Sam en Vatting Module 1

43
SAMENVATTING LEVENSBESCHOUWING MODULE A Hoofdstuk 1: Actief pluralisme: what’s in a name? ‘Europese identiteit’ = godsdienstvrijheid + scheiding kerk & staat + tolerantie MAAR Europese geschiedenis opeenvolging van pogingen om levensbeschouwelijk pluralisme te vermijden 1. Religieuze intolerantie in Europa HET JODENDOM IN EUROPA sinds 135 n.C. opstand Simon Bar Kochba neergeslagen door Romeinen joodse gemeenschappen leven in diaspora eerst rond Middellandse Zee/ later Oost- en West-Europa 2 grote groepen ontstaan Sefardische (Spaanse en Portugese) Asjkenazische (West-, Midden- en Oost-Europa) 11 e – 12 e E Spanje: half miljoen joden (veel geleerden) goede contacten joden/moslims/soms christenen verandert als katholieke vorsten gebieden willen veroveren 13 e – 15 e E pesterijen en vervolgingen 4 e Lateraans concilie (1215): gele lap + punthoed dragen krijgen schuld van de pest uit angst voor inquisitie dopen Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 1

Transcript of Sam en Vatting Module 1

Page 1: Sam en Vatting Module 1

SAMENVATTING LEVENSBESCHOUWING MODULE A

Hoofdstuk 1: Actief pluralisme: what’s in a name?

‘Europese identiteit’ = godsdienstvrijheid + scheiding kerk & staat + tolerantie

MAAR Europese geschiedenis opeenvolging van pogingen om

levensbeschouwelijk pluralisme te vermijden

1. Religieuze intolerantie in Europa

HET JODENDOM IN EUROPA

■ sinds 135 n.C.

opstand Simon Bar Kochba neergeslagen door Romeinen

joodse gemeenschappen leven in diaspora

eerst rond Middellandse Zee/ later Oost- en West-Europa

2 grote groepen ontstaan

Sefardische (Spaanse en Portugese)

Asjkenazische (West-, Midden- en Oost-Europa)

■ 11e – 12e E

Spanje: half miljoen joden (veel geleerden)

goede contacten joden/moslims/soms christenen

verandert als katholieke vorsten gebieden willen veroveren

■ 13e – 15e E

pesterijen en vervolgingen

4e Lateraans concilie (1215): gele lap + punthoed dragen

krijgen schuld van de pest

uit angst voor inquisitie dopen

1492: Ferdinand II van Aragon & Isabella I van Castilië verdrijvingsedict

Einde aan 3 eeuwen poging tot convivencia

Keuze: vluchten of dopen

Nieuwe bekeerden = marranen (‘varken’)

Inquisitie verplichtte soms om op straat varkensvlees te eten als bewijs

■ 1648

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 1

Page 2: Sam en Vatting Module 1

ME: Asjkenazische joden van Duitsland naar Polen

gewelddadige Kozakkenopstand (nomadenstam uit Oekraïne olv Bogdan

Chmielnicki) tegen Poolse adel/landeigenaars/joden

■ 2e helft 19e E

tsaristisch geïnspireerde pogroms en razzia’s

■ Holocaust

heel wat joden weg uit Europa maar nog groot deel in diaspora

1948: oprichting Israël

DE ISLAM IN EUROPA

■ 711

Al-Andalus (Iberisch schiereiland) door veroverd door generaal Tarik ibn Ziyad

moslims trekken tot over de Pyreneeën

(joods)-islamitische bloeiperiode

■ 1100 – 1300

Córdoba, Sevilla en Granada rijkste & cultureel hoogst ontwikkeld

periodes verdraagzaamheid wisselen periodes van intolerantie

vreedzame samenleving + uitwisseling van ideeën

MAAR

1148: Cordoba veroverd door Almohaden (fanatieke moslimgroep N-Af)

Joden/christenen bekeren of verlaten

Joodse geleerde Maimonides vlucht naar Egypte/islamitische filosoof Ibn Roesjd

(Averroës) verbannen

Moslimheerschappij interne moeilijkheden + externe druk uit Europa

Reconquista (vanaf 11e E)

1085: Toledo heroverd door Alfons VI

1212: slag bij Uqab = zware nederlaag Iberische islam

1236: verovering Cordoba

1248: verovering Sevilla

Alleen Granada = moslimgebied MAAR schatplichtig aan koning Castilië

1421: pausen roepen op tot kruistochten

1482: begin veldtocht tegen Granada

Ferdinand II van Aragón & Isabella I van Castilië

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 2

Page 3: Sam en Vatting Module 1

2/1/1492: krijgen sleutels Granada

Breken belofte van godsdienstvrijheid voor moslims/joden

1502: verbod op islam

Velen laten zich dopen ‘Moriscos’ (~moor)

MAAR

Beschouwd als staatsgevaarlijk

Politieke macht wou religieuze eenheid

Katholieke kerk veroordeeld joden/moslims fel

Filips II + inquisitie vervolgen + ombrengen

1609 – 1614: definitieve uitdrijving door Filips II

■ 2e helft 20e E

Actieve immigratiepolitiek van W-Europese landen (1961-begin ’70)

Turken/Marokkanen als goedkope krachten voor de mijnen

MAAR velen permanent gevestigd

Na de migratiestop (1974) immigratie niet stilgevallen

NU: +- 4 % bevolking moslim

Meesten leven geconcentreerd in steden

Laatste jaren debat over plaats islam in Europa meer polariserend dan constructief

KETTERS (ZUIVEREN!) IN EUROPA

■ inquisitie

Tegen Waldenzen & Katharen/Albigenzen (Zuid-Frankrijk)

Val van Montségur (niet-inneembare bolwerk Katharen, 1244)

Dominicanen + franciscanen met inquisitie belast

Onder rechtstreeks toezicht paus

DOEL : waken over geloofseenheid

Ondersteund door wereldlijke macht die instond voor uitvoering straffen

Strijd tegen Katharen niet louter religieus

Door val Katharensteden

Franse koning ook Zuid-Westen van Frankrijk

Onafhankelijke Occitaanse cultuur onderspit delven

PROTESTANTISME

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 3

Page 4: Sam en Vatting Module 1

■ Reformatie in 16e E

Ideaal ‘1 rijk; 1 geloof’ in duigen

Maarten Luther hangt 95 stellingen op deur kapel te Wittenberg (31/10/1517)

Reageert vooral op aflatenhandel van dominicaan Tetzel tvv Sint-Pietersbasiliek

Massale verspreiding stellingen veel weerklank in Duitse rijk

Veroordelingen

1519: door theologische faculteiten Leuven/Keulen

1520: in de pauselijke bul Exsurge Domini

1521: op Rijksdag Worms verantwoorden voor keizer karel V & rijksvorsten

( moet in ban)

