schoolgids de merwijck 2011-2012

Schoolgids 2011 - 2012

SCHOOLGIDS 2011-2012

Merwijckstraat 16, 5995 XK KESSEL tel.: 077-4621431; fax: 077-4621555

[email protected] www.merwijck.nl

Schoolgids 2011 - 2012, “De Merwijck”, Kessel. - 1 -

mailto:[email protected]

Een woord vooraf bij de schoolgids 2011 - 2012

Geachte ouder(s)/verzorger(s) Dit is de vijftiende officiële schoolgids. Deze gids is de opvolger van het informa-tieboekje zoals we dat vroeger kenden. Een schoolgids is inmiddels een verplicht document voor iedere school. Deze vijftiende uitgave is weer bijgesteld, omdat meer gegevens beschikbaar zijn gekomen over zaken die verplicht moeten worden opgenomen. Er staan vele onderwerpen in beschreven. Een schoolgids is bedoeld om ouders van leerlingen die al op onze school zitten te informeren over allerlei zaken. En zeker ook om ouders van mogelijk toekomstige leerlingen een zodanig inzicht te verschaffen in “waar “De Merwijck” voor staat”, zodat die ouders voor hun leerlingen een bewuste schoolkeuze kunnen maken. Mocht u opmerkingen hebben, dan vernemen wij die graag van u. Mist u bepaalde informatie of zijn zaken toch niet duidelijk, schroom dan niet om op school bin-nen te lopen en verdere uitleg te vragen. Deze gids kan daardoor bijdragen aan een discussie tussen ouders en school. Informatie met betrekking tot klassenbezetting door leraren en de namen van de kinderen in de groepen, evenals een “prikbordblad” met allerlei handige gegevens, is reeds net voor de zomervakantie uitgereikt. Verstrekking van de schoolgids: De schoolgids wordt ook bij alle Prisma-scholen direct na de zomervakantie uit-gedeeld, en wel één exemplaar per gezin. De schoolgids is in te zien op- de websi-te van de school. Met ingang van 2010-2011 hebben ouders/verzorgers kunnen aangeven als ze een gedrukte versie willen hebben. Alle overige ouders/verzorgers vinden de digitale versie op internet voldoende. Ook de ouders van leerlingen die in de loop van het jaar instromen als ze 4 jaar zijn geworden, ontvangen in het begin van het schooljaar deze schoolgids. Ouders van leerlingen die in de loop van het jaar worden ingeschreven, ontvangen schoolgids bij de aanmelding. Ouders die de schoolgids mede willen gebruiken om een goede schoolkeuze te maken, kunnen ook een schoolgids bij de directie opvragen. Ik wens kinderen, teamleden en alle betrokkenen in een goede samenwerking een goed, veilig en succesvol schooljaar toe. Jan Hocks, directeur De schoolgids hebben we dit jaar trachten te verlevendigen met een aantal foto’s die voornamelijk betrekking hebben op allerlei activiteiten die georganiseerd worden. Ze hebben dan meestal ook geen relatie met de tekst waarin ze geplaatst zijn.

Schoolgids 2011 – 2012 ”De Merwijck”, Kessel - 2 -

INHOUDSOPGAVE 1. --------------------------------------------------------------------------------------------5 De school

1.1. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 5 Naam1.2. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------- 5 Richting en identiteit1.3. -------------------------------------------------------------------------------------- 6 Directie en management-team (MT)1.4. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 6 Voedingsgebied1.5. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 6 Schoolgrootte1.6. ------------------------------------------------------------------- 6 Prisma: Stichting Primair Onderwijs Regio Helden.

2. ------------------------------------------------------------------6 Waar onze school voor staat2.1. --------------------------------------------------------------------------------------- 6 Waar de school voor staat (Missie)2.2. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 7 Visie2.3. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 8 Schooldoelen2.4. ---------------------------------------------------------------------------------------------------- 9 Het klimaat van de school

3. --------------------------------------------------------------9 De organisatie van onze school3.1. ------------------------------------------------------------------------------------------------------ 9 De gebouwelijke situatie3.2. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------10 Schoolorganisatie

3.2.1. --------------------------------------------------------------------------------------------------10 Aantal groepen3.2.2. ------------------------------------------------------------------------------------------------11 Combinatiegroep

3.3. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------11 Passend onderwijs3.4. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------12 Doelen 2010- 20113.5. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------14 Vervangingen

3.5.1. ------------------------------------------------------------14 Vervanging bij ziekte/verlof van leerkrachten3.5.2. -------------------------------------------------------------------------------15 Protocol Vervanging bij ziekte

3.6. -------------------------------------------------------16 Het schoolteam en het onderwijsondersteunend personeel3.7. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------17 Scholing van leraren3.8. ------------------------------------------------------------------17 Begeleiding en inzet van stagiaires van de PABO's3.9. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------18 Logopediste3.10. ------------------------------------------------------------------------18 Contact peuterspeelzaal en kinderdagopvang.3.11. ------------------------------------------------------------------------------------------------------18 Buitenschoolse opvang3.12. -------------------------------------------------------------------------------------------19 De activiteiten voor de kinderen

3.12.1. ------------------------------------------------------------------------------------------------------19 Kleuterbouw3.12.2. ------------------------------------------------------------------------------------------20 Groep 3 tot en met 8.3.12.3. ---------------------------------------------------------------------------------20 Wereldoriënterende vakken.3.12.4. ---------------------------------------------------------21 Expressie-activiteiten en lichamelijke oefening.3.12.5. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------21 Verkeer3.12.6. ----------------------------------------------------------------------------------------23 Godsdienstige vorming3.12.7. -------------------------------------------------------23 Activiteiten onder en na schooltijd voor kinderen

3.13. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------23 Huiswerk3.14. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------25 Internetpagina3.15. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------25 Cultuureducatie

4. ------------------------------------------------------------------ 27 De zorg voor onze kinderen4.1. ------------------------------------------------------------------------------------------------27 De zorg voor het jonge kind4.2. ------------------------------------------------------27 Het volgen van de ontwikkeling van kinderen in onze school4.3. ---------------------------------------------------------28 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften

4.3.1. ----------------------------------------------28 Intern aanwezige voorzieningen voor de speciale zorg:4.3.2. Externe begeleiding van kinderen onder schooltijd ----------------------------------------------------29 :4.3.3. -----------------------------------30 Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoefte:4.3.3.1. ---------------------------------------------------------------------30 Weer Samen Naar School (W.S.N.S.)4.3.3.2. ------------------------------------------------------30 Permanente Commissie Leerlingenzorg (P.C.L.)4.3.3.3. ------------------------------------------Leerling gebonden financiering (LGF ofwel “het rugzakje”) 30

4.4. ----------------------------------------------------------------------------------33 Klachtencommissie SWV Peelkwartier4.5. ---------------------------------------------------------------------------------------------------33 Ziek…. en toch onderwijs4.6. ---------------------------------------------------------------------34 De opvang van nieuwe leerlingen in onze school4.7. --------------------------------35 De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs4.8. --------------------------------------------------------------------------------------------------36 De jeugdgezondheidszorg4.9. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------38 Bureau Jeugdzorg4.10. ----------------------------------------------------------------------------38 Centrum Jeugd en Gezin / Jeugdstation.nl

5. ------------------------------------------------------------------------------------------ 39 De ouders5.1. ---------------------------------------------------------------------39 Het belang van de betrokkenheid van de ouders5.2. ----------------------------------------------------------------------------------------------------40 Informatie aan de ouders5.3. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------41 Inspraak

5.3.1. ---------------------------------------------------------------------------------------------41 De oudervereniging5.3.2. ---------------------------------------------------------------------------------------------4Medezeggenschap 1 5.3.3. ------------------------------------------------------------------------------------------------------4Cliëntenraad 3 5.3.4. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------4Prisma 4

5.4. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------4Ouderbijdrage 4



5.5. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------4Overblijven 5 5.6. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------4Verzekeringen 6 5.7. -----------------------------------------------------------47 Vervoer van leerlingen per auto door ouders/verzorgers5.8. --------------------------------------------------------------------------48 Contact met groepsleerkracht en/of directeur5.9. ----------------------------------------------------------------------48 Informatievoorziening naar gescheiden ouders.

6. --------------------------------- 49 De ontwikkeling van het onderwijs op onze school6.1. -------------------------------------------------------------------------49 Activiteiten ter verbetering van ons onderwijs

6.1.1. ---------------------------------------------------------------------------------------------49 De vitale leerkracht6.1.2. -------------------------------------------------------------------------------------49 Voortdurend in beweging

6.2. ------------------------------------------------------------------------------------Zorg voor relatie school en omgeving 50 7. --------------------------------------------------------------------------------- 50 Schoolresultaten

7.1. -----------------------------------------------------------------------------------------------------50 Schoolverlaters groep 87.2. ----------------------------------------------------------------------------------------------------51 Scores eindtoets groep 87.3. -------------------------------------------------------------------------------------------------------51 Scores entree groep 87.4. ---------------------------------------------------------------------------52 Verwijzing leerlingen met speciale behoefte

8. --------------------------------------------------------------------------------- 52 Klachtenregeling8.1. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------52 Samenvatting

9. ------------------------------------------------------------- 53 Schoolregels en vakantietijden9.1. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------53 Schooltijden9.2. -------------------------------------------------------------------------------------------------------53 Aantal lesuren per jaar9.3. --------------------------------------------------------------------------------------------54 Vakantierooster en vrije dagen9.4. --------------------------------------------------------------54 Verdeling van de lestijd over de verschillende vakken9.5. ---------------------------------------------------------------------54 Regels voor aanvang en einde van de schooltijd9.6. --------------------------------------------------------------------------------------------------------55 Lichamelijke oefening9.7. ---------------------------------------------------------------56 Verlofregeling en schoolverzuim (leerplichtwet 1994)9.8. ------------------------------------------------------------------------------57 Schorsing en verwijdering van leerlingen.9.9. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------57 Internetgebruik9.10. -------------------------------------------------------------------------------------------58 Vernielen van schoolmaterialen

10: ----------------------------------------------------------------- 58 Sponsoring in het onderwijs10.1. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------58 Wat is sponsoring?10.2. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------58 Doel10.3. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------58 Convenant

11: -------------------------------------------------------------------------------------------- 59 Diversen11.1. -------------------------------------------------------------------------------------------59 Verkeerssituatie rond de school11.2. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------60 Fietsenstalling11.3 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------60 Roken in school11.4. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------60 Hoofdluis11.5. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------61 Kauwgom11.6. -------------------------------------------------------------------------------------------------------61 Telefonische berichten11.7. --------------------------------------------------------------------------------------------------61 Bibliotheek en tijdschriften11.8. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------61 Verjaardagen11.9. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------61 Snoepen11.10. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------6Drinken 2 11.11. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------62 Namen op de spullen11.12. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------62 Schoolfoto’s11.13. --------------------------------------------------------------------------------------------------------62 Ouders in de groepen11.14. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------62 Privacy11.15. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------62 Schoolkamp groep 8

12. --------------------------------------------------------------- 63 BIJLAGE 1: Klachtenregeling13. ------------------------------------------- 68 BIJLAGE 2: Beleid toelating en verwijdering14. -------------------------------------------------- 72 BIJLAGE 3: Internet- en e-mailprotocol15. ----------------------------------------------------------------------------- 74 Namen en adressen

15.1 ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------74 Onderwijsteam:15.2. --------------------------------------------74 Schoolbestuur: Stichting Primair Onderwijs Regio Helden (Prisma)15.3. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------75 Oudervereniging:15.4. ---------------------------------------------------------------------------------------------------75 Medezeggenschapsraad:15.5. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------75 Cliëntenraad15.6. -------------------------------------------------------------------------------------------------------76 Overblijven op school:15.7. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------76 Extern:

RK Basisschool "De Merwijck" Merwijckstraat 16 5995 XK Kessel Telefoon: 077- 462 1431 Fax: 077- 462 1555 E-mail: [email protected] Website : www.merwijck.nl

1. De school

1.1. Naam In het verre verleden waren er in Kessel-dorp 3 scholen: een kleuterschool, een meisjesschool en een jongensschool (kleuterschool St. Anna en de lagere scholen St. Anna en St. Jozef). In mei 1975 werden de eerste 3 klassen van de lagere scholen gemengd en waren er in het schooljaar 78/79 een kleuterschool en twee gemengde lage-re scholen. De samenwerking tussen deze scho-len, die op een steenworp van elkaar af lagen, groeide. Het aantal kinderen dat deze scholen bezocht liep langzaam terug. Mede daardoor kwam er in het schooljaar 82/83 een fusie tot stand tussen de beide lagere scholen. De naam werd "De Merwijck". In augustus 1985 kwam een tweede fusie tot stand: door de Wet op het Basisonderwijs zijn kleuter- en lagere school samengevoegd tot één school: RK basisschool “De Merwijck”.

1.2. Richting en identiteit De Merwijck is een katholieke school. Wat be-treft scholen met een confessionele grondslag, is er de laatste tijd veel veranderd in onze samen-leving. Een aantal decennia geleden waren alle leerkrachten en leerlingen nog vanzelfsprekend praktiserend katholiek en de pastoor van de pa-

rochie was vaak ook de voorzitter van het school-bestuur. Inmiddels zijn de verantwoordelijkheden van de school en de parochie duidelijk gescheiden. De school en de ouders bepalen samen waar de school voor staat, ook op levensbeschouwelijk vlak. De Merwijck is de enige school in deze gemeen-schap en dat vereist dat alle kinderen er zich veilig en geborgen moeten voelen. Dat legt de school de plicht op om voor iedereen bereikbaar te zijn en waar iedereen “het zijne” kan vinden. Onze school is een katholiek georiënteerde school. Ook de meeste ouders zijn katholiek. De school staat echter ook open voor kinderen met een andere of geen geloofsovertuiging. Op onze school wordt rekening gehouden met de verschillende geloofs-achtergronden van kinderen en ouders. Dit houdt in dat op onze school de aandacht voor de levensbeschouwing vanuit de christelijke opvat-ting, het kind niet slechts benaderd wordt om de leerprestaties, maar vooral gekeken wordt naar diens ontwikkeling als jong mens die zin probeert te geven aan het leven. Belangrijke levensthema’s als ‘mijn eigenheid ontdekken, relaties met anderen aangaan (liefde, vriendschap, grenzen e.d.), om-gaan met lijden en dood’ spelen al vanaf de kinder-tijd een grote rol.

Voor de dagelijkse schoolpraktijk betekent dit dat we in de omgang met de kinderen oog hebben voor hun sociaal-emotionele en morele ontwikkeling.

Directeur: Jan Hocks, Irenestraat 12, 6081 ER Haelen. 0475 - 59 2797

Schoolgids 2011 - 2012, “De Merwijck”, Kessel. - 5 -


Onze levensbeschouwelijke identiteit is dan ook verweven in de manier waarop we met de kinde-ren omgaan en de waarden die we op deze wijze uitdragen (medemenselijkheid, respect, veilig-heid, geborgenheid, zelfstandigheid e.d.). Dit al-les geïnspireerd vanuit de christelijke traditie.

Bij de bezinning op identiteit en de daarbij beho-rende invulling van het “vak “ godsdienst is voor de methode “Reis van je leven”. Naast de onderwerpen die in deze methode staan, zullen ook andere onderwerpen ter sprake komen. Zo wordt er in groep 4 in veel lessen aandacht be-steed aan de Eerste Communie, terwijl in groep 8 in het eerste trimester het Vormsel een belang-rijke plaats inneemt. Ook in andere groepen zul-len actuele onderwerpen met een emotionele la-ding duidelijke aandacht krijgen. De relatie school-parochie is besproken binnen de voormalige klankbordgroep van ouders en het team. Deze relatie wordt op de volgende manier vormgegeven. Met betrekking tot de 1e H. Communie en het H. Vormsel is duidelijk dat de voorbereiding grotendeels in school plaatsvindt. De tijd van de godsdienstlessen wordt geduren-de een periode hieraan besteed. Beide projecten hebben ook raakvlakken met andere vakgebie-den. Bij de 1e H. Communie kunnen de ouders kiezen uit een viertal mogelijkheden, waarbij ook de niet-communicanten hun programma hebben. Tijdens een aparte info-avond voor groep 4 wordt dit systeem toegelicht.

1.3. Directie en management-team (MT) De schoolleiding is in handen van directeur Jan Hocks. Per 1 januari 2012 gaat hij met FPU. De directeur wordt ondersteund door de M.T-leden. De intern begeleider (Monique van Duijl) be-hoort hiertoe, evenals de groepsleerkrachten Ma-rian Hermans en Petra Peeters. Onder leiding van de directeur vormt dit viertal het school-MT. Ook teamvergaderingen zullen meer in kleine groepen plaatsvinden. Op deze manier zullen de lijnen door de school korter zijn. Bijna wekelijks vergadert het MT over allerlei zaken. De eindverantwoordelijkheid blijft bij de direc-teur liggen.

1.4. Voedingsgebied Onze school betrekt de leerlingen voornamelijk uit Kessel-Dorp. Kinderen uit andere kernen worden ook toegelaten. Er wordt geen strak voedingsgebied meer gehanteerd, maar er wordt

wel naar gestreefd om ook in de kleine kernen een eigen school te behouden.

1.5. Schoolgrootte Ieder jaar op 1 oktober vindt de telling plaats van het aantal leerlingen. Men noemt dat de teldatum. Het aantal leerlingen op die datum bepaalt het aan-tal leraren dat het daaropvolgend schooljaar ingezet mag worden (dat wordt de formatie genoemd). Sinds 2005-2006 telt onze school 14 groepen. Van-af 2010-2011 zijn we over moeten gaan naar 13 groepen. Het overzicht geeft het aantal leerlingen aan op de teldatum sinds 1996. Aantal leerlingen sinds 1-10-2000

375 371 369

354347

357

345 344347

331

333

300

310

320

330

340

350

360

370

380

2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Reeks1

1.6. Prisma: Stichting Primair Onderwijs Regio Helden.

Op 1 januari 1999 is het toenmalige schoolbestuur van Kessel gefuseerd met het bestuur van de Stich-ting Katholiek Onderwijs Regio Helden (SKORH). Op 1-1-2000 heeft de Openbare School “De Re-genboog” in Panningen zich aangesloten bij SKORH. Omdat er katholieke scholen èn een openbare school onder één bestuur vallen, moest er bij die fusie een nieuwe naam komen: Prisma, Stichting Primair Onderwijs Regio Helden. Vanaf 1 januari 2002 maakt ook de SBO-school “Bernadet-te” , thans “De Fontein” genoemd, uit Helden deel uit van Prisma. Informatie over Prisma en de daarbij aangesloten 13 scholen is te vinden op internet: www.prisma-spo.nl. Daar is ook de huidige bestuursstructuur te raadplegen.

2. Waar onze school voor staat

2.1. Waar de school voor staat (Missie) Elke school heeft zich te houden aan de uitgangs-punten en doelstellingen die voortvloeien uit de Wet Primair Onderwijs en dient daarbij “onderwijs

Schoolgids 2011 – 2012 “De Merwijck”, Kessel - 6 -

http://www.prisma-spo.nl/


van goede kwaliteit te bieden aan zoveel moge-lijk kinderen”. Scholen hebben ook steeds meer beleidsruimte om hun onderwijs met bepaalde accenten te versterken. De Merwijck wil “pas-send onderwijs” bieden en dat betekent dat we zoveel mogelijk kinderen op de eigen school houden en trachten te voldoen aan de onderwijs-behoefte van ieder kind

“Prettig leren doe je samen” “dus op zijn Merwijcks”

(“prettig” heeft te maken met het welbevinden van het kind, leerkrachten en ouders; om goed te leren moet je je eerst goed voelen; het pedago-gisch klimaat en de relatie tussen alle betrokke-nen speelt een grote rol. “leren”is veel-omvattend, het is meer dan cognitief le-ren;je leert ook met elkaar omgaan, je leert ook vaardigheden aan, je leert je te ontwikkelen en je leert hoe je leert; “doe” geeft aan dat het werken en leren op De Merwijck een activiteit is, iets waar je actief in moet zijn, niet alleen het kind, maar ook de volwassene; het doen geeft ook aan dat er vele vormen moeten kunnen zijn waarin geleerd wordt. “samen”geeft aan dat er na-drukkelijk een samenwerking moet zijn; samen kan wijzen op kinderen onder-ling, maar ook op kind – leerkracht, maar ook kind – ouders, leerkracht –ouders, school – ouders, school – omge-ving enz.)

2.2. Visie “De geest van een kind is geen vat om te vullen, maar een vuur om aan te wakke-ren.” Het leren van schoolse vaardigheden zal de komende jaren steeds verder veranderen van overdracht van kennis naar het zelf actief door de leerlingen verwerven van kennis en vaardig-heden en daarvoor ook mede zelf een stuk ver-antwoordelijkheid te dragen. We zijn bezig het onderwijs op De Merwijck vorm te geven vanuit welbevinden en betrok-kenheid. Het welbevinden van kinderen wordt ook door de ouders en de cliëntenraad als een essentieel onderdeel gezien. Wanneer kinderen betrokken zijn op de activiteiten, dan is er sprake van motivatie en komt ontwikkeling op gang en

vindt fundamenteel leren plaats. Het in stand hou-den en vergroten van die betrokkenheid is iets dat voortdurend onze aandacht vraagt. We moeten kin-deren daarvoor respecteren en serieus nemen. De leerkracht is de spil in dit geheel. Stimuleren, uit-dagen, motiveren, maar indien nodig ook sturen zijn belangrijke opdrachten voor de leerkracht. Hij/zij zal veel naar kinderen moeten kijken en met kinderen moeten praten. De leerkracht als mediator vraagt een nieuwe kijk op het leerkrachtgedrag. De leerkracht bewaakt de doelen. We willen ertoe ko-men dat kinderen leren aan zelfsturing te doen. Het is kindafhankelijk in hoeverre een leerkracht een duidelijke sturing aan dit proces moet geven. Be-langrijk daarbij is de leerlingen goed te blijven vol-gen en te blijven uitdagen. Dat de geest van een kind geen vat is, dat (door anderen) gevuld kan worden, betekent dat de leerlingen zelf actief moe-

ten zijn. Daarvoor moeten kinderen zelf keuzes mogen ma-ken en zelf verantwoordelijkheid leren dragen voor die gemaakte keuzes. Binnen goed onderwijs hoort dat we kinderen waarden en normen bijbren-gen. Deze onderdelen moeten nadrukkelijk aan-dacht krijgen en dragen ertoe bij dat kinderen op-groeien tot actieve burgers. Samenwerken met elkaar is belangrijk om enig te-genwicht te bieden aan de tendens dat iedereen maar vooral voor zichzelf moet opkomen. Samen-


werken is daarbij meer dan samen werken. De waarden en normen zijn te zien bij: het respect voor zichzelf, voor andere leerlingen, voor de volwassenen en respect voor de (materiële) om-geving, waarin ook voor andersdenkenden ruim-te is. Daarom wordt ieder kind zoveel mogelijk op zijn eigen kwaliteiten benaderd en on-derwezen, en krijgt ieder kind de gelegenheid zich op zijn eigen individuele wijze te ont-wikkelen. Omgaan met verschillen is dus een belangrijk aspect. Verschillen, die zowel door leerkrachten, leerlingen als ouders gezien en ge-respecteerd worden. Bij deze grote doelen die we nastreven willen we ook oog hebben voor het totale welzijn van kinderen en personeel. Dat kan betekenen dat soms een pas op de plaats gemaakt moet worden als de grenzen bereikt zijn. We zullen moeten durven bekennen dat sommige zaken niet door ons en onze school opgelost kunnen worden.

2.3. Schooldoelen Naast het leren van allerlei schoolse zaken vin-den wij het ontwikkelen van gevoel voor normen en waarden bij kinderen erg belangrijk. De basis hiervoor ligt natuurlijk bij de ouders. Maar ook de school heeft hierin een eigen verantwoorde-lijkheid. Dit moet resulteren in een goed samenspel tus-sen ouders en school. Een open contact met ou-ders vinden we erg belangrijk. We proberen de drempel voor ouders zo laag mogelijk te houden. Ouders worden serieus genomen. De grote be-trokkenheid van ouders in de cliëntenraad, de oudervereniging, maar ook het grote aantal ou-ders, dat op school behulpzaam is, kan hiervan het bewijs zijn. Normen en waarden komen tij-dens allerlei lessen en activiteiten aan de orde. Maar wij vinden het belangrijk om tijdens de ca-

techeselessen hier apart aandacht aan te schenken. Wij doen dit op een open manier, met het respecte-ren van verschillen die binnen onze schoolbevol-king bestaan. Wij denken dat juist deze houding een manier is om onze katholiciteit op een eigen-tijdse wijze inhoud te geven. We vinden het belangrijk om aan de sociaal-

emotionele ontwikkeling veel aandacht te be-steden. Het zich veilig voelen op school is daarvoor een voorwaarde. Bij problemen daar-over worden deze met de leerlingen individueel en eventueel in groepsverband besproken. Ook in het schoolteam wordt daarover gesproken. De mogelijkheid bestaat dat uit dat overleg een schoolregel / afspraak volgt. Ook de ouders ge-ven in de tevredenheidspeiling van najaar 2010 aan dat ze het erg belangrijk vinden dat er veel aandacht is voor de sociaal-emotionele ontwik-keling.

Voor jonge kinderen is spelen het leidend mo-tief om zich zelf en de wereld te leren kennen. Het spelend leren wordt abstract leren naarmate de kinderen ouder worden. Er wordt een onder-scheid gemaakt tussen rollenspel, constructie-spel en bewegingsspel (speelplaats, speelzaal)

Op onze school leren ze de belangrijkste on-derwijsdoelen met behulp van actuele metho-des. Door de school heen wordt gebruik ge-maakt van de actualiteit en de sociaal-culturele leefwereld van de kinderen. Van alle kinderen wordt de ontwikkeling gevolgd / vastgelegd in een leerlingvolgsysteem.

Er is gekozen om de kinderen bekend te maken met coöperatief leren, waarin samenwerken, een gelijke inbreng hebben, veel actief bezig zijn en ook mede afhankelijk zijn van elkaar belangrijke onderdelen zijn. “Coöperatief leren is groepswerk waarbij kinderen echt samen-werken en leren. Kinderen in een groepje zijn gegarandeerd op elkaar betrokken. Ze zijn van elkaar afhankelijk om een goed resultaat te be-halen. Dat maakt coöperatief leren een effec-tieve manier van samenwerken”.

Binnen het kader van WSNS en passend on-derwijs voor iedereen streven we ernaar om al onze leerlingen zo lang mogelijk op school te houden. Dat betekent dat we een goed zorgsys-teem erg belangrijk vinden en ons verdiepen in de diversiteit van leer- en ontwikkelingsachter-standen en –stoornissen.

Onze school streeft ernaar kinderen zelfstandig, weerbaar en zelfredzaam te maken.


Onze school vindt buitenles-activiteiten be-langrijk. (carnavalsfeest, kerstmis, sporttoer-nooien, acties voor een goed doel, uitstapjes en vieringen in de parochie.) Gezien de hoeveel aanbod hierin zal er steeds vaker een keuze gemaakt gaan worden.

ICT is in onze huidige maatschappij niet weg te denken. Kinderen groeien in een sneltreinvaart op in een digitale wereld. De school hoort de kinderen daarin ook te bege-leiden en gebruik te maken van de moderne media, waaronder digitale schoolborden.

Benutten van de lesuren: Vanuit onderzoe-ken en adviezen van inspectie en de PO-Raad wordt er aandacht gevraagd om meer tijd te besteden aan de basisvaardigheden le-zen, taal en rekenen. Dat heeft er bij ons toe geleid dat we nogmaals de lesurenverdeling onder de loep hebben genomen. We gaan erop letten dat de lessen ook direct ’s mor-gens en ’s middags kunnen beginnen. Spreekbeurten en de daarmee vaak samen-gaande excursies namen tegenwoordig al vaak een hele middag in beslag. We hebben afgesproken dat sterk te gaan beperken in tijd. Spreken mogen daarom, inclusief het uitstapje of bezoek op school, niet langer du-ren dan 1 uur.

De school is binnen de gemeenschap een be-langrijk onderdeel. Deze betrokkenheid im-pliceert een bepaalde dienstverlening naar de gemeenschap toe en manifesteert zich in medewerking verlenen aan bepaalde activi-teiten. (o.a. Communie- en vormselviering, contacten met de JongerenRaad, samenwer-king met muziekgezelschappen)

We vinden het belangrijk als brede school een inhoudelijke samenwerking tussen school en enkele instellingen (o.a. School, Peuterspeelzaal, Kinderdagopvang, Buiten-schoolse opvang), waar te maken, met als doel een breed en samenhangend aanbod te bieden om hierdoor de ontwikkelingskansen van kinderen te vergroten. Zie hiervoor ook hoofdstuk 14.2 “brede school”.

Om als team in te spelen op alle noodzake-lijke ontwikkelingen is het belangrijk te blij-ven zorgen voor een Merwijckteam dat pro-fessioneel “zijn mannetje staat”, maar dat ook op persoonlijk vlak een eenheid vormt.

2.4. Het klimaat van de school Middels een goede onderwijsorganisatie werken ouders, leerkrachten, directie, medezeggenschaps-raad, oudervereniging en cliëntenraad samen om te komen tot een optimale school voor “onze” kinde-ren. Hierbij streven we ernaar een zodanig klimaat te scheppen waarin de kinderen zich veilig en ver-trouwd voelen op onze school. Wederzijds begrip, openheid, verdraagzaamheid, respect en kritisch in-zicht zijn hierbij belangrijke punten om te komen tot een pestvrije school. Door kinderen in aanraking te brengen met hoe on-ze maatschappij functioneert, worden ze geoefend zich weerbaar op te stellen en mondig hun eigen keuze te maken en daarvoor ook de bij de leeftijd passende verantwoordelijkheid te dragen. In een klimaat van vertrouwen in het kind, mogen kinde-ren regelmatig aan de hand van gemaakte afspraken en regels, vrij en zelfstandig in de school en in de groepen bewegen en daarbij opdrachten uitvoeren. In bovengenoemd klimaat scheppen we als school de gelegenheid voor het kind om zijn emotionele, verstandelijke, sociale, creatieve en lichamelijke vermogens optimaal te ontwikkelen.

3. De organisatie van onze school

3.1. De gebouwelijke situatie Sinds negen jaar zitten we in een prachtige nieuwe school! Het gebouw is een uniek ontwerp, waarbij rekening gehouden is met een hoogteverschil van ruim 3 meter in het bouwperceel. De onderbouw komt gelijkvloers binnen, maar ligt toch één ver-dieping lager. De midden- en bovenbouw komen ook gelijkvloers binnen, maar hebben het dak van de onderbouw als


speelplaats. De buitenzijde is uitgevoerd in drie kleuren baksteen: de bovenbouw rood, de mid-denbouw geel en de onderbouw grijs. Deze kleurstelling is ook binnen helemaal doorgetrok-ken. Zo zijn de deuren van de klaslokalen rood, de directie, leerkrachtenkamer en spreekkamers grijs, de bergingen en toiletten geel. Ook de vloeren kennen deze driedeling: de klaslokalen en voorruimtes grijs, de speelzaal geel en de nat-te hoeken rood. De binnenzijde is bijna helemaal opgetrokken in schoon metselwerk met een gele steen en een gele voeg. In de gang bij de onder-bouw is gezorgd voor een speels element met een verrassende vormgeving. De kinderen komen via 5 ingangen de school binnen, zodat de instroom goed verdeeld is. Elke 2 groepen zijn voorzien van een verwerkings-ruimte en een berging. In die verwerkingsruimte staan computers, die allemaal in een netwerk gekoppeld zijn.

De speelzaal en de gemeenschapsruimte zijn door een paneelwand gescheiden, maar kunnen samengevoegd worden tot één ruimte. Het podi-um doet tevens dienst als handvaardigheidruim-te.

De groepen 1/2 maken gebruik van de speel-plaats van de onderbouw, waar een aantal speel-objecten staat. Hierbij is rekening gehouden met alle veiligheidsvoorschriften. Ook de zandbak heeft een kindveilige uitvoering. De groepen 3 t/m 8 spelen deels op het dak van de onderbouw. De speelplaats van de midden- en bovenbouw is uitgebreid met enkele speelmogelijkheden.

Op beide speelplaatsen is een boombank geplaatst. Daarop is een herdenkingsplaatje over Wiek Holt-man aangebracht. In april 2003 heeft de gemeente een prachtige tuin aangelegd en daarmee het gebouw nog meer ver-fraaid. Er is een buitenberging op de speelplaats van de onderbouw. Een deel van het schuine talud is afge-graven en heeft plaats gemaakt voor een berging, een overkapt deel en een stukje uitbreiding van de speelplaats. De berging is verdeeld in een stuk voor Vorkmeer en een gedeelte voor school. Een trap en een grote glijbaan (geschonken door Coop Phicoop Kessel) maken het mogelijk om ook gebruik te ma-ken van het hooggelegen stukje. Op de speelplaats van de benedenbouw zijn meta-len buizen aangebracht net voor de ramen. Door het gebruik van de karren werden de kozijnen vaak be-schadigd. De nu geplaatste buizen voorkomen dat kinderen met hun karren tegen de houten kozijnen en plaatwerk aanrijden. Het is niet bedoeld als op-stapje voor de ouders om toch nog naar binnen te kunnen kijken. De school ligt pal naast de sportzaal en het zwem-bad en direct in het centrum van Kessel. De fiet-senberging ligt bij de ingang van de bovenbouw en is deels voorzien van een hek. Buiten de omheinde fietsenstalling staat een groot aantal fietsrekken. Toch blijken meer kinderen met de fiets te komen dan dat we parkeerplek hebben.

