3 jaardocument 2014

De Riethorst Stromenland

Auteur: Secretaris Raad van Bestuur

Raamsdonksveer, 30 april 2015

Jaarverslag 2014

De Riethorst Stromenland

Inhoudsopgave Pagina

1. Uitgangspunten van de verslaglegging 3

2. Profiel van de organisatie 4

2.1 Algemene identificatiegegevens 4

2.2 Structuur van het concern 4

3. Kerngegevens 5

3.1 Kernactiviteiten en werkgebied 5

3.2 Samenwerkingsrelaties 5

3.3 Kerngegevens cliënten, medewerkers, productie en opbrengsten 5

4. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap 6

4.1 Normen voor goed bestuur 6

4.2 Raad van Bestuur 6

4.3 Raad van Toezicht 6

4.3.1 Planning en Control cyclus 8

4.3.2 Bestuurlijke informatievoorziening 8

4.3.3 Administratieve Organisatie (AO) en Interne Beheersing (IB) 8

4.3.4 Risicobeheersing 8

4.3.5 Horizontaal toezicht 9

4.4 Cliëntenraad 9

4.5 Ondernemingsraad 10

5. Beleid, inspanningen en prestaties 11

5.1 Meerjarenbeleid 11

5.2 Algemeen beleid verslagjaar 11

5.2.1 Korte terugblik Raad van Bestuur 11

5.2.2 Vooruitblik Raad van Bestuur 12

5.2.3 Beleidsjaar 2014 12

5.2.4 Wonen, welbevinden en zorg 13

5.2.5 Personeel, educatie en onderzoek 14

5.2.6 Organisatie 14

5.3 Kwaliteit ten aanzien van cliënten 14

5.3.1 Visie 14

5.3.2 Externe audit 14

5.3.3 Klanttevredenheidsonderzoek en Normen Verantwoorde Zorg 14

5.3.4 Incidenten Cliënten 14

5.3.5 Klachten 15

5.3.6 Zorgleefplan 15

5.3.7 Communicatie en informatie 15

5.3.8 Zorginhoudelijke veiligheid 16

5.3.9 Woon- en leefomstandigheden 16

5.4 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers 17

5.4.1 Personeelsbeleid 17

5.4.2 Kwaliteit van het werk 17

5.5 Samenleving en belanghebbenden 18

5.6 Financieel beleid 18

5.6.1 Algemeen 18

5.6.2 Vastgoed risico’s 19

5.6.3 Toelichting op de resultatenrekening 19

6.1 Jaarrekening 20

6.1.1 Balans per 31 december 2014 21

6.1.2 Resultatenrekening over 2014 22

6.1.3 Kasstroomoverzicht 23

6.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 24

6.1.4.1 Algemeen 24

6.1.4.2 Grondslagen van waardering activa en passiva 25

6.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling 28

6.1.4.4 Kasstroomoverzicht 29

6.1.5 Toelichting op de balans 30

6.1.6 Mutatieoverzicht materiële vaste activa/financiële vaste activa 37

6.1.7.1 WTZI-vergunningplichtige vaste activa 38

6.1.7.2 WTZI-meldingsplichtige vaste activa 39

6.1.7.3 WMG-gefinancierde vaste activa 40

6.1.7.4 Niet WTZi/WMG-gefinancierde vaste activa 41

6.1.7.5 Kleinschalige woonvoorzieningen 42

6.1.8.1 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden projecten 43

6.1.9 Overzicht langlopende schulden ultimo 2014 44

6.1.10 Toelichting op de resultatenrekening 45

6.2 Overige gegevens 53

6.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 53

6.2.2 Resultaatbestemming 53

6.2.3 Gebeurtenissen na balansdatum 53

6.2.4 Nevenvestigingen 53

6.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders 53

6.2.6 Controleverklaring 54

De Riethorst Stromenland Jaardocument Maatschappelijke verantwoording 2014

30 april 2015 Pagina 2

1. Uitgangspunten van de verslaglegging

In dit document legt De Riethorst Stromenland verantwoording af op basis van de voormalige kaders van het

Jaardocument Zorginstellingen. Ondanks dat de verplichting tot het maken van een jaardocument is komen te vervallen,

wil de organisatie op deze manier toch haar maatschappelijke verantwoording waarmaken.

Het voorliggende document kent een maatschappelijk en een financieel gedeelte. Het jaarverslag is onderverdeeld in zes

hoofdstukken:

- Uitgangspunten van de verslaglegging;

- Profiel van de organisatie;

- Kerngegevens;

- Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap;

- Beleid, inspanningen en prestaties;

- Financieel beleid.

Naast dit document legt De Riethorst Stromenland ook verantwoording af via het zogenaamde DigiMV. Hierin zijn de

kwantitatieve gegevens vastgelegd, zoals de kerngegevens, de gegevens over de verblijfplaatsen, het personeel, het

algemeen beleid en het kwaliteitsbeleid.

Dhr. Mr. Drs. F.J.M. Staal

Mw. E.A.P.M. Thewessen, arts

Raad van Bestuur



2. Profiel van de organisatie

2.1 Algemene identificatiegegevens

2.2 Structuur van het concern

0162 – 582050

18081254

[email protected]

De activiteiten van De Riethorst Stromenland bestaan uit het verlenen van intramurale en extramurale zorgen

dienstverlening aan met name ouderen. De Riethorst Stromenland is vanaf 2011 intensief bezig geweest haar organisatie

zodanig te moderniseren, dat ze nog beter tegemoet kan komen aan de wensen en verlangens van haar cliënten. Kern

van het moderniseringsproces is, dat er kleinschalig georganiseerd wordt binnen het verband van het grotere geheel door

de dienstverlening van zorg, behandeling en faciliteiten aan een kleine groep cliënten te leveren. Rondom deze

cliëntengroep opereren vaste zorgen behandelteams, die in onderlinge afstemming hun diensten leveren en daarbij

ondersteund worden door aan de locatie gekoppelde facilitaire dienstverlening. Locaties vormen voor cliënten herkenbare

en onderscheidende omgevingen waarbinnen zij leven of verblijven. In 2014 is er voor gekozen om verder te gaan op de

ingeslagen weg en de stap te maken naar zelfsturende zorgteams zowel intramuraal als extramuraal. Dit heeft ook

gevolgen voor de organisatiestructuur, welke geformaliseerd zullen worden per 1 maart 2015.

De organisatiestructuur ziet er daarmee voor 2014 nog als volgt uit:

• Raad van Bestuur bestaande uit twee leden;

• Drie stafdiensten: (Finance & Control, Personeel, Opleiding & Organisatie, Beleidsbureau) onder leiding van een

manager;

• Twaalf zorglocaties en extramurale zorg onder leiding van zes locatiemanagers;

• Twee diensten (Facilitaire zaken, Behandeling & Begeleiding) onder leiding van een manager.

In het kader van de medezeggenschap van cliënten functioneren binnen de organisatie cliëntenraden per locatie en een

Centrale Cliëntenraad voor de gehele organisatie. De Ondernemingsraad behartigt de belangen van de medewerkers. Het

organogram ziet er dan als volgt uit:

Adres

Postcode

Plaats

Telefoonnummer

Identificatienummer Kamer van Koophandel

E-mailadres

www.deriethorststromenland.nlInternetpagina

Zalmweg 1c

Naam verslagleggende rechtspersoon De Riethorst Stromenland

Raamsdonksveer

4941 VX



3. Kerngegevens

3.1 Kernactiviteiten en werkgebied

3.2 Samenwerkingsrelaties

3.3 Kerngegevens cliënten, medewerkers, productie en opbrengsten

Aantal

pers.

Aantal

fte

1369 757

Waarvan AWBZ gefinancierde bedden

Aantal dagdelen dagactiviteiten in verslagjaar

Kerngegevens VVT excl. Jeugdgezondheid/kraamzorg

Cliënten

Waarvan ZZP-dagen

11.302

589

560

29

171

621

40

218.498

207.169

2124194

37.740

166

687

Aantal cliënten met zorg en verblijf per einde verslagjaar

Waarvan ZZP-cliënten met zorg en verblijf per einde verslagjaar

Waarvan aantal cliënten met DBC-GRZ

Aantal cliënten dagactiviteiten per einde verslagjaar

Aantal extramurale cliënten per einde verslagjaar (excl. cliënten dagactiviteiten en WMO-

zorg

Capaciteit

Aantal beschikbare bedden/plaatsen met verblijfszorg per einde verslagjaar

De Riethorst Stromenland is er voor mensen die ondersteuning wensen op het gebied van wonen, zorg en welzijn. De

vraag van de cliënt is bepalend voor de toegepaste hulpverlening. Daarbij hebben we de autonomie van de cliënt hoog in

het vaandel staan. De Riethorst Stromenland biedt voornamelijk zorg binnen de AWBZ, zowel intramuraal als

extramuraal. De Riethorst Stromenland biedt daarnaast diverse eerste lijn functies aan (onder andere fysiotherapie,

logopedie, psychologie, ergotherapie en dieetadvisering).

Het werkgebied van De Riethorst Stromenland bevindt zich in de punt van de vierhoek Gorinchem, ’s-Hertogenbosch,

Oosterhout en de Biesbosch. Het gebied ligt op de grens van drie provincies. De Riethorst Stromenland valt onder

zorgkantoor regio West- Brabant en is actief in vier gemeenten in dit gebied (Werkendam, Woudrichem, Geertruidenberg,

Waalwijk). Met de oplevering van locatie Slotjesveste, breidt De Riethorst Stromenland haar werkgebied in 2014 uit met

één gemeente: Oosterhout. De thuiszorg bestrijkt het gehele werkgebied.

De Riethorst Stromenland streeft binnen de regio naar een functionele samenwerking met andere zorgaanbieders,

belangenverenigingen van zorgvragers, woningcorporaties en gemeenten. De primaire doelstelling daarbij is ketenzorg te

bevorderen. Bovenregionaal draagt De Riethorst Stromenland bij aan wetenschappelijk onderzoek door onder andere

haar lidmaatschap van het Universitair Kennisnetwerk Ouderenzorg Nijmegen (UKON) en deelname aan Tranzo,

wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn van de universiteit Tilburg.

Waarvan DBC-GRZ-dagen

Productie

Kosten ingehuurd personeel niet in loondienst en zelfstandigen in verslagjaar

Bedrijfsopbrengsten

Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar

Waarvan Zvw gefinancierde bedden (DBC-GRZ)

Productie

Aantal dagen met zorg en verblijf in verslagjaar

Aantal uren extramurale productie in verslagjaar (excl. dagact. en WMO)

Personeel

Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar

34.206

Bedrag in euro’s

683868

52850433

Waarvan wettelijk budget aanvaardbare kosten

Waarvan omzet Dbc 3929249

Waarvan overige bedrijfsopbrengsten

46796990



4. Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap

4.1 Normen voor goed bestuur

4.2 Raad van Bestuur

4.3 Raad van Toezicht

• Senior wetenschappelijk

onderzoeker/univer-sitair

docent iBMG

Maatschappelijke

functie/beroep

Mr. J.M. Dokman, RA

voorzitter

Algemeen en

Cliëntenraad

Auditcommissie

Remuneratiecommissie

• Lid gemeenteraad

Werkendam

• Bestuurslid Stichting

Pensioenfonds BDO

Accountants & Adviseurs

• gepensioneerd

Mw. Drs. M.P.A. Colijn, Lid Auditcommissie

Riskmanagement

Compliance

• Lid examencommissie ABC

Hogeschool Dordrecht

• Manager Control Rabobank/

plv Directeur Rabobank

Foundation

Dhr. M. Hegeman,

Lid

Financiën • Lid Raad van advies WBC

• Directeur eigenaar MAC

Hegeman B.V. (advies en

interim management)

• Directeur mede eigenaar

Prosperitas BV.

• Handelend voor de

maatschap Erven Hegeman-

Vark

• Voorzitter Stichting

Innoveren met Zorg

Mw. Dr.

G.L. Leusink, arts MBA Lid

Vice-voorzitter

Kwaliteitscommissie

Auditcommissie

• Secretaris bestuur

Innoveren met Zorg (ImZ)

• Bestuur Vereniging van

Arts en Auto (VvAA)

• Lid Raad van

Commissarissen woonwenz

• Voorzitter Raad van

Bestuur Severinus te

Veldhoven

Mw. Dr. A.M.V. Stoopendaal,

Lid

Kwaliteitscommissie

De Raad van Bestuur wordt gevormd door de voorzitter en lid Raad van Bestuur en functioneert op basis van een

arbeidsovereenkomst en een door de Raad van Toezicht vastgesteld reglement Raad van Bestuur. De bezoldiging van de

Raad van Bestuur is vastgesteld door de Raad van Toezicht en is conform de voor de sector geldende normen. De Raad

van Toezicht is van opvatting dat de Raad van Bestuur in het verslagjaar naar behoren heeft gefunctioneerd en dat er

geen belangenverstrengelingen zijn opgetreden tussen de Raad van Bestuur en de belangen van de stichting. In het

verslagjaar hebben zich ook geen belangenverstrengelingen voorgedaan tussen de leden van Raad van Toezicht en de

stichting.

Naam Aandachtsgebied Nevenfuncties

Bestuursfunctie Nevenfuncties Aandachtsgebieden

Mr. Drs. F.J.M. Staal

Lid Raad van bestuur - Lid Raad van Toezicht

Jeroen Bosch Ziekenhuis

- NIAZ auditor

- Lid College

Kwaliteitsverklaringen NIAZ

- Bestuurslid stichting STEM

(Sterven Op je Eigen Manier)

- Zorg

- Behandeling en

Begeleiding

- Kwaliteit

De samenstelling van de Raad van Bestuur in 2014 is als volgt geweest:

Binnen De Riethorst Stromenland wordt de zorgbrede Governancecode toegepast. Maximale transparantie wordt betracht

bij de informatieverstrekking aan derden en bij de openheid op het gebied van nevenfuncties. De verantwoording van de

organisatie als zorgonderneming met een bijzondere maatschappelijke opdracht vindt plaats door middel van dit

jaardocument. Hiermee wordt een doelmatige en transparante bedrijfsvoering uitgedragen.

Voorzitter Raad van Bestuur - Voorzitter RvT Intrakoop

- Voorzitter Stichting

Wetenschappelijk Onderzoek

Chronische Zorg Universiteit

van Tilburg


Arbeidsmarktprojecten Zorg


Vrienden van de Riethorst

- Lid adviesraad Tranzo

(Universiteit van Tilburg)

- P&O

- Financiën

- ICT

- Facilitaire zaken

- Huisvesting

Naam

Mw. E.A.P.M. Thewessen, arts

In 2014 bestond de Raad van Toezicht uit de volgende leden:



Verslag van de Raad van Toezicht

De Raad van Toezicht heeft in 2014 zes overlegvergaderingen gehad. Vijf maal betreft het een reguliere vergadering in

aanwezigheid van de Raad van Bestuur. Eenmaal heeft de Raad van Toezicht vergaderd zonder Raad van Bestuur. In

deze vergadering is de evaluatie van het eigen functioneren en de beoordeling van de Raad van Bestuur aan de orde

geweest.

De Raad van Toezicht verleent in 2014 goedkeuring aan de volgende documenten / (voorgenomen) besluiten van de

Raad van Bestuur:

• Strategisch meerjarenbeleidsplan

• De doorontwikkeling naar zelfsturende teams

• Jaardocument 2013 inclusief Jaarrekening 2013

• Kaderbrief en beleidsthema’s 2015

Tijdens de diverse reguliere vergaderingen in 2014 komen de volgende onderwerpen aan de orde:

• Route naar risicobeheersing en risicomanagement en het projectvoorstel voor risicomanagement;

• Eventuele gevolgen van de Wet Normering Topinkomens;

• Voortgang bouwactiviteiten;

• Relatie CCR en Raad van Toezicht en de taakinvulling door het betrokken lid van de raad van Toezicht;

• Samenwerkingsprojecten;

• Managementinformatie en de financiële resultaten;

• Jaarplannen;

• Aanpassing Reglement van de Raad van Toezicht ;

• Werving nieuw lid Raad van Toezicht;

• Evaluatie van het Informatieprotocol;

• Auditplan van de accountant;

• Accountantsverslag 2013;

H

Einde eerste

termijn

1-1-2010

1-1-2015

10-3-2018

1-1-2016

1-1-2016

Naam

J. Dokman

G.L. Leusink

M. Hegeman

A. Stoopendaal

M. Colijn

Het toezicht binnen De Riethorst Stromenland wordt conform de statuten uitgeoefend door een Raad van Toezicht. De

Raad van Toezicht bestaat uit minimaal vijf en maximaal zeven leden. De Raad van Toezicht staat een objectieve wijze

van werken voor, waarin zij onafhankelijk van persoonlijke belangen het functioneren van De Riethorst Stromenland

beoordelen. Één van de leden van de Raad van Toezicht is op (bindende) voordracht van de Centrale Cliëntenraad

benoemd. Een ander lid is op voordracht van de ondernemingsraad benoemd. Het toezicht wordt uitgeoefend op basis

van het “Reglement raad van Toezicht”.

