P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

57
Jaargang 2, nummer 3: 1 juli 2013 Themanummer: “Ik droom een toekomst” Biografie: Ingrid Jonker

description

 

Transcript of P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Page 1: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Jaargang 2, nummer 3: 1 juli 2013 Themanummer: “Ik droom een toekomst” Biografie: Ingrid Jonker

Page 2: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

(Logo sculptuur: Ann Dierckx) (Cover-illustratie: Dorine Lintelo)

… een elektronisch magazine over alles wat met poëzie te maken heeft... waar diversiteit in het spelen met woorden en taal voorop staat... Verschijnt 6 maal per jaar, met bijdragen in het Neder-lands, Afrikaans en Engels Een uitgave van: Pastuiven Verkwil © 2013 NIETS uit deze uitgave mag worden verveelvou-digd en- of openbaar gemaakt worden op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteurs! Gratis abonnee worden? Stuur dan een e-mail naar: [email protected] (ook voor alle andere correspondentie) Aanleveren kopij: Tekst alleen als DOC bijlage Beeldmateriaal alleen als JPEG/JPG bijlage Internet: http://hetnieuwepoezine.wordpress.com/ https://www.facebook.com/Poezine

Page 3: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Po-e-zine, een elektronisch magazine over alles wat met poë-zie te maken heeft... waar diversiteit in het spelen met woor-den en taal voorop staat... Het thema van Po-e-zine nummer 4? “Een zomer zonder doping”. Pastuiven Verkwil [email protected]

Page 4: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Meewerkenden aan dit nummer: Dorine Lintelo, Ann Dierckx, Elizabeth Haak, Marcel Deko-ning, Wouter van Heiningen, Luna Holland, Jelou, Astrid van Rijn, Mark Boninsegna, Ria Giskes, Petra Fenijn, Syke van ‘t Ven, Dimph Jansen, Stef Kruger, Anke Cant, Bert Deben, Rudolf Dierckx, Elbert Gonggrijp, Marguerite Beneke, Jan Anton Gilles, Johann P. Boshoff, Jan van Well, Carl Nel, Ma-rije Hendrikx, Froukje Vos, Amanda Tuinstra, Laurens Win-dig, Marleen Ooms, Marion Steur, switi lobi, Frans Wentholt, Anneke Haasnoot, Patrick Roelofs, Pastuiven Verkwil, Ruud Poppelaars, Rob Fink, Nancy Meelens, Vera Koers, Barend van der Merwe, Erik-Jan Vaandering, Bart Pinnoo, Ludy Bührs, Harald Calle, Lenjef, Liesje Boer, Manja Herstel, Pim Leefsma, Els den Os, Ita Froneman, Marianne Wulms-Hovens, Marieke Noppen, Marjon Zomer, Paul Visser, Helle van Aardeberg, Vincent Jongman, Marius de Schaar, Alja Spaan, Eric de Wilde Corrector: Bert Waber Consultant: Vincent Jongman Lay-out: Pastuiven Verkwil, Rob Fink

Page 5: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Dankbaar Elizabeth Haak

Page 6: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

’n Afrikaanse skryfster en digteres. Sy is gebore op 19 Septem-ber 1933 op Douglas, 'n dorp naby die hoofstad van die Noord-Kaapse provinsie. Belangstelling in Ingrid Jonker se werke en veral ook in haar kort en tragiese lewe was ná haar dood veel groter as toe sy geleef het. Net drie digbundels van haar is ooit gepubli-seer: Ontvlugting (1956), Rook en oker (1963), en Kantelson (1966). Dit is veral die kort en suiwer liriese gedigte van verlange en verlatenheid in Rook en okerwat aan haar roem besorg het. In haar nadood-se Kantelson was dit 'n doodsverlange wat tot lesers gespreek het en daartoe gelei het dat bekende musici haar ge-digte getoonset en opgeneem het. Sy het op 19 Julie 1965 selfmoord ge-pleeg deur in die see te loop in Drieankerbaai, Kaapstad. Ingrid Jonker was de tweede doch-ter van Abraham H. Jonker, een schrijver die politicus werd voor de Nasionale Party, en Beatrice Cil-liers.

Haar vader verliet haar moeder nog voor haar geboorte; samen met haar moeder en haar zus Anna trok ze in bij haar grootouders op een boerderij nabij Kaapstad. Met haar diep gelovige grootmoeder bezocht Ingrid veel religieuze bijeenkom-sten, waar ze gegrepen werd door de wonderlijke verhalen en taal van de bijbel. Op haar zesde begon ze zelf gedichten te schrijven. Na het overlijden van de grootvader zwier-ven de vier vrouwen door Kaap-stad, zonder vast inkomen. Haar geesteszieke moeder overleed in 1943, waarop Ingrid en haar zus bij hun vader en zijn inmiddels ge-stichte gezin kwamen te wonen. De meisjes werden nauwelijks ge-accepteerd in hun nieuwe gezin. In-grid kreeg geen goede band met haar vader, een gegeven dat gedu-rende de rest van haar leven als een schaduw over haar zou hangen. Ze zette het dichten voort, en zocht op haar twaalfde contact met D.J. Opperman, een dichter en schrijver die veel invloed op haar werk zou hebben. Op school ging het goed, maar van haar vader en stiefmoeder mocht ze niet verder studeren.

Ingrid Jonker

Page 7: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

In 1949 had ze een bundel gereed, Na die somer, maar ondanks inte-resse van uitgevers werd de bundel niet gepubliceerd. Geld verdiende ze met werk bij drukkers, uitgevers en boekwinkels. Ook volgde ze een cursus poëzie. Haar eerste publica-tie werd in 1956 de bundel Ont-vlugting, opgedragen aan haar va-der die het werk echter afkeurde. In dat jaar huwde ze de aanzienlijk ou-dere schrijver Pieter Venter, met wie ze in Johannesburg ging wo-nen; in 1957 werd hun dochter Si-mone geboren. Het werd geen ge-lukkig huwelijk: Jonker klaagde over eenzaamheid en leed aan de-pressies. Jonker en Venter scheid-den in 1960; zij ging met haar dochter terug naar Kaapstad. Ingrid Jonker behoorde tot een groep kunstenaars waaruit de be-weging van de Sestigers zou ont-staan. Ze verzetten zich onder meer tegen de censuur die de rege-rende Nasionale Party oplegde - een beleid dat mede door Ingrids vader Abraham werd uitgevoerd. De politieke onenigheid dreef va-der en dochter nog verder uiteen. De censuur werd mede ingegeven door de kritiek op de regering die losbarstte vanwege de gehate pas-jeswetten en na het bloedbad in Sharpeville, in 1960.

