Jaardocument 2014 BrabantZorg 2 Library/Downloads... · Veghel Centrum en Oost De Watersteeg...

Jaardocument 2014 BrabantZorg 2


1 Uitgangspunten van verslaglegging .................................................................................. 5 1.1 Leeswijzer ............................................................................................................ 5 1.2 Voorwoord ............................................................................................................ 5

2 Profiel van de organisatie ................................................................................................ 7 2.1 Algemene identificatiegegevens ............................................................................... 7 2.2 Structuur van de organisatie ................................................................................... 7 2.3 Kerngegevens ....................................................................................................... 9

2.3.1 Cliënten en dienstverlening, medewerkers, opbrengsten en resultaat ........................ 9 2.3.2 Werkgebieden .................................................................................................... 9 2.3.3 Samenwerkingsrelaties ...................................................................................... 10

3 Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap .................................................... 11 3.1 Normen voor goed bestuur .................................................................................... 11

3.1.1 Governance ...................................................................................................... 11 3.1.2 Raad van Bestuur .............................................................................................. 11 3.1.3 Raad van Toezicht ............................................................................................. 12

3.2 Centrale Cliëntenraad (CCR) .................................................................................. 18 3.3 Ondernemingsraad (OR) ........................................................................................ 21 3.4 Bedrijfsvoering ..................................................................................................... 23

4 Beleid, inspanningen en prestaties .................................................................................. 26 4.1 BrabantZorg met Aandacht .................................................................................... 26 4.2 Resultaten voor de cliënt ....................................................................................... 26

4.2.1 Klachten ........................................................................................................... 27 4.2.2 Kwaliteit en klantervaringen ............................................................................... 27 4.2.3 Ontwikkeling van de zorgvraag ........................................................................... 28

4.3 Resultaten voor medewerkers ................................................................................ 28 4.3.1 Strategisch personeelsbeleid ............................................................................... 29 4.3.2 Gezond personeel .............................................................................................. 29 4.3.3 Vrijwilligers en informele zorg ............................................................................. 29 4.3.4 Veranderen van onderop .................................................................................... 30

4.4 Resultaten voor de organisatie ............................................................................... 30 4.4.1 Optimaliseren van bedrijfsprocessen .................................................................... 31 4.4.2 Veiligheid ......................................................................................................... 31 4.4.3 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen........................................................... 32 4.4.4 Joint ventures en dochterondernemingen ............................................................. 32

4.5 Financieel beleid en financiële positie ...................................................................... 32 4.6 Toekomst ............................................................................................................ 33

5 Positionering vastgoed .................................................................................................. 34 5.1 ZorgGoedBrabant ................................................................................................. 34 5.2 Resultaat ............................................................................................................. 34

6 Jaarrekening ................................................................................................................ 36 6.1 Bestuursverslag .................................................................................................... 36

6.1.1 Balans per 31-12-2014 (na resultaatsbestemming) ............................................... 37 6.1.2 Resultatenrekening over 2014............................................................................. 38 6.1.3 Kasstroomoverzicht ........................................................................................... 39 6.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling ................................................. 40

6.1.4.1 Algemeen .................................................................................................. 40 6.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva ......................................... 42 6.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling ............................................................... 44 6.1.4.4 Grondslagen voor opstelling kasstroomoverzicht ............................................. 45


6.1.5 Toelichting op de balans ..................................................................................... 46 6.1.6 Mutatieoverzicht materiele vaste activa ................................................................ 54 6.1.7 Overzicht schulden aan kredietinstellingen ultimo 2014 .......................................... 55 6.1.8 Toelichting op de resultatenrekening .................................................................... 56 6.1.9 Toelichting inzake joint venture ZorgGoedBrabant ................................................. 61 6.1.10 Toelichting inzake joint venture ZorgGoedBrabant2 ............................................ 63 6.1.11 Toelichting inzake joint venture Zorghotel Uden ................................................. 65 6.1.12 Ondertekening door bestuurder en toezichthouders ............................................ 67

6.1.12.1 Ondertekening door bestuurders .................................................................. 67 6.1.12.2 Ondertekening door toezichthouders ............................................................. 67

6.2 Overige gegevens ................................................................................................. 68 6.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening ............................................................. 68 6.2.2 Resultaatbestemming ........................................................................................ 68 6.2.3 Gebeurtenissen na balansdatum .......................................................................... 68 6.2.4 Controleverklaring ............................................................................................. 69


1 Uitgangspunten van verslaglegging

1.1 Leeswijzer

Goed bestuur van- en toezicht op BrabantZorg verlangt een goede jaarlijkse verantwoording voor

alle belanghebbenden van BrabantZorg. In dit verslag geven we de prestaties over het afgelopen

jaar weer en schetsen we een beeld van de ontwikkelingen die op ons komen en de wijze waarop

we hier mee omgaan.

Hoofdstuk 2 beschrijft het algemene profiel van de organisatie en bevat een weergave van de

kerngegevens over 2014.

Hoofdstuk 3 beschrijft de governance van BrabantZorg en geeft een beeld van het functioneren

van de Raad van Bestuur, de Raad van Toezicht en de wijze waarop medezeggenschap en

bedrijfsvoering zijn vormgegeven.

In hoofdstuk 4 worden de prestaties over 2014 beschreven, tevens is in dit hoofdstuk een

toekomst paragraaf opgenomen.

In hoofdstuk 5 wordt een beschrijving gegeven van de positionering van het vastgoed van

BrabantZorg en de samenwerking die op dit vlak bestaat met BrabantWonen.

Tot slot wordt in hoofdstuk 6 de jaarrekening gepresenteerd inclusief de controle verklaring van de

externe accountant.

1.2 Voorwoord

2014 is voor BrabantZorg op vele terreinen een ‘transitie jaar’ geworden. We hebben ons

voorbereid op de veranderingen in de langdurige zorg zoals die in het kabinetsbeleid zijn benoemd

en later zijn uitgewerkt in veranderde wetgeving.

Mogelijk nog belangrijker is de in gang gezette heroverweging op de strategie van BrabantZorg. De

start van een reis voor de komende jaren.

Binnen BrabantZorg hebben we inmiddels de overtuiging dat je de organisatie niet klaar kunt

maken voor één toekomst waar je planmatig in geleidelijke en gestructureerde stappen naar toe

beweegt. Het is om die reden dat we de term ‘ondernemingsplan’ hebben verlaten en in 2014 een

proces zijn gestart om samen met onze belanghouders vorm en inhoud hebben gegeven aan een

strategische visie. Deze strategische visie is bedoeld om de organisatie optimaal flexibel en lerend

te maken zodat “elke toekomst” zo goed mogelijk tegemoet wordt getreden.

We zijn tevreden met het resultaat van deze inspanningen, vastgelegd in de reisgids Samenspel in

Zorg (www.brabantzorg.eu/brabantzorg-organisatie) . We hebben ervaren dat ook de reis (het

proces) waarde(n)vol is gebleken. Tal van gesprekken zijn gevoerd met wethouders en cliënten,

collega zorgaanbieders en mantelzorgers, vrijwilligers en toezichthouders, ouderenbonden en

medewerkers, woningcorporaties en cliëntenraden.

Zorgen zijn gedeeld, complimenten zijn ontvangen, lichtpuntjes zijn gezocht en handen zijn

ineengeslagen. Dit heeft geleid tot een stevig fundament voor de toekomst van zorg en

samenwerking in onze regio. We slaan met deze strategische visie geen andere weg in maar we

gaan door op de weg die we met het ondernemingsplan ‘Oog voor Elkaar’ al in gegaan zijn.

De nieuwe visie op gezondheid, die door Machteld Huber is vastgelegd, staat centraal in onze

strategische visie; ‘Gezondheid is het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in

het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.’

Vanuit deze positieve kijk op gezondheid gaan we de toekomst tegemoet. We doen dat vanuit 3

fundamentele expedities.

De expeditie Samenspel in Zorg; waarin we het gedachtegoed van Machteld Huber verder

in de organisatie gaan brengen en waarin we de voorwaarden scheppen voor optimaal

samenspel in de zorg. Deze expeditie richt zich niet alleen op cultuur en gedrag maar ook

http://www.brabantzorg.eu/brabantzorg-organisatie


op de mogelijkheden die de technologie te bieden heeft om de eigenregie van de cliënt te

optimaliseren

De expeditie Elke dag Leren; hier wordt vorm en inhoud gegeven aan een leerklimaat

waarin het team centraal staat. In deze expeditie wordt gezocht naar de belangrijkste

voorwaarden om kwaliteit te verbeteren en te borgen , veranderingen van onderop te

bewerkstelligen en het principe van continu leren te verankeren.

De expeditie Slimme Bedrijfsvoering is gericht op de vereenvoudiging van

bedrijfsprocessen en het verbeteren van stuurinformatie. Daarnaast wordt in deze

expeditie ook werk gemaakt van duurzaamheid.

Onze strategische visie is als een koffer vol ambities die inmiddels geladen wordt door de energie

van onze medewerkers, vrijwilligers en alle andere betrokkenen bij BrabantZorg.

De uitdagingen voor de komende jaren zijn groot maar het vertrouwen in de kracht van onze

organisatie is groter. Op basis van onze kernwaarden Aandachtig, Betrouwbaar en Samen gaan we

deze uitdagingen aan.

Dit jaardocument legt verantwoording af over de resultaten van BrabantZorg aan de samenleving

in het algemeen en meer specifiek aan de belanghouders van BrabantZorg. Dat zijn allereerst de

cliënten, medewerkers en vrijwilligers. Vervolgens de interne en externe toezichthouders, het

zorgkantoor, gemeenten en zorgverzekeraars als inkopers en regionale instellingen en overheden.

Resultaat

Het resultaat van onze bedrijfsvoering is vooral terug te zien in de dagelijkse dienstverlening, de

klant tevredenheid, de betrokkenheid van onze medewerkers en vrijwilligers en de betekenis van

onze dienstverlening voor onze omgeving. We realiseren ons dat, ook als wij mooie resultaten en

scores behalen, de echte kwaliteit die cliënten en medewerkers ervaren slechts beperkt is uit te

drukken in getallen. Niet alles van waarde is meetbaar en niet alles wat meetbaar is, is van

waarde.

Met dit in gedachten zien we in het financiële resultaat ook een belangrijke indicator voor het

succes van de organisatie.

BrabantZorg sluit de exploitatie 2014 af met een positief resultaat van € 6,7 miljoen wat neerkomt

op een rendement van 3.1 %.

Op basis van onze meerjarenprognose weten we dat het financiële resultaat in de komende jaren

verder onder druk zal komen staan en het rendement zal dalen. BrabantZorg blijft een gezonde

organisatie en op basis van onze strategische visie werken we aan een mooie toekomst voor

cliënten, medewerkers en organisatie.

Raad van Bestuur BrabantZorg

Wilma de Jong-Verspeek

Adrie van Osch

Henk van de Werfhorst


2 Profiel van de organisatie

2.1 Algemene identificatiegegevens

Naam verslagleggende rechtspersoon BrabantZorg

Adres Postbus 176

Postcode 5340 AD

Plaats Oss

Telefoonnummer (0413) 380 891

Identificatienummer Kamer van Koophandel 17225125

E-mailadres [email protected]

Internetpagina www.brabantzorg.eu

2.2 Structuur van de organisatie

BrabantZorg is een stichting met een driehoofdige, collegiale Raad van Bestuur. BrabantZorg is

ingericht volgens het Raad van Bestuur- en Raad van Toezichtmodel.

Er zijn twee managementlagen te onderscheiden: teammanagers leggen verantwoording af aan

managers locatiegroep of specialisatiemanagers. Deze laatsten leggen verantwoording af aan de

Raad van Bestuur. Elke manager heeft eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden ten aanzien

van de uitvoering van het personeelsbeleid, financieel beleid en de relatie met de cliënt.

Organisatorisch worden elf locatiegroepen onderscheiden, een locatiegroep bestaat uit twee tot vijf

locaties waarbij vooral de geografische ligging bepalend is voor deze indeling. Daarnaast zijn er ten

behoeve van de bedrijfsvoering zeven specialisaties te onderscheiden: Informatie- en

Communicatietechnologie (ICT), Economisch- en Administratieve Dienst (EAD), Personeel en

Opleidingen (P&O), Organisatiebeleid, Horeca & Facilitair (H&F) inclusief BrabantZorg Schoon,

Zorgexpertise en Klantenservice. Huisvesting en gebouwonderhoud zijn ondergebracht bij

Maatschappelijk Vastgoed, bedrijfsonderdeel van BrabantWonen.

Besluitvorming vindt plaats in de Raad van Bestuur. Structureel wordt advies gevraagd aan het

collectief van managers locatiegroep en specialisatiemanagers over de ontwikkelingen in beleid en

strategie. De voortgangsbewaking vindt plaats via de besturingscyclus.

Organisatie medezeggenschap

Binnen BrabantZorg hanteren we het uitgangspunt dat medezeggenschap volgend is aan de

zeggenschap. Medezeggenschap is daarmee zoveel mogelijk decentraal vormgegeven.

Elke zorglocatie van BrabantZorg kent een lokale cliëntenraad, vertegenwoordigers vanuit de lokale

cliëntenraden vormen samen de Centrale Cliëntenraad (CCR). De Centrale Cliëntenraad wordt

ondersteund door twee parttime ambtelijk secretarissen. Deze zijn tevens adviseur voor de lokale

cliëntenraden.

Medezeggenschap voor medewerkers wordt vormgegeven door de ondernemingsraad (OR) en de

onderdeelcommissies (OC). De OR is op centraal niveau georganiseerd. Elke locatiegroepen de

specialisaties kennen een OC waarin vorm wordt gegeven aan de zeggenschap van medewerkers

ten aanzien van beleidsbeslissingen op lokaal niveau. De OR wordt ondersteund door een ambtelijk

secretaris. Elke OC wordt ondersteund door een lid van de OR.

De wetgever voorziet niet in formele regelgeving voor medezeggenschap van vrijwilligers.

BrabantZorg kent 3000 vrijwilligers. Gelet op de grote bijdrage van vrijwilligers aan de

dienstverlening streeft BrabantZorg ook voor deze groep naar vormen van medezeggenschap op

concern niveau in de vorm van een halfjaarlijks overleg van een delegatie van vrijwilligers met de

http://www.brabantzorg.eu/


Raad van Bestuur en op lokaal niveau in de vorm van overleg van vrijwilligersraden met

locatiemanagers.

Organogram

Cliënten

Medewerkers

Teammanagers

Managers locatiegroep

Maasland-WestDe Heegt Martinushuis

Heelwijk LaarstedeEAD

Specialisatiemanagers

Cliëntgebonden

Specialisatiemanagers

Organisatie en

medewerkers

Horeca &

Facilitair en

BrabantZorg

Schoon

Oss-WestDe Ruwaard Sterrebos

Loovelt De Maashorst

Veghel-Centrum

en ZuidSint Joachim en Anna

AAtrium

ICT

Klanten-

service

Oss-CentrumKatwijk

De WellenBoekel en Sint

OedenrodeSint Petrus

Odendael

P&O

Zorg-

expertise

Maasland-OostDe Wilberthof

Maasland

Catharinahof ‘s HertogenboschNieuwehagen

Noorderkroon

‘t Geerke

Organisatie-

beleid

LanderdNieuwe Hoeven

Dijkstaete Vierhoven

Compostella

Bommelerwaard Het Zonnelied

De Lindeboom

De Wielewaal

De Leyenstein

UdenSint Jan

Sint Antonius

De Pastorie

Muzerijk

Raad van Bestuur

Raad van Toezicht

Bestuurssecretaris

Onderne-

mingsraad

Centrale

Cliënten-

raad

Veghel Centrum en

OostDe Watersteeg

Simeonshof


2.3 Kerngegevens

De kernactiviteiten van BrabantZorg bestaan uit het leveren van wonen, zorg, behandeling en

welzijnsdiensten. Dat gebeurt in onze zorglocaties en bij cliënten thuis. Afhankelijk van zorgvraag,

-wens en indicatie kunnen de diensten tijdelijk of permanent, 24 uur per dag, gepland en

ongepland geleverd worden.

BrabantZorg heeft een toelating voor de functies:

Huishoudelijke verzorging

Persoonlijke verzorging

Verpleging

Ondersteunende begeleiding

Activerende begeleiding

Behandeling

Verblijf

BrabantZorg levert eveneens particuliere zorg en maaltijden. Dat doet ze voor individuele cliënten,

diverse stichtingen voor welzijn en ouderen en voor andere regionale zorgaanbieders.

2.3.1 Cliënten en dienstverlening, medewerkers, opbrengsten en resultaat

De opbrengsten bestonden in 2014 hoofdzakelijk uit AWBZ-opbrengsten. De overige opbrengsten

(circa 12,8%) bestonden uit ZVW en WMO-opbrengsten, subsidies en doorberekeningen van

dienstverlening aan derden.

Het aantal medewerkers in loondienst is in 2014 gemiddeld 5.586, zij vertegenwoordigen 3.008

fulltime equivalent (FTE). Daarmee is de gemiddelde parttimefactor bij BrabantZorg 54%.

Kerngegevens omvang geleverde diensten, aantal medewerkers, opbrengsten en resultaat:

Kerngegevens 2012 2013 2014

Omvang van de dienstverlening Aantal Aantal Aantal

Cliënten met wonen en zorg (op 31 december) 2.446 2.257 2.200

Cliënten met zorg thuis (op 31 december) 1.701 1.520 1.670

Cliënten met dagactiviteiten ( op 31 december) 687 627 641

Aantal uren zorg thuis (AWBZ) ( in verslagjaar) 325.990 369.662 440.639

Aantal uren huishoudelijke zorg thuis (WMO) (in

verslagjaar)

169.259 170.571 125.618

Aantal dagen wonen met zorg (in verslagjaar) 910.194 888.762 854.634

Medewerkers Aantal

gemiddeld Aantal

gemiddeld Aantal

gemiddeld

Medewerkers in loondienst 5.558 5.636 5.586

FTE medewerkers in loondienst 2.871 3.009 3.008

Bedrijfsopbrengsten en resultaat € € €

Totaal bedrijfsopbrengsten 206.277.835 210.388.257 216.334.277

Resultaat 4.227.139 6.461.052 6.696.468

Rendement % 2,0% 3,1% 3,1%

2.3.2 Werkgebieden

Het werkgebied van BrabantZorg omvat de regio’s Oss, Uden, Veghel, ’s-Hertogenbosch en

Bommelerwaard. Naast Noord Brabant strekt het werkgebied zich dus tevens uit over een klein

gedeelte van de provincie Gelderland.


2.3.3 Samenwerkingsrelaties

BrabantZorg kiest voor samenwerking met andere partijen op het gebied van wonen, zorg en

welzijn. De organisatie heeft dan ook een keur aan belanghebbenden.

BrabantWonen is strategische samenwerkingspartner van BrabantZorg op het terrein van

(zorg)vastgoed in de stichtingen ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant2 (zie hoofdstuk 5). Ook in

de wijken werken BrabantZorg en BrabantWonen samen in programma’s om mensen zolang

mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen

Met de gemeenten in het werkgebied is in 2014 met name overleg gevoerd over de levering van

WMO diensten, daarnaast is overleg gevoerd over o.a. bouwprojecten en nieuwe zorgconcepten en

algemene ontwikkelingen binnen de ouderenzorg. In 9 van de 12 gemeenten levert BrabantZorg

huishoudelijke zorg.

Met de ziekenhuizen in de regio wordt samengewerkt in diverse ketenzorgprojecten tussen care en

cure.

