Ons Recht februari 2014

32
Maandblad van de landelijke bediendencentrale - nationaal verbond voor kaderpersoneel 10-11 Lat ligt nog niet gelijk voor vakantiegeld 118DE JAARGANG | NUMMER 2 | FEBRUARI 2014 12-13 OUTPLACEMENT NU OOK ONDER DE 45 18-19 WETTELIJK PENSIOEN IS TE LAAG © FOTO: BELGAIMAGE

description

Ons Recht is het ledenblad van de LBC-NVK, bediendenvakbond van ACV

Transcript of Ons Recht februari 2014

Page 1: Ons Recht  februari 2014

Maandblad van de landelijke bediendencentrale - nationaal verbond voor kaderpersoneel

10-11Lat ligt nog nietgelijk voorvakantiegeld

118de jaargang | nummer 2 | februari 2014

12-13

O U T P L AC E M E N T

N U O O K O N D E R D E 4 5

18-19

W E T T E L I J K P E N S I O E N

I S T E L AAG

© f

oto:

bel

gaim

age

Page 2: Ons Recht  februari 2014

RUBRIEKSNAAM

2 | februari 2014 | 118de jaargang | Ons recht

StandpuntDistributie

ANPCBANPCB

CampagneStatuut

StatuutSectoroverleg

In de margeVijftigplussers

PensioenArbeids-gericht

InboxJongeren

Over de grenzenInternationaal

FilmFilm

BoekWelzijn

De lezer schrijftUitbetaling vakbondspremie

IndexaanpassingenAchterklap

Vanmol

3

4

6

7

8

10

11

12

14

15

16

18

20

21

21

22

24

25

26

26

27

28

30

30

30

31

32

Tergende voorstellenOvervloed aan zondagopeningen is geen cadeau voor winkelpersoneelVeel mooie woorden rond werkgelegenheidsplan voor oudere werknemersrecht op vier opleidingsdagen in paritair comité 218uitzendkantoren behandelen jongeren als (on)menselijke grondstofafspraken over vakantiegeld discrimineren bediendenMet de bus door belastingparadijs brusselnu ook outplacement voor werknemers jonger dan 45 jaarOnderhandelingen leveren toch resultaten op in financiën

Oudere werkzoekenden vechten tegen vooroordelen“Wettelijke pensioenen moeten naar omhoog”

Stop je rechten veilig in je rugzak!

jonge vakbondsmensen slikken ‘universele waarheden’ niet voor zoete koek

Cambodjaanse textielarbeiders knokken voor beter minimumloon12 Years a Slaveamerican HustleMarcel broodthaers“inkomens en uitkeringen moeten waardig leven mogelijk maken”

INhOUD

De vakbond is er ook voor jongeren met of zonder werk. en dus ook voor jongeren die aan de slag trachten te geraken via een uitzendbureau. Op p. 8-9 lees je hoe sommige uitzendkantoren jongeren gewoon als ‘grondstof’ behandelen. In een zwartboek van KAJ wordt geschetst wat er soms allemaal kan mislopen. maar jongeren zijn niet alleen lid van de vakbond, ze engageren zich ook voor hun collega’s op het werk. Op p. 22-23 stellen drie jonge militanten van de LBC-nVK, Dieter, Kelly en Jon, bepaalde ‘universele waarheden’ ter discussie. Ze weigeren de voortdurende pleidooien voor ‘langer werken’ en ‘nog meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt’ zomaar klakkeloos te aanvaarden.

© f

oto:

pho

tone

ws

Page 3: Ons Recht  februari 2014

RUBRIEKSNAAM

Ons recht | 118de jaargang | februari 2014 | 3

stan

dp

unt. ferre wyckmans

algemeen secretaris

met de verkiezingen van 25 mei in zicht lijkt het Vlaams, Belgisch en europees kampioenschap ‘werknemers plagen’ op gang geschoten. er wordt overigens een combiné gereden, want ook het kampioenschap ‘werkgevers pamperen’ blijkt aan de gang te zijn. Het is niet zo dat de winnaar al bij voorbaat gekend is. neen, er wordt met verbetenheid gestreden en dan is de eindmeet en dus ook de eindspurt nog niet in zicht. Het is onthutsend welke tergende voorstellen naar voren worden geschoven. Elke krasse ambi-tie mag daarbij uitgebreid in woord en beeld aan bod komen, vaak zonder veel weerwerk van het journalistieke korps. Dat geeft flink te denken. Over de inhoud van de berichtgeving én over de vaststelling dat de pers lang niet altijd blijk geeft van kritisch denkvermogen.De voorlopige winnaar van al dit geweld is de werkgeversvereniging Unizo, meer bepaald haar voorman Karel Van Eetvelt. Een man die zich nog altijd een ‘sociale partner’ noemt en die anderen in dit vak lessen denkt te moeten geven. Van Eetvelt is niet sociaal en al evenmin een partner in iets wat ‘overleg’ heet. Van eetvelt Wat is namelijk zijn plan? De lonen volledig blok-keren tot 2016, de index afschaffen en de loonkos-ten – mogelijk via de socialezekerheidsbijdragen

– met zo’n twee miljard euro extra per jaar vermin-deren. Van Eetvelt pleit letterlijk voor ‘het ver-minderen van de koopkracht’. Met zulke ideeën is hij een stevige kanshebber op een podiumplaats. Hij wil ook de bedrijfsbelastingen zien zakken en de uitkeringen in de sociale zekerheid bevriezen.Als we deze ‘remedies’ toepassen, zou dat zo’n 80.000 nieuwe banen moeten opleveren. Maar

garanties zijn er niet. Of zoals Van Eetvelt zelf zegt: de terugverdieneffecten worden al te vaak overschat. De inleveringen door de werknemers moeten ‘maxi’ zijn, net zoals de garanties voor de werkgevers. Maar ‘mini’ is het ordewoord van Unizo als het om de werknemersrechten gaat.Wij kunnen Van Eetvelt niet het recht ontzeggen om zich nog ‘sociale partner’ te noemen. Maar voor de LBC-NVK is het zonneklaar dat de man deze titel niet langer verdient. Dexia Opgelet: Unizo heeft concurrentie! Caroline Ven van het ‘ondernemersplatform’ VKW ging flink tekeer tegen diegenen die kritiek leverden toen Dexia enkele van zijn directeurs 30 procent méér loon wilde toekennen. Ze ergerde zich over ‘over het zoveelste dossier waarbij de regering het loon-debat naar zich toe trok’.Toen de regering de gewone lonen voor 2013 en 2014 wettelijk blokkeerde, hoorden we Ven niet reclameren. Een salaris van 450.000 of 600.000 euro voor een topmanager vindt ze ‘geen hoog-vlieger’. Volgens Ven krijg je voor zulke lonen alleen ‘derde keus’ in je onderneming. ‘Ethische verwachtingen’ noemt ze ‘een heel onduidelijk cri-terium’ wanneer het om lonen gaat. Veel zin voor de realiteit heeft ze niet.In de Kamer noemde N-VA-fractieleider Jan Jambon de hele discussie over de toplonen ‘naast de kwestie’. “We zouden veel beter af zijn door competente mensen te benoemen in de raad van bestuur”, klonk het. Zoiets komt dan uit de mond van een partij die vindt dat er over een indexering van de lonen telkens moet worden onderhandeld en dat dit geen automatisch recht is. Een partij die de loonblokkering best nog een tijd wil behouden en die de werkloosheidsuitkeringen in de tijd wil beperken. Toplonen zijn géén probleem, werk-loosheidsuitkeringen zijn dat wel. Tja, dat is dan duidelijk, ook voor de kiezers.De komende maanden worden nog heel leerrijk.

Wij kunnen Van eetvelt niet het recht

ontzeggen om zich nog ‘sociale partner’

te noemen. Maar voor de LbC-nVK is het zonneklaar dat de

man deze titel niet langer verdient.

Tergende voorstellen

Page 4: Ons Recht  februari 2014

4 | februari 2014 | 118de jaargang | Ons recht

DISTRIBUTIE

Overvloed aan zondagopeningen is geen cadeau voor winkelpersoneel

Zinvolle wetgeving wordt almaar meer uitgehold

cHris Van DroogenBroeck

steden en gemeenten vragen almaar vaker om bepaalde zones te laten erkennen als ‘toeristisch centrum’. Dat heeft voor een deel te maken met de inspanningen van de Vlaamse overheid om stadsker-nen te versterken via een aange-past winkelbeleid. maar is het hek nu niet van de dam? werkt straks iedereen in de ‘retail’ op zondag?

Als een zone als toeristisch centrum erkend is, kunnen de winkels daar zo’n 40 zonda-gen per jaar open zijn. Er wordt gegoocheld met toeristische argumenten maar snij-den die wel echt hout? Sommige stads- en gemeentebesturen willen zich graag profi-leren. En er zijn ook fenomenen zoals ‘city-marketing’. Zo wordt de wet op de zondags-rust steeds meer uitgehold.Er zijn nu al 57 gemeenten erkend als toe-ristisch centrum, alle badplaatsen buiten beschouwing gelaten. Sinds de jongste aanpassing van het koninklijk besluit over de toeristische centra kwamen er al twaalf erkende steden en gemeenten bij. Het heeft er alle schijn van dat het aantal erkennin-gen nog zal aanzwellen. Voor steeds meer winkelpersoneel wordt de honderd jaar oude wet op de zondagsrust dus iets uit de geschiedenisboekjes.

Zon, zee, strand én shoppen aan de kust

Aan de zee is elke badplaats al sinds lang erkend als toeristisch centrum. Uiteraard is de situatie aan de Belgische kust anders dan in het binnenland. Toch verschilt de aanpak soms sterk van kustgemeente tot kustgemeente.Oostende en de andere traditionele bad-plaatsen blijken best om te kunnen met de bestaande wettelijke regels. Zij respec-teren wat er in het KB staat over het aan-tal zondagopeningen en over de periodes waarin zulke openingen mogen.Andere badplaatsen, die zich recenter ontwikkelden, ontpoppen zich steeds vaker tot een ‘winkelparadijs op zondag’. Nieuwpoort is een goed voorbeeld. Daar zijn bijna alle winkels, meestal zaken uit de zelfstandige kleinhandel, ’s zondags open. Het ergste van al: het is goed gewe-ten welk winkelbeleid kustgemeenten als Nieuwpoort voeren maar geen enkele overheid tikt de lokale besturen op de vin-gers. Wie in Nieuwpoort in de verkoop wil werken, weet maar al te goed dat hij of zij heel vaak ’s zondags zal moeten werken. Zonder toeslag.

Afspraken nodig

Het grootste probleem is niet dat er in het

toeristisch hoogseizoen winkels open zijn aan onze kust. Wel dat hierover in veel gevallen geen goede afspraken worden gemaakt. Alleen in enkele grote onderne-mingen kunnen regels worden afgespro-ken over een extra verloning voor het vele zondagwerk. En daar wringt dus vooral het schoentje.

“Mij stoort het dat werkgeversverenigin-gen luid roepen dat ze zo moeilijk verkoop-personeel vinden”, zegt Jörgen Meulders, LBC-NVK-secretaris in Oostende. “Zeg nu eens eerlijk: zou jij elke zondag willen werken voor acht of negen euro per uur?”Het valt ook op dat sommige baanwin-kels in de toeristische centra aan de kust iedere zondag open zijn en zich niet aan de wettelijke beperkingen houden. Net zoals in de toeristische centra in het bin-nenland. Met toerisme heeft dat niets meer te maken.De vakbond merkt dat er in heel wat bedrij-ven een toenemende druk is om meer en meer zondagopeningen te aanvaarden. Vaak hangt dat samen met dalende ver-koopcijfers. Maar is het wel zo slim voor een bedrijf om de kosten nog te verhogen door een dag extra te openen zonder dat hiertegenover een gegarandeerde omzet staat?

De meeste winkelbedienden werken liever niet op zondag. Wie werkt in de verkoop, heeft al een super-flexibel werkritme van maandag tot zaterdag, in een variabel uurrooster.

© f

oto:

dan

iël

rys

Page 5: Ons Recht  februari 2014

Ons recht | 118de jaargang | februari 2014 | 5

Winkelbedienden boos op Kortrijks stadsbestuur

In Kortrijk mogen de inwoners opnieuw op zondag hun gras afmaaien. Maar het stads-bestuur ziet ze op die dag nog liever shoppen in K-shopping.Mick Verbandt is vakbondsafgevaardigde van de LBC-NVK. Hij werkt, samen met 43 collega’s, in een winkel in Kortrijk. Samen met de 500 andere winkelbedienden in het centrum van de stad zijn ze nog altijd kwaad over het besluit van het stadsbestuur om een erkenning als toeristisch centrum aan te vra-gen. “Het nieuws dat Kortrijk een dossier zou indienen om te worden erkend als toeristisch centrum, sloeg hier in als een bom”, onder-streept Mick.Het jonge winkelcentrum K-in-Kortrijk ligt pal in de binnenstad en lonkt, zeker op zon-dag, ook naar mogelijke klanten uit Noord-Frankrijk. De stad investeerde miljoenen euro’s om de winkelwandelzone heraan te leggen en wil die investering graag laten ren-deren. Als de historische binnenstad wordt erkend als toeristisch centrum, kan K-in-Kortrijk ook op zondag open. In tegenstel-ling tot het andere plaatselijke shoppingcen-trum, aan de ringweg.De federale minister van Werk, Monica De Coninck, keurde de aanvraag goed. Haar collega van Middenstand, Sabine Laruelle, vroeg bijkomende inlichtingen.Heel toeristisch kan je de Kortrijkse econo-mie niet noemen. Textiel, metaal, handel en onderwijs wegen veel zwaarder door. In de voorbije jaren nam het aantal jobs zelfs af in het toerisme en de horeca.

Weinig volk

Momenteel zakt er op zondag weinig volk af naar de Guldensporenstad. De Kortrijkse winkelbedienden snappen dan ook niet wat hun werkgevers hopen te bereiken met meer zondagopeningen. Er bestaan al zes koop-zondagen maar dat zijn geen hoogvliegers. Nog meer koopzondagen invoeren zal vooral de kosten verhogen en de winstgevendheid van de winkels onder druk zetten. Door de aanhoudende crisis draaien er nu al winkels met een minimale bezetting. “Je voelt zo aan dat er voor het personeel geen faire deal in zit”, vindt Mick Verbandt. “In onze onderne-mingsraad zal ik zeker vragen stellen over de commerciële strategie van mijn winkel.”

Boetes

Tijdens gesprekken met de betrokken partijen bleek dat bijna alle ketens in K-shopping contractueel verplicht zijn om de openingstijden van het winkelcentrum te volgen. Ook bij extra zondagopeningen. Als een keten zondagopeningen weigert, krijgt ze een zware geldboete. Meer zondagope-ningen zullen in eerste instantie vooral de kassa van de eigenaar van K-shopping doen rinkelen. Winkels zullen bij voorkeur ’s zon-dags openen en desnoods maar verlies lijden

omdat dat voordeliger is dan dicht te blijven en de boete te betalen. Een extra vergoeding voor personeel dat op zondag werkt zit er niet in.

“De meeste winkelbedienden werken liever niet op zondag”, weet Mick. “Wie werkt in de verkoop, heeft al een super-flexibel wer-kritme van maandag tot zaterdag, in een variabel uurrooster. Die doorgedreven flexi-biliteit verklaart ook waarom het winkelper-soneel niet enthousiast toehapt wanneer een werkgever dan toch toeslagen voorstelt voor zondag.”

Sociaal leven

Zelf werkte Mick soms wel 40 zondagen per jaar. “Een geweldige aanslag op je sociaal leven. Nooit kan je op zondag eens mee naar familie of vrienden. Als je midden in de week thuis bent, zijn zij aan het werk. Bovendien wisselt de rustdag voortdurend zodat je in je vrije tijd moeilijk een vast patroon kan opbouwen.”Na een aantal jaar met zondagwerk aan de kust besloot Mick bewust om in Kortrijk een job te zoeken. “Ook al had ik dan twee uur meer nodig voor de verplaatsingen. Al geven ze me nu 1.000 euro toeslag, dan nog wil ik niet meer werken op zondag. No way!”Wie straks blijkt te werken in een toeris-tische winkelzone, pluist best even zijn arbeidscontract en het arbeidsreglement uit. Tot nu toe zijn er nog geen sectorale afspraken voor wie werkt in toeristische zones. Als het arbeidsreglement niets ver-meldt over uurroosters voor zondag, kan je op die dag niet aan het werk worden gezet. Wie al in dienst is, kan niet tot zondagwerk worden verplicht als dat niet bepaald is in het arbeidscontract of -reglement.

Arbeidsreglement

“In ons arbeidsreglement staat niets over een uurrooster op zondag”, stelt Mick. “Als de sociale inspectie vaststelt dat de wet op het arbeidsreglement wordt overtreden, moet de werkgever een boete betalen die kan oplopen tot 500 euro per werknemer en per overtre-ding.”

“Navraag bij het Kortrijkse winkelperso-neel leert dat heel wat arbeidsreglementen momenteel geen uurrooster op zondag ver-melden”, zegt LBC-NVK-secretaris Erika Lambert. “Het is dus belangrijk om deze werknemers nu bij te staan. Niemand mag zich onder druk laten zetten om een bijlage te tekenen waarmee wordt aanvaard om meer zondagen te werken. Als de werkgever aanpassingen voorstelt, is het belangrijk om een gesprek te voeren en nieuwe afspraken te maken. Over het behoud van toeslagen, de minimale personeelsbezetting, de beurt-rol, de inplanning bovenop of binnen het normale uurrooster, een vaste vrije dag in de week.”

“Koopkracht stijgt niet hé”

In Antwerpen zouden de winkels op de Meir en in de aanpalende straten voor-taan ’s zondags moeten openen. “Waarom zouden die zondagopeningen een succes zijn?”, bedenkt LBC-NVK-afgevaardigde Veronique Van Bogaert. “De koopkracht van de mensen stijgt niet hé. En wat ze in de week uitgeven kunnen ze geen tweede keer besteden op zondag.” Veronique is bijna 30 jaar en werkt bij Forever 21, de grootste kledingwinkel op de Meir. Haar collega’s en hun klanten zijn opvallend jong en hip. Toch ziet het personeel het niet zit-ten om alle zondagen open te zijn.

Kort door de bocht

“Onze maatschappij wordt almaar veelei-sender”, merkt Veronique. “In Antwerpen willen ze het nu mogelijk maken dat de winkels elke zondag kunnen openen. Dat zou zogezegd voor economische groei zor-gen. Maar dat is toch wel kort door de bocht gaan. Winkelketens haken af door de onmenselijke woekerhuurprijzen die de vastgoedsector aanrekent. Bovendien doet de economische crisis de koopkracht van onze klanten zakken.”

“Is ‘open op zondag’ wel een antwoord op een reële vraag?”, oppert de vakbonds-vrouw. “De werkgever heeft heel wat extra kosten. En voor het personeel is de tol erg zwaar. Ons sociaal leven en ons gezinsle-ven zullen er zéér zeker bij inschieten. Wie zorgt er trouwens voor kinderopvang op zondag? Bij ons werken heel wat alleen-staande ouders. Of moet het personeel van de kinderopvang dan ook maar op zondag werken?” Volgens Veronique zijn de koopzonda-gen in Antwerpen vandaag een voltreffer omdat ze zo uitzonderlijk zijn. “Wanneer winkelen op zondag doodnormaal wordt, zal de aantrekkingskracht hiervan heel wat minder worden. Er zijn genoeg boeiende alternatieven om je zondag door te bren-gen: geniet van je familie, spreek af met vrienden, doe uitstappen, snuif wat cultuur op, ga lekker tafelen of bezoek bijzondere evenementen. Laten we de mensen in de

‘retail’ ook hun welverdiende zondagsrust gunnen.”

Voor steeds meer winkelpersoneel wordt de honderd jaar oude wet op de zondagsrust dus iets uit de geschiedenisboekjes.

