Po e zine 10 | Vrij

62
2

description

 

Transcript of Po e zine 10 | Vrij

Page 1: Po e zine 10 | Vrij

2

Page 2: Po e zine 10 | Vrij

3

Lieve Po-e-zine'ers,

Dank jullie wel voor al het goeds wat jullie brengen! Ik houd van jullie!

Er liggen inmiddels wat maanden tussen po-e-zine nr. 9 en 10 onze jubileum-uitgave. Het liefst zou ik zeggen dat alles oké ging, er niks aan de hand is geweest maar

het tegendeel is de waarheid. Drukte heeft namelijk hoogtij gevierd. Boekpresentaties, optredens, een tournee met diverse dichters, podia organiseren, radio-

interview, werken aan lim. edit. ter uitgave en ook nog een festival georganiseerd. PFFFUUUUU, voor mijn gevoel heb ik recht op een winterslaap te gaan houden.

Het zal er wel niet van gaan komen. Echter genoeg gewauwel over mij.

In ieder geval Po-e-zine nr. 10 is nu een feit. Deze uitgave is wederom propje vol met poëzie, kunst en proza. Zelfs recensies staan er in van diverse mooie uitgaven

door geweldige dichters en schrijvers. Dus ik zal zeggen, "kom op mensen .... begin met lezen!"

En voor dit jaar staan er weer 4 op de kalender om uitgegeven te gaan worden.

Nummer 11 staat gepland voor juli. Je kan insturen tot en met zondag 31 mei 2015 naar het inmiddels gebruikelijke en bekende adres

[email protected]

In uitgave nr. 11 wil ik lezen: hoe geweldig jullie al het werk vonden in onze "Jubileum-editie", veren in de reet voor het vakteam, Vincent Jongman & Bert Waber,

wat wonderen verricht en uiteraard net zo veel mooie en fantastische bijdragen.

Met hoogachting,

Derrel Niemeijer

Page 3: Po e zine 10 | Vrij

4

Aan deze editie werkten mee:

Bert Waber, V

incent Jongman,

Hans F. Marijn

issen, Alex Brusse, Camiel

Aarts en Magda Thomas

| Derrel Niemeijer

Page 4: Po e zine 10 | Vrij

5

Wat niet loog in mij was de slag van moeders bloed in elke ader en de klop van haar hart. Haar kreet, die van vader, en mijn snak naar adem net boven water - ons eerste lied samen en apart. Alles werd gewist, onbevlekte dader. Later raakten alle woorden dagelijks vager in taal verward. Nog spartel ik terug, stroomopwaarts in mijn geheugen, en raak ik dieper, dichter en nader tot die start. | Hans F. Marijnissen

Wat ben je stil? - - - - - Ik begon als huisdichter. Rozen bogen door onder het gewicht van haar glim-lach; wolken vluchtten als ganzen voor de zon in haar ogen - een verwarrende dwarreling van eerste indrukken, vallende bladeren toen de herfst ademde. Als een forel tegen de stroom op zwemmend, springend richting bron, dronk ik haar. De winter was een groot wit huis waarin wij paraat bleven, startklaar op doorreis. We negeerden de schaduwhoe-ken, galmende trappenhuizen, leeggebloede kamers en het roepen op straat.

Bevroren op een venster-bank zat ze, verstard in de tijd, niet reagerend toen ik haar riep, in de ondergaande zon. Pas in volle duisternis draaide ze om, zwijgend. "Hm?" Haar ogen verdwaalden in de horizon achter mij. Zij verdween. Steigerend standbeeld, smeltende druiptreurwilg; ik zocht mijn naam tussen het stof in de zon-lichtbanen tot op de plavuizen. Ik werd straatdichter. - - - - - - Ik ben niet stil: ik probeer met zwijgen een storm te bedwingen. | Hans F. Marijnissen

Zondagochtend concessiemuziek / dan heb je nog wat aan de dag

Door de kieren van mijn wimpers

zie ik jou met ijver werken in de keu-ken. De croissantjes zijn klaar

Ik zeg jou dat ik mij niet zo goed voel

en jij maakt voor mij een ontbijtje

Klaar Jouw ogen zoeken de mijne, ik sluit mijn kieren toe. En jij gaat verder met jouw ijver.

Want ik ben veel te moe.

Zuchtend en kreunend kom ik over-eind

Met mijn laatste kracht schuif ik de stoel aan Op de radio klinkt concessiemuziek en ik ben slechts een schim van mijn be-staan

De croissantjes zijn hard geworden De appelsap is zuur

| Niels Terhalle

Page 5: Po e zine 10 | Vrij

6

-

-

Hallo Po-e-zine, Allereerst gefeliciteerd met de prachtige uitgave van je magazine!! Het is ontzettend mooi geworden. Ik heb geboeid zitten lezen, al duurde het lang om het uit te lezen. Commentaar n.a.v. deze uitgave: Deze editie van het magazine Po-e-zine is uiterste zorgvuldig samengesteld met bijdragen die divers, uiteenlopend en niet samenhangend zijn maar toch samen een geheel vormen door het goed gekozen hoofdthema Aanzet door de beheerder van het magazine. De gedichten zijn bijna verhalend en voeren je in de gedachten van de dichter en zijn (binnen)wereld. Vol retrospectieve, filosofische inslag en rauwe pijn en verdriet dat erin beschreven staat raken de gedichten het hart van de lezen. De vormgeving van de editie is verrassend, esthetisch ... erg fijngevoelig, een prikkeling voor ogen. Het prikkelt ze en nodigt uit om verder te lezen. De editie is heel dik en vergde veel werk en inspanning vanuit het po-e-zine vakteam, dat het een liefdeswerk is zichtbaar aan elk goed uitgewerkt de-tail. De plaatsing van de gedichten ten opzichte van elkaar en de afstanden er tussen zijn heel bedachtzaam uitgekozen. De vermelde namen van de dichters die bijgedragen hebben aan de editie die als een dansend geheel om elkaar heen ''vliegen'' is heel origineel be-dacht. Ten slotte wil ik opmerken dat de winnende gedichten terecht uitgekozen zijn tot de beste bijdragen, ze waren ook het meest oprecht en lieten de lezer een inkijk nemen in de ziel van de dichter en zijn diepste gedachten, wensen en gevoelens. De afbeeldingen bij de gedichten spreken tot de verbeelding omdat ze breed uit te leggen zijn en dromerig en fantasierijk zijn! Ik voel mij vereerd dat ik door Po-e-zine gevraagd was om een recensie te schrijven n.a.v. deze editie en ik heb dit met alle plezier gedaan! De prijsvraag is leuk bedacht en de feitjes, historisch en qua amusement hebben mij erg vermaakt en wijzer gemaakt. Mijn voorstel voor een thema voor editie 10: Wat is creativiteit voor jou? Groetjes, Alma Selimovic

Page 6: Po e zine 10 | Vrij

7

Op het water

van papier

vaar ik onervaren

door de

hoge golven

van woorden

verdrinkingsloos

met stormen van

vergeten dromen

met luchten van

verborgen diepten

uitzichtloos

wel om in

te verdwalen

kom ik toch

tot een goed eind.

| Thgk

Er zijn plekken op de wereld

waar ik nooit ben geweest

jij droeg ze met je mee

naar een haven onderweg

een moederschip, een vrouw

Je kon je niet verstoppen

voor dat achter je ogen, maar

tekende eroverheen

langs muren van huizen omhoog

jezelf richting wolkendek, tenslotte

je evenwicht verliezen

Het regent verf en tranen

ik zoek tot

ik haar vind

prinses en regenboog, haar kleuren

zijn jouw kleuren, die

geven blijvend af, die blijven altijd

afgeven

| Irene Siekman

na 'n telefoontje vol paniek

over 't kwijt zijn van haar pinpas

haast ik mij naar het huis

van negentig plus

daar vlij ik neer op de bank

vind het boek ' Poëzie op Pootjes'

met daarin mijn naam 'zal ik je

mijn gedicht voordragen ' vraag ik

aandachtig luisterend

wordt ze weer rustig

nu belt ze mij iedere dag

om te vertellen dat ze

zo'n interessante vriendin heeft

| Marjon van der Vegt

Page 7: Po e zine 10 | Vrij

8

Page 8: Po e zine 10 | Vrij

9

Allen Ginsberg in Nederland / 1983 Revisited Een muzikaal-literair event m.m.v. het Mondriaan Kwartet, Jacq & Bert Palinckx, Han Buhrs, Eddie Woods en Joep Bremmers. (in samenwerking met MuziekPodium Zeeland) Zo. 19 april 2015 / Ginsberg in Middelburg / Schutters-hof / www.muziekpodiumzeeland.nl Wo. 22 april 2015 / Ginsberg in Maastricht / Intro-In Si-tu / www.introinsitu.nl Vr. 24 april 2015 /Ginsberg in Amsterdam / Bim-Huis / www.bimhuis.nl De internationaal gevierde Amerikaanse beat-dichter Allen Ginsberg (1926-1997) was rond nieuwjaar 1983 op tournee door Nederland, waar hij onder andere Vlissingen aandeed. Hoewel hij nauwelijks vierentwintig uur in de Scheldestad ver-bleef, gaf hij er een kleurrijk optreden in Hotel Britannia, schreef de volgende dag een gedicht op het Badstrand en be-reidde zich ondertussen voor op een opnamesessie met het Mondriaan Kwartet, welke de avond na vertrek uit Vlissingen plaatsvond. Dat resulteerde in een album met het even memorabele als ontroerende ‘September On Jessore Road’ als zwaartepunt. Om nog maar te zwijgen van het gedicht What the sea throws up at Vlissingen, dat toch een puur Nederlandse inspiratiebron kent, of eigenlijk en beter, een Vlissingse. Van deze tour, waarin Ginsberg en gevolg (o.a. Simon Vinken-oog, de eerste vertaler van Ginsberg en diens Amsterdamse gastheer) diverse Nederlandse steden aandeden, is een recon-structie gemaakt, of eigenlijk beter, deze legendarische tour heeft bij deze een eigentijdse muzikaal-literaire versie gekre-gen. In samenspraak overigens met de literator Joep Bremmers, de huidige vertaler van Ginsberg, en componist Jacq Palinckx, Centraal daarbij staat het vermaarde Mondriaan Kwartet, toen net opgericht, nu een gevestigde grootheid.

Net als toen zal de Ginsberg-klassieker, het buitengewoon mooie ‘September On Jessore Road’ tot klinken gebracht worden, maar er is meer, veel meer. Zo krijgt Ginsbergs beroemdste werk ‘Howl’ een nieuwe, Nederlandstalige vertolking, met vocalist Han Buhrs als drijvende kracht. En uiteraard mag het Vlissingse gedicht ‘Wat de zee uitbraakt in Vlissingen’ niet ontbreken. Speciaal voor deze gelegenheid heeft componist Jacques Palinckx nieuwe muziek geschreven voor deze werken, op het grensvlak van nieuwe mu-ziek, jazz en geluidskunst. Tevens hanteert hij de (electrische) gitaar, terwijl zijn broer Bert de contra-bas bespeelt. Samen met Han Buhrs vormden zij de harde kern van de for-matie ‘Palinckx’, die voor deze gelegenheid een bescheiden wedergeboor-te doormaakt, en en passant samen met het Mondriaan Kwartet een ge-ducht veelzijdig ensemble vormt, een samenwerkingsverband dat zich in het recente verleden bewezen heeft. Joep Bremmers voorziet op een prettige en bondige manier het concert van context en brengt samen met performer Eddie Woods, notabene een vriend van Ginsberg, zelfs nog enige Ginsberg-poëzie voor het voetlicht. Dit concert is een eerbetoon aan Allen Ginsberg en de beat-generatie van de jaren veertig en vijftig, Jack Kerouac en William Burroughs niet in de laatste plaats, grondleggers van de tegencultuur van de jaren zestig en zeventig, in Nederland bloemrijk vertegenwoordigd door dichter Simon Vinkenoog. Deze beat-achtige vrijheidsdrang kan ook uitstekend geproefd worden in het boekwerk dat Joep Bremmers over deze tour liet verschijnen, getiteld Ik en mijn Plasje, een boekwerk waarin ook een tamelijk boeiende c.d. op-genomen is met de actuele muziek en teksten van Ginsberg, het Mondri-aan Kwartet en Palinckx en dat voor een schappelijke prijs tijdens de con-certen aangeboden zal worden.

Page 9: Po e zine 10 | Vrij

10

Ik lispel in je oor, ook al heb je dat niet door, wat ik voor je voel of meestal daarmee bedoel. De woorden stromen als vanzelf, als water uit een val. Geen twijfel en geen behoud; we worden samen oud, dat lispel ik in je oor en nog steeds heb je niets door. Het geeft een vaag gevoel of je weet wat ik bedoel of je slaapt in geveins, praat ik daarom tegen een grijns van oor tot oor en lispel ik maar door. Ik weet hoe het voelt als iemand zegt wat ie bedoelt maar niet uit de woorden kan komen omdat je lijkt te dromen en lispelt: ga zo door, vertel het maar in mijn oor, dan komt het bij je binnen waar mijn liefde lijkt te winnen. Ik stop even en kus je wang. Van binnen brand ik en verlang naar meer van jou en mij en de passie waarmee ik vrij. Maar iets weerhoudt mij van de pijn van de hoop en de schijn.

Ik stap bij je vandaan en doe de lampen aan, zie de tranen in je ogen. Je borsten, waaraan ik heb gezogen, hangen hunkerend over het dekbed. Ik weet niet wat mij belet je te nemen, vol van vuur en geil, de schaamte onder zeil. Had je dan niet door dat de wind in je oor niet, zoals het was bedoeld, onze liefde bijna had bekoeld maar nu niet meer is dan verraderlijk gesis vergiftigd van mijn lippen dat uit een drain lijkt te glippen, over het bed drapeert en in jouw schoot afmeert. Ik kan het niet meer alles wat ik probeer is je naam onthouden, als ik lispel bijna als een kankergezwel de naam die het meest blijft hangen de motor van mijn verlangen. Ik grijns tenslotte en dim het licht ook al word ik van domheid beticht ik fantaseer me door de nacht zo heb ik al menig liefde verkracht ik neem je hard en meedogenloos en laat je tenslotte krachteloos hangen over de rand van het bed mijn beige rubberen opblaasslet. | Ephraim de Rooij

Page 10: Po e zine 10 | Vrij

11

Eens in komende tijden,

Voor slangen zijn gezien,

Leefde een nimfenprinses,

Je droomt haar ooit misschien.

Met lange blonde haren

En ogen helder blauw,

Met lippen vol en teder

En borsten fris als dauw

Dartelde ze door ‘t bosland

Twaalf maanden van het jaar

En alle geile satyrs

Zongen de lof van haar.

“O heerlijk sappig meisje’

Kweelden ze met elkaar,

‘Uw schoonheid blijft ons boeien,

Steeds staan wij voor je klaar.

Je bent de een’ge vrouw hier

in ons zoet geurend land.

Zonder jouw heerlijk lichaam

Rest ons slechts eigen hand.’

‘Wees maar niet bang mijn lieverds,’

Sprak zij geheel verrukt,

‘Jullie mogen mij neuken,

Zo vaak het jullie lukt.

Mijn lichaam wordt nooit ouder,

Ik heb de eeuwigheid;

Omdat ik jullie liefheb,

Is ‘t geen perversiteit.

Al neuk ik duizend satyrs,

Toch blijf ik jong en fris.

Ik word alleen maar mooier,

Hoe groot hun lul ook is.’

Zo hield ze hen gelukkig

Op velerlei manier

Met mond en kut en billen

Schonk z’eindeloos plezier.

Ze zogen aan haar kutje

En speelden met haar kont.

De een volgde de ander,

Wat ze heel prettig vond.

Maar op een gure herftsdag

— De wolken hingen laag —

Klonk in de wind een geeststem:

‘Vertrek, liefst nog vandaag!

De boze Mens zal komen

Die het Verstand aanbidt

Blijf niet,’ zeiden de geesten,

‘Want anders krijg je shit.

In ‘t web van hun gedachten,

Een vloek, best onbekend,

Gaan zij je ziel verkrachten

Tot je hun voetveeg bent.

Ze koest’ren niet je lichaam

Zoals een satyr doet,

Maar laten je hard werken

En nooit doe je iets goed.

Ze neuken ook heel anders

Dan alles wat jij kent.

Ze zijn gemeen en vunzig,

Terwijl jij lieflijk bent.

