Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

37
1 VRAGENLIJST – ACCOUNTANT BEKWAAMHEIDSEXAMEN 2015/1 WETGEVING INZAKE DE JAARREKENING 15 PUNTEN Plaats de letter van het juiste antwoord in onderstaande rooster. Vraag 1a 1b 2 3 4 5 6 7 Antwoord Punten 1,5 1,5 2 2 2 2 2 2 Vraag 1 … / 3 punten Een onderneming XYZ verkoopt producten voor klein meubilair. Volgens haar waarderingsregels gebruikt zij de FIFO methode. Zij heeft volgende aankopen en verkopen op één bepaald voorraadartikel verricht tijdens 2013: aankoop op 15 januari 2013 van 1.000 stuks aan 350,00 EUR aankoop op 31 maart 2013 van 500 stuks aan 300,00 EUR verkoop op 31 mei 2013 van 100 stuks aan 480,00 EUR. Er is weinig interesse op de markt voor dit product. Dit artikel heeft op de afsluitingsdatum per 31 december 2013 nog een marktwaarde van 280,00 EUR per artikel. Per 30 april 2014 is de marktwaarde 300,00 EUR. De algemene vergadering van de vennootschap had plaats op 5 mei 2014. a) Voor welke waarde neemt zij dit artikel op in haar voorraad per 31 december 2013? A. 465.000 EUR B. 470.000 EUR C. 392.000 EUR D. 420.000 EUR E. 452.000 EUR b) Welke waarde gaat zij weerhouden op 30 april 2014 indien er geen verdere aan- en verkopen zijn geweest en de marktwaarde dan 455 EUR is? A. 465.000 EUR B. 470.000 EUR C. 392.000 EUR D. 420.000 EUR E. 637.000 EUR

Transcript of Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

Page 1: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

1

VRAGENLIJST – ACCOUNTANT BEKWAAMHEIDSEXAMEN 2015/1

WETGEVING INZAKE DE JAARREKENING

15 PUNTEN

Plaats de letter van het juiste antwoord in onderstaande rooster. Vraag

1a 1b 2 3 4 5 6 7

Antwoord

Punten

1,5 1,5 2 2 2 2 2 2

Vraag 1 … / 3 punten Een onderneming XYZ verkoopt producten voor klein meubilair. Volgens haar waarderingsregels gebruikt zij de FIFO methode. Zij heeft volgende aankopen en verkopen op één bepaald voorraadartikel verricht tijdens 2013:

aankoop op 15 januari 2013 van 1.000 stuks aan 350,00 EUR aankoop op 31 maart 2013 van 500 stuks aan 300,00 EUR verkoop op 31 mei 2013 van 100 stuks aan 480,00 EUR.

Er is weinig interesse op de markt voor dit product. Dit artikel heeft op de afsluitingsdatum per 31 december 2013 nog een marktwaarde van 280,00 EUR per artikel. Per 30 april 2014 is de marktwaarde 300,00 EUR. De algemene vergadering van de vennootschap had plaats op 5 mei 2014.

a) Voor welke waarde neemt zij dit artikel op in haar voorraad per 31 december 2013?

A. 465.000 EUR B. 470.000 EUR C. 392.000 EUR D. 420.000 EUR E. 452.000 EUR

b) Welke waarde gaat zij weerhouden op 30 april 2014 indien er geen verdere aan- en

verkopen zijn geweest en de marktwaarde dan 455 EUR is?

A. 465.000 EUR B. 470.000 EUR C. 392.000 EUR D. 420.000 EUR E. 637.000 EUR

Page 2: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

Vraag 2 … / 2 punten Een werknemer, de heer Janssens van de vennootschap XYZ, heeft zijn ontslag gekregen van de vennootschap op 5 december 2013, zodat hij op 1 maart 2014 van het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (oude brugpensioenstelsel) kan genieten. Vanaf 1 maart 2014 betaalt de vennootschap 2.000 EUR bruto per maand. Hoe wordt dit stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag verwerkt in de boekhouding?

A. De vennootschap neemt de maandelijkse kosten op in de resultatenrekening op het

moment dat zij zich voordoen. B. Op 05/12/2013 berekent de vennootschap een voorziening voor de toekomstige

kosten, rekening houdend met het geslacht en de leeftijd van de werknemer. De kosten van het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag komen vanaf maart 2014 in de resultatenrekening. Een gedeelte van de voorziening wordt jaarlijks teruggenomen.

C. Op 01/03/2014 berekent de vennootschap een voorziening voor de toekomstige kosten, rekening houdend met het geslacht en de leeftijd van de werknemer.

D. Op 05/12/2013 berekent de vennootschap een voorziening voor de toekomstige kosten, rekening houdend met het geslacht en de leeftijd van de werknemer. De kosten van het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag worden vanaf maart 2014 in mindering gebracht van de voorziening.

E. Op 01/03/2014 berekent de vennootschap een voorziening voor de toekomstige kosten, rekening houdend met het geslacht en de leeftijd van de werknemer. Op het moment van het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van de werknemer wordt de voorziening teruggenomen.

Vraag 3 … / 2 punten Een vennootschap XYZ heeft een machine verkocht aan een klant voor een bedrag van 121.000,00 EUR inclusief 21% BTW op 1 juli 2012. De betaling hiervan diende slechts na drie jaar te gebeuren. Er werd hiervoor een rente gevraagd van 8%, zesmaandelijks te betalen. In de boekhouding werd de openstaande vordering verwerkt op de rekening 290000 “Handelsdebiteuren op meer dan één jaar”. Op 15/07/2013 verneemt vennootschap XYZ echter dat de inning van het resterende gedeelte van haar vordering onzeker wordt, na een probleem met de inning van de verschuldigde rente. De klant heeft serieuze financiële moeilijkheden en heeft het faillissement aangevraagd. Wat zal de onderneming met de vordering op meer dan één jaar in haar boekhouding doen?

A. De vennootschap boekt een waardevermindering op de vordering. B. De vennootschap berekent de nog verschuldigde rente tot het einde van de drie jaar. Zij

boekt tevens een waardevermindering voor de vordering. C. De vennootschap berekent de nog verschuldigde rente tot het einde van de drie jaar. Zij

boekt tevens een waardevermindering voor de vordering en de rente. D. De vordering dient overgeboekt te worden naar vorderingen op korte termijn. Zij zal ook de

nog verschuldigde rente die nog niet tot uiting was gebracht dienen uit te drukken. Zij boekt een waardevermindering voor de vordering en de rente.

E. De vennootschap berekent de nog verschuldigde rente tot het einde van de drie jaar. Zij boekt tevens een waardevermindering voor de vordering en de rente. Zij vermeldt in haar jaarrekening dat de inning onzeker is.

Page 3: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

Vraag 4 … / 2 punten In de boekhouding van de vennootschap van uw cliënt werd onder de rubriek “499 – wachtrekening” een bedrag van 125.000,00 EUR opgenomen, met de vermelding “intercalaire interesten per 31/08/2014 op het investeringskrediet 15-237584-22”. Welke van onderstaande instructies moet u aan de boekhouder geven om dit bedrag correct op te nemen?  

A. De intercalaire interesten mogen enkel onder de rubriek 65 worden opgenomen. B. De intercalaire interesten moeten op het actief van de balans worden geboekt. C. De intercalaire interesten mogen onvoorwaardelijk op het actief van de balans worden

geboekt. D. De intercalaire interesten mogen, onder bepaalde voorwaarden, op het actief van de balans

worden geboekt.

Vraag 5 … / 2 punten Een vennootschap consulteert u omdat zij van plan is te investeren in een nieuw productieapparaat. De kosten van de investering bedragen 80.000 EUR. De vennootschap zou een subsidie van 12.800 EUR kunnen verkrijgen. Die subsidie zou betaald worden in twee stortingen van respectievelijk 40% en 60%, in functie van het investeringsritme. De vennootschap vraagt uw advies over de boekhoudkundige verwerking van de subsidie:

 

A. Elke ontvangen betaling zal rechtstreeks geboekt worden op rekening 753 “Kapitaal- en interestsubsidies”.

B. Elke ontvangen betaling zal gelijktijdig geboekt worden op rekening 15 “Kapitaalsubsidies” en op rekening 1680 “Uitgestelde belastingen op kapitaalsubsidies” en zal daarop behouden blijven zolang het nieuwe productieapparaat niet is gerealiseerd.

C. De subsidie zal, bij ontvangst van het bericht tot bevestiging van de toekenning van de subsidie, ineens geboekt worden op rekening 753 “Kapitaal- en interestsubsidies”.

D. De subsidie zal, vanaf de ontvangst van het bericht tot bevestiging van de toekenning van de subsidie, ineens geboekt worden op rekening 15 “Kapitaalsubsidies” en zal in resultaat worden genomen volgens het afschrijvingsritme van het geïnvesteerde goed.

E. De subsidie zal, vanaf de creditering ervan op de bankrekening, ineens geboekt worden op rekening 15 “Kapitaalsubsidies” en zal in resultaat worden genomen volgens het afschrijvingsritme van het geïnvesteerde goed.  

Vraag 6 … / 2 punten  

De vennootschap “Koffie van het Noorden” heeft beslist om haar afdeling “Fabricatie van Koffiemolens” te herstructureren. De gemaakte kosten zijn de volgende:

Ontmanteling van de bestaande productielijn: 150.000 EUR Elektronische automatisatie van de nieuwe productielijn: 300.000 EUR Kosten i.v.m. technische werkloosheid van het fabriekspersoneel: 250.000 EUR

Page 4: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

Aan de hand van welke tegenboeking kunnen deze uitgaven naar het actief van de balans worden overgeboekt?

