financieel management van de onderneming beroep wordt gedaan op de externe

accountant. Het construct bezit een Cronbach’s alfa van 0,836 die verhoogd werd tot 0,848

door het verwijderen van één item. Van de resterende zes items wordt het gemiddelde

berekend als waarde voor het construct ‘financieel managementadvies’. Er werd eveneens

een keuzemogelijkheid ‘niet van toepassing’ ingevoegd voor het geval de onderneming niet

eerder geconfronteerd werd met de specifieke situatie. Zo is het plausibel dat de

onderneming niet eerder betrokken was in overnames of fusies en daardoor nooit eerder

nood had aan de waardebepaling van een andere onderneming.

Fiscaal advies – Het is van groot belang op te merken dat met fiscaal advies niet de

traditionele aangiftes van BTW en vennootschapsbelasting wordt bedoeld, gezien deze

opgenomen werden onder het construct boekhoudkundige dienstverlening. Met het

construct fiscaal advies wensen we na te gaan in welke mate de onderneming zich laat

bijstaan door haar externe accountant inzake fiscale optimalisatie. De meting gebeurt

analoog aan de wijze waarop advies inzake financieel management werd gemeten, net zoals

dat het geval zal zijn voor de overige adviesdomeinen: juridisch en strategisch advies. Het

construct behaalt een Cronbach’s alfa van 0,783 die niet verder verhoogd kon worden door

het verwijderen van bepaalde items.

Juridisch advies – Voor het meten van dit construct nemen we drie deeldomeinen van

juridisch advies in rekening. Het betreft de takken van het recht waarmee de gemiddelde

onderneming in aanraking komt: vennootschapsrecht, handelsrecht en sociaal recht. Het

opnemen van handelsrecht en sociaal recht is een uitbreiding op de lijst waarin enkel

vennootschapswetgeving werd opgenomen als adviestaak voor de externe accountant. De

interne consistentiebetrouwbaarheid van het construct (α=0,737) kon enkel verhoogd

worden door het verwijderen van het item vennootschapswetgeving. Gezien dit echter het

belangrijkste item is volgens de omvattende lijst waarop we ons baseren, werd besloten alle

vijf de items mee te nemen in de berekening van de gemiddelde score voor het construct.

Page 31: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

20

Strategisch advies – Bij de opbouw van dit construct werd hoofdzakelijk gefocust op de

betrokkenheid van de externe accountant bij het formuleren van de doelstellingen van de

onderneming, het systematisch re-evalueren van de strategie en het aanreiken van

opportuniteiten tot groei van de onderneming. Daarnaast worden ook aspecten met

betrekking tot essentiële strategische domeinen zoals marketing en personeelsbeleid in

rekening gebracht. Het construct bezit een zeer hoge Cronbach’s alfa van 0,901 zodat er

geen items verwijderd dienden te worden.

Financiële performantie – Voor het model dat de impact van de bovenvermelde soorten

adviesverlening nagaat dienen we op zoek te gaan naar een afhankelijke variabele die de

voor- of achteruitgang in de financiële toestand van de KMO meet. Binnen de literatuur

wordt veelal de evolutie in omzet (Bennett & Robson, 2000a; Berry et al., 2006),

winstgevendheid of tewerkstelling (Bennett & Robson, 2000a) als criterium gehanteerd, al

zijn deze methodes zeker niet vrij van enige kritiek.

De belangrijkste tekortkoming van het omzetcijfer is dat het slechts één element van de

winstgevendheid meet, terwijl uit onderzoek naar voor kwam dat de toegevoegde waarde

van adviesverlening zich volgens ondernemers hoofdzakelijk in kostenreductie situeert

(Ramsden & Bennett, 2005). De discussie omtrent het omzetcijfer is in deze echter

irrelevant, gezien de omzet niet wordt weergegeven binnen de verkorte jaarrekening die van

toepassing is op een behoorlijk aantal van de steekproefelementen. Ter vervanging dienen

deze ondernemingen hun brutomarge te rapporteren. We nemen dan ook ‘toename/afname

van de brutomarge’ op als eerste potentiële afhankelijke variabele. Met deze variabele

wordt overigens ook tegemoet gekomen aan de kritiek op het omzetcijfer dat een mogelijke

kostenreductie niet incalculeert. Binnen de brutomarge wordt een groot gedeelte van de

kosten immers wel in rekening gebracht.

Met winstgevendheid als criterium dienen we eveneens omzichtig om te springen. Bepaalde

ondernemingen zullen immers hun winstcijfer systematisch manipuleren door middel van

‘earnings management’ of ‘creative accounting’. Het rapporteren van een

ondergewaardeerd winstcijfer wordt ingegeven door fiscale motieven, daar waar een

overwaardering vaak het gevolg is van de principal-agent problematiek binnen de

Page 32: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

21

onderneming (Healy & Wahlen, 1999). Desalniettemin zal worden nagegaan of de

‘toename/afname van de winst na belastingen’ een geschikte afhankelijke variabele vormt

binnen het model waarmee binnen dit onderzoek gewerkt wordt. Tot slot wordt ook de

evolutie in werkgelegenheid (gemeten in FTE) als afhankelijke variabele uitgeprobeerd.

Voor elk van de potentiële afhankelijke variabelen zullen we de procentuele

toename/afname voor de laatste 3 en 6 jaar in rekening brengen. Deze methode is

gebaseerd op Bennett & Robson (2000). Bij het opstellen van de modellen zullen we telkens

de onderneming waarvoor de relatie met hun externe accountant korter is dan

respectievelijk 3 en 6 jaar uitsluiten. Van deze ondernemingen valt immers moeilijk in te

schatten in welke mate zij een vergelijkbare vraag naar dienstverlening hadden in de relatie

met hun vorige externe accountant.

Grootte onderneming – Binnen de literatuur worden doorgaans twee verschillende

methoden gehanteerd voor het meten van deze variabele. Enerzijds kan men het totaal van

de activa als proxy gebruiken, anderzijds kan men gebruik maken van het aantal

personeelsleden. Binnen deze paper opteren we voor de laatste methode: het aantal

personeelsleden in voltijdse equivalenten (FTE). Omwille van de scheve verdeling van deze

variabele wordt het natuurlijk logaritme van deze variabele gebruikt.

Leeftijd onderneming – Hierbij wordt gepeild naar het oprichtingsjaar van de onderneming

om zo de leeftijd te kunnen berekenen. Als controlevariabele in het model dat de groei van

de onderneming meet verwachten we een negatieve coëfficiënt. De literatuur (Storey, 1994)

wijst immers uit dat jongere ondernemingen snellere groeiers zijn. Aangezien we ook hier te

maken hebben met een scheve verdeling, berekenen we opnieuw het natuurlijk logaritme.

Sector onderneming – Binnen de vragenlijst werden in totaal acht verschillende categorieën

van sectoren opgenomen, naast een optie ‘andere’. Aan de hand van de NACE-index

(inbegrepen in de Belfirst database) reduceren we deze categorieën tot een

dummyvariabele. Hierbij maken we een opdeling tussen ondernemingen die behoren tot de

dienstensector enerzijds (1) en zij die behoren tot de nijverheidssector anderzijds (0).

Page 33: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

22

Exporteur – We verwachten een snellere groei bij ondernemingen die exporteren, zoals

bleek uit onderzoek van Bennett & Robson (2000a). Binnen de vragenlijst wordt gepeild naar

het gedeelte van de omzet dat wordt behaald via export van producten. Hierbij worden vijf

intervallen van elk 20% breed als keuzemogelijkheden opgegeven, naast een zesde optie

waarmee de onderneming kan aangeven dat ze niet exporteert.

‘Big 6’ – De invloed van de grootte van het accountantskantoor op de vraag vanuit

ondernemingen naar dienstverlening is een onderwerp dat sterk leeft bij

praktijkdeskundigen. De sterk verschillende eigenschappen van enerzijds de grote mondiale

accountancyspelers (met een meer heterogeen menselijk kapitaal) en anderzijds de

zogenaamde SMP’s (die pretenderen zeer dicht bij de klant te staan) kunnen er inderdaad

voor zorgen dat er een onderscheid bestaat tussen beiden. We trekken de figuurlijke lijn

binnen dit onderzoek door middel van het, in de professionele omgeving, gangbare begrip

‘Big 6’ (Deloitte, Ernst&Young, PWC, KPMG, BDO, Grant Thornton). De dummyvariabele

krijgt een waarde 1 indien de externe accountant tot één van deze zes kantoren behoort en

een waarde 0 indien dit niet het geval is.

Affectieve toewijding – Voor het meten van dit construct werd, net zoals voor het construct

calculatieve toewijding, gebruik gemaakt van de vragenlijst die werd opgesteld in het kader

van de masterproef van Katrien Kestens (2008). Het construct affectieve toewijding telt zes

items, hoofdzakelijk gebaseerd op Kumar, Scheer & Steenkamp (1995), en gemeten aan de

hand van een zeven-punt-Likertschaal met een extra optie ‘geen idee’. De items werden

vermengd met de items die calculatieve toewijding meten om de betrouwbaarheid van de

respons te verhogen. De Cronbach’s alfa voor het construct affectieve toewijding bedroeg

aanvankelijk 0,690 maar kon verhoogd worden tot 0,745 door het verwijderen van één item.

De alfa voor dit construct binnen het onderzoek van Katrien Kestens (2008), waar hetzelfde

item verwijderd werd, lag licht hoger (α=0,774). De uiteindelijke waarde voor het construct

werd bekomen door het gemiddelde te nemen voor de vijf resterende items.

Calculatieve toewijding – Het meten van dit construct gebeurt met behulp van vijf items die

grotendeels gebaseerd zijn op Gounaris (2005) en Jones, Reynolds, Mothersbaugh & Beatty

(2007). Het vijfde item, een nieuw item uit het onderzoek van Kestens (2008) werd opnieuw

Page 34: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

23

verwijderd om zo de Cronbach’s alfa te verhogen van 0,839 naar 0,859. Het construct heeft

hiermee een grote interne consistentiebetrouwbaarheid, zowel in vergelijking met de

affectieve tegenhanger als met hetzelfde construct binnen het onderzoek van Katrien

Kestens (α=0,785). Opnieuw bekomen we de waarde voor het construct door het

gemiddelde te nemen van de vier overblijvende items.