Jonker had daarover het gedicht Die kind (wat doodgeskiet is deur soldate by Nyanga) geschreven. Door haar kritische houding ten opzichte van de apartheid lukte het haar jarenlang niet om een nieuwe bundel gepubliceerd te krijgen. Psychische problemen leidden en-kele malen tot opname in psychia-trische inrichtingen, ze leed net als haar moeder aan manische depres-siviteit. In 1961 werd ze voor het eerst opgenomen, nota bene in Val-kenburg, de kliniek waar haar moe-der was overleden. In die tijd had ze verhoudingen met de schrijvers André Brink en Jack Cope. Brink was getrouwd en Cope was twintig jaar ouder. Een zwangerschap leid-de tot een abortus, een nieuwe aan-slag op haar weinig stabiele geeste-lijke gezondheid. In 1963 verscheen dan toch de bundel Rook en oker, die enthousi-ast werd ontvangen in liberale krin-gen. Voor de bundel ontving ze in 1964 een prijs van de Afrikaanse Pers-Boekhandel. Daardoor en door een studiebeurs van de Anglo American Corporation kon ze een lang gewenste reis naar Europa ma-ken, waarbij ze onder anderen de in Parijs wonende schrijver en dichter Breyten Breytenbach ontmoette. Na een breuk met reisgenoot Brink, die uiteindelijk voor zijn vrouw koos, stortte ze in en moest ze in Parijs worden opgenomen.

Page 8: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Terug in Zuid-Afrika bleef ze de-pressief. In de winternacht van 19 juli 1965 verliet ze blootsvoets de kliniek waar ze was opgenomen. Een politie-agent zag haar en bracht haar terug, maar even later wist ze alsnog het strand van Drie-ankerbaai te bereiken en liep ze de zee in. Haar levenloze lichaam spoelde aan op het strand. Naar verluidt reageerde haar vader op het bericht van haar dood met de uitspraak "Voor mijn part gooien ze haar weer terug".

Page 9: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Ek herhaal jou

sonder begin of einde herhaal ek jou liggaam Die dag het 'n smal skadu en die nag geel kruise die landskap is sonder aanzien en die mense 'n ry kerse terwyl ek jou herhaal met my borste wat die holtes van jou hande namaak.

Ek het gedink..

Ek het gedink dat ek jou kon vergeet, en in die sagte nag alleen kon slaap, maar in die eenvoud het ek nie geweet dat ek met elke windvlaag sou ontwaak:

Dat ek die ligte trilling van jou hand weer oor my sluimerende hals sou voel- Ek het gedink die vuur wat in my brand het soos die wit boog van die sterre afgekoel.

Nou weet ek is ons lewens soos 'n lied waarin die smarttoon van ons skeiding klink en alle vreugde terugvloei in verdriet en eind'lik in ons eensaamheid versink.

Page 10: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Korreltjie sand

Korreltjie korreltjie sand klippie gerol in my hand klippie gesteek in my sak word korreltjie klein en plat

Sonnetjie groot in die blou ek maak net 'n ogie van jou blink in my korreltjie klippie dit is genoeg vir die rukkie Kindjie wat skreeu uit die skoot niks in die wêreld is groot stilletjies lag nou en praat stilte in Doodloopstraat

Wêreldjie rond en aardblou korreltjie maak ek van jou huisie met deur en twee skrefies tuintjie met blou madeliefies

Pyltjie geveer in verskiet liefde verklein in die niet Timmerman bou aan 'n kis Ek maak my gereed vir die Niks

Korreltjie klein is my woord korreltjie niks is my dood

Page 11: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Dromen, Marcel Dekoning

Page 12: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Ik droom een toekomst Hoe vaak zullen dichters door de eeuwen heen geen toekomst ge-droomd hebben? En hoe vaak zul-len ze er iets mee gedaan hebben? Veel dichters hebben de neiging om vooral over het verleden te schrijven of in ieder geval over za-ken die gepasseerd zijn. Of over het hier en nu. Maar de toekomst? Naar mijn weten is er geen science-fiction-poëzie bekend, al zullen er ongetwijfeld wel eens dichters zijn geweest die over de toekomst heb-ben gedicht. Zelf heb ik eens, in het kader van ‘Alkmaar Anders’ van dichter Alja Spaan, een gedicht gemaakt dat over de toekomst ging. Ook heb ik me weleens gewaagd aan bespiege-lingen over hoe het met de natuur zou gaan in de (nabije) toekomst. Maar of het hier om dromen ging of eerder over een waarschuwend woord aan de lezer? Toch kun je het thema van deze editie ook anders interpreteren. Ik droom een toekomst kan namelijk ook gaan over een verlangen, een wens hoe de toekomst (van de poë-zie) eruit zou kunnen zien. Als je er op deze manier naar kijkt, ligt er ineens een heel veld open. Want zijn er in de loop van de geschiede-nis niet vele malen dichters en groepen dichters geweest die voor zichzelf en voor de poëzie een hele nieuwe toekomst zagen?

