Schoolgids De Vogelhorst 2011

24
School GIDS

description

Schoolgids De Vogelhorst, School voor Christelijk Speciaal Basisonderwijs

Transcript of Schoolgids De Vogelhorst 2011

Page 1: Schoolgids De Vogelhorst 2011

SchoolGIDS

Page 2: Schoolgids De Vogelhorst 2011

2

Page 3: Schoolgids De Vogelhorst 2011

3

9 SPECIALE ACTIVITEITEN 16 9.1 Zwemmen 16 9.2 Sportdag 16 9.3 Biologisch Centrum 16 9.4 Nairac Museum 16 9.5 Schoolreisjes en schoolkampen 16 9.6 Excursies 16 9.7 Verjaardagen 16 9.8 Sinterklaas 16

10 OUDERS EN SCHOOL 17 10.1 Informatieavond 17 10.2 Rapporten en oudergesprekken 17 10.3 Eindrapportage/NIO 17 10.4 Huisbezoek 17 10.5 Nieuwsbrief 17 10.6 Schoolkrant 17 10.7 Ouderbetrokkenheid 17 10.8 Medezeggenschapsraad (MR) 17

11 GEDRAGSREGELS, KLACHTENREGELING EN AFSPRAKEN 18 11.1 Gedragsregels 18 11.2 Leidraad kleding op ‘De Vogelhorst’ 18 11.3 Verzekeringen 18 11.4 Activiteitenbijdrage 18 11.5 Sponsoring 18 11.6 Schooltijden 18 11.7 Overblijven 18 11.8 Wat te doen bij ziekte? 19 11.9 Verlof 19 11.10 Hoofdluizenprocedure 19 11.11 Schorsing en verwijdering 19 11.12 Klachtenregeling 19

12 WSNS EN SBO 20 12.1 Toelating 20 12.2 Ontwikkelingsperspectief en bandbreedte 20 12.3 Rugzakleerlingen 20

13 NAWOORD 22

1 VOORWOORD 4

2 GESCHIEDENIS SPECIAAL ONDERWIJS IN BARNEVELD 5

3 IDENTITEIT 6

4 VISIE EN MISSIE 7 4.1 Visie 7 4.2 Missie 7

5 DE SCHOOLORGANISATIE 8 5.1 Managementteam 8 5.2 Bouwen 8 5.3 Groepen 8 5.4 Leerkrachten 8

6 BEGELEIDERS/ONDERSTEUNERS 9 6.1 Zorg Adviesteam (ZAT) 9 6.2 Intern Begeleider 9 6.3 Remedial Teacher 9 6.4 Logopedist 9 6.5 Psycholoog 10 6.6 Orthopedagoog 10 6.7 Speltherapeut 10 6.8 Kinderoefentherapie 10 6.9 School Video Interactie Begeleider (SVIB-er) 11 6.10 Maatschappelijk Werker 11 6.11 Schoolarts 11 6.12 Ambulant begeleider 11 6.13 Onderwijsassistent 11 6.14 Administratieve kracht 11 6.15 Conciërge 11

7 ACTIVITEITEN IN DE GROEPEN 1, 2 EN 3 12 7.1 Algemeen 12 7.2 Werken met thema’s 12 7.3 Taalactiviteiten 12 7.4 Sociaal-emotionele ontwikkeling 12 7.5 Bewegingsactiviteiten 12

8 ACTIVITEITEN IN DE GROEPEN 4 TOT EN MET 8 13 8.1 Algemeen 13 8.2 Lezen 13 8.3 Rekenen 13 8.4 Taal 14 8.5 Schrijven 14 8.6 Wereldoriëntatie 14 8.7 Verkeer 14 8.8 Expressie 14 8.9 Beweginingsonderwijs 14 8.10 Sociaal-emotionele ontwikkeling 14 8.11 Zelfstandig werken 15 8.12 Computers 15 8.13 Cultuureducatie 15

INHOUDSOPGAVE

Page 4: Schoolgids De Vogelhorst 2011

4

Voor u ligt de schoolgids van ‘De Vogelhorst’. Op onze school voor Christelijk Speciaal Basisonderwijs komt u al-leen die leerlingen tegen, die op de reguliere basisschool niet voldoende geholpen kunnen worden. U treft bij ons leerlingen aan in de leeftijd van 4 tot en met 13 jaar.

Wij proberen voor hen een veilige omgeving te creëren, afgestemd op de individuele ontwikkelingsmogelijkheden en onderwijsbehoeften. Naast onderwijskundige keuzen treft u in deze gids ook zakelijke gegevens aan. De gids is bedoeld voor ouders en belangstellenden.

We hopen dat deze gids u zal helpen meer zicht te krijgen op onze school voor Christelijk Speciaal Basisonderwijs. Hebt u na het lezen van deze schoolgids nog vragen, ideeën, tips of suggesties dan kunt u altijd bij ons terecht.

Personeel ‘De Vogelhorst’

VOORWOORD1

Page 5: Schoolgids De Vogelhorst 2011

5

Al in de vijftiger jaren was er in Barneveld behoefte aan een andere vorm van onderwijs naast de reguliere basisschool. Er waren leerlingen voor wie grote klassen niet geschikt waren en leerlingen die meer specifieke aandacht nodig hadden en op een ander niveau les moesten krijgen.In april 1964 is de Stichting voor Christelijk Speciaal Onder-wijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs in Barneveld en om-streken opgericht. Op 1 augustus 2001 is de VSO-afdeling overgegaan naar de Christelijke School voor Basisvorming, VMBO, Techniek en Praktijkonderwijs “Christiaan Huygens”. (tegenwoordig ‘‘De Meerwaarde’’). Vanaf die tijd spreken we van de Stichting voor Christelijk Speciaal Basisonderwijs in Barneveld en omgeving.

In 1965 werd er gestart met een school voor moeilijk lerende kinderen (MLK). Het had toen de naam C.I.L.O.-school. Later kreeg de school de naam “Op Maat”. In 1974 kwam er een school voor leerlingen met leer- en opvoedingsmoeilijkhe-den (LOM). Deze school droeg de naam “Het Kompas”.

Na een lange voorbereiding werd er in 1997 een scholen-gemeenschap voor LOM en MLK gevormd. Op 1 augustus 1998 is de scholengemeenschap omgezet in een Speciale school voor Basisonderwijs. Vanaf dat moment was het mo-gelijk om ook jonge risicoleerlingen van vier en vijf jaar toe te laten. De school startte onder de naam ‘De Vogelhorst’. Een horst heeft hier de betekenis van een veilig nest. ‘Vogel’ is in de naam opgenomen, omdat de school gelegen was in de Vogelbuurt. Vanaf augustus 2010 heeft de Vogelhorst een nieuw gebouw kunnen betrekken gelegen in de wijk Veller.De Vogelhorst is een orthopedagogisch- en didactisch in-stituut voor leerlingen van 4 t/m13 jaar. Dit houdt in dat wij bij ons onderwijsaanbod uitgaan van de mogelijkheden en hulpvragen van de leerling(en). Het is ons streven om on-derwijs “op maat” aan te bieden.

GESCHIEDENIS SPECIAAL ONDERWIJSIN BARNEVELD

2

Page 6: Schoolgids De Vogelhorst 2011

6

Onze school is een Protestants-Christelijke school. We zien de school als een leefgemeenschap van leerlingen, ou-ders, personeel, directie en bestuur, waarin de Bijbel het uitgangspunt is van ons handelen. Ieder mens, elk kind is uniek en is voor God van onvervangbare waarde. In het le-ven van ieder mens staan drie relaties centraal:

1. relatie tot God2. relatie tot de medemens3. relatie tot Gods schepping

In deze relaties zijn liefde en verantwoordelijkheid sleu-telwoorden. De liefde van God, herkenbaar in het lijden, sterven en de opstanding van Jezus Christus vinden wij van wezenlijk belang voor mensen. We gaan uit van de gelijk-waardigheid van mensen, niet van gelijkheid. Ieder mens is immers uniek. Een goede sfeer op school vinden we erg belangrijk. We proberen daarom open te staan voor elkaar, elkaar te ondersteunen en elkaar serieus te nemen. We wil-len alle leerlingen een veilige plek geven. Door de dagelijkse omgang met elkaar en door gerichte ac-tiviteiten als godsdienstonderwijs of het kennismaken met geestelijke stromingen worden leerlingen gevormd. Daar zitten normen en waarden achter. Die hebben te maken met je kijk op mens en samenleving. Daarom is voor het personeel het volgende belangrijk:

• degrondslagvandeschoolkennenenonderschrijven• inspannenomdezegrondslaginhandelentot uitdrukking te brengen• actiefdeelnemenaanoverlegoverdeidentiteitvande school

Onze levensbeschouwelijke identiteit is sterk verweven met onze pedagogische identiteit. We geven onze identi-teit concreet vorm door onder andere de methode Kind op Maandag, onze vieringen, dag- en weekopeningen, dag- en maandsluitingen, de methode Leefstijl, het geven van Weerbaarheidstraining en de Kanjertraining.

