SK Januari 2010

12
www.studentenkrant.org | jaargang 26 | Januari 2010 | De enige onafhankelijke studentenkrant van Nederland. Achtergrond pagina 3 Een bestuurtje doen Politiek pagina 9 Studenten grijpen de macht in Groningen Cultuur pagina 11 Groningse jazzsessies in de schijnwerpers Studtenencrant Groninger Ellen ten Damme Goes D utch

description

Groninger Studentenkrant Januari 2010

Transcript of SK Januari 2010

Page 1: SK Januari 2010

www.studentenkrant.org | jaargang 26 | Januari 2010 | De enige onafhankelijke studentenkrant van Nederland.

Achtergrond pagina 3

Een bestuurtje doen

Politiek pagina 9

Studenten grijpen de macht in Groningen

Cultuur pagina 11

Groningse jazzsessies in de schijnwerpers

StudtenencrantGroninger

Ellen ten DammeGoes Dutch

Page 2: SK Januari 2010

2 Groninger Studentenkrant | Januari 2010

Een kleine bloemlezing uit de reacties op onze site op het Hoofdredactioneel com-mentaar ‘Jorrrt Kelder’ in de December editie.

Jort Kelder:Randy, ik hoop dat je grote woor-den en scheldpartijen de obstipa-tie in je gemoed hebben opgelost. Ik geef bij voorkeur geen inter-views meer, en al helemaal niet ‘face-to-face’ met taperecorders. Dat leer je vanzelf af, door slech-te ervaring. Mail is veel betrouw-baarder, al vinden interviewers dat onhandig omdat ze de regie over mijn antwoorden dan kwijt zijn. Dat heeft allemaal niets met diva-gedrag vandoen. Integendeel eigenlijk. Alles is wel gevraagd en gezegd, ik ben het zat en steek al zo’n honderd uur per week vrije tijd in m’n hobby - werk. En bo-vendien: doe je het bij één studen-tenkrant, dan volgen de tientallen almanakken vanzelf. Dat gaat al jaren zo, en altijd moeten ik of Beau van ED het klusje klaren.

Maar goed, in ruil voor het kundig regelen van de Van der Hoeven-foto heb ik een interview toege-zegd. Dat kan er dus komen, al-leen was mij niet duidelijk dat het al op zo’n korte termijn moest. Vandaag heb ik laatste uitzend-dag van ‘Bij ons in de BV’, daarna zijn er eindelijk na drie maanden bizar hard werken een paar maag-delijke plekken in de agenda. Zo’n ‘dertien in een dozijn presentator’ als ik heeft z’n concentratie nodig voor zijn twee tv-programmaatjes, die door bijna net zoveel mensen

bekeken worden als de Groninger Studenten gelezen. Hoef je niet te snappen, maar het is niet anders.Kortom, een interview is prima, maar wel onder mijn voorwaar-den. Alle boze woorden terug-lezend in je posting is het mis-schien goed om even de eerste mail erbij te halen. Deze is van 2 november:

‘Graag zou ik een redacteur naar u toe sturen om u te interviewen. En ook een fotograaf voor de kiek-jes. Zoiets hoeft niet langer dan een half uur te duren. Waar gaat het over? Het fenomeen zeg maar, en ook de programma’s een beetje denk ik.’

Vervolgens regel jij die foto en gaan er allerlei mails heen en weer tussen m’n p.a. en jou. Ook al ge-loof je het niet, door pure drukte worden fysieke afspraken afge-zegd. Omdat je humeur er niet be-ter op wordt en mijn verzoek om het eerst via e-mail te proberen mislukt, stuur ik op 24 november de volgende mail.

‘Randy, kan je even stoppen met dat arrogante toontje, anders gaat het helemaal niet door. Ik heb erg slechte ervaring met mondelinge interviews, simpelweg omdat de vaardigheid van de meeste schrij-vers (en zeker die van studenen) matig tot zeer matig is. Ik geef sinds twee jaar dus helemaal geen interviews meer. Mail mij eerst maar eens max een 10-tal vra-gen. Die beantwoord ik dan. Heb je daar geen zin in? Dan niet.

Jort’

Tsja. Zo doen diva’s dat. En daar antwoord jij dan dit weer op.

‘Doorluchtige Hoogheid, leuk dat je me probeert af te schepen met een email. Wanneer je geen echte interviews wilt geven moet je dat niet aanbieden in ruil voor die Van der Hoeven foto en dan drie keer last minute afzeggen. Je kan doodvallen met je divagedrag. Dat hoor je vast te weinig. Als je denkt dat ik dat interview zo graag wil dat ik me door een pedant kerel-tje laat toespreken heb je het mis. Ik zou zeggen raap de scherven van je karakter op en kap met die

‘ík-ben-belangrijk’ act. Face it: Je bent een dertien in een dozijn pre-sentator.

Uiteraard zal ik de laatste zijn die jou als tv- en mensenkenner te-genspreekt. Had alleen je mening over mijn kunnen meteen even in de eerste mail dd. 2 november ge-zet, in plaats van te vluchten in kruiperigheid. Let’s face it Randy, had je mij meteen zo vanachter je tekstverwerker uitgescholden, dan hadden we dat gesprek al lang gehad. Dat soort mensen wil ik altijd wel even ontmoeten. Die geven je meestal een kleffe hand, stellen wat vragen met onvaste stem en informeren na afloop of er nog stageplekken te vergeven zijn. Had dat nou gedaan Randy, meteen zeggen wat je vindt, dan had je geen lege plekken in je krantje gehad. Tip: bel Beau!

Rene Wubs:Met dit verhaal leer je J.K. veel be-ter kennen dan een interview. Wat een kwast. Laat je niet door hem piepelen!’

Dorien:Nou, na de eerste keer lezen zat ik instemmend te knikken om dat ‘divagedrag’ - potdorie, viel die Kelder toch behoorlijk van zijn voetstuk- maar vond ik de be-schuldiging van pedanterie ook nogal weerslaan op Randy M zelf. En dat blijkt nog meer uit het mailcitaatje ‘Doorluchtige Hoog-heid (…) je kunt doodvallen’. Be-hoorlijk sportief dat Kelder zo uitvoerig en geestig reageert.

Peter:Het lijkt erop dat de heer Kelder jullie gewoon een rad voor ogen heeft gedraaid en jullie heeft mis-bruikt voor een klusje en daarna heeft laten stikken. Een heer als Kelder zou zich altijd aan zijn woord moeten houden, maar ken-nelijk denkt hij daar anders over.En wat betreft de mevrouw van de UK (Dorien), die hier zo slijmerig richting Kelder reageert, dit soort artikelen zal uw propagandak-rantje met ambtelijke flauwekul-stukken inderdaad nooit produce-ren, wen daar maar aan!

POST

Zondagavond laat, op weg naar de Engelse boekhandel Shakespeare & Co loop ik langs het Louvre. Het verkeer staat vast en te midden van alle auto’s geeft een ambulan-ce met zijn loeiende sirenes het signaal af haast te hebben. Tever-geefs, de auto’s kunnen geen kant op en de ambulance moet op het groene licht wachten. Voor mij springt het licht eerder op groen, ik steek over en loop de Pont du Carrousel op. Het is koud, ik loop snel en luister naar de componist

Erik Satie op mijn iPod. Achter mij komt het verkeer weer op gang. Op de stenen brugleuning staat een meisje en bij haar staat een groepje mensen. Ik bedenk me nog dat ik dat vrij ver vind gaan voor een leuke foto tot de loei-ende ambulance naast me stopt. De ambulancebroeders rennen naar het meisje toe maar voordat ze bij haar zijn springt ze de Sei-ne in. Door de filmische muziek van Satie leek het net alsof het in een film gebeurde. Maar ook als ik mijn iPod uitzet is het meisje weg. Van de andere kant komt een luidruchtige rondvaartboot aan. Ik loop door. Ik hoef niet per se te weten hoe dit eindigen zal.

Elk jaar proberen er ongeveer negentig mensen zichzelf te ver-drinken in de Seine waarvan het merendeel jonge vrouwen met liefdesverdriet betreft. Klinkt aan-nemelijk. Als Parijs de stad van de liefde is, dan is zij dat net zo goed van het liefdesverdriet.

In de negentiende eeuw werd er vlak bij het Louvre een dood meisje in de Seine gevonden met een Mona Lisa-achtige glimlach op haar gezicht. De patholoog

die haar onderzocht vond haar zo mooi dat hij een masker maakte van haar gezicht, zo vertelt de overlevering. Het masker werd een hebbedingetje voor kunste-naars en voor schrijvers een in-spiratiebron. Er was zo weinig over deze ’Inconnue de la Seine’ bekend dat de schrijvers hun ei-gen romanverhaal rond haar dood verzonnen.

In de jaren ‘50 gebruikte de ma-ker van de reanimatiepop haar gezicht en zo werd ‘Rescue Annie’ geboren. Gestorven uit liefdesver-driet om vervolgens de meest ge-kuste vrouw op aarde te worden.

LISE EVERSStudeert momenteel in Parijs

De Seine

Op de cover:

Had je verwacht dat je zou winnen?Totaal niet, het kwam echt als een verassing! Ik had in eer-ste instantie al niet verwacht dat ik na de casting door-mocht en in de finale was ik ervan overtuigd dat Nynke Abma uit Sneek zou winnen. Het werd uiteindelijk een nek aan nek race die ik dus gewonnen heb.

Hoe heb je promotie gemaakt voor je verkiezing?Daar heb ik zelf eigenlijk weinig voor hoeven doen. Ik kreeg al veel uitnodigingen van radiostations en andere media voor optredens en interviews. Op deze manier ging de promotie vanzelf. Het was wel een erg vermoeiende pe-riode. Na de uitslag heb ik letterlijk twee dagen in bed ge-legen omdat ik zo kapot was.

Voelt het goed om midden in de belangstelling te gaan?Ik moet toegeven dat ik er wel van kan genieten. De arti-kelen in de kranten zijn ook altijd positief, dus dat voelt

wel goed. Op internet vind je natuurlijk ook wel negatieve reacties op mijn verkiezing. Mensen voeren hele discussies met elkaar over mij, en of ik wel had moeten winnen. Dat is wel een rare ervaring, als je het leest heb je niet echt het gevoel dat het over jezelf gaat.

Wat is het mooiste wat je aan je verkiezing hebt overgehou-den?Met twee andere meiden uit de finale heb ik veel opgetrok-ken. Dankzij de verkiezing heb ik er zo een aantal nieuwe vriendschappen bij. Het prijzengeld is natuurlijk ook niet verkeerd. Verder krijg ik nu ook veel aanbiedingen voor fotoshoots. Dit lijkt me een mooie bijbaan. Ook kan ik met andere fotoshoots de foto’s van de shoot op www.studen-ten.nl rechtzetten. Op die foto’s kom ik heel arrogant over, terwijl ik dat helemaal niet ben. Met andere shoots kan ik laten zien hoe ik echt ben.

De fotografen zullen wel in de rij staan voor de mooiste stu-dente van het jaar. Heb je ook al een aanbieding van FHM binnen?Haha, nee dat nog niet. Ik krijg voornamelijk op Hyves veel berichten van fotografen die een shoot met me willen doen. Mijn Hyves crasht sowieso bijna van alle reacties. Toen ik na de verkiezing online ging had ik opeens 400 nieuwe berichten met felicitaties. Negen van de tien men-sen kende ik niet eens.