Daarnaast wordt lokaal en centraal samengewerkt met huisartsen, welzijnsorganisaties,

zorgcoöperaties, woningcorporaties en andere zorgaanbieders in de verschillende regio’s.

BrabantZorg maakt deel uit van het netwerk “Samen in Zorg” in de regio Oss Uden Veghel en het

zorgnetwerk van V&V aanbieders en het Jeroen Bosch Ziekenhuis voor de regio ’s-Hertogenbosch

en de Bommelerwaard.

BrabantZorg heeft een overeenkomst met Zorgkantoor Noordoost Brabant. Er wordt in een goede

verstandhouding overleg gevoerd met het Zorgkantoor over omvang en kwaliteit van de zorg.

BrabantZorg streeft naar een goede samenwerking met de inspectie voor de gezondheidszorg.

In 2014 hebben er twee locatiebezoeken door IGZ plaatsgevonden. We zien een afname ten

opzichte van 2013, waar nog vijf inspectiebezoeken plaatsvonden.

Er vond één inspectiebezoek plaats op Het Zonnelied (thema: hygiëne) en één bezoek aan De

Wellen (algemeen toezicht). De inspectierapportages zijn openbaar en opvraagbaar via de website

van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (www.igz.nl). De resultaten van inspectiebezoeken

worden gedeeld met alle locaties. De inspecteur-generaal van de IGZ heeft in 2014 een

werkbezoek afgelegd aan BrabantZorg waarin zij o.a. met de Raad van Bestuur van gedachten

heeft gewisseld over de toekomstige rol van de IGZ in de langdurige zorg.

BrabantZorg is aangesloten bij ActiZ, de brancheorganisatie voor de sector verpleging en

verzorging. BrabantZorg heeft zich geconformeerd aan de Governancecode en de Norm

Verantwoorde Zorg die in de sector wordt gehanteerd. Ook is BrabantZorg lid van de Landelijke

Organisatie Cliëntenraden (LOC) en van het Netwerk Cliëntenraden Zorg (NCZ). BrabantZorg is lid

van MVO Nederland en maakt deel uit van het netwerk zorg van MVO.

http://www.igz.nl/


3 Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap

3.1 Normen voor goed bestuur

De bestuursstructuur van BrabantZorg voorziet in een Raad van Toezicht en een Raad van Bestuur.

De verantwoordelijkheidsverdeling tussen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur is

vastgelegd in de statuten van de stichting en in de reglementen van de Raad van Toezicht en de

Raad van Bestuur.

3.1.1 Governance

BrabantZorg hanteert de Zorgbrede Governancecode van de branche organisaties in de zorg (boz)

en past deze code integraal toe. De uitgangspunten van de Zorgbrede Governancecode 2010 zijn

opgenomen in de statuten van BrabantZorg en in de reglementen van de Raad van Toezicht en de

Raad van Bestuur.

3.1.2 Raad van Bestuur

Samenstelling

De Raad van Bestuur van BrabantZorg is een collegiaal bestuur bestaande uit drie personen:

mevrouw drs. W.J.C.M. de Jong-Verspeek uit Udenhout, drs. A.C.M. van Osch uit Boxtel en drs.

F.H. van de Werfhorst MBA uit Uden. De Raad van Bestuur vergadert eenmaal per vier weken.

Daarnaast heeft ze vier maal per jaar een verdiepingsdag.

Naam Bestuurs functie

Nevenfuncties (per 31 december 2014)

Mevrouw drs. W.J.C.M. de Jong-Verspeek (58 jaar)

Lid Lid Raad van Bestuur ZorgGoedBrabant. Lid Raad van Bestuur ZorgGoedBrabant 2 Lid bestuur stichting Terminale Thuishulp Maasland Lid raad van advies Zorgkantoor Noordoost

Brabant

Lid programmaraad zorgvernieuwing psychogeriatrie voorzitter Raad van Toezicht Transvorm Lid Raad van Toezicht GGZ Breburg

Drs. A.C.M. van Osch

(59 jaar)

Lid Lid Raad van Bestuur ZorgGoedBrabant.

Lid Raad van Bestuur ZorgGoedBrabant 2 Adviseur bestuur Stichting Erfgoed Grave

Drs. F.H. van de Werfhorst MBA (62 jaar)

Voorzitter Lid Raad van Bestuur ZorgGoedBrabant. Lid Raad van Bestuur ZorgGoedBrabant 2

Lid Raad van Advies Zorgalliantie HAN Lid Raad van Toezicht ROC de Leijgraaf

Conform het reglement van de Raad van Bestuur (art. 12) worden alle nevenfuncties van de Raad van Bestuur gemeld aan de Raad van Toezicht. De genoemde nevenfuncties hebben allen de

goedkeuring van de Raad van Toezicht.

Aandachtsgebieden en taakverdeling

De Raad van Bestuur kende in 2014 de volgende taakverdeling:

Drs. F.H. van de Werfhorst MBA:

Voorzitterschap van en afstemming binnen Raad van Bestuur


Locatiegroepen Oss-Centrum, Oss West, Veghel-Centrum en Oost, Veghel-Centrum en Zuid en

Bommelerwaard.

Zorgexpertise

Ondernemingsraad, Centrale Cliëntenraad

Bestuurlijk overleg gemeenten Oss, Veghel, Maasdriel en Zaltbommel

Overleg bedrijven regio Veghel, Oss en Bommelerwaard

Mevrouw drs. W.J.C.M. de Jong-Verspeek:

Locatiegroepen Landerd, Uden en ’s-Hertogenbosch.

Personeel & Opleidingen, Horeca & Facilitair (inclusief BrabantZorg Schoon) en

Organisatiebeleid.

Bestuurlijk overleg gemeenten ‘s-Hertogenbosch, Landerd, en Uden

Ondernemingsraad, Centrale Cliëntenraad

Overleg bedrijven regio Uden en ‘s-Hertogenbosch

Drs. A.C.M. van Osch:

Locatiegroepen Boekel en Sint-Oedenrode, Maasland West en Maasland-Oost.

Huisvesting, Economisch Administratieve Dienst, Klantenservice en ICT

Bestuurlijk overleg gemeenten Boekel, Grave, Sint-Oedenrode en Bernheze.

Overleg bedrijven regio Sint Oedenrode, Boekel, Grave en Bernheze

De Raad van Bestuur heeft een reglement waarvan de kernelementen bestaan uit de te

onderscheiden verantwoordelijkheden van Raad van Toezicht en Raad van Bestuur, de

samenstelling, de verantwoordingsplicht, de medezeggenschapsbevordering, de openheid, de

deskundigheid en besluitvorming van de Raad van Bestuur en de taken en bevoegdheden van

diezelfde Raad van Bestuur. Tevens zijn in het reglement een aantal artikelen opgenomen

aangaande het voorkomen van mogelijke belangenverstrengeling.

3.1.3 Raad van Toezicht

Samenstelling

Per 31 december 2014 bestond de Raad van Toezicht bestaat uit 7 personen:

Naam

prof. dr. E. Piëst voorzitter

drs. H. Molenaar RA vicevoorzitter

ir. D.J. Noy lid op voordracht van de Centrale Cliëntenraad

drs. C.J.W.M. Aquarius lid op voordracht van de Ondernemingsraad

dr. E.J.M. Wouters lid

dr. M.J. Aartsen lid

drs. A.E. Spreen lid

Deskundigheid

Om de toezichthoudende rol goed te kunnen vervullen zijn in de profielschets van de Raad van

Toezicht de volgende deskundigheidsgebieden benoemd:

Kennis en deskundigheid t.a.v. strategie en veranderingsprocessen;

Kennis van- en ervaring met het primaire proces van zorg en welzijn;

Kennis van gerontologie en levensloop;

Kennis van technologie in zorg;

Kennis van- en inzicht in wonen, vastgoed ontwikkeling en beheer;


Financieel economische kennis;

Juridische deskundigheid;

Kennis van- en ervaring op het gebied van HRM en organisatie inrichting;

De Raad van Toezicht van BrabantZorg heeft voldoende deskundigheid op deze gebieden in zijn

midden.

In het onderstaande overzicht wordt de samenstelling van de Raad van Toezicht gerelateerd aan

functies, nevenfuncties en deskundigheidsgebied.

Naam Nevenfuncties in 2014 Lid RvT

vanaf

Deskundigheidsgebied

De heer ir. D.J.

Noy (lid)

(56 jaar)

Woonplaats:

Uden

Directeur adviesbureau

Atriensis BV in Eindhoven

Voorzitter Raad van

Commissarissen

ZorgGoedBrabant

Voorzitter Raad van

Commissarissen

ZorgGoedBrabant 2

Lid Raad van Toezicht Udens

Duyn (tot september 2014)

Bestuurslid Energie Uden

September

2007

Zorg en wonen, vastgoed

De heer prof.

dr. E. Piëst

(voorzitter)

(55 jaar)

Woonplaats:

Moergestel

Parttime hoogleraar

ondernemingsstrategie

Universiteit van Amsterdam

CEO Acatris B.V.

Voorzitter Raad van

Commissarissen

Bakker Beheermaatschappij

Lid Raad van Commissarissen

ZorgGoedBrabant


ZorgGoedBrabant 2

Voorzitter Raad van

Commissarissen Wireless Value

Voorzitter Raad van

Commissarissen Lamboo

Medical

September

2007

Ondernemerschap en

organisatie-strategie

Mw. Dr. E.J.M.

Wouters (lid)

(56 jaar)

Woonplaats:

Eindhoven

Lector Health Innovations and

Technology (Fontys

hogescholen)

Onderzoeksbegeleider master

Physician Assistant HR

Lid Programmaraad

Zorgvernieuwing

Psychogeriatrie

Voorzitter Fontys Commissie

Ethiek van onderzoek (FCEO)

Lid commissie Innovative

Medical Devices Initiative

Januari

2013

Technologie in de zorg

(implementatie- en

acceptatie)


Naam Nevenfuncties in 2014 Lid RvT

vanaf

Deskundigheidsgebied

(IMDI), ZonMW

Lid Raad van Advies Inspectie

Volksgezondheid

Lid Raad van Toezicht Udens

Duyn (tot september 2014)

Mw. Dr. M.J.

Aartsen (lid)

(53 jaar)

Woonplaats:

Veenwouden

Assistent professor Sociologie

en Sociale gerontologie VU-

Amsterdam

Bestuurslid Nederlandse

Verenging Gerontologie-

Kennisnetwerk Ouder Worden

(NVG-KNOWS)

Stuurgroeplid en redacteur van

de Canon Gerontologie

Bestuurslid European Network

Research on Ageing

Lid Gerontological Society of

America (GSA)

Januari

2013

Zingeving, welzijn en

(zorg)ethiek vanuit een

gerontologisch

perspectief

De heer Drs. H.

Molenaar RA

(vicevoorzitter)

(54 jaar)

Woonplaats:

Veghel

CFO Vanderlande Industries,

Veghel

Raad van Advies Hobij Groep

Bestuurslid Contactgroep

Veghelse Ondernemingen

Lid Raad van Advies Zwijsen

College / Fioretti College

Januari

2013

Financiën

Mw. drs.

C.J.W.M.

Aquarius (lid)

(63 jaar)

Woonplaats:

Haelen

Directeur/eigenaar Kula BV

Bestuurder Moveoo

Bestuurslid Limburg Festival

Vicevoorzitter Raad van

Toezicht Abrona

Lid Raad van Toezicht La

Providence

Bestuurslid Navenant

Foundation

Voorzitter bestuur Zorg aan

Zet

Januari

2014

Arbeidsverhoudingen,

arbeidsvoorwaarden en

HRM

mw. drs. A.E.

Spreen (lid)

(56 jaar)

Woonplaats:

Utrecht

Directeur Zorg en Wonen

Philadelphia Zorg


ZorgGoedBrabant


ZorgGoedBrabant 2

Januari

2014

zorg(inhoud),

kwaliteitsontwikkeling en

deskundigheidsbevordering

Rooster van aftreden


Per 1 januari 2015 is dhr. Piëst afgetreden als voorzitter van de Raad van Toezicht conform het

rooster van aftreden. De Raad van Toezicht heeft zich beraden over de wenselijke omvang van de

raad in de toekomst. Medio 2015 wordt een definitief standpunt bepaald omtrent de wenselijke

omvang, tot die tijd blijft één zetel vacant.

Mw. Aquarius is per 1 januari 2015 benoemd tot voorzitter van de Raad van Toezicht, dhr.

Molenaar blijft vicevoorzitter.

Naam Jan.

2015

Jan

2016

Jan

2017

Jan

2018

Jan

2019

Jan

2020

Jan

2021

Dhr. prof. dr. E. Piëst A

Dhr. ir. D.J. Noy A

Dhr. drs. H. Molenaar RA A+H A

Mw. Dr. E.J.M. Wouters A+H A

Mw. Dr. M.J. Aartsen A+H A

Mw. drs. C.J.W.M. Aquarius

A+H

Mw. drs. A.E. Spreen A+H

A+H Aftredend/herbenoembaar

A Aftredend

De gedragsregels van de governancecode stellen o.a. dat de leden van de Raad van Toezicht

onafhankelijk en kritisch ten opzichte van elkaar kunnen functioneren. In dit verband zijn de leden

van Raad van Toezicht en Raad van Bestuur geïnformeerd over alle functies en nevenfuncties die

de leden vervullen.

Vergaderingen van de Raad van Toezicht

De Raad van Toezicht vergaderde in 2014 zeven maal op basis van een jaarschema en

agendaplanning. Elke vergadering werd voorbereid door de agendacommissie bestaande uit de

voorzitter en de vicevoorzitter van de Raad van Toezicht, de voorzitter van de Raad van Bestuur en

de bestuurssecretaris. Van de beraadslagingen tijdens de vergaderingen werden notulen opgesteld.

De Raad van Toezicht start haar vergaderingen met een vooroverleg in afwezigheid van Raad van

Bestuur.

In 2014 heeft de Raad van Bestuur alle vergaderingen van de Raad van Toezicht bijgewoond met

uitzondering van de evaluatie van de Raad van Toezicht.

Elke vergadering is gehouden op een van de locaties van BrabantZorg. Vast onderdeel van de

agenda is een presentatie door een manager locatiegroep of specialisatiemanager over een actueel

onderwerp.

De Raad van Toezicht kent een remuneratie- en een auditcommissie.

De auditcommissie is in 2014 twee keer bijeengekomen. Deze vergaderingen werden bijgewoond

door de heer Van Osch als lid van de Raad van Bestuur en de heer Vissers, manager EAD. In het

bijzijn van de accountant is de jaarrekening 2013 en het accountantsverslag besproken en

vastgesteld. Daarnaast is gesproken over de begroting 2015, het treasurybeleid, de

managementletter en accounting manual.

De remuneratiecommissie heeft in mei 2014 overleg gevoerd met de Raad van Bestuur over de

bezoldiging en het functioneren van de Raad van Bestuur.

Drie leden van de Raad van Toezicht BrabantZorg maken deel uit van de Raad van Commissarissen

van Stichting ZorgGoedBrabant en de Raad van Commissarissen van Stichting ZorgGoedBrabant2.

In beide stichtingen wordt het vastgoed van BrabantZorg beheerd (zie hoofdstuk 5).


Twee leden van de Raad van Toezicht van BrabantZorg maakten vanaf september 2013 deel uit

van de Raad van Toezicht van de Stichting Zorghotel Uden (Udens Duyn). In september 2014 is de

Raad van Toezicht van Udens Duyn ontbonden als gevolg van een wijziging van de governance van

deze stichting.

Activiteiten en informatie

De Raad van Toezicht is op verschillende manieren geïnformeerd over de voortgang en

ontwikkelingen van BrabantZorg.

Zij ontving per kwartaal een geïntegreerde rapportage op basis van de volgende vastgestelde

indicatoren.

Wachtlijst; aantallen cliënten die nog niet (volledig) in zorg zijn

Kwalificatiemix; ontwikkeling van het deskundigheidsniveau van zorgmedewerkers

Flexibele schil; percentage tijdelijke dienstverbanden per specialisatie of locatiegroep

Verzuim; trendrapportage verzuim per specialisatie/locatiegroep

Prestatiecontract; rapportage over het overall productie- en exploitatieresultaat

Declaratie per cliënt; rapportage over de gemiddelde tijdsbesteding per cliënt door de

verschillende thuiszorgteams

Exploitatieresultaat; vergelijking van de exploitatie t.o.v. de begroting per

specialisatie/locatiegroep

Verdeling omzet; overzicht en percentuele verdeling van omzet op basis van de

verschillende financieringsbronnen .

De Raad van Toezicht is elke vergadering voorzien van schriftelijke en mondelinge mededelingen

over actuele lopende zaken op het gebied van zorg en dienstverlening, bouwactiviteiten en

regionale ontwikkelingen.

Daarnaast ontving de Raad van Toezicht relevante schriftelijke informatie voor cliënten en/of

medewerkers en relevante kranten– en tijdschriftartikelen.

De managementletter en de jaarrekening met bijbehorende accountantsverklaring werd in de

auditcommissie in aanwezigheid van de accountant besproken.

Leden van de Raad van Toezicht hebben ook op uitnodiging of eigen initiatief deelgenomen aan

specifieke bijeenkomsten binnen de organisatie. Een afvaardiging van de Raad van Toezicht is

aangesloten bij de inspiratiedag voor managers waar een ‘aftrap’ werd gegeven van de nieuwe

strategische visie van BrabantZorg.

In 2014 is tweemaal door een afvaardiging van de Raad van Toezicht aangesloten bij de

afzonderlijke reguliere overlegvergaderingen van de Ondernemingsraad en de Centrale

Cliëntenraad. Tijdens deze overleggen werd gesproken over actuele zaken die voorlagen aan de

medezeggenschapsorganen, de rol en positie van medezeggenschap binnen BrabantZorg, de

algemene ontwikkelingen en de weerslag daarvan binnen BrabantZorg.

In 2014 vergaderde de Raad van Toezicht van BrabantZorg éénmaal met de Raad van

Commissarissen van BrabantWonen over het voorstel van beide Raden van Bestuur over de

vormgeving van de samenwerking. Deze vergadering werd gecombineerd met een aantal

locatiebezoeken waarin de samenwerking tussen BrabantWonen en BrabantZorg zichtbaar kon

worden gemaakt.

Deskundigheidsbevordering

De Raad van Toezicht kwam op 10 april 2014 bijeen voor een themadag. Hierin werd de jaarlijkse

zelfevaluatie geagendeerd, welke begeleid werd door een extern adviseur. Daarnaast is samen met


de Raad van Bestuur van gedachten gewisseld over de toekomst en de daarmee samenhangende

contouren voor de nieuwe strategische visie.

Besluiten Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft in 2014 de volgende besluiten genomen:

Het aanhouden van de ontstane vacature binnen de Raad van Toezicht.

Honorarium Raad van Bestuur conform voorstel remuneratiecommissie

Honorarium leden auditcommissie en leden remuneratiecommissie conform voorstel

remuneratiecommissie

Goedkeuring besluiten Raad van Bestuur

In 2014 heeft de Raad van Toezicht de volgende besluiten van de Raad van Bestuur goedgekeurd:

Begroting 2014

Resultaatbestemming 2013

Jaarrekening 2013

Jaardocument 2013

Jaarrekening Zorgzuster 2013

Kaderbrief 2015

Begroting 2015

Begroting Zorgzuster 2015

Strategische visie 2015-2020

Gewijzigde raamovereenkomst intramuraal vastgoed

Voorwaardelijke garantstelling van BrabantZorg voor de liquiditeit Udens Duyn in 2014

Treasury beleid

Huur kantoorcomplex in Oss samen met BrabantWonen.

