Klasse voor Jongeren 5

8

description

Uitgegeven door het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming. Voor scholen die dat wensen, is er ook Yeti (derde graad lager onderwijs), Klasse voor Ouders (kleuteronderwijs t/m tweede jaar secundair onderwijs) en Maks! (derde t/m zevende jaar secundair onderwijs). Lees meer op www.klasse.be

Transcript of Klasse voor Jongeren 5

Page 1: Klasse voor Jongeren 5
Page 2: Klasse voor Jongeren 5

VAN

DE

GR

IEK

N

AA

R D

E B

AK

KE

R

Wouter volgt Grieks-Wiskunde. Hij vroeg ons om eens een dag naar de bakkersschool te mogen. Geen probleem:Ruil je bank. Ik weet totaal niet wat me te wachten staat.

Eigenlijk hadden we met z’n drieën ingeschreven en nu moet ik voor Ruil je bank alleen naar die bakkersschool. Als dat hier vandaag maar geen afgang wordt. Thuis kan ik amper een boterham smeren en straks moet ik pistolets te voorschijn toveren. Ik hoop dat ze mij niet te vies gaan bekijken en dat de leraars meevallen. Bah, we zullen wel zien wat ik er van bak. Misschien loop ik vanmiddag mijn vrienden die hier ook ergens naar school gaan wel tegen het lijf.

BlubberDeze school is een mastodont. Eigenlijk zijn het tien scholen. Is dit het lokaal waar ik vier uur les in ga volgen? Het is gewoon een grote keuken. Iedereen loopt hier rond. Bij ons in de klas zitten we meestal de hele dag stil. Hallo. Denis is mijn ‘peter’. Die gaat me dus deze dag helpen doorkomen. Hij is blijkbaar een van de handigsten. Die schort wil ik best aandoen, maar dat hoedje? Bijna al de anderen hebben een stoffen muts en ik krijg een papieren. Als ik daarmee in mijn school aankom lacht iedereen zich plat. Maar goed, hygiëne gaat voor. Deze voormiddag bakken we een taart. Een soort haute-couture taart met een laagje glanzende blubber. Denis neemt me onder de arm. Er zitten maar drie meisjes in de klas. Ze worden dan ook voortdurend geplaagd (ijs achter hun kraag!).

AflikkenEen leraar heb ik hier nog niet gezien. En toch is iedereen hier druk bezig. Dat zou bij ons niet waar zijn, denk ik. Ah, dat lijkt op een leraar. “ Rudi, jij gaat nu bladerdeeg maken en wie staat vandaag ingeschreven bij de kuisploeg?” Af en toe roept hij iets maar voor de rest staat hij gelukkig niet op je vingers te kijken. Terug naar de taart. Een spuitzak vullen met hazelnootpasta is moeilijker dan het lijkt. Maar dat is niet erg. Kan ik mijn vingers aflikken. Ik ben blijkbaar wel de enige die dat doet. De rest raakt geen deeg of chocola aan. Mijn schort is niet meer om aan te zien. Denis vertelt me dat alle schorten in een zesde jaar wit blijven. Morsen is voor de jongsten. Ik voel me beschaamd. Ik kom ook te weten dat hij volgende week naar een of andere bakwedstrijd voor scholen gaat. Doet hij graag. Kan hij zich meten. Die van slagerij hebben ook zo’n spannende wedstrijden. Die moeten dan in een bepaalde tijd een heel varken verbouwen tot worsten en koteletten.Met veel moeite en hulp van de andere bakkers rond ik mijn taart af. Ze ziet er goed uit en ze is waarschijnlijk nog lekker ook.BasicDe kuisploeg schiet in gang. Is de voormiddag al voorbij? Ik volg de anderen. Vanmorgen was ik nog een beetje bang om in een vreemde klas terecht te komen, maar eigenlijk valt dat best mee. Ze doen heel gewoon en nemen me overal mee. Alsof ik erbij hoor.In de namiddag staan pistolets, boterkoeken, broden en fruittaarten op het menu. Het verschil met deze voormiddag is dat we nu alles met gistdeeg gaan bereiden. Dit vind ik iets gemakkelijker. Geen gebroddel meer met taartvullingen, spatels en gelei. Dit lijkt meer op basic-bakkerij. We hebben ook een andere leraar. Deze valt wat meer op omdat hij harder roept. Hij ziet er ook wel oké uit.Als de leerlingen hier toets hebben moeten ze elk om beurten een lotje trekken. Daar staat dan de naam van een taart of zo op. Iedereen moet iets anders klaarmaken binnen de tijd. Afkijken kennen ze hier dus niet. Er zijn natuurlijk ook algemene vakken: aardrijkskunde, geschiedenis, Nederlands, L.O. enz.BakkersbloedHet leuke in deze richting is dat je onmiddellijk resultaat ziet van wat je doet. Je bakt een brood en een uur later kan je dat brood mee naar huis nemen. Bij ons heb je een les wiskunde en zes maanden later moet je daar een examen van afleggen. Maar ik zou wel niet willen ruilen. Het bakken zit me niet echt in het bloed, denk ik. Of toch niet elke dag.“Wouter, sta daar niet zo te dromen! Die pistolets moeten uit de oven!” Mm, ze zien er verdorie goed uit. Mijn papieren zakken vol broden en boterkoeken staan al klaar. Op mijn taarten ben ik bijzonder fier. Ik ben de enige die spullen mee naar huis neemt. De anderen kunnen waarschijnlijk geen pistolets meer zien of ruiken. ‘t Café wel. Na school gaan ze vaak naar ‘De Caribia’, dus zeker vandaag. Ze vragen of ik mee ga. Ook buiten de klas hangt de groep goed aan elkaar. Leuk.Mensen verschillen niet omdat ze een andere afdeling volgen. Mijn klas Grieks-Wiskunde lijkt ineens zover en ook weer zo dichtbij. Ach, we doen gewoon ons ding. Ieder het zijne. En vandaag heb ik een taart bij i.p.v. Sophocles.

Niets gehoord? Jij bent één van de 206 896 leerlin-gen die dit blad in handen krijgt. Sommigen kregen het gisteren, anderen dan weer volgende week. En nog anderen krijgen het helemaal niet.In de meeste scholen verdeelt ie-mand van het secretariaat de ge-leverde pakketten ‘Klasse voor Jongeren’ per klas. De klasverant-woordelijke deelt ze dan uit aan de leerlingen.Verloopt de verdeling van het tijdschrift vlot bij jou op school? Lees dan niet verder.Loopt het helemaal niet zo van een leien dakje? Blijven ze er-gens liggen? Stel zelf een bede-lingssysteem voor. Zo gaat het vlot in de school van Vik. “Ik ben klasverantwoordelijke. Vlak voor de speeltijd word ik langs de micro opgeroepen, samen met de verantwoordelijken van de andere klassen. Dat is voor ons het teken om onze Klasses voor Jongeren te gaan oppikken op het secretariaat. Die liggen daar klaar pakje per pakje. Voor elke klas één. Eigenlijk kunnen de leerlingen in mijn school er op rekenen dat ze binnen de 24 uur hun exemplaar hebben. Wij doen ons best. ‘t Is tenslotte ons blad.”

