V4 2136126 izb echo 01 2014

9
Echo Epifanie 2 Op de vlucht 4 Winterblues 5 Levenskunst 10 Er zijn altijd twee kanten 12 Iedereen is iemand 16 Nog winter...

description

ECHO, hulpmiddel voor het missionaire gesprek. Editie januari 2014

Transcript of V4 2136126 izb echo 01 2014

Page 1: V4 2136126 izb echo 01 2014

E c h o

Epifanie 2

Op de vlucht

4

Winterblues

5

Levenskunst

10

Er zijn altijd twee kanten

12

Iedereen is iemand

16

Nog winter...

Page 2: V4 2136126 izb echo 01 2014

32

Het is het jaarlijks terugkerende patroon. De

supermarkten en de bladen verleiden u vanaf

oktober met lekkers (verwen jezelf…) en spreken u

in januari streng toe. De pondjes moeten eraf en de

hand moet op de knip (niet te, want we willen wel

aan u verdienen). Een koude, nuchtere en wat

kale maand. Er valt niks te vieren. We ontdooien

eventjes met Valentijnsdag en dan duurt het toch

tot Koningsdag voor we weer een beetje op

temperatuur zijn.

Maar dat is een misverstand. Het nieuwe jaar heeft

prachtige feesten! We beginnen met Driekoningen.

Kinderen gaan verkleed langs de deuren, als Caspar,

Melchior en Balthasar zingen ze liedjes in ruil voor

snoep. In Duitsland, maar ook elders, staan er drie

letters met krijt op de deur: CMB. Nee, het zijn niet

de letters van hun namen, het is de afkorting van

Christus Mansionem Benedicat. Wat betekent dat?

‘Dat Christus dit huis moge zegenen!’ Mooi toch?

Ik maakte het mee in een Zwitsers dorp. Volwassen

kerels stonden voor de deur te zingen, te bassen

eerder, en schreven daarna met krijt ‘C*M*B*’ en het

jaartal. Daarna pakten ze wel een borrel, want het was

koud.

Het kindje in de kribbe werd na acht dagen besneden,

zoals elk Joods jongetje. Daarna ging het gezin naar

Jeruzalem (ze waren toch in de buurt) om het kind

in de tempel aan de priester te tonen en een offer te

brengen (twee duifjes, want ze hadden het niet breed).

Dit feest wordt op 2 februari in Rooms-katholieke

kerken gevierd.

Dan vlucht het jongetje met zijn ouders naar Egypte,

zijn leven wordt bedreigd.

Een sprong in de tijd: Jezus wordt gedoopt in de rivier

de Jordaan. Hij is dan een jaar of dertig. Ook dat is

feest! Het markeert het begin van zijn optreden in het

openbaar. De evangelisten beschrijven hoe God bij

deze doop openbaarde dat Jezus Zijn geliefde Zoon

was (Matteüs 3:13-17). Van nu af aan gaan mensen

van Hem horen! Hij gaat voor het Rijk van God, voor

gerechtigheid en vrede.

Goed beschouwd is dat toen begonnen en nooit meer

opgehouden.

Johan Timmer

EPIFANIEZo, de kerstboom de deur uit. Al die naalden… het is maar niks. De oliebollen zijn op, het vuurwerk is verstookt. We gaan weer gewoon doen, met een paar schuchtere goede voornemens. Minder roken (liefst er mee ophouden, maar ja…), vroeger naar bed, iets minder drinken, meer sparen, gaan sporten, lijnen, want ja, in december ging het toch mis.