Heb je nu veel kerels achter je aan die de mooiste student van het jaar willen regelen?Jazeker, vooral op Hyves krijg ik veel ‘respect’ en slijmbe-richten. De aandacht is op zich wel leuk, maar de reacties op digitaal gebied gaan eigenlijk een beetje langs me heen. Ik ken die mensen niet, dus laat maar hangen

Heb je je charme wel eens gebruikt om een paar tienden bij een cijfer voor een tentamen op te lullen?Nee, niet specifiek voor dat doel. Het later inleveren van

verslagen gaat meestal wel makkelijk. Ik weet precies hoe ik mijn puppyogen kan gebruiken om uitstel te krijgen. Dit lukt overigens niet alleen bij mannelijke, maar ook bij vrouwelijke docenten. Ik merk in het dagelijks leven ook wel dat als je niet op je mondje gevallen bent en een leuk koppie hebt dingen makkelijk gaan. Bij sollicitaties voor werk of stageplekken word ik eigenlijk nooit afgewezen. Soms vraag ik me dan ook wel af of dit nou komt omdat ze mijn werk goed vinden of omdat ze me alleen leuk over vinden komen.

Edo Grevers

De mooiste studente van het jaar

In december verkozen bezoekers van de site www.stu-denten.nl Romiy Wiese tot mooiste studente van het jaar. De SK feliciteert deze studente Communicatie uit Rotterdam met de titel en stelt haar een paar vragen.

Interview

Misschien was het u opgevallen. Legendarisch veel spelfouten in de krant van december. Het lek is boven. Iets met GoogleDocs en opslaan van wijzigingen. Daarom dus die actie op de voorkant. Bij deze onze welgemeende excuses. We hopen dat u ons vergeeft.

Page 3: SK Januari 2010

3Groninger Studentenkrant | Januari 2010

Sinds mensenheugenis is ‘een bestuurtje doen’ een onlosmakelijk deel van het studentenleven. Geen be-stuursfunctie vervullen is funest voor je CV en maat-schappelijk aanzien als student. Een jaar rondlopen in een trui met op de rug “Bestuur 09/10” is een onmis-bare stap richting het ‘totale mens-zijn’.

Zeker voor de intellectueel minder uitdagende studies zo-als bedrijfskunde, is het niet hebben van bestuurservaring even onverstandig als een jaar niet douchen voor een sol-licitatie. Ondanks dat is het vinden van capabele bestuur-dertjes voor je vereniging steeds meer een eenzame tocht door de woestijn.

Sinds het invoeren van een eindeloze reeks studieopja-gende maatregelen hebben veel studenten het namelijk te druk met studeren alleen. Voor zover geschikte bestuur-ders nog gevonden worden hebben ze minder tijd om te investeren in de vereniging. Ga maar na, vroeger studeerde iedereen minstens acht jaar. In die vier extra jaar werd echt niet alleen maar geslapen. Nu worden stok en wortel uit de kast gehaald om iedereen in vier jaar over de streep te jagen. Het moet ergens ten koste van gaan. Om dezelfde reden is het op steeds minder avonden echt lekker vol in de Poelestraat.

Lopende bandDoor alle opjagende maatregelen heeft het doen van een commissie of bestuur inmiddels hetzelfde lopende band karakter gekregen als de meeste studies. Snel die punten pakken terwijl de vluchtauto met draaiende motor buiten staat.

Steeds meer zie je dat bestuurders de kleinst mogelijke moeite doen voor hun verenigingen. Net genoeg om te kunnen zeggen dat ze het gedaan hebben. Het probleem is dat écht je best doen, CV-technisch niet beloond wordt. Er staat niet: “Bestuur CUOS 2008-2009, dramatische wan-prestatie”.

Voor werkgevers is er ook geen mogelijkheid het te contro-leren. In economentaal is er sprake van een ‘tweedehands auto probleem’ (lemonproblem): omdat alleen de student zelf weet of het bestuursjaar (de tweedehands auto) iets voorstelt moet de werkgever (koper) er veiligheidshalve vanuit gaan dat het allemaal niet zo geweldig was als het lijkt.

EigenbelangVandaar dat het ondergewaardeerd wordt als je echt een zinvol jaar hebt gehad. Dat ondergraaft het weloverwogen eigenbelang om je eens stevig in te zetten voor je vereni-ging als bestuurder natuurlijk enorm.

Hoewel niemand het tegendeel nog verwacht, moet het toch geconstateerd worden. De bestuurders van het uni-versitair onderwijs missen het grotere plaatje.

De nadelen van alle opjagende maatregelen zijn dat minder studenten bestuurservaring opdoen. Het gevaar bestaat dat studenten over een paar jaar - na vier intensieve jaar-tjes studeren - als enorme feuten de arbeidsmarkt opgaan.

Als dat zover is zullen diezelfde bestuurders roepen om maatregelen zodat die ‘kinderen’ meer bestuurservaring opdoen.

Niet het enige nadeel van de studieopjagende maatrege-len. Het eens zo rijke verenigingsleven verschraalt verder en verder. Het aanbod gaat natuurlijk ook steeds minder

voorstellen als het slecht geregeld wordt door alle bestuur-tjes.

Daarvan is het nadeel dan weer dat je als stad minder aan-trekkelijk wordt. Gelukkig voor de RUG is de uitwoonslag van het studentenleven landelijk en zijn we misschien nog het minst ver daarin.

Als straks het Bindend Studie Advies ook waarheid is zal het effect helemaal sterk zijn. Een nog verdere terugloop van actieve leden zal te zien zijn. Er moet immers gestu-deerd worden! Is dat erg? Nee voor een deel niet.

Er zijn domweg teveel bestuurtjes die zich met allerhande onzin bezig houden. Op iedere faculteit lopen wel een paar studenten rond die om een of andere reden belast zijn met ambtelijke taken als voorlichtingsdagen organiseren.

TankavondenInhoudsloze studieverenigingen die als hoogste doel zien zoveel mogelijk tankavonden te realiseren van publiek geld. Het zou fantastisch zijn als ze daar geen mensen meer voor kunnen vinden.

Al die faculteitsblaadjes die stukken van een bedroevend

niveau produceren mogen ook verdwijnen, niemand leest dat. Door heel Groningen worden oud papierbakken ver-rijkt met prachtige magazines met het plastic er nog omheen. Uitzonderingen daargelaten. En alles dat mij dagelijks flyers in de hand drukt voor het zoveelste oninte-ressante symposium mag ook naar de eeuwige jachtvelden verdwijnen.

Aan de andere kant is het wel degelijk erg omdat als die zinloze activiteiten waarschijnlijk gewoon doorgaan, maar dan georganiseerd door nóg minder gemotiveerde en capa-bele bestuurders. Voor zover mogelijk.

CV-puntenWat dan overblijft zijn de besturen die écht wat toevoe-gen. Waar studenten zich voor in willen zetten uit hogere idealen dan CV-punten pakken. Taakjes die een zielloze ambtenaar ook kan doen.

En natuurlijk de besturen die prestige met zich meebren-gen. Bijvoorbeeld het bestuur van de KEI of van de grote studentenverenigingen. Die hebben niets te klagen over aanloop omdat de verenigingen van een formaat zijn dat je echt ervaringen opdoet en eventueel wat bijdraagt aan de samenleving.

Ook voor de bundel oud papier die voor u ligt zijn om duistere redenen nog mensen te porren om er voor te schrijven. TIP: Als je merkt dat je geen opvolgers kan vin-den voor je bestuurtje: opheffen die handel. Blijkbaar boeit jouw vereniging niemand.

Randy Martens

Een bestuurtje doenDe onmisbare stap richting het ‘totale mens-zijn’

Illustratie: Tobias Rutteman

“Het doen van een bestuur heeft inmiddels hetzelfde lopende band

karakter als de meeste studies”

De Groninger Studentenkrant is een on-afhankelijk blad gemaakt voor en door studenten van HBO en WO-instellingen in Groningen. Het verschijnt tien maal per jaar in een oplage van achtduizend exem-plaren die gratis verspreid worden op de RuG de Hanzehogeschool en andere plaat-sen in Groningen

Hoofdredactie:Randy [email protected]

Eindredactie:Liesbeth Kauw Vormgeving:Jacob Roel Meijering

Redactie:Lise Evers Gerline van der Giessen

Edo GreversJudith Katz Tessa Nijland Ruurd OosterwoudTobias Rutteman Lisanne Wieringa Elske Woudstra

Webmaster:Herwin TholeDaniel Smedingwww.studentenkrant.org

Fotografie:Nol Klis Jan Luursema www.janluursema.nlEwoud Rooks www.erooks.nlEveline Vaessen

Coverfoto:Ewoud Rooks

Met dank aan:Reid, Geleijnse en van TolMark ReteraBandirahEllen ten DammeJort Kelder

Drukwerk:Grafische Industrie de Marne

BestuurVoorzitter: Steven RoosPenningmeester: Mirre TerpstraAcquisitie: Roos PostAcquisitie: Isabelle [email protected]

Adresgegevens:Groninger StudentenkrantSt. Walburgstraat 22C9712HX Groningen

Colofon

Page 4: SK Januari 2010

4 Groninger Studentenkrant | Januari 2010

Geen colleges en tentamens. Dat gebeurt tegenwoordig op de Hanzehogeschool. In plaats daarvan draait het om creativiteit. Krachten van studenten van verschillende opleidingen bundelen om maatschappelijke en economische vraagstukken op te lossen. Veel op pad, bedrijven langs in het binnen- en buitenland, met een groot kantoorpand in Groningen als thuisbasis. Al deze ingrediënten komen samen in een minor, aangeboden door de Hanzehogeschool: Da Vinci.

Sinds september 2008 is er elk semester een nieuwe groep van 25 studenten met deze minor gestart. Onder leiding van coördinator Immo Dijkma gaan de studenten een half jaar aan de slag met vraagstukken van verschillende be-drijven.

Dijkma vertelt met aanstekelijk enthousiasme hoe de mi-nor in zijn werk gaat: ‘In de theorie vind je precies wat de beste manier is om te beginnen met ondernemen. Eerst

dagenlang broeden en inlezen en vervolgens een onderne-mingsplan schrijven. Het grappige is dat de meest succes-volle ondernemers vaak bekennen gewoon ergens te begin-nen, zonder voorbereiding of ondernemingsplan. Gewoon de jas aan en erop uit, bedrijven langs en mensen bena-deren.’ De minor bootst dit in principe na. ‘Vanaf dag één gaan studenten al met een vraagstuk aan de slag. Zo nodig

gaan ze eerst een aantal keer hard onderuit.’

Da Vinci is geen reguliere onderwijsvorm. Tijdens de kerst-lunch zitten de studenten samen met hun begeleiders aan tafel. Dijkma kijkt tevreden naar het geheel. ‘De minor schept een band. Studenten en begeleiders werken inten-sief met elkaar samen. We zoeken dan ook toegewijde stu-denten.’ De minor selecteert niet op cijfers, integendeel. Studenten moeten uitblinken op het gebied van motivatie, ondernemerschap en creativiteit. ‘Veel van onze studenten hebben studievertraging. Vaak komt dit ook omdat ze zich met andere interessante zaken bezig hielden zoals een ei-gen bedrijfje of een bestuursfunctie’, vertelt Dijkma.

De eerste dag van de minor moeten de studenten al een projectgroep vormen. De enige voorwaarde is dat het een multidisciplinaire groep moet zijn. Je mag niet met een studiegenoot in een projectgroep zitten. Als de groepen gevormd zijn gaat iedereen gelijk aan de slag.

Vraagstukken variëren van het verbeteren van het onder-zoek naar hardlopen tot het onder de aandacht brengen van duurzame energie middels een Nederlands kampioen-schap ‘energie opwekken’. Voor dit laatste project wordt in de Euroborg een speciale dansvloer neergelegd, waarop basisschoolleerlingen tegen elkaar gaan dansen en op deze manier energie opwekken.

Dat een project van Da Vinci niet afgelopen hoeft te zijn na een half jaar hebben meerdere studenten al bewezen. Velen hebben de smaak van het ondernemen te pakken ge-kregen en gaan gewoon door met hun project.

