Sam en Vatting Module 1
-
Upload
severinedebecker -
Category
Documents
-
view
441 -
download
1
Transcript of Sam en Vatting Module 1
SAMENVATTING LEVENSBESCHOUWING MODULE A
Hoofdstuk 1: Actief pluralisme: what’s in a name?
‘Europese identiteit’ = godsdienstvrijheid + scheiding kerk & staat + tolerantie
MAAR Europese geschiedenis opeenvolging van pogingen om
levensbeschouwelijk pluralisme te vermijden
1. Religieuze intolerantie in Europa
HET JODENDOM IN EUROPA
■ sinds 135 n.C.
opstand Simon Bar Kochba neergeslagen door Romeinen
joodse gemeenschappen leven in diaspora
eerst rond Middellandse Zee/ later Oost- en West-Europa
2 grote groepen ontstaan
Sefardische (Spaanse en Portugese)
Asjkenazische (West-, Midden- en Oost-Europa)
■ 11e – 12e E
Spanje: half miljoen joden (veel geleerden)
goede contacten joden/moslims/soms christenen
verandert als katholieke vorsten gebieden willen veroveren
■ 13e – 15e E
pesterijen en vervolgingen
4e Lateraans concilie (1215): gele lap + punthoed dragen
krijgen schuld van de pest
uit angst voor inquisitie dopen
1492: Ferdinand II van Aragon & Isabella I van Castilië verdrijvingsedict
Einde aan 3 eeuwen poging tot convivencia
Keuze: vluchten of dopen
Nieuwe bekeerden = marranen (‘varken’)
Inquisitie verplichtte soms om op straat varkensvlees te eten als bewijs
■ 1648
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 1
ME: Asjkenazische joden van Duitsland naar Polen
gewelddadige Kozakkenopstand (nomadenstam uit Oekraïne olv Bogdan
Chmielnicki) tegen Poolse adel/landeigenaars/joden
■ 2e helft 19e E
tsaristisch geïnspireerde pogroms en razzia’s
■ Holocaust
heel wat joden weg uit Europa maar nog groot deel in diaspora
1948: oprichting Israël
DE ISLAM IN EUROPA
■ 711
Al-Andalus (Iberisch schiereiland) door veroverd door generaal Tarik ibn Ziyad
moslims trekken tot over de Pyreneeën
(joods)-islamitische bloeiperiode
■ 1100 – 1300
Córdoba, Sevilla en Granada rijkste & cultureel hoogst ontwikkeld
periodes verdraagzaamheid wisselen periodes van intolerantie
vreedzame samenleving + uitwisseling van ideeën
MAAR
1148: Cordoba veroverd door Almohaden (fanatieke moslimgroep N-Af)
Joden/christenen bekeren of verlaten
Joodse geleerde Maimonides vlucht naar Egypte/islamitische filosoof Ibn Roesjd
(Averroës) verbannen
Moslimheerschappij interne moeilijkheden + externe druk uit Europa
Reconquista (vanaf 11e E)
1085: Toledo heroverd door Alfons VI
1212: slag bij Uqab = zware nederlaag Iberische islam
1236: verovering Cordoba
1248: verovering Sevilla
Alleen Granada = moslimgebied MAAR schatplichtig aan koning Castilië
1421: pausen roepen op tot kruistochten
1482: begin veldtocht tegen Granada
Ferdinand II van Aragón & Isabella I van Castilië
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 2
2/1/1492: krijgen sleutels Granada
Breken belofte van godsdienstvrijheid voor moslims/joden
1502: verbod op islam
Velen laten zich dopen ‘Moriscos’ (~moor)
MAAR
Beschouwd als staatsgevaarlijk
Politieke macht wou religieuze eenheid
Katholieke kerk veroordeeld joden/moslims fel
Filips II + inquisitie vervolgen + ombrengen
1609 – 1614: definitieve uitdrijving door Filips II
■ 2e helft 20e E
Actieve immigratiepolitiek van W-Europese landen (1961-begin ’70)
Turken/Marokkanen als goedkope krachten voor de mijnen
MAAR velen permanent gevestigd
Na de migratiestop (1974) immigratie niet stilgevallen
NU: +- 4 % bevolking moslim
Meesten leven geconcentreerd in steden
Laatste jaren debat over plaats islam in Europa meer polariserend dan constructief
KETTERS (ZUIVEREN!) IN EUROPA
■ inquisitie
Tegen Waldenzen & Katharen/Albigenzen (Zuid-Frankrijk)
Val van Montségur (niet-inneembare bolwerk Katharen, 1244)
Dominicanen + franciscanen met inquisitie belast
Onder rechtstreeks toezicht paus
DOEL : waken over geloofseenheid
Ondersteund door wereldlijke macht die instond voor uitvoering straffen
Strijd tegen Katharen niet louter religieus
Door val Katharensteden
Franse koning ook Zuid-Westen van Frankrijk
Onafhankelijke Occitaanse cultuur onderspit delven
PROTESTANTISME
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 3
■ Reformatie in 16e E
Ideaal ‘1 rijk; 1 geloof’ in duigen
Maarten Luther hangt 95 stellingen op deur kapel te Wittenberg (31/10/1517)
Reageert vooral op aflatenhandel van dominicaan Tetzel tvv Sint-Pietersbasiliek
Massale verspreiding stellingen veel weerklank in Duitse rijk
Veroordelingen
1519: door theologische faculteiten Leuven/Keulen
1520: in de pauselijke bul Exsurge Domini
1521: op Rijksdag Worms verantwoorden voor keizer karel V & rijksvorsten
( moet in ban)
Karel V verzet zich omdat de eenheid van zijn rijk in gevaar wordt gebracht
■ Voorstanders van Luther
Luther duikt onder (Wartburg bij Eisenach)
vertaalt bijbel vanuit grondtalen in Duits
sticht eigen kerk
1522 : Rijksdag Spiers
5 hervormingsgezinde vorsten + 14 steden Protestation
Verzetten tegen religieuze beperkingen + vervolgingen door het rijk
1531 : protestantse vorsten + rijkssteden
Schmaldaldisch Verbond
Ijveren voor erkenning lutheranisme
oorlog Karel V pas einde in 1555 (vrede van Augsburg)
Overige hervormingen
Zwitserland Huldrich Zwingli
Oostenrijk Balthasar Hubmaier (anabaptisten)
Münster (radicale) Jan van Leiden
Nederland (pacifistische) Menno Simons (mennonieten)
■ Johannes Calvijn
Opvattingen dicht bij die van Luther
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 4
Bijbel als enige bron van openbaring en gezag
Afwijzing pausdom & kerkelijke hiërarchie
Geloof in rechtvaardiging door het geloof alleen
