Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4...

90
Foto: Danny Moens. Infomap 2014 technisch duiken Commissie Duikonderricht Sectie Duiktechnieken

Transcript of Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4...

Page 1: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

Foto: Danny Moens.

Infomap 2014technisch duiken

Commissie DuikonderrichtSectie Duiktechnieken

infomap_2014_technical-front.indd 1 19-2-2014 10:20:51

Page 2: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat
Page 3: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

1

Inhoud

INLEIDING ............................................................................................................ 3

1 Voorwoord .................................................................................................................................... 3

2 Lijst wijzigingen ............................................................................................................................. 3

NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS ....................................................... 4

1 Secretariaat NELOS ....................................................................................................................... 4

2 Ongevalaangiften .......................................................................................................................... 4

3 Hulpdiensten................................................................................................................................. 4

4 AIG-ASSISTANCE............................................................................................................................ 4

5 Opmerkingen ................................................................................................................................ 4

DUIKBREVETTEN .................................................................................................. 5

1 NELOS-brevetten en -titels ........................................................................................................... 5

1.1 De door NELOS uitgevaardigde brevetten en titels .................................................................. 5

1.2 Inschaling .................................................................................................................................. 7

2 Technisch duiken Open Circuit: Extended Range (ER) en Trimix ................................................. 16

2.1 De Extended Range en Trimix-brevetten ................................................................................ 16

2.2 Inschalingsprocedure .............................................................................................................. 16

2.3 Opleiding tot Extended Range Duiker (ERD) ........................................................................... 18

2.4 Opleiding tot Normoxic Trimix Duiker (NTD) .......................................................................... 24

2.5 Opleiding tot Advanced Trimix Duiker (ATD) .......................................................................... 30

2.6 Opleiding tot Extended Range Instructeur (ERI) ..................................................................... 33

2.7 Opleiding tot Normoxic Trimix Instructeur (NTI) .................................................................... 36

2.8 Opleiding tot Advanced Trimix Instructeur (ATI) .................................................................... 39

2.9 'Reglement Diep Duiken' bij ER-duiken en Trimix-duiken ....................................................... 42

2.10 Het Veiligheidsreglement ER en Trimix. .................................................................................. 43

2.11 Wie met wie? .......................................................................................................................... 46

2.12 Materiaal ................................................................................................................................ 46

3 Technisch duiken: Closed Circuit Rebreather .............................................................................. 47

3.1 De Closed Circuit Rebreather-brevetten (CCR-brevetten) ...................................................... 47

3.2 Inschalingsprocedure .............................................................................................................. 47

3.3 De opleidingsstructuur voor Closed Circuit Rebreather .......................................................... 49

3.4 Definities en doelstellingen van de brevetten CCR-D-A en CCR-D-Tx..................................... 52

3.5 Protocol van de Shallow Water Drills CCR voor CCR-D-A en CCR-D-Tx (Module 4) ................. 56

3.6 Protocol van de opleidingsduiken Trimix voor CCR-D-A en CCR-D-Tx (Module 5) .................. 58

Page 4: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

2 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

3.7 Opleiding tot CCR Trimix Instructeur (CCR-I-Tx) ...................................................................... 60

3.8 'Reglement Diep Duiken' bij CCR-duiken ................................................................................ 64

3.9 Het Veiligheidsreglement CCR ................................................................................................ 65

3.10 Wie met wie? .......................................................................................................................... 68

3.11 Organisatie van CCR-D-A-duiken of CCR-D-Tx-duiken ............................................................. 70

4 Kwalificaties technisch duiken .................................................................................................... 72

4.1 Kwalificatie Nitrox Blender (KNB) ........................................................................................... 72

4.2 Kwalificatie Trimix Blender (KTB) ............................................................................................ 72

4.3 Voorwaarden om deel te nemen aan examens (theorie en praktijk) ..................................... 72

5 Overzichtstabellen toelatingsvoorwaarden ................................................................................ 85

5.1 OC Duiker ................................................................................................................................ 85

5.2 OC Instructeur ........................................................................................................................ 86

5.3 Blender ................................................................................................................................... 87

5.4 CCR ......................................................................................................................................... 88

Page 5: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

3

INLEIDING

1 Voorwoord

Beste Instructeur, Beste Duiker,

Net zoals in de 'Algemene NELOS-infomap' (NELOS-infomap voor persluchtduiken en nitroxduiken) willen

we in de 'Infomap Technisch Duiken' op een analoge wijze de aanpassingen die we doorvoeren duidelijk in

de verf zetten.

De belangrijke, eerder inhoudelijke wijzigingen, werden gemarkeerd door een grijze band te trekken voor

de gewijzigde zinnen of paragrafen.

Wij danken ook alle NELOS-leden die in de loop van 2013 hun opmerkingen en correcties verstuurd hebben

aan [email protected]. In de mate van het mogelijke werden alle opmerkingen meegenomen in deze

editie 2013. Wij hopen dat de aandachtige lezer in 2014 ons deze opmerkingen verder zal blijven sturen,

ook voor de bundel technisch duiken.

Voor het redactieteam, Voor de Sectie Duiktechnieken,

John Remue, Stef Teuwen

Voorzitter Bureau Duikonderricht NELOS. Afgevaardigde Technisch Duiken Bureau

2 Lijst wijzigingen

De wijzigingen opgenomen in deze nieuwe Infomap zijn verregaand. Daarom raden we ook aan de hoofd-

stukken die voor u van toepassing zijn grondig door te nemen. De belangrijkste wijzigingen situeren zich in:

• De opleiding tot technisch instructeur en meer bepaald de nodige omkadering hiervoor alsook

de opleiding tot CCR-I-Tx

• Alle opleidingstrajecten voor het behalen van een technisch brevet of titel zijn in een uniform

modulair systeem opgenomen om zo eenduidigheid te scheppen.

• De voorwaarden voor deelname van de verschillende brevetten werden herzien en waar nodig

aangepast.

• De Shallow water drills oefeningen alsook de oefeningen tijdens de deep dives voor de opleiding

tot CCR-D-A en CCR-D-Tx zijn in detail opgenomen

Page 6: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS

1 Secretariaat NELOS

Luce DE SMET Tel: +32 15 29 04 86

Duikershuis Fax : +32 15 20 61 58

Brusselsesteenweg 313-315

2800 Mechelen

E-mail: [email protected] Website: http://wiki.nelos.be

2 Ongevalaangiften

Formulier downloaden van: http://wiki.nelos.be

Binnen de 15 dagen in dubbel naar het NELOS-secretariaat, vergezeld van een geneeskundig getuigschrift.

Dit attest moet door de dokter worden afgeleverd binnen de 3 dagen na het ongeval.

BIJ DODELIJK ONGEVAL:

Binnen de 2 dagen aan het NELOS-secretariaat en rechtstreeks naar Arena (eventueel telefonisch of per

fax) ter attentie van de heer Verbruggen – Josef II straat 36-38 te 1000 Brussel – tel +32 2 512 03 04 – fax

+32 2 512 70 94. Deze aangifte dient zo vlug mogelijk gevolgd te worden door een uitgebreid verslag over

de omstandigheden van het ongeval, vergezeld van een medisch attest over de doodsoorzaak.

3 Hulpdiensten

UNIVERSITAIR ZIEKENHUIS ANTWERPEN

Tel. +32 3 821 30 55

HYPERBAAR CENTRUM

Militair Hospitaal Neder-over-Heembeek (afrit 6 op de ring rond Brussel):

tel. 0800 12 382

Waarschuwing: over de beschikbaarheid van deze diensten bestaat momenteel geen zekerheid.

ZEELAND

Alarmnummer: tel. 112

4 AIG-ASSISTANCE

Bij je duikschool kan je het persoonlijk verzekeringskaartje bekomen, met daarop volgende informatie:

Policy number: ARENA 2.009.718/010. In geval van repatriëring/hospitalisatie ten gevolge van een

duikongeval in het buitenland: Call Center: +32 3 253 69 16.

5 Opmerkingen

Gelieve te mailen naar [email protected] voor alle opmerkingen over inhoud of vorm van deze publi-

catie.

Page 7: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

5

DUIKBREVETTEN

1 NELOS-brevetten en -titels

1.1 De door NELOS uitgevaardigde brevetten en titels

Het NELOS-Duikonderricht kent de volgende brevetten.

1.1.1 Voor het duiken met perslucht en nitrox

1*Duiker (1*D) [EN 14153-2 Autonomous Diver]

2*Duiker (2*D) [EN 14153-2 Autonomous Diver]

3*Duiker (3*D) [EN 14153-3 Dive leader]

4*Duiker (4*D) [EN 14153-3 Dive leader]

Assistent-Instructeur [EN 14413-1 Level 1 instructor] [BLOSO-VTS diploma van Initiator

1*Instructeur (1*I) [EN 14413-2 Level 2 instructor] [BLOSO-VTS diploma van Instructeur B Facul-

tatief]

2*Instructeur (2*I) [EN 14413-2 Level 2 instructor]

3*Instructeur (3*I) [EN 14413-2 Level 2 instructor] [BLOSO-VTS assimilatie Trainer A]

Basis-Nitrox-Duiker (BND)

Gevorderde Nitrox-Duiker (GND)

Advanced Nitrox-Instructeur (NI)

1.1.2 Voor het technisch duiken

Extended Range Diver (ERD)

Normoxic Trimix Diver (NTD)

Advanced Trimix Diver (ATD)

Extended Range Instructor (ERI)

Normoxic Trimix Instructor (NTI)

Advanced Trimix Instructor (ATI)

Closed Circuit Rebreather Duiker – diluent air (CCR-D-A)

Closed Circuit Rebreather Duiker – diluent trimix (all mixes) (CCR-D-Tx)

Closed Circuit Rebreather Instructeur – diluent trimix (all mixes): (CCR-I-Tx)

Kwalificatie Nitrox Blender (KNB)

Kwalificatie Trimix Blender (KTB)

Trimix Blender Instructeur (BI)

1.1.3 Opmerking 1: informatie in dit bundel.

In deze bundel wordt de informatie met betrekking tot het technisch duiken aangeleverd.

1.1.4 Opmerking 2: het benodigde kader voor de vorming van technische instructeurs.

Naast de beschrijving in deze infomap hoe een technische instructeur gevormd wordt en welke eisen en

criteria hierbij gesteld worden, bestaan er ook een algemeen geldende regel s met betrekking tot het

benodigde kader voor de vorming van technische instructeurs. Deze zijn:

- De vorming van technische instructeurs dient steeds goedgekeurd te worden door de Sectie

Duiktechnieken.

Page 8: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

6 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

- De Sectie Duiktechnieken stelt de technische instructeurs aan die zullen instaan voor de vor-

ming en de evaluatie van de kandidaat technische instructeur.

- De vorming van een technische instructeur dient steeds te gebeuren door minstens 2 techni-

sche instructeurs.

- Minstens één van deze technische instructeurs is instructeur voor het desbetreffende niveau (of

hoger). Voorbeeld: als er een kandidaat normoxic instructeur open circuit moet geëvalueerd

worden, dan is minstens één van deze evaluerende instructeurs een normoxic trimix instructeur

open circuit of een advanced trimix instructeur open circuit. De tweede evaluerende instructeur

is eveneens een technische instructeur met een overeenstemmende technische bagage. Het is

wel de eerste evaluerende instructeur die de ‘deep dives’ fysiek dient af te nemen (al dan niet

vergezeld van de tweede evaluerende instructeur) maar beiden evalueren en delibereren over

de prestaties van de kandiaat.

- Volgende tabel geeft hier een overzicht van:

Niveau Eerste evaluerende

instructeur

Tweede evaluerende

instructeur

Kandidaat ER instrcuteur

Open Circuit

ER instructeur Open circuit ER instructeur Open circuit

Normoxic Trimix Instructeur

Open circuit

Normoxic Trimix Instructeur

Open circuit

Advanced Trimix Instrcuteur

Open Circuit

Advanced Trimix Instrcuteur

Open Circuit

Closed Circuit Rebreather

Instructeur (trimix)

Kandidaat Normoxic Trimix Instrcu-

teur Open Circuit

Normoxic Trimix Instructeur

Open circuit

Normoxic Trimix Instructeur

Open circuit

Advanced Trimix Instrcuteur

Open Circuit

Advanced Trimix Instrcuteur

Open Circuit

Closed Circuit Rebreather

Instructeur (trimix)

Kandidaat Advanced Trimix Instruc-

teur

Advanced Trimix Instrcuteur

Open Circuit

Advanced Trimix Instrcuteur

Open Circuit

Closed Circuit Rebreather

Instructeur (trimix)

Kandidaat Closed Circuit Rebreather

Instructeur (diluent trimix)

Closed Circuit Rebreather

Instructeur (trimix)

Closed Circuit Rebreather

Instructeur (trimix)

Kandidaat Blender Instructeur Blender Instructeur (trimix) Blender Instructeur (trimix)

Page 9: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

7

1.2 Inschaling

1.2.1 Inleiding

De algemene regels van inschaling zijn opgesteld om houders van brevetten van andere federaties toe te

laten om zich in te schalen naar een NELOS-brevet van 'vergelijkbaar' niveau.

In principe zal een inschalingsregeling éénmalig gebeuren en enkel van een andere federatie naar NELOS

toe.

Het kan geenszins de bedoeling zijn om een hoger niveau van brevet of instructeurstitel te verwerven via

een (tijdelijke) aansluiting bij een andere federatie om zich daarna te laten inschalen naar een vergelijkbaar

NELOS-niveau.

Indien echter een lid wegens privé- of beroepsredenen voor een onbepaalde tijd in het buitenland heeft

verbleven, en tijdens dit verblijf een hoger niveau heeft verworven, kan een gemotiveerd inschalingsdos-

sier ingediend worden waarvan de ontvankelijkheid zal beoordeeld worden door het Bureau Duikonder-

richt.

Om de mogelijkheden van inschalen eenduidig vast te leggen, werd een tabel aangelegd waarin beschre-

ven staat volgens welke procedure inschalingen kunnen geschieden (zie inschalingstabel in de paragraaf:

'Administratieve inschalingen, standaard inschalingen en standaard examens'). Deze tabel kan in functie

van de concrete noden aangroeien. Het is het Bestuur Duikonderricht dat zal bepalen hoe er kan inge-

schaald worden.

1.2.2 Voorwaarden om te kunnen inschalen

Om ingeschaald te kunnen worden moet de kandidaat:

• lid zijn van een NELOS-club;

• in het bezit zijn van een duikbrevet;

• voldoen aan dezelfde minimum voorwaarden waaraan een NELOS-kandidaat moet voldoen voor

het aangevraagde niveau. Voorbeeld: Indien op een bepaald niveau een bepaald aantal duiken

vereist zijn en de kandidaat heeft dit aantal duiken nog niet, dan moet hij deze eerst uitvoeren

vooraleer hij zijn aanvraag mag indienen.

Vanaf inschrijvingsdatum bij NELOS heeft de kandidaat 3 maanden tijd om in te schalen.

Nota: in deze context maken we geen onderscheid tussen de begrippen 'inschaling', 'cross-over' of 'la

passerelle'.

1.2.3 Inschalingsinstanties

1.2.3.1 Technisch Duiken

De finale verantwoordelijkheid van elke inschaling van een brevet of een titel (zowel voor het standaard

duiken als voor het technisch duiken) ligt bij het Bestuur Duikonderricht.

Voor wat betreft de concrete uitvoering van de inschalingen van het technisch duiken (brevetten en titels)

ligt de verantwoordelijkheid bij de Sectie Duiktechnieken. Het nitrox-duiken (BND, GND, NI) valt qua

inhoudelijke verantwoordelijkheden in haar totaliteit onder de bevoegdheid van het Brevettencomité en

qua organisatorische verantwoordelijkheid onder de bevoegdheid van de nitrox-instructeur en/of de

Verantwoordelijke der Brevetten. NELOS beschouwt immers het nitrox-duiken als 'standaard' duiken en

niet langer als bijzonder gespecialiseerd technisch duiken.

De Sectie Duiktechnieken zal, nadat ze via het NELOS-secretariaat in kennis gesteld is van een aanvraag tot

inschaling van een technisch brevet of titel, de nodige initiatieven nemen. Er is dus minstens een mel-

Page 10: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

8 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

dingsplicht bij inschalingen van technische brevetten of titels vereist. Enerzijds dient de kandidaat zijn

aanvraag te richten tot het NELOS-secretariaat en/of de Sectie Duiktechnieken en anderzijds dient de

Sectie Duiktechnieken het Bestuur Duikonderricht van deze aanvraag tot inschaling in te lichten. De Sectie

Duiktechnieken zal dan een technische instructeur of een inschalingscommissie aanstellen om de inscha-

ling in goede banen te leiden.

1.2.4 Soorten inschaling

1.2.4.1 Administratieve Inschaling: AI

De aanvrager is in staat om enkel met documenten zijn gelijkwaardigheid te bewijzen.

Hij zal mits het betalen van een bepaalde, minimale som het gelijkwaardige NELOS-brevet of titel beko-

men. Dit is een zuivere administratieve kost en geen homologatiekost. Inderdaad werden er geen inspan-

ningen gepleegd door het instructeurskader en werd er enkel een administratieve regeling getroffen.

We noemen dit een Administratieve Inschaling (AI).

1.2.4.2 Standaard Inschaling: SI

De aanvrager moet nog enkele bijkomende bewijzen leveren van zijn gelijkwaardig kunnen.

De elementen die moeten aangetoond worden vormen een relatief klein percentage van de totale bagage

die op het gevraagde niveau nodig is (maximum 20%). In het merendeel van de situaties zal de materie op

zich wel duidelijk gekend zijn door de aanvrager maar moet hij de specifieke accenten van de Liga (NELOS)

begrijpen. Hier ligt dus een opdracht voor de Liga (de inschalende Instructeur of de Inschalingscommissie)

die ervoor moet zorgen dat deze accenten duidelijk gebrieft of aangeleerd worden. Daarna zal de kandi-

daat door middel van enkele eenvoudige toetsen (bijv. enkele theoretische vragen, een duik in openwater

met hieraan gekoppeld enkele opdrachten, enz.) aantonen dat hij de specifieke regels van NELOS begrepen

heeft. Heeft hij deze opdrachten succesvol afgelegd, dan kan hij zich ook administratief regulariseren en

het brevet bekomen waarvoor hij deze inspanningen geleverd heeft. Hij betaalt 50% van het standaard

homologatiegeld en hij schaft zich een voucher aan voor de uitvoering van de opgelegde technische duik

(zie vergoedingssysteem technisch duiken). Deze 'proeven' of 'demonstraties' zijn dus geen examens in de

echte zin van het woord. Er worden enkel belangrijke accenten gelegd en afgetoetst.

We noemen dit een Standaard Inschaling (SI).

1.2.4.3 Standaard Examen: SE

De aanvrager kan zich aanbieden voor het examen van een hoger of gelijk niveau dan het zijne.

Er moet veel meer dan 20% van het totale pakket behandeld worden. De kandidaat legt alle examens en

proeven af. Uitzonderlijk zijn er vrijstellingen mogelijk. Ondertussen duikt de kandidaat verder met het

brevet dat hij in de andere Federatie behaald heeft. Hij kan ook overwegen om zich standaard of admini-

stratief te laten inschalen op een lager niveau dan het zijne indien dit voorzien is. Deze werkwijze is aanbe-

volen.

Lukt de kandidaat, dan bekomt hij na het betalen van het homologatiegeld het overeenkomstige brevet of

de overeenkomstige titel.

Mislukt de kandidaat, dan kan hij het onderliggende niveau aanvaarden en zich op dit niveau administratief

of standaard laten inschalen indien dit voorzien is of de examens afleggen van dit lagere niveau. Na het

betalen van het inschalingsgeld bekomt hij dan het brevet of de titel van dit lagere niveau. Aanvaardt deze

kandidaat dit lagere niveau niet, dan kan hij niet functioneren in duikscholen van NELOS.

Page 11: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

9

We noemen deze derde inschalingmogelijkheid een Standaard Examen (SE).

Hiervoor kunnen de klassieke brevettenkaarten gebruikt worden.

1.2.4.4 Administratieve inschalingen, standaard inschalingen en toelatingsexamens

AI = Administratieve Inschaling (€ 20,00, geïndexeerd).

SI = Standaard Inschaling (50% van het homologatiegeld).

SE = Standaard Examen (volledig homologatiegeld).

Voor de meest actuele versie van de NELOS-inschalingstabel, raadpleeg NELOS-website.

Page 12: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

10 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

ER-D NTR-D ATR-D ER-I NTR-I ATR-I

CMAS ER-D SI SE SE

CMAS NTR-D SI SI SE

CMAS ATR-D SI SI SI SE SE

CMAS ER-I SI SI SI SI SI SE

CMAS NTR-I SI SI SI SI SI SE

CMAS ATR-I SI SI SI SI SI SE

IANTD Tech-D SI SE SE

IANTD NTR-D SI SI SE

IANTD TR-D SI SI SI SE SE

IANTD Exp TR-D SI SI SI SE SE

IANTD Tech-I SI SI SI SE SE SE

IANTD NTR-I SI SI SI SE SE SE

IANTD ATR-I SI SI SI SE SE SE

TDI ER-D SI SE SE

TDI NTR-D SI SI SE

TDI ATR-D SI SI SI SE SE

TDI ER-I SI SI SI SE SE SE

TDI NTR-I SI SI SI SE SE SE

TDI ATR-I SI SI SI SE SE SE

ANDI ER-D SI SE SE

ANDI NTR-D SI SI SE

ANDI ATR-D SI SI SI SE SE

ANDI ER-I SI SI SI SE SE SE

ANDI NTR-I SI SI SI SE SE SE

ANDI ATR-I SI SI SI SE SE SE

Page 13: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

11

KNB KTB BI

ANDI NB AI SE

IANTD NB AI SE

TDI NB AI SE

ANDI TB AI SI SE

IANTD TB AI SI SE

TDI TB AI SI SE

ANDI TBI AI AI SI

IANTD TBI AI AI SI

TDI TBI AI AI SI

CCR-D-A CCR-D-Tx CCR-I-Tx

ANDI CCR-D-A SI SE

IANTD CCR-D-A SI SE

TDI CCR D-A SI SE

ANDI CCR-D-Tx AI SI

IANTD CCR-D-Tx AI SI

TDI CCR-D-Tx AI SI

ANDI CCR-I-Tx AI SI SE

IANTD CCR-I-Tx AI SI SE

TDI CCR-I-Tx AI SI SE

WAT MET BREVETTEN DIE NIET IN DE TABELLEN VOORKOMEN?

Voor andere technische duikbrevetten (zowel commerciële als niet-commerciële), die niet opgenomen

werden in de hoger vermelde overzichtslijst moet de kandidaat deze inschaling schriftelijk, rechtstreeks of

via een technische cel, bij de Sectie Duiktechnieken rechtstreeks of via het NELOS-secretariaat, aanvragen.

Hij zal zijn curriculum vitae meesturen alsook de reden waarom en het niveau waarop volgens hem de

inschaling dient te gebeuren.

Het Bestuur Duikonderricht zal bepalen welke soort inschaling vereist is (meestal SE) en indien dit een

Standaard Inschaling is, welke dan de procedure is.

Bij Standaard Inschalingen zal de evaluatie van de kandidaat, zowel op theoretisch als op praktisch vlak

(zwembad en openwater), moeten gebeuren door minstens een 2*I NELOS welke eveneens in het bezit is

Page 14: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

12 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

van een technische instructeurstitel in het domein waarin de aanvrager zijn inschaling wenst te doen, tenzij

het Bestuur Duikonderricht hierover anders beslist.

Er wordt voor de brevetten, uitgevaardigd via de Sectie Duiktechnieken, verwezen naar de desbetreffende

hoofdstukken waar deze specifieke materie behandeld wordt.

ZIJN HOUDERS VAN EEN ANDER (DAN EEN NELOS-)BREVET, DIE LID ZIJN GEWORDEN VAN NELOS, VERZE-

KERD BIJ NELOS?

Neen!

Zoals reeds gezegd KUNNEN houders van buitenlandse brevetten of titels ERKEND worden door NELOS. Ze

kunnen echter nooit aanspraak maken op een automatische verwerving van het gelijkwaardige brevet of

titel van NELOS. Om een gelijkwaardig brevet of titel van NELOS te bekomen, is een effectieve inschaling

nodig naar een bepaald niveau en dan worden alle rechten en plichten van dat niveau verworven.

Het is duidelijk dat indien men ingeschaald werd, zowel de ingeschaalde als de andere NELOS-mededuiker

dan verzekerd zijn.

De NELOS-verzekering verzekert geen andere federaties. Dit betekent dat een inschaling effectief noodza-

kelijk is om verzekerd te zijn via de NELOS-verzekering.

Tijdens de inschalingsperiode is de duiker die effectief kenbaar heeft gemaakt aan NELOS dat hij op een

bepaald niveau wenst ingeschaald te worden eveneens verzekerd. Deze inschalingsperiode is echter be-

perkt in de tijd. De inschaling moet afgerond zijn binnen de 3 maanden na het toekomen van de aanvraag

op het NELOS-secretariaat. De kandidaat zal hiervan op de hoogte gebracht worden door het NELOS-

secretariaat. Indien deze inschaling binnen deze periode niet kan afgerond worden, moet de duiker een

vernieuwde aanvraag indienen, zodat een nieuwe inschalingsperiode in voege gaat. Het is het Bestuur

Duikonderricht dat via het NELOS-secretariaat zal mededelen of een verlenging van de inschalingsperiode

toegestaan is. De aanvraag tot verlenging dient door de kandidaat gemotiveerd te worden en het Bestuur

Duikonderricht zal hieromtrent een gemotiveerd oordeel vellen.

De NELOS-duiker die duikt met een niet ingeschaalde duiker is uiteraard wel zelf verzekerd. Echter, de

bewijslast wordt in bepaalde gevallen omgekeerd. Dit betekent dat de NELOS-duiker moet kunnen aanto-

nen dat de duiker die nog niet ingeschaald is, een duikniveau bezit, gelijkwaardig aan dat van NELOS. Er

moet dan gedoken worden volgens de NELOS-regels, overeenkomstig het correct ingeschatte niveau.

BESLUIT:

Indien we probleemloos willen duiken is een inschaling de beste garantie voor het verzekerd zijn van beide

duikers.

1.2.5 Inschalingsprocedures

1.2.5.1 Algemeen

Doordat de procedures voor een Administratieve Inschaling (AI) en voor een Standaard Examen (SE) voor

zich spreken moet er enkel nog een beschrijving volgen van de procedures voor een Standaard inschaling.

Deze procedures kunnen van brevet/titel tot brevet/titel verschillend zijn. Hierna worden deze procedures

beschreven.

De inschalingstabel is de primaire referentie maar de hierna volgende procedures geven in sommige geval-

len wat extra informatie of verplichtingen. Hoe dan ook is het bij Standaard Inschalingen de instructeur of

de inschalingscommissie die de verantwoordelijkheid heeft bij het bepalen of de aanvrager op het ge-

vraagde niveau kan ingeschaald worden of dat er 'extra ervaring' moet opgedaan worden.

Indien er specifieke voorwaarden worden gesteld om te mogen deelnemen aan een Standaard Examen

Page 15: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

13

wordt dit in de hierna volgende procedures eveneens vermeld.

1.2.5.2 CMAS technisch brevet (niet LIFRAS-brevet) (meestal SI)

De houder van een CMAS-technisch brevet zal, indien het een standaard inschaling betreft, op de hoogte

worden gebracht van de typische afspraken en richtlijnen bij het technisch duiken in NELOS-verband. Hij

zal ook een duik moeten doen op het gestelde niveau (tenzij anders vermeld) waardoor alle relevante

aspecten aan bod kunnen komen en waarbij de instructeur die de inschaling coördineert, kan toetsen dat

de kandidaat deze NELOS-accenten begrepen heeft.

De houder van een CMAS technisch brevet mag zich ook onmiddellijk aanbieden voor het eerstvolgende

NELOS technisch brevet, doch dient dan alle examens af te leggen en aan de NELOS-voorwaarden te vol-

doen. Hij kan dus opteren voor een inschaling via een Standaard Examen (SE).

1.2.5.3 VVW-brevet (meestal SI)

De procedures CMAS technisch brevet gelden ook voor houders van een VVW technisch brevet.

1.2.6 Inschaling van instructeurs

1.2.6.1 Verantwoording

Het Duikonderricht NELOS erkent CMAS-Instructeurs van andere federaties dan NELOS/LIFRAS Ook gaat

het er vanuit dat in andere organisaties dan CMAS vakkundige instructeurs functioneren.

Federaties, ook CMAS-federaties, hebben vaak onderling verschillende brevettenniveaus, er wordt op

verschillende wijze geoefend, technieken worden op verschillende manieren aangeleerd en verantwoorde-

lijkheden en bevoegdheden zijn per federatie of organisatie verschillend geregeld.

Daarnaast moeten we voor ogen houden dat de condities waaronder de duiksport wordt beoefend, zeer

verschillend kunnen zijn.

Wanneer een instructeur van een andere federatie of organisatie kenbaar maakt NELOS-Instructeur te

willen worden, moeten we voor ogen houden dat er, ondanks alle ervaring, een verschil zal zijn tussen zijn

manier van duikonderricht geven en de wijze waarop de NELOS-Instructeurs dit gewend zijn te doen.

Het Duikonderricht NELOS erkent de ervaring van de kandidaat, maar hij moet leren volgens NELOS-regels

en -richtlijnen te functioneren.

Hiervoor is op basis van onderstaande gedachten een procedure opgesteld.

• De kandidaat moet daadwerkelijk als NELOS-Instructeur kunnen functioneren nadat hij is inge-

schaald.

• Daarvoor moet hij zich specifieke NELOS-items eigen maken.

• Dat eigen maken is een zorg van de kandidaat zelf; niet van het NELOS-Duikonderricht! Wel

wordt de kandidaat duidelijk gezegd wat van hem wordt verwacht.

• Hulp hierbij moet komen van de instructeurs die hem voordragen. Zij hebben immers vertrou-

wen in zijn geschiktheid.

• De kandidaat is niet verplicht deze Inschalingsprocedure te volgen. Wanneer voldaan wordt aan

de toelatingseisen voor de NELOS-instructeursexamens, kan de kandidaat ook kiezen om via de

examens de instructeurstitel te behalen. Een CMAS-Instructeur heeft het recht zich voor te stel-

len voor het gelijkwaardig of het eerst hogere instructeursexamen.

1.2.6.2 Procedure voor het inschalen van instructeurs van andere organisaties dan LIFRAS

1.2.6.2.1 Uitgangspunten

• Het onderzoek naar de ontvankelijkheid van de aanvraag tot inschaling.

De aanvrager vult het formulier 'Aanvraag tot NELOS-instructeursinschaling' in. Op expliciet ver-

Page 16: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

14 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

zoek van de aanvrager zal het onderzoek naar de ontvankelijkheid van de kandidaatstelling door

het Bestuur van het Duikonderricht NELOS vertrouwelijk worden behandeld tot het ogenblik

waarop de aanvrager als 'kandidaat NELOS-Instructeur' geaccepteerd wordt.

• Een instructeur die ingeschaald wil worden, moet actief lid zijn van een NELOS-club. Dit wil zeg-

gen dat wanneer de aanvrager bericht ontvangt van het Bestuur van het Duikonderricht NELOS

dat zijn aanvraag ontvankelijk is verklaard, de aanvrager lidgeld betaald moet hebben en me-

disch goed gekeurd moet zijn. Dan pas kan de inschalingsprocedure voortgezet worden.

• Een instructeur die ingeschaald wil worden, moet aan dezelfde toelatingsvoorwaarden voldoen

als de NELOS-Instructeurs. Dit wil zeggen: De kandidaat instructeur moet voldoen aan de eisen

die NELOS stelt aan haar eigen instructeurs wat betreft aantal duiken, bootduiken, aantal duiku-

ren, enz.

• Instructeurs die ooit NELOS-Instructeur zijn geweest, worden ingeschaald op het niveau dat zij bij

vertrek uit NELOS hadden, tenzij het Bestuur van het Duikonderricht anders beslist.

• Een instructeur die ingeschaald wil worden, moet voorgedragen worden door NELOS/BEFOS-

Instructeurs van dezelfde discipline.

• Een instructeur die ingeschaald wil worden, moet na die inschaling als NELOS/BEFOS-Instructeur

inzetbaar zijn.

Dit wil zeggen dat de instructeur moet voldoen aan de algemene doelstellingen en verwachtin-

gen ten aanzien van NELOS-Instructeurs. Dit houdt in dat de kandidaat o.a. kennis moet hebben

van:

o de organisatie van het NELOS-Duikonderricht;

o de wijze waarop duikonderricht gegeven wordt;

o de wijze waarop proeven en examens worden afgenomen;

o de bevoegdheden en de plichten van de instructeurs;

o de wijze waarop de NELOS-Instructeurs samenwerken.

