Geïntegreerd Jaardocument 2018 - Horizon College

Geïntegreerd Jaardocument 2018

Naam instelling: Stichting Regionaal Opleidingen Centrum Noord-Kennemerland/ West-Friesland

Naam: Horizon College

Deloitte Accountants B.V. Voor identificatiedoeleinden. Behorend bij controleverklaring d.d. 21 juni 2019

Inhoudsopgave

Voorwoord p. 1

Bestuursverslag

Verantwoording Raad van Toezicht 2018 p. 3

Overzicht functies en nevenfuncties leden College van Bestuur en Raad van Toezicht p. 6

H1 Profiel Over het Horizon College

1.1 Onze kernactiviteit p. 7

1.2 Structuur en organisatie p. 7

1.3 Horizontale dialoog p. 8

1.4 Indicatorenbox p. 9

1.5 Branchecode Goed Bestuur MBO p. 9

H2 Beleid Onze missie, visie en doelstellingen

2.1 Missie p. 10

2.2 Visie p. 10

2.3 Doelstellingen p. 11

H3 Studenten over ons onderwijs

3.1 Studenten over ons onderwijs p. 12

H4 Kwaliteitsafspraken

4.1 Kwaliteitsplan 2015-2018 p. 13

4.1.1 Professionalisering (thema 1) p. 13

4.1.2 Taal en rekenen (thema 2) p. 13

4.1.3 Voortijdig schoolverlaten terugdringen (thema 3) p. 13

4.1.4 Beroepspraktijkvorming (thema 4) p. 14

4.1.5 Verbeteren studiesucces (thema 5) p. 14

4.1.6 Studententevredenheid (thema 6) p. 14

4.1.7 Excellentie (thema 7) ` p. 15

4.2 Kwaliteitsagenda 2019-2022 p. 16

H5 Studentenaantallen en studierendement

5.1 Studentenaantallen p. 18

5.2 Jaarresultaat p. 18

5.3 Diplomaresultaat p. 19

H6 2018 in sociaal opzicht

6.1 Visie op personeelsbeleid p. 20

6.2 Meerjarenformatiebeleid met strategische personeelsplanning p. 20

6.3 Inwerken nieuwe medewerkers p. 20

6.4 Professionele ontwikkeling p. 21

6.5 Medewerkersonderzoek p. 21

6.6 Duurzame inzetbaarheid p. 21

6.7 Ziekteverzuim p. 22

6.8 Speerpunten personeelsbeleid 2019 p. 23


H7 Formatieontwikkelingen 2018

7.1 Formatieontwikkeling per functiecategorie p. 24

7.2 Formatieontwikkeling naar leeftijd p. 24

7.3 Ontwikkeling verlofregelingen voor senioren p. 25

7.4 Beleid om de uitkeringen na ontslag te beheersen p. 25

H8 Aanvullende informatie WEB Helderheid in bekostiging

Thema 1 Uitbesteden p. 26

Thema 2 Investeren van publieke middelen in private activiteiten p. 26

Thema 3 Verlenen van vrijstelling van onderwijs en EVC’s p. 26

Thema 4 Les- en cursusgeld niet betaald door de student zelf p. 26

Thema 5 In- en uitschrijving van studenten in meer dan één opleiding tegelijk p. 27

Thema 6 Student volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven p. 27

Thema 7 Maatwerktrajecten p. 28

Thema 8 Buitenlandse studenten p. 28

H9 Algemene financiële schets

9.1 Resultaat 2018: hoger dan begroot p. 29

9.2 Toelichting op de financiële positie op balansdatum en kengetallen p. 31

9.3 Toekomstparagraaf: begroting 2019 p. 32

9.4 Continuïteitsparagraaf p. 33

Jaarrekening A1 Grondslagen voor de jaarrekening p. 39

A1.1 Balans per 31 december 2018 p. 44

A1.2 Staat van baten en lasten 2018 p. 45

A1.3 Kasstroomoverzicht 2018 p. 46

A1.4 Toelichting op de balans p. 47

A1.5 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen p. 53

A1.6 Toelichting op de staat van baten en lasten p. 54

A1.8 Wet normering bezoldigng topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector (WNT) p. 59

A1.9 Voorstel bestemming van het resultaat p. 60

A1.10 Gebeurtenissen na balansdatum p. 60

A1.11 Gegevens over de rechtspersoon p. 61

A1.12 Ondertekening jaarrekening p. 62

Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant p. 63

Nevenvestigingen p. 64


Pagina 1 van 65

Voorwoord

Het jaar 2018 betekende voor het Horizon College een jaar van verdere verbetering en vernieuwing.

Verdere verbetering om te komen tot wie we, gezien onze strategische visie, willen zijn. Als school en als

mensen. Verbetering op het gebied van de onderwijskwaliteit, en ook de ondersteuning daarvan.

Verbetering in onze contacten met ‘binnen’ en vooral ook met ‘buiten’. We hebben stappen gezet, en we

zijn er nog niet.

Er zijn zo veel nieuwe en mooie initiatieven in gang gezet, dat het bijna te veel is om op te noemen. Toch

wil ik een paar van die initiatieven graag benoemen.

Lange Frans heeft bij mij een diepe indruk nagelaten. De manier waarop hij met onze studenten een

videoclip heeft gemaakt en het liveoptreden op 5 mei op het bevrijdingsfestival in Alkmaar heeft neergezet

over onze visie en onze school, vond ik prachtig, professioneel en ontroerend. Dat was helemaal hart en

groeien tot wie je bent!

Maar natuurlijk is er ook de energie die gezamenlijk door docenten en studenten wordt geleverd in de

Skills-kampioenschappen of in de kwaliteit van de opleiding die leidt tot het predicaat Topopleiding. En de

teams maken steeds meer contact met het werkveld, voelen zich steeds meer eigenaar van hun opleiding

en willen deze goed in de markt zetten.

Daarnaast noem ik alle voorbereidingen van de collega’s om met onze nieuwe school in Purmerend echt

zichtbaar te maken wat onze visie is. Waar ik ook grote bewondering voor heb, zijn de docenten en

studenten van Entree, waar jonge mensen met aangrijpende verhalen binnenkomen en wordt geknokt om

hen verder te brengen als mens en student. Met de Way2Go-prijs die daar een spotlight op richt.

En dit zijn maar een paar voorbeelden die in het oog gesprongen zijn. Ook verdienen al die collega’s en

studenten een dikke pluim, die elke dag buiten de schijnwerpers hun steentje bijdragen om de school te

worden die we willen zijn. Onze collega’s aan de recepties bijvoorbeeld; zo vaak hoor ik van bezoekers

terug dat ze zo fijn werden ontvangen en zich welkom voelden. En onze conciërges die steeds meer, naast

al hun dagelijkse harde werken, stappen zetten om de visie te zijn. Of onze Ondernemingsraad en

Studentenraad die steeds meer van zich laten horen en heel gericht bezig zijn om hun steentje bij te

dragen aan het neerzetten van de visie.

En zijn ook nieuwe initiatieven zoals HIL (Horizon Innovatie Lab), dat op een heel onconventionele manier

innovaties probeert vlot te trekken, de ‘kan-welbrigade’, die stroperige onderwerpen van een antwoord

probeert te voorzien, en collega’s die de buitenwereld intrekken om het gebied van contractonderwijs weer

de plek te geven binnen het Horizon College die het verdient. En de Horizon Academie waarin we gaan

professionaliseren voor en door collega’s.

Kwaliteitsagenda

Het komende jaar zullen we nog veel meer van deze stappen zetten. De geest is uit de fles en gaat niet

meer terug. Afgelopen jaar hebben we weer een kwaliteitsagenda opgezet, voor 2019 tot en met 2022. We

hebben in deze kwaliteitsagenda de voorwaarden van de minister, onze ambities om de visie te realiseren,

datgene wat we nu al doen en het geld dat we beschikbaar hebben bij elkaar gebracht. Dat zal overzicht en

richting gaan geven, op een manier die ruimte laat aan teams om de hoe-vraag in te vullen. Want die blijft

steeds bovenaan staan. In de teams zit de kennis over ons werk, collega’s in de teams zijn eigenaar van

hun werk.

Duurzame inzetbaarheid en werkplezier

In 2018 zijn we gestart met de coaches duurzame inzetbaarheid. Om voor iedereen een ‘plek voor gesprek’

te hebben. Zij hebben inmiddels met veel collega’s gesproken over hun ervaringen, wensen en verlangens

rond hun loopbaan, en zullen ook het komende jaar beschikbaar zijn voor iedereen. Natuurlijk naast alle

andere mogelijkheden om een gesprek te hebben, binnen en buiten de school. Echter, niet in de laatste

plaats door het medewerkersonderzoek, is ons nog duidelijker geworden dat werkdruk–werkplezier een

issue is in onze school. Dat heeft ertoe geleid dat we rond de zomer als directieteam hebben besloten dit

onderwerp tot onze hoogste prioriteit te maken voor de komende twee jaar. We willen in het volgende Deloitte Accountants B.V. Voor identificatiedoeleinden. Behorend bij controleverklaring d.d. 21 juni 2019

Pagina 2 van 65

medewerkersonderzoek echt een kentering kunnen waarnemen. Er zijn al heel mooie voorbeelden van

teams die zelf al goed aan de slag zijn om samen de werkdruk om te buigen naar werkplezier.

Daarnaast hebben we besloten om alle teams in 2019 een voor hen passend aanbod te doen om nog verder

te komen met het voeren van het goede gesprek. Soms omdat het als team moeilijk is om dit gesprek op

tafel te krijgen bij je leidinggevende, soms omdat teams onderling niet goed met elkaar kunnen spreken,

soms omdat het fijn is dat een gesprek dat al goed loopt, toch nog nieuwe impulsen krijgt.

Het gaat echt goed met het Horizon College

Het gaat echt goed met het Horizon College. Onze omgeving geeft steeds vaker signalen af dat het Horizon

College weer terug is. We openen in juli 2019 een prachtig nieuw gebouw in Purmerend. We winnen prijzen

bij nationale wedstrijden. We hebben twee miljoen euro subsidie binnengehaald voor innovatie van ons

techniekonderwijs. We zijn bij de telling van oktober 2018 gegroeid met 563 studenten. We zijn in de

Keuzegids MBO gestegen van de 27e naar de 21e plaats en we hebben drie onderwijsteams met zes

Topopleidingen.

Tot slot

Als ik terugkijk op het afgelopen jaar en vooruitkijk naar het komende jaar overheerst bij mij vooral de

trots op wat we doen. Hoe mooi is het dat we een stukje mogen meelopen in de ontwikkeling van mensen.

De jonge mensen die onze studenten nog steeds zijn. Maar ook de niet meer heel jonge mensen die we zelf

zijn en hopelijk steeds meer niet zo heel jonge studenten die we bij een Leven Lang Leren binnenkrijgen.

Anja Grootoonk Voorzitter College van Bestuur


Pagina 3 van 65

Verantwoording Raad van Toezicht 2018

Het jaar 2018 was een jaar van verdere vernieuwingen in het Horizon College, constateert de Raad van

Toezicht. De in 2017 vastgestelde en door de Raad van Toezicht omarmde strategische visie krijgt verder

vorm. Het eerder, door het College van Bestuur voorgestelde, gewijzigde besturingsmodel ontwikkelt zich

verder.

In 2018 is de Raad van Toezicht (verder: de Raad) vijf keer regulier bijeengekomen, steeds in

aanwezigheid van het College van Bestuur (verder: de bestuurder). Daarnaast heeft de Raad overleg gehad

met de Ondernemingsraad en de Studentenraad.

Andere samenstelling Raad in 2018

Van twee leden, mevrouw P. (Pia) Kraak en de heer G. (Gerrit) Valk heeft de Raad op 26 april 2018

afscheid genomen. Aan de hand van een ledenprofiel dat is opgesteld met advies van de bestuurder, de

Ondernemingsraad en de Studentenraad, zijn per diezelfde datum mevrouw I. (Iet) van Slageren en de

heer F. (Friedo) de Valk tot de Raad toegetreden. Mevrouw Van Slageren is op voordracht van de

Ondernemingsraad benoemd.

Auditcommissie

De auditcommissie is in 2018 vijf keer bijeengeweest, voorafgaand aan de vergaderingen van de Raad.

Daarbij zijn in de regel de bestuurder en het hoofd Financieel-Economische Zaken (FEZ) aanwezig. De

auditcommissie verdiept zich in bedrijfseconomische zaken en adviseert de Raad daarbij. Belangrijke

onderwerpen in 2018 waren de verdere ontwikkeling van business control en de doorontwikkeling van

risicomanagement. De auditcommissie heeft deze onderwerpen met de bestuurder en de controller

besproken.

Overleg met Ondernemingsraad en Studentenraad

Periodiek overlegt een lid van de Raad met de Ondernemingsraad. Daarnaast vindt jaarlijks een overleg

plaats tussen beide voltallige raden. In dit jaarlijkse overleg zijn de volgende onderwerpen besproken: de

evaluatie van het eenhoofdige besturingsmodel, de voortgang van het strategische-visietraject, de

strategische personeelsplanning, de financiële ontwikkelingen en de nieuwbouw in Purmerend. De Raad

constateert dat de verhouding tussen de bestuurder en de Ondernemingsraad onveranderd positief en

plezierig is.

De voorzitter en de vicevoorzitter overleggen ten minste één keer per jaar met de Studentenraad.

Evaluatie functioneren College van Bestuur

In 2017 heeft de Raad unaniem besloten om door te gaan met één bestuurder en de vacature voor een lid

vooralsnog onvervuld te laten. Daarbij heeft de Raad een aantal ontwikkelen aandachtspunten

geformuleerd, die de remuneratiecommissie halverwege 2018 in het evaluatiegesprek met de bestuurder

heeft besproken. De Raad heeft een positief oordeel over de behaalde resultaten, met name over het tot

stand komen van de strategische visie, het aangaan van de interne dialoog, de ruimte voor

innovaties/verbeteringen en de extra aandacht voor het op orde brengen van de basisfaciliteiten. De wijze

waarop de bestuurder haar opdracht heeft aangepakt, wordt door de Raad als positief en goed beoordeeld.

Met de bestuurder zijn resultaatafspraken voor het schooljaar 2018/2019 gemaakt. Deze afspraken worden

in de loop van 2019 met de bestuurder geëvalueerd.

Strategische visie

De strategische visie die de organisatie aan de hand van de methode van waarderend ontwikkelen heeft

opgesteld en die in juli 2017 door de Raad werd goedgekeurd, kreeg in 2018 meer vorm. De Raad is

hierover door de bestuurder geïnformeerd. De Raad ziet ook dat de organisatie zich in de richting van de

nieuwe visie beweegt en dat er stappen in de juiste richting worden gezet.

Aandacht voor onderwijs

De Raad bespreekt regelmatig met de bestuurder het gevoerde beleid, aan de hand van rapportages over

studentenpopulatie, studiesucces en studententevredenheid. Daar waar de Raad nog ruimte voor Deloitte Accountants B.V. Voor identificatiedoeleinden. Behorend bij controleverklaring d.d. 21 juni 2019

Pagina 4 van 65

verbetering ziet, bespreekt de Raad dit met de bestuurder. Ook het rapport van de inspectie over het

herstelonderzoek bestuur en opleidingen, dat begin 2018 verscheen, is door de Raad met de bestuurder

besproken.

Personeelsontwikkelingen

Aan de hand van diverse rapportages heeft de Raad met de bestuurder gesproken over de

personeelsontwikkeling. De Raad ziet medewerkers als een kritische succesfactor en spart regelmatig met

de bestuurder over de mogelijkheden om hun professionaliteit te vergroten en te stimuleren. Daarnaast

spreekt de Raad, net als de bestuurder, zijn zorgen uit over de toenemende ervaren werkdruk. Hierover

voert de Raad het gesprek met de bestuurder en ook met de Ondernemingsraad.

Financieel op orde

Volgens de Raad heeft het Horizon College – net als in voorgaande jaren – zijn financieel beleid op orde. De

bestuurder informeert de Raad op tijd en volledig en houdt zich aan het financiële kader dat de Raad heeft

vastgesteld. De Raad heeft het geïntegreerd jaardocument 2017 met de accountant en de bestuurder

besproken en goedgekeurd. Tevens heeft de Raad goedkeuring gehecht aan de Kaderbrief begroting 2019-

2022, de begroting 2019 en de meerjarenbegroting 2018-2022.

Ontwikkeling nieuwbouw

De bestuurder heeft de Raad regelmatig geïnformeerd over de ontwikkelingen rond de nieuwbouw in

Purmerend. Hierbij wordt gesproken over zowel de bouw, de inrichting van het pand, de samenwerking op

dit punt met ROC Regio College en over de financiering. De Raad heeft met name de financiering op de voet

gevolgd, omdat de door de bestuurder gewenste constructie van schatkistbankieren geen eenvoudig proces

bleek en de financiering van de nieuwbouw onder druk kwam te staan. De Raad heeft er bij de bestuurder

op aangedrongen om ook alternatieven voor het schatkistbankieren te onderzoeken en voor te bereiden.

Het stemt de Raad positief dat de financiering voor de nieuwbouw is afgerond. Daarnaast is de Raad

verheugd te vernemen dat de ontwikkelingen in Purmerend conform planning verlopen.

ICT-ontwikkelingen

De Raad is meerdere keren geïnformeerd over de ontwikkelingen op ICT-gebied. Ook de ontwikkelingen in

de ICT-infrastructuur en de ondersteuning daarvan, en de ontwikkelingen van ICT in het onderwijs worden

op de voet gevolgd. Tevens zijn belangrijke onderwerpen als informatiebeveiliging en de AVG (Algemene

verordening gegevensbescherming) niet onbesproken gebleven. De Raad onderschrijft net als de

bestuurder het belang van effectieve informatiebeveiliging en dringt erop aan dit belang ook onder de

aandacht van medewerkers en studenten te brengen.

Vertegenwoordiging landelijk platform RvT’s

De vicevoorzitter vertegenwoordigt de Raad bij de bijeenkomsten van het landelijk Platform Raden van

Toezicht voor mbo-instellingen. De bijeenkomsten van het platform zijn gericht op beleidsontwikkeling in de

mbo-sector en professionalisering van de raden van toezicht.

Scholing en ontwikkeling van de Raad

Jaarlijks evalueert de Raad zijn functioneren. Omdat in de loop van 2018 twee van de vijf leden nieuw zijn

toegetreden, heeft de Raad besloten de evaluatie dit jaar een andere invulling te geven. Via een

inspirerend, interactief programma zijn de context en toekomstbeelden van het Horizon College verkend en

is daarover van gedachten gewisseld. Ook is stilgestaan bij de Kwaliteitsagenda 2019-2022, zodat de Raad

goed op de hoogte is van de inhoudelijke ontwikkeling daarop.

De Raad heeft aangegeven graag meer inhoudelijk het gesprek te willen voeren over een aantal thema’s,

bijvoorbeeld over de personele ontwikkelingen. Hiermee wordt ook tegemoetgekomen aan de wens van de

bestuurder om in de Raad meer een sparringpartner te treffen.


Pagina 5 van 65

Overzicht besluiten Raad van Toezicht 2018

Goedkeuringen

• De Raad keurt de jaarrekening over 2017 en het bestuursverslag 2017 (samen het Geïntegreerd

Jaardocument 2017) goed en verleent decharge aan de bestuurder voor het gevoerde beleid.

• De Raad keurt de Kaderbrief begroting 2019-2020 goed.

• De Raad keurt de begroting 2019 goed.

• De Raad keurt de meerjarenbegroting 2018-2022 en de meerjareninvesteringsbegroting 2018-2022

goed.

• De Raad keurt het voorstel Europese aanbesteding inhuur externe personeelsdiensten, het voorstel

Europese aanbesteding Marketing Conversie Offline Online en het voorstel Europese aanbesteding

Catering goed.

Besluiten • De Raad besluit tot benoeming van mevrouw Van Slageren en de heer De Valk als leden van de Raad

van Toezicht.

Wie zitten er in de Raad van Toezicht?

De samenstelling van de Raad op 31 december 2018 is:

• Dhr. J. (Jan) Franx (voorzitter; voorzitter van de remuneratiecommissie)

• Dhr. F. (Friedo) de Valk (vicevoorzitter en secretaris; vicevoorzitter en secretaris van de

remuneratiecommissie)

• Dhr. J. (John) Brinker (lid; lid van de auditcommissie)

• Dhr. T. (Tom) Cohen (lid; voorzitter van de auditcommissie)

• Mevr. I. (Iet) van Slageren (lid op voordracht van de Ondernemingsraad)


Pagina 6 van 65

Overzicht functies en nevenfuncties leden College van Bestuur en Raad van Toezicht

(peildatum: 31 december 2018)

College van Bestuur

Mevrouw Anja Grootoonk

• Lid Commissie Ethiek VKBBO, beroepsvereniging van bestuurders in het beroepsonderwijs

Raad van Toezicht

De heer Jan Franx

Wethouder Financiën gemeente Gooise Meren

• Directeur adviesbureau Jan Franx

Mevrouw Pia Kraak (lid Raad van Toezicht tot 26 april 2018)

Eigenaar organisatieadviesbureau Kraak Organisatie & Management

• Lid dagelijks bestuur van het landelijk Platform Raden van Toezicht MBO

• Lid Raad van Toezicht stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam

De heer Gerrit Valk (lid Raad van Toezicht tot 26 april 2018)

Voorzitter Veteraneninstituut

Eigenaar organisatieadviesbureau Valk Advies

• Voorzitter Stichting Continuïteit AZ

• Voorzitter Raad van Toezicht Stichting de Waerden

• Lid Raad van Toezicht Carantegroep

• Vicevoorzitter Raad van Toezicht SKOA

• Lid Raad van Toezicht Basisscholen Present

• Lid Raad van Commissarissen Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord

• Voorzitter Raad van Toezicht Stedelijk Museum Alkmaar

De heer Tom Cohen

Algemeen Directeur Oogcentrum Noordholland

• Lid Raad van Toezicht/voorzitter auditcommissie NHL Stenden

• Lid bestuur branchevereniging Zelfstandige Klinieken Nederland

De heer John Brinker

Toezichthouder De Nederlandsche Bank

Mevrouw Iet van Slageren (lid Raad van Toezicht vanaf 26 april 2018)

Directeur bedrijfsondersteuning, lid dagelijks bestuur Partners voor Jeugd, William Schrikker

Jeugdbescherming

• Directeur groot aandeelhouder van Infortune BV.

