FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

54
1 FlexusJeugdplein Jaardocument 2015 22 maart 2016

Transcript of FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

Page 1: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

1

FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

22 maart 2016

Page 2: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

2

Inhoud DEEL 1 MAATSCHAPPELIJK VERSLAG ................................................................................... 4

Inleiding ................................................................................................................................ 4

1 Profiel van de organisatie .................................................................................................. 6

1.1 Missie en visie .................................................................................... 6

1.2 Juridische structuur ............................................................................ 6

1.3 Hulpvormen en cliëntgroepen ............................................................... 7

1.4 Werkgebied ....................................................................................... 7

2 Kernprestaties ................................................................................................................. 8

2.1 Aantallen cliënten en capaciteit ............................................................ 8

2.1.1 Ontwikkelingen in de jeugdhulp ...................................................... 8

2.1.1.1 Verblijf, jeugdhulp en uitwijkhuizen ........................................... 8

2.1.1.2 Begeleiding naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid ................... 9

2.1.1.3 Pleegzorg ............................................................................. 10

2.1.2 Prestatie-indicatoren ................................................................... 11

2.1.3 Effectiviteit ................................................................................. 14

2.2 Tevredenheid opdrachtgevers ............................................................ 14

2.3 Personeel ........................................................................................ 15

2.3.1 Formatie .................................................................................... 15

2.3.2 Verzuim ..................................................................................... 15

2.4 Omzet ............................................................................................. 15

3 Maatschappelijk ondernemen ............................................................................................ 17

3.1 Hulpverlening en maatschappelijke ontwikkeling .................................. 17

3.1.1 Jeugdzorg in de Buurt .................................................................. 17

3.1.2 Project steungezinnen ................................................................. 17

3.1.3 Sportverenigingen en jeugd- en opvoedhulp ................................... 18

3.1.4 Onderwijs en jeugd- en opvoedhulp .............................................. 19

3.1.5 Talent voor Rotterdam: zorg en bouw ............................................ 19

3.1.6 Online hulp- en dienstverlening ..................................................... 19

3.1.7 Opvoeden in de Buurt .................................................................. 20

3.1.8 Kinderen uit de knel .................................................................... 21

3.2 Samenwerkingsrelaties ...................................................................... 22

4 Toezicht, bestuur en medezeggenschap ............................................................................. 24

4.1 Governancecode ............................................................................... 24

4.2 Toezichthoudend orgaan, samenstelling, functies en nevenfuncties ......... 24

4.3 Bestuur ........................................................................................... 25

4.4 Medezeggenschap............................................................................. 25

4.4.1 Ondernemingsraad ...................................................................... 25

4.4.2 Cliëntparticipatie ......................................................................... 26

4.4.3 Pleegouderraad ........................................................................... 26

Page 3: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

3

5 Beleid, inspanningen en prestaties..................................................................................... 27

5.1 Meerjarenbeleid ................................................................................ 27

5.2 Positie en perspectief ........................................................................ 27

5.2.1 Vorming wijkteams ..................................................................... 27

5.2.2 Pak je Kans ................................................................................ 28

5.2.3 Ontwikkelingen in de lokale jeugdhulp, gezins- en jongerencoaching . 28

5.2.4 Ontwikkelingen woonbegeleiding van jongeren ............................... 29

5.3 Kwaliteit .......................................................................................... 29

5.3.1 Kwaliteit van de jeugdhulp ........................................................... 29

5.3.1.1 Cliëntvertrouwenspersoon ...................................................... 30

5.3.1.2 Veiligheid ............................................................................. 30

5.3.1.3 SISA .................................................................................... 30

5.3.1.4 Registratie van afwijkingen in het operationeel proces ............... 31

5.3.2 Klachten .................................................................................... 32

5.3.3 Personeelsbeleid en kwaliteit van het werk ..................................... 32

5.3.3.1 Medewerkersonderzoek 2015 .................................................. 32

5.3.3.2 Stages ................................................................................. 32

5.3.3.3 Medewerkersvertrouwenspersoon ............................................ 33

5.3.3.4 Ondersteuning, opleiding, deskundigheid .................................. 34

5.3.4 Facilitaire zaken, huisvesting en organisatie ................................... 35

5.4 Financieel beleid ............................................................................... 36

5.4.1 Hoofdlijnen financieel beleid ......................................................... 36

5.4.2 Balanspositie .............................................................................. 36

5.4.3 Toekomstverwachtingen .............................................................. 36

5.4.3.1 Samenwerking ...................................................................... 36

5.4.3.2 Druk op tarieven ................................................................... 36

5.4.3.3 Toename administratieve lasten. ............................................. 37

6 BIJLAGEN ....................................................................................................................... 38

6.1 Overzicht hulpverleningsvormen in 2015 ............................................. 38

6.2 Samenvatting jeugdhulp bekostigd uit Gemeenschappelijke Regeling. ..... 39

6.3 Verslag raad van toezicht over 2015 ................................................... 43

6.4 Jaarverslag ondernemingsraad over 2015 ............................................ 46

6.5 Jaarverslag 2015 pleegouderraad ....................................................... 49

6.6 Lijst van gehanteerde afkortingen ....................................................... 52

6.7 Organogram FlexusJeugdplein ............................................................ 53

DEEL 2: JAARREKENING ...................................................................................................... 54

Page 4: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

4

DEEL 1 MAATSCHAPPELIJK VERSLAG

Inleiding

Hierbij presenteren wij het jaardocument 2015 van FlexusJeugdplein. Dit document is een

weergave van de ontwikkelingen binnen onze organisatie en behandelt, op basis van het

landelijk vastgesteld format voor de hulpverlening die plaatsvindt in het kader van de

jeugdwet, ook alle andere activiteiten die FlexusJeugdplein onderneemt, zoals hulp en

begeleiding in het kader van de WMO, en die plaatsvinden op contractbasis voor gemeenten

en onderwijsinstellingen.

Naast dit algemene deel zijn er diverse deeljaarverslagen opgesteld waarin verantwoording

wordt afgelegd over specifieke activiteiten per gemeente of regio. In die verslagen gaan we

meer specifiek in op de betreffende afgegeven subsidiebeschikkingen en afgesloten

contracten.

De missie van FlexusJeugdplein is om adequate, snelle, effectieve hulp te bieden zo veel als

mogelijk in de nabijheid van de cliënt en met betrokkenheid van de sociale omgeving om zo

cliënten en hun netwerk te versterken. FlexusJeugdplein geeft hiermee vorm aan de

transitie en transformatie van de jeugdzorg.

De hulp en ondersteuning zijn gebaseerd op de doelstelling dat we, juist ook in de

hulpverlening, werken aan versterking van de burger en van de sociale verbanden: een

onafhankelijke burger die ingebed is in een sociale omgeving waarop hij betrokken is en die

op hem betrokken is. Hij neemt zijn verantwoordelijkheid, ook ten aanzien van zijn eigen

problemen en hij neemt verantwoordelijkheid voor zijn omgeving.

Hulpverlening dient in dat licht te ondersteunen en vooral te stimuleren dat mensen zelf

weer voldoende draagkracht krijgen. Dit is een ingewikkelde en uitdagende opdracht voor

onze hulpverleners, want het vertrouwen in de kracht en flexibiliteit van het cliëntsysteem

moet gecombineerd worden met een adequate dosering van hulpinterventies en met een

scherpe observatie en snelle signalering van veiligheidsrisico’s en ontwikkelingsbedreigende

factoren.

Kernelementen in de visie en werkwijze van FlexusJeugdplein zijn:

- ondersteuning en korte interventies in de eigen leefomgeving van cliënten;

- appelleren aan de verantwoordelijkheid en de mogelijkheden van cliënten en van

hun netwerk;

- het herstellen, reactiveren, of het opnieuw opbouwen van een steunend netwerk

voor alle cliënten;

- inzetten van informele zorg waar mogelijk; - hulp georganiseerd in de wijk of regio;

- kortdurende opvang van kinderen en jongeren als dat nodig is, zo mogelijk in de

eigen omgeving en gericht op terugkeer naar huis of op zelfstandigheid;

- intensieve samenwerking met lokale partners en scholen.

FlexusJeugdplein heeft zich de afgelopen jaren voorbereid op deze transitie en de

bezuinigingen door scherpe focus te houden op de missie en de visie en daar de organisatie

opnieuw op in te richten. Twee forse reorganisaties zijn uitgevoerd, in 2012 en 2014, om

kosten te reduceren, zoals het verlagen van de overheadkosten door het verkleinen van de

staf, het opheffen van een managementlaag en het verder reduceren van het aantal

managers. Daarnaast zijn in de loop van 2014 de laatste residentiële groepen (49 bedden)

en de crisisafdelingen (18 bedden) gesloten en is het volume aan ambulante hulp en

pleegzorg verruimd. De aangekondigde bezuinigingen zijn opgevangen en de relatie met de

gemeenten is versterkt.

In 2015 liep dit indringende proces van herschikking van functies, afvloeiing en

heroriëntering op de transformatie voor veel medewerkers nog door.

Page 5: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

5

Focus van de zorg:

FlexusJeugdplein legt de focus op hulp in het gezin in de eigen sociale omgeving. Bij die

hulp benutten wij maximaal de mogelijkheden die jeugdigen en gezinnen zelf hebben. We

streven naar het vroegtijdig onderkennen van vragen op het gebied van opvoeden en

gedragsproblemen en zoeken naar alternatieven voor uithuisplaatsing. Als het omwille van

de veiligheid of verantwoorde opvoeding niet mogelijk is voor een jongere om in het gezin

te verblijven, kiezen we voor kortdurende opvang met ondersteuning van de ouders.

De omvang van pleegzorg is in 2015 gegroeid. Voor de GRJR waren 1200 plaatsen begroot.

Vanwege het woonplaatsbeginsel werden circa 230 plaatsingen gerealiseerd en gefinancierd

door gemeenten in het land. Daarnaast werden 55 buitenregionale plaatsingen vanuit de

GRJR via FlexusJeugdplein georganiseerd. De uitwijkhuizen in Spijkenisse, Capelle,

Schiedam, Rotterdam Zuid, Centrum en Noord vervullen kortdurende opvang ter

ondersteuning van het ambulante proces. In een uitwijkhuis wonen gezinshuisopvoeders

die jeugdigen en hun ouders voor maximaal een half jaar begeleiden. Er wordt intensief

met de ouders gewerkt. Het doel is terugkeer naar huis, zelfstandig gaan wonen of naar

een andere vorm van verblijf waar de jongere kan opgroeien. De totale capaciteit van de

uitwijk/gezinshuizen in 2015 is 28.

Resumerend bestaat het portfolio van FlexusJeugdplein in 2015 uit ambulante hulp in de

vorm van schoolmaatschappelijk werk, gezins- en jongerencoaching, training, ambulante

zorg in de wijkteams en enkele bovenwijkse/gemeentelijke teams (MPG+, Pak je Kans,

ONS, MeMoSa, steungezinnen ), uitwijkhuizen en een gezinshuis, pleegzorg en

ondersteuning van jong volwassen dak- en thuisloze jongeren, woonbegeleiding,

voorkomen schooluitval (talent voor Rotterdam) en vrouwenopvang.

Een compliment aan de medewerkers is hier zeker op zijn plaats. In een aantal grote

medewerkersbijeenkomsten is uitgebreid gesproken over ieders ervaringen, bij voorbeeld in

de wijkteams en met de veranderende instroomsystematiek voor de geïndiceerde zorg.

Ondanks alle onrust en onzekerheid door de externe ontwikkelingen en de interne keuzes

die implicaties hebben voor vrijwel iedereen, is de betrokkenheid op de cliënten

onverminderd groot gebleven en is de kwaliteit in de uitvoering van de zorg steeds centraal

blijven staan. Dit is ook af te leiden uit de cijfers voor de waardering die jongeren en

ouders hebben uitgesproken over bejegening en resultaat.

De samenwerking met onze vele partners werd uitgebreid. Veel energie ging en gaat naar

het oplossen van de aansturingsvragen binnen de wijkteams, waar door de diverse

gemeenten verschillende organisatievormen zijn gekozen, variërend van directe ambtelijke

aansturing, organisatie door het CJG tot een hybride netwerkstructuur.

FlexusJeugdplein blijft zoeken naar wegen om de hulpverlening te verbeteren, deze zo veel

als mogelijk aan te laten sluiten bij de mogelijkheden van de cliënt en deze te helpen weer

verbindingen te laten leggen met de omgeving. FlexusJeugdplein is hierin een loyale

partner van de gemeenten in het realiseren van de transformatieopdracht.

Page 6: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

6

Stichting FlexusJeugdplein

3022 CC

Eendrachtsweg 48

010.2211999

Rotterdam

[email protected]

KvK 24290048

stichting

www.flexusjeugdplein.nl

1 Profiel van de organisatie

1.1 Missie en visie

De missie van FlexusJeugdplein: het versterken van de cliënt en inbedden in zijn directe

omgeving.

Het motto is: versterken. Om tot resultaat te komen zijn vier programmalijnen uitgezet: 1)

de cliënt versterkt, 2) de professional versterkt, 3) de interventies versterkt en 4) de

samenwerking versterkt.

- FlexusJeugdplein zet in op het versterken van de cliënt zodat het eigen

oplossingsvermogen wordt vergroot en de cliënt niet afhankelijk is of wordt van

institutionele zorg.

- FlexusJeugdplein zet in op het versterken van interventies. We zoeken naar nieuwe

wegen en zetten outreachend, creatief en doortastend middelen in om tijdig steun te

bieden bij opvoed- en opgroeitaken.

- FlexusJeugdplein zet in op het versterken van de professionals door deze te laten

investeren in eigen beroepsontwikkeling en in de operationele processen meer

handelingsruimte te geven, effectief te laten werken en actief te laten investeren in de

goede relatie met cliënten en alle andere betrokkenen uit de eigen leefomgeving.

- FlexusJeugdplein zet in op het versterken van activiteiten en methodes door ze toe te

snijden op de vraag en af te stemmen op de menselijke maat, en door de interventies

effectiever te maken en in lijn te brengen met onze missie en visie.

- FlexusJeugdplein zet in op het versterken van de samenwerking en afstemming met

lokale partners zodat hulp in de eigen omgeving van cliënten kan worden georganiseerd

en uitgevoerd, integraal en onder één regie.

1.2 Juridische structuur

Stichting FlexusJeugdplein is een zelfstandige rechtspersoon met een raad van bestuur en

een raad van toezicht. De stichting stelt zich ten doel het bieden van hulp aan jeugdigen

(van nul tot zevenentwintig jaar) die in hun ontwikkeling en/of schoolcarrière dreigen vast

te lopen of vastgelopen zijn en hun ouders, alsmede, op Voorne-Putten, aan vrouwen die

vanwege problemen in de gezinssfeer, tijdelijk ondersteuning nodig hebben bij het

zelfstandig functioneren in de samenleving.

Page 7: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

7

De hulpverlening is gericht op het voorkomen, verminderen of opheffen van problemen of

stoornissen van pedagogische, sociale, lichamelijke of geestelijke aard die de ontwikkeling

van jeugdigen naar volwassenheid ongunstig kunnen beïnvloeden, dan wel het zelfstandig

maatschappelijk functioneren belemmeren, zomede al hetgeen in ruimste zin met een en

ander verband houdt.

FlexusJeugdplein heeft een ondernemingsraad. Alle onderwerpen aangaande de

actualisering van personele regelingen en de maatregelen in het kader van de

bezuinigingen en de daarmee gepaard gaande interne beleidskeuzes, zijn steeds met

positief advies of instemming vastgesteld.

Tevens heeft FlexusJeugdplein een pleegouderraad, waar in algemene zin alle relevante

beleidsontwikkelingen worden besproken en specifiek alle ontwikkelingen die de pleegzorg

direct aangaan.

Cliënteninspraak is vormgegeven middels decentrale besprekingen met cliënten. Bij de

beleidsevaluatie wordt gebruik gemaakt van de uitkomsten van de metingen van

cliënttevredenheid die in iedere afdeling worden afgenomen.

1.3 Hulpvormen en cliëntgroepen

Stichting FlexusJeugdplein biedt in 2015 een breed palet aan begeleiding en hulverlening:

- jeugdhulp, gesubsidieerd door de GRJR (Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp

Rijnmond, voorheen de Stadsregio Rotterdam) uit de doeluitkering jeugd: hulpverlening

en behandeling aan jeugdigen en ouders: ambulante hulp, tijdelijke begeleiding en

opvang in uitwijkhuizen en verschillende vormen van pleegzorg;

- ambulante begeleiding van en hulpverlening aan jeugdigen en hun ouders in het eerste

milieu (gezin en familie), tweede (school) en derde milieu (buurt en wijk). Subsidie voor

deze werkvormen wordt verstrekt, naast bovengenoemde subsidie vanuit de GRJR, door

diverse Rotterdamse gemeentelijke diensten (Maatschappelijke Ontwikkeling, GGD,

onderwijs, maatschappelijke opvang e.d), gemeenten in de regio, de Drechtsteden en

door onderwijsinstellingen;

- schoolmaatschappelijk werk in de regio Rijnmond en Drechtsteden. Subsidie komt van

de gemeenten, die veelal gecombineerd wordt met contracten die met de diverse

onderwijsinstellingen zijn afgesloten;

- maatschappelijke opvang, begeleiding en hulpverlening aan vrouwen en jongeren

(jo/vo). Financiering komt van de gemeente Nissewaard en van de Drechtsteden.

Een overzicht van de hulpverleningsvormen in 2015 is opgenomen in de bijlage (6.1).

1.4 Werkgebied

Het werkgebied van FlexusJeugdplein beslaat regio Rijnmond, de Zuid-Hollandse Eilanden

en de Drechtsteden.

Vanwege de nieuwe Jeugdwet, de omvorming van de Stadsregio naar een gezamenlijke

inkooporganisatie in de vorm van een GRJR en de afzonderlijke positionering van de

ambulante hulp in de wijkteams, is in 2015 de interne sturing aangepast. Pleegzorg,

onderwijsondersteuning en de projecten voor de maatschappelijke opvang worden

georganiseerd vanuit aparte sectoren met een eigen manager en toebedeelde

gedragswetenschappers en werkbegeleiders, terwijl de aansturing van de medewerkers in

de wijkteams wordt verzorgd door vier managers hulpverlening, twee voor Rotterdam en

twee voor de overige gemeenten. De aansturing van de wijkteams is complex omdat deze

per gemeente verschilt. Begin 2015 zijn convenanten en samenwerkingsovereenkomsten

afgesloten met de gemeenten over de rol- en taakverdeling.

Het organogram van FlexusJeugdplein is opgenomen in de bijlage.

Page 8: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

8

2 Kernprestaties

2.1 Aantallen cliënten en capaciteit

Tabel 1: Aantal cliënten in 2015 in zorg bij FlexusJeugdplein.

Categorie 1-1 in zorg

in uit 31-12 in zorg

Totaal

Voormalig geïndiceerde zorg *) 1.415 444 349 1.510 1.859

Gezinscoaching 48 102 89 61 150

Jongeren- en vrouwenopvang **) 36 13 21 28 49

Jongerencoaching 45 258 272 31 303

Pedagogische advisering 6 51 28 29 57

Woonbegeleiding 18-23 jaar 85 34 110 9 119

Woonbegeleiding Tienermoeders 21 10 24 7 31

Postbus/briefadressen dak/thuislozen 427

SMW po/vo 5.656

SMW ROC's 2.706

*) Er is sprake van een daling ten opzichte van 2014 omdat de registratie in de systemen

vanaf 1 januari 2015 buiten FlexusJeugdplein plaatsvindt (onder andere de gemeenten

Barendrecht, Albrandswaard, Ridderkerk, Maassluis, Vlaardingen, Capelle aan den IJssel en

Schiedam) waardoor wij niet over de cijfers beschikken.