Ze zweren bij de hersens,

Sex is er voor één doel:

Om kerk en staat te steunen

Met mens’lijk gekrioel.’

‘Hebben ze dan geen wijzen,’

Vroeg zij geïnteresseerd.

‘Die weten dat de Aarde

De Hemel reflekteert?’

‘Een paar kan je er vinden,’

Zeiden de geesten haar,

‘Hun hart is vol verlangen,

Een strak gespannen snaar.

Zij houden van de Aarde,

Verlangen naar de Bron.

Ooit zollen zij je vinden

Ergens onder de Zon,

Ja, ver voorbij de grenzen

Van wat verstand verstaat,

Waar niet meer de gedachte,

Maar ècht gevoel bestaat.

Maar velen zijn te gretig

Voor ‘t paradijs Natuur,

Ze maken er een hel van,

Een levend vagevuur.’

De satyrs waren treurig,

Maar groetten haar in koor,

Want nu de mens ging komen,

Moest zij er echt vandoor.

‘Wij kunnen nu niet meegaan,’

Zo riepen ze vol spijt.

‘De mens zullen wij kwellen

Met zorgen, smart en nijd.

Maar in je nieuwe wereld

Plant daar het liefdeszaad,

Dan komen wij je wensen

Vervullen vroeg of laat.

Dan laten wij ‘t hier over

Aan dienaars van het Brein,

Die wijsheid van de Ouden

Totaal vergeten zijn.

Ze noemen lusten zondig

De Rede is de top

En doordat zij zo denken

Lijkt het daar steeds meer op.

Vaarwel prinses zo heerlijk

Wij wensen u geluk.

Zonder uw zalig kutje

Gaan onze harten stuk.’

‘Ga lekker sámen stoeien,’

Gaf zij hun toen als raad,

‘En leer zó dat de liefde

Naar vele kanten gaat.

Als pik zuigen zo fijn is

Voor meisjes zoals ik,

Dan is zo’n lul voor jullie

Vast ook een geile kick.

Dus neem je broeders penis

In je gulzige mond,

Die zo vaak zoet begeren

Tussen mijn benen vond.

Voorwaar mijn sterke satyrs,

Wij zien elkander weer,

Nu moet ik echt vertrekken

Naar ‘t land Nog-Niet-

Wanneer.’

Ze vloog in zijden schaduw

Langs velden als een droom

Naar streken van Verbeel-

ding

Op een geilwitte stroom.

Haar schip bestond uit bloe-

men

De wind stond aan het roer,

Terwijl zij zich ontspande

En God als lust ervoer.

Want God, wist zij, is kos-

misch,

Groot Minnaar bovendien,

Die ‘t Eeuwig Vrouwelijke

Met Hem vereend wil zien.

Page 11: Po e zine 10 | Vrij

12

Het leven één Orgasme,

Vol neuken en genot

En wie dit diep kon voelen,

Was altijd dicht bij God.

Er is slechts Overgave

Aan vrije Levenskracht,

Aan de lokroep der lusten

Die de Natuur ons bracht.

Ze zei toen vol verwond’ring

Een schietgebed dat vloog

Door ‘t off’ren van haar lichaam

Aan geesten van omhoog.

Haar tepels en haar kutje

Streelden haar vingers zwoel

En zij dreef masturberend

Heel langzaam naar haar doel.

De dag was warm en broeiend

De zon straalde vol Lust.

Toen spreidde ze haar dijen

En werd door God gekust.

De hete zonnestralen

Stoeiden over haar heen.

Ze voelde dat ze klaarkwam

En smolt van top tot teen.

De oeverbossen lachten

De bomen ruisten luid,

Vissen dansten met mussen,

Natuur leefde zich uit.

Toen eindelijk de nacht viel

Vol schijnsel van de maan,

Riep een veilige haven:

‘Leg hier uw vaartuig aan.’

‘Kom, lieve Nimfenprinses,’

Zo riep men van de wal,

‘De koningin wacht op u

Met een groot festival.’

En kleine, naakte vrouwen,

Elk van het nimfenras,

Voerden haar diep het woud in

Een vreemd, nieuw struikgewas.

De bomen vol met snoepgoed,

Hun takken nat van wijn

En kleine snelle eekhoorns

Snoepend van marsepein.

Ze kwamen bij een grasveld

Waar liggend op haar bed

De koningin bezwijmde.

Kreunend van minnepret.

Rondom haar wulpse naaktheid

Zwermden ook elven bloot,

Zij werd totaal betoverd

Door wat men hier ontsloot.

Eén elf streelde haar borsten,

Zo stevig en zo rond,

Eén elf likte haar kutje,

Weer anderen haar kont.

De koningin gaf weerwerk

Met kusjes heet en zacht

En alle zoete kutjes

Schonk zij haar liefdeskracht.

Kijkend naar deze orgie

Kreeg de prinses een kick

En ging zich masturberen,

Op ‘t zelfde ogenblik.

Een warm en harig wezen,

Een krolse kat was het,

Sloop heel zachtjes het bos uit

Hopend op wulpse pret

Met al die sexy elven

— Die deden dat heel graag.

Toen kwamen vele dieren

Uit schuilplaats, hol en haag

Om met een nimf te stoeien

Op velerlei manier,

Zelfs vogels kwamen meedoen

En vreeën vol plezier.

Ze stoeiden tot zonsopgang

Het klonk door ‘t hele bos.

De bomen grijnsden heidens,

De remmen gingen los.

De ochtend kwam vol loomheid

De koningin zocht rust.

Zo ook de nimfenprinses,

Nog duizelig van lust.

‘Kom nu maar bij mij liggen,’

Sprak de vorstin toen zacht,

‘Dan doen we als de satyrs,

Wat jij voor hen bedacht.

Het wemelt van de wijfjes

die, zonder zo’n geil beest,

Vol van hun lijf genieten

Op een groots Sapphisch feest.

Want pas als elke satyr

Respect voelt en plezier

Voor mannelijke schoonheid,

Komen de satyrs hier.

We bonwen met z’n allen,

Vol geile ENERGIE Een androgyne wereld Met seksuanarchie!’ Later kwamen de satyrs

Ook naar dit zalig land,

‘Kijk daar,’ riepen de elven,

‘Ze komen naar de kant!’

Hoor de gehoornden brullen

Bij ‘t naderen der kust:

‘Hier zijn uw stijve lullen,

Wij neuken u vol lust!’

En tot in onze dagen

Heerst louter LIEFDE daar, En niemand vindt het zondig, Al kom je daag’lijks klaar. Maar mag een mens daar ko-

men?

Vraag jij je af misschien.

Jazeker, beste lezer,

Jou heb ik daar gezien.

The Faerie Princess © Eddie

Woods 1977, 2011

Translation © Hans Plomp 1994,

2004

Page 12: Po e zine 10 | Vrij

13

Jij in de regen

en ik even nat

niet bezweken

onder de druk

naargeestige

platte gepluk

de immer aanwe-

zige

regel die roept

om verstandig

de weg

Het schoonschrift

van de rede

de branding

richting westen

te volgen

met wind aan de rug

Maar de storm

bleek een zege

trok sporen

zonder pauze

vloekend

vluchtend

onder een hoek

van 90 graden

bracht de weerstand

tot rust

In een krachtige

stilte

verenigd

hebben we elkaar

onbeschrijflijk

gekust

| Gemma Elisabeth

The bass and the

walkin’ trumpet of Chet Baker,

painting a poem.

The piano supports with

Debussy chords

and I

imagine the tower

of St. Niklaas.

| poem and photo: alexander eduard

Page 13: Po e zine 10 | Vrij

14

Kaal is de STRAAT , geen BOOM, geen GROEN, geen LICHT. Aan het EIND van de straat zijn twee cafés. Er zit altijd volk uit de haven en Russen. ‘s MIDDAGS speel ik SAXOFOON. In de TOLSTOISTRAAT worden de FORD MUSTANGS en AUSTIN MARTINS opgelapt. De papagaai van APPIE schreeuwt op het BALKON. BUURMAN KEF slaat met de SCHUTTINGDEUR. PAPA verft een BOOT GROEN. THEO luister naar ARETHA FRANKLIN. IK zeg een klein GEBED VOOR JOU. MAMA kookt MACARONI. Het is ZATERDAG. DRIE PAKJES CABALLERO en DE TELE-GRAAF haal ik voor MIJN VADER. ASTERIX DE RODE KATER streelt langs een enkel van MIJN MOEDER. De BALKONDEUREN staan open. We eten MACARONI met MELK, ROZIJNEN en SUIKER en ook de RESTJES VAN GISTEREN. DE TOLSTOISTRAAT aan de slootkant VALT NOG wel MEE. BRUNO DE BEER, EEN GEBREIDE KABOUTER, EEN EZEL van OPA HARLINGEN zijn de knuffels van THEO. KNECHT noemen ze me in DE ZAANSTREEK en BRILLEJOOD. Op de ZEE-DIJK om de hoek kun je biljarten en dansen in WESTEIND.

Af n toe brand een HOUTEN HUIS af. We zoeken in DE AS de resten. En tellen de DODEN.

| Alexander Eduard 16.11.14

Page 14: Po e zine 10 | Vrij

15

Hij denkt misschien dat het liefde is, zij

weet wel beter, ze staat daar

op veilige afstand van het bed waaruit

hij maar niet ontwaken kan,

ze heeft een kam in haar hand en een

flauw glimlachje daarboven

en ze wil dat de verpleegster nu ingrijpt

in plaats van dat

zorgvuldige ‘nou, nou’ en het opschudden

van zijn kussen zodat

die haren nog verwarder raken. Daar blijft

ze staan tot hij dan

eindelijk met zijn voeten zwaait, dronken

naar haar toe komt, zij

op haar tenen fatsoeneert zijn grijs hoofd

en knikt dan naar de zuster.

| Alja Spaan

ik ben nooit bepaald

en veel te uitgestrekt

je kunt vergaand lopen over mij

ik sta dat toe

ik heb geen omlijning

en zet niemand uit

je kunt overal gaan liggen in mij

zie maar hoe

ik ben ruim van hart

niet bepaald verkleind

je kunt onbeperkt nemen van mij

het doet er niet toe

ik heb jou lief

sluit alleen mijn ogen

voor de roofbouw op mij

zolang ik voldoe

na jouw vertrek

lig ik daar weer languit

als opgebruikt land

bied ik doorlopend passe-partout

| Janine Jongsma

Page 15: Po e zine 10 | Vrij

16

Het is nacht, ik zie jouw lichaam door mijn gesloten ogen

een herhaling in weerspiegelingen in de ruiten

zelfs het plafond lijkt jou in zich op te willen nemen

en de muren braken hun gezwam met luidruchtigheid uit

achter die muren ligt verborgen een nakend landschap

gevuld met onbedorven groen en blauwe luchten

te wachten op betoverende wolken, die hun magie

over alles wat ademt uitstrooit

en ik lig op mijn rug enkel op een kale grond

terwijl ik met verbazing om me heen kijk

en ik probeer zoveel woorden te vinden

maar ik vind er geen.

| Thgk

De nacht valt in, de zon

wordt niet meer weerspiegeld,

de maan staat hoog en is

nog lang niet uitgegiecheld.

Dan schuift de donkerte het raam binnen

en verblindt ons beider zicht.

In ieder van ons schuilt iets anders

zoals ieder van ons daar ligt.

Ik kijk naar de spiegel

en kijk naar jouw gezicht

die langzaam verdwijnt

in de donkerte van de nacht.

| Thgk

Ik liefde eens een tovenaar torenhoog boven mij bestrooide mijn perceptie vertroebelde mijn blik hij stond in mijn focus ik heb mijn ogen verbrand nog rollende tranen zijn lichte toverstaf kluisterde mij bond mij rond hij kon niet los toveren was eeuwen gevangen met de trouwe maat gooi de staf maar weg! nutteloze krachten indien het tovenaarshol door toverkol bewaakte sloten, nooit ontsluit reflecteer O tovenaar ontworstel aan zelfgekozen machten ik behoef geen magie want de kracht van zuiver, puur en echt sterker dan toverstof ontovert hem maar slechts indien zelf gewenst

| Mattie Goedgebuur

Page 16: Po e zine 10 | Vrij

17

Het gaat over hen zelf, hoe er drijfzand

ligt als je over de dijk komt en eigenlijk

de zeehondjes wilt aaien of

hoe er buizen scheef lopen van toilet naar

buiten maar dat het in vroeger tijd ook

behelpen was, dat er

mogelijkheden te over zijn elkaar tegenwoordig

te spreken, het scherm is immers overal

hetzelfde en dan met

aarzelende ogen een beetje vorsen hoe wij

daar tegenaan kijken, ach ja, herinneringen

zegt de een, dat

beleven we toch allemaal weer anders. Als

vroeger mijn ouders op visite waren geweest,

zette ik de muziek luidkeels

omdat Mr. Jones van niets wist en zij allemaal

die naam hadden en ik de enige was die

anders heette, ook nu.

| Alja Spaan

De dood heeft het koud onder je ruime huid

hij slaat je vel begerig om zich heen

verstijfd zie ik hoe ze jou weghalen

Alleen je afdruk blijft achter in ons bed

het kussen nog warm, de dekens lauw

wacht ik wanhopig in je geur

Op het nachtkastje je mok nog halfvol

het washandje waarmee ik je mond

voor het laatst voorzichtig afveegde

Waarom gebeurt er niets?

de zon schijnt vrolijk in de kamer

beneden hangt je jas aan de kapstok

Paddenstoelen zouden uit het washandje

moeten schieten, je mok zou moeten

splijten

er zouden motten uit je jas moeten vlie-

gen

| Janine Jongsma

(Because something is happening here

But you don’t know what it is

Do you, Mister Jones?

Bob Dylan: Ballad Of A Thin Man)

Page 17: Po e zine 10 | Vrij

18

Vleugels krijg je

Niet

Vleugels heb je

Vliegen doe je

Niet

Vliegen kan je

Uit vrije wil geboren

Kan niemand ze bekoren

Je kan ze niet verliezen

Evenmin kunnen ze gestolen

Kapotgemaakt

Verloren

Groot en stevig

Buiten tijd

Geplaatst

In eeuwigheid

Brengen ze je waar je wil

Voeren ze je genadeloos

Oneindig ver en oeverloos

Laat je drijven op hun kracht

Zie je liefde in hun pracht

Nooit of nimmer

Meegebracht

Gekregen of gekocht

Een deel van jouw

Onzichtbaarheid

Ze zijn er wel

Je ziet ze niet

Net traag genoeg

En vliegensvlug.

Laat je meevoeren

Vogelvrij.........

| chantal.de.breyne

O, lief klein kindje

ik vertelde het je moeder

en tegen mijzelf

dat wat ik aanschouwd heb

het mooiste en

het liefste is

wat ik ooit gezien heb.

O, lief klein kindje

je weet niet wat ik denk

ik geef je duizenden knuffels

ik omarm je met honderd armen

en vertel je dat je het

mooiste en liefste bent

die ik ooit heb gekend.

| Thgk

in elke vorm waarin ik

water kan verzinnen

in alles begerende vingergolven

op het puntje van mijn tong

oorspronkelijk gesijpeld uit mijn mond

in kronkels tussen oevers

langs glooien glijdend

door laagland slepend

vertakkend tot delta

vervlochten worden met de zee

in dit water zit alles

tot het einde van alles

vaar ik mee

| Noning

http://tinteltong.wordpress.com/

| Foto: Alexander Eduard

Page 18: Po e zine 10 | Vrij

19

Inleiding

Hoe wijs is het vingertje?

Klink ik gek, klink ik goed, klink ik te mooi om waar te zijn? Vaak krijg ik ze ervan, die vragen. De grootste gekken stellen ze eerst. Moet je gek zijn om dergelijke

vragen te stellen? Ik weet het soms niet, laat staan beter. Heel wat beter echter klonk de vraag, indertijd, het was 1986, vanwege de universiteit van Leiden.

Of ik als gastschrijver niet een bijdrage wilde schrijven voor een themanummer van het tijdschrift Decorum van de faculteit van de kunstgeschiedenis. Het the-

ma was de gekte. Ik heb het ooit aangeboden ter publicatie in het Vlaams letterkundig tijdschrift 'De brakke hond'. Het is niet doorgegaan omdat ik uit eigen

werk citeer. Dit is een voorrecht dat enkel redacteurs van dat tijdschrift toekomt. Te gek. Hier komt het. Ik wijk hier en daar af van de oorspronkelijke tekst,

onder meer om rekening te houden met de inmiddels gewijzigde spelling.