3.2. Schoolorganisatie De leerlingen worden op basis van hun leeftijd ver-deeld over de verschillende jaargroepen. De groepen 1 t/m 2 vormen de onderbouw; de groepen 3 en 4 de middenbouw en de groepen 5 t/m 8 de bovenbouw. De groepen 1 en 2 zijn hetero-geen samengesteld, d.w.z. dat jongste en oudste kleuters bij elkaar in dezelfde groep zitten.

3.2.1. Aantal groepen

Het aantal groepen hangt uiteraard samen met de grootte van de school. In 1.5 is hierover dan ook al iets gezegd. De teldatum van 1 oktober van ieder kalenderjaar bepaalt het aantal leraren voor het daaropvolgende schooljaar. We noemen dit de for-matie. Met de huidige formatie kunnen we leer-krachten in 13 groepen inzetten. In een teamverga-dering werd bekeken welke mogelijkheden er bin-nen die 13 groepen zijn . Die discussie heeft geleid tot de vaststelling van de huidige 13 groepen, waarbij we drie kleutergroepen gevormd hebben. De onderwijsassistente wordt ingezet om de groe-pen 1-3 extra te ondersteunen. De leerkrachten be-


palen de verdeling van de kinderen over de di-verse groepen. Ze houden met zoveel mogelijk zaken rekening om de groepen zo evenwichtig mogelijk te krijgen.

3.2.2. Combinatiegroep

Al vele jaren kennen we in onze school ook de zgn. combinatiegroepen. Dit jaar is er één com-binatiegroep, de groep 6/7. In deze combina-tiegroep zitten leerlingen uit 2 groepen. Een groot aantal vakken wordt daarbij apart ge-geven aan de kinderen uit groep 6 of 7. Bij andere vakken wordt de groep als één geheel genomen. Voor de kinderen betekent dit dat ze instructie krijgen in een kleine groep, maar ook dat er een behoorlijk beroep wordt gedaan op de zelfstandigheid. Voor de leer-kracht betekent een combinatiegroep dat er heel strak gepland en georganiseerd moet worden. Voor kinderen is een combinatie-klas niet beter of slechter dan een enkele groep. Er bestaan hierover nogal wat voor-oordelen. Het is niet zo - zoals er nog wel eens gedacht wordt - dat het hierbij gaat om kinderen die te goed zijn voor de ene groep en te zwak zijn voor de andere groep. De leer-krachten bekijken welke leerlingen er wel of niet voor een combinatiegroep in aanmerking ko-men. Hierbij wordt met zoveel mogelijk factoren rekening gehouden.

3.3. Passend onderwijs De maatschappij verandert voortdurend. Ook het onderwijs zal dus blijvend in verandering moe-ten zijn. Op dit moment staat adaptief onderwijs erg in de belangstelling. Dit betekent dat het on-derwijs zoveel mogelijk wordt aangepast aan de individuele leerling. (Adaptief onderwijs bete-kent niet dat ons onderwijs onbeperkt adaptief is. Binnen de leerstof van het schooljaar wordt bekeken of de leerling behoefte heeft aan extra werk of extra hulp. Om dit te realiseren, voor enkele vakgebieden, kan er gebruik worden ge-maakt van de leerstof van het voorafgaande / opvolgende schooljaar en verrijkings / verdie-pingsstof). De leerling wordt daarbij uitgedaagd om actief mee te doen. Hij wordt steeds meer actief be-trokken bij het onderwijsleerproces. Dus niet meer armen over elkaar en luisteren maar doen, ontdekken en langs die weg leren. De leerling leert om ook zelf verantwoordelijkheid te nemen

voor zijn eigen onderwijsleerproces. Hij/zij krijgt kijk op zijn/haar eigen kunnen. Hij/zij gaat dan ook steeds meer zelf ontdekken en aangeven wat hij/zij nodig heeft om vooruit te kunnen. De leerkracht zorgt voor duidelijke instructie en de leerling be-paalt of hij/zij weer zelf al aan de slag gaat of dat hij/zij nog meer instructie en/of hulp nodig heeft. Zo maken leerkracht en leerling meer en meer sa-men het onderwijs.

Passend onderwijs vraagt dus dat we anders tegen de leerling aankijken. Passend onderwijs kent drie kernbegrippen: 1. Competentie

Het is belangrijk dat de leerling vertrouwen in zichzelf en in de ander heeft. Vertrouwen en zelfvertrouwen zijn belangrijke uitgangspunten. Kinderen moeten geloof en plezier hebben in hun eigen kunnen.

2. Relatie Daarvoor is nodig dat er goed sfeer in de klas en in de school zijn. Tussen leerling en leer-kracht en tussen de leerlingen onderling. Elk kind moet het gevoel hebben dat de anderen hem waarderen en met hem om willen gaan, waar men zich veilig voelt, waar men elkaar accepteert en waar wordt samengewerkt.

3. Autonomie Met het samenwerken kan een stuk zelfstan-digheid ontwikkeld worden. “Ik kan het zelf” is een belangrijke constatering voor een kind. Het moet weten zelf iets te kunnen ondernemen zonder de hulp van anderen en anderzijds dat het hulp kan en mag vragen wanneer het dat nodig heeft. In de klas worden de leerlingen uitgedaagd om op verkenning te gaan, dingen uit te zoeken en te ontdekken. De instructie verandert hierdoor. Er is meer variatie. Sommi-


ge leerlingen gaan met weinig of geen in-structie aan de slag, anderen krijgen wat meer instructie en weer anderen zullen nog meer ondersteund moeten worden.

Klassenorganisatie: Instructie wordt aan wisselende groepen gege-ven: instructie in de grote groep en/of in een kleine groep. We maken gebruik van het directe instructiemodel: het geven van effectieve in-structie. Dit betekent dat niet iedereen even lang instructie krijgt. Dit model onderscheidt 5 stap-

pen: 1. een korte terugblik op voorgaande stof,

voorkennis wordt opgehaald 2. presentatie: lesdoelen en lesoverzicht

worden benoemd en in kleine stapjes aan-geboden

3. (in)oefening: middels korte en duidelijk opdrachten worden zoveel mogelijk suc-ceservaringen opgedaan. De kinderen oe-fenen tot de stof begrepen is

4. individuele verwerking/zelfstandig werk: hierbij wordt duidelijk gemaakt wat er van de kinderen verwacht wordt

5. terugkoppeling: dit vindt plaats aan het einde van de les. Feedback kan gegeven worden op de resultaten, maar ook op het proces.

Daarnaast zijn de groepen en voorruimtes zoda-nig ingericht dat de materialen makkelijk toe-gankelijk zijn en de loopruimtes naar de kasten verspreid zijn. Elke groep bezit een whiteboard waarop de dag-indeling/zelfstandig werk vermeld staat.

3.4. Doelen 2011- 2012 In het schooljaar 2011-2012 gaan we als team ui-teraard weer specifiek aan de slag met een aantal onderwerpen waarmee we ons onderwijs kunnen verbeteren. Waarmee gaan we aan de slag? Coöperatief leren.

Samenwerken is een belangrijke vaardigheid in onze samenleving. Coöperatief leren gaat ver-der dan samenwerken. De kinderen leren be-halve samenwerken ook “met en van elkaar le-ren”. Daarvoor wordt een aantal didactische structuren aangeleerd. Hierdoor zijn ook meer kinderen tegelijkertijd actief aan het leren. We gaan verworvenheden goed borgen en eventu-eel nieuwe werkvormen aanleren.

Opbrengsgericht werken: De laatste jaren is de nadruk in het onderwijs steeds meer op opbrengstgericht werken komen te liggen. Opbrengstgericht werken is gericht op de resultaten die de school met de leerlingen behaalt. De leerprestaties, met name op het ge-bied van taal en rekenen, de basisvaardigheden die onmisbaar zijn voor het succes in andere vakken op school, zullen een prominentere plaats in gaan nemen in ons onderwijs. We zul-len als opbrengstgerichte school nog duidelij-ker dan voorheen doelen stellen en iedereen zal zich maximaal inspannen om die doelen te rea-liseren. Om de leerlingprestaties beter in beeld te brengen, zullen we 2 keer per jaar de trend-analyse inzetten en a.d.h.v. dit cyclische proces zaken die goed gaan borgen en andere zaken aanpassen indien nodig.

Onderwijs op maat; In het kader van Pas- send Onderwijs, dat in augustus 2012 in moet gaan, gaan we aan de slag met het opstellen van een schoolprofiel. Hierin beschrijven we wat we als “de Merwijck”kunnen handelen en zul-len we ook onze grenzen duidelijk aan moeten geven.

Zorgsysteem We willen een nog betere koppeling tot stand brengen tussen het systeem zoals dat is be-schreven en de praktijk in de klas met de daar-bij behorende vaardigheden van de leerkracht. Voor kinderen die extra zorg nodig hebben maken we gebruik van handelingsgerichte pro-cesdiagnostiek (HGPD). We willen dat dit nog meer gaat leiden tot verbeterd leerkrachtgedrag voor dat kind.

Competentievergroting bij de leerkrachten op het gebied van gedragsproblematieken en ont-


wikkelingsstoornissen. We willen meer de kansen van de kinderen leren zien dan de be-lemmeringen. Leerlingen met een “rugzak-je” krijgen extra begeleiding. De leerkrach-ten en de IB-er van die leerlingen krijgen weer ondersteuning van een externe ambu-lant begeleider..

Op het gebied van rekenen en taal is er voor de onderbouw een registratieformulier waarop activiteiten bij het thematisch wer-ken gekoppeld worden aan de tussendoelen van het voorbereidend rekenen en ontlui-kende geletterdheid.

Techniek: Al enkele jaren hebben we de invoering van

de onderdeel techniek in de basisschool voor ons uitgeschoven. Het leggen van prioritei-ten op andere onderdelen leidde hiertoe. Toch vinden we dat techniek zeker een plaats in het basisonderwijs moet krijgen. In de toekomst zullen meer jeugdigen voor werken in de techniek moeten kiezen. We zullen daarom in de komende jaren zeker plaats moeten maken voor het onderdeel techniek. We hebben daarvoor een werk-groep techniek samengesteld. De opdracht voor deze werkgroep was: in elke jaargroep inventariseren wat er al aan techniek zit bin-nen het huidige aanbod. Dat kan variëren van techniek binnen bouwen en constructie in de onderbouw tot het gebruik van de DSM-Schoollab in de hoogste groepen. We gaan de techniek geven aan de hand van de methode Toptechneut die op dezelfde ma-nier werkt als onze methode voor wereldori-entatie Topondernemers. Verder zal er dit schooljaar in alle bovenbouwgroepen les worden gegeven door externe deskundigen.

Sociaal- emotionele ontwikkeling We hebben voor dit onderdeel van de ont-

wikkeling bij kinderen nog geen methode die stelselmatig en structureel gevolgd wordt. Wel is iedere leerkracht er bij voort-during mee bezig maar de lijn en de toetsing van de opbrengsten en vorderingen ontbre-ken. Ze zullen moeten nagaan hoe we toch kunnen komen tot een goed aanbod met een juiste leerlijn en hoe we de opbrengsten na-derhand in kaart kunnen brengen. Het kan zijn dat we voor een bepaalde methode gaan kiezen alsmede een toetsinstrument zoeken dat ook gekoppeld kan worden aan ons leer-lingvolgsysteem. De digitale citotoets “vise-on” zou hierbij een goede plaats kunnen in-

nemen. Er is een werkgroep ingesteld die met voorstellen komt en die de kwaliteit bewaakt.

Actief burgerschap Onder actief burgerschap verstaan we de be-

reidheid en het vermogen om deel uit te maken van een gemeenschap (klas, school, vereniging, dorp, provincie, Nederland, Europa en de we-reld) en daar ook een actieve bijdrage aan te le-veren. Hierin zit dus duidelijk een willen en kunnen. Op beide aspecten willen we de kin-deren begeleiden. Meedenken, meebeslissen en meedoen zijn belangrijke acties. De eigen klas en de school zijn al een minisamenleving. Op school willen we kinderen betrekken bij de school en het onderwijs. Het kan daarbij gaan om regels en afspraken die er in school en in de klas gehanteerd worden. Ook de taken om ver-antwoordelijkheid te dragen voor het goed laten functioneren van de school horen daarbij. Ou-dere leerlingen kunnen jongere leerlingen hel-pen en begeleiden. Samenwerken, naar elkaar luisteren en voor een eigen mening durven op-komen worden gestimuleerd en aangeleerd. Als we naar acties kijken die daaruit kunnen voort-komen zien we alle zaken rondom het voorko-men van pestgedrag en het aanpakken van pestgedrag. Ook acties voor goede doelen ko-men aan bod. In het GIPS-project ervaren dat er mensen zijn met handicaps en hoe ze daar-mee om moeten gaan. We zullen in de mogelij-ke activiteiten keuzes moeten maken.

VVE; Voor- en vroegschoolse educatie

Om een goede brede school te zijn is het ook noodzakelijk inhoudelijke instemming te reali-seren voor kinderen van 0-5 jaar. VVE-overleg vindt al enkele jaren plaats. Het ministerie van OCW heeft een krachtige impuls gegeven aan het professionaliserings-project VVE (“VVersterk”). Per instelling hebben 2 personeelsleden deelgeno-men aan een scholing van 4 dagen. Van De Mer-wijck hebben 2 personeelsleden deze scholing ge-volgd. Regelmatig vindt er overleg plaats tussen leerkrachten van de onderbouw, de peuterspeelzaal en de kinderdagopvang. Daarnaast vindt er warme overdracht plaats bij zorgleerlingen ( kinderen die in zorgoverleg of ZAT zitten) ; mondeling gesprek tussen leerkracht en leidster Bobo of PSZ waarbij een gespreksverslag gemaakt wordt. We werken aan een goede overdracht van peuter naar kleuter-groep middels een bezoek met het kind in de klas en een overdrachtsformulier.



Verkeersveiligheid De verkeersveiligheid is een punt van voort-

durende aandacht. De school heeft echter maar een zeer beperkte mogelijkheid om daar verbeteringen in aan te brengen. Binnen de Oudervereniging is een ouder als “ver-keersouder” belast met de verkeersveilig-heid. In samenwerking met deze verkeers-ouder en de Oudervereniging zal verkeers-veiligheid op elke vergadering van de Ou-dervereniging, waaraan ook de directeur deelneemt, aan de orde komen. Via de Ve-bo-coördinator van Prisma zal de verkeers-veiligheid bij scholen ook in het gemeente-lijk overleg regelmatig aan de orde komen. Twee leerkrachten op school hebben de taak van verkeerscoördinatoren voor het ver-keersonder-wijs.

Hoogbe-gaafdheid De Merwijck wil graag pas-send onder-wijs bieden aan meer- en hoogbegaafde kinderen. We spreken van meer- en hoogbegaafd-heid als een leerling op school uit-zonderlijke prestaties le-vert of in staat moet worden ge-acht om uitzonderlijke prestaties te leveren. Sinds schooljaar 2008-2009 hebben we een werkgroep die zich bezighoudt met deze groep kinderen. De werkgroep hoogbe-gaafdheid coördineert de procedure signale-ring en diagnostiek. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het Digitaal Handelingsproto-col Hoogbegaafdheid (DHH). Samen met Intern Begeleider, leerkracht en ouders wordt bekeken wat de juiste aanpak is voor een leerling. Dit is meestal een vorm van compacten en verrijken. Een leerling volgt zo een eigen programma, indien mogelijk met andere leerlingen. Het komt ook voor

dat een leerling gaat versnellen( de leerstof van twee groepen in één jaar doet). Voor ondersteuning en vragen over deze kinde-ren kunnen wij terecht bij de kennismanager hoogbegaafdheid van de stichting Prisma. Sinds afgelopen schooljaar heeft de stichting Prisma de Plusbus opgezet. De meer- of hoog-begaafde leerling volgt één ochtend in de week passend onderwijs in een groep met gelijkge-stemden. In 2010-2011 namen 6 leerlingen deel aan de Plusbus op Panningen Zuid. Komend schooljaar starten we met 4 leerlingen vanuit De Merwijck. Aanmelding voor deze Plusbus gaat via de leerkracht.

3.5. Vervangingen Vroeger werkte iede-re leraar 5 dagen in de week. Iedere groep had daardoor een eigen leraar. Dat is niet meer zo. Veel leraren werken kor-ter: van één tot vier dagen per week. Bo-vendien hebben de leraren ook recht op

DV (arbeidsduur-verkorting), ouder-schaps-, opfris- of

senioren

A

verlof Bapo).

worden uitgevoerd.

( Leerkrachten met speciale taken zijn soms buiten hun groep aan het werk. Dit zijn taken die een bijzondere opleiding

vergen en die niet zo maar door iemand anders kunnen Deeltijdwerken is inmiddels een niet meer weg te denken verschijnsel in onze maatschappij, dus ook in het onderwijs. Daarom hebben bijna alle groe-pen twee leerkrachten. We proberen echter zo wei-nig mogelijk leerkrachten voor één groep te plaat-sen.

3.5.1. Vervanging bij ziekte/verlof van leer-krachten

Het vinden van vervangers bij ziekte wordt steeds moeilijker. Het onderstaand protocol is op bestuurs-

niveau vastgesteld. Het wordt in de schoolgids opgenomen zodat alle ouders op de hoogte zijn van de acties die de school onderneemt bij ziekte van de leerkracht en wanneer de kinderen even-tueel naar huis worden gestuurd.

3.5.2. Protocol Vervanging bij ziekte

Inleiding De afgelopen jaren is het vinden van vervanging bij ziekte van leerkrachten in het basisonderwijs een toenemend probleem aan het worden. Ook kennen we het probleem dat onder de beschikba-re vervangers te weinig mensen beschikbaar zijn voor de bovenbouwgroepen. Het hieronder be-schreven beleid is een overzicht van de stappen die genomen worden bij ziekte of verlof van een van de leerkrachten.

Beleid bij ziektevervanging 1. bij een ziektemelding moet men eerst trach-

ten in te schatten hoe lang vervanging nood-zakelijk is.

2. indien de Prisma-vervangers beschikbaar zijn, worden deze als eerste ingezet.

3. Als er geen Prisma-vervanging beschikbaar is, dan moeten we het intern op school gaan oplossen. Mogelijkheden zijn dan: verschuiving:

- als er wel een onderbouwvervanger beschikbaar is, intern wisselen

- indien er een LIO aanwezig is, vrij-geroosterde leerkracht inzetten (niét de LIO) (LIO=leerkracht in oplei-ding)

ruilen: de ADV van leerkrachten uitbe-talen, taakrealisatie of IB-uren inzetten verdelen: de groepen verdelen over an-dere groepen (maximaal voor een dag en al-leen als het redelijkerwijs mogelijk is).

4. Bieden voorgaande mogelijkheden geen aanvaardbare oplossing, dan de betreffende groep thuis laten, volgens de richtlijnen van de hoofdinspectie, met daarbij de volgende afspraken: melden aan de Algemeen Directeur in principe niet de eerste dag alleen in het uiterste geval toe over gaan ouders schriftelijk op de hoogte stellen voor leerlingen die geen opvang hebben,

binnen de school de opvang regelen. wisselende groepen

5. De schoolleider dient in principe niet voor vervanging beschikbaar te zijn in zijn ambu-lante tijd, tenzij er verschuiving van die tijd

mogelijk is en zijn geplande werkzaamheden die verschuiving toestaan.

Toelichting: Ad 4. Deze mogelijkheden kunnen worden benut als dat redelijkerwijs mogelijk is. Of het onder-wijskundig enigszins verantwoord is, hangt af van vele factoren. Dat is ter beoordeling van de schoolleider. De samenstelling van de groep(en) kan aanleiding zijn hier niet voor te kiezen. Ad 5. De eerste ziektedag is veelal pas diezelfde morgen bekend. Dan valt er naar de ouders vaak weinig meer te regelen. De telefoonboom maakt een snelle actie mogelijk. De hoofdin-spectie stelt zich op het standpunt, dat wanneer men een groep naar huis stuurt omdat er geen vervanging is, men moet kunnen aangeven zijn uiterste best te hebben gedaan om een invaller te krijgen of iets anders te regelen voor de groep. Regelmatig zelf als directeur voor een groep vervangen is daarbij geen optie. De uren hoeven op een later moment niet te worden ge-compenseerd. Ad 6. Schoolleiders zullen altijd zelf de afweging moeten maken in hoeverre zij tijdens hun am-bulante tijd invallen voor zieke leerkrachten. Bij plotselinge calamiteiten zullen zij dat vaak wel zelf oplossen. Te veel invallen is een on-gewenste oplossing voor het probleem, omdat het kan leiden tot managementproblemen. Nieuwe ontwikkelingen op dit gebied zijn te volgen op de Prisma-website www.prisma-spo.nl




3.6. Het schoolteam en het onderwijs-ondersteunend personeel

Onze school heeft een directeur en een manage-mentteam dat de directeur in bepaalde taken on-dersteunt en ontlast. De directeur is verantwoor-delijk voor de totale schoolorganisatie. De direc-teur stelt ook het beleid m.b.t. de onderwijskun-dige, personele, financiële, materiële en relatio-nele zaken voor. Verder bestaat het schoolteam uit nog 23 groeps-leerkrachten, enkele fulltimers, maar de meeste leraren werken parttime. Interne Begeleiding (IB): Een leerkracht heeft ook de functie van Interne Begeleider (IB-er). Dit is Monique van Duijl. Deze taak is verder uitgewerkt in hoofdstuk 4.3.1. Gymnastiek: Geert Hovens, gymconsulent, vakleerkracht bij Prisma en gymdocent aan de Pabo , verzorgt de planning van de leerstof van de lessen bewe-gingsonderwijs voor heel Prisma. Ronald van den Berg is binnen het team de net-werker voor het bewegingsonderwijs. Computers: Samen met de directeur heeft Rob Berends de zorg over het ICT-beleid en de computers op school. Alle 78 computers staan in een netwerk en kunnen van internet gebruik maken. Vanaf groep 5 krijgen alle leerlingen een eigen wacht-woord en e-mailadres. Zie ook verder onder punt 9.9. We starten 2011-2012 met 6 digitale schoolborden die geplaatst zijn in de groepen 5 t/m 8. Onderwijsassistente: Voor de onderbouw is Debby Huijs als onder-wijsassistente aangesteld. Haar werk wordt over 4 dagen in de week verdeeld en zij geeft onder-steuning in de groepen 1 t/m 3. Ze biedt de leer-kracht hulp bij allerlei activiteiten, zoals het klaarzetten en organiseren van materialen, toe-zicht houden, behulpzaam zijn bij taakgerichte activiteiten van kinderen, het werken met indivi-duele kinderen, het afnemen van eenvoudige toetsen, het maken van kopieën, enz. Ook wordt ze regelmatig ingezet om bij ziekte van een leer-kracht in de onderbouw in te vallen. Ze werkt dan onder verantwoordelijkheid van een andere leerkracht.

LIO Een LIO-er is een Leraar in Opleiding, ofwel een 4e jaars Pabo-student. In het 3e jaar van hun opleiding krijgen studenten, die het duale traject volgen, meer vrijheid, maar ook meer eigensturing en verant-woordelijkheid. De school waar ze stage lopen, heeft een of meer gecertificeerde coaches, die deze studenten begeleiden. In het 4e jaar van de oplei-ding kunnen deze studenten binnen de opleidings-scholen solliciteren naar een “LIO-werknemersbaan”. De studenten krijgen een be-noeming, zijn volledige collega’s en leren het vak in de praktijk. Daartoe staan ze 3 dagen voor de klas en gaan nog 2 dagen naar de Pabo. De Merwij-ck is binnen Prisma één van de 5 opleidingsscholen die mogen werken met een betaalde LIO-werknemer. In 2011-2012 hebben wij geen betaalde LIO-ers, wél een LIO-er met de stagevariant. Deze zal starten in de tweede helft van het schooljaar. Speciale leerlingbegeleiding Als er leerlingen op school zijn, waarvoor het rijk extra formatie beschikbaar stelt, dan wordt die leer-lingbegeleiding uitgevoerd door externe mensen die zich binnen de stichting Prisma gespecialiseerd hebben. In de praktijk komt het erop neer dat er voor leerlingen met een leerlinggebonden financie-ring (“rugzakje”) extra ondersteuning is gedurende 2 uur 15 min. per week. In 2011-2012 zijn er geen kinderen met een leerlinggebonden financiering. Conciërge: Jan van Haeren heeft de zorg voor de technische,

gebouwelijke en huishoudelijke gang van zaken. Ook mede dankzij hem kan onze groenvoorziening goed bijgehouden worden en worden technische mankementen snel verholpen. Hij wordt regelmatig bijgestaan door 2 vrijwilligers, Hans Kops en Jo Peeten.



Administratief medewerkster De meeste ochtenden is Ria Peeten op school om administratieve werkzaamheden te verrich-ten. Éen ochtend is ze in dienst, de andere och-tenden werkt ze als vrijwilligster. Interieurverzorging: Anny Manders, Lenie Peeters en Lia Naus zijn de drie interieurverzorgsters. Samen beschikken zij over 25 uur op weekbasis om het interieur van de school te verzorgen.

Bedrijfshulpverlening Inmiddels zijn 12 leerkrachten gediplomeerd als bedrijfshulpverlener. Zowel E.H.B.O., reanima-tie als brandpreventie, -bestrijding en ontruiming zitten in hun pakket. In de toekomst zullen mo-gelijk nog meer teamleden op dit gebied ge-schoold worden. Eén leerkracht heeft daarbij de taak van hoofd-BHV-er. Hoofdluisscreeningsteam Er is een groepje moeders dat steeds na een va-kantie alle leerlingen van de school nakijkt op hoofdluis. Zij zijn geïnstrueerd door de GGD. Ook zijn er afspraken gemaakt over privacy. Zij melden gegevens alleen bij de directie. Een en ander is vastgelegd in een contractje. Uitbreiding van dit groepje is nog steeds gewenst.

3.7. Scholing van leraren

Nascholing van de leraren is van essentieel be-lang om veranderingen in het onderwijs gestalte te geven. Ons nascholingsbeleid heeft tot doel:

- het bevorderen en op peil houden van ons onder-wijs en waar mogelijk nog te verbeteren.

- het bevorderen van de beroepsmatige ontplooiing en interesseontwikkeling van onze leraren.

Om te bevorderen dat er planmatig gewerkt wordt, wordt er jaarlijks een nascholingsplan opgesteld. We hebben nascholing op schoolniveau (teamni-veau), deelteamniveau, persoonlijk niveau passend binnen de schoolontwikkeling en nascholing op persoonlijk individueel niveau. Op schoolniveau en deelteamniveau kunnen we ondersteuning aanvra-gen bij externe ondersteuningsdiensten. Video-opnames Binnen het verbeteren van de professionaliteit van het team wordt door interne en externe begeleiders regelmatig gekeken naar de praktijk van alledag. We gaan er ook steeds meer naar toe dat collega’s bij elkaar gaan kijken. We leren immers met el-kaar, maar ook van elkaar. Een handig hulpmiddel bij deze consultaties is een video-opname. De op-names worden met de begeleider, in kleine groep-jes of met het hele team bekeken en besproken. Video-opnames hebben echter ook te maken met privacy. We gebruiken deze opnames alleen maar om intern te bekijken en er ons voordeel mee te doen bij de kwaliteitsverbetering. De opnames worden niet gebruikt bij een presentatie naar bui-ten toe of bij ouderavonden.

Ouders / verzorgers die bezwaar hebben tegen deze manier van video-opnames maken, kunnen dit ken-baar maken bij de directeur, uiterlijk voor 30 sep-tember 2011.

3.8. Begeleiding en inzet van stagiaires van de PABO's

Iedere basisschool is gebaat bij een goede opleiding van toekomstige leraren. Ook wij voelen ons hierin verantwoordelijk en laten ieder jaar een aantal sta-giaires toe. De stagiaires werken een tijd in de on-deren een tijd in de bovenbouw. Ze worden bege-leid door de groepsleerkracht waar de stageperiode op dat moment plaatsvindt. De taak van zo'n stagiaire kan bestaan uit het ob-serveren van kinderen en lessen, lessen voorbe-reiden en het lesgeven, het organiseren van activi-teiten voor de kinderen, het voorbereiden van pro-jecten en thema's, het maken van verslagen, het bijwonen van vergaderingen, het helpen bij activi-

teiten van de leraar en het uitvoeren van speci-fieke opdrachten vanuit onze school of van de PABO. Sinds 2003-2004 zijn we één van de 5 scholen binnen Prisma die als “opleidingsscholen” op-treden. De Pabo’s zijn gestart met een andere manier leren. De nieuwe soort stagiaires leren het vak meer op de werkplek dan op de Pabo. De stagiaires krijgen het niet meer zozeer voorge-dragen, maar van hen wordt verwacht, dat ze zelf actief aan hun ontwikkeling werken. Stagiaires worden begeleid door een mentor (een leerkracht bij wie de stagiaire in de groep is) en een coach. De coach zorgt voor een uitdieping van de eigen leerervaringen en helpt de stagiaire om de juiste hulp- en ontwikkelingsvragen te stellen. Naast stageplaatsen van de Pabo (Venlo en Helmond) komen er ook stagiaires van andere opleidingsscholen. (Gilde, ROC).

3.9. Logopediste Via de gemeentelijke deelname aan GGD-projecten komt een GGD-logopediste (mevr. Annie Kennis) ongeveer 1 dag per 3 / 4 weken op school voor logopedie-screening.

Kinderen uit groep 2 met spraak-, stem-, en/of ge-hoorproblemen worden gescreend. De screening kan tot gevolg hebben: Verwijzing naar logopedie elders. Indien uw

kind daarvoor in aanmerking komt, krijgt u van de logopediste bericht.

Verder noodzakelijk onderzoek op verzoek van leerkrachten en ouders.

Adviezen voor ouders m.b.t. behandeling of oe-fenen.

Annie Kennis is te bereiken via school.

3.10. Contact peuterspeelzaal en kinder-dagopvang.

Zeven jaar geleden heeft onze school contact ge-zocht met de peuterspeelzaal “’t Kevertje” en de kinderdagverblijven “Bobo” en “ ’t Keverhuuske” om een samenwerking tot stand te brengen met als belangrijk doel een vroegtijdige signalering van ontwikkelingsachterstanden. Doordat sinds januari 2003 de peuterspeelzaal “ ’t Kevertje” in ons gebouw is gehuisvest, is prakti-sche samenwerking versneld op gang gekomen. Bijv. met betrekking tot het formeren van de groe-pen 1/2 wordt er bij de leidsters van de Peuter-speelzaal wel eens geïnformeerd naar ervaringen m.b.t. de samenstelling van kinderen in groepen van de Peuterspeelzaal. Binnen de ontwikkeling van de brede school is een intensieve samenwerking noodzakelijk.

3.11. Buitenschoolse opvang Met ingang van 1 augustus 2007 zijn de scholen verplicht om buitenschoolse opvang te realiseren. In Kessel is Stichting Vorkmeer actief op het ge-bied van buitenschoolse opvang. Daarnaast kent Kessel ook geregistreerde gastoudergezinnen. Alle ouders die buitenschoolse opvang willen, kunnen terecht bij Stichting Vorkmeer. Het bestuur van Stichting Prisma heeft voor alle scholen een contract gesloten met Kinderopvang Helden. Een bestuur hoeft maar met één instantie voor kinderopvang een contract te sluiten. Met dit contract is dus voldaan aan de wettelijke verplich-ting. Ouders moeten op hun beurt weer zelf een contract sluiten met een aanbieder. Voor Kessel geldt dat Stichting Vorkmeer al langer actief is bin-nen de brede school op het gebied van kinder-dagopvang, voor- en naschoolse opvang en vakan-tieopvang. Kesselse ouders kunnen dus gewoon doorgaan zoals het was. Vorkmeer verzorgt de op-vang in Kessel. Ouders die nu pas gaan kiezen voor kinderopvang kunnen kiezen uit alle aanbieders, dus ook voor Vorkmeer. Ouders moeten zelf zor-



gen voor aanmelding en afspraken; bij welke aanbieder dan ook. Het toezicht op de uitvoering vindt plaats op ba-sis van de Wet Kinderopvang. De opvangorgani-satie blijft juridisch en financieel verantwoorde-lijk voor de uitvoering. De ouders ook zelf ver-antwoordelijk voor de opvang van hun kinderen. De Wet Kinderopvang heeft enkel tot doel dat scholen de aansluiting tussen onderwijs en op-vang gemakkelijker maken als ouders dit wen-sen. Ouders betalen zelf de kosten. Onder bepaalde voorwaarden kunnen zij een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang krijgen via de Wet Kinderopvang. Voor meer informatie hierover en de mogelijkheden die de buitenschoolse op-vang biedt, verwijzen wij naar Stichting Vork-meer of een andere organisatie voor kinderop-vang waar u een overeenkomst mee afsluit. Stichting Vorkmeer is o.a. gehuisvest in ons schoolgebouw (Brede school).