A. De activering kan tot uiting worden gebracht door het crediteren van de rekeningen 61-62, die werden gebruikt voor de in resultaatneming van de uitgaven.

B. De activering moet tot uiting worden gebracht door het crediteren van de rekeningen 61-62, die werden gebruikt om de uitgaven in kosten te nemen.

C. De activering moet tot uiting worden gebracht door het crediteren van de rekening 649 of 669.

D. De activering kan tot uiting worden gebracht door het crediteren van de rekening 649 of 669. E. De activering kan, naar keuze, tot uiting worden gebracht door het crediteren van de

rekeningen 61-62, die werden gebruikt voor de in resultaatneming van de uitgaven, of door het crediteren van de rekening 649 of 669.

Vraag 7 … / 2 punten Bij de vereffening van een bvba wordt een voorschot op het uiteindelijk te verdelen bedrag uitgekeerd. Welke van de onderstaande voorstellen geeft de juiste boekhoudkundige verwerking weer?

A. Het voorschot wordt geboekt op het debet van rekening 100. B. Het voorschot wordt geboekt op het credit van rekening 19. C. Het voorschot wordt geboekt op het debet van rekening 416 Diverse vorderingen. D. Het voorschot wordt geboekt op het credit van rekening 101. E. Het voorschot wordt geboekt op het debet van rekening 19. F. Het voorschot wordt geboekt op het debet van de rekening zaakvoerder – 48.

Page 5: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

ANALYSE EN KRITISCHE BEOORDELING VAN DE

JAARREKENING - CONSOLIDATIE

25 PUNTEN

Bijlage: Balans

Vraag 1 … / 8 punten In bijlage vindt U de balans na winstverdeling en de resultatenrekening van een cliënt. Kruis het juiste antwoord aan voor de ratio’s van het BOEKJAAR. Uit de toelichting tot de jaarrekening blijkt o.a. dat :

1. Er tijdens het boekjaar investeringen in materiële vaste activa werden gedaan voor

452 835 EUR;

2. Er exploitatiesubsidies werden aangerekend op de resultatenrekening voor 1 288 EUR;

3. Er intrestsubsidies werden aangerekend op de resultatenrekening voor een bedrag

van 14 214 EUR;

4. Er geen disconto ten laste van de onderneming bij de verhandeling van vorderingen

geboekt werd;

5. Er gemiddeld 38,20 werknemers (voltijds equivalent) tewerkgesteld waren;

6. Er een voorziening voor pensioenen werd teruggenomen voor een bedrag van

1 665 EUR;

7. De te bestemmen winst van het boekjaar integraal gereserveerd werd.

Antwoorden Plaats de letter van het juiste antwoord in onderstaande rooster. Vraag

a b c d

Antwoord

Punten

2 2 2 2

a) Brutoverkoopmarge

A. (1 479 283 + 425 554 + 804) x 100 / (8 034 747 + 344 153) = 22,74 B. (1 417 747 + 425 554 + 804) x 100 / (8 365 788 - 1 600 244) = 27,26 C. (1 479 283 + 425 554 + 804 – 1 665) x 100 / (8 034 747 + 344 153 – 1 288) = 22,73 D. (968 829 + 425 554 + 804 – 1 665) x 100 / (8 365 788 – 1 288) = 16,66

b) Personeelskosten ten opzichte van toegevoegde waarde

A. (1 600 244 – 1 665) X 100 / (8 365 788 - 1 288 – 3 457 309 – 1 398 278) = 45,56 B. 1 600 244 x 100 / (8 365 788 – 3 457 309 – 1 398 278) = 45,59 C. 1 600 244 x 100 / 1 479 283 = 108,18 D. (1 600 244 – 1 665) x 100 / (8 034 747 – 13 112 - 3 457 309 – 1 398 278 – 1 288) =

50,51

Page 6: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

c) Nettorentabiliteit van het eigen vermogen na belastingen

A. 968 829 x 100 / 10 274 463 = 9,43 B. 968 829 x 100 / 8 177 941 = 11,85 C. 1 417 747 x 100 / 10 274 463 = 13,80 D. 1 479 283 x 100 / 8 177 941 = 18,09

d) Rotatie van de voorraad handelsgoederen, grond- en hulpstoffen

A. 3 444 161 / 530 373 = 6,49 B. 3 457 309 / 530 373 = 6,52 C. 3 457 309 / 1 344 750 = 2,57 D. 3 444 161 / 1 344 750 = 2,56

Vraag 2 … / 5 punten  

Omschrijf de volgende begrippen :

a) Intrinsieke waarde

Antwoord … / 1 punt

b) Fractiewaarde

Antwoord … / 1 punt

c) Netto rendabiliteit van de bedrijfsactiva 

Antwoord … / 1 punt

d) Algemene schuldgraad

Antwoord … / 1 punt

e) Operationele cash flow voor belastingen

Antwoord … / 1 punt

Vraag 3 … / 6 punten  

Welke van de onderstaande elementen neemt U op in de berekening “behoefte aan werkkapitaal (of bedrijfskapitaal)”? Duid bij elke code “ja of nee” aan. Bij elk foutief antwoord of ontbrekend antwoord, wordt er één punt afgetrokken.

Page 7: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

Antwoord … / punten

Code Ja Neen Materiële vaste activa 22/27 Financiële vaste activa 28 Vorderingen op meer dan één jaar 29 Voorraden 30/36 Bestellingen in uitvoering 37 Handelsvorderingen 40 Overige vorderingen 41 Geldbeleggingen 50/53 Liquide middelen 54/58 Overlopende rekeningen van het actief 490/1 Eigen vermogen 10/15 Voorzieningen en uitgestelde belastingen 16 Schulden op meer dan één jaar 17 Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen

42

Financiële schulden 43 Handelsschulden 44 Ontvangen vooruitbetalingen 46 Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten

45

Overige schulden 47/48 Overlopende rekeningen van het passief 492/3     

Vraag 4 … / 6 punten  

a) Wat is een positief consolidatieverschil ?

 

Antwoord … / 2 punten  

b) Geef de vier voornaamste oorzaken van positieve consolidatieverschillen ?

Antwoord … / 4 punten

Page 8: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

INTERNE CONTROLE

25 PUNTEN

Vraag 1 … / 12 punten De controleactiviteiten kunnen op verschillende wijzen worden ingedeeld. Verklaar de volgende begrippen en geef van iedere controleactiviteit een voorbeeld.

a) Accountingcontrole en administratieve contrôle.

Antwoord … / 6 punten

b) Preventieve en repressieve controle.

Antwoord … / 6 punten

Vraag 2 … / 8 punten De verantwoordelijke van de interne audit zal een aantal controletechnieken aanwenden om voldoende bewijsmateriaal te verzamelen over de toepassing en effectiviteit van de interne controle maatregelen.

Geef vier controletechnieken die door de interne controleur kunnen toegepast worden op de goederen in het magazijn.

Antwoord  

Vraag 3 … / 5 punten In onderstaand schema worden een aantal doelstellingen weergegeven die bij de operationele audit van de verkoopcyclus van belang zijn. Duid bij elke doelstelling aan of het gaat om een financieel, en/of operationeel en/of conformiteitsaspect .

Antwoord

Doelstelling Financieel Operationeel ConformiteitOpstellen van een marketingstrategie Behoud mogelijkheid tot tijdige levering tegen de laagst mogelijke distributiekost

Opvolging van marktbehoeften, introductie nieuwe producten en stopzetting van bestaande producten

Enkel toegestane verkooporders worden verwerkt

Alle verzonden goederen worden in de juiste periode correct gefactureerd

Page 9: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

ACCOUNTANTSONDERZOEK

25 PUNTEN

Vraag 1 … / 2 punten Tijdens een controleopdracht bij een middelgrote onderneming, zonder commissaris en in het kader van een contractueel beperkt nazicht stelt de externe accountant een aantal verbeteringen (adjustments) voor.

a) Wanneer deze adjustments talrijk en substantieel zijn in bedrag, zou dit een probleem kunnen veroorzaken in het bijzonder op het vlak van deontologische regels?

Antwoord … / 0,5 punt

Ja Neen

b) Verklaar bondig.

Antwoord … / 1,5 punten 

Vraag 2 … / 4 punten Een eerste stap bij het auditwerk is de aanvaardingsprocedure van de opdracht. Geef twee voorbeelden van situaties bij deze procedure, waarbij we het dossier mogelijks niet kunnen aanvaarden.  

Antwoord  

Vraag 3 … / 6 punten Tijdens de werkzaamheden aan een controleverslag ivm een omzetting stelt de aangestelde accountant vast dat op het actief een debet lopende rekening op naam van de overleden vader van de zaakvoerders-aandeelhouders voorkomt.

a) Geef twee (2) controledoelstellingen die op dergelijk actief worden toegepast?

 

b) Geef kort weer voor elk van deze twee (2) controledoelstellingen welke techniek of methodiek je toepast?

 

Vul uw antwoorden in op volgend schema.

Antwoord

Controledoelstelling Techniek of methodiek

Page 10: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

Debet lopende rekening

1.

2.

1.

2.

 

Vraag 4 … / 8 punten Het is 23 januari 2015 en de onderneming heeft haar boekhouding afgesloten op 30 september 2014 conform haar statuten. Op 1 oktober 2014 heeft u als controlerende accountant de voorraadtelling gevolgd en u ermee akkoord verklaard. Het betreft hier een Belgisch bedrijf dat in handen is van een Franse groep. Het bedrijf is gespecialiseerd in hoogtechnologische gasleidingen. We berekenen een materialiteit van 100.000 EUR op de resultatenrekening en 70.000 EUR op de balansposten. Het risicoprofiel is laag gezien er een goede interne controle is voor wat de aankopen, financiële verrichtingen en verkopen betreft.   

a) De telling van de voorraad (30/09/2014) hebben we fysiek kunnen meemaken en deze hoeveelheidstelling was in orde. Welke controle gaan we nu (23/01/2015) nog doen op de voorraad ? Geef twee controledoelstellingen met telkens een voorbeeld van de techniek die je gaat toepassen.