**) exclusief kinderen van de vrouwenopvang die voorheen wel meegeteld werden

Tabel 2: Overzicht van aantallen cliënten en verzilverde zorgaanspraken jeugdhulp in

2015.

jaar Unieke cliënten zorg verschil Verzilverde zorgaanspraken*

2008 1.869 2.354

2009 2.312 +23,7% 3.211

2010 2.323 +0,5% 4.118

2011 2.430 +4,6% 3.195

2012 2.541 +4,6% 3.125

2013 2.616 +3,0% 3.298

2014 2.704 +3,4% 3.267

2015 1.859 -31,3% 2.294

* het aantal zorgaanspraken is hoger dan het aantal unieke cliënten omdat één cliënt

meer zorgaanspraken kan hebben voor verschillende soorten zorg.

De afname in 2015 met 31,3% wordt verklaard door het ontbreken van cijfers over

de cliënten in de ambulante zorg in de wijkteams van diverse gemeenten.

In de bijlage is een specificatie opgenomen van de gegevens betreffende bereik van het

aantal cliënten en de resultaten van de diverse activiteiten in de GRJR. De gegevens over

de gemeenten en het onderwijsveld treft u aan in de deeljaarverslagen per gemeente of

gebied. De verslagen kunt u vinden op onze website of opvragen bij het secretariaat van de

raad van bestuur.

2.1.1 Ontwikkelingen in de jeugdhulp

2.1.1.1 Verblijf, jeugdhulp en uitwijkhuizen

Met het budget van de bedden die in 2014 afgebouwd zijn, is de bezuiniging voor 2015

opgevangen en is de capaciteit pleegzorg en de formatie ambulant voor 2015 verhoogd.

Page 9: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

9

FlexusJeugdplein zet geheel in op het ondersteunen van de kinderen in de gezinnen en

alleen als dat noodzakelijk is, wordt ter ondersteuning van de ambulante hulp een

kortdurende opname geboden. Bij langdurende uithuisplaatsing is een pleeggezin gezocht

of het gezinshuis ingezet. FlexusJeugdplein heeft voor de functie verblijf, naast de

capaciteit pleegzorg, alleen nog bedden in de uitwijkhuizen en een gezinshuis.

De uitwijkhuizen zijn zodanig gelokaliseerd, dat een spreiding ontstaat over de stad

Rotterdam (zuid, centrum en noord) en de regiogemeenten (Schiedam, Capelle a/d IJssel,

Nissewaard). De spreiding ziet er als volgt uit:

1. Uitwijkhuis voor Krimpen a/d IJssel, Capelle a/d IJssel en Lansingerland: Arabella 8

– 10, Capelle aan den IJssel

2. Uitwijkhuis voor het waterweggebied: Singel 74, Schiedam.

3. Uitwijkhuis voor Voorne, Putten, Rozenburg en Goeree Overflakkee: J.de Baanlaan

128, Nissewaard.

4. Uitwijkhuis voor Rotterdam Centrum: Heemraadssingel 110, Rotterdam

5. Uitwijkhuis voor Rotterdam Zuid en de BAR-gemeenten: Langenhorst 621,

Rotterdam, Charlois

6. Uitwijkhuis Rotterdam Noord: Statenlaan 75, Rotterdam

De panden aan de Voorschoterlaan, de Juliana van Stolberglaan en de Randweg, waar

vroeger enkele leef- en behandelgroepen waren gehuisvest, zijn opgeknapt en geschikt

gemaakt voor tijdelijke gezinsopnames. Ambulant hulpverleners maken hiervan gebruik als

daarmee een negatief proces in een gezin kan worden doorbroken. Extra begeleiding wordt

dan ter plaatse ingezet.

2.1.1.2 Begeleiding naar zelfstandigheid en zelfredzaamheid

Voor de doelgroep thuisloze jongeren en jongeren die dreigen thuisloos te worden, is het

afgelopen jaar een overgangsjaar geweest. De gemeente Rotterdam heeft haar beleid

veranderd: loskoppelen van wonen en begeleiden en geen voorzieningen maar

arrangementen. De traditionele voorzieningen voor woonbegeleiding zoals het WeB en de

Foyers hebben we afgebouwd en de begeleiding in het kader van de aan FlexusJeugdplein

door de gemeente gegunde inschrijving “arrangement GGZ-extramuraal” is opgebouwd. De

gemeente heeft de overgang van “oud” naar “nieuw” in nauwe samenspraak met het veld

ingezet en dit gefaciliteerd, gesymboliseerd met de term “zachte landing”. Concreet heeft

dit onder meer geleid tot additionele subsidies voor de begeleiding van kinderen in de

opvang en het toezicht op geclusterd wonen.

Een grote verandering als deze vraagt om het herontwerpen van onder meer de

werkprocessen, het invoeren van nieuwe methodieken en werkwijzen en het trainen en

begeleiden van personeel. Tegelijkertijd gaat de begeleiding aan de doelgroep gewoon

door. Dit vraagt veel van onze medewerkers, maar enthousiast en met veel inzet hebben zij

dit opgepakt.

Wij menen de juiste stappen te hebben gezet om de nieuwe werkwijze, uitgaande van

eigen kracht en mogelijkheden van onze doelgroep, te optimaliseren.

Het jaarverslag zou niet compleet zijn zonder iets te zeggen over de zorgen die er zijn bij

een ingrijpende verandering. Eén van die zorgen betreft het wegvallen van de subsidiering

van de frictiekosten voor jongeren. Zij moeten, zonder middelen, plots huur gaan betalen

en een woonruimte inrichten. Zeker tegen de achtergrond van de vele schulden die

jongeren hebben (gehad) en waar intensief op begeleid is, wordt het spannend hoe zij

omgaan met de verplichtingen van huur en borg. Vaak verblijven jongeren hierdoor langer

dan nodig in bijvoorbeeld de crisisopvang.

Een tweede onderwerp dat extra aandacht vroeg, is het gebruik van de postadressen. Deze,

in formatie, kleine en eenvoudige dienstverlening, kost relatief veel energie vanwege de

onvoorspelbaarheid van de cliënten en het regelmatig voorkomen van agressie. Op 1

februari 2016 zullen de postadressen overgaan naar het Jongerenloket, waarmee voor deze

zorg een oplossing is gevonden.

Page 10: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

10

FlexusJeugdplein bood in 2015 aan een groot aantal jongeren van 18 tot 23 jaar

begeleiding naar zelfstandigheid. De startsituatie voor deze jongeren was verre van ideaal,

zij kennen veel problemen, zoals schulden, thuisloosheid, schooluitval, kleine criminaliteit,

relationele spanningen en een problematische verhouding met de ouders. Onderdeel van

onze hulp omvat ook het proces voorafgaande aan de begeleiding naar zelfstandigheid,

namelijk het signaleren van problemen, het opzoeken van de jongeren en het toeleiden

naar zorg, opvang en begeleiding.

In het deelverslag voor de gemeente Rotterdam wordt ingegaan op de prestaties zoals

verwoord in de vijf subsidiebeschikkingen die zijn afgegeven, nl. deelname Traject

“Integrale Advies Commissie Jongeren” (IACJ), Zorgvraagverduidelijking, Begeleiding

Ambulant, Toeleidings-Team en Frictiekosten jongeren.

2.1.1.3 Pleegzorg

Begin 2015 gingen we nog uit van 1.200 plaatsen voor de GRJR en 150 plaatsen voor

gemeenten buiten de regio. In de loop van het jaar bleek, met name doordat we over de

BSN-nummers kunnen beschikken, dat het aantal plaatsingen vanuit de overige gemeenten

fors hoger ligt dan vooraf aangenomen was. Dat heeft tot een groei van de totale capaciteit

geleid. De capaciteit van 1200 plaatsen GRJR, was adequaat ingeschat, maar het aantal

plaatsen dat werd gefinancierd door andere gemeenten in het land (verzameld in totaal 28

inkooporganisaties) die op basis van het woonplaatsbeginsel verantwoordelijk zijn voor de

financiering, bleek aanzienlijk hoger, nl. 240 plaatsingen.

Tabel 6: Overzicht van de groei capaciteit pleegzorg van FlexusJeugdplein vanaf 2002.

jaar capaciteit toename in % t.o.v. voorgaande jaar

2002 681

2003 697 2,3%

2004 709 1,7%

2005 721 1,7%

2006 760 5,4%

2007 796 4,7%

2008 811 1,9%

2009 931 14,8%

2010 953 2,4%

2011 1.100 15,4%

2012 1.176 6,9%

2013 1.245 5,9%

2014 1.350 8,4%

2015 1.430 5,9%

In bijlage 6.2, tabel D. is een overzicht van het aantal zorgtrajecten binnen en buiten de

regio Rijnmond opgenomen.

In 2015 was er een beperkte wachtlijst, die in feite alleen veroorzaakt werd door het

zoeken van een passend gezin voor de kinderen die zijn aangemeld en voor wie gericht

gezocht moest worden omdat er geen gezin in het netwerk beschikbaar of wenselijk was.

Een goede match is cruciaal en dat betekent dat soms wat langer gezocht moet worden

naar een bestandsgezin. De werving van nieuwe bestandspleeggezinnen vertoont al een

aantal jaren een stabiel beeld. Er blijven veel gezinnen nodig om optimaal een goede

verbinding te kunnen leggen tussen de behoefte van een kind en de mogelijkheden van het

pleeggezin. Succesvol verloopt de werving van allochtone gezinnen. Met name gezinnen

met een Islamitische achtergrond waren nodig omdat voor een deel van de pleegkinderen

aansluiting bij de Islamitische cultuur van belang is. In samenwerking met PBR (Platform

Burgerparticipatie Rijnmond) en de collega-organisaties Spirit in Amsterdam en De Rading

Page 11: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

11

in Utrecht zijn er in het kader van het diversiteitsproject sleutelfiguren opgeleid om in hun

eigen gemeenschap voorlichting te geven over pleegzorg. Er worden door Marokkaanse,

Antilliaanse, Iraanse, Poolse, Surinaamse en Somalische sleutelfiguren

voorlichtingsbijeenkomsten in onze regio georganiseerd.

We zijn blij met een actieve pleegouderraad (por). In samenwerking met onze

pleegouderraad zijn zes themabijeenkomsten georganiseerd over met name

oudercontacten; pubers; seksualiteit en intimiteit binnen pleeggezinnen en over

aard en inhoud van de pleegzorgbegeleiding.

Met de pleegouderraad is uitgebreid gesproken over de bevindingen van het eind 2014

uitgevoerde pleegoudertevredenheidsonderzoek. Uit de uitkomsten van dit onderzoek blijkt

dat de tevredenheid van de pleegouders t.o.v. de toets die in 2009 is gehouden, vergroot is

(in 2009 waardering 7,5 in 2014 7,8).

De professionaliteit van de pleegzorgbegeleiders wordt als uitstekend beoordeeld evenals

de samenwerking tussen de pleegzorgbegeleiders en pleegouders. Uit de gegeven

antwoorden blijkt wel dat het verstandig is om te kijken naar een manier om de

informatievoorziening voor de pleegouders te verbeteren en het aantal wisselingen van de

pleegzorgbegeleiders te beperken. Deze wisselingen vloeiden onder andere voort uit de

reorganisatie 2014 en daarbij horende nieuwe gebiedsindeling.

In juni 2015 is een pleegzorgdag georganiseerd voor alle pleegzorgbegeleiders,

pleeggezinnen en kinderen. Een leuke dag, boeiend en leerzaam voor de pleegouders, maar

zeker ook voor de medewerkers en de uitgenodigde wethouders en ambtenaren.

In de doorontwikkeling van de werving, matching, methodiek en begeleiding gaan we nog

meer inspelen op de behoefte van ‘dit specifieke kind’ en het bieden van ondersteuning op

maat door één pleegzorgbegeleider. De pleegzorgbegeleider zoekt zelf het pleeggezin dat

precies kan bieden wat dit specifieke kind nodig heeft. Bij voorkeur in het eigen sociale

netwerk, en in de eigen leefomgeving (buurt/wijk). Dit geldt uiteraard niet als het in het

belang van het kind is om juist, al dan niet tijdelijk, buiten de huidige leefomgeving te

verblijven en afstand te houden tot buurt en familie.

Voor deze gerichte werving is niet alleen kennis van het kind en gezin nodig, maar ook van

de wijk, school, clubs en verenigingen, al die plekken en relaties waar gezocht kan worden

naar de juiste pleegouders voor dit kind. Pleegzorg gaat daarom nog gebiedsgerichter

werken. Dat brengt tevens vergaande samenwerking met het wijkteam met zich mee, een

samenwerking die kansen biedt. Door wijkgericht te werken, is het namelijk gemakkelijker

om pleegouders met elkaar in contact te brengen. De pleegzorgbegeleiders zorgen ook voor

de bekendheid van pleegzorg in de wijk, hetgeen weer nieuwe pleegouders kan opleveren.

We sluiten hiermee ook goed aan bij de nieuwe organisatie van jeugdhulp, de

transformatie, en de specifieke mogelijkheden en wensen van de gemeenten.

Bij de werving en screening van pleeggezinnen houden wij ons aan het Kwaliteitskader

Screening en Voorbereiding Aspirant Pleegouders.

2.1.2 Prestatie-indicatoren

De landelijk vastgestelde prestatie-indicatoren worden verzameld en geanalyseerd. Doel is

om te komen tot een samenhangende rapportage en analyse betreffende de prestatie-

indicatoren doelrealisatie, cliënttevredenheid en reden beëindiging, zoals landelijk in

Jeugdzorg Nederland is afgesproken. Belangrijk voor FlexusJeugdplein is dat de prestatie-

indicatoren niet alleen gebruikt worden voor verantwoording, maar met name dat deze

gegevens ook door medewerkers als helpend en richtinggevend in het hulpverleningsproces

worden ervaren. Prestatie-indicatoren zijn voor ons geen doel op zich, maar hulpmiddel om

van te leren, om goede hulp te kunnen bieden en resultaten te kunnen aantonen. Ze

hebben daarmee een functie in het verbeterproces.

Page 12: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

12

Cliënttevredenheid

Wij vinden het belangrijk om te weten wat onze cliënten van ons en onze hulp vinden. Met

hun mening en ervaringen kunnen wij onze hulp- en dienstverlening voortdurend

verbeteren. Binnen FlexusJeugdplein is daartoe de Beter-toets ontwikkeld, één instrument

voor alle werkvormen.

De Beter-toets wordt aan iedere cliënt bij afronding van de hulp aangeboden. Veelal

gebeurt dit in de ambulante fase van het hulpverleningsproces. In tegenstelling tot vorige

jaren kan het responspercentage niet worden berekend als gevolg van de gewijzigde

registratieafspraken met gemeenten. Ook de afname van het aantal ingevulde vragenlijsten

wordt hierdoor verklaard.

Aandacht voor de professional is onontbeerlijk in het proces om de kwaliteit te handhaven

en de effectiviteit te verhogen. Methode en bejegening zijn hierin twee belangrijke

aandachtspunten. Daar is dan ook veel aandacht aan besteed in werkbegeleiding,

methodiekontwikkeling en scholing.

Tabel 7: Respons en resultaat 2015 meting cliënttevredenheid.

2015 2014 2013 2012 2011 2010

Rapportcijfer Hulp (schaal 1-10) 8,6 8,5 8,6 8,7 8,4 8

Gemiddelde score op stellingen m.b.t. resultaat en toekomst (schaal 1-4)

3,5 3,4 3,6 3,5 3,3 3,3

Gemiddelde score op stellingen m.b.t. verloop van de

hulp (schaal 1-4) 3,7 3,6 3,4 3,7 3,5 3,5

Aantal respondenten 885 1.163 1.110 65 64 88

Doelrealisatie

Medewerkers worden ondersteund in het doelgericht werken, in het SMART formuleren van

doelen (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden) en in het werken met

de GAS-notatie (Goal Attainment Scale). In 2015 werd van de gestelde doelen 83,8 %

geheel of deels behaald (in 2013 bijna 73%; in 2014 77%).

Onderstaand taartdiagram geeft in percentages de mate van het behalen van de doelen

weer. Het betreft hier alle doelen die binnen FlexusJeugdplein in een bij FlexusJeugdplein

geregistreerd traject zijn opgesteld.

Page 13: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

13

Figuur 1: Doelrealisatie FlexusJeugdplein van trajecten die bij FlexusJeugdplein zijn

geregistreerd.

Figuur 2: Doelrealisatie per zorgvorm van geregistreerde trajecten FlexusJeugdplein; de

GAS-scores zijn uitgesplitst per zorgvorm en uitgedrukt in percentages.

Afname problematiek

Formeel is de mate waarin de ernst van de problematiek is verminderd een prestatie-

indicator waarover door Bureau Jeugdzorg (JBRR) dient te worden gerapporteerd, zo stelt

het IPO (Inter Provinciaal Overleg). Op cliëntniveau worden door FlexusJeugdplein wel

diagnostische instrumenten ingezet om aard en niveau van de problematiek in kaart te

brengen. Deze gegevens worden echter alleen ter ondersteuning van de behandelprocessen

gebruikt als dat nodig is en niet standaard voor de gehele populatie. Er zijn dus geen

gegevens op geaggregeerd niveau over de afname van de problematiek.

Reden beëindiging

Er wordt geregistreerd of de hulpverlening volgens afspraak is afgerond. In 2015 is het

percentage volgens plan afgesloten trajecten toegenomen ten opzichte van voorgaande

jaren. (2012-2013-2014-2015 respectievelijk 80 %, 84%, 81 %, 86,8%).

Page 14: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

14

Figuur 3: Reden van beëindiging van de hulpverlening van geregistreerde trajecten

FlexusJeugdplein.

2.1.3 Effectiviteit

FlexusJeugdplein streeft naar uitvoering van effectieve zorg en heeft de ambitie om middels

de invoering van prestatie-indicatoren doelrealisatie, tevredenheid van de cliënten bij

beëindiging zorg en reden beëindiging, meer zicht te krijgen op de effectiviteit van het

eigen zorgaanbod. Om dit te bereiken, is een instellingsbreed meerjarenplan ‘Effectiviteit’

ten uitvoer gebracht waarin opgenomen: 1. actualisatie van de beschrijvingen van al het

aanbod; 2. theoretische onderbouwing van al het aanbod; 3. het verder implementeren van

de werkzame bestanddelen van goede zorg in methodieken en 4. het instellingsbreed en

stelselmatig uitvoeren van programmaevaluaties.

Bij de uitvoering van het interne meerjarenplan effectiviteit zijn actuele ontwikkelingen in

de organisatie en in de maatschappelijke omgeving steeds leidend.

Omdat steeds meer het inzicht ontstaat dat voor veel samengestelde programma’s, evenals

voor hulpaanbod dat gericht is op ‘care’ in plaats van ‘cure’, het concept van de evidence

based methodes niet zo bruikbaar is, wordt tevens actief geparticipeerd in landelijke

werkgroepen die tot doel hebben algemene richtlijnen te ontwikkelen en de werkzame

principes van de hulp te expliciteren: de ‘wat werkt principes’. Hierbij wordt een praktische

insteek gehanteerd, waarbij de onderdelen van methodes die werkzaam zijn, verder

worden onderzocht en uitgewerkt, zodat ze bewust kunnen worden ingezet.