Over de gemiddelde gektegraad in de moderne poëzie

"..Maar is de mens zo dom dat hij kan helpen dat dichters dikwijls vreemd doen dat één een vers begint met SUBALTERNE DIEVEN wanneer hij zich wat ongemakkelijk voelt? Een kok voelt zich misschien niet anders maar gaat naar zijn werk en neemt een aspirine". (Jan G. Elburg, uit: Laag Tibet, 1952)

Kan Elburgs vers een antwoord bieden op de vraag naar de gektegraad van pakweg de dichter? Als vertrekpunt alvast zo meegenomen. In vroegere, zoge-naamd duistere tijden dienden dichters zich te verdedigen tegen aantijgingen van de Inquisitie. Theresa van Avilla en San Juan de la Cruz bijvoorbeeld werden ervan verdacht omgang te hebben met de duivel. In onze huidige, zogenaamd (neon)verlichte tijd, krijgt de dichter te horen dat hij vreemd doet, gek is. Wel-nu, die heren van de Inquisitie waren allicht dichter bij de kern dan de twintigeeuwse volksmond. Hoe gek het ook mag klinken zal ik dit als dichter proberen aan te tonen, op heldere wijze, meteen de volksmond - zo dom - snoerend. Ik zal beginnen bij de gemakkelijkste opgave: het snoeren van de hedendaagse volksmond, om dan het moeilijkere aan te snijden, datgene wat precies de kern van de kunstzaak uitmaakt.

"How mad can we get?" of het (on)gemak der dichters In tegenstelling tot de zielenknijpers - de psychiaters, hield dr. Freud (Wenen) zijn handen meestal thuis en legde hij veeleer zijn oor te luisteren. Deze eenvou-dige verwoording staat voor een revolutie in de benadering der mensenziel. Of: naar een aspirine grijpen of naar de pen grijpen? Freud stelde vast dat het individu in zijn droom zichzelf bezig zag, zeg maar: zich kan ontdubbelen. Dat zelf dat hij zo ziet, wat is me dat? Wat zie ik? Dr. Lacan (Parijs) antwoordde gevat op deze vraag waar Freud bleef mee zitten: ik die me zie, kijk naar een beeld, een imago. Ik kan dat beeld met afgrijzen of met mildheid, of nog met humor bekijken: blijkbaar ben ik dat niet helemaal. Tot zover is er niets aan de hand. Werk is er voor deze doktoren psychoanalytici pas als blijkt dat een individu zichzelf ernstig neemt, en meent dat beeld te zijn. In de psychoanalyse komt het dan erop aan voor het individu dat beeld als beeld te (laten) onderkennen, als slechts een beeld. Wanneer dit niet lukt, dan is het individu gek.

Page 19: Po e zine 10 | Vrij

20

Zelf gaat dr. Lacan zo ver te stellen dat de mens zich van het dier onderscheidt doordat hij, onvolkomen ter wereld gekomen, een beeld van zichzelf nodig heeft om iemand te worden. Dat beeld komt onder meer van de taal. Elke zin die je uitspreekt betreffende jezelf of je omgeving - waarin je je zelfbeeld pro-jecteert - is zo'n beeldvorming. Zeggen "ik eet", terwijl je aan tafel zit. Of: "ik vreet"; of nog: "ik nuttig, schrans of vier bot", enz.

Je kunt dus zonder meer stellen dat deze mogelijkheid tot ontdubbeling aan elke, niet-gekke mens gegeven is. Let wel: gegeven, niet aangeboren. Tot hier de medische beschouwingen. Nu dan de dichters aan het woord.

Als de hele zaak zou te herleiden zijn tot: zie hier de domme mens en daar de vreemde dichter, dan zou ik kunnen volstaan met Elburg opnieuw aan te halen. Doch waar sta je dan: hier noch daar. Zeer ver, te ver voor een dichter, die ook een mens is. Elburg zelf ondervond al dat sociale duiding geen antwoord gaf. Hij ging de Provençaalse toer op, terug naar de Middeleeuwen, het midden van de zaak. Ik neem hier liever mijn toevlucht tot Henri Michaux. Waarom? Aller-eerst omdat hij ter zake zeer verregaand was en er bovendien notities op na-hield. Op zijn reis naar de innige afgrond. Doch eerst wat toelichting over werk en persoon.

Het was veeleer bij toeval dat ik in een der dagboekvolumes van Anaïs Nin (Spaans-Cubaanse dichteres en schoonschrijfster) vernam dat Henri Michaux bestond. Nin wilde hem opzoeken in Parijs. Ik weet zelfs niet meer of ze daarin slaagde: Michaux was bijster weinig gesteld op belangstelling. Toen hij in het voorjaar van 1985 stierf, werd dit pas enkele dagen nadien bekend gemaakt. Hij werd in het begin van de twintigste eeuw geboren te Namur (België) en week al vroeg uit naar Parijs, nam later de Franse nationaliteit aan. Hij ging reizen, te-kende, schilderde, speelde muziek en schreef. Onder meer schreef hij dat hij reizen vervelend vond. Daarop begon hij een reis naar het binnenste van zich-zelf. Niet per boot, maar met mescaline, een hallucinerend extract van een bepaalde cactus. Zijn reis had in het begin geen doel. Slechts na vele trips kwam hij ertoe vast te stellen dat hij in ontmoeting kwam met het turbulente oneindige (l'infini turbulent, ook de titel van het boek waarin reisverslag van acht trips). In de inleiding tot dit reisverslag stelt hij vast dat de tekeningen die hij onder invloed, in de zelfontdubbeling, maakte, helemaal verschillen van die van pakweg schizofrenen. De laatste zitten vol verstarring, de eersten zijn een en al verrukking, passie in vloeiende lijnen en gevarieerde vormen. Ik laat hem daarover zelf aan het woord, maar eerst dit: hiermee staan we voorbij de volks-mond: het ongemak van de dichter is omgekeerd evenredig aan het gemak waarmee hij zich ontdubbelt.

-

"How to get there so far" of: far east, far west, thuis best

Voor zover de lezer nog niet heeft afgehaakt met de benepen verontschuldiging uit de Nederlandse volksmond: "Doe maar gewoon, dan…", heten we hem of haar hier wel-kom aan boord. Reisleider Michaux heeft het over de demon: hij ontmoet zichzelf in de ontdubbeling als iemand die aangekeken wordt door een grimmig lachende duivel, die hij in angstzweet weet te ontmaskeren als … zichzelf. Ter herinnering, Michaux begon zijn trips uit onvrede en verveling, dus uit onvoldane passie. Dat is dan ook de beweeg-reden. Zijn ontmoeting, onderweg, met de demon, is niet meer dan verbeelding die hem parten speelt. Daarom beeldt hij een en ander uit in tekeningen. Laten we hem daarover nu zelf aan het woord (pp. 128 en volgende):

"De tekeningen van mensen die de proef van de mescaline hebben ondergaan, verto-nen een groot verschil met die van schizofrenen. De trekken van de eerste zijn meestal vereenvoudigd, geworpen naar omhoog, zeer hoog gedragen, tegenstrijdig. (Als er verf bij komt, zijn de kleuren uiterst lichtgevend, zeer zuiver, of in zeer contrasterende to-nen over elkaar, onaangenaam, vulgair). Als de hevigheid toeneemt, worden de trekken helemaal kladwerk, de vormen doorstreept, geweld aangedaan, doorkruist, onleesbaar en ze wekken de indruk van algehele vermenging (soms van een draaikolk). Op verschil-lende ogenblikken (…) zie je parallellen verschijnen als onder golven van verademing (soms zacht naar binnen gebogen en ongewoon herhaald), lijnen van spiritualiteit, van bijval (…). De enige gemeenschappelijke elementen van heel wat tekeningen gemaakt onder invloed van mescaline, LSD of in de schizofrenie: de parallelle trekken en de ste-reotypie. (..) Geheel verschillend zijn de tekeningen van schizofrenen. Zij drukken uit: Stroefheid, Onbuigzaamheid, Onbeweeglijkheid. Geleid evenzeer als getekend. Zonder decoratief te zijn, gemaakt uit decoratieve elementen, met eentonige, gestereotypeer-de versieringen, van een 'morbide meetkundigheid'. Lijnen aangebracht zonder elan, eentonig, pijnlijk desolaat, leven en tijd stopgezet. Trage zeldzame of afwezige bewe-gingen. De tekening van de ware stompzinnige of schizofreen is er een van gesloten-heid en halt. Vaak vertolken ze: 'Ik ben alleen. Ik leef niet meer. Nu is alles gedaan. Voor mij is de wereld stopgezet'. Ze beelden het organisch mopperen uit van degene die niet langer met de anderen opstapt, met de gevoelens, de menselijke bewogenheid, de elans. Met de tijd zelf".

[In een voetnoot merkt Michaux op dat leken die gekken ontmoeten, vaak getroffen worden door het gebrek aan talent voor het innerlijk leven - bij de schizofreen - zoals de grootheidswaanzinnige weinig talent heeft voor grootheden. En hij besluit:]

"Bij elke vorm van waanzin, om het even waarvan die het gevolg is, hoort steeds een vorm van mentale koorts".

Page 20: Po e zine 10 | Vrij

21

Nou goed, wat geldt voor tekeningen, hoeft daarom nog niet voor de taal. Zullen de volhouders opwerpen. Het zou te gemakkelijk zijn. Dan maar terug naar Wenen, bij dr. Freud, en die passage uit punt 1 over de mens en zijn beeld, en hoe dr. Lacan daarin de taal werkzaam weet. Hoe komt Lacan daar bij? Het beeld waarmee elk mens zich in eerste instantie identificeert, is het spiegelbeeld. Een speculatieve identificatie, waarvan alle latere vormen afleidingen zijn. Elke identificatie is bijaldien imaginair: ver-spiegel-beelding, en begoocheling.

Iets dergelijks doet zich voor bij het spreken, en in mindere mate bij het schrijven. "C'est le monde des mots qui crée le monde des choses", aldus Lacan. Bij de woorden die we uitspreken, beelden we ons iets in wat we (nog) niet zijn. Of die woorden nu ik, mij, jij of zij, of andere zijn. Of wanneer iemand ons zegt: "Jij bent eigenlijk….". Bij elk van dit soort uitspraken ervaren we gemengde gevoelens: vreugde om wat we kunnen worden en tegelijk teleurstelling om wat we nog maar zijn. Welnu, de gek kent niet dergelijke gemengde gevoelens. Hij schijnt het allemaal wel te weten, want hij verlangt er niet naar wie of wat dan ook te worden. Hij is voorgoed zichzelf: onbeweeglijk, stroef.

Als we dit gegeven nader willen uitleggen, kan dit aan de hand van wat Lacan de imaginaire en de symbolische orde noemt. In de eerste overheerst de in-beelding, de identificatie met het beeld, met een gebrek aan gemengde gevoelens, en een overvloed aan verwarde gevoelens. De overgang tussen de gevoe-lens verloopt bruusk: teleurstelling is al vaak woede, en vreugde is van korte duur. Het eerste gevoel overheerst, kwaadgeks. Wanneer we de vreugde echter weten overheersen, dan zijn we er: goedgeks. Dat is de motor van de dichter, en tenslotte van elk mens. Dan kunnen we pas de symbolische orde betreden.

"How glad can we get?"

Eerst een overstapje met een gedicht, uit de cyclus 'Ik had het geweten doorboord, de nerven doorkerfd', die ik eind 1985 schreef:

De trap ligt en stijgt hangt en daalt breeduit onder de roodloper vast roe voor roe stapt alles en nog wat aan zijn eigen tijd voorbij en of hij het haalt

vuurkool gezicht bladwit onderlijnt het heeft zijn tijd geduurd hoogovennodig om gestalte aan te nemen potloodkegelvormig weg van onder naar boven ligt ondermijnd de knepen van het bekken leden gaan hun gang kantel stapvoets driest en dartel rap randen wijzen tekst terecht gevecht duurt lang wie korter wil hij neme de brandtrap ter hand.

Page 21: Po e zine 10 | Vrij

22

Elke letterkunde die zichzelf eerbiedigt, kent inwijdingen. De Voodoo in Haïti of de psychoanalyse bij ons. De allereerste inwijding is voor alle culturen gelijk: de inwijding in de (moeder)taal, de symbolische orde. De overgang van de imagi-naire naar de symbolische orde vergt tijd en is nooit definitief. Steeds loert de verleiding tot regressie. In de inwijding krijg je in een notendop te zien, horen, enz. wat er op elke trede van de trap te beleven valt. In de taal bestaat dus de kwaadgekke val van de inbeelding. Aan dit kwaad valt pas te ontsnappen door de taal als symbool te onderkennen: spel van betekenaars waarvan het bete-kende ons keer op keer ontglipt.

Met taal wordt niet bedoeld een zakje letters waarmee we woorden scrabbe-len, bijeenscharrelen. Het spel van betekenaars is geen gegrabbel om de meest waardevolle woorden met Haagse klemtoon op de duurste plaatsen te leggen. Taal spreken is zinnen vormen. Zelfs met twee woorden: "mag niet", spreekt een kleuter een zin uit, waarvan een deel 'sous-entendu' is, bijvoorbeeld in bed plassen.

In zijn inbeelding stelt het kind zich voor als het voorwerp van verlangen van de moeder (phallus). Om tot de symbolische orde te kunnen overgaan, dient het kind af te zien van dit verlangen en te aanvaarden dat het de naam van de va-der draagt, dit is staat voor een ander. De gek nu verwerpt kwaadschiks de naam van de vader en zweert bij de phallus van de moeder die hij waant te zijn. De ander ziet af van het ingebeelde alleenrecht op de moeder en aanvaardt de scheiding. Er is iets wat hij niet meer is (phallus) en dat wat hij nog worden kan: zoon of dochter van de vader. Eenmaal dit 'achter de rug', ontdekt het kind stilaan de regels van de symbolische orde: de spraakkunst. Dat is de eerste tre-de.

Bij elke trede hogerop komt een nieuw scheidingsproces voor, maar wie de eerste haalde, heeft er al minder moeite mee. Wat doet nu de dichter? In het beste geval probeert hij zich de eindbestemming van de trap voor te stellen (de dood). Minor poets do it slowly. Trap voor trap. De meer gedrevene, wie korter wil neme de brandtrap ter hand. Hoe doet de dichter dat? Op deze vraag wer-den reeds tientallen meters boeken geschreven. Octavio Paz' De boog en de lier (Meulenhoff 1984) is wel het meest genuanceerde dat ik tot nu toe onder ogen heb gehad. Ik geef het hier uiterst beknopt weer.

In een roes van pakweg vreugde begint hij te zingen: de spraakkunst verheven tot lyriek, waar alweer andere regels gelden. De dichter negeert daarbij geens-zins de regels van de spraakkunst: hij breidt ze uit of buigt ze om. Wie lyriek bedrijft, is doorgaans meer bedreven in de spraakkunst maar heeft niet het ongemak van de doorsnee-taalgebruiker, die schrik heeft zich in de taal te ver-warren.

Neem nu twee illustere voorbeelden: Von Beethoven en James Joyce. De spraakkundi-gen ruziën om de nationaliteit van de eerste, terwijl de tweede de eerste tot de Ierse nationaliteit verheft; kwestie van Joy(ce), die op twee centimeter boven de spraakver-warring toeslaat. Of met Erasmus zou je kunnen stellen dat wie schrik heeft van de ver-warring, niet rijp is voor de lof der zotheid.

En zo komen we uit bij het thema dat ik hier wilde behandelen. Sinds Erasmus heeft de volksmond de zotheid verloren, zo lijkt het wel, als je hem de dichter voor gek hoort uitmaken. Na dit essay lijkt de strijd wel voorgoed beslecht. In werkelijkheid beseft de dichter meer dan de volksmond hoe broos de grens is tussen goed- en kwaadgeks. Het volk kent geen onderscheid ter zake tussen goed en kwaad en beseft in de verste verte niet hoe moeilijk de dichter het heeft om zichzelf, en met zichzelf de hele mensheid, twee centimeter of meer te verheffen. Met welke kwade of goede bedoeling zou wie dan ook hem uitschelden voor gek, heks of moeilijk?

