Schoolgids 2010-2011

96
SCHOOLGIDS 2010-2011

Transcript of Schoolgids 2010-2011

Page 1: Schoolgids 2010-2011

SCHOOLGIDS 2010-2011

Page 2: Schoolgids 2010-2011

De Meern, november 2010

Schoolgids november 2010 1

Page 3: Schoolgids 2010-2011

INHOUDSOPGAVE SCHOOLGIDS

Inleiding 3

Het algemeen deel 4

1. Het Katholiek onderwijs in Vleuten, De Meern en Haarzuilens 41.1 Stichting R.K. basisscholen Vleuten, De Meern, Haarzuilens 41.2 Missie en visie van de stichting 41.3 Centrale doelstellingen 51.4 De scholen 8

2. Waar de scholen voor staan 10

3. Het personeel 11

4. De ouders 13

5. De klachtenprocedure 16

6. Toelating, leerplicht en schorsing 186.1 Aannamebeleid 18 6.2 Huisvestingproblematiek 186.3 Begrensde voedingsgebieden 186.4 Toelating van kinderen 196.5 Leerplicht en verlof 206.6 Schorsing/verwijdering van leerlingen 22 6.7 Consequenties arbeidsmarktknelpunt 23 7. Het vervolgonderwijs 24

8. Zorg in en buiten de school 258.1 Samenwerkingsverband, Passend Onderwijs en de zorgprocedure 258.2 Het Jeugdadviesteam 26 8.3 Jeugdgezondheidszorg GG&GD 26

9. Buitenschoolse opvang (BSO) 28

10. Tussenschoolse opvang 29

11. Afkortingenlijst 30

Schoolgids november 2010 2

Page 4: Schoolgids 2010-2011

Het schoolspecifieke deel 31

1. Kerngegevens van Het Veldhuis 311.1 Historie 311.2 Identiteit 311.3 Bestuur, directie en adressen 311.4 Informatie over de school 311.5 Intake van nieuwe kinderen 32 2. Waar staan wij voor 332.1 Missie 332.2 Doelstelling 342.3 Klimaat 342.4 Omgangsprotocol 35

3. Een school met kwaliteit 36

4. Adaptief onderwijs 374.1 Nieuwe ontwikkelingen 38

5. Organisatie 395.1 De schoolorganisatie 395.2 Wie werken er in de school? 395.3 De organisatie van ons onderwijs. 40

6. De zorg voor de kinderen 506.1. Het systematisch volgen van de ontwikkeling van kinderen 506.2 De verslaggeving over leerlingen 516.3 Verslaggeving aan de ouders 516.4 Extra begeleiding 51

7. Medezeggenschap op school 53

8. School en ouders 54

9. Kwaliteit 58

10. Relatie school en omgeving 60

11. Schooladvies Voortgezet onderwijs 61

12. Varia 62

Bijlage met gegevens schooljaar 2010 – 2011 64

Schoolgids november 2010 3

Page 5: Schoolgids 2010-2011

Inleiding

Dit is de schoolgids van de Katholieke Basisschool Het Veldhuis. De scholen binnen de stichting RK basisscholen Vleuten, De Meern, Haarzuilens hebben besloten een gezamenlijk deel uit te brengen. Deze schoolgids begint met een algemeen stichtingsgedeelte. Dit gedeelte verschijnt in elke schoolgids van de onder de stichting vallende scholen. Verder kent de schoolgids een schoolgedeelte waarin algemene informatie over onze school is opgenomen. De specifieke informatie over het schooljaar is te vinden in de bijlage. Daarnaast is op de website veel aanvullende informatie te vinden.De schoolgids wordt aan het begin van een schooljaar gepubliceerd op de website en per e-mail aan de ouders verstuurd. Op verzoek verstrekken wij een geprinte versie, ook aan “nieuwe” ouders die informatie willen voor inschrijving van hun kind(eren). Behalve de specifieke gegevens van een schooljaar verschijnt de gids niet elk jaar. We kijken wel of de informatie in de schoolgids nog actueel is. Indien dit niet meer het geval is laten we een nieuwe schoolgids verschijnen.De schoolgids is samengesteld door directieleden van de vier katholieke scholen in Vleuten, De Meern en Haarzuilens. Verder hebben tal van mensen van de eigen school medewerking verleend aan de inhoud van deze gids. De schoolgids is voorgelegd aan de medezeggenschapsraad van de school. Deze heeft ingestemd met de inhoud hiervan.

J.B.M. (Hans) SomersDirecteur

Schoolgids november 2010 4

Page 6: Schoolgids 2010-2011

HET ALGEMEEN DEEL

1. Het Katholiek onderwijs in Vleuten - De Meern

1.1 Stichting R.K. Basisscholen Vleuten, De Meern, Haarzuilens

De Stichting R.K. Basisscholen Vleuten, De Meern, Haarzuilens is bevoegd gezag voor katholiek primair onderwijs in Wijk 10 van de gemeente Utrecht. Het betreft thans de volgende basisscholen: - De Willibrordschool (Vleuten); - De Twaalfruiter (Vleuten – wijk Vleuterweide);- De Drie Koningenschool (De Meern); - Het Veldhuis (De Meern – wijk Veldhuizen) en - De Sint Bonifatiusschool (Haarzuilens).

De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer: 41178879

De stichting is ingericht overeenkomstig de beginselen van Policy Governance.

De stichting is aangesloten bij de Bond KBO, de bond katholiek primair onderwijs.

Het postadres van de Stichting R.K. Basisscholen Vleuten, De Meern, Haarzuilens is: Postbus 87; 3454 ZH  De Meern. Het e-mailadres is [email protected].

Het bestuur van de stichting bestaat uit:- De heer Ir. J.P.P. Cox MBA, voorzitter - De heer Ir. J.P.B.G. Hofkens, lid - De heer J. Hoogerwerf, secretaris - De heer M.F.M. Cliteur, penningmeester - De heer Drs. E.J.L. Dolmans

Bestuursleden van de stichting representeren de gemeenschap Vleuten, De Meern, Haarzuilens als geheel en handelen formeel zonder last of ruggespraak.

Bestuursleden ontvangen geen enkele financiële vergoeding voor het bestuurswerk. Alle door de overheid beschikbaar gestelde gelden komen ten gunste van de 5 scholen, de ongeveer 200 medewerkers en de ruim 2.500 leerlingen.

1.2 Missie en visie van de stichting

MissieHet bestuur draagt namens of tenminste in het belang van de gemeenschap in Vleuten, De Meern en Haarzuilens, in het bijzonder de ouders en toekomstige ouders die voor hun kinderen katholiek onderwijs verlangen, verantwoordelijkheid voor de scholen welke onder haar bevoegd gezag staan. Het bestuur acht zich als zodanig ervoor verantwoordelijk dat de scholen een prestatie leveren die het bestuur aan die gemeenschap kan verantwoorden. Aangezien de overheid dit onderwijs bekostigt acht het bestuur zich er eveneens verantwoordelijk voor dat de prestatie voldoet aan door de overheid daaraan gestelde eisen.

VisieHet bestuur van de stichting ziet er op toe dat de scholen zodanig presteren dat de:

1. Leerlingen bij het verlaten van de school beschikken over kennis en vaardigheden die hen toegang geven tot bij ieders individuele kwaliteiten (in cognitief, sociaal en emotioneel opzicht) passend vervolgonderwijs; de algemeen erkende eindtermen voor Primair Onderwijs zijn daarbij het uitgangspunt.

Schoolgids november 2010 5

Page 7: Schoolgids 2010-2011

2. Leerlingen beschikken over de basisvaardigheden die hen op weg helpen naar verantwoord maatschappelijk, democratisch functioneren en naar zelfbewust en zelfstandig persoonlijk functioneren.

3. Leerlingen vertrouwd zijn met of kennis hebben van de levensbeschouwelijke en maatschappelijke verscheidenheid en in het bijzonder gevormd zijn vanuit de katholieke identiteit van de eigen school.

1.3 Centrale doelstellingenDe stichting heeft 25 centrale doelstellingen voor de periode 2007 tot en met 2011 vastgesteld. Deze doelstellingen zijn zowel een concretisering van de visie als ook de begrenzing van de beleidsruimte van de schooldirecties. De doelstellingen zijn gesorteerd in 6 managementdomeinen: leerlingen en onderwijs, personeel en organisatie, ouders en omgeving, huisvesting, financiën en administratie, en kwaliteitszorg.

De centrale doelstellingen krijgen schoolspecifieke uitwerking in het schoolplan over dezelfde vijfjaarsperiode en in jaarplannen. De schooldirecties leggen verantwoording af met behulp van managementrapportages aan het bestuur over de doelbereiking op deze 25 doelstellingen.

Het bestuur legt jaarlijks in het bestuursverslag verantwoording af over het gevoerde beleid.

1.3.1 Leerlingen en onderwijsWij willen als Stichting dat onze scholen in de periode van 2007 tot en met 2011 in het domein leerlingen en onderwijs:

1.   Voldoen aan wet- en regelgeving en zich daarvan vergewissen middels adequate interne planning en control en externe onderzoeken/inspecties.

2.   Goede zorg voor alle toevertrouwde kinderen bieden. Dit betekent meer concreet dat er een aandachtige gerichtheid moet zijn voor het welzijn van het individu op een niveau zoals dat van een betrokken en vakbekwame leerkracht verwacht mag worden.

3.   Zorgzame leerkrachten hebben. De daarbij behorende houdingen zijn attent zijn, verantwoordelijkheid nemen, competent zijn en sensitief zijn voor de consequenties van de gegeven zorg (“onze leerkrachten zijn attent, verantwoordelijk, competent en sensitief”).

4.   Elk bij de betere basisscholen behoren. Dit gemeten naar CITO-scores in vergelijking tot het landelijk gemiddelde en tot de referentiegroep (LG), inspectierapporten, en doorstromingspercentages naar het voortgezet onderwijs.

5.   Inhoud geven aan onze katholieke grondslag en een actieve relatie hebben met de parochie. Via symbolen, rituelen en vieringen de leerlingen in aanraking brengen met de spirituele rijkdom van de katholieke traditie.

1.3.2 Personeel en organisatieWij willen als Stichting dat onze scholen in de periode van 2007 tot en met 2011 in het domein personeel en organisatie:

6.   Open met elkaar omgaan en transparant zijn. Dit geldt in het bijzonder, gelet op hun voorbeeldfunctie, de schoolleiding.

7.   Een goede en aantrekkelijke werkgever zijn (o.a. mobiliteit, kweekvijver, bijscholing, jaarlijks functionerings- en beoordelingsgesprekken).

8.   Een ziekteverzuim lager of maximaal gelijk is aan het landelijke gemiddelde in het primair onderwijs bereiken.

Schoolgids november 2010 6

Page 8: Schoolgids 2010-2011

9.   Goed functionerende, autonome scholen binnen onze stichting zijn.

10. Door een stichting met competente, onbezoldigde bestuurders overeenkomstig de principes van goed bestuur worden bestuurd.

11. Mobiliteit van personeel tussen de scholen binnen de stichting bevorderen.

1.3.3 Ouders en omgeving

Wij willen als Stichting dat onze scholen in de periode van 2007 tot en met 2011 in het domein ouders en omgeving:

12. Actieve participatie van ouders/verzorgers in diverse gremia waaronder de medezeggenschapsraden op schoolniveau en op stichtingsniveau stimuleren.

13. Structurele communicatie kennen met ouders/verzorgers op leerling-, school-, en stichtingsniveau middels verschillende instrumenten en overlegorganen; hierbij valt te denken aan schoolgids, website, nieuwsbrief, gmr website en dergelijke.

14. Openstaan voor klachten, deze in een zo vroeg mogelijk stadium opsporen, onderkennen en oplossen eventueel met behulp van de contactpersoon, vertrouwenspersoon en/of klachtencommissie.

15. Voor- tussen en naschoolse opvang mogelijk te maken en stimuleren van een kwaliteitsrijk programma bij de aanbieder van de opvang.

16. Een signalerende en verwijzende functie nemen in het geval dat dit in ieder geval in het belang van de leerling en/of ter ondersteuning van de ouders/verzorgers is. Hierbij valt te denken aan deelnemen aan netwerkoverleggen jeugdwelzijn, overleg maatschappelijk werk, consultatiebureau jeugdzorg, jeugd GGZ, GG&GD en REC's.

1.3.4 HuisvestingWij willen als Stichting dat onze scholen in de periode van 2007 tot en met 2011 in het domein huisvesting:

17. Een gezonde, veilige en inspirerende werk- en leeromgeving bieden en daarbij tenminste voldoen aan de betreffende regelgeving.

18. Eigenstandig zijn en geen onderdeel zijn van een grote scholenaccommodatie, maar wel meedenken en open staan voor brede school concepten; buitenschoolse opvang wordt wel nabij, maar niet in de school gehuisvest.

19. Dat ieder schoolgebouw een passende identiteit, herkenbaarheid, sfeer en uitstraling heeft waarmee ook het schoolconcept wordt versterkt.

20. Huisvesting beleidsmatig benaderen middels een stichtingsbreed meerjaren huisvestingsplan, waarna projectmatige huisvestingsopgaven worden gedefinieerd.

1.3.5 Financiën en administratieWij willen als Stichting dat onze scholen in de periode van 2007 tot en met 2011 in het domein financiën en administratie:

21. Naast de in het managementstatuut en kadernota genoemde financiële randvoorwaarden, de scholen en de stichting als geheel aantoonbaar voldoen aan alle eisen welke worden gesteld aan een 'hoog niveau van de administratie zoals beschreven in het document 'Checklist Administratieve Organisatie'.Schoolgids november 2010 7

Page 9: Schoolgids 2010-2011

22. Op basis van uniforme uitgangspunten begrotingen opstellen en kosten verantwoorden, zodat 1) een zinvolle vergelijking van financiële kengetallen per school kan worden uitgevoerd, en 2) het geconsolideerde jaarverslag een getrouw en voor bestuurders goed uitlegbaar beeld van de financiële werkelijkheid geeft.

23. Niet onnodig bureaucratiseren en de efficiency indicator 'kosten bovenschools management in % van de totale lasten' aantoonbaar lager houden dan de gemiddelde waarde van deze indicator.

1.3.6 KwaliteitszorgWij willen als Stichting dat onze scholen in de periode van 2007 tot en met 2011 in het domein kwaliteitszorg:

24. Systematische kwaliteitszorg invoeren. Kwaliteitszorg is een krachtig hulpmiddel voor de scholen bij het bereiken van de (centrale) doelstellingen. Hierbij is het Plan-Do-Check-Act procesmodel van Edward Deming het onderliggende principe.

25. Periodiek de mate van tevredenheid (leerlingen, personeel, ouders) meten. Via tevredenheidsmetingen kan bruikbare informatie worden verzameld over de door de huidige maatschappelijke eigenaren gevonden sterke en zwakke punten.

Schoolgids november 2010 8

Page 10: Schoolgids 2010-2011

1.4 De scholenHet katholiek onderwijs in de gemeente Vleuten - De Meern heeft als enige groepering in elke dorpskern één of meer basisscholen.

De genoemde scholen, m.u.v. De Sint Bonifatiusschool, zijn zelfstandige scholen.

De leerlingen van deze scholen zijn kinderen uit de eigen wijk en, bij voldoende ruimte, ook uit de wijdere omtrek, in de leeftijd vanaf 4 jaar tot 12 à 13 jaar. De levensbeschouwelijke en/of maatschappelijke achtergrond van de kinderen vormt geen beletsel voor toelating. Ouders zijn vrij in hun schoolkeuze, doch van ouders van de kinderen wordt gevraagd de identiteit van de school van hun keuze te respecteren en de aan de inschrijving verbonden verplichtingen te aanvaarden.

Bij de keuze voor een bepaalde school van onze stichting is belangrijk in welke wijk het kind woont, het voedingsgebied. We verwijzen daarvoor naar paragraaf 6.3.

Het Veldhuis in de wijk VeldhuizenDirecteur: dhr. J.B.M. SomersTeamleiders, tevens waarnemend bij afwezigheid van de directeur, zijn:Mw. A. van der Louw (groepen 1-2)Mw. M. Merk (groepen 3 t/m 5)Dhr. D. van der Geer (groepen 6 t/m 8)

Website: www.hetveldhuis.nlEmail: [email protected] 233453 RD De MeernPostbus 1023454 ZJ De MeernTelefoon: 030-6666601

De Willibrordschool in VleutenDirecteur: dhr. N. KoopmanschapAdjunct-directeur: mw. I. RuttenAdjunct-directeur (Sint Bonifatiusschool): mw. G. Yagoubi

Website: www.willibrordschool-vleuten.nlEmail: [email protected] Ohllaan 28 Dislocatie De Lei3451 CC Vleuten Kortland 23030-6771618 3451 VD Vleuten030-6776519 030-6770768

De Sint Bonifatiusschool in Haarzuilens is een nevenvestiging van de WillibrordschoolBrinkstraat 43455 SK Haarzuilens030-6771403

De Drie Koningen in De MeernDirecteur: dhr. J. BeckingAdjunct-directeur: mw. M. Gruters onderbouwAdjunct-directeur: mw. J. Hodselmans bovenbouw

Website: www.driekoningenschool.nlEmail: [email protected] jonge kinderen zijn gehuisvest op de De oudere kinderen zitten in het locatie aan de gebouw aan deSchoolgids november 2010 9

Page 11: Schoolgids 2010-2011

Ten Veldestraat 96 Pastoor Boelenslaan 103454 EN De Meern 3454 AB De Meern030-6662680 030-6662489030-6662546Noodgebouw: 06-81276629 Adjunct-directeur: mw. M. Gruters Adjunct-directeur: mw. J. Hodselmans

De Twaalfruiter in de wijk VleuterweideDirecteur: dhr. J. de VriesAdjunct-directeur: mw. A. Minningh

Website: www.twaalfruiter.nlEmail: [email protected]éperenlaan 13452 EC VleutenTelefoon: 030-6668052

Schoolgids november 2010 10

Page 12: Schoolgids 2010-2011

2. Waar de scholen voor staan

Kind en ontwikkeling zijn niet los te zien van elkaar. Ontwikkeling is een groei door ervaringen. Om deze ontwikkeling zo gunstig mogelijk te laten verlopen, zijn er bepaalde voorwaarden nodig. Daarom staan in onze scholen de volgende punten centraal:

De Sint Bonifatiusschool, Het Veldhuis, de Drie Koningenschool, de Twaalfruiter en de Willibrordschool, zijn scholen op katholieke grondslag. Aan dit eigen karakter proberen we niet alleen gestalte te geven tijdens de catecheselessen, maar vooral in de wijze waarop kinderen, leerkrachten en ouders met elkaar omgaan. De catechese is gebaseerd op algemeen katholieke beginselen, waarbij we de ruimte geven aan pluriforme opvattingen, zoals die binnen de kerk leven. Wij willen ook respect opbrengen voor hen die anders geloven of niet geloven.

De kinderen horen zich thuis te voelen op school. Een goed pedagogisch klimaat en een prettige sfeer, zijn basisvoorwaarden. De positieve benadering van het kind is voor ons vanzelfsprekend. Door positief gedrag te stimuleren, proberen we ongewenst gedrag te voorkomen of te verminderen. Het is belangrijk dat bij de kinderen een positief zelfbeeld ontwikkeld wordt, zodat het zelfvertrouwen toeneemt.

De zorg voor kinderen, die op een of andere manier uitvallen. Het onderwijs is op zo’n manier georganiseerd dat er aandacht is voor het individuele kind. Er wordt tegemoet gekomen aan de eigenheid van de kinderen. We houden rekening met de verschillen in tempo en aanleg. Wanneer blijkt dat een kind uitvalt, wordt zorgvuldig bekeken, wat er aan gedaan kan worden.

De organisatie. Wanneer men open met elkaar om wil gaan, betekent dit, dat er veel overleg is. Als de dingen goed geregeld zijn, zorgt dat voor duidelijkheid.

Het klimaat van de scholen is te karakteriseren als kindvriendelijk waarbij elk kind op een positieve wijze wordt benaderd. Er is aandacht en respect voor elkaar, waarbij zowel aandacht is voor de verschillende leergebieden als ook voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Tenslotte werkt elke school aan een enthousiast en professioneel team.

Naast de centrale doelstellingen op stichtingsniveau (zie 1.3) heeft elke school ook haar eigen, meer specifiek geformuleerde, doelstellingen gedefinieerd. Meestal zijn die terug te vinden in de schoolgids, of anders in het meerjaren schoolplan.

Schoolgids november 2010 11

Page 13: Schoolgids 2010-2011

3. Het personeel

3.1 De directieDe schooldirecteuren zijn door het bestuur dusdanig gemandateerd dat zij integraal verantwoordelijk zijn voor de prestaties van de eigen school. De directeur is het aanspreekpunt is voor leerlingen en ouders. Op sommige scholen wordt de directeur ondersteund door één of meerdere adjunct-directeuren, een locatieleider, of teamleiders. Iedere school kent een managementteam (MT)waar het beleid van de school gestalte krijgt en van waar uit de school wordt aangestuurd.

Elke directeur heeft, naast de verantwoordelijkheden voor de eigen school, ook een bovenschoolse portefeuille. Ca 20% van de inzet van een directeur is hiermee gemoeid.

3.2 De adjunct directeurDrie van de vier scholen hebben één of meer adjuncten. Dit zijn volledig vrijgestelde personeelsleden met een managementtaak, bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid voor een bepaald aantal groepen of een vestiging van de school. Daarnaast kan er sprake zijn van een verdeling van beleidsgebieden met de directeur. Elke adjunct kan de directeur bij afwezigheid vervangen.3.3 De teamleiderTwee scholen werken met teamleiders. Dit zijn (deels) vrijgestelde leerkrachten met een eigen groep, die een gedelegeerde managementbevoegdheid hebben, namelijk het leiding geven aan een bepaald deel van de school (onderbouw, middenbouw of bovenbouw). Teamleiders maken deel uit van het MT. Een teamleider kan ook zijn aangesteld om de directeur bij afwezigheid te vervangen.

3.4 De groepsleerkracht De groepsleerkrachten zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse begeleiding van de kinderen. Groepen kunnen door één of meerdere leerkrachten worden begeleid.