IDENTITEIT3

Page 7: Schoolgids De Vogelhorst 2011

7

4.1 VISIE

De Vogelhorst wil een lerende school c.q. organisatie zijn. De leerkrachten hebben aandacht voor een goed voor-bereide, uitdagende leeromgeving. De Vogelhorst wil de ontwikkeling van kinderen optimaal tot ontplooiing laten komen, met oog voor de verschillen in aanleg en wijzen van leren. Ze heeft aandacht voor de totale persoon van het kind en speelt zo adequaat mogelijk in op de leerbehoeftes en –mogelijkheden van het kind. Aan de hand van observaties en toetsen wordt de inhoud van het leerprogramma bepaald, uitgevoerd, geëvalueerd en waar nodig aangepast. Wij willen graag uit elke leerling halen wat er in zit, zodat hij/zij goed voorbereid is om met een zo groot mogelijke kans van slagen in te stappen in het voortgezet onderwijs.

Hierbij zijn voor ons belangrijke peilers:• Het pedagogisch klimaat; (een veilige, vertrouwde en

voorspelbare omgeving, met aandacht voor elkaar) Dit heeft een belangrijk effect op het welbevinden van de leerlingen.

• Het didactisch klimaat; (instructie, zelfstandigwerken,klassenmanagement) Dit heeft een belangrijk effect op de betrokkenheid van leerlingen.

Bovengenoemde peilers dienen er toe te leiden dat een leerling het gevoel heeft te werken naar zijn mogelijkhe-den. Dit gevoel van competentie is belangrijk voor het zelfbeeld van de leerlingen en de manier waarop ze met anderen omgaan. Contacten met ouders, collega’s en alle anderen die rond de leerlingen staan kunnen versterkend werken op het pri-maire proces in de groep.

4.2 MISSIE

De Vogelhorst, Speciale school voor Basisonderwijs, wil een school zijn die er op gericht is dat kinderen zich ont-wikkelen in overeenstemming met hun mogelijkheden in de richting van zelfverantwoordelijke volwassenen. De school wil de kinderen optimale kansen bieden op sociaal-emotioneel en cognitief gebied om zich zinvol te voelen in de maatschappij. De school draagt er zorg voor dat aan de psychologische basisbehoeften van de kinderen (relatie, autonomie en competentie) wordt voldaan. Vanuit onze identiteit hebben we in het bijzonder oog voor die mensen die meer zorg en aandacht behoeven.

VISIE EN MISSIE4

Page 8: Schoolgids De Vogelhorst 2011

8

5.1 MANAGEMENTTEAM

Het managementteam bestaat uit de directeur, de adjunct-directeur en de drie bouwcoördinatoren.Belangrijke taken hiervan zijn o.a.:• beleidmakenvoordeschool• aansturenenbegeleidenvaneengoedpedagogisch klimaat• aansturenvandidactischevernieuwingen

5.2 BOUWEN

De school is verdeeld in drie bouwen/afdelingen, namelijk: onderbouw, middenbouw en bovenbouw. Regelmatig zijn per afdeling vergaderingen waarin vooral organisatorische zaken aan de orde komen, zoals het implementeren van nieuwe methoden, het vaststellen van de schoolreis, de in-vulling kerst en sinterklaas, etc.

5.3 GROEPEN

De groepen zijn op leeftijd samengesteld, dat wil zeggen de leerlingen zitten met leeftijdsgenoten in één groep. Bij de samenstelling van parallelgroepen wordt zowel reke-ning gehouden met het niveau als de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling. In de groep werkt ieder kind zoveel mogelijk op zijn eigen niveau. Deze manier van wer-ken is bewust gekozen om meer veiligheid en rust in de school te creëren.

5.4 LEERKRACHTEN

Het team bestaat uit fulltime - en parttime leerkrachten. Het streven is dat in elke groep niet meer dan 2 leerkrach-ten werkzaam zijn. De groepsleerkrachten hebben de da-gelijkse zorg voor de leerlingen in de groep.

De leerkracht heeft een belangrijke taak/rol in de ontwik-keling van het kind en is zich hiervan bewust. Het geven van ‘voorbeeldgedrag’ is daarbij belangrijk, zowel van de leerkrachten onderling als vande leerkrachten naar de kin-deren toe. Dit om te laten zien en te laten beleven dat het gaat om gedrag en houding en niet alleen om woorden en verhalen.

Op school streven we ernaar dat het onderwijs wordt afge-stemd op de voortgang in de ontwikkeling van de kinde-ren. Daarom vinden we het belangrijk dat we:• eenpedagogischklimaatcreëren,waarinallekinderen

zichveiligengewaardeerdvoelen;• rekeninghoudenmetbehoeftes,verlangensenmoge-

lijkhedenvankinderen;• eenvertrouwensrelatieopbouwenmetdekinderen;• blijk geven van positieve verwachtingen ten opzichte

van het gedrag van de kinderen en ten aanzien van het leren;

• een goede omgang tussen de kinderen bevorderen,met aandacht voor elkaar en met name voor hen die onzesteunofhulpmeernodighebben;

• duidelijkeregelsstellendiedeontwikkelingbevorderenopcognitief-ensociaalgebied;

• kinderendemogelijkheidbiedenomzelfstandigte(le-ren)werkenenspelen;

• kinderendemogelijkheidbiedenomsamente (leren)werkenenspelen;

• kinderenmedeverantwoordelijkmaken voor hun ont-wikkelings-enleerproces;

• ooghebbenvoorcultureleensocialeverschillenendaarrespectvolmeeomgaan;

• kinderenkansenbiedentothetverwervenvansociaal-emotionele vaardigheden.

DE SCHOOLORGANISATIE5

Page 9: Schoolgids De Vogelhorst 2011

9

6.1 ZORG ADVIESTEAM (ZAT)

Deze commissie bestaat uit de psycholoog, maatschap-pelijk werker, schoolarts, intern begeleiders en de directie. Sinds 1 augustus 2009 is deze commissie uitgebreid met de leerplichtambtenaar en de wijkagent. Op afroep worden zo nodig nog andere deskundigen uitgenodigd. De commis-sie komt iedere zes weken bijeen. Er worden leerlingen met speciale zorg besproken. Doel is aanzetten te geven voor handelingsplannen of coördineren van interventies t.b.v. de geplaatste leerlingen. Toelatingen en verwijzingen wor-den eveneens in de commissie besproken.

6.2 INTERN BEGELEIDER

De intern begeleiders vormen samen met de adjunct direc-teur en de bouwcoördinatoren de onderwijs- en zorgstaf van de school. ‘De Vogelhorst’ heeft een intern begeleider voor de groepen 1 tot en met 5 en één voor de groepen 6 t/m 8. De intern begeleider levert een bijdrage aan de ont-wikkeling, de coördinatie en uitvoering van het onderwijs-kundig- en zorgbeleid in de school.Als taak heeft de intern begeleider onder andere:• zorgdragenvooreenzooptimaalmogelijkeschoolcar-

rièrevandeleerlingenbinnendeschool;• hetondersteunenvandeleerkrachtenbijhunonderwijs-

taakonderanderedoorobservatieenintervisie;• hetleverenvaneenbijdrageaanonderwijskundigever-

nieuwingenophetgebiedvandezorgverbreding;• analyserenvandezorgactiviteitenentoetsresultatenen

op basis daarvan uitwerken van de didactische leerlij-nen;

• zorgdragenvoordeorthotheek;Deorthotheekiseenverzameling van materialen (boeken, brochures, testen, leermiddelen etc.) ter ondersteuning van de begelei-ding van de leerlingen met specifieke hulpvragen op gebied van onderwijs.

• hethebbenvaneenlesgevendetaakomfeelingteblij-ven houden met de werkvloer.

Als neventaak heeft één intern begeleider een coördine-rende rol met betrekking tot intern ondersteunend perso-neel zoals bijvoorbeeld de psycholoog en de logopedist.

6.3 REMEDIAL TEACHER

De remedial teacher werkt met individuele leerlingen of met een groepje leerlingen. De aanmelding voor deze extra on-dersteuning verloopt altijd via de leerlingzorgvergadering. In overleg met zowel de groepsleerkracht, intern begeleiders en zo nodig andere deskundigen wordt een handelingsplan vastgesteld. De uitvoering kan zowel binnen als buiten de groep plaatsvinden. Het uiteindelijke doel is om de leerling weer binnen de groep verder te kunnen helpen.

6.4 LOGOPEDIST

Op school is logopedische hulp aanwezig. Logopedische hulp is bedoeld voor leerlingen met problemen op het ge-bied van:• taal (onvoldoende taalbegrip en/of taalgebruik, ver-

traagdetaalontwikkeling);• spraak(onduidelijkspreken,klankennietgoeduitspre-

ken,stotteren);• ademenstem(mondademen,heesheid);• gehoor(verminderdeklankwaarneming,slechthorend-

heid).

De logopedist behandelt leerlingen individueel en in groepjes. Onderzoeken, behandelen, adviseren, voorlich-ting geven en screenen behoren tot de taken van de lo-gopedist. Tot logopedische hulp wordt besloten in overleg met ouders, verzorgers, leerkrachten, intern begeleiders en natuurlijk met de leerling zelf. De logopedist wordt ook in-gezet bij de taalgroepjes in de groepen 1 t/m 3. Alle nieuwe leerlingen worden gescreend.