Karel V verzet zich omdat de eenheid van zijn rijk in gevaar wordt gebracht

■ Voorstanders van Luther

Luther duikt onder (Wartburg bij Eisenach)

vertaalt bijbel vanuit grondtalen in Duits

sticht eigen kerk

1522 : Rijksdag Spiers

5 hervormingsgezinde vorsten + 14 steden Protestation

Verzetten tegen religieuze beperkingen + vervolgingen door het rijk

1531 : protestantse vorsten + rijkssteden

Schmaldaldisch Verbond

Ijveren voor erkenning lutheranisme

oorlog Karel V pas einde in 1555 (vrede van Augsburg)

Overige hervormingen

Zwitserland Huldrich Zwingli

Oostenrijk Balthasar Hubmaier (anabaptisten)

Münster (radicale) Jan van Leiden

Nederland (pacifistische) Menno Simons (mennonieten)

■ Johannes Calvijn

Opvattingen dicht bij die van Luther

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 4

Page 5: Sam en Vatting Module 1

Bijbel als enige bron van openbaring en gezag

Afwijzing pausdom & kerkelijke hiërarchie

Geloof in rechtvaardiging door het geloof alleen

Belang van goddelijke genade (goede werken = dankbaarheid genade)

Slechts 2 sacramenten (doopsel + laatste avondmaal)

Samenvatting protestantse leer in 5 sola’s

Sola gratia (alleen door genade)

Sola fide (alleen door geloof)

Sola scriptura (alleen door de Bijbel)

Solo christo (alleen door Christus)

Soli deo gloria (alle eer is alleen aan god)

Verschillen opvatting over politiek & kerkorganisatie

Luther

Zoekt steun bij vorsten

Maakt kerk afhankelijk van staat

Calvijn

Verdedigt een meer autonome kerk

■ Nederland

Begintijd reformatie veel Lutheranen

Al snel bleek Calvijns opvattingen (beperkte gezag vorsten) = beter

Veel Franse calvinisten (hugenoten) na 1685 naar Nederland

VANDAAG:

Klein aantal lutheranen

Grote protestantse kerken gereformeerd protestantisme in lijn Calvinisme

2. Godsdienstoorlogen en godsdienstvrede

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 5

Page 6: Sam en Vatting Module 1

Katholieke W-Europa vreesde voor verbrokkeling machtsgebied door succes reformatie

protestanten vervolgd + godsdienstoorlogen

■ Frankrijk

Vanaf 1562 veel hugenoten vermoord

Bartholomeusnacht

18/8/1572: huwelijk hugenoot Hendrik van Navarra & katholieke Margaretha

van Valois

Daad van verzoening bijna hele Franse adel in Parijs

Nacht 23-24/8 bloedbad, 2000 hugenoten vermoord

Nasleep: nog eens duizenden

Hendrik van Navarra

Koning van Frankrijk (werd katholiek)

Edict van Nantes (1598)

Katholicisme bleef staatsgodsdienst

MAAR protestanten kregen

Openbare kerkdiensten

Toegang tot alle ambten

Speciale rechters om belangen te behartigen

Lodewijk XIV

1685: herroept edict + vernietigd centrale tempel in Charenton

‘une foi, une loi, un roi’

Hugenoten verplicht soldaten (dragonders) in huis nemen om zich te laten bekeren

Veel hugenoten vluchten naar Nederland

■ Heilig Roomse Rijk

Vrede van Augsburg

Elke rijksvorst mocht beslissen welke godsdienst in zijn machtsgebied

Geloofseenheid binnen RR verdwijnt

MAAR tegelijk nog idee: binnen 1 politieke ruimte best zelfde godsdienst

= EXTERN PLURALISME

Andersdenkenden moeten bekeren of migreren

Oorlogen: verhouding tussen religie en gezag staat centraal

Concilie Trente + jezuïetenorde maar succes reformatie niet gestopt

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 6

Page 7: Sam en Vatting Module 1

80 jarige oorlog (1568-1648)

1566: beeldenstorm

gewapend verzet tegen Spaanse overheersing

Filips II stuurt Hertog van Alva

Nederlandse opstand olv willem van Oranje-Nassau

Filips wil 1 centraal geregeerd land met 1 religie / opstandelingen willen

een decentrale overheid en godsdienstvrijheid

Wisselend succes voor beiden

Beleg van Antwerpen Antwerpse Republiek onder Marnix

van St-Aldegonde = katholicisme verboden

Val van antwerpen (27/8/1585) intellectuelen vluchten naar

Noorden (bijdrage aan ‘gouden eeuw’)

30 jarige oorlog (1618-1648)

Ook een belangrijke religieuze inslag

Protestantse + katholieke vorsten vechten tegen elkaar (binnen én buiten RR)

Vrede van Westfalen (1648)

11 verdragen

Verdrag van Münster

Erkent autonomie Republiek der 7 Verenigde Nederlanden (hoewel officieel

deel HRR)

Officiële gereformeerde staatskerk in Republiek

Alle katholieke goederen aan overheid geleverd

Katholieken moesten zich in ‘schuilkerken’ terugtrekken

Diensten mochten

MAAR kerken mochten er langs buitenkant niet als kerk uitzien

Belangrijk voor ontstaansgrens België – Nederland toenmalige

frontlijn Spanjaarden / opstandelingen

MAAR Vrede van Westfalen verandert weinig in de idee/concretisering van levensbeschouwelijk

pluralisme

Wel al een 1e stap naar individuele godsdienstvrijheid binnen RR

MAAR Europa = voornamelijk mono-religieuze politieke ruimtes

3. De weg naar godsdienstvrijheid als individueel recht

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 7

Page 8: Sam en Vatting Module 1

■ Extern pluralisme

Lange tijd: idee mensen moeilijk met anders/niet-gelovigen samenleven binnen 1

sociaal-politieke ruimte

Politieke machthebbers + godsdiensten handen in elkaar religieuze intolerantie +

‘godsdienst’oorlogen (= politieke motieven ten grondslag)

■ 1e fase ontstaan religieuze tolerantie

Religieuze eenheid binnen 1 politieke gemeenschap = nodig

Ausburg/Westfalen ‘godsdienstvrijheid’ aan de vorst en grondgebied

Geen individuele vrijheid

= Extern pluralisme ( nog geen intern pluralisme)

Milletsysteem – Ottomaanse rijk (extern pluralisme)

Belangrijkste geloofgemeenschappen = bestaansrecht, MAAR gescheiden

Elk eigen rechtsysteem (religieuze aangelegenheden, huwelijk,…)

Een vorm van pluralisme MAAR ook een vorm van apartheid

Hiërarchisch systeem (moslims hoger, meer rechten)

Bekeringen tot andere religies ≠ toegelaten

■ 2e fase ontstaan religieuze tolerantie

Godsdienstvrijheid als individueel recht = centraal

Aanloop naar de Verlichting

Godsdienstvrijheid losgekoppeld van grondgebieden en hun heersers

17e E, Nederland & Engeland = pleidooien in die richting

Brief over Tolerantie – Locke (1689)

Ineffectief om mensen een levensbeschouwing dwangmatig op

te leggen

Enkel ‘aansporen, vermanen en raad geven’

MAAR nog steeds selectieve aanzet

WANT samenleving kan geen katholieken/atheïsten tolereren

The Act of Toleration – Engelse parlement (1689)

Enkel van toepassing op allerlei protestantse groeperingen

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 8

Page 9: Sam en Vatting Module 1

Pas sinds Amerikaanse Onafhankelijkheidsverdragen (1776)/Franse Déclaration des droits de

l’homme et du citoyen (1789) godsdienstvrijheid deel van mensenrechtenverdragen en

constituties voor liberaal democratische staten

4. Religieus en seculier fanatisme

■ Religieuze intolerantie

Katholieke godsdienst bepalende rol in religieuze intolerantie

MAAR niet de enigen!