Duur samenwerking – Binnen de literatuursectie werd gesteld dat de impact van de looptijd

van de relatie tussen de onderneming en haar externe accountant van ondergeschikt belang

werd geacht aan het type relatie: affectieve dan wel calculatieve toewijding. Door het

opnemen van deze variabele binnen het regressiemodel dat de vraag naar traditionele en

additionele dienstverlening verklaart wensen we na te gaan in welke mate dat deze

assumptie standhoudt. De verdeling van deze variabele is scheef zodat gewerkt zal worden

met het natuurlijk logaritme.

4. Resultaten en interpretatie 4.1 Beschrijvende statistiek

In tabel 2 worden voor alle afhankelijke, verklarende en interactievariabelen de belangrijkste

kernstatistieken weergegeven: gemiddelde, mediaan, minimum, maximum en de

standaardafwijking. Daarnaast werden in tabel 3 frequentietabellen opgenomen voor de

twee nominale variabelen binnen het onderzoek.

-- VOEG TABEL 2 & 3 IN --

Deze descriptieve statistieken leren ons allereerst meer over de kenmerken van de

ondernemingen die meegenomen werden in de finale data-analyse. De gemiddelde

responderende onderneming beschikt over 47,5 personeelsleden (FTE); 71% behoort tot de

categorie van kleine ondernemingen, de overige 29% zijn middelgrote ondernemingen. De

leeftijd van de onderneming is gemiddeld 40,5 jaar. Dit hoge getal vloeit voort uit de

samenstelling van de database waaruit de steekproef getrokken werd, waarin relatief weinig

jonge ondernemingen zijn opgenomen. Deze vaststelling heeft mogelijk negatieve

implicaties op het testen van de hypothesen rond de invloed van de leeftijd van de

Page 35: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

24

onderneming. 35% van de ondernemingen vallen te catalogeren onder de dienstensector,

65% behoren tot de nijverheidssector. Vooral de industrie (33,0%), de bouwnijverheid

(26,7%) en de groot-en kleinhandel (16,5%) zijn ruim vertegenwoordigd bij de

responderende ondernemingen. Tot slot stellen we ook nog vast dat 2/3 van de

ondernemingen niet of slechts in zeer beperkte mate exporteren.

De doorsnee KMO blijkt honkvast aan haar externe accountant. De gemiddelde duur van de

samenwerking bedraagt net geen twee decennia (19 jaar). Daarnaast merken we ook nog op

dat 22% van de responderende ondernemingen een beroep doet op een externe accountant

die behoort tot de ‘Big 6’. Heel wat ondernemers beschouwen de rechtstreekse vraag naar

de naam van hun externe accountant duidelijk als gevoelig, gezien het hoge gehalte aan

ontbrekende waarden (75/176). Hierop werd vooraf geanticipeerd door een optie toe te

voegen deze vraag niet te beantwoorden, om zo te vermijden dat de vragenlijst vroegtijdig

afgesloten zou worden. Het eerder beperkte aantal valide waarden (101) kan er mogelijk toe

leiden dat de statistische significantie van verschillen tussen beide groepen

accountantskantoren minder groot zal zijn.

4.2 Traditionele dienstverlening

4.2.1 Outsourcingstrategie voor accountingtaken

Binnen het onderzoek van Everaert et al. (2007b) werd, naargelang de

outsourcingintensiteit, een opdeling gemaakt tussen drie strategieën: total insourcing (0-

20%), selective outsourcing (20-80%) en total outsourcing (80-100%). In het vervolg van dit

onderdeel wensen we de resultaten van beide onderzoeken naast elkaar te leggen en te

vergelijken om zo na te gaan of er in de relatief korte tussenperiode (4 jaar) sprake is van

enige verschuiving in de vraag naar traditionele dienstverlening door de externe accountant.

-- VOEG TABEL 4 IN --

Daar waar we doorheen de tijd een evolutie verwachten naar een lagere

outsourcingintensiteit, merken we dat er integendeel een stijging van 35% in 2007 naar ca.

40% in 2011 te noteren valt. De tijdspanne tussen beide onderzoeken mag dan weliswaar

slechts 4 jaar bedragen, desalniettemin mogen we besluiten dat enige scepsis op zijn plaats

Page 36: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

25

is bij de gangbare consensus dat de traditionele dienstverlening van de externe accountant

in razendsnel verval zou zijn. Daarentegen stellen we wel vast dat de enige negatieve

evolutie over de bestudeerde periode waar te nemen valt bij het inboeken van facturen en

financiële transacties, niet toevallig de meest routinematige en eenvoudige van alle

traditionele boekhoudtaken. Uit de tabel blijkt eveneens, weinig verrassend, dat de externe

accountant nog steeds voornamelijk ingeschakeld wordt voor de

vennootschapsbelastingaangifte (77%) en het opstellen van de jaarrekening (68%).

-- VOEG GRAFIEK 1 IN --

Voor wat de outsourcingstrategie van KMO’s betreft zien we een sterke stijging bij

ondernemingen die de accountingtaken selectief outsourcen. Deze stijging gaat ten koste

van het gehalte ondernemingen dat volledig outsourcet, maar ook van het percentage dat

de boekhoudtaken volledig binnenshuis uitvoert.

Uiteraard is het belangrijk na te gaan of deze contra-intuïtieve verschillen niet verklaard

kunnen worden door de samenstelling van de responderende ondernemingen. De grootte

van de onderneming, hier gemeten aan de hand van het aantal personeelsleden, zal immers

een belangrijk onderscheidend vermogen hebben op de outsourcingintensiteit (cf. infra). De

gemiddelde onderneming in het onderzoek van Everaert et al. (2007b) was met 37

personeelsleden aanzienlijk kleiner dan dit het geval is binnen het huidige onderzoeksopzet

(47,5). A priori hadden we dus een lagere outsourcingintensiteit kunnen verwachten, en een

groter gehalte aan ondernemingen die de accountingtaken volledig insourcen. Het feit dat

we net de tegenovergestelde conclusie dienen te maken wijst er andermaal op dat, anno

2011, de traditionele accountant/boekhouder geenszins dood en begraven is.

4.2.2 Verklarend model

Voorafgaand aan het formuleren van de regressiemodellen controleren we de

correlatiematrix als een eerste graadmeter voor het bestaan van multicollineariteit tussen

de verscheidene variabelen binnen de modellen die we hanteren.

-- VOEG TABEL 5 IN –

Page 37: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

26

De Pelsmacker & Van Kenkhove (2006) suggereren een grens van 0,5 vooraleer we een

correlatie als materieel sterk dienen te beschouwen. Geen van de variabelen die binnen de

modellen ter verklaring van de aangekochte dienstverlening worden gebruikt scoren

onderling hoger dan deze score.

Om de vraag naar traditionele dienstverlening door de externe accountant te verklaren

stellen we volgend lineair regressiemodel op:

TRADITIONEEL= β0 + β1 Affective + β2 Calculative + β3 Ln(DuurSamenwerking) + β4 Ln(FTE) +

β5 Ln(LeeftijdOnd) + β6 Diensten + β7 Big6

-- VOEG TABEL 6 IN –

Het model verklaart 21,8% van de variatie van de variabele outsourcingintensiteit van

traditionele accountingtaken (F=3,709, p=0,001). Alle voorwaarden voor het uitvoeren van

een OLS-regressie werden nagegaan, waarbij geen problemen werden vastgesteld.

De veronderstelling dat de duur van de samenwerking op zich geen verklarende factor is

wordt meteen ontkracht met dit eerste model. Daar waar geen van beide relatieconstructen

de outsourcingintensiteit significant beïnvloeden is dit wel het geval voor de duur van de

samenwerking. Het positieve teken wijst erop dat ondernemingen die langer samenwerken

met hun externe accountant een hogere vraag naar traditionele accountingtaken vertonen.

Het type accountantskantoor waarbij de onderneming haar traditionele dienstverlening

aankoopt heeft volgens het model geen significante invloed op de outsourcingintensiteit.

Tot slot merken we op dat elk van de drie ondernemingskarakteristieken een significante

invloed (op het 10%-niveau) hebben op de hoeveelheid accountingtaken die worden

aangekocht bij de externe accountant. Vooral de grote invloed van de sector waarin de

onderneming actief is valt op (significant op het 1% niveau). Ondernemingen uit de

dienstensector besteden gemiddeld 14% minder uit aan de externe accountant in

Page 38: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

27

vergelijking met hun tegenhangers uit de nijverheidssector. De coëfficiënten voor leeftijd en

grootte van de onderneming hebben zoals verwacht een negatief teken.

Bovenstaande vaststellingen ondersteunen de eerste drie hypothesen: de karakteristieken

van de onderneming (grootte, leeftijd en sector) hebben een invloed op de hoeveelheid

aangekochte accountingtaken. De vierde en vijfde hypothese, die betrekking hebben op de

eigenschappen van het accountantskantoor en de onderlinge relatie, worden daarentegen

weerlegd. Belangrijk is ook de vaststelling dat de duur van de samenwerking wel degelijk een

afzonderlijke invloed uitoefent.

Als overgang naar het onderdeel met betrekking tot de vraag naar adviesverlening merken

we nog op dat deze voor wat betreft financieel management (r=0,225, p=0,003) en fiscale

optimalisatie (r=0,207, p=0,006) gecorreleerd is aan de mate waarin traditionele

dienstverlening wordt aangekocht. Dit is echter niet het geval voor de vraag naar

adviesverlening inzake juridische (r=0,077, p=0,310) of strategische (r=0,047, p=0,539)

aangelegenheden. Hiermee wordt de stelling (cf. supra) bevestigd dat meer en meer

accountantskantoren adviesverlening verkopen aan klanten die niet of zeer beperkt gebruik

maken van de boekhoudkundige diensten van de accountant.

4.3 Adviesverlening door de externe accountant

Vooraleer we voor elk van de vier types adviesverlening afzonderlijk nagaan welke de

bepalende factoren zijn in de vraag ernaar, stellen we eerst een geaggregeerd model op

voor adviesverlening door de externe accountant in het algemeen. Hiertoe berekenen we

voor de vier adviestaken een gemiddelde, als afhankelijke variabele binnen volgend lineair

regressiemodel:

ADVIES= β0 + β1 Affective + β2 Calculative + β3 Ln(DuurSamenwerking) + β4 Ln(FTE) + β5

Ln(LeeftijdOnd) + β6 Diensten + β7 Big6

-- VOEG TABEL 7 IN --

Page 39: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

28

Het model bezit een sterk verklarende kracht, gegeven de hoge R² (0,320). De F-waarde

bedraagt 6,26 en is sterk significant met p=0,000. Er werd aan alle voorwaarden voldaan tot

het opstellen van een OLS-regressiemodel.