FlexusJeugdplein participeert in SEJN (Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg

Nederland) waarin het NJI, enkele universiteiten, onderzoekbureaus en enkele

jeugdzorginstellingen samen werken aan het verbeteren en vergroten van de

wetenschappelijke basis van interventies en aan de ontwikkeling van betere instrumenten

om programma’s te evalueren en te monitoren op resultaten.

2.2 Tevredenheid opdrachtgevers

In 2015 is voor het eerst de tevredenheid gemeten van de opdrachtgevers, zoals de GRJR,

gemeenten en scholen. Er zijn 33 opdrachtgevers benaderd middels een digitale vragenlijst.

De enquête bestond uit het invullen van 16 gesloten vragen en twee open vragen. 30

opdrachtgevers hebben gereageerd (responspercentage: 90,9%).

In deze enquête zijn meerdere vragen gesteld. De vraag die snel inzicht geeft over de

klanttevredenheid van FlexusJeugdplein “welk cijfer (op een schaal van 1 op 10) geeft u

(als opdrachtgever) aan FlexusJeugdplein?” is gemiddeld met een 7,54 beantwoord.

Page 15: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

15

Tabel 10: Tevredenheid opdrachtgevers in 2015 over FlexusJeugdplein.

Gebied Cijfer

Gemeenschappelijke regeling 7,00

Rotterdam 7,25

Zuid-Holland Zuid 8,00

Voorne - Putten 7,40

Barendrecht Albrandswaard en Ridderkerk 8,50

Schiedam 8,00

Krimpen aan den IJssel 7,50

Capelle aan den IJssel 7,33

Vlaardingen 7,00

Lansingerland 7,40

Gemiddeld 7,54

De beoordeling van FlexusJeugdplein door de opdrachtgevers kan positief worden genoemd.

er zijn echter ook verbetervoorstellen aangereikt die wij ter harte nemen. Het streven van

FlexusJeugdplein is beoordeling van 8 of hoger.

2.3 Personeel

2.3.1 Formatie

Tabel 8: aantal en aard van dienstverbanden

Peildatum Dienst-

verbanden* Aantal

medewerkers Oproep- krachten

Stage contracten

Totaal fte Wacht-gelders

01012015 672 654 11 34 699 534 9

31122015 673 655 9 49 713 542,7 34

+ of - 0,1% 0,2% -18,2% +44,1% 2,0% 1,6% +277,8%

* vaste en tijdelijke dienstverbanden

De verhouding man – vrouw is binnen FlexusJeugdplein 18% - 82 %.

75% van de medewerkers heeft een part time dienstverband (doorgaans 24-32 uur

per week).

2.3.2 Verzuim

In 2015 is er opnieuw veel aandacht geweest voor het (verlagen van het) verzuim.

Het bureau Falke & Verbaan, dat eerder alle leidinggevenden een training gaf in

verzuimbeheersing, verzorgde samen met P&O en de managers

medewerkersbijeenkomsten rond het thema verzuim. De tien bijeenkomsten zijn

goed bezocht en er werd waardevolle input door medewerkers gegeven. In 2016 zal

de focus op dit belangrijke onderwerp overeind blijven, bijvoorbeeld door middel van

grondige analyses van oorzaken en achtergronden van verzuim en het evalueren van

de aanpak van verzuim. Tabel 9: verzuimduur, -frequentie en -percentage.

Verzuim 2015 2014 2013 2012

verzuimpercentage 6,37% 5,64 % 7,61% 7,18%

meldingsfrequentie 0,84 0,91 0,98 1,21

2.4 Omzet

De begrote omzet in 2015 was iets hoger dan in 2014, ondanks de bezuinigingen die de

diverse gemeenten en de GRJR toepasten op de subsidies en contracten, en steeg van 44,8

in 2014 naar 47,3 miljoen in 2015. Deze stijging was te danken aan de extra inkoop die

Page 16: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

16

diverse gemeenten bij FlexusJeugdplein deden om de wijkteams adequaat te equiperen.

Daarnaast was FlexusJeugdplein bereid om per 1-1- 2015 aan 68 medewerkers van Bureau

Jeugdzorg een arbeidscontract aan te bieden omdat Bureau Jeugdzorg sterk moest krimpen

en een deel van de medewerkers ingezet kon gaan worden in de wijkteams.

Ondanks de nieuwe bezuinigingen kon, vanwege de reorganisatie voor 2015 een sluitende

begroting worden opgesteld.

Door tussentijdse nieuwe contracten en uitbreiding van subsidies stegen de inkomsten zelfs

meer, naar ruim 50 miljoen. De omzet voor pleegzorg steeg door het groter aandeel

plaatsingen dat op basis van het woonplaatsbeginsel door andere gemeenten dan die onder

de GRJR vallen, wordt gefinancierd.

Page 17: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

17

3 Maatschappelijk ondernemen

3.1 Hulpverlening en maatschappelijke ontwikkeling

In haar hulpverlening en behandeling legt FlexusJeugdplein sterk de relatie met de

omgeving. Er wordt actief gezocht naar de inbedding van een kind, jongere of gezin in de

sociale omgeving. Medewerkers van diverse afdelingen participeren in buurt en

wijkverenigingen en dragen bij aan de ontwikkeling van een veilige en zorgzame buurt. Er

wordt actief contact gezocht met religieuze organisaties, culturele verenigingen en

sportverenigingen. FlexusJeugdplein werkt met het concept thuishavens, waarin cliënten

naar zelfstandigheid worden begeleid in de buurt waar zij (gaan) wonen. Participeren in de

buurt vormt een belangrijk onderdeel van het programma.

3.1.1 Jeugdzorg in de Buurt

Jeugdzorg in de Buurt is een project dat, financieel ondersteund door het Laurensfonds, in

drie jaar tijd beoogt de professionals van FlexusJeugdplein beter toe te rusten in hun werk

in de wijken en gemeenten. Doel is de samenwerking met informele en formele netwerken,

zoals sportverenigingen en geloofsgemeenschappen, vrijwilligersorganisaties scholen,

sleutelfiguren in de wijk en de wijkagent, verder tot ontwikkeling te brengen. Dit project

liep eind 2015 af. In dit project hebben circa 16 professionals gemiddeld vier uur per week

de ruimte gekregen om als ‘koplopers’ het pad te verkennen, relaties op te bouwen en om

ervaringen en kennis op te doen op de eerder genoemde aspecten activering, sport,

steungezinnen, verbinding met religieuze en maatschappelijke organisaties en deze te

delen met hun collega’s in de teams. Ook de inzet van de nieuwe sociale media maakt

onderdeel uit van dit programma.

Dit alles moet leiden tot versterking van het netwerk van de kwetsbare gezinnen waarmee

onze professionals werken, waardoor afhankelijkheid van professionele zorg afneemt.

Het project is afgerond met een inhoudelijke verantwoording en heeft diverse

deelproducten opgeleverd met tips en wetenswaardigheden op het terrein van ‘jeugdzorg in

de buurt’. In het project is een training ‘jeugdzorg in de buurt’ ontwikkeld van 4 dagen.

Deze training is geaccrediteerd voor het beroepsregister SKJ met 10,5 punten. Rond 200

medewerkers van FlexusJeugdplein hebben deze training, veelal met groot enthousiasme,

gevolgd.

Er is frequent overleg en er zijn gezamenlijke inhoudelijke studiebijeenkomsten

georganiseerd met de collega instellingen in het land die zich verenigd hebben in de

Community of Practice ‘Jeugdzorg in de Buurt’ (naast FlexusJeugdplein zijn dit Spirit in

Amsterdam, Cardea in Leiden, Juvent in Middelburg, Parlan in Alkmaar en Lindenhout in

Arnhem). Bij dit initiatief hebben zich enkele wethouders en onderzoekers uit de

universitaire wereld aangesloten.

3.1.2 Project steungezinnen

Reeds enkele jaren werkt FlexusJeugdplein met informele netwerken rond gezinnen en

jeugdigen die hulp vragen. Met name in Rotterdam, Ridderkerk en Krimpen aan den IJssel

worden ‘buurt’ gezinnen als steungezin ingezet voor gezinnen die kampen met

opvoedingsvragen. Met het project wordt beoogd ervaring op te doen met het inzetten en

gebruik maken van informele zorgstructuren. Een steungezin is een gezin waarbij alle leden

steun bieden bij het opvoeden en opgroeien van kinderen van een ander, ‘steunvragend’,

gezin dat er niet in slaagt een positief opvoedklimaat te creëren. Een steungevend gezin

treedt op als ‘een maatje’ voor het steunontvangend gezin. Het accent ligt op het

bevorderen van een positieve en stimulerende opgroeiomgeving onder andere door het

wegnemen van stress die is ontstaan en door op onderdelen inhoudelijke en praktische

ondersteuning te bieden. Een steungezin is, zo opgevat, een nieuwe vorm van informele

zorg bij opvoeden en opgroeien. FlexusJeugdplein werkt samen met de Stichting

Steunouder Nederland. Het project is dankzij steun van het Oranjefonds tot ontwikkeling

gekomen en is als project in 2015 afgerond. Subsidiëring vanuit de gemeente Rotterdam

Page 18: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

18

loopt door en het aanbod Steungezinnen zal in 2016 worden ondergebracht in de lijn van

de organisatie als onderdeel van de vernieuwde pleegzorg.

3.1.3 Sportverenigingen en jeugd- en opvoedhulp

In 2015 is het Convenant Sport in de Jeugdketen ondertekend door de 42 wijkteams en

welzijnspartijen.

In Prins Alexander is de pilot van start gegaan. Met dit convenant zetten alle deelnemende

partners zich in voor een sport- en zorgnetwerk waarin samen gewerkt wordt aan een

prettige en gezonde leefomgeving voor de jeugd in Rotterdam Prins Alexander. Het

convenant kent vier speerpunten:

1. Toeleiding van de zorgprofessional naar sport

2. Kinderen veilig op de sportvereniging

3. Herkennen van signalen op sportclubs

4. Sport als interventie

Eind 2015 is de regie overgegaan van de gemeente naar Rotterdam Sportsupport.

Fighting4Change

Fighting4Change is een interventieprogramma gericht op jongeren van 8 tot 21 jaar uit de

jeugdhulpverlening en het (speciaal) onderwijs met gedragsproblemen. Het hoofddoel van

Figthing4Change is het realiseren van een positieve gedragsverandering. Deze

gedragsverandering stelt de deelnemers in staat weloverwogen en proportioneel te

reageren op agressieve gedragsimpulsen en bedreigende situaties. Andere doelen die in de

interventie worden nagestreefd, zijn onder andere het verhogen van de sociale

weerbaarheid van jongeren en het werken aan fysieke, sociaal-emotionele en mentale

competentieontwikkeling. Daarnaast zijn er binnen het project vrijwilligers die de jongeren

(indien nodig) kunnen helpen bij problemen op andere leefgebieden, zoals school of werk.

Fighting4Change is onderdeel van het programma ‘Kracht van Sport’ van het Oranjefonds.

Budovereniging Unity99 heeft de interventie ontwikkeld in samenwerking met

FlexusJeugdplein, Buurtwerk, Rotterdam Sportsupport en het NIVM (Nederlands Instituut

voor Vechtsport en Maatschappij).

GOAL!

In 2015 is het onderzoeksproject Goal! Afgerond: een samenwerking van FlexusJeugdplein

met o.a. Hogeschool Rotterdam, Verwey-Jonker Instituut en Thuis op Straat. Er werd een

antwoord gezocht en gevonden op de vraag hoe (professionele) sportbegeleiders en

professionals uit het sociale jeugddomein een samenhangende inzet van sport kunnen

realiseren die optimaal bijdraagt aan de sociale ontwikkeling van risicojongeren.

Rotterdamse instellingen voor jeugdhulp, buurtwerk en opbouwwerk zien kansen in het

inzetten van sport om de sociale ontwikkeling van risicojongeren te bevorderen.

Rotterdamse sportverenigingen en ondersteuningsorganisaties bewegen zich op hun beurt

richting het sociale domein.

Doelstelling van het onderzoeksproject GOAL! was om in co-creatie een gezamenlijke

innovatieve inzet van sport te ontwikkelen die positief bijdraagt aan de sociale ontwikkeling

van risicojongeren. De kern van het onderzoek lag in de wijken Hillesluis en Feijenoord.

Deze wijken kennen grote maatschappelijke problemen, bij voorbeeld op het gebied van

inkomen, huisvesting en veiligheid. De sportparticipatie is laag. In het project zijn nieuwe

samenwerkingsvormen ontwikkeld tussen hulpverlening en sport Op 18 juni 2015 zijn de

resultaten van het project GOAL! gepresenteerd in het Rotterdams Vakcollege de Hef.

Sportbank

In 2015 is het project De Sportbank gestart: een initiatief van FlexusJeugdplein om meer

jeugdigen de kans te geven te gaan sporten. Het belang van sport in de ontwikkeling van

kinderen is groot. Zo verbindt het kinderen en jongeren, vergroot het zelfvertrouwen en

versterkt sport de sociale vaardigheden. Bovendien voorkomt het “op straat hangen” en is

het een uitstekende uitlaatklep.

Helaas is de aanschaf van vaak dure sportkleding en -materialen niet in alle gezinnen

mogelijk. Deze kinderen zijn hierdoor uitgesloten van sport, ondanks de bestaande

oplossingen t.a.v. de contributie via het jeugdsportfonds.

Page 19: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

19

Sportkleding en materialen die niet meer gebruikt worden, maar nog wel in goede staat

zijn, worden ingezameld op de kantoorlocaties van FlexusJeugdplein en naar de

kledingbank gebracht. Daar kunnen ze gratis worden opgehaald.

3.1.4 Onderwijs en jeugd- en opvoedhulp

Beleidsspeerpunten in het onderwijs zijn de realisering op de scholen van een goede

zorgstructuur, de verplichting om passend onderwijs te realiseren en om schooluitval te

voorkomen. De verbinding tussen onderwijs en zorg en de rol en positie van het

schoolmaatschappelijk werk is hierin een belangrijk thema. FlexusJeugdplein vindt het van

groot belang dat de schoolmaatschappelijk werker deel uitmaakt van de structuur binnen

de school, maar ook, dat hij veel binding en voeling heeft met de zorg buiten het

schoolgebouw. De schoolmaatschappelijk werkers vervullen deze rol goed en krijgen hier

veel waardering voor. Zij vormen de verbindende schakel tussen onderwijs en zorg via de

geïntensiveerde samenwerking met CJG en JBRR en de dwarsverbanden met woonfoyers en

jongerencoachingstrajecten. In deze positie kunnen de werelden van onderwijs en zorg veel

aan elkaar hebben en elkaar aanvullen. Omdat de scholen in de toekomst geheel zelf

kunnen beschikken over de middelen voor zorg op school, pleit FlexusJeugdplein voor

intensievere beleidsafstemming en voor het formaliseren en vastleggen van deze relatie

omdat het risico bestaat dat, ten gevolge van deze andere financieringsstructuur, de

verbinding tussen onderwijs en zorg verzwakt zal worden. Om die reden heeft

FlexusJeugdplein in 2015 het initiatief genomen voor een bestuurlijk overleg ‘bondgenoten

verbinden zorg en onderwijs in de wijk’. Aangehaakt zijn bestuurders van: PPO (passend

primair onderwijs), Koers VO, Yulius, CJG-Rijnmond, MEE, BOOR en de gemeente

Rotterdam.

3.1.5 Talent voor Rotterdam: zorg en bouw

Er is ook in 2015 veel aandacht geweest voor verbetering en innovatie. Als voorbeeld willen

wij graag Talent voor Rotterdam noemen. Talent voor Rotterdam is een samenwerking

tussen verschillende partijen die tot doel hebben jongeren te begeleiden die wel talenten

hebben maar die door omstandigheden dreigen uit te vallen op ROC’s en die daarmee ook

op andere terreinen problemen krijgen. Zij worden ondersteund bij school, stage, wonen en

werk. Het gaat dan om jongeren die problemen hebben op verschillende vlakken en daar

zelfstandig niet uit kunnen komen. Er zijn afspraken met zorginstellingen en

bouwondernemingen die een stageplaats bieden. Als deze stage positief verloopt kunnen

de jongeren doorstromen naar een betaalde baan.

Dit project is vooral waardevol omdat veel partijen de handen ineen hebben geslagen. Er is

een goede samenwerking op gang gekomen tussen de ROC’s, woningbouwcorporaties,

bedrijven, zorginstellingen en hulpverleningsorganisaties. Naast de hulpverlening en

ondersteuning aan jongeren worden er nog andere doelen bereikt. We voorkomen dat

jongeren uitvallen op school en dat ze hun stage kunnen behouden of een stageplaats

vinden. We bieden huisvesting, ondersteunen bij het vinden van een stageplek en

begeleiden als daar problemen zijn.

Er is gezocht naar nieuwe vormen van financiering waardoor dit project niet volledig

afhankelijk is van de gemeente die tijdelijk ondersteuning bood bij de start. Daar zijn we

helaas nog niet in geslaagd, waardoor het voortbestaan van dit project allerminst zeker is.

3.1.6 Online hulp- en dienstverlening

Helpff, een website voor online hulp en advies heeft een steeds vastere plaats in het

hulpverleningsaanbod gekregen. Mensen in het werkgebied van FlexusJeugdplein hebben

via Helpff de mogelijkheid om (indien gewenst anoniem) te chatten met een medewerker

van het online team dat vijf dagen per week beschikbaar is van 16.00 – 22.00 uur.

Sinds 2015 is de website Helpff via Check-it, een online portal voor leerlingen van het

Albeda en Zadkine, direct bereikbaar voor alle leerlingen van deze scholen.

Dankzij ondersteuning van het Sint Laurensfonds kon het aanbod online hulp van

FlexusJeugdplein verder worden ontwikkeld als onderdeel van de brede vernieuwing van de

Page 20: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

20

jeugdzorg in de buurt, waar ook bijvoorbeeld activering, sport, steungezinnen, verbinding

met geloofsgemeenschappen en maatschappelijke organisaties, en het inzetten van social

media onderdeel van uitmaken.

Met de site www.helpff.nl heeft FlexusJeugdplein een instrument in handen dat waardevol is

voor de toekomst. We hebben inmiddels een aantal jaar ervaring met deze vorm van

dienstverlening en blijken hiermee een voorbeeld voor andere organisaties. Het is van

belang dat onze communicatiemiddelen blijven aansluiten bij de wensen en mogelijkheden

van nu. De smartphone wordt steeds vaker de toegangspoort tot internet en veel

toepassingen worden vormgegeven in een app. Daar maken ook onze cliënten steeds meer

gebruik van. Vandaar dat in 2015 is gewerkt aan de ontwikkeling van een helpff-app, die in

2016 beschikbaar zal zijn.

De site www.fjppleegzorg.nl biedt informatie aan pleegouders van FlexusJeugdplein. Via

deze site kunnen pleegouders ook met elkaar in contact komen om kennis en ervaring uit

te wisselen. De site is in 2015 vernieuwd.

Het project Online Hulp is als project afgerond in 2015 met een aantal resultaten: een I-

strategie voor FlexusJeugdplein, handreikingen voor het gebruik van sociale media voor

medewerkers, een versterkt team voor online hulp en de chatfunctie is uitgebreid. Met de

aanstelling van een aandachtsfunctionaris Blended Hulp binnen de staf, zijn borging van de

resultaten en de doorontwikkeling gewaarborgd.

3.1.7 Opvoeden in de Buurt

Ook in 2015 heeft FlexusJeugdplein een flink aantal trainingen en cursussen voor burgers

en cliënten verzorgd. De belangstelling is teruggelopen. Hoewel de interesse er vaak wel is,

zijn de opvoedcursussen soms moeilijk vol te krijgen. Ouders/opvoeders geven aan dat de

5 of 6 avonden teveel druk geven, omdat hun agenda vaak al erg vol zit. Ook interesse in

slechts enkele onderdelen van de cursus wordt als reden gegeven om niet deel te nemen.