Antwoord … / 6 punten  Vul uw antwoorden in op volgend schema.

Controledoelstelling Techniek 1.

2.

1.

2.

 

Page 11: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

b) Bij nazicht van de handelsvorderingen (onder toepassing van 21% BTW) wordt een

confirmatie bekomen van een klant voor 121.000,00 EUR, daar waar de vordering in de boekhouding op 217.800,00 EUR staat. Bij de confirmatie zit een ontvangstbon afgetekend op 29/09/2014 door de klant en de chauffeur die de levering heeft gedaan. Op deze ontvangstbon staat de vermelding dat er voor 80.000,00 EUR (excl btw) aan fout geleverde goederen terug zijn meegenomen.

Welke actie onderneem je als controlerende accountant:

Kies één van de drie mogelijkheden:

Antwoord … / 1 punt 

of je stelt een correctieboeking voor (geef dan de boeking)

of je maakt een voorbehoud (motiveer)

of vraag je de correctie te boeken in de heropening van volgend boekjaar (geef dan de boeking).

  Verklaar bondig.

 

Antwoord … / 1 punt

Vraag 5 … / 5 punten Geef de werkwijze tijdens een externe controle om tot de confirmatie van een representatief aantal leverancierssaldi te komen.

a) Wat is representatief?

Antwoord … / 1 punt

b) Hoe doe je de steekproef?

Antwoord … / 1 punt

c) Hoe gebeurt de verzending van de confirmatiebrieven?

Antwoord … / 1 punt

d) Wie ontvangt de antwoorden?

Antwoord … / 1 punt

e) Wat bij niet ontvangst van antwoorden?

Antwoord … / 1 punt

Page 12: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

VENNOOTSCHAPSRECHT

20 PUNTEN

Antwoorden Plaats de letter van het juiste antwoord in onderstaande rooster. Vraag

1 2 3 4 5

Antwoord

Punten

4 4 4 4 4

Vraag 1 … / 4 punten De heer DUPONT, zaakvoerder en hoofdaandeelhouder van de S-bvba “LA POINTE” komt u op zaterdag 11 april 2015 om advies vragen. De vennootschap werd opgericht in december 2009. Hij legt u de jaarrekening per 31 december 2014 voor. Die ziet er als volgt uit: Activa Materiële vaste activa Handelsvorderingen Liquide middelen

3 000,00

20 000,00

1 000,00

Passiva Kapitaal Overgedragen verlies Schulden op minder dan een jaar

6 000,00

- 4 000,00

22 000,00

Totaal activa 24 000,00 Totaal passiva 24 000,00 Kosten Handelsgoederen Diensten en diverse goederen Lonen Afschrijvingen Overige bedrijfskosten Financiële kosten Uitzonderlijke kosten Belastingen Winst van het boekjaar

150 000,0048 000,00

0,00250,00650,00

1 000,00

0,00

0,00

650,00

Opbrengsten Verkopen Overige bedrijfsopbrengsten Financiële opbrengsten Uitzonderlijke opbrengsten

200 000,00250,00

300,00

0,00

Totaal kosten 200 550,00 Totaal opbrengsten 200 550,00 Wat kunt u dhr. DUPONT, op basis van deze gegevens, adviseren:

Page 13: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

A. De toestand lijkt in orde. Er zijn geen bijkomende formaliteiten te vervullen.

B. Dat hij er goed zou aan doen om de algemene vergadering bijeen te roepen om te

beslissen over de eventuele ontbinding en om eventueel andere maatregelen te nemen. En dit vóór 11 juni 2015.

C. Dat hij verplicht is om het kapitaal te volstorten om het onmiddellijk op het vereiste minimum van 6.200,00 EUR te brengen.

D. Dat hij verplicht is om het kapitaal te volstorten om het onmiddellijk op het vereiste minimum van 18.550,00 EUR te brengen.

E. Dat hij er goed zou aan doen om de algemene vergadering bijeen te roepen om te

beslissen over de eventuele ontbinding en om eventueel andere maatregelen te nemen. En dit vóór 31 juli 2015.

Vraag 2 … / 4 punten

U hebt de balans opgemaakt voor uw cliënt waarbij het eigen vermogen van de bvba als volgt is samengesteld: Geplaatst Kapitaal: 18.550,00 EUR Wettelijke reserve: 1.855,00 EUR Overgedragen winst: 15.000,00 EUR De zaakvoerder van de bvba wenst de vennootschap om te zetten in een nv. Hij meldt u dat hij over een rekening-courant met een creditstand van 50.000,00 EUR beschikt, die in de boekhouding onder post 48 “andere schulden” werd opgenomen. Dit bedrag werd gestort in 2010 wegens tijdelijke liquiditeitsproblemen van de vennootschap.

U deelt bijgevolg aan uw cliënt mee dat de omzetting, in de huidige stand van zaken, niet mogelijk is.

Uw cliënt heeft zich ook elders geïnformeerd en meent dat het toch mogelijk moet zijn om de omzetting door te voeren.

A. Een kapitaalverhoging doorvoeren in geld bij een notariële akte waarbij ook de rechtsvorm wordt gewijzigd.

B. Een deel van de rekening-courant als kapitaalverhoging opnemen mits een verslag van de accountant.

C. De accountant kan de gehele opdracht op zich nemen om deze omzetting mogelijk te maken en door te voeren.

D. Met het oog op de akte tot verhoging van het kapitaal heeft de notaris enkel een boekhoudkundige staat die maximum drie maanden oud is en een controleverslag nodig; er zijn geen andere stukken noch formaliteiten vereist.

E. Bij de omzetting van bvba naar nv bedraagt het minimum geplaatst kapitaal wel degelijk 61.500 EUR, maar het mag volgestort worden tot beloop van slechts 1/3.

Vraag 3 … / 4 punten Met het oog op de voorbereiding van de Algemene Vergadering van 15 mei biedt de zaakvoerder van de bvba De Toekomst (die tevens 55% van de aandelen bezit) zich op 25 januari 2014 in uw kantoor aan en overhandigt u de financiële staten van de bvba per 31/12/2013.

Bij nazicht van de gegevens kan het eigen vermogen per 31/12/2013 als volgt worden samengevat:

Geplaatst kapitaal: 18.600,00 EUR

Wettelijke reserve: 1.860,00 EUR

Page 14: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

Beschikbare reserve: 100.000,00 EUR

Overgedragen verlies: -128.830,00 EUR

De zaakvoerder van de bvba vraagt u wat zijn verplichtingen zijn ten aanzien van deze toestand.

Welke opgesomde acties zijn correct:  

A. Een buitengewone algemene vergadering bijeenroepen binnen de maand. B. Niets doen. C. De volgende algemene vergadering afwachten en de invereffeningstelling van de bvba

voorstellen. D. Een bijzondere algemene vergadering bijeenroepen voor 25 maart om te beraadslagen

en te besluiten over de ontbinding van de vennootschap en andere te nemen maatregelen.

E. De vennoten verplichten om het kapitaal van de vennootschap te verhogen door inbrengen in geld.

Vraag 4 … / 4 punten Het bestuursorgaan moet jaarlijks de jaarrekening opstellen.

De raad van bestuur van uw cliënt, de nv “Option for the Future”, die haar rekeningen afsluit op 31/12 van elk jaar, roept de gewone algemene vergadering te laat bijeen en stelt de datum vast op 20/07/2014.

De redenen die de raad van bestuur daarvoor inroept, zijn van velerlei aard en begrijpelijk. De gedelegeerd bestuurder vraagt u, in de uitoefening van uw opdracht van extern accountant, of de laattijdigheid gevolgen teweegbrengt voor hem en/of voor de algemene vergadering van de aandeelhouders.

Welk onderstaand antwoord is juist:  

A. Geen probleem, aangezien de rekeningen toch door de gewone algemene vergadering zullen worden goedgekeurd.

B. De jaarrekening moet binnen zes maanden na afsluiting van het boekjaar ter goedkeuring aan de algemene vergadering worden voorgelegd, zo niet zal de door derden geleden schade, behoudens tegenbewijs, geacht worden voort te vloeien uit dit verzuim.

C. Aangezien de jaarrekening niet afgewerkt was, was het niet mogelijk om de algemene vergadering bijeen te roepen en stelt dit dus geen enkel probleem.

D. De Nationale Bank van België zal een boete opleggen wegens de laattijdige bijeenroeping van de gewone algemene vergadering.

 

Vraag 5 … / 4 punten De heer POULAIN, enig vennoot, zaakvoerder en oprichter van de vennootschap “bvba LE BON” komt u advies vragen in verband met een kapitaalverhoging. De bvba LE BON werd opgericht op 16 november 2013. De vennootschap heeft een kapitaal van 20.000 EUR en hij wenst het met 10.000 EUR te verhogen om het op 30.000 EUR te brengen.

Page 15: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

Om deze kapitaalverhoging te verwezenlijken, wil hij de aandelen inbrengen van de vennootschap “nv CHARTER”, die hij 2 weken eerder heeft verkregen. Die aandelen zijn gewaardeerd op 10.000 EUR en hebben sindsdien geen herwaardering ondergaan. Hij overhandigt u het bijzonder verslag dat het bestuursorgaan heeft opgesteld. Wat adviseert u hem:

A. Dat de verrichting niet kan doorgevoerd worden op basis van de bekomen gegevens.

B. Dat hij noodzakelijk in het bezit moet zijn van een verslag van een bedrijfsrevisor, indien de

vennootschap geen commissaris-revisor heeft. Dit verslag vermeldt de naam van de eigenaar van het goed dat de vennootschap wil verkrijgen, de beschrijving van dit goed, de vergoeding die werkelijk als tegenprestatie voor de verkrijging wordt verstrekt en de toegepaste waarderingsmethoden. Het geeft aan of de waarden waartoe deze waarderingsmethoden leiden, tenminste gelijk zijn aan de als tegenprestatie verstrekte vergoeding.