Meteen merken we op dat affectieve en calculatieve toewijding binnen dit model wel over

een sterk verklarende kracht beschikken, daar waar dit voor traditionele adviesverlening niet

het geval was. Ook de variabele ‘duur van de samenwerking’ blijft echter sterk significant (op

het 1% niveau), naast de beide relatieconstructen. De coëfficiënten voor affectieve

toewijding en duur van de samenwerking bezitten het verwachte positieve teken. Naarmate

de samenwerking langer duurt of de affectieve band tussen ondernemer en externe

accountant sterker wordt zal er een grotere vraag naar adviesverlening ontstaan. Verrassend

daarentegen is dat ook de variabele calculatieve toewijding de hoeveelheid aangekochte

adviesverlening op een positieve manier beïnvloedt. De gedetailleerde analyse per categorie

van adviesverlening brengt mogelijk een verklaring voor dit contra-intuïtieve resultaat.

Opnieuw merken we dat het type accountantskantoor geen significante invloed heeft op de

hoeveelheid aangekochte adviesverlening. De coëfficiënt bezit het negatieve teken, net zoals

dit voor traditionele dienstverlening het geval was, suggererend dat Big 6-accountants over

het algemeen minder ingeschakeld worden. Deze vaststelling kan echter niet statistisch

hard worden gemaakt, mede door het beperkt aantal waarnemingen.

De grootte en leeftijd van de onderneming hebben geen statistisch significante invloed op de

vraag naar adviesverlening. Enkel de sector waartoe de onderneming behoort blijkt opnieuw

een beïnvloedende factor te zijn. Het negatieve teken wijst erop dat ondernemingen uit de

dienstensector minder adviesverlening zullen aankopen, nadat eerder al bleek dat dit ook

voor traditionele accountingtaken het geval is (cf. supra).

Bovenstaande vaststellingen leiden er toe hypothesen 1&2 (grootte en leeftijd van de

onderneming) te verwerpen, en hypothese 3 (sector) te aanvaarden. Daarnaast wordt ook in

dit onderdeel hypothese 4 verworpen. Wat de relatiekenmerken betreft aanvaarden we

hypothese 5a (affectieve toewijding) en verwerpen we hypothese 5b (calculatieve

Page 40: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

29

toewijding). Tot slot voegen we aan deze conclusies ook nog toe dat de duur van de

samenwerking opnieuw een significante invloed blijkt uit te oefenen.

In het vervolg van dit onderdeel zullen we voor elk van de vier domeinen van

adviesverlening (financieel management, fiscale optimalisatie, juridisch en strategisch

advies) nagaan welke factoren de vraag ernaar bepalen. Dit moet ons toelaten een beter

inzicht te verwerven in de bovenvermelde conclusies in verband met adviesverlening door

de externe accountant in het algemeen.

4.3.1 Adviesverlening m.b.t. financieel management

De mate waarin ondernemers een beroep doen op de diensten van de externe accountant

om advies te verlenen inzake het financieel management van zijn/haar onderneming

verschilt naargelang het soort advies. Wanneer de onderneming geconfronteerd wordt met

een mogelijke overname of fusie zal de externe accountant nagenoeg altijd betrokken partij

zijn (81% verklaart zich minstens gedeeltelijk akkoord met deze stelling). Het opmaken van

een waardering bij dergelijke dossiers scoort dan ook significant hoger dan eender welk

ander deelaspect van financieel management. Op een tweede plaats komt, eveneens met

een significant verschil op de overige items, het advies bij de financieringsbeslissingen van

de onderneming. In een gesprek met een KMO-zaakvoerder, in het kader van het pré-testen

van de vragenlijst, kwam reeds naar voor dat ondernemers vaak geneigd zijn te financieren

met interne middelen, maar er via een simulatie door hun externe accountant van overtuigd

worden dat het lonender is met extern kapitaal te werken.

-- VOEG TABEL 8 IN --

In tegenstelling tot het geaggregeerde model bieden affectieve en calculatieve toewijding

geen verklaring voor de gevraagde hoeveelheid adviesverlening. De duur van de

samenwerking zal de vraag naar bijstand in het financieel management daarentegen wel

verhogen. Daarnaast blijkt opnieuw de hogere vraag van ondernemingen uit de

nijverheidssector.

Page 41: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

30

4.3.2 Adviesverlening inzake fiscale optimalisatie

Accountancy en fiscaliteit zijn erg sterk met elkaar verweven. De samenhang tussen beide

disciplines is overigens ook institutioneel verankerd met het Instituut van de Accountants en

Belastingconsulenten (IAB). De idee van onderlinge samenhang is ook pertinent aanwezig

binnen de perceptie van ondernemers. Zo was er bij het pré-testen van de vragenlijst één

ondernemer die het consequent over zijn ‘fiscalist’ had wanneer hij doelde op de externe

accountant waarmee hij samenwerkt.

Het grote belang van fiscaal advies binnen de werkzaamheden van accountantskantoren

komt sterk naar voor uit de verzamelde data. Met een gemiddelde waarde voor het

construct van 6,11 verklaart de gemiddelde KMO zich ‘akkoord’ met de stelling dat de

externe accountant de onderneming bijstaat inzake fiscale optimalisatie.

-- VOEG TABEL 9 IN --

Enkel het construct affectieve toewijding beïnvloedt de afhankelijke variabele significant.

Hoe hoger de mate van affectieve toewijding in de relatie tussen ondernemer en

accountant, hoe meer de onderneming zich zal laten bijstaan voor fiscale optimalisatie.

4.3.3 Juridische bijstand

Hoewel heel wat accountantskantoren beschikken over een interne gespecialiseerde

afdeling, blijft juridische adviesverlening aan KMO’s vooralsnog beperkt. Enkel voor het

voldoen aan de diverse vennootschapsrechtelijke vereisten doet de gemiddelde

onderneming vaak een beroep op zijn/haar externe accountant. Assistentie bij juridische

geschillen komt zeker voor, maar blijft vooralsnog eerder uitzondering dan regel.

-- VOEG TABEL 10 IN –

Elk van de drie variabelen rond de onderlinge relatie blijkt over een statistisch significante

coëfficiënt te beschikken (op het 10%-niveau). Vooral de positieve coëfficiënt van het

construct calculatieve toewijding valt op (betrouwbaar op 1%-niveau). Een mogelijke

verklaring is dat ondernemingen als het ware vasthangen aan hun externe accountant

Page 42: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

31

doordat lang lopende juridische geschillen bij deze worden behandeld. Op dat moment is

het vanuit kostenperspectief niet opportuun voor de onderneming om van externe

accountant te veranderen.

Naast de relatiekenmerken beïnvloedt ook de leeftijd van de onderneming de gevraagde

hoeveelheid juridische bijstand. Het negatieve teken van de coëfficiënt wijst erop dat hoe

ouder de onderneming is, hoe minder ze zich voor juridische materies zal laten bijstaan door

de externe accountant.

4.3.4 Strategisch advies

Uit onderzoek van Minnaert & De Cock (2010) bleek dat 24% van de accountantskantoren

advies verlenen inzake strategische planning. Deze categorie van adviesverlening staat met

andere woorden vooralsnog in haar kinderschoenen en dat blijkt ook duidelijk uit de

verzamelde data. Met een gemiddelde score van 2,8 voor het construct (op een 7-punt-

Likert-schaal) verklaart de gemiddelde onderneming zich ‘eerder niet akkoord’ met de

stelling zich in strategische materies te laten bijstaan door de externe accountant. Het

uitvoeren van een t-test bracht ook geen significante verschillen aan het licht naargelang het

soort strategisch advies: marketing, personeelsbeleid of algemeen strategisch management.

-- VOEG TABEL 11 IN --

Uit het model blijkt dat enkel de relatiekenmerken een significante invloed hebben op de

vraag naar strategische adviesverlening. De sterke significantie voor affectieve toewijding is

weinig verbazingwekkend. Ook het positieve verband met de duur van de samenwerking is

na voorgaande vaststellingen niet verwonderlijk. Wat daarentegen wel verrassend lijkt is dat

het construct calculatieve toewijding opnieuw het positieve teken bezit en tevens sterk

significant is (op het 1%-niveau). Daar waar bij juridische adviesverlening nog een plausibele

redenering kon worden aangegeven voor deze positieve coëfficiënt, is dit bij strategisch

advies niet mogelijk. Verder onderzoek moet uitwijzen waarom meer strategisch advies

wordt gevraagd aan de accountant wanneer de relatie met de onderneming gekenmerkt

wordt door calculatieve toewijding.

Page 43: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

32

Tot slot stellen we ook nog vast dat geen van de kenmerken van het accountantskantoor of

van de onderneming een significante invloed hebben op de hoeveelheid gevraagde bijstand

in strategische aangelegenheden.

4.4 Impact op de financiële performantie

Als sluitstuk van dit onderdeel wensen we na te gaan in welke mate de dienstverlening door

de externe accountant de prestaties van de onderneming beïnvloedt. Vooraleer een model

op te stellen bekijken we eerst opnieuw de correlatiematrix (tabel 5). We merken dat alle

takken van adviesverlening onderling sterk gecorreleerd zijn. Vooral de correlatie van het

financieel management met zowel juridisch (r=0,586, p=0,000) als strategisch advies

(r=0,621, p=0,000) is problematisch hoog. Deze twee soorten adviesverlening correleren

overigens ook onderling erg hoog (r=0,575, p=0,000). Aangezien de vraag naar strategische

adviesverlening vooralsnog zeer beperkt is en de vraag naar juridische adviesverlening

geconcentreerd op slechts één domein zullen we deze twee categorieën niet opnemen in

het regressiemodel. Hierdoor vervallen hypothesen 9 en 10. Dit betekent dat we traditionele

dienstverlening, financieel managementadvies en advies inzake fiscale optimalisatie als

verklarende variabelen zullen opnemen in het model. We komen tot volgend OLS-

regressiemodel:

PERFORMANTIE= β0 + β1 Traditioneel + β2 Financieel+ β3 Fiscaal + β4 Ln(FTE) + β5

Ln(LeeftijdOnd) + β6 Export

Voor elk van de drie potentiële maatstaven voor performantie werden modellen opgesteld,

waaruit bleek dat het hanteren van ‘brutomarge’ als afhankelijke variabele veruit de beste

resultaten behaalde voor de significantie van het model. Bijgevolg zullen we voor het vervolg

verder werken met de wijziging in brutomarge over de twee bestudeerde periodes.