Daarom organiseert FJP ook ‘losse’ bijeenkomsten die onderdelen van de opvoedcursussen

als thema hebben. Vooral (cyber-) pesten, het puberbrein, praten met je kind en grenzen

aangeven en bewaken zijn veelgevraagd. FlexusJeugdplein maakt alle bijeenkomsten op

maat in overleg met deelnemers. Dit kost wel wat meer tijd, maar het effect en de

tevredenheid zijn groter.

In de opvoedcursus ‘Opvoeden in 2 werelden’ is ook aandacht voor thema’s waarbij

integratie van culturen een rol speelt. Ouders zoeken een weg om eigen verantwoording te

nemen in het leven hier en hun kinderen op te voeden in de cultuur van herkomst en in de

Nederlandse cultuur omdat zij ook willen aansluiten bij wat de omgeving vraagt. Hoe men

als partners taken kan (mag) verdelen en het kind in de gaten kan houden en niet verrast

wordt door radicalisering is vaak onderdeel van de bijeenkomsten.

Actieve opvoeders

Wij vinden het belangrijk om bij de kindtrainingen de ouders/opvoeders een actieve rol te

geven bij het leerproces van hun kind. Een kind dat een training volgt om nieuw of ander

gedrag aan te leren, is gebaat bij een omgeving die dát bekrachtigt. Als naast de trainers

en de ouders ook de juf of meester het oefenen met ander gedrag stimuleert, is het voor

kinderen mogelijk om – ook bij teleurstellingen – te blijven oefenen. Door voorafgaand aan

de training ouders uit te leggen hoe belangrijk hun rol is, wordt deelname van het kind

gemakkelijker. Ook tijdens de trainingen worden opvoeders actief betrokken door

gezamenlijke lessen en oefeningen.

Ook bij de combinatie van Judo en SoVa-training worden ouders actief betrokken. De idee

is hier dat het sporten de houding van het kind steviger maakt, waardoor hij of zij beter

voor zichzelf op kan komen op een niet-boze manier. De SoVa-trainer werkt vooral op

inzicht en het combineren van hoofd en hart. De Judo-leraar oefent houding, gedrag en

grenzen stellen/in de gaten houden, maar werkt ook aan de lichamelijke conditie van het

kind. Soms worden eet- of bewegingsadviezen gegeven.

De training voor een hele klas laat zien dat het sociaal vaardig omgaan met elkaar ook in

een grotere groep getraind kan worden. Afspraken over hoe problemen opgelost worden,

Page 21: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

21

helpen het kind en verbeteren de sfeer in de klas. Door ook hier ouders heel actief in aparte

en gezamenlijke bijeenkomsten te betrekken, komen de opvoeders rond het kind meer op

één lijn.

Jij en Scheiding

De !JES-trainingen zijn helaas onvoldoende van de grond gekomen. Groot probleem bleek

de bereidheid van ouders. Ouders waren veelal nog zo gevangen in de strijd met hun ex-

partner dat ze nog niet in staat waren om hun kind los te laten en het de ruimte te geven

middels de training te werken aan de verweking van de scheiding van hun ouders. Het

belang van het kind werd in die gevallen dus helaas niet voorop gesteld. FlexusJeugdplein

gaat een voorstel doen om deze trainingen meer binnen de school te geven. Daarbij zal nog

extra aandacht worden besteed aan het ondersteunen van ouders om hun kind de ruimte te

geven en ook aan hen een begeleidingsaanbod te doen.

Train de trainer SoVa

In oktober zijn twee cursussen ‘train-de-trainers’ Sova gestart. Alle deelnemers werken op

school als juf/meester, intern begeleider of als schoolmaatschappelijk werker. Een enkeling

is verbonden aan een wijkteam. Allen gaan binnen de school een training starten, soms met

de hele klas, soms met kinderen die een speciale vaardigheid willen leren. Door de trainers

worden de ouders/ opvoeders actief betrokken bij de schooltraining. Zowel de leerkrachten

als de hulpverleners zijn erg enthousiast over de methode en ook hoe deze individueel bij

gesprekken met kinderen of ouders kan worden ingezet.

3.1.8 Kinderen uit de knel

FlexusJeugdplein is in oktober 2015 gestart met het programma “kinderen uit de knel”, een

samenwerkingsverband met vier vrijgevestigde hulpverleners. Dit programma is er voor

ouders en kinderen in complexe (echt)scheidingen, ook wel “vechtscheidingen” genaamd.

Kenmerkend is de aanhoudende escalatie van conflicten tussen ex-partners die door de

scheiding in een patstelling rondom ouderschap terecht zijn gekomen. Kinderen zijn hiervan

het slachtoffer omdat de spanning tussen de ouders langdurig en hevig is. Dit is

traumatisch en heeft ernstige persoonlijke en maatschappelijke gevolgen.

Het doel van het programma is de-escalatie door acceptatie van de situatie, inzicht in de

ouderrol en afspraken rond opvoedingscontacten, waardoor een veilig opgroei- en

opvoedklimaat voor de kinderen blijvend hersteld wordt.

Het programma bestaat uit acht bijeenkomsten in parallelle groepen. De kinderen worden

geholpen om hun ervaringen te uiten en dit aan de ouders te presenteren. Dit gebeurt met

behulp van verschillende methoden zoals spel, creatieve uitingen, in zowel individuele als

groepsactiviteiten. De ouders worden groepsgewijs (maximaal zes ouderstellen)

geïnformeerd over destructieve interactiepatronen en de effecten van het demoniseren van

de ex-partner. Met oefeningen en huiswerk worden ze geconfronteerd met de effecten van

deze patronen en wordt er gewerkt aan gedragsverandering en nieuwe oplossingen voor

oude problemen. Steun, spiegelen en confrontatie door de andere ouders in de groep

helpen hierbij.

“Kinderen uit de knel” sluit naadloos aan op Ouderschap Na Scheiding (ONS) van

FlexusJeugdplein. Het is onze ambitie dat dit programma hier een vast onderdeel van

wordt. In 2016 worden er tenminste nog twee edities van “kinderen uit de knel”

uitgevoerd.

De samenwerking met vrijgevestigde hulpverleners is een nieuw en interessant aspect

voor FlexusJeugdplein en draagt bij aan de flexibiliteit van de organisatie om snel te

kunnen reageren als de vraag naar dit specifieke aanbod er is. Het programma is mogelijk

gemaakt door een financiële bijdrage van Stichting Steunfonds Jeugdbescherming

Rotterdam Rijnmond.

Page 22: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

22

3.2 Samenwerkingsrelaties

FlexusJeugdplein heeft een regionale functie voor de GRJR Rijnmond, inclusief een deel van

de Zuid-Hollandse eilanden en is ook actief in de regio Drechtsteden. Sinds 1 januari 2015

is Goeree Overflakkee toegetreden tot de GRJR. FlexusJeugdplein werkt zowel lokaal,

regionaal, als landelijk samen met veel organisaties. In het jaar 2015 is actief

samengewerkt met de volgende organisaties.

FlexusJeugdplein:

is lid van de werkgeversvereniging Jeugdzorg Nederland;

is lid van de landelijke federatie opvang;

is lid van de International Foster Care Organisation (IFCO);

is lid van de FICE (internationale samenwerking jeugdzorg);

is lid van de Associatie voor Jeugd;

participeert in het internetforum Jeugdzorg 2.0;

participeert in het landelijk kwaliteitsnetwerk van het INK (Instituut Nederlandse

Kwaliteit);

participeert in het landelijk overleg pleegzorgmanagers;

participeert in de landelijke kwaliteitskring pleegzorg;

participeert in de landelijke begeleidingscommissie Richtlijnontwikkeling

participeert in ‘Jeugdzorg in de buurt’;

is lid van het bestuur/aanjaagteam van de Münchhausenbeweging in Rotterdam en

participeert actief in Munchhausen in de wijk;

neemt deel aan het zorgbemiddelingsteam in de stadsregio;

heeft samenwerkingsrelaties met diverse lokale welzijnsorganisaties in de regio

Rijnmond en in de regio Drechtsteden;

werkt in Dordrecht nauw samen met de gemeente, Careyn, TriviumLindenhof,

Contour de Twern, MEE en de schoolbesturen t.b.v. de ontwikkeling van de wijk- en

jeugdteams;

participeert in het coördinatorenplatform Dordrecht t.b.v. de optimalisering van de

zorgstructuur op de scholen;

werkt nauw samen met het veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid en in Rotterdam en

met politie, Leger des Heils en de sociale dienst in Rijnmond en Dordrecht;

participeert in Rotterdam in de Stuurgroep Kindermishandeling;

heeft samenwerkingsrelaties met diverse woningcorporaties;

werkt samen in Koers & Co;

werkt samen met de ROC ’s het Albeda College en Zadkine en met hogescholen

waaronder de kenniscentra van de Hogeschool InHolland en de Hogeschool

Rotterdam;

participeert in de werkveldcommissie van de Hogeschool Rotterdam (sociaal

pedagogische hulpverlening) en van de Erasmusuniversiteit Rotterdam

(pedagogische wetenschappen);

heeft een samenwerkingsovereenkomst met Stichting TriviumLindenhof aangaande

de opvang en begeleiding van dak- en thuisloze jongeren in Rotterdam en in

Dordrecht;

participeert in Bondgenoten, een overleg van Onderwijs,

Jeugdhulpverleningsorganisaties en de gemeente Rotterdam;

werkt intensief samen met Stichting Horizon in het project MPG+. Horizon financiert

bij FlexusJeugdplein twee van de acht formatieplaatsen. Hiermee is een verbinding

gelegd tussen MPG+ en het team ambulant van Horizon dat de

resocialisatieprocessen begeleidt van jongeren van de gesloten opvang naar huis;

werkt frequent samen met vele organisaties op het gebied van opvang, zorg en

welzijn. Naast eerder genoemde partners, onder meer: de William Schrikkergroep;

de SGJ Christelijke Jeugdzorg; Arosa (Vrouwenopvang Rotterdam); Stichting

Noodopvang Vlaardingen; Yulius; Lucertis (jeugdpsychiatrie); Centrum voor

Dienstverlening; Stichting Welzijn Schiedam; maatschappelijk werk Nieuwe

Waterweg Noord; Stichting Minters; Stichting Firmitas; Kwadraad; project RoffaBop;

GGD; kinderdagverblijven.

Page 23: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

23

Kortom: FlexusJeugdplein staat midden in de samenleving en trekt met veel

maatschappelijke organisaties op voor het realiseren van goede zorg.

Page 24: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

24

4 Toezicht, bestuur en medezeggenschap

4.1 Governancecode

Stichting FlexusJeugdplein onderschrijft de aanbevelingen met betrekking tot goed bestuur,

goed toezicht en adequate verantwoording zoals vastgelegd in de Zorgbrede

Governancecode.

Code

Hanteert uw concern de Zorgbrede Governancecode? Ja

4.2 Toezichthoudend orgaan, samenstelling, functies en nevenfuncties

Wettelijke transparantie-eisen bestuursstructuur

Is er een orgaan dat toezicht houdt op het beleid van de dagelijkse of algemene

leiding van de instelling en deze met raad ter zijde staat?

ja

Hebben de leden van het toezichthoudend orgaan directe belangen bij de

instelling?

nee

Legt de instelling schriftelijk en inzichtelijk de verantwoordelijkheidsverdeling

tussen het toezichthoudend orgaan en de dagelijkse of algemene leiding vast,

evenals de wijze waarop interne conflicten tussen beide organen worden

geregeld?

ja

Heeft uw instelling de rechtsvorm van stichting of vereniging (als bedoeld in

artikel 344 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek)?

ja

Zo ja, zijn er meer dan 50 personen werkzaam? (artikel 2 WOR) ja

Bezoldiging raad van

toezicht/Commissarissen

Naam

2013 2014

Bezoldiging Belastbaar

loon

Bezoldiging

Belastbaar

loon

De toezichthouders ontvingen geen vergoeding.

Totaal

Het toezicht van Stichting FlexusJeugdplein wordt uitgevoerd door een raad van toezicht.

Het jaarverslag van de raad van toezicht is opgenomen in de bijlagen.

De volgende personen vormen in 2015 de raad van toezicht. Per lid zijn tevens de functies

en nevenfuncties vermeld.

Dhr. J.T.W. Krapels, voorzitter raad van toezicht vanaf december 2015

- DGA, Krapels Advies B.V.

- Moderator Nintes

Mevr. E.C. Brons, lid raad van toezicht, interim-voorzitter van mei tot december 2015

- Financieel directeur, IMP BV.

- Lid raad van commissarissen, Monolith N.V.

Dhr. J.M.H. Evers, voorzitter raad van toezicht tot mei 2015

- Voorzitter bestuur, Stichting Administratiekantoor Free Golf Holding B.V.

- Raadsheer plaatsvervanger, Gerechtshof Den Bosch

- Bestuurslid, Stichting Maassluise Muziekweek

Mevr. J.C. Eltenberg, lid raad van toezicht

- Directiesecretaris-Advocaat, Stichting Vidomes, Delft

Mevr. I.M.H. de Groen, lid raad van toezicht

Page 25: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

25

- DGA, De Groen Results B.V (business partner & business coaching)

- voorzitter bestuur, Stichting Welzijn Lansingerland

- lid bestuur, Sint Laurensfonds, Rotterdam

- lid bestuur, Kredietunie Oostland

Mevr. G.Y.M. Heuvel, lid raad van toezicht

- Directeur, Diverz (welzijnsorganisatie te Zwijndrecht )

- Lid raad van toezicht, Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR)

Dhr. H. Klifman, lid raad van toezicht

- Senior adviseur, Van Beekveld en Terpstra Organisatieadvies

- Voorzitter bestuur, Stichting katapult (lokale charitatieve instelling voor

jeugd)

Dhr. J.G. Bod, lid van de raad van toezicht, vanaf 24-3-2015

- Registeraccountant, partner bij PWC

4.3 Bestuur

De leiding van de organisatie werd in 2015 gevoerd door een tweehoofdige raad van

bestuur.

Samenstelling raad van bestuur inclusief nevenfuncties in 2015:

Dhr. W.J.A.M. Spierings, voorzitter raad van bestuur

- Vicevoorzitter Jeugdsportfonds Rotterdam (vanaf april 2015)

- lid van het bestuur Münchhausenbeweging;

- lid van het bestuur Koers & Co;

Aandachtsgebieden: financiën; staf en bedrijfsvoering; geïndiceerde zorg; regionaal en

landelijk beleid.

Dhr. J.J.G. Bovens, lid raad van bestuur, plaatsvervangend voorzitter

- voorzitter Jeugdsportfonds Rotterdam, (tot maart 2015);

- vicevoorzitter Stichting Scholenhulp Suriname;

- ondersteuner fractie van de PvdA / Groen Links, gemeente Zuidplas.

Aandachtsgebieden: primair proces en interne aansturing; lokaal jeugdbeleid;

gemeentelijke overheden, onderwijs.

Bestuursstructuur

Welke bestuursstructuur is op uw concern

van toepassing?

1. Eindverantwoordelijke raad van bestuur

met raad van toezicht

Wat is de samenstelling van de raad van

bestuur of directie?

4. Voorzitter en lid

4.4 Medezeggenschap

4.4.1 Ondernemingsraad

FlexusJeugdplein heeft een actieve en betrokken ondernemingsraad. Veel aandacht is

besteed aan de gevolgen van de invoering van de nieuwe Jeugdwet en de betekenis van de

transitie en de transformatie voor beleid en strategie. Naast alle reguliere onderwerpen als

begroting, jaarplan en jaarverslagen en de instemmings- en adviesplichtige

beleidsvoorstellen is veel aandacht besteed aan de positie van de medewerkers in de

wijkteams en aan de verdere stappen die FlexusJeugdplein gaat nemen in het kader van de

transformatie. Het jaarverslag van de ondernemingsraad is opgenomen als bijlage.

Page 26: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

26

4.4.2 Cliëntparticipatie

Vanwege de vele ambulante werkvormen (korte contactperiode en grote doorstroming), de

sluiting van de residentiële afdelingen en de grote spreiding van activiteiten over het

werkgebied, wordt de cliëntenparticipatie per afdeling verschillend opgepakt.

4.4.3 Pleegouderraad

Om de medezeggenschap van pleegouders vorm te geven, is een pleegouderraad (por)

actief binnen FlexusJeugdplein. Deze raad adviseert gevraagd en ongevraagd over alle

zaken die pleegzorg in het algemeen en pleegouders specifiek aangaan. Het jaarverslag van

de por is opgenomen als bijlage.

Page 27: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

27

5 Beleid, inspanningen en prestaties

5.1 Meerjarenbeleid

FlexusJeugdplein bouwt voort op het beleid dat reeds jaren geleden is ingezet en dat sterk

aansluit bij de transitie en transformatie: nadruk op preventie, ondersteuning in een vroeg

stadium, versterking van mogelijkheden van kind en gezin, het verbeteren van de

verbindingen tussen het gezin en de sociale omgeving, en minder, maar meer adequaat

doorgeleiden naar de geïndiceerde en gespecialiseerde zorg. FlexusJeugdplein ondersteunt

deze beleidslijn zeer en werkt aan de inhoudelijke verdieping van dit beleid.

5.2 Positie en perspectief

In 2013 hebben de organisaties voor Jeugd & Opvoedhulp, Bureau Jeugdzorg en de

gemeenten in de Stadsregio Rotterdam, uitgebreid met de gemeente Goeree-Overflakkee,

gezamenlijk hun ambities en uitgangspunten geformuleerd voor de transitie in het

meerjarige Regionaal Transitiearrangement (RTA). Hierin zijn afspraken vastgelegd over de

omvang van de kortingen, het opvangen van de frictiekosten en het vormgeven aan de

vernieuwing: de transformatie. De zorgaanbieders hebben afspraken gemaakt over de

inhoudelijke sturing op de diverse segmenten van de sector. FlexusJeugdplein voert de

regie over de ontwikkelingen in de pleegzorg en het opzetten en invullen van de wijkteams.

5.2.1 Vorming wijkteams

Vrijwel alle vormen van de gezins- en jongerencoaching zijn in 2015 ondergebracht in de

gemeentelijke wijkteams. FlexusJeugdplein is de grootste leverancier in de regio met in

totaal circa 210 fte. verdeeld over 74 teams. De medewerkers die overkwamen van JBRR

zijn ook in de wijkteams opgenomen. FlexusJeugdplein bleek goed voorgesorteerd te zijn

voor het werken in een wijkteam. Met veel enthousiasme is er tijd gestoken in het leren

kennen van de wijk en in het leggen van contacten. De samenwerking met andere

organisaties is gezocht en gevonden.

Veel was nieuw, zoals de omgeving, collega’s, sturing, werklocatie en de verwachtingen van

de gemeenten. Dat vroeg en vraagt om improvisatie, creativiteit en flexibiliteit van de

medewerkers. Bijvoorbeeld door de toevoeging in Rotterdam van volwassenenzorg en de

meer bepalende rol van de gemeente bij de aansturing, moesten werkprocessen op korte

termijn worden herzien. Er moest gewerkt worden met een ander registratiesysteem en een

ander Plan van Aanpak. De positie van de wijkteammedewerkers kreeg twee accenten, ze

hoorden nog wel bij FlexusJeugdplein, maar ze werkten onder een wijkteamleider. Samen

met medewerkers van andere organisaties moesten zij ook een nieuwe thuisbasis vormen.