De heer Friedo de Valk (lid Raad van Toezicht vanaf 26 april 2018)

Directeur Studentenzaken Universiteit van Amsterdam en Hogeschool van Amsterdam

• Directeur De Valk Hulsbergen BV.

• Lid Raad van Advies Vebego (care en cure)

• Bestuurslid Stichting Huiskamerconcerten Zeeland

• Gastdocent ‘Innovatie en ondernemen’, Universiteit Tilburg en Erasmus Universiteit Rotterdam


Pagina 7 van 65

1 | Profiel

Over het Horizon College

In dit hoofdstuk leest u wie wij zijn en wat we doen (paragraaf 1.1). U ziet hoe onze organisatiestructuur in

elkaar zit (paragraaf 1.2). Ook krijgt u zicht op hoe de centrale medezeggenschap op het Horizon College

georganiseerd is en hoe wij communiceren met onze omgeving (paragraaf 1.3). Wij sluiten dit hoofdstuk af

met de indicatorenbox (paragraaf 1.4) en de verklaring over de Code Goed Bestuur (paragraaf 1.5).

1.1 Onze kernactiviteit

Het Horizon College is een regionaal opleidingencentrum (roc) in Noord-Kennemerland, West-Friesland en

Zaanstreek-Waterland. Wij bestaan sinds 1998. Onze onderwijsinstelling telt ruim 12.000 studenten –

zowel jongeren als volwassenen – en iets meer dan 1.000 fte medewerkers. Daarmee zijn wij de grootste

onderwijsinstelling boven het Noordzeekanaal. Vestigingen van het Horizon College staan in Alkmaar,

Heerhugowaard, Hoorn en Purmerend.

Wat doen wij?

Het Horizon College draagt kennis, kunde en vaardigheden over voor de persoonlijke en professionele

ontwikkeling van inwoners, ondernemers en werkgevers uit de regio. Wij bieden:

• beroepsonderwijs in techniek, economie, handel en dienstverlening, gezondheidszorg en welzijn, op

verschillende niveaus (inclusief Entree) en in verschillende leerwegen;

• volwasseneneducatie: beroepsgerichte educatie en inburgeringscursussen;

• opleidingen in het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo): vmbo, havo en vwo;

• contractactiviteiten voor het bedrijfsleven.

Waar komen onze studenten terecht?

Van onze studenten zijn de meesten na hun opleiding direct inzetbaar op de arbeidsmarkt. Ze vinden vooral

werk in het midden- en kleinbedrijf. Daarnaast studeert een grote groep van hen verder aan het hbo.

Rechtsvorm

Het Horizon College is een stichting, opgericht in 1996. Voluit heten we de Stichting Regionaal Opleidingen

Centrum Noord-Kennemerland/West-Friesland.

1.2 Structuur en organisatie

Gedurende heel 2018 werd de organisatie bestuurd door mevrouw A.J. Grootoonk. Zij vormt het College

van Bestuur. Het College van Bestuur stuurt acht directeuren aan. Zij zijn verantwoordelijk voor de

uitvoering van het onderwijs en voor drie ondersteunende afdelingen: Bestuurs- en

Managementondersteuning, Facilitair Bedrijf en ICT.


Pagina 8 van 65

1.3 Horizontale dialoog

In gesprek zijn met onze omgeving, binnen en buiten het Horizon College, hoort bij onze visie en vinden wij

belangrijk. Het afgelopen jaar hebben wij de kwaliteit en de intensiteit van deze dialoog met elkaar verder

ontwikkeld en versterkt. De Ondernemingsraad en Studentenraad laten meer van zich horen en zijn heel

gericht bezig zijn om hun steentje bij te dragen aan het neerzetten van de visie. Zij maken daarin een

mooie ontwikkeling door. Het contact met de buitenwacht hebben wij verder vorm gegeven

Ondernemingsraad

In onze Ondernemingsraad (OR) zijn de onderwijssectoren en de centrale diensten Bestuurs- en

Managementondersteuning, Facilitair Bedrijf en ICT vertegenwoordigd. De OR bestaat uit elf leden. Zij

worden bij hun werkzaamheden ondersteund door een ambtelijk secretaris. De in het voorjaar van 2018

gehouden verkiezing heeft geleid tot een nieuwe OR per augustus 2018.

De leden van de OR hebben ook in 2018 wekelijks overlegd in vergaderingen en commissies. Daarnaast

heeft de OR regelmatig overlegd met het College van Bestuur en de Raad van Toezicht.

De OR heeft maandelijks met het College van Bestuur overlegd over actuele (beleids)zaken.

De Raad van Toezicht, het College van Bestuur en de OR zijn in 2018 één keer bijeengekomen om elkaar te

informeren over elkaars werkwijze en standpunten. Eén keer heeft de OR overlegd met de voorzitter en

secretaris van de Raad van Toezicht.

Studentenraad

De Studentenraad (SR) heeft instemmings- en adviesrecht op zaken van het Horizon College, die het

onderwijs en de studenten betreffen. Voorbeelden hiervan zijn klachtenregelingen, planning en organisatie

van onderwijs, veiligheid in de school en privacybeleid. De SR kan eigen initiatieven voorleggen en is

namens de studenten de directe gesprekspartner voor de bestuurder. Een aantal keer per jaar heeft de SR

formeel overleg met de bestuurder. Daarnaast weet de SR de bestuurder ook buiten deze overleggen te

vinden. De ontwikkeling van de SR uit zich onder andere in de verbeterde zichtbaarheid van de SR en de

inititatieven die vanuit de SR ontspruiten.

Contact met onze omgeving

Contact met onze omgeving vinden wij belangrijk. Niet alleen om mensen te informeren, maar zeker ook

om informatie op te halen en te overleggen. Zowel binnen als buiten onze school. Binnen de school

informeren en overleggen wij met onze (potentiële) studenten, met hun ouders en met onze medewerkers.

Buiten de school houden wij ruggespraak met onder meer:

• scholen uit het voortgezet onderwijs, bijvoorbeeld via regionale samenwerking in arrangementen met

het voortgezet onderwijs;

• collega-roc’s, onder andere over de afstemming van ons aanbod en over verdere samenwerking;

• hbo-instellingen, zodat we onze leerwegen met het hbo kunnen afstemmen;

• instellingen voor jeugdhulpverlening, die werken met onze studenten;

• bedrijven waarvoor wij (toekomstige) werknemers opleiden. Met hen overleggen we over beleid, maar

ook over de vormgeving van opleidingen en stages. Zo stemmen we ons onderwijsaanbod optimaal af

op de praktijk;

• gemeenten, omdat zij een sturende en coördinerende rol vervullen bij leer- en kwalificatieplicht. Ook

voeren we met hen georganiseerd overleg over voortijdig schoolverlaten en het sociaal ondersteunen

van studenten met problemen;

• werkgeversorganisaties, waarvoor we bijvoorbeeld stakeholdersbijeenkomsten organiseren met

beleidsbepalers;

• werknemersorganisaties, die we vooral treffen in het instituutsgewijs georganiseerd overleg (IGO);

• Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid (RPA) NHN,

• Onwikkelingsbedrijf-NHN, en

• de Kamer van Koophandel.


Pagina 9 van 65

1.4 Indicatorenbox

2015 2015

vergelij-

kings-

groep

2016 2016

vergelij-

kings-

groep

2017 2017

vergelij-

kings-

groep

2018*

Indicator

Liquiditeit 0,50 1,32 0,24 1,4 0,14 1,11 0,80

Solvabiliteit 0,59 0,51 0,58 0,52 0,55 0,53 0,45

Rentabiliteit 4,29 3,95 -5,28 0,95 -4,61 0,75 0,26

2015 -

2016

2015 -

2016

vergelij-

kings-

groep

2016 -

2017

2016 -

2017

vergelij-

kings-

groep

2017 –

2018

2017 –

2018

vergelij-

kings-

groep

Indicator

Diplomaresultaat 75,8% 74,3% 77,0% 74,5% 75,8%** 71,5%

Jaarresultaat 75,1% 73,2% 75,3% 73,0% 74,1%** 70,7%

Percentage nieuwe

vsv’ers

4,6% 5,0% 4,3% 5,2% 4,7% 5,5%

Bron: DUO1

* Bron: Horizon College, zie hoofdstuk 9, pagina 31

** Bron: Horizon College zie hoofdstuk 5, pagina 18-19

1.5 Branchecode Goed Bestuur MBO

Wij voldoen aan de vereisten van de Branchecode Goed Bestuur MBO.

1 Voorlopige cijfers DUO, https://www.duo.nl/open_onderwijsdata/publicaties/indicatoren/, laatst geraadpleegd op 26

april 2019, 11:26.


https://www.duo.nl/open_onderwijsdata/publicaties/indicatoren/

Pagina 10 van 65

2 | Beleid

Onze missie, visie en doelstellingen

Het Horizon College heeft een duidelijk beeld van hoe goed onderwijs eruit moet zien, en welk beleid

daarbij past. In dit hoofdstuk leest u wat onze missie (paragraaf 2.1), visie (paragraaf 2.2) en

doelstellingen (paragraaf 2.3) zijn.

2.1 Missie

Het Horizon College wil kennis, kunde en vaardigheden overdragen door onderwijs en advies te geven aan

inwoners, ondernemers en werknemers boven het Noordzeekanaal. Wij dagen hen uit om zich professioneel

en persoonlijk te ontwikkelen, zodat ze een duurzame plek kunnen innemen op de arbeidsmarkt. Zo

stimuleren we uiteindelijk de sociaaleconomische ontwikkeling van de regio.

2.2 Visie

Bij het Horizon College maken we onze naam waar: we geven middelbaar beroepsonderwijs dat bij de

student past en zijn of haar horizon groter maakt. We leren onze studenten niet alleen een vak met

toekomst, we leren ze ook te groeien tot wie zij zijn.

wij zijn een organisatie met een hart

Met enthousiasme gaat veel vanzelf. Daarom vinden we het

belangrijk dat je je welkom en veilig voelt bij ons. Want als je met

plezier leert… dan leer je het meest.

Bij het Horizon College is er aandacht voor iedereen. Je ontmoet er

enthousiaste mensen die er zin in hebben en betrokken zijn bij jou.

De vraag wat kan ik van je leren? stellen we vaak aan elkaar. Onze

school is een hechte leergemeenschap: een school met

aantrekkingskracht en uitstraling. Studenten en medewerkers leren

van elkaar. Je bent er graag. En we doen wat we beloven.

wij nodigen je uit om te groeien tot wie je bent

We helpen je hierbij. Bij het Horizon College word je uitgenodigd je

talenten te ontwikkelen en in te zetten, binnen en buiten de school.

Je waardeert talenten van anderen. Het spreekt vanzelf dat onze

gebouwen plekken zijn waar je graag komt. Het bruist er en er is

ruimte voor van alles. Leren is proberen! Je zet je creativiteit volop in

en je benut kansen waar je ze maar ziet. Bij ons leer je

eigenaarschap te nemen. Fouten maken mag en is zelfs nodig - als je

er maar van leert. En natuurlijk begeleiden we je als je er even niet

uitkomt.

wij maken eigenzinnig onderwijs

Ons onderwijs geeft je vleugels; het maakt je zelfstandig. Je talenten

inzetten geeft energie en richting: je komt vooruit. Onze lessen zijn

inspirerend en aantrekkelijk; onze stages realistisch en divers.

Horizon-docenten zijn aansprekend en aanspreekbaar. We bieden

innovatieve, inspirerende en afwisselende

leeromgevingen. Leren doe je overal en altijd: op school, bij onze

stagebedrijven, thuis. Je vak leren bij het Horizon College geeft je

waardevolle herinneringen.

Het blijft je bij. Je kunt bij ons een leven lang leren. Wij bieden

iedereen blijvend toegang tot een grote leergemeenschap, ook als je

al werkt.


Pagina 11 van 65

wij vormen een samenleving die deel is van de wereld

Bij het Horizon College opent jouw horizon zich vanaf de eerste dag.

Dat merk je aan hoe we met elkaar omgaan: open, positief en

helder. Onze school is een samenleving op zich. Je leert er ook de

normen en taal waar je iets aan hebt in je toekomstig werk of

verdere ontwikkeling. Je past meteen toe wat je leert. School is niet

alleen leslokaal, maar vooral praktijk, winkel, studio en kliniek. Je

werkt voor klanten en opdrachtgevers. Binnen school, buiten school.

Voor jouw toekomst werken we nauw samen met allerlei scholen,

bedrijven en instellingen, ook in het buitenland.

Onderwijs is verbinding. Verbinding tussen de docent en de student. Tussen studenten in de klas. Tussen

alle medewerkers. Tussen teams en managers. Tussen stagebedrijven en school. En ook verbinding met

ouders en alle andere partners waarmee we ons werk doen. Alleen samen kunnen we worden wat we willen

zijn. Alle collega’s, studenten, relaties en andere partners nodigen wij uit om mee te doen. Door elkaar te

ontmoeten. Elkaar te leren kennen. Door onze krachten te bundelen. Door de juiste vragen te stellen en

goed te luisteren. Door te focussen op dat wat ons verder helpt naar de volgende horizon. Door heldere

afspraken te maken. Knopen door te hakken. Door te accepteren dat groei soms ook wrikt. Door te leren

van fouten. Door ook te blijven lachen en plezier te maken. Door te blijven ondernemen en vernieuwen. Op

deze manier worden we de school die we willen zijn. Sommige zaken zijn snel te veranderen, andere

vragen meer tijd. Met de juiste combinatie van geduld, daadkracht en ambitie blijven we vooruitgaan. Zo

maken we stap voor stap samen van het Horizon College de school die in de visie beschreven staat.

2.3 Doelstellingen

Onze belangrijkste doelstelling is om de student centraal te stellen. Wij begeleiden hen intensief, om hen te

helpen de beste versie van zichzelf te worden en om te voorkomen dat ze uitvallen. Deze begeleiding is

cruciaal in een tijd waarin adolescenten bestookt worden met indrukken en veel keuzes moeten maken.

Daarnaast verbeteren wij voortdurend de kwaliteit van ons onderwijs en zorgen we voor een optimale

aansluiting bij de toekomstige beroepspraktijk. Tot slot streven wij ernaar sterk verankerd te zijn in de

regio. Daarom werken we samen met bedrijven, andere scholen, gemeenten en andere betrokkenen.


Pagina 12 van 65

3 | Studenten over ons onderwijs

3.1 Studenten over ons onderwijs

We vinden het belangrijk dat onze studenten tevreden zijn. De afgelopen jaren zijn er tal van inspanningen

gepleegd op het verhogen van de tevredenheid van de studenten.

Begin 2018 is de jaarlijkse studentenenquête afgenomen. Studenten zijn positief over de

informatievoorziening, de lessen en docenten, de begeleiding, toetsen en examens, de

beroepspraktijkvorming en bepaalde voorzieningen zoals de beschikbaarheid van computers. Hoewel het

nog beter kan, leiden we uit de resultaten af dat de inspanningen op het gebied van bejegening en

feedback, de boekenlijsten en de roostering vruchten beginnen af te werpen.

Klachten

Het Horizon College streeft naar een zo goed mogelijke dienstverlening. Toch kan er aanleiding voor een

klacht zijn. Om die goed te kunnen behandelen, bestaat een klachtenregeling. Wij horen graag wat er in

het Horizon College nog verbeterd kan worden. Klachten zijn eenvoudig schriftelijk in te dienen met een

brief, mail of via een invulformulier op onze website.

In 2018 zijn er in totaal 59 formele klachten door studenten ingediend over onderwijszaken. In figuur 3.1

ziet u waarover deze klachten gingen. Daarvan waren er zeven klachten voor het Facilitair Bedrijf, inclusief

klachten over de ICT. We hebben geprobeerd om alle klachten goed op te lossen en waar mogelijk zijn

verbetertrajecten gestart.

Klachten in verband met de sociale veiligheid (zoals seksuele intimidatie, agressie, geweld of discriminatie)

kunnen besproken worden met een vertrouwenspersoon. Als dat niet mogelijk is dan bestaat de

mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de Klachtencommissie Sociale Veiligheid.

Figuur 3.1 | Onderwerpen van onderwijsklachten van 2014 tot en met 2018

2014 2015 2016 2017 2018

Instroom 12 19 12 1 5

Uitstroom 4 5 2 1 2

Onderwijs 30 31 22 21 14

Examens 48 32 34 36 20

Begeleiding 7 1 15 7 6

Beroepspraktijkvorming 6 5 3 1 5

Organisatie 21 16 15 7 7

Overig 5 5 9 3 -

TOTAAL 133 114 112 77 59

Bron: Horizon College, afd. O&K, datum: 24 april 2019


Pagina 13 van 65

4 | Kwaliteitsafspraken

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stelt extra middelen beschikbaar om de

onderwijskwaliteit in het middelbaar beroepsonderwijs te verbeteren. In dit hoofdstuk leest u hoe het

Horizon College aan die onderwijskwaliteit werkt. In de paragrafen 4.1.1 tot en met 4.1.7 nemen wij u mee

in de activiteiten die we hebben uitgevoerd in het kader van het Kwaliteitsplan 2015-2018. Deze activiteiten

concentreren zich rond zeven thema’s: professionalisering (paragraaf 4.1.1), taal en rekenen (paragraaf

4.1.2), voortijdig schoolverlaten terugdringen (paragraaf 4.1.3), beroepspraktijkvorming (paragraaf 4.1.4),

verbeteren studiesucces (paragraaf 4.1.5), studententevredenheid (paragraaf 4.1.6) en excellentie

(paragraaf 4.1.7). Daarnaast hebben wij in 2018 veel inspanningen verricht in het kader van het vervolg

van de kwaliteitsafspraken: de Kwaliteitsagenda 2019-2022 (paragraaf 4.2).

4.1 Kwaliteitsplan 2015-2018

Wij werken aan de kwaliteit van ons onderwijs, onder andere aan de hand de van zeven thema’s die wij in

ons Kwaliteitsplan 2015-2018 hebben opgenomen. Zes daarvan heeft ook de minister belangrijk genoemd

voor kwaliteitsverbetering; deze zijn opgenomen in de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2015-2018. Als

zevende thema hebben wij studententevredenheid toegevoegd. Jaarlijks hebben wij de ontwikkelingen op

deze thema’s geevalueerd en waar nodig stelden we de activiteiten bij. In februari 2018 hebben wij de

minister een evaluatie gestuurd over onze activiteiten in 2017 en onze ambities voor de komende jaren. Dit

hoofdstuk biedt u een samenvatting hiervan.

4.1.1 Professionalisering (thema 1)

Het Horizon College geeft strategische prioriteit aan professionalisering, want kwalitatief goed onderwijs is

alleen mogelijk met deskundige, vakbekwame en professionele medewerkers. Als zij de ontwikkelingen in

hun vakgebied op de voet volgen, kan ons onderwijs optimaal aansluiten bij de wensen van onze

studenten.

In 2018 zijn er diverse inspanningen gedaan. We hebben de bekwaamheid van het management bevorderd.

We hebben in teams gewerkt aan onder ander peerreviews, effectiviteit en taakverdelingsbeleid. We

hebben de kwaliteit van HRM verbeterd door te werken aan bijvoorbeeld kennisdeling en begeleiding van

stervende medewerkers. En we hebben de ambitites ten aanzien van het lerarenregister gerealiseerd door

bijvoorbeeld meer docenten een mastertraject te laten volgen, de inzet van ICT in het onderwijs te

verbeteren en nog meer aandacht te geven aan examinering.

4.1.2 Taal en rekenen (thema 2)

Het Horizon College richt zich erop het taal- en rekenonderwijs duurzaam te verbeteren en te verankeren in

ons onderwijsaanbod, zoals vastgelegd is in de wetgeving. Het taal- en rekenonderwijs heeft een vaste

plaats binnen de sectoren, waarbij elke sector zijn eigen accenten legt en verantwoordelijk is voor het

behalen van de doelstelling. Op het Horizon College als geheel zetten we verschillende activiteiten in om

het taal- en rekenniveau van studenten te verhogen. Zo wordt, om het startniveau voor taal en rekenen te

bepalen, bij iedere nieuwe student een niveautoets op lezen, taal en rekenen afgenomen. Wie lager scoort

dan het gewenste startniveau van zijn opleiding, wordt geholpen met een ondersteuningsproject op maat.