3.12. De activiteiten voor de kinderen

3.12.1. Kleuterbouw

Sinds een aantal jaren heeft er zich een aantal veranderingen voorgedaan in de groepen 1-2. De veranderingen zitten in de manier van kijken naar de kinderen. Voorheen stond het aanbod van de lesstof meestal centraal en was afgestemd op de groep in het algemeen. De leerkrachten van groep 1-2 geven hun onderwijs weer vanuit een ontwikkelingsgerichte visie waarbij gewerkt wordt met thema’s die zowel door de leerkrach-ten samen als individueel voorbereid worden. Daarnaast leren ze ook hoe het is om in een

groep samen te werken, zich aan afspraken te hou-den en naar elkaar te luisteren. Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo, maar er worden wel degelijk eisen gesteld aan de kinderen. Daarvoor hebben wij begin-, tussen- en einddoelen vastgesteld voor groep 1 en 2. Deze doelen zijn erop gericht, dat een kind aan het eind van groep 2 zich in voldoende mate heeft ontwik-keld om in groep3 te gaan leren lezen, rekenen en schrijven. We bieden kinderen eerst een basisveiligheid; van-uit hier gaan we verder. Bij het kiezen van the-ma’s/projecten willen we het liefst betrokken kin-deren zien. De keuze van een thema moet dus aan een aantal voorwaarden voldoen. We gaan uit van :

concrete leefsituaties en wat zich daarin af-speelt

actuele gebeurtenissen om de kinderen heen

de wijde wereld, die spannend is en nieuwsgierig maakt .

Hoe het kind zich ontwikkelt, hangt af van een aantal basiskenmerken, zoals:

mogen spelen.

zelfvertrouwen, nieuwsgierig zijn, emotioneel vrij zijn.

Wanneer kinderen daaraan voldoen, pro-beren de leerkrachten de ontwikkeling van de kinderen te prikkelen via een pro-ject of thema. Bij de voorbereiding van een thema/project gebruiken we een spe-ciaal daarvoor bestemd planningsover-zicht. Hierin komen alle specifieke on-derdelen aan bod. Kinderen mogen door middel van een planbord zelf een keuze maken welke activiteiten ze willen gaan doen. Daarnaast zijn er verplichte activi-teiten. Op het planbord kunnen ze meteen

zien hoeveel kinderen ergens We proberen het spel in de hoeken goed te observe-ren en te begeleiden. Dit doen we door in gesprek-ken aan bod te laten komen wat nodig is en hoe iets werkt, door in de klas het spel voor te doen of door mee te spelen als leerkracht. Een thema duurt meestal een aantal weken en kan qua onderwerp in iedere groep anders zijn, omdat de belangstelling in de groepen verschilt en aansluit op de belevingswereld in die groep. In ieder thema komt een vijftal activiteiten aan bod, zoals: spelac-tiviteiten, taal- en gespreksactiviteiten, rekenen wiskundeactiviteiten, constructieve en beeldende activiteiten, lees- en schrijfactiviteiten.

Om ontwikkelingsgericht onderwijs in de onder-bouw vorm te geven wordt er uitgegaan van de volgende kenmerken/sleutelbegrippen:

Er wordt gestreefd naar een actieve deelname van leerlingen (betrokken-heid).

Er wordt gewerkt vanuit voor de leerlin-gen zinvolle, levensechte en met elkaar samenhangende activiteiten (betekenis). Onderwijs is doelgericht (persoonlijke ontwikkeling, specifieke kennis en vaar-digheden). Als leerlingen betrokken zijn en activiteiten betekenis hebben, ver-groot je de kans om deze doelen te halen (bedoelingen).

Er moet sprake zijn van balans tussen betrokkenheid en betekenis enerzijds en bedoelingen van de leerkracht ander-zijds.

De leerkracht houdt de balans in even-wicht door het bemiddelen (selecteren) van activiteiten die betekenis voor leer-

lingen hebben en de onderwijsdoelstel-lingen die de leerkracht (school, maat-schappij) belangrijk vindt (bemiddelen-de rol van de leerkracht).

Leerkrachten dagen leerlingen uit in hun eigen zone van naaste ontwikkeling te werken. Kwalitatief goede activiteiten zijn activiteiten die voor deze leerlingen iets toevoegen aan hun ontwikkeling ontwikkelingsgericht onderwijs.

Tijdens deze activiteiten observeren en noteren de leerkrachten de ontwikkeling van ieder kind. Ook wordt er regelmatig aan de hand van obser-vatielijsten en toetsen uit het CITO-leerlingvolgsysteem (taal voor kleuters, ruimte

en tijd en ordenen) gekeken of er geen achterstan-den optreden t.o.v. vastgestelde doelen. De gege-vens worden geregistreerd in het ontwikkelings-overzicht. Op deze manier vormen we ons een to-taalbeeld van het kind. Aan kinderen die, op welk gebied dan ook, dreigen uit te vallen, wordt extra hulp geboden. Dit kan individueel of in kleine groepjes. Doordat er zoveel mogelijk aangesloten wordt bij datgene wat een kind vraagt, kan het zijn dat sommige kleuters al in groep 1-2 met het lees- of schrijfproces bezig zijn. Een veel voorkomend misverstand bij ouders is dat daardoor gedacht wordt dat een kleuter dan ook toe is aan groep 3. Dit is echter afhankelijk van de totale ontwikkeling op alle gebieden.

3.12.2. Groep 3 tot en met 8.

In groep 3 wordt het aanvankelijk lezen, schrijven, taal en rekenen methodisch aangeleerd. Er wordt veel aandacht besteed aan het zich goed uiten, het leren luisteren naar anderen en het goed formuleren van antwoorden. Ze leren gesprekken te

voeren. De woordenschat wordt uitgebreid en via regels wordt de spelling van de Ne-derlandse taal aangeleerd. Bij het leesonderwijs proberen we de kinde-ren - naar behoefte - aanwijzingen, hulp of steun te geven, zodat ieder kind op eigen manier en in eigen tempo een voor zichzelf optimale leesvaardigheid kan realiseren. De techniek van het lezen wordt in eigen tempo geleerd. Bovendien leren de kinderen een verhaal te begrijpen en samen te vatten en leren hoofd- en bijzaken uit een leestekst te halen. Bij het aanvankelijk rekenen gaat het in groep 3 voornamelijk om het ordenen van getallen, eenvoudig optellen en aftrekken,

vergelijken van hoeveelheden en meten. Bij het re-kenen wordt naast het leren cijferen een beroep ge-daan op het rekeninzicht. Daarnaast leren we de kinderen vanaf groep 3, via een methode, een duidelijk leesbaar handschrift te ontwikkelen. In de volgende leerjaren worden deze zaken verder ontwikkeld. Het schrijven moet zich ontwikkelen tot een vlot, maar duidelijk hand-schrift. In groep 7 en 8 wordt de kinderen de eerste begin-selen van de Engelse taal bijgebracht.

3.12.3. Wereldoriënterende vakken.

In de groepen 1 en 2 worden onderwerpen geno-men die actueel zijn. Deze onderwerpen worden verwerkt binnen een thema.


De groepen 3 t/m 8 gaan werken met de nieuwe methode van wereldoriëntatie: “Toponderne-mers”. In deze methode wordt gewerkt met the-ma’s. Binnen een thema zijn verschillende kaar-ten waar opdrachten op staan. Deze opdrachten worden individueel, in duo’s of in groepjes uit-gevoerd. De kinderen kunnen deze opdrachten maken m.b.v. boeken, internet of boeken uit de biblio-theek.

3.12.4. Expressie-activiteiten en lichamelijke oefening.

Alle groepen krijgen les in bewegingsonderwijs. De groepen 1-2 in het speellokaal. Er wordt hier gebruik gemaakt van o.a. de methode “Bewegen in het schoollokaal”. Vanaf groep 3 wordt er twee keer per de week in de sportzaal gegymd. Gedurende het schooljaar 2008-2009 is er op al-le scholen binnen Prisma de nieuwe methode “Planmatig Bewegingsonderwijs” ingevoerd. Vanaf 2009 – 2010 is deze methode in zijn ge-heel ingevoerd.

In de lessen beeldende vorming maken de kinde-ren kennis met technieken en mogelijkheden om zich in beelden uit te drukken. De leerlingen krijgen daarnaast ook de mogelijkheid geboden zich zowel schriftelijk als mondeling creatief te uiten. Kringgesprekken, boekbesprekingen en spreekbeurten zijn hierbij belangrijke onderde-len. Er is een muziekmethode en tekenen / hand-vaardigheid voor de groepen 1 t/m 8 .

3.12.5. Verkeer

OP WEG NAAR PRAKTIJKGERICHTE VERKEERSEDUCATIE

KINDEREN IN HET VERKEER

Basisschoolleerlingen zijn kwetsbare verkeersdeelnemers. Als ze al kennis hebben van verkeersregels passen ze die kennis nog onvoldoende toe. Ze missen vaak verkeersinzicht en kunnen onvoldoende anticiperen op gevaarlijke situaties; door hun geringe lengte vallen ze vaak niet op in het verkeer en hebben ze zelf slecht zicht; hun gedrag is vaak onvoorspelbaar, zeker wanneer zij spelen. Veel ouders zijn om deze redenen bang om hun kinderen buiten te laten spelen of om ze zelfstandig naar school te laten gaan. Kinderen krijgen daardoor onvoldoende verkeerservaring.

Basisschoolleerlingen staan echter nog open voor het aanleren en ontwikkelen van verkeersveilig gedrag. Het is dan ook belangrijk dat juist bij kinderen de kennis over verkeer wordt bevorderd en dat hun praktische vaardigheden in het verkeer worden verbeterd.

Om de gevolgen van de verkeersonveiligheid in Nederland het hoofd te bieden, heeft de minister van Verkeer en Waterstaat enkele jaren geleden een meerjarenplan voor de verkeersveiligheid opgesteld. Eén van de zogenoemde "speerpunten" uit dit plan richt zich op de kinderen en jongeren. Dit is mede het gevolg van het feit dat niet alleen de kennis met betrekking tot de verkeersregels en -borden en de daarbij behorende vaardigheden een rol spelen in verkeerseducatie. Er dient in dit kader veel meer aandacht geschonken te worden aan het gedrag van de verkeersdeelnemer. Anders gezegd : hoe gedraagt de verkeersdeelnemer zich als individu, hoe reageert hij op het gedrag van anderen en hoe gaat hij met het fenomeen verkeer en vervoer in maatschappelijk opzicht om. Kinderen en jongeren zijn risicogroepen. In deze leeftijdsklassen vallen de meeste slachtoffers. Dit wordt ondermeer veroorzaakt door het gebrek aan bovengenoemde vaardigheden. Dagelijks begeven zich alleen al in Limburg tienduizenden jongeren op weg naar school; per fiets, te voet, per brommer of met het openbaar vervoer. Helaas niet zonder gevaar. Dagelijks staan in de krant berichten over ongevallen met jongeren te lezen. Riskant verkeersgedrag in combinatie met een gebrek aan kennis en ervaring is de belangrijkste oorzaak van deze ongevallen. Daaraan moet iets gebeuren, dat is duidelijk. Negentig procent van alle omgevallen is te wijten aan foutief gedrag of een verkeerde houding in het



verkeer. Het gaat hierbij dus om gedrags- en beoordelingsfouten. Vandaar dat verkeerseducatie zo’n belangrijk instrument is om door gedragsbeïnvloeding het aantal jeugdige verkeersslachtoffers terug te dringen. Verkeerslessen en praktische oefening van vaar-digheden voor verkeersdeelname moeten de zelfredzaamheid van kinderen in hun directie schoolomgeving bevorderen. VEBO aanpak (Verkeerseducatie in het Ba-sisOnderwijs) Verkeersveiligheid is te belangrijk om links te laten liggen. Onze school participeert daarom in een ver-keerseducatief scholennetwerk van het ROVL ( Regionaal Overlegorgaan Verkeersveiligheid Limburg – een onderdeel van het provinciebe-stuur) Het hieruit voortgekomen gemeentelijk netwerk stimu-leert projecten die scholen een impuls geven om meer aan-dacht te besteden aan ver-keersveiligheid. Het VEBO programma streeft naar het oplossen van ver-keersveiligheidsknelpunten door een resultaatgerichte sa-menwerking tussen organisa-ties die te maken hebben met verkeersveiligheid en ver-keerseducatie. Essentieel in de VEBO aanpak is samenwerking in verkeersnetwerken die op lokaal niveau sys-tematisch kunnen opereren en waarin vertegen-woordigd zijn: basisscholen (verkeerscoördina-tor en verkeersouder), gemeente, Veilig Verkeer Nederland (VVN), ROVL, politie. Gemiddeld komen deze netwerken 3x per jaar samen om ontwikkelingen uit te wisselen en af-spraken rond nieuwe activiteiten te maken. Activiteiten vanuit het VEBO-netwerk Tijdens netwerkbijeenkomsten worden door de participanten in het VEBO-netwerk in het kader van het VEBO-convenant activiteiten op elkaar afgestemd: o opname van verkeerseducatie in het school-

beleidsplan.

o begeleiding en ondersteuning van schoolteams en individuele leerkrachten bij de keuze van materialen en methodieken.

o gestalte geven aan een (fysiek) verkeersveilige schoolomgeving.

o zorgen voor een veilige school-thuisroute voor de leerlingen.

o nascholing en informatie aan leerkrachten, VCO’ers en verkeersouders m.b.t. nieuwe ont-wikkelingen op verkeerseducatief gebied.

o mede opstellen van activiteitenplannen (per school en/of per gemeente) in samenwerking met andere instanties die actief zijn op het ter-rein van verkeerseducatie (o.a. via lokale net-werken).

Voor het basisonderwijs geldt dat activiteiten of campagnes moeten aansluiten op het routinematige werken in de klas. Dit betekent dat:

o er moet worden aangesloten op de ge-bruikte methode

o duidelijk wordt aangeven waarom ver-keerseducatie nodig is: maatschappelij-ke relevantie.

o er faciliteiten voor scholen gewenst zijn: materiële voorzieningen, bv.: ver-

krijgen van hulpmiddelen voor om-gevingsgericht verkeersonderwijs

activiteiten door het lokale netwerk

een aantal

uder en een verkeerscoördi-

net-

iervoor

an

spelen ook zaken als vandalisme e.d.

1-2012 weer voor alle groepen aange-

en financiële ondersteuning immateriële voorzieningen: bege-

leiding en ondersteuning van zowel binnenschoolse als buitenschoolse

In het onderstaande overzicht isactiviteiten op dit gebied opgesomd. Er is een verkeerso

nator (leerkracht) Deelname aan de gemeentelijke verkeers

werkbijeenkomsten door de verkeersouder Samenwerking met wijk- of buurtraad waarbij

de verschillende verkeersproblemen in de wijk in kaart worden gebracht. Komen tot één ver-keersveiligheidsplan buurt-school. Zie honze inzet rondom bouwplan Merwijck

Deelname verkeerscampagnes; zie begin vschooljaar “de scholen zijn weer begonnen”

Overleg met "adoptie-agent" of wijkagent over het thema "Veilige school". Naast verkeersas-pecten een rol

Tweejarige ANWB-project “Streetwise” is voor 201


vraagd. Deelname aan het project “Doe effe

te naar hun toekomstige

ge

jkse vergaderinge

de gemeente over eventu-

tot het label “verkeersveilige school”

ramma. Wij doen dit op de olgende manieren:

(de Goede eek), Hemelvaart en Pinksteren.

dmiag. De viering vindt plaats in de kerk.

goed oel. Dit zal niet ieder jaar het geval zijn.

ormsel krijgen een (gedeeltelijk) aangepast pro-

t deze gedragen moeten

zinsvieringen neemt

die hieraan willen meewerken. - Het kinderkoortje verzorgt de liedjes in de ge-

n duat-

door niet over-lijven op school moeten ouders dat ook tijdig ken-

overblijfouders.

eemt t.a.v. leren, de kwaliteit van werken, de verzorging, de concentratie, doorzettingsvermo-gen e.d.

nor- gramma. maal” van de politie.

Analyse door leerlingen van groep 8 van de schoolhuisrouschool V.O.

Deelname groep 7 en 8 aan het tweejariproject “It’s no game” (dodehoekspiegel)

Besprekingen verkeersveiligheid rondom de school op de maandeli n

worden door de parochiegemeenschap. De volgen-de afspraken zijn gemaakt: - De parochiële werkgroep ge

van de oudervereniging Besprekingen met

ele aanpassingen Schrijven van een activiteitenplan verkeer Komen

3.12.6. Godsdienstige vorming

Onze school is gebaseerd op een christelijke grondslag. Godsdienstige vorming is een onder-deel van ons lesprogv Godsdienstlessen In alle groepen worden de godsdienstlessen ge-geven m.b.v. de methode ‘reis van je leven.’ Dit is een levensbeschouwelijke methode voor ka-tholiek primair onderwijs. Er worden per jaar minimaal 8 thema’s behandeld. Daarnaast komt in het godsdienstonderwijs een aantal kerkelijke feesten aan bod, zoals Sint Maarten, Sint Nico-laas, Kerstmis, Carnaval, Pasen W Wereldmissiedag Het thema ‘hebben en houden’ uit de methode wordt ieder jaar behandeld rond werel ssie-d Kerstmis Afhankelijk van het kerstthema wordt bekeken of er een actie wordt gehouden voor eend Eerste Communie / Vormsel De ouders en kinderen maken samen de keuze of ze meedoen met de Eerste Communie of het Vormsel. Een gedeelte van de voorbereiding ge-beurt op school. De godsdienstlessen worden af-gestemd op deze vieringen. Meneer Pastoor geeft ook een aantal lessen. De kinderen die niet deelnemen aan de Eerste Communie of het

V

Gezinsvieringen De relatie school-parochie is opnieuw bekeken. Het belang van gezinsvieringen wordt ingezien, maar wij zijn ook van mening da

kennis van de godsdienstige thema’s die dat schooljaar aan bod komen.

- De parochiële werkgroep probeert de gezinsvie-ringen rond deze thema’s vorm te geven.

- Leden van de werkgroep komen in school vra-gen of een aantal kinderen actief wil deelnemenaan de gezinsviering. Helaas zijn het vaak de-zelfde kinderen

zinsvieringen.

3.12.7. Activiteiten onder en na schooltijd voor kinderen

Mogelijke activiteiten die onder schooltijd worden georganiseerd zijn: St. Nicolaas-, Kerst- en carna-valsviering, poëziewedstrijd, spelen schoolverla-tersactiviteiten, eindejaarsuitstapjes, eelon/triatlon sportdag, kerkelijke vieringen , ver-keersexamen voor groep 7, excursies e.d. Voor sommige activiteiten kunnen afwijkende schooltijden gelden. Dit wordt tijdig aan de ouders meegedeeld. Vormt die tijd voor ouders een pro-bleem, dan kunnen kinderen vanaf 8.30 uur en tot 15.30 uur op school opgevangen worden. Ouders dienen daarvoor contact op te nemen met de groepsleerkracht. Als kinderen daarbbaar maken aan de

3.13. Huiswerk Dit is een activiteit die na schooltijd plaatsvindt. Als school vinden we het heel belangrijk dat ouders betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind(eren). Eén van de mogelijkheden om dat te bewerkstellingen is het geven van huiswerk. Het huiswerk maken is dan niet alleen een activiteit voor en door de kinderen, maar op deze wijze blij-ven de ouders op de hoogte van die zaken die in de klas aan de orde komen. Men heeft zicht op de ontwikkeling van de kinderen, de houding die het kind aann


Leren-op-school is niet geïsoleerd van leren thuis. Het heeft een relatie, het versterkt elkaar. Helaas heeft “huiswerk” nog vaak een negatief beeld.

In de enquête onder de ouders in 2001 gaven nogal wat ouders aan het belangrijk te vinden dat er meer duidelijkheid komt over het huis-werkbeleid binnen De Merwijck. Aan de hand van stellingen is er door het team en de oudergeledingen gekeken naar wat we nou belangrijk vinden binnen het huiswerkbeleid. Daaruit kwamen de volgende uitgangspunten sterk naar voren: Huiswerk bevordert de zelfstandigheid / ver-

antwoordelijkheid van kinderen.

Elk kind heeft een andere leerbehoefte; daarom dient huiswerk – indien mogelijk – gedifferentieerd te worden aangeboden. Huiswerk moet diverse vormen van beleving

uitlokken: oefenen is in de regel best wel saai, maar het vormgeven van een werkstuk kan de creativiteit of interesse bijzonder aan-spreken. Huiswerk mag niet leiden tot weerzin tegen

leren.

In alle groepen is sprake van huiswerk, alleen toegespitst op het niveau van het kind. Denk maar aan het mee helpen vormgeven van de steeds wisselende themahoeken in de onder-bouw. Thuis worden spullen gezocht en meege-

bracht naar school. Van verzamelen, verhalen ver-tellen, meebrengen wordt steeds meer naar doelge-richt leren toegewerkt. Zo wordt er gezocht naar een combinatie van leerinhouden van zowel thuis als op school. De zelfstandigheid van de kinderen neemt toe, de leerbehoefte verandert, de voorberei-ding op het Voortgezet Onderwijs dient vorm te krijgen. Door het maken van huiswerk leert het kind dat als de schooldag voorbij is, het leermoment nog niet voorbij is. Oefeningen kunnen thuis voorbereid worden, afgemaakt worden, oefeningen kunnen herhaald worden. Een aantal voorbeelden: Het automatiseren/memoriseren van bijvoor-

beeld splitsingen bij de tafeltjes. Het is bijna onmogelijk om dit geheel binnen schooltijd te realiseren. Op speelse wijze kan dit in het gezin regelmatig geoefend worden. Het schrijven van verhaaltjes: de kinderen vin-

den het vaak moeilijk om direct een idee te hebben als de leerkracht de opdracht geeft. Als je de gelegenheid geeft om thuis rustig op een idee te komen, de kladversie te maken (al dan niet op spelling gecontroleerd door de ouders), komt dat de kwaliteit van het verhaal ten goede.

de.

Indien de spellingopdrachten thuis gemaakt worden, blijft er genoeg tijd over om op school te oefenen. Dit heeft een positieve invloed op de resultaten van de dictees en dat is weer posi-tief voor het gevoel van eigenwaar Ook het voorbereiden van een spreekbeurt, een

boekbespreking of het maken van een werkstuk zijn voorbeelden van huiswerk.

Een ander aspect bij huiswerk maken is het plan-nen op korte en lange termijn èn het stellen van prioriteiten. Zo kan er huiswerk gegeven worden dat direct de volgende dag klaar is. Ook is er

huiswerk waar je een paar dagen tijd voor hebt én huiswerk waar je een aantal weken aan mag wer-ken. Omdat niet elk kind dezelfde leerbehoefte heeft, kan er differentiatie toegepast worden in het geven van huiswerk. Ook moet de opdracht van het huiswerk en de in-houd passen bij de belevingswereld en de leerstof van de eigen groep.

Naarmate de zelfstandigheid van de kinderen toe-neemt, verandert de vorm van de correctie van het huiswerk. De kinderen dienen zodanig kritisch te zijn op hun werk dat ze zichzelf kunnen beoorde-len. Naast het leerproduct is het leerproces belang-

rijk. Kinderen moeten zich steeds meer zelf ver-antwoordelijk voelen voor hun ontwikkeling. Het huiswerk kan volledig door de leerkracht nagekeken worden, steekproefsgewijs of er vindt zelfcontrole door de leerling plaats.

Tijd te besteden aan huiswerk. Teamleden en ouders uit de geledingen hebben aangegeven hoeveel minuten per week in de di-verse groepen aan huiswerk besteed zou kunnen worden. Die gegevens lagen redelijk dicht bij elkaar. Er is een gemiddelde genomen en die tijd wordt voortaan als leidraad genomen. In onderstaand schema is aangegeven hoeveel minuten per week er in een groep aan huiswerk gewerkt zou moeten worden. Uiteraard is er een marge en er zullen ook individuele verschillen zijn. De bovengrens biedt nog voldoende ruimte voor kinderen en ouders om tijdelijk op eigen verzoek, of verzoek van de leerkracht, iets extra tijd te besteden. Daarbij moet voorkomen wor-den dat kinderen die op school ook al op hun te-nen lopen, thuis veel meer tijd moeten besteden aan huiswerk dan degenen die het leren wat be-ter afgaat. Groep 1 : 0 – 15 minuten per week. Groep 2 : 0 – 15 minuten per week. Groep 3 : 15 – 30 minuten per week. Groep 4 : 15 – 30 minuten per week. Groep 5 : 30 – 45 minuten per week. Groep 6 : 45 – 60 minuten per week. Groep 7 : 60 – 75 minuten per week. Groep 8 : 75 – 90 minuten per week.

3.14. Internetpagina De school beschikt over een eigen website (www.merwijck.nl). Met onze website willen we informatie verstrekken aan iedereen die daar op internet naar op zoek is. We willen die informa-tie zo breed mogelijk maken. Iemand die regel-matig over “het web surft” ziet dat foto’s meest-al een essentiële bijdrage leveren aan de kwali-teit en de duidelijkheid van een website. Op onze website willen we ook een onderdeel plaatsen waarin schoolactiviteiten worden ver-meld en waarbij foto’s getoond worden. Steeds vaker worden er foto’s gemaakt met een digitale camera. Het toevoegen van foto’s is dan een lo-gisch vervolg. Foto’s kunnen ook gebruikt wor-den om projecten en activiteiten te verduidelij-ken. We realiseren ons echter ook dat er risico’s kunnen zitten aan het plaatsen van foto’s op in-ternet. We kunnen u ook toezeggen dat we zeer

zorgvuldig zullen zijn in het uitzoeken van foto’s. We willen zo’n webpagina regelmatig vernieuwen en dan is het onmogelijk om steeds alle leerlingen en ouders opnieuw om toestemming te vragen. Daarom kiezen we voor de volgende oplossing: - Ouders die principieel bezwaar hebben dat

foto’s van hun zoon/dochter op de website geplaatst worden, geven dat schriftelijk door aan de directeur vóór 30 september 2011.

- Deze lijst wordt eerst geraadpleegd als er foto’s uitgezocht worden voor de website.

- De makers van de website kiezen zeer zorgvul-dig de foto’s uit.

- We zetten geen achternamen bij de foto’s - Mocht een ouder toch een foto op de website

tegenkomen, waarmee u zich niet kunt vereni-gen, dan kunt u direct contact opnemen met de directeur of met de ICT-er Rob Berends, en we zullen ervoor zorgen dat de betreffende foto di-rect verwijderd wordt.

De internetpagina van Prisma: www.prisma-spo.nl De internetpagina van het SamenWerkingsVerband Weer Samen Naar School: www.peelkwartier.nl

3.15. Cultuureducatie Om de scholen te ondersteunen bij het implemente-ren van cultuureducatie in het primair onderwijs hebben drie stichtingsbesturen in de regio Noord-Limburg de handen in elkaar geslagen en Cultuur-PAD opgericht. CultuurPAD is een samenwer-kingsverband van Prisma, Akkoord! En Dynamiek. Voor meer informatie over CultuurPAD en de acti-viteitenprogramma’s op het terrein van cultuuredu-catie verwijzen we naar www.cultuurpad.nl Op stichtingsniveau worden alle activiteitenplannen gecoördineerd en in een passende vorm gegoten. CultuurPAD treedt op als intermediair tussen vraag en aanbod en als een soort filter/doorgeefluik voor de school. De school bepaalt eerst de vraag en daarna wordt door of met CultuurPAD het daarbij passende aanbod gezocht. Binnen CultuurPAD vindt afstemming van activiteiten, gezamenlijke in-koop, verkennen van het culturele veld, maken van een culturele kaart, verzamelen van informatie en signaleren van hiaten tussen vraag en aanbod plaats.

Randvoorwaarden en wensen team van De Merwijck Meedenken over inhoud / invulling activiteiten

plan Mix van activiteiten binnen en buiten school Mix van kennismaking, confrontatie en beleving


http://www.merwijck.nl/


http://www.peelkwartier.nl/

http://www.cultuurpad.nl/

Ondersteuning/begeleiding hierbij + aanreiken van ideeën. willen ondersteuning en hulp bij antwoord op vraag. Ervaren dat aanbod niet al-tijd aansluit bij wensen van de school. Hier is tijd en capaciteit voor nodig, die zit binnen Cul-tuurPAD. Visie op cultuureducatie binnen De Merwijck Wat is de plaats en functie van cultuureducatie in het onderwijsprogramma van De Merwijck? De Merwijck ziet cultuureducatie als meer dan alleen de kunsten. We hanteren een brede opvat-ting van het begrip: alle activiteiten op het ter-rein van de kunsten, erfgoed, omgeving en na-tuur. Het cultuureducatieve programma van de Merwijck is passend bij de school en haar om-geving en past binnen de belevingswereld van kinderen. Door middel van cultuureducatie maken de leer-lingen kennis met diverse vormen van kunst en cultuur. Dit kan op school plaatsvinden maar ook buiten de school, in bijvoorbeeld een thea-ter, museum of erfgoedlocatie. We gaan cultuureducatie verankeren door ver-bindingen met het lesprogramma te zoeken, bij-voorbeeld een schrijver uitnodigen in de kinder-boekenweek, door activiteiten te koppelen aan thema’s per groep of bouw, etc. Betrokkenheid van de leerlingen (voor- en ach-teraf) speelt hierin een belangrijke rol. Per schooljaar maken we een grove indicatie van onderwerpen en thema’s die aan de orde komen. Eventueel ook maatschappelijke en actuele the-ma’s. Daarnaast wordt in het programma ruimte gelaten voor buitenkansjes. Een koppeling van de behoefte van de school, samenhang met ande-re leergebieden en het aanbod. Cultuureducatie is dan een, binnen het team, af-gewogen mix van binnen- en buitenschoolse ac-tiviteiten. Van interactie met de buitenwereld en daadwerkelijke ‘ confrontaties’ met kunst en cultuur tot actieve kunsten cultuurbeleving in de klas. Voor de periode 2008-2012 wordt er een nieuwe cyclus opgezet. De Merwijck zal daaraan een fi-nanciële bijdrage leveren. We hopen dat we de komende 4 jaar alle groepen weer kennis kunnen laten maken met beeldende kunst, theater, dans en muziek. Aan het begin van de vakantie is het programma van 2011-2012 nog niet bekend. De

disciplines dans, muziek, drama en beeldende vor-ming liggen voor elke jaargroep vast. Dit betekent dat ieder kind bij het doorlopen van de basisschool in 8 jaar, twee maal op verschillende manieren met elke discipline heeft kennis gemaakt. Prisma presenteert de PADXPRESS! In schooljaar 2011-2012 starten alle basisscholen van stichting Prisma met de PADXPRESS; een breed aanbod van naschoolse activiteiten. Met de PADXPRESS bieden we alle kinderen een unieke mogelijkheid om tegen een aantrekkelijk ta-rief workshops, lessen en/of activiteiten te volgen op het terrein van sport en spel, theater, dans, mu-ziek, media, techniek, kunst, natuur, erfgoed en li-teratuur. Waarom? Naschoolse activiteiten bieden veel mogelijkheden voor kinderen. Met het realiseren van een breed aanbod naschoolse activiteiten: bieden we kinderen optimale ontwikkelingskansen binnen de acht intelligenties bieden we kinderen de mogelijkheid om in hun vrije tijd zich verder te ontwikkelen of te ontdekken wat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn slaan we een brug tussen het kind en zijn of haar omgeving; in die omgeving fungeert de school als vindplaats voor talent en wegwijzer voor verdere ontwikkeling. leggen we een verbinding tussen school en de om-geving versterken we de leefbaarheid in de kernen zetten we een eerste stap in de ontwikkeling van In-tegrale Kindcentra (IKC) PADXPRESS is een onderdeel van stichting Cul-tuurPAD die werkt in opdracht van stichting Pris-ma. Meer informatie? Kijk dan eens op www.padxpress.nl


http://www.padxpress.nl/

4. De zorg voor onze kinderen

4.1. De zorg voor het jonge kind Onze school streeft naar zo klein mogelijke groepen in een omgeving die geheel op het jon-ge kind is afgestemd. In hoofdstuk 3.11.1. is daarover ook al geschreven. De kinderen ont-wikkelen zich in het spel, al handelend en ont-dekkend. Zo groeien ze in hun concrete spel van kleuters die uitgaan van hun eigen wereld en ge-voelens naar kinderen die steeds meer sociaal handelen. Al handelend maken ze zich begrip-pen eigen, al voordat ze daar abstract mee om kunnen gaan. Regelmatig is er overleg tussen de leerkrachten onderling over aanpak van zaken en gesignaleerde problemen. Als extra ondersteuning voor kinderen en leerkrachten is er een onderwijsassistente op school. Leerkrachten volgen nascholing om de kwaliteit van het onderwijs aan het jonge kind op peil te houden.

4.2. Het volgen van de ontwikkeling van kinderen in onze school

Het dagelijks werk van de kinderen wordt door de groepsleerkrachten bekeken en beoordeeld en indien nodig besproken met de interne begelei-der. De middelen die worden gebruikt om de vorderingen van de leerlingen te verzamelen zijn: - Observaties in het logboek en kinderdag-

boek in de groep 1/2 (systeem HOREB = Handelingsgericht Observeren, Registreren, Evalueren van Basisontwikkeling.