Uitschieters in deze variabele zijn vaak te wijten aan uitzonderlijke, oncontroleerbare

omstandigheden en zijn als dusdanig verstorend voor het model. Bijgevolg werden in beide

modellen de outliers verwijderd om zo de significantie van het model te verhogen. Het

betreft hierbij telkens slechts een handvol waarden.

Page 44: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

33

4.4.1 Impact op korte termijn (3 jaar)

-- VOEG TABEL 12 IN --

Als eerste bekijken we het model met als afhankelijke variabele de wijziging in de

brutomarge over een periode van 3 jaar (periode 2006-2009). Het model waarin enkel de

drie controlevariabelen werden opgenomen verklaart 7,6% van de variatie over de

afhankelijke variabele. Door het toevoegen van de drie verklarende variabelen met

betrekking tot de dienstverlening van de externe accountant (traditionele accountingtaken,

financieel managementadvies en advies inzake fiscale optimalisatie) verhoogt de

verklaringskracht van het model tot 9,2% (F=2,377, p=0,032). Deze toename is eerder

beperkt wat er op wijst dat de externe accountant de financiële performantie van de

onderneming op korte termijn amper beïnvloedt. Vooraleer we overgaan tot de analyse van

de individuele coëfficiënten gaan we na of voldaan is aan alle assumpties van het OLS-

regressiemodel: geen multicollineariteit, normale distributie van de residuen en

homoscedasticiteit.

Om het bestaan van multicollineariteit na te gaan bestuderen we, in navolging van de

correlatiematrix, de VIF-waarden. Gujarati & Porter (2009) stellen dat indien één of

meerdere waarden hoger zijn dan 10, er zich mogelijk een probleem inzake

multicollineariteit stelt. De maximale VIF-waarde binnen dit model bedraagt echter slechts

1,226 zodat we mogen stellen dat de resultaten van het model niet vertekend zijn door

multicollineariteit. Het uitvoeren van een Kolmogorov-Smirnov test (p=0,630) toont aan dat

we de normaliteit van de residuen niet dienen te verwerpen. Een scatterplot toont visueel

aan dat ook aan de laatste voorwaarde, homoscedasticiteit, is voldaan binnen het model. In

de wetenschap dat aan alle voorwaarden van het OLS-regressiemodel is voldaan, kunnen we

overgaan tot de individuele analyse van de coëfficiënten.

Geen van de drie soorten dienstverlening door de externe accountant blijkt de financiële

performantie significant (op het 10%-betrouwbaarheidsniveau) te beïnvloeden. Deze

vaststelling leidt er toe dat we, althans voor wat de korte termijn betreft, hypothesen 6, 7 &

8 dienen te verwerpen. De enige statistisch significante variabele binnen het model is het

Page 45: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

34

exportgehalte van de onderneming (p < 0,01). Verrassend is echter het negatieve teken van

deze coëfficiënt. Binnen het onderzoek van Bennett & Robson (2000a) had deze

controlevariabele immers een positief teken (significant op 1%-niveau): hoe meer de

onderneming exporteert, hoe hoger de groei van de financiële performantie over de

bestudeerde periode. Binnen de geografische context waarin dit onderzoek plaatsvond blijkt

de omgekeerde stelling geldig: hoe hoger het exportgehalte, hoe lager de groei in de

financiële performantie van de onderneming. De resultaten voor het tweede model zullen

moeten bevestigen of deze stelling al dan niet standhoudt op middellange termijn.

4.4.2 Impact op middellange termijn (6 jaar)

-- VOEG TABEL 13 IN --

In tweede instantie wensen we na te gaan in welke mate het model dat het verschil in de

afhankelijke variabele meet over 6 jaar verschilt van het voorgaande model. Het model

waarin enkel de controlevariabelen werden opgenomen verklaart ditmaal 8,6% van de

variatie in de afhankelijke variabele. Na toevoeging van de drie verklarende variabelen met

betrekking tot de dienstverlening door de externe accountant heeft het model een

verklaringskracht van 11,8% (F=2,855, p=0,012). Dit verschil van 3,2%, dubbel zo hoog dan

de stijging van 1,6% bij het eerste model, wijst erop dat de invloed van de variabelen die

binnen dit onderzoek centraal staan van groter belang is dan dit voor de korte termijn het

geval was. Alvorens de analyse verder te zetten gaan we eerst opnieuw na of aan alle

voorwaarden voor het opstellen van een lineair regressiemodel voldaan is.

Met een maximale VIF-waarde van 1,216 stelt zich opnieuw geen probleem inzake

multicollineariteit. Aan de normale verdeling van de residuen is eveneens opnieuw voldaan,

zo blijkt uit het uitvoeren van een Kolmogorov-Smirnov test (p=0,173). Tot slot kunnen we

visueel nagaan dat er zich geen patroon voordoet in de variantie van de residuen, zodat ook

aan de laatste voorwaarde van homoscedasticiteit is voldaan.

Net zoals in het model voor de korte termijn is de variabele die de invloed van de

outsourcingintensiteit van traditionele accountingtaken nagaat niet significant (p=0,518).

Page 46: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

35

Hypothese 6 wordt hiermee definitief verworpen en dit impliceert ook dat de tegengestelde

conclusie uit het onderzoek van Berry et al. (2006) gefalsifieerd wordt: boekhoudkundige

dienstverlening door de externe accountant draagt niet bij tot de financiële performantie

van de onderneming.

De coëfficiënt voor advies inzake financieel management is positief en bovendien statistisch

significant op het 10%-betrouwbaarheidsniveau (p=0,061). Dit resultaat ligt dan weer wel in

de lijn van het onderzoek van Berry et al. (2006) waarin een gelijkaardige vaststelling werd

gedaan. We aanvaarden op basis van dit model hypothese 7 die stelt dat financieel

managementadvies de financiële performantie van de onderneming beïnvloedt, althans wat

de middellange termijn betreft. De bèta-waarde leert ons erop dat voor elke wijziging van

één standaardafwijking in de variabele ‘financieel managementadvies’, de brutomarge over

de bestudeerde periode stijgt met 0,168 standaardafwijkingen. Deze graadmeter maakt het

mogelijk, in het vervolg van dit onderdeel, de impact van deze variabele te vergelijken met

deze van andere significante variabelen.

Fiscaal advies blijkt een negatieve impact te hebben op de financiële performantie van de

onderneming op middellange termijn. Hoewel de coëfficiënt niet statistisch significant is op

het 10%-niveau (p=0,160) en we bijgevolg hypothese 8 dienen te verwerpen, duidt de

negatieve coëfficiënt, gekoppeld aan de hoge bèta (-0,125) erop dat deze vaststelling wel

degelijk economisch relevant is. Het negatief teken lijkt verrassend, daar waar we algemeen

verwachten dat het advies van de externe accountant de financiële prestaties op een

positieve wijze zal beïnvloeden. Advies inzake optimalisatie vormt hierop echter een

uitzondering, zo toont dit onderzoek aan. De achterliggende logica is in wezen eenvoudig en

kwam ook aan bod tijdens de stageperiode voorafgaand aan dit onderzoek.

De doelstelling van fiscale optimalisatie zal er steeds in bestaan er voor te zorgen dat de

onderneming niet meer belastingen betaalt dan echt noodzakelijk is. Het verlagen van de

brutomarge is hiertoe uiteraard een handig hulpmiddel. Een in de praktijk, bij KMO’s,

frequent gebruikte techniek hiertoe is het oprichten van een tweede vennootschap. Op deze

manier ontstaat vaak een uitgesponnen fiscale structuur waarin elk van de business units

ondergebracht wordt in een afzonderlijke ondernemingsentiteit. Het gevolg is dat door

Page 47: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

36

spreiding van de winst de onderneming maximaal gebruik kan maken van het verminderde

tarief op de laagste belastingschijven. Het spreiden van de winst over verschillende

entiteiten impliceert uiteraard een procentuele afname van de brutomarge van de

moedervennootschap. Hiermee wordt een plausibele verklaring geboden voor het negatieve

teken voor het advies inzake fiscale optimalisatie.

Wat de controlevariabelen binnen het model betreft, stellen we vast dat zowel het

exportgehalte (p=0,022, bèta=-0,199) als de leeftijd van de onderneming (p=0,020, bèta=-

0,202) statistisch significante waarden vertonen. De negatieve invloed van de mate waarin

de onderneming exporteert, die reeds werd aangetoond in het model op korte termijn, blijkt

dus ook op middellange termijn overeind te blijven. Het is onduidelijk wat de achterliggende

oorzaak is van deze vaststelling die lijnrecht tegen de bestaande academische literatuur

ingaat. Het negatieve teken voor de leeftijd van de onderneming is daarentegen niet

onverwacht. Deze vaststelling bevestigt vroeger onderzoek (Storey, 1994) waarin gesteld

wordt dat jongere ondernemingen snellere groeiers zijn.

Het is de kritische lezer ongetwijfeld niet ontgaan dat er zich binnen het regressiemodel een

potentieel probleem inzake causaliteit voordoet. De omgekeerde stelling, sneller groeiende

ondernemingen laten zich in hogere mate bijstaan door de adviesverlening van hun externe

accountant, lijkt immers evenzeer plausibel. Uiteraard werden ook vroegere auteurs

geconfronteerd met dit probleem. In een afzonderlijk onderzoek gingen Bennett & Robson

(2000b) daarom na in welke mate de groei van de onderneming de vraag naar

adviesverlening beïnvloedt. Voor wat de externe accountant betreft werd geen statistisch

significant verband gevonden. We dienen er ons desalniettemin bewust van te zijn dat de

geografische context van dit onderzoek verschillend is zodat de verstorende invloed van

causaliteit binnen dit onderzoek niet helemaal uit te sluiten valt.

Page 48: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

37

5. Conclusies De ambitie van deze paper bestond erin een diepgaander inzicht te verwerven in de vraag

vanuit KMO’s naar dienstverlening van de externe accountant en na te gaan of deze een

meetbare meerwaarde met zich meebrengt. Hiertoe werd een vragenlijst uitgestuurd naar

zaakvoerders van KMO’s uit het Nederlandstalig gedeelte van België waarbij werd gepeild

naar de mate waarin zij gebruik maken van de dienstverlening van hun externe accountant.