We stellen onze studenten in staat de gewenste eindniveaus voor Nederlandse taal, rekenen en Engels te

behalen. Hiertoe programmeren we extra onderwijstijd voor hen die dat nodig hebben. We zetten ook

diagnostische toetsing in en bereiden studenten gericht voor op de centrale examinering. Het Bureau

Centrale Examinering organiseert alle centrale examens. De examens worden afgenomen in de speciale

examenruimte van het open leercentrum, of in een daartoe geschikt lokaal.

4.1.3 Voortijdig schoolverlaten terugdringen (thema 3)

De door het Horizon College uitgevoerde VSV-activiteiten passen prima in de in 2017 vastgestelde visie van

het Horizon College. In onze denkrichting ‘Wij nodigen je uit om te groeien tot wie jij bent’ is opgenomen

dat het Horizon College de student begeleidt als die er even niet uitkomt.


Pagina 14 van 65

De percentages vsv’er in het afgelopen schooljaar waren als volgt (voor 2017/2018 is dit de prognose op

basis van de cijfers tot en met december 2018; deze cijfers zijn nog niet definitief):

Niveau 2015-2016

norm

2015-

2016

2016-2017

norm

2016-

2017

2017 - 2018 norm

2017 -

2018

1 25,26% 22,5% 25,44% 27,5%

23,93% 27,5%

2 6,78% 10,0% 7,93% 9,50%

8,83% 9,4%

3 3,06% 2,75%

2,41% 3,60% 3,62% 3,5%

4 3,03% 2,65%

3,5% 2,75%

Bron: Horizon College2

4.1.4 Beroepspraktijkvorming (thema 4)

De beroepspraktijkvorming maakt vanaf 2017 geen onderdeel meer uit van de kwaliteitsafspraken en wordt

hier daarom niet verantwoord.

4.1.5 Verbeteren studiesucces (thema 5)

Om het studiesucces van de studenten te verbeteren:

• werken we aan een warme overdracht vanuit het vmbo;

• kunnen instromers rekenen op een optimale intake en plaatsing;

• signaleren we potentiële uitvallers vroegtijdig en begeleiden we hen;

• zetten we tweedelijns voorzieningen in;

• voldoen we aan de eisen van de Onderwijsinspectie;

• blijven we zowel het jaarresultaat als het diplomaresultaat monitoren;

• zorgen we dat zo min mogelijk studenten uitvallen.

4.1.6 Studententevredenheid (thema 6) De afgelopen jaren hebben we tal van inspanningen gepleegd om de tevredenheid van de studenten te

verhogen. De resultaten van die inspanningen zien we terug in de stijgende resultaten bij de JOB-enquête

2018. De tevredenheid van de studenten is binnen het Horizon College gestegen, vergeleken met 2014 en

2016. Het verschil tussen de cijfers van het Horizon College en de landelijke cijfers in de JOB-enquête is

kleiner geworden. Onze gemiddelde eindcijfers voldoen allemaal aan de minimumnorm van een 6. Het is

verheugend om te zien dat in 2018 de studenten van het Horizon College de opleidingen gemiddeld

waarderen met ons streefcijfer 7.0 (2014 en 2016: 6.8).

We hebben ons doel om op teamniveau voor onderwijs, begeleiding en organisatie minimaal een 6.0 te

scoren bij de studentenenquêtes bijna gehaald. De resultaten op teamniveau laten een sterke verbetering

zien:

Onderwijs: 96 procent behaalt de minimumscore 6.0 (2017: 75 procent).

Begeleiding: 96 procent behaalt de minimumscore 6.0 (2017: 93 procent).

Organisatie: 89 procent behaalt de minimumscore 6.0 (2017: 60 procent).

Teams, managers en directeuren voeren structureel gesprekken met studenten, in 2018 onder andere op

basis van de notitie Rapportage studentenenquête HC JOB 2018. De gesprekken vinden niet alleen plaats

om de resultaten van de studentenenquête te bespreken. Gesprekken met studenten over tevredenheid zijn

onderdeel geworden van de dagelijkse praktijk. De bevindingen uit deze gesprekken worden opgenomen in

de teamactiviteitenplannen. Daarin worden de sterktes en zwaktes benoemd en worden door het team

prioriteiten gesteld aan onderwerpen die extra aandacht verdienen in het volgende schooljaar.

2 Evaluatie Kwaliteitsafspraken 2015-2018, datum: 27 februari 2018. Deloitte Accountants B.V.

Voor identificatiedoeleinden. Behorend bij controleverklaring d.d. 21 juni 2019

Pagina 15 van 65

Een werkgroep heeft zich ingezet om de verschillende klachtenregelingen binnen het Horizon College te

uniformeren. Inhoudelijk is de klachtenregeling niet gewijzigd voor studenten. Studenten worden op de

hoogte gebracht van het bestaan van de klachtenregeling via de OER (onderwijs- en examenregeling) en

ook op de website is de klachtenregeling terug te vinden. De Studentenraad profileert zich steeds meer als

(pro)actief medezeggenschapsplatform, om onderwerpen die bij studenten leven te bespreken met het

College van Bestuur.

4.1.7 Excellentie (thema 7)

In de periode 2015-2018 is er expliciet aandacht gekomen voor excellentie en heeft het Horizon College

een excellentiebeleid ontwikkeld. De maatregelen en programma’s rondom excellentie hebben zich als

volgt ontwikkeld:

Skills

Het Horizon College is succesvol in de Skills-wedstrijden waaraan door 14 opleidingen in de sectoren

Techniek, Gezondheidszorg en Handel & Dienstverlening wordt deelgenomen. In 2018 hebben 73

studenten meegedaan aan de Skills-voorwedstrijden. Alle opleidingen waren vervolgens

vertegenwoordigd in de halve finale en uiteindelijk haalden 8 opleidingen de finalewedstrijden. In de

finale werden we met de opleiding Patissier Nederlands kampioen; Bouwtimmerman behaalde een

tweede plaats.

Onderwijs in internationale context

Er is een internationaliseringsprogramma ontwikkeld, waarin de studenten zich oriënteren op

internationaal burgerschap en hun beroep in een internationale context. In 2018 waren dat 60 studenten.

Het programma wordt gevolgd door een excellente internationale stage. Een deel van dit traject wordt nu

verbreed naar alle studenten die een internationale stage uitvoeren. Het uitvoeren van een buitenlandse

stage zien we als een vorm van excellentie. De oorspronkelijke doelstelling is aan de hand van de

ervaringen aangepast en we hebben een heldere visie ontwikkeld op onderwijs in een internationale

context.

Meester-gezelprogramma bij sector Handel & Dienstverlening

In het kader van dit programma krijgen 297 excellente studenten masterclasses en excursies

aangeboden. In 2018 ging het om 7 masterclasses en 6 excursies. Studenten geven aan dat zij hierdoor

extra geïnspireerd en gemotiveerd raken en zien ook dat zij verdiepende vakkennis opdoen. Daarnaast

geven zij aan dat zij het positief vinden om met andere studenten buiten de school op te trekken en

kennis te maken. Naast het leereffect bij studenten geeft het meester-gezelprogramma de docenten en

instructeurs ook inspiratie en verdieping van hun vakkennis.

Ondernemerschap

Bij de start van de keuzedelen in 2016 zijn de modules Ondernemerschap omgevormd tot keuzedeel.

In 2018 hebben 128 extra gemotiveerde studenten naast het keuzedeel een programma gevolgd met

ondernemersconferenties. Deze studenten schrijven een ondernemersplan, waaruit de 10 beste

ondernemingsplannen worden gekozen, die meedoen aan de finale van het ondernemingsplan van

het jaar. De conferenties en de verkiezing worden hoog gewaardeerd.

Cambridge Engels

Excellente studenten krijgen de kans om hun Cambridge Certificate te behalen. Het programma heeft elk

jaar een hoog aantal inschrijvingen, waaruit door middel van een placementtest een selectie van 50

studenten wordt gemaakt. Deze studenten volgen de Cambridgecursus Engels en doen examen voor het

Cambridge Certificate. De meest getalenteerden van deze studenten maken een reis naar Cambridge. Het

Horizon College is het eerste roc in Nederland dat is begonnen met de Cambridge-examens. Door het

excellentieprogramma is het Cambridge Certificate ook toegankelijk geworden voor mbo-studenten,

waarvan een aantal zelfs examen doet op het hoogste niveau: C2.

Particulier beveiliger excellentie

Studenten krijgen extra inzicht in verbinding met de eigen omgeving, zowel in de privésituatie als in de

samenleving. Het gaat om excellente studenten op niveau 2. Dit is een voorbeeld van een innoverend


Pagina 16 van 65

programma, dat eerst is aangeboden aan een kleinere groep van 8 studenten. Nu worden docenten

opgeleid om de training zelf te geven en wordt het programma ingebed in het reguliere curriculum. De

opleiding waar het programma het eerst is uitgevoerd, is nu uitgeroepen tot Topopleiding.

Aanvullende en verdiepende programma’s

Binnen de sector Techniek zijn in het kader van excellentie een aantal programma’s gerealiseerd die

buiten het standaardcurriculum vallen, zoals een tweedaagse workshop KNX en een verdieping van het

programma 3D-tekenen waarbij veel wordt gevraagd van het onderzoekende vermogen van de

studenten. 22 studenten waren hierbij betrokken. Stagebedrijven zijn enthousiast over de ontwikkelingen.

Bij Techniek is de selectie van de excellente studenten aangescherpt: een verzwaard programma is niet

alleen voor gemotiveerde studenten, maar er wordt ook gekeken of de student zo’n programma aankan.

Cum-lauderegeling en instellingsverklaring

Er is een cum-lauderegeling ontwikkeld en een instellingsverklaring voor excellentieprogramma’s kan

uitgereikt worden bij de programma’s waarop deze van toepassing is. Hier maken nog niet alle

programma’s gebruik van, soms omdat het excellentietraject een eigen certificering kent (het

Cambridge Certificate), maar soms ook omdat nog niet goed uitgekristalliseerd is welke programma’s

‘zwaar’ genoeg zijn voor een instellingsverklaring. Dit is een element om mee te nemen in de verdere

ontwikkeling van beleid rond excellentie.

Nieuwe excellentieprogramma’s

In 2018 zijn de volgende excellentieprogramma’s toegevoegd:

• Topsportopleiding

Er zijn twee varianten van de topsportopleidingen: er zijn topsporters die in het kader van de

opleiding Sport en Bewegen een topsportopleiding volgen. Daarnaast zijn er topsporters die een

andere opleiding op het Horizon College volgen en daarbij worden begeleid door de

topsportcoördinator. Met deze programma’s stimuleert het Horizon College talentontwikkeling; in

2018 betrof het 61 studenten.

• Catch your talent-award

Bij de commerciële opleidingen krijgen de studenten met de beste ‘verkooppitch’ een

masterclass ‘Catch your talent’ aangeboden.

• Excellentieprogramma Brood en Banket

De afdeling Brood en Banket biedt nu ook 7 masterclasses aan over specialistische onderwerpen

(zoals bonbons maken) aan een selecte groep studenten.

Het excellentietraject heeft ook geleid tot onderwijsinnovatie: succesvolle excellentietrajecten, of

onderdelen ervan, zijn en worden verbreed en ingezet in het reguliere onderwijs. Zo is een

programmaonderdeel bij Bouw en Infra als excellentietraject gestart en maakt nu deel uit van het

standaardprogramma. Het aantal excellentieprogramma’s zal verder uitgebreid worden, en ook de variatie

daarin. Een voorbeeld is het formeren van een debatteam in 2019, dat meedoet aan landelijke

wedstrijden.

Het Horizon College gaat ook in de nieuwe Kwaliteitsagenda 2019-2022 door met het ontwikkelen van

excellentie. Het heeft zich aangesloten bij het mbo-e-netwerk. Het beleid rond excellentie wordt

doorontwikkeld met de ervaringen uit de afgelopen vier jaren.

4.2 Kwaliteitsagenda 2019–2022

Naast het uitvoering geven aan het Kwaliteitsplan 2015–2018 hebben we in 2018 veel tijd besteed aan het

opstellen van de Kwaliteitsagenda 2019–2022. Deze kwaliteitsagenda belichaamt in alles de nieuwe visie,

gedragen door stakeholders binnen en buiten de organisatie. Een visie die energie geeft en enthousiasme

genereert.

We willen onze studenten inspirerend en aantrekkelijk onderwijs bieden en ze uitnodigen hun talenten te

ontwikkelen, binnen en buiten de school. We willen innovatief onderwijs bieden, dat ondernemerschap

stimuleert. We bieden onze studenten daartoe begeleiding op maat, gericht op individuele behoeften. Zo

geven we ze alle ruimte te groeien tot wie ze zijn. Wij vormen een samenleving die deel is van de wereld en Deloitte Accountants B.V. Voor identificatiedoeleinden. Behorend bij controleverklaring d.d. 21 juni 2019

Pagina 17 van 65

versterken daarom de samenwerking met scholen, bedrijven en instellingen binnen onze regio, maar ook in

het buitenland. Om dit alles mogelijk te maken, werken we ondertussen hard aan het verbeteren van onze

eigen organisatie.

Daarom willen we als Horizon College de beweging maken van kwaliteitszorg naar duurzame

kwaliteitscultuur. Dat is een cultuur die erop gericht is dat alle medewerkers eigenaarschap ervaren en

aanspreekbaar zijn op en verantwoordelijkheid dragen voor het stelselmatig verbeteren van de kwaliteit

van ons onderwijs en onze organisatie.

Wij werken in de Kwaliteitsagenda 2019-2022 binnen vijf thema’s en acht clusters aan 34 maatregelen.

Binnen het thema Jongeren en (jong)volwassenen in kwetsbare postities werken we aan de clusters:

• Begeleiding • Verhoging van het studiesucces van studenten in kwetsbare posities

Het thema Gelijke kansen in het onderwijs omvat de clusters:

• Wanneer je bij ons op school komt • Wanneer je bij ons een opleiding volgt

Het thema Onderwijs dat voorbereidt op de arbeidsmarkt van de toekomst omvat de clusters:

• Eigentijds leren • HC ontmoet de grotere buitenwereld

Het thema (Verdere) professionalisering van medewerkers en organisatie omvat de clusters:

• HC-professionals adequaat toegerust voor nu + toekomst • Inrichting van toekomstbestendig onderwijs

Het thema Een leven lang ontwikkelen gaat over

• het alumnibeleid • het aanbod voor volwassenen • het vormgeven en invulling geven aan leven lang ontwikkelen • het opzetten van een Horizon Academie


Pagina 18 van 65

5 | Studentenaantallen en studierendement

In dit hoofdstuk leest u hoeveel studenten in 2018 onderwijs volgden op het Horizon College (paragraaf

5.1). Ook ziet u met welk rendement studenten zijn uitgestroomd (jaarresultaat in paragraaf 5.2 en

diplomaresultaat in paragraaf 5.3).

5.1 Studentenaantallen

Aantal studenten gestegen

In 2018 volgden 12.519 studenten onderwijs voor een beroepsopleiding of voor het voortgezet algemeen

volwassenenonderwijs (vavo). In figuur 5.1 ziet u dat daarmee het aantal studenten is gestegen ten

opzichte van 2017 en 2016.

Figuur 5.1 | Aantal studenten dat aan het Horizon College onderwijs volgt (2016-2018)

Van het genoemde totaal in 2018 is 35,3 procent nieuwe instroom: 4.413 studenten met een externe

vooropleiding hebben zich bij het Horizon College ingeschreven. Dat is weer meer dan de nieuwe instroom

in 2017 en 2016.

5.2 Jaarresultaat

Jaarresultaat gelijk gebleven Het jaarresultaat is de maat waarmee de Inspectie van het Onderwijs het rendement meet van het

beroepsonderwijs. Het is het aantal studenten dat in een jaar een diploma heeft behaald, tegenover het

aantal dat in datzelfde jaar voortijdig het Horizon College heeft verlaten. Hoe meer studenten een diploma

halen en hoe minder er uitvallen, hoe hoger het jaarresultaat.

Bijna driekwart van de studenten die in 2018 het Horizon College hebben verlaten, heeft een diploma of

startkwalificatie behaald: 74,1 procent (voorlopig cijfer). Dit jaarresultaat is iets lager dan de twee

schooljaren ervoor (zie figuur 5.2).

12.519 12.220 12.012

4.413 4.259 4.215

2018* 2017 2016

Studentaantallen

Totaal aantal studenten Nieuwe instroom


Pagina 19 van 65

Figuur 5.2 | Jaarresultaat over de schooljaren 2015-2016 tot en met 2017-2018

*Voorlopige cijfers

5.3 Diplomaresultaat

Bij het diplomaresultaat gaat het alleen om de studenten die in een bepaald schooljaar het Horizon College

hebben verlaten. Hoeveel van hen hebben een diploma (mag ook in een eerder jaar behaald zijn) en

hoeveel hebben geen diploma?

In totaal heeft 75,8 procent van de studenten op het Horizon College in het schooljaar 2017-2018 een

diploma of startkwalificatie behaald (voorlopig cijfer). Dit diplomaresultaat is iets lager dan vorig schooljaar

en gelijk aan het schooljaar daarvoor.

Figuur 5.3 | Diplomaresultaat over de schooljaren 2015-2016 tot en met 2017-2018

*Voorlopige cijfers

0% 20% 40% 60% 80% 100%

2015-2016

2016-2017*

2017-2018*

75,1%

75,5%

74,1%

24,9%

24,5%

25,9%

Jaarresultaat-driejarenoverzicht-

Succesvolle schoolverlater Niet-succesvolle schoolverlater

0% 20% 40% 60% 80% 100%

2015-2016

2016-2017

2017-2018*

75,8%

77,3%

75,8%

24,2%

22,7%

24,2%

Diplomaresultaat-driejarenoverzicht-

Succesvolle schoolverlater

Niet-succesvolle schoolverlater


Pagina 20 van 65

PERSONEEL

De medewerkers van het Horizon College maken samen de organisatie tot een succes. In hoofdstuk 6 leest

u meer over de vertaling van de visie naar het personeelsbeleid en over de professionele ontwikkeling van

ons personeel. Hoofdstuk 7 laat zien hoe de personele bezetting zich in 2018 heeft ontwikkeld.

6 | 2018 in sociaal opzicht

Welk effect heeft onze nieuwe visie op het personeelsbeleid van het Horizon College? U vindt het in dit

hoofdstuk. Eerst leest u over onze visie op personeelsbeleid (paragraaf 6.1) en het meerjarenformatiebeleid

met strategische personeelsplanning (paragraaf 6.2). Ook vindt u een toelichting op het inwerken van

nieuwe medewerkers (paragraaf 6.3), de professionele ontwikkeling van onze medewerkers en het

management (paragraaf 6.4) en op ons medewerkersonderzoek (paragraaf 6.5). Daarna leest u over ons

beleid om personeel duurzaam inzetbaar te houden en te maken (paragraaf 6.6) en de ontwikkelingen in

het ziekteverzuim (paragraaf 6.7). Het hoofdstuk sluit af met de speerpunten in het personeelsbeleid voor

2019 (paragraaf 6.8).

6.1 Visie op personeelsbeleid

De nieuwe visie van het Horizon College bevat vier speerpunten om onze organisatie de komende jaren

richting te geven en ons personeelsbeleid te bepalen:

1. een warm welkom;

2. groeien tot wie je bent;

3. eigenzinnig onderwijs;

4. van binnen naar buiten.

Van daaruit gaat de afdeling Personeel & Organisatie (P&O) bijdragen aan elk van de vier speerpunten. In

2018 hebben we aandacht besteed aan de volgende onderwerpen:

• strategische personeelsplanning;

• de duurzame inzetbaarheid van medewerkers;

• professionalisering van medewerkers;

• procesverbetering en de basis op orde;

• arbeidsmarktcommunicatie.

6.2 Meerjarenformatiebeleid met strategische personeelsplanning

Met behulp van het meerjarenformatiebeleid en het meerjarenformatieplan 2017-2021 en door strategische

personeelsplanning wil het Horizon College zijn strategische doelen bereiken. Dit vergt een kwantitatief en

kwalitatief goede personeelsbezetting voor een langere periode (drie tot vijf jaar). In 2018 zijn er weer een

aantal teams gestart met strategische personeelsplanning of daarmee doorgegaan. Ook de komende jaren

zullen wij ons inzetten om kwalitatief goede docenten voor de klas te krijgen en te behouden. We brengen

in kaart wat onze uitstroom van docenten is versus de instroom van studenten, en kijken hoe we er als

organisatie voor kunnen zorgen dat deze bij elkaar aansluiten.

6.3 Inwerken nieuwe medewerkers

In 2018 is in de sectoren Economie en Welzijn & Entree een kwalitatief onderzoek gestart naar hoe nieuwe

medewerkers de inwerkperiode ervaren. Deze input is aanleiding geweest voor een miniconferentie voor de

startende docent, die in april 2019 werd gehouden. Hierin willen wij input vragen van nieuwe collega’s,

begeleiders van nieuwe collega’s en leidinggevenden over het inwerkprogramma. Daarnaast zal het

inwerkbeleid worden bekeken in 2019.


