Palmer Sam en Vatting 1

download Palmer Sam en Vatting 1

of 134

Transcript of Palmer Sam en Vatting 1

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    1/134

    Een samenvatting van de hoofdstukken 2 t/m 12 van

    R.R. Palmer, Joel Colton en Lloyd Kramer,A history of the modern world(9e druk; New York

    2002)

    Reinier W. Verhoeven Rotterdam, 8 december 2003

    Hoofdstuk 2 De Omwenteling in het Christendom, 1300-1560Wanneer traditionele maatschappijen moderniseren, komt ook hun godsdienstig fundamentter discussie te staan. Veelal betekent dit, dat niet-religieuze (politieke, economische)activiteiten meer belang en ruimte krijgen. Het Latijnse Christendom was, rond 1300, deeerste grote beschaving die met deze secularisatie te maken kreeg. 5 De Rampen van de 14e EeuwDe Zwarte DoodIn de loop van de 14e eeuw verloor Europa ruwweg de helft van haar bevolking.Hongersnoden, maar vooral pestepidemien (De Zwarte Dood) eisten hun tol. Na de eersteepidemie in 1348 keerde de pest met onregelmatige en onvoorspelbare tussenpozen steedsweer terug. Jong en oud stierf. Een algehele desorganisatie was het gevolg. Omdat ook

    landeigenaren en werkgevers in de steden stierven, raakten veel armen zonder werk en aande bedelstaf. Opstanden van arbeiders braken uit (in Vlaanderen, in Frankrijk (dejacqueries) en in Engeland).

    De heersende klasse antwoordde met brute onderdrukking. Toch bracht de situatieook verbeteringen voor de gewone man. Meest in het oog springend zijn de concessies diede feodale klasse van landeigenaren moest doen met o.a. de instelling van erfpacht met eenvaste nominale canon, die door de inflatie in de loop der tijd veel minder zwaar werd.

    Koningen, die al vanaf de 11e eeuw bezig waren hun positie t.o.v. zowel kerk alsfeodale heren te versterken, geraakten in problemen om hun staande legers op de been tehouden. Oorlogen als de Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk (1337- 1453)verslonden geld. Inflatoire financiering en nieuwe en hogere belastingen (minderbelastingplichtigen!) waren het gevolg, maar gingen gepaard met concessies aanlandeigenaren en de steden. Vooral de 15e eeuw werd de gouden eeuw van middeleeuwse

    parlementen.Problemen van de Middeleeuwse KerkRond 1300 stond de kerk op het hoogtepunt van haar macht. Deze macht verkeerde inzwakheid: de kerk zorgde eerst en vooral voor zichzelf (d.w.z. de geestelijken). Zij verloor deband met de gelovigen en werd tot een bureaucratie, niet in staat zichzelf te hervormen.

    Paus Bonifacius VIII verbood belastingheffing op de clerus door wereldlijke heersersen vaardigde in 1302 de bul Unam Sanctam uit, waarin hij verklaarde dat ieder mensonderworpen was aan het Roomse gezag. De Franse koning Philips de Schone nam hemgevangen en liet na zijn dood een Frankrijk welgezinde paus kiezen, die zich te Avignonvestigde. Aldus begon de Babylonische Gevangenschap van de kerk. De rest van Europabeschouwde het pausdom als een Frans instrument.

    In 1378 kozen anti-Franse kardinalen een eigen paus die zich weer te Rome vestigde.Aldus ontstond het Grote Westerse Schisma. De pausdommen boden tegen elkaar op in

    extravagantie en wereldlijke rijkdom en verloren steeds meer geloofwaardigheid ondervrome Christenen. Vanuit de gelovigen en lagere geestelijkheid ontstonden tegenkrachten(o.a. de Flagellanten, de Hussieten en de

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    2/134

    1Lollards), die vooral betoogden dat vrome mensen geen kerk en priesters nodig

    hadden en met het lezen van de Bijbel konden volstaan. Allen werden door de kerkverketterd.ConciliesAnderen drongen er op aan dat een algemeen concilie, met vertegenwoordigers uit alle

    lagen van het Christendom, bijeengeroepen werd om een einde aan het schisma de maken.Het Concilie van Pisa (1409) leidde er slechts toe dat er nu drie pausen waren.Vijf jaar later had het Concilie van Konstanz wel succes: de eenheid van de kerk werd

    hersteld, maar van hervorming kwam niets terecht. Zo werd Jan Huss veroordeeld tot debrandstapel. Ook de corruptie bleef welig tieren. Simonie (het kopen of verkopen vankerkelijke ambten), nepotisme en het verkopen van genade in de vorm van aflaten warenwijd verbreid.

    Het fenomeen van concilies handhaafde zich gedurende de 1e helft van de 15e eeuw.De pausen verzetten zich tegen de conciliebeweging omdat het een inperking van hunmacht betekende. Het pausdom won deze strijd en na de ontbinding van het Concilie vanBazel en lag de weg open voor de Renaissance-pausen, moderne mannen van de wereldmet veel meer belangstelling voor de bouw- en schilderkunst, de wetenschap en deliteratuur dan voor geestelijke zaken.

    6 De Renaissance in ItaliIn het Itali van de 15e eeuw verscheen een nieuwe houding t.o.v. de wereld, gekenmerktdoor een cultuur die niet werd gedomineerd door de theologie of de wetenschap, maar dooraandacht voor morele en burgerlijke vraagstukken. Het ging hierbij om zaken als smaak,stijl, gepastheid, decorum, karakter en opleiding. Kortom, vrijwel puur wereldlijk gedrag deedzijn intrede. De term Renaissance, wedergeboorte, slaat op het weer tot leven wekken vande Grieks-Romeinse beschaving.De Italiaanse Steden en de Nieuwe Denkbeelden over het LevenDe Italiaanse steden waren in die tijd de grootste en meest levendige van Europa. Vakliedenin de kunstnijverheid stonden op een zeer hoog peil, waardoor dezen echte artiesten werden.Handelaars verdienden zoveel geld dat zij bankiers konden worden en nog meer verdienden.De mannen van het geld en die van de kunst vonden elkaar.

    De steden waren onafhankelijke stadstaten, die, op een aantal uitzonderingen na (o.a.Milaan), zichzelf als republieken bestuurden. Dit gaf de elite allerhande politieke ervaring encreerde een omgeving waarin vele facetten van mens tot ontwikkeling konden komen.

    Van alle steden springt Florence het meest in het oog, dat een buitengewoon grotehoeveelheid zeer begenadigde individuen voortbracht. De Medici-familie, die het vanhandelaars via bankiers tot de-facto heersers over de stad brachten en tevens als mecenasvoor kunsten en wetenschappen optraden, speelde hierin een prominente rol.

    In deze omgeving ontstonden eerder genoemde nieuwe wereldlijke denkbeelden metbetrekking tot het leven. De breuk met het verleden is aan te geven met enkeletegenstellingen: van afstandelijkheid naar betrokkenheid, van respect voor armoede naarhet genieten van rijkdom, en van bezinning naar

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    3/134

    2activiteit. Individualisme werd de norm: de Renaissance man creerde zijn eigen

    toekomst, wist waar hij mee bezig was en ging uit van zijn eigen (excellente!) kwaliteiten.Zowel in de bouw-(symmetrie, kolommen, bogen en koepels) de beeldhouw-(bustes

    en standbeelden, menselijke anatomie) als de schilderkunst werd teruggegrepen naar deGrieks-Romeinse tijd.

    De schilderkunst profiteerde daarnaast van de uitvinding van de olieverf en deontwikkeling van technieken m.b.t. 3-dimensionale effecten. De schilderkunst werd mindersymbolisch en schilders gingen zich meer bezighouden met de menselijke anatomie. Hetmeegeven van expressie aan de gezichten van mensen was een ander belangrijk kenmerk.De beroemdste Renaissance schilders zijn Leonardo da Vinci (Laatste Avondmaal), Raphaelen Michelangelo.Humanisme: de Geboorte van de LiteratuurDe term humanisme is afgeleid van de belangstelling voor de menselijke letteren (litteraehumaniores). De Italiaanse humanisten schreven vnl. in het Latijn, maar dan niet in de stijlvan hun Middeleeuwse voorgangers. Zij prefereerden de klassieken, zoals Cicero en Livius,voor hun stijl en omwille van hun, niet-religieuze, onderwerpen.Belangrijkste schrijvers waren:

    1 - Dante, die, in het Florentijnse dialect dat zich later tot Algemeen Beschaafd

    Italiaans zou ontwikkelen, de Divina Commedia schreef;2 - Petrarca. Een jurist en ordegeestelijke, die zeer kritisch stond tegenover deze

    professies;

    3 - Boccaccio, die de Decamerone (100 verhalen) schreef, bedoeld om zowel amusantals leerzaam m.b.t. het menselijk karakter en gedrag te zijn;

    4 - Bruni. Schreef een geschiedenis van Florence, waarbij hij de historie aanwenddevoor een praktisch politiek doel: de verdediging van de vrijheidstraditie van de stadtegen de dreiging van buren (Milaan).

    Scholing, Manieren en FamilielevenDe Italiaanse Renaissance heeft een blijvende invloed gehad op m.n. het middelbaaronderwijs (invoering van klassen gebaseerd op leeftijd, aandacht voor de klassieken en derhetorica). Universiteiten bleven zich vooral richten op de professionele training van

    theologen, juristen en artsen.Ook kwam er voor het eerst aandacht voor goede manieren. Castiglione schreefHet

    Boek van de Hoveling (1528). De gentleman wordt geboren. De man werd geacht robuusten stoer, maar wel goed gemanierd, te zijn, hetgeen in balans werd gebracht door de zachtegevoeligheid van de vrouw. Het boek werd in vele talen vertaald en in grote oplagengedrukt.

    Florentijnse mannen waren veelal rond de 30 voor ze trouwden met een vrouw vanrond de 18. De man had dan al een carrire opgebouwd en kon daarmee voortgaan, terwijlzijn jonge echtgenote thuis de kinderen grootbracht.Politiek en de Italiaanse RenaissanceIn dit opzicht heeft de Italiaanse Renaissance weinig voortgebracht. Sterker, het grootsteinstituut uit die tijd, de Roomse Kerk, werd sterk verwaarloosd door de Renaissance-pausen.Het web van stadsstaten was

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    4/134

    3een broeinest van list en bedrog, oorlogjes en wisselende coalities. Er was geen enkelebeweging richting de vorming van een nationale staat.

    Een van de weinige Italiaanse patriotten uit die tijd was de Florentijn Machiavelli,wiens meesterwerk De Vorstvooral gebaseerd was op observatie van koningen buiten Itali.Hij concludeerde dat effectieve heersers en regeringen puur en alleen handelen in hun eigen

    politieke belang en daarbij letterlijk en figuurlijk over lijken gaan. Het doel heiligt demiddelen.Omdat het in de politiek in Itali in die tijd eigenlijk alleen ging om de mannelijke eer

    en niet om de knikkers werd het land steeds kwetsbaarder voor verovering door mindergemakzuchtige volkeren. Itali werd de twistappel van Frankrijk en Spanje. Deverschrikkelijke en vernederende plundering van Rome in 1527 door Spaanse en Duitsehuurlingen betekende in feite het einde van de Italiaanse Renaissance. 7 De Renaissance buiten ItaliDe noordelijke Renaissance verschilde van Italiaanse in de zin dat het veel meer eengeleidelijke overgang vanuit de Middeleeuwen was, waarin oud en nieuw zich mengden enbovendien het religieuze element veel sterker was.Godgeleerdheid en WetenschapVaak wordt het onderscheid gemaakt tussen het heidense humanisme van Itali en het

    Christelijke humanisme van het noorden. Humanisten beschouwden de bestaande(Italiaanse) universiteiten als betweterig, monnikachtig en schools, waar geen ruimte voorexperiment geboden werd.

    In het noorden, m.n. in Duitsland, werden in de 15e eeuw vele nieuwe universiteitengesticht.Duitsland was het centrum in deze, dat veel belangrijke ontwikkelingen met zich bracht: demijnbouw, de boekdrukkunst (Gutenberg te Mainz, ca. 1450) en de schilderkunst (Drer ende Holbeins, de Vlaamse meesters).