Page 6: Ons Recht  februari 2014

6 | FEBRUARI2014|118dejaargang|OnsRecht

anpcb

Veel mooie woorden rond werkgelegenheidsplan voor oudere werknemers

Enquête toont dat het vaak bij goede intenties blijft

JEroEn VandammE

ondernemingen met meer dan 20 werknemers zijn sinds kort verplicht een werkgelegenheidsplan op te stel-len om het aantal werknemers van 45 jaar en ouder te behouden of te ver-hogen. die verplichting vloeit voort uit de afspraken van cao nr. 104. de LBC-nVK hield een enquête bij haar militanten in een stuk of 95 bedrij-ven uit paritair comité 218 om na te gaan of er een plan werd gemaakt en welke maatregelen daarin wer-den voorgesteld. onder PC 218 vallen onder meer dienstverlenende onder-nemingen uit de ICT, de groothandel en diverse industriële bedrijfstakken zoals de bouw en de grafische sector.

Van de bevraagde ondernemingen blijken er 62 een plan te hebben opgesteld, 20 waren daar eind 2013 nog mee bezig en dertien onder-nemingen hadden geen plannen in die zin. Nochtans gaat het om een wettelijke verplich-ting. Ruim twee derde van de plannen loopt over meerdere jaren, 29 ondernemingen kozen ervoor om elk jaar een plan op te stellen. Een belangrijke voorwaarde uit cao nr. 104 is dat het plan ter advies moet worden voorge-legd aan de overlegorganen. De werknemers-afgevaardigden kunnen zo het plan beoorde-len en eventueel aanvullende maatregelen voorstellen. Helaas is het advies niet bin-dend. Zeventien ondernemingen hebben dan ook een plan geregistreerd zonder dat dit aan de ondernemingsraad is voorgelegd. Inspraak van de werknemers is in die ondernemingen een extra aandachtspunt, en niet alleen in het belang van de oudere werknemers. De afgevaardigden van 34 ondernemingen verklaarden dat ze wel opmerkingen hadden mogen formuleren maar dat de werkgever daar uiteindelijk bitter weinig rekening mee hield. Wellicht zijn er meer echt afdwingbare afspraken nodig. Nog heel wat werk aan de winkel dus om het debat over langer werken in de ondernemingen echt op gang te trekken.

Weinigvernieuwend

Welke maatregelen zijn het populairst? Vorming & opleiding en aanpassingen van de arbeidstijd en arbeidsomstandigheden. Op zich is dat positief. Maar nader onderzoek

leert dat de werkgevers vooral verwijzen naar de sectorale opleidingsinspanningen die al voorzien zijn en dat ze ook de sectorale afspra-ken rond het tijdkrediet en de 4/5e landings-baan naar voren schuiven. Echt vernieuwend of creatief is dat niet.In heel veel gevallen blijft het toch de werkne-mer die zich moet aanpassen aan de arbeids-situatie door bijvoorbeeld te kiezen voor een landingsbaan. Maar weinig bedrijven maken werk van echt aangepaste jobs of van loop-baantrajecten die rekening houden met de diverse levensfases van hun werknemers. Verworven competenties worden niet vaak erkend, ook al zijn die essentieel voor erva-ren medewerkers die het bij interne of externe sollicitaties moeten opnemen tegen vaak veel hoger gekwalificeerde jongere collega’s. Positief is dan weer dat er in zowat de helft van de plannen sprake is van maatregelen die fysieke of psychosociale risico’s (bijvoorbeeld stress) moeten verminderen.

Discussiegestimuleerd

Uit de bevraging blijkt in elk geval dat cao nr.

104 in heel wat ondernemingen de discussie stimuleert over specifieke maatregelen om de jobs werkbaar te houden. De LBC-NVK kan niet genoeg beklemtonen dat een goed per-soneelsbeleid aandacht moet hebben voor de situatie van werknemers op elk moment van hun loopbaan. Begeleiding bij de start van de carrière, genoeg opleiding en vorming onder-weg, aandacht voor specifieke noden of ver-wachtingen van oudere werknemers. Dit moet een verhaal van kansen worden. Helaas blijkt uit ons onderzoek dat het vaak blijft bij goede intenties en bij de opsom-ming van al bestaande initiatieven. Zo wordt bevestigd hoe belangrijk de sectorale cao’s over tijdkrediet en vorming en opleiding in het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor Bedienden (ANPCB) wel zijn. Maar tegelijker-tijd is er nood aan creatieve en ambitieuze keu-zes in het personeelsbeleid. Directies moeten omstandigheden creëren waarin werknemers op een fatsoenlijke manier langer kunnen wer-ken. Hiervoor kunnen ze zeker rekenen op de inzet van onze vakbondsafgevaardigden in de ondernemingsraden.

Page 7: Ons Recht  februari 2014

Ons recht | 118de jaargang | februari 2014 | 7

ANPCB

Recht op vier opleidingsdagen in paritair comité 218

nieuwe cao regelt ook recht op extra dag

annemie Plessers

De nieuwe vormingscao voor het aanvullend nationaal Paritair comité voor Bedienden (anPcB) of paritair comité 218 is op 12 december 2013 ondertekend. in die cao staan de afspraken rond opleidingen die de beroeps-bekwaamheid van de betrok-ken bedienden vergroten.

Volgens de tekst engageren de werkgevers zich om vier dagen opleiding toe te kennen tussen 1 januari 2014 en 31 december 2015. De opleidingsdagen mogen worden toege-kend in 2014 en /of 2015. Uiteraard moeten de afspraken en de timing, bepaald in een mogelijk opleidingsplan, worden gerespec-teerd.

Bijkomende dag

In de nieuwe cao zit ook het recht op een extra dag beroepsopleiding dat ergens tus-sen 1 januari 2014 en 31 december 2015 kan worden uitgeoefend. Hier gaat het wel om een opleiding die ’s avonds of in

het weekend plaatsvindt en dus buiten de werktijd valt. Concreet gaat het om een beroepsopleiding die door Cevora wordt georganiseerd. De bediende doet zijn aan-vraag rechtstreeks bij Cevora en het is de werknemer die beslist welke opleiding hij wil volgen. Hij kan ook beslissen om geen gebruik te maken van het aanbod.Wat de vier plus één opleidingsdagen betreft, krijgen deeltijdse bedienden het-zelfde maar in verhouding tot hun arbeids-prestaties. Bedienden in opzeg of met een arbeidsovereenkomst van minder dan één jaar blijven uitgesloten, ook al drong de vak-bond erop aan om hen mee te nemen in de regeling.

Premie

Voor de extra opleidingsdag krijgt de bediende van Cevora een premie van 40 euro als hij een volledige dag volgt. Die cen-ten gelden als bijdrage in de opleidings- en verplaatsingskosten. Maar zo’n aanvullende opleidingsdag komt op geen enkele manier in aanmerking voor Betaald Educatief Verlof. Hoe kan je nu een beroep doen op de vier traditionele opleidingsdagen? Voor die vier

dagen moet de werkgever een aanbod doen dat tijdens de werkuren valt. Vinden som-mige van die opleidingsmomenten buiten de werkuren plaats? Dan moet de werkne-mer die uren kunnen recupereren. Een over-urentoeslag is hiervoor niet van toepassing. Mogelijke verplaatsingskosten moeten wor-den betaald door de werkgever. Uiteraard maak je hierover best vooraf duidelijke afspraken met de werkgever.

Opleidingsplan

De onderneming kan een opleidingsplan maken waarin staat welke afdelingen welke opleidingsdagen krijgen. Zo’n plan kan wor-den opgesteld tussen 1 januari en 30 juni 2014. De onderneming kan ook aan elke bediende apart een voorstel doen rond de vraag hoe de vier opleidingsdagen kunnen worden ingevuld.

Individueel

Doet de werkgever voor 31 december 2014 geen concreet voorstel rond de invulling van de opleidingsdagen? Dan moet elke bediende die het recht wil uitoefenen een brief sturen naar de werkgever en daarin vragen om de dagen te kunnen opnemen. Zo’n brief moet worden verstuurd voor 31 maart 2015. Daarna moet de werkgever voor 30 april 2015 schriftelijk voorstellen hoe de resterende opleidingsdagen kunnen worden ingevuld.Komt de werkgever de afspraken uit het opleidingsplan niet na? Of reageert hij niet voor 30 april 2015 op de brief van de werkne-mer? Dan kan de werknemer de resterende dagen laten omzetten in dagen betaald verlof of zich op eigen initiatief inschrijven voor opleidingsdagen bij Cevora.

Opgelet

Tot 30 juni 2014 is er tijd om in een onder-neming over een opleidingsplan te onder-handelen. De militanten van de LBC-NVK zijn goed geplaatst om mee te praten over vorming, training en opleiding. In bedrijven waar bijna niets gebeurt trachten de mili-tanten het thema opleiding op de agenda van het sociaal overleg te zetten. Maar er zijn ook bedrijven waar al wel één en ander gebeurt. Daar leveren de militanten input voor een goed en syndicaal verantwoord opleidingsplan waarin alle werknemers zich kunnen terugvinden. Praat er gerust met je vakbondsafgevaardigde over!   ©

fot

o: d

anië

l ry

s

Page 8: Ons Recht  februari 2014

8 | februari 2014 | 118de jaargang | Ons recht

CAMPAgNE

Uitzendkantoren behandelen jongeren als (on)menselijke grondstof

Zwartboek schetst wantoestanden in sector

seBastiaan kok

een job als uitzendkracht is een opstap naar vast werk, zo doen de uitzendkantoren ons geloven. in de praktijk blijkt dat niet te klop-pen. erger nog: jongeren worden vaak respectloos behandeld door sommige uitzendconsulenten. De jongeren moeten in een zeer con-currentiële omgeving werk zoeken en werken. Bovendien is de soci-ale bescherming in de uitzendsec-tor bijzonder klein. Jongeren staan geïsoleerd. en wie durft te klagen, moet niet meer rekenen op een interimjob. Het ‘Zwartboek interim’ van kaJ schetst niet meteen een fraai beeld van uitzendarbeid.

m., 21 jaar, Genk: “Ik moest een test doen om bij Terumo te werken via randstad. Ik haalde 98 percent, maar ze vonden me te jong en te onervaren. Waarom laten ze me die test dan doen? Ik ben eenentwintig jaar en ik wil werken. Hoe kan ik ervaring opdoen zonder te werken?”

De KAJ (Kristelijke Arbeiders Jongeren) voert al enkele jaren campagne rond uit-zendwerk. Om de stem van de jongeren kracht bij te zetten publiceerde de vereni-ging eind vorig jaar een zwartboek met cita-ten van jongeren. De solidaire samenleving is ver zoek in de verhalen van deze werk-zoekenden. Ons Recht ging praten met Bart Holvoet en Patrick Nell van de KAJ. ons recHt: Het zwartboek heeft veel kranten-koppen gehaald, maar eigenlijk voeren jullie al langer campagne.Bart: “De campagne is min of meer toeval-lig ontstaan. Op een nationale raad van de KAJ, zes jaar geleden, hebben we met de jongeren een reeks thema’s uit hun leef-wereld besproken. Uitzendarbeid was één van die thema’s. Een deelnemer uit de

‘werkgroep uitzendarbeid’ vertelde dat hij vaak werkaanbiedingen zag uithangen die al lang waren ingevuld. Een andere KAJ’er zei dat ze bij bijna alle werkaanbiedingen ‘optie vast’ zag staan, maar dat bedrijven die mogelijkheid helemaal niet aanboden. En zo waren er nog talloze andere verhalen. De teneur was duidelijk: het zit goed fout met de interimarbeid. Daar moesten we gewoon iets mee doen.” ons recHt: Hoe groot is het probleem eigen-lijk?Bart: “Zeventig procent van de werkaan-biedingen voor jongeren met een diploma secundair onderwijs bestaat uit interimjobs. Voor jongeren met een masterdiploma gaat het om 36 procent, maar dat aandeel neemt toe. En voor de meeste jongeren is uitzend-arbeid nagenoeg de enige toegang tot de arbeidsmarkt. Maar de jongeren worden onheus behandeld.”

Valse beloftes

ons recHt: Wat loopt er dan allemaal mis?Bart: “Uitzendkantoren lokken jongeren met valse beloftes. De consulenten bel-len je op en vragen om langs te komen in het kantoor omdat ze werk voor je hebben. Maar in het kantoor blijkt daar niets van aan en moet je je opnieuw inschrijven en tests afleggen, ook al heb je dat vorige week al gedaan. Ook de geafficheerde werkaanbie-dingen kloppen vaak niet. Het werk dat uit-hangt bestaat niet, de ‘optie vast’ is onjuist, de boodschap ‘dringend gezocht’ strookt niet met de realiteit.”Patrick: “Maar het gaat nog veel verder. De uitzendconsulenten vragen aan jongeren om stand-by te staan voor een bepaalde job. Toch krijgen die jongeren nooit een oproep om te gaan werken. En als dat wel het geval is, moeten ze vaak binnen een half uur ter plaatse zijn, niet eens in hun buurt!”

Werk is niet alleen een middel om economische meerwaarde te creëren. Het is ook een middel om maatschappe-lijk zinvol bezig te zijn en om jezelf te ont-plooien.

Page 9: Ons Recht  februari 2014

Ons recht | 118de jaargang | februari 2014 | 9

K., 18 jaar, Genk: “Synergie belde me eens dat ik kon beginnen en enkel het contract nog hoefde te komen tekenen. Toen ik daar aankwam, bleek er helemaal geen contract en geen werk te zijn.”

Geen opstap ons recHt: Uitzendarbeid is dus geen opstap naar een vaste job?Bart: “Neen, wel integendeel. Uitzendarbeid komt steeds meer in de plaats van vast werk. Het aantal aangeboden interimjobs neemt toe. Maar dat is geen aanwijzing meer dat de arbeidsmarkt aantrekt. Het duidt wel op de toenemende flexibiliteit die van werkne-mers wordt verwacht. Is er minder werk? Dan vliegen de uitzendkrachten de deur uit. Ze zijn alleen een buffer om pieken op te vangen.

“Veel jongeren kunnen vandaag alleen via uitzendarbeid aan de slag omdat jobs via uitzendkantoren worden aangeboden. De uitzendsector plaatst zich tussen de werk-zoekende en het werk. We hebben de indruk dat hierdoor veel minder jongeren vast werk hebben dan pakweg twintig jaar geleden.”Patrick: “We mogen dit niet aanvaarden. Deze flexibiliteit leidt tot werkonzekerheid en te lage inkomens. Jongeren stellen zo het zelfstandig wonen, trouwen en een gezin uit, omdat ze niet anders kunnen. En vooral: het knaagt enorm aan hun eigenwaarde.”

S., 20 jaar, Antwerpen: “Op 11 april ging ik langs bij Daoust. De consulente vroeg me: ‘Wat kom je doen?’ Ik zei: ‘Werk zoeken.’ De consulente antwoordde: ‘We hebben nu geen tijd.’ Dus ik terug naar buiten.”

Bart: “Dat positief zelfbeeld wordt trou-wens ook onderuit gehaald door het beper-ken van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Met die boodschap geef je mensen het gevoel dat het hun eigen schuld is als ze geen werk hebben. Maar hoe kan je 200.000 werklozen aan het werk krijgen wanneer er maar 70.000 werkaanbiedin-gen zijn? Zeker als je weet dat veel vacatu-res alleen voor hooggeschoolden bestemd zijn of over knelpuntberoepen gaan. Op die manier ontneem je jongeren het geloof in hun toekomst.”

K., 23 jaar, Oostende: “Weet je waardoor ik mij ook een nul voel? Letterlijk dan: nul, niemand? Wel, ik heb hout gestudeerd en dan stellen ze me bij randstad voor om rond te rijden met een truck. Ik heb niet eens een rijbewijs, waar zijn ze mee bezig?”

Zinvolle jobs ons recHt: Hoe kunnen we jongeren opnieuw een perspectief geven op zinvol werk?Patrick: “Werk moet inderdaad opnieuw zinvol worden. Nu gebruiken uitzendkan-toren jongeren als een grondstof die je niet menselijk moet behandelen. Je interesses? Niet belangrijk. Maakt voortdurend stand-by staan je dagelijkse leven onmogelijk? Dat is dan spijtig voor jou. Ben je toch bereid om ver van huis op een raar uur te werken? Sorry, maar daar hebben wij geen vertrou-wen in.”

“Vroeger werd werk gezien als een manier om je te ontplooien, om zinvol bezig te zijn, om met een gezin te kunnen beginnen en een woning te kunnen kopen. Maar voor veel jongeren komt uitzendarbeid nu neer op overleven met een maandloon onder de armoedegrens, werken in de meest onze-kere omstandigheden en ver weg van je ambities en dromen.”Bart: “De KAJ wil het maatschappelijk debat aanwakkeren. Iedereen heeft recht op financiële onafhankelijkheid. Wie langdurig als uitzendkracht werkt, staat te zwak om weerbaar te zijn tegen onredelijke eisen van een werkgever. Dat leidt tot meer winst voor

de bedrijven en mini-lonen voor de jonge-ren. De werkzoekenden hebben geen keuze en moeten de slechte behandeling door de uitzendkantoren gewoon ondergaan.”

“Het draait allemaal te veel rond de winst van het bedrijf. We moeten streven naar een meer solidaire samenleving. Het maat-schappelijk belang van werk moet worden geherwaardeerd. Werk is niet alleen een middel om economische meerwaarde te cre-eren. Het is ook een middel om maatschap-pelijk zinvol bezig te zijn en om jezelf te ont-plooien. De KAJ zal hierrond de komende jaren actie blijven voeren.”

T., 25 jaar, Sint-niklaas: “Ik heb bij Dacor gewerkt via AGO. Het uitzendbureau zei me op voorhand dat het met ‘optie vast’ was, maar ik heb er maar vier weken gewerkt. Zij zochten iemand om de kerstperiode te kunnen overbruggen. Toen die echter voorbij was, hadden ze mij niet meer nodig en Dacor wist niets van een vast contract.”

De citaten in dit artikel komen uit het boek “Is dit nu de moderne arbeids-markt? Zwartboek interim”. Het boek kan je bestellen bij KAJ, Britsierlaan 5, 1030 Schaarbeek. Je kan ook bellen naar 02 / 246 53 00 of e-mailen naar [email protected]. Of het boek downloaden via http://www.kaj.be/zwartboek.

Page 10: Ons Recht  februari 2014

10 | FEBRUARI2014|118dejaargang|OnsRecht

statuut

afspraken over vakantiegeld discrimineren bedienden

Verschillen met arbeiders moeten correct worden weggewerkt

Ferre Wyckmans

De ‘wet betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maat-regelen’ is nu van kracht. Het lijkt alsof alle verschillen tussen arbei-ders en bedienden zijn wegge-werkt. maar niets is minder waar. Ook vandaag nog worden werk-nemers aangeworven met een arbeidsovereenkomst als arbei-der of als bediende. Het echte eenheidsstatuut is er nog niet.

Er zijn trouwens niet alleen nog altijd ver-schillen maar ook nog altijd onvervalste dis-criminaties. Neem nu de manier waarop het vakantiegeld wordt berekend: op dat punt worden bedienden ontegensprekelijk bena-deeld ten opzichte van arbeiders. Juridisch is dit verschil nog niet omschreven als een wettelijk verboden discriminatie. Maar voor de LBC-NVK is het zonneklaar dat het wel degelijk om een discriminatie gaat. Het vakantiegeld wordt verschillend berekend én het wordt ook verschillend uitbetaald. Een schande die best zo snel mogelijk uit de wereld wordt geholpen.Alle rechthebbende werknemers, arbeiders én bedienden, krijgen het zogenaamd enkel vakantiegeld. Dat is het loon voor de dagen dat er vakantie wordt opgenomen. Tijdens de vakantiedagen wordt de arbeidsovereen-komst geschorst: de werknemer moet dan niet werken maar ontvangt toch loon. Arbeiders én bedienden krijgen ook dub-bel vakantiegeld. Dat is het echte, bijko-mende vakantiegeld, het extra bedrag dat werknemers bijvoorbeeld in staat stelt om met vakantie te gaan. De manier waarop het vakantiegeld wordt berekend verschilt tussen arbeiders en bedienden. Voor arbeiders bedraagt het vakantiegeld – enkel én dubbel samen – 15,38 procent van 108 procent van het loon in het vakantiedienstjaar. Dat vakantie-dienstjaar is het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin iemand vakantie neemt. Wanneer het vakantiegeld voor dit jaar wordt berekend, is 2014 het vakantiejaar en 2013 het vakantiedienstjaar.Voor bedienden geldt het principe dat de werkgever hun loon gewoon uitbetaalt voor de dagen dat ze vakantie nemen (enkel vakantiegeld). Op het ogenblik dat de

bediende de hoofdvakantie neemt, krijgt hij het dubbel vakantiegeld. Dat stemt overeen met 1/12 van 92 procent van het normale maandloon, vermenigvuldigd met het aan-tal gewerkte of gelijkgestelde maanden tij-dens het vakantiedienstjaar. Wie vorig jaar het hele jaar gewerkt heeft, ontvangt dus 92 procent van het normale maandloon als dubbel vakantiegeld.