• De kandidaat krijgt het voor hem relevante inschalingsprotocol. Hij kan dan voor zichzelf nagaan

wat van hem verwacht wordt en kan een plan maken om zich dit eigen te maken. Belangrijk is

ook dat de kandidaat beschikt over de NELOS-infomap en de NELOS-cursus.

• NELOS helpt de kandidaat bij het verwerven van de specifieke NELOS-kennis. Dit betekent dat de

duikschoolleider en/of verantwoordelijke instructeur van een technische cel én de NELOS-

Instructeurs die het voordragen van de kandidaat ondersteunen, door actieve begeleiding die

kandidaat helpen bij het zich eigen maken van de hiervoor genoemde specifieke NELOS-kennis.

(Zij zijn immers al overtuigd van de validiteit van de kandidaat). Bij die begeleiding gebruiken zij

de inschalingsprotocollen. Een verslag van die begeleiding en van de oefenactiviteiten die de

kandidaat heeft verricht wordt bij het verzoek tot inschaling gevoegd.

• Na inschaling van een instructeur wordt hem de titel toegekend onder de opschortende voor-

waarde dat hij de Academische Zitting heeft bijgewoond. Het verplicht bijwonen van de Acade-

mische Zitting komt evenmin te vervallen indien de kandidaat-instructeur reeds NELOS-

instructeur (1*I, 2*I of 3*I) is maar hij enkel inschaalt voor een technische instructeurstitel. Het is

niet zozeer nodig om de deontologische code te ondertekenen (dat is reeds gebeurd) als wel dat

vanaf dit moment de officiële erkenning van de rechten en de plichten van de technische instruc-

teur worden gevalideerd.

1.2.6.2.2 Procedure

• Om aan alle uitgangspunten te kunnen voldoen (lidmaatschap en keuring), moet de aanvrager

Page 17: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

15

een verzoek tot inschaling doen middels het daarvoor bestemde formulier bij het Bestuur van

het Duikonderricht NELOS.

Wanneer aan de uitgangspunten wordt voldaan, wordt een verzoek tot inschaling gedaan mid-

dels het daarvoor bestemde formulier bij het Bestuur van het Duikonderricht NELOS.

• Wanneer de aanvraag door de Sectie Duiktechnieken ontvankelijk wordt verklaard, benoemt de

Sectie Duiktechnieken, mits goedkeuring van de Verantwoordelijke voor het Duikonderricht NE-

LOS, een inschalingscommissie

• De kandidaat NELOS-Instructeur demonstreert zijn kunnen als NELOS-Instructeur voor de leden

van de inschalingscommissie. Deze controleren aan de hand van het inschalingsformulier en het

daarvoor bestemde protocol de validiteit van de kandidaat. Net als bij de NELOS-

instructeursexamens moet een inschalingsprocedure in maximaal drie jaar afgewerkt zijn.

• De inschalingscommissie brengt verslag uit aan de Verantwoordelijke voor het Duikonderricht

NELOS.

• Na beraad wordt door de Sectie Duiktechnieken een besluit genomen m.b.t. het niveau van in-

schaling. De resultaten van de inschaling worden ter goedkeuring voorgelegd aan het Bestuur

Duikonderricht van NELOS.

Nota: Indien het Bestuur het besluit van de inschalingscommissie niet bekrachtigt, kan de inscha-

lingscommissie dit voorleggen op de eerst volgende vergadering van College van 3*Instructeurs.

• Van de besluiten van het Bestuur wordt verslag gedaan op de vergaderingen van het college der

3*Instructeurs.

• De ingeschaalde instructeurs bekomen hun instructeurstitel, met alle daaraan verbonden rech-

ten en plichten, tijdens de Academische Zitting van het Duikonderricht NELOS.

Page 18: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

16 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

2 Technisch duiken Open Circuit: Extended Range (ER) en Trimix

2.1 De Extended Range en Trimix-brevetten

• Extended Range Duiker (ERD)

• Normoxic Trimix Duiker (NTD)

• Advanced Trimix Duiker (ATD)

• Extended Range Instructeur (ERI)

• Normoxic Trimix Instructeur (NTI)

• Advanced Trimix Instructeur (ATI)

2.2 Inschalingsprocedure

2.2.1 Inschaling van de brevetten Extended Range of Trimix (NT of AT)

2.2.1.1 Lid afkomstig uit een CMAS federatie, TDI, IANTD of ANDI

• Wordt of is lid van een NELOS-club.

• Bekomt het overeenstemmend NELOS/CMAS ER brevet of het overeenstemmend NELOS/CMAS

Trimix brevet indien deze, in aanwezigheid van een ER-Instructeur of Trimix-Instructeur, aan-

toont deze duiken veilig te kunnen uitvoeren. De kandidaat zal daartoe, onder begeleiding van

de ER-Instructeur of Trimix-Instructeur een open water duik uitvoeren waar alle relevante aspec-

ten aan bod komen. Volgende aspecten komen daarbij minimaal aan bod:

o Een volledig door de kandidaat opgestelde duikplanning met behulp van decompressiesoftware

welke door NELOS erkend wordt.

o Voor ER zal de duikdiepte tijdens de opleiding ten minste 30 meter bedragen en

maximaal 60 meter.

o Voor NT zal de duikdiepte tijdens de opleiding minimaal 45 meter bedragen en

maximaal 60 meter.

o Voor AT zal de duikdiepte tijdens de opleiding minimaal 60 meter bedragen en

maximaal 100 meter.

o Een volledig door de kandidaat geleide duik uitvoeren volgens de hoger vermelde duikplanning.

Voor ER bestaat het bodemmengsel uit lucht of een gepast nitroxmengsel en is er minstens 1

decomengsel rijker dan 50% voorzien.

Voor trimix bestaat het bodemmengsel uit trimix en is er minstens 1 decomengsel rijker dan

50% voorzien.

o Antwoorden op alle vragen van de begeleidende Instructeur welke daardoor de parate kennis

aftoetst.

o Het betreft hier een standaard inschaling. De begeleidende Instructeur verzorgt verder de certi-

ficatie van deze kandidaat a.d.h.v. het voorziene opleidingsformulier.

2.2.1.2 Lid afkomstig van een andere federatie dan de hoger vermelde

• Wordt lid van een NELOS-club.

• Deze inschaling is een Standaard Examen. Dit betekent dat de kandidaat de volledige opleiding

onder de bevoegdheid van de NELOS ERI of NELOS TI moet volgen en alle examens met succes

moet afleggen.

Page 19: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

17

2.2.2 Inschaling van de ER-instructeurs of Trimix-Instructeurs

2.2.2.1 Verantwoording

De Sectie Duiktechnieken sluit zich volledig aan bij de verantwoording opgenomen in het hoofdstuk 'In-

schalingsprocedure – Inschaling van instructeurs - Verantwoording' dat geldt voor de algemene inscha-

lingsprocedure van de NELOS-brevetten en NELOS-titels.

2.2.2.2 Inschalen van ER-Instructeurs en Trimix-Instructeurs van andere organisaties dan BEFOS/

FEBRAS

2.2.2.2.1 Uitgangspunten

De Sectie Duiktechnieken sluit zich volledig aan bij de uitgangspunten opgenomen in het hoofdstuk 'Inscha-

lingsprocedure – Inschaling van instructeurs' – 'procedure voor het inschalen van instructeurs van andere

organisaties dan BEFOS/FEBRAS. – Uitgangspunten' dat actueel geldt maar de volgende specifieke opmer-

kingen zijn eveneens van toepassing:

• Een ER-Instructeur of een Trimix-Instructeur die ingeschaald wil worden maakt dit kenbaar aan

de Sectie Duiktechnieken.

• Een ER-Instructeur of een Trimix-Instructeur die ingeschaald wil worden als ER-Instructeur NELOS

of Trimix-Instructeur NELOS moet eveneens o.a. kennis hebben van:

o de organisatie van het NELOS-Duikonderricht met een specifieke oriëntatie naar ER of Trimix;

o de wijze waarop duikonderricht gegeven wordt m.b.t. het ER-duiken of Trimix-duiken;

o de wijze waarop proeven en examens worden afgenomen voor ER-brevetten of Trimix-

brevetten en ER-titels of Trimix-titels;

o de bevoegdheden en de plichten van de NELOS ER-Instructeur of de NELOS Trimix-Instructeur.

Voor de inschaling van ER-Instructeurs of Trimix-Instructeurs zullen de inschalende instructeurs de kandi-

daat helpen bij het zich eigen maken van de specifieke NELOS-kennis m.b.t. het ER-duiken of trimixduiken.

De Sectie Duiktechnieken coördineert deze inschaling.

De inhoud zal gebaseerd zijn op de aanvullende richtlijnen van SDT NELOS.

2.2.2.2.2 Procedure

De Sectie Duiktechnieken sluit zich volledig aan bij de uitgangspunten opgenomen in het hoofdstuk "In-

schalingsprocedure – Inschaling van Instructeurs - NELOS-procedure voor het inschalen van instructeurs

van andere organisaties dan BEFOS/FEBRAS. – Procedure".

Maar de volgende specifieke opmerkingen zijn eveneens van kracht:

• Deze 3*I moeten eveneens ER-Instructeurs of Trimix-Instructeurs zijn in het geval de aanvrager

zich wenst in te schalen als ER-Instructeur of Trimix-Instructeur.

• Het aanstellen van deze instructeurs is de bevoegdheid van de Sectie Duiktechnieken.

2.2.2.3 Leidraad bij de inschaling van ER-Instructeurs of Trimix-Instructeurs

Het is de taak van de inschalende instructeurs om na te gaan of de kandidaat kan functioneren op het

niveau van een ER-Instructeur NELOS (ERI) of Trimix-Instructeur NELOS (NTI of ATI). Hiertoe toetsen zij de

ervaring van de kandidaat aan de hand van het CV en controleren of de kandidaat voldoet aan de algeme-

ne verwachtingen ten aanzien van de NELOS ERI, NTI of ATI. Controle vindt plaats aan de hand van het

opleidingsformulier ERI, NTI of ATI. Punten die afgewerkt zijn worden met naam, plaats en datum door een

van de inschalende instructeurs afgetekend.

De kandidaat zal minimaal:

• Een les theorie ER of Trimix geven op het overeenstemmende niveau ERD, NTD of ATD tijdens

Page 20: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

18 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

een cursus georganiseerd door het NELOS-Duikonderricht.

• Functioneren als begeleidende Instructeur bij de afname van een zwembadsessie of een Shallow

Water Dive in het kader van het overeenstemmende niveau ERD, NTD of ATD.

• Functioneren als begeleidende Instructeur bij de afname van een Deep Dive in het kader van het

overeenstemmende niveau ERD, NTD of ATD.

De inschalende Instructeurs kunnen in geval van een gemotiveerde twijfel over de kennis of het kunnen

m.b.t. gelijk welk onderwerp uit het ER-gebeuren of trimix-gebeuren vanwege de kandidaat die wenst

ingeschaald te worden, besluiten bijkomende opdrachten op te leggen. Deze bijkomende opdrachten

kunnen zijn: deelname aan de volledige theoretische cursus van het overeenstemmende (en eventueel

onderliggende) niveau ERI, NTI of ATI, een bijkomende begeleidingsopdracht bij een Shallow Water Dive,

een bijkomende begeleidingsopdracht bij een Deep Dive of een demonstratie van een duikleiding bij een

Deep Dive.

De kandidaat zal steeds op de hoogte worden gebracht van de redenen voor de bijkomende opdracht(en)

en zal eveneens steeds een grondige debriefing ontvangen.

2.3 Opleiding tot Extended Range Duiker (ERD)

2.3.1 Definitie Extended Range Duiker

Een Extended Range Duiker (ERD) is een duiker met de bevoegdheid om tot een diepte van 60 m duiken uit

te voeren en hierbij gebruik te maken van specifiek materiaal, gassen en procedures binnen het kader

opgelegd door het Veiligheidsreglement Extended Range en Trimix. Het belangrijkste onderscheid met de

'Kwalificatie Diep Duiken' (KDD) uit het persluchtduiken bestaat er in dat de Extended Range Duiker door-

gedreven versneld mag decompresseren met meerdere gassen. Zijn bodemtijd zal typisch veel langer zijn

dan bij een KDD en hij zal gebruik maken van meerdere gassen om de decompressietijden binnen een

redelijke tijd te vervullen.

Hij blijft − behalve aan de specifieke nitrox- en Extended Range-regels − verder ook onderworpen aan alle

regels van het NELOS-Duikonderricht, in het bijzonder wat betreft dieptekwalificatie en kwalificatie van de

duikbuddy. Daar kan enkel van afgeweken worden indien dit expliciet toegelaten is.

De Extended Range Duiker zal als bodemmengsel lucht of een gepast nitroxmengsel gebruiken. Het NELOS-

Duikonderricht laat weliswaar onder voorwaarden diepere duiken met lucht toe maar promoot dergelijke

extreme duiken met perslucht niet en wijst op de sterk toegenomen risico's op vergiftigingen (zuurstoftoxi-

citeit, narcose, …). Gesuggereerd wordt dan ook om, indien er dieper gedoken wordt dan 57 meter (1,4 bar

partiële zuurstofdruk), een aangepast trimix-mengsel te gebruiken (zie verder).

De 3*Duiker met dieptebeperking van 40 m in het klassieke persluchtduiken mag in het kader van de

opleiding Extended Range duiken tot 60 m. De gebrevetteerde Extended Range Duiker mag duiken tot 60

m onder de strikte voorwaarden en mits het respecteren van de procedures opgelegd door dit soort dui-

ken.

De Extended Range Duiker kan na zijn duik op relatief grote diepte en relatief lange bodemtijd, decompres-

seren met een aangepast nitroxmengsel en/of met zuivere zuurstof. Hij zal deze decompressiewijze ge-

bruiken om ofwel een kortere tijd te decompresseren of om de veiligheidsmarge tijdens de decompressie-

fase te vergroten.

2.3.2 Deelnamevoorwaarden

Om aan de cursus te mogen deelnemen, dienen de volgende voorwaarden vervuld te worden:

2.3.2.1 Module 1: Theorie

• minimum 18 jaar oud zijn;

Page 21: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

19

• minimum 3*D zijn met 150 duiken;

• minimum Gevorderde Nitrox-Duiker zijn met 25 nitroxduiken;

• minimum 10 Nitroxduiken na het behalen van het GND brevet;

• minimum 50 duiken gelogd hebben op 30 m of dieper en minimum 20 duiken in de Zone(40) (of

dieper);

• medisch geschikt zijn;

• reglementair bij zijn club aangesloten zijn;

• Het inschrijvingsgeld betaald hebben.

2.3.2.2 Module 2: Planning

• Geen extra voorwaarden

2.3.2.3 Module 3: Materiaal

• Geen extra voorwaarden

2.3.2.4 Module 4: Shallow water drills

• Geslaagd zijn in het examen Module 1, Module 2 en Module 3

2.3.2.5 Module 5: Deep dives

• Geslaagd zijn in Module 4

• Deep dives betaald hebben

2.3.2.6 Homologatie

• Geslaagd zijn in Module 5

• Homologatiegeld betaald hebben

2.3.3 Theorie, Planning en Materiaal

2.3.3.1 Doelstellingen

Een ER-Duiker moet:

• Een inzicht hebben in de CMAS- en de NELOS-structuur van ER en Trimix-brevetten.

• Hij moet de gedragscode van de CMAS-mengselduiker kennen en kunnen toepassen.

• Hij moet de mogelijkheden en de beperkingen (zie o.a. definitie) van een ER-duiker kennen en er

ook naar handelen.

• Hij moet de voor- en nadelen van ER-duiken kunnen aanduiden en de lange termijneffecten be-

grijpen.

• Hij moet de wetten van de fysica die aan de basis liggen van correcte en veilige ER-duiken, de

mogelijkheden en de onmogelijkheden van dit soort duiken kennen en ze kunnen toepassen in

de praktijk indien nodig.

• Hij moet de fysiologische en fysische aspecten van ER-duiken begrijpen en kunnen verklaren.

• Hij moet de specifieke gevaren van ER-duiken begrijpen (in het bijzonder wat de partiële gas-

drukken, de reserves van de ademgassen, de decompressieverplichtingen, de lange verblijftijden

onder water en de diverse procedures betreft), er adequaat op kunnen reageren en de regels

kennen om ze te voorkomen of in het slechtste geval ze te verhelpen.

• Hij moet de specifieke gevaren van blootstelling aan gassen, waarmee een ER-duiker in aanra-

king komt, kennen en hij moet weten hoe hij adequaat moet reageren om deze te voorkomen of

Page 22: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

20 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

hoe hij erop moet anticiperen indien ze zich voordoen.

• Hij moet het specifieke materiaal voor ER-duiken kunnen gebruiken.

• Hij moet de analyse van de mengsels kunnen uitvoeren in de praktijk.

• Hij moet weten hoe het ER-materiaal moet gemarkeerd zijn.

• Hij moet enkele vulmethodes voor nitrox kennen.

• Hij moet voor de geplande duik de verhoging van de CZS-belasting en van het aantal OTU's kun-

nen bepalen.

• Hij moet een ER-duik volledig zelfstandig kunnen plannen en duiken volgens dit opgesteld plan.

• Hij moet op een correcte manier de planningssoftware kunnen gebruiken die noodzakelijk is om

een ER-duik te plannen.

• Hij moet de specifieke veiligheidsmaatregelen voor ER-duiken kennen en kunnen toepassen en

dit voor elke fase van de duik.

• Hij moet de bijzondere regels voor ER-duiken kennen en kunnen toepassen zoals bijvoorbeeld

het duiken in een 'gemengde groep', de reserves, de 'wat indien'-procedures, enz.

• Hij moet een beeld hebben van de mogelijke noodsituaties die zich kunnen voordoen en hij moet

weten hoe hij hier alert moet op reageren.

• Hij moet beschikken over geschikte planningssoftware (tijdens de cursus wordt gewerkt met V-

planner).

• Hij moet de planningssoftware kunnen gebruiken.

• Hij moet alle mogelijke parameters van de planningssoftware kunnen instellen op niveau ER-

duiken.

• Hij moet het effect van alle hoger genoemde parameters begrijpen.

• Hij moet de mogelijkheden en de limieten van de planningssoftware kennen en begrijpen en in

functie van deze mogelijkheden en beperkingen de duikplanning met de planningssoftware cor-

rect kunnen aanpassen.

• Hij moet de opbouw van de uitrusting van een technische duiker kennen en begrijpen.

• Hij moet weten waarom bepaald materiaal strikt noodzakelijk is.

• Hij moet weten welk materiaal redundant moet uitgevoerd worden en welk materiaal niet re-

dundant hoeft uitgevoerd te worden.

• Hij moet dit materiaal goed onderhouden en er voor zorgen dat de betrouwbaarheid ervan gega-

randeerd is.

2.3.3.2 Organisatie

De theorie beslaat 4 lesavonden (Reglementen, Planning, Materiaal en Decompressiesoftware) gevolgd

door een examen theorie.

De cursusdata zullen worden kenbaar gemaakt via de webpagina van de SDT op de NELOS-Wiki, NELOS-

info en Hippocampus.

Inschrijvingen dienen per email te worden gericht aan de [email protected].

De kandidaten zullen de nodige cursusdocumentatie ontvangen bij aanvang van de cursus.

De kandidaten zullen zelf zorgen voor een laptop waarop geschikte decompressiesoftware is geïnstalleerd.

De keuze van decompressiesoftware is vrij, doch tijdens de cursus zal V-planner worden gebruikt.

De kandidaat dient eveneens bereid te zijn om het nodige duikmateriaal aan te schaffen om ER-duiken uit

te voeren, voor zover hij dit materiaal nog niet bezit.

Page 23: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

21

De kandidaat dient te slagen in het examen theorie alvorens de Module ERD2 aan te vatten.

Een geslaagd examen theorie ERD laat eveneens toe dat de kandidaat het theoretisch deel van de oplei-

ding tot Normoxic Trimix Duiker (Module NTD1) aanvat.

2.3.4 Shallow Water oefeningen

2.3.4.1 Doelstellingen

Een ER-Duiker moet:

• Hij moet al het materiaal kunnen monteren volgens de regels der kunst.

• Het materiaal moet zodanig aangebracht zijn dat hij in elke situatie de duik en zichzelf onder

controle heeft. Hij moet elk uitrustingsstuk vlot kunnen bereiken.

• In staat zijn al zijn duikmateriaal (en in het bijzonder het specifieke technische duikmateriaal) op

veilige, correcte en vlotte wijze te gebruiken.

• Tijdens de oefeningen de duik en zichzelf onder controle hebben.

• De oefeningen die gedemonstreerd worden door de ERI correct kunnen nadoen.

• In staat zijn de oefeningen die hem opgedragen worden nauwkeurig uit te voeren.

De oefeningen richten zich op het gebruik en de manipulatie van de decompressieflessen (afleg-

gen, aangorden, gasswitch), materiaalpannes (valve shut down, overgaan op tweede ademau-

tomaat), het gebruik van en de manipulatie van de OSB en reel en opstijging volgens runtimes.

• In staat zijn om zijn Gemiddeld OppervlakteVerbruik (GOV) te bepalen.

2.3.4.2 Organisatie, protocol en doelstellingen

Deze module omvat (minimum) 1 sessie oefeningen in zwembad en (minimum) 1 ondiepe duik in open

water.

• De kandidaat zal de duik voor zichzelf grondig voorbereiden (configuratie materiaal, mentaal,

veiligheidsmaatregelen enz…).

• De Instructeur geeft een briefing waarin hij duidelijk maakt wat hij exact verwacht. Hierin wor-

den duidelijk de verschillende oefeningen uitgelegd en de volgorde waarin ze moeten geschie-

den. Er wordt ook duidelijk gemaakt welke acties er moeten ondernomen worden indien bepaal-

de problemen zich voordoen. Zelfs voor ondiepe duiken gelden doorgedreven veiligheidsmaat-

regelen zoals reserve der ademgassen, verlies buddy, problemen met het materiaal of met de

bediening van het materiaal, enz…

• De kandidaat zal, indien dit gevraagd wordt, een analyse uitvoeren.

• De kandidaat zal, indien dit gevraagd wordt, zelf een geschikte briefing geven.

• Hij moet aantonen dat hij in staat is nauwkeurig te werken en dat hij weet welke veiligheids-

maatregelen hij dient te nemen. Bijzonder veel aandacht zal gaan naar de duiktekens, het uit-

trimmen, gasvoorraden, duikplanning, beheersing van de uitrusting en van zichzelf.

• Tijdens de debriefing toont de kandidaat aan dat hij in staat geweest is om te duiken volgens het

vooropgestelde duikplan of motiveert hij duidelijk waarom hij hiervan eventueel is afgeweken.

• De kandidaat voert elke oefening uit in de opgelegde volgorde. De instructeur geeft aan wanneer

de kandidaat een nieuwe oefening mag uitvoeren.

• Tijdens de debriefing wordt elke oefening uitgebreid besproken en een verbetertraject uitge-

werkt. De kandidaat toont aan dat hij met de eventuele opmerkingen van een vorige SWD kan

rekening houden.

Page 24: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

22 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

• De controlerende ERI zal de zwembadsessie op het opleidingsformulier van de kandidaat pas af-

tekenen indien de ERI oordeelt dat de kandidaat in staat is de oefeningen veilig af te werken in

ondiep open water. Bij twijfel vanwege de ERI of op vraag van de kandidaat zal een bijkomende

oefensessie in het zwembad worden georganiseerd.

• De controlerende ERI zal de ondiepe duik in open water op het opleidingsformulier van de kan-

didaat pas aftekenen indien de ERI oordeelt dat de kandidaat in staat is veilig alle ingeoefende

procedures toe te passen op diepe duiken. Bij twijfel vanwege de ERI of op vraag van de kandi-

daat zal een bijkomende ondiepe oefenduik in open water worden georganiseerd.

2.3.5 Diepe duiken

2.3.5.1 Doelstellingen

Een ER-Duiker moet:

• Zijn gassen correct kunnen analyseren.

• De mogelijkheden en de beperkingen van zijn gassen kennen en begrijpen.

• Een volledige duikplanning kunnen opmaken met geschikte planningssoftware.

• Deze planning kunnen aanpassen in functie van de mogelijkheden en beperkingen van de mede-

duiker.

• In staat zijn om de 'runtables' op te maken en op een onderwater leitje (geplastificeerd bordje

dat meestal in meerdere niveaus open te klappen is) te plaatsen.

• In staat zijn om de haalbaarheid van de duik in te schatten in functie van de lokale omstandighe-

den en hij moet, indien nodig, de duikplanning aanpassen als blijkt dat er een verhoogd risico is

voor het uitvoeren van de oorspronkelijk geplande duik.

• Een aangepaste briefing kunnen geven die alle relevante technische aspecten van de duik weer-

spiegelt.

• De volledige duikleiding op zich kunnen nemen.

• Alle oefeningen en procedures die werden ingeoefend tijdens de Shallow Water duiken, uit te

voeren in de reële omstandigheden van een ER-duik.

• In staat zijn om de runtables strikt na te leven.

• In staat zijn om op de geschikte diepte op een correcte manier gaswissels door te voeren.

• In staat zijn om op een correcte manier zijn OSB te ontplooien op gelijk welk moment van de

duik.

• Steeds in staat zijn om correct uitgetrimd te zijn.

• In staat zijn om een correcte opstijging uit te voeren met inbegrip van alle decompressieverplich-

tingen.

• In staat zijn om op een correcte manier 'deep stops' in te lassen en ze uit te voeren.

• In staat zijn om op problemen correct te reageren en in staat zijn om handelingen uit te voeren

om uit eventuele problemen te komen of ze zo optimaal mogelijk aan te pakken.

• In staat zijn om de nodige veiligheidsmaatregelen te nemen en indien er zich problemen voor-

doen er adequaat op te reageren.

2.3.5.2 Organisatie en Protocol

Deze module omvat (minstens) 4 diepe duiken (deze mogen overal ter wereld gebeuren) :

• 1 duik in Zone(30) (1 decofles)

Page 25: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

23

• 2 duiken in Zone(40) (1 duik met 1 decofles en 1 duik met 2 decoflessen)

• 1 duik in Zone(50) (2 decoflessen)

Verspreid over deze duiken zullen eveneens een aantal vaardigheden worden afgetoetst (zie onder).

De kandidaat zal het initiatief nemen voor de organisatie van deze duiken. De kandidaat contacteert een

ERI en maakt een afspraak minimum een week voor de duik. Dit laat zowel de kandidaat als de ERI toe om

de nodige gassen te voorzien en een persoonlijke duikplanning op te maken op basis van een voorstel van

de kandidaat (duikdiepte en bodemtijd).

Indien de gassen van kandidaat en ERI verschillen vertonen, zal de kandidaat een decompressieplanning

uitwerken die voldoet aan de decompressieverplichtingen van het volledige duikteam. Hij zal tevens bail-

outscenario's plannen voor overschrijding van de maximale duikdiepte, bodemtijd en verlies van decogas.

Deze planningen dienen in overeenstemming te zijn met de NELOS normen betreffende gasautonomie

(gasreserves) en zuurstofbelasting.

Voor de duik zal de kandidaat ter controle zijn gassen analyseren en samen met de ERI het duikplan over-

lopen en noteren op het hiertoe voorziene onderwaterleitje. De kandidaat zal eveneens een inschatting

maken van alle risico's in de gegeven omstandigheden en acties voorstellen om de risico's te beheersen.

De kandidaat zorgt voor een ordentelijke en veilige methode om de decompressieflessen aan zijn uitrus-

ting te bevestigen.

Indien de kranen van de decomengsels binnen handbereik zijn staan deze kranen dicht, maar wel onder

druk. In het andere geval staat de fles open. De markeringen moeten correct aangebracht zijn.

De kandidaat zal, indien dit gevraagd wordt, zelf een geschikte briefing geven.

De kandidaat zal tijdens de duik fungeren als duikleider. Hij dient aan te tonen dat hij in staat is het team

de vooropgestelde duikplanning te laten uitvoeren. De nadruk zal hierbij liggen op het correct volgen van

de runtimes, het correct uitvoeren van de gaswissels en het gebruik van de OSB. Indien nodig zal de kandi-

daat spontaan overschakelen op een bail-outscenario, doch hij zal zich nooit ongewild in dergelijke situatie

begeven.

Bij een duik waar de duikcomputer wordt gebruikt als primair decompressiemiddel, zal de kandidaat er-

over waken dat op ieder moment van de duik kan worden overgestapt op het onderwaterleitje (decoleitje;

plastic bordje, meestal in meerdere niveaus openklapbaar) met runtimes als back-updecompressiemiddel.

De controlerende ERI zal enkel ingrijpen of de duikleiding overnemen indien de veiligheid van de duikers in

het gedrang komt.

Deze module is opgevat als een leerproces, perfectie wordt van de kandidaat niet verwacht vanaf de eerste

duik. Bij fundamentele fouten of fouten tegen de veiligheid zal de ERI de duik nochtans niet aftekenen op

het opleidingsformulier. De kandidaat zal uitgebreid feedback ontvangen over alle aspecten die voor

verbetering vatbaar zijn.

De ERI zal de laatste opleidingsduik slechts aftekenen indien hij ervan overtuigd is dat de kandidaat alle

procedures en vaardigheden voldoende beheerst om veilig Extended Range duiken uit te voeren met

andere gebrevetteerde ERD.

Verspreid over deze duiken zullen eveneens een aantal vaardigheden worden afgetoetst:

• 'Valve shut down', overgaan op tweede ademautomaat;

• afleggen en herplaatsen van decoflessen (op de bodem);

• afgeven en herplaatsen van decoflessen (los van de bodem);

• blind afgeven en herplaatsen van decoflessen (op de bodem);

• uitleggen van een lijn met 'reel' (haspel);

Page 26: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

24 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

• overgaan op reserve masker;

• opstijging met 'runtables';

• opstijging met duikcomputer.

De ERI zal met de kandidaat tijdens de briefing voor de duik afspreken welke vaardigheid zal worden afge-

toetst. De ERI zal de vaardigheid aftekenen op het opleidingsformulier indien de kandidaat de vaardigheid

met succes heeft gedemonstreerd.

Indien na 4 duiken nog niet alle vaardigheden met succes werden gedemonstreerd, zal een extra duik

worden toegevoegd.

Zoals bij de klassieke duikbrevetten beschikt de kandidaat over een periode van 3 jaar om de vereiste

diepe duiken en alle vaardigheden af te leggen.

Na het succesvol afleggen van alle vereiste duiken en vaardigheden zal de ERI het opleidingsformulier

aftekenen "4 geslaagde Extended Range duiken uitgevoerd en alle vaardigheden afgewerkt". De kandidaat

stuurt het volledig ingevulde opleidingsformulier via zijn clubsecretariaat ter homologatie naar het NELOS-

secretariaat. Het homologatiegeld wordt door het NELOS-secretariaat gefactureerd aan het clubsecretari-

aat van de kandidaat.

2.4 Opleiding tot Normoxic Trimix Duiker (NTD)

2.4.1 Definitie Normoxic Trimix Duiker

Een Normoxic Trimix-Duiker (NTD) is een duiker met de bevoegdheid om tot een diepte van 60m duiken uit

te voeren en hierbij gebruik te maken van specifiek materiaal, gassen en procedures binnen het kader

opgelegd door het Veiligheidsreglement Extended Range en Trimix. Het belangrijkste onderscheid met het

brevet 'Extended Range Duiker' bestaat er in dat de Normoxic Trimix Duiker naast doorgedreven versneld

te kunnen decompresseren met meerdere gassen, ook zijn 'Equivalente Narcotische Diepte' (END) kan

verlagen door toevoeging van helium in zijn gasmengsel(s). Zijn bodemtijd zal typisch veel langer zijn dan

bij een KDD, hij zal gebruik maken van meerdere gassen om de decompressietijden binnen een redelijke

tijd te vervullen.

Hij blijft – behalve aan de specifieke nitrox- en trimix-regels – verder ook onderworpen aan alle regels van

het NELOS-Duikonderricht, in het bijzonder wat betreft dieptekwalificatie en kwalificatie van de duikbuddy.

Daar kan enkel van afgeweken worden indien dit expliciet toegelaten is.