Pagina 21 van 65

6.4 Professionele ontwikkeling

Alleen met deskundige en professionele medewerkers kunnen wij topprestaties leveren en kwalitatief goed

onderwijs bieden. Als medewerkers zich blijven ontwikkelen, verbeteren zij duurzaam hun prestaties. Hun

kennis en vaardigheden groeien, ze doen nieuwe inzichten op en kunnen inspelen op ontwikkelingen in

bedrijven en op de veranderende arbeidsmarkt. Dit zien we terug in de resultaten waarmee we de kwaliteit

van onze opleidingen meten. Dat is voor ons een goede graadmeter voor de mate waarin onze

medewerkers zich de afgelopen jaren verder hebben ontwikkeld en geprofessionaliseerd.

Om onze organisatie verder te verbeteren en professionaliseren, is het daarom belangrijk dat wij onze

medewerkers en teams verbinden aan onze visie, kernwaarden, doelstellingen en elkaar. Ook is het

belangrijk dat wij luisteren naar hun wensen en behoeften en dat wij hen stimuleren en uitdagen om hun

competenties en talenten in te zetten en verder te ontwikkelen.

Scholing, ontwikkeling en kennisdelen

In 2018 hebben we ongeveer € 1,5 miljoen geïnvesteerd in scholings- en ontwikkeltrajecten voor onze

medewerkers (€ 1,6 miljoen in 2017). Dit is exclusief de kosten om medewerkers te vervangen en exclusief

de scholing die het Horizon College zelf verzorgt. Medewerkers ontwikkelen zich bovendien door kennis te

delen, ook breder dan in hun eigen team. Hiervoor zetten sectoren diverse vormen in, zoals collegiale

consultatie, intervisie, sterrollen, Idee café, workshops en themabijeenkomsten. In 2018 is een eerste start

gemaakt met het opzetten van een Horizon Academie waar scholing, ontwikkeling en kennisdeling – en

alles wat daar bijhoort – centraal zal staan.

Professionalisering van het personeelsbeleid

De afdeling P&O heeft zich ook in 2018 gericht op het professionaliseren van medewerkers en het

bevorderen van hun duurzame inzetbaarheid. Daarnaast wil P&O bijdragen aan het vormgeven van de

personele formatie voor de toekomst. Dit gebeurt aan de hand van een meerjarenformatieplanning en

strategische personeelsplanning (zie paragraaf 6.2). Dit zijn continue processen en belangrijke

voorwaarden voor onderwijs van hoge kwaliteit. P&O heeft hierbij de volgende prioriteiten gesteld:

• blijven investeren in het didactisch en pedagogisch handelen van onderwijsgevenden;

• de strategische visie dichter bij de medewerkers brengen;

• de teams verder professionaliseren;

• de eigen basis op orde brengen door processen te verbeteren en meer klantgericht te werken;

• arbeidsmarktcommunicatie onderzoeken en verbeteren;

• duurzame inzetbaarheid op de kaart zetten.

6.5 Medewerkersonderzoek

Wij toetsen de resultaten van ons P&O-beleid onder meer door een medewerkersonderzoek, dat wordt

uitgevoerd door onderzoeksbureau Effectory. Het medewerkersonderzoek 2017 haalde een mooie respons

van 83 procent (tegen 80,3 procent in 2015). De volgende punten vroegen aandacht in 2018 (dit kan per

sector en afdeling verschillen): ICT-middelen in het onderwijs, werkdruk, duurzame inzetbaarheid,

teamontwikkeling, talentontwikkeling, inwerkprogramma voor nieuwe medewerkers, beloning en

waardering. Deze onderwerpen zijn binnen sectoren en teams verwerkt in de teamplannen. Er is veel

aandacht voor werkdruk geweest. Zo was er vanuit CINOP een bijeenkomst over werkdruk in combinatie

met de OR en is er een bijeenkomst over werkdruk georganiseerd voor de directie en de OR. Daaruit zijn

vijf werkgroepen geformeerd, die in 2019 met verschillende onderwerpen rondom werkdruk aan de slag

gaan. Daarnaast is er in 2018 een talentontwikkelprogramma gestart.

6.6 Duurzame inzetbaarheid

Duurzame inzetbaarheid is energiek en met plezier aan het werk zijn en blijven. Bevlogen, betrokken en

verbonden met elkaar. In 2018 is hard gewerkt aan het bekendmaken van het belang van duurzame

inzetbaarheid. Het aanbod van het Horizon College is samengebracht op een (interne) site Duurzame

inzetbaarheid. Hier kunnen medewerkers informatie vinden over vitaliteit, mobiliteit en ontwikkeling.

Coaches duurzame inzetbaarheid

Sinds april heeft het Horizon College twee coaches duurzame inzetbaarheid. Zij voeren gesprekken met

medewerkers over werkdruk, werkplezier en loopbaanontwikkeling. Medewerkers kunnen op eigen initiatief Deloitte Accountants B.V. Voor identificatiedoeleinden. Behorend bij controleverklaring d.d. 21 juni 2019

Pagina 22 van 65

een afspraak maken en de gesprekken zijn vertrouwelijk. Teams weten de coaches te vinden als

procesbegeleider en voor de ontwikkeling van teambijeenkomsten over werkdruk.

Vitaliteit

Het Horizon College wil medewerkers duurzaam inzetbaar houden in een toekomstbestendige organisatie.

In 2018 zijn er weer diverse activiteiten georganiseerd in het kader van vitaliteit. Naast bestaande

activiteiten hebben we in 2018 mindfulness aangeboden op twee verschillende locaties. De goede

evaluaties van de geboden trainingen geven aanleiding om ook in 2019 mindfulness aan te bieden. We

hebben daarnaast een enquête gehouden onder de medewerkers om de behoefte te peilen op het gebied

van vitaliteit. Op basis van de uitkomsten hiervan gaan we stressmanagement opnemen in ons aanbod.

Loopbaanbeleid

Ook in 2018 heeft het Horizon College het Loopbaanlab georganiseerd. 21 mbo-collega’s hebben in 2018

het Loopbaanlab afgerond, waaronder 12 collega’s van het Horizon College, 8 van het Clusius College, 1

van het MBO Rijnland en 1 van MBO Amersfoort.

De kwaliteit van het onderwijs wordt bepaald door de kwaliteit van de mensen die het maken. Dat is de

visie waaruit het Loopbaanlab is ontstaan. Om dit waar te maken, staan onderwijsprofessionals voor de

uitdaging zichzelf continu te verbeteren. Voortdurend zijn hierbij twee vragen aan de orde: hoe blijf ik in

beweging?; hoe ziet mijn professionele toekomst eruit? In de hectiek van alle dag ontbreekt het vaak

aan tijd, vaardigheid en ruimte om deze vragen regelmatig te stellen. Het Loopbaanlab is ontworpen met

het doel professionals te ondersteunen bij het stellen en beantwoorden van vragen over hun professionele

toekomst, zodat ze kwaliteit blijven leveren, blijven leren en gelukkig zijn met het werk dat ze doen. Uit de

evaluaties blijkt dat het Loopbaanlab de wendbaarheid van onze professionals bevordert. Het Loopbaanlab

wordt verzorgd door twee trainers. In 2019 zal het Lab voor de zesde keer binnen het Horizon College van

start gaan!

Participatiewet

De Participatiewet heeft tot doel mensen met afstand tot de arbeidsmarkt te laten participeren op de

arbeidsmarkt. In 2018 had het Horizon College 11 participatiemedewerkers in dienst (tegenover 7 in 2017

en 4 in 2016). De werkgroep participatie, die door één van de directeuren wordt voorgezeten, spant zich in

om het draagvlak voor het aannemen van participatiekandidaten te vergroten.

Dit gebeurt door:

1) het voeren van gesprekken met managers, om hen te wijzen op de mogelijkheden van de inzet

van participatiemedewerkers;

2) het bezoeken van congressen, om meer kennis te krijgen over good practices bij het inzetten van

participatiekandidaten;

3) het opbouwen van een netwerk van organisaties (UWV, WerkSaam, enz.) (Deze organisaties

ondersteunen ons bij het werven en begeleiden van participatiemedewerkers.);

4) het voeren van informatieve gesprekken met potentiële participatiekandidaten.

6.7 Ziekteverzuim

Het totale ziekteverzuimpercentage is in 2018 afgenomen van 5,6 naar 5,2 procent. Het verzuim korter

dan een jaar is gestegen van 4,4 naar 4,8 procent. Het verzuim langer dan een jaar is dit jaar fors gedaald

naar 0,45 procent. In figuur 6.1 ziet u de verzuimpercentages en ziekmeldingsfrequentie van 2014 tot en

met 2018.

In 2017 is afgesproken dat leidinggevenden de volledige regie voeren over het initiëren van spreekuren bij

de bedrijfsarts. De leidinggevende wordt hierin ondersteund door de bedrijfsarts, de psycholoog en de

personeelsmanagementadviseur. Uitval kan (deels) worden voorkomen door preventief met elkaar in

gesprek te gaan over de (duurzame) inzetbaarheid van de medewerker.


Pagina 23 van 65

Figuur 6.1

Bron: Horizon College, afdeling P&O, datum: 11 februari 2019

6.8 Speerpunten personeelsbeleid 2019

Onze speerpunten voor 2019 zijn grotendeels verwoord in de kwaliteitsagenda. Eén thema gaat over de

verdere professionalisering van medewerkers en organisatie. Hierin is het thema werkdruk opgenomen,

waarbij het streven is om de vermindering van ervaren werkdruk echt prioriteit te geven in de komende

jaren. Ook het thema duurzame inzetbaarheid zal de komende jaren een belangrijke plaats in blijven

nemen. Het versterken van leiderschap en eigenaarschap in het kader van de nieuwe visie en het

vervangingsvraagstuk zijn daarnaast belangrijke thema’s. Vanuit P&O werken we ook nauw samen met het

cluster ‘een leven lang ontwikkelen’, waarin we gestart zijn met het oprichten van een Horizon Academie

voor en door medewerkers om professionalisering nog meer centraal te zetten.

Eind 2019 zal het medewerkersonderzoek opnieuw uitgevoerd worden.

5,11 5,07

6,03

5,59

5,24

4,5 4,43

5,28

4,44

4,79

2

3

4

5

6

7

2014 2015 2016 2017 2018

Ontwikkeling voorschrijdend verzuimpercentages

2014 - 2018

Verzuim incl. zieken langer dan 1 jaar


Pagina 24 van 65

7 | Formatieontwikkelingen 2018

Kengetallen personeel

In dit hoofdstuk leest u alles over de formatieontwikkelingen van het Horizon College in 2018. Eerst ziet u

deze per functiecategorie (paragraaf 7.1) en vervolgens leest u hoe de formatie zich heeft ontwikkeld naar

leeftijd (paragraaf 7.2). Daarna gaat het hoofdstuk in op de ontwikkeling in de verlofregelingen voor

senioren (paragraaf 7.3) en het beleid dat het Horizon College heeft gevoerd om de uitkeringen na ontslag

te beheersen (paragraaf 7.4).

7.1 Formatieontwikkeling per functiecategorie

In totaal is het aantal fte voor medewerkers per 31 december 2018 met 3,8 procent gestegen. De grootste

stijger is de categorie onderwijsondersteunend personeel (OOP), met 11,4 procent fte.

Figuur 7.1 | Overzicht fte per functiecategorie (exclusief externe inhuur)

OP: onderwijsgevend personeel

OOP: onderwijsondersteunend personeel

AOP: algemeen ondersteunend personeel

MP: managementpersoneel


7.2 Formatieontwikkeling naar leeftijd

De gemiddelde leeftijd van ons personeelsbestand (peildatum: 31 december 2018) is gelijk gebleven op

49,0 jaar.

Figuur 7.2 | Formatieontwikkeling naar gemiddelde leeftijd



Pagina 25 van 65

7.3 Ontwikkeling verlofregelingen voor senioren

Het gebruik van de Regeling seniorenverlof (voorheen BAPO-regeling) is gedaald naar 196 medewerkers,

gelijk aan 22,81 fte. Dit is 2,2 procent van het totale aantal fte in 2018 (2,9 procent in 2017). Van alle

functiecategorieën is het onderwijsgevend personeel nog steeds de grootste gebruiker van de

regeling, met 2,5 procent. De verwachting is dat de deelname in fte de komende jaren minder wordt door

de aanpassing van de Regeling seniorenverlof vanaf met name 60 jaar.

Figuur 7.3 | Gebruik van de BAPO-regeling in aantallen en procenten


7.4 Beleid om de uitkeringen na ontslag te beheersen

Eigenrisicodragerschap Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)

Het Horizon College bekostigt zelf de WGA-uitkeringen van zijn (ex-)medewerkers voor een periode van

tien jaar en is verantwoordelijk voor de re-integratie van zieke medewerkers. In 2018 is 1 medewerker in

de WGA gekomen en 1 medewerker uitgestroomd. Hiermee is het aantal WGA-uitkeringsgerechtigden in

2018 gelijk gebleven op 16.

Eigenrisicodragerschap werkloosheid

Het Horizon College bekostigt zelf de (bovenwettelijke) werkloosheidsuitkeringen van (ex-)medewerkers.

Ook heeft het Horizon College een re-integratieverplichting voor medewerkers die dreigen werkloos te

raken en voor ex-medewerkers die al een werkloosheidsuitkering ontvangen. We hebben gespecialiseerde

re-integratiebureaus ingezet om werkloze (ex-)medewerkers intensief te begeleiden. Op 1 januari 2019

ontvingen 12 (ex-)medewerkers een WW-uitkering (in 2018: 15 (ex-)medewerkers) en 6 medewerkers een

bovenwettelijke WW-uitkering (in 2018: 4 medewerkers). Dat het aantal uitkeringsgerechtigden en ook de

uitkeringslast is gedaald, komt vooral door de verbeterde arbeidsmarkt.


Pagina 26 van 65

8 | Aanvullende informatie WEB

Helderheid in bekostiging

Volgens de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) moeten onderwijsinstellingen in hun jaarverslag

aanvullende informatie opnemen over een aantal specifieke thema’s. In dit hoofdstuk vindt u deze

informatie. Bij de getalsvergelijkingen zijn we uitgegaan van de voorlopige bekostigingstelling. De

accountant moet deze aantallen nog goedkeuren.

Thema 1 Uitbesteden

We zijn uiterst terughoudend met het uitbesteden van onze kerntaak, het onderwijs. We werken bij een

uitbesteding alleen samen met andere organisaties als dat doelmatig is en als dit in het belang is van de

kwaliteit van het onderwijs en van de student. Daarbij houden we ons aan de wettelijke waarborgen en de

voorwaarden die zijn gesteld in de notitie Helderheid in bekostiging beroepsonderwijs (verder: notitie

Helderheid).

In enkele gevallen zijn individuele studenten gedetacheerd naar een andere instelling of organisatie, zoals

bijvoorbeeld Heliomare beroepsopleidingen. Met Heliomare beroepsopleidingen hebben we een

overeenkomst gesloten welke bekostiging aan hen wordt overgedragen.

Thema 2 Investeren van publieke middelen in private activiteiten

In de notitie Helderheid staan de voorwaarden waarop instellingen rijksgelden mogen gebruiken en publiek

en privaat mogen scheiden. Het Horizon College houdt zich aan deze voorwaarden:

• Onze private activiteiten stemmen overeen met onze kerntaken. Het Horizon College heeft geen

branchevreemde activiteiten ontplooid.

• Ons beleid voor private activiteiten is er niet primair op gericht winst te realiseren. De opbrengst van

deze activiteiten is zeer beperkt ten opzichte van de totale opbrengsten.

• Concurrentievervalsing speelt geen rol, omdat we onze private activiteiten ten minste kostendekkend

uitvoeren, ook rekening houdend met indirecte kosten.

• We hebben geen publiek geld geïnvesteerd in private activiteiten.

• We verantwoorden de besteding van private en publieke middelen volgens de wettelijke eisen.

• De instelling voldoet aan de wettelijke waarborgen rond het onderwijs en aan de Regeling beleggen en

belenen. Tijdelijk overtollige gelden gebruiken we om leningen af te lossen.

Thema 3 Verlenen van vrijstelling van onderwijs en EVC’s

Een student kan een ervaringscertificaat voor eerder verworven competenties (EVC) aanbieden aan de

examencommissie, met het verzoek hem op basis daarvan een diploma uit te reiken. Als dat gebeurt,

beoordeelt de examencommissie eerst het portfolio. Daarna zijn er verschillende mogelijkheden:

• We schrijven de student in als examenstudent; hij hoeft geen onderwijs te volgen.

• We schrijven de student in als reguliere, bekostigde student; hij volgt een aangepast

onderwijsprogramma (bekostigingsgrondslag BBL of BOL) dat voldoet aan de voorwaarden voor

rijksbekostiging.

• We schrijven de student in als onbekostigde student; hij volgt een aangepast onderwijsprogramma dat

niet voldoet aan de voorwaarden voor rijksbekostiging.

• De student krijgt na examinering een diploma uitgereikt.

In kalenderjaar 2018 hebben we geen diploma’s afgegeven op grond van een EVC-traject.

Thema 4 Les- en cursusgeld niet betaald door de student zelf

Voor een aantal studenten betaalt de werkgever het cursusgeld; ook de factuur staat dan op naam van de

werkgever. De student moet in dat geval een derdenmachtiging invullen. Het Horizon College heeft zelf

geen fonds voor les- en cursusgelden.


Pagina 27 van 65

Thema 5 In- en uitschrijving van studenten in meer dan één opleiding tegelijk

Binnen het Horizon College geldt een richtlijn om dubbele bekostiging te voorkomen bij studenten die

gelijktijdig meerdere opleidingen volgen. Deze richtlijn werkt adequaat en waarborgt dat studenten niet ten

onrechte dubbel bekostigd worden.

Figuur 8.1 | Doorstroom en uitstroom van studenten van oktober tot en met december 2018, per

sector

Doorstroom met

diploma

Doorstroom

zonder diploma

Uitstroom met

diploma

Uitstroom zonder

diploma

Sector BOL BBL BOL BBL BOL BBL BOL BBL

Economie 1 15 4 25

Gezondheidszorg 5 7 15 18

Handel &

Dienstverlening 4 5 31 17 9 22 29 27

Techniek 10 19 27 4 30 5 25

Welzijn & Entree 5 90 8 11 23 42 5

Eindtotaal 10 15 160 52 35 75 116 75

Bron: Horizon College, afdeling Studentenadministratie, datum: 27 februari 2019

Uitschrijvingen in de periode 1 oktober tot en met 31 december 2018

In de laatste drie maanden van 2018 stroomden in totaal 237 studenten door van de ene opleiding naar de

andere. In 2017 waren dat er nog 286. Dit zijn bij doorstroom zonder diploma meestal studenten die

binnen hetzelfde kwalificatiedossier doorstromen naar een uitstroomkwalificatie. Dit is dus meer een

administratieve wijziging dan een wijziging van opleiding. 301 studenten hebben het Horizon College

verlaten, waarvan 110 met een diploma en 191 zonder diploma.

Figuur 8.2 | Nieuw ingeschreven studenten van oktober tot en met december 2018, per sector

Sector BOL BBL Eindtotaal

Economie 11 11

Gezondheidszorg 2 15 17

Handel & Dienstverlening 4 4 8

Techniek 6 6 12

Welzijn & Entree 15 21 36

Eindtotaal 38 46 84

Bron: Horizon College, afdeling Studentenadministratie, datum: 27 februari 2019

Inschrijvingen in de periode 1 oktober tot en met 31 december 2018

In de periode van 1 oktober tot en met 31 december 2018 hebben 84 nieuwe studenten zich ingeschreven:

38 BOL-studenten en 46 BBL-studenten. Deze studenten tellen niet mee op de eerste teldatum van 1

oktober 2018, maar kunnen wel meetellen op de tweede teldatum van 1 februari 2019. De tussentijdse

instroom is het grootst in de sector Welzijn & Entree.

Thema 6 Student volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven

In principe volgen studenten de opleiding waarvoor ze zijn ingeschreven. Wel komt het met regelmaat voor

dat studenten van opleiding of leerweg veranderen en soms tijdelijk een periode overbruggen totdat ze in

de opleiding kunnen worden ingeschreven die ze volgen. Hieronder geven we een overzicht van studenten

die in de periode na 1 oktober 2018 van leerweg zijn veranderd.


Pagina 28 van 65

Figuur 8.3 | Studenten die van leerweg zijn veranderd van oktober tot en met december 2018,

per sector

Sector BOL naar BBL BBL naar BOL Eindtotaal

Economie 2 2

Gezondheidszorg 2 2

Handel & Dienstverlening 23 8 31

Techniek 12 5 17

Welzijn & Entree 7 5 12

Eindtotaal 46 18 64

Bron: Horizon College, afd. STAD, datum: 27 februari 2019

Studenten die van leerweg veranderd zijn tijdens het schooljaar

In de periode van 1 oktober 2018 tot en met 31 december 2018 zijn 64 studenten veranderd van leerweg:

46 gingen van een beroepsopleidend naar een beroepsbegeleidend traject en 18 van een

beroepsbegeleidend naar een beroepsopleidend traject. Het grootste aantal studenten dat in de maanden

oktober tot en met december van leerweg veranderde volgt een opleiding bij de sector Handel &

Dienstverlening.