Belang van goddelijke genade (goede werken = dankbaarheid genade)
Slechts 2 sacramenten (doopsel + laatste avondmaal)
Samenvatting protestantse leer in 5 sola’s
Sola gratia (alleen door genade)
Sola fide (alleen door geloof)
Sola scriptura (alleen door de Bijbel)
Solo christo (alleen door Christus)
Soli deo gloria (alle eer is alleen aan god)
Verschillen opvatting over politiek & kerkorganisatie
Luther
Zoekt steun bij vorsten
Maakt kerk afhankelijk van staat
Calvijn
Verdedigt een meer autonome kerk
■ Nederland
Begintijd reformatie veel Lutheranen
Al snel bleek Calvijns opvattingen (beperkte gezag vorsten) = beter
Veel Franse calvinisten (hugenoten) na 1685 naar Nederland
VANDAAG:
Klein aantal lutheranen
Grote protestantse kerken gereformeerd protestantisme in lijn Calvinisme
2. Godsdienstoorlogen en godsdienstvrede
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 5
Katholieke W-Europa vreesde voor verbrokkeling machtsgebied door succes reformatie
protestanten vervolgd + godsdienstoorlogen
■ Frankrijk
Vanaf 1562 veel hugenoten vermoord
Bartholomeusnacht
18/8/1572: huwelijk hugenoot Hendrik van Navarra & katholieke Margaretha
van Valois
Daad van verzoening bijna hele Franse adel in Parijs
Nacht 23-24/8 bloedbad, 2000 hugenoten vermoord
Nasleep: nog eens duizenden
Hendrik van Navarra
Koning van Frankrijk (werd katholiek)
Edict van Nantes (1598)
Katholicisme bleef staatsgodsdienst
MAAR protestanten kregen
Openbare kerkdiensten
Toegang tot alle ambten
Speciale rechters om belangen te behartigen
Lodewijk XIV
1685: herroept edict + vernietigd centrale tempel in Charenton
‘une foi, une loi, un roi’
Hugenoten verplicht soldaten (dragonders) in huis nemen om zich te laten bekeren
Veel hugenoten vluchten naar Nederland
■ Heilig Roomse Rijk
Vrede van Augsburg
Elke rijksvorst mocht beslissen welke godsdienst in zijn machtsgebied
Geloofseenheid binnen RR verdwijnt
MAAR tegelijk nog idee: binnen 1 politieke ruimte best zelfde godsdienst
= EXTERN PLURALISME
Andersdenkenden moeten bekeren of migreren
Oorlogen: verhouding tussen religie en gezag staat centraal
Concilie Trente + jezuïetenorde maar succes reformatie niet gestopt
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 6
80 jarige oorlog (1568-1648)
1566: beeldenstorm
gewapend verzet tegen Spaanse overheersing
Filips II stuurt Hertog van Alva
Nederlandse opstand olv willem van Oranje-Nassau
Filips wil 1 centraal geregeerd land met 1 religie / opstandelingen willen
een decentrale overheid en godsdienstvrijheid
Wisselend succes voor beiden
Beleg van Antwerpen Antwerpse Republiek onder Marnix
van St-Aldegonde = katholicisme verboden
Val van antwerpen (27/8/1585) intellectuelen vluchten naar
Noorden (bijdrage aan ‘gouden eeuw’)
30 jarige oorlog (1618-1648)
Ook een belangrijke religieuze inslag
Protestantse + katholieke vorsten vechten tegen elkaar (binnen én buiten RR)
Vrede van Westfalen (1648)
11 verdragen
Verdrag van Münster
Erkent autonomie Republiek der 7 Verenigde Nederlanden (hoewel officieel
deel HRR)
Officiële gereformeerde staatskerk in Republiek
Alle katholieke goederen aan overheid geleverd
Katholieken moesten zich in ‘schuilkerken’ terugtrekken
Diensten mochten
MAAR kerken mochten er langs buitenkant niet als kerk uitzien
Belangrijk voor ontstaansgrens België – Nederland toenmalige
frontlijn Spanjaarden / opstandelingen
MAAR Vrede van Westfalen verandert weinig in de idee/concretisering van levensbeschouwelijk
pluralisme
Wel al een 1e stap naar individuele godsdienstvrijheid binnen RR
MAAR Europa = voornamelijk mono-religieuze politieke ruimtes
3. De weg naar godsdienstvrijheid als individueel recht
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 7
■ Extern pluralisme
Lange tijd: idee mensen moeilijk met anders/niet-gelovigen samenleven binnen 1
sociaal-politieke ruimte
Politieke machthebbers + godsdiensten handen in elkaar religieuze intolerantie +
‘godsdienst’oorlogen (= politieke motieven ten grondslag)
■ 1e fase ontstaan religieuze tolerantie
Religieuze eenheid binnen 1 politieke gemeenschap = nodig
Ausburg/Westfalen ‘godsdienstvrijheid’ aan de vorst en grondgebied
Geen individuele vrijheid
= Extern pluralisme ( nog geen intern pluralisme)
Milletsysteem – Ottomaanse rijk (extern pluralisme)
Belangrijkste geloofgemeenschappen = bestaansrecht, MAAR gescheiden
Elk eigen rechtsysteem (religieuze aangelegenheden, huwelijk,…)
Een vorm van pluralisme MAAR ook een vorm van apartheid
Hiërarchisch systeem (moslims hoger, meer rechten)
Bekeringen tot andere religies ≠ toegelaten
■ 2e fase ontstaan religieuze tolerantie
Godsdienstvrijheid als individueel recht = centraal
Aanloop naar de Verlichting
Godsdienstvrijheid losgekoppeld van grondgebieden en hun heersers
17e E, Nederland & Engeland = pleidooien in die richting
Brief over Tolerantie – Locke (1689)
Ineffectief om mensen een levensbeschouwing dwangmatig op
te leggen
Enkel ‘aansporen, vermanen en raad geven’
MAAR nog steeds selectieve aanzet
WANT samenleving kan geen katholieken/atheïsten tolereren
The Act of Toleration – Engelse parlement (1689)
Enkel van toepassing op allerlei protestantse groeperingen
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 8
Pas sinds Amerikaanse Onafhankelijkheidsverdragen (1776)/Franse Déclaration des droits de
l’homme et du citoyen (1789) godsdienstvrijheid deel van mensenrechtenverdragen en
constituties voor liberaal democratische staten
4. Religieus en seculier fanatisme
■ Religieuze intolerantie
Katholieke godsdienst bepalende rol in religieuze intolerantie
MAAR niet de enigen!