De heer Hegeman is in 2014 benoemd in de Raad van Toezicht ter invulling van de vacature die was ontstaan door het

reguliere vertrek van de heer Wijsman per 31 december 2013. Volgens het rooster van aftreden is de heer Dokman per

31 december 2014 afgetreden als lid van de Raad van Toezicht. In de daardoor ontstane vacature “voorzitter Raad van

Toezicht” is de heer Hegeman benoemd.

De Raad van Toezicht kent een agendacommissie, een auditcommissie , een remuneratiecommissie en een

kwaliteitscommissie. Periodiek vindt een gestructureerd overleg tussen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur

plaats. Jaarlijks is er een overleg tussen de Raad van Toezicht en de Ondernemingsraad en de Raad van Toezicht en de

Centrale Cliëntenraad. Op ad hoc basis vinden gesprekken plaats tussen de voorzitter van de Raad van Toezicht en de

Raad van Bestuur.

De leden van de Raad van Toezicht ontvangen voor hun functioneren een financiële vergoeding. Voor de aard van deze

vergoeding is aangesloten bij de NVTZ-regeling. De hoogte van de vergoeding voor onze Raad van Toezichtleden is

(ongewijzigd) € 10.500,- voor de voorzitter, € 8.750,- voor de vicevoorzitter en € 7.000,- voor de leden (bruto-

bedragen). De over deze vergoeding verschuldigde BTW wordt door de leden van de RvT afgedragen.

Onafhankelijkheid van de leden van de Raad van Toezicht is geborgd in het reglement voor de Raad van Toezicht. Bij de

samenstelling van de Raad van Toezicht is rekening gehouden met algemene bestuurlijke kwaliteiten, affiniteit met de

doelstelling van de stichting en met een spreiding van deskundigheden en achtergronden. Indien nodig volgen de leden

van de Raad van Toezicht trainingen of scholingen op specifieke onderwerpen. Daarnaast wordt van de leden van de

Raad van Toezicht verwacht dat ze de actualiteit bijhouden. Zij kunnen hiervoor gebruik maken van de faciliteiten van De

Riethorst Stromenland.

Aftreden (a)

herbenoeming (h)

A

H

H

H

Het Reglement Raad van Toezicht voorziet in een rooster van aftreden. Een lid van de Raad van Toezicht heeft na

benoeming volgens de statuten zitting voor een periode van vier jaar. Het rooster van aftreden waarborgt de continuïteit

in de samenstelling van de Raad van Toezicht. Een lid dat volgens rooster aftreedt, is volgens de statuten eenmaal

terstond herbenoembaar. Voorafgaand aan een voorgenomen besluit tot herbenoeming beraadt de Raad van Toezicht

zich op het profiel voor de betreffende zetel. Hij voegt zijn bevindingen over de voorgenomen herbenoeming bij het

verzoek om advies aan de Raad van Bestuur, OR en de CCR.

Het rooster van herbenoeming en aftreden alsook het overzicht van bijgewoonde vergaderingen in 2014, ziet er als volgt

uit:



4.3.1 Planning en Control cyclus

4.3.2 Bestuurlijke informatievoorziening

4.3.3 Administratieve Organisatie (AO) en Interne Beheersing (IB)

4.3.4 Risicobeheersing

De jaarlijkse themamiddag is verschoven naar het voorjaar van 2015 in verband met de doorontwikkeling naar

zelfsturing. Wel heeft de Raad van Toezicht deelgenomen aan de interne strategie sessie.

De Raad van Bestuur voorziet de Raad van Toezicht tijdig van alle benodigde informatie om deze onderwerpen op

zorgvuldige wijze te kunnen bespreken. Het in 2013 vastgestelde informatieprotocol is geëvalueerd en zal zonodig verder

verfijnd zal worden. Indien noodzakelijk wordt de Raad van Toezicht ook buiten de overlegvergaderingen geïnformeerd

over belangrijke ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie.

De Raad van Toezicht geeft opdracht aan de accountant de jaarrekening van de organisatie te controleren. In dit kader

heeft de accountant een Accountantsverslag 2013 uitgebracht welk verslag tijdens de jaarlijkse vergadering tussen

Raad van Toezicht, Raad van Bestuur en accountant is besproken.

Bij de voorbereiding van het jaarlijkse gesprek met de leden van de Raad van Bestuur heeft de Raad van Toezicht

gebruik gemaakt van 360 graden Feed Back op basis waaarvan gesprekken zijn gevoerd door de remuneratie commissie

en de leden van de Raad van Bestuur.

Bij de beoordeling van het eigen functioneren heeft de Raad van Toezicht, om zich een goede en objectieve spiegel te

laten voorhouden , zich eenmalig laten bijstaan door een ter zake deskundige. Dit gehele proces is in januari 2014

gestart en is in mei 2014 afgerond.

Het merendeel van de informatie dat nodig is om de doelstellingen van de stichting op strategisch, tactisch en

operationeel niveau te realiseren en bij te sturen is afkomstig uit bronregistraties die door verschillende afdelingen

worden bijgehouden en beheerd. De Raad van Bestuur en het managementteam kregen in 2014 de maandelijkse

stuurinformatie, op basis van bovenstaande registraties, in de managementrapportage. Daarnaast werd er aan het begin

van elke nieuwe maand nog een early warning afgegeven zodat er snel bijgestuurd kon worden. In 2014 is ook de

kwartaalrapportage bijgesteld en zijn er behalve financiële parameters ook kwalitatieve parameters aan toegevoegd.

Ook in 2014 is geconstateerd dat door het zorgkantoor slechts een minimale aanpassing op de productiecijfers gewenst

is. Hieruit kan geconcludeerd worden dat betrouwbaarheid en doelmatigheid van de productieregistratie goed te noemen

is. De medewerker AO/IB heeft periodiek steekproefsgewijze controles op de rechtmatigheid van de gedeclareerde

productie uitgevoerd. De accountant heeft de productie 2014 in de voorlopige nacalculatie gecontroleerd en goedgekeurd.

In 2014 is verder gegaan met de beschrijving van de processen en procedures die impact hebben op de geriatrische

DBC’s en zijn deze aangepast aan de wijzigingen die door DBC onderhoud en/of wetgeving zijn doorgevoerd. Samen met

de controleprotocollen zullen proces- en procedurebeschrijvingen continue geverifieerd worden op wijzigingen en

aanpassingen. Daar waar nodig worden procedures aangepast en bewaakt. Dit zal ook in 2015 niet anders zijn. In het

kader van de controle van de jaarrekening zijn de processen, die leiden tot financiële informatie in de jaarrekening, door

de accountant gecontroleerd. Hierin zijn geen noemenswaardige hiaten geconstateerd in de vervangbare en

onvervangbare AO/IB.

Een organisatie is 'in control' wanneer zij zich verzekerd weet van het realiseren van haar doelstellingen. Het is daarom

dat De Riethorst Stromenland in 2014 is gestart met het project 'risicomanagement'. Het project richt zich op het creëren

van een systematiek waarbij het signaleren en beoordelen van mogelijke bedreigingen ondereel uit maakt van de

dagelijkse bedrijfsvoering. Het project kent 3 fasen waarin de volgende activiteiten worden uitgevoerd:

Fase 1:

- vaststellen van het risicoamanagementmodel;

- Bepalen van het risicoprofiel voor de organisatie;

- Opleveren van een matrix waarbij de risico's voor de hoofdprocessen, zoals die door de organisatie zijn bepaald, worden

weergegeven.

Fase 2:

- Het uitvoeren van een prospectieve risico inventarisatie (PRI) voor de kritische processen;

Fase 3:

- Risicomanagementmodel koppelen aan beleid en procedures

- Implementeren van risicomanagementbeleid als managementprincipe

In 2014 heeft de projectgroep zich gericht op fase 1. Deze fase wordt in juni 2015 ter bespreking en vaststelling

voorgelegd aan de RvB en MT.

De Riethorst Stromenland kent een Planning & Control (P&C) cyclus die elk jaar begint met de vaststelling van de

uitgangspunten voor het nieuwe begrotingsjaar. Dat gebeurt in een kaderbrief die is gebaseerd op het

meerjarenbeleidplan en wordt aangevuld met de actuele ontwikkelingen uit het laatste verslagjaar. Daarnaast worden de

meest recente inzichten in relevante ontwikkelingen in de VVT- sector meegenomen en vertaald naar De Riethorst

Stromenland. Op basis van de kaderbrief wordt met de input van alle resultaatverantwoordelijken en jaarplannen

uiteindelijk de begroting opgesteld.



4.3.5 Horizontaal toezicht

4.4 Cliëntenraad

positief adviesTer adviseringInformatieverzoek vanuit de

Nza

8-9-2014

8-12-2014 Overzicht besproken

onderwerpen in de CCR 2014

Ter keuring goedgekeurd

positief besluitTer adviseringAdviesaanvraag

voorgenomen besluit m.b.t.

doorontwikkeling van de

organisatie naar zelfsturing

8-12-2014

8-9-2014

Gedurende 2013 zijn verkennende gesprekken gevoerd met de belastingdienst inzake het invoeren van horizontaal

toezicht. De samenwerking tussen De Riethorst Stromenland en de belastingdienst wordt in de toekomst verder vorm

gegeven.

Adviesaanvraag kaderbrief Ter advisering positief advies

8-9-2014 Adviesaanvraag beleidsnotitie

Palliatieve zorg

Ter advisering positief advies

12-5-2014 ontbinding van de regionale

commissie van

vertrouwenslieden en de

aansluiting bij de landelijke

commissie van


8-9-2014 Adviesaanvraag strategisch

meerjarenbeleidplan


12-5-2014 Adviesaanvraag kleding voor

zorgmedewerkers:

Ter advisering positief advies onder

voorwaarden dat

randvoorwaarden zijn

uitgevoerd.

12-5-2014 Adviesaanvraag opnamebeleid

2014:


Positief advies

12-5-2014 voordracht kwaliteitszetel CCR

vanuit de RvT Mw. A.

Stoopendaal

Ter keuring goedgekeurd

Communicatiemiddelen

Cliëntenraden

Jaarrekening en

jaardocument 2013

Ter keuring Goedgekeurd27-1-2014

27-1-2014 Ter keuring goedgekeurd

27-1-2014 Ter besluitvorming vastgesteld

12-5-2014 Ter advisering

Overeenkomst cliëntenraad –

zorgaanbieder

Overzicht besproken

onderwerpen 2013

De CCR behartigt de collectieve belangen van clienten. De Wet Medezeggenschap Clienten Zorgsector (WMCZ) biedt

clienten de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de geleverde zorg en kwaliteit van leven.

Besluit:Status:Onderwerp:Datum vergadering:



4.5 Ondernemingsraad

Advies:

• Onderzoeksvoorstel samenwerkingskansen keukens DRS & De Schakelring

• HR-cyclus

Strategische Meerjaren Beleidsplan

• Plan Doorontwikkeling naar Zelfsturing

Besproken:

• Zware deuren Antonia

• Functiebeschrijving wijkverpleegkundige

• Interne audit

• Oplevering en opening zorgcentrum de Stroming in Waspik en Slotjesveste in Oosterhout

• Ziekteverzuimstatestieken

• Jaarverslag OR 2013

• Jaarplannen OR-werkgroepen

• Profiel OR-leden

• Beleidsnotitie cameratoezicht

• Functiebeschrijving Business Controller

• Concept jaarplan en evaluatie OOT (Organisatie OntwikkelTraject)

• Strategische personeelsplanning

• Resultaten Medewerkermonitor

• Jaarverslag Arbo

• Jaardocument, jaarverslag en jaarrekening

• Projectopdracht ‘Sturen op kwaliteit’.

• Directiebeoordeling

• Managementinformatie

• MIA-meldingen

Conform de Wet op de Ondernemingsraden heeft De Riethorst Stromenland een Ondernemingsraad ingesteld. Deze

bestaat op 31 december 2014 uit elf leden. De OR heeft in 2014 zeventien keer vergaderd, waarvan vijf keer met de

Raad van Bestuur en eenmaal met de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht. Conform de Wet op de

Ondernemingsraden heeft de Raad van Bestuur verschillende besluiten ter instemming, (verzwaard) advies of bespreking

aan de Ondernemingsraad voorgelegd. De organisatie faciliteert de Ondernemingsraad in de vorm van secretariële

ondersteuning en budget. De Ondernemingsraad heeft in 2014 training gevolgd op onder andere het gebied van

medezeggenschap, onderhandelen en teambuilding. De Ondernemingsraad heeft een eigen jaarverslag waarin naar de

medewerkers meer uitgebreid wordt verantwoord welke onderwerpen aan de orde zijn geweest en wat de

Ondernemingsraad hiermee heeft gedaan. Hieronder vindt u de lijst van besproken onderwerpen met de OR.

Instemming:

• Aanstelling Vertrouwenspersonen

• Bereikbaarheidsdienst TD



5. Beleid, inspanningen en prestaties

5.1 Meerjarenbeleid

5.2 Algemeen beleid verslagjaar

5.2.1 Korte terugblik Raad van Bestuur

In 2014 heeft een uitgebreid traject ertoe geleid dat De Riethorst Stromenland een nieuw strategisch beleidsplan heeft

opgesteld voor de beleidsperiode 2014-2016. Dit beleidsplan vormt de basis voor de jaarlijkse kaderbrief en de daaruit

voortvloeiende jaarplannen van de verschillende organisatieonderdelen. Naast continuering van een aantal al ingezette

ontwikkelingen vanuit het voorgaande beleidsplan, is in 2014 ook een aantal duidelijke keuzes gemaakt ten aanzien van

de zorgen dienstverlening en de daarbij behorende strategie en structuur van de organisatie. De beslissing om de slag

te maken naar zelfsturende teams in de zorg zal de grootste impact hebben op de organisatie de aankomende jaren.

Samenwerking

In 2013 is de samenwerkingsovereenkomst getekend met Volckaert en Schakelring op het gebied van Behandeling en

Begeleiding. Deze samenwerking heeft in 2014 geleid tot Behandelcentrum Brabant (BCB). Met als doel mensen die

vanuit ziekte,beperkingen of handicaps behoefte hebben aan interdisciplinaire behandeling en begeleiding te

ondersteunen, onafhankelijk van de verblijfplaats van de client.

Kwaliteit

In 2014 is het project ‘Sturen op Kwaliteit’ grotendeels uitgevoerd. Dit project behelsde een aantal onderdelen waarmee

de randvoorwaarden zijn geschapen om de kwaliteit van zorgen dienstverlening te borgen binnen de organisatie. Zo is

er gestart met het formuleren van een visie op kwaliteit waarbij zes kernbegrippen zijn gedefinieerd om kwaliteit te

concretiseren.

Daarnaast heeft er een evaluatie plaatsgevonden van het kwaliteitsmanagementsysteem HKZ. Er is gekozen om bij dit

KMS te blijven maar wel met de nuancering dat er anders met de HKZ-normen dient te worden omgegaan. In de praktijk

is gebleken dat De Riethorst Stromenland een groot aantal protocollen en procedures op detailniveau heeft beschreven

waardoor er beperkte regelruimte is voor de professionals. Dit staat haaks op de ontwikkeling van zelfsturende teams.

Daarnaast is besloten om te wisselen van auditor. De behoefte werd gevoeld om met een auditor in zee te gaan waarbij

de nadruk meer ligt op het meedenken bij het invullen van de norm dan het toetsen van de norm. Halverwege het jaar is

een projectgroep aan de slag gegaan met het opstellen van een procesmodel waarbij er een onderscheid is gemaakt in

kritische en hoofdprocessen. Deze behoefte werd gevoeld omdat de organisatie een organisatieontwikkeltraject door

heeft gemaakt waardoor ook de organisatiestructuur was veranderd. Het was zinvol om de bedrijfsprocessen te toetsen

op hun actualiteit en opnieuw te beschrijven. Deze zijn beschreven in de verschillende werkgroepen. Ook is er een

inventarisatie gemaakt van de processen en de daarbij horende documenten. De projectgroep

Documentmanagementsysteem (DMS) heeft eind 2014 een programma van eisen en wensen vastgesteld waar het

nieuwe DMS aan dient te voldoen zodat dit in 2015 geïmplementeerd kan worden.

Als laatste zijn er voorbereidingen getroffen voor het project ‘meten en verbeteren’. Dit project richt zich op

verbeteringen op de werkvloer door eerst het kwaliteitsbewustzijn te vergroten en aan de hand van een

knelpuntenanalyse teams te leren om met PDCA-cirkel te werken.