Dit kan in de vorm van een stageplaats bij de opdracht-gever of in de vorm van het opzetten van een stichting, zoals in het geval van het project Igniting Ambitions. In dit project worden stageplaatsen geregeld voor studenten van

het TSiBA Education in Kaapstad. Op deze bijzondere uni-versiteit krijgen kansarme studenten uit de townships van Kaapstad de kans om te studeren en worden ze opgeleid tot ondernemers.

Eén van de studenten van het project Igniting Ambitions is Riejanne Pasveer, studente Management, Economie &

Recht. Samen met drie andere studenten is zij vanaf sep-tember bezig met het project. Ieder van hen volgt een an-dere opleiding, wat veel voordelen heeft. ‘De toegevoegde waarde zit hem in de verschillende kijk op zaken en in de manier waarop we met elkaar omgaan. Wat we met elkaar gemeen hebben is dat ondernemen ons in het bloed zit; we kunnen niet stilzitten.’

De afgelopen maand is de groep twee weken naar Kaapstad geweest om kennis te maken met de studenten en mede-werkers van TSiBA en om hun bevindingen te presenteren. Dit was voor de groep een geweldige ervaring. ‘Het mooie van de studenten van TSiBA Education is dat de studen-ten enorm gemotiveerd zijn en heel hard werken om hun doelen te bereiken. In Nederland kunnen we hier een voor-beeld aan nemen. De studenten in Kaapstad hebben name-lijk geen drie kansen per jaar om een tentamen te halen. De studenten van Da Vinci zijn zich daar van bewust. ‘Zij kunnen de studie zelf niet betalen, het is voor hen een kans op een goede toekomst en voor die van hun familie.’

Tot nu toe gaat het allemaal erg goed met het project, maar er moet nog wel het één en ander georganiseerd worden. ‘Het einddoel is nog niet bereikt. We zoeken nog naar vier of vijf stageplaatsen voor in juni 2010 en willen dit ook duurzaam maken, zodat de studenten van TSiBA een paar keer per jaar in Nederland kunnen komen.

Dat is nog niet alles, de studenten zijn erg ambitieus. ‘We willen een uitwisseling starten met de studenten van TSiBA Education en minor Da Vinci.’ Maar ook als dit project op-gestart is en loopt, is het nog lang niet afgelopen met Ig-niting Ambition. ‘Igniting Ambition stopt absoluut niet! Het gaat verder met dergelijke projecten en wordt waarschijn-lijk een organisatie. We hebben meer ambities dan alleen dit project. Er is nog zoveel moois te doen.’

Riejanne is erg te spreken over de werkwijze binnen de minor Da Vinci. ‘Het samenwerken, ondernemen, creatief zijn, reflecteren en een buitenland ervaring is geweldig! De minor heeft voor persoonlijke ontwikkeling gezorgd. Dit had ik binnen mijn eigen studieprogramma niet kunnen leren. We zijn zo vrij in wat we doen en willen.’

En wie geeft haar ongelijk? In welke minor loop je door een township, praat je met inspirerende oprichters en me-dewerkers van een universiteit die unieke kansen biedt en duik je met haaien?

Er zijn nog plaatsen voor de nieuwe minor die start in fe-bruari. Lijkt het je wat? Surf dan snel naar www.minorda-vinci.nl.

Gerline van der GiessenEdo Grevers

De jas aan en erop uitLeren ondernemen met Da Vinci

“Ondernemen zit ons in het bloed zit; we kunnen niet stilzitten”

Reportage

In één klap is alles voorbij. Het onbezorgde studen-tenleventje vol met impulsieve afspraken en ochten-den van uitbrakken na een woeste stapavond behoren tot het verleden. Je bent zwanger. Opeens beland je in een achtbaan van emoties en sta je voor levens-grote vraagstukken en dilemma’s. Kun je dan ook nog blijven studeren?

Dit scenario overkwam ook Eva Driessen en Arno Fransen. Beide student geschiedenis en in de kiem van hun relatie toen Eva zwanger bleek te zijn. Haar antibioticakuur ver-zwakte de werking van de pil. De dokter had niet direct door dat het om een zwangerschap ging en hield het op een burn-out.

Eva dacht daar anders over: ‘Ik voelde dat er iets was, en heb toen voor de tweede keer een zwangerschapstest ge-daan, die bleek positief. Daarna kwam ik echt in een soort rollercoaster van emoties terecht.’

Het is op z’n zachtst gezegd geen ideaalbeeld voor een stu-dente om tijdens haar studie zwanger te raken. De eerste reactie van Arno en Eva was dan ook om het kindje weg te laten halen. ‘Zo hoort het toch?’ Bij de abortuskliniek be-gonnen de twijfels toe te slaan en na het zien van de echo was Eva verkocht. De baby zou er absoluut komen!

Het nieuws bereikte de wereld. De reacties waren wisse-lend. Bekenden waren ontroerd, positief. Helaas was deze speciale situatie voor veel onbekenden aanleiding voor flink wat geroddel.

In no-time had de hele studentenvereniging van het koppel een mening over de zwangerschap. ‘Ik weet dat je je niet zoveel moet aantrekken van wat anderen zeggen, maar dat is wel lastig als je een hormoonbom bent’, vertelt Eva. Na het belangrijkste besluit om het kindje te houden volgt

een heel scala aan andere beslissingen en regelingen, bij-voorbeeld de huisvesting. De gemiddelde student leeft zijn leventje op een studentenkamer van een paar vierkante meter waar net een bed, bureau en kast in kunnen.

Een kindje past daar niet meer bij. Er moest dus ook een huisje komen. In dat nieuwe huisje werd tweeënhalf jaar geleden Joram geboren.

Wat nu? Stoppen met studeren?!! Eva heeft er nooit aan gedacht om met haar studie te stop-pen. Stoppen zou een studieschuld betekenen. Daarbij ziet ze het ook niet zitten om haar verdere leven in een winkel te moeten verslijten. ‘Ik zou graag willen dat Joram later ook gaat studeren en in dat geval is het raar als ik zelf zou stoppen, en Joram zou aansporen tot studeren.’

Waar moet het geld dan vandaan komen?!! Arno en Eva hebben allebei een baantje, maar dat zet geen zoden aan de dijk. De IB-Groep kan in geval van stude-rende ouders een uitkomst bieden met een partnertoeslag, of een éénoudertoeslag.

Helaas vallen de twee hier buiten de boot omdat ze beide nog studeren.’ Misschien is er voor ons geen regeling om-dat niemand er vanuit gaat dat twee studenten zo gek zijn om zich in deze situatie te begeven’, gist Eva.

Instanties als de Stichting Ambulante Fiom kunnen ook helpen met financiële zaken en andere problemen waar je tegenaan loopt. Zo zijn er praatgroepen waarbij je met lot-genoten praten kunt.

Jammer genoeg heeft een ‘jonge moedergroep’ voor Eva niets opgeleverd. ‘Ik paste niet echt bij de groep. Als stu-dent heb je toch net een ander denkniveau’, vertelt ze. Erik Prins, medewerker bij de Fiom bevestigt in zekere zin deze bevinding. ‘Jonge ouders zijn voornamelijk lager opgeleide jongeren.’

Waar een normale student soms niet eens aan vier studie-uren per dag komt weet Eva ondanks alle drukte op een normale werkdag toch nog van negen tot vijf te studeren. Joram gaat dan vaak naar de crèche.

In tentamentijd is Joram af en toe een weekendje bij één van hun ouders. Naast hun studie en werk proberen ze zelf zoveel mogelijk tijd met Joram door te brengen.

Is het bruisende studentenleven dan helemaal voorbij?!!Nee. Arno en Eva zitten beide bij een studentenvereniging en gaan om de woensdag naar clubavond. Af en toe gaan ze ook nog uit en drinken ze gezellig een glaasje. ‘Als ik uitga heb ik het liever niet de hele avond over Joram, dan ga ik me schuldig voelen dat ik sta te drinken.’

Veel buitenstaanders vinden de situatie waarin Arno en Eva verkeren moeilijk en uitputtend. Dat is het in zekere zin ook, maar zelf ondervindt het stel ook een hele hoop voordelen aan het jonge ouderschap: jonge ouders zijn veel vitaler, kunnen meer met hun kind ondernemen, en kunnen zich beter inleven in hun kind. En: ‘Wanneer mijn vriendinnen later tot hun ellebogen in de babypoep zitten heb ik dat al lang gehad!’

Met de juiste inzet en motivatie kunnen de studerende, ouder- en feeststudent allemaal naast elkaar bestaan. Eva is dik tevreden over haar leven. ‘Ik heb een geweldig kind, een geweldige vriend, het gaat goed met mijn studie, en iedereen is gezond: wat wil een mens nog meer?’

Tessa Nijland

Studeren en een kind opvoeden tegelijk: kan dat?

Page 5: SK Januari 2010

5Groninger Studentenkrant | Januari 2010

Hoe was het om samen te werken met Ilja Leonard Pfeiffer? ‘Ik heb hem een keer ontmoet bij een radioprogramma. We heb-ben toen lang zitten praten en zijn manier van spreken trok me heel erg aan. Een tijd later belde hij mij op met de vraag of ik een tekst van hem op muziek wilde zetten en daar heb ik toen ja op gezegd.

Ik heb een aantal dingen in de tekst veranderd en daar is het eerste nummer Durf Jij? uit geko-men. Na dat eerste nummer merk-te ik dat Nederlandse teksten best

mooi konden zijn en dat Neder-landstalige liedjes helemaal niet zo erg hoeven te klinken als ik altijd had gedacht.’

Hoe is de rest van het album ont-staan? ‘Ik werd gevraagd om een the-atertour te doen en dat leek me erg leuk. Ik had nog nooit zoiets gedaan en bovendien denk ik dat het Nederlandstalige genre ge-schikter is voor het theater. Ik heb Ilja gevraagd of hij nog meer teksten voor me had die ik kon gebruiken. Dat was niet zo, maar hij bood wel aan om er meer voor me te schrijven. We hebben toen overlegd waar ze over moesten gaan en hij is aan de slag gegaan. De teksten die me aanspraken heb ik toen bewerkt en zo is een the-aterprogramma van anderhalf uur ontstaan.

Ik had nog nooit met iemand sa-mengewerkt voor het schrijven van mijn teksten, maar het is me erg goed bevallen. Je raakt elke keer weer geïnspireerd door de stukken die je binnenkrijgt. Het scheelt ook enorm veel tijd omdat je niet alles zelf hoeft te beden-ken, maar kunt voortborduren op de teksten die je aanspreken.’

Hoe schrijf je normaal gesproken je nummers? ‘Inspiratie kan eigenlijk overal vandaan komen. Meestal ga ik achter m’n gitaar of piano zitten en dan komt er altijd wel iets naar boven waar ik over wil schrijven. Ik ga nooit heel bewust over een specifiek onderwerp schrijven. Voor de afgelopen cd ging het andersom. Ik gaf een aantal the-ma’s door aan Ilja en hij schreef de teksten. Vervolgens moest ik de muziek die bij dat thema past bedenken.

Voor mij is het dan weer de uit-daging om de muziek en de sfeer

van het nummer aan te passen aan de tekst. Het liedje Koningin van Frankrijk klinkt bijvoorbeeld een beetje nukkig en Ik hoop dat het slecht met je gaat begint vrij vrolijk, maar eindigt explosief. Wat ik wil aangeven is dat ik niet zo maar een muziekje bij een

tekst schrijf. Het moet wel bij el-kaar passen qua sfeer.’

Veel van de teksten gaan over de keerzijde van de liefde. Zie jij de liefde zo negatief? ‘Ik denk eigenlijk dat die keerzij-de wel meevalt. Veel van de tek-sten hebben een wat cynische on-dertoon of zijn grappig bedoeld. Je moet jezelf en zeker de liefde nooit te serieus nemen.’

Is er voor jou een groot verschil tussen in het Engels en het Neder-lands zingen? ‘In het Engels is het vooral belang-rijk dat een nummer goed klinkt. De melodie moet goed zijn, de tekst valt in eerste instantie min-der op. Als je in het Nederlands zingt is het belangrijk dat je min-der in clichés denkt.