Lagervakantiegeld

Aangezien arbeiders dubbel vakantiegeld krijgen op het volledige jaarloon, betekent dat ook dat ze vakantiegeld ontvangen op jaarlijks betaalde premies zoals de einde-jaarspremie. Voor bedienden is dat niet zo. Eigenlijk is het vakantiegeld van bedienden dus lager dan dat van arbeiders. Dat is wel degelijk een discriminatie, zegt de LBC-NVK. Een discriminatie die dus moet worden weggewerkt. Hiervoor moet de wet worden veranderd. De discriminatie

afschaffen kan nadat hierover een akkoord met de werkgevers is gesloten. Maar het kan ook zonder zo’n akkoord: het is per-fect mogelijk de wet eenvoudig aan te pas-sen zodat bedienden dezelfde rechten krij-gen als arbeiders.

Het vakantiegeld wordt ook op verschil-lende manieren betaald. Op zich is dat geen discriminatie, maar het zou wel goed zijn dat er één algemeen geldende afspraak komt. Het vakantiegeld (enkel en dubbel) van bedienden wordt rechtstreeks door de werkgever betaald. Voor de arbeiders betaalt een vakantiekas of de Rijksdienst voor jaar-lijkse vakantie, gespijsd met werkgevers-bijdragen, dat vakantiegeld uit, en dat ten vroegste op 2 mei. Gevolg: als een arbeider bijvoorbeeld enkele dagen in de krokus- of paasvakantie neemt, krijgt hij geen loon (enkel vakantiegeld) voor die dagen. In mei wordt namelijk het volledig enkel en dubbel vakantiegeld uitbetaald. Voor het

De discriminatie op het vlak van het vakantiegeld zal waarschijnlijk pas tegen 2016 worden wegge-werkt. Uiteraard zou de LBC-NVK veel liever zien dat de discriminatie veel eerder verdwijnt.

© f

oto:

bel

gaim

age

Page 11: Ons Recht  februari 2014

Ons recht | 118de jaargang | februari 2014 | 11

maandinkomen van bedienden maakt het geen verschil uit in welke maand vakantie genomen wordt.De bedienderegeling voor het enkel vakantiegeld lijkt ons veel beter en juister. Het dubbel vakantiegeld zou kunnen worden uitbetaald door de werkgever of via de omweg van vakan-tiekassen. Dat is niet het ergste ver-schil of grootste struikelblok.

Stroeve gesprekken

Er lopen gesprekken om de discrimi-natie in berekening en de verschillen in betalingswijze weg te werken. Maar die gesprekken schieten niet echt op.

“Het zal veel te veel kosten als we het stelsel van de arbeiders toekennen aan de bedienden”, beweren de werkgevers. Toch zal het die kant moeten opgaan. Het is ondenkbaar en onbespreekbaar dat de arbeiders zouden ‘inleveren’ en zouden worden gelijkgeschakeld met de bedienden.

BBTK, de socialistische bediende-bond, wil deze discriminatie weg. De LBC-NVK en het ACV willen precies hetzelfde, laat daar géén twijfel over bestaan. Omdat de gesprekken niet echt vlotten, wil de BBTK via juridi-sche weg een doorbraak afdwingen. De collega’s willen bij de arbeidsrecht-bank een procedure aanspannen op basis van een individueel dossier en hopen dat die rechtbank dan aan het Grondwettelijk Hof een ‘prejudici-ele vraag’ zal stellen: of het hier niet om een discriminatie gaat? In de ver-wachting dat het Grondwettelijk Hof de situatie effectief als discriminatie zal bestempelen. Er is een redelijke tot grote kans dat het Grondwettelijk Hof inderdaad van discriminatie zal spreken. Als dat gebeurt, moeten regering en parle-ment de discriminatie wegwerken. In

zo’n scenario is het wel te hopen dat de berekeningswijze die geldt voor de arbeiders wordt veralgemeend, en niet die van de bedienden. Een discrimina-tie kan je namelijk op diverse manie-ren afschaffen.

moord en brand

Het is echter de vraag of we met deze aanpak snel tot een oplossing komen die de discriminatie wegwerkt. De LBC-NVK twijfelt daar sterk aan. Niet omdat Unizo-baas Karel Van Eetvelt, de ‘Monsieur Non’ als het gaat om de rechten van werknemers, al moord en brand schreeuwde toen de mogelijke piste bekend raakte. Unizo, je weet wel, de rabiate anti-werknemers- en anti-overlegclub. In die hoek hebben ze niet veel nodig om moord en brand te roepen.Waarom we dan zulke sterke twijfels hebben over een juridische proce-dure? Omdat er veel kans is dat zowel de werkgevers als de huidige en vol-gende regering zullen afwachten wat de rechtbank en het Grondwettelijk Hof zeggen in deze procedure. Dat betekent dat we in 2014 geen stap ver-der geraken. Mogelijk is er wel een uit-spraak in 2015. Maar als de wetgeving over de berekening van het vakantie-geld wordt aangepast, valt dat bij voor-keur samen met een kalenderjaar. Als de regels in de loop van een jaar wor-den veranderd, heeft dat enorme pro-blemen en heel veel extra administra-tie tot gevolg, met dus kans op fouten.

Alibi om niets te doen

Conclusie? De discriminatie op het vlak van het vakantiegeld zal zo waar-schijnlijk pas tegen 2016 worden weg-gewerkt. Uiteraard zou de LBC-NVK veel liever zien dat de discriminatie veel eerder verdwijnt. Zal dat lukken via sociaal overleg? Ook dat is niet zeker. Maar nu lijken werkgevers en regering een alibi te hebben, zo groot als een huis: “We wachten de juridi-sche resultaten af”. Deze discriminatie moet weg, net zoals alle andere kwesties uit het dos-sier arbeiders-bedienden moeten wor-den opgelost. Als de werkgevers niet snel tonen dat ze een ernstig sociaal overleg willen, kan je bijna niet anders besluiten dan dat ze de vakbonden aanmoedigen of uitnodigen om juri-dische procedures te voeren. Het is aan hen om het tegendeel te bewijzen. De werkgevers kunnen en moeten proce-dures vermijden door te willen onder-handelen over fatsoenlijke oplossin-gen.

Met de bus door belastingparadijs Brusselenthousiaste fans en sympathisanten van het financieel actie netwerk (fan) en het réseau pour la Justice fiscale (rJf) maakten op 3 januari 2014 met de bus een originele rondrit door het belasting-paradijs Brussel. ons land is een fiscale hel voor wie moet leven van zijn arbeid maar een paradijs voor het kapitaal.

Een efficiënt gestructureerde belastingontduikings-industrie staat ten dienste van de kapitaalkrachtigen die die hun centen willen verbergen voor de staatskas. Een ware fiscale industrie van advocatenassociaties, banken en consultancybureaus.FAN en RJF eisen meer fiscale rechtvaardigheid omdat het vooral de gewone mensen zijn die belas-tingen betalen. In Frankrijk of zelfs in Nederland is het mogelijk om de rijkdom van burgers redelijk pre-cies in te schatten. Bij ons kan dat niet. Hier heb je een fiscaal bankgeheim, geen vermogensbelasting, geen belasting op meerwaarden, een bevrijdende roe-rende voorheffing. Kapitaalkrachtigen kunnen perso-nenvennootschappen en offshorevennootschappen oprichten. En ook Luxemburg biedt ‘mogelijkheden’.Voor de netwerken FAN en RJF moeten financiële ver-richtingen volledig transparant worden. Dus moet het bankgeheim volledig verdwijnen. Er is ook nood aan een vermogenskadaster. Op basis daarvan kan de fis-caliteit aanzienlijk rechtvaardiger worden gemaakt.De deelnemers aan de busrit reden langs het bureau van fiscaal expert Thierry Afschrift (die zijn rijke klanten ‘verdedigt’ tegen de fiscus), het Square du Bois (een afgesloten straat waar heel wat miljonairs huizen), de Britse bank HSBC (ook een trouwe part-ner van wie zijn vermogen ‘veilig’ wil parkeren), en PriceWaterhouseCoopers (een audit- en adviesbu-reau dat weinig moet weten van een rechtvaardige fiscaliteit).Bij FAN en RJF zijn sociale bewegingen, vak-bonden, ngo’s en sociale actiegroepen aangeslo-ten. Ook de LBC-NVK en het ACV zijn lid van FAN. Meer over het Financieel Actie Netwerk lees je op www.hetgrotegeld.be.

Aan het Brusselse Square du Bois huizen tal van gefortu-neerden. Ook deze plek werd bezocht door FAN en RJF.

Het vakantiegeld wordt verschillend berekend én het wordt ook verschillend uitbetaald. een schande die best zo snel mogelijk uit de wereld wordt geholpen.

Page 12: Ons Recht  februari 2014

12 | februari 2014 | 118de jaargang | Ons recht

auDrey rottier

De wet die de opzegtermijnen voor arbeiders en bedienden gelijk maakt, heeft per 1 januari 2014 ook een nieuwe outplacementre-geling ingevoerd. of je recht hebt op outplacement, is niet langer afhankelijk van je leeftijd. wel van de duur van de opzegtermijn.

Vanuit het streven om zoveel mogelijk men-sen aan het werk te krijgen worden werk-gevers in een aantal gevallen verplicht om outplacement te voorzien voor werknemers die worden ontslagen. Outplacement is een vorm van begeleiding die ontslagen werk-nemers moet helpen om zo vlug mogelijk weer aan de slag te gaan als werknemer of zelfstandige. De begeleiding kan psycholo-gisch zijn. Ze kan er ook op gericht zijn om mensen te leren hoe ze beter kunnen onder-handelen over een nieuwe arbeidsovereen-komst. Het kan net zo goed gaan om admi-nistratieve begeleiding.

Voor 45-plussers

Er bestond al een outplacementrege-ling voor 2014. Volgens die regeling heb-ben werknemers uit de privésector onder bepaalde voorwaarden recht op outplace-ment. Ze moeten op het ogenblik van het ontslag minstens 45 jaar oud zijn. Er moet op dat moment sprake zijn van minstens één jaar ononderbroken anciënniteit. En het ontslag moet door de werkgever zijn gege-ven, weliswaar niet om een dringende reden.De werkgever is niet verplicht om outplace-ment te voorzien voor een werknemer die een minder dan halftijdse arbeidsovereen-komst heeft. En evenmin als de betrokken werknemer een volledig uitkeringsgerech-tigde werkloze zou worden zonder te moe-ten beschikbaar blijven voor de arbeids-markt (SWT’ers bijvoorbeeld). De werkgever is wel verplicht outplacement aan te bieden aan zulke werknemers als zij er uitdrukke-lijk naar vragen. Deze al bestaande regeling blijft van toepas-sing op de werknemers die niet voldoen aan de voorwaarden van de nieuwe regeling.

nu veralgemeend

De nieuwe regeling veralgemeent het recht op outplacement naar alle werknemers met een opzegtermijn van minstens 30 weken of een opzegvergoeding die minstens een peri-ode van 30 weken omvat. Komen voortaan dus ook in aanmerking: de publieke sector, werknemers die een minder dan halftijdse arbeidsovereenkomst hebben of werkne-mers die volledig uitkeringsgerechtigde werkloze worden en niet meer beschikbaar moeten zijn voor de arbeidsmarkt (zoals SWT’ers).Het gevolg van de nieuwe regeling is dat alle werknemers die met een redelijke anciën-niteit worden ontslagen recht hebben op een ontslagpakket dat bestaat uit outplace-ment en een opzegtermijn of -vergoeding. Behalve wanneer het gaat om een ontslag om dringende reden. De enige uitzondering zijn werknemers van bedrijven in herstruc-turering: zij behouden hun eigen outplace-mentregeling.Er zijn twee verschillende situaties. In de ene situatie wordt de werknemer ontslagen

Nu ook outplacement voor werknemers jonger dan 45 jaar

Duur opzegtermijn is voortaan bepalend

Page 13: Ons Recht  februari 2014

Ons recht | 118de jaargang | februari 2014 | 13

STATUUT

met een opzegvergoeding, in de andere met een opzegtermijn.

Opzegvergoeding van minstens 30 weken

Als een werknemer ontslagen wordt met een opzegvergoeding die overeenstemt met een periode van minstens 30 weken (of het resterende deel ervan wanneer er nog wordt verbroken tijdens de al lopende opzegter-mijn), heeft hij recht op:• 60uuroutplacementterwaardevan1/12

van het jaarloon van het kalenderjaar voorafgaandelijk aan het ontslag, met een minimum van 1.800 euro en een maximum van 5.500 euro (pro rata voor deeltijdsen) en

• eenopzegvergoeding,verminderdmet4weken loon.

De werkgever moet binnen de 15 dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst per aangetekende brief een outplacementaan-bod doen. Als hij dat niet doet, kan de werk-nemer hem binnen de 39 weken na de 15 dagen-termijn schriftelijk in gebreke stellen.

De werkgever heeft dan weer 4 weken de tijd om het outplacementaanbod alsnog te doen en de werknemer heeft nadien 4 weken de tijd om al dan niet in te stemmen met het aanbod. Hij mag dit ten vroegste doen op het ogenblik waarop de opzegging wordt gegeven.De outplacementbegeleiding duurt maxi-mum 12 maanden en bestaat uit drie fases: • maximum2maanden:rechtop20bege-

leidingsuren, behalve wanneer de werk-nemer de werkgever heeft laten weten dat hij een nieuwe job gevonden heeft en de begeleiding niet wil starten;

• voortzetting in de daaropvolgende 4maanden (maximum) ten belope van 20 uren, behalve wanneer hij de werkgever heeft laten weten dat hij een nieuwe job gevonden heeft en de begeleiding niet wil voortzetten;

• voortzetting in de daaropvolgende 6maanden (maximum) ten belope van 20 uren, behalve wanneer hij de werkgever heeft laten weten dat hij een nieuwe job gevonden heeft en de begeleiding niet wil voortzetten.

Als de werkgever zijn outplacementverplich-tingen niet nakomt, recupereert de werkne-mer de 4 weken loon waarmee zijn opzeg-vergoeding is verminderd.Tot en met 31 december 2015 heeft de werk-nemer nog de mogelijkheid om al dan niet te kiezen voor deze regeling van outplace-ment. Wanneer hij er dus geen gebruik van maakt, wordt zijn opzegvergoeding ook niet met 4 weken loon verminderd. Vanaf 1 janu-ari 2016 zal de opzegvergoeding ook met 4 weken loon worden verminderd wanneer de werknemer het outplacementaanbod heeft van de hand gewezen.

Opzegtermijn van minstens 30 weken

Als een werknemer ontslagen wordt met een opzegtermijn van minstens 30 weken, heeft hij recht op:• 60uuroutplacement;dehieraanbestede

tijd wordt aangerekend op het sollicita-tieverlof;

• eenopzegtermijnvanminstens30weken.De werkgever moet binnen de 4 weken na de start van de opzegtermijn per aangetekende brief een outplacementaanbod doen. Als hij dat niet doet, kan de werknemer hem bin-nen 4 weken na het verstrijken van die ter-mijn schriftelijk in gebreke stellen. De werk-gever heeft dan weer 4 weken de tijd om het outplacementaanbod alsnog te doen en de werknemer heeft nadien 4 weken de tijd

om al dan niet in te stemmen met het aan-bod. Hij mag dit ten vroegste doen na het moment waarop de opzegging is gegeven.

Aanvang of hervatting bij verlies nieuwe job

Wanneer de werknemer de werkgever heeft laten weten dat hij een nieuwe baan gevon-den heeft en die job bij de nieuwe werkgever verliest binnen de 3 maanden na aanvang, kan de outplacementbegeleiding op zijn schriftelijk verzoek (binnen de 4 weken na het verlies) worden aangevat of hervat (voor de resterende uren). De werknemer die tij-dens de opzegtermijn een tegenopzeg geeft omdat hij een nieuwe job gevonden heeft, behoudt het recht op outplacement tot 3 maanden na het einde van de arbeidsover-eenkomst bij zijn vorige werkgever.De begeleiding zal sowieso stoppen bij het verstrijken van de periode van 12 maanden na aanvang.

Inzetbaarheid

Het is de bedoeling van de wetgever om de kosten van de ontslagvergoeding deels te gebruiken om de ‘inzetbaarheid’ van werk-nemers te vergroten. In dit verband krijgen de sectoren tot 1 januari 2019 de tijd om 1/3 van de opzegtermijn of -vergoeding in te vullen met maatregelen die de inzetbaar-heid op de arbeidsmarkt moeten verbeteren. De overige 2/3 moet worden gepresteerd of uitbetaald. Maar de maatregelen mogen er niet toe leiden dat de opzegtermijn of

-vergoeding lager uitvalt dan 26 weken. De maatregelen waarvan sprake kunnen bij-voorbeeld te maken hebben met opleidin-gen, loopbaantrajecten en outplacement. Vanaf 1 januari 2019 zal zelfs een bijko-mende RSZ-bijdrage moeten worden betaald wanneer het ontslagpakket niet voor 1/3 bestaat uit maatregelen die de inzetbaarheid vergroten. Op het deel loon dat overeenkomt met 1/3 en dat alleszins 26 weken overschrijdt, is dan een RSZ-bijdrage verschuldigd van één procent door de werk-nemer en drie procent door de werkgever.

Outplacement kan een vorm van psychologi-sche of administratieve begeleiding zijn. Het kan er ook op gericht zijn om mensen te leren hoe ze beter kunnen onderhandelen over een nieuwe arbeidsovereenkomst.

de nieuwe regeling veralgemeent het recht op outplacement naar alle werknemers met een opzegtermijn van minstens 30 weken of een opzegvergoeding die minstens een periode van 30 weken omvat.

© f

oto:

dan

iël

rys

Page 14: Ons Recht  februari 2014

14 | februari 2014 | 118de jaargang | Ons recht

stefaan Decock

Van de zeven sectoren uit de financiën zijn er vijf die al deel-akkoorden of globale akkoorden konden afsluiten. wie het sociaal overleg in de sectoren dood waant of wil begraven, zal dus toch nog even op zijn honger moeten blij-ven. Dat betekent niet dat de vak-bond euforisch is over de behaalde resultaten. maar pessimisme is ook niet aan de orde. wat we kunnen realiseren, is binnen voor de werk-nemers en daar zijn we erg blij om.

Er zijn dus maar twee sectoren uit de Financiën waar de sociale partners nog geen afspraken konden maken. Het gaat om de notarisbedienden en om de verzekeringen.Bij de openbare kredietinstellingen werd een ontwerp van overeenkomst bereikt. Daar moeten alleen nog de nodige handte-keningen worden gezet.Voor de werknemers in de beursvennoot-schappen worden in 2013 en 2014 ecoche-ques voorzien voor een bedrag van respec-tievelijk 125 en 250 euro. En vanaf 1 januari 2015 krijgen ze daar elk jaar 200 euro aan

eurocheques, en dat voor onbepaalde duur. Het wordt mogelijk gemaakt om tot 36 maanden tijdkrediet ‘met motief’ te nemen. Er is ook een regeling tijdkrediet uitgewerkt voor 50-plussers met 28 maanden anciën-niteit.Bij de beursvennootschappen werden ook de afspraken op het gebied van vorming vernieuwd. De cao over SWT – stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag – op 58 jaar is verlengd tot eind 2014. Het bestaande akkoord om te kunnen werken op feestda-gen werd uitgebreid met drie dagen. De bedienden bij de verzekeringsmake-laars krijgen in 2013 en 2014 ook ecoche-ques, telkens voor een bedrag van 125 euro. Ook in deze sector zijn er vormingsafspra-ken. Er wordt een fietsvergoeding ingevoerd. Voor het eerst is er een akkoord dat de kans geeft om tijdkrediet ‘met motief ’ en tijdkre-diet voor 50-plussers met 28 jaar anciënni-teit aan te bieden.