Een eerste onderzoeksvraag wenste na te gaan in welke mate kenmerken van de

onderneming, de externe accountant of hun onderlinge relatie de vraag naar zowel

traditionele accountingtaken als additionele adviesverlening beïnvloeden. Wat de

karakteristieken van de onderneming betreft werd voor beide soorten dienstverlening

vastgesteld dat ondernemingen uit de dienstensector minder geneigd zijn de externe

accountant in te schakelen. Leeftijd en grootte van de onderneming blijken beiden een

negatieve impact te hebben op de outsourcingintensiteit van traditionele accountingtaken,

conform de bestaande literatuur. Opmerkelijk is echter dat deze vaststelling niet

doorgetrokken mag worden naar de additionele adviesverlening door de externe

accountant. Voor deze categorie van dienstverlening blijkt er geen onderscheid te zijn in

gevraagde hoeveelheid naargelang leeftijd of grootte van de KMO.

De kenmerken van de externe accountant, en zijn/haar kantoor, blijken evenmin een invloed

uit te oefenen op de mate waarin bijstand wordt gevraagd door ondernemingen. Binnen dit

onderzoek werd een tweedeling gemaakt tussen de grotere accountancyspelers (‘Big 6’) en

SMP’s. De resultaten wijzen erop dat accountants uit SMP’s frequenter worden

ingeschakeld, maar deze vaststelling kon niet statistisch hard worden gemaakt.

Tot slot werd ook nagegaan in welke mate de kenmerken van de relatie tussen de

ondernemer en zijn externe accountant de vraag naar dienstverlening bepalen. De duur van

de samenwerking blijkt zowel voor traditionele dienstverlening als adviesverlening een

positieve impact te hebben. Het bestaan van affectieve dan wel calculatieve toewijding is

enkel voor wat adviesverlening betreft een onderscheidende factor. Verrassend is dat niet

enkel affectieve toewijding, maar ook calculatieve toewijding de vraag vergroot.

Page 49: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

38

Binnen de tweede onderzoeksvraag werd nagegaan of de dienstverlening door de externe

accountant de financiële performantie van de KMO beïnvloedt. Het onderzoek rond dit

thema is vooralsnog zeer beperkt en bovendien diffuus in conclusievorming. Het onderzoek

van Bennett & Robson (2000a) vond geen impact voor adviesverlening door de externe

accountant, daar waar Berry et al. (2006) wel een significante invloed vonden door een

opdeling te maken in de verschillende soorten adviesverlening: zowel traditionele

dienstverlening als financieel managementadvies zorgden ervoor dat gebruikers beter

scoorden in omzettoename vergeleken met niet-gebruikers.

Gezien de hoopvolle resultaten van Berry et al. (2006) werd ook binnen dit onderzoek

gebruik gemaakt van een opdeling in verschillende soorten dienstverlening: traditionele

accountingtaken, financieel managementadvies en advies inzake fiscale optimalisatie. Het

meten van de financiële performantie gebeurde door de toename/afname in de brutomarge

van de onderneming te meten over de laatste 3 en 6 jaar.

Het eerste model, dat de impact op korte termijn (3 jaar) meet, vond voor geen van de

soorten dienstverlening een positieve beïnvloeding van de financiële performantie. Het

model op de middellange termijn (6 jaar) bracht duidelijkere resultaten naar voor. KMO’s die

hun accountant inschakelen bij het financieel management van de ondernemingen scoren

significant beter in evolutie van de financiële performantie, net zoals bleek uit het onderzoek

van Berry et al. (2006). Tegengesteld aan deze paper werd echter geen significante invloed

gevonden voor de traditionele dienstverlening van de accountant.

Nieuw is de negatieve invloed van het advies dat werd verleend inzake fiscale optimalisatie

van de onderneming. Hoewel deze niet significant is, biedt ze een interessante aanvulling op

voorgaand onderzoek, dat deze variabele niet in rekening bracht. Het is immers mogelijk dat

deze negatieve invloed in voorgaande onderzoeken de positieve impact van de andere

domeinen van adviesverlening neutraliseerde en daardoor de resultaten vertekende.

Page 50: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

39

Beperkingen - Dit onderzoek kent twee grote beperkingen die de betrouwbaarheid van het

onderzoek in gevaar brengen. Ten eerste dienen we rekening te houden met de tijdspanne

tussen de periode waarover de groei van de onderneming gemeten werd (2003/2006-2009)

en het tijdstip van de bevraging (2011). Gezien binnen dit onderzoek werd aangetoond dat

de vraag naar adviesverlening stijgt met de looptijd van de relatie tussen ondernemer en

accountant, kunnen we veronderstellen dat de mate waarin advies werd verleend

verschillend is over de periode. De assumptie dat adviesverlening gelijk blijft indien de KMO

nog steeds samenwerkt met dezelfde externe accountant wordt hiermee grotendeels

ondergraven. Een tweede belangrijke tekortkoming is dat niet kan worden vastgesteld of

problemen inzake causaliteit de resultaten verstoren. Er kon weliswaar worden aangetoond

dat dit niet het geval is binnen de Britse context (Bennett & Robson, 2000b), maar er bestaat

geen enkele garantie dat deze resultaten zonder meer te veralgemenen zijn naar de

geografische context waarbinnen dit onderzoek plaatsgreep.

Toekomstig onderzoek – Het wegwerken van bovenstaande beperkingen vormt een

interessante insteek voor toekomstig onderzoek en kan de conclusies die binnen dit

onderzoek geformuleerd werden valideren. Allereerst kan een longitudinaal

onderzoeksopzet een verschil in adviesverlening over de bestudeerde periode incalculeren.

De verzamelde data vormen een perfect startpunt om dit onderzoek verder uit te werken.

Als tweede kan ook het probleem van causaliteit ondergraven worden door een onderzoek

identiek aan dat van Bennett & Robson (2000b) uit te voeren binnen de Belgische context.

Daarnaast tonen de resultaten binnen deze paper ook de potentiële meerwaarde aan van

toekomstig onderzoek dat specifieker ingaat op de diverse technieken die gehanteerd

worden in het kader van fiscale optimalisatie en de impact hiervan op de financiële

parameters van de onderneming.

Page 51: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

VIII

Bibliografie Armstrong, J. and Overton, T. (1977), Estimating Non-Response Bias in Mail Surveys, J.

Market Res., Vol. 6, p. 396-402.

Bagchi-Sen, S. and Kuechler, L. (2000), Strategic and Functional Orientation of Small and

Medium Sized Enterprises in Professional Services: an Analysis of Public Accountancy, Service

Industries Journal, Vol. 20, No. 3, p. 117-146.

Bennett, R.J. and Robson, P.J.A. (1999), The Use of External Business Advice by SMEs in

Britain, Entrepreneurship and Regional Development, Vol. 11, No. 2, p. 155-180.

Bennett, R.J. and Robson, P.J.A. (2000a), SME Growth: The Relationship with Business Advice

and External Collaboration, Small Business Economics, Vol. 15, No. 3, p. 193-208.

Bennett, R.J. and Robson, P.J.A. (2000b), The use and impact of business advice by SMEs in

Britain: an empirical assessment using logit and ordered logit models, Applied Economics,

Vol. 32, p. 1675-1688.

Bennett, R.J. and Robson, P.J.A. (2004), The Role of Trust and Contract in The Supply of

Business Advice, Cambridge Journal of Economics, Vol. 28, No. 4, p. 471-488.

Berry, A.J., Sweeting R. and Goto J. (2006), The Effect of Business Advisers on the

Performance of SMEs, Journal of Small Business and Enterprise Development, Vol. 13, No. 1,

p. 33-47.

Blackburn, R., Carey, P. and Tanewski, G.A. (2010), The Role of Trust and Professional Ethics

in the Supply of External Business Advice by Accountants to SMEs, Working Paper, Australian

Centre for Financial Studies – Finsia Banking and Finance Conference 2010.

De Pelsmacker, P. and Van Kenhove, P. (2006), Marktonderzoek: methoden en toepassingen

(tweede editie), Amsterdam: Pearson Education Benelux.

Page 52: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

IX

Doving, E. and Gooderham, P.N. (2008), Dynamic capabilities as antecedents of the scope of

related diversification: the case of small firm accountancy practices, Strategic Management

Journal, Vol. 29, No. 8, p. 841-857.

El-Zayaty, A. (1986), Business Failure Prediction: An Analysis of Type II Prediction Errors,

Doctoraatsverhandeling, City University of New York.

Everaert, P., Rommel, J. & Sarens, G. (2007a), Business advice from accountants: developing

a comprehensive picture for small companies, paper prepared for EAA Annual Conference,

25-27 April 2007, Lisbon.

Everaert, P., Sarens, G. & Rommel, J. (2007b) Sourcing strategy of Belgian SMEs: empirical

evidence for the accounting services, Production, Planning & Control, Vol. 18, No. 18, p. 716-

725.

Geyskens, I., Steenkamp, J.E.M., Scheer, L.K. and Kumar, N. (1996), The effects of trust and

interdependence on relationship commitment: A trans-Atlantic study, International Journal

of research in Marketing, Vol. 13, No. 4, p. 307-317.

Gooderham, P.N., Tobiassen, A., Doving, E. and Nordhaug, O. (2004), Accountants as Sources

of Business Advice for Small Firms, International Small Business Journal, Vol. 22, No. 1, p. 5-

20.

Gounaris, S.P. (2005), Trust and commitment influences on customer retention: insights

from business-to-business services, Journal of Business Research, Vol. 58, No. 2, p. 126-140.

Gujarati, D.N. and Porter, D.C. (2009), Basic Econometrics – Fifth Edition, New York: The

McGraw-Hill Companies, Inc.

Healy, P.M. and Wahlen, J.M. (1999), A Review of the Earnings Management Literature and

its Implications for Standard Setting, Accounting Horizons, Vol. 13, No. 4, p. 365-383.

Page 53: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

X

Holmes, S. and Nicholls, D. (1988), An Analysis of the Use of Accounting Information by

Australian Small Business, Journal of Small Business Management, Vol. 26, No. 2, p. 57-69.

IFAC (2010), The Role of Small And Medium Practices in Providing Business Support to Small-

and Medium- sized Enterprises, Information Paper, International Federation of Accountants,

April.