    Andere belangrijke wetenschappers waren Regiomontanus (bestudering van hetheelal), Nicolaas van Cusa (filosoof), Copernicus, Behain en Schner (cartografen) enParacelsus (medicijnen).

    Het allesoverheersende kenmerk van deze intellectuele ontwikkeling was dat demens, met zijn onbeperkte capaciteiten, in staat was de natuur te begrijpen en beheersen.Wat dit betreft is de parallel met Itali, waar de meeste van hierboven genoemden veel tijddoorbrachten, evident.Mystiek en LekengodsdienstIn het noorden bleef ook een echte religieuze impuls aanwezig. Mystiek en soberheid zettende toon. Bekende mystici waren Meester Eckhart (1327) en Thomas Kempis (1471),schrijver van De Navolging van Christus. De essentie van de mystiek is het geloof, dat demenselijke geest in volstrekte eenzaamheid direct met God kan communiceren. Mysticiwaren geen rebellen. De verbreiding van deze denkbeelden leidde ertoe dat mensen, diezich tot de religie aangetrokken voelden, zich minder bij orden aansloten en vaker leekbleven.

    Lekenpredikers waren vooral een Nederlands fenomeen. De bekendste is GerardGrote, die in 1374 een zusterschap, en wat later ook een broederschap, stichtte, genaamdZusters (resp. Broeders) des

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    5/134

    4Gemeenen Levens. Zij leefden gemeenschappelijk, maar niet als nonnen of

    monniken, en hielden zich bezig met de armenzorg en onderwijs. De nadruk daarbij lag ophet Christelijke levensideaal van nederigheid, tolerantie, naastenliefde en plichtsbetrachting.Deze Moderne Devotie verkreeg pauselijke goedkeuring en verspreidde zich over geheelNederland en delen van Duitsland.

    Erasmus (1466-1536)Ongetwijfeld de grootste van alle noordelijke humanisten. Erasmus was niet genteresseerdin politiek en wereldlijke macht maar des te meer in de noodzaak tot hervorming van degeestelijkheid. (De meest beruchte Renaissance-pausen waren zijn tijdgenoten.) Hijvertrouwde op opleiding, wetenschappelijke discussie en geleidelijke verbetering van demoraal. In zijn satire De Lof der Zotheid stelde hij alle wereldlijke aanspraken en ambities,m.n. die van de clerus, aan de kaak.

    Andere belangrijke werken van Erasmus zijn Handboek van de Christenstrijder (hoedeel te nemen aan de affaires van de wereld en toch een devoot christen te blijven) enGoede manierlijcke seden (correct sociaal gedrag, enigszins vergelijkbaar met de Hovelingvan Castiglione).

    Erasmus genoot veel aanzien: voerde correspondentie met de groten van Europa,doceerde in Cambridge, adviseerde de koningen van Spanje en Frankrijk. Omdat Erasmus

    niet de leer van de Rooms Katholieke Kerk ter discussie stelde, maar slechts de misstanden,de incompetentie en de corruptie binnen het instituut, had hij veel bewonderaars in dehogere regionen van de clerus. 8 De Nieuwe MonarchienBuiten Itali waren koningen druk bezig te bewerkstelligen wat hun voorgangers in de LateMiddeleeuwen ook al hadden geprobeerd: het bouwen van een moderne nationale, oftenminste territoriale, staat. Deze Nieuwe Monarchen wilden een eind maken aan de in de15e eeuw zeer frequente (burger)oorlogen, feodale opstanden en ordinair banditisme. Zijboden het instituut van de monarchie aan als garantie voor recht en orde.

    Om zijn monarchie goed te kunnen organiseren moest de Nieuwe Monarch een eindmaken aan de oude feodale wetten en het gewoonterecht. Hiertoe maakte hij gebruik vanhet Romeinse recht. Volgens de in dat recht opgeleide juristen incorporeerde de koning dewensen en het welvaren van het volk in zich. En de koning kon zelf de wet maken: Wat devorst behaagt is wet.De Nieuwe Monarchie in Engeland, Frankrijk en SpanjeIn Engeland maakte Hendrik VII (1485-1509), de 1e vorst uit het huis Tudor, een eind aan de(feodale) Rozenoorlogen en zorgde er d.m.v. wetgeving voor dat edelen er geen priv-legertjes meer op na mochten houden. Hij reorganiseerde de rechtspraak met positieveeffecten voor recht en orde. Rond het huis Tudor versterkte zich een Engelse nationaalgevoel.

    Lodewijk IX (1461-1483), uit het huis Valois, was de 1e Franse Nieuwe Monarch. Hijbouwde een koninklijk leger op, waarmee hij effectief rebellerende edelen in toom konhouden. Frans I sloot in 1516 het Concordaat van Bologna met Paus Leo X, waardoor hij hetrecht kreeg bisschoppen en abten te benoemen.

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    6/134

    5In Spanje was in feite sprake van twee koninkrijken, Aragon en Castili, die door het

    huwelijk van Ferdinand van Aragon en Isabel van Castili in 1469 in een personele unieverenigd werden. De beide, qua taal en staatsinrichting sterk verschillende, koninkrijkenwerden in feite slechts verenigd door de Christelijke kruistocht tegen de Moren, die in 1492succesvol beindigd werd met de val van Granada (de reconquista).

    De eenwording van Spanje vond plaats rond de kerk, die in de Inquisitie, eenrechtbank, over het enige gemeenschappelijke Spaanse instituut beschikte. De Inquisitiespeelde een grote rol in de vervolging van Moren en Joden. Deze beide groepen werdenverbannen in 1492. In Spanje werd iedereen vanaf dat moment geacht Christen te zijn.Personen die verdacht werden van Moorse of Joodse sympathien werden genadeloosvervolgd en voor de Inquisitie gebracht. Spanje werd een orthodox Rooms Katholiek land, dateen sterke missiedrang (ook naar Amerika) had.Het Heilige Roomse Rijk en de Suprematie van de HabsburgersZelfs in het Heilige Roomse Rijk leefden de ideen van de Nieuwe Monarchie. Er waren driesoorten staten (staatjes) in dat Rijk: staten met aan het hoofd een heer (koning, hertog,graaf), kerkelijke staten (bisdommen, abtschappen) en keizerlijke vrije steden.

    De keizer van het Heilige Roomse Rijk werd sinds 1356 gekozen door een college vanvier vorsten (Bohemen, Palts, Saksen en Brandenburg) en drie aartsbisschoppen (Mainz,

    Trier en Keulen). In 1452 werd de Aartshertog van Oostenrijk (van het huis Habsburg) totkeizer gekozen. In de periode van 1452 tot 1806 wisten de Habsburgers vrijwelononderbroken steeds weer herkozen te worden. Daarnaast slaagden zij erin door zowel eenuiterst effectieve huwelijkspolitiek als door oorlogen vorst te worden in een zeer groot aantalgebieden. Desondanks was iedere poging tot centralisatie van het Heilige Roomse Rijk totmislukken gedoemd t.g.v. de rechten van de individuele staten.

    De macht van Habsburgers culmineerde in de persoon van Karel V, die van viergrootouders erfde: Oostenrijk van Maximiliaan, de Nederlanden en het Vrije GraafschapBourgondi van Maria van Bourgondi, Castili en Spaans Amerika van Isabel en Aragon,Napels en Sicili van Ferdinand.

    Tijdgenoten vreesden voor de universele monarchie in Europa. 9 De Protestantse ReformatieDe godsdienstige omwenteling van de 16e eeuw vond haar voedingsbodem in driestromingen:

    1 1) de ontevredenheid onder het gewone volk met het grootse kerkapparaat en hetgeloof dat de rijke bisschoppen en abten deel uitmaakten van de heersende klasse;

    2 2) de middenklassen, met name in de min of meer autonome stadsstaten, wenstenhun religieuze aangelegenheden zelf te regelen en niet afhankelijk te zijn van eenkerkhirarchie, die in hun ogen te feodaal was;

    3 3) koningen en andere heersers streden voortdurend om de macht met de kerk,waarbij het ging om eigendom, belastingheffing, juridische zeggenschap en politiekeinvloed.

    Uit het feit dat het noorden van Europa Protestant werd, zou men geneigd kunnen zijnsimpelweg te veronderstellen dat het noorden zich van de kerk afscheidde, waardoor sinds1560 van een vrijwel

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    7/134

    6permanente grens tussen Protestantisme en Katholicisme sprake was. De

    werkelijkheid was evenwel meer complex.Luther en het LutheranismeMaarten Luther, oorspronkelijk een zeer toegewijde monnik, was de eerste die met succes dekerk trotseerde. Uitgaande van een brief van St. Paulus aan de Romeinen ontwikkelde hij de

    leer waarin het geloof in God alleen een gelovige rechtvaardigt. Velen binnen de kerkmeenden dat Luthers doctrine niet inging tegen de leer van de kerk.Toen echter in 1517 Luther was inmiddels professor te Wittenberg- een bedelmonnik

    in heel Duitsland aflaten verkocht ter financiering van de bouw van de St. Pieter te Rome,meende hij dat de gelovigen werden misleid. Een mens kon in zijn ogen geen genade ofbevrijding uit het vagevuur kopen. En zo verschenen zijn 95 stellingen op de deur van dekerk in Wittenberg.

    In eerste instantie deed Luther een beroep op Paus Leo X om het misbruik van aflatente stoppen. Toen deze weigerde, pleitte hij tevergeefs voor een concilie. Uiteindelijkponeerde hij de (revolutionaire) stelling, dat individuen o.b.v. het lezen van de Bijbel zelf huneigen interpretaties volgens hun eigen geweten maken.

    De zaken escaleerden en Luther werd gexcommuniceerd, waarna Karel V, als keizervan het Heilige Roomse Rijk verantwoordelijk voor de bestrijding van ketterij, hem

    sommeerde te verschijnen voor de rijksdag in Worms. Toen hij daar geen gevolg aan gaf,werd Luther ook door het Keizerrijk in de ban gedaan. Hij vond bescherming bij de Hertogvan Saksen en wijdde zich aan de vertaling van de Bijbel in het Duits.

    Het Lutheranisme verspreidde zich snel over Duitsland. In het kielzog ontstondenallerlei revolutionaire bewegingen, sommige puur sociaal-economisch andere (extreem)religieus. Voor deze laatste categorie wordt de term Wederdopers gebruikt. Tienduizendenfanatiekelingen kwamen samen in Mnster in 1534, waar de kleermaker Jan van Leyden eenterreurbewind vestigde.Luther, die gruwde van het vermengen van de religieuze- en de sociale revolutie, stelde datgodsdienstige vrijheid een innerlijke is. In wereldlijke zaken diende de goede christen tegehoorzamen aan het bestaande gezag.

    Met de verspreiding van het Lutheranisme groeide ook een rebellie van de vrijesteden en de staten in Noord Duitsland. Waar deze overgingen tot het nieuwe geloofconfisqueerden zij de kerkelijke bezittingen. Karel V, ook nog eens in conflict met Frankrijken de Turken, kon het tij niet keren en deed een beroep op de paus om een concilie bijeen teroepen. Paus na paus stelde een beslissing hierover uit, mede op instigatie van de(katholieke) Franse koning, Frans I, die, als echte Machiavellist, met de Lutheranen inDuitsland samenwerkte om Karels macht in te dammen.In 1546 brak een burgeroorlog uit tussen de Katholieke en de Protestantse Duitse staten, diein 1555 bij de vrede van Augsburg werd beslecht in het voordeel van de Lutheranen: iederestaat zijn eigen religie, maar geen individuele godsdienstvrijheid.

    Gevolg was een blijvende versnippering van Duitsland. Voor het Lutheranismebetekende het een sterke associatie met de gevestigde staten in Noordwest Europa,waardoor verdere internationale verspreiding moeilijk werd.