Minderheden die werden vervolgd = vaak even intolerant

Jodendom/islam : strekkingen die vijandig tov andere religies, afvalligen, critici

Protestanten (in meerderheidslanden): eerst intolerant tov katholieken

Niet alleen door godsdiensten

Niet-religieuze instanties met religieuze vervolging inlaten

Vb. communisme; nazisme

Sommige niet-religieuze regimes anti-religieuze regimes alle gelovigen en

andersdenkenden de mond te snoeren

■ Fanatisme in Frankrijk

Opvallend hoe snel na FR een periode van (religieuze) intolerantie

Jacobijnse periode (1792-1794)

Terreurbewind olv Robespierre & Saint-Just

Opnieuw idee: land niet zonder levensbeschouwelijke eenheid

Republiek = ‘1 en ondeelbaar’ Tegen de republiek = guillotine

Christendom verbieden en een burgerlijke (staats)religie opleggen

Pantheon (kerk Lodewijk XIV) temple de la patrie = begraafplaats voor

helden republiek (vb. Voltaire)

Nieuwe republikeinse kalender (geen rust meer op zondag maar decadi, 10e dag

‘nieuwe week’)

Spanning tussen 2 groepen

Atheïstisch deïtisch

‘Cultus van de rede’ (atheïsten) – officieel 11/1793

Festival van de rede in de Notre Dame met plaasteren vrijheidsbeeld in

koor

Heftige dechristianiseringscampagne (tegen zin Robespierre)

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 9

Page 10: Sam en Vatting Module 1

5/1974: cultus van de rede afgeschaft vervangen door de deïstische

‘culte de l’Etre suprême’

Machtsgreep 1974 Saint-Just & Robespierre guillotine

Directoire & Napoleon

Na val Robespierre = gematigder Directoire burgerij heft in handen

‘restauratie’ katholicisme bij Napoleon

1801: concordaat met Paus Pius VII

Katholieke vrijheid van eredienst

Staat moet katholieke geestelijkheid onderhouden in ruil voor de (tijdens

FR) genationaliseerde kerkelijke bezittingen

Katholicisme wordt niet terug staatsgodsdienst

Intolerantie & fanatisme niet enkel bij religies overal waar mensen overtuigd zijn van eigen gelijk

en anderen in die waarheid willen laten delen (kan ook over banalere zaken)

5. Van passief naar actief pluralisme

■ Erkenning van de autonomie van de mens

Mensen = autonome individuen zelf uitmaken volgens welke opvatting van het

goede leven ze willen leven

MAAR wil niet zeggen VRIJ KIEZEN

in een traditie

(niet) aangesproken door een levensbeschouwing

gewetens- en godsdienstvrijheid zo belangrijk

WEL kritisch reflecteren over levensbeschouwelijke oriëntaties

resulteert in levensbeschouwelijk pluralisme

Vereist tolerantie en respect tov elkaar

■ Levensbeschouwing als privaat goed

Overheid

Respect voor de autonomie

Vorm van niet-inmening in levensbeschouwelijke overtuigingen

burgers

Inmenging van de staat = paternalistisch, immoreel, ineffectief

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 10

Page 11: Sam en Vatting Module 1

Besef groeit overtuigingen/ideeën NOOIT belangrijk genoeg

vervolgen/uitsluiten/doden

Recht op godsdienstvrijheid SAMEN MET recht op vrije meningsuiting

■ passief pluralisme

Individualisering/privatisering levensbeschouwing

Middel moderne tijd

Vermijden van godsdienstoorlogen & religieuze intolerantie

Zorgde voor passief pluralisme

Alle (openbare) discussie privé-sfeer

Toch geen redelijke discussies mogelijk

Altijd gevaar van twisten

Alleen verdeeldheid en onverdraagzaamheid

Geschrapt van publieke agenda

Tolerantie = niet-inmenging

Levensbeschouwing: individuele preferentie niemand iets te zeggen

Gevaren

Onverschilligheid (doet er toch niet toe)

Bepaalde vorm van vrijheid verdwijnt verkondigen van mening

Tolereert de verschillen MAAR schuwt de inhoudelijke & publieke confrontatie

■ Actief pluralisme

Morele gevoel = passief pluralisme

Uitsluiting obv ideeën = onaanvaardbaar

MAAR erkenning van de rol die levensbeschouwingen spelen in dagelijks leven

Wel interessant genoeg voor publieke discussies

Wil mogelijkheid van dialoog, kritische reflectie en herbronning

levensbeschouwelijke thema’s opnieuw exploreren

Moedigt inhoudelijke positionering aan

NIET: tolerantie inhoudelijke positionering

MOGELIJK: eigen overtuiging + respecteren andere opinies

TROUWENS: pas omdat mensen uitkomen voor verschillende

levensbeschouwingen pluralisme + tolerantie nodig

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 11

Page 12: Sam en Vatting Module 1

■ Omslag passief naar actief

Interpretatie ‘privatisering’ levensbeschouwing

Privatisering levensbeschouwelijke keuze = verward met privatisering

levensbeschouwing zelf

‘keuze’ = persoonlijke gewetensvrijheid

MAAR levensbeschouwing zelf ≠ privé-zaak

Laat zich niet beperken tot persoonlijke levenssfeer

kan hele denken en handelen mens doordringen

Is constitutief voor (morele) identiteit

Onhaalbaar om eisen geloofsovertuiging ‘thuis’ + levensbeschouwelijk

neutraal in publieke ruimte

■ Relatie tussen levensbeschouwingen – overheid

Rigide opvattingen scheiding kerk – staat ≠ enige mogelijkheid

Levensbeschouwing & politiek = 2 velden met eigen logica/regels

Autonomie spelregels gevrijwaard worden

ALS spelregels domein gerespecteerd

niets mis met politiek engagement uit religieuze inspiratie

niets mis met overheid die zich levensbeschouwelijk inlaat (vb.

subsidiëringen,..)

scheiding kerk – staat ≠ levensbeschouwing & politiek niets met elkaar

altijd een verhouding MAAR hoe zal die worden ingevuld?

