jaardocument 2014 'Op weg naar duurzaamheid'

Op weg naar duurzaamheid

Geïntegreerd jaardocument 2014 De Groene Welle

Versie: 5 maart 2015

Adres

De Groene Welle

Postbus 552, 8000 AN Zwolle

[email protected]

www.groenewelle.nl

13US

mailto:[email protected]

http://www.groenewelle.nl/

Jaardocument De Groene Welle 2014 ‘Op weg naar duurzaamheid’

2


3

Inleiding

In 2014, het derde jaar van ons strategisch uitvoeringsplan, hebben we ‘duurzaamheid’ als thema

opgepakt. Een logisch thema, omdat het namelijk goed aansluit bij onze visie en strategie. In dit

document gaan we in op de uitvoering van het thema en presenteren we de ontwikkelingen die er

speelden binnen onze onderwijsinstelling. Ook geven we aan welke keuzes we hebben gemaakt en op

welke manier ontwikkelingen in de maatschappij invloed hebben gehad op ons functioneren en

presteren. Hierbij focussen wij ons op onze core business: het geven van vo- en mbo-onderwijs.

Uiteraard voldoet het jaardocument aan de vereisten die gesteld worden door de overheid en is het

gebaseerd op de inrichtingsvereisten, zoals opgenomen in het Burgerlijk Wetboek en nader uitgewerkt

in de richtlijn RJ660_Onderwijsinstellingen.

Leeswijzer

Het jaardocument kent een overzichtelijke opbouw. Net als de afgelopen twee jaren houden we per

hoofdstuk een vaste indeling aan. We gaan hierbij zoveel mogelijk kernachtig in op de doelstellingen en

de verwachtingen voor de komende jaren. Deze analyse leidt tot doelstellingen voor het volgende

verslagjaar. Net als voorgaande jaren hangt alles nauw samen met de prestatieafspraken uit ons

strategisch uitvoeringsplan ‘De Groene Welle: Brug naar het groene leven’. De opbouw van het

jaardocument volgt de indeling van dit plan. Een beknopt overzicht van de behaalde resultaten tot nu

toe vindt u op pagina 8. In een oogopslag leest u hier hoe wij scoren op de voor ons belangrijke

onderdelen.

Elk hoofdstuk van het jaardocument staat voor een pijler uit het strategisch uitvoeringsplan. In

hoofdstuk 1 ‘Wie zijn we’ vertellen we bijvoorbeeld wat onze missie, strategie, kernwaarden en pijlers

zijn. In hoofdstuk 2 ‘Het beste uit jezelf halen’ gaan we onder meer in op onze onderwijsprestaties en

rendementen. In hoofdstuk 3 ‘Samen staan we sterk’ vertellen we over onze internationale activiteiten,

samenwerkingsverbanden en leerlingbegeleiding. Hoofdstuk 4 ‘Vakmanschap is meesterschap’ gaat over

onze medewerkers en de tevredenheid van studenten, ouders/verzorgers en BPV-bedrijven. In

hoofdstuk 5 ‘Ondernemerschap’ laten we zien welke kansen en mogelijkheden we hebben benut te

groeien. Tenslotte gaan we in hoofdstuk 6 uitgebreid in op de financiële verantwoording. Voor

begrippen die uitleg vragen hebben we op het einde een verklarende woordenlijst opgesteld.

Daar waar mogelijk hebben wij op een rij gezet wat de resultaten zijn van de doelstellingen. We

hanteren hierbij drie kleuren, die staan voor het volgende:

gerealiseerd wordt nog aan gewerkt niet gerealiseerd

Horizontale verantwoording

Het document dat voor u ligt, is geschreven om ons verticaal te verantwoorden naar onder meer

Ministerie en Inspectie. Naast dit document verschijnt een publieksversie op onze website, gericht op de

horizontale verantwoording naar medewerkers, ouders/verzorgers, bedrijfsleven en regionale

overheidsinstellingen. Met deze splitsing doen wij recht aan de verschillende doelgroepen waaraan wij

ons willen verantwoorden. Via nieuwsbrieven voor de diverse stakeholders worden onze belangrijkste

partners uitgenodigd om met ons in gesprek te gaan. De input uit de gesprekken gebruiken wij weer bij

het opstellen van onze jaarplannen. Uiteraard kunt u nu ook al via [email protected] een

reactie geven.


4

Inhoudsopgave

Inleiding .......................................................................................................................................... 3

Verklaring bevoegd gezag 2014 ......................................................................................................... 5

Verslag van het College van Bestuur .................................................................................................. 6

Verslag van Raad van Toezicht .......................................................................................................... 7

Prestatieafspraken 2012-2015 ........................................................................................................... 9

Wie zijn wij?................................................................................................................................... 10

Het beste uit jezelf halen ................................................................................................................ 14

Samen staan we sterk .................................................................................................................... 24

Vakmanschap is meesterschap ........................................................................................................ 30

Ondernemerschap .......................................................................................................................... 38

Financieel resultaat, besturing en verwachtingen .............................................................................. 41

Jaarrekening 2014 .......................................................................................................................... 48

Continuïteitsparagraaf..................................................................................................................... 77

Overige gegevens ........................................................................................................................... 80

Verklarende woordenlijst................................................................................................................. 83

Bijlage Overzicht van nevenfuncties College van bestuur ............................................................... 84

Bijlage Samenstelling Raad van Toezicht en rooster van aftreden ................................................... 84

Bijlage Nevenfuncties Raad van Toezicht ...................................................................................... 85

Bijlage Verantwoording Code Goed Bestuur in de BVE sector ......................................................... 86

Bijlage Overzicht van opleidingen 2014......................................................................................... 89

Bijlage Besteding aanvullende bijdragen Investeringsmiddelen 2014 en 2015 (in euro’s) ................. 90

Bijlage Jaarverslag 2014 OR De Groene Welle ............................................................................... 93


5

Verklaring bevoegd gezag 2014

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verplicht het bevoegd gezag tot een

verklaring dat alle opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. De wettelijke vereisten

definieert De Groene Welle als alle relevante onderwijswet- en regelgeving. Dus:

Voldoen aan de zorgplicht informatievoorziening door het beschikbaar stellen van:

a) Het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) aan vmbo-leerlingen

en ouders/verzorgers.

b) Het onderwijs- en examenreglement aan studenten in het mbo.

c) Een opleidingsgids voor vo en mbo.

d) Het informeren van studenten over de arbeidsmarktperspectieven van de

opleiding waarvoor ze zich aanmelden en inschrijven (zorgplicht).

e) Het verhelderen van schoolkosten vo en mbo.

Het verstrekken van een geldige onderwijs- en BPV-overeenkomst aan de studenten in

het mbo.

Melden van voortijdig schooluitval via de daarvoor geldende procedures.

Uitvoeren en communiceren van klachtenregelingen met betrekking tot examens, BPV

en vertrouwenszaken.

Voldoen aan de wet BIO (Beroepen In het Onderwijs).

Voldoen aan de wettelijke minimum uren norm voor onderwijstijd in het vo en mbo.

Toegankelijkheid van de opleiding.

Systematische aandacht voor onze onderwijskwaliteit in vmbo en mbo.

Het voldoen aan de eisen van medezeggenschap van medewerkers en studenten.

Als organisatie hebben wij ons in 2014 gehouden aan alle relevante weten regelgeving. Ook

het toezicht is volgens de Governance Code uitgevoerd.


6

Verslag van het College van Bestuur

In 2014 draaide het om duurzaamheid

In 2014 hebben we gestuurd op een positief resultaat in meerdere opzichten. Zo heeft het vo in 2014

100% van de eindexamenleerlingen met een diploma zien vertrekken: een unieke situatie waar we

trots op zijn. Daarnaast heeft het mbo voor alle opleidingen een positieve beoordeling gekregen.

Alleen in Hardenberg is de borging van de kwaliteit nog een aandachtspunt. De Inspectie zal in 2015

hiervoor nog een bezoek brengen aan de locatie. De kwaliteitscyclus op instellingsniveau is door de

Inspectie met een voldoende beoordeeld en op het financiële vlak sluiten we voor het eerst sinds

jaren de boeken met een positief resultaat. Daarnaast zijn de prestatieafspraken uit ons Strategisch

Uitvoeringsplan gerealiseerd en binnen de instelling gecommuniceerd middels een flyer, waarin we

ook kort zijn ingegaan op de doelen voor het komende jaar.

In 2013 hebben we een organisatieverandering doorgevoerd, waarbij de verantwoordelijkheid over

meer mensen is gespreid. Dit heeft geleid tot een grotere betrokkenheid van mensen bij ontwikkelingen

binnen de organisatie. Zeker in het begin was het voor veel medewerkers nog zoeken naar dé manier

waarop de goede dingen goed uitgevoerd kunnen worden. Was er begin 2014 nog sprake van inregelen

en onduidelijkheid, in de loop van het jaar zijn we in rustiger vaarwater gekomen: voorwaardelijk om

kwaliteit te leveren.

Externe ontwikkelingen

2014 was een onrustig jaar wanneer we kijken naar externe ontwikkelingen. De AOC Raad heeft

zichzelf getransformeerd naar een netwerkorganisatie. In de regio Zwolle is hard gewerkt om binnen

de economische agenda het cluster AGRO FOOD als speerpunt van de grond te tillen. De Groene

Kennis Coöperatie (GKC) is gestopt met haar activiteiten en de innovatiemiddelen zijn toegevoegd aan

de budgeten van de individuele onderwijsinstellingen. In 2014 is De Groene Tafel in het leven

geroepen, om in de groene kolom toch een platform voor overleg en samenwerking te organiseren. In

2014 is ook duidelijk geworden dat de bekostiging van het AOC-onderwijs onder druk staat. Voor

zover van belang voor onze instelling participeren wij in de overleggen die aan deze ontwikkelingen

gekoppeld zijn. Daarbij focussen we op de kaders van ons strategisch beleid.

De directie heeft aan het einde van 2014 teruggeblikt en geconstateerd dat we in control zijn, maar

dat we, willen we toekomstbestendig zijn, nog wel een stap verder willen zetten. Samenwerking blijft

daarbij ons motto. Maar ook: werken aan de cultuur binnen onze leer- en werk gemeenschap.

In dit jaarverslag presenteren we deze en andere onderwerpen, waarmee we ons in 2014 hebben

bezig gehouden, en verantwoorden we ons voor de inzet van de publieke middelen die ons ter

beschikking staan. Zoals u zult zien: aan het einde van ons strategisch uitvoeringsplan zijn wij toe aan

het vervolg. In 2015 werken we aan een nieuw strategisch plan, dat zich richt op het behouden van

het goede, maar ons ook helpt om nog een stapje verder te gaan.

Frida Hengeveld

Voorzitter College van Bestuur De Groene Welle


7

Verslag van Raad van Toezicht

In 2014 is de Raad van Toezicht vijf keer bij elkaar geweest voor een formeel overleg met de

bestuurder. In die overleggen zijn steeds vanuit de toezichthoudende rol verschillende onderwerpen

besproken. Daarnaast heeft de raad drie keer vergaderd zonder de bestuurder en is de auditcommissie

drie keer bijeengeweest. De samenstelling van de Raad van Toezicht is in 2014 volgens het rooster van

aftreden gewijzigd. Henk Verweij is toegetreden als lid. Zijn aantreden was aanleiding om de verdeling

over de verschillende commissies te herzien. De raad werkt met een auditcommissie en een

remuneratiecommissie. Er is geen aparte commissie onderwijs, omdat de raad van mening is dat dit een

onderwerp is waar alle leden bij betrokken zijn. De P&C-cyclus van de organisatie vormt de grote lijn in

de agendering van de raad. Er wordt gewerkt met een jaaragenda, waarop (conform de basis van de

Governance Code) instelling specifieke zaken en zaken onder verantwoordelijkheid van de Raad zijn

geagendeerd.

Samenwerking

De raad heeft, in de persoon van de voorzitter, overleg gevoerd met AOC Oost over de mogelijkheden

voor samenwerking tussen beide instellingen. Op basis van de uitkomsten van dat gesprek heeft een in-

en externe verkenning plaatsgevonden. Dit is gebeurd op basis van het plan ‘Verbinden door

Samenwerken’. Deze verkenning wordt in 2015 afgerond.

Informatie

De informatie die de raad ontvangt van de bestuurder, in de vorm van een kwartaal rapport waarin

aandacht is voor de financiën, het personeel en de kwaliteit/opbrengsten in de organisatie, is het

afgelopen jaar op een hoger plan gebracht. Door in gesprek te gaan met de OR, de ouderraad en de

studentenraad heeft de raad zich laten informeren over de stand van zaken in de organisatie. De raad

heeft ook kennis genomen van de resultaten van het Medewerker Tevredenheid Onderzoek. Op verzoek

van de raad heeft een externe jurist onderzocht in hoeverre de borgstelling voor manege De Haerst

rechtsgeldig is. De raad heeft zich ook laten informeren over de wijze waarop binnen De Groene Welle

Passend Onderwijs is ingevoerd en wordt vormgegeven.

Evaluatie

In het najaar heeft de raad haar eigen optreden geëvalueerd. Geconstateerd is dat de samenstelling

adequaat is gezien de competenties en achtergronden van de verschillende leden. Er is een

professionaliteitsslag gemaakt als het gaat om de wijze waarop het interne toezicht wordt ingevuld. Die

ontwikkeling loopt parallel met de ontwikkeling van de organisatie die steeds beter in control komt. Het

voornemen om ook informatie via directe contacten met medewerkers uit de school te krijgen is de basis

voor het werken van de raad in 2015. Ook wil de Raad zich actiever verbinden met het Platvorm van

Raden van Toezicht. De nevenfuncties van de leden Raad van Toezicht en de bestuurder zijn onderwerp

van gesprek geweest. De beloning van bestuurder en de leden van de raad is ook geëvalueerd en

afgestemd op weten regelgeving. Het functioneren van de bestuurder is geëvalueerd. Besloten is te

werken met een beoordelingsgesprek in juni en een plangesprek in januari van ieder jaar.

Kwaliteit van onderwijs

In de rol van intern toezichthouder is de raad zeer betrokken bij de kwaliteit van het primaire proces en

de zichtbare opbrengsten. De raad houdt zich geïnformeerd over de opbrengsten en kwaliteit via de

instellingsrapportage per kwartaal en ziet hierin een positieve trend als het gaat om de resultaten.

Financiën

De audit commissie heeft dit jaar gebruikt om zich goed te laten informeren over de financiële situatie,

de werkprocessen op dit punt en de rapportages. Voor iedere overlegvergadering heeft de


8

auditcommissie een verslag opgesteld met daarin adviezen voor de raad. Bij het maken van een

risicoanalyse voor de gehele organisatie heeft de Raad van Toezicht een actieve inbreng gehad.

Uiteraard is de gepresenteerde meerjarenraming en de landelijke benchmark van de mbo-instellingen

besproken. De verantwoording van de jaarrekening en de managementletter van de accountant zijn in

de voltallige raad met de accountant besproken. De raad heeft haar goedkeuring uitgesproken over de

jaarstukken.

Governance Code

De Groene Welle past de code ‘Goed bestuur in de BVE’ toe (zie bijlage Verantwoording Code Goed

bestuur in de BVE sector). Ook de raad heeft hierin conform de code haar aandeel geleverd. In 2014

zijn de statuten en diverse reglementen tegen het licht gehouden. In 2015 worden deze zodanig

aangepast dat het geheel van taken en verantwoordelijkheden in lijn is met de wettelijke kaders en

regelingen.

Hein Dijkstra

Voorzitter Raad van Toezicht De Groene Welle


9

Prestatieafspraken 2012-2015

*een bijstelling van het leerlingenaantal (absoluut) vanwege definitieve gegevens DUO rondom aanmeldingen 1 oktober 2012.


10

Wie zijn wij?

Missie en visie

De Groene Welle is een groene school voor vmbo- en mbo-onderwijs. Wij werken aan de ontwikkeling

van mensen en bieden hen een duidelijk beeld van de mogelijkheden voor een (vervolg)loopbaan in de

(internationale) groene sector of sectoren geënt op het groen. Dit doen wij door in een groene context

activiteiten uit te voeren gericht op leren en innoveren. Het onderwijs wordt verzorgd door competente

en bevoegde medewerkers, die oog hebben voor de wensen en verwachtingen van het beroepenveld

en wat leerlingen en studenten nodig hebben om te leren. Onze stafdiensten ondersteunen het

onderwijsproces daarbij professioneel.

Onze school is een veilige school met een gestructureerde werkwijze. Wij denken en werken vanuit de

grondgedachte zorgvuldig en respectvol om te gaan met alles wat we tot de natuur kunnen rekenen.

Hierbij richten wij ons vanuit Zwolle en Hardenberg op verschillende doelgroepen in Noordoost

Nederland. De kern van ons werk is het aanbieden van voorbereidend beroepsonderwijs, kwalificerende

opleidingen en cursussen en het uitvoeren van projecten gericht op innovatie. Dit doen wij samen met

het bedrijfsleven, andere scholen in de regio en binnen de groene kolom van vmbo-mbo-hbo-wo.

Strategie en jaarthema

In 2012 hebben we ons strategisch uitvoeringsplan ‘De Groene Welle: Brug naar het groene leven’

vastgesteld. De realisatie van de prestatie indicatoren worden op pagina 8 weergegeven. Bij iedere

keuze in de organisatie kijken we naar de samenhang met de strategische agenda. Op deze manier

hangen alle acties met elkaar samen en werken we op een systematische en planmatige wijze.

Bovendien geeft het plan focus, waarmee we ons voordeel doen bij het initiëren van plannen.

Elk jaar kiezen wij een thema, dat als een rode draad door onze activiteiten loopt. 2014 Was het jaar

van de duurzaamheid. Dat is meer dan alleen het scheiden van afval en het licht uitdoen wanneer we

weggaan. Het betekent ook op een goede, respectvolle manier omgaan met elkaar en met onze leef- en

werkomgeving. Het is de basis van onze manier van organiseren: niet ad-hoc, maar planmatig en

gericht op de toekomst. Een thema dat niet in een jaar gerealiseerd zal zijn, maar waar we een start

mee hebben gemaakt.

Het thema duurzaamheid is niet voor niets gekozen. Na het aanbrengen van focus in 2011, het

organiseren van werk in 2012 en de juiste mensen op de juiste plek krijgen in 2013 was het tijd om

onze groene identiteit meer te laten zien. Met deze logische lijn, die in 2015 wordt doorgezet met

aandacht voor continuïteit in ontwikkeling, kunnen we gestelde doelen halen en goed onderwijs geven.

Kernwaarden en pijlers

Respect, in nauwe relatie met ons groene karakter,

is de kernwaarde van De Groene Welle. Leerlingen,

studenten, medewerkers en andere

samenwerkingspartners hebben respect voor

zichzelf en hun individuele mogelijkheden, respect

voor elkaar en respect voor hun school- en

werkomgeving.

Binnen De Groene Welle staan drie pijlers centraal:

ondernemerschap, vakmanschap en samenwerking. Alle activiteiten die we uitvoeren koppelen we aan

één van deze pijlers. Zo zijn alle doelstellingen en activiteiten van De Groene Welle herkenbaar en

dragen ze bij aan een grotere samenhang tussen de activiteiten. De gekozen pijlers passen bij onze


11

medewerkers en studenten, ze geven focus en energie en sluiten goed aan bij ons onderwijs. Het

beeldmerk maakt in een oogopslag helder wat onze strategie, kernwaarden en pijlers zijn.

Kernactiviteiten

In 2014 volgden 446 leerlingen een vo-opleiding (vmbo en Het Groene Lyceum) bij De Groene Welle in

Zwolle. In samenwerking met het Vechtdal College bieden wij ook vmbo-groen aan in Hardenberg. In

schooljaar 2014/2015 zaten er 7 leerlingen in klas drie en 30 leerlingen in klas 4.

In het mbo stonden in 2014 1244 studenten ingeschreven. Het team Cursusonderwijs en

Contractactiviteiten heeft voor circa 1500 personen op de commerciële markt een bijscholing of cursus

georganiseerd. Het onderwijs wordt gegeven vanuit de locaties Zwolle en Hardenberg. In de bijlage

staat het overzicht van opleidingen in 2014.

Juridische structuur

De Groene Welle is een samenwerkingsschool op basis van samenwerking tussen het openbaar,

algemeen bijzonder en protestants-christelijk onderwijs. De rechtspersoonlijkheid van De Groene Welle

is een stichtingsvorm met de naam Stichting Agrarisch Opleidings Centrum de Groene Welle. De

stichting is opgericht in 1991 en is gevestigd in Zwolle. Aan de stichting is een tweetal partijen

verbonden: het commanditaire vennootschap LOC Hardenberg en de Stichting Leerbedrijven. Deze

laatste maakt het mogelijk dat studenten activiteiten kunnen uitvoeren, bijvoorbeeld op het vlak van

ondernemen.

Organisatiestructuur

De Groene Welle wordt bestuurd door mw. F.W. Hengeveld,

voorzitter College van Bestuur. In 2014 is gewerkt met een

directieteam bestaande uit de voorzitter College van Bestuur

(voorzitter directieteam), directeur vo/mbo en directeur

stafdiensten. Deze directeuren geven leiding aan hun MT

(managementteam) bestaande uit de directeur en de

teamleiders.

Binnen het vo is er sprake van twee teams, het mbo kent vier

teams en binnen de stafdiensten zijn er twee teams actief. De

teamleider is hiërarchisch verantwoordelijk voor zijn/haar

team. Stafmedewerkers leveren een bijdrage aan de

strategische doelen van de organisatie op het terrein van

kwaliteit, innovatie, marketing en communicatie,

internationalisering, personeel en organisatie, en

zorg/leerlingbegeleiding.

Binnen De Groene Welle werken we ook met vaksecties en sterrolhoudergroepen. De laatste groepen

bespreken onderwerpen die gelden voor de gehele organisatie, bijvoorbeeld zorg en begeleiding,

internationalisering en marketing en communicatie. De sterrolhouders zorgen er voor dat hun

onderwerp goed verankerd wordt in hun team. Ook vormen ze de verbinding tussen de teams en de

organisatie/staf. Vaksecties zijn verantwoordelijk voor de inhoud van het onderwijs en de innovatie die

gekoppeld is aan de beroepen waarvoor wij opleiden. Vanuit de vaksecties zijn er verbindingen naar

docenten in andere AOC’s van onze samenwerkingspartners in 4Groen en naar het bedrijfsleven.

Bestuurs- en vestigingsniveau

We werken met twee uitvoeringslocaties, die vallen onder één directeur. Op deze manier is er geen

onderscheid tussen bestuurs- en vestigingsniveau. Alle opleidingen en vestigingen werken volgens

dezelfde afspraken en binnen dezelfde kaders. Op beide locaties wordt onderwijs verzorgd. In de


12

vaksecties zijn mensen vanuit beide locaties actief. De teamleider, verantwoordelijk voor het team in

Hardenberg is ook verantwoordelijk voor de locatie en de externe contacten met bijvoorbeeld het Alfa

College en het Vechtdal College.

In 2014 hebben we de herijking van de organisatiestructuur en de werking van teams, vaksecties en

sterrolhoudergroepen geëvalueerd. Met een aantal kleine verbeteringen, zoals het formuleren van

concrete opdrachten voor sterrolhoudersgroepen en uitgave van een flyer met de beschrijving van de

verschillende rollen in de organisatie, kunnen we verder werken aan onze gestelde (organisatie)doelen.

Cursusonderwijs en contractactiviteiten

Binnen Cursusonderwijs en contractactiviteiten (C&C) van De Groene Welle worden activiteiten

aangeboden op het gebied van opleidingen en cursussen voor particulieren en bedrijven in de groene

sector. De gerealiseerde omzet in 2014 bedroeg ca. € 335.000,-. Een lichte daling van ca. € 10.000,-

ten opzichte van 2013. In 2014 is net als in 2013 nadrukkelijk gekeken naar het efficiënter inzetten van

personeel binnen C&C. Een efficiëntieslag hebben we gemaakt door gebruik te maken een nieuw

softwaresysteem voor de cursusadministratie en door efficiëntere inzet van medewerkers bij

cursusactiviteiten. Mede als gevolg van deze acties zijn in 2014 beduidend minder kosten gemaakt,

waardoor het nettoresultaat € 70.000,- bedraagt. Het totaal aantal cursisten dat in 2014 deelnam aan

een activiteit van C&C was circa 1500. Dit is vergelijkbaar met het aantal van 2013. Gezien de

economische situatie een resultaat waar we met voldoening op terugkijken.

Resultaat doelstelling 2014 Doelen voor 2015 en verder

In 2014 zal het softwaresysteem verder worden

geïmplementeerd

Het softwaresysteem voor de cursusadministratie

werkt en draait. Voor 2015 is het de bedoeling het uit

te bouwen, zodat onze adviseurs notities rechtstreeks

in het systeem kunnen noteren.

We blijven investeren in het adviseursteam. Dat de

ontwikkelde werkwijze daadwerkelijk vruchten begint

af te werpen, rechtvaardigt de werkwijze en

continuering. Als organisatie vinden we het belangrijk

om deze activiteiten voor het werkveld aan te blijven

bieden, naast het reguliere onderwijsaanbod.

Het adviseurswerk is een blijvend aandachtspunt.

Adviseurs bevinden zich regelmatig in een

spanningsveld tussen reguliere onderwijsactiviteiten,

cursusactiviteiten en adviseurswerk.

Inspelen op de ontwikkeling rondom het rijbewijs

trekker rijden. Waarschijnlijk zal vanaf januari 2015

het CBR de afname van examens trekker rijden

overnemen. Hierdoor ontstaat een nieuwe markt: het

aanbieden van rijlessen voor de trekker. Binnen

4Groen wordt dit gezamenlijk opgepakt en uitgewerkt.

De invoering van het trekker rijbewijs is uitgesteld

naar 1 juli 2015. Binnen 4Groen zal geen gezamenlijke

oplossing komen. In 2015 zal De Groene Welle haar

eigen positie in dit dossier moeten bepalen.

Landelijk wordt gekeken naar samenwerking tussen

afdelingen cursusonderwijs met betrekking tot een

Leven Lang Leren in drie sectoren: Groene Ruimte,

Teelt en Food. Voor De Groene Welle zal vooral

Groene Ruimte interessant zijn.

Met de cursusafdeling van AOC Oost worden de

mogelijkheden onderzocht om bij bepaalde

standaardcursussen samen te werken in de uitvoering.

Huisvesting

De Groene Welle kent twee locaties met mooie gebouwen, die zorgen voor een aangename werken

leeromgeving. In Hardenberg zit onze locatie in het LOC+, waarvan wij samen met een aantal partijen

eigenaar zijn. Het onderhoud van deze locatie vindt dan ook plaats vanuit het Stichtingsbestuur, waarin

onze directeur stafdiensten zitting heeft.