De Normoxic Trimix-duiker zal als bodemmengsel normomix trimix gebruiken (een mengsel van zuurstof –

helium – stikstof waarbij het zuurstofpercentage een waarde aanneemt tussen de 18 en de 21 %); de

toevoeging van helium in het gasmengsel laat toe de narcotische effecten van stikstof bij een relatief lange

bodemtijd te beperken. Hij mag als bodemmengsel eveneens een gepast 'trioxmengsel' gebruiken (een

trimixmengsel met een zuurstofpercentage hoger dan 21% dat naar analogie met nitrox toelaat de decom-

pressieverplichtingen te beperken). De Normoxic Trimix-duiker wordt eveneens in de mogelijkheid gesteld

om na zijn duik op relatief grote diepte en met relatief lange bodemtijd, te decompresseren met een

aangepast nitroxmengsel en/of met zuivere zuurstof. Hij zal deze decompressiewijze gebruiken om zich op

een correcte en voldoende wijze te ontdoen van de in zijn lichaam opgestapelde inerte gassen.

De 3*Duiker met dieptebeperking van 40 m in het klassieke persluchtduiken mag in het kader van de

opleiding Normoxic Trimix duiken tot 60 m. De gebrevetteerde Normoxic Trimix Duiker mag duiken tot

60m onder de strikte voorwaarden en mits het respecteren van de procedures opgelegd door dit soort

duiken.

De Normoxic Trimix Duiker mag ook Extended Range duiken uitvoeren.

Page 27: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

25

2.4.2 Deelnamevoorwaarden

Om aan de theorie te mogen deelnemen:

2.4.2.1 Module 1: Theorie

• Zie voorwaarden ERD Theorie

• geslaagd zijn in het examen theorie Extended Range;

• medisch geschikt zijn;

• reglementair bij zijn club aangesloten zijn;

• Het inschrijvingsgeld betaald hebben.

2.4.2.2 Module 2: Planning

• Geen extra voorwaarden

2.4.2.3 Module 3: Materiaal

• Geen extra voorwaarden

2.4.2.4 Module 4: Shallow water drills

• Geslaagd zijn in het examen Module 1, Module 2 en Module 3 NTD

• Gehomologeerd ERD zijn

2.4.2.5 Module 5: Deep dives

• Geslaagd zijn in Module 4

• Deep dives betaald hebben

2.4.2.6 Homologatie

• Geslaagd zijn in Module 5

• Homologatiegeld betaald hebben

Tijdens de theoretische opleiding zijn de modules 1, 2 en 3 in dergelijke mate geïntegreerd zodat ze te-

zamen geëxamineerd worden.

Om de opleidingsduiken te mogen starten:

• gebrevetteerd Extended Range Duiker zijn;

• medisch geschikt zijn.

2.4.3 Theorie, Planning en Materiaal

2.4.3.1 Doelstellingen

Een Normoxic Trimix Duiker moet:

• Een inzicht hebben in de CMAS- en de NELOS-structuur van ER en Trimix-brevetten.

• Hij moet de gedragscode van de CMAS-mengselduiker kennen en kunnen toepassen.

• Hij moet de mogelijkheden en de beperkingen (zie o.a. definitie) van een NTD kennen en er ook

naar handelen.

• Hij moet de voor- en nadelen van Normoxic Trimix-duiken kunnen aanduiden en de lange ter-

mijneffecten begrijpen.

• Hij moet de wetten van de fysica die aan de basis liggen van correcte en veilige NT-duiken, de

mogelijkheden en de onmogelijkheden van dit soort duiken kennen en ze kunnen toepassen in

de praktijk indien nodig.

Page 28: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

26 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

• Hij moet de fysiologische en fysische aspecten van Normoxic Trimix-duiken begrijpen en kunnen

verklaren.

• Hij moet de effecten van het duiken met helium begrijpen.

• Hij moet de specifieke gevaren van Normoxic Trimix-duiken begrijpen (in het bijzonder wat de

partiële gasdrukken, de reserves van de ademgassen, de decompressieverplichtingen, de lange

verblijftijden onder water en de diverse procedures betreft), er adequaat op kunnen reageren en

de regels kennen om ze te voorkomen of in het slechtste geval ze te verhelpen.

• Hij moet de specifieke gevaren van blootstelling aan gassen, waarmee een Normoxic Trimix Dui-

ker in aanraking komt, kennen en hij moet weten hoe hij adequaat moet reageren om deze te

voorkomen of hoe hij erop moet anticiperen indien ze zich voordoen.

• Hij moet het specifieke materiaal voor ER-duiken kunnen gebruiken.

• Hij moet de analyse van de mengsels (inclusief trimixmengsels) kunnen uitvoeren in de praktijk.

• Hij moet weten hoe het trimixmateriaal moet gemarkeerd zijn.

• Hij moet enkele vulmethodes voor nitrox of trimix kennen.

• Hij moet in staat zijn om het beste mengsel voor een opgegeven duik te bepalen.

• Hij moet voor de geplande duik de verhoging van de CZS-belasting en van het aantal OTU's kun-

nen bepalen.

• Hij moet een Normoxic Trimix-duik volledig zelfstandig kunnen plannen en duiken volgens dit

opgesteld plan.

• Hij moet op een correcte manier kunnen omgaan met de planningssoftware die noodzakelijk is

om een Normoxic Trimix-duik correct te plannen.

• Hij moet de specifieke veiligheidsmaatregelen van het Normoxic Trimix-duiken kennen en kun-

nen toepassen en dit voor elke fase van de duik.

• Hij moet de bijzondere regels van het Normoxic Trimix-duiken kennen en kunnen toepassen zo-

als bijvoorbeeld het duiken in een 'gemengde groep', de reserves, de 'wat indien'-procedures,

enz.

• Hij moet een beeld hebben van de mogelijke noodsituaties die zich kunnen voordoen en hij moet

weten hoe hij hier alert moet op reageren.

• Hij moet beschikken over geschikte planningssoftware (tijdens de cursus wordt gewerkt met V-

planner).

• Hij moet de planningssoftware kunnen gebruiken.

• Hij moet alle mogelijke parameters van de planningssoftware kunnen instellen op niveau NT-

duiken.

• Hij moet het effect van alle hoger genoemde parameters begrijpen.

• Hij moet de mogelijkheden en de limieten van de planningssoftware kennen en begrijpen en in

functie van deze mogelijkheden en beperkingen de duikplanning met de planningssoftware cor-

rect kunnen aanpassen.

• Hij moet de opbouw van de uitrusting van een technische duiker kennen en begrijpen.

• Hij moet weten waarom bepaald materiaal strikt noodzakelijk is.

• Hij moet weten welk materiaal redundant moet uitgevoerd worden en welk materiaal niet re-

dundant hoeft uitgevoerd te worden.

Page 29: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

27

• Hij moet dit materiaal goed onderhouden en er voor zorgen dat de betrouwbaarheid ervan gega-

randeerd is.

2.4.3.2 Organisatie

De theorie beslaat 2 lesavonden (Trimix, Planning, en Decompressiesoftware) gevolgd door een examen

theorie.

De cursusdata zullen worden kenbaar gemaakt via de webpagina van de SDT op de NELOS-Wiki, NELOS-

info en Hippocampus.

Inschrijvingen dienen per email te worden gericht aan de [email protected].

De kandidaten zullen de nodige cursusdocumentatie ontvangen bij aanvang van de cursus.

De kandidaten zullen zelf zorgen voor een laptop waarop geschikte decompressiesoftware is geïnstalleerd.

De keuze van decompressiesoftware is vrij, doch tijdens de cursus zal V-planner worden gebruikt.

De kandidaat dient eveneens bereid te zijn om het nodige duikmateriaal aan te schaffen om NT-duiken uit

te voeren, voor zover hij dit materiaal nog niet bezit.

De kandidaat dient te slagen in het examen theorie alvorens de shallow water oefeningen aan te vatten.

Hij dient eveneens gehomologeerd ERD te zijn om de shallow water oefeningen aan te vatten.

2.4.4 Shallow Water oefeningen

2.4.4.1 Doelstellingen

Een NT-Duiker moet:

• Hij moet al het materiaal kunnen monteren volgens de regels der kunst.

• Deze Shallow Water duik zal worden uitgevoerd met twee decompressieflessen.

• Het materiaal moet zodanig aangebracht zijn dat hij in elke situatie de duik en zichzelf onder

controle heeft. Hij moet elk uitrustingsstuk vlot kunnen bereiken.

• In staat zijn al zijn duikmateriaal (en in het bijzonder het specifieke technische duikmateriaal) op

veilige, correcte en vlotte wijze te gebruiken.

• Tijdens de oefeningen de duik en zichzelf onder controle hebben.

• De oefeningen die gedemonstreerd worden door de NTI correct kunnen nadoen.

• In staat zijn de oefeningen die hem opgedragen worden nauwkeurig uit te voeren.

De oefeningen richten zich op het gebruik en de manipulatie van de decompressieflessen (afleg-

gen, aangorden, gasswitch), materiaalpannes (valve shut down, overgaan op tweede ademau-

tomaat), het gebruik van en de manipulatie van de OSB en reel en opstijging volgens runtimes.

2.4.4.2 Organisatie en protocol

Deze ondiepe duik zal worden uitgevoerd in open water.

Het protocol is analoog aan de ondiepe duik in het kader van de opleiding ERD.

De controlerende NTI zal de ondiepe duik op het opleidingsformulier van de kandidaat pas aftekenen

indien de NTI oordeelt dat de kandidaat in staat is veilig alle ingeoefende procedures toe te passen op

diepe duiken. Bij twijfel vanwege de NTI of op vraag van de kandidaat zal een bijkomende ondiepe oefen-

duik in open water worden georganiseerd.

Vrijstelling van de SWD:

Indien de kandidaat NTD alle verplichte onderdelen van zijn theoretische opleiding succesvol heeft afge-

werkt (geslaagd in het theoretisch examen) zodat hij met zijn Shallow Water Drills mag van start gaan, dan

is de kandidaat NTD hiervan vrijgesteld op voorwaarde dat de tijd tussen het behalen van zijn brevet

Extended Range en het ogenblik dat hij zich mag aanbieden voor de SWD NTD niet groter is dan één jaar.

Page 30: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

28 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

De kandidaat NTD mag bijgevolg onmiddellijk van start gaan met de diepe duiken.

De instructeur die de eerste diepe duik begeleid, tekent de SWD af met de vermelding; ‘Vrijstelling SWD’.

De kandidaat dient de ondiepe duik te lukken alvorens de diepe duiken aan te vatten.

2.4.5 Diepe Duiken

2.4.5.1 Doelstellingen

Een NT-Duiker moet:

• Zijn gassen correct kunnen analyseren.

• De mogelijkheden en de beperkingen van zijn gassen kennen en begrijpen.

• Een volledige duikplanning kunnen opmaken met geschikte planningssoftware.

• Deze planning kunnen aanpassen in functie van de mogelijkheden en beperkingen van de mede-

duiker.

• In staat zijn om de 'runtables' op te maken en op een onderwaterleitje (decoleitje) te plaatsen.

• In staat zijn om de haalbaarheid van de duik in te schatten in functie van de lokale omstandighe-

den en hij moet, indien nodig, de duikplanning aanpassen als blijkt dat er een verhoogd risico is

voor het uitvoeren van de oorspronkelijk geplande duik.

• Een aangepaste briefing kunnen geven die alle relevante technische aspecten van de duik weer-

spiegelt.

• De volledige duikleiding op zich kunnen nemen.

• Alle oefeningen en procedures die werden ingeoefend tijdens de Shallow Water duik, uit te voe-

ren in de reële omstandigheden van een NT-duik.

• In staat zijn om de runtables strikt na te leven.

• In staat zijn om op de geschikte diepte op een correcte manier gaswissels door te voeren.

• In staat zijn om op een correcte manier zijn OSB te ontplooien op gelijk welk moment van de

duik.

• Steeds in staat zijn om correct uitgetrimd te zijn.

• In staat zijn om een correcte opstijging uit te voeren met inbegrip van alle decompressieverplich-

tingen.

• In staat zijn om op een correcte manier 'deep stops' in te lassen en ze uit te voeren.

• In staat zijn om op problemen correct te reageren en in staat zijn om handelingen uit te voeren

om uit eventuele problemen te komen of ze zo optimaal mogelijk aan te pakken.

• In staat zijn om de nodige veiligheidsmaatregelen te nemen en indien er zich problemen voor-

doen er adequaat op te reageren.

2.4.5.2 Organisatie en Protocol

De kandidaat NTD dient (minstens) 2 diepe duiken uit te voeren, beide in de Zone(50) met 2 decoflessen.

Deze opleidingsduiken mogen overal ter wereld gebeuren.

Verspreid over deze duiken zullen eveneens een aantal vaardigheden worden afgetoetst (zie onder).

De kandidaat zal het initiatief nemen voor de organisatie van deze duiken. De kandidaat contacteert een

NTI en maakt een afspraak minimum een week voor de duik. Dit laat zowel de kandidaat als de NTI toe om

de nodige gassen te voorzien en een persoonlijke duikplanning op te maken op basis van een voorstel van

de kandidaat (duikdiepte en bodemtijd).

Page 31: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

29

Indien de gassen van kandidaat en NTI verschillen vertonen, zal de kandidaat een decompressieplanning

uitwerken die voldoet aan de decompressieverplichtingen van het volledige duikteam. Hij zal tevens een

bail-outscenario's plannen voor overschrijding van de maximale duikdiepte, bodemtijd en verlies van

decogas. Deze planningen dienen in overeenstemming te zijn met de NELOS normen betreffende gasauto-

nomie (gasreserves) en zuurstofbelasting.

Voor de duik zal de kandidaat ter controle zijn gassen analyseren en samen met de NTI het duikplan over-

lopen en noteren op een onderwaterleitje (decoleitje). De kandidaat zal eveneens en inschatting maken

van alle risico's in de gegeven omstandigheden en acties voorstellen om de risico's te beheersen.

De kandidaat zorgt voor een ordentelijke en veilige methode om de decompressieflessen aan zijn uitrus-

ting te bevestigen.

Indien de kranen van de decomengsels binnen handbereik zijn staan deze kranen dicht, maar wel onder

druk. In het andere geval staat de fles open. De markeringen moeten correct aangebracht zijn.

Het is evident dat indien de inflatorslang van het droogpak aangesloten is op het arme decomengsel (zon-

der helium), deze fles geopend zal blijven gedurende de ganse duik. Het is niet toegelaten om de inflator

van het droogpak aan te sluiten op een mengsel met helium (IBCD). Het vullen van de wing kan eveneens

gebeuren via een inflatorslang van één der stages of het bodemgas en dan moet de kraan van dat recipiënt

eveneens gedurende gans de duik geopend staan. Het is sterk aangeraden om voor het vullen van het

droogpak of de wing een apart flesje te voorzien.

De kandidaat zal, indien dit gevraagd wordt, zelf een geschikte briefing geven.

De kandidaat zal tijdens de duik fungeren als duikleider. Hij dient aan te tonen dat hij in staat is het team

de vooropgestelde duikplanning te laten uitvoeren. De nadruk zal hierbij liggen op het correct volgen van

de runtimes, het correct uitvoeren van de gaswissels en het gebruik van de OSB. Indien nodig zal de kandi-

daat spontaan overschakelen op een bail-outscenario, doch hij zal zich nooit ongewild in dergelijke situatie

begeven.

Bij een duik waar de duikcomputer wordt gebruikt als primair decompressiemiddel, zal de kandidaat er-

over waken dat op ieder moment van de duik kan worden overgestapt op het onderwaterleitje (decoleitje)

met runtimes als back-updecompressiemiddel.

De controlerende NTI zal enkel ingrijpen of de duikleiding overnemen indien de veiligheid van de duikers in

het gedrang komt.

Bij fundamentele fouten of fouten tegen de veiligheid zal de NTI de duik niet aftekenen op het opleidings-

formulier. De kandidaat zal uitgebreid feedback ontvangen over alle aspecten die voor verbetering vatbaar

zijn.

De NTI zal de laatste opleidingsduik slechts aftekenen indien hij ervan overtuigd is dat de kandidaat alle

procedures en vaardigheden voldoende beheerst om veilig Normoxic Trimix duiken uit te voeren met

andere gebrevetteerde NTD.

Verspreid over deze duiken zullen eveneens een aantal vaardigheden worden afgetoetst:

• 'Valve shut down', overgaan op tweede ademautomaat;

• afleggen en herplaatsen van decoflessen (op de bodem);

• opstijging met 'runtimes'.

De NTI zal met de kandidaat tijdens de briefing voor de duik afspreken welke vaardigheid zal worden

afgetoetst. De NTI zal de vaardigheid aftekenen op het opleidingsformulier indien de kandidaat de vaardig-

heid met succes heeft gedemonstreerd.

Indien na 2 diepe duiken nog niet alle vaardigheden met succes werden gedemonstreerd, zal een extra

duik worden toegevoegd.

Page 32: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

30 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

Zoals bij de klassieke duikbrevetten beschikt de kandidaat over een periode van 3 jaar om de vereiste

duiken en alle vaardigheden af te leggen.

Na het succesvol afleggen van alle vereiste duiken en vaardigheden zal de NTI het opleidingsformulier

aftekenen "2 geslaagde Normoxic Trimix duiken uitgevoerd en alle vaardigheden afgewerkt". De kandidaat

stuurt het volledig ingevulde opleidingsformulier via zijn clubsecretariaat ter homologatie naar het NELOS-

secretariaat. Het homologatiegeld wordt door het NELOS-secretariaat gefactureerd aan het clubsecretari-

aat van de kandidaat.

2.4.6 Homologatie van onderliggend brevet

• Wanneer een kandidaat een Normoxic (of Advanced) Trimix-brevet bezit van een andere federa-

tie/organisatie en door inschaling het NELOS Normoxic (of Advanced) Trimix-brevet bekomt, dan

kan hij eveneens de homologatie vragen van het onderliggende brevet Extended Range Duiker.

De homologatie van een onderliggend brevet vereist geen opleidingsactiviteiten en is dus van louter admi-

nistratieve aard. Het homologatiegeld is daarom gelijk aan het homologatiegeld van een administratieve

inschaling.

Het is duidelijk dat dit principe enkel van toepassing is indien het werkelijk gaat om een onderliggend

NELOS-brevet, m.a.w. indien de aanvrager eerst een bovenliggend NELOS-trimixbrevet laat homologeren.

2.5 Opleiding tot Advanced Trimix Duiker (ATD)

2.5.1 Definitie Advanced Trimix Duiker

Een Advanced Trimix Duiker (ATD) is een duiker met de bevoegdheid om duiken uit te voeren dieper dan

60 m en hierbij gebruik te maken van specifiek materiaal, gassen en procedures binnen het kader opgelegd

door het Veiligheidsreglement Extended Range en Trimix.

Hij blijft − behalve aan de specifieke nitrox- en trimixregels − verder ook onderworpen aan alle regels van

het NELOS-Duikonderricht, in het bijzonder wat betreft dieptekwalificatie en kwalificatie van de duikbuddy.

Daar kan enkel van afgeweken worden indien dit expliciet toegelaten is.

De Advanced Trimix Duiker zal als bodemmengsel een hypoxisch trimixmengsel gebruiken; de toevoeging

van helium in het gasmengsel laat toe de toxische effecten van zuurstof en de narcotische effecten van

stikstof op grote diepte en bij een relatief lange bodemtijd te beperken. De Advanced Trimix Duiker wordt

eveneens in de mogelijkheid gesteld om na zijn duik op grote diepte en met relatief lange bodemtijd, te

decompresseren met een aangepast nitroxmengsel en/of met zuivere zuurstof. Hij zal deze decompressie-

wijze gebruiken om zich op een correcte en voldoende wijze te ontdoen van de in zijn lichaam opgestapel-

de inerte gassen.

De 3*Duiker met dieptebeperking van 40 m of 60 m (KDD) in het klassieke persluchtduiken mag in het

kader van de opleiding Advanced Trimix duiken tot 100 m. De gebrevetteerde Advanced Trimix Duiker mag

duiken dieper dan 60 m zonder dieptebeperking onder de strikte voorwaarden en mits het respecteren van

de procedures opgelegd door dit soort duiken.

De Advanced Trimix Duiker mag ook Extended Range duiken of Normoxic Trimix duiken uitvoeren.

2.5.2 Deelnamevoorwaarden

2.5.2.1 Module 1: Theorie

• Theoretisch examen NTD geslaagd zijn.

• 200 duiken.

• 80 duiken in Zone(30).

• 30 duiken in de Zone(40).

Page 33: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

31

• 30 duiken nitrox open circuit

• het inschrijvingsgeld betaald hebben voor deelname aan de theorie.

2.5.2.2 Module 2: Planning

• Geen extra voorwaarden

2.5.2.3 Module 3: Materiaal

• Geen extra voorwaarden

• Geslaagd zijn in het examen Module 1 en Module 2

2.5.2.4 Module 4: Shallow water drills

• Geslaagd zijn in het examen Module 1, Module 2 en Module 3

• Gehomologeerd NTD zijn

2.5.2.5 Module 5: Deep dives

• Geslaagd zijn in Module 4

• Minimum 10 ER of NTx duiken

• Deep dives betaald hebben

2.5.2.6 Homologatie

• Geslaagd zijn in Module 5

• Homologatiegeld betaald hebben

Tijdens de theoretische opleiding zijn de modules 1, 2 en 3 in dergelijke mate geïntegreerd zodat ze te-

zamen geëxamineerd worden.

2.5.3 Theorie, Planning & Materiaal

2.5.3.1 Doelstellingen

Alle doelstellingen zoals vermeld in "1.4.3.1. Doelstellingen Theorie, Planning en Materiaal" zijn eveneens

geldig voor een kandidaat ATD, doch het is duidelijk dat deze doelstellingen zich situeren op het diepgaan-

der niveau ATD. Naast enkele nieuwe begrippen die typisch zijn voor extreme diepten zal de kandidaat de

theoretische materie en de decompressiesoftware moeten beheersen op het niveau ATD.

2.5.3.2 Organisatie

De theorie beslaat 1 lesavond (Organisatie, Planning, Decompressiesoftware en Uitvoering) gevolgd door

een examen theorie.

De cursusdata zullen worden kenbaar gemaakt via de webpagina van de SDT op de NELOS-Wiki, NELOS-

info en Hippocampus.

Inschrijvingen dienen per email te worden gericht aan de [email protected].

De kandidaten zullen de nodige cursusdocumentatie ontvangen bij aanvang van de cursus.

De kandidaten zullen zelf zorgen voor een laptop waarop geschikte decompressiesoftware is geïnstalleerd.

De keuze van decompressiesoftware is vrij, doch tijdens de cursus zal V-planner worden gebruikt.

De kandidaat dient eveneens bereid te zijn om het nodige duikmateriaal aan te schaffen om AT-duiken uit

te voeren, voor zover hij dit materiaal nog niet bezit.

De kandidaat dient te slagen in het examen theorie alvorens de shallow water drills aan te vatten.

Page 34: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

32 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

2.5.4 –Shallow Water Drills en Deep Dives

2.5.4.1 Doelstellingen

Een AT-Duiker moet beantwoorden aan alle doelstellingen van "shallow water drills NTD", maar dan op het

niveau van de ATD.

Bovendien zal de ATD de typische team-aspecten van diepe trimixduiken dienen te beheersen en spontaan

toepassen : organisatie, planning, risicomanagement, collectief materiaal, veiligheidsmaatregelen.

2.5.4.2 Organisatie en Protocol

De kandidaat ATD dient (minstens) 1 Shallow Water duik en 5 diepe duiken uit te voeren met volledige

uitrusting op het niveau ATD (ondermeer 2 decoflessen). Deze mogen overal ter wereld gebeuren.

De Shallow Water duik dient om een aantal vaardigheden en procedures in te oefenen op een beperkte

diepte. Deze ondiepe duik kan op afspraak in onze gewone wateren worden georganiseerd of kan de

eerste duik zijn van een trimixstage die in het buitenland wordt georganiseerd. Indien de ondiepe duik in

onze gewone wateren wordt georganiseerd, is de organisatie en het protocol analoog aan deze van een

ondiepe duik in het kader van de opleiding ERD of NTD. Indien de ondiepe duik geïntegreerd is in een

trimixstage, dan zullen de organisatorische aspecten worden ingepast in het organisatorisch kader van de

stage.

Vrijstelling van de SWD:

Indien de kandidaat ATD alle verplichte onderdelen van zijn theoretische opleiding succesvol heeft afge-

werkt (geslaagd in het theoretisch examen) zodat hij met zijn Shallow Water Drills mag van start gaan, dan

is de kandidaat ATD hiervan vrijgesteld op voorwaarde dat de tijd tussen het behalen van zijn brevet Nor-

moxic Trimix en het ogenblik dat hij zich mag aanbieden voor de SWD ATD niet groter is dan één jaar. De

kandidaat ATD mag bijgevolg onmiddellijk van start gaan met de diepe duiken.

De instructeur die de eerste diepe duik begeleid, tekent de SWD af met de vermelding; ‘Vrijstelling SWD’.

De 5 diepe duiken zullen vanwege de grote diepte noodzakelijkerwijs in het buitenland worden georgani-

seerd onder de vorm van een stage. Op deze manier kunnen alle voorbereidende werkzaamheden in team

worden georganiseerd.

De eerste 3 diepe duiken zullen naar een diepte in Zone(60) of dieper zijn ; de 2 volgende diepe duiken

zullen naar een diepte in Zone(70) of dieper zijn. De precieze diepte zal het resultaat zijn van het plan-

ningsproces dat in team wordt afgewerkt.

Verspreid over deze duiken zullen eveneens een aantal vaardigheden worden afgetoetst (zie onder).

De kandidaat zorgt voor een ordentelijke en veilige methode om de decompressieflessen aan zijn uitrus-

ting te bevestigen.

Indien de kranen van de decomengsels binnen handbereik zijn staan deze kranen dicht, maar wel onder

druk. In het andere geval staat de fles open. De markeringen moeten correct aangebracht zijn.

Het is evident dat indien de inflatorslang van het droogpak aangesloten is op het arme decomengsel (zon-

der helium), deze fles geopend zal blijven gedurende de ganse duik. Het is niet toegelaten om de inflator

van het droogpak aan te sluiten op een mengsel met helium (IBCD). Het vullen van de wing kan eveneens

gebeuren via een inflatorslang van één der stages of het bodemgas en dan moet de kraan van dat recipiënt

eveneens gedurende gans de duik geopend staan. Het is sterk aangeraden om voor het vullen van het

droogpak of de wing een apart flesje te voorzien.

De kandida(a)t(en) zal (zullen) tijdens de duik (eventueel beurtelings) fungeren als duikleider. Hij dient aan

te tonen dat hij in staat is het team een geschikte briefing te geven en de vooropgestelde duikplanning te

laten uitvoeren. De nadruk zal hierbij liggen op het correct volgen van de runtimes, het correct uitvoeren

van de gaswissels en het gebruik van de OSB. Indien nodig zal de kandidaat spontaan overschakelen op een

Page 35: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

33

bail-outscenario, doch hij zal zich nooit ongewild in dergelijke situatie begeven.

Bij een duik waar de duikcomputer wordt gebruikt als primair decompressiemiddel, zal de kandidaat er-

over waken dat op ieder moment van de duik kan worden overgestapt op het onderwaterleitje (decoleitje;

plastic bordje, meestal in meerdere niveaus openklapbaar) met runtimes als backup decompressiemiddel.

De controlerende ATI zal enkel ingrijpen of de duikleiding overnemen indien de veiligheid van de duikers in

het gedrang komt.

De stage wordt opgevat als een leerproces. De beoordeling van de kandidaat zal het resultaat zijn van een

globale evaluatie van alle relevante aspecten van Advanced Trimix duiken. Behalve de uitvoering van de

duik zal eveneens bijzondere aandacht gaan naar de houding en de bijdrage van de kandidaat in het voor-

bereidende teamwerk. De kandidaat zal tijdens de stage uitgebreid feedback ontvangen over alle aspecten

die voor verbetering vatbaar zijn.

De ATI zal de laatste opleidingsduik slechts aftekenen indien hij ervan overtuigd is dat de kandidaat alle

procedures en vaardigheden voldoende beheerst om veilig Advanced Trimix duiken uit te voeren met

andere gebrevetteerde ATD.

Verspreid over deze duiken zullen eveneens een aantal vaardigheden worden afgetoetst:

• 'Valve shut down', overgaan op tweede ademautomaat;

• afleggen en herplaatsen van decoflessen (op de bodem);

• overgaan op reservemasker;

• opstijging met 'runtimes'.

De ATI zal met de kandidaat tijdens de briefing voor de duik afspreken welke vaardigheid zal worden

afgetoetst. De ATI zal de vaardigheid aftekenen op het opleidingsformulier indien de kandidaat de vaardig-

heid met succes heeft gedemonstreerd.

Na het succesvol afleggen van alle vereiste duiken en vaardigheden zal de ATI het opleidingsformulier

aftekenen "5 geslaagde Advanced Trimix duiken uitgevoerd en alle vaardigheden afgewerkt". De kandidaat

stuurt het volledig ingevulde opleidingsformulier via zijn clubsecretariaat ter homologatie naar het NELOS-

secretariaat. Het homologatiegeld wordt door het NELOS-secretariaat gefactureerd aan het clubsecretari-

aat van de kandidaat.

2.6 Opleiding tot Extended Range Instructeur (ERI)

2.6.1 Deelnemingsvoorwaarden

Alvorens de opleiding tot ERI aan te vatten dient de kandidaat te voldoen aan volgende voorwaarden:

2.6.1.1 Module 1: Theorie

• minstens 2*I zijn;

• Nitrox-Instructeur zijn;

• Extended Range Duiker zijn;

• minimum 300 duiken

• 60 duiken dieper dan 30 meter

• 45 duiken dieper dan 45 meter

• minstens 50 nitrox-duiken open circuit

• medisch geschikt zijn;

• reglementair bij een NELOS-club aangesloten zijn.

het inschrijvingsgeld betaald hebben.

Page 36: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

34 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

2.6.1.2 Module 2: Planning

• Geen extra voorwaarden

2.6.1.3 Module 3: Materiaal

• Geen extra voorwaarden

2.6.1.4 Module 4: Shallow water drills

• Geen extra voorwaarden

2.6.1.5 Module 5: Deep dives

• Geslaagd zijn als lesgever voor Module 1,2,3 en 4

• minstens 25 Extended Range duiken gelogd hebben (trimixduiken komen hiervoor eveneens in

aanmerking);Deep dives betaald hebben

2.6.1.6 Homologatie

• Geslaagd zijn in Module 5

• Homologatiegeld betaald hebben

2.6.2 Protocol van de opleiding tot ERI

De opleiding tot ERI bestaat in essentie uit het actief deelnemen aan de opleiding van Extended Range

Duikers in het kader van een NELOS-cursus ERD.

De kandidaat ERI dient zelf over een volwaardige uitrusting voor Extended Range duiken te beschikken en

zal deze gebruiken bij alle opleidingsonderdelen.

Afgewerkte onderdelen zullen op het Opleidingsformulier ERI worden afgetekend door een controlerende

ERI, NTI of ATI indien de onderdelen naar voldoening werden afgewerkt: respect voor de veiligheid en de

didactische principes zijn noodzakelijke voorwaarden voor een geslaagd onderdeel.

2.6.2.1 Assistentie bij een volledige theoriecursus ERD

De kandidaat ERI zal deelnemen aan alle theorielessen van een cursus ERD.

Op deze manier zal de theoretische kennis van de kandidaat worden opgefrist en aangevuld met de laatste

evoluties binnen de cursus ERD. De kandidaat zal tevens aandacht hebben voor de wijze waarop deze

materie binnen NELOS wordt onderwezen omdat hij niet alleen de theorie moet beheersen maar deze ook

zelf op een didactische wijze moet kunnen overbrengen.

Van de kandidaat wordt een actieve houding verwacht. Hij zal zich verzekeren van een perfect inzicht in de

materie en bij de minste twijfel eventueel zelf bijkomende vragen stellen.

2.6.2.2 Didactische theorieles Extended Range

De kandidaat ERI zal zelf één van de theorielessen ERD op zich nemen. Datum, de voorziene tijd en de

lesinhoud zal worden afgesproken met de cursusverantwoordelijke.

De nadruk dient te worden gelegd op het didactische karakter van de les: de kandidaat ERI dient te streven

naar een maximaal begrip van de materie bij de lesvolgers ERD. Dit doel wordt bereikt door op een interac-

tieve manier les te geven waarbij door gerichte vraagstelling de kandidaten ERD maximaal worden betrok-

ken bij de les.

Deze didactische les laat de kandidaat ERI tevens toe om de diepgang van zijn theoretische kennis te

demonstreren.

