Infomap bij borstkanker Jessa Ziekenhuis
-
Upload
jessa-ziekenhuis -
Category
Documents
-
view
213 -
download
0
description
Transcript of Infomap bij borstkanker Jessa Ziekenhuis
Borstoperaties
2
Inhoud: Soorten borstoperaties 3
Praktische informatie en aandachtspunten 4
Okseluitruiming 5
Lymfoedeempreventie 12
De afdeling gynaecologische heelkunde, welkom op B3 16
Verder leven na een borstoperatie 18
3
1. Soorten borstoperaties
De grootte van de tumor ten opzichte van de borstgrootte, de aanwezigheid van meer-
dere tumoren in de borst, erfelijke aanleg, eerdere behandelingen, je conditie en indien
mogelijk je eigen voorkeur bepalen of je voor een borstamputatie, een borstsparende
operatie of een tussenvorm daarvan in aanmerking komt.
Bij de invasieve soort borstkanker kunnen cellen van de kwaadaardige tumor losraken
en via het lymfevocht naar de lymfeklieren in de oksel terecht komen. (Dit is niet
het geval bij de niet-invasieve variant van borstkanker waarbij de omringende weefsels
nog niet zijn aangetast.) Om na te gaan of de borstkankercellen zich hebben uitgezaaid
naar de lymfeklieren in de oksel, wordt tijdens de operatie één klier (=schildwachtklier,
poortwachtersklier of sentinelklier) of meerdere klieren (=volledige okselklieruitrui-
ming) verwijderd. Deze procedure is vooral belangrijk om te weten of na de operatie nog
andere behandelingen nodig zijn.
Een overzicht van de verschillende soorten borstoperaties vind je op de website van het
Jessa Ziekenhuis, op de deelwebsite van het Borstcentrum: www.jessazh.be/borstcen-
trum.
Geen enkele ingreep is vrij van de kans op complicaties. Zo zijn er ook bij borstoperaties
de normale risico’s op complicaties van een operatie zoals trombose, longontsteking, na-
bloeding, wondvochtophoping en wondinfectie.
Een operatie voor borstkanker is lichamelijk gezien geen zware operatie. Ook vrouwen
op hogere leeftijd kunnen de operatie veilig doorstaan.
4
2 Praktische informatie en aandachtspunten
De dag na een borstsparende operatie mag je in het ziekenhuis al een beha dra-
gen, bij voorkeur een sportbeha of een beha zonder beugels. Op termijn kan je eender
welk model dragen.
Er is geen thuisverpleging nodig na je ontslag. Bij je laatste verzorging in het
ziekenhuis wordt een douchepleister aangebracht. Deze mag je laten zitten tot
de week volgend op de operatie. Die week ga je best (’s dinsdags) naar je huisarts
voor controle van de borst en arm, en eventueel voor het verwijderen van de eerste
helft van het hechtingsmateriaal. Ook kan je huisarts nagaan of je over alle nodige
voorschriften beschikt.
De oefeningen die de kinesist je aanleert in het ziekenhuis mag je thuis zelf verder
zetten. Je bent niet verplicht een kinesist in de thuissituatie te raadplegen.
In geval van zwelling, de eerste weken na je operatie, raadpleeg je best je huisarts.
Borstoperaties
5
3. Okseluitruiming
Chirurgische verwijdering van de tumor gaat soms gepaard met een okseluitruiming.
Voor de ingreep wordt gekeken of de lymfeklieren in de oksel zijn aangetast. Wanneer
dit het geval is worden ook deze verwijderd tijdens de ingreep om te vermijden dat de
kanker zich van hieruit verspreidt in je lichaam.
3.1. Schildwachtkliertest (sentinel node onderzoek)Om te bepalen of één of meerdere okselklieren zijn aangetast, wordt soms een schild-
wachtkliertest of sentinel node onderzoek gedaan. De schildwachtklier is de eerste drai-
nerende lymfeklier van een bepaald lichaamsdeel. Bij uitbreiding van een tumor naar de
lymfeklieren zullen de tumorcellen eerst naar de schildwachtklier gaan en vervolgens
naar de andere lymfeklieren. Dit betekent dat indien deze klier niet aangetast is, er ook
geen tumorcellen aanwezig zijn in de overige klieren en een okseluitruiming dus ook
niet nodig is. Is de schildwachtklier wel positief, dan is een klassieke okseluitruiming
noodzakelijk.