BEGELEIDERS/ONDERSTEUNERS6

Page 10: Schoolgids De Vogelhorst 2011

10

6.5 PSyCHOLOOG

Er is een psycholoog aan ‘De Vogelhorst’ verbonden. In het kader van WSNS (Weer Samen Naar School) worden door de psycholoog onderzoeken verricht op de basisscholen. Aan de hand van deze onderzoeken worden handelingsal-ternatieven opgesteld. Dit gebeurt altijd in samenspraak met de desbetreffende basisschool.Binnen de Vogelhorst heeft de psycholoog de volgende werkzaamheden:• verrichtenvanpsychodiagnostischonderzoek• voerenvanadviesgesprekkenmetouders,leerkrachten en instanties• medeopstellenvankindspecifiekehandelingsplannen• verrichten van observaties/onderzoeken m.b.t. jonge

risicoleerlingen• individuelebegeleidingvankinderen(bijv.bijeenrouw-

proces of bij scheiding van ouders)• overdragenvankennisaanleerkrachten,anderebege leiders en ouders• coachenvanleerkrachtenmiddelsSchoolVideoInterac-

tie Begeleiding (SVIB)• coördinerenvanprogramma’svoordesociaal-emotio-

nele ontwikkeling (onder andere de methode “Leefstijl” )• coördinerenvandeweerbaarheidstraining• deelnameaanhetZAT

6.6 ORTHOPEDAGOOG

Er zijn meerdere orthopedagogen aan ‘De Vogelhorst’ ver-bonden. In het kader van WSNS (Weer Samen naar School) worden er door de orthopedagoog onderzoeken verricht op basisscholen. Leerkrachten krijgen, daar waar mogelijk, han-delingssuggesties aangereikt. Ook kan gezamenlijk vastge-steld worden dat een leerling in aanmerking komt voor de speciale zorg binnen ‘De Vogelhorst’. De taken van de ortho-pedagoog zijn, ook binnen ‘De Vogelhorst’:• verrichtenvanpsychodiagnostischonderzoek;• voerenvanadviesgesprekkenmetouders,leerkrachten eninstanties;• medeopstellenvan(kindspecifieke)handelingsplannen;• verrichtenvanobservaties/onderzoekenm.b.t.dejonge

risicoleerlingen;• begeleiden van individuele leerlingen d.m.v. gesprek-

ken.

6.7 SPELTHERAPEUT

Aan onze school is ook een speltherapeut verbonden. De speltherapeut werkt met leerlingen met een emotionele blokkade. In het spel laat een leerling zien wat belangrijk voor hem/haar is en samen wordt dan naar een passende oplossing voor zijn/haar probleem gezocht. Als het nodig is,

is er overleg met de psycholoog. Intern worden er afwegin-gen gemaakt welke leerlingen in aanmerking komen voor speltherapie. De aanmelding verloopt via de leerlingzorg-vergadering en wordt toegelicht door de groepsleerkracht. De therapie wordt gestart na overleg met de ouders.

6.8 KINDEROEfENTHERAPIE

Kinderoefentherapie is erop gericht kinderen middels spel, gerelateerd aan de cognitieve leeftijd van het kind, te sti-muleren in de motorische ontwikkeling. Dit met als doel te komen tot een leeftijdsadequate motoriek. Verwijzing vindt plaats door huisarts, jeugdarts of specialist. Ook ouders kun-nen bij een hulpvraag zich tot de kinderoefentherapeut wenden. Bij alle kinderen die nieuw geplaatst zijn in groep 1, 2 of 3 wordt een motorisch diagnostisch onderzoek afgenomen. Dit voor de vroegsignalering van motorische problemen. Wanneer kinderoefentherapie geadviseerd wordt, stelt de therapeut een behandelplan op. Binnen de schoolsetting kan het kind in de voor hem minst belastende omgeving worden behandeld en is er sprake van een multidisciplinaire samenwerking. De behandelingen kinderoefentherapie worden vergoed vanuit de basiszorgverzekering.

BEGELEIDERS/ONDERSTEUNERS6

Page 11: Schoolgids De Vogelhorst 2011

11

6.9 SCHOOL VIDEO INTERACTIE BEGELEIDER (SVIB-ER)

School Video Interactie Begeleiding is één van de begelei-dingsmethodieken die de school hanteert om het onder-wijs zo goed mogelijk af te stemmen op de leerlingen. Op onze school wordt het middel voornamelijk ingezet om de leerkrachten te ondersteunen bij hun onderwijstaak. De methodiek wordt zowel ingezet bij vragen rondom leer-lingenzorg als bij vragen rondom onderwijsvernieuwing en opleiding(en) van de medewerkers van onze school. In de groep worden korte video-opnames gemaakt door een gecertificeerde School Video Interactie Begeleider (SVIB-er). De gemaakte opnames worden met de leerkracht na-besproken.Belangrijke uitgangspunten zijn de sfeer in de groep, hulp aan individuele leerlingen, de manier waarop de groep werkt en de wijze waarop de leerkracht lesgeeft.De SVIB-er hanteert een beroepscode, waarin onder andere staat dat de gemaakte opnames niet voor andere doelein-den worden gebruikt. De videobeelden blijven onder het beheer van de SVIB-er en worden niet zonder haar/zijn uitdrukkelijke toestemming en die van de betrokken leer-kracht aan anderen vertoond. Indien de methodiek wordt ingezet bij specifieke begeleidingsvragen van één leerling, dan worden de ouders/verzorgers hiervan in kennis gesteld en om toestemming gevraagd.

6.10 MAATSCHAPPELIJK WERKER

Het maatschappelijk werk op school is een vorm van werk, dat zich richt op de driehoek kind-ouders-school, waarbij het belang van de leerling centraal staat. Bij problemen kan de maatschappelijk werker ingezet worden bij de begelei-ding van gezinnen en/of leerlingen. De begeleiding kan tot stand komen op verzoek van de school of op verzoek van de ouders/verzorgers. Ook kan er in het kader van WSNS een beroep op de maatschappelijk werker gedaan worden. De begeleiding richt zich vooral op belemmeringen in de ontwikkeling van de leerling, bijvoorbeeld bij opvoedkun-dige vragen en relationele problemen.

6.11 SCHOOLARTS

De schoolarts houdt de gezondheid van uw kind gedurende de schoolloopbaan in de gaten. Zowel bij plaatsing op als bij het verlaten van ‘De Vogelhorst’ vindt er een onderzoek plaats. Uiteraard is het mogelijk dat op aanvraag ook tus-sentijds nog een onderzoek plaatsvindt. De onderzoeken kunnen leiden tot een gericht advies, een vervolgafspraak of een verwijzing naar een huisarts of specialist.

6.12 AMBULANT BEGELEIDER

De ambulant begeleider houdt zich bezig met de volgende taken:• observatie(indegroep,gymlesen/ofophetplein)• pedagogisch-didactischonderzoek• verslagleggingtenbehoevevanoudersenschool• adviesgesprekkenmetoudersenmedewerkersvan een school• ondersteunenbasisschoolleerkrachten,doormiddel van een korte of lange begeleiding

6.13 ONDERWIJSASSISTENT

De onderwijsassistent houdt zich bezig, onder verantwoor-delijkheid van de leerkracht, met:• verrichtenvaneenvoudigeroutinematigeonderwijsin-

houdelijke taken• begeleidenvan leerlingenbijhetverwervenvanvaar-

digheden• verzorgendetaken• helpenbij het samenstellen van lesmateriaal voorbij-

zondere projecten

6.14 ADMINISTRATIEVE KRACHT

Tot de taken van de administratieve kracht behoren onder andere:• opnemenvandetelefoon• allevoorkomendeadministratievewerkzaamheden• bijhoudenvandeleerlingenadministratie• bijhoudenvanhetkasboek• secretaressevanhetMeldpuntleerlingenzorg• bestellingen

6.15 CONCIëRGE

De conciërge houdt zich met ondersteunende taken voor de hele school bezig zoals:• dagelijksezorgvoordeschool• verrichtenvankleinereparaties• verzorgenkoffie,theeensoep• verzorgenkleineboodschappen• kopieerwerkzaamheden• onderhoudenvandetuinenhetschoolplein

BEGELEIDERS/ONDERSTEUNERS6

Page 12: Schoolgids De Vogelhorst 2011

12

7.1 ALGEMEEN

Als leerkracht van een groep 1, 2 of 3 geldt hetzelfde als beschreven staat in 5.4. Het didactisch handelen van elke leerkracht is van belang, zo ook voor een leerkracht van een groep 1, 2, of 3. De volgende zaken spelen daarbij een grote rol:• Werkeninjaargroepen• Variatieinhetaanbiedenvandeleerstof(werkvormen)• Variatieinhetaanbiedenvanleertijd• Directeinstructie• Effectieveleertijd• Zelfstandigwerken• Extrabegeleidingvanzorgleerlingen• Bijhoudenvaneenleerlingvolgsysteem• Actueleaangepastemethoden• Hetonderwijskundigconcept isper vakadequaatbe-

schreven• Inonsonderwijsaanbodstrevenwijernaardekerndoe-

len zo maximaal mogelijk te realiseren• Werichtenonsprimairopdebasisvaardighedenlezen

(technisch en begrijpend lezen), taal en rekenen• We besteden aandacht aan samenwerken, leren leren

en eigen verantwoordelijkheid

7.2 WERKEN MET THEMA’S

De leerlingen krijgen verschillende materialen en activi-teiten aangeboden om hun ontwikkeling te stimuleren. Er wordt gewerkt met:• concreet materiaal (voor het leren van de begrippen

etc.)• expressiemateriaal(zand,water,klei,verf,etc.)• ontwikkelingsmateriaal (vormspelen, gezelschapsspe-

len, puzzels, lotto’s etc.)