Page 37: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

35

Indien de controlerende instructeur oordeelt dat de theorie onvoldoende duidelijk werd overgebracht

door de kandidaat ERI op de lesvolgers, dan zal dit onderdeel niet worden afgetekend. Zware fouten bij de

uiteenzetting van de theorie of bij het beantwoorden van vragen van de lesvolgers zullen automatisch een

mislukking inhouden voor de kandidaat ERI.

In ieder geval zal de controlerende instructeur eventuele fouten van de kandidaat ERI bijsturen.

2.6.2.3 Afname examen theorie Extended Range

De kandidaat ERI zal deelnemen aan de jurering van een examen theorie van een theoriecursus ERD.

Hierdoor krijgt hij een inzicht in de wijze van vraagstelling en de manier van jurering bij het examen theorie

ERD.

De score van de cursisten ERD blijft onder de verantwoordelijkheid van de controlerende instructeur(s).

De controlerende instructeur zal dit onderdeel slechts aftekenen op het opleidingsformulier indien hij

overtuigd is dat de kandidaat ERI de normen van het examen begrepen heeft en daadwerkelijk toepast.

2.6.3 Afname oefensessie zwembad

De kandidaat ERI zal deelnemen aan de instructie en de begeleiding van kandidaten ERD tijdens een oefen-

sessie in zwembad. Tijdens deze sessie oefenen de kandidaten ERD in beschermde omgeving de vaardig-

heden en oefeningen die van hen nadien in open water worden gevraagd op het niveau Extended Range.

De kandidaat ERI zal door demonstraties van de oefeningen, feedback aan de kandidaten ERD en zonodig

ingrijpen indien een probleemsituatie ontstaat, aantonen dat hij volwaardig kan functioneren als instruc-

teur op het niveau Extended Range.

De controlerende instructeur zal dit onderdeel slechts aftekenen op het opleidingsformulier indien hij

overtuigd is dat de kandidaat ERI in staat is duidelijke demonstraties te geven, nuttige en correcte feed-

back te geven en de veiligheid tijdens de oefeningen te waarborgen.

2.6.4 Afname Shallow Water Dive

De kandidaat ERI zal onder supervisie van een controlerende instructeur een Shallow Water Dive leiden in

alle aspecten. Het doel van deze duik is de kandidaten ERD de vaardigheden en drills laten oefenen in

volledige uitrusting in open water op beperkte diepte. De duikploeg bestaat uit de kandidaat ERI, één of

twee kandidaten ERD en de controlerende instructeur.

De kandidaat ERI zal aan zijn ploeg een duidelijke briefing geven met beschrijving van de opgelegde oefe-

ningen, hun volgorde en afspraken over de communicatie onder water. Uitvoerige aandacht zal eveneens

worden besteed aan controle van de uitrusting van alle ploegleden en de gebruikte gassen.

De kandidaat ERI zal de duik leiden, de oefeningen aangeven en zo nodig laten herhalen of zelf demonstre-

ren, en de veiligheid van de ploegleden bewaken. Na de duik zal de kandidaat ERI feedback geven aan de

kandidaten ERD.

De controlerende instructeur zal telkens waar nodig bijsturen zowel tijdens de briefing, tijdens de duik als

tijdens de debriefing. In het bijzonder zal hij ingrijpen indien de veiligheid in het gedrang komt. De contro-

lerende instructeur zal de duik slechts aftekenen op het opleidingsformulier indien hij overtuigd is dat de

kandidaat ERI in staat is een duidelijke briefing te geven, de duik te leiden en de kandidaten te begeleiden

op een didactische en veilige manier, en nuttige en correcte feedback te geven.

2.6.5 Afname Deep Dive 1

De kandidaat ERI zal onder supervisie van een controlerende instructeur een Deep Dive van een kandidaat

ERD afnemen waarbij alle aspecten van een Extended Range duik aan bod komen. De duikploeg bestaat uit

de kandidaat ERI, één kandidaat ERD en de controlerende instructeur.

De kandidaat ERI zal de kandidaat ERD begeleiden tijdens het ganse proces van voorbereiding en uitvoering

Page 38: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

36 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

van de diepe duik: analyse van de gassen, planning van de duik (met bijzondere aandacht voor de decom-

pressiefaze), materiaalcontrole, briefing, controle van de uitvoering van de opgelegde vaardigheden onder

water en van de opstijging met gaswissels, en debriefing.

De kandidaat ERI zal er bij de begeleiding van de kandidaat ERD rekening mee houden dat deze laatste zich

in een leerfaze bevindt: enerzijds moet de kandidaat ERD de ruimte krijgen om van zijn fouten te kunnen

leren, anderzijds dient de kandidaat ERI erover te waken dat deze fouten niet mogen leiden tot het ont-

staan van gevaarlijke situaties.

De controlerende instructeur zal bijsturen of overnemen indien de kandidaat ERI onvoldoende reageert op

ernstige fouten van de kandidaat ERD. De controlerende instructeur zal de feedback aan de kandidaat ERD

eveneens aanvullen waar nodig.

De controlerende instructeur zal de kandidaat ERI feedback geven over de wijze waarop deze de kandidaat

ERD heeft begeleid. Hij zal de duik op het opleidingsformulier van de kandidaat ERI slechts aftekenen

indien deze geen ernstige fouten heeft laten begaan door de kandidaat ERD en indien de kandidaat ERI de

veiligheid voldoende heeft gewaarborgd.

2.6.6 Afname Deep Dive 2

De afname Deep Dive 2 gebeurt op analoge wijze als Deep Dive 1.

Terwijl bij Deep Dive 1 nog kleine foutjes of vergetelheden van de kandidaat ERI kunnen worden vergeven,

zal de controlerende instructeur bij Deep Dive 2 de duik slechts aftekenen op het opleidingsformulier

indien hij overtuigd is dat de kandidaat ERI in staat is de kandidaat ERD volledig op veilige wijze te begelei-

den en correcte feedback te geven over alle aspecten van de voorbereiding en uitvoering van de duik.

2.6.7 Bevoegdheden

De ERI is bevoegd om alle onderdelen uit de opleiding tot ERD te organiseren en te evalueren.

De ERI is dus bevoegd om theorielessen ERD te geven, examen theorie ERD af te nemen, een zwembadses-

sie op niveau ERD te leiden, Shallow Water duiken ERD af te nemen, diepe opleidingsduiken ERD af te

nemen en het opleidingsformulier ERD af te tekenen "klaar voor homologatie".

2.7 Opleiding tot Normoxic Trimix Instructeur (NTI)

2.7.1 Deelnemingsvoorwaarden

Alvorens de opleiding tot NTI aan te vatten dient de kandidaat te voldoen aan volgende voorwaarden:

2.7.1.1 Module 1: Theorie

• minstens 2*I zijn;

• Normoxic Trimix Duiker zijn;

• minimum 300 duiken

• 60 duiken dieper dan 30 meter

• 45 duiken dieper dan 40 meter

• minimum 50 nitrox-duiken open circuit

• medisch geschikt zijn;

• reglementair bij een NELOS-club aangesloten zijn.

• het inschrijvingsgeld betaald hebben.

Page 39: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

37

2.7.1.2 Module 2: Planning

• Geen extra voorwaarden

2.7.1.3 Module 3: Materiaal

• Geen extra voorwaarden

2.7.1.4 Module 4: Shallow water drills

• Geen extra voorwaarden

2.7.1.5 Module 5: Deep dives

• Geslaagd zijn als lesgever voor Module 1,2,3 en 4

• minstens 25 Extended Range duiken gelogd hebben (trimixduiken komen hiervoor eveneens in

aanmerking);

• Deep dives betaald hebben

2.7.1.6 Homologatie

• Geslaagd zijn in Module 5

• Homologatiegeld betaald hebben

2.7.2 Protocol van de opleiding tot NTI

De opleiding tot NTI bestaat in essentie uit het actief deelnemen aan de opleiding van Normoxic Trimix

Duikers in het kader van een NELOS-cursus NTD.

De kandidaat NTI dient zelf over een volwaardige uitrusting voor Normoxic Trimix duiken te beschikken en

zal deze gebruiken bij alle opleidingsonderdelen.

Afgewerkte onderdelen zullen op het Opleidingsformulier NTI worden afgetekend door een controlerende

NTI of ATI indien de onderdelen naar voldoening werden afgewerkt: respect voor de veiligheid en de

didactische principes zijn noodzakelijke voorwaarden voor een geslaagd onderdeel.

2.7.2.1 Assistentie bij een volledige theoriecursus NTD

De kandidaat NTI zal deelnemen aan alle theorielessen van een cursus NTD.

Op deze manier zal de theoretische kennis van de kandidaat worden opgefrist en aangevuld met de laatste

evoluties binnen de cursus NTD. De kandidaat zal tevens aandacht hebben voor de wijze waarop deze

materie binnen NELOS wordt onderwezen omdat hij niet alleen de theorie moet beheersen maar deze ook

zelf op een didactische wijze moet kunnen overbrengen.

Van de kandidaat wordt een actieve houding verwacht. Hij zal zich verzekeren van een perfect inzicht in de

materie en bij de minste twijfel eventueel zelf bijkomende vragen stellen.

2.7.2.2 Didactische theorieles Normoxic Trimix

De kandidaat NTI zal zelf één van de theorielessen NTD op zich nemen. Datum, de voorziene tijd en de

lesinhoud zal worden afgesproken met de cursusverantwoordelijke.

De nadruk dient te worden gelegd op het didactische karakter van de les: de kandidaat NTI dient te streven

naar een maximaal begrip van de materie bij de lesvolgers NTD. Dit doel wordt bereikt door op een inter-

actieve manier les te geven waarbij door gerichte vraagstelling de kandidaten NTD maximaal worden

betrokken bij de les.

Deze didactische les laat de kandidaat NTI tevens toe om de diepgang van zijn theoretische kennis te

demonstreren.

Page 40: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

38 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

Indien de controlerende instructeur oordeelt dat de theorie onvoldoende duidelijk werd overgebracht

door de kandidaat NTI op de lesvolgers, dan zal dit onderdeel niet worden afgetekend. Zware fouten bij de

uiteenzetting van de theorie of bij het beantwoorden van vragen van de lesvolgers zullen automatisch een

mislukking inhouden voor de kandidaat NTI.

In ieder geval zal de controlerende instructeur eventuele fouten van de kandidaat NTI bijsturen.

2.7.2.3 Afname oefensessie zwembad

De kandidaat NTI zal deelnemen aan de instructie en de begeleiding van kandidaten NTD tijdens een

oefensessie in zwembad. Tijdens deze sessie oefenen de kandidaten NTD in beschermde omgeving de

vaardigheden en oefeningen die van hen nadien in open water worden gevraagd op het niveau Normoxic

Trimix.

De kandidaat NTI zal door demonstraties van de oefeningen, feedback aan de kandidaten NTD en zonodig

ingrijpen indien een probleemsituatie ontstaat, aantonen dat hij volwaardig kan functioneren als instruc-

teur op het niveau Normoxic Trimix.

De controlerende instructeur zal dit onderdeel slechts aftekenen op het opleidingsformulier indien hij

overtuigd is dat de kandidaat NTI in staat is duidelijke demonstraties te geven, nuttige en correcte feed-

back te geven en de veiligheid tijdens de oefeningen te waarborgen.

Dit onderdeel kan op het opleidingsformulier NTI in cumul worden afgetekend indien de kandidaat in het

kader van een opleiding ERI met succes dit onderdeel heeft afgewerkt.

2.7.2.4 Afname Shallow Water Dive

De kandidaat NTI zal onder supervisie van een controlerende instructeur een Shallow Water Dive leiden in

alle aspecten. Het doel van deze duik is de kandidaten NTD de vaardigheden en drills laten oefenen in

volledige uitrusting in open water op beperkte diepte. De duikploeg bestaat uit de kandidaat NTI, één of

twee kandidaten NTD en de controlerende instructeur.

De kandidaat NTI zal aan zijn ploeg een duidelijke briefing geven met beschrijving van de opgelegde oefe-

ningen, hun volgorde en afspraken over de communicatie onder water. Uitvoerige aandacht zal eveneens

worden besteed aan controle van de uitrusting van alle ploegleden en de gebruikte gassen.

De kandidaat NTI zal de duik leiden, de oefeningen aangeven en zo nodig laten herhalen of zelf demonstre-

ren, en de veiligheid van de ploegleden bewaken. Na de duik zal de kandidaat NTI feedback geven aan de

kandidaten NTD.

De controlerende instructeur zal telkens waar nodig bijsturen zowel tijdens de briefing, tijdens de duik als

tijdens de debriefing. In het bijzonder zal hij ingrijpen indien de veiligheid in het gedrang komt. De contro-

lerende instructeur zal de duik slechts aftekenen op het opleidingsformulier indien hij overtuigd is dat de

kandidaat NTI in staat is een duidelijke briefing te geven, de duik te leiden en de kandidaten te begeleiden

op een didactische en veilige manier, en nuttige en correcte feedback te geven.

Dit onderdeel kan op het opleidingsformulier NTI in cumul worden afgetekend indien de kandidaat in het

kader van een opleiding ERI met succes dit onderdeel heeft afgewerkt.

2.7.2.5 Afname Deep Dive

De kandidaat NTI zal onder supervisie van een controlerende instructeur een Deep Dive in de Zone(50) van

een kandidaat NTD afnemen waarbij alle aspecten van een Normoxic Trimix duik aan bod komen. De

duikploeg bestaat uit de kandidaat NTI, één kandidaat NTD en de controlerende instructeur.

Een kandidaat NTI die in parallel eveneens nog met de opleiding tot ERI bezig is, zal deze Deep Dive NTI

uitvoeren na het succesvol afleggen van de twee Deep Dives ERI. Op deze wijze wordt een logische op-

bouw verzekerd.

De kandidaat NTI zal de kandidaat NTD begeleiden tijdens het ganse proces van voorbereiding en uitvoe-

Page 41: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

39

ring van de diepe duik: analyse van de gassen, planning van de duik (met bijzondere aandacht voor de

decompressiefaze), materiaalcontrole, briefing, controle van de uitvoering van de opgelegde vaardigheden

onder water en van de opstijging met gaswissels, en debriefing.

De kandidaat NTI zal er bij de begeleiding van de kandidaat NTD rekening mee houden dat deze laatste zich

in een leerfaze bevindt: enerzijds moet de kandidaat NTD de ruimte krijgen om van zijn fouten te kunnen

leren, anderzijds dient de kandidaat NTI erover te waken dat deze fouten niet mogen leiden tot het ont-

staan van gevaarlijke situaties. Met name tijdens de opstijging en de decompressiefaze is de foutentoleran-

tie bij trimixduiken beduidend kleiner.

De controlerende instructeur zal bijsturen of overnemen indien de kandidaat NTI onvoldoende reageert op

fouten van de kandidaat NTD. De controlerende instructeur zal de feedback aan de kandidaat NTD even-

eens aanvullen waar nodig.

De controlerende instructeur zal de kandidaat NTI feedback geven over de wijze waarop deze de kandidaat

NTD heeft begeleid. Hij zal de duik op het opleidingsformulier van de kandidaat NTI slechts aftekenen

indien hij overtuigd is dat de kandidaat NTI in staat is de kandidaat NTD volledig op veilige wijze te begelei-

den en correcte feedback te geven over alle aspecten van de voorbereiding en uitvoering van de duik.

2.7.3 Homologatie tot NTI

Om over te kunnen gaan tot homologatie van de titel NTI dient de kandidaat eerst gehomologeerd ERI te

zijn.

2.8 Opleiding tot Advanced Trimix Instructeur (ATI)

2.8.1 Deelnemingsvoorwaarden

Alvorens de opleiding tot ERI aan te vatten dient de kandidaat te voldoen aan volgende voorwaarden:

2.8.1.1 Module 1: Theorie

• minstens 2*I zijn;

• Extended Range Instructeur of Normoxic Trimix Instructeur zijn;

• Advanced Trimix Duiker zijn;

• minimum 350 duiken

• 80 duiken dieper dan 30 meter

• 65 duiken dieper dan 40 meter

• minimum 65 nitrox-duiken open circuit

• medisch geschikt zijn;

• reglementair bij een NELOS-club aangesloten zijn.

• het inschrijvingsgeld betaald hebben.

2.8.1.2 Module 2: Planning

• Geen extra voorwaarden

2.8.1.3 Module 3: Materiaal

• Geen extra voorwaarden

2.8.1.4 Module 4: Shallow water drills

• Geen extra voorwaarden

Page 42: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

40 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

2.8.1.5 Module 5: Deep dives

• Geslaagd zijn als lesgever voor Module 1,2,3 en 4

• minstens 25 Advanced Trimix-duiken gelogd hebben;

• Deep dives betaald hebben

2.8.1.6 Homologatie

• Geslaagd zijn in Module 5

• Homologatiegeld betaald hebben

2.8.2 Protocol van de opleiding tot ATI

De opleiding tot ATI bestaat in essentie uit het actief deelnemen aan de opleiding van Advanced Trimix

Duikers in het kader van een NELOS-cursus ATD.

De kandidaat ATI dient zelf over een volwaardige uitrusting voor Advanced Trimix-duiken te beschikken en

zal deze gebruiken bij alle opleidingsonderdelen.

Afgewerkte onderdelen zullen op het Opleidingsformulier ATI worden afgetekend door een controlerende

ATI indien de onderdelen naar voldoening werden afgewerkt: respect voor de veiligheid en de didactische

principes zijn noodzakelijke voorwaarden voor een geslaagd onderdeel.

2.8.2.1 Assistentie bij een volledige theoriecursus ATD

De kandidaat ATI zal deelnemen aan alle theorielessen van een cursus ATD.

Op deze manier zal de theoretische kennis van de kandidaat worden opgefrist en aangevuld met de laatste

evoluties binnen de cursus ATD. De kandidaat zal tevens aandacht hebben voor de wijze waarop deze

materie binnen NELOS wordt onderwezen omdat hij niet alleen de theorie moet beheersen maar deze ook

zelf op een didactische wijze moet kunnen overbrengen.

Van de kandidaat wordt een actieve houding verwacht. Hij zal zich verzekeren van een perfect inzicht in de

materie en bij de minste twijfel eventueel zelf bijkomende vragen stellen.

2.8.2.2 Didactische theorieles Advanced Trimix

De kandidaat ATI zal zelf één van de theorielessen ATD op zich nemen. Datum, de voorziene tijd en de

lesinhoud zal worden afgesproken met de cursusverantwoordelijke.

De nadruk dient te worden gelegd op het didactische karakter van de les: de kandidaat ATI dient te streven

naar een maximaal begrip van de materie bij de lesvolgers ATD. Dit doel wordt bereikt door op een interac-

tieve manier les te geven waarbij door gerichte vraagstelling de kandidaten ATD maximaal worden betrok-

ken bij de les.

Deze didactische les laat de kandidaat ATI tevens toe om de diepgang van zijn theoretische kennis te

demonstreren.

Indien de controlerende instructeur oordeelt dat de theorie onvoldoende duidelijk werd overgebracht

door de kandidaat ATI op de lesvolgers, dan zal dit onderdeel niet worden afgetekend. Zware fouten bij de

uiteenzetting van de theorie of bij het beantwoorden van vragen van de lesvolgers zullen automatisch een

mislukking inhouden voor de kandidaat ATI.

In ieder geval zal de controlerende instructeur eventuele fouten van de kandidaat ATI bijsturen.

2.8.2.3 Afname examen theorie Advanced Trimix

De kandidaat ATI zal deelnemen aan de jurering van een examen theorie van een theoriecursus ATD.

Hierdoor krijgt hij een inzicht in de wijze van vraagstelling en de manier van jurering bij het examen theorie

Page 43: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

41

ATD.

De score van de cursisten ATD blijft onder de verantwoordelijkheid van de controlerende instructeur(s).

De controlerende instructeur zal dit onderdeel slechts aftekenen op het opleidingsformulier indien hij

overtuigd is dat de kandidaat ATI de normen van het examen begrepen heeft en daadwerkelijk toepast.

2.8.2.4 Afname oefensessie zwembad

De kandidaat ATI zal deelnemen aan de instructie en de begeleiding van kandidaten ATD tijdens een oefen-

sessie in zwembad. Tijdens deze sessie oefenen de kandidaten ATD in beschermde omgeving de vaardig-

heden en oefeningen die van hen nadien in open water worden gevraagd op het niveau Advanced Trimix.

De kandidaat ATI zal door demonstraties van de oefeningen, feedback aan de kandidaten ATD en zonodig

ingrijpen indien een probleemsituatie ontstaat, aantonen dat hij volwaardig kan functioneren als instruc-

teur op het niveau Advanced Trimix.

De controlerende instructeur zal dit onderdeel slechts aftekenen op het opleidingsformulier indien hij

overtuigd is dat de kandidaat ATI in staat is duidelijke demonstraties te geven, nuttige en correcte feed-

back te geven en de veiligheid tijdens de oefeningen te waarborgen.

2.8.2.5 Afname Shallow Water Dive

De kandidaat ATI zal onder supervisie van een controlerende instructeur een Shallow Water Dive leiden in

alle aspecten. Het doel van deze duik is de kandidaten ATD de vaardigheden en drills laten oefenen in

volledige uitrusting in open water op beperkte diepte. De duikploeg bestaat uit de kandidaat ATI, één of

twee kandidaten ATD en de controlerende instructeur.

De kandidaat ATI zal aan zijn ploeg een duidelijke briefing geven met beschrijving van de opgelegde oefe-

ningen, hun volgorde en afspraken over de communicatie onder water. Uitvoerige aandacht zal eveneens

worden besteed aan controle van de uitrusting van alle ploegleden en de gebruikte gassen.

De kandidaat ATI zal de duik leiden, de oefeningen aangeven en zo nodig laten herhalen of zelf demonstre-

ren, en de veiligheid van de ploegleden bewaken. Na de duik zal de kandidaat ATI feedback geven aan de

kandidaten ATD.

De controlerende instructeur zal telkens waar nodig bijsturen zowel tijdens de briefing, tijdens de duik als

tijdens de debriefing. In het bijzonder zal hij ingrijpen indien de veiligheid in het gedrang komt. De contro-

lerende instructeur zal de duik slechts aftekenen op het opleidingsformulier indien hij overtuigd is dat de

kandidaat ATI in staat is een duidelijke briefing te geven, de duik te leiden en de kandidaten te begeleiden

op een didactische en veilige manier, en nuttige en correcte feedback te geven.

2.8.2.6 Assistentie bij een volledige Stage Deep Dives Advanced Trimix

De kandidaat ATI zal deelnemen aan een opleidingsstage Deep Dives voor kandidaten ATD. Hij zal tijdens

de volledige stage fungeren in de rol van ATI onder de supervisie van één of meerdere controlerende

Advanced Trimix Instructeurs. Deze stage laat toe om het volledige spectrum van didactische en organisa-

torische vaardigheden van de kandidaat ATI af te toetsen.

Volgende aspecten zullen tijdens de stage aan bod komen:

• Algemene voorbereiding en organisatie van de stage.

• Contact en afspraken met duikcentrum, schipper en lokale gidsen.

• Algemene planning, ploegindeling, algemene veiligheidsmaatregelen en algemene richtlijnen aan

de duikploegen.

• Specifieke richtlijnen aan zijn duikploeg en in het bijzonder aan de kandidaat of kandidaten ATD.

• Begeleiding van de kandidaten ATD tijdens de planning (met bijzondere aandacht voor de de-

compressiefaze), analyse van de gassen en voorbereiding van de duik.

Page 44: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

42 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

• Aanhoren, beoordelen en desnoods bijsturen van de briefing door de kandidaat ATD voor de

duik.

• Materiaalcontrole en laatste checks.

• Controle van de uitvoering van de duikplanning tijdens de duik met bijzondere aandacht voor de

stijgfaze en de gaswissels (inclusief travelgas tijdens de daalfaze). Het spreekt vanzelf dat de

kandidaat ATI alert moet zijn en onmiddellijk moet ingrijpen bij een situatie waar de veiligheid

(mogelijk) in gevaar komt.

• Aanhoren van de debriefing gegeven door de kandidaat ATD ; feedback geven aan de kandidaat

ATD over alle aspecten van de duik met bijzondere aandacht voor alle situaties of handelingen

die de veiligheid in gevaar hebben gebracht of hadden kunnen brengen.

De kandidaat ATI zal er bij de begeleiding van kandidaten ATD rekening mee houden dat deze laatste zich

in een leerfaze bevinden: enerzijds moet een kandidaat ATD de ruimte krijgen om van zijn fouten te kun-

nen leren, anderzijds dient de kandidaat ATI erover te waken dat deze fouten niet mogen leiden tot het

ontstaan van gevaarlijke situaties.

De controlerende instructeur zal bijsturen of overnemen indien de kandidaat ATI onvoldoende reageert op

ernstige fouten van een kandidaat ATD. De controlerende instructeur zal de feedback aan de kandidaten

ATD eveneens aanvullen waar nodig.

De controlerende instructeur zal de kandidaat ATI tussentijds feedback geven over de wijze waarop deze

de verschillende aspecten van zijn functie tijdens de stage invult. Tijdens de eerste duiken zal de controle-

rende instructeur deel uitmaken van de duikploeg totdat de controlerende instructeur oordeelt dat de

kandidaat ATI zelfstandig kan instaan voor de begeleiding van kandidaten ATD tijdens de duik.

De controlerende instructeur zal de stage op het opleidingsformulier van de kandidaat ATI slechts afteke-

nen indien de kandidaat ATI globale voldoening heeft gegeven, geen ernstige fouten heeft laten begaan

door de kandidaten ATD en de veiligheid voldoende heeft gewaarborgd.

2.9 'Reglement Diep Duiken' bij ER-duiken en Trimix-duiken

Onverminderd blijft het 'Reglement Diep Duiken', zoals gestipuleerd voor het luchtduiken, gelden maar

voor ER-duiken en Trimix-duiken moet eveneens met het volgende rekening gehouden worden:

• Bij het ER-duiken of het Trimix-duiken mag de partiële zuurstofdruk van het bodemmengsel

nooit de waarde van 1,4 bar overschrijden (De ER-duiker mag nochtans met lucht tot maximaal

60m duiken). De partiële zuurstofdrukken van de decompressiemengsels mogen kortstondig op-

lopen tot 1,6 bar.

• Bij het ER-duiken en vooral bij het Trimix-duiken dient de partiële stikstofdruk van het bodem-

mengsel beperkt te worden. Het is aan te raden om bij Trimix-duiken de equivalente luchtdiepte

te beperken tot 40 meter. De ELD mag alleszins nooit een diepte van 60 m overschrijden.

• Tijdens de opleidingsduiken ER mag de maximum duikdiepte van 60 meter niet overschreden

worden.

• Tijdens de opleidingsduiken Normoxic Trimix mag de maximum diepte van 60 meter niet over-

schreden worden.

• Tijdens de opleidingsduiken Advanced Trimix mag de maximum diepte van 100 meter niet over-

schreden worden.

• Na de opleidingsduiken mag de ER-duiker niet dieper duiken dan 60 meter, de NT-duiker niet

dieper duiken dan 60 meter en mag de AT-duiker een diepte kiezen die hij geschikt vindt maar

waarbij de partiële zuurstofdruk van het bodemmengsel niet hoger oploopt dan 1,4 baren waar-

bij de ELD doordacht werd gekozen.

Page 45: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

43

• In de briefing zullen steeds per duikploeg de zuurstofpercentages van de ademgassen, de maxi-

mum partiële zuurstofdrukken en de ELD gemeld worden. Ook de maximum diepte voor elk gas

wordt aangegeven met de hieraan gekoppelde partiële zuurstofdruk.

2.10 Het Veiligheidsreglement ER en Trimix.

2.10.1 Algemene regels

• De ER-duiker gebruikt als bodemmengsel lucht of een gepast nitroxmengsel.

De NT-duiker gebruikt als bodemmengsel Normoxic trimix of een gepast Triox-mengsel. Hij mag

ook ER-duiken uitvoeren.

DE AT-duiker gebruikt als bodemmengsel een gepast hypoxisch trimixmengsel. Hij mag eveneens

ER-duiken of NT-duiken uitvoeren.

• Het is aangeraden om de maximum partiële zuurstofdruk voor het bodemmengsel te beperken

tot 1,4 bar. De ER-duiker mag nochtans met lucht tot maximaal 60 m duiken waardoor de partië-

le zuurstofdruk kan oplopen tot maximaal 1,47 bar. Hierdoor verhogen de risico's van zuurstof-

vergiftiging.

• De maximaal toegelaten partiële zuurstofdruk voor de decompressiegassen mag kortstondig

(maximum 5 minuten) oplopen tot 1,6 bar.

• Indien het bodemmengsel hypoxisch is (minder dan 18% zuurstof bevat) dan moet de afdaling

ingezet worden met een reisgas.

• De stijgsnelheid bedraagt 10 meter per minuut (zeker nooit overschrijden!).

• Als planningssoftware wordt V-Planner aanbevolen. Andere planners zijn eveneens toegestaan

maar ze moeten eveneens gestoeld zijn op moderne decompressiemodellen op basis van bellen-

theorie.

• Het principe van 'deep stops' wordt sterk aangeraden.

• Het conservatiever instellen van de planningssoftware wordt sterk aangeraden.

• Het principe van een verlenging van de laatste trap met 5 minuten wordt aanbevolen.

• De maximum geplande diepte mag nooit vrijwillig overschreden worden.

• De maximum geplande bodemtijd mag nooit vrijwillig overschreden worden.

• Een bail-out plan dient steeds meegenomen te worden.

• Indien de geplande diepte of duiktijd toch overschreden wordt moet de duik onmiddellijk beëin-

digd worden en het opstijgen dient te gebeuren volgens het bail-out plan.

• Het bail-out plan moet eveneens binnen de mogelijkheden van de meegenomen ademgassen

vallen.

• De grenzen van de bail-out planning qua diepte en tijd mogen nooit overschreden worden.

• Elke duiker voorziet in zijn eigen ademgassen en voorziet principieel voor elk gas de nodige re-

serves.

• De reserves in een duikploeg zijn altijd van die aard dat op gelijk welk ogenblik een duiker, die

door omstandigheden zijn gassen niet meer beschikbaar heeft, kan voorzien worden van vol-

doende adembaar gas om de oppervlakte te bereiken met inbegrip van het uitvoeren van alle

noodzakelijke trappen.

• Principieel voorziet elke duiker voor het bodemgas een reserve van 33% en voor de decompres-

siegassen een reserve van 55%.

Page 46: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

44 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

• Decompressieflessen mogen afgelegd worden maar ze moeten steeds door de duiker terug ge-

vonden kunnen worden (dit door het fysiek contact niet te verliezen of door ze te verbinden met

de haspel).

• Het rijke decompressiegas wordt steeds rechts gedragen, het arme decompressiegas wordt

steeds links gedragen.

• De kranen van de decompressiegassen worden steeds op druk gezet maar daarna terug gesloten

indien ze niet gebruikt worden. Het is evident dat indien de inflatorslang van het droogpak aan-

gesloten is op het arme decomengsel (zonder helium), deze fles geopend zal blijven gedurende

de ganse duik. Het is niet toegelaten om de inflator van het droogpak aan te sluiten op een

mengsel met helium (IBCD). Het vullen van de wing kan eveneens gebeuren via een inflatorslang

van één der stages of het bodemgas en dan moet de kraan van dat recipiënt eveneens geduren-

de gans de duik geopend staan. Het is sterk aangeraden om voor het vullen van het droogpak of

de wing een apart flesje te voorzien.

• De duikuitrusting moet aangepast zijn aan de soort duik (de techniciteit van de duik) en er moet

voorzien worden in een aangepaste, correcte redundantie.

• De OSB moet van op grote diepte opgelaten kunnen worden. Een haspellijn van minimum 80 m

wordt aangeraden.

• De duiker moet voor elk mengsel een volledig apart circuit (1e en 2e trap van de ontspanner en

manometer) voorzien. Hierbij is het belangrijk dat elk onderdeel van een bepaald circuit ook als

dusdanig herkenbaar is (kleurmarkering – of op tast).

• Elk mengsel moet voor de duik geanalyseerd worden.

2.10.2 Samenstelling duikploegen

• Het is aanbevolen om duikploegen samen te stellen waarin alle duikers eenzelfde mengsel ge-

bruiken. De voordelen hiervan zijn:

o mogelijkheid tot maximale benutting van het mengsel voor elke duiker;

o de planning van de duik is veel eenvoudiger;

o een veiliger verloop van de duik;

o eenvoudiger in het geval van wisselademhaling.