- Methode gebonden toetsen. - Methode onafhankelijke toetsen:

o Citotoets “rekenen voor kleuters” in groep 1-2

o Citotoets “taal voor kleuters” in groep 2 o Citotoets “technisch lezen” groep 3-7 o Citotoets “leestempo” groep 8 o Herfstsignalering op het gebied van de

leesvorderingen in groep 3 o Dyslexieprotocol voor leerlingen die

uitgevallen zijn bij de herfstsignalering o AVI-DMT leestoetsen, voor kinderen

die een III, IV of V score halen op de toets technisch lezen

o Tempotoets Rekenen in groep 3 t/m 8

o Citotoets “rekenen en wiskunde” in groep 3 t/m 8

o Citotoets “begrijpend lezen” groep 4-8 o Citotoets “spelling” groep 3-8 o Citotoets “spelling werkwoorden”groep 7-8 o Citotoets “woordenschat”groep 3-7 o Citotoets “Viseon” over de sociaal-

emotionele ontwikkeling groep 3 – 8 o Entreetoets groep 7 o Cito eindtoets groep 8

Het onderwijs wordt zoveel mogelijk aangepast aan de individuele leerling. Kernbegrippen hiervan zijn: gerichtheid op de ontwikkeling van het beste ver-mogen/kunnen van ieder kind, individualiteit, zelf-standigheid en relatie. Adaptief onderwijs vraagt dus dat we anders tegen de leerling aankijken. Kin-deren worden niet meer met elkaar vergeleken. Ie-ders eigen ontwikkeling wordt gevolgd. Op ons huidige rapport komen geen cijfers voor. De leer-lijnen en de behaalde toetsresultaten geven zicht op het bereikte niveau. Bij het rapport is een uitvoerige toelichting opgenomen. De kinderen van groep 3 t/m 8 krijgen drie maal per jaar een rapport mee naar huis. N.a.v. het rapport worden ouders uitge-nodigd om de ontwikkeling en de leerlijnen met de groepsleerkracht te bespreken in een oudergesprek. De ouders worden minimaal twee keer per jaar hiervoor uitgenodigd. Ook de ouders van groep 1 en 2 worden voor een gesprek uitgenodigd. Voor de kleuters wordt nog geen rapport, maar een verslag opgesteld. Indien daartoe aanleiding is, worden ouders tus-sentijds uitgenodigd voor een gesprek. Voordat het rapport mee gaat naar huis, krijgen de kinderen van groep 3-8 hun schriften mee naar huis. Aan de hand daarvan kunnen ouders zich ook



een beeld vormen van het werk en het resultaat van hun kind. Het zou prettig zijn als ouders, eventueel samen met het kind, eigen opmerkin-gen erbij plaatsen. Het is belangrijk dat de schriften de eerst volgende schooldag ’s mor-gens weer op school zijn.

Van iedere leerling wordt een dossier bijgehou-den. Hierin worden gegevens opgenomen die be-langrijk zijn voor een volgende leerkracht en om een overzicht te krijgen over de vorderingen van de leerling gedurende de gehele basisschool.

Enkele keren per jaar worden de groepsresulta-ten met de intern begeleider doorgesproken tij-dens de leerling bespreking. Er wordt dan vooral aandacht besteed aan kinde-ren die extra zorg nodig hebben en daarom meer aandacht, begeleiding, dus zorg, nodig hebben. Dit betekent zowel zorg naar boven (uitdaging) als naar beneden. We spreken liever niet meer van “zorgleerlingen”maar van “leerlingen met speciale onderwijs- en ondersteuningsbehoef-ten.”

4.3. De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften

Indien mogelijk krijgt ieder kind de zorg die het nodig heeft. Wanneer er met kinderen proble-men zijn, wordt er extra naar gekeken. Dit ge-beurt in eerste instantie door de groepsleer-kracht. Zijn de problemen iets groter, dan zal de intern begeleider verdergaande onderzoeken verrich-ten. Deze onderzoeken bestaan uit speciale tes-ten, gesprekken met leerkrachten en/of observa-

ties. Aan de hand van deze resultaten zal een han-delingsplan door de leerkracht opgesteld worden om de leerling te helpen zijn/haar probleem of pro-blemen te overwinnen. Voordat een dergelijk on-derzoek plaatsvindt, wordt altijd eerst met de ou-ders over de problematiek gepraat. Voor verder on-derzoek wordt verwezen naar instanties als Giralis, Mutsaertsstichting, Riagg, Opdidakt, Audiologisch Centrum en particulieren GZ-psychologen. Ouders dienen schriftelijk toestemming te geven voor het onderzoek.

4.3.1. Intern aanwezige voorzieningen voor de speciale zorg:

Onze school heeft een interne begeleider (IB-er, zie ook 3.6.). Zij organiseert de zorgbreedte in het al-gemeen. Dit houdt in dat de ib-er gesprekken met leerkrach-ten en ouders plant over de kinderen met extra zorg. Ze ondersteunt de leerkracht. Ze houdt leer-lingbesprekingen, plant de toetsmomenten in de di-verse groepen. Ze ontwikkelt en bespreekt samen met de leerkrachten de handelingsplannen voor

kinderen met speciale zorg. Ze zorgt ervoor dat de gemaakte afspraken nagekomen worden. Wilt u met de ib-er een afspraak maken, dan kan dit via de leerkracht van uw kind of rechtstreeks.

Voor de groepen 1 t/m 8 is de inter-ne begeleider Monique van Duijl. Zij zorgt, samen met directeur, voor totstandkoming van het zorgbeleid op school, zodat de kinderen zoveel mogelijk zorg op maat krijgen.

De interne begeleider ondersteunt de leerkrachten ook onderwijsin-houdelijk. Hulpvoorziening binnen de

groep. De groepsleerkracht geeft het kind met specifieke

problemen extra instructie, aandacht en aan-gepast werk, waarbij de leerkracht gebruik kan maken van de aanwezige orthotheek.

Als we een leerling vanuit het SBO (Speciale school voor BasisOnderwijs) op onze school krijgen, vragen we ondersteuning van een ambulante begeleider vanuit die school.

Onze school vraagt ook externe advisering en begeleiding aan de schoolbegeleider van het BegeleidingsCentrum voor Onderwijs en Opvoeding (BCO- Onderwijsadvies)

De leerkrachten van onze school volgen individueel of met het hele team cursussen om steeds beter om te kunnen gaan met de speciale zorg die nodig is voor elke leer-ling.

Indien de hulp van school niet toereikend is, vragen we de ouders om medewerking voor verwijzing naar andere hulpverle-nende instanties, zoals het Bureau Jeugd-zorg, RIAGG, Rigg-ting of de Speciale School voor Basisonderwijs.

Indien nodig kan de school Bureau Pas-send Onderwijs inschakelen.

Binnen het Samenwerkingsverband WSNS is er een mogelijkheid tot regelma-tig mdo-overleg (multi-disciplinair over-leg) tussen de school, Bureau Jeugdzorg en andere instanties die op dat moment nodig zijn zoals bijv. Giralis, Vorkmeer, Maatschappelijk werk, GGD. Via dat tra-ject wordt getracht de hulpverlening zo kort mogelijk te houden. Helaas blijkt in de praktijk dat bij diverse hulpverlenings-instanties de wachttijden tussen aanmel-ding en behandeling steeds groter worden.

Regelmatig wordt de school betrokken bij begeleidingstrajecten van kind en thuissi-tuatie.

Indien een leerling te weinig vorderingen maakt binnen het taal-, lees-, of reken-onderwijs, kan in overleg met de ouders gekozen worden voor een aangepast ni-veau, tempo en verwerking van de leer-stof. Het verwachte eindniveau kan dan eventueel vanuit het samenwerkingsver-band worden bepaald.

4.3.2. Externe begeleiding kinderen onder schooltijd

Inleiding Er zijn steeds vaker mensen, die een eigen prak-tijk opstarten en kinderen extra begeleiding ge-ven. Niet altijd is goed duidelijk te maken aan ouders/buitenstaanders, of een bepaalde begelei-ding van een leerling op school kan plaatsvin-den. Belangrijk is het om rekening te houden met de belangen van de kinderen en hun ouders. De inspectie zegt over RT onder schooltijd het volgende:

“Het is mogelijk dat onder bepaalde omstandighe-den door ouders betaalde remedial teaching onder schooltijd wordt gegeven. Toch wil ik u graag ook het standpunt van de inspectie meegeven: In principe dient het onderwijs, inclusief eventueel benodigde extra zorg, te worden verzorgd door de school waar de leerling staat ingeschreven. De leerling is ook gehouden deel te nemen aan alle voor hem/haar bestemde onderwijsactiviteiten, in-clusief de nodig geachte extra zorg. Beide aspecten zijn in de wet vastgelegd. Als vanuit de ouders een verzoek wordt gedaan om een leerling remedial teaching door een derde partij te laten volgen on-der schooltijd, is dat feitelijk in strijd met de twee hiervoor genoemde principes. Er kunnen zich ech-ter omstandigheden voordoen waarin de school het wenselijk acht om op het verzoek van de ouders in te gaan. In die gevallen kan de directeur op basis van de Leerplichtwet de leerling vrijstelling verle-nen van de schoolbezoekplicht. (Leerplichtwet arti-kel 11, lid g en artikel 14) Uitgangspunten van stichting Prisma: - IJkpunt is en blijft de leerling: de school waakt

over overvraging en wildgroei in ondersteuning - De school bepaalt samen met ouders (en waar

mogelijk de leerling) wie wat doet (partnerschap) - Medewerkers binnen Prisma, die dienstverlening

leveren aan leerlingen van Prisma vanuit een ei-gen praktijk, kunnen dit alleen doen buiten schooltijd en als er toestemming ligt binnen het door IB-er, leerkracht en directeur goed te keuren handelingsplan

- De school voert te allen tijde regie; ondersteuning in welke vorm en aard dan ook onder schooltijd kan alleen met toestemming van de directeur

- Wat de kernvakken, de instrumentele vaardighe-den betreft, zou de school binnen haar eigen mu-ren “alles” moeten kunnen begeleiden (evt. met inhuren van expertise met als doel de leerkracht vaardig maken om met de hulpvraag om te kun-nen gaan,o.a. door BPO)

- Wanneer de school niet betrokken is, vindt uit-voering buiten school plaats. Er kan dan geen opdracht aan school verstrekt worden.


4.3.3. Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoefte:

4.3.3.1. Weer Samen Naar School (W.S.N.S.)

In dit samenwerkingsverband nemen alle basis-scholen uit de gemeente Peel en Maas deel. Ook SBO “De Fontein” is opgenomen in dit samen-werkingsverband. De scholen binnen dit samen-werkingsverband dienen er gezamenlijk voor te zorgen, dat de hulp aan leerlingen met pro-blemen op een goede manier wordt ingericht. Veel informatie over het SamenWerkingsVer-band is ook de vinden op de zeer uitvoerige in-ternetpagina: www.peelkwartier.nl

4.3.3.2. Permanente Commissie Leerlingen-zorg (P.C.L.)

Onze school is aangesloten bij samenwerkings-verband Peelkwartier. Dit is een samenwer-kingsverband van twee verschillende school-besturen waarmee wij samen een systeem van leerlingenzorg op verschillende niveau‘s (in de klas, op school en tussen de scholen van het ver-band) realiseren. ( zie ook 4.3.2.1.) Deskundigen kunnen de leerkracht ondersteunen bij de aanpak van uw kind.

Als blijkt dat hulp vanuit de klas, de school en uit het samenwerkingsverband niet het gewenste resultaat heeft kan dit leiden tot een advies van de school aan u om uw kind aan te melden bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van ons samenwerkingsverband. De PCL beoor-deelt of plaatsing van een leerling op een specia-

le school voor basisonderwijs (SBO) noodzakelijk is. Zonder een positief besluit van de PCL kunt u uw kind niet aanmelden bij een SBO. Wanneer de SBO van ons SWV niet of onvoldoen-de invulling kan geven aan het handelingsplan van uw kind, dan kan er bij dringende noodzaak in overleg met en na aanmelding bij de PCL van ons SWV bezien worden of de SBO-school in een an-der samenwerkingsverband de gevraagde hulp wel en/of beter kan bieden.

Voor de volledigheid merken wij op dat u als ouder het moment bepaalt waarop u uw kind aanmeldt bij de PCL; dit kan dus zonder advies van de kant van school, waarbij we toch willen benadrukken dat wij (school – SWV – PCL) voorstander zijn van een

aanmelding in overleg (school – ouders).

Dit aanmelden gebeurt door middel van een aan-vraagformulier (onder-wijskundig rapport) dat u op school kunt krijgen.

Op school is ook een bro-chure voor de ouders be-schikbaar waarin beschre-ven staat wat de PCL doet en hoe de procedure bij de PCL verloopt.

4.3.3.3. Leerling gebon-den financiering (LGF ofwel “het rugzakje”)

Algemene informatie Met ingang van het schooljaar 2003-2004 is de Re-geling Leerlinggebonden Financiering ingegaan, ook wel “het rugzakje” genoemd. Doel van deze regeling is om ouders meer keuzevrijheid te geven bij het zoeken naar een geschikte school voor hun kind met een stoornis of handicap en om de integra-tiemogelijkheden van deze kinderen te bevorderen. De stoornissen en handicaps zijn ingedeeld in vier verschillende groepen, ook wel “clusters” ge-noemd. Elk cluster werkt vanuit een Regionaal Ex-pertisecentrum (REC), waarin de speciale school (niet te verwarren met SBO De Fontein in Helden) èn de ambulante begeleiding (zie hierna) zijn on-dergebracht.


http://www.peelkwartier.nl/

Cluster 1. kinderen met een visuele handicap Cluster 2. kinderen met ernstige gehoorproble-

men of ernstige spraak- en taalpro-blemen

Cluster 3. kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap

Cluster 4. kinderen met ernstige gedrags- en omgangsproblemen

Ouders van kinderen met een handicap of stoor-nis behorende tot één van de genoemde clusters, kunnen kiezen voor speciaal onderwijs binnen het REC, of voor aanmelding bij het gewone ba-sisonderwijs met extra ondersteuning. Voor-waarde is wel dat een speciale commissie (CvI: Commissie van Indicatiestelling) een positieve indicatie heeft afgegeven. Als ouders (in overleg met school) kiezen voor aanmelding op de reguliere basisschool en het kind wordt op deze basisschool geplaatst, dan zal de school extra begeleiding voor het kind kunnen inzetten. Deze wordt betaald uit de in-houd van het denkbeeldige “rugzakje”. Een deel van de begeleiding wordt uitgevoerd door per-soneel van de basisschool, een ander deel bestaat uit ondersteuning door het REC middels ambu-lante begeleiding. Plaatsing op de basisschool gebeurt niet zo maar. Er zal een aantal stappen worden gezet om in te schatten of de basisschool in staat is het kind verantwoord te begeleiden. Procedure Omdat elk kind anders is, en ook het gevolg van de stoornis of handicap voor elk kind anders is, zullen we elke aanmelding van kinderen met een “rugzak-je” apart bekijken. Hierbij volgen we als school een stappenplan. In grote lij-nen komt dit op het vol-gende neer: 1. Het gaat steeds om de

balans tussen de hulp-vraag van het kind (in termen van pedagogi-sche aanpak, didacti-sche aanpak, kennis en vaardigheden van de leerkracht/het team, or-ganisatie binnen school en de klas, gebouwelij-

ke en materiële aspecten, de positie van mede-leerlingen, de rol van de ouders/verzorgers en de externe ondersteuning) én de (on) mogelijkheden van de school.

2. Het gaat steeds om een individuele beslissing. Voor alle duidelijkheid: er bestaat geen plaat-singsplicht; iedere school zal voor ieder verzoek opnieuw een afweging moeten maken. Kernvraag is of de combinatie van handicap en de extra on-derwijsondersteuning, die noodzakelijk is, spoort met de mogelijkheden van de school. Voor een nog uitgebreidere toelichting en de complete uitwerking van de onder 1 en 2 ge-noemde punten verwijzen we naar het school-plan.

Begeleidingsmogelijkheden Zoals gezegd: elk kind is anders. De gevolgen van dezelfde handicap kunnen voor het ene kind we-zenlijk anders zijn dan bij een ander kind. Dit maakt dat we elke aanmelding apart zullen beoor-delen om te bezien welke mogelijkheden en onmo-gelijkheden onze school heeft om het kind te bege-leiden. Ondanks het individuele karakter van elke aanmelding is er een aantal algemene zaken waar-mee onze school rekening wil (of moet) houden die van belang zijn bij een goede afweging. We zetten er een aantal op een rijtje: centraal in de afweging staat het belang van het

kind en de mogelijkheden van de school. Bij die mogelijkheden wordt ook rekening gehouden met de andere kinderen op onze school.

plaatsing moet meerwaarde bieden voor ontwik-


keling van het kind ten opzichte van plaatsing in de speciale school van het REC. Deze af-weging geschiedt in overleg met de ouders. Samen zullen we afwegen welke voordelen plaatsing op de basisschool biedt ten opzichte van plaatsing op een speciale school.

door de plaatsing van een kind met een “rug-zakje” mag de veiligheid van het kind en de andere kinderen op onze school niet in gevaar komen. We willen immers voor alle kinderen die op onze school zijn geplaatst een veilig schoolklimaat bieden.

de continuïteit van de begeleiding zoals om-schreven in het handelingsplan moet gewaar-borgd zijn, bijvoorbeeld:

o als de ambulante begeleiding door het REC om welke reden dan ook niet volgens het handelingsplan kan worden uitge-voerd, dan is dit van invloed op de bege-leidingsmogelijkheden.

o een “rugzakje” biedt over het algemeen ongeveer 2 uur per week extra begeleiding door iemand van de basisschool, inclusief overleg met het REC en de ouders, voor-bereiding, rapportages, etc. Als hiervoor (binnen school, binnen het bestuur, of na werving) geen personeel is, is dit van in-vloed op de begeleidingsmogelijkheden.

o de praktijk van het onderwijs in Nederland is dat groepen kinderen te maken hebben met wisselingen van leerkracht, bijvoor-beeld bij ziekte, ADV, duobanen. Gecom-bineerd met de vervangingsproblemen vanwege een tekort aan leraren kunnen ook dit factoren zijn die de begeleidings-mogelijkheden van het kind beïnvloeden. Dit geldt zeker als succesvolle begeleiding van het kind op de reguliere basisschool afhangt van de continuïteit van de bege-leiding door een voor het kind herkenbare persoon of structuur.

o de medewerking van de ouders is noodza-kelijk. Het is bijvoorbeeld gewenst dat ou-ders goed bereikbaar zijn als er zich on-verhoopt problemen voordoen.

We hebben ervaren dat de extra begeleiding die een kind met een “rugzakje” krijgt, niet uit het “rugzakje” alleen kan worden betaald. Het vergt altijd meer tijd en inzet van een team dan wat het “rugzakje” aan mogelijkheden biedt. Dit hoeft plaatsing niet in de weg te staan. Soms kan de school nog wat extra’s doen; dat doen we immers voor alle zorgleerlingen, “rugzakje” of

niet. Ook die overweging zullen we per kind ma-ken, rekening houdend met het belang van alle kin-deren op onze school en de draagkracht van het team. Tot slot We zijn goed voorbereid op de komst van het “rug-zakje”. We hebben een aantal leerlingen met een “rugzakje” op school. Mocht er zich desondanks problemen voordoen, dan staan we natuurlijk open voor overleg met alle betrokkenen. Meer informatie over de regeling leerlinggebonden financiering is op onze school verkrijgbaar. Daar-naast wijzen we u op de internetsite die voor ouders van kinderen met een “rugzakje” is ontwikkeld: http://www.oudersenrugzak.nl . Mocht u dan nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met de directeur van de SBO-school “De Fontein” in Hel-den. Ieder kind wordt zoveel mogelijk op zijn eigen kwaliteiten benaderd en onderwezen en krijgt de gelegenheid zich op zijn eigen individuele wijze te ontwikkelen. Omgaan met verschillen is dus een belangrijk aspect. Verschillen, die zowel door leer-krachten, leerlingen als ouders gezien en gerespec-teerd worden. Bij de doelen die we nastreven willen we ook oog hebben voor het totale welzijn van kinderen en per-soneel. Dat kan betekenen dat soms een pas op de plaats gemaakt moet worden als de grenzen bereikt zijn. We zullen moeten durven bekennen dat som-mige zaken niet door ons en onze school opgelost kunnen worden. Als passend onderwijs definitief wordt ingevoerd, dan zullen ook de procedures voor deze leerlingen veranderen. Voor 2011-2012 blijft alles nog bij het oude. Mocht u na het lezen van dit hoofdstuk menen dat ook uw kind in aanmerking zou kunnen komen voor een “rugzakje”, dan kunt u contact opnemen met de directeur van onze school.


http://www.oudersenrugzak.nl/

4.4. Klachtencommissie SWV Peelkwar-tier

Ouders of verzorgers van kinderen op scho-len van een bevoegd gezag dat bij het sa-menwerkingsverband is aangesloten kunnen over de zorg op school bij de klachten-commissie van de eigen school een klacht indienen. We verwijzen hiervoor naar de Klachtenregeling die van kracht is voor alle scholen in het SWV.

Ouders of verzorgers van kinderen binnen ons SWV kunnen ten aanzien van PCL-besluiten (PCL = Permanente Commissie Leerlingenzorg; zie ook 4.3.2.2.) en of ge-volgen voor kinderen ten aanzien van beslui-ten die voortvloeien uit de inrichting van de Zorgstructuur van ons SWV een klacht in-dienen. Ten aanzien hiervan hebben wij als SWV:

- Ons aangesloten bij de landelijke klachten-regeling van VOS / ABB – Postbus 162, 3440 AD WOERDEN. Tel: 0348 – 405245 / Fax: 0348 – 405244

- Een vertrouwenspersoon aangesteld in de persoon van Anget Mestrom (Meijel).

Als behandelroute van een klacht is de volgende weg uitgestippeld:

School Klacht betreffende zorg op school Richt u tot

de procedure geldend voor het bevoegd ge-zag waaronder de school valt.

PCL 1. Klacht betreffende PCL-beslissing Richt

u via het PCL-secretariaat tot de voorzitter van de PCL met het verzoek om een toelich-tend gesprek.

2. Vervolgens: komt u als partijen niet tot elkaar: u kunt zich voor een second opinion wenden tot de RVC.

3. Vervolgens: komt u ook nu als partijen niet overeen: u kunt in contact treden met de ver-trouwenspersoon van ons SWV; zij zal in over-leg met alle partijen, en na raadpleging van het Bestuur WSNS, tot de best mogelijke oplossing trachten te komen.

4. Vervolgens: mocht het komen tot klachtleggen bij de Landelijke Klachtencommissie dan zal eerst worden nagegaan of de klacht gegrond is en of de voornoemde procedurele stappen ge-volgd zijn.

WSNS-verband Klacht betreffende gevolgen inrichting zorgstruc-

tuur SWV voor zorg kind Richt u via Cen-trale Dienst tot Regiegroep Zorg.

Vervolgens: komt u ook nu als partijen niet over-een: u kunt in contact treden met de vertrou-wenspersoon van ons SWV; zij zal in overleg met alle partijen, en na raadpleging van het Be-stuur WSNS, tot de best mogelijke oplossing trachten te komen.

Vervolgens: mocht het komen tot klachtleggen bij de Landelijke Klachtencommissie dan zal eerst worden nagegaan of de klacht gegrond is en of de voornoemde procedurele stappen gevolgd zijn.

Tot slot: - Het streven moet altijd zijn er volgens ge-

noemde procedure in gezamenlijk overleg uit te komen.

- De klachtenregeling is vastgesteld in overleg met de (G)MR’en van de diverse bevoegde ge-zag en is op te vragen bij de Centrale Dienst SWV Peelkwartier.

4.5. Ziek…. en toch onderwijs Als blijkt dat uw kind door ziekte langere tijd niet naar school kan komen, dan is het van belang dat u dit aan de leraar of directeur kenbaar maakt. Zij kunnen samen met u bekijken wat de mogelijkhe-den zijn om het onderwijs aan uw kind, rekening houdend met de ziekte, voort te zetten. Eventueel kunnen wij de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen inschake-len bij het opstellen van een zorgplan. Leerlingen die opgenomen zijn in een academisch ziekenhuis, worden door de consulenten van de educatieve voorziening van dat ziekenhuis onder-steund, echter onder verantwoordelijkheid van de



school. Voor alle andere leerlingen betreft het de consulenten van de onderwijsbegeleidingsdienst. Het is niet alleen onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Wij vinden het minstens zo belangrijk dat uw kind in die situatie goed contact heeft met de klasgenoten en de leraar. Het continueren van het onderwijs, aangepast aan de problematiek, is o.a. belangrijk om leer-achterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en sociale contacten zo goed mogelijk in stand te houden. Als u meer wilt weten over onderwijs aan ziekte leerlingen, dan kunt u informatie vinden op de de website van het BegeleidingsCentrum voor Onderwijs en Opvoeding BCO-Onderwijs-advies, Venlo: www.bco-onderwijsadvies-.nl en op de website van Ziezon.nl, het landelijk net-werk “Ziek zijn en Onderwijs”.

4.6. De opvang van nieuwe leerlingen in onze school

Aanmelding nieuwe leerlingen.

De ouders van de kinderen die in de loop van het volgend schooljaar 4 jaar worden, ontvangen van Prisma bericht, waarbij hen de mogelijkheid

geboden wordt het kind aan te melden bij de scholen. Op de datum van aanmelding komen de ouders hun kind aangeven. Ze worden ontvan-gen, de kinderen kunnen de klassen verkennen en de (reeds thuis ingevulde) formulieren wor-den met de ouders doorgenomen.

Alle kinderen die op 30 september vier jaar zijn komen de eerste schooldag op school. Ze kun-nen pas in de officiële leerlingadministratie worden ingeschreven op de dag nadat ze vier jaar zijn geworden. Voor kinderen die in de loop van het schooljaar 4 jaar worden geldt: valt de verjaardag tussen de 1 en de 16e

van de maanden oktober of november, dan worden ze toegelaten op de 16e okto-ber, resp. 16e november.

kinderen die jarig zijn tussen 16 oktober en 1 november en tussen 16 november en 1 december worden toegelaten op 1 no-vember of 1 december.

kinderen die geboren zijn in december, komen ook per 1 december naar school.

kinderen, die geboren zijn in de maanden januari, februari en maart, komen naar

school op de eerste dag van de maand vol-gend op hun verjaardag.

afhankelijk van de grootte van de kleuter-klassen kunnen ouders van kinderen, die in april, mei en juni 4 jaar worden, gevraagd worden hun kind pas in het nieuwe school-jaar naar school te sturen. In januari/ februari worden de ouders hierover in een speciale bijeenkomst apart geïnformeerd.

Kinderen die 4 jaar worden tussen 1e schooldag en 1 januari worden in groep 1 geplaatst. Na dit eerste schooljaar gaan ze in principe naar groep 2 en daarna naar 3. Wanneer een kind na het eerste rui-me halve jaar nog niet toe is aan groep 2 zal er be-sloten worden om nog een jaar groep 1 te doen. Ook kan besloten worden om na groep 2 nog een jaar groep 2 te doen. We laten ons leiden door de ontwikkeling van de leerling en niet door de geboortedatum. Kinderen na 1 januari 4 jaar worden en instromen, gaan na de zomervakantie weer naar groep 1 en daarna groep 2. Binnen enkele weken nadat de leerling op school is gekomen, vindt er tussen ouders en groeps-leerkracht een intakegesprek plaats.

http://www.bco-onderwijsadvies-.nl/


Tussentijdse aanmeldingen. Tijdens het lopende schooljaar kunnen kinderen van andere scholen worden aangemeld. De di-recteur houdt een kennismakingsgesprek. De ouders en het kind krijgen de gelegenheid de school te bekijken en kennis te maken met de groepsleerkracht. Uitgebreide informatie kunt u verder vinden in de bijlage (hoofdstuk 13: “ Aanname- en verwijderingsbeleid”.

Schoolverlaters. Als een kind onze school verlaat krijgt de ont-vangende school een onderwijskundig rapport en een uitschrijvingsbewijs.

4.7. De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet on-derwijs

Tijdens de gehele schoolperiode wordt er veel aandacht besteed aan de vorming van een goede werkhouding en zelfstandigheid bij de leerling. Deze taakgerichte houding en de belangstel-lingssfeer van de leerling bepaalt mede de schoolkeuze voor het voortgezet onderwijs. Ui-teraard spelen de schoolresultaten hierin een zeer belangrijke rol. Ook het huiswerk krijgt speciale aandacht. De leerling wordt begeleid op het plannen van huiswerk en het correct en net-jes verwerken van de opdrachten. Er wordt aandacht besteed aan de mogelijkheden en onmogelijkheden bij de keuze van een be-paald type voortgezet onderwijs en over de ver-anderingen die samenhangen met deze overgang van basis- naar voortgezet onderwijs. Ook de

ouders van de schoolverlaters worden hier vroegtij-dig over geïnformeerd. Zij ontvangen brochures over de schoolkeuzemogelijkheden binnen het voortgezet onderwijs in de regio en de procedures die gevolgd moeten worden bij de aanmelding. Er wordt een aparte informatieavond georganiseerd over de schoolkeuze en de te volgen procedures. De toekomstige brugklassers kunnen een bezoek bren-gen aan het voortgezet onderwijs in de regio en ze

kunnen zich inschrijven e-middagen"

t 4 jaar van

niforme landelijke eindtoets voor alle leerlingen

uikt om de eindopbrengsten van ons

et de landelijke gegevens gebruiken we de ntreetoets, die jaarlijks in groep 7 wordt afgeno-

dig rapport voor de mentor van de brugklas met de ouders besproken en aan de ou-ders meegegeven.

voor de "dobij diverse scholen. De advisering voor ver-volgonderwijs is goed. De leerlingbesprekingen met de brugklascoördinatoren geven aan dat het advies vanuit het basisonderwijs over het algemeen over-eenkomt met de school-loopbaan binnen het Voortgezet Onderwijs. De gegevens over waar de kinderen in he e

het VO zitten bevestigen dit eveneens. Bij de advisering voor het beste vervolgonderwijs

maakten we gebruik van de BNT-toets die wordt afgenomen voor Loopbaan Adviesbureau Venlo. In november werd deze toets afgenomen. Met ingang van het schooljaar 2012-2013 is waarschijnlijk een uvan groep 8 verplicht. Vooruitlopend op deze ontwikkeling starten we per 2011 – 2012 al met het afnemen van de Cito-eindtoets. De uitslag hiervan wordt ook door de in-spectie gebronderwijs te meten en te vergelijken met de lande-lijke scores Om de opbrengsten van onze leerlingen te vergelij-ken memen. In maart heeft de leraar, na het tweede rapport en de toetsuitslag, een individueel gesprek met de ou-ders om samen een definitieve schoolkeuze te ma-ken. Tevens wordt dan het door de leerkracht inge-vulde onderwijskun

De leerlingen worden op het eind van het schooljaar doorgesproken tussen groepsleer-kracht en de brugklascoördinator uit het voort-gezet onderwijs. 4.8. De jeugdgezondheidszorg GGD LIMBURG-Noord JEUGDGEZONDHEIDSZORG (JGZ) De afdeling jeugdgezondheidszorg van de GGD Limburg-Noord heeft als doel het bevorderen, bewaken en beschermen van de gezondheid van jongeren. Door – samen met ouders en leer-krachten - problemen op tijd te signaleren en samen met anderen deze te verhelpen dragen we eraan bij dat kinderen op een goede manier uit-groeien tot een volwaardig en volwassen lid van de maatschappij. Elke basisschool heeft een vast JGZ-team. Dit team bestaat uit een jeugdarts, een jeugdver-pleegkundige en een jeugdartsassistente. Indien nodig kan het JGZ-team een beroep doen op de gedragswetenschapper van de GGD. Even voorstellen Een gezonde leefstijl begint op jonge leeftijd. Jeugdgezondheidszorg van de GGD Limburg-Noord richt zich op alle 4 tot 19 jarigen en hun ouders en/of verzorgers. Er is een nauwe sa-menwerking met de zorg van Jeugdgezond-heidszorg 0-4 jaar van de Zorggroep. Samen bewaken, bevorderen en beschermen we de ge-zonde groei en ontwikkeling van kinderen, lichamelijk én geestelijk. Dit doen we onder meer door: gezondheidsonderzoeken opvoedingsondersteuning (o.a. pedagogisch

spreekuur) logopedie gezondheidsbevordering via de vraag-

gestuurde methodiek De Gezonde en Veilige School

inspecties kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus, gastouderopvang en peuterspeelzalen

vaccinaties (DTP, BMR, HPV, MenC, HepB)

advies, voorlichting en informatie toeleiding naar zorg zorgcoördinatie vertrouwenspersoon tandenpoetsinstructie

cursussen zorgadviesteams (ZAT’s)/ Multidisciplinair

overleg (MDO) De teams Jeugdgezondheidszorg (JGZ) werken vanuit de vier regiovestigingen in Roermond, Ven-lo, Venray en Weert. Het team bovenregionale ta-ken (gezondheidsbevordering en inspecties BSO) vanuit Venlo. Gezondheidsonderzoeken Na de onderzoeken bij het consultatiebureau (Jeugdgezondheidszorg 0 - 4 jaar) van de Zorg-groep krijgen de jongeren nog gezondheidsonder-zoeken bij de GGD Limburg-Noord. Om ervoor te zorgen dat in heel Nederland jongeren dezelfde zorg krijgen, heeft het ministerie van Volksgezond-heid, Welzijn en Sport het basistakenpakket Jeugd-gezondheidszorg vastgesteld. Extra zorg Uiteraard kunnen ouders of kinderen zelf een (ex-tra) onderzoek aanvragen. Er kunnen ook extra on-derzoeken op verzoek van een leerkracht, de jeugdarts of jeugdverpleegkundige plaatsvinden. Dit gebeurt in overleg met de ouder(s)/ verzorger(s) van het kind. Digitaal dossier JGZ Alle instellingen in de jeudgezondheidszorg zijn verplicht om per 1 juli 2010 voor ieder kind van 0-19 jaar een digitaal dossier Jeugdgezondheidszorg (DD JGZ) in te voeren. Voor GGD Limburg-Noord geldt dat vanaf het schooljaar 2010-2011 voor elk kind dat onderzocht wordt een digitaal dossier wordt aangemaakt. Voor kinderen die al bij het consultatiebureau van de Zorggroep een digitaal dossier hadden, wordt dit dossier voortgezet. In het digitale dossier worden dezelfde gegevens geno-teerd als in het papieren dossier. Vragen? Iedereen kan bij het team jeugdgezondheidszorg te-recht met vragen over gezondheidsonderwerpen. Raadpleeg www.ggdlimburgnoord.nl en vindt in-formatie over thema’s zoals hoofdluis, krenten-baard, Hepatitis, opvoeden, slaapproblemen, bed-plassen, druk gedrag, pesten, kindermishande- ling en seksueel misbruik. Neem voor meer informatie contact op met de afde-ling Jeugdgezondheidszorg via de hoofdvestiging van de GGD in Blerick (tel. 077-8504848).


http://www.ggdlimburgnoord.nl/


Gezondheidsonderzoek Onderbouw Basison-derwijs. Als een kind vier jaar wordt draagt het consulta-tiebureau van de Zorggroep de gegevens over aan de GGD Limburg-Noord. Soms hebben kin-deren extra zorg nodig om bijvoorbeeld de ogen, het gehoor of de ontwikkeling in de gaten te houden. Wij nodigen deze kinderen uit voor een onderzoek. Kleuters: Eerste gezondheidsonderzoek In groep 2 onder-zoeken jeugdarts en assistente onder meer gedrag, lengte, gewicht, ogen, ge-hoor, hart, longen, rug, voeten, hou-ding, en bewegen. Ook wordt bespro-ken of de opvoe-ding naar wens ver-loopt. Wij nodigen ou-der(s)/verzorger(s) en kind uit voor een onderzoek en vragen ouder(s) en of verzorger(s) een vragenlijst in te vullen. Voor het schooljaar 2010-2011 zijn dit kinderen die geboren zijn tussen 1-10-2004 en 1-10-2005. Overigens: door extra werkzaamheden voor de GGD door de massale inentingen tegen de Mexicaanse griep en de landelijke inenting bij meisjes tegen baarmoederhalskanker is er enige achterstand ontstaan. Zo komen enkele leerlin-gen die eigenlijk afgelopen schooljaar gescreend hadden moeten worden, dit jaar pas aan de beurt. De artsen nemen daarnaast deel aan de ZorgAd-viesTeams op de scholen voor basisonderwijs. In ZorgAdviesTeams worden leerlingen besproken die extra zorg, aandacht of begeleiding nodig hebben. 5-jarigen: Logopedie Kinderen rond de vijf jaar krijgen via school een schriftelijke uitnodiging voor een bezoek aan de logopedist. De logopedist bekijkt het stemge-bruik, de spraak en communicatieaspecten. Ou-ders/verzorgers hoeven niet aanwezig te zijn. Na het onderzoek ontvangen ouders/verzorgers be-richt over de resultaten. (zie hiervoor ook hoofdstuk 3.9)

9-jarigen: De laatste inentingen / vaccinaties In het jaar dat kinderen 9 jaar worden, krijgen ze de herhalingsinentingen tegen Difterie, Tetanus en Polio (DTP) en tegen Bof, Mazelen en Rode-hond (BMR). Deze twee prikken worden tegelijker-tijd gegeven, in elke arm één. Het inenten is meestal in het voorjaar. Ouders krij-gen ongeveer een week van tevoren bericht en die-nen schriftelijk toestemming te geven voor de inen-tingen. Ook kinderen die nog een vaccinatie tegen

HepatitisB of Me-ningokokkenC moeten inhalen, kunnen bij ons terecht. Meer informatie is terug te vinden op www.ggdlimburgnoord.nl/rijksvaccinatieprogramma Bovenbouw Basison-derwijs 11- jarigen / groep 8: Tweede gezondheids-

e krijgt bericht over de resultaten ee naar huis.

e 3 prikken tegen baarmoederhals-

w.ggdlimburgnoord.nl/rijksvaccinatieprogramm

onderzoek Iedere jongere in groep 8 wordt door de verpleeg-kundige onderzocht. Dit onderzoek vindt plaats op school en ouder(s)/ verzorger(s) hoeven niet aan-wezig te zijn. In een gesprek gaat de verpleegkun-dige na of de jongere lekker in z’n vel zit, thuis, op school en in de vrije tijd. Ook wordt aandacht be-steed aan de lichamelijke gezondheid. Natuurlijk krijgt de jongere de mogelijkheid om vragen te stel-len. De jongerm Vaccinaties: Inentingen / vaccinaties Vanaf 2009 krijgen meisjes die 12 worden een uit-nodiging voor dkanker (HPV). Meer informatie is terug te vinden op wwa

rd altijd na overleg met de ouders van het ind.