Minimaliseren/niet bestaan/actief aan de slag

Hoofdstuk 2: Wetenschap, levensbeschouwing en zingeving

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 12

Page 13: Sam en Vatting Module 1

1. Cognitieve en manipulatieve interesse

PRAKTISCH BELANG VAN KENNIS

■ Mängelwesen (Arnorld Gehlen)

Mens = biologisch onvolgroeid, veel minder gedetermineerd door instincten

‘instinct-arm’ wezen

Nood aan informatie over zichzelf en leefwereld overleven

Cultuur en socialisatie = grotere rol dan andere dieren

■ Cognitieve kennis

Homo sapiens sapiens deze soort = meest intelligente

Cognitieve informatie speelt bijzondere rol

Bijzondere capaciteiten daarvoor zintuigen/zenuwstelsel/groot brein

DAARDOOR: informatie buitenwereld

Opnemen

Onthouden op cumulatieve en bewuste manier

Systematisch ordenen

verwerken

TAAL: informatie conceptualiseren + meedelen aan anderen

Daardoor informatie verspreiden

Doorgegeven over generaties

= ontstaan cultuur, kennis & wetenschap!

■ Manipulatieve interesse

Obv kennis

leefwereld controleren/inrichten/manipuleren

gedrag aanpassen aan werkelijkheid

voorspellingen maken

handelingen plannen

Evolutionair voordeel : ‘zwak beestje’ enkel overleven door ‘te slim af te zijn’

Gedrag en omgeving aanpassen obv informatie buitenwereld

Gevaren ontlopen

Efficiënter voedselvoorziening

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 13

Page 14: Sam en Vatting Module 1

Partner vinden

Onthouden + leren uit eerdere ervaringen groter voordeel

Mentale voorstelling maken problemen aanpakken op abstract niveau

VOOR het eigenlijke handelen

Omgang met het vreemde

Vreemd: onzeker + angst

Obv kennis + verbeelding wereldbeeld aanpassen plaats geven = niet

langer vreemd

Alle culturen/alle tijden wereld ‘begrijpen’ + plaatsen in betekenisvolle

context (narratief, mythologisch + rationeel-wetenschappelijke basis)

WE KNOW MORE THAN WE CAN TELL

■ Tacit knowledge

Bewuste kennis: slechts klein deel van alle kennis

Tacit knowledge (Polanyi) = ervaringskennis, intuïtief en impliciet

Vaardigheden (vb. autorijden, zwemmen)

Eerst bewust aanleren (= knowing-that)

Pas echt als vaardigheid als ze geïnterioriseerd (= knowing-how/embodied knowledge)

Klassieke wetenschapsbeoefening (vb. vaardigheden om problemen op te lossen)

Expert handelt + oordeelt

Zonder expliciet nadenken over principes en regels

Maakt gebruik van know-how (bevat heel wat impliciete kennis en vaardighede) +

fundamenteel vertrouwen in eigen praktijk

BELANG VAN WETENSCHAP

■ ‘Wetenschappelijke’ kennis

Opvattingen ‘wetenschappelijk juist’ = niet zo belangrijk ‘werken’ ze? (vb. landbouwer

kan uit ervaring soms weersvoorspellingen doen zonder wetenschappelijke achtergrond weersveranderingen)

‘kennis’ ≠ ‘wetenschappelijke’ kennis

Oorspronkelijke vormen van kennis

Taboesfeer

Magisch denken

Mythen

religie

voor uitoefenen controle op werkelijkheid magische handelingen centraal

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 14

Page 15: Sam en Vatting Module 1

■ Van mythen tot wetenschap

terug te vinden in alle culturen

lange tijd = belangrijkste vorm om wereld te ordenen

1 e aanzet ‘verwetenschappelijking’

6e E vC Klein-Azië

Ontstaan (natuur)filosofie

Stelt dramatische, mythische voorstellingen in vraag

MYTHE: overgang chaos naar ordening (kosmos) door ingrijpen magische &

goddelijke krachten

FILOSOFIE: ‘verklaart’ werkelijkheid door natuurlijk proces dat zich op grond

van immanente wetmatigheid ontwikkelt

16-17 e E

Succesvolle doorbraak ‘verwetenschappelijking’

Mathematisch denken systematisch toegepast op natuurkunde

Experimentele methode ingang

Nieuw verklaringsmodel verwerpt verwijzing naar finale oorzaken

■ Waarde van wetenschappelijk denken

Nergens anders zo onderbouwd/precies/gecontroleerd kennis over mens/omgeving

Mogelijkheden

Heel nauwkeurige voorspellingen

Verbetert mogelijkheden om wereld te veranderen

Omvattend en systematisch in manier waarop ze dingen verklaart

Wetenschappelijke benadering = bepalend voor hedendaagse wereldbeeld

Sinds Verlichting principe van vrij onderzoek

DAARDOOR: allemaal = ‘vrijzinnigen’ = kinderen van de Verlichting

Kennis = macht/oriënteert/maakt vrij/biedt vorm van veiligheid

Meeste mensen vinden

Alles moet in principe onderzocht kunnen worden

Willen leven niet laten beïnvloeden door dingen die niet stroken met hun

(voorlopige) beste inzichten

MORELE WAARDE VAN KENNIS

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 15

Page 16: Sam en Vatting Module 1

■ Betekenis 1: intellectuele integriteit

Kennis heeft een morele waarde (vb. taalgebruik: leugenaar ≠ waardevrij)

Niemand = onverschillig tov geldigheid stellingen/opvattingen die ze hebben

■ Betekenis 2: duty of enquiry (Clifford)

Kennis en (morele) verantwoordelijkheid liggen dicht bij elkaar

Vb. schuldig verzuim (oude boot niet laten controleren zinken en drenkelingen)

Keuze voor onderzoeksonderwerp = meteen moreel geladen

Moreel verschil tussen

Onderzoek naar cosmetische middeltjes

Onderzoek naar oplossing voor honger in de wereld

CLIFFORD: moreel laakbaar dat mensen overtuigingen hebben die niet op onderzoek

en evidentie berusten maar enkel nuttig voor die mens zelf

= basis voor onderscheid ‘believers’ – ‘non believers’ (vb. ufo, telepathie)

Volgens sommigen ook basis ‘gelovigen’ – ‘ongelovigen’

MAAR Cliffords visie ≠ onbesproken

WANT mensen leven niet in laboratoria

Soms beslissingen nemen over zaken waarover onmogelijk voldoende

rationele & empirische gronden bestaan

Mensen kunnen niet enkel leven van evidence-based opvattingen

KENNIS OM DE KENNIS

■ Waarde aan kennis op zich

Naast instrumentele en morele waarde

Mens = nieuwsgierig wezen

Ook al heeft kennis niet meteen een praktisch nut

2. Alles is wetenschap, maar wetenschap is niet alles

Mensen willen niet alleen verklaren en controleren!