Eigenlijk, als je het nader bekijkt is het met poëzie net als met (de an-dere vormen van) kunst. Op enig moment is een vorm van poëzie (kunst) in de mode, dan wordt dit door het grote publiek omarmt en gaan de eerste dwarsliggers of ver-nieuwers van zich laten horen. De-ze vernieuwers blijven soms in de marge opereren en soms krijgen ze bijval. Wanneer dat laatste gebeurd kan het zo zijn dat de vernieuwers de nieuwe norm worden en op enig moment zullen ook zij te maken krijgen met dichters (kunstenaars) die zich een nieuwe, andere toe-komst dromen. En zo is de cirkel weer rond. Na-tuurlijk kun je het thema ook op jezelf van toepassing laten zijn. Ik droom een toekomst voor mezelf, voor mijn poëzie. Ik wil later (als ik groot ben) publiceren, van me laten horen, me laten gelden. Deze indi-viduele toekomstdromen zijn mis-schien nog wel waardevoller dan de poëzie (kunst) in een groter per-spectief. Op je eigen ontwikkeling, je eigen situatie kun je altijd invloed uitoefenen. Je kunt jezelf verbete-ren, veranderen, je kunt leren, bijle-ren, gelijkgestemden opzoeken en misschien, heel misschien kun je dan later constateren dat je deel uit hebt gemaakt van een andere toe-komst.

Page 13: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Ter illustratie mijn gedicht voor ‘Alkmaar Anders’ getiteld ‘Hoe het de pinguin verging’ (in medias res). Dit gedicht plaatst zichzelf op een moment in het midden van een verhaal. In medias res betekent: (Latijn: in (het) midden (van de) zaken) is een relatieve tijdsaanduiding, die vooral veel gebruikt wordt in verhaalanalyses. Hierbij dient de term om aan te geven dat een verhaal niet bij het begin begint, maar ergens in het midden of mogelijk zelfs al rond het einde. (Bron: Wikipedia). In dit geval het verhaal van het op-warmen van de aarde en het smel-ten van de ijskappen. Wouter van Heiningen

Hoe het de pinguin verging (in medias res) Gespietst door het IJzervlijmscherp ivoor, glijdend door het inktzwarte pak

nooit meer Napoleon nooit meer het dwingend aanroepen nooit meer de handel en wandel mars of geen mars

want verrassing overwint snelheid

een laatste glimp van het vuur dat warmt maar niet smelt

voordat het licht dooft

Page 14: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Luna Holland

Page 15: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Ik droom een toekomst wij eten uit schalen van edelkarton de wormen en maden gestoofd met wat tijm een zalige delicatesse de tafel van sfeervol gewapend beton biedt naaktslaksalade ontdaan van het slijm vermengd met een paardenbloemdressing de glasvezelnappen met berenklauwsap zijn na een jaar gisten uitmuntend van smaak al zal dat per mond wat verschillen het zuivert het bloed en verruimt aardig rap ons geestelijk welzijn waardoor het vermaak zich hierbij geen tijd laat verspillen wij slapen in matten gebreid van liaan zeer stevig gehangen aan staaldraad en hout een wiegende droomlandsensatie een nachtgewaad hoort niet meer bij ons bestaan door berenklauwsappen kennen wij geen kou dat hoort bij de degeneratie ons dagelijks leven hangt af van de dag van moeder natuur en wie sterk is of slim ontkoppeld van oude systemen betalen met geld deed het oude geslacht de waarde van luxe verdween naar de kim net als de burn-outs en extremen wij wonen in huizen of wat er van toen aan bouwsels of ketens bleef staan door de tijd een hergebruik voor ons primaten de rijken der aarde allang op rantsoen leren wij weer leren hoe zelfredzaamheid zichzelf bedruipt zonder dukaten zij eten uit schalen van edelkarton de wormen en maden vol afschuw maar toch blijkt het langzaamaan wel te smaken de naaktslaksalade eerst horror-jargon begint reeds te wennen en berenklauwbocht heeft hen nu verslaafd doen raken Jelou

Page 16: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Droomdoedel, Astrid van Rijn

Page 17: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Haruspices Wij leggen de ingewanden van schapen hier neer op il fegato di Piacenza De groeven van de oude Etruskische inscripties zullen gevuld worden met vers bloed Wij hebben Gaius Julius Ceasar gewaarschuwd voor het gevaar op de Iden van maart zonder de lach waar Cato naar op zoek was De sporen in de toekomst liggen klaar om opgevuld te worden door uw voetstappen Een droom blijft een dromend uitzicht door de ogen van de goden

Mark Boninsegna

Drie haiku's in de polder het eerste groene waas reikhalzende ganzen tussen de cadeaus een verzilverd babyschoentje van de bruid ik mis haar nog erg maar mijn hart maakt al plaats voor een nieuw poesje Ria Giskes

Page 18: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Petra Fenijn

Page 19: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Ik kan je een droom verzinnen uit de diepe scherven die rondom mij niet op te rapen zijn

Mijn grond is bros korstend moeras waarin de dotterbloemen sterven, waar de voeten haperen in zomp die nimmer lost

Ik kan je een droom verzinnen

ik ben geen schaap ik grijns met valse tanden hoe kan ik goed doen?

met afgekapte handen

Sijke Van 't Ven

Echo Druppelende wintertranen vallen in het niet bij de stralende lentelichtjes in jouw ogen vol verlangen wachtend op het nieuw blauw zomer-Leven Dimph Jansen

Dimph Jansen

Page 20: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst
Page 21: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Een glimp van de toekomst Bekent stilaan kleur Ik beleef ze Alsof het de dag van vandaag is Ik leef mijn droom Nu, de volgende minuten Zijn toekomst Ik ben wakker En toch is het een mooie droom Zo’n toekomst Mag altijd toekomst blijven Nu straks later morgen en volgend jaar. Ik beleef de droom van de toekomst NU en morgen… En… Anke Cant

Ik denk aan wat er komen kan en droom een beeld, wij twee, als oude mannen verzorgend tot elkaar verbannen ik knuffel jou nog zonder schroom ik zoen en veeg jouw mond weer schoon nadat ik je te eten gaf we tellen samen langzaam af maar liefde blijft de ondertoon ik leg me naast je in het bed een deken houdt ons beiden warm je buigt naar mij, maar pijn belet je ik nestel mij weer in jouw arm de tijd werd bijna stil gezet als jij straks sterft, dan sterf ik met je. Bert Deben

Page 22: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Rudolf Dierckx

Page 23: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Droom Maar ik zal je terugzien morgen of naast deze tijd in een zachter gras Dorine Lintelo