• Heeft men binnen één duikploeg toch verschillende mengsels, dan zal men volgende regels toe-

passen:

o de rijkste gassen bepalen de diepte der gaswissels;

o de armste gassen bepalen de decompressieverplichtingen;

o meestal zullen decompressiecomputers gebruikt worden om de decompressieverplichtingen te

kunnen vervullen en daarom is bijzondere waakzaamheid voor de maximum diepte geboden.

2.10.3 Briefing

• Voor de duik controleert de algemene duikverantwoordelijke de volgende elementen:

o O2-percentage van alle mengsels van alle duikers;

o maximaal toegelaten diepte voor elk mengsel;

o geplande maximumdiepte tijdens de duik;

o maximaal toegelaten duiktijd;

o decompressiewijze: volgens strengste decompressiewijze en in functie van het laagste O2-

Page 47: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

45

percentage;

o bij duiken met meerdere mengsels ook controle van de markering van het materiaal.

• De duikleider geeft voor de duik een volledige briefing. Naast de bestanddelen van een briefing

voor een 'gewone' duik, dient deze echter ook volgende elementen te bevatten:

o maximum toegelaten duikdiepte en geplande duikdiepte van de duikploeg;

o maximum toegelaten duiktijd van de duikploeg;

o decompressiewijze: moet gepland worden volgens de strengste decompressiewijze in functie

van het laagste O2-percentage;

o procedure in geval van wisselademhaling tussen 2 duikers met verschillende mengsels;

o bijzondere signalen voor opstijgen, gaswissels, oplaten van OSB, enz.;

o bijzondere afspraken met de oppervlakteveiligheid (bijvoorbeeld wanneer er extra ademgas

moet aangevoerd worden).

• Elke duiker herhaalt tijdens de briefing de beperkingen van zijn mengsel(s).

• De decompressie dient gepland volgens de strengste methode in functie van het laagste zuur-

stofpercentage!

2.10.4 Decompressie

2.10.4.1 Trimix-computer (computer welke met meerdere gassen kan werken)

Het ingestelde zuurstofpercentage mag nooit hoger zijn dan het zuurstofpercentage in het mengsel. Als de

duiker dat eerbiedigt, zal de decompressie correct verlopen. Indien hij echter een lager zuurstofpercentage

dan het werkelijke instelt, dan dient hij zijn CZS-zuurstofbelasting op voorhand te berekenen. Uiteraard

dient hij zich te richten naar de CZS-zuurstofbelasting op zijn computer indien die strenger blijkt.

De computer moet in staat zijn om meerdere gassen te kunnen verwerken en onder water moet er kunnen

overgeschakeld worden naar een ander gas.

Indien we naar een zuurstofarmer gas overgaan zullen we altijd eerst de computer overschakelen naar dit

gas en dan pas de gaswissel doorvoeren (binnen de minuut) en indien we naar een zuurstofrijker gas

overgaan zullen we eerst de gaswissel doorvoeren en dan pas de computer naar dit rijker gas overschake-

len.

Als de trimixcomputer gebruikt wordt als primair decompressiemiddel, dan moeten de uitlezingen van het

apparaat strikt gevolgd worden. We kunnen een geschikt bail-out plan of een andere duikcomputer mee-

nemen als back-up decompressiemiddel.

2.10.4.2 'Run tables'

'Run tables' worden opgemaakt met planningssoftware.

Als 'run tables' gebruikt worden als primair decompressiemiddel dan moeten deze run tables gebruikt

worden in combinatie met een geschikte dieptemeter en een geschikte tijdsmeter.

Als 'run tables' gebruikt worden als primair decompressiemiddel dan dienen deze 'run times' strikt nage-

leefd te worden. Het meenemen van een bail-out plan is strikt noodzakelijk.

Op de 'run tables' wordt duidelijk aangegeven wanneer de gaswissels zullen plaats vinden.

Als we bijkomend een duikcomputer meenemen als back-up decompressiemiddel, dan moeten we ook de

gaswissels hierin doorvoeren. We moeten ook weten dat we de duikcomputer mogelijk buiten zijn plan-

ning duwen doordat we strikt de 'run tables' volgen. In dat geval moeten we goed weten wat de betrouw-

baarheid van de uitlezing van de duikcomputer nog is. We lezen hiertoe aandachtig de handleiding van de

Page 48: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

46 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

duikcomputer.

2.11 Wie met wie?

De reglementering die geldt voor de NELOS-luchtduiker blijft onverminderd gelden maar voor ER-duikers /

trimixduikers geldt bovendien:

• Verplicht: steeds volgens de NELOS-regels "Wie met wie?".

• Aanbevolen: duikers met eenzelfde mengsel samen.

• Indien dit niet mogelijk is:

ER-duiker(s) onder elkaar of trimixduiker(s) onder elkaar met zo weinig mogelijk afwijkende

mengsels.

De decompressie in elke fase van de duik wordt gebaseerd op het armste mengsel van de ploeg.

De diepte van gaswissels wordt gebaseerd op het rijkste mengsel.

De duikleider moet een ER-brevet of een trimixbrevet hebben.

Er mag ook met luchtduikers gedoken worden maar uiteraard verliezen we dan de mogelijkhe-

den van de versnelde decompressie (lucht wordt dan de leidraad om de decompressieverplich-

tingen te bepalen).

• Een ER-duik of een trimixduik moet geleid worden door respectievelijk een ER-duiker of een tri-

mixduiker.

• De opleidingsduiken voor ER of trimix waar geen specifieke oefeningen door de kandidaat moe-

ten uitgevoerd worden, mogen in aanwezigheid van een ER-Instructeur of Trimix-Instructeur ge-

delegeerd worden aan respectievelijk een ER-Duiker (minstens 1*I) of een trimixduiker (minstens

1*I) met minstens 25 ER-duiken of 25 trimixduiken. Hierbij dient de ER-Instructeur of Trimix-

Instructeur de duikplanning te controleren en de briefing te aanhoren.

• Alle proeven in het kader van het technisch duiken (ER / NTD / ATD) mogen door de controle-

rende instructeur, uitgerust met een rebreather, worden afgenomen.

2.12 Materiaal

2.12.1 Zuurstofgeschikt

Bepaald materiaal (zie verder) moet zuurstofgeschikt gemaakt worden.

Zuurstofgeschikt materiaal is én zuurstofbestendig én zuurstofzuiver.

Sommige onderdelen van klassiek duikmateriaal zijn niet zuurstofbestendig. Ze moeten vervangen worden

door zuurstofbestendige onderdelen. Zo dienen bijvoorbeeld o.a. zittingen en membranen vervangen te

worden.

Het materiaal moet zuurstofzuiver gemaakt worden zodat alle vetten, smeerstoffen, vijlsel, roest, enz…

verwijderd zijn.

2.12.2 De duikflessen

De duikflessen moeten zuurstofgeschikt zijn; zij dienen jaarlijks opnieuw zuurstofgeschikt gemaakt te

worden.

De zuurstofgeschikt gemaakte fles mag uitsluitend gebruikt worden voor nitrox/trimix.

De duikfles moet duidelijk leesbaar gemarkeerd zijn met de aard van het mengsel en maximum diepte voor

dat mengsel.

2.12.3 De ontspanners

Indien het zuurstofpercentage kleiner is dan 40%, dan mag een gewone ontspanner gebruikt worden.

Page 49: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

47

Indien het zuurstofpercentage groter is dan 40% moet de ontspanner zuurstofgeschikt zijn. De ontspanner

dient dan ook als dusdanig gemarkeerd te worden.

2.12.4 Technische eisen

Het materiaal moet voldoen aan de algemeen geldende eisen om er technische duiken mee uit te voeren.

Zo zal het trimvest bijvoorbeeld van een type zijn (bijv. wing) dat voldoende hefvermogen heeft en techni-

sche opties biedt (zie details cursus ER/trimix).

o Het materiaal moet voldoende redundant uitgevoerd worden (zie details cursus ER/Trimix).

3 Technisch duiken: Closed Circuit Rebreather

3.1 De Closed Circuit Rebreather-brevetten (CCR-brevetten)

• Closed Circuit Rebreather duiker – diluent Air (CCR-D-A)

• Closed Circuit Rebreather duiker – diluent Trimix (all mixes) (CCR-D-Tx)

• Closed Circuit Rebreather Instructor – diluent Trimix (all mixes) (CCR-I-Tx)

3.2 Inschalingsprocedure

3.2.1 Inschaling van de brevetten Closed Circuit Rebreather (CCR-D-A of CCR-D-Tx)

3.2.1.1 Lid afkomstig uit de Federatie CMAS, TDI, IANTD of ANDI

• Wordt of is lid van een NELOS-club.

• Bekomt het overeenstemmend NELOS/CMAS CCR brevet indien deze, in aanwezigheid van een

CCR-Instructeur, aantoont deze duiken veilig te kunnen uitvoeren. De kandidaat zal daartoe, on-

der begeleiding van de CCR-instructeur een openwater duik uitvoeren waar alle relevante aspec-

ten aan bod komen. Volgende aspecten komen daarbij minimaal aan bod:

o Een volledig door de kandidaat opgestelde duikplanning met behulp van decompressiesoftware

welke door NELOS erkend wordt.

Voor CCR-D-A zal de duikdiepte tijdens de opleiding ten minste 35 meter bedragen en maximaal

40 meter.

Voor CCR-D-Tx zal de duikdiepte tijdens de opleiding minimaal 45m bedragen.

o Een volledig door de kandidaat geleide duik uitvoeren volgens de hoger vermelde duikplanning.

Voor CCR-D-A bestaat het diluentmengsel uit lucht (of een nitroxmengsel) en is er een gepaste

bail-out voorzien (goed te keuren door de CCR-I-Tx).

Voor CCR-D-Tx bestaat het diluentmengsel uit een gepaste trimix en is er een gepaste bail-out

voorzien.

o Antwoorden op alle vragen van de begeleidende instructeur welke daardoor de parate kennis

aftoetst.

• Het betreft hier een standaard inschaling. De begeleidende instructeur verzorgt verder de certifi-

catie van deze kandidaat aan de hand van het voorziene opleidingsformulier.

• Nota 1: Zoals reeds hoger vermeld dient de aanvraag tot inschaling gericht te worden aan de

Sectie Duiktechnieken. De SDT zal dan een inschalingscommissie aanstellen, bestaande uit één of

meerdere CCR-instructeurs.

• Nota 2: Indien de kandidaat die wenst in te schalen, CCR-D-A is, en hij voldoet aan alle voor-

waarden om CCR-D-Tx aan te vangen, kan hij zich inschalen tot CCR-D-A of de opleiding starten

tot CCR-D-Tx. Als hij geslaagd is in alle modules van CCR-D-Tx kan hij het brevet van CCR-D-Tx be-

komen zonder eerst in te schalen tot CCR-D-A. Indien hij toch wenst in te schalen tot CCR-D-A

Page 50: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

48 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

(aan te raden wegens de relatief lange doorlooptijd van CCR-D-Tx) dan komt de inschalingskost

overeen met de helft van de homologatiekost, tenzij dit bedrag lager is dan deze van een admini-

stratieve inschaling. In dit geval zal de waarde van het homologatiegeld deze zijn van een admi-

nistratieve inschaling. Er dient ook nog een voucher gekocht te worden voor de inschalingsduik

(zie kostenvergoedingssysteem).

3.2.1.2 Lid afkomstig van een andere Federatie dan de hoger vermelde

• Wordt lid van een NELOS-club

• Deze inschaling is een standaard examen. Dit betekent dat de kandidaat de volledige opleiding

onder de bevoegdheid van de NELOS CCR-I moet volgen en alle examens met succes moet afleg-

gen.

3.2.2 Inschaling van de CCR instructeurs

3.2.2.1 Verantwoording

De Sectie Duiktechnieken sluit zich volledig aan bij de verantwoording opgenomen in het hoofdstuk "In-

schalingsprocedure – Inschaling van instructeurs - Verantwoording" dat geldt voor de algemene inscha-

lingsprocedure van de NELOS-brevetten en NELOS-titels.

3.2.2.2 Inschalen van CCR-Instructeurs van andere organisaties dan BEFOS/FEBRAS

3.2.2.2.1 Uitgangspunten

De Sectie Duiktechnieken sluit zich volledig aan bij de uitgangspunten opgenomen in het hoofdstuk "In-

schalingsprocedure – Inschaling van instructeurs" – "procedure voor het inschalen van instructeurs van

andere organisaties dan BEFOS/FEBRAS. – Uitgangspunten" dat actueel geldt maar de volgende specifieke

opmerkingen zijn eveneens van toepassing:

Een CCR-Instructeur die ingeschaald wil worden maakt dit kenbaar aan de Sectie Duiktechnieken.

Een CCR-Instructeur die ingeschaald wil worden als CCR-Instructeur NELOS moet eveneens o.a. kennis

hebben van:

o de organisatie van het NELOS-Duikonderricht met een specifieke oriëntatie naar CCR (diluent Air

en diluent Trimix vermits NELOS enkel en alleen het niveau CCR-I-Tx hanteert);

o de wijze waarop duikonderricht gegeven wordt m.b.t. het CCR-duiken;

o de wijze waarop proeven en examens worden afgenomen voor CCR-brevetten en CCR-titels;

o de bevoegdheden en de plichten van de NELOS CCR-Instructeur.

Voor de inschaling van CCR-Instructeurs zullen de inschalende instructeurs de kandidaat helpen bij het zich

eigen maken van de specifieke NELOS-kennis m.b.t. het CCR-duiken bij NELOS.

De Sectie Duiktechnieken coördineert deze inschaling.

De inhoud zal gebaseerd zijn op de aanvullende richtlijnen van SDT NELOS.

3.2.2.2.2 Procedure

De Sectie Duiktechnieken sluit zich volledig aan bij de uitgangspunten opgenomen in het hoofdstuk 'Inscha-

lingsprocedure – Inschaling van instructeurs - NELOS-procedure voor het inschalen van instructeurs van

andere organisaties dan BEFOS/FEBRAS. – Procedure'.

Maar de volgende specifieke opmerking is eveneens van kracht: 'De NELOS-instructeurs die deze inschaling

verzorgen zijn 3*I en deze moeten eveneens CCR-Instructeurs zijn in het geval de aanvrager zich wenst in

te schalen als CCR-Instructeur. Het aanstellen van deze instructeurs gebeurt door de Sectie Duiktechnieken

na goedkeuring door het Bureau Duikonderricht'.

Page 51: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

49

3.2.2.3 Leidraad bij de inschaling van CCR-Instructeurs

Het is de taak van de inschalingscommissie om na te gaan of de kandidaat functioneert op het niveau van

een CCR-Instructeur NELOS. Hiertoe controleert zij of de kandidaat voldoet aan de algemene verwachtin-

gen ten aanzien van de NELOS CCR-Instructeurs. Controle vindt plaats aan de hand van onderstaand proto-

col en een vorderingsstaat wordt bijgehouden door de voorzitter van de inschalingscommissie. Punten die

afgewerkt zijn worden met naam, plaats en datum door de leden van de inschalingscommissie afgetekend

op de vorderingsstaat.

Een CCR-Instructeur is actief op het vlak van het NELOS-Duikonderricht. Hij moet in staat zijn om:

• Theorielessen CCR diluent air of CCR diluent Trimix te geven in het kader van de opleidingen CCR

diluent air of CCR diluent Trimix georganiseerd t.b.v. het NELOS-Duikonderricht.

• Als jurylid te kunnen deelnemen aan het examen theorie voor NELOS CCR-duiker / instructeur.

• Deel uit te maken van de begeleiding van Shallow Water Drills in het kader van de opleiding van

CCR-duikers.

• Deel uit te maken van de begeleiding van Open Water Duiken in het kader van de opleiding van

CCR-duikers.

• Ervaring te toetsen aan de hand van het CV.

• Actief deel te nemen aan vergaderingen die de Sectie Duiktechnieken zou organiseren rond de

materie CCR.

• De inschalingscommissie kan in geval van een gemotiveerde twijfel over de kennis of het kunnen

m.b.t. gelijk welk onderwerp uit het CCR-gebeuren vanwege de kandidaat die wenst ingeschaald

te worden, besluiten om één of twee extra proefduiken op te leggen.

De motivatie van deze twijfels in de kandidaat, waardoor het verzoek ontstaat om over te stap-

pen tot het opleggen van extra proefduiken, dient schriftelijk gericht te worden aan de Sectie

Duiktechnieken en aan de kandidaat zelf.

Deze proefduiken krijgen dan uiteraard de allures van een examen. De opgelegde oefeningen tij-

dens deze proefduiken mogen enkel oefeningen zijn die door de Sectie Duiktechnieken voor haar

eigen kandidaat CCR-I worden opgelegd en het daarbij behorende protocol dient strikt gerespec-

teerd te worden.

3.3 De opleidingsstructuur voor Closed Circuit Rebreather

3.3.1 Volgorde opleidingsactiviteiten en deelnemingsvoorwaarden voor CCR-diluent Air

3.3.1.1 Module 1: Theorie

• Minimum NELOS 3*D zijn.

• Minimum NELOS GND zijn.

• Minimum 18 jaar zijn.

• Minimum 100 luchtduiken uitgevoerd hebben.

• Minimum 30 duiken dieper dan 30 m uitgevoerd hebben.

• Minimum 20 duiken dieper dan 40 m uitgevoerd hebben.

• Minimum 20 nitroxduiken uitgevoerd hebben.

• Minimum 10 nitroxduiken na de brevettering GND uitgevoerd hebben.

• Aangesloten zijn bij een NELOS-club.

• Reglementair verzekerd zijn.

Page 52: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

50 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

• Het inschrijvingsgeld betaald hebben.

3.3.1.2 Module 2: Planning

• Geen extra voorwaarden

3.3.1.3 Module 3: Materiaal

• De kandidaat beschikt over een volwaardige rebreather (CCR).

• De kandidaat beschikt over een duikcomputer die de gebruikte technische gassen aankan in CCR

en OC modus.

3.3.1.4 Module 4: Shallow water drills

• Geslaagd zijn in het examen Module 1, Module 2 en Module 3

3.3.1.5 Module 5: Deep dives

• Geslaagd zijn in Module 4

• Deep dives betaald hebben

3.3.1.6 Homologatie

• Geslaagd zijn in Module 5

• Homologatiegeld betaald hebben

Tijdens de theoretische opleiding zijn de modules 1, 2 en 3 in dergelijke mate geïntegreerd zodat ze

tezamen geëxamineerd worden.

3.3.1.7 Voorwaarden tijdens de opleiding

• Maximum diepte: 40 meter.

• Minimum diepte: niet van toepassing.

• Maximum ppO2 in de loop: 1,4 bar.

• Minimum ppO2 in de loop: 0,4 bar

• Maximum ppO2 met het bail-outgas: 1,6 bar. Aangeraden maximum ppO2 met het bail-

outbodemgas: 1,4 bar.

• Maximum END/EAD: 40 m.

3.3.1.8 Beperkingen na de opleiding

• Aangeraden maximum diepte: 40 m.

• Maximum toegelaten diepte: 50 m.

• Maximum diepte steeds minder dan deze opgelegd door de fabrikant.

3.3.2 Volgorde opleidingsactiviteiten en deelnemingsvoorwaarden voor CCR-diluent Trimix

3.3.2.1 Toelatingscvoorwaarden om aan de cursus (module 1) te mogen deelnemen

3.3.2.2 Module 1: Theorie

• Minimum NELOS 3*D zijn.

• Minimum NELOS CCR-D-A zijn of gelijkwaardig. Het is aan te raden om, indien de kandidaat CCR-

D-A is van een andere federatie, in te schalen tot NELOS CCR-D-A.

• Minimum 18 jaar zijn.

Page 53: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

51

• Minimum 200 duiken uitgevoerd hebben.

• Minimum 50 duiken dieper dan 30 m uitgevoerd hebben. (duiken met CCR-D-A zijn geldig).

Minimum 40 duiken dieper dan 40 m uitgevoerd hebben. (duiken met CCR-D-A zijn geldig).

• Aangesloten zijn bij een NELOS-club.

• Reglementair verzekerd zijn.

• Het inschrijvingsgeld betaald hebben.

3.3.2.3 Module 2: Planning

• Geen extra voorwaarden

3.3.2.4 Module 3: Materiaal

• De kandidaat beschikt over een volwaardige rebreather (CCR).

• De kandidaat beschikt over een duikcomputer die de gebruikte technische gassen aankan in CCR

en OC modus.

3.3.2.5 Module 4: Shallow water drills

• Geslaagd zijn in het examen Module 1, Module 2 en Module 3

• Minimum 50 uren CCR-D-A duiken uitgevoerd hebben

• Opmerking: Na het succesvol beëindigen van module 4 mag de kandidaat CCR diluent Normoxic

Trimix duiken uitvoeren onder begeleiding van een Rebreather Instructeur.

3.3.2.6 Module 5: Deep dives

• Geslaagd zijn in Module 4

• Minimum 80 CCR-D-A-duikuren uitgevoerd hebben of

Minimum 70 CCR-D-A-duikuren uitgevoerd hebben indien hij in het bezit is van een brevet Nor-

moxic Trimix Duiker open circuit of in het bezit is van het brevet Extended Range of

Minimum 70 CCR-D-A-duikuren uitgevoerd hebben indien hij in Module 4 minstens 5 duikuren

CCR diluent Normoxic Trimix heeft uitgevoerd of

Minimum 50 CCR-D-A-duikuren uitgevoerd hebben indien hij in het bezit is van een brevet Ad-

vanced Trimix Duiker open circuit.

• Deep dives betaald hebben

3.3.2.7 Homologatie

• Geslaagd zijn in Module 5

• Homologatiegeld betaald hebben

Tijdens de theoretische opleiding zijn de modules 1, 2 en 3 in dergelijke mate geïntegreerd zodat ze

tezamen geëxamineerd worden.

3.3.2.8 Voorwaarden tijdens de opleiding

• Maximum diepte: 100 meter.

• Minimum diepte: 60 meter.

• Maximum ppO2 in de loop: 1,4 bar

Page 54: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

52 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

• Minimum ppO2 in de loop: 0,4 bar

• Maximum ppO2 met het bail-outgas: 1,6 bar.

• Aangeraden maximum ppO2 met het bail-outbodemgas: 1,4 bar.

• Maximum END/EAD: 40 meter.

3.3.2.9 Beperkingen na de opleiding

• Aangeraden maximum diepte: 120 meter.

• Maximum diepte steeds minder dan deze opgelegd door de fabrikant.

3.3.2.10 Homologatie van de onderliggende brevetten

Wanneer een kandidaat CCR-D-Tx zijn brevet homologeert dan kan hij eveneens de homologatie vragen

van het onderliggende NELOS-brevet CCR-D-A.

Dit geval kan zich voordoen indien de kandidaat een CCR-D-A brevet bezit van een andere federa-

tie/organisatie en dit trimix-brevet bij NELOS inschaalt. Door deze inschaling heeft de duiker een NELOS

CCR-D-A brevet bekomen.

De homologatie van een onderliggend brevet vereist geen opleidingsactiviteiten en is dus van louter admi-

nistratieve aard. Het homologatiegeld is daarom gelijk aan het homologatiegeld van een administratieve

inschaling.

Het is duidelijk dat dit principe enkel van toepassing is indien het werkelijk gaat om een onderliggend

NELOS-brevet, m.a.w. indien de aanvrager eerst een bovenliggend NELOS-CCR-D-Tx laat homologeren of

dit reeds bezit.

3.4 Definities en doelstellingen van de brevetten CCR-D-A en CCR-D-Tx

3.4.1 Definities CCR-DD-A duiker en CCR-D-Tx duiker

3.4.1.1 Definitie CCR-D-A Duiker

Een CCR-D-A Duiker is een duiker met de bevoegdheid om tot een diepte van 40 m te duiken tijdens zijn

opleiding en tot een diepte van 50 m na zijn homologatie met zijn rebreather waarbij als diluent lucht of

nitrox wordt gebruikt. Hij maakt daarbij gebruik van specifiek materiaal (o.a. rebreather), gassen (o.a.

zuurstof) en procedures binnen het kader opgelegd door het Veiligheidsreglement CCR-D-A.

Hij blijft − behalve aan de specifieke nitroxregels − verder ook onderworpen aan alle regels van het NELOS-

Duikonderricht, in het bijzonder wat betreft dieptekwalificatie en kwalificatie van de duikbuddy. Daar kan

enkel van afgeweken worden indien dit expliciet toegelaten is.

De CCR-D-A Duiker kan door de inherente mogelijkheden van zijn rebreather de decompressietijd (TTS)

beperken of de veiligheidsmarge tijdens de decompressiefase vergroten.

De CCR-D-A duiker moet wel voldoende bail-outgas meenemen om, indien hij van zijn rebreather moet

overschakelen naar open circuit, na het uitvoeren van alle eventuele decompressieverplichtingen, de

oppervlakte veilig te bereiken.

Hij moet geschikte decompressiemiddelen bij zich hebben om de eventuele overschakeling naar open

circuit te kunnen uitvoeren op een correcte, verantwoorde, technische wijze.

3.4.1.2 Definitie CCR-D-Tx Duiker

Een CCR-D-Tx Duiker is een duiker met de bevoegdheid om tot een diepte van 100 m te duiken tijdens zijn

opleiding. Na zijn opleiding als trimix rebreather duiker wordt aangeraden om de diepte te beperken tot

120 m en wordt verboden de maximumdiepte, opgelegd door de fabrikant, te overschrijden. Hij maakt

daarbij gebruik van specifiek materiaal (o.a. een rebreather), gassen (o.a. zuurstof) en procedures binnen

Page 55: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

53

het kader opgelegd door het Veiligheidsreglement CCR-D-Tx.

Hij blijft − behalve aan de specifieke nitrox- en trimixregels − verder ook onderworpen aan alle regels van

het NELOS-Duikonderricht, in het bijzonder wat betreft dieptekwalificatie en kwalificatie van de duikbuddy.

Daar kan enkel van afgeweken worden indien dit expliciet toegelaten is.

De CCR-D-Tx Duiker kan door de inherente mogelijkheden van zijn rebreather de decompressietijd (TTS)

beperken of de veiligheidsmarge tijdens de decompressiefase vergroten.

De CCR-D-Tx duiker moet wel voldoende bail-out gas meenemen om, indien hij van zijn rebreather moet

overschakelen naar open circuit, na het uitvoeren van alle eventuele decompressieverplichtingen, de

oppervlakte veilig te bereiken.

Hij moet geschikte decompressiemiddelen bij zich hebben om de eventuele overschakeling naar open

circuit te kunnen uitvoeren op een correcte, verantwoorde, technische wijze.

De CCR-D-Tx duiker zal als diluent een geschikte combinatie nemen uit de gassen zuurstof, nitrox en helium

(lucht, nitrox, trimix, triox (hyperoxische trimix), heliox (mengsel zuurstof/helium), heliair (mengsel heli-

um/lucht), …). We spreken in de verdere context van deze regelgeving over trimix maar zoals hierboven

werd aangegeven kan dit een andere geschikte keuze zijn uit één of meerdere van de 3 genoemde basis-

gassen. Voor het trimixmengsel mag het zuurstofpercentage een willekeurige waarde aannemen. De

toevoeging van helium in het gasmengsel laat toe de narcotische effecten van stikstof bij een relatief lange

bodemtijd te beperken.

De 3*Duiker met dieptebeperking tot 40 m of de gekwalificeerde 3*D met een dieptebeperking tot 60 m

(luchtbrevet) mag in het kader van de cursus CCR-D-Tx duiken tot 100 m tijdens de opleiding. Het wordt

hem aangeraden om na de opleiding zijn diepte als trimix rebreather duiker te beperken tot 120 m en het

is hem verboden dieper te duiken dan de maximumdiepte opgelegd door de constructeur. De gebrevet-

teerde CCR-D-Tx duiker mag blijven duiken tot 100 m of dieper indien de constructeur dit niet verbiedt

maar dit onder de strikte voorwaarden en mits het respecteren van de procedures opgelegd door dit soort

duiken.

3.4.2 Doelstellingen van de opleiding CCR-D-A en CCR-D-Tx

3.4.2.1 Theorie

Een CCR-D-A Duiker of een CCR-D-Tx Duiker moet:

• Een inzicht hebben in de CMAS- en de NELOS-structuur van CCR-brevetten.

• Hij moet de gedragscode van de CMAS-mengselduiker kennen en kunnen toepassen.

• Hij moet de mogelijkheden en de beperkingen (zie o.a. definitie) van een CCR-D-A duiker of een

CCR-D-Tx duiker kennen en er ook naar handelen.

• Hij moet de voor- en nadelen van CCR-duiken kunnen aanduiden en de lange termijneffecten be-

grijpen van dit soort technisch duiken.

• Hij moet de wetten van de fysica, die aan de basis liggen om correct en veilig CCR duiken uit te

voeren, alsook de mogelijkheden en de onmogelijkheden van dit soort duiken, kennen en ze

kunnen toepassen in de praktijk indien nodig.

• Hij moet de fysiologische en fysische aspecten van het CCR-duiken begrijpen en kunnen verkla-

ren.

• De CCR-D-Tx moet de effecten van het duiken met helium begrijpen.

• Hij moet de specifieke gevaren van het CCR-duiken begrijpen (in het bijzonder wat de partiële

gasdrukken, de reserves van de ademgassen, de autonomie van de bail-outgassen, de decom-

pressieverplichtingen, de lange verblijftijden onder water en de diverse procedures betreft), er

Page 56: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

54 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

adequaat op kunnen reageren en de regels kennen om ze te voorkomen of in het slechtste geval

ze te verhelpen.

• Hij moet de specifieke gevaren van blootstelling aan gassen, waarmee een CCR-duiker in aanra-

king komt, kennen en hij moet weten hoe hij adequaat moet reageren om deze te voorkomen of

hoe hij erop moet anticiperen indien ze zich voordoen.

• Hij moet het specifieke materiaal voor het CCR-duiken kunnen gebruiken – in het bijzonder zijn

rebreather.

• Hij moet de analyse van de mengsels kunnen uitvoeren in de praktijk.

• Hij moet weten hoe het CCR-materiaal moet gemarkeerd zijn.

• De CCR-D-A moet enkele vulmethodes voor nitrox kennen.

• De CCR-D-Tx moet enkele vulmethodes voor nitrox en trimix kennen.

• Hij moet in staat zijn om de beste mengsels voor een opgegeven duik te bepalen, inclusief de

bail-outgassen. Hij moet steeds de keuze van zijn diluent kunnen verantwoorden.

• Hij moet voor de geplande duik de verhoging van de CZS-belasting en van het aantal OTU's kun-

nen bepalen.

• Hij moet een CCR-duik volledig zelfstandig kunnen plannen en duiken volgens dit opgesteld plan.

• Hij moet op een correcte manier kunnen omgaan met de planningssoftware die noodzakelijk is

om een CCR-duik correct te plannen.

• Hij moet de specifieke veiligheidsmaatregelen van het CCR-duiken kennen en kunnen toepassen

en dit voor elke fase van de duik.

• Hij moet de bijzondere regels van het CCR-duiken kennen en kunnen toepassen zoals bijvoor-

beeld het duiken in een 'gemengde groep', de reserves, de bail-outprocedures, de 'wat indien'-

procedures, enz.

• Hij moet een beeld hebben van de mogelijke noodsituaties die zich kunnen voordoen en hij moet

weten hoe hij hier alert moet op reageren.

• Hij moet een geschikte bail-outplanning kunnen opstellen.

3.4.2.2 Planningssoftware

Een CCR-Duiker moet:

• Beschikken over geschikte planningssoftware. Wat geschikt is wordt in de cursus beschreven.

• Hij moet de planningssoftware kunnen gebruiken.

• Hij moet alle mogelijke parameters van de planningssoftware kunnen instellen.

• Hij moet het effect van alle hoger genoemde parameters begrijpen.

• Hij moet de mogelijkheden en de limieten van de planningssoftware kennen en begrijpen en in

functie van deze mogelijkheden en beperkingen de duikplanning met de planningssoftware cor-

rect kunnen aanpassen.

3.4.2.3 Materiaal

Een CCR-Duiker:

• Moet de opbouw van de uitrusting van een technische duiker kennen en begrijpen, in bijzonder

zijn rebreather.

• Moet de beperkingen van zijn CCR, opgelegd door de fabrikant, kennen en begrijpen en er ge-

past rekening mee houden.

Page 57: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

55

• Mag nooit de limieten van de cannister overschrijden,

• Mag nooit waarschuwingen van zijn toestel negeren zoals 'ppO2 te hoog' of 'ppO2 te laag' of 'bat-

tery low', enz.