Horizontale en verticale stapeling van diploma’s

Binnen het Horizon College bieden we per kalenderjaar slechts één diploma per student aan voor

bekostiging. In de meeste gevallen is dat het hoogst behaalde diploma. Een aantal studenten van wie het

diploma in de diplomatelling 2018 is opgenomen, heeft ook in het voorgaande jaar een diploma behaald dat

voor bekostiging is aangeboden.

Figuur 8.4 | Aantal studenten dat in twee achtereenvolgende jaren een diploma heeft behaald,

dat is aangeboden voor bekostiging

Niveau

2017

Niveau

2018 ECO GEZ HDV TEC WEN Eindtotaal

1 2 1 1

2 3 1 69 24 1 95

3 4 3 1 1 68 73

4 4 1 1

Eindtotaal 3 2 71 24 70 170

Bron: Horizon College, afd. STAD, datum: 27 februari 2019

In vergelijking met vorig jaar hebben een stuk meer studenten in twee achtereenvolgende jaren een

diploma behaald, dat is aangeboden voor bekostiging. In 2017 was dat aantal 120 diploma’s, in 2018 ging

het om 170 diploma’s.

Thema 7 Maatwerktrajecten

Het Horizon College heeft in 2018 geen maatwerktrajecten ontwikkeld en uitgevoerd, waarbij bedrijven of

organisaties bijdragen betalen om trajecten op maat te snijden voor hun eigen personeel.

Thema 8 Buitenlandse studenten

Bij het Horizon College stonden in 2018 geen buitenlandse studenten ingeschreven. Enkele malen per jaar

komt het wel voor dat er onduidelijkheid is over de verblijfsstatus van een student. De vraag is dan of deze

student rechtmatig in Nederland verblijft en bekostigd en ingeschreven kan worden of blijven. De controle

daarop functioneert naar behoren.


Pagina 29 van 65

9 | Algemene financiële schets

Financiële ontwikkelingen in vogelvlucht

U leest in dit hoofdstuk met welk financieel resultaat we 2018 hebben afgesloten (paragraaf 9.1). Daarna

lichten we onze financiële positie op de balansdatum toe (paragraaf 9.2), gaan we kort in op de begroting

2019 (paragraaf 9.3) en besluiten we met de continuïteitsparagraaf (paragraaf 9.4).

9.1 Resultaat 2018: hoger dan begroot

Het Horizon College heeft het boekjaar 2018 afgesloten met een positief resultaat van € 0,3 miljoen. Dit is

€ 1,3 miljoen beter dan het begrote resultaat van € -1,0 miljoen. In figuur 9.1 ziet u waaruit dit verschil

met de begroting bestaat.

Figuur 9.1 | Verschillen tussen het begrote en gerealiseerde resultaat in 2018

Hogere rijksbijdragen OCW

Ten opzichte van de begroting stijgen de rijksbijdragen met € 1,6 miljoen. Compensatie voor extra kosten

ten gevolge van de cao-aanpassingen (€ 0,6 miljoen), € 0,6 miljoen lagere kwaliteitsgelden en per saldo

€ 1,7 miljoen hogere geoormerkte OCW-subsidies (onder andere VSV, subsidie leermiddelen, subsidie

wachtgeld en subsidie lerarenbeurs) zijn de belangrijkste oorzaken.

Hogere college-, cursus-, les- en examengelden

Deze hogere baten zijn het gevolg van de toename van de studentenaantallen.

Hogere baten werk in opdracht van derden

De baten werk in opdracht van derden zijn ten opzichte van de begroting € 0,6 miljoen hoger.

Daarvan bedraagt de afwijking op baten uit eerste opvang van anderstaligen € 0,8 miljoen. Het verdere

verschil bestaat uit € 0,2 miljoen hogere andere baten en € 0,4 miljoen lagere baten door het verwerken

van doorbetalingen aan samenwerkingsverbanden (negatieve baten). Deze doorbetalingen zijn begroot

onder overige lasten.

Bedragen x € 1.000

Begroot resultaat 2018 (negatief) 995 -

Hogere rijksbijdragen 1.636 +

Hogere college-, cursus-, les- en examengelden 358 +

Hogere baten werk in opdracht van derden 630 +

Hogere overige baten 352 +

Lagere afschrijvingen 576 +

Lagere huisvestingslasten 448 +

4.000 +

Hogere personeelslasten 995 -

Hogere overige lasten 1.719 -

Hogere financiële baten en lasten 34 -

2.748 -

Resultaat 2018 (positief) 257 +


Pagina 30 van 65

Hogere overige baten

Onder deze afwijking zijn met name verschillen (baten hoger dan begroot) opgenomen die het gevolg zijn

van hogere studentenaantallen, zoals deelnemersbijdragen en opbrengst uit boeken.

Lagere afschrijvingen

Het niet, later of voor lagere bedragen investeren heeft lager dan begrote afschrijvingen tot gevolg. Circa

€ 1,4 miljoen van de investeringen 2018 zal alsnog in 2019 plaatsvinden, waardoor de kosten in dat jaar

weer zullen toenemen.

Lagere huisvestingslasten

Opnieuw afgesloten onderhoudscontracten met gunstigere voorwaarden, gezamenlijke inkoop van energie

en het (nog) niet ingaan van huur zorgen op deze post voor kosten die ruim € 0,4 miljoen lager zijn dan

het begrote bedrag.

Hogere personeelslasten

Een grote afwijking ten opzichte van de begroting 2018 betreft de hogere kosten van personeel niet in

loondienst (€ 1,1 miljoen). Dit komt vooral door inleen van ICT’ers, een adviseur bedrijfsvoering,

opleidingsmanagers en docenten. Verder zijn er niet-begrote kosten van een eenmalige cao-uitkering

(€ 0,4 miljoen, zie ook rijksbijdragen) en meerdere niet-begrote uitbetaalde overige cao-vergoedingen

(€ 0,2 miljoen, onder andere transitievergoedingen/ overlijdensuitkering).

Daartegenover is er een niet-begrote compensatie voor het verhelpen van organisatorische knelpunten

(€ -0,6 miljoen).

Hogere overige lasten

€ 2,3 miljoen kosten van een verbetertraject van de ICT-organisatie zijn niet (zoals begroot) geactiveerd

maar ten laste van het resultaat gebracht. Verder zijn er hogere lasten ten gevolge van de hogere

studentenaantallen maar zorgt uitstel van de inzet van middelen (licenties, beleidsreserveringen) en een

verschuiving naar baten werk in opdracht van derden (zie boven) in 2018 voor lagere kosten. Een deel van

deze middelen zal in 2019 ingezet worden.

Conclusie

Het positieve resultaat, ten opzichte van de begroting, bestaat uit vijf componenten t.w.:

• De eerste betreft een structureel efficiency-voordeel door slimmer in te kopen bij de diensten FB en

ICT (€ 0,4 miljoen).

• De tweede betreft incidenteel lagere afschrijvingskosten door geschrapte/uitgestelde investeringen

(€ 0,6 miljoen).

• De derde component betreft het vrijvallen van voorziene uitgaven, zoals de kwaliteitsgelden en de

eenmalige CAO-uitkering (€ 0,9 miljoen).

• De vierde component betreft alle aanvullende baten door stijgende (Rijks-)bijdragen,

studentaantallen en extra activiteiten (€ 1,7 miljoen). Op basis hiervan zouden hogere materiele-

en personele lasten gerechtvaardigd zijn. Dat zien we deels wel gebeuren door de inzet van

Personeel niet in loondienst, waarvan een deel inzet betreft in het onderwijs. Maar deze inzet was

deels ook om knelpunten op te lossen zoals ziektevervanging, herscholing, herplaatsing en

werkduurverkorting. En voor deze knelpunten is extra dekking uit de “Knelpuntenpot” en ontvangen

uitkeringen, waardoor de totale overschrijding loonkosten en inhuur beperkt blijft tot € 0,3 miljoen.

• De vijfde component is het gevolg van het niet activeren van een groot deel van de kosten van het

project Plan Beter (optimalisatie ICT-organisatie). Ondanks de begeleiding van een groot

accountantskantoor bij het opstellen van het plan (en goedkeuring van het plan) ziet de huidige

accountant onvoldoende reden om € 2,3 miljoen van de gemaakte kosten te activeren.


Pagina 31 van 65

9.2 Toelichting op de financiële positie op balansdatum en kengetallen

De financiële situatie van het Horizon College is zeker niet slecht, maar kan beter. Dit blijkt uit

verschillende ratio’s zoals hieronder uitgewerkt. Deze kengetallen geven nadere informatie over de positie

op balansdatum en worden ook opgenomen in onze managementrapportages.

Tegenover een lage liquiditeit hebben we voldoende solvabiliteit. De rekening-courant faciliteit vormt op dit

moment onze financiele buffer, en is voldoende om aan onze verplichtingen op korte termijn te kunnen

voldoen.

Solvabiliteit

Het streven van het Horizon College is om een niveau van solvabiliteit te handhaven tussen de 30 en 60

procent. Na een afname (met name door nieuwbouw in Purmerend) zal de solvabiliteit in 2019 naar

verwachting weer toenemen en ook in de komende jaren ruim boven de gestelde ondergrens blijven.

Figuur 9.2a | Solvabiliteit van het Horizon College op 31 december 2018

Solvabiliteit 1 (eigen vermogen/totaal vermogen) x 100% 45,3%

Liquiditeit

Per eind 2018 is de liquiditeitsratio van het Horizon College hoger dan het voorgaande jaar. Dit komt vooral

door een toename van de liquide middelen ten gevolge van het deels nog niet inzetten van een lening voor

Purmerend. Het streven is om een liquiditeit van tussen de 50 procent en 150 procent te hebben.

Figuur 9.2b | Liquiditeit van het Horizon College op 31 december 2018

Liquiditeit (current ratio) (vlottende activa/kortlopende schulden) x 100% 80,3%

Financiële buffer

De financiële buffer bestaat uit het saldo van de liquide middelen en de rekening-courantfaciliteit van € 7,5

miljoen. De gewenste ondergrens is op dit moment 5 procent van de totale baten, wat neerkomt op

ongeveer € 5,0 miljoen.

Figuur 9.2c | Financiële buffer van het Horizon College op 31 december 2018

Financiële buffer (liquide middelen + rekening-courantfaciliteit)/totale baten) x 100% 19,3%

Rentabiliteit

Voor het Horizon College is winst maken geen doel. Daarom streven we ook geen hoge rentabiliteit na,

maar hebben we gemiddeld over een langere periode een rentabiliteit van 0 procent als doel. Op die manier

blijft het ook mogelijk om in de toekomst kwalitatief goed onderwijs aan te kunnen bieden. Bij de

berekening van dit kengetal zijn de financiële lasten meegenomen.

Figuur 9.2d | Rentabiliteit van het Horizon College op 31 december 2018

Rentabiliteit (saldo baten en lasten/totale baten) x 100% 0,3%

Treasurybeleid

In 2017 is het treasurystatuut aangepast op basis van de nieuwe Regeling beleggen, lenen en derivaten

OCW 2016. Dit statuut is op 8 mei 2017 voor drie jaar vastgesteld door de Raad van Toezicht. Het beleid is

dat het statuut – in overeenstemming met de Regeling beleggen en belenen – is gericht op het uitsluiten

dan wel minimaliseren van het debiteurenrisico, het renterisico en het liquiditeitsrisico.

De toegestane beleggingsvormen (deposito’s en/of obligaties) zijn in overeenstemming met de Regeling

beleggen en belenen. Daarnaast zet het Horizon College overtollige middelen uit bij de rijksoverheid

(schatkistbankieren). Het Horizon College heeft geen derivaten. Deloitte Accountants B.V. Voor identificatiedoeleinden. Behorend bij controleverklaring d.d. 21 juni 2019

Pagina 32 van 65

Ter financiering van de bestaande panden heeft het Horizon College in het verleden drie leningen

aangetrokken bij het Ministerie van Financiën. Een van deze leningen is in 2018 volgens schema afgelost.

Voor de financiering van de nieuwbouw in Purmerend zijn er in 2018 twee nieuwe leningen afgesloten

waarvan één bij het Ministerie van Financiën en één bij ING.

Overzicht leningen

Op de per 31 december 2017 al aanwezige leningen is in januari 2018 ook de laat afgeschreven aflossing

van december 2017 in mindering gebracht. Op de lening bij het Ministerie van Financiën (hoofdsom € 12,5

miljoen) zal voor het eerst afgelost worden in november 2019. Dit met terugwerkende kracht vanaf

november 2018.

9.3 Toekomstparagraaf: begroting 2019

De begroting voor 2019 laat een negatief resultaat zien van € -2,8 miljoen. Dit heeft twee oorzaken:

1. Het Horizon College hanteert intern een verdeelsystematiek op basis van t-1, met een vastgestelde

prijs per studentenwaarde. In 2018 was er nog steeds een groei van het aantal studenten, waardoor

we meer geld voor het onderwijs inzetten dan we in 2019 via het ministerie vergoed krijgen. De

voorfinanciering (en het negatieve resultaat dat daardoor ontstaat) bedraagt € 2,4 miljoen.

2. In 2015 heeft het Openbaar Ministerie de huurverplichting van het gebouwdeel in Alkmaar afgekocht.

Deze afkoopsom is in zijn geheel als bate in de jaarrekening 2015 verwerkt. Tegelijkertijd is een

bestemmingsreserve gevormd, waarvan de vrijval gelijk is aan de oorspronkelijke jaarlijkse huurbaten

na 2015. Voor 2018 gaat het om een bedrag van € 0,4 miljoen. Dit bedrag is nu als verlies begroot en

komt ten laste van deze bestemmingsreserve.

Figuur 9.3 | Begroting 2019

Overzicht leningen HoofdsomStand

31-12-2017

Opgenomen

2018

Aflossing

2018

Stand

31-12 2018

Looptijd

t/m

Rente

percentage

Min. van Financien 14.000.000 8.600.000 975.000 7.625.000 06-2027 2,59

Min. van Financien 10.000.000 4.600.000 975.000 3.625.000 01-2023 2,29

Min. van Financien 5.000.000 680.000 680.000 - 11-2018 1,74

Min. van Financien 12.500.000 - 12.500.000 - 12.500.000 11-2048 1,04

ING 8.000.000 - 8.000.000 200.000 7.800.000 09-2028 1,12

Totaal 49.500.000 13.880.000 20.500.000 2.830.000 31.550.000


Baten

Rijksbijdragen 95.394

College-, cursus-, les- en examengelden 1.085

Baten werk in opdracht van derden 1.865

Overige baten 2.449

Totaal baten 100.793

Lasten

Personeelslasten 77.364

Afschrijvingen 7.421

Huisvestingslasten 4.835

Overige lasten 13.532

Totaal lasten 103.152

Saldo baten en lasten -2.359

Financiële baten en lasten -466

Resultaat -2.825


Pagina 33 van 65

9.4 Continuïteitsparagraaf

Algemeen

De gegevens in deze paragraaf zijn ontleend aan de jaarrekening 2018, de begroting 2019 en voor wat

betreft de jaren 2019-2022 aan de in 2018 opgestelde meerjarenbegroting 2018-2022. Deze cijfers zijn

herijkt op basis van de meest recente studentenaantallen (DUO-tool) en overige van belang zijnde

omstandigheden. Het jaar 2023 is hieraan toegevoegd door extrapolatie van voorgaande jaren en

verwerking van reeds bekende gegevens.

Het aldus verkregen meerjarenbeeld is op 11 maart 2019 goedgekeurd door de Raad van Toezicht.

In het kader van een onderhanden zijnde herinrichting van de functie Business Control zal het proces van

de meerjarenbegroting aangepast worden, waarbij het directieteam in the lead is. De keuzes in strategie en

beleid die door het directieteam gemaakt worden, zullen worden afgestemd met het in deze paragraaf

opgenomen meerjarenbeeld. De meerjarenbegroting die dan ontstaat, zal in juni opgesteld worden als

kader voor de op te stellen begroting 2020.

A GEGEVENSSET

A1 | Prognose personeelsontwikkeling en studentenaantallen tot en met 2023

Toelichting op A1

Met betrekking tot het aantal studenten verwachten wij tot 2019 een stijging. Daarna zal er een geleidelijke

afname zichtbaar zijn. Het is de verwachting dat er in de komende jaren geen grote ontwikkelingen zullen

zijn op personeelsgebied en dat de formatie vrijwel hetzelfde verloop zal vertonen als de

studentenaantallen.

Het Horizon College zal in Purmerend in 2019 de bouw van een nieuwe vestiging afronden, waarvan het

Regio College een deel zal huren op basis van een langjarige samenwerkings-/huurovereenkomst. De

gevolgen daarvan voor de studentenaantallen en de personele bezetting zijn in bovenstaand overzcht

verwerkt.

2018 2019 2020 2021 2022 2023

Bestuur/Management 51 50 47 46 45 45

Personeel primair proces/docerend personeel 552 565 574 566 554 540

Onderwijsondersteunend personeel 132 134 136 134 131 128

Overig ondersteunend personeel 268 277 267 254 248 241

Personele bezetting 1.003 1.026 1.024 1.000 978 954

Studenten 12.519 12.263 12.115 11.828 11.566 11.271


Pagina 34 van 65

A2 | Verwachte balansposities voor de jaren tot en met 2023


Toelichting op A2

Algemeen

De kolom 2018 sluit aan op de gegevens in deze jaarrekening, terwijl voor latere jaren de

(concept)meerjarenbegroting 2019-2023 is gebruikt.

Immateriële vaste activa

Van het in 2018 opgenomen bedrag betreft € 0,2 miljoen de resterende boekwaarde van een

studentenregistratiesysteem. Voor deze boekwaarde is een wettelijke reserve opgenomen. Hiernaast is er

een zeer klein bedrag aan geactiveerde kosten van doorontwikkeling van de IT-organisatie.

Materiële vaste activa

Opgenomen investeringen zijn overgenomen uit de investeringsbegroting 2019 en de meest recente

meerjareninvesteringsbegroting. Al bekende aanpassingen van die cijfers zijn in bovenstaand overzicht

verwerkt.

In de (concept)meerjarenbegroting opgenomen investeringen voor de komende jaren zijn:

De toename in 2019 op gebouwen komt grotendeels voor rekening van de nieuwbouw in Purmerend. In de

jaren daarna zijn investeringen voornamelijk het gevolg van noodzakelijke vervanging en groot onderhoud.

Financiële vaste activa

Dit betreft een vordering op UWV (compensatie transitievergoeding). In 2020 loopt deze af.

2018 2019 2020 2021 2022 2023

Activa

Vaste activa

Immateriële vaste activa 284 123 - - - -

Materiële vaste activa 84.222 92.726 88.270 86.911 83.700 80.700

Financiële vaste activa 545 545

Totaal vaste activa 85.051 93.394 88.270 86.911 83.700 80.700

Vlottende activa

Voorraden - - - - -

Vorderingen 1.840 1.782 1.827 1.827 6.327 1.827

Liquide middelen 11.793 - 201 594 - 2.017

Totaal vlottende activa 13.634 1.782 2.028 2.421 6.327 3.844

Totaal activa 98.685 95.177 90.298 89.332 90.027 84.544

Passiva

Eigen vermogen 46.830 42.517 42.784 44.182 45.776 47.100

Algemene reserve 42.730 40.402 40.669 42.068 43.661 44.985

Bestemmingsreserves 1.746 1.365 984 603 222

Overige reserves/fondsen 247 123 - - - -

Voorzieningen 5.439 5.639 5.639 5.639 5.639 5.639

Langlopende schulden 31.550 29.424 26.307 23.190 20.074 17.832

Kortlopende schulden 16.973 18.225 16.700 17.833 20.431 16.088

Totaal passiva 98.685 95.177 90.298 89.332 90.027 84.544

Investeringen 2018 2019 2020 2021 2022 2023

Gebouwen 9.268 12.912 247 1.075 1.757 1.000

Inventaris en apparatuur 2.562 2.853 3.063 5.292 2.200 3.200

Totaal investeringen 11.830 15.765 3.310 6.367 3.957 4.200


Pagina 35 van 65

Vorderingen

Vorderingen vertonen doorgaans een gelijkmatig beeld. In 2022 is € 4,5 miljoen opgenomen voor nog te

ontvangen kwaliteitsgelden. Dit bedrag zal in 2023 ontvangen worden.

Liquide middelen

Per eind 2018 is er een hoge stand van liquide middelen. Leningen voor nieuwbouw in Purmerend zijn al

ontvangen, maar zullen voor een deel nog besteed moeten worden.

Eind 2019 en 2022 is er een negatief saldo liquide middelen (opgenomen onder kortlopende schulden). In

2019 is dit het gevolg van het voorfinancieren van hogere studentenaantallen (zie ook paragraaf 9.3) en in

2022 wordt een groot deel van de uitvoering van de kwaliteitsagenda voorgefinancierd. Ontvangst van de

baten zal in 2023 plaatsvinden (zie ook vorderingen).

Eigen vermogen

De algemene reserve staat ter vrije beschikking van het bestuur. De bestemmingsreserve is gevormd naar

aanleiding van het bedrag dat in 2015 is ontvangen bij de afkoop van de huurovereenkomst in Alkmaar.

Overige reserves betreffen wettelijk voorgeschreven reserves en zijn gevormd bij ingebruikname van

zelfvervaardigde immateriële vaste activa (zie activa).

Voorzieningen

De ontwikkeling van de voorzieningen is op langere termijn moeilijk te schatten. Omdat ervan wordt

uitgegaan dat de jaarlijkse mutatie gering is en deze zowel positief als negatief kan zijn, is na 2019 jaarlijks

hetzelfde bedrag opgenomen.