Nieuwbouw

In maart 2014 zijn twee nieuwe locaties geopend. Slotjesveste in Oosterhout is een somatisch verpleeghuis waar cliënten

ook kunnen revalideren. Daarnaast is er een eerstelijns centrum in gehuisvest. De tweede locatie betreft De Stroming in

Waspik. Na een aantal jaren in de tijdelijke huisvesting van Kaatsheuvel gewoond te hebben, zijn alle cliënten in maart

verhuisd naar het nieuwe pand.

Organisatieontwikkeling

De uitkomsten van de evaluatie van het organisatieontwikkelingstraject (OOT) zijn begin 2014 bekend geworden. Binnen

het OOT speelden drie thema’s een grote rol: zelforganiserend, kleinschalig en cliëntgericht. Het doel was om de zorg

dichterbij de cliënt te organiseren zodat beter ingespeeld kan worden op de wensen en behoeften van de cliënt. Dit leidde

ook tot een verandering van de organisatiestructuur. Uit de evaluatie van het OOT kwam een aantal zaken naar voren.

Er zijn veel positieve ontwikkelingen geweest maar er kwam ook een rem op de groei. Zo bleek de inrichting van het

management geen gelukkige keuze. Onder andere de dubbele focus van locatiemanagers voor zowel strategisch als

tactisch niveau is niet goed uit de verf gekomen. Hier bleef het strategische element onderbelicht waardoor er met de

teammanager zorg een (te) groot leidinggevend kader op locatie aanwezig was. Daarnaast werd er te weinig collectiviteit

in het MT ervaren waardoor slagkracht ontbrak. De Raad van Bestuur wil doorgaan met de ingezette koers en heeft er

voor gekozen om door te ontwikkelen naar zelfsturende teams om de bevoegdheden en verantwoordelijkheden zo laag

mogelijk in de organisatie te beleggen zodat zorgmedewerkers alle ruimte hebben om zo optimaal voor hun cliënt te

zorgen. Vanaf 1 maart 2015 zal er een andere organisatiestructuur van kracht zijn. Hierbij zal onder andere de functie

van teammanager zorg komen te vervallen waardoor locatiemanagers zich meer kunnen richten op hun locaties. Voor de

zorgteams betekent dit niet alleen een grote verandering – ook de ondersteunende diensten zullen hun dienstverlening

anders dienen vorm te geven. Voor de periode tot 1 maart 2015 zijn er 8 deelprojecten gevormd die elk een ander

aspect van deze doorontwikkeling voor hun rekening neemt. Daarna zal er een vaste projectstructuur worden opgezet

om de zelfsturing goed te begeleiden. In anderhalf jaar wil De Riethorst Stromenland toegroeien naar het model met

alleen zelfsturende teams.



5.2.2 Vooruitblik Raad van Bestuur

5.2.3 Beleidsjaar 2014

Hervormingen langdurige zorg

De afschaffing van de AWBZ en de overheveling van functies naar de Wet langdurige zorg, Zorgverzekeringswet en de

WMO zijn van grote invloed. We zien dat de verzorgingsstaat plaats maakt voor de participatiemaatschappij en er wordt

een meer actieve rol verwacht van cliënt en burger. Het beleid van de overheid is nu gericht op het stimuleren van

zelfredzaamheid en het versterken van de eigen regie. Deze veranderingen gaan gepaard met een korting van het

macrobudget wat inhoudt dat de aankomende beleidsperiode - in tegenstelling tot de voorgaande jaren - in het teken

van krimp zal staan. Ook De Riethorst Stromenland zal hier het effect van voelen. In plaats van één budgetverdeler zal

er in de toekomst zaken worden gedaan met meerdere contractpartners waaronder de gemeente en de zorgverzekeraar.

Uiteraard heeft elke financier zijn eigen eisen betreffende verantwoording en kwaliteit van de geleverde zorg. De

overgang van deze functies naar de Wlz, Zvw als mede de Wmo heeft daarom ook de volle aandacht van de organisatie.

Vanaf 2015 zal vanwege deze complexiteit een zorgverkoopteam worden samengesteld om dit proces goed te kunnen

monitoren en waar nodig bij te sturen.

Renovatie

In 2015 vertalen wij ons strategisch vastgoed- en huisvestingsbeleid naar de afzonderlijke locaties. De Riethorst

Stromenland moet bepalen hoe de capaciteit verdeeld gaat worden over de verschillende locaties. Dit heeft gevolgen voor

renovaties en de nieuwbouwplannen. In 2015 zal in elk geval Altenahove deels gerenoveerd en vernieuwd worden. In het

strategisch vastgoedbeleid wordt waar mogelijk met alle externe ontwikkelingen rekening gehouden die van invloed zijn

op onze gebouwen.

Het strategisch meerjarenbeleidplan 2014-2016 vormt het kader waarbinnen de jaarplannen voor de verschillende

organisatieonderdelen worden gemaakt. Daarnaast vormt de kaderbrief de basis voor het beleidsjaarplan van de

organisatie. Beleidsspeerpunten voor 2014 betroffen onder andere:

• Waar mogelijk en wenselijk groei van de thuiszorg onder andere door specialisatie;

• Versteviging van het kwaliteitsbewustzijn en daarmee verbetering van de zorgen dienstverlening;

• Opening van twee nieuwe locaties;

• Verder vormgeven van het organisatiedoorontwikkeltraject.

De Riethorst Stromenland heeft een groot deel van deze beleidsspeerpunten in 2014 gerealiseerd. Onder andere is de

positie op de thuiszorgmarkt verstevigd en liggen er plannen om deze, passend binnen de nieuwe wetgeving en

overheidsfilosofie, verder door te ontwikkelen. In 2014 is het kwaliteitsbewustzijn binnen de organisatie sterk verhoogd

door het project ‘Sturen op kwaliteit’. Er is gebleken dat de constante aandacht voor kwaliteit voor een duidelijke

verbetering van de zorgen dienstverlening heeft geleid. De Riethorst Stromenland wil deze groei de aankomende jaren

voortzetten en derhalve blijven investeren in kwaliteit. De opening van de twee locaties Slotjesveste en De Stroming en

de verhuizing van cliënten is goed verlopen. De Riethorst Stromenland heeft hiermee twee moderne locaties met een

professionele uitstraling.

Hierboven is in vogelvlucht een aantal belangrijke thema’s van het afgelopen jaar weergegeven. Er komt veel af op een

zorgorganisatie. Zeker nu De Riethorst Stromenland ook intern een grote opdracht heeft liggen als het gaat om

doorontwikkeling naar zelfsturende teams. Het is goed om te focussen in een tijd met veel hecktiek. Een aantal thema’s

vanuit het strategisch meerjarenbeleidplan zijn derhalve verzet naar 2016 of verder. Als Raad van Bestuur zien wij de

komende periode met vertrouwen tegemoet. Een aantal thema’s heeft onze speciale aandacht.

Doorontwikkeling naar zelfsturing

In 2015 zal de doorontwikkeling naar zelfsturing veel aandacht vragen en grote impact hebben. Vanaf 1 maart 2015

komen de 8 deelprojecten te vervallen maar zal de ontwikkeling vanuit het programmateam worden begeleid en

ondersteund. In het programmateam nemen naast de manager zorg ook de projectleider en de afgevaardigden vanuit de

teamcoaches en het kennisteam deel.

Verder digitaliseren van de werkomgeving

De doorontwikkeling vraagt digitale ondersteuning aan teams maar ook een informatievoorziening op teamniveau. Voor

2015 zal er goed gekeken moeten worden naar hoe de organisatie de werkprocessen zo kan inrichten dat deze teams

optimaal faciliteren.

Kwaliteit

Kwaliteit is één van de kernwaarden van De Riethorst Stromenland. De organisatie heeft continue aandacht voor deze

kernwaarde en het niveau hiervan. In 2014 is het project ‘Sturen op kwaliteit’ van start gegaan en in 2015 zal hier

verder op worden voortgebouwd. Onderwerpen die op de agenda staan zijn de implementatie en inrichting van een nieuw

documentmanagementsysteem, het ontwikkelen van een kwaliteitshandboek maar ook de start van het meten met

prestatie-indicatoren op procesniveau. Daarnaast zal het project ‘Meten en Verbeteren’ worden uitgerold over de

verschillende locaties. Waar het project ‘Sturen op kwaliteit’ met name gericht is op de randvoorwaardelijke zaken, richt

‘Meten en Verbeteren’ zich op het verhogen van het kwaliteitsbewustzijn van zorgmedewerkers. Daarbij wordt er samen

met het team een knelpuntenanalyse gemaakt om problemen in zorgen dienstverlening zo soepel mogelijk op te lossen.



5.2.4 Wonen, welbevinden en zorg

Akkerwinde/Morgenster

De gerenoveerde afdelingen Akkerwinde en Morgenster in verpleeghuis Altenahove in Almkerk zijn het afgelopen jaar

opgeleverd en officieel in gebruik genomen. Daarbij is een flinke woonverbetering gerealiseerd voor cliënten met

dementie, in aanvulling op de reeds bestaande voorzieningen. De woningen zijn ingericht aan de hand van het

belevingsgerichte concept dat binnen DRS wordt gehanteerd.

Ingebruikname De Stroming

De nieuwe woonzorglocatie De Stroming is in het eerste kwartaal van 2014 in gebruik genomen. De cliënten zijn hierin

goed begeleid en de verhuizing is adequaat gefaciliteerd. Er is in juni een open dag georganiseerd waar veel

belangstellenden zijn geweest en de officiële opening heeft plaats gevonden. Halverwege het jaar is besloten meer ruimte

te creëren voor cliënten met een zwaardere zorgvraag. De maanden daarop volgend zijn nieuwe cliënten in De Stroming

komen wonen, zij hebben zich op een hartelijke manier gevoegd in de cliënten die vanuit Kaatsheuvel (de

interimvoorziening) naar Waspik zijn verhuisd.

Vanaf het najaar 2014 zijn alle appartementen structureel bewoond.

Ingebruikname Slotjesveste

Na een voorbereidingsperiode van anderhalf jaar verhuisden de cliënten van afdelingen De Beuk en De Vlier in

verpleeghuis de Riethorst, op 13 maart naar het nieuwe pand Slotjesveste in Oosterhout met 75 verpleegappartementen.

Met hulp van familie, vrijwilligers en medewerkers is de verhuizing prima verlopen en het was nog “gezellig” ook.

Met deze verhuizing kwam de mogelijkheid om de capaciteit GRZ bedden uit te breiden tot 34. Hiermee werd voorzien in

een behoefte voor GRZ opnames, aangezien deze voorziening in Oosterhout niet aanwezig was. De overige

appartementen zijn voor langdurig verblijf en palliatieve zorg.

Door de uitbreiding van het aantal plaatsen en wisselen van werkplek voor veel medewerkers, is veel aandacht besteed

aan het creëren van de juiste randvoorwaarden voor goede zorgverlening, zowel in organisatorisch opzicht als ook

medewerkergericht. De samenwerking tussen zorgen behandelteam is versterkt en zal in 2015 nog verder ontwikkeld

worden.

Op de begane grond van Slotjesveste is het eerstelijns gezondheidscentrum gevestigd, waarbij behandelaren van DRS

samenwerken met eerstelijns dienstverleners, zoals huisartsen, apotheek en fysiotherapie.

Daarnaast is restaurant Slotjesveste in gebruik genomen. Aanvankelijk alleen voor cliënten, krijgt dit restaurant steeds

meer aanloop vanuit de wijk. Het streven van DRS om Slotjesveste een wijkfunctie te geven wordt daarmee al voor een

deel bereikt.

Doorontwikkeling in het teken van de regie van de cliënt

Externe en interne ontwikkelingen zijn voor de Riethorst Stromenland aanleiding geweest om haar werkprocessen en

haar organisatiestructuur zo direct mogelijk rondom de cliënt vorm en inhoud te geven. In dat kader is in 2014 de eerste

fase afgerond. Belangrijke uitgangspunten waren: cliëntgerichter, kleinschaliger en zelforganiserender. In de tweede fase

van deze doorontwikkeling is de zelfsturing van de teams in hun professionaliteit centraal komen te staan. In september

2014 heeft de Raad van Bestuur besloten om de cliënt nog beter in regie te brengen door zorgteams nog meer ruimte te

bieden door de functie van teammanager in de organisatie te laten vervallen. De herfst van 2014 is vervolgens benut om

deze doorontwikkeling zorgvuldig voor te bereiden en de tools te ontwikkelen die dit verandertraject tot een succes

kunnen maken. In maart 2015 wordt het besluit geëffectueerd.

Bureau Zorgadvies

Het jaar 2014 is een bewogen jaar geweest voor Bureau Zorgadvies. Er zijn veel zaken opgepakt. In het begin van het

jaar is begonnen met een projectgroep om de missie, visie en doelen van de afdeling vast te stellen. De beweging die

gemaakt zal worden is van indicatiesteller naar zorgverkoper. Vanuit de projectgroep bleken er met name op het

administratief proces, het relatiebeheer met verwijzers en de overdracht naar de zorg knelpunten te worden ervaren. Er

is een start gemaakt om hier veranderingen in door te voeren. Gelijktijdig is een traject gestart voor het coachen van het

team als geheel. Deze coaching was vooral gericht op persoonlijk leiderschap en het creëren van bewustzijn over de

werkattitude.

Ontwikkelingen intern als extern hebben er toe geleid dat eind 2014 drie zorgadviseurs de organisatie hebben verlaten.

Hierdoor is vanaf januari 2015 het ontwikkelen van het bureau zorgadvies in hoger tempo opgepakt.

Thuiszorg

In 2014 is de thuiszorg gegroeid door een aantal ingezette acties. In de eerste plaats is er gekozen voor een actieve

benadering van de stakeholders, waarbij de Riethorst Stromenland haar expertise in de thuiszorg heeft benadrukt. Het

productenaanbod is uitgebreid met A.I.V. (Advies, Instructie, Voorlichting) door de wijkverpleegkundige.

Het thuiszorgteam van DRS is gesplitst in twee wijkteams: team Woudrichem en team Werkendam. Er heeft uitbreiding

van thuiszorg plaats gevonden naar werkgebied

Oosterhout en Waspik.

Een pilot van het sociaal wijkteam in Geertruidenberg heeft geleid tot een inkoopmogelijkheid wijkverpleging segment 1

voor 2015 (in de gemeente Geertruidenberg). De pilot in Werkendam is niet aan DRS toegewezen.

Ten aanzien van de ICT ondersteuning zijn twee besluiten genomen: de personenalarmering is geprofessionaliseerd en

ondergebracht bij een meldbank. Daarbij worden nu twee abonnementen gehanteerd: sociale alarmering (van

familieleden) en professionele alarmopvolging. De inrichting van een aparte planningsfunctie is helaas niet van de grond

gekomen en met het oog op andere organisatieprioriteiten on hold gezet.



5.2.5 Personeel, educatie en onderzoek

5.2.6 Organisatie

5.3 Kwaliteit ten aanzien van cliënten

5.3.1 Visie

5.3.2 Externe audit

5.3.3 Klanttevredenheidsonderzoek en Normen Verantwoorde Zorg

5.3.4 Incidenten Cliënten

De verbetermaatregelen zijn adequaat opgepakt na het laatste rapport van KIWA.

In 2014 is besloten niet meer met KIWA verder te gaan. De nieuwe certificeerder Lloyds, heeft het stokje overgenomen

en heeft een aantal aandachtspunten geformuleerd na een overname- en focusbezoek. Deze aandachtspunten zijn:

- effectmetingen

- doorontwikkeling van indicatoren en monitoring op hoger aggregatieniveau

- duidelijkere afspraken over wanneer een cliëntdoel moet worden opgenomen in het ZLP

- en bevoegd en bekwaam

Deze aandachtspunten zijn opgenomen in de jaarplannen en worden momenteel uitgevoerd.

Vanuit 2013 is de focus vooral gelegd op medicatiefouten en valincidenten. Hierop zijn door medewerkers meldingen

gedaan. Er is daarnaast een nieuwe methode geintroduceerd om de analyses meer op te laten leveren dan alleen cijfers;

ze leiden nu tot duidelijkere verbetermaatregelen. Deze maatregelen kunnen in de bestaande planningscyclus worden

opgenomen, zodat de verbeteringen integraal onderdeel uitmaken van de dagelijkse gang van zaken.

In 2014 zijn tevredenheidsonderzoeken uitgezet op de DRS locaties waar dagverzorging/dagbehandeling plaatsvindt. In

totaal hebben 72 cliënten bijgedragen aan dit onderzoek. Alle locaties scoren goed tot zeer goed (tussen 7,8 en 8,4). De

cijfers zijn vergeleken met 2012, de scores zijn iets afgenomen (gemiddeld met 0,2 punten).