C. Dat hij in het bezit moet zijn van een attest van de FSMA, met vermelding van de oorsprong

van de eigendom van de aandelen, de waarde op de datum van verkrijging en de evolutie ervan over de 3 voorgaande jaren.

D. Dat hij een verklaring moet opstellen met vermelding van de beschrijving van de inbreng, de

naam van de eigenaar, de waarde en de herkomst van deze waardering en de verstrekte tegenprestatie en een attest dat er zich geen nieuwe omstandigheden hebben voorgedaan ten opzichte van de oorspronkelijke waardering.

E. Dat het door het bestuursorgaan opgesteld bijzonder verslag volstaat en dat hij het aan de

notaris moet bezorgen die de kapitaalverhoging zal vaststellen zoals bepaald bij artikel 75 van het Wetboek van vennootschappen.

Page 16: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

VENNOOTSCHAPSRECHT (BIJZONDERE MANDATEN)

30 PUNTEN

Vraag 1 … / 3 punten Wat is of zijn de doelstelling(en) van de specifieke opdracht van de externe accountant bij de omzetting van een vennootschap ?

Antwoord  

Vraag 2 … / 18 punten  

In de norm inzake de controle bij het voorstel tot ontbinding van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid zoals goedgekeurd door de raad van het IAB staan een aantal uit te voeren werkzaamheden. Geef in de onderstaande gevallen weer wat de norm voorziet in volgende gevallen:

a) Hoe wordt in de staat van activa en passiva het resultaat van de lopende, nog niet afgesloten periode vermeld?

Antwoord … / 3 punten

b) Het bestuursorgaan stelt de staat van activa en passiva enkel op in discontinuïteit.

Wat moet de beroepsbeoefenaar in overweging nemen?

Antwoord … / 3 punten

c) Wat dient er te gebeuren met latente schulden (bv. vergoeding wegens contractbreuk) die niet in de staat van activa en passiva zijn opgenomen?

Antwoord … / 3 punten

d) Wat gebeurt er met de termijn van drie maand indien een bijeenroeping van een tweede algemene vergadering nodig is wegens het niet bereiken van het aanwezigheidsquorum?

Antwoord … / 3 punten

e) Het voorstel tot ontbinding is het gevolg van de toepassing van de alarmbelprocedure. Heeft dit enig gevolg voor de termijnen?

Antwoord … / 3 punten

f) De beroepsbeoefenaar stelt in de loop van zijn controlewerkzaamheden een inbreuk vast op de boekhoudreglementering in verband met de opstelling van de

Page 17: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

boekhoudkundige staat. Wat dient de beroepsbeoefenaar te doen, moet er voorbehoud gemaakt worden of een onthouding?

Antwoord … / 3 punten

 

Vraag 3 … / 9 punten  Een externe accountant krijgt als opdracht het opmaken van een verslag over een boekhoudkundige staat van activa en passiva in het kader van de omzetting van een vennootschap van NV Salami in BVBA Salami. De vennootschap valt onder het Wetboek van Vennootschappen. Het betreft hier een KMO vennootschap dat voornamelijk levensmiddelen invoert uit Italië.

a) De externe accountant moet de volledige identiteit van de leden van het

bestuursorgaan opvragen.

Ja Neen

b) De externe accountant moet in zijn verslag een beoordeling van de administratieve en boekhoudkundige organisatie van de vennootschap vermelden.

Ja Neen

c) De externe accountant hanteert een risico-analyse om te beoordelen waar de zwakke punten van de interne procedure in de onderneming gesitueerd zijn.

Ja Neen

d) De externe accountant moet zijn werkdossier door de raad van bestuur laten ondertekenen.

Ja Neen

e) De externe accountant moet de door het bestuursorgaan opgestelde staat van activa en passiva herwerken tot een nieuwe staat na zijn controlewerkzaamheden, alvorens deze ondertekend aan de notaris over te maken.

Ja Neen

f) De externe accountant moet een bijkomende aansprakelijkheidsverzekering afsluiten om zijn aansprakelijkheid ingevolge zijn verslag in te dekken.

Ja Neen

Page 18: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

g) De externe accountant zal een nazicht doen of de waarderingsregels correct zijn

toegepast.

Ja Neen

h) De externe accountant moet altijd een voorbehoud maken als de klantenconfirmaties

niet werden verstuurd.

Ja Neen

i) De externe accountant moet akkoord hebben van de aandeelhouders alvorens zijn opdracht aan te vangen.

Ja Neen

Page 19: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

PERSONENBELASTING

20 PUNTEN

De vragen hebben betrekking op het aanslagjaar 2014 – inkomsten 2013. Antwoorden Plaats de letter van het juiste antwoord in onderstaande rooster. Vraag

1 2 3 4 5

Antwoord

Punten

4 4 4 4 4

Vraag 1 … / 4 punten

Beroepsverliezen Geef aan welke van onderstaande uitspraken ONJUIST is:

A. Wanneer in een welbepaalde beroepswerkzaamheid, na aftrek van de beroepskosten, een verlies overblijft, wordt dat eerst afgetrokken van de beroepsinkomsten die dezelfde belastingplichtige tijdens hetzelfde belastbare tijdperk uit andere beroepswerkzaamheden heeft verkregen.

B. De aftrek van een beroepsverlies wordt eerst proportioneel toegerekend aan de gezamenlijk belaste beroepsinkomsten en het saldo wordt vervolgens proportioneel verdeeld over de afzonderlijk belaste beroepsinkomsten.

C. Wanneer de positieve beroepsinkomsten van een belastingplichtige ontoereikend zijn om de beroepsverliezen van de huidige en de vorige belastbare tijdperken aan te zuiveren, wordt het saldo toegerekend aan de positieve beroepsinkomsten van de andere echtgenoot, behalve wanneer de echtgenoten gehuwd zijn onder het stelsel van scheiding van goederen.

D. Wanneer alle mogelijkheden om de beroepsverliezen aan te rekenen uitgeput zijn voor een belastbaar tijdperk, wordt het saldo overgedragen naar het volgende jaar en afgetrokken van de positieve beroepsinkomsten van dat jaar.

E. Indien de echtgenoot waaraan een huwelijksquotiënt wordt toegekend al een meewerkinkomen ontvangt dat geheel of volledig opgeslorpt wordt door de aanzuivering van beroepsverliezen, moet het huwelijksquotiënt worden verminderd met de beroepsverliezen die aan het meewerkinkomen werden toegerekend.

Vraag 2 … / 4 punten

Een belastingplichtige is eigenaar van een in het buitenland gelegen onroerend goed. (NB: het betreft geen onroerend goed dat kan beschouwd worden als de enige eigen woning van de belastingplichtige en er bestaat in desbetreffend land geen theoretische huurwaarde). Welke van onderstaande uitspraken is JUIST?

A. Het bedrag dat in de aangifte moet worden vermeld, wordt berekend volgens de

volgende formule: de huurwaarde, verminderd met de buitenlandse belastingen die werkelijk de inkomsten van het goed in kwestie hebben bezwaard. Het aldus bekomen bedrag mag nog verminderd worden met een forfait van 40% dat geacht wordt de verschillende kosten, zoals verzekeringen, herstellingen enz., te dekken.

B. Indien het onroerend goed niet wordt verhuurd, komt de huurwaarde in principe overeen met de gemiddelde jaarlijkse huuropbrengst die het onroerend goed tijdens het vorige

Page 20: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

jaar had kunnen opbrengen, wanneer het verhuurd zou geweest zijn. Deze huurwaarde omvat zowel de eigenlijke huur als de huurvoordelen.

C. Indien het onroerend goed verhuurd is voor beroepsdoeleinden, is het aan te geven bedrag het hoogste van: ofwel de brutohuur, vermeerderd met de huurvoordelen en verminderd met de buitenlandse belastingen die deze goederen hebben bezwaard, ofwel de brutohuur x 2/3 x de revalorisatiecoëfficiënt (4,19 voor het aanslagjaar 2014).

D. Indien het in het buitenland gelegen goed niet door de belastingplichtige werd betrokken, noch door de belastingplichtige werd verhuurd, moet er dus niets vermeld worden in de belastingaangifte.

E. De inkomsten van onroerende goederen gelegen in een land waarmee België geen dubbelbelastingverdrag heeft gesloten, zijn in België belastbaar, maar slechts tot beloop van 50% van het bedrag ervan.

Vraag 3 … / 4 punten

Geef aan welke uitspraak ONJUIST is, met betrekking tot de aftrekbare bestedingen en de uitgaven die recht geven op een belastingvermindering :

A. De kosten voor kinderoppas zijn sinds het aanslagjaar 2013 geen aftrekbare bestedingen meer. Die kosten geven sinds het aanslagjaar 2013 daarentegen recht op een belastingvermindering. Indien die belastingvermindering meer bedraagt dan het bedrag van de verschuldigde belasting, wordt het bedrag in meer omgezet in een terugbetaalbaar belastingkrediet.

B. Wanneer een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd, worden de onderhoudsuitkeringen die door één echtgenoot persoonlijk verschuldigd zijn, bij voorrang aangerekend op het totale netto-inkomen van die echtgenoot en het eventuele saldo wordt op het totale netto-inkomen van de andere echtgenoot aangerekend.