VRIJE DAG. Er komt dit schooljaar een extra vrije dag op 30 juni. Die valt op een maandag en anders zouden we voor die ene dag nog naar school moeten. Uiteindelijk vond de onderwijs-minister dat dat toch niet kon. Nu eindigt het schooljaar dus overal op 27 juni. Als jouw school van 30 juni al een vrije dag had gemaakt met de vakan-tiedagen die ze zelf elk jaar mag toekennen, komt er dus nu nog een andere extra vrije dag bij. Ja, het kan niet op.

HONDERD T-SHIRTS GRATIS. Ze zien er nog gek-ker uit dan dit blad zelf: de ex-clusieve T-shirts van Klasse voor Jongeren. Er liggen er hon-derd klaar. Als jij de enige bent die het antwoord op de vraag kent, win je ze alle honderd. In het andere geval moet je ze de-len. («Sorry, ik heb alleen de mouwen ontvangen», «Daar kan ons ma mee in».Dit is de vraag. Samen met de hele stapel van Klasse voor Jongeren hebben we aan jouw school drie affiches bezorgd om ergens op school op te hangen. Zoek die affiches. Daarop staat een codewoord. Schrijf dat woord op een briefkaart. Zo snel mogelijk opsturen naar Klasse voor Jongeren (T-shirt) - Koningsstraat 138 lokaal 515 - 1000 Brussel.

Page 3: Klasse voor Jongeren 5

6+1? Heel wat TSO’ers en BSO’ers volgen een zevende jaar. Voor de leerling ongetwijfeld een verrijking. Uit een onderzoek bij 800 leerlingen die het BSO of TSO hebben uitgedaan blijkt ech-ter dat dat 7de jaar niet vlugger werk oplevert. Ook de gevolgde richting en het al of niet vlotte verloop van de schoolloopbaan be-ïnvloedt de kansen op werk niet. TSO- en BSO-jongens vinden vlugger werk dan BSO- of TSO-meisjes. 10% van de afgestudeer-den probeert het als zelfstandige. Bij de meisjes zijn handel, hotel-wezen, horeca en reparatie de belangrijkste sectoren waarin 33 % een job vindt. Bij de jongens zijn die sectoren goed voor 25%. Heel wat BSO’ers komen in de bouw of in de metaalnijverheid terecht. Mannen, en vooral TSO’ers, wer-ken gemiddeld in grotere bedrijven dan vrouwen. Ze werken bijna

uitsluitend voltijds. Dat brengt met zich mee dat mannen ook vlugger promotiekansen krijgen dan vrouwen. Mannen verdienen in het algemeen ook meer dan vrouwen. Vrou-wen komen meer dan mannen in een functie buiten hun vakgebied terecht. Wie bij zijn eerste job zijn diploma trouw blijft, zal dat in 78% van de gevallen blijven doen als hij van werk verandert. Diplomavlucht vind je het meest in de richting hotel: na 5 jaar ervaring houdt men het daar opvallend veel voor beke-ken. BSO’ers die een 7de jaar hebben gevolgd zullen iets vaker een extra opleiding volgen dan hun collega’s die na het 6de jaar gingen werken. 75% van de mannen uit TSO en BSO vindt werk tegen gunstige voorwaarden (contract, loon,…). Bij vrouwen is dat slechts 33%. Het volgen van een of meer schoolstages be-zorgt vooral de jongens vlug werk. De school scoort goed als schakel tussen leerling en be-drijf. En zo doe je met het 7de jaar te volgen toch nog je voordeel. De waterval Niet 1 stu-dent op 2 haalt zijn diploma hoger onderwijs. Veel studenten mislukken in het eerste jaar omdat ze onvoldoende geïnformeerd zijn over de gekozen richting of zichzelf verkeerd in-schatten. Nederlandse universiteiten en hogescholen mo-gen studenten die niet geschikt blijken voor hun opleiding na een half jaar zelfs wegsturen. Bij ons gebeurt dat niet. Jaarlijks geeft de overheid 30 miljard uit aan eerstejaarsstuden-ten die niet aan de meet geraken. Momenteel heeft bijna 16 % van de Vlamingen een diplo-ma hoger onderwijs, maar hooguit 57 % van wie eraan begint, maakt kans om een diploma te behalen. Per jaar geraken 24.000 studenten niet door het eerste jaar. Ze komen in de wa-terval terecht: aan een zware universitaire stu-die beginnen en steeds verder afdalen in de hoop dat het eindelijk eens zal lukken. ‘We zien wel waar we uitkomen’, is dan de rede-nering. Dalen zonder kleerscheuren is echter niet gemakkelijk. Een geschokt zelfvertrouwen, een negatieve kijk op jezelf en demotivatie zijn er dikwijls het gevolg van. Al is dat na-tuurlijk niet altijd zo.

Examen Pechver zekering Een Nederlandse verzekeringsmaat-schappij zorgt voor een wereldprimeur: een Examen-Pechver-zekering. Met die verzekering kan elke leerling een vergoe-ding krijgen als hij door ziekenhuisop-name, ongeval of overlijden van een ouder niet aan het examen kan deelne-men. De polis kost omgerekend 450 frank per jaar. Een gemist examen le-vert in ruil 9000 frank op, een gemist herexamen zo’n 90.000 frank. Dat laatste bedrag komt overeen met de meerkost voor de ouders als zoon of dochter het jaar moet overdoen of een v a k a n t i e j o b moet laten schieten. De verzeker ings-maat s chapp i j vraagt wel de nodige bewijs-stukken voor ze met harde gul-dens over de brug wil ko-men.

D r i e h o e k s m e n i n g Pieter, Geert en Raphaël vol-

gen technisch/beroeps in

Oostakker. Ze zetten zich in

voor de leerlingenparticipa-

tie in hun school. Met de

leerlingenraad van de derde

graad begeleiden ze de

‘kleinere’ raden van de eer-

ste en tweede graad. Ze wer-

ken aan hun opvolging. Zo

zullen er over enkele jaren

nog sterkere Pieters, nog ac-

tievere Geerten en nog meer

Raphaëls klaarstaan. En ze

zijn nu al niet mis, die drie.

Pieter: ‘Ook al stikken wij bij mooi weer hier bijna uit de lo-kalen, toch mogen we niet op de aangrenzende voetbalvel-den van de school wandelen. Waarom? …omdat het voet-balvelden zijn. Stom. Daar zou ik bijvoorbeeld nog iets aan wil-len veranderen.’Geert: ‘Wij werken met werkgroepen zoals die rond het Monument Witte Mars, de filmweek, strips… De werk-groepen zoeken vrijwilligers om de activiteiten mee te orga-niseren. Wij organiseren ook een voetbaltornooi, broodjes-verkoop in de school en het jaarlijkse startweekend van de leerlingenraad. We plannen ook nog een vrij podium, een middag muurklimmen, een ki-ckertornooi en een salonweek, waarbij de leraars mogen op-dienen.’Raphaël: ‘Op de aanplakzui-len kunnen de leerlingen zowat alle boodschappen kwijt. Ja, toch bijna alles. D’r wordt geen misbruik van gemaakt. Dat loopt goed. Als je in onze school iets wil ondernemen, kan dat.’

Aanbod voor starters Hoe kan in onze school de me-ning van de leerling meer aan bod komen?Voor het volgende schooljaar werkt de Koning Boudewijn-stichting een gratis starters-aanbod uit voor scholen die met leerlingenparticipatie wil-len beginnen of er serieus werk van willen maken. In sep-tember lees je er meer over in Klasse voor Jongeren. Vanaf dan kan je school zich voor het aanbod inschrijven.Koning Boudewijnstichting, leerlingenparticipatie, Brede-rodestraat 21, 1000 Brussel, tel. 02/549.02.14, fax 02/511.52.21.