Doel van het onderzoek
Het lokaliseren en markeren van de zogenaamde sentinel node, zodat deze sentinel
node onderzocht kan worden op tumorcellen.
Voorbereiding
Voor het onderzoek is geen speciale voorbereiding nodig. Zorg ervoor dat je op de
dag van het onderzoek geen deodorant, bodylotion of olie ter hoogte van de oksel
gebruikt
Het onderzoek
Het onderzoek start meestal ‘s namiddags op de dag voor je operatie, met de toedie-
ning van 4 injecties met een kleine hoeveelheid licht radioactieve stof die toelaat om
de sentinel node op te sporen. De injecties worden gegeven boven de plaats waar de
tumor zich in de borst bevindt.
De volgende dag, voor je operatie, worden op de dienst nucleaire geneeskunde radio-
logische beelden gemaakt van de injectieplaats en de oksel. De ingespoten vloeistof
heeft intussen de sentinel node bereikt. Tijdens het maken van deze beelden wordt de
6 Borstoperaties
sentinel node in je oksel ook gemarkeerd. Het is erg belangrijk dat de markering in de
oksel tijdens de operatie nog zichtbaar is. Daarom mag je na het onderzoek geen zeep,
deodorant, bodylotion of olie ter hoogte van de markering gebruiken.
Het maken van de beelden en de markering duurt in totaal ongeveer een half uur.
Resultaten
De foto’s worden meegegeven naar de operatiezaal zodat je gynaecoloog ze kan be-
kijken vóór de operatie.
Waar meld je je aan voor het onderzoek?
Het onderzoek vindt plaats op de afdeling nucleaire geneeskunde.
Op de dag van het onderzoek meld je je aan in de centrale inkomhal van het ziekenhuis.
Breng je SIS-kaart en de aanvraag voor het onderzoek mee. Vervolgens schrijf je je in
aan één van de loketten in de inkomhal, waar je kleefvignetten krijgt. Na de inschrijving
kom je naar onze dienst. Volg hierbij de wegwijzers ‘Raadpleging’ en neem dan de lift
of trap naar de kelderverdieping -1. Op de dienst nucleaire geneeskunde meld je je aan
bij het secretariaat. Daarna kan je plaatsnemen in wachtzaal nummer 906.
Richtlijnen vóór het onderzoek
Vóór het uitvoeren van nucleair-geneeskundige onderzoeken wordt een kleine hoe-
veelheid licht radioactieve stof toegediend. Uiteraard worden hierbij steeds alle no-
dige maatregelen genomen in verband met veiligheid en stralingsbescherming. De
hoeveelheid straling die je lichaam ontvangt is zeer gering en is ongeveer dezelfde als
bij een radiologisch onderzoek met X-stralen (radiografie of CT-scan).
Indien je zwanger bent of mogelijk zwanger bent, verwittig dan de arts en/of de me-
dewerkers vóór je een radioactieve stof krijgt toegediend.
Eten en drinken mogen voor en na de toediening van de radioactieve stof, tenzij je uit-
drukkelijk gevraagd werd om nuchter te blijven, zoals in het bijzonder bij hartonderzoeken.
Om veiligheidsredenen vragen we aan begeleiders of familie van patiënten om in de
wachtzaal te blijven.
Wachttijden
Binnen de afdeling wordt de wachttijd nauwlettend in de gaten gehouden. Dit kan
echter niet voorkomen dat deze wachttijd soms langer is dan verwacht, omdat bij som-
mige patiënten bijkomende onderzoeken nodig zijn. Wij vragen hiervoor begrip.
7
Richtlijnen na het onderzoek
Na het onderzoek blijft de gebruikte, licht radioactieve stof in snel afnemende mate
nog gedurende enkele uren aanwezig in je lichaam, waarbij je een kleine hoeveelheid
straling uitzendt. Hoewel deze straling miniem is, vragen we je om enkele eenvoudige
richtlijnen te volgen, om de mensen in je omgeving niet onnodig bloot te stellen aan
straling.