Er waren en zijn opstartproblemen, maar over het algemeen bleek FlexusJeugdplein klaar

voor het werken in een wijkteam en draagt zij dit ook uit.

Voor de veiligheid van de medewerkers bij bijvoorbeeld huisbezoeken is door ons een

richtlijn opgesteld. Deze richtlijn is goed ontvangen en overgenomen door enkele

gemeenten.

FlexusJeugdplein gaat ook in 2016 verder met het doorontwikkelen van de wijkteams. Met

veel enthousiasme, want wensen en ambities hebben we nog voldoende. Zo blijven wij naar

mogelijkheden zoeken om de laagdrempeligheid van het wijkteam te behouden. Vrije

toegang is er nu in onze ogen onvoldoende, maar in sommige gevallen wel gewenst.

Ook zouden wij graag zien dat de financiering voor de Jongerencoaching wordt uitgebreid,

zodat we in staat zijn aan ieder wijkteam een coach te koppelen.

Hoewel wij tevreden zijn over de wijkteams in 2015, zien wij ook verbeterpunten waar wij

ons met veel enthousiasme, kennis en ervaring voor gaan inzetten. De transitie is onder

grote tijdsdruk tot stand gekomen. Dat had tot gevolg dat er nog veel zaken niet goed

geregeld waren, variërend van materiële zaken als huisvesting en ict tot aansturing en

Page 28: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

28

ondersteuning. In de diverse gemeenten zijn verschillende oplossingen gekozen voor de

aansturing en positionering. Alhoewel er enige rust is ontstaan, wordt in veel gemeenten

nog gezocht naar een goede governance.

5.2.2 Pak je Kans

Pak je Kans is gericht op jeugdigen tot 18 jaar en is een vorm van kortdurende hulp (drie

maanden) en gericht op voorkomen van escalatie van problemen. In aanmerking komen

jeugdigen die (licht) strafbare delicten hebben gepleegd, huiselijk geweld dan wel geweld in

de buurt of wijk en jeugdigen die slachtoffer hiervan zijn geworden. Kinderen jonger dan 12

jaar die worden aangemeld, worden altijd gescreend op risico’s. Cliënten worden direct door

de politie of de jeugdcoördinator aangemeld. Doel is recidive te voorkomen. Zo nodig wordt

direct andere hulp ingezet als dat nodig is.

5.2.3 Ontwikkelingen in de lokale jeugdhulp, gezins- en jongerencoaching

De focus in het maatschappelijk debat is tweeledig: enerzijds bouwen op eigen kracht,

anderzijds veiligheid garanderen.

Gezinscoaching van FlexusJeugdplein is een vorm van hulpverlening die, in tegenstelling tot

de traditionele hulpverlening, de regie in het gezin (kort) overneemt (bemoeizorg), soms

gebruik maakt van “dwang en drang” en mede gericht is op het terugdringen van

maatschappelijke overlast en het stabiliseren van de opvoedingssituatie.

De medewerkers van de gezinscoaching zijn in 2015 opgegaan in de wijkteams.

Een bijzondere vorm van gezinscoaching wordt uitgevoerd door het team

Multiprobleemgezin Plus (MPG+) dat separaat functioneert van de wijkteams. Men hanteert

een indringende en ingrijpende coachingsmethodiek voor een doelgroep die bestaat uit

gezinnen die veelal generaties lang een geschiedenis met de hulpverlening hebben en voor

overlast blijven zorgen. Er is sprake van hardnekkige problematiek op meer dan drie

leefgebieden. Daarnaast zijn deze gezinnen resistent voor hulpverlening, houden hulp af,

zijn zorgmijdend en komen steeds weer opnieuw in het hulpverleningscircuit terecht zonder

dat er daadwerkelijk ooit een duurzaam resultaat wordt bereikt. Doel van het project MPG+

is om de problematiek van deze groep zowel in beeld te krijgen als beheersbaar te houden.

Het kind moet in een veilige omgeving en betere opvoedsituatie opgroeien zodat zijn

ontwikkelingskansen zoveel mogelijk worden benut. Begeleiding moet er ook toe leiden dat

problemen niet doorgegeven blijven worden van generatie op generatie. Sinds 2014 wordt

een deel van het MPG+ team gefinancierd door Horizon, waarbij een intensieve

samenwerking tot stand is gekomen met hun ambulante begeleiding. Deze samenwerking

is in 2015 voortgezet.

Naast gezinscoaching werd ook de jongerencoaching en het bemiddelingsaanbod

Ouderschap Na Scheiding (ONS) op succesvolle wijze voortgezet, evenals Opvoedhulp aan

Huis en het project MeMoSa. Memosa, mentormoeders voor steun en advies, is een

werkvorm met een preventieve en curatieve doelstelling t.a.v. huiselijk geweld, waarin

intensief wordt samengewerkt met huisartsen.

FlexusJeugdplein heeft met Pameijer, Dock en Humanitas in 2012 Koers & Co opgericht. In

deze stichting verenigen we de jeugdhulp, het welzijnswerk, de ouderenzorg en de zorg

voor mensen met een (licht) verstandelijke beperking. Wat ons samenbrengt, is de visie

dat de problematiek waar onze cliënten mee worstelen en waar we als instellingen

afzonderlijk een aanbod voor hebben, meer kan en moet worden aangepakt vanuit een

gemeenschappelijk denkkader waarbij activering en de verbinding met de primaire

leefomgeving centraal staan. In Hoogvliet participeert Koers & Co in het

samenwerkingsverband Eigen Koers Hoogvliet, bestaande uit Stichting Welzijn Hoogvliet /

Blik, Argos-Zorggroep en Koers &Co in het domein zorg en welzijn.

Page 29: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

29

5.2.4 Ontwikkelingen woonbegeleiding van jongeren

FlexusJeugdplein bood ook in 2015 aan een groot aantal jongeren in de leeftijd van 18 – 23

jaar opvang, begeleiding en indien nodig toeleiding naar zorg. Deze jongeren kampen met

een beperkte zelfredzaamheid als gevolg van complexe problematiek waaronder

huisvestingsproblemen. De nadruk ligt op het coachen en het versterken en activeren van

de jongeren en hun (toekomstige) omgeving zonder dat hun verantwoordelijkheden worden

overgenomen.

FlexusJeugdplein werkt samen met roc’s, woningcorporaties en collegainstellingen op het

vlak van de maatschappelijke opvang (verslavingszorg, projecten voor zwerfjongen,

psychiatrie) bij de Bijzondere Jongeren Huisvesting. FlexusJeugdplein biedt hulp aan dak-

en thuisloze jongeren, en begeleidt deze doelgroep bij het proces naar zelfstandigheid in

woonfoyers in Rotterdam en Hellevoetsluis.

5.3 Kwaliteit

Onder kwaliteitszorg verstaat FlexusJeugdplein: het totaal van activiteiten, procedures en

instrumenten die bedoeld zijn om op een permanente, systematische en cyclische wijze de

kwaliteit van de hulpverlening te bepalen, te bewaken en te verbeteren.

De landelijke inspectie ziet toe op de kwaliteit in de zorg. In 2015 heeft de inspectie naar

aanleiding van calamiteiten bezoeken gebracht en is nader onderzoek gedaan waarbij de

ambulante hulp en de veiligheid binnen pleeggezinnen en de ambulante woonbegeleiding is

beoordeeld. Verbeterplannen zijn in uitvoering genomen om de kwaliteit van de hulp te

verbeteren en om de risico’s die onze cliënten lopen, tot een minimum te beperken.

5.3.1 Kwaliteit van de jeugdhulp

FlexusJeugdplein hecht belang aan wetenschappelijk onderzoek om de effectiviteit van de

zorg vast te stellen. Knelpunt is echter een gebrek aan financiële middelen om gedegen en

uitgebreid wetenschappelijk onderzoek zelf te entameren en te financieren. Waar mogelijk

participeert FlexusJeugdplein in onderzoek van onderzoeksinstellingen. In 2015 is i.s.m. de

Erasmus Universiteit Rotterdam onderzoek gestart naar ervaringen van medewerkers met

de transitie en de transformatie van de jeugdhulp. Ook is in 2015 deelgenomen aan twee

onderzoeken op het gebied van jeugdhulp en sport, één met de Hogeschool Rotterdam,

Goal, en één met de Universiteit Wageningen en het Verwey-Jonker Instituut.

Om ervoor te zorgen dat we de kwaliteit van onze zorg ook na de certificering systematisch

op het gewenste niveau houden, zijn drie audits uitgevoerd in 2015: een externe en twee

interne audits.

In mei heeft Lloyds Register een surveillancebezoek gebracht aan FlexusJeugdplein. Er zijn

geen kritische afwijkingen geconstateerd. Onderzochte processen worden “planmatig en

beheerst” uitgevoerd, aldus het rapport van Lloyds van 1 juni 2015. Wel zijn enige

aandachtsgebieden benoemd:

1. de span of control van de managers hulpverlening;

2. bij het schoolmaatschappelijk werk:

a) stagnatie in registratieprocessen, mede in relatie met aanwezige ict- mogelijkheden;

b) criteria voor toepassing van een instrument voor risico signalering (LIRIK);

c) procesbeschrijving is niet representatief voor SMW VO in Dordrecht;

3. zelfredzaamheidsmatrix (zrm) wordt niet altijd als toegevoegde of ondersteunende

waarde ervaren.

De interne audit van FlexusJeugdplein heeft verbeterpunten opgeleverd op het gebied van

de dossiervorming en de handhaving van de privacyrichtlijnen en het informeren en

betrekken van cliënten bij de totstandkoming van een hulpverleningsplan.

FlexusJeugdplein, Stek en TriviumLindenhof hebben gezamenlijk vanuit hun

Page 30: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

30

verantwoordelijkheid als werkgevers voor de wijkteammedewerkers, in oktober 2015 een

interne audit uitgevoerd bij een selectie van wijkteams. Veertien jeugdhulpverleners

verspreid over wijkteams in Capelle aan den IJssel (twee medewerkers), Krimpen aan den

IJssel (twee medewerkers) en Rotterdam (12 medewerkers) zijn geïnterviewd. In deze

audit stonden de thema’s aansturing, de beoordeling van medewerkers, risicomanagement

en deskundigheidsbevordering centraal.

5.3.1.1 Cliëntvertrouwenspersoon

Conform de afspraken met de GRJR kunnen cliënten gebruik maken van een onafhankelijke

cliëntvertrouwenspersoon. Bij FlexusJeugdplein zijn twee functionarissen actief, die een

dienstverband hebben bij het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ). Zij bezoeken

regelmatig afdelingen en hebben individuele contacten met cliënten. Van hun bevindingen

wordt verslag gedaan en, voor zover relevant voor beleid, geanonimiseerd besproken met

de raad van bestuur en het management.

5.3.1.2 Veiligheid

Het veiligheidsbeleid van FlexusJeugdplein heeft tot doel om goede leef- en

werkomstandigheden te realiseren voor cliënten en medewerkers. Het gaat om fysieke

veiligheid van cliënten en medewerkers, veiligheid van panden en werkomstandigheden en

veiligheid in contact en bejegening. Sinds 2011 functioneert de interne commissie

risicomanagement en veiligheid die bestaat uit het hoofd PFZ, het hoofd P&C, het hoofd

DIOO, een vertegenwoordiging vanuit de or en een lid van de raad van bestuur. Deze

commissie heeft als taak om centraal aandacht te besteden aan alle facetten van veiligheid

en risico’s in en voor de organisatie. Daartoe houdt de commissie een register bij met een

overzicht van onderwerpen die een potentieel risico voor de organisatie vormen. Zo nodig

wordt de raad van bestuur geadviseerd specifiek of algemeen beleid te ontwikkelen.

Veiligheid van cliënten, seksueel misbruik.

Speciale aandacht wordt besteed aan het voorkomen van seksueel misbruik binnen de zorg.

Cliënten, die vaak al in hun leven negatieve ervaringen hebben op dit vlak, zijn kwetsbaar

in relaties in het algemeen en zeker in verblijfsafdelingen waar zij samenleven met andere

cliënten. Het risico op misbruik is nadrukkelijk aanwezig daar waar afhankelijkheid en

machtsongelijkheid spelen, zoals in hulpverleningsrelaties. Het beleid is enerzijds gericht op

de jongere, zoals aandacht voor seksuele ontwikkeling, morele opvoeding en het weerbaar

maken, en anderzijds op de medewerkers. Voor de medewerkers zijn richtlijnen opgesteld,

voorschriften en aandachtspunten die zijn ingebed in de algemene gedragscode. Hierin zijn

de vele facetten van hulpverlening in het algemeen, en de relatie met de cliënt meer in het

bijzonder, vastgelegd. Deze code wordt minimaal jaarlijks besproken in elk team en ieder

jaar opnieuw centraal vastgesteld.

In de reguliere werkbegeleiding besteden de gedragswetenschappers en werkbegeleiders

aandacht aan het onderwerp misbruik, wanneer de casuïstiek hier aanleiding toe geeft. Alle

gedragswetenschappers zijn stedelijk aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en

kindermishandeling en hebben hiervoor een opleiding gevolgd.

Daarnaast is beleid ontwikkeld op het vlak van begeleiding bij de gezonde seksuele

ontwikkeling van onze cliënten. Wij besteden extra aandacht aan de toepassing en

handhaving van het vastgestelde beleid.

Jeugdzorg Nederland heeft besloten een tijdelijke regeling voor schadevergoeding te

hanteren voor cliënten die in de afgelopen 50 jaar slachtoffer zijn geweest van misbruik

binnen de jeugdzorg. T.a.v. FlexusJeugdplein is één claim toegewezen voor misbruik dat

plaatsvond in de jaren 60 bij één van de rechtsvoorgangers.

5.3.1.3 SISA

FlexusJeugdplein neemt deel aan SISA. SISA staat voor Signaleren en Samenwerken. SISA

is een signaleringssysteem waarin diverse hulpverleningsorganisaties en gemeentelijke

Page 31: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

31

diensten samenwerken om tijdig te signaleren als er problemen dreigen bij een jeugdige in

de regio. Er wordt niet geregistreerd wat er speelt, maar wel dat er iets aan de hand is en

dat een instelling betrokken is. Zo heeft men weet van elkaars betrokkenheid en kan men

afspraken maken, transparant zijn naar de cliënt en het gezin, over afstemming van de

zorg.

5.3.1.4 Registratie van afwijkingen in het operationeel proces

FlexusJeugdplein registreert de calamiteiten, incidenten en (bijna) klachten die zich binnen

de organisatie voordoen. Het aantal gemelde incidenten fluctueert in de afgelopen jaren. In

2015 is het aantal gestabiliseerd.

Figuur 4: Aantal geregistreerde incidenten vanaf 2010

In de onderstaande tabel zijn de incidenten onderscheiden naar aard van de melding. Er is

gekeken of de meldingen betrekking hebben op: cliënt, medewerker, klachten, privacy en

een categorie “overige”.

Tabel 10: Aard van de geregistreerde incidenten vanaf 2013

2013 2014 2015

Cliëntgebonden 44 29% 97 38% 179 73%

Personeelsgebonden 86 57% 116 46% 37 15%

Klachten 11 7% 23 9% 18 7%

Overige 8 5% 8 3% 10 4%

Privacy 3 2% 11 4% 0 0%

Totaal % 152 100% 255 100% 244 100%

Het aantal (zowel absoluut als relatief) cliëntgebonden meldingen is over de jaren heen

toegenomen. Er worden door de hulpverleners dus meer incidenten van cliënten gemeld, of

de hulpverlener is eerder geneigd een melding te doen van een incident.

Het aantal personeelsgebonden meldingen neemt daarentegen zowel absoluut als relatief

af.

Introductie wijkteams

In de onderstaande tabel staan de meldingen per type hulpvorm weergegeven.

2014 2015

Wijkteams 43,9% 22,5%

Overige 56,1% 77,5%

In 2015 zijn veel medewerkers overgegaan naar wijkteams. Er is een relatieve afname van

het aantal meldingen van incidenten door medewerkers van FlexusJeugdplein die in de

wijkteams werkzaam zijn.

200 207

150 152

255 244

0

50

100

150

200

250

300

2010 2011 2012 2013 2014 2015

Aantal incidenten

Page 32: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

32

5.3.2 Klachten

Sinds 2005 functioneert één klachtencommissie voor de zorgaanbieders in stadsregio

Rotterdam, stadsgewest Haaglanden en de provincie Zuid-Holland.

Cliënten en relevante derden kunnen een beroep doen op deze onafhankelijke

klachtencommissie. Zij worden geïnformeerd over de klachtenprocedure middels de

brochure die zij bij de aanvang van de hulp overhandigd krijgen. Op verzoek krijgen zij de

integrale klachtenregeling.

In 2015 zijn zes klachten ingediend. Deze klachten betroffen woonbegeleiding,

schoolmaatschappelijk werk, pleegzorg en jeugd- en gezinscoaching. De klachten gingen

doorgaans over communicatie, afstemming en het niet verstrekken van gegevens/

informatie.

Van de zes klachten is één klacht niet ontvankelijk verklaard want de klager had dezelfde

klacht al eens ingediend en is toen al in het ongelijk gesteld; één klacht is na de hoorzitting

ingetrokken; één klacht is nog voor de zitting intern opgepakt en opgelost en drie klachten

zijn ongegrond verklaard.

FlexusJeugdplein heeft steeds het oordeel van de commissie overgenomen. Deze adviezen

hebben betrekking op nog helderder communiceren en het bewaken van de professionele

positie in voor cliënten zeer emotievolle periodes als scheiding en uithuisplaatsing.

Daarnaast heeft de commissie het belang van het reeds ingezette beleid onderstreept om

binnen pleegzorg ook individueel en apart, dus zonder de aanwezigheid van de

pleegouders, met pleegkinderen te praten.

5.3.3 Personeelsbeleid en kwaliteit van het werk

In 2014 is een reorganisatie uitgevoerd waarvan de implicaties, zoals de uitvoering

van het sociaal plan, doorliepen in 2015. Helaas hadden we te maken met een aantal

gedwongen ontslagen. Dienstverbanden moesten worden verkleind en voor de

meeste pedagogisch medewerkers was er geen functie meer als gevolg van de

sluiting van de laatste residentiële afdelingen. 59 Medewerkers zijn boventallig

verklaard, een groot aantal kon gelukkig intern nog worden herplaatst, voor 28

medewerkers is een ontslagvergunning bij het UWV verkregen.

5.3.3.1 Medewerkersonderzoek 2015

Oktober 2015 heeft een medewerkersonderzoek plaatsgevonden. Aan alle

medewerkers is een digitale vragenlijst voorgelegd. De respons was hoog: 81%. In

een gezamenlijke personeelsbijeenkomst op 10 november 2015 zijn de resultaten

gepresenteerd. Over het algemeen zijn medewerkers meer tevreden dan in 2012:

een score van 6.9 in 2015 t.o.v. 6.3 in 2012. Uit de bevlogenheidscore komt duidelijk

naar voren dat medewerkers van FlexusJeugdplein bevlogen zijn. Ook is

geconstateerd dat de betrokkenheid van medewerkers t.o.v. 2012 is gestegen. Op de

onderdelen samenwerking met collega’s en begeleiding door leidinggevende is sprake

van een dalende lijn.

De pluspunten hebben betrekking op de werkzaamheden zelf, verbeterde

communicatie, het werk dat ieder energie geeft en de bevinding dat men zinvol werk

doet. Verbeterpunten liggen op het vlak van de waardering van de medewerkers,

duidelijkheid over de uit te voeren werkzaamheden en de kans te krijgen te

presteren in je vak. Een actieplan wordt voorbereid en in 2016 uitgevoerd.