Langlopende schulden

Dit betreffen de huidige leningen. In 2019 zal het laatste deel (€ 1,0 miljoen) van een bestaande lening bij

ING opgenomen worden. Het verdere verloop sluit aan op de overeengekomen aflossingschema’s.

Kortlopende schulden

Buiten fluctuaties binnen de boekjaren is de veronderstelling dat de standen per 31 december de komende

jaren globaal tussen de € 16,0 en € 20,0 miljoen liggen. De toename van de kortlopende schulden per eind

2019 en 2022 is het gevolg van een tijdelijk negatieve bankstand. In 2019 komt dat mede door het begrote

negatieve resultaat en in 2022 door het voorfinancieren van de kwaliteitsagenda (€ 4,5 miljoen). Een in

2022 opgenomen vordering voor hetzelfde bedrag loopt af in 2023, waardoor ook het saldo liquide

middelen in dat jaar weer positief is.

Uit het overzicht met de verwachte balansposities blijkt dat wij in het algemeen een gezonde financiële

structuur hebben. Gemiddeld toenemende resultaten, het relatief snel aflossen op leningen en het in 2023

wegvallen van een van de leningen zorgen ervoor dat belangrijke ratio’s (rentabiliteit, solvabiliteit,

liquiditeit en financiële buffer) zich de komende jaren positief zullen ontwikkelen.


Pagina 36 van 65

A3 | Verwachte resultaten voor de jaren tot en met 2023


Toelichting op A3

Algemeen

Kolom 2018 sluit aan op de gegevens in de jaarrekening. In de prognose voor de jaren 2019 en verder zijn

de cijfers uit de vastgestelde begroting 2019 en (concept)meerjarenbegroting 2019-2023 gebruikt.

Het beleid van het Horizon College is om over een lange periode een nulresultaat te realiseren. In de

jaarbegroting is het begrote resultaat door onze begrotingssystematiek echter nooit nul. Intern verdelen wij

geld over de onderwijssectoren op basis van een verdeelsystematiek van t-1, met een vaste prijs per

student-/diplomawaarde. Dit doen wij om beter aan te sluiten bij het werkelijke aantal studenten dat een

opleiding volgt.

Doordat we van het ministerie bekostiging krijgen op basis van het aantal studenten op t-2, ontstaat er

jaarlijks een verschil. Bij groei van het aantal studenten financieren we voor uit ons eigen vermogen. Bij

krimp van het aantal studenten voegen we het verschil toe aan het eigen vermogen.

Het is de verwachting dat er aan de afname van de groei van studentenaantallen, zoals de laatste jaren

zichtbaar was, een eind komt, waardoor er in 2020 geen sprake meer zal zijn van voorfinanciering. De

resultaten nemen daarom ook toe.

Ten gevolge van de afkoop van een huurcontract in 2015 zijn er hierdoor tot 2024 negatieve effecten. De

afkoopsom is in het resultaat 2015 opgenomen, terwijl lasten zich ook nog in latere jaren voordoen.

Meerjarig is er echter een nulresultaat.

In de meerjarenprognose is de geplande nieuwbouw in Purmerend in 2018 en 2019 verwerkt. De

nieuwbouw heeft op het resultaat geen effect, aangezien wij al een vestiging in Purmerend hebben.

Huurlasten zullen dalen, maar de afschrijvingen en rentelasten zullen toenemen. Daartegenover zullen

huurbaten stijgen, aangezien wij een deel van het pand zullen verhuren aan het Regio College. De planning

is dat we de nieuwbouw medio 2019 in gebruik nemen.

2018 2019 2020 2021 2022 2023

Baten

Rijksbijdrage 93.442 95.394 94.307 95.173 94.010 93.695

College-, cursus- en/of examengelden 1.331 1.085 1.000 1.000 1.000 1.000

Baten werk in opdracht van derden 2.509 1.865 1.900 1.900 1.900 1.900

Overige baten 2.487 2.449 2.850 2.850 2.850 2.850

Totaal baten 99.769 100.793 100.057 100.923 99.760 99.445

Lasten

Personeelslasten 73.416 77.364 73.864 73.863 73.226 73.000

Afschrijvingen 6.266 7.421 7.889 7.726 7.168 7.200

Huisvestingslasten 4.680 4.835 5.084 4.908 4.785 4.800

Overige lasten 14.758 13.531 13.150 13.150 13.150 13.150

Totaal lasten 99.121 103.152 99.987 99.647 98.329 98.150

Saldo baten en lasten gewone bedrijfsvoering 649 -2.359 70 1.276 1.431 1.295

Saldo financiële bedrijfsvoering -391 -466 -307 -258 -218 -194

Totaal resultaat 257 -2.825 -237 1.018 1.213 1.101


Pagina 37 van 65

B OVERIGE RAPPORTAGES

B1 Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en

controlesysteem

Het interne risicobeheersings- en controlesysteem is vastgelegd in een planning & controlcyclus. De inzet

van publieke middelen verlangt van het Horizon College risicomijdend te handelen. In de planning &

controlcyclus van het Horizon College worden de risico’s periodiek geclassificeerd waarna maatregelen op-

/bijgesteld worden om eventuele effecten van deze risico’s zoveel mogelijk te beperken. Risico’s met de

grootste impact krijgen daarbij als eerste de aandacht.

Daarnaast is het Horizon College in het kader van de invoering van business control in 2019 begonnen met

het herijken en volledig maken van dit risicobeeld. Door het directieteam zijn de strategische risico’s in

beeld gebracht; deze worden voorzien van passende beheersmaatregelen die weer deel uit gaan maken van

de reguliere planning & controlcyclus. De RvT is meegenomen in deze ontwikkelingen en zal op de reguliere

momenten worden geinformeerd over de voortgang en over de wijze waarop de belangrijkste risico’s

worden beheerst.

In de met de directeuren besproken sectorplannen en ‘meetlatten’ zijn targets opgenomen van te behalen

resultaten. De (tussentijdse) resultaten worden besproken in maandgesprekken tussen het bestuur en de

betreffende directeur. Ook risicobeheersing zal in deze gesprekken worden betrokken.

Hiermee is het in kaart brengen van risico’s en het inzetten beheersmaatregelen een continue proces

geworden.

B2 Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden

De belangrijkste risico’s die wij onderkennen, zijn:

1. Daling van de studentaantallen door demografische ontwikkelingen

2. Kwaliteitsagenda

3. Nieuwbouw in Purmerend

4. Conjuncturele ontwikkelingen

1. Demografische ontwikkelingen

In opdracht van OCW en onder regie van de MBO Raad is een planningstool ontwikkeld voor instellingen in

het mbo. Dit hulpmiddel bevat alle relevante gegevens waarmee de meest accurate schatting van de

onderwijsvraag in de komende jaren (tot op instellingsniveau) te maken is. Een geringe daling van het

studentenaantal is vanaf 2020 zichtbaar.

2. Kwaliteitsagenda

In de meerjarenbegroting zijn de kwaliteitsgelden (voor de kwaliteitsagenda) als bate verwerkt. Dit budget

is afhankelijk van het realiseren van de doelstellingen. Het risico bestaat dat wij een deel van het begrote

bedrag niet ontvangen als de doelstellingen niet gerealiseerd worden.

3. Nieuwbouw in Purmerend

In Purmerend zal het Horizon College in samenwerking met het Regio College onderwijs vanuit een

nieuwbouwlocatie verzorgen. In dit pand is ruimte voor meer studenten dan op onze huidige locaties. Uit de

gegevens van DUO blijkt dat meer dan de helft van de studenten uit de regio Waterland op dit moment

kiest voor een ander (verder van de woonplaats gelegen) roc dan het Horizon College of het Regio College.

Hieruit kan opgemaakt worden dat er nog voldoende ruimte is om de komende jaren een groei in het aantal

studenten te realiseren.


Pagina 38 van 65

4. Conjuncturele ontwikkelingen

De afgelopen jaren is het aantal studenten in de BBL afgenomen. Dit ten gunste van het aantal BOL-

studenten. Deze afname had vooral te maken met de economische omstandigheden waardoor minder bpv-

plaatsen beschikbaar waren. In de meerjarenbegroting is op basis van de prognoses van DUO de

omgekeerde beweging zichtbaar en zal het aantal BBL-studenten weer groeien ten koste van het aantal

BOL-studenten.

Het risico bestaat dat de verhouding BOL/BBL-studenten afwijkt van de verhouding die in de meerjarenbegroting is opgenomen. Dit heeft gevolgen voor de hoogte van de rijksbijdragen en de hoeveelheid personeel die ingezet kan worden.

B3 Rapportage toezichthoudend orgaan Voor de rapportage van de Raad van Toezicht verwijzen we naar de verantwoording van de Raad van

Toezicht in dit jaarverslag.


Pagina 39 van 65

JAARREKENING

A1 | Grondslagen voor de jaarrekening

Het Horizon College heeft de jaarrekening opgesteld volgens de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. In

deze regeling is bepaald dat Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder

RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn, met inachtneming van de daarin aangeduide

uitzonderingen

Activiteiten

Het Horizon College is een regionaal opleidingscentrum (ROC). Een ROC is een onderwijsinstelling voor

beroepsonderwijs en volwasseneducatie.

Grondslagen van waardering

De activa en passiva hebben we, tenzij anders vermeld, tegen nominale waarde opgenomen.

Schattingswijziging

Er hebben zich geen schattingswijzigingen voorgedaan.

Stelselwijziging

Er hebben zich geen stelselwijzigingen voorgedaan.

Salderen

In de jaarrekening hebben we alleen een actief en een post van het vreemd vermogen gesaldeerd als en

voor zover:

• een deugdelijk juridisch instrument beschikbaar is om het actief en de post van het vreemd vermogen

gesaldeerd en simultaan af te wikkelen;

• het stellige voornemen bestaat om het saldo als zodanig of beide posten simultaan af te wikkelen.

Immateriële vaste activa

De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de kostprijs (verkrijgingsprijs). De afschrijving van

immateriële vaste activa is lineair. We spreiden de afschrijving over de periode waarin het verwachte

voordeel wordt genoten. Deze periode is naar verwachting tien jaar.

Materiële vaste activa

De gebouwen en terreinen worden gewaardeerd tegen de kostprijs (verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs)

minus eventuele (investerings)subsidies, en minus de cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere

waardeverminderingsverliezen. In deze kostprijs hebben we ook de kosten van eventueel groot onderhoud

opgenomen, als aan de activeringscriteria is voldaan. Een eventuele boekwaarde van de te vervangen

bestanddelen beschouwen we dan als gedesinvesteerd. Deze brengen we ten laste van de staat van baten

en lasten (zie figuur A1.2). Alle overige onderhoudskosten hebben we direct in de staat van baten en lasten

verwerkt.

De afschrijving is lineair en gebaseerd op de verwachte gebruiksduur, rekening houdend met een eventuele

restwaarde. Als de verwachting over de afschrijvingsmethode, gebruiksduur en/of restwaarde in de loop

van de tijd verandert, verantwoorden wij deze als een schattingswijziging. Er wordt afgeschreven vanaf het

moment van ingebruikname.


Pagina 40 van 65

We houden de volgende jaarlijkse afschrijvingspercentages aan:

Op terreinen schrijven we niet af.

Verder geldt:

• Materiële vaste activa die we niet meer gebruiken, worden gewaardeerd tegen de kostprijs of de lagere

opbrengstwaarde.

• Een materieel vast actief nemen we niet langer in de balans op na vervreemding of als we in de

toekomst geen prestatie-eenheden van het gebruik of de vervreemding meer verwachten.

• Activa met een inkoopprijs van € 2.500 of meer worden geactiveerd, met uitzondering van hardware en

meubilair. Deze activa worden met een ondergrens van € 500 geactiveerd.

Financiële vaste activa

In deze jaarrekening opgenomen financiële vaste activa (overige vorderingen) bestaan uit vorderingen met

een looptijd van ten minste één jaar. Deze worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde

en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, welke gelijk zijn aan de nominale waarde,

onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.

Vorderingen

Vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd

tegen de geamortiseerde kostprijs minus de benodigde voorziening voor oninbaarheid.

Liquide middelen

Liquide middelen bestaan uit kas- en banktegoeden. Rekening-courantschulden bij banken zijn onder

kortlopende schulden opgenomen als schulden aan kredietinstellingen. Liquide middelen worden

gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Eigen vermogen

Het eigen vermogen van het Horizon College is opgebouwd uit publieke middelen. We onderscheiden het

eigen vermogen in een algemene reserve, bestemmingsreserve en wettelijke reserve.

Algemene reserve

Onze algemene reserve is het gedeelte van het eigen vermogen, waarover we kunnen beschikken zonder

belemmering door wettelijke of statutaire bepalingen, voor het doel waarvoor het Horizon College is

opgericht.

Bestemmingsreserve

De bestemmingsreserve is het gedeelte van het eigen vermogen, waaraan het College van Bestuur een

beperktere bestedingsmogelijkheid heeft gegeven.

Wettelijke reserve

De wettelijke reserve is de boekwaarde van zelfvervaardigde immateriële vaste activa vanaf het moment

van ingebruikname. Met ingang van boekjaar 2013 is voor dit bedrag een wettelijke reserve opgenomen.

Voorzieningen


Pagina 41 van 65

Voor eventuele verplichtingen en risico’s uit het verleden nemen we voorzieningen op. De omvang van deze

verplichtingen en risico’s zijn op de balansdatum onzeker, maar redelijkerwijs in te schatten. Dat doen we

door de beste schatting te maken van de bedragen die noodzakelijk zijn om de bijbehorende verplichtingen

en verliezen per balansdatum af te wikkelen. We waarderen voorzieningen tegen nominale waarde.

Uitgestelde personeelsbeloningen

Het Horizon College heeft voor zijn werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Werknemers die hiervoor

in aanmerking komen, hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen. Dit is gebaseerd

op het gemiddeld verdiende loon, berekend over de jaren dat de werknemer pensioen opbouwde bij het

Horizon College.

De verplichtingen die voortvloeien uit deze personeelsrechten, hebben we ondergebracht bij het

bedrijfstakpensioenfonds ABP. Het Horizon College betaalt hiervoor 70 procent van de premies en de

werknemer betaalt 30 procent. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de

dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door zijn financiële

verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo december 2018 is de dekkingsgraad van het

pensioenfonds 97,0 procent (bron: ABP.nl). Het Horizon College is niet verplicht aanvullende bijdragen te

doen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies.

We verantwoorden daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de

jaarrekening.

Volgens de richtlijnen (RJ 271) moeten we bepaalde informatie over toegezegd-pensioenregelingen

toelichten in de jaarrekening. In de balans moeten we vooral het saldo opnemen van de activa en passiva

die met de regeling samenhangen – dit in de vorm van een vordering of verplichting. Het pensioenfonds

heeft gezegd dat het niet in staat is om aan de deelnemende ondernemingen de informatie over toegezegd-

pensioenregelingen te verschaffen volgens RJ 271. We behandelen de regeling daarom als toegezegde-

bijdrageregeling en verantwoorden de verschuldigde pensioenpremies over het boekjaar als pensioenlasten

in de staat van baten en lasten.

Langlopende schulden

Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar worden aangeduid als langlopend. Schulden

worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Het

kortlopende deel van deze schulden (2018: € 3,1 miljoen) is niet uit de langlopende post gehaald.

Kortlopende schulden

Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar duiden we aan als

kortlopend. Schulden salderen we niet met activa. Schulden waarderen we bij de eerste verwerking tegen

de reële waarde. Na de eerste verwerking waarderen we schulden tegen de geamortiseerde kostprijs.

De overlopende passiva zijn:

• bedragen die we vooruit ontvangen (waaronder geoormerkte gelden) en die aan opvolgende perioden

worden toegerekend (tijdevenredig of evenredig aan de te leveren prestaties);

• nog te betalen bedragen die we niet onder de andere kortlopende schulden kunnen plaatsen.


Pagina 42 van 65

Grondslagen financiële instrumenten

Financiële instrumenten

Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en

schulden, als financiële effecten verstaan. In de toelichting op onderscheiden posten van de balans wordt

de reële waarde van het betreffende instrument toegelicht, als die afwijkt van de boekwaarde. Indien het

financiële instrument niet in de balans is opgenomen, wordt de informatie over de reële waarde gegeven in

de toelichting onder de niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen. Voor de grondslagen van

primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost.

Sinds 2011 neemt het Horizon College deel aan geïntegreerd middelenbeheer (het zogenoemde

schatkistbankieren). Het renterisico is daarom beperkt.

Het kredietrisico ten aanzien van de overige vorderingen van het Horizon College is beperkt, aangezien het

de grootste debiteuren betreffen met een hoge betrouwbaarheid, zoals de rijksoverheid en de gemeenten

uit de regio.

Grondslagen van resultaatbepaling

Om het resultaat vast te stellen, hanteren we het baten-en-lastenstelsel. We rekenen de baten en lasten

toe aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Hierbij gaan we ervan uit dat reguliere onderwijstaken

gelijkmatig over het schooljaar of studiejaar zijn verspreid.

Rijksbijdragen OCW

De rijksbijdragen op grond van de primaire bekostiging hebben we ten gunste gebracht van het jaar

waarvoor zij ter beschikking zijn gesteld.

Subsidies met doelbesteding

Subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) verwerken we in het jaar waarop de

toekenningen betrekking hebben, volledig als bate in de staat van baten en lasten. Geoormerkte OCW-

subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen

verrekeningsclausule heeft) zijn verantwoord in de staat van baten en lasten, naar rato van de voortgang

van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht

per balansdatum, staan onder de overlopende passiva. Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met

verrekeningsclausule) staan verantwoord ten gunste van de staat van baten en lasten, in het jaar ten laste

waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet-bestede middelen staan onder de overlopende passiva,

zolang de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet-bestede middelen worden verantwoord onder de

kortlopende schulden, zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum.

College-, cursus-, les- en examengelden

De opbrengsten uit wettelijke collegegelden hebben we tijdevenredig aan het verslagjaar toegerekend.

Opbrengst werk voor derden

Resultaten van derdegeldstroomprojecten brengen we ten gunste of ten laste van de exploitatierekening in

de periode waarin (een afgerond deel van) het project gereedkomt. Hieronder vallen ook overige

overheidsbijdragen en subsidies, inclusief eventueel meegefinancierde delen uit de eerste geldstroom.

Onder de werken voor derden nemen we ook de opbrengsten van niet-wettelijke onderwijsactiviteiten op.

Vooruitontvangen financiering van tweede- en derdegeldstroomprojecten presenteren we als overlopende

passiva onder de kortlopende schulden op de balans. Voorgefinancierde lasten nemen we op als

overlopende activa onder de vorderingen op de balans.

Kosten

We bepalen de kosten door de eerder vermelde grondslagen voor waardering in acht te nemen. Deze

rekenen we toe aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. We nemen ook latere (voorzienbare)

verplichtingen en mogelijke verliezen op in dit verslag, als deze hun oorsprong hebben voor het einde van


Pagina 43 van 65

het verslagjaar en bekend zijn voor het opmaken van de jaarrekening. Die gebeurtenissen moeten wel

voldoen aan de voorwaarden voor opname.

Grondslagen voor het kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht hebben we opgesteld volgens de indirecte methode.


Pagina 44 van 65

A1.1 | Balans per 31 december 2018 (na verwerking bestemming resultaat)

(in euro's) 2018 2017

Vaste activa

1.1 Immateriële vaste activa 284.475 370.637

1.2 Materiële vaste activa 84.222.056 78.571.755

1.3 Financiële vaste activa 544.740 0

85.051.271 78.942.391

Vlottende activa

1.5 Vorderingen 1.840.280 2.298.509

1.7 Liquide middelen 11.793.336 111.429

13.633.616 2.409.938

Totaal activa 98.684.887 81.352.329

2.1 Eigen vermogen 44.722.839 44.465.189

2.2 Voorzieningen 5.438.750 5.397.338

2.3 Langlopende schulden 31.550.000 13.880.000

2.4 Kortlopende schulden 16.973.298 17.609.802

Totaal passiva 98.684.887 81.352.329


Pagina 45 van 65

A1.2 | Staat van baten en lasten 2018

(in euro's) 2018 Begroting 2018 2017

Baten

3.1 Rijksbijdragen OCW 93.442.112 91.805.345 89.655.073

3.2 Overige overheidsbijdragen en subsidies - - -

3.3 College-, cursus-, les- en examengelden 1.330.640 972.163 550.714

3.4 Baten werk in opdracht van derden 2.509.398 1.879.800 2.138.110

3.5 Overige baten 2.487.262 2.135.402 2.575.292

Totaal baten 99.769.412 96.792.710 94.919.189

Lasten

4.1 Personeelslasten 73.416.213 72.419.869 74.641.207

4.2 Afschrijvingen 6.266.567 6.842.773 6.321.349

4.3 Huisvestingslasten 4.680.338 5.127.726 4.902.164

4.4 Overige lasten 14.757.552 13.039.522 13.062.209

Totaal lasten 99.120.670 97.429.890 98.926.929

Saldo baten en lasten 648.742 637.180- 4.007.740-

5 Financiële baten en lasten 391.091- 357.492- 368.247-

9 Bijzondere baten en lasten - - -

Resultaat 257.651 994.672- 4.375.987-


Pagina 46 van 65

A1.3 | Kasstroomoverzicht 2018

A 1.3 | Kasstroomoverzicht 2018

(in euro's)

Kasstroom uit operationele activiteiten

Saldo baten en lasten 648.742 4.007.740

Aanpassingen voor

*afschrijvingen 6.266.567 6.321.349

*mutaties voorzieningen 41.412 1.195.609

6.307.980 7.516.957

Veranderingen in vlottende middelen:

*vorderingen 458.229 678.556-

*schulden (exclusief kredietinstellingen) 65.990 2.493.692

524.219 1.815.136

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 7.480.940 5.324.354

Ontvangen interest 10 657

Betaalde interest 391.101- 368.904-

Buitengewoon resultaat - -

391.091- 368.247-

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 7.089.849 4.956.107

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen immateriële vaste activa - -

Investeringen materiële vaste activa 11.902.604- 5.121.452-

Desinvesteringen materiële vaste activa 71.897 92.331

Overige investeringen in financiële vaste activa 544.740- -

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten 12.375.447- 5.029.121-

Kasstroom uit financieringsactiviteiten

Nieuw opgenomen leningen 20.500.000 -

Aflossing langlopende schulden 2.830.000- 2.310.000-

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten 17.670.000 2.310.000-

Mutatie liquide middelen 12.384.402 2.383.013-

Saldo Liquide middelen 31-12-2017

Liquide middelen 111.429

Krediet Instellingen 702.495-

591.066-

Mutatie kasstroom 2018 12.384.402

Saldo Liquide middelen 31-12-2018 11.793.336

2018 2017


Pagina 47 van 65

A1.4 | Toelichting op de balans

Vaste activa

Onder immateriële vaste activa zijn de kosten opgenomen van de ontwikkeling en implementatie van het

studentenregistratiesysteem. Dit systeem is 1 januari 2011 in gebruik genomen en wordt in tien jaar

afgeschreven. Voor de boekwaarde van deze immateriële vaste activa is een wettelijke reserve opgenomen.