En om te besluiten een zang:

"Toute analogie est une amorce de rêve" (Henri Michaux)

hoe het ook komt het ook komen mag we gaan er overeen meer heen dan weer in den beginne aanloopjes nemen tot we heengegaan er weer op terugkomen

Zo gaat het op de vraag hoe gaat het in Op de graat na zuiveren de voet tenen uiteen waaiert ons aan zeg niet te gek als je nog kleeft aan woorden die je voor veel waar neemt en meent stof uit de ogen wrijft zich tot antwoord grondstof zakt onder de voeten weg spring erop in ten voeten uit antwoord.

| Marc Tiefental

Page 22: Po e zine 10 | Vrij

23

Zoals met de tekst op het ansichtkaartje:

je twijfelt aan de omschrijving maar het

adres klopt, je hebt je

handtekening geoefend, ze zien meteen

dat jij het bent en ze zullen blij zijn, de

post doet de ronde, wordt

geschoven onder het lichtknopje naast

de deur zodat elke keer als de deur open

gaat, er even gekeken kan

worden. Je komt een keer thuis, dat ook

en je zult verhalen van je reis, je vertelt

alleen niet alles

zoals je nu niet alles opschrijft. Het weer

was zonnig, er vielen vogels uit de lucht,

je ving ze allemaal.

| Alja Spaan

Wespen in het af-

gevallen fruit,

groente onder

de composthoop,

lachende mannen

op hun knieën in

de aarde, een radiostem meldt

een datum van jaren terug

en een gebeurtenis die we al vergeten zijn, het

nu herhaalt de feiten.

Hondjes schieten vanuit het niets en cirkelen

rond mijn kuiten, een vrouw

fluit, verzamelt haar kinderen in de fietsmand,

strikt een roze sjaal, regen

hangt boven de velden, de bomen nog zilver

nu maar zwart later,

de jongen wacht met open mond en volgt de

wolken, een konijn in zijn gedachten.

| Alja Spaan

Tussen vergeelde foto’s vind ik een man

Met vrouwenogen en dat is gek

Ik ken jou niet, een verkreukeld plaatje

Mooie kop wel, karakteristiek

Ik geloof niet dat ik je mag

Volgens mij denk je nogal veel van jezelf

Welwillend omgaan met lage klasse

Maar ondertussen snobistisch, zoiets

Eigenlijk zwak en overdreven gevoelig

Je bent ook klein en tenger, lag het daaraan?

Ging je dat compenseren met een grote bek?

Zo’n type lijk je me wel, pocherig

Met je vrouwenogen

Zou ik wel een kleurenfoto willen zien

Want je hebt de ogen van mijn moeder

En die van mij en dat is gek

Mijn moeder was dol op jou

Haar vader die ze verafgoodde

Ik geloof niet dat ik je mag

Verwoed probeer ik je recht te strijken

| Janine Jongsma

Page 23: Po e zine 10 | Vrij

24

ik ga roerloos liggen in je hart

als ik ’s nachts tegen je aankruip

tot de slaap jou heeft overmand

en ik stiekem naar boven sluip

om jouw geheugen te ontdoen

van nieuwe vrouwen in het bestand

brutaal geschreven op de muur

van je hersenen aan de gevoelskant

hebben zij in goud glanzende krullen

opzichtig hun naam sierlijk gespeld

trekken uiterst verleidelijk de aandacht

kirren haast om te worden voorgesteld

woest kras ik al hun namen door

met mijn dikke zwarte watervaste stift

kerf in blokletters bloedrood mijn naam

met mijn blote vingers gedoopt in drift

| Janine Jongsma

Ik heb niets met dichten in hoogdravendheid

Pleur op, met je weeïge zeegezicht

Je uiten in elitaire verhevenheid

Bij de eerste zin raak je me kwijt

Schei uit, met golven die weemoedig kolken

In wind op jouw zielenklanken van viool

Zich zoet neervlijen op grijzende wolken

Mistige metaforen volkomen uitgemolken

Ik wil door echte jongens worden bemind

Schaamteloos bij de strot worden gegrepen

Puur en rauw in één klap worden vastgepind

Door datgene wat mij met de dichter verbindt

Dus rot op, met je wazige woordgebruik

De toverhazelaar plant gewoon regelrecht

Zonder geurende bloemenknopjes in ontluik

Een snoeiharde struik in je onderbuik

| Janine Jongsma

De Vesuvius? Ja dat

zegt me iets, zegt:

gooi je in mijn vuur.

Zo veeg mijn lijf,

zo weggeveegd en verteerd,

behoudt het dan nog de begeerte?

Of treedt Vesuvius' eeuwige vrede dan in?

| Marc Tiefental

in elke vorm waarin ik

water kan verzinnen

in alles begerende vingergolven

op het puntje van mijn tong

oorspronkelijk gesijpeld uit mijn mond

in kronkels tussen oevers

langs glooien glijdend

door laagland slepend

vertakkend tot delta

vervlochten worden met de zee

in dit water zit alles

tot het einde van alles

vaar ik mee

| Noning

Page 24: Po e zine 10 | Vrij

25

zij is water

beweegt zonder reden

klotsend ritmisch golvend

omdat ze eenmaal, tweemaal

in de maat geschapen is

mama & papa; zomer en hagel op de drums

zij; de koelte in ‘t vuur

de whisky on the rocks

die aandacht rinkelt in een glas

zo cool als de maan schijnt

geeft niets om shaken of stirred

mengt kabaal met melodie

muziek die rolt met stenen

zij is roerige jaren twintig

de drooglegging, die Al Capone doet smeken:

“Mama, geef me alsjeblieft wat water?

Ben zelfs door de nacht verlaten,

in de woestijn levend begraven.

Er valt niets meer te raken

met de kogels uit mijn gun.

Behalve sterren in het deksel, jij de lucht

tussen de gaten, mama, geef me water?”

zij is vanillesmaak die pas na 12 jaar

uit zwart geblakerd eikenhout haar liefde lekt

caramel met wolkje smoke verhemelt

haar bedwelmend branden in je keel

ze smaakt naar aan haar lippen zingen

naar zelfs vergeten dat er niets te zingen viel

zij is ijskrakend met de spirit van een steen

zij is puur vuurwater…

.

..

…Zij is…

….Zij is Rock ‘n’ Roll baby

| Noning

http://tinteltong.wordpress.com/

Rond haar wervelt een storm En niemand die De reden De overbelichte Woorden stroom Geloof en Baken Topt Bruidsoffer verkruimelt tot Een dolle strijd De wortels Zoek geraakt Verblinde roven Mortieren Naakte Tijd Waar roept wellicht vergeefs Haar schoonheid Het leven De bloedende Geur van bloemen Wit en zuiver Gedicht Terug Zal dat de fantasie gegeven In lichtbeelden Gevlucht Schreiende Zucht onze goden Zachte sluier Tot troost Zijn | G.H. Foto Michael Chan

handelen tegen beter weten in het is als wandelen tegen weer en wind verdichten dat jij mij onverminderd bemint schoppen tegen alles wat ik onderweg vind koesteren van het in ons kop opstekende kind het wil zich maar niet ontworstelen aan jou aan mij het voelt zich gevangen tegelijkertijd vrij | Wouter Veldboer

Page 25: Po e zine 10 | Vrij

26

Inspiratie heb ik niet alleen een blauwe lucht met wolken om zelf in te kleuren, de lucht van vers gebakken geuren waartussen de dromen verwaaien, hoop ingepakt in kartelrandjes en verstrooide regendruppels die zoeken naar vuur. Empathie heb ik niet alleen een groene stoel met zwalkbenen en pijn in de leuning, armen die zwaar en gebroken hangen langs wederzijdes en oranje franjes die, verstikt in egoïsme, voldaan beneveld voor medeleven, maar minder voor medelijden zullen gaan. Sympathie heb ik voor regen in de drup fragmentarisch gevangen op een zolder. Dat vol herinneringen, bereikbaar in falend bezinning, een zuinige zon toelaat door gaten en kieren, geperst en verdrongen als bloed op een arm, zwart en geronnen, de pijn voorbij. | Ephraim de Rooij

Het waren niet haar getekende wenkbrauwen haar zwart omlijnde ogen noch haar donkere wimpers haar met zorg uitgekozen neusring haar prachtige boezem, waarin ik graag zou willen verdwalen, haar geil getuite lippen die mij eventueel zouden kunnen verleiden Nee, het waren haar haren die zorgvuldig verborgen zouden blijven achter haar tijgerdoek die mij wel eens de das om zouden kunnen doen | Marjon van der Vegt

Afijn, ik ben maar zo vrij to be happy go lucky ben ik blij dat niet alleen mijn neus van voren zit en niet opzij maar ook mijn tepels en de toppen van mijn tenen, dat gevoel dat hangt er niet bij. Afijn alle -sels die uitsteken en mijn lijf versieren, aan mijn lichaam hangen in de schaduw van mijn neus maar nie heus | Ferry Dutch

Page 26: Po e zine 10 | Vrij

27

wat doe je?

wat ik doe?

ik wacht tot je weggaat

hij keek naar haar

en zag alles dat onzichtbaar was

hoe de wind om haar heen golfde

zij was moeder van allemaal draaikolkjes

wind verwekte wind, waaide haar verder weg

zij keek naar hem en zag ook hélemaal niets

je mag mijn ijskristallen eten

als je koud bent moet je

liggen blijven en weg zijn

levende cellen kan je niet beschermen

ik hoop dat je bevriest

ik wil je niet

dat je mij vergeet

pak alles wat ik ben

en leg me onder een steen

de wind waaide haar mee

samen zijn ze verdwenen

hij heeft haar nooit

meer gezien

| Noning

http://tinteltong.wordpress.com/

ene Vrije Dichter zijn klep wijd-open elke oprisping van hem boert goed zijn brabbelzinnen bejubelt men als het eerste woordje van een kind warrige woorden aaneengebreid als door een blinde oma worden verguld terwijl hij soms af en toe onder invloed van enkel uit zijn nek …. tot oogstbaar goed ………. vroegrijpe vruchten worden geoogst door allesetende

Vrije Lezers

| Gerda Hulsebos

ik kan de woorden niet binnenhouden

ze schieten langs de hor voor mijn gehemelte

ze prikken als wespensteken

voor de kinderen bouw ik ze tot hijskranen van lego

ze begrijpen de kleur, de hardheid ervan

dat het griezelig is om op grote hoogte te balanceren

dat het gevaarlijk is om te zweefvliegen

dat een braamstruik even fluwelig als een rozenbed aan-

voelen kan

als je de juiste dromen hebt

in het rietje van de directeur zit genoeg

realiteitszin om niet te breken

uit zijn mond vliegen diagnoses en waarde-oordelen

gekken paraderen maar kinderen lopen in het gareel

als je wilt spelen dan met de schlemielen

die zijn te ver heen om tafels te leren

het rietje trilt richting dokterskamer

als we je hoofd reconstrueren

rijst er een knoestige juf op

met handen als takken om oneffenheden vlak te slaan

en een hart als een rekencentrum

ik trek schielijk mijn angel in

maar er gonzen enkel horzels in mijn nek

de woorden kunnen niet terug in een kinderhand

soms noemt een veldwachter mij dichter

| Sanja Simunic

Page 27: Po e zine 10 | Vrij

28

Ik heb alles geprobeerd sprak ze likte haar lippen schoon keek schuin wulpse zee waarop een uitnodiging lag met verende hulpeloze stap Meestal kijk ik toe hoe de sensatie er als de kippen bij is hoe ik zelf hijgend ploeg andermans golvende ongenoegen zomerse graantjes pik Uitbundig spartel ik nabij losbandig kunstzinnige aandrang te vaak gewacht magisch moment van onzichtbare omarming met ogen geheimzinnig gesloten mijn adem te vondeling minnares zonder meester | G.H. Foto Iva Troj

Verloren, In een hoek getrapt, Vertrapt en verstoten. Als gevonden voorwerpen, Uitgestald, ten toon gesteld, Valse noten kraken. Vergeten, Uit het hoofd, Het hart, Dat bonkt en raast, Door haast en tijd te kort, Gedreven. Ogen flitsen, Langs elkaar heen. Geen levende ziel, Zielloos, doelloos… Zwerfvuil, afval, afvoerput, Tot het gaatje. En daar in de verte, De zwalkende gestalte, Uitgemergeld, uitgeput… De doodgraver, Met zijn holle ogen, Valt er bij neer. “En dan wat? WATT? Mag dan het licht, Aan het eind van de tunnel, Nu eindelijk eens uit? Met een grote klap graag. Een trap na. Dank u.” | Johan Visschers egoecho.nl

Page 28: Po e zine 10 | Vrij

29

waarom we zinken

het is niet stil

woorden drijven

oren zijn ijs

de lucht bevroren

de schreeuw

die niemand wil horen

de echo stolt abstract

een schots ijs

stilstaand

in poolzee van tijd

…discussie

| Noning

http://tinteltong.wordpress.com/

Voor vandaag op een enkel zangerig vogeltje na, vonkte mijn snelle blik naar binnen een gelegenheidsvoordeel om andere mimische toestand te zien Merkwaardige is, dat een dergelijke samenhang het fluiten en die ingeving de welgemeende aandacht voor dat ogenblik veel tranen bracht Die ervaring vocht met alles al bedacht draaide rondjes zoals een speen de kindermond Na verloop van tijd liep het weer lachend rond en voelde de wereld verrukkelijk Dit wenen om een ander in mij verborgen Wie vroeg zich af of mist de pointe, voor wie voor welk onzichtbaar voorrecht schreven we antwoorden in onrustig avondlicht Onder de voornaam kringelen lege pennestreepjes We missen en nemen slokjes thee staren verzonken als levende met de dode hopen dat ze een beetje meegeven en fantaseren vakantie ontbijtje voor twee Nadrukkelijk vergewissen dat er geen hand een warme buik …..onze monden De kruik ververst brandt onverwacht open, in die vreemde toegankelijke seconde | G.H. Foto Ana Nave

In de nacht is alles in evenwicht. Mijn gedachten, mijn verlangens. Het schip van slaap vaart statig over zee, veel kan er mee. Elke nacht vaart het droomschip uit de haven van waken, langs continenten van verlangens tot aan de poolzee. Aan boord zijn alle liefdes van ’77 zowel als ’92. Het droomschip is geladen met lief en leed en kan niet stranden. In het nachtelijk evenwicht vaart het schip van slaap, langs gedachten en verlangens. Aan het stuur zit ik. Soms doe ik de haven van waken aan. Dan sluimer ik nog en moet worden wakker gemaakt. Het droomschip moet varen. Elke nacht een wereldreis. | Alexander Eduard

fly electric bird create your modern music sing songs from heaven | Foto: Alexander Eduard haiku van alexander eduard 14 10 2014

Page 29: Po e zine 10 | Vrij

30

Hier zit een verzameling, Mensen. Zij nemen plaats in de grote ruimte, Hier naar links en dan rechtdoor. Zij wachten in stilte, De ogen naar beneden: Dit is waar de losers zich verzamelen. Ja, achterin naar links, U kunt daar plaatsnemen en gratis koffie of thee pakken. Gratis. Want de losers hebben geen geld. Met het schaamrood op de vingers, Maken zij hun keuze op de tiptoetsautomaat, Gratis. En voor niets. U wordt zo opgehaald, neemt u plaats, dan wordt u zo geroepen. Samen met de andere mensen. De stilte is doordringend, tergend, Terwijl de koffie te heet wordt gedronken. Geluk-kig bezitten wij allemaal een smartphone, Geen geld. Wel een schermpje op krediet.

In Jip en Janneke-taal worden wij toegesproken, Ter-wijl de altijd onwillige Powerpointpresentatie de boel vertraagt. Wij zien allang wat er komen gaat: de slides zijn al verklapt. Toch doen wij of wij het niet zien, Met onze ogen naar beneden, En dat zeurende gevoel dat je hier niet thuis hoort. Hier zijn wij: de verzameling mensen, De kansarmen, De uitzichtlozen, De losers. Allemaal in hetzelfde schuitje. Schuitje varen, Theetje drinken: Samen naar de overkant. Samen in die grote ruimte, Hier naar links, U wordt zo opgehaald.