5.3.3.2 Stages

FlexusJeugdplein biedt verschillende mogelijkheden voor studenten van de

opleidingen spw-4, sph, mwd, hbo-pedagogiek en van de universitaire studies

Page 33: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

33

orthopedagogiek en psychologie. Incidenteel zijn er ook stagiairs bij ict en

administratieve dienstverlening binnen de organisatie actief. In 2015 hebben 80

studenten een stage gelopen bij FlexusJeugdplein (zie ook hoofdstuk 2, de paragraaf

personeel).

Verder neemt FlexusJeugdplein deel aan de werkveldcommissies van de Hogeschool

Rotterdam en de Erasmusuniversiteit.

5.3.3.3 Medewerkersvertrouwenspersoon

Het aantal medewerkersvertrouwenspersonen is in 2015 uitgebreid. Bij

FlexusJeugdplein zijn vier vertrouwenspersonen werkzaam die door medewerkers

kunnen worden geraadpleegd als er sprake is van pesten, discriminatie, seksuele

intimidatie of andere vormen van onheuse bejegening door een collega of

leidinggevende. Ook kan men een vertrouwenspersoon benaderen als men in

vertrouwen wil overleggen over ingewikkelde, ethisch gevoelige vraagstukken.

Informatie over hoe een vertrouwenspersoon bereikt kan worden, is voor

medewerkers te vinden op intranet. Er bestaat tevens een klachtencommissie die

klachten van medewerkers met betrekking tot de genoemde onderwerpen behandelt.

Er zijn geen klachten bij deze commissie ingediend.

In het afgelopen jaar hebben 12 medewerkers contact gezocht met een

medewerkersvertrouwenspersoon (MVP). Het contact bestond uit één of meer

gesprekken. Geen enkele melding heeft tot een klacht geleid. Er is met betrokkenen

gesproken en, indien van toepassing, is het probleem opgelost.

Tabel 12: Aantal medewerkers dat contact zocht met de

medewerkersvertrouwenspersoon.

contact opgenomen inzake 2015 2014 2013 2012

ongewenste omgangsvormen 3 1 3 2

angst/boosheid reorganisatie 3 1 2

klacht/onvrede over

leidinggevende

3 6 7 9

Loonbeslag 1

Overige 2 2 1 4

Totaal 12 10 13 15

Tabel 13: Aard van de meldingen bij de vertrouwenspersoon.

Soorten 2015 2014 2013 2012

Intimidatie 3 1 2 5

Seksuele intimidatie 1

Discriminatie 1

Pesten/agressie/geweld/ 1 6 7

Overig * 6 1 3 10

Extern (m.b.t. het cliëntsysteem) 1 2

Totaal 12 10 13 15

* Bijv. onvoldoende beoordeling; sfeer in team; verliefdheid collega, vermoeden van

diefstal; reorganisatie.

Page 34: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

34

Tabel 14: Werkrelatie met de persoon van wiens gedrag men last had.

omschrijving werkrelatie 2015 2014 2013 2012

Collega in ondergeschikte positie

Leidinggevende 2 6 8 8

Raad van bestuur

Combinatie

Collega’s 3 1 2 5

Onbekend/anders 6 1 3 2

Extern (cliëntsysteem) 1 2

Totaal 12 10 13 15

Voor de meeste medewerkers die contact opnamen met de

medewerkersvertrouwenspersoon was het voldoende hun hart te luchten,

ondersteuning te krijgen bij het ordenen van gedachten en het bespreken van

mogelijke acties om te komen tot een oplossing. In één situatie is er contact

opgenomen met de CIE (Criminele Inlichtingen Eenheid; nu: TCI Team Criminele

Inlichtingen) van de politie.

De medewerkersvertrouwenspersonen zijn vier maal bij elkaar geweest. Deze

bijeenkomsten dienen ter wederzijdse ondersteuning en hebben een

intervisiekarakter. Casuïstiek is geanonimiseerd besproken.

In 2015 is tweemaal het Ethisch Café georganiseerd. In het Ethisch Café kunnen

medewerkers in een informele sfeer hun ethische en morele dilemma’s bespreken

met collega’s. Per bijeenkomst waren gemiddeld 25 medewerkers aanwezig. Deze

bijeenkomsten tellen ook mee in het kader van de beroepsregistratie voor

professionals.

De vertrouwenspersonen zijn hierin op verzoek van de raad van bestuur initiator en

gespreksleider. De bijeenkomsten worden door de medewerkers als zinvol ervaren.

5.3.3.4 Ondersteuning, opleiding, deskundigheid

In 2015 is een aanzienlijk bedrag besteed aan deskundigheidsbevordering en coaching van

medewerkers.

Nadat in de reorganisatie veel pedagogisch medewerkers boventallig waren verklaard, is

een aantal van deze medewerkers een voor de functie van ambulant hulpverlener of

woonbegeleider adequate opleiding op hbo-niveau gestart. Deze scholingstrajecten zijn

volledig door FlexusJeugdplein vergoed.

Daarnaast heeft een groep medewerkers van FlexusJeugdplein in 2015 via een evc-

procedure (erkenning verworven competenties) een branchecertificaat jeugdzorgwerker

behaald. Dit certificaat is een alternatief voor een hbo-opleiding en relevant voor

medewerkers die reeds langere tijd actief zijn in een hulpverlenende functie op hbo-niveau,

maar geen hbo-diploma hebben. Om de verplichte registratie in het beroepsregister

mogelijk te maken, doorliepen zij een evc-procedure en behaalden zij het

branchecertificaat.

Veel medewerkers hebben aanvullende, voor het werk relevante, alsook verplichte

trainingen gevolgd.

Page 35: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

35

Tabel 15: Overzicht door FlexusJeugdplein in 2015 aangeboden trainingen en aantal

deelnemers dat de training met succes heeft afgerond.

Training Aantal deelnemers

Jeugdzorg in de Buurt 227

Samenwerken aan veiligheid pleeggezinnen 28

Agressieregulatie 94

Trainingen schoolmaatschappelijk werk 12

Interne Themabijeenkomsten 308

Youz Open en Alert 22

Duurzaam Ouderschap 15

CCI training 22

11 Themabijeenkomsten FlexusJeugdplein 151

Bedrijfshulpverlening 8

Gehonoreerde individuele scholingstrajecten 94

FlexusJeugdplein biedt haar medewerkers de mogelijkheid om, naast de reguliere

werkbegeleiding gericht op de reflectieve praktijk, gebruik te maken van begeleiding bij

vragen die betrekking hebben op verdere professionalisering, preventie van burn-out, het

uitwerken van persoonlijke thema's die effect hebben op het werk en loopbaanvragen. Deze

gesprekken worden verzorgd door twee staffunctionarissen van P&O. Tevens wordt gebruik

gemaakt van een netwerk van externe supervisoren en loopbaanbegeleiders. In 2015

hebben enkele tientallen medewerkers één of meerdere coachingsgesprekken met een

stafmedewerker van P&O en/of een extern begeleider gevoerd. Ook hebben de P&O

staffunctionarissen teamontwikkelingstrajecten begeleid op enkele afdelingen.

5.3.4 Facilitaire zaken, huisvesting en organisatie

De sluiting van de residentiële afdelingen maakt het noodzakelijk om opnieuw het gehele

huisvestingsbeleid vast te stellen. Met name keuzes over bestemming van panden in

eigendom, onderhoud, kwaliteit van de locaties en spreiding over de regio moeten worden

geactualiseerd. Met de Stadsregio en het ministerie van VWS is overeenstemming bereikt

over het doorhalen van de waarborghypotheken die in het verleden door deze overheden

zijn gevestigd. Dit maakt het mogelijk meer gericht huisvestingsbeleid te voeren. Zo zullen

een aantal panden die voorheen gebruikt werden voor de residentiële voorzieningen,

worden afgestoten. Ook is het aantal kantoorlocaties teruggebracht, omdat een toenemend

aantal medewerkers zijn/haar werk op een niet-FJP-locatie verricht (wijkteam, school enz.).

Flexibiliteit en mobiliteit zijn belangrijk. Veel medewerkers hebben de beschikking over een

laptop, zodat zij flexibel kunnen werken. Zij kunnen gebruik maken van de flexwerkplekken

op alle kantoorlocaties en op de locaties waar zij, in het kader van de transitie in de

wijkteams zijn gaan werken. Tevens beschikken zij over een smartphone, zodat zij goed

bereikbaar zijn en ook via internet met cliënten en collega’s kunnen communiceren en

bijvoorbeeld hun mail kunnen raadplegen.

Automatisering heeft ook in 2015 veel aandacht gekregen. Oude hardware is vervangen

door nieuwe, waarbij het aantal vaste pc’s in verband met het flexwerken sterk is

teruggebracht. Ook is er geïnvesteerd in de beveiliging van het ‘werken op afstand’, voor

een optimale bescherming van systemen en (cliënt)gegevens.

1 gemiddelde van 15 deelnemers

Page 36: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

36

5.4 Financieel beleid

5.4.1 Hoofdlijnen financieel beleid

Na een negatief exploitatieresultaat in 2012 (€ 525.000 op de exploitatie en een

reorganisatievoorziening van € 595.000) realiseerden we in 2013 een positief resultaat van

€ 562.000 en in 2014 een positief resultaat van €253.129. Tevens is toen, voor resultaat,

een voorziening getroffen van €1.052.596 voor de wachtgeldverplichtingen die voortvloeien

uit de reorganisatie van 2014 en om de huisvesting in overeenstemming te brengen met de

nieuwe vraag.

In 2015 hebben we wederom een positief resultaat kunnen boeken van € 2.984.227. Dit

resultaat is opgebouwd uit een exploitatieresultaat van € 83.513 en bijzondere baten van €

2.900.714. De bijzondere baten zijn ontstaan door het doorhalen van de

waarborghypotheken van zowel het Rijk als de Stadsregio Rotterdam.

5.4.2 Balanspositie Het positieve resultaat heeft een gunstig effect op het eigen vermogen. Het eigen

vermogen neemt met 111 % toe tot € 5.100.657 vrij vermogen en € 571.222 collectief

gefinancierd gebonden vermogen.

De solvabiliteit komt op 36,0 % (2014: 18.1 %). De current ratio bedraagt 1.36 (2014:

1.53). De financieringsbehoefte zal naar verwachting niet wijzigen in 2016, gezien het

transitiearrangement dat met de gezamenlijke gemeenten in de GRJR is afgesproken en de

in de beschikkingen vastgelegde bevoorschottingssystematiek. De liquiditeitspositie zal

verbeteren zodra panden zijn afgestoten.

5.4.3 Toekomstverwachtingen

5.4.3.1 Samenwerking

Het jaar 2016 zal, voor alle gemeenten en voor alle collega zorgaanbieders sterk in het

teken staan van de verdere implementatie van de drie decentralisaties. De gemeenten,

verenigd in het GRJR, hebben besloten om het Regionaal Transitie Arrangement in 2017

niet te verlengen, maar de contracten op bilaterale basis voort te zetten. Dit betekent dat

de zorginkoop 2017 nog niet helder is. In 2016 zal dan ook veel aandacht uitgaan naar de

inkoop 2017. Tevens wordt in 2016 besloten over de governance van de wijkteams in

Rotterdam, waarin van FlexusJeugdplein veel medewerkers participeren.

Met Stek en TriviumLindenhof wordt intensief gesproken over nauwere samenwerking,

zowel bij de wijkteams als bij de overige activiteiten. Het is van groot belang dat de

hulpverlening die we in de diverse gemeenten aanbieden, indringender dan nu het geval is

met elkaar verbonden gaat worden. Deze verbinding willen wij realiseren in nauwe

samenspraak met elke gemeente waar we actief zijn.

5.4.3.2 Druk op tarieven

In 2015 zagen we in sommige regio’s al een druk op de tarieven voor pleegzorg. Diverse

gemeenten besloten 6-7 % op het pleegzorgtarief te bezuinigen. FlexusJeugdplein hanteert

al jaren scherpe tarieven. Inkooporganisaties passen echter generieke kortingen toe. Deze

kortingen betreffen het gehele tarief, dus inclusief de pleegoudervergoeding, die echter

wettelijk is vastgesteld en circa 55% van het tarief omvat. Het effect is dat er uiteindelijk

meer dan het dubbele percentage gekort moet worden op de begeleidingskosten. Omdat

de kosten verder stijgen, bijvoorbeeld door cao-verplichtingen, kan alleen door de

begeleiding te verminderen deze bezuiniging worden opgevangen. Verder uitholling van

begeleiding zal leiden tot een toename van veiligheidsrisico’s en afname van

begeleidingstijd van pleegouders. FlexusJeugdplein is van mening dat de verkeerde weg

wordt bewandeld. In plaats van vorm te geven aan alternatieven voor de residentiële

bedden, wordt er gekort op tarieven pleegzorg. Wij zijn sterk voorstander voor het landelijk

hanteren van een uniform pleegzorgtarief, zodat wij niet met elke gemeente aparte

Page 37: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

37

onderhandelingen moeten voeren en uiteindelijk verschillende begeleidingsintensiteit

moeten gaan toepassen. Dit brengt onnodige ongelijkheid en veel extra administratieve

lasten met zich mee. Dit probleem hebben we gemeld bij de landelijke Transitie Autoriteit

Jeugd die toeziet op de uitvoering van de transitie en de nieuwe wet.

Tevens zien we steeds grotere druk vanuit gemeenten om de tarieven voor ambulante zorg

naar beneden te brengen, terwijl deze tarieven in het recente verleden door externe

bureaus in overleg met de gemeente juist zijn vastgesteld.

5.4.3.3 Toename administratieve lasten.

Met name bij de pleegzorg zijn de administratieve lasten zeer toegenomen. Met name door

toepassing van het woonplaatsbeginsel, moeten nu zeer veel verschillende gemeenten

pleegzorgplaatsen bij ons financieren. Al deze contractpartijen hanteren verschillende

verantwoordingseisen, registratiesystemen voor gegevensuitwisseling, toepassing van

verschillende codes en andere voorschriften. Een voorzichtige becijfering leert dat we

gemiddeld € 185,- gemiddeld per pleegzorgplaats kwijt zijn aan extra administratieve

lasten.

Natuurlijk is dit het eerste jaar na de transitie, maar wij bepleiten standaardisatie van

aanleveringssystematiek, codes, verantwoordingseisen, tarieven en inkoopcontracten.

Anders zullen de genoemde kosten leiden tot een hogere noodzakelijke kostprijs, c.q. een

afname van de feitelijk zorgverlening.

Page 38: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

38

6 BIJLAGEN

6.1 Overzicht hulpverleningsvormen in 2015 Het hulpverleningsaanbod van FlexusJeugdplein bestond in 2015 uit:

schoolmaatschappelijk werk (smw) bij de voorschoolse opvang, het primair- en

voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs (ROC’s)

trainingen aan ouders en kinderen: Opvoeden in de Buurt

pedagogisch onderzoek en advies (in de consultatiebureaus/CJG)

bemiddeling bij echtscheiding (ONS)

ambulante hulp

o MeMoSa (mentormoeders voor steun en advies: outreachende hulp bij

huiselijk geweld via de huisarts)

o opvoedhulp in de buurt

o Pak Je Kans (hulp via het politiebureau)

o Kernpunt (coaching voor jongeren die met justitie in aanraking zijn geweest)

o gezinscoaching

o Jeugd- en gezinscoaching wijkteams

o MPG+ (ambulant programma voor gezinnen met zeer ernstige problematiek

o jongerencoaching

o Integraal Casemanagement (binnen sociale teams Drechtsteden)

o Voorkomen schooluitval Talent voor Rotterdam

verblijf

o langdurende en kortdurende (bijvoorbeeld bij crises) pleegzorg

o voltijd (7x24 uur) en deeltijd (bijvoorbeeld weekend) pleegzorg

o pleegzorg.

o gezinshuizen

o uitwijkhuizen

begeleiding tienermoeders

sport-support (samenwerking met sportverenigingen)

jongerenfoyers

jongerenopvang

vrouwenopvang

Page 39: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

39

6.2 Samenvatting jeugdhulp bekostigd uit Gemeenschappelijke Regeling. Tabel A: Capaciteit en bezetting residentieel en pleegzorg GRJR.

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Residentieel

Capaciteit Intensief

92 91 98* 92 88 77 77** 28

In percentages 91,0% 96,1% 96,9% 99,2 93,2% 102,5% 89,5% 86,1%

Capaciteit Specialistisch

64 59,3 46* 24 24 26 18*** -

In percentages 102,3% 99,6% 91,0% 99,9% 137,3% 103,77% 101,1% -

Pleegzorg

Capaciteit Basis 683 791 791 904 950 1035 1.140

In percentages 106,4 % 100% 111,8% 106,6% 107,0% 104,93% 102,6%

Capaciteit Intensief

61 65 69* 101 100 100 100

In percentages 110,0% 124,5% 110,2% 93,1% 98,8% 90,27% 91,8%

Capaciteit Specialistisch

67 75 83* 95 100 110 110

In percentages 92,1 % 105,1% 116,2% 101,6% 107,4% 89,8% 85,4%

Totale capaciteit 1200

In percentage 97,9%

Bezetting totaal 103,4% 102,1% 109,8% 104,3% 106,0% 102,44% 99,8% 97,8%

* Getallen geven de gemiddelde capaciteit aan over het gehele jaar gemeten.

** hier is de jaarbezetting weergegeven. 49 bedden zijn gesloten eind 2014

*** Deze 18 bedden zijn gesloten eind 2014

Tabel B: Resultaten MPG plus

Trajecten MPG plus 2015

Afgerond 33

Aanwezig 31-12 39

Totaal 72

Page 40: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

40

Tabel C: Aantal trajecten residentieel en pleegzorg en gemiddelde duur van de

hulpverlening cliënten GRJR

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015

Crisisopvang

Totaal 728 651 543 474 588 397 -

Vertrokken 709 627 525 462 564 397 -

Gem. verblijfsduur * 24 13 15 12 16 14 -

Uitwijkhuizen

Totaal 11 11 11 10 42 66 1142

Vertrokken 2 3 2 1 23 42 92

Gem. verblijfsduur ** 31 33 48 19 6 8 3

Overige Residentieel

Totaal 200 170 155 180 106 65 -

Vertrokken 108 94 72 112 60 52 -

Gem. verblijfsduur ** 13 15 12 12 10 10 -

Pleegzorg crisisopvang intensief

Totaal 385 390 467 435 456 435 435

Vertrokken 310 317 390 344 359 345 328

Gem. verblijfsduur ** 3 4 3 3 3 3 2

Pleegzorg Overige

Totaal 1.203 1.366 1.454 1.534 1.627 1.727 1.677

Vertrokken 254 287 296 335 361 408 308

Gem. verblijfsduur ** 35 28 34 35 34 36 27

Totaal aantal trajecten residentieel 939 832 709 664 736 528 114

Totaal aantal trajecten pleegzorg 1.588 1.756 1.921 1.969 2.083 2.162 2.112

Toelichting:

In het bovenstaande overzicht is het totaal aantal cliënten opgenomen dat gebruik heeft

gemaakt van residentiële hulp en van pleegzorg van FlexusJeugdplein. Bij het totaal is

steeds het aantal vertrokken cliënten en het aantal nog aanwezige cliënten op 31-12 bij

elkaar opgeteld. De gemiddelde duur van de hulpverlening is alleen berekend over het

aantal cliënten dat in het betreffende jaar is vertrokken.

* gemiddelde verblijfsduur in dagen

** gemiddelde verblijfsduur in maanden

2 Inclusief gezinshuis.

Page 41: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

41

Tabel D: Aantal zorgtrajecten pleegzorg in 2015 bekostigd door de

gemeenschappelijke regeling en het aantal buiten regionale zorgtrajecten op

peildatum 31-12 2015.