De dag van het onderzoek beperk je zoveel mogelijk nauw contact met kleine kinde-
ren (<1 jaar).
Probeer rechtstreeks contact met urine, stoelgang, braaksel en bloed te vermijden.
Om dit soort vlekken te reinigen gebruik je best wegwerphandschoenen.
Als er toch rechtstreeks contact is geweest, zorg dan voor een goede handhygiëne.
Spoel het toilet na gebruik 2x door.
Voor verdere vragen omtrent dit onderzoek kan je de afdeling nucleaire geneeskunde
elke werkdag (08u00 tot 17u00) bereiken op het nummer 011 30 98 32.
3.2. Kinesitherapie na een okseluitruiming of sentinelprocedureMobiliteit van de schouder
Enkele dagen na de ingreep is kinesitherapie aangewezen om de schouder zo snel mo-
gelijk zijn normale beweeglijkheid terug te bezorgen. Ten gevolge van de ingreep is
er een onderbreking van de huidzenuwen wat kan leiden tot een “slapend, tintelend” ge-
voel. Dit verdwijnt meestal na enkele weken, maar sommige patiënten houden blijvend
(on)gevoelige plekjes op de huid van hun arm. Dit is niet bevorderlijk voor de beweeglijk-
heid van de schouder.
Door de operatie kan de beweeglijkheid van de schouder verminderd zijn. Armoefenin-
gen kunnen het herstel van die beweeglijkheid bevorderen. Oefeningen activeren te-
vens het spierpompmechanisme en zullen dus meehelpen een goede circulatie in je arm
te verkrijgen. Binnen ons ziekenhuis starten we vanaf dag twee, na de operatie met deze
oefeningen.
De bedoeling van deze oefeningen is om de mobiliteit in je schoudergewricht optimaal
te houden. Je hoeft niet bang te zijn dat door deze oefeningen de wonde opengaat of de
hechtingen zullen loslaten. Zolang de wonddrain nog aanwezig is, is het verstandig om
alleen de aangeleerde oefeningen te doen en is het beter om verschillende keren licht te
8
oefenen dan één keer lang of intensief. (nl. 3x/dag, 10 herhalingen)
Belangrijk om in het achterhoofd te houden is dat het uitvoeren van deze oefeningen
spijtig genoeg niet bijdraagt tot het tegengaan van lymfoedeem. Wanneer je merkt dat je
vocht ophoudt, een zwaar en/of tintelend gevoel in de arm krijgt, een gevoel van niet her-
kennen van je eigen arm… is het belangrijk contact te nemen met je behandelende arts.
Borstoperaties
9
Oefeningen
Dag 2 na de operatie:
Uitgangshouding: Zittend op een stoel of recht in het bed, vingers gekruist.
1. Beide armen gestrekt boven het hoofd heffen.
2. Beide armen op schouderhoogte brengen
en ellebogen van links naar rechts bewegen.
3. Met beide armen grote cirkels maken,
naar links en daarna naar rechts.
+
Borstoperaties10
Dag 3 na de operatie:
Uitgangshouding: Rechtstaand, stok aan de uiteinden vasthouden.
1. Met beide handen de stok boven het hoofd heffen
en laten zakken tot in de hals.
2. De stok achter de rug nemen, rechterhand bovenaan, linkerhand
onderaan, op die manier de stok op en neer bewegen.
3. Hetzelfde als de 2 de oefening, maar de handen aan de uiteinden
wisselen. Linkerhand bovenaan en rechterhand onderaan.
11
Voor alle oefeningen is het volgende van belang
Probeer deze oefeningen dagelijks 3 keer uit te voeren, vijf tot tien keer na elkaar.
Zorg er wel voor dat je geen pijn hebt.
Een ‘rekgevoel’ bij de oefeningen is geen probleem, maar voorkom dat dit pijnlijk
wordt.
Voer de oefening langzaam uit, terwijl je rustig blijft door ademen.
Let op een goede uitgangshouding: goed rechtop zitten of staan, geen afhangende
schouders, doe de oefeningen voor de spiegel.
Let op dat je tijdens de oefeningen niet gaat ‘veren’.