Zoals eerder al aangegeven heeft eind 2013 een evaluatie plaatsgevonden van het herontwerp om te bezien of de

uiteindelijke doelstellingen zijn gehaald. Op basis hiervan is besloten om de organisatie door te ontwikkelen naar

zelfsturende teams. Dit blijft in 2015 een structurele prioriteit.

In 2014 is gestart met de nieuwe HR cyclus. Dit instrument bevat een nieuw systeem van jaar- en popgesprekken. Deze

systematiek levert input voor het opleidingsjaarplan en stemt de opleidingsbehoefte- en noodzaak nog beter af. Eind

2014 is gestart met de organisatieontwikkeling waarbij uiteindelijk gekozen is voor zelfsturende teams in 2015.

De functie van teammanager zorg is met ingang van 1-3-2015 vervallen. Het voeren van de gesprekken in de HR cyclus

was bij deze functionaris belegd. In 2015 vindt een herijking plaats van de HR cyclus en wordt gekeken welke rol de

teams hier in kunnen hebben in het kader van zelfsturing.

Om aan de eisen te kunnen voldoen die gesteld worden aan de organisatie en dus ook aan de medewerkers vraagt dit om

medewerkers die professioneel en taakvolwassen zijn en zichzelf continu willen verbeteren en ontwikkelen. Dit alles met

het doel om de juiste kwaliteit te leveren maar ook om over de juiste competenties te beschikken nu en in de toekomst.

De Riethorst Stromenland vraagt daarom om meer flexibiliteit, meer kennis en kunde maar bovenal een cultuur waarin

getoetst wordt en collega’s elkaar aanspreken en zelf naar oplossingen zoeken. Hierop wordt de HR cyclus aangepast.

Daarnaast wordt het nieuwe opleidingssysteem edumanager geïmplementeerd. In de toekomst kunnen medewerkers zelf

via het systeem inzien en plannen welke opleidingen en trainingen zij behoren te volgen om kennis en competenties zo

goed mogelijk te laten aansluiten bij de doelstellingen van het team en de organisatie.

Voor het jaar 2014 is er geen CQI gehouden, deze staat gepland voor 2015.

In 2014 is de visie op kwaliteit van De Riethorst Stromenland herijkt. De herijking was als deelproject opgenomen in het

project Sturen Op Kwaliteit. Met dit project investeerde de organisatie in het kwaliteitsmanagementsyseem door deze

meer dan voorheen in te zetten als vliegwiel om de kwaliteit van de zorgen dienstverlening structureel te verbeteren.

En daarnaast ook om het kwaliteitsdenken in het DNA van de organisatie en haar medewerkers op te nemen.

Een projectgroep heeft het voortouw genomen om onze gezamenlijke kijk op kwaliteit op papier te zetten. De

projectgroep heeft het begrip kwaliteit nader uitgewerkt en benoemd wat DRS onder kwaliteit verstaat. Hieraan zijn 5

spelregels gekoppeld. Een voorbeeld van een spelregel is; “onze medewerkers werken volgens wettelijke vereisten,

beroepscodes, landelijk geautoriseerde richtlijnen en professionele standaarden…”. Nadat het begrip kwaliteit was

omschreven, is de kwaliteitsvisie vertaald naar 6 kernbegrippen: effectiviteit, efficiëntie, cliëntgericht, toegankelijk,

tijdigheid en veilige zorg. Deze kernbegrippen hebben de visie op kwaliteit geconcretiseerd. Ook zijn onze processen

gekoppeld aan de kernbegrippen uit de kwaliteitsvisie. De kwaliteitsvisie staat op papier, in 2015 zal dit nader uitgewerkt

worden in kwaliteitsdoelstellingen en wordt de visie geïmplementeerd in het primaire proces van de organisatie.



5.3.5 Klachten

5.3.6 Zorgleefplan

5.3.7 Communicatie en informatie

De Riethorst Stromenland heeft in 2012 een communicatiebeleidsplan opgesteld dat ook in 2014 tot uitvoer is gebracht.

Als zorgorganisatie is De Riethorst Stromenland zich steeds bewuster aan het profileren in haar werkgebied. Zowel de

interne als externe communicatie stond centraal in 2014. De organisatie is trots op haar dienstverlening en wil uitdragen

waar zij voor staat.

Interne communicatie

Binnen De Riethorst Stromenland wordt intern steeds meer gedeeld: informatie, kennis, succesverhalen en ideeën. Het

doel is dat medewerkers weten waar De Riethorst Stromenland voor staat en welke richting de organisatie uit wil. Zo is

het organisatie ontwikkeltraject ook dit jaar door communicatie ondersteund. Thuiszorg en Behandeling en Begeleiding

zijn als organisatieonderdelen een communicatietraject gestart om zowel intern als extern meer bekendheid te

genereren. De Riethorst Stromenland heeft veel in huis en werkt multidisciplinair samen. Ze werkt hard om dit als

organisatie ook kenbaar te maken.

Externe communicatie

In 2013 is een start gemaakt met het vernieuwen van de cliëntinformatiemappen en de opstap naar een nieuwe website.

Alle cliënten van De Riethorst Stromenland maakten kennis met het nieuwe bewonersmagazine ‘Thuis’. In 2014 is de

website live gegaan waardoor deze weer een moderne en professionele uitstraling heeft. Ook zijn de

clientinformatiemappen verder uitgerold over de organisatie.

De verbouw van de afdelingen Akkerwinde en Morgenster zijn gevierd met het uitbrengen van een korte film over de

ervaringen van familie bij een opname van een dement familielid.

In 2014 is een nieuw lay-out van het zorgleefplan (ZLP) in het ECD ingevoerd. Aanleiding was de signalering na de HKZ-

audit in 2013 dat er in de teams onvoldoende sprake was van risicosignalering, vertaling van actuele situatie in doelen en

registratie op doelen. Er is een werkgroep ZLP/ECD gestart die de lay-out van het ZLP kritisch heeft bekeken, logischer

ingedeeld en qua formulieren vereenvoudigd. Er zijn op iedere locatie meerdere aandachtsvelders ECD gekomen, zij zijn

met de teammanagers geschoold in de nieuwe lay-out door de werkgroep. Zij hebben ondersteund door de werkgroep de

EVV-ers op hun locatie geschoold en in teamoverleggen zijn de collega's geschoold op de nieuwe wijze van rapporteren

op doelen. De werkgroep met daaraan gekoppeld aandachtsvelders blijft in stand en zal zich omvormen tot een

structurele commissie. Doel is dat het ZLP/ECD zich mee ontwikkelt met alle veranderingen in de zorg en op de vraag

van medewerkers aan ondersteuning en om meer gebruik te maken van de mogelijkheden die de leverancier/applicatie

biedt.

Het aantal van 26 geregistreerde klachten in 2014, waarvan er nog 4 in behandeling zijn, ligt ruim onder het gemiddelde

van 42 uit de periode 2009-2013. Van de afgesloten klachten is één klacht doorverwezen naar de regionale

klachtencommissie, de overige zijn naar tevredenheid van de klager afgesloten. Over het algemeen leiden de klachten op

individueel niveau tot verbetering van bijvoorbeeld werkafspraken met de cliënt en of familie. Echter in enkele gevallen

hebben de klachten geleid tot herziening of evaluatie van het beleid. De regionale klachtencommissie heeft de klager in

het ongelijk gesteld, maar desondanks worden punten uit deze klacht meegenomen in het beleid rondom de openstelling

van oefenruimtes van de fysiotherapie voor recreatief gebruik door cliënten.

In woonzorgcentrum Mauritsstaete, dat als enige locatie een stijging liet zien in het aantal klachten ten opzichte van

vorig jaar, zijn twee trends in klachten waargenomen. Deze hadden betrekking op de vergoeding van het gebruik van de

persoonsalarmeringen voor intramurale cliënten en wijzigingen in het beleid rondom de gezamenlijke huiskamer in het

kader van kleinschaliger werken. In beide kwesties is inmiddels een oplossing gevonden, al wordt er nog naar technische

oplossing gezocht voor de kwestie van de persoonsalarmeringen.

Uit de aard van de overige geregistreerde klachten kunnen over het algemeen geen afdeling- of locatiegebonden factoren

worden genoemd die significant van invloed zijn geweest op het totaal aantal klachten per afdeling of locatie. De opening

van twee nieuwe zorglocaties en de daaruit voortvloeiende verhuizing van cliënten, heeft zich niet vertaald in een

toename van geregistreerde klachten.



5.3.8 Zorginhoudelijke veiligheid

5.3.9 Woon- en leefomstandigheden

De besmetting van een aantal bewoners met de resistente ESBL variant KPC, heeft veel impact gehad. Naast de zorg

voor de getroffen bewoners, zijn alle medebewoners, medewerkers en familieleden getest. De getroffen maatregelen

(o.a. isolatie en behandeling) hebben geleid tot het voorkomen van verdere verspreiding. Het heeft ook geleid tot extra

voorzorgsmaatregelen bij de opname van een cliënt uit de risicogroep.

Vanuit de commissie HIP is het initiatief gekomen tot het invoeren van veiligheidsrondes. De veiligheidsronde is een

interne audit en wordt uitgevoerd door de aandachtsvelders HIP, medicatie en decubitus. Naast HIP en

medicatieveiligheid richt de veiligheidsronde zich op HACCP en BHV. De implementatie van de veiligheidsronde vindt in

het voorjaar van 2015 plaats.

In 2014 zijn een tweetal nieuwbouwcomplexen opgeleverd: Slotjesveste in Oosterhout en De Stroming in Waspik. In

totaal bieden beide complexen aan circa 140 cliënten huisvesting. Met de beide nieuwe gebouwen beschikt De Riethorst

Stromenland over een tweetal fraaie, solide en toekomstbestendige huisvestingselementen. Daarnaast zijn in 2014 een

tweetal verbouw- en revitalisatieprojecten opgeleverd, te weten in Goezate en in Altenahove.

De helft van alle aan BOPZ afdelingen verbonden medewerkers, heeft de E-learning module BOPZ en een interne

workshop gevolgd. In 2015 worden de overige medewerkers geschoold. Door deze scholing zijn zowel de juridische

aspecten als ook de basisvaardigheden rondom het toepassen van de Wet BOPZ bekend.

Het terugdringen van Middelen of Maatregelen is doorgezet. Er is een bundel geïntroduceerd waarin alternatieve

methoden worden besproken een aangeboden. Dit heeft geresulteerd in het steeds meer toepassen daarvan, zoals de

optiscan. Door het invoeren van digitale registratie in het ECD zijn overzichten eenvoudiger te genereren, zodat hier nog

beter gemonitord en gestuurd kan worden. Het multidisciplinair overleg draagt bij aan de inhoudelijke discussie over al

dan iet toepassen van een middel of maatregel.

Het kwaliteitshandboek medicatie voor de verpleeghuizen is bijgesteld. Bij de diverse interne controlerondes is gebleken

dat de medewerkers zich over het algemeen houden aan de richtlijnen zoals die benoemd zijn. In december is het

elektronisch voorschrijfsysteem (EVS) van Medimo in gebruik genomen. DRS heeft gekozen voor Medimo 2.0 wat inhoudt

dat het niet alleen gebruik wordt voor voorschrijven door de artsen, maar ook voor digitale toedieningregistratie door de

zorgmedewerkers. Het EVS draagt hiermee bij aan het een optimale medicatieveiligheid en dit wordt door alle partijen

(arts, apotheek, zorg) als zeer positief ervaren.

Omdat het kwaliteitshandboek voor de extramurale zorg (thuiszorg en dagbehandeling) niet geschikt was, is een

afzonderlijk handboek opgeleverd, dat in 2015 geïmplementeerd gaat worden. Hierbij is de samenwerking met externe

apothekers en huisartsen cruciaal.

Hygiëne infectiepreventie (HIP) is een terugkerend aspect bij de diverse interne controles. Ook hierbij blijkt dat

medewerkers zich aan de richtlijnen houden en/of elkaar daarop aanspreken. Ook heeft DRS fors geïnvesteerd in de

aanschaf van materialen zoals afvalbakken en desinfectie materiaal. Een nieuwe groep aandachtsvelders HIP is

geschoold. Naar aanleiding van het advies van IGZ in een landelijk rapport, zijn een specialist ouderengeneeskunde en

een externe deskundige infectiepreventie (Amphia ziekenhuis) toegevoegd aan de commissie HIP. De kennis die zij

meebrengen maakt dat nog scherper wordt gelet op de meest basale richtlijnen HIP. De aandachtsvelders HIP geven op

de eigen afdelingen deskundigheidsbevordering, vooral gericht op basale handhygiëne.



5.4 Kwaliteit ten aanzien van medewerkers

5.4.1 Personeelsbeleid

5.4.2 Kwaliteit van het werk

Uitwerking en deelname in het kennisteam

Zelfsturende teams hebben groot regelvermogen en regelen zelf de contacten met interne en externe belanghebbenden.

Ook op het gebied van uitvoering van het personeelsbeleid komen taken en verantwoordelijkheden vaker in het team te

liggen. Om de teams te faciliteren is een tijdelijk kennisteam ingericht waarin de ondersteunende diensten

vertegenwoordigd zijn. Vanuit dit kennisteam ondersteunt de afdeling de afdeling P&O de teams als het gaat om

uitvoering van personeelsbeleid en –instrumenten.

Arbeidsomstandigheden

In 2014 hebben verschillende activiteiten plaats gevonden met betrekking tot arbeidsomstandigheden binnen De

Riethorst stromenland. De hoofdpunten inclusief de resultaten in 2014 waren:

1. RI&E: in 2014 is op de nieuwe locaties Slotjesveste en de Stroming een risico inventarisatie en evaluatie uitgevoerd,

op de locaties Goezate en Kloosterhoeve is een update gedaan.

2. BHV: In 2014 hebben twee grote ontruimingsoefeningen plaatsgevonden op locatie Kloosterhoeve. In 2014 is het

volledige MT getraind in crisismanagement, in 2015 wordt hieraan een vervolg gegeven. Receptionisten zijn getraind in

hun rol tijdens calamiteiten en in het rooster in Cura is inzicht in aanwezige BHV’ers en ontruimers gecreëerd.

3. Fysieke belasting: De tilthermometer is in het vierde kwartaal van 2014 uitgezet. Opvolging vindt plaats in 2015.

4. Melding incidenten arbeidsomstandigheden: In 2014 zijn er in totaal 487 meldingen gemaakt. Het grootste deel van de

meldingen had betrekking op fysieke en/of verbale agressie.

5. 10 medewerkers zijn in 2014 gecertificeerd om op het gebied van agressie coaching on the job en

herhalingsopleidingen te geven.

6. Arbo-babbelbox: Middels deze methodiek is door de preventiemedewerker arbo onder de aandacht gebracht bij de

teams. Hieruit zijn kritische vragen omgezet in beleidswijzigingen binnen het arbo beleid.

7. Arboknelpuntensysteem: In 2014 zijn geen officiële meldingen gedaan van arboknelpunten. Wel zijn meerdere

arboknelpunten voortijdig opgelost middels het bijwonen van het werkoverleg door de preventiemedewerker.

Teamplan

In 2014 is het besluit genomen dat vanaf 2015 ieder zorgteam, samen met de teamcoach een teamplan maakt. Dit

teamplan is een hulpmiddel voor het team om grip te krijgen op alle activiteiten en resultaten waar het team voor

verantwoordelijk is. Het “basis teamplan” heeft een houdbaarheid van 5 jaar. Jaarlijks worden in aanvulling op het

teamplan de jaarlijkse doelstellingen van de organisatie toegevoegd. Deze doelstellingen zijn mede gericht op de

kwaliteit van werk binnen de teams. Om na te gaan of een team voldoende uitgerust is om invulling te geven aan

zelfsturing en het teamplan zijn er de instrumenten “teamscan” en “teambarometer”.

Om de nieuwe koers van de organisatie te vertalen naar de praktijk is op P&O gebied in 2014 ingestoken dat alle huidige

en toekomstige instrumenten behoren aan te sluiten bij de organisatiewijziging en de invoering van zelfsturende teams.

Traject organisatieontwikkeling voor medewerkers en leidinggevenden

In 2014 is het besluit genomen dat met ingang van 1 maart 2015 de functie teammanager zorg komt te vervallen en de

zorgteams zelfsturend gaan werken. Op basis van het vigerende sociaal plan is voor deze functiegroep een procedure

opgezet en doorlopen van belangstellings- en plaatsingsgesprekken en voor wie geen alternatieve functie beschikbaar

was wordt een persoonlijk mobiliteitsplan doorlopen.