Inkooporganisatie Woonplaats

Pleeggezin

Aantal zorgtrajecten

pleegzorg

Samenwerkende

gemeenten regio Rijnmond,

GRJR

Alblasserdam 6

Alphen aan Den Rijn 3

Barendrecht 48

Bergambacht 1

Bergschenhoek 27

Berkel en Rodenrijs 26

Bleiswijk 14

Bleskensgraaf 2

Breda 1

Brielle 6

Capelle aan den IJssel 77

Den Bommel 2

Dordrecht 9

Goedereede 4

Gorinchem 1

Gouda 3

Gouderak 2

Groot-Ammers 1

Hardinxveld-Giessendam 6

Heenvliet 1

Heerjansdam 1

Hekelingen 1

Hellevoetsluis 33

Hendrik-Ido-Ambacht 3

Hoek Van Holland 13

Hoogmade 1

Hoogvliet 37

Hoorn NH 1

Klaaswaal 1

Krimpen a/d IJssel 1

Krimpen aan de Lek 2

Krimpen aan den IJssel 57

Leidschendam 1

Lekkerkerk 3

Maassluis 34

Middelburg 1

Nieuw-Beijerland 1

Nieuwerkerk 1

Nieuwerkerk ad IJssel 3

Nieuw-Lekkerland 9

Numansdorp 2

Oostvoorne 4

Oud-Beijerland 5

Ouderkerk a/d IJssel 1

Oude-Tonge 5

Overig 49

Papendrecht 7

Pernis 4

Page 42: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

42

Inkooporganisatie Woonplaats

Pleeggezin

Aantal zorgtrajecten

pleegzorg

Pijnacker 1

Poortugaal 2

Rhoon 9

Ridderkerk 49

Rijnsburg 3

Rijswijk 1

Rockanje 14

Rotterdam 472

Rozenburg 4

Schiedam 65

Schoonhoven 1

Sliedrecht 3

Sommelsdijk 8

Nissewaard 74

Stavenisse 1

Strijen 5

Tienhoven 2

Tilburg 1

Vlaardingen 48

Waddinxveen 3

Zevenbergen 1

Zoetermeer 2

Zuidland 4

Zwartewaal 1

Zwijndrecht 2

Totaal Samenwerkende

gemeenten regio Rijnmond

1.297

Overige inkooporganisaties

buitenregionaal

230

Eindtotaal zorgtrajecten 1.527

Page 43: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

43

6.3 Verslag raad van toezicht over 2015 De raad van toezicht heeft in 2015 zes keer vergaderd in aanwezigheid van de raad van bestuur. In 2015 is naast de vaste onderwerpen die horen bij het toezicht en waarover in dit verslag wordt gerapporteerd, veel aandacht besteed aan de positionering en strategie van de organisatie, beheer en beleid. Frequent is gesproken over de wijze waarop wordt geanticipeerd op het veranderende

overheidsbeleid, de bezuinigingen en teruglopende contracten, de daarmee samenhangende financiële positie van de instelling en de strategische keuzes op de middellange termijn. Samenstelling In 2015 hebben zich enkele wijzigingen voorgedaan in de samenstelling van de raad van toezicht. Dhr. Bod is per 24-3-2015 benoemd op de vacature die ontstond nadat dhr. Stael, die vanwege het bereiken van de maximale termijn, per 31-12-2014 de raad van toezicht heeft verlaten. Wij danken

dhr. Stael zeer voor zijn jarenlange inzet voor FlexusJeugdplein en rechtsvoorgangers. Op 5-5-2015 is dhr. Evers teruggetreden als voorzitter omdat hij benoemd werd tot wethouder in de gemeente Maassluis en deze functie mogelijke belangentegenstelling kan veroorzaken. De raad van toezicht is dhr. Evers zeer erkentelijk voor zijn inzet en betrokkenheid bij FlexusJeugdplein. Mw. Brons was bereid het voorzitterschap waar te nemen tot een nieuwe voorzitter benoemd kon worden. De leden hebben hun waardering uitgesproken voor de wijze waarop zij deze taak heeft ingevuld.

Per 8-12-2015 is dhr. J.T.W. Krapels benoemd tot lid en voorzitter van de raad van toezicht. Taken van de raad van toezicht De taak van de raad van toezicht is drieledig: toezicht houden, klankbord zijn voor de raad van bestuur en invulling geven aan het werkgeverschap van de raad van bestuur.

Toezicht

De raad van toezicht houdt toezicht op het functioneren van de organisatie, het gevoerde en

te voeren beleid van de raad van bestuur en meer in algemene zin op het realiseren van de maatschappelijke doelstelling van de organisatie. Strategie en beheer zijn daarbij twee belangrijke invalshoeken om zowel de externe positionering als de interen processen te volgen. Juist vanwege de transitie en de transformatie zijn deze twee aspecten zeer relevant en actueel. Met ingang van 2015 wordt de zorg door de gemeenten gefinancierd, hetgeen betekent dat een ander bestuursgremium politiek verantwoordelijk is, beleid bepaalt en

prioriteiten stelt. De besluiten van de raad van bestuur over begroting, jaarrekening, jaardocument en beleidsplan zijn goedgekeurd. In de gesprekken over de strategie van de organisatie is veel aandacht besteed aan de maatschappelijke relevantie van de keuzes en de mogelijke implicaties voor de inhoud, omvang en continuïteit van de organisatie.

De raad van toezicht vindt het belangrijk om voeling te hebben met de organisatie. De gehele

raad van toezicht heeft gesproken met een delegatie van de ondernemingsraad en met een afvaardiging van de pleegouderraad. Drie leden van de raad van toezicht zijn een ochtend te gast geweest bij de pleegzorgdag, waar zij zeer veel pleegouders hebben ontmoet. Deze contacten zijn zeer zinvol. De raad van toezicht is positief over de inzet, enthousiasme en betrokkenheid van de medewerkers en constateert tevens dat or en por op een kritisch

opbouwende wijze invulling geven aan hun taken en verantwoordelijkheden in het belang van de organisatie, het personeel en de overige stakeholders van FlexusJeugdplein. Klankbord De raad van toezicht functioneert als raadgever van en klankbord voor de raad van bestuur. De voorzitter van de raad van toezicht heeft, buiten de vergaderingen om, met enige

regelmaat contact met de voorzitter van de raad van bestuur om actualiteit en ontwikkelingen te bespreken en om de vergaderingen van de raad van toezicht voor te bereiden. In 2015 hebben zich enkele incidenten voorgedaan, waar de veiligheid of gezondheid van

cliënten ernstig in gevaar was. De raad van bestuur heeft steeds de raad van toezicht snel en uitgebreid geïnformeerd, de incidenten zijn geagendeerd in de eerst volgende vergadering. Als inspectie of extern toezicht betrokken was, is hierover gecommuniceerd met de raad van

toezicht. Werkgever De remuneratiecommissie heeft de beoordeling verzorgd en de honorering besproken van de leden van de raad van bestuur.

Page 44: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

44

Bezuinigingen en reorganisatie Kort na de twee reorganisaties, in 2010 en 2011/2012, was het noodzakelijk om wederom in 2014 een reorganisatie in te zetten om een adequaat antwoord te geven op de invoering van de Jeugdwet, de daarmee samenhangende transitie en transformatie en de aangekondigde bezuinigingen in 2015 en 2016. Bij de keuzes die gemaakt moesten worden, waren, net als bij de reorganisaties in 2010 en 2012 de missie, visie en de daarop gebaseerde inhoudelijke oriëntatie leidend: de beweging van de institutionele hulp naar de wijk en leefomgeving van de cliënt, beginnen met praktische

ondersteuning, cliënten aanspreken op hun verantwoordelijkheid, versterken van hun mogelijkheden en het herstellen van de verbinding met familie en netwerk. Niet alleen werden deze uitgangspunten naar de werkmethodieken vertaald, tevens werd residentiele capaciteit afgebouwd en werd de formatie van personeel in de wijkteams sterk vergroot. Door de forse ingrepen in 2014 hoefde in 2015 niet nogmaals gereorganiseerd te worden om de bezuinigingstaakstelling voor 2016 op te kunnen vangen.

De keuzes zijn in 2014 gemaakt. In 2015 heeft de raad van toezicht zich vooral laten informeren over

de impact op de organisatie, cliënten en medewerkers, de inhoudelijke uitwerking van de werkvormen en over het verloop van de ontslagprocedures. Strategie Strategie is iedere vergadering onderwerp van gesprek geweest. De raad van toezicht ondersteunt de beleidslijn dat zorg, ondersteuning en hulpverlening op een zo vroeg mogelijk moment en zo veel als

mogelijk ingebed in de sociale leefomgeving van kind en gezin plaatsvinden. Hierbij is het steeds belangrijk geweest om inhoudelijk te vernieuwen en tevens om productierisico’s en teruglopende inkomsten op te vangen door een zorgvuldig en alert financieel- en personeelsbeleid te voeren. De raad van toezicht waardeert zeer de pro actieve inzet om het gecompliceerde nieuwe beleid praktisch vorm te geven en te implementeren en dat dit proces heeft plaatsgevonden in frequent overleg met subsidiënten en collega-zorginstellingen.

Commissies

Binnen de raad van toezicht wordt gewerkt met vier commissies, n.l. voor strategie, audit, governance en remuneratie. Deze commissies functioneren als adviesorganen voor de raad van toezicht waar de uiteindelijke besluitvorming plaatsvindt. Omdat de commissies al enige tijd functioneren, is besloten om opzet, structuur en reglement in 2014 te actualiseren. In 2014 zijn voor alle commissies nieuwe reglementen opgesteld.

De strategiecommissie is in 2015 niet afzonderlijk bijeen geweest. De raad van toezicht, op advies van de strategiecommissie, heeft besloten om de gesprekken en discussies in de gehele raad te laten plaatsvinden omdat de keuzes, zowel wat de interne bedrijfsvoering als de externe positionering betreft, ingrijpend zijn en cruciaal voor de koers van de organisatie. De auditcommissie is vier maal bijeen geweest om met de raad van bestuur, controller en

hoofd planning & control, te spreken over vaste onderwerpen als begroting, jaarrekening, tussentijdse exploitatieoverzichten, liquiditeitsbegroting en ontwikkeling productie. Vanwege

de nieuwe wet, meer en andere financiers en onvoorspelbaarheid van subsidies, is het van groot belang dat de instelling het inzicht in de vele aspecten van planning en control vergroot en werkt met scenario’s. De auditcommissie heeft het hele proces na de reorganisatie die in 2014 was ingezet, en waarvan de uitwerking doorliep in 2015, van nabij gevolgd, met speciale aandacht voor de

effecten van interne maatregelen op beheer en exploitatie. Met de accountant zijn de managementletter, jaarrekening, de verklaring bij de jaarrekening en algemene bevindingen aangaande de beheerorganisatie besproken. Hiervan is verslag gedaan in de vergadering van de raad van toezicht. De raad van toezicht heeft de begroting, jaardocument 2014 en jaarrekening 2014 goedgekeurd.

De auditcommissie heeft diverse malen met de raad van bestuur gesproken over het huisvestingsbeleid. Dit diende aangepast te worden vanwege twee ontwikkelingen. Door de reductie van de residentiële capaciteit ontstond leegstand. Daarnaast heeft FlexusJeugdplein

toestemming gekregen van het ministerie van VWS en van de stadsregio om de waarborghypotheken die door deze overheden in het verleden waren afgegeven, te mogen doorhalen. Dit is een zeer positieve ontwikkeling, omdat daarmee meer expliciet huisvestingsbeleid kan worden gevoerd en de balanspositie wordt verbeterd.

De governancecommissie heeft de voorbereidingen verzorgd voor de invulling van de vacature van voorzitter van de raad van toezicht die in het voorjaar ontstond.

Page 45: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

45

In 2015 heeft de raad van toezicht geen expliciete evaluatie van haar functioneren gehouden omdat men de evaluatie op een iets andere leest wilde schoeien. De commissie heeft de evaluatie die begin 2016 zal plaatsvinden, voorbereid met een extern consultant. De remuneratiecommissie, die zich bezig houdt met beoordeling en honorering van de raad van bestuur, is tweemaal bijeen geweest ter voorbereiding van de beoordelingsgesprekken die zij met de leden van de raad van bestuur heeft gevoerd.

In 2014 heeft een toets plaatsgevonden door de Human Capital Group van de weging van de diverse onderdelen bij de vaststelling van de juiste indeling in honoreringscategorieën, welke in 2015 niet hoeft te worden aangepast. De raad van toezicht heeft het functioneren van de raad van bestuur en het individueel functioneren van de leden positief beoordeeld.

Tot slot.

De raad van toezicht realiseert zich dat de medewerkers van FlexusJeugdplein hun belangrijke, maar vaak ook moeilijke en persoonlijk belastende werk, moeten uitvoeren in steeds onzeker wordende omstandigheden. Juist daarom vindt de raad van toezicht het zeer prijzenswaard dat eenieder steeds met grote inzet en betrokkenheid blijft kiezen voor de cliënt en dat men samen de beste oplossingen zoekt voor de jeugdhulpverlening in het veranderend perspectief.

w.g. J.T.W. Krapels voorzitter raad van toezicht

Page 46: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

46

6.4 Jaarverslag ondernemingsraad over 2015 Bij deze een impressie van de belangrijkste activiteiten in 2015. We hebben over zaken advies gegeven, we hebben met zaken ingestemd en hebben natuurlijk met elkaar, met medewerkers en met de bestuurder meningsvormend gesproken over urgente en actuele zaken. In dit jaarverslag is een kort overzicht daarvan te lezen.

1 januari 2015 is de nieuwe jeugdwet in werking getreden en is de decentralisatie een feit. Hoewel FlexusJeugdplein zich al lang op deze verandering voorbereidde, heel veel medewerkers al ambulant aan het werk waren, veel medewerkers de visie en de daarbij passende werkwijze omarmen, blijken de praktijken soms weerbarstig. De or werkt vanuit het perspectief van medewerkers en hulpverlening en is zeer regelmatig met de

bestuurder in gesprek geweest over de voorwaarden, vooral voor de medewerkers in wijkteams. Dit betreft zowel de materiele voorwaarden als ook allerlei zaken die te maken hebben met aansturing, verantwoordelijkheid, visie en uitvoering. De or is actief bezig geweest met de vraag hoe hierin medewerkers het best ondersteund kunnen worden om als professional het werk goed te kunnen uitvoeren en medewerkers te ondersteunen zelf actie te ondernemen. De verbondenheid van medewerkers met FlexusJeugdplein als de moederorganisatie verandert.

Medewerkers werken op andere plekken, wijkteams, scholen, netwerken worden belangrijker. Veel mensen zijn via FlexusJeugdplein gaan werken in wijkteams, veel medewerkers hebben een tijdelijk contract, de afstand tot manager en ondersteuning wordt als groter ervaren dan in het verleden. In de discussies richt de or zich vooral op “de professional”, effecten van het beleid op behouden, actualiseren, verbeteren van kwaliteit van medewerkers en hulpverlening, zodat medewerkers trots zijn op hun werk en “hun clienten” tevreden. Dit geldt niet alleen voor medewerkers in het primaire proces, maar ook voor hen die in ondersteunende en facilitaire functies werkzaam zijn.

Dankzij het feit dat or leden op vele plekken in de organisatie werken en actief met groepen medewerkers in gesprek gaan, kan de or ervaringen en signalen van “de werkvloer” inbrengen in overlegvergaderingen en meenemen in adviezen op beleidsvoorstellen. Om directe medezeggenschap te vergroten en daardoor de kwaliteit en uitvoerbaarheid van beleidsvoornemens te vergroten, heeft de OR tijdens de jaarlijkse trainingsdagen de participatie-

paragraaf uitgewerkt. Bij elk te ontwikkelen beleid is niet alleen belangrijk aan te geven wat nut en noodzaak is, wat de beoogde resultaten zijn, maar ook hoe medewerkers betrokken zijn bij de totstandkoming hiervan. En als een voornemen dan beleid geworden is, op welke manier wordt gemonitord, zodat het zichtbaar is voor iedereen, de wisselwerking met de praktijk behouden blijft en – indien nodig – tijdig actie ondernomen kan worden, hetzij door bijstellen van een stuk, hetzij door ondersteunen van professionals.

Bij alle thema’s let de or er altijd op hoe een actie, idee bijdraagt aan een toekomstbestendige en

gezonde organisatie waarin medewerkers tevreden zijn in- en over de organisatie en cliënten goed “geholpen worden” en er beter van worden. En natuurlijk blijft de or toezien op naleving van de cao en andere relevante wettelijke bepalingen. In juni liep de zittingstermijn van de vorige or af en hebben zich kandidaten gemeld om voor 3 jaar

zitting te nemen in de or. Omdat er net zoveel kandidaten waren als zetels waren verkiezingen niet nodig. Helaas zijn op dit moment geen werkers uit pleegzorg in de or en gaat de or actief naar pleegzorgwerkers toe, zeker wanneer “pleegzorg” op de agenda staat. De or blijft natuurlijk iedereen uitnodigen te laten weten wat van belang is, waar we de aandacht op moeten richten.

Een kort overzicht onderverdeeld in de 3 categorieën:

0nderwerpen die de OR heeft afgerond

De belangrijkste agendapunten van de or Vooruitblik op 2016.

Onderwerpen die de or heeft afgerond:

Jaargesprekken Deskundigheidsbevordering Klachtenregeling clienten Protocol omgaan met vermoedens van strafbare handelingen RI&E

Page 47: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

47

Inkoopbeleid Verzuimprotocol Veiligheid bij huisbezoeken

Over alle onderwerpen is met (een aantal) betrokken/ geïnteresseerde medewerkers gesproken, zowel over betrokkenheid van medewerkers bij het vormgeven als over eerste reacties en aanbevelingen. Deze bevindingen zijn meegenomen in de reactie van de or en in de

overlegvergaderingen. De or heeft vastgesteld dat deze stukken uiteindelijk “goed genoeg” waren en hun bruikbaarheid in de praktijk moeten bewijzen. Daarom staan onderwerpen in 2016 op de or-agenda ter evaluatie. De belangrijkste punten op de agenda van de OR in 2015 waren: Transformatie in de pleegzorg

Invoering nieuw functieboek

Tijdsvergoeding verplichting scholing Strategie samenwerking FJP/TriviumLindenhof/Stek Reiskostenregeling Notitie uitwijkhuizen Managementinfo omtrent financiën en verzuim Werkkostenregeling

CAO-W naar cao J Veiligheid en checklist agressie Medewerkersonderzoek: waarin vragen, op advies van de OR, m.b.t. de thema’s duurzaamheid en leeftijdsbewust personeelsbeleid zijn toegevoegd. Klachtenregeling voor medewerkers Aanbestedingen van FJP De toekomst van FlexusJeugdplein binnen de huidige ontwikkelingen in het veld.

Overleg or met Raad van Toezicht

Overleg or met de Arboarts Vooruitblik 2016 Hoe de organisatie van zorg voor en ondersteuning van mensen, kinderen, gezinnen en volwassenen, eruit gaat zien is ook het komend jaar een groot thema. Werken in wijkteams, gebiedsgericht,

gebiedsgebonden, overstijgend, in Rotterdam, in alle gemeenten die voorheen onderdeel uitmaakten van de Stadsregio, in andere gemeenten is overal in ontwikkeling en beslist niet uniform. Hoe leveren we “de beste zorg aan hen die het nodig hebben” en wat betekent dat voor de kennis en kunde van uitvoerende professionals, welke en hoeveel ondersteunende diensten zijn nodig en hoe kan dat georganiseerd worden? Wat betekent dit voor de werkgelegenheid, voor de “baanzekerheid” en rechtsposities van werkers? Waarin moeten we zeker investeren?