Banken en spaarbanken

En dan zijn er uiteraard de banken en de spaarbanken. In die sector zijn de afspra-ken verlengd op het vlak van tijdkrediet, vorming en SWT. De discussies over inle-veringen op de index en werkzekerheid

werden doorverwezen naar werkgroepen. Ondertussen zal de vernieuwing van de functieclassificatie worden voortgezet; de onderhandelingen daarover worden hope-lijk afgerond tijdens de looptijd van deze cao.Nieuw in de banksector is dat de sociale partners een jongerenproject op poten zet-ten om de jeugdwerkloosheid te helpen ver-minderen. Dat project moet 200 jongeren onder de 26 jaar een opleidingstraject van vier maanden geven. Hierbij willen werkge-vers en bonden gebruik maken van het stel-sel van de ‘beroepsinlevingsovereenkomst’. De deelnemende jongeren zullen aan zelf-studie doen, les lopen in groep en een stage krijgen bij één van de banken die meedoen. Wie het traject met succes doorloopt, krijgt een getuigschrift waarop alle gevolgde oplei-dingen worden vermeld. Een bank-attestering in het kader van de Wet Willems maakt deel uit van het oplei-dingstraject. Zo’n attestering is vereist om contacten te mogen hebben met het cliën-teel.

Jongerenproject

Om aan het jongerenproject te mogen meedoen moet je geen specifieke opleiding

SECTOROVERlEg

Onderhandelingen leveren toch resultaten op in Financiën

al afspraken in vijf van de zeven sectoren

Page 15: Ons Recht  februari 2014

Ons recht | 118de jaargang | februari 2014 | 15

RUBRIEKSNAAM

hebben gevolgd. Zo wordt de toegang tot dit project een stuk laagdrempeliger. Kandidaat-deelnemers moeten wel slagen in een test die wordt gekoppeld aan een stuk zelfstudie via ‘e-learning’. Die zelfstu-die komt neer op een soort ‘inleiding tot de financiële wereld’.

Het project wordt volledig uitgewerkt en begeleid door de sociale partners. Voor het jongerenproject werken ze wel samen met de VDAB, Actiris, Forem en anderen. Er wordt voor gezorgd dat de deelnemers oplei-ding krijgen op het vlak van bureautica, taal

en ‘basis banktechnieken’. Tijdens het tra-ject zal de deelnemer worden georiënteerd naar een commerciële stage (‘front-office’) of naar een functie in de ‘back-office’ van een bank.Het is de bedoeling jongeren extra kansen te bezorgen om aan de slag te geraken in de financiële sector. Dankzij de voorziene opleiding worden de deelnemers meteen inzetbaar in functies waarbij je in contact komt met cliënteel.

meer kans op werk

Stel dat het inderdaad lukt om 200 jongeren met succes stage te laten lopen, dan krijgen ze aanzienlijk meer kans om een baan te vinden bij een bank of spaarbank. Wat zou bewijzen dat het sectoraal overleg zeer zin-vol is en bij machte is om perspectieven te geven aan jonge mensen. In ieder geval staat het vast dat een deel van de deelnemende jongeren een loopbaan in de financiële sec-tor zal kunnen uitbouwen.In de eerste helft van dit jaar moet blijken of we in alle sectoren uit de Financiën al dan niet een akkoord kunnen beklinken. We zijn halfweg maar de oogst is nog niet volledig binnen. Het werk is dus zeker nog niet klaar.   

Ongelijkheid

de antwerpse diamantindustrie heeft

vorig jaar voor 55 miljard dollar verhan-

deld – daar wordt niet in euro geteld - en

komt zo dicht bij het recordjaar 2011, toen

er voor 56,6 miljard dollar werd verhan-

deld. Crisis en diamanthandel lijken niet

echt heel veel met elkaar te maken heb-

ben. “diamanten worden wel steeds groter

en duurder. Klanten investeren in steeds

hoogwaardigere diamant”, zegt de woord-

voerder van de antwerpse diamantgilde.

Kortom een opsteker, een mens kan er al

eens één gebruiken.

Toch kon het niet achterwege blijven. Ook

hier vragen ze om een fiscaal vriendelijker

beleid. Want wie in de diamantwereld zijn

belastingen juist betaalt – een combinatie

die bij mij toch enige twijfel oproept - kijkt

aan tegen een tarief van 33,99 procent. dat

de in- en uitvoer van diamant is vrijgesteld

van taksen en invoerrechten werd voor de

volledigheid niet vermeld. Wie wil klagen,

moet niet teveel met gunstmaatregelen

staan zwaaien…

Ondertussen is er voor het zoveelste

opeenvolgende jaar een stijging van het

aantal onbetaalde schoolfacturen. facturen

die ongenadig hard inhakken op sommige

gezinsbudgetten. Ook de grafiek van onbe-

taalde energiefacturen piekt voort en dan

is er gelukkig, wat dat betreft, van win-

terkoude niet veel te merken. de zachte

winter verlicht het facturenleed. OCMW’s

ontsnappen, goed één jaar na de instal-

latie van de nieuwe besturen, niet aan de

besparingsdrang en komen zo in financiële

moeilijkheden. Wanneer OCMW‘s in moei-

lijkheden geraken, kunnen ze hun bijstands-

opdracht moeilijker gerealiseerd krijgen.

de slachtoffers daarvan zijn uitgerekend

diegenen die met niet te betalen school-

en energiefacturen langskomen op de soci-

ale diensten. besparingen en armoede, ze

versterken elkaar.

Het is allemaal tekenend voor de effecten

van wat de economische crisis heet te zijn.

Luxeartikelen als diamant worden meer

verhandeld dan ooit. geld schijnt niet te

stinken. Maar wie zich bij diamant slechts

iets kan voorstellen dat naar rijkdom ruikt,

heeft het systematisch lastiger om de

eindjes aan elkaar geknoopt te krijgen. uit

alle statistieken, in alle landen, blijkt dat er

sinds de crisis een toename is van de onge-

lijkheid. de crisis is, zoals alles, erg ongelijk

verdeeld.

Laten we dus ophouden met de platitude

te hanteren ‘dat het crisis is voor iedereen’.

dat is een politiek verfoeilijke analyse, die

heel veel sociaal snoeiwerk moet verant-

woorden en zo de crisis voor de zwaksten

juist bestendigt. nu de zwaksten het ook

zonder de muzikale steun van Pete Seeger

moeten stellen, zullen wij nog wat harder

voor hen moeten opkomen.

IN DE MARgEwf

nieuw in de banksector is dat de sociale partners een jongerenproject op poten zetten om de jeugdwerkloosheid te helpen verminderen.

© f

oto:

dan

iël

rys

Page 16: Ons Recht  februari 2014

16 | februari 2014 | 118de jaargang | Ons recht

Jan Deceunynck

we moeten langer aan de slag blijven. De effectieve pensioen-leeftijd moet naar omhoog. Zo klinkt het dagelijks in de media en uit monden van politici. allemaal goed en wel. maar daar sta je dan als oudere werkloze, net bedankt voor bewezen diensten bij je werkgever. opnieuw aan de slag gaan blijkt niet vanzelfsprekend.

Iedereen kent wel de verhalen van werkwil-lige oudere werklozen die er alles aan doen om een nieuwe job te vinden. Maar die keer op keer de deur op de neus krijgen. Zo ook Marc Gorris, die in april 2013 als directeur zijn job zag verdwijnen bij het opleidings-centrum Syntra. Marc ondervindt nu al maanden aan den lijve dat zijn leeftijd in de weg zit.

‘Overgekwalificeerd’

“Gezegd wordt het nooit”, vertelt Marc Gorris. “Integendeel. Vaak zeggen ze erbij dat ik zeker niet mag denken dat het iets met mijn leeftijd te maken heeft. Dat maakt het dan nog méér duidelijk”, lacht hij ietwat zuur. Steevast worden dus andere redenen uit de werkgeversmouw geschud. ‘Overgekwalificeerd’. Of ‘Wij kunnen je niet bieden wat je zoekt’. “Ik maak in elk gesprek

duidelijk dat ik niet op zoek ben naar een nieuwe job als directeur. Ik wil graag wat downsizen. Maar blijkbaar is dat moeilijk te geloven. De laatste jaren als directeur bij Syntra voelde ik ook al dat ik terug naar de basis wilde: vorming en opleiding geven. Nu heb ik dat gevoel nog sterker.”Marc botst ook op andere vooroordelen en problemen. “Zoals het idee dat het niet meer loont om me in dienst te nemen, want dat ik toch binnen de kortste keren weg ben om van mijn pensioen te genieten. Maar niks is minder waar. Ik heb nog helemaal geen zin om met pensioen te gaan. Ik wil wel minderen. Minder verantwoordelijk-heid, minder tijd, minder verdienen. Maar ik ben nu 57 en wil minstens nog zes tot acht jaar werken. En in die periode zal ik zelfs minder geneigd zijn om op te stappen, net omdat het zo moeilijk is om als oudere werknemer een andere job te vinden. De kans dat een jongere werknemer zes jaar bij dezelfde werkgever blijft, is dus kleiner dan bij mij.”En de productiviteit? Marc diept meteen een artikel op over een Britse studie die de mythe fijntjes doorprikt (zie kader). Uit onderzoek blijkt dat oudere werknemers even gemotiveerd en flexibel zijn als jon-gere collega’s. “Ik hoef bijvoorbeeld niet meer thuis te zijn voor de kinderen, want die staan al op eigen benen. Lange dagen, avond- of weekendwerk schrikken me dus ook niet af. Ik wil vooral niet thuis zitten”, klinkt het. “Ik heb heel wat vaardigheden en

competenties in mijn rugzakje zitten. Maar ik bots op vooroordelen. Soms zijn die te begrijpen. Want er zijn inderdaad ouderen die niet echt meer willen. Maar dat zie je toch ook soms bij jongeren? Een gebrek aan ‘goesting’ bestaat toch niet alleen bij oudere werknemers?”

minder mag

Te duur? “Ik ben echt niet meer op zoek naar een job met hetzelfde loon als wat ik vroeger verdiende. Het mag best wat minder zijn. Mijn woning is afbetaald, de kinderen zijn het huis uit. Ik kom met wat minder ook wel toe. Bezig zijn en sociale contacten heb-ben zijn voor mij veel belangrijker dan een riant loon. Ik deed een paar opdrachten in het onderwijs en ik verdiende daar de helft van wat ik vroeger had. Daar heb ik geen moeite mee.”Samenwerken met jongere collega’s, een probleem? Geenszins. “Ik heb gedurende mijn hele carrière samengewerkt met jon-gere mensen. Bovendien is een groot leef-tijdsverschil ook een voordeel. Ik ben min-der een concurrent dan leeftijdgenoten. Als collega’s even oud zijn, willen ze samen aan hun carrière bouwen. En lopen ze dus elkaar voor de voeten in die ambitie. Ouderen zijn dan wellicht minder bedreigend. Die willen niet meer zo nodig omhoog. Maar ze kun-nen wel hun rugzakje met vaardigheden overdragen.”

Oudere werkzoekenden vechten tegenvooroordelen

“een serieuze rugzak aan ervaring en competentie”

Marc Gorris: “Ik heb nog helemaal geen zin om met pensioen te gaan. Ik wil wel minderen. Minder verantwoor-delijkheid, minder tijd, minder verdienen. Maar ik ben nu 57 en wil nog minstens zes tot acht jaar werken.”

Page 17: Ons Recht  februari 2014

Ons recht | 118de jaargang | februari 2014 | 17

VIJFTIgPlUSSERS

nieuwe kans

Omdat zijn ontslag nog niet helemaal afge-wikkeld is, heeft Marc nog geen outplace-mentbegeleiding gehad. Maar hij dacht wel zelf grondig na over zijn toekomstige carri-ère. “In het begin solliciteerde ik in het wilde weg. Ik wilde zo snel mogelijk opnieuw aan de slag, maar twijfelde door het ontslag vooral ook erg aan mijn competenties en kwaliteiten. Dat leverde dus niet veel op. Ik heb mijn oude assessmentrapporten

daarom nog eens opgezocht en aan de hand daarvan een eigen SWOT-analyse gemaakt: waar ben ik goed in en waarin minder? Wat vind ik belangrijk en wat niet? Zo heb ik een lijstje gemaakt met jobs waar ik nu op wil mikken.”Bovenaan dat lijstje staat ‘vorming en opleiding’. “Les geven”, verduidelijkt Marc.

“Maakt niet uit of het in een school is of in een bedrijfsomgeving. Mensen moti-veren en enthousiasmeren is wat ik graag doe. Resultaten halen door mensen op een

creatieve manier te coachen.” Inmiddels heeft Marc al twee keer een interim-opdracht gehad in een school. “Na een sol-licitatie ben ik twee keer uitgenodigd voor een gesprek. En dat heeft in beide gevallen tot een tijdelijke opdracht geleid. Dat sterkt me in de overtuiging dat het vooral vooroor-delen zijn die verhinderen dat ik werk vind. Als ik de kans krijg om mezelf voor te stel-len, lukt het wel.”

rijden met de autocar

De tweede optie op zijn wenslijstje is het beroep van autocarchauffeur. “Ik ben gepas-sioneerd door aardrijkskunde en heb ooit nog lesgegeven in de opleiding tot reisleider. Dat vond ik heel plezierig. Vermits autocar-chauffeur een knelpuntberoep is, organi-seert de VDAB opleidingen in die richting. Maar voor die opleiding ben ik in principe overgekwalificeerd. Mogelijk mag ik er dus niet aan deelnemen. Ik heb binnenkort een gesprek met de VDAB om hen ervan te over-tuigen me toch te aanvaarden.”Ook de derde keuze op het lijstje gaat over een knelpuntberoep: assistent-logistiek ver-antwoordelijke. Voor die VDAB-opleiding komt hij wel in aanmerking, al moet hij eerst nog wel op gesprek. “Ik zal alleszins mijn talen wat moeten opfrissen. Want die hebben de voorbije jaren een laagje stof vergaard. Maar een magazijn organiseren of een vrachtwagen bevrachten, dat sluit aan bij mijn vroegere werk als directeur bij Syntra. Ook daar was ik vooral met logis-tieke opdrachten bezig. Het is bovendien teamwerk. Daar hou ik van.”Als alle voorgaande pistes een dood spoor blijken, wil Marc eventueel als zelfstandige aan de slag. “Niet op mijn eentje”, zegt hij er wel bij. “Ik zou dan graag een coöpera-tieve oprichten met mensen in een gelijk-

aardige situatie: oudere werkzoekenden die geen plaats meer vinden, maar nog wel zin hebben om te werken. Vijfenvijftigplussers met een flinke rugzak. Wat we dan precies gaan doen, zal afhangen van de betrokken personen. Het moet een gezamenlijk pro-ject worden. Ik heb al een beetje rondge-snuffeld. En ik ontdekte dat er misschien via het Europees Sociaal Fonds (ESF) wel wat ondersteuning kan worden gevonden. Wie weet draait het daar wel op uit.”

Ouderen even productief als jongerenmet de regelmaat van een klok staat het even in de mediabelang-stelling. om dan weer even snel uit die aandacht te verdwijnen: vijftigplussers hebben nauwe-lijks kansen op de arbeidsmarkt.

eind vorig jaar werd het met zoveel

woorden gezegd door Vdab-topman

fons Leroy en zijn studiedienstme-

dewerker ronny Misplon: “Voor alle

kansengroep-werkzoekenden ligt de

jobkans lager dan gemiddeld, maar de

jobkans voor oudere werkzoekenden ligt

gewoon extreem laag.”

Slechts drie procent van de vijftigplus-

sers vond vorig jaar een nieuwe baan. bij

de 25-49-jarigen was dat tien procent.

en 54 procent van de ouderen is langer

dan twee jaar werkloos, terwijl dat cijfer

bij de jongere groep ‘slechts’ 18 procent

bedraagt.

de verklaring? Vooroordelen! Zo blijkt

uit een grondige studie in opdracht

van de britse organisatie age uK.

buitenlands onderzoek, akkoord. Maar

de bevindingen van de onderzoekers

klinken zo vertrouwd dat er geen reden

is om aan te nemen dat ze niet voor

belgië zouden opgaan.

universiteit van essex

age uK vroeg aan onderzoekers van de

universiteit van essex om na te gaan

hoe het was gesteld met de producti-

viteit van ouderen. uit het onderzoek

bleek die niet te verschillen van die van

jongere collega’s. de stereotiepe voor-

oordelen tegenover ouderen – weinig

flexibel en gemotiveerd, meer ziek dan

jongeren, minder snel en minder bereid

tot bijleren, wachtend op pensioen –

worden in het onderzoek naar de prul-

lenmand verwezen.

de 55-plussers lijken net zo gemotiveerd

en flexibel als jongere medewerkers. en

hun fysieke nadelen worden gecompen-

seerd door hun specifieke vaardigheden

en ervaring. jongeren scoren beter als

er snel repetitieve taken moeten worden

uitgevoerd. Maar ouderen brengen dan

weer sneller complexere taken tot een

goed einde. Hun jarenlange ervaring

heeft hen getraind in die meer complexe

processen.

Autofabrieken

een vaststelling die trouwens wordt

bevestigd door twee duitse onderzoe-

ken. Zowel bij Mercedes-benz als bij

bMW werd de productiviteit van oudere

werknemers proefondervindelijk onder-

zocht. bij Mercedes leerde het onder-

zoek dat de oudere werknemers in de

fabriek productiever waren en minder

fouten maakten dan hun jongere colle-

ga’s. en bij bMW bleek een productielijn

die volledig door oudere werknemers

werd bemand, jaarlijks zeven procent

productiever dan een lijn met alleen

maar jongere arbeiders.

Het onderzoek stelde ook andere ver-

schillen vast. Oudere werknemers vallen

minder vaak uit door ziekte dan jonge-

ren. Maar als ze ziek zijn, is het meestal

wel voor een langere periode. Hetzelfde

geldt voor arbeidsongevallen: ouderen

zijn minder vaak het slachtoffer, maar

het gaat bij hen wel om ernstigere onge-

vallen dan bij jongere collega’s.

Onderzoekster Kathleen riach van de

universiteit van essex: “Ons onderzoek

toont aan dat de leeftijd geen bepalende

factor is voor de productiviteit. andere

sociaaleconomische en psychologische

factoren zijn veel meer bepalend.

Het wordt dus tijd dat werkgevers en

personeelsverantwoordelijken hun beeld

over ouderen een beetje bijstellen. Want

de link tussen productiviteit en leeftijd

zit duidelijk meer tussen onze oren dan

dat ze op feiten is gebaseerd.

Vaak zeggen ze erbij dat ik zeker niet mag denken dat het iets met mijn leeftijd te maken heeft.

Page 18: Ons Recht  februari 2014

18 | februari 2014 | 118de jaargang | Ons recht

PENSIOEN

“Wettelijke pensioenen moeten naar omhoog”

ferre wyckmans over uitdagingen voor ons pensioensysteem

Denis Bouwen

De discussie over onze pensioenen heeft de gemoederen onlangs nog maar eens verhit. Het voorstel om misschien het belastingvoordeel voor pensioensparen af te schaf-fen werd vanuit diverse hoeken afgeschoten. algemeen secreta-ris ferre wyckmans legt uit hoe de lBc-nVk aankijkt tegen de uitda-gingen voor ons pensioensysteem.

ons recHt: ABVV-topman Rudy De Leeuw wil af van het belastingvoordeel voor pensi-oensparen. Die maatregel moet het, samen met hogere sociale bijdragen, mogelijk maken om de te lage wettelijke pensioenen te verhogen.ferre wyckmans: “Onze wettelijke pensi-oenen zijn zeker te laag, zelfs met een vol-ledige loopbaan in de privésector. Sommige websites van banken en verzekeraars gebruiken dat zelfs om klanten te ronselen. ‘De Belg heeft één van de laagste pensioe-nen in Europa’, kan je op één van die sites letterlijk lezen. We moeten de wettelijke pensioenen dus optrekken. Zo niet zullen de armoedecijfers structureel nog meer stij-gen. Vergeet niet dat de gemiddelde levens-duur stijgt.”