Page 3: V4 2136126 izb echo 01 2014

4

Zodra de wintertijd ingaat, begint voor

mij de ellende. Op tijd wakker worden

is een ramp, ik ben snel geïrriteerd. Diep

van binnen schreeuwt een stemmetje ‘Laat me

met rust!’ Verzet heeft geen zin. Ik moet het

weer afleggen tegen de winterblues. Wat zijn de

feestdagen dan een heerlijke onderbreking! Kaarsjes en andere lichtjes maken

deze sombere dagen tot de meest sfeervolle van het jaar. Hoe graag zou ik dat

warme kerst- en oudjaargevoel de rest van de winter willen vasthouden! Toch

bekruipt me in de nagalmende stilte van nieuwjaarsdag altijd weer een vlaag

van weemoed. Het is uit met de pret. Geen feest meer tot de Paasdagen, en

voorlopig wordt het alleen maar kouder. Brrr! Waar iedereen blij op Facebook

vermeldt dat er drie sneeuwvlokken vallen, zoek ik verwoed naar de ‘vind ik

niet leuk’-knop. Met grote moeite probeer ik het werk van het NS-personeel

te waarderen als ik blauw aangelopen een overvolle en vertraagde trein

binnenstap.

Nee, de winter maakt van mij geen beter mens. En menigeen doet gezellig met

me mee. Dat moet ook de Britse psycholoog Cliff Arnall zijn opgevallen. Hij

bedacht namelijk zelfs een formule die de meest deprimerende dag van het

jaar moet vaststellen, Blue Monday. Variabelen zijn onder andere het weer, de

hoogte van het salaris en het aantal dagen na kerst. Geen idee wat de beste

man beoogde met zijn formule. Mijn winterblues worden er niet erg door

verminderd.

Toch heb ik dit jaar besloten van vijand winter een goede vriend te maken. ‘If

you can’t beat them, join them’, zeggen ze toch? Daarom heb ik een checklist

opgesteld, mijn formule tegen de meest depressieve dagen van het jaar:

kaarsjes aan, kachel hoog, een grote stapel winterfilms waar je een warm

gevoel van krijgt, warme chocolademelk, en anders Glühwein, een dekentje,

warme sloffen, mensen om me heen, en natuurlijk… héél veel positiviteit; om

ook van binnen warm te worden.

En als dat even niet lukt, dan denk ik vast na over de lente, beeld ik me in dat

de zon schijnt en de sneeuwklokjes voorzichtig, kwetsbaar en toch moedig

hun tere nekjes boven de aarde uitsteken. Ja, sneeuwklokken zijn voor mij

glorieklokken. Zolang meneer Arnall geen formule heeft voor het voorkomen

van een winterdip droom ik nog even verder. Maak me maar weer wakker als

het lente is.

Greet

Column 5

Op de vlucht

Jozef trekt de ezel haast vooruit. Haast heeft hij, om weg te komen uit Bethlehem. Met een ezel gaat de

reis een stuk sneller dan te voet. Zeker als je een klein kind bij je hebt. Herodes Antipas, viervorst over

Judea, heeft het gemunt op het leven van Jezus, van wie een paar astrologen uit het Oosten hadden

beweerd dat Hij de nieuwe Joodse koning zou zijn. De man duldt geen concurrentie en besteekt het om

alle jongens van twee jaar en jonger in de directe omgeving van Bethlehem te laten vermoorden. Maar

hij is te laat: Jezus is al gevlucht, naar Egypte. Daar krijgt Herodes Hem niet te pakken. Jezus, het Licht der

wereld, wordt bedreigd door het duister. Maar Hij kwam om het duister te overwinnen. Na Herodes’ dood

keert Jezus terug naar zijn vaderland. Hij groeit op in Nazareth, in Galilea, in het noorden.

Page 4: V4 2136126 izb echo 01 2014

76

Hoe wist jij dat je last had van een winterdepressie?

Het is een jaar of elf geleden, in

november, dat ik bij de huisarts

kwam. ‘Ik weet niet wat er met me

is. Ik ben moe, word overal boos

om, heb een kort lontje. Ik weet

niet wat er is, maar ik heb ergens

gebrek aan.’ De huisarts wist het

wel: ‘Je hebt gebrek aan licht. Ga

maar naar de zonnebank of boek

een reisje naar de Canarische

eilanden.’ Nou, dat was wat. Maar

God gaat wonderlijke wegen.

Iets later sprak ik een nichtje

dat naar Malawi zou gaan. Maar

haar reisgenoten moesten de reis

afzeggen. Ze vroeg wie er met

haar mee wilde. Je begrijpt dat ik

me onmiddellijk aanmeldde, goed

voor mijn winterdepressie!