Het risico dat je een smartlap aan het schrijven bent is namelijk wel aardig groot. Het leuke aan Neder-landstalig vind ik dat je nu meer

met de taal kunt spelen, je kunt je beter uitdrukken.’

Met Jan Smit zou je niet zo snel een duet zingen? ‘Haha, nee, niet zo snel. Ik vind het wel een aardige jongen, maar onze muziekstijlen liggen wel erg ver uit elkaar.’

Je hebt Nederlands gestudeerd in Groningen. Was je vroeger ook al veel met taal bezig? ‘Ja toen ook al wel, maar eigenlijk ben ik het gaan studeren omdat de helft van mijn band het ook studeerde. Het was erg handig dat we in de pauzes muziek konden luisteren en over nieuwe teksten konden praten.

Verder bestond mijn studenten-tijd vooral veel uit uitgaan en dansen in kroegen als De Kar, De

Troubadour en Simplon. Na twee jaar ben ik gestopt met Neder-lands. Ik vond het heel erg leuk, maar ik was bang dat ik ook les

ging geven. Ik zag mezelf niet voor de klas staan. Voor mij was studeren meer bijzaak dan hoofd-zaak. Ik was veel meer met mu-ziek en mijn bandje bezig.’

Toen ben je maar naar het conser-vatorium gegaan?‘Dat klopt. Ik dacht altijd dat ik geen muziekopleiding nodig had, ik was immers al zangeres, maar daar ben ik toch van teruggeko-men. Het conservatorium was echter wel wat te eenzijdig voor mij en toen ben ik de kleinkunst-academie gaan doen. Die heb ik wel afgemaakt!’

Was de overgang van Groningen naar Amsterdam groot? ‘Dat viel wel mee. Amsterdam en Groningen zijn beiden erg gezel-lig. Op de kleinkunstacademie waren de mensen wel veel famili-airder dan hier. Ze gaan je meteen behandelen als je beste vrienden en aan je zitten enzo. In het be-gin vond ik dat wel gek, maar daar ben ik inmiddels wel aan gewend geraakt. Toch blijf ik wel een ech-te noorderling.’

Gerline van der GiessenJacob Roel Meijering

Foto: Ewoud Rooks

Ellen ten Damme goes Dutch‘Nederlandstalige liedjes hoeven eigenlijk helemaal niet zo erg te klinken’

Ze groeide op in Roden, een dorpje in het noorden van Drenthe en studeerde een tijdje in Groningen. Na twee jaar was Gronin-gen te klein en verhuisde Ellen ten Damme naar Amsterdam. Ze studeerde daar aan de kleinkunstacademie en was altijd bezig met muziek, Engelstalig. Half november kwam haar eerste Ne-derlandstalige album Durf Jij? uit. Tot dan toe had ze altijd zelf de teksten geschreven, maar voor dit album kreeg ze hulp van dichter Ilja Leonard Pfeiffer. Met de nummers van deze cd stond ze de afgelopen tijd in de Nederlandse theaters.

“Voor mij was studeren meer bijzaak dan hoofdzaak”

Het Gesprek

Page 6: SK Januari 2010

6 Groninger Studentenkrant | Januari 2010

advertenties

Bandirah www.bandirah.com

Write NoW!Schrijf je? Ga dan de uitdaging aan! Stuur je tekst voor 15 februari 2010 naar [email protected] en maak kans op o.a. een laptop van €1.500,- of een unieke publicatie in Dagblad De Pers! Kijk op www.writenow.nu

Altijd al je schrijfwerk aan de we-reld willen tonen? Nu is je kans. Write Now! is dé grote schrijfwed-strijd van Nederland voor jonge-ren met de leeftijd van 15 t/m 24 jaar. De winnaars worden vaak beroemd en dit jaar maak je kans op een laptop. Het fijne is dat ook Groningen mee mag doen!

‘Passionate Bulkboek’, de landelij-ke organisatie op het gebied van Nederlandse letteren en jonge-ren, organiseert de wedstrijd die bestaat uit vijftien voorronden in Nederland, drie in Vlaanderen en tot slot de finale in Rotterdam. In-sturen kan tot 15 februari 2010. Je inzending mag maximaal uit 2000 woorden bestaan en moet in het Nederlands geschreven zijn.

De winnaars uit de voorronden winnen boekenbonnen tijdens het festival in het Paleis te Groningen en mogen door naar de finale in Rotterdam. Deze vindt op 20 juni 2010 plaats. Als je dat wint ben je een ultiem talent en win je een laptop.

Elisabeth Oosterling is de trotse winnares van Write Now! Gronin-

gen 2009. Ze won met een kort fictieverhaal dat de jury ontroer-de. Via via was ze op de hoogte van de wedstrijd en schreef ruim een week voor de deadline haar verhaal: ‘Toen wist dat ik echt iets moest gaan doen!’ Tijd is dus niet de motor, maar inspiratie.

Elisabeth heeft niet alleen boe-kenbonnen gewonnen, ze is ook benaderd door een uitgever en nu is ze druk bezig om een roman te schrijven. Naast deze activiteit schrijft ze ook nog eens voor de UK. Want als schrijver worden niet lukt wil ze de journalistiek in. ‘Sowieso doe ik later iets met schrijven!’

De winnares zelf geeft de gouden tip om de wedstijd in Groningen te winnen: ‘Je moet bij jezelf blij-ven in je schrijfwerk. Het moet iets zijn wat jij vindt dat verteld moet worden. Je eigen drift moet duidelijk worden.’

Succes!

Check voor meer info www.writenow.nu.

Liesbeth Kauw

Write Now!De wedstrijd voor schrijftalentjes

Mijn opa is mijn held. Een aantal weken geleden gaf hij een feestje ter ere van zijn verjaardag. Sin-terklaas kwam toevallig ook langs zetten. Gelukkig deed zijn Gro-nings accent geen afbreuk aan zijn optreden.

Sinterklaas is een goede man. Hij beoordeelt mensen niet snel. Dit in tegenstelling tot een vereni-ging. Hier heb je in no time je re-putatie opgebouwd. Als je bij eer-ste kennismaking aan komt zetten met ‘ik ben maagd maar wil dat niet meer zijn’, of ‘mijn bijnaam is Hete Peet’, of ‘ik ben zo dron-ken wil je met me tongen?’ dan is het vaak al gedaan. Je mag als slet verder door het leven gaan en je komt er niet meer vanaf.

Wat je ook doet.

Ook mannen kunnen sletten zijn. Een vriend van me is er zo eentje. Die gaat van hole in one tot hole in one. Maar hij wilde z’n leven bete-ren. Hij vertelde me ook wel eens iets vast te willen.

Ik vertelde hem dat relaties ook niet alles zijn. Het wordt namelijk al snel romantiek aan de lopende band. Een gewoonte waar je niet meer uit komt. Elke avond eindigt het weer in samen op de bank zit-ten. Dat zie ik ook bij mij in huis.

Alle vriendinnetjes en een vriend-je kwamen laatst weer langs. Ver-volgens wordt het stil in het huis, alles wat je hoort is het geluid van romantische komedies. Rond 24.00 gaat dit geluid over in ge-kraak en gekreun. Mijn huisge-noot naast me heeft hier nog het meeste last van. Hij wordt zelfs ‘wakkergeneukt’. Na dit en een aantal uitjes naar de wc valt ie-dereen voldaan, of niet, in slaap.

Tja.

Ik kijk geen romantische filmpjes. Daar heb ik het te druk voor. Om me toch te kunnen ontspannen loop ik bij de fysio. Hij masseert elke week m´n rug. ‘Lopen bij de fysio’ klinkt altijd een beetje suf. Maar die van mij is 24 en mooi. Totaal niet suf dus. Maar meer sporten en yoga zou sowieso hel-pen.

Ik heb de volgende dag gelijk een aantal rondjes door het Noorder-plantsoen gerend.

De dag daarop yogatv.nl opge-start. Ik had mezelf in een re-laxoutfit gehesen. Een vriende-lijke meneer heette me welkom en begon met rek- en strekoefe-ningen. Eitje! Dat yoga is zo moei-lijk nog niet. Nou, en toen ging hij een oefening doen waarbij hij

zijn organen van de ene kant naar de andere kant van z’n buik ver-plaatste.

Dat was iets te hoog gegrepen voor mij. Ik nam wel even pauze.

We gingen verder. Maar zodra de tekst ‘and come down in the downwardfacing dog’ mijn oren bereikte vond ik het te gek wor-den. Yoga werkte dus ook niet.

Van al het niet ontspannen ben ik afgevallen. Ik wil dan ook dikker worden. Alle vrouwen van mijn leeftijd kijken me raar aan als ik dat vertel. De meeste vrouwen die de 21 zijn gepasseerd dijen onge-wild uit. ‘Vergane glorie’ noemde een vriend van me dat laatst.

Ik ga graag quasi voor die vergane glorie. Dus ik heb het maar op een eten gezet. Beter een te dikke kont dan een te dunne.

LIESBETH KAUW

Vergane glorie

Page 7: SK Januari 2010

7Groninger Studentenkrant | Januari 2010

www.foksuk.nl

Floor de GoedeFlo1. De dagelijksebeslommeringenSoftcover, 128 p.€ 9,95 ISBN 9789078753216

Ype DriessenYpe+Willem1. Heel herkenbaarSoftcover, 96 p.€ 9,95 ISBN 9789078753308

SLECHTS 9,95

SLECHTS

9,95

Strips, cartoons en graphic novels

Uitgeverij CatullusTel. 03560 [email protected]

advertentie

Nederland is een land zonder plan. In slaap gesukkeld door rijkdom en verge-ten dat welvaart niet vanzelfsprekend is. We richten onze slaperige blik cultu-reel en materieel enkel op de Verenigde Staten terwijl het in de toekomst in het Oosten gaat gebeuren. Professor R.T. Segers schreef het boek ‘Nederland na de crisis’ om de Nederlandse elite wak-ker te schudden.

De kredietcrisis zal volgens Segers een keerpunt zijn. De globale dominantie van de Verenigde Staten op economisch ge-bied gaat onvermijdelijk over naar de regio Oost-Azië. ‘Wat er gebeurt is vrij simpel. Wij kunnen niet op tegen twee miljard men-sen die tegen een dubbeltje willen werken. En die hangen niet een beetje achterover, die gaan er voor. En de kinderen van die mensen gaan er vijf keer zo hard voor, on-vergelijkbaar met onze kinderen. Dat heeft alles te maken met rijkdom, decadentie en

verworven zaken. Maar er zijn zaken die Nederland kan doen om zo goed mogelijk uit deze situatie te komen.’ Segers betoogt in ‘Nederland na de Crisis’ dat Nederland te gretig is geweest in het overnemen van de Anglo-Amerikaanse be-drijfscultuur. ‘We zijn van de landen die er toe doen het sterkst veramerikaniseerd. In zoverre dat we Nederland in sommige op-zichten de 51ste staat van Amerika zouden kunnen noemen.’

Het probleem daarmee is volgens Segers dat het haaks staat op wat wij hier altijd gedaan hebben. De voortdurende discus-sies over topinkomens en bonussen vloei-en daar bijvoorbeeld ook uit voort. ‘Er is sprake van een geweldige onvrede die in met name midden en grote bedrijven leeft omtrent het gehanteerde bedrijfsmiddel.’

Niet alleen het gehanteerde bedrijfsmodel is het probleem, ook de wijze waarop dit land wordt bestuurd is vatbaar voor verbe-tering.

De reactie van Nederland op de crisis is vol-gens Segers slap en van een hoog ad hoc karakter. ‘Nederland wordt geregeerd aan de hand van grauwe compromissen van een nipte meerderheid.’