Ook na afloop mag je geen pijn ondervinden. Is dit wel het geval, oefen dan de vol-
gende keer minder intensief.
Heb je thuis problemen met het oefenen of is de beweeglijkheid nog niet hersteld na
zes weken, vraag je huisarts of specialist een verwijzing naar een kinesitherapeut.
Tips voor na de operatie
Laat bij het stappen steeds je arm los naast je lichaam hangen en meebewegen.
In rust in de zetel of het bed leg je best een kussen onder je elleboog zodat je arm
‘open en ontspannen’ ligt.
Voor verdere informatie mag je altijd contact met ons opnemen
Hoofdstukvermelding12
4. Lymfoedeempreventie
Na een borstoperatie is er ook een ver-
hoogd risico op lymfoedeem (dikke arm)
omdat een deel van de lymfevaten van de
borst onderbroken zijn. Vanuit de weefsels
worden eiwitten weggevoerd via het lym-
fesysteem. Bij falen van dit systeem blijven
de eiwitten vastzitten in de weefsels en
trekken vocht aan met een zwelling tot
gevolg. Deze zwelling van de arm kan on-
middellijk na de operatie optreden of maan-
den en zelfs jaren nadien. Het risico op lym-
foedeem kan sterk verminderd worden als
je volgende voorzorgsmaatregelen in acht
neemt. Negeer in geen geval elke zwelling
in de getroffen arm, hand, vingers, nek of
borststreek.
4.1. Basisadviezen ter voorkoming van infecties
voorkom wondjes en huidbeschadigingen
draag handschoenen bij vuil huishoudelijk en tuinwerk
gebruik een vingerhoed bij het naaien
krab puistjes of insectenbeten niet open
gebruik bij het ontharen een ontharingscrème, hars of een ontharingsapparaat in
plaats van een mesje of scheerapparaat
houd de huid soepel met een verzorgende crème om kloven en kapotte nagelriemen
te voorkomen
zorg voor een goede nagelverzorging en gebruik een vijltje in plaats van een schaartje
of nagelknipper
voorkom brandwonden
laat bloed afnemen, injectie geven of een infuus aanleggen aan de niet-geopereerde arm
Ontsmet wondjes onmiddellijk met een desinfecterend middel, bv. jodiumop-
13
4.2. Voorkom overbelasting van het lymfesysteem voorkom langdurig gefixeerde buiging van de elleboog; af en toe bewegen stimuleert
de lymfeafvoer
houd je gewicht in de gaten, overgewicht heeft een nadelige invloed
til niet te zwaar
Spieractiviteit stimuleert de aanvoer van lymfe. Daarom is het belangrijk dat de
aangedane arm zoveel mogelijk wordt ontzien. Beweging is goed, maar mag niet
leiden tot vermoeidheid/pijn in de arm/schouder of zwelling van de hand/arm.
• zoekeenevenwichttusseninspanningenrust
• sportniette intensief;normaalbewegenen lichtsporten (bv.fietsen,wandelen,
zwemmen) is prima maar met mate
• vermijdintensievelichamelijkearbeid
• las regelmatigpauzesvaneenhalfuur in tijdenswerkzaamhedenzoals strijken,
stofzuigen, poetsen,…
4.3. Wees voorzichtig met warmte vermijd/beperk zonnebaden en sauna
voorkom zonnebrand en zonneslag
wees voorzichtig met stoom (bv. aardappelen afgieten)
voorkom extreme koude en vooral extreme warmte (baden, douchen, zonnebaden,
sauna of heet afwaswater)
4.4. Vermijd druk op de arm en schouder draag de schoudertas aan de niet-geopereerde arm
draag geen knellende kleding, sieraden, …
kies een goede borstprothese (niet te zwaar)
draag een goed zittende beha met een brede elastische onderrand en brede schou-
lossing. Raadpleeg een arts bij de geringste tekenen van infectie (dik, rood, pijn en
warm). Ook bij kneuzingen en verstuikingen van de geopereerde arm neem je best
contact op met uw arts.
Beweeg pols en elleboog. Gebruik de spierpomp om het lymfestelsel te stimuleren.