Was dat toen al duidelijk?

De huisarts was er duidelijk over.

In oktober ging bij mij ‘het licht

uit’. Ik werd moe, prikkelbaar,

traag maar ook innerlijk onrustig.

Een onbestemd onrustig gevoel,

alsof er iets ergs gaat gebeuren.

Ik kon ’s morgens niet uit mijn

bed komen. Ik moest me gewoon

‘uitgraven’. Ik wilde alleen maar

slapen. En in maart werd ik pas

weer ‘wakker’. Maar goed, in

de kerstvakantie ging ik naar

Malawi. Na drie-en-een-halve

week kwam ik als herboren

terug. Het jaar daarop begon

het weer. Toen werd ik verwezen

naar het centrum voor angst-

en stemmingsstoornissen. Daar

schrok ik erg van. Ik moest daar

een lijst invullen. De vragen waren

heftig. Ik voelde me patiënt. Ik

scoorde ruim voor de criteria.

Ik moest toen voor een enorme

wand met wit tl-licht gaan zitten,

gedurende een uur. Ik heb een

aantal jaren de lichttherapie

gedaan.

Hoe lang moest je in het licht zitten?

Elke dag een uur, liefst zo vroeg

mogelijk op de dag. Vijf dagen in

de week, van maandag tot en met

vrijdag. Ik merkte het niet direct,

maar op donderdag merkte ik dat

ik normaal wakker kon worden.

Wat een verschil! Later hoefde ik

maar drie kwartier per sessie.

Moest je de hele winter door in het licht zitten?

Nee, ik redde het aanvankelijk

met een kuur van een week. Dan

redde ik het tot maart, hoewel ik

het in februari dan wel moeilijk

had. Een zonnige winter, met

helder weer en sneeuw, dat

scheelt ook. Dan zorgde ik dat

ik veel buiten was. Ik had alleen

geen zin meer om naar dat

centrum te gaan en heb daarom

zelf een lamp gekocht. Daar heb

ik geen spijt van! Ik zit nu een

kwartier bij het ontbijt in het

licht. Het is heel sterk licht, te

scherp om in te kijken.

Je voelt aan wanneer je weer licht nodig hebt?

Ja, ik merk het snel, ik voel het

gewoon aan. Het is zo raar:

ik voelde me schuldig over

dingen waarover dat echt niet

nodig is. Belachelijk, ik kan er

toch niks aan doen dat het

vandaag regent? Een onbestemd

schuldgevoel, over alles wat

mislukt, alsof ik niks goed kan

doen, heel raar. Ik weet dat de

stemming niet strookt met de

werkelijkheid, toch voel ik het.

Betekent ‘het Licht van de wereld’ iets extra’s voor je?

Ja, in die periodes dat ik me echt

naar voelde, bedacht ik wel dat

er meer is dan dit. Er is in deze

wereld een groot Licht opgegaan,

met de geboorte van Jezus.

Hoe ziet jouw hemel er uit?

Wat een vraag! Hoewel ik in

beelden denk, sta ik mezelf

toe om daar geen beeld van

te hebben, ik laat me graag

verrassen. Maar in ieder geval is

het er licht rondom en voel ik

me er licht. En rust is er ook. Ik

realiseer me heel goed dat ik als

mens geschapen ben voor het

Licht, met een hoofdletter.

Lia de Wit...Een sombere, druilerige dag. Het is al vroeg donker, een beetje mistig. Het is precies dat weer waar mensen met een winterdepressie het meest een hekel aan moeten hebben, lijkt me. Als ik aanbel, ik heb afgesproken met Lia de Wit, ervaringsdeskundig in de winterblues, vraag ik me af wie er open zal doen. Een vrouw met een somber gezicht, afhangende schouders? Niets is minder waar: ze lacht en kijkt opgewekt. Er is blijkbaar kruid tegen gewassen.

e r va r i n g s d e s k u n d i g i n d e wi n t e r b l u e s

Page 5: V4 2136126 izb echo 01 2014

98

Op haar 18e was Eefje

in de ‘spirituele wereld’

beland, nadat ze had

gebroken met de Rooms-katholieke

kerk waarmee ze was opgegroeid.