Volgens Segers is een wijziging in hoe we dit land besturen onontbeerlijk. ‘Het kan niet meer op basis van de huidige politie-ke constellatie, die werkt niet. Die werkt gewoon niet. Mensen zijn het ook beu, ze zijn moe van het huidige politieke systeem in Nederland. Ze geven hun stem weg aan een groepering met geen programma, met geen kandidaten voor de gemeenteraad. Het is tekenend dat deze groepering op dit moment twintig procent van de stemmen heeft. Gigantisch!’

‘Ik denk dat wij nu politiek gezien op een doodlopend pad zitten. Er moet iemand in dit land het voortouw nemen. Iemand die zegt: ‘Deze boot gaat nu díe kant op.’ Maar die persoon moet ook steun verwerven. Het moeilijke is dat iedereen in Nederland el-kaar kan boycotten. Het moet in elk geval

afgelopen zijn met de besluiteloosheid, we hebben geen tijd meer. We discussiëren over hoofddoekjes, gedeclareerde zonne-brillen en waardeloos genomen besluiten zoals de Betuwelijn en de Noord-Zuidlijn. Waar we het nooit over hebben is onze toe-komststrategie.’

Om te zorgen dat de regeringsbesluiten op steun kunnen rekenen moet het drastisch anders. Segers pleit voor een regering van nationale eenheid.

Een belangrijke voorwaarde voor een daad-krachtige regering is volgens Segers dat er mensen in plaatsnemen met een groot persoonlijk prestige. ‘Mensen zoals Rinooy Kan, Cohen of Bos. Het vervelende is dat ik het nog niet direct zie gebeuren. De huidi-ge realiteit houdt dat volstrekt tegen. Maar er moeten besluiten worden genomen. We moeten durven inzetten op kansrijke gebie-den, strategische punten.’

‘In 2020 zullen wij ons geld in Oost-Azië en India moeten verdienen. Waarbij de pro-ductie daar plaatsvindt en door ons over de wereld verhandeld zou kunnen worden.’

Nederland terug als handelsnatie. Hier in Nederland zouden we ons volgens Segers moeten richten op de dienstensector in alle breedte.

Daarnaast moeten we blijven investeren in het onderwijs, als motor van innovatie. ‘Mijn zorg is, dat wij daarbij minder ver kunnen springen dan we zouden kunnen doen als de elite in de gaten zou hebben waar het in 2020 zich allemaal zou gaan afspelen. Ik vrees dat we dan opnieuw in de jaren ‘80 terecht komen. Waarbij miljoenen banen richting het Oosten verdwijnen.’

Het kwartje lijkt te zijn gevallen bij de va-derlandse elite want de interviewaanvra-gen en uitnodigingen stromen binnen bij Segers. Met als voorlopig hoogtepunt dat Segers de dag na dit interview het oor van de premier heeft om hem dit duidelijk te maken.

‘Nederland na de Crisis - Leiderschap in een nieuwe wereld’, Rien T. Segers, Uit-geverij Balans, Amsterdam, 2009, ISBN 9789460032288.

Randy Martens

Een land zonder plan‘Nederland geregeerd met grauwe compromissen van een nipte meerderheid’

Illustratie: Ludolf Backhuysen

Page 8: SK Januari 2010

8 Groninger Studentenkrant | Januari 2010

advertentie

Games zijn populair onder stu-denten. Even snel naar je com-puter lopen om een koe te aai-en (FarmVille op Facebook) of thuis blijven voor een avondje World of Warcraft: niks mis mee. Totdat je er niet meer zon-der blijkt te kunnen.

Zelfbenoemd verslavingsdeskun-dige Keith Bakker (onder andere bekend van het televisieprogram-ma Family matters) meent dat Nederland één miljoen gamever-slaafden telt. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam spreken van een stuk minder verslaafde jongeren, namelijk zo’n 20.000. Gameverslaving is een relatief nieuw fenomeen. Het onderzoek naar deze verslaving staat dan ook nog in de kinder-schoenen en de hulpverlening lijkt zich maar mondjesmaat met het probleem bezig te houden. Wie verslaafd is aan videogames kan vooralsnog maar bij enkele instellingen terecht voor een be-handeling die zich specifiek op gameverslaving richt. Bovendien zijn dit vaak particuliere instel-

lingen: de behandeling is duur en moet geheel uit eigen zak betaald worden.

Ook in Groningen zijn de moge-lijkheden tot behandeling van ga-meverslaving beperkt. Anke Kor-net, communicatieadviseur van Verslavingszorg Noord Nederland (VNN), geeft aan dat de hulpvraag voor gameverslaving minimaal is. Er is door VNN dan ook nog geen specifieke behandeling voor ga-meverslaving ontwikkeld. ´Game-verslaving wordt meer in algeme-ne zin als verslaving behandeld´, aldus Kornet.

Ook de studentenpsychologen die verbonden zijn aan de RUG en bij wie jaarlijks zo’n 600 studenten aankloppen voor hulp, krijgen naar eigen zeggen relatief weinig met gameverslaving te maken.

Ben Elsinga (23), student HBO Verpleegkunde, is ervaringsdes-kundige en schreef bovendien zijn scriptie over gameverslaving. Toen Ben een jaar of achttien was gamede hij meer dan goed voor hem was. ‘Ik heb twee jaar lang dag en nacht achter de computer

gezeten en daar alles voor opzij gezet.’

Ben ging al op jonge leeftijd op kamers, waardoor de controle ontbrak: ‘Als ik thuis had ge-woond was het niet gebeurd.’ Al snel ging hij niet meer naar school en naar zijn werk. Gezellig de kroeg in met zijn vrienden was er niet meer bij: gamen was be-langrijker. ‘Alles draait op een ge-geven moment om de computer’, vertelt Ben. Zijn ouders vroegen wel eens of hij niet teveel met de computer bezig was, waarop vaak een ontkennend antwoord volgde. ‘Je krijgt er handigheid in dat een beetje te verbergen.’

Volgens Ben had zijn overmatige gamegedrag meerdere oorzaken. Hij zat niet lekker in zijn vel en kreeg bovendien een onvoldoende voor zijn stage. Het gamen zorgde ervoor dat hij wel de waardering kreeg waar hij naar op zoek was.

Daarnaast is het feit dat online gamers vaak in teams spelen

doorslaggevend. ‘Je voelt de druk om door te spelen. Er wordt van je verwacht dat je online bent de hele dag’, zegt Ben. Zijn impul-sieve karakter hielp ook nog een handje.

Ben kwam grotendeels op eigen kracht weer van zijn verslaving af. ‘Ik verloor op een gegeven mo-ment iets in het spelletje. Toen was ik het even spuugzat en had ik zoiets van: ik moet maar weer naar school gaan. Dat was heel re-soluut, ik heb echt besloten: nu ga ik niet meer achter de computer zitten’, vertelt hij.

Ben heeft wel hulp gehad, maar die was meer gericht op andere dingen waardoor hij zich even wat minder voelde. Pas toen Ben met zijn scriptie bezig was reali-seerde hij zich meer wat er zich in zijn eigen leven had afgespeeld en begon hij er meer over te praten. ‘Dat proces ging ook niet altijd over rozen’, herinnert hij zich.

Ben is van mening dat hulpverle-

ners en onderzoekers hun krach-ten moeten bundelen. ‘Als men-sen er meer vanaf weten, moeten ze dat met elkaar gaan delen, an-ders schiet je er niks mee op.’

Het grootste obstakel in de ont-wikkeling van een behandelme-thode is het feit dat gamever-slaving in de psychologie niet officieel erkend is.

Ondanks dat hij het wel degelijk als een probleem ziet, gebruikt Ben de term gameverslaving liever niet. ‘Als je het woord verslaving hoort denk je meteen: die is ziek. En het prikkelt me nu niet meer’, legt hij uit.

Op de vraag of hij het niet zon-de vindt van de twee jaar die hij - letterlijk - verspeeld heeft, antwoordt hij: ‘Het is zonde, dat klopt, maar dat ik er spijt van heb, nee. Ik ben wel iets sterker in het leven komen te staan. Het is een harde weg om jezelf te leren kennen.’

Elske Woustra

Alles opzij voor de computer‘Je krijgt er handigheid in dat een beetje te verbergen’

In tijden van grote kamerschaarste zien eenzame huisbezitters een kans om hun ongewild celibataire leven te verrijken met een vrijwillig geprostitueerde huisgenoot. In ruil voor woonruimte eist deze hit-sige verhuurder een afgesproken hoeveelheid seks per week.

Deze financieel verlieslatende branche treft ech-ter vrijwel enkel het lot van de wanhopige dakloze vrouw. De mannelijke dienstenmarkt bevindt zich sinds de gehele geschiedenis van de Groningse ka-mermarkt in een diepe recessie.

Op reguliere kamersites worden deze advertenties eruit gefilterd sinds onder andere het verschijnen van 'de kunstmatige inseminatieman'. Een man die je - zonder een kamer te bezitten - uren aan de tele-foon houdt over spermadonorschap.

Ben je toch wanhopig op zoek naar een 'gratis' ka-mer, dan zijn er sites die allerhande diensten aan-bieden in ruil voor handelingen in natura. Onder de aangeboden diensten valt ook woonruimte.

Sexmarkt.nl meldt bijvoorbeeld:

Kamer voor geile studente: man 40 jaar bied gratis kamer aan, vrij gebruik van internet en onderhoud. maar je moet wel van sex houden want dat vraag ik voor alles. Discretie verzekerd. Alles bespreekbaar.

De kamermarkt is een raadselachtig monster dat met zijn akelige tentakels greep heeft op verbeeldin-gen die wij niet mogelijk achtten. Tot in de verste, donkerste uithoeken van onze fantasie kent het haar plekjes in het dagelijks leven.

Je gaat je dan natuurlijk wel afvragen of er reacties

komen op zulke advertenties. Daarom hebben we het volgende in de aanbieding. We hebben toevallig nog een kamertje leeg naast ons kantoor.

Kamer op de St. Walburgstraat 22 voor geile studen-te. Drie kerels van 25, 22 en 21, en een dame van 21 (en af en toe nog 15 redactieleden) bieden een gratis kamer aan, vrij gebruik van internet en onderhoud. Maar je moet wel van sex houden want dat vragen we voor alles. Absoluut geen discretie. Alles bespreek-baar.

Reacties naar: [email protected]

Ruurd Oosterwoud

Jij onderdak, ik seks!Goedkope kamers van een welwillende gastheer

Illustratie: Tobias Rutteman

Page 9: SK Januari 2010

9Groninger Studentenkrant | Januari 2010

Bijna bij iedere partij staat een student op een hoge plek waar-door er een behoorlijk aantal vrijwel zeker de gemeenteraad in zal gaan in 2010. De SK sprak met een aantal. Dubieus genoeg zit onze eigen hoofdredacteur Randy er ook tussen. Om alle schijn te vermijden hebben we hem maar de meeste ruimte gegeven. Stem op hem!

Studenten grijpen de macht in de stedelijke politiek

Naam: Anne Kuik (22)Studie: Nederlands RechtPlaats: 3Partij: CDA (nu 3 zetels)

Wat staat er in het verkiezingspro-gramma over studenten?We willen géén campus want we moeten de studenten niet de stad uit duwen. Studenten moeten in iedere wijk kunnen wonen, maar wel gespreid. Om overlast te voor-komen kun je op verschillende plaatsen in de stad grote studen-tencomplexen bouwen. Het Sui-kerunieterrein dat vrij komt zou daar erg geschikt voor zijn. Ik snap dat stadjers soms last heb-ben van studenten. Dat moet wor-den aangepakt.

Maar laten we niet vergeten dat het mooie aan Groningen is, dat het een studentenstad is. We moe-ten met elkaar rekening houden want we leven samen in één sa-menleving. We zijn tegen kraken, maar er moet op een andere ma-nier wel wat gedaan worden aan de leegstand in de stad. Want het is zonde om panden in het cen-trum van onze stad ongebruikt te laten.