Lefkunde Op de secretariaten van de universiteiten liggen hon-derden diploma’s op hun ei-genaars te wachten, som-mige al langer dan 30 jaar. In Leuven zijn het de stu-denten filosofie, theologie, psychologie, pedagogie en sociologie die hun diploma niet ophalen, in Antwerpen eerder de studenten politie-ke en sociale wetenschap-pen en de germanisten. Sommige universiteiten sturen de diploma’s aange-tekend achterna of manen de eigenaars schriftelijk aan hun diploma te komen op-halen. Niet alle werkgevers willen het diploma van hun werkkrachten dus werkelijk zien. Waar-schijnlijk lopen er in de be-drijven heel wat lefgozers rond die zichzelf een diplo-ma toekennen dat ze in werkelijkheid niet hebben.

D e p e s t op school Stevig tekstje, die blad-zijden over de (var-kens)pest op school. Maar wat doe je daar als leerling aan als de le-raars doen alsof ze niets zien? Erger nog: als ze het spelletje meespelen. Steeds meer leraars krijgen er wél oog voor. Negentig procent van de leerkrachten zeggen dat ze op school leerlingen zien die elkaar pesten. De helft van hen zegt dat er de jongste vijf jaren méér gepest wordt. In veel scholen proberen ze er ook iets aan te doen. Maar je kan dat niet in één les-uurtje oplossen. Hier moet iedereen samen aan mee-werken. En het is iets van lange adem. Bovendien zijn ook leraars zelf soms slachtoffer van stevige pesterijen. Zestig procent van de leraars zeg-gen dat zoiets op hun school voorkomt. Eén derde van hen zegt dat er nu méér leraars door hun leer-lingen worden gepest dan vijf jaren geleden. Leraars zijn ook maar mensen. Soms durven ze ook elkaar de duivel aan-doen. Nogal wat leraars klagen over pesterijen door hun eigen collega’s. Of mensen zich op die manier nog wel gelukkig kunnen voelen in hun werk en op school? Tijd om het kamp van de meelopers te verlaten, de slachtoffers te helpen en de pestkoppen aan te pakken. Of het nu gaat om leraars of leerlin-gen: we zijn allemaal ménsen. (Zelden zo’n mooie slotzin uit mijn pen ge-sleurd, maar het is toch waar zeker.)

raphaël

geert

pieter

Page 4: Klasse voor Jongeren 5

Tine (17) 5de economie-talen

“Ik vind het beangstigend dat ik niet weet wat ik over twee jaar ga studeren. Niemand in de klas weet het. Mijn moeder zegt dat ik iets met kindjes ga doen, omdat ik dat leuk vind. Economie is nu mijn hoofdvak, 6 uren per week. Soms vind ik het oersaai. Ik vraag me wel eens af waarom ik economie doe, maar de andere richtingen wa-ren te zwaar: wiskunde, Latijn, wetenschappen. Ik weet ook niet welke richting ik liever zou volgen.Op school wordt er niet veel over later gepraat. We krijgen weinig informatie over wat we zoal kunnen doen. De leerkrachten zeggen wel dat je moet studeren wat je graag doet. Maar voor de rest geven ze gewoon hun vak. Soms komt er wel eens iemand van het PMS praten en die deelt dan brochuurtjes uit. Anders zie je het PMS al-leen als je problemen hebt of als je ouders dat per se willen. Dan word je uit de klas gehaald.Mijn vrienden van het 6de zijn wel meer met studiekeuze bezig. Tom vertelde me dat hij naar een opendeurdag van de handelshogeschool is geweest, maar hij is er gaan lopen … oersaai!Als ik kies moet ik wel weten wat ik wil. Ik ga zeker niet zo maar wat proberen.”Roel (20) ex-1ste kandidatuur politieke en sociale wetenschappen

“In februari stopte ik mijn studie omdat ik inzag dat ik er in de eerste zittijd niet door zou geraken. Ik gokte ver-keerd. Ik interesseer me wel voor politiek, maar ben er nooit echt mee bezig geweest. Misschien is het niet eens een verrassing dat ik heb afgehaakt. Ik koos ook pas half september voor pol en soc. Ik dacht: “Ik moet zien dat ik een goed diploma haal, dus laat ons maar naar de universiteit gaan.” Nu zoek ik een nieuwe richting. Ik wil iets praktischer doen: copywriting bijvoorbeeld. Ik schrijf nogal graag. Ik heb nu de tijd om informatie te verzamelen om mijn volgende studie voor te bereiden. Mijn ouders vinden dat best. Ze hopen wel dat ik het volgende keer beter doe.”

Zachte eitjes sgekozen hebben. De richting die ze volgen sHeel wat jongeren kennen Ze betrouwen dan maar gemze niet op hun plaats zittenZe voelen zich alHet vergt moed om voor jeVooral meisjes verzanden iEn spijtig genoeg zijn er oohouden. Haal de haan on ozullen wel zien’. Het gevaar bestaat dan welOp het einde van de secundAls je beslissing de optelso

Arnt (22): “Na zes jaar moderne be-sloot ik er een punt achter te zetten. Genoeg theorie gehad. Ik wilde liever met mijn handen de kost verdienen. Ik besloot via leercontract een garage-opleiding te volgen. Mijn ouders snap-ten het niet, maar toch heb ik doorge-zet. Nu werk ik elke dag met volle over-gave in een garage. Ik heb me mijn be-slissing nog geen moment beklaagd.”Voor wie na het secundair onderwijs niet verder wenst te studeren, maar liever vlug in het beroepsleven stapt, zijn er kortdurende beroepsopleidin-gen: leercontract, opleiding tot zelf-standige, herscholingscursussen. Meer informatie hierover vind je bij het PMS.Birgit (21): “Ik wist absoluut niet wat ik moest beginnen. Ik vroeg uitstel aan mijn ouders. In die tussenperiode voer-de ik allerlei klusjes uit en deed ik ook vrijwilligerswerk. Die periode was voor mij heel belangrijk. Al gauw voelde ik dat ik voor maatschappelijk assistente moest studeren. Ik zit nu in het tweede jaar. Voor mij de juiste keuze.”Sommige jongeren weten niet wat na hun middelbare studies te beginnen. Ze stellen de beslissing een jaar uit. In die periode gaan ze werken of trekken ze naar het buitenland in de hoop dat zo’n sabbatjaar de oplossing brengt. Boeiende ervaringen die je in een overgangsjaar opdoet kunnen je geest openen en je duidelijk maken wat je te doen staat. Toch blijkt bij de echte twijfelaars een sabbatjaar niet te wer-ken. De zin om te studeren verdwijnt dan zelfs helemaal. Jongeren die wer-ken kunnen hun pas verworven vrij-heid nog moeilijk terugschroeven.W.Mertens (4de jaar): “Vorig jaar zat ik in 4C, nu in 4A. Net als mijn leraar wiskunde zeg ik altijd: je moet er voor werken, dan kom je vooruit!”