De rol van P&O wijzigt naar aanleiding van het zelfsturend werken in de zorg. Door zelfsturing binnen de teams kan nog

meer aansluiting worden gezocht bij de wens en de vraag van de client. Vraaggericht werken in de zorg valt en staat met

tevredenheid van de client. Deze tevredenheid wordt bewerkstelligd door goed opgeleid maar vooral ook gemotiveerd

personeel. Medewerkers zullen gemotiveerder zijn als zij regelruimte en heldere kaders hebben waarbinnen zij hun werk

goed kunnen doen. De faciliterende en ondersteunende rol van P&O aan het primaire process is hierbij cruciaal. Daarin is

vraaggerichtheid richting de zorgteams een duidelijke sleutelterm.

Selectieve vacaturestop en mobiliteitsoverleg

In de loop van 2013 is gebleken dat politieke keuzes er voor zorgen dat voor de organisatie flexibiliteit en wendbaarheid

van onze medewerkers steeds belangrijker wordt. In 2014 is gestart met het optimaliseren van de flexibele schil. Door

het vergroten van het aantal tijdelijke contracten ten opzichte van het aantal vaste contracten per locatie is tot op heden

gedwongen ontslag niet aan de orde. Door het optimaliseren van de flexibele schil is de wendbaarheid van de organisatie

toegenomen.



5.5 Samenleving en belanghebbenden

5.6 Financieel beleid

5.6.1 Algemeen

In samenwerkingsverbanden zoekt De Riethorst Stromenland altijd naar een meerwaarde voor de cliënt. De Riethorst

Stromenland wil graag een financieel gezonde organisatie blijven. Zij ziet het als haar taak er op toe te zien dat de

(gemeenschaps)gelden op een correcte manier worden besteed en is hierover ook transparant.

De zorglocaties van De Riethorst Stromenland staan duidelijk in de samenleving. Integratie met de omgeving gaat een

steeds belangrijkere rol spelen. Activiteiten die worden georganiseerd, zijn niet langer voorbehouden aan cliënten die

intramuraal wonen, maar ook mensen uit de omgeving kunnen daar aan deelnemen.

De kern van de zorgverlening en welzijnsactiviteiten is dat ouderen en gehandicapten zo lang mogelijk regie blijven

houden over hun leven. Samen met woningcorporaties, gemeenten en welzijnsorganisaties probeert De Riethorst

Stromenland hier zo goed mogelijk invulling aan te geven. Door de vermaatschappelijking van de zorg en de

doorontwikkeling naar een ‘civil society’ wordt de rol van familie, mantelzorgers en vrijwilligers nadrukkelijker.

De Riethorst Stromenland streeft naar een gezonde financiële positie die bestand is tegen de toenemende turbulentie en

de daarmee gepaard gaande risico’s. Met de inkoop van de AWBZ zorg, verschuiving van geriatrische zorg naar de Zvw,

de overheveling naar de Wmo, en het wegvallen van het kapitaallastenregime en de afbouw van lagere ZZP’s lopen

aanbieders in de zorg aanzienlijk grotere risico’s dan in het recente verleden. De Riethorst Stromenland streeft er om die

reden naar om het weerstandsvermogen op peil te houden (minimaal 25%). Verder wordt gestreefd naar een

kostendekkende productportfolio. Verliesgevende producten worden in principe afgestoten, tenzij ze een belangrijke

bijdrage leveren aan de aanwas van nieuwe cliënten op beter renderende producten. De overhead van de organisatie is

laag om daarmee zoveel mogelijk handen aan het bed te kunnen inzetten.

De verwachting voor 2015 is dat de omzet licht zal dalen ten opzichte van 2014. De mutaties op de verschillende

productcategorieën zullen elkaar waarschijnlijk voor een groot deel in evenwicht houden. Belangrijke aanname hierin is

wel dat de staatsecretaris zijn woord houdt wanneer het gaat om de financiering van de lagere ZZP’s. Zodat wij als

zorgaanbieder wel de zorg kunnen leveren aan cliënten die zo’n indicatie hebben en deze zorg of door het zorgkantoor

danwel anders vergoed wordt.

Door de gelijkblijvende omzet en de doorontwikkeling naar zelfsturende teams zal de personele inzet in 2015 op het hoge

niveau liggen van het gerealiseerde niveau in 2014. Door deze doorontwikkeling zal echter in latere jaren de personele

kosten dalen omdat de dienstverlening dan efficiënter om de cliënt is georganiseerd.

De Riethorst Stromenland geeft op allerlei manieren uiting aan haar maatschappelijke verantwoordelijkheid. In de eerste

plaats door het bieden van goede zorg in zowel intramurale als extramurale situatie. Via verschillende kanalen, zoals de

website en berichten in regionale kranten legt de stichting voortdurend verantwoording af over de besteding van

gemeenschapsgeld. Hierbij streeft zij naar een maximale transparantie. De Riethorst Stromenland handelt naar de

normen zoals deze zijn opgenomen in de zorgbrede Governancecode en de normen verantwoorde zorg. Hier laat De

Riethorst Stromenland zich op toetsen.

De Riethorst Stromenland laat ook op andere manieren zien dat zij maatschappelijk betrokken is. De Riethorst

Stromenland laat zien dat het haar verantwoordelijkheid is om een bijdrage te leveren aan de sectorbrede opleiding van

medewerkers voor het werken in de gezondheidszorg en in het bijzonder in de sector verpleging en verzorging. De

Riethorst Stromenland heeft een relatief groot aantal leerlingen in dienst. Leerlingen / studenten van diverse opleidingen

vervulden een stage in het verpleeghuis of zorgcentrum. Met bijna 1400 medewerkers is De Riethorst Stromenland een

van de grootste werkgevers in het Land van Heusden en Altena en het Dongemondgebied. De Riethorst Stromenland

neemt deze taak zeer serieus en investeert in haar medewerkers door bijvoorbeeld opleidingsmogelijkheden.

De Riethorst Stromenland zou haar taak niet meer kunnen uitvoeren zonder vrijwilligers. Ongeveer 700 vrijwilligers

begeleiden cliënten en ondersteunen bij uiteenlopende activiteiten.

Zij spelen daarmee een belangrijke rol in de welzijnscomponent van het zorgaanbod. Door begeleiding, voorlichting en

oprechte interesse laat de organisatie vrijwilligers weten dat zij een bijzondere rol spelen in de zorgen dienstverlening.

De Riethorst Stromenland geeft handen en voeten aan duurzaamheid en milieubewust ondernemen door onder andere

het naleven van weten regelgeving. Zo kent zij systemen voor gescheiden afvalverwerking. In het inkoopbeleid van De

Riethorst Stromenland speelt de mate waarin materialen een negatieve invloed hebben op het milieu een rol. Daarbij

wordt ‘de ladder van Lansink’ als uitgangspunt gebruikt. Tijdens bouw- en verbouwactiviteiten worden daar waar

mogelijk WKO (Warmte Koude Opslag) en WKK (Warmte Koude Koppeling) als energiebesparing nagestreefd.



5.6.2 Vastgoed risico’s

5.6.3 Toelichting op de resultatenrekening

Resultaat

2010 4,37%

2011 1,07%

2012 5,29%

2013 3,35%

2014 -1,25%

Solvabiliteit Liquiditeit

24,69%

23,67%

28,12%

31,42%

31,33%

142,14%

149,05%

159,59%

178,56%

168,88%

Het boekjaar 2014 is afgesloten met een negatief resultaat van €659.847. In 2013 werd een winst van €1.717.349

genoteerd. Het resultaat wordt bepaald door incidentele zaken, voornamelijk de voorziening als gevolg van de

doorontwikkeling van de organisatie. Een resultaat met betrekking tot de kapitaallasten van €468.915 is toegevoegd aan

de bestemmingsreserves het resterende resultaat is ontrokken aan het eigen vermogen.

De omzet kent een stijging van zo’n €1,6 miljoen euro (3%) in vergelijking met de omzet zoals gepresenteerd in 2013.

De toename van de geriatrische zorg is daar de belangrijkste component in.

De stijging in de kosten, zo’n €4,0 miljoen euro (8%) in vergelijking met 2013 is voornamelijk te verklaren door de extra

personele kosten van zo’n €2,3 miljoen euro, waaronder de mutatie op de personele voorzieningen, en een stijging van

de overige bedrijfskosten van €1,8 miljoen euro, voornamelijk huur verplichtingen.

Het genormaliseerde resultaat, exclusief eenmalige baten en lasten, bedraagt €100.000 en ligt daarmee € 2.200.000

onder het genormaliseerde resultaat van 2013. Het genormaliseerde resultaat ligt in de lijn met het begrote resultaat

over 2014.

Ratio’s:

-De solvabiliteit is gelijk gebleven ten opzichte van 2013.

Het negatieve effect in het eigen vermogen van de vorming van de voorziening ten behoeve van de doorontwikkeling is

in zijn geheel gemitigeerd door de stelselwijziging met betrekking tot de voorziening onderhoud. In relatie met de

gestegen omzet is derhalve de solvabiliteit vrijwel gelijk gebleven. Dit is in de markt een uitermate goede

solvabiliteitsratio.

-De liquiditeit is in 2014 gedaald tot 168,9% maar in de markt als zeer acceptabel aan te merken. Deze daling is

voornamelijk het gevolg van de gepleegde investeringen.

-De resultaatsratio daalt van 3,4 % naar -1,3%. Dit is het gevolg van het gehanteerde beleid, op basis van 2014 was een

nul begroting, en de gevormde voorziening.

Hieronder een overzicht van Solvabiliteit (eigen vermogen/totaal opbrengsten), Liquiditeit (Quick ratio) en Resultaatratio.

Als reactie op het wegvallen van het kapitaallastenregime heeft de stichting een bedrijfswaarde berekening uitgevoerd.

De uitkomsten van deze berekening laten zien dat de organisatie in principe maar een beperkt risico loopt met betrekking

tot de financiering van haar vastgoed. Het nieuwe systeem is erop gericht om als stichting zelf, op gecalculeerde wijze,

deze risico’s te lopen. Hierdoor dient jaarlijks deze berekening te worden geëvalueerd.



Stichting De Riethorst Stromenland

6.1 JAARREKENING

Pagina 20


6.1 JAARREKENING

6.1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2014

(na resultaatbestemming)

Ref. 31-dec-14 31-dec-13

€ €

ACTIVA

Vaste activa

Materiële vaste activa 1 19.914.637 18.839.080

Financiële vaste activa 2 9.789 31.545

Totaal vaste activa 19.924.426 18.870.625

Vlottende activa

Vorderingen uit hoofde van bekostiging 3 0 0

Onderhanden projecten uit hoofde van Dbc’s 4 410.478 305.132

Overige vorderingen uit hoofde van Dbc's 4 1.044.573 1.078.256

Overige vorderingen en overlopende activa 5 731.143 1.004.738

Liquide middelen 6 14.319.045 15.565.063

Totaal vlottende activa 16.505.239 17.953.189

Totaal activa 36.429.665 36.823.814

Ref. 31-dec-14 31-dec-13PASSIVA € €

Eigen vermogen 7

Kapitaal 0 0

Bestemmingsfonds 12.605.512 13.734.274

Bestemmingsreserves 3.949.912 3.480.997Totaal eigen vermogen 16.555.424 17.215.271

Voorzieningen 8 2.270.170 1.375.032

Langlopende schulden 9 7.830.704 8.178.906

Kortlopende schulden

Schulden uit hoofde van bekostiging 3 251.402 67.346

Kortlopende schulden en overlopende passiva 10 9.521.965 9.987.259

Totaal passiva 36.429.665 36.823.814

Pagina 21


6.1.2 RESULTATENREKENING OVER 2014

Ref. 2014 2013

€ €

BEDRIJFSOPBRENGSTEN:

Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties 13 46.796.990 45.546.048

Omzet Dbc's 14 3.929.249 2.882.823

Niet-gebudgetteerde zorgprestaties 15 465.304 1.236.349

Subsidies 16 229.954 203.685

Overige bedrijfsopbrengsten 17 1.428.936 1.324.972

Som der bedrijfsopbrengsten 52.850.433 51.193.877

BEDRIJFSLASTEN:

Personeelskosten 18 35.568.277 33.283.130

Afschrijvingen op materiële/ financiele vaste activa 19 1.752.764 1.802.894

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa 20 0 0

Overige bedrijfskosten 21 15.863.264 14.021.310

Som der bedrijfslasten 53.184.305 49.107.334

BEDRIJFSRESULTAAT -333.872 2.086.543

Financiële baten en lasten 22 -325.975 -369.194

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING -659.847 1.717.349

Buitengewone baten 23 0 0

Buitengewone lasten 0 0

Buitengewoon resultaat 0 0

RESULTAAT BOEKJAAR -659.847 1.717.349

RESULTAATBESTEMMING

Het resultaat is als volgt verdeeld: 2014 2013

€ €

Toevoeging/(onttrekking):

Reserve aanvaardbare kosten -1.128.762 873.902

Bestemmingsreserve WMO 0 -50.098

Bestemmingsreserve kapitaallasten 468.915 893.545-659.847 1.717.349

Pagina 22


6.1.3 KASSTROOMOVERZICHT

2014 2013

€ € € €

Kasstroom uit operationele activiteiten

Bedrijfsresultaat -333.872 2.086.543

Aanpassingen voor:

- afschrijvingen 1.547.990 1.575.484

- bijzondere waardeverminderingen 0 0

- mutaties voorzieningen 895.138 9.335

2.443.128 1.584.819

Veranderingen in vlottende middelen:

- vorderingen 273.803 -201.219

- vorderingen/schulden uit hoofde van bekostiging 184.056 2.323

- onderhanden werk -71.663 0

- kortlopende schulden (excl. schulden aan -406.005 -879.879

kredietinstellingen) -19.809 -1.078.775

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 2.089.447 2.592.587

Ontvangen interest 96.632 179.336

Betaalde interest -482.104 -564.035

Buitengewoon resultaat 0 0

-385.472 -384.699

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 1.703.975 2.207.888

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen materiële vaste activa -2.601.791 -2.139.265

Desinvesteringen materiële vaste activa 0 0

Overige investeringen in financiële vaste activa 0 0

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -2.601.791 -2.139.265

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Nieuw opgenomen leningen 0 0

Aflossing langlopende schulden -348.202 -422.846

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -348.202 -422.846

Mutatie geldmiddelen -1.246.018 -354.223

Stand geldmiddelen per 1 januari 15.565.063 15.919.286

Stand geldmiddelen per 31 december 14.319.045 15.565.063

Pagina 23


6.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING

6.1.4.1 Algemeen

Algemene gegevens en activiteiten

Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

Continuïteitsveronderstelling

Vergelijking met voorgaand jaar

Gebruik van schattingen

Stelselwijziging

Vergelijkende cijfers

Pagina 24

Deze is oa. gebaseerd op de solvabiliteit, liquiditeit en rentabiliteit percentages.

De cijfers voor 2013 zijn, waar nodig, geherrubriceerd om vergelijkbaarheid met 2014 mogelijk te

maken.

Vanuit de visie dat de componenten benadering de toekomst heeft, is besloten in 2014 dat

De Riethorst Stromenland vanaf 1 januari 2014 de voorziening groot onderhoud laat vervallen.

Grootonderhoud wordt vanaf begin 2014 direct volgens de componenten benadering geactiveerd.

Voor de verwerking van stelselwijzigingen gelden de algemene verslaggevingsregels van Titel Boek 2

BW en de richtlijnen voor de jaarverslaggeving (RJ 140 stelselwijzigingen).

Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.

De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand

jaar, met uitzondering van het volgende:

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de

relevante stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad

voor de Jaarverslaggeving. Tevens is de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW met

uitzondering van de afdelingen 1,11 en 12 opgesteld.

Zorginstelling De Riethorst Stromenland is statutair (en feitelijk) gevestigd te Geertruidenberg, op het

adres Zalmweg 1c.

De belangrijkste activiteten bestaan uit het verlenen van intramurale- en extramurale zorg aan

ouderen.

De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en

veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde

waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen

afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden

voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de

schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.



6.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva

Activa en passiva

Vervreemding van vaste activa

Pagina 25

RJ Richtlijn Zorginstellingen is aangepast aan het vervallen van het bouwregime en de wijzigingen in

de bekostiging van de kapitaallasten van het vastgoed. Naar aanleiding van de wijziging van de

bekostigingssystematiek is het volgens de richtlijn niet langer toegestaan om de afschrijvingstermijnen

te baseren op de bekostigingssystematiek. Voor de verwerking en waardering van vaste activa gelden

nu de algemene verslaggevingsregels van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de

jaarverslaggeving (RJ 145). Dit betekent dat de afschrijvingstermijnen afgestemd dienen te worden op

de economische gebruiksduur en dat rekening gehouden dient te worden met bijzondere

waardeverminderingen. Ingevolge deze transitie heeft de Riethorst Stromenland de verwachte

gebruiksduur van de panden in 2011 teruggebracht naar 40 jaar.