Naast de bovengenoemde onderzoeken kunnen ou-ders extra onderzoek van hun kind vragen. De extra onderzoeken kunnen ook op verzoek van de leer-kracht of het JGZ-team plaatsvinden. Dit gebeurt uiteraak Jeugdarts: Dhr. H.Kuijpers

http://www.ggdlimburgnoord.nl/rijksvaccinatieprogramma





Jeugdarts-assistente JGZ: Mevr. W. Thijssen Jeugdverpleegkundige JGZ: Mevr. D. Reynders

p maandag t/m vrijdag van 09.00-12.00 uur

dszorg Venlo ngel 50

o

l: 077-8504949

altijd con-nen.

en 16.00 en 17.00 uur

s n 13.30 en 14.30 uur

14.30 en 15.30 uur

Thijssen 1.00-12.00 uur

tel. 077-8504870.

voor ou-ers van kinderen tussen 0 en 12 jaar.

, zindelijkheid, gebrek aan zelf-

maken via het telefoonnummer 08861-

et Pedagogisch Spreekuur is een gezamenlijk ini-n de GGD Limburg-

via de directie vragen om on-egelmatig

indt er overleg plaats met de medewerkster van

10 Jeugdstation.nl

imburg op de juiste plek. De Centra Je -

kan worden. r opvoeden en opgroeien!

n tot 23 jaar, voor ouders

lden:

Nijverheidsstraat 16, Panningen,

U kunt de jeugdgezondheidszorg bereiken o of via de JeugdgezondheiDrie Decembersi5921 AC VenlPostbus 1150 5900 BD Venlo te De jeugdarts,–verpleegkundige en logopediste hebben ieder 1 maal per week telefonisch spreekuur. Ouders, jongeren en schoolteam kunnen op dat tijdstip in principetact opnemen met deze perso-- jeugdarts, dhr. H. Kuijpers op donderdag tuss tel. 077-8504858 -- jeugdverpleegkundige, mevr. D. Reynder op woensdag tusse tel. 077-8504859 -- logopediste, mevr. A. Kennis op dinsdag tussen tel. 077-8504860 -- de assistente van de JGZ, mevr. W. op woensdag van 1 PEDAGOGISCH SPREEKUUR Kortstondige opvoedingsondersteuningd Pedagogisch Spreekuur Opvoeden roept soms vragen, zorgen en twijfels op. Bijvoorbeeld over slapen, eten, huilen, druk/driftig gedrag, angsten, ongehoorzaamheid, (samen)spelenvertrouwen. Het Pedagogisch Spreekuur is er voor alle ou-ders van kinderen van 0 tot 12 jaar die proble-men ondervinden in of vragen hebben over de opvoeding van hun kind(-eren). In gemiddeld drie gesprekken zoekt de pedagoog samen met de ouders naar een oplossing. De hulp kan be-staan uit praktische adviezen, ondersteuning en/of doorverwijzing. Ouders kunnen zelf een afspraak08861.

Htiatief van de Zorggroep eNoord. 4.9. Bureau Jeugdzorg In sommige gevallen kan het ook nodig zijn om hulp of advies te vragen bij Bureau Jeugdzorg. Binnen Prisma wordt er intensief samenwerkt met Bureau Jeugdzorg. Inschakeling van deskundige hulp kan op zeer korte termijn. Zowel ouders als leerkrachten kunnendersteuning door Bureau Jeugdzorg. RvBureau Jeugdzorg. Zie ook hoofdstuk 4. 4.10. Centrum Jeugd en Gezin / Jeugdstati-

on.nl Opvoeden gaat gelukkig vaak ‘vanzelf’. Toch is het voor ouders fijn om, indien nodig, een steuntje in de rug te krijgen bij het opvoeden van opgroeiende kinderen. Met vragen over opvoeden en opgroeien bent u bij de Centra voor Jeugd en Gezin in Noord- en Midden-L

ugd en Gezin werken samen met talrijke organisaties, waardoor uw vraag snel en goed beantwoord

“Voor alle vragen oveVoor kinderen en jongere

en professionals.”Voor de regio HeHet Jeugdstation Helden

tel.077-4738000 www.jeugdstation.nl ; [email protected]

Wat is jeugdstation.nl? o Jeugdstation.nl is het centrum voor jeugd en

gezin in de gemeente Helden

n.nl brengt je in contact met de juiste

o Jeugdstation.nl is een plek voor iedereen inHelden die een vraag heeft over opgroeien en opvoeden.

o Jeugdstation.nl is een website en een gebouw. Jeugdstatioorganisatie voor een antwoord op je vraag. Wel zo gemakkelijk als je niet weet bij welke organisatie je moet zijn.


In Jeugdstation.nl vind je het consultatiebureau, de schoolarts, het opvoedkundig spreekuur GGD, Stichting Prisma, Jongerenwerk Vork-

erking centraal en wordt

n.nl wil sa-enwerking met andere partners en buurge-

eem een kijkje op www.jeugdstation.nl

meer, maatschappelijk werk Vorkmeer, spreek-uur Bureau Jeugdzorg en de leerplichtconsulent van de gemeente Helden, Kessel, Maasbree, Me-ijel. Jeugdstation.nl is ook een netwerk tussen on-derwijsinstelling Bouwens van der Boije Colle-ge, GGD Noord- en Midden-Limburg, onder-wijsinstelling Stichting Prisma, welzijninstelling Stichting Vorkmeer, Bureau Jeugdzorg Lim-burg, Groene Kruis Jeugdgezondheidszorg Zorggroep Noord-Limburg en de gemeente Hel-den. Binnen de netwerkorganisatie staan af-stemming en samenwgewerkt vanuit behoeften en vragen van ouders, jongeren en kinderen. Jeugdstatiommeenten bevorderen. N voor

r r

et elkaar of met de gesprek aangaan of erva-

niet steeds

houden, k “spreekuren” van de

p in school gehouden. Dit is 00 – 12.00 u. op de

oensdagen:

ber ari ari t

meer informatie en openingstijden. OPVOED-INLOOP Voor ouders, opvoeders en jongeren tot 23 jaar uit de gemeente Peel en Maas

Vragen over opvoeden en opgroeieno.a. slaap- en eetproblemen, faal-angst, pubergedrag

Elkaar ontmoeten praten met andere ouders over o.a. zakgeld, uitgaan, schoolkeuze

Praten en overleggen met een des-kundige praktische pedagogische tips en ad-viezen krijgen

Dinsdag van 13.00 tot 17.00 uu Donderdag van 13.00 tot 17.00 uu

(Turks en Arabisch sprekende me-dewerkster aanwezig)

Vrijdag van 9.00 tot 12.00 uur Om de drempel zo laag mogelijk te laten zijn, zullen we in het komend schooljaar starten met enkele "koffieuurtjes" . Iedereen

an binnenlopen en m

kmedewerkers een ringen uitwisselen. U hoeft er dusvoor naar Penningen.

Jeugdstation.nl Nijverheidsstraat 16 Panningen Telefoon 077-4738000 Om de drempel zo laag mogelijk teworden voor de Merwijcopvoed-inloosteeds van 11.volgende w2 november 30 novem25 janu29 febru28 maar9 mei 30 mei 27 juni

5. De ouders

5.1. Het belang van de betrokkenheid van de ouders

Wij vinden het belangrijk van ouders en school goed contact hebben met elkaar. Daarom is het be-langrijk dat ouders en school met elkaar in gesprek

en waarop ouders be-

kind. Ieder schooljaar vraagt

gezelschapsspelletjes in de

sproces bij de groe-

iden van kinderen tijdens excursies,

esten, vieringen en sportac-

die het ver-eersexamen doen.

s dienen hulpouders er rekening mee te hou-en dat zij zaken die ze al dan niet toevallig te ho-n of te zien krijgen, niet bestemd zijn voor der-

raken èn blijven over hun opvattingen over onder-wijs en opvoeding en wat zij van elkaar verwach-ten.

Er zijn verschillende maniertrokken kunnen zijn bij de school en school-ervaringen van hun onze school ouderhulp voor: het meedoen met

kleutergroepen. het begeleiden van het lee

pen 3 tot en met 6. het begele

uitstapjes en schoolreisje. het meehelpen bij fe

tiviteiten. het begeleiden van de kinderen

k het toezicht houden bij het overblijven. het uitvoeren van allerlei klussen.

In verband met de privacy van de leerlingen en hun ouderdreden.


5.2. Informatie aan de ouders Informatieavonden Aan het begin van elk schooljaar nodigt elke

15 minuten.

prekken over de kinderen van groep halve van de kinderen die tussen 1

kinderen van groep

tgenodigd als de leerkracht het wense-. Ouders kunnen echter ook zelf om

aats over het V.O. ad-

nderen van groep 1: jaar eerder in januari –

juni zijn ingestroomd.

ook al een beeld vormen van hun kind. Wel het

orde gesteld en wordt de opzet elingsplan besproken. Ou-

eegegeven aan de gezinsoudsten. Indien no-e nieuwsbrief vaker verschijnen. De

f gezinnen geldt, krijgt u die brieven ook on/dochter thuis. Deze brie-

plaatsgebrek in onze gemeenschapsruimte

groep de ouders uit voor een informatieavond. Op deze avond wordt gesproken over algemene zaken m.b.t. tot de school en in het bijzonder over de gang van zaken in de betreffende groep.

Rapportavonden

Drie keer per jaar vindt er een gesprek plaats tussen ouders en school. De leerkrachten vertel-len dan over de vorderingen en gedrag van het kind. De gesprekken duren November: - Ouderges

1 en 2 (beoktober en de rapportavond op school zijn in-gestroomd) Oudergesprekken over alle- 3 t/m 8.

Maart: Oudergesprekken overde kinderen die in ok-tober, november en december in groep 1 zijn ingestroomd. (1e gesprek)

- Oudergesprekken over de kinderen van groep 1 die per 1e schooldag voor het eerst zijn inge-stroomd. (2e gesprek)

- Voor oudergesprekken over het 2e rapport worden de ouders van de kinderen uit groep 2 t/m 7 uilijk vindteen gesprek vragen.

- Over alle leerlingen van groep 8 vindt met de ouders een gesprek plvies.

Juni: - Oudergesprekken over ki

alle kinderen die een

- Oudergesprekken over alle kinderen van groep 2 t/m 7

Inzage in de schriften Drie keer per jaar nemen de kinderen van groep 4 t/m 8 de schriften mee naar huis. Via deze voorinformatie kunnen ouders zich van het werkdringende verzoek om ervoor te zorgen dat alle schriften op de maandag weer terug op school zijn. Zorggesprek Als uw kind specifieke problemen on-dervindt, kunt u door de groepsleer-

kracht, de I.B.-er of de directeur worden uitgeno-digd voor een gesprek. Tijdens dit gesprek wordt het probleem aan de van een eventueel handders kunnen ook te allen tijde om een gesprek met de groepsleerkracht, IB-er of de directeur vragen.

Het Merwijcknieuws Vijf tot zes keer per jaar, net voor de vakanties, ontvangt u onze nieuwsbrief “Merwijcknieuws”. In deze brief wordt het nieuws van oudervereniging, medezeggenschapsraad, bestuur, team, directie en van de groepen verteld. De nieuwsbrief wordt al-leen mdig zal dnieuwsbrieven zijn ook op de website van school te lezen.

Brieven Via brieven ontvangt u, via uw kind, de meest re-cente informatie thuis. Als dat nieuws voor alle kinderen oalleen via uw oudste zoven gaan zoveel mogelijk op maandag en donder-dag mee. Ouders bij vieringen Vanwegeis het niet mogelijk dat ouders schoolvieringen, zo-als Sinterklaas en Carnaval kunnen bijwonen.

Folders Frequent worden wij op school geïnformeerd over allerlei nieuwe zaken. Het gaat daarbij om onder-wijskundige zaken, maar ook om zaken, waarbij de aanbieder er zelf financieel beter van wil worden. Vaak is de keuze niet moeilijk en worden dergelij-ke aanbiedingen terzijde gelegd. Soms gaat het ech-ter om mogelijkheden die we niet afwijzen, maar ook niet willen aanprijzen. Dit komt voor bij aan-biedingen van boeken, CD’s en tijdschriften. Als school willen we geen reclame voor uitgeverijen of


andere commerciële instellingen maken, maar willen we u de geboden informatie niet onthou-

geven daarbij an geen oordeel over de kwaliteit van die cur-

n ook geen enkele aanbeveling

n zullen op on-en zijn. Veel van die informa-loaden. Dit geldt ook voor de-

t dan een meer directere invloed op de organisatie en de inrichting van ons on-

et toekomstbeleid

van activiteiten met de hulp en

nge-peeld op de actualiteit bij het organiseren van

et beperkte financiële middelen worden deze

et de kinderen, ouders, school, gemeente en politie

al via die lijst ge-e zijn trots op wat er bereikt is

aarbij alle ouders uitge-aar worden de bestuursle-

Willeke Wellmans

naderen [email protected]

den. In zo’n geval zullen de folders uitgereikt worden en moet u zelf beslissen of een en ander voor u aantrekkelijk is. Dit geldt ook voor typecursussen. Indien er vol-doende kinderen van onze school aan deze cur-sus deelnemen, zien we het als een service aan ouders en kinderen dat die cursus dan in “De Merwijck” gegeven wordt. We dsus. We doen davoor welke typecursus dan ook. Internetpagina Ook de website is een belangrijk medium. In-formatie van en voor kinderen, maar ook voor ouders en andere belangstellendeze website te vindtie is ook te downze schoolgids en het schoolplan.

5.3. Inspraak Als u wil meepraten en meebeslissen over onze school, kunt u het beste deelnemen aan de ou-derraad, de medezeggenschapsraad of de cliën-tenraad. U heef

derwijs en u bepaalt mede hvan de school.

5.3.1. De oudervereniging

Doelstelling Het doel van de oudervereniging is het aansturen en organiseren inzet van ouders. Samen met school, ouders en andere instellingen worden deze activiteiten dan georganiseerd. Dit zijn jaarlijks terugkerende activiteiten: zoals Pasen, Communie, fietsexamen en het organise-ren van een thema-avond. Daarnaast wordt isactiviteiten, zoals kerstmarkt voor een goed doel en het verversen van zand van de zandbak. Mactiviteiten bekostigd. De financiering vindt plaats door een ouderbijdrage. Een meer recente activiteit is aandacht vragen voor de verkeersveiligheid rond de school. Daar-in is de oudervereniging actief om samen m

oplossingen te zoeken voor het alsmaar drukker wordende verkeer rond de school.

Aan het begin van het schooljaar, tijdens de infor-matieavond van de groepen, stelt de oudervereni-ging zich kort voor. Ze vraagt dan tevens naar ou-ders die willen meehelpen bij allerlei activiteiten. Deze lijst van “hulpouders” wordt gebruikt als er ergens ondersteuning nodig is. De leerkracht heeft die lijst. Alle benodigde hulp zvraagd worden. Wsamen met de oudervereniging.

Vergaderingen Zoals de naam ‘oudervereniging’ al zegt zijn we een vereniging. Dit betekent o.a. dat we zo transpa-rant als mogelijk ons naar de ouders richten. Eenmaal per 6 weken vindt een bestuursverga-dering plaats. Bij de vergaderingen zijn ook de di-recteur en een teamlid aanwezig. In september of oktober wordt de algemene leden-vergadering gehouden wnodigd worden. Elke 3 jden herkiesbaar gesteld.

Bestuurssamenstelling Voorzitter: René Peeters Vice-voorzitter: Hans Verbugt

taris: Secre Mariëlle Giesbertz Penningmeester: Pieter van Zutphen Lid: Karen Absil Lid: Marion van de Beuken Lid: Erik Geurts Lid: Lilian Groothuis Lid: Lid: Marinel Wulms

Contact Via de nieuwsbrief ‘Merwijcknieuws’ worden de ouders geïnformeerd over de lopende activiteiten en indien nodig gevraagd voor hun persoonlijke in-zet. Ook via brieven, veelal uitgereikt in de klas, wordt u geïnformeerd. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om via e-mail ons te be .

edig mogelijk beant-

ezeggen-

Wij zullen uw email zo spowoorden.

5.3.2. Medezeggenschap

Vanuit het bedrijfsleven kent iedereen wel het be-grip "ondernemingsraad". Nadat bij bedrijven van een bepaalde grootte een ondernemingsraad ver-plicht was geworden, vond men iets dergelijks ook nodig bij het onderwijs. De naam "med


schapsraad" (M.R.) zelf, zegt er al wat van: het gaat om een raad die iets mee te zeggen heeft.

Waarom? Een school wordt bestuurd door een schoolbe-stuur. De eindverantwoordelijkheid voor alle schoolaangelegenheden ligt bij het schoolbe-stuur. Een schoolbestuur was vroeger volledig zelfstandig bij het nemen van besluiten. Of er overleg was met directie, leerkrachten en ouders, bepaalde een bestuur zelf. Een aantal jaren gele-den werd "de wet op de medezeggenschap" in-gesteld. In deze wet werd geregeld dat er in een medezeggenschapsraad ouders en leerkrachten moeten zitten. Ouders en leerkrachten zijn im-mers de groepen waarover het in het onderwijs gaat. De wet schreef ook een aantal situaties voor waarbij een bestuur verplicht werd een M.R. in te schakelen. In dergelijke gevalle

oet een medezegn

genschapsraad dus betrokken in de besluitvorming. Een en ander is

ggen-

HHia.

n dus, dat een

tadi-e voeren beleid.

onderwijs is per definitie van de ouders; als

het “hoe”. De gedachte hierachter : “vraagsturend werken; wat kunnen wij ten aan-

ls

eau een mede-

nog kandi-e GMR door

ook te voldoen aan de medezeg-

Deze medewerkersraad is het personeelsdeel van de G.M.R. (Gezamenlijke MedezeggenschapsRaad) die zich buigt over alle bovenschoolse aangelegen-

mwordenschriftelijk vastgelegd in het medezeschapsreglement.

oe? ervoor bestaan twee mogelijkheden: De medezeggenschapsraad moet instemmen met een besluit dat een bestuur wil gaan nemen. Zonder de instemming mag het be-sluit niet genomen worden en dient er over-legd te worden tussen bestuur en medezeg-genschapsraad.

b. De medezeggenschapsraad wordt in de ge-legenheid gesteld advies uit te brengen over voorgenomen besluiten van het bestuur.

In beide gevallen kan het gaan om de gehele .R. of alleen over het teamgedeelte of alleeM

het oudergedeelte. Dit betekentmedezeggenschapsraad betrokken wordt bij bij-na alle vergaande besluiten van een bestuur. Medezeggenschap bij Prisma. De gedachte binnen de wet op de medezeggen-schap is dat beleidsbesluiten van bovenaf wor-den gemaakt en daarna voorgelegd worden aan de MR. Binnen Prisma willen we de partners vanaf het begin mee laten doen in het maken van beleid. Daartoe is er een systeem gemaakt waar-n ouders en personeelsleden in een vroeg si

um mee kunnen praten over het tDit heeft geresulteerd in het samenstellen van een Cliëntenraad en een Medewerkersraad. Cliëntenraad (op schoolniveau)

Ouders bepalen samen met de directeur het “wat” van de school. De gedachte hierachter is: “het bij-zondereducatieve partner bepalen zij samen met de lei-dinggevende wat de belangrijkste ontwikkelingska-ders van de eigen specifieke school zijn.” Leraren als team samen met de directeur van de school bepalen iszien van oudervragen bieden en waarmaken aprofessionals.” Medewerkersraad (op bestuursniveau) -G.M.R. - Prisma heeft op bovenschoolsnivwerkersraad (6 personeelsleden) opgericht die in een proces van interactieve beleidsvorming alle medewerkers vertegenwoordigen.

heden. Oudergeleding (op bestuursniveau) -G.M.R - De oproepen om lid te worden van de oudergele-ding op bestuursniveau heeft voor heel Prisma tot nu toe pas vier kandidaten opgeleverd. Er is nog ruimte voor 3 leden! Ouders / verzorgers van leer-ingen van Prisma-scholen kunnen zichl

daat stellen voor dit ouderdeel van dcontact op te nemen met de verkiezingscommissie. Dit kan via de directeur van de school. Medezeggenschap bij De Merwijck Om vorm te geven aan bovengenoemde medezeg-

argenschap, magenschap zoals bedoeld in de Wet op de Medezeg-


genschap Onderwijs is op onze school de uit-werking als volgt:

jn neelsleden aanwezig. Zij handelen

s.

4 jaar aftreden of omdat hun kind de school

rkiezingen. nderwerpen die aan bod komen: Schoolgids,

zuimcijfers, vakantieroos-

zoek, pestprotocol, formatie, viteitenplan.

Er is geen Kesselse ouder lid van de oudergele-

se zeskoppige medewerkersraad.

aad

blicatie

o goed mogelijk onderwijs.

aarbij niet voor de formeel juridische kant om be-

ullen gezamenlijk oor een bepaalde visie moeten staan.

igt niet de belangen van het

ijck hebben zitten. De samen-

an een 16-tal leden (exclusief

ittingsperiode is 4 jaar met daarna maximaal één

jkheden en onmogelijkhe-

n gezocht

gevraagd worden.

n de cliëntenraad.

Cliëntenraad Een raad van 15 ouders die 6 keer per jaar bij-eenkomst om over het “wat” van onze school mee te praten. Meer informatie wordt in het vol-gende blokje gegeven. MR-personeelsleden Bij iedere bijeenkomst van de cliëntenraad zivast 3 persode zaken op schoolniveau af, waarvoor nog toe-stemming of advies vereist is en vormen dus ’t personeelsdeel van de M.R. De samenstelling van de personeelsgeleding wisselt elke 2 jaar. MR-ouders Na verkiezingen vormen 4 ouders de oudergele-ding van de MR. Zij zijn ook lid van de cliënten-raad. Ze handelen de zaken op schoolniveau af, waarvoor nog toestemming of advies vereist iDe samenstelling van de MR oudergeleding wis-selt iedere 2 jaar omdat ouders na een periode van verlaat. Deze plaatsen worden dan weer inge-vuld door “nieuwe” ouders na veOnascholingsbeleid, verter, tevredenheidsonderbegrotingen en acti Oudergeleding GMR

ding van de GMR. Medewerkersraad Geen van onze personeelsleden is lid van de bo-venschool

5.3.3. Cliëntenr

De cliëntenraad heeft in 2005-2006 samen met de schooldirectie onderstaande spelregels ont-wikkeld. Uitgangspunten Het uitgangspunt voor de cliëntenraad is het “partnerschap” zoals beschreven in de pu“Ouders als educatieve partners” (doorQ*Primair). Partnerschap werkt alleen als we ervan over-tuigd zijn dat iedereen voor en aan hetzelfde doel werkt: zDe nadruk ligt hiermee op het meedenken, sa-men met schoolleiding en team een visie en be-leid ontwikkelen met als doel de kwaliteit van

het onderwijs te waarborgen en zo mogelijk te verbeteren. We willen geen officiële statuten maar wel een richting voor ons zelf bepalen. We spreken samen intenties uit en gaan ermee aan de slag. We kiezen dleid, nota’s en plannen achteraf goed of af te keu-ren maar willen in een vroegtijdig stadium mee-denken over de richting van de school en accenten die gelegd kunnen worden. We zv We streven naar 6 vergaderingen per jaar. De on-derwerpen per vergadering worden indien mogelijk ruim vooruit gepland zodat iedereen ruim de tijd heeft om een mening te vormen. Samenstelling De cliëntenraad is er voor de klanten (kinderen, ou-ders) en vertegenwoordpersoneel (zoals MR of OR wel doen). Lid van de cliëntenraad kunnen daarom alleen ouders zijn die kinderen op de Merwstelling dient een afspiegeling van alle ouders te zijn. We gaan uit vleerkrachten/directie). Met ingang van het schooljaar 2007-2008 geldt dat binnen een gezin slechts één persoon lid kan zijn van de cliëntenraad. Zkeer vier jaar extra. De vergaderingen worden bijgewoond door 3 per-soneelsleden. Zij zullen deelnemen aan de discussie en wijzen op de mogeliden. De teamleden horen niet tot de cliëntenraad. Voor het schooljaar 2011-2012 geldt: Ook dit jaar worden weer nieuwe ledevoor de cliëntenraad omdat een aantal van de hui-dige leden aftredend is. Tijdens de informatieavond aan het begin van het schooljaar wordt door een lid van de cliëntenraad korte uitleg gegeven en wordt de kans geboden om zich aan te melden voor de cliëntenraad. Ook in een nieuwsbrief en tijdens de informatie-avond kan naar belangstelling bij ouders gevraagd worden. Leidt dit niet tot voldoende aanmelding, dan kan er actief bij personen We gaan uit van 2 ouders per leeftijdsgroep (groep 1 tot en met 8). We willen een doorsnee krijgen van de ouders, ook qua opleiding en achtergrond. Daarmee komen we dan op 16. Heeft men geen kind meer op De Merwijck, dan stopt ook het lid-maatschap va


Dienen er zich meer dan 2 ouders per leeftijds-, dan volgt er een gesprek met die ou-

b

jke weergave), alsmede omschre-

liën-

ellicht is het wenselijk om

gen wordt. m tot besluit te komen dienen bij stemming

. en moet

niet gehaald dan wordt er geen besluit ge-

e ouders kan, afhanke-p de volgende manie-

geven kan dat via een aparte brief

elgroep o Een aparte informatieavond

De website kan ook gebruikt worden voor het

ant van het geven van goed onderwijs aan

bestuur heeft ook

r is een nieuwe bestuursstructuur gekomen. Dhr rzitter van het College van

groep aanders uit dat leeftijdsjaar en het DB van de Cliën-tenraad. Blijft het aantal kandidaten dan groter dan 2 dan zullen er verkiezingen gehouden wor-den bij de ouders van dat leerjaar. Leiding Het dagelijks bestuur (DB) nen, voorzitter, vicevoorzitterde cliëntenraad; geen teamledenringen met de directeur voorbsamenstelt en deze ver-stuurt. De secretaris ver-zorgt de externe communi-catie. De verslaglegging van de vergaderingen wordt verzorgd door Ria Peeten. In de verslaglegging wordt ook de discussie weergege-ven (maar zeker geen letter-

estaat uit 3 perso- en secretaris, (uit

) dat de vergade-ereidt, de agenda

plaatsen van agendapunten, vragen en dilemma’s. Ouders kunnen via de website dan ook daarop rea-geren. Die e-mail kan via een aparte link weer bij het DB van de cliëntenraad terecht komen.

liook een duidelijk ven besluit, dat na de be-sluitvorming nog in de ver-gadering wordt geformu-leerd en wordt goedgekeurd. Besluitvorming De besluiten van de ctenraad hebben een sterk adviserend karakter. In het laatste deel van de vergadering zullen de ouders binnen de cliëntenraad tot een consensus proberen te komen. Wniet direct een besluit te nemen, maar pas in een volgende vergadering. Als er niet direct een consensus bereikt wordt, worden de besluiten door de cliëntenraad zelf genomen, waarbij de mening van team/directie meegewoOminimaal 10 ouders aanwezig te zijneen meerderheid van 75 % van de uitgebrachte stemmen behaald worden. Wordt die meerder-heid nomen. Achterban De terugkoppeling naar dlijk van het onderwerp, oren:

o Brieven; als info snel moet worden doorge

met eventueel daarin een verwijzing naar de website.

o Merwijcknieuws: o Schoolgids: o Aparte mailing naar een speciale do

5.3.4. Prisma

Het Prisma-bestuur heeft de zorg en de ver-antwoordelijkheid voor de bestuurlijk-organisa-torische kde basisscholen in Helden en Kessel. Het Prisma-bestuur vormt de rechtspersoon waaronder en in dienst waarvan directeur, leerkrachten en medezeg-genschapsraad functioneren. Het de zorg voor de gebouwen en inventarissen van alle scholen. EM. Rutten is interim vooBestuur. Naast het College van Bestuur is er een Raad van Toezicht (5 personen). Voor meer gegevens kunt u terecht op de website van Prisma www.prisma-spo.nl

5.4. Ouderbijdrage Een school mag een vrijwillige ouderbijdrage vra-gen voor extra activiteiten en zaken die niet tot het gewone onderwijs behoren. Een gevolg van het niet betalen is dan wel dat de school kan besluiten een


leerling niet te laten deelnemen aan activiteiten waarvoor niet betaald is. De school zal dan wel voor de opvang van deze kinderen moeten zor-

rden

e

ijsprogramma.

het

en eindtoets

oktober zult u verzocht ijdrag oen.

jaar, uitstapjes en busreis.

wordt hierover verantwoording fgelegd aan de aanwezige ouders en wordt de

euwe schooljaar besproken. erbijdrage gewijzigd wor-

iets. Er is elke dag minstens 1 overblijf-

en per dag een bon inle-

toezicht. Afmelden moet ok minstens een dag te voren gebeuren. In hoge

dag van te-

leven moet wor-

ook belangrijk dat ouders van overblijvende

-

gen. Ook kunnen kinderen uitgezonderd wovan het ontvangen van bepaalde traktaties ensurprises die volledig uit de ouderbijdragtaald worden. Een school mag een leerlingter niet uitsluiten van het volgen van het regure onderw

/of be-ech-lie-

veren. Deze kunnen à € 1,50 worden gekocht bij mevrouw Jet Joosten. Het is niet meer mogelijk om ook met geld te betalen. Er moeten van te voren bonnen worden gekocht! Incidentele overblijvers moeten één dag tevoren worden aangemeld bij de overblijfouder van die

De ouderbijdrage wordt jaarlijks eenmaal geheven. Dit betekent dat tijdensschooljaar geen extra bijdragen van u ver-langd worden behoudens voor het school-

e 8 kamp van gro p voor degroep 8. In september /

orden de ouderb e te voldw

Voor het afgelopen schooljaar gelden de volgende bedragen: voor één kind € 17,= voor 2 kinderen € 32,= voor 3 kinderen € 47,= Na het 1e kind is er voor ieder volgend -kind een reductie van € 2,==. Het geld van deze ouderbijdrage gaat naar de oudervereniging en is bestemd voor bijzondere activiteiten, zoals Sinterklaas, activiteiten einde schoolTijdens de jaarvergadering van de O.V., in sep-tember / oktober, abegroting voor het niDan kan ook de oudden. De MR moet met de hoogte van de ouderbijdra-gen instemmen.