Minderheden die werden vervolgd = vaak even intolerant
Jodendom/islam : strekkingen die vijandig tov andere religies, afvalligen, critici
Protestanten (in meerderheidslanden): eerst intolerant tov katholieken
Niet alleen door godsdiensten
Niet-religieuze instanties met religieuze vervolging inlaten
Vb. communisme; nazisme
Sommige niet-religieuze regimes anti-religieuze regimes alle gelovigen en
andersdenkenden de mond te snoeren
■ Fanatisme in Frankrijk
Opvallend hoe snel na FR een periode van (religieuze) intolerantie
Jacobijnse periode (1792-1794)
Terreurbewind olv Robespierre & Saint-Just
Opnieuw idee: land niet zonder levensbeschouwelijke eenheid
Republiek = ‘1 en ondeelbaar’ Tegen de republiek = guillotine
Christendom verbieden en een burgerlijke (staats)religie opleggen
Pantheon (kerk Lodewijk XIV) temple de la patrie = begraafplaats voor
helden republiek (vb. Voltaire)
Nieuwe republikeinse kalender (geen rust meer op zondag maar decadi, 10e dag
‘nieuwe week’)
Spanning tussen 2 groepen
Atheïstisch deïtisch
‘Cultus van de rede’ (atheïsten) – officieel 11/1793
Festival van de rede in de Notre Dame met plaasteren vrijheidsbeeld in
koor
Heftige dechristianiseringscampagne (tegen zin Robespierre)
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 9
5/1974: cultus van de rede afgeschaft vervangen door de deïstische
‘culte de l’Etre suprême’
Machtsgreep 1974 Saint-Just & Robespierre guillotine
Directoire & Napoleon
Na val Robespierre = gematigder Directoire burgerij heft in handen
‘restauratie’ katholicisme bij Napoleon
1801: concordaat met Paus Pius VII
Katholieke vrijheid van eredienst
Staat moet katholieke geestelijkheid onderhouden in ruil voor de (tijdens
FR) genationaliseerde kerkelijke bezittingen
Katholicisme wordt niet terug staatsgodsdienst
Intolerantie & fanatisme niet enkel bij religies overal waar mensen overtuigd zijn van eigen gelijk
en anderen in die waarheid willen laten delen (kan ook over banalere zaken)
5. Van passief naar actief pluralisme
■ Erkenning van de autonomie van de mens
Mensen = autonome individuen zelf uitmaken volgens welke opvatting van het
goede leven ze willen leven
MAAR wil niet zeggen VRIJ KIEZEN
in een traditie
(niet) aangesproken door een levensbeschouwing
gewetens- en godsdienstvrijheid zo belangrijk
WEL kritisch reflecteren over levensbeschouwelijke oriëntaties
resulteert in levensbeschouwelijk pluralisme
Vereist tolerantie en respect tov elkaar
■ Levensbeschouwing als privaat goed
Overheid
Respect voor de autonomie
Vorm van niet-inmening in levensbeschouwelijke overtuigingen
burgers
Inmenging van de staat = paternalistisch, immoreel, ineffectief
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 10
Besef groeit overtuigingen/ideeën NOOIT belangrijk genoeg
vervolgen/uitsluiten/doden
Recht op godsdienstvrijheid SAMEN MET recht op vrije meningsuiting
■ passief pluralisme
Individualisering/privatisering levensbeschouwing
Middel moderne tijd
Vermijden van godsdienstoorlogen & religieuze intolerantie
Zorgde voor passief pluralisme
Alle (openbare) discussie privé-sfeer
Toch geen redelijke discussies mogelijk
Altijd gevaar van twisten
Alleen verdeeldheid en onverdraagzaamheid
Geschrapt van publieke agenda
Tolerantie = niet-inmenging
Levensbeschouwing: individuele preferentie niemand iets te zeggen
Gevaren
Onverschilligheid (doet er toch niet toe)
Bepaalde vorm van vrijheid verdwijnt verkondigen van mening
Tolereert de verschillen MAAR schuwt de inhoudelijke & publieke confrontatie
■ Actief pluralisme
Morele gevoel = passief pluralisme
Uitsluiting obv ideeën = onaanvaardbaar
MAAR erkenning van de rol die levensbeschouwingen spelen in dagelijks leven
Wel interessant genoeg voor publieke discussies
Wil mogelijkheid van dialoog, kritische reflectie en herbronning
levensbeschouwelijke thema’s opnieuw exploreren
Moedigt inhoudelijke positionering aan
NIET: tolerantie inhoudelijke positionering
MOGELIJK: eigen overtuiging + respecteren andere opinies
TROUWENS: pas omdat mensen uitkomen voor verschillende
levensbeschouwingen pluralisme + tolerantie nodig
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 11
■ Omslag passief naar actief
Interpretatie ‘privatisering’ levensbeschouwing
Privatisering levensbeschouwelijke keuze = verward met privatisering
levensbeschouwing zelf
‘keuze’ = persoonlijke gewetensvrijheid
MAAR levensbeschouwing zelf ≠ privé-zaak
Laat zich niet beperken tot persoonlijke levenssfeer
kan hele denken en handelen mens doordringen
Is constitutief voor (morele) identiteit
Onhaalbaar om eisen geloofsovertuiging ‘thuis’ + levensbeschouwelijk
neutraal in publieke ruimte
■ Relatie tussen levensbeschouwingen – overheid
Rigide opvattingen scheiding kerk – staat ≠ enige mogelijkheid
Levensbeschouwing & politiek = 2 velden met eigen logica/regels
Autonomie spelregels gevrijwaard worden
ALS spelregels domein gerespecteerd
niets mis met politiek engagement uit religieuze inspiratie
niets mis met overheid die zich levensbeschouwelijk inlaat (vb.
subsidiëringen,..)
scheiding kerk – staat ≠ levensbeschouwing & politiek niets met elkaar
altijd een verhouding MAAR hoe zal die worden ingevuld?
Minimaliseren/niet bestaan/actief aan de slag
Hoofdstuk 2: Wetenschap, levensbeschouwing en zingeving
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 12
1. Cognitieve en manipulatieve interesse
PRAKTISCH BELANG VAN KENNIS
■ Mängelwesen (Arnorld Gehlen)
Mens = biologisch onvolgroeid, veel minder gedetermineerd door instincten
‘instinct-arm’ wezen
Nood aan informatie over zichzelf en leefwereld overleven
Cultuur en socialisatie = grotere rol dan andere dieren
■ Cognitieve kennis
Homo sapiens sapiens deze soort = meest intelligente
Cognitieve informatie speelt bijzondere rol
Bijzondere capaciteiten daarvoor zintuigen/zenuwstelsel/groot brein
DAARDOOR: informatie buitenwereld
Opnemen
Onthouden op cumulatieve en bewuste manier
Systematisch ordenen
verwerken
TAAL: informatie conceptualiseren + meedelen aan anderen
Daardoor informatie verspreiden
Doorgegeven over generaties
= ontstaan cultuur, kennis & wetenschap!