Gepluimd

1 leerling op 5 is ontevreden over zijn stu-dierichting. 1 op 8 wil graag van richting veranderen. Dit geldt zowel voor ASO-, TSO- en BSO-leerlingen. Ontevreden leer-lingen zetten zich minder in, appreciëren de klassfeer en de school minder, steken min-der tijd in schoolwerk en spijbelen meer. Dat blijkt uit een onderzoek van de Centrale voor Studie- en Beroepsoriëntering. In het 3de jaar is het aantal ontevredenen het grootst: 26 % bij de jongens en 28 % bij de meisjes. De twijfels van de 3de jaars over de gekozen studierichting nemen af in het 4de jaar. Naar het einde van de schoolloopbaan stijgen de cijfers opnieuw. Vooral de meisjes drukken dan hun ontevredenheid uit: niet minder dan 36 % in TSO en bijna 50 % in BSO vinden dan dat ze niet op hun plaats zitten. Ze voelen in het 6de jaar aan dat hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt be-perkt zijn.Aan de haak

Bijna een kwart van de laatstejaarsleerlin-gen secundair onderwijs beslist pas op het laatste nippertje.Tijdens het eerste trimester van dat laatste jaar staat nog maar voor een kwart van de Vlaamse leerlingen vast welke studierichting ze het volgende jaar zullen kiezen. 22 % be-slist pas tijdens de zomervakantie. Dat blijkt uit een onderzoek bij 4300 eerstejaarsstu-denten aan de Leuvense universiteit. 9 leer-lingen op 10 bespreken hun studiekeuze met hun ouders, vooral met de moeder. Praten met iemand die het beroep uitoefent heeft echter meer invloed op de studiekeuze dan gesprekken met ouders, vrienden, leerkrach-ten, PMS of klasgenoten. De sleutelwoorden bij de studiekeuze zijn interesse en boeiend beroep. Materiële motieven als werkgelegen-heid, carrièremogelijkheden, sociale status en dergelijke beïnvloeden die keuze minder. Toch blijken die motieven bij jongens belang-rijker dan bij meisjes. Meisjes kiezen vaker een studierichting en een beroep waarmee ze in contact kunnen komen met mensen en kinderen en zich voor anderen kunnen inzet-ten. Studenten die voor het eerste jaar sla-gen, overlegden meer met anderen over hun studiekeuze dan de niet-geslaagden. De niet-geslaagden hadden voor ze met hun studie begonnen meer twijfels dan de geslaagden bij de vraag of ze de richting wel zouden aankunnen. Wie goed overlegt en zichzelf goed kent maakt dus veel meer kans om te slagen.

Page 5: Klasse voor Jongeren 5

D o n a l d i s o v e r t u i g d . H i j w e e g t z i j n k e u z e o p d e e i e r s c h a a l .

Ben ik zeker? Geloof ik echt in mijn keuze? Ja Nee Voel ik mij tevreden, opgelucht? Kijk ik ernaar uit om eraan te beginnen? Ja Nee

Is het echt MIJN keuze? Heb ik mij niet teveel laten beïnvloeden? Ja Nee Heb ik genoeg argumenten om mijn keuze te verantwoorden? Ja Nee

De Man met het Rendier zegt: “Doe vooral wat je graag doet, zou ik zo zeggen. Ik wist van bij het begin dat ik iets met rendieren ging doen. Stil Heidi. Je moet weten wat je wil. Mijn vader wilde ook liever dat ik voor een ‘serieus’ beroep koos, maar iets tegen je zin doen heeft geen zin. Er zijn al genoeg verzuurde mensen. D’r zijn er ook die iets gaan studeren omdat dat later een job oplevert. Dat vind ik dom. De wereld heeft mensen nodig die koppig hun eigen weg volgen, rustig Heidi, mensen met hoorns op hun kop, zoals ons Heidi hier. Langs de andere kant moet je’r ook iets voor doen. Ik heb ook gezweet, vooral voor geweide geschiedenis, maar ik heb nooit opgegeven. Wilt u ons nu excuseren? Ren, my dear!”

Jongeren die niet kunnen kiezen komen dikwijls in studierichtingen terecht die ze niet zelf ontdekt of

sluit dan meer aan bij de verlangens van hun ouders dan bij hun eigen talenten en interesses. hun eigen mogelijkheden nauwelijks. makshalve op de goede raad van ouders of vrienden en voelen zich perfect ongelukkig in een school waar n. s kiekens zonder kop ezelf op te komen en eventueel van school te veranderen. in richtingen die weinig kansen op werk beloven. ok scholen die leerlingen naar onaangepaste studierichtingen oriënteren om hun leerlingenaantal op peil te

over Je kan je studiekeuze zo lang mogelijk uitstellen en zo veel mogelijk wegen open laten: ‘We

l dat je blijft uitstellen. daire school sta je voor de keuze: ‘Wat wordt het?’, ‘Werken of studeren?’, ‘Welke richting ga ik uit?’. om is van beslissingen die je al eerder hebt genomen, wordt de keuze allesbehalve verscheurend.

Gekakel• KLASSE publiceert ook nog twee andere tijdschriften: één voor leraars en één voor ouders. Die zien er heel anders uit maar ze gaan deze maand ook over LEREN KIEZEN. En hoe moeilijk dat wel is. Misschien vind je die tijdschriften ook op school of in de bib. Leuker nog is de hele site van KLASSE op internet. Vlieg maar binnen. Wie wil kan zelfs zijn sporen achterlaten: www.artefact.be/klasse• Voor alle informatie en stu-dieadvies kan je terecht bij het PMS-centrum dat met jouw school samenwerkt. PMS-cen-tra hebben ook brochures voor jongeren die na het 6de jaar TSO, KSO of BSO 1 bijkomend specialisatiejaar willen volgen, over mogelijkheden na het be-roepsonderwijs, deeltijds leren en werken, de overgang van de 2de naar de 3de graad secun-dair, studiemogelijkheden in Europa na het secundair.• De Gids voor hogere opleidingen geeft een overzicht van alle door het departement Onderwijs er-kende studiemogelijkheden na het secundair onderwijs. Hij is gratis en je vraagt hem bij de Pu-blicatiedienst - Afdeling Informa-tie en Documentatie - departe-ment Onderwijs - Koningsstraat 71 - 1000 Brussel - tel. 02-219 94 36 - fax 02-219 77 73.• Op Internet kun je terecht bij de hobu-site van het departe-ment Onderwijs (www.hobu.be) en edunet (www.edunet.be). Je kan ook de term studiekeuze in de zoekrobot stoppen.