• Mag nooit duiken met zijn toestel zonder de vereiste, voorafgaande procedures door te nemen

zoals onder andere:

o analyse van zijn gassen;

o controle van de standtijd van zijn cannister;

o negatieve test, positieve test;

o stand van zijn overdrukventiel van zijn longen in dive-modus plaatsen;

o instellen van zijn CCR-duikcomputer;

o gepast reageren op meldingen van zijn toestel;

o 'pre-breathing';

o mogelijkheden en beperkingen van zijn bail-outgassen;

o mogelijkheden en onmogelijkheden van zijn team;

o veiligheidsprocedures met OSB's;

o veiligheidsprocedures met schippers indien gedoken wordt van een boot;

o enz.

• Hij moet al het technisch materiaal correct kunnen gebruiken.

• Hij moet weten waarom bepaald materiaal strikt noodzakelijk is.

• Hij moet weten welk materiaal redundant moet uitgevoerd worden en welk materiaal niet re-

dundant hoeft uitgevoerd te worden.

• Hij moet al het materiaal kunnen monteren volgens de regels der kunst.

• Hij moet met al het technisch materiaal vlot kunnen werken.

• Hij moet dit materiaal goed onderhouden en er voor zorgen dat de betrouwbaarheid ervan gega-

randeerd is.

• Het materiaal moet zodanig aangebracht zijn dat hij in elke situatie de duik en zichzelf onder

controle heeft. Hij moet elk uitrustingsstuk vlot kunnen bereiken.

• Hij moet vooral snel en overzichtelijk kunnen bepalen welk mengsel hij ademt (hij ademt conti-

nue een ander nitrox of trimix mengsel, terwijl de partiële druk van zuurstof op een bepaalde

constante, instelbare waarde wordt gehouden. Het monitoren van het geademde gas kan gebeu-

ren via de duikcomputer, een HUD, handsets,… en de CCR-duiker moet deze waarde continue

bewaken en indien deze reële waarde afwijkt van de gewenste / ingestelde waarde, dan moet de

CCR-duiker hier adequaat op kunnen reageren.

3.4.2.4 Shallow water drills

Een CCR-Duiker moet:

• In staat zijn de oefeningen die hem opgedragen worden nauwkeurig uit te voeren.

• De oefeningen die gedemonstreerd worden door de CCR-Instructor correct kunnen nadoen.

• Tijdens de oefening de duik en zichzelf onder controle hebben.

• In staat zijn om zijn Gemiddeld OppervlakteVerbruik (GOV) te bepalen (dit is vooral van groot be-

lang voor de bail-outprocedure).

Page 58: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

56 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

3.4.2.5 Opleidingsduiken

Een CCR-Duiker moet:

• Zijn gassen correct kunnen analyseren.

• De mogelijkheden en de beperkingen van zijn gassen kennen en begrijpen.

• Zijn rebreather volledig kennen en begrijpen en correct in werking kunnen stellen, correct kun-

nen gebruiken en de nodige bail-outprocedures kennen en kunnen toepassen.

• Een volledige duikplanning kunnen opmaken met geschikte planningssoftware.

• Deze planning kunnen aanpassen in functie van de mogelijkheden en beperkingen van de mede-

duiker.

• In staat zijn om de 'runtables' op te maken en op een bordje te plaatsen (runtables voor bail-out

zijn zeer gebruikelijk bij dit soort duiken).

• In staat zijn om zijn configuratie correct op te tuigen.

• In staat zijn om de haalbaarheid van de duik in te schatten in functie van de lokale omstandighe-

den en hij moet, indien nodig, de duikplanning aanpassen als blijkt dat er een verhoogd risico is

voor het uitvoeren van de oorspronkelijk geplande duik.

• De volledige duikleiding op zich kunnen nemen.

• In staat zijn om de run tables strikt na te leven (indien op run tables gedoken wordt).

• In staat zijn om een degelijke en aangepaste briefing te geven en onder water de afgesproken

duiktekens te gebruiken.

• In staat zijn om op de geschikte diepte op een correcte manier setpoint aanpassingen door te

voeren, indien nodig in bail-out te gaan en in dat laatste geval gaswissels door te voeren op de

gepaste diepte.

• In staat zijn om op een correcte manier zijn OSB te ontplooien op gelijk welk moment van de

duik.

• Steeds in staat zijn om correct uitgetrimd te zijn.

• In staat zijn om een correcte opstijging uit te voeren met inbegrip van alle decompressieverplich-

tingen.

• In staat zijn om op een correcte manier 'deep stops' in te lassen en ze uit te voeren.

• In staat zijn om op problemen correct te reageren en in staat zijn om handelingen uit te voeren

om uit eventuele problemen te komen of ze zo optimaal mogelijk aan te pakken.

• In staat zijn om de nodige veiligheidsmaatregelen te nemen en indien er zich problemen voor-

doen er adequaat op te reageren.

3.5 Protocol van de Shallow Water Drills CCR voor CCR-D-A en CCR-D-Tx (Module 4)

3.5.1 Voorwaarden om Shallow Water Drills (SWD) te mogen uitvoeren

• Geslaagd zijn in het examen theorie voor CCR-D-A of CCR-D-Tx.

• Bewijs van het volgen van 'Module 3 – Materiaal' kunnen voorleggen.

3.5.2 Voorbereidende activiteiten

• Vraag om Shallow Water Drills te mogen uitvoeren richten aan een CCR-instructeur.

• In samenspraak met de gecontacteerde Instructeur worden plaats, datum en uur van de Shallow

Water Drills vastgelegd (dit kan een zwembad zijn of een zoetwaterput of een open water waar

Page 59: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

57

de omstandigheden geschikt zijn voor zulke oefeningen).

• De kandidaat en de instructeur zijn tijdig op de duikplaats aanwezig zodat de nodige voorberei-

dingen ordentelijk kunnen uitgevoerd worden.

3.5.3 Protocol - Procedure

• De kandidaat zal de duik voor zichzelf grondig voorbereiden (configuratie materiaal, mentaal,

veiligheidsmaatregelen enz.).

• De instructeur geeft een briefing waarin hij duidelijk maakt wat hij van de SWD exact verwacht.

Hierin worden duidelijk de verschillende oefeningen uitgelegd en de volgorde waarin ze moeten

geschieden. Er wordt ook duidelijk gemaakt welke acties er moeten ondernomen worden indien

bepaalde problemen zich voordoen. Zelfs voor SWD gelden doorgedreven veiligheidsmaatrege-

len zoals reserve der ademgassen, verlies buddy, problemen met het materiaal of met de bedie-

ning van het materiaal, enz.

• De kandidaat zal, indien dit gevraagd wordt, een analyse uitvoeren.

• De kandidaat zal, indien dit gevraagd wordt, zelf een geschikte briefing geven.

• Hij moet aantonen dat hij in staat is nauwkeurig te werken en dat hij weet welke veiligheids-

maatregelen hij dient te nemen. Bijzonder veel aandacht zal gaan naar de duiktekens, het uit-

trimmen, gasvoorraden, duikplanning, beheersing van de uitrusting (met nadruk op het toestel)

en van zichzelf.

• Tijdens de debriefing toont de kandidaat aan dat hij in staat geweest is om te duiken volgens het

vooropgestelde duikplan of motiveert hij duidelijk waarom hij hiervan eventueel is afgeweken.

• De kandidaat voert elke oefening uit in de opgelegde volgorde. De instructeur geeft aan wanneer

de kandidaat een nieuwe oefening mag uitvoeren.

• Tijdens de debriefing wordt elke oefening uitgebreid besproken en een verbetertraject uitge-

werkt. De kandidaat toont aan dat hij met de eventuele opmerkingen van een vorige SWD kan

rekening houden.

3.5.4 De SWD-oefeningen

• CCR-D-A

De volgende vaardigheden worden getest tijdens de SWD:

o Vaardigheden zwembad

� Predive checks (uittrimmen, uitloden, …)

� Switchen van setpoint (van laag naar hoog en omgekeerd)

� Manuele injectie van zuurstof en controle setpoint (bijvoorbeeld

ppO2 op 0,9 bar)

� Loop uit de mond nemen en op bailout gaan (stages)

� Zuurstof sluiten en doorgaan tot ppO2 = 0,4 bar

� Dump & Flush

� Boom Drill

� Materiaal afdoen en aangeven

� Postdive checks

� Correct reageren op het tonen van een willekeurig kaartje uit de set

van geplastificeerde oefeningen.

Page 60: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

58 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

o Vaardigheden oefenduik

� Switchen van setpoint (van laag naar hoog en omgekeerd)

� Setpoint manueel hoog houden (ppO2 op 1,0 bar)

� Overgaan op bailout en computer op OC zetten en omgekeerd

� Dump & Flush

� Boom Drill

� Afleggen en herplaatsen bailoutflessen (bodem)

� Afleggen en herplaatsen bailoutflessen (los van de bodem)

� Overgaan op reservemasker

� Uitleggen lijn met haspel (reel)

Tijdens elke SWD zal een bubble check ingelast worden en zullen de cellen gecontroleerd

worden op hun goede werking (100% O2 op 6 meter)

• CCR-D-Tx

o Vaardigheden tijdens de eerste SWD in Zone(15)

� Vrije opdracht

o Vaardigheden tijdens de tweede SWD in Zone(40)

� Duik met Normoxic Trimix

� Vrije opdracht

Tijdens elke SWD zal een bubble check ingelast worden en zullen de cellen gecon-

troleerd worden op hun goede werking (100% O2 op 6 meter)

3.5.5 Nazorg

• De kandidaat zal in een debriefing duidelijk vernemen waar hij moet op letten om de uitgevoer-

de oefeningen te optimaliseren.

• Indien de instructeur oordeelt dat de kandidaat de SWD naar voldoening heeft afgewerkt, zal hij

op het opleidingsformulier van de kandidaat de activiteit (zwembad of duik) afstempelen. Hierbij

houdt de instructeur rekening met een evolutie van de vaardigheden van de kandidaat in de loop

van de SWD-activiteiten.

• De instructeur zal de laatste SWD-activiteit pas afstempelen indien de kandidaat bewijst dat hij

alle opgelegde oefeningen volledig onder de knie heeft (autonome beslissing van de instructeur);

pas daarna mag de kandidaat zich aanbieden voor Module 5.

3.6 Protocol van de opleidingsduiken Trimix voor CCR-D-A en CCR-D-Tx (Module 5)

3.6.1 Voorwaarden om een opleidingsduik te mogen uitvoeren

• Geslaagd zijn in het examen theorie voor CCR-D-A od CCR-D-Tx.

• Bewijs van het volgen van 'Module 3 – Materiaal' kunnen voorleggen.

• Bewijs van het volgen van 'Module 4 – Shallow Water Drills' kunnen voorleggen.

3.6.2 Voorbereidende activiteiten

• Vraag om opleidingsduiken te mogen uitvoeren richten aan een CCR-Instructeur.

• In samenspraak met de gecontacteerde Instructeur worden plaats, datum en uur van de oplei-

Page 61: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

59

dingsduik vastgelegd (dit dient een open water te zijn waar de omstandigheden geschikt zijn

voor zulke duiken).

• De kandidaat en de instructeur zijn tijdig op de duikplaats aanwezig zodat de nodige voorberei-

dingen ordentelijk kunnen uitgevoerd worden en de nodige planningen en duikformulieren

(planningsbordje) ordentelijk kunnen ingevuld en nagekeken worden.

• Een zuurstofanalyser of trimixanalyser zal door de kandidaat meegebracht worden.

3.6.3 Protocol - Procedure

• De kandidaat zal de duik voor zichzelf grondig voorbereiden (configuratie materiaal, mentaal,

veiligheidsmaatregelen enz.).

• De kandidaat zal de analyse van zijn mengsels uitvoeren.

• De kandidaat maakt zelfstandig een duikplanning met behulp van planningssoftware en verant-

woordt zijn keuzes.

• De kandidaat zal in overleg met de anderen in de duikploeg een definitieve duikplanning opma-

ken en de runtables of afspraken m.b.t. de decompressie (DC) voor de ploeg opstellen.

• De kandidaat zal eveneens één of meerdere bail-outscenario's uitwerken.

• Hij moet aantonen dat hij in staat is nauwkeurig te werken en dat hij weet welke veiligheids-

maatregelen hij dient te nemen.

• De instructeur geeft een briefing waarin hij duidelijk maakt wat hij van de opleidingsduik exact

verwacht. Hierin worden zeer duidelijk de verschillende fasen van de duik besproken en alle

handelingen grondig uitgelegd. Ook de volgorde waarin deze handelingen moeten geschieden en

door wie wordt duidelijk omschreven. Er wordt ook duidelijk gemaakt welke acties er moeten

ondernomen worden indien bepaalde problemen zich voordoen. Er worden doorgedreven vei-

ligheidsmaatregelen zoals reserve der ademgassen, verlies buddy, problemen met het materiaal

of met de bediening van het materiaal (in het bijzonder met de rebreather), enz. besproken.

• De kandidaat zorgt voor een ordentelijke en veilige methode om de BO-flessen aan zijn uitrusting

te bevestigen.

• Indien de kranen van de decomengsels binnen handbereik zijn staan deze kranen dicht, maar wel

onder druk. In het andere geval staat de fles open (ook afhankelijk van inflatorslangen voor

droogpak of jacket of BOV).

• De markeringen moeten correct aangebracht zijn.

• De tweede trap van de BO-mengsels wordt op een ordentelijke wijze weggeborgen.

• Indien de kandidaat in de oefening voor bail-out overgaat op een decomengsel (BO-mengsel),

overgaat, dan geeft hij dit zelf aan en staat hiervoor volledig autonoom in. Fouten in de hande-

lingen om over te gaan op dit mengsel, alsook in de keuze van het moment of de diepte zal resul-

teren in een negatieve beoordeling.

• De kandidaat zal, indien dit gevraagd wordt, zelf een geschikte briefing geven.

• Hij moet aantonen dat hij in staat is nauwkeurig te werken en dat hij weet welke veiligheids-

maatregelen hij dient te nemen. Bijzonder veel aandacht zal gaan naar de duiktekens, het uit-

trimmen, gasvoorraden, duikplanning, beheersing van de uitrusting en van zichzelf.

• De kandidaat beheerst het gebruik van de OSB (op gelijk welke diepte).

• De kandidaat beheerst de opstijging op gelijk welk ogenblik.

• De kandidaat voert de decompressieverplichtingen uit zoals gepland en geeft duidelijk en tijdig

Page 62: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

60 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

aan wanneer welke actie moet ondernomen worden (veranderingen van setpoit, eventuele air

breaks,…).

• Tijdens de debriefing toont de kandidaat aan dat hij in staat geweest is om te duiken volgens het

vooropgestelde duikplan of motiveert hij duidelijk waarom hij hiervan eventueel is afgeweken.

• Tijdens de debriefing wordt elke oefening uitgebreid besproken en een verbetertraject uitge-

werkt. De kandidaat toont aan dat hij met de eventuele opmerkingen van een vorige opleidings-

duik kan rekening houden.

3.6.4 De oefeningen tijdens de deep dives

• CCR-D-A

o Eerste duik - CCR manueel bedienen

o Tweede duik – Stijgen naar trapdiepte en minstens 5 minuten op 5 meter

o Derde duik – SCR lopen met CCR en 100% O2 lopen met CCR

o Vierde duik – Overgaan op bailout en duik afwerken in OC

o Vijde duik – Boom drill

• CCR-D-Tx

o Eerste duik - Duik met masker wisselen + vrije opdracht

o Tweede duik - Duik met volledige bailout + vrije opdracht

o Derde duik - Duik met vrije opdracht

o Vierde duik - Duik met vrije opdracht

o Vijde duik - Duik met vrije opdracht

• Opmerkingen:

o Tijdens de oefenduiken wordt aangeleerd door effectieve uitvoering ervan hoe

een bubble check dient uitgevoerd te worden en hoe de correcte werking van de

cellen wordt getest.

o Het is de controlerende instructeur die bepaald in welke mate oefeningen wor-

den doorgezet waarbij steeds de veiligheid van het team voorop staat in functie

van de uit te voeren duik.

3.6.5 Nazorg

• De kandidaat zal in een debriefing duidelijk vernemen waar hij moet op letten om zijn oplei-

dingsduiken te optimaliseren.

• Indien de instructeur oordeelt dat de kandidaat de opleidingsduik naar voldoening heeft afge-

werkt, zal hij op het opleidingsformulier van de kandidaat de duik afstempelen. Hierbij houdt de

instructeur rekening met een evolutie van de vaardigheden van de kandidaat in de loop van de

opleidingsduiken.

• De instructeur zal de laatste opleidingsduik pas afstempelen indien de kandidaat bewijst dat hij

alle aspecten van de duik volledig onder de knie heeft (autonome beslissing van de instructeur);

vervolgens kan het brevet worden gehomologeerd.

3.7 Opleiding tot CCR Trimix Instructeur (CCR-I-Tx)

3.7.1 Deelnemingsvoorwaarden

Alvorens de opleiding tot CCR-I-Tx aan te vatten dient de kandidaat te voldoen aan volgende voorwaarden:

Page 63: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

61

3.7.1.1 Module 1: Theorie

• minstens 2*I zijn;

• CCR-D-Tx zijn;

• minimum 350 duiken

• 80 duiken dieper dan 30 meter

• 65 duiken dieper dan 40 meter

• medisch geschikt zijn;

• reglementair bij een NELOS-club aangesloten zijn.

• het inschrijvingsgeld betaald hebben.

3.7.1.2 Module 2: Planning

• Geen extra voorwaarden

3.7.1.3 Module 3: Materiaal

• Geen extra voorwaarden

3.7.1.4 Module 4: Shallow water drills

• Geen extra voorwaarden

3.7.1.5 Module 5: Deep dives

• Geslaagd zijn als lesgever voor Module 1,2,3 en 4

• minstens 25 uren CCR-D-Tx gelogd hebben;

• Deep dives betaald hebben

3.7.1.6 Homologatie

• Geslaagd zijn in Module 5

• Homologatiegeld betaald hebben

3.7.2 Protocol van de opleiding tot CCR-I-Tx

De opleiding tot CCR-D-Tx bestaat in essentie uit het actief deelnemen aan de opleiding van CCR-D-Tx in

het kader van een NELOS-stage CCR-D-Tx en de voorbereiding en de nazorg ervan.

De kandidaat CCR-I-Tx dient zelf over een volwaardige uitrusting voor CCR-duiken diluent trimix te beschik-

ken en zal deze gebruiken bij alle opleidingsonderdelen.

Afgewerkte onderdelen zullen op het Opleidingsformulier CCR-I-Tx worden afgetekend door een controle-

rende CCR-I-Tx indien de onderdelen naar voldoening werden afgewerkt. Respect voor de veiligheid en de

didactische principes zijn noodzakelijke voorwaarden voor een geslaagd onderdeel.

3.7.2.1 Assistentie bij een volledige theoriecursus CCR-I-Tx

De kandidaat CCR-I-Tx zal deelnemen aan alle theorielessen van een cursus CCR-D-Tx.

Op deze manier zal de theoretische kennis van de kandidaat worden opgefrist en aangevuld met de laatste

evoluties binnen de cursus CCR-I-Tx. De kandidaat zal tevens aandacht hebben voor de wijze waarop deze

materie binnen NELOS wordt onderwezen omdat hij niet alleen de theorie moet beheersen maar deze ook

zelf op een didactische wijze moet kunnen overbrengen.

Page 64: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

62 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

Van de kandidaat wordt een actieve houding verwacht. Hij zal zich verzekeren van een perfect inzicht in de

materie en bij de minste twijfel eventueel zelf bijkomende vragen stellen.

3.7.2.2 Didactische theorieles CCR-D-Tx

De kandidaat CCR-I-Tx zal zelf één van de theorielessen CCR-D-Tx op zich nemen. Datum, de voorziene tijd

en de lesinhoud zal worden afgesproken met de cursusverantwoordelijke.

De nadruk dient te worden gelegd op het didactische karakter van de les: de kandidaat CCR-I-Tx dient te

streven naar een maximaal begrip van de materie bij de lesvolgers CCR-D-Tx. Dit doel wordt bereikt door

op een interactieve manier les te geven waarbij door gerichte vraagstelling de kandidaten CCR-D-Tx maxi-

maal worden betrokken bij de les.

Deze didactische les laat de kandidaat CCR-I-Tx tevens toe om de diepgang van zijn theoretische kennis te

demonstreren.

Indien de controlerende instructeur oordeelt dat de theorie onvoldoende duidelijk werd overgebracht

door de kandidaat CCR-I-Tx op de lesvolgers, dan zal dit onderdeel niet worden afgetekend. Zware fouten

bij de uiteenzetting van de theorie of bij het beantwoorden van vragen van de lesvolgers zullen automa-

tisch een mislukking inhouden voor de kandidaat CCR-I-Tx.

In ieder geval zal de controlerende instructeur eventuele fouten van de kandidaat CCR-I-Tx bijsturen.

3.7.2.3 Afname examen theorie CCR-I-Tx

De kandidaat CCR-I-Tx zal deelnemen aan de jurering van een examen theorie van een theoriecursus CCR-

D-Tx. Hierdoor krijgt hij een inzicht in de wijze van vraagstelling en de manier van jurering bij het examen

theorie CCR-D-Tx.

De score van de cursisten CCR-D-Tx blijft onder de verantwoordelijkheid van de controlerende instruc-

teur(s).

De controlerende instructeur zal dit onderdeel slechts aftekenen op het opleidingsformulier indien hij

overtuigd is dat de kandidaat CCR-I-Tx de normen van het examen begrepen heeft en daadwerkelijk toe-

past. Dit onderdeel kan op het opleidingsformulier CCR-I-Tx in cumul worden afgtekend indien de kandi-

daat in het kader van een opleiding ERI, NTI of ATI met succes dit onderdeel heeft afgewerkt.

3.7.2.4 Afname oefensessie zwembad

De kandidaat CCR-I-Tx zal deelnemen aan de instructie en de begeleiding van kandidaten CCR-D-A tijdens

een oefensessie in zwembad. Tijdens deze sessie oefenen de kandidaten CCR-D-A in beschermde omgeving

de vaardigheden en oefeningen die van hen nadien in open water worden gevraagd op het niveau CCR-D-

A.

De kandidaat CCR-I-Tx zal door demonstraties van de oefeningen, feedback aan de kandidaten CCR-D-Tx en

zonodig ingrijpen indien een probleemsituatie ontstaat, aantonen dat hij volwaardig kan functioneren als

instructeur op het niveau CCR-D-Tx.

De controlerende instructeur zal dit onderdeel slechts aftekenen op het opleidingsformulier indien hij

overtuigd is dat de kandidaat CCR-I-Tx in staat is duidelijke demonstraties te geven, nuttige en correcte

feedback te geven en de veiligheid tijdens de oefeningen te waarborgen.

3.7.2.5 Afname Shallow Water Dive

De kandidaat CCR-I-Tx zal onder supervisie van een controlerende instructeur een Shallow Water Dive

leiden in alle aspecten. Het doel van deze duik is de kandidaten CCR-D-Tx de vaardigheden en drills laten

oefenen in volledige uitrusting in open water op beperkte diepte. De duikploeg bestaat uit de kandidaat

CCR-I-Tx, één of twee kandidaten CCR-D-Tx en de controlerende instructeur.

De kandidaat CCR-I-Tx zal aan zijn ploeg een duidelijke briefing geven met beschrijving van de opgelegde

oefeningen, hun volgorde en afspraken over de communicatie onder water. Uitvoerige aandacht zal even-

Page 65: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

63

eens worden besteed aan controle van de uitrusting van alle ploegleden en de gebruikte gassen.

De kandidaat CCR-I-Tx zal de duik leiden, de oefeningen aangeven en zo nodig laten herhalen of zelf de-

monstreren, en de veiligheid van de ploegleden bewaken. Na de duik zal de kandidaat CCR-I-Tx feedback

geven aan de kandidaten CCR-D-Tx.

De controlerende instructeur zal telkens waar nodig bijsturen zowel tijdens de briefing, tijdens de duik als

tijdens de debriefing. In het bijzonder zal hij ingrijpen indien de veiligheid in het gedrang komt. De contro-

lerende instructeur zal de duik slechts aftekenen op het opleidingsformulier indien hij overtuigd is dat de

kandidaat CCR-I-Tx in staat is een duidelijke briefing te geven, de duik te leiden en de kandidaten te bege-

leiden op een didactische en veilige manier, en nuttige en correcte feedback te geven.

3.7.2.6 Assistentie bij een volledige Stage Deep Dives CCR-D-Tx

De kandidaat CCR-I-Tx zal deelnemen aan een opleidingsstage Deep Dives voor kandidaten CCR-D-Tx. Hij

zal tijdens de volledige stage fungeren in de rol van CCR-I-Tx onder de supervisie van minstens 2 controle-

rende CCR-I-Tx. Deze stage laat toe om het volledige spectrum van didactische en organisatorische vaar-

digheden van de kandidaat CCR-I-Tx af te toetsen.

Volgende aspecten zullen tijdens de stage aan bod komen:

• Algemene voorbereiding en organisatie van de stage.

• Contact en afspraken met duikcentrum, schipper en lokale gidsen.

• Algemene planning, ploegindeling, algemene veiligheidsmaatregelen en algemene richtlijnen aan

de duikploegen.

• Specifieke richtlijnen aan zijn duikploeg en in het bijzonder aan de kandidaat of kandidaten CCR-

D-Tx.

• Begeleiding van de kandidaten CCR-D-Tx tijdens de planning (met bijzondere aandacht voor de

decompressiefaze), analyse van de gassen en voorbereiding van de duik.

• Aanhoren, beoordelen en desnoods bijsturen van de briefing door de kandidaat CCR-D-Tx voor

de duik.

• Materiaalcontrole en laatste checks.

• Controle van de uitvoering van de duikplanning tijdens de duik met bijzondere aandacht voor de

specifieke facetten van het rebreather-duiken zoals o.m. pre-breathing, te water (checks), dalen

(buuble check + overzetten naar hoog setpoint, de stijgfaze, bailout, enz… Het spreekt vanzelf

dat de kandidaat CCR-I-Tx alert moet zijn en onmiddellijk moet ingrijpen bij een situatie waar de

veiligheid (mogelijk) in gevaar komt.

• Aanhoren van de debriefing gegeven door de kandidaat CCR-D-Tx ; feedback geven aan de kan-

didaat CCR-D-Tx over alle aspecten van de duik met bijzondere aandacht voor alle situaties of

handelingen die de veiligheid in gevaar hebben gebracht of hadden kunnen brengen.

Samenvattende activiteiten van de kandidaat CCR-I-Tx tijdens de stage:

• Fungeren als Algemene Duikverantwoordelijke voor een CCR-D-Tx duik in de Zone(60-100).

• Volledige begeleiding van de Technische Stage in al haar aspecten – evaluatie door de controle-

rende instructeurs op het einde van de stage

• Geven van een voordracht of gespreksthema

• Begeleiden van vijf evaluatieduiken in de Zone(60-100)

De kandidaat CCR-I-Tx zal er bij de begeleiding van kandidaten CCR-D-Tx rekening mee houden dat deze

laatste zich in een leerfaze bevinden: enerzijds moet een kandidaat CCR-D-Tx de ruimte krijgen om van zijn

Page 66: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

64 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

fouten te kunnen leren, anderzijds dient de kandidaat CCR-I-Tx erover te waken dat deze fouten niet

mogen leiden tot het ontstaan van gevaarlijke situaties.

De controlerende instructeur zal bijsturen of overnemen indien de kandidaat CCR-I-Tx onvoldoende rea-

geert op ernstige fouten van een kandidaat CCR-D-Tx. De controlerende instructeur zal de feedback aan de

kandidaten CCR-D-Tx eveneens aanvullen waar nodig.

De controlerende instructeur zal de kandidaat CCR-I-Tx tussentijds feedback geven over de wijze waarop

deze de verschillende aspecten van zijn functie tijdens de stage invult. Tijdens de eerste duiken zal de

controlerende instructeur deel uitmaken van de duikploeg totdat de controlerende instructeur oordeelt

dat de kandidaat CCR-I-Tx zelfstandig kan instaan voor de begeleiding van kandidaten CCR-D-Tx tijdens de

duik. Het staat de controlerende instructeur uiteraard vrij om ook alle duiken aanwezig te zijn in de ploeg

van de kandidaat CCR-I-Tx.

De kandidaat CCR-I-Tx zal ook tonen dat hij de administratie die typisch behoort tot een succesvolle uit-

werking van een stage, effectief aankan. Hij zal daarbij oog hebben voor de NELOS formulieren die gebruikt

worden tijdens opleidingsduiken. Hij zal ook NELOS promoten tijdens deze stage en zal er zorg voor dragen

dat zijn feedback en toelichtingen machine en constructeur onafhankelijk zijn.

De controlerende instructeur zal de stage op het opleidingsformulier van de kandidaat CCR-I-Tx slechts

aftekenen indien de kandidaat CCR-I-Tx globale voldoening heeft gegeven, geen ernstige fouten heeft laten

begaan door de kandidaten CCR-D-Tx en de veiligheid voldoende heeft gewaarborgd.

3.8 'Reglement Diep Duiken' bij CCR-duiken

Onverminderd blijft het 'Reglement Diep Duiken', zoals gestipuleerd voor het luchtduiken, gelden maar

voor CCR-duiken moet eveneens met het volgende rekening gehouden worden:

• Bij het CCR-duiken is het aan te raden dat de partiële zuurstofdruk niet hoger komt te liggen dan

1,6 bar en is het verboden dat de partiële zuurstofdruk hoger wordt dan 2 bar. Als de partiële

zuurstofdruk te hoog oploopt, moet de CCR-duiker spoelen (verdunnen) met diluent totdat de

partiële zuurstofdruk terug onder controle is. Het mag duidelijk zijn dat dit een geschikte keuze

van het diluent vereist (ppO2 max in het diluent kleiner of gelijk aan 1 bar). Bij het CCR-duiken is

het aan te raden dat de partiële zuurstofdruk niet lager komt te liggen dan 0,18 bar (aangeraden

niet lager dan 0,4 bar – de meeste CCR's geven dan immers een alarm) en is het verboden dat de

partiële zuurstofdruk lager wordt dan 0,16 bar.

De partiële zuurstofdruk van het bodem bail-outmengsel mag nooit de waarde van 1,4 bar over-

schrijden. De partiële zuurstofdrukken van de bail-outdecompressiemengsels mogen kortstondig

oplopen tot 1,6 bar.

• Het is aan te raden om bij CCR duiken de equivalente luchtdiepte te beperken tot 40 meter.

• Tijdens de opleidingsduiken CCR-D-A mag de maximum duikdiepte van 40 meter niet overschre-

den worden.

• Tijdens de opleidingsduiken CCR-D-Tx mag de maximum diepte van 100 meter niet overschreden

worden.

• Na de opleidingsduiken mag de CCR-D-A duiker niet dieper duiken dan 50 meter en de CCR-D-Tx

duiker niet dieper duiken dan de door de fabrikant opgelegde maximumdiepte. Het wordt de

CRR-D-Tx duiker aangeraden zijn maximumdiepte te beperken tot 120 meter.

• De maximum diepte voor CCR-D-Tx duiken wordt eveneens bepaald door de equivalente lucht-

diepte. Aangeraden wordt om de ELD te beperken tot 40 meter voor CCR-duiken. De ELD mag al-

leszins nooit een diepte van 50 m overschrijden.

Page 67: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

65

In de briefing zullen steeds per duikploeg de zuurstofpercentages van de ademgassen, de maximum partië-

le zuurstofdrukken, de setpoints en de ELD gemeld worden. Ook de maximum diepte voor elk gas wordt

aangegeven met de hieraan gekoppelde partiële zuurstofdruk.

3.9 Het Veiligheidsreglement CCR

3.9.1 Algemene regels

• De CCR-D-A duiker gebruikt als diluent lucht of nitrox.

De CCR-D-Tx duiker gebruikt als diluent een geschikt mengsel van de basisgassen zuurstof, stik-

stof, helium.

• De maximaal toegelaten partiële zuurstofdruk (setpoint) bedraagt 2 bar (zeer kortstondig) en

aangeraden wordt om deze waarde niet hoger te laten oplopen dan 1,6 bar. Als de partiële zuur-

stofdruk te hoog oploopt moet de CCR-duiker spoelen (verdunnen) met diluent. Dit vereist een

geschikte diluent. PpO2 van het diluent is kleiner of gelijk aan 1 bar op maximum diepte. Aange-

raden wordt om het hoog setpoint in te stellen op 1,3 bar zodat de partiële zuurstofdruk tijdens

een snelle daling niet al te hoog oploopt (minder dan 1,6 bar). Om die reden is het aan te raden

om de overschakeling van laag naar hoog setpoint uit te stellen totdat de snelle afdaling afge-

rond is. Het is aanbevolen om het lage setpoint in te stellen op 0,7 bar.