Welke rol heeft het CDjA gespeeld bij de totstandkoming van het ver-kiezingsprogramma?Het CDjA heeft in het hele traject meegedacht. Ook hebben we een eigen voorstel ingediend: de ge-meente moet ervoor gaan zorgen dat er artiesten van wereldniveau (zoals eerder al Tina Turner en de Rolling Stones) op de drafbaan optreden. Wij dachten dat Cold-play daar wel een geschikte kan-didaat voor zou zijn. Wat zou er beter kunnen in de raad?

Het CDA doet nu al erg goede din-gen, maar als we wat meer men-sen in de fractie krijgen, dan kun-nen we meer aandacht besteden aan het terugkoppelen naar de kiezers. Dat gebeurt nog te wei-nig, maar ik vind dat iets wat de gehele gemeentepolitiek zich aan mag trekken. Volgens mij heeft een groot deel van de Groningers geen idee van wat er in het stad-huis gebeurt.

Naam: Randy Martens (22)Studie: Algemene EconomiePlaats: 6Partij: PvdA (nu 12 zetels)

Ga je samenwerken met andere jongeren in de raad?Super dat het er zoveel zijn, hef Student en Stad maar op zou ik zeggen! (knipoogt) Als het moet zullen we schouder aan schouder oprukken. Het lijkt me een goed plan om zoveel mogelijk contact te hebben. We kunnen vast nog eens een goede deal sluiten.

Wat zou er beter kunnen in de raad?Veel. Dat geldt voor de politiek in het algemeen. Het mag wel min-der ambtelijk. Minder het grauwe compromis opzoeken. Beter een goed plan met de helft plus één dan een asgrauw compromis una-niem aannemen. Ook mag de raad wat assertiever zijn, niet altijd op het college wachten maar zelf ook het initiatief nemen. Misschien moet de raad trouwens eens een cursusje nemen bij Kalliope - die debatvereniging - er wordt vaak

erg hakkelig voorgelezen als de raad bijeen is. Maar onze raad is een van de beste van het land hoor, vergis je niet.

Wat staat er in het verkiezingspro-gramma over studenten?Prachtige dingen. Enorm concreet ook. Meest opvallende is dat de PvdA wil dat leegstaande kantoor-panden ter beschikking worden gesteld aan verenigingen die kan-toorruimte nodig hebben.

Ook willen we leegkomende func-ties bij de gemeente opknippen als bijbanen voor jongeren zo-dat ze vloeiend de gemeentelijke organisatie verrijken en dus ook sneller blijven wonen en werken hier na hun afstuderen. Maar het belangrijkste is dat we vrij grof, véél kwalitatief goede woningen voor jongeren willen bijbouwen in en rond het centrum. Wordt overi-gens nu al aan gewerkt door onze wethouder, dus dat hebben we eigenlijk al binnen. Deze punten hebben we overigens als jongeren in de partij, de JS, het verkiezings-programma in gefietst.

Wat is er beter aan de stad als jij er klaar mee bent?Groningen zal een voorbeeld voor Nederland zijn. Hier opgroeien moet kinderen de beste kansen in het leven geven door fantastisch onderwijs. Laten we ook een voor-beeld geven hoe je armoede aan-pakt, niet door de markt z’n werkt te laten doen, maar door je er ac-tief mee te bemoeien als overheid. Ook wil ik dat Groningen een stad is die tegen de stroom van ‘ver-biedzucht’ van de overheid in-gaat. Daar word ik zo moe van. Zo zul je ook veel toffe evenementen blijven trekken zoals het onver-mijdelijke Glazen Huis. Dat geeft stedelijke grandeur.

Naam: Paul de Rook (22)Studie: IB/IO en RechtenPlaats: 3Partij: D66 (nu 2 zetels)

Waarom ben je de gemeentepoli-tiek in gegaan?Ik ben een tijd lid geweest van de

steunfractie van de statenfractie van D66 en ik vond het erg leuk om de debatten inhoudelijk voor te bereiden. Bij het ISO was ik lob-byist en ik zat dus wel redelijk dicht op de politiek en ik vond de processen erg interessant.

Wat ik leuk vind aan de gemeen-tepolitiek is dat het nog meer dan de studentenpolitiek over échte personen en echt geld gaat. Ik denk dat je veel meer kunt veran-deren in het leven van mensen.

Ga je samenwerken met andere studenten in de raad?Ik ben er blij mee dat andere par-tijen er vaak voor hebben gekozen om een student hoog op de lijst te zetten. We kunnen dan een blok vormen opdat er niet meer over studenten wordt gedacht als een bevolkingsgroep die altijd pro-blemen met zich meebrengt. Wij hebben er altijd een punt van ge-maakt om dit beeld te ontkrach-

ten en ik zal waar mogelijk met andere studenten in de raad tegen dit idee ingaan.

Kan de raad niet scherper?Ik denk dat je ervoor moet waken dat je als raadslid wel politicus blijft en niet op de stoel van de ambtenaren gaat zitten. Je moet de discussie zoeken op punten die politiek interessant zijn en niet te veel op de details die de verschillende diensten ook wel kunnen bepalen.

Wat zou er anders kunnen dan de huidige fractie?Ik hoop allereerst dat we een stuk groter worden dan de huidige fractie. De extra mankracht zou ik willen gebruiken om ervoor te zorgen dat we meer initiatiefvoor-stellen kunnen indienen, en ook dat we de steun voor die voorstel-len krijgen bij andere partijen. Dat is een hele proactieve manier van politiek bedrijven.

Naam: Mattias Gijsbertsen (24)Studie: Geschiedenis, Geen student meerPlaats: 1Partij: Groenlinks (nu 5 zetels)

Wat staat er in het verkiezingspro-gramma over studenten en jonge-ren?Studenten zijn erg belangrijk voor de stad en op die manier zitten studenten ook door het gehele programma verweven. Het afge-lopen jaar heeft studentenhuis-vesting heel erg gespeeld. Er is de afgelopen vier jaar veel verbeterd aan het aanbod van studenten-huisvesting, maar het kan altijd beter. GroenLinks zet ook hoog

in op veel goede studenten-huisvesting omdat Groningen de aantrekkelijkste studen-tenstad van Nederland moet blijven. Dat kan het beste geconcentreerd op verschil-lende plaatsen in de stad (bij-voorbeeld aan de Eendrachts-kade).

De raad heeft afgelopen jaar besloten dat er maximaal vijf-tien procent van de panden in een straat kamerverhuurpand mag zijn. Als GroenLinks wa-

ren en zijn we daar tegen, je moet veel specifiekere normen stellen. Je moet bijvoorbeeld kijken naar isolatie en waar in de buurt de andere studentenpanden zijn. Dat kost wel meer energie, maar het resultaat is er dan ook naar. Het alternatief dat de Stadspartij geeft, een campus, vind ik hele-maal niks. Dat is een erg makkelij-ke maar onwenselijke oplossing.

Ben je bang dat er financiële pro-blemen ontstaan doordat er teveel grote projecten in één keer worden uitgevoerd?Nee, ik denk dat we er als stad fi-

nancieel goed voor staan. We heb-ben de afgelopen begrotingsjaren veel reserves opgebouwd om de hogere risico’s van tram en Forum te kunnen dekken. Het scheelt ook een hoop als je de projecten goed voorbereid en het niet op de Amsterdamse methode doet.

Wat gaat de GroenLinks fractie wat jou betreft anders doen de komen-de vier jaar?Ik vind dat GroenLinks de afge-lopen vier jaar in het college erg goed werk heeft verricht. Er is veel meer aandacht gekomen voor duurzaamheid. We willen in 2025 energieneutraal worden. De soci-ale voorzieningen zijn sterk ver-beterd. De fietsvoorzieningen zijn enorm verbeterd.

De komende jaren worden na-tuurlijk jaren van bezuinigingen dus wordt het des te belangrijker welke keuzes je gaat maken. Wat mij betreft wordt er niet bezui-nigd op sociale voorzieningen en is het ook erg belangrijk dat ons klimaatbeleid overeind blijft.

Naam: Jimmy Dijk (24)Studie: SociologiePlaats: 6Partij: SP (nu 7 zetels)

Waarom wil je de politiek in?Ik wil dingen veranderen in de maatschappij. Ik ben bij ROOD (de jongerentak van de SP) gegaan omdat zij politiek bedrijven op een manier die me erg aanspreekt. Parlementaire politiek wordt ge-combineerd met actie voeren. Ik zie dat je op die manier meer be-reikt doordat je de mensen bij de politiek betrekt.

Toen ik stage liep bij Jongeren-werk hier in de stad, zag ik dat er een hoop dingen op dat gebied te slecht geregeld zijn. Ik zie het voor mezelf als taak om daar ver-andering in te brengen.

Wat staat er in jullie verkiezings-programma over studenten?Het belangrijkste punt is studen-tenhuisvesting. ROOD reikt elk jaar nog de ‘huisjesmelker van het jaar’ trofee uit om aandacht te vragen voor de woningnood. We vinden ook dat er huurteams moeten komen die studenten hel-pen met hun huisbaas. Het feit dat huisjesmelkers absurd hoge huren kunnen vragen voor een hokje van twee bij twee meter komt doordat er voor veel studen-ten simpelweg geen alternatief is.

De SP is verder tegen het leeg-staan van kantoorpanden. Kan-toorgebouwen die lang leegstaan moeten, al dan niet tijdelijk, mak-kelijker kunnen worden omge-bouwd tot jongerenhuisvesting.

We zijn tegen een campus. Naast het feit dat dit eigenlijk niet haal-baar is in de buurt van het Zer-nikecomplex vinden we ook dat je studenten niet moet wegstoppen.

Ga je samenwerken met andere studerende raadsleden om boven-staande punten te verwezenlijken?Ja, als die andere raadsleden onze standpunten delen, dan kunnen we altijd samenwerken.

Wat is de rol van ROOD geweest bij de totstandkoming van de lijst en het verkiezingsprogramma van de SP?ROOD is erg actief in Groningen en spreekt veel jongeren op de universiteit en de hogescholen. Zo heeft ROOD een grote bijdrage

kunnen leveren aan het verkie-zingsprogramma, vooral bij de onderwerpen die jongeren betref-fen.

Wat wil je bereikt hebben als er over vier jaar wéér verkiezingen zijn?Ik denk dat in de komende tijd de sociale verworvenheden nog ver-der onder druk komen te staan. Er zal landelijk, maar ook lokaal enorm moeten worden bezuinigd. Ik vind dat we daarbij op moeten letten dat we niet de zwaksten in de samenleving treffen. We kun-nen veel beter een wethouder wegbezuinigen, en de raadstoe-lagen mogen wat mij betreft ook wel omlaag.

Welke portefuilles zou je willen hebben?Dat hangt er natuurlijk een beetje vanaf met hoeveel zetels de SP in de raad komt. Als je wat meer ze-tels krijgt, kun je je meer specia-liseren. Maar de commissie Werk en Inkomen lijkt mij het interes-santst. Vooral om wat ik net zei te kunnen realiseren.

Wat ga je anders doen dan de hui-dige fractie?Ik vind dat de fractie het prima heeft gedaan, maar als ik iets moet noemen dan zou ik de kie-zers meer bij het raadswerk wil-len betrekken. De partij doet dat nu al goed, maar veel mensen voe-len zich nog niet door de politiek gehoord, dus kan het beter.

Jacob Roel MeijeringFoto Randy: Ewoud Rooks

Page 10: SK Januari 2010

10 Groninger Studentenkrant | Januari 2010

advertentie

Opgesloten in een grafkist wordt hij binnengedragen in een spookachtig gebouw. De grafkist wordt neergezet en geopend. Alle ogen zijn gericht op de man die uitstapt. Een man die later acht jaar lang de machtigste man ter wereld zal zijn: George W. Bush.