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    8/134

    7Calvijn en het CalvinismeDe meest succesvolle internationale vorm van Protestantisme werd het Calvinisme. Calvijn,geboren in 1509, was priester en advocaat en kende zowel Grieks, Latijn als Hebreeuws. In1536 verscheen zijn Institutie. Dit werk richtte zich tot allen, waar ook ter wereld, dieontevreden waren met de Roomse kerk. Het bood een set van universele regels, die een

    mens zou kunnen toepassen in zijn eigen situatie. Veel meer dan Luther geloofde Calvijn inde Predestinatie, het idee dat God sommigen heeft voorbestemd voor het eeuwig leven enanderen voor eeuwige verdoemenis.

    Een tweede verschil tussen Lutheranisme en Calvinisme betrof de verhouding met demaatschappij en de staat. Calvinisten wezen de onderschikking van de kerk aan de staat af.Sterker nog, zij wensten de maatschappij zelf te maken tot een religieuze gemeenschap.Calvijn bracht zijn ideen in de praktijk in Genve. Een zeer strikt bewind was het gevolg.Alle luchthartigheid werd onderdrukt. Dissidenten werden verbannen. De eredienst wasstreng en meer intellectueel dan emotioneel. Afbeeldingen (van Christus, Maria en heiligen)waren niet toegestaan.

    Genve werd het Protestantse Rome, van waaruit naar alle windstreken CalvijnsHervormde leer werd verbreid. Op vele plaatsen, tot in Spanje en Itali toe, ontstondenkleine groepen op basis van de Institutie, die ook methoden ter organisatie bevatte.

    Alhoewel het Calvinisme zich sterk verspreidde, werd het slechts op enkele plaatsen(Genve, de noordelijke Nederlanden, Schotland en (later) New England) de leidendegodsdienst. In Engeland, Frankrijk (Hugenoten) en Duitsland bleven de Calvinisten eenoppositiegroep tegen zowel staat als kerk.De Reformatie in EngelandIn Engeland brak Hendrik VIII (1509-1547), aanvankelijk zelfs een fervent supporter van hetkatholieke geloof, met de Roomse kerk niet zozeer om des geloofs wille maar omdat de kerkhem dwars zat in een dynastieke kwestie. Zijn eerste echtgenote Catharina van Aragon,tante van Karel V, schonk hem geen mannelijke opvolger. Toen hem een scheiding werdgeweigerd, nam Hendrik de zaak in eigen hand en liet hij in 1534 het Parlement de Acte vanSuprematie aannemen, waardoor de Engelse koning hoofd van de Kerk van Engeland werd.Alle onderdanen werden verplicht hierop de eed af te leggen. Wie weigerde, zoals dehumanist Thomas More, werd gexecuteerd wegens hoogverraad. Hendrik VIII sloot allekloosters en confisqueerde hun zeer uitgebreide bezittingen, die vervolgens weer uitdeeldeonder zijn aanhangers, de landadel.

    Na Hendriks dood in 1547 werd hij opgevolgd door zijn 10-jarige zoon Edward VI. Toendeze zes jaar later overleed, kwam zijn veel oudere halfzus Mary op de troon. Zij was dedochter van Catharina van Aragon en devoot katholiek. Haar pogingen de zaak terug tedraaien liepen op een mislukking uit. Mary stierf in 1558 en werd opgevolgd door Elizabeth.

    Onder Elizabeths bewind transformeerde de Kerk van Engeland tot een Protestantsestaatskerk, vergelijkbaar met de Lutherse kerk. Met uitzondering van de kloosters bleef veelvan oude organisatie (bisschoppen, bisschoppelijke rechtbanken, kerkelijke belastingen,parochies) intact. De religieuze praktijk was wel strikt Protestants: geen Latijn in deeredienst, geen heiligenverering, gehuwde geestelijken. Qua leer was de Kerk van Engelandniet erg strikt.

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    9/134

    8De Consolidatie van het Protestantisme rond 1560Alhoewel Protestanten onderling verschilden, hadden zij veel gemeen. De autoriteit van depaus, het bovennatuurlijke karakter van het priesterschap, het celibaat, de zevensacramenten, het gebruik van het Latijn in de eredienst waren allemaal zaken die zijafwezen.

    Alhoewel sommigen beweren dat de opkomst van het Protestantisme ook sterksociaal-economisch benvloed is, lijkt het erop dat de keuze voor het nieuwe geloof tochveeleer werd door enerzijds godsdienstige overtuigingen en anderzijds politiekeomstandigheden: waar de vorst of de regering overging, ging dus ook de staat en het volkover.

    Het Protestantisme had een vrijwel onmiddellijke invloed op het denken over hethuwelijk en het gezin. Seksuele onthouding en celibaat werden niet langer gezien alskernwaarden van zeer devote personen. Integendeel, het huwelijk en het ouderschapvormden het ideale instituut voor geestelijken en leken om het geloof verder te verbreiden.Overigens veranderde er weinig aan de traditionele verhouding tussen mannen en vrouwen,binnen noch buiten de Protestantse kerk. 10 Hervorming en Reorganisatie van het KatholicismeHet Katholieke antwoord op het Protestantisme, de Katholieke- of Contrareformatie, was

    tweeledig. Enerzijds onderging de kerk een echte hervorming, anderzijds was er de purereactie op het Protestantisme, (contra)activiteit gericht op het bestrijden ervan.Het Concilie van TrenteDe conciliaire beweging, rond 1450 verslagen door de pausen, kwam in de 16e eeuw weerop. Rome, uit angst dat het zijn macht zou verliezen, wist er zeer lange tijd weerstand aan tebieden. Geleidelijk drong ook binnen de curie het besef door dat hervorming zo noodzakelijkwas dat het risico van een concilie maar moest worden genomen. Na enige jaren uitstelvanwege de oorlogen tussen Frankrijk en het Keizerrijk kwam in 1545 het Concilie van Trentebijeen. Het bleef, met onregelmatige tussenpozen, bijeenkomen tot 1563.

    Het concilie, dat in belangrijke mate het lot van het moderne Katholicisme zoubepalen, ging gebukt onder politieke problemen. Hieruit bleek, dat een dergelijkinternationaal gremium niet echt geschikt was om de Katholieke zaken te regelen. Vaak ookwaren slechts enkele tientallen prelaten aanwezig, wat discussies over bijv. de suprematievan het concilie over de Heilige Stoel en vice-versa bemoeilijkte. Bisschoppen stondenbovendien nogal eens onder sterke invloed van hun wereldlijke heren. Uiteindelijk besloothet concilie dat het pausdom het centrum van eenheid van de kerk zou blijven.

    Inhoudelijk hield het concilie zich bezig met zowel de hervorming van de Katholiekeleer als met de aanpak van de misstanden binnen de kerk. De leer hield veel zaken bij hetoude: de 7 sacramenten, het celibaat, de kloosterorden, het Latijn, de heiligenverering en depraktijk van aflaten bleven allemaal. De Heilige Schrift en de overlevering bleven beiden alsbronnen van het geloof. Het Vulgaat, de 4e eeuwse Latijnse vertaling van de Bijbel door St.Hieronymus, werd de enig toegestane versie.

    Misstanden werden met maatregelen, de praktijk bleek overigens weerbarstiger, te lijfgegaan. Drastische hervorming van de kloosterorden, de plicht van bisschoppen om in huneigen diocees te resideren en een betere opleiding van geestelijken waren de belangrijkste.

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    10/134

    9De TegenkruistochtNaarmate de Renaissance in Itali heidenser werd, kwamen tegenkrachten op.Hervormingsgezinde pausen, van wie Paulus II (1534-1549) de eerste was, hielden weliswaarvast aan het primaat van de Heilige Stoel, maar beperkten zich voortaan tot morele enreligieuze zaken.

    Meest in het oog springend was de opkomst van nieuwe religieuze orden zoals deOratorirs voor mannen en de Ursulinen voor vrouwen, die zich beiden met zendingswerkonder de armen bezighielden. Meer in het algemeen trok de Katholieke geestelijkheid zichmeer aan van het lot van de onderdrukten van de wereld (armen, overwonnenen in koloninen slaven) dan hun Protestantse evenknien.

    De beroemdste van de nieuwe orden waren ontegenzeggelijk de Jezueten. Gestichtdoor Ignatius van Loyola, van origine een militair, werd deze orde de voorhoede in de strijdtegen de afvalligen. Deze Sociteit van Jesus kende een ijzeren discipline enonvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan meerderen. Lidmaatschap stond slechts open voorsterke, intellectueel gevormde mannen, die zich niet terugtrokken in hun kloosters maar juisteen actieve deelname aan het openbare leven zochten.

    Dit uitte zich vooral in een tweetal activiteiten: onderwijs aan de zonen van deKatholieke elite en optreden als biechtheren en adviseurs van de heersende klasse. De

    Jezueten opereerden als een internationale missionaire tegenkracht tegen hetProtestantisme.Om de Katholieke gelovigen in het gareel te houden beschikte de Roomse kerk over

    nog twee instrumenten: de pauselijke Index van Verboden Boeken en de Inquisitie. Weinigwerd verafschuwd als de Inquisitie. De pauselijke Inquisitie, in 1542 opgericht onder eenpermanente commissie van kardinalen, fungeerde als rechtbank waar over ketterijgeoordeeld. Marteling van verdachten was hierbij de meest toegepaste verhoormethode.Behalve in Spanje, waar al in 1480 een Inquisitie ontstond, en Itali kreeg de pauselijkeInquisitie nergens echt voet aan de grond. De nationale weerstand in de Katholieke statenbleek te sterk.

    Uiteindelijk moet geconcludeerd worden dat er geen krachtiger instrumentarium omgeloof af te dwingen was dan het staatsapparaat en de politieke soevereiniteit. Waar deProtestanten de macht overnamen, werd het volk Protestants. Waar Katholieken aan demacht bleven, vormden de Protestanten een kleine minderheid. Aldus werd religieuzediversiteit een permanent gegeven in de Europese cultuur. Deze diversiteit droeg, samenmet het humanisme van de Renaissance en de nieuwe Europese monarchien, bij aan degeleidelijke ontkerkelijking van de moderne maatschappij.

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    11/134

    10Hoofdstuk 3 Economische vernieuwing en de Godsdienstoorlogen1560-1648De periode 1560-1648 kenmerkte zich enerzijds door economische vernieuwing (ontdekkingnieuwe continenten, nieuwe handelsroutes, beginnend kapitalisme en de ontwikkeling vannieuwe sociale klassen) en anderzijds door de godsdienstige twisten (in Frankrijk, Engeland,

    de Nederlanden en het Roomse Rijk). Het eind, de Vrede van Mnster, liet de Spanjaarden enDuitsers ernstig verzwakt achter bij de Fransen, Engelsen en Nederlanders, die een enormeeconomische ontwikkeling doormaakten. 11 De Ontsluiting van de Atlantische OceaanRond 1500 werd de Atlantische Oceaan een brug i.p.v. een barrire. De gevolgen warenenorm, voor de Europeanen vnl. gunstig maar voor de andere volken desastreus. Eendecimering van de bevolking in Amerika t.g.v. ziekten, in Afrika t.g.v. de slavenhandel.Daarnaast vernietiging van eeuwenoude beschavingen en talen.

    Het bijeenkomen van de zgn. Oude en Nieuwe Wereld markeerde het begin van demoderne wereldgeschiedenis, waarbij ook de Europese cultuur sterk veranderde:bevolkingsgroei door de komst van de Amerikaanse aardappel en afhankelijkheid van deinvoer van goederen (o.a. suiker en tabak).De Portugezen in het Oosten

    Betere en grotere schepen, met tuigage van zeilen en de uitvinding van het kompas maaktein de 15e eeuw mogelijk buiten het zicht van land te varen. Toen Vasco da Gama in 1498 deroute naar Azi rondom Afrika ontdekte, betekende dat het begin van een revolutie in dehandel met het Oosten. Na een tweede veel grotere expeditie in 1502 brak er oorlog uittussen de Portugezen en de Arabische handelaren (gesteund door de Egyptenaren, Turkenen zelfs de Venetianen). Deze laatsten zagen hun gevestigde handelskanalen grondigverstoord. De Portugezen traden daarbij buitengewoon wreed op tegen de ongelovigen.