Honorering

De leden van de Raad van Toezicht ontvingen in 2014 een financiële vergoeding voor hun

werkzaamheden gebaseerd op de adviesregeling van de Nederlandse Vereniging van

Toezichthouders in de zorg (NVTZ) en de Wet Normering Topinkomens (WNT) die vanaf 1 januari

2013 van kracht is. De honorering is, conform het advies van de NVTZ, exclusief BTW vastgesteld.

De leden van de remuneratiecommissie en auditcommissie ontvingen een netto vergoeding van

€ 950,- per jaar.

De bezoldiging van toezichthouders wordt jaarlijks door de remuneratiecommissie getoetst aan de

normen uit de Wet Normering Topinkomens (WNT) en waar nodig aangepast. De voorheen

gehanteerde koppeling met de CAO ontwikkelingen is daarmee komen te vervallen.

Naam Functie Bezoldiging

€

Prof. Dr. E. Piëst Voorzitter 13.340,--

Drs. H. Molenaar RA Vicevoorzitter 10.160,--

Ir. D.J. Noy Lid 8.260,--

Dr. E.J.M. Wouters Lid 9.210,--

Dr. M.J. Aartsen Lid 8.973,--

Drs. C.J.W.M. Aquarius Lid 9.210,--

Drs. A.E. Spreen Lid 8.260,--


Evaluatie en remuneratie Raad van Bestuur

De remuneratiecommissie werd gevormd door dhr. Piëst, mw. Wouters en mw. Aquarius. In mei

2014 heeft de remuneratiecommissie conform het reglement een evaluatiegesprek met de

gezamenlijke Raad van Bestuur gevoerd.

De bezoldiging van de Raad van Bestuur is getoetst aan de beloningscode bestuurders zorg (BBZ)

en de Wet Normering Topinkomens (WNT). De remuneratiecommissie heeft geconstateerd dat de

bezoldiging van de Raad van Bestuur de norm van specifieke WNT regeling (regeling

bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorgen welzijnssector) overschrijdt. (zie hoofdstuk 6.1.8)

De bezoldiging van topfunctionarissen in de zorgen welzijnssector is vanaf 2014 gekoppeld aan

een klasse indeling gebaseerd op de complexiteit van de organisatie en de impact van de

organisatie op de samenleving. De score van deze elementen worden afgezet tegen de omvang

van de organisatie in termen van omzet.

BrabantZorg kent een totaal score van 4 punten op de onderdelen ‘complexiteit’ en ‘impact’.

Wanneer deze score wordt afgezet tegen de omzet categorie (150 – 300 miljoen Euro) wordt een

indeling in klasse G gehanteerd. Deze klasse kent een bezoldigingsmaximum van €188.660,-

(exclusief de door de werkgever verschuldigde verplichte sociale premies) voor topfunctionarissen.

De Raad van Toezicht heeft ingestemd met het behoud van het salarisniveau van de Raad van

Bestuur op basis van de bestaande arbeidsovereenkomsten, hiermee wordt gebruik gemaakt van

de wettelijke afbouwregeling zoals deze binnen de WNT is vastgesteld.

Daarnaast heeft een toetsing plaatsgevonden op de onafhankelijkheid van de individuele leden van

de Raad. Over 2014 is door de Raad vastgesteld dat er geen sprake is van enige vorm van

belangenverstrengeling tussen leden van de Raad van Bestuur en de organisatie.

Evaluatie Raad van Toezicht

De Raad van Toezicht evalueerde op 10 april 2014 haar eigen functioneren. De Raad van Toezicht

constateert dat er veel goed gaat maar er ook een aantal verbeterslagen zijn te maken. Ze ervaart

een open relatie met de Raad van Bestuur en vindt het van belang dat deze behouden blijft.

Om het functioneren van de Raad te optimaliseren wordt een duidelijk toetsingskader

vormgegeven. Daarnaast wordt aandacht gegeven aan het verbinden van systeemwereld met

leefwereld in de praktijk van toezichthouden en vergaderen. Gewerkt wordt aan het optimaliseren

van de kwaliteit van de vergaderingen en de gewenste informatievoorziening. Inhoudelijk wil de

RvT prioriteit geven aan een herijking van het besturingsmodel en bestuurlijk model van

BrabantZorg tevens wil de Raad van gedachten wisselen over een mogelijke reductie van het

aantal toezichthouders en zich richten op visie vorming, rolinvulling en teambuilding. In januari

2015 is gedurende een studiedag een vervolg gegeven aan deze ambities. Besloten is een

commissie kwaliteit en veiligheid in te stellen en geen invulling te geven aan de ontstane

vacatureruimte na het vertrek van de heer Piëst. Het voorzitterschap wordt, na een zorgvuldige

inventarisatie onder de bestaande leden en advisering door de Raad van Bestuur, overgenomen

door mevrouw Aquarius.

3.2 Centrale Cliëntenraad (CCR)

De CCR bestaat uit afgevaardigden vanuit de lokale cliëntenraden. Binnen BrabantZorg kan per

locatie één lid van de lokale cliëntenraad worden afgevaardigd naar de CCR. Niet alle lokale

cliëntenraden hebben een afgevaardigde voor de CCR beschikbaar. Alle lokale raden worden wel

geïnformeerd over en betrokken bij de werkzaamheden van de CCR.

De leden van de CCR vertegenwoordigen alle cliënten van de verpleeg- en zorgcentra van

BrabantZorg en de thuiszorgcliënten. De CCR heeft taken en bevoegdheden op stichtingsniveau,

zoals adviesrecht- en verzwaard adviesrecht, vastgelegd in ‘de overeenkomst tot instelling van de

CCR BrabantZorg’, conform de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ).


De CCR BrabantZorg is in 2014 zeven keer in vergadering bijeen geweest in overleg met de Raad

van Bestuur (RvB), waarvan twee keer (4 juni en 3 september) met een afvaardiging van de Raad

van Toezicht (RvT). De CCR vergaderingen starten met een vooroverleg, waarna de RvB aansluit.

De agenda van de CCR wordt voorbereid door de agendacommissie bestaande uit de voorzitter,

vicevoorzitter, ambtelijk secretarissen, de voorzitter van de Raad van Bestuur en de

bestuurssecretaris.

De ambtelijk secretarissen organiseren themabijeenkomsten voor zowel de leden van de CCR als

van de lokale cliëntenraden. Daarnaast worden (opfris)cursussen voor leden van cliëntenraden

georganiseerd.

De CCR is lid van de LOC (=landelijke organisatie cliëntenraden) en van het NCZ (=netwerk

cliëntenraden zorg)

Voorzieningen

De CCR van BrabantZorg kent een eigen budget en kan binnen dat kader alle voorzieningen

gebruiken die ze voor de invulling van hun taak redelijkerwijs nodig heeft. De CCR laat zich

bijstaan door twee ambtelijk secretarissen/professioneel ondersteuners, die ook de lokale

cliëntenraden adviseren en coachen. De kosten die daaraan verbonden zijn, zijn opgenomen in het

budget van de Raad van Bestuur van BrabantZorg. Reiskosten en vacatiegeld van de leden van de

CCR komen ten laste van het budget van de Raad van Bestuur.

Lokale cliëntenraden

Naast de CCR heeft elke locatie van BrabantZorg een lokale cliëntenraad.

De locaties staan de lokale cliëntenraden het gebruik toe van de voorzieningen die de cliëntenraad

ter vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig hebben. Alle kosten, zoals bijvoorbeeld reiskosten,

komen ten laste van de locatie. Het is in 2014 voor sommige locaties moeilijk gebleken om genoeg

leden te vinden voor de lokale cliëntenraad, dit punt heeft volop aandacht. De lokale cliëntenraden

kunnen zich bij hun werkzaamheden laten bijstaan door een professioneel ondersteuner en/of

ambtelijk secretaris. Tijdens de begrotingsbesprekingen is, in overleg met de manager

locatiegroep, het budget van de lokale cliëntenraden voor 2014 vastgesteld.

Samenstelling CCR BrabantZorg op 31 december 2014

Naam lid Lid sinds Cliëntenraad locatie Aandachtsgebied of rol binnen cliëntenraad

Dhr. J. Smulders 10-09-2008 Odendael/Sint-Oedenrode voorzitter CCR (21-09-2011) (financiële commissie)

Mevr. Th. Bos 10-09-2008 De Wellen/Oss lid vicevoorzitter CCR

Mevr. H. Schoofs 13-12-2010 Catharinahof/Grave lid (voedingsbeleid)

Mevr. M. Nooijen 14-12-2009 De Wellen/Oss lid

Mevr. M. de Beer 21-05-2012 De Ruwaard/Oss lid (voedingsbeleid)

Dhr. B. Broeksteeg 10-09-2008 Heelwijk/Heesch lid

Mevr. A. Vos 10-09-2008 De Wilberthof/Berghem lid

Dhr. A. Fransen 23-09-2009 Simeonshof/Erp lid (financiële commissie)

Mevr. J. Brenninkmeijer 02-02-2011 De Watersteeg/Veghel lid

Dhr. J. van Soelen 23-09-2009 AAtrium/Veghel lid

Dhr. H. de Bekker 13-02-2013 Sint Antonius/Volkel lid (financiële commissie)

Dhr. J. Koster 12-09-2012 Sint Jan/Uden lid


Dhr. P. Biemans 02-02-2011 Sint Petrus/Boekel lid

Mevr. A. van der Meijden

02-02-2011 De Leyenstein/Kerkdriel lid

Dhr. A. van Engelen 02-02-2011 De Wielewaal/Zaltbommel lid (financiële commissie)

Dhr. J. Hettema 13-02-2013 Het Zonnelied/ Ammerzoden

lid

Dhr. F. Tijs 03-04-2013 Katwijk/Oss lid

Mevr. V. Ottens 03-04-2013 Noorderkroon / ’s-Hertogenbosch

lid

Mevr. K. Meulendijk 27-05-2013 Martinushuis/Nuland lid

Mevr. A. Oerlemans 10-07-2013 St. Joachim & Anna/Veghel lid

Dhr. B. van Schijndel 16-12-2013 Nieuwehagen/

’s-Hertogenbosch

lid

Mevr. A. van Zuylen 12-2-2014 Compostella/Zeeland lid

Dhr. B. van der Linden 12-2-2014 Maasland/Herpen lid

Dhr. A. Kanters 12-2-2014 Laarstede/Nistelrode lid

Dhr. K. van Wanrooij 26-3-2014 De Heegt/ Geffen lid

Mevr. T.I. Brandsma ambt. secretaris/ondersteuner

Mevr. A. Jurgens ambt. secretaris/ondersteuner

De CCR heeft in 2014 afscheid genomen van mevr. J. van de Laar (Odendael 29/10).

Adviezen van de CCR

De CCR heeft in 2014 o.a. uitgebreid gesproken en geadviseerd over:

- Zorg rond afscheid en uitvaartrituelen

- Harmonisatie vergoedingen

- Beleid ouderenmishandeling

- PLIC-beleid (preventie en leren incidenten cliënten)

- Zorgovereenkomst PGB budgethouders

- Jaarrekening en bestemming resultaat 2013

- Voedingsbeleid (keuze en kwaliteit maaltijden)

- Strategische visie 2015-2019 (het nieuwe ondernemingsplan)

- Digitaal aanbieden voorwaarden zorg met en zonder verblijf

- Samenwerking met Medifit

- De kaderbrief en de begroting 2015

- Eenduidig omgaan met de richtlijnen zoals beschreven in de brochure “Uw zorg in een AWBZ-

instelling’

De CCR neemt deel aan het onderzoek ‘besturen op veiligheid; de rol van de cliëntenraad’ van de

Radboud Universiteit.

De CCR is betrokken bij en geïnformeerd over o.a.:

- De invoering van het leefzorgplan (LZP)

- De (financiële) ontwikkelingen Udens Duyn (herstelhotel Uden)

- De nulmeting maaltijden n.a.v. het advies voedingsbeleid

- De ontwikkelingen verbouw locaties


- De kwartaalrapportages

- Hervorming langdurige zorg

- De invoering van ‘Betaalgemak’

- De aanpassing van het reanimatiebeleid

3.3 Ondernemingsraad (OR)

Medezeggenschap van medewerkers leidt tot een betere besluitvorming voor alle betrokkenen op

alle niveaus binnen de organisatie. Voor de medezeggenschap van medewerkers is op

organisatieniveau een OR ingesteld. BrabantZorg wil het ondernemerschap van medewerkers

stimuleren.

Samenstelling ondernemingsraad BrabantZorg in 2014

Maria Rutten, voorzitter

Nellie van Bekkum, vicevoorzitter

Trudy Lakeman, plaatsvervangend vicevoorzitter

Pieter-Jan Aarden

Anny Jordans

Jeanneke Driesen

Els Kerkhof

Caroline Krook

Robin Kouwenberg

Wilma van Melis

Marianne Murray

Frans van Niftrik

Rinke Noij

Mariëlle van Nuland

Bert Plug, tot 30-6-2014

Mayke Selten

Marijke van Seters

Johan Sloots

Martha van Summeren

Margo van der Velden

Miranda van de Wassenberg

Het Dagelijks Bestuur van de OR bestaat uit de voorzitter Maria Rutten en vicevoorzitter Nellie van

Bekkum. Plaatsvervangend vicevoorzitter is Trudy Lakeman. De ambtelijk secretaris is Lilly Brands.

Leden van de OR zijn linking pin van een onderdeelcommissie en nemen deel in één van de vaste

commissies van de OR. De commissies financieel, sociaal, achterban/PR en VGWM (Veiligheid,

Gezondheid, Welzijn en Milieu) volgen de ontwikkelingen binnen hun aandachtsgebied en brengen

daarover desgevraagd of uit eigen beweging advies uit aan de OR.

Werkwijze OR

Na ontvangst van een voorgenomen besluit van de Raad van Bestuur, is de werkwijze van de OR

als volgt: alle leden bespreken een voorgenomen besluit in elke commissie en plenair. Verdere

beeldvorming vindt plaats in een overlegvergadering met de leden van de Raad van Bestuur. De

OR neemt daarna een weloverwogen besluit over de advies- of instemmingsaanvraag.


In 2014 zijn namens de Raad van Toezicht de voorzitter en een lid met het aandachtsgebied OR,

aanwezig geweest bij enkele OR-vergaderingen om de werkwijze van de OR in de praktijk te

ervaren.

In 2014 stemde de OR in met een voorgenomen besluit over:

leren en ontwikkelen van medewerkers;

zwangerschap en werken;

de bedrijfssportregeling;

de procedure voor het plaatsen van BBL-leerlingen;

het stagebeleid;

het verlengen van de contracten van de interventionisten (bedrijfsarts, bedrijfspsycholoog

enzovoort).

De OR adviseerde positief over:

de bestemming van het financiële resultaat van 2013;

het eigenrisicodragerschap van de Ziektewet;

Samenwerken in de regio (verandering werkwijze medewerkers in

Regionaalverpleegkundige Teams en teams Acute Zorg);

de kaderbrief 2015;

de begroting 2014;

de Strategische Visie vanaf 2015;

het verbeteren van het administratieve klantproces;

de locatiegroep Bommelerwaard, samenvoeging van twee locatiegroepen;

uitbreiding van eerstelijns behandelingen in Park Zwanenberg in Oss;

Na het ontvangen van informatie over de voorgestelde veranderingen voor medewerkers van de

Regionaal Verpleegkundige Teams en teams Acute Zorg, ontving de OR alsnog een

adviesaanvraag.

De schriftelijke reacties van de OR zijn te lezen op www.mijnBrabantZorg.eu.

De leden van de Raad van Bestuur, specialisatiemanagers, projectleiders, werkgroepsleden en

interventionisten informeerden de OR schriftelijk en/of mondeling over diverse ontwikkelingen.

Werkgroepen en commissies

Leden van de OR zijn afgevaardigd in diverse werkgroepen en commissies:

voor het evalueren van de interventionisten;

selectie re-integratiebureaus;

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen;

voor het verbeteren van de administratieve medewerkersprocessen en roosterproces;

bedrijfssporten;

voor het implementeren van het klantproces ‘Het roer moet om’;

klachtencommissie voor medewerkers.

Onderdeelcommissie (OC)

Voor het realiseren van een brede medezeggenschap binnen de organisatie en een goede

vertegenwoordiging van alle onderdelen van de organisatie, hebben de 12 locatiegroepen,

specialisatiegroepen Horeca & Facilitair en Zorgexpertise een eigen OC. In 2014 is besloten om de

OC’s van Bommelerwaard Zuid-West en Bommelerwaard Noord-Oost per 1-1-2015 samen te

voegen.

Medezeggenschap binnen de centrale diensten vindt plaats binnen het teamoverleg. Per

specialisatie is een lid van de OR benoemd als aanspreekpunt voor de medewerkers en de

specialisatiemanager over medezeggenschap.


Een OC bestaat uit medewerkers van het betreffende locatie- of specialisatieonderdeel en vormt

een directe afspiegeling van de manier waarop een organisatieonderdeel is ingericht. Een OC

behandelt alle onderwerpen over het betreffende organisatieonderdeel die binnen het kader van de

medezeggenschap vallen. Regelmatig is er overleg met de manager locatiegroep of

specialisatiemanager. In 2014 evalueerden de managers locatiegroepen/specialisatiemanagers en

de OC hun samenwerking.

De OR informeert de OC’s over onderwerpen die besproken dienen te worden met de manager

locatiegroep/specialisatiemanager.

Achterban

De commissie PR/achterban vroeg in 2014 de mening van de medewerkers over:

- de uitvoering van de verlofregeling aan de leden van de klankbORdgroepondernemings-raad;

- de veranderingen voor de medewerkers in de werkwijze van de Regionaal Verpleegkundige

Teams en teams van de Acute Zorg en de nieuwe regio-indeling;

- betrokkenheid van de medewerkers Klantenservice, zorgproductie, productiebureau

BrabantZorg Schoon en planning & control bij de voorgestelde veranderingen en de gevolgen

van het administratieve klantproces.

Activiteiten

27 maart 2014: scholing beginnende OR-leden

14 mei 2014: een scholingsdag voor alle leden van de OC’s en de OR

14 mei 2014: benoeming van 15 leden voor de OC

24 september 2014: scholing voor linking pins in coöperatieve samenspraak en dialoog

11 en 12 november 2014: tweedaagse scholing OR-leden

diverse OC’s ontvingen individuele coaching door een externe trainer

twee keer per jaar is er een overleg met alle voorzitters van de OC’s

3.4 Bedrijfsvoering

In deze paragraaf wordt de interne bedrijfsvoering van BrabantZorg beschreven aan de hand van

de sturing-, risicobeheersing- en controle systemen van BrabantZorg. De interne bedrijfsvoering

van BrabantZorg wordt beschreven aan de hand van de besturingscyclus, de activiteiten op het

gebied van de administratieve organisatie en interne controle en de activiteiten op het gebied van

de beheersing van belangrijke risico’s.

Besturingscyclus In 2014 is uitvoering gegeven aan de doelen uit het ondernemingsplan ‘Oog voor Elkaar’, tevens is

de aanzet gemaakt voor de ontwikkeling van een nieuwe strategische koers voor de komende 5

jaren. Onder de titel ‘Samenspel in Zorg’ is deze visie inmiddels vastgesteld en de indicatoren voor

het monitoren van de nieuwe koers worden momenteel ontwikkeld.