13

Voor het onderhoud van de locatie in Zwolle werken wij aan de hand van een meerjaren

onderhoudsplan, dat drie jaar geleden is opgesteld. In 2014 hebben we, conform de jaarplanning,

onder andere het onderhoud aan vloeren en het schilderwerk binnen het gebouw opgepakt. Door

kritischer in te kopen en zelf werkzaamheden uit te voeren zijn alle werkzaamheden binnen het budget

gebleven. In het totaal is in 2014 € 97.361,- aan groot onderhoud uitgegeven.

Daarnaast is voor de komende tien jaar een nieuw groot onderhoudsplan opgesteld. Met dit plan geven

wij richting aan die activiteiten die de komende jaren de aandacht vragen. Denk bijvoorbeeld aan

onderhoud dakbedekking, binnen schilderwerk en reiniging van gevels.

Europees aanbesteden

In 2013 moesten wij formeel weer een traject voor het Europees aanbesteden van het boekenfonds

opstarten. Vanwege de politieke discussie hebben wij destijds, in overleg met de accountant, besloten

het toen bestaande contract nog één jaar door te zetten. In 2014 werd duidelijk dat de politiek geen

veranderingen met betrekking tot de gratis schoolboeken doorvoert. Daarom zijn wij in het najaar 2014

gestart met de Europese aanbesteding van het boekenfonds. Dit traject zal in maart 2015 zijn afgerond.

Nationaal aanbesteden

In het kader van de weten regelgeving passen wij sinds januari 2014 bij grotere aanbestedingen (die

ruimschoots binnen de norm van de Europese aanbesteding blijven) het principe van meervoudige

onderhandse aanbesteding toe. We werken nog aan een formele vastlegging, zodat ook deze vorm van

aanbesteden is gewaarborgd binnen de organisatie.

Toelatingsbeleid en toegankelijkheid

De Groene Welle beoogt voor alle (potentiële) jongeren en volwassenen een passende plek op school te

realiseren. Dit doen wij door ons toelatingsbeleid zo helder en transparant mogelijk te formuleren. Wij

onderscheiden globaal vier fases in de toelatingsprocedures: aanmelding, onderzoek, inschrijving en

plaatsing.

Alle nieuwe leerlingen vo die zich aanmelden krijgen een intakegesprek, waarbij aandacht is voor onder

meer de motivatie voor groen, het niveau, gedrag en omgang met medeleerlingen en docenten.

Iedereen die volgens het onderwijskundig rapport een vmbo-diploma kan halen, kan bij ons een

opleiding volgen. Ook als leerlingen al in de brugklas of in het tweede van het voortgezet onderwijs

zitten, kunnen ze overstappen naar ons vmbo-groen. In 2014 maakten 20 leerlingen na het tweede

leerjaar de overstap naar ons vmbo. Bij de intake van leerlingen werken we met een

aannameprocedure. Op deze manier willen wij zorgen voor een transparante en zorgvuldige toelating.

Ook alle mbo-studenten die zich aanmelden krijgen een intake gesprek. Hierbij is er aandacht voor

onder meer de vooropleiding, het beroepsbeeld, de arbeidsmarktmogelijkheden en de motivatie. Ook

wordt er tijdens de intake bekeken welke (extra) ondersteuning een student nodig heeft om de studie

met succes te kunnen volgen en af te ronden. We kijken dan ook of wij zelf de ondersteuningsbehoefte

kunnen bieden. Wanneer blijkt dat een student niet op de juiste plek terecht gaat komen, kijken we of

er alternatieven zijn binnen onze eigen onderwijsinstelling of daarbuiten. Zo nodig vindt een verlengde

intake plaats.

Wij willen bij de toelating uiteraard zorgvuldig zijn. Daarom besteden wij in ons voorlichtingsmateriaal

ook aandacht aan de procedures en criteria. Daarnaast werken we met een Handboek Intake, waarin

onze procedures en criteria zijn vastgelegd. Dit handboek bespreken we jaarlijks met de collega’s van

de intake. Op onze website kunnen potentiële leerlingen en studenten informatie vinden over onder

andere de arbeidsmarktperspectieven in de regio.


14

Het beste uit jezelf halen

Kwaliteitszorg

In het visiedocument ‘Kaders voor Kwaliteitszorg’ hebben we in 2012 op een rij gezet wat onze visie is

op kwaliteit en op welke manier we de kwaliteit willen borgen. Aan de hand van het visiedocument

stellen we jaarlijks plannen op voor verbetering. In schooljaar 2014/2015 werkten we conform

doelstelling met een standaard format voor het opstellen van de teamplannen. Dit format is opgebouwd

rondom de PDCA-cyclus. De verschillende kolommen binnen ‘Act’ (wie, wat, wanneer) leiden tot meer

SMART-geformuleerde doelen en acties. Naast de teams werken ook sterrolhoudersgroepen met

jaarplannen geënt op de PDCA-cyclus, zodat steeds meer sprake is van een eenduidige en transparante

werkwijze.

In 2014 zijn er weer twee audits gehouden op het gebied van onderwijs. De opleidingen Dierverzorging

en Groen, grond en infra hebben zichzelf onder de loep genomen en zijn hierbij ondersteund door

collega’s van 4Groen. De werkwijze rondom de audits is in 2014 geëvalueerd. Dat heeft geleid tot een

andere aanpak rondom het auditen voor 2015. We werken de komende periode toe naar meer

waarderend auditen, waar we nu nog (volgens het toezichtskader) meer beoordelend auditen. We doen

dit, omdat een team op deze manier zelf een probleem waar ze tegen aan loopt, aan de orde kan

stellen. Ze kunnen dan in gezamenlijkheid met het auditteam kijken naar oorzaken en mogelijke

oplossingen. Het zelf kunnen aangeven van de focus draagt bij aan het kwaliteitsdenken binnen de

teams. Een opleiding mag pas worden geaudit als ze een interne zelfevaluatie hebben uitgevoerd. Het

(regelmatig) uitvoeren van interne zelfevaluaties is echter (nog) geen standaard routine binnen de

opleidingen. Het is de afspraak dat teams in ieder geval eens in de drie jaar een zelfevaluatie uitvoeren,

ondersteund door een 4Groen audit.

De kwaliteitsborging voldoet aan de eisen in het Toezichtskader van de Inspectie. Tijdens het laatste

inspectiebezoek (november 2014) hebben de kwaliteitsborging van drie reeds eerder onderzochte

opleidingen (manager bloembinden, medewerker buitenruimte en vakbekwaam medewerker bos- en

natuurbeheer) en de kwaliteitsborging instellingsbreed een voldoende gekregen. Alleen de

kwaliteitsborging van de opleiding Dierenartsassistent paraveterinair in Hardenberg heeft nog geen

voldoende. De Inspectie zag wel dat er veel zichtbare verbeterprocessen opgestart waren, zoals de

aandacht voor de BPV-bedrijven en het beschrijven van procedures en werkwijzes. Maar de verankering

van processen moet worden verbeterd; de afgesproken werkwijzes en procedures zijn wel beschreven,

maar moeten nog meer gemeengoed worden en dieper in de cultuur van de betrokkenen in het team

worden ingebed.

De opbrengsten van het vo laten zeker een verbetering zien. In 2014 was het slagingspercentage

100%. Hoewel de Inspectie te maken heeft met een vertraging in het publiceren en openbaar maken

van de meest recente gegevens, is deze verbetering tijdens het inspectiebezoek wel door de Inspectie

erkend.


PDCA-cyclus wordt volledig uitgevoerd in teams

voor wat betreft de teamplannen en andere

(onderwijs)projecten. Daardoor wordt weer een stap

op weg gezet naar systematische borging.

Kwaliteitszorg is zichtbaar voor en eigenaar van

medewerkers binnen De Groene Welle. Les- en

cursusevaluatie door studenten is verankerd in de

PDCA-cyclus.

Uitvoeren van interne zelfevaluaties/audits

gekoppeld aan onderwijs en aan de ondersteunende

processen.

Opstellen kwaliteitsafspraken op het gebied van

professionalisering, excellentie, BPV, voortijdig

schoolverlaten, taal en rekenen en studiesucces

Opbrengsten vo laten een verbetering zien. Afnemen audits op het niveau van opleiding (4Groen

audits) en onderwijsklimaat (sociale veiligheid).


15

Kwaliteitsborging voldoet aan de eisen in het

Toezichtskader Inspectie. Laten opstellen van een

realistische planning groot onderhoud voor de

komende drie jaren.

Opleiding Dierenartsassistent Paraveterinair

Hardenberg voldoet aan de eisen uit het Toezichtkader

Inspectie

Onderwijsprestaties

Onze kerntaak is het opleiden van mensen voor een (internationale) groene functie/beroep of

vervolgopleiding in de (groene) onderwijskolom. In alle gevallen nemen ze de kennis, inzichten en

vaardigheden mee, die zij bij ons hebben geleerd. Om voor hen een goede ‘Brug naar het groene leven’

te zijn, moeten wij ons zelf ook ontwikkelen. In 2014 hebben wij op het gebied van onderwijs onder

meer de volgende prestaties geleverd.

Doorontwikkeling vmbo

In 2014 hebben we de doorontwikkeling vmbo afgerond. De basiskwaliteit van ons groene

vmbo-onderwijs is op orde. Zo hebben alle vaksecties PTA’s bijgesteld en aangevuld met een

PTO. Daarnaast zijn de toetsen, inclusief de normering en de cesuur, ten opzichte van 2013

nogmaals aangepast. Het MT vo heeft het advies om minimaal twee keer per schooljaar met

elke vaksectie de ontwikkelingen en vernieuwingen van het vak te bespreken, uitgevoerd en

geëvalueerd. Centraal hierbij staat het sectiejaarplan, dat elke vaksectie ondertussen heeft

gemaakt en als leidraad gebruikt. Het vervolgonderzoek van de Inspectie is in juni 2014 voor

alle vo-niveaus met een voldoende score afgerond. Voor 2015 is het van belang de goede

prestaties en kwaliteit van de examenklassen te handhaven.

Als voorbereiding op de vernieuwing vmbo hebben we in 2014 overleg gehad met vo-

instellingen in Zwolle. Resultaat van dit gesprek is dat we in gezamenlijkheid de keuzedelen in

het vo oppakken en dat De Groene Welle, in principe, (mede) zorg draagt voor de inhoud,

vormgeving en uitvoering van de groene onderdelen.

Vergroten instroom derdejaars vmbo

In 2014 is het wederom gelukt de instroom in klas 3 te vergroten (2013: 16, 2014: 20

leerlingen). Hiermee ontstaat een goede aanvulling op het leerlingenbestand van klas 2. De

determinatie van leerlingen klas 2 is dusdanig dat er een goede doorstroom is en de leerlingen

op het juiste niveau kunnen starten met hun PTA. Doel blijft om de instroom in het derde jaar

nog meer te vergroten.

Start Het Groene Lyceum

In 2014 is een tweede groep leerlingen gestart met Het Groene Lyceum, waarmee we

leerlingen die goede scores halen op toetsen een (blijvend groen) alternatief bieden voor een

snelle route naar het hbo. Na de voorbereidingen in 2012 is het vervolg van de ontwikkeling

van de tweede klas voortvarend opgepakt: kaders rondom het onderwijsprogramma zijn

uitgewerkt en beschikbaar voor zowel klas 1 en 2 en ook de lesurentabel voor klas 3 is

vastgesteld. De intern geworven docenten zijn inmiddels ingewerkt en blijven allemaal lesgeven

aan leerlingen in klas 1 en 2. In augustus 2014 is er wederom een nieuwe groep leerlingen

gestart; een groep die voor het grootste deel het lesmateriaal op de Ipad krijgen aangeboden.

Het komende jaar zal blijken of Het Groene Lyceum aanslaat. We werken dat jaar ook aan Het

Groene Lyceum nieuwe stijl, waarin we samen met andere zes AOC’s een invulling geven aan

dit onderwijs voor slimme doeners in de zogenaamde Technologieroute (experiment

doorlopende leerlijnen).

Binnen Het Groene Lyceum is ook een start gemaakt met het project Ecoschool. Ecoschool is

het internationale keurmerk voor duurzame scholen om gezamenlijk te werken aan een


16

duurzame schoolomgeving. Het project wordt opgepakt en uitgevoerd door leerlingen van Het

Groene Lyceum. Aan de hand van een zevenstappen plan werken zij verschillende actiepunten

uit rondom water, energie, afval. Ook monitoren zij de gewenste effecten. Doel is om

stapsgewijs in aanmerking te komen voor het keurmerk.

Leerlijnenmodel en onderwijsconcept

In 2014 zijn de contouren zichtbaar van het leerlijnenmodel De Groene Welle en is een

onderwijsconcept ontwikkeld, waarin de verschillende contexten voor studenten uitgangspunt

zijn: Leren in School, Leren in Bedrijf (BPV) en Leren in de Praktijk. Vanuit dit concept hebben

we vanaf augustus 2014 voldoende onderwijstijd op een motiverende manier kunnen

realiseren. In 2015 zal er een evaluatie van vooral Leren in de Praktijk plaatsvinden en zal deze

vorm van leren opnieuw een plek krijgen in de lesurentabel.

Met het leerlijnenmodel als uitgangspunt, wordt ook gewerkt aan een visiedocument en plan

van aanpak rond onderwijs en ICT. Hierin staat beschreven hoe we met ICT willen omgaan in

ons onderwijs en welke ELO (elektronische leeromgeving) het beste bij ons past. Dit

visiedocument sluit ook aan bij de ontwikkelingen tot 2020. De sterrolhouders Onderwijs en ICT

zijn nauw betrokken bij dit traject; voor de keuze van een ELO is een tijdelijke aparte

stuurgroep geformeerd.

Intensivering en verkorting mbo-opleidingen

In augustus 2014 zijn alle vierjarige mbo-opleidingen (behalve Dierenartsassistent

paraveterinair) verkort tot drie jaar. Compacte én intensieve opleidingen zijn aantrekkelijker

voor studenten en vormen daarmee een goed alternatief voor de ‘havo-route’. Leerlingen

kunnen eerder aan de slag of vlot doorstromen naar het hbo, terwijl ze in vergelijking met de

oude vierjarige opleidingen hetzelfde leren. De intensivering heeft geleid tot forse uitbreiding

van het aantal lessen in de eerste klas. Ook is het stageplan voor de eerste klas aangepakt en

heeft het inpassen van de zogenaamde LiP-opdrachten (Leren in de Praktijk) plaatsgevonden.


We blijven werken aan de verhoging van de

instroom vo (inclusief Groen Lyceum) en streven naar

435 leerlingen in 2015.

We blijven werken aan de verhoging van de instroom

vo (inclusief Groen Lyceum) en streven naar 480

leerlingen in 2015

We starten met een tweede eerste klas van 20

leerlingen in Het Groene Lyceum. We starten met een derde lichting van 20 leerlingen

in Het Groene Lyceum. In 2016 moeten minimaal 80

leerlingen Het Groene Lyceum volgen.

In 2014 richten we ons op de professionalisering

van docenten in het werken met digitale

hulpmiddelen. Ook zullen we leeractiviteiten van het

mbo inpassen in de tweede klas van Het Groene

Lyceum. Daarnaast gaan we de samenwerking aan

met de andere lycea in Nederland om van Het Groene

Lyceum een sterk merk te maken.

In 2015 blijven we ons richten op de

professionalisering van docenten in het werken met

digitale hulpmiddelen. Het document OIDS (opleiden

in de school) is ontwikkeld en zal als leidraad in 2015

praktisch uitgewerkt worden.

Invoering van verkorting en intensivering mbo

vanaf augustus 2014.

We werken aan een systeem dat de onderwijstijd

snel en eenvoudig inzichtelijk maakt. Op deze

manier kunnen we bij eventuele afwijkingen tijdig

ingrijpen.

De sterrolhoudergroepen beter neerzetten en

effectief laten werken in de schakelrol naar teams. We werken aan een constante instroom in het mbo.

Vaksecties over de locaties heen faciliteren om zich

te ontwikkelen.


17

Onderwijskundige en onderwijs programmatische zaken

Om ons onderwijs goed te kunnen faciliteren en studenten op een juiste manier te begeleiden naar een

vervolgtraject hebben we in 2014 verschillende activiteiten uitgevoerd. Hierbij de belangrijkste op een

rij.

Taal en rekenen

Wij streven er naar dat al onze mbo-studenten bij diplomering beschikken over het vereiste

beheersingsniveau taal en rekenen. Dit doen we onder andere door goede faciliteiten te

organiseren op dit vlak. Zo krijgen alle studenten bij aanvang van het schooljaar een nulmeting

en worden ze gedurende hun opleiding, gevolgd in hun ontwikkeling. Daarnaast werken we met

het drieslagstelsel (reguliere lessen, extra ondersteuningslessen voor taal- en/of rekenzwakke

studenten en Remedial Teaching) en delen we studenten in op niveaugroepen. Vooral door het

aanbod van zogenaamde ondersteuningslessen, gegeven door één persoon, ontstaat er rust en

regelmaat in de te behandelen thema’s. De examinering is per september 2013 van start

gegaan en in het najaar 2015 zal een volgende uitgebreide evaluatie worden georganiseerd.

Door het afnemen van methode-onafhankelijke toetsen in het vo (CITO-VAS) is de voortgang

van de studieresultaten op het gebied van Nederlands, Engels en rekenvaardigheden in beeld

gebracht. Het inroosteren van het vakgebied ‘rekenvaardigheden’ begint zijn vruchten af te

werpen; leerlingen oefenen meer en consequenter dan voorheen en maken de CITO-VAS

toetsen consciëntieus.


Continu blijven werken aan passend taal- en

rekenonderwijs, met voldoende uitdaging en

differentiatiemogelijkheden om zo de motivatie van

studenten te verhogen en het beheersingsniveau te

verbeteren.

Continu blijven werken aan passend taal- en

rekenonderwijs, met voldoende uitdaging en

differentiatiemogelijkheden om zo de motivatie van

studenten te verhogen, het beheersingsniveau te

verbeteren en onze diplomaresultaten op niveau te

houden.

Professionalisering docenten, door het aanbieden

van een cursus rondom didactiek en pedagogiek. Met

behulp van ‘de vijf rollen van de leraar’ worden

lessituaties uitgespeeld, geëvalueerd en vindt intervisie

plaats.

Professionalisering docenten door een cursus rondom

didactiek en pedagogiek aan te bieden. Om vervolgens

in 2015 ook de te gebruiken ICT vaardigheden onder

de aandacht te brengen bij medewerkers. Hierbij

wordt ook Learning on the Job mede ingezet.

Blijven organiseren van gedifferentieerde lessen. Vervolmaking van het studentenvolgsysteem op basis

van nulmeting met verfijnde toewijzing naar

ondersteuning en Remedial Teaching.

Vervolmaking van het studentenvolgsysteem op

basis van nulmeting met verfijnde toewijzing naar

ondersteuning en Remedial Teaching.

Resultatenbeheer en roostering

In 2014 is Magister verder doorontwikkeld op het vlak van resultatenbeheer. Ook hebben we

Qlikview verder uitgebreid tot een interessante analyse box. Het doel was om voor het einde

van het jaar iedere teamleider in Qlikview de onderwijsresultaten van zijn opleidingen te

kunnen laten zien. Dat is gerealiseerd en doorontwikkeld. Het uitleveren van overzichtelijke

(voortgangs)rapporten van studieresultaten voor leerlingen/studenten vanuit Magister bleef in

2014 lastig en is in ontwikkeling. Vanuit onderwijsteams zullen keuzes ten aanzien van toetsen

moeten worden gemaakt, die organisatie breed moeten worden gevolgd. Systemen werken bij

de gratie van de input die geleverd wordt.


18


Verder vormgeven van de organisatie voor de

uitvoering van het onderwijs, zoals basissystemen

voor cijferverwerking en roostering en verbetering

van onderlinge communicatie.

Verder vormgeven van de organisatie voor de

uitvoering van het onderwijs, zoals basissystemen

voor cijferverwerking en roostering en verbetering

van onderlinge communicatie.

Standaardisering om efficiënt te kunnen werken,

ook als er in de toekomst minder middelen zijn. Standaardisering om efficiënt te kunnen werken, ook

als er in de toekomst minder middelen zijn.

Expertise en specialisme bij teamleiders op het vlak

van resultaten en onderwijskundig leiderschap blijven

ontwikkelen

Onderwijskundig leiderschap bij teamleiders blijven

ontwikkelen

Verbeterde analyse van informatie door de

koppeling van Magister naar Qlikview.

We werken aan een systeem dat de onderwijstijd snel en eenvoudig inzichtelijk maakt. Op deze manier kunnen we bij eventuele afwijkingen tijdig ingrijpen.

Onderwijstijd

In 2014 heeft De Groene Welle stappen genomen op het gebied van de onderwijstijd. We werken

volgens het wettelijk kader, waarbij we medewerkers en leerlingen duidelijk maken wat het aantal uren

BOT (Begeleide Onderwijstijd) per leerjaar is en het aantal uren BPV dat moeten worden gevolgd. Wij

vullen de BOT tijd met twee leervormen: Leren in school (LiS) en het Leren in Praktijk (LiP). De Groene

Welle kiest er voor om 10% boven op de wettelijke norm rondom de BOT tijd in te roosteren. We doen

dit om de effecten op te vangen van lesuitval door weersomstandigheden, ziekte en of feestdagen.

Voor de BPV rekenen we geen opslag. Dat betekent dat de student bij uitval van BPV-uren of dagen in

overleg met het bedrijf de BPV moet inhalen.

Overigens voldeden alle opleidingen vo en mbo aan de wettelijke urennorm en bijbehorende

onderwijstijd.

Klachtenbehandeling en incidenten

Binnen De Groene Welle is de directiesecretaris verantwoordelijk voor de klachtenprocedure. Zij zorgt

ervoor dat de klacht bij de juiste persoon wordt neergelegd en dat de klacht binnen de afgesproken

periode wordt afgehandeld. De Groene Welle werkt met een interne klachtencommissie, die toezicht

houdt op de zorgvuldigheid van afhandeling en uitspraken doet over de inhoud. Het Deltion College

staat ons bij met hun externe klachtencommissie in situaties die om een externe partij vragen.

In 2014 is het aantal interne klachten ten opzichte van 2013 stabiel gebleven. Voor de klachten en

vragen is door betrokken collega’s in goed overleg en naar tevredenheid een oplossing geboden. Er zijn

geen klachten voorgelegd aan de externe klachtencommissie. Ook via de on-line ‘Ombudslijn MBO’ zijn

in 2014 geen klachten binnen gekomen. De klachtenprocedure heeft een plek gekregen op onze

website en intranet. In 2015 vragen wij middels een online-campagne aandacht voor het onderwerp.


Klachtenprocedure inzichtelijker maken voor interne

doelgroepen door deze ook op intranet te plaatsen.

Aan het begin van het schooljaar middels een online-

campagne aandacht vragen voor het onderwerp.

Aan het begin van het schooljaar middels een online-

campagne aandacht vragen voor het onderwerp.

Blijven realiseren dat klachten kansen zijn om te

verbeteren en hier in de communicatie richting

betrokkenen ook op blijven wijzen.

Blijven realiseren dat klachten kansen zijn om te

verbeteren en hier in de communicatie richting

betrokkenen ook op blijven wijzen.

Klachten analyseren en verbeteren/of

preventiemaatregelen communiceren aan alle

mogelijke betrokkenen.


19

Overzicht klachten en incidenten 2014

Afdeling Locatie Soort klacht/incident Relatie Aantal Afgehandeld Extern vo

Zwolle Overtreding gedragscode Leerlingen Enkele Ja 0

Zwolle Benadeling tijdens centrale

examens

Leerling 1 Ja 0

Zwolle Pestgedrag / traumatische

ervaringen Oud-leerling 1 Loopt nog DAS

mbo

Zwolle Aannameprocedure / Geen 1

Ja, via com.

Gelijke

behandeling

Zwolle Klacht herkansing toetsen Student 1 ja 0

Totaal 5

Aantal leerlingen en studenten

In 2014 stonden 446 leerlingen ingeschreven bij het vo; hiermee is onze doelstelling van minimaal 415

leerlingen gehaald. In Het Groene Lyceum zijn we gestart met 21 leerlingen. Het totaal aantal leerlingen

binnen Het Groene Lyceum ligt nu op 39, vier meer dan het gewenste aantal.

Het aantal mbo-studenten (BOL en BBL) in 2014 was 1244 (absolute aantallen); 31 studenten stonden

ingeschreven als symbiose leerling. Hiermee hebben we de doelstelling van 1340 studenten (absolute

aantallen) niet behaald. De daling in aantal studenten mbo verklaren wij doordat minder studenten zich

inschreven voor een BBL-opleiding als gevolg van de economische crisis.

Wanneer we kijken naar het gewogen gemiddelde (gewogen is BOL= 1; BBL= 0,5) dan blijven we ook

iets achter bij de prognose. We streefden naar 1150, maar realiseerden 1105. Het verschil van 45

studenten komt door de terugloop in de BBL, die niet door toename in de BOL wordt gecompenseerd.

We richten ons in 2015 op lichte groei in het gewogen gemiddelde. De eerste tekenen zijn hoopvol; de

voorlichtingsavonden en Open dagen voor het seizoen 2015/2016 zijn inmiddels goed bezocht.


In 2014 hebben zich minimaal 415 leerlingen

ingeschreven bij het groene vo. Het aantal leerlingen

dat Het Groene Lyceum volgt is 35.

In 2015 staan 435 leerlingen ingeschreven bij het vo

(vmbo en Het Groene Lyceum). Het aantal leerlingen

dat Het Groene Lyceum volgt is 60.

In 2014 hebben meer dan 1153 studenten zich

ingeschreven bij het mbo, waarbij we uitgaan van

zogenaamde gewogen deelnemers en niet, van de in

het Strategische uitvoeringsplan genoemde, absolute

aantallen.

In 2015 hebben 1160 studenten zich ingeschreven bij

het mbo. Hierbij gaan we uit van zogenaamde

gewogen deelnemers.


20

Opbrengsten vmbo

Het aantal gediplomeerde vmbo’ers ligt in 2014 hoger dan vorig jaar, namelijk 100% vs. 98,2%. De

stijging zit in het resultaat van de diploma’s Kaderberoepsgerichte Leerweg (KB) en de Theoretische

Leerweg (TL); deze laten een relatief grote stijging zien. De resultaten maken de doelstelling voor 2014

waar: de resultaten in 2014 stijgen uit boven de landelijke gemiddelden.

In 2014 is hard ingezet op het verkleinen van het verschil tussen Centraal Eindexamen (CE) en de

School Examens (SE). Ook is ingezet op het verhogen van het gemiddelde cijfer van het Centraal

Eindexamen. Zo hebben we de examenresultaten en de Wolfrapportages besproken met de vaksecties

en de individuele docenten. De gemaakte afspraken zijn opgenomen in de vakwerkplannen en gaan

onder meer over extra lessen voor vakken en maatregelen voor leerlingen die achterblijven in resultaat.