Bijzondere waardevermindering (RJ 121)

Het vervallen van het stelsel van bekostiging waarbij een integrale vergoeding voor de werkelijke

afschrijvingskosten van vaste activa was opgenomen, kan gevolgen hebben voor de waardering van

de materiële vaste activa. Het vervallen van het stelsel kan ook aangemerkt worden als een

aanwijzing voor de aanwezigheid van een bijzondere waardevermindering van vaste activa.

Om deze reden heeft de Riethorst Stromenland een berekening gemaakt van de verwachte

opbrengsten van de normatieve huisvestingscomponent en de voorgestelde overgangsregeling voor

de jaren 2013 tot en met 2018. De Stichting heeft hierbij geconcludeerd dat er om diverse redenen 1

kasstroomgenererende eenheid is. Uit de berekening concluderen wij dat naar schatting de

kapitaalopbrengsten voldoende zullen zijn om de komende kapitaallasten (afschrijvingen en rente en

huurlasten van het vastgoed) te dekken. Het risico op toekomstige impairment van het vastgoed wordt

daarom ingeschat als zeer beperkt. Er heeft derhalve geen impairment plaatsgevonden. Onzeker blijft

evenwel hoe de werkelijke exploitatie zich in de komende jaren ontwikkelt. Afhankelijk van die

ontwikkeling kan alsnog in de komende jaren een impairment noodzakelijk blijken.

Wijziging bekostiging kapitaallasten, overgangsregime en aanpassing regeling WTZi en RJ

Richtlijn 655 Zorginstellingen

Sinds 2009 is sprake van een transitiefase voor de bekostiging van de materiële vaste activa die tot op

heden in aanmerking komen voor integrale nacalculatie. Het WTZI-bouwregime is afgeschaft en door

het ministerie van VWS is aangegeven dat ook het systeem van integrale nacalculatie van

kapitaallasten zal worden beëindigd middels een overgangsregime. Het huidige, in beginsel risicoloze

bekostigingssysteem wordt vervangen door een systeem van prestatiebekostiging. Kapitaallasten

moeten voortaan worden gedekt via een component in de integrale tarieven (de normatieve

huisvestingscomponent). Niet langer bestaat zekerheid voor de inkomsten en daarmee de dekking

van de huisvestingslasten. Afhankelijk van het zorgaanbod, de bezettingsgraad en de geleverde

productie kunnen de inkomsten sterk fluctueren. Hierdoor ontstaan nieuwe risico’s voor het vastgoed,

zoals exploitatierisico’s (leegstand, onderbezetting), boekwaarderisico’s (marktontwikkeling) en het

risico van afwaardering bij exploitatieverliezen (impairment). Afschrijvingstermijnen moeten voortaan

worden gebaseerd op de economische levensduur en niet meer op de oude bekostigingssystematiek.

Voor nu nog nacalculeerbare huurcontracten van vastgoed treedt ook het bezettingsrisico op. Het

overgangsregime is gestart in 2012 waarbij 90% van de kapitaallasten nog nacalculeerbaar zijn en

eindigen met 0% nacalculeerbaarheid in 2018.

Schattingswijziging aanpassing afschrijvingstermijnen zorgvastgoed

Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs

of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering

plaats tegen de verkrijgingsprijs. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en

kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd.

Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde.



Materiële/Financiele vaste activa

Financiële instrumenten

Vorderingen

Pagina 26

De eerste waardering van vorderingen is tegen reële waarde, inclusief transactiekosten. (Door

toepassing van de effectieve rentemethode worden transactiekosten als onderdeel van de amortisatie

in de winst- en verliesrekening verwerkt). De vervolgwaardering van vorderingen is tegen

geamortiseerde kostprijs (indien geen sprake van agio/disagio of transactiekosten dan geamortiseerde

kostprijs gelijk aan nominale waarde). Een statisch bepaalde nominale voorziening wordt getroffen op

de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid.

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek

van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen.

De afschrijvingstermijnen van materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van

het vast actief.

De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire

methode op basis van de economische levensduur. Op bedrijfsterreinen en op vaste activa in

ontwikkeling en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven.

De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd:

• Bedrijfsgebouwen : 40 jaar.

• Terrein voorzieningen en verbouwingen : 20 jaar.

• Machines en installaties : 10-20 jaar.

• Andere vaste bedrijfsmiddelen : 5-10 jaar.

Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage

in de afschrijvingskosten, zijn deze in mindering gebracht op de investeringen.

Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en

overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten.

Financiële instrumenten, inclusief de van de basiscontracten gescheiden afgeleide financiële

instrumenten, worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de

direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien instrumenten

niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de

resultatenrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste

waardering.

In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden gescheiden van het basiscontract,

worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract.

Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.

De materiële vaste activa waarvan de instelling krachtens een financiële leaseovereenkomst de

economische eigendom heeft, worden geactiveerd. De uit de financiële leaseovereenkomst

voortkomende verplichting wordt als schuld verantwoord. De in de toekomstige leasetermijnen

begrepen interest wordt gedurende de looptijd van de financiële leaseovereenkomst ten laste van het

resultaat gebracht.



Onderhanden projectenuit hoofde van DBC's

Liquide middelen

Voorzieningen (algemeen)

Voorziening Reorganisatie

Voorziening persoonlijk budget levensfase

Voorziening jubileumgratificaties

Voorziening ziektekosten

Pagina 27

De reorganisatievoorziening is opgenomen omdat een gedetailleerd doorontwikkeling plan is

goedgekeurd waarbij tevens de belangrijkste kenmerken van dat plan aan de direct betrokkenen zijn

meegedeeld.

De voorziening herorganisatie wordt gevormd voor verwachte kosten die naar redelijkheid geschat

worden ten gevolge van deze doorontwikkeling.

De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening

betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is

gebaseerd op CAO bepalingen, gedane toezeggingen, blijfkans, leeftijd en resterende dienstjaren.

De voorziening betreft een voorziening voor doorbetaling van zieke medewerkers over de eerste twee

jaar. De voorziening is gewaardeerd op nominale waarde.

De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO

verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+ en garantie regeling. Het persoonlijk budget

levensfase kwalificeert als een beloning met opbouw van rechten. De voorziening betreft de contante

waarde van de in de toekomst eenmalig uit te keren PBL-uren. De berekening is gebaseerd op de

CAO-bepalingen, blijfkans, sterftekans, leeftijd en resterende dienstjaren tot het bereiken van de 55-

jarige leeftijd.

Per individuele voorziening dient een toelichting van de grondslagen voor waardering te worden

opgenomen, bijvoorbeeld:

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de

balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en

waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd

tegen contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichting en

verliezen af te wikkelen. De gehanteerde disconteringsvoet is hoger dan de gehanteerde

disconteringsvoet in 2013 (4%) en bedraagt 5,0%.

Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze

vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal

worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting.

De onderhanden projecten uit hoofde van DBC's zijn gewaardeerd op basis van het fictief afsluiten van

nog niet afgesloten DBC's ultimo van het jaar. Deze DBC's zijn gewaardeerd tegen de geldende

tarieven van betreffende DBC's uit 2014. Deze waardering is, indien noodzakelijk, gecorrigeerd op

basis van de productrange analyse.

Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter

dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan

kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de

nominale waarde.



Schulden

Operational lease

6.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling

Algemeen

Pensioenen

Overheidssubsidies

Pagina 28

Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruitontvangen baten zodra

er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat de groep zal voldoen aan de

daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies ter compensatie van door de groep gemaakte kosten

worden systematisch als opbrengsten in de winst-en-verliesrekening opgenomen in dezelfde periode

als die waarin de kosten worden gemaakt. Subsidies ter compensatie van de groep voor de kosten

van een actief worden systematisch in de winst-en-verliesrekening opgenomen gedurende de

gebruiksduur van het actief. Een krediet afgesloten tegen een lagere rente dan de marktrente, wordt

als schuld in de balans opgenomen waarbij waardering plaatsvindt zoals opgenomen onder Financiële

instrumenten. Het verschil tussen het hogere ontvangen bedrag van het krediet en de boekwaarde bij

eerste verwerking betreft het voordeel als gevolg van de lagere rente. Dit voordeel wordt verwerkt als

overheidssubsidie.

Bij de vennootschap kunnen er leasecontracten bestaan waarbij een groot deel van de voor- en

nadelen die aan het eigendom verbonden zijn, niet bij de vennootschap ligt. Deze lease contracten

worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing

worden, rekening houdend met vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de winst-en-

verliesrekening over de looptijd van het contract.

Schulden worden opgenomen voor de geamortiseerde kostprijs (nominale waarde).

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met

inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen.

De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande

van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden

verantwoord als deze gerealiseerd zijn.

Baten (waaronder nagekomen budgetaanpassingen) en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar

zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend.

Stichting De Riethorst Stromenland heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling.

Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op

een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de

werknemer pensioen heeft opgebouwd bij De Riethorst Stromenland. De verplichtingen, welke

voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds

Zorg en Welzijn. De Stichting betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt

betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en

voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld

door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Per 1 januari 2014 diende het pensioenfond een

dekkingsgraad van tenminste 104,5% te hebben. De dekkingsgraad (na indexatie) bedroeg toen

109%. Per 1 januari 2015 gelden nieuwe regels voor pensioenfondsen. Daarbij hoort ook een nieuwe

berekening van de dekkingsgraad. De 'nieuwe' dekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf

dekkingsgraden. Door een gemiddelde te gebruiken zal de dekkingsgraad nu minder sterk

schommelen. Op 31 december 2023 moet de dekkingsgraad minimaal 123% zijn. Het pensioenfonds

verwacht hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om

extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. De Riethorst

Stromenland heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort

bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De Riethorst

Stromenland heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in

de jaarrekening verantwoord.



Financiele baten en lasten

6.1.4.4 Kasstroomoverzicht

Pagina 29

Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve

rentevoet van betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening

gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de

berekening van de effectieve rente worden meegenomen.

Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.

Kasstromen uit financiële afgeleide instrumenten die worden verantwoord als reëlewaarde-hedges of

kasstroomhedges worden in dezelfde categorie ingedeeld als de kasstromen uit de afgedekte

balansposten. Kasstromen uit financiële derivaten waarbij hedge accounting niet langer wordt

toegepast, worden consistent met de aard van het instrument ingedeeld, vanaf de datum waarop de

hedge accounting is beëindigd.

(In de toelichting wordt aandacht besteed aan de aspecten die voor een goed begrip van het

kasstroomoverzicht van belang zijn. Aanbevolen wordt belangrijke afwijkingen tussen enerzijds

mutaties in balansposten die blijken uit een kasstroomoverzicht en anderzijds verschillen tussen de

balansen aan het begin en het einde van de periode nader toe te lichten. Tevens dient een

cijfermatige aansluiting opgenomen te worden tussen het begrip geldmiddelen in het

kasstroomoverzicht en begrip liquide middelen in de balans.)


6.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS

ACTIVA

1. Materiële vaste activa

De specificatie is als volgt: 2014 2013

€ €

Bedrijfsgebouwen en terreinen 14.205.925 12.718.789

Machines en installaties 2.211.400 2.460.923

Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 3.409.300 1.833.824

Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa 88.013 1.825.545

Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa 0 0

Totaal materiële vaste activa 19.914.637 18.839.080

Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2014 2013

€ €

Boekwaarde per 1 januari 18.839.080 18.253.543

Bij: investeringen 2.601.791 2.139.265

Bij: herwaarderingen 0 0

Af: afschrijvingen 1.526.234 1.553.728

Af: bijzondere waardeverminderingen 0 0

Af: terugname geheel afgeschreven activa 0 0

Af: desinvesteringen 0 0

Boekwaarde per 31 december 19.914.637 18.839.080

Toelichting:

2. Financiële vaste activa


€ €

Overige vorderingen 9.789 31.545

Totaal financiële vaste activa 9.789 31.545

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt:

€

Boekwaarde per 1 januari 31.545

Af: waardeverminderingen 21.756

Boekwaarde per 31 december 9.789

Toelichting:

Pagina 30

De bedrijfsgebouwen zijn in 2011 in economische levensduur, en derhalve in afschrijvingsperiode, teruggebracht van 50 jaar naar

40 jaar. Dit resulteert in een jaarlijkse additionele afschrijvingslast van 87 duizend euro tot het moment dat de activa compleet is

afgeschreven. Voor een nadere specificatie van het verloop van de WTZi-vergunningplichtige vaste activa, de WTZi-

meldingsplichtige vaste activa, de WMG-gefinancierde vaste activa en de Kleinschalige Woonvoorzieningen per activagroep wordt

verwezen naar het mutatieoverzicht onder 6.1.7. In toelichting 6.1.8 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en

gereedgekomen projecten.

De afschrijvingen op financieel vast actief lopen synchroon met de overgangsregeling kapitaallasten.



ACTIVA

3. Vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging

Vorderingen uit hoofde van bekostiging: 2014 2013

€ €

Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 0 0

Totaal vorderingen uit hoofde van bekostiging 0 0

Schulden uit hoofde van bekostiging: 2014 2013

€ €

Schulden uit hoofde van financieringsoverschot 251.402 67.346

Totaal schulden uit hoofde van bekostiging 251.402 67.346

Specificatie vorderingen en schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk financieringsoverschot

2013 2014 totaal

€ €

Saldo per 1 januari -67.346 0 -67.346

Financieringsverschil boekjaar -213.000 -213.000

Correcties voorgaande jaren -57.333 -57.333

Betalingen/ontvangsten 86.277 86.277

Subtotaal mutatie boekjaar 28.944 -213.000 -184.056

Saldo per 31 december -38.402 -213.000 -251.402

Stadium van vaststelling (per erkenning): c a

a= interne berekening

b= overeenstemming met zorgverzekeraars

c= definitieve vaststelling NZa

2014 2013

€ €

Waarvan gepresenteerd als:

- vorderingen uit hoofde van financieringstekort 0 0

- schulden uit hoofde van financieringsoverschot 251.402 67.346

-251.402 -67.346

Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2014 2013

€ €

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 46.854.323 45.523.947

Af: ontvangen voorschotten 47.067.323 45.591.293

Af: overige ontvangsten 0 0

Totaal financieringsverschil -213.000 -67.346

Toelichting:

Pagina 31

De specificatie vordering en schulden uit hoofde van financieringstekort/overschot wordt indien noodzakelijk gesplitst in een te

vorderen en een te betalen positie. De positie ultimo 2014 is enkel een te betalen positie mbt de awbz.



ACTIVA

4. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's / DBC-zorgproducten en overige vorderingen


€ €

Onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten:

Onderhanden werk 410.478 305.132

Af: ontvangen voorschotten 0 0

Af: voorziening onderhanden werk 0 0

Totaal onderhanden werk 410.478 305.132

Overige vorderingen:

Nog te factureren 546.717 517.940

Nog te ontvangen 691.233 686.618

Verrekenverschillen -193.377 -126.302

Totaal overige vorderingen uit hoofde van DBC's 1.044.573 1.078.256

Totaal onderhanden werk en overige vorderingen 1.455.051 1.383.388

Toelichting:

5. Overige vorderingen


€ €

Vorderingen op debiteuren 119.696 238.668

Overige vorderingen:

Vooruitbetaalde bedragen 42.685 21.622

Nog te ontvangen bedragen 238.328 447.910

Vooruitontvangen facturen 330.434 296.538

Totaal overige vorderingen 731.143 1.004.738

Toelichting:

De voorziening is volgens de statische methode bepaald.

In de overige vorderingen zijn geen posten begrepen die langer dan een jaar openstaan.

6. Liquide middelen


€ €

Bankrekeningen 14.303.611 15.550.070

Kassen 11.295 12.087

Kruisposten 4.139 2.906

Totaal liquide middelen 14.319.045 15.565.063

Toelichting:

Pagina 32

De daling in liquide middelen is voornamelijk toe te schrijven aan gedane investeringen, zie kasstroomoverzicht.

De Riethorst Stromenland heeft geen gelden uitgezet op deposito rekeningen.

De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt € 9.419 (2013 € 11.009)

Ten behoeve van kortlopende schulden aan kredietinstellingen is € 0 van de vorderingen verpand.

De post is verdeeld tussen OHW DBC's, die een waardering kent agv fictieve afsluiting per 31-12-2014 en overige vorderingen

welke vorderingen zijn op basis van werkelijke bedragen.

Analyse maakt het aannemenlijk dat de werkelijke gefactureerde waarde mbt de geopende DBC's 2014 de productieafspraak

geriatrische DBC's 2014 niet overschrijden waardoor een voorziening niet noodzakelijk is.