Back to the future Voor M., Kan ik in de toekomst kijken? Het verhaal dat ik vertel kent zover ik weet geen enkel oponthoud. De lente telkens zo vergeefs dat dat zij nodeloos haar kruit verschiet – een voorbijgaand fenomeen. Waar gaat dit overigens over? Zolang de liefde niet toereikend is, komen wij oren en ogen tekort. De bloesems openen zich met ongemak en de twijfel weet zich nooit volledig uitgesproken. In het uitzicht het vermoeden om ooit te kunnen kiezen – het zo te blijven willen, talrijk in alle mogelijke besluiten – te dromen, groen als gras. Elbert Gonggrijp

Page 24: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Marguerite Beneke

Page 25: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Ze zei Dat ze tijd kon opsplitsen In perfecte symmetrie Voor en na

Tussenin Non existere De baarmoeder van de tijd Is de eicel ,de singulariteit verleden De pijl die steeds dezelfde richting volgt

Zo keerde je om Mijn wereld om Mij zal toekomen Desolate twijfel aan het universum.

Jan Anton Gilles

Tog hierdie reis deur kinderlike groei groeiende adolessensie adolessente volwassenheid volwasse vierings vier hom uit in bestemmings: die lyf se luste kry vir oulaas stuipe vir oulaas stram buig knie en rug oë verduister mettertyd en onthou verstil my smaghart wil nou Tuis kom Johann P. Boshoff

Page 26: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Jan van Well

Page 27: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Journey Man

The wind stretches taut across his ears, playing them.

His feet shuffle, sending clouds of dust in shapeless forms to either side and nowhere.

And in the distance somewhere - he is sure - lies his home.

Carl Nel

Lachen naar de maan zoals zij garen spint uit ochtendgloren en weer kan lachen naar de maan verbindt zij draden uit haar midden naar alle dingen die bestaan wordt zij opnieuw geboren zij reikhalst gretig naar de zon en hijst zich uit haar dal omhoog uit nevels van voorbije tijd schildert zij een regenboog van eeuwigheid tot waar 't begon Marije Hendrikx

Marije Hendrikx

Page 28: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Froukje Vos

Page 29: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Mijn, droom voor in de toekomst. Ja, ik heb een droom, grote dromen voor in de toekomst. Voor wat ik wil bereiken zal ik zeer hard moeten werken. Erg? Nee joh, helemaal niet. Heb ik er namelijk wel voor over om keihard ervoor te werken. Want wie iets wil bereiken zal er zeer hard voor moeten werken. Mijn grote dromen zijn: een zorg-restaurant openen voor mensen met een beperking, en eigen ontwikkelde lesboeken voor gastheer, gastvrouw en kok. Dat is niet mijn enige grote droom die ik heb, Nee, ik heb nog een hele mooie droom om waar te maken. Eigen boeken die ik aan het schrij-ven ben. Waaronder Gepest en Ge-kwetst en het e-book Samen staan wij sterk! Dit e-book is een gratis boek dat wordt uitgeven via mij. Waar twintig levensverhalen in zul-len komen. Mocht deze goed lopen zal dit e-book zeker door blijven gaan. Met de wegen die zal ik volgen zul-len er ook vrienden gaan afvallen omdat ze niet met het succes kun-nen leven. Dat ik in de picture zal staan met mijn verhalen en mijn net-werk.

Maar helaas zo gaat het nou een-maal in deze wereld. Mensen gun-nen soms elkaars geluk en successen niet, in het leven. Zeer jammer. Vind het ook zeer triest. Vooral als je een lange vriendschap hebt opge-bouwd en altijd voor diegene klaar stond. Soms moet je mensen loslaten om je dromen achterna te gaan, hoe pijn het ook doet. Je zult in loop van de tijd dat je je dromen nastreeft voor je eigen toe-komst, mensen gaan verliezen. Hoe lang je ook bevriend met ze bent. Ze zullen op ten duur het geluk dat je hebt, niet meer kunnen waarde-ren. Je kunt je gaan afvragen waar-om mensen dat gaan doen en komt helaas niet op de antwoorden. Het enige wat je kunt doen is je dro-men najagen en dan maar minder vrienden hebben. Met de vrienden die je nog hebt, kun je een hele we-reld bouwen, vertrouwen. In slechte en moeilijke tijden kom je achter echte vrienden. Wie je echte vrien-den zijn al helemaal. Al zal ik veel vrienden verliezen door mijn dromen, ik weet waar-voor ik het doe. Voor een betere wereld en een betere maatschappij.

Page 30: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Al doet het nog zo’n pijn als een vriend uit je leven verdwijnt, snel zullen er andere mensen op je pad komen. Dan vergeet je de anderen toch al snel. Denk aan je eigen succes die je be-haald met de mensen om je heen die je wel het succes en het geluk gun-nen, want deze mensen heb je zeker nodig. Zonder deze mensen kom je er niet. Amanda Tuinstra

Vooruitzien ik ben mijn eigen toekomst terugzien valt niet meer ten dele ik gaf haar reeds aan Lethe rivier der vergetelheid in Hades en mijn poëtisch leven alles is door mij beknot gekneveld op geschept papier - ooit zo maagdelijk als ik - na mijn dood nog leeft zelfs als wordt vernietigd in vuur en vlam zal haar geest voor eeuwig blijven leven Laurens Windig

Page 31: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Marleen Ooms

Page 32: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Marion Steur

Page 33: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Frans Wentholt

Page 34: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Het begon steeds meer tot de we-reldverbeteraar in haar door te drin-gen totdat ik begreep, dat je met dromen niet veel verder kwam. Hoewel een liedje van een zanger uit haar tijd lang een rol had gespeeld in haar leven: ‘Anne, de wereld is niet mooi, maar jij kunt haar een beetje mooier maken.’ Ze was van nature geen doener, maar had zonder het te beseffen die rol lange tijd gespeeld. Eigenlijk net zolang totdat deze haar volledig had uitgeput en ze het grootste deel van de dag aan haar rolstoel was gekluisterd. Doeners lukte het nog enigszins tegen de bierkaai te vechten. Actievoerders en ontwikkelingwerkers kregen ten-minste nog íets van de grond. Die droegen keien bij in plaats van steentjes. Kon je de wereld ook ver-beteren door tot de categorie ‘eenvoudigweg zijn’ te behoren? Wat zij wel deed, was visualiseren. Dat deed ze met regelmaat, ze was er zelfs goed in. In haar tijd ging de mare dat je met positieve gedachte-kracht, dat wil zeggen door de din-gen voor je geestesoog te laten ver-schijnen, veranderingen kon be-werkstelligen ten gunste van de mensheid. Het leek eigenlijk wel op het bidden dat mensen in hoge nood wel eens deden.