Johnson, S., Webber, D.J. and Thomas, W. (2007), Which SMEs use External Business Advice?

A Multivariate Sub-regional Study, Environment and Planning A, Vol. 39, No. 8, p. 1981-1997.

Jones, M. (2002), Accounting for Non-Specialists, Chichester: John Wiley and Sons.

Jones, M.A., Mothersbaugh, D.L. and Beatty, S.E. (2000), Switching barriers and repurchase

intentions in services, Journal of Retailing, Vol. 76, No. 2, p. 259-274.

Jones, M.A., Reynolds, K.E., Mothersbaugh, D.L. and Beatty, S.E. (2007), The Positive and

Negative Effects of Switching Costs on Relational Outcomes, Journal of Service Research, Vol.

9, No. 4, p. 335-355.

Kestens K. (2008), Accountants and owner-managers of small firms: exploring the personal

trust relationship, Thesis.

Kirby, D.A. (1986) , ‘The Small Retailer’, in J. Curran et al. (eds.), The Survival of the Small

Firm: The Economics of Survival and Entrepreneurship. Volume 2, Aldershot: Gower.

Kirby, D.A. and King, S.H. (1997), Accountants and Small Firm Development: Filling the

Expectation Gap, The Services Industries Journal, Vol. 17, No. 2, p. 294-304.

KMO-Insider (2010), De toekomst is aan de KMO, URL: <http://www.kmo-

insider.biz/nieuws/artikels/de-toekomst-aan-de-kmo>.

Page 54: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XI

Kumar, N., Scheer, L.K.and Steenkamp, J.E.M. (1995), The Effects of Perceived

Interdependence on Dealers Attitudes, Journal of Marketing Research, Vol. 32, No. 3, p. 348-

356.

Leinicke, L.M. and Fish, G.L. (1990), A Different Approach to Serving Clients, Journal of

Accountancy, Vol. 169, No. 1, p. 53-60.

Low, M.B. and MacMillan, I.C. (1988), Entrepreneurship: Past Research and Future

Challenges, Journal of Management, Vol. 14, No. 2, p. 139-161.

Lussier, R.N. and Pfeifer, S. (2001), A Crossnational Prediction Model for Business Success,

Journal of Small Business Management, Vol. 39, No. 3, p. 228-239.

Marriott, N. and Marriott, P. (2000), Professional Accountants and the Development of a

Management Accounting Service for the Small Firm: Barriers and Possibilities, Management

Accounting Research, Vol. 11, No. 4, p. 475-492.

Minnaert, E. & De Cock, K. (2010), De Accountant als Adviseur, Thesis.

NSZ (2011), Recordaantal faillissementen in 2010 en weinig hoop op beterschap, URL:

<http://www.nsz.be/nl/nieuws/economisch/recordaantal-faillissementen-in-2010-en-

weinig-hoop-op-beterschap/>.

Ooghe, H., Joos, P. & De Bourdeaudhuij, C. (1995), Financial distress models in Belgium: The

result of a decade of empirical research, The International Journal of Accounting, Vol. 30, No.

3, p. 245-274.

Ramsden, M. and Bennett, R.J. (2005), The benefits of external support to SME’s: ‘Hard’

versus ‘soft’ outcomes and satisfaction levels, Journal of Small Business and Enterprise

Development, Vol. 12, No. 2, p. 227-243.

Page 55: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XII

Rothschild, M.L. (1979), Marketing Communications in non-business situations or why it’s so

hard to sell brotherhood like soap, Journal of Marketing, Vol. 43, No. 2, p. 11-20.

Sanchez, R. and Heene, A. (2004), The New Strategic Management: Organization,

Competition and Competence, New York: John Wiley & Sons, Inc.

Schein, E.H. (1997), The concept of client from a process consultation perspective, a guide

for change agents, Journal of Organizational Change Management, Vol. 10, No. 3, p. 202-

216.

Storey, D.J. (1994), Understanding the Small Business Sector, London: Routledge.

Teece, D.J., Pisano, G. and Shuen, A. (1997), Dynamic Capabilities and Strategic

Management, Strategic Management Journal, Vol. 18, No. 7, p. 509-533.

Unizo (2010), Jaarrekening KMO’s binnenkort afgeschaft?, URL:

<http://www.unizo.be/uwzaakleiden/viewobj.jsp?id=440071>.

Vanderwaeren, K. (2010), Accountants en belastingsconsulenten: quo vadis? Over trends in

de financiële sector van de cijferberoepen, Accountancy & Tax, 2010/1.

Wernerfelt, B. (1984), A Resource-Based View of the Firm, Strategic Management Journal,

Vol. 5, No. 2, p. 171-180.

Werr, A., Blomberg, J. and Löwstedt, J. (2009), Gaining external knowledge – boundaries in

managers’ knowledge relations, Journal of Knowledge Management, Vol. 13, No. 6, p. 448-

463.

Young, L. and Denize, S. (1995), A concept of commitment: alternative views of relational

continuity in business service relationships, Journal of Business & Industrial Marketing, Vol.

10, No. 5, p. 22-37.

Page 56: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XIII

Tabellen

Tabel 1: Betrouwbaarheidsmaatstaven voor variabelen gemeten d.m.v. meerdere items

Maatstaven en items Alfa Alfa Bron

Traditionele accountingtaken (8 items) 0,817 0,823 1. Inboeken van aankoopfacturen, verkoopfacturen en financiële transacties

X X 1-8: Gebaseerd op Jones (2002) en

2. Opmaken van een tussentijdse resultatenrekening X X Everaert et al. (2007) 3. Opmaken van een kasplanning X 4. Opmaken van een lijst met openstaande klanten X 5. Afsluiten van de boekhouding X X 6. Opstellen van de jaarrekening X X 7. Opmaken van de Belgische BTW-aangifte X X 8. Opstellen van de aangifte voor de Belgische vennootschapsbelasting

X X

Advies inzake financieel management (7 items) 0,837 0,849 1. Bij het nemen van investeringsbeslissingen vraag ik mijn accountant een uitgebreide kosten-batenanalyse op te maken.

X X 1-6: Aangepaste versie van Doving & Gooderham (2008)

2. Ik beschouw de accountant als de financieel manager van mijn onderneming.

X X

3. De accountant staat de onderneming bij in de periodieke opmaak van een kasplanning.

X X

4. Indien er problemen ontstaan bij het aangaan of hernieuwen van leningen onderhandelt mijn accountant met de bank.

X X

5. Wanneer mijn onderneming een overname plant vraag ik mijn accountant een waardering op te maken.

X X

6. De accountant adviseert mij hoe ik mijn projecten het best financier: met eigen vermogen of vreemd vermogen.

X X

7. De jaarrekening wordt elk jaar besproken in een persoonlijk onderhoud met de accountant.

X 7: Nieuw item

Advies inzake fiscale optimalisatie (3 items) 0,783 1. De accountant zorgt ervoor dat mijn onderneming niet meer belastingen betaalt dan echt noodzakelijk.

X 1-3: Nieuwe items

2. Bij problemen met de belastingdiensten verwijs ik door naar mijn accountant.

X

3. Fiscale optimalisatie is een onderwerp dat besproken wordt met mijn accountant.

X

Page 57: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XIV

Advies inzake juridische aangelegenheden (5 items) 0,737 1. Mijn accountant zorgt ervoor dat ik aan alle vennootschapsrechtelijke vereisten voldoe.

X 1: Aangepaste versie van Doving &

2. Wanneer facturen van klanten onbetaald blijven, vraag ik juridisch advies aan mijn accountant.

X Gooderham (2008) 2-5: Nieuwe items

3. Wanneer de onderneming in aanraking komt met gerechtelijke instanties handelt mijn accountant de zaak af.

X

4. Bij geschillen met werknemers ga ik ten rade bij mijn accountant.

X

5. Pas wanneer de accountant mij niet verder kan helpen neem ik een advocaat in de arm.

X

Advies inzake strategische aangelegenheden (5 items) 0,901 1. De accountant helpt mij te bepalen welke strategie de onderneming zal volgen.

X 1-5: Aangepaste versie van Doving &

2. De accountant staat mij bij in aanwervingen van sleutelfuncties in de onderneming.

X Gooderham (2008)

3. Ik doe beroep op mijn accountant om periodiek mijn onderneming strategisch door te lichten.

X

4. Mijn accountant reikt mij opportuniteiten aan om de onderneming verder te laten groeien.

X

5. De accountant geeft bij gelegenheid zijn/haar mening over de marketingstrategie van de onderneming.

X

Affectieve toewijding (6 items) 0,690 0,745 1. Ik werk graag samen met mijn accountant en dit is belangrijk voor het behouden van de relatie.

X X 1,3,4: Aangepaste versie van Kumar

2. Ik doe graag zaken met mijn accountant omwille van zijn totale inzet.

X X et al. (1995) 2,5,6: Gebaseerd op

3. Ik zou de relatie met mijn accountant niet verbreken, doordat ik het belangrijk acht met deze accountant geassocieerd te worden.

X Kestens (2008)

4. Ik heb een vriendschappelijke band met mijn accountant. X X 5. Ik wil de samenwerking met mijn accountant behouden omdat deze naar wens verloopt.

X X

6. Ik behoud de band met mijn accountant omdat hij volgens mij tot de beste in zijn vak behoort.

X X

Page 58: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XV

Calculatieve toewijding (5 items) 0,839 0,859 1. Ik blijf bij mijn accountant omdat ik mij hiertoe verplicht voel.

X X 1,4: Gebaseerd op Jones et al. (2007)

2. Ik blijf bij mijn accountant omdat er geen waardige alternatieven zijn.

X X 2,3: Aangepaste versie van Gounaris

3. Ik blijf bij mijn accountant omdat de kosten die verbonden zijn aan het veranderen te hoog zijn.

X X et al. (2005)

4. Ik blijf bij mijn accountant omdat ik geen andere keus heb.

X X

5. Ik blijf bij mijn accountant tot ik een andere heb gevonden die beter beantwoordt aan mijn verwachtingen.

X 5: Gebaseerd op Kestens (2008)

Page 59: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XVI

Tabel 2: Descriptieve statistieken

Gem. Med. Min. Max. Stand. Afw.