Denk hierbij aan het oefenen van examenopgaven en het opnemen van examenopgaven in de

schoolexamens. De vaksecties zijn als geheel verantwoordelijk voor de resultaten en de doorlopende

leerlijnen. Alle acties worden vastgelegd in het sectiejaarplan en tenminste twee keer per jaar spreekt

iedere vaksectie met het MT.

De inspanningen hebben wel hun vruchten afgeworpen. De slagingspercentages in de

kaderberoepsgerichte- en gemengde leerweg zijn toegenomen. De verschillen tussen SE en CE zijn

verder gedaald tot voldoende niveau. De Inspectie heeft geconstateerd dat de kwaliteit van alle

leerwegen op voldoende niveau is gebracht. Een prachtig resultaat van alle inspanningen.


Voor 2013/2014 hopen we op een

slagingspercentage van 93,5%.

Voor 2015 hopen we op een slagingspercentage van

95%.

Voor zowel GL als KB is het verschil tussen CE en SE

binnen de landelijke norm van 0,5. Ook de BB volgt de

landelijke norm. We doen dit door in te zetten op het

periodiek bespreken van de resultaten SE en CE, het

maken van analyses hiervan en het opstellen van

handelingsplannen. Daarnaast blijven we zorgen voor

lesstof en toetsen op goed niveau en blijven leerlingen

de examenopgaven oefenen. We differentiëren in de

klas en brengen alle leerlingen naar hetzelfde

doel/niveau (opbrengstgericht werken).

Voor alle leerwegen blijft het verschil tussen CE en SE

binnen de landelijke norm van 0,5. We doen dit door

in te zetten op het periodiek bespreken van de

resultaten SE en CE, het maken van analyses hiervan

en het opstellen van handelingsplannen. Daarnaast

blijven we zorgen voor lesstof en toetsen op goed

niveau en blijven leerlingen de examenopgaven

oefenen. We differentiëren in de klas en brengen alle

leerlingen naar hetzelfde doel/niveau

(opbrengstgericht werken).

444 380 424 446

1349 1307 1291 1244

42 39 44 31

0

500

1000

1500

2000

2011 2012 2013 2014

Leerlingenaantal

(vmbo, mbo, symbiose)

symbiose

mbo

vmbo

1835

1726 1715 1721

1600

1700

1800

1900

2011 2012 2013 2014

Leerlingenaantal

(Groene Welle totaal,

absolute aantallen)


21

Overzicht opbrengsten vmbo 2013-2014

Leer

weg1

N Terug-

getrok-

ken

Deel-

nemers

Gezakt Her-

examen

Geslaagden %

geslaagden

‘13/’14

%

geslaagden

‘12/’13

%

geslaagden

‘11/’12

BB 39 0 39 0 6 39 100% 100% 100%

KB 42 0 42 0 2 42 100% 97,4% 90,7%

GL 27 0 27 0 3 27 100% 95,8% 76%

LWT 3 0 3 0 1 3 100% 100% 100%

Ambelt 8 0 8 0 0 8 100% 100% 100%

Totaal 119 0 119 0 12 119 100% 98,2% 91,2%

Overzicht opbrengsten vmbo 2010-2014

2010 2011 2012 2013 2014

N= 96 136 129 111 119

Teruggetrokken 3 2 4 0 0

Deelnemers 93 134 125 111 119

Gezakt 5 11 11 2 0

Herexamen 0 0 0 0 12

Geslaagden 88 123 114 109 119

% Geslaagden 94,6% 91,8% 91,2% 98,2% 100%

Diploma- en jaarresultaat mbo

Uit de gegevens van CFI DUO blijkt dat het jaarresultaat van De Groene Welle structureel hoger ligt dan

het gemiddelde van de vergelijkingsgroep. Ook met het diplomaresultaat scoren we hoger dan

gemiddeld. Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op de definitieve bronfoto’s. Het resultaat is

conform onze doelstelling dat het diploma- en jaarresultaat gelijk of hoger is dan het landelijke cijfer.

Het resultaat van het jaarrendement (77,4%) is ook hoger dan de geformuleerde prestatieafspraak van

73%.

Overzicht diploma- en jaarresultaat (bron CFI DUO)

2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014

eigen

instelling

Verge-

lijkings

groep

eigen

instelling

Verge-

lijkings

groep

eigen

instelling

Verge-

lijkings

groep

eigen

instelling

Verge-

lijkings

groep

Diploma

resultaat 75,5% 72,1% 77,7% 71,6% 79,8% 75,4% 77,9% 75,5%

Jaar

resultaat 73,9% 71,2% 76,8% 71,1% 78,9% 74,7% 77,4% 74,6%

Extern rendement

De Groene Welle wil graag weten wat gediplomeerde leerlingen en studenten gaan doen na hun

diplomering. Wanneer we kijken naar het vmbo dan zien we dat van de 111 leerlingen die in 2014 het

examen vmbo behaalden2, het grootste deel is ingestroomd in een opleiding bij De Groene Welle (39

leerlingen). De opleidingen bij het Deltion College en Landstede scoorden respectievelijk een tweede en

1 BB = basisberoepsgerichte leerweg, KB= kaderberoepsgerichte leerweg, GL = gemengde leerweg, LWT = Leerwerktraject, Ambelt = diplomering leerlingen extern 2 Het aantal eindexamenleerlingen wordt eerder aangegeven als 119. Hier horen echter ook 8 leerlingen bij van de Ambelt. Bij de interne

doorstroom hanteren we alleen leerlingen die bij ons staan ingeschreven.


22

derde plek. De meeste leerlingen die doorstroomden naar De Groene Welle kozen voor een opleiding

binnen dier (18 leerlingen), zoals Dierverzorging, Wildlife en Dierenartsassistent paraveterinair. De

opleidingen binnen groen (Hoveniers, Groenvoorziening en Sportvisacademie) en Vee (Veehouderij en

Groen, grond en infra) scoorden beide 8 leerlingen. De interne doorstroom ligt in 2014 hiermee op

35%, een lichte daling van 5% ten opzichte van vorig jaar. De doorstroom blijft 10% achter bij de

doelstelling van 45%. Reden? We hebben hier nog te weinig actief op ingezet. Maar we verwachten

met Het Groene Lyceum na 2015 een verhoging te realiseren; leerlingen stromen dan natuurlijk door

naar het mbo.

Op dit moment hebben we geen cijfers over de verblijfsduur. Het percentage zittenblijvers wordt nog

niet structureel bijgehouden. De doelstelling is om dit mee te nemen in de ontwikkeling van ons

managementinformatiesysteem en in het nieuwe Strategisch Uitvoeringsplan 2015-2020.

In 2014 hebben we ook het School-Ex uitgevoerd. 93% Van onze eindexamenstudenten heeft

gereageerd. Het aantal mbo-studenten dat doorstroomt naar het hbo was in 2014 9%. Dit percentage

ligt onder onze doelstelling van 12%. We zijn in 2014 gestart met het ontwikkelen van beleid rondom

loopbaanbegeleiding en doorstroom. De implementatie hiervan is gestart met ingang van het schooljaar

2014/2015 bij de eerstejaars studenten. De doorlooptijd maakt dat pas in 2017 effecten zichtbaar

worden van deze loopbaanbegeleiding en doorstroom. Naast het aanbieden van het

doorstroomprogramma bieden we geen andere gerichte activiteiten aan en is hierin dus ook geen

verbetering te constateren.


In 2014 realiseren we een interne doorstroom van

45%.

We willen stapsgewijs een interne doorstroom

realiseren van 50% in 2015. Om dit te realiseren

blijven we de komende jaren projecten draaien als

meeloopdagen eigen mbo en gezamenlijke

(internationale) projecten.

Voor 2014 willen we een doorstroom van 12%

realiseren. De doorstroom naar het hbo neemt stapsgewijs toe

naar 15% in 2018. Voor 2015 willen we een hoger

doorstoompercentage realiseren dan in afgelopen jaar.

Overzicht wat mbo-studenten na diplomering gaan doen (School Ex)

‘14 ‘13 ‘12 ‘11

Totaal aantal examendeelnemers 402 378 420 407

Respons 92% 94% 76% 77%

Doorstuderen BBL of BOL eigen AOC

22% 23% 10% 8%

Doorstuderen BOL 14% 15% 3% 5%

Leren en werken (BBL) 10% 8% 5 % 6%

Doorstuderen hbo 9% 9% 8% 6%

Werkend en hebben al een baan 41% 45% 35% 34%

Werkzoekend 16% 15% 6% 9%

Iets anders / weet het nog niet 11% 7% 7% 9%

Niet meegedaan aan school ex 8% 8% 24% 23%


23

Overzicht uitstroom leerlingen vmbo naar vervolgonderwijs Overzicht interne doorstroom vmbo-mbo

Percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters (VSV'ers)

Al enkele jaren spant De Groene Welle zich in om het aantal VSV‘ers te verlagen. Het aantal VSV‘ers

bedroeg in het peiljaar 2005/2006 62. In 2010/2011 waren het er 57, in 2011/2012 44 en in 2012/2013

hadden we 21 VSV’ers. Afgelopen schooljaar 2013/2014 werden 32 VSV’ers genoteerd. Hoewel we te

maken hebben met een absolute stijging van 11 voortijdig schoolverlaters is de relatieve stijging 1% en

blijven we met 2,9% onder het landelijk gemiddelde van 5,7% en binnen onze doelstelling van 52

VSV’ers. Bovendien zijn we ook dit jaar het AOC met het laagste percentage VSV’ers. Sinds de start van

het landelijke project ‘Aanval op de schooluitval’ heeft De Groene Welle haar ambitie gerealiseerd om

het aantal voortijdig schoolverlaters met 20% te reduceren. In het vo zijn de cijfers voor het voortijdig

schoolverlaten stabiel op circa 2%.

We blijven werken aan een zo laag mogelijk percentage VSV’ers. Dit doen we onder andere door een

systematische en uitgebreidere intakeprocedure, grote aandacht voor het ontwikkelen van een

realistisch beroepsbeeld, goede informatie over de arbeidsmarkt, geïntensiveerde begeleiding bij

dreigende uitval en verzuimregistratie. De deelname aan de regionale projecten, zoals het

toekomsttraject en een meelopenmbo.nl, heeft een positieve invloed op de terugdringing van het aantal

VSV‘ers. De bekostiging van deze projecten eindigt in 2015. We moeten dus zorgen voor een

verankering van deze projecten binnen onze organisatie. We hebben hier een start meegemaakt door

de pilot ZZV (Ziekteverzuim als signaal) te initiëren. Frequent en langdurig ziekte kunnen voorboden zijn

van voortijdig schoolverlaten en het is dus belangrijk om hier adequaat op te reageren. Het plan is dat

RMC (op vaste tijdstippen op school is, zodat studenten een gesprek kunnen hebben en docenten

persoonlijk inlichtingen kunnen inwinnen. Door deze intensieve betrokkenheid wordt regelgeving

expliciet uitgevoerd en de verwijzingsmogelijkheden van RMC aan elke deelnemer duidelijk.


We richten ons in 2014 op maximaal 30 VSV’ers3. We richten ons in 2015 op maximaal 30 VSV’ers. We

verwachten namelijk de grens te hebben bereikt in

onze mogelijkheden om voortijdig schoolverlaten tegen

te gaan.

Bepalen op welke manier projecten, zoals

toekomsttraject en meelopenmbo.nl, een vaste plek in

onze organisatie krijgen.

3 In ons strategisch uitvoeringsplan hebben we voor 2014 het aantal VSV’ers gesteld op 52. Gezien de ervaringen van voorgaande jaren hebben we tussentijds onze doelstellingen naar beneden bijgesteld. Dat bleek te ambitieus.

‘14 ‘13 ‘12 ‘11

De Groene Welle 39 44 42 39

Deltion College 29 19 24 30

Landstede 22 19 33 46

Overige 7 8 15 12

Onbekend 0 1 0 2

‘14 ‘13 ‘12 ‘11

groen 8 18 8 15

dier 18 17 18 13

bloem 3 5 6 3

vee 8 2 6 4

plant 1 1 2 0

paard 1 1 2 0


24

Samen staan we sterk

Samenwerking met in- en externe partijen is voor ons een voorwaarde om goed werk te leveren.

Binnen onze organisatie is het (samen)werken in teams de basis. Kennis delen, samen

verantwoordelijkheid nemen en het samen ontwikkelen van beleid zijn aspecten die hierbij een

belangrijke rol spelen. Daarnaast werken we samen met het (regionale) bedrijfsleven aan innovatie.

Uiteraard werken we ook samen met andere scholen en maken we actief deel uit van de groene kolom.

Alleen door samenwerking met deze verschillende partners kunnen wij (onderwijs)activiteiten uitvoeren

en zorgen voor kwalitatief goede opleidingen en vakmensen. Vakmensen waar de (inter-, nationale en

regionale) arbeidsmarkt om vraagt.

Regelingen en projecten

In 2013 heeft De Groene Welle op verzoek van het ministerie van EZ een Meerjaren InvesteringsPlan

(MIP) geschreven. Hierin geven we aan op welke manier wij de komende jaren onze rol als ‘groen

kenniscentrum’ willen inrichten. Belangrijke aspecten zijn de intensivering van samenwerking tussen

onze locaties en tussen vo en mbo en een goede samenwerking tussen de onderwijsinstellingen van

4Groen. Door samen op te trekken, taken en kennis te (ver)delen en samen onderwijs te ontwikkelen

kunnen we onze maatschappelijke rol goed vervullen. Samenwerking met het bedrijfsleven speelt bij

alle teams een rol.

Conform onze doelstelling in het strategisch uitvoeringsplan waren we in 2014 actief op de vier

terreinen genoemd in het MIP, namelijk 1) versterking kennisinfrastructuur, 2) doelmatigheid van het

opleidingsaanbod, 3) uitwerken van Leren in de Praktijk (LiP) als onderdeel van ons onderwijsconcept

en 4) inhoudelijke vernieuwing van de opleidingen. Bijlage ‘Besteding aanvullende bijdragen

Investeringsmiddelen 2014 en 2015’ geeft een beeld van de projecten die in dit kader zijn opgepakt.

Ook geven wij hier kort weer wat de resultaten zijn geweest. Veel projecten lopen door in 2015 en

2016; de genoemde resultaten zijn dus niet een eindresultaat maar een tussenstand.

De betrokkenheid van externe partijen is in alle projecten belangrijk geweest. Dankzij hun input hebben

studenten projecten en onderzoeken kunnen doen naar onder ander Led verlichting, waterkwaliteit en

hergebruik van materialen. De ‘BIOBASED Economy’, ‘WATER’ en ‘StadsLandbouw’ zijn in ontwikkeling

genomen en de eerste modulen zijn inmiddels gebruikt. Het Meeting Point Noord-Nederland is in 2014

geopend en het bedrijfsleven maakt hier volop gebruik van. Zo zijn er bijeenkomsten geweest met

studenten, docenten en bedrijven zoals Arcadis, Kennispoort regio Zwolle, LTO Glaskracht, Nederlands

genootschap voor Aquacultuur. In het Meeting Point Noord-Nederland zullen de komende jaren

onderwijs en bedrijfsleven nog meer gaan samenwerken aan innovatieve projecten in het groene

domein. Daarnaast zullen projecten als De Groene Karavaan, professionalisering, samenwerking in

4Groen en Leren in de Praktijk verder worden uitgevoerd. Alle activiteiten zijn beschreven in het MIP

2014/2015.

De financiering van de verschillende projecten is de afgelopen jaren sterk veranderd. Dit maakt dat wij

hogere eisen stellen aan de interne projectaanvragen. Zo speelt de vraag van nut en noodzaak een

belangrijke rol en moet er een duidelijke verbinding zijn met de strategische uitvoeringsagenda en

vragen uit de regio. Betrokkenheid van externe partijen is een voorwaarde.


Verder vormgeven van Meeting Point Noord-

Nederland.

Verder vormgeven van Meeting Point Noord-Nederland

Medewerkers en teams verbinden aan

innovatieprojecten uit de MIP. Uitbouw van de internationaliseringsagenda

Samenwerking in 4Groen voortzetten. .


25

Inhoudelijke vernieuwing van programma’s voor

opleidingen invullen. Participeren in de regionale agrofood agenda en bij

activiteiten van de Klimaat Actieve Stad.

Crossovers onderzoeken, waaronder Groen en

Techniek. Verder uitwerken van digitaal leren.

Professionalisering van docenten. Uitbouw van het Leren in de Praktijk.

Internationalisering uitbouwen binnen de gestelde

beleidskaders. Professionalisering van medewerkers.

Groen voor Burgers uitwerken volgens plan. Inhoudelijke vernieuwing van programma’s voor

opleidingen invullen in samenwerking met 4Groen.

Crossovers uitwerken, waaronder Groen en Techniek.

Medezeggenschap

De Groene Welle vindt het belangrijk om te weten wat haar stakeholders bezig houdt, wat ze belangrijk

vinden en waar ze waarde aan hechten. Daarom gaan wij op verschillende manieren met ze in gesprek.

Uiteraard hebben wij de betrokkenheid met stakeholders als medewerkers, studenten en ouders ook

formeel geregeld, conform de Wet op de Ondernemingsraden, aangevuld met specifieke regels voor

onderwijs.

OR

De Ondernemingsraad is in 2014 acht keer bij elkaar gekomen. In deze bijeenkomsten zijn

verschillende onderwerpen aan de orde geweest, zoals begroting, jaarrekening en

vakantieregeling. Daarnaast is er uitgebreid aandacht geschonken aan de OR-verkiezingen. In

de bijlage is het jaarverslag OR opgenomen. Ook voor 2015 houdt de OR actief de vinger aan

de pols en zal ze zich buigen over een andere werkwijze binnen de OR en de vergaderingen,

met als doel om meer organisatiegericht te werken. De OR informeert haar achterban via

intranet over de notulen van alle vergaderingen en organiseert twee keer per jaar een

bijeenkomst over lopende thema’s.

Ouderraad

De ouderraad vo heeft zich volop geconcentreerd op haar taak om een stabiel orgaan te zijn,

waarin ouders als klankbord kunnen optreden. De positief kritische houding van de ouderraad is

door De Groene Welle gewaardeerd. In 2014 is onder andere het pestprotocol verder

uitgewerkt en is de onderwijstijd en lesuitval onder de loep genomen. Ook het thema veiligheid

tijdens de stage en op school waren onderdeel van gesprek en hebben tot verschillende

aanbevelingen geleid. Speerpunt blijft ook de groeiende zorg over uitval van vo-medewerkers

als gevolg van langdurige ziekte. De ouderraad is in 2014 aangevuld met ouders uit het nieuw

gestarte Groene Lyceum. Deze toevoeging is prima en werpt inmiddels zijn vruchten af. Samen

zijn de taken verdeeld en is het specialisme van de verschillende deelnemende ouders

uitgesproken. In 2015 wil de ouderraad vo fungeren als klankbordgroep en wil ze toezicht

houden op goede communicatie naar ouders (schriftelijk en digitaal). Ook wil ze mede vorm

geven aan de invulling van de vrijwillige ouderbijdrage.

Studentenraad mbo

In 2014 waren vijf studenten actief in de studentenraad mbo. De enthousiaste groep had veel

plannen, die helaas lastig te verwezenlijken bleken. Gebrek aan tijd en mogelijkheden om

allemaal bij elkaar te komen waren hier debet aan. Samen met de directeur vo/mbo zijn de

speerpunten voor 2015 opnieuw geformuleerd en zullen in 2015 ook nieuwe studenten voor de

raad worden geworven. Het organiseren van een schoolfeest is gelukt en zal volgend jaar weer

plaatsvinden. Het meedenken over de organisatie van opleidingen en het gesprek over de

school als leefomgeving blijven onderwerp van gesprek.


26

Passend onderwijs: leerlingen- en studentenbegeleiding

2014 Stond in het teken van de invoering van de wet op het Passend Onderwijs. Een speciale

stuurgroep ‘Passend Groen’ heeft advies uitgebracht voor het beleid rondom leerlingen

studentenbegeleiding. Vrijwel alle adviezen zijn opgevolgd, zodat we een goede invoering hebben

kunnen realiseren.

De zorgcoördinator is verantwoordelijk voor de efficiënte uitvoering van de begeleiding. Hij trekt hierbij

op met de sterrolhouders zorg en begeleiding, de leerlingbegeleiders, externe ambulante begeleiders,

schoolmaatschappelijk werkers en orthopedagoog. De ZAT’s (zorgadviesteams) voor vo hebben een

andere naam gekregen; MOT (Multidisciplinair Overlegteam), en leggen nu (in het kader van de

transitie Jeugdzorg) intensief de verbinding tussen school en hulpverlening. Het Samenwerkingsverband

VO 25.05 kreeg in 2014 vaste vorm. Onze school is vertegenwoordigd in de commissie

Toelaatbaarheidsverklaring ten behoeve van leerlingen die worden doorverwezen naar het Speciaal

Onderwijs. Binnen het mbo werken we ook in een zogenaamd Bovenschools ZAT, waarin alle Zwolse

mbo-instellingen en de ketenpartners zijn vertegenwoordigd.

Binnen ons zorgbeleid werken we samen met verschillende instanties en maken we deel uit van een

uitgebreid netwerk dat zich inzet rondom jeugd en gezin. In 2014 is er een eerste verbinding gelegd

met het Sociale Wijkteam Zwolle-Zuid. In het kader van de transitie Jeugdzorg richting gemeente krijgt

de schoolmaatschappelijk werker een intermediërende rol.

Het handelingsplan van individuele leerlingen is ‘omgedoopt’ tot Individueel Ondersteuningsplan (IOP)

met concrete, haalbare doelen (zowel cognitief als sociaal-emotioneel), geformuleerd door school,

leerling en ouders. Met het IOP willen we de betrokkenheid van leerling en ouders vergroten en

concrete en haalbare doelen in beeld brengen. Alle leerlingen/studenten met een verdiepte hulpvraag

hebben recht op een IOP. We evalueren de begeleidingsactiviteiten structureel en houden resultaten

bij. Zo worden de studieresultaten van leerlingen en studenten met extra begeleiding en RT ingevoerd

in Magister.

De extra voorzieningen voor het vo, die zijn doorontwikkeld tot de huidige A-klassen (klas 1,2 en 3),

krijgen vaste vorm. Deze (inmiddels) examenleerlingen krijgen in een kleine setting (maximaal 16

leerlingen) de mogelijkheid een vmbo-traject te doorlopen. In het derde leerjaar is ook begeleiding

gecreëerd voor LWT (Leerwerktraject) leerlingen.

Aan alle vmbo leerlingen (klas 1 en 2) zijn hulplessen Technisch en begrijpend Lezen, spelling en

rekenvaardigheid en Engels aangeboden. In 2014 is de huiswerkklas op de dinsdag- en

donderdagmiddag, bedoeld voor onderbouwleerlingen, goed bezocht. Leerlingen maken graag gebruik

van deze mogelijkheid om huiswerk op school te maken. Opgave is vrijwillig, maar na aanmelding is de

leerling verplicht te verschijnen en de huiswerkopdrachten te laten aftekenen door de begeleider.


Het samenwerkingsverband VO 2305 ontwikkelt

planmatige implementatie van Passend Onderwijs op

regionaal niveau naar aanleiding van de

ondersteuningsprofielen.

Het samenwerkingsverband VO 2305 voert

planmatige implementatie van Passend Onderwijs op

regionaal niveau naar aanleiding van de

ondersteuningsprofielen uit.

Na het opstellen van het ondersteuningsprofiel (vo

en mbo) worden de zorgarrangementen van De

Groene Welle geformuleerd (Ondersteuningsplan) en

uitgevoerd.

De afspraken in het ondersteuningsprofiel (vmbo en

mbo) worden van de Groene Welle uitgevoerd (2014-

2017).

Doorontwikkeling van A klassen. Doorontwikkeling van A klassen (leerjaar 1,2 3 en 4).

Herijken van de samenwerking met ambulante

begeleiding in het kader van Passend Onderwijs. Doorontwikkeling van de Groenplus voorziening voor

alle leerlingen met multi problematiek/huiswerkklas.


27

Maximale kansen bieden voor alle leerlingen (met

of zonder indicatie): doorontwikkeling van de

Groenplus voorziening/huiswerkklas.

Meerjarenplanning (2014/2017) van

professionalisering van docenten met betrekking tot

leerlingen/studenten met een specifieke zorgbehoefte

in het kader van Passend Onderwijs uitvoeren.

Professionalisering van docenten met betrekking

tot leerlingen/studenten met een specifieke

zorgbehoefte in het kader van Passend Onderwijs.

Afspraken in het kader van Passend Onderwijs m.b.t.

mbo uitvoeren. De intakeprocedure opnieuw

aanscherpen; in de ‘verdiepte intake’ moet duidelijk

worden welke begeleiding (licht of zwaar) nodig is.

Uitwerken van het Passend Onderwijs in het mbo.

De intakeprocedure opnieuw aanscherpen; in de

‘verlengde intake’ moet duidelijk worden welke

begeleiding (licht of zwaar) nodig is.

De doorstroomdossiers dienen zo compleet mogelijk

te zijn en indien mogelijk digitaal aangeleverd (OSO

project).Onderzoeksverslagen moeten in het dossier

aanwezig zijn om een label ‘’stoornis’’ toe te kennen

bij Kenmerken in Magister.

De leerling-doorstroomdossiers van de

toeleverende scholen moeten zo compleet mogelijk

zijn. Onderzoeksverslagen moeten in het dossier

aanwezig zijn om een label ‘’stoornis’’ toe te kennen

in Magister.

LOB als preventieve begeleidingsfaciliteit in

begeleiding door coach opnemen

LOB (Loopbaan Begeleiding) inzetten als

preventieve begeleidingsfaciliteit.

Zorg in cijfers

De zorgcijfers vo laten voor 2014 een

stijging zien in het aantal leerlingen met

problematiek ten opzichte van 2013. Ging

het toen nog om 198 leerlingen; in 2014 zijn

het 226 leerlingen.

In 2014 waren er 40 leerlingen die interne-

/aanvullende begeleiding kregen (2013: 42,

2012: 37, 2011:42). 19 Leerlingen hebben

gesprekken gehad met het

schoolmaatschappelijk werk (SMW) en 14

leerlingen zijn besproken in het ZAT (smal

en breed). In 2014 waren er 48 leerlingen

met een zogenaamd rugzakje (LGF). Dit is een

daling van 3 ten opzichte van 2013. 55 Leerlingen vo kregen in 2014 remedial teaching (in de vorm van

deelname aan huiswerkklas).

De zorgcijfers mbo laten voor 2014 een daling

zien. Hadden in 2013 nog 659 studenten een

problematiek; in 2014 is dit aantal gedaald naar

631. In 2014 waren er 73 studenten die interne

/aanvullende begeleiding kregen. 27 Studenten

hebben gesprekken gehad met het

schoolmaatschappelijk werk (SMW) en 13

studenten zijn besproken in het ZAT. In 2014

waren er 67 studenten met een zogenaamd

rugzakje (LGF). 21 Studenten mbo kregen in 2014

remedial teaching (dit aantal is exclusief de

cijfers van de locatie Hardenberg).