“Net als alle vakbonden hebben wij altijd gepleit voor betere wettelijke pensioenen. Vermits een verhoging noodzakelijk is,

moeten we keuzes maken. Overigens: alle systemen van de tweede pijler – een extra pensioen via het bedrijf of de sector – en de derde pijler – zelf sparen om later je pen-sioen aan te vullen – zijn gebaseerd op de vaststelling dat de eerste pijler, het wette-lijke pensioen, niet groot genoeg is. Ze wer-den bedacht om werknemers een pensioen te garanderen dat hoger zou zijn dan het te lage wettelijke pensioen.”

Pensioensparen

ons recHt: De politiek en de werkgevers rea-geerden vernietigend op het voorstel om het fis-caal voordeel voor pensioensparen af te schaf-fen. Nogal wat gewone werknemers reageerden ook afkeurend in de (sociale) media.ferre: “Het zou de geloofwaardigheid van politici en werkgevers hebben gediend als ze zich eerst zouden hebben uitgesproken over het uitgangspunt: zijn onze wettelijke pensioenen niet te laag? Daarna hadden ze dan hun mening kunnen geven over het omstreden voorstel. Maar bijna niemand wilde blijkbaar die moeite doen. Politiek gezien lijkt het makkelijker om het medi-cijn af te keuren dan om iets te zeggen over het ziektebeeld.”

“Bij het ABVV wordt gepleit voor dit medi-cijn: gebruik de publieke middelen, voorzien om het pensioensparen te promoten, om de wettelijke pensioenen te verhogen. Het gaat om een theoretische denkoefening. Maar

het voorgestelde medicijn is verkeerd. Je kan niet eerst mensen lokken en dan zeggen dat het gebruikte lokaas niet valabel meer is. Zoiets zou als fiscale contractbreuk worden beschouwd. Wie het belastingvoordeel wil afschaffen, moet op zijn minst een garantie geven aan al wie in het systeem stapte. Het minste wat je kan zeggen is dat er op dit punt weinig duidelijkheid was.”

Geen illusie creëren

ons recHt: Ons pensioensysteem steunt nu op drie pijlers, het wettelijke pensioen, het pen-sioensparen en de groepsverzekering. In welke mate is dat een goed systeem ?ferre: “Er wordt soms ook gesproken van een vierde pijler, de eigen woning. Het is duidelijk dat de eerste sokkel, die van het wettelijke pensioen, te klein is. Dat is onder meer zo omdat alleen een beperkte groep in staat is om aan een volledige loopbaan van 45 jaar te geraken.”“Veel van de voorstellen die erop gericht zijn om hogere pensioenen mogelijk te maken en het systeem betaalbaar te houden zijn nogal eenzijdig en draaien rond ‘langer wer-ken’. We weten dat er op dit vlak ingrepen mogelijk zijn. Maar het is compleet fout om mensen de illusie te geven dat iedereen aan een volledige loopbaan zal geraken.”

“Als veel pensioenen te laag zijn, heeft dat ook te maken met het feit dat de pensi-oenberekening gebaseerd is op 60 procent

© f

oto:

bel

gaim

age

Page 19: Ons Recht  februari 2014

Ons recht | 118de jaargang | februari 2014 | 19

(alleenstaande) of 75 procent (gezinshoofd) van het loon, en dan nog geplafonneerd tot 52.761 euro per jaar. Heb je 45 jaar lang gewerkt en heb je tijdens heel die periode meer verdiend dan het plafond, dan krijg je een maximaal brutopensioen van 2.145 euro (alleenstaande) of 2.681 euro (gezinshoofd) per maand. Maar er worden wel bijdragen betaald op het volledige loon, dus ongepla-fonneerd. Zo dreigt er een te groot verschil te ontstaan tussen de ongelimiteerde bijdra-gen en de te beperkte uitkeringen. Je krijgt dus pensioenbedragen die feitelijk te laag zijn en bovendien wordt het geloof in het wettelijke systeem aangetast.”

“De pensioenen willen optrekken van 60 naar 75 procent van het loon, zoals in het afgeschoten voorstel stond, is wel degelijk een goed idee. Maar de werkgevers reageer-den meteen: er is geen geld voor! Vreemd: bedrijven en sectoren hebben wél centen om de tweede pijler te financieren. En er zijn ook fiscale middelen om de derde pijler aan te moedigen. Kunnen we de huidige en toekomstige middelen niet efficiënter beste-den om de wettelijke sokkel groter en stevi-ger te maken? Dat is de hamvraag waarover we moeten discussiëren.”

ons recHt: Niet meer dan een derde van de actieve bevolking doet aan pensioensparen. Twee derde valt dus uit de boot. Klinkt niet echt sociaal?ferre: “In de privésector bedraagt het gemiddelde pensioen zowat de helft van het maximumbedrag. De vraag hoe sociaal zoiets is, dringt zich nog méér op. Maar het klopt natuurlijk dat wie elke maand moet spartelen om de eindjes aan elkaar te kno-pen niet in staat is om aan pensioensparen te doen. Het belastingvoordeel voor pensi-oensparen komt dus niet ten goede van de mensen met de laagste inkomens en de laag-ste pensioenen. Zeker zij hebben nood aan een beter wettelijk pensioen.”

Fiscale aftrekposten

ons recHt: De belastingexpert Michel Maus vindt het wel de moeite om het ABVV-voorstel te onderzoeken. Hij wil vooral ‘grote kuis’ hou-den in alle mogelijke fiscale aftrekposten en wil de lasten op arbeid nog meer verlagen.ferre: “Wij vinden het een prima idee om de bezem te halen door de fiscale aftrek-posten en om bedrijven en mensen met grote vermogens correct hun belastingen te doen betalen. In ons systeem betalen werk-nemers – en zij alleen, niet de werkgevers

– correct de belastingen op hun loon. Heel veel zelfs. Inkomsten van bedrijven en uit grote vermogens worden amper of niet belast. De vakbond pleit voor een verschui-ving waardoor werknemers eindelijk min-der gaan betalen. Zoiets kan als de anderen eindelijk ook genoeg belastingen betalen. ‘Belastingparadijs België’, het nieuwe boek van Marco Van Hees, is in dat opzicht een aanrader. Dat boek schetst een ontluiste-rend beeld van de situatie.”

ons recHt: Diverse politieke partijen plei-ten voor langere loopbanen om de pensioenen betaalbaar te houden. Volgens de sp.a zou je 42 jaar moeten werken om recht te hebben op een volwaardig pensioen.ferre: “Dat klinkt heel oké maar is het toch niet helemaal. Wie langer studeert, zou dan ook tot een hogere leeftijd moe-ten werken om een volledige loopbaan van 42 jaar te halen. Zoiets is misschien nog

verdedigbaar en zou ten goede komen van wie al heel vroeg begon te werken. Wie op zijn 18de begint te werken, zou dan op zijn 60ste een volledig pensioen hebben als hij altijd gewerkt heeft. Onduidelijk is wat er in het sp.a-plan gebeurt met mensen die ziek worden, werkloos zijn of ouderschapsverlof nemen; moeten zij extra presteren om aan genoeg arbeidsjaren te geraken? Als dat zo is, zullen mensen flink langer moeten wer-ken om nog een volledig pensioen te ont-vangen.”

Gelijkgestelde periodes

ons recHt: Er zijn nogal wat gelijkgestelde periodes die meetellen voor de berekening van het latere pensioen. Denk aan werkloosheid, ziekte, invaliditeit, SWT. Maar nogal wat poli-tici bekijken die gelijkstellingen met een scheef oog en willen er graag vanaf.ferre: “Het klopt dat er heel wat gelijkge-stelde periodes bestaan. Periodes waarvoor geen echte afdrachten zijn gebeurd en die toch worden gelijk gesteld voor de loop-baanberekening, zij het met beperkingen qua omvang en bedrag. Zonder die gelijk-stelling zouden de gemiddelde pensioenen nog veel lager uitvallen. Als we de armoede bij ouderen niet immens willen vergroten, kunnen we zeker niet fors prutsen aan die gelijkstellingen. We moeten zorgen voor arbeidsomstandigheden waardoor mensen langer kunnen werken. Maar je kan wie ziek of werkloos wordt niet twee keer de gevol-gen laten dragen: op het moment zelf krij-gen ze een vervangingsinkomen, dus min-der geld, en op oudere leeftijd zouden ze dan ook nog ’s worden gestraft? Kan niet natuurlijk.”   

De vakbond vindt het een prima idee om de bezem te halen door de fiscale aftrekposten en om bedrijven en mensen met grote vermogens correct hun belastingen te doen betalen. Zo krijg je meer inkomsten voor de overheid en wordt het ook bijvoorbeeld mogelijk betere wettelijke pensioenen te betalen.

Kunnen we de huidige en toekomstige middelen niet efficiënter besteden om de wettelijke sokkel groter en steviger te maken? dat is de hamvraag waarover we moeten discussiëren.

Page 20: Ons Recht  februari 2014

20 | februari 2014 | 118de jaargang | Ons recht

RUBRIEKSNAAM

Ons recht brengt in deze rubriek

elke maand een kleine greep uit de

recente rechtspraak over de arbeids-

overeenkomsten. We geven telkens

een samenvatting van enkele vonnis-

sen of arresten waarvan de draag-

wijdte verder reikt dan alleen maar

het individuele geval. Sinds januari

is de arbeidsovereenkomstenwet op

enkele belangrijke punten diepgaand

veranderd.

Ongetwijfeld zullen de veranderde

wetsbepalingen tot heel wat recht-

spraak leiden maar het zal even

duren voor die er komt. al loopt het

bij de arbeidsgerechten heel wat

sneller dan bij de meeste andere

rechtbanken, ook de sociale recht-

spraak komt niet tot stand met de

snelheid van het licht.

de rechtbanken zullen de eerstko-

mende tijd nog heel wat geschillen

moeten beslechten waarbij de ‘oude’

wetgeving wordt toegepast. Wat er

nieuw is in de wet, is voor het groot-

ste deel ook meteen van toepassing

op de lopende arbeidsovereenkom-

sten. Maar geschillen die zich voor-

deden vóór 2014 vallen onder de

oude wetgeving.

Voor deze rubriek zullen we vonnis-

sen en arresten kiezen die ook nog

van belang zijn in het licht van de

nieuwe wetsbepalingen. We zullen

het bijvoorbeeld niet langer hebben

over de proeftijd, die werd immers

afgeschaft.

ARBEIDS-gERIChTmarc weyns

Snelheids-overtredingen

Een taxichauffeur beging in nau-welijks zes maanden tijd diverse zware snelheidsovertredingen. De overtredingen konden tellen: 89 km per uur waar maximaal 50 was toegestaan, 112 waar de limiet 90 was, 81 in een zone van 50. Gevolg: de werkgever stuurde de chauffeur meteen de laan uit. Maar de taxi-chauffeur vocht zijn ontslag aan.Het besluit van het arbeidshof van Brussel op 26 juni 2013 was duide-lijk. Zware en herhaalde snelheids-overtredingen, die het leven van andere weggebruikers in gevaar brengen, zijn een dringende reden. De fouten werden begaan in het professioneel kader van personen-vervoer en dat was nog een ver-zwarende omstandigheid.

© f

oto:

bel

gaim

age

Educatief verlof

Bij vele werkgevers is alles wat de normale werkorganisatie kan verstoren een doorn in het oog. De ervaring leert dat ontslagbe-scherming geen overbodige luxe is voor werk-nemers die educatief verlof nemen om een opleiding te kunnen volgen. Dat bleek nog eens in het geval waarover de arbeidsrecht-bank van Gent op 14 november 2013 een uit-spraak deed.Een werknemer werkte een tijdje in een bedrijf en het leek allemaal goed en vlot te verlopen. Tot hij op 27 september 2011 een aanvraag deed voor educatief verlof. Dat viel niet in goede aarde en op 22 december werd hij ontslagen.Wanneer een werknemer educatief verlof heeft aangevraagd mag de werkgever hem in

de loop van de opleidingsperiode niet ont-slaan. Tenzij hij bewijst dat het ontslag niets te maken heeft met dat educatief verlof. In het concrete geval waren er voordien geen problemen; maar sinds de aanvraag van het educatief verlof ging het volgens de werk-gever de verkeerde kant op. De werknemer haalde niet het vereiste rendement, was plots geen ploegspeler meer en was niet discreet en niet oprecht in zijn communicatie. Allemaal vage beweringen en de werkgever slaagde er niet in ze te staven voor de rechtbank. De werknemer werd ook nooit in gebreke gesteld voor zijn vermeende tekortkomingen. De rechtbank stuurde de werkgever dan ook wandelen en legde hem op om een schade-vergoeding van drie maanden loon te betalen.

Vakantiedagen verlengen opzegtermijn

Een werknemer die is opgezegd, maakt van de opzegtermijn gebruik om ander werk te zoeken. Als de werknemer vakantie neemt – vaak een al eerder geplande vakantie – of ziek wordt, onderbreekt dit zijn zoektocht naar een nieuwe baan. Daarom wordt de opzeg-termijn verlengd met die vakantie- en ziek-tedagen.Het gaat hierbij niet alleen over de gewone wettelijke vakantiedagen, ook de bijko-mende vakantiedagen, zoals het anciënni-teitsverlof, verlengen de opzegtermijn. De

arbeidsduurvermindering, toegekend in de vorm van verlofdagen, geldt niet als vakan-tiedagen. Die dagen verlengen de opzegter-mijn dus niet.Dat deed het arbeidshof van Brussel nog eens uit de doeken in een arrest van 15 januari 2013. In hetzelfde arrest beslisten de rechters dat een werknemer die een arbeidsduurver-mindering heeft in de vorm van verlofdagen recht heeft op het loon voor die dagen die hij bij het einde van zijn arbeidsovereenkomst nog niet kreeg toegekend.

Page 21: Ons Recht  februari 2014

Ons recht | 118de jaargang | februari 2014 | 21

INBOxJan Deceunynck

Nieuw werknemersstatuut

Het nieuwe werknemersstatuut is sinds 1 januari 2014 een feit. Dat betekent dat er heel wat is veranderd voor werknemers, op tal van gebieden. Er zijn nieuwe spelregels bij ontslag, er gelden nieuwe regels als je ziek bent, de proeftijd is afgeschaft enzovoort. Alle nieuwe regels en afspraken hebben we gebundeld op www.hetnieuwestatuut.be. Op basis van uitgewerkte voorbeelden vind je er duidelijke info over wat de aanpassing voor jou betekent. Ga er zeker eens een kijkje nemen!

Nadenken over je loopbaan?

Bij de start van het nieuwe jaar heeft het Centrum voor Loopbaanontwikkeling van de LBC-NVK een hele reeks nieuwe data voor hun workshops en startavonden gelan-ceerd. Naast het klassieke aanbod van loop-baanbegeleiding zijn er ook workshops over thema’s als burn-out, efficiënt solliciteren en ‘time management’. Je vindt alle info op www.loopbaanontwikkeling.be.

Alles over je loon

Op www.allesovermijnloon.be kom je alles te weten over je loon. Niet alleen over de loonreglementering maar ook over de hoogte van je loon. Dankzij de resultaten van 25.000 ingevulde enquêtes krijg je er voor zowat 200 beroepen een idee van de gangbare lonen voor bepaalde functies of sectoren. Om deze gegevensbank nog te ver-beteren is het belangrijk dat nog meer men-sen de enquête invullen. Maak even tijd vrij en help ons om de service aan onze leden nog te verbeteren!

miniisback.be

De rechten van werknemers staan zwaar onder druk. Steeds vaker zien we mini-akkoorden, mini-jobs en mini-con-tracten. Maar wie wordt daar eigenlijk beter van? Die vraag stellen we ons op www.miniisback.be. Je vindt op de web-site niet alleen een test om na te gaan hoe solidair je zelf bent maar ook alle mogelijke materiaal om deze campagne mee vorm te geven op het werk of in je buurt.

Stop je rechten veilig in je rugzak!Het nieuwe werknemersstatuut is er. als vakbond hebben we er alles aan gedaan om de rechten van onze leden optimaal te bescher-men. op het vlak van de ontslag-vergoeding hebben we ervoor gezorgd dat de rechten die werk-nemers bij hun werkgever hebben opgebouwd niet verloren gaan. Die rechten blijven als een soort rugzakje onverkort overeind.

Voor de jaren die je vóór 2014 werkte, wordt de opzegtermijn of -vergoeding berekend in schijven van maanden naargelang je loon hoger of lager was dan 32.254 euro. Om bij een eventueel ontslag – nu of in de toekomst – die rechten te kunnen laten gel-den, is het uiteraard belangrijk dat je die opgebouwde rechten op dat moment kan aantonen. Hou daarom zeker je loonbrief

van december 2013 en/of je jaarlijkse indi-viduele rekening van 2013 bij (die krijg je uiterlijk op 1 maart 2014 van je werkge-ver). Op die documenten staan je anciënni-teit en je loon vermeld. Die elementen zijn bepalend voor de berekening van je opzeg. Controleer dus of de vermelde gegevens cor-rect zijn. Maak daarnaast ook een lijst van alle andere voordelen die je van je werkgever krijgt in het kader van je arbeidsovereenkomst (zoals een bedrijfswagen, groepsverzeke-ring, hospitalisatieverzekering). Ook die voordelen worden mee in rekening gebracht bij een ontslag. Hopelijk heb je dit rugzakje niet snel nodig. Maar als het later toch zo is, zou het jam-mer zijn dat je het onderweg verloren bent…Nog vragen? Aarzel niet om ons te con-tacteren. De adressen en contactgegevens van onze secretariaten vind je op p. 31 van ons ledenblad.

Page 22: Ons Recht  februari 2014

22 | februari 2014 | 118de jaargang | Ons recht

JONgEREN

Jonge vakbondsmensen slikken ‘universele waarheden’ niet voor zoete koek

Dieter, kelly en Jon snakken naar ander soort economie

wouter Parmentier

“we moeten met zijn allen langer werken.” “De arbeidsmarkt moet nog flexibeler worden.” “en ieder-een moet zijn steentje bijdragen.” Dat zijn enkele van de ‘universele waarheden’ die werkgevers, poli-tici en sommige media dag na dag rondbazuinen. maar zijn die ‘waarheden’ wel altijd even gefun-deerd? gaat het vaak niet eerder om ideologisch gekleurde bood-schappen? De verkondigers van deze boodschappen streven naar een samenleving op het ritme van de winst. wat de gevolgen zijn voor werknemers, daar staan de hoge heren en dames minder bij stil.

Ons Recht voelt drie jonge militanten van de LBC-NVK aan de tand. Mensen die de solidariteit hoog in het vaandel dragen. Dieter (31) is gelukkig getrouwd en heeft een mondige zoon, Florian. Hij werkt in De Okkernoot, een instelling voor men-sen met autisme. Kelly (31) is afgevaar-digde bij Decathlon en werkt in de winkel in Roeselare. Zij en haar man Wim hebben

twee dochters, Elise en Paulien. Tot slot schuift Jon (32) mee aan tafel. Hij is onder-zoeker aan de KU Leuven en zit in de onder-nemingsraad en het preventiecomité. Jon is de papa van Nette en de pasgeboren Lola. Dieter, Kelly en Jon worden alle drie gecon-fronteerd met de toenemende flexibiliteit en de concurrentiedrang. Met alle gevolgen van dien, ook op het gezinsleven.

ons recHt: Dag iedereen. Kwestie van een juist beeld te hebben: hoe ziet een werkdag bij jullie eruit?Dieter: “Ik ben opvoeder, wat erop neer-komt dat ik zowat alles doe. Bewoners wak-ker maken, hen wassen en ook hun dagen helpen in te vullen, gaande van kookateliers tot paardrijden. Soms organiseer ik samen met mijn gasten een feestje.”kelly: “Momenteel werk ik bij Decathlon aan de kassa en het onthaal. Ik doe er ook wat administratie en moet collega’s begelei-den en opleiding geven.”Jon: “Bij de KU Leuven verricht ik onder-zoek en geef ik ook les. Dit semester zorgde ik er wel voor dat ik geen les moest geven. Zo heb ik meer tijd voor m’n pasgeboren dochter.”