3.5 De vakleerkrachtOp een aantal scholen zijn vakleerkrachten werkzaam. Er zijn leerkrachten die worden ingezet bij het geven van gymnastiekonderwijs of bij MRT ( Motorische Remedial Teaching).

3.6 Vervangers bij ziekte, verlof en scholingFulltime leerkrachten hebben op een aantal dagen per schooljaar compensatieverlof voor de lesuren, die zij hoger dan de norm zijn ingeroosterd. Dit verlof wordt meestal opgevangen door leerkrachten die in dienst zijn van het schoolbestuur. Bij ziekte van leerkrachten, bij (een andere vorm van) verlof en bij nascholing proberen we in de vervanging te voorzien vanuit een eigen vervangers bestand. De meeste van onze scholen zijn ook aangesloten bij PIO vervangingspool, die meestal snel vervangend personeel kan inzetten. 3.7 De intern begeleider/zorgcoördinatorDe intern begeleider wordt ingezet bij het analyseren van zorgactiviteiten, toetsresultaten en leerlingbesprekingen. Zij/hij ondersteunt de groepsleerkracht bij het uitwerken van leerlijnen, zorgplannen of handelingsplannen. De intern begeleider kan adviezen geven voor de aanpak van pedagogisch en didactisch handelen in de groep. De zorgcoördinator coördineert en plant de ontwikkelingen op het gebied van zorg en extra begeleiding van leerkrachten of leerlingen. De zorgcoördinator heeft regelmatig overleg met de directie en kan eventueel ook deel uit maken van het MT.

3.8 De remedial teacherWe streven ernaar de kinderen die extra behoeften hebben zoveel mogelijk binnen de groep en door de groepsleerkracht te laten begeleiden. In bijzondere situaties is echter de hulp van een gespecialiseerd leerkracht wenselijk. Deze hulp wordt op sommige scholen gegeven door een remedial teacher.

Schoolgids november 2010 12

Page 14: Schoolgids 2010-2011

3.9 De ICT coördinatorDe ICT coördinator is gespecialiseerd in ICT onderwijs. Deze persoon is belast met onderzoek naar software om lesprogramma’s aan te vullen en groepsleerkrachten daarin wegwijs te maken. Vaak gaat dat gepaard met nieuwe hulpmiddelen, zoals een digitaal schoolbord. De ICT coördinator wordt vaak ook ingezet om lessen te verzorgen. De ICT coördinator lost eenvoudige technische problemen op. Voor technisch systeembeheer en beheer van hardware maken we gebruik van een externe partner.

3.10 De lerarenondersteunerDe lerarenondersteuner is geen leerkracht maar mag wel zelfstandig een groep kinderen begeleiden. Over de met de kinderen te verrichten werkzaamheden vindt overleg plaats met een aan de lerarenondersteuner gekoppelde leerkracht. De leerkracht blijft eindverantwoordelijk.

3.11 De onderwijsassistentDe onderwijsassistent ondersteunt de groepsleerkrachten bij het onderwijs aan de kinderen. Daarnaast mag deze, onder supervisie van een groepsleerkracht, zelfstandig groepjes kinderen begeleiden. Verder worden onderwijsassistenten soms ingezet bij de zorg aan de zgn. rugzakkinderen (zie 6.4.4).

3.12 StagiairesDoor de opleidingsscholen voor leerkrachten en onderwijsassistenten worden wij jaarlijks gevraagd om stagiaires de mogelijkheid te bieden om zich in hun toekomstige vak te bekwamen. De begeleiding van deze stagiaires vindt plaats door de groepsleerkracht. Er is meestal een intern stagecoördinator die deze stagiaires van een stageplek voorziet en mede begeleidt.

3.13 LIO-ers en WPL-ersVierdejaars stagiaires(Leraren In Opleiding (LIO) worden in de gelegenheid gesteld zich in hun toekomstige vak te bekwamen. Daarbij begeleiden zij, onder supervisie van een van de leerkrachten, gedurende langere tijd zelfstandig een groep.

3.14 De administratief medewerkerOp elke school binnen de stichting is tenminste een administratief medewerker werkzaam ter ondersteuning van de directie en het team bij hun werkzaamheden.

3.15 De conciërgeOp de meeste scholen binnen onze stichting zijn conciërges werkzaam. Zij zijn actief bij tal van ondersteunende werkzaamheden, zoals kopiëren, onderhoud, lichte ICT werkzaamheden magazijnbeheer e.d.

3.16 De overblijfcoördinatorEen overblijfcoördinator regelt en plant de inzet van de overblijfmedewerkers of hulpouders tijdens het overblijven van de kinderen. Sommige scholen hebben een doorlopend rooster en dan blijven alle kinderen tijdens de lunchpauze op school.

Schoolgids november 2010 13

Page 15: Schoolgids 2010-2011

4. De ouders

4.1 Belang van betrokkenheid van de oudersDe ouders zijn in de eerste plaats de opvoeders. Binnen de schooluren dragen de leerkrachten de verantwoordelijkheid voor het kind. Bij verschillende vakken is het erg fijn, wanneer er door ouders geholpen wordt. De kinderen kunnen dan intensiever begeleid worden. Als scholen verwachten wij ook, dat de ouders zich interesseren voor datgene, waarmee het kind zich op school bezighoudt.

4.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de schoolElk jaar organiseren de scholen informatieavonden over de inhoud van de leerstof en het onderwijs van elke groep. Daarnaast wordt er regelmatig een nieuwsbrief en/of een schoolkrant uitgegeven. Natuurlijk zijn de ouders van harte welkom voor een gesprek over hun kind of over het onderwijs.

4.3 Dossier en onderwijskundig rapport De gegevens van de kinderen worden in een dossier vastgelegd. Als de kinderen naar een andere basisschool of naar het speciaal (basis)onderwijs gaan, wordt door de leerkracht een onderwijskundig rapport gemaakt. Dit rapport gaat naar de nieuwe school, nadat het is gezien en ondertekend door de directeur en IB-er.

4.4 Bescherming persoonsregistratieDe wet bescherming persoonsregistratie schrijft voor dat leerlingendossiers niet langer dan vijf jaar mogen worden bewaard. Na deze periode worden de dossiers vernietigd. Als uitzondering op deze bewaartermijnen geldt het bewaren van adresgegevens van (oud)leerlingen. Dit is toegestaan voor reünies.

4.5 De (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad

4.5.1 De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) Door gewijzigde regelgeving is met ingang van augustus 2006 voor een bestuur met meerdere scholen een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad verplicht.

Aan deze verplichting is invulling gegeven door het installeren van een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad voor de 4 scholen (incl. de nevenvestiging) van de Stichting. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad beschikt over een eigen reglement conform de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS). Leden van de GMR vertegenwoordigen het personeel en ouders van de leerlingen van de scholen. De bevoegdheden zijn na vaststelling door het Bestuur opgenomen in het reglement.De wijze van communiceren tussen GMR enerzijds en respectievelijk het bestuur en de geledingen anderzijds, is opgenomen in het medezeggenschapsstatuut. De werkwijze van de GMR is in het huishoudelijk reglement van de GMR opgenomen. De diverse reglementen zijn te vinden op de website van de stichting (www.rkscholenvdmh.nl).

Leden van de GMR behoeven geen zitting te hebben in de medezeggenschapsraad van de school welke zij in de GMR vertegenwoordigen.

De GMR streeft ernaar herkenbaar te zijn voor collega’s/ouders en bestuur/directie via o.a. doelgerichtheid, kundigheid en betrokkenheid, in een open vorm van communicatie en een positief kritische en proactieve houding. Dit doet de GMR door kennis over wet- en regelgeving m.b.t. onderwijs en zorg en innovaties in het onderwijs te verwerven, het hanteren van korte en doeltreffende communicatielijnen als het gaat om openheid en benaderbaarheid, het onderhouden van een constructief kritische relatie met het bestuur en het planmatig aanpakken van taken en verantwoordelijkheden.

Schoolgids november 2010 14

Page 16: Schoolgids 2010-2011

De GMR vormt een belangrijke gesprekspartner voor het bestuur in het proces om te komen tot beleidsontwikkeling op diverse terreinen, met name op het gebied van personeelsbeleid en financieel beleid en financieel beheer. Daarnaast komen nieuwe ontwikkelingen als passend onderwijs in het maandelijks overleg aan de orde.

De samenstelling van de GMR en andere informatie is te vinden op de website van de stichting (www.rkscholenvdmh.nl) onder GMR.

4.5.2 De medezeggenschapsraad (MR) van de schoolDe medezeggenschapsraad bestaat uit ouders en personeel van de school. Als gekozen vertegenwoordiging van het ouderdeel en het personeelsdeel, geven zij advies en instemming over voorgenomen besluiten. Dit wordt geregeld in het MR-reglement. Dit reglement ligt ter inzage op school. Binnen de MR kunnen ouders en personeel daadwerkelijk meedenken en zo een openheid creëren tussen ouders, personeel en directie. De uiteindelijke verantwoordelijkheid blijft bij het schoolbestuur. De directie is verplicht om de MR tenminste twee keer per jaar in de gelegenheid te stellen de algemene gang van zaken met hen te bespreken. Mocht er bij een onderwerp geen overeenstemming bereikt worden tussen de directie en de MR, dan kan dit voorgelegd worden aan een geschillencommissie. De verschillende bevoegdheden van de GMR en MR zijn vastgelegd in de reglementen.

4.6 De ouderverenigingOp elke school is er een oudervereniging of ouderraad actief. Alle ouders of verzorgers zijn lid van deze vereniging. De ouders kiezen een bestuur voor een bepaalde zittingsperiode. Het bestuur van de oudervereniging is actief betrokken bij allerlei activiteiten, zoals het kerstfeest, sinterklaasfeest, schoolreisje, enz. De ouderverenigingen van de scholen vragen alle ouders een vrijwillige bijdrage om de kosten rond sinterklaas, kerst, schoolreisje, enz. te kunnen bestrijden. De hoogte van deze bijdrage wordt jaarlijks vastgesteld.

4.7 Contact en overleg leraar en ouders over het kind aangaande leervorderingen en/of bij problemen Een paar keer per jaar worden de ouders in de gelegenheid gesteld om over de resultaten van hun kind te praten tijdens de ouderavonden. Ook kan een ouder, voor of na schooltijd, bij de leerkracht van zijn of haar kind voor vragen of informatie terecht. Wanneer de behoefte bestaat om dieper op een onderwerp in te gaan, kan er altijd een afspraak worden gemaakt met de leerkracht. Vanwege de organisatie kan dit van school tot school verschillen.

4.8 Schoolverzekering voor leerlingenDe scholen die onder de stichting vallen, zijn verzekerd voor Wettelijke Aansprakelijkheid. Mocht de wettelijke aansprakelijkheid bij de school liggen dan kan op deze verzekering een beroep worden gedaan. Als kinderen direct betrokken zijn bij een probleem (bal door ruit, bril van neus gestoten, enz.) dan worden de ouders hiervoor aansprakelijk gesteld. Deze kunnen dan een beroep doen op hun eigen verzekering. Verder is voor alle leerlingen een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering geldt als de kinderen onder toezicht staan van leerkrachten en/of hulpleerkrachten en van overblijfouders, alsmede gedurende het rechtstreeks gaan van huis naar school en omgekeerd. Hieronder vallen ook door school georganiseerde uitstapjes, excursies, schoolreisjes en kampen.

Schoolgids november 2010 15

Page 17: Schoolgids 2010-2011

De uitgebreide voorwaarden liggen op school ter inzage. De dekking op de polis is als volgt:

Overlijden € 2500,-Blijvende invaliditeit € 25000,-Geneeskundige kosten

€ 1000,-

Tandheelkundige hulp

€ 1000,-

4.9 Sponsoring Met de gelden die het schoolbestuur ontvangt van het rijk is het “passen en meten” om alle kosten van de scholen te kunnen betalen. Om hier wat meer rek in te krijgen, maken de scholen gebruik van sponsoring. Zo kunnen bedrijven adverteren in schoolkrant en/of nieuwsbrief en wordt bij acties/feesten enz. dankbaar gebruik van bijdragen/materialen van bedrijven. Uitgangspunt daarbij is dat we de kinderen niet op commerciële basis bij dergelijke sponsoractiviteiten betrekken. Tussen het onderwijs en het bedrijfsleven bestaat een convenant waarin het een en ander is geregeld.

Schoolgids november 2010 16

Page 18: Schoolgids 2010-2011

5. De klachtenprocedure

Het schoolbestuur heeft in de klachtenregeling geheel herzien en opnieuw vastgesteld. Deze wordt hierna verkort weergegeven. Op school kan deze worden ingezien. Tevens is de onverkorte klachtenregeling te downloaden van de website van de stichting: www.rkscholenvdmh.nl.

5.1 De contactpersoon Er is op iedere school tenminste één contactpersoon die de klager mogelijk verwijst naar de externe vertrouwenspersoon. De naam van de contactpersoon wordt jaarlijks aan de ouders, in een schoolkalender of schoolbrief, aan de ouders en de kinderen gemeld en is ook te vinden op de website. De contactpersoon heeft de volgende taken:

Fungeert als aanspreekpunt bij klachten Geeft bekendheid aan zijn/haar taken en functie als contactpersoon binnen de school Verstrekt informatie over de klachtenregeling in het algemeen en over de mogelijkheden

tot het oplossen van een klacht binnen de school door middel van de afgesproken klachtroutes.

5.2 De vertrouwenspersoon Het schoolbestuur beschikt over een externe vertrouwenspersoon die functioneert als aanspreekpunt bij klachten. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De vertrouwenspersoon gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Hij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie. Indien de vertrouwenspersoon slechts aanwijzingen, doch geen concrete klachten bereiken, kan hij deze ter kennis brengen van de klachtencommissie of de werkgever. De vertrouwenspersoon geeft gevraagd of ongevraagd advies over de door het bestuur te nemen besluiten. Naam externe vertrouwenspersoon: Ron Booij te bereiken op 030- 6661765.

5.3 Klachtencommissie Dit is de landelijke Klachtencommissie voor Katholiek Onderwijs gevestigd te ’s Gravenhage.De klachtencommissie zetelt bij het KBO. Het KBO is een besturenorganisatie voor het katholiek onderwijs waarbij het bestuur van de stichting r.k. basisscholen Vleuten, De Meern, Haarzuilens is aangesloten. Deze commissie mag slechts in die gevallen rechtstreeks benaderd worden waarin men nergens anders terecht kan met de klacht. Indien de klacht niet aan deze kwalificatie voldoet wordt de klacht niet door deze klachtencommissie in behandeling genomen en wordt men geadviseerd de klacht op de voor dat geval juiste plaats in te dienen.

5.4 De procedure Over het algemeen zal een ouder met een mogelijke klacht eerst aankloppen bij de directeur en/of contactpersoon. Deze zullen eerst proberen om de ouder in gesprek te brengen met degene waar het probleem mee/bij speelt. In de meeste gevallen zullen dan goede afspraken gemaakt kunnen worden. Mocht de ouder hierna toch nog een formele klacht willen indienen dan heeft de contactpersoon alleen een verwijzende rol. Hij/zij zal de ouder, middels onderstaande procedure, naar de juiste persoon verwijzen. De klager kan er ook voor kiezen rechtstreeks contact op te nemen met de contactpersoon.

1. Indien de klacht niet op genoegzame wijze binnen de wegen, binnen de school kan worden afgedaan, dient de klager de klacht in bij:

a. het bestuur of, b. bij de door het bestuur ingestelde klachtencommissie.

2. De klacht dient binnen een jaar te worden ingediend, tenzij de klachtencommissie anders beslist.Schoolgids november 2010 17

Page 19: Schoolgids 2010-2011

3. Indien de klacht wordt ingediend bij de klachtencommissie, gelden m.b.t. de behandeling van de klacht het ten aanzien van de klachtencommissie geldende reglement.

4. Indien de klacht bij het bestuur wordt ingediend, verwijst het bestuur de klager naar de vertrouwenspersoon of klachtencommissie.

5. Het bestuur kan de klacht zelf afhandelen indien het van mening is dat de klacht op een eenvoudige wijze kan worden afgehandeld. Het bestuur meldt een dergelijke afhandeling, indien de klager daarom verzoekt, aan de klachtencommissie.

6. Indien de klacht wordt ingediend bij een leerkracht, de oudervereniging of de mede- zeggenschapsraad, dan verwijst deze de klager door naar de klachtencommissie of naar het bestuur. De leerkracht, oudervereniging of medezeggenschapsraad is tot geheimhouding verplicht.

7. Op de ingediende klacht wordt de datum van ontvangst aangetekend.

8. Na ontvangst deelt de klachtencommissie het bestuur, de klager en de aangeklaagde binnen vijf werkdagen mee dat zij de klacht onderzoekt.

9. Het bestuur deelt de directeur van de betrokken school schriftelijk mee dat er een klacht wordt onderzocht door de klachtencommissie.

10. De klager en de aangeklaagde hebben het recht zich op elk gewenst moment in de procedure te laten bijstaan door een raadsman of zich te laten vertegenwoordigen. 11. Bij een vermoeden van een zedenmisdrijf is de directeur/het bevoegd gezag verplicht aangifte te doen bij de politie en contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur.

12. Indiening en afhandeling van klachten dient altijd schriftelijk te gebeuren.

Als de klager tijdens de procedure bij de klachtencommissie de klacht intrekt, deelt de klachtencommissie dit aan de aangeklaagde, het bestuur en de directeur van de betrokken school mee. De contactperso(o)n(en), de vertrouwenspersoon en de samenstelling van de klachtencommissie staan jaarlijks vermeld in de schoolkalender.

Schoolgids november 2010 18

Page 20: Schoolgids 2010-2011

6. Toelating, leerplicht en schorsing

6.1 AannamebeleidHet Bestuur van de Scholenstichting R.K. Basisscholen Vleuten, De Meern, Haarzuilens hanteert bij het inschrijven van kinderen op haar vierbasisscholen, de Drie Koningenschool, de Willibrordschool, De Sint Bonifatiusschool(nevenvestiging van de Willibrordschool), Het Veldhuis en De Twaalfruiter in Vleuterweide, de volgende uitgangspunten:

Het Schoolbestuur heeft een maatschappelijke verantwoordelijkheid om ouders en Kinderen goed katholiek onderwijs te bieden. Hierdoor heeft zij zich verplicht om op

organisatorisch én op huisvestinggebied de nodige maatregelen te treffen De directies van de scholen treden in contact met de gemeente om de noodzakelijke

(huisvesting)voorzieningen te realiseren. In principe hanteert het Schoolbestuur geen maximale grootte of leerlingenstop

voor haar vier basisscholen. Hiermee zou zij immers de ouders de kans ontnemen omzich op een katholieke school in te schrijven. Wel kan er bij het overschrijden van een bepaalde grootte van een groep sprake zijn van een wachtlijst.

Om de toenemende leerlingenstroom naar haar vier basisscholen op een verantwoorde wijze te reguleren, kan het Schoolbestuur begrensde voedingsgebieden vaststellen. In principe is de school er voor ouders uit het “eigen” voedingsgebied.

Een uitzondering hierop zijn die scholen die hierdoor onevenredig gaan groeien. Voor deze scholen wordt een begrensd voedingsgebied vastgesteld.

Het instellen van een begrensd voedingsgebied is een noodmaatregel. Regelmatig, in ieder geval jaarlijks, wordt aan de hand van de laatste prognoses bekeken of de maatregel moet worden aangepast.

Bij het niet inschrijven van kinderen, door het toepassen van een begrensd voedingsgebied, wordt dit schriftelijk aan de betrokken ouders meegedeeld.

Daarbij wordt de ouders die woonachtig zijn in Wijk 10 van de gemeente Utrecht, die rooms-katholiek onderwijs wensen, een alternatief op één van de andere scholen van de stichting geboden.

6.2 HuisvestingsproblematiekAl onze scholen hebben de laatste jaren te maken met groei. Met name op de scholen in de Veldhuizen en Vleuterweide kan er daarbij sprake zijn van explosieve groei. Dit levert in toenemende mate voor de scholen huisvestingsproblemen op. Samen met de gemeente hebben we regelmatig overleg om de knelpunten in kaart te brengen en om er voor te zorgen dat kinderen adequaat gehuisvest worden. Daarbij kan de piekopvang niet altijd binnen het eigen schoolgebouw plaatsvinden en kan er daarom sprake zijn van huisvesting op een andere plaats in de kern/wijk. Dit kan in het gebouw van een andere school zijn of in tijdelijke huisvesting.

6.3 Begrensde voedingsgebieden Om de huisvestingsproblemen per kern/wijk niet te groot te laten worden gelden vanaf schooljaar 2009/2010 de volgende begrensde voedingsgebieden:

Voor Het Veldhuis: Veldhuizen De Balije Het landelijk gebied richting Harmelen ten westen van de wijk Veldhuizen

Voor de Willibrordschool: De oude kern van Vleuten Bij de ‘oude kern wordt ook gerekend de wijk “achter het spoor”. Deze wijk wordt

begrensd door de Stroomrugbaande Hanekampstraat- het spoor- de Wilhelminalaan.

Schoolgids november 2010 19

Page 21: Schoolgids 2010-2011

De wijk De Tol Het landelijk gebied richting Haarzuilens, Harmelen en Maarssen De Utrechtseweg (tot de Alendorperweg) De Wilhelminalaan De Europalaan (tot de Middelweerdweg) De Esdoornlaan De Alendorperweg Adressen in postcodegebied 3451 in Vleuterweide

Voor de nevenvestiging Sint Bonifatiusschool is geen begrensd voedingsgebied ingesteld. Wel wordt hier een instroombeperking van 12 kinderen per jaargroep gehanteerd.

Voor de Drie Koningenschool: De oude kern van De Meern Het Weer tot en met Alendorp De Balije De Woerd Het landelijk gebied ten zuiden van De Meern Tijdelijk een beperkte instroom uit de wijk Het Zand

Voor De Twaalfruiter: De wijk Vleuterweide met uitzondering van adressen in postcodegebied 3451 Het landelijk gebied richting Harmelen ten noorden van de Leidsche Rijn

6.4 Toelating van kinderen

6.4.1 ProcedureElke school hanteert voor de inschrijving een eigen intakeprocedure. Deze is opgenomen in het schoolspecifiek deel van deze schoolgids. Hieronder volgen de algemene afspraken bij de verschillende groepen instromers.