Dit is niet het begin van een sterk, fictief verhaal. Het beschreven ritueel is onderdeel van de ont-groening van een bekend studen-tendispuut van de universiteit van Yale. In 1968 was George W. één van de vijftien uitverkorenen die werd ingewijd in deze vereniging: Skull and Bones.

In 2004 nam George W. Bush het in zijn strijd om het president-schap op tegen rivaal John Kerry. Het is een jaar waarin beide presi-dentskandidaten uit de kweekvij-ver van de geheime studentenor-ganisatie Skull and Bones komen. Een dispuut dat sinds de oprich-ting in 1832 gehuld is in een wolk van geheimzinnigheid en contro-versie.

Een student van de universiteit van Florida ondervond dit lijfelijk toen hij John Kerry tijdens een debat in 2007 een kritische vraag stelde over het lidmaatschap van Kerry en Bush. De student werd gelijk opgepakt door de aanwe-zige politie en vervolgens bewerkt met een taser. Dit stroomstootwa-pen wordt door het politiekorps

in de Verenigde Staten gebruikt, met het doel om mensen te pijni-gen.

Naar aanleiding van dit opmerke-lijke voorval, dat overigens ook op YouTube te bewonderen is, laaide de discussie weer op. Van-waar een marteling na een ogen-schijnlijk onschuldige vraag over een studentendispuut? Reden ge-noeg voor verdieping. Wat is Skull and Bones eigenlijk?

Het dispuut werd in 1832 opge-richt door William H. Russell en Alphonso Taft, op latere leeftijd respectievelijk generaal en minis-ter van oorlog. Sinds de oprich-ting heeft de organisatie naast drie presidenten talloze hoge pieten bij de CIA, senators en andere invloedrijke figuren in de politiek, media en zakenwereld voortgebracht. Het meest recente voorbeeld is de economische ad-viseur van Barack Obama: Austin Golsbee.

Skull and Bones is een exclusief dispuut waar je niet zomaar lid van wordt. Per jaar worden er slechts vijftien nieuwe leden toe-gelaten, allen uit het laatste jaar van de universiteit van Yale. Bij selectie wordt voornamelijk gelet op afkomst en bloedlijn. Zo waren voor George W. Bush zijn vader, voormalig president George H.W. Bush en opa Prescott Bush, al lid van de vereniging. Opvallend is dat veel leden van beide regerin-gen Bush oude maatjes zijn uit het dispuut.

Over organisaties als Skull and Bones wordt veel geschreven en beweerd. De leden zelf laten ech-ter nooit wat los, waardoor jour-nalisten meestal al snel vervallen in mistige samenzweringstheorie-en. Een enkeling is het gelukt de sociëteit, bekend als ‘de Tombe’, binnen te dringen. Zo claimt jour-nalist Ron Rosenbaum in 2001 een ceremonie vast te hebben ge-legd met een nachtzichtcamera. Op deze video is een man te zien die doorgaat voor niemand min-der dan alumnus George Bush. Deze man roept de weinig verhul-lende woorden: ‘Ik ga je in je kont neuken, zoals ik Al Gore in zijn kont heb geneukt.’ Verder wordt er geroepen: ‘Haal die knuppel uit mijn reet, Oom Toby.’

In het boek van Alexandra Rob-bins, oud-student aan Yale, dat twee jaar na Rosenbaums onthul-ling uitkomt, blijkt echter dat de leden op die bewuste avond op de hoogte waren van de indringer en daarom expres dergelijke taal uit-sloegen.

Het is in zo’n situatie uiteraard lastig te zeggen wie de waarheid spreekt. Wel is het zo dat ook andere bronnen melding maken van geheimzinnige rituelen in de Tombe. Zo schijnt de inwijding te beginnen met het binnendragen van de kandidaat in een grafkist. Vervolgens wordt hij neergezet in ‘de heilige kamer’. Deze kamer is gemerkt met het nummer 322 en een Duitse tekst, in vertaling: ‘Wie was er idioot, wie was een wijze man, bedelaar of koning? Arm of rijk, dood is iedereen gelijk.’

De nieuwe leden komen vervol-gens gedurende een jaar twee keer per week bij elkaar. Op zulke bijeenkomsten worden de diepste geheimen onthuld en seksuele ervaringen gedeeld. Deze sessie wordt geleid door Uncle Toby, zoals de functie van de voorzit-ter heet. Ieder jaar ontstaat er een soort van hechte jaarclub. Als de inwijding voltooid is, krijgen de leden een bijnaam. Zo droeg Ge-orge H.W. Bush, de bijnaam Ma-gog, een naam die gegeven werd aan het lid met de meeste seksu-ele ervaring. Zijn zoon kreeg de bijnaam Temporary oftewel de tijdelijke.

Er zijn enkele ideeën over de sym-

bolische betekenis van het getal 322 in ‘de heilige kamer’. Waar-schijnlijk refereert het aan het jaar 322 voor Christus, waarin de filosoof Aristoteles overleed. In dit jaar kreeg Eulogia, de go-din van de welbespraaktheid, een plaats in het Pantheon te Rome. De Bonesmen, zoals de leden in de volksmond heten, noemen zich-zelf ook wel Ridders van Eulogia. De rest van de mensheid wordt weggezet als barbaren. Het getal zou ook kunnen verwijzen naar Genesis 3:22 waarin staat dat de mens gelijk is aan God.

Een andere mythe rond Skull and Bones is dat de Bonesmen verwoe-de verzamelaars zouden zijn van schedels en botten van bekende personen. Zo zouden de botten van Martin van Buren, de acht-ste president van de Verenigde Staten, in de Tombe opgeslagen liggen. Ook de schedels van het legendarische Indiaanse opper-hoofd Geronimo en van Pancho Villa, de bekende leider uit de Mexicaanse revolutie, zouden zich op de sociëteit bevinden.

Waar of niet waar, Skull and Bones is alles behalve een standaard studentendispuut. De student die gemarteld werd door de politie na het stellen van een vraag over het dispuut aan John Kerry, toont aan dat er in de Tombe zaken gaande zijn die het daglicht wellicht niet kunnen verdragen. Hoe de vork precies in de steel zit zullen we waarschijnlijk nooit te weten ko-men; de Bonesmen zwijgen als het graf.

Wil je meer lezen over de samen-zweringstheorieën, lees dan het boek America’s Secret Establish-ment van Anthony C. Suttun. De schrijver beweert in dit boek dat de Bonesmen de wereld beheer-sen en werkelijk achter elke his-torische gebeurtenis zitten; van de Russische revolutie tot de opkomst van de Nazi’s. Meer samenzwe-ringstheorieën rond de Bonesmen vind je op: http://www.parascope.com/articles/0997/skullbones.htm. Een iets genuanceerder beeld vind je in het boek Secrets of the Tomb. Skull and Bones, the Ivy Le-ague and the Hidden Paths of Po-wer, door Alexandra Robbins.

Edo Grevers

Studentenvereniging des DoodsSkull and Bones: het ultieme clubje 1

advertentie

Page 11: SK Januari 2010

11Groninger Studentenkrant | Januari 2010

Het lied van leven en dood Marcelo Figueras

Sprookje met volwassen thema-tiek Een reus als hoofdpersoon, die bovendien in het eerste hoofdstuk een Latijn sprekende wolf ont-moet, maakte dat ik overwoog Het lied van leven en dood van de Ar-gentijn Marcelo Figueras weer op-zij te leggen. Verder lezen bleek echter een wijs besluit. De reus Teo is op de vlucht en be-landt in het dorpje Santa Brígida. Daar ontmoet hij moeder Pat en dochter Miranda. Aangezien Pat voor Teo de ‘vleesgeworden ver-leiding’ is, ontstaat er een liefdes-affaire. Daar blijft het niet bij en Teo trekt bij Pat en Miranda in.

Al snel komt Teo erachter dat Mi-randa een meisje is met bijzonde-re gaven en dat Pat iets of iemand ontvlucht. Zodra de grond haar te heet onder de voeten wordt, ver-trekt ze met haar dochter naar

een volgend dorp, waarbij Teo geen andere keuze heeft dan met hen mee te gaan.

Het boek is een aaneenschake-ling van kleurrijke personages,

die op geweldige wijze door Figu-eras worden beschreven. Hoewel het verhaal in het middenstuk even zijn tempo verliest, wordt het nooit echt saai. De humoris-tische schrijfstijl maakt de zo nu en dan zware thematiek makkelij-ker te verstouwen. Wijze woorden (‘Maar er zijn geen twee wegen hetzelfde, want er zijn ook geen twee mensen hetzelfde. Wat voor de een succes betekent, kan voor mij een straf zijn.’) en platvloers-heid (‘Laten we neuken. Hier. Nu (…)’) liggen soms maar een pagina uit elkaar.

Het lied van leven en dood is een boek waarin de magie van de La-tijns-Amerikaanse literatuur vol-op aanwezig is. Voor de nuchtere Hollander in het begin even wen-nen, maar wie zich door Figueras mee laat voeren kan de dikke pil al snel niet meer wegleggen.

Elske Woudstra

Goede TijdenEdzard mik

De zevende roman van Edzard Mik speelt zich af in Maastricht ten tijde van het overstromen van de Maas. Hier wonen de Russische danseres Julia en de nuchtere ad-vocaat Vink.

Hun huwelijk stelt niet veel meer voor. Vink gaat op in zijn werk als advocaat, en Julia is idolaat van Sjef, een spirituele goeroe die een harem aan vrouwen om zich heen heeft verzameld.

Er wordt een moord gepleegd. Sjef zou iets met de moord te ma-ken kunnen hebben. Vink wordt als advocaat op deze zaak gezet. Hierdoor komen Julia en Vink nog verder van elkaar af te staan.

Julia geeft zich meer en meer aan Sjef, totdat Sjef zelfmoord pleegt door van een galerij af te sprin-gen.

Vanaf dat moment wordt het ver-haal door de ogen van de half-dode Sjef verteld. Sjef laat zien hoe de moordzaak alsnog wordt opgelost en probeert met zijn geestelijke krachten als een soort god de liefde tussen Julia en Vink weer op te laten bloeien.

De titel van het boek verwijst naar de soap Goede Tijden Slechte Tij-den. Ook het leven van Julia en Vink is één grote soap.

In het huwelijk van Julia en Vink zijn het niet de goede, maar de slechte tijden die overheersen. Alle soapaspecten zoals werk, overspel, liefde en geloof komen in het verhaal naar voren en per-

spectieven wisselen elkaar af.

Houd je van liefde, drama en een tikkeltje surrealisme, dan is Goe-de Tijden een echte aanrader.

Tessa Nijland

Sigh no moreMumford & Sons

Fleet Foxes hadden in 2008 het neofolk genre aardig op de kaart gezet voor de Verenigde Staten, maar het was wachten op een Brits antwoord. Met deze debuutplaat mag Mumford & Sons gerust die eer toebedeeld krijgen. De twaalf liedjes op Sigh No More laten de luisteraar met kippenvel achter. Let maar op: deze band wordt erg groot.

Het is makkelijk om je te vergis-sen in het jaartal bij het luisteren van deze cd. De autenthieke folky bluegrass sound van de band doet denken aan iets dat veel ouder is, terwijl zanger Marcus Mum-ford toch echt pas 22 is. Samen met zijn ‘Sons’ zingt hij ondere andere over gebroken harten en mislukte oogsten. Dat zingen lijkt soms meer op prediken; Mumford komt over als een dominee, zijn raspende stem af en toe schoor van emotie. Vol overtuiging stort hij zijn ziel uit, met gevoel en met kracht. Wat hij zingt is waar. Maar ook de rest van de band draagt zijn steentje bij: banjo’s,

trompetten, accordions, mandoli-nes; niets is te gek om bergen te laten verrijzen in de straten van Londen. De bezetting doet denken aan de Ierse folkband The Pogues, maar door het ruwe rockrandje stijgt Mumford & Sons ver boven Shane MacGowan en zijn mannen uit. De liedjes van The Pogues kab-belen rustig voort, terwijl Mum-ford er voor zorgt dat je aandacht geen moment verslapt. De meeste liedjes beginnen rustig en bouwen dan langzaam op naar een climax, eentje die veel kracht wordt bij-gezet door het enorme scala aan verschillende instrumenten.