‘Op 4-jarige leeftijd ben ik

geadopteerd. Vanuit Colombia

kwam ik als kind in een Schiedams

gezin. Rooms-katholiek. Op Eerste

Kerstdag, kort na aankomst, werd

ik gedoopt. Ik herinner me dat

nog goed. Ook aan de andere

katholieke rituelen, later, de eerste

communie en het vormsel bewaar

ik positieve herinneringen. Mijn

adoptie-ouders hadden een groot

gezin; er gebeurden dingen die niet

door de beugel konden. Dat heeft

er aan bijgedragen dat ik de kerk

de rug heb toegekeerd.

Omdat ik in een wereld zonder

geloof niet kan ademen, ging ik

de spirituele kant op. Er ging een

wereld voor me open: hypnose,

regressietherapie, paranormale

therapie, etcetera. Ik vond

sommige rituelen wel erg lijken

op die van de kerk. Mediteren leek

op bidden, een andere handeling

op het sprenkelen met wijwater.

In mijn gedachten bleef ik steeds

‘kijken en vergelijken’. Ondertussen

was ik er wel zo serieus mee bezig,

dat ik koos voor een opleiding, om

er mijn brood mee te verdienen.

Maar als ik dan ’s avonds thuis

kwam, nam ik mijn angsten mee.

Dat contact met de geestenwereld

vond ik beklemmend; alsof ze altijd

bij je waren, achter je, onder je,

boven je…

Zoals ik zei, diep van binnen had

ik regelmatig het gevoel: het

klopt niet. Een gesprek met een

christelijke vriendin zette me aan

het denken. Toen ik haar vroeg

‘Waarom geloof jij eigenlijk?’,

antwoordde ze: ‘Wat er in mijn

leven ook gebeurt, ik hoef niet

bang te zijn. God is altijd bij me.’

Dat triggerde me, omdat angst een

behoorlijke realiteit in mijn leven

was.

De kerk hier vlakbij bracht

foldertjes rond over een cursus

‘christelijk geloof’. Dat leek me wel

wat, maar voordat ik kon reageren,

was ik het blaadje kwijt. Zeker

ergens op een stapel paperassen

beland in de kamer of de keuken.

Ik wilde best wel weer eens naar

een kerk, de drempel was alleen

zo hoog… Een paar weken later

vond ik het foldertje terug - ik

geloof niet in toeval – en heb

meteen gebeld. Ja, ik kon me nog

aanmelden.

Vanaf dat moment ging het in

een sneltreinvaart. Tuurlijk moest

ik als Rooms-katholiek meisje

wennen, in die protestantse kerk.

Geen wierook, geen kaarsen, geen

Maria, en het Onze Vader, net

even anders. Het belangrijkste

verschil was dat ik mijn geloof in

God hervond en daarmee verlost

werd van mijn angsten. Of ik nu

blij of verdrietig ben, boos of

teleurgesteld, God is bij altijd bij

me. Hij geeft me kracht.

Achteraf zie ik dat ik nooit los ben

geweest van God. Onlangs herlas ik

mijn scriptie voor de opleiding tot

regressietherapie. ‘Ook al biedt de

spirituele wereld veel interessants,

ik kan niet zonder God’. Ik kon me

die formulering niet zo herinneren,

maar het is waar: God is de rode

draad in mijn leven. Ook al heb ik

geprobeerd Hem uit mijn leven te

schoppen, te slaan, al heb ik tijden

gekend waarin ik niets meer met

Hem te maken wilde hebben, Hij is

altijd gebleven.’

Met de kennis van nu constateer

ik dat God me voor veel kwaad

heeft behoed. De praktijk voor

paranormale therapie die ik samen

met een vriendin wilde opzetten,

kwam niet van de grond. Ook

andere pogingen om me verder in

de spirituele wereld te verdiepen,

liepen spaak.