Daarbij wordt er veel gewerkt in hoeken (bouwhoek, lees/luisterhoek, huishoek, etc.). De hoeken worden aangepast aan de thema’s. De wisselwerking tussen de ontwikkeling van de leerlingen enerzijds en de sturende invloed van de omgeving (leerkracht en materialen) anderzijds is van groot belang. Van daaruit willen we bij het ontwikkelingsni-veau van het individuele kind aansluiten. Spel neemt bij de ontwikkeling een belangrijke plaats in. Daarom wordt daar veel aandacht aan besteed.

7.3 TAALACTIVITEITEN

We vertellen verhalen, lezen voor en bekijken prentenboe-ken. Bij ieder thema wordt er één prentenboek gebruikt dat gekoppeld wordt aan de klankkast. De klankkast is een aan-trekkelijk en zinvol hulpmiddel met allerlei spelletjes om het fonologisch bewustzijn, dat wil zeggen het doorzien van de

klankstructuur van taal, te stimuleren en risicokinderen te begeleiden. Daarnaast zijn er ook de taalgroepjes. Hierbij wordt in spelvorm en in kleine groepjes gewerkt aan: woor-denschat, grammatica, mondmotoriek / klank, versje en verhaal. Ook hierbij sluiten we aan bij het thema waaraan op dat moment gewerkt wordt. De leerlingen worden in de groep begeleid door de leerkracht, onderwijsassistent en logopedist. De leerlingen worden op allerlei manieren uitgedaagd tot leren lezen en schrijven. Er is dan sprake van ontluikende geletterdheid. In groep 3 beginnen de leerlingen met be-hulp van de methode “Veilig stap voor stap” met technisch lezen.

7.4 SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING

Deze ontwikkeling wordt door alle activiteiten heen gesti-muleerd, zodat de zelfredzaamheid van de leerlingen wordt bevorderd. Daarnaast plannen we ook specifieke activitei-ten waar het herkennen en omgaan met verschillende ge-voelens zoals angst, verdriet, blijdschap en boosheid aan de orde komen. Vaak wordt er geoefend door middel van spel. We maken hierbij gebruik van verschillende metho-dieken zoals “ Leefstijl”, “Een doos vol gevoelens”, etc.

7.5 BEWEGINGSACTIVITEITEN

Leerlingen hebben veel beweging nodig. In de klas worden vaak bewegingsspelletjes tussen de activiteiten door ge-daan. Daarnaast hebben we een eigen gymzaal en speel-lokaal met veel materialen, waarvan gebruik gemaakt kan worden. De leerlingen krijgen, waar mogelijk, gym van een vakleerkracht. Het vrij spelen met groot en klein materiaal neemt ook een belangrijke plaats in.

ACTIVITEITEN IN DE GROEPEN 1, 2 EN 37

Page 13: Schoolgids De Vogelhorst 2011

13

8.1 ALGEMEEN

Als leerkracht van een groep 4 t/m 8 geldt hetzelfde als be-schreven staat in hoofdstuk 5.4. Het didactisch handelen van elke leerkracht is van belang, zo ook voor een leerkracht van een groep 4 t/m 8. De volgende zaken spelen daarbij een grote rol:• Werken in jaargroepen• Variatie in het aanbieden van de leerstof (werkvormen)• Variatie in het aanbieden van leertijd• Directe instructie• Effectieve leertijd• Zelfstandig werken • Extra begeleiding van zorgleerlingen• Bijhouden van een leerlingvolgsysteem• Actuele aangepaste methoden• Het onderwijskundig concept is per vak adequaat be-

schreven• In ons onderwijsaanbod streven wij ernaar de kerndoe-

len zo maximaal mogelijk te realiseren• We richten ons primair op de basisvaardigheden lezen

(technisch en begrijpend lezen), taal en rekenen• We besteden aandacht aan samenwerken, leren leren en

eigen verantwoordelijkheid

8.2 LEZEN

Op onze school gebruiken we als leidraad voor het tech-nisch lezen de methode “Leesweg”. Deze methode kent een aantal grote voordelen. De methode:• sluitaanbijdebelevingswereldvandeleerlingen;• heeft verhoging van het leesplezier hoog in het vaandel

staan;• laatiederkindinzijneigentempoverdergaan;• kent specifieke oefeningen voor spellende en radende

lezers.

De methode bestaat uit 10 wegboeken. Deze boeken be-vatten instructieaspecten die heel goed geoefend moeten worden. Bij ieder instructieaspect (eer/oor/eur, b/d, aa/a, etc.) hoort een leesboekje. Naast het technisch lezen is er ook aandacht voor het begrijpend lezen. Is een wegboek met de bijbehorende leesboekjes uit dan volgt er een ILO-toets (Individualiserend Lees Onderwijs). Deze bestaat uit een woord- en teksttoets. Twee keer per jaar worden de Drie-Minuten-Toets en de AVI-toetsen afgenomen om vorderingen methodisch onaf-hankelijk vast te leggen. Op grond daarvan wordt een DLE (didactische leeftijdsequivalent) bepaald. Elk schooljaar be-staat uit 10 maanden onderwijs. We gaan tellen vanaf groep 3. Een DLE van 30 betekent dus dat een leerling de leerstof beheerst tot en met eind groep 5.

Connect-lezen: Connect is een interventieprogramma voor zwakke lezers uit met name de groepen 3 en 4. Het bestaat uit drie afzonderlijke delen, namelijk “Connect Klanken en Letters”, “Connect Woordherkenning” en “Connect Vloeiend lezen”.

RALfI-lezen: Leerlingen bij wie het leesproces stagneert wor-den via de RALfI-methode in de groep verder geholpen. We hanteren de toetsen van de methode om de vorderingen te meten. Na ILO-6 wordt er niet meer met RALfI gewerkt, maar stappen we terug naar de methode “Leesweg”.

Begrijpend en studerend lezen:Voor begrijpend lezen maken we gebruik van de methode “Tekstverwerken”. Als een kind AVI-2 heeft behaald, kan er gestart worden met deze methode. Het kind krijgt een aan-tal leesstrategieën systematisch aangeboden. De methode start, in eerste instantie, met een aantal luisterteksten en gaat daarna over op leesteksten.Om de vorderingen goed in de gaten te kunnen houden, wordt zowel gebruik gemaakt van de begrijpend leestoet-sen van CITO als de methodegebonden toetsen.Vooral in de bovenbouw wordt veel aandacht besteed aan het studerend en het begrijpend lezen. Te denken valt aan:• de methode “Goed begrepen” (begrijpend - en stude-

rend lezen)• de methode: “Tekstverwerken”• de PRO-krant• “nieuwsbegrip”

8.3 REKENEN

We maken gebruik van de methode “Talrijk”. Het is een me-thode waarin veel nadruk gelegd wordt op inzicht en het gebruik van verschillende oplossingsstrategieën (realistisch rekenen). De methode maakt bovendien gebruik van aller-hande hulpmaterialen om het leerproces, daar waar nodig, concreet te maken (kralenketting, rekenrek, getallenlijn, blokjes, etc.) c.q. te ondersteunen.In de hogere groepen wordt het gebruik van de rekenma-chine geïntroduceerd. De rekenvorderingen worden twee keer per jaar bekeken met de methodeonafhankelijke toets “Cito Rek/Wisk”. Een projectgroep zal zich in schooljaar 2010/2011 buigen over een nieuwe rekenmethode die nog beter aansluit bij onze doelgroep. De achterliggende gedachte is om zo het rekenniveau nog meer te verbeteren en aan te sluiten bij de allerlaatste ontwikkelingen betreffende de didactiek van het rekenonderwijs.

ACTIVITEITEN IN DE GROEPEN 4 TOT EN MET 8 8

8

Page 14: Schoolgids De Vogelhorst 2011

14

8.4 TAAL

We maken gebruik van de methode “Taaltijd” en voor spel-ling van de methode “Woordbouw”. Bij de laatstgenoemde methode worden de spellingsregels aangeleerd en geoefend. In de hoogste groepen is er naast de spellingsregels ook nog de nodige aandacht voor de werkwoordspelling en eenvoudige grammatica. Ook wordt er in alle groepen gewerkt met dezelfde spellingsregels, die zichtbaar zijn gemaakt in de vorm van “spellingsposters”.

Het spellingsniveau wordt twee keer per jaar getoetst met behulp van het P.I.-dictee (Pedalogisch Instituut).

8.5 SCHRIJVEN

Bij het schrijfonderwijs maken we sinds 2009 gebruik van de methode “Novoskript”. De methode is afgestemd op de psy-chomotorische ontwikkeling van het kind, zodat het leren schrijven niet wordt geforceerd, maar op een harmonieuze manier verloopt. Novoskript biedt naast de schrijfoefenin-gen ook talrijke bewegingsactiviteiten die bijdragen aan een betere schrijfvaardigheid.