Kom mee, zegt hij negeer je natte voeten het grauwe grind dit is onze weg. Plens over deze parallelle paden overstijg de werkelijkheid val samen als regen in de drop. Weet we zijn gek geboren en zijn het gebleven. Nu rest ons enkel door het vuur te waden als anderen door het gras. | Ingeborg Daniëls, 15 januari 2010

fly electric bird create your modern music sing songs from heaven | Foto: Alexander Eduard haiku van alexander eduard 14 10 2014

Page 30: Po e zine 10 | Vrij

31

Mijn paard bereed ik zonder zadel in Bosch en Duin. Het was heerlijk. Zelfs toen we in het ravijn gleden was er geen paniek. Ik duwde haar gemakkelijk met wat klopjes omhoog. Het was een mooie zomerdag. Nee een lentedag. Alles stond in bloei. Telkens nieste ik en hield me aan de manen vast. Zargetta en ik, we hadden duidelijk een goede verhouding. Ze volgde al mijn aanwijzingen, zwenkte en galoppeerde. Ik voelde me als een centaur, man en paard. Ik studeerde theologie en kerkmuziek in Utrecht en was omringd door vrienden, organisten, priesters, dominees, theologiestudenten. De sfeer was gemoedelijk. Geen verhitte discussies. Vaak zat ik te paard, dat gaf meer overwicht. Niemand stoorde zich aan Zargetta. We speelden elkaar de laatste composities voor en de woordkunstenaars formuleerden teksten. Er sloten zich geroutineerd sprekers aan, die vertelden over de betekenissen van doop en andere plechtigheden. De kneepjes van het vak. En als maar werd er in het Huis van de Kunsten en Weten-schappen geïmproviseerd. De zaal aan de Mariaplaats werd te klein.

De conciërge begon zich te ergeren aan al het vreemde volk. De directeur bemoeide zich er mee en maakte al snel deel uit van het gezelschap. Hij gaf er een impressionistisch, filosofisch tintje aan, speel-de vleugel, draaide plaatjes en vertelde over 20e eeuwse muziek. Hij had een eigen radio programma en had ideeën voor een nieuw: kerkmuziek door de eeuwen heen- ontmoetingen met priesters, predikanten en kerkmusici. Met de directeur kwamen de journalisten en de beterwe-ters. Het vrijblijvende van het gezelschap verdween. Er m o e s t e n kunsten worden gemaakt. Nieuwe composities mochten geen improvisaties meer zijn. Met het radioprogramma kwamen de tijdslimieten. De gemoedelijke sfeer verdween. De priesters bevochten nu de protestanten. Het koor van het conservatorium moest ook deelnemen. Dat was urenlang repeteren. En vierstemmige zettingen maken. Het betekende ook succes en dat stemde me blij. Te paard zat ik niet meer. | Alexander Eduard Foto: Alexander Eduard

(Epiloog) ‘t Is goed zoals ‘t is vandaag genoeg gefeest is het genoeg geweest wat we van elkaar onder ogen zagen in hart en handen namen wat de liefde bood en toeliet en altijd kijkers om ons heen koortsige kapers die je eer willen roven hoe ze in afgunst achter de rug hoop en trouw te grabbel gooien er zijn zoveel monden die gevoed willen hoeveel vingers niet naar ons wijzen teveel ogen die ons platvloers zien gaan we ondergronds laten daar elkaar de ruimte in glazen kamers van verdwijnen waakt klop op klop het groot rood hart | Frans Terken

Page 31: Po e zine 10 | Vrij

32

Ik zie een schim met mijn contouren een schaduw van de overkant een schemer die met koude hand behoedzaam tracht mij te beroeren de schaduw kruipt nog dichterbij tot in mijn lijf, ik ben verward ik voel zijn kilte in mijn hart en hoe hij zoekt naar angst in mij de schaduw beeft, net zoals ik en lijkt steeds meer op wat ik ben hij zegt : ‘Ik ben jouw reisgenoot,

en wie ben jij ?’ – waarna ik schrik omdat ik niet het antwoord ken | Bert Deben Antwerpen, Stadspark, middernacht, 11-12 augustus 1997.

-

vrijheid kun je nergens kopen even lenen lekker leasen stiekem huren vrijheid kent geen kortingsbonnen ook geen koopjes, voordeelprijs vrijheid is gigantisch kostbaar onbetaalbaar bovendien vrijheid kun je niemand geven vrijheid krijg je niet cadeau | Jan Bontje 2014

een in memorie Je danste de merengue miraculeus en je observaties waren bijzonder. Nu zit je niet meer op je vaste kruk in Het Zaut der Aarde. Je ziel is al lang terug op survival in Suriname. Nooit zing je meer met diep bas in een middeleeuwse kelder. Nooit verschijn je meer onverwachts op mijn verjaardag. Of hebben wij een lang gesprek over de kwaliteit van het leven, de politiek of in het bijzonder: de schoonheid van de vrouw. Voor altijd ben je in de hemel. | Alexander Eduard

ik vlucht over het water en voel de spetters van de zee kletsen tegen mijn kuiten maar het deert mij niet, want in neem de zon in mijn rug achter mij mee het is de maan die mij verduistert in een landschap vol van zand en het water tussen de tenen geeft mij het gevoel van land dat ik betreed maar hoor hier niet alles wat je voelt en ruikt is alles wat je hier ook ziet de eenzaamheid stilte genot van de zee alle winden waaien mijn gedachten weg en nemen alle nare dingen mee zomaar weg van mij, weg van het land zomaar verdronken in de zee en ik blijf gevangen in mijn dromenland. | Leny Kruis

IK HEB WEER EEN ALT SAX OEFEN IN HET DAL DENK AAN EEN COME BACK HOUD MIJN TRAINIGSUREN BIJ DENK AAN PIET, VOEL ZIJN ADEM IN MIJN NEK BEWEEG MIJN VINGERS, MIJN OGEN DICHT BLAAS BLOEDZUIVER DENK AAN MIJN VADER HUIL DE BLUES…

Page 32: Po e zine 10 | Vrij

33

De New Yorker Eddie Woods die al jaren verblijft in A'dam,

is bekend vanwege zijn betrekkingen met "The Beat-generation"

maar bovenal vanwege zijn geweldige poëzie!

Voor een gesigneerd exemplaar (op dag van presentatie) van zijn

1ste nederlandstalige roman

neem contact op met:

Boekhandel Vrolijk

Paleisstraat 135, 1012 ZL

Amsterdam

020 623 5142

(http://speakeasy.nl/

winkel/bangkok-

confidential/)

Page 33: Po e zine 10 | Vrij

34

-

-

Sommige dichters

moet je nooit gesproken hebben

want dan kloppen

de 'tegelwijsheden' niet .

Ze kunnen beter.

Sommige teksten zijn zo mooi

en krachtig en zelfs naardachtig.

Ik miste je diepte.

Bij sommige denk je

gooi ze op een cd

dan koop ik meteen

er twee.

ik houd van rock.

Bij een ander denk je

doe jezelf niet te niet.

Je mag er zijn

en jouw ziel ook.

En waar is Rimbaud gebleven?

Ik zocht hem in je woorden,

vond jouw wellustige woorden

... niet zijn Franse

vernieuwende romantiek.

En dan nu eindelijk de laatste

soms zijn vlekken

gewoon vlekken

ook al bevat de tekst

woorden op rijm, maar ja

ik ben geen zeikerd

dus zeg;

"Rijm mag er zijn,

het liefst doodgereden

door een trein! "

M. Ooms, van wat voor altijd was

L. Paard, Paardkracht '65

J.L. Versmissen, Hondenziel

X. de Busser, Dichter bij de clown

E. Bootsma, Vlekken ding en dichtboekje

Noot van een v.d. redactieleden; niet getreurd

als je bundel, roman, boek, et cetera

nog niet behandeld is .... er gaat ook nog een po

-e-zine nr. 11 verschijnen.

I mention you to her.

I mention to her.

Caress through your hair,

detangle them with my fingers

as if fingers are a comb.

Push you against me

and think to smell her.

Place a kiss

in the neck.

Rub your leg

... Softly and tenderly.

I love you

and mention you to her.

You do not respond,

it makes you not matter

for I am with you

and in you and

also in you.

I get frustrated

because I mention you to her

and you do not respond.

Pull hair out of your head.

Stop fingers in your clit.

Crush you

Smell my seed in you.

Place a pillow

on your face.

bite you where

the carotid artery

should be.

Hitting your legs

black and blue.

She deteriorates

I did not mention you

because only you I mention to

her.

I thank the shaman

who gave me a

lifelike inflatable voodoodoll

in its own image.

Order a new

because you're broke

and she is not yet.

The upcoming

lifelike inflatable voodoodoll

--------------------------------

beide vertalingen zijn gemaakt

door bert waber nav door hem

gevonden handgeschreven ge-

dichten in de franse taal die hij

vond in een 2de hands boek over

rimbaud

| Bert Waber

Page 34: Po e zine 10 | Vrij

35

Het woord is vrij. Daar mee te beginnen zegt eigenlijk alles als het gaat om het thema voor de tiende editie van Poëzine: Vrij. Het woord van de dichter is vrij. Als dichter ben je volledig vrij om met woorden te zeggen wat je wil zeggen. Jij bepaalt hoe een gedicht eruit gaat zien. En of dat nu in een vaste versvorm is of in een vrije vorm, de inhoud, de woorden bepaalt de dichter en hij of zij is daarmee in feite volledig vrij. Of toch niet? Op mijn blog http://www.woutervanheiningen.wordpress.com schreef ik onlangs over Jang Jin-sung, één van de hofdichters van de Noord Koreaanse despoot Kim Jong-il. In zijn tijd als hofdichter was Jang Jin-sung allesbehalve vrij om te dichten met de woorden die hij wilde, over het onder-werp dat hij wilde. Zijn dichtkunst stond volledig in het teken van de verheer-lijking van Kim-Jong-il, de vorm, de woorden, de onderwerpen, alles werd met een zeer strenge censuur bekeken. Waar dat toe leidt kun je hieronder lezen.

Het woord is vrij, de daad is stom, de gehoorzaamheid is blind. (Friedrich von Schiller, dichter)

Dus dit is het Wapen dat in handen van een minderwaardige man alleen een moord kan plegen maar, gehanteerd door een groot man, alles kan overwinnen. Zoals de geschiedenis heeft geleerd, behoren oorlogen en bloedvergieten, bij de zwakken. Generaal Kim Jong-il, de Generaal alleen, is heer van het Wapen, Heer van de gerechtigheid, Heer van de vrede, Heer van de Eenwoording, O, de ware Leider van het Koreaanse Volk!

Nadat Jang Jin-sun, als onderdeel van de elite van het land zag hoe het volk geknecht en onderdrukt werd ontvluchtte hij Noord Korea en schreef later, in vrijheid, de gedichten over hoe het werkelijk toeging in het land. Uitgeput stond ze midden op het marktplein Voor 100 won* verkoop ik mijn dochter het karton hing om haar nek Naast haar het kleine meisje uitgeput stond ze midden op het marktplein De moeder, doofstom, staarde naar de grond en negeerde de verwensin-gen van voorbijgangers die woedend naar haar keken omdat ze haar moederschap verkocht ze had geen tranen meer Het meisje wist dat haar moeder ging sterven en begroef haar gezicht in de lange rok van haar moeder en brulde, maar de moeder stond onbewo-gen alleen haar lippen trilden Een soldaat stopte 100 won in haar hand Ze was niet in staat hem te dan-ken ‘Ik koop je dochter niet, maar je moederliefde’ De vrouw pakte het geld en rende weg Voor de 100 won kocht ze brood En rende zo snel ze kon naar haar doch-ter terug en propte het brood in de mond van haar dochter ‘Vergeef me, m’n kind’ Midden op het marktplein huilde ze . *Honderd won is nog geen 50 eurocent

Vrij zijn of vrijheid hebben moet dus nogal eens bevochten worden. In de po-ëzie zijn tal van voorbeelden te vinden van dichters die zich hebben ingezet met hun werk voor (het verkrijgen van meer) vrijheid. Denk aan Breyten Brey-tenbach (Apartheid), Wilfred Owen (Eerste Wereldoorlog), Jan Campert (Tweede wereldoorlog) en Erich Arendt (Communisme). In de categorie ‘Dichter in verzet’ op mijn blog lees je over vele voorbeelden van dichters in verzet. Van Olga Sedakova, die in vrijheid middels Samizdat haar gedichten schreef ondanks dat het communistische regime ze verbood, het gedicht ‘Code’

Page 35: Po e zine 10 | Vrij

36

Dichter is hij die wil, wat allen wensen willen. Als een eekhoorn in een molentje draait hij zijn verbeelde noodlot rond. Maar zijn stijl, hoog als een dorpel, voert van een verlicht bordes in een eindeloos gebied voorbij de polen, waar hij blijft sjirpen vanaf een speerpunt als een krekel in het gras van het niet-zijnde. . En als we daar een steelse blik op werpen- is de klank zelf toevallig, als een traan.

-

Mijn angsten heb ik geparkeerd ze brachten mij te weinig zaaiden verwarring, groeven valkuilen, wierpen barrières op te groot om te slechten, steiler dan goed voor me was Nu staan ze daar, duidelijk omlijnd op een zijweg als verlaten bewijzen van een plaats delict in een richting die ik niet op hoef Ik ben bekend met mijn richting mijn route, begeef me naar mijn doel ik laat de afslagen voor wat ze zijn bekend maar ongewenst

| Wouter van Heiningen

Dus dit is het Wapen dat in handen van een minderwaardige man alleen een moord kan plegen maar, gehanteerd door een groot man, alles kan overwinnen. Zoals de geschiedenis heeft geleerd, behoren oorlogen en bloedvergieten, bij de zwakken. Generaal Kim Jong-il, de Generaal alleen, is heer van het Wapen, Heer van de gerechtigheid, Heer van de vrede, Heer van de Eenwoording, O, de ware Leider van het Koreaanse Volk!

En ik dan? Ben ik vrij om te schrijven wat ik wil? Natuurlijk voel ik me volledig vrij om te schrijven wat ik wil. Of ik ook alles publiceer wat ik schrijf is een ander verhaal. Soms censureer ik mezelf. Niet omdat mijn poëzie mij in de problemen kan brengen maar omdat niet al mijn gedich-ten goed genoeg zijn (in mijn ogen) om ze te publiceren. Die vrijheid heb ik dan weer wel. Schrijf ik zelf over vrij zijn of vrijheid? Hieronder een gedicht van mijn hand over het onderwerp ‘De angst voorbij’. In dit geval dus: vrij van angsten.

Tot slot mijn gedicht ‘Open brief aan profes-sor Rümke’. Ik was ooit op bezoek in het Dol-huis in Haarlem, het museum voor de psychi-atrie in Nederland. Daar las ik een uitspraak van Professor Rümke: “In tegenstelling tot wat Freud en anderen voor en na hem be-weerden, meent Rümke op grond van zijn ervaringen als psychiater dat ‘het zogenaam-de ongeloof veel sterker verwantschap ver-toont met de neurose dan echt geloof’.” Ik heb deze uitspraak toen opgeschreven en eenmaal thuis het volgende gedicht erover geschreven. Over het vrij zijn van religie.

Kom dokter, dans met mij het leven is mijn weiland vol gras, zo pas gemaaid geurend naar ledervet van bezadelde paarden leg uw theorieën weg in diepe donkere laden leg af het kruis dat op u drukt dat zo benauwd uw horizon beperkt openheid wordt nu vereist, verlangd, door mij dan toch Ongeloof is geen neurose, geen dwaling van de geest zij brengt mij wolkeloze luchten en dubbelzoute regen een wind die waait door mijn hoofd komt van alle streken zij heeft geen huis, kent geen god laat mij met mij gelukkig zijn alleen met mij en soms heel soms ook met een ander

Page 36: Po e zine 10 | Vrij

37

Nanna Dillen is de auteur van het Dark Romance boek Bevroren Landschap en Nine Sisters sprak met haar. Nanna is geboren in 1989 te Eindhoven en gaat door het leven als schrijfster en dichteres. Als kind zijnde had ze al grote interesse in literatuur en op jonge leeftijd begon

ze al met het schrijven van korte verhalen, proza, gedichten en songteksten. Haar passie voor schrijven is deels ontstaan doordat ze vaak werd voorgelezen, zoals boeken

van Roald Dahl. Het leek haar geweldig om zelf ook een dergelijke fantasiewereld te creëren. Daarnaast vindt ze het prettig om haar gedachten en/of emoties kwijt te

kunnen in een gedicht of verhaal.

Anderzijds houdt ze ervan om anderen te amuseren met haar poëzie en proza en daarmee gevoelens bij hen los te maken.

Het is mooi om men te zien ontspannen tijdens het lezen.