Werkdruk

ons recHt: Hoe ervaren jullie de werkdruk?Dieter: “Bij De Okkernoot heeft iedere opvoeder een leefgroep van vijf of zes per-sonen. Dat valt mee, maar toch zijn er soms conflicten omdat mensen met autisme zich niet in anderen kunnen inleven. Werken als opvoeder is best zwaar omdat je die conflic-ten moet beheersen. Je moet ook de men-sen aandacht geven, eten halen en activi-teiten organiseren. Het is niet uitzonderlijk om elf uur aan een stuk te werken. Met de vakbonden trachten we nu iets te doen aan die heel lange shifts. Veel collega’s zien die niet meer zitten.”kelly: “In mijn job is het vooral moeilijk om het werk te combineren met het gezinsleven. Mijn man werkt in ploegen en ik werk vaak tot acht uur ’s avonds. Gelukkig zijn mijn ouders en schoonouders gepensioneerd, want anders werd het een ramp. De groot-ouders halen vaak de kinderen op wanneer wij nog aan het werk zijn. Dat vergt een hele organisatie. In de keuken hangt een groot bord met alle uren en afspraken van het hele gezin.”

“Naast het gewone werk geef ik nog oplei-dingen in het bedrijf en engageer ik me als

Voor jonge mensen is het vaak moeilijk om hun werk te combineren met het gezinsleven. Gelukkig hebben ze soms gepensioneerde ouders die de kinderen kunnen opvangen.

© f

oto:

bel

gaim

age

Page 23: Ons Recht  februari 2014

Ons recht | 118de jaargang | februari 2014 | 23

vakbondsvrouw. Soms moet ik onverwacht mijn hele agenda omgooien. Die flexibiliteit heeft niet alleen effect op mezelf, maar ook op mijn hele gezin. In onze sector ben je ver-plicht om alles strak te organiseren.”

Almaar flexibeler

ons recHt: De media hebben het voortdurend over flexibeler en langer werken. Wat merken jullie daarvan op de werkvloer?Jon: “Wij merken zeker dat dit speelt. Als je het mij vraagt, hebben ze de flexibiliteit bedacht aan de universiteit. Alleen noe-men ze dat daar ‘academische vrijheid’. Veel mensen zijn gepassioneerd door hun vakgebied en zijn er ook ’s avonds of in het weekend mee bezig. Op zich is daar niks mis mee, maar het wordt een probleem als dat eigenlijk van je verwacht wordt. Er zijn veel mensen die 60 uur of meer per week werken. Daarnaast zijn er ook veel ‘compe-titieve selectiemechanismen’. Velen werken

met contracten van bepaalde duur die om de zoveel tijd moeten worden vernieuwd. Je moet dus telkens opnieuw solliciteren om je job te kunnen behouden. De universiteit beoordeelt je op je productiviteit. Wanneer alle anderen 60 uur per week presteren, weet je het dan wel. In hoeverre heb je dan nog ‘academische vrijheid’? Je wordt voor een stuk opgezet tegen je eigen collega’s.”Dieter: “Bij ons kan je niet anders dan onre-gelmatig werken. De bewoners hebben 24 uur op 24 zorg nodig. Onze sector heeft vooral meer centen nodig. In dat opzicht zouden werkgevers en werknemers aan dezelfde kant moeten staan. Volgens mij vinden almaar meer mensen dat onze eco-nomie 24 uur op 24 en zeven dagen op zeven moet draaien. Ik vraag me dan af: willen we een economie op maat van de winst of op maat van de mensen? De zondagsrust wordt bijvoorbeeld meer en meer uitge-hold. Hoeveel winkels zijn er al niet open op zondag? De zondagsrust ontstond in de tijd dat veel mensen nog naar de kerk gin-gen. Als gelovige vind ik het wel belangrijk een dag te hebben om tot rust te komen. Steeds meer mensen lijken in het weekend te moeten werken.”kelly: “Ik kan ervan meespreken. Vroeger kreeg je bij ons snel een contract van

onbepaalde duur, vandaag zijn dat meer en meer contracten van bepaalde duur. Daarnaast is er een systeem waarbij je vrij-willig op zondag kan werken. Ik moet beken-nen dat ik als vakbondsafgevaardigde aan mensen met een contract van bepaalde duur de raad geef om ‘s zondags te komen wer-ken; omdat de werkgever daar toch rekening mee houdt wanneer er moet worden beslist over een contract van onbepaalde duur. Hoe vrijwillig is het zondagwerk dan nog?”

“Ondertussen doen de werknemers ook veel meer dan in de functieclassificatie omschre-ven staat. Mensen worden niet correct betaald. Het sociaal overleg hierover ver-loopt momenteel zeer stroef bij Decathlon. Sinds de komst van een nieuwe personeels-manager kan je eigenlijk niet meer van soci-aal overleg spreken. We hebben voor de eerste keer gestaakt en we zullen nog actie voeren.”

Politiek

ons recHt: In hoeverre werken politici en beleidsmakers de grotere flexibiliteit in de hand?Jon: “Het beleid stimuleert de concurren-tiegeest. In het hoger onderwijs heb je het financieringsdecreet dat destijds door Frank Vandenbroucke werd ingevoerd. Dat decreet koppelt de financiering van het hoger onderwijs aan marktprincipes. Het ziet onze onderwijsinstellingen als fabriekjes die ‘papers’ en diploma’s produceren. Wie de meeste ‘output’ haalt, krijgt de meeste centen. De instellingen worden tegen elkaar uitgespeeld, want de globale pot middelen ligt op voorhand vast. Geen wonder dat die instellingen in dezelfde geest een beleid beginnen te voeren rond hun personeel en studenten.”

“Zo is er bijvoorbeeld een grote druk om te publiceren. In de extreemste gevallen begin-nen academici te sjoemelen of verzinnen ze een onderzoek. Het grootste probleem is dat veel onderzoek herkauwd wordt en weinig vernieuwend is.”kelly: “Momenteel liggen we in de clinch met K-in-Kortrijk, een shoppingcenter in het hart van de stad. De eigenaars willen het centrum omtoveren tot een toeristi-sche zone waardoor werknemers erg veel zondagen zouden moeten werken. Ze klop-pen even aan bij Quickie – burgemeester Vincent Van Quickenborne – die volmon-dig akkoord gaat. Vaak op zondag werken is niet voor iedereen haalbaar. Maar in het huidige economische klimaat kan je niet zomaar ontslag nemen en snel ander werk vinden. Werkgevers en politici weten dat en buiten dat uit.”Dieter: “De lasten zijn altijd voor de kleine man. Werkende mensen en werklozen wor-den geacht om in te leveren en flexibeler te zijn ‘omdat het crisis is’. Maar wat zetten de werkgevers daar tegenover? De balans

is scheefgetrokken. Veel mensen gaan daar spijtig genoeg in mee.”

Ontgoocheld

ons recHt: Voelen jullie je nog vertegenwoor-digd door de politiek?Dieter: “Weinig. Ik moet ver zoeken. Socialisten zijn bijvoorbeeld geen socialis-ten meer. Eigenlijk verkopen alle partijen hetzelfde verhaal met een andere verpak-king errond.”Jon: “Ik stel weinig hoop in de traditionele partijen. We hebben al heel vaak socialisti-sche ministers (van Onderwijs, nvdr) gehad, maar ook liberalen en christendemocraten. Allemaal waren ze even hard doordrongen van de marktlogica. De N-VA is nog erger. Ze maken het onderwijs meer afhankelijk van bedrijven die onderzoek kopen. Onderwijs moet niet meer dienen tot zelfontplooiing maar om studenten klaar te stomen voor de arbeidsmarkt. De politiek wil bereiken dat studenten snel inzetbaar zijn in de bedrij-ven, zonder bijkomende opleidingen.”kelly: “De flexibele tewerkstelling met con-tracten van bepaalde duur is iets wat de poli-tiek heeft mogelijk gemaakt. Ik voel me dus niet echt vertegenwoordigd. Politici willen ook altijd ‘meer doen voor de bedrijven’. Als ik zie wat voor winsten er worden gemaakt in onze onderneming, vraag ik me af hoe-veel premies en subsidies ze nog moeten hebben. Wanneer volgt onze premie?”

Solidariteit

ons recHt: ‘Van solidariteit word je beter’, onder dat motto voeren het ACV en de LBC-NVK campagne voor solidariteit en tegen indi-vidualisme en concurrentie onder werknemers. Zijn jullie op het werk met solidariteit bezig?Dieter: “Soms probeer ik erover te praten of hang ik een artikeltje aan het prikbord. Een recent artikel ging bijvoorbeeld over een multinational met een superwinst die belachelijk weinig belastingen moest beta-len. Heel veel mensen zijn daarover veront-waardigd maar hebben geen tijd of wil meer om daar actief tegen te knokken. Maar net nu mensen meer naar zichzelf kijken, is zo’n campagne belangrijk.”kelly: “Ik probeer duidelijk te maken aan de mensen dat je resultaten boekt door samen te werken. Het is niet omdat het vandaag in een bepaalde winkel goed gaat dat dit over enkele jaren nog zo zal zijn. Al te vaak is het ieder voor zich. En da’s verkeerd.” Jon: “De vakbond moet een tegenmacht vormen. Alle vakbonden samen vertegen-woordigen drie of vier miljoen mensen. Van mij mag er gerust een syndicale partij wor-den opgericht. Zo’n partij kan de vakbonds-eisen vertalen naar de politiek. Wij hebben de macht van het getal en dat is iets wat we moeten uitspelen.”

Vroeger kreeg je bij ons snel een contract van onbepaalde duur, vandaag zijn dat meer en meer contracten van bepaalde duur.

Page 24: Ons Recht  februari 2014

24 | februari 2014 | 118de jaargang | Ons recht

RUBRIEKSNAAMOVER DE gRENZENannick aerts

Amazon gaat zwaar uit de bocht

Midden in de kerstperiode heerste er grote sociale onrust bij Amazon in Duitsland. Amazon is de Amerikaanse online-win-kel die in Europa een grote afzetmarkt in Duitsland heeft. Bij hun klanten pak-ken ze graag uit met de slogan ‘Work hard, have fun, make history!’ (werk hard, maak plezier, schrijf geschiedenis). Maar met zijn loon- en arbeidsvoorwaarden komt Amazon zeker niet in de geschiede-nisboeken. Amazon betaalt één derde minder dan andere online-verkopers in Duitsland. Heel veel van zijn werknemers hebben maar een tijdelijk contract. De onderne-ming controleert streng of de werknemers wel snel genoeg werken. Ze doet dat via de scanners waarmee de werknemers de arti-kelen voor de klanten ophalen. De perso-neelsleden voelen zich soms meer robots dan mensen. En overleg met vakbonden is uit den boze.De Duitse vakbond Verdi wil nochtans

graag onderhandelen om loonafspraken te maken en de monitoring van het per-soneel te bespreken. Het management weigert te onderhandelen. Die situatie leidde in mei 2013 tot een eerste staking in Duitsland. Andere vestigingen volgden snel. Na iedere actie steeg het aantal leden van de vakbond.In de kerstvakantie bereikte het conflict een hoogtepunt en waren er een hele week lang acties in tal van vestigingen. De actie-voerders kregen steun van vakbonden uit de hele wereld. Amerikaanse en Engelse vakbonden zien gelijkaardige praktij-ken bij hen op de werkvloer. Volgens de Engelse vakbond GMB kan je het vak-bondswerk bij Amazon vergelijken met het ondergrondse werk van het Franse verzet in de oorlog. Werknemers van het bedrijf blijken vaak met fysieke en mentale pro-blemen te kampen. De mondiale dienstenvakbond UNI global union zal alles in het werk stellen om een

wereldwijd vakbondsnetwerk op te rich-ten bij Amazon. Zo’n netwerk zal toezien op de arbeidsomstandigheden en aandrin-gen op sociaal overleg op de diverse werk-vloeren. www.uniglobalunion.org

Solvay steunt internationale normen

Het Belgische chemieconcern Solvay tekende op 17 december 2013 een akkoord met de internationale industrievakbond IndustriAll. In dat akkoord staan afspraken over de ver-antwoordelijkheden op sociaal en ecologisch vlak. Solvay schaarde zich achter internatio-nale standaarden zoals die gedefinieerd zijn door de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO): de vrijheid van vereniging, het recht op collectief onderhandelen, het verbod op kinderarbeid en dwangarbeid. Er komen ook punten aan bod zoals de voor-keur voor contracten van onbepaalde duur, het aanmoedigen van loopbaanplanning

via training, het ontwikkelen van kennis en vaardigheden, interne mobiliteit. Verder moeten bij een herstructurering de werk-nemers tijdig worden geïnformeerd om via sociaal overleg de gevolgen voor hen trach-ten te minimaliseren. Het akkoord bevat ook afspraken rond vei-ligheid en gezondheid. Indicatoren moeten helpen om toezicht te houden in de eigen vestigingen en bij onderaannemers en zo de prestaties te verbeteren. Nieuwe inves-teringsprojecten mogen niet ten koste gaan van de gezondheid en de veiligheid van per-soneel en omwonenden.

Al deze afspraken gelden niet alleen voor de Belgische werknemers maar ook voor de circa 30.000 werknemers wereldwijd. Solvay verwacht van leveranciers en onderaanne-mers dat zij al de normen onderschrijven. Elk jaar zullen gezamenlijke missies wor-den gestuurd naar vestigingen gekozen door IndustriAll, het management en vakbonds-vertegenwoordigers. De eerste missie legt de focus op het veiligheidsbeleid. IndustriAll is heel blij met dit akkoord en met het feit dat zo het sociaal overleg op internationaal niveau wordt erkend. www.industriall-union.org/

Moord en doodslag in Colombia

Colombia heeft een slechte reputatie in de internationale vakbondswereld. Elk jaar worden daar talrijke vakbondsmensen ver-volgd en geïntimideerd. Soms vallen er ook doden.De mondiale industrievakbond IndustriAll liet weten dat er in Colombia weer een vak-bondsleider heel brutaal is aangevallen. Meer bepaald op 10 januari, toen werk-nemers en leden van vakbonden de straat opgingen om de toepassing van een col-lectieve arbeidsovereenkomst af te dwin-gen. De betogers werden aangevallen met explosieven. Verscheidene betogers, onder wie de voorzitter van de vakbond CUT,

werden gewond. De vakbondsleider ligt nu al geruime tijd in het ziekenhuis, met heel ernstige verwondingen aan zijn ogen. Een deel van zijn gezicht zal moeten worden gereconstrueerd.Een nog vreselijker verhaal kwam bin-nen van de mondiale voedingsvakbond IUF. Volgens IUF werd een regionale leider van de vakbond voor de brouwerijen om het leven gebracht door onbekenden. Dat gebeurde toen de man op een bus aan het wachten was. Een dag na de feiten kreeg de voorzitter van dezelfde vakbond doods-bedreigingen van paramilitairen terwijl de vakbond een algemene vergadering aan het

houden was. De aanvallen, bedreigingen en moorden houden maar niet op in Colombia. Sociale protesten worden nog altijd gecrimi-naliseerd. Kenmerkend voor het land is dat de politieke wil ontbreekt om deze situatie te veranderen.Op 15 januari mobiliseerden de vakbonden vele werknemers om actie te voeren voor de vrijheid van vereniging en om de verschrik-kelijke aanvallen af te keuren.

Steun de eis van de Colombianen en surf naar www.labourstart.org om de petitie te tekenen.

© f

oto:

bel

gaim

age

Page 25: Ons Recht  februari 2014

Ons recht | 118de jaargang | februari 2014 | 25

INTERNATIONAAl

Cambodjaanse textielarbeiders knokken voor beter minimumloon

geweld van werkgeverskant leidt tot heel wat doden en gewonden

annick aerts

als consument heb je het misschien al gemerkt? steeds vaker lees je op het label van jouw broek, rok of blouse dat de kleren gemaakt zijn in Bangladesh, china, indonesië of cambodja. onze kleren zijn echte wereldproducten gewor-den: gemaakt aan de ene kant van de wereld en gekocht aan de andere kant. De toegenomen con-currentie komt de werkomstan-digheden in de fabrieken niet ten goede. lage lonen, lange werktij-den, onderdrukking van vakbon-den, slechte verlichting en ver-luchting. Het is schering en inslag.

In Cambodja is dat niet anders. Eén op vijf Cambodjanen is afhankelijk van de kle-dingindustrie. De lonen volstaan niet om de normale levensbehoeften te betalen. In 2013 bedroeg het minimumloon er 58 tot 66 euro per maand. De textielarbeiders pres-teren dan ook buitengewoon veel overuren.Eind 2013 gaf een onderzoeksteam van de overheid het advies om het minimumloon naar 118 euro te verhogen. Onder druk van de werkgevers besliste de Cambodjaanse regering om dat voorstel compleet te nege-ren. De druppel die de emmer deed over-lopen voor veel werknemers. Massaal kwa-men ze op straat. Op het hoogtepunt lagen 127 fabrieken plat en nam tachtig procent van de werknemers uit de sector deel aan de nationale actie.

IJzeren staven

De staking verliep vreedzaam tot een kle-dingbedrijf op 2 januari de hulp inriep van speciale ordediensten. Met ijzeren staven gingen die de stakende arbeiders te lijf. Later die dag viel de militaire politie een groep van zingende arbeidsters aan met metalen buizen, messen en AK47-machinegeweren. Er vielen daarbij minstens vijf doden en 39 gewonden; 23 arbeiders werden opgepakt en in de gevangenis gestoken. Vreemd genoeg wil de werkgeversvereni-ging GMAC de vakbonden verantwoordelijk stellen voor de schade die aangericht is bij de onlusten in de hoofdstad Phnom-Penh. Volgens berichten in de media en onafhan-kelijke bronnen waren het de ordediensten die aanzetten tot geweld, niet de arbeiders.

GMAC wil ook dat de bedrijven vakbonds-leiders ontslaan.

Intimidatie

“Deze situatie is echt ongezien”, zegt Athit Kong van de onafhankelijke vakbondsfe-deratie C.CAWDU in Cambodja. “We zijn het al gewend om sterk te worden geïnti-mideerd. Maar wat er nu gebeurt maakt ons bang. Het voelt aan als een terugkeer naar de militaire dictatuur. De grote kle-dingmerken kunnen het tij keren door hun macht aan te wenden bij de Cambodjaanse

werkgevers. Onze overheid moet voelen dat deze situatie onaanvaardbaar is. Hiervoor hebben we de steun nodig van onze inter-nationale partners.”Tussen 10 en 13 januari was er in Cambodja een vakbondsmissie van de mondiale vak-bondsconfederatie IVV en de mondiale industrievakbond IndustriAll. De leden van de missie waren erg ongerust over de gezondheidstoestand van één van de gevan-genen, vakbondsvoorzitter Vorn Pao. De man is zwaar in elkaar geslagen en krijgt te weinig medische verzorging. Volgens de missie horen de vakbondsactivisten niet in de cel te zitten.De vakbondsmissie wil ook dat er een onaf-hankelijk onderzoek komt naar de moorden. Wie verantwoordelijk is, mag niet onge-straft blijven.Als de Cambodjaanse overheid wil meewer-ken, kunnen de sociale partners opnieuw bijeenkomen om te onderhandelen over het minimumloon. Ook de werkgeversvereni-ging moet zich veel constructiever opstellen.Naast de vakbonden roepen ook 30 grote kledingmerken, waaronder H&M, Levi’s en GAP, de partijen op om alle geweld af te zwe-ren en opnieuw te onderhandelen.Wil je de eisen van de Cambodjaanse werknemers steunen? Surf dan naar www.labourstart.org en stuur een e-mail. De actueelste informatie vind je op www.wereldsolidariteit.be.   

Het voelt aan als een terugkeer naar de militaire dictatuur. de grote kledingmerken kunnen het tij keren door hun macht aan te wenden bij de Cambodjaanse werkgevers.

De Cambodjaanse textielarbeid(st)ers zijn hun schamele loontjes en schrijnende werkomstan-digheden flink zat. En ze aarzelen niet om massaal op straat te komen en verbetering te eisen.