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 16

Page 17: Sam en Vatting Module 1

WETENSCHAP EN LEEFWERELD

■ Wetenschappelijke wereld – leefwereld

Vb. regenboog

Wetenschappelijk

laboratoria, experimentele settings

natuurkundig verklaard

Leefwereld

dagelijks leven/waarin we betekenissen en (on)zin ontdekken

poëtisch of romantisch aangesproken

mensen ≠ onderzoeksobjecten MAAR waarmee we omgaan + die ons

affecteren

leven in 2 ‘werelden’

hoeft geen tegenspraak te zijn in deze 2 perspectieven

mensen kunnen met verschillende perspectieven omgaan

soms vinden we onszelf

vrije personen

complexe biologische en gedetermineerde organismen

WETENSCHAP EN BETEKENIS

■ Herleiding

wetenschap bestaat bij gratie van herleiding

menselijk gedrag intenties fysieke processen, hormonen, stimuli

MAAR herleiden van gevoelens tot hormonen zegt niet alles

Werkelijkheid waarin mensen leven heeft eigen realiteit en betekenis

Onze leefwereldlijke ervaring = ruimer dan de wetenschappelijke benadering kan

bevatten of objectiveren

ERKLÄREN EN VERSTEHEN

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 17

Page 18: Sam en Vatting Module 1

■ Hermeneutiek

Menswetenschappen gebruiken niet enkel methode natuurwetenschappen

DILTHEY

Methodologische verschil natuurwetenschap – geesteswetenschap

Natuurwetenschappen verklaren (erklären)

Geesteswetenschappen begrijpen (verstehen)

Mens = zowel onderzoeker als onderzochte

Vereist andere vorm objectiviteit

Willen niet louter afstandelijk observeren en verklaren begrijpen

Naast verklaren ook interpretatie (einfühlung)

Object menswetenschappen niet begrijpen zonder aandacht voor betekenis

die mensen in hun leefwereld ervaren (contextueel anders)

3. Zingevende interesse

ZINVRAGEN

■ Zin- en betekenisgevende interesse

Naast cognitieve en manipulatieve interesse

Mens kan niet anders dan zich een bijzonder soort vragen stellen die het strikt

empirisch-rationele overstijgen (Nietsche, Schopenhauer) = existentiële vragen

Vraag naar zin

Geen wetenschappelijk probleem andere orde (wittgenstein)

Veeleer te maken met houding en ervaring

Vb. ‘waarom moest mijn kind sterven’

Geen vraag naar verklaring, maar naar troost en zin

Ouders zoeken een houding tov gebeurde

■ Cognitief ondoordringbaar

Vrij veel belangrijke en waardevolle zaken = cognitief ondoordringbaar

Meestal te maken met ervaring van zin of zinverlies

Niet altijd makkelijk om die ervaringen te duiden/expliciteren

Er zijn wel reductionistische & naturalistische verklaringen voor die ervaringen

MAAR hebben weinig betekenis voor die persoon

Grote kunstenaars drukken best uit wat ‘onuitspreekbaar’ is

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 18

Page 19: Sam en Vatting Module 1

Ook levensbeschouwingen & religies kunnen als aanvulling en existentiële verrijking

van wetenschappelijk beschouwd worden

ZIN ERVAREN, NIET CREËREN

■ Heteronomie of transcendentie

Zin kan al dan niet ervaren worden nooit gecreeërd/gereproduceerd

Zin en geluk = oncontroleerbaar

Ervaring van zin imliceert een moment van heteronomie of transcendentie

Transcendentie hoeft niet noodzakelijk verticaal ingevuld worden (god)

Heteronomie zorgt voor paradoxale situatie

Iedereen ‘wil’ gelukkig zijn

Nastreven = contraproductief WANT niet maakbaar

Kan slecht indirect tot stand komen (essentieel bijproduct – Elster)

■ ‘Behoeftig’ – ‘Zinzoekend’

Alle behoeften bevredigd ≠ noodzakelijk gelukkig en omgekeerd

Zinvol en gelukkig leven niet zomaar = aaneenschakeling aangename ervaringen

Beleven van zin te maken met externe realiteiten

Als die externe realiteiten manipuleerbaar waren

Ontstaan van de gewenste ervaringen

Verliezen daardoor hun waarde

IMPLICEERT: elke ervaring van zin = verbonden aan principiële mogelijkheid tot

zinverlies

■ Ervaringsmachine (Nozick)

(mens gekoppelt aan machine die via elektroden het brein alle verlangens kan laten voelen)

Wijst op belang dat mensen hechten aan kwaliteit van de handeling zelf los van de

resultaten

Mensen staan ook op de authenticiteit en het waarheidsgehalte van ervaringen

4. Levensbeschouwing: verschillende betekenissen

Door gebruik van verbeelding en abstract denken ontstaat een waaier van religieuze, mythologische,

ideologische en filosofische denkbeelden.

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 19

Page 20: Sam en Vatting Module 1

Zingeving heeft weinig met wetenschap te maken MAAR niet louter subjectieve ervaringen

en inzichten

Zingeving is veelal een intersubjectief, cultureel ingebed gebeuren

LEVENSBESCHOUWING: GODSDIENSTIGE EN VRIJZINNIGE BETEKENIS

■ Godsdienstige betekenis

= geheel van overtuigingen en praktijken om zich positief of negatief te verhouden tov

wat de mens overstijgt

Band tussen eindige – oneindige / relatieve – absolute

Centrale vraagstuk: eindigheid (de dood)

Niet alleen opvattingen OOK praktijk van riten, vieringen, cultus

Verwijzen naar bestaan van bovennatuur/transcendente

mono-polytheïsme/geestelijke krachten (animisme)/natuur zelf (pantheïsme, oosterse

religies)

bevat element van verticale transcendentie + moment van heteronomie

beginsel buiten en boven de mens(heid)

vooral zingeving MAAR OOK sociale structuur, politiek, geschiedenis

oorsprong van alles is iets transcendents mens = afhankelijk

■ Atheïsme

Religiositeit

= breder dan enkel godsdienstige

= vorm van bewustzijn dat we deel zijn van groter geheel

Ontstaat als reactie op monotheïstische levensbeschouwingen in Europa

Overtuiging

Verwerpt theïstische godsbeeld

Er bestaat geen metafysische werkelijkheid die losstaat van empirische

werkelijkheid

= Filosofische overtuiging (niet-bestaan bovennatuur + erkenning menselijke eindigheid)

positief ingevulde levensbeschouwing

‘Vrijzinnig Humanisme’

moreel & filosofisch denkkader atheïsme Vlaanderen

mens- en wereldbeeld: door wetenschappen

waarden:

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 20

Page 21: Sam en Vatting Module 1

vrij wetenschappelijk onderzoek

dogmatisme, censuur, taboe

Centraal: menselijke autonomie/menselijke waardigheid

Mens = zelf-wetgever geen verantwoording aan iets buiten mens zelf

Mens = zelf-zingever enige wezen waaraan zin, betekenis en waarden

kunnen verschijnen

LEVENSBESCHOUWING: POLITIEKE, IDEOLOGISCHE, MORELE BETEKENIS

■ ideologieën (nationalisme/marxisme) & levenshoudingen (consumentisme/hedonisme)

Gaat vooral over filosofische/politieke & morele denkkaders

MAAR voor sommigen = alomvattende levensbeschouwing (zin & oriëntatie)

Marxisme

Geen levensbeschouwing in godsdienstige betekenis

Bevat wel opvatting over religie + over zin van geschiedenis

Kan menselijk handelen motiveren en zin & betekenis geven

LEVENSBESCHOUWING: IMPLICIET EN EXPLICIET WERELDBEELD

■ Impliciet wereldbeeld

= referentiekader van waaruit mensen denken/spreken/handelen

Biedt geen oplossingen

Bepaalt hoe god, mens en wereld in beeld komen + hoe mens zich tot god,

mens en wereld verhoudt

= levensbeschouwing als impliciet referentiekader ‘wereldbeeld’

Geen rationele keuze doorgegeven via cultuur & socialisering

■ Expliciet wereldbeeld

= geheel van overtuigingen over hoe wereld in elkaar zit & tot stand gekomen

Vrij grote, wetenschappelijk onderbouwde consensus in Westen

Zelfde wereldbeeld = mogelijk andere levensbeschouwing

Leo Apostel & Jan Van der Veken

Atheïst/priester interdisciplinair wereldbeeldenproject

Streefden naar rationele constructie wereldbeeld

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 21

Page 22: Sam en Vatting Module 1

Tot een symbolisch representatiesysteem die al die wereldbeeldkennis

samenvoegt tot totaalvisie belicht de werkelijkheid uit een bepaalde cultuur

Expliciet referentiekader combineren aspecten wereld + zinvol oriënteren in

gefragmenteerde wereld met overdaad aan informatie

■ Expliciet impliciet

Godsdienst: veel meer dan enkel verzameling overtuigingen over wereld/mens

Zingevende interesse

Expliciet : cognitieve & manipulatieve interesse

5. Zingeving en wetenschap

Wittgenstein

Tractatus

Taal = onmachtig om over metafysische vragen iets te zeggen

Zinvolle taaluitingen beperkingen zich tot wetenschapskwesties

Bewust dat wetenschap heel wat onbesproken laat

Maar geen mogelijkheid over zinvol over die zaken te spreken

Philosophische Untersuchungen

Verwerpt vorige rigide standpunt

Taal kan op verschillende manieren zinvol gebruikt worden

Elk taalspel heeft eigen regels qua betekenis

‘Meaning is use’ (betekenis hangt af van context)

Misbruik van taal ALS vanuit ene taalspel andere bevraagt

Radicaal verschillende betekeniscontexten niet te vergelijken/reduceren

HET (ON)GELIJK VAN WITTGENSTEIN?

Volgens Wittgesteiniaanse gedachte ‘Bestaat God?’ ≠ legitieme vraag

■ Herman de Dijn & Gerard Bodifiée

Wetenschap en godsdienst ≠ concurrenten

Bestaan op zichzelf, zonder aanrakingspunten (wet: oorsprong bestaan/rel: bestemming)

■ NOMA-principe (niet-overlappende magisteria) van Stephen Jay Gould

Magisterium = gebied waar 1 bepaalde leer geëigende middelen bezit voor zinvol

discours en doen van uitspraken (plek voor dialoog/debat)

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 22

Page 23: Sam en Vatting Module 1

Wetenschap en religie = niet-overlappende magisteria

2 zinvolle perspectieven op de werkelijkheid

Elk eigen kracht + beperkingen reikwijdte ingekaderd (wet: wat & hoe/rel:

zingeving, moraal)

Onafhankelijk, verschillend, gelijke waarde, even groot belang

KUNNEN als afzonderlijke domeinen in 1 visie gecombineerd vorm van

‘wijsheid’

Ook terug te vinden bij Darwin + officiële teksten katholieke kerk

Reeds lang consensus tussen wetenschappers + religieuze leiders

■ Problemen NOMA-principe

Niets ‘rationeels’ gezegd kan worden over bestaan god/zinvragen

Dawkins/Dennet/Vermeersch/Philipse stap te ver

Bouwen op bevindingen wetenschap atheïsme verantwoorden

Niet zomaar neerleggen bij scheiding door NOMA-principe

Dawkins: bestaan of niet-bestaan god moet IN PRINCIPE vast te stellen zijn

Philipse (Atheïstisch manifest):

‘would-be gelovigen vorm van ‘semantisch atheïsme’

Woord ‘god’ + uitspraken over god

Geen enkele beschrijvende inhoud

Uitspraak ‘god bestaat’ = betekenisloos

Alleen rituelen/praktijken/symbolisch taalgebruik

Zonder geloofsovertuigingen theologische zelfmoord

Kan religie wel elke vorm van letterlijkheid bannen zonder aan

essentie boodschap te raken?

Intelligent Design : wetenschap vanuit religie in vraag/aangevuld

Process theology : bestaan van god moet toets rationele kunnen doorstaan

Hoofdstuk 3: Dimensies van levensbeschouwingen

Meeste religies bevatten 7 dimensies (rituelen, doctrines, mythen, emoties, morele waarden, sociale structuur, kunst)

1. Mythe en rite

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 23

Page 24: Sam en Vatting Module 1

WAT IS EEN MYTHE?

■ Kenmerken

Verhaal in onbepaald verleden

Goddelijke wezens stellen handelingen die verklaring/interpretatie geven voor

situatie/gebruiken/instellingen/driften/mogelijkheden/wereld van de mens

Descriptief-verklarend & normatief-voorschrijvend

Verklaart niet alleen schrijft ook voor

Moet duidelijk maken hoe dingen zijn ontstaan en waarom

Vb. joods-christelijke scheppingsverhalen

Verklaring voor ontstaan hemel/aarde/zee/onderscheid man-vrouw/..

Legitimatie waarom mens natuur mag bestuderen/manipuleren en gebruiken

als goede rentmeester

OOK waarom zo is en zo zal blijven Barthes

= conservatieve kant mythisch denken

Verklaart cultuur tot natuur

Culturele gebruiken worden ontdaan van tijdgebondenheid

Verbergt mogelijkheid tot groei/verandering wil eeuwigheid

DAARDOOR gelijkenis met subjectieve mening & ideologie

Zelflegitimerend

Vindt oorsprong in zelfde mythische verleden als onderwerpen

Oorsprong mythe = mythisch

■ Mythische mens – Logos – tegenwoordig

Voor mythische mens = werkelijkheid op elk moment afhankelijk van wil der goden

Grieken: als 1e moeite met mythen gebruik louter voor esthetische waarde

Logos (natuurfilosofie): 6e e v.Chr emancipatie uit mythe

NU: niet meer als verklarend/normerend MAAR wel nog betekenis

Spiegel voorhouden/ogen openen/dingen uitdrukken die in wetenschappelijke

taal niet gaan

Ook performatieve rol: realiteit tot stand + praktijken die moeilijk rationeel te

begronden zijn ondersteunen

Verhalen = constitutief voor ontwikkeling eigen identiteit

WAT IS EEN RITUEEL?