    De Portugezen vestigden zich permanent in Goa, Aden, Hormuz en in Oost Afrika enin 1509 ook in Malakka, China en de Specerijen-eilanden. Zo ontstond het eerstecommerciekoloniale rijk, dat steunde op een superioriteit ter zee en in vuurkracht. In hetspoor van de handelaren volgden de Jezueten. St. Franciscus Xaverius had tegen 1550duizenden gedoopt in India, Indonesi en China.

    De prijzen van de goederen uit het Oosten kelderden: Lissabon was 5 keer zo

    goedkoop als Veneti in 1504. De lagere prijzen wakkerden vraag en consumptie in Europazeer sterk aan.De Ontdekking van AmerikaIn 1492 zeilde Christofoor Colombus, gesteund door Isabella van Castili, naar het westenom het Oosten te bereiken. Het Carabische gebied, dat hij ontdekte, noemde hij West-Indi.Alle nieuwe gebieden werden eigendom van de Spaanse kroon. De Kerk zag het gebied alseen veld voor kruistochten en bekering en de regering als een bron van goud en zilver.

    De Conquistadores, gerekruteerd uit de adel die sinds de Reconquista werkloos was,stortten zich op de Azteken in Mexico (Corts) en de Incas in Peru (Pizarro). Met harde handonderwierpen zij de locale bevolking, die echter zeer snel in aantal terugliep. Dit leiddevrijwel onmiddellijk tot de import van slaven

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    12/134

    11uit Afrika. In 1520 vond Magellaan de zuidwest passage naar de Stille Oceaan. En na

    de ontdekking van de Filippijnen voer hij door de Indische oceaan terug naar Spanje. In deperiode daarna waren er vele vruchteloze pogingen om ook de noordoost- en noordwestpassages te vinden.

    Gedurende een eeuw domineerden de Spanjaarden en Portugezen de oceanen,

    waarbij zij de wereld ruwweg in tween hadden verdeeld: Spanje het Westen en Portugal hetOosten. Portugezen bleven in hun gebieden echter altijd een klein groepje buitenstaanders,terwijl de Spanjaarden, ook al door de decimering van de inheemse volkeren, in staat warenhun Europese cultuur op te leggen.Het Spaanse Rijk in AmerikaHet ware karakter van het Spaanse rijk is lastig te schetsen. De regering beschouwde dekolonin vnl. als bron van voordeel voor het moederland. De Indianen, en later de Afrikanen,werden als slaven ingezet in de mijnen en op het land. Wel kwamen er regelingen, die deIndianen in staat stelden ook een eigen stukje land te bewerken. Veel Spaanse mannentrouwden Indiaanse vrouwen, waardoor er een grote groep zgn. mestiezen ontstond.Mestiezen en Indianen namen veelal de Spaanse taal en het Katholieke geloof over. DeInquisitie was er bovendien niet zo fel als in het moederland.

    Midden 16e eeuw waren er twee onderkoningschappen, Mexico en Peru, met 22

    bisdommen en iedere een eigen universiteit. De ontdekking, in 1545, van zeer grotehoeveelheden goud en zilver in Peru maakte, dat de Spaanse kroon haarContrareformatorische projecten kon financieren.

    Europa, en dan m.n. de westkust, werd aldus het centrum van waaruit Amerika, Afrikaen Azi kon worden bereikt. Voorshands gedomineerd door de Iberirs probeerden Franse,Nederlandse en Engelse piraten zich meester te maken van de Spaanse en Portugeseschepen vol schatten. Pas na het einde van de Godsdienstoorlogen konden zij ten volleprofiteren van de ontsluiting van de wereldzeen. 12 De Commercile RevolutieNaast de opening van nieuwe handelsroutes waren er nog twee belangrijke factoren die eenrol speelden bij de economische veranderingen in Europa: de bevolkingsgroei (naar 90miljoen in 1600) en een geleidelijke inflatie. De bevolkingsgroei vond plaats in de zeer grotesteden (o.a. Londen en Parijs bijna 200.000) en door een grotere dichtheid op het platteland.

    De geleidelijke waardedaling van het geld vond zijn oorzaken in zowel de groei van debevolking (toenemende vraag naar voedsel -> nieuw, minder vruchtbaar, land gecultiveerd-> hogere kosten) als in de verlaging van de goud- of zilverstandaard van het geld door dekoningen. Van alle prijzen stegen die van arbeid het minst. De Commercile Revolutie liepin feite van de 14e tot de 19e eeuw. Een zeer langzaam en langdurend proces.Veranderingen in Handel en ProductieDe Middeleeuwse ambachtslieden, verenigd in gilden, waren geen kapitalisten. Zijproduceerden op order voor klanten wier aantal en smaak zij kenden. Weinig winst, weinigrisico en weinig innovatie. Geleidelijk werden meer goederen op voorraad, en voor verderweg gelegen markten, geproduceerd. Dit kon de locale meester niet aan. Nieuweentrepreneurs kwamen op, handelaars die zich geleidelijk ook tot bankiers zoudenontwikkelen ( de Medicis in Florence en de Fuggers in Augsburg waren d voorbeelden).

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    13/134

    12Zij investeerden hun vermogens in andere ondernemingen (mijnbouw en de Portugesehandel) en leenden grote sommen aan de Renaissance-pausen en de koningshuizen. Hunvoorspoed werd aldus sterk afhankelijk van het financile reilen en zeilen van deHabsburgers.

    Andere lakenhandelaren maakten zich los uit het stedelijke gildensysteem door werk

    uit te besteden naar mensen op het platteland. Thuiswerk verspreidde zich zeer sterk,waarbij de vrouwen de wol spinden en de mannen er laken van weefden.Kapitaal en ArbeidHet systeem van huiselijke nijverheid op het platteland betekende een ontkoppeling vankapitaal en arbeid. Aan de ene kant was er een grote arbeidsreserve, die kon worden ingezeten weer afgedankt naar behoefte. Aan de andere kant de ondernemer die het hele procesmanagede, van inschatting van de markt, via de inkoop van de grondstoffen en hetvervoeren van de halffabrikaten naar de verschillende plattelanders naar de verkoop op demarkt. De gehele tijd bleef hij eigenaar van materialen en benodigdheden, slechts lonenbetalend voor verleende diensten.

    In andere, opkomende industrien was de behoefte aan financiering zo groot, dat eenkapitalistische aanpak van meet af aan nodig was (mijnbouw, drukkerij, scheepsbouw,wapenfabricage). Militaire behoeften waren een belangrijke factor in de opkomst van het

    kapitalisme: de duizenden wapens en uniformen, en later ook barakken en fortificaties,vergden massaproductie. Ook de grote stromen van niet alleen luxegoederen maar ookbulkgoederen als rijst en suiker die via de nieuwe handelsroutes de markten in West Europabereikten, behoefden financiering.

    Geld werd niet alleen genvesteerd maar ook uitgeleend (aan de kerk, de overheid enarme edelen). De bankiers die zich hiermee bezighielden, berekenden rente, hetgeen langetijd (ook nog in de 15e en 16e eeuw) als woeker werd gezien en m.n. vanuit het geloof werdveroordeeld. Maar de praktijk bleek te sterk en geleidelijk aan werd er onderscheid gemaakttussen woeker en een gerechtvaardigde tegenprestatie. De Amsterdamse Wisselbankwas, eerste helft 17e eeuw, de eerste die een dermate vertouwen genoot dat mensen er hunspaargeld stortten, dat door de bank werd uitgeleend ter financiering van commercileactiviteiten.

    Het effect van al deze ontwikkelingen was een commercialisering van de nijverheid.De ondernemer die de markt waar het product verkocht werd, kende, had de overhand overde man die slechts wist hoe het te vervaardigen.MercantilismeHeersers hadden altijd veel geld nodig. Hun wens om een stroom goud en zilver hunkoninkrijken binnen te laten vloeien, was de eerste aanzet tot wat we noemen hetmercantilisme. Geleidelijk werd dit denken in termen van goud- en zilvervoorradenvervangen door het meer algemene concept van het opbouwen van een sterke enzelfvoorzienende economie.Dit betekende enerzijds de armen aan het werk zetten (leegloop, zwerven, bedelarijtegengaan) en anderzijds de handelaren/ondernemers, die de armen aan werk hielpen engoederen exporteerden, op allerhande wijzen ondersteunen. Een positieve handelsbalans,waardoor andere staten hun schulden in goud en zilver moesten afbetalen, was het doel. Inde praktijk betekende het mercantilisme:

    1 - het nagenoeg uitschakelen van de (behoudende) gilden;

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    14/134

    131 - het onderdrukken van landloperij;

    2 - het introduceren van nieuwe industrien en het lokken van geschoolde arbeiders(o.a. de Vlaamse wevers naar Engeland in de jaren 80 van de 16e eeuw);

    3 - het aangaan van verdragen ter bescherming en bevoordeling van de eigenhandelaren in den vreemde;

    4 - het subsidiren van export en het opwerpen van tariefmuren tegen import;

    5 - het (proberen te) creren van een vrije markt binnen de eigen staat;

    6 - het oprichten van officile, door de overheid bevoorrechte, monopolistischebedrijven, waarin de handelaars hun krachten en kapitaal konden bundelen in hetzoeken naar nieuwe markten (de Oost-Indische Compagnien van Engeland (1600) enNederland (1602) zijn hiervan de bekendste voorbeelden).

    De oprichting van deze Compagnien betekende de eerste structurele aanval op deIberische monopolie, die pas echt doorzette na het beindigen van binnenlandsecontroverses. 13 Veranderende Maatschappelijke StructurenGedurende de Commercile Revolutie vormden zich de klassen in de maatschappij, die

    feitelijk tot in de 20e eeuw bleven bestaan. De klassen waren de landadel, de boerenstand,de gemengde middenklassen en de armen in de steden. Het lot van deze groepen in de 16een 17e eeuw verschilde sterk. Ook binnen de groepen waren verschillen. Boeren die een stukland pachtten tegen een vaste canon (bij voortdurende geldontwaarding) waren steeds beteraf. Hun soortgenoten, die slechts in loondienst (de overgrote meerderheid) waren, juist niet.Bij de landadel het spiegelbeeld: eigenaren. Wiens voorouders het land hadden verpacht,zagen hun inkomsten in rele termen steeds verder teruglopen.Sociale KlassenDe voormalige feodale klasse werd een meer moderne aristocratie, die, zeker als hetinkomen uit hun landgoederen daalde, in toenemende mate in dienst traden van koning,overheid of kerk. Vooral deze laatsten gingen vaak in de steden wonen, ontwikkelden eenmeer burgerlijke smaak en kregen meer aandacht voor de opleiding van hun kinderen.

    De middenklassen of bourgeoisie, van oudsher de bewoners van de steden, werden

    steeds vaker landeigenaar. Zo vervaagden de verschillen in levensstijl tussen aristocratie ende bovenlaag van de middenklassen, echter wel onder handhaving van een zeer sterkklassenbewustzijn. Afkomst was en bleef zeer belangrijk. De middenklassen groeiden zowelin aantal als in diversiteit. De samenstelling was zeer heterogeen: aan de ene kant van hetspectrum de zeer rijke bankiers en aan de andere zijde de bescheiden beroepen als kuipers,leerlooiers en kleine winkeliers en ook nog hun leerlingen en werknemers.

    De geestelijkheid werd gerekruteerd uit alle klassen, maar de middenklassen warenhier oververtegenwoordigd. In de steden van de Nederlanden, Duitsland en Noord Itali,waar het koninklijke gezag niet erg sterk was, vormde het stedelijk patriciaat welhaast eeneigen aristocratie.