© f

oto:

bel

gaim

age

Page 26: Ons Recht  februari 2014

RUBRIEKSNAAM

26 | februari 2014 | 118de jaargang | Ons recht

FIlMkarin seBerecHts

12 Years a Slave“Verontschuldig mij voor mijn voorkomen”, zegt solomon northup wan-neer hij na twaalf jaar slavernij zijn ondertussen volwassen kinderen weer in de armen sluit. of hoe ontbering en ontmense-lijking de beschaving in deze man nooit helemaal hebben weggevreten. De zwarte violist Northup (de Brit Chiwetel Ejiofor: uitmun-tend), geboren als een vrij mens en achtenswaardig burger van Saratoga Springs, New York, gaat in 1841 in op een aanlokke-lijk jobaanbod. De werkaanbie-ding blijkt een valstrik. Northup ontwaakt na een optreden in de boeien en wordt verkocht en verscheept naar de slavenstaat Louisiana. Daar ondergaat hij onder de slavennaam Platt het hele spectrum van tirannie. Met ongeloof en ingehouden woede maar nooit berustend in zijn lot. De bijbel heeft, vreemd genoeg, voor alle spelers binnen dat spectrum, de waarheid en de troost in pacht…Steve McQueen voegt dra-matisch weinig toe aan het gruwelijke, maar opmerke-lijk gedistingeerd vertelde relaas van Northup waarop hij zijn film baseerde; de ont-hutsende ervaringen spreken voor zich. De Londenaar met Grenadaanse roots is er de man niet naar om te hengelen naar Hollywoodemotie; daar is zijn werk te ernstig voor, en te

wars van escapisme. McQueens schriftuur en mise-en-scène zijn

– letterlijk – magistraal. Elk shot van de vroegere Turner Prize-winnaar past in een museum: van de prachtig gekadreerde mensen en natuurelementen tot de bijna abstracte details (de schroeven van een boot en het opspattende water bijvoor-beeld). De sequentie waarin Solomon zichzelf op zijn tippen staande houdt met zijn hoofd in een strop, terwijl het leven rondom hem een dag lang zijn gang gaat, is nu al iconisch.De regisseur filmt langzaam maar pijnlijk trefzeker. Hij gunt de kijker geen ontsnappings-mogelijkheid of interpretatie: de Amerikaanse slavernij was geen jammerlijk teken des tijds maar een misdadig systeem, in stand gehouden door barbaarse lieden, die wisten wat ze deden en die doof en blind bleven voor humane motieven.Met slechts drie films op zijn naam – Hunger, Shame en 12 Years – mag Steve McQueen zich nu al tot de markantste filmma-kers van de 21ste eeuw rekenen. Zijn films zijn bittere revelaties: esthetisch hoogstaand, thema-tisch pregnant en lang nazin-derend.Met voorts nog opmerke-lijke vertolkingen van vast McQ ue enac te ur M ichae l Fassbender en Lupita Nyong’o.

‘12 Years a Slave’ is sinds 22 januari uit in de Belgische zalen.

Magistraal en trefzeker relaas over de gruwel van de slavernij (Michael Fassbender, Lupita Nyong’o en Chiwetel Ejiofor).

Tumultueuze oplichterhistorie, met veel oog voor haar (Christian Bale, Amy Adams en Bradley Cooper).

American hustle“enkele van deze fei-ten zijn ook werke-lijk gebeurd.” Dat is het eerste dat je ziet van David o. russells ‘american Hustle’. “maar ze zijn een beetje bij de haren gesleurd”, kun je daar eventueel bij denken. Haar is overi-gens het tweede dat je – volop – ziet in deze met oscarnominaties overladen zwarte kome-die: zorgvuldig bij-eengeschraapte haar-partijen, óverkammen (comb-overs), uitbun-dig getoupeerde kui-ven, krulspelden en –rol-len en wat nog meer.

Onderweg doet Russell (‘Silver Linings Playbook’), een verhaal uit de doeken over kleine oplich-ters uit New Jersey die op aan-sturen van het FBI een nepsjeik inzetten om corrupte politici uit hun kot te lokken. Dat verhaal is inderdaad voor een stukje geleend van het echte Abscam (kort voor Abdel Scam), een undercoveraffaire van de FBI van het einde van de jaren ’70.Het is even thuiskomen in deze mallotige impressie van de seventies én in het spervuur van misbaar en getater, voor je goed en wel het ritme van Russells tumultueuze film te pakken krijgt. Daarna is het smullen

van een uitdijende plot met pot-sierlijke personages die zichzelf tamelijk au sérieux nemen en elkaar voor de voeten lopen in de hoop zelf de grootste slag te slaan.David Russells schampere zwen-delhistorie lijkt veel op het fil-misch equivalent van een jam-sessie met ADHD-patiënten. Eentje met véél snedige praat en nog meer omhaal. Ondertussen kijk je met spanning uit naar wie nu uiteindelijk wie het hardst zal oplichten.Russell-habitués Bradley Cooper (als hyperkinetische FBI-man) en Jennifer Lawrence (als half-gare echtgenote) hebben spet-terende scènes, Jeremy Renner (als toegewijd politicus en huis-vader) is hoogst aimabel en Christian Bale zit (als dikke en kalende flessentrekker ) weer onherkenbaar goed in zijn rol. Maar Amy Adams – gedecolle-teerd tot aan de navel – is het innemendst als de zich via de kunst van de oplichterij opge-werkte stripteaseuse die cool en teder tegelijk is.‘American Hustle’ is niet bepaald strak geregisseerde, maar wel geestige en overrompelend drieste cinema. En Bradley Cooper met zijn kop onder de haarspelden… je zou er niet meteen een moord voor plegen, maar leuk om zien is het wel…

‘American Hustle’ komt op 12 februari in de Belgische cinema’s.

Page 27: Ons Recht  februari 2014

RUBRIEKSNAAM

Ons recht | 118de jaargang | februari 2014 | 27

BOEKgutenBerg

Marcel Broodthaers

Bij lannoo verscheen zopas, in vijf talen tegelijk, een prach-tig dik salontafelboek over de Belgische, franstalige kunste-naar marcel Broodthaers (1924-1976), bij het grote publiek bekend als ‘de man van de mosselpot’.

Een houten kleerhanger: 4.000 euro. Twee damesschoenen, één gevuld met pingpong-ballen: 78.000 euro. Een houten tuinstoel met een lamp ernaast: 40.000 euro. Een witgeschilderd tafeltje vol lege eierschalen: 78.000 euro. Marcel Broodthaers had nooit kunnen dromen dat zijn grappige, tegen-draadse, ironische objecten 30 jaar na zijn dood recordprijzen zouden halen op veilin-gen in Keulen, Londen, Parijs en New York.

mosselpot

En dan was er in 1999 nog het incident met zijn mosselpot. Broodthaers bekendste werk, ‘La grande casserole de moules’, een zwarte pan vol lege mosselschelpen, dreigde voor 20 miljoen frank (500.000 euro) te worden aangekocht door een museum in de Verenigde Staten. Jan Hoet, die het werk graag voor zijn pas geopende S.M.A.K. had verworven, zette een inzamelactie op touw. De actie bracht vijf miljoen frank op en minister van Cultuur Anciaux legde hetzelfde bedrag bij. De mosselpot bleef in Gent. Maar wat was er dan zo bijzonder aan een pan vol lege mosselschelpen? Onder meer op die vraag proberen de schrijvers van het Broodthaersboek, Wilfried Dickhoff en Bernard Marcadé, een antwoord te geven. Marcel Broodthaers werd geboren in Sint-Gillis, een randgemeente van Brussel. Hij liefhebberde in de journalistiek, schreef vier nauwelijks opgemerkte dichtbundels en besloot op zijn veertigste beeldend kun-stenaar te worden, net als zijn grote voor-beelden Réne Magritte en Marcel Duchamp, met wie hij meer dan alleen maar zijn voor-naam gemeen had.

Fietswiel op een krukje

De Fransman Duchamp had ongeveer dezelfde carrièrewending gemaakt als hij. Hij was begonnen als schilder, in de stijl van Paul Cézanne, tot hij in 1915 de schilder-kunst de rug toe keerde, een fietswiel op een krukje monteerde en het uitriep tot ‘Kunst’. Twee jaar later bakte hij het nog bruiner. Hij

kocht een porseleinen urinoir in een winkel in New York, signeerde het met een pseudo-niem, R. Mutt, en probeerde het onder de titel ‘Fountain’ tentoon te stellen. Duchamp had voor het eerst in de geschie-denis de term ‘kunst’ in vraag gesteld en Marcel Broodthaers volgde een halve eeuw later zijn voorbeeld. Hij zette zijn laatste 50 onverkochte dichtbundels ‘Pense-Bête’ vast in een hoop gips en vond een Brusselse gale-riehouder bereid om ze tentoon te stellen. Op de uitnodiging schreef hij: “Ook ik heb me afgevraagd of ik niet iets kon verkopen om te slagen in het leven. Ik ben nu alweer een hele tijd nergens goed voor. Ik ben reeds veertig jaar oud... Uiteindelijk kwam ik op het idee om iets onoprechts uit te vinden en ik ben meteen aan de slag gegaan. Drie maanden later liet ik het resultaat zien aan Ph. Edouard Toussaint, de eigenaar van Galerie Saint-Laurent. “Hé, maar dat is kunst”, zei hij, “en dat wil ik graag expo-seren.”

Volgens Broodthaers kwam het in de kunst van zijn tijd op onoprechtheid, commercie en maatschappelijk succes aan. Omdat hij niet kon tekenen, besloot hij een concep-tueel kunstenaar te worden, iemand voor wie het idee belangrijker was dan het object zelf. Vermits de schilderkunst en de litera-tuur voor hem onverbrekelijk met elkaar verbonden waren, zit zijn oeuvre vol verwij-zingen naar het ene en het andere domein. Hij schildert het dijbeen van een man in de drie kleuren van de Belgische vlag en noemt het ‘Fémure d’homme Belge’, hij schildert een melkfles wit en schrijft er in rode let-ters ‘lait’ op.

museum

En het allermooiste is natuurlijk zijn museum. In 1968 richt Broodthaers zijn ruime woning in de Boomkwekerijstraat in Brussel in als een museum dat bij gebrek aan plaatsruimte slechts een deel van zijn collectie kan tentoonstellen. Er staan grote houten kratten met opschriften als ‘voor-zichtig’ en ‘deze kant boven’, maar de (zeld-zame) bezoekers krijgen slechts prentbrief-kaarten van de kunstwerken te zien: Ingres, David, Delacroix en Wiertz, de meesterwer-ken zelf werden zogezegd niet uitgepakt. Broodthaers stelt een maandelijks bulle-tin op over fictieve tentoonstellingen en stuurt ze naar andere museumdirecteurs. Zijn imaginaire ‘Musée de l’art moderne’ is een kunstwerk op zichzelf geworden. Had Broodthaers succes? Ja, een aantal ver-zamelaars ziet in de jaren ’60 en ’70 brood in zijn werk en koopt zijn vondsten aan, zij het niet tegen de waanzinnige bedragen die er nu worden voor gegeven. Een aantal van zijn vondsten komt zelfs in musea terecht, onder meer in het S.M.A.K. en in Oostende. De artiest zelf heeft maar weinig plezier van zijn nieuwe status als kunstenaar. Hij wordt ziek en heeft al zijn geld nodig om zich te laten behandelen. Exact op zijn verjaardag, amper 52 jaar oud, overlijdt hij in 1976 in Keulen aan de gevolgen van een levercirrose. Het boek dat Lannoo over hem uitgeeft, bevat onder andere Broodthaers’ eigen interpretaties en verklaringen van zijn werk, hoewel die niet altijd even verhelde-rend zijn. Maar de prachtige afbeeldingen zullen u misschien doen nadenken en onge-twijfeld doen glimlachen.

guTenberg

MarCeL brOOdTHaerS

Marie-Puck broodthaers

uitgeverij Lannoo

320 blz.

de artiest zelf heeft maar weinig plezier van zijn nieuwe status als kunstenaar. Hij wordt ziek en heeft al zijn geld nodig om zich te laten behandelen.

Page 28: Ons Recht  februari 2014

28 | februari 2014 | 118de jaargang | Ons recht

“Inkomens en uitkeringen moeten waardig leven mogelijk maken”

netwerk tegen armoede vindt universeel basisinkomen niet beste idee

Denis Bouwen

Het oude idee van een univer-seel basisinkomen gaat de jong-ste tijd weer vaker over de ton-gen. in Zwitserland wordt er zelfs een referendum over gehouden nadat meer dan 100.000 handte-keningen werden verzameld. geef iedereen het recht op een gelijk basisbedrag, doe dat onvoor-waardelijk en je krijgt een sim-pel systeem van sociale bescher-ming dat alleen maar voordelen heeft, zo luidt de redenering. Bij het netwerk tegen armoede lopen ze niet meteen warm.

“Laten we eerst maar eens inspanningen doen om de sociale zekerheid te verster-ken zoals we die kennen. Daarna kun-nen we luchtkastelen beginnen te bou-wen”, zegt algemeen coördinator Frederic Vanhauwaert. “De laagste uitkeringen die nu bestaan moeten naar omhoog, tot boven de armoedegrens.”Sommige voorstanders zien het universele basisinkomen nochtans als hét antwoord op de armoede. Ze verwijzen naar recente

succesvolle experimenten in ontwikkelings-landen en in een iets verder verleden ook in de VS en Canada. Een heel sprekend voor-beeld is dat van de Canadese stad Dauphin, waar de invoering van een universeel basis-inkomen in de jaren 1970 spectaculaire effec-ten had: méér mensen die hun middelbare school af maakten, minder inwoners die in het ziekenhuis belandden en noem maar op. Wat is de redenering? Als je geen voor-waarden oplegt, verdwijnen allerlei drem-pels en uitsluitingsmechanismen waardoor nu mensen in onze sociale zekerheid uit de boot vallen of te weinig worden beschermd. Wie de absolute zekerheid heeft dat hij altijd op een basisbedrag kan terugvallen, zou juist worden aangespoord om zijn eigen toekomst vorm te geven en te ontsnappen uit de afhankelijkheid. De voorstanders gaan ervan uit dat het niet zo is dat min-der mensen zullen (willen) werken als ze een basisinkomen krijgen. In hun redene-ring zou er ook geen nood meer zijn aan het hele controle- en opvolgingsmechanisme dat gekoppeld is aan systemen van sociale zekerheid en bijstand.

“In de filosofie rond het universeel basisinko-men zitten zeker elementen die ons charme-ren”, erkent Frederic Vanhauwaert. “Maar er blijven ook en vooral vragen waarop we

geen antwoord krijgen.”

Fijnmazig systeem

“Wie voor een universeel basisinkomen pleit, moet ons maar eens precies uitleggen hoe dat zal worden gefinancierd”, stelt Frederic.

“Er waren experimenten maar voor zover wij weten nooit echt op grote schaal. Over de hoogte van het basisinkomen circuleren ook uiteenlopende ideeën, al naargelang wie aan het woord is. Peter De Keyzer, hoofdeco-noom bij BNP Paribas Foris, pleitte niet lang geleden voor een maandelijks bedrag van 1.000 euro. Als je dat vergelijkt met de laag-ste uitkeringen voor alleenstaanden van-daag is dat al een stuk beter, maar in zijn ogen kan dat dan ook wel even in de plaats komen van onze huidige sociale zekerheid en andere sociale investeringen. Een heel gevaarlijke piste. Onze sociale zekerheid is een heel fijnmazig systeem dat wel wat méér inhoudt dan alleen maar een basisuitkering. Het systeem is misschien niet fijnmazig genoeg maar om het nu helemaal overboord te gooien? Dat in géén geval.”Frederic vermoedt dat het debat over een basisinkomen nu weer in de mode is omdat er een economische crisis woedt die ook nog eens de middenklasse treft. “De eenvoud

© f

oto:

bel

gaim

age

Page 29: Ons Recht  februari 2014

Ons recht | 118de jaargang | februari 2014 | 29

WElZIJN

van het idee spreekt mensen aan. Je hoeft geen econoom te zijn om er een mening over te hebben. Het zou wel mooi zijn als de hernieuwde interesse tot een debat in het Europees Parlement zou leiden over een minimale sociale bescherming in elke lidstaat. Wij zouden het geweldig vinden als Europa een minimale bescherming zou opleggen die een waardig bestaan garan-deert.”Het Netwerk tegen Armoede geeft daarom voorrang aan een verhoging van de uitke-ringen die nu bestaan en aan een verdere verfijning en versterking van de huidige sociale bescherming. “De rest vinden wij een beetje sciencefiction, al zijn kleinscha-lige experimenten of gerichte maatregelen voor specifieke doelgroepen zeker denkbaar. We verwijzen graag naar wat er al in Londen gebeurde: daar kreeg een aantal langdurig daklozen gedurende een lange periode een maandelijks inkomen toegekend, zonder voorwaarden. Bijna al die mensen namen definitief hun eigen leven in handen. Een voorbeeld dat zeker tot de verbeelding spreekt.”

‘Hangmat’

Bij het Netwerk vertrekken ze van de gedachte dat de meeste mensen graag voor-uit willen in het leven en zich helemaal niet willen nestelen in het vangnet van de soci-ale welvaartsstaat. “Mensen in armoede moeten we helpen met uitkeringen die hoog genoeg zijn”, vindt Frederic. “Ze hebben meestal geen schop onder hun kont nodig om hun lot in eigen handen te nemen, ook al is het tegenwoordig populair om dat te beweren. Sommige mensen wijzen uitke-ringstrekkers met de vinger op basis van misbruiken die ze in hun eigen omgeving zien. Het is verkeerd om daar algemene conclusies uit te trekken. Als we de sociale bescherming verbeteren, zal je de fraude met uitkeringen, die al bij al beperkt is, zien verminderen. Nu lopen sommige mensen er de kantjes af omdat ze anders alleen maar zwarte miserie kennen.”‘Activeren’ is een woord dat heel wat van onze politici wat graag in de mond nemen.

“De politiek vergist zich als ze denkt dat mensen niet willen werken. Wij gaan ervan uit dat onze mensen in armoede wat graag actief willen zijn. Maar de verwachtingen moeten wel realistisch blijven. Niet iedereen kan aan dezelfde hoge maatstaven beant-woorden, en op dat punt wringt het schoen-tje vaak: werkgevers stellen hoge, soms onrealistische eisen. En er bestaan ook veel vooroordelen. Hoeveel werkgevers staan te

popelen om iemand aan te werven die een leefloon heeft, die de 50 voorbij is of die een beperking heeft?”Veel uitkeringen liggen onder de armoe-degrens. Liberale geesten in onze politiek hebben liever niet dat de sociale uitkerin-gen worden opgetrokken. Want dat zou mensen ontmoedigen om een job te zoe-ken, zo luidt de redenering. “Die schrik is niet alleen ongegrond, ze is ook contrapro-ductief”, zegt het Netwerk tegen Armoede.

“Als je mensen een te povere uitkering geeft, hebben ze een permanente stress en heb-ben ze zoveel zorgen dat ze er niet gauw aan toe komen om werk te zoeken: hoe krijg ik

morgen brood op de plank? Hoe betaal ik de schoolrekeningen van de kinderen? Hoe vermijd ik dat ik mijn woning kwijtspeel? De kritiek komt vaak van diegenen die zelf geen uitkering nodig hebben en die het alle-maal bezien vanuit hun eigen comfortabele positie.”

“Is het trouwens niet merkwaardig dat som-migen het heel normaal vinden dat we elk jaar zes miljard euro geven aan bedrijven die profiteren van de notionele intrestaftrek?”, bedenkt Frederic. “Terwijl ze zich met hand en tand verzetten tegen het voorstel om elk jaar anderhalf miljard uit te trekken om de laagste uitkeringen te verhogen.”