5.5. Overblijven Het overblijven staat niet meer los van de school. De werkzaamheden kunnen uitbesteed worden aan vrijwilligers, onder verantwoorde-lijkheid van de school of aan een professionele organisatie. In het schooljaar 2011-2012 laten we de organi-satie weer uitvoeren door onze uitstekende vrij-willigers. Mogelijk dat in de toekomst de aanstu-ring en coördinatie door externen gebeurt. Voor-alsnog verandert er voor de kinderen en de ou-ders nouder aanwezig. De ouder die toezicht houdt weet altijd welke kinderen er overblijven. De kinderen brengen hun eigen lunchpakket mee (in

een trommeltje) en drinken (in een beker met schroefdeksel), fruit en eventueel een pakje soep.

De overblijfkinderen moet

dag. Zorg s.v.p. voor een correct aan- en afmelden van uw kind. De leiding kan dan ook zorgen voor voldoende begeleiding enouitzondering, bij ziekte van het kind, kan dat op de dag zelf (maar vóór 8 uur ’s morgens!) Adressen staan achter in deze gids. Vaste overblijvers hoeven niet aangemeld te wor-den. Wel even afmelden als ze niet overblijven. S.v.p. ook bij de juiste ouder en een voren! Ouders zijn ook zelf verantwoordelijk voor aan- en afmelden als er een schoolactiviteit is waardoor er wel/niet overgebden (bijv. schooluitstapje, excursie). Als een kind medicijnen gebruikt of een dieet moet volgen, moet dit via een briefje aan de overblijf-kracht kenbaar worden gemaakt. Het iskinderen bij de overblijfkrachten èn school een te-lefoonnummer bekend maken waarop ouders of het tijdelijk opvangadres bereikbaar zijn in noodgeval-len!

De overblijfkrachten hebben de zorg voor de over-blijvende kinderen en trachten zo optimaal mogelijk de veiligheid te bewerkstelligen. Daartoe is het noodzakelijk dat de overblijvende kinderen ook


luisteren naar de ouders. Uiteraard zal daarbij ook wel eens corrigerend moeten worden opge-treden. Mevrouw Jet Joosten is als coördinator aan-gesteld. Deze is verantwoordelijk voor de dage-lijkse gang van zaken: zoals de administratie, het zorgen voor overblijfkrachten, organiseren van

erkbesprekingen, onderhoud van contacten met

en bij iemand of ergens schade aanbren-A-verzekering van dat eid van de overblijfou-

l bij schoolac

en

of tijdens een stoeipartijtje, zijn de ouders of verzorgers

ersoneel wordt ook verstaan: stagiaires, vrijwilli-

se met de school min

die in schoolverband ontstaat door de school moe-

kant van de school. Een oorbeeld daarvan is de schade aan een bril tijdens

walle betrokkenen e.d. Zij legt weer verantwoor-ding af aan de directeur van de school. Een aan-tal keren per jaar bespreekt de directie allerlei zaken met de groep van overblijfouders. De overblijfouders zijn via de school verzekerd tijdens hun werkzaamheden. Als overblijvende kindergen geldt de eigen Wkind. De aansprakelijkhders kan alleen aangesproken worden als er duidelijke fouten zijn gemaakt door overblijfou-ders.

5.6. Verzekeringen De leerlingen, personeel onze schoo

en vrijwilligers zijn op tiviteiten verzekerd te-

ten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar berust op een misverstand. De school is alleen aansprakelijk en daarmee schade-vergoedingsplichtig wanneer er sprake is van een

gen ongevallen. De verzekerde bedragzijn: € 908,- bij overlijden € 22.690,- bij blijvende invaliditeit € 454,- voor geneeskundige kosten € 227,- voor tandheelkundige hulp Ze zijn niet via school WA verzekerd. We raden u aan zelf een WA-verzekering af te sluiten. U kunt hiervoor informatie inwinnen bij uw verzekeringsagent of verzekeringskantoor. Als een leerling zich op school bevindt, wil dat niet zeggen dat de school verantwoordelijk is voor alle schade die een leerling kan oplopen. Dit geldt ook wanneer een leerling schade ver-oorzaakt aan derden. Derden kunnen zijn: andere leerlingen, personeel van de school, of anderen welke niet tot de school behoren. Als het ene kind het andere kind tijdens schooltijd schade toebrengt tijdens sport/spelsituaties

van de leerling, die de schade heeft toegebracht , aansprakelijk. De schade zal in een dergelijke situa-tie geclaimd dienen te worden op de particuliere aansprakelijkheidsverzekering. De Aansprakelijkheidsverzekering voor Onder-wijsinstellingen dekt de aansprakelijkheid die voortvloeit uit een onrechtmatige daad of nalatig handelen van de school en/of haar personeel. Onderpgers, inleenkrachten en al degenen die aan de schoolse dan wel buitenschoolof meer verband houdende activiteiten deelnemen. Wij attenderen u in dat verband een aspect dat vaak aanleiding is tot misverstand. De school of het schoolbestuur is niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade

verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is dus mogelijk dat er scha-de wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid van de vde gymnastiekles; die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt (dan ook) niet door school vergoed.


Schade veroorzaakt door motorvoertuigen zijn uitgesloten van de Aansprakelijkheidsverzeke-ring voor Onderwijsinstellingen. De eigenaar of

prakelijkheid,

eer aangescherpt.

ik maken van een ge-e of zitting

ezig zijn. ij dit soort incidenteel vervoer over beperkte fstand mogen op de achterzitplaatsen kinderen anaf 3 jaar (maar niet de eigen kinderen) volstaan et het gebruik van een gordel.

ver “Wat is

teerd worden met schadeclaims. We

n te vermijden.

houder van een motorvoertuig is zelf aansprake-lijk voor schade veroorzaakt met zijn motorvoer-tuig. Het gaat hier om risico-aansdie niet overdraagbaar is aan derden.

5.7. Vervoer van leerlingen per auto door ouders/verzorgers

Zo af en toe door het schooljaar doen we wel eens een beroep op u om mee te helpen met het vervoer van kinderen. Sinds 1 maart 2006 is de

regelgeving hieromtrent wVoor schoolvervoer is het echter niet duidelijker geworden. De wettelijke regeling luidt: “Alle kinderen kleiner dan 1.35 meter met een maximaal gewicht van 36 kilo moeten zowel voorin als achterin gebruschikt en goedgekeurd kinderzitj ver-hoger. Anderen moeten de veiligheidsgordel ge-bruiken. Een driepuntsgordel als heupgordel ge-bruiken mag niet meer “ Vervoer van “andere” kinderen:

Van ouders wordt verwacht dat ze voor hun eigen kind een autostoeltje of zittingverhoger in de auto hebben. Voor andere kinderen kan niet altijd een autostoeltje of een zittingverhoger aanwBavm

De discussie die kan ontstaan gaat dan over?” Als school willen we niet achteraf geconfronzullen het vervoer per auto voor de kleine kinderen zoveel mogelijk trachteVoor de kinderen, groter dan 1.35 meter houden wij aan: o Kinderen mogen alleen op de achterbank

vervoerd worden. r mogen zo E oveel kinderen op de achterzitting

plaatsnemen als er gorderls zijn.


5.8. Contact met groepsleerkracht en/of directeur

Als u één van leerkrachten wilt spreken, zouden we het erg op prijs stellen, als u dat na schooltijd zou willen doen. Iedere leerkracht zal tijd vrij-maken om eventuele problemen met u door te

raten. Toch is, ook na schoolpv

tijd, de leerkrachtaak nog met leerlingen bezig of heeft an

ongelegen. Het is daaromspraak maakt.

naar geschei-

ijn beideormeren.

te geven aan de ex-echtgeno(o)t(e).

ogte gesteld wenst te

ooladministratie.

We gaan ervan uit dat de met het gezag belaste

de website alsmede

trekken wij aan de niet er?

n Speciale school voor basisonderwijs, een school voor Speciaal

w

dere

De school stelt het zeer op prijs dat bij belangrijke beslissingen op school omtrent de toekomst van een kind beide biologische ouders aanwezig zijn bij een gesprek over hun kind.

zaken die voor de school van belang zijn. U komt dan misschien

at u van tevoren een afhet beste, dHetzelfde geldt voor een afspraak met de direc-teur.

5.9. Informatievoorzieningden ouders.

Inleiding Als ouders gescheiden leven of gaan scheiden kan het voor de school moeilijk zijn om te bepalen welke positie we moeten innemen bij het verstrekken van informatiDe wet geeft hierin erichtlijn. “Derden die be

e. chter een duidelijke roepshalve beschikken

elangrijke feiten en oon van het kind of ing betreffen (zoals

Het adres van onze internetsite. Op deze site zijn veel gegevens terug te vinden en te downloaden.

Data ouderavonden Kopie van het rapport Oudergesprekken als er sprake is van een

over informatie inzake bomstandigheden die de persdiens verzorging en opvoedde school) dienen daarvan de niet met het gezag belaste ouder op de hoogte te stellen.” Concreet betekent dit dat wij als school

erplicht zvouders te infAlleen in zwaarwegende omstandigheden kan hiervan worden afgeweken. Uitgangspunt De wet schrijft niet voor

elke informatie wgegeven moet worden. Als school willen we geen speelbal worden tussen ouders. Daarom kiezen we ervoor om duidelijke uitgangspunten te hanteren bij het uitvoeren van het beleid. De met het gezag belaste ouder dient alle

informatie zelf door

De niet met het gezag belaste ouder dient eventueel zelf naar de school toe aan te geven dat hij of zij op de ho

orden van belangrijke informatie en welke informatie.

Deze ouder is zelf verantwoordelijk voor het up to date houden van zijn/haar adresgegevens in de sch

ouder de andere ouders in kennis stelt van het schooladres, de naam van deze eerste info, zodat die zich op een adequate wijze op de hoogte kan stellen.

Welke informatie versmet het gezag belaste oud

versneld of vertraagd doorlopen van de basisschool

Onderzoeken die door externen gedaan moeten worden (bijv, BCO, BJZ, Riagg)

Oudergesprekken als er sprake is van mogelijk doorverwijzen naar ee


Onderwijs of in aanmerking komen voor een Leerling Gebonden Financiering(“rugzakje”)

Adviesgesprek over doorstroom naar het Voortgezet Onderwijs

6. De ontwikkeling van het onder-wijs op onze school

6.1. Activiteiten ter verbetering van ons onderwijs

6.1.1. De vitale leerkracht

Voor goed onderwijs is het van belang dat de le-raar zich goed voelt op school en in de groep. Een goede verstandhouding is hierbij op zijn plaats. We proberen dit te bereiken door open en eerlijk te zijn, elkaar te respecteren en te accep-teren. Zo proberen we stress (meestal veroorzaakt door grotevoorkomen. Ook in het onderwijneelsbeleid belangrijk. Binnen Prafgelopen jaren een Integraal Pontwikkeld. In een cyclus van vielke leerkracht aan bod: loop-baanbezinning, een doelstellin-gengesprek, een daarop geba-seerd persoonlijk ontwikke-lingsplan, een voortgangs-gesprek, een functioneringsge-sprek en een beoordelingsge-sprek. In het eerste jaar van die cyclus gaan de deelnemende leerkrachten een persoonlijk ontwikkelingsplan maken. En-kele jaren geleden zijn de com-petenties beschreven zoals die gaan gelden voor de leerkrach-ten. Het zich verder ontwikkelen binnen deze

en frustraties werkdruk) te is goed perso-sma is er in de rsoneelsBeleid r jaar komt bij

is in 2011 ingevoerd. Verder staan er geen nieuwe methodes geplandom ingevoerd te worden in 2011-2012.

b) We gaan verder met het uitbouwen van het zelfstandig werken door kinderen, waarbij veel aandacht komt te liggen op dagen weektaken.

siee

competenties is het itgangspunt binnen de persoon-

aanontwikkeling, groeimogelijkheden, obiliteit en scholing zijn daarbij belangrijke

leerkracht een bekwaamheidsdossier aan te leg-

komen. Helaas is dat lang niet altijd mogelijk.

erpen die van belang zijn

epen. De groepen 1-2 gebruiken

Kinderen moeten leren plannen en (gedeelte-

e-

bezig zijn. Dit gebeurt

ulijke ontwikkelingsplannen en het personeelsbe-leid. En uiteraard horen daarbij begrippen als loopbmbegrippen. Met ingang van 1-8-2007 is het verplicht per ken op het gebied van de vernieuwingsonder-

werpen waar we meegen. Indien de personeelsformatie het toelaat probe-ren we grote groepen zoveel mogelijk te voor-

6.1.2. Voortdurend in beweging

In de afgelopen jaren heeft het schoolteam zich be-zig gehouden met onderwvoor de school en dus ook voor de kinderen. Daar-naast zijn de meeste nieuwe ontwikkelingen voor komend schooljaar bekend. ( zie hiervoor ook hoofdstuk 3.4.) a) Aanschaf methodes.

- Rekenen: de methode "Wereld in getallen" is het afgelopen jaar 2010-2011 ingevoerd in alle grode methode als bronnenboek. Begrijpend lezen: "Lezen in- beeld" voor de groepen 4 t/m 8. De methode is in 2011 in-gevoerd.

- Technisch lezen: "Estafette nieuw" is reeds in alle groepen ingevoerd.

- Woordenschat: “Taal actief”deze methode

lijk) eigen keuzes te maken. Er wordt meer be-roep gedaan op hun eigen verantwoordelijk-heidsgevoel.

c) Klassenconsultaties: De interne begeleider, de

directie zullen komend jaar de klassen bezo

aan de hand van basisafspraken die gemaakt zijn en die in elke groep te zien moeten zijn.

d) Digi borden: In de groepen 5 t/m 8 hangen di-gitale schoolborden.


e) Digitale toetsen: De groepen 1,2,3,4,5,6 en 7 gaan komend schooljaar de CITO toetsen digitaal doen.Voor het onderdeel Rekenen en Wiskunde geldt dit ook voor groep 8. Zo zijn foutenanalyses sneller

c gemaakt. De

n we wat dichter bij de bron en

-

en werkgroep

nten en collega’s,

Na elke vergadering van de cliëntenraad

welke nieuwe beleidsvoorne-

mogelijkheden om met ex-tern betrokkenen samen te werken. Die contac-

ren. Enkele voorbeelden van externe

m

ie slachtof-

leg. Aan dit overleg nemen

verblijf Bobo, Kinderdagverblijf

ijck.

activiteitencoördinatoren (computerbeheer) binnen Prisma.

Deelnemen aan werkgroepen van Prisma, waaraan bepaalde schooloverstijgende zaken zijn gedelegeerd.

school is gevraagd zitting te gaan nemen in een klankbordgroep van Cito. Op deze ma-nier zittekunnen onze ervaringen gebruikt worden om verbeteringen te laten aanbrengen.

f) Om de sociaal-emotionele ontwikkeling goed te kunnen volgen wordt Viseon afge-nomen.

g) Leerlingvolgsysteem (LOVS): De vorde-ringen van de leerlingen worden bijgehou-den op de computer in het leerlingvolgsys-teem van CITO. Deze gegevens en de grafieken die te voorschijn komen worden o.a. gebruikt om bij leerlingbesprekingen tussen leerkracht en IB-er en bij oudergesprekken aan de ouders te laten zien “waar hun kind zich bevindt t.o.v. een algemene leerlijn”.

h) Hoogbegaafdheid: Sinds een paar jaar zijn we hier nadrukkelijk mee aan de slag ge-gaan. Een aantal meer- en hoogbegaafde leerlingen is gediagnosticeerd. We gebrui-ken daarvoor een digitaal protocol. Enkele leerlingen nemen 1 dagdeel in de week deel aan een zogenaamde “plusklas” bij een an-dere school van Prisma. E bij Contacten met het Voortgezet onderwijs in

de regio. De Merwijck houdt zich speciaal bezig met alles rondom hoogbegaafdheid. We gaan bekijken hoe we in de groepssituaties nog meer rekening kunnen houden met meer- en hoogbegaafde kinderen.

i) Coaching / waardevol communiceren: Het goed communiceren is niet alleen belang-rijk bij coaching van studemaar ook bij gesprekken met ouders en kinderen. Prisma biedt in samenwerking met Pabo De Kempel uit Helmond een vier-jarige training aan. Hier nemen verschillen-de leerkrachten aan deel.

j)worden de conclusies van die vergadering ook binnen het team besproken en wordt bekeken tot men of acties dit kan leiden.

6.2. Zorg voor relatie school en omge-ving

De school benut de

ten zorgen ervoor dat onze school niet geïsoleerd raakt. We kunnen onze visie uitdragen, maar ook leren van andeontacten zijn: Deelnemen aan het overleg van het manage-

mentsteam (alle directeuren) van de stichting Prisma.

Contacten met instellingen die deskundig zijn op het gebied van onderwijs, opvoeding, verzorging en welzijn (BCO-Onderwijsdienst, Mutsaersstichting, Opdi-dakt, Firenze, Giralis, Riagg, GGD, CentruNascholing Onderwijs, Bureau Jeugdzorg, politie, ZAT-team (Zorg- en AdviesTeam) e.d.). Indien noodzakelijk vindt er bespreking met een of meer instellingen samen plaats.

Met de politie ligt er een afspraak om zaken rondom fysiek geweld en discriminatie te melden. Bij herhaling kan de politfers ook uitnodigen om een officiële melding of aangifte te doen. En laten we daarover duidelijk zijn: geweld en discriminatie kun-nen en willen we niet accepteren.

Deelname aan VVE (Voor- en Vroegschool-se Educatie) overde volgende partners deel: Groene Kruis, KinderdagHet Keverhuuske, Peuterspeelzaal ’t Kevertje en De Merw

Contacten met de Speciale school voor basis-onderwijs

Deelnemen aan het samenwerkingsverband “Peelkwartier”.

Contacten met

7. Schoolresultaten

7.1. Schoolverlaters groep 8


In Kessel zelf is geen school voor voortgezet onderwijs. Ofschoon het Bouwens van der Boije College (BBC) in Peel en Maas de dichtstbij-zijnde school is, kiezen ouders heel bewust voor VWO

een school voor voortgezet onderwijs. Er ween onderwijsvorm én school gez

ordt ocht die vol-

ge in Hel-

in te Roer-

anschool voor VMBO)

Hulster te Venlo

t Dr. Cuypers te

Maas-

gezet Speciaal Onder-.

Buitengewoon Secundair Onderwijs “Ter

et ingang van 2001-2002 vermelden we in de

nd

leerweg

ergerichte leerweg

emengde leerweg

MBO/theoretisch/Havo 49 leerlingen 11,4 %

oolj

ergerichte leerweg

emengde leerweg

13 leerlingen 27,1 %

gen 12,5 %

iet de resultaten van de Cito-eind, lligentietest

n. et gemiddelde landelijke IQ is 100. e Merwijck ke m e-

d o et de regionale ge-v la a

er de o

gens ouders en school zo goed mogelijk aansluit bij de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind. Er hebben de laatste 13 schooljaren aan-meldingen plaatsgevonden bij: Bouwens van der Boije Colle

den Bisschoppelijk College Broekh

mond en daarvan de vestiging te Reuver (Jenapl

De Molenbossen te Venlo-Blerick College Den Biologische School AOC Limburg te

Hors RK Scholengemeenschap

Roermond Technisch Instituut St. Jansberg te

eik Blariacum College Venlo School voor Voort

wijs “De Ortolaan” in Heythuysen

Engelen”, Maaseik Citaverde te Horst Werkenrodeschool, te Groesbeek

Mschoolgids de uitstroom naar het voortgezet on-derwijs volgens de nieuwe opzet van het voort-gezet onderwijs.

VMBO-Leerwegondersteune 15 leerlingen 3,5 %

VMBO-praktijkgerichte 4 leerlingen 0,9 %

VMBO-basisgerichte leerweg 36 leerlingen 8,4 %

VMBO-kad 49 leerlingen 11,4 %

VMBO-g 54 leerlingen 12,6 %

VMBO-theoretisch 72 leerlingen 16,8 %

V

HAVO 83 leerlingen 19,4 %

VWO 66 leerlingen 15,4 %

428

Voor het afgelopen sch aar was de verwij-zing: VMBO-basisgerichte leerweg 3 leerlingen 6,2 %

VMBO-kad 5 leerlingen 10,4 %

VMBO-g 5 leerlingen 10,4 %

VMBO-theoretisch 14 leerlingen 29,2 %

VMBO/theoretisch/Havo 2 leerlingen 4,2 %

HAVO

6 leerlin

48

4 leerlingen hebben een leerwegondersteunende indicatie toe-gewezen gekregen.

7.2. Scores eindtoets groep 8 Het betreft hier nmaar van de NIO (Nederlandse Intevoor Onderwijsniveaus)

In onderstaand schema staat IQ voor: de gemiddel-de intelligentie. SV staat voor: schoolvorderingeHD ver ekan gel n worden et de landlijke gemid elden, maar o k mmiddelden an de atste j ren. De M wijck Lan lijk Regi naal IQ SV IQ SV IQ SV 2005 - 2006 100,6 102,1 100 100 2006 - 2007 96,6 101,2 100 100 2007 - 2008 101,2 103,4 100 100 97,2 95,8 2008 - 2009 97,3 99,8 100 100 98,6 97,8 2009 - 2010 108,8 101,5 100 100 97,2 97,0 2010 - 2011 100,5 103,4 100 100 99,4 99,2

De conclusie: het gemiddelde IQ ligt steeds rond boven het

of landelijke en regionale gemiddelde.

rderingen steeds iets

r is dan de IQ. Men udt daarbij or m

30% van de leerlingen mag zijn. Is de SV 7,5 pu ger t IQ spreken we v rpres rde

on t erpres

Belangrijker is dat de schoolvohoger liggen dan de gemiddelde intelligentie. Met andere woorden: er wordt zeker "uitgehaald wat erin zit". Onder- en overpresteerders Er is sprake van onderpresteren als de SV (school-vordering) 7,5 punten lageho d norm aan dat dit vo aximaal

nt ho dan he , danan een ove tee r.

derpres eerder ov teerder a a l antal Perc. anta Perc. 2006 - 2007 10 20,0 % 10 22,2 % 2007 - 2008 8 5,0 % 8 20,0 % 2008 - 2009 14 15,0 % 14 28,0 % 2009 - 2010 11 20,0 % 11 27,5 % 2010 - 2011 11 22,9% 18 37,5%

In de volgende schoolgids zullen we ook de eerste uslag van de Cito-eindtoets publiceren.

7.3. Sco

it-

res entree groep 7


De Merwijc aakt geen gebruik de Cito-m baseert de inspectie zich bij

l f de school een voldoende eind-a

Merwijck ienorm

k m vaneindtoets. Daarode beoorde ing oniveau beh alt .schooljaar Score De Inspect

2005-2006 68 65

2006-2007 70 65

2007-2008 65 65

2008-2009 64 68

20 281,6 09-2010 286,5

2010-2011 297,4 281,6

7.4. Verwijzing leerlingen met specia-le behoefte

In de laatste 4 schooljaren ( 07-08, 08-09, 09-10, 10-11) zijn: Aangemeld bij BCO en Giralis voor verder onderzoek: 24 leerlingen; bij Mutsaers-stichting: 28 leerlingen en bij externe particu-liere onderzoekers 10 leerlingen.

eplaatstG in het Speciaal Basisonderwijs 9 leer-

erlin-

r het schoo 2011 zijn

lingen Geplaatst in het Speciaal Onderwijs: 2 leerlingen Begin schooljaar 2010-2011 zitten er 3 le

ool met een le en finan-gen op sch erlinggebondciering. Specifiek voo ljaar 2010 – de uitkomsten: Aangemeld voor verder onderzoek bij:

erlingen 11 leerlingen

2 leerlingen bij:

- Giralis: 5 leerlingen - Mutsae 7 leerlingen

erlingenrsstichting:

- Riagg/BJZ 2 le2 le- WSNS

- Audiologisch centrumiculier - Externe part

Aangemeld voor consultaties gen - Giralis leerlin

O of SO:Verwijzing voor SB 2 leerlingen Aantal LGF leerlingen:

3 leerlingen angemeld voor de plusbus:

- A

Dit jaar zijn 5 leerlingen naar e Plusbus gegaan

- d

8. Klachtenregeling

8.1. Samenvatting

Op elke school van de stichting Prisma is een klachtenregeling. Deze garandeert een zorgvuldige behandeling van klachten, waarmee het belang van de betrokkenen wordt gediend, maar ook het belang van de school. Zowel leerlingen als hun ouders kunnen een klacht indienen bij de klachtencom-missie. Dit kan een klacht zijn over agressie, ge-weld en discriminatie. Deze klachtenregeling is al-leen van toepassing wanneer u met uw klacht ner-gens anders terecht kunt. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zul-len in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel, schoolleiding en Prisma op een juiste wijze worden afgehandeld. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaats-gevonden, kan men een beroep doen op de klach-

itter van et College van Bestuur (Dhr. M. Rutten).

e hebben de complete klachtenregeling opgeno-

tenregeling die in deze schoolgids beschreven staat. In 2009 is overgestapt naar de klachtenregeling volgens “Model klachtenregeling Primair en Voortgezet Onderwijs” Stap bij ontevredenheid altijd eerst naar de be-treffende leerkracht, de directie en daarna naar de algemeen directeur / interim voorzh Wmen als “bijlage 1” onder hoofdstuk 12.


9. Schoolregels en vakantietijden

9.1 S ch5.

ooltijden Zie ook 9. Voor groep 1

maandag 08.30 tot 12.00 uur 13.30 tot 15.30 uur din 08.30 tot 12.00 uur sdag 13.30 tot 15.30 uur woensdag 08.30 tot 12.15 uur donderdag 08.30 tot 13.30 t

12.00 uur ot 15.30 uur

estijd. vrijdag vrij Dit is per week voor groep 1: 20 ¼ uur l Voor groep 2 en 3

maandag 08.30 tot 12.00 uur 13.30 tot 15.30 uur din 08.30 tot 12.00 uur sdag 13.30 tot 15.30 uur woensdag 08.30 tot 12.15 uur donderdag 08.30 tot 12.00 uur 13.30 tot 15.30 uur

rijdag 08.30 tot 12.00 uur vrij

v vrijdagmiddagDit is per week voor groep 2 en 3: 23¾ uur lestijd

Voor de groepen 4 t/m 8

maandag 08.30 tot 12.00 uur 13.30 tot 15.30 uur dinsdag 08.30 tot 12.00 uur 13.30 tot 15.30 uur woensdag donderdag 08.30 tot 12.00 uur

08.30 tot 12.15 uur

13.30 tot 15.30 uur 08.30 tot 12.00 uur

0 uur 3/4 uur les-

vrijdag 13.30 tot 15.3

Dit is per week voor gr. 4 ™ 8: 25tijd. Pauzes: Elke ochtend is er een pauze: groep 3 ™ 4: 10.00 – 10.15 uur. Groep 1 en 2 en 5 ™ 8: 10.15 – 10.30 uur. We

meer ruimte. Er ontstaan meer moge-jkheden tot spelen.

van 12.00 uur tot 13.30 uur.

ling maken voor die 3.520 uur en die 4.000 ur. De overheid staat toe dat de scholen de tijd van

1

hebben de pauze gespreid zodat er op deze ma-nier minder kinderen tegelijk buiten zijn. Ieder-een heeftli

Tussen de middag is er een pauze

9.2 Aantal lesuren per jaar De overheid heeft bepaald hoeveel uren de leerlin-gen per jaar tenminste naar school moeten. Voor jonge kinderen mag dat minder zijn dan voor oude-re leerlingen. De eerste vier jaar gaan kinderen bij ons minimaal 3.520 uur naar school. Per jaar is dat gemiddeld 880 uur. De laatste vier jaar gaan kinde-ren minimaal 4.000 uur naar school. Dat is gemid-deld 1.000 uur per jaar. Scholen moeten zelf de verdeu3520 + 4000 = 7520 uur zelf verdelen over 8 leerja-ren.

Na een ouderenquête in het voorjaar 2007 is beslo-ten de schooltijden voor groep 1,2 en 3 te wijzigen (zie 9.1.).

Voor “De Merwijck” geldt in 2010-20 1: Groep 1: 789 ¾ uur groep 5: 1004 ¼ uur Groep 2: 926 ¼ uur groep 6: 1004 ¼ uur Groep 3: Groep 4:

926 ¼ uur groep 7: 1004 ¼ uur 1004 ¼ uur groep 8: 1004 ¼ uur

Totaal: 3646 ½ uur Totaal: 4017 uur ele schoolloopbaan: 7.633½ uur

H


9.3 Vakantie die 30-10-11

m 6-02-12

t/m 18-05-

juni.

bord-lad dat alle ouders hebben ontvangen.

estijd over de ende vakken

e- ,00 8,00

ng ,25 4,25

ing

nde ,50 ,50

,50 50 ng taalgebruik

,50 ,50

heid enst

Totaal aantal uren p week 20,25 23,75 23,75

rooster en vrije agen Herfstvakant 22-10-11 t/mSt.Nicolaas 06-12-11 Kerstvakantie Carnaval

24-12-11 t/m 08-01-12 18-02-12 t/ 2

Paasmaandag 09-04-12 Meivakantie 25-04-12 t/m 06-05-12 Hemelvaart Pinksteren

17-05-12 12 28-05-12

Zomervakantie 30-06-12 t/m 12-08-12 Kesselse Kermis valt op de zaterdag 23Maandag 25 juni hebben de kinderen vrij. De vakantiedagen staan ook op het prikb

9.4 Verdeling van de lverschill

Onderbouw: GROEP:

Werken in groepen 1 5,00

2 5,25

3

Lichamelijke ontwikkling

7

Lichamelijke oefenikkeling

2,00 Taalontwi 3 Lezen/taal/spell 7,75 Schrijven

1,50

Woordenschat 0,50 Rekenen en wisku

iatie 2 3 4,00

Different 2,25 Wereldoriëntatie 0,50 Verkeer

ri0 0, 0,50

Bevorde 1,00 ,75 Tekenen

00

Muziek 0 0,50 Expressie

aardig

HandvGodsdi

0,50

0,50

0,75 0,50

Pauze 1,00 1,25 1,25

Bovenbouw:

GROEP: 4 5 6 7 8 Lich. Oefening 2,00 2,00 2,00 2,00 2,00 Technisch lezen

lezen

unde ,00 5,00 5,00

ge-verkeer

uik

ardigheid 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 1,25 1,25 1,25 1,25

week

25,75

3,00 3,00 2,25 2,25 0,75 Begrijpend 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 Spelling 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50 Schrijven 1,00 0,50 0,50 0,50 0,50 Taalactiviteiten

2,50 2,50 2,50 2,50 2,75

Woordenschat 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 Rekenen/wisk 5 5.00 5,00 Differentiatie 2,00 2.00 2,00 1,50

,50 1505 ,50 Engelse Taal

Wereldoriëntatie 0 01,25 2,25 2,75 2,50 3,75

Gezond en redzaam drag,w.o.

0,50

0,50

0,50

1,00

0,50

Bevord. taalgebr 0,75 0,50 0,50 0,50 0,75 Tekenen 1,00 0,75 0,75 0,75 1,00 Muziek 0,50 0,50 0,50 0,50 0,50 Handva 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 Godsdienst Pauze 1,25

totaal aantal uren p

9.5 Regels voor aanvang en einde van de

k om 08.30 en om 13.30 uur

schooltijd Wij gaan ervan uit dat alle leerlingen op tijd op school zijn. Het is erg storend als men in de klas een activiteit moet onderbreken. De kinderen van groep 1/2 A ™ groep 1/2 C ko-men op de speelplaats via de parkeerplaats bij de sportzaal óf via het pad vanaf het zwembad naar beneden. Per 2 groepen is er een aparte ingang. De kinderen komen direct in een portaaltje met daarin de garderobe. Het is niet mogelijk daar de kinderwagen of buggy even te laten staan. Hiervoor is de ruimte te klein. Daarnaast kunnen kinderen prima alleen naar bin-nen gaan. Wilt u de leerkracht even spreken, doe dit dan na schooltijd. Voor schooltijd vragen de kinde-ren de aandacht van de leerkracht. Een afspraak maken behoort natuurlijk altijd tot de mogelijkhe-

en. We willen oodkunnen beginnen. De volgende schooltijden gelden: van 8.15 – 8.25 uur en van 13.15 – 13.25 uur

zijn er voor schooltijd surveillerende leerkrach-ten op de speelplaats.