6.4.2 Bij vierjarige kinderen Het is gebruikelijk dat ouders die een school voor hun kind zoeken een oriënterend gesprek hebben. Ouders en eventueel ook kinderen worden dan geïnformeerd over de belangrijkste schoolse zaken en krijgen een rondleiding door de school.

Van ouders die hun kind(eren) op één van onze scholen aanmelden verwachten we dat zij onze uitgangspunten, doelstellingen en identiteit respecteren. Voor vierjarigen die op één van onze scholen geplaatst worden is er de mogelijkheid om in de weken voor hun vierde verjaardag een aantal dagdelen te komen “wennen” in de groep van plaatsing.

6.4.3 Bij kinderen die later instromen

6.4.3.1 Bij kinderen van buiten Vleuten-De MeernAls door verhuizing van buiten onze gemeente kinderen worden aangemeld dan worden de kinderen geplaatst in de groep waar de verzendende basisschool het kind in heeft geplaatst. De basisschool waarvan het kind afkomstig is, is verplicht een onderwijskundig rapport te verstrekken waarin methodes en resultaten zijn opgenomen. In de praktijk blijken er grote verschillen in de overdracht van deze informatie.

Er zijn scholen die een compleet beeld geven van een kind, maar ook scholen die volstaan met het doorgeven van de methodes waarmee is gewerkt. Om een eigen beeld van het niveau van een kind te kunnen vormen nemen we het kind, na een gewenningsperiode, een aantal toetsen

Schoolgids november 2010 20

Page 22: Schoolgids 2010-2011

af. Mochten ons daarbij zaken opvallen dan nemen we contact op met de ouders voor een gesprek.Mochten zich grote aansluitingsproblemen voordoen dan kan de school, in overleg met de ouders, besluiten tot plaatsing van het kind in een andere groep.

6.4.3.2 Bij kinderen van binnen Vleuten- De MeernAls een leerling van één van de basisscholen binnen de eigen kern wordt aangemeld dan wordt altijd eerst contact gezocht met de directie van de betrokken school. Verder wordt dezelfde procedure gevolgd als opgenomen in paragraaf 6.4.3.1

6.4.4 Kinderen met een lichamelijke, zintuiglijke en/of verstandelijke beperkingIn het kader van de WEC (Wet op de expertisecentra) hebben ouders de keuze of zij hun kind met een lichamelijke, zintuiglijke en/of verstandelijke beperking aanmelden bij een speciale school of op een school voor basisonderwijs.Een commissie van indicatie (CVI) bepaalt of kinderen hiervoor een indicatie krijgen. Mocht het kind op een basisschool plaatsbaar zijn dan krijgen de ouders een “rugzakje” mee. In dit rugzakje zitten middelen (geld voor een stukje “personeel” en materiaal ) die op de school waar de kinderen worden geplaatst kunnen worden ingezet.Bij aanmelding van kinderen met een beperking volgen we per school een eigen procedure.U vindt deze procedure in het schooldeel van deze gids.Deze procedure heeft tot doel te beoordelen of het aangemelde kind op de school wel de hulp kan krijgen die het nodig heeft en of de school in staat is het kind op een goede manier te begeleiden. Mocht naar de inschatting van de school aan één van beide voorwaarden niet voldaan zijn, dan verwijzen we de ouders naar een speciale school die we voor het kind meer geschikt vinden.In het kader van ontwikkelen richting Passend Onderwijs zijn ontwikkelingen in gang gezet die er vanaf 2012 voor moeten zorgen dat scholen de plicht krijgen om voor alle kinderen een passende school te zoeken. Dit kan zijn binnen de eigen school of binnen een school met een gespecialiseerd aanbod in de regio. Na een eerste evaluatie in 2009 in de Tweede Kamer zijn de plannen voor passend onderwijs bijgesteld. Het is nog onduidelijk hoe de exacte uitwerking vorm gaat krijgen.

6.5 Leerplicht en verlof

6.5.1 Leerplicht en verlofIn de Leerplichtwet staat dat uw kind de school moet bezoeken als er onderwijs wordt gegeven. Leerlingen mogen dus nooit zomaar van school wegblijven. In een aantal gevallen is echter een uitzondering op deze regel mogelijk. Als er een bijzondere reden is waarom u vindt dat uw kind niet naar school kan, moet u zich aan de regels voor zo’n uitzondering houden. De uitzonderingen en de daarbij behorende regels staan hieronder beschreven.

6.5.2 Extra verlof in verband met religieuze verplichtingenWanneer uw kind plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst- of levensovertuiging, bestaat er recht op verlof. Als richtlijn geldt dat hiervoor één dag per verplichting vrij wordt gegeven. Indien uw kind gebruik maakt van deze vorm van extra verlof, dient u dit minimaal twee dagen van tevoren bij de directeur van de school te melden.

6.5.3 Op vakantie onder schooltijdVoor vakantie onder schooltijd kan alleen een uitzondering gemaakt worden als uw kind tijdens de zomervakantie niet op vakantie kan gaan door de specifieke aard van het beroep van (één van) de ouders. Mocht dit zich voordoen dan dient u in overleg te gaan met de directeur.

6.5.4 Verlof in geval van ‘Andere gewichtige omstandigheden’

Schoolgids november 2010 21

Page 23: Schoolgids 2010-2011

Onder ‘andere gewichtige omstandigheden’ vallen situaties die buiten de wil van de ouders en/of leerling liggen. Voor bepaalde omstandigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij moet gedacht worden aan:

een verhuizing van het gezin het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten (het aantal verlofdagen wordt bepaald in

overleg met de directeur en/of de leerplichtambtenaar) en overlijden van bloed- of aanverwanten

viering van een 25-, 40- of 50- jarig ambtsjubileum en het 12 1/2, 25, 40-, 50-, 60-jarig (huwelijks) jubileum van bloed- of aanverwanten

De volgende situaties vallen niet onder ‘andere gewichtige omstandigheden’: dienstrooster werkgever familiebezoek in het buitenland vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie op vakantie gaan eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn

Verlofaanvragen worden altijd individueel beoordeeld. Een aanvraag voor verlof wegens ‘andere gewichtige omstandigheden’ dient zo spoedig mogelijk bij de directeur te worden ingediend.Bij voorkeur minimaal zes weken van tevoren. Wij adviseren deze termijn om de bezwaarprocedure mogelijk te maken.

6.5.5 Hoe dient u een aanvraag in? Aanvraagformulieren voor verlof buiten de schoolvakanties zijn verkrijgbaar bij de administratievan de school. U levert de volledig ingevulde aanvraag, inclusief een eventuele relevante verklaring, daar ook weer in.De directeur neemt een besluit over een verlofaanvraag voor een periode van maximaal 10 schooldagen. Als een aanvraag voor verlof vanwege ‘andere gewichtige omstandigheden’ meer dan 10 schooldagen beslaat, wordt de aanvraag doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar van de woongemeente. De leerplichtambtenaar neemt vervolgens een besluit, na de mening van de directeur te hebben gehoord.

6.5.6 Niet eens met het besluitWanneer uw verzoek om extra verlof wordt afgewezen en u bent het niet eens met dat besluit, kunt u schriftelijk bezwaar maken. U dient een bezwaarschrift in bij de persoon die het besluit heeft genomen.Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste de volgende gegevens bevatten:

naam en adres van belanghebbende dagtekening (datum) een omschrijving van het besluit dat is genomen argumenten die duidelijk maken waarom u niet akkoord gaat met het besluit

U krijgt de gelegenheid om uw bezwaar mondeling toe te lichten. Daarna krijgt u schriftelijk bericht van het besluit dat over uw bezwaarschrift is genomen. Bent u het dan nog niet eens met het besluit dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen zes weken schriftelijk beroep aantekenen bij de Arrondissementsrechtbank, sector Bestuursrecht. Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Wel kan de indiener van een beroepschrift zich wenden tot de President van de bevoegde rechtbank met het verzoek een voorlopige voorziening te treffen. Aan zo’n juridische procedure zijn kosten verbonden.Voordat u een beroepschrift indient is het raadzaam juridisch advies in te winnen, bijvoorbeeld bij een bureau voor Rechtshulp.

Schoolgids november 2010 22

Page 24: Schoolgids 2010-2011

6.5.7 Ongeoorloofd verzuimVerlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. De leerplichtambtenaar beslist of er proces- verbaal wordt opgemaakt.

6.6 Schorsing/verwijdering van leerlingenBij problemen met het gedrag van kinderen nemen we altijd eerst contact op met de ouders. Hierbij proberen we met hen afspraken te maken ter voorkoming van ongewenst gedrag van kinderen. Meestal hebben afspraken hierover het gewenste resultaat. Het kan echter voorkomen dat het gedrag van een kind moeilijk te corrigeren is. In een enkel geval kan dit zelfs leiden tot eenonveilige situatie voor volwassenen en/of kinderen. In eerste instantie volgt dan een waarschuwing. De directeur doet hiervan schriftelijk melding aan de ouders, met opgaaf van reden. Mocht vergelijkbaar gedrag van het kind zich hierna opnieuw voordoen dan kan de directeur besluiten tot een schorsing.Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

Het bevoegd gezag van de school wordt voorafgaand aan de schorsing in kennis gesteld van deze maatregel en om goedkeuring gevraagd.

Gedurende de schorsing wordt de leerling de toegang tot de school ontzegd. Voor zover mogelijk worden er maatregelen getroffen waardoor de voortgang van het leerproces van de leerling gewaarborgd kan worden.

De schorsing bedraagt de eerste keer maximaal 5 dagen en kan hooguit 1 maal worden verlengd.

De betrokken ouders/verzorgers worden door de directie uitgenodigd voor een gesprek betreffende de maatregel. Hierbij dienen nadrukkelijk oplossingsmogelijkheden te worden verkend, waarbij de mogelijkheden en de onmogelijkheden van de opvang van de leerling op de school aan de orde komen.

Van de schorsing en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de ouders/verzorgers voor gezien getekend en in het leerlingendossier bewaard.

Het verslag wordt ter kennisgeving verstuurd aan:o Het bevoegd gezago De ambtenaar leerplichtzakeno De inspectie onderwijs

Ouders kunnen beroep aantekenen bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag beslist uiterlijk binnen 14 dagen op het beroep. Ontstaat er na de schorsing een situatie waarbij opnieuw sprake is van agressie/bedreiging naar kinderen en/of volwassenen dan kan de directeur het bestuur voorstellende leerling definitief van school te verwijderen. Aan de definitieve verwijdering kan nog een schorsing voorafgaan. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:

Verwijdering van een leerling van school is een beslissing van het bevoegd gezag.

Voordat men een beslissing neemt, dient het bevoegd gezag de betrokken leerkracht en de directie te horen. Hiervan wordt een verslag gemaakt dat aan de ouders ter kennis worden gesteld en door de ouders voor gezien wordt getekend.

Het verslag wordt ter kennisgeving opgestuurd naar

Schoolgids november 2010 23

Page 25: Schoolgids 2010-2011

o De ambtenaar leerplichtzakeno De inspectie onderwijs

Het bevoegd gezag informeert de ouders schriftelijk en met redenen over het voornemen tot verwijdering, waarbij de ouders gewezen wordt op de mogelijkheid van het indienen van een bezwaarschrift.

De ouders krijgen de mogelijkheid binnen zes weken een bezwaarschrift in te dienen.

Het bevoegd gezag is verplicht de ouders te horen over het bezwaarschrift.

6.7 Consequenties arbeidsmarktknelpuntOp onze scholen maken we ons in toenemende mate zorgen over het feit dat de lijst met vervangende leerkrachten steeds korter wordt. Door de grote vraag naar leerkrachten in onze regio zie je steeds meer vervangers van deze lijst verdwijnen, omdat ze een vaste baan aan een school aangeboden krijgen. De meeste scholen maken gebruik van vervangerspool PIO om personele knelpunten op te lossen.

Het tekort aan vervangende leerkrachten kan tot gevolg hebben, dat we op enig moment een groep niet door een “eigen” leerkracht kunnen laten begeleiden. In zo’n geval kunnen we de kinderen over de groepen verdelen. Dit geeft echter zoveel onrust en gaat zo ten koste van de kwaliteit van het onderwijs, dat we dit alleen als noodmaatregel doen op het moment dat zich onverhoopt een vervangingsprobleem voordoet. De eerste dag zorgen we voor noodopvang in een andere groep. Een eventuele tweede dag en volgende dag(en) moet u zelf voor opvang zorgen. U krijgt in dat geval vooraf hierover bericht! We hopen uiteraard dat we van deze “regeling” zo min mogelijk gebruik hoeven maken. In een voorkomend geval vragen we u hiervoor om begrip. U kunt ervan verzekerd zijn dat het in een dergelijk geval om een overmachtsituatie gaat en dat we er alles aan gedaan hebben om een vervanger te vinden.

Om de kwaliteit van ons onderwijs voor zoveel mogelijk leerlingen te waarborgen blijven de intern begeleider, de remedial teacher en de directieleden in principe hun eigenlijke taak vervullen en worden zij niet als vervanger ingezet.

7. Het vervolgonderwijs

Bij de doorstroming naar het Voortgezet Onderwijs wordt in de gemeente Utrecht de zgn. POVO-procedure (Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs) gehanteerd. In deze procedure is aangegeven hoe overstap van de basisschool naar een school voor vervolgonderwijs verloopt. Een bestuurlijke werkgroep, waarin vertegenwoordigers van besturen van scholen van primair Schoolgids november 2010 24

Page 26: Schoolgids 2010-2011

onderwijs en voortgezet onderwijs zitting hebben, bewaakt dit proces en stuurt dit zo nodig bij. Daarbij wordt het proces ondersteund door de schoolbegeleidingsdienst Eduniek.Er wordt veel tijd besteed aan gesprekken met ouders en kinderen om deze stap zo goed mogelijk te maken.

Zowel in groep 7 als in groep 8, maken de kinderen kennis met het voorgezet onderwijs en het kiezen d.m.v. de Utrechtse Keuzelessen. In toenemende mate wordt vervroegd gekeken naar de mogelijkheden van het kind. In groep 7 wordt hier een start mee gemaakt, zonder direct een schoolsoort te noemen. In groep 8 wordt uitgebreid aandacht besteed aan de de procedure, zowel tijdens een aparte voorlichtingsavond voor ouders als voor de kinderen. Op de website van Eduniek is veel informatie over dit onderwerp te vinden: www. Eduniek.nl en op www.kijkoponderwijs.nl.

In de procedure wordt rekening gehouden met de twee wettelijke gegevens:

Het advies van de basisschool De score van de Cito-eindtoets

Deze twee gegevens samen bepalen naar welke schoolsoort het kind kan uitstromen. Deze gegevens en andere, worden vermeld in het zogenaamde Raadformulier. Dit Raadformulier wordt voor een bepaalde datum (jaarlijks vastgesteld) opgestuurd naar de school van 1e keuze. Is er een groot verschil tussen de Cito-score en het advies (minimaal twee schoolsoorten) dan wordt er een apart onderzoek afgenomen, het NIO(Nieuw intelligentie onderzoek). Het NIO wordt ook afgenomen bij kinderen die in aanmerking komen voor een individuele benadering, vanwege bijvoorbeeld leerproblemen. Deze kinderen komen mogelijk in aanmerking voor LWOO(Leerwegondersteunend Onderwijs). In het laatste basisschooljaar worden kinderen en ouders over de POVO-procedure geïnformeerd. Vanwege de populariteit van sommige scholen kan er sprake zijn van een overaanmelding: er zijn meer leerlingen aangemeld dan de school kwijt kan. Er volgt dan een lotingsprocedure waarbij de leerlingen uit de gemeente Utrecht voorrang hebben. Aan de ouders wordt gevraagd altijd een tweede keuze aan te geven.

Schoolgids november 2010 25

Page 27: Schoolgids 2010-2011

8. Zorg in en buiten de school

8.1 Samenwerkingsverband, Passend Onderwijs en de zorgprocedure

8.1.1 Het samenwerkingsverbandVanaf 1 augustus 2006 maken onze scholen deel uit van het SWV RK/AB Utrecht.De Speciale school voor basisonderwijs (SBO) van dit SWV staat in De Meern.

Samenwerkingsverbanden zijn ontstaan om de ontwikkelingen rond WSNS (Weer Samen Naar School) vorm te geven. Daarbij is het doel de zorg binnen de basisschool dusdanig te vergroten dat zoveel mogelijk kinderen binnen de eigen school geholpen kunnen worden. Kinderen met specifieke onderwijsbehoeften krijgen zoveel mogelijk zorg op maat. Daarbij kunnen kinderen op deelgebiedenindividuele begeleiding krijgen. Om deze ontwikkeling verder vorm te geven is op elke basisschool van ons SWV een structuur van interne begeleiding en/of remedial teaching opgezet. Verder is en wordt gewerkt aan de deskundigheidsbevordering van het onderwijsgevend personeel.

8.1.2 Passend OnderwijsSinds enige jaren is er een ontwikkeling richting Passend Onderwijs. De basisschool krijgt daarbij (naar verwachting vanaf 2012) de verplichting om ouders, die bij een basisschool voor plaatsing van hun kind aankloppen, te begeleiden naar een passende school voor hun kind. Dat kan op de eigen school of op een andere gespecialiseerde school binnen de regio. Eind 2009 heeft een eerste evaluatie plaatsgevonden rond de plannen voor Passend Onderwijs. Dit heeft geleid tot een bijstelling die nog verder uitgewerkt moet worden. Inmiddels zijn er plannen om hierop flink te bezuinigen.

8.1.3 De zorgprocedure Heeft een kind hulp nodig bij leer- en/of gedragsproblemen dan kan de school in de meeste gevallen zelf onderzoek doen. In een aantal gevallen wordt daarbij ook een beroep gedaan op onze schoolbegeleidingsdienst. De school meldt daarbij, na overleg met de ouders, een kind voor onderzoek aan. Het resultaat van het onderzoek kan leiden tot speciale leerhulp. De coördinatie hiervan op school is in handen van de zorgcoördinator en/of de intern begeleider.De hulp zelf wordt gegeven door de groepsleerkracht en eventueel ook door de remedial teacher. Hiervoor wordt een handelingsplan opgesteld dat wordt besproken met de ouders. Is het kind gebaat bij een speciale school voor basisonderwijs (SBO) dan melden de ouders, meestal op advies van de basisschool, het kind aan bij de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg). De PCL is een wettelijk verplichte commissie in het SWV, die het verzoek behandelt

De school moet hiervoor een onderwijskundig rapport opstellen. Met de ouders vindt altijd een gesprek plaats. De PCL doet een uitspraak over passend onderwijs voor het kind. Dit kan zijn:

De eigen basisschool (eventueel met begeleiding) Een andere basisschool (eventueel met begeleiding) Inschakelen van voorzieningen binnen of buiten het SWV, die het onderwijs passend

kunnen maken (bv. ambulante begeleiding van een speciale school) Een speciale school voor basisonderwijs

De commissie geeft een beschikking af aan de ouders. De ouders hebben de mogelijkheid beroep aan te tekenen tegen de uitspraak van de PCL.Elke school heeft, gerelateerd aan het leerlingenaantal, recht op een aantal uur maatschappelijk werk (SMW). Elke school vult dat op eigen wijze in.Op school is het zorgplan van het samenwerkingsverband aanwezig. In het zorgplan staat het beleid dat het samenwerkingsverband voert voor het realiseren van zorg op maat voor alle leerlingen.Schoolgids november 2010 26

Page 28: Schoolgids 2010-2011

8.2 Het JeugdadviesteamHulp nodig? Wat nu?Soms hebben kinderen problemen waardoor het niet zo goed met ze gaat. Zij zijn bijvoorbeeld erg druk, kunnen zich niet concentreren op school of hebben vaak ruzie met andere kinderen. Ze zijn heel stil of teruggetrokken of hebben geen vriendjes en vriendinnetjes. Ook kunnen medische factoren een rol spelen of hebben ze last van problemen in het gezin. Angst, verdriet of machteloosheid komt vaak tot uiting in hun gedrag.

Het kan zijn dat ouders zelf naar de huisarts, maatschappelijk werker of school gaan om het probleem voor te leggen. Het kan ook zijn dat bijvoorbeeld school problemen heeft gesignaleerd. De school kan dan een beroep doen op bovenschoolse zorg, de onderwijsbegeleidingsdienst of andere externe hulp.

Bij onduidelijkheid welke hulp nu het beste is of als zaken nog verder uitgezocht moeten worden kan het Jeugdadviesteam benaderd worden voor advies.

Het Jeugdadviesteam werkt voor de wijken in Leidsche Rijn, Vleuten en de Meern. Het Jeugdadviesteam is er voor professionals die in die wijken werkzaam zijn. Deze professionals, zoals de huisarts, maatschappelijk werker, leerplichtambtenaar, fysiotherapeut of de Intern Begeleider van school kunnen het Jeugdadviesteam benaderen voor advies. Voordat een kind bij het Jeugdadviesteam wordt aangemeld wordt altijd eerst toestemming gevraagd aan de ouder(s).

De medewerkers van het Jeugdadviesteam gaan zorgvuldig en vertrouwelijk om met alle informatie die verzameld wordt. Zonder toestemming van de ouders wordt geen informatie aan anderen gevraagd of verstrekt. Ouders mogen ook alles wat over hen en hun kind op papier staat lezen. Het Jeugdadviesteam werkt met een privacyreglement.

Wilt u meer informatie over de werkwijze van het Jeugdadviesteam dan kunt u op school om een folder vragen.

8.3 Jeugdgezondsheidzorg GG&GD

8.3.1 Werkzaamheden van de afdelingJeugdgezondheidszorg (JGZ) voor de school De jeugdgezondheidszorg is gericht op het bevorderen van een optimale groei en ontwikkeling van kinderen op lichamelijk en psycho-sociaal gebied. De JGZ is te vinden in het Julius Gezondheidscentrum, Utrechtse Heuvelrug 130, 3452 JA Vleuten, telefoon: 030-2869304.