• De maximaal toegelaten partiële zuurstofdruk voor de bail-outdecompressiegassen mag kort-

stondig (maximum 5 minuten) oplopen tot 1,6 bar.

• De CCR-duiker moet van elk bail-outgas de minimum en maximum dieptegrens kennen. Hij zal

dus nooit in geval van bail-out met een hypoxisch mengsel (minder dan 0,18 bar partiële zuur-

stofdruk) opstijgen tot aan de oppervlakte. Hij moet dus weten tot op welke diepte dit gas wel

bruikbaar is en in welke zone niet.

• De stijgsnelheid bedraagt 10 meter per minuut (zeker nooit overschrijden!).

• Als planningssoftware wordt een moderne planningssoftware aanbevolen (o.a. de V-planner,

GAP, …). Deze planners zijn steeds gestoeld op moderne decompressiemodellen (liefst op basis

van bellentheorie).

• Het principe van 'deep stops' wordt sterk aangeraden.

• Het conservatiever instellen van de planningssoftware wordt sterk aangeraden.

• Het principe van een verlenging van de laatste trap met 5 minuten en/of het blijven ademen op

de loop na de duik (aan de opervlakte, aan boord, …) wordt sterk aangeraden.

• De maximum geplande diepte mag nooit vrijwillig overschreden worden.

• De maximum geplande bodemtijd mag nooit vrijwillig overschreden worden.

• Een bail-outplan dient steeds meegenomen te worden.

• De grenzen van de bail-outplanning qua diepte en tijd mogen nooit overschreden worden.

• Indien de geplande diepte of duiktijd toch overschreden wordt moet de duik onmiddellijk beëin-

digd worden.

• Het bail-outplan moet eveneens binnen de mogelijkheden van de meegenomen ademgassen val-

len.

• Elke duikteam voorziet in haar eigen ademgassen en voorziet principieel voor elk gas de nodige

reserves.

• De reserves in een duikploeg zijn altijd van die aard dat op gelijk welk ogenblik een CCR-duiker,

die overstapt op bail-out en door omstandigheden zijn gassen niet meer beschikbaar heeft, kan

Page 68: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

66 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

voorzien worden van voldoende adembaar gas om de oppervlakte te bereiken met inbegrip van

het uitvoeren van alle noodzakelijke trappen.

• Principieel voorziet elke CCR-duiker voor elk bail-outgas voldoende reserve om in geval van bail-

out zelfstandig boven te komen op een veilige manier. Er kan overwogen worden om van dit

principe af te wijken en over te stappen op een team-bail-out. In dat geval moet de ploeg wel als

een echt team duiken.

• Bail-outflessen mogen afgelegd worden maar ze moeten steeds door de duiker terug gevonden

kunnen worden (dit door het fysiek contact niet te verliezen of door ze te verbinden met de has-

pel).

• Het rijke bail-outgas wordt steeds rechts gedragen, het arme bail-outgas wordt steeds links ge-

dragen.

• De kranen van de bail-outgassen worden steeds op druk gezet maar daarna terug gesloten indien

ze niet gebruikt worden tijdens de duik (droogpak, jacket, BOV, …).

• De duikuitrusting moet aangepast zijn aan het soort duik (de techniciteit van de duik) en er moet

voorzien worden in een aangepaste, correcte redundantie.

• De OSB moet van op grote diepte opgelaten kunnen worden. Een haspellijn van minimum 80 m

wordt aangeraden.

• De CCR-duiker moet voor elk bail-outgas een volledig apart circuit (1ste en 2de trap van de ont-

spanner en manometer) voorzien. Hierbij is het belangrijk dat elk onderdeel van een bepaald cir-

cuit ook als dusdanig herkenbaar is (kleurmarkering – of op tast).

• Elk mengsel moet voor de duik geanalyseerd worden.

3.9.2 Samenstelling duikploegen

• Het is aanbevolen om duikploegen samen te stellen waarin alle duikers eenzelfde diluentmeng-

sel gebruiken en dezelfde bail-outgassen. De voordelen hiervan zijn:

o mogelijkheid tot maximale benutting van het mengsel voor elke duiker;

o de planning van de duik is veel eenvoudiger;

o een veiliger verloop van de duik;

o eenvoudiger in het geval van wisselademhaling of overdragen van een bail-outmengsel van de

ene duiker naar de andere.

• Heeft men binnen één duikploeg toch verschillende mengsels, dan zal men volgende regels toe-

passen:

o Als het diluent verschillend is zal men daar de buddies van op de hoogte brengen maar evident

duikt men volgens de eigen mogelijkheden van het eigen diluent. Men is er zich uiteraard van

bewust dat dit invloed heeft op de groepsdecompressie.

o Als de bail-outgassen verschillend zijn, dan zal een goede markering van de flessen er voor zor-

gen dat er enkel van de bail-outgassen geademd wordt op een veilige diepte.

o Meestal zullen decompressiecomputers gebruikt worden om de decompressieverplichtingen te

kunnen vervullen en daarom is bijzondere waakzaamheid voor de maximum diepte geboden.

3.9.3 Briefing

• Voor de duik controleert de algemene duikverantwoordelijke de volgende elementen:

o O2-percentage van alle mengsels van alle duikers;

Page 69: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

67

o He-percentage van alle trimix-, triox- of helioxmengsels;

o maximaal toegelaten diepte voor elk mengsel;

o geplande maximumdiepte tijdens de duik;

o maximaal toegelaten duiktijd;

o decompressiewijze:

o niet in bail-out: volgens de runtables of volgens de duikcomputer;

o wel in bail-out: volgens strengste decompressiewijze en in functie van het laagste O2-

percentage.

o bij duiken met meerdere mengsels ook controle van de markering van het materiaal.

• De duikleider geeft voor de duik een volledige briefing. Naast de bestanddelen van een briefing

voor een 'gewone' duik, dient deze echter ook volgende elementen te bevatten:

o maximum toegelaten duikdiepte en geplande duikdiepte van de duikploeg;

o maximum toegelaten duiktijd van de duikploeg;

o decompressiewijze:

o niet in bail-out: volgens de runtables of volgens de duikcomputer;

o wel in bail-out: volgens strengste decompressiewijze en in functie van het laagste O2-

percentage.

o Procedure in geval van wisselademhaling tussen 2 duikers met verschillende mengsels (in bail-

out). Deze procedure is echter in de praktijk weinig realistisch omdat de kans dat er 2 CCR-

duikers in bail-out komen en dan nog eens moeten een wisselademhaling doen zich niet snel zal

voordoen en dus om praktische redenen niet haalbaar is!

o bijzondere signalen voor opstijgen, gaswissels, oplaten van OSB, enz.;

o bijzondere afspraken met de oppervlakteveiligheid (bijvoorbeeld wanneer er extra ademgas

moet aangevoerd worden).

• Elke duiker herhaalt tijdens de briefing de beperkingen van zijn mengsel(s).

3.9.4 Decompressie

3.9.4.1 Trimix-computer (computer welke met meerdere gassen kan werken)

In CCR-modus zal de CCR-duiker er voor zorgen dat de DC de instellingen van de setpoints mee volgt.

Dit kan automatisch zijn of manueel. In het manuele geval zal elke verandering van setpoint een actie

vereisen qua instelling van het setpoint op de duikcomputer.

In OC-modus (bail-out) mag het ingestelde zuurstofpercentage nooit hoger zijn dan het zuurstofpercen-

tage in het mengsel. Als de duiker dat eerbiedigt, zal de decompressie correct verlopen. Indien hij ech-

ter een lager zuurstofpercentage dan het werkelijke instelt, dan dient hij zijn CZS-zuurstofbelasting op

voorhand te berekenen. Uiteraard dient hij zich te richten naar de CZS-zuurstofbelasting op zijn compu-

ter indien die strenger blijkt.

De computer moet in staat zijn om meerdere gassen te kunnen verwerken en onder water moet er

kunnen overgeschakeld worden naar een ander gas.

Indien we naar een zuurstofarmer gas overgaan zullen we altijd eerst de computer overschakelen naar

dit gas en dan pas de gaswissel doorvoeren (binnen de minuut) en indien we naar een zuurstofrijker

gas overgaan zullen we eerst de gaswissel doorvoeren en dan pas de computer naar dit rijker gas over-

schakelen.

Als de trimixcomputer gebruikt wordt als primair decompressiemiddel, dan moeten de uitlezingen van

Page 70: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

68 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

het apparaat strikt gevolgd worden. We kunnen een geschikt bail-outplan of een andere duikcomputer

meenemen als back-updecompressiemiddel.

3.9.4.2 'Run tables'

'Run tables' worden opgemaakt met planningssoftware.

Als runtables gebruikt worden als primair decompressiemiddel dan moeten deze runtables gebruikt wor-

den in combinatie met een geschikte dieptemeter en een geschikte tijdsmeter.

Als 'run tables' gebruikt worden als primair decompressiemiddel (dit zal zeer uitzonderlijk het geval

zijn) dan dienen deze runtimes strikt nageleefd te worden. Het meenemen van een bail-outplan is dan

strikt noodzakelijk.

Op de 'run tables' wordt duidelijk aangegeven wanneer de gaswissels zullen plaats vinden.

Als we bijkomend een duikcomputer meenemen als back-updecompressiemiddel, dan moeten we ook

de gaswissels hierin doorvoeren. We moeten ook weten dat we de duikcomputer mogelijk buiten zijn

planning duwen doordat we strikt de run tables volgen. In dat geval moeten we goed weten wat de be-

trouwbaarheid van de uitlezing van de duikcomputer nog is. We lezen hiertoe aandachtig de handlei-

ding van de duikcomputer.

Als de duikcomputer als primair decompressiemiddel wordt aangewend, dan dienen de instructies van

de DC correct gevolgd te worden. Een geschikt bail-outplan (meestal met 'run tables') moet uitgewerkt

worden.

Als we bijkomend een duikcomputer meenemen als back-updecompressiemiddel, dan moeten we ook

de gaswissels hierin doorvoeren. We moeten ook weten dat we de duikcomputer mogelijk buiten zijn

planning duwen doordat we strikt de 'run tables' volgen. In dat geval moeten we goed weten wat de

betrouwbaarheid van de uitlezing van de duikcomputer nog is. We lezen hiertoe aandachtig de hand-

leiding van de duikcomputer.

3.10 Wie met wie?

3.10.1 Duiken

De reglementering die geldt voor de NELOS-luchtduiker blijft onverminderd gelden maar voor CCR-duikers

geldt bovendien:

• Verplicht: steeds volgens de NELOS-regels "Wie met wie?".

• Aanbevolen: duikers met eenzelfde mengsel samen.

• Indien dit niet mogelijk is:

CCR-duiker(s) onder elkaar onder elkaar met zo weinig mogelijk afwijkende mengsels (zowel di-

luent als bail-out).

De decompressie met de bail-outgassen in elke fase van de duik wordt gebaseerd op het armste

mengsel van de ploeg.

De diepte van gaswissels wordt gebaseerd op het rijkste mengsel.

Duikleider moet een geschikt CCR-brevet hebben (voor de duikleiding met CCR-D-A duikers vol-

staat het dat de duikleider een brevet CCR-D-A bezit maar voor de duikleiding waarbij er in de

ploeg CCR-D-Tx duikers opgenomen zijn, moet de duiker minimaal een CCR-D-Tx zijn.

Er mag ook met luchtduikers gedoken worden maar uiteraard verliezen we dan de mogelijkhe-

den van de versnelde decompressie (lucht wordt dan de leidraad om de decompressieverplich-

tingen te bepalen).

• Er mag ook met andere technische duikers in OC gedoken worden maar steeds moet er qua de-

compressieverplichtingen op voorhand goed afgestemd worden.

• Er mag ook met OC luchtduikers of nitroxduikers gedoken worden.

Page 71: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

69

• De opleidingsduiken voor CCR waar geen specifieke oefeningen door de kandidaat moeten uit-

gevoerd worden, mogen in aanwezigheid van een CCR-Instructeur gedelegeerd worden aan een

CCR-Duiker van eenzelfde niveau (minstens 1*I) met minstens 25 CCR-duiken van hetzelfde ni-

veau. Hierbij dient de CCR-Instructeur de duikplanning te controleren en de briefing te aanhoren.

• Bij delegatie is de CCR-Instructeur steeds ter plaatse (hij duikt niet mee in het betreffende team).

3.10.2 Gemengd duiken en proeven

• Duikers die duiken met een rebreatherduiker zijn verzekerd als ze voldoen aan de aan hen opge-

legde regels.

• Dit betekent dat duikers met een rebreather principieel kunnen ingedeeld worden met open cir-

cuit duikers (lucht of nitrox).

Het is aangewezen om zo veel mogelijk technische duikers met technische duikers in te delen en zo veel

mogelijk OC-duikers met OC-duikers in te delen, tenzij andere noodwendigheden aan de orde zijn (geschik-

te ploegindelingen maken).

Het is verplicht dat de rebreatherduiker in de briefing van zijn gemengde ploeg de volgende elementen

supplementair bespreekt:

a) Gevaar van hyperoxie en hypoxie

o Dit gevaar is meer reëel bij het rebreatherduiken en als dit zich dreigt voor te doen moet rebre-

atherduiker maatregelen nemen welke zullen opgemerkt wordt door de OC-duiker.

o Hij zal trachten door manuele injectie van zuurstof of verdunningsgas zijn partiële zuurstofdruk

binnen de vereiste grenzen te houden. Dit vergt concentratie en de CCR-duiker zal wellicht de

duik zo spoedig mogelijk willen beëindigen. Tracht als OC-duiker de CCR-duiker in dit probleem

te ondersteunen door hem te volgen.

o Indien hij door manuele injectie de partiële zuurstofdruk niet onder controle krijgt zal hij bijko-

mende maatregelen nemen tot zelfs 'open circuit bail-out'.

o De CCR-duiker is opgeleid om al deze maatregelen te nemen maar het is noodzakelijk dat de OC-

duiker weet dat zoiets kan gebeuren. Van de OC-duiker wordt NIET verwacht dat hij concreet

ingrijpt maar dat hij tracht de CCR-duiker te ondersteunen door niet te hinderen.

o Het zou niet mogen gebeuren maar als de CCR-duiker te laat merkt dat zijn ppO2 te hoog is, zal

hij gaan stuipen. Hier wordt op dezelfde manier gehandeld als in OC maar tracht wel het mond-

stuk in te houden …

o Het zou niet mogen gebeuren maar als de CCR-duiker te laat merkt dat zijn ppO2 te laag is dan

zal hij bewusteloos vallen. Breng het slachtoffer naar de oppervlakte en dien de eerste hulp toe.

Bail-outprocedure.

Als de CCR-duiker naar OC-bail-out gaat heeft hij het druk. Hij moet van gas wisselen en hij moet zijn

computer omschakelen. Gun hem de nodige tijd en beëindig de duik zo snel mogelijk in open circuit.

Bijzondere aandacht dat de rebreatherduiker besteedt aan het display van zijn computer.

De rebreather-duiker moet zich immers continue bewust zijn van hetgeen hij inademt. Bij een geoe-

fende CCR-duiker zal de OC-duiker amper merken dat de CCR-duiker zich regelmatig moet concentre-

ren op zijn display en dat hij soms meer afgeleid kan zijn van andere aspecten van het duiken.

Totaal andere decompressieverplichtingen.

Echter; de rebreatherduiker zal minder decompressieverplichtingen hebben dan de OC-duiker.

Als de CCR-duiker de duikleiding heeft moet hij heel veel aandacht hebben voor de decompressiever-

plichtingen en de ademautonomie van de OC-duiker. Een doorgedreven duikplanning is verplicht.

Page 72: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

70 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

Het is verboden om als controlerende instructeur te duiken met een rebreather tijdens het afleggen van

proeven, tenzij deze proeven kaderen in het technisch duiken (ER / NTD / ATD / CCR /…).

Dit betekent dat er geen AI's of I's mogen duiken met een rebreather als ze van kandidaten OC-

luchtduikers proeven afnemen.

a) Dit heeft betrekking op ALLE OW-proeven.

Dit heeft betrekking op ALLE duikleidingen en opleidingsduiken.

Dit heeft betrekking op ALLE doopduiken.

3.10.3 Openwaterproeven

• De Opleidingsduiken CCR waar geen specifieke oefeningen door de kandidaat moeten uitgevoerd

worden, mogen afgenomen worden door een CCR-duiker (minstens 1*I met minstens 25 CCR

duiken) onder delegatie van een CCR-Instructeur op voorwaarde dat de CCR-Instructeur de duik-

planning controleert en de briefing aanhoort. Het is evident dat proeven voor een CCR-D-Tx bre-

vet door minstens een CCR-duiker met een brevet voor diluent trimix moeten afgenomen wor-

den.

• Bij delegatie is de CCR-Instructeur steeds ter plaatse (hij duikt niet mee in het betreffende team).

3.10.4 Waar opleidingsduiken uitvoeren?

De opleidingsduiken voor het behalen van het brevet CCR mogen overal ter wereld gebeuren.

3.10.5 Controle en cumulatie

Elke shallow water drill of opleidingsduik dient verplicht door een CCR-Instructeur gecontroleerd te wor-

den.

Cumulatie is niet voorzien.

3.11 Organisatie van CCR-D-A-duiken of CCR-D-Tx-duiken

De algemene duikverantwoordelijke organiseert de duik met alle mogelijke veiligheidsmaatregelen maar

met bijzondere aandacht voor de specifieke eisen van het mengselduiken/rebreatherduiken.

3.11.1 Algemene aandachtspunten m.b.t. duikdiepte en veiligheid

De volgende bijzondere aandachtspunten m.b.t. de duikdiepte en de veiligheid bij duiken met meerdere

mengsels gelden:

• Uitgebreide briefing (zie verder).

• Plan your dive and dive your plan. Voor de planning dient gebruik gemaakt te worden van ge-

schikte planningssoftware.

• Grondige analyse van de mengsels voor de duik.

• Voor het bepalen van de bail-outscenario's moet het O2-percentage naar beneden afgerond

worden.

• Voor het bepalen van de duikdiepte en de CZS-belasting tijdens de bail-out moet het O2-

percentage naar boven afgerond worden.

• Rekening houden met de toename van de CZS-zuurstofbelasting.

• Luchtpauze na de duik van minimum 2 uur bij het bereiken van 80 % van de CZS-

zuurstofbelasting. Bij een luchtpauze van 90 minuten halveert de CZS-zuurstofbelasting.

• Eventueel inlassen van airbreaks onder water (5 minuten op lucht) en dit indien nodig meerdere

malen indien de CZS te hoog oploopt en met deze maatregelen in de verdere duikplanning cor-

Page 73: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

71

rect rekening houden.

• Bij duiken met meerdere mengsels de markering van het duikmateriaal controleren.

3.11.2 De briefing bij een organisatie met CCR-duikers

We verwijzen hier naar de paragraaf 'Briefing' van het Veiligheidsreglement CCR (zie boven).

3.11.3 Wie mag CCR-duiken uitvoeren en met welke mengsels?

Om CCR-duiken te mogen uitvoeren moet men ten minste in opleiding zijn voor deze discipline.

Hij moet minstens de Shallow Water Drills succesvol beëindigd hebben.

Een CCR-D-A-duiker heeft als diluent lucht of een geschikt nitroxmengsel en mag met gelijk welk nitrox-

mengsel of met zuivere zuurstof een bail-out plannen en eventueel uitvoeren.

Een CCR-D-Tx-duiker heeft als diluent een geschikte mengeling van zuurstof, stikstof en helium en mag met

gelijk welk nitrox-mengsel of met zuivere zuurstof een bail-out plannen en eventueel uitvoeren.

Hij mag de duikleiding nemen indien hij voldoet aan de standaardregels van NELOS om een duikleiding te

mogen doen en indien hij bewezen heeft in de SWD dit aan te kunnen.

3.11.4 Materiaaleisen voor CCR-duiken

3.11.4.1 Zuurstofgeschikt

Bepaald materiaal (zie verder) moet zuurstofgeschikt gemaakt worden.

Zuurstofgeschikt materiaal is én zuurstofbestendig én zuurstofzuiver.

Sommige onderdelen van het duikmateriaal zijn niet zuurstofbestendig. Ze moeten vervangen worden

door zuurstofbestendige onderdelen. Zo dienen bijvoorbeeld o.a. zittingen en membranen vervangen te

worden.

Het materiaal moet zuurstofzuiver gemaakt worden zodat alle vetten, smeerstoffen, vijlsel, roest, enz.

verwijderd zijn.

3.11.4.2 De duikflessen

De duikflessen moeten zuurstofgeschikt zijn; zij dienen jaarlijks opnieuw zuurstofgeschikt gemaakt te

worden.

De zuurstofgeschikt gemaakte fles mag uitsluitend gebruikt worden voor nitrox/trimix.

De duikfles moet duidelijk leesbaar gemarkeerd zijn met de aard van het mengsel en maximum diepte voor

dat mengsel.

3.11.4.3 De ontspanners

Indien het zuurstofpercentage kleiner is dan 40%, dan mag een gewone ontspanner gebruikt worden.

Indien het zuurstofpercentage groter is dan 40% moet de ontspanner zuurstofgeschikt zijn. De ontspanner

dient dan ook als dusdanig gemarkeerd te worden.

3.11.4.4 Technische eisen

Het materiaal moet voldoen aan de algemeen geldende eisen om er technische duiken mee uit te voeren.

Zo zal het trimvest bijvoorbeeld een wing moeten zijn (zie details cursus CCR).

Het materiaal moet voldoende redundant uitgevoerd worden (zie details cursus CCR).

Page 74: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

72 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

4 Kwalificaties technisch duiken

4.1 Kwalificatie Nitrox Blender (KNB)

4.1.1 Definitie

Een nitroxblender:

• Kan aan de hand van berekening, tabellen of softwareprogramma's de juiste mix bepalen.

• Moet in staat zijn om zelfstandig een nitroxmengsel aan te maken.

• Kent de verschillende vulmethodes en weet hier gepast mee om te gaan.

• Kent de gevaren en behandeling van zuivere zuurstof onder hoge druk.

• Moet de termen zuurstofzuiver, -bestendig en -geschikt beheersen en deze kunnen toepassen op

het materiaal.

4.2 Kwalificatie Trimix Blender (KTB)

4.2.1 Definitie

Een trimixblender:

• Kan aan de hand van berekening, tabellen of softwareprogramma's de juiste of beste mix bepa-

len.

• Moet in staat zijn om zelfstandig een nitrox, trimix en helioxmengsel aan te maken.

• Kent de verschillende vulmethodes en weet hier gepast mee om te gaan.

• Kent de gevaren en behandeling van zuivere zuurstof onder hoge druk, alsook de gevaren van

helium in een ademgas.

• Moet de termen zuurstofzuiver, -bestendig en -geschikt beheersen en deze kunnen toepassen op

het materiaal.

4.3 Voorwaarden om deel te nemen aan examens (theorie en praktijk)

• Minimum 18 jaar oud zijn.

• Aangesloten bij een NELOS club en dus correct verzekerd zijn.

• Inschrijvingsgeld op voorhand betaald hebben.

4.3.1 De blenderbrevetten

NELOS CMAS

Nitrox Blender (KNB – Kwalificatie Nitrox Blender) Nitrox Gasblender

Trimix Blender (KTB – Kwalificatie Trimix Blender) Trimix Gasblender

Nitrox Gasblender Instructeur

Trimix Blender Instructeur (BI) Trimix Gasblender Instructeur

4.3.2 Inschalingsprocedure

4.3.2.1 Inschaling van gasblenderbrevetten

4.3.2.2 Inschaling van Nitrox Gasblender

• De aanvrager wordt of is lid van een NELOS-club

Page 75: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

73

• Het betreft steeds een administratieve inschaling voor nitroxblenders opgeleid in de organisaties

LIFRAS, een andere CMAS-federatie buiten BEFOS, ANDI, IANTD, TDI. Er is geen bijscholing ver-

eist. Voor nitroxblenders, opgeleid in een andere organisatie dan hierboven vermeld wordt een

standaard inschaling vereist.

• De aanvrager zal zich nochtans grondig informeren over zijn bevoegdheden als KNB en over de

normen die NELOS hanteert. Deze zijn beschreven in de infomap en de cursus (downloadbaar

van de downloadpagina van de NELOS-Wiki)

• Voor de administratieve inschaling:

o Het voorziene opleidingsformulier KNB wordt gebruikt (downloadbaar van de downloadpagina

van de NELOS-Wiki)

o Vooraan duidelijk en in het groot markeren: 'ADMINISTRATIEVE INSCHALING'

o De Duikschoolleider vervolledigt het opleidingsformulier, waarbij de vakken voor de theoreti-

sche opleiding en de praktische opleiding worden doorstreept

o Het clubsecretariaat stuurt het ingevulde opleidingsformulier, samen met een kopie van het

gasblenderbrevet van de aanvrager naar het NELOS-secretariaat.

o Het inschalingsgeld voor het Kwalificatiebrevet Nitrox Blender wordt door het NELOS-

secretariaat gefactureerd aan het clubsecretariaat van de kandidaat.

• Voor de standaard inschaling:

o Het voorziene opleidingsformulier KNB wordt gebruikt (downloadbaar van de downloadpagina

van de NELOS-Wiki)

o Vooraan duidelijk en in het groot markeren: 'STANDAARD INSCHALING'

o De Duikschoolleider vervolledigt het opleidingsformulier.

o Het verloop van de inschaling:

o De kandidaat contacteert een Blender Instructeur. De gecontacteerde Blender In-

structeur brengt de Sectie Duiktechnieken van deze aanvraag op de hoogte. Bij ge-

brek aan een beschikbare BI kan de kandidaat zich wenden tot de [email protected].

o Daar de bevoegdheden van de NELOS-KNB soms aanzienlijk verschillen van de be-

voegdheden van blenderbrevetten van andere organisaties, is het dus strikt noodza-

kelijk dat de kandidaat een diepgaande briefing ontvangt van een Blender Instruc-

teur over alle typische aspecten van het nitrox-blenden binnen NELOS. Door de

noodzakelijke diepgang krijgt deze briefing meer de allure van een volwaardige bij-

scholing. De Blender Instructeur zal er dan ook over waken dat hiervoor ruim vol-

doende tijd wordt voorzien. Een volwaardig en aangeraden alternatief bestaat erin

dat de kandidaat de lessen volgt in een bestaande cursus KNB. Na deze bijscholing

zal de Blender Instructeur het opleidingsformulier dateren en aftekenen in het vak

'theoretisch examen' met de vermelding 'BIJSCHOLING' (een examen is niet vereist

bij een Standaard Inschaling; de BI zal er echter over waken dat de leerstof degelijk

werd geassimileerd door de kandidaat).

o De Blender Instructeur toetst vervolgens de vaardigheden en de kennis op het ni-

veau KNB door middel van het aanmaken van een nitroxmengsel, waarbij veiligheid

en kennis van het Veiligheidsreglement inzake blenden uitgebreid aan bod komen.

o De Blender Instructeur vervolledigt het opleidingsformulier door het vak af te teke-

nen 'voldoet aan de voorwaarden voor homologatie als KNB'.

Page 76: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

74 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

o Het clubsecretariaat van de kandidaat of van de technische cel stuurt het vervolle-

digde opleidingsformulier samen met een kopie van het brevet van de kandidaat

(van de externe organisatie) ter homologatie naar het NELOS-secretariaat. Het in-

schalingsgeld voor Kwalificatiebrevet Nitrox Blender wordt door het NELOS-

secretariaat gefactureerd aan het clubsecretariaat van de kandidaat.

4.3.2.2.1 Inschaling van Trimix Gasblender

Het verloop van de inschaling:

• De aanvrager wordt of is lid van een NELOS-club.

• Een Administratieve Inschaling tot KTB is niet mogelijk.

• Een Standaard Inschaling is mogelijk voor de bezitters van een brevet Trimix Gasblender van

volgende organisaties: LIFRAS, een andere CMAS-federatie buiten BEFOS, IANTD, TDI en ANDI.

Blender Instructeurs van deze organisaties kunnen eveneens een Standaard Inschaling tot KTB

aanvragen.

• Bezitters van een brevet Nitrox Blender van bovengenoemde organisaties kunnen zich recht-

streeks aanbieden voor de cursus KTB bij NELOS (geen voorafgaande Administratieve Inschaling

vereist tot NELOS-KNB). Bezitters van een Trimix Blender brevet van een andere organisatie dan

bovengenoemde, kunnen zich aanbieden voor een Standaard Examen voor KTB. Deze vorm van

inschaling vereist het afleggen van alle voorziene examens/proeven KTB. Er is geen enkele vrij-

stelling voorzien. Het volgen van de theoretische cursus wordt sterk aangeraden.

• Bezitters van een Nitrox Blender brevet van een andere organisatie dan bovengenoemde, zullen

zich eerst (administratief) laten inschalen tot NELOS-KNB vooraleer zich aan te bieden voor een

cursus KTB.

• Het voorziene opleidingsformulier KTB wordt gebruikt (downloadbaar van de downloadpagina

van de NELOS-Wiki).

• Voor een Standaard Inschaling wordt op het formulier duidelijk en in het groot 'STANDAARD IN-

SCHALING' vermeld. De Duikschoolleider vervolledigt het vak met de algemene inlichtingen.

• Het verloop van de inschaling:

o De kandidaat contacteert een Blender Instructeur. Bij gebrek aan een beschikbare BI kan de

kandidaat zich wenden tot de [email protected].

o Daar de bevoegdheden van de NELOS-KTB soms aanzienlijk verschillen van de bevoegdheden

van blenderbrevetten van andere organisaties, is het dus strikt noodzakelijk dat de kandidaat

een diepgaande briefing ontvangt van een Blender Instructeur over alle typische aspecten van

het trimixblender duikonderricht binnen NELOS. Door de noodzakelijke diepgang krijgt deze

briefing meer de allure van een volwaardige bijscholing. De Blender Instructeur zal er dan ook

over waken dat hiervoor ruim voldoende tijd wordt voorzien. Een volwaardig en aangeraden al-

ternatief bestaat erin dat de kandidaat de lessen volgt in een bestaande cursus KTB. Na deze bij-

scholing zal de Blender Instructeur het opleidingsformulier dateren en aftekenen in het vak

'theoretisch examen' met de vermelding 'BIJSCHOLING' (een examen is niet vereist bij een Stan-

daard Inschaling; de BI zal er echter over waken dat de leerstof degelijk werd geassimileerd

door de kandidaat).

o De Blender Instructeur toetst vervolgens de vaardigheden en de kennis op het niveau KTB door

middel van het aanmaken van een trimixmengsel, waarbij veiligheid en kennis van het Veilig-

heidsreglement inzake blenden uitgebreid aan bod komen.

o De Blender Instructeur vervolledigt het opleidingsformulier door het vak af te tekenen 'voldoet

Page 77: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

75

aan de voorwaarden voor homologatie als KTB'.

o Het clubsecretariaat van de kandidaat of van de technische cel stuurt het vervolledigde oplei-

dingsformulier samen met een kopie van het brevet van de kandidaat (van de externe organisa-

tie) ter homologatie naar het NELOS-secretariaat. Het inschalingsgeld voor Kwalificatiebrevet

Trimix Gasblender wordt door het NELOS-secretariaat gefactureerd aan het clubsecretariaat van

de kandidaat.

4.3.2.3 Inschaling van de titel Blender Instructeur

4.3.2.3.1 Verantwoording

De Sectie Duiktechnieken sluit zich volledig aan bij de verantwoording opgenomen in het hoofdstuk "In-

schalingsprocedure – Inschaling van instructeurs - Verantwoording:" dat geldt voor de algemene inscha-

lingsprocedure van de NELOS-brevetten en NELOS-titels.

4.3.2.3.2 Inschalen van Blender Instructeurs van andere organisaties

Uitgangspunten

De Sectie Duiktechnieken sluit zich volledig aan bij de uitgangspunten opgenomen in het hoofdstuk "In-

schalingsprocedure – Inschaling van instructeurs – procedure voor het inschalen van instructeurs van

andere organisaties dan BEFOS/FEBRAS – Uitgangspunten" dat actueel geldt maar de volgende specifieke

opmerkingen gelden:

• Een Blender Instructeur die ingeschaald wil worden maakt dit kenbaar aan de Sectie Duiktech-

nieken.