De basis van de besturingscyclus wordt gevormd door de jaarlijkse kaderbrief, waarin de Raad van

Bestuur een recapitulatie geeft van de belangrijkste strategische uitgangspunten en doelstellingen

voor het komende jaar. Daarna is per locatie een productieplan, jaarplan en deelbegroting

opgesteld. De voortgang is gevolgd aan de hand van maandrapportages over exploitatie, geleverde

diensten en verzuim. Per kwartaal wordt deze informatie geanalyseerd en afgezet tegen de

vastgestelde prestatie indicatoren in een samengestelde kwartaalrapportage.

Deelbegrotingen en jaarplannen werden opgesteld per organisatieonderdeel in overleg met

teammanagers, lokale cliëntenraden en onderdeelcommissies.


Administratieve Organisatie en Interne Controle (AO/IC) De afdeling Interne Controle van BrabantZorg toetst de betrouwbaarheid van de kwalitatieve en

kwantitatieve informatie in brede zin van het woord.

Een van de kerntaken is het vaststellen van de betrouwbaarheid van de registratie van de

geleverde diensten.

De afdeling IC stelt daartoe elk jaar een intern controleplan op dat besproken wordt met de

accountant. In dat plan staat welke controles nodig zijn om de betrouwbaarheid van de registratie

van geleverde diensten daadwerkelijk te kunnen vaststellen. Daarnaast onderzoekt de afdeling IC

de betrouwbaarheid van de overige informatie. Dit betekent dat wordt vastgesteld of de

gepresenteerde cijfers zoals ziekteverzuim, wachtlijst, vacatures juist zijn en of ze bruikbaar zijn

om de voortgang van de doelen te meten.

Tevens toetst de afdeling IC vastgestelde processen binnen de organisatie. In audits wordt getoetst

of het vastgestelde beleid, de voorgenomen plannen en acties, ook uitgevoerd worden. Daarnaast

wordt ondersteuning geboden bij de procesinrichting.

Risicobeheersing

Nieuwe en omvangrijke risico’s zijn de laatste jaren ontstaan vanuit de veranderende weten

regelgeving. Het kabinetsbeleid is gericht op herstructurering van de langdurige zorg en de

daarmee samenhangende transities.

Op basis van de transities werd in 2014 veel aandacht besteed aan de veranderde verkoop

processen. De ontstane diversiteit van producten en diensten en versnippering van inkoop

voorwaarden van de diverse gemeenten en zorgverzekeraars, hebben geleid tot grote inspanningen

om deze processen op een juiste manier te kunnen doorlopen. Begin 2015 is veel energie gestoken

in de registratie- en facturatieprocessen die op basis van deze transities opnieuw ingericht moesten

worden. In het voorjaar van 2015 is de interne organisatie van de verkoopprocessen geëvalueerd.

Voor 2014 is een prestatiecontract overeengekomen met het Zorgkantoor waarin een grotere

vrijheid op aard en omvang van de geleverde diensten gekoppeld wordt aan een gefixeerd budget.

In de verschillende rapportages is aandacht besteed aan de monitoring van het budget in relatie

tot de geleverde diensten. Op basis van het gerealiseerde financiële resultaat en de (hierna

beschreven) klantervaringsgegevens, mag geconcludeerd worden dat deze vorm van budgettering

past binnen de bedrijfsvoering van BrabantZorg.

BrabantZorg participeert samen met BrabantWonen in ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant2.

Beide partijen hebben een belang van 50% in deze vastgoedstichtingen. Deze samenwerking heeft

lange tijd geleid tot een reductie van de vastgoedrisico’s bij BrabantZorg. Op basis van gewijzigde

wetgeving (herzieningswet)en fiscale richtlijnen is duidelijk geworden dat er aanpassingen moeten

komen in de bestaande constructie. Dit inzicht is uitgebreid besproken met de Raad van

Commissarissen van BrabantWonen en de Raad van Toezicht van BrabantZorg. In 2015 wordt een

nieuw voorstel uitgewerkt rondom eigendoms- en huurverhoudingen van het vastgoed tussen

BrabantWonen en BrabantZorg. Deze voorstellen moeten passen binnen de geldende wettelijke

kaders en bovenal leiden tot vereenvoudiging van de governance en verantwoording.

Daarnaast participeert BrabantZorg samen met ziekenhuis Bernhoven in de stichting Zorghotel

Uden, deze stichting exploiteert het Hotel Udens Duyn. Beide partijen hebben ieder een belang van

50% in deze stichting. Hotel Udens Duyn is in september 2013 gestart met haar exploitatie, de

aanloop kosten en een gedeelte van de exploitatie worden gefinancierd door beide ‘moeders’.

BrabantZorg loopt ten aanzien van deze financiering een risico. Voor dit risico is een voorziening

getroffen in de jaarrekening.


De exploitatie van Zorgzuster B.V., 100% dochter van BrabantZorg, laat in 2014 nog een negatief

resultaat zien. In de jaarrekening is een voorziening getroffen om dit exploitatie verlies te kunnen

dekken.

Fraudebestrijding is geborgd door de totale procesbeheersing. In het verslagjaar is geen fraude

geconstateerd.


4 Beleid, inspanningen en prestaties

4.1 BrabantZorg met Aandacht

Het ondernemingsplan ‘Oog voor Elkaar’ geeft de koers, strategie en doelen aan van de organisatie

over de periode 2010-2014. Het is een handvat voor besluitvorming en prioritering.

De missie van BrabantZorg is in het ondernemingsplan opgenomen als volgt omschreven:

Onze ambitie is dat mensen zo plezierig mogelijk kunnen leven; zelfstandig wonen en regie

voeren over het eigen leven of zo nodig beschermd wonen met ondersteuning. Wij bieden

daarvoor passende huisvesting, professionele zorg en dienstverlening vanuit het besef dat

het in de kern gaat om relaties tussen mensen, die iets voor elkaar betekenen.

Daarbij geldt de visie dat BrabantZorg een organisatie is van en voor mensen; een organisatie die

in vele wijken en in elk dorp in de regio aanwezig is. De locaties met de vertrouwde namen vormen

het bekende gezicht van de organisatie. BrabantZorg wil voor haar cliënten, medewerkers en

vrijwilligers lokaal naar menselijke maat functioneren. BrabantZorg kiest vanuit deze visie voor de

kernwaarden ‘Aandacht’, ‘Keuze’ en ‘Gemak’.

BrabantZorg wil haar doelen bereiken door samenwerking met anderen langs twee lijnen: op het

gebied van wonen, zorg en welzijn en op het terrein van care en cure.

BrabantZorg en BrabantWonen organiseren met zorgen welzijnsorganisaties in de regio Oss –

Uden - Veghel en Den Bosch een gezamenlijke gebiedsgerichte aanpak van wonen, zorg en welzijn.

Ook worden, samen met BrabantWonen en welzijnsorganisaties, nieuwe diensten ontwikkeld die de

eigen regie van ouderen ondersteunen en waar mogelijk maatschappelijke kosten terug dringen.

De tweede lijn van samenwerking betreft ketenontwikkeling op het terrein van care en cure. Met de

ziekenhuizen (Bernhoven en Jeroen Bosch), huisartsen en andere ketenpartners wordt voor

verschillende groepen cliënten de inhoud van zorg afgestemd en doorstroming binnen de keten

geoptimaliseerd.

Binnen BrabantZorg zijn er in het kader van het ondernemingsplan 3 programma’s actief:

1. Slim en Slank: De inzet van dit programma is om de werkprocessen te vereenvoudigen en

terug te brengen tot uitsluitend die activiteiten en handelingen die voor de cliënt van

betekenis zijn.

2. Klantrelatie: Dit programma is gericht op het leveren van de diensten die de cliënt wenst.

3. Samenwerken: In 2011 is, vanuit de wens om de samenwerking te verbeteren, samen met

‘In voor Zorg’ het programma ‘van Waarden naar Gedrag’ ontwikkeld.

We constateren dat de grenzen tussen al deze programma’s steeds meer vervagen en dat er

binnen BrabantZorg op vele ‘fronten’ ontwikkelingen zijn ingezet gericht op het verbeteren van

onze prestaties voor cliënten. Dit doel wordt niet alleen behaald door het optimaliseren van

processen, maar zeker ook door bewustwording en beïnvloeding van het eigen gedrag. De

principes van sociale innovatie helpen ons bij het realiseren van onze doelen. Deze ontwikkelingen

pakken we graag samen onder te titel ‘de Bewogen Beweging’. Kernbegrip in al onze

ontwikkelingen is en blijft Aandacht.

4.2 Resultaten voor de cliënt

Het bieden van aandacht is een structurele doelstelling van BrabantZorg. Het gaat hierbij over

aandacht in al het handelen. Het programma ‘van Waarden naar Gedrag’ draagt bij aan de

bewustwording- en concretisering van het handelingsrepertoire van de medewerkers in relatie tot

de cliënt en in relatie tot elkaar.


Basisvoorwaarde voor goede zorgen dienstverlening is aandacht voor veiligheid en kwaliteit van

zorg. Cliënten mogen rekenen op een veilige woonomgeving en op de professionaliteit van onze

medewerkers. Om dit te bewerkstelligen is extra inzet gepleegd op uitwerking en controle van

richtlijnen op het gebied van veiligheid. Zowel op het gebied van huisvesting, facilitaire

dienstverlening en voeding als binnen de zorgverlening zijn verbeteringen doorgevoerd en wordt

momenteel gewerkt aan het borgen van deze processen.

4.2.1 Klachten

BrabantZorg beschikt over een klachtenregeling voor cliënten. Uitgangspunt bij klachtenopvang is

dat klachten zo dicht mogelijk op het niveau waar ze ontstaan zijn, opgelost worden. Het gaat dan

om klachtenopvang door de medewerkers van de locatie.

In het klachtenproces is de cliëntcontactpersoon veelal het eerste aanspreekpunt. Als hier het

probleem niet opgelost kan worden, dan wordt de teammanager en vervolgens de manager

locatiegroep ingeschakeld.

De cliënt kan zich op elk moment wenden tot de cliëntvertrouwenspersoon. Elke locatie kent een

eigen cliëntvertrouwenspersoon, over het algemeen wordt deze rol vervuld door vrijwilligers met

een specifieke achtergrond of aantoonbare deskundigheid op het gebied van gesprekstechniek en

conflicthantering.

Naast het boven beschreven informele traject is er ook een formele wijze waarop klachten kunnen

worden ingediend. In dit traject neemt een onafhankelijke klachtencommissie conform de Wet

Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) een klacht in behandeling. Cliënten kunnen deze formele

weg bewandelen als ze van mening zijn dat een klacht niet tot tevredenheid is opgelost, als een

cliënt een inhoudelijke beoordeling van zijn/haar klacht wenst of als de cliënt wordt doorverwezen

door de cliëntvertrouwenspersoon. De klachtencommissie van BrabantZorg werkt ook voor Het

Retraitehuis. De werkwijze is vastgelegd in de ‘Klachtenregeling BrabantZorg en Het Retraitehuis’.

Daarnaast heeft de cliënt de mogelijkheid om een klacht voor te leggen aan de landelijke

geschillencommissie en eventueel aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)

Een klacht uit 2013 werd in 2014 afgerond. Deze klacht werd gegrond verklaard en heeft geleid tot

aanbevelingen voor de organisatie.

Verder is er in 2014 door de klachtencommissie een klacht behandeld, die uiteindelijk niet tot een

hoorzitting en een uitspraak heeft geleid maar in een gesprek tussen klager en zorgaanbieder is

opgelost.

4.2.2 Kwaliteit en klantervaringen

In 2014 is een klantervaringsonderzoek afgenomen op basis van de CQ index. In algemene zin is

de conclusie gerechtvaardigd dat cliënten en mantelzorgers in hoge mate tevreden zijn met de

dienstverlening van BrabantZorg. In vergelijking met het onderzoek van 2012 zijn op alle

indicatoren de uitkomsten verbeterd. Ook in vergelijking met de zogenaamde ‘spiegelgroep’, kent

BrabantZorg op alle indicatoren een hogere score.

BrabantZorg heeft ook in 2014 deelgenomen aan de benchmark voor de organisaties in de VVT. In

deze vergelijking scoort BrabantZorg voor de doelgroep ZorgThuis een A (kopgroep), voor de

doelgroep Verpleging en Verzorging een B (middengroep) en ook voor de doelgroep PG een B. Voor

de totaalscore binnen de benchmark op het onderdeel cliënt komen we daarmee uit op een B

score. Een score waar we natuurlijk blij mee zijn maar waarbij we tevens zien dat de marges

tussen koplopers en middengroep uiterst klein zijn. In feite is dat goed nieuws voor de totale

sector, de ervaren kwaliteit neemt toe.

De uitkomsten uit het CQ onderzoek zijn lokaal besproken met management, cliëntenraad en

medewerkers. Waar nodig heeft dit geleid tot aanpassingen of accentueren van beleid.


Bij afwezigheid van een landelijk instrument voeren de revalidatieafdelingen en de dagbehandeling

periodieke metingen uit van klantervaringen op basis van een eigen vragenlijst. De ervaring met

dit type metingen is positief, met name omdat er snelle verbeteracties kunnen worden ingezet. Het

gevoel van ‘eigenaarschap’ binnen het team van zowel de meting als de resultaten is groot. In

2015 zal worden nagedacht over eventuele nieuwe methoden om klantervaringen te meten en te

monitoren.

Het bewaken en ontwikkelen van de kwaliteit van zorg wordt binnen BrabantZorg vormgegeven

door de regiegroep Kwaliteit. Binnen de gestelde kwaliteitskaders zijn de locaties verantwoordelijk

voor de uitvoering van het kwaliteitsbeleid. De locaties worden daarbij ondersteund door

kwaliteitsconsulenten vanuit de specialisatie Organisatie Beleid.

De veiligheid en kwaliteit van zorg wordt gemeten in de jaarlijkse meting Zorginhoudelijke

Veiligheid (ZI). In 2014 is door de IGZ een nieuwe methodiek geïntroduceerd voor het beoordelen

van de werkprocessen op het terrein van kwaliteit en veiligheid. De meting op basis van deze

nieuwe systematiek heeft begin 2015 plaatsgevonden binnen BrabantZorg, de uitkomsten hiervan

zijn nog niet bekend.

Een van de pijlers op het gebied van veilige zorgverlening is het melden van incidenten. Op basis

van analyse van deze meldingen worden verbeteringen doorgevoerd in de (zorg)processen om de

veiligheid voor cliënten te verhogen. Meldingen worden op teamniveau geanalyseerd door

teammanager en kwaliteitsconsulent en besproken in de teamoverleggen. BrabantZorg werkt vanaf

2014 met het PLIC beleid (preventie en leren van incidenten in de cliëntenzorg), dit wordt

ondersteund door een eenvoudige meldingsmodule in het LeefZorgPlan en begeleid door de

kwaliteitsconsulenten. Het nieuwe beleid legt de nadruk op preventie en leren van fouten.

4.2.3 Ontwikkeling van de zorgvraag

Ontwikkeling van de zorgvraag is vooral ingegeven door de demografische ontwikkelingen in de

regio, maar is ook sterk gekoppeld aan de ontwikkeling van de financiering van de zorg.

BrabantZorg heeft middels haar aangepaste Portfoliostrategie haar positie bepaald ten opzichte van

(toekomstige) klantgroepen. Globaal worden drie klantgroepen onderscheiden. BrabantZorg blijft

zich binnen haar locaties richten op de meest kwetsbare doelgroep, de dementerende oudere.

Veiligheid en een herkenbare omgeving staan hierbij centraal.

Geriatrische revalidatie wordt binnen specifieke locaties geleverd, hierin staat vooral de

beschikbaarheid van voldoende gespecialiseerde verzorgenden en behandelaars centraal.

Daarnaast richt BrabantZorg zich op de Zorg Thuis met een breed aanbod van zorg en diensten.

Als alternatief voor verzorgingshuiszorg kent BrabantZorg het product Zorgwonen. Op basis van

dienstverlening zoals die thuis wordt gegeven, ervaren cliënten de voordelen van 24uurs

beschikbaarheid van zorg en de gemaksdiensten van de locatie. Eind 2014 waren er 135

zorgwoningen verhuurd aan 155 cliënten.

Binnen de huishoudelijke thuiszorg, welke geleverd wordt door BrabantZorg Schoon, is het voorbije

jaar veel tijd en energie gestoken in het maken van nieuwe afspraken met cliënten over de aard en

omvang van de dienstverlening, de zogenaamde ‘keukentafel gesprekken’ op basis van de

afnemende gemeentelijke budgetten voor deze dienstverlening.

4.3 Resultaten voor medewerkers

De doelen voor medewerkers uit het ondernemingsplan ‘Oog voor Elkaar’ hebben betrekking op de

kwantiteit, de kwaliteit, motivatie en gezondheid van medewerkers. Daarnaast is geïnvesteerd in


de cultuuromslag ‘Van Waarden naar Gedrag’ en is het aantal sociaal innovatieve projecten verder

toegenomen.

De onzekerheden over de toekomstige financiering (en daarmee de houdbaarheid) van een aantal

producten en diensten zijn toegenomen. BrabantZorg heeft de keuze gemaakt om haar flexibele

personele schil voor 2014 te handhaven op een norm van 25%. Dit betekent dat 25% van de

personeelsinzet wordt geleverd door medewerkers met een tijdelijk contract, door medewerkers

met een deeltijdcontract op basis van ‘extra uren’ of door leerlingen. Bovenstaande heeft geleid tot

een beleid waarin zeer terughoudend werd omgegaan met het aanbieden van contracten voor

onbepaalde tijd. Begin 2015 is dit beleid geëvalueerd en lijkt er ruimte om eerder over te gaan tot

het aangaan van een contract voor onbepaalde tijd. Dit blijft echter sterk afhankelijk van de soort

functie en het bedrijfsonderdeel waar men werkzaam is.

4.3.1 Strategisch personeelsbeleid

Het strategisch personeelsbeleid maakt een verbinding tussen de ontwikkelingen op de

arbeidsmarkt, de ontwikkelingen binnen de ouderenzorg en de ontwikkelingen binnen de opleiding.

Voor de zorgfuncties is het beleid vooral gericht op het aantrekken en behouden van verzorgenden

en verpleegkundigen. De ontwikkelingen op dit gebied worden per kwartaal gerapporteerd aan de

hand van de zogenaamde kwalificatie mix waarin zorgzwaarte wordt afgezet tegen de kwalificaties

van de medewerkers. Werving en behoud van met name niveau 5 opgeleide medewerkers vraagt

voor de komende jaren extra aandacht.

Activiteiten op het gebied van training, scholing en opleiding worden ontwikkeld, uitgevoerd en

gecoördineerd vanuit de BrabantZorg Academie in het algemeen en het Leer- en Stagecentrum in

het bijzonder. De Academie ontwikkelt jaarlijks een catalogus waarin alle opleidingsmogelijkheden

worden weergegeven. Het Leer- en Stagecentrum is verantwoordelijk voor de opleiding en

begeleiding van leerlingen en stagiaires. BrabantZorg werkt in het kader van de BBL-opleidingen

samen met 6 ROC’s en 2 HBO-instellingen. MBO-stagiaires zijn afkomstig van 4 ROC’s en HBO-

stagiaires van 3 hogescholen. Stagiaires van praktijkonderwijs komen van diverse scholen voor

praktijkonderwijs (VMBO) in de regio’s waar BrabantZorg locaties heeft.

In 2014 waren gemiddeld 261 leerlingen (199 fte) middels een beroepsbegeleidende leerweg (BBL)

in opleiding.

4.3.2 Gezond personeel

BrabantZorg heeft als doel gesteld om in 2014 het verzuim teruggebracht te hebben tot 4%. Het

gemiddelde verzuim is echter toegenomen t.o.v. 2013 naar 5,57%, we blijven daarmee achter op

het gestelde doel. In de branche bedraagt het gemiddelde verzuimpercentage 5,64%. Het verzuim

van BrabantZorg over 2013 is daarmee 0,07% lager dan het gemiddelde van de branche.