Word een Chickendale Donald ziet het niet zitten tijdens de les wiskunde. “Zo kan het niet langer.” Hij droomt zich een toekomst. Hij neemt een vel papier en maakt een portret van zichzelf. Hij schrijft zijn capaciteiten in een linker-, en zijn tekor-ten in een rechterkolom. Hij vraagt zich af:Wat kan ik goed? Wat zijn mijn talenten? Welke vaardigheden heb ik onder de knie? Wat doe ik graag? Wat zijn mijn interesses op school en in mijn vrije tijd? Kan ik mij voldoende inzetten? Hoe is mijn studiehouding? Legt mijn gezondheid mij beperkingen op? Kan ik stressperiodes aan? Wil ik voor een be-roep leven? Of zijn er voor mij belangrijker dingen? Wil ik van mijn hobby mijn beroep maken?Donald ziet twee even lange kolommen. Hij denkt: “Als ik mijn ouders en vrienden nu ook eens vraag om een portret van mij te maken en die vergelijk met mijn eigen portret, dan krijg ik een volledig beeld van mezelf.” Een tevreden glimlach op Donalds ge-zicht. Zijn gedachten dwalen verder. Donald over-loopt nu zijn studieloopbaan.Wat zijn mijn resultaten voor de verschillende vak-ken? Beïnvloe(d)den gebeurtenissen of leerkrachten mijn prestaties? Vind ik studeren leuk? Wil ik nog vele jaren studeren? Zou ik het erg vinden altijd met leerstof bezig te zijn? Kan ik vlot verbanden leggen en structureren? Kan ik plannen en mijn tijd behe-ren? Welke problemen hadden mijn voorgangers bij de overgang van secundair naar hoger onderwijs? Hoe reageren zij op studiedruk?Een maand later. Donald verzamelt informatie over studierichtingen en beroepen. Vooroordelen moeten eraan geloven. “Ik kan dus ook kleuterleider worden!”Welke studierichtingen zijn er? Uit welke opleidingen kan ik kiezen? Wat houden de verschillende beroepen in? Wat zijn hun negatieve kanten?Enkele weken later. Donald puzzelt. Hij zoekt zich-zelf een plaats in de geselecteerde studierichtingen en beroepen.Welke opleidingen liggen mij? Wat vinden mijn ou-ders, leerkrachten, vrienden, het PMS? Laat ik mij door anderen beïnvloeden?Het gist in Donalds hoofd. De volgende dagen rijpt zijn keuze. Donalds toekomst tekent zich af.Welk vakkenpakket kies ik? Voor welke school kies ik? Past het beroep dat ik interessant vind bij de ma-nier waarop ik wil leven?

Page 6: Klasse voor Jongeren 5

Laurens (14): “Vorig jaar ging ik voor het eerst mee op zomerkamp in Lubbeek. Zo’n natuurkamp is ontdekken, passie en veel spanning en plezier. Vooral de nachtelijke tochten blij-ven me bij: vleermuizen

opsporen met de bat-detec-tor, op zoek gaan naar rondzwervende zoogdieren. Het zal je maar overkomen in het pikdonker plots oog in oog te staan met een ronddolende vos of een steenmarter, terwijl ergens boven je hoofd een uil roept. Vrienden van me doen beheerswerken in na-tuurgebieden. Maaien, hooien en afvoeren moet vooral in de zomer gebeu-ren. Later wil ik ook met de JNM een milieukamp mee-maken. Met mensen van over de hele wereld leer je dan hoe je je voor een beter milieu kunt inspannen.”De Jeugdbond voor Na-tuurstudie en Milieube-scherming (JNM) is een landelijke vereniging van jongeren van 12 tot 25 die zich voor een natuur- en mensvriendelijke om-geving inspannen. Ze or-ganiseert elk jaar zo’n 35 zomerkampen in binnen- en buitenland. Als je iets meer wil weten over de geheimen van de grote weerschijnvlinder, de pop-penorchis, de vroedmees-terpad of een leven in de modder is zo’n kamp iets voor jou. Hoe or-ganiseer je een lu-dieke milieu-actie? Hoe knutsel je een milieuproject in elkaar? Na een zo-merkamp hou je genoeg ideeën over om eraan te begin-nen.

Informatie over de zomerkampen en de vereni-

ging: Jeugdbond voor Natuurstudie en Milieu-bescherming, Kortrijks-epoortstraat 140, 9000

Gent, tel. 09-223 47 81, fax 09-223 28 05.JNM biedt aan 5 Klasse voor Jongeren-lezers een GRATIS zomerkamp en een GRATIS lidmaatschap aan. Schrijf ons hiervoor in enkele zinnen waarom je aan zo’n zomerkamp wil deelnemen.

Wouter (16): “Ik heb al-tijd al interesse gehad voor ar-cheologie. In de krant las ik een artikel over de opgravingen op het domein Roosendael in Sint-Katelijne-Waver door Jeugd en Cultureel Erfgoed. Dat wilde ik ook wel eens meemaken. In het

begin was ik wel wat on-wennig, maar nadien werd ik een en-t h o u s i a s t e d e e l n e m e r . We ruimden

het puin van een abdij die in de Tweede Wereldoorlog werd ge-bombardeerd. Zo legden we oude muren bloot of botsten we op ou-de gebruiksvoorwerpen. Ik kan je wel zeggen dat er een schok door je heen gaat als je zo’n oud voor-werp bovenhaalt. Met dat voor-werp zie je het leven zoals het vroeger was. Samen met andere jongeren met hetzelfde bezig zijn schept een band. Ik vond het een prachtige ervaring. Die twaalf dagen waren veel te vlug voorbij.”Grondsporen, muurresten en ge-bruiksvoorwerpen vertellen je een boeiend verhaal. Jeugd en Cultu-reel Erfgoed wil jongeren actief kennis laten maken met ons ar-cheologisch en bouwkundig erf-goed en andere getuigenissen uit het verleden. Omdat dingen uit het verleden ons veel over de mens van vandaag vertellen. Tijdens een zomerkamp leer je eigenhandig een archeologische site ontsluiten. Je maakt er kennis met andere binnen- en buitenlandse jongeren.Voor jongeren vanaf 16. Voor 13 tot 16-jarigen is er een aangepast aanbod.

Een folder ligt voor je klaar. Jeugd en Cultureel Erfgoed, Karel Van Lotharingenstraat 23, 3000 Leu-ven, tel. en fax 016-22 64 82.

Jeugd en Cultureel Erfgoed geeft aan enkele Klasse voor Jongeren-lezers 25% korting op een zo-merkamp. Je zet hiervoor enkele zinnen met je motivatie op een briefkaart, een fax of een e-mail.

Ook Bieke (19) wilde best een deel van haar zomer-vakantie eens ‘anders’ invullen. Ze las een persartikel over de werkkampen van Via en trok twee jaar geleden naar Tsjechië, vorig jaar naar Denemarken. De eerste keer met een vriendin, de tweede keer alleen.“In Tsjechië knapten we een vervallen kindertehuis op. We waren met zijn twaalven uit vijf verschillende landen. Engels en gebaren waren de voertaal. Na werktijd gingen we samen naar de bioscoop, verkenden we een kasteel en een brouwerij, we maakten zelfs een uitstap naar Polen. Met jongeren uit andere landen samenwerken, ervarin-gen over koken, cultuur, studies of wat dan ook uitwisselen, dat was toch een boeiende ervaring. In Denemarken bouwden we een stacksheet in een dorp dat was gebouwd zoals een dorp uit het ijzertijdperk. Boomstammen versjouwen, ontschorsen, balken uithakken, het skelet van de hut bouwen: alles met de technieken van toen. Op zo’n kamp leer je anders naar de dingen kijken. Wat bij ons vanzelfsprekend is, is dat niet in het buitenland. En-kele van de jongeren waar je mee hebt samengewerkt vergeet je nooit. Daar hou je contact mee.”Via of Vrijwillige Internationale Actie spoort jongeren aan om als vrijwilliger mee te bouwen aan een socialere en menselij-ker maatschappij. Daartoe or-ganiseert Via zo’n 600 werkva-kanties in binnen- en buiten-land. Tijdens een internationa-le werkvakantie werk je 2 tot 3 weken in een internationale groep voor een project waarin kinderen, tieners, bejaarden, vluchtelingen, gehandicapten,

solidariteit, ecologie of cultuur centraal staan. Vanaf 17 kan je deel-nemen in het binnen-land, vanaf 18 jaar kan je buiten de gren-zen aan de slag. Je be-taalt een laag inschrij-vingsgeld en je reis in ruil voor je kost en in-woon en een heleboel mensenkennis en er-varingen. Deelname aan een kamp kost

3300 frank.Zomerwerkkampenbrochure en andere inlichtingen: Via, Draak-straat 37, 2018 Antwerpen, tel. 03-235.94.19, fax 03-235 29 73, e-mail [email protected]

Klasse voor Jonge-ren-lezers krijgen een korting op de kampprijs van 1000 frank. In en-kele lijnen leg je uit waarom je aan zo’n kamp wil deelnemen.