In maart vorig jaar heb ik belijdenis

gedaan in de kerk. Zo heel vreemd

vonden mijn huisgenoten dat

niet eens. Mijn man zei, toen ik

me wilde aanmelden voor de

christelijke cursus: ‘Dat verbaast

me niets, dat je had je al veel

eerder moeten doen.’ En mijn

kinderen zeiden: ‘Mam, geloven, dat

heb je toch altijd al gedaan?’

‘Als ik thuiskwam, nam ik mijn angsten mee’

Elke keer voordat

Eefje als paranormaal

therapeut cliënten

ontving deed ze een

schietgebedje. “Wilt

U me helpen, dat ik

mensen geen pijn

doe?’ bad ik dan.

Ik heb mijn klanten

nooit kwaad gedaan,

maar toch was het

niet zuiver. Diep van

binnen voelde ik: het

klopt niet.’

“God is de rode draad in mijn leven”

Page 6: V4 2136126 izb echo 01 2014

1 0 1 1

De Bijbel is eigenlijk een grote boekenkast,

met nogal verschillende boeken. Geschie-

denisboeken, wetboeken, een liedboek,

brieven, maar ook spreuken. Het Bijbelboek

Prediker behoort tot de wijsheidsliteratuur.

De schrijver heeft diep nagedacht over het

leven en de rol van God daarin.

Als je kijkt naar deze wereld, zegt Prediker, dan is er maar moeilijk iets van God te ontdekken. Toch is God er en Hij zal ons ooit rekenschap vragen over wat we met ons leven gedaan hebben.Bij het goede leven hoort volgens Prediker ook de levenskunst van het genieten. Achter alle mooie en goede dingen mogen we God zien, die het ons te genieten geeft. Laten we God daarvoor danken. Niet alleen met mooie woorden, maar ook door te luisteren naar Gods aanwijzingen voor het leven. God danken door in ons leven het goede te doen.

Prediker 3 schetst hoe alles van het leven erbij hoort en zo z’n eigen plaats heeft. Je moet er mee leren omgaan.De werkelijkheid van leven voortbrengen én de werkelijkheid van het sterven. Lachen en huilen, opbouwen en afbreken, en ga zo maar door.

Vreemd voor ons zijn die woorden over een tijd om ‘te doden’, ‘te haten’, ‘een tijd voor oorlog’.Om die woorden te plaatsen moeten we drieduizend jaar terug, want in die tijd is deze tekst geschreven..In de wereld van het oude Oosten was je je leven nooit zeker. Er was voortdurend oorlog. Bendes trokken plunderend rond. Je moest vechten voor je leven. Het recht van de sterkste.

Het is bepaald geen verheerlijking van de oorlog, integendeel. Het hoorde bij de werkelijkheid van het bestaan, dat zoveel nare, pijnlijke, verdrietige en verschrikkelijke kanten heeft.

Maar in scherp contrast daarmee is er ook veel goeds in je leven. Heb er oog voor, zegt de Prediker. Het is een gave van God, je Schepper. Geniet ervan!

Alles heeft zijn tijd

Voor alles wat gebeurt is er een uur,een tijd voor alles wat er is onder de hemel.Er is een tijd om te barenen een tijd om te sterven,een tijd om te plantenen een tijd om te rooien.Er is een tijd om te dodenen een tijd om te helen,een tijd om af te brekenen een tijd om op te bouwen.Er is een tijd om te huilenen een tijd om te lachen,een tijd om te rouwenen een tijd om te dansen.Er is een tijd om te ontvlammenen een tijd om te verkillen,een tijd om te omhelzenen een tijd om af te weren.Er is een tijd om te zoekenen een tijd om te verliezen,een tijd om te bewarenen een tijd om weg te gooien.Er is een tijd om te scheurenen een tijd om te herstellen,een tijd om te zwijgenen een tijd om te spreken.Er is een tijd om lief te hebbenen een tijd om te haten.Er is een tijd voor oorlogen er is een tijd voor vrede.Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij met zijn gezwoeg tot stand brengt? Ik heb gezien dat het een kwelling is, die hem door God wordt opgelegd. God heeft alles wat er is de goede plaats in de tijd gegeven, en ook heeft hij de mens inzicht in de tijd gegeven. Toch kan de mens het werk van God niet van begin tot eind doorgronden. Ik heb vastgesteld dat voor de mens niets goeds is weggelegd, behalve vrolijk te zijn en van het leven te genieten. Want wanneer hij zich aan eten en drinken te goed doet en geniet van al het goede dat hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van God.