■ Manipulatieve interesse
Obv kennis
leefwereld controleren/inrichten/manipuleren
gedrag aanpassen aan werkelijkheid
voorspellingen maken
handelingen plannen
Evolutionair voordeel : ‘zwak beestje’ enkel overleven door ‘te slim af te zijn’
Gedrag en omgeving aanpassen obv informatie buitenwereld
Gevaren ontlopen
Efficiënter voedselvoorziening
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 13
Partner vinden
Onthouden + leren uit eerdere ervaringen groter voordeel
Mentale voorstelling maken problemen aanpakken op abstract niveau
VOOR het eigenlijke handelen
Omgang met het vreemde
Vreemd: onzeker + angst
Obv kennis + verbeelding wereldbeeld aanpassen plaats geven = niet
langer vreemd
Alle culturen/alle tijden wereld ‘begrijpen’ + plaatsen in betekenisvolle
context (narratief, mythologisch + rationeel-wetenschappelijke basis)
WE KNOW MORE THAN WE CAN TELL
■ Tacit knowledge
Bewuste kennis: slechts klein deel van alle kennis
Tacit knowledge (Polanyi) = ervaringskennis, intuïtief en impliciet
Vaardigheden (vb. autorijden, zwemmen)
Eerst bewust aanleren (= knowing-that)
Pas echt als vaardigheid als ze geïnterioriseerd (= knowing-how/embodied knowledge)
Klassieke wetenschapsbeoefening (vb. vaardigheden om problemen op te lossen)
Expert handelt + oordeelt
Zonder expliciet nadenken over principes en regels
Maakt gebruik van know-how (bevat heel wat impliciete kennis en vaardighede) +
fundamenteel vertrouwen in eigen praktijk
BELANG VAN WETENSCHAP
■ ‘Wetenschappelijke’ kennis
Opvattingen ‘wetenschappelijk juist’ = niet zo belangrijk ‘werken’ ze? (vb. landbouwer
kan uit ervaring soms weersvoorspellingen doen zonder wetenschappelijke achtergrond weersveranderingen)
‘kennis’ ≠ ‘wetenschappelijke’ kennis
Oorspronkelijke vormen van kennis
Taboesfeer
Magisch denken
Mythen
religie
voor uitoefenen controle op werkelijkheid magische handelingen centraal
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 14
■ Van mythen tot wetenschap
terug te vinden in alle culturen
lange tijd = belangrijkste vorm om wereld te ordenen
1 e aanzet ‘verwetenschappelijking’
6e E vC Klein-Azië
Ontstaan (natuur)filosofie
Stelt dramatische, mythische voorstellingen in vraag
MYTHE: overgang chaos naar ordening (kosmos) door ingrijpen magische &
goddelijke krachten
FILOSOFIE: ‘verklaart’ werkelijkheid door natuurlijk proces dat zich op grond
van immanente wetmatigheid ontwikkelt
16-17 e E
Succesvolle doorbraak ‘verwetenschappelijking’
Mathematisch denken systematisch toegepast op natuurkunde
Experimentele methode ingang
Nieuw verklaringsmodel verwerpt verwijzing naar finale oorzaken
■ Waarde van wetenschappelijk denken
Nergens anders zo onderbouwd/precies/gecontroleerd kennis over mens/omgeving
Mogelijkheden
Heel nauwkeurige voorspellingen
Verbetert mogelijkheden om wereld te veranderen
Omvattend en systematisch in manier waarop ze dingen verklaart
Wetenschappelijke benadering = bepalend voor hedendaagse wereldbeeld
Sinds Verlichting principe van vrij onderzoek
DAARDOOR: allemaal = ‘vrijzinnigen’ = kinderen van de Verlichting
Kennis = macht/oriënteert/maakt vrij/biedt vorm van veiligheid
Meeste mensen vinden
Alles moet in principe onderzocht kunnen worden
Willen leven niet laten beïnvloeden door dingen die niet stroken met hun
(voorlopige) beste inzichten
MORELE WAARDE VAN KENNIS
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 15
■ Betekenis 1: intellectuele integriteit
Kennis heeft een morele waarde (vb. taalgebruik: leugenaar ≠ waardevrij)
Niemand = onverschillig tov geldigheid stellingen/opvattingen die ze hebben
■ Betekenis 2: duty of enquiry (Clifford)
Kennis en (morele) verantwoordelijkheid liggen dicht bij elkaar
Vb. schuldig verzuim (oude boot niet laten controleren zinken en drenkelingen)
Keuze voor onderzoeksonderwerp = meteen moreel geladen
Moreel verschil tussen
Onderzoek naar cosmetische middeltjes
Onderzoek naar oplossing voor honger in de wereld
CLIFFORD: moreel laakbaar dat mensen overtuigingen hebben die niet op onderzoek
en evidentie berusten maar enkel nuttig voor die mens zelf
= basis voor onderscheid ‘believers’ – ‘non believers’ (vb. ufo, telepathie)
Volgens sommigen ook basis ‘gelovigen’ – ‘ongelovigen’
MAAR Cliffords visie ≠ onbesproken
WANT mensen leven niet in laboratoria
Soms beslissingen nemen over zaken waarover onmogelijk voldoende
rationele & empirische gronden bestaan
Mensen kunnen niet enkel leven van evidence-based opvattingen
KENNIS OM DE KENNIS
■ Waarde aan kennis op zich
Naast instrumentele en morele waarde
Mens = nieuwsgierig wezen
Ook al heeft kennis niet meteen een praktisch nut
2. Alles is wetenschap, maar wetenschap is niet alles
Mensen willen niet alleen verklaren en controleren!