Waar wacht je nog op? Aanpakken en wegwezen ge-eft een volledig overzicht van alle mogelijkheden voor jongeren om in het buitenland iets te doen, in de vakantie of voor een langere periode: talen leren, monitor op een vakantiekamp, stages, studeren, werken, werken als au pair, Europese programma’s, werken op de boer-derij, jobstudent, vrijwilligerswerk, inleefverblijven. Ook info voor surfers, een literatuurlijst, tips en een wa-slijst van adressen. De gratis brochure vraag je aan bij Jint, dé organisatie voor het internationale jongerenwerk in Vlaan-deren, Waterkrachtstraat 36, 1210 Brussel, tel. 02-230 95 70, fax 02-230 18 75, e-mail [email protected].

Marleen (19): “Vriendinnen vertelden me over de Bouworde. Ik besloot een foldertje op te vragen en schreef me in voor een bouwkamp. Met vier andere onbekende Vlamingen trok-ken we naar Albanië. Eerst

pikten we onderweg nog vier Italianen op. In een middel-eeuws dorp - want zo kan je het wel noemen - moesten we een waterleiding aanleg-gen. Greppels graven tussen loslopende kuddes en scha-pen, ezels en karren en vrou-wen die hun kleren in de ri-vier wassen. ‘s Avonds trok-ken we naar het enige dorps-café en verbroederden we met de lokale bevolking. Een ongelooflijke ervaring: Vla-mingen, Italianen en Albane-zen die elkaar niet begrijpen maar toch gedachten en ge-voelens uitwisselen. Ik wilde met mijn eigen ogen zien hoe mensen op een andere plaats wonen, werken, met elkaar omgaan, leven. In een land waar geen toerist komt is dat een onbeschrijflijke erva-ring. Ook de vriendschap die je van die mensen krijgt. Toen ik terug thuis was moest ik een week afkicken. Ik dacht toen: “Verdomme, wat hebben wij het hier goed. Maar de mensen ginder laten me niet los.”De Bouworde is een organi-satie voor vrijwilligers die arme mensen met woonpro-blemen waar dan ook wil helpen. Op een bouwkamp steek je de handen uit de mouwen. Je bouwt of knapt huizen op van kansarme mensen in Vlaanderen of el-ders in Europa. Overdag hard werken, ‘s avonds en in het weekend ontspanning met de andere vrijwilligers en de mensen van ter plaat-se. Jouw werk en inzet in ruil voor kost en inwoon, vriendschap en voldoening.Bouwkampen zijn er voor

jongeren vanaf 17 jaar in Vlaanderen en 18 in Wallonië en het buitenland. Een bouw-kamp duurt 2 of 3 weken. De reiskosten betaal je zelf.

Wil je meer over de bouw-kampen weten? Bouworde, Tiensesteenweg 145, 3010 Leuven, tel. 016-25 91 44, fax 016-25 91 60.

Er gaat een schok door je heen Je moet er een beetje gek voor zijn om tijdens je vakantie of een deel ervan vrijwillig en voor niets te werken. Terwijl je zo veel leukere dingen kunt doen. Maar als je inzet wordt betaald met ervaring, voldoening, vriendschap, gezelligheid? Dan is gek zo gek nog niet.

Voor de kortingen en gratis kampen stuur je je briefkaart, fax of e-mail met korte motivering voor 20 juni naar Klasse voor Jongeren, Koningsstraat 138, lokaal 515, 1000 Brussel. Fax 02-211 46 61, e-mail [email protected].

Ja, stuur mi j die gratis brochure.NAAM:

ADRES:

Sturen naar Jint, Aanpakken en Wegwezen, Waterkrachtstraat 36, 1210 Brussel.J E • K A N • D E Z E • B O N • O P • E E N • B R I E F K A A R T • K L E V E N

Page 7: Klasse voor Jongeren 5

over NDERWIJS en PV EDING Graag ook je eerlijke mening over de volgende beweringen:

Vul in elk vakje het cijfer in dat overeenstemt met je opinie.

5 = zeker akkoord, 4 = akkoord, 3 = gematigd, 2 = niet akkoord, 1 = zeker niet akkoord,

0 = ik weet het niet

□ Ik voel mij als leerling voldoende betrokken bij het beleid van de school.

□ Ik wil als leerling meer betrokken worden bij het beleid van de school.

□ Ik doe genoeg aan sport.

□ Ik voel me gezond.

□ De meeste leraars houden onze klas goed in de hand.

□ Ik ben een lastige leerling.

□ Op school leer ik voldoende samenwerken en contact leggen met anderen.

□ De meeste leraars leren ons voldoende hoe we hun vak kunnen studeren.

□ De meeste leraars leren ons voldoende hoe we hun vak in de praktijk kunnen toepassen.

□ Er heerst een rommelige en chaotische sfeer in mijn school.

□ Niet enkel mijn resultaten op school tellen, ik krijg ook de kans mijzelf te ontwikkelen.

□ Ik voel me goed in mijn vel.

□ De school bezorgt mij dikwijls stress.

□ Op onze school hoor je er pas bij als je meedoet aan trends en rages.

□ Ik spijbel vaak.

□ Ik ben schoolmoe.

□ De gebouwen en speelplaats zijn leuk en aantrekkelijk.

□ De meeste van onze schoolboeken zijn modern en eigentijds.

□ Ik kan op school minstens met één leraar over mijn persoonlijke gevoelens praten.

□ Er is een kloof tussen leerlingen uit het ASO, TSO en BSO.

□ Ik heb teveel huiswerk.

□ Voor mijn part mogen ze huiswerk afschaffen.

□ Ik vind zittenblijven meestal een goede oplossing.

□ Ik blijf liever één jaar zitten dan naar een ‘lagere’ afdeling over te gaan.

□ De cijfers op mijn rapport weerspiegelen correct mijn schoolprestaties.

□ Het schoolreglement is bij ons heel duidelijk.

□ Ik vind het schoolreglement rechtvaardig.

□ Er komt op onze school racisme voor.

Ik heb een uitgesproken mening over één of meer van deze stellingen. Hier volgt wat meer

uitleg. (mag ook op een apart briefje) .

NAAM:

ADRES:

VERTROUWELIJK. Klasse voor jongeren behandelt deze gegevens strikt vertrouwelijk. Ze

verlaten de redactie niet. Je vult alleen naam en adres in als je ook de prijzen wilt winnen.

Stuur deze enquête zeker in vóór 30 juni. Bedankt voor de moeite.

Klasse voor Jongeren(Enquête), Koningsstraat 138, lokaal 515, 1000 Brussel.

MIJN

MenINg

Ja, ik heb een mening over dit blad en over opvoeding en onderwijs. Prima dat jullie daar rekening mee willen houden. Daarom vul ik meteen deze enquête in, scheur het blad uit of kopieer het en stuur het op. Zijn jullie er klaar voor?