De jonge kinderen hoeven niet direct tussen lijntjes te schrij-ven en krijgen meer tijd om de basis te oefenen. De oudere kinderen verfijnen hun handschrift, wat voorkomt dat ge-leerde vaardigheden wegebben. Dankzij deze gedoseerde opbouw kan ieder kind zich volledig concentreren op de kwaliteit van de schrijfproducten. Het resultaat is een vlotte en soepele schrijfbeweging.Het handschrift is de uitdrukking van de eigen persoonlijk-heid. Novoskript daagt de oudere kinderen uit een persoon-lijk handschrift te ontwikkelen dat goed leesbaar en functi-oneel is. In de midden- en bovenbouw oefenen de kinderen bijvoorbeeld met verschillende schrijfmaterialen om zo zelf te ontdekken welk schrijfgerei het beste bij hen past.Kinderen met een gebrekkige motoriek worden bekeken door de kinderoefentherapeut en krijgen indien nodig daar of in de klas extra oefeningen om de motoriek ten behoeve van het schrijven te verbeteren.

8.6 WERELDORIëNTATIE

Veel aandacht wordt bij ons op school besteed aan wereld-oriëntatie. Dit kan zijn n.a.v. actuele gebeurtenissen, ge-sprekken, vragen, school-t.v. en de dingen die we om ons heen zien en horen. De vakken van wereldoriëntatie komen in de groepen 5 aan bod in de kieskast. De methoden die we voor wereldoriëntatie gebruiken, zijn:• de aardrijkskundemethode “Geobas”• de geschiedenismethode “Bij de tijd”• de biologiemethode “Leefwereld”

Deze methoden worden aangevuld met onderwerpen uit het schooltelevisieprogramma “Nieuws uit de Natuur” en “Nieuwsbegrip”.

8.7 VERKEER

We maken gebruik van de methode “Wijzer door het ver-keer”. In groep 8 nemen onze leerlingen deel aan het ver-keersexamen.

8.8 ExPRESSIE

Door de hele school heen is tijd ingeruimd voor vakken als tekenen, handvaardigheid, muziek en drama. Daarbij maken we gebruik van de methode “Moet je doen”. Er wordt niet alleen expressie gegeven voor de ontspan-ning, maar ook om vaardigheden aan te leren. Met name bij tekenen en handvaardigheid wordt gelet op de afwerking en verzorging. We proberen de leerlingen hierbij kennis te laten nemen van verschillende materialen en technieken. Uiteraard wordt ook nu weer rekening gehouden met de verschillen tussen leerlingen. Het belangrijkste is inzet en plezier hebben in het maken van allerhande dingen.

8.9 BEWEGINGSONDERWIJS

Het vak bewegingsonderwijs heeft het aanleren van diverse motorische vaardigheden tot doel en het inleiden in de be-wegingscultuur om zo mogelijk later een keuze te kunnen maken voor een sport. Tijdens de lessen bewegingsonder-wijs streven wij ernaar, dat iedereen zich in zijn eigen tempo en op zijn eigen niveau kan ontwikkelen. Plezier hebben in en samen bewegen staat hierbij centraal. Iedere groep heeft, waar mogelijk, twee keer per week bewegingsonderwijs van een vakleerkracht. Tijdens de lessen worden zo veel moge-lijk verschillende aspecten van bewegen aangeboden:• spel• atletiek• turnen• bewegen en muziek

Samen spelen, samen iets opruimen en samen iets klaarzet-ten, is tijdens de lessen bewegingsonderwijs ook belangrijk. Zo proberen we ook aandacht te besteden aan de sociale ontwikkeling. 8.10 SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING

We maken hiervoor gebruik van de methode “Leefstijl”. Leef-stijl is een methode waardoor leerlingen zich bewust wor-den van waarden en normen. Niet theoretisch of door ze op te leggen, maar in de praktijk, door samen met klasgenoten activiteiten en opdrachten te doen die het besef van “goed

ACTIVITEITEN IN DE GROEPEN 4 TOT EN MET 8 8

8

Page 15: Schoolgids De Vogelhorst 2011

15

omgaan met elkaar” versterken. Ook voor het optimaal functioneren van kinderen en het ontwikkelen van hun talenten zijn competenties als zelfvertrouwen, door-dachte beslissingen nemen, luisteren, je gevoelens uiten en rekening houden met anderen onmisbaar. Leefstijl wil bevorderen dat kinderen en jongeren zich ontwikkelen tot sociaal vaardige, betrokken en zelfstan-dige volwassenenIn de groepen 7 en 8 wordt daarnaast ook nog veel aan-dacht besteed aan het weerbaar maken van leerlingen in sociale situaties, de zogenaamde “Weerbaarheidstrai-ning” van Marietje Kessels.In samenspraak met de HDS (Hervormde Diaconale Stichting) gaan we dit jaar een sociale vaardigheidstrai-ning opzetten. In eerste instantie voor de leeftijd vanaf 10 jaar en in tweede instantie ook voor de wat jongere leerlingen.

De sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind wordt bijgehouden met behulp van het computerprogramma VISEON.

8.11 ZELfSTANDIG WERKEN

Binnen de Vogelhorst vinden wij het belangrijk dat de leerlingen zoveel mogelijk gestimuleerd worden in het zelfstandig bezig zijn aan een taak, zonder hulp van de leerkracht. Elk kind krijgt zijn of haar inbreng in de werk-keuze en het leerproces. In hun eigen tempo en reke-ning houdend met hun eigen leermogelijkheden leren kinderen hun kennis uit te breiden en toe te passen in andere situaties.

De leerlingen leren omgaan met uitgestelde aandacht, zodat er voor de leerkracht tijd en ruimte ontstaat om aandacht te besteden aan de verschillende leerniveaus en individuele hulpvragen. De leerkracht heeft dan meer tijd om instructie te geven aan de instructietafel. De leerkracht kan aan een kleine groep leerlingen instruc-tie geven, op het moment dat de andere leerlingen zelf-standig aan het werk zijn. De instructietafel moet op een plek in de klas staan waar de leerkracht wel het overzicht heeft, maar zo dat niet alle leerlingen afgeleid zijn door datgene wat er rond de instructietafel gebeurt.

Tijdens de instructie kan de leerling geen hulp vragen aan de leerkracht. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het “stoplichtmodel”. Het is een middel om te komen tot uitgestelde aandacht. Als de grote, klassikale stip van het stoplicht op rood hangt, moeten de kinderen stil en zelfstandig aan hun taak werken. Als de groene kant voorhangt, kunnen de leerlingen hulp krijgen van de leerkracht(en) en/of medeleerlingen. De kinderen geven

met hun eigen kleine stoplicht aan of ze hulp nodig heb-ben of niet. Groen betekent dat het goed gaat en rood betekent dat ze hulp nodig hebben. Elke keer voordat gestart wordt met deze werkvorm, worden de regels en gang van zaken genoemd. Aan het eind wordt er kort met de leerlingen geëvalueerd. Door samen met de leer-lingen regels op te stellen en deze steeds te evalueren, zijn de leerlingen betrokken bij die regels en voelen ze zich mede verantwoordelijk voor het nakomen van de regels). Als de grote stip op groen hangt, helpt de leer-kracht de kinderen die hun kleine stoplicht op rood heb-ben staan. De volgorde van helpen wordt bepaald door de leerkracht zelf. Hij/zij bepaalt welk kind er als eerste hulp nodig heeft en wie daarna.

Naast het geven van instructie (maximaal 3 instructie-groepen per vakgebied) aan de instructietafel en het ge-bruik van het stoplichtmodel wordt er bij het zelfstandig werken o.a. gebruik gemaakt van:• dagtaken• keuzebord• timetimer• taakbrieven• zelfcorrigerend materiaal (zoals piccolo)• antwoordenboeken, zodat de leerling het gemaakte

werk zelf kunnen nakijken• kieskast met mag- en moetopdrachten• open kasten waaruit de leerlingen zelfstandig mate-

riaal mogen pakken• nakijkbakken• multomap met daarin de taakbrieven en overige be-

nodigdheden, zoals werkschriften, van de leerling

8.12 COMPUTERS

Iedere groep heeft de beschikking over minimaal drie computers, waar de leerlingen mee kunnen werken om zo ervaring op te doen in het zelfstandig werken op de computer. De computers zijn voorzien van programma’s die een toevoeging/uitbreiding vormen op de leerstof die de leerlingen aangeboden krijgen, bijvoorbeeld ta-fels, woordenschat, topografie, verkeerssituaties.

8.13 CULTUUREDUCATIE

We proberen om de leerlingen in aanraking te laten ko-men met verschillende culturele activiteiten. Dit bete-kent o.a. kennismaken met de geschiedenis van de eigen omgeving (musea: o.a. Nairac-museum), stimuleren van lezen en aandacht voor literatuur (bibliotheekbezoek).

ACTIVITEITEN IN DE GROEPEN 4 TOT EN MET 8 8

8

Page 16: Schoolgids De Vogelhorst 2011

16

Naast het “gewone” onderwijsprogramma zijn er in de loop van een cursusjaar ook diverse bijzondere activiteiten. Deze kunnen regelmatig voorkomen, maar ook eenmalig zijn.