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 24

Page 25: Sam en Vatting Module 1

■ Kenmerken (Humphrey & Laidlaw)

Elke handeling kan in principe ritueel zijn

Ritualiteit gezocht in HOE gedaan niet WAT gedaan

Ritualization

Normale relatie intentie – handeling omgekeerd

Archetypal

Rituele handeling = extern voor celebrant

Wordt slechts uitgevoerd

Ritueel wordt beschouwd als ‘natuurlijk iets’ waarvan

betekenis/aard/structuur vastligt onafhankelijk van bedoelingen

Intenties

Zijn niet afwezig MAAR bepalen identiteit ritueel niet

ALTIJD intentie om ritueel uit te voeren

2 consequenties van deze visie

1) Antropologie

Ritueel zou vorm van communicatie zijn NIET ZO (H&L)

Rituelen moeten niet gecodeerd worden (≠ ‘systems of meaning’)

2) ‘heeft het gewerkt?’ ‘have we got it right?’

= Belangrijkste vraag

1e modern, westers vooroordeel: ritueel zonder intenties en gevoels haast

verwerpelijk ritueel gedegradeerd tot toevallig communicatiemiddel

Miskenning autonomie & polyinterpretabiliteit ritueel

onafhankelijk van intenties = polyinterpretabiliteit = tolerantie voor meer/ minder/

anders zien van ritueel

Rituelen ≠ maakbaar, beperkt corrigeerbaar

Groepsgevoel door gelijktijdig zelfde dingen doen (≠ zelfde dingen intenderen)

DE VERHOUDING MYTHE – RITE

■ Myth-ritual theory (Segal)

Beide fenomenen noodzakelijk samen

Sterke visie (steeds samen) / zwakkere versie (aanvankelijk samen, eigen ontwikkeling)

Meest gangbare visie

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 25

Page 26: Sam en Vatting Module 1

Mythe = belangrijkste WANT meer intellectueel product

Ritueel = expressie van wat in mythe geloofd wordt

~ westerse intellectualisme (theorie boven praktijk, praktijk opgevat als toepassing van theoretisch

gegeven)

Protest (1e: Robertson Smith – Lectures on the Religion of the Semites)

Rollen omgedraaid: ritueel = sleutel tot mythe/leer

Mythe/leer van religie ≠ wereldverklaring MAAR verhaal/uitleg bij ritueel

2. Doctrine of convictionele inhoud

■ Wat is doctrine?

Geloofsinhoud/kern van gedeelde opvattingen

Hoe fundamenteel zijn opvattingen in een levensbeschouwing?

Religieuzen handelen vanuit ‘geloof’

MAAR dit ‘geloof’ kan niet begrepen worden zonder oog voor religieuze leven

waarin het ingebed is

■ Wat is credo?

Essentie van wat minimaal geloofd moet worden voor bepaalde levensbesch.

Orthodoxie orthopraxie

Uitspeken geloofdbelijdenis al voldoende nadruk op ‘doen’

INTERESSANT: (uitspreken) geloofsbelijdenis zelf = deel orthopraxie

Naast specificatie van geloofsinhoud OOK rituele functie (uitdrukken vroom toebehoren aan god)

Niet-religieuze levensbeschouwingen

Kunnen ook vorm van geloofsbelijdenis hebben (al dan niet ritueel)

VERSCHIL met religieuze levensbeschouwingen

Geloofsinhoud bij religies van buitenaf (niet mens zelf)

Echte oorsprong = transcendent

Openbaringsreligies: geloofsinhoud in openbaring + traditie

o Openbaring : manier waarop bovennatuur kenbaar maakt aan

mens

o Traditie : geacculumeerde uitlegging door mensen/instituties

met respect van geloofsgemeenschap

(niet)religieuze levensbeschouwingen vaak verwijt ‘ideologisch/dogmatische’

geloofsinhoud dekken zich in tov elke vorm van kritiek (vb. god is liefde, maar niets kan

gebeuren om gelovige anders te doen denken)

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 26

Page 27: Sam en Vatting Module 1

3. Emotionele en/of spirituele dimensie

Spiritualiteit = persoonlijke voeling krijgen/zich persoonlijk bewust worden van wat ons

overstijgt

Individueel MAAR ook groepsgebeuren kan bijdragen

Individuele & gevoelsmatig aspect niet steeds in die mate aanwezig in geschiedenis

DRIE TEKSTFRAGMENTEN

■ Benedictus – Regel voor Monniken (480-547)

Spiritualiteit omvat hele menselijke leven

Zowel innerlijk als uiterlijk (Benedictus maakt nooit scheiding)

Innerlijk: gebed, contemplatie

Uiterlijk: liturgie, handenarbeid, naastenliefde

1 hoofdstuk: ‘spiritueel’ in moderne zin trapsgewijze verwerving nederigheid

■ Hadewijch – 9e brief (13e eeuw)

Liefde tot god = erotische liefde

Emotionele en zinnelijke terminologie

Vertrouwelijke en intieme omgang met god

Bernardus van Clairvaux

1128: ontmoeting Bernardus & Willem van Saint-Thierry

Bespreken Hooglied mystieke lezing (ziel wil christus als bruidegom)

Logica liefde/verliefdheid toegepast op mystieke subject

Beeld van Christus

Kosmische pantocrator reisgezel, gelijke

Belangstelling voor kind in de kribbe, wonden gekruisigde ‘nabijer’

Versterking Maria-devotie

Verschuiving

Affectieve spiritualiteit schuwt uitwendigheid ( ascetisch-rituele beleving Benedictus)

Innerlijke verlangens = object mystieke disciplinering

Bernardus & Hadewijch: Beminde = centraal LATER losmaken liefdesobject +

inkeren naar eigen gemoedsbewegingen

■ Ignatius van Loyola – Geestelijke oefeningen (1491-1556)

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 27

Page 28: Sam en Vatting Module 1

Spirituele zoektocht naar wil van god in het individuele leven

Op spoor door eigen gemoedsbewegingen volgen / onderzoeken

Veelvuldig gebruik 1e pers enk

Expressie van emotie lokt opnieuw emotie uit (toevertrouwen gevoelens aan papier)