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 16
WETENSCHAP EN LEEFWERELD
■ Wetenschappelijke wereld – leefwereld
Vb. regenboog
Wetenschappelijk
laboratoria, experimentele settings
natuurkundig verklaard
Leefwereld
dagelijks leven/waarin we betekenissen en (on)zin ontdekken
poëtisch of romantisch aangesproken
mensen ≠ onderzoeksobjecten MAAR waarmee we omgaan + die ons
affecteren
leven in 2 ‘werelden’
hoeft geen tegenspraak te zijn in deze 2 perspectieven
mensen kunnen met verschillende perspectieven omgaan
soms vinden we onszelf
vrije personen
complexe biologische en gedetermineerde organismen
WETENSCHAP EN BETEKENIS
■ Herleiding
wetenschap bestaat bij gratie van herleiding
menselijk gedrag intenties fysieke processen, hormonen, stimuli
MAAR herleiden van gevoelens tot hormonen zegt niet alles
Werkelijkheid waarin mensen leven heeft eigen realiteit en betekenis
Onze leefwereldlijke ervaring = ruimer dan de wetenschappelijke benadering kan
bevatten of objectiveren
ERKLÄREN EN VERSTEHEN
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 17
■ Hermeneutiek
Menswetenschappen gebruiken niet enkel methode natuurwetenschappen
DILTHEY
Methodologische verschil natuurwetenschap – geesteswetenschap
Natuurwetenschappen verklaren (erklären)
Geesteswetenschappen begrijpen (verstehen)
Mens = zowel onderzoeker als onderzochte
Vereist andere vorm objectiviteit
Willen niet louter afstandelijk observeren en verklaren begrijpen
Naast verklaren ook interpretatie (einfühlung)
Object menswetenschappen niet begrijpen zonder aandacht voor betekenis
die mensen in hun leefwereld ervaren (contextueel anders)
3. Zingevende interesse
ZINVRAGEN
■ Zin- en betekenisgevende interesse
Naast cognitieve en manipulatieve interesse
Mens kan niet anders dan zich een bijzonder soort vragen stellen die het strikt
empirisch-rationele overstijgen (Nietsche, Schopenhauer) = existentiële vragen
Vraag naar zin
Geen wetenschappelijk probleem andere orde (wittgenstein)
Veeleer te maken met houding en ervaring
Vb. ‘waarom moest mijn kind sterven’
Geen vraag naar verklaring, maar naar troost en zin
Ouders zoeken een houding tov gebeurde
■ Cognitief ondoordringbaar
Vrij veel belangrijke en waardevolle zaken = cognitief ondoordringbaar
Meestal te maken met ervaring van zin of zinverlies
Niet altijd makkelijk om die ervaringen te duiden/expliciteren
Er zijn wel reductionistische & naturalistische verklaringen voor die ervaringen
MAAR hebben weinig betekenis voor die persoon
Grote kunstenaars drukken best uit wat ‘onuitspreekbaar’ is
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 18
Ook levensbeschouwingen & religies kunnen als aanvulling en existentiële verrijking
van wetenschappelijk beschouwd worden
ZIN ERVAREN, NIET CREËREN
■ Heteronomie of transcendentie
Zin kan al dan niet ervaren worden nooit gecreeërd/gereproduceerd
Zin en geluk = oncontroleerbaar
Ervaring van zin imliceert een moment van heteronomie of transcendentie
Transcendentie hoeft niet noodzakelijk verticaal ingevuld worden (god)
Heteronomie zorgt voor paradoxale situatie
Iedereen ‘wil’ gelukkig zijn
Nastreven = contraproductief WANT niet maakbaar
Kan slecht indirect tot stand komen (essentieel bijproduct – Elster)
■ ‘Behoeftig’ – ‘Zinzoekend’
Alle behoeften bevredigd ≠ noodzakelijk gelukkig en omgekeerd
Zinvol en gelukkig leven niet zomaar = aaneenschakeling aangename ervaringen
Beleven van zin te maken met externe realiteiten
Als die externe realiteiten manipuleerbaar waren
Ontstaan van de gewenste ervaringen
Verliezen daardoor hun waarde
IMPLICEERT: elke ervaring van zin = verbonden aan principiële mogelijkheid tot
zinverlies
■ Ervaringsmachine (Nozick)
(mens gekoppelt aan machine die via elektroden het brein alle verlangens kan laten voelen)
Wijst op belang dat mensen hechten aan kwaliteit van de handeling zelf los van de
resultaten
Mensen staan ook op de authenticiteit en het waarheidsgehalte van ervaringen
4. Levensbeschouwing: verschillende betekenissen
Door gebruik van verbeelding en abstract denken ontstaat een waaier van religieuze, mythologische,
ideologische en filosofische denkbeelden.
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 19
Zingeving heeft weinig met wetenschap te maken MAAR niet louter subjectieve ervaringen
en inzichten
Zingeving is veelal een intersubjectief, cultureel ingebed gebeuren
LEVENSBESCHOUWING: GODSDIENSTIGE EN VRIJZINNIGE BETEKENIS
■ Godsdienstige betekenis
= geheel van overtuigingen en praktijken om zich positief of negatief te verhouden tov
wat de mens overstijgt
Band tussen eindige – oneindige / relatieve – absolute
Centrale vraagstuk: eindigheid (de dood)
Niet alleen opvattingen OOK praktijk van riten, vieringen, cultus
Verwijzen naar bestaan van bovennatuur/transcendente
mono-polytheïsme/geestelijke krachten (animisme)/natuur zelf (pantheïsme, oosterse
religies)
bevat element van verticale transcendentie + moment van heteronomie
beginsel buiten en boven de mens(heid)
vooral zingeving MAAR OOK sociale structuur, politiek, geschiedenis
oorsprong van alles is iets transcendents mens = afhankelijk
■ Atheïsme
Religiositeit
= breder dan enkel godsdienstige
= vorm van bewustzijn dat we deel zijn van groter geheel
Ontstaat als reactie op monotheïstische levensbeschouwingen in Europa
Overtuiging
Verwerpt theïstische godsbeeld
Er bestaat geen metafysische werkelijkheid die losstaat van empirische
werkelijkheid
= Filosofische overtuiging (niet-bestaan bovennatuur + erkenning menselijke eindigheid)
positief ingevulde levensbeschouwing
‘Vrijzinnig Humanisme’
moreel & filosofisch denkkader atheïsme Vlaanderen
mens- en wereldbeeld: door wetenschappen
waarden:
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 20
vrij wetenschappelijk onderzoek
dogmatisme, censuur, taboe
Centraal: menselijke autonomie/menselijke waardigheid
Mens = zelf-wetgever geen verantwoording aan iets buiten mens zelf
Mens = zelf-zingever enige wezen waaraan zin, betekenis en waarden