Zorg in cijfers - vo

0

50

100

150

200

250

2011 2012 2013 2014

Problematiek

Interne/aanvullendebegeleiding

SMW

Besproken in ZAT

LGF

RT

0

100

200

300

400

500

600

700

2011 2012 2013 2014

Problematiek

Interne/aanvullende begeleiding

SMW

Besproken in ZAT

LGF

Zorg in cijfers - mbo


28

Samenwerking tussen teams

Samenwerking tussen teams is belangrijk voor de organisatie. We faciliteren deze samenwerking door

structureel overleg tussen de teamleiders vo en mbo onderling en de werkwijze met vaksecties en

sterrolhouders. Door de gemêleerde samenstelling van deze laatste twee groepen wordt inbreng vanuit

verschillende teams eenvoudiger en structureler. In 2014 is er door de vorming van een vaksectie

rekenen met docenten vo en mbo een verdere stap naar onderlinge samenwerking gezet. Maar we

realiseren ons dat samenwerking vanuit verschillende culturen tijd nodig heeft en sturing. Daarom

zullen we ook in 2015 hier in de sterrolhoudergroepen en vaksecties aandacht aan besteden en zorgen

voor een effectieve schakelrol naar de teams.

Samenwerking bedrijfsleven

Samenwerking met het bedrijfsleven is belangrijk; dit geeft studenten namelijk de mogelijkheid om

praktijkervaring op te doen. Binnen De Groene Welle zijn collega’s zich er zeer van bewust dat Leren in

Praktijk (en dus in samenwerking met het bedrijfsleven) een belangrijk onderdeel van een opleiding is.

In 2014 hebben alle mbo-opleidingen gewerkt aan het maken van zogenaamde LiP-opdrachten (Leren

in Praktijk); opdrachten die vanuit de praktijk zijn geformuleerd en door studenten projectmatig

uitgewerkt kunnen worden.

Ook de BPV is van belang in de relatie met het bedrijfsleven; school en bedrijf vinden elkaar hierin met

het ‘Leren in Bedrijf’. In 2014 hadden wij bijna 100% matching van erkende BPV-bedrijven en

studenten. Een goede score, die laat zien dat ons werkproces goed loopt.

De samenwerking met het bedrijfsleven is ook belangrijk voor de uitvoering van ons MIP. Binnen de

werkvelden paardenhouderij, groene ruimte (incl. water en aquacultuur), boomteelt, tuinbouw en

multifunctionele landbouw is een groep mensen uit het regionale bedrijfsleven samen met een team

van topdocenten van 4Groen verantwoordelijk voor de invulling van opleidingsprogramma’s op

hoofdlijnen. In 2014 is hard gewerkt aan een invulling voor alle werkvelden (dossiers) in de HKS

(Herziene kwalificatiestructuur mbo).

In 2014 hebben wij actief samengewerkt met bedrijven in de regio Zwolle om te komen tot een

innovatief cluster argofood met een specifieke agenda, die onze keuzes legitimeren. Ook hebben we

een actieve rol in de agrofood agenda van Hardenberg. In 2015 zal de ontwikkelde methodiek van

‘dynamische netwerken’ worden uitgebreid naar bedrijven rond Zwolle.

Samenwerking brancheorganisaties en andere AOC’s/onderwijsinstellingen

De Groene Welle is lid van de MBO raad en de VO raad. De AOC Raad is in 2014 omgebouwd naar een

netwerkorganisatie, waarin wij ook een actieve rol hebben.

In 2014 hebben we samen met het Alfa College in Hardenberg gewerkt aan een mogelijk gezamenlijke

start van groene Entreeopleidingen en is op bestuurlijk niveau de intentie uitgesproken om faciliteiten

beter gezamenlijk te benutten. Zo zullen we in 2015 een gezamenlijke Open dag organiseren en

samenwerken op het gebied van onder meer VSV, rekenen en taaltoetsen. De samenwerking met het

Vechtdal College is verstevigd en het project ‘Samen Slimmer’, een initiatief van De Groene Welle, de

gemeente Hardenberg en zorginstelling Baalderborg krijgt een vervolg. In Zwolle bezocht De Groene

Karavaan verschillende basisscholen met een aantrekkelijk educatief programma voor leerlingen uit

groep 7 en 8.

Binnen 4Groen werken we nauw samen op het gebied van kwaliteitszorg en het afnemen van audits.

We hebben ook gekeken op welke manieren we gezamenlijk kunnen optrekken op het vlak van

opleidingsprogramma’s binnen de nieuwe kwalificatiestructuur, internationalisering en cursus- en

contractonderwijs.


29

In 2014 hebben we gekeken naar de mogelijkheden om onze samenwerking met AOC Oost te

intensiveren op het vlak van onderwijs. De analyse van de Raad van Toezicht over ons

toekomstperspectief (Verbinden door Samenwerken) was het uitgangspunt en verschillende docenten

hebben meegedacht in het traject. De inzichten gebruiken we als input voor ons nieuwe strategische

uitvoeringsplan 2015-2020 en krijgt een vervolg in 2015.

De relatie met Van Hall Larenstein en de Aeresgroep wordt ook belangrijker, onder meer voor de

doorstroom naar hbo. Ook vraagt de Human Capital Agenda voor Natuur en Leefomgeving om een

proactieve houding op strategisch niveau en samenwerking tussen verschillende onderwijsinstellingen.

In de regionale agrofood agenda trekken we samen op met de CAH om de regionale

kennisinfrastructuur te benutten rondom innovatie in de regio.

Op het vlak van bedrijfsvoering hebben we in 2014 samengewerkt het Clusius College; we maken

gebruik van hun controller. Voor Landstede verzorgen we onderwijs in ons gebouw en met het Deltion

College hebben we afspraken over het inhuren van expertise rondom klachtenbehandeling en

aanbestedingen. Sinds 2014 verzorgt het Nordwin College onze salarisadministratie.

Samenwerking Zwolse8

Sinds 2011 werken Hogeschool Windesheim, Katholieke Pabo Zwolle, Gereformeerde Hogeschool,

ARTEZ, Cibap Vakcollege voor Verbeelding, Landstede, Deltion College en De Groene Welle samen in de

Zwolse8. In 2014 heeft deze Zwolse samenwerking een gezamenlijke introductie van Zwolle

geregisseerd en vanuit de werkorganisatie Onderwijs en Ondernemen is gewerkt aan de ontwikkeling

van een gezamenlijk curriculum. Nieuw op de agenda van de Zwolse8 is Educatie als economische

factor in de stad/regio.

Samenwerking in de groene kolom

In de groene beroepskolom werken we samen met De Groene Tafel (AOC’s/HAS/WO), die zorgt voor

belangenbehartiging en sinds 2013 werken we ook samen in diverse Centra voor Innovatief

Vakmanschap (CIV). Deze CIV’s zijn een uitwerking van het Topsectoren beleid. De Groene Welle volgt

de activiteiten van het CIV Agrofood en het CIV Water en is actief in het CIV Tuinbouw en

uitgangsmaterialen. Dit doen we onder andere door invulling te geven aan het Meeting Point Noord

Nederland. In dit kenniscentrum zullen de komende jaren onderwijs en bedrijfsleven samenwerken aan

innovatieve projecten binnen de topsectoren tuinbouw en uitgangsmaterialen. De opening van het

Meeting Point Noord-Nederland vond plaats in 2014. De opbrengsten van de CIV’s gebruiken we om

ons onderwijs te optimaliseren door nieuw ontwikkeld lesmateriaal in te zetten in het onderwijs. Een

combinatie CIV/COE voor natuur en leefomgeving is in ontwikkeling.


30

Vakmanschap is meesterschap

Wij leiden vakmensen op, jong en oud, die (kwalitatief en kwantitatief) voldoen aan de wensen van de

(groene) arbeidsmarkt en die het beste uit zichzelf halen. Vakmensen, met liefde voor hun vak,

intrinsiek gemotiveerd om aan hun ontwikkeling te blijven werken en die energie krijgen van de

resultaten die zij behalen. Om goede vakmensen te kunnen afleveren, moeten onze medewerkers ook

vakmensen zijn. Daarom investeren wij op een planmatige manier in onze medewerkers en onze

medewerkers in zichzelf. Ook stimuleren wij het dubbele vakmanschap van docenten: vakkundig in een

vak en vakkundig als docent.

Aantal medewerkers

In 2014 waren er binnen De Groene Welle 185 medewerkers aan het werk in 148,9 full time equivalent

(fte). We zitten hiermee iets boven de door ons gestelde norm van 143 fte. De voornaamste reden van

deze overschrijding is het groeiende aantal leerlingen en een hoger ziekteverzuim dan verwacht. De

verwachting is dat het aantal fte in 2015 binnen de norm zal komen. Zeker nu we in onze

managementinformatiesysteem Qlickview de personele ontwikkeling per maand volgen, kunnen we

frequenter sturen op de formatie.

Aantal medewerkers Aantal fte’s per 31-12-2014

Aantal

medewerkers 2014 2013 2012

Aantal fte's onbepaalde tijd

bepaalde tijd

Vo 52 51 46 Vo 34,21 7,29

Mbo 91 87 86 Mbo 57,00 9,72

OOP 38 35 33 OOP 27,95 4,93

Directie 4 4 5 algemeen 5,83 2,00

Totaal 185 177 170 Totaal 124,99 23,94

Flexibele formatie

Aandachtspunt blijft de zogenaamde flexibele formatie. Onder de flexibele formatie wordt verstaan,

medewerkers van De Groene Welle met een vast dienstverband en een tijdelijk uitbreiding,

medewerkers die middels een dienstverband voor bepaalde tijd bij ons in dienst zijn, medewerkers die

via een detacheringsbureau bij ons werkzaam zijn en de zogenaamde uitzendkrachten. Ons

formatiebeleid kenmerkt zich door per situatie een afweging te maken van mogelijke risico’s.

Afhankelijk van deze risico’s kiezen we de best passende vorm van een flexibele overeenkomst. Zo zal

bij tijdelijke ziektevervanging altijd de constructie via een uitzendovereenkomst worden ingezet.

Op 31 december 2014 was deze flexibele formatie 15,8% van de totale formatie. Dit ligt iets hoger dan

de minimaal gewenste omvang van 15%. Van dit percentage van 15,8 % is 3,3% in het onderwijs

ondersteunend personeel werkzaam.

Flex formatie in aantal fte

2014 2013 2012

Groene Welle Breed 23,6 17,7 21,8

Mbo 11,5 8,3 11,8

Vo 7,2 6,6 6,9

OOP 4,9 2,8 3,1


31

Leeftijdsopbouw

De gemiddelde medewerker binnen De Groene Welle is 44

jaar en 9 maanden oud. In bijgaande grafiek (stand per 31

december 2014) is te zien hoe de leeftijdsopbouw er meer

in detail uit ziet. Hierbij vertegenwoordigt de roze grafiek

de vrouwelijke medewerkers en de blauwe grafiek de

mannelijke medewerkers.

Dubbel vakmanschap

De Groene Welle wil het vakmanschap van haar docenten

stimuleren. Daarom zijn wij in het voorjaar van 2013

gestart met een traject, waarin wij (nogmaals) hebben

gekeken naar de bevoegdheden van ons docentenkorps. In

het kader hiervan hebben in 2014 alle docenten de training

‘de vijf rollen van de docent’ kunnen volgen. In deze

training wordt nadrukkelijk stil gestaan bij de vijf rollen die een docent in de les en in de relatie met

leerlingen heeft en welk concreet gedrag hierbij past. Daarnaast hebben de leidinggevenden, die directe

leiding geven aan het onderwijsproces, een leergang onderwijskundig en resultaatgericht leiderschap

gevolgd. Ook zijn er door individuele medewerkers verschillende scholingen gevolgd. De kosten van de

scholing bedroeg in 2014 € 118.678,-.

Conform afspraak hebben alle docenten een functioneringsgesprek gehad. Hierin zijn de

professionaliteitsscan en het persoonlijk ontwikkelplan aan de orde gekomen. In het najaar zijn College

van Bestuur en Ondernemingsraad is gesprek gegaan over het introduceren van de zogenaamde

beoordelingsgesprekken. Inmiddels heeft de Ondernemingsraad haar toestemming verleend en treffen

we voorbereidingen om in het najaar van 2015 deze gesprekken te kunnen voeren.

Daarnaast hebben in 2014 drie docenten gebruik gemaakt van de zogenaamde lerarenbeurs. Het aantal

inschrijvingen in het zogenaamde lerarenregister heeft zich het afgelopen jaar gestabiliseerd, maar blijft

achter bij de doelstellingen. Dit komt onder meer door onduidelijkheid over de meerwaarde van het

register en de discussie in de politiek over het lerarenregister. In afwachting van de uitkomsten van

deze discussie formuleren wij rondom het lerarenregister geen nieuwe doelstelling. Wel hebben we ons

aangemeld als pilotschool rondom het ontwikkelen van een lerarenregister, die vanaf 2017 een

belangrijke rol zal spelen in het Nationaal Onderwijs Akkoord.

Ziekteverzuim

Voor 2014 hadden wij de doelstelling om een ziekteverzuim van 5% te realiseren. Dit is niet gelukt; we

realiseerden een verzuimpercentage van 5,57%. Dit echter wel een daling ten opzicht van 2013. Met de

implementatie van een nieuwe personeels- en salarisadministratiesysteem kunnen wij komend jaar nog

beter inzicht krijgen in ons verzuim.

Leeftijdsopbouw De Groene Welle 2014

5,26 4,69

6,495,57

0

2

4

6

8

2011 2012 2013 2014

Voortschrijdend ziekteverzuim jaargemiddeld


32

In het kader van het ziekteverzuim is de meldingsfrequentie ook een belangrijk gegeven. De

meldingsfrequentie geeft het gemiddelde aantal ziekmeldingen per medewerker weer. In 2014 was

binnen de BVE-sector de meldingsfrequentie 1,4. Onze doelstelling voor 2014 was 1,25. We

realiseerden dit met een gemiddeld aantal ziekmeldingen per medewerker van 0,99% (zie ook

onderstaande tabel). De rol van de leidinggevende is hierin erg belangrijk.

De afgelopen twee jaar hebben wij te maken

gekregen met veel langdurig verzuim. Ook in 2014

maakte dit verzuim een groot deel uit van ons

ziekteverzuim. Zoals uit bijgaand overzicht blijkt is

3,03% van ons verzuim langer dan 1 jaar. Hier

liggen meestal niet werk gerelateerde oorzaken aan

ten grondslag.

In 2015 is de doelstelling om een verzuimpercentage

van minder dan 5% te hebben en een meldings-

frequentie van minder dan 1,25.

Arbobeleid

Binnen De Groene Welle werken we met een dagelijks bestuur van de Arbocommissie (bestaande uit

drie leden). Het bestuur is in 2014 vijf keer bij elkaar geweest. De Arbocommissie (bestaande uit acht

leden) heeft twee keer overlegd. In 2014 is er een ontruimingsoefening geweest en hebben we conform

doelstelling een nieuwe Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) voor de locatie Zwolle uit laten voeren.

De resultaten hiervan, zoals betere voorlichting over Arbo aan medewerkers en het updaten van het

ontruimingsplan, verwerken we momenteel in een meerjarig uitvoeringsplan.

Door een Arbo-adviseur van Achmea Vitale is bij drie medewerker een werkplekonderzoek geweest.

Tijdens dit onderzoek heeft de betrokkene tips gekregen om de werkplek ergonomisch verantwoord in

te richten. Doordat de bedrijfsarts spreekuur houdt op onze locatie in Zwolle kan ook sneller op Arbo

technische zaken worden ingespeeld.


Formuleren van een nieuw ontruimingsplan naar

aanleiding aandachtspunten 2013.

Formuleren van een nieuw ontruimingsplan naar

aanleiding aandachtspunten 2014.

Uitvoeren van een nieuwe RI&E voor de locatie

Zwolle. Een meerjarig uitvoeringsplan voor de komende drie

jaar opstellen.

Organiseren van een ontruimingsoefening Jaarplan 2015 opstellen en uitvoeren

Naar aanleiding van de RI&E nieuw meerjarig uitvoeringsplan opstellen en de acties voor 2014 uitvoeren.

Organiseren van een ontruimingsoefening.

BAPO

Sinds 1 augustus 2014 heeft de BVE sector een nieuwe CAO. In deze nieuwe CAO heeft de zogenaamde

BAPO regeling (Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen) plaats gemaakt voor de Regeling


33

Seniorenverlof. Voor alle medewerkers die op het moment van ingaan van de CAO deel namen aan de

oude BAPO regeling zijn de rechten bevroren. Voor nieuwe verzoeken is de Regeling Seniorenverlof,

zoals beschreven staat in de cao, van toepassing. Met het organiseren van spreekuren hebben wij

medewerkers de mogelijkheid gegeven vragen over deze nieuwe regeling te stellen. Hier hebben

slechts drie medewerkers gebruik van gemaakt. Op dit moment maken nog 33 medewerkers (4.1946

fte) gebruik van de oude regeling. Van de nieuwe Regeling Seniorenverlof maken op dit moment nog

geen medewerkers gebruik.

Doelgroepenbeleid

Gezien de samenstelling van de directie en de managementteams heeft De Groene Welle geen specifiek

beleid ontwikkeld op het gebied van benoemen vrouwen in leidinggevende functies. In het kader van de

participatiewetgeving willen wij mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt kansen bieden om

binnen De Groene Welle te werken. In 2014 hebben wij 5 medewerkers ingezet, die met name actief

zijn binnen de onderwijsondersteunende functies. Deze medewerkers assisteren in onderwijssituaties,

maar ook als hulp conciërge of keukenmedewerk(s)ter en voldoen aan de criteria zoals opgesteld in de

participatiewetgeving.

Beëindiging arbeidsovereenkomst

In 2014 hebben 13 medewerkers (met in totaal 8,9 fte) De Groene Welle verlaten. De afgelopen jaren

zien wij een stijging van het aantal medewerkers wat gebruik maakt van het keuzepensioen. Dit is een

gevolg van het ingezette leeftijdsbewuste personeelsbeleid. Wanneer er aanleiding is, wordt met

medewerkers actief het gesprek aangegaan en stellen we de vraag of de medewerker tot zijn

pensioengerechtigde leven werkzaam wil blijven of wellicht eerder zou willen stoppen.

In 2014 is geen ontslagvergoeding uitgekeerd en waren er ook geen onvervulde vacatures.

2014 2013 2012 2011

Reden Aantal mede-werkers

Aantal fte

Aantal medewerkers

Aantal fte


Aantal fte


Aantal fte

Eigen verzoek 4 2,4 0 0,00 7 5,70 2 1,10

FPU 6 4,4 7 5,02 2 1,35 4 3,10

Van rechtswege 0 0,0 4 3,30 5 3,47 2 1,05

Arbeidsongeschikt 1 0,6 1 0,42 0 0,00 1 0,60

Anderzijds/pflex 2 1,5 4 2,44 2 0,91 1 0,80

Wachtgeldverplichtingen

In het kader van het ‘eigen risico’-schap bij werkloosheid is De Groene Welle in geval van werkloosheid

verantwoordelijk voor het begeleiden van medewerkers naar nieuw werk. Daarnaast heeft De Groene

Welle de verplichting de uitkering voor haar rekening te nemen. De verplichting wordt namens De

Groene Welle uitgevoerd door het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) en WW plus

(uitvoeringsorgaan voor bovenwettelijke werkloosheidsregelingen).

Binnen De Groene Welle worden deze acties gecoördineerd vanuit de afdeling HRM (Human Resource

Management). Een extern loopbaanadviesbureau verzorgt voor ons de begeleiding van de medewerker

naar ander werk. Formeel ligt de controle op de uitvoering van de WW en BW bij het UWV en de

werkgever. Voor de werkgever is het lastig relevante informatie te krijgen, zoals informatie over het

voldoen aan sollicitatieverplichting van oud-medewerkers. Een extern bureau ondersteunt ons bij deze

vraagstukken. In totaal hebben in 2014 zes medewerkers gebruik gemaakt van de rechten op een

werkloosheiduitkering en vijf medewerkers van de bovenwettelijke uitkering.


34

Functiemix

Als onderwijsinstelling vallen wij per 1 augustus 2014 onder de CAO mbo en zijn er daarom voor ons

geen landelijke normen voor wat betreft de functiemix vastgesteld. De LC- en LD-docenten zitten vooral

in de leeftijdsgroepen boven de 50 jaar, wat de doorgroei voor jongere docenten lastig maakt.

In 2014 streefden we er naar dat 21% van de docenten in een LC-schaal zat en 11% van de docenten

in de LD- schaal. De overige 68% zit in de LB-schaal. Dit doel is deels gerealiseerd; alleen de LD-schaal

en de LB-schaal blijven achter in de prognose.

Wanneer we inzoomen op de getallen en een splitsing maken tussen het vo en het mbo, blijkt dat het

percentage mbo-docenten met een LC-functie hoger is dan het percentage vo-docenten met een LC-

functie. Dit is te verklaren door de leeftijd van het docentenkorps mbo; zij zijn relatief ouder dan de

docenten van het vo en hebben zich in het kader van hun loopbaan ontwikkeld tot een LC-docent.

Daarnaast zorgen ook (individuele) afspraken uit het verleden ervoor dat het percentage LC-docenten

in het mbo hoger is. Deze situatie was een reden om in 2014 met de Ondernemingsraad in gesprek te

gaan over een nieuw beleid rondom de functiemix. Hoewel het onderwerp een aantal malen op de

agenda van de overlegvergadering heeft gestaan, hebben Ondernemingsraad en directie nog geen

overeenstemming over toekomstig beleid. Wij hopen dit in 2015 te realiseren.

Inschaling medewerkers en personeelslast

De verdeling van functieschalen geeft een beeld van het niveau van de functies die binnen De Groene

Welle aanwezig zijn. Wij houden in het kader van de personeelslast dit overzicht goed in te gaten en

proberen hierop goed te sturen om zo een onvoorziene stijging van de personeelskosten te voorkomen.

Daarnaast geeft de verdeling ons informatie over loopbaanontwikkelingen binnen De Groene Welle. De

inschaling van medewerkers in 2014 geeft het volgende beeld:

0,82 1,31

62,68

16,61 10,34 2,04 4,92 3,41 0,58 6,27 2,46 3,57 2,83 1,64 0,82 1,56 0,820,00

20,0040,0060,0080,00

Inschaling medewerkers


35

Personeelslast

Uit het onderstaande overzicht blijkt de gemiddelde personeelslast per onderdeel binnen De Groene

Welle.

2014 2013 2012 2011 2010

Groene Welle Breed € 67.211 € 65.706 € 64.767 € 62.929 € 60.928

OOP € 60.357 € 61.270 € 61.096 € 59.371 € 57.475

MBO € 70.465 € 69.909 € 66.906 € 65.017 € 62.940

VO € 67.729 € 65.940 € 63.750 € 61.950 € 59.991

Kwaliteit examinering

In 2014 is de examenorganisatie opnieuw ingericht, om taken en verantwoordelijkheden duidelijker te

maken en sneller te kunnen inspelen op lopende zaken. De examenorganisatie bestaat nu uit een

examencommissie, een examenbureau en de werkgroep voorbereiding. De examencommissie is belast

met de vaststelling en verantwoording van de examenprocessen. Het examenbureau houdt zich bezig

met de planning, uitvoering en administratieve verwerking van de examens. De werkgroep

voorbereiding verzorgt de voorbereiding van de onderwerpen voor de examencommissie en richt zich

op lopende zaken en afhandeling hiervan. Daarnaast werkt ze aan de ontwikkeling van beleid en de

inrichting van werkprocessen. De examencommissie is in 2014 vijf keer bij elkaar geweest. De

werkgroep voorbereiding komt eens per twee weken bij elkaar. De medewerker kwaliteitszorg houdt

zich bezig met de kwaliteitsborging van examinering. In 2014 waren er geen formele klachten over

examinering.

In 2015 werkt de examenorganisatie aan het opstellen van een handboek Examinering volgens de

procesarchitectuur en wil ze de structuur rondom diplomering verduidelijken. Ook wordt de

professionalisering van de examencommissie opgenomen in de kwaliteitscyclus en wordt de kwaliteit

van afname examenproducten geborgd door steekproefsgewijze bezoek bij de Proeves van

Bekwaamheid (PvB’s) en externe surveillanten bij digitale examens en examens vmbo.

Tevredenheid medewerkers

In het voorjaar 2014 hebben we (in landelijk verband) een medewerkers tevredenheid onderzoek

(MTO) uit laten voeren. Maar

liefst 90,4% van onze

medewerkers heeft aan dit

onderzoek deel genomen. Zij

spraken hun waardering uit over

thema’s zoals bevlogenheid,

betrokkenheid, tevredenheid en

leiderschap.

Onze gegevens kunnen we

eenvoudig spiegelen aan de

landelijke benchmark. De

uitkomsten laten zien dat we (iets) hoger scoren op de thema’s betrokkenheid en leiderschap en (iets)

lager op tevredenheid, rolonduidelijkheid en vitaliteit. De resultaten en uitkomsten zijn inmiddels

geanalyseerd en waar mogelijk hebben we direct actie ondernomen. Zo hebben we een flyer

uitgegeven waarin de verschillende taken en rollen op een rij zijn gezet. Hiermee willen we de

rolduidelijkheid verkleinen. Met een intern onderzoek kijken we hoe we met slimmere administratieve

processen de werkdruk kunnen verkleinen. Uiteraard zijn de resultaten ook per team teruggekoppeld en

zijn de uitkomsten ook in de teamplannen vertaald in concrete actiepunten.


36

Tevredenheid leerlingen en studenten

In 2014 zijn er conform planning verschillende tevredenheidsonderzoeken uitgevoerd onder leerlingen

en studenten. Zo deed het vo mee aan de enquête van het LAKS (Landelijk Aktie Komitee Scholieren)

en sloot het mbo aan bij de JOB Monitor van JOB (Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs).

De vo-leerlingen beoordeelden de school en opleiding met gemiddeld een 7,2. Hoewel er een stijgende

lijn is te zien in de tevredenheid, is de score nog niet conform onze doelstelling van 7,4. Leerlingen

waren in 2014 wel meer tevreden over de begeleiding en vakkundigheid van de docenten, maar gaven

aan dat inspraak en informatie over eindexamens kunnen worden verbeterd. Inmiddels zijn er

verbeterplannen op gesteld, die ook onderdeel uitmaken van de jaarplannen vo. Met deze acties

werken we in 2015 aan een leerling tevredenheid van 7,5.

Uit de JOB Monitor blijkt dat de mbo-studenten De Groene Welle in 2014 gemiddeld waardeerden met

een 6,5. Hoewel we mbo-breed nog niet voldoen aan onze doelstelling van 6,9, behaalden individuele

opleidingen, zoals Dierenartsassistent paraveterinair, de gewenste norm al wel. Aan de hand van de

resultaten uit de JOB Monitor zijn inmiddels verbeterplannen opgesteld, die zich met name richten op

de tevredenheid over lessen, vakken en handelen van docenten. Zo willen we structureel lesevaluaties

gaan uitvoeren. Dat betekent dat studenten door middel van een vragenlijst of een app hun mening

kunnen geven over de kwaliteit van de lessen (onder meer gedrag docent, werkvormen, inhoud). We

hopen met deze acties dat de studenttevredenheid in het mbo in 2015 een 7 is.