14
derbanden (5-7 cm). Er bestaan ook losse schouderstukjes om de druk van smalle
schouderbandjes te verminderen.
leg zoveel mogelijk een kussen onder de arm en hand als je zit of ligt
draag tijdens een vliegreis een steunmouw
laat de bloeddruk steeds nemen aan de niet geopereerde zijde
4.5. Let op tekens die kunnen wijzen op het ontstaan van lymfoedeem
• zwellingvandehand,polsen/ofvolledigearm
• dearmvoeltgespannenen/ofzwaaraan
• pijn(scheuten)indearm,elleboogen/ofschouder
• roodheidwijstmeestalopeeninfectie
4.6. Behandeling Manuele lymfedrainage
Dit is een zachte massage waarbij een speciaal opgeleide therapeut met bepaalde
handgrepen de afvoer van het lymfevocht probeert te verbeteren
Compressietherapie
Bij deze behandelingsmethode wordt met een verband of een apparaat druk op het
lymfoedeem in de arm uitgeoefend. Hierdoor wordt het overtollige lymfevocht afge-
voerd.
Elastisch drukverband of elastische kous
Tussen de behandelingen is het dragen van een elastisch drukverband of elastische
kous nodig om het resultaat te bewaren. Deze kous wordt best op maat gemaakt en
aangemeten door de therapeut of een bandagist.
Bewegings- en ademhalingsoefeningen
Aanvullend op bovenstaande behandelingen leert de kinesitherapeut je een aantal
bewegings- en ademhalingsoefeningen aan. Deze oefeningen moeten dagelijks uit-
gevoerd worden en hebben een gunstige invloed op de lymfeafvoer en beweeglijkheid
van de arm en schouder.
Borstoperaties
15
Microchirurgie of shunt-operatie
Bij deze behandeling worden operatief nieuwe verbindingen gemaakt tussen bescha-
digde lymfevaten en gezonde bloed- en/of lymfevaten.
Lijst geregistreerde voddertherapeuten: www.mldv.org
5. De afdeling gynaecologische heelkunde, welkom op B3
5.1. Voorstelling van de dienstDe afdeling B3 bevindt zich in de B-vleugel op de 3e verdieping van campus Virga Jesse.
B3 is een gemengde afdeling: heelkunde / inwendige. Naast de gynaecologische patiën-
ten worden er ook patiënten gehospitaliseerd van de specialismen nefrologie en infec-
tieziekten / immuniteit. Onze afdeling telt 33 bedden, verdeeld over 10 tweepersoons-
kamers en 13 éénpersoonskamers.
Het verpleegkundig team
Het verpleegkundig team bestaat uit 23 verpleegkundigen en 2 borstverpleegkundigen,
onder leiding van Renilde Cox, hoofdverpleegkundige.
Omdat het ziekenhuis 24 uur per dag zorg verleent, wisselen de verpleegkundigen el-
kaar in 3 diensten af. Per dienst krijg je als patiënt een verpleegkundige toegewezen
en wordt er naar gestreefd je zoveel mogelijk door deze verpleegkundige te laten ver-
plegen. De verantwoordelijke verpleegkundige kan jouw en je familie dan ook het beste
antwoord geven op je vragen.
De opname
Op de dag van opname word je door een personeelslid van het onthaal naar de afdeling
gebracht, waar de verantwoordelijke verpleegkundige je onthaalt, uitleg geeft over de
kamer en het opnamegesprek met je voert. Gelieve naast nachtkledij en wasgerief ook je
thuismedicatie en bloedgroepkaart mee te brengen.
Als je, om welke reden dan ook, de afdeling verlaat, vragen we je vriendelijk dit steeds
vooraf te laten weten aan de verpleegkundigen.
Vanaf de 2e dag na er operatie kan je de kinesitherapeut verwachten.
Bezoekuren
Tijdens de dag van de operatie wordt doorlopend bezoek toegelaten.
Op andere dagen gelden de volgende bezoekuren:
Voor een éénpersoonskamer: dagelijks van 09u00 tot 20u00
Voor een tweepersoonskamer: dagelijks van 14u00 tot 20u00
In bijzondere omstandigheden kan de hoofdverpleegkundige hierop uitzonderingen toe-
staan.