[ Prediker 3: 1-13 ]

LevenskunsT

Page 7: V4 2136126 izb echo 01 2014

1 2 Er zijn altijd twee kantenDe in 1964 opgerichte Amerikaanse band ‘The Byrds’ had in 1965 een hit met hun nummer ‘Turn, turn, turn’. De tekst is rechtstreeks ontleend aan Prediker 3. Het nummer stond tien weken op nummer 15 van de hitlijst in Amerika. Toch opmerkelijk voor een gezongen bijbelgedeelte. Het laatste vers is een oproep om ernst te maken met vrede. De Vietnamoorlog nam juist in alle hevigheid toe.

Ook Stef Bos heeft gezongen over hetzelfde bijbelboek: ‘Alles is lucht” – een lied van Prediker. Stef Bos is niet optimistischer of pessimistischer dan Prediker, zoveel eeuwen geleden.

To Everything (Turn, Turn, Turn)

There is a season (Turn, Turn, Turn)

And a time to every purpose, under Heaven

A time to gain, a time to lose

A time to rend, a time to sew

A time for love, a time for hate

A time for peace, I swear it’s not too late

Een tijd voor vrede en ik bezweer je, het is niet te laat.

Ik heb de wereld gezien

In het licht van de liefde

En in de schaduw van de haat.

Er zijn altijd twee kanten

Ware woorden zijn niet mooi

Mooie woorden zijn niet waar

Groei naar het licht

En klim langs de stralen naar de hemel omhoog

Hou je niet vast aan dat wat voorbij is

En laat alles los wat spookt in je hoofd

Want het licht in je ogen verdwijnt met de tijd

Zoals de zon in de verte aan het eind van de dag

Er is een tijd van verliezen

Er is een tijd van vertrouwen

Er is een tijd van verlangen

Er is een tijd van vergeten

Er is een tijd van vergeven

Er is een tijd voor alles

Nog een passage uit dat diepzinnige boek ‘Prediker’:

‘Want wat de mensenkinderen overkomt, overkomt

ook de dieren. Hun overkomt een en hetzelfde. Zoals

de een sterft, zo sterft de ander, en zij hebben alle een

en dezelfde adem. De mensen hebben niets voor op

de dieren, want alles is vluchtig.’

Het kan een heel troostvolle gedachte zijn, dat elke

tiran een keer in zijn graf ligt. Of je daarbij nu denkt

aan iemand als Saddam Hoessein of aan je vader die

je op een of andere manier eindeloos terroriseerde.

Gelukkig, zij leven niet eeuwig. Maar ook elk wijs

en rechtvaardig en liefdevol mens sterft een keer.

Uiteindelijk is er geen enkel verschil, zo lijkt het.

Zelfs geen verschil met de beesten, zegt Prediker,

want eenzelfde lot treft mens en dier. Er mogen

mensen zijn die menen dat de adem van de mens

naar boven stijgt en die van het dier naar beneden,

maar Prediker ziet geen verschil. Daarom houdt hij

het erop dat je moet genieten van het deel, dat God

vandaag aan je geeft en niet steeds bezig zijn met

wat nog komt.

Daar zit iets in. Alleen: zijn mensen net als de

dieren? Helaas soms wel. Mensen kunnen zich

beestachtig gedragen. En net als de dieren zijn

mensen slechts schepselen van God. Wel zijn wij

geschapen naar Gods eigen beeld – de dieren niet –

en daarom is ons hart onrustig, totdat het rust vindt

in God. Zijn liefdevolle handen laten ons nooit meer

los, ook niet in de dood. Daar staat Jezus voor in. Hij

is het leven.

Alles op z’n tijd

W i n t e r

K a l e t a k k e n

G u r e wi n d

I J z i g

K o u d

H e t b e g i n t t e s n e e u w e n

D e w e r e l d w o r d t wi t

v e r s t i l t .