9.1 ZWEMMEN

Vanaf groep 4 worden er zwemlessen gegeven door het badpersoneel van de Veluwehal te Barneveld. Van tijd tot tijd is er gelegenheid voor de ouders om een zwemles bij te wonen. De leerlingen kunnen alleen hun diploma A behalen en daarnaast wordt er geoefend voor de andere diploma’s. (Het behalen van een B- en C-diploma is alleen mogelijk door uw kind op te geven voor een paar extra particuliere zwemlessen voordat het diploma zou kunnen zwemmen).Er mag niet verwacht worden dat uw kind in één schooljaar zijn/haar diploma haalt. Er wordt aanbevolen uw kind aan te melden voor reguliere zwemles, omdat er vaak extra oe-fening nodig is.

9.2 SPORTDAG

Eenmaal per jaar wordt er voor alle groepen een sportdag georganiseerd. Meestal wordt er een thema gekozen en daaromheen worden een aantal onderdelen en spelen uit-gevoerd. Naast de sportdag wordt er ook een voetbaltoer-nooi georganiseerd voor de groepen 4 t/m 8.

9.3 BIOLOGISCH CENTRUM

Het Biologisch Centrum in het Schaffelaarse Bos biedt les-sen aan voor de klassen van het Basisonderwijs. Wij be-zoeken die lessen ook. Soms moeten enkele onderdelen worden aangepast aan het niveau van onze leerlingen. Er worden 3 lessen per jaar aangeboden, verdeeld over on-der-, midden- en bovenbouw. Dit betekent dat elke groep 1x per jaar een les volgt op het Biologisch Centrum.

9.4 NAIRAC MUSEUM

Het Nairac Museum biedt elk jaar een les aan over de ge-schiedenis van Barneveld, in combinatie met het beklim-men van de toren van de grote kerk. Deze les wordt bezocht door de groepen 7, zodat in de loop der jaren elke leerling deze les eenmaal volgt.

9.5 SCHOOLREISJES EN SCHOOLKAMPEN

Eenmaal per jaar gaan de groepen 1 t/m 7 op schoolreis. De groepen 8 gaan aan het eind van het cursusjaar op school-kamp. Meestal blijven zij in de buurt, zodat ze op de fiets kunnen gaan.

9.6 ExCURSIES

Soms gaat een groep op excursie. Dit kan in het kader van b.v. aardrijkskunde, geschiedenis of biologie zijn. Ook naar aanleiding van themalessen kan een excursie georgani-seerd worden.

9.7 VERJAARDAGEN

Een jarig kind mag trakteren. Het ontvangt van de leer-kracht een grote kaart waarmee het de school rond mag gaan. Alle leerkrachten zetten hun naam op de kaart. Een gezonde traktatie stellen wij op prijs. Van de verjaardag van de leerkracht wordt een feest gemaakt.

9.8 SINTERKLAAS

Sinterklaas brengt ieder jaar een bezoek aan onze school. Meestal wordt hij ludiek ontvangen. In de lagere groepen komt hij persoonlijk langs met een presentje voor ieder kind. In de groepen 5 t/m 8 worden lootjes getrokken.

SPECIALE ACTIVITEITEN9

Page 17: Schoolgids De Vogelhorst 2011

17

10.1 INfORMATIEAVOND

Aan het begin van ieder schooljaar wordt er een informatie-avond gehouden, ook wel de mini-ouderavond genoemd. Iedere leerkracht vertelt daar over het reilen en zeilen bij hem/haar in de groep.

10.2 RAPPORTEN EN OUDERGESPREKKEN

Iedere leerling krijgt twee keer per jaar een “kindrapport” mee naar huis. In dit rapport wordt de leerling beoordeeld op zijn/haar niveau en prestaties in de groep. Dit rapport kan de leerling aan familie en vrienden laten zien.Naast het “kindrapport” is er ook een “ouderrapport” c.q. “tussenevaluatie”. Hierin staat, naast dat er ook naar het ei-gen niveau gekeken wordt, hoe de leerling scoort t.o.v. het reguliere basisonderwijs. Dit rapport is op school in te zien en wordt besproken tijdens een oudergesprek. Het “ouder-rapport/tussenevaluatie” geeft een reëler beeld dan het “kindrapport”.

10.3 EINDRAPPORTAGE/NIO

In het schooljaar waarin de leerling 12 jaar wordt (= voor 1 oktober van dat jaar) wordt de NIO (Nederlandse Intelligen-tietest voor Onderwijsniveau) afgenomen. Onze psycholoog en/of orthopedagoog neemt deze test af om te zien wat de leermogelijkheden zijn van een leerling. In een groep 6 is ook al een klassikale intelligentietest (NSCCT) afgenomen als richtingwijzer voor een advies voor het voortgezet on-derwijs. Verder wordt er gekeken naar de leervorderingen en naar de persoonlijkheid van een leerling. Alle gegevens worden besproken en aan de hand hiervan wordt er een advies uitgebracht aan de ouders inzake vervolgonderwijs. In maart ontvangen ouders/verzorgers een uitnodiging om op school de resultaten en het advies te bespreken. Vanuit school wordt er voor gezorgd dat zij tijdig op de hoogte worden gesteld, zodat de aanmeldingen bij het vervolgon-derwijs geregeld kunnen worden. Om een goede overstap te waarborgen is er altijd overleg tussen onze school en de school voor voortgezet onderwijs.

10.4 HUISBEZOEK

Er vindt in ieder geval één keer per jaar een huisbezoek plaats. Indien nodig een volgende. Het verzoek daartoe kan uitgaan van de leerkracht of van de ouders.

10.5 NIEUWSBRIEf

10 x per jaar ontvangt u een nieuwsbrief waarin we de ac-tiviteiten voor de hele school vermelden. De groepsleer-kracht voorziet de achterzijde van de nieuwsbrief van spe-

cifieke informatie voor de groep. De nieuwsbrieven worden ook op de website (www.devogelhorst.nl) geplaatst.

10.6 SCHOOLKRANT

Driemaal per jaar verschijnt de schoolkrant. Met Kerst, Pa-sen en aan het begin van de zomervakantie. In deze krant zijn naast informatie over school, actuele onderwerpen, etc. ook allerlei bijdragen van de leerlingen opgenomen.

10.7 OUDERBETROKKENHEID

Ouderhulp wordt door ons zeer op prijs gesteld. Elk jaar verheugen wij ons op een groep ouders die helpt met le-zen en diverse spelactiviteiten. Elke groep kan ook voor allerlei hand- en spandiensten een beroep doen op een zo-genaamde klassenouder. Zonder al deze ouderhulp is een goeddraaiende SBO niet meer denkbaar. In het jaar 2010 zal er een oudercommissie ingesteld gaan worden.

10.8 MEDEZEGGENSCHAPSRAAD (MR)

De ouders van onze leerlingen zijn vertegenwoordigd in de Medezeggenschapsraad (MR). Dit is een wettelijk voor-geschreven overlegorgaan. De oudergeleding van de M.R. vertegenwoordigt de belangen van de leerlingen en de ou-ders.De raad bestaat uit zes leden die gekozen worden voor een periode van drie (vier) jaar. Drie leden vertegenwoordigen de ouders en drie het personeel. De raad geeft adviezen en neemt besluiten over onderwerpen die met het beleid van de school en/of het bestuur te maken hebben, zoals: benoeming personeel, aanschaf methodieken, procedures, vakanties, etc.

OUDERS EN SCHOOL 10

Page 18: Schoolgids De Vogelhorst 2011

18

11.1 GEDRAGSREGELS

We streven naar een klimaat waarin een ieder zich zo veilig mo-gelijk kan voelen. Daartoe zijn regels opgesteld, voor het plein, de groep en voor de hele school. Het geeft leerlingen houvast hoe ze met elkaar om moeten gaan en welk gedrag, verbaal en/of non-verbaal wenselijk is. “Leefstijl” is o.a. een methode die ons daartoe veel handvatten geeft. Gedragssregels hangen zichtbaar in de school.

11.2 LEIDRAAD KLEDING OP ‘De Vogelhorst’

Een school is in principe vrij om kledingvoorschriften voor te schrijven, maar aan deze voorschriften zijn wel een aantal voor-waarden verbonden:• kledingvoorschriftenmogennietdiscriminerendzijn;• hetmakenvanonderscheidopéénvandezegrondenisinde

regelaltijdverboden;• devoorschriftenmoetenondubbelzinnigzijn.

Het bovenstaande betekent:Van discriminatie is volgens de Algemeen Wet Gelijke Behan-deling sprake als er onderscheid gemaakt wordt op grond van: godsdienst of levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, ge-slacht, nationaliteit, seksuele geaardheid of burgerlijke staat.Wel worden er in de wet voor sommige scholen en voor sommi-ge situaties uitzonderingen gemaakt. Een bijzondere school mag eisen stellen aan leerlingen en personeel die nodig zijn voor de verwezenlijking van de geleefde normen en waarden, ter voor-koming van wanordelijkheden, etc.Een voorschrift mag niet voor meer dan één uitleg vatbaar zijn. De voorschriften moeten voor alle leerlingen gelden en ze moe-ten bij iedereen bekend zijn, bijvoorbeeld door publicatie op in-ternet. De voorschriften van ‘De Vogelhorst’ liggen ter inzage op school.