Ontwikkelingskosten in uitvoering betreffen geactiveerde kosten van doorontwikkeling van de IT-

organisatie.

De investeringen in materiële vaste activa bedragen over 2018 in totaal € 11,9 miljoen, waarvan de

investeringen in gebouwen en terreinen € 0,8 miljoen zijn. Dit betreft verbouwingen in bestaande panden.

De investering in vaste bedrijfsactiva in uitvoering (€ 8,5 miljoen) bestaat uit kosten voor de nieuwbouw in

Purmerend. De totale investering zal naar verwachting op € 21,5 miljoen uitkomen. Daarnaast hebben we

in 2018 een bedrag van € 2,6 miljoen geïnvesteerd in inventaris en apparatuur.

WOZ-waarde en verzekerde waarde gebouwen en terreinen

1.3 Financiële vaste activa

Dit betreft in de jaren 2015 tot en met 2018 uitbetaalde transitievergoedingen, waarbij er aan het ontslag

een langdurige ziekte is voorafgegaan. Voor dit bedrag kan vanaf april 2020 een compensatieverzoek

ingediend worden bij UWV.

1.1 Immateriële vaste activa

Aanschafprijs

1-1-2018

Afschrijvingen

cumulatief

1-1-2018

Boekwaarde

1-1-2018

Investering

en 2018

Herrubricering

2018

Desinvesteringen

2018

Afschrijvingen

2018

Afschrijv

ingen

desinves

teringen

2018

Aanschafprijs

31-12-2018

Afschrijvingen

cumulatief

31-12-2018

Boekwaarde

31-12-2018

1.1.1 Deelnemers Software Pakket 1.180.184 -809.548 370.637 0 0 0 -123.546 0 1.180.184 -933.093 247.091

1.1.4 Ontwikkelingskosten in uitvoering 0 0 0 37.384 0 0 0 0 37.384 0 37.384

Immateriële vaste activa 1.180.184 -809.548 370.637 37.384 0 0 -123.546 0 1.217.568 -933.093 284.475

1.2 Materiële vaste activa

Aanschafprijs

1-1-2018

Afschrijvingen

cumulatief

1-1-2018

Boekwaarde

1-1-2018

Investering

en 2018

Herrubricering

2018

Desinvesteringen

2018

Afschrijvingen

2018

Afschrijv

ingen

desinves

teringen

2018

Aanschafprijs

31-12-2018

Afschrijvingen

cumulatief

31-12-2018

Boekwaarde

31-12-2018

1.2.1.1 Gebouwen 108.182.964 -48.542.000 59.640.964 773.971 0 -3.739.795 0 108.956.935 -52.281.794 56.675.140

1.2.1.2 Terreinen 8.265.712 0 8.265.712 0 0 0 0 8.265.712 0 8.265.712

1.2.4.0 In uitvoering en vooruitbetalingen 2.941.575 0 2.941.575 9.015.122 -521.332 0 0 0 11.435.365 0 11.435.365

1.2.1 Gebouwen en terreinen 119.390.251 -48.542.000 70.848.251 9.789.093 -521.332 0 -3.739.795 0 128.658.012 -52.281.794 76.376.218

1.2.2 Inventaris en apparatuur 34.629.159 -26.905.655 7.723.504 2.076.127 521.332 -260.730 -2.403.227 188.834 36.965.888 -29.120.049 7.845.839

Materiële vaste activa 154.019.409 -75.447.655 78.571.755 11.865.220 0 -260.730 -6.143.022 188.834 165.623.899 -81.401.843 84.222.056


Pagina 48 van 65

Vlottende activa

De posten Debiteuren en Overige vorderingen zijn ten opzichte van 2017 afgenomen. De post Debiteuren is

ten opzichte van 2017 lager door het niet in 2018, maar pas in 2019 opstellen van een jaarlijks

terugkerende factuur aan één grote debiteur. In 2017 heeft dit wel op het eind van het jaar

plaatsgevonden.

De verlaging ten opzichte van 2017 van de post Overige vorderingen is het gevolg van het in 2017

opnemen van een vordering van ruim € 0,3 miljoen. Deze liep af in 2018.

Het saldo liquide middelen is ultimo 2018 € 11,8 miljoen positief. In 2018 zijn twee leningen afgesloten voor een bedrag van € 20,5 miljoen ten behoeve van de nieuwbouw in Purmerend. Van de begrote

investering is circa € 10,1 miljoen nog niet besteed. De liquiditeit ligt hierdoor per eind december 2018 met

80,3 procent ruim boven de minimumnorm van 50 procent. Dit is tijdelijk.

Sinds 2011 neemt het Horizon College deel aan geïntegreerd middelenbeheer (het zogenoemde

schatkistbankieren). Hierdoor heeft het de beschikking over een kredietfaciliteit bij het Ministerie van

Financiën ter grootte van € 7,5 miljoen.


Pagina 49 van 65

Segmentatie

Het Horizon College merkt het hele eigen vermogen aan als publiek vermogen.

Algemene reserve

Het positieve resultaat van € 0,3 miljoen wordt ten gunste van de algemene reserve verwerkt.

€ 0,5 miljoen van de bestemmingsreserve en 0,1 miljoen van de wettelijke reserve worden aan de

algemene reserve toegevoegd.

Bestemmingsreserve

Het Horizon College heeft in december 2015 wegens voortijdige beëindiging van het huurcontract met de

Rijksgebouwendienst een afkoopsom van € 3,0 miljoen ontvangen. Dit bedrag is de netto contante waarde

(NCW) van de tot het eind van het oorspronkelijke huurcontract resterende baten. Deze bate is in het

resultaat 2015 verwerkt.

Voor de nominale waarde van de weggevallen baten is per 31 december 2015 een bestemmingsreserve

gevormd. Met deze verwerkingswijze heeft het College van Bestuur op 15 maart 2016 ingestemd. Het

bedrag hiervan is € 3,5 miljoen. De bestemmingsreserve valt als volgt vrij:

• jaarlijks, in de jaren 2016 en 2017 € 598.718

• in 2018 € 507.944

• jaarlijks, in de jaren 2019 tot en met 2022 € 380.861

• in 2023 (7 maanden) € 222.169

Wettelijke reserve

Het Horizon College dient een wettelijke reserve op te nemen ter hoogte van de boekwaarde van

zelfvervaardigde immateriële vaste activa. Dit moet voor zover deze activa betrekking hebben op de kosten

van ontwikkeling (software). De wettelijke reserve is in 2013 voor het eerst opgenomen en is gevormd uit

de overige reserves. Deze reserve wordt jaarlijks aangepast aan de boekwaarde van de immateriële vaste

activa. In 2018 valt als gevolg van afschrijvingen € 0,1 miljoen vrij.

2.1 Eigen vermogen

(in euro's)Stand per

1-1-2018 Resultaat 2018

Overige

mutaties

Stand per

31-12-2018

2.1.1 Algemene reserve 41.840.967 765.595 123.516 42.730.078

2.1.2 Bestemmingsreserve 2.253.557 507.944- - 1.745.613

2.1.7 Wettelijke reserve 370.665 123.516- 247.149

Eigen vermogen 44.465.189 257.651 - 44.722.840

2.2 Voorzieningen

(in euro's)

Stand per

1-1-2018 Dotaties Onttrekkingen Vrijval

Rentemutatie

(bij cont. waarde)

Stand per

31-12-2018

Kortlopend

deel < 1 jaar

Langlopend

deel > 1 jaar

2.2.1 Personeelsvoorzieningen

Wachtgeld 1.306.867 502.492 -827.862 0 0 981.497 299.933 681.564

Jubileumuitkeringen 847.255 150.798 -73.181 0 0 924.872 90.382 834.490

Duurzame inzetbaarheid 2.075.071 616.983 -125.480 0 0 2.566.574 167.570 2.399.004

Subtotaal 4.229.193 1.270.273 -1.026.523 0 0 4.472.942 557.885 3.915.058

2.2.3 Overige voorzieningen

Eigenrisicodrager WGA 1.168.145 105.132 -307.470 0 0 965.807 271.257 694.550

Subtotaal 1.168.145 105.132 -307.470 0 0 965.807 271.257 694.550

Totaal voorzieningen 5.397.338 1.375.405 -1.333.993 0 0 5.438.750 829.142 4.609.608


Pagina 50 van 65

Wachtgeld

We hebben de voorziening voor wachtgeld gevormd om te kunnen voldoen aan bestaande

wachtgeldverplichtingen die het Ministerie van OCW niet vergoedt. De onttrekkingen aan deze voorziening

hebben betrekking op de uitgaande geldstromen voor het jaar 2018.

Deze voorziening werd met ingang van 2016 bepaald op basis van de huidige gerechtigden volgens opgaaf

UWV en WW-plus, waarbij een schatting gemaakt is voor de kans op herintreden, NCW en de

loonkostenontwikkeling. De afname van deze voorziening is het gevolg van het lagere aantal gerechtigden

in de wettelijke regeling. Dit aantal was 24 en is nu 11.

Jubileumuitkeringen

Volgens de cao mbo heeft het personeel van het Horizon College recht op een jubileumgratificatie bij een

ambtelijk dienstverband van 25 en 40 jaar. Deze gratificatie bedraagt bij een 25-jarig dienstverband 50

procent en bij een 40-jarig dienstverband 100 procent van het maandsalaris, inclusief vakantiegeld.

Duurzame inzetbaarheid

Per 31 december 2016 is een voorziening voor de kosten van duurzame Inzetbaarheid (Regeling

seniorenverlof) gevormd. Deze regeling stelt de werknemer van 57 jaar en ouder in de gelegenheid om (bij

een werktijdfactor van 0,4 of hoger) aanvullend verlof op te nemen. Een deel van de kosten komt voor

rekening van de werkgever.

Deze voorziening is in 2018 met € 0,5 miljoen toegenomen. De komende jaren zal de voorziening

duurzame inzetbaarheid vermoedelijk verder toenemen, omdat de voorziening bij eerste opname op de

balans (2016) niet met terugwerkende kracht is berekend. Er is in plaats daarvan voor gekozen om voor de

instromende medewerkers van 53 jaar of ouder een versnelde opbouw te verwerken. De instroom zal de

komende jaren naar verwachting groter zijn dan de uitstroom.

Eigenrisicodrager WGA

Het Horizon College heeft ervoor gekozen om eigenrisicodrager te zijn voor de WGA-regeling (Regeling

werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten). Dit betekent dat het Horizon College geen premies afdraagt

voor de WGA en dat het de WGA-uitkeringen tien jaar lang voor eigen rekening neemt.

Ondanks dat het aantal gerechtigden met één is toegenomen, neemt de voorziening af door het afnemen

van de resterende rechten per medewerker.

De bovenstaand opgenomen rentepercentages zijn vaste percentages. Voor de in 2018 opgenomen

leningen is een eerste hypothecaire zekerheid op de panden in Heerhugowaard en Alkmaar verstrekt aan

het Ministerie van Financiën.

In 2018 is een nieuwe lening afgesloten bij het Ministerie van Financiën van € 12,5 miljoen. De looptijd van

deze lening is 30 jaar en ze is verstrekt op basis van eerste hypothecaire zekerheid. Daarnaast is een

lening afgesloten bij ING van € 9,0 miljoen, met een looptijd van tien jaar en op basis van eerste zekerheid

op het perceel in Hoorn. Van deze lening is € 1,0 miljoen nog niet opgenomen. Beide nieuwe leningen zijn

afgesloten voor de financiering van de nieuwbouw in Purmerend.

De aflossingsverplichting voor 2019 is niet onder kortlopende schulden opgenomen. Dit betreft een bedrag

van € 3,1 miljoen.


Pagina 51 van 65

Ten opzichte van 2017 zijn de kortlopende schulden per saldo met ongeveer € 0,6 miljoen afgenomen.

Hiervan betreft ruim € 0,3 miljoen de hogere overlopende passiva. De hiertoe behorende vooruit ontvangen

baten (de posten 2.4.10.1 tot en met 2.4.10.4) zijn € 1,0 miljoen hoger. Daartegenover zijn accountants-,

algemene- en administratiekosten € 0,7 miljoen lager. Dit vooral omdat een in 2017 opgenomen bedrag

voor nog te betalen kosten voor het verhelpen van organisatorische knelpunten in 2018 is betaald.

2.4 Kortlopende schulden

(in euro's)

2018 2017

2.4.1 Kredietinstellingen 0 702.494

2.4.3 Crediteuren 2.269.340 2.835.268

2.4.4 OCW/EZ 0 0

2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 3.155.644 2.935.616

2.4.8 Schulden terzake van pensioenen 881.967 822.304

2.4.10 Overlopende passiva 10.666.346 10.314.120

Kortlopende schulden 16.973.298 17.609.802

Uitsplitsing

2.4.7.1 Loonheffing 2.318.324 2.174.880

2.4.7.2 Omzetbelasting -6.383 6.543

2.4.7.3 Premies sociale verzekeringen 843.704 754.194

Belastingen en premies sociale verzekeringen 3.155.644 2.935.616

2.4.10.1 Vooruitontvangen college-en lesgelden 821.471 650.191

2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OCW/EZ geoormerkt 4.357.653 3.642.409

2.4.10.3 Vooruitontvangen opbrengsten 332.351 263.676

2.4.10.4 Vooruitontvangen termijnen 994.914 919.194

2.4.10.5 Vakantiegeld en verlofdagen 3.276.424 3.203.836

2.4.10.6 Accountants-algemene-en administratiekosten 883.529 1.634.815

2.4.10.8 Overige 3 0

Overlopende passiva 10.666.346 10.314.120

-

Vooruitontvangen subsidies OCW/EZ

* kwaliteitsgelden 1.848.000

* G1 511.298 model G

* G2 1.998.356 model G

4.357.653


Pagina 52 van 65

MODEL G 2018

G1 | Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule (in euro's)

G2 | Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule (in euro’s)

G 2A | Aflopend per ultimo verslagjaar

G 2B | Doorlopend tot in een volgend verslagjaar

Omschrijving

Toewijzing

Kenmerk

Toewijzing

datum

Bedrag vd

toewijzing

Ontvangen

t/m

verslagjaar

Prestatie

AGgerond

JA / NEE

€ €

1807 Regeling Voorziening Leermiddelen 849885-1 22-08-'17 231.132 231.132- JA

1907 Regeling Voorziening Leermiddelen 2018/2/872886 21-08-'18 229.296 229.296- NEE

1801 Prestatiebox VSV Variabel Deel 865637-2 19-12-'17 400.000 400.000- JA

2012 Taalslag GK017008 20-12-'17 90.250 90.250- NEE

DUO - Lerarenbeurs 2018/2/825596 20-03-'18 3.173 3.173- JA






DUO - Lerarenbeurs 930722-1 22-10-'18 7.404 7.404- NEE










DUO - Lerarenbeurs 2018/2/942309 20-09-'18 134.369 134.369- NEE

DUO - Subsidie Zij-instroom 788712-2 20-12-'16 20.000 20.000- JA

DUO - Subsidie Zij-instroom 2017/2/412762 21-02-17 60.000 60.000- JA

DUO - Subsidie Zij-instroom 2017/2/4423160 21-03-17 20.000 20.000- JA

DUO - Subsidie Zij-instroom 2018/2/848764 20-06-'18 20.000 20.000- NEE

DUO - Subsidie Zij-instroom 781907-1 22-11-'16 80.000 80.000- JA

DUO - Subsidie Zij-instroom 2017/2/490742 19-05-'17 20.000 20.000- JA




DUO - Subsidie Zij-instroom 942096-1 19-12-'18 40.000 40.000- NEE

Subtotaal subsidies ZVC TOTAAL 1.840.651 1.840.651-

Omschrijving

Toewijzing

kenmerk

Toewijzing

datum

Bedrag vd

toewijzing

Ontvangen

t/m vorig

verslagjaar

Lasten

t/m vorig

verslagjaar

Stand begin

verslagjaar

Ontvangst in

verslagjaar

Lasten in

verslagjaar

Stand ultimo

verslagjaar

Saldo nog te

besteden

ultimo

verslagjaar

€ € € € € €

2208 PPS Dudoc XP 1359102 23-05-'18 736.000 - - - 736.000- 1.936 734.064- 734.064

2104 Doorstroomprogramma MBO-HBO DHBO18008 15-03-'18 134.940 - - - 134.940- 23.237 111.704- 111.704

1912 Schoolmaatschappelijk Werk 2018 2018/2/728296 22-01-'18 415.537 - - - 415.537- 126.599 288.938- 288.938

2012 Regionaal Programma VSV NKL OND/ODB-2016/17719 U 14-11-'16 823.020 548.680- 548.680- 333.087- 274.340- 195.137 412.290- 1.176.563

2012 Regionaal Programma VSV WFL OND/ODB-2016/17721 U 14-11-'16 823.020 548.680- 548.680- 311.184- 274.340- 134.164 451.360- 1.237.536

Subtotaal subsidies MVC TOTAAL 2.932.517 1.097.360- 1.097.360- 644.271- 1.835.157- 481.073 1.998.356- 3.548.804


Pagina 53 van 65

A1.5 | Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen

Stichting Waarborgfonds Bve

Het Horizon College is aangesloten bij de Stichting Waarborgfonds Bve. Deze stichting staat garant voor

verstrekkers van geldleningen voor huisvesting, die onderwijsinstellingen binnen de bve-sector krijgen en

die de overheid bekostigt. Omdat het Horizon College lid is van dit waarborgfonds, kan het bij calamiteiten

jaarlijks worden aangesproken voor een bedrag van maximaal 2 procent van de rijksbijdrage. Het Horizon College is door aanbestedingen verplichtingen aangegaan. Deze verplichtingen blijken niet uit de balans. Zie hieronder de verplichtingen waarvan de contractwaarden boven de € 100.000 per jaar uitkomen over de komende vijf jaar.

Ministerie van Financiën

Het Horizon College heeft ter zekerheid aan het Ministerie van Financiën hypotheek verstrekt op de

gebouwen aan de Kruseman van Eltenweg in Alkmaar en de Umbriëllaan in Heerhugowaard.

ING-bank

Het Horizon College heeft ter zekerheid aan de ING-bank hypotheek verstrekt op basis van eerste zekerheid

op de grond in Hoorn.

Bankgaranties

Het Horizon College heeft in 2017 de volgende bankgaranties afgegeven:

• een bankgarantie van € 24.500 voor D.A.M. Projecten bv voor onbepaalde tijd;

• een bankgarantie van € 77.102 voor City Theater Venlo bv, Beheersmaatschappij Floris bv en J.E.

Heidema Holding bv voor onbepaalde tijd.

Bovenstaande garanties zijn afgegeven als onderpand voor de huur van twee panden in Purmerend.

Vordering op het Ministerie van OCW

Het Horizon College maakt aanspraak op een vordering van € 764.240 op het Ministerie van OCW voor een

vergoeding voor loonheffing en premie ABP over juli 1991. Deze vordering is op nihil gewaardeerd. Er wordt

alleen uitgekeerd bij beëindiging van de activiteiten van het Horizon College indien en voor zover voor

liquidatie.

Kredietfaciliteiten

Het Horizon College maakt gebruik van het zogenoemde schatkistbankieren bij het Ministerie van Financiën.

Het heeft daardoor de beschikking over een rekening-courantfaciliteit van 10 procent van de publieke

jaaromzet. Concreet betekent dit een faciliteit van ongeveer € 7,5 miljoen.