kunnen verschijnen
LEVENSBESCHOUWING: POLITIEKE, IDEOLOGISCHE, MORELE BETEKENIS
■ ideologieën (nationalisme/marxisme) & levenshoudingen (consumentisme/hedonisme)
Gaat vooral over filosofische/politieke & morele denkkaders
MAAR voor sommigen = alomvattende levensbeschouwing (zin & oriëntatie)
Marxisme
Geen levensbeschouwing in godsdienstige betekenis
Bevat wel opvatting over religie + over zin van geschiedenis
Kan menselijk handelen motiveren en zin & betekenis geven
LEVENSBESCHOUWING: IMPLICIET EN EXPLICIET WERELDBEELD
■ Impliciet wereldbeeld
= referentiekader van waaruit mensen denken/spreken/handelen
Biedt geen oplossingen
Bepaalt hoe god, mens en wereld in beeld komen + hoe mens zich tot god,
mens en wereld verhoudt
= levensbeschouwing als impliciet referentiekader ‘wereldbeeld’
Geen rationele keuze doorgegeven via cultuur & socialisering
■ Expliciet wereldbeeld
= geheel van overtuigingen over hoe wereld in elkaar zit & tot stand gekomen
Vrij grote, wetenschappelijk onderbouwde consensus in Westen
Zelfde wereldbeeld = mogelijk andere levensbeschouwing
Leo Apostel & Jan Van der Veken
Atheïst/priester interdisciplinair wereldbeeldenproject
Streefden naar rationele constructie wereldbeeld
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 21
Tot een symbolisch representatiesysteem die al die wereldbeeldkennis
samenvoegt tot totaalvisie belicht de werkelijkheid uit een bepaalde cultuur
Expliciet referentiekader combineren aspecten wereld + zinvol oriënteren in
gefragmenteerde wereld met overdaad aan informatie
■ Expliciet impliciet
Godsdienst: veel meer dan enkel verzameling overtuigingen over wereld/mens
Zingevende interesse
Expliciet : cognitieve & manipulatieve interesse
5. Zingeving en wetenschap
Wittgenstein
Tractatus
Taal = onmachtig om over metafysische vragen iets te zeggen
Zinvolle taaluitingen beperkingen zich tot wetenschapskwesties
Bewust dat wetenschap heel wat onbesproken laat
Maar geen mogelijkheid over zinvol over die zaken te spreken
Philosophische Untersuchungen
Verwerpt vorige rigide standpunt
Taal kan op verschillende manieren zinvol gebruikt worden
Elk taalspel heeft eigen regels qua betekenis
‘Meaning is use’ (betekenis hangt af van context)
Misbruik van taal ALS vanuit ene taalspel andere bevraagt
Radicaal verschillende betekeniscontexten niet te vergelijken/reduceren
HET (ON)GELIJK VAN WITTGENSTEIN?
Volgens Wittgesteiniaanse gedachte ‘Bestaat God?’ ≠ legitieme vraag
■ Herman de Dijn & Gerard Bodifiée
Wetenschap en godsdienst ≠ concurrenten
Bestaan op zichzelf, zonder aanrakingspunten (wet: oorsprong bestaan/rel: bestemming)
■ NOMA-principe (niet-overlappende magisteria) van Stephen Jay Gould
Magisterium = gebied waar 1 bepaalde leer geëigende middelen bezit voor zinvol
discours en doen van uitspraken (plek voor dialoog/debat)
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 22
Wetenschap en religie = niet-overlappende magisteria
2 zinvolle perspectieven op de werkelijkheid
Elk eigen kracht + beperkingen reikwijdte ingekaderd (wet: wat & hoe/rel:
zingeving, moraal)
Onafhankelijk, verschillend, gelijke waarde, even groot belang
KUNNEN als afzonderlijke domeinen in 1 visie gecombineerd vorm van
‘wijsheid’
Ook terug te vinden bij Darwin + officiële teksten katholieke kerk
Reeds lang consensus tussen wetenschappers + religieuze leiders
■ Problemen NOMA-principe
Niets ‘rationeels’ gezegd kan worden over bestaan god/zinvragen
Dawkins/Dennet/Vermeersch/Philipse stap te ver
Bouwen op bevindingen wetenschap atheïsme verantwoorden
Niet zomaar neerleggen bij scheiding door NOMA-principe
Dawkins: bestaan of niet-bestaan god moet IN PRINCIPE vast te stellen zijn
Philipse (Atheïstisch manifest):
‘would-be gelovigen vorm van ‘semantisch atheïsme’
Woord ‘god’ + uitspraken over god
Geen enkele beschrijvende inhoud
Uitspraak ‘god bestaat’ = betekenisloos
Alleen rituelen/praktijken/symbolisch taalgebruik
Zonder geloofsovertuigingen theologische zelfmoord
Kan religie wel elke vorm van letterlijkheid bannen zonder aan
essentie boodschap te raken?
Intelligent Design : wetenschap vanuit religie in vraag/aangevuld
Process theology : bestaan van god moet toets rationele kunnen doorstaan
Hoofdstuk 3: Dimensies van levensbeschouwingen
Meeste religies bevatten 7 dimensies (rituelen, doctrines, mythen, emoties, morele waarden, sociale structuur, kunst)
1. Mythe en rite
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 23
WAT IS EEN MYTHE?
■ Kenmerken
Verhaal in onbepaald verleden
Goddelijke wezens stellen handelingen die verklaring/interpretatie geven voor
situatie/gebruiken/instellingen/driften/mogelijkheden/wereld van de mens
Descriptief-verklarend & normatief-voorschrijvend
Verklaart niet alleen schrijft ook voor
Moet duidelijk maken hoe dingen zijn ontstaan en waarom
Vb. joods-christelijke scheppingsverhalen
Verklaring voor ontstaan hemel/aarde/zee/onderscheid man-vrouw/..
Legitimatie waarom mens natuur mag bestuderen/manipuleren en gebruiken
als goede rentmeester
OOK waarom zo is en zo zal blijven Barthes
= conservatieve kant mythisch denken
Verklaart cultuur tot natuur
Culturele gebruiken worden ontdaan van tijdgebondenheid
Verbergt mogelijkheid tot groei/verandering wil eeuwigheid
DAARDOOR gelijkenis met subjectieve mening & ideologie
Zelflegitimerend
Vindt oorsprong in zelfde mythische verleden als onderwerpen
Oorsprong mythe = mythisch
■ Mythische mens – Logos – tegenwoordig
Voor mythische mens = werkelijkheid op elk moment afhankelijk van wil der goden
Grieken: als 1e moeite met mythen gebruik louter voor esthetische waarde
Logos (natuurfilosofie): 6e e v.Chr emancipatie uit mythe
NU: niet meer als verklarend/normerend MAAR wel nog betekenis
Spiegel voorhouden/ogen openen/dingen uitdrukken die in wetenschappelijke
taal niet gaan
Ook performatieve rol: realiteit tot stand + praktijken die moeilijk rationeel te
begronden zijn ondersteunen
Verhalen = constitutief voor ontwikkeling eigen identiteit
WAT IS EEN RITUEEL?