Δ Financiële performantie (%) Δ Brutomarge 2006-2009 12,56 8,16 -95,53 150,81 34,32 Δ Brutomarge 2003-209 66,15 36,33 -97,00 2745,16 220,44 Δ Winst na belastingen 2006-2009 671,94 -12,61 -3.450 -68.678 5.517 Δ Winst na belastingen 2003-2009 261,84 33,54 -7632 21.050 1.868 Δ FTE 2006-2009 9,61 4,76 -58,67 244,44 30,38 Δ FTE 2003-2009 40,97 15,36 -54,41 1.133 108,10 Traditionele accountingtaken (%) Inboeken van facturen 6,91 0,00 0,00 100,00 23,94 BTW-aangifte 20,11 0,00 0,00 100,00 37,84 Tussentijdse resultatenrekening 25,98 0,00 0,00 100,00 38,88 Afsluiten van de boekhouding 40,30 22,50 0,00 100,00 41,65 Opstellen van de jaarrekening 68,15 100,00 0,00 100,00 39,84 Opstellen aangifte vennootschapsbelasting 77,02 100,00 0,00 100,00 37,76 Traditionele accountingtaken construct 39,74 35,00 0,00 100,00 27,01 Opmaken van een kasplanning (R) 8,23 0,00 0,00 100,00 24,45 Opmaken van lijst met openstaande klanten (R) 3,14 0,00 0,00 100,00 16,46 Additionele adviesverlening (7-punt-Likertschaal) Financieel managementadvies 3,38 3,33 1,00 7,00 1,43 Advies inzake fiscale optimalisatie 5,96 6,00 2,00 7,00 1,02 Advies inzake juridische aangelegenheden 3,24 3,00 1,00 6,50 1,09 Advies inzake strategische aangelegenheden 2,78 2,50 1,00 6,40 1,43 Overige variabelen Affectieve toewijding (7-punt-Likertschaal) 5,30 5,40 1,80 7,00 0,93 Calculatieve toewijding (7-punt-Likertschaal) 2,35 2,00 1,00 6,00 1,06 Duur Samenwerking (aantal jaren) 19,00 18,50 1,00 70,00 11,98 Aantal personeelsleden (aantal FTE) 47,48 35,75 15,00 195,00 33,24 Leeftijd onderneming (aantal jaren) 40,45 34,00 5,00 214,00 27,44 Omzet uit export (5-punt-schaal; interval: 20%) 1,58 1,00 0,00 5,00 1,67

Tabel 3: Nominale variabelen Ja Neen

De onderneming behoort tot de dienstensector (%) 35% 65% Mijn accountant behoort tot de Big 6 (%) (n=101) 22% 88%

Page 60: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XVII

Tabel 4: Vergelijking met Everaert et al. (2007) Everaert et al.

(2007) Defauw (2011)

Inboeken van facturen en financiële transacties

8,4% 6,9%

Opmaken van tussentijdse resultatenrekening 20,9% 26,0%

Afsluiten van de boekhouding 38,6% 40,3%

Opstellen van de jaarrekening 56,3% 68,2%

Opmaken van de Belgische BTW-aangifte 14,6% 20,1%

Opmaken van aangifte vennootschapsbelastingen 71,2% 77,0%

Boekhoudtaken algemeen 35,0% 39,7%

Page 61: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XVIII

Page 62: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XIX

*** significant op het 0.01 level (2-zijdig) ; ** significant op het 0.05 level (2-zijdig) ; * significant op het 0.10 level (2-zijdig)

Tabel 6: Outsourcingintensiteit traditionele accountingtaken AFHANKELIJKE VARIABELE: OUTSOURCINGINTENSITEIT TRADITIONELE ACCOUNTINGTAKEN (%)

Coeff. Beta T-Waarde

Constante

62,502 2,137**

Affectieve Toewijding

3,721 0,124 1,304

Calculatieve Toewijding

-1,324 -0,054 -0,570

LN(Relatieduur)

7,258 0,221 2,344**

LN(Aantal Personeelsleden FTE)

-7,822 -0,172 -1,803*

LN(Leeftijd Onderneming)

-7,663 -0,179 -1,871*

Dienstensector

-13,912 -0,252 -2,701***

Big 6-accountantskantoor

-4,244 -0,065 -0,710

0,218

Adjusted R²

0,159

F-Waarde

3,709***

Page 63: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XX

*** significant op het 0.01 level (2-zijdig) ; ** significant op het 0.05 level (2-zijdig) ; * significant op het 0.10 level (2-zijdig)

Tabel 7: Vraag naar adviesverlening: geaggregeerd AFHANKELIJKE VARIABELE: VRAAG NAAR ADVIESVERLENING (7-punt-Likertschaal)

Coeff. Beta T-Waarde

Constante

1,930 1,961*

Affectieve Toewijding

0,349 0,322 3,638***

Calculatieve Toewijding

0,238 0,271 3,044***

LN(Relatieduur)

0,323 0,273 3,104***

LN(Aantal Personeelsleden FTE)

-0,117 -0,071 -0,801

LN(Leeftijd Onderneming)

-0,210 -0,136 -1,522

Dienstensector

-0,347 -0,174 -2,003**

Big 6-accountantskantoor

-0,210 -0,090 -1,045

0,320

Adjusted R²

0,269

F-Waarde

6,260***

Page 64: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XXI

*** significant op het 0.01 level (2-zijdig) ; ** significant op het 0.05 level (2-zijdig) ; * significant op het 0.10 level (2-zijdig)

Tabel 8: Vraag naar adviesverlening: financieel managementadvies AFHANKELIJKE VARIABELE: VRAAG NAAR FINANCIEEL MANAGEMENTADVIES (7-punt-Likertschaal)

Coeff. Beta T-Waarde

Constante

1,599 0,999

Affectieve Toewijding

0,234 0,144 1,505

Calculatieve Toewijding

0,174 0,130 1,348

LN(Relatieduur)

0,541 0,303 3,18***

LN(Aantal Personeelsleden FTE)

-0,121 -0,049 -0,508

LN(Leeftijd Onderneming)

-0,157 -0,068 -0,699

Dienstensector

-0,736 -0,244 -2,592**

Big 6-accountantskantoor

-0,330 -0,094 -1,007

0,218

Adjusted R²

0,158

F-Waarde

3,627***

Page 65: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XXII

*** significant op het 0.01 level (2-zijdig) ; ** significant op het 0.05 level (2-zijdig) ; * significant op het 0.10 level (2-zijdig)

Tabel 9: Vraag naar adviesverlening: fiscale optimalisatie AFHANKELIJKE VARIABELE: VRAAG NAAR ADVIES INZAKE FISCALE OPTIMALISATIE (7-punt-Likertschaal)

Coeff. Beta T-Waarde

Constante

3,553 3,350***

Affectieve Toewijding

0,365 0,346 3,525***

Calculatieve Toewijding

0,041 0,048 0,483

LN(Relatieduur)

0,142 0,123 1,263

LN(Aantal Personeelsleden FTE)

0,055 0,034 0,348

LN(Leeftijd Onderneming)

0,000 0,000 -0,003

Dienstensector

-0,239 -0,123 -1,280

Big 6-accountantskantoor

-0,204 -0,090 0,349

0,166

Adjusted R²

0,103

F-Waarde

2,645**

Page 66: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XXIII

*** significant op het 0.01 level (2-zijdig) ; ** significant op het 0.05 level (2-zijdig) ; * significant op het 0.10 level (2-zijdig)

Tabel 10: Vraag naar adviesverlening: juridisch advies AFHANKELIJKE VARIABELE: VRAAG NAAR JURIDISCH ADVIES (7-punt-Likertschaal)

Coeff. Beta T-Waarde

Constante

2,989 2,648***

Affectieve Toewijding

0,193 0,168 1,761*

Calculatieve Toewijding

0,330 0,334 3,483***

LN(Relatieduur)

0,216 0,172 1,824*

LN(Aantal Personeelsleden FTE)

-0,197 -0,113 -1,187

LN(Leeftijd Onderneming)

-0,380 -0,233 -2,431**

Dienstensector

-0,171 -0,081 -0,867

Big 6-accountantskantoor

-0,093 -0,037 -0,406

0,226

Adjusted R²

0,167

F-Waarde

3,842***

Page 67: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XXIV

*** significant op het 0.01 level (2-zijdig) ; ** significant op het 0.05 level (2-zijdig) ; * significant op het 0.10 level (2-zijdig)

Tabel 11: Vraag naar adviesverlening: strategisch advies AFHANKELIJKE VARIABELE: VRAAG NAAR STRATEGISCH ADVIES (7-punt-Likertschaal)

Coeff. Beta T-Waarde

Constante

-0,794 -0,497

Affectieve Toewijding

0,624 0,378 4,027***

Calculatieve Toewijding

0,374 0,256 2,731***

LN(Relatieduur)

0,384 0,210 2,272**

LN(Aantal Personeelsleden FTE)

-0,157 -0,062 -0,666

LN(Leeftijd Onderneming)

-0,245 -0,104 -1,100

Dienstensector

-0,328 -0,107 -1,166

Big 6-accountantskantoor

-0,187 -0,052 -0,578

0,268

Adjusted R²

0,212

F-Waarde

4,718***

Page 68: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XXV

Page 69: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XXVI

Page 70: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XXVII

Grafieken

Grafiek 1: Outsourcingstrategie accountingtaken

35%

53%

12%

Everaert et al. (2007)

Total insourcing Selective outsourcing Total outsourcing

28%

64%

8%

Defauw (2011)

Total insourcing Selective outsourcing Total outsourcing

Page 71: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XXVIII

Bijlagen 1. Vragenlijst

Begeleidende mail: Geachte Heer,

Geachte Mevrouw,

In het kader van mijn masterproef voer ik momenteel een onderzoek uit naar de rol van de externe accountant binnen KMO's. De ambitie van dit onderzoek, dat wordt begeleid door professor dr.

Patricia Everaert, is om meer klaarheid te scheppen in de meerwaarde die uit de samenwerking tussen

de onderneming en haar accountant voortvloeit.

Op onderstaande link vindt u een korte vragenlijst, het invullen hiervan duurt slechts een 5-tal minuutjes. Uit deze studie zal afgeleid kunnen worden op welke manier u zelf de relatie met uw

accountant kunt optimaliseren, om er een grotere meerwaarde voor uw onderneming uit te halen. Het

spreekt dan ook voor zich dat u, indien gewenst, na afloop van het onderzoek een samenvatting krijgt met de belangrijkste bevindingen.

Daarnaast maakt u door het invullen van deze bevraging ook kans op het winnen van een Bongo-

restaurantbon ter waarde van 50 euro, als waardering voor uw bereidwillige medewerking. Met deze bon kunt u terecht in meer dan 50 gezellige restaurants over gans België!