Bidden in beelden. Bezwerende ri-ten en ceremonies misten hun uit-werking eveneens vrijwel nooit, al was het soms voor korte tijd. De mens had ze nodig om structuur en houvast te hebben. Dat gold voor dagelijkse persoonlijke rituelen om de dag mee te beginnen en te eindi-gen, maar ook voor zaken als her-denkingsceremonies, rouwrituelen, inwijdingsplechtigheden, geboorten, huwelijken en nog veel meer in haar tijd. Die waren dan ook hard nodig in de tijd van klimaatveranderingen waarin de mens van de 21eeuw leef-de. In de lentes van toen leek het herfst, in normaliter ijzig koude landen heersten hoge zomer- temperaturen en er waren veel overstromingen, juist in gebieden die daar geen last van zouden mogen hebben. Er lag sneeuw op plekken waar deze niet thuishoorde, bleef er maar water uit de hemel vallen en de zon scheen niet vaak genoeg. Toen ze een jaar of tien was, had ze eens een nachtmerrie gehad. Samen met een nichtje, langzaam, want gewichtloos buitelend, zweef-de ze richting maan. Om hen heen klonken angstaanjagende, nare gelui-den, waarvan ze niet wisten dat ze bestonden.

Schildering van een binnenwereld

Page 35: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Later meende ze dat die droom weleens werkelijkheid zou kunnen worden. Als de tijd daar was, dat de planeet onbewoonbaar zou worden verklaard. Een leermeester zei haar ooit dat de pen een machtig wapen was. Dat be-gon ze steeds meer in te zien tijdens haar leven. Polemiek, poëzie, brief en pamflet, krantenartikelen, boe-ken. Met een pen was je in staat kennis over te dragen, een stukje bewust-wording te brengen en snippers over van alles en nog wat los te laten op de mensheid. Wie niet waagde, won ook nooit. Met die wetenschap reageerde ze op een oproep in de krant, om een schets over de tijd waarin je leefde in te sturen, die dan in een zogehe-ten tijdscapsule zou worden be-waard voor de mensen uit de toe-komst. Zo kwam ik aan haar tekst en aan die van vele anderen en na jaren van studie wist ik bovenstaands te ont-cijferen, te destilleren en weer te ge-ven in haar taal. Ik was mijn verre voorouders dankbaar dat ze deze in-formatie meenamen en dat ik die vond op een stoffige plek op een plaats die ik in haar inmiddels dode taal nog niet weet te benoemen. Ik studeer daar hard op.

Stel dat ik haar nu, in mijn tijd had kunnen ontmoeten. Hoe zou ik haar dan een glimp van onze taal hebben laten opvan-gen? Deze is zo abstract dat het in wezen niet zichtbaar is te maken. Verbaal communiceren in de hare zou niet mogelijk zijn, want een in wat zij zou omschrijven als 'alfabet' kennen wij niet meer. In de generaties na haar ging de spraak verloren, maar misschien dat ze middels het volgende voorbeeld en met een beetje goede wil mij toch enigszins had kunnen begrijpen. eD laat saw ni njim djit gre dredna-rev. eD ewualb teenalp saw tien reem. eW negaz re leeh sredna tui nad ezno sredouroov. eznO dlerew saw nee moord ied deihkijlekrew saw nedroweg D.A. 22.000. neraw sredie nemord dluvrev. teH droowrevot saw ED-FIEL tseeweg. Anneke Haasnoot

Page 36: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Patrick Roelofs

Page 37: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Wilgenhout is geduldig schaduwrijk achtervolgt mijn droom het bewust worden telkenmale leden nedertrekkend maar realiteit is sterk ik laat hem toch ... vele seizoenen al hangt de hanger luchthartig te wachten op prooi maar mijn donker ontglipt steeds die dag daar in centrums web wanneer wij elkaar treffen zal tijd stoppen Pastuiven Verkwil

Klein geluk zij die de vogels kust en mijn hemden strijkt Ruud Poppelaars

Page 38: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Rob Fink

Page 39: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

My Dream

In the sunshine, a great beautiful meadow filled with all the bright colors of the rainbow. Red and yellow flowers, green grass and a blue sky. Bumble bees humming, young birds learning to fly. I fall asleep and drift off into a dream of little fish and big bubbles in a pretty stream.

In the gentle wind sweet voices sound a clear, sending out a seductive invitation to stay near ‘Don’t be scared, come out, come out to play Everybody loves you, we want you to stay.’

A bird lands by my side and blinks with one eye, I know what it means, doesn’t have to tell me why. Floating in the air, on its big wings I fly along, between fluffy white clouds it whistles it’s song.

I’m falling, very fast, deeper and deeper into the sea. It’s very dark, I close my eyes, don’t dare to see. A smell of flowers, softness and love overcomes me, lovely mermaids combing their hair, can this be?

Sunshine in my face, drawing strange figures in the sand. A little crab crawling in the heat, almost touching my hand. Palm trees rising out of the ground, waving to heaven. Big brown coconuts hanging high on each tree at least seven.