Tevredenheid ouders/verzorgers

Conform planning is er in 2014 geen tevredenheidsonderzoek onder ouders/verzorgers van onze

leerlingen en studenten uitgevoerd. In de ouderraad vo is de tevredenheid van ouders wel onderwerp

van gesprek geweest.

Tevredenheid bedrijfsleven

In 2014 stond deelname aan de landelijke BPV Monitor op de planning. Dit landelijke onderzoek naar de

tevredenheid van stage bedrijven geeft ons de mogelijkheid om een benchmark uit te voeren en te zien

hoe wij scoren ten opzichte van andere mbo-instellingen. Het landelijke onderzoek heeft in 2014 echter

niet plaats gevonden. In 2014 hebben we intern wel verschillende onderwerpen rondom de BPV

onderzocht. Zo is er gewerkt aan een BPV handboek met protocollen rondom het stage bezoek en

afspraken rondom frequentie van contact met stage bedrijven. Vanaf najaar 2014 werken alle mbo-

opleidingen conform het BPV handboek en is de werkwijze rondom BPV efficiënter en inzichtelijker. In

2015 willen we aandacht besteden aan de opdrachten in de BPV. Uiteindelijk moet het bedrijfsleven de

kwaliteit van het vakmanschap van onze studenten in 2015 waarderen met een 7. Dit willen we

realiseren door het contact met het bedrijfsleven te intensiveren, ze een partnerrol laten vervullen in

het onderwijs (met name binnen Leren in Bedrijf) en de begeleiding van de stagiair(e) en ook door de

dialoog aan te gaan over ons nieuwe strategische uitvoeringsplan.

Actieplan Focus op vakmanschap

In augustus 2016 gaat de nieuwe kwalificatiestructuur (HKS) van start. De voorbereidingen voor deze

invoering zijn in 2014 gestart met onder meer het bepalen van de onderwijsvisie en het vaststellen van

het daaraan gekoppelde leerlijnenmodel van De Groene Welle. Ook heeft de werkgroep Focus, die zich

bezig houdt met de implementatie van de HKS, geïnventariseerd welke keuzedelen gewenst zijn en op

welke manier we kunnen ondersteunen bij de ontwikkelingen ervan. Via een speciale Focus pagina op

intranet en verschillende (interne) studiedagen zijn medewerkers op de hoogte gehouden en betrokken

bij de ontwikkelingen en is de samenhang van de verschillende onderwijsontwikkelingen geschetst.

Het vooronderzoek (vaststellen van de kaders en visie) is grondig gebeurd en heeft hierdoor meer tijd

gekost dan verwacht. Maar met een goede basis hopen we de vervolgfasen van de invoering HKS

(randvoorwaarden, grof ontwerp, fijn ontwerp en de uiteindelijke implementatie) makkelijker te kunnen


37

doorlopen. In 2015 staat de verdere ontwikkeling van de HKS op het programma en zullen we onder

meer inventariseren wat de mogelijkheden zijn omtrent (digitale) leermiddelen, zoals een ELO

(elektronische leeromgeving), werken we aan uniforme formats voor herprogrammering van onze

opleidingen en kijken we op welke manier we het bedrijfsleven kunnen betrekken bij het maken van

nieuw onderwijs. Heel expliciet is de keuze gemaakt om samen met AOC Oost op te trekken. Het

gezamenlijk werken met Netschool als ELO is hiervan een voorbeeld.

Met ingang van schooljaar 2014/2015 zijn binnen het mbo alle niveau 4 opleidingen teruggebracht naar

drie jaar (behalve Dierenartsassistent paraveterinair). In het kader van deze intensivering hebben we in

2014 aandacht besteed aan LiP (Leren in de Praktijk; een van onze nieuwe leervormen voortvloeiend uit

onze onderwijsvisie). Opleidingen hebben binnen de vastgestelde kaders verschillende nieuwe

opdrachten gemaakt. In de scholing ‘5 rollen van de docent’ is het werken met LiP ook aan de orde

geweest. De komende jaren zullen ook opdrachten worden gemaakt voor hogere leerjaren.

De twee onderwijsontwikkelingen, invoering HKS en intensiveren en verkorten van niveau 4, zijn de

komende jaren doorlopende onderwerpen. We grijpen deze ontwikkelingen aan om een verbeterslag te

maken met ons onderwijs. Dit is een traject voor meerdere jaren en goede begeleiding bij

(her)ontwikkelingen van het onderwijs is noodzakelijk. De projectgroep Focus en de

onderwijsdeskundigen spelen hierin een belangrijke rol. Gezamenlijk kunnen we een goede basis

creëren voor onderwijs dat aansluit bij de studenten en het vervolgonderwijs of arbeidsmarkt.


38

Ondernemerschap

Ondernemerschap komt in al onze opleidingen aan bod en staat voor het zoeken van kansen en

mogelijkheden. Het samenspel tussen een ondernemende houding, het hebben van kennis en het

oefenen van vaardigheden komt in de leersituaties van de opleiding aan bod. Bij het ondernemerschap

kijken we ook over de grenzen. We stimuleren alle studenten om tijdens de opleiding internationale

ervaring op te doen.

Mini-ondernemingen

Het concept ‘Mini-ondernemingen’ dat op dit moment bij verschillende opleidingen wordt ingezet,

bouwen we de komende jaren uit in samenwerking met de andere Zwolse mbo-scholen. In het concept

laten we studenten ervaren wat het betekent om een eigen onderneming te hebben. Studenten

ontwikkelen een ondernemende houding, een gewenste competentie op de arbeidsmarkt. In 2014 was

het concept ‘mini-ondernemingen’ onderdeel van bijna 100% van onze mbo-opleidingen (niveau 4).

Hiermee hebben we onze doelstelling van 90% behaald. We streven er naar dat in 2015 alle mbo-

opleidingen, waar ondernemerschap een rol speelt, met een mini-onderneming werken. Voor andere

opleidingen ontwikkelen we een projectactiviteit waarin de ondernemende houding centraal staat.

Starters ABC

In de regio Zwolle werken alle mbo- en hbo-instellingen samen op het thema ‘ondernemerschap’. Doel

is het stimuleren van startende ondernemers in alle sectoren. In het kader hiervan organiseerden de

onderwijsinstellingen in 2014 het StartersABC, hét startersevent voor studentondernemers. Ook De

Groene Welle was hierbij vertegenwoordigd en heeft met een klein aantal studenten deelgenomen aan

een middag vullend programma rondom zelfstandig ondernemen.

Ondernemerschap en voorgenomen prestaties

Vanwege het uitstel van de ontwikkeling van de beroepsgerichte kwalificatiestructuur maken we met

onze plannen rondom ‘ondernemerschap’ een voorbehoud. We streven er wel naar dat 15% van de

mbo-studenten kiest voor het certificaat ‘Ondernemerschap’, dat na 2016 kan worden gehaald in het

keuzedeel van de opleiding. De voorbereidingen voor dit keuzedeel wordt onder meer binnen de vier

Zwolse mbo-instellingen opgepakt. De werkorganisatie Onderwijs en Ondernemen kijkt samen wat er

mogelijk is. Ondertussen is bij Aequor een breed en smal keuzedeel gericht op ondernemerschap

ontwikkeld.

Burgerschap en loopbaanontwikkeling

In 2014 heeft De Groene Welle verdere stappen gemaakt met de loopbaanbegeleiding (LOB) van

studenten. Het implementatieplan is uitgevoerd en op onderdelen aangepast. Elk onderwijsteam kent

een sterrolhouder LOB, die vraagbaak en expert is op het gebied van loopbaanbegeleiding. Zij hebben

in 2014 een training gevolgd in het voeren van loopbaanreflectiegesprekken; iedereen heeft deze

training met goed resultaat afgesloten. In 2015 verzorgen deze collega’s een training aan alle coaches

van de eerstejaars studenten; de jaren daarna volgen andere collega’s.

Een van de doelen rondom LOB is het verankeren van loopbaanbegeleiding in de curricula van alle

mbo-opleidingen binnen De Groene Welle. LOB moet een integraal onderdeel worden van het

onderwijs. In het kader hiervan zijn er in 2014 LOB lessen geschreven voor de eerstejaars studenten.

Deze lessen worden inmiddels ook al gegeven; alle eerstejaars studenten hebben één lesuur LOB op

het rooster staan. In 2015 worden de LOB lessen voor de tweedejaars studenten opgepakt.

Bij de implementatie en de training hebben we hulp gehad van een externe expert vanuit het LOB

project van de MBO diensten.


39

Internationalisering

De Groene Welle kijkt bij het thema ‘ondernemerschap’ over de grenzen. We stimuleren alle studenten

om tijdens de opleiding internationale ervaring op te doen. Dit kan tijdens een excursie naar het

buitenland, maar uiteraard ook door een internationale stage. Binnen De Groene Welle is elk team zelf

verantwoordelijk voor de internationale programma’s en projecten. Dit houdt in dat het team doelen,

ideeën en wensen ontwikkelt en dat de leden van het team uitvoering geven aan de verschillende

internationale projecten. Het is ook belangrijk dat het team internationaal competente medewerkers

kent; medewerkers, die van tijd tot tijd deelnemen aan studieopdrachten rondom internationale

onderwijsontwikkeling en internationaal innovatief vakmanschap en ondernemerschap.

In het vo gaven medewerkers en leerlingen uitvoer aan activiteiten binnen partnerschapsprojecten zoals

het Comenius project ‘Health is Wealth’. In dit project werken een zevental partnerscholen afkomstig uit

Spanje, Polen, Engeland, Letland, Tsjechië, Turkije en Nederland samen aan de onderwerpen duurzame

voedselproductie, gezond eten, gezond bewegen en gezond leven. Het project wordt binnen het

reguliere lessenaanbod door verschillende leerlingen en docenten voorbereid en uitgewerkt

(internationalisering@home). De communicatie werd voornamelijk uitgevoerd via E-Twinning en E-

Space (internationaal communicatieplatform voor leerlingen en internationale werkruimte voor

docenten). Beide platforms zijn in 2014 verder ontwikkeld.

Binnen het mbo heeft De Groene Welle in 2014 samen met zeven andere AOC’s twee

studentenprojecten internationale BPV en een project voor scholing van medewerkers/docenten

aangevraagd. Daarnaast hebben we in samenwerking met drie andere AOC’s en het Kenniscentrum

Aequor een keuzedeel internationalisering voor de nieuwe kwalificatie structuur ontwikkeld en een

service pakket/leerarrangement internationale competenties uitgewerkt.

In september 2014 hebben we een seminar verzorgd voor mbo-docenten over Europese

onderwijsontwikkelingen en de relatie hiertussen. In november hebben 12 medewerkers deelgenomen

aan de ECVET Experience week. Gedurende vijf dagen kregen ze uitleg over tal van Europese

onderwijsontwikkelingen, het werken met outcome based learning en meaningful learning en het leren

gebruiken van de instrumenten van de EQF, ECVET en EQAVET. Uiteindelijk doel is om de leerplannen

binnen het mbo zo vorm te geven, dat ze passen binnen de Nederlandse en Europese

onderwijsontwikkelingen. Studenten kunnen zo optimaal gebruik maken van studiemobiliteit en (na hun

opleiding van) arbeidsmobiliteit. Deze projecten hebben we samen met AOC Oost en Nordwin

uitgevoerd.


We blijven zelf de verantwoordelijkheid van alle teams met betrekking tot internationale programma’s en projecten bevorderen.

Vaststellen internationaliseringsbeleid

Het mondeling vo-examen Duits wordt in het voorjaar 2014 afgenomen in en met ondersteuning van de docenten van de partnerschool in Duitsland.

Per team vo en mbo een netwerk van partnerscholen en de samenwerking tussen de partnerscholen intensiveren

De opgedane kennis van collega’s die naar het buitenland zijn geweest moeten meer worden gedeeld door het geven van presentaties in hun team. Zo

wordt duidelijk welk voordeel we hebben met de door hen nieuw verworven kennis en ervaringen.

Transparant maken van leerplannen, assessements van de verschillende partnerscholen

Het behalen van een aantal competenties tijdens een I-BPV (internationale BPV) willen we ombuigen naar het volgen van een deel van de opleiding in het buitenland. We werken toe naar een leerovereenkomst met daarin een deel van de opleiding beschreven.

Ontwikkelen van een partnerschapsproject (vo): uitval op school en in de samenleving – ontwikkeling van de ideale Europese school

Herzien van ons beleid inzake Internationalisering in het onderwijs van de toekomst.

Intensiveren rol van de Comenius club en het Comenius team binnen het vo


40

Verdieping van de samenwerking binnen 4Groen om zo eenvoudiger aan grote programma’s mee te

kunnen doen, samen nieuwe opdrachten binnen te halen en gebruik te maken van elkaars sterke kanten. Doel: de kwaliteit van studeren in het buitenland verbeteren.

Ontwikkelen van ECVET Units, Leerarrangementen en Memoranda of Understanding.

Intensivering samenwerking binnen 4Groen om zo eenvoudiger aan grote programma’s mee te kunnen doen, samen nieuwe opdrachten binnen te halen en gebruik te maken van elkaars sterke kanten. Doel: de kwaliteit van studeren in het buitenland verbeteren.

Overzicht aantal mobiliteiten naar het buitenland in het kader van I-BPV of scholing

Mobiliteit Aantal personen met subsidie Leonardo da Vinci

Aantal personen zonder subsidie

‘14 ‘13 ‘12 ‘11 ‘10 ‘14 ‘13 ‘12 ‘11 ‘10

Studenten/leerlingen 38 35 34 34 12 59 89 94 93 72

Medewerkers 18 11 11 1 12 15 1 4 2 9

Overzicht aantal mobiliteiten naar het buitenland in het kader van partnerschapsprojecten

Projecten Partnerschap

Comenius / vmbo Leonardo da Vinci / mbo

‘14 ‘13 ‘12 ‘11 ‘10 ‘14 ‘13 ‘12 ‘11 ’10


Medewerkers 10 10 10 10 10 12 14 18 18 12

Overzicht aantal personen naar Nederland in het kader van mobiliteit (I-BPV en scholing)

Mobiliteit Partnerschapsprojecten

‘14 ‘13 ‘12 ‘11 ’10 ‘14 ‘13 ‘12 ‘11 ‘10


Medewerkers 12 16 12 24 10 20 14 24 38 22

Ontwikkeling Associate degree opleidingen

De CAH (Christelijke Agrarische Hogeschool) organiseert samen met verschillende groene

onderwijsinstellingen Associate degree opleidingen (AD-opleidingen). Deze tweejarige hbo-opleidingen

zijn gericht op Bedrijfskunde (Dronten) en Ondernemerschap (Almere). Met het aanbieden van deze

ondernemende AD-opleidingen kunnen onze studenten hun opleiding vervolgen op niveau 5.

In 2014 hebben alle mbo-instellingen in Overijssel het initiatief genomen om te onderzoeken of er een

Overijsselse AD Academy kan worden gevormd. Bovengenoemde AD’s moeten daar dan ook onderdeel

van uitmaken. De Groene Welle is actief in het ontwikkelen van inhoudelijke, internationale AD

opleidingen gericht op vakmanschap in de bloemensector en aquacultuur. In 2014 is nog geen specifiek

aanbod ontwikkeld. Wel zijn er gesprekken met WUR, Edudelta, Hogeschool Zeeland en Van Hall

Larenstein over de ontwikkeling van een gezamenlijk (internationaal) aanbod rondom vakmanschap en

aquacultuur. De door ons ontwikkelde AD rondom aquacultuur maakt hier dan ook onderdeel van uit.


41

Financieel resultaat, besturing en verwachtingen

In dit deel van ons jaardocument leggen wij verantwoording af over de inzet van onze financiële

middelen. We kijken hier naar het vermogen en de schulden (balans), het behaalde resultaat

(winst/verlies rekening) en overige financiële verplichtingen en risico’s. Met toevoeging van deze

jaarrekening is ons jaardocument een zogenaamd Geïntegreerd Jaarverslag.

In 2014 zijn we, na de inkrimping in personeel en het herijken van de organisatie in 2013, binnen de

onszelf gestelde kaders gebleven met als gevolg een positief resultaat. Zoals ieder jaar is er sprake van

een aantal mee- en tegenvallers die bij de begrotingsvaststelling nog niet bekend waren. Deze hebben

echter het gewenste resultaat niet verstoord. Zowel in 2014 als in 2015 hebben we een voorzichtig

beleid gevoerd omdat we verwachten dat in de bekostiging en in de toedeling van additionele middelen

er in 2016 een neerwaartse lijn komt. Het is balanceren om de verplichtingen op het te verwachten

niveau te brengen en tegelijkertijd wel de inzet van middelen te doen die kwaliteit in het primaire

proces mogelijk maakt.

We hebben in 2014 gewerkt aan het uitbreiden van de managementinformatie zodat meer mensen de

gelegenheid hebben te sturen op resultaat. In het bijzonder op het niveau van de teamleiders.

Ten aanzien van projecten die we uitvoeren gekoppeld aan additionele middelen, zoals het Meerjaren

Investeringsplan, werken we nu met plannen voorafgaand aan de activiteit, voordat het budget wordt

vrijgegeven. Ten aanzien van de verantwoording op niveau van inzet van personeel kunnen we nog

stappen maken.

Ook dit jaar hebben er maandelijks control gesprekken met budgethouders plaatsgevonden waarbij in

het bijzonder de personele inzet, de basis voor deze begroting, intensief is gevolgd.


42

Financiële positie

Solvabiliteit

De solvabiliteit (eigen vermogen / balans totaal) geeft aan of het bestuur op langere termijn aan haar

financiële verplichtingen kan voldoen. Een gezonde waarde van de solvabiliteit ligt tussen 20 – 60%. De

streefwaarde van De Groene Welle is een solvabiliteit die ligt tussen de 55 – 60%. In 2014 is de

schuldpositie licht gedaald en het Eigen Vermogen licht toegenomen, waardoor er een kleine stijging

van de solvabiliteit ontstaat.

Liquiditeit

De liquiditeit (vlottende activa / kortlopende schuld) geeft aan of het bestuur op korte termijn aan haar

verplichtingen kan voldoen. Een gezonde waarde van de liquiditeit ligt boven 0,5. In 2014 zijn de

kortlopende schulden gedaald en is het totaal van de vlottende activa toegenomen, waardoor er een

forse stijging van de liquiditeit ontstaat.

Rentabiliteit

De rentabiliteit (resultaat gewone bedrijfsvoering / baten gewone bedrijfsvoering) geeft aan of het

bestuur de baten en lasten met elkaar in evenwicht kan houden. Een gezonde waarde van de

rentabiliteit heeft meerdere jaren een waarde van nul. De streefwaarde van De Groene Welle is een

rentabiliteit die ligt tussen 2 – 3%. In 2014 is een positief exploitatieresultaat behaald, waardoor de

rentabiliteit boven de ondergrens is uitgekomen.

Kapitalisatiefactor

De kapitalisatiefactor signaleert of een onderwijsinstelling zijn kapitaal al dan niet efficiënt benut. Dit

kengetal wordt berekend door het totale vermogen, minus gebouwen en terreinen (materieel en

financieel) te delen door de totale baten (incl. financiële baten). De totale baten van De Groene Welle

zijn meer dan 12 miljoen euro en valt hiermee onder de grote schoolbesturen. Als signaleringsgrens

wordt voor grote schoolbesturen een bovengrens van 35% gehanteerd.

Sector Wett.

2012 2013 2014 AOC's norm

Financiële kengetallen

Solvabiliteit 60,38% 61,93% 62,29% 66% 20 - 60%

Liquiditeit 0,81 0,97 1,29 0,92 > 0,50

Rentabiliteit -5,04% -1,49% 2,57% 1,45% 0

Kapitalisatiefactor 26,02% 26,28% 28,60% max. 35%

2012 2013 2014

€ € €

Financiële analyse

Balanstotaal 16.024.660 15.502.451 15.517.000

Exploitatie resultaat -750.046 -213.619 379.766

Netto resultaat -623.907 -74.730 515.091

Begroting 300.001 -412.107 -169.605

Verschillen netto resultaat - begroting -923.908 337.377 684.696


43

Notitie Helderheid

De thema’s uit de “Notitie Helderheid” in de bekostiging van het beroepsonderwijs en de

volwasseneneducatie worden hieronder kort weergegeven:

Thema 1: Uitbesteding bekostigd onderwijs

Dit thema is niet van toepassing.

Thema 2: Investeren van publieke middelen in private activiteiten

De rijksbijdrage is niet aangewend voor investeringen in activiteiten voor, of in samenwerking met een

derde, die op geen enkele wijze een relatie hebben met de kernactiviteiten onderwijs, onderzoek en

kennisoverdracht. Tevens wordt de regeling “beleggen en belenen” nageleefd, zoals uiteengezet in de

treasury paragraaf.

Thema 3: Het verlenen van vrijstellingen

Vrijstellingen worden uitsluitend verleend op basis van eerder behaalde proeves voor het betreffende

onderdeel. Dit betreft een enkele vrijstelling per deelnemer.

Thema 4: Les- en cursusgeld niet betaald door de deelnemer zelf

Les- en cursusgeld wordt door de deelnemer zelf betaald. Na uitdrukkelijk verzoek van de deelnemer

kan de factuur voor het les- en cursusgeld gericht worden aan, en betaald worden door instellingen,

gemeenten of bedrijven.

Thema 5: In- en uitschrijving van deelnemers in meer dan één opleiding tegelijk.

Er zijn deelnemers die tijdens het schooljaar wisselen van uitstroomprofiel, dan wel de school verlaten

zonder diploma, of op een ander niveau dan de inschrijving per 1 oktober.

In 2014 waren er in totaal 80 uitstromers.

Thema 6: De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven

Er zijn deelnemers die tijdens het schooljaar van een voltijds variant overstappen naar een deeltijds

variant en omgekeerd. Redenen hiervoor zijn het aangeboden krijgen van een baan of ontslag.

Er zijn deelnemers die switchen van opleiding, uit oogpunt van werkgelegenheid of door persoonlijke

omstandigheden.

Er zijn deelnemers die een diploma uitgereikt krijgen op een lager niveau dan het hogere niveau

waarvoor ze ingeschreven zijn. Zij verlaten de school om diverse redenen. Deze deelnemers zijn

gekwalificeerd, waardoor ze niet worden aangemerkt als vroegtijdig schoolverlater.

In 2014 waren er in totaal 73 “ommezwaaiers”.

Thema 7: Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven

Dit thema is niet van toepassing, anders dan in activiteiten die vallen onder Cursus en Contract. Er vindt

geen koppeling plaats tussen maatwerkactiviteiten en inschrijving in de BBL.

Thema 8: Buitenlandse deelnemers en onderwijs in het buitenland.

Dit thema is niet van toepassing.


44

Toekomstparagraaf

Hieronder treft u een korte toelichting op de begroting 2015 aan, waaronder de aanduiding van de

ontwikkelingen die hierop van invloed zijn, inclusief een meerjarenperspectief. Intern werken wij met de

kaderbrief voor de begroting die, voorafgaand aan het begrotingsproces, wordt opgesteld. De hieronder

vermelde ontwikkelingen maken onderdeel uit van onze risicoanalyse, die onderdeel is van deze

kaderbrief.

Strategische ontwikkelingen en de financiële meerjarenplanning

In 2015 wordt gewerkt met een nieuw bekostigingsmodel voor het MBO. De zgn. Cascade bekostiging.

De principes hiervan zijn helder, maar de uitwerking in de rijksbijdrage voor 2015 is in ons geval nog

onzeker omdat wij nog geen bekostigingsbrief hebben ontvangen. Intern is afgesproken in 2015 de

effecten hiervan te monitoren en te analyseren tot welke besluiten dit zal moeten leiden. Te denken valt

aan het herzien van het portfolio van opleidingen. In de jaarverslagen vanaf 2012 hebben we, op basis

van onze risicoanalyse, aandacht gevraagd voor de afspraken uit het regeerakkoord die leiden tot het

wegvallen van de innovatiemiddelen. Daarnaast speelt de discussie en het onderzoek naar de

bekostiging van het onderwijs bij EZ en bij OCW. Dit is het gevolg van de discussie in de 2e kamer die in

het najaar 2014 gevoerd is. Naast dit onderzoek, dat door het ministerie van Financiën wordt

uitgevoerd, loopt er ook een onderzoek naar de positionering van het Groene onderwijs: bij EZ of bij

OCW. De uitkomsten van beide onderzoeken zijn in april bekend en zullen effect hebben op onze

toekomst.

Risicomanagement

Het risicomanagement wordt verderop in deze jaarrekening beschreven.

Meerjarenperspectief

Het meerjarenperspectief wordt beschreven in de continuïteitsparagraaf.

Onderwijs in relatie tot investeringen

We staan aan de vooravond van twee grote operaties in ons primaire proces: in 2016 voeren we de

Hernieuwde Kwalificatie Structuur voor het MBO in. Daarnaast hebben we de voorbereiding opgestart

om vanaf 2016 in ons VO met een andere programmering en examinering te werken. Voor beide geldt

dat meer maatwerk voor leerlingen en studenten in de context van de regio mogelijk zal worden. De

investering in de kwaliteit van personeel, zowel op onderwijskundig als vakinhoudelijk vlak, blijft een

punt waarop gestuurd wordt gekoppeld aan deze operaties. Omdat maatwerk alleen ondersteund door

ICT systemen uitgevoerd kan worden, wordt hierin geïnvesteerd: er wordt een Elektronische Leer

Omgeving geïmplementeerd en docenten worden getraind en ondersteund in het werken hiermee.

Toekomstige ontwikkelingen

In onze strategie is samenwerken een pijler. De samenwerking met verschillende instellingen om ons

heen is cruciaal om onze doelstellingen, als kleine speler, te kunnen realiseren. De effecten van eerder

genoemde onderzoeken zullen hierbij betrokken worden.

In het voorjaar 2015 wordt de nieuwe Strategische Agenda opgesteld voor de periode 2015-2020.


45

Risicomanagement

In 2014 heeft er binnen De Groene Welle een risico-inventarisatie en –analyse plaatsgevonden.

De bestuurder heeft samen met de controller een lijst opgesteld van voor De Groene Welle mogelijk

relevante risico’s. Dit heeft geresulteerd in een lijst met risico’s verdeeld over de categorieën toezicht,

budget, communicatie, facilitair, omgeving, onderwijs, organisatie en personeel.

De risico’s die als meest urgent werden herkend in de organisatie zijn hieronder weergegeven in de

zogenaamde “Top-10”. Per risico is aangegeven welke actie ondernomen is om het risico te beheersen.

In het voorjaar van 2015 vindt er voor de derde keer een risico-inventarisatie en -analyse plaats, onder

de volgende groepen: Raad van Toezicht, College van Bestuur, directie, teamleiders en OR).