Borstoperaties16
Nuttige informatie
medische attesten
Als je medische attesten nodig hebt voor werk, school, verzekering,… kan je dit vragen
aan de verantwoordelijke verpleegkundige tijdens het opnamegesprek. We bezorgen
je deze formulieren zo snel mogelijk en ten laatste op de dag van het ontslag.
Eénpersoonskamer
Als je wenst te verblijven in een éénpersoonskamer kan je dit vooraf melden aan de
opnamedienst. We houden rekening met je vraag maar kunnen niet garanderen dat er
op het moment van je opname een éénpersoonskamer beschikbaar is. Aan opname op
een éénpersoonskamer zijn hogere kosten verbonden. Meer info hierover krijg je bij
opname van de medewekers van de opnamedienst.
Ontslag
Tijdens het verblijf op de afdeling komt dagelijks een arts bij je langs. Deze geeft aan
wanneer je naar huis kan. Vraag tijdig alle informatie/vragen die je hebt, het kan hel-
pen deze voor het gesprek ergens te noteren. Bij ontslag krijg je van je arts alle nodige
documenten mee naar huis (voorschriften, controle-afspraak,…)
Contactgegevens
Je kan de afdeling B3 dag en nacht bereiken op het rechtstreekse telefoonnummer 011
30 92 30. Overige contactgegevens van de afdeling vind je in de Wie is Wie in de bundel
algemene informatie.
17
18 Borstoperaties
6. Verder leven na een borstoperatie
Wanneer je te horen krijgt dat je borstkanker hebt, word je niet alleen geconfronteerd
met een lichamelijk genezingsproces. Ook emotioneel krijg je veel te verwerken. Het
is normaal dat je je afvraagt waarom dit nu juist jou moet overkomen. Veel vrouwen en
mannen zoeken hierop een antwoord in hun levenswijze of in vroegere gebeurtenissen.
Misschien komen er schuldgevoelens naar boven. Wat ook je gedachten en gevoelens
hierover zijn, spreek ze uit. Ze mogen er zijn en horen er bij. Dit is belangrijk in het emo-
tionele verwerkingsproces van de ziekte.
Het kan een onmogelijke opdracht lijken om het verlies van je borst te aanvaarden. Wan-
neer je durft te rouwen, zal je langzaam wennen aan je nieuwe spiegelbeeld en weer van
je lichaam gaan houden. Een borstprothese of - indien mogelijk - een borstreconstructie
kan je zelfvertrouwen naar de buitenwereld toe vergroten.
Omdat je tijd nodig hebt om je nieuwe zelfbeeld te aanvaarden, kan het zijn dat je seksu-
ele activiteit tijdelijk vermindert. Je bent moe, kwetsbaar en je hebt je energie nodig heb-
ben om je aan je nieuwe levenssituatie aan te passen. Praat met je partner over je onze-
kerheden en angsten. Het kan een enorme opluchting zijn om dit samen te verwerken.
De ingreep kan gevolgen hebben op je werksituatie en op de huishoudelijke taken thuis.
Probeer hiervoor een oplossing te zoeken en weeg af wat je wel of niet aankan.
Ook het contact met familie, buren en vrienden is belangrijk. Door je openhartigheid kan
je hen ertoe aanmoedigen om over je ziekte te praten en om je gevoelens met hen te
delen. Anderzijds is het mogelijk dat je niet de behoefte hebt om over je ziekte te praten
of verhalen van anderen te aanhoren. Voor je omgeving is het niet altijd vanzelfsprekend
om te weten waar jij wel of geen behoefte aan hebt. Best geef je zelf aan of je wel of
niet over je situatie wil praten.
Weet dat je met je ziekte nooit alleen staat. Wil je graag met een professionele hulpverle-
ner praten over psychische en emotionele problemen tijdens het verwerkingsproces van
je ziekte? Neem dan gerust contact op met onze borstpsychologe. Haar contactgegevens
vind je in de bundel ‘Algemene informatie’ onder ‘Wie is Wie’.
19
Nota’s
Op deze pagina’s kan je alle vragen die je wil stellen noteren of persoonlijke nota’s maken.
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................
..............................................................................................................................................................................................................................................