8.3.2 Preventief Gezondheidsonderzoek (PGO) Alle leerlingen uit de groepen 2 en 7 krijgen een uitnodiging voor een preventiefgezondheidsonderzoek. In groep 2 wordt dit uitgevoerd door de jeugdarts en assistente en in groep 6 door de jeugdverpleegkundige. Bij dit onderzoek wordt o.a. aandacht besteed aan het gezichtsvermogen, het gehoor, de lengtegroei en het gewicht, de ontwikkeling (spraak-taal, motoriek), de rug en de houding. Ook vindt een gesprek plaats over hoe het gaat op school, thuis, bij het sporten, in de vrije tijd, etc. Tijdens het gesprek kan worden ingegaan op eventuele problemen, zoals niet willen eten, niet kunnen slapen, bed plassen, gepest worden of zaken waar de ouders of kinderen zelf vragen over hebben. Soms vindt er nog een vervolggesprek of aanvullend onderzoek plaats. Ook kan er verwezen worden naar de huisarts of een hulpverleningsinstelling. Daarnaast vindt er voor en na de periodieke onderzoeken overleg plaats met school.

Schoolgids november 2010 27

Page 29: Schoolgids 2010-2011

8.3.3 Onderzoek op aanvraagOuders, kinderen zelf en leerkrachten kunnen een onderzoek of gesprek aanvragen. Dit kan bijvoorbeeld zijn vanwege bezorgdheid over groei en ontwikkeling of het algemeen functioneren en voor vragen op psychosociaal gebied, enzovoort. Afhankelijk van de vraag heeft de jeugdarts of jeugdverpleegkundige een gesprek met de leerling of doet een onderzoek. Ook hier kan zo nodig een verwijzing volgen naar de huisarts of hulpverlenings¬instelling. In overleg met ouders en kinderen is er zo nodig contact met de school.

8.3.4 PrivacyDe jeugdarts en jeugdverpleegkundige hebben een beroepsgeheim! Vooral bij het bespreken van privacy-gevoelige onderwerpen kan dit belangrijk zijn. Om deze reden vindt overleg met school of andere instanties over individuele leerlingen pas plaats na toestemming van de leerling c.q. de ouders.

Schoolgids november 2010 28

Page 30: Schoolgids 2010-2011

9. BSO buitenschoolse opvang

9.1 De wet op de kinderopvangAls uw kind naar de voor- of naschoolse opvang gaat, wilt u als ouder er zeker van zijn dat uw kind in goede handen is. Voortaan moet de school zorgen voor een goede aansluiting tussen de tijd dat uw kind op school zit en de opvang buiten de gewone schooluren door een kinderopvangorganisatie. U kunt de opvang natuurlijk ook zelf regelen; u bent niet verplicht gebruik te maken van de mogelijkheden die de school biedt.Onze scholen hebben een samenwerkingsovereenkomst met diverse aanbieders. Deze treft u aan in het schoolspecifieke gedeelte.

9.2 Wie organiseert de opvang?

Een goede aansluiting van onderwijs en opvang maakt het voor u gemakkelijker om werk en zorg voor het gezin te combineren. Voortaan kunt u met de school overleggen over de mogelijkheden voor buitenschoolse opvang. In de wet is vastgelegd dat het schoolbestuur de aansluiting met de buitenschoolse opvang moet organiseren. De school hoeft dit alleen te doen als ouders daarom vragen. Dit betekent dus niet dat de school de opvang ook verzorgt. De opvang wordt meestal verzorgd door een kinderopvangorganisatie. Kinderopvangorganisaties vallen onder de Wet kinderopvang. De school gaat in gesprek met een mogelijke kinderopvangorganisatie om te komen tot een samenwerkingsovereenkomst. Zo mogelijk denkt de school mee over het vinden van een geschikte ruimte.

9.3 Wat regelt u zelf?

Nadat de school afspraken heeft gemaakt met een kinderopvangorganisatie, regelt u zelf de inschrijving van uw kind bij de buitenschoolse opvang. Als uw kind al bij deze kinderopvangorganisatie is ingeschreven, hoeft u zich niet opnieuw aan te melden. Als er geen plaats is in de opvang, kan de kinderopvangorganisatie u eventueel doorverwijzen naar een andere locatie van dezelfde organisatie. Een andere mogelijkheid is dat er nieuwe aanbieders van buitenschoolse opvang op de markt komen. Het hangt van de situatie per school of wijk af of het aantal plaatsen voor buitenschoolse opvang snel valt uit te breiden. opvangDe kwaliteit van de buitenschoolse opvang is gegarandeerd. De leidsters van de opvang moeten voldoen aan de kwaliteitseisen die gelden volgens de Wet kinderopvang. Ook de ruimte moet voldoen aan bepaalde eisen. Deze wet bepaalt ook dat kinderopvangorganisaties een oudercommissie moeten hebben. Deze commissie heeft adviesrecht op de wijziging van de organisatie of de locatie.

9.4 De kosten van de opvang

U betaalt de kosten van de opvang zelf. Als u arbeid en zorg combineert krijgt u gelden terug via de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. Via de website www.toeslagen.nl kunt u berekenen wat u terugkrijgt.

9.5 De belangrijkste spelregels

Basisscholen zijn wettelijk verplicht om aansluiting met de buitenschoolse opvang te regelen, als ouders daarom vragen.

Er moeten afspraken zijn gemaakt tussen de school en de kinderopvang. De medezeggenschapsraad brengt advies uit over het voorstel, nadat de ouders

hierover zijn geraadpleegd (bij nieuwe aanbieders). Bij een bestaande organisatie voor buitenschoolse opvang heeft de oudergeleding van

de MR adviesrecht op de wijziging van de organisatie of de locatie.

Schoolgids november 2010 29

Page 31: Schoolgids 2010-2011

10. Tussenschoolse opvang (het overblijven)

Rust, reinheid en regelmaat. Het klinkt wat ouderwets, maar voor kinderen is een evenwichtige dagindeling nog net zo belangrijk als vroeger. Goed ontbijten voordat je van huis gaat en een echte lunchpauze tussen de middag zijn essentieel. Kinderen kunnen zich beter concentreren als ze op gezette tijden een echte maaltijd en een gezond tussendoortje krijgen. En ze leren ook beter!Daarom is het van groot belang dat kinderen die tussen de middag op school overblijven in alle rust hun boterhammen kunnen opeten. Ook moet er gelegenheid zijn voor een spelletje of een andere bezigheid die niet met het onderwijs te maken heeft. De meeste kinderen hebben dat gewoon nodig om er ’s middags weer tegenaan te kunnen.De school is verplicht tussenschoolse opvang aan te bieden. De Medezeggenschapsraad heeft over de regeling instemmingsrecht.

De school is verantwoordelijk voor de tussenschoolse opvang. De school organiseert, in overleg met de ouders, het overblijven. Iedereen wil dat kinderen met plezier naar school gaan. Een goed geregelde opvang tussen de middag draagt bij aan een geslaagde schooldag!De scholen binnen onze stichting regelen ieder op eigen wijze het overblijven, daarbij gebruik makend van vrijwilligers (veelal ouders). Een enkele school maakt gebruik van een externe organisatie die de ouders/vrijwilligers aanstuurt. Per school kunnen de wijze van aanmelden/afmelden, de betaling/kosten/tarieven en het reglement dus verschillen. Waar de kinderen overblijven hangt natuurlijk sterk af van de beschikbare ruimten in school. Zie hiervoor het schoolspecifieke gedeelte.

Vanaf augustus 2011 moet minimaal de helft van alle overblijfkrachten scholing hebben gevolgd. Deze vrijwilligers ontvangen een vergoeding. Ze zijn door het schoolbestuur WA verzekerd.Op elke school wordt het overblijven gecoördineerd door een overblijfcoördinator. Deze is het eerste aanspreekpunt bij vragen.

Schoolgids november 2010 30

Page 32: Schoolgids 2010-2011

11. Afkortingenlijst

Awb Algemene wet bestuursrecht CITO Centraal Instituut Toets Onwikkeling BSO Buitenschoolse opvangCVI Commissie Van Indicatie JAT JEUGD ADVIES TEAMJGZ Jeugd GezondheidsZorg LIO Leraren In Opleiding LWOO LeerWegOndersteunend Onderwijs MR MedezeggenschapsRaad MRT Motorische Remedial Teaching NIO Nieuw Intelligentie Onderzoek PCL Permanente Commissie Leerlingenzorg PGO Preventief Gezondheids Onderzoek POVO Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs SBO Speciale school voor Basis Onderwijs SWV SamenWerkingsVerband WEC Wet op de Expertise Centra WSNS Weer Samen Naar School SMW SCHOOL MAATSCHAPPELIJK WERK

Schoolgids november 2010 31

Page 33: Schoolgids 2010-2011

HET SCHOOLSPECIFIEKE DEEL

1. Kerngegevens van Het Veldhuis.

1.1 HistorieIn de wijk Veldhuizen is een zogenaamd cluster gevestigd, waarin onderwijs en opvang met elkaar samenwerken. Dit cluster heeft de naam De Bonte Berg gekregen. Drie zelfstandige basisscholen geven hier hun onderwijs: Voor het protestants-christelijk onderwijs is dat de Krullevaar, voor het openbaar onderwijs de Pantarijn en voor het katholieke onderwijs is dat Het Veldhuis. Deze drie basisscholen hebben op 16 augustus 1999 voor het eerst hun deuren geopend. Naast het onderwijs zijn er in het cluster ook voorzieningen voor sport, kinderopvang, naschoolse opvang en een kinderdagverblijf.Wij zijn in augustus 1999 gestart met 11 leerlingen, verdeeld over twee groepen en zijn gestaag doorgegroeid naar 675 leerlingen verdeeld over 28 groepen op 1 oktober 2010. De prognoses wijzen uit, dat Het Veldhuis nog verder zal doorgroeien tot iets boven de 700 leerlingen.

1.2 IdentiteitHet Veldhuis is een katholieke basisschool waarbinnen wij in alle openheid vormgeven aan hedendaags onderwijs. Met respect voor ieders overtuiging geven wij gestalte aan de vorming van ieder kind.

1.3 Bestuur, directie en adressenHet bestuur van onze school is de Stichting RK basisscholen Vleuten, De Meern, Haarzuilens.Postadres: Postbus 87, 3454 ZH De Meern (gemeente Utrecht)

De directie bestaat uit:J.B.M. (Hans) Somers, directeur Als u de directeur persoonlijk wilt spreken dan kunt u daarvoor een afspraak maken via de administratie.

Het management van de school bestaat voorts uit 3 teamleiders. Dit zijn;voor de onderbouw: Annemieke van der Louw,voor de middenbouw: Michelle Merk,voor de bovenbouw: Dave van der Geer.Samen met de directeur vormen zij het management team (MT). Als de directeur afwezig is treedt een van de teamleiders op als vervanger.

Adresgegevens van de school:Bezoekadres: Hoofdgebouw groepen 1 t/m 4 Keerderberg 23, 3453 RD De MeernPostadres: postbus 102, 3454 ZJ De MeernTelefoon: 030 - 666 66 01Website: www.hetveldhuis.nle-mail: [email protected]

TRIO gebouw groepen 5 t/m 8Van Lawick Van Pabstlaan 1, 3453 RA De Meern

1.4 Informatie over de school Bij de start van schooljaar 2010-2011 hebben wij ca 660 kinderen op onze school. Dat aantal neemt naar verwachting de komende twee jaren nog toe tot iets boven de 700 leerlingen. Er zijn nu 28 groepen, waarvan acht groepen 1/2, vier groepen 3, drie groepen 4, een groep 4/5, drie groepen 5, drie groepen 6, drie groepen 7, en drie groepen 8. Schoolgids november 2010 32

Page 34: Schoolgids 2010-2011

Het team van het Veldhuis bestaat uit 51 personen. In de Veldpost, ons informatiebulletin voor ouders, en op de website vindt u meer informatie over de namen van onze leerkrachten en aan welke groep ze verbonden zijn.

De schooltijden:Maandag: 8.30 uur – 14.45 uur.Dinsdag: 8.30 uur – 14.45 uur.Woensdag: 8.30 uur – 12.15 uur.Donderdag: 8.30 uur – 14.45 uurVrijdag: 8.30 uur – 12.00 uur, groepen 1 t/m 4 1.

8.30 uur – 14.45 uur, groepen 5 t/m 8.

1.5 Intake van nieuwe kinderenAlvorens u uw kind komt aanmelden is het mogelijk een informatiemiddag bij te wonen. Ca vijf keer per jaar organiseren wij die op een woensdagmiddag van 14.00 uur tot 15.30 uur. Er wordt dan o.a. ingegaan op het onderwijskundig concept van de school, hoe wij omgaan met onze katholieke identiteit, hoe wij de kinderen begeleiden en hoe wij de relatie met ouders zien. Tevens wordt er een rondleiding verzorgd. De data voor de informatiemiddagen vindt u op onze website.

Voor de aanmelding van uw kind vult u een formulier in dat op de administratie verkrijgbaar is. De registratie van de aanmelding wordt vooraf gegaan door een beoordeling door de teamleider onderbouw. Daarbij wordt gekeken naar bijzonderheden, zoals eventueel noodzakelijke extra begeleiding van het kind. De ouders ontvangen vervolgens een schriftelijke bevestiging van de aanmelding van hun kind. Een afwijzing zal eveneens schriftelijk worden gemotiveerd.De officiële inschrijving vindt plaats op de eerste schooldag van het kind.Als uw kind 5 jaar of ouder is en van een andere school komt, nemen wij contact op met de vorige school en soms ook met andere instanties, uiteraard in overleg met de ouders.Indien uw kind speciale zorg nodig heeft of als er een speciaal traject in gang moet worden gezet om deze zorg te bepalen dient u als ouder/verzorger hiervoor het initiatief te nemen om hier met de school vroegtijdig over in gesprek te gaan. Bij aanmelding van kinderen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking, of met een ontwikkelingsstoornis, volgen we een aparte procedure. Deze procedure heeft tot doel te beoordelen of het aangemelde kind op onze school wel de hulp kan krijgen die het nodig heeft en of wij als school in staat zijn het kind goed te begeleiden. Mocht naar de inschatting van de school aan één van beide voorwaarden niet voldaan kunnen worden dan verwijzen we de ouders naar een school die we voor het kind meer geschikt vinden. Zie ook 6.4.4. van het algemene deel van de schoolgids.

1 De groepen 1/2 zijn 10x per jaar en de groep 3 en 4 zijn 7x per jaar op vrijdag vrij. In de jaarkalender op de website is dat terug te zien. Schoolgids november 2010 33

Page 35: Schoolgids 2010-2011

2. Waar staan wij voor.

2.1 Missie

Op basis van bovenstaande missie is de visie op onderwijs van Het Veldhuis als volgt omschreven, waarbij naast levensbeschouwelijke, pedagogische en onderwijskundige grondslagen, ook uitgangspunten rond de organisatie van de school zijn vastgesteld.

levensbeschouwelijke grondslagenHet Veldhuis heeft het sociale welbevinden van leerlingen en leerkrachten hoog in haar vaandel staan. Er is merkbaar wederzijds respect tussen volwassenen en kinderen. Het Veldhuis wil kinderen zo goed mogelijk voorbereiden op de samenleving, waarin zij een eigen plek moeten verwerven. In het lesprogramma wordt daarom regelmatig aandacht besteed aan het ontwikkelen van waarden en normen. Het katholieke geloof is daarvoor de basis. Het Veldhuis maakt kinderen vertrouwd met het katholieke geloof, maar besteedt ook aandacht aan andere overtuigingen. Concreet gebeurt dit met de methode Leefstijl en Trefwoord. Uitgangspunt is om een bepaalde basis aan te brengen. De katholieke rituelen en vieringen worden in de groep voorbereid, de kinderen worden met bidden vertrouwd gemaakt en er worden bijbelverhalen voorgelezen. Het Veldhuis staat open voor ouders met een andere geloofsovertuiging. De school respecteert dat andersdenkende ouders hun kinderen een ander verhaal willen vertellen, maar verwacht van hen respect voor de visie van de school.

pedagogische grondslagenHet Veldhuis gaat er vanuit dat ouders eindverantwoordelijk voor de opvoeding zijn en dat de school dat voor het onderwijs is. Het Veldhuis beschouwt elk kind als een uniek wezen, waarop als zodanig door het onderwijs zo veel als mogelijk moet worden ingespeeld.Vanuit deze grondslagen wil Het Veldhuis kinderen optimaal begeleiden in hun ontwikkeling door:

- een veilige omgeving te bieden waarin het welbevinden van het kind centraal staat- in te spelen op verschillen tussen kinderen- aan te sluiten op de mogelijkheden van ieder kind; dit kan betekenen dat de einddoelen

voor een individuele leerling worden losgelaten;- het zelfvertrouwen ofwel het competentiegevoel te versterken- kinderen te leren een kritische houding te hebben- aandacht te besteden aan sociale vorming: kinderen leren samen te werken en samen

te leven- kinderen te leren verantwoordelijkheid te nemen en zelfstandig te handelen- kinderen zoveel mogelijk zelfstandig, weerbaar en zelfredzaam maken- kinderen te leren hoe ze zich kunnen ontspannen en genieten.

onderwijskundige grondslagenHet Veldhuis wil dynamisch en gedifferentieerd onderwijs bieden waarin kinderen worden geprikkeld. Daarbij wordt de nadruk gelegd op de emotionele ontwikkeling van ieder kind, naast de aandacht voor vorderingen van de cognitieve ontwikkeling.

Schoolgids november 2010 34

“Katholieke basisschool Het Veldhuis daagt het kind uit zich breed te ontwikkelen in een prettige sfeer, waar iedereen zich thuis voelt.”

Page 36: Schoolgids 2010-2011

Door zelfontdekkend leren, om te gaan met materialen, leermiddelen en informatiebronnen, worden kinderen gestimuleerd.

Het Veldhuis vindt het ook van belang dat kinderen structuur en duidelijkheid aangeboden krijgen en zich leren te houden aan de afspraken, die op school gelden.

grondslagen voor de schoolorganisatieOm kwaliteitsonderwijs te kunnen bieden zijn moderne onderwijsmethoden en –middelen beschikbaar. Er vindt regelmatig reflectie plaats op het onderwijsaanbod om de kwaliteit ‘up to date’ te houden.

Door frequente communicatie met belanghebbenden (ouders, bestuur, instellingen) beoogt Het Veldhuis de betrokkenheid van deze partijen bij de school te bevorderen.

Het Veldhuis streeft naar een cultuur waarin veel belang wordt gehecht aan het welbevinden van leerkrachten. Dat wil de school bereiken door ruimte te geven aan zijn/haar professioneel handelen. De school wil dit handelen verder ontwikkelen door nascholing, leren van en met elkaar en het aanspreken van persoonlijke kwaliteiten.

2.2 Doelstelling

Dit werken wij als volgt uit: Wij willen op de eerste plaats een omgeving bieden waar

uw kind zich “thuis” voelt, waar het veilig en vertrouwd is, zodat het zichzelf kan zijn. Plezier in leren wordt dan vanzelfsprekend.

Ieder kind heeft een duidelijke structuur nodig, met rust en regelmaat. Daarom hebben wij regels die ervoor zorgen dat er ruimte en aandacht is voor uw kind.

In ons omgangsprotocol (2.4) geven wij aan hoe we met elkaar, met de kinderen en met u als ouders om willen gaan.

Wij bieden een modern onderwijsleerpakket dat goed te hanteren is, en waarbinnen de opdrachten worden

afgestemd op de mogelijkheden van uw kind. Uw kind wordt daardoor geprikkeld zich verder te ontwikkelen.

Naast het cognitieve aspect van leren besteden wij ook veel aandacht aan het creatieve aspect en aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind.

Wij hebben veel aandacht voor kinderen die moeite hebben met het leren of daar juist heel goed in zijn.

Wij gebruiken een leerlingvolgsysteem als hulpmiddel om de ontwikkeling van uw kind te registreren.

Tenslotte: Wij verwachten van u als ouder/verzorger, dat u samen met ons uw kind zo goed mogelijk begeleidt, o.a. door een actieve, stimulerende rol.

2.3 KlimaatOp Het Veldhuis staan de kinderen centraal. Wij streven ernaar de hele school in het algemeen en de groepen in het bijzonder, gezellig en vriendelijk aan te kleden.Wij proberen er zoveel mogelijk voor de kinderen te zijn. Kinderen mogen bij ons fouten maken, want van fouten kun je leren. Door de kinderen positief te benaderen gaan de kinderen met plezier naar school en zullen daardoor beter functioneren.Wij hopen, dat alle kinderen een fijne tijd op school hebben, met veel plezier terugkijken op hun basisschooltijd en graag terugkomen op hun "oude" school.

Schoolgids november 2010 35

Wij willen de kinderen optimaal begeleiden in hun leerontwikkeling, zodat ze goed voorbereid zijn op de volgende stap in hun schoolloopbaan.

Page 37: Schoolgids 2010-2011

2.4 OmgangsprotocolWij willen zorgen voor een goed pedagogisch klimaat gebaseerd op de volgende vier waarden: respect, verantwoordelijkheid, veiligheid en samenwerking.In een helder en duidelijk protocol omschrijven we hoe we met elkaar willen omgaan, wat gewenst en wat ongewenst gedrag is. Door middel van regels en sancties geven we hier uitvoering aan. Er zijn regels voor binnen en buiten het gebouw en in de groep; die hebben betrekking op de onder - , midden - en bovenbouw. In het omgangsprotocol wordt in aparte hoofdstukken ingegaan op de behandeling van klachten via de contactpersonen en op pestgedrag in allerlei vormen.“Stop, houd op!” Heeft een prominente plaats in het protocol. De essentie daarvan is dat kinderen leren hun eigen grens aan te geven, en tegelijkertijd die van een ander leren respecteren. Tevens leren zij zelf hun problemen op een positieve manier op te lossen of hulp te halen als ze er zelf niet uitkomen.Op een positieve manier oplossen betekent dat wij kinderen niet willen vertellen wat zij niet moeten doen, maar willen hen een alternatief geven door hen te vertellen wat zij wel kunnen doen. Spelmaterialen, drie “kapstok”regels en de veldtoppers helpen ons daarbij. Met een veldtopper brengen wij kinderen het juiste besef van normen en waarden bij. Veldtoppers worden per thema aangeboden en ondersteund door een pictogram.