C. De door iedere echtgenoot werkelijk gedane giften worden opgeteld en het totaalbedrag ervan geeft recht op een belastingvermindering van 45 %. De belastingvermindering wordt evenredig omgedeeld in functie van het belastbare inkomen van elk der echtgenoten ten opzichte van de som van het belastbare inkomen van de beide echtgenoten.

D. Een belastingplichtige kan voor hetzelfde tijdperk de vermindering voor pensioensparen niet samen verkrijgen met de vermindering voor verwerving van werkgeversaandelen.

E. Iedere echtgenoot moet het bedrag van zijn betalingen voor de aankoop van dienstencheques vermelden. In geval van een gemeenschappelijke aanslag wordt de belastingvermindering voor dienstencheques evenredig omgedeeld in functie van het belastbaar inkomen van elk der echtgenoten ten opzichte van de som van de belastbare inkomsten van de beide echtgenoten.

Vraag 4 … / 4 punten

Vrijstellingen van economische aard

aftrek voor bijkomend personeel tewerkgesteld in de uitvoer en de integrale kwaliteitszorg

aftrek voor ander bijkomend personeel aftrek voor stage in de onderneming investeringsaftrek

Welke van onderstaande uitspraken is ONJUIST:

Page 21: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

A. Deze vrijstellingen kunnen toegepast worden ongeacht de belastingplichtige een vereenvoudigde dan wel een dubbele boekhouding voert. De aftrek van deze economische vrijstellingen is beperkt tot de resterende winst na aftrek van de beroepskosten (ze kunnen dus geen verlies tot gevolg hebben). Bij gebrek aan toereikende nettowinst is het niet-afgetrokken gedeelte van de drie eerste vrijstellingen van economische aard definitief verloren.

B. De vrijstelling voor ander bijkomend personeel wordt teruggenomen wanneer het totaal gemiddeld personeelsbestand tijdens het volgende jaar daalt. Om een definitief recht op de vrijstelling te verwerven, moet de tewerkstelling dus gedurende 2 jaar behouden blijven: het jaar waarvoor de toekenning wordt toegekend en het volgende jaar. Indien dit niet het geval is, moet de vrijstelling opnieuw in de belastbare winst worden opgenomen. De toegekende vrijstelling wordt echter niet teruggenomen wanneer in het jaar na dat waarin de vrijstelling werd toegekend een loonsverhoging wordt doorgevoerd die een overschrijding tot gevolg heeft van het maximumloon dat toegelaten is om voor de vrijstelling in aanmerking te komen.

C. Vrijstelling voor stage in de onderneming: de netto winst of baten van de werkgever worden vrijgesteld ten belope van 20% (40% vanaf 01/01/2014) van de als beroepskosten afgetrokken bezoldigingen, betaald voor de door de stagiair in het kader van zijn praktische opleiding geleverde prestaties in het jaar waarin de werkgever een stagebonus heeft bekomen.

D. Investeringsaftrek: de vaste activa waarvan het recht van gebruik overgedragen is aan een derde, zijn uit de investeringsaftrek gesloten. De wijze waarop dit recht is overgedragen, is niet van belang (verhuurd of kosteloos). Deze uitsluiting is niet van toepassing wanneer het recht van gebruik is overgedragen aan een andere natuurlijke persoon die deze vaste activa gebruikt om winst of baten te verwezenlijken en dit recht van gebruik, op zijn beurt, niet geheel of ten dele aan een derde overdraagt.

E. Gespreide investeringsaftrek: indien de onderneming op de eerste dag van het belastbare tijdperk waarin de activa zijn aangeschaft of tot stand gebracht minder dan 20 werknemers tewerkstelt, kan zij opteren voor de gespreide investeringsaftrek. Die aftrek wordt berekend door de op de betrokken investering fiscaal aanvaarde afschrijvingen met een bepaald percentage te vermenigvuldigen. Dit percentage is afhankelijk van het kalenderjaar waarin de investering is gedaan en blijft de hele afschrijvingsduur onveranderd, ongeacht het percentage voor de volgende jaren.

Vraag 5 … / 4 punten Geef aan welke van onderstaande uitspraken "ONJUIST" is, met betrekking tot de belasting van de roerende inkomsten:

A. Bij een niet-gereglementeerde spaarrekening moet op de volledige interestopbrengst een roerende voorheffing van 25% worden betaald.

B. De eerste schijf (tot 56.450 EUR) van de inkomsten als auteursrechten, en die kunnen beschouwd worden als roerende inkomsten, is onderworpen aan het tarief van 25%.

C. De aangegeven roerende inkomsten worden, naargelang het geval, ofwel afzonderlijk belast tegen een aanslagvoet die overeenstemt met het tarief van de roerende voorheffing, ofwel met de andere inkomsten samengevoegd, indien dit voor de belastingplichtige voordeliger uitkomt.

D. De ingehouden roerende voorheffing wordt verrekend noch teruggegeven indien de belastingplichtige beroepsinkomsten verkrijgt die bij overeenkomst zijn vrijgesteld en niet in aanmerking komen voor de berekening van de belasting op zijn andere inkomsten.

E. Het aan te geven bedrag is het werkelijk geïnd bedrag, vóór aftrek van de innings- en bewaringskosten, maar na inhouding van de roerende voorheffing en, in voorkomend geval, vóór inhouding van de woonstaatheffing.

Page 22: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

VENNOOTSCHAPSBELASTING

20 PUNTEN

Vraag 1 … / 8 punten

De vennootschap ABC heeft een beleggingsportefeuille. Deze portefeuille was per 31 december 2013 als volgt samengesteld: Benaming Datum

aanschaf Aanschaffings-waarde

Kosten aankoop

Datum verkoop

Verkoop-prijs

Kosten verkoop

Aandelen ING

15/02/2011 10.000 200 30/06/2013 13.000 250

Obligaties X

31/01/2013 100.000 1.000 15/05/2013 120.000 1.200

Aandelen BNP Paribas

31/01/2013 10.000 200 30/06/2013 12.000 200

120.000 1.400 145.000 1.650 Het resultaat van het boekjaar 22.150 EUR is samengesteld uit de verkoop van de beleggingen, de kosten van de aan- en de verkoop: Verkoop beleggingen 25.000, aankoop kosten 1.200, kosten verkoop 1.650. We gaan ervan uit dat er geen andere kosten en opbrengsten zijn. De vennootschap voldoet aan de criteria van artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen. Zij heeft nog een fiscaal overgedragen verlies van 10.000 EUR van het aanslagjaar 2013. Gevraagd:

a) Bepaal het belastbare resultaat voor aanslagjaar 2014. De vennootschap heeft geen recht op notionele intrestaftrek.

Antwoord … / 3 punten b) Geef op welke tarieven van toepassing zijn EN op welk bedrag van het belastbare

resultaat. Kies voor de meest voordelige verdeling. De vennootschap voldoet niet aan de voorwaarden voor verlaagd tarief.

Antwoord … / 5 punten Tarief   Bereken Belastbaar bedrag

Page 23: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

Vraag 2 … / 6 punten Ter info: De vraag heeft betrekking op het aanslagjaar 2014 – inkomsten 2013.

De vennootschap ‘ABC’ realiseert tijdens het belastbaar tijdperk 2013 een in principe fiscale winst (= resultaat in de 1ste bewerking) van 500 000,00 EUR. Volgens de berekeningen zou de vennootschap recht hebben op 480 000,00 EUR DBI-aftrek, 200 000,00 EUR notionele intrestaftrek en 20 000,00 EUR investeringsaftrek. De fiscus bewijst evenwel dat de betreffende vennootschap dat jaar bij een verbonden bedrijf handelsgoederen kocht tegen een prijs, die 50 000,00 EUR beneden de normale marktprijs ligt. Gevraagd :

a) Hoeveel bedraagt de belastbare winst ?

Antwoord … / 3 punten

b) Geef een korte verklaring.

Antwoord … / 3 punten

Vraag 3 … / 6 punten Kan BVBA ‘ABC’ aan de hand van onderstaande gegevens met betrekking tot de bedrijfsleider aanspraak maken op het verminderd basistarief, in de veronderstelling dat alle andere voorwaarden zijn voldaan en het belastbaar resultaat meer bedraagt dan 36 000,00 EUR ? Doe de nodige berekeningen en geef enige commentaar.

De enige bedrijfsleider van deze vennootschap geniet een periodieke bezoldiging die in 2013 24 000,00 EUR bedroeg.

Op de algemene vergadering van 13/04/2014 wordt een tantième toegekend van 10 000,00 EUR.

In 2013 stonden de bedrijfsleider en zijn partner aan de vennootschap een lening toe van 100 000,00 EUR.

De rentevoet van deze lening bedraagt 4% en deze rentevoet moet beschouwd worden als in overeenstemming met de marktrente van dergelijk type van lening. Voor boekjaar 2013 (= kalenderjaar) werd een bedrag van 4 000,00 EUR intrest betaald en geboekt in klasse 65 van de resultatenrekening.

Daarnaast verhuurt deze zaakvoerder zijn privé villa (KI = 2 500,00) aan de BVBA voor 2 000,00 EUR per maand. Het gebouw is in onverdeeldheid (50/50).

Het voordeel van alle aard uit het privégebruik van een personenwagen wordt forfaitair vastgesteld op 2 852,40 EUR (volgens forfaitaire berekeningsformule) voor inkomstenjaar 2013.