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 24
■ Kenmerken (Humphrey & Laidlaw)
Elke handeling kan in principe ritueel zijn
Ritualiteit gezocht in HOE gedaan niet WAT gedaan
Ritualization
Normale relatie intentie – handeling omgekeerd
Archetypal
Rituele handeling = extern voor celebrant
Wordt slechts uitgevoerd
Ritueel wordt beschouwd als ‘natuurlijk iets’ waarvan
betekenis/aard/structuur vastligt onafhankelijk van bedoelingen
Intenties
Zijn niet afwezig MAAR bepalen identiteit ritueel niet
ALTIJD intentie om ritueel uit te voeren
2 consequenties van deze visie
1) Antropologie
Ritueel zou vorm van communicatie zijn NIET ZO (H&L)
Rituelen moeten niet gecodeerd worden (≠ ‘systems of meaning’)
2) ‘heeft het gewerkt?’ ‘have we got it right?’
= Belangrijkste vraag
1e modern, westers vooroordeel: ritueel zonder intenties en gevoels haast
verwerpelijk ritueel gedegradeerd tot toevallig communicatiemiddel
Miskenning autonomie & polyinterpretabiliteit ritueel
onafhankelijk van intenties = polyinterpretabiliteit = tolerantie voor meer/ minder/
anders zien van ritueel
Rituelen ≠ maakbaar, beperkt corrigeerbaar
Groepsgevoel door gelijktijdig zelfde dingen doen (≠ zelfde dingen intenderen)
DE VERHOUDING MYTHE – RITE
■ Myth-ritual theory (Segal)
Beide fenomenen noodzakelijk samen
Sterke visie (steeds samen) / zwakkere versie (aanvankelijk samen, eigen ontwikkeling)
Meest gangbare visie
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 25
Mythe = belangrijkste WANT meer intellectueel product
Ritueel = expressie van wat in mythe geloofd wordt
~ westerse intellectualisme (theorie boven praktijk, praktijk opgevat als toepassing van theoretisch
gegeven)
Protest (1e: Robertson Smith – Lectures on the Religion of the Semites)
Rollen omgedraaid: ritueel = sleutel tot mythe/leer
Mythe/leer van religie ≠ wereldverklaring MAAR verhaal/uitleg bij ritueel
2. Doctrine of convictionele inhoud
■ Wat is doctrine?
Geloofsinhoud/kern van gedeelde opvattingen
Hoe fundamenteel zijn opvattingen in een levensbeschouwing?
Religieuzen handelen vanuit ‘geloof’
MAAR dit ‘geloof’ kan niet begrepen worden zonder oog voor religieuze leven
waarin het ingebed is
■ Wat is credo?
Essentie van wat minimaal geloofd moet worden voor bepaalde levensbesch.
Orthodoxie orthopraxie
Uitspeken geloofdbelijdenis al voldoende nadruk op ‘doen’
INTERESSANT: (uitspreken) geloofsbelijdenis zelf = deel orthopraxie
Naast specificatie van geloofsinhoud OOK rituele functie (uitdrukken vroom toebehoren aan god)
Niet-religieuze levensbeschouwingen
Kunnen ook vorm van geloofsbelijdenis hebben (al dan niet ritueel)
VERSCHIL met religieuze levensbeschouwingen
Geloofsinhoud bij religies van buitenaf (niet mens zelf)
Echte oorsprong = transcendent
Openbaringsreligies: geloofsinhoud in openbaring + traditie
o Openbaring : manier waarop bovennatuur kenbaar maakt aan
mens
o Traditie : geacculumeerde uitlegging door mensen/instituties
met respect van geloofsgemeenschap
(niet)religieuze levensbeschouwingen vaak verwijt ‘ideologisch/dogmatische’
geloofsinhoud dekken zich in tov elke vorm van kritiek (vb. god is liefde, maar niets kan
gebeuren om gelovige anders te doen denken)
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 26
3. Emotionele en/of spirituele dimensie
Spiritualiteit = persoonlijke voeling krijgen/zich persoonlijk bewust worden van wat ons
overstijgt
Individueel MAAR ook groepsgebeuren kan bijdragen
Individuele & gevoelsmatig aspect niet steeds in die mate aanwezig in geschiedenis
DRIE TEKSTFRAGMENTEN
■ Benedictus – Regel voor Monniken (480-547)
Spiritualiteit omvat hele menselijke leven
Zowel innerlijk als uiterlijk (Benedictus maakt nooit scheiding)
Innerlijk: gebed, contemplatie
Uiterlijk: liturgie, handenarbeid, naastenliefde
1 hoofdstuk: ‘spiritueel’ in moderne zin trapsgewijze verwerving nederigheid
■ Hadewijch – 9e brief (13e eeuw)
Liefde tot god = erotische liefde
Emotionele en zinnelijke terminologie
Vertrouwelijke en intieme omgang met god
Bernardus van Clairvaux
1128: ontmoeting Bernardus & Willem van Saint-Thierry
Bespreken Hooglied mystieke lezing (ziel wil christus als bruidegom)
Logica liefde/verliefdheid toegepast op mystieke subject
Beeld van Christus
Kosmische pantocrator reisgezel, gelijke
Belangstelling voor kind in de kribbe, wonden gekruisigde ‘nabijer’
Versterking Maria-devotie
Verschuiving
Affectieve spiritualiteit schuwt uitwendigheid ( ascetisch-rituele beleving Benedictus)
Innerlijke verlangens = object mystieke disciplinering
Bernardus & Hadewijch: Beminde = centraal LATER losmaken liefdesobject +
inkeren naar eigen gemoedsbewegingen
■ Ignatius van Loyola – Geestelijke oefeningen (1491-1556)
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 27
Spirituele zoektocht naar wil van god in het individuele leven
Op spoor door eigen gemoedsbewegingen volgen / onderzoeken
Veelvuldig gebruik 1e pers enk
Expressie van emotie lokt opnieuw emotie uit (toevertrouwen gevoelens aan papier)
Duidelijk fysiologische beleving gevoelens
evolutie naar vergeestelijkte/emotionele religieuze beleving
uiterlijke methoden teruggedrongen tvv innerlijke methoden laten minder diepe sporen na
moderne spiritualiteit: complexe sequenties geestelijke oefeningen, regelmatig herhalen
om effectief te blijven
HET SUBLIEME ALS SUBSITUUT VOOR DE RELIGIEUZE ERVARING
■ het schone het sublieme
18e E: verschijnen studies over esthetische categorie van ‘het sublieme’
Meeste auteurs willen onderscheid maken tussen ‘schone’ – ‘sublieme’
SCHONE: liefelijk, bekoorlijk, decoratief, classicistisch, overzichtelijk
Vb. symmetrische tuin, stilleven
SUBLIEME: angstwekkende kracht, gruwelijke pracht, onbegrensdheid
Vb. storm op zee, fonkelende sterrenhemel
■ sublieme religieuze ervaring
18 e E: intellectuele elite meer en meer afstand kerkelijke leven/religieuze cultuur
Zoeken een seculier discours waarin emoties ondergebracht kunnen worden (vroeger
gecultiveerd in religie)
vb. Deïstische natuurlijke religie weinig christelijks verwijst meer naar kosmische
oorsprong + een hypothese
religieuze gevoel christelijk waarmerk kwijt
religieuze ervaring = transreligieus
4. Ethische dimensie
levensbeschouwingen hebben normatieve component (op ‘juiste’ pad houden)
bestaat uit religieuze en/of morele voorschriften
Kant als pleiter voor een autonome moraal
Moraal: in zichzelf te funderen zonder beroep op externe factoren
Moraal afhankelijk van god moreel handen = tegenovergestelde van
moraliteit
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 28
Moraliteit ~ rationaliteit: gehoorzaamheid aan de rede als zelfwetgever, geen
blinde gehoorzaamheid aan externe instanties
HET EUTHYPHRO-DILEMMA
■ is iets goed OMDAT god het wil of wil god iets omdat het goed IS?