11.3 VERZEKERINGEN

Alle leerlingen bij ons op school zijn door het bestuur WA (wet-telijke aansprakelijkheid) verzekerd.Deze verzekering is uitsluitend van kracht:• tijdenshetverblijfopschoolofdedaarbijbehorendeterrei-

nen,gedurendedelestijden;• tijdensexcursiesenschoolreizenondertoezichtvandeleer-

krachten;• bijhetgaanvanhuisnaarschoolenomgekeerdtijdensde

middagpauze en tot ten hoogste een uur voor schooltijd en uiterlijk een uur na schooltijd.

11.4 ACTIVITEITENBIJDRAGE

Uit deze vrijwillige bijdrage worden alle zaken betaald welke niet

vergoed worden vanuit het ministerie. Te denken valt aan school-reisjes, schoolkampen, kerst- en sinterklaasfeest, sportdagen, etc.Het schoolfonds voor de leerlingen bedraagt € 36,50 per jaar. Dit bedrag kan gestort worden op rekening 92.44.16.262 t.n.v. ‘De Vogelhorst’.

11.5 SPONSORING

Bij sponsoring gaat het om geld, goederen en/of diensten die worden verstrekt waarvoor een tegenprestatie wordt verlangd. Zonder tegenprestatie is er sprake van een donatie.Uitgangspunt van het kabinet is dat de overheid verantwoorde-lijk is en blijft voor de financiering van hoogwaardig en toeganke-lijk onderwijs. Sponsoring kan alleen bedoeld zijn als aanvulling op kernactiviteiten van de school.Als Vogelhorst zijn wij de mening toegedaan dat wij niet in een afhankelijke positie door middel van sponsoring terecht willen ko-men. Donaties zijn natuurlijk altijd van harte welkom.

11.6 SCHOOLTIJDEN

Om 8.15 uur is het personeel op school aanwezig.De lessen beginnen om 08.45 uur. Om op tijd met de lessen te beginnen, gaat om 8.40 uur de eerste bel. De leerlingen gaan dan naar binnen. De kleuters mogen al om 8.30 uur naar bin-nen en hebben hun eigen wisselende pauzetijden. De pauzes voor de groepen 4 t/m 8 zijn verdeeld in twee groepen. De ene groep heeft ochtendpauze om 10.15 uur en middagpauze om 12.00 uur. De andere heeft ochtendpauze om 10.30 uur en mid-dagpauze om 12.30 uur. De middagpauze duurt een half uur. De school gaat uit om 15.00 uur. Op woensdag en vrijdag gaat de hele school uit om 12.30 uur.

11.7 OVERBLIJVEN

De meeste leerlingen zijn aangewezen op overblijven. Er wordt onder leiding van de leerkracht in het eigen klaslokaal gegeten. De leerlingen nemen zelf brood, fruit en drinken mee. Na het eten kunnen de leerlingen hun tanden poetsen. Zij krijgen daarvoor een tandenborstel en tandpasta via school. Na het eten gaan de leerlingen als het weer het toelaat naar buiten, onder toezicht van leerkrachten.

Er bestaat de mogelijkheid om schoolmelk te drinken. ‘s Maan-dags is er gelegenheid om melkgeld te betalen. Wij vragen € 0,50 per week of € 20,- per jaar.

Vanaf de herfstvakantie tot de paasvakantie bestaat de mogelijk-heid om tussen de middag een kop soep te eten. Hiervoor zijn “soepkaarten” verkrijgbaar op school. Met een soepkaart kan tien keer soep worden gekocht. Een soepkaart kost € 2,50.

GEDRAGSREGELS, KLACHTENREGELING EN EN AFSPRAKEN

11

Page 19: Schoolgids De Vogelhorst 2011

19

11.8 WAT TE DOEN BIJ ZIEKTE?

Wanneer uw zoon/dochter door ziekte verhinderd is om op school te komen wilt u dan voor schooltijd dit doorgeven via telefoonnr. 0342-413856 of via [email protected]. Het wordt zeer op prijs gesteld als u ook de vervoersbedrijven waarschuwt bij ziekte. Eventueel bezoek aan specialist, tandarts, e.d., indien mogelijk, niet afspreken onder schooltijd en anders graag van tevoren mededelen.

11.9 VERLOf

Een leerling heeft alleen vrij op dagen die door het schoolbe-stuur zijn vastgesteld. Aan het begin van ieder schooljaar maakt de schoolleiding die vakanties bekend. Gebruik maken van extra schoolverlof moet schriftelijk worden aangevraagd. Hierin moet o.a. aangegeven worden waarom extra schoolverlof is aange-vraagd. Bij de administratie kunnen deze formulieren voor het schriftelijk aanvragen van schoolverlof opgehaald worden.

De 10-min regel:Een schooldirecteur mag - in bijzondere omstandigheden - een leerling maximaal 10 dagen per schooljaar vrij geven.Extraschoolverlof,buitendeofficiëleschoolvakantiesom,isal-leen in uitzonderingssituaties mogelijk. Dit gebeurt alleen in bij-zondere omstandigheden, zoals een bruiloft, een sterfgeval of bij ernstige ziekte van de ouder(s) of verzorger(s). Extra vakantiever-lof hoort hier dus niet bij.

10-plus regel:De leerplichtambtenaar beoordeelt de aanvragen als een leerling langer dan 10 dagen extra schoolverlof wil. Voor extra verlof gel-den de regels die in de Leerplichtwet zijn genoemd. In artikel 13a van de Leerplichtwet staat:• Deaanvraagdientuminimaalachtwekenvantevorenaande

directeur van de school voor te leggen.• Verlof is toegestaanalshetberoepvanéénvandeouders

alleen mogelijkheid geeft voor vakantie buiten schoolvakan-ties. In de meeste gevallen zal dit door een werkgever schrif-telijk bevestigd dienen te worden.

• Ditverlofwordtslechtseenmaalperschooljaarverleend.• Hetmagnietlangerdurendan10schooldagen.• Hetmagnietplaatsvindenindeeerstetweeleswekenvan

het schooljaar.Bij zowel de 10-min als 10-plus regel mogen de dagen niet wor-den bewaard. Dat wil zeggen dat eenmaal per jaar extra school-verlof aangevraagd kan worden.

11.10 HOOfDLUIZENPROCEDURE

De werkgroep ‘‘Hoofdluizencontrole’’ controleert de kinderen elke tweede dinsdag na een vakantie op hoofdluis. De procedure

bij constatering van hoofdluis is als volgt:• Melding/constateringvanhoofdluis.• Indientijdenseencontroleneten/luizenwordengecon- stateerd, wordt dit genoteerd en gemeld aan de leerkracht en de ouders/verzorgers van het betreffende kind.• Inoverlegmetouders/verzorgerswordthetkinddirect op school behandeld ter bestrijding van de hoofdluis.• Deadministratievandeschoolzorgt,doormiddelvan een informatieve brief, dat de overige ouders/verzorgers ook weten dat er hoofdluis heerst.• Deleerkrachtbrengtdeaanwezigheidvanhoofdluis onder de aandacht van de kinderen en geeft hierbij sug- gesties voor aanpak en voorkoming. In de betreffende groep worden maatregelen getroffen om verspreiding, via bijvoorbeeld kleding, op school te voorkomen.• Dehercontrolevindtplaatsca.tweewekennadeeerste controle. Op deze manier krijgen de ouders/verzorgers de gelegenheid hun kind goed te behandelen.• Dehercontrolevindtplaatsindiegroepwaarbijdeeer- ste controle hoofdluis is geconstateerd.• Daarnaastwordenbijdehercontroleskinderenmeege- nomen die tijdens de eerste controle afwezig waren.

11.11 SCHORSING EN VERWIJDERING

Van schorsing of verwijdering is sprake wanneer ernstig wan-gedrag vraagt om onmiddelijke maatregelen. Schorsing zorgt hierbij voor tijd om een oplossing te bedenken, verwijdering is aan de orde wanneer de relatie tussen school en leerling/ouders/verzorgers onherstelbaar verstoord is. Op school ligt de te volgen procedure ter inzage. U beseft dat dit ook voor de school nare maatregelen zijn.

11.12 KLACHTENREGELING

Heeft u klachten neem dan alstublieft contact op met de school. Wij stellen voor dat u het een en ander eerst oplost met de direct betrokkene. Komt u er niet uit met de daarvoor verantwoorde-lijke personen, waarbij te denken valt aan een leerkracht of de directie, dan bestaat de mogelijkheid om contact op te nemen met de contactpersoon en/of vertrouwenspersoon. De namen van deze personen staan in “de kleine gids”, welke ter inzage ligt op school. Ons bestuur heeft zich aangesloten bij de landelijke klachtencommissie Protestants Christelijk Onderwijs, Postbus 694, 2270 AR Voorburg, telefoonnummer 070-386197 en/of [email protected] klachten valt te denken aan:• klachtenvanonderwijskundigeaard• klachtenvanorganisatorischeaard• klachtenoverongewensteomgangsvormen

GEDRAGSREGELS, KLACHTENREGELING EN AFSPRAKEN

11

Page 20: Schoolgids De Vogelhorst 2011

20

Het WSNS (Weer Samen Naar School) is een samenwer-kingsverband van ‘De Vogelhorst’ en 34 Basisscholen uit Barneveld en omstreken. Het beleid in het samenwerkings-verband Barneveld e.o. is gericht op het vergroten van de zorg voor de leerlingen in het basisonderwijs, zodat er op termijn minder verwijzingen zullen zijn naar de SBO (Spe-ciale School voor Basisonderwijs). Zoals een huisarts niet in alle gevallen een juiste diagnose kan stellen, wordt een ba-sisschool geconfronteerd met niet oplosbare problemen. Dit betekent dat voor een deel van de leerlingen binnen het bao (Basisonderwijs) op termijn geen adequate hulp geboden kan worden.