Om de expertise betreffende jeugd- en opvoedhulp te borgen in de ontwikkelingen wordt de samenwerking met Stek en TriviumLindenhof geïntensiveerd.

De verder gaande samenwerking met TriviumLindenhof en Stek neemt op en in onze agenda een belangrijk plaats in. De door de besturen gekozen vorm - eerst de inhoud en dan pas de structuur - is een keuze waar ook de or achter staat. De or onderschrijft dat samen optrekken van deze drie organisaties belangrijk is, zowel om de kwaliteit van het werk te bewaken alsook om de positie van werkers te versterken.

Tevens zal de or nauw de vinger aan de pols houden m.b.t. de invoering van het nieuwe functieboek. Net als in voorgaande jaren blijft de or samen met de or-en van de andere betrokken organisaties de effecten van de transitie en transformatie en de “structuurontwikkelingen” niet alleen kritisch volgen, maar ook beïnvloeden. De positie van werkers, de werkgelegenheid, de kwaliteit en de effectiviteit

van het werk blijven de belangrijkste aandachtpunten. OR-leden:

Marjo Stijns Voorzitter - werkbegeleiding Doron van der Eerden vicevoorzitter - Ambulant werker Elly Scheffer - Afdelingsmanager Theo Bril - Trainer kennis & trainingscentrum

Magda Vlaardingerbroek - Hoofd financiële administratie Christa Stut - Ambulant werker Rachael Lakhouida - Ambulant werker Kristel van der Want - Ambulant werker Wim Reijerink - Ambulant werker

Page 48: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

48

Susan van der Pol - Fondsenwerving & sponsering Ilhan Altundag - Ambulant werker Laila Sonneveld - Ambulant werker Ada van Beveren - Ambulant werker Erna de Harder - Ambtelijk secretaris. Februari 2015

Marjo Stijns voorzitter

Page 49: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

49

6.5 Jaarverslag 2015 pleegouderraad Voor u ligt het jaarverslag van de pleegouderraad (POR), het medezeggenschapsorgaan van pleegouders dat een bijdrage levert aan verbetering van het kwaliteitsbeleid. Via de bijdragen in de nieuwsbrief voor pleegouders en de organisatie van informatie- en themabijeenkomsten probeert de POR zoveel mogelijk pleegouders te betrekken bij wat wordt gedaan. Door een goed contact met de achterban, die via de nieuwsbrief of per e-mail bevraagd kan

worden, tracht de POR zo goed mogelijk richting te geven aan actuele onderwerpen. De pleegouderraad heeft momenteel zeven leden, pleegouders die verbonden zijn aan FlexusJeugdplein. Zij kwam in het verslagjaar 12 maal in vergadering bijeen, waarvan zes maal in aanwezigheid van de heer Jacques Bovens (Raad van Bestuur FlexusJeugdplein) en mevrouw Yvonne van Adrichem (manager pleegzorg FlexusJeugdplein). Bij al deze bijeenkomsten stond het behartigen van de belangen van pleegouders en pleegkinderen voorop.

Zo’n vier maal per jaar verschijnt er een digitale nieuwsbrief voor alle pleegouders. In de nieuwsbrief heeft de POR vaste rubrieken: ‘De Pluim’, ‘Vragen aan de achterban’ en ‘Themabijeenkomsten’. U kunt u daarvoor aanmelden op de website van FlexusJeugdplein. Dit verslag schetst een beeld van de activiteiten van de pleegouderraad in het jaar 2015. 1. Decentralisatie Jeugdzorg (de transitie)

Per 1 januari 2015 gingen veel taken op het gebied van werk, jeugd en zorg immers over van het rijk naar de gemeenten. De lokale gemeenten kregen er hierdoor een omvangrijk takenpakket bij en de grote vraag bij velen was hoe dit daadwerkelijk zou uitpakken. De pleegouderraad heeft het proces zo goed mogelijk gevolgd en samen met de instelling FlexusJeugdplein continu gekeken naar de gevolgen voor pleegouders, onder meer door de

organisatie van informatiebijeenkomsten in het voorafgaande jaar (zie POR-jaarverslag 2014). De decentralisatie van de jeugdzorg is inmiddels een jaar op gang en de wijkteams zijn overal aan het

werk. Door velen wordt de transitie als passend beschouwd bij de ontwikkelingen in onze maatschappij. De positie en de rechten van pleegouders het afgelopen jaar zijn verbeterd, maar in individuele gevallen nog niet optimaal.

2. Themabijeenkomsten

De por heeft dit jaar enkele leuke avonden georganiseerd. Per avond volgt daarvan nu een kort

verslag:

15 januari 2015 ‘Familiecontacten in de pleegzorg’ Dit was de 2e themabijeenkomst, gehouden op de locatie Heindijk met René de Bot als spreker. Er waren zo’n 40 deelnemers, waaronder ook diverse pleegzorgmedewerkers. Enkele deelnemers geven aan in afwachting te zijn van hun eerste pleegkind. Op basis van de evaluatieformulieren kwam de gemiddelde score voor deze avond uit op: 8,3. De 1e

avond was op 25 november 2014 en kende een limiet aan deelnemers van 60 plaatsen, die ook

allemaal gevuld waren. De waardering voor deze avond: 8.1 17 maart 2015 ‘Wat mag u verwachten van uw pleegzorgbegeleider’ Deze avond stond in het teken van een thema waar alle pleegouders mee te maken hebben en krijgen, namelijk “de pleegzorgbegeleider”. Spreker: René de Bot, i.s.m. twee pleegzorgbegeleiders.

Een avond met veel ruimte voor eigen inbreng, waar ongeveer 25 pleegouders op af kwamen. Ook was er een aanzienlijk aantal pleegzorgmedewerkers aanwezig. Voorafgaand werd kort stilgestaan bij de uitkomsten van het pleegoudertevredenheidsonderzoek dat eind 2014 plaatsvond en de laatste ontwikkelingen voor wat betreft de transitie. De waardering voor deze avond: 8.3 20 juni 2015 Festival 'Kleurrijke pleegzorg'

Dit was een geweldige dag voor pleegouders en (pleeg)kinderen, waarmee FlexusJeugdplein pleegouders bedankte voor hun inzet. Met hulp van vele vrijwilligers van FlexusJeugdplein was de Heindijk omgetoverd tot een kleurrijk festivalterrein met een enorm gevarieerd programma voor jong en oud. Behalve een grote cateringtent stonden er 10 tenten verspreid over het terrein met allerhande activiteiten. Na een warm welkom van de Caraïbische brassband opende wethouder Hugo de Jonge het festival. De gehele dag werd begeleid door Berit Companjen, stand-up comédienne én zelf pleegkind. Behalve lekker eten en drinken, was er voor de (pleeg)kinderen in alle leeftijden van

alles te doen en kregen pleegouders de mogelijkheid om elkaar op een ontspannen manier te ontmoeten. Er was een heel gevarieerd programma: van Circus Rotjeknor tot ijscoman, van

Page 50: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

50

droomdekentjes maken met je pleegkind tot schminken en haren vlechten en praten met een wethouder (er waren er zes!) en nog véél meer. Er was aandacht voor de verschillende culturele achtergronden binnen de pleegzorg. Kortom, het was een geweldige dag, die zeker voor herhaling vatbaar is. 22 september 2015 Themabijeenkomst over ‘Help…de puberteit’

Een avond waarin de theorie over het puberbrein en recente inzichten daarin werden vertaald naar de dagelijkse praktijk van het leven en leren van pubers. Dat het puberbrein een brein ‘under construction’ is, is inmiddels wel bekend, maar wat kun je ermee? Het werd een geweldig leuke avond met drs. Ankie Remijn, zelf ervaringsdeskundige. Ze vertelde over het puberbrein. Geen saaie of dode stof, maar volop geïllustreerd met prachtige aansprekende en herkenbare voorbeelden. Er werd gelachen, geknikt en gezucht tegelijkertijd. Iedereen ging na twee enerverende uren met tips naar

huis, over het plannen van huiswerk, het veelvuldig overhoren en het complimenten geven. Dat

laatste in kwadraat, volgens Ankie. Want dat is de bouwsteen voor de ontwikkeling van pubers, die volgens Ankie wel heel erg sfeergevoelig zijn, ook al laten ze dat niet merken! Na afloop ontvingen alle aanwezige pleegouders nog een presentje vanwege de start van de landelijke campagne “Supergewone Mensen Gezocht”. De waardering voor deze avond: 8.6 19 en 30 november 2015

‘Seksualiteit en intimiteit binnen pleeggezinnen’ Vanwege de actualiteit van het thema “Seksualiteit en intimiteit binnen pleeggezinnen” organiseerde FlexusJeugdplein, in samenwerking met de POR, twee dezelfde bijeenkomsten zodat pleegouders konden kiezen wanneer dit het beste uitkwam. Tijdens deze bijeenkomsten stond de seksuele ontwikkeling en seksuele opvoeding van kinderen en jongeren centraal tijdens een interactief programma, waarin het mogelijk was om onderling ervaringen te delen. Beide avonden werd verzorgd door Rianne Wouters, gedragsdeskundige bij FlexusJeugdplein en Henny Slim, werkbegeleidster bij

FlexusJeugdplein. Beiden met veel kennis en ervaring op dit gebied.

Conclusie van de avond: Seksuele opvoeding is eigenlijk maatwerk, naar leeftijd, omgeving en mogelijkheden, waarin niet alleen woorden (voorlichting) maar vooral ook de omgang (normen en waarden) met elkaar belangrijk is. De waardering voor de 1e avond: 7.6 en voor de 2e avond: 8.0

3. Tevredenheidstoets pleegouders

Begin 2015 werden de uitkomsten bekend van het tevredenheidsonderzoek dat FlexusJeugdplein eerder had uitgezet onder pleegouders. In totaal werden 1.263 enquêtes verstuurd, waarvan er 505 zijn teruggekomen. Een respons van 40%. In 2009 was de respons 34%. Uit de uitkomsten blijkt, dat de tevredenheid van de pleegouders t.o.v. de toets die in 2009 is gehouden, is vergroot van een 7,5 naar een 7,8. De professionaliteit van de pleegzorgbegeleiders werd als uitstekend beoordeeld evenals de samenwerking tussen de pleegzorgbegeleiders en pleegouders. Uit de gegeven antwoorden kwam

naar voren dat de informatievoorziening naar pleegouders verbeterd kan worden, in het bijzonder t.a.v. het delen van informatie, de klachtenregeling en de vertrouwenspersoon. Ook wisselingen van

pleegzorgbegeleider kwam als aandachtpunt naar voren. Samen met de POR wordt gekeken hoe e.e.a. naar de toekomst toe verbeterd kan worden.

4. Overige activiteiten pleegouderraad

3 april 2015 Werkbezoek Léon Wever (VWS) aan FlexusJeugdplein Genoemde directeur Jeugd ministerie VWS had via twitter een oproep gedaan om in contact te komen met pleegzorginstellingen voor een werkbezoek. Daar werd graag gehoor aan gegeven. De belangrijke VWS-delegatie werd door de raad van bestuur van FlexusJeugdplein welkom geheten op

de locatie Heemraadsingel. Daarna volgde een uitgebreid programma met o.a. missie & visie FlexusJeugdplein, transitie/transformatie keuzes met schets van de organisatieontwikkeling, stand van zaken Rotterdam en regio Rijnmond, inclusief knelpunten, zorgen en veelbelovende ontwikkelingen, over pleegzorg en steunzorg. Een boeiende bijeenkomst met manager,

pleegzorgwerker, pleeggezin/steungezin en de pleegouderraad. 30 juni 2015

In gesprek met raad van toezicht FlexusJeugdplein Voorafgaand aan de vergadering van de raad van toezicht vond het jaarlijkse gesprek met een delegatie van de pleegouderraad plaats. Marian Rink (voorzitter POR) en Nicolette van Essen vertelden over hun eigen pleegzorgsituatie. Daarnaast was er tijdens dit gesprek aandacht voor de transitie van de jeugdzorg, het festival kleurrijke pleegzorg, het werk van de organisatie Safewings en het pleegoudertevredenheidsonderzoek. Vanaf januari 2017 krijgt de pleegouderraad de mogelijkheid

Page 51: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

51

om een kandidaat voor het lidmaatschap van de rvt voor te dragen. De voorzitter bedankte de leden van de pleegouderraad voor hun inzet en grote betrokkenheid. 10-18 oktober 2015 Week van de Pleegzorg Er waren diverse activiteiten in deze week van de pleegzorg, met ook de nodige aandacht in de media. Zo bezocht wethouder Hugo de Jonge het Rotterdamse pleeggezin van Inge Breedveld. Ook

elders vonden dit soort bezoeken plaats, waarbij leden van de POR ambtenaren uit hun gemeente ontvingen. 12 november 2015, e.v. Inloopochtenden pleegouderraad De POR en FlexusJeugdplein zijn in november 2015 gestart met de maandelijkse inloopochtenden,

bedoeld voor ouders met de wat moeilijkere pleegkinderen in huis.

Een ieder is echter van harte welkom. De pleegouder staat centraal en niet een bepaalde kind-eigen problematiek of diagnose. Gaandeweg wordt bezien welke vragen nog meer leven bij pleegouders. Donderdag 12 november kwam een eerste groepje van acht pleegouders bijeen. De samenstelling van de groep was zeer divers. Er waren bestandspleegouders, maar ook twee netwerkpleegouders (oma’s). Mensen die crisisopvang deden, maar ook mensen die al heel lang voor dezelfde pleegkinderen zorgen. Wat opviel was de gemeenschappelijke factor. Men deelde allemaal de liefde

en zorg voor een kind van een ander en dit zorgde ervoor dat men makkelijk in gesprek raakte. De vraag: ‘Heb jij dat ook?’ is dan makkelijk gesteld. Helpend is herkenning en de verlichting van de relativering. Deelnemers gaven aan blij te zijn met het initiatief. Sommigen lieten weten liever een avond af te spreken. Ook is de vraag om een bepaalde doelgroep aan te spreken zoals bijvoorbeeld crisispleegzorg of netwerkpleegzorg. De organisatoren lieten weten hiermee aan de slag te gaan. November/december 2015

Pleegzorg transformeert

In het najaar werden door FlexusJeugdplein de plannen ontvouwd rondom de voorziene veranderingen binnen de pleegzorg, waarmee ook de pleegzorg de komende jaren zal meegaan in de ‘transformatie’. Dit betekent meer gebiedsgericht organiseren en inhoudelijk meer richten op het versterken van de opvoeders en minder op het zelf oplossen van de problemen. Deze beweging is van belang voor het kind, voor de organisatie van de hulp en voor het aansluiten bij de specifieke

mogelijkheden en wensen van de gemeenten. Pleegzorg wordt ingezet zolang nodig. Splitsing tussen crisis, kort, langdurig zal komen te vervallen. De uitvoering zelf, de werkwijze, van pleegzorg gaat niet echt veranderen. De kennis over werving, screening en bemiddeling verdwijnt niet. Het gaat alleen door meer mensen uitgevoerd worden. De eigen wijk, het eigen gebied, zal zich meer verbonden weten met de kinderen en gezinnen uit de wijk, de afstand wordt kleiner. Pleeggezinnen zullen makkelijker met elkaar in contact kunnen komen en steun aan elkaar hebben. De POR volgt alle ontwikkelingen (pro) actief en tracht bij te sturen, daar waar dit nodig is.

6. Samen sterk

Het jaar 2016, maar zeker ook de jaren daarna, zullen opnieuw in het teken van vernieuwing staan. Met name voor wat betreft de transitie en transformatie van de jeugdzorg en alle veranderingen die dit veroorzaakt binnen de instelling FlexusJeugdplein. De gemeenten stellen andere eisen. Als

pleegouderraad proberen wij zo goed mogelijk zicht en grip te houden op alle veranderingen met de focus op pleegzorg. Dit doen wij met elkaar, in vertrouwen en samen met de pleegouders én de bevlogen mensen van FlexusJeugdplein. We zijn er van overtuigd dat we alleen op die manier flinke stappen kunnen zetten en kunnen opkomen voor de belangen van pleegouders. De POR kijkt uit naar nieuwe leden: de speciale ‘supergewone mensen’. U bent hard nodig! Namens de pleegouderraad,

Marian Rink, voorzitter Wim de Jonge, secretaris

Rotterdam, 12 februari 2016

Page 52: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

52

6.6 Lijst van gehanteerde afkortingen AKJ Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg ALH Acuut levensreddend handelen (training) ARBO Arbeidsomstandigheden BAR de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk Bao Basisonderwijs BHV Bedrijfshulpverlening (training en functionaris)

BOZ Brancheorganisaties Zorg C-toets cliëntentoets (onderzoeksinstrument naar tevredenheid) CJG Centrum voor jeugd en Gezin CKL de gemeenten Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Lansingerland. COJ Centraal Onthaal Jongeren

CVD Centrum Voor Dienstverlening

DEI Databank Effectieve Interventies DIOO Dienst Inhoudelijke ontwikkeling en ondersteuning DOSA Deelgemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak evc eerder/elders verworven competenties GAS Goal Attainment Scale GGD Gemeentelijke geneeskundige en gezondheidsdienst GGZ Geestelijke Gezondheidszorg

GOSA Gemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak GRJR Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond HKZ Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector IJZA Informatie Jeugd Zorg Aanbieders J&O Jeugd en Opvoeding (instellingen voor geïndiceerde jeugdhulpverlening) JO/VO Jongerenopvang/vrouwenopvang (afdeling van FJP in Spijkenisse) KVO Kinderen van Verslaafde Ouders

LIRIK Licht instrument risicotaxatie kindveiligheid LVB Licht verstandelijk beperkt LCOJ Landelijk Centrum Onderwijs & Jeugdzorg MO Maatschappelijke ontwikkeling (gemeentelijke dienst Rotterdam) MO-JO Jeugd & Onderwijs, afdeling van de gemeentelijke dienst MO MPG+ Multiprobleemgezinnen Plus

MTO Medewerker Tevredenheid Onderzoek MVP Medewerker Vertrouwenspersoon MWD Maatschappelijk Werk en Dienstverlening NJi Nederlands Jeugd Instituut NIP Nederlands Instituut van Psychologen NVP Nederlandse Vereniging voor Pleegouders NVMW Nederlandse Vereniging voor Maatschappelijk Werk

NVO Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen

ONS Ouderschap na scheiding OSR Opvoedingsondersteuning Stadsregio Rotterdam PO Primair onderwijs RAS Regionale Agenda Samenleving RI&E Risico Inventarisatie en Evaluatie RTA Regionaal Transitiearrangement

ROC Regionaal Opleidingscentrum (Albeda en Zadkine) SBPN Stichting Belangenbehartiging Pleeggrootouders Nederland SOVA Sociale vaardigheden SEV Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting SISA Signaleren en Samenwerken SMW Schoolmaatschappelijk werk

SoZaWe Sociale zaken en Werkgelegenheid (gemeentelijke dienst) SPH Sociaal Pedagogische Hulpverlening (hbo-opleiding)

SPW Sociaal Pedagogisch Werk (mbo-opleiding) TTCJ Traject toewijzing commissie jongeren T-Team Thuislozenteam VO Voortgezet onderwijs ZAT Zorg Advies Team

ZRM zelfredzaamheidsmatrix ZVV Zorgvraagverduidelijking

Page 53: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

53

6.7 Organogram FlexusJeugdplein

Page 54: FlexusJeugdplein Jaardocument 2015

54

DEEL 2: JAARREKENING