Schoolgids november 2010 36

Page 38: Schoolgids 2010-2011

3 Een school met kwaliteit.Iedere school is anders, met zijn eigen werkwijzen en zijn eigen sfeer. Op iedere school doen leerkrachten hun uiterste best de kinderen goed te begeleiden en ze op een leuke manier veel te leren. Iedere school heeft daarin zijn eigen kwaliteiten.Op onze school leren kinderen met moderne methoden. In de leerboeken wordt de leerstof aangeboden volgens de laatste inzichten in didactiek en leerpsychologie. De boeken zien er leuk uit; dat maakt het leren aantrekkelijker. De lessen zijn afwisselend, de kinderen luisteren naar een korte uitleg en gaan dan aan de slag: in een groepje of ieder voor zich. Als ondersteuning worden audiovisuele middelen gebruikt. De computer is één van de middelen om kinderen te laten werken op eigen niveau. Vanaf schooljaar 2009-2010 zijn daarnaast digitale schoolborden in gebruik genomen. Op dit moment hebben de groepen 3 t/m 8 de beschikking over een “ digibord ”.

Zoals in 2.1 en 2.2 is uitgelegd is onderwijs op maat onze missie. Dit betekent concreet, dat het team zich ten doel heeft gesteld om alle aspecten van goed onderwijs aan de orde te laten komen:

Groepsmanagement: een juiste organisatie hanteren in de groepen. Groepsadministratie: bijhouden van een groepsmap, toetsmap en

leerling dossiers. Instructies: uitleg en informatieverwerking op het niveau van het

kind. Taakgericht werken: kinderen werken met dag - en weektaken. Leerlingvolgsysteem: kinderen worden gevolgd in hun leerontwikkeling.

Op Het Veldhuis werken enthousiaste, professionele leerkrachten. Naast het lesgeven praten zij buiten de lesuren over de kinderen en de leerstof. In vergaderingen komen onderwijskundige zaken aan bod en bespreekt het team hoe het onderwijs verbeterd kan worden. Er worden afspraken gemaakt om de continuïteit te waarborgen.Om hun vakkennis op peil te houden, volgen de leerkrachten en de directieleden studiedagen en kan er worden deelgenomen aan bijscholingscursussen. Zo blijven zij op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen.

Schoolgids november 2010 37

Page 39: Schoolgids 2010-2011

4 Adaptief Onderwijs.Het onderwijskundig concept van Het Veldhuis is vooral gericht op het geven van onderwijs op maat of anders gezegd op het geven van adaptief onderwijs.Adaptief onderwijs betekent, dat het onderwijs op school en in de groepen zoveel mogelijk is afgestemd op en wordt aangepast aan de mogelijkheden en behoeften van iedere leerling afzonderlijk.Wij blijven echter hierbij uitgaan van het leerstofjaarklassensysteem, waarbinnen de kinderen zich op niveau ontwikkelen. Binnen iedere groep onderscheiden wij op die manier drie niveaugroepen.

Het adaptief onderwijs is gestoeld op drie basisbehoeften van mensen, dus ook van kinderen. Mensen streven al vanaf hun eerste levensjaar naar:

Competentie: Mensen hebben er behoefte aan greep te krijgen op de wereld om hen heen. Zij willen het gevoel hebben het leven aan te kunnen en op hun taak berekend te zijn. Het gevoel iets te kunnen en iemand te zijn geeft vertrouwen.

Relatie: Mensen willen merken dat anderen graag met hen willen omgaan, willen zich veilig voelen bij anderen, willen erbij horen en er toe doen. Het gevoel erbij te horen en mee te tellen doet je groeien.

Autonomie: Mensen willen hun lot in eigen handen hebben, zelf keuzes maken, initiatief nemen en verantwoordelijkheid dragen. Het gevoel hebben iets zelf te kunnen geeft je vleugels.

In ons onderwijs stimuleren en bevestigen wij het gevoel van competentie, relatie en autonomie van kinderen zoveel mogelijk. Dit doen wij door de kinderen uit te dagen, te ondersteunen en vertrouwen te schenken.

Uitdagen: Wij dagen de kinderen uit om zelf actief te worden; te kiezen, te overleggen, samen te werken, te onderzoeken en uit te proberen.

Ondersteunen: Wij bieden de helpende hand bij iets wat kinderen nog net niet zelf kunnen, maar waar zij in hun intellectuele en emotionele ontwikkeling wel aan toe zijn.

Vertrouwen: Wij hebben vertrouwen in de drang en het vermogen van kinderen om te leren, terwijl wij ook beseffen én accepteren dat het ene kind er langer over zal doen dan het andere en het doel misschien langs een andere weg zal bereiken.Ons vertrouwen in het kind leidt bij het kind tot vertrouwen in zichzelf.

Uitdaging bieden, ondersteuning geven en vertrouwen tonen vragen van alle teamleden een professioneel gedrag, gebaseerd op drie uitgangspunten:

Interactie: De manier waarop wij contact maken met de leerlingen en invloed uitoefenen op hun onderlinge contacten. Wij spreken kinderen aan op hun gelijkwaardigheid en leren ze met respect met elkaar en met de leerkrachten om te gaan.

Instructie: De manier waarop wij uitleggen, opdrachten geven en de methode hanteren. Wij geven daar waar het kan "directe instructie" en "instructie in lagen", d.w.z kinderen die veel uitleg nodig hebben, krijgen die en kinderen die geen of nauwelijks uitleg nodig hebben krijgen die niet of minder. We leren de kinderen hierbij zelfstandig aan te geven wanneer ze behoefte hebben aan extra uitleg.

Groepsmanagement: De manier waarop wij het verloop van de lessen organiseren en de leeromgeving inrichten. Wij richten onze lokalen sfeervol in en zorgen er voor dat de kinderen een eigen plekje hebben. Wij minimaliseren controle en toezicht en maximaliseren eigen verantwoordelijkheid. Zelfstandig (leren) werken neemt hier een belangrijke plaats in, waarbij we veel aandacht geven aan de verschillen tussen de kinderen.Wij houden regelmatig evaluatiegesprekken, vooral over individuele voortgang, sfeer, samenwerken, onderlinge hulp en opkomen voor elkaar.

Schoolgids november 2010 38

Page 40: Schoolgids 2010-2011

4.1 Nieuwe ontwikkelingenDe laatste schooljaren heeft de school intensief de mogelijkheden verkend om het bestaande onderwijsconcept "adaptief onderwijs" verder te verdiepen resp. te verrijken. Dit alles met het oogmerk om nog meer de individuele leerling als vertrekpunt te nemen en nog beter aan te sluiten bij zijn/haar mogelijkheden, motivatie en vaardigheden. Inmiddels is redelijk uitgekristalliseerd in welke richting Het Veldhuis door wil groeien en wordt aan de uitwerking daarvan in het onderwijsaanbod gewerkt.De verkenning heeft opgeleverd dat de school "Coöperatief Leren" heeft geïntegreerd in het bestaande onderwijs.Coöperatief Leren is een onderwijsaanpak waarbij kinderen geactiveerd en gemotiveerd worden door ze te laten samenwerken op een gestructureerde manier. Coöperatief Leren gaat uit van 5 basiskenmerken:* positieve wederzijdse afhankelijkheid* individuele verantwoordelijkheid* directe interactie* aandacht voor samenwerken* evaluatie van het samenwerken

Verder wordt “Handelingsgericht Werken”, kortweg HGW op Het Veldhuis ingevoerd. Handelingsgericht werken is een systematische manier van werken. Door te kijken naar de toetsresultaten, observaties, gesprekken met het kind en gesprekken met ouders brengen we de onderwijsbehoeften van het kind in kaart. We kijken hierbij vooral naar de positieve kanten van een kind. “Wat kan het al wel” in plaats van “Wat kan het nog niet”. Vervolgens maken we een plan, waarin doelen worden gesteld voor de komende periode. Hierbij wordt het onderwijsaanbod afgestemd op de basisbehoeften en onderwijsbehoeften van het kind. Bij HGW worden leerlingen aangesproken op hun mogelijkheden en talenten, en richt men zich op betrokkenheid, welbevinden en optimale ontwikkeling. HGW richt zich niet alleen op het kind, maar ook op de onderwijsleersituatie (in de klas) en de opvoedingssituatie (thuis). Het begrip afstemming staat hierbij centraal. Niet alleen afstemming op het kind, maar ook door rekening te houden met wensen, mogelijkheden en verwachtingen van de school en van de ouders. Door een goede samenwerking met de ouders kunnen wij een kind helpen zich verder te ontwikkelen en voor te bereiden op een plek in de maatschappij.HGW heeft ook als doel de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding van alle kinderen te verbeteren. U kunt het zien als een verrijking van ons onderwijsconcept (adaptief onderwijs), zodat wij als school nog beter kunnen in spelen op de verschillen tussen kinderen.

Schoolgids november 2010 39

Page 41: Schoolgids 2010-2011

5 Organisatie

5.1 De schoolorganisatie.

Managementteam (MT)Ondersteuning- leraaronderst.

- administratie- concierge

Teamleider Teamleider Teamleider Specialistenonderbouw middenbouw bovenbouw - schoolcoach

- ICT- taak/wrkh.gedrag- techn.lezen- spelling- rekenen- coöperatief lrn- m/h.begaafdheid

Onderbouw Middenbouw Bovenbouwteam team* team*

groepen 1/2 groepen 3 t/m 5 groepen 6 t/m 8

Team vanleerkrachten *) 1 vakleerkracht bewegingsonderwijs

Directeur

Organisatiestructuur

Werkgroep Werkgroep

Zorg en IB

Werkgroep Werkgroep

In principe proberen wij zoveel mogelijk gelijkwaardige homogene groepen te maken, met uitzondering van onze kleutergroepen 1/2, omdat dit veel pedagogische en praktische mogelijkheden biedt.Voor de groepen 3 t/m 8 kiezen wij er voor om de kinderen te plaatsen in zogenaamdejaargroepen. Dit betekent, dat kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd bij elkaar in één groep zitten. Afhankelijk van de verschillen in instructiebehoefte van de kinderen, kiest de leerkracht voor meer groepsgerichte dan wel voor meer individueel gerichte werkvormen. Op deze manier kunnen wij binnen de jaargroep verantwoord rekening houden met verschillen tussen kinderen.Als het aantal kinderen van een leeftijdsgroep niet gelijkwaardig over groepen is te verdelen maken we een combinatiegroep. De werkwijze is vergelijkbaar met onze homogene groepen.

De groepen van de school hebben wij als volgt ingedeeld: de onderbouw dit zijn onze groepen 1-2 de middenbouw dit zijn onze groepen 3-4-5 de bovenbouw dit zijn onze groepen 6-7-8

Wij overleggen frequent met het gehele team, de ib-ers, directie of alleen met de betreffende leerkrachten van één bouw of met de leerkrachten van de parallel groepen.

5.2 Wie werken er in de school? De directeur: is integraal verantwoordelijk voor de organisatie, de algemene en financiële

administratie, onderwijskundig beleid en personeelsbeleid. De teamleiders: per bouw is er een teamleider. De teamleiders vormen samen met de

directeur het MT. Zij hebben de taak bouwvergaderingen voor te bereiden, deze voor te zitten en de afspraken die daar gemaakt worden te coördineren. De teamleider is

Schoolgids november 2010 40

Page 42: Schoolgids 2010-2011

verantwoordelijk voor de zaken die het onderwijs en de organisatie in de bouw betreffen. De teamleider geeft leiding aan de leerkrachten en onderwijsondersteuners in de bouw. Daarnaast staan de teamleiders voor de klas.

De leerkrachten: dragen zorg voor de dagelijkse gang van zaken voor het onderwijs aan de kinderen. Daarnaast verzorgt ieder een aantal taken die noodzakelijk zijn voor een goede organisatie op school.

De interne begeleiders: zijn belast met de coördinatie van onze leerlingenzorg en doen evt. diagnostisch onderzoek bij kinderen waarbij de groepsleerkracht een leer - of gedragsprobleem constateert en hierbij een hulpvraag heeft. Tevens begeleiden zij de leerkracht en de ouders van deze “ zorgleerling “.

De leraarondersteuner: voert les (ondersteunende) en leerlingbegeleidende taken uit onder de verantwoordelijkheid van een leraar, ondersteunt de onderwijsvoorbereiding en levert bijdragen aan de schoolorganisatie.

De vakleerkracht gymnastiek: geeft één gymles per week aan de groepen 3 t/m 8. De administratief medewerkster: is voornamelijk bezig met de administratie van de school en

ondersteunt de directie en het team. De ICT – leerkracht: geeft computeronderwijs, adviseert inzake het ICT beleid, zorgt voor

computerbeheer en onderzoekt de implementatie van nieuwe software. Overblijfcoördinator: werft overblijfkrachten en onderhoudt het contact met de vrijwilligers.

Regelt en coördineert de planning d.m.v. roosters en houdt de directie op de hoogte. De conciërge: ondersteunt de organisatie met computeronderhoud, kopieer en printwerk,

onderhoud in en om de school.

5.3 De organisatie van ons onderwijs.

5.3.1 Methodes.Wij gebruiken bij ons op school verschillende methodes, om de leerstof gestructureerd over te dragen. De methodes die wij gebruiken zijn met zorg gekozen. Het zijn methodes die voldoen aan de kerndoelen van de Inspectie van onderwijs. Daar waar nodig zullen wij echter aanpassen en vervangen om de kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren.Wij hebben de volgende methodes in gebruik:

voorbereidend lezen / rekenen groep 1-2 De leessleutel voor groep 1/ 2

lesideeën behorend bij observatiesysteemGOVK Bronnenboeken voorbereidend rekenen o.a. behorend bij de methode Rekenrijk

aanvankelijk lezen groep 3 Veilig Leren Lezen 2003voortgezet technisch lezen groep 4-8 Estafette 2009begrijpend en studerend lezen groep 4-8 Tekstverwerken, daarnaast zijn we de

internetmethode nieuwsbegrip aan het uitproberen

schrijven groep 1-2-3 Schrijfdansgroep 3-8 Schrijftaal

taal groep 4-8 Taaljournaal (nieuwe versie)spelling groep 4-8 Taalverhaalrekenen groep 3-8 RekenrijkEngels groep 7-8 Real English Let’s do itwereldoriëntatie groep 1-4 Projecten en thema’saardrijkskunde groep 5-8 Wijzer door de wereldgeschiedenis groep 5-8 Wijzer door de tijdnatuur groep 5-8 Wijzer door de natuurexpressie/beeldende vorming groep 1-8 Moet je doenmuzikale vorming groep 1-8 Moet je doengymnastiek groep 1-8 Bewegingsonderwijs op de Schoolgids november 2010 41

Page 43: Schoolgids 2010-2011

basisschool en het Basisdocument gym

Het “actief burgerschap en de sociale integratie” wordt aangeboden in de volgende methoden:

sociaal-emotionele ontwikkeling groep 1-8 Leefstijl en het omgangsprotocollevensbeschouwelijk onderwijs groep 1-8 Trefwoordverkeer groep 3-4 Rondje verkeer van 3VO

groep 5-6 Op voeten en fietsen van 3VOgroep 7-8 Jeugd verkeerskrant van 3VO

gezondheid groep 1-8 Leefstijl en thema's uit de natuurmethode

5.3.2. Groep 1 en 2.Kinderen die 4 jaar geworden zijn kunnen in principe in een bestaande kleutergroep worden opgenomen. Zijn deze groepen vol, dan starten we een zogenaamde instroomgroep waar alleen 4-jarige kinderen in komen. Als deze groep ook vol is dan kunnen we eventueel een tijdelijke opnamestop inlassen. Aan het einde van het schooljaar worden de kinderen van de instroomgroep verdeeld over de bestaande kleutergroepen.Wij vinden het belangrijk om kinderen, vanaf het moment dat ze bij ons in groep 1 op school komen, op weg te helpen naar zelfstandigheid. Onder zelfstandigheid verstaan wij dat kinderen leren verantwoording te dragen voor wie ze zijn en wat ze doen. Wij leren ze dit in kleine stapjes (zelf je jas ophangen, zelf je naamkaartje opruimen, zelf je werkplek netjes maken enz.). Kinderen gaan hierdoor ervaren dat het leuk is om zelf dingen te kunnen, hun zelfvertrouwen groeit en het gevolg daarvan is dat ze lekker in hun vel zitten en open zullen staan om nieuwe dingen te leren. In groep 1 besteden we ook veel aandacht aan het wennen op school. Jonge kinderen leren al spelend. Wij bieden hen daarom situaties en materialen aan waardoor ze geprikkeld worden om tijdens hun spel van alles te leren. In groep 2 krijgen wij als leerkracht een meer sturende rol en wordt de zelfstandigheid steeds meer uitgebouwd. De kinderen van groep 2 bieden we ook allerlei speelse activiteiten aan die voorbereiden op het leren lezen, rekenen en schrijven.

De KringWij werken veelal vanuit de kring. Hier begint de schooldag en hier keren de kinderen vaak in terug. In de kring is er veel aandacht voor taalontwikkeling. Dit is immers de basis voor het verdere leren. Wij hanteren hiervoor “ De Leessleutel voor groep 1/ 2” en de lesideeën die behoren bij ons kleuter observatiesysteem GOVK.

De werkmomentenNaast kringactiviteiten werken de kinderen tijdens de werkmomenten met allerlei ontwikkelingsmaterialen uit de kast, in de hoeken of ze werken aan hun weektaken.

Thema’sWij werken aan de hand van thema’s en vanuit het onderwijsconcept Basisontwikkeling. Dit houdt in dat wij in veel gevallen een onderwerp aandragen om ongeveer 6 weken over te werken in de groep. Om de betrokkenheid van de kinderen zo groot mogelijk te maken gaan wij uit van de 5 impulsen die typerend zijn voor het werken vanuit “Basisontwikkeling”.

Impuls 1De leerkracht oriënteert zich samen met de kinderen op het onderwerp: wat weten ze al, wat willen ze nog graag weten, welke activiteiten spreekt ze aan?

Impuls 2Verbeteren en verdiepen van het onderwerp: nieuwe elementen toevoegen die de kinderen prikkelen en enthousiast maken om meer te leren over het onderwerp.

Schoolgids november 2010 42

Page 44: Schoolgids 2010-2011

Impuls 3Verbreden naar andere activiteiten: niet alleen creatieve activiteiten, maar ook voorbereidende schrijf -, taal - en rekenactiviteiten worden ingeweven in het onderwerp.

Impuls 4Toevoegen van nieuwe handelingsmogelijkheden: Wij geven steeds “zetjes”om de ontwikkeling te bevorderen en bedenken dus betekenisvolle activiteiten en helpen kinderen om vooruit te komen.

Impuls 5Reflecteren op de activiteiten: samen met de kinderen terugkijken op wat er gedaan is, samen nieuwe plannen maken en samen deze plannen uitvoeren.Omdat wij vanuit “Basisontwikkeling “ werken zult u ook in iedere klas één of meerdere veranderingshoeken aantreffen. Dit is een hoek die n.a.v. het onderwerp dat centraal staat door de kinderen zelf wordt ingericht. Zij bepalen met elkaar wat voor hoek het wordt en verzamelen ook alles wat nodig is voor een goede inrichting. Ook hierbij is betrokkenheid het sleutelwoord. Op een speelse, maar zinvolle manier leren de kinderen zo hoe hun wereld in elkaar zit.

Aantal lesurenEen schooljaar voor de onderbouw bevat 890 lesuren; dat is per week 23 ¾ uren. Elke vrijdagmiddag is vrij en er zijn per jaar 10 vrije vrijdagen.Iedere dag krijgen de kleuters twee keer ontwikkelingsactiviteiten in de kring met de hele groep, of met groepjes apart. Het gaat dan om taalontwikkeling, rekenontwikkeling, wereldoriëntatie, muzikale ontwikkeling, sociale ontwikkeling en levensbeschouwelijke ontwikkeling. Daarnaast werken de kinderen twee keer per dag aan individuele ontwikkelingsactiviteiten met ontwikkelingsmaterialen en aan expressieactiviteiten.Ook zijn er twee keer per dag spelactiviteiten, binnen in het speellokaal en/of buiten op het plein.

Bewegingsonderwijs (gym, spelles, buiten spelen) 7 ¼ urenWerklessen 6 ¾ urenTaalactiviteiten 2 ¼ urenRekenactiviteiten 1 uurVoorbereidend schrijven 1 uurWereldoriëntatie 1 uurVerkeer ¼ uurLevensbeschouwelijk onderwijs ¾ uurExpressie (drama, muziek, dans) 1 ½ uurSociaal – emotionele vorming 1 uurPauzes 1 ¼ uren

5.3.3 Groep 3 t/m 8.

Groep 3 en 4Een groep 3 wordt bij voorkeur geformeerd uit 2 groepen 2, maar is wel afhankelijk van het aantal groep 2 kinderen die doorstromen naar groep 3. We houden er dan zoveel mogelijk rekening mee dat een vriendje en vriendinnetje bij elkaar blijven.Groep 3 en 4 hebben een schooljaar van 905 lesuren en krijgen per week ook 23 ¾ lesuren onderwijs. Elke vrijdagmiddag is vrij en er zijn per jaar 7 vrije vrijdagen. De inrichting van de lokalen is anders dan bij de kleuters, omdat de kinderen een eigen werkplek hebben.Per week werken wij in groep 3 en 4 gemiddeld het volgend aantal lesuren:

Bewegingsonderwijs 1½ urenTaal / lezen / schrijven 9½ urenRekenen en wiskunde 5 urenWereldoriëntatie en verkeer 1¾ urenLevensbeschouwelijk onderwijs ¾ uurSchoolgids november 2010 43

Page 45: Schoolgids 2010-2011

Expressie: tekenen, handvaardigheid, muziek, dans en drama 3 urenSociaal-emotionele vorming 1 uurPauzes 1¼ uur

Groep 5 t/m 8De groepen 5 t/m 8 hebben een schooljaar van 1010 lesuren en weekrooster van 25 ¾ lesuren. De gemiddelde lessentabel per week voor groep 5 t/m 8 ziet er als volgt uit:

Bewegingsonderwijs 1½ urenTaal / lezen / schrijven 7½ urenRekenen en wiskunde 5 urenAardrijkskunde, geschiedenis en natuur 4½ urenVerkeer ½ uurExpressie: tekenen, handvaardigheid, muziek,dans en drama 3 urenLevensbeschouwelijk onderwijs 1 uurEngels in groep 7 en 8 ¾ uurSociaal-emotionele vorming ¾ uurPauzes 1¼ uur

5.3.4 De vakken nader bekeken.

5.3.4.1 LevensbeschouwingHet Veldhuis is een katholieke basisschool en deze identiteit willen wij ook uitdragen. Uitgaande van de ervaring van het kind willen wij de kinderen leren dat er meer is tussen hemel en aarde dan de materiële zaken, waarmee zij geconfronteerd worden. Daarnaast willen wij ze stimuleren zich in te zetten voor vrede en gerechtigheid. Hiervoor gebruiken wij onze methode Trefwoord.