    De grote massa van de bevolking bestond in alle landen uit de arme arbeiders. Nietalleen de ongeschoolde arbeiders, maar ook veel werklozen, arbeidsongeschikten enarmlastigen (waaronder veel

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    15/134

    14zwervers en bedelaars). Liefdadigheid kwam op in deze periode, maar het algemene

    idee was toch dat niet werkende armen zoveel mogelijk van de rest van de maatschappijmoesten worden gesepareerd. Armen die wel werk hadden (landarbeiders, mijnwerkers,zeelieden en vissers, dragers, bedienden, huishoudelijke hulpen enz.) zagen over hetalgemeen hun verdiensten de inflatie niet bijhouden. Zij profiteerden het minst of zelfs in

    geheel niet van de economische ontwikkelingen in de 16e en 17e eeuw.De Maatschappelijke Rollen van Onderwijs en OverheidEind 16e eeuw nam onderwijs een steeds belangrijker plaats in het maatschappelijkesysteem. Zowel Protestantse als Katholieke kerken kregen in toenemende mate behoefteaan goede, en dus goed opgeleide, predikanten. Commercie en overheden werden steedscomplexer en kregen steeds meer behoefte aan geletterde klerken en ambtenaren.Daarnaast waren er steeds meer boekhouders, mensen met verstand van financin enadvocaten nodig.

    In de periode van 1580 tot 1640 werden overal scholen voor secundair onderwijsopgericht (grammar schools in Engeland en collges in Frankrijk). Ook het aantaluniversiteiten groeide sterk. (Middelbare) scholen en universiteiten betrokken hun studentenuit alle klassen. Uiteraard waren de adel en de bovenkant van de middenklassenoververtegenwoordigd. Echter het heeft er alle schijn van de universiteiten in de 17 e eeuw

    wat meer gedemocratiseerd waren dan eind 19e

    eeuw.Ook de overheden droegen bij tot de vorming van sociale klassen. Zo droegen deEngelse koningen sterk bij aan het ontstaan van een klasse van rijke handelaren, terwijl inSpanje economische groei juist werd gefrustreerd en deze klasse dus veel minder groeide. InFrankrijk ontleenden veel middenklassenfamilies hun positie aan het ambtenaarschap. In zijnalgemeenheid kan men zeggen dat er een sociale piramide was, waarin iedere klasseneerkeek op die onder hen: Koninklijk hof-> landadel-> middenklassen-> werknemers->armen.Oost en West EuropaWaar in West Europa de Commercile Revolutie ten faveure van de middenklassen en vaneen deel van de boerenstand uitpakte, waren het in Oost Europa vrijwel uitsluitend delandheren die profiteerden van de groeiende vraag naar graan en hout (uit het Westen) enbijbehorende hogere prijzen.

    De boerenstand in Oost Europa (Noord Oost Duitsland, Polen, Bohemen, Hongarije enRusland) genoot weinig rechtsbescherming (de heer was vaak ook het hoogsterechtscollege). Deze zwakke positie leidden ertoe dat de massa van de boerenstand tot eensoort lijfeigenschap verviel. Zij dienden 3 4 dagen per week dwangarbeid voor de heer teverrichten en mochten (zonder toestemming) de heerlijkheid niet verlaten, trouwen of eenvak leren.

    In West Europa daarentegen waren de boeren voor de wet vrije mensen, die in nogalwat gevallen op weg waren kleine landeigenaren te worden. De landheer in het Oosten waseen absoluut heerser over zijn eigen domein met weinig of geen lastige bourgeoisie (weinig,en kleine, steden). Uiteraard wierp deze situatie zijn schaduw vooruit voor de sociale enpolitieke situatie in deze gebieden in volgende eeuwen.

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    16/134

    15 14 De Kruistocht van Katholiek Spanje tegen de Nederlanden en EngelandDe Ambities van Filips IINa het aftreden van Karel V in 1556 werd Filips II koning van Spanje en tevens heer over deHabsburgse bezittingen in de Nederlanden, het Vrije Graafschap Bourgondi, Milaan, Napelsen Sicili. In 1580 kwam daar Portugal nog bij. Ook alle Spaanse veroveringen in Amerika en

    de Portugese bezittingen in het Oosten behoorden aan de Spaanse kroon.Filips een vurig en fanatiek Katholiek, die maar al te graag het aanvoerderschap vanhet Katholieke tegenoffensief tegen het opkomende Protestantisme op zich nam.Economische en materile belangen schonk hij nauwelijks aandacht. Voorshands was datgeen probleem omdat de goud- en zilvermijnen van Potos (Peru) daarin voorzagen.

    De periode 1550-1650 wordt ook gezien als de Gouden Eeuw van de Spaanse cultuur.In de literatuur zijn Cervantes Don Quichote en Lopez de Vegas dramas daar dexponenten van. In de schilderkunst waren dat El Greco, Murillo en Velsquez. Deze cultuursteunde heel sterk op het Katholieke geloof, dat enorme invloed had op het leven in Spanje:geschat wordt dat omstreeks 1600 ca. n derde van alle Spanjaarden op de n of anderewijze in dienst van de kerk was. Ook de bouw van het Escoriaal, Filips koninklijke residentie,dient hier vermeld te worden: een enorm, rechthoekig en sober gebouw, dat de geest vanzijn opdrachtgever weerspiegelde.

    Vanuit het Escoriaal bestuurde Filips zijn enorme rijk en begon hij zijn kruistocht,aanvankelijk met succes. In 1567 wist Alva de Opstand in de Nerderlanden min of meer tebedwingen. In 1569 werd een revolte van de Moriscos (afstammelingen van de Moren)neergeslagen. In 1570 excommuniceerde de paus Elizabeth, koningin van Engeland. Een jaarlater de zeeslag bij Lepanto, waar de Turken werden verslagen. En in 1572 werden, mede opaanraden van Filips, duizenden Hugenoten in Frankrijk afgeslacht. Toch bleek geen van dezezeges van blijvende aard.De Opstand in De NederlandenDe 17 provincies van de Nederlanden waren in de loop der eeuwen bijeen gerfd, gekocht enveroverd door de hertogen van Bourgondi. Via zijn vader Karel V had Filips deze verkregen.De 17 waren allen een klein staatje op zich, met eigen vrijheden, privileges, wetten enbelastingen. Zij waren slechts verbonden door het feit dat zij dezelfde heer hadden, die vantijd tot tijd een Staten Generaal bijeenriep.

    De, aanvankelijk nauwelijks aanwezige, Nederlandse identiteit werd versterkt door depersoon van Filips, die als een Spanjaard werd gezien en vanaf 1560 slechts (Spaanse)landvoogden en troepen stuurde om de Nederlanden te besturen. Bovendien schoot hetProtestantisme zeer snel wortel in het gebied.

    De Opstand was zowel politiek als religieus van aard, met een steeds belangrijkerwordende economische component. Als de start kan worden gezien de smeekbede van hetEedverbond der Edelen (1566) om de Inquisitie niet in te stellen. Dit werd geweigerd, waarnade Beeldenstorm opstak. Filips zond Alva (Raad van Beroerten, instelling van de 100 e, 20e &10e penning, confiscatie van bezittingen van edelen). Dit was olie op het vuur. Willem vanOranje stelde zich aan het hoofd van de oppositiebeweging, die aanvankelijk vooral steundeop de Watergeuzen. In 1576 was het anti-Spaanse gevoel zo sterk, dat vertegenwoordigersvan de 17 provincies in de Staten Generaal hun godsdienstige verschillen terzijde schovenen besloten samen te werken om de Spanjaarden te verdrijven.

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    17/134

    16Betrokkenheid van EngelandKoningin Elizabeth steunde de Nederlanden, heimelijk omdat zij geen oorlog met Spanjewilde riskeren. Zij zat bovendien met het probleem van Mary Stuart, Koningin der Schotten,die als boegbeeld van de Katholieken in Engeland fungeerde en de eerstvolgende in lijn voorde troon was. Mary werd door Elizabeth gevangen gezet.

    In 1578 kwam Parma als landvoogd naar de Nederlanden. Hij wist het front van de 17te breken, waarbij in het noorden de 7 Verenigde Provincin ontstonden (Unie van Utrecht,1579). De 10 zuidelijke provincies kreeg Parma aan zijn zijde. De Vlaamse steden Brugge,Gent en Antwerpen kozen in eerste instantie voor het noorden, maar werden in 1584/1585door de Spanjaarden veroverd.

    In Engeland was intussen ook een sterk anti-Spaans sentiment ontstaan.Nederlanders en Engelsen vochten schouder aan schouder tegen de Spanjaarden. In Spanjewerd intussen een invasie van Engeland voorbereid, waarop de Engelsen besloten MaryStuart, na 20 jaar gevangenschap, te executeren.

    In 1588 voer de Spaanse Armada (130 schepen, 30000 man) naar het noorden. Hetwerd een totale mislukking. In het Kanaal werden zij verslagen door de Engelse vloot (SirFrancis Drake), die veel wendbaarder was. Een storm blies de restanten van de Armadaverder noordwaarts. Zij moesten om Schotland en Ierland heen hun weg terug naar huis

    zoeken.Het Resultaat van de OorlogDe oorlog kabbelde voort tot de dood van Filips in 1598. De Engelsen, verzekerd van hunonafhankelijkheid, waren verenigd geworden in een Protestantse nationale staat, vrij om devleugels uit te slaan op zee (East India Company, 1600)

    In de Nederlanden werd de scheiding tussen het Katholieke zuiden (SpaanseNederlanden) en het Calvinistische noorden (de Republiek der Zeven Provincin) definitief,waarbij in de Republiek een aanzienlijke mate van tolerantie bestond voor de groteminderheid van Katholieken. De zuidelijke Nederlanden waren geruneerd door 40 jaaroorlog. Daarnaast werd de Schelde door de noordelijken afgesloten. Het noorden bloeideenorm op. Amsterdam werd het financile centrum van de wereld en de handel gingcrescendo (VOC, 1602).

    Spanje bleef, mede dankzij de aanvoer van edelmetalen, een formidabele militairemacht. Echter door een combinatie van afkeer van werk (gevoed door de zeer grote groepedelen die generaties lang slechts kruistochten hadden ondernomen) en extremeconcentratie op godsdienst raakte het land in economisch opzicht ver achterop. Dit laatstewerd nog verergerd door de deportatie van zon half miljoen Moriscos, die nu juist tot hetmeest efficinte en hardst werkende gedeelte van de bevolking behoorden, naar NoordAfrika in de jaren 1609-1611.

    Interne twisten (de afscheiding van Portugal in 1640, de Catalaanse oorlog) enkoningen, die mentaal zwak begaafd waren, maakten dat de macht der Spanjaarden, waarnog wel rekening mee moest worden gehouden, toch steeds verder afbrokkelde.

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    18/134

    17 15 De Desintegratie en Wederopbouw van FrankrijkPolitieke en Religieuze VerdeeldheidDe Franse Godsdienstoorlogen waren evenzeer politiek als religieus: een feodale opstand,niet alleen van edelen maar van alle groepen met rechten binnen de staat. De NieuweMonarchie had een zekere eenheid aan het land opgelegd waar het ging om buitenlands

    beleid. Binnenslands bleef de invloed van locale heren erg groot en was er zeer grotediversiteit (zon 300 gebieden kenden ieder hun eigen juridische systeem). Steden, de zgn.bonnes villes van de koning, verdedigden hun stadsrechten. Daarnaast kende Frankrijk eenaantal zeer grote provincies: Bretagne, Bourgondi, Provence en Languedoc, ieder weer meteigen identiteit, autonomie, wetten, rechtbanken, belastingen en staten.

    Hier werd, door een snelle verbreiding van het Calvinisme, nu een religieuzediversiteit aan toegevoegd. De onafhankelijke positie t.o.v. Rome maakte dat de Franse,Gallicaanse, kerk niet bijzonder gevoelig was voor het Protestantisme. Het Protestantismedat zich wel verspreidde, was er een van de meest radicale soort. De Hugenoten vormden alsnel een niet onaanzienlijke en veeleisende minderheid.

    En derde tot de helft van de Franse adel was in de periode 1560-1570 Protestant,daarbij veelal het ius reformandi (de heer bepaalt de godsdienst in zijn landgoederen)opeisend. Op deze wijze werden ook veel boeren Protestant. Bovendien bekeerden in alle

    delen van het land steden zich tot het Protestantisme.De koningen Frans I en Hendrik II zagen het Calvinisme als een bedreiging voor demonarchie en voor de kerk (waar zij de facto de baas waren). Reeds in de vijftiger jarenbegon de vervolging van Hugenoten (brandstapel). Toen Hendrik II in 1559 overleed warenzijn kinderen nog jong. Hun moeder, Catharina de Medici, begeleidde haar drie zoons in hunkoningschap, maar kon niet voorkomen dat het land uiteenviel in chaos, waarbij zowelHugenoten als Katholieken probeerden de macht te grijpen.De Burger- en GodsdienstoorlogenDe burgeroorlogen die hierop volgden, waren van de ergste soort: totaal ontbreken van welkgezag ook, rondtrekkende gewapende groepen zonder vaste basis of bestaansmiddel envoortdurend wisselende coalities.