De vennootschap heeft echter het bedrag van het voordeel aangerekend aan de bedrijfsleider door dat voordeel te boeken op de rekening-courant van de bedrijfsleider :

416 R/C Bedrijfsleider 2 852,40

@ 743 Diverse bedrijfsopbrengst 2 357,36 451 Verschuldigde btw 495,04

Antwoord … / punten

Page 24: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE

15 PUNTEN

Antwoorden Plaats de letter van het juiste antwoord in onderstaande rooster Vraag

1 2 3 4 5

Antwoord

Punten

4 2 3 3 3

Vraag 1 … / 4 punten Uw cliënt is eigenaar van een woning gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Uw cliënt wenst het appartement te verkopen en vraagt u om hem daarin te adviseren en de meest voordelige formule voor hem aan te raden. Uw cliënt heeft in 2006 de grond aangekocht voor 200.000 EUR (alle kosten inbegrepen). In 2011 is hij gestart met het bouwen van een woning, totale kostprijs 363.000 EUR (300.000 + 63.000 btw). Hij heeft de woning voor het eerst in gebruik genomen op 1 juni 2013. Er is een koper voor de woning (+ grond) die 650.000 EUR wil betalen maar dit bedrag is voor de koper alle kosten (belastingen) inbegrepen. U mag de notariskosten en andere kosten buiten beschouwing houden. Wat is voor uw cliënt de meest voordelige mogelijkheid?

A. De verkoper kan opteren als toevallige btw-belastingplichtige, zodanig dat hij de woning+grond onder het btw-stelsel kan verkopen en de btw op de oprichting in aftrek kan brengen. De winst op deze verkoop voor de cliënt zal het hoogst zijn.

B. Alhoewel de verkoper kan opteren als toevallige btw-belastingplichtige, is het beter om dit niet te doen en om de verkoop (grond+gebouw) onder Registratierecht te laten doorgaan. De winst op de verkoop onder Registratierecht zal voor de cliënt het hoogst zijn.

C. Alhoewel de verkoper kan opteren als toevallige btw-belastingplichtige, is het beter om dit niet te doen en om de verkoop (grond+gebouw) onder Registratierecht te laten doorgaan. De winst op de verkoop onder Registratierecht zal voor de cliënt het hoogst zijn omdat hij ook nog een deel van de vroeger betaalde Registratierechten kan verrekenen.

D. Er is geen mogelijkheid meer om de verkoop onder btw te laten plaats vinden gezien de termijn voor het uitoefenen van de optie voor toevallige btw-belastingplichtige verstreken is.

E. De voordeligste situatie is de verkoop van de grond onder Registratierecht te laten plaatsvinden en de verkoop van de woning onder btw mits het uitoefenen van een optie als toevallige btw-belastingplichtige

Page 25: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

Vraag 2 … / 2 punten Een nieuwe klant komt bij u aankloppen en vraagt om begeleiding bij de opstart, onder meer over zijn btw-statuut. Het gaat om een nieuw op te richten vzw die volgende activiteiten zal ontwikkelen:

Het geven van yogalessen en relaxatieoefeningen voor mensen die kampen met een burn-out.

Het uitbaten van een gezellig café (geen maaltijden of snacks) dat alleen open is tijdens de uren van de lessen en niet toegankelijk is voor mensen van buiten af. In het café wordt uitsluitend niet alcoholische dranken geschonken. De inkomsten uit deze activiteiten zijn heel gering en in elk geval minder dan 10.000 EUR jaaromzet.

De verkoop van boeken over het beoefenen van yoga, geschatte jaaromzet 4.000 EUR.

Wat is het btw-statuut van de vzw?

A. De vzw kan de vrijstelling van artikel 44, §2, 4° WBTW (onderwijs) inroepen, ook voor de bijkomende activiteiten. Ze heeft dan ook het statuut van vrijgestelde belastingplichtige, ze moet geen periodieke btw-aangiften indienen, maar kan ook geen recht op aftrek uitoefenen.

B. De vzw kan geen enkele vrijstelling inroepen, ze is onderworpen aan btw. Ze heeft het statuut van belastingplichtige met recht op aftrek en zal periodieke aangiften moeten indienen.

C. De vzw kan de vrijstelling van artikel 44, §2, 3° WBTW (sport) inroepen, ook voor de bijkomende activiteiten. Ze heeft dan ook het statuut van vrijgestelde belastingplichtige, ze moet geen periodieke btw-aangiften indienen, maar kan ook geen recht op aftrek uitoefenen.

D. Voor de yogalessen kan de vzw de vrijstelling van artikel 44, §2, 3° WBTW (sport) inroepen maar zal voor de bijkomende activiteiten (café en verkoop boeken) btw dienen aan te rekenen. Ze is dus een gemengde belastingplichtige, zal periodieke btw-aangiften indienen en zal gedeeltelijk recht op aftrek kunnen uitoefenen (verhoudingsgetal of werkelijk gebruik).

Vraag 3 … / 3 punten De uitbater van een lokale supermarkt heeft in de rekken regelmatig etenswaren die nog moeilijk verkoopbaar zijn omdat bijvoorbeeld de verpakking licht beschadigd is, of omdat de vervaldatum dichtbij is. In plaats van de producten te verkopen met afslag of te vernietigen gaat hij vanaf nu de producten zelf verbruiken. Moet de winkelier de btw regelen?

A. Neen, eigen verbruik van vervallen producten is toegelaten. B. Ja, hij moet een stuk opmaken aan zichzelf en de btw voldoen op de verkoopprijs van de

producten die hij onttrekt uit zijn voorraad. C. Ja, hij moet een stuk opmaken aan zichzelf en de btw voldoen op een verminderde

waarde, namelijk de aankoopprijs van de goederen op het moment van de onttrekking en rekening houdend met de staat waarin ze zich bevinden.

D. Ja, hij moet de btw die hij oorspronkelijk op de aankoop van de producten heeft afgetrokken terugstorten via een herziening.

E. Neen, dit is geen handeling onder bezwarende titel, want hij betaalt niet voor het onttrekken van de producten.

Page 26: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

Vraag 4 … / 3 punten De interne accountant van een Belgische onderneming rijdt met zijn bedrijfswagen elke maand 2 dagen naar hun filiaal in Parijs om daar de boekhouding van de Franse onderneming af te sluiten en de Franse btw-aangifte te doen. De accountant beschikt over een laptop, een gsm en een leasewagen van zijn Belgische werkgever (met Belgische nummerplaat). Zijn er bepaalde btw-verplichtingen te vervullen door de Belgische onderneming i.v.m. de maandelijkse trip naar Parijs?

A. Ja, het gaat om een overbrenging van goederen van de onderneming naar een andere lidstaat van de EU. De Belgische onderneming moet voor de overbrenging van de wagen, de laptop en de gsm een factuur opmaken aan het Franse filiaal.

B. Ja, het gaat om een overbrenging van eigen goederen van de onderneming naar een andere lidstaat van de EU. De Belgische onderneming moet voor deze overbrenging een “overbrengingsstuk” aan zichzelf opmaken.

C. Ja, het gaat echter om een “niet-overbrenging” van eigen goederen en hiervoor moet geen stuk worden opgemaakt maar wel telkens bij vertrek uit België een inschrijving in het register der niet-overbrengingen. De goederen moeten worden uitgeschreven uit dit register bij de terugkeer ervan naar België.

D. Neen, het gaat wel om een “niet-overbrenging” van eigen goederen en er moet dus geen overbrengingsstuk worden gemaakt en bovendien staat de Administratie toe dat geen inschrijving in het register der niet-overbrengingen moet worden gedaan voor auto’s, computers en gsm’s.

Vraag 5 … / 3 punten Een Belgische onderneming fabrikant van badkameraccessoires verkoopt goederen aan een Nederlandse groothandel (met geldig NL btw-nummer) met leveringsvoorwaarden franco Duitsland. De Nederlandse groothandel heeft de goederen doorverkocht aan een Duitse groothandel (met geldig DE btw-nummer) en vraagt dus aan haar Belgische leverancier om de goederen rechtstreeks naar Duitsland te transporteren naar het magazijn van haar Duitse klant. Wat vermeldt de Belgische onderneming op haar verkoopfactuur ? In welk vak van de btw-aangifte neemt ze deze handeling op (kopie van het btw-aangifteformulier vindt u in bijlage)? Zijn er nog andere verplichtingen te vervullen?

A. Het gaat om een intracommunautaire levering, vrijgesteld van btw. De Belgische onderneming vermeldt op de verkoopfactuur ‘Vrijgestelde intracommunautaire levering artikel 39bis WBTW (of artikel 146 btw Richtlijn 2006/112/EU).’De handeling wordt alleen opgenomen in vak 46 van haar btw-aangifte.

B. Het gaat om een intracommunautaire levering, vrijgesteld van btw. De Belgische onderneming vermeldt op de verkoopfactuur ‘Vrijgestelde intracommunautaire levering artikel 39bis WBTW (of artikel 146 btw Richtlijn 2006/112/EU).’ De handeling wordt opgenomen in vak 46 van haar btw-aangifte en in haar intracommunautaire opgave met het NL btw-nummer van de Nederlandse afnemer en de code L (= levering).

C. Het gaat om een intracommunautaire levering, vrijgesteld van btw. De Belgische onderneming vermeldt op de verkoopfactuur ‘Vrijgestelde intracommunautaire levering artikel 39bis WBTW.’ De handeling wordt opgenomen in vak 46 van haar btw-aangifte en in

Page 27: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

haar intracommunautaire opgave met het DE btw-nummer van de uiteindelijke Duitse afnemer en de code L (=levering).

D. Het gaat om vereenvoudigd driehoeksverkeer, vrijgesteld van btw. De Belgische onderneming vermeldt op de verkoopfactuur ‘Driehoeksverkeer, artikel 25 quinquies WBTW, medecontractant aangeduid als schuldenaar, btw verlegd.” De handeling wordt opgenomen in vak 46 van haar btw-aangifte en in haar intracommunautaire opgave met het DE btw-nummer van de uiteindelijke Duitse afnemer en met vermelding dat het om driehoeksverkeer gaat (code T = triangulaire).