Trefwoord is geen kant en klare methode in boekvorm, maar verpakt in een kalender die vier keer per jaar verschijnt. Er is een herfst - , kerst - , paas - en zomereditie. Trefwoord probeert de belevingswereld van het kind en de wereld van de bijbel dichter bij elkaar brengen. Het is een ontmoeting waaraan kinderen vooral van elkaar kunnen leren. Zo ontwikkelen ze een eigen en open kijk op het leven.In één schooljaar worden diverse thema´s en bijbelverhalen uitgewerkt, zoals: Wie ben ik? , Respect, Een vreemde eend, Vrede begint klein, Omgaan met gemis en verdriet e.a..In de groepen beginnen wij iedere morgen met een stukje uit Trefwoord. In de onderbouw is dat ook vaak een liedje of versje. Voordat wij in de middagpauze gaan lunchen vragen wij de kinderen een moment stil te zijn om de kinderen die willen bidden ook gelegenheid te geven. In groep 4 kunnen kinderen deelnemen aan het Eerste Heilige Communie project. Ter voorbereiding hierop, behandelen wij met alle kinderen uit groep 4 het project “Wij horen bij elkaar”. De keuze of het kind wel of niet de Eerste Heilige Communie gaat doen, ligt uiteraard bij de ouders.

Sinds schooljaar 2006-2007 starten de voorbereidingen voor het vormsel niet meer in groep 8 maar in de brugklas van het Voortgezet Onderwijs. Wel komt de pastor als voorbereiding hierop een keer in groep 8. De keuze om deel te nemen aan het vormselproject ligt eveneens bij de ouders en het kind.

5.3.4.2 Leefstijl Op Het Veldhuis werken wij met een "omgangsprotocol", waarin wij hebben omschreven wat wij gewenst en ongewenst gedrag noemen. Dit protocol is gebaseerd op onze vier waarden: respect, verantwoordelijkheid , samenwerking en veiligheid. Zie 2.4 voor een toelichting op dit protocol.

Schoolgids november 2010 44

Page 46: Schoolgids 2010-2011

Om het team structureel te laten werken aan een goed omgangsklimaat, hebben wij de methode Leefstijl ingevoerd. Deze methode “wil bevorderen dat kinderen en jongeren zich ontwikkelen tot sociaal vaardige, betrokken en zelfstandige volwassenen."Met deze methode heeft Het Veldhuis al in het begin gekozen voor een actieve manier om kinderen vertrouwd te maken met de diversiteit in de samenleving. Leefstijl is een methode voor de groepen 1 t/m 8 die sociaal-emotionele vaardigheden aanleert aan kinderen en volwassenen. Het is bedoeld om het functioneren van kinderen en hun talenten te ontwikkelen en hun gedrag op een positieve manier te beïnvloeden. Hiervoor zijn vaardigheden nodig zoals: zelfvertrouwen, doordachte keuzes maken, luisteren, je gevoelens uiten en van je fouten leren. Leefstijl ontwikkelt dus niet alleen de emotionele intelligentie, maar ook de cognitieve. De Leefstijllessen worden tenminste 1x per week in alle groepen gegeven.

De methode biedt ook gezondheidsvaardigheden. Hierbij speelt preventie een grote rol. Op steeds jongere leeftijd beginnen kinderen te experimenteren met roken, alcohol en drugs. Hierover gaan enkele lessen in de bovenbouw die worden ondersteund met beeldmateriaal.

Door middel van Leefstijl leren wij de kinderen: zich bewust te maken van hun eigen gedrag zichzelf en anderen te respecteren zich begrijpend op te stellen en verschillen tussen mensen te accepteren het vermogen te ontwikkelen zich in anderen te verplaatsen vaardigheden te ontwikkelen om met elkaar om te gaan, zoals: luisteren en ruzies oplossen taalontwikkeling en uitdrukkingsvermogen door gedachten en gevoelens onder woorden te

brengen en de woordenschat uit te breiden gezondheidsvaardigheden.

Aanvulling op LeefstijlSinds 2008 doen we met Het Veldhuis mee aan de “ Week van de Lentekriebels “. Deze week wordt georganiseerd door de GG&GD Utrecht. In de “ Week van de Lentekriebels“ staan relaties en seksualiteit op een speelse manier centraal.Er wordt met de kinderen gesproken over thema’s rondom relaties, verliefdheid, puberteit en voortplanting bij dier en mens.Ook komen onderwerpen als complimentjes, gevoelens, verschillen tussen jongens en meisjes, trouwen, vertrouwen en schuttingtaal aan bod.

Aanvulling voor groep 8Voor groep 8 maken we gebruik van de lessen van “stichting Voorkom”. De kinderen krijgen hierbij een aantal lessen over de gevaren van drugs en alcohol.Bureau Halt geeft ook een aantal voorlichtingslessen in groep 8. De lessen benaderen thema’s rondom jeugdcriminaliteit vanuit het gedrag van de jongeren en spreekt hen aan op hun eigen verantwoordelijkheid.

5.3.4.3 TaalWij werken in de kleutergroepen met “ De Leessleutel voor groep 1 / 2 “ en de lesideeën taalontwikkeling, die horen bij het observatiesysteem GOVK dat wij hanteren bij de kleuters. De Leessleutel biedt veel mogelijkheden en activiteiten voor ontluikende beginnende geletterdheid. Op deze manier worden de kinderen op een speelse manier goed voorbereid op het leren lezen in groep 3.

Wij gebruiken al enkele jaren in de groepen 4 t/m 8 de vernieuwde versie van Taaljournaal.Deze methode is ingrijpend veranderd en past nu helemaal bij onze wensen voor de toekomst:- het oefenen met woordenschat heeft een belangrijke plek in de methode gekregen- de methode heeft extra oefenstof voor kinderen die meer oefening nodig hebben en andere extra stof voor kinderen die het iets moeilijker aan kunnen- kinderen kiezen, naast de basisstof, 1 a 2 keer per week uit een aanbod van diverse Schoolgids november 2010 45

Page 47: Schoolgids 2010-2011

taalactiviteiten; hiermee kunnen we niet alleen inspelen op de verschillende taalniveaus die er in een groep zijn maar ook inspelen op verschillende interesses van kinderen. Door het aanbod van diverse extra oefeningen en keuzeactiviteiten wordt er van de kinderen meer gevraagd m.b.t. samenwerken en zelfstandigheid. De kinderen leren ook te kijken naar hoe zij samenwerken en op het resultaat van hun werk.Met spelling werken we in de groepen 4 t/m 8 met de nieuwe methode Taalverhaal.Taalverhaal Spelling biedt elke week twee woordpakketten aan waarmee geoefend gaat worden. De woorden worden aangeboden in 4 categorieën: - luister Schrijf het woord zoals je het hoort- onthoud Onthoud hoe je het woord moet schrijven- ook zo Schrijf het stukje van het woord als het stukje dat je al kent- regel Let op: pas de regel toe (ook voor werkwoordspelling)Voor spelling maken we gebruik van extra oefenpakketten op de computer. Dit doen we onder andere m.b.v. het software programma Ambrasoft.

5.3.4.4 Aanvankelijk en Voortgezet technisch lezenIn groep 3 werken wij met de methode Veilig Leren Lezen voor het geven van aanvankelijk leesonderwijs.Vanaf de eerste schooldag krijgen de kinderen structuurwoorden aangeboden die nodig zijn om te leren lezen. Deze structuurwoorden worden gebruikt als "kapstok woorden". Aan ieder woord wordt één bepaalde letter opgehangen. Bijvoorbeeld de " m " van maan, de " r " van roos en de " v " van vis. Doordat steeds één letter als aandachtsletter staat, bouwen de kinderen de klank/letter koppeling op en kunnen zij op die manier nieuwe woorden lezen. Na het aanvankelijk lezen start het voortgezet technisch lezen. Hiervoor gebruiken we de methode Estafette Nieuw. Deze biedt leestechnieken aan waardoor de kinderen moeilijkere woorden en zinnen kunnen leren lezen. 2 à 3 keer per jaar wordt een technisch leestoets afgenomen om de leesontwikkeling te kunnen volgen.

5.3.4.5 Begrijpend en studerend lezen Naast het technisch lezen start ook het begrijpend lezen. Het accent bij de groepen 7 en 8 komt meer te liggen op het studerend lezen. We gebruiken hiervoor de methoden Tekst Verwerken en Nieuwsbegrip. Deze methoden bieden de kinderen leesstrategieën aan om de structuur van een tekst te kunnen vinden. Deze zijn: Waarom ga ik lezen? Waar zal het over gaan? Wat weet ik er al van? Stop ? Waar gaat het over? Wat is belangrijk? Wat ben ik te weten gekomen?Tijdens de lessen worden de strategieën a.d.h.v eigentijdse teksten aangeboden. Na een aantal lessen volgt een toetsles om te kijken of de kinderen de strategieën kunnen toepassen. In de groepen 7 en 8 leren de kinderen informatie uit een tekst te verwerken in een schema, studiekaart of samenvatting. De vaardigheden die zij aangeboden krijgen worden toegepast bij het maken van werkstukken, het houden van een presentatie of het verwerken van de leerstof bij de zaakvakken. Een belangrijke basis voor het begrijpend en studerend lezen is de woordenschat. Naast de methode Tekstverwerken, zijn we in 2008 gestart met het uitproberen van de internetmethode “nieuwsbegrip”. Nieuwsbegrip is ontwikkeld om de leertijd voor begrijpend lezen op een motiverende manier uit te breiden. Nieuwsbegrip maakt gebruik van actuele teksten, die elke week op de website zijn te downloaden. Nieuwsbegrip is vooral bedoeld als aanvulling op een strategische methode voor begrijpend lezen. Zie verder bij Taal.

Schoolgids november 2010 46

Page 48: Schoolgids 2010-2011

5.3.4.6 RekenenWij werken in de kleutergroepen aan voorbereidende rekenvaardigheden. We maken hierbij gebruik van verschillende bronnenboeken (o.a. het bronnenboek dat hoort bij de methode Rekenrijk) die aansluiten op de thema’s waar wij op dat moment mee werken. Die rekenvaardigheden zijn: ordenen hoeveelheidbegrippen; meer, minder, veel, weinig enz. meten tellen cijfersymbolenDit zijn tevens de onderdelen die wij observeren en toetsen.

In de groepen 3 t/m 8 gebruiken wij de methode Rekenrijk. Dit is een methode die werkt met opdrachten die aansluiten bij de dagelijkse leefwereld van kinderen. Naast hoofdrekenen en cijferen leren de kinderen werken met tabellen en grafieken en het rekenen met meten, tijd en geld. In de methode Rekenrijk krijgen kinderen verschillende oplossingsstrategieën aangeboden, maar ook het gebruik van de rekenmachine. De methode werkt met blokken van 10 lessen. Binnen een blok wordt het volgende aangeboden; nieuwe leerstof reeds aangeleerde leerstof inoefenen strategieën voor het hoofdrekenen een onderdeel van metenHet blok wordt afgesloten met een toets. N.a.v de resultaten van de toets kun je de stof herhalen (“weer stof “), verdiepen (“meer stof “), of middels een hulpprogramma nog extra uitleg geven aan de kinderen die dat nodig hebben.In mei 2009 zijn we gestart met het gebruik van de zogenaamde “routeboekjes”. Deze boekjes zijn bedoeld voor rekenaars die meer uitdaging nodig hebben. In 2011 – 2012 zullen wij op een nieuwe rekenmethode overgaan.

5.3.4.7 SchrijvenWij werken bij de kleuters en begin groep 3 met de methode Schrijfdans. De groepen 3 t/m 8 gebruiken Schrijftaal. Ons doel is het leren schrijven met een duidelijk leesbaar, verzorgd en vlot handschrift. Bij de kleuters oefenen we de grove en fijne motoriek als voorbereiding op het leren schrijven. Schrijfdans leert de kinderen spelenderwijs diverse motorische oefeningen ter voorbereiding op het leren schrijven. Naast schrijfdans start groep 3 ook het aanleren van het methodisch handschrift met de methode Schrijftaal. Hierbij wordt gekeken wat een kind aankan. Kan het letters al kleiner schrijven of heeft het kind nog behoefte aan schrijven in het groot. Aan beide behoeften wordt gehoor gegeven. In de bovenbouw worden ook het blokschrift en sierletters aangeboden en is er ruimte voor het ontwikkelen van een persoonlijk handschrift. De kinderen van groep 5 t/m 8 schrijven met een Lamy vulpen of een Stabilo pen die zij in groep 4 hebben gekregen.

5.3.4.8 EngelsInmiddels is Engels al een aantal jaren een verplicht vak voor de groepen 7 en 8 in het basisonderwijs. Hierbij ligt het accent vooral op het leren spreken. De methode Real English vormt de rode draad hierbij. Een leerling boek, een werkboek en een cd met gesproken teksten en liedjes leren de kinderen veel Engelse woorden en zinnen. De grammatica van het Engels wordt alleen aangeboden als het noodzakelijk is om de juiste spreekwijze te kunnen toepassen. Op deze manier wordt de belangstelling voor een andere taal gestimuleerd. Een goede voorbereiding op het voortgezet onderwijs, zeker gezien de ontwikkelingen waarbij steeds meer scholen, tweetalig onderwijs aanbieden.

5.3.4.9 Wereldoriëntatie In de groepen 1 t/m 4 wordt er thematisch gewerkt vanuit de leef en belevingswereld van de kinderen. De onderwerpen worden aangedragen door de leerkrachten of door de kinderen. Het onderwerp wordt vanuit verschillende invalshoeken belicht, besproken, verwerkt en waar mogelijk

Schoolgids november 2010 47

Page 49: Schoolgids 2010-2011

ook nog verder uitgediept, bijvoorbeeld met projecten of excursies. Op deze manier verwerven de kinderen vaardigheden, inzicht maar ook kennis over de wereld om hen heen.Vanaf groep 5 breiden wij dit verder uit door kinderen zelf een ( mondeling of schriftelijk ) verslag te laten maken van een zelfgekozen onderwerp. Dit kan bijv. een leerposter of een werkstuk zijn. Ook het vertellen over een onderwerp en het leren presenteren van een verslag neemt hier een belangrijke plaats in. Zo leren de kinderen ook omgaan met atlassen, woordenboeken en andere informatieve boeken. Het documentatie centrum neemt hier een belangrijke plaats in, evenals het gebruik van de computers.Daarnaast gebruiken wij de methode: ‘ Wijzer door……… . Deze methode biedt thematisch de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuur afzonderlijk aan.In “Wijzer door de wereld” komt vooral Nederland, Europa, en in groep 8, de overige werelddelen aan bod. Daarnaast wordt de topografie in afzonderlijke lessen behandeld.“Wijzer door de tijd” behandelt de geschiedenis van ons eigen land. In groep 5 wordt het historisch besef verder ontwikkeld en vervolgens wordt vanaf groep 6 chronologisch onze eigen Nederlandse geschiedenis behandeld. We starten bij de prehistorie in groep 6 en eindigen met de 19e en 20e eeuw in groep 8. “Wijzer door de natuur” geeft aandacht aan biologie, milieu educatie, gezond gedrag en techniek. Alles wordt thematisch aangeboden. Tenslotte krijgen de kinderen vanaf groep 3 t/m 8 verkeersonderwijs m.b.v. de verkeersmethode van 3VO. De groepen 3 en 4 gebruiken Rondje verkeer en vanaf groep 5 gebruiken we de verkeerskranten. De kinderen in groep 7 worden voorbereid op het landelijk schriftelijk verkeersexamen en in groep 8 aan het praktisch verkeersexamen.

Schooltv programma’s Dit jaar kijken de groepen 1/2 naar Koekeloere, en groepen 3 naar Leesdas/Letterdas. Groep 4 kijkt naar Huisje, Boompje, Beestje. De groepen 5 en 6 kijken naar Nieuws uit de natuur en de groepen 7 en 8 naar het schooltv weekjournaal. De groepen 3 t/m 8 bekijken dit via het digibord. Daarnaast wordt er door verschillende groepen ook incidenteel een schooltv serie gevolgd.Een aantal groepen brengen jaarlijks een bezoek aan het “ Oortjespad”. Welke groepen dit zijn hangt af van het aanbod. Ook maken we gebruik van leskisten.

5.3.4.10 ExpressievakkenVoor de expressievakken tekenen, handvaardigheid, muziek, drama en dans gebruiken wij in de groepen 1 t/m 8 de methode Moet je doen. In deze 5 vakken komen dezelfde vier activiteiten aan bod: BEKIJKEN of BELUISTEREN / BESPREKEN / MAKEN / BETEKENIS GEVEN.Bij handvaardigheid leren de kinderen hoe ze driedimensionale vormen kunnen maken met diverse materialen. Bij tekenen gaat het om beelden in het platte vlak, zoals tekeningen, schilderijen of collages. Met drama en dans leren de kinderen de expressieve mogelijkheden van stem, taal, houding, mimiek en beweging kennen en toepassen. Muziek. De kinderen leren ook wat muziek hen doet en welke betekenis muziek hen geeft. Zo raken ze bekend met begrippen als hoogte, lengte, klankkleur en sterkte en leren die ook toepassen.

5.3.4.11 BewegingsonderwijsIn de groepen 1 en 2 krijgen de kinderen iedere dag, 's morgens en ’s middags, een bewegingsles in de speelzaal of vrij spel op het plein. Bewegen is voor hen erg belangrijk. Tijdens de lessen in het speellokaal dragen de kinderen gymschoenen, die op school bewaard worden. Voor de lessen in de gymzaal gebruiken we de methode “bewegingsonderwijs in het speellokaal”.Vanaf groep 3 gebruiken wij de methode Basislessen Bewegingsonderwijs en het Basisdocument Bewegingsonderwijs. In combinatie met deze methoden komen de lessen zoveel mogelijk tegemoet aan de natuurlijke bewegingsbehoefte van kinderen. De organisatie van de gymlessen is er op gericht de kinderen zoveel mogelijk te laten bewegen. Daarnaast wordt gestreefd naar een zo divers mogelijk lesaanbod waarbij gelet wordt op de juiste balans tussen verdieping en verbreding van het lesaanbod. Het ervaren en het leren kennen van bewegingsmogelijkheden neemt een belangrijke rol in tijdens de gymlessen. We streven ernaar dat de vakleerkracht gymnastiek elke groep (vanaf groep 3) éénmaal per week les geeft. De gym wordt gegeven in de Broos Gerssenzaal, gelegen naast de school. Wekelijks krijgen de Schoolgids november 2010 48

Page 50: Schoolgids 2010-2011

kinderen van groep 3 t/m 8 een zogenaamde "toestellenles" en een "spelles". Samenwerken en sportief gedrag zijn belangrijke onderdelen van onze gymlessen. De vorderingen van de kinderen worden bijgehouden in een volgsysteem en samen met de groepsleerkracht kunnen deze vorderingen besproken worden.Het dragen van passende gymkleding (T-shirt met sportbroek of gympakje) en gymschoenen is verplicht. Met het oog op hygiëne en sociale omgang met medeleerlingen verwachten wij dat er na een gymles wordt gedoucht. We vinden het belangrijk dat de kinderen opgefrist weer aan hun lessen kunnen beginnen. In de sporthal zijn gescheiden jongens en meisjes kleedkamers en sanitaire ruimten. Tijdens het douchen wordt aanbevolen slippers te dragen. In incidentele gevallen kan een kind zich ook opfrissen aan de wastafel met een washandje. Ouders kunnen helpen de hygiëne op school te bevorderen door hun kind de juiste toiletspullen mee te geven. Let op: het gebruik van een deodorant spuitbus is om veiligheidsredenen niet toegestaan. Beter is het kind een roller mee te geven. 5.3.4.12 Computergebruik Onze kinderen groeien op in een wereld waar de computer niet weg te denken is. Wij vinden het belangrijk, dat zij op school met computers werken. Daarom beschikken wij over ruim voldoende computers, zodat elk kind aan bod kan komen. De software hoort veelal bij de methodes. De onder- en middenbouw gebruikt het programma Ambrasoft als ondersteuning bij taal en rekenen. Er is ook een thuisversie beschikbaar, die u als ouder zelf kunt bestellen op www.ambrasoft.nl. De bovenbouwgroepen krijgen 1 x per week les in Word en Powerpoint. De computer is een ideaal hulpmiddel als het gaat om tegemoet komen aan de verschillen tussen kinderen. Het wordt allereerst gebruikt om kinderen op een andere manier leerstof te laten verwerken en als hulpmiddel om kinderen extra leerstof aan te bieden. De kinderen gebruiken de computers o.a. voor het zoeken van informatie voor en het uitwerken van werkstukken. Per groep is er in onze mediatheek een uur per week gereserveerd om met de hele groep achter de computer te werken. Met het werken op de computer wordt tevens een goede voorbereiding op het voortgezet onderwijs en de arbeidsmarkt beoogd.

5.3.4.13 Huiswerk Wij hechten veel belang aan het ontwikkelen van een verantwoordelijkheidsgevoel bij onze kinderen. Met het huiswerk willen wij een proces in gang zetten waarbij kinderen leren; van thuis iets mee te brengen naar school, thuis een opdracht te maken en uiteindelijk een begin te maken met het leren plannen.Wij beginnen al bij onze jongste kinderen met het stimuleren om van thuis iets mee te brengen. In groep 5 komt het echte maakwerk aan bod. De kinderen krijgen de spellingwoorden in een schrift mee naar huis om deze te oefenen of een rekenopdracht om te maken. In groep 6 t/m 8 gaan we door met maakwerk als huiswerk en komt er een maakwerkopdracht bij. Vanaf groep 6 krijgen de kinderen ook leerwerk mee naar huis: ze kunnen zich dan ook thuis gaan voorbereiden op de toetsen van de methode “Wijzer door…”. Ze krijgen een samenvatting/studieschema en het werkboekje mee naar huis.In groep 5 en 6 werken de leerkrachten met een kalender in de klas. Hierop kunnen de kinderen zien wanneer er een toets is of wanneer ze het huiswerk moeten inleveren.In de groepen 7 en 8 is het gewenst dat de kinderen zelf een agenda aanschaffen en gaan gebruiken in de klas. M.b.v. de klassenagenda leren zij het plannen van hun activiteiten, het leren en maken van huiswerk.Ten slotte krijgen de kinderen ook incidentele opdrachten om een presentatie, werkstuk, boekbespreking, e.d. thuis voor te bereiden.