Een aanvullend risico wat De Groene Welle raakt is de borgstelling (€ 150.000) voor Hippisch Centrum

de Haerst. Deze financiële verbinding vormt een risico op het moment dat bijv. de financiering door de

bank wordt ingetrokken. Om dit risico te beheersen is er contact met de Rabobank en is de directie van

De Haerst gevraagd om De Groene Welle te informeren over de financiële situatie door het aanleveren

van jaarrekeningen en accountantsverslagen.

Het vastgoed risico in relatie met OPDC Het Lumeijn is in 2014 vervallen door de overdracht van de

stichting en de daaraan gekoppelde verplichtingen aan één van de grote schoolbesturen uit het

samenwerkingsverband.

In 2014 is er een interne audit uitgevoerd op de interne administratieve processen. Het betrof hier de

controle op leerlingen- en studentendossiers, basisschooladvies leerlingen leerjaar 1 VO en onderwijstijd

MBO en VO. In 2015 zal de interne audit uitgebreid worden met de “exit”-procedure studenten, controle

van de inventaris en de rittenregistratie.

Risico

Nr. Categorie Risico 2014 Beheersing 2013

1 Budget Vermindering leerlingenaantal VO - Wervingscampagne 2 1

- Verbeteren kwaliteit

2 Onderwijs Kwaliteit onderwijs: opbrengsten 7 5

3 Budget Vermindering budget als gevolg van overheidsbeleid (zorg, 30+, etc.) 1 -2

4 Budget Vermindering (aanvullende) subsidies en overige inkomsten - Managementrapportage (maand) 3 -1

- Instellingsrapportage (kwartaal)

- Monitoring omvang formatie

5 Organisatie Managementinformatie onvoldoende - Qlikview uitbreiding dashboards 4 -1

- Managementrapportage (maand)

- Instellingsrapportage (kwartaal)

- Interne audits

6 Onderwijs Gebruik van ICT in het onderwijs - Uitbreiding wifi-netwerk 17 11

7 Facilitair ICT-voorzieningen (materieel) - Vervanging laptops en desktops 11 4

- Uitbreiding wifi-netwerk

8 Onderwijs Kwaliteit en bedrijfsvoering: kwaliteitsborging - Tevredenheidsonderzoek 10 2

9 Personeel Professionaliteit personeel: houding en gedrag - Scholing 6 -3

- Gesprekkencyclus

10 Onderwijs Kwaliteit onderwijs: primaire proces (onderwijsleerproces, begeleiding) - Scholing 13 3


46

Overige rapportages

Voor de rapportages met betrekking tot: - rapportage aanwezigheid en werking van het interne

risicobeheersings- en controlesysteem en de beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden,

verwijzen wij u naar de eerder vermelde risicomanagement.

Voor de rapportage toezichthoudend orgaan verwijzen wij u naar het verslag van de Raad van Toezicht

in het jaarverslag.

Treasurybeleid

Het treasurybeleid vindt plaats binnen de kaders van de regeling van het ministerie van OCW.

Bij het aantrekken, respectievelijk uitzetten van alle benodigde en niet direct-benodigde middelen

wordt gehandeld in overeenstemming met de in de regeling gestelde verplichtingen. In 2014 hebben er

geen beleggingen plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. De zogenaamde vrije liquide middelen

staan op een bedrijfsspaarrekening bij de Rabobank. Er hebben zich in 2014 geen liquiditeitsproblemen

voorgedaan.


47

Verwachtingen 2015

De begroting is als volgt vastgesteld:

2015

€

Baten

13.659.742

1.354.542

15.014.284

Lasten

-10.702.441

-670.000

-1.203.300

-2.160.695

-14.736.436

277.848

-85.000

192.848

120.000

312.848

Financiële baten en lasten

Exploitatie resultaat

Resultaat LOC+

Netto resultaat

Saldo baten en lasten

Rijksbijdragen

Overige bijdragen

Totaal

Personeelslasten

Afschrijvingen

Huisvestingslasten

Overige lasten

Totaal


48

Jaarrekening 2014

Balans per 31 december 2014 (voor resultaatbestemming)

31 december 2014 31 december 2013

€ €

1 Activa

Vaste activa

1.1 Materiële vaste activa 10.050.565 10.543.189

1.2 Financiële vaste activa 2.426.841 2.444.672

Totaal 12.477.406 12.987.861

Vlottende activa

1.3 Vorderingen 337.904 511.906

1.4 Liquide middelen 2.701.690 2.012.068

Totaal 3.039.594 2.523.974

Totaal activa 15.517.000 15.511.835

2 Passiva

2.1 Eigen Vermogen 9.665.397 9.150.306

2.2 Voorzieningen 1.789.539 1.685.986

2.3 Langlopende schulden 1.702.421 2.083.265

2.4 Kortlopende schulden 2.359.643 2.592.278

Totaal passiva 15.517.000 15.511.835


49

Staat van baten en lasten

2014 Begroting 2014 2013

€ € €

3 Baten

3.1 Rijksbijdragen 12.998.806 12.539.603 12.509.344

3.2 Overige overheidsbijdragen

3.3 Les- en examengelden 285.357 292.000 340.279

3.4 Cursusgelden en baten werk in opdracht van derden 420.322 312.695 568.302

3.5 Overige baten 1.056.321 840.834 880.494

Totaal baten 14.760.806 13.985.132 14.298.419

4 Lasten

4.1 Personeelslasten -10.536.151 -10.213.213 -10.221.119

4.2 Afschrijvingen -651.022 -675.000 -678.886

4.3 Huisvestingslasten -1.141.040 -1.212.100 -1.256.015

4.4 Overige lasten -1.978.358 -2.100.424 -2.276.069

Totaal lasten -14.306.571 -14.200.737 -14.432.089

Saldo baten en lasten 454.235 -215.605 -133.670

5 Financiële baten en lasten -74.469 -74.000 -79.949

Exploitatie resultaat 379.766 -289.605 -213.619

6 Resultaat LOC+ 135.325 120.000 138.889

Netto resultaat 515.091 -169.605 -74.730


50

Kasstroomoverzicht

2014 2013

€ €

Kasstroom uit operationele activiteiten

Saldo baten en lasten 379.766 -213.619

Resultaat LOC+ 135.325 138.889

Netto resultaat De Groene Welle 515.091 -74.730

Aanpassing voor:

Afschrijvingen 651.022 678.886

Mutaties voorzieningen 103.553 167.319

754.575 846.205

Verandering in vlottende middelen:

Vorderingen 174.002 -153.856

Schulden -232.635 -491.400

-58.633 -645.256

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 1.211.033 126.219

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen in materiële vaste activa -158.398 -160.116

Overige (des)investeringen in financiële vaste activa 17.831 14.267

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -140.567 -145.849

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Aflossing langlopende schulden incl. kortlopend deel -380.844 -123.398

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -380.844 -123.398

Mutaties liquide middelen 689.622 -143.028


51

Grondslagen voor de jaarrekening

Algemeen

De activiteiten van de Groene Welle zijn juridisch ondergebracht in Stichting AOC de Groene Welle. De

statutaire vestigingsplaats van deze stichting is Zwolle. De voornaamste activiteiten van de stichting

bestaan uit het verzorgen van onderwijs.

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW

en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad

voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslag-

geving Onderwijs (RJ 660). De jaarrekening is opgesteld in euro’s.

Voor zover van toepassing zijn, ter vergelijking de realisatiecijfers opgenomen van het voorgaande jaar,

en de cijfers van de goedgekeurde begroting van 2014. De gehanteerde grondslagen van waardering

en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.

Verbonden partijen

Als verbonden partijen worden aangemerkt, alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap,

gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die

overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen, statutaire directieleden en nauwe verwanten zijn

verbonden partijen. Van betekenis zijnde transacties met verbonden partijen worden toegelicht, voor

zover deze niet onder de normale marktvoorwaarden hebben plaatsgevonden. Hiervan worden

toegelicht, de aard en de omvang van de transactie en de andere informatie die nodig is voor het

verschaffen van inzicht.

Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. De geldmiddelen in het

kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen.

Schattingen

Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig

dat het management van de instelling zich over verschillende zaken een oordeel vormt, en dat het

management schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen

bedragen. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen worden

voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de

schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.

Grondslagen voor de waardering van activa en passiva

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden gewaardeerd volgens de aanschafwaarde, verminderd met lineair

berekende afschrijvingen, gebaseerd op de economische levensduur. Op terreinen wordt niet

afgeschreven.

Financiële vaste activa

Deelnemingen worden gewaardeerd tegen netto vermogenswaarde.


52

Financiële instrumenten

Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige

financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. De stichting maakt geen

gebruik van derivaten.

De overige vorderingen worden na de eerste opname gewaardeerd tegen historische kostprijs op basis

van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.

De langlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd

tegen historische kostprijs op basis van de effectieve rentemethode.

Vorderingen

De vorderingen worden opgenomen tegen reële waarde, voor zover noodzakelijk onder aftrek van een

voorziening voor het risico van oninbaarheid.

Liquide middelen

De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van het bestuur.

Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en de bestemmingsreserves en/of –fondsen.

De algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van de school en wordt

opgebouwd uit resultaatbestemming van overschotten die ontstaan uit het verschil tussen de

toegerekende baten en de werkelijk gemaakte lasten. In geval van een tekort wordt dit resultaat ten

laste van de algemene reserve gebracht. De reserves zijn publieke middelen.

Bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, die door het bestuur

zijn aangebracht. Indien de beperktere bestedingsmogelijkheid door derden is aangebracht, wordt dit

deel aangemerkt als bestemmingsfonds.

Bestemmingsreserves

De bestemmingsreserve BAPO is in 2010 ontstaan als gevolg van een stelselwijziging. Per 31-12-2010 is

de eerder gevormde voorziening BAPO vrijgevallen ten gunste van de bestemmingsreserve BAPO.

Per 31-12-2014 is het restant van de bestemmingsreserve BAPO ad € 378.772 ten gunste van de

algemene reserve geboekt. Hiermee komt de bestemmingsreserve BAPO te vervallen.

De bestemmingsreserve Kwaliteit is in 2012 gevormd met als doel de kwaliteit van het onderwijs te

verbeteren en wordt de komende jaren uitgevoerd. De lasten, voortvloeiend uit de kwaliteits-

verbetering, worden vanuit de bestemmingsreserve ten gunste van de algemene reserve geboekt.


53

Stelselwijziging wachtgeld

Vanuit het Rijk worden jaarlijks middelen beschikbaar gesteld voor wachtgeld, echter deze ontvangsten

mogen niet gezamenlijk worden afgewogen met de uitgaven voor wachtgeld. Het vormen van een

voorziening is hierdoor noodzakelijk geworden.

In voorgaande jaren werden de uitgaven voor wachtgeld verantwoord via de winst- en verliesrekening

op het moment van de uitgave. Vanaf 2014 worden de kosten voor wachtgeld genomen op het moment

dat de wachtgeldverplichting ontstaat, de uitgaven worden als onttrekking van de voorziening verwerkt.

Deze mutatie heeft geleid tot een wijziging voor waardering en resultaatbepaling. De stelselwijziging is

retrospectief verwerkt in de jaarrekening. De wijziging in de waarderingsgrondslagen heeft het eigen

vermogen van 2013 negatief beïnvloed ad € 450.269.

Voorzieningen

Algemeen

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de

balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en

waarvan de omvang op betrouwbare wijze is in te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd

tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum

af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, met uitzondering

van de voorziening jubilea, deze wordt gewaardeerd tegen de contante waarde.

Voorziening jubilea

De voorziening jubilea is gevormd voor de toekomstige kosten voor jubilea. De toevoeging aan de

voorziening wordt bepaald op basis van de te verwachten kosten gedurende het dienstverband van de

werknemers op basis van de contante waarde berekening en blijfkans. Bij de berekening van deze

voorziening is dezelfde systematiek gehanteerd als in voorgaande jaren.

Voorziening wachtgelduitkeringen

De voorziening wachtgelduitkeringen is gevormd voor de toekomstige kosten voor wachtgeld.

De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van een per ex-werknemer vastgestelde

weging, wat het percentage uitkeringsrisico bepaald, in relatie tot de totale wachtgelduitkering. Het

uitkeringsrisico en daarmee ook de dotatie, wordt jaarlijks geactualiseerd.

Voorziening groot onderhoud

De voorziening groot onderhoud is gevormd voor de toekomstige kosten voor groot onderhoud aan de

bedrijfsgebouwen. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag

van het onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt,

gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan.

Voorziening grondsanering

Per 31-12-2014 is de voorziening grondsanering komen te vervallen.


54

Langlopende schulden

Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar worden opgenomen onder langlopende

schulden. De op korte termijn (binnen één jaar) verschuldigde aflossingen worden opgenomen onder de

kortlopende schulden. De waardering van de langlopende schulden is toegelicht onder de financiële

instrumenten.

Kortlopende schulden

Schulden met een resterende looptijd van maximaal één jaar worden aangeduid als kortlopend.

Schulden worden niet gesaldeerd met activa. De waardering van de kortlopende schulden is toegelicht

onder de financiële instrumenten. Overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen

(waaronder geoormerkte subsidies) en nog te betalen bedragen die aan een verstreken periode zijn

toegekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede

gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar

rato van de besteding.

Grondslagen voor bepaling van het resultaat

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en alle aan het verslagjaar toe te rekenen

lasten. De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen.

De baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben.

Rijksbijdragen OCW en EZ

Onder de rijksbijdragen worden de vergoedingen voor personele en materiële kosten opgenomen.

De rijksbijdragen worden toegerekend aan het verslagjaar.

Overige baten

Onder de overige baten worden de vergoedingen opgenomen die niet verstrekt zijn door het ministerie

van OCW en EZ, gemeenten, provincie of andere overheidsinstellingen. De overige baten worden

toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.

Personeelsbeloningen en pensioenen

Voor de medewerkers van de organisatie geldt een middelloon pensioenregeling. Deze pensioenregeling

is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP) en wordt, overeenkomstig de Richtlijn Jaar-

verslaggeving Onderwijs (RJ 660), in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrageregeling.

Dit betekent dat het over het boekjaar verschuldigde als kosten worden verantwoord. In 2014 was de

dekkingsgraad van het ABP 101,1% en zijn de pensioenen niet geïndexeerd. De risico’s van loon-

ontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot

toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risico's komen niet tot

uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening.

Afschrijvingen

De afschrijvingen zijn gerelateerd aan de aanschafwaarde van de desbetreffende materiële vaste activa.

In het jaar van investeren wordt naar tijdsgelang afgeschreven, waarbij de volgende afschrijvings-

termijnen worden gehanteerd:

Gebouwen 30 jaar

Inventaris, apparatuur en installaties 5 en 15 jaar

Vervoersmiddelen 5 jaar

Computers en intranet 5 jaar


55

Toelichting op de balans per 31 december 2014

ACTIVA

Vaste activa


Gebouwen en terreinen

In maart 1999 is in Zwolle het nieuwe schoolgebouw opgeleverd (stichtingskosten € 11.109.937).

De afschrijvingstermijn is 30 jaar, met ingang van 1 januari 1999.

In 1996 is in Zwolle op gepachte grond een smederij gebouwd (stichtingskosten € 111.930) ten

behoeve van de opleiding hoefsmid. De afschrijvingstermijn is 20 jaar, met ingang van 1 januari 1997.

Inventaris en computers

Inventaris

In 2014 bestaan de investeringen voornamelijk uit de aanschaf van beamers, projectieschermen en

schoolmeubilair. De totale investering is € 61.432.

Computers

In 2014 bestaan de investeringen voornamelijk uit het vervangen en uitbreiden van pc’s, laptop’s en

accesspoints. De totale investering is € 96.966.


56

VA Vaste activa

Toelichting 1.1.1

De kosten voor groot onderhoud worden genomen in de vorm van een dotatie aan de voorziening groot onderhoud, de uitgaven worden als onttrekking van

de voorziening verwerkt.

1.1Aanschaf

prijs

Afschr.

Cum.

Boek-

waardeInvest. Desinvest. Afschr.

Afschr.

Desinvest.Aanschaf Afschr.

Boek-

waarde

1-1-2014 31-12-2014

€ € € € € € € € € €

1.1.1

340.279 -194.182 146.097 -16.600 340.279 -210.782 129.497

15.128.100 -5.979.545 9.148.555 -415.237 15.128.100 -6.394.782 8.733.317

15.468.379 -6.173.728 9.294.652 -431.837 15.468.379 -6.605.564 8.862.814

1.1.2

114.256 -61.892 52.364 -11.426 114.256 -73.318 40.938

2.877.427 -1.982.906 894.521 61.432 -111.068 2.938.859 -2.093.974 844.885

468.574 -320.132 148.442 96.966 -67.064 565.540 -387.196 178.344

119.931 -56.844 63.087 -14.924 119.931 -71.768 48.163

1.1.3 95.343 -28.603 66.740 -6.356 95.343 -34.959 60.384

1.1.4 41.730 -18.347 23.383 -8.346 41.730 -26.693 15.037

3.717.261 -2.468.724 1.248.537 158.398 -219.184 3.875.659 -2.687.908 1.187.751

19.185.640 -8.642.452 10.543.189 158.398 -651.021 19.344.038 -9.293.472 10.050.565

2014 2013

14.360.000 14.575.000

25.576.500 25.328.000

OZB en verzekerde waarde gebouwen en terreinen

OZB-waarde gebouwen en terreinen

Verzekerde waarde gebouwen

Vervoersmiddelen


Computers

Intranet

Installaties

Koggelaan

Inventaris en computers

Inventaris

Gebouwen en terreinen

LOC Hardenberg

Smederij



57


Deelnemingen

In 2005 hebben de gemeente Hardenberg, het Alfacollege en De Groene Welle een stichting opgericht voor de nieuwbouw en het beheer van het Lokaal

Opleidingscentrum te Hardenberg.

De doelstelling luidt volgens uittreksel van de Kamer van Koophandel te Zwolle, d.d. 31 januari 2006: Het ontwikkelen, realiseren, beheren en exploiteren van

het Lokale Opleidingscentrum Plus. Het betreft publiekgerichte diensten op het gebied van onderwijs en cultuur die bij elkaar worden gebracht, waardoor

onderlinge samenwerking en versterking van functies worden gestimuleerd.

Per kwartaal wordt van de oorspronkelijke kapitaalstorting € 38.289 terug betaald aan De Groene Welle. Jaarlijks neemt De Groene Welle voor 9,66% deel in

het netto resultaat van C.V. Beheersmaatschappij LOC+. Voor 2014 is dit € 135.325. De boekwaarde van de deelneming is derhalve het aandeel van De

Groene Welle in het eigen vermogen van C.V. Beheersmaatschappij LOC+.

De Groene Welle heeft de deelneming gewaardeerd volgens de netto vermogenswaarde. Dit overeenkomstig met de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs (RJ 660)

welke voorschrijft dat deelnemingen waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijke en financiële beleid worden gewaardeerd tegen de netto

vermogenswaarde.

1.2

Boekwaarde

1-1-2014

Kapitaal

storting

Uitkering op

kapitaal

storting

Resultaat

deelnemingen

Boekwaarde

31-12-2014

€ € € € €

1.2.1 Deelnemingen 2.444.672 -153.156 135.325 2.426.841



58

Vorderingen

Liquide middelen

1.3 Vorderingen 31 december 2014 31 december 2013

€ €

1.3.1 Debiteuren 221.323 196.115

1.3.2 Nog te ontvangen bedragen 74.768 226.044

1.3.3 Ministerie OCW 40.000

1.3.4 Overlopende activa 41.813 49.747

Vorderingen 337.904 511.906

Uitsplitsing

1.3.4.1 Vooruitbetaalde kosten algemeen 18.874 5.056

Vooruitbetaalde kosten leerlingen/studenten

Vooruitbetaalde kosten projecten 3.364

1.3.4.2 Overige overlopende activa 22.939 41.327

Overlopende activa 41.813 49.747

1.4 Liquide middelen 31 december 2013 31 december 2013

€ €

1.4.1 Kas 2.943 2.612

1.4.2 Bank 2.698.747 2.009.456

2.701.690 2.012.068

Uitsplitsing

1.4.1.1 Kas Koggelaan 1.936 1.688

1.4.1.2 Kas Hardenberg 1.007 924

Kas 2.943 2.612

1.4.2.1 Rekening courant Rabobank 904.180 236.180

1.4.2.2 Bedrijfsspaarrekening Rabobank 1.794.567 1.773.276

Bank 2.698.747 2.009.456


59

Eigen vermogen

Toelichting 2.1.1

In 2014 heeft er een stelselwijziging plaatsgevonden met betrekking tot de voorziening wachtgeld.

Het eigen vermogen per 31 december 2013 is verlaagd met € 450.269 als gevolg van deze stelsel-

wijziging.

Voorzieningen

2.1 Eigen Vermogen (voor resultaatbestemming)

Stand per Stand per

1-1-2014 31-12-2014

€ € € €

2.1.1 Algemene reserve 8.634.887 515.091 378.772 9.528.750

2.1.2 Bestemmingsreserve BAPO 378.772 -378.772

2.1.3 Bestemmingsreserve Kwaliteit 136.647 136.647

Eigen Vermogen 9.150.306 515.091 9.665.397

Overige

mutaties

Bestemmingsreserves (publiek)

Resultaat

2014

2.2 Voorzieningen

Stand Onttrekking/ Stand

1-1-2014 vrijval 31-12-2014

€ € € €

2.2.1 Personeel

Jubilea 70.955 14.671 -9.822 75.804

Wachtgeld 450.269 185.844 -154.779 481.334

2.2.2 Groot onderhoud 1.139.762 190.000 -97.361 1.232.401

2.2.3 Grondsanering Piet Heinstraat 25.000 -25.000 0

Voorzieningen 1.685.986 390.515 -286.962 1.789.539

Stand Looptijd Looptijd

31-12-2014 1 jaar > 5 jaar

€

2.2.1 Jubilea 75.804 5.500 70.304

Wachtgeld 481.334 157.000 100.000

2.2.2 Groot onderhoud 1.232.401 217.800 918.000

1.789.539 380.300 1.088.304

Toelichting voorzieningen

Dotaties


60


Rabobank 3257915136

In verband met de financiering van het LOC+ te Hardenberg is in maart 2006 een hypothecaire lening bij de Rabobank afgesloten. De rente staat voor 5 jaar

vast en is in maart 2011 herzien. Er is een aflossingsverplichting tot en met 2036. Er is in 2014 € 220.000 extra afgelost.

Rabobank 3312912393

In verband met meerwerk activiteiten rondom de bouw van het LOC+ te Hardenberg, is er in juni 2009 een lening aan het LOC+ verstrekt van € 750.000. Dit

geldbedrag was in eerste instantie gefinancierd met een rekening-courant krediet. In juni 2010 is dit rekening-courant krediet omgezet naar een hypothecaire

lening ter grootte van € 750.000. Voor deze lening is er een aflossingsverplichting tot en met 2025. Er is in 2014 € 37.500 extra afgelost.

Voor beide hypothecaire leningen geldt als onderpand het schoolcomplex met toebehoren, ondergrond, erf en tuin, staande en gelegen te 8017 JN, Zwolle,

Koggelaan 7.

In verband met de leningen o/g RABOBANK U.A. zijn per balansdatum de volgende zekerheden gesteld:

een hypothecaire inschrijving van € 5.000.000 op de onroerende zaken te Zwolle

2.3

Stand Stand Looptijd Looptijd

1-1-2014 31-12-2014 >1 jaar > 5 jaar

€ € € €

2.3.1 Rabobank 3257915136 1.631.615 -293.340 1.338.275 73.332 293.328 971.615 4,40%

2.3.2 Rabobank 3312912393 574.986 -87.504 487.482 50.004 200.016 237.462 3,95%

Langlopende schulden 2.206.601 0 -380.844 1.825.757 123.336 493.344 1.209.077

Rentevoet


Aangegane

leningenAflossingen

Kortlopend

deel


61

2.4 Kortlopende schulden 31 december 2014 31 december 2013

€ €

2.4.1 Aflossingsverplichting langlopende schuld 123.336 123.336

2.4.2 Crediteuren 398.142 562.451

2.4.3 Nog te betalen bedragen 97.331 9.383

2.4.4 Belastingen en premies sociale verzekeringen 425.931 400.254

2.4.5 Schulden ter zake van pensioenen 132.650 138.399

2.4.6 Overige kortlopende schulden 315.479 315.385

2.4.7 Overlopende passiva 866.774 1.043.070

Kortlopende schulden 2.359.643 2.592.278

Uitsplitsing

2.4.4.1 Loonheffing 425.931 400.926

2.4.4.2 Omzetbelasting -672

Belastingen en premies sociale verzekeringen 425.931 400.254

2.4.6.1 Salaris personeel 4.713 5.758

2.4.6.2 Vakantiegeld, eindejaarsuitkering en bindingstoelage 299.743 275.979

2.4.6.3 Overige 11.023 33.648

Overige kortlopende schulden 315.479 315.385

2.4.7.1 Vooruit ontvangen lesgelden 169.446 171.425

Vooruit ontvangen cursusgelden 13.847 12.000

Werk door derden 19.274

Overig 180.171 158.894

2.4.7.2 Vooruit ontvangen subsidies OCW/EZ 503.310 681.477

Overlopende passiva 866.774 1.043.070


62

Niet in de balans opgenomen verplichtingen

Borgstelling

Er is een borgstelling van € 150.000 afgegeven aan de Rabobank ten behoeve van de financiering van

manege De Haerst.

Grondsanering

In verband met de mogelijke grondsanering aan de Piet Heinstraat te Hardenberg is de gemeente

Hardenberg in 2010 schriftelijk met De Groene Welle overeengekomen, dat zij tot maximaal € 25.000

(met jaarlijkse indexering van 3%) verantwoordelijk gesteld kan worden voor de saneringskosten.

Leasecontract

Er is een leasecontract met BNP Paribas betreffende lease van kopieermachines. Dit contract loopt van

1 maart 2011 tot 1 maart 2017. De verplichting is per jaareinde in totaal € 44.081.

Waarborgfonds

Als uitvloeisel van de aansluitovereenkomst met de Stichting Waarborgfonds BVE, kent elke

aangesloten instelling, zo ook De Groene Welle, een voorwaardelijke verplichting van 2% van de

jaarlijkse Rijksbijdrage.


63

Toelichting op de staat van baten en lasten

In dit hoofdstuk lichten we de realisatie van 2014 van De Groene Welle toe en maken we een

vergelijking met de begroting van 2014 en de realisatie van 2013.

Baten

De baten bestaan voornamelijk uit Rijksbijdragen. De totale baten zijn in 2014 met € 462.000

gestegen ten opzichte van 2013. Een uitzondering hierop zijn de les- en examengelden en de

cursusgelden en baten in opdracht van derden, deze zijn gedaald.

Rijksbijdragen

De Rijksbijdragen zijn in 2014 € 459.300 hoger dan begroot.