E. Het gaat om een intracommunautaire levering, vrijgesteld van btw. De Belgische onderneming vermeldt op de verkoopfactuur ‘Btw verlegd’. De handeling wordt opgenomen in vak 46 van haar btw-aangifte en in haar intracommunautaire opgave met het NL btw-nummer van de Nederlandse afnemer (geen specifieke code).

Page 28: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

FISCALE PROCEDURE

15 PUNTEN

Antwoorden Plaats de letter van het juiste antwoord in onderstaande rooster. Vraag

1 2 3 4 5

Antwoord

Punten

3 3 3 3 3

Vraag 1 … / 3 punten In een aanslagjaar in de personenbelasting, 5 jaar vóór het huidige aanslagjaar wenst de administratie onderzoekshandelingen te stellen bij uw cliënt. U analyseert :

A. dat kan de administratie zonder beperking. B. dat kan de administratie sowieso niet meer. C. dat kan de administratie mits voorafgaande kennisgeving van de indiciën van fraude aan uw

cliënt. D. dat kan de administratie uitsluitend met het oog op een taxatie tekenen en indiciën.

Vraag 2 … / 3 punten Uw cliënt wordt ingelicht dat de administratie 18 maanden geleden van een buitenlandse belastingadministratie, waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten, inlichtingen kreeg die uitwijzen dat uw cliënt in een aanslagjaar vier jaar voor het huidige geen correcte aangifte in de personenbelasting verrichtte. U analyseert :

A. ja, op basis daarvan kan de administratie nog taxeren omdat er een bijzondere taxatietermijn loopt van 24 maanden te rekenen vanaf de datum waarop de Belgische administratie kennis heeft van de resultaten van de controle of het onderzoek.

B. neen, op basis daarvan kan de administratie niet meer taxeren omdat de bijzondere taxatietermijn loopt van 12 maanden te rekenen vanaf de datum waarop de Belgische administratie kennis heeft van de resultaten van de controle of het onderzoek.

C. neen, dat kan niet meer omdat alle taxatietermijnen verstreken zijn. D. neen, dan kan niet meer omdat de Belgische administratie geen aanslag mag vestigen, nà

het verstrijken van de gewone driejarige of de verlengde zevenjarige aanslagtermijn.

Vraag 3 … / 3 punten De administratie vraagt inzage in de bestelbonnen van uw cliënt die een onderneming voert onder vennootschapsvorm. U analyseert :

Page 29: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

A. de administratie kan deze niet opvragen omdat de bewaringsplicht van de boeken en bescheiden enkel beperkt is tot de wettelijk verplichte boeken en bescheiden, en de bestelbons daar geen deel van uitmaken. Zij moeten dus niet worden voorgelegd.

B. deze maken geen deel uit van de boekhouding en moeten niet worden voorgelegd. C. enkel wanneer zij elektronisch zijn opgesteld, moeten zij worden voorgelegd. D. deze maken deel uit van de boekhouding en moeten worden voorgelegd.

Vraag 4 … / 3 punten De tenuitvoerlegging van een dwangbevel kan slechts worden gestuit door :

A. een bezwaarschrift bij de gewestelijke directie. B. een verzoekschrift, verzet voor de rechtbank van eerste aanleg, fiscale kamer. C. een beroep bij de bevoegde controledienst. D. een voorziening bij de Raad van State.

 

Vraag 5 … / 3 punten  De vraag peilt naar de onderzoekstermijn inzake BTW. U analyseert :

A. Dusdanig bestaan er geen specifieke bepalingen inzake controletermijnen, inzake BTW, daar die gelijklopen met de specifieke verjaringstermijnen.

B. het voorgaande antwoord is fout, want de onderzoekstermijn inzake btw bedraagt altijd 7 jaar.

C. het voorgaande antwoord is fout, want de onderzoekstermijn inzake btw bedraagt altijd 15 jaar.

D. geen van voorgaande antwoorden is juist.

Page 30: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

BEGINSELEN VAN REGISTRATIE- EN

SUCCESSIERECHTEN

10 PUNTEN

Antwoorden Plaats de letter van het juiste antwoord in onderstaande rooster. Vraag

1 2a 2b 2c 3a 3b

Antwoord

Punten

3 1 1 1 2 2

Vraag 1 … / 3 punten Een echtpaar koopt in september 2014 een huis in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tegen de prijs van 255.000 EUR. Kies uit onderstaande lijst welke uitspraak de kopers geen recht geeft op een vermindering van de registratierechten:

A. Het echtpaar verkrijgt de blote (naakte) eigendom van het goed en het vruchtgebruik zal aangekocht worden door de vennootschap waarvan de echtgenoot bedrijfsleider is. Het echtpaar zal het goed bewonen en zal belast worden op een voordeel van alle aard wegens de kosteloze beschikking over een woning.

B. Ten gevolge van een schenking door een oom is de echtgenote reeds eigenaar, in onverdeeldheid met haar broer en haar zus, van een in het Vlaams Gewest gelegen huis.

C. De echtgenote wil haar medische praktijk op het gelijkvloers van het gebouw inrichten (zij zal er haar beroepsactiviteit uitoefenen) en het gezin zal de twee hogere verdiepingen betrekken.

D. Aangezien het gebouw waarop de koop betrekking heeft momenteel verhuurd wordt tegen een uiterst lonende huurprijs (hoger dan de kost van de hypothecaire lening), beslist het echtpaar om de huurder zijn huurcontract tot einddatum te laten uitdoen, met name tot 31 december 2015.

E. Om de duur van de volledige renovatie van hun eigen woning te overbruggen, zullen de ouders van de echtgenote zich ook in deze woning vestigen en wordt deze woning voor tenminste 3 jaar hun domicilie.

Vraag 2 … / 3 punten Mevrouw Martin is overleden op 20 februari 2014. Op de datum van haar overlijden was ze weduwe en haar enige erfgenamen zijn haar 3 kinderen. Mevrouw Martin is overleden in het Waals Gewest, maar haar woonplaats heeft ze steeds in het Vlaams Gewest gehad. In december 2013 had mevrouw Martin een verplichting tot aankoop van 1.000 aandelen van een Belgische vennootschap tegen de prijs van 17.000 EUR ondertekend. Deze transactie was onderworpen aan een opschortende voorwaarde die op de datum van haar overlijden nog niet was vervuld. Na de tussenkomst van een accountant, die zijn opdracht uitvoerde op vraag van de kinderen, werd de opschortende voorwaarde op 9 juli 2014 eindelijk vervuld. Het aan de accountant betaalde ereloon bedraagt 2.420 EUR en de kinderen hebben de aandelen verkocht tegen 22.500 EUR.

Page 31: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

a) Op welke datum moe(s)t de aangifte van nalatenschap worden ingediend?

A. Dinsdag 22 juli 2014 B. Vrijdag 20 juni 2014 C. Woensdag 20 augustus 2014

b) Vermeld het actief en het passief van de nalatenschap – effecten aan te geven in de

aangifte van nalatenschap ingediend binnen de sub a) gestelde termijn:

A. actief = 17.000 EUR – geen passief B. actief = 22.500 EUR - geen passief C. actief = 22.500 EUR – passief = 2.420 EUR D. actief = 0 EUR - geen passief

c) Welke is de uiterste datum voor de betaling van de successierechten?

A. Dinsdag 22 juli 2014 B. Woensdag 20 augustus 2014 C. Maandag 22 september 2014

Vraag 3 … / 4 punten Een echtpaar wil de blote (naakte) eigendom van een onroerend goed aankopen waarvan het vruchtgebruik door de verkoper wordt voorbehouden. De blote eigendom wordt verkregen tegen een prijs van 186.000 EUR. De vruchtgebruiker is 63 jaar oud. De blote eigenaar is 31 jaar oud. De verkoopwaarde van het goed werd geschat op 300.000 EUR.

a) Welke waarde zal in aanmerking moeten worden genomen voor de berekening van de registratierechten?

A. 186.000 EUR B. 16% van 300.000 EUR C. Geen belastbare grondslag, er zal enkel een vast recht verschuldigd zijn D. 4 x 16% van 300.000 EUR E. 300.000 EUR

Enige jaren later staat de vruchtgebruiker zijn vruchtgebruik af aan de blote eigenaar waardoor laatstgenoemde dus de volle eigenaar wordt. Het vruchtgebruik wordt afgestaan tegen de prijs van 250.000 EUR. Op dat tijdstip is de vruchtgebruiker 74 jaar en de blote eigenaar 42 jaar oud. De verkoopwaarde van het goed bedraagt nog steeds 300.000 EUR.

b) Welke waarde moet in aanmerking worden genomen voor de berekening van de registratierechten?

A. 300.000 EUR B. 250.000 EUR C. 436.000 EUR (hetzij 250.000 EUR + de oorspronkelijk betaalde waarde van de blote

eigendom) D. Geen belastbare grondslag, er zal enkel een vast recht verschuldigd zijn E. 300.000 EUR, maar er zal een vermindering van de rechten worden toegepast, tot beloop

van de bij de verkrijging van de blote eigendom betaalde rechten

Page 32: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

BEGINSELEN VAN EUROPEES EN INTERNATIONAAL FISCAAL RECHT

10 PUNTEN

Vraag 1 … / 6 punten Beantwoord de vragen met “waar” of “niet waar” op basis van de beginselen ingeschreven in de “door de OESO ontwikkelde modelovereenkomst naar het inkomen en naar het vermogen”.

a) Een natuurlijke persoon die geen dubbele nationaliteit bezit en die door beide overeenkomstsluitende staten bij een overeenkomst tot vermijding van dubbele belasting als inwoner wordt beschouwd, zal in de staat, waarvan hij de nationaliteit heeft steeds op zijn wereldinkomen worden belast zonder andere criteria in aanmerking te nemen. Deze persoon bezit de nationaliteit van één van beide hiervoor beoogde overeenkomstsluitende staten.