PASSIVA

7. Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 2014 2013

€ €

Collectief gefinancierd gebonden vermogen 16.555.424 17.215.271

Totaal eigen vermogen 16.555.424 17.215.271

Kapitaal

Saldo per Resultaat- Overige Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2014 bestemming mutaties 31-dec-2014

€ € € €

Kapitaal 0 0 0 0

0 0 0 0

Collectief gefinancierd gebonden vermogen

Saldo per Resultaat- Overige Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2014 bestemming mutaties 31-dec-2014

€ € € €

Bestemmingsfonds:

Reserve aanvaardbare kosten 13.734.274 -1.128.762 0 12.605.512

Bestemmingsreserves:

Bestemmingsreserve WMO -471.924 0 0 -471.924

Bestemmingsreserve kapitaallasten 3.952.921 468.915 0 4.421.836

Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen 17.215.271 -659.847 0 16.555.424

Toelichting:

8. Voorzieningen

Saldo per Dotatie Onttrekking Saldo per

Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-14 31-dec-2014

€ € € €

voorziening reorganisatie 0 798.895 0 798.895

voorziening gratificaties 281.981 30.908 33.352 279.537

voorziening ziektekosten 106.016 308.933 86.827 328.122

voorziening PLB 987.035 0 123.419 863.616

Totaal voorzieningen 1.375.032 1.138.736 243.598 2.270.170

Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd:

31-dec-2014

Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 801.315

Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 1.468.855

Hiervan langlopend (> 5 jaar) 377.074

Pagina 33

De bestemmingsreserve kapitaallasten is door de RvB gevormd ter egalisatie aangezien de vergoeding voor kapitaallasten en de

werkelijke uitgaven kapitaallasten in de komende jaren fors kunnen afwijken. Tevens is hierin opgenomen de in het verleden

gevormde reserve egalisatie afschrijvingen.

De bestemmingsreserve WMO is door de RvB gevormd om deze financieringsvorm apart inzichtelijk te houden.

Per 1-1-2014 is het eigen vermogen als gevolg van een stelselwijziging, met betrekking tot de verwerking van de voorziening

onderhoud, aangepast met een bedrag van € 1.131.342.

De reserve aanvaardbare kosten (RAK) wordt gevormd op grond van NZa beleidsregels. Deze reserve kan alleen wijzigen door

toevoegingen en onttrekkingen die ieder jaar ontstaan als gevolg van verschillen tussen exploitatiekosten van dat jaar en de

aanvaardbare kosten van dat jaar. Een positief saldo van de RAK dient beschikbaar te worden gehouden voor door de NZa

beleidsregels aangewezen zorgactiveiten. Met ingang van 2015 zijn dit zorgactiviteiten uit hoofde van de Wet langdurige zorg en

onttrekkingen in verband met de exploitatie van WMO- en/of Jeugdwetzorg.



PASSIVA

Toelichting per categorie voorziening:

9. Langlopende schulden


€ €

Schulden aan kredietinstellingen 7.830.704 8.178.906

Overige langlopende schulden 0 0

Totaal langlopende schulden 7.830.704 8.178.906

Het verloop is als volgt weer te geven: 2014 2013

€ €

Stand per 1 januari 8.601.752 9.024.598

Bij: nieuwe leningen 0 0

Af: aflossingen 383.952 422.846

Stand per 31 december 8.217.800 8.601.752

Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 387.096 422.846

Stand langlopende schulden per 31 december 7.830.704 8.178.906

Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd:

Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 387.096 422.846

Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 7.830.704 8.178.906

Hiervan langlopend (> 5 jaar) 6.424.986 6.604.978

Toelichting:

10. Overige kortlopende schulden


€ €

Crediteuren 1.237.173 1.408.067

Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 387.096 422.846

Belastingen en sociale premies 1.834.750 1.780.631

Schulden terzake pensioenen 762.716 673.706

Nog te betalen salarissen 252.078 387.584

Vakantiegeld 1.000.680 974.471

Vakantiedagen 619.208 552.771

Overige schulden:

interest leningen 104.516 110.153

Nog te betalen kosten: 3.323.748 3.677.030

Totaal overige kortlopende schulden 9.521.965 9.987.259

Toelichting:

Pagina 34

* De voorziening PLB (CAO Bepaling) bestaat uit een specifieke overgangsregeling en garantieregeling welke in de CAO zijn

vastgelegd. De waardering heeft plaatsgevonden tegen contante waarde.

Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage 6.1.9 overzicht langlopende schulden. De

aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.

De overige kortlopende schulden zijn gedaald tov 2013 agv posten met een incidenteel karakter.

Per 1-1-2014 is de voorziening onderhoud middels een stelselwijziging, conform RJ 140 in het eigen vermogen verwerkt. De post

voorzieningen is derhalve aangepast met een bedrag van € 1.131.342 in de vergelijkende cijfers.

* De voorziening gratificaties dient ter dekking van de toekomstige jubileum uitkeringen van het huidige personeelsbestand. De * De voorziening ziektekosten dient voor de doorbetaling van zieke medewerkers over de eerste twee jaar. De waardering heeft

plaatsgevonden op basis van de nominale waarde. Additioneel is de impact van de de wetgeving omtrent de transitievergoeding

toegevoegd.

* De voorziening reorganisatie is gevormd als gevolg van de ingezette doorontwikkeling van De Riethorst Stromenland richting

zelfsturende teams. De waardering heeft plaatsgevonden tegen nominale waarde.



Niet uit de balans blijkende verplichtingen

11. Financiële instrumenten

12. Niet in de balans opgenomen regelingen

Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten

Het verloop is als volgt weer te geven: 2014 2013

€ €

Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari 16.668.925 15.579.377

Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte 135.018 397.274

Bij: investeringsruimte verslagjaar 697.906 692.274

Af: investeringen verslagjaar 0 0

Beschikbare investeringsruimte 31 december 17.501.849 16.668.925

Toelichting:

Pagina 35

Algemeen

Er zijn geen lopende investeringsprojecten die beslag leggen op de investeringsruimte.



Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Ingangsdatum Contract termijn Verplichting Resterende

op jaarbasis Termijn

Huurcontracten Onroerend Goed

Slotjesveld, Oosterhout 6-1-2014 20 jaar 1.055.957 19 jaar

De Stroming, Waspik 18-12-2013 20 jaar 700.618 19 jaar

De Dotter, Hank 22-1-2010 20 jaar 130.050 15,1 jaar

Verpleeghuis Aernswaert, Hank 15-6-2009 20 jaar 255.290 14,5 jaar

De Kloosterhoeve, Raamsdonksveer 1-2-2009 20 jaar 1.111.857 14,1 jaar

De Citadel, Woudrichem 1-7-2007 20 jaar 26.059 12,5 jaar

Verzorgingshuis De Lemmenskamp, Woudrichem 1-10-2004 20 jaar 461.717 9,8 jaar

Verzorgingshuis de Riethorst (Mauritsstaete), G'berg 1-6-2003 20 jaar 731.144 9,4 jaar

Antonia, Almkerk 15-6-2011 10 jaar 327.261 6,5 jaar

Centraal Bureau, Raamsdonksveer 1-10-2006 5 jaar 208.325 1,8 jaar

Verpleeghuis de Riethorst, G'berg 20-12-2006 9 jaar 914.585 1 jaar

Overige verplichtingen

Per balansdatum is er een investeringverplichting van € 3.270.

Operational lease

Recht van hypotheek

Kredietfaciliteit

In 2014 is de kredietfaciliteit van € 1.000.000 bij de Rabobank Amerstreek waarover De Riethorst Stromenland beschikte,

opgezegd.

Pagina 36

Op verpleeghuis Altenahove is het recht van hypotheek gegeven aan de gemeente Woudrichem en op verzorgingshuis Goezate is

het recht van hypotheek gegeven aan het Waarborgfonds voor de Zorgsector.

De te verwachten leasetermijnen voor de komende 5 jaren bedragen € 312.417.

De Riethorst Stromenland heeft een aantal operational lease contracten afgesloten voor kopieerapparatuur en 2 auto's. De te

verwachten leasetermijnen voor 2015 bedragen € 131.393


6.1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA

Andere vaste Materiële vaste

bedrijfs- bedrijfsactiva in

middelen, uitvoering en Niet aan het

Bedrijfs- technische en vooruitbetalingen bedrijfsproces

gebouwen en Machines en administratieve op materiële dienstbare Totaal

terreinen installaties uitrusting vaste activa materiële activa

€ € € € € €

Stand per 1 januari 2014

- aanschafwaarde 19.662.863 6.513.183 5.445.308 1.825.545 0 33.446.899

- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0

- cumulatieve afschrijvingen 6.944.074 4.052.260 3.611.484 0 0 14.607.818

Boekwaarde per 1 januari 2014 12.718.789 2.460.923 1.833.824 1.825.545 0 18.839.081

Mutaties in het boekjaar

- investeringen 2.071.200 48.630 2.219.493 -1.737.532 0 2.601.791

- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0

- afschrijvingen 584.064 298.153 644.017 0 0 1.526.234

- bijzondere waardeverminderingen 0 0 0 0 0 0

- terugname geheel afgeschreven activa

.aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0

.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0

.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0

- desinvesteringen

aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0

cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0

cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0

per saldo 0 0 0 0 0 0

Mutaties in boekwaarde (per saldo) 1.487.136 -249.523 1.575.476 -1.737.532 0 1.075.557

Stand per 31 december 2014

- aanschafwaarde 21.734.063 6.561.813 7.664.801 88.013 0 36.048.690

- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0

- cumulatieve afschrijvingen 7.528.138 4.350.413 4.255.501 0 0 16.134.052

Boekwaarde per 31 december 2014 14.205.925 2.211.400 3.409.300 88.013 0 19.914.637

Pagina 37


6.1.7 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA op grond van art. 5a Regeling verslaggeving WTZi

6.1.7.1 WTZi-vergunningplichtige vaste activa

NZa-IVA Grond Terrein- Gebouwen Semi perm. Ver- Installaties Onderhanden Subtotaal

voorzieningen gebouwen bouwingen Projecten vergunning

€ € € € € € € € €


- aanschafwaarde 0 1.871.370 168.176 15.754.813 1.358.989 509.515 4.035.373 1.825.545 25.523.781

- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0

- cumulatieve afschrijvingen 0 0 88.669 5.269.633 1.269.606 316.166 2.864.504 0 9.808.578

Boekwaarde per 1 januari 2014 0 1.871.370 79.507 10.485.180 89.383 193.349 1.170.869 1.825.545 15.715.203


- investeringen 156.906 1.914.294 -1.737.532 333.668

- herwaarderingen 0

- afschrijvingen 5.536 397.227 89.383 91.918 106.624 690.688

- extra afschrijvingen NZa-goedgekeurd 0


.aanschafwaarde 0

.cumulatieve herwaarderingen 0

.cumulatieve afschrijvingen 0

- desinvesteringen

aanschafwaarde 0

cumulatieve herwaarderingen 0

cumulatieve afschrijvingen 0

per saldo 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 0 -5.536 -240.321 -89.383 1.822.376 -106.624 -1.737.532 -357.020


- aanschafwaarde 0 1.871.370 168.176 15.911.719 1.358.989 2.423.809 4.035.373 88.013 25.857.449

- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0

- cumulatieve afschrijvingen 0 0 94.205 5.666.860 1.358.989 408.084 2.971.128 0 10.499.266

Boekwaarde per 31 december 2014 0 1.871.370 73.971 10.244.859 0 2.015.725 1.064.245 88.013 15.358.183

Afschrijvingspercentage 0,0% 0,0% 5,0% 2,5% 33,3% 5,0% 5%/10% 0,0%

Pagina 38



6.1.7.2 WTZi-meldingsplichtige vaste activa

Trekkings Onderhanden Subtotaal Instand- Onderhanden Subtotaal Subtotaalrechten Projecten houding Projecten meldings-

plichtige activa€ € € € € € €

Stand per 1 januari 2014- aanschafwaarde 0 0 0 1.950.305 0 1.950.305 1.950.305- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0- cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 764.299 0 764.299 764.299

Boekwaarde per 1 januari 2014 0 0 0 1.186.006 0 1.186.006 1.186.006

Mutaties in het boekjaar- investeringen 0 48.630 48.630 48.630- herwaarderingen 0 0 0- afschrijvingen 0 163.430 163.430 163.430


.aanschafwaarde 0 0 0 .cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 .cumulatieve afschrijvingen 0 0 0

- desinvesteringen

aanschafwaarde 0 0 0 cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 per saldo 0 0 0 0 0 0 0

Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 0 0 -114.800 0 -114.800 -114.800

Stand per 31 december 2014- aanschafwaarde 0 0 0 1.998.935 0 1.998.935 1.998.935- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0- cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 927.729 0 927.729 927.729

Boekwaarde per 31 december 2014 0 0 0 1.071.206 0 1.071.206 1.071.206

Afschrijvingspercentage 0,0% 0,0% 10,0% 0,0%

Pagina 39



6.1.7.3 WMG-gefinancierde vaste activa

Inventaris Vervoer- Automati- Subtotaal

middelen sering WMG

€ € € €


- aanschafwaarde 4.465.837 350.305 629.166 5.445.308

- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0

- cumulatieve afschrijvingen 2.845.906 261.975 503.603 3.611.484

Boekwaarde per 1 januari 2014 1.619.931 88.330 125.563 1.833.824


- investeringen 2.186.824 0 32.669 2.219.493

- herwaarderingen 0

- afschrijvingen 555.706 39.163 49.148 644.017


.aanschafwaarde 0



- desinvesteringen

aanschafwaarde 0



per saldo 0 0 0 0

Mutaties in boekwaarde (per saldo) 1.631.118 -39.163 -16.479 1.575.476


- aanschafwaarde 6.652.661 350.305 661.835 7.664.801

- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0

- cumulatieve afschrijvingen 3.401.612 301.138 552.751 4.255.501

Boekwaarde per 31 december 2014 3.251.049 49.167 109.084 3.409.300

Afschrijvingspercentage 10,0% 10,0% 20,0%

Pagina 40



6.1.7.4 Niet - WTZi/WMG - gefinancierde materiele vaste activa

Subtotaal

Kleinschalige

Grond Terrein- Gebouwen Semi perm. Ver- Installaties Onderhanden woonvoor-

voorzieningen gebouwen bouwingen Projecten zieningen

€ € € € € € € €


- aanschafwaarde 0 0 0 0 0 527.505 0 527.505

- cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0

- cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 423.457 0 423.457

Boekwaarde per 1 januari 2014 0 0 0 0 0 104.048 0 104.048


- investeringen 0

- herwaarderingen 0

- afschrijvingen 28.099 28.099


.aanschafwaarde 0



- desinvesteringen

aanschafwaarde 0



per saldo 0 0 0 0 0 0 0 0

Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 0 0 0 0 -28.099 0 -28.099


- aanschafwaarde 0 0 0 0 0 527.505 0 527.505


- cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 451.556 0 451.556

Boekwaarde per 31 december 2014 0 0 0 0 0 75.949 0 75.949

Afschrijvingspercentage 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 5,0% 0,0%

Pagina 41



6.1.7.5 Kleinschalige Woonvoorzieningen

Subtotaal

Kleinschalige

Grond Terrein- Gebouwen Semi perm. Ver- Installaties Onderhanden woonvoor-

voorzieningen gebouwen bouwingen Projecten zieningen

€ € € € € € € €


- aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0 0


- cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0

Boekwaarde per 1 januari 2014 0 0 0 0 0 0 0 0


- investeringen 0 0 0 0 0 0 0 0

- herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0

- afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0


.aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0 0

.cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0

.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0

- desinvesteringen

aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0 0

cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 0 0

cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0

per saldo 0 0 0 0 0 0 0 0

Mutaties in boekwaarde (per saldo) 0 0 0 0 0 0 0 0


- aanschafwaarde 0 0 0 0 0 0 0 0


- cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 0 0 0 0

Boekwaarde per 31 december 2014 0 0 0 0 0 0 0 0

Afschrijvingspercentage 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0% 0,0%