A beautiful dream overflowing with fantasy. It’s all gone, I have to go back to reality. I guess this is where it all ends, goodbye my dream friends…

Nancy Meelens (toen 15 of 16 jaar)

Page 40: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Vera Koers

Page 41: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Daar is sekere tekste wat die mensdom vir ewig sal aangryp. Dit is veral daardie wat vir ons waardevol is selfs wanneer dit buite konteks gelees word. Soos 1 Korintiërs 13, wat dit het oor ‘die tale van engele’, maar bowenal ‘die liefde’. Die spreek in tale is miskien nie vandag meer so algemeen in alle kerke soos in die antieke wêreld nie, maar ons begeerte na die liefde leef nog altyd voort. En so ook ons behoefte om ′n toekomsvisie te he. Om iets te he om voor te lewe. Die hoop dat dinge nie altyd sal wees soos dit is nie. ′n Ander bekende kerkman het ons

ook met so ′n interessante stukkie

wêrelderfenis gelaat. ′n Teks wat tot

vandag nog bulder deur die leë

gewetens van ons leiers.

Dit is hierdie jaar 50 jaar sedert

Martin Luther King jnr. sy baie

bekende “I have a dream” toespraak

gelewer het. Ook hieraan het slegs

die details verander, ons is maar

eintlik steeds maar daar waar ons

droom oor ‘n beter more. En ons

sal dit altyd bly.

King was eintlik ‘n digter en het geweet van alliterasie, en hoe om dit tot sy voordeel te gebruik. Dit is veral daardie eksplosiewe ‘k’-klanke, wat meeste mense ken “ … not . . . by the color of their skin but by the content of their character”. Dit klink net nie so mooi in Afrikaans nie. Die “inhoud van hul karakter”, nee, dit was net bedoel vir die Engelse taal. Tog, die Amerikaners, weet ons, is lief vir praat. Amper so lief soos ons Suid-Afrikaners. Ons weermag is net veel minder van ‘n gevaar vir die res van die wêreld se burgerlikes (en ‘n groter gevaar vir hulself). In terme van menseregte, wil ek

egter glo, het ons veel gevorder.

Nederland was die heel eerste land

wat homoseksuele huwelike

toegelaat het in 2001. Suid-Afrika

het gevolg in 2006 en is vandag nog

die enigste land in Afrika en slegs

maar een van sowat 13 lande

wêreldwyd wat die stap geneem het.

En dit kon ons regkry ten spyte van

′n president wat sy anti-gay

sentimente al duidelik laat blyk het

in die verlede.

Met die reënboog ′n wasige droom saam

Page 42: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Maar ons sit met ′n baie ou ironie in Suid-Afrika. Ons liberale Grondwet laat ‘n vorm van onderhandelde diskriminasie toe wat bepaal dat bepaalde groepe geïdentifiseer kan word wat dan kwalifiseer vir v o o r k e u r b e h a n d e l i n g b y werkgeleenthede. Die praktyk van ‘regstellende aksie’ word gewoonlik toegepas waar minderhede deur meerderhede beskerm moet word, maar in Suid-Afrika is dit juis mense wat in die minderheid is wat daaraan onderwerp word. Sommige politieke ontleders het regstellende aksie tot die grootste enkele rede verklaar hoekom die regerende Afr ican Nat ional Congress (ANC) in 2009 die Wes-Kaap aan die amptelike opposisie, die Demokratiese Alliansie (DA), afgestaan het. Daar is talle ironiese eienskappe aan Suid-Afrika se sisteem van regstellende aksie. Een hiervan is dat Suid-Afrika se eerste en ‘oudste’ inwoners, die sogenaamde Khoisan, wie se n a k o m e l i n g e v a n d a g a s ‘bruinmense’ bestempel word, dikwels die meeste deur die praktyk van regstellende aksie benadeel word. In die Wes-Kaap, waar die meeste van Suid-Afrika se sg. ‘bruinmense’ hulself bevind, het die regering hardnekkig voortgegaan om die beleid van regstellende aksie deur te voer, sonder om die unieke provinsiale rassesamestelling van die Wes-Kaap in ag te neem.

In stede hiervan word nasionale demografiese teikens nagejaag, wat beteken dat alle mense wat as ‘bruin’ beskou word, dikwels nie in ag geneem word by aanstellings nie. Die ‘bruin’ bevolking van Suid-Afrika beslaan slegs 10% van die nasionale bevolking. In die Wes-Kaap is die persentasie ‘bruin’ mense egter 53% van die bevolking, wat in effek, volgens die ANC se beleid, beteken dat ‘te veel’ ‘bruines’ werk het. Die vakbond Solidariteit het in die verlede verskeie sake teen die regering gewen waar die najaag van nasionale demografiese teikens tot so ‘n mate as hipernorm gestel was dat die regering nie gehuiwer het om mense se regte te skend nie. Dit is hierdie einste verskynsel wat in die verlede daartoe aanleiding gegee het dat die regeringswoordvoerder Jimmy Manyi sy gewraakte uitlatings gemaak het dat ‘bruin’ mense nie almal in die Wes-Kaap moet bly nie maar liewer moet versprei oor die hele land. Meneer Manyi het ook dieselfde uitlatings en oplossing aangebied vir die Indiese gemeenskap in Kwazulu-Natal . . . Die heel grootste ironie van die praktyk van regstellende aksie is egter dat dit bitter selde, indien ooit, die armstes van die armstes tot voordeel strek.

Page 43: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Dit is so omdat diegene wat bevoordeel word meer dikwels as nie mense is wat toegang gehad het tot goeie skole en ook tersiêre opleiding. In teorie is dit dan dikwels so dat die persoon wat vir die regstellende aksie kwalifiseer dan beter en meer geleenthede in sy of haar lewe geniet het, maar nou bloot op grond van velkleur bevoordeel word omdat hulle tot ‘n ras behoort wat histories van geleenthede ontneem was. Met sy beleid van ‘regstellende aksie’ is die regering nie besig om enige iets reg te stel nie, maar eerder om meer skade aan Suid-Afrika se brose ekonomie te maak. Dit sal geen verrassing wees as die DA in 2014 sy steun in die Wes-Kaap gaan uitbrei, en ook ‘n substansiële toename in steun in die Noord-Kaap gaan ervaar nie. Wat belangrik is, is om te onthou dat die beleid van ‘regste l lende aks ie’ ‘n onderhandelde proses is wat oop is vir deurlopende herinterprasie en revisie. Ons moet nie net aanhou om te droom van ‘n wêreld waar die inhoud van ons karakter meer sal weeg as die kleur van ons velle nie, ons moet ook stappe neem om ons drome te probeer bewaarheid.