Na diverse opleidingen te hebben gevolgd en afgemaakt, ging ze zich steeds meer toeleggen op het schrijven. Haar debuutroman Bevroren Landschapverscheen bij uitge-

verij Zilverbron in augustus 2014. Hier zal in 2015 ook het vervolgdeel verschijnen, getiteld Verlaten grondgebied.

Dit jaar wordt ook Nanna’s dichtbundel gepubliceerd door uitgeverij Heimdall. Met In jouw armen zet ze een volgende stap in haar schrijverscarrière.

Het idee voor Bevroren landschap is onder meer ontstaan doordat Nanna geïnteresseerd is in mythische wezens zoals vampiers, weerwolven en zombies. Maar ze vond

dat deze wezens te vaak waren gebruikt in boeken, films en series, en daarom bedacht ze dat het tijd was voor een ander bovennatuurlijk wezen. Daarom besloot ze

om geesten een hoofdrol te geven in haar debuutroman.

Dit thema komt overigens niet zomaar uit de lucht vallen. Het onverklaarbare en spiritualiteit hebben haar altijd weten te boeien.

Velen van ons hebben zich weleens afgevraagd of er meer is na dit leven, en zo ja wat dan? Sommigen kunnen contact hebben met overledenen, en zijn van mening dat zij

zich kenbaar kunnen maken door bijvoorbeeld lampen te laten knipperen of spiegels te laten barsten. Ik dacht bij mezelf, wat als we zulke onverklaarbare dingen zouden

meemaken en we daar niet aan zouden kunnen ontsnappen? Wat, als we erachter kwamen dat de wereld zoals wij hem kennen werd bewoond door wezens waarvan we

hun bestaan onmogelijk achten? Hoe zou ons leven er dan uitzien? Dat is de andere reden dat ik Bevroren landschap heb geschreven

Patricia heeft het boek gelezen en gaf het 3 sterren. Wat haar vooral opviel, was dat Rosalie geen aardig personage is, maar toch de hoofdrol heeft gekregen. Nanna gaf

toen aan dat ze dat vaker had gehoord: haar lezers mochten Rosalie niet zo graag. Wij vroegen aan Nanna waarom ze haar hoofdpersonage zo onaardig had gemaakt.

Daarop gaf ze het antwoord dat ze een niet alledaagse heldin wilde hebben.

Rosalie is een jonge, pittige vrouw, die opgegroeid is in rijkdom en door haar opvoeding een gedegen leugenaar is geworden. Ze neigt naar egoïsme en omdat ze graag

meer spanning in haar leven wil en haar mannelijke stadsgenoten te burgerlijk vindt, verlangt ze naar een gevaarlijke man. Haar wens om deze man, geest Delmont, te

behouden, is zó sterk dat ze daardoor te veel van hem slikt en foute keuzes maakt. Ze verkiest hem haast boven alles en iedereen, hoe slecht hij ook is.

Deze fictieve wereld is geplaatst in de fictieve stad Oak Haunt, dat in het zuidwesten van Engeland ligt. Nanna’s eigen fascinatie voor het creëren van niet volledige fictie-

ve werelden, heeft er onder andere voor gezorgd dat Oak Haunt is ontstaan. Daarnaast heeft de auteur inspiratie geput uit herinneringen aan haar vakanties in Engeland

en Wales. De fictieve componenten heeft ze gekozen op basis van eigen interesses en – uiteraard – om simpelweg het verhaal een duisterder karakter te geven. Het boek

valt immers ook onder het Dark Fantasy genre.

Daarnaast vond ik het mooi om een multiculturele samenleving neer te zetten in een stad waar het geloof in een bepaalde mythe heel sterk is. Zo herkent de lezer be-

paalde punten in het verhaal, maar weer andere herkennen wij niet en wekken daarom onze interesse.

Page 37: Po e zine 10 | Vrij

38

Oak Haunt is een bijzondere plaats en ook dat is niet gek, als we kijken naar andere interesses van de auteur. Ze vindt het namelijk

leuk om een wereld te creëren waarin men kan verdwijnen en waarover men zich kan verwonderen. Geef haar een laptop/ PC en

het lukt haar direct om te beginnen met schrijven. Ze gelooft erin dat elke auteur onbewust of bewust persoonlijke dingen in zijn

verhaal stopt. Ongetwijfeld is dat vast ook gebeurd met haar debuut. Muziek helpt haar tijdens het schrijven om beter in de sfeer te

komen van een bepaalde scene, zodat ze deze goed kan uitwerken. Tijdens haar schrijfproces luistert Nanna dan ook naar zeer uit-

eenlopende muziekgenres en artiesten: van Rammstein en White Lies tot The Chordettes en Agnes Obel. Zodra de auteur een ver-

haallijn in gedachte heeft, start ze met het schrijven van een synopsis, waarna ze voor ieder hoofdstuk een vrij gedetailleerde sa-

menvatting schrijft. Dat gaat samen met het uitwerken van de personages en setting.

Ik zet alle persoonlijke informatie van de personages op papier, waaronder karaktereigenschappen en uiterlijke kenmerken, hun ide-

alen, hun angsten en dromen… Alsof het mensen zijn. Op die manier leer je ze door en door kennen en kun je ze geloofwaardig neer-

zetten. Ook is het op deze wijze gemakkelijker om de protagonist een antagonist te geven waardoor je verhaal spannender wordt.

Na dit alles gaat ze op zoek naar achtergrondinformatie en begint ze vervolgens te werken aan het eerste hoofdstuk. Bevoren land-

schap was binnen een half jaar voltooid. Op het moment dat wij met Nanna spraken, was ze bezig met het vervolgdeel van haar

debuut, getiteld Verlaten grondgebied. Deze zal in het najaar van 2015 verschijnen bij uitgeverij Zilverbron. Volgens de auteur is dat

verhaal op veel punten spannender dan zijn voorganger. Het wordt een spannend boek vol actiescènes, mysterie en gepassioneer-

de relaties.

Naast dit boek verschijnt ook Nanna’s dichtenbundel In jouw armen via uitgeverij Heimdall. Hierin staan 27 gedichten met thema’s liefde, leven en dood. De auteur verwoordt

haar angsten, liefde voor personen in het hier en nu en ze schrijft over de zoektocht naar – en het kennen van jezelf in dit leven. Ze hoopt vooral dat men geraakt zal worden

door haar schrijfsels en dat haar poëzie hen kan helpen bij, bijvoorbeeld, bepaalde verwerkingsprocessen. Hieronder volgt het korte gedicht Als ik ga, welke ook in de bundel

staat:

Als we gaan, gaan we dan samen?

Houd jij mijn hand vast, zelfs wanneer ik tot stof verga?

Begeleid jij mij door het duister van de leegte?

En eens, als ik je bij me roep, sta jij dan paraat?

Overigens op de vraag of ze liever gedichten of verhalen schrijft, vertelt ze dat ze absoluut niet kan kiezen tussen de twee. Voor mij bestaat het een niet zonder het ander. In

gedichten staan vaak aangrijpende gevoelens mooi verwoord op papier. Deze zou je kunnen uitwerken tot een verhaal van wel honderden woorden. Elk woord van betekenis

uitgediept en verveelvoudigd, om boodschappen nog beter over te laten komen. Bij het schrijven van een verhaal verplaats je je in (meestal) een fictief personage. Bij het

dichten, schrijf je veelal vanuit jezelf. Daar kun je jouw eigen gedachten en emoties in kwijt, op de manier zoals jíj ze wil en zou verwoorden. Proza en poëzie zijn beide prachti-

ge literaire kunstvormen. Als afsluiter van dit interview, zegt Nanna het volgende: Tegen degenen die niet lezen, wil ik zeggen: Pak eens een boek! Geniet van een goed ver-

haal en laat tegelijkertijd je verbeeldingskracht werken en vergroot ook op deze manier je woordenschat.

Voor boekenliefhebbers: Blijf vooral lezen! Lees veel, en kijk eens verder dan de naar het Nederlands vertaalde boeken. Oorspronkelijk Nederlandse boeken zijn kwalitatief

goed en doen niet onder voor vertaalde en anderstalige romans. Dat is uiteraard ook van toepassing op romans in het fantasygenre. Ook hier geldt dat er voor ieder wat wils

is. En voor degenen die nieuwsgierig zijn geworden naar Bevroren landschap: Als je van spanning, romantiek en mysterie houdt… van fantasy gecombineerd met de werkelijk-

heid in een wereld waar niet iedereen is wie hij zegt dat die is. Als je van geesten houdt, of van een vrouwelijke heldin in de hoofdrol… dan is Bevroren landschap voor jóu het

boek om te lezen.

Page 38: Po e zine 10 | Vrij

39

Page 39: Po e zine 10 | Vrij

40

-

-

Nanna Dillen - Bevroren Landschap.

Op de kaft van 'Bevroren Landschap' staat vermeld dat het verhaal een

dark romance is in de stijl van 'True Blood'. Nanna Dillen maakt deze be-

lofte zeker waar. Wanneer je in het boek begint wint de nieuwsgierigheid

het van je. Je wil weten welke avonturen je in gaat! Al vrij snel leer je diver-

se personages kennen uit het plaatsje Oak Haunt, die ieder een eigen rol

hebben. Even ben ik bang dat ik personages door elkaar ga halen, omdat

het er best veel zijn. Maar omdat Nanna Dillen haar personages goed heeft

uitgewerkt gebeurt dat niet. De schrijfstijl van Nanna Dillen is fijn. Ze om-

schrijft alles goed uit, zonder dat het langdradig wordt. De spanningsboog

had voor mezelf misschien wat hoger mogen zijn. De climax was me soms

niet scherp genoeg. Maar dat is een kwestie van smaak. Want spannend is

dit boek zeker wel, op het laatst zat ik toch op het puntje van mijn stoel!

Nu ik het boek uit heb verlang ik naar een vervolg! Het einde verraad dat

de personages nog niet klaar zijn. En dat er nog meer spannende avonturen

in Oak Haunt ontstaan. Het wachten hier op is een moeilijke opgave. En dat

is alleen maar een dik-

ke compliment, omdat

het verhaal goed in

elkaar zit! Met dit de-

buutroman is mijn

interesse gewekt in

het toekomstige werk

van Nanna Dillen!

| Camiel Aarts

Page 40: Po e zine 10 | Vrij

41

wie trekt aan de touwtjes? het is onbekend eerst werd je geprezen toen gekwetst het is een hard spel want het draait om de macht tentakels, onzichtbaar en grenzeloos lang maakten je schuw, onzeker en bang grimmige geldzucht hield je in hun macht je hebt al die jaren met liefde gediend gezamenlijk werden miljoenen verdiend ze stalen je kennis maar werd hen te duur al ging je jaren voor hen door het vuur je werd dan wel grijs maar wat is nou oud, je werd uitgelachen en uitgejouwd je had je kennis vol vreugde en hartstocht ge-deeld maar werd ontslagen, je had hen verveeld het hoofd opgeheven, je rug hield je recht, in hun dienst maar nimmer hun knecht je werk was je liefde, toen was dat voorbij, de poort ging dicht, maar eindelijk vrij! | Jan Bontje 2014

Haar jurk is als een luipaardvel: van wol. Een kol tot aan haar hals. Ze fotografeert er op los met grote lens. In de kloosterkerk van Diepenveen: Zusters van het gemene leven. Oud zilveren medaillon om haar hals. En een zilveren speld in haar opgestoken haar. Zwarte suède laarzen, muiltjes meer, met een prikkelende hoogte. Blond, was ze natuurlijk en niet meer zo jong. Mijn dochter speelt met de Suzuki klas “Laat me er in”. Applaus voor het strijkorkest. Herfst, de verwarming staat digitaal te laag op 13.3* Celsius. Hier verloor en non, een crucifix van 700 jaren. Glimlach, scherp neus, jukbeenderen, bleke blanke kleur in haar gezicht. Mistige blik, een brutale kin met curven. Ik lees de omtrek van haar volle heupen en verlaat verkleumd met mijn dochter de kerk. | Alexander Eduard

elke korrel in de woestijn is een korrel van het leven dat een ieder in zich heeft dat een elk zo mag beleven stuif het zand omhoog naar de blauwe hemel laat het koest'ren in de warme zon de put van geboorte je vraagt jezelf dan ook af hoe zoiets moois ooit geboren kan worden in een woestijn druppels regen zo van boven geven voeding aan elke zandkorrel in een eindeloze woestijn. | Leny Kruis

Page 41: Po e zine 10 | Vrij

42

Het was een les om nooit meer te vergeten. Jouw naam onbekend, we wisten niet eens hoe je zou heten. Van stof was jij gekomen tot stof ben jij ook weer gegaan. In een mum van tijd was jij begonnen met te bestaan. De reis naar het heden is door onbekende toedoen afgebroken. De bloem in de knop gebroken, geen recht meer om te ontluiken. Je bent van ons gegaan zonder ook maar één woord te zeggen. Wie kan weten waarom, wie kan het ons uitleggen? We hadden zoveel van je kunnen houden, veel beter dan wat ook. Maar ja, dat zijn edele gedachten als een olifant in een porseleinkast. |Thgk

“ Nooit volmaakt “, staat er op het binnenschip Zou de schipper god zijn, of in ieder geval een heilige koers varen? Licht uit de patrijspoorten verraadt een diepgang, die menig schip niet kent…………. In het stuurhuis draait god bedreven aan het stuurwiel, ploegt zijn wereld door het water De lading is onzichtbaar verborgen tussen platen staal en ook de richting geeft niets prijs……….. De vlag op de achtersteven zwaait, alsof het iets kenbaar wil maken en wijst zonder het te weten naar beneden, waar geschreven staat: “ Nooit volmaakt ” | Frank Vingerhoets

Page 42: Po e zine 10 | Vrij

43

spreek tot mij, sprak de stem met boze toon laat mij jouw stem eens horen de mijne klinkt zo gewoon ik wil melodie en gezang de stilte hier duurt mij te lang de boze toon werd wat milder en gezwind begon het kleine kind te zingen als een nachtegaal en de boze milde toon viel weg en werd zowaar normaal. | Leny Kruis

Hitte onheilspellend dichterbij ik spring mijn angst voorbij Dat jullie niet beter weten blijkt uit het feit dat jullie mij proberen te vergeten Leven in angst en niet vrij jaren later nog steeds dichtbij Vrijheden worden steeds afgenomen Van mijn vrijheid, kunnen jullie slechts dromen ! | Magda Thomas

Verdrietig staan ze bij elkaar, Groningse grond beefde het is niet meer gewoon, waar men eerst graag leefde een brok in de keel, barsten in het vertrouwde bestaan tranen in de ogen, zal dit in de herhaling verder gaan? Muren die wankelen, het thuis en huizen die schudden men voelt zich ontheemd, als een onbeschermde kudde bouwvakkers dragen hun steen-tje bij aan huizen herstel ervaren woede, ergernis, on-macht, als niet- dank je wel Zij gaan naar een emotiecursus, de mannen in de bouw Nederland wordt steeds slimmer, blijft krachtig en trouw goed omgaan met gevoelens, dat is vaak een hele klus Uit Limburg wens ik provincie Groningen gemoedsrust! | Marianne Wulms – Hovens

In lengte der dagen groeit vertrouwdheid soms roest oude liefde niet doch de tijd kan ook affectie neersabelen en is er een tweede kans nodig onstuimig en teder is van alle tijden kort of reeds lang geleefd Zijn botten kraken als hij zich uittrekt zij masseert zijn stijve leden al naar believen minder of massiever hij proeft hartstocht met de jaren groeien vaar-digheden die hoogtij bepalen zij kussen rimpels één voor één aait zijn grijze bol genietend van traag tempo lieven zij elkaar als zij zich slap lachen herkanst feniks | Mattie Goedgebuur

Page 43: Po e zine 10 | Vrij

44

Honderd rouwende ruiters, waarheen gaan ze ? door de neergevallen hemel van de sinaasappelgaard? Nooit bereiken ze Cordoba of Sevilla. En ook Granada niet, Dat smacht naar zee. Die doezelige paarden voeren hen mee naar het labyrint van de kruisen waar het lied huivert. Waarheen gaan ze ? met zeven kreten in hun lijf gespijkerd, de honderd Andalusische ruiters van de sinaasappelgaard ?

-

Cien jinetes enlutados, ¿dónde irán, por el cielo yacente del naranjal? Ni a Córdoba ni a Sevilla llegarán. Ni a Granada la que suspira por el mar. Esos caballos soñolientos los llevarán, al laberinto de las cruces donde tiembla el cantar. Con siete ayes clavados, ¿dónde irán los cien jinetes andaluces del naranjal?