D e o n d e r g a a n d e z o n

l a a t e e n b i j z o n d e r e g l a n s n a .

I n d a t l i c h t z i e i k

e e n t a k m e t e e n k n o p .

B o o d s c h a p v a n w a t k o m t

I k b e s e f i n e e n s

h o e m o o i d e w e r e l d i s ,

h i e r e n n u ,

M a a r o o k : s t ra k s e n d a a r.

I k k o e s t e r d e b e l o f t e .

Verschil 1 3

Page 8: V4 2136126 izb echo 01 2014

Nat geregend? Koude handen en voeten? Tot op het bot verkleumd door de wind?

Niets verwarmt een mens zo goed als een kom warme soep. Deze soep verwarmt nog extra, door de ingrediënten.

Wat heb je nodig?1 pompoen (liefst oranje)1 sinaasappel, geperst1 stukje gember, 2 cm, geschild en fijn geraspt1 liter bouillon, van groente of van kip1 eetlepel kerriepoeder, naar eigen smaak scherp of mild.Om het nog ‘heter’ te maken kan ook garam massala worden gebruikt1 theelepel gemalen komijnzaad (ook wel djinten)1 laurierbladolijfoliepeper, zout

Aan het werkVerwarm de oven voor op 200 graden Celsius.Snij de pompoen door, snij de helften in schijven van zo’n twee cm. Haal de pitten en het zachte deel eruit, zodat al-leen de stevige dikke rand overblijft. Schil de schijven met een dunschiller. Snij de pompoen in stukken van zo’n 3 bij 2. Doe ze in een kom, giet er wat olijfolie over en hussel zodat alle stukken glimmen. Leg ze in een braadslee of op een bakplaat. Na 15 minuten even prikken om te kijken of ze zacht en gaar zijn.Doe in de pan: een liter bouillon, het sap van de sinaasappel, de geraspte gember, de kerrie, komijn en het laurierblad en wat peper. Beng aan de kook. Voeg de stukken pompoen toe en laat even doorkoken. Pureer de pompoen met een staafmixer. Flink heet opdienen.Lekker met sneden grof brood. druppel eventueel pom-poenpitolie of kruidige olijfolie in de soep.De milde smaak van de pompoen krijgt pit door de gember en de kerrie. Het zoete van de sinaasappel en de komijn haalt de allerscherpste kantjes er weer af. Elke lepel warmt je mond, je keel en je maag.

Eet smakelijk!

Pompoensoep

1 51 4

Een meesterwerk in de modder

Overwinteren Terwijl in Nederland ’s morgens het ijs van de autoruiten wordt geschraapt, zitten wij hier te genieten van de zon. Hier, dat is het dorpje Sao Rafael, vlakbij de toeristenplaats Albufeira, in de Algarve, aan de zuidkust van Portugal.

Het is een gebied waar veel Nederlanders naar toetrek-ken om er te ‘overwinteren’. We treffen een echtpaar dat hier al meer dan twintig jaar elke winter komt. ‘Vanwege het milde klimaat in dit deel van Portugal’, zegt hij. ‘Mijn vrouw heeft last van chronische bronchitis en zelf tob ik nogal met artritis. In Nederland hebben we daar in de win-termaanden veel last van – hier veel minder.’

Maar is het niet vervelend om in een land te wonen waar-van je de taal niet beheerst? Het lijkt me toch best moei-lijk als je ziek bent of als je in de winkels bepaalde dingen zoekt. ‘Natuurlijk is het wel eens lastig. Maar in dit gebied, vooral aan de kust, spreken erg veel mensen ook Engels. Bovendien hebben we hier in Albufeira twee Nederlands-sprekende artsen en een Nederlandssprekende tandarts. En met gebarentaal komen we ook een heel eind.’