Barend van der Merwe

Page 44: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

als we dromen hebben gegeven geplakt en gekuist rest ons een laatste vaarwel een kus vochtig genoeg om alles zoet te maken tot een wederzien Erik-Jan Vaandering

Page 45: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Breng me tot leven

Doorbreek mijn jarenlange desinteresse. Doe me openbloeien in een verfriste ik. Berg alle mijn zwarte gedachten op en verpulver mijn wegkijkende en verwarde blik

De vrees voor de zorgen van morgen moet weg Ga voort grijze dromen, jullie maken me gek. Laat het vreugdeloze wegstromen, maak me open. Ik zal tussen de bomen lopen naar de open plek.

Bevrijd mijn machteloze gemoed. Vermoord het depressiebeest, licht dat zware deken. Onthecht me van de moeheid in mijn vluchtbed. Wapen me opnieuw, geef me kracht om te spreken.

Om me te bezielen met een opgeruimde geest parkeer je best mijn donkere pennenvruchten; ze verstevigen mijn machteloze woede dus moet ik me vrolijker leren te ontluchten.

Begeleid me naar een veilige haven maar laat me nieuwe vrienden in de wereld ontdekken. Zorg dat ik terug over de horizon kom dan word ik een gewone gek tussen de andere gekken.

Bart Pinnoo

Page 46: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst
Page 47: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Ik droom een toekomst Jaren geleden droomde ik een toe-komst die was gestoeld op het dagelijkse leven zoals het was, zelf nog kind. Het vergaren van leuke dingen en plezier ervaren waren mijn dromen van dat moment. Die dromen werden vervuld en nieuwe kwamen ervoor in de plaats. Verliefdheden, het pad van de pu-berteit, verweven met de stem van diepe dromen volgde ik verder de weg naar volwassenheid. De stem die ik bij me droeg vertelde me altijd in dromen te blijven geloven. Waar de klanken vandaan kwamen waren me een raadsel. Al die dromen, ge-vaarlijk, mooi, heftig, soms on-werkelijk waren allen verweven met een fantasiewereld die soms moeilijk met de werkelijkheid te realiseren bleken. Maar dat maakte het niet minder levendig. Mijn geest bleef het kind behouden dat hierin niet opgaf. Wijde werelden waren er te creëren, verweven met onzichtbare ener-gieën, even werkelijk als wat er met je zintuigen te beleven valt. Het gaf vluchtige beelden, flitsen van de toe-komst, maar ook van het verleden. Noem het visioenen. Geheimen werden ontrafeld en mysteriën losten zich op. Wereldse dromen staken eveneens de kop op, en plezier, gecombineerd met twij-fels nemen hier ineens het roer over.

De stem van het kind drijft lang-zaam, naar de achtergrond en laat nog maar zelden en vaag zijn gezang horen. Gevangen in een web van overvolle indrukken en plicht, sleept het zich voort over het hobbelige pad waar diezelfde dromen alleen nog ver voorbij de heuvels lijken te bestaan. De zon gaat langzaam maar zeker onder, gekoeld in het ijzige water van het alledaagse bestaan. Onstabiel dromen vervagen wed-erom en maken nu plaats voor meer realistische beelden die hun eigen kracht en waarheid hebben. Rechtop en onveranderlijk. Ze vervan-gen eerdere illusies en drogbeelden. Hun lied klinkt weer als nooit tevoren en opent opnieuw mijn ogen voor de mystiek van alledag. Laat de gewone wereld vervagen tot een nieuwe plek die zich stilaan ver-weeft met een aloude waarheid. Elke nieuwe dag met zijn eigen gez-ang. In de verte zie ik kinderen. Kin-deren die eveneens luisteren naar die innerlijke dromen. Laat de wolken de wolken totdat de zon weer op-komt en je opnieuw een toekomst droomt, verweven met oude dromen die waarheid werden en nieuwe dromen die weer waarheid blijken. Leef. Bert Waber

Page 48: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Dorine Lintelo

Page 49: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Onderweg naar de toekomst het gewicht van het verleden dragen we altijd mee welke wegen we ook kiezen alleen lichaamsgewicht kunnen we verliezen en dan waarschijnlijk slechts tijdelijk als ik naar de meeste mensen rondom mij kijk toch is er goede hoop er zijn weldra mooie legale dromen te koop in fantastische kleuren en met een kleine meerprijs bedwelmende geuren zoals die van een bloeiende roos het maakt het voorbije als het ware gewichtloos onbezwaard kun je de toekomst betreden het heden hoort direct bij het verleden je komt terecht in de altijd verborgen morgen een gewaarborgde toestand zonder zorgen maar…. ben je dan nog wie je bent de mens zoals iedereen jou kent? zeg het mij of droom het korte leven voorbij Lenjef

Page 50: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Bert Waber

Page 51: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

De taal van het hart Gedragen op ongeziene handen zo groot als ware zij als lucht Gedragen zo ver van elke vaste staat van zijn. Of was het voor mij een vlucht? Even was het of er niets bestond. Geen hemel, geen aarde, geen positief of negatief. Het vloeide samen in één mond. Een mond die nog niet kon spreken de ware taal van het hart. Het was geen vlucht, ik had te leren. Op aarde spreken we te vaak van smart. Zoveel liefde en in overvloed voor ons allemaal. Je hart, het groeide er vanzelf. En zonder woorden leer je er spreken de ware taal. Ook weer die mooie handen, zij brachten mij terug. Geboren worden en weer overgaan, dan is de cyclus rond. En eens zullen wij allen spreken de taal van het hart, uit één mond Liesje Boer