De overblijfouders zijn verantwoordelijk voor de overblijvende kinderen tot 13.15 uur. vanaf dat moment zijn de leerkrachten weer verant-woordelijk. Zij nemen op dat moment de sur-veillance over. Daarom mogen de kinderen die niet overblijven ook pas om 13.15 uur de speelplaats opkomen.

Om 8.25 uur en om 13.25 uur wordt er gebeld, waarna de leerlingen naar binnen gaan. De leerkrachten zijn dan ook in hun groep en is er op de speelplaats geen toezicht meer.

Om 8.30 uur en om 13.30 uur beginnen de les-sen in de groepen 1 – 8. Er moet dan ook daadwerkelijk met het programma gestart kun-nen worden.

Voor alle groepen is de school uit om 12.00 uur. Op woensdag is dat voor iedereen om 12.15 uur. (dus ook voor groep 1 – 4).


De ouders wordt verzocht om de kinderen niet te vroeg op school te laten zijn. Om 8.20 uur en 13.20 uur is eigenlijk tijd ge-noeg.

Ouders van kinderen van groep 2 nemen af-scheid bij de deur. Van groep 1 mogen de

t

.30 uur gaan we er-van uit dat alleen de ouders van “nieuwe”

n ophalen. De , tenzij u de

wilt spreken.

begeleidt waar nodig tevens de netwerker bewe- onze school Bovendien be-

nzekerheid rond het dragen van schoeisel ft het Netwerk Bewe-

burg ies,

ord-Limburg

gym- en spellessen

rtschoenen is verplicht.

e gymmen.

n goede stabiliteit (steunfunctie, stevige

het speellokaal: gymlessen voor gr. 1 en 2: mkleren nodig.

ymme voeten. ngen: m c de beste de tota o arnaast

akkeli g rden: hoe edraagt de voet zi ijd n?

en zijn : el

ouders nog mee naar binnen voor een korafscheid. In de middenbouw en bovenbouw nemen ze voor het hek afscheid. Kinderen gaan alleen de speelplaats op.

Uiteraard bestaan hiervoor uitzonderingen. Om 12.00 uur en om 15

kleuters kun kind binnen komea ere ouders wachten buitenndleerkracht

9.6 Lichamelijke oefening Gymnastiek: We hechten waarde aan een goede lichamelijke ontwikkeling. Daarbij hoort dan ook een grote aandacht aan de lessen in lichamelijke oefenin-gen. Ronald van den Berg,leerkrachten Hij isgingsonderwijs vansteedt hij aandacht aan kinderen die een motori-sche achterstand hebben.

Schoeisel gymles

Om definitief een eind te maken aan een hele-boel otijdens de gymlessen, heegingsonderwijs voor Noord- en Midden Limde deskundige mening gevraagd bij 4 instantt.w.: GGD No Orthopaedisch Chirurgen Venlo/Venray Maatschap Podotherapie Noord-Limburg Shoe-fit, Joop Creemers (sportpodoloog),

Tegelen

Na de aanbeveling van deze 4 instanties geldt het volgende voor de Merwijck: In de gymzaal/sporthal:voor groep 3 ™ 8. Het dragen van gym/spoAlleen op medisch advies is het toegestaan op blote voeten tLet bij de aanschaf op: een goede pasvorm ee

hielkap)

Koop geen loopschoenen (laten vaak strepen ach-ter) of (gladde) turnschoentjes voor in de zaal. Sokken dragen in de gymschoenen. Tracht te vermijden dat leerlingen op blote voeten in de wasruimte rondlopen. De kans op besmetting (o.a. voetschimmels) is daar het grootst.

InDe kleuters hebben geen aparte gyHier geldt: g n op blote (uitzonderi

eus vooredis h advies). Dit ís

k le v etontwikkeling. Dakan er gem jker eobserveerd wog ch t ens de lesopdrachte

De gymdagroep 1 / 2

voor G dag ijks Groep 3A op dinsdagmorgen

en donderdagmorgen Groep 3B op dinsdagmorgen

en donderdagmorgen Groep 4A op

en maandagmorgen donderdagmorgen

Groep 4B op maandagmorgen en donderdagmorgen Groep 5A op

en dinsdagmorgen donderdagmiddag

Groep 5B op en

dinsdagmorgen donderdagmiddag


Groep 6 op maandagmorgen en woensdagmorgen

dagmiddag

iddag

rdblad dat ben ontvangen.

een leerling leerplichtig?

Zo

op de maand waar-

mogen het kind nog per

ik maken, moeten zij dit bij de directeur

p verzoek van de ouders kan de directeur ookof geven.

De

n het bezoeken van de schoolverboden is, (bijv. bij de uitvoering van dewet Besmettelijke Ziekten)

c) De leerling bij wijze van tuchtmaatregel de toegang tot de school ontzegd is.

enst of levensover-

wegens de specifieke aard van het

antie kan gaan.

rden

standigheden tandigheden” gaat het

ers gelegen zijn.

chtingen

n

ouders daartoe een schriftelijk verzoek in

rbij de verklaring van de werkgever

den”) en de daarin ge-noemde voorbeelden, kan volstaan worden met een mondeling verzoek aan de directeur. Deze zal mondeling antwoorden.

Groep 6/7 op maandagmorgen en woensdagmorgen Groep 7 op maan en woensdagmorgen Groep 8 op maandagm en woensdagmorgen Deze indeling staat ook op het prikboalle ouders heb

9.7. Verlofregeling en schoolverzuim (leerplichtwet 1994)

1. Wanneer is 1.1. 4 jaar: nog niet leerplichtig Een kind mag naar de basisschool, zodra het vier jaar is. Verplicht is het dan nog niet. 1.2. 5 jaar: dra het kind echter 5 jaar is geworden is het leerplichtig en wel op de eerste schooldag van de maand die volgtin het jarig is. 1.3. 5 jaar en nog niet volledig leerplichtig: Een kind van 5 jaar is nog niet volledig leer-plichtig. De ouders thuishouden voor ten hoogste 5 uurweek. Als de ouders van deze regeling ge-bruvan de school melden. O lnog tot ten hoogste 5 uur per week verlIn totaal kan een vijfjarige dus maximaal 10 uur per week thuisblijven. Deze uren mogen niet opgespaard worden. ze regelingen houden op als het kind 6 jaar is. 1.4. 6 jaar: volledig leerplichtig: 2. Geoorloofd schoolverzuim Het is een misverstand te denken dat een kind recht heeft op 10 dagen extra verlof per jaar. Wel geldt: De leerplichtige leerling mag van school ver-zuimen zolang: a) De school gesloten of het onderwijs ge-

schorst is. b) Bij of op grond van algemene verbindende

voorschrifte

over

d) De leerling wegens het vervullen van plichten voortvloeiend uit godsdituiging verhinderd is de school te bezoeken.

e) De leerling wegens ziekte verhinderd is de school te bezoeken.

f) De leerlingberoep van één van de ouders/verzorgers slechts buiten de schoolvakanties met hen op vak

g) De leerling door andere gewichtige omstandig-heden verhinderd is de school te bezoeken.

Ad f: specifieke aard van het beroep van de ouders Het beroep van één van de ouders moet zo-danig zijn dat er alleen maar buiten de school-vakanties met de kinderen op vakantie gegaan kan worden. Daartoe moet ook een verklaring van de werkgever overlegd worden. Het verlof moet bij de directeur aangevraagd worden. De directeur kan daartoe positief beslissen, maar slechts éénmaal per jaar en voor ten hoogste10 dagen. Dit verlof kan niet verleend woin de eerste twee weken van het nieuwe schooljaar.

Ad g: andere gewichtige omBij “andere gewichtige omsom omstandigheden die buiten de wil van de leer-ing of de oud

Voorbeelden hiervan zijn: voldoen aan wettelijke verpli verhuizing bijwonen van een huwelijk van familielede overlijden van familieleden het 25-jarig, 40-jarig en 50-jarig huwelijks- of

ambtsjubileum van ouders of grootouders

3. Verzoeken op verlof: 3.1. Indien het gaat om het genoemde in f (“specifieke aard van het beroep van de ouders”) dienen dete dienen bij de directeur van de school. Tevens moet daa

legd worden. De directeur zal schriftelijk antwoorden op dat verzoek. 3.2. Indien het gaat om het verlof bij g (“andere gewichtige omstandighe

3.3. Indien het gaat om een verzoek voor ver-lof bij g. i.v.m. “andere gewichtige omstan-digheden” en anders dan de genoemde voor-beelden dient het verzoek schriftelijk gedaan te worden bij de directeur. Deze zal schriftelijk antwoorden. Een aanvraagformulier daarvoor is bij de directie verkrijgbaar. Indien er negatief beslist wordt op het verzoek zal bij de werke-lijke afwezigheid van het kind een bericht van “ongeoorloofd verzuim” naar het College van B. en W. gestuurd worden, vergezeld van de aan-vraagbrief en het antwoord van de directie.

4. Niet als “andere gewichtige omstandig-heden” gelden o.a.:

Een tweede vakantie. Sportevenementen buiten schoolverband,

tenzij een leerling moet uitkomen in een team.

Concerten e.d. Op wintersportvakantie gaan buiten de

schoolvakanties. Het bezoeken van een tentoonstelling, pret-

park e.d. buiten schoolverband. Een of meer dagen eerder met vakantie gaan

of later terugkomen.

5. Ongeoorloofd verzuim Als een leerling afwezig is wegens ongeoorloofd verzuimd, dan wordt daarna de volgende proce-dure gevolgd: De ouders worden door de directie ervan in

kennis gesteld dat het verzuim aangemerkt wordt als “ongeoorloofd verzuim”.

De directie meldt dit verzuim bij de leer-plichtconsulent.

Bij luxeverzuim worden de ouders uitgeno-digd voor een gesprek.

Bij ongeoorloofd verzuim kan door proces-verbaal worden opgemaakt.

Dit procesverbaal gaat naar justitie. Justitie legt al of niet een strafmaat op en de

ouders krijgen van justitie hierover officieel bericht.

9.8. Schorsing en verwijdering van leer-lingen.

Leerlingen kunnen voor een tijdje van school gestuurd worden (we noemen dat dan schorsing) of voorgoed (we noemen dat verwijdering). Een leerling of een ouder die zich ernstig misdraagt, wordt op dat gedrag door de school aangespro-ken In geval van een leerling worden de ouders van dat wangedrag op de hoogte gebracht.

Als een ouder zich ernstig misdraagt kan dat een reden zijn om de leerling te schorsen / verwijderen. De volledige regeling kunt u vinden in de bijlage 2 onder hoofdstuk 13 “Beleid toelating en verwijde-ring”.

9.9. Internetgebruik

Op school bestaat de mogelijkheid voor leerlingen gebruik te maken van Kennisnet. De informatie die ze hier van afhalen kunnen de leerlingen gebruiken bij het maken van werkstukken. Zelfstandig ge-bruik hiervan willen wij als school zoveel mogelijk bevorderen. Samen met de ouders moeten wij onze leerlingen daarbij opvoeden tot het goed gebruik maken van verantwoorde keuzes. Om misbruik in de toekomst te voorkomen is er een protocol “ het internet- en e-mailprotocol” opge-steld waarbij het steekproefsgewijs controleren is uitgewerkt. (Bijlage 3 onder hoofdstuk 14 op de website van onze school.) Er wordt aan de ouders van de groepen 5 t/m 8 ge-vraagd schriftelijk akkoord te gaan met dit protocol door het tekenen van een verklaring.


9.10. Vernielen van schoolmaterialen

Uitgangspunt

Binnen onze visie op waarden en normen vinden wij respect voor o.a. materialen belangrijk. We willen niet alles in regels gieten, maar in voor-beeldgedrag en gesprekken de leerlingen een normbesef en gedrag meegeven dat hiermee cor-respondeert. Materialen die niet van jezelf zijn, behandelen als waren ze van jezelf. Het met op-zet vernielen van (school)spullen past niet bin-nen onze visie en acceptatiegrens. Gebeurt dit toch, dan moeten leerlingen daar ook de conse-quenties van dragen.

Actie

Als een leerling iets met opzet heeft vernield, of er zodanig slordig mee om is gegaan dat vernie-ling te verwachten was, dan onderneemt de groepsleerkracht de volgende acties.

De leerkracht spreekt met het kind over diens opzettelijk of zeer onzorgvuldig han-delen.

De leerkracht informeert bij de directie of de verantwoordelijke leerkracht voor de in-koop, naar de prijs van het vernielde artikel. De leerkracht informeert de ou-ders/verzorgers over de vernieling en de vergoeding en verzoekt de ouders/verzorgers voor betaling zorg te dragen.

De leerkracht houdt bij of de betaling ge-beurt en draagt het bedrag af aan de directie.

Vermissing van schoolspullen

Als onzorgvuldigheid bij een leerling er toe ge-leid heeft dat schoolspullen vermist worden, dan geldt eveneens de verplichting om dat artikel te vergoeden.

Structureel

Als blijkt dat vernieling / vermissing geen inci-dent is bij een leerling, maar een gevolg van structureel onzorgvuldig zijn, dan zal de leer-kracht dat tijdig bespreken met ou-ders/verzorgers.

10: Sponsoring in het onderwijs

10.1. Wat is sponsoring? Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of dien-sten die een sponsor verstrekt aan een bevoegd ge-zag, directie, leraren, niet-onderwijzend personeel of leerlingen, waarvoor de sponsor een tegen-prestatie verlangt waarmee leerlingen of hun ouders in schoolverband worden geconfronteerd. Bij spon-soring kan bijvoorbeeld worden gedacht aan: gesponsorde lesmaterialen, zoals lesboekjes,

video's, posters en spellen sponsoren van activiteiten, zoals schoolfeesten,

sportdagen of schoolreisjes sponsoren van gebouw / inrichting / computer-

apparatuur

10.2. Doel Het doel van sponsoring in het onderwijs is om fi-nanciële middelen of diensten te verwerven die de school ten goede komen. Het mag echter absoluut geen inbreuk op de kwaliteit van de school maken of kwaliteit van sponsoring afhankelijk maken.

10.3. Convenant Alle landelijke onderwijsorganisaties hebben bin-nen een zogeheten convenant afspraken gemaakt over sponsoring. Dit convenant "scholen voor pri-mair en voortgezet onderwijs en sponsoring" is op school aanwezig en voor iedereen ter kennisname beschikbaar. Enkele belangrijke onderdelen zijn: scholen gaan zorgvuldig om met sponsoring sponsoring moet verenigbaar zijn met de peda-

gogische en onderwijskundige taak en doelstel-ling van de school

sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen en er mag geen geestelijke en lichamelijke schade berokkend worden aan de leerlingen

de objectiviteit, geloofwaardigheid, betrouw-baarheid en onafhankelijkheid van de school mag niet in gevaar gebracht worden

sponsoring mag de continuïteit en inhoud van het onderwijs niet beïnvloeden

klachten kunnen gericht worden aan de klach-tencommissie en voor inhoudelijke concrete gevallen naar de Reclame Code Commissie

er mag geen blijvende afhankelijkheid ontstaan Beleid Het beleid van Prisma is dat er binnen de scholen sprake mag zijn van incidentele sponsoring, mits men zich houdt aan het convenant.


11: Diversen

11.1. Verkeerssituatie rond de school Het laatste jaar is de verkeerssituatie rondom de school flink verbeterd.

De onveiligheid ontstond doordat ouders hun kinderen met de auto willen brengen en halen aan de schoolpoort. Parkeren in boch-ten, dubbel parkeren, wegrijden bij slecht uitzicht, zorgden ervoor dat het gevaarlijk werd. Mede dankzij een ac-tie van de oudervereniging is er een sterke verbetering opgetreden. Er is een voorstel gedaan om in bepaalde straten niet meer te parkeren c.q. te rijden, zodat de Merwijckstraat bij de fietsenstalling bijna autovrij wordt. Ouders van de oudervereniging heb-ben collega-ouders aangesproken en verzocht om medewerking. Dit heeft een positief resultaat gehad! Hoe willen we het graag blijven zien? Verkeersveiligheid rond de school: een belang van ons allen!

De schoolleiding en de oudervereniging krijgen reacties van bezorgde ouders die de verkeers-situatie rond de school niet veilig vinden. De laatste jaren zijn er

daarom diverse acties geweest om de verkeerssi-tuatie te verbeteren. Tevens is er landelijk aan-dacht voor dit probleem.

We willen dit probleem samen met u het komende schooljaar verder oplossen. De school besteedt extra aandacht aan het bewust maken van verkeersveilig gedrag, maar spreek ook het kind aan als dit bijvoorbeeld zo maar de weg op fietst. Ook u kunt uw kinderen wijzen op de juiste verkeersregels. Het autoverkeer bij het halen en brengen van de kinderen zorgt voor gevaarlijke situaties. Daarbij noemen we dubbel parkeren, parkeren in de boch-ten, voor uitritten parkeren en dan ook nog door al deze drukte heen proberen te rijden. Dit heeft tot gevolg dat het zicht en de doorgang beperkt wor-den. Om dit te verbeteren streven we er naar om géén autoverkeer ter hoogte van Keverbergstraat - Gelrestraat (tussen school en zwembad, tot aan Gr. Kesselstraat) bij aanvang en beëindiging van

de lessen te hebben. Er zijn voldoende alternatieven voor het parkeren in de buurt. Om dit te verduide-lijken hebben we de parkeermogelijkheden aange-geven op het kaartje. Ten slotte wijzen we erop dat het beleid van de school erop gericht is dat kinderen bij voorkeur te voet naar school komen Lukt dat niet dan mogen ze met de fiets komen. Als het niet anders kan, dan kunnen ze gebracht en gehaald worden met de auto.


Het is geen verbod, maar we verwachten dat u samen met ons wilt meewerken om uw eigen kinderen en die van anderen veilig naar school te laten gaan. We zullen de ouders er ook regelmatig aan her-inneren om samen voor die veiligheid te blij-ven zorgen. VEBO aanpak (Verkeerseducatie in het Ba-sisOnderwijs) Verkeersveiligheid is te belangrijk om links te laten liggen. Onze school participeert daarom in een ver-keerseducatief scholennetwerk van het ROVL ( Regionaal Overlegorgaan Verkeersveiligheid Limburg – een onderdeel van het provinciebe-stuur) Het hieruit voortgekomen gemeentelijk netwerk stimuleert projecten die scholen een impuls ge-ven om meer aandacht te besteden aan verkeers-veiligheid. Het VEBO programma streeft naar het oplossen van verkeersveiligheidsknelpunten door een re-sultaatgerichte samenwerking tussen organisa-ties die te maken hebben met verkeersveiligheid en verkeer. Het Limburgs Verkeersveiligheids Label: een kwaliteits-keurmerk. Onze school is door het extra aandacht geven aan actieve verkeerseducatie, aandacht voor de dagelijkse school-thuisroute van de kinderen en aandacht voor een veilige schoolomgeving in bezit gekomen van het LVL : het Limburgs Ver-keersveiligheidsLabel. Het is een uiterlijke waardering door het ROVL en het provinciebestuur voor een geleverde kwa-liteitsverbetering op het gebied van verkeersvei-ligheid. Onze school laat met het LVL zien dat het ons ernst is met de verkeersveiligheid van onze leer-lingen door het toepassen van activerende werk-vormen, aandacht voor de school-thuisroute en inrichting van de directe schoolomgeving.

11.2. Fietsenstalling De fietsenstalling is geplaatst bij de ingang van de bovenbouw en bij het zwembad. De stalling biedt plaats aan ongeveer 120 fietsen. Voor een aantal kinderen is het beslist noodzakelijk dat ze met de fiets naar school komt. Voor heel

veel anderen is dit beslist overbodig. Wij verzoe-ken u dan ook erop toe te zien dat uw kind niet op de fiets naar school komt, als de afstand prima te voet te doen is. Het is overigens erg gezond! Een deel van de fietsenstalling is beveiligd met een hek, dat gedurende de dag op slot is. Om 8.35 en 13.35 uur gaat de stalling op slot. Telaatko-mers dienen hun fiets buiten de stalling te zetten. Bij een tussentijds bezoek aan de dokter kan de conciërge of een andere schoolmedewerker de stalling tussendoor openen. De school is niet aan-sprakelijk voor vernieling en diefstal. ’s Middags na schooltijd wordt de fietsenstalling ook gesloten. In de zomermaanden, als het zwembad in gebruik is, levert dat wel eens pro-blemen op. De kinderen behoren na schooltijd hun fiets buiten de af te sluiten stalling te plaat-sen. Leerkrachten zijn niet verantwoordelijk voor fietsen die toch in de afgesloten stalling achter-blijven! In het verleden is gebleken dat de niet afgesloten fietsenstalling dan gebruikt wordt als “voetbal-kooi”.

11.3 Roken in school Een schoolgebouw is een openbaar gebouw. Dit be-tekent dat er niet gerookt mag worden, tenzij er een aparte rookruimte beschikbaar is. Zo’n ruimte is er niet. We vinden dat alle groepsruimtes en werkka-mers toegankelijk moeten zijn voor leerlingen en dus voor niet-rokers. Binnen de gehele school handhaven we bij alle ac-tiviteiten het rookverbod. Dit is niet alleen van toepassing op de leerkrachten, maar voor iedereen die onze school tijdens en na schooltijden bezoekt. We stellen het ook bijzonder op prijs als ouders ook niet op de speelplaats of net voor de poort roken. Een goed voorbeeldgedrag helpt misschien ook om niet met roken te beginnen.

11.4. Hoofdluis Hoofdluis is inmiddels een op scholen veel voor-komend probleem. Bestrijding kan alleen maar plaatsvinden door een regelmatige en goede contro-le van de kinderen en het daarna goed behandelen, direct gevolgd door het schoonmaken van bijna het hele huis. Het is erg vervelend voor de kinderen, maar zeker ook voor de ouders van die kinderen. Elkaar daarbij helpen is belangrijker dan met de vinger nawijzen. Wat doet de school om dit verschijnsel zoveel mo-gelijk uit te bannen?


Op de maandag na elke vakantie (zomer-, herfst-, kerst-, carnaval- en meivakantie) worden alle kinderen gecontroleerd door een groepje moeders, die samen het hoofdluis-screeningsteam vormen. Het is een intensief en lastig karwei dat in één dag geklaard moet zijn.

De ouders van kinderen die met jonge neten en/of hoofdluis besmet zijn, worden zo snel mogelijk op de hoogte gesteld.

Alle kinderen van de groep waarin een kind met hoofdluis zit krijgen een brief mee, waarin ouders gevraagd wordt zelf alert te blijven, zelf ook te controleren en de school te berichten als men hoofdluis constateert.

Na ongeveer 10 dagen wordt de hele klas weer gecontroleerd.

Als een ouder een besmetting op school meldt, wordt ook de hele klas gescreend, gaat er een brief mee en volgt er na 10 dagen weer een controle.

De verpleegkundige van de GGD ontvangt van elke screening schriftelijk het resultaat, zodat ook de GGD zich een beeld kan vor-men van de ontwikkelingen.

De jassen worden in een speciale cape aan de kapstok opgehangen.

Alle verkleedkleren, knuffels en ander mo-gelijk besmet materiaal wordt gewassen, of een tijdlang opgeborgen in gesloten plastic zakken.

Wat vraagt de school van de ouders? Medewerking aan de screening door er op

die dag voor te zorgen dat de leerlingen geen gel, vlechtjes en haarlak in hun haar hebben. Als dit wel het geval is, is het ondoenlijk om de haren goed te controleren.

Een melding als men thuis jonge neten en/of hoofdluis ziet zitten.

Een goede behandeling van het haar en het schoonmaken van het huis als er een be-smetting is opgetreden.

De ouders van de vriendjes/vriendinnetjes zelf waarschuwen als uw kind daar rond de tijd van de besmetting gespeeld heeft.

U kunt zeker meehelpen om dit probleem te blijven aanpakken!

11.5. Kauwgom Een gebouw mét vloerbedekking én kauwgom …dat gaat niet samen. Het is natuurlijk overbo-dig te melden dat kauwgom uit den boze is. Met andere woorden ....… kauwgom is niet toe-

gestaan! Dit geldt niet alleen voor kinderen, maar ook voor ouders en andere bezoekers. Met name voor ouders is het moeilijk zich aan deze regel te houden. Ook hier geldt: "Goed voorbeeld doet goed vol-gen!"

11.6. Telefonische berichten Als u ziekte e.d. van uw zoon/dochter wilt door-geven, doet u dat dan voor schooltijd? Het is erg storend als er mensen onder schooltijd bellen. Als een leerling om 09.00 uur nog afwezig is, zonder dat wij een melding hebben gekregen, dan zal de school contact met het thuisadres opnemen. Vraag bij kinderziekten altijd aan de dokter of en wanneer uw kind weer naar school mag. telefoon: 462 1431 E-mail: [email protected]

11.7. Bibliotheek en tijdschriften Lezen is voor de kinderen van groot belang. Het is de voornaamste voorwaarde om onderwijs te kun-nen volgen. Op school wordt er daarom veel aan-dacht aan besteed. Daarnaast is lezen een heerlijke vrijetijdsbesteding. Kessel heeft een eigen biblio-theek. Wij raden u aan uw kind te stimuleren daar regelmatig boeken en tijdschriften te halen. Het lidmaatschap voor de kinderen is gratis. Openingstijden bibliotheek voor de jeugd: maandagmiddag van 13.30 tot 17.30 uur woensdagmiddag van 13.30 tot 17.30 uur donderdagmiddag van 13.30 tot 17.30 uur 18.00 tot 19.30 uur 462 1839

11.8. Verjaardagen Het is niet gebruikelijk dat de kinderen op hun ver-jaardag de klasgenootjes trakteren. In de onder-bouw zal de jarige die dag extra aandacht krijgen in de klas. Als de leerkracht jarig is, wordt dat in de klas ge-vierd. Op school wordt in de dagen voor die ver-jaardag iets voor de jarige leerkracht gemaakt. Dat is het cadeau. De kinderen kunnen thuis eventueel nog een tekening maken of iets knutselen. Het is niet de bedoeling de kinderen gekochte cadeautjes mee te laten nemen voor de leerkracht.

11.9. Snoepen Het is algemeen bekend, dat snoepen slecht is voor het gebit. Wij vragen u er op toe te zien dat uw kind geen snoep meeneemt naar school. Ook koek, m.n.



waar chocolade in zit, valt onder snoepgoed en niet geschikt voor de pauze op school. Een bo-terham of een appel is beslist beter.

Mocht uw kind toch iets kwijt zijn, kom dan naar school. De gevonden voorwerpen worden tijdelijk verzameld. Er moet ieder jaar weer een hoop worden weggedaan! Jammer ! 11.10. Drinken

Kinderen mogen zelf iets te drinken mee nemen. Probeer in te schatten of het werkelijk nodig is.

11.12. Schoolfoto’s In de afgelopen jaren zijn er door een schoolfoto-graaf foto’s gemaakt van alle groepen (individueel, broertjes / zusjes en groepsfoto’s). De kwaliteit van deze foto’s en de service wordt ieder jaar geëvalu-eerd. U kunt met opmerkingen bij de directeur te-recht.

Indien u iets mee geeft, zorg er dan wel voor: dat er een hersluitbare plastic beker (flesje)

gebruikt wordt. dat het geen zoetigheid is. dat uw kind het ook steeds opdrinkt. dat de beker elke dag weer mee naar huis

gaat en gereinigd wordt 11.13. Ouders in de groepen En hou er rekening mee: Ouders die een morgen of een middag in de school

bij hun kind willen komen kijken, zijn altijd van harte welkom, als ze van te voren even een af-spraak met de groepsleerkracht maken. Dit kan in alle groepen.

dat sommige drank ‘s zomers al gauw niet meer lekker is.

dat blikjes en pakjes snel tot zwerfvuil op de speelplaats leiden.

De kinderen mogen op school water drinken. In de onderbouw zijn hier bekers voor aanwezig op school.

11.14. Privacy Vooral bij de kleutergroepen komt het regelmatig voor dat ouders graag een namenlijst hebben zodat ouders onderling contacten kunnen leggen als kin-deren bij elkaar willen gaan spelen. Het is mogelijk voor alle groepen bij de leerkracht naar een lijst te vragen waarop staan: naam, adres en telefoonnum-mer. In verband met de wet op de privacy geven wij alleen die gegevens die ook in de telefoongids te vinden zijn. Ouders die er bezwaar tegen hebben dat hun adres en telefoonnummer wordt meegege-ven aan klasgenootjes van hun kind, kunnen dat aangeven bij de leerkracht of de directeur.

11.11. Namen op de spullen Vooral bij de kleinere kinderen is het van belang dat op meegebrachte spullen de naam staat. In de wintermaanden is het verstandig om bij die kin-deren een koordje aan de handschoenen te ma-ken. Kinderen die laarzen dragen kunnen het beste ook sloffen mee naar school nemen. Ook regenjassen en laarzen zijn vaak hetzelfde. Voorkom teleurstellingen en verwarring…zet de naam erin! 11.15. Schoolkamp groep 8

Vanaf het schooljaar 2001/2002 gaat groep 8 op kamp. De data voor dit schooljaar zijn woensdag 18 april t/m vrijdag 20 april 2012. Ook dit schooljaar vindt het kamp plaats op “Holsterhof” in Paarlo (Posterholt). De eigen bijdrage voor de kinderen bedraagt hiervoor waarschijnlijk € 33,==. Mochten ouders deze bijdrage niet kunnen of willen betalen, dan kan men dat in een persoonlijk gesprek met de directeur bespreken. Ook een eventuele oplossing en consequenties kunnen dan ter sprake komen.


12. BIJLAGE 1: Klachtenregeling INLEIDING De inwerkingtreding van de Kwaliteitswet per 1 augustus 1998 hield onder meer in dat schoolbesturen verplicht werden een klachtenregeling voor elk van hun scholen vast te stellen en in te voeren. De landelijke ouderorganisaties, vakorganisaties, besturenorganisaties en schoolleidersorganisaties be-reikten hierna een akkoord over één landelijk in te voeren Modelklachtenregeling. Hiermee hoopten zij een zorgvuldige behandeling van klachten voor elke school te bereiken, waarbij zowel het belang van de betrokkenen als het belang van de school wordt gediend. De regeling geldt voor het primair en voortgezet onderwijs. Toch blijft het een model, dat desgewenst aangepast kan worden. De wetgever kent de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad het instemmingsrecht toe met betrek-king tot de vaststelling van de klachtenregeling aan de school. Het bevoegd gezag van Stichting Prisma gelet op de bepalingen van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs; gehoord de medezeggenschapsraad/gemeenschappelijke medezeggenschapsraad; stelt de volgende Klachtenregeling primair en voortgezet onderwijs vast. HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

1. In deze regeling wordt verstaan onder: a. school: een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, Wet op de expertisecentra en

de Wet op het voortgezet onderwijs; b. commissie: de commissie als bedoeld in artikel 4; c. klager: een (ex-)leerling, een ouder/voogd/verzorger van een minderjarige (ex-)leerling, (een lid

van)het personeel,(een lid van) de directie, (een lid van)het bevoegd gezag of een vrijwilliger die werkzaamheden verricht voor de school, alsmede een persoon die anderszins deel uitmaakt van de schoolgemeenschap, die een klacht heeft ingediend;

d. klacht: klacht over gedragingen en beslissingen dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen van de aangeklaagde;

e. contactpersoon: de persoon als bedoeld in artikel 2; f. vertrouwenspersoon: de persoon als bedoeld in artikel 3; g. aangeklaagde: een (ex-)leerling, ouder/voogd/verzorger van een minderjarige (ex)leerling, (een

lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag of een vrijwilli-ger die werkzaamheden verricht voor de school, alsmede een persoon die anderszins deel uit-maakt van de schoolgemeenschap, tegen wie een klacht is ingediend;

h. benoemingsadviescommissie: een door het bevoegd gezag ingestelde commissie die bestaat uit leden aangewezen door de geledingen ouders/leerlingen, personeel en bevoegd gezag.

i. HOOFDSTUK 2: BEHANDELING VAN DE KLACHTEN

Paragraaf 1: De contactpersoon

Artikel 2: Aanstelling en taak contactpersoon

1. Er is op iedere school ten minste één contactpersoon die de klager verwijst naar de vertrouwensper-soon.

2. Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de contactpersoon. De benoeming vindt plaats op voorstel van de benoemingsadviescommissie.

Paragraaf 2: De vertrouwenspersoon

Artikel 3: Aanstelling en taken vertrouwenspersoon


1. Het bevoegd gezag beschikt over ten minste één vertrouwenspersoon die functioneert als aanspreek-punt bij klachten.

2. Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de vertrouwenspersoon. De benoeming vindt plaats op voorstel van de benoemingsadviescommissie.

3. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De vertrou-wenspersoon gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Hij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aan-gifte bij politie of justitie.

4. De vertrouwenspersoon verwijst de klager, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar an-dere instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg.

5. Indien de vertrouwenspersoon slechts aanwijzingen, doch geen concrete klachten bereiken, kan hij deze ter kennis brengen van de klachtencommissie of het bevoegd gezag.

6. De vertrouwenspersoon geeft gevraagd of ongevraagd advies over de door het bevoegd gezag te ne-men besluiten.

7. De vertrouwenspersoon neemt bij zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij in die hoedanigheid verneemt. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als vertrouwenspersoon heeft beëindigd.