Pagina 42


6.1.8.1 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN

Num-

mer

Brief-

nummer Datum Omschrijving WTZi-type t/m 2013 2014 gereed

onder-

handen

Indexering

WTZi

Aangepaste

goedkeuring

€ € € € € € €

Binnentuin Altenahove 88.013 88.013

Totaal 0 88.013 0 88.013 0 0 0

6.1.8.2 SPECIFICATIE IN HET BOEKJAAR GEREEDGEKOMEN PROJECTEN

Num-

mer

Brief-

nummer Datum Omschrijving WTZi-type Activapost WTZi WMG Overige Totaal

Afschrij-ving

WTZi Rentekosten

€ € € € € €

Verbouwingen Altenahove en Goezate 1.808.564

Audio-visuele installatie de Stroming 16.982

Totaal 1.825.546 0 0 0 0 0

Pagina 43

Projectgegevens Investeringen Toekomstige lasten

Projectgegevens Investeringen Goedkeuringen

t/m 2014 Nominaal

bedrag

WTZi

Jaar van

ople-

vering


BIJLAGE

6.1.9 Overzicht langlopende schulden ultimo 2014

Leninggever Datum Hoofdsom

Totale

loop-

tijd

Soort lening

Werke-

lijke-

rente

Restschuld

31 december

2013

Nieuwe

leningen in

2014

Aflossing

in 2014

Restschuld

31 december

2014

Restschuld

over 5 jaar

Resterende

looptijd in

jaren eind

2014

Aflos-

sings-

wijze

Aflos-

sing 2015

Gestelde

zekerheden

€ % € € € € € €

BNG 1-nov-95 680.670 30 onderhands 7,13% 272.268 0 22.689 249.578 136.133 11 lineair 22.689

gemeente garantie

Geertruidenberg

Rabobank Nederland 1-jun-99 998.316 17 onderhands 4,66% 176.169 0 58.725 117.444 0 2 lineair 58.725

gemeente garantie

Geertruidenberg

BNG 6-okt-92 1.361.341 42 onderhands 3,05% 858.330 0 40.873 817.457 613.092 20 lineair 40.873

gemeente garantie

Woudrichem

BNG 15-jul-93 2.268.901 41 onderhands 3,15% 1.438.415 0 49.356 1.389.059 1.117.955 20 annuitair 50.911

gemeente garantie

Woudrichem

BNG 1-apr-93 1.815.121 41 onderhands 2,99% 1.149.886 0 54.756 1.095.127 821.347 20 lineair 54.756

gemeente garantie

Woudrichem

BNG 15-nov-93 2.268.901 41 onderhands 3,29% 1.429.188 0 48.303 1.380.885 1.114.459 20 annuitair 49.892

gemeente garantie

Woudrichem

BNG 7-feb-03 1.370.000 40 onderhands 3,65% 1.027.500 0 34.250 993.250 822.000 29 lineair 34.250 WFZ garantie

BNG 30-dec-03 3.000.000 40 onderhands 3,61% 2.250.000 0 75.000 2.175.000 1.800.000 29 lineair 75.000 WFZ garantie

Totaal 13.763.250 8.601.752 0 383.952 8.217.800 6.424.986 387.096

Pagina 44


6.1.10 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING

BATEN

13. Toelichting opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties


€ €

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Zvw-zorg 0 0

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten AWBZ (exclusief subsidies) 46.796.990 45.546.048

Beschikbaarheidsbijdragen 0 0

Totaal 46.796.990 45.546.048

14. Omzet DBC's / DBC-zorgproducten


€ €

Gefactureerde omzet DBC's / DBC-zorgproducten 3.823.903 2.577.691

Mutatie onderhanden werk DBC's / DBC-zorgproducten 105.346 305.132

Voorziening DBC's (ivm oninbaarheid of overproductie) 0 0

Totaal 3.929.249 2.882.823

Toelichting:

15. Toelichting niet-gebudgetteerde zorgprestaties


€ €

Opbrengsten WMO, zorgprestaties uit hoofde van contract met gemeente 0 690.931

Opbrengsten WMO, zorgprestaties aan andere zorginstellingen 0 15.787

Zorgprestaties tussen zorginstellingen (WDS) 219.719 200.429

Persoonsgebonden- en volgende budgetten 43.653 78.476

Overige zorgprestaties 201.932 250.726

Eigen bijdrage clienten 0 0

Totaal 465.304 1.236.349

Toelichting:

16. Subsidies


€ €

Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds) 49.841 203.685

Overige Rijkssubsidies 122.557 0

Overige subsidies 57.556 0

Totaal 229.954 203.685

Toelichting:

Pagina 45

De vermelde subsidies betreffen voornamelijk opleidingssubsidies.

In 2014 verricht de Riethorst Stromenland geen huishoudelijke hulp meer in het kader van de WMO.

De mutatie onderhanden werk is lager dan in 2013 als gevolg van het feit dat in 2013 deze post voor het eerst is opgevoerd. De

gefactureerde omzet is voornamelijk hoger als gevolg van een uitbreiding in capaciteit.



BATEN

17. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten


€ €

Overige dienstverlening:

Opbrengst maaltijden 739.960 747.591

Overige opbrengsten 688.976 577.381

Totaal 1.428.936 1.324.972

LASTEN

18. Personeelskosten


€ €

Lonen en salarissen 26.724.701 26.060.442

Sociale lasten 4.060.306 3.468.570

Pensioenpremies 2.257.102 2.125.480

Andere personeelskosten: 1.842.300 921.060

Subtotaal 34.884.409 32.575.552

Personeel niet in loondienst 683.868 707.578

Totaal personeelskosten 35.568.277 33.283.130

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's): 757 755

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 757 755

Aantal personeelsleden dat buiten Nederland werkzaam is 0 0

Toelichting:

Pagina 46

De toename in FTE t.o.v. 2013 bedraagt 0,3%.

De overige personeelskosten stijgen agv de vorming van een reorganisatie voorziening voor de doorontwikkeling naar zelfsturende

teams.



LASTEN

19. Afschrijvingen op materiële vaste activa


€ €

Afschrijvingen:

- materiële vaste activa 1.526.234 1.553.368

- financiële vaste activa 21.756 21.756

Totaal afschrijvingen 1.547.990 1.575.124

Waarvan nacalculeerbare afschrijvingen:

- materiële vaste activa 609.568 759.378

- financiële vaste activa 21.756 21.756

Waarvan overige afschrijvingen:

- materiële vaste activa 916.666 793.990

Totaal afschrijvingen 1.547.990 1.575.124

Afschrijvingsvergoedingen:

-doorbetaald aan verhuurder 204.774 227.770

Toelichting:

Aansluiting afschrijvingen resultatenrekening - vergoeding nacalculeerbare afschrijvingslasten 2014

€

Totaal afschrijvingslasten resultatenrekening 1.547.990

waarvan nacalculeerbare afschrijvingen 631.324

In het externe budget verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten:

- WTZi-vergunningplichtige vaste activa 603.655

- Overige nacalculeerbare afschrijvingen 27.669

Overige afschrijvingen:

- WTZi-meldingsplichtige vaste activa 157.517

- WMG-gefinancierde vaste activa 644.017

- Kleinschalige Woonvoorzieningen 0

- overige afschrijvingen 115.132

- doorbetaalde afschrijvingen 204.774

Totaal afschrijvingslasten 1.752.764

Aanschafwaarde desbetreffende vaste activa 36.048.690

Cumulatieve afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa 16.134.052

Cumulatieve vergoedingen voor nacalculeerbare afschrijvingslasten desbetreffende vaste activa 631.324

20. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa


€ €

Bijzondere waardeverminderingen van:

- materiële vaste activa 0 0

- financiële vaste activa 0 0

Totaal 0 0

Toelichting:

Pagina 47

In 2014 heeft De Riethorst Stromenland de bedrijfswaarde berekening hereikt. Hieruit is gebleken dat er vooralsnog geen noodzaak

bestaat om het materieel vast actief af te waarderen. Er zijn derhalve geen bijzondere waardeverminderingen agv impairment.

Onder doorbetaalde afschrijvingen zijn de aan verhuurder doorbetaalde afschrijvingsvergoedingen opgenomen.



LASTEN

21. Overige bedrijfskosten


€ €

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 4.025.920 4.010.207

Algemene kosten 2.548.827 2.891.112

Patiënt- en bewonersgebonden kosten 1.618.594 1.693.647

Onderhoud en energiekosten:

- Onderhoud 1.150.829 1.064.038

- Energiekosten gas en stadsverwarming 726.460 550.309

- Energiekosten electriciteit 630.391 456.628

- Energie kosten water 83.128 54.898

Subtotaal 2.590.808 2.125.873

Huur en leasing 5.079.115 4.004.570

Projectverplichtingen 0 -983.615

Dotaties en vrijval voorzieningen 0 279.516

Totaal overige bedrijfskosten 15.863.264 14.021.310

Toelichting:

Algemene kosten: met name de projectkosten zijn in 2014 flink afgenomen.

Projectverplichtingen: de opgenomen verplichtingen zijn in 2013 vrijgevallen en aangewend in de personele sfeer.

22. Financiële baten en lasten


€ €

Rentebaten 96.840 179.336

Subtotaal financiële baten 96.840 179.336

Rentelasten -422.815 -548.530

Subtotaal financiële lasten -422.815 -548.530

Totaal financiële baten en lasten -325.975 -369.194

23. Buitengewone baten en lasten


€ €

Buitengewone baten 0 0

Buitengewone lasten 0 0

Totaal buitengewone baten en lasten 0 0

Toelichting:

Pagina 48

Dotatie en vrijval voorzieningen: vanaf 2014 vindt geen dotatie meer plaats aan de voorziening onderhoud.

Huurkosten: vanwege de ingebruikname van 2 nieuwe panden zijn de kosten voor energie en huur behoorlijk toegenomen.

Er hebben zich in 2014 geen situaties voorgedaan waaruit buitengewone baten en lasten zijn gevloeid.



Overige informatie

24. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders

De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders van de zorginstelling over het jaar 2014 is als volgt:

Naam F.J.M Staal E.A.P.M Thewessen

1 1-3-1986 1-10-2009

2 ja nee

3

nvt 30-4-2015

4

nvt nee

5 1 1

6 Welke salarisregeling is toegepast? 1 1

7 100% 100%

8 148.654€ 147.205€

-€ -€

-€ -€

9 7.968€ 10.997€

10 Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen -€ -€

11 Werkgeversbijdrage sociale verzekeringspremies 8.797€ 8.797€

12 17.010€ 16.870€

13 Winstdelingen en bonusbetalingen -€ -€

14 -€ -€

15 Totaal bezoldiging (8 t/m 14, excl. 8a en b) 182.429€ 183.869€

Pagina 49

Wat is de aard van de (arbeids)overeenkomst?

Wat is de deeltijdfactor? (percentage)

Beloning (incl. salaris, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere

vaste toelagen)

a. Waarvan: verkoop verlofuren

b. Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren

Wat is de totale som van de eventuele vergoedingen in natura (o.a.

huisvesting, auto (mede) voor privégebruik, laagrentende leningen,

etc.)?

Voorzieningen ten behoeve van beloning betaalbaar op termijn (o.a.

werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU, sabbatical, aanvulling

sociale uitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering, etc.)

Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband

Zo nee: tot welke datum was de persoon als bestuurder werkzaam in

uw organisatie?

Is deze gewezen bestuurder sindsdien nog in dienst van uw

organisatie (Zo ja: dan dienen de gegevens over de bezoldiging van

deze gewezen bestuurder met functienaam en eigennaam te worden

vermeld onderaan de WNT-tabel onder 26.)?

Samenstelling Raad van Bestuur: Tweehoofdig met voorzitter 1

Vanaf welke datum is de persoon als bestuurder werkzaam in uw

organisatie?

Maakt de persoon op dit moment nog steeds deel uit van het bestuur?

Bestuursmodel organisatie: eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van 1



Overige informatie

De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht van de zorginstelling over het jaar 2014 is als volgt:

Naam Functie Bezoldiging

J.M. Dokman Voorzitter € 10.500

G.L. Leusink Toezichthouder € 8.750

M.A.C. Hegeman Toezichthouder € 5.251

A.M.V. Stoopendaal Toezichthouder € 7.000

M.P.A. Colijn Toezichthouder € 7.000

25. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)

Leidinggevende topfunctionarissen

2014

F.J.M.Staal E.A.P.M.

Thewessen

Functie Voorzitter Rvb Vice-voorzitter Rvb

Duur dienstverband in 2014 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12

Omvang dienstverband (in fte) 1 1

Gewezen topfunctionaris nee nee

Dienstbetrekking ja ja

Zo niet, langer dan 6

maanden

binnen 18 maanden

werkzaam?nvt nvt

Bezoldiging

Beloning 153.112 156.358

Belastbare onkostenvergoedingen - -

Beloningen betaalbaar op termijn 17.010 16.870

Totaal bezoldiging 170.122 173.228

148.879 148.879

Motivering indien overschrijding ja ja

2013

F.J.M.Staal E.A.P.M.

Thewessen

Functie Voorzitter Rvb Vice-voorzitter Rvb

Duur dienstverband in 2014 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12

Omvang dienstverband (in fte) 1 1

Gewezen topfunctionaris nee nee

Dienstbetrekking ja ja

Zo niet, langer dan 6

maanden

binnen 18 maanden

werkzaam? nvt nvt

Bezoldiging

Beloning 151.183 153.012

Belastbare onkostenvergoedingen - -

Beloningen betaalbaar op termijn 16.644 16.507

Totaal bezoldiging 167.827 169.519

Pagina 50

Toepasselijk WNT-maximum



Overige informatie

Toezichthoudende topfunctionarissen

2014 J.M. Dokman G.L. Leusink M.A.C. Hegeman A.M.V. Stoopendaal M.P.A. ColijnFunctie(s) Voorzitter Rvt Vice-voorzitter Lid Lid LidDuur dienstverband 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 10/3 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12

Bezoldiging

Beloning 10.500 8.750 5.251 7.000 7.000

Belastbare

onkostenvergoedingen

- - - - -

Beloningen betaalbaar op

termijn

- - - - -

Totaal bezoldiging 10.500 8.750 5.251 7.000 7.000

Toepasselijk WNT-maximum 11.166 7.444 6.057 7.444 7.444

Motivering indien

overschrijding

nvt ja nvt nvt nvt

2013 J.M. Dokman J.W. Wijsman G.L. Leusink A.M.V. Stoopendaal M.P.A. ColijnFunctie(s) Voorzitter Rvt Vice-voorzitter Lid Lid LidDuur dienstverband 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1-31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12

Bezoldiging

Beloning 10.500 8.750 7.000 7.000 7.000

Belastbare

onkostenvergoedingen

- - - - -

Beloningen betaalbaar op

termijn

- - - - -

Totaal bezoldiging 10.500 8.750 7.000 7.000 7.000

Toepasselijk WNT-maximum 17.145 11.430 11.430 11.430 11.430

Motivering indien

overschrijding

nvt nvt nvt nvt nvt

Toelichting:

De bezoldiging van de leden van de Rvb en de vice voorzitter van de Rvt overschrijdt in 2014 de toepasselijke WNT maximum-norm

volgens de vastgestelde klasse. Inzake deze overschrijding is de wettelijke overgangsregeling van toepassing.

Met inachtneming van het geldende overgangsrecht,zal de bezoldiging worden afgebouwd naar het toepasselijk WNT maximum.

orgaan. Bedragen zijn exclusief 21 % btw.

Pagina 51

Ultimo 2014 is de heer M.J. Dokman terug getreden als voorzitter en toezichthouder, conform het normale roulatie schema.

De heer M.A.C. Hegeman is vanaf 1-1-2015 voorzitter. Van 10-3-2014 tot 31-12-2014 was hij reeds lid van het toezichthoudend



Overige informatie

26. Honoraria accountant 2014 2013

€ €

De honoraria van de accountant over 2014 zijn als volgt:

Controle van de jaarrekening 40.263 40.945

Overige controlewerkzaamheden (w.o. Cak-verantwoording en Nacalculatie) 10.860 8.000

Fiscale advisering 1.229 3.916

Niet-controlediensten 2.420 3.237

Totaal honoraria accountant 54.772 56.098

Toelichting:

Bedragen zijn op basis van toe te rekenen kosten aan 2014.

27. Transacties met verbonden partijen

Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de instelling, haar deelnemingen

en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen.

Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag.

De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders is opgenomen onder punt 22.

Pagina 52

Bovenstaande honoraria betreffende de werkzaamheden die bij de stichting zijn uitgevoerd door accountantorganisaties en externe

accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties) en de in rekening gebrachte honoraria van het

gehele netwerk waartoe de accountantsorganisatie behoort.


6.2 OVERIGE GEGEVENS

6.2.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening

De raad van bestuur van Stichting De Riethorst Stromenland heeft de jaarrekening 2014 vastgesteld in de

vergadering van 8 mei 2015.

De raad van toezicht van de Stichting De Riethorst Stromenland heeft de jaarrekening 2014 goedgekeurd

in de vergadering van 19 mei 2015.

6.2.2 Resultaatbestemming

Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 6.1.2.

6.2.3 Gebeurtenissen na balansdatum

6.2.4 Nevenvestigingen

Stichting De Riethorst Stromenland heeft geen nevenvestigingen.

6.2.5 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders

W.G.

Mr.Drs. F.J.M. Staal

Voorzitter Raad van Bestuur

W.G. W.G.

M.A.C. Hegeman Mw. Dr. G.L. Leusink, huisarts MBA

Voorzitter Raad van Toezicht Vice-voorzitter Raad van Toezicht

6.2.6 Controleverklaring

De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina.

Pagina 53

Er zijn geen bijzonderheden te vermelden.

3 jaardocument 2014

Documents

Transcript of 3 jaardocument 2014