12.1 TOELATING

Wanneer een leerling in het Basisonderwijs is vastgelopen en er duidelijk is geworden, dat het voor de betreffende leerling beter zou zijn dat hij een Speciale School voor Ba-sisonderwijs (SBO) gaat bezoeken, kan de procedure voor toelating gestart worden. De Basisschool moet dan een on-derwijskundig rapport invullen, waarin duidelijk wordt om-schreven wat de problemen zijn, wat er in het verleden aan gedaan is en waarom de school vindt dat deze leerling be-ter af zal zijn op een SBO. Dit rapport wordt dan opgestuurd naar de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). De leden van de PCL bekijken of alle gegevens voldoende zijn of dat er nog verder onderzoek plaats zal moeten vinden. Wanneer dat allemaal is geregeld, beslist deze commissie of een leerling wel of niet toelaatbaar is tot een SBO. De ou-ders, ontvangen van de PCL een beschikking, waarin ver-meld wordt of een leerling wel of niet toelaatbaar is. Deze beschikking kan definitief of tijdelijk van aard zijn.

12.2 ONTWIKKELINGSPERSPECTIEf EN BANDBREEDTE

In het kader van kwaliteitszorg in het primair onderwijs is opbrengstgerichtheid een belangrijke indicator. Bij de toelating tot de SBO-school wordt de school geacht een ontwikkelingsperspectief voor elke leerling te formuleren. Voor zorgleerlingen in het (Speciaal) Basisonderwijs is het formuleren van het ontwikkelingsperspectief een belang-rijk onderdeel van de handelingsplanning en bovendien een instrument waarmee de didactische - en sociaal-emo-tionele ontwikkeling doelgericht gevolgd en gepland kan worden.Bij toelating op de Vogelhorst wordt het ontwikkelingsper-spectief reeds geformuleerd in een instroomplan. Dit ont-wikkelingsperspectief wordt elk jaar gevolgd en indien noodzakelijk bijgesteld. Naast het instroomplan zijn eind groep 3 en eind groep 6 belangrijke ijkpunten. De volgende zeven indicatoren geven de bandbreedte (draaglast en draagkracht) van de Vogelhorst aan:

• Devoorgeschiedenis(MedischKleuterdagverblijf,logo-pedische hulp, thuissituatie, etc.)

• Debegeleidingshulpvraag(kunnenfunctionerenineengroepofveel1op1begeleidingnodighebben;alge-mene leervoorwaarden, kunnen richten op instructie)

• Hetwelbevindenvanhetkind(incombinatiemetkind-kenmerken, psychiatrische problemen)

• Cognitieve achterstanden zijn eenbelangrijker indica-tor dan zelfredzaamheid

• Leerachterstandincombinatiemetgedragsproblemen• IQ≥55• Verbale score ismeer bepalend dan performale score

(logopedische screening)

De volgorde van de indicatoren is willekeurig, ze zijn alle 7 van even groot belang.

12.3 RUGZAKLEERLINGEN

De “rugzak” is een andere naam voor leerlinggebonden fi-nanciering. Het is geen echte rugzak, maar een afgepaste hoeveelheid geld die de school ontvangt. Om een rugzak al of niet toegewezen te krijgen, dienen de ouders bij de Commissie voor Indicatiestelling (CVI) een “indicatie voor het speciaal onderwijs” aan. Als de CVI bepaalt dat een leerling voldoet aan de lande-lijke criteria, kunnen ouders beslissen of hun kind naar het speciaal - of naar het basisonderwijs gaat. Kiezen zij voor een reguliere school, dan krijgen deze leerlingen als het ware een rugzak mee. Deze rugzak wordt toegekend aan de school waar de leerling wordt ingeschreven of al is in-geschreven. Hiermee kan de school speciale voorzieningen regelen die nodig zijn voor een goede ondersteuning en begeleiding. De rugzak is uitsluitend bedoeld voor onder-wijsgerelateerde zaken. De bedragen in de rugzak worden per handicap vastgesteld. Een deel van de inhoud van de rugzak moet gebruikt worden voor ambulante begeleiding (van de reguliere school en de leerling) vanuit een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Het resterende deel is vrij inzetbaar. De reguliere school stelt in overleg met de ou-ders een handelingsplan op, waarin ook de afspraken staan over de inzet van de rugzak. Dit handelingsplan wordt elk jaar geëvalueerd en bijgesteld.Bij het afgeven van een beschikking voor een Speciale school voor Basisonderwijs, zo ook de Vogelhorst, geeft de PCL in een aantal gevallen aan dat het wenselijk is om een rugzak aan te vragen. Het betreft hier dan meestal leerlin-gen die met een tijdelijke beschikking in de onderbouw (observatiefunctie) geplaatst worden. In samenspraak met de ouders wordt dan een rugzak aangevraagd om met be-hulp van de hieruit voortvloeiende extra faciliteiten nog be-ter vast te kunnen stellen of deze leerling zijn schoolloop-baan op de Vogelhorst voort kan zetten of dat een overstap

WSNS EN SBO12

Page 21: Schoolgids De Vogelhorst 2011

21

naar een Clusterschool beter op z’n plaats is. In dit kader moet u denken aan extra logopedie, sensomotorische trai-ning, extra remedial teaching, extra materialen, etc. In ieder geval wordt er gezamenlijk (leerkracht Vogelhorst en am-bulant begeleider van een school voor speciaal onderwijs) op de een af andere manier ongeveer 2 uur netto extra per week geïnvesteerd in de leerling. Dit kan zowel individueel, in groepjes binnen als buiten de groep plaatsvinden. De ambulant begeleider houdt mede in de gaten of het kind niet overvraagd wordt, er relatief voldoende vooruitgang geboekt wordt en bovenal of het welbevinden van het kind niet geschaad wordt. In ieder geval moet na de kleuterpe-riode duidelijk zijn of de Vogelhorst een begaanbare weg blijft voor een (rugzak)leerling tot aan het einde van de schoolloopbaan op de Vogelhorst. Een aantal van de be-langrijkste criteria is:• eenleerlingleertuiteindelijklezen• hetwelbevindenkomtnietonderdruktestaan• het ontwikkelingsperspectief isminimaal het Praktijk-

onderwijs

In de loop van een jaar middels observaties, groeps/leer-lingbesprekingen, commissie van begeleiding, etc. kunnen wij als Vogelhorst ook samen met de ouders nog consta-teren dat gelet op de mogelijkheden van de leerling het aanvragen van een rugzak nog iets extra’s zou kunnen toe-voegen om duidelijk te krijgen waar de leerling uiteindelijk

het beste tot zijn recht zou kunnen komen. Het aanvragen van een rugzak voor een SBO-leerling gaat via groepsbe-sprekingen en leerlingzorgvergaderingen; Het definitievebesluit wordt in het managementteam genomen.

Voor leerlingen die al met een rugzakje aangemeld worden, geldt dat de PCL allereerst een beschikking moet geven voor toelaatbaarheid SBO. In samenspraak met WSNS moet duidelijk worden of de SBO ook voor deze al geïndiceerde leerlingen een rol kan c.q. mag spelen.Het begeleiden van rugzakleerlingen stelt specifieke eisen aan zowel de groepsleerkracht als degene die het kind in-dividueel begeleidt en aan de organisatie. Het vraagt nog meer specifieke scholing van de leerkrachten. Dit houdt in dat er aan een aantal randvoorwaarden dient te worden voldaan:• voldoendefte’s(menskracht)• voldoendegekwalificeerdeleerkrachten• continuïteitinbemensing• voldoenderuimtesomtewerkenmetdekinderen• afstemmingmetclusterscholenenoudersoverfrequen-

tie contactmomenten• duidelijkaannamebeleidopgrondvancriteriavanhet

ontwikkelingsperspectief en beleid rugzakleerlingen

WSNS EN SBO12

Page 22: Schoolgids De Vogelhorst 2011

22

In deze schoolgids bent u met name de onderwijskundige keuzes van ‘De Vogelhorst’ tegengekomen. Ook heeft u het één en ander kunnen lezen over speciale activiteiten, die gedurende een schooljaar plaatsvinden. Actuele gegevens die ieder jaar aangepast worden treft u aan in de kleine gids. Hierbij moet u denken aan:• email-adressen personeel, telefoonnummers directie,

bestuur, MR, etc.• vakantierooster• anderebelangrijkedata,zoalsdievandekerstfeestvie-

ring, nascholingsmomenten, etc.

NAWOORD13

Page 23: Schoolgids De Vogelhorst 2011

23

Page 24: Schoolgids De Vogelhorst 2011

Ds. E. fransenlaan 1 • 3772 Tx Barneveld [T] 0342 413 856 • [F] 0342 423 336

[E] [email protected] • [I] www.devogelhorst.nl