Huis na huis, kamer na kamer bleef ik maar rennen van hot naar her. Waar we reeds lang in woonden, sloeg mijn hart vaak voor niets over. De vrees van of ik jou daar wel zou vinden, was de schrik van mijn leven. Een leeg huis, met lege kamers de waarheid was harder, veel harder dan ik dacht. | Thgk

| Federico García Lorca Vertaling: Bart Vonck (deze is juist vertaald)

een einde nadert niet het is een vage stip op een onvaste horizon die jij tegemoet vaart

als een schip dat uit zichzelf geen koers houdt

hou me dat maar voor in mijn laatste bed met een spiegel je doet het vast niet

het maakt immers niet uit hoe mijn haar zit toch vraag nee smeek ik het je

helderder zal de stip onwankelbaarder de einder ik niet meer ik

Zijn

| Wouter Veldboer

.....er hangt bloed in de lucht

naast de kerk gezang en grafzerken ligt zij tussen aarde en wilde

rozen stilte nog steeds onhoorbaar vaart zij op wolken haar armen slaan uit, klapwieken...

uit: werkdagboek[aantekeningen] - los vel - november 2014 = vers gedicht

| Marijke Hooghwinkel

dichter/beeldend kunstenaar/organisator 1m2 podia www.openwanden.nl

Page 44: Po e zine 10 | Vrij

45

Zo’n lucht van vroeger die naar corduroybroeken ruikt, hangt daar tussen dijken en polders geklemd Zo’n lucht moet grijs zijn boven de uiterwaarden; dat zijn van die plekken waar de twijfel koning is ……………… en boven de Windwaayhoeve trekt een vlucht vogels zichzelf tot een “ V “, en wiekt naar het oosten over de Duivelsberg Niets is bruiner dan deze klei die het lopen belet en zich smeert als stroop rond schoenen en laarzen Een motregen prikt op gezichten en een rivierenwind knijpt wangen rood Vierkante lichtjes roepen vanuit de verte vanonder lage daken hoe snel de duisternis wel valt Vlak voor de deur, waar de laatste voetstappen vervallen tot moeheid en de rust zich naar je uitstrekt, is het dat j e je herinnert hoe klein je bent. | Frank Vingerhoets

traag verloopt de waterlijn aan de smalle sloot zo stil ik kijk met waardigheid naar de waterspin die naar de kant vliegt over het water alle natuur om mij heen de bomen, kleuren, dieren zo mooi en zo sereen dwingen de waardigheid van een mens af de ironie van de natuur is de grondslag voor het leven van de mens als de mens nu maar eens beter voor de naaste wilde zorgen. | Leny Kruis

slopende woorden en een narrige klank uit de keel geperst door de rook en de drank alle letters verpest kwetsende teksten door mensen geschald is de pijn zoveel erger dan het eeuwig gebral van de nietsnut en de vreemde die als onkruid nimmer vergaan zal ik altijd blijven vechten voor een veilig bestaan. | Leny Kruis

Kubuste haar naam uitverkoren in blauw

met witte aandrijfmotor zowaar dit is geen illusie

van uiteenspattende zeepbellen die herinneren aan die ene oer-

knal

Kubuste verovert het heelal Een kubus klapt open op het hellende vlak

zie en hoor wat zij ontlokt: een open doekje

Applaus!

| Marianne Wulms-Hovens Winnares Foto wedstrijd (prijs wordt zsm opgestuurd)

Page 45: Po e zine 10 | Vrij

46

-

-

Heimdall: poëzie uit verdomhoekje halen Heimdall trok de afgelopen maanden landelijk aandacht met toer Dichter bij jou. Poëzie onder de aandacht van het grote publiek brengen. Dat is het doel van Uitgeverij Heimdall uit Waalre. In één jaar tijd bracht de uitgeverij negen bundels op de markt. En onlangs toerde een aantal dichters door Nederland. Hoewel Heimdall alle boeken ook verspreidt via het Centraal Boekhuis naar de winkelstraat en internetshops, is dat maar een beperkte inkomstenbron. Acties en andere activitei-ten leveren meer op. ,,We proberen te vernieuwen. Zoals met één van onze dichters, doelgroepgericht, op tournee te gaan langs ouderencentra", vertelt Hub Dohmen van Heimdall. ,,Wij hebben proberen poëzie uit het verdomhoekje te halen, te laten zien dat het allerminst elitair is." Heimdall Poëzie, zoals het dichtersfonds officieel heet, probeert dan ook een gevarieerd aanbod in de markt te zetten.

,,We kregen laatst nog een compliment van een boekhandelaar uit Gouda vanwege de variatie in werk", zegt Dohmen. ,,Dat is belangrijk. Zeker als je een grote groep wilt aan-spreken. Poëzie komt in veel verschillende vormen." Door mond-tot-mondreclame melden zich ondertussen steeds meer dichters bij Heimdall.

Voor 2015 staan vooralsnog acht nieuwe bundels, inclusief enkele verzamelwerken, op de planning. ,,Ons doel? Om in het nieuwe jaar een leidinggevend poëziefonds te worden" Dit jaar gepubliceerd: Magda Thomas, Derrel Niemeijer, Hans F. Marijnissen, Auguste van der Molenschot, Jack van Hoek, Mattie Goedegebuur. Volgend jaar in elk geval (in de eerste drie maanden): Nanna Dillen, Willem Adelaar, Theo Smit, Arthur van der Elst en Frans van Hoof. Verder volgend jaar zeker twee themabundels: een over Eindhoven en een over erotiek.

Page 46: Po e zine 10 | Vrij

47

Oude man, ik beweeg nu buiten je dromen - al gaf je me leven, en voel ik je hand nog aan mijn pen. Dat moest ik erven, wreed en vanzelfsprekend. Jij aanbad, ik nooit meer, jij voorkwam erger, gaf me opwenteling en ging me voor - ik bleef dalen en zwerven. Soms in Eindhoven, in wenkende winkelruiten en winderige buitenwijken ga je me voor, rimpels in je glimlach als in bladeren nerven. Ik zie je nog, maar ik negeer je, ik heb haast en angst voor jou. Ik durf nu te sterven, voel nog een bestemming - jij ging me voor. (voor Joop Oversteegen) | Hans F. Marijnissen

Ik brand dus ik besta. Boomtakken schudden. In volstrekte paniek en gestrekte draf overvalt de dag me, trappelend huisdier, verminkt door tralies. Bedreven traceer ik tranen, maar ik kan niet troosten. Wat is de taak van de dichter? Ik verga, dus ik besta. Als de storm nu even de boombladeren stil-houdt kan ik ze vastleggen, compleet. | Hans F. Marijnissen

‘Ik ben de zee’, zeg ik. ‘Het land begrenst me. de wind inspireert me.’ En: ‘Alle rivieren stromen naar mij - ik moet alles accepteren’, zeg ik. Gisteren en morgen kruisen in vandaag, meer is er niet, en hier zit ik, midden in mijn ontvolking, en zeg: ‘Ik ben de zee. Het weer is het weer, en elke dag stijgt bewust zijn ver boven mezelf uit’, zeg ik, de zee, hier. | Hans F. Marijnissen

Page 47: Po e zine 10 | Vrij

48

it's snowing i can see it Snowing that is what it is doing gray snow from chimneys she points to factoriehalls these are shielded with fences look sweetheart break time emaciated people they can go outside now It is break time an adult hand grabs through chicken wire at a woman how antisocial he tries to grab her food the boss is coming

-

-

De rivier stroomt traag langs de oevers het wil de stad maar niet verlaten als dikke stroop over de rand van de lepel blijft het hangen tussen twijfel en de grond Het spoelt de beeltenis schoon van de spiegels in de stad het neemt de liefde mee op haar reis naar het einder traag maar doelbewust voert het vuil van de straten door de ogen van de tijd er stroomt dood door haar bekken meedogenloos zal zij niet wijken maar stromen blijven van de liefde naar de einder elke schuimkop een lachend gezicht elke druppel een traan van geluk ze strekt zich uit, hangt loom op de kade waar ze fluit naar hoge hakken ze zal ze nooit verlaten ze zal de stad nooit de rug toe keren uit liefde van her tot in den einder Ik zag je eenzaam onder de brug de doos te klein je staarde naar de passerende rivier en vroeg je af waar ze zou eindigen terwijl jij je dagen zou slijten in de nacht zou zij schitteren van liefde op haar weg naar het verre warme einder. | Ephraim de Rooij, 27-03-2014

He hits him he falls and lays down people cry the snow has stopped sweetheart … sweetheart look it is snowing no more look for workers in another suit Friends of the boss person in charge from the factory halls these are shielded with fences look sweetheart they grab him they bring him inside the company doctor has to see him look sweetheart it's snowing i can see it Snowing that is what it is doing gray snow from chimneys she points to factoriehalls these are shielded with fences | Bert Waber

Page 48: Po e zine 10 | Vrij

49

Magda Thomas - Bevroren landschp afkomstig van van boeklezers.nl Toen ik het boek in handen kreeg was ik al heel nieuwsgierig naar de schrijfstijl van Nanna Dillen, ik ken haar als dich-teres en weet dat een boek schrijven heel andere koek is , ik ben zeker onder de indruk van dit debuut van Nanna , het verhaal is goed opgebouwd en tot het einde spannend, de karakters in het boek worden goed uitgebouwd en je wordt een wereld ingetrokken die bekend aanvoelt en tegelijkertijd vervreemdend werkt , de lijn tussen de levenden en de doden wordt wel heel dun met de liefdesrelatie van Rosalie en Delmont en het einde van het boek beantwoord dan ook aan de verwachting dat dit nooit goed kan eindigen , een echte aanrader voor mensen die wel van een goe-de romance houden met een vleug fantasy.

Page 49: Po e zine 10 | Vrij

50

- -

Page 50: Po e zine 10 | Vrij

51

Fluisterende stappen in het rulle zand De vloedlijn overstelpt Mijn watervrees Niet dat ik bang ben Voor de zee Maar voor het verdwijnen Van mijn stappen Die de golven rustig Mee terug trekt Niets is meer over van mijn spoor Ik ben het kwijt En onvermoeid loop ik door In de hoop op wat tijd Dat mijn stappen In het zand Mij sturen naar een stille Duinwand Om daar te treuren over Iets wat ik nimmer meer Zal erkennen als de mijne de liefde was intens maar ach, ook wij waren eens mens en zijn nu met de golven aan het verdwijnen. | Leny Kruis

Als een parfum van de zomer sloom

voorbijfietst en als een zon over de

as van de hemel rolt en als oude

muziek nieuw klinkt, smelten de

zinnen

Een vluchtige vlaag verloren wind

trekt warm aan de huid voorbij;

zegt haar zich onder te dompelen in

een onbegrensd verlangen, een

zoete vrucht, rijp en volmaakt

Achteroverliggend op een wolk van

veren drijft de wil, heel stil, naar

verre oorden

Zacht verlangen smeult achter de

ogen en brengt het zand van de

slaap, strooit een droge regen in

het verlaten brein, valt op de bin-

nenplaats van het geheugen

En…………

blijft daar smeulen in de horizon

van het besef, terwijl de zinnen

vergeten zijn wie ze waren.

| Frank Vingerhoets

Jouw glimlach brengt mij warmte Binnenin mij Dat zo leeg was Al die dagen Dat ik zonder jou Alleen was met mijn ge-dachten Die een eindeloze diepte Binnenin mij Losliet Jouw glimlach doet mij In wonderen geloven Binnenin mij zijn de tranen Langzaam aan het drogen Ik geloof weer in het leven Binnenin mij Zit jij zo diep Dat er niets voor nodig is Om mij te laten smelten Van verlangen naar die ene Glimlach van genoegen Binnenin mij Heerst er vre-de | Leny Kruis

Page 51: Po e zine 10 | Vrij

52

het stille verlangen dat diep in mij worstelt met de intense behoefte alleen te leven voor de liefde en verder dan ook niets weg te geven dan het hart kan doen slaan het stille verlangen van leven en doorgaan met ademen geeft de kracht in mij om verder de liefde een diepere kans te geven om door te gaan met het te beleven van gisteren | Leny Kruis

-

Page 52: Po e zine 10 | Vrij

53

Doe meestal maar gewoon wat en kijk wel hoe het uitpakt. Dit gaat me

redelijk af. Niet dat ik maar wat aanklooi ofzo maar die indruk wekt het

wel soms.

'Nonchalant' zijn is een vorm van bescheidenheid die siert.

Maar de soort teksten die genoteerd worden door mij zijn niet zo zeer ook

altijd van mij want geef gehoor aan de frequentie v.d. muze die ik vertaal

naar woorden. Besef me dat mijn woorden die van een ander zijn en ik

slechts tot schrijfsel mag maken, me geen reden geven om trots te zijn op

wat ik doe.

Ben slechts een schrijfselmaker.

Zal me vandaag proberen nuttig te maken. Hopelijk zal dit me lukken en

leiden tot het gewenste resultaat.

Enkele uren later mocht ik dit noteren:

"Het zit erop mijn werkzaamheden en denk mijn best te hebben gedaan.

Nu weer gewoon ff niks en thee drinken zo als oude mannekes behoren te

doen."

Maar ik mocht te horen krijgen dat er bezoek zou komen.

Het was hier echter lijkend op alsof er een bom was ontploft. Dit liet me

dit noteren:

"Schaam me voor hoe mijn toko er uit ziet maar als ik dan toch bezoek ont-

vang erin dan zegt dat meteen dat ik je mag anders zou ik niet toe laten

dat je ziet dat zelfs ik een rommelpastoor kan zijn. Alles om te doen dat ik

beschaving heb en burgerlijk ben ook al is dat slechts schijn ophouden

want eenieder weet beter.

Ben niet meer te redden, ben hulpeloos. Neen,hoor ben wel te

redden maar laat het niet toe door eenieder om mijn redder te

zijn. Mijn autonoom zijn betekent veel voor mij maar zou liever

toch ooit autonoom zijn binnen een relatie. Gaat me ooit lukken

een relatie onderhouden die goed is voor haar en mij.

Nu nog iemand vinden op zelfde frequentie als mij en alles komt

goed."

We aten tezamen, keken film en bij de romantische stukken naar

elkaar. Geen van beiden had het lef om de vraag te stellen.

"Kus me!!!"

Wel kwam er van uit jouw kant die lieve opmerking over mijn

figuur. Deze schreef ik uit inclusief de gevolgen:

-Der, je ziet er gezonder uit.

-Wat bedoel je.

-Gezonder, jeweetwel.

- Het lijkt of je jeweetwel.

-Huh.

-Nou ja... uh.

-Wat nou ja...uh.

-Ben je andere maat kleding gaan krijgen.

-Zie je dat dan.

Jok 3 maten af van wat ik had voordat ik iets groter werd.

Page 53: Po e zine 10 | Vrij

54

-Ja, je bent dik.

Val eens af, Der.

Wil niet dat je dood valt. Ik wil je kwellen, nog heel lang.

In uw zachte aard eren wij de stilte,

-Ok dan, komt in orde.

Een goed 1/2 uur later en 4 joints verder, breng je haar goed

nieuws.

Je zegt de raad te hebben opgevolgd die ze gaf. Je beweert zon-

der blikken en blozen dat de onderstaande uitgeschreven bewe-

ging sport is.

"Doe aan sport,

ben net de woonkamer ingelopen voor Rizla-blauw want de lan-

ge vloei was op."

Begon te eten op de vreetkick.

Je had me al aan het blowen gebracht door de opmerking.

Toen kwam na een kilo aan suiker in het lichaam, het besef.

Moest nog ff de post weg werken. Inmiddels was het midder-

nacht.

Stilaan verdwijnt bij mij de aandrang om lelijk te doen. Vooral

omdat ik gister in beweging kwam en toen het mocht lezen na-

dat ik boven was.

Probeer zo min mogelijk langs mijn postvak te lopen. Gister ech-

ter kon ik het niet laten want de gulzige gleuf had het buikje vol

gegeten. Deze stond bol.

Trok daarom de sleutel v.d. kuisheidsgordel uit de broekzak. Bedacht mezelf ga het

buikje ontdoen van overbodige reclame die hij heeft opgegeten.

Ligt er een brief in die geschreven is op de manier zoals het hoort. Een zelfgevou-

wen enveloppe verzegeld met zwarte was, hierin stonden de letters gedrukt,

"STN".