Zelf ziek of werkloos

“Ook bij leden van de vakbond stellen we vast dat ze zichzelf soms te weinig kriti-sche vragen stellen”, klinkt het. “Wat als je zelf morgen ziek of werkloos wordt? Komen je bejaarde ouders toe met hun pensioen? Mensen staan te weinig stil bij het feit dat het hen morgen zelf kan overkomen. Weten we echt wel waarover we praten als het over anderen gaat? Slagen mensen met een han-dicap erin om rond te komen met wat ze krijgen? En al die allochtone mensen in armoede? Zou jouw werkgever bereid zijn veel mensen met vreemde roots aan te wer-ven?”Het Netwerk tegen Armoede hecht sterk aan onze sociale zekerheid en onderstreept dat het systeem ook voor de middenklasse moet blijven werken. “Een breed draagvlak

voor de sociale zekerheid is in ieders belang. ‘A system for the poor becomes a poor sys-tem’, zoals ze in het Engels zeggen. Als men-sen er zich niet in herkennen is de druk op de politiek om erin te investeren weg. Dan krijg je binnen de kortste keren een soci-ale bescherming die haar naam niet meer verdient.”Maar de slinger mag ook niet naar de andere kant doorslaan. In de voorbije tientallen jaren zagen we onze welvaart groeien en verhoogden we onze sociale uitgaven, en toch nam de armoede in België niet wezen-lijk af. En dan kennen we de omvang van sommige problemen niet eens. Zo zijn er geen betrouwbare cijfers over daklozen of mensen zonder papieren; ook zij leven in armoede, maar ze zitten nauwelijks of niet in de statistieken. “Een pijnlijke vaststelling die erop wijst dat een aantal investeringen of verbeteringen aan het systeem veel te weinig de kwetsbaarsten ten goede komt en eerder gaat naar wie al beter beschermd is”, zegt Frederic. “Maar het is ook waar dat de armoedecijfers nog een stuk hoger zouden uitvallen zonder onze sociale zekerheid. Als we bijvoorbeeld de inkomensgarantie voor ouderen zouden afschaffen, zouden we met-een een grote groep armen erbij hebben.”

Verkiezingen

In mei zijn er nieuwe federale, regionale en Europese verkiezingen. Het Netwerk hoopt dat een nieuwe federale regering zal afspre-ken om de laagste inkomens en uitkeringen op te trekken tot de armoedegrens. “Als dat punt niet in het regeerakkoord belandt, komt er niks van in huis.”Ook op Vlaams niveau zijn positieve maat-regelen hard nodig, klinkt het. “De kinder-bijslag wordt een Vlaamse bevoegdheid. Wij willen dat de herverdeling in de kinderbij-slag behouden blijft en vragen zelfs meer herverdeling.”Aan de woonbonus moet ook worden gesleu-teld, vindt het Netwerk. “Die fiscale aftrek kwam er om jonge, instappende gezinnen te steunen. Maar in de praktijk zien we dat vooral oudere huiseigenaars die hun woning definitief van de hand doen hiervan profi-teerden omdat de woonbonus leidde tot een extra stijging van de vastgoedprij-zen. Ondertussen stijgt elk jaar het aantal koopwoningen waarvoor een woonbonus geldt; zo wordt het systeem onbetaalbaar en dreigt het zelfs op andere budgetten te wegen. En dat terwijl de noden op de woon-markt enorm zijn en er te weinig in wordt geïnvesteerd. De huidige Vlaamse regering liet veel te weinig nieuwe sociale woningen bijbouwen. Ze investeerde ook veel te wei-nig in een uitbreiding van de huursubsidies. Als je weet hoe zwaar huisvesting doorweegt in het budget van gezinnen met een laag inkomen is dat hét werkpunt voor de vol-gende Vlaamse regering.’

in de filosofie rond het universeel basisinkomen zitten zeker elementen die ons charmeren.

“Mensen in armoede hebben meestal geen schop onder hun kont nodig om hun lot in eigen handen te nemen, ook al is het tegen-woordig populair om dat te beweren”, zegt het Netwerk tegen Armoede.

Page 30: Ons Recht  februari 2014

30 | februari 2014 | 118de jaargang | Ons recht

Sociocultureel werk

In de socioculturele sector (PC 329) krijgen de gesyndiceerde werknemers een vakbondspre-mie van 37 euro uitbetaald als ze de volledige vakbondsbijdrage betalen. Wie de bijdrage voor deeltijdse werknemers betaalt, krijgt een premie van 18,50 euro. Om recht te hebben op de pre-mie moet je ten laatste op 1 oktober 2013 bij de vakbond aangesloten zijn. Je moet ook vorig jaar minstens één dag gewerkt hebben in de sector. Uiteraard moet je ook in orde zijn met de betaling van de vak-bondsbijdrage op het ogenblik van de uitbetaling. De tewerkstellingsattesten die recht geven op de premie, moeten ingevuld en onder-tekend worden terugbezorgd

aan uw plaatselijke LBC-NVK-secretariaat.

Textiel- en breigoednijverheid

In de periode van 1 februari tot 15 juli 2014 wordt aan de gesyn-diceerde bedienden uit de tex-tiel- en breigoednijverheid (PC 214) een vakbondspremie van 130 euro uitbetaald. Om recht te hebben op de pre-mie moet de werknemer sinds 1 november 2013 lid zijn en in orde zijn met de betaling van de ledenbijdrage. Het lid moet in 2013 minstens één dag in de tex-tielsector hebben gewerkt. De werknemer behoudt het

recht op de premie als hij in 2013 minstens één maand in de sector werkte en daarna werk-loos werd, in voltijds tijdkre-diet ging of met (brug-)pensi-oen vertrok. Langdurig zieken

hebben ook recht op de premie. Het attest dat u ontvangt moet volledig ingevuld worden terug-bezorgd aan het plaatselijke LBC-NVK-secretariaat. Leden uit de sector die geen attest kregen, kunnen best contact opnemen met hun LBC-NVK-secretariaat.

UITBETAlINg VAKBONDSPREMIE

Lezersbrieven dienen te worden gestuurd aan: redactie Ons recht · Sudermanstraat 5 • 2000 Antwerpen · [email protected]

Anonieme brieven worden niet gepubliceerd. Naam en adres van de steller moeten ons bekend zijn. De brieven worden in de regel gepubliceerd met vermelding van de initialen en de woonplaats van de schrijver, hoewel die op uitdrukkelijk verzoek kunnen worden weggelaten. De redactie behoudt zich het recht voor te lange lezersbrieven eventueel in te korten zonder aan de essentie ervan te raken. De publicatie van lezersbrieven betekent niet dat de redactie in alle opzichten akkoord gaat met de inhoud ervan.

DE lEZER SChRIJFT

VerWOrVen reCHTenP.H. - GALmAArDen

Ik ben 57 jaar en werk in een steeds kleiner wordende KMO. In juni 2013 kreeg ik te horen dat ik zou worden ontslagen. Ter voor-bereiding van mijn verweer liet ik bij mijn vakbondssecretariaat in Halle uitrekenen wat de opzegter-mijn zou zijn of welke financiële vergoeding ik zou krijgen als ik de opzegtermijn niet zou moeten presteren.De werkgever wachtte tot 6 januari 2014, mijn eerste werk-dag in het nieuwe jaar, om me te ontslaan. Op dat moment was het nieuwe werknemersstatuut namelijk van toepassing. Als eer-ste zet op het schaakbord eiste mijn werkgever dat ik de opzeg-termijn zou uitdoen. Tot mijn verbijstering is de officiële opzeg-termijn door de nieuwe regels plotseling korter geworden.Ik heb een managementfunctie in het bedrijf en ben als verkoop-manager zowat ons gezicht bij de klanten. Er zal dan ook in beider belang een compromis moeten worden gevonden waarbij ik word uitbetaald en de firma mag verla-ten. De juridische dienstverleners van de LBC-NVK werken al aan mijn dossier. Maar in 2014 zal de opzegvergoeding wel lager liggen dan in 2013.Mijn aanvoelen is dat er afbreuk wordt gedaan aan mijn verwor-ven rechten. Kan de wetgever mij verworven rechten afnemen?

Indien nodig wil ik graag dat de LBC-NVK mijn zaak voor de rech-ter brengt.

N.v.d.r.De wetgever heeft in principe het recht om bestaande wet-geving te veranderen, andere voorwaarden op te leggen en nieuwe regelingen in te voeren. In het dossier arbei-ders-bedienden werd de wet-gever er trouwens door het Grondwettelijk Hof toe ver- plicht om een wettelijke oploss-ing uit te werken voor de ongelijke opzegtermijnen van arbeiders en bedienden.Dat leidde onder meer tot de opheffing van het wetsar-tikel waarin stond dat voor be- dienden met een jaarloon boven de 32.254 euro (grens-bedrag 2013) de opzegtermijn bij overeenkomst tussen werk-gever en werknemer moest worden vastgelegd.Het artikel bepaalde ook dat de

rechter een redelijke opzegter-mijn moest bepalen als er geen overeenkomst kon worden bereikt tussen de partijen. De hoven en rechtbanken hielden daarbij rekening met criteria zoals loon, leeftijd en anciën-niteit die werden ‘gewogen’ en in formules gegoten. Eén van de meest gehanteerde formules was de formule-Claeys. De redelijke opzegtermijn vast-stellen was dus in belangrijke mate ‘rechtersrecht’.De nieuwe wetgeving bevat overgangsbepalingen waarbij wordt getracht zoveel mogelijk rekening te houden met de legi-tieme verwachtingen opge-bouwd onder de oude wetge-ving. De LBC-NVK zette zich sterk in om de opgebouwde rechten tot en met 31 decem-ber 2013 zo veel mogelijk te be- schermen. Maar het was niet vanzelfsprekend om de uiteen-lopende rechtspraak ter zake om te zetten.

Uiteindelijk zeggen de nieuwe regels dat de opgebouwde rech-ten tot en met 31 december 2013 voor de betrokken cate-gorie van bedienden op uni-forme wijze worden vastge-klikt, namelijk op één maand opzeg per begonnen jaar dienst (met een minimum van drie maanden opzeg). In veel geval-len zal dit overeenkomen met de formule-Claeys. Maar niet altijd. Het is erg twijfelachtig of er nog een rechtsgrond te vin-den is om dit stukje van de wet juridisch te kunnen betwisten.

TOPLOnenA.J. - LAnAKen

Al dat geleuter over toplonen. Honderdduizend euro meer of minder, wat maakt het allemaal uit. Hoe meer mensen de Lotto winnen, des te beter. Toch?De mensen met deze exorbitante lonen zorgen voor generaties nakomelingen die rijk worden geboren. Ze krijgen de beste opleiding, de duurste advocaten en het beste netwerk. Met de no- dige privileges als resultaat. En dit alles verdedigd door de poli-tieke klasse. Terwijl de armen worden uitgesloten en als ‘profi-teurs’ worden bestempeld.Te grote sociale ongelijkheid ondermijnt de moderne soli-daire en rechtvaardige samenle-ving. Zelfs Karel De Gucht zou dat moeten weten.

216.00 notarisbedienden vorige lonen x 1,0018 218.00 ANPCB vorige lonen x 1,0102 220.00 voedingsnijverheid vorige lonen x 1,0104 221.00 papiernijverheid vorige lonen x 1,0029 222.00 papier- en kartonbewerking vorige lonen x 1,0029 306.00 verzekeringswezen vorige lonen x 1,0100125 308.00 hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie vorige lonen x 1,0009 309.00 beursvennootschappen vorige lonen x 1,00091 310.00 banken vorige lonen x 1,0009

INDExAANPASSINgEN JAN 2014

Page 31: Ons Recht  februari 2014

Ons recht | 118de jaargang | februari 2014 | 31

mISSIe VAn De LBC-nVK

de Landelijke bediendecentrale – nationaal Verbond voor Kaderpersoneel (LbC-nVK) is een vakbond die als deel van het algemeen

Christelijk Vakverbond (aCV) opkomt voor meer en sterkere rechten voor werknemers (m/v). de LbC-nVK is een onafhankelijke demo-

cratische organisatie met leden en militanten, die streeft naar solidariteit onder werknemers. nationale en internationale solidariteit is een

belangrijk doel en bindmiddel. de LbC-nVK staat voor een democratische kijk op de samenleving. Samen met gelijkgezinde bewegingen

wil ze een strijdbare tegenmacht zijn.

het is nietsik had een annonce gezet om een fiets te verkopen en de eerste die belde was een vrouw. De vrouw stelde zich voor als elisabeth. Ze had een leuke, opgewekte stem, een beetje springerig en tsjilpend, alsof ze om de één of andere reden zenuwachtig was, maar ook vief en helder en geïnteresseerd. we raakten het niet helemaal eens over onze transactie en ze zou me misschien nog terugbellen, maar toen – net voor ik wilde ophan-gen – kwam de aap uit de mouw.

“Mijn naam zegt u waarschijnlijk niets meer”, zei ze, “maar ik ken de uwe. Ik wil van de gele-genheid gebruik maken om u mijn excuses aan te bieden.”

“Excuses? Waarvoor?”“Ja, u zult me misschien wel belachelijk vinden, maar veertig jaar geleden, toen ik een jong meisje was, heb ik u erg onbeschoft behandeld. Ik was een kip zonder kop in die tijd, een losge-slagen projectiel. Mijn ouders wisten niet wat ze met me moesten aanvangen. Ik heb toen heel wat mensen pijn gedaan.”Veertig jaar geleden? Dat was mijn eigen jon-gehondentijd, de periode van dumping en being dumped, waarin je als aankomende gozer pro-beerde uit te testen hoe groot je sjans wel was bij het andere geslacht. Het was heel attent van Elisabeth dat ze zoveel eeuwen later als-nog haar boetekleed had aangetrokken, maar zelf kon ik er in die dagen ook wat van.

“En wat heeft u dan in die tijd precies gedaan?”“O, we hadden afgesproken dat u me zou komen oppikken om naar de film te gaan en toen u voor de deur stond, was ik niet thuis. Mijn moeder geneerde zich dood. Ik heb daarna nooit meer iets van u gehoord. Met reden natuurlijk.”Elisabeth... Mijn vrijerszieltje had in mijn jonge jaren meer blauwe plekken opgelopen dan gelijk welke onhandige zwaargewichtbok-ser in gelijk welke ring, maar van een film en een mislukte afspraak met een Elisabeth her-innerde ik me niets.

mooiste van allemaal

Tenzij...Natuurlijk! Beth! Beth S., de mooiste van alle-maal, het blonde meisje uit het laatste jaar dat af en toe bij me kwam langsgefietst, in haar bruine schooluniform, met haar sproeten en

haar heel lichtblauwe ogen die onverander-lijk op ‘onschuld’ stonden, terwijl ze geloof ik iets had met haar leraar Nederlands. Beth, de lachende, de gierende zelfs, mijn kameraadje naar wie ik nooit een hand had durven uitste-ken, maar naar wie ik ondanks al mijn grappen heimelijk had verlangd. O ja, ik herinnerde me die avond maar al te goed. Ik had grote plannen met haar gehad die dag. Ik had als de Romeinse auguren alle voortekenen bestudeerd en beslo-ten om na de film mijn kans te wagen. Ik geloof dat ik zelfs mijn 2CV had gestofzuigd en zeer zeker had ik mijn haar gewassen. En toen was ze inderdaad niet thuis geweest.

mieke

Ik had voor de korte pijn gekozen toen. Het was duidelijk: Beth hield niet van mij. Ik had haar nooit meer teruggezien. Uit louter balda-digheid was ik een week later iets begonnen met haar vriendin, Mieke, een aanhankelijk meisje met een bril. Ze was lang niet zo mooi als Beth en ze lachte niet zo gretig en na amper een maand had ik het uitgemaakt. Zonder het te weten had ik haar hart gebroken, want toen ze een jaar later trouwde, kreeg ik een kaart:

“Als jij me toen niet de bons had gegeven, zou ik nu niet zo’n dwaasheid begaan.” Na vier jaar was haar huwelijk voorbij. De oudste van haar twee kinderen, een jongen, is later nog helemaal de verkeerde kant opge-gaan, met geweld en bendevorming en harde drugs. Haar dochter, die sprekend op haar leek, werd fotomodel voor iets grotere maten. Ze trouwde met een homo en bleef in Italië rond-hangen. Toen hij stierf, wilde zijn familie niets meer met haar te maken hebben. Ik geloof dat ze nu op Sicilië woont, in de schaduw van de Etna, en dat ze minstens twintig katten heeft.Mieke zelf is nooit meer hertrouwd. Ze had voor haar huwelijk haar baan opgegeven en had haar hele leven moeten krasselen om rond te komen. Ik heb haar nog één keer terugge-zien, maar gelukkig had ze me niet herkend, anders had ik toch maar naar haar vriendin gevraagd.

“Dus nog een keer: mijn excuses,” zei Elisabeth. “Ik weet niet wat me die dag heeft bezield.”Ik had altijd al het antwoord willen geven dat de Oostenrijkse aartshertog Franz Ferdinand aan zijn lijfarts gaf, meteen nadat Gavrilo Prinzip hem op 28 juni 1914 in Sarajevo met een kogel uit een Belgische FN-revolver dode-lijk had verwond in zijn keel, de rechtstreekse aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog.

“Het is niets, Elisabeth,” zei ik en ik ging verder met mijn ontbijt. “Het is niets.”   

AChTERKlAPwalter

ONS REChTverantwoordelijke uitgever: Marc WeynsSudermanstraat 5 • 2000 antwerpenhoofdredacteur: denis bouwenredactiesecretaris: jan deceunynckvormgeving: Peer de Maeyerdrukkerij: Corelio Printingredactie en administratie:Sudermanstraat 5- 2000 antwerpen Tel. 03/220.87.11 • fax 03/[email protected]

lBC-NVK-SECRETARIATENEN -STEUNPUNTEN

• LBC-nVK AALST-OuDenAArDe Hopmarkt 45 - 9300 aalst tel. 053/73.45.20 - fax 03/220.88.01 [email protected] steunpunt: Koningsstraat 5 - 9700 Oudenaarde tel. 053/73.45.25 - fax 03/220.88.03 [email protected]• LBC-nVK AnTWerPen nationalestraat 111-113 - 2000 antwerpen tel. 03/222.70.00 - fax 03/220.88.02 [email protected]• LBC-nVK BruGGe-OOSTenDe Kan. dr. L. Colensstraat 7 - 8400 Oostende steunpunt: Oude burg 17- 8000 brugge tel. 059/55.25.54 - fax 03/220.88.15 [email protected]• LBC-nVK BruSSeL Pletinckxstraat 19 - 1000 brussel tel. 02/557.86.40 - fax 03/220.88.05 [email protected]• LBC-nVK GenT Poel 7 - 9000 gent tel. 09/265.43.00 - fax 03/220.88.08 [email protected]• LBC-nVK HALLe Vanden eeckhoudtstraat 11 - 1500 Halle tel. 02/557.86.70 - fax 03/220.88.06 [email protected]• LBC-nVK HASSeLT Mgr. broekxplein 6 - 3500 Hasselt tel. 011/29.09.61 - fax 03/220.88.09 [email protected]• LBC-nVK KemPen Korte begijnenstraat 20 - 2300 Turnhout tel. 014/44.61.55 - fax 03/220.88.20 [email protected]• LBC-nVK KOrTrIJK-rOeSeLAre-IePer President Kennedypark 16d - 8500 Kortrijk steunpunten: H. Horriestraat 31 - 8800 roeselare St. jacobsstraat 34 - 8900 ieper tel. 056/23.55.61 - fax 03/220.88.12 [email protected]• LBC-nVK LeuVen Martelarenlaan 8 - 3010 Kessel-Lo tel. 016/21.94.30 - fax 03/220.88.13 [email protected]• LBC-nVK meCHeLen-ruPeL Onder den Toren 5 - 2800 Mechelen-rupel tel. 015/71.85.00 - fax 03/220.88.14 [email protected]• LBC-nVK WAAS & DenDer H. Heymanplein 7 - 9100 Sint-niklaas tel. 03/765.23.70 - fax 03/220.88.18 [email protected] steunpunt: Oude Vest 146 - 9200 dendermonde tel. 03/765.23.71 - fax 03/220.88.19 [email protected]• LBC-nVK VILVOOrDe Toekomststraat 17 - 1800 Vilvoorde tel. 02/557.86.80 - fax 03/220.88.07 [email protected]

AlgEMEEN SECRETARIAAT

Sudermanstraat 5 - 2000 antwerpenTel. 03/220.87.11, fax 03/[email protected] | www.lbc-nvk.be

Ons recht wordt gedrukt op verbeterd krantenpa-pier. dit papier wordt gemaakt op basis van gerecy-cleerd materiaal.

Page 32: Ons Recht  februari 2014