    Belangrijkste spelers bij de Hugenoten waren Admiraal de Coligny en Hendrik vanBourbon, Koning van Navarra en bij de Katholieken de Hertog van Guise en de Kardinaal vanLotharingen. Catharina de Medici zat klem in het midden en probeerde beide partijen tegenelkaar uit te spelen. Toen de Hugenoten steeds meer invloed op de koning leken uit teoefenen, greep zij in en liet zij op Bartholomeusnacht duizenden Hugenoten, die in Parijsbijeen waren, vermoorden. Coligny werd gedood, Hendrik van Bourbon ontsprong de dans.

    De Hugenoten waren furieus en de burgeroorlog laaide sterk op, met toenemendewreedheden van beide zijden en steeds meer buitenlandse inmenging: Duitse huurlingenaan twee kanten en Spanjaarden die de Guises steunden. Toch kon geen van beide partijenecht de overhand krijgen met als gevolg regelmatig wapenstilstanden, die echter doorgebrek aan wederzijds vertrouwen niet tot vrede leidden.

    Geleidelijk vormde zich een derde groep, die zichzelf les politiques noemden. Zijbeleden een seculiere visie, nl. dat geen geloofsleer een alsmaar voortdurende oorlogrechtvaardigt en dat het land eerst en vooral recht en orde nodig had. Zij meenden datalleen een krachtige monarchie (en niet de

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    19/134

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    20/134

    19ontwikkelingen. Ook de economie was op zijn retour: het zwaartepunt van de handelverschoof richting Atlantische Oceaan.Achtergrond van de 30-jarige OorlogNa de Vrede van Augsburg hadden de Lutheranen aanzienlijke terreinwinst weten te boeken,vooral door het seculariseren van kerkelijke staten en deze om te vormen tot

    lekenvorstendommen. Ook de Calvinisten waren in opmars en zelfs enkele staten, waaronderde Palts (waarvan de vorst n van de keuzeheren was) werd Calvinistisch. In 1608 vormdende Protestanten een Unie om hun positie te verdedigen en een jaar later deden deKatholieken, onder aanvoering van Beieren, met steun van Spanje hetzelfde.

    De opmaat voor een godsdienstoorlog was daar. Tegelijkertijd liep het 12-jarigBestand tussen Spanje en de Nederlanden ten einde en leek een hervatting van de oorlogonvermijdelijk. De Spanjaarden namen hiertoe posities in in het Rijnland en in Zwitserland.Frankrijk, op haar beurt, was bevreesd voor zowel deze Spaanse activiteiten als voor hetstreven van de Habsburgers om in Duitsland een sterkere, meer gecentraliseerde macht tevestigen.

    Al met al een zeer complexe situatie. Een Duitse burgeroorlog over godsdienstigekwesties was tegelijkertijd een oorlog over constitutionele geschilpunten tussen keizer enstaten, waarbij Katholieke en Protestantse staten gelijkelijk de keizerlijke overheersing

    bevochten. Bovendien was het een internationale oorlog: tussen Fransen en Habsburgers,tussen Spanjaarden en Nederlanders en met betrokkenheid van Zweden, Denen en eenallegaartje van beroepslegertjes, wier aanvoerders ieder weer hun eigen agenda hadden.De Vier Fasen van de OorlogDe (1e) Boheemse fase begon in 1618 in Praag met het uit het raam werpen van koningMatthias. De keizer zond troepen om zijn gezag te herstellen, waarna de Tsjechen hemafzetten en Calvinistische Keuzeheer van de Palts tot koning uitriepen. Keizer Ferdinand wist,met hulp Spanje en Beieren, de opstand neer te slaan en liet zich tot Koning van Bohemenkiezen. Bohemen en ook Oostenrijk werden gerekatholiseerd. De Spanjaarden groeven zichvervolgens in bij de grenzen van Frankrijk en De Nederlanden.

    Het vaandel van het Protestantisme werd overgenomen door de Koning vanDenemarken (2e fase), die hoopte enkele Noord Duitse bisdommen aan zijn gebieden toe tevoegen. Tegen hem trad Keizer Ferdinand op met een priv-leger, bestaande uitprofessionals die zichzelf uitbetaalden in de vorm van plundering, onder Albert vanWallenstein. Wallenstein versloeg de Denen.

    De Contrareformatie leek op weg het Protestantisme te overweldigen, hetgeen metname de Fransen en de Zweden (3e fase) alarmeerde. Richelieu, die zijn positie in Frankrijknog niet volledig had geconsolideerd, zocht een weg om, zonder zelf te vechten, toch deHabsburgers in bedwang te houden. Hij betaalde de Zweden een bedrag van n miljoenpond per jaar voor het op de been houden van een leger van 40.000 man in Duitsland. OokDe Nederlanden subsidieerden de Zweden.

    De Zweedse koning Gustaaf Adolf was een briljant strateeg, die het modernste legervan zijn tijd had gecreerd: gedisciplineerd, moedig en voorzien van mobiele artillerie.

    Terwijl Gustaaf Adolf in 1631/32 een aantal spectaculaire overwinningen te velde boekte(maar wel zelf het leven liet), bewerkte Richelieu de katholieke staten van Duitsland.Gebruikmakend van hun angst voor keizerlijke centralisatie

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    21/134

    20wist hij tweedracht te zaaien en de keizer te isoleren. De keizer herriep een edict uit

    1628, waarbij alle geseculariseerde eigendommen waren teruggegeven aan de kerk, en hetleek erop dat het einde van de oorlog daar was.

    Richelieu hernieuwde zijn samenwerking (4e fase) met de Zweden en koos nu openlijkde zijde van de Protestanten in Duitsland. De Spanjaarden vielen Frankrijk binnen en

    verwoestten Champagne, Bourgondi en gebieden in het zuiden. Toen echter Portugal enCataloni tegen de Spaanse koning rebelleerden, keerden de kansen. De oorlog wasinmiddels verworden tot een internationaal conflict dat grotendeels op Duits grondgebiedwerd uitgevochten. De Duitsers hadden er mr dan genoeg van.De Vrede van WestfalenIn 1644 begonnen vredesbesprekingen in Mnster en Osnabrck Op aandrang van Frankrijken Zweden namen alle (300!) Duitse staten individueel aan de onderhandelingen deel.Honderden diplomaten verzamelden zich in Westfalen. Het eerste Europese congres, dat nietonder de vlag van de kerk werd georganiseerd. De secularisatie schreed verder.

    Uiteindelijk werden in 1648 de verdragen van Mnster en Osnabrck gesloten. In zijnalgemeen betekenden deze een schaakmat voor de Contra-Reformatie:

    1 - Iedere Duitse Staat het recht zijn eigen godsdienst te bepalen;

    2 - Calvinisme toegevoegd als aanvaardbare godsdienst;

    3 - Katholieke aanspraken op kerkelijke gebieden werden opgegeven;4 - Het Heilige Roomse Rijk werd ontbonden;

    5 - De Nederlanden en Zwitserland werden onafhankelijke, soevereine staten.

    Frankrijk en Zweden verkregen gebiedsuitbreiding, waardoor nu alle mondingen vanDuitse rivieren door niet-Duitsers werden beheerst. De grootste overwinning voor deFransen, Zweden en Nederlanders was gelegen in het feit, dat alle Duitse staten nagenoegsoeverein werden. Het Keizerrijk mocht geen wetten maken, belastingen heffen, soldatenrekruteren of oorlog verklaren. Gevolg: terwijl in de rest van Europa zich nationale statenconsolideerden, verviel Duitsland in feodale chaos, omdat de weg naar nationale eenheidgeblokkeerd was.

    Aldus markeerde de Vrede van Westfalen ook de opkomst in internationale wetgevingvan het moderne Europese statensysteem, bestaande uit een groot aantal niet verbondensoevereiniteiten.Duitsland intussen was geruneerd: steden verwoest, platteland ontvolkt, hongersnood enpestepidemien. Een politiek en cultureel vacum tussen de Atlantische volkeren enerzijdsen de as Berlijn-Wenen anderzijds. De godsdienstoorlogen waren ten einde, maar tegen eenvoor Duitsland zeer hoge prijs.

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    22/134

    21Hoofdstuk 4 Vestiging van West Europees LeiderschapVanaf 1650 verspreidde zich vanuit een gebied met een straal van ca. 800 km rondom Parijsde Westerse beschaving: een ontkerkelijkte maatschappij, moderne natuurwetenschappen,kapitalisme, de moderne staat en parlementaire regeringsvorm, democratische ideen enz..In deze ontwikkeling namen de Nederlanders en Engelsen, maar vooral ook de Fransen de

    leiding. De periode 1650-1700 wordt ook wel genoemd de Eeuw van Lodewijk XIV. 17 De Verheven Monarch en het MachtsevenwichtLodewijk XIV erfde de troon op 5-jarige leeftijd in 1643, aanvaardderegeringsverantwoordelijkheid in 1661 en was tot zijn dood in 1715 het feitelijke en ook alszodanig werkzame hoofd van de Franse regering. Voortbouwend op de erfenis van Richelieumaakte hij Frankrijk tot het sterkste land van Europa. In alle opzichten was het superieur:militair, cultureel, filosofisch en bovenal qua staatsvorm. De Zonnekoning (ltt, cest moi)werd op zeer vele plaatsen bewonderd.

    De oude supermacht, Spanje, was in verval. In 1665 werd Karel II, ongelukkig productvan vele generaties van Habsburgse inteelt, koning van Spanje. Met hem zou de tak derSpaanse Habsburgers uitsterven. Lodewijk, getrouwd met Karels zuster, rook zijn kans. Zijnpolitiek volgde twee lijnen: (1) verschuiving van de Franse grenzen naar het (Noord) Oosten(annexatie van de Spaanse Nederlanden en Franche-Comt) en (2) de Spaanse erfenis

    verwerven. Voor deze doelen liet hij geen middel onbenut: intrigeren, betalen van Duitsevorsten en zelfs de Engelse koning, steunen van de Hollandse republikeinen (!) enz..Het Concept van het MachtsevenwichtLodewijks uiteindelijke doel, het creren van de universele monarchie riep tegenkrachtenop, die zich bedienden van het concept van het machtsevenwicht. De term machtsevenwichtwordt in drie, gerelateerde, betekenissen gebruikt:

    1 1) als situatie, waarin de macht verdeeld is onder veel afzonderlijke staten;2 2) in de zin van contragewicht wanneer n staat het overwicht heeft en anderen een

    coalitie vormen ter herstel van het evenwicht;3 3) in de zin het machtsevenwicht beheersen, wanneer het gewicht van n partij de

    balans naar de ene of andere kant kan doen uitslaan.

    Doel van degenen die het instrument gebruikten, is altijd geweest het behoud van

    eigen onafhankelijkheid en soevereiniteit. Het is een effectief systeem gebleken, vooral t.g.v.het feit dat er een groot aantal staten was dat zijn eigen buitenlandse politiek kon bedrijvenen, steeds in het eigen belang, van de ene alliantie naar de andere switchte.

    Naarmate de ambities van Lodewijk XIV stoutmoediger werden, waren het deNederlanders, onder aanvoering van Prins Willem III, die er steeds weer in slaagden alliantieste vormen om hem schaakmat te zetten.

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    23/134

    22 18 De Nederlandse RepubliekNederlandse Beschaving en BestuurDe Nederlanders waren in die tijd het meest bourgeois van alle volken en tevens het rijksten meest welvarend. Ook in de internationale diplomatie en cultuur speelden zij een groterol. Gedurende de gehele 17e eeuw genoten de Nederlanders een mate van vrijheid, comfort

    en intellectueel, artistiek en commercieel succes dat ongevenaard was.Bekende schrijvers uit die tijd waren Hugo de Groot en Spinoza. In de wetenschapexcelleerden van Leeuwenhoeck (microscoop) en Huygens (telescoop, penduleklok en degolftheorie van het licht). Bovenal waren er de Hollandse Meesters van het doek: Hals,Vermeer en Rembrandt.