Naast analyse en gerichte aanpak van het verzuim op de verschillende locaties wordt ook veel werk

gemaakt van preventie en vitaliteit. Er is in 2014 een contract aangegaan met Fitland waardoor

medewerkers en vrijwilligers van BrabantZorg onder zeer gunstige financiële condities kunnen

sporten.

4.3.3 Vrijwilligers en informele zorg

BrabantZorg behaalt haar resultaten voor cliënten voor een belangrijk deel door de inzet van

vrijwilligers. Zij vormen een niet weg te denken groep binnen BrabantZorg. In het totaal zijn ruim

3550 vrijwilligers betrokken bij cliënten in onze zorglocaties.

Lokaal worden vrijwilligers betrokken bij diverse overleggen en BrabantZorg kent een periodiek

overleg van de Raad van Bestuur met delegaties van vrijwilligers over het algemene beleid van

BrabantZorg.

De inzet van vrijwilligerscoördinatoren is succesvol gebleken in de begeleiding en werving van

vrijwilligers. Om een beeld te krijgen van de waardering en ervaringen van vrijwilligers die actief


zijn binnen BrabantZorg, is er begin 2014 een tevredenheidsonderzoek afgenomen onder

vrijwilligers. In hoofdlijnen kent dit onderzoek de volgende conclusies:

De vrijwilligers van BrabantZorg zijn over het algemeen erg tevreden.

Er is sprake van een duidelijke vergrijzing. Het merendeel van de vrijwilligers is 60 jaar of

ouder.

Werving gebeurt voornamelijk via familie, vrienden en bekenden en ook via vrijwilligers

van BrabantZorg.

De vrijwilligers zijn erg tevreden over de inhoud van het werk en ook blijkt dat de meesten

erg gemotiveerd zijn en dat ze het werk met voldoening en plezier doen.

De vrijwilligers zijn zeer tevreden over de begeleiding en waardering.

De vrijwilligers zijn tevreden over de samenwerking met zowel beroepskrachten als andere

vrijwilligers van BrabantZorg. Ook heerst er een goede sfeer binnen de teams en/of

afdelingen.

De BrabantZorg -vrijwilligers zijn tevreden over de werkomgeving.

Over de reiskostenvergoeding en de inspraak zijn de vrijwilligers minder tevreden.

De uitkomsten van het onderzoek worden gebruikt voor het optimaliseren van het

vrijwilligersbeleid.

Toekomstige ontwikkelingen wijzen nadrukkelijk in de richting van een toename van de inzet van

‘informele zorgverleners’. Naast de uitbreiding van de inzet van vrijwilligers en mantelzorgers, wil

BrabantZorg aandacht geven aan het samenspel tussen formele en informele zorgverleners. Dit

samenspel vraagt om aandacht en stelt nieuwe eisen aan de competenties van medewerkers en

management. Vanuit de nieuwe strategische visie wordt nadrukkelijk aandacht gegeven aan dit

proces.

4.3.4 Veranderen van onderop

Binnen BrabantZorg spannen we ons blijvend in om de eigen regie voor cliënten en medewerkers

te optimaliseren. In 2011 is in samenwerking met de Hogeschool Utrecht gestart met het project

sociale innovatie. Op basis van de successen uit 2012 is binnen verschillende locaties gestart met

verbetertrajecten op basis van sociale innovatie. Inmiddels heeft BrabantZorg dit model van

‘veranderen van onderop’ omarmd en gedefinieerd als dè manier waarop BrabantZorg

veranderingen teweeg brengt. In 2015 wordt het model verder uitgewerkt zodat de ondersteuning

en facilitering kan worden geoptimaliseerd.

BrabantZorg stuurt niet aan op een verandering van haar structuur maar ze ziet in deze

ontwikkelingen een beweging die leidt tot zelforganiserende teams. Het is evident dat de

taakinvulling van het management zal wijzigen op basis van bovengenoemde ontwikkelingen. In

2015 zal het begrip zelforganiserende teams verder worden geladen zodat ook de ondersteuning

van deze teams op een juiste manier kan worden ingezet.

4.4 Resultaten voor de organisatie

Met het ondernemingsplan ‘Oog voor Elkaar’ is een cultuurverandering ingezet die wij inmiddels de

bewogen beweging noemen. Kenmerkend voor deze beweging zijn Rijnlandse principes van sturen

en organiseren. Van hiërarchie naar een netwerkorganisatie, van normen naar waarden en van

waarden naar gedrag. Regie bij de cliënt en vertrouwen in de kracht van medewerkers zijn

belangrijke pijlers van dit proces.

BrabantZorg kent een platte organisatiestructuur met locatiegroepen als resultaat

verantwoordelijke eenheden waarin zelforganisatie als leidend besturingsprincipe geldt. Bestuur en

management streven er naar, als cultuurdragers van de beweging, de kernwaarden actief uit te

dragen voor alle medewerkers van de organisatie in woord en (belangrijker nog) in gedrag.


Deze aanpak van sturen op waarden, eigen regie en zelforganisatie heeft geresulteerd in een

gedragen ondernemingsplan, vele verbetertrajecten en boven gemiddelde tevredenheid van

cliënten, medewerkers en goede bedrijfsresultaten.

4.4.1 Optimaliseren van bedrijfsprocessen

BrabantZorg heeft zich ten doel gesteld om de bedrijfsprocessen zo slim en slank mogelijk in te

richten. Met de toekomstige druk op het budget is het noodzaak om zoveel mogelijk middelen in te

kunnen zetten in het primaire proces.

Nadat in 2013 een nieuw personeelsinformatiesysteem is geïmplementeerd is in 2014 een aanvang

gemaakt met het verder vereenvoudigen van een aantal administratieve processen. Onder de

naam ‘Het roer om’ is het administratieve klantproces aangepast. Veranderingen in het

administratieve medewerkersproces zijn in 2014 voorbereid en worden in 2015 geoperationaliseerd

onder de titel ‘van Administratie naar Beter’. Een cruciaal aspect van dit veranderproces is het

optimaliseren van het plannings- en roosterproces en het inzetten van passende ICT in dit proces.

In 2014 is het LeefZorgPlan geïntroduceerd in de totale organisatie, een fors veranderingsproces

wat moet leiden tot passende informatie ten behoeve van het zorgproces en optimalisering van

risicosignalering. In 2015 wordt het cliëntportaal uitgerold waarin een directe mogelijkheid wordt

geboden voor familie om het zorgproces op afstand te kunnen volgen en te interacteren.

BrabantZorg heeft op basis van de normen voor informatieveiligheid (NEN 7510) een aantal

verbeteringen doorgevoerd in de beveiliging van persoonsgegevens en het vergroten van de

bewustwording van informatieveiligheid onder medewerkers. Het nieuwe wachtwoordenbeleid is

hiervan voor medewerkers het meest zichtbare element.

4.4.2 Veiligheid

Binnen BrabantZorg is er structureel aandacht voor brandveiligheid. Brandveiligheid ontstaat

wanneer de drie belangrijkste aspecten op het juiste niveau zijn geborgd. Dit zijn bouwtechnische,

installatietechnische en organisatorische aspecten.

Binnen elke locatie is o.a. een brandmeldinstallatie aanwezig. Voor al onze locaties (behalve ’t

Geerke) is deze brandmeldinstallatie aangesloten op de meldkamer in ’s-Hertogenbosch. De

installaties binnen de locaties van de Bommelerwaard zijn aangesloten op de meldkamer van

Nijmegen. Van hieruit worden in geval van een automatische melding de hulpverlenende diensten

gealarmeerd. Op locatie zijn er brandmeldpanelen, blusmiddelen, ontruimingsplannen,

noodverlichting en transparanten die de vluchtwegen en nooduitgangen aanduiden.

Een gebouw is in compartimenten verdeeld door middel van brandwerende scheidingen die kunnen

bestaan uit wanden, brandwerend glas, brandwerende deuren en brandkleppen in het

ventilatiesysteem die sluiten bij een brandalarm. Deuren in vluchtwegen en gesloten afdelingen die

op slot zijn worden bij een brandalarm vrijgegeven.

Er is vastgesteld beleid voor bedrijfshulpverlening (BHV) en per locatie is er een operationele BHV

organisatie. De ploegleiders BHV en alle BHV-ers hebben een basisopleiding conform de normering

van het Nederlands Instituut voor Bedrijfshulpverlening (NIBHV) gevolgd. Jaarlijks vindt er een

oefening plaats op elke locatie en worden de BHV-ers getraind. De locaties beschikken over een

bedrijfsnoodplan en een versieringsprotocol.

In het kader van de zorgcontinuïteit is een crisisteam samengesteld dat bij een calamiteit waarbij

de continuïteit van de bedrijfsvoering in gevaar komt de crisisorganisatie aanstuurt.

Er zijn zorgcontinuïteitsplannen opgesteld ter ondersteuning van de crisisorganisatie.

Per kwartaal wordt gerapporteerd over de stand van zaken en ontwikkelingen op het gebied van

veiligheid. Waar nodig wordt op basis van deze rapportage sturing gegeven aan het

veiligheidsbeleid.


4.4.3 Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

BrabantZorg maakt deel uit van het zorgnetwerk van MVO Nederland. Vanuit dit netwerk worden

de zeven MVO principes nader belicht en geconcretiseerd. Volgens ISO 26000 zouden organisaties

ten minste aandacht moeten besteden aan de volgende zeven principes:

1. Accountability

2. Transparantie

3. Ethisch gedrag

4. Respect voor belangen van stakeholders

5. Respect voor de wet

6. Respect voor internationale gedragsnormen

7. Respect voor mensenrechten

BrabantZorg is gericht op aandacht voor MVO in haar totale bedrijfsvoering. Binnen de nieuwe

strategische visie vormt duurzaamheid een belangrijk uitgangspunt van beleid. BrabantZorg kiest

er niet voor om een separaat MVO beleid te ontwikkelen wat los van andere beleidsterreinen wordt

geïmplementeerd en gemonitord. Juist de integratie van MVO principes e doelen binnen alle

beleidsterreinen leidt tot duurzame ontwikkelingen in de totale organisatie.

4.4.4 Joint ventures en dochterondernemingen

BrabantZorg heeft een strategische keuze gemaakt voor een aparte, juridische, positionering van

haar vastgoed in samenwerking met de woningcorporatie BrabantWonen in Oss. In hoofdstuk 5

wordt deze relatie nader toegelicht en wordt een beeld geschetst van de toekomst van deze

samenwerking.

Naast het vastgoed werken BrabantZorg en BrabantWonen ook op een aantal inhoudelijke

programma’s met elkaar samen. BrabantWonen en BrabantZorg hebben

samenwerkingsprogramma’s geformuleerd op het terrein van gezamenlijke klantbenadering,

gezamenlijke wijkaanpak en samenwerking in de backoffice.

Eind 2015 zullen BrabantWonen en BrabantZorg een gezamenlijk kantoor in Oss betrekken van

waaruit beide organisaties worden ondersteund.

Ziekenhuis Bernhoven en BrabantZorg zijn elk voor 50% eigenaar van de stichting Zorghotel Uden.

Deze stichting exploiteert hotel Udens Duyn. In 2014 is de governance van deze stichting

aangepast. De bestuurders van Bernhoven en BrabantZorg zijn verantwoordelijk voor de

exploitatie van het hotel, vanuit beide moeders wordt toezicht gehouden op de bedrijfsvoering en

resultaten. In 2014 is het management van het hotel overgedragen aan Fitland BV. In

samenspraak tussen Fitland, Bernhoven en BrabantZorg wordt gewerkt aan een optimalisatie van

marketing en bedrijfsvoering van het hotel. De eerste resultaten van deze maatregelen zullen

medio 2015 zichtbaar moeten worden.

Het exploitatieresultaat 2014 van Zorghotel Uden bedraagt negatief € 1,1 mln. Het eigen vermogen

bedraagt per 31 december 2014 negatief € 1,8 mln. De solvabiliteit (eigen vermogen /

balanstotaal) van Zorghotel Uden bedraagt ultimo 2014 negatief 130,8%.

BrabantZorg exploiteert Zorgzuster B.V. ten behoeve van de regio Noordoost Brabant. Deze

franchise formule is gericht op de verbinding en ondersteuning van ZZP-ers en zorgvragers in de

regio. BrabantZorg is 100% eigenaar van deze B.V.

4.5 Financieel beleid en financiële positie

BrabantZorg kent als geheel en dus ook voor iedere locatie en de onderliggende teams de

doelstelling om het eigen vermogen te laten groeien. De financiële risico’s in de bedrijfsvoering als

gevolg van eerder beschreven ontwikkelingen en systeem- en wetswijzigingen nemen toe. Daarom


is de jaarlijkse bijdrage aan de groei van het eigen vermogen van BrabantZorg vastgesteld op

1,5% van de bedrijfsopbrengsten.

Omdat BrabantZorg het vastgoed heeft ondergebracht in separate rechtspersonen

(ZorgGoedBrabant 1 en 2) bestaat er geen externe financieringsbehoefte voor BrabantZorg. De

omvang van het (nagestreefde) eigen vermogen is van dien aard dat daarmee de jaarlijkse

liquiditeitsschommelingen kunnen worden opgevangen.

Resultaatratio BrabantZorg (exploitatieresultaat/ bedrijfsopbrengsten)

Resultaatratio Vorig jaar Verslagjaar

0,031 0,031

Liquiditeit BrabantZorg (vlottende activa/ kort vreemd vermogen)

Liquiditeit Vorig jaar Verslagjaar

2,189 2,176

Solvabiliteit BrabantZorg

Solvabiliteit Vorig jaar Verslagjaar

Solvabiliteit (totaal eigen vermogen/ balanstotaal) 0,141 0,155

Solvabiliteit (totaal eigen vermogen/ totaal bedrijfsopbrengsten) 0,225 0,250

4.6 Toekomst

BrabantZorg heeft zich in 2014 gericht op het ontwikkelen van haar strategische visie “Samenspel

in Zorg”. Deze visie is tot stand gekomen door intensief samenspel met onze belanghouders en

gaat uit van de nieuwe visie op gezondheid welke door Machteld Huber is gedefinieerd.

Inmiddels hebben we mogen ervaren dat deze visie aanslaat bij medewerkers en vrijwilligers van

BrabantZorg en voortgaat op de resultaten van het ondernemingsplan ‘Oog voor Elkaar’.

Met deze strategische visie wil BrabantZorg een basis leggen om elke denkbare toekomst tegemoet

te kunnen treden.

We weten dat de consequenties van het kabinetsbeleid pas de komende jaren zichtbaar en

voelbaar zullen worden. In onze financiële meerjarenprognose hebben we deze impact ook vertaald

in een lagere resultaatsverwachting. BrabantZorg lijkt voldoende in staat de effecten van het beleid

te spreiden in de tijd en zo te werken aan duurzame aanpassingen van haar organisatie.

De komende jaren gaan we in een drietal ‘expedities’ de toekomst tegemoet en ontdekken we de

meerwaarde van Samenspel in Zorg, Elke dag Leren en Slimme Bedrijfsvoering.


5 Positionering vastgoed

5.1 ZorgGoedBrabant

BrabantWonen en BrabantZorg werken intensief samen aan een aantal maatschappelijke opgaven.

Deze samenwerking is in 2006 en 2010 geëffectueerd door deelname van BrabantWonen in

respectievelijk ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2, twee stichtingen waarin het vastgoed van

BrabantZorg is ondergebracht.

De Raad van Bestuur van ZorgGoedBrabant wordt gevormd door de bestuurders van BrabantZorg

en BrabantWonen. De Raad van Commissarissen bestaat uit leden van de Raad van

Commissarissen van BrabantWonen en leden van de Raad van Toezicht van BrabantZorg.

ZorgGoedBrabant is een toegelaten woningcorporatie en eigenaar van veertien zorglocaties van

BrabantZorg in de regio Maasland. Daarnaast bezit ZorgGoedBrabant ruim 750 (service)woningen

voor zelfstandig wonende ouderen, meestal gelegen in de nabijheid van één van de zorglocaties.

ZorgGoedBrabant2 wordt op dezelfde wijze bestuurd als ZorgGoedBrabant. Conform de statuten is

ZorgGoedBrabant2 een woningstichting en eigenaar van veertien zorglocaties in de regio's Uden-

Veghel, 's-Hertogenbosch en De Bommelerwaard. ZorgGoedBrabant2 heeft ten doel het huisvesten

van ouderen in haar werkgebied.

Namens ZorgGoedBrabant verricht BrabantWonen alle uitvoerende werkzaamheden. BrabantZorg

huurt de intramurale locaties van ZorgGoedBrabant en verleent zorg.

De samenwerking is uniek, maar niet exclusief. BrabantWonen werkt ook samen met andere

zorginstellingen en BrabantZorg met andere corporaties.

Zo lang mogelijk, zo gezond mogelijk en zo plezierig mogelijk thuis blijven wonen. Dat is onze

gezamenlijke missie. Door ons vastgoed, een gezamenlijke klantbenadering, een integrale

wijkaanpak en onze daadwerkelijke samenwerking, werken we aan deze missie.

Het afgelopen jaar is duidelijk geworden dat de meerwaarde van onze samenwerking groot is,

maar dat de mogelijkheid om gezamenlijk beide vastgoeddochters te exploiteren onder druk staat.

De ontwikkelingen binnen de volkshuisvesting hebben geleid tot een pakket maatregelen met

verstrekkende gevolgen voor de bestaande (juridische) samenwerkingsvorm tussen BrabantWonen

en BrabantZorg.

De herzieningswet stelt nieuwe eisen aan bestuurders van corporaties en laat geen combinatie van

verantwoordelijkheden toe. Ook ten aanzien van fiscaliteit en de borging van financiering, blijkt de

bestaande constructie niet langer een toegevoegde waarde te bieden.

In 2014 zijn de eerste scenario’s geschetst voor het aanpassen van de bestaande situatie, deze zijn

uitgebreid met de toezichthouders gedeeld.

Begin 2015 is het principe besluit genomen om het vastgoed van ZorgGoedBrabant in de toekomst

onder te brengen bij BrabantWonen. De voorbereidingen voor deze ‘operatie’ worden momenteel

getroffen.

Hoewel hiermee het ‘voertuig’, waarmee de samenwerking tussen BrabantWonen en BrabantZorg

gestalte heeft gekregen, gaat verdwijnen, blijven de samenwerkingsambities nog springlevend en

gaan we hand in hand met elkaar verder om onze gezamenlijke maatschappelijke uitdagingen het

hoofd te bieden.

5.2 Resultaat

Naast het dagelijks adequaat beheren en onderhouden van het zorgvastgoed wat binnen

ZorgGoedBrabant (2) is ondergebracht, zijn er ook een aantal bijzondere resultaten te noemen.

In 2014 is de nieuwbouw van Simeonshof in Erp opgeleverd en in gebruik genomen.


Tevens is een aanvang gemaakt met de verbouwprojecten van Martinushuis in Nuland en De

Wilberthof in Berghem.

Het exploitatieresultaat 2014 van ZorgGoedBrabant bedraagt € 1,0 mln. Het eigen vermogen

bedraagt per 31 december 2014 € 49,3 mln. De solvabiliteit (eigen vermogen / balanstotaal) van

ZorgGoedBrabant bedraagt ultimo 2014 27,8%.

Het exploitatieresultaat 2014 van ZorgGoedBrabant2 bedraagt € 0,3 mln. Het eigen vermogen

bedraagt per 31 december 2014 € 72,0 mln. De solvabiliteit (eigen vermogen / balanstotaal) van

ZorgGoedBrabant2 bedraagt ultimo 2014 44,0%.