8. De vertrouwenspersoon brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag schriftelijk verslag uit van zijn werk-zaamheden.

Paragraaf 3: De klachtencommissie

Artikel 4: Instelling en taken klachtencommissie

1. Er is een klachtencommissie voor alle scholen van het bevoegd gezag die de klacht onderzoekt en het bevoegd gezag hierover adviseert.

2. Het bevoegd gezag kan zich ook, na hierover instemming te hebben verkregen van de (gemeenschap-pelijke) medezeggenschapraad, aansluiten bij een regionale of landelijke commissie.

3. De klachtencommissie geeft gevraagd of ongevraagd advies aan het bevoegd gezag over: a. (on)gegrondheid van de klacht; b. het nemen van maatregelen; c. overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten.

4. De klachtencommissie neemt, ter bescherming van de belangen van alle direct betrokkenen, de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht bij de behandeling van een klacht. De leden van de klach-tencommissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in die hoedanigheid vernemen. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als lid van de klachtencommissie heeft beëindigd.


5. De klachtencommissie brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag schriftelijk verslag uit van haar werk-zaamheden.

Artikel 5: Samenstelling klachtencommissie

1. De klachtencommissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden, die worden benoemd, ge-schorst en ontslagen door het bevoegd gezag. De benoeming vindt plaats op voorstel van de benoe-mingsadviescommissie.

2. Het bevoegd gezag benoemt overeenkomstig het eerste lid de plaatsvervangende leden. 3. De klachtencommissie is zodanig samengesteld dat zij voldoende deskundig moet worden geacht

voor de behandeling van klachten. 4. Leden van het personeel, van het bevoegd gezag, alsmede ouders/voogden/verzorgers en leerlin-

gen/studenten/deelnemers van de schoolgemeenschap, de vertrouwenspersoon en contactpersoon kunnen geen zitting hebben in de klachtencommissie.

5. De klachtencommissie wijst uit haar midden een (plaatsvervangend) voorzitter aan. 6. Het bevoegd gezag wijst een (plaatsvervangend) secretaris aan.

Artikel 6: Zittingsduur

1. De (plaatsvervangende) leden van de klachtencommissie worden benoemd voor de periode van vier jaar en zijn terstond herbenoembaar.

2. De voorzitter en de leden kunnen op ieder moment ontslag nemen.

Paragraaf 4: De procedure bij de klachtencommissie

Artikel 7: Indienen van een klacht

1. De klager dient de klacht in bij: a. het bevoegd gezag; of b. de klachtencommissie.

2. De klacht dient binnen een jaar na de gedraging of beslissing te worden ingediend, tenzij de klachten-commissie anders beslist.

3. Indien de klacht bij het bevoegd gezag wordt ingediend, verwijst het bevoegd gezag de klager naar de vertrouwenspersoon of klachtencommissie, tenzij toepassing wordt gegeven aan het vierde lid.

4. Het bevoegd gezag kan de klacht zelf afhandelen indien hij van mening is dat de klacht op een een-voudige wijze kan worden afgehandeld. Het bevoegd gezag meldt een dergelijke afhandeling op ver-zoek van de klager aan de klachtencommissie.

5. Indien de klacht wordt ingediend bij een ander orgaan dan de in het eerste lid genoemde, verwijst de ontvanger de klager aanstonds door naar de klachtencommissie of naar het bevoegd gezag. De ont-vanger is tot geheimhouding verplicht.

6. Het bevoegd gezag kan een voorlopige voorziening treffen. 7. Op de ingediende klacht wordt de datum van ontvangst aangetekend. 8. Na ontvangst van de klacht deelt de klachtencommissie het bevoegd gezag, de klager en de aange-

klaagde binnen vijf werkdagen schriftelijk mee dat zij een klacht onderzoekt. 9. Het bevoegd gezag deelt de directeur van de betrokken school schriftelijk mee dat er een klacht wordt

onderzocht door de klachtencommissie. 10. Klager en aangeklaagde kunnen zich laten bijstaan of laten vertegenwoordigen door een gemachtigde.

Artikel 8: Intrekken van de klacht

Indien de klager tijdens de procedure bij de klachtencommissie de klacht intrekt, deelt de klachtencom-missie dit aan de aangeklaagde, het bevoegd gezag en de directeur van de betrokken school mee.

Artikel 9: Inhoud van de klacht

1. De klacht wordt schriftelijk ingediend en ondertekend. 2. Van een mondeling ingediende klacht wordt terstond door de ontvanger als bedoeld in artikel 7, eer-

ste lid een verslag gemaakt, dat door de klager voor akkoord wordt ondertekend en waarvan hij een afschrift ontvangt.

3. De klacht bevat ten minste: a. de naam en het adres van de klager;


b. de dagtekening; c. een omschrijving van de klacht.

4. Indien niet is voldaan aan het gestelde in het derde lid, wordt de klager in de gelegenheid gesteld het verzuim binnen twee weken te herstellen. Is ook dan nog niet voldaan aan het gestelde in het derde lid, dan kan de klacht niet-ontvankelijk worden verklaard.

5. Indien de klacht niet-ontvankelijk wordt verklaard wordt dit aan de klager, de aangeklaagde, het be-voegd gezag en de directeur van de betrokken school gemeld.

Artikel 10: Vooronderzoek

De klachtencommissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van de klacht bevoegd alle gewenste inlichtingen in te winnen. Zij kan daartoe deskundigen inschakelen en hen zo nodig uitnodigen voor de hoorzitting. Indien hieraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het bevoegd gezag vereist.

Artikel 11: Hoorzitting

1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de klager en de aangeklaagde tijdens een niet-openbare vergadering in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord. De hoorzitting vindt plaats binnen vier weken na ontvangst van de klacht.

2. De klager en de aangeklaagde worden buiten elkaars aanwezigheid gehoord, tenzij de klachtencom-missie anders bepaalt.

3. De klachtencommissie kan bepalen, al dan niet op verzoek van de klager of de aangeklaagde, dat de vertrouwenspersoon bij het verhoor aanwezig is.

4. Van het horen van de klager kan worden afgezien indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.

5. Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt. Het verslag bevat:

a. de namen en de functie van de aanwezigen; b. een zakelijke weergave van wat over en weer is gezegd.

6. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 12: Advies

1. De klachtencommissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het advies. 2. De klachtencommissie rapporteert haar bevindingen schriftelijk aan het bevoegd gezag, binnen vier

weken nadat de hoorzitting heeft plaatsgevonden. Deze termijn kan met vier weken worden verlengd. Deze verlenging meldt de klachtencommissie met redenen omkleed aan de klager, de aangeklaagde en het bevoegd gezag.

3. De klachtencommissie geeft in haar advies een gemotiveerd oordeel over het al dan niet gegrond zijn van de klacht en deelt dit oordeel schriftelijk mee aan de klager, de aangeklaagde en de directeur van de betrokken school.

4. De klachtencommissie kan in haar advies tevens een aanbeveling doen over de door het bevoegd ge-zag te treffen maatregelen.

Artikel 13: Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat ten minste twee leden van de klachtencommissie, waaron-der de voorzitter, aanwezig zijn.

Artikel 14: Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de klachtencommissie nemen niet deel aan de behandeling van een klacht, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Paragraaf 5: Besluitvorming door het bevoegd gezag

Artikel 15: Beslissing op advies

1. Binnen vier weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie deelt het bevoegd gezag aan de klager, de aangeklaagde, de directeur van de betrokken school en de klachtencommissie schrif-telijk gemotiveerd mee of hij het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en of hij naar aan-leiding van dat oordeel maatregelen neemt en zo ja welke. De mededeling gaat vergezeld van het ad-


vies van de klachtencommissie en het verslag van de hoorzitting, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten.

2. Deze termijn kan met ten hoogste vier weken worden verlengd. Deze verlenging meldt het bevoegd gezag met redenen omkleed aan de klager, de aangeklaagde en de klachtencommissie.

3. De beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt door het bevoegd gezag niet genomen dan nadat de aangeklaagde in de gelegenheid is gesteld zich mondeling en/of schriftelijk te verweren tegen de door het bevoegd gezag voorgenomen beslissing.

HOOFDSTUK 3: SLOTBEPALINGEN

Artikel 16: Openbaarheid

1. Het bevoegd gezag legt deze regeling op elke school ter inzage. 2. Het bevoegd gezag stelt alle belanghebbenden op de hoogte van deze regeling.

Artikel 17: Evaluatie

De regeling wordt binnen vier jaar na inwerkingtreding door het bevoegd gezag, de contactpersoon, de vertrouwenspersoon, de klachtencommissie en de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad geëvalu-eerd.

Artikel 18: Wijziging van het reglement

Deze regeling kan door het bevoegd gezag worden gewijzigd of ingetrokken, na overleg met de vertrou-wenspersoon en de klachtencommissie, met inachtneming van de vigerende bepalingen.

Artikel 19: Overige bepalingen

In gevallen waarin de regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag. De toelichting maakt deel uit van de regeling. Deze regeling kan worden aangehaald als 'klachtenregeling onderwijs'.



13. BIJLAGE 2: Beleid toelating en verwijdering TOELATING Het toelatingsbeleid is erop gericht dat we alle kinderen waarvan we aan de onderwijsbehoeften kunnen en/of moete ullen toelaten. De onderwijsbehoeften van het kind worden hierbij geton voldoen, z etst aan de moge-

ng kan zijn:

rondslag van onze school te respecteren.

rieën:

juiste keuze trachten te maken zodat

oegelaten, ontvangen hiervan schriftelijk bericht.

iervoor toe-

op de 1e dag van de maand volgend op de vierde verjaardag van het kind.

deze voordelen en alle ruimte die kinderen ook moe-

zen voor de volgende instroomdata:

na de zomervakantie g van nieuwe leerlingen in on

december

lijkheden die in de schoolprofielen zijn aangegeven. Uitkomst van deze toetsi toelating* geen toelating, c.q. verwijzing naar of advisering voor andere school

*Toelating = het inschrijven van de leerling in de administratie van de school. Kinderen en ouders/verzorgers dienen in alle gevallen de g In ons beleid onderscheiden we de volgende catego onderinstroom 4-jarigen zij-instroom leerlingen andere basisschool zij-instroom speciaal basisonderwijs leerlingen met indicatiestelling (Leerling Gebonden Financiering)

itgangspunt in alle categorieën is dat we in het belang van het kind eenU

het kind op de best mogelijke plek het onderwijs ontvangt dat nodig is. Ouders van leerlingen die zijn t A: Onderinstroom 4-jarigen In principe kunnen alle kinderen die de leeftijd van 4 jaar bereikt hebben worden toegelaten. Om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de beginsituatie van ieder kind, kan er voor inschrijving overdracht van relevante ontwikkelingsgegevens van de voorschoolse educatie plaatshebben (met toestemming van de ouders), en worden de ouders uitgenodigd voor een intake-gesprek binnen zes weken na inschrijving. Indien uit de gege-

ens van de voorschoolse educatie blijkt dat verder onderzoek noodzakelijk is, dienen de ouders hvstemming te geven en het onderzoek te worden afgewacht, alvorens de leerling wordt toegelaten.

oelating vindt uiterlijk plaats TSpecifiek voor De Merwijck: We willen de kinderen die tussen 1e schooldag en 1 januari 4 jaar worden alle ruimte gegeven om zoveel mo-gelijk onderwijsaanbod te krijgen. Dat lukt niet als we deze kinderen slechts eenmaal per maand laten instro-men en geen instroom toestaan per 1 december. Instroom van nieuwe leerlingen op de dag nadat ze vier jaar zijn geworden wordt afgewezen omdat de kinde-ren dan steeds individueel instromen en te zeer als een eenling worden beschouwd. Instroom met enkele kin-deren samen heeft voor deze kinderen zeker een meerwaarde. Ook voor de leerkracht levert regelmatige nieuwe instroom onrust in de groep op. Als er enkele malen per jaar nieuwe leerlingen binnenkomen kan daar

eter en nadrukkelijker bij stilgestaan worden. Vanwegebten krijgen, is geko Geboortedatum Instroomda

e rvakantie en 1 oktober e gtum

Tussen 1 schooldag na de zome 1 schoolda(zie ook hoofdstuk 4.6: “De opvan ze school”) 1 oktober tot en met 15 oktober 16 oktober 16 oktober tot en met 31 oktober

ember 1 november

1 november tot en met 15 nov 16 november december 16 november tot en met 30 november

december tot 31 december 1

1 1


Bovenstaande leerlingen stromen in in groep 1

i ri maart

maart tot en met 31 maart april romen in in groep 0

uitgenodigd voor een gesprek waarbij ge-

Het zal duidelijk zijn dat, als de 1 of de 16 van de maand in het weekend of vakantie valt, deze eerste echte schooldag.

Ouders/verzorgers dienen deze gegevens ter

voldaan en inschrijving op school mogelijk is. innen zes weken na inschrijving vindt er een intake-gesprek plaats tussen de leerkracht en de ou-

e leerlingen geldt dat de onderwijsbehoefte van het kind door de directeur van de school wordt rband

eelkwartier. ol ter inzage aan te bieden.

lprofiel, ventueel in overleg met andere directeuren uit het Samenwerkingsverband Peelkwartier.

alle beschikbare onderzoeksgegevens aan school ter inzage aan te bieden.

1 januari tot en met 31 januar 1 februa1 februari tot en met 28/29 februari 11 1Bovenstaande leerlingen st 1 april tot en met 30 april 1 mei 1 mei tot en met 31 mei 1 juni 1 juni tot en met 30 juni (ligt aan lengte van het schooljaar) 1 juli 1 juni tot en met laatste vakantiedag 1e schooldag na de zomervakantie De ouders van bovenstaande leerlingen worden in februarikeken wordt naar de ontwikkeling van de kinderen. Ouders beslissen daarna of het kind per 1 mei / 1 juni / 1 juli naar school komt of pas na de zomervakantie.

e e

schooldag opschuift tot de eerstvolgende

B: Zij-instromers andere basisschool Toelating geschiedt na bespreking van het onderwijskundig rapport en evt. aanvullende onderzoeksgegevens van derden en het bewijs van uitschrijving van de vorige school.inzage aan te bieden. Aan de hand van deze gegevens wordt getoetst of er aan de onderwijsbehoeften van het kind kan worden Bders/verzorgers. C: Zij-instromers SBO-scholen Leerlingen afkomstig van een basisschool en daarna toegelaten bij een school voor SBO, die op advies van de PCL in aanmerking komen voor terugplaatsing, worden altijd op de school van herkomst toegelaten. Voor de overiggetoetst aan het schoolprofiel, eventueel in overleg met andere directeuren uit het SamenwerkingsvePOuders/verzorgers dienen alle beschikbare onderzoeksgegevens aan de scho D: Leerlingen met indicatiestelling (Leerling Gebonden Financiering) De onderwijsbehoefte van het kind wordt door de directeur van de school getoetst aan het schooeOuders/verzorgers dienen ORDEMAATREGEL Hieronder wordt verstaan een maatregel die nodig is om de rust/orde in een groep te kunnen handhaven of te herstellen. Dat betekent dat een leerling tijdelijk uit de eigen groep geplaatst wordt in een andere groep of bij en toezichthouder. Met deze maatregel hopen we te voorkomen dat het ooit tot een schorsing of verwijde-

nder schorsing wordt verstaan het n.a.v. gedragsproblematiek tijdelijk verwijderen van een leerling uit de een middag).

en leerling tijdelijk voor korte duur, van school verwijderd wordt.

o’n maatregel wordt genomen op basis van gedragsproblemen van de leerling (inclusief niet te tolereren ge-an niet te tolereren gedrag van ouders / opvoeders.

ering komt. Schorsing van leerlingen Ogroep of van de school. Onder tijdelijk wordt verstaan langer dan een schooltijd (een morgen of Een schorsing betekent dat e Het besluit tot schorsing. Zdrag) of op basis v


Uitgangspunten: Het bestuur kan op verzoek van de school een leerling alleen voor een beperkte tijd, hooguit enkele

dagen, schorsen. Schorsing vindt pas plaats nadat het bestuur hierover overlegd heeft met leerling, ouders, groepsleer-

kracht(en) en directie. horsing schriftelijk aan de ouders mee. In dit besluit worden ver-

maatregelen

hterstand oploopt.

Voor het einde van de schorsing hebben de ouders / verzorgers een gesprek met de school waarbij fspraken worden vastgelegd om de terugkeer van de leerling te kunnen laten plaatsvinden.

erling wordt overgegaan, wordt nauwkeurig dossier bijgehouden van de pro-dien moet er sprake zijn van een onhoudbare situatie in de groep voor de

hrijving van het problematische gedrag en de ernstontwikkeling. Hierbij moet aangetoond wor-

erling veroorzaakt voor de leerkracht. Dit kan door aan te geven

s onderwijsactiviteiten en de ver-

en bij onderwijsactiviteiten of dat andere leerlingen meegesleept

n het veiligheidsgevoel van andere leerlingen.

van klachten over de leerling die door andere leerlingen of hun ouders zijn ingediend.

Het bestuur deelt het besluit tot scmeld: o De redenen voor de schorsing o De aanvang van de schorsing o Eventuele andere genomen

De school stelt de leerling in staat, bijvoorbeeld door het opgeven van huiswerk, te voorkomen dat deze een ac

Het bestuur stelt de inspectie en de leerplichtambtenaar in kennis van de schorsing en de redenen hiervoor.

eventuele a Dossiervorming: Voordat tot schorsing van een leblemen rond deze leerling. Bovenleerlingen en/of leerkracht(en) In het dossier wordt vastgelegd: Een historische beschrijving van wat er in het verleden is voorgevallen en gedaan. Onderzoeken die door interne en/of externe deskundigen hebben plaatsgevonden. Besc

den dat de geboden hulp geen noemenswaardige verbetering van het functioneren heeft bewerkstel-ligd.

Concretiseren van de last die de lehoeveel tijd de leerling per week van de leerkracht vraagt, waarbij die tijd onttrokken wordt aan het begeleiden van andere leerlingen.

Concretiseren van de storingen die de leerling veroorzaakt tijdenminderde mogelijkheden voor onderwijskundige handelingen door de leerkracht. Waar komt de leerkracht niet aan toe vanwege de aanwezigheid van de leerling?

Concretisering van de last die de leerling veroorzaakt voor andere leerlingen. Hierbij kan gedacht worden aan het afleiden van leerlingworden in het ongewenste gedrag of andere leerlingen zelfs mee gaan doen. Het aantal leerlingen dat lijdt onder dit gedrag bijvoorbeeld.

Concretisering van de last die de leerling psychisch veroorzaakt, in de vorm van het verminderen va

Opsomming VERWIJDERING Verwijdering van een leerling is een uitzonderlijke maatregel, zowel gelet op de doelstelling van de school

an de leerling en de betreffende ouders/verzorgers, die plaatsvindt bij ernstig wangedrag

oodzakelijk dat de directie de ouders/verzorgers in de gelegenheid stelt de ontwikkelingen te volgen om maatregelen met begrip en verantwoordelijkheid te kunnen nemen.

Dossiervorming:

als op de positie vvan de leerling of zijn / haar ouders. Daarom is het bij

een negatieve escalatie in het gedrag van de leerling, een ernstige vertrouwensbreuk met de ouders/verzorgers,’

ndaardoor de nodige

Voordat tot verwijdering van een leerling wordt overgegaan, wordt nauwkeurig dossier bijgehouden van de problemen rond deze leerling. Bovendien moet er sprake zijn van een onhoudbare situatie in de groep voor de leerlingen en/of leerkracht(en) In het dossier wordt vastgelegd: een historische beschrijving van wat er in het verleden is vastgelegd en gedaan. Onderzoeken die door interne en/of externe deskundigen hebben plaatsgevonden. Beschrijving van het problematische gedrag en de ernstontwikkeling. Hierbij moet worden aange-

toond dat de geboden hulp geen noemenswaardige verbetering van het functioneren heeft bewerkstel-ligd.

Concretiseren van de last die de leerling veroorzaakt voor de leerkracht. Dit kan door aan te geven hoeveel tijd de leerling per week van de leerkracht vraagt, waarbij die tijd onttrokken wordt aan het begeleiden van andere leerlingen.

Concretiseren van de storingen die de leerling veroorzaakt tijdens onderwijsactiviteiten en de ver-minderde mogelijkheden voor onderwijskundige handelingen door de leerkracht. Waar komt de leer-kracht niet aan toe vanwege de aanwezigheid van de leerling?

Procedure:

1. Voordat het bevoegd gezag tot verwijdering besluit hoort het zowel de betrokken groepsleraar als de ouders

2. De ouders ontvangen een gemotiveerd schriftelijk besluit waarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken schriftelijk bezwaar te maken tegen het besluit’

3. Het bestuur meldt het besluit tot verwijdering van de leerling terstond bij de inspectie van het onder-wijs.

4. Indien ouders bezwaar maken hoort het bevoegd gezag hen over dit bezwaarschrift 5. Het bevoegd gezag neemt binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift een besluit. 6. De school zoekt gedurende acht weken naar een andere school voor de leerling.


14. BIJLAGE 3: Internet- en e-mailprotocol Inleiding: De school zal proberen om de leerlingen in een zo veilig mogelijke internet- en e-mail-omgeving te laten werken. Er wordt geprobeerd de leerlingen zo veel mogelijk met gerichte zoekopdrachten en zoveel mogelijk via Kennisnet te laten werken om vrijblijvend surfgedrag te beperken/ te voorkomen. Als er buiten Kennisnet gesurft wordt, dan is dit onder begeleiding van de groepsleerkracht. Chatten wordt niet toegestaan. De school moet er zorg voor dragen dat de kinderen op school tekst en uitleg krijgen over het gebruik en mis-bruik van internet en het e-mailadres. De school kiest er niet voor om te gaan werken met filters. De school kiest ervoor om samen met de kinderen manieren te vinden om op een verantwoorde manier te kunnen wer-ken met Internet. Het samen in de klas hierover praten, het maken van afspraken en vaststellen van regels, het bijbrengen van een goede attitude en sociale controle spelen hierbij een zeer belangrijke rol. Afspraken met de leerlingen: Ik zal nooit mijn persoonlijke informatie doorgeven op Internet zoals: mijn naam, adres en telefoonnum-

mer, het werkadres en telefoonnummer van mijn ouders of het adres van mijn school zonder toestemming van mijn ouders/leraar

Ik geef mijn persoonlijk wachtwoord niet door aan anderen Ik vertel het mijn ouders/leraar meteen als ik informatie zie waardoor ik me niet prettig voel of waarvan

ik weet dat het ongewenste informatie is zoals porno, geweld, discriminatie, racisme Ik zal nooit afspreken met iemand die ik ‘online’ op Internet heb ontmoet, zonder toestemming van mijn

ouders/leraar Ik zal nooit e-mailberichten en foto’s of iets anders van mij of andere leerlingen sturen, zonder toestem-

ming van mijn ouders/leraar Ik gebruik geen rare of lelijke woorden als een e-mailbericht verstuur. Wat ik op de computer typ, mag altijd gelezen worden door een meester of juf. Ik zal nooit op e-mailberichten antwoorden die onprettig zijn. Het is niet mijn schuld dat ik zulke berich-

ten krijg en vertel het meteen aan mijn ouders/leraar, zodat zij maatregelen kunnen nemen Ik spreek met mijn ouders/leraar af op welk tijdstip en hoe lang ik op Internet mag en van welke pro-

gramma’s ik gebruik mag maken Deze afspraken worden ook in de groepen besproken. De kinderen “ondertekenen” deze afspraken op hun ei-gen manier. E-mail adres: Op school wordt voor alle leerlingen van de groepen 5 t/m 8 e-mailadressen aangemaakt. Voordat een e-mailadres in gebruik wordt genomen, wordt de ouders/verzorgers gevraagd om akkoord of niet ak-koord te gaan met het in gebruik nemen van een emailbox met bijbehorend e-mailadres. Indien ou-ders/verzorgers zich akkoord verklaren, onderschrijven zij ook de inhoud van het onderstaande re-glement: Reglement: De volgende overtredingen gepleegd door volwassen en/of kinderen worden door onze school als

“zwaar” gezien: o als er onwettige activiteiten mee worden gepleegd o als er bewust informatie wordt gezocht op het gebied van porno, geweld, racisme en discri-

minatie en deze informatie verspreid en/of doorgegeven wordt o als er kwetsende e-mailberichten verzonden worden o als de onderstaande “minder zware” feiten herhaaldelijk gepleegd worden

Bij deze overtredingen zullen passende maatregelen door de directie genomen worden.


De volgende overtredingen gepleegd door volwassen en/of kinderen worden door onze school als “min-der zwaar” gezien:

o als er zonder toestemming onder een andere naam wordt “ingelogd” o als er bewust schade wordt toegebracht aan andermans bestanden o als zonder toestemming instellingen veranderd worden o als schoolprogramma’s niet worden gebruikt waarvoor zij bedoeld zijn

Bij deze overtredingen zullen passende maatregelen door de directie (of bij kinderen door de groepsleer-kracht) genomen worden.

De betrokken gebruiker wordt altijd van het bovenstaande in kennis gesteld. Betreft het een kind, dan worden ook de ouders/voogd/verzorgers over de plaatsgevonden feiten en de genomen maatregelen inge-licht.

Bij twijfel kan de groepsleerkracht altijd in overleg met de directie tot een passende maatregel komen. Zodra iemand op school misbruik ontdekt, dan wordt dit onverwijld gemeld aan de groepsleerkracht (in-

dien het een kind betreft) en aan de directie wanneer het een volwassene betreft. De systeembeheerder draagt er zorg voor dat wanneer het e-mailadres en/of de internettoegang geblok-

keerd moet worden, dit direct gebeurt.


15. Namen en adressen

15.1 Onderwijsteam:

Directeur: Jan Hocks Irenestraat 12 6081 ER Haelen 0475 - 592797

Gelieve het thuis bellen van leerkrachten te beperken tot zeer dringende aangelegenheden.

Teamleden Jeanne Bartels Baarloseweg 25 5995 BK Kessel 077 – 4621950

Chantal Berends Maasstraat 82 5935 AM Steyl 077 – 8501078

Rob Berends Maasstraat 82 5935 AM Steyl 077 – 8501078

Ronald van den Berg Akkerveld 37 5988 JB Helden 077 – 3079662

Monique Cortie Jo Calsstraat 56 6049 HW Herten 0475 – 330513

Monique v. Duijl Burg. Haffmansstraat 20 5995 CL Kessel 077 – 4622348

Elvira Geurts Markt 4 5995 BB Kessel 077 – 4773613

Pauline Geuskens Burg. Haffmansstraat 10 5995 CL Kessel 077 – 4620223

Ine Gielen Karreweg Noord 25 5995 MG Kessel 077 – 4621465

Peggy Giliam Nellenweg 6 5927 PN Boekend 06 - 55570607

Marian Hermans Mgr. Lemmensstraat 17 5986 AL Beringe 077 – 3074233

Mariëlle Janssen Richterdael 36 6045 DG Roermond 0475 – 331512

Johan van Knippenberg Molenstraat 7 5995 BH Kessel 077 – 4622514

Laura van de Moosdijk Past. Vullersstraat 17 6035 AE Ospel 0495 – 519746

Anja Ottenheijm Driessen 19 5988 BW Helden 077 – 3078498

Petra Peeters Akkerwinde 7 5988 MB Helden 077 – 3078627

Nicole Philipsen Haver 3 5988 JP Helden 077 – 3074124

Marianne Sauer Aan de Bogen 4 6118 AS Nieuwstadt 046 – 4856831

Rosemarij Theeven Havikhorst 18 6043 RM Roermond 0475 – 340096

Luuk Veldpaus Maasgouwstraat 22 6004 GZ Weert 06-30402272

Mieke Vissers Victor Hugostraat 4 5924 AJ Blerick 077 – 3826004

Ankie Wuisman Prins Mauritsstraat 8 5981 BX Panningen 077 – 8801218

Onderwijs ondersteunend personeel:

Jan van Haeren Oeverbergstraat 29 5995 AH Kessel

Debby Huijs Kapelaan Nausstraat 25 5987 AR Egchel

Anny Manders Merwijckstraat 8 5995 XK Kessel

Lia Naus Karreweg Zuid 35 5995 MC Kessel-Eik

Ria Peeten Molenstraat 44 5995 BJ Kessel

Lenie Peeters Vergelt 17 5991 PJ Baarlo

15.2. Schoolbestuur: Stichting Primair Onderwijs Regio Helden (Prisma)

Interim voorz. College van Bestuur Dhr. M. Rutten p/a secretariaat Prisma

Secretariaat Prisma Postbus 7192 5980 AD Panningen 077 – 3079748

Ruysstraat 20 5981 CM Panningen


15.3. Oudervereniging:

Voorzitter René Peeters Fr.Halsstraat 10 5995 CM Kessel 077 – 4621644

Secretaris Mariëlle Giesbertz Dijk 5a 5995 PD Kessel 077 – 4621337

Penningm. Pieter v. Zutphen Dorpstraat 10 5995 AZ Kessel 077 – 4622827

Karen Absil Ondersteweg 5 5995 PS Kessel 077 – 4622894

Marion v.d. Beuken Keverbergstraat 12 5995 XW Kessel 077 – 4621609

Erik Geurts Markt 4 5995 BB Kessel 077 – 4773613

Lilian Groothuis Elzenpad 6 5995 BW Kessel 077 – 4622906

VACATURE!

Vice-voorz. Hans Verbugt Veersepad 5 5995 AD Kessel 077 – 4622598

Willeke Wellmans Molenstraat 32 5995 BJ Kessel 077 – 4623057

Marinel Wulms Roode Eggeweg 11 5995 PH Kessel 077 – 4622951

15.4. Medezeggenschapsraad:

Chantal Berends Maasstraat 82 5935 AM Steyl 077 – 8501078

Mart Linssen Bosakkerweg 10 5995 PT Kessel 077 – 4622462

voorzitter Jaap van ’t Ooster Haagweg 38a 5995 AB Kessel 077 – 4622593

Anja Ottenheijm Driessen 19 5988 BW Helden 077 – 3078498

Ria Peeten Molenstraat 44 5995 BJ Kessel 077 – 4621779

Mieke Vissers Victor Hugostraat 4 5924 AJ Blerick 077 – 3826004

Adviseur: Jan Hocks Irenestraat 12 6081 ER Haelen 0475 – 592797

15.5. Cliëntenraad

John Berden Karel Appelstraat 51 5995 CN Kessel 077 – 4623535 Maurice Beurskens Karel Appelstraat 56 5995 CN Kessel 077 – 4620666 Bas Fleuren St. Ursulahof 42 5995 CG Kessel 077 – 3079679 Miriam Gastreich Merwijckstraat 9 5995 XK Kessel 077 – 4622576 Fenny Jacobs Karreweg Noord 8 5995 ME Kessel 077 – 4623050 Francien van Kessel Rembrandtstraat 19 5995 CP Kessel 077 – 4623053 Mart Linssen Bosakkerweg 10 5995 PT Kessel 077 – 4622462 Jaap van ‘t Ooster Haagweg 38a 5995 AB Kessel 077 – 4622593 René Peeters Frans Halsstraat 10 5995 CM Kessel 077 – 4621644 José Verbugt Veersepad 5 5995 AD Kessel 077 – 4622598 Jacques Verkoelen Karel Appelstraat 71 5995 CN Kessel 077 – 4620158

Francien Vervoort Keverberghof 1 5995 XA Kessel 077 – 4622904

Helma Vliegen Karel Appelstraat 48 5995 CN Kessel 077 - 3528633

Yessica Voesten Grevenbroekstraat 10 5995 CK Kessel 077 – 4621074 Mirjam Vorst Karel Appelstraat 19 5995 CN Kessel 077 – 4622454

Marinel Wulms Roode Eggeweg 11 5995 PH Kessel 077 – 4622951


15.6. Overblijven op school:

De overblijfcoördinator is:

Jet Joosten Schijfweg Zuid 41 5995 BD Kessel 077 - 4622542

Overblijfbonnen kunnen gekocht worden bij:

Dorine Niessen Oeverbergstraat 73 5995 AJ Kessel 077 - 4621382

Jet Joosten Schijfweg Zuid 41 5995 BD Kessel 077 - 4622542

De vaste overblijfouders zijn:

maandag Jet Joosten Schijfweg Zuid 41 5995 BD Kessel 077 - 4622542

dinsdag Jet Joosten Schijfweg Zuid 41 5995 BD Kessel 077 – 4622542

donderdag Jet Joosten Schijfweg Zuid 41 5995 BD Kessel 077 - 4622542

vrijdag Dorine Niessen Oeverbergstraat 73 5995 AJ Kessel 077 - 4621382

15.7. Extern:

Inspectie van het onderwijs www.onderwijsinspectie.nl [email protected] 088-6696060

Leerplichtconsulent Mevr. A. Somogyi-Selten Zie: Jeugdstation.nl (hoofdstuk 4.10)

Schoolarts Dhr. H. Kuijpers

Jeugdgezondheidszorg

Venlo

Postbus 1150 5900 BD Venlo 077 - 8504858

GGD Limburg-Noord Postbus 1150 5900 BD Venlo 077 - 8504848

Pastoor L. Verhaag Dorpstraat 13 5995 AX Kessel 077 - 4621265

Met betrekking tot klachtenregeling: Interim voorzitter van College van Bestuur: Dhr. M. Rutten


schoolgids de merwijck 2011-2012

Documents

Transcript of schoolgids de merwijck 2011-2012