De Rijksbijdragen bestaan naast de lumpsum uit overige subsidies (geoormerkt en niet-geoormerkt).

Lumpsum

De baten uit de lumpsum zijn in 2014 € 147.000 hoger dan begroot.

Het aantal leerlingen begroot en gerealiseerd was voor het VO in 2014 gelijk. De stijging van de

rijksbijdrage wordt veroorzaakt door een door het Rijk bijgesteld macrobudget voor het VO en MBO.

Hierdoor is er voor het VO € 40.000 meer rijksbijdrage ontvangen dan begroot en voor het MBO

€ 107.000.


64

Overige subsidies

De baten uit overige subsidies zijn in 2014 € 312.300 hoger dan begroot.

Onder de overige subsidies vallen de geoormerkte en niet-geoormerkte subsidies van OCW en EZ.

De OCW en EZ geoormerkte subsidies zijn in totaal € 60.000 lager dan begroot.

De OCW niet-geoormerkte subsidies zijn € 372.300 hoger dan begroot (zie onderstaand afwijkingen

> € 5.000).

Realisatie > begroot:

Cursus- en lesgelden

De baten uit cursus- en lesgelden zijn in 2014 € 6.600 lager dan begroot.

Cursus- en lesgelden bestaan uit gelden die elk schooljaar bij studenten/leerlingen in rekening worden

gebracht voor activiteiten die niet door de overheid (via de rijksbijdrage) worden gefinancierd.

De studentenbijdrage MBO is € 5.200 lager dan begroot en de leerlingenbijdrage VO is € 1.400 lager

dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een wijziging in het aangeboden lesprogramma.

Baten in opdracht van derden

Cursusgelden contractonderwijs

De baten uit cursusgelden voor contractonderwijs zijn in 2014 € 37.500 hoger dan begroot.

De stijging wordt veroorzaakt door een grotere afname van cursussen in de categorie “Veiligheid en

Arbo” (€ 27.000) en een toename van het aantal trekker rijbewijzen (€ 10.500).

Overige baten werk in opdracht van derden

De baten uit werk in opdracht van derden zijn in 2014 € 70.000 hoger dan de begroot.

Deze stijging heeft vooral te maken met afrekeningen van de KIGO-projecten “Multileren” en

“Wie maakt mij los” (€ 23.300) en overige projecten als 4Groen/MBO15, Stadslandbouw en Groene

Educatie in de stad (€ 46.700).

Lerarenbeurs + 18.200€ vrijval i.v.m. verantwoording model G1

LGF-BVE + 102.900€ afrekening voorgaand jaar en overgangsbekostiging

LGF-VO + 22.800€ toename aantal rugzak-leerlingen

School Ex + 64.000€ niet begroot

Prestatiebox variabel vsv MBO + 125.000€ niet begroot, onverwachte uitkering Ministerie

Zij-instroom + 20.000€ vrijval i.v.m. verantwoording model G1


65

Overige baten

De overige baten zijn in 2014 € 215.500 hoger dan begroot (zie onderstaand afwijkingen > € 10.000).


Realisatie < begroot:

Lasten

De totale lasten zijn in 2014 met € 125.500 afgenomen ten opzichte van 2013.

De afwijking wordt veroorzaakt door:

Toename van de personeelslasten + € 746.500

Afname van afschrijvingen, huisvestingslasten en overige lasten - € 440.500

Verhuur/medegebruik + 14.200€

Bijdragen automaten/kantine + 13.600€

Detachering personeel + 102.500€ deelname medewerkers in diverse activiteiten

Overige baten + 86.200€ buitenlandse stages/excursies, doorstroom HBO

Wettelijk lesgeld BBL + 14.500€

ZW-WAO gelden + 26.200€

Convenant symbiose + 11.100€ toename aantal convenant studenten

VO Groen Hardenberg - 32.300€ aangepast contract i.v.m. afname aantal leerlingen


66

Personeelslasten

Ook in 2014 werden we nog geconfronteerd met een hoog langdurig ziekteverzuim (niet werk

gerelateerd), waarbij als uitgangspunt is gehanteerd, dat alleen de lestaken zijn vervangen.

Er heeft een verschuiving plaatsgevonden, als gevolg van wetgeving, van zes medewerkers die

voorheen via P-flex werden ingehuurd, naar een dienstverband bij De Groene Welle. Daarnaast werd

er ook een herrubricering doorgevoerd van de kosten van inhuur van gastdocenten van de overige

lasten naar de personeelslasten (€ 173.300).

Lonen en salarissen

De lonen en salarissen zijn in 2014 € 373.800 hoger dan begroot.


Vervanging langdurig zieken en verschuiving van P-flex naar een dienstverband + € 261.500

CAO-verhoging 1,2% (vanaf augustus) + € 30.000

Bindingstoelage (vanaf 2014 ook voor LB-schaal ) + € 11.000

Sociale lasten en pensioenpremies + € 71.300

Overige personeelslasten

Dotaties personeelsvoorzieningen

De dotaties aan de personeelsvoorzieningen zijn in 2014 € 190.600 hoger dan begroot.


Dotatie voorziening wachtgelduitkeringen + € 185.800

Dotatie voorziening jubilea + € 4.800

Personeel niet in loondienst

De lasten voor personeel niet in loondienst zijn in 2014 € 395.700 lager dan begroot.



Overig

De overige personeelslasten zijn in 2014 € 7.800 lager dan begroot.

Loonkosten P-flex en uitzendkrachten + 71.400€ vervanging zieken en extra roostermaker

Loonkosten inhuur gastdocenten - 467.100€ meer in eigen beheer uitgevoerd


67

Afschrijvingen

De afschrijvingslasten zijn in 2014 € 24.000 lager dan begroot.

De afwijking wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de investeringen in vaste activa lager zijn

uitgevallen dan begroot.

Huisvestingslasten

De huisvestingslasten zijn in 2014 € 71.000 lager dan begroot (zie onderstaand afwijkingen

> € 5.000).



Overige lasten

De overige lasten zijn in 2014 € 13.700 hoger dan begroot (zie onderstaand afwijkingen

> € 7.500).

Binnen de verschillende paragrafen van de overige lasten zijn de afwijkingen zeer divers.

De administratie en beheerslasten, inventaris, apparatuur en leermiddelen, algemene kosten en

kosten sector VO/BVE zijn in totaal € 144.100 lager dan begroot. Daar staat tegenover dat de kosten

voor contractonderwijs, kosten werk in opdracht van derden en de kosten additionele middelen

€ 157.800 hoger zijn dan begroot.



Klein onderhoud + 8.700€

Verzekering gebouwen + 22.400€ herrubricering

Elektriciteit - 19.800€ geen verhoging tarief doorgevoerd

Huur en exploitatiekosten LOC+ - 7.800€

Warmte - 14.600€ seizoensinvloeden

Onderhouds- en beveiligingscontracten - 7.000€

Dotatie voorziening groot onderhoud - 50.000€ dotatie aangepast aan geactualiseerd onderhoudsplan

Accountantskosten + 8.300€ verhoging termijn jaarrekeningcontrole

Magazijn + 10.300€ verschuiving van leermiddelen

Qlikview + 11.700€ uitbreiding dashboards

Advieskosten + 12.600€ taxatie gebouw en kosten advocaat

Contributie en lidmaatschap - 10.400€ o.a. verlaging contributie AOC Raad

Leermiddelen en gereedschap - 11.000€ verschuiving naar uitgaven magazijn

Verzekeringen - 29.700€ herrubricering

Boeken en lesmateriaal VO - 10.800€ provisie ontvangen voor afname boeken

Kosten sector VO/BVE - 78.200€ minder deelname studenten aan activiteiten


68

Financieel resultaat

In 2014 is een netto resultaat begroot van € 169.605 negatief. Inclusief rente en het resultaat

deelneming bedraagt het netto resultaat in 2014 € 515.091 positief.

Het resultaat blijft ruim binnen de begroting, de belangrijkste verklaringen hiervoor zijn:

Voorfinanciering

Als gevolg van de stijging van het leerlingenaantal VO in augustus 2014, moet de toename van de

onderwijsactiviteiten voorgefinancierd worden. Immers voor het VO volgt de uitbetaling van het

huidige aantal leerlingen pas in 2015 (t-1). De totale voorfinanciering bedraagt ca. € 70.400.

Rijksbijdragen

In december 2014 is door het Ministerie onverwacht meer geld beschikbaar gesteld, door een

verhoging van het macrobudget van het VO en MBO. In totaal bedraagt dit € 147.000.

Onverwachte meevallers op het vlak van niet-geoormerkte subsidies bedragen in totaal € 372.300.


69

Overheidsbijdragen

Andere baten

31 december 2014 31 december 2013

€ €

3.1.1 Rijksbijdragen OCW/EZ 10.587.673 10.414.118

3.1.2 Overige subsidies OCW/EZ 2.411.133 2.095.226

Overheidsbijdragen 12.998.806 12.509.344

Uitsplitsing Overige subsidies

OCW

3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 151.165 237.335

3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies 1.385.976 1.112.660

Overige subsidies OCW 1.537.141 1.349.995

EZ

3.1.2.2.2 Niet-geoormerkte subsidies 873.992 745.231

Overige subsidies EZ 873.992 745.231

Totaal 2.411.133 2.095.226

3.3 Cursus- en lesgelden 31 december 2014 31 december 2013

€ €

3.3.1 Lesgelden sector VO 57.519 54.977

3.3.2 Cursusgelden sector BVE 227.838 285.302

Cursus- en lesgelden 285.357 340.279

3.4 Baten in opdracht van derden

3.4.1 Contractonderwijs 312.570 343.071

3.4.2 Overige baten werk in opdracht van derden 107.752 225.231

Baten in opdracht van derden 420.322 568.302

3.5 Overige baten

3.5.1 Verhuur 17.228 5.682

3.5.2 Detachering personeel 229.147 173.067

3.5.3 Overige 809.946 701.745

Overige baten 1.056.321 880.494


70

Lasten

4.1 Personeelslasten 31 december 2014 31 december 2013

€ €

4.1.1 Lonen en salarissen -9.271.165 -9.095.884

4.1.2 Overige personeelslasten -1.284.792 -1.197.428

4.1.3 Af: ontvangen uitleen personeel 19.806 72.193

Personeelslasten -10.536.151 -10.221.119

Uitsplitsing

4.1.1.1 Brutolonen en salarissen -7.323.721 -7.171.923

4.1.1.2 Sociale lasten -878.569 -840.545

4.1.1.3 Pensioenpremies -1.078.697 -1.093.927

4.1.1.4 Onttrekking personele voorzieningen 9.822 10.511

Lonen en salarissen -9.271.165 -9.095.884

4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen -213.693 10.078

4.1.2.2 Personeel niet in loondienst -819.662 -927.658

4.1.2.3.1 Overig -190.679 -213.705

4.1.2.3.2 Dienstreizen -60.758 -66.143

Overige personeelslasten -1.284.792 -1.197.428

In loondienst 140,3 136,1

Niet in loondienst 6,8 11,1

Gewogen aantal fte 147,1 147,2


71

4.2 Afschrijvingen 31 december 2014 31 december 2013

€ €

4.2.1 Materiële vaste activa -651.022 -678.886

Afschrijvingen -651.022 -678.886

4.3 Huisvestingslasten

4.3.1 Huur -351.027 -344.728

4.3.2 Verzekeringen -22.378 -25.347

4.3.3 Klein onderhoud -81.756 -76.180

4.3.4 Energie en water -242.406 -262.362

4.3.5 Schoonmaakkosten -148.898 -195.872

4.3.6 Heffingen -104.575 -111.426

4.3.7 Overig -100

4.3.8 Dotatie groot onderhoud -190.000 -240.000

Huisvestingslasten -1.141.040 -1.256.015

4.4 Overige lasten

4.4.1 Administratie en beheerslasten -328.790 -347.001

4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen -213.920 -183.902

4.4.3

Overige lasten -1.978.358 -2.276.069

Uitsplitsing

4.4.3.1 Algemeen -710.128 -696.238

Sector VO -55.147 -52.956

Sector BVE -158.651 -214.644

Contractonderwijs -81.045 -125.177

Werk in opdracht van derden -44.495 -90.651

Additionele middelen -386.182 -565.500

-1.435.648 -1.745.166

Financiële baten en lasten

5 Financiële baten en lasten

5.1 Rentebaten 18.279 19.003

5.2 Rentelasten -92.748 -98.952

Financiële baten en lasten -74.469 -79.949

-42.350 -37.752

-3.025 -3.025

-45.375 -40.777

Honorarium externe accountant EY

Honorarium andere controleopdrachten

Honorarium onderzoek jaarrekening

Overige (algemeen, VO/BVE,

contractonderwijs, werk in opdracht van

derden en additionele middelen)

-1.745.166-1.435.648


72

Model E Verbonden Partijen

Code activiteiten: 1. Contractonderwijs, 2. Contractonderzoek, 3. Onroerende zaken, 4. Overige

Verbonden partijen

In 2005 hebben de gemeente Hardenberg, het Alfacollege en De Groene Welle een stichting opgericht voor de nieuwbouw en het beheer van het Lokaal

Opleidingscentrum (LOC+) te Hardenberg.

In 2006 heeft De Groene Welle de Stichting Leerbedrijven opgericht. Binnen de Stichting Leerbedrijven doen leerlingen praktijkervaring op door het oprichten

en beheren van miniondernemingen.

In 2014 is het Samenwerkingsverband VO (regio IJssel-Vecht) opgericht. Het samenwerkingsverband is opgericht om passend onderwijs voor elke VO-leerling

aan te kunnen bieden. Elk schoolbestuur is zelf verantwoordelijk voor het opstellen van een zorgplan en een schoolwerkplan, wat voldoet aan de minimale

eisen van basiszorg die worden gesteld binnen de regio.

Naam Juridische Statutaire Code Eigen Resultaat Artikel Deelname Consolidatie

vorm 2014 zetel activiteiten vermogen jaar 2:403 BW

31-12-2014 2014

€ € Ja / Nee % Ja / Nee

C.V. Beheersmaatschappij LOC+ CV Hardenberg 3 - 135.325 Ja 9,66 Nee

Stg. Leerbedrijven Groene Welle Stichting Zwolle 4 - - Nee - Nee

Samenwerkingsverband VO (IJssel-Vecht) Stichting Zwolle 4 - - Nee - Nee


73

Model WNT Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders

Topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen

Ingang

dienstverband

Einde

dienstverband

Omvang

dienst-

verband

Beloning

Belastbare

onkosten-

vergoedingen

Voorziening

beloning op

termijn

Uitkering

beëindiging

dienstverband

Fte € € € €

F.W. Hengeveld 1-6-2010 onbepaalde tijd 1 100.230 9.224 18.133

Toezichthouders

Ingang

functievervulling

Einde

functievervullingBeloning

Belastbare

onkosten-

vergoedingen

Voorziening

beloning op

termijn

Uitkering

beëindiging

dienstverband

€ € € €

H. Dijkstra 20-6-2011 - 8.152

R.M.B. Grefelman-Neppelenbroek 1-1-2007 - 4.304

G. Naber 1-1-2007 31-12-2014 5.208

H.F. Kruize 1-1-2012 - 5.208

H. Verweij 1-1-2014 - 5.208

Het normenkader rondom de ‘’Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semi-publieke Sector (hierna :WNT) is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000106049 en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000 104920. De Aanpassingswet WNT is als onderdeel van dit normenkader nog niet formeel aangenomen door de Eerste Kamer. Voor het opmaken van de jaarrekening is in lijn met de mededeling van de minister van BZK d.d. 12 februari 2014, gepubliceerd in de Staatscourant d.d. 18 februari 2014, de Aanpassingswet WNT wel als onderdeel van het normenkader gehanteerd.

Voorzitter

J/N

J

Naam

NaamVoorzitter

J/N

J

N

N

N

N


74

Model G Verantwoording subsidies

Ontvangen

Omschrijving Jaar Kenmerk Bedrag van t/m

toewijzing boekjaar

€ €

Bekwaamheid en professionalisering 2014 590516-1 89.519 89.519 √

Praktijkleren Box 1 2013 483015-5 445.888 445.888 √


Groene Implus Professionalisering 2013 483015-5 21.677 21.677 √

Groene Impuls School Kenniscentrum 2013 483015-5 86.707 86.707 √

Groene Impuls Internationalisering 2013 483015-5 17.341 17.341 √

Landelijke agenda en Authentiek onderwijs 2013 483015-5 91.297 91.297 √



Meerjaren investeringsplan (MIP) 2014 573692-1 251.747 251.747 √

Totaal 1.853.001 1.853.001

G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule

geheel

uitgevoerd

nog niet

geheel

uitgevoerd

De prestatie is ultimo

boekjaar conform de

subsidiebeschikking


75

Ontvangen

Omschrijving Jaar Kenmerk Bedrag van Saldo t/m Kosten Totale Saldo

toewijzing 1-1-2014 boekjaar boekjaar kosten 31-12-2014

€ € € € € €

Schoolmaatschappelijk Werk 2013 BEK-2013/134 M 30.893 23.999 30.893 23.999 30.893 0

Nederlandse Taal en Rekenen 2014 592037-2 115.515 115.515 115.515 115.515 0

Totaal 146.408 23.999 146.408 139.514 146.408 0

G2A Verantwoording van subsidie met verrekeningsclausule, aflopend per ultimo verslagjaar

Bedrag Ontvangen

Omschrijving Jaar Kenmerk van Saldo t/m Kosten Totale Saldo

toewijzing 1-1-2014 boekjaar boekjaar kosten 31-12-2014

€ € € € € €

Schoolmaatschappelijk Werk 2014 602342-1 27.596 27.596 11.651 11.651 15.945

Totaal 27.596 27.596 11.651 11.651 15.945

G2B Doorlopend tot in volgend verslagjaar


76

(Voorstel) bestemming van het exploitatieresultaat

Gebeurtenissen na balansdatum

Na afloop van het boekjaar hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan die belangrijk zijn voor de

interpretatie van de cijfers in de jaarrekening.

2014 2013

€ €

Saldo baten en lasten 454.235 -133.670

Resultaat LOC+ 135.325 138.889

Renteresultaat -74.469 -79.949

Vrijval bestemmingsreserve BAPO 205.639

Vrijval bestemmingsreserve niet bestede niet-geoormerkte subsidies 33.396

Naar de algemene reserve 515.091 164.305


77

Continuïteitsparagraaf

De Groene Welle stelt jaarlijks een meerjarenraming op. Deze meerjarenraming wordt middels drie

scenario’s doorgerekend. Het gaat hierbij om een worstcase, bestcase en neutraal scenario.

Onderstaande instrumenten hebben input geleverd bij de totstandkoming van de meerjarenraming:

- Meerjaren prognose leerlingen- en studentenaantallen

- Meerjaren onderhoudsplan

- Meerjaren formatieplan

- Begroting 2015

Jaarlijks wordt er een risico-inventarisatie en analyse uitgevoerd, hiervoor verwijs ik u naar het eerder

in deze jaarrekening beschreven risicomanagement.

Toelichting kengetallen

Personele bezetting

Ondanks de intensivering van het onderwijs, blijft de bezetting nagenoeg gelijk.

Leerlingen- en studentenaantallen

De verwachting is dat de leerlingenaantallen in het VO ligt zullen stijgen en de studentenaantallen in

het MBO stabiel blijven.

Huisvesting

Het schoolgebouw in Zwolle is in eigendom. Jaarlijks wordt er groot onderhoud gepleegd aan het

gebouw. Er is een voorziening groot onderhoud, waaraan jaarlijks gedoteerd wordt. Er zijn geen

plannen voor nieuwbouw

Kengetal (31-12) 2014 2015* 2016* 2017*

Personele bezetting in FTE

- Management / directie 3,9 3,9 3,9 3,9

- Onderwijzend personeel 108,7 109,7 108,1 108,1

- Overige medewerkers 27,7 28,0 28,0 28,0

Totaal 140,3 141,6 140,0 140,0

Studentenaantallen MBO 1.244 1.220 1.220 1.220

Leerlingenaantallen VO 446 450 481 473

Totaal 1.690 1.670 1.701 1.693

* prognose


78

Toelichting balans

Financieringsstructuur

Er vinden geen wijzigingen plaats in de huidige financieringsstructuur. Er zijn geen nieuwbouwplannen

voor de komende jaren, waardoor er geen sprake is van het aangaan van een nieuwe lening.

De bestaande leningen worden jaarlijks afgelost.

Huisvestingsbeleid

Het schoolgebouw in Zwolle is in eigendom, jaarlijks wordt er groot onderhoud gepleegd.

Het schoolgebouw in Hardenberg wordt gehuurd, daarnaast is er een deelneming in stichting LOC+

Hardenberg.

Mutaties reserves, fondsen en voorzieningen

De bestemmingsreserve Kwaliteit loopt de komende jaren af.

De voorzieningen bestaan uit: groot onderhoud, jubilea en wachtgelduitkeringen.

Het meerjaren onderhoudsplan is in 2014 geactualiseerd, hierop is de dotatie aan de voorziening voor

de komende jaren aangepast.

In 2014 is een voorziening voor wachtgelduitkeringen gevormd.

Balans

2014 2015* 2016* 2017*

€ € € €

Activa

Vaste activa

- Materiële vaste activa 10.050.565 9.471.064 8.958.018 8.478.658

- Financiële vaste activa 2.426.841 2.393.685 2.350.529 2.307.373

Totaal 12.477.406 11.864.749 11.308.547 10.786.031

Vlottende activa 3.039.594 3.934.262 4.175.893 4.260.416

Totaal activa 15.517.000 15.799.011 15.484.440 15.046.447

Passiva

Eigen vermogen

- Algemene reserve 9.528.750 9.841.598 9.572.862 9.501.205

- Bestemmingsreserve publiek 136.647 136.647 136.647 136.647

- Bestemmingsreserve privaat

Voorzieningen 1.789.539 1.882.039 1.959.539 1.716.539

Langlopende schulden 1.702.421 1.579.085 1.455.749 1.332.413

Kortlopende schulden 2.359.643 2.359.642 2.359.643 2.359.643

Totaal passiva 15.517.000 15.799.011 15.484.440 15.046.447

* prognose


79

Toelichting staat van baten en lasten

Leerlingen- en studentenaantallen

De verwachting is dat de leerlingenaantallen in het VO ligt zullen stijgen en de studentenaantallen in

het MBO stabiel blijven.

Andere bekostigingsrelevantie variabelen

In 2016 zullen de praktijkleergelden verdwijnen, dit is van grote invloed op de Rijksbijdragen.

Contractactiviteiten

Contractactiviteiten zijn een klein onderdeel van de omzet. De verwachting is dat dit de komende

jaren niet zal veranderen als gevolg van de crisis en verschuiving van taken tussen landelijke

overheid, provincies en gemeenten. Er wordt verwacht dat het huidige omzetniveau gehandhaafd

blijft. De organisatie kiest hier bewust voor in het kader van relatiebeheer met bedrijven.

Personele bezetting

Jaarlijks wordt het meerjaren formatieplan geactualiseerd. Er wordt gestuurd op een personele

bezetting die in overeenstemming is met de leerlingen studentenaantallen en de beschikbare

middelen. Ondanks de intensivering van het onderwijs, blijft de bezetting de komende jaren nagenoeg

gelijk. De flexibele schil moet eventuele fluctuaties opvangen.

Huisvesting

De verwachting is dat de huisvestingskosten de komende jaren zullen stijgen met de jaarlijkse

prijsindex. Er worden geen grote extra uitgaven verwacht, aangezien er geen nieuwbouwplannen zijn

en er voor groot onderhoud een voorziening is gevormd.

Staat van baten en lasten

2014 2015* 2016* 2017*

€ € € €

Baten

- Rijksbijdragen OCW/EZ 12.998.806 13.660.000 12.445.000 12.729.000

- Overige subsidies OCW/EZ

- Lesgelden VO 57.519 61.800 58.700 58.700

- Cursusgelden BVE 227.838 228.200 216.300 216.300

- Baten in opdracht van derden 420.322 285.000 292.000 299.000

- Overige baten 1.056.321 779.000 799.000 819.000

Totaal 14.760.806 15.014.000 13.811.000 14.122.000

2014 2015* 2016* 2017*

€ € € €

Lasten

- Personeelslasten -10.536.151 -10.702.000 -10.567.000 -10.645.000

- Afschrijvingen -651.022 -670.000 -678.000 -684.000

- Huisvestingslasten -1.141.040 -1.203.000 -1.221.000 -1.239.000

- Overige lasten -1.978.358 -2.161.000 -1.664.000 -1.681.000

Totaal -14.306.571 -14.736.000 -14.130.000 -14.249.000

Saldo baten en lasten 454.235 278.000 -319.000 -127.000

Saldo financiële bedrijfsvoering -74.469 -85.000 -60.000 -54.000

Saldo buitengewone baten en lasten 135.325 120.000 110.000 110.000

Totaal resulaat 515.091 313.000 -269.000 -71.000

* prognose


80

Overige gegevens

Gegevens over de rechtspersoon

Algemeen

Naam : Stichting Agrarisch Opleidings Centrum de Groene Welle

Adres : Koggelaan 7, 8017 JN Zwolle

Telefoon : (038) 467 11 20

Fax : (038) 422 34 36

Naam contactpersoon : Mevrouw Drs. F.W. Hengeveld

Bestuursnummer : 40097

Brinnummer : 13US

KvK nummer : 41024625

E-mail : [email protected]

Internet : www.groenewelle.nl

Samenstelling Raad van Toezicht 2014

De heer H. Dijkstra : voorzitter

Mevrouw R. Grefelman : lid

De heer G. Naber : lid

Mevrouw E. Kruize : lid

De heer H. Verweij : lid

Samenstelling College van Bestuur 2014

Mevrouw Drs. F.W. Hengeveld (directievoorzitter)


81

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan: Stichting AOC de Groene Welle

Verklaring betreffende de jaarrekening Ons oordeel

Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2014 van Stichting AOC de Groene Welle te

Zwolle gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van

baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de

gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

Verantwoordelijkheid van het bestuur

Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het

vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag,

beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens

verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten,

lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in

de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor

een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de

naleving van die relevante weten regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel

belang als gevolg van fraude of fouten.

Verantwoordelijkheid van de accountant

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze

controle, als bedoeld in artikel 103 lid 4 van de Wet op het voorgezet onderwijs en artikel 2.5.3 lid 4

van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met

Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het

Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende

ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate

van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.

Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de

bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk

van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de

risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.

Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking

die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in

het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante weten regelgeving,

gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze

risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de

effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de

geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële

rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte

schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.

Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een

onderbouwing voor ons oordeel te bieden.


82

Oordeel betreffende de jaarrekening

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het

vermogen van Stichting AOC de Groene Welle per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014

in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.

Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties

over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële

rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante weten

regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1 Referentiekader van het

Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014.

Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn

gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen,

overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3 Jaarverslag van het

Onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014 is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1

onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het

jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in

artikel 2:391 lid 4 van het BW.