De (verkorte) balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht van ZorgGoedBrabant,

ZorgGoedBrabant2 en Zorghotel Uden zijn onder 6.1.9, 6.1.10 en 6.1.11 opgenomen in de

jaarrekening van Stichting BrabantZorg.


6 Jaarrekening

6.1 Bestuursverslag

Hieronder volgt een korte analyse van de ontwikkeling van het eigen vermogen en het resultaat.

Vermogen

De ontwikkeling van het eigen vermogen van 2012 tot en met 2014, aan het einde van het

boekjaar is als volgt:

X miljoen

2012 40,9

2013 47,3

2014 54,0

Het eigen vermogen per 31 december 2014 bestaat uit de volgende componenten:

X miljoen

Bestemmingsfondsen 52,0

Overige reserves 2,0

54,0

De omvang van het eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van de totale

bedrijfsopbrengsten geeft het volgende verloop:

2012 19,8%

2013 22,5%

2014 25,0%

Zowel de absolute omvang van het totale eigen vermogen als de verhouding tussen het eigen

vermogen en de totale bedrijfsopbrengsten is in 2014 gestegen. Deze verbeterde financiële positie

moet worden gezien in het licht van de toekomstige ontwikkelingen en daarmee samenhangende

toenemende risico’s voor zorginstellingen. In relatie tot deze ontwikkelingen is de

vermogenspositie op dit moment goed.

Resultaat

De ontwikkeling van het resultaat van 2012 tot en met 2014 is als volgt:

X miljoen

2012 4,2

2013 6,5

2014 6,7

Bedrijfsopbrengsten

De bedrijfsopbrengsten bedragen over 2014 € 216,3 mln. (2013 € 210,4 mln.). Het wettelijk

budget voor aanvaardbare kosten AWBZ bedraagt € 188,6 mln. en het budget aanvaardbare

kosten ZVW (GRZ) bedraagt € 9,5 mln. wat leidt tot een totaal budget aanvaardbare kosten van

€ 198,1 mln. (2013 € 194,1 mln.). De overige bedrijfsopbrengsten bedragen € 18,2 mln. (2013

€ 16,3 mln.).


6.1.1 Balans per 31-12-2014 (na resultaatsbestemming)

Ref. 31-dec-14 31-dec-13

€ €

ACTIVA

Vaste activa

Immateriële vaste activa 1 0 0

Materiële vaste activa 2 260.357.778 257.191.346

Financiële vaste activa 3 8.822.262 5.915.742

Totaal vaste activa 269.180.040 263.107.088

Vlottende activa

Voorraden 4 0 0

Onderhanden werk uit hoofde van DBC's 5 1.450.548 2.089.739

Vorderingen uit hoofde van bekostiging 6 527.813 121.961

Vorderingen en overlopende activa 7 5.659.530 6.902.790

Effecten 8 0 0

Liquide middelen 9 72.773.717 63.946.181

Totaal vlottende activa 80.411.608 73.060.671

Totaal activa 349.591.648 336.167.759

Ref. 31-dec-14 31-dec-13

PASSIVA € €

Eigen vermogen

Kapitaal 10 54.022.293 47.325.825

Totaal eigen vermogen 54.022.293 47.325.825

Voorzieningen 11 4.096.724 3.951.695

Langlopende schulden 12 254.520.626 251.519.575

Kortlopende schulden

Schulden uit hoofde van bekostiging 6 184.517 830.615

Kortlopende schulden en overlopende passiva 13 36.767.488 32.540.049

Totaal kortlopende schulden 36.952.005 33.370.664

Totaal Passiva 349.591.648 336.167.759


6.1.2 Resultatenrekening over 2014

Ref. 2014 2013

€ €

BEDRIJFSOPBRENGSTEN:

Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties 16 189.591.005 186.271.214

Niet gebudgetteerde zorgprestaties 17 5.018.112 4.374.057

Omzet DBC's 18 9.497.188 8.860.685

Subsidies 19 2.110.999 1.337.003

Overige bedrijfsopbrengsten 20 10.116.973 9.545.298

Som der bedrijfsopbrengsten 216.334.277 210.388.257

BEDRIJFSLASTEN:

Personeelskosten 21 142.520.982 138.287.017

Afschrijvingen op financiële en materiële vaste activa 22 11.881.544 11.302.387

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 23 0 0

Overige bedrijfskosten 24 42.385.368 40.732.147

Som der bedrijfslasten 196.787.894 190.321.551

BEDRIJFSRESULTAAT 19.546.383 20.066.706

Financiële baten en lasten 25 12.849.915 13.605.654

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING 6.696.468 6.461.052

Buitengewone baten en lasten 26 0 0

RESULTAAT BOEKJAAR 6.696.468 6.461.052

RESULTAATBESTEMMING

Het resultaat is als volgt verdeeld: 2014 2013

€ €

Toevoeging/(onttrekking):

Bestemmingsfondsen 6.638.732 6.361.601

Overige reserves 57.736 99.451

6.696.468 6.461.052


6.1.3 Kasstroomoverzicht

2014 2013

€ € € €

Kasstroom uit operationele activiteiten

Bedrijfsresultaat 19.546.383 20.066.706

Aanpassingen voor :

- afschrijvingen MVA (exlusief financial lease) 1.703.212 1.289.410

- afschrijvingen financial lease 8.939.989 8.729.869

- afschrijvingen FVA 1.238.343 1.283.108

- mutaties voorzieningen 352.130 855.216

12.233.674 12.157.603

Veranderingen in vlottende middelen:

- voorraden 0 0

- mutatie operationele vorderingen (excl. kortlopend

deel FVA) 1.882.451 -5.608.515

- mutatie operationele schulden (excl. schulden

kredietinstellingen) 4.227.439 -9.472.380

- mutatie financieringstekort -1.051.950 -2.941.110

5.057.940 -18.022.005

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 36.837.997 14.202.304

Ontvangen interest 648.394 728.473

Betaalde interest (excl. financial lease) -48.291 -185.943

Betaalde interest - financial lease -13.450.018 -14.088.778

-12.849.915 -13.546.248

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 23.988.082 656.056

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen materiële vaste activa (excl. financial

lease) -944.514 -1.067.367

Desinvesteringen materiële vaste activa 132.048 0

Investeringen financiële vaste activa 0 0

Desinvesteringen immateriële vaste activa 0 0

Verkrijging leningen u/g -7.490.050 0

Aflossing leningen u/g 2.288.086 -1.893.951

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -6.014.430 -2.961.318

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Mutatie schulden aan banken 0 0

Nieuw opgenomen leningen 0 0

Aflossingen langlopende schulden -9.146.116 -8.803.946

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -9.146.116 -8.803.946

Mutatie geldmiddelen 8.827.536 -11.109.208

Saldo liquide middelen 1 januari 2014/2013 63.946.181 75.055.388

Mutatie geldmidddelen 8.827.536 -11.109.207

Saldo liquide middelen 31 december 2014/2013 72.773.717 63.946.181

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.


Toelichting: De investeringen en desinvesteringen met betrekking tot de financial lease maken geen onderdeel uit van dit kasstroomoverzicht.

6.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

6.1.4.1 Algemeen

Statutaire vestigingsplaats Stichting BrabantZorg is statutair gevestigd in Oss. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving.

Continuïteitsveronderstelling De jaarrekening is opgesteld, uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.

Vergelijking met voorgaand jaar / stelselwijziging De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Met ingang van boekjaar 2013 is besloten om de gebouwen die worden gehuurd middels een financial lease constructie te waarderen op de reële waarde van de toekomstige afschrijvingen. Tot en met boekjaar 2012 werden deze gebouwen gewaardeerd op de contante waarde van de

toekomstige leasebedragen. De wijziging van de waardering is ten behoeve van de transparantie en eenvoud van de jaarrekening.

Activiteiten Joint Ventures

De activiteiten van ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 hebben als doel om 'mensen zo lang, zo thuis, zo gezond en zo plezierig mogelijk te laten wonen en leven'. De beide entiteiten leveren hiertoe, samen met BrabantWonen, de huisvesting met aanvullende woondiensten. BrabantZorg levert hiertoe zorgen welzijnsarrangementen. De beide entiteiten hebben als werkgebied de gemeenten Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, 's-Hertogenbosch, Heusden, Landerd, Maasdonk, Maasdriel, Mill en Sint Hubert, Oss, Schijndel, Sint-Anthonis, Sint-

Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Uden, Veghel, Vught en Zaltbommel. De activiteiten van Zorghotel Uden hebben als doel om zonder winstoogmerk een zorghotel te exploiteren ten behoeve van de zorg en revalidatiebehandelingen van patiënten.

Groepsverhoudingen

Niet-geconsolideerde maatschappijen:

Zeggen- Geplaatst

schapsbelang aandelen- Eigen

Rechtsvorm Statutaire in de rechts- kapitaal Vermogen Resultaat

Naam zetel persoon 31-12-2014 2014

ZorggoedBrabant (Joint venture) Stichting Oss 50% - 49.348.000 1.007.000

ZorggoedBrabant 2 (Joint venture) Stichting Oss 50% - 72.000.000 309.000

Zorghotel Uden (Joint venture) Stichting Uden 50% - -1.783.589 -1.079.171

Zorgzuster Noordoost Brabant B.V. Oss 100% 18.000 -159.601 -19.601


Bestuurlijke verhouding en samenstelling van het bestuur en toezichthoudend orgaan van elke Joint Venture. Door BrabantZorg en BrabantWonen worden de beide entiteiten ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 ervaren als een gezamenlijke 'dochterorganisatie', omdat beide 'moederorganisaties' de zeggenschap gelijkelijk verdeeld hebben.

In statuten, reglementen en overeenkomsten is opgenomen op welke wijze de bestuursorganen zijn ingericht. De samenstelling van de Raad van Bestuur (hierna het bestuur) van ZorgGoedBrabant 2 is gelijk aan die van ZorgGoedBrabant. Dat betekent dat de algemeen directeur van BrabantWonen en de leden van de Raad van Bestuur van BrabantZorg gezamenlijk het bestuur vormen. In het jaar 2014 waren dit:

- de heer ir. H.M.H. Windmüller (1959), algemeen directeur van BrabantWonen; - mevrouw drs. W.J.C.M. de Jong (1956), lid van de Raad van Bestuur van BrabantZorg; - de heer drs. A.C.M. van Osch (1955), lid van de Raad van Bestuur van BrabantZorg; - de heer drs. F.H. van de Werfhorst (1953), voorzitter van de Raad van Bestuur van

BrabantZorg.

In het Bestuursreglement is de taakverdeling binnen het bestuur vastgelegd. Dit reglement is,

evenals de statuten en alle andere stukken waarnaar in dit verslag wordt verwezen, op te vragen bij het bestuurssecretariaat van BrabantWonen. ZorgGoedBrabant (inclusief ZorgGoedBrabant 2) heeft een eigen website, te weten www.zorggoedbrabant.nl. Met deze site kan gemakkelijk en transparant informatie worden gegeven over de activiteiten en prestaties. Door BrabantZorg en Ziekenhuis Bernhoven wordt het Zorghotel Uden ervaren als een gezamenlijke 'dochterorganisatie', omdat beide 'moederorganisaties' de zeggenschap gelijkelijk

verdeeld hebben. In statuten en overeenkomsten is opgenomen op welke wijze de bestuursorganen zijn ingericht. Dat betekent dat de leden van de Raad van Bestuur van Bernhoven en de leden van de Raad van Bestuur van BrabantZorg gezamenlijk het bestuur vormen. In het jaar 2014 waren dit: - de heer drs. J.S. van der Heide, tot 1 februari 2014 voorzitter van de Raad van Bestuur van Bernhoven;

- de heer P. Bennemeer, lid van de Raad van Bestuur vanaf 1 februari 2014 voorzitter Raad van Bestuur van Bernhoven;

- mevrouw drs. W.J.C.M. de Jong (1956), lid van de Raad van Bestuur van BrabantZorg; - de heer drs. A.C.M. van Osch (1955), lid van de Raad van Bestuur van BrabantZorg; - de heer drs. F.H. van de Werfhorst (1953), voorzitter van de Raad van Bestuur van BrabantZorg. De statuten en alle andere stukken waarnaar in dit verslag wordt verwezen, zijn op te vragen bij

het bestuurssecretariaat van BrabantZorg. Zorgzuster Noordoost Brabant BV De activiteiten van Zorgzuster Noordoost Brabant BV hebben als doel om zorgverleners (zelfstandigen zonder personeel) en zorgvragers bij elkaar te brengen. Daarbij ondersteunt de vennootschap de zorgverleners bij hun ondernemerschap en optimaliseert de vennootschap door middel van een dienstenpakket, de kwaliteit van de zorgen dienstverlening van de zorgverlener.

BrabantZorg maakt op grond van artikel 407 BW 2 Titel 9 gebruik van de consolidatievrijstelling verband houdende met de zeer geringe omvang van deze entiteit. Verbonden rechtspersonen Alle maatschappijen, zoals opgenomen in de paragraaf groepsverhoudingen, worden aangemerkt als verbonden partij. Er hebben zich géén transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-

zakelijke grondslag. Waarderingsgrondslagen WNT Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi) publieke sector (WNT) heeft BrabantZorg zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT.


6.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva

Activa en passiva

Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en

veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en passiva, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor

de herziening gevolgen heeft.

Materiële vaste activa De materiële vaste activa die onder de financial lease constructie vallen, worden gewaardeerd tegen de reële waarde van de toekomstige afschrijvingscomponent in de leasetermijnen. De materiële vaste activa die eigendom zijn, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van afschrijvingen. De gehanteerde afschrijvingspercentages zijn: - Inventaris: 10%

- Vervoermiddelen: 20% De afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de verwachte economische gebruiksduur van het vast actief. Vanaf jaar 2010 is er voor gekozen de automatiseringskosten rechtstreeks ten laste van het resultaat te brengen in het jaar van aanschaf. Kosten voor groot onderhoud worden verwerkt in de jaarlijks betaalde huurbedragen aan

ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2.

Bijzondere waardevermindering Vaste activa dienen te worden beoordeeld op bijzonderde waardeverminderingen met een duurzaam karakter. Dit doet zich voor bij wijzigingen in omstandigheden die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend kan worden. De terugverdienmogelijkheden van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de

geschatte contante waarde van de toekomstige netto-kasstromen die het actief naar verwachting zal genereren, of de bij verkoop te realiseren directe opbrengstwaarde indien deze hoger is. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde (= hoogste van enerzijds de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen en anderzijds de directe opbrengstwaarde), worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Stichting BrabantZorg beschikt (via

huurovereenkomsten) over vastgoed waar zorg wordt verleend waarop aanspraak bestaat ingevolge art. 6 van de AWBZ. Stichting BrabantZorg heeft de directe opbrengstwaarde bij verkoop, en de contante waarde van de toekomstige kasstromen van dit zorgvastgoed benaderd op het niveau van de totale organisatie, en vergeleken met de boekwaarde van dit vastgoed en de overige met de

bedrijfsvoering samenhangende activa per 31 december 2014.

De bedrijfswaarde op basis van de verdiencapaciteit (NHC's) van het vastgoed vergeleken met de boekwaarde is positief. Bij de berekening van de contante waarde zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

- Een levensduur van gemiddeld 30 jaar voor vastgoed. De levensduur kan worden aangepast indien de kwaliteit en functionaliteit daartoe aanleiding geven.

- Een gemiddelde bezettingsgraad van ca. 100%


- Een wijziging in de samenstelling van de cliëntenpopulatie (ZZP-mix) van "licht" naar "zwaar", waarbij de zorgzwaarte voor beide categorieën toeneemt.

- Uit de exploitatiebegroting van het vastgoed afgeleide kasstromen voor de jaren 2012 tot en met 2017 en genormeerde trendmatige kasstromen vanaf 2018 tot aan het einde van de levensduur. Bij de berekening hiervan is rekening gehouden met de effecten van de overgangsregeling 2012 - 2017.

- Vervangingsinvesteringen tot het niveau welke noodzakelijk worden geacht om het betreffende vastgoed tot aan het einde van de levensduur in gebruik te houden.

- Een disconteringsvoet van 4,5%. De directe opbrengstwaarde is ontleend aan het strategisch vastgoedplan. Stichting BrabantZorg heeft op grond van het strategisch vastgoedplan en de daarin uitgevoerde

berekeningen de verwachting dat toekomstige huurlasten meer dan volledig worden afgedekt door een vergoeding voor de kapitaalslasten op basis van het principe van normering (NHC) in de ZZP-tarieven. Financiële vaste activa

De deelneming in Zorgzuster Noordoostbrabant BV wordt gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de

grondslagen die gelden voor deze jaarrekening. Indien de waardering van deze deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt waardering plaats tegen deze lagere waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de resultatenrekening. De vorderingen op en leningen aan deelnemingen alsmede de overige vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte

voorzieningen. Voorraden Voorraden zijn gezien de vrij geringe omvang voor nihil opgenomen. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's - Geriatrische Revalidatie Zorg

Het onderhanden werk uit hoofde van DBC's wordt gewaardeerd tegen de opbrengstwaarde van de DBC's. De productie van het onderhanden werk is bepaald door de openstaande verrichtingen

te koppelen aan de DBC's die ultimo boekjaar openstonden. Op het onderhanden werk worden de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars in mindering gebracht. Voor voorzienbare verliezen op de onderhanden projecten uit hoofde van DBC's wordt een voorziening op de waardering in mindering gebracht. De waarde van de onderhanden DBC's is gebaseerd op de afleiding op peildatum 31 december 2014.

Vorderingen Vorderingen worden opgenomen voor de nominale waarde. Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. Deze voorziening wordt statistisch bepaald. Kortlopende vorderingen hebben een looptijd < 1 jaar. Liquide middelen

Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. Liquide middelen worden opgenomen voor de nominale waarde. Voorzieningen (algemeen)

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde respectievelijk nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen.


Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Hierna worden de grondslagen per afzonderlijke voorziening toegelicht:

Voorziening jubileumuitkeringen De voorziening jubileumuitkeringen is berekend tegen de contante waarde van de toekomstige betalingen. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op grond van de geldende CAO-bepalingen, verwachte loonkostenontwikkeling en blijfkans. De blijfkans is geschat op basis van ervaringscijfers, rekening houdend met de leeftijd en dienstjaren. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 2 %.

Voorziening langdurig zieken Deze post is te splitsen in twee delen: Langdurig zieken (€ 1,3 mln) die is gewaardeerd tegen nominale waarde en WGA-verplichting (€ 1,9 mln) die is gewaardeerd tegen contante waarde. De voorziening langdurig zieken wordt gevormd voor medewerkers die naar verwachting niet meer

terugkeren in het arbeidsproces en waarvoor een wettelijke loondoorbetalingstermijn van 2 jaar geldt.

De voorziening WGA-verplichting is voor het eerst gevormd in 2010, aangezien BrabantZorg geen WGA-premie betaalt aan het UWV en daarmee eigen risicodrager is. Dit betekent dat BrabantZorg voor gedeeltelijk arbeidsongeschikt personeel, na twee jaar, de verplichting heeft om 10 jaar lang loon door te betalen. Als iemand na 5 jaar voor 100% ziek is, dan gaat deze persoon volgens de regeling uit de WGA-regeling en gaat over naar de IVA-regeling. Uit ervaringscijfers blijkt dat overgang naar de IVA-regeling toch niet altijd toegekend wordt. Vandaar dat BrabantZorg rekening houdt met doorbetalingstermijnen van 10 jaar. Op basis van een onderliggende

berekening, die rekening houdt met een disconteringsvoet van 4,75% en daarmee het bedrag contant maakt, is deze voorziening bepaald op € 1,9 mln. Schulden en overlopende passiva Schulden worden opgenomen voor de nominale waarde. Kortlopende schulden hebben een looptijd van < 1 jaar.