5.3.5. Gezamenlijke activiteiten. Hieronder volgt een opsomming van de activiteiten waaraan, door het jaar heen, door de hele school wordt deelgenomen.

Schoolgids november 2010 49

Page 51: Schoolgids 2010-2011

De verjaardag van een kind ( vanaf 5 jaar) wordt gevierd in de eigen groep. De verjaardagen van de leerkrachten worden per bouw gevierd. Iedere bouw heeft een eigen datum gepland waarop dit plaats zal vinden.

De kinderboekenweek in oktober is een vast project in alle groepen. Elk jaar is er een schoolreisje dat door de school i.s.m. de oudervereniging wordt georganiseerd.

Hiervoor wordt een bijdrage gevraagd, die los staat van de jaarlijkse ouderbijdrage. De groepen 3,4 en 5 hebben dit jaar een muziekproject. Een muziekdocent van buiten de school

geeft muzieklessen met muziekinstrumenten. Het project wordt afgesloten met een voorstelling van de kinderen zelf.

Op of rond 5 december komt Sinterklaas op school. Wij vieren dit feest zowel in de groepen als met de hele school. Alle kinderen krijgen een verrassing en de kinderen van de groepen 5 t/m 8 maken voor elkaar een surprise met een gedicht.

Het kerstfeest vieren wij op een avond voor de kerstvakantie. Dit gebeurt zowel in de groep als met de hele school.

Carnaval vieren wij als een verkleedfeest. In maart doen we mee aan de “ Week van de Lentekriebels” ( zie ook sociaal emotionele

ontwikkeling). Met Pasen versieren wij in alle groepen een palmpaasstok, die wij weggeven aan mensen die

wel een opkikkertje kunnen gebruiken. Op Witte Donderdag staan wij o.a. stil bij het laatste avondmaal.

Jaarlijks is er een gezamenlijk onderwijsproject. In alle groepen wordt gedurende ongeveer twee weken gewerkt rond een zelfde thema.

Door het jaar heen organiseren wij ca 5 keer een gezamenlijke viering; de Veldfuif. Kinderen uit diverse groepen kunnen aan elkaar hun talenten laten zien op het gebied van toneel, muziek, zang en dans. Deze veldfuiven zijn alleen bedoeld voor de kinderen.

Tweemaal per jaar is er een kijkavond waar ouders in de klas met hun kind welkom zijn om te komen kijken en te beleven waarmee het kind zoal bezig is.

Elk jaar doen we met de hele school mee aan de “Nationale Rekendag”. Voor alle groepen is er de Veldhuis sportdag. Op deze dag komen er allerlei sporten onder de

aandacht. Voor de grote kinderen doen we dit d.m.v. workshops, voor jongere kinderen is van alles te sporten in de gymzaal en op het plein.

De groepen 5 t/m 8 doen in mei mee aan de gezamenlijke sportdagen van alle basisscholen in Vleuten en De Meern.

Aan het einde van het schooljaar is er altijd een eindejaarsfeest, Campi Domi genaamd, voor alle kinderen van de school.

Schoolgids november 2010 50

Page 52: Schoolgids 2010-2011

6. De zorg voor de kinderen.

6.1. Het systematisch volgen van de ontwikkeling van kinderen (=leerlingvolgsysteem).Op Het Veldhuis stimuleren wij de kinderen zoveel mogelijk en dagen ze uit om nieuwe dingen te ontdekken. Soms gaat dit niet vanzelf, dan bieden wij hulp.Met uitzondering van de kleutergroepen hebben wij jaargroepen in onze school. De kinderen van eenzelfde leeftijd zitten meestal in dezelfde groep. De vakken taal, lezen en rekenen vormen de kern van ons onderwijs. Het zijn de basisvaardigheden; zij vormen de basis voor elke andere ontwikkeling.In groep 1/2 worden de ontwikkelingen van alle leerlingen bijgehouden d.m.v. observaties en een leerlingvolgsysteem, het Gouds Ontwikkelings Volgsysteem voor Kleuters (=GOVK). Hiermee volgen wij de ontwikkeling van de kleuters nauwgezet, zodat wij een goed beeld van ieder kind krijgen en hen adequaat kunnen begeleiden.Het GOVK gaat uit van de ontwikkeling die kleuters "gemiddeld" doormaken en geeft een beeld van kinderen vanaf jongste t/m oudste kleuter. Wij toetsen daarom zogenaamde ontwikkelingslijnen van kinderen die ons een indicatie geven hoe het kind zich over het algemeen ontwikkelt. Hierbij onderscheiden wij de volgende aspecten:

Auditieve waarneming; wat kunnen kinderen al horen. Visuele waarneming; wat kunnen kinderen al zien. Ruimtelijke oriëntatie; hoe bewegen kinderen zich in de ruimte Fijne motoriek Grove motoriek Taal -denken / taal -lezen Rekenen -denken Taal -communicatie Sociaal-emotionele ontwikkeling / spelontwikkeling Werkhouding

Naast het GOVK toetsen wij de kinderen van groep 2 twee keer per jaar op het gebied van rekenen en taal met de toetsen van CITO. De kinderen van groep 1 krijgen eveneens twee keer de taaltoets en één keer de rekentoets. Kinderen die in de loop van het schooljaar als 4-jarige instromen doen, afhankelijk van de maand van binnenkomst en ontwikkeling, mee aan de taaltoets. De CITO toetsen zijn landelijk genormeerd en geven ons een beeld van onze kinderen die we kunnen vergelijken met leeftijdsgenoten in de rest van Nederland.Vanaf groep 3 worden de ontwikkelingen van alle kinderen gevolgd met twee soorten toetsen: Methode gebonden toetsen; dit zijn de toetsen die in de lesmethodes zelf zijn opgenomen. Niet methode gebonden toetsen; dit zijn de CITO -toetsen op het gebied van:

-rekenen-woordenschattoets-begrijpend lezen-technisch lezen-spelling

Onderstaande CITO toetsen worden éénmalig in het schooljaar afgenomen:

Entreetoets in groep 7; deze toets laat zien op welke gebieden een kind al voldoende vorderingen heeft gemaakt en op welke nog te weinig.

Eindtoets in groep 8; de uitslag van de toets geeft een indicatie welke vorm van voortgezet onderwijs bij het kind zou kunnen passen.

De resultaten van bovengenoemde toetsen worden door de groepsleerkracht(en) nabesproken met de interne begeleiders.

Schoolgids november 2010 51

Page 53: Schoolgids 2010-2011

6.2 De verslaggeving over leerlingen.De groepsleerkrachten houden in hun toetsmap de gegevens van de ontwikkeling van de kinderen bij. De leerresultaten van de leerlingen worden gevolgd met verschillende toetsen. De toetsresultaten worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem.Daarnaast wordt van iedere leerling een leerling-dossier bijgehouden. In het dossier worden gegevens opgenomen over het kind, het gezin, gesprekken met ouders, toets- en rapportresultaten van de verschillende jaren en evt. bevindingen en resultaten van onderzoeken en handelingsplannen.In het computer administratieprogramma (ESIS) worden de algemene gegevens van leerlingen opgeslagen evenals de absentenregistratie. De privacy -gevoelige gegevens zijn alleen voor direct betrokkenen toegankelijk.

6.3 Verslaggeving aan de ouders.Vanaf eind groep 1 ontvangt u een schriftelijk rapport over de ontwikkeling van uw kind(eren).Dit gebeurt vanaf groep 2 twee keer per jaar. Voor groep 2 t/m 7 in januari en in juni. En voor groep 8 in november en juni. Instroomkinderen die van oktober tot en met december starten in een 1/2 groep, ontvangen ook een rapport. Daarnaast worden deze kinderen, vanaf het moment dat ze bij ons op school zijn gestart, in hun ontwikkeling gevolgd aan de hand van het Gouds Ontwikkelings volgsysteem Voor Kleuters(GOVK). Ze doen ook mee aan de CITO toets Taal voor Kleuters en CITO toets Ordenen (=rekenen).Ook zij krijgen daarom aan het einde van het eerste schooljaar een rapport mee.De toetsresultaten in het leerlingvolgsysteem zijn de basis voor het leerling rapport en de besprekingen met de ouders. Dit schooljaar komt er voor het eerst een digitaal opgesteld schoolrapport uit, waardoor de inzichtelijkheid wordt verbeterd. Tevens wordt de wijze van verslaglegging beter tussen leerkrachten onderling afgestemd (interpretatie en standaarden).

Wij vinden het belangrijk om regelmatig 10-minutengesprekken te organiseren. Tijdens deze gesprekken bespreken wij met u de ontwikkeling van uw kind(eren) op leer – en sociaal emotioneel gebied. De eerste keer in november nodigen wij alle ouders uit. In februari en juni kunnen ouders zich facultatief inschrijven voor deze gesprekken. Indien de groepsleerkracht de ouders wenst te spreken worden de ouders uitgenodigd. Wilt u tussendoor een gesprek met één van de leerkrachten, dan kan dit altijd; behalve’s morgens vóór schooltijd. U kunt dan wel een afspraak maken voor een ander geschikt moment.

6.4 Extra begeleidingSoms vormen het gedrag, het leerproces en/of de leerprestaties aanleiding om extra begeleiding op de leerling in te zetten. Er wordt dan i.s.m de interne begeleider een begeleidings- en/of handelingsplan opgesteld, waarin komt te staan welke acties nodig zijn. De groepsleerkracht informeert de ouders hierover en voert het begeleidingsplan en/of het handelingsplan in de groep uit.

Wij hebben op school een orthotheek, deze ruimte biedt de leerkrachten extra specifieke orthopedagogische en orthodidactische begeleidingsmaterialen om kinderen te helpen. Er worden ook leerlingbesprekingen gehouden, waarin de leerkrachten elkaar adviseren en ervaringen uitwisselen. Vanzelfsprekend hebben wij ook oog voor leerlingen die niet voldoende hebben aan het basisaanbod. De observaties van de leerkracht en de informatie uit het leerlingvolgsysteem geven daarvoor de indicaties. Aan de hand daarvan krijgt het kind extra leerstof aangeboden. De extra leerstof kan extra oefenstof of uitdagende verdiepingsstof inhouden.

Soms lukt het een kind niet om het basisniveau van de groep te halen. Daarbij kunnen cognitieve en/of sociaal emotionele factoren een rol spelen. Het is mogelijk dat wij dan adviseren om het kind een jaar langer in de groep te laten blijven. Hiermee verwachten wij te bereiken, dat het kind een stevigere basis krijgt om de basisschool met succes af te kunnen maken.

Schoolgids november 2010 52

Page 54: Schoolgids 2010-2011

Tevens komt het voor, dat wij de afspraak maken dat een kind voor een bepaald leergebied met een aangepast programma gaat werken, een zogenaamde individuele leerweg. Hierover wordt uiteraard met de ouders vanaf het begin uitvoerig overlegd.

Als het leerproces stagneert en/of de resultaten te wensen overlaten kan door de school de hulp van een extern deskundige worden ingeroepen. Deze extern deskundige kan een orthopedagoog zijn, een ambulant begeleider, de schoolarts of de schoolmaatschappelijk werker. De extern deskundige bespreekt de hulpvraag van de school met de leerkracht en de intern begeleider. Zij overleggen met elkaar en met de ouders of een nader onderzoek noodzakelijk is en wat de inhoud daarvan moet zijn. Om een onderzoek daadwerkelijk uit te voeren is toestemming van de ouders nodig. Aan de hand van de conclusie en adviezen van het onderzoek wordt besproken welke vervolgstappen er genomen moeten worden. Wij werken ook samen met scholen binnen ons samenwerkingsverband en het speciaal onderwijs om meer deskundigheid in de school te krijgen.

Bij kinderen met een lichamelijke, zintuiglijke en/of verstandelijke beperking en/of een ontwikkelingsstoornis, en de hierbij verkregen indicatie, het zgn.” rugzakje” , hanteren wij een werkwijze die door de Wet op de Expertisecentra is voorgeschreven. Het opstellen van een begeleidingsplan en handelingsplan voor het kind maakt hier deel van uit. De werkwijze staat omschreven in een stappenplan die bij de intern begeleider op school is in te zien. Bij aanmelding van kinderen met een beperking volgen we een aparte procedure. Deze staat beschreven in het schoolspecifieke deel van onze schoolgids onder 1.5.

Schoolgids november 2010 53

Page 55: Schoolgids 2010-2011

7. Medezeggenschap op school

7.1 De medezeggenschapsraad (MR)De MR is het platform waarin de medezeggenschap in het onderwijs is geregeld. De medezeggenschap wordt tot uitdrukking gebracht in algemene bevoegdheden en taken, instemmingbevoegdheden en adviesbevoegdheden. Eén en ander is geregeld in de “ Wet Medezeggenschap op Scholen van 30 november 2006“ (WMS). De MR werkt met een reglement dat is afgeleid van de WMS.Onze MR is evenredig vertegenwoordigd in een personeelsgeleding en een oudergeleding, op dit moment bestaande uit vier leerkrachten en vier ouders. Beide geledingen worden door hun eigen achterban gekozen. De directeur van de school woont regelmatig, de vergaderingen bij. Deze zijn openbaar. De MR werkt binnen de schoolorganisatie als een zelfstandig orgaan en heeft met name de taak openheid, openbaarheid en het onderling overleg te bevorderen binnen de school. De MR heeft de bevoegdheid alle schoolzaken te bespreken en daarover voorstellen te doen aan de directeur en het schoolbestuur. Sommige voorgenomen besluiten van het schoolbestuur behoeven de instemming van de MR of van een geleding. Over andere voorgenomen besluiten wordt zonodig advies gevraagd van de MR of ongevraagd door de MR een advies gegeven. Vaak fungeert de oudergeleding van de MR als een klankbord voor het schoolteam en directeur. Voorgenomen maatregelen en/of onderwijskundige vernieuwingen op school worden hier voorgelegd en de standpunten van de ouders worden meegenomen in de besluitvorming.De MR vergadert 8x per jaar. De vergaderingen en notulen worden op het bord ( in de hal) gepubliceerd. Meer informatie is te vinden op de website. Het e-mail adres is [email protected].

7.2 De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR)In het kader van de invoering van de nieuwe financieringsstructuur binnen het basisonderwijs per 1 augustus 2006 ( lumpsum bekostiging) is in de WMS de instelling van een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, (GMR) voor een bevoegd gezag met meer dan één school geregeld. Ook voor onze stichting is dat het geval. In de tweede helft van het schooljaar 2005 – 2006 is de GMR van start gegaan. GMR-leden worden door de leden van de medezeggenschapsraden gekozen. GMR-leden hoeven niet in de MR te zitten, maar zij moeten wel een band met één van de scholen binnen de stichting hebben, bijvoorbeeld als ouder van een kind of als personeelslid. Zie verder de informatie in het algemeen gedeelte.

Schoolgids november 2010 54

Page 56: Schoolgids 2010-2011

8. School en ouders.

8.1 AlgemeenGoed onderwijs is een verantwoordelijkheid van school èn ouders. Wij proberen de ouders zoveel mogelijk bij de school te betrekken. Zij zijn welkom op school. Het gaat immers om hun kind(eren). Op woensdagochtend is er inloopochtend in het TRIO gebouw. In het hoofdgebouw (Bonte Berg) doen we dat op donderdagochtend. Ouders hebben dan gelegenheid even kort met de leerkracht te spreken of even wat werkjes van hun kind te bekijken. Voor langere gesprekken kan altijd een afspraak na schooltijd met de groepsleerkracht worden gemaakt. Communicatie met de ouders is voor ons heel belangrijk en we streven daarbij naar een open en vriendelijke manier van samenwerken. Ouders kunnen meehelpen op school, graag zelfs! Op velerlei wijzen vragen wij ouders om iets te doen voor school. Dat kan in officiële organen, zoals: de oudervereniging (OV), de medezeggenschapsraad (MR) of het schoolbestuur, maar dat kan ook tijdens creatieve activiteiten of uitstapjes en excursies waarbij ouderhulp heel welkom is.

8.2 De OuderverenigingDe Oudervereniging (OV) wordt gevormd door een groep ouders, die kinderen hebben op onze school en die voor een periode van 3 jaar worden gekozen.De OV stelt zich ten doel de samenwerking tussen school en ouders te bevorderen en zet zich vooral in bij het organiseren van allerlei activiteiten op school, zoals:Sinterklaas, Kerst, Carnaval, Pasen, schoolproject, Kinderboekenweek, schoolfotograaf etc. De OV bestaat uit minimaal 5 leden, die ongeveer 10 keer per jaar vergaderen. Zij zijn lid van de NKO (Nederlandse Katholieke Oudervereniging).Alle ouders/verzorgers zijn vanaf de toelating van hun kind automatisch lid van de OV.

8.2.1 Vrijwillige ouderbijdrageDe meeste activiteiten op school kunnen worden betaald uit de gelden die de overheid beschikbaar stelt. Enkele activiteiten kunnen niet door school bekostigd worden; deze worden betaald met behulp van de ouderbijdrage (zie bijlage). De activiteiten die met de ouderbijdrage betaald worden zijn: sinterklaasfeest, kerstviering, Carnaval, Pasen, sport en speldag en Campi Domi. Om die activiteiten door te kunnen laten gaan, vragen wij van de ouders een vrijwillige ouderbijdrage. De hoogte van de vrijwillige bijdrage wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur van de OV en wordt door de leden van de vereniging goedgekeurd. De ouderbijdrage wordt geïnd en beheerd door de OV. Jaarlijks, in een algemene ledenvergadering, legt de OV rekening en verantwoording af over het gevoerde (financiële) beleid van het afgelopen schooljaar. Na de toelating van uw kind op school ontvangt u van ons een brief waarin wij in grote lijnen uiteenzetten wat de OV met de ouderbijdrage doet. Wij verzoeken u hiermee akkoord te gaan en deze brief te ondertekenen.

8.3 Groepsouders.Iedere groepsleerkracht vraagt voor een schooljaar zijn/haar eigen groepsouder(s). Een groepsouder helpt de leerkracht om allerlei groepsactiviteiten te organiseren en is waar mogelijk een contactpersoon voor de ouders van de betreffende groep.Tevens kunnen zij een schakel zijn tussen de ouders, de oudervereniging en het team.Groepsouders komen een keer per jaar bijeen met een OV – lid om de activiteiten te bespreken. Een groepsouder kan niet tevens OV -lid zijn. 8.4 Overblijven en buitenschoolse opvang

8.4.1 OverblijvenEen verplichte overblijfregeling in de middagpauze was al van kracht omdat Het Veldhuis al vanaf het begin een dergelijk systeem kent. Het Veldhuis heeft in schooljaar 2005 – 2006 het besluit genomen om het toen geldende overblijfsysteem te handhaven, zij het met enige technische aanpassingen. De keuze is tot stand gekomen omdat de ouders via een enquête

Schoolgids november 2010 55

Page 57: Schoolgids 2010-2011

hebben aangegeven dit systeem graag te willen; meer dan 80% reageerden positief. Daarna is instemming aan de MR gevraagd en verkregen.Het overblijfsysteem dat wij nu hanteren houdt in dat alle kinderen in de middagpauze op school blijven. Er is een middagpauze van 40 minuten waarin de eerste 15 minuten wordt gebruikt voor de lunch. De leerkracht eet dan samen met de kinderen in de klas en vervolgens gaan de kinderen 25 minuten spelen. De kleuters van groep 1/2 blijven binnen spelen, onder toezicht van een of twee hulpouders. De groepen 3 t/m 8 spelen buiten, onder toezicht van pleinwachten (2 leerkrachten en 3 hulpouders).In de tijd dat de kinderen spelen hebben de leerkrachten gelegenheid te pauzeren.Een overblijfcoördinator in dienst van de school maakt de afspraken met de hulpouders en verzorgt de planning. De school organiseert eenmaal per jaar overleg met de hulpouders en zorgt voor een opleiding.Het overblijven kost natuurlijk geld. Daarom betalen alle ouders een bijdrage in de kosten (zie bijlage). Aan het begin van het schooljaar kunt u een verzoek tot betaling verwachten. Bij dit verzoek zit ook een extra toelichting over dit verplichte overblijfsysteem. Uw bijdrage komt volledig ten goede aan de overblijfregeling en wordt besteed aan loonkosten van de overblijf coördinator loonkosten van de leerkrachten (een deel van de pauze blijft de leerkracht in de groep) vrijwilligersvergoedingen voor de hulpouders speelmateriaal en speeltoestellen verzekering opleiding van de vrijwilligers.De financiën worden jaarlijks gecontroleerd door de directeur en de MR.

8.4.2 OpvangmogelijkhedenAlle basisscholen zijn vanaf 1 augustus 2007 verantwoordelijk voor het aanbieden van een goede buitenschoolse opvang. Het Veldhuis heeft de keuze gemaakt om de opvang uit te besteden aan twee professionele organisaties, nl. KOKO Kinderopvang BV, en KMN Kind & Co. KMN gebruikt ruimten in ons schoolgebouw of daarbuiten om de kinderen, nu alleen nog na schooltijd tot 18.30 uur, op te vangen. KOKO heeft een locatie buiten onze schoolgebouwen. Omdat de belangstelling voor opvang vóór schooltijd (nog) gering is wordt de aandacht vooral gericht op de naschoolse opvang.Met de opvangorganisaties is een samenwerkingsovereenkomst afgesloten, waarin zaken op het gebied van organisatie, kwaliteit en aansprakelijkheid zijn geregeld.Het kan zijn dat KOKO of KMN op het moment dat uw kind opvang nodig heeft nog een wachtlijst heeft. Deze wachtlijst wordt veroorzaakt door het gegeven dat de overheid niet heeft (kunnen) voorzien dat de aanvragen voor opvang het aanbod (de capaciteit van ruimte en personeel) overstijgt. Voor deze situatie kan Het Veldhuis eventueel doorverwijzen naar andere aanbieders van opvang, zoals gastouderbureaus of opvang door een andere organisatie. In het laatste geval betekent het meestal dat de kinderen worden vervoerd naar een andere locatie buiten de wijk.Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar de websites www.kmnkindenco.nl en www.kokokinderopvang.nl .