Antwoord … / 1 punt

Waar Niet waar

b) Een pensioen dat door België aan een natuurlijk persoon van Belgische nationaliteit wordt betaald ter zake van een vroegere dienstbetrekking als ambtenaar van een Federale Overheidsdienst zal niet meer in België belastbaar zijn, indien deze natuurlijke persoon inwoner wordt van een land waarmee België een overeenkomst tot voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten.

Antwoord … / 1 punt

Waar Niet waar

c) Een steengroeve is slechts een vaste inrichting, indien de uitbatingsduur ervan 6 maanden overschrijdt.

Antwoord … / 1 punt

Waar Niet waar

d) De overeenkomsten tot voorkoming van dubbele belasting, die volgens de hierboven bedoelde modelovereenkomst afgesloten zijn, gelden voor de successierechten.

Antwoord … / 1 punt

Waar Niet waar

e) Voor een natuurlijke persoon die inwoner is van één van de overeenkomstsluitende staten, zijn de onroerende inkomsten verkregen in de andere staat, uitsluitend belastbaar in die andere staat (met name de bronstaat).

Page 33: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

Antwoord … / 1 punt

Waar Niet waar

f) Als een vaste inrichting van een onderneming, die inwoner is van een andere overeenkomstsluitende staat, een supplement in de inkomstenbelasting wordt opgelegd naar aanleiding van een controle op de verrekenprijzen toegepast op de goederen- of dienstenstromen tussen die vaste inrichting en haar hoofdzetel in de andere overeenkomstsluitende staat, zal er sprake zijn van juridisch dubbele belasting en is dit onvermijdbaar.

Antwoord … / 1 punt

Waar Niet waar

Vraag 2 … / 4 punten De financieel verantwoordelijke van een internationale vereniging zonder winstoogmerk (ivzw) met maatschappelijke zetel in België raadpleegt u, omdat deze ivzw haar activiteiten wil uitbreiden tot andere landen van de Europese Unie. In het kader van deze expansie wil de ivzw naar Belgisch recht een caritatieve vereniging zonder winstoogmerk, die al lang in Spanje gevestigd is en er zeer waardevolle landeigendommen bezit, overnemen. Na de afwikkeling van deze operatie zal de ivzw naar Belgisch recht dus, naast haar hoofdzetel in België, ook over een uitbatingszetel van verrichtingen in Spanje beschikken. Volgens de informatie waarover uw cliënt beschikt met betrekking tot de fiscale gevolgen van deze verrichting in Spanje, zou deze overname aldaar aanleiding geven tot belastingheffing over de meerwaarde op de onroerende goederen in Spanje en wel voor een aanzienlijk bedrag. De financieel verantwoordelijke vraagt u of deze transactie, met toepassing van richtlijn 2009/133/EG van de Raad van 19 oktober 2009 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, gedeeltelijke splitsingen, inbreng van activa, enz., kan uitgevoerd worden met vrijstelling van belasting.

a) Wat antwoordt u hem:

Antwoord … / 2 punten

Ja Neen

b) Gelieve uw antwoord te motiveren door de uitleg die u aan uw cliënt zult verstrekken

weer te geven.

Antwoord … / 2 punten

Page 34: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

JURIDISCHE EN BEROEPSNORMEN MET BETREKKING

TOT DE ACCOUNTANCY, DE BELASTINGCONSULTANCY EN DE ANDERE WETTELIJKE OPDRACHTEN VAN DE ACCOUNTANT EN VAN DE BELASTINGCONSULENT

20 PUNTEN

Vraag 1 …. / 3 punten De accountant en/of belastingconsulent is onderworpen aan de discretieplicht en het beroepsgeheim. Geef hieronder aan of de stellingen juist of fout zijn.

a) In tegenstelling tot het beroepsgeheim is de discretieplicht ook van toepassing op de interne accountants en/of belastingconsulenten.

Antwoord …/ 1 punt

Juist Fout

b) Schending van het beroepsgeheim kan enkel tuchtrechtelijke maatregelen tot gevolg hebben.  

Antwoord …/ 1 punt  

Juist Fout

 

 

c) De accountant en/of de belastingconsulent pleegt een inbreuk tegen de discretieplicht wanneer hij de Raad van het Instituut in kennis zou stellen van vertrouwelijke gegevens van zijn werkgever als alle andere middelen zijn uitgeput.

Antwoord …/ 1 punt

Juist Fout

Vraag 2 …. / 3 punten In de artikelen 27 tot en met 29 van het KB van 1 maart 1998 worden de erelonen van de accountant en/of belastingconsulent behandeld. Geef aan of volgende stellingen juist of fout zijn: a) De accountant en/of belastingconsulent dient met een vast uurloon te werken en mag zijn ereloon dus niet afhankelijk stellen van de aard, het belang, de complexiteit, omvang en reikwijdte van de opdracht.

Antwoord …/ 1 punt  

Juist Fout

Page 35: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

 

b) Mits goedkeuring van de raad mag een accountant en/of belastingconsulent commissies ontvangen voor tussenkomst en transacties van andere partijen met een cliënt.

Antwoord …/ 1 punt  

Juist Fout

 

c) Indien voorzien in de opdrachtbrief kan er een opzegvergoeding voorzien worden indien de cliënt de overeenkomst beëindigd.

Antwoord …/ 1 punt  

Juist Fout

 

Vraag 3 …. / 3 punten

a) Uw klant, een meubelhandel, stelt u de volgende vraag: Hoeveel mag de klant van de meubelhandel in contanten betalen in de volgende gevallen?

Antwoord … / 2 punten

- Een klant koopt een meubel van 2.800 EUR: …………………………………………………..

- Een klant koopt een meubel van 5.800 EUR: ………………………………………………

- Een klant koopt een meubel van 5.800 EUR en betaalt in 2 schijven van 2.900 EUR:

.............................................................................................................................

- Een klant koopt een meubel van 11.000 EUR en betaalt in 2 schijven van 5.500 EUR:

.............................................................................................................................

b) U stelt bij één van uw klanten een overtreding vast van de limiet op toegestane betalingen in contanten.

Moet u als extern belastingconsulent een melding doen aan de CFI in het kader van de preventieve witwaswetgeving ?

Antwoord … / 1 punt

 

Page 36: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

Vraag 4 …. / 3 punten  De heer FIXIT is reeds jaren de externe accountant van de NV TRIAL. De gedelegeerde bestuurder van die vennootschap wenst de vennootschap NV TRIAL te vereffenen en geeft de heer FIXIT de opdracht dit te doen. Geef in onderstaande situaties weer of de stelling of situatie juist of fout is.

 

 a) De heer FIXIT kan dit begeleiden maar mag de controleopdracht op de staat van activa

en passiva niet uitvoeren wegens een verbod gebaseerd op de onafhankelijkheid.

Antwoord …/ 1 punt

Juist Fout

b) Deze controleopdracht kan zowel door een externe accountant, bedrijfsrevisor als door een erkend boekhouder uitgevoerd worden.

Antwoord …/ 1 punt

Juist Fout

 

c) De externe accountant die dergelijke controleopdracht zal uitvoeren moet ook aan de verplichtingen gesteld door de witwaswetgeving voldoen en zorgen voor de identificatie van de bestuurder(s) en de vennootschap.

Antwoord …/ 1 punt  

Juist Fout

 

Vraag 5 …. / 3 punten U bent belastingconsulent, lid van het IAB en ingeschreven op de deellijst van de externe leden van het Instituut. Twee personen uit de streek van Aarlen, die u al jaren kent, associëren zich en richten een vennootschap naar Luxemburgs recht op, die belastingadvies verstrekt in het Groothertogdom Luxemburg en een kantoor met enige medewerkers opent in België. Die personen verklaren u dat zij niet direct zinnens zijn die vennootschap te laten erkennen door het IAB omdat de vennoten eerst willen zien of de activiteiten in België rendabel zijn: ze zijn van plan om later contact op te nemen met het IAB. Het Belgische kantoor van de Luxemburgse vennootschap verstrekt uitsluitend belastingadvies en is wel degelijk voornemens om in haar communicatiebeleid in België de benaming “belastingconsulent” te gebruiken. Beantwoord de twee vragen met “ja” of “nee”. Verklaar uw antwoord. Daar u enige jaren ervaring hebt als belastingconsulent in België, vragen die personen u:

a) in te schrijven op enige aandelen (voor 15% van het kapitaal) van hun vennootschap naar Luxemburgs recht, zonder evenwel betrokken te zijn bij het bestuur van die vennootschap.

Page 37: Modelvragen accountant en/of belastingconsulent 2015/1

Antwoord … / 0,5 punt

Ja Neen

Antwoord … / 1 punt

b) hun bij de opstart te begeleiden door hun, zo nodig, als zelfstandige onderaannemer, bij te staan in moeilijke zaken in België.

Antwoord … / 0,5 punt

Ja Neen

Antwoord … / 1 punt

Vraag 6 …. / 5 punten

In de norm inzake de controle van fusie- en splitsingsverrichtingen van vennootschappen zoals goedgekeurd door de raad van het IAB zijn er drie verplichtingen voor de beroepsbeoefenaar wanneer de door de wet vereiste verslagen in de bij de fusie of splitsing betrokken vennootschappen door verschillende beroepsbeoefenaars moeten opgesteld worden. Geef twee van de drie verplichtingen   

Antwoord *************************************************************************