• De kandidaat Blender Instructeur wordt door de Sectie Duiktechnieken uitgenodigd en zal speci-

fieke opdrachten krijgen ter inschaling van zijn/haar titel. Deze opdrachten zullen bepaald wor-

den door de achtergronden van de kandidaat waarbij zijn federatie van afkomst een belangrijke

rol zal spelen. Hierbij zal de kennis van het Veiligheidsreglement betreffende blenden uitgebreid

aan bod komen. Na het vervullen van de opdrachten zal de Sectie Duiktechnieken de administra-

tie vervullen om het inschalen en homologeren af te ronden. Het inschalingsgeld voor BI wordt

via het clubsecretariaat aan NELOS betaald. Een Blender Instructeur die ingeschaald wil worden

als Blender Instructeur NELOS moet eveneens o.a. kennis hebben van:

o de organisatie van het NELOS-Duikonderricht met een specifieke oriëntatie naar blenden,

o de wijze waarop duikonderricht gegeven wordt m.b.t. het blenden,

o de wijze waarop proeven en examens worden afgenomen voor blenderbrevetten en blenderti-

tels,

o de bevoegdheden en de plichten van de Blender Instructeur.

Voor de inschaling van Blender Instructeurs zullen de inschalende instructeurs de kandidaat helpen bij het

zich eigen maken van de specifieke NELOS-kennis m.b.t. het blenden.

De Sectie Duiktechnieken coördineert deze inschaling.

Procedure

De Sectie Duiktechnieken sluit zich volledig aan bij de uitgangspunten opgenomen in het hoofdstuk "In-

schalingsprocedure – Inschaling van instructeurs - NELOS-procedure voor het inschalen van instructeurs

van andere organisaties dan BEFOS/FEBRAS – Procedure", maar de volgende specifieke opmerkingen

gelden:

o De 3*I die de inschaling verzorgen moeten eveneens Blender Instructeurs zijn in het geval de

aanvrager zich wenst in te schalen als Blender Instructeur.

o Het aanstellen van deze instructeurs is de bevoegdheid van de Sectie Duiktechnieken.

Page 78: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

76 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

Leidraad bij de inschaling van Blender Instructeurs

Het is de taak van de inschalingscommissie om na te gaan of de kandidaat functioneert op het niveau van

een Blender Instructeur NELOS. Hiertoe controleert zij of de kandidaat voldoet aan de algemene verwach-

tingen ten aanzien van de NELOS Blender Instructeurs. Controle vindt plaats aan de hand van onderstaand

protocol en een vorderingsstaat wordt bijgehouden door de voorzitter van de inschalingscommissie. Pun-

ten die afgewerkt zijn worden met naam, plaats en datum door de leden van de inschalingscommissie

afgetekend op de vorderingsstaat.

Een Blender Instructeur is zowel actief in zijn eigen school als op het vlak van het NELOS-Duikonderricht.

Hij moet in staat zijn om:

• Deel uit te maken van een jury voor de proef BI-3: "didactische les door BI aan kandidaten KTB".

Deel uit te maken van een jury voor het examen theorie BI. Ervaring toetsen aan de hand van het

CV. Demonstraties geven in het afnemen van:

o Een afname van een proef BI-3: "didactische les door BI aan kandidaten KTB".

o Een afname van een examen theorie voor BI.

Tip: Deze demonstraties moeten bij voorkeur plaatsvinden tijdens normale examens voor BI.

o Mee te werken aan de opleiding voor KNB en voor KTB.

Ervaring toetsen aan de hand van het CV.

Demonstratie geven van een theorieles KTB.

o De praktische proeven voor KNB en KTB af te nemen.

Ervaring toetsen aan de hand van het CV.

Demonstratie geven van de afname van één van de praktische proeven voor KNB.

Demonstratie geven van de afname van één van de praktische proeven voor KTB.

Tip: Deze demonstraties laten uitvoeren bij echte praktische proefafnames.

• Actief deel te nemen aan vergaderingen die de Sectie Duiktechnieken zou organiseren rond de

materie blenden.

De inschalingscommissie kan in geval van een gemotiveerde twijfel over de kennis of het kunnen m.b.t.

gelijk welk onderwerp uit het blendergebeuren vanwege de kandidaat die wenst ingeschaald te worden,

besluiten om één of meerdere proeven op te leggen.

De motivatie van deze twijfels t.a.v. de kandidaat, waardoor het verzoek ontstaat om over te stappen tot

het opleggen van proeven, dient schriftelijk gericht te worden aan de Sectie Duiktechnieken en aan de

kandidaat zelf.

Deze proeven krijgen dan uiteraard de allures van een examen. De opgelegde proeven mogen enkel proe-

ven zijn die door de Sectie Duiktechnieken voor haar eigen kandidaat BI worden opgelegd en het daarbij

behorende protocol dient strikt gerespecteerd te worden.

Het is duidelijk dat door de twijfel vanwege de commissie het pad van de 'zuivere' inschaling verlaten

wordt. Het staat de kandidaat dan vrij om zich voor het eerstvolgende examen voor Blender Instructeur

aan te bieden.

4.3.3 Organisatie van cursus KNB en KTB

• Deze cursussen worden georganiseerd door de Sectie Duiktechnieken.

• De SDT zal deze gegevens publiceren op de SDT-pagina van de NELOS-Wiki.

• Alle lessen worden gegeven door Blender Instructeurs.

• Het examen wordt afgenomen door een Blender Instructeur. Alle proeven worden afgenomen

door een Blender Instructeur, eventueel geassisteerd door een KTB

Page 79: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

77

4.3.4 Overzicht van de proeven voor blenderbrevetten en -titel

KNB (KNB-1 = THEORIE)

KNB-2 Nitroxmengsel 1 aanmaken

KNB-3 Nitroxmengsel 2 aanmaken

KTB (KTB-1 = THEORIE)

KTB-2 Trimixmengsel 1 aanmaken

KTB-3 Trimixmengsel 2 aanmaken

BI (BI-1 = THEORIE EN BI-3 = DIDACTISCHE LES VOOR KTB)

BI-2 proefafname van een examen KTB

4.3.5 Cumulatie van KNB en KTB

Door de Blender Instructeur kan eveneens een geïntegreerde cursus KNB en KTB aangeboden worden.

De theorie van beide kwalificaties kan op eenzelfde lesavond gebracht worden.

Het examen van beide kwalificaties kan op hetzelfde moment geschieden.

De praktijksessies kunnen eveneens gelijktijdig doorgaan. In dat geval volstaat het dat de kandidaat een

nitrox-mengsel aanmaakt (KNB-2 of KNB-3) om vervolgens een trimixmengsel te maken KTB-2 of KTB-3.

Anders gezegd: bij de geïntegreerde opleiding volstaat het eveneens om slecht twee praktijkblenderoefe-

ningen te doen.

4.3.6 Protocol van Nitrox Blender (KNB)

4.3.6.1 Theorie KNB

• Kent de termen zuurstofzuiver, -bestendig en zuurstof geschikt.

• Kan het beste nitroxmengsel bepalen in functie van diepte aan de hand van tabellen, berekening

of software.

• Kan de gasdrukken van de verschillende vulgassen bepalen die nodig zijn om te komen tot het

beste nitroxmengsel.

• Heeft kennis van de werking van de compressor.

• Kent de benodigde materialen om te vullen, alsook de verschillende vulsystemen en kan deze

gepast gebruiken.

• Kan een nitroxmengsel analyseren.

• Kent de regels om zijn materiaal correct te markeren.

• Kent de regels van de verzekering om in orde te zijn.

• Het theoretisch examen KNB-1 bestaat uit een schriftelijk examen. De kandidaat moet hiervoor

geslaagd zijn alvorens aan zijn praktische proeven te mogen beginnen.

4.3.6.2 Praktische proeven

De kandidaat zal tijdens al de praktische proeven zijn handelingen mondeling verklaren.

4.3.6.2.1 Nitroxmengsel 1 aanmaken (KNB-2)

Deze proef bestaat erin om een vooraf bepaald nitroxmengsel aan te maken in een lege duikfles.

De kandidaat zal zelf een lege duikfles meebrengen.

Page 80: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

78 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

De BI controleert of de fles leeg is, controleert de algemene staat van de fles, keuringsdatum en kijkt of de

fles geschikt is voor zuivere zuurstof (zuurstof geschikt).

4.3.6.2.2 Protocol - procedure

• De BI kiest een nitroxmengsel en geeft de kandidaat de opdracht dit nitroxmengsel aan te ma-

ken.

• De kandidaat dient d.m.v. berekening of met tabellen of software te bepalen hoeveel zuivere

zuurstof er in de fles moet geheveld worden alvorens op te toppen met lucht.

• De kandidaat zal deze hoeveelheid zuivere zuurstof in de fles hevelen.

• Daarna zal hij de fles optoppen met lucht van een compressor of een bufferfles.

• De kandidaat zal voor een goede menging van de gassen in de duikfles zorgen.

• De kandidaat zal het mengsel in de duikfles analyseren.

• Hij markeert zijn duikfles op correcte wijze en noteert dit mengsel tevens op zijn homologatie-

formulier.

4.3.6.2.3 Normering

Zwak

• De kandidaat controleert de duikfles maar checkt niet alle parameters (algemene staat, keu-

ringsdatum en of de duikfles zuurstofgeschikt is).

• De kandidaat kan de opdracht berekenen maar maakt een berekeningsfout.

• De kandidaat controleert de vulinstallatie niet op veiligheid en werking maar kan deze wel zelf-

standig bedienen.

• Het aangemaakt mengsel wijkt meer dan + of - 1% af van de vooraf bepaalde opdracht.

• De kandidaat maakt afrondingsfouten.

• De kandidaat markeert zijn duikfles maar niet op correcte wijze.

Onvoldoende

• De kandidaat controleert de duikfles niet.

• De kandidaat maakt een redeneringsfout bij de berekeningen of slaagt er niet in de nodige bere-

keningen te maken.

• De kandidaat controleert de vulinstallatie niet op veiligheid en werking en kan deze niet zelf-

standig bedienen.

• Het aangemaakt mengsel wijkt meer dan 2 % af van de vooraf bepaalde opdracht.

• De kandidaat maakt een foute analyse van de gassen.

• De kandidaat markeert zijn duikfles niet.

• De kandidaat creëert een gevaarlijke toestand met zuivere zuurstof onder hoge druk door zijn

handelingen.

4.3.6.2.4 Nitroxmengsel 2 aanmaken (KNB-3)

Deze proef bestaat erin om een vooraf bepaald nitroxmengsel aan te maken in een gedeeltelijk gevulde

duikfles.

De kandidaat zal zelf een gedeeltelijk gevulde duikfles meebrengen.

De BI controleert of de fles gedeeltelijk gevuld is, controleert de algemene staat van de fles, keurings-

datum en kijkt of de fles geschikt is voor zuivere zuurstof (zuurstof geschikt).

Page 81: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

79

4.3.6.2.5 Protocol - procedure

• De BI kiest een nitroxmengsel en geeft de kandidaat de opdracht dit nitroxmengsel aan te ma-

ken.

• De kandidaat checkt de druk op de duikfles en analyseert het mengsel.

• De kandidaat dient d.m.v. berekening of met tabellen of software bepalen hoeveel zuivere zuur-

stof er in de fles moet geheveld worden alvorens op te toppen met lucht.

• De kandidaat zal deze hoeveelheid zuivere zuurstof in de fles hevelen.

• Daarna zal hij de fles optoppen met lucht van een compressor of een bufferfles.

• De kandidaat zal voor een goede menging van de gassen in de duikfles zorgen.

• De kandidaat zal het mengsel in de duikfles analyseren.

• Hij markeert zijn duikfles op correcte wijze en noteert dit mengsel tevens op zijn homologatie-

formulier.

4.3.6.2.6 Normering

Zwak

• De kandidaat controleert de duikfles maar checkt niet alle parameters (algemene staat, keu-

ringsdatum en of de duikfles zuurstof geschikt is).

• De kandidaat maakt een fout bij de drukmeting of de analyse van het mengsel.

• De kandidaat kan de opdracht berekenen maar maakt een berekeningsfout.

• De kandidaat controleert de vulinstallatie niet op veiligheid en werking maar kan deze wel zelf-

standig bedienen.

• Het aangemaakt mengsel wijkt meer dan + of - 1 % af van de vooraf bepaalde opdracht.

• De kandidaat markeert zijn duikfles maar niet op correcte wijze.

• De kandidaat maakt afrondingsfouten.

Onvoldoende

• De kandidaat controleert de duikfles niet.

• De kandidaat meet de druk niet na en analyseert het mengsel niet op voorhand.

• De kandidaat maakt een redeneringsfout bij de berekeningen of slaagt er niet in de nodige bere-

keningen te maken De kandidaat controleert de vulinstallatie niet op veiligheid en werking en

kan deze niet zelfstandig bedienen.

• Het aangemaakt mengsel wijkt meer dan + of - 2 % af van de vooraf bepaalde opdracht.

• De kandidaat maakt een foute analyse van de gassen.

• De kandidaat markeert zijn duikfles niet.

• De kandidaat creëert een gevaarlijke toestand met zuivere zuurstof onder hoge druk door zijn

handelingen.

4.3.7 Protocol van Trimix Blender (KTB)

4.3.7.1 Theorie KTB

• Kent de termen zuurstofzuiver, -bestendig en -geschikt.

• Kan het beste trimixmengsel bepalen in functie van de diepte en dit aan de hand van tabellen,

berekening of software.

Page 82: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

80 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

• Kan de gasdrukken van de verschillende vulgassen bepalen die nodig zijn om te komen tot het

beste trimixmengsel.

• Heeft kennis van triox, heliair en heliox .

• Heeft kennis van de werking van de compressor.

• Kent de benodigde materialen om te vullen, alsook de verschillende vulsystemen en kan deze

gepast gebruiken.

• Kan elk mengsel analyseren.

• Kent de regels om zijn materiaal correct te markeren.

• Kent de regels van de verzekering om in orde te zijn.

Het theoretisch examen KTB-1 bestaat uit een schriftelijk examen. De kandidaat moet hiervoor geslaagd

zijn alvorens aan zijn praktische proeven te mogen beginnen.

4.3.7.2 Praktische proeven

De kandidaat zal tijdens al de praktische proeven zijn handelingen mondeling verklaren.

4.3.7.2.1 Trimixmengsel 1 aanmaken (KTB-2)

Deze proef bestaat erin om een vooraf bepaald trimixmengsel aan te maken in een lege duikfles.

De kandidaat zal zelf een lege duikfles meebrengen.

De BI controleert of de fles leeg is, controleert de algemene staat van de fles, keuringsdatum en kijkt of de

fles geschikt is voor zuivere zuurstof (zuurstof geschikt).

4.3.7.2.2 Protocol - procedure

• De BI kiest een trimixmengsel en geeft de kandidaat de opdracht dit trimixmengsel aan te ma-

ken.

• De kandidaat dient d.m.v. berekening of met tabellen of software te bepalen hoeveel zuivere

zuurstof en zuivere helium er in de fles moet geheveld worden alvorens op te toppen met lucht.

• De kandidaat zal eerst een hoeveelheid zuivere helium (of zuivere zuurstof) in de fles hevelen.

• Vervolgens zal hij een hoeveelheid zuivere zuurstof (of zuivere helium) in de fles hevelen.

• Daarna zal hij de fles optoppen met lucht van een compressor of een bufferfles.

• De kandidaat zal voor een goede menging van de gassen in de duikfles zorgen.

• De kandidaat zal het mengsel in de duikfles analyseren.

• Hij markeert zijn duikfles op correcte wijze en noteert dit mengsel tevens op zijn homologatie-

formulier.

4.3.7.2.3 Normering

Zwak

• De kandidaat controleert de duikfles maar checkt niet alle parameters (algemene staat, keu-

ringsdatum en zuurstof geschiktheid).

• De kandidaat kan de opdracht berekenen maar maakt een berekeningsfout.

• De kandidaat controleert de vulinstallatie niet op veiligheid en werking maar kan deze wel zelf-

standig bedienen.

• Het aangemaakt mengsel wijkt meer dan + of min 2 % af van de vooraf bepaalde opdracht op het

vlak van helium en meer dan + of - 1 % op het vlak van de zuurstof.

• De kandidaat markeert zijn duikfles maar niet op correcte wijze.

Page 83: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

81

Onvoldoende

• De kandidaat controleert de duikfles niet.

• De kandidaat kan de opdracht niet berekenen.

• De kandidaat controleert de vulinstallatie niet op veiligheid en werking en kan deze niet zelf-

standig bedienen.

• Het aangemaakt mengsel wijkt meer dan + of - 4 % af van de vooraf bepaalde opdracht op het

vlak van de helium en meer dan + of - 2 % op het vlak van zuurstof.

• De kandidaat maakt een foute analyse van de gassen of maakt afrondingsfouten.

• De kandidaat markeert zijn duikfles niet .

• De kandidaat creëert een gevaarlijke toestand met zuivere zuurstof onder hoge druk door zijn

handelingen.

4.3.7.2.4 Trimixmengsel 2 aanmaken (KTB-3)

Deze proef bestaat erin om een vooraf bepaald trimixmengsel aan te maken in een gedeeltelijk gevulde

duikfles.

De kandidaat zal zelf een gedeeltelijk gevulde duikfles meebrengen.

De BI controleert of de fles gedeeltelijk gevuld is, controleert de algemene staat van de fles, keuringsda-

tum en kijkt of de fles geschikt is voor zuivere zuurstof (zuurstof geschikt).

4.3.7.2.5 Protocol - procedure

• De BI kiest een trimixmengsel en geeft de kandidaat de opdracht dit trimixmengsel aan te ma-

ken.

• De kandidaat checkt de druk op de duikfles en analyseert het mengsel.

• De kandidaat moet nu aan de hand van berekening, tabellen of software bepalen hoeveel zuive-

re zuurstof en zuivere helium erin de fles moet geheveldedrukt worden alvorens op te toppen

met lucht.

• De kandidaat zal eerst een hoeveelheid zuivere helium (of zuivere zuurstof) in de fles hevelen.

• Vervolgens zal hij een hoeveelheid zuivere zuurstof (of zuivere helium) in de fles hevelen.

• Daarna zal hij de fles verder optoppen met lucht van een compressor of een bufferfles.

• De kandidaat zal voor een goede menging van de gassen in de duikfles zorgen.

• De kandidaat zal het mengsel in de duikfles analyseren.

• Hij markeert zijn duikfles op correcte wijze en noteert dit mengsel tevens op zijn homologatie-

formulier.

4.3.7.2.6 Normering

Zwak

• De kandidaat controleert de duikfles maar checkt niet alle parameters (algemene staat, keu-

ringsdatum en zuurstof geschiktheid).

• De kandidaat maakt een fout tegen drukmeting of analyse van het mengsel.

• De kandidaat kan de opdracht berekenen maar maakt een berekeningsfout.

• De kandidaat controleert de vulinstallatie niet op veiligheid en werking maar kan deze wel zelf-

standig bedienen.

• Het aangemaakt mengsel wijkt meer dan + of - 2 % af van de vooraf bepaalde opdracht op het

Page 84: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

82 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

vlak van helium en meer dan + of - 1 % op het vlak van zuurstof.

• De kandidaat markeert zijn duikfles maar niet op correcte wijze.

Onvoldoende

• De kandidaat controleert de duikfles niet.

• De kandidaat meet de druk niet na en analyseert het mengsel niet op voorhand.

• De kandidaat kan de opdracht niet berekenen.

• De kandidaat controleert de vulinstallatie niet op veiligheid en werking en kan deze niet zelf-

standig bedienen.

• Het aangemaakt mengsel wijkt meer dan + of - 4 % af van de vooraf bepaalde opdracht op het

vlak van helium of meer dan + of - 2 % op het vlak van zuurstof.

• De kandidaat markeert zijn duikfles niet.

• De kandidaat maakt een foute analyse van de gassen of maakt afrondingsfouten.

• De kandidaat creëert een gevaarlijke toestand met zuivere zuurstof onder hoge druk door zijn

handelingen.

4.3.8 Blender Instructeur (BI)

4.3.8.1 Voorwaarden

Alvorens te mogen deelnemen aan het examen theorie, de didactische les of de praktische proefafname

dienen de volgende voorwaarden vervuld te zijn:

• Minimum 1*I zijn.

• KTB zijn.

• Aangesloten bij een NELOS-club en dus ook correct verzekerd zijn.

• Inschrijvingsgeld op voorhand betaald hebben.

4.3.8.2 Theorie BI (BI-1)

Het theoretisch examen BI-1 bestaat uit een schriftelijk examen. De kandidaat moet hiervoor geslaagd zijn

alvorens aan zijn didactische proeven te mogen beginnen.

Het examen wordt jaarlijks georganiseerd door de Sectie Duiktechnieken.

Dit examen bestaat uit een zeer doorgedreven ondervraging over de theoretische begrippen van het

blenden. Bovendien dient de kandidaat volledig op de hoogte te zijn van het reglementair kader met

betrekking tot het blenden.

De BI:

• Kent het doel en de fysische eigenschappen van alle gassen die aan bod komen in de cursus en

kan deze verklaren.

• Kent de medische gevaren (narcose en vergiftiging) van zuurstof, helium, stikstof en koolstofdi-

oxide.

• Kent de gevaren (brand en explosie) van zuurstof onder hoge druk.

• Kent de termen zuurstof zuiver, -bestendig en geschikt.

• Kan het beste trimixmengsel bepalen in functie van de diepte en dit aan de hand van tabellen,

berekening en software.

• Kan berekenen en verklaren welke de gasdrukken van de verschillende vulgassen zijn om te ko-

men tot het beste trimixmengsel.

Page 85: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

83

• Kent het doel en het gebruik van triox, heliair en heliox.

• Kan de werking van de compressor en de filtersystemen verklaren.

• Kent de benodigde materialen om te vullen, alsook de verschillende vulsystemen en kan deze

gepast gebruiken en verklaren.

• Kan elk mengsel analyseren, alsook de werking van een analysetoestel uitleggen.

• Kent de regels om het materiaal correct te markeren.

• Kent de regels van de verzekering om in orde te zijn.

4.3.8.3 Didactische proeven

4.3.8.3.1 Proefafname KTB (BI-2)

Voorbereidende werkzaamheden

De controle gebeurt minstens door een Blender Instructeur / 2*I.

De kandidaat BI staat in voor de coördinatie met de kandidaat KTB en de controlerende BI/2*I. Ieder dient

tijdig aanwezig te zijn.

Bij gebrek aan een kandidaat KTB kan de controlerende BI/2*I zelf de rol van kandidaat KTB vervullen. De

voorkeur wordt echter gegeven aan een reële situatie met een echte kandidaat KTB.

De kandidaat BI zal zelf een analyser en de nodige documenten meebrengen.

Protocol

• De kandidaat BI geeft een briefing aan de kandidaat KTB waarin het protocol van de praktische

proeven KTB-2 en KTB-3 grondig wordt doorgenomen. De kandidaat KTB moet perfect op de

hoogte zijn wat van hem verwacht wordt.

• Deze proef bestaat erin om tijdens het praktisch examen KTB, een kandidaat te aanhoren en te

observeren op zijn handelingen tijdens het blenden. Dit wil zeggen de voorbereiding, de analyses

en de berekening, het eigenlijke blenden alsook de markering van de fles.

• De kandidaat BI zal er nauwlettend op toekijken dat de kandidaat KTB geen gevaarlijke situaties

creëert bij de manipulatie van de gassen en het materiaal.

Indien nodig zal de kandidaat BI bijsturen. Indien de kandidaat BI niet bijstuurt, zal de controle-

rende BI/2*I dit doen; dit betekent automatisch het mislukken van de kandidaat BI.

Nazorg

• Na de praktische proef zal de kandidaat BI onmiddellijk beraadslagen en zijn oordeel geven op

basis van de normering van de KTB en voorleggen aan de controlerende BI/2*I. Het oordeel van

de kandidaat BI zal indien nodig onmiddellijk worden bijgestuurd door de BI/2*I.

• De kandidaat BI zal het opleidingsformulier KTB van de kandidaat KTB aftekenen 'geslaagd' of 'in

opleiding' naargelang de beoordeling.

• De controlerende BI/2*I zal het opleidingsformulier BI van de kandidaat BI aftekenen 'geslaagd'

of 'in opleiding' naargelang de beoordeling.

4.3.8.3.2 Didactische les voor KTB (BI-3)

Voorbereidende werkzaamheden

• De jury bestaat uit tenminste twee Blender Instructeurs.

• In samenspraak met de SDT worden plaats, datum, uur en inhoud van de examenles vastgelegd.

• Bij voorkeur wordt de les gegeven in het kader van een echte cursus KTB.

• De kandidaat zorgt voor een geschikt lokaal en de nodige didactische hulpmiddelen om de les te

Page 86: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

84 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

geven.

• De powerpoint presentaties zijn downloadbaar van de downloadpagina op de NELOS-Wiki. De

kandidaat dient zelf te zorgen voor het eventuele bijkomende didactisch materiaal.

• De kandidaat voorziet in twee exemplaren van de lesvoorbereiding bestemd voor jury, alsook de

evaluatieformulieren en het opleidingsformulier Blender Instructeur.

Protocol

• Het accent ligt vooral op de wijze waarop de kandidaat BI de didactische les aanpakt.

• Hierbij ligt het accent niet in de eerste plaats op de theoretische kennis en evenmin op de puur

didactische kwaliteiten van de lesgever. Er zal echter wel bijzonder veel belang gehecht worden

aan de wijze waarop de kandidaat-instructeur zijn groep begeleidt (coacht) en op de wijze waar-

op hij de problemen aanpakt die zich tijdens het verloop van de les stellen (interactie met de

leerlingen). De kandidaat-instructeur moet in staat zijn om op een correcte manier de juiste ver-

banden te leggen tussen de verschillende deelaspecten van het blenden.

• De lesduur wordt voorgesteld op 1 uur. Een kleine variatie op deze lesduur is aanvaardbaar maar

de les moet minstens 45 minuten duren en mag nooit langer dan 1 uur en 15 minuten in beslag

nemen.

• Binnen de gestelde tijdsduur zal de kandidaat zijn les op een didactisch verantwoorde wijze aan-

brengen.

Nazorg

• Na de les zal de jury onmiddellijk beraadslagen en een beslissing nemen.

• De jury zal het opleidingsformulier van de kandidaat aftekenen (in opleiding of geslaagd)

• De jury zal de evaluatieformulieren en een exemplaar van de lesvoorbereiding bezorgen aan de

SDT.

4.3.9 Bijzondere aandachtpunten met betrekking tot de veiligheid

De volgende bijzondere aandachtspunten voor de blender m.b.t. de veiligheid van de duikers zijn van

toepassing:

• Grondige berekening aangaande het beste mengsel voor de diepte en de decompressie aan de

hand van tabellen, berekening of software.

• Grondige analyse van het mengsel na het blenden.

• Voor het bepalen van de decompressie moet het O2-percentage naar beneden afgerond worden.

• Alle flessen moeten steeds goed gemarkeerd worden, d.w.z. het percentage van het mengsel, de

MOD (maximale operationele diepte) en de naam van de duiker.

• Tevens moet een logboek worden bijgehouden van de aangemaakte mengsels door de blender.

4.3.10 Bevoegdheden voor het afnemen van proeven

• De theorie kan door elke BI worden gegeven of door een kandidaat BI en twee controlerende BI-

s.

De praktische en didactische proeven kunnen afgenomen worden door elke BI of door een kandidaat BI en

een controlerende BI.

4.3.11 Waar examens of proeven afnemen

De proeven voor het behalen van het brevet KNB of KTB mogen overal ter wereld gebeuren mits goedkeu-

ring van SDT.

Page 87: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

85

5 Overzichtstabellen toelatingsvoorwaarden

5.1 OC Duiker

CMAS OC

ER Duiker

CMAS OC

Normoxic Trimix

Duiker

CMAS OC

Advanced Trimix

Duiker

Toelatingsvoorwaarden deelname cursus ERD NTD ATD

Aantal duiken 150 150 200

Aantal duiken > 30 meter 50 50 80

Aantal duiken > 40 meter 20 20 30

Aantal duiken nitrox OC 25 25 30

Aantal duiken na vorig brevet 10 nitrox 10 nitrox 10 ERD of NTD

(M5)

Brevet lucht CMAS 3*D CMAS 3*D CMAS 3*D

Brevet technisch GND GND ERD of NTD

Leeftijd >= 18 jaar >= 18 jaar >= 18 jaar

Verzekering Arena Arena Arena

NELOS-club J J J

Geslaagd in M1

en M2 ERD

Toelatingsvoorwaarden homologatie

Aantal SW-duiken 2 1 1

Aantal Opleidingsduiken /

Aantal evaluatieduiken

4 2 5

Maximum diepte opleiding 60 m 60 m 100 m

Minimum diepte opleiding 40 m 40 m 60 m

Maximum ppO2 opleiding

Bodemgas / Setpoint

1,4 bar 1,4 bar 1,4 bar

Maximum ppO2 opleiding

Decogas / Setpoint

1,6 bar 1,6 bar 1,6 bar

Max END opleiding 40 m 40 m 40 m

NELOS-club J J J

Page 88: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

86 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

5.2 OC Instructeur

CMAS OC

ER Instructor

CMAS OC

Normoxic Trimix

Instructor

CMAS OC

Advanced Trimix

Instructor

Toelatingsvoorwaarden deelname

cursus

ERI NTI ATI

Aantal duiken 300 300 350

Aantal duiken > 30 meter 60 60 80

Aantal duiken > 40 meter 45 45 65

Aantal duiken nitrox OC 50 50 65

Aantal duiken na vorig brevet 25 ERD of

NTD (M5)

25 ERD of NTD

(M5)

25 ATD (M5)

Brevet lucht CMAS 2*I CMAS 2*I CMAS 2*I

Brevet technisch ERD + NI NTD + NI ERI of NTI

Leeftijd >= 18 jaar >= 18 jaar >= 18 jaar

Verzekering Arena Arena Arena

NELOS-club J J J

Toelatingsvoorwaarden homolo-

gatie

Aantal SW-duiken 1 1 1

Aantal Opleidingsduiken /

Aantal evaluatieduiken

2 1 5

Maximum diepte opleiding 60 m 60 m 100 m

Minimum diepte opleiding 40 m 40 m 60 m

Maximum ppO2 opleiding

Bodemgas / Setpoint

1,4 bar 1,4 bar 1,4 bar

Maximum ppO2 opleiding

Decogas / Setpoint

1,6 bar 1,6 bar 1,6 bar

Max END opleiding 40 m 40 m 40 m

NELOS-club J J J

Page 89: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

87

5.3 Blender

CMAS Nitrox

Gasblender

CMAS Trimix

Gasblender

CMAS Blender

Instructor

Toelatingsvoorwaarden deelname cur-

sus

KNB KTB BI

Brevet lucht NVT NVT CMAS 1*I

Brevet technisch NVT KNB KTB

Leeftijd >= 18 jaar >= 18 jaar >= 18 jaar

Verzekering Arena Arena Arena

NELOS-club J J J

Toelatingsvoorwaarden homologatie

Aantal te mixen gassen 2 2 0

NELOS-club J J J

Page 90: Foto: Danny Moens. Infomap 2014 - Duikclub Neptunus2014/02/18  · NELOS-infomap technisch duiken 4 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014 NUTTIGE ADRESSEN & TELEFOONNUMMERS 1 Secretariaat

NELOS-infomap technisch duiken

88 Editie: 2014.2.2 van 18/02/2014

5.4 CCR

CMAS CCR

Duiker

diluent Air

CMAS CCR

Duiker

diluent Trimix

CMAS CCR

Instructor

diluent Tri-

mix

Toelatingsvoorwaarden deelname

cursus

CCR-D-A CCR-D-Tx CCR-I-Tx

Aantal duiken 100 200 350

Aantal duiken > 30 meter 30 50 80

Aantal duiken > 40 meter 20 40 65

Aantal duiken nitrox OC 20

Aantal duiken na vorig brevet 10 nitrox

na GND

NVT 25 uren CCR

Trimix

Specifieke voorwaarden NVT 50 uren CCR-D-A

(M4)

80 uren of eq (M5)

NVT

Brevet lucht CMAS 3*D CMAS 3*D CMAS 2*I

Brevet technisch GND CCR-D-A CCR-D-Tx

Leeftijd >= 18 jaar >= 18 jaar >= 18 jaar

Verzekering Arena Arena Arena

NELOS-club J J J

Toelatingsvoorwaarden homologatie

Aantal SW-duiken 2 2 2

Aantal Opleidingsduiken /

Aantal evaluatieduiken

5 5 5

Maximum diepte opleiding 40 m 100 m 100 m

Minimum diepte opleiding NVT 60 m 60 m

Maximum ppO2 opleiding

Bodemgas / Setpoint

1,4 bar 1,4 bar 1,4 bar

Maximum ppO2 opleiding

Decogas / Setpoint

1,6 bar 1,6 bar 1,6 bar

Max END opleiding 40 m 40 m 40 m

NELOS-club J J J