8.5 Ouderactiviteiten.Voor bepaalde activiteiten zijn wij heel blij met uw hulp, zoals bij spelletjes in de kleutergroepen, handvaardigheid, begeleiden van sport, spel en excursies, klusactiviteiten, schoonmaken van meubilair en materiaal. Hiervoor kunt u zich aan het begin van het schooljaar aanmelden d.m.v. het ouderhulpformulier. We hebben hierbij wel het verzoek uw jongste kinderen niet mee te brengen.

8.6 Bereikbaarheid.Wij willen graag beschikken over de juiste telefoonnummers van de ouder/verzorger om u indien nodig te kunnen bereiken. Aan het begin van het schooljaar vragen wij u uw gegevens in te vullen op het ouderhulpformulier. Vriendelijk verzoek om veranderingen gedurende het schooljaar door te geven aan de administratie.

Schoolgids november 2010 56

Page 58: Schoolgids 2010-2011

8.7 Communicatie met oudersEen aantel keren per jaar organiseert de school een informatiemiddag voor nieuwe ouders. Op deze middag wordt uitleg gegeven over de school, de werkwijzen en de organisatie en is er een rondleiding. Op de website www.hetveldhuis.nl worden deze middagen aangekondigd. Verder geven wij om de 2 à 3 weken onze nieuwsbrief de “Veldpost" uit. In de Veldpost staat veel actuele informatie over ons onderwijs, het personeel en de kinderen. Als er vieringen zijn of andere leuke gebeurtenissen, zoals een schoolreisje, wordt daar meestal door de kinderen zelf verslag van gedaan. Kortom, een lezenswaardig bulletin, dat van de website te halen is. Als het verschijnt worden ouders daarvan met een emailbericht op de hoogte gesteld. Op onze website wordt verder alle relevante informatie voor ouders digitaal aangeboden.Communicatie met de leerkracht over het kind is voor de ouders natuurlijk ook belangrijk. Wij vinden dat het bij voorkeur in een persoonlijk gesprek moet plaatsvinden. Als er zakelijke informatie moet worden uitgewisseld, zoals een afspraakdatum, dan kan dat via email met de leerkracht.

8.7.1 Schoolgids.Op verzoek is een geprint exemplaar verkrijgbaar bij de administratie. De schoolgids wordt jaarlijks geactualiseerd.

8.7.2 Jaarkalender.Wij geven aan het begin van het schooljaar een jaarkalender uit, waarin per maand alle activiteiten van de school voor het schooljaar staan vermeld. De jaarkalender vult de schoolgids aan met actuele gegevens voor het nieuwe schooljaar.

8.7.3 Informatieavond.Aan het begin van het schooljaar en als er een instroomgroep wordt opgestart organiseren wij een informatieavond waarin de gang van zaken van een groep wordt uitgelegd. Hier wordt u ingelicht over de manier van lesgeven, de methoden, de leerstof, ontwikkelingsmaterialen e.d. Op deze avond kunt u boeken en materialen inzien en vragen stellen. Daarnaast is er voor de ouders van groep 7 en 8 een informatieavond ter voorbereiding op het Voortgezet onderwijs.

8.7.4 Kijkavond en 10-minutengesprekkenTijdens de kijkavonden komt u met uw kind(eren) naar school en kunt u in de klas de werkjes en mappen inzien. Uw kind legt u hierover het een en ander uit. Er is uiteraard ook gelegenheid om algemene vragen aan de groepsleerkracht te stellen. Als u meer details over de ontwikkelingen van uw kind wilt weten zijn daarvoor de 10 minuten gesprekken. Tijdens zo’n gesprek bespreekt de leerkracht de ontwikkeling van uw kind en kunt u daarover vragen stellen. Als er reden is tot zorg, dan heeft de leerkracht u al in een eerder stadium uitgenodigd om daarover te komen praten.

8.7.5 Ziek/afwezig meldenZiek (of afwezig) melden van uw kind gaat via [email protected] of telefonisch aan de administratie. De melding moet bij voorkeur tussen 8.00 en 8.15 uur plaatsvinden, of eventueel eerder per email. Op deze wijze is de leerkracht tijdig geïnformeerd dat een kind er die dag niet is. Is een kind niet tijdig ziek of afwezig gemeld dan wordt door de school (leerkracht of administratie) naar huis gebeld met de vraag waar het kind blijft, maar dat behoort uitzondering te zijn.

8.8 Het oplossen van problemenSinds 1998 bestaat er een wettelijke klachtenregeling voor het basisonderwijs, waarin de procedure wordt omschreven volgens welke ouders en leerlingen hun klacht kunnen melden.Wij verwijzen voor de regeling naar het algemeen gedeelte van deze schoolgids ( hoofdstuk 5). Lang niet altijd echter hoeft een probleem een klacht te worden. Een probleem is vrijwel altijd op te lossen door er op tijd met de juiste persoon over te praten, bijvoorbeeld rechtstreeks met de leerkracht of met de directie. U kunt daarvoor een afspraak maken. Met andere woorden: communicatie is hét sleutelwoord in dit proces. De regeling die in het betreffende hoofdstuk staat beschreven geeft u ook een handvat om Schoolgids november 2010 57

Page 59: Schoolgids 2010-2011

tot een goede oplossing van het probleem te komen, zonder dat er een klachtencommissie aan te pas komt.Mocht u, bijvoorbeeld door de aard van het probleem of klacht, niet goed weten waar u ermee naar toe moet, dan is er een contactpersoon. Een contactpersoon voor klachten luistert naar uw probleem en zoekt met u naar de juiste weg van oplossen. De contactpersoon is er uitdrukkelijk niet voor het probleem of de klacht zelf op te lossen. Onze school heeft twee contactpersonen voor klachten; een leerkracht en ouder. U hebt zelf de keuze wie u benadert. De namen vindt u in de bijlage en op onze website.

Schoolgids november 2010 58

Page 60: Schoolgids 2010-2011

9. Kwaliteit.

9.1 EindopbrengstenIn onderstaande tabel worden de eindopbrengsten die de school levert in gemiddelde Cito-scores weergegeven. De uitleg van de cijfers is:In de kolom “school” staan de gemiddelde Cito eindscores van Het VeldhuisReferentie A is het landelijk gemiddelde van alle scholen.Referentie B is het landelijk gemiddelde van alle scholen met hetzelfde leerlinggewicht (schoolgroep).

Eindtoets

school Referentie A

Referentie B

2009 535,6 535,5 536,52008 533,3 535,4 536,42007 532,1 535,1 536,42006 536,6 535,0 536,42005 531,1 534,5 536,0

I.v.m. de nieuwe gewichtenregeling zijn de schoolrapporten van de Eindtoets 2010 veranderd. In kolom 2 en 3 hieronder worden de uitkomsten van onze school vergeleken met alle deelnemende scholen (LG). De cijfers zijn niet gecorrigeerd voor leerlinggewicht.In kolom 4 en 5 staan de voor het leerlinggewicht gecorrigeerde cijfers. Onderstaand de laatst bekende gegevens van de eindtoets.

jaar school LG schoolmet corr.

LGmet corr.

2010 536,8 534,9 535,8 535,22011

9.2 KwaliteitszorgOp onze school werken we voortdurend aan de instandhouding, verbetering en borging van onze kwaliteit. We geven hier een korte toelichting wat dat inhoudt.Waar werken we aan?Op onze school werken we met WMK, Werken met Kwaliteitkaarten. Een voorbeeld hoe het werkt: Teamleden hebben met behulp van een vragenlijst aangegeven hoe hun mening is over het didactisch handelen. De scores van deze kwaliteitskaart “didactisch handelen” zijn besproken in het team en vervolgens verwerkt in een verbeterplan. Dit verbeterplan wordt vervolgens ingevoerd en geborgd. Op deze wijze zijn/worden in schooljaar 2009-2010 en 2010-2011 de volgende beleidsterreinen in “kaart” gebracht: didactisch handelen coöperatief leren zorg en begeleiding opbrengsten taalleesonderwijs (start voorjaar 2011).

9.3 Verbetering van professsionaliteitElk schooljaar wordt een aantal studiedagen gebruikt om de leerkrachten verder te professionaliseren en daarnaast ook om met elkaar gedachten en ideeën uit te wisselen. Daarnaast wordt het de leerkrachten ook mogelijk gemaakt individueel een cursus te volgen om zich verder te ontwikkelen. Ook in onze overlegmomenten zoals bouw- en teamvergaderingen komen onderwijskundige onderwerpen aan de orde, evenals de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen en de behaalde leerresultaten.

Schoolgids november 2010 59

Page 61: Schoolgids 2010-2011

De groepsleerkrachten en de interne begeleiders dragen zorg voor de voortgang in de ontwikkeling van de individuele kinderen. De interne begeleiders ondersteunen de leerkrachten hierbij door het geven van adviezen, het aandragen van materiaal en waar nodig nemen zij bij individuele kinderen een onderzoek af.Door ons continu af te vragen: Doen we wat we beloven? werken we aan onze kwaliteit zodat deze kwaliteit voor onze school en voor ons onderwijs gehandhaafd blijft en waar nodig verbeterd wordt.De afspraken die het team met elkaar maakt ten aanzien van bovengenoemde onderwerpen worden vastgelegd in een “borgingsdocument” en met regelmaat besproken. Na een bepaalde periode worden de betreffende onderwerpen opnieuw onderzocht (doen we nog wat we beloven?) en eventueel gewijzigd of verbeterd.

9.5 Ouderenquête Door middel van een ouderenquête in het schooljaar 2008-2009 is aan ouders gevraagd hoe zij tegen de school aankijken. De daaruit voortgekomen aandachtspunten zijn samen met ouders van de MR bekeken en er zijn actiepunten uit voort gekomen die intussen zijn aangepakt. Het is de bedoeling elke twee jaar een enquête onder ouders af te nemen, zodat we ook de trendontwikkeling kunnen volgen. Dit schooljaar zal opnieuw een ouderenquête worden gehouden.

Schoolgids november 2010 60

Page 62: Schoolgids 2010-2011

10 Relatie school en omgeving.Samen met de basisscholen onder het bestuur van de Stichting R.K. basisscholen Vleuten, De Meern, Haarzuilens proberen wij zoveel mogelijk zaken stichtingsbreed aan te pakken. De directies van de vier katholieke scholen hebben ca tweemaal per maand hun bovenschools overleg (BOVO). Ieder van hen heeft daarnaast ook een bestuurlijke portefeuille, omdat het schoolbestuur “op afstand” bestuurt. De directeur heeft in verband hiermee ook een aantal bovenschoolse verplichtingen, zoals gemeentelijke werkgroepen.

De directies van alle basisscholen in Vleuten-De Meern hebben regelmatig een gezamenlijk directieoverleg over belangrijke onderwijs- en organisatorische zaken in het directieoverleg primair onderwijs (DOPO). Zij proberen met elkaar de samenwerking van basisscholen te bevorderen en regelen gemeenschappelijke zaken.

De directies van de scholen in de twee gebouwen (Bonte Berg en TRIO gebouw) hebben ook regelmatig overleg. Hierin gaat het voornamelijk over afstemming van het gebruik en onderhoud van het gebouw en de pleinen. Soms worden leerlingenzaken uitgewisseld, bijvoorbeeld bij incidenten.

Wij werken verder nauw samen met onze schoolbegeleidingsdienst Eduniek. Dit bureau adviseert de school over diverse onderwijskundige zaken, begeleidt individuele leerkrachten en biedt opleidingen en trainingen aan. Daarnaast doen wij voor specifieke projecten een beroep op andere gespecialiseerde adviesinstanties:Stichting Kunst Centraal UCKHogeschool van Utrecht (voorheen Domstad)Stichting DoenjaJeugd Advies TeamGG&GD Utrecht (schoolarts)LogopediePastorie Onze Lieve Vrouwe ten Hemelopneming in De MeernKOKO Kinderopvang BVKMN Kind& CoPax KinderhulpOSG (administratiekantoor)KPC (op onderwijs gespecialiseerd adviesbureau)

Schoolgids november 2010 61

Page 63: Schoolgids 2010-2011

11. Schooladvies Voortgezet Onderwijs. Het schooladvies voor het voortgezet onderwijs voor leerlingen van groep 8 komt tot stand in samenspraak met de leerkracht die de leerling in groep 7 had, de leerkracht die de leerling in groep 8 heeft en de intern begeleider.Om tot een goed advies te komen wordt gekeken naar werkhouding, motivatie, zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van de leerling, en naar de tot dan toe behaalde leerresultaten. Naast de resultaten uit het leerlingvolgsysteem van CITO, dat Het Veldhuis gebruikt, wordt ook het resultaat van de CITO-entreetoets in het advies meegenomen. Op basis van al deze gegevens wordt een definitief schooladvies bepaald, voorafgaand aan de CITO-eindtoets. De resultaten van de CITO-eindtoets worden later aan dit advies toegevoegd.

Uiteraard wordt er in goed overleg met ouders en kinderen het schooladvies voorbereid en besproken. Dat gebeurt in de volgende stappen:1. De informatie avond van groep 8 is het eerste moment waarop ouders geïnformeerd worden over het

schooladvies en de schoolkeuze.2. Na de herfstvakantie geeft de leerkracht informatie aan de kinderen over het Voortgezet Onderwijs.3. In november vullen ouders en kinderen een vragenformulier in, waarin ze hun verwachtingen kunnen

aangeven.4. Bij het eerste rapport in november wordt het voorlopig advies besproken met ouders en kinderen.5. Vanaf januari kunnen ouders en kinderen zich gaan oriënteren op de verschillende scholen.6. In februari/maart volgen de adviesgesprekken met ouders en kinderen over het definitieve advies en

de schoolkeuze.7. We gebruiken hierbij het rapportage advies formulier (RAADformulier). Een inlichtingenformulier, over

het kind, bestemd voor de scholen van het Voortgezet Onderwijs.8. Tenslotte worden de kinderen door de school aangemeld bij de school van hun keuze.

Wij werken met de afspraken die vastgelegd zijn in de POVO (= primair onderwijs voortgezet onderwijs) procedure. Hierin staan de gemaakte afspraken vermeld die het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs met elkaar hebben gemaakt rondom de advisering.

De tabel hieronder geeft een overzicht van de uitstroompercentages van onze leerlingen naar het Voortgezet Onderwijs. In schooljaar 2009-2010 zijn 59 leerlingen uitgestroomd.

Schooltype 2010%

2009%

2008%

2007%

Gymnasium 5,0 7,3 4,8 -VWO 11,7 4,9 4,8 5,7HAVO-VWO 13,4 12,2 14,3 14,3HAVO 23,3 14,6 9,6 14,3VMBO TL-HAVO

6,7 12,2 19,0 2,9

VMBO-TL 23,3 34,2 19,0 37,1Beroepsger.lrw

11,6 12,2 21,4 25,7

LWOO 5 2,4 7,1 -Totaal % 100 100 100 100

Schoolgids november 2010 62

Page 64: Schoolgids 2010-2011

12. Varia

12.1 HoofdluisprotocolOp Het Veldhuis is een werkgroep “ Hoofdluisbestrijding” actief. Deze werkgroep bestaat uit vrijwillige ouders die de taak hebben om: Een hoofdluiscontrole na elke schoolvakantie uit te voeren. Voorlichting aan leerkrachten en ouders te geven.In het draaiboek staat omschreven, hoe de hoofdluiscontrole op Het Veldhuis wordt uitgevoerd. Wij vinden het belangrijk om hier integer mee om te gaan. In de praktijk blijkt, dat veel mensen hoofdluis nog steeds ervaren als een schande. Het tegendeel is waar; hoofdluis hebben is geen schande; er niets aan doen wel.

12.2 Externe hulpExterne hulp onder schooltijd aan kinderen uit alle groepen is in principe niet toegestaan in verband met het verlies aan lestijd, tenzij er argumenten zijn waar wij als school achter kunnen staan. Hierop zijn de volgende uitzonderingen.Omdat kinderen uit groep 1/2 nog vroeg in hun ontwikkeling staan is logopedie, fysiotherapie en speltherapie voor deze kinderen onder schooltijd toegestaan, mits de leerkracht op de hoogte is van de problematiek en bekend is met de reden waarom de therapie onder schooltijd wordt gegeven. De leerkracht zorgt er ook voor dat de intern begeleider op de hoogte is en over de vorderingen wordt geïnformeerd. In het leerling-dossier moet alles kunnen worden teruggelezen. Voor alle andere vormen van externe hulp aan kinderen uit de groep 1/2 geven wij in principe geen toestemming.

Indien u van mening bent dat externe hulp onder schooltijd voor uw kind noodzakelijk is, verzoeken wij u schriftelijk een aanvraag voor toestemming bij de directie in te dienen. In de aanvraag dienen de redenen/argumenten duidelijk te zijn omschreven. De aanvraag wordt door de directeur beoordeeld en u ontvangt zo spoedig mogelijk bericht.

12.3 Observaties door externen op verzoek van oudersHet kan voorkomen dat een kind zich op sociaal emotioneel gebied niet goed ontwikkelt en hiervoor buiten school begeleid wordt. Hier kan de vraag van de ouders uit voortkomen om door de deskundige een observatie te laten doen in de groep. In dat geval stelt de leerkracht de intern begeleider op de hoogte van de problematiek en legt de vraag van de ouders voor. De intern begeleider beslist in dat geval over observatie in de groep en stelt de ouder/verzorger op de hoogte. De gegevens en vorderingen worden opgenomen in het leerling-dossier.

12.4 TraktatiesHet is een gezellige traditie dat de kinderen op hun verjaardag hun groepsgenoten en leerkracht willen trakteren op een versnapering. Deze gewoonte willen wij graag in stand houden, maar onze voorkeur gaat hierbij uit naar een gezonde traktatie.Als uw kind een kinderfeestje geeft voor zijn/haar verjaardag, wilt u dan de uitnodigingen niet op school uitdelen.

12.5 10-uurtje en lunchVoor de ochtendpauze om ongeveer 10.00 uur en de lunch mogen de kinderen iets te eten en drinken meenemen. Wij denken hierbij aan melk, fruit, een boterham….geen priklimonade of stroopwafels e.d. alstublieft. Wilt u met de samenstelling van het lunchpakket ook rekening houden met de hoeveelheid? Bij het lunchpakket mag maximaal 2 snoepjes worden meegeven.

12.6 SchoolvakantiesDe schoolvakanties en vrije dagen staan vermeld in de bijlage bij deze gids en op de website van de school. In de jaarkalender die alle ouders aan het begin van het schooljaar krijgen uitgereikt staan ook alle data vermeld.

Schoolgids november 2010 63

Page 65: Schoolgids 2010-2011

12.7 SponsoringHet Veldhuis maakt graag gebruik van acties en aanbiedingen die tot doel hebben de school beter uit te rusten. Als voorbeeld noemen wij de activiteiten in een schooljaar die opbrengsten hebben gegenereerd om het schoolplein te verbeteren en speeltoestellen te plaatsen. Als de kinderen van groep 8 met schoolkamp gaan houden zij een markt waar allerlei al dan niet gesponsorde spullen worden aangeboden, zodat zij hun kampkas kunnen spekken.

Schoolgids november 2010 64

Page 66: Schoolgids 2010-2011

Bijlage met gegevens schooljaar 2010 – 2011

1. Welke kosten staan u te wachten? Vrijwillige ouderbijdrage € 20 per kind per jaar, te voldoen aan de oudervereniging.

Schoolreisbijdrage, kan variëren met de begroting van het schoolreisje. Ca € 25 per kind per keer, te voldoen aan de oudervereniging.

Bijdrage overblijven, te voldoen aan de school.

a. € 60,- per kind per jaar in de onder of middenbouw (groep 1 t/m 4)

b. € 80,- per kind per jaar in de bovenbouw (groep 5 t/m 8).

c. Als een kind in de loop van het schooljaar start wordt de bijdrage naar rato van het aantal resterende weken vastgesteld.

Bijdrage schoolkamp (groep 8), kan variëren met de begroting van het kamp. Ca € 100 per kind per keer. Te voldoen aan de school.

2. Namen van de contactpersonen inzake klachten: Carmen Huiskes (namens de ouders) te bereiken op 06-52330408: Els Albronda (namens de leerkrachten) te bereiken op 030-6666601.U hebt zelf de keuze wie van deze personen u benadert.

3. Schoolvakanties, vrije dagen en studiedagen:

HerfstKerstKrokusPasenTulpHemelvaartPinksterenZomer

wk 42:        16 t/m 24 oktwk 51/52:   18 dec t/m 2 jan '11wk 8:          19 t/m 27 febwk 16/17:    22 t/m 25 aprwk 18:         30 apr t/m 8 meiwk 22:         2 t/m 5 junwk 25/26:    11 t/m 13 juniwk 26-32:    2 jul t/m 14 aug

Studiedagen 2010-2011  Ma 13 september 2010Vr 17 september

Vr 1 oktoberWo 6 oktoberVr 8 oktoberDo 18 novemberVr 19 novemberVr 10 decemberMa 24 januari 2011Vr 28 januariVr 11 februariVr 11 maartVr 8 aprilMa 11 aprilWo 1 juniVr 10 juni

Studiedag -Studiedag

o.b.Studiedag -Studiedag--Studiedag----Studiedag o.b.Studiedag-

Alle kinderen vrij

Groep 1 t/m 4 Groep 1/2 vrijGroep 1/2 vrijAlle kinderen vrijGroep 1 t/m 4 vrijAlle kinderen vrijGroep 1 t/m 4 vrijGroep 1/2 vrijAlle kinderen vrij

Groep 1 t/m 4 vrijGroep 1/2 vrijGroep 1 t/m 4 vrijGroep 1 t/m 4 vrijGroep 1/2 vrijAlle kinderen vrijGroep 1 t/m 4 vrij

Schoolgids november 2010 65