Verbrak de zegel op gelijke manier als beschreven word in de openbaring dus met

angst voor de gevolgen. Rolde de twee ingesloten documenten uit. Begon te lezen.

Het een ging over een ritueel. De ander betrof een tekst in het Latijn die ook nog

wat Aramese en Soemerische woorden herbergde.

Weet niet precies hoe het ritueel moest want kon het niet volledig vertalen. Maar

er stond iets in over eeuwig geluk, roem, rijkdom voor slechts een ziel. Je moest

dan ook iets met bloed doen. Kneep de puist uit op mijn been.

Begon het gat te melken v.d. verwonding door druk te zetten op de huid. Bij de

1ste paar druppels die vielen in de hexagram gebeurde er niks. Echter na verloop

van tijd leek mijn kamer kleiner te worden. Er was niks meer dan ik staande in het

hexagram. Het werd heel warm in mijn huis.

De geur van zwavel vulde mijn neusgaten. Prevelde toen de tekst op v.d. 2de rol.

Sinds dat moment voel ik me gelukkig.

Sinds dat moment vraag ik me af:

- Waar zijn mijn huisdieren, zie er 3 en had er toch 5? - Waarom heb ik zin in bedor-

ven eieren rauw te eten?

- Wat doet die dode vrouw in mijn keuken?

- Waarom zit er bloed aan mijn handen?

- Voel me levenslustig en hoe dat kan?

Page 54: Po e zine 10 | Vrij

55

- Hoe komt het dat mijn mondhoeken vol rode smur-

rie zitten? - Hoe kan het dat mijn roestvrije stalen

hakmes aan het roesten is of wat verklaart anders

die kleur op het hakdeel?

Vragen, vragen maar ik stop met vragen.

"Voel me goed, voel me gelukkig en dat is wat telt!!!"

Maar voel ik me wel goed want wat me overkomt,

lijkt het verhaal van "Faust' wel.

Ging op onderzoek uit naar mijn beleving. Schreef dit

erover uit:

**Mephistopheles**

Schud het Tarot.

Hij schudt de kaarten. Zie zijn klauwerige vingers,

(nood)lot omklemmen.

In zijn ogen brandt vuur.

Passie voor zielen in zijn blik.

Hij wil mensen die dood zijn tijdens leven, de dood

bieden door ze te laten leven.

Probeer een blik te werpen op zijn kaarten. Mis-

schien ben ik beter bedeeld.

'Mag denk ik 184 cm. de lul zijn

want ben de lul, nu, en hij heeft 30 cm.'

Gooi een balletje op.

"Hé, zin in om te gokken!!!"

We gooien elk 2 kaarten op tafel.

Ik,"de dwaas" en "de dood". Hij, 2maal "schoppenaas".

Verlies deze ronde en ga geen schaken leren.

"Prijs hem gelukkig met een ongelukkige deal."

Zijn ogen, mijn hart, ze raken elkaar.

Hij wordt ziek.

Zag nooit zo veel duisternis.

Zelfs het kwaad bevat licht.

De Duvel is oud, God is tot dood versleten en mijn ziel,de

nieuwe heerser in hel.

**Mephistopheles II**

De ziel heerst.

Ego afwezig en al wat ik ben slechts omhulsel van vele leegtes.

Toch zo voldaan gevoel.

Mijn geest die huilt als een "Bean sídhe".

Alle goedheid weg. De haat, de woede en de vreugde over jou,

het slacht-offer.

Je ligt zo mooi te wezen in je slaap op het altaar.

Page 55: Po e zine 10 | Vrij

56

Zwarte kaarsen verlichten je.

Kris, dreigend boven hart.

In je nek zie ik spieren bewegen, kus deze teder en sla toe.

Jouw vocht, mijn muurtekening in woorden; "Helter Skelter".

Ben niet gevaarlijk???

Mijn handen zijn niet van mij maar van Jou, mijn baas en

Jij, behoeder van mijn ziel.

Je koestert het contract.

Dit is nummer 13 van mijn goede zielen. Nog 1 te gaan.

In mij groeien die van jou.

Verzameling van slechte eigenschappen, elk een persoonlijkheid die mani-

festeert. Ik ben legio.

Dicht zittend tegen aan een goddelijk getal, in onpersoonlijkheden gehuis-

vest in me, 665.

Potver, Omg, ik had mijn ziel verkocht.

Ben niet meer te redden, ben hulpeloos. Neen, hoor ben wel te redden

maar laat het niet toe door een ieder om mijn redder te zijn. Toen dacht ik

aan jou. Jij mag me redden.

In mijn ooghoeken zie ik je, nog zitten.

Zachtjes de stem van jou op mijn voicemail, bel me als er iets is.

Voel je energie hangen.

Je bent niet gegaan. Voel je energie hangen.

Voel je energie hangen. Bel je.

Woorden vol liefde alsof je een engel bent.

Je bent een engel, je bent niet gegaan.

Ook dit is ook je thuis, mijn adres en mijn hart.

Ik dacht aan jou en jij belde. Je was snel hier. Vroeg mezelf geen-

eens af hoe dit je was gelukt maar zag de bezem voor de deur

staan.

Zozo, nog ff en ik betwijfel niet meer dat ik blijkbaar ook iets goeds

doe.

Anders had je wel je tijd genomen.

Je zei me;

"heb dit voor jou geschreven."

**Wij eren de stilte tussen ons**

Hij stond gelijkend aan Jezus met de demonen nog niet uitgestoten.

Hij rook hemels,niet des zwavels, en zijn ogen waren koud als

sneeuw.

Zijn verhaal,mijn verhaal, de mars is die van de eenzame, de opmars

van de eenzame.

Page 56: Po e zine 10 | Vrij

57

- Hoe komt het dat mijn mondhoeken vol rode smur-

rie zitten? - Hoe kan het dat mijn roestvrije stalen

hakmes aan het roesten is of wat verklaart anders

die kleur op het hakdeel?

Vragen, vragen maar ik stop met vragen.

"Voel me goed, voel me gelukkig en dat is wat telt!!!"

Maar voel ik me wel goed want wat me overkomt,

lijkt het verhaal van "Faust' wel.

Ging op onderzoek uit naar mijn beleving. Schreef dit

erover uit:

**Mephistopheles**

Schud het Tarot.

Hij schudt de kaarten. Zie zijn klauwerige vingers,

(nood)lot omklemmen.

In zijn ogen brandt vuur.

Passie voor zielen in zijn blik.

Hij wil mensen die dood zijn tijdens leven, de dood

bieden door ze te laten leven.

Probeer een blik te werpen op zijn kaarten. Mis-

schien ben ik beter bedeeld.

'Mag denk ik 184 cm. de lul zijn

want ben de lul, nu, en hij heeft 30 cm.'

Gooi een balletje op.

"Hé, zin in om te gokken!!!"

We gooien elk 2 kaarten op tafel.

Ik,"de dwaas" en "de dood". Hij, 2maal "schoppenaas".

Verlies deze ronde en ga geen schaken leren.

"Prijs hem gelukkig met een ongelukkige deal."

Zijn ogen, mijn hart, ze raken elkaar.

Hij wordt ziek.

Zag nooit zo veel duisternis.

Zelfs het kwaad bevat licht.

De Duvel is oud, God is tot dood versleten en mijn ziel,de

nieuwe heerser in hel.

**Mephistopheles II**

De ziel heerst.

Ego afwezig en al wat ik ben slechts omhulsel van vele leegtes.

Toch zo voldaan gevoel.

Mijn geest die huilt als een "Bean sídhe".

Alle goedheid weg. De haat, de woede en de vreugde over jou,

het slacht-offer.

Je ligt zo mooi te wezen in je slaap op het altaar.

Marcheer niet, eenzame Samuel!

Kom bij mij, kom tot mij, kom in mij, deel jouw zijn

met me.

De muziek zwengelde aan en hiermee stierf de mars.

De opmars van de eenzame is geweest, de mars van

de eenzame is gedaan.

Ja, de mars is die van de eenzame

is eenzaam en voorbij.

Kom bij mij, kom tot mij, in mijn uren vol duisternis.

O gij, mijn weemoedige, grootmoedige held met het

grote hart, te groot voor jouw kleine mannen li-

chaam.

Mijn vreemde vreemdeling, pleng voor jou tranen uit

mijn klieren en inwendig ongerief vult het bestaan

van mij.

Je verzwijgt het gevoel wat bestaat en jij ontkent het.

Tis de kracht en de wreedheid in uw zachte aard.

tussen onszelf eren wij de stilte, de stilte tussen ons-

zelf eren wij , tussen ons de stilte die wij eren.

Tussen onszelf,tussen onszelf,tussen onszelf,

.................tussen ons!!

Begon te huilen als een kind.Je drukte me tegen je boezem aan. Krom-

de de wijsvinger en veegde de tranen hiermee weg.

Stof bijt de woorden weg.

Laat traan inkt glijden door erosiepas van beten.

Je knabbelt zo lekker.

Nu, in gedachten aan mij, zelfs twijfel bijt niet meer, red het gedicht

wat jij bent en leg je weg want woorden voor jou zijn me kostbaar ge-

worden.

Bij deze woorden door jou gesproken tegen mij, voelde ik leven in me

komen.

Zou jij dan mijn frequentiegenoot zijn???

Mocht dit zo zijn dan is deze tekst voor jou!

Stort neer, vleugellam, pijl door veren in mij gestoken.

Beland op zand, waan me veilig op drijf, raak op dreef, vaster om te

zitten.

Een gewonde raaf in heempark

en je pakt deze op.

Waan me veilig, jouw huis van snoep en jij zoeter, zo zoet dat je me

voed in mijn kooi.

Stoofpan staat op, werpt dekselse deksel af en

ravenogen ziende basis voor kippensoep en er is geen kip in de buurt,

strek de vleugels en vlieg je pan in.

Page 57: Po e zine 10 | Vrij

58

morgen zal ik pauwenveren dragen de zon naar beneden halen een glitterjurk aantrekken en de stoute schoenen morgen zal ik voortgaan ook al draagt elke stap lood in zich lopen benen in beweging vast mokert de hamer op een beurse ziel heeft mijn gezwollen tong mijn mond verstomd morgen zal ik bloesems uit hun knoppen dwingen morgen | Marije Hendrikx

Ik wil je voeden.

Je eet me niet. Neen, je kust me, zacht. Voel je lippen mijn nek overlopen

richting de wangen en vanuit hier beweeg je je naar mijn mond. Jouw uiting

van liefde, laat al het zwavel uit me lopen.Je red me.

Jouw liefde, zo oprecht en puur,

ontbond het contract.

| Anoniem

Page 58: Po e zine 10 | Vrij

59

Filosoof, schrijver, spreker, anglicaans priester,

hoogleraar en beoefenaar van de vergelijkende

godsdienstwetenschappen.

Verdiepte zich met name in de filosofie van

zen, het boeddhisme en het taoïsme, en heeft

met zijn werk een belangrijke bijdrage geleverd

aan de popularisering van Aziatische religie en

filosofie.

Publiceerde meer dan 25 boeken en veel arti-

kelen over identiteit, de uiteindelijke realiteit,

hoger bewustzijn, zin en betekenis van het

leven, godsbeelden en menselijk geluk.

Watts waarschuwde net als Aldous Huxley,

Timothy Leary, John Lilly en Gregory Bateson,

voor de gevaren van een te radicale reductio-

nistische Westerse werkelijkheid.

“Inability to accept the mystic experience is

more than an intellectual handicap. Lack of

awareness of the basic unity of organism and

environment is a serious and dangerous hallu-

cination. For in a civilization equipped with

immense technological power, the sense of

alienation between man and nature leads to

the use of technology in a hostile spirit – to the

“conquest” of nature instead of intelligent co-

operation with nature.” Alan Watts, Psychedel-

ics and Religious Experience, 1968.

Van Morrison song lyrics from the

Poetic Champions Compose album

AlanWatts Blues

Well I'm taking some time with my quiet friend

Well I'm takin' some time on my own.

Well I'm makin' some plans for my getaway

There'll be blue skies shining up above

When I'm cloud hidden

Cloud hidden

Whereabouts unknown

Well I've got to get out of the rat-race now

I'm tired of the ways of mice and men

And the empires all turning into rust again.

Out of everything nothing remains the same

That's why I'm cloud hidden

Cloud hidden

Whereabouts unknown

Bridge

Sittin' up on the mountain-top in my solitude

Where the morning fog comes rollin' in

Just might do me some good.

Well I'm waiting in the clearing with my motor

on

Well it's time to get back to the town again

Where the air is sweet and fresh in the country-

side

Well it won't be long before I get back here

again.

Same album The Mystery

Let go into the mystery

Let yourself go

You've got to open up your heart

That's all I know

Trust what I say and do what

you're told

Baby, and all your dirt will turn

Into gold

Let go into the mystery

Let yourself go

And when you open up your

heart

You get everything you need

Baby there's a way and a mystic

road

You've got to have some faith

To carry on

You've got to open up your heart

To the sun

You know he's looking out for

you

'Cause he's the one

Let go into the mystery

Let yourself go

There is no other place to be

Baby this I know

You've got to dance and sing

And be alive in the mystery

And be joyous and give thanks

And let yourself go

I saw the light of ancient Greece

Towards the One

I saw us standing within reach

Of the sun

Let go into the mystery of life

Let go into the mystery

Let go into the mystery

Let yourself go

You've got to open up your arms

To the sun

You know you've got so many

charms

It's just begun

Trust what I say and do

What you're told

And surely all your dirt will turn

into gold

Page 59: Po e zine 10 | Vrij

60

Eddie Woods (8 mei 1940, in New York) is een Amerikaanse dichter, prozaschrijver, avonturier, redacteur en uitgever. Woods is autodidact. Woonde en reisde in verschillende delen van de wereld, in het Oosten en het Westen. Vestigde zich uiteindelijk in Amsterdam. Begon in 1978 Ins & Outs magazine en twee jaar later Ins & Outs Press.

Na de middelbare school die hij niet afmaakte werkte Woods twee jaar in Manhattan als computer programmeur. In 1962 tekende hij voor vier jaar voor de US Air Force, waarvan hij drie jaar in Duitsland doorbracht.In Duitsland trouwde hij twee keer. Woods is vader van twee dochters.Tijdens zijn dienstijd schreef hij essays en korte verhalen. Zijn schrijftalent ontdekte hij al op vijftienjarige leeftijd. In 1968 maakte Woods zijn eerste reis naar het Azie. Woods was restaurant manager in Hong Kong, werkte in Singapore en was schrijver voor de Bangkok Post en bevriend met Tennessee Williams met wie hij vaak ging stappen. Woods reisde naar Singapore, werkte voor zowel The New York Times en ABC News Radio , was disc jockey bij Radio Thailand. Woods runde een homobar in Pattaya , Thailand. In Bali stond hij bekend als " Durian Ed "en" Mushroom Ed ", omdat hij een methode toepaste voor het vloeibaar maken van gifvrije psilocybine paddestoelen. In Laos was hij en ook in Okinawa , de Filippijnen , Macao , Java en Japan . Hij verkende hij een groot deel van Ceylon ( Sri Lanka) en bracht enkele maan-den door op een Theravada boeddhistisch eiland. In juni 1973 ontmoette hij in Londen Jane Harvey met wie hij la-ter Ins & Outs magazine startte. Woods is auteur van bijna 30 artikelen voor Edward de Bono 's Eureka, een geïllu-streerde geschiedenis over uitvindingen. Hij reisde over land naar Azië met Jane. Fietste door grote delen van India. Werkte voor de Teheran Journal en doorkruiste een groot deel van het subcontinent. In 1976 bezocht hij na vele jaren van omzwervingen weer de Verenigde Staten, voor het eerst in twaalf jaar en schreef artikelen voor de Berkeley Barb , publiceerde verhalen en gedichten in De Bystander , Odalisque enz. In 1979 scheidde hij van Jane Harvey. In 1981 huurde hij een zolder appartement in het hart van de rosse buurt van Amsterdam en raakte betrokken bij uitgeverijprojecten World Poetry Nieuwsbrief en One World Poetry Festival, samen met o.a. William S. Burroughs. Woods schreef een bijtende kritiek onder het pseudoniem Woodstock Jones, gedistribueerd door Ins & Outs Press. Jane Harvey richtte de Ins & Outs Press Foundation op en opende de Ins & Outs Bookstore.

Page 60: Po e zine 10 | Vrij

61

FEATURING

Page 61: Po e zine 10 | Vrij

62

FEATURING

Page 62: Po e zine 10 | Vrij

63