‘We hebben hier in Albufeira en ook nog op andere plaat-sen Nederlandstalige kerkdiensten. Daar ontmoeten we niet alleen ‘overwinteraars’ maar ook mensen die hier permanent wonen. Het is heel bijzonder om te ervaren hoe zij ons met raad en daad terzijde willen staan. Er is meer dan die kerkdienst alleen, er is een gemeenschap waar je in opgenomen wordt. We voelen ons hier prima thuis en ge-nieten van dit mooie land en de vriendelijke mensen hier. Het is heerlijk om hier te overwinteren!’

Stel je voor dat je aan de kant van de weg een schilderij

vindt. Een Rembrandt nota bene, maar wel in de modder.

Een schilderij met een waarde die in de miljoenen loopt.

Als je zo’n meesterwerk vindt, pak je het op, ook al is het

vies en besmeurd. Je kijkt verder dan de modder. Uiterst

voorzichtig neem je het mee.

Laat je de modder vervolgens zitten? Nee, natuurlijk niet.

Ga je zelf zitten vegen en schrappen? Probeer je het zelf

weer een beetje op te lappen? Natuurlijk niet. Je brengt het

bij een meester, iemand die het meesterwerk kan redden,

zodat het weer tot zijn recht komt.

Een Rembrandt in de modder. Een meesterwerk, kostbaar,

maar besmeurd. Dat is een beeld van ieder mens. In Gods

ogen is een mens niet zomaar een aardig schilderijtje.

Ieder mens is een meesterwerk, oneindig waardevol,

onbetaalbaar.

Door wat het leven bracht, zit iedereen echter onder

de modder. De modder van gebrokenheid, afwijzing,

fouten, schuld, zonden. Maar ieder mens is en blijft een

meesterwerk. Gods masterpiece. Ook al ziet iemand zelf

alleen de modder, God blijft altijd het meesterwerk zien.

Hij heeft ‘De Meester’ gestuurd, om zulke meesterwerken

te herstellen. Om alle modder van gebrokenheid en schuld

te verwijderen en zo het oorspronkelijke meesterwerk te

herstellen.

Page 9: V4 2136126 izb echo 01 2014

Jan13

E c h o Uitgave van IZB – voor zending in Nederland en de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland ISSN 0012-9119

Deze Echo is u aangeboden door:

Redactie en administratie:Joh. v. Oldenbarneveltlaan 103818 HB AmersfoortTel. 033-4611949E-mail: [email protected] 01-2014

Abonnementen:Abonnementsprijs € 10,00 per jaar bij vooruitbetaling.

Reacties:Voor reacties op de inhoud kunt u zich wenden tot de bezorger of de redactie.

Redactie:Ds. L.C. Buijs, K. van Noppen, J.J. Timmer (eindredacteur).

Bijdragen van Greet Schuurman (p. 5), Johan Timmer (p. 6/7, 12), Koos van Noppen (p. 8/9), Leo Buijs (p. 10, 13).De bijdragen van pag. 14 en 16 zijn afkomstig uit het boekje ‘Jezus beter begrijpen’ van Niels de Jong en Niels Donselaar. Het artikel ‘Verschil’ komt uit ‘Doorgeven’, ds. P.L. de Jong (beide boeken zijn uitgegeven door Boeken-centrum, Zoetermeer).

Vormgeving:Hans van Eck (Impressio Communicatie)

Foto’s:Sjaak Boot p. 2/3 en 9Johan Timmer p. 4, 6/7Shutterstock p. 1, 5, 11, 12, 13

Iedereen is iemand

De dirigent van het San Francisco Symphony

Orchestra, Pierre Monteux, arriveerde eens

met zijn vrouw en hondje bij een motel waar ze

wilden overnachten. Nogal bits werden ze door de

eigenares, die de beroemdheid niet zo gauw herkende,

afgewimpeld. ‘We zitten vol!’

Terwijl het echtpaar teleurgesteld naar de parkeer-

plaats liep, realiseerde de vrouw zich wie deze bijzon-

dere gast wel was. Ze rende naar buiten, bood haar

verontschuldigingen aan en zei: ‘Neem me niet kwalijk,

meneer, ik zag echt niet dat het iemand was…’

‘Pardon mevrouw’, zei Monteux, ‘iedereen is iemand.

Au revoir!’ En met deze woorden liet hij de eigenares

onthutst achter.

1 6