WIN EEN DISC-MAN OF INLINE SKEELERS Vijf gelukzakken winnen een disc-man of inline

skeelers. Tien anderen winnen een CD-bon van duizend frank. Wat je schrijft doet er niet toe. Als het maar eerlijk en kritisch is. Ongezouten, zoals we van jullie gewoon zijn.

Ik ben □ een meisje □ een jongen

Ik ben …… jaar en zit in □ ASO □ TSO □ KSO □ BSO □ BuSO □ Deeltijds Onderwijs□ 3de □ 4de □ 5de □ 6de □ 7de jaar

Als ik win: graag □ een disc-man □ skeelers (maat ……… ) □ een CD-bon

over ‘KLASSE V R J NGEREN’ (Jouw oordeel over enkele nummers van dit blad graag)

Onderstreep wat voor jou opgaat.

Ik heb al 1 / 2 / 3 / 4 / 5 nummers ontvangen.

Ik lees het blad grondig / de belangrijkste zaken / oppervlakkig / niet.

Ik vind de inhoud van het blad zeer goed / goed / behoorlijk / matig /

slecht.

Ik vind de vormgeving van het blad zeer goed / goed / behoorlijk / matig /

slecht.

Ik vind het taalgebruik zeer goed / goed / behoorlijk / matig / slecht.

Ik vind de foto’s zeer goed / goed / behoorlijk / matig / slecht.

Ik vind het formaat zeer goed / goed / behoorlijk / matig / slecht.

Ik vind de papiersoort zeer goed / goed / behoorlijk / matig / slecht.

Ik herken mijzelf als leerling zeker / behoorlijk / matig / niet in het blad.

Ik vind dit initiatief van de overheid zeer goed / goed / matig / slecht.

Dank zij ‘Klasse voor Jongeren’ voel ik me meer betrokken bij de school en

onderwijs. Ja / min of meer / neen.

Ik zou dit blad in de toekomst zeker nog / misschien nog / niet meer

willen ontvangen.

Ik vind het belangrijk / matig belangrijk / niet belangrijk dat er verbanden

worden gelegd met de andere publicaties van Klasse (voor leerkrachten,

voor ouders).

De artikels mogen langer zijn / mogen korter zijn / zijn goed van lengte.

We hebben in onze school ook een leerlingenblad. □ Ja □ Neen

Ik vind dat blad zeer goed / goed / matig / slecht.

Ik heb Klasse voor Jongeren ook al op Internet gezien. □ Ja □ Neen

Ik vind de KvJ-site zeer goed / goed / matig / slecht.

Waar ligt volgens jou de sterkte van ‘Klasse voor Jongeren’?

Wat vind je de zwakste punten van het blad?

Als ik iets aan het blad zou veranderen, dan is het dit:

Welke onderwerpen moeten in ‘Klasse voor Jongeren’ nog aan bod komen?

Nog tips, voorstellen, kritiek of commentaar?

c d e h r j l ¡ n o p q s t u v w x y z

Page 8: Klasse voor Jongeren 5

Deze jongerenkrant is gratis en verschijnt m

aandelijks. Ze wordt uitgegeven door het depar-

tement O

nderwijs van het m

inisterie van de Vlaamse G

emeenschap. Scholen die dat w

ensen kunnen zich inschrijven voor alle leerlingen van het derde tot het zevende jaar secundair on-derw

ijs. Wie het blad niet via de school krijgt, kan voor 250 frank een persoonlijk abonne-

ment nem

en. Er is ook een KLASSE voor Leerkrachten en een KLASSE voor Ouders (voor leer-

lingen tot en met de eerste graad secundair onderw

ijs). Zo maken w

e samen school.

KLASSE VOO

R JON

GEREN

Koningsstr. 138 lok. 515 - 1000 Brusseltel 02-211 45 82 - fax 02-211 46 61U

RL: ww

w.artefact.be/klasse

e-mail: klasse@

artefact.be

183

4145

13198

27172

121

144

286

4215205

2216113826223729303152215039269

252010338

432445364023357

5134

172

121

142445364023357

5134834

286

4215205

2216113826223729303152215039269

252010338

434145

13198

27

161138263

4145

13198

27172

121

144

286

4215205

22223729303152215039269

252010338

432445364023357

513418

269

252010338

432445364023357

161138262237293031522150395134183

4145

13198

27172

121

144

286

4215205

22

382622378

27172

121

144

286

4215205

22161129303152215039269

252010338

432445364023357

5134183

4145

1319

Help, ik droom!“Zelfs ‘s nachts zit ik op school. Ik droom over mijn leraar Nederlands, het examen biologie of Ann met haar grote oren. Om zeven uur loopt de wekker af en ik moet alwéér naar school. Ik word achtervolgd door school. Zoete dromen én nachtmerries. Weten jullie wat ze betekenen?” Rika, 6de jaar.

Dromen kan je verklaren, zo meende de Zwitserse psychoanalyticus Jung (1875-1962). Met de hulp van een trefwoor-denlijst ben je in staat om de verborgen betekenissen achter je dromen te ontra-felen. Die trefwoordenlijst is overzichte-lijk samengebracht in het boek “Droo-malfabet. Verklaringen van dromen”. Een voorbeeld: als je droomt over een examen of toets dan betekent dit dat je die leerstof nog niet goed onder de knie hebt. Je moet nog bijleren. Achter deze droom zit ook een persoonlijke bood-schap. Deze droom duidt aan dat je per-soonlijkheid nog moet groeien, dat je nog niet ‘rijp’ bent.Beste Rika, je krijgt van ons dit Dro-menboek cadeau. En wat meer is: wie ons zijn droom/dagdroom/ nachtmerrie over school opstuurt maakt meteen kans op één van de twintig andere droomboeken die we gratis weggeven.Schrijven naar Klasse voor Jongeren

- Zoete dromen - Koningsstraat 138 lokaal 515 - 1000 Brussel.

■ IK SPIEK NOOIT, JAMAIS, NEVERAn, 5de jaar

■ We vroegen jullie zieligste ervarin-gen met spieken. Goed gelachen in elk geval. De betrapte zielen troosten we met het boek “Spieken, een vak apart”. Kunnen ze de knepen van het vak eindelijk onder de knie krijgen. En neen, we vermelden de namen van de winnaars niet. Hoe zouden ze anders nog de kans krijgen te spieken?