Duidelijk fysiologische beleving gevoelens

evolutie naar vergeestelijkte/emotionele religieuze beleving

uiterlijke methoden teruggedrongen tvv innerlijke methoden laten minder diepe sporen na

moderne spiritualiteit: complexe sequenties geestelijke oefeningen, regelmatig herhalen

om effectief te blijven

HET SUBLIEME ALS SUBSITUUT VOOR DE RELIGIEUZE ERVARING

■ het schone het sublieme

18e E: verschijnen studies over esthetische categorie van ‘het sublieme’

Meeste auteurs willen onderscheid maken tussen ‘schone’ – ‘sublieme’

SCHONE: liefelijk, bekoorlijk, decoratief, classicistisch, overzichtelijk

Vb. symmetrische tuin, stilleven

SUBLIEME: angstwekkende kracht, gruwelijke pracht, onbegrensdheid

Vb. storm op zee, fonkelende sterrenhemel

■ sublieme religieuze ervaring

18 e E: intellectuele elite meer en meer afstand kerkelijke leven/religieuze cultuur

Zoeken een seculier discours waarin emoties ondergebracht kunnen worden (vroeger

gecultiveerd in religie)

vb. Deïstische natuurlijke religie weinig christelijks verwijst meer naar kosmische

oorsprong + een hypothese

religieuze gevoel christelijk waarmerk kwijt

religieuze ervaring = transreligieus

4. Ethische dimensie

levensbeschouwingen hebben normatieve component (op ‘juiste’ pad houden)

bestaat uit religieuze en/of morele voorschriften

Kant als pleiter voor een autonome moraal

Moraal: in zichzelf te funderen zonder beroep op externe factoren

Moraal afhankelijk van god moreel handen = tegenovergestelde van

moraliteit

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 28

Page 29: Sam en Vatting Module 1

Moraliteit ~ rationaliteit: gehoorzaamheid aan de rede als zelfwetgever, geen

blinde gehoorzaamheid aan externe instanties

HET EUTHYPHRO-DILEMMA

■ is iets goed OMDAT god het wil of wil god iets omdat het goed IS?

1 e luik = goddelijke gebodstheorie

Wat god beveelt is per definitie het goede

Arbitrair kantje WANT vb. opofferen kind zoals Abraham = slecht

Kierkegaard: menselijke moraal weg in licht van absolute plicht tav god

Mens verliest dan waardigheid als morele actor (blindelingse gehoorzaamheid)

2 e luik = logische onafhankelijkheidsthese

Moraal bestaat ‘onafhankelijk’ geen ‘godsdienstige’ moraal meer

God geen wetgever meer, hoogstens ‘raadgever’

Tegenwoordig weinig theologen die geloven in 1e luik god kan alleen goed

genoemd worden als hij voor goede kan kiezen

= standaardvisie

■ Goddelijke gebodstheorie lange tijd aantrekkelijk

God kan als wetgever best verplichtende karakter morele regels verbeelden

Locke

Morele wet ALLEEN verplichtend/bindend als mensen weten dat god die

uitvaardigt + navolging sanctioneert

Mens moet goddelijke bevelen gehoorzamen WANT schepper beslist over

schepselen

Voltaire (godsdienstcriticus!)

god van belang voor functioneren van moraal

noodzakelijk om moraal te handhaven

vb. atheïstische vorst zal folteren als dat in diens belang is

noodzakelijk dat idee van opperwezen in harten gegrift staat

VEELSOORTIGE RELATIES TUSSEN GODSDIENST EN MORAAL

Standaardvisie sluit niet uit dat moraal historisch sterk verweven met godsdienst

■ Ethische intentie en motivatie

gelovigen kennen een soort motivatie waar niet-gelovigen niet op kunnen terugvallen (Origenes tegen Celsus: ook gods wil kunnen kennen, maar bij christenen kracht om gods wil ook uit te voeren)

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 29

Page 30: Sam en Vatting Module 1

≠ enkel religie kan motiveren

MAAR gelovigen alvast voldoende redenen om moreel te handelen

Geloof moet om authentiek te zijn, geïncarneerd worden in een praxis

Impuls van geloof zorgt soms voor ‘meer’ vb. christenen: agapè (excessieve naastenliefde die

geen voltooiing kent, vijanden beminnen,…)

■ epistemologische/pedagogische rol epistemologische afhankelijkheidsthese

Sterke versie

Tussenkomst van de godsdienst = noodzakelijk

Eindige vermogens mens hulp nodig van buitenaf om morele te wijzen

Klassieke hulpbronnen: schrift, clerici, geloofstraditie, openbaring

Zwakke versie

Godsdienst & openbaring ≠ enige wegen tot morele inzichten

Thomas van Aquino: zowel geloof als rede leiden tot moreel inzicht

5. Sociale dimensie

■ Levensbeschouwing ≠ individuele prestatie

Afhankelijk van begrippen en symbolen (geen privé-taal, geen privé-religie)

Brengen zeer verschillend denkende mensen samen

Kan een sterk groepsgevoel creëren soms eenheid institutioneel vastgelegd

Vb. de kerk

Soms veel minder vb. hindoes, islam,…

■ verschillende functies sociale organisatie levensbeschouwing

1) Organisatie, verspreiding, werking verbeteren + oplossen praktische problemen

contigent (≠ wezenlijk voor levensbeschouwing zelf)

2) Noodzakelijke schakel mens – bovennatuur

essentieel onderdeel levensbeschouwing zelf

3) Controlerende en bewakende instantie inzake orthodoxie & orthopraxie

belangrijke schakel in overlevering van traditie

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 30

Page 31: Sam en Vatting Module 1

6. Materiële en artistieke dimensie

Alle levensbeschouwingen = materieel veruitwendigd (symbolen, afbeeldingen, gebouwen)

■ Heilige plaatsen

Magnetische kracht mensen willen er naar toe

Collectieve beleving (cruciaal!)

Fysische eigenschappen (natuur/cultuur) = belangrijk

SOMS ontlenen heiligheid aan (mythologische) gebeurtenissen / bewaarplaats / pas door

heiligheid zelf bijzondere handelingen uitlokken

■ Christendom

Aanvankelijk : heilige plaats cultusplaats voor liturgie

Verering martelaren/heiligen op cultusplaats relikwie heilig

Plaatsen = blijvende getuigen van de aanwezigheid van heilige mensen

Christenen naar toe getrokken ‘zo dicht mogelijk zijn’

■ Tastbare vorm van religie

Gelovigen kunnen niet zonder

Aanrakingen, overnachtingen,..

Reis loopt vaak ook over pad dat zelf heilig is (vb. Santiago de Compostella)

Pad lijdt nooit rechtstreeks tot hart, altijd via omweg (vb. 3x rond)

Zoeken van een souvenier (markering van keerpunt in leven)

Fysieke aanwezigheid met heilige plek dwingt eerbied af

Gelovigen verwachten dat ook niet-gelovigen dit een heilige plek vinden en voorschriften in acht

nemen

Barbara Rodrigus – 3 BA Levensbeschouwing: module A 31