Nieuwbouw Purmerend/verhuur aan Regio College

In 2014 hebben het Horizon College en het Regio College hun goedkeuring gegeven aan de samenwerking

en bouw van een onderwijslocatie in Purmerend. In 2019 zal de nieuwbouw in gebruik worden genomen.

Deze investering (€ 21,5 miljoen) wordt gefinancierd door het aantrekken van nieuwe leningen. Het pand

en inventaris zijn eigendom van het Horizon College en het Regio College zal een deel van het pand

inclusief niet- specifiek inventaris huren. Hiervoor ontvangt het Horizon College op jaarbasis een

vergoeding van ruim € 0,4 miljoen.

Daarnaast ontvangt het Horizon College een vergoeding voor facilitaire services samenhangend met deze

verhuur. Deze vergoeding wordt geschat op € 0,5 miljoen zal berekend worden op basis van de

werkelijke kosten.

Het huurcontract gaat op zijn vroegst in op 1 juni 2019 en uiterlijk op 1 januari 2020 en heeft een

looptijd van 40 jaar.

Niet uit de balans blijkende

verplichtingen per 31-12-2018 2019 2020 2021 2022 2023

9.971.207 3.198.107 1.107.311 1.107.311 1.107.311


Pagina 54 van 65

Overige

Het Horizon College heeft sinds 2016 een geschil met een leverancier. Over en weer is een claim ingediend.

Op dit moment is nog steeds onduidelijk wie in deze zaak in het gelijk gesteld zal worden. Het is daarom

ook niet duidelijk of dit tot een vordering of verplichting zal leiden. Voor dit geschil is daarom per

balansdatum geen vordering of voorziening in de balans opgenomen.

A1.6 | Toelichting op de staat van baten en lasten

3 Baten (in euro’s)

Ten opzichte van de begroting stijgen de rijksbijdragen met € 1,6 miljoen. Compensatie voor extra kosten

ten gevolge van de cao-aanpassingen (€ 0,6 miljoen), € 0,6 miljoen lagere kwaliteitsgelden en per saldo €

1,7 miljoen hogere geoormerkte OCW-subsidies (onder andere VSV, subsidie leermiddelen, subsidie

wachtgeld en subsidie lerarenbeurs) zijn de belangrijkste oorzaken.

De totale rijksbijdragen zijn ten opzichte van 2017 met € 3,8 miljoen toegenomen. De Rijksbijdrage OCW is

€ 3,2 miljoen hoger en overige subsidies OCW zijn € 0,6 miljoen hoger.

In de Rijksbijdrage OCW zijn naast een extra toekenning ten gevolge van een hoger macrobudget onder

andere de ontvangen compensatie voor de eenmalige cao-uitkering (€ 0,6 miljoen) opgenomen. Afgenomen

overige subsidies OCW betreffen lagere geoormerkte OCW-Prestatiesubsidie (€ -0,7 miljoen, aflopende

regeling) en hogere baten (VSV € 1,3 miljoen).

Een overzicht van de besteding van de subsidies met doelbesteding vindt u in model G 2018 hiervoor.

De college-, cursus-, les- en examengelden zijn ten opzichte van 2017 met € 0,8 miljoen toegenomen. Dit

is het gevolg van het - per eind 2017 - voor het eerst opnemen van een overlopende post vooruitontvangen

college-, cursus-, les- en examengelden ad € 0,6 miljoen. Tot 2017 werden in het jaar ontvangen bedragen

niet aan het schooljaar toegerekend. Het resultaat 2017 nam daardoor met € 0,6 miljoen af. In 2018 is een

volledige jaarbate opgenomen.

3.1 Rijksbijdragen 2018 Begroting 2017

3.1.1 Rijksbijdrage OCW 88.100.698 88.118.912 84.895.308

3.1.2 Overige subsidies OCW 5.341.414 3.686.434 4.759.765

3.1.3 Af: inkomensoverdrachten - -

3.1.4

Ontvangen doorbetalingen

Rijksbijdrage SWV - -

Rijksbijdragen 93.442.112 91.805.345 89.655.073

Uitsplitsing

3.1.2.1 Subsidies met doelbesteding OCW 2.783.205 1.235.434 2.242.811

3.1.2.1 OCW-wachtgeldvergoeding 2.558.209 2.451.000 2.516.954

3.1.2.4 Ministeriële projecten - -

3.1.2.2 Niet-geoormerkte OCW-subsidies - - -

Overige subsidies OCW 5.341.414 3.686.434 4.759.765


Pagina 55 van 65

Ten opzichte van de begroting zijn deze baten bijna € 0,4 miljoen hoger door een toename van

studentenaantallen.

De baten werk in opdracht van derden zijn in 2018 toegenomen. Ten opzichte van de begroting 2018 is dat

€ 0,6 miljoen en ten opzichte van 2017 is dat € 0,4 miljoen.

Baten uit eerste opvang van anderstaligen zijn ten opzichte van de begroting € 0,8 miljoen en ten opzichte

van 2017 € 0,4 miljoen hoger. Het verdere verschil ten opzichte van de begroting 2018 bestaat uit € 0,2

miljoen hogere baten (meerdere bedragen) en het op deze post verwerken van € 0,4 miljoen aan

doorbetalingen aan samenwerkingsverbanden (negatieve baten). Deze doorbetalingen zijn begroot onder

overige lasten.

Onder overige baten zijn vooral verschillen (baten hoger dan begroot) opgenomen die het gevolg zijn van

hogere studentenaantallen zoals hogere deelnemersbijdragen en opbrengst uit boeken.

De overige baten 2018 zijn lager dan in 2017. Dat komt vooral door een lagere opbrengst uit detachering

personeel.


Pagina 56 van 65

4 Lasten (in euro’s)

Realisatie 2018 versus begroting 2018 (realisatie € 1,0 miljoen hoger).

• Lonen en salarissen zijn in 2018 € 0,2 miljoen hoger dan begroot. Er is een iets hogere formatie

ingezet. Door de hogere baten is hiervoor voldoende ruimte.

• De post Dotaties personele voorzieningen is € 0,3 miljoen hoger dan begroot. Een toelichting bij de

ontwikkeling van de voorzieningen is gegeven onder de balanspost Voorzieningen.

• De € 1,1 miljoen extra kosten voor Personeel niet in loondienst zijn deels het gevolg van inhuur van

ICT-specialisten, opleidingsmanagers, een business controller en overige vervanging/aanvulling op

stafniveau. Verder is er inhuur ten behoeve van het primaire proces nodig geweest. Hogere

studentenaantallen hebben naast een hoger dan begrote inzet ook extra baten opgeleverd.

• Tot de meerkosten op de post Overig horen de kosten van de eenmalige cao-uitkering

(€ 0,4 miljoen) en hogere andere kosten (€ 0,4 miljoen), waaronder uitbetaalde transitievergoedingen

en een overlijdensuitkering. Daartegenover staat de vergoeding (negatieve kosten) voor het verhelpen

van organisatorische knelpunten (€ -0,6 miljoen) en de nog te ontvangen compensatie van betaalde

transitievergoedingen (€ -0,5 miljoen).

• Ontvangen uitkeringen zijn laag begroot. Op basis van de realisatie 2017 had een hoger bedrag

opgenomen moeten worden.

Realisatie 2018 versus realisatie 2017 (realisatie 2017 € 1,2 miljoen lager).

• Lonen en salarissen zijn in 2018 € 1,7 miljoen hoger dan in 2017. Dit komt vooral door de toename van

de formatie en de cao-aanpassingen. Door verhoging van de inhoudings-/afdrachtpercentages en de

hogere grondslag (formatie/salarissen) zijn ook de premies PF en SV hoger.

• Dotaties aan personele voorzieningen zijn in 2018 € 0,8 miljoen lager dan 2017. Het verbeteren van

schattingen/berekeningen en het toe-/afnemen van het aantal gerechtigden zorgden ervoor dat er in

2017 relatief hoge kosten waren, waarna er in 2018 weer een afname van de kosten te zien is.

• De kosten voor personeel niet in loondienst zijn in 2018 lager dan in 2017. Er zijn minder externe ICT-

medwerkers (€ -0.3 miljoen) en de inleen bij het vavo-onderwijs is ook lager (€ -0,2 miljoen). Door een

kleine toename van kosten van vooral overige interim-managers is het verschil tussen 2018 en 2017 op

totaalniveau € -0,4 miljoen (kosten 2018 lager).

• Op de post Overig zijn er ten opzichte van 2017 € 1,7 miljoen lagere kosten. Een reservering voor

kosten van organisatorische knelpunten in 2017 (kosten) en de vrijval daarvan in 2018 (negatieve

kosten) zorgen voor een verschil van € 1,2 miljoen. Overige grote afwijkingen in 2018 zijn de kosten

van de eenmalige cao-uitkering (€ 0,4 miljoen) en de nog te ontvangen compensatie van betaalde

transitievergoedingen (€ -0,5 miljoen).

De gemiddeld ingezette formatie voor de gehele organisatie was in 2018 1.029 fte (2017: 992).

4.1 Personeelslasten 2018 Begroting 2017

4.1.1 Lonen en salarissen 66.470.318 66.288.986 64.752.779

4.1.2 Overige personele lasten 7.397.949 6.252.927 10.368.424

4.1.3 Af: uitkeringen -452.054 -122.044 -479.996

Personeelslasten 73.416.213 72.419.869 74.641.207

Uitsplitsing

4.1.1.1 Brutolonen en -salarissen 52.067.719 52.690.259 51.048.211

4.1.1.2 Sociale lasten 6.780.169 6.491.757 6.437.858

4.1.1.3 Pensioenpremies 7.622.430 7.106.970 7.266.709

Lonen en salarissen 66.470.318 66.288.986 64.752.778

4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 1.375.405 1.090.000 2.211.284

4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 3.395.029 2.328.450 3.816.566

4.1.2.3 Overig 2.627.516 2.834.477 4.340.574

Overige personele lasten 7.397.949 6.252.927 10.368.424


Pagina 57 van 65

Afschrijvingen zijn in 2018 lager dan begroot door lagere investeringsbedragen, het laten vervallen of

uitstellen (ook naar 2019) van enkele investeringen en het niet activeren van een groot deel van de kosten

van het project Plan Beter (optimalisatie ICT-organisatie).

De huisvestingslasten zijn in 2018 € 0,4 miljoen lager dan begroot. Een afname van huur van ruimtes,

onder gunstigere voorwaarden afgesloten onderhoudscontracten, gezamenlijke (voordeligere) inkoop van

energie en relatief weinig meerwerk met betrekking tot schoonmaak zijn hier de oorzaak van.

De verlaging van huisvestingslasten ten opzichte van 2017 is hoofdzakelijk het gevolg van het tegen lagere

kosten uitgevoerde onderhoud.

De totale overige lasten nemen toe, zowel ten opzichte van de begroting als ten opzichte van 2017. De

afwijking tussen de realisatie en de begroting 2018 bestaat op hoofdlijnen uit:

• De meerkosten op administratie en beheerslasten. Naast het hier verantwoorden van niet geactiveerde kosten van het project Plan Beter (€ 2,3 miljoen) veroorzaakt een toename van de studentenaantallen hogere lasten. Dit zijn kosten voor inkoop van ICT en hogere drukwerk- en fotokopieerkosten.

• De hogere kosten voor inventaris en apparatuur zijn vooral het gevolg van een groot aantal kleine

aankopen en reparaties.

• De kosten voor leer- en hulpmiddelen zijn € 0,1 miljoen hoger. In de begroting 2018 was rekening

gehouden met een afname van de kosten ten opzichte van 2017. In werkelijkheid is die afname mede

door hogere studentenaantallen lager dan begroot.

• De post Overige is in 2018 ruim € 1,3 miljoen lager dan begroot. Een groot deel van dit verschil bestaat

uit meerdere relatief geringe bedragen. Verder betreft € 0,4 miljoen hiervan op deze post begrote

bedragen die uiteindelijk als negatieve baten zijn verantwoord (zie Baten werk in opdracht van derden).

4.2 Afschrijvingen op immateriële & materiële vaste activa

2018 Begroting 2017

4.2.1 Immateriële vaste activa 123.546 124.000 123.546

4.2.2 Materiële vaste activa 6.143.022 6.718.773 6.197.803

Afschrijvingen 6.266.567 6.842.773 6.321.349

4.3 Huisvestingslasten 2018 Begroting 2017

4.3.1 Huur 1.224.611 1.318.140 1.207.641

4.3.2 Verzekeringen 52.873 52.675 52.873

4.3.3 Onderhoud 816.852 990.172 1.076.767

4.3.4 Energie en water 773.720 875.818 721.679

4.3.5 Schoonmaakkosten 1.203.232 1.262.506 1.223.446

4.3.6 Heffingen 372.381 390.726 365.676

4.3.8 Overige 236.668 237.690 254.081

Totaal huisvestingslasten 4.680.338 5.127.727 4.902.163

4.4 Overige lasten 2018 Begroting 2017

4.4.1 Administratie en beheerslasten * 8.578.848 5.902.076 6.608.393

4.4.2.1 Inventaris en apparatuur 668.510 452.004 538.855

4.4.2.2 Leer- en hulpmiddelen 2.848.476 2.713.750 3.017.198

4.4.3 Dotatie overige voorzieningen 8.262 0 3.678

4.4.4 Overige 2.653.456 3.971.692 2.894.086

Overige lasten 14.757.552 13.039.522 13.062.210

Specificatie honorarium accountant *

Onderzoek jaarrekening 51.776 50.000 67.118

Andere controleopdrachten 10.014 8.470

Overige niet-controle diensten 2.160

Accountantslasten 61.790 50.000 75.588


Pagina 58 van 65

Nog eens € 0,4 miljoen betreft begrote bedragen waarop aanspraak gemaakt kon worden na het

indienen van (beleidsrijke) plannen. Dit is nog niet gebeurd, waardoor een groot deel van deze gelden

pas in 2019 ingezet zal worden.

De toename van de kosten in 2018 ten opzichte van 2017 bestaat uit: • Administratie en beheerslasten zijn € 2,0 miljoen hoger dan in 2017. Dit komt vooral door de kosten van

het project Plan Beter (€ 2,3 miljoen, zie boven). Daartegenover zijn er geen meerkosten (zoals in 2017) door de overgang naar een nieuwe ICT-dienstverlener.

• Een groot aantal kleine aankopen en reparaties waardoor de kosten voor inventaris en apparatuur in

2018 zijn toegenomen.

• Leer- en hulpmiddelen zijn € 0,2 miljoen lager dan in 2017. Dit is een voorziene afname van de kosten

in 2018.

• De post Overige is in 2018 ruim € 0,2 miljoen lager dan in 2017. Dit betreft vooral lagere advieskosten

(ICT), wat het gevolg is van het in 2017 stroomlijnen van de ICT-organisatie. In 2017 zijn hiervoor extra

kosten gemaakt.


Pagina 59 van 65

A1.8 | Wet normering Topinkomens (WNT)

Toelichting bij de WNT-verantwoording 2018

Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)

ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op het Horizon College van toepassing

zijnde regelgeving: het WNT-maximum voor het onderwijs. Het Horizon College valt in de WNT in klasse F.

De berekening op basis van complexiteitspunten is als volgt:

Het bezoldigingsmaximum behorend bij klasse F is € 171.000. Het weergegeven individuele WNT-maximum

is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband,

waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte.

Het individuele WNT-maximum voor de leden van de Raad van Toezicht bedraagt voor de voorzitter 15

procent (€ 25.650) en voor de overige leden 10 procent (€ 17.100) van het

bezoldigingsmaximum, berekend naar rato van de duur van het dienstverband.

In de WNT-tabel op de volgende pagina is de bezoldiging 2018 van topfunctionarissen van het Horizon College

weergegeven.

In 2018 zijn er geen functionarissen in dienst geweest, waarvan de bezoldiging uitsteeg boven de norm die

de WNT stelt.

A1.8 | Wet normering topinkomens

Gegevens 2018 - bedragen x € 1 Mevr. A.J.

Grootoonk

Functiegegevens vz. CvB

Aanvang en einde functievervulling in 2018 1/1-31/12

Omvang dienstverband 1,0

Dienstbetrekking? ja

Bezoldiging

Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen € 146.501

Beloningen betaalbaar op termijn € 19.061

Subtotaal € 165.562

Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum € 171.000

-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag € 0

Totale bezoldiging € 165.562

Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t.

Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t.


Pagina 60 van 65

A1.9 | Voorstel bestemming van het resultaat

Dit voorstel hebben we al in de jaarrekening verwerkt. Een specificatie van het verloop van het eigen

vermogen in 2018 is opgenomen in de toelichting op de balans.

A1.10 | Gebeurtenissen na balansdatum

Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die het beeld in deze jaarrekening beïnvloeden.

Gegevens 2017 - bedragen x € 1 Mevr. A.J.

Grootoonk

Dhr. J.H.G. van

de Langenberg

Functiegegevens vz. CvB vz. CvB

Aanvang en einde functievervulling in 2017 1/1-31/12 1/1-31/01

Omvang dienstverband 1,0 1,0

Dienstbetrekking? Ja Ja

Bezoldiging

Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen € 146.995 € 17.436

Beloningen betaalbaar op termijn € 17.830 € 1.478

Subtotaal € 164.825 € 18.914

Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum € 165.000 € 14.014

Totale bezoldiging € 164.825 € 18.914

Toezichthoudende topfunctionarissen

Gegevens 2018 - bedragen x € 1Dhr. J.

Franx

Dhr.T.

Cohen

Mevr. M.L.

Kraak

Dhr. G.

Valk

Dhr. J.W.

Brinker

Mevr.

I.J. van

Slageren

Dhr.

G.G.M. de

Valk

Functiegegevens vz. RvT lid RvT lid RvT lid RvT lid RvT lid RvT lid RvT

Aanvang en einde functievervulling in 2018 1/1-31/12 1/1-31/12 1/1-30/4 1/1-30/4 1/1-31/12 1/5-31/12 1/5-31/12

Bezoldiging

Totale bezoldiging € 18.555 € 12.645 € 4.963 € 4.215 € 12.645 € 8.430 € 10.120

Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum € 25.650 € 17.100 € 5.622 € 5.622 € 17.100 € 11.478 € 11.478

-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0

Totale bezoldiging 2018 € 18.555 € 12.645 € 4.963 € 4.215 € 12.645 € 8.430 € 10.120

Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.

Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t. N.v.t.

Gegevens 2017 - bedragen x € 1Dhr. J.

Franx

Dhr.T.

Cohen

Mevr. M.L.

Kraak

Dhr. G.

Valk

Dhr. J.

Brinker

Functiegegevens vz. RvT lid RvT lid RvT lid RvT lid RvT

Aanvang en einde functievervulling in 2017 1/1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12 1/1-31/12

Bezoldiging

Totale bezoldiging € 15.335 € 10.450 € 12.545 € 10.450 € 10.450

Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum € 24.750 € 16.500 € 16.500 € 16.500 € 16.500

Totale bezoldiging 2017 € 15.335 € 10.450 € 12.545 € 10.450 € 10.450

Het College van Bestuur heeft besloten het resultaat over 2018 als volgt te bestemmen:

(in euro's)

Ten gunste van de algemene reserve 765.595

Onttrekking van de bestemmingsreserve -507.944

Per saldo te verwerken in het vermogen 257.651


Pagina 61 van 65

A1.11 Gegevens over de rechtspersoon

Naam instelling: Stichting Regionaal Opleidingen Centrum Noord-Kennemerland/

West-Friesland

Naam: Horizon College

Rechtsvorm: Stichting

Statutaire zetel: Alkmaar

Adres: Kruseman van Eltenweg 4

Postadres: Postbus 30

Postcode/plaats: 1800 AA Alkmaar

Telefoon: (072) 547 66 00

Fax: (072) 547 69 70

E-mail: [email protected]

Website: www.horizoncollege.nl

KvK-nummer: 41241789

Bestuursnummer: 40877

Contactpersoon: Mevr. I. Mendonca

Telefoon: (072) 547 69 86

E-mail: [email protected]

BRIN-nummer: 25PT

Accountantskantoor

Naam: Deloitte Accountants bv

Contactpersoon: Drs. G.J. Straatman RA

Adres: Wilhelminakade 1, 3072 AP Rotterdam

Telefoon: (088) 288 28 88


Pagina 62 van 65

A1.12| Ondertekening jaarrekening

Alkmaar, 20 mei 2019

Voorzitter College van Bestuur

Mw. A.J. Grootoonk

Raad van Toezicht

Dhr. J. Franx

Dhr. T. Cohen

Dhr. J.W. Brinker

Mw. I.J. van Slageren

Dhr. G.G.M. de Valk


Pagina 63 van 65

Overige gegevens

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant


Pagina 64 van 65


Pagina 65 van 65

Nevenvestigingen

Hoorn

Adres: Maelsonstraat 24

Postcode/plaats: 1624 NP Hoorn

Telefoon: (0229) 28 71 00

Heerhugowaard

Adres: Umbriëllelaan 2

Postcode/plaats: 1702 AJ Heerhugowaard

Telefoon: (072) 547 64 76

Purmerend

Adres: Karekietpark 4

Postcode/plaats: 1444 HV Purmerend

Telefoon: (0299) 45 53 00


Geïntegreerd Jaardocument 2018 - Horizon College

Documents

Transcript of Geïntegreerd Jaardocument 2018 - Horizon College