1 e luik = goddelijke gebodstheorie
Wat god beveelt is per definitie het goede
Arbitrair kantje WANT vb. opofferen kind zoals Abraham = slecht
Kierkegaard: menselijke moraal weg in licht van absolute plicht tav god
Mens verliest dan waardigheid als morele actor (blindelingse gehoorzaamheid)
2 e luik = logische onafhankelijkheidsthese
Moraal bestaat ‘onafhankelijk’ geen ‘godsdienstige’ moraal meer
God geen wetgever meer, hoogstens ‘raadgever’
Tegenwoordig weinig theologen die geloven in 1e luik god kan alleen goed
genoemd worden als hij voor goede kan kiezen
= standaardvisie
■ Goddelijke gebodstheorie lange tijd aantrekkelijk
God kan als wetgever best verplichtende karakter morele regels verbeelden
Locke
Morele wet ALLEEN verplichtend/bindend als mensen weten dat god die
uitvaardigt + navolging sanctioneert
Mens moet goddelijke bevelen gehoorzamen WANT schepper beslist over
schepselen
Voltaire (godsdienstcriticus!)
god van belang voor functioneren van moraal
noodzakelijk om moraal te handhaven
vb. atheïstische vorst zal folteren als dat in diens belang is
noodzakelijk dat idee van opperwezen in harten gegrift staat
VEELSOORTIGE RELATIES TUSSEN GODSDIENST EN MORAAL
Standaardvisie sluit niet uit dat moraal historisch sterk verweven met godsdienst
■ Ethische intentie en motivatie
gelovigen kennen een soort motivatie waar niet-gelovigen niet op kunnen terugvallen (Origenes tegen Celsus: ook gods wil kunnen kennen, maar bij christenen kracht om gods wil ook uit te voeren)
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 29
≠ enkel religie kan motiveren
MAAR gelovigen alvast voldoende redenen om moreel te handelen
Geloof moet om authentiek te zijn, geïncarneerd worden in een praxis
Impuls van geloof zorgt soms voor ‘meer’ vb. christenen: agapè (excessieve naastenliefde die
geen voltooiing kent, vijanden beminnen,…)
■ epistemologische/pedagogische rol epistemologische afhankelijkheidsthese
Sterke versie
Tussenkomst van de godsdienst = noodzakelijk
Eindige vermogens mens hulp nodig van buitenaf om morele te wijzen
Klassieke hulpbronnen: schrift, clerici, geloofstraditie, openbaring
Zwakke versie
Godsdienst & openbaring ≠ enige wegen tot morele inzichten
Thomas van Aquino: zowel geloof als rede leiden tot moreel inzicht
5. Sociale dimensie
■ Levensbeschouwing ≠ individuele prestatie
Afhankelijk van begrippen en symbolen (geen privé-taal, geen privé-religie)
Brengen zeer verschillend denkende mensen samen
Kan een sterk groepsgevoel creëren soms eenheid institutioneel vastgelegd
Vb. de kerk
Soms veel minder vb. hindoes, islam,…
■ verschillende functies sociale organisatie levensbeschouwing
1) Organisatie, verspreiding, werking verbeteren + oplossen praktische problemen
contigent (≠ wezenlijk voor levensbeschouwing zelf)
2) Noodzakelijke schakel mens – bovennatuur
essentieel onderdeel levensbeschouwing zelf
3) Controlerende en bewakende instantie inzake orthodoxie & orthopraxie
belangrijke schakel in overlevering van traditie
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 30
6. Materiële en artistieke dimensie
Alle levensbeschouwingen = materieel veruitwendigd (symbolen, afbeeldingen, gebouwen)
■ Heilige plaatsen
Magnetische kracht mensen willen er naar toe
Collectieve beleving (cruciaal!)
Fysische eigenschappen (natuur/cultuur) = belangrijk
SOMS ontlenen heiligheid aan (mythologische) gebeurtenissen / bewaarplaats / pas door
heiligheid zelf bijzondere handelingen uitlokken
■ Christendom
Aanvankelijk : heilige plaats cultusplaats voor liturgie
Verering martelaren/heiligen op cultusplaats relikwie heilig
Plaatsen = blijvende getuigen van de aanwezigheid van heilige mensen
Christenen naar toe getrokken ‘zo dicht mogelijk zijn’
■ Tastbare vorm van religie
Gelovigen kunnen niet zonder
Aanrakingen, overnachtingen,..
Reis loopt vaak ook over pad dat zelf heilig is (vb. Santiago de Compostella)
Pad lijdt nooit rechtstreeks tot hart, altijd via omweg (vb. 3x rond)
Zoeken van een souvenier (markering van keerpunt in leven)
Fysieke aanwezigheid met heilige plek dwingt eerbied af
Gelovigen verwachten dat ook niet-gelovigen dit een heilige plek vinden en voorschriften in acht
nemen
Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 31