Financiële instrumenten

Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Stichting BrabantZorg heeft geen derivaten. Financiële instrumenten worden bij eerste opname verantwoord tegen reële waarde, waarbij (dis)agio toewijsbare transactiekosten in

de eerste opname worden meegenomen.

6.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling

Algemeen

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor en hierna reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Lasten worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit

boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Pensioenen Stichting BrabantZorg heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddelde verdiende loon berekend over de jaren dat de

werknemer pensioen heeft opgebouwd bij Stichting BrabantZorg. De verplichtingen, die voortvloeien uit deze rechten van haar personeel zijn ondergebracht bij het


bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. Stichting BrabantZorg betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Per 1 januari diende het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 104,5% te hebben.

De dekkingsgraad (na indexatie) bedroeg toen 109%. Naar de stand van februari 2015 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 106% (Bron: www.pfzw.nl). Per 1 januari 2015 gelden nieuwe regels voor pensioenfondsen. Daarbij hoort ook een nieuwe berekening van de dekkingsgraad. De 'nieuwe' dekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden. Door een gemiddelde te gebruiken zal de dekkingsgraad nu minder sterk schommelen. Op 31 december 2023 moet de dekkingsgraad minimaal 123% zijn. Het

pensioenfonds verwacht hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. Stichting BrabantZorg heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Stichting BrabantZorg heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en

met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.

Wettelijk budget aanvaardbare kosten Van zorginstellingen wordt gevraagd bij de vaststelling van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten rekening te houden met de definitieve indexering van de diverse componenten van het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten.

6.1.4.4 Grondslagen voor opstelling kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld overeenkomstig de indirecte methode. Het geldmiddelenbegrip bestaat uit liquide middelen en schulden aan kredietinstellingen. Ontvangen en betaalde interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.


6.1.5 Toelichting op de balans

Toelichting: Gebouwen; De gebouwen zijn niet in juridisch eigendom van BrabantZorg. Deze worden gehuurd van ZorgGoedBrabant, ZorgGoedBrabant 2 en derden. Omdat het economisch risico bij BrabantZorg

ligt is sprake van een financial lease constructie. De investeringen hebben grotendeels betrekking

op de nieuwbouw van locatie Simeonshof in Erp en verbouw van de locaties Martinushuis in Nuland en De Wilberthof in Berghem. Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 6.1.6.

ACTIVA

1. Immateriële vaste activa

De specificatie is als volgt : 31-dec-14 31-dec-13

€ €

Goodwill 0 0

Licentiekosten 0 0

Overige 0 0

Totaal immateriële vaste activa 0 0

Het verloop van de immateriële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven : 2014 2013

€ €

Boekwaarde per 1 januari 0 0

Bij: investeringen 0 0

Af: afschrijvingen 0 0

Bij: cumulatieve afschrijvingen desinvesteringen 0 0

Af: desinvesteringen 0 0

Boekwaarde per 31 december 0 0

2. Materiële vaste activa


€ €

Grond 0 0

Terreinvoorzieningen 0 0

Gebouwen 0 0

Verbouwingen 0 0

Installaties 0 0

Gebouwen - Financial Lease 253.631.671 249.706.541

Inventaris 6.618.164 7.382.769

Vervoermiddelen 107.943 102.036

Automatisering 0 0

Totaal materiële vaste activa 260.357.778 257.191.346

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven : 2014 2013

€ €

Boekwaarde per 1 januari 257.191.346 243.912.688

Bij: investeringen 13.941.681 37.073.606

Af: afschrijvingen 10.643.201 10.019.279

Af: terugname geheel afgeschreven activa 0 0

Af: desinvesteringen 132.048 13.775.669

Boekwaarde per 31 december 260.357.778 257.191.346


ACTIVA

Toelichting:

Zorgzuster Noordoost Brabant B.V. Er is geen leningsovereenkomst met Zorgzuster B.V. Over het jaar 2014 is géén rente berekend. Overeengekomen is dat zodra de situatie dat toelaat er rente en aflossing berekend wordt.

Stichting Zorghotel Uden 1. In 2013 is een lening verstrekt van € 1.100.000 voor de financiering van de inventaris. Dit betrof 50%-aandeel BrabantZorg en 50%-aandeel Bernhoven. BrabantZorg fungeert als kassier.

2. In 2013 is een lening verstrekt van € 600.000 voor de financiering van de pre openingskosten. Dit betrof 50%-aandeel BrabantZorg en 50%-aandeel Bernhoven. BrabantZorg fungeert als kassier. 3. In 2013 is een RC-kredietfaciliteit verstrekt van € 468.951 (met een max. tot € 800.000). Dit betrof 50%-aandeel BrabantZorg en 50%-aandeel Bernhoven. BrabantZorg fungeert als kassier.

3. Financiële vaste activa


€ €

A. Deelneming in groepsmaatschappij Zorgzuster Noordoost Brabant B.V. 0 0

B. Vordering op verbonden partijen 5.564.814 869.951

C. Vordering op Ziekenhuis Bernhoven 0 550.000

D. Vordering op NZa inzake compensatie vaste activa 3.257.448 4.495.791

Totaal financiële vaste activa 8.822.262 5.915.742

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt :

€

A. Deelneming in groepsmaatschappij Zorgzuster Noordoost Brabant B.V.

Boekwaarde per 1 januari 2014 0

Aandelenkapitaal groepsmaatschappij Zorgzuster Noordoost Brabant B.V. 18.000

Af: negatief vermogen in deelneming Zorgzuster Noordoost Brabant B.V. -18.000


Toelichting:

Naam en rechtsvorm en

woonplaats rechtspersoon

Verschaft

kapitaal

Kapitaalbe-

lang (in %)

Eigen

vermogen Resultaat

€ €

Zorgzuster Noordoost Brabant B.V.

te Oss 18.000 100% -159.601 -19.601

B. Vorderingen op verbonden partijen

Zorgzuster B.V, ZGB Zorghotel Uden Zorghotel Uden Totaal

Hoofdsom 207.000 0 1.700.000 468.951 2.375.951

Aflossingen 0 0 0 0 0

Voorziening oninbaarheid 0 0 -781.049 -468.951 -1.250.000

Voorziening negatief vermogen in deelneming -122.000 0 0 0 -122.000

Kortlopend deel 0 0 -134.000 0 -134.000

Boekwaarde per 1 januari 2014 85.000 0 784.951 0 869.951

0 0 -850.000 -234.476 -1.084.476

Verstrekte lening 5.800.000 420.025 6.220.025

Aflossing 0 0 -67.000 0 -67.000

Mutatie voorziening oninbaarheid 0 0 -1.951 -185.549 -187.500

Mutatie voorziening negatief vermogen in deelneming -19.601 0 0 0 -19.601

Hoofdsom 207.000 5.800.000 783.000 654.500 7.444.500

Aflossingen 0 0 0 0 0

Voorziening oninbaarheid 0 0 -783.000 -654.500 -1.437.500

Voorziening negatief vermogen in deelneming -141.601 0 0 0 -141.601

Kortlopend deel 0 300.585 0 0 300.585

Boekwaarde per 31 december 2014 65.399 5.499.415 0 0 5.564.814

Verrekening ivm aanpassing afspraken BrabantZorg -

Bernhoven, 50%-aandeel Bernhoven

Kernactiviteit

Bemiddeling

zorgverleners en

zorgvragers


In 2014 is de RC-kredietfaciliteit aangevuld met € 420.000,- door BrabantZorg. Dit betreft uitsluitend aandeel BrabantZorg. 4. In 2014 is door de Raad van Bestuur van BrabantZorg en Bernhoven besloten dat de kassiersfunctie van BrabantZorg vervalt, waardoor in de jaarrekening van BrabantZorg de betreffende leningen u/g en lening o/g worden verrekend.

ad 1,2) Er is een leningovereenkomst met Stichting Zorghotel Uden. Over het jaar 2013 is vanaf 1 september 3% (was: 5%) rente berekend. De looptijd van deze leningen bedraagt respectievelijk 10 en 25 jaar. ad 3) Er is een RC-kredietovereenkomst gesloten met een maximum van € 800.000. Over het jaar 2013 is vanaf 1 september 3% (was: 5%) rente berekend. De looptijd van deze overeenkomst bedraagt 25 jaar.

Ter zekerheid van deze vorderingen zijn er pandaktes inzake inventaris en vorderingen met Zorghotel Uden afgesloten. ZorgGoedBrabant

In 2014 zijn twee leningen verstrekt aan ZorgGoedBrabant. Een lening van € 3.650.000 voor de financiering van de verbouwing in de locatie De Wilberthof te Berghem. Een lening van

€ 2.150.000 voor de financiering van de verbouwing in de locatie Martinushuis te Nuland. Dit betreffen beide annuïtaire leningen met een looptijd van 15 jaar. Er is een vaste rente overeengekomen van 3,5%.Voor beide leningen geldt dat bij het niet nakomen van de verplichtingen aangaande de financiering ook de huurverplichtingen vervallen die BrabantZorg ten behoeve van de hierbij behorende investering verschuldigd is.

3. Financiële vaste activa (vervolg)

C. Vordering op Ziekenhuis Bernhoven

Boekwaarde per 1 januari 2014 550.000

Bij: nieuwe leningen 420.025

Af: Aflossing -593.851

Kortlopend deel 376.174


Toelichting:

In het jaar 2014 is de lening inzake de financiering van het 50% aandeel op de inventaris ad € 550.000 door Bernhoven afgelost.

Voor de nieuwe lening is geen leningsovereenkomst afgesloten.

Voor het restantbedrag is overeengekomen dat deze zo spoedig mogelijk wordt afgelost door Bernhoven.

D. Vordering op NZa inzake compensatie vaste activa

Boekwaarde per 1 januari 2014 4.495.791

Af: Afschrijving -1.238.343

Boekwaarde per 31 december 2014 3.257.448

Toelichting:

kapitaalslasten 2015 tot en met 2017 van de niet in aanmerking gekomen gebouwen voor de compensatieregeling vaste activa (€ 378.000).

4. Voorraden


Overige voorraden: 0 0

Totaal voorraden 0 0

Toelichting:

Dit betreft de waarde van de compensatieregeling vaste activa voor de jaren 2015 tot en met 2017 (€ 2.879.448) en de nacalculeerbare

Voorraden zijn gezien de geringe omvang voor nihil opgenomen.


A

5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's - GRZ

31-dec-14 31-dec-13

Onderhanden werk DBC's 2.145.160 2.089.739

Af: ontvangen voorschotten (Zorgverzekeraars) 0 0

Af: voorziening onderhanden projecten -694.612 0

Totaal onderhanden werk 1.450.548 2.089.739

De specificatie per onderhanden werk is als volgt weer te geven

Stroom DBC's/ DBC-zorgproducten

Gerealiseerde

kosten en

toegerekende

winst

Af:

verwerkte

verliezen

Af:

ontvangen

voorschotten

Saldo per

31-dec-14

Onderhanden 2.145.160 -694.612 0 1.450.548

Toelichting:

Vanaf het jaar 2013 is de bekostigingssystematiek van de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) gewijzigd.

nuancering voor de DBC-GRZ omzet 2014 als gevolg van geleverde GRZ productie die boven de schadelast van de afspraak

van 2014 ligt.

6. Vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging

Vorderingen uit hoofde van bekostiging: 31-dec-14 31-dec-13

€ €

1. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 527.813 0

2. Vorderingen uit hoofde van transitieregeling verrekenbedrag GRZ 0 121.961

Totaal vorderingen uit hoofde van bekostiging 527.813 121.961

Schulden uit hoofde van bekostiging: 31-dec-14 31-dec-13

1. Schulden uit hoofde van financieringstekort 0 830.615

2. Schulden uit hoofde van transitieregeling verrekenbedrag GRZ 184.517 0

Totaal schulden uit hoofde van bekostiging 184.517 830.615

t/m 2012 2013 2014 totaal

€ € € €

Saldo per 1 januari 0 741.856 0 741.856

Voorziening 0 -1.572.471 0 -1.572.471

Saldo per 1 januari 0 -830.615 0 -830.615

Financieringsverschil boekjaar 0 1.357.813 1.357.813

Correcties voorgaande jaren 0 360.072 0 360.072

Betalingen/ontvangsten 0 -1.101.928 -1.101.928

Sub-totaal mutatie boekjaar 0 -741.856 1.357.813 615.957

Dotatie voorziening 0 0 -830.000 -830.000

Onttrekking/vrijval voorziening 0 1.572.471 0 1.572.471

Afboeking beginpositie 0 0 0 0

Saldo per 31 december 0 0 1.357.813 1.357.813

af: voorziening nacalculatie 0 0 -830.000 -830.000

Saldo per 31 december 0 0 527.813 527.813

Stadium van vaststelling : c c a

a= interne berekening

b= overeenstemming met zorgverzekeraars

c= definitieve vaststelling NZa

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2014 2013

€ €

Wettelijk budget aanvaardbare kosten 191.032.920 185.206.480

Af: ontvangen voorschotten 189.675.107 184.464.624

Af: overige ontvangsten 0

Totaal financieringsverschil 1.357.813 741.856

Toelichting:

Vanaf het jaar 2013 is de bekostigingssystematiek van de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) gewijzigd.

stemt overeen met de beschikking van de NZA en zal in 2015 worden betaald.

De bekostiging vindt vanaf 2013 plaats door de zorgverzekeraars. Het bedrag uit hoofde van de transitieregeling GRZ

De bekostiging vindt vanaf 2013 plaats door de zorgverzekeraars. De voorziening onderhanden projecten houdt verband met een


7. Vorderingen en overlopende activa


€ €

Vorderingen op debiteuren 1.323.572 731.330

Vordering op Stichting Zorghotel Uden 26.835 134.000

Vordering op Stichting Ziekenhuis Bernhoven 309.173 0

Vordering op ZorgGoedBrabant 0 0

Vorderingen op gemeenten inzake WMO 93.428 393.902

Vorderingen op zorgverzekeraars inzake DBC's GRZ 2.134.015 3.051.981

UWV uitkeringen 23.540 1.415

Overige vorderingen 1.748.967 1.969.188

Restitutie premie wao 2013 0 620.974

Totaal vorderingen en overlopende activa 5.659.530 6.902.790

Toelichting:

8. Effecten


€ €

0 0Totaal effecten 0 0

Toelichting:

9. Liquide middelen


€ €

Bankrekeningen 2.705.603 894.504

Spaarrekeningen 70.040.972 63.033.950

Kassen 27.142 17.727

Kruisposten 0 0

Totaal liquide middelen 72.773.717 63.946.181

Toelichting:

De Stichting BrabantZorg is niet in het bezit van effecten.

De looptijd van alle vorderingen is korter dan 1 jaar. Voorzichtigheidshalve is een voorziening gevormd van € 436.486 voor de vorderingen.

De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de stichting. Samen met BrabantWonen / ZorgGoedBrabant wordt beleid ontwikkeld om het rendement

op de liquide middelen te maximaliseren.


PASSIVA

10. Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten en het verloop is als volgt weer te geven:

Saldo per Resultaat- Overige Saldo per

31-dec-2013 bestemming mutaties 31-dec-2014

€ € € €

Kapitaal 0 0 0 0

Bestemmingsfondsen 45.401.294 6.638.732 0 52.040.026

Overige reserves 1.924.531 57.736 0 1.982.267

47.325.825 6.696.468 0 54.022.293

Toelichting:

11. Voorzieningen

Saldo per Dotatie Onttrekking/ Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 31-dec-2013 Vrijval 31-dec-2014

€ € € €

Reorganisatiekosten 100.000 0 100.000 0

Jubileumuitkeringen 929.279 128.917 128.675 929.521

Langdurig zieken 2.622.416 2.173.396 1.628.609 3.167.203

Verlieslatende contracten 300.000 0 300.000 0

Totaal voorzieningen 3.951.695 2.302.313 2.157.284 4.096.724

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd:

31-dec-2014

Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jaar) 1.715.245

Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jaar < 5 jaar) 1.857.573

Hiervan langlopend (> 5 jaar) 523.906

en uit de resultaten tot en met 2003 op de flatwoningen Walstede alsmede een deel van het resultaat op de verkoop van deze woningen.

In het jaar 2014 is 3% rente aan het saldo toegevoegd.

De overige reserves zijn gevormd uit een schenking d.d. 14 november 1977 door Stichting Ondersteuningsfonds Rotterdam


12. Langlopende schulden


€ €

Schulden inzake financial lease 253.631.671 249.706.541

Schulden aan kredietinstellingen 888.955 963.034

Overige langlopende schulden 0 850.000

Totaal langlopende schulden 254.520.626 251.519.575

Het verloop is als volgt weer te geven: 2014 2013

€ €

Schulden inzake financial lease

Stand per 1 januari 249.706.541 236.205.839

Bij: nieuwe leningen 12.997.167 36.006.240

Af: aflossingen 9.072.037 22.505.538

Stand per 31 december 253.631.671 249.706.541

Schulden aan kredietinstellingen

Stand per 1 januari 1.037.114 1.111.190

Bij: nieuwe leningen 0

Af: aflossingen 74.079 74.076

Stand per 31 december 963.035 1.037.114

Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 74.080 74.080

Stand langlopende schulden per 31 december 888.955 963.034

Overige langlopende schulden

Stand per 1 januari 850.000 0

Bij: nieuwe leningen 0 850.000

Af: verrekening in verband met aanpassing afspraken BrabantZorg - Bernhoven 850.000 0

Stand per 31 december 0 850.000

Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 0 0

Stand langlopende schulden per 31 december 0 850.000

Toelichting in welke mate (het totaal van) de schulden aan kredietinstellingen en de overige langlopende schulden als langlopend

moet worden beschouwd:

Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 74.080 74.080

Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 888.955 1.813.034

Hiervan langlopend (> 5 jaar) 592.634 1.181.716

Toelichting:

Schulden inzake financial lease

De aflossing inzake financial lease is annuïtair. De aflossing van € 9,1 mln. betreft een aflossing van € 9,0 mln. op langlopende schulden

en € 0,1 mln. aan desinvestering.

Schulden aan kredietinstellingen en overige langlopende schulden;

De aflossing aan kredietinstellingen en overige langlopende schulden zijn lineair. De lening aan de kredietinstelling valt onder de rijksgarantie.

Alle aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.

13. Kortlopende schulden en overlopende passiva


€ €

Crediteuren 2.355.211 2.819.582

Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 74.080 74.080

Belastingen en sociale premies 4.638.230 4.909.971

Schulden terzake pensioenen 3.224.035 3.221.488

Vakantiegeld 4.505.375 4.502.455

Vakantiedagen 8.591.877 7.266.233

Salarissen+onregelmatigheidstoeslag 1.638.631 2.027.832

Diverse kortlopende schulden 7.484.252 3.545.702

Vooruitontvangen subsidies 343.202 367.080

Vooruitontvangen opbrengsten 2.952.701 144.492

Rekening-courant Stichting Ziekenhuis Bernhoven 0 143.747

Stichting ZorgGoedBrabant 248.067 1.590.040

Stichting ZorgGoedBrabant 2 711.827 1.927.347

Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva 36.767.488 32.540.049

Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.7.


14. Financiële instrumenten Renterisico en kasstroomrisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij een verwachte lagere marktwaarde van een uitgegeven lening wordt een voorziening getroffen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele

looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. De instelling heeft als beleid om geen financiële instrumenten te gebruiken om rentefluctuaties te beheersen. Reële waarde In de balans is de reële waarde verantwoord van de vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden.