    In godsdienstige kwesties koos de Republiek voor tolerantie. Alhoewel de preciezen(orthodoxen) tijdens de Synode van Dordrecht (1618) het pleit wonnen, werden vanaf 1632de Arminianen weer getolereerd. De grote Katholieke minderheid werd hun erediensttoegestaan en ook Joden waren welkom.

    De Nederlanders verdienden hun geld met de handel en scheepvaart. In 1600 teldede vloot ca. 10.000 schepen. Zowel kustvaart als naar verre continenten. De VOC (1602)verving de Portugezen in India en het Verre Oosten, stichtte Batavia (1619) en was de enigepartij met wie Japen na 1641 nog zaken wenste te doen. In 1612 vestigden de Nederlanders

    zich op Manhattan, waarna in 1621 de WIC werd opgericht, die kolonies stichtte in Caracas,Curaao, en Guyana (Suriname). In 1652 tenslotte veroverden zij Kaap de Goede Hoop op dePortugezen.

    Het Europese geld- en bankwezen was een chaos: elke staat en vele steden sloegenhun eigen munten, waarbij velen ook nog eens de gewoonte hadden geregeld hetedelmetaalgehalte te verlagen. De Amsterdamse Wisselbank (1609) accepteerde allemunten van iedereen, bepaalde het edelmetaalgehalte en stond de inleggers toe detegenwaarde in (keiharde) gouden guldens van de Amsterdamse Wisselbank te disponeren.Inleggers konden ook cheques trekken op hun tegoed. Deze dienstverlening, gekoppeld aande garantie van de Nederlandse overheid, trok kapitaal aan vanuit alle windstreken.

    In de Republiek genoten de Nederlanders een grote mate van vrijheid. Politiek waseen kwestie van soort wip tussen de burgerij, pacifistisch en bezig met de commercie, en dePrinsen van Oranje, die vrijwel steeds tot Stadhouder werden gekozen en verantwoordelijkwaren voor de militaire veiligheid. Wanneer er buitenlandse dreiging was, had de Stadhouderveel invloed en macht. Was het daarentegen rustig, dan kon hij weinig uitrichten. Willem III,8 dagen na het overlijden van zijn vader geboren, leek aanvankelijk voorbestemd om slechtsde familiale domeinen te besturen. Immers de Staten hadden in 1650, na Willem IIs dood,besloten het Stadhouderschap vacant te laten (Het Stadhouderloze Tijdperk).Buitenlandse Zaken: Conflicten met de Engelsen en FransenIn 1651 kondigde de Engelse regering de Acte van Navigatie af, inhoudende dat Goederenbestemd voor Engeland slechts door Engelse schepen of door schepen uit het land vanherkomst van de goederen vervoerd mochten worden. Uiteraard was deze maatregel primairtegen de Nederlandse scheepvaart gericht. Drie oorlogen volgden, tussen 1652 en 1674,echter zonder een echte beslissing te brengen.

    In 1667 trok Lodewijk XIV de Spaanse Nederlanden binnen. De Nederlanders zettenonmiddellijk het mechanisme van machtsevenwicht in werking: disputen met de Engelsenwerden terzijde geschoven

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    24/134

    23en met Zweden en Engeland werd de Triple Alliantie aangegaan. Lodewijk trok zich

    terug maar kwam in 1672 opnieuw, nu met een veel groter leger, en bezette ook drie van deprovincies van de Republiek.

    Willem van Oranje werd nu tot het Stadhouderschap geroepen en hij wist een nieuwealliantie tegen Lodewijk te vormen met Denemarken, Brandenburg en met de Spaanse en

    Oostenrijkse Habsburgers. Hierdoor slaagde hij erin Lodewijk tot de Vrede van Nijmegen tedwingen (1678), waarbij de Republiek zijn volledige territoir behield.Willems pogingen om binnen de Nederlanden een centraal gezag te vestigen, liepen

    op weinig tot niets uit. In 1689 werd hij koning van Engeland, waardoor hij voort kon gaanmet het herstellen van het machtsevenwicht door wederom Lodewijk te bestrijden.

    19 Brittanni: De Puriteinse RevolutieEngeland speelde geen rol van betekenis in de 30-jarige Oorlog. Ten tijde van deonderhandelingen voor de Vrede van Westfalen was het verwikkeld in een eigenburgeroorlog, die tussen de Calvinistische Puriteinen en meer gematigde Anglicanen. Ookhier speelden politieke en constitutionele motieven een rol. De Puriteinen kwamen op voorde rechten van het Parlement tegenover de absolutistische aanspraken van de koning.Vergeleken bij die op het continent was de Engelse godsdienstoorlog mild van karakter.

    Engeland in de 17e

    EeuwRond 1600 waren er tussen de 4 en 5 miljoen mensen die Engels spraken. Ten gevolge vaneen flinke emigratie (Puriteinen naar New England en West Indi, Katholieken naar Maryland,Anglicanen naar Virginia en Schotse Presbyterianen naar (Katholiek) Noord Ierland) zou ditaantal tot ca. 1750 stabiel blijven. Aanvankelijk waren het particuliere initiatieven, die echtergeleidelijk door de regering werden overgenomen teneinde een imperium op te bouwen(New York, Jamaica, Pennsylvania en de Carolinas).

    Tegelijk ontstond er een nationale cultuur: schrijver als Shakespeare en Milton,componisten als Campion en Purcell en de architect Christopher Wren zijn de meestebekende vertegenwoordigers van de kunsten uit die periode.

    Ook economisch ging het het land voor de wind. Kolenmijnen en wolindustrie warenzeer belangrijk, evenals de handel en scheepvaart. Desondanks lag de meeste rijkdom vanhet land nog besloten in grond. De landadel vormde de rijkste klasse van het land in de 17 eeeuw.Achtergrond van de Burgeroorlog: Parlement en de Stuart KoningenIn Engeland won het Parlement, als Middeleeuws vertegenwoordigend instituut, de strijd vande (naar goddelijke soevereiniteit strevende) koning. Uniek was dat het Engelse Parlementerin slaagde tot een werkbare regeringsvorm te komen: regering onder sterke parlementairecontrole.

    Elizabeth werd in 1603 opgevolgd door Jacobus I (in Schotland Jacobus VI), zoon vanMary Stuart. Jacobus geloofde sterk in de op van God verkregen rechten gebaseerdeabsolute monarchie. Daarnaast was hij voor de Engelsen een buitenlander, niet behept metenig gevoel voor de eeuwenoude Engelse verhoudingen. En tenslotte kwam hij voortdurendgeld tekort.

    Het Parlement, waarin veel Puriteinen, die ontevreden waren over de organisatie vande Kerk van Engeland, en veel juristen, die bevreesd waren voor het verlies van hetgewoonterecht, moest niets

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    25/134

    hebben van de ideen van Jacobus en van zijn opvolger Karel I. Ook de landadel en de rijkehandelaren, bang als zij waren voor hogere belastingen, behoorden tot de opposanten.Deze brede oppositie kon in het Parlement effectief georganiseerd worden dankzij het feitdat er in Engeland slechts n nationaal parlement was, verdeeld over twee huizen: House ofLords voor de edellieden en House of Commons voor de lagere adel, de handelaren en desteden. De kerk speelde, sinds Hendrik VIII, geen belangrijke rol in het Parlement.Het kwam tot een patstelling toen Karel besloot zonder Parlement verder te regeren en hetParlement niet bijeen kon komen (alleen bijeengeroepen door de koning). Door een beperktaantal maatregelen wist hij vrijwel iedereen tegen zich in het harnas te jagen. Illustratief zijn de belastingkwesties, waarbij het Parlement het recht eiste belastingengoed (of af-) te keuren en als goedkeuring werd verleend, mee wilde beslissen over debestemming van de gelden. De koning daarentegen meende dat hij het recht hadbelastingen te heffen voor de staat als hij meende dat dat nodig was.

    Toen de Schotten rebelleerden riep Karel het Engelse Parlement weer bijeen (1640).Toen dit niet aan zijn verzoek om geld wilde voldoen, ontbond Karel en Parlement en liet hijnieuwe verkiezingen houden. De zelfde mannen keerden terug. Het Parlement en de koningwaren nu openlijk op voet van oorlog, waarbij de aanhang van de koning zich vooral in hetnoorden en westen bevond en die van het parlement vooral in het zuiden en oosten.De Opkomst van CromwellEen onbekende edelman, Oliver Cromwell, verscheen op het toneel. Hij was een devootPuritein, maar tegelijkertijd een zeer effectief organisator van het leger van het Parlement,waarmee uiteindelijk Karel werd verslagen.

    Cromwell liet Karel (in 1649) door het restant van het Parlement van 1640 ter doodveroordelen en hij riep de Republiek der Britse Eilanden uit. Cromwell trachtte deze republiekzo goed mogelijk te besturen o.a. door een zekere mate van tolerantie op godsdienstiggebied te verordonneren (echter niet voor athesten, Katholieken en extreme Anglicanen).Met het doden van hun koning had Cromwell de Schotten weer in het royalistische kampgeduwd. Hun opstand in 1650 sloeg hij bloedig neer. En in Ierland werden alle Katholiekelandheren verdreven en vervangen door Protestanten, veelal Cromwells legerkameraden.Deze vertokken weer zodra de inkomsten uit pacht waren zeker gesteld. De Katholiekegodsdienst van de Ieren bleef maar verdween geheel ondergronds.

    Ondanks enkele successen in zijn buitenlands beleid (o.a. de Acte van Navigatie en deverovering van Jamaica op de Spanjaarden) ging het regeren Cromwell niet gemakkelijk af.

    Omdat hij er niet in slaagde een meerderheid van de Engelsen voor zich te winnen, werd hijin toenemende mate autocratisch.

    Dit riep tegenkrachten op van de kant van religieuze en sociale radicalen: Quakers,Diggers en Fifth Monarchy Men. Cromwell stelde zich tegen al deze groepen teweer.Echter als koningsdoder en Puritein kon hij zich ook niet wenden tot de royalisten enAnglicanen. Zelfs niet meer in staat het eens te worden met The Rump, het restant van hetin 1640 gekozen parlement, schafte hij dit af. Als Lord Protector was hij in feite een militairedictator. Toen hij in 1658 stierf werd Engeland weer een koninkrijk, met Karel II, zoon van devermoorde Karel I, als koning.

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    26/134

    25 20 Brittanni: De Zege van het ParlementDe Restauratie, 1660-1688: de Latere StuartsIn 1660 werd niet alleen de monarchie maar ook de Kerk van Engeland en het Parlement inere hersteld. Karel II was beducht het Parlement niet te provoceren en omgekeerd waren dealdaar vertegenwoordigde klassen meer koningsgezind geworden door de ordeverstoringen

    van de afgelopen 20 jaar.Nieuwe wetgeving door het Parlement: afschaffing van feodale betalingen door landbezittersaan de koning (deze verkreeg een door Parlement vastgesteld bedrag aan belastingen). Dearistocratie bevrijdde hun grondbezit van dienstbaarheden, onder gelijktijdige aanvaardingvan belastingheffing. Dit was minder erg dan het leek aangezien zij grote invloed kregen opzowel nationale (Parlement) als locale (rechtspraak) zaken.De andere klassen profiteerden minder. Handelaren profiteerden weliswaar van een verdereaanscherping van de Acte van Navigatie, maar op religieus gebied (in de steden waren nogalwat Dissenters, voorheen Puriteinen) was de Kerk van Engeland bepalend. Dit betekendegn zeggenschap in lokaal bestuur of in de House of Commons noch godsdienst- enonderwijsvrijheid voor andersdenkenden. De armen tenslotte werden door de Act ofSettlement vrijwel veroordeeld te blijven in de parochies waar zij leefden.