■ Stom van mij. Ik heb mijn spiek-

briefje samen met mijn overhoring af-gegeven.(Wouter, 5de jaar)

■ Een poging tot spieken: je kleinere broer aan het raam van de klas de ant-woorden laten roepen. (Je krijgt er wel een rode kop van).(Tim, 4de jaar)

■ Aardrijkskunde-test en mijn les niet geleerd. Spieken was onmogelijk, de le-rares had me al eens gesnapt en hield me dus in het oog. Tot de lerares haar handen ging wassen (de lavabo hangt vooraan rechts in de klas). Ik gaf mijn buur een stomp en begon verwoed te schrijven, tot ik verstijfde: “Britt! Afge-ven! Direct! -2 voor je dagelijks werk!” Zouden leraars nu ook al ogen op hun rug hebben?? Ik snapte het niet. Tot ze me zei: “Een spiegel heeft ook ogen, wist je dat niet?”(Britt, 3de jaar)

■ Opeens krijg ik het lumineus idee om mijn reliëfdoorsnede nog eens ex-tra te controleren. Ik sla snel mijn atlas open en kijk dichtbij (ik had mijn bril niet bij). 15 seconden voor tijd gesnapt ... 0 Voor aardrijkskunde! Met loodzwa-re schoenen naar huis: de eerste keer gewaagd en al prijs. Ik ging thuis van pure ellende onder de douche staan, draaide mij om en zat tegen de regel-knop. Ik heb een paar liter kokend wa-ter over mijn rug gekregen. Ik sprong weg, ben ongelukkig gevallen op mijn staartbeen en ben als een kreupele naar mijn bed gekropen. De volgende dag had ik examen Latijn en het scheel-de niet veel of ik had weer prijs.(Adelwijn, 5de jaar)

■ De leraar trok mijn examen vanon-der mijn handen vandaan en ik sloeg met m’n hand op tafel zodat ik mijn papiertje toch nog kon verheimelijken. En ja, ik had het aan mijn broek. Ik sloeg ernaast en daar lag het papiertje. Een 0!(David, 5de jaar)

■ Test Latijn. Ik had al mijn woorden in één keer kunnen invullen, ‘t was een makkie (ik had mijn les voor de veran-dering dan ook eens geleerd), toen ik ontdekte dat mijn boek nog open lag. In een reflex sla ik het dicht, hetgeen zo een ‘plets’ geeft. Hij kwam, hij zag en hij overwon. (Tony, 5de jaar)

■ Ik schrijf in het heel heel klein een briefje met alles uit hoofdstuk 5 erop, dat heel toevallig in mijn pennenzak belandt. Wanneer de toets op mijn bank ligt, krijg ik alle kleuren van de re-genboog. Het ging over hoofdstuk 6! 4/10. (Els, 3de jaar)

■ Meerkeuzevragen. Heerlijk, lekker makkelijk om te spieken! Ik schrijf mooi alles af maar een week later kreeg ik mijn toets terug: een vette nul! Hoe? Onze leerkracht was zo slim geweest iedereen dezelfde vragen te geven maar wel door elkaar.(Kim, 3de jaar)

■ Ik had alles op mijn benen geschre-ven. Jammer genoeg regende het de volgende morgen en moest ik met mijn fiets naar school. Tegen dat ik op school toekwam, was alle inkt uitgelo-pen. Een mens heeft er dan al eens zo-veel voor over om redelijke resultaten te behalen. (Griet, 5de jaar)

■ We schreven de moeilijkste Latijn-se woorden op het bord. Toen de leer-kracht binnenkwam was iedereen bloednerveus. Ze overhoorde toeval-lig alle woorden die gewoon op het bord stonden. Degenen die klasorde hadden veegden nadien vlug het bord af. Na de les was iedereen zo hard aan het lachen dat de juf wou weten wat er aan de hand was. We vertelden haar wat er gebeurd was. Ze kon er gelukkig goed mee lachen en ze heeft ons geen punten afgetrok-ken. Leuk hé?(Isolde, 4de jaar)

ONGEREGELDWij hebben echt een toffe leraar. Sa-men met hem lezen (en ontleden!) we zelfs Klasse voor Jongeren in de klas. Er zit duidelijk méér in dan op het eerste gezicht lijkt. Zo hebben we het o.a. ook eens uitvoerig gehad over waarom de regels plots genum-merd waren. Ja, waarom eigenlijk? Kritische lezer, 5de jaar

DOBBELSTENENZe maken het op school niet gemakke-lijk. Een mens moet voortdurend KIE-ZEN tussen richtingen, opties enz. Nu ik in het laatste jaar zit, merk ik dat ik mezelf heb vastgezet. Eigenlijk heb ik de voorbije jaren altijd gekozen alsof het een spelletje met dobbelstenen was. Kunnen jullie daarover eens iets schrijven? Het zou veel leerlingen kun-nen helpen. Misschien mij ook nog. Want ik weet helemaal niet wat ik vol-gend jaar moet aanvangen.Kieken zonder kop, 6de jaar

StiekemIk vind jullie blad echt heel tof. Ik ben er ook zeker van dat veel leerkrachten bij ons op school de ‘Klasse voor Jongeren’ stiekem meelezen. Daarom wil ik via dit blad zeggen dat ik onze school echt ‘de max’ vind. Vooral de vriendschappelijke omgang met sommige leerkrachten maakt het naar school gaan een waar festijn. Maar spijtig genoeg zit ik in m’n laatste jaar en volgend jaar zal ik dus die toffe leraars (en natuurlijk ook de ‘Klasse voor Jongeren’) moeten missen.(Erica, 6de jaar)

Als vuil bekekenIk zit zelf in het 3de Latijn en geloof me, wij worden zelf ook bekeken als vuil. Wij zijn zogezegd te slim om met iemand van een lagere richting om te gaan! Tegenwoordig zeg ik gewoon dat ik Latijn doe maar dat daar niks speciaal aan is. Wij worden ook bekeken als ‘blok-beesten’ en dat is over het algemeen he-lemaal niet waar. We leren maar even-veel als een ander en hebben evenveel

of even weinig ontspanning als iemand uit moderne of technische richtingen.(Karen, 3de jaar)

MenswetenschappenVelen denken dat menswetenschappen gewoon maar menswetenschappen is en niet zo moeilijk is als alle andere ASO-richtingen. Dit is helemaal niet waar, we krijgen dezelfde examens als de economie-moderne talen. We krij-gen wel andere vakken zoals psycholo-gie, media, manuele en lichamelijke ex-pressie. En dat is toch onze keuze! Toch worden we aanzien als het ‘crapuul’ van onze school. Dat is helemaal niet waar. Ze zien ons zo omdat ze ons zo gemaakt hebben. Ik ben geen rebel, maar ze hebben er van mij een gemaakt.(Evelien, 4de jaar)

Lay-out: schei outIk vind de lay-out echt de max. Hij is wel erg gewaagd, maar ik vind hem beter dan die in andere tijdschriften waar alles netjes recht is gedrukt en waar de titels allemaal in hetzelfde lettertype zijn om-dat je ze gemakkelijk zou kunnen lezen.(Jo, 3de jaar)

Geen zilverIk las in jullie blad dat er nogal wat le-raars en leerlingen kritiek hebben op de lay-out. Ze vinden het onordelijk en slor-dig. Maar persoonlijk vind ik juist dàt het element dat KvJ aantrekkelijk maakt en plezant om te lezen. Na het 4 maal gelezen te hebben kan je er nog steeds stukjes in vinden die je per onge-luk overgeslagen had. Het is trouwens een goede weerspiegeling van onze mentaliteit: we zijn jong, argeloos en af en toe slordig. Trouwens, alles is tegen-woordig zo geordend. Ik ben blij dat er eens een blad is dat ons alles niet voor-gekauwd op een zilveren bordje geeft. (Dewi, 5de jaar)

Het laatste nummer van Klasse voor Jongeren verschijnt dit schooljaar op 16 juni. Kijk uit: je gelooft je ogen niet.

Meester-bakker Leo Borm

ansM

eester-proever Jan Van den BosscheEclair Sarah Van de PutPetit-fours Leen M

ortierDam

e met deegrol D

iana De Caluw

é

Slagroomspuiter M

arc Herm

anLeveranciers van kleurstoffen (E 202 e.v.) G

uy Kokken, An De W

ulfVerantw

oordelijke uitgever G

. Monard - RAC - 1010 Brussel