Zwolle, 12 mei 2015

Ernst & Young accountants LLP

w.g. drs. J.M.A. Drost RA


83

Verklarende woordenlijst

4Groen Samenwerkingsverband van Nordwin College, AOC Terra, AOC Oost en

De Groene Welle

BBL Beroeps Begeleidende Leerweg

BOL Beroeps Opleidende Leerweg

BPV BeroepsPraktijkVorming (ook wel stage)

CAO BVE Collectieve arbeidsovereenkomst beroepsonderwijs en de

volwasseneneducatie

De Groene Tafel Platform van bestuurders afkomstig van de Wageningen UR, Hogere Agrarische

Scholen en AOC’s.

E-Twinning en E-Space Internationaal communicatieplatform voor leerlingen en internationale

werkruimte voor docenten

EZ Economische Zaken

FPU Flexibel Pensioen en Uittreden

groene kolom Scholen in het groene onderwijs van voortgezet tot universitair onderwijs

Het Groene Lyceum Groene leerroute naar het hbo voor slimme doeners

HKS Herziene Kwalificatiestructuur mbo

Human Capital Agenda Onderdeel van het topsectorenbeleid van de rijksoverheid, waarmee we sterke

bedrijfssectoren op de kaart zetten. Alle negen topsectoren, waaronder die van

de Agri&Food, Water en Tuinbouw&Uitgangsmaterialen hebben een Human

Capital Agenda (HCA), die als doel hebben om de aansluiting tussen onderwijs en

bedrijfsleven te verbeteren.

Klimaat Actieve Stad Een actieprogramma met als belangrijkste doel het betrekken, verbinden,

stimuleren en ondersteunen van alle partijen die actief zijn bij de

klimaatbestendige ontwikkeling van een gebied: overheden, bedrijfsleven,

onderwijsinstellingen, kennisinstituten, burgers en maatschappelijke instanties.

De partijen onderschrijven het belang van klimaatbestendig ontwikkelen en zien

hierin een kans om waarde toe te voegen aan een gebied door slim samen te

werken, te investeren, te realiseren en te beheren.

LWOO Leerwegondersteunend onderwijs

MIP Meerjareninvesteringsplan

OOP Onderwijs Ondersteunende personeel

P&C-cyclus Planning en control cyclus

PDCA-cyclus De PDCA-cyclus of kwaliteitscirkel van Deming is een creatief hulpmiddel

voor (proces)besturing, ontwikkeld door de Amerikaanse statisticus

William Edward Deming. De cirkel bestaat uit vier stappen: Plan, Do,

Check en Act.

PTA's Programma van Toetsing en Afsluiting

PTO Programma van Toetsing en Onderwijs; het geeft voor alle

onderbouwklassen aan wat voor elk vak en elk niveau het programma is.

Qlikview Een Business Intelligence (BI) tool voor data analyse, dashboards en

rapportage.


84

Bijlage Overzicht van nevenfuncties College van bestuur

Naam organisatie Functie Jaar van aftreden

Expertise Centrum BeroepsOnderwijs Lid programmaraad 2014

Stichting Bijzondere Hoogleraren Max Grootte

Bestuurslid 2014

Regiegroep Vernieuwing VMBO Lid -

Programmateam Water en Leven Lang Leren GKC

Ambassadeur 2014

Stuurgroep Kenniscentrum Natuur en Leefomgeving

Lid -

Nationaal regie orgaan Onderwijsonderzoek

Lid -

Commissie Regelluw gemeente Zwolle Lid -

Commissie Examenkwaliteit MBO raad Lid -

Klankbord groep spoorzone Zwolle Lid -

Examinering MBO voorzitter 2014

St. PROO, raad van toezicht voorzitter 2018

Bijlage Samenstelling Raad van Toezicht en rooster van aftreden

Naam In functie per Aftredend per

Dhr. H. Dijkstra 2011 2015 Herbenoembaar

Mw. R. Grefelman 2007 2015 Niet herbenoembaar

Mw. E. Kruize 2012 2016 Herbenoembaar

Dhr. G. Naber 2007 2014 Niet herbenoembaar

Dhr. H. Verweij 2014 2018 Herbenoembaar


85

Bijlage Nevenfuncties Raad van Toezicht

Dhr. H. Dijkstra

Koninklijke Vereniging De Friesche Elfsteden - Functie: vicevoorzitter / secretaris – Onbetaald

ROC Aventus - Functie: voorzitter Raad van Toezicht – Betaald

Stichting Odyssee Training & Advies - Functie: voorzitter Raad van Commissarissen – Betaald

Nederland Vlaamse Accreditatie Organisatie - Functie: voorzitter Instellingsauditcommissie – Betaald

Stichting Orthopedagogisch Centrum De Ambelt - Functie: Voorzitter Raad van Toezicht – Betaald

Verian, zorgorganisatie extramurale zorg - Functie: vicevoorzitter Raad van Toezicht – Betaald

MarketingOost - Functie: lid Raad van Toezicht – Betaald

Zwolse Schouwburgen - Functie: lid Raad van Toezicht - Onbetaald

Werkgeversberaad Hardenberg - Functie: voorzitter – Betaald

It Sil Heve’ - Functie: voorzitter - Niet betaald

Rekenkamercommissie gemeente Hattem - Functie: voorzitter – Betaald

Mw. R. Grefelman

Fa. Grefelman (Loonwerkbedrijf) - Functie: directeur/eigenaar – Betaald

Stichting Quo Vadis te Deventer - Functie: lid Raad van Toezicht – Betaald

Cumela Nederland – Functie: lid commissie sociale zaken - Betaald

Mw. E. Kruize

SWZ - Functie: commissaris - Betaald

OOZ - Functie: voorzitter Raad van Toezicht - Betaald

Driezorg - Functie: lid Raad van Toezicht - Betaald

OSG Hengelo – Functie: vice-voorziter - Betaald (tot 15-09-2014)

Dhr. G. Naber

KNHS - Functie: Beleidsmedewerker - Betaald

Trainings- en Africhtingsstal Naber-Lozeman - Functie: directeur/eigenaar - Betaald

Dhr. H. Verweij

Afrika commissie van de Vlaamse universitaire ontwikkelingssamenwerkingsorganisatie VLIR UOS in

Brussel – Functie: lid – Betaald

NUFFIC Niche programma American University of Cairo, Egypte – Functie: projectcoördinator – Betaald

NVAO (Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie) – Functie: Lid audit commissie – Betaald

Ontwikkelcentrum – Functie: Lid Raad van Toezicht (tot juni 2014) - Betaald


86

Bijlage Verantwoording Code Goed Bestuur in de BVE sector

Deel 1: Taken, verantwoordelijkheden, inrichting en werkwijze colleges van bestuur

Afspraak uit de code ‘Goed bestuur in de bve-sector’

Check instelling

1. Het CvB zorgt bij verschillende inkomstenbronnen voor een heldere scheiding in de verantwoording

√

2. Het CvB regelt (indien van toepassing) vertegenwoordigingsbevoegdheid in een bestuursreglement of procuratieregeling.

√

3. Het CvB zorgt voor actuele informatie over de behoeften en wensen van belanghebbenden en neemt die aantoonbaar mee in zijn besluitvorming.

√

4. Het CvB vraagt de RvT goedkeuring voor: a. de visie op basis waarvan het CvB wenst te opereren b. het strategisch meerjarenplan, de begroting, het jaarplan, de jaarrekening en het

jaarverslag c. (wijzigingen in) het bestuursreglement d. besluiten tot statutenwijziging of ontbinding van de rechtspersoon, of het aanvragen

van faillissement of surseance van betaling e. overige majeure beslissingen, vast te leggen in de statuten en/of het bestuursreglement

√

5. Het CvB legt verantwoording aan de RvT af over de gang van zaken in de instelling en zijn eigen functioneren en verschaft de RvT daartoe actief de nodige informatie.

√

6. Het CvB verschaft de RvT alle informatie die deze nodig heeft voor zijn toezichttaak. √

7. Het CvB legt belangrijke beslissingen en complexe zaken voor advies voor aan de RvT. √

8. Het CvB legt zijn taken en werkwijze vast in de statuten en/of het bestuursreglement. √

9. De RvT stelt de omvang van het CvB vast. √

10. Het CvB omschrijft bij een meerhoofdig CvB in het bestuursreglement de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de leden.

nvt

11. De RvT werkt bij de werving en selectie van CvB-leden met vooraf door het CvB opgestelde en openbare profielen. De profielen worden voor advies voorgelegd aan de

ondernemingsraad en de studentenraad.

√

12. De RvT evalueert jaarlijks (de leden van) het CvB en bespreekt met hen de verwachtingen en wensen voor de toekomst.

√

13. Leden van de RvT mogen niet worden benoemd in het CvB van dezelfde instelling. √

14. Bij belet of ontstentenis van alle CvB-leden voorziet de RvT tijdelijk in het bestuur. √

15. Leden van het CvB vragen voor het aanvaarden van betaalde of onbetaalde nevenfuncties goedkeuring aan de RvT.

√

16. De RvT stelt criteria vast, op grond waarvan goedkeuring wordt verleend of onthouden aan nevenfuncties van CvB-leden.

√

17. Relevante nevenfuncties van CvB-leden worden in het jaarverslag openbaar gemaakt. √

18. Een lid van het CvB meldt een (potentieel) tegenstrijdig belang aan de voorzitter van de RvT en zijn collega CvB-leden. De RvT beslist of er sprake is van een tegenstrijdig belang.

√

19. Een CvB-lid neemt niet deel aan discussie en besluitvorming over een onderwerp waarbij dat lid een tegenstrijdig belang heeft.

√

20. Belangenverstrengeling bij een CvB-lid is niet toegestaan bij familiaire of zakelijke relaties met RvT-leden, CvB-leden en managementleden die rechtstreeks onder het CvB vallen.

√

21. Belangenverstrengeling bij een CvB-lid is niet toegestaan bij substantiële zakelijke relaties tussen de eigen organisatie en een andere rechtspersoon waar een CvB-lid financiële belangen heeft of bestuurder of toezichthouder is.

√

22. Het CvB zorgt voor een integriteitscode, na overleg met de ondernemingsraad. √


87

Deel 2: Taken, verantwoordelijkheden, inrichting en werkwijze raden van toezicht


Check instelling

23. De RvT legt zijn taken en werkwijze vast in de statuten en/of het bestuursreglement. √

24. De RvT stelt de omvang van de RvT vast, de competenties die nodig zijn, de zittingsduur en de honorering. Alle zaken rond de samenstelling van de RvT worden geregeld in de statuten en/of het bestuursreglement.

√

25. De RvT benoemt, schorst en ontslaat de leden van de RvT. √

26. Bij vacatures in de RvT stelt de RvT een profielschets op. Alle profielen worden voor advies voorgelegd aan het CvB, de ondernemingsraad en de studentenraad.

√

27. Bij vacatures in de RvT worden afspraken gemaakt over de wervings- en selectieprocedure. √

28. De zittingsperiode voor leden van de RvT is vier jaar, met de mogelijkheid tot herbenoeming voor één termijn. Daarbij wordt het lid beoordeeld op basis van zijn competenties in relatie tot de profielschets.

√

29. De RvT stelt een rooster van aftreden vast, waarin enerzijds fris bloed en anderzijds continuïteit wordt gewaarborgd.

√

30. De leden van de RvT ontvangen een honorering. De RvT stelt de hoogte van deze honorering vast.

√

31. Een lid van de RvT wordt genoemd op bindende voordracht van de ondernemingsraad, indien de OR van dit wettelijke recht gebruik wil maken.

√

32. Voormalige leden van het CvB, voormalige werknemers of iemand die belangrijke zakelijke relaties heeft gehad met de instelling, kunnen geen lid van de RvT van deze instelling worden.

√

33. De leden van de RvT functioneren zonder last en ruggespraak. √

34. De instelling maakt het financieel mogelijk dat de RvT over een secretariaat beschikt. √

35. Taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en samenstelling van door de RvT in te stellen commissies worden vastgelegd in een commissiereglement.

√

36. De RvT benoemt de externe accountant. De opdrachtverlening tot niet-

controlewerkzaamheden wordt goedgekeurd door de RvT. De externe accountant woont de vergaderingen van de RvT bij, waarin wordt gesproken over de jaarrekening en de managementletter. De externe accountant rapporteert zijn bevindingen over de jaarrekening tegelijkertijd aan de RvT en het CvB. De keuze voor de accountant wordt om de zes jaar gemotiveerd heroverwogen.

√

37. De RvT evalueert jaarlijks de leden van het CvB en het College als team. Conclusies en afspraken worden vastgelegd in een dossier dat wordt beheerd door of namens de RvT.

√

38. De RvT evalueert jaarlijks zijn eigen inrichting en functioneren en de bijdragen van de afzonderlijke leden, in afwezigheid van het CvB. Conclusies en afspraken worden vastgelegd in een dossier dat wordt beheerd door of namens de RvT.

√

39. De RvT legt de werkwijze bij de evaluatie van het CvB en de RvT vast in het bestuursreglement.

√

40. De RvT draagt zorgt voor een transparante en toegankelijke klokkenluidersregeling en voor een correcte afwikkeling.

√

41. Een lid van de RvT meldt een (potentieel) tegenstrijdig belang aan de voorzitter van de RvT en zijn collega RvT-leden. De RvT beslist of er sprake is van een tegenstrijdig belang.

√

42. Een lid van de RvT neemt niet deel aan discussie en besluitvorming over een onderwerp waarbij dat lid een tegenstrijdig belang heeft.

√

43. Belangenverstrengeling bij een RvT-lid is niet toegestaan bij familiaire of zakelijke relaties met RvT-leden, CvB-leden en managementleden die rechtstreeks onder het CvB vallen.

√

44. Belangenverstrengeling bij een RvT-lid is niet toegestaan bij substantiële zakelijke relaties tussen de eigen organisatie en een andere rechtspersoon waar een RvT-lid financiële belangen heeft of bestuurder of toezichthouder is.

√

45. Relevante nevenfuncties van RvT-leden worden in het jaarverslag openbaar gemaakt. √


88

Deel 3: Inrichting en verantwoording over de horizontale dialoog

Klachtenregelingen voor externe en interne belanghebbenden


Check instelling

46. Het CvB formuleert wie externe belanghebbenden zijn, welke belanghebbenden waarbij worden betrokken, hoe de belanghebbenden bij de beleidsontwikkeling worden betrokken en waarover, hoe en aan wie welke informatie wordt gegeven.

√

47. De instellingen geven vorm aan de afspraken in het professioneel statuut voor werknemers. √

48. Het CvB zorgt voor transparante, eenvoudige en gemakkelijk toepasbare klachtenregelingen voor externe belanghebbenden en interne belanghebbenden en zorgt ervoor dat deze klachtenregelingen bij de belanghebbenden bekend is.

√

49. De instellingen leggen verantwoording over de horizontale dialoog met externe belanghebbenden af in het jaarverslag.

√

Eis overheid

Check instelling

50. Het geheel van verslaggevingsdocumenten bestaande uit jaarrekening, jaarverslag en overige gegevens

√

51. Aansluiting BW en verslaggeving onderwijs met Aansluiting BW en richtlijnen jaarverslaggeving onderwijs Afwijkingen en in aanvulling op BW Aanvullende richtlijnen m.b.t. personeelsbeloningen, profileringsfonds(HO) en

vergoedingen en declaraties (HO) Aanlevering gegevens

√

52. WEB (Wet Educatie en Beroepsonderwijs) met verplichtingen t.a.v. Kwaliteitszorg en verslag examens Jaarrekening Jaarverslag, nadere regels en verplichting om te vermelden hoe wordt omgegaan

met de code Goed Bestuur Verslag deelnemersraad Bestuur en inrichting van de instellingen

√

53. UWEB met nadere uitwerking verplichtingen WEB t.a.v. informatie en controleprotocol √

54. Controleprotocol met nadere uitwerking accountantscontrole en verantwoording met o.a. overzicht wet en regelgevingen en overzicht verantwoording van subsidiemiddelen conform Wet overige OCW-subsidies (WOOS) of de Regeling onderwijs subsidies (ROS)

√

55. Medezeggenschap over strategische keuzes voor de instellingen conform Wet op de ondernemingsraden (WOR) en zeggenschap over onderwijs (Professioneel Statuut) en werkverdeling (CAO)

√


89

Bijlage Overzicht van opleidingen 2014

vo mbo Cursussen en contractactiviteiten

Basisberoepsgerichte Leerweg Lifestyle design Motorkettingzaag, basis, lichte en zware velling

Kaderberoepsgerichte Leerweg Bloemist Snoeien, basis

Gemengde Leerweg Hoveniers en Groenvoorziening Snoeien, laan- en straatbomen

Theoretische Leerweg door Gemengde Leerweg incl. Duits aan te bieden

Sportvisacademie Zwolle (Sportvisserij & aquacultuur)

Kroonsnoei jonge bomen

LWOO Bos- en natuurbeheer Uitvoeren boomverzorging

Het Groene Lyceum Sier- en boomteelt Boomveiligheidscontrole (VTA & IBA-methode)

Dierverzorging Werkvoorbereiden boomverzorging

Dierenartsassistent (paraveterinair)

Werken in bomen met klimuitrusting, basis en vervolg

Dierentrimmer Klim- en afbreektechnieken

Wildlife Werken volgens gedragscode Flora en Faunawet, niveau 1, 2 en 3

Hoefsmid Plantenkennis, basis en vervolg

Paardensport Tuintekenen, basis en vervolg

Paardenhouderij Beheer landschappelijke beplanting

(Glas)groenteteelt Bosmaaier

Veehouderij Onderhoud kleine tuin- en parkmachines

Groen, grond en infra Maatwerk toolboxbijeenkomsten

Werkbegeleider zorgbedrijf Begeleiden voortplanting paard

Groene (detail)handel DFA 1, DFA 1 + 2 (Bloem)

Dierendetailhandel Gespecialiseerd Bloemwerk ´Eigen stijl´

Entree opleiding Praktijkopleider

Effectief leidinggeven

VCA basis en VCA VOL (Veiligheid, Gezondheid en Milieu (VGM)

Checklist Aannemers)

Bedrijfshulpverlening (BHV) en BHV-herhaling

Veilig werken langs de weg

Trekkerrijbewijs

Heftruck

Beheer begraafplaatsen

Verlengingsbijeenkomsten licenties uitvoeren en bedrijfsvoeren gewasbescherming

Licentie Uitvoeren gewasbescherming

Licentie Bedrijfsvoeren gewasbescherming

Verschillende maatwerktrajecten

Boomveiligheid Examentraining

Veilig werken met de hoogwerker

Beheer inheemse flora

Toepassen inheemse flora

Plantenkennis basis en vervolg


90

Bijlage Besteding aanvullende bijdragen Investeringsmiddelen 2014 en 2015 (in euro’s)

Actielijn Jaar Bedrag Overloop

uit 2013

Bedrag besteedt in jaar van

ontvangst; verwachting

besteding in latere jaren

Beknopte beschrijving van uitgevoerde

acties

Beknopte beschrijving van bereikte

resultaten a.h.v. indicatoren

2014 2015 2016 e.v.

a.1 vernieuwing opleidingen 2014 35000 2640 64670 75165 75165 Er is onderzoek gedaan naar nieuwe

beroepsmogelijkheden met name in Biobased

economie, Stadslandbouw, Aquacultuur, MFL

en water.

Samenwerking met ROC’s op het gebied van

Techniek in boven genoemde onderwerpen.

Mee ontwikkelen aan CIV’s

Door ontwikkeling van het Groen Lyceum.

Er zijn/worden keuzedelen ontwikkeld die

reeds aangeboden of in de nieuwe HKS

aangeboden gaan worden. Het bedrijfsleven is

steeds betrokken bij de ontwikkelingen.

Vanaf april wordt samen met het Deltion een

keuze deel Groene techniek ontwikkeld.

In het CIV werkt de Groene Welle aan

Biobased, Stadslandbouw en Water

1e, 2e en 3e jaar staan klaar, aan de integratie

met het MBO wordt gewerkt.

2015 50000 Xxxxxxx

a.2 groene kennis voor

burgers

2014 15000 2850 680 17160 17160 De Groene Karavaan bezoekt scholen in de

regio met een Groen Programma.

Studenten/Leerlingen worden ingezet bij

lessen/voorlichting.

De Groene Welle buurttuin is aangelegd.

De Groene Karavaan wordt volop ingezet bij

evenementen, voorlichtingen en

tentoonstellingen, er zijn Groene thema’s

ontwikkeld voor zowel basis- als VO scholen.

Er is een Groene Welle Tuinplan ontwikkeld dat

aspecten van beleving, gezondheid en NME

(Natuur en milieueducatie) bevat.

2015 10000 Xxxxxxxx


91

a.3 kennistoepassing 2014 10000 11390 19305 19305 Deelname en oprichting van innovatieve

netwerken in de regio, het Meeting Point van

het CIV is daarin de spil geworden.

Studenten en bedrijfsleven werken samen aan

innovatieve programma’s.

Alle teams zijn bezig met de oprichting van

Netwerken. Het Meeting Point van het CIV

T&U is operationeel.

Studenten voeren diverse bedrijfsopdrachten

uit.

2015 20000 Xxxxxxxx

b.1

samenwerkingsverbanden

b.2 teams vakdocenten

2014 80000 2000 88410 95795 95795 De noordelijke AOC’s zijn een

samenwerkingsverband 4Groen gestart,

waarin wordt samengewerkt om tot een

doelmatige besteding van publieke middelen

te komen.

Vorming van expertgroepen, een netwerk van

innovatieve bedrijven, nieuwe

onderwijsvormen en goede digitale

verbindingen

De samenwerking begint op alle terreinen

vorm te krijgen.

Onder leiding van een externe projectleider

krijgt de samenwerking vorm.

Experts uit de verschillende teams komen

structureel bij elkaar om

samenwerkingsprojecten te bespreken.

Digitale leeromgeving wordt afgestemd.

c.1 innovatieve bedrijven 2014 20000 25000 25000 Leren in de praktijk: innovatieve lesmethode

in het kader van Focus

Green Projects: StudentOndernemingen

Professionalisering van docenten

Ontwikkeling binnen CIV

Koppeling met Regionale Food Agenda

Alle teams hebben LiP opdrachten tot hun

beschikking waarin studenten zelfstandig

authentieke opdrachten kunnen uitvoeren.

Green Projects maakt deel uit van het

lesprogramma.

Alle docenten hebben een scholing gevolgd.

Producten ontwikkeld door CIV worden

gebruikt.

2015 30000 Xxxxxxxxx


92

c.2 inhuur deskundigheid 2014 35000 9940 35030 35030 Er is verbinding gelegd tussen de relevante

CIV’s en CvE’s

Er is gewerkt met gastdocenten van uit

praktijkleermiddelen

Koppelen van nieuwe media aan leren

Daar waar nodig zijn en kunnen specialisten

als gastdocent worden ingezet. Bedrijven

hebben de binnen het CIV toegezegde uren

geleverd.

Nieuwe media worden gebruikt


d.1 groene groei 2014 36000 9100 58950 58950 Er is gewerkt aan inhoudelijke vernieuwing

van de opleidingen. Er is daarbij nadrukkelijk

gekeken naar ondernemerschap en nieuwe

vakgebieden als biobased en stadslandbouw

Een sterrolhoudersgroep Innovatie is opgezet

zodat innovatie vraaggestuurd wordt.


d.2 thema’s

innovatieagenda’s

2014 7000 34250 34250 De verbindingen tussen vaksecties en de

relevante topsectoren zijn gelegd.

Internationalisering is breed opgepakt en

wordt nu uitgewerkt

Teamleden gaan naar bijeenkomsten. Een

sterrolhoudersgroep Internationalisering is

actief en het keuzedeel internationalisering zal

ingezet worden.


d.3 agenda bèta – techniek 2014 7500 7500 7500 Samenwerking met techniek in de regio is

opgestart. Groene techniek als extra

beroepsmogelijkheid is in onderzoek

genomen.

1 april ligt een voorstel aan de directies van De

Groene Welle en het Deltion College op tafel

over keuzedelen techniek

2015 7500 Xxxxxxxxx

d.4 voedselzekerheid 2014 5000 4500 3750 3750 In samenwerking met regionaal bedrijfsleven

en LTO Noord Glaskracht wordt onderzoek

gedaan naar mogelijkheden voor

ontwikkelingssamenwerking.

Internationale samenwerking op het gebied

van voedselzekerheid altijd samen met het

bedrijfsleven.

2015 5000 Xxxxxxxxx


93

Bijlage Jaarverslag 2014 OR De Groene Welle

Eén van de belangrijkste taken van de ondernemingsraad (OR) is het voeren van overleg namens de

werknemers met de schoolleiding over de gang van zaken in de school. Niet alleen personele zaken,

maar ook algemene zaken worden meegenomen. Dit allemaal in het belang (voortbestaan) van de

onderneming. De OR is in 2014 acht keer bij elkaar gekomen. In de bijeenkomsten zijn verschillende

onderwerpen de revue gepasseerd, zoals begroting, jaarrekening en vakantieregeling. Door aandacht

te geven aan deze structurele onderwerpen, middels een dynamische jaaragenda, borgt de OR

instellingsprocessen, die belangrijk zijn voor een goede voortgang. Veel processen bezitten namelijk

een continu karakter en keren regelmatig terug.

Het overleg met de schoolleiding heeft vier invalshoeken: instemming, advies, informatie en initiatief.

Op basis van deze vier invalshoeken worden de kaders waarin de OR kan functioneren helder. In 2014

zijn onderstaande onderwerpen aan de orde gekomen:

De OR-verkiezingen: we beschikken op dit moment over een volwaardige OR met

personeelsleden uit alle geledingen van onze instelling.

De financiële situatie van de school: een terugkerend onderwerp waar de OR zich sterk voor

maakt en waarbij de insteek is om weer financieel gezond te worden/blijven.

Samenwerking: een controlerende rol op het beleid van het bestuur en de directie.

Voor 2014 stonden ook nog andere onderwerpen geagendeerd. Een aantal hiervan zullen in 2015

weer aan de orde komen, omdat ze onvoldoende zijn uitgewerkt.


Werktijdenregeling: hoe kan dit het beste tot stand

komen

Kijken naar een andere werkwijze binnen de OR en

de vergaderingen met als doel om meer

organisatiegericht te werken.

Nieuwe vakantieregeling: hoe wordt de nieuwe

vakantieregeling vo en mbo (in het kader van de Wet

op Onderwijstijd) juist geïmplementeerd.

Werkwijze OR en vergaderingen: meer gericht op

behartiging van organisatiebelang en minder op

belangenbehartiging.

Voordracht lid Raad van Toezicht: maken van een

bindende voordracht volgens de Wet op de

Ondernemingsraden.

Relatie met de bestuurder: verder uitbouwen.

Contact met achterban: twee keer per jaar een

bijeenkomst organiseren waarin de achterban wordt

geconsulteerd.

jaardocument 2014 'Op weg naar duurzaamheid'

Documents

Transcript of jaardocument 2014 'Op weg naar duurzaamheid'