    Toch duurde het vreedzaam samenleven van Koning en Parlement niet lang.

    Engeland was in die tijd fervent antikatholiek (papisme). Karel II, persoonlijk geneigd tot hetkatholicisme en een bewonderaar van Lodewijk XIV, sloot in het geheim het Verdrag vanDover (1670), waarbij Lodewijk hem 3 miljoen pond per jaar betaalde voor zijn meedoen inde oorlog tegen de Nederlanders. Bovendien bekeerde Karels broer ( en erfgenaam) Jacobuszich tot Rome.

    Toen Karel aankondigde dat de wetten tegen de Dissenters niet zouden wordengehandhaafd en zich voor algemene tolerantie uitsprak, antwoordde het Parlement in 1673met de Test Act, die iedere ambtsbekleder verplichtte de communie in de Kerk van Engelandte gebruiken. Daarnaast ontwikkelde zich in het Parlement een sterke beweging gericht ophet uitsluiten van Jacobus van de troon (de Whigs). De Tories vormden de koninggezindepartij, vooral bestaande uit de lagere aristocratie en de landadel.De Revolutie van 1688Ondanks het verzet van de Whigs werd Jacobus II in 1685 koning. Jacobus benoemde, instrijd met de Test Act, veel katholieken op invloedrijke posten en ook hij introduceerde eenprogramma van algehele religieuze tolerantie. Op deze wijze bedreigde Jacobus deAnglicaanse monopolie in zowel kerk als staat. Toen ook nog eens in 1688 een katholiekgedoopte zoon het leven zag, vormde zich een coalitie van Whigs en Tories die Jacobus IIafzette en de troon aanbood aan zijn (Protestantse) volwassen dochter Mary.

    Mary was gehuwd met Willem III van Oranje. Willem, uiteraard genteresseerd omEngeland aan zijn zijde te krijgen in zijn strijd tegen Lodewijk XIV, aanvaardde het aanbodvan Tories n Whigs om samen met zijn vrouw koning te worden en landde, voorzien vaneen schriftelijke invitatie, met een flink leger. In 1690 versloeg hij Jacobus II definitief (slagaan de Boyne, Ierland). Deze vluchtte naar Frankrijk alwaar Lodewijk hem met alle egardsontving.

    In 1689 passeerde het Parlement de Bill of Rights (de koning kon geen wetten buitenwerking stellen, belastingen behoefden goedkeuring van het Parlement en geen detentie vanpersonen zonder

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    27/134

    proces), welke door Willem III werd geaccepteerd. Hiermee was de verhouding tussen koningen Parlement in een soort contract vastgelegd. De Toleration Act van hetzelfde jaar haaldede scherpste kanten van de monopolie van de Anglicaanse Kerk af.

    Mede door de Schotten te paaien met economische voordelen slaagden de Engelsenerin in 1707 het Verenigd Koninkrijk van Groot Brittanni te creren, waarbij de Schotten huneigen wetten en Presbyteriaanse kerk behielden maar regering en parlement samensmoltenmet die van Engeland.

    Ierland kwam er beduidend slechter van af. De overwegend katholieke bevolking was

    al geconfronteerd met een Anglicaanse Kerk van Ierland, met een instroom van Protestantenvanuit Schotland in het Noorden en, in de tijd van Cromwell, met de komst van Engelselandheren in de rest van het land. Daar kwam na de Revolutie van 1688 nog een wetboekvan strafrecht bij, waarin Katholieken bijna alles ontzegd werd (gn eigen priesters,vertegenwoordiging in het parlement, stemrecht, eigen onderwijs, aankoop van land,erfenissen van een Protestant en daarnaast nog beroepsverboden). Wat restte was exportvan goederen om de pacht aan de afwezige landheren te kunnen betalen.

    Engeland voegde zich bij de coalitie tegen Frankrijk, waartoe Willems regering grotesommen geld leende van Londense bankiers, die het recht kregen de Bank of England testichten. Aangezien deze bankiers via het Parlement invloed konden uitoefenen op het beleidwaren zij bereid deze grote bedragen ter beschikking te stellen.

    Later raakten de gebeurtenissen in 1688 bekend als de Glorious Revolution, waarin deprincipes van parlementaire regering en rechtszekerheid zegevierden en tevens de

    constitutionele monarchie ontstond. Politieke schrijvers als John Locke verbereidden ditgedachtegoed. Inmiddels is wel duidelijk dat het vooral een beweging van de landadel isgeweest, die er uiteindelijk voor zorgde dat uitsluitend mannen met een onafhankelijke bronvan inkomen (land, dus) lid van de House of Commons konden worden. Aldus werd Engelandeen aristocratie , waarin enkele duizenden landeigenaren de touwtjes in handen hadden. 21 Frankrijk onder Lodewijk XIV: Triomf van het AbsolutismeDe Franse Beschaving in de 17e EeuwHet Frankrijk van Lodewijk XIV dankte zijn overwicht aan de kwantiteit en de kwaliteit vanzijn volk. Met 19 miljoen inwoners was Frankrijk 3x resp. 2x zo groot als Engeland en Spanje.De vruchtbare bodem gaf het bovendien een, zij het ongelijk verdeelde, rijkdom. Detegenstellingen waren groot: miljoenen leefden in bittere armoede, terwijl er tegelijkertijdeen grote groep (landadel, stedelijke grand seigneurs, ambtsdragers en bureaucraten) incomfortabele, zelfs luxueuze omstandigheden leefde.

    Qua cultuur namen de Fransen de veelzijdigheid van de Renaissance over. Franseschilderkunst, architectuur waren een voorbeeld voor Europa, evenals hun militaireverdedigingswerken en en machinebouw. Meest bekend is de Franse literatuur uit die tijd,geheel naar de smaak van het hof dat zich voorstond op zijn verfijnde smaak. Bekendenamen: Corneille en Racine (tragedies), Molire (satirische komedies), La Fontaine(dierenfabels) en La Rochefoucauld. In de wetenschap: Descartes (wiskundige en filosoof),Pascal en Bayle.

    Lodewijk begreep dat een culturele dominantie het internationale prestige vanFrankrijk alleen maat zou vergroten. Hij steunde schrijvers en artiesten, m.n. die te Versailleswerkten. Ook richtte hij

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    28/134

    27koninklijke academies op. De officile stroming was het Classicisme, dat de orde,

    harmonie en verworvenheden van de antieke tijd benadrukte.Enige litteraire critici, de Modernen, vonden de kunstenaars van de academies (de Ouden)te rigide in hun leer en stijl. Met name te Parijs ontstonden salons, waar vrouwen uit deupper class gasten uitnodigden om de discussiren over filosofie, literatuur en kunst.

    De ontwikkeling van het Absolutisme in FrankrijkVan oudsher kende Frankrijk een traditie van politieke vrijheid in de feodale zin van hetwoord: Staten Generaal, Provinciale Staten (m.n. in de buitengewesten) met zeggenschapover belastingheffing. Daarnaast twaalf verschillende gerechtshoven in den lande, die iederde hoogste rechtsmacht bezaten en heel veel steden die eigen privileges kenden. Er warenzon 300 regionale rechtssystemen. In feite een lappendeken als Duitsland. In Frankrijk werd,zeker na de gebeurtenissen tijdens de godsdienstoorlogen, de middeleeuwse locale vrijheidvereenzelvigd met wanorde.Onmiddellijk na de Vrede van Westfalen brak een opstand onder de edelen (de Fronde) uittegen Kardinaal Mazarin, die regent was voor de nog minderjarige Lodewijk XIV. De edelen,eisten het samenkomen van de Staten Generaal. Tegelijkertijd maakten bendes werklozesoldaten het platteland onveilig. Toen de edelen de hulp van Spanje, waarmee Frankrijk inoorlog was (!), inriepen, verloren zij iedere sympathie en steun van de bourgeoisie.

    Bourgeoisie en boerenstand waren rijp voor een sterke monarchie om zich te latenbeschermen tegen de aristocratie. In 1661 kondigde Lodewijk XIV aan, dat hij zelf deregering op zich zou nemen. Lodewijk ontpopte zich als een manager met oog voor de grotelijn, zeer methodisch en arbeidzaam, maar ook met een enorme eigenliefde en behoefte aanbewondering.Met Lodewijk kreeg de soevereine staat, met een monopolie over de rechtsbedeling en hetgebruik van geweld binnen haar territoir, een enorme duw in de rug. Lodewijk claimde desoevereiniteit in zijn eigen persoon te bezitten: Ltat, cest moi. Aldus de kern van hetabsolutisme. De oude christelijke leer dat alle macht van God afgeleid wordt, kwam hierbijgoed van pas. Koninklijke macht was absoluut maar niet willekeurig, want hij diende, net alsde wil van God, redelijk en rechtvaardig te zijn.Absolutisme werd de heersende regeringsvorm op het Europese vasteland, zij het dat deabsoluut monarch in de dagelijkse praktijk afhankelijk was van een legertje adviseurs enbureaucraten en toch ook rekening diende te houden met allerlei bestaande gewoonten engevestigde belangen.Regering en BestuurDe meest fundamentele stap van Lodewijk XIV was dat hij verzekerde van de controle overhet leger. Legers en oorlog voeren waren tot die tijd een vrijwel particuliere onderneminggeweest. Lodewijk maakte er een staatsactiviteit van. Alle gewapende mannen in Frankrijkvochten voor hem alleen. Dit bracht vrede en orde in Frankrijk en vergrootte degevechtskracht tegenover andere staten.Lodewijk reorganiseerde het leger door infanterie, cavalerie en artillerie te integrerenalsmede een eenduidige commandolijn (met hemzelf aan de top) te introduceren. Deregering, die zorgde voor bewapening, foerage en huisvesting, kreeg aldus meer greep op dehoge officieren en kon zodoende een algehele verbetering van de discipline bewerkstelligen.Omdat de gewapende troepen slechts bij uitzondering tegen het eigen volk (in geval van eenrebellie) werden ingezet, vormden zij veel minder een

  • 8/8/2019 Palmer Sam en Vatting 1

    29/134

    bron van angst voor het volk. Wel groeide het aantal manschappen ten tijde van Lodewijkvan 100.000 naar 400.000.Lodewijk maakte het een beleidsprincipe om zijn volk te overdonderen. Het nieuwe kasteelte Versailles was zijn monument van wereldlijke pracht. Ook in zijn persoonlijke, dagelijkseroutines bracht hij d.m.v. van allerhande ceremonieel een pracht die zijn weerga niet kende.Hij wist hierbij veel adel naar Versailles te halen, die zich met ceremonieel, en dus niet metstaatszaken, kon bezighouden.

    De bestuurlijke tactiek van Lodewijk bestond er uit de Staten geheel links te latenliggen en slechts gebruik te maken van een eigen systeem van raden van staat, waar hij zelfaan deelnam, en van intendanten, die deze raden in het gehele land vertegenwoordigden.De intendant zorgde in zijn district voor alle aspecten van de koninklijke regering:belastinginning, rekrutering van soldaten, toezicht op de locale edelen, onderhandelen metde steden, misdaadbestrijding enz. Een uniform bestuur werd a.h.w. over de oudelappendeken gelegd. Veel locale zaken werden door, veelal eerlijke en competente,bureaucraten, die hun orders uit Parijs kregen, afgehandeld.Economisch en Financieel Beleid: ColbertDe financiering was altijd de zwakke plek van de Franse monarchie. Omdat de koning,zonder toestemming, slechts belasting kon heffen als hij de edelen ongemoeid liet, was hetper definitie de boerenstand (de bourgeoisie in de steden wist ook dikwijls privileges tebedingen) waarop de steeds zwaardere last van de belastingen drukte.

    Lodewijk probeerde van alles om aan geld te komen: verhoging van de tarieven,devaluatie van de munt, verkoop van adelbrieven, van ambten en functies in de rechtbanken het leger. Ook het afschaffen van privileges van de steden om deze vervolgens weer voorgeld te verkopen paste hij toe, met desastreuze gevolgen voor het moreel en de burgerzin.De fundamentele zwakte van het absolutisme, nl. de onmogelijkheid om belasting te heffenvan de rijken, corrumpeerde