De band sluit zich in Londen aan bij Noah and the Whale en Laura Marling, twee artiesten die zich al eerder groot wisten te maken in het neo-folk genre en Europese festivals veroverden. Het moet gek lopen wil Mumford & Sons niet de festivalhit van 2010 wor-den, mogelijk nog groter dan de twee voorgenoemde bands.

Judith Katz

Recensies

Tegenwoordig is het matig ge-steld met de interesse onder studenten voor jazzmuziek. De Rumba en Het Feest overheer-sen nog steeds met hun hitjes als ‘Evacuate the dancefloor’ en ‘Rosanne’. Jammer, vindt ook Bert van Erk, jazzmuzikant in hart en nieren. Want de jazz is prachtig. Groningen is weinig voorzien van echte jazzjamses-sies. In ieder geval is er maan-dag tot en met woensdag so-wieso iets te doen. De SK doet verslag.

USVAIn de USVA gaat op maandag-avond een waar jazzorkest los. In het gevarieerde gezelschap ko-men jong en oud, onervaren en doorgewinterd samen. Daar waar bij de sessies in de cafés de zwoe-le jazz een sfeervolle achtergrond vormt voor een gezellig avondje uit, gaat het hier puur om het mu-ziek maken.

Onder de bezielende leiding van Bert van Erk spelen beginners sa-men met meer ervaren muzikan-ten. Eén voor één krijgen de mu-zikanten in solo’s de ruimte om te laten zien wat ze waard zijn. De zaal is gevuld met muzikanten die even pauze nemen en praten over hun grote passie: muziek. Als een dwarsfluitiste haar ingewikkelde solo heeft afgerond belonen ze haar met een luid applaus.

Na enige tijd legt Van Erk het en-semble stil. ‘Drummerswissel!’ De andere muzikanten hebben er

duidelijk nog geen genoeg van. Als de muziek weer is ingezet blazen ze vrolijk verder. ‘Het ver-schil met de sessies in cafés is dat deze jamsessie veel toegankelij-ker is voor beginnende muzikan-ten’, vertelt Van Erk, een bekend gezicht in het jazzcircuit van Gro-ningen. ‘Bij de meeste sessies in cafés kom je er niet zomaar tus-sen, dat zijn allemaal doorgewin-terde muzikanten, veelal met een achtergrond op het conservato-rium. Aan muzikanten van dit ka-liber kunnen de beginnende mu-zikanten zich optrekken in mijn sessie. De toegankelijkheid maakt

de jamsessie in de USVA uniek.’

Het enthousiasme van Van Erk slaat over op de muzikanten, waarvan de meesten wekelijks een nootje komen mee blazen, strijken, tokkelen of slaan. Onder

de felle spots boven het podium spelen ze in een minder knusse atmosfeer dan in een kroeg. Des-alniettemin is deze sessie zeker een aanrader en voor beginnende muzikanten en wellicht een op-stapje naar een podium in een café.

De SmederijDinsdagavond rond 22.00 zijn er vanuit De Smederij bruisende ge-luiden te horen. Er wordt nog wat nagetafeld met een kop koffie of een goed glas wijn.

Ondertussen maakt men zich op voor wat er komen gaat. Af en toe klinkt er een geluid van een saxofoon, een korte roffel van de drummer, gepingel van de pianist,

getokkel van de contrabassist en een koebel. Er wordt gestemd.

De Smederij is een klein en knus café aan het Schuitendiep. Inder-daad, vlakbij het Pannenkoeken-schip. Kleine houten tafeltjes ma-ken de ruimte nog net niet te vol. Je kunt er eten maar op dinsdag-avond speelt er een band. Livemu-ziek dus.

Ongeveer vanuit elke hoek van het café is sowieso een deel van de band te zien. De band staat in het gedeelte waar je wat minder goed met elkaar praten. Dus als je een slechte date hebt moet je in dit deel gaan zitten.

Boven de band hangt een kitschen kroonluchter met spaarlampen. Een rood gordijn geldt als ach-tergrond en grote zilverkleurige spotjes van de Ikea dienen als licht.

Jassen hangen half in het gezicht van de drummer, die nog net niet in de weg wordt gezeten dor ta-fels die opgestapeld staan.

Dit alles maakt het charmant. En goed. Want dat is de muziek.

Als de band begint te spelen ont-staat er een verrassende sfeer in De Smederij. Het geroezemoes wordt overstemd door de instru-menten en steeds meer mensen komen binnendruppelen om van de muziek te genieten. Het pu-bliek is overwegend middelbaar maar ook studenten komen op het geluid af.

De muziek die elke dinsdag in De Smederij te horen is is niet zomaar muziek. Het zijn ervaren

muzikanten van kwaliteit. Je kunt je als band aanbieden om daar te spelen en als De Smederij het goed genoeg vindt mag je je laten horen.

De jazzband van deze keer neemt het publiek mee in de relaxtheid van de jazz. Mensen zakken on-deruit en ontspannen. Je hoeft niks. Je kijkt rustig om je heen naar de mensen en naar de band. Mannen met bilnaden boven hun broeken, kaarsen in van kaarsvet overgoten standaards en nootjes voor €1,50.

Café Peter PanIn Café Peter Pan wordt elke woensdagnacht de kunst van het jammen bedreven. In de kroeg, waar normaalgesproken vooral stadjers komen, wordt plaatsge-maakt voor leden van de Groning-se jazzscene. Iedereen die wil kan zijn instrument meenemen.

Bij deze sessies is het niveau na-tuurlijk erg afhankelijk van de muzikanten. De vaste kern in café Peter Pan is naar verluid erg goed, en tijdens de sessie die wij be-zochten hebben we niets gehoord dat het tegendeel doet vermoe-den. Je krijgt jazz van kwaliteit te horen en de sfeer van Café Peter Pan is erg goed. Het is een gezellig café aan de gracht. De jamsessie is erg vergelijkbaar met die in De Spieghel. Op maandagavond rond 23.00 kun je hier genieten van goede jazzmuziek.

Edo GreversLiesbeth Kauw

Foto: Eveline Vaessen

Groningse jazzsessies in de schijnwerpers

Page 12: SK Januari 2010

12 Groninger Studentenkrant | Januari 201012 Groninger Studentenkrant | Januari 2010

advertenties

Met de strijdkreet ‘een goede buur is goud waard’ is de gemeente Groningen onlangs een offensief begonnen om de verhoudingen tussen stadjers en studenten wat te ver-zachten. Natuurlijk zijn deze verhoudingen niet altijd even soepel, maar burenruzies heb je overal. De SK merkt weinig van het ‘water vs vuur’ dat door deze campagne gesugge-reerd wordt. Hebben stadjers eigenlijk wel zo’n gruwelijke hekel aan ons, studenten? De SK ging de straat op om het ze te vragen.

‘Zolang ze hun naaldhakken maar niet in de kamer dragen, vind ik het best.’Wim (80)

‘Ik heb geen last van studenten.’Harry (45)

‘Ik vind het allemaal wel best.’Bert (58)

‘Ze wonen naast me en ik heb ner-gens last van. Als ze op vrijdag naar huis gaan toeteren ze even: geweldig!’Jaap (29)

‘Als ze tussen de mensen willen blijven wonen, moeten ze zich wel gedragen.’Baukje (35)

‘Ze zorgen voor een levendige sfeer op straat.’Mohammed (37)

‘Je kan niet zien wie er wel en wie er geen student is. Ik heb daar geen mening over.’Man die hondenvoer verkoopt

‘Studenten brengen leven in de stad, maar soms wel een beetje

teveel.’Evelien (52)

‘Studenten zorgen voor veel meer overlast dan ik toen ik zelf nog student was.’Arend Jan (66)

‘Albertus is goed te doen, Vindi-cat is wat minder.’Fransisca (31)

‘Studenten zijn precies onze doel-groep, dus je zal me niets kwaads over hun horen zeggen.’Jehovagetuige

‘Bijna altijd geweldig.’Visboer, die op vrijdag altijd veel omzet maakt dankzij studenten

‘Die horen erbij.’Anoniempje

‘Ligt eraan in welke staat, maar ik heb er geen problemen mee.’Groenteman

‘Super, ik heb ze graag als klant.’Marktkraamvrouw

‘Het zijn feestbeesten, maar als ze moeten studeren dan kunnen ze dat ook heel serieus.’Marktkoopman

‘Er zijn er zoveel, moet ik dat in één zin doen?’Anoniempje

‘Óf ze zijn echt verschrikkelijk vervelend, of ze zijn heel leuk, ge-zellig en enthousiast. Het is echt fifty-fifty.’Marktkoopman

‘Ik vind het altijd hartstikke leuk en gezellig met studenten maar ze worden altijd zo laat wakker.’Anoniempje

‘Leuk, ik vind ze altijd wel grap-pig.’Anoniempje

‘Die komen hier niet weg.’Anoniempje

‘Studenten horen gewoon bij Gro-ningen. Studenten en Groningen gaan samen.’Anoniempje

‘De ene student is de andere niet, maar ik heb liever dat ze geen lid van een vereniging zijn.’Adriaan (39)

‘Ik heb leuke buren, ze hebben al-tijd wel een pilsje voor me koud staan. Andersom geldt dat ook.’Herman (51)

‘Ik vind het schorem, het is altijd rotzooi met die lui.’Paulus (71)

‘Wel prima dat ze er zijn, ze ma-ken de binnenstad wel gezelliger. Jammer dat ze allemaal op de fiets komen.’Ria (40)

‘Ik woon in Helpman en de hui-zen zijn in mijn straat niet goed geïsoleerd. Als ze dan een feestje geven, hebben mijn kinderen daar nogal last van.’Jacqueline (32)

‘Mijn kleindochter studeert, meer studenten ken ik eigenlijk niet.’Harmen (81)

‘Ik heb er wel goede ervaringen mee. Mijn bovenbuurvrouwen ko-men af en toe koffie drinken. Dat is erg gezellig.’Louise (76)

‘Ik heb jarenlang training aan stu-denten gegeven, dus mijn beeld van ze is overwegend positief.’Neeltje (55)

‘Ik heb altijd ruzie met die ballen in de kroeg.’Pieter (22)

‘Ik heb vooral een hekel aan al die fietsen bij mij in de staat. Ik kan nauwelijks nog op de stoep lopen.’Emma (41)

‘Ik geef ze les. Ze zijn wel luier dan vroeger.’Kees (54)

‘Ik had vroeger wel overlast, maar sinds de laatste buurtbarbecue is het over.’Evert (74)

‘Ik was nog niet zo lang geleden zelf student, dat was een super-tijd. Dat gun ik de studenten van nu ook, dus ik zeur niet als de muziek wat hard staat. Als het uit de hand loopt bel ik even aan.’Bart (31)

‘Er wonen geloof ik geen studen-ten bij mij in de buurt. Ik ga wel eens naar een lezing van Studium Generale, maar ik heb eigenlijk nooit echt contact.’Sjoerd (51) Jacob Roel Meijering

Tobias RuttemanLisanne Wieringa

Fotografie: Eveline Vaessen

Schatjes of schoften?Stadjers over studenten

‘Die zorgen ervoor dat de stad levend blijft.’

‘Ik heb twee studen-tenkinderen dus ik

moet zeggen prima’

‘Ik vind ze een beetje onwerelds’

‘Ik ben blij dat ze er zijn hier in Groningen’

‘Ze brengen best veel impulsiviteit’

‘Soms zijn ze leuk, maar soms zijn ze heel

irritant’