15. Niet in de balans opgenomen verplichtingen en vorderingen Hoofdelijk schuldenaarschap In de overeenkomst van hoofdelijk schuldenaarschap stellen Stichting BrabantZorg en Stichting

ZorgGoedBrabant2 zich tegenover het Waarborgfonds voor de Zorgsector hoofdelijk aansprakelijk voor de juiste, volledige en tijdige voldoening van al hetgeen zij in verband met door het

Waarborgfonds voor de Zorgsector jegens geldgevers verleende of nog te verlenen borgstelling(en) aan het Waarborgfonds voor de Zorgsector schuldig is of wordt. Huurovereenkomst apparatuur Vanaf 2012 is er een huurovereenkomst voor 72 maanden aangegaan inzake het huren van apparatuur, hardware, software, toner en reserve-onderdelen met Canon Business Center.

Huurverplichtingen aan derden De huurverplichtingen aan derden zijn als volgt:

Verhuurder looptijd Naam pand Plaats ingangsdatum einddatum

opzeg termijn

in maanden

jaarlijkse

huurverplichting

(prijspeil 1-1-

2014)

Stichting Habion 40 jaar De Wielewaal Zaltbommel 6-11-2003 6-11-2043 24 287.872€

Stichting Habion 20 jaar De Wielewaal Zaltbommel 1-apr-95 1-4-2015 24 341.425€

Stichting Zayaz onb. 't Geerke Den Bosch 17-9-2009 1 145.374€

Woningstichting Maasdriel 33 jaar Leyenstein Kerkdriel 1-sep-09 1-sep-42 24 1.085.660€

Stichting Beheer Raadhuislaan 5 jaar Kantoorruimte Oss 1-apr-05 1-10-2015 12 370.796€


6.1.6 Mutatieoverzicht materiele vaste activa

Grond

Terreinen-voor-

zieningen Gebouwen Verbouwingen Installaties

Gebouwen

Financial

Lease Inventaris

Vervoer-

middelen

Automati-

sering

Onder-

handen

projecten Totaal Activa

€ € € € € € € € € € €

Stand per 1 januari 2014

- aanschafwaarde 0 0 0 0 0 296.352.860 13.114.865 211.345 0 0 309.679.070

- cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 46.646.319 5.732.096 109.309 0 0 52.487.724

Boekwaarde per 1 januari 2014 0 0 0 0 0 249.706.541 7.382.769 102.036 0 0 257.191.346

Mutaties in het boekjaar 0

- investeringen 0 0 0 0 0 12.997.167 878.795 65.719 0 0 13.941.681

- afschrijvingen 0 0 0 0 0 8.939.989 1.643.400 59.812 0 0 10.643.201

- terugname geheel afgeschreven activa

.aanschafwaarde 0 0 0 0 0 1.718.213 290.517 31.836 0 0 2.040.566

.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 1.718.213 290.517 31.836 0 0 2.040.566

- desinvesteringen

aanschafwaarde 0 0 0 0 0 132.048 0 0 0 0 132.048

cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

per saldo 0 0 0 0 0 132.048 0 0 0 0 132.048

Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 0 0 0 0 3.925.130 -764.605 5.907 0 0 3.166.432

Stand per 31 december 2014

- aanschafwaarde 0 0 0 0 0 307.499.766 13.703.143 245.228 0 0 321.448.137

- cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 53.868.095 7.084.979 137.285 0 0 61.090.359

Boekwaarde per 31 december 2014 0 0 0 0 0 253.631.671 6.618.164 107.943 0 0 260.357.778

Afschrijvingspercentage 3,03 - 10,0% 10,0% 20,0% 33,3%


6.1.7 Overzicht schulden aan kredietinstellingen ultimo 2014

Overzicht langlopende leningen ultimo 2014

Leninggever Datum Hoofdsom

Totale

loop-

tijd

Soort lening

Werke-

lijke-

rente

Restschuld

31

december

2013

Nieuwe

leningen in

2014

Aflossing in

2014

Restschuld

31

december

2014

Rest-schuld

over 5 jaar

Resteren-

de looptijd

in jaren

eind 2014

Aflos-

sings-

wijze

Aflos-

sing 2015

Gestelde

zekerheden

€ % € € € € € €

BNG 89.065 2-2-1999 2.074.229 28 lineair 4,95 1.037.114 - 74.080 963.034 592.634 13 lineair 74.080 rijksgarantie

Totaal 1.037.114 0 74.080 963.034 592.634 74.080

Leninggever Datum Hoofdsom

Totale

loop-

tijd

Soort lening

Werke-

lijke-

rente

Restschuld

31

december

2013

Nieuwe

leningen in

2014

Verrekening/af

lossing in 2014

Restschuld

31

december

2014

Rest-schuld

over 5 jaar

Resteren-

de looptijd

in jaren

eind 2014

Aflos-

sings-

wijze

Aflos-

sing 2015

Gestelde

zekerheden

€ % € € € € € €

Ziekenhuis

Bernhoven 1-9-2013 300.000 25 lineair 5,00 300.000 300.000 0 0 - lineair -

Ziekenhuis

Bernhoven 1-9-2013 550.000 10 lineair 5,00 550.000 550.000 0 0 - lineair -

Totaal 850.000 0 850.000 0 0 0


6.1.8 Toelichting op de resultatenrekening

BATEN

16. Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties

De specificatie is als volgt: 2014 2013

€ €

Wettelijk budget voor aanvaarbare kosten toeslag CVA 398 194.023

Wettelijk budget voor aanvaarbare kosten Zvw-zorg (1e lijnszorg) 997.615 870.711

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies) 188.592.992 185.206.480

Totaal 189.591.005 186.271.214

17. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties

De specificatie is als volgt : 2014 2013

€ €

Zorgprestaties tussen instellingen 0 0

Persoonsgebonden- en volgende budgetten 1.528.962 623.591

Overige zorgprestaties (WMO) 3.489.150 3.750.466

Totaal 5.018.112 4.374.057

18. Omzet DBC's


€ €

Gefactureerde omzet DBC's 9.441.767 6.770.946

Mutatie onderhanden werk DBC's 55.421 2.089.739

Totaal 9.497.188 8.860.685

19. Toelichting subsidies


€ €

Overige subsidies 0 0

subsidie sectorfondsen 2.110.999 1.337.003

Totaal 2.110.999 1.337.003

20. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten


€ €

Overige opbrengsten:

- personele opbrengsten 2.424.514 2.270.337

- voedingsmiddelen en hotelmatige opbrengsten 5.873.374 5.184.588

- algemene opbrengsten 298.945 525.378

- bewonersgebonden opbrengsten 669.735 650.037

- onderhoud en energieopbrengsten 850.405 914.958

Totaal 10.116.973 9.545.298


LASTEN

21. Personeelskosten


€ €

Lonen en salarissen 109.579.037 107.889.807

Sociale lasten 16.401.774 14.757.013

Pensioenpremie 8.990.800 8.782.350

Andere personeelskosten:

Overige personeelskosten 4.116.447 2.847.559

Sub-totaal 139.088.058 134.276.729

Personeel niet in loondienst 3.432.924 4.010.288

Bijdrage zorgondersteuning derden 0 0

Totaal personeelskosten 142.520.982 138.287.017

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's)

Stichting BrabantZorg 3.008 3.009

22. Afschrijvingen financiële en materiële vaste activa


€ €

Nacalculeerbare afschrijvingen:

- financiele vaste activa 1.238.343 1.283.108

- materiële vaste activa 8.939.989 8.729.869

Overige afschrijvingen:

- immateriële vaste activa 0 0

- materiële vaste activa 1.703.212 1.289.410

Totaal afschrijvingen 11.881.544 11.302.387

Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - verloopoverzichten materiële vaste activa 2014

€

Afschrijving financiële vaste activa 1.238.343

Afschrijving materiële vaste activa 10.643.201

Totaal afschrijvingen volgens mutatieoverzichten 11.881.544

Totaal afschrijvingen resultatenrekening 11.881.544

23. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa


€ €

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 0 0

Totaal 0 0

24. Overige bedrijfskosten


€ €

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 13.024.174 14.356.464

Algemene kosten 7.990.232 7.883.590

Bewonersgebonden kosten 4.281.150 4.594.853

Onderhoud en energiekosten 9.387.612 5.712.937

Huur 8.250.693 8.748.886

Dotaties en vrijval voorzieningen -548.493 -564.583

Totaal bedrijfskosten 42.385.368 40.732.147

Toelichting

Door aanpassing van de weten regelgeving is 4,3 mln aan kosten opgenomen in 2014 bij die locaties waar sprake is van achterstallig onderhoud en/of

verbetering van de brandveiligheid.

De huur over 2014 bestaat grotendeels uit huur onderhoud (5,7 mln) aan ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 en aan huur gebouwen derden (2,1 mln).

In 2014 zijn de gedoteerde voorzieningen inzake bekostiging AWBZ van 2013 vrijgevallen.

Daarnaast is er in 2014 een voorziening van 0,8 mln opgenomen i.v.m. onzekerheid ontvangst indexering 2014.


25. Financiële baten en lasten


€ €

Rentebaten 648.394 728.473

Waardeverandering financiële vaste activa en effecten 0 0

Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten 0 0

Sub-totaal financiële baten 648.394 728.473

Rentelasten 48.291 185.943

Rentelasten financial lease 13.430.417 14.088.778

Resultaat deelnemingen Zorgzuster Noordoost Brabant B.V. 19.601 59.406

Waardeverandering financiële vaste activa en effecten 0 0

Overige financiële lasten 0 0

Sub-totaal financiële lasten 13.498.309 14.334.127

Totaal financiële baten en lasten 12.849.915 13.605.654

26. Buitengewone baten en lasten


€ €

Buitengewone baten 0 0

Buitengewone lasten 0 0

Totaal buitengewone baten en lasten 0 0


27. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders

Voor de bezoldiging van (gewezen) bestuurders en toezichthouders wordt verwezen naar onderdeel 28 WNT.

28. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)

De bezoldiging van de functionarissen die over 2014 in het kader van de WNT verantwoord worden, is als volgt:

Drs. F.H. van

de Werfhorst

MBA

Drs. A.C.M. van

Osch

Drs. W.J.C.M. de

Jong-Verspeek

1

Voorzitter

Raad van

Bestuur

Lid Raad van

Bestuur

Lid Raad van

Bestuur

2 15-5-2001 1-7-1980 24-2-2003

3 geheel 2014 geheel 2014 geheel 2014

4 100% 100% 100%

5

176.442 176.442 176.442

6 Winstdelingen en bonusbetalingen 0 0 0

7 Totaal beloning (5 en 6) 176.442 176.442 176.442

8 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 2.724 2.724 2.724

9

19.786 19.786 19.786

10

0 0 0

Totaal bezoldiging in kader van de WNT (7 t/m 11) 198.952 198.952 198.952

Toelichting

De bezoldigingsafspraken voor de leden van de Raad van Bestuur zijn gemaakt vóór 1 januari 2013. Met ingang van 1 januari 2014 geldt het overgangsrecht.

Op basis van de puntenbepaling door de Raad van Toezicht is de klasse G van toepassing. Dit houdt voor 2014 een WNT norm in van € 188.660.

De bezoldiging van de functionarissen die over 2014 in het kader van de WNT verantwoord worden, is als volgt:

Prof. Dr. E.

Piest

Drs. H. Molenaar

RADr. M.J. Aartsen Ir. D.J. Noy

1

Voorzitter

Raad van

Toezicht

Vice-voorzitter Raad

van ToezichtLid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht

2 1-11-2005 1-1-2013 1-1-2013 1-11-2009

3 geheel 2014 geheel 2014 geheel 2014 geheel 2014

4

5

13.340 10.160 8.973 8.260

6 Winstdelingen en bonusbetalingen 0 0 0 0

7 Totaal beloning (5 en 6) 13.340 10.160 8.973 8.260

8 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 0 0 0 0

9

0 0 0 0

10

0 0 0 0

Totaal bezoldiging in kader van de WNT (7 t/m 11) 13.340 10.160 8.973 8.260

Dr. E.J.M. Wouters Drs. A.E. Spreen Drs. C.J.W.M. Aquarius

1

Lid Raad van

Toezicht

Lid Raad van

Toezicht

Lid Raad van

Toezicht

2 1-1-2013 1-1-2014 1-1-2014

3 geheel 2014 geheel 2014 geheel 2014

4

5

9.210 8.260 9.210

6 Winstdelingen en bonusbetalingen 0 0 0

7 Totaal beloning (5 en 6) 9.210 8.260 9.210

8 Bruto-onkostenvergoeding (vast en variabel) 0 0 0

9

0 0 0

10

0 0 0

Totaal bezoldiging in kader van de WNT (7 t/m 11) 9.210 8.260 9.210

Toelichting

De bezolding van de leden van de Raad van Toezicht is conform de regeling WNT.

Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar

op termijn (in €)

Uitkeringen in verband met beëindiging van het

dienstverband (in €)

Functionaris (functienaam)

In dienst vanaf (datum)

In dienst tot (datum)

Deeltijdfactor (percentage)

Bruto-inkomen (incl. salaris, vakantiegeld,

eindejaarsuitkering en andere vaste toelagen)








op termijn (in €)










op termijn (in €)



Met ingang van 1 januari 2014 geldt voor Drs. M. Molenaaar RA het overgangsrecht.


29. Honoraria accountant 2014 2013

€ €

De honoraria van de accountant (Deloitte) zijn als volgt:

1 Controle van de jaarrekening 80.102 90.025

2 Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) 35.695 35.400

3 Fiscale advisering 7.550 1.900

4 Niet controle-diensten 57.077 74.300

Totaal honoraria accountant 180.424 201.625

Toelichting

De honoraria van de accountant zijn gebaseerd op het kasstelsel.


6.1.9 Toelichting inzake joint venture ZorgGoedBrabant

Verkorte balans per 31 december 2014 (na resultaatbestemming, x € 1.000)

2014 2013

Activa Vaste activa 160.149 153.641

Vlottende activa 17.197 15.485

Totaal activa 177.346 169.126

Passiva

Eigen vermogen 49.348 44.415

Voorziening 0 0

Langlopende schulden 110.544 109.730

Kortlopende schulden 17.454 14.981

Totaal passiva 177.346 169.126

Resultatenrekening over 2014 (x € 1.000)

2014 2013

Bedrijfsopbrengsten 14.108 7.777 Bedrijfslasten -7.728 -25.125

Bedrijfsresultaat 6.380 -17.348

Niet gerealiseerde waardeverandering 854 719 Financiële baten en lasten -4.601 -1.435

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening 2.633 -18.064 Belastingen -1.626 -4.527

Resultaat boekjaar 1.007 -22.591


Kasstroomoverzicht (x € 1.000)

2014 2013


Ontvangsten van huurders 18.192 15.878 Ontvangsten overige 2.031 10.259 Betalingen aan leveranciers onderhoud 3.340 2.201 Betalingen uit hoofde van zakelijke lasten 1.446 910 Betalingen overige 6.622 2.016

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 8.815 21.010 Ontvangen / betaalde interest -8.167 -4.425

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 648 16.585 Kasstroom uit investeringsactiviteiten -287 -15.713

Kasstroom uit financieringsactiviteiten 1.288 3.130

Mutatie geldmiddelen 1.649 4.002


6.1.10 Toelichting inzake joint venture ZorgGoedBrabant2


2014 2013

Activa Vaste activa 147.243 150.678

Vlottende activa 16.485 22.916


Passiva

Eigen vermogen 72.000 71.691

Voorziening 0 1.060


Kortlopende schulden 54.178 61.178


Resultatenrekening over 2014 (x € 1.000)

2014 2013

Bedrijfsopbrengsten 10.795 9.776

Bedrijfslasten -7.655 -3.105

Bedrijfsresultaat 3.140 6.671

Financiële baten en lasten -2.744 -2.838

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening 396 3.833 Mutatie reële waarde materiële vaste activa 0 0 Belastingen -87 0

Resultaat boekjaar 309 3.833


Kasstroomoverzicht (x € 1.000)

2014 2013


Ontvangsten van huurders 16.928 15.229 Ontvangsten overige 1.402 5.064 Betalingen aan leveranciers onderhoud -2.256 -2.209 Betalingen uit hoofde van zakelijke lasten -380 -543

Betalingen overige -3.164 -1.031 Kasstroom uit bedrijfsoperaties 12.530 16.510 Ontvangen / betaalde interest -2.835 -2.517

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 9.695 13.993

Kasstroom uit investeringsactiviteiten -5.355 -1.950 Kasstroom uit financieringsactiviteiten -2.157 -2.034

Mutatie geldmiddelen 2.183 10.009


6.1.11 Toelichting inzake joint venture Zorghotel Uden


2014 2013

Activa

Vaste activa 1.046 1.181

Vlottende activa 318 525


Passiva

Eigen vermogen -1.783 -704


Kortlopende schulden 451 376


Resultatenrekening over 2014

2014 2013

Bedrijfsopbrengsten 597 67

Bedrijfslasten 1.599 925

Bedrijfsresultaat -1.002 -858

Financiële baten en lasten -77 -22

-1.079 -880

Belastingen - 176

Resultaat boekjaar -1.079 -704


Kasstroomoverzicht

2014 2013


Bedrijfsresultaat -1.002 -859

Aanpassingen voor:

Afschrijvingen 144 45

Veranderingen in het werkkapitaal:

Mutatie voorraden -4 -18

Mutatie vorderingen 180 -448

Mutatie kortlopende schulden (exclusief kortlopend deel

van de langlopende schulden en overlopende rente) -9 219

Kasstroom uit bedrijfsoperaties -691 -1.061

Betaalde rente -37 -

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten -728 -1.061

Kasstroom uit investeringsactiviteiten -9 -1.050

Kasstroom uit financieringsactiviteiten 706 2.169

Mutatie geldmiddelen -31 58


6.1.12 Ondertekening door bestuurder en toezichthouders

6.1.12.1 Ondertekening door bestuurders

Drs. F.H. van de Werfhorst MBA voorzitter Raad van Bestuur

Drs. A.C.M. van Osch lid Raad van Bestuur Drs. W.J.C.M. de Jong-Verspeek lid Raad van Bestuur

6.1.12.2 Ondertekening door toezichthouders

Drs. C.J.W.M. Aquarius voorzitter Raad van Toezicht

Drs. H. Molenaar vicevoorzitter Raad van Toezicht

Dr. M.J. Aartsen lid Raad van Toezicht

Ir. D.J. Noy lid Raad van Toezicht

Dr. E.J.M. Wouters lid Raad van Toezicht

Drs. A.E. Spreen lid Raad van Toezicht


6.2 Overige gegevens

6.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening

De Raad van Bestuur van Stichting BrabantZorg heeft de jaarrekening 2014 vastgesteld in de vergadering van 15 april 2015. De Raad van Toezicht van de Stichting BrabantZorg heeft de jaarrekening 2014 goedgekeurd in de

vergadering van 11 mei 2015.

6.2.2 Resultaatbestemming

Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening.

6.2.3 Gebeurtenissen na balansdatum

Er zijn geen bijzondere gebeurtenissen na balansdatum die nieuw licht werpen op de feitelijke situatie per balansdatum.


6.2.4 Controleverklaring

Jaardocument 2014 BrabantZorg 2 Library/Downloads... · Veghel Centrum en Oost De Watersteeg...

Documents

Transcript of Jaardocument 2014 BrabantZorg 2 Library/Downloads... · Veghel Centrum en Oost De Watersteeg...