Page 52: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Ann Dierckx

Page 53: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Herinner je gisteren, droom van morgen, maar leef vandaag! Tegeltjeswijsheid is het, zoals zoveel spreuken en gezegdes die je vandaag de dag om de oren vliegen. Zo heb ik in mijn nachtkastje boekjes liggen met citaten. Boekjes die ik af en toe even opensla om te weten hoe ik er op dat moment voor sta. Op mijn leeftijd, die ik hierbij met enige schroom prijsgeef, namelijk 63 jaar, heb ik meer herinneringen dan toekomst. Ik leef sterk met mijn herinneringen, want die hebben me gemaakt tot wie ik nu ben ge-worden. Mijn toekomst wordt steeds kleiner en om me heen vallen ook steeds meer mensen weg van om en nabij mijn leeftijd. Dus dromen over de toekomst is voor mij eigenlijk steeds meer een zinloze bezigheid geworden. Maar een mens moet wat te dromen hebben, wordt er gezegd. Ik mag al een tijdje van een arbeid-sloos leven genieten en plan mijn dagen schematisch. Maar leven in het NU heb ik altijd moeilijk gevon-den. Het begint al bij het opstaan. Nog steeds duizend en één dingen staan voor de komende dag gepland, die ik eerst door moet worstelen. Vaatwasser leeg, planten water, ont-bijt maken, krantje lezen en bespre-ken met je lief.

Dan bij het eerste kopje koffie is er eindelijk even een NU moment. De boodschappen moeten worden gehaald en daarna komen de hu-ishoudelijke klusjes. Ik ben altijd al een mens geweest van schema’s maken en plan de hele week. Zo voel ik houvast en struc-tuur en heb ik nog een beetje het gevoel grip te hebben op mijn leven. Maandag is de boodschappendag, dinsdag mijn vriendinnendag, woensdag mijn samen- uit dagje met mijn lief, donderdag weer de bood-schappen en vrijdag is het dan ein-delijk NU dag: lummeldag. Maar op die dag plan ik voor zover mogelijk vaak de kapper, de pedicure, de schoonheidsspecialiste, de dokter en tandarts. Eén ding tegelijk op een dag. Tussendoor gebeuren ook de nodige onverwachte dingen en in het weekend laat ik komen wat komt.. ‘s Avonds laat, als de mail is beant-woord en de TV uit, komt er einde-lijk wat meer rust en wordt het NU- moment optimaal benut. Dan zit ik vaak in de kamer op de bank, pantoffels uitgeschopt en benen op de bank, meestal al in py-jama, drankje op de tafel en steek ik een kaarsje aan. Dan pas komen de mijmeringen naar de toekomst aan bod.

Herinner je gisteren, Droom van morgen, Maar leef vandaag!

Page 54: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Een leven als een prinses heb ik en wat kan me nu nog gebeuren: ik kan een ernstige ziekte krijgen, bijvoor-beeld kanker. Ik kan dement worden, verlamd raken, beide benen verliezen, blind worden. Ik kan mijn lief verliezen of andere dier-baren; een heel scala aan rampen laat ik de revue passeren, zodat ik op het meest vreselijke ben voor-bereid. Als ik zo om me heen de mensen hoor, die over hun vreselijke ziektes en kwalen praten, het bij de apo-theek die altijd bomvol staat, mensen met tassen vol medicijnen weg zie gaan, dan krijg je wel een doemscenario in je hoofd voor wat jou te wachten kan staan. 63 jaar, toch nog niet zo heel oud, toch en dan zo’n doemscenario? Als je niets van het leven verwacht, overkomen je de leukste dingen. Dat is de andere kant van de medaille. Count your blessings. Als ik zo in het flakkerend kaarsvlammetje staar, ga ik voor mezelf na, hoe de dingen er in het NU voorstaan. Ik zet alle dingen in mijn leven even op een rijtje en resumeer mijn huidige leven. Dat geeft rust. Ik kom steeds meer tot de conclusie dat mijn levenswijsheid: genieten van de kleine dingen, maar ook matigheid is geworden.

Zo kan ik toch wel terugkijken op een redelijk welbesteed leven. Stel niet uit tot morgen wat gij heden doen kunt, was altijd mijn motto. Zo heb ik het meeste dat op mijn verlanglijstje stond wel gerealiseerd en hoef ik niet zoveel meer. Best een tevreden mens, zou je kun-nen zeggen die niets meer te wensen heeft. Rust roest en tevredenheid is saai, maar innerlijke rust en vrede geeft je een geluksgevoel, waarnaar het goed streven is. Maar wat die toekomstdromen be-treft, droom ik voor mezelf een abrupt einde zonder lijden. De toekomst is zo onvoorspelbaar als het weer, natuurlijk kan je nog van alles overkomen, de meest plez-ierige, maar ook vreselijkste dingen. Of alles van je geboorte tot je dood al vastligt, is een filosofie, waar het meeste over wordt getwijfeld. Maar voor de controlfreaks zoals ik blijft het moeilijk het heft in eigen handen te houden. Manja Herstel

Page 55: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

Pim Leefsma

Page 56: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

De verschijningsdata van Po-e-zine in 2013:

Nr. 4: 1 september 2013 Thema: “Een zomer zonder doping”

Uiterste inleverdatum kopij: maandag 26 augustus 2013

Nr. 5: 1 november 2013 Uiterste inleverdatum kopij: maandag 21 oktober 2013

Nr. 6: 1 januari 2014

Uiterste inleverdatum kopij: maandag 23 december 2013

Wil je “vaste” bijdrager worden (1 bijdrage per nr.)? Stuur een mailtje naar:

[email protected]

Wil je losse (Themagebonden) kopij aanleveren? Idem!

Thematip? Advertentie? Biografietip? Idem!

Aanleveren kopij:

Tekst alleen als DOC bijlage! Beeldmateriaal alleen als JPEG/JPG bijlage!

Internet:

http://hetnieuwepoezine.wordpress.com/ https://www.facebook.com/Poezine

Page 57: P-o-e-zine 3. Ik droom een toekomst

© 2013 Pastuiven Verkwil - Site: http://hetnieuwepoezine.wordpress.com/ E-mail: [email protected]

Facebook: https://www.facebook.com/Poezine

Widgetcode:

<a href="http://hetnieuwepoezine.wordpress.com/" target="_blank"><img src="http://i1058.photobucket.com/albums/t419/4vj4/poezine.jpg" border="0"

alt="Poe-zine"/></a>