Alle antwoorden worden volstrekt anoniem verwerkt en niet voor commerciële doeleinden gebruikt. Alvast van harte bedankt!

V1. Hoe lang, uitgedrukt in jaren, werkt u al samen met uw huidige externe accountant/accountantskantoor? (maak indien nodig een schatting) (V1_DuurSamenwerking)

o Aantal jaren: o Ik maak momenteel geen gebruik van de diensten van een externe accountant.

V2. In deze vragen willen we graag weten in welke mate uw onderneming voor de diverse boekhoudtaken een beroep doet op een interne en/of een externe boekhouder. (V2_Traditioneel) Voorbeeld 1: Uw onderneming boekt alle facturen zelf in. U vult dan in: % door interne boekhouder= 100% % door externe boekhouder= 0% Voorbeeld 2: Uw onderneming boekt alle facturen zelf in, maar de externe boekhouder komt af en toe langs om dit na te kijken en/of correcties aan te brengen. U schat dat ongeveer 80% van het werk intern wordt gedaan en 20% door de externe boekhouder. U vult dan in: % door interne boekhouder= 80% % door externe boekhouder= 20% Voorbeeld 3: Uw externe boekhouder boekt alle facturen voor u in. U vult dan in: % door interne boekhouder= 100% % door externe boekhouder= 100%

Page 72: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XXIX

Hoe schat u de werkverdeling voor volgende boekhoudtaken in? % door

interne % door externe

1. Inboeken van aankoopfacturen, verkoopfacturen en financiële transacties

2. Opmaken van een tussentijdse resultatenrekening

3. Opmaken van een kasplanning

4. Opmaken van een lijst met openstaande klanten

5. Afsluiten van de boekhouding (vb. afschrijvingen, voorraadwijzigingen, leningen, overlopende rekeningen)

6. Opstellen van de jaarrekening (balans, resultatenrekening)

7. Opmaken van de Belgische BTW-aangifte

8. Opstellen van de aangifte voor de Belgische vennootschapsbelasting.

V3. Met welke frequentie werden volgende activiteiten verricht gedurende het laatste jaar?

Maandelijks Drie- Maandelijks

Zes- Maandelijks

Jaarlijks Niet in het laatste jaar

1. Opmaak tussentijdse resultatenrekening

2. Bespreking tussentijdse RR met de accountant

3. Afsluiting van de boekhouding

4. Bespreking jaarrekening met de accountant

V4. Duid voor de volgende stellingen aan in welke mate u er akkoord mee gaat. Indien uw onderneming niet eerder geconfronteerd werd met het specifieke probleem, duid de optie ‘niet van toepassing’ aan. (V4_Financieel) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)

1. Bij het nemen van investeringsbeslissingen vraag ik mijn accountant een uitgebreide kosten-batenanalyse op te maken.

2. Ik beschouw de accountant als de financieel manager van mijn onderneming.

3. De accountant staat de onderneming bij in de periodieke opmaak van een kasplanning.

4. Indien er problemen ontstaan bij het aangaan of hernieuwen van leningen onderhandelt mijn accountant met de bank.

Page 73: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XXX

5. Wanneer mijn onderneming een overname plant vraag ik de accountant een waardering op te maken.

6. De accountant adviseert mij hoe ik mijn projectn het best financier: met eigen vermogen uit de onderneming of vreemd vermogen.

7. De jaarrekening wordt elk jaar besproken in een persoonlijk onderhoud met de accountant.

1= Helemaal niet akkoord; 2= Niet akkoord; 3= Eerder niet akkoord; 4= Noch niet akkoord, noch akkoord; 5= Eerder akkoord; 6= Akkoord; 7= Helemaal akkoord; 8= Niet van toepassing

V5. Duid voor de volgende stellingen aan in welke mate u er akkoord mee gaat. Indien uw onderneming niet eerder geconfronteerd werd met het specifieke probleem, duid de optie ‘niet van toepassing’ aan. (V5_Fiscaal) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)

1. De accountant zorgt ervoor dat mijn onderneming niet meer belastingen betaalt dan echt noodzakelijk.

2. Bij problemen met de belastingdiensten verwijs ik naar mijn accountant.

3. Fiscale optimalisatie is een onderwerp dat besproken wordt met mijn accountant.

1= Helemaal niet akkoord; 2= Niet akkoord; 3= Eerder niet akkoord; 4= Noch niet akkoord, noch akkoord; 5= Eerder akkoord; 6= Akkoord; 7= Helemaal akkoord; 8= Niet van toepassing

V6. Duid voor de volgende stellingen aan in welke mate u er akkoord mee gaat. Indien uw onderneming niet eerder geconfronteerd werd met het specifieke probleem, duid de optie ‘niet van toepassing’ aan. (V6_Juridisch) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)

1. Mijn accountant zorgt ervoor dat ik aan alle vennootschapsrechtelijke vereisten voldoe, zoals het opstellen en wijzigen van de statuten.

2. Wanneer facturen van klanten onbetaald blijven, vraag ik juridisch advies aan mijn accountant.

3. Wanneer de onderneming in aanraking komt met gerechtelijke instanties handelt mijn accountant de zaak verder af.

4. Bij geschillen met werknemers ga ik ten rade bij mijn accountant.

5. Pas wanneer de accountant mij niet verder kan helpen neem ik een advocaat in de arm.

1= Helemaal niet akkoord; 2= Niet akkoord; 3= Eerder niet akkoord; 4= Noch niet akkoord, noch akkoord; 5= Eerder akkoord; 6= Akkoord; 7= Helemaal akkoord; 8= Niet van toepassing

Page 74: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XXXI

V7. Duid voor de volgende stellingen aan in welke mate u er akkoord mee gaat. Indien uw onderneming niet eerder geconfronteerd werd met het specifieke probleem, duid de optie ‘niet van toepassing’ aan. (V7_Strategisch) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)

1. De accountant helpt mij te bepalen welke strategie de onderneming zal volgen.

2. De accountant staat mij bij in aanwervingen van sleutelfuncties binnen de onderneming.

3. Ik doe beroep op mijn accountant om periodiek mijn onderneming strategisch door te lichten.

4. Mijn accountant reikt mij opportuniteiten aan om de onderneming verder te laten groeien.

5. De accountant geeft bij gelegenheid zijn/haar mening over de marketingstrategie van de onderneming.

1= Helemaal niet akkoord; 2= Niet akkoord; 3= Eerder niet akkoord; 4= Noch niet akkoord, noch akkoord; 5= Eerder akkoord; 6= Akkoord; 7= Helemaal akkoord; 8= Niet van toepassing

V8a. Duid aan in welke mate u met de volgende stellingen omtrent de relatie met uw externe accountant al dan niet akkoord gaat. (V8a_Affective) (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)

1. Ik werk graag samen met mijn accountant en dit is belangrijk voor het behouden van de relatie.

2. Ik doe graag zaken met mijn accountant omwille van zijn totale inzet.

3. Zelfs als het mogelijk was zou ik de relatie met mijn accountant niet verbreken, doordat ik het belangrijk acht met deze geassocieerd te worden.

4. Ik heb een vriendschappelijke band met mijn accountant.

5. Ik wil de samenwerking met mijn accountant behouden, omdat deze naar wens verloopt.

6. Ik behoud de band met mijn accountant omdat hij volgens mij tot de beste in zijn vak behoort.

1= Helemaal niet akkoord; 2= Niet akkoord; 3= Eerder niet akkoord; 4= Noch niet akkoord, noch akkoord; 5= Eerder akkoord; 6= Akkoord; 7= Helemaal akkoord; 8= Geen idee

V8b. Duid aan in welke mate u met de volgende stellingen omtrent de relatie met uw externe accountant al dan niet akkoord gaat. (V8a_Calculative)

Page 75: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XXXII

(1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)

1. Ik blijf bij mijn accountant voornamelijk omdat ik mij hiertoe verplicht voel.

2. Ik blijf bij mijn accountant omdat er geen waardige alternatieven zijn.

3. Ik blijf bij mijn accountant omdat de kosten die verbonden zijn aan het veranderen van accountant te hoog zijn.

4. Ik blijf bij mijn accountant omdat ik geen andere keus heb.

5. Ik blijf bij mijn accountant tot ik een andere heb gevonden die beter beantwoordt aan mijn verwachtingen.

1= Helemaal niet akkoord; 2= Niet akkoord; 3= Eerder niet akkoord; 4= Noch niet akkoord, noch akkoord; 5= Eerder akkoord; 6= Akkoord; 7= Helemaal akkoord; 8= Geen idee

V9. In welk jaar werd de onderneming opgericht? (V9_LeeftijdOnderneming) V10. Welk van onderstaande sectoren beschrijft de activiteit van uw onderneming het beste? (V10_Sector)

o Landbouw, jacht, bosbouw en visserij (0) o Industrie(0) o Productie en distributie van elektriciteit, gas en water (0) o Bouwnijverheid (0) o Groot-en kleinhandel (1) o Horeca (1) o Vervoer, opslag en communicatie (1) o Onroerende goederen, verhuur en diensten aan bedrijven (1) o Andere:

0= Nijverheid; 1= Diensten

V11. Welk percentage van de omzet van de onderneming vloeit voort uit export? (V11_Export)

o De onderneming doet niet aan export o 1-20% o 21-40% o 41-60% o 61-80% o 81-100%

V12. Beschikt uw onderneming over een interne (hoofdboekhouder) en of financieel directeur?

o Ja o Neen

Page 76: De rol van de accountant als bedrijfsadviseur en invloed ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/788/597/RUG01... · De relatie tussen de onderneming en haar externe accountant vormt, sinds

XXXIII

V13. Wat is de naam van het accountantskantoor waarvan uw onderneming momenteel klant is? (V13_Big6)

o Naam van het accountantskantoor: o Ik wens deze vraag niet te beantwoorden.

V14. Welke is uw functie binnen de onderneming?

o Bedrijfsleider (1) o (Hoofd)boekhouder/Financieel directeur (2) o Andere (3):

V15. Vink aan:

Ik wens na afloop de conclusies van de studie te ontvangen. Ik wens mee te dingen naar de restaurantbon t.w.v. 50 euro.

Indien u minstens één van bovenstaande opties aanvinkte, vul dan hier het e-mailadres in waarop wij u mogen contacteren: