Het Register nr. 12-2011

45
Register HET Vakblad van het Register Belastingadviseurs december 2011 / tweede jaargang / nummer 12 Harde noten te kraken in belastingjaar 2012 Relatie met Belastingdienst: verharding en verbroedering De nieuwe belastingrenteregeling Ondernemingsrecht in 2011

description

Het Register nr. 12-2011

Transcript of Het Register nr. 12-2011

Page 1: Het Register nr. 12-2011

RegisterHET

Vakblad van het Register Belastingadviseurs

december 2011 / tweede jaargang / nummer 12

Harde noten te kraken in belastingjaar 2012

Relatie met Belastingdienst: verharding en verbroederingDe nieuwe belastingrenteregelingOndernemingsrecht in 2011

Page 2: Het Register nr. 12-2011

InhoudDE

3

Colofon

■ ■ ■

december 2011 | nummer 12 | Het Register

Het RegisterVaktijdschrift van het Register Belastingadviseurs uitgegeven door Reed Business bv.

Register BelastingadviseursBrenkmanweg 6, 4105 DH Culemborgtel.: (0345) 54 70 00www.rb.nl

RedactieadresReed Business bvPostbus 152, 1000 AD Amsterdam Coördinatie bureauredactieLucienne Bongerstel.: 06-30717422e-mail: [email protected]

RedactieraadMr. D.J. (Dick) de Korte FB (hoofdredacteur)Mr. S.F.J.J. (Sylvester) Schenk FBMr. E.E.J.C. (Eli) Hendriks CBMr. W.J.M. (Wil) Vennix FB Prof. mr. dr. G.J.M.E. (Guido) de Bont

UitgeverOnno DekkerReed Business bvPostbus 152, 1000 AD Amsterdam

VerenigingsnieuwsRegister BelastingadviseursAfdeling CommunicatieBrenkmanweg 64105 DH Culemborg

NieuwsrubriekDeze rubriek staat onder redactie van het Nederlands Redactie Instituut

Jurisprudentie en WetgevingDeze rubriek staat onder redactievan Licent Academy

AdvertentiesReed Business bv Postbus 152, 1000 AD Amsterdam

AdvertentieverkoopMark MiedemaCommercieel Managertel.: (020) 515 97 94e-mail: [email protected] Nicolai tel.: (020) 515 93 40e-mail: [email protected]

Abonnementen en lezersserviceReed Business bvAfdeling Customer ContactPostbus 808, 7000 BA Doetinchemtel.: (0314) 35 83 58e-mail: [email protected]

AbonnementsprijzenPrijs jaarabonnement: € 165,06 ex btw (6%)Prijs los nummer: € 20,85 ex btw (6%)RB-leden ontvangen Het Register uit hoofde van hun lidmaatschap.

BasisvormgevingVerheulCommunicatie.com, Alphen a/d Rijn

© Register BelastingadviseursNiets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van boekdruk, foto-offset, fotokopie, microfilm of welke andere methode dan ook, zon-der voorafgaande schriftelijke toestemming van het Register Belastingadviseurs. Op alle aanbiedingen, offertes en overeenkomsten van Reed Business bv zijn van toepassing de voor-waarden welke zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam. ‘Het Register’ bevat informatie die met de meeste zorgvuldigheid is samengesteld. Het Register Belastingadviseurs/Reed Business bv en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden geen aanspra-kelijkheid voor mogelijke gevolgen die zouden kun-nen voortvloeien uit het gebruik van de in deze uitgave opgenomen informatie.

De redactie - Agree to disagreeMr. D.J. (Dick) de Korte FB ■ 4

Nieuws-zaken-mensen ■ 5

Wijzigingen Belastingplan 2012Drs. D.M. (Diana) de Vries ■ 16

Eén heffi ng op vastgoedColumn - Prof. dr. B.G. (Bart) van Zadelhoff ■ 20

De nieuwe belastingrenteregeling Drs. P.N.M. (Peter) Goossens ■ 21

Cultuurgrondvrijstelling in WOZMr. R.P.M.M. (Ronald) Mols ■ 26

Jurisprudentie en wetgeving ■ 29

Ondernemingsrecht in 2011Mr. M.A. (Michiel) Hoogkamer ■ 35

Het Verenigingsnieuws ■ 41

8 Koers Belastingdienst:Verharding én verbroedering Mr. drs. O. (Onno) Clous 12

‘Voor één visie op wat redelijk is’Interview met ombudsman mr. A.F.M. (Alex) Brenninkmeijer

Page 3: Het Register nr. 12-2011

RedactieDE

4 Het Register | december 2011 | nummer 12

Niet alleen in het politieke bedrijf is agree to disagree een gevleugelde uitdrukking geworden. Ook in de dagelijkse praktijk van het horizontaal toezicht (HT) doet deze afspraak in toenemende mate van zich spreken. En net als in de politiek blijken ook nu een aantal zaken minder naar wens te verlopen dan was verwacht.

De voordelen van het deelnemen aan het HT zijn vooral gelegen in het feit dat de adviseur en de cliënt snel duidelijkheid hebben over de fi scale positie van de laatste. Keerzijde is dat de adviseur de vraagstukken die weleens een fi scaal risico in zich kunnen dragen keurig aan de Belastingdienst voorlegt. Onderdeel van het HT is nadrukkelijk een spontane informatieplicht.Vastgesteld moet worden dat de Belastingdienst ook verwacht dat voor cliënten die niet onder het HT zijn gebracht spontaan informatie wordt verstrekt. Dit wordt van een HT-waardig kantoor verwacht.Tot nu toe geldt de regel dat de plicht tot het verstrekken van informatie zich aandient zodra de inspecteur hier om vraagt. Daarnaast worden natuurlijk in de aangifte de gevraagde gegevens ver-strekt. Vastgesteld moet worden dat spontane informatieverstrekking nu niet alleen in het kader van HT gewenst wordt geacht maar ook daar buitenom. Met de belastingplannen voor 2012 is een wetsontwerp ingediend dat strekt tot spontane informatieverschaffi ng. Dit wetsontwerp is gepre-senteerd als een raamwet. Dit houdt in dat de plicht voor het spontaan verstrekken van informatie wordt opgelegd voor een aantal bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) te regelen situaties.

Deze gang van zaken is om meerdere reden zeer bedenkelijk te noemen. Op gestelde vragen om een behoorlijke juridische basis te creëren voor het HT is steeds geantwoord dat men streeft naar een samenwerking die bij uitstek niet gejuridiseerd dient te zijn. Goede afspraken en toezeggin-gen zijn voldoende. Toch moet worden vastgesteld dat één element uit de HT-praktijk nu een wet-telijke basis moet krijgen zonder dat daar enige behoorlijke rechtsbescherming tegenover staat. Deze rechtsbescherming wordt kennelijk bewust geheel illusoir gemaakt doordat het parlement mag beslissen over de raamwet en vervolgens het ministerie van Financiën carte blanche krijgt bij het invullen daarvan. Een parlement dat zichzelf respecteert kan hier onmogelijk mee instem-men. Er dient aandacht te worden besteed aan een steeds meer verdwijnend evenwicht tussen rechtshandhaving en rechtsbescherming in fi scale zaken. Zeker nu mag worden verwacht dat van de beoogde bevoegdheid ruimhartig gebruik zal worden gemaakt.

In de praktijk blijkt een duidelijke onevenwichtigheid bij de spontane informatieplicht in het ka-der van HT. Steeds meer komt het voor dat bij het voorleggen van fi scale posities aan de Belasting-dienst de inspecteur stelt dat dit fi scaal niet gewenst gedrag is en dat hij de voorgelegde casus zal gaan bestrijden. Dit vindt ook bij uitstek plaats inzake vraagstukken waar in de vakliteratuur een duidelijke afwijkende opvatting over is gegeven. Agree to disagree. Op deze wijze krijgt de Belas-tingdienst eenvoudig en makkelijk de zaken aangereikt waar men zich op kan gaan richten. De deelnemer aan HT ziet het voordeel van een snelle fi scale positiebepaling verdwijnen. Hij kan kie-zen uit de lange weg van de procedure die pas een aanvang kan gaan nemen na aangifte en bezwaar of zich in arren moede maar voegen. In deze situaties wordt een snelle arbitragemogelijkheid ge-

mist. Als men dan toch de kant op wenst te gaan van het institutionaliseren van de spontane in-formatieplicht dan dient dit op zijn minst gepaard te gaan met de uitbreiding van de

mogelijkheden voor het vragen van een voorlopige voorziening. In geval de inspecteur zich op het standpunt wenst te stellen dat een hem voorgeleg-

de positie fi scaal niet gewenst is moet op korte termijn het oordeel kun-nen worden gevraagd van de fi scale kort gedingrechter. Dat geeft even-wicht. Uit mijn betoog blijkt dat het dringend noodzakelijk is dat het HT een behoorlijke juridische basis krijgt en dat het parlement geen genoegen mag nemen met eenzijdige lapmiddelen ten faveure van de fi scus. Parlement doe uw werk en ken uw verantwoordelijkheid! ■

Agree to disagree

Mr. D.J. (Dick) de Korte FB Hoofdredacteur Het Register

4 Het Register | december 2011 | nummer 12

rdtwet

rleordbesmh

elijmt h

t dik b

tingkkeoorprocvoeantdankhepec poen

wichHT genfi sc

MrHo

Deze gang van zaken is om meen behoorlijke juridische baeen samenwerking die bij uitgen zijn voldoende. Toch motelijke basis moet krijgen zonDeze rechtsbescherming womag beslissen over de raamwhet invullen daarvan. Een pamen. Er dient aandacht te worechtshandhaving en rechtsbde beoogde bevoegdheid ruim

In de praktijk blijkt een duideder van HT. Steeds meer komdienst de inspecteur stelt datgaan bestrijden. Dit vindt ookduidelijke afwijkende opvatttingdienst eenvoudig en makdeelnemer aan HT ziet het vozen uit de lange weg van de pof zich in arren moede maar v

mist. Als men dan toch de kaformatieplicht d

mogelijkinsp

denewH

Page 4: Het Register nr. 12-2011

Nieuws - zaken - mensenHET

5december 2011 | nummer 12 | Het Register

Nieuw belastingverdrag Hongkong

Het belastingverdrag met Hongkong is met ingang van 2012 van toe-passing op Nederlandse belastingen en met ingang van 1 april vol-gend jaar op belastingen in Hongkong. Hongkong kent een afwijkend fi scaal jaar dat begint op 1 april. Het verdrag voorkomt dubbele belas-ting op inkomen en vermogenswinsten en geeft zekerheid over de fi s-cale behandeling van inkomsten zoals ondernemingswinsten, dividenden, arbeidsinkomen en pensioenen. Daarnaast is het verdrag bedoeld om belastingontwijking te voorkomen en voorziet het in de uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied conform de OESO-standaarden.

ww

w.sh

utte

rsto

ck.co

m

Belastingadviseur moet onder dwang informerenDe fi scus kan belastingadviseurs dwingen om be-paalde informatie over hun klanten af te staan. Dit blijkt uit een vonnis van begin oktober van de Rechtbank Amsterdam. Die bepaalde dat de be-lastinginspecteur via een kort geding niet alleen bij belasting- en administratieplichtigen zelf in-formatieverstrekking kan afdwingen, maar ook bij de belastingadviseur die vervolgens verplicht is de gevraagde informatie te verstrekken. Het ge-volg van deze uitspraak is dat de inspecteur toch kan beschikken over informatie die in eerste in-stantie niet is verstrekt, ook al is dat verplicht. Overigens geldt de mogelijkheid van het kort ge-ding slechts voor feitelijke informatie, uw advi-seur hoeft geen adviesstukken aan de fi scus te verstrekken.

Forfaitaire ruimte werkkostenregeling ruimer Nog geen 10 procent van de bedrijven is dit jaar overge-stapt op de werkkostenregeling. De forfaitaire ruimte in de werkkostenregeling zal in 2013 stijgen naar 1,6 pro-cent. Dat blijkt uit een tussenevaluatie van de werkkos-tenregeling door het ministerie van Financiën. De forfaitaire ruimte in de regeling wordt nog wel als krap ervaren en het aantal gerichte vrijstellingen is niet voor alle werkgevers nodig, zo blijkt uit de evaluatie. ‘Gelet op het grote belang van de werkkostenregeling voor werk-gevers zal ik de voor 2013 aangekondigde evaluatie naar voren halen’, aldus de staatssecretaris van Financiën. ‘Ook is een generieke verruiming van de forfaitaire ruim-te te verwachten. Deze forfaitaire ruimte zal bij de invoe-ring van de Wet uniformering loonbegrip met 0,1%-punt stijgen naar 1,5%. Voor het Belastingplan 2013 heb ik nu reeds fi nanciële ruimte ingeboekt voor een aanvullende stijging met 0,1%-punt. Dat betekent dat bij de thans voorziene invoering van de Wet uniformering loonbegrip in 2013, de forfaitaire ruimte stijgt van 1,4% naar 1,6% van de loonsom.’

Page 5: Het Register nr. 12-2011

Loterijwinnaar had ongunstig fi scaal lotOnder welk belastingregime valt de hoofdprijs van de Ou-dejaarsloterij? Die van het jaar waarin de prijs wordt uitbe-taald, zo vond de winnaar van de loterij van 2004. Het winnende lot van de Oudejaarsloterij 2004 was 20 miljoen euro waard en viel op 31 december van dat jaar.De prijs werd uitgekeerd op 4 januari in 2005, maar de Be-lastingdienst vond dat de prijs viel onder de fi scale regel-geving van 2004. In dat geval viel de prijs in de heffi ngsgrondslag van de box 3-heffi ng op peildatum 31 december 2004.Het verschil van mening tussen de loterijwinnaar en de Be-lastingdienst is uitgevochten tot bij de Hoge Raad. De fi s-cus trok hier aan het langste eind. De Hoge Raad verwierp de zienswijze van de loterijwinnaar. Voor de beoordeling of een vermogensbestanddeel zoals een loterijprijs al op 31 december tot de heffi ngsgrondslag behoort, is de opeis-baarheid van de prijs bepalend en niet de uitbetaling, al-dus de Hoge Raad.

Vier ton aanslagDe belastinginspecteur had de man een aanslag inkom-stenbelasting 2004 opgelegd met daarin de hoofdprijs op-genomen in de rendementsgrondslag, als onderdeel van de bezittingen op het einde van het kalenderjaar, voor de be-rekening van zijn box 3 inkomen. Dat leidde tot een box 3-heffi ng van vier ton (399.024 euro). De winnaar maakte bezwaar tegen het vastgestelde belastbaar inkomen uit sparen en beleggen en stelde dat de hoofdprijs geen deel uitmaakte van de heffi ngsgrondslag op 31 december 2004. De inspecteur wees het bezwaar af en Rechtbank Breda en Hof Den Bosch waren het daarmee eens. Hierna stelde hij cassatie in bij de Hoge Raad.Een prijs uit de Oudejaarsloterij wordt nu fi scaalvriendelij-ker behandeld. Dit jaar geldt als peildatum 1 januari van het betreff ende kalender jaar. Maar de fi scaal gunstigste behandeling is weggelegd als de trekkingsdatum (veilig-heidshalve) twee dagen wordt verschoven en sprake is van een ‘2 januari-loterij’.

Internationale lof voor fi scale transparantie Nederland

Nederland doet het goed op het gebied van transparantie en informatie-uitwisseling op belastingterrein. Dat staat in een rapport dat het Global Forum on Transparency and Exchange of Information for Tax Purposes heeft gepubliceerd. Het Global Forum is een multilateraal samenwerkingsverband van meer dan honderd landen dat toeziet op de invoering van de door de G-20 voorgeschreven internationale standaard op het ge-bied van transparantie en informatie-uitwisseling voor belas-tingdoeleinden. Het rapport bevestigt de vooraanstaande rol die Nederland speelt in de internationale uitwisseling van informatie op be-lastingterrein. Nederland kan inmiddels belastinginformatie uitwisselen met meer dan 118 landen, waaronder in toene-mende mate ontwikkelingslanden en met nagenoeg alle belas-tingparadijzen en fi nanciële centra zoals Singapore, Luxemburg en Zwitserland.

6 Het Register | december 2011 | nummer 12

ww

w.sh

utte

rsto

ck.co

m

■ ■ ■

Deelnemingsrente blijft aftrekbaar De renteaftrek van deelnemingsrente zal in beginsel blijven be-staan. Maar als deze renteaftrek zulke proporties aanneemt dat er sprake is van misbruik, wordt de mogelijkheid om de rente af te trekken beperkt. Komend jaar zal staatssecretaris Weekers van Financiën hiervoor een wetsvoorstel indienen. De beperking van renteaftrek bij deelnemingen wordt hiermee minder stringent dan eerder was aangekondigd. De plannen hiervoor werden ge-daan in een consultatiedocument over mogelijke aanpassingen in de vennootschapsbelasting van ruim twee jaar geleden. Toen was nog sprake van een totale beperking van renteaftrek bij deelnemingen.Daar is veel verzet tegen gekomen. Een categorische uitsluiting van deelnemingsrente heeft negatieve gevolgen voor het be-drijfsleven en het Nederlandse vestigingsklimaat. Een punt van zorg bij de vormgeving van de aftrekbeperking van de deelne-mingsrente is dat de regeling EU-proof moet zijn en moet aan-sluiten bij de diverse bestaande aftrekbeperkingen in de vennootschapsbelasting.

ww

w.p

ublis

hers

uppo

rt.n

l

Page 6: Het Register nr. 12-2011

■ ■ ■

7december 2011 | nummer 12 | Het Register

Fiscus pakte zzp’er terecht ondernemersstatus af Zzp’ers kunnen hun fi scale status als ondernemer verliezen als zij naast hun freelancepraktijk al te nauw verbonden zijn met een werkgever. Dit is al jaren bekend, maar soms leidt het tot confl icten. Dit was het geval bij een Friese accoun-tant-administratieconsulent die naast een eenmanszaak ook directeur in dienstbetrekking is van een bv waarvan hij aandelen bezit. Het juridische eigendom van de aandelen is in handen van een vennootschap, opgericht in de Ameri-kaanse staat Delaware in de VS. De Belastingdienst vond dat hij om deze reden geen recht heeft op de zelfstandigenaftrek, aftrek voor huisvestingskos-ten en aftrek van pensioenpremies. De consulent betwiste dat de inspecteur de aanslag inkom sten belasting voor het jaar 2006 juist had opgelegd door geen rekening te houden met de ondernemersstatus van de man. De zaak is voor de recht-bank gekomen, die de Belastingdienst gelijk gaf. Volgens de rechtbank heeft de consulent niet aannemelijk gemaakt dat hij ten minste 1225 uren heeft besteed aan de eenmanszaak. De correcties van de inspecteur op de aangifte zijn terecht.

Negen managers van de Belastingdienst hebben een auto van de zaak plus chauffeur. Dat heeft staatssecretaris Weekers van Financiën geantwoord op Kamervragen van de PVV. Het beleid van het ministerie is dat ook managers van de Belas-tingdienst het openbaar vervoer moeten nemen. Maar in een beperkt aantal gevallen moeten zij zo veel reizen, dat de bus

en de trein niet efficiënt zijn. De kosten van deze auto’s en chauffeurs bedroegen in 2011 bijna acht ton: zeven ton aan personeelskosten voor de chauffeurs en 96.000 euro voor aanschaf en onderhoud van de auto’s. Op een aantal van 30.000 medewerkers vindt de staatssecretaris dit bescheiden uitgaven.

Belastinginspecteur met chauff eur

ww

w.p

ublis

hers

uppo

rt.n

l

Page 7: Het Register nr. 12-2011

8 Het Register | december 2011 | nummer 12

Belastingplan 2012

Onno ClousMr. drs. O. Clous is hoofd Bureau

Vaktechniek van het Register

Belastingadviseurs.

Of een belastingadvieskantoor zich nu richt op administratieve dienstverlening, advisering of rechtsbijstandsverlening, elk kantoor krijgt te maken met een klant die mondiger

wordt, beter is geïnformeerd en meer van zijn belasting-adviseur verwacht. De Belastingdienst benadert het mid-den- en kleinbedrijf (hierna: mkb) meer en meer via de fi scaal dienstverlener. Dus volop kansen voor de belas-tingadviseur. Daarnaast is er verharding van de regelge-ving.

Verharding van regelgevingVervolgende instanties, de Belastingdienst en de rechter-lijke macht staan onder druk van de grote aantallen. De overheveling van sancties uit het strafrecht naar het be-stuursrecht en fi scaal boeterecht maakt dat de Belasting-dienst en de belastingadviseur strafrechtelijke beginse-len moeten kunnen toepassen. Verzuimboetes worden

echter geautomatiseerd opgelegd en bij het vaststellen van vergrijpboetes lijkt de bewijslast vaak ten onrechte bij de belastingplichtige te liggen. De bezwaarprocedure bij de ‘uitvoeringsfabriek’ Belastingdienst wordt niet zel-den door belastingadviseurs als een kostenverhogende en tijdrovende herhaling van zetten beschouwd. Bij de rech-

ter vindt men in de praktijk nog een luisterend oor. Die moet echter van het kabinet meer kostendekkend te werk gaan. Volgens het RB zou bij onverkorte invoering van het concept-wetsvoorstel de toegang tot de rechter aanzienlijk worden beperkt. Bovendien betwijfelde het RB of met het wetsvoorstel de beoogde bezuiniging van € 240 miljoen wordt bereikt.1 Ook andere beroepsorgani-saties van fi scale en juridische professionals hebben ern-stige bezwaren tegen het wetsvoorstel.2 Het wetsvoorstel komt gelukkig tegemoet aan enkele belangrijke bezwaren.Is een belastingplichtige bereid de rechter en zijn advi-seur kostendekkend te vergoeden, dan loopt hij ertegen-aan dat de vertrouwelijkheid van de belastingprocedure wordt beperkt door het wetsvoorstel Openbaarheid be-lastingrechtspraak. Het RB stelt in zijn reactie op de in-ternetconsultatie over het conceptwetsvoorstel dat van het wetsvoorstel een ontoelaatbare belemmerende wer-king voor toegang tot de rechter uitgaat.3

Het fenomeen fi scale strafb eschikking is vanaf 1 juli 2011 een feit. Tekent een verdachte niet binnen twee weken verzet aan bij de offi cier van Justitie, dan heeft hij een strafb lad.4 Onder de oppervlakte borrelt ook de hete lava van de Vierde tranche van de Algemene wet inzake rijks-belastingen (hierna: AWB).

Verschillende toezichttaken kunnen volgens het kabinet best in handen van één organisatie komen. Het kabinet denkt hardop na over het onderbrengen van het toezicht

Laten we zo aan het einde van het eerste fusiejaar van het Register Belastingadviseurs (hierna: RB) eens kijken wat 2011 ‘de belastingadviseur’ gebracht heeft en wat hem de komende jaren te wachten staat. Een vreemd aanvoelende combinatie van verharding van regelgeving en horizontalisering van de relatie met de Belastingdienst hebben uitwerking op het belastingadviesberoep. In deze bijdrage ga ik in op enkele recente ontwikkelingen in het (formele) belastingrecht. Ook ga ik in op enkele factoren die van invloed zijn op de relatie met de klant en de Belastingdienst.

Verharding én verbroedering

Koers Belastingdienst gekenmerkt door

Geen verzet binnen twee weken leidt tot strafblad

■ ■ ■ ■

Page 8: Het Register nr. 12-2011

9december 2011 | nummer 12 | Het Register

in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en fi nancieren van terrorisme (hierna: Wwft) bij de Be-lastingdienst, voornamelijk vanwege effi ciencyoverwe-gingen.5 De beroepsorganisaties voor accountants en belastingadviseurs die samen optreden als richtsnoer -partners Wwft (Nederlandse Beroepsorganisatie van Ac-countants, Nederlandse Orde van Belastingadviseurs en RB) hebben gezamenlijk hun bezwaren toegelicht.6

De Fiscale agenda van het kabinet en ook het Belasting-plan 2012 staan niet bepaald in het teken van recht en rechtvaardigheid. Het is eenvoud, soliditeit en fraudebe-stendigheid wat de klok slaat. Het primaat ligt bij de uit-voerbaarheid van de maatregelen voor de Belasting-dienst. In zijn commentaar gaat het RB in op de eff ecten van die maatregelen voor de burger.De Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto biedt nauwelijks rechtszekerheid, omdat de Belasting-dienst de controletroeven in handen houdt. De belasting-renteregeling heeft voor belastingplichtigen stevige te-kortkomingen.7 Het uitvoeringsproces van de toeslagen is zo’n rommeltje dat het kabinet voorstelt de toepassing van de Wet dwangsom bij niet-tijdig beslissen voor toe-slagen uit te stellen tot 2013.8 De bezwaarmogelijkheid voor de herziening van voorlopige aanslagen vennoot-schapsbelasting vervalt vanaf 1 januari 2012. Het kabinet geeft in de toelichting op het Belastingplan 2012 aan dat het dit jaar nog niet lukt om deze ‘uitbreiding voor een soepele herziening’ ook in te voeren voor defi nitieve aan-slagen.9 Sluipenderwijs worden aanslagbelastingen dus omgebouwd naar aangiftebelastingen.

In het voorgestelde artikel 10a AWR wordt bepaald dat bij Algemene maatregel van bestuur belastingplichtigen en inhoudingsplichtigen kunnen worden verplicht uit zich-zelf aan de inspecteur mededelingen te doen van onjuist-

heden of onvolledigheden in voor de belastingheffi ng van belang zijnde gegevens en inlichtingen die hen bekend zijn of zijn geworden. De boete bedraagt maximaal 100% van het nageheven belastingbedrag, maar kent geen ab-soluut maximum. Het kabinet denkt nu aan vier gevallen die voor deze verplichting in aanmerking komen, name-lijk de Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto, de Verklaring geen privégebruik auto, de Edelweissitua-ties10 en de suppletie voor de omzetbelasting. Naast een boete wegens de navordering kan er straks dus ook (tege-lijkertijd) een boete wegens het niet naleven van de in-formatieverplichting worden opgelegd. Juridisch geen

dubbele beboeting, maar vat de belastingplichtige het ook zo op? Het kabinet lijkt volstrekt niet te hebben na-gedacht over de gevolgen die deze wetgeving op de com-pliance heeft.11

De geautomatiseerde oplegging van verzuimboeten maakt het volgens het kabinet kennelijk nodig om bij nieuwe bezwaren alsnog een vergrijpboete op te leggen voor hetzelfde feit.12 Het gaat om voortgang van het pro-ces en de troefk aarten in de hand houden ten koste van de belastingplichtige.

Onbelemmerde uitvoering versus rechtsbedelingHet voorgaande overzicht onderstreept het belang van een onafh ankelijke, partijdige fi scale professional voor de klant. In zijn reactie op de Fiscale agenda heeft het RB er dit jaar voor gewaarschuwd dat de rechtsbescherming

Belastingdienst houdt controletroeven in handen

Nog harde noten te kraken in komende belastingjaar

ww

w.sh

utte

rsto

ck.co

m

■ ■ ■ ■

Page 9: Het Register nr. 12-2011

10 Het Register | december 2011 | nummer 12

van belastingplichtigen te zeer onder druk komt te staan van bezuinigingsdoelstellingen, doelstellingen van onbe-lemmerde geautomatiseerde processen en horizontalise-ring van de relatie tussen overheid en burger.13 Door par-tij te kiezen voor zijn klant houdt de belastingadviseur daarom de verhoudingen zuiver, in het belang van zijn klant en de rechtstatelijkheid.

Verzachtende ontwikkelingenNaast alle hiervóór genoemde ‘ellende’ was 2011 ook het jaar waarin de Belastingdienst aan belastingadviseurs nog geen fi scale boete op grond van de Vierde tranche AWB heeft opgelegd. Theo Poolen houdt woord. De procedure

in paragraaf 2 van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belas-tingdienst biedt tot nu toe in de praktijk voldoende waar-borg voor ongerijmde boeteoplegging aan belastingadvi-seurs.

Vanaf 1 juli 2011 kan de inspecteur niet meer zonder mo-gelijkheid van verweer door de belastingplichtige de meest onbenullige of belastende informatieverzoeken doen. De regeling van artikel 52a AWR biedt de belas-tingplichtige bij informatieverzoeken en boekenonder-zoeken de mogelijkheid verweer te voeren tegen een te verstrekkend informatieverzoek. Zonder een informatie-beschikking kan de inspecteur geen omkering van de be-wijslast meer toepassen. De nieuwe voorzitter van on-dernemersorganisatie FME/CWN, Dezentjé-Hamming, verdient als oud-kamerlid alle lof vanwege haar initiatief tot het voorstel en haar vasthoudendheid om het door het parlement te loodsen.14

Sinds 1 januari 2011 is de organisatiestructuur van de Be-lastingdienst gewijzigd. Hans Blokpoel is de eerste Alge-meen Directeur Belastingdienst van het Landelijk Kan-toor Belastingregio’s en verantwoordelijk voor de hele

uitvoering van de belastingheffi ng (exclusief Douane). Met deze reorganisatie streeft de Belastingdienst een meer gecoördineerde aanpak na van het toezicht over de Belastingregio’s heen. De Belastingdienst benadert mkb-ondernemers meer en meer via de fi scaal dienstverlener. Inmiddels hebben de meeste belastingadviseurs wel con-tactgegevens van accountteams op de belastingregio’s.15 Ook horizontaal toezicht maakt integraal onderdeel uit van de nieuwe aanpak. Hoe men er als belastingadviseur ook over denkt, de Belastingdienst verdient op zijn minst erkenning in de omvang van zijn opdracht. Ga er maar

aan staan, met een vergrijsd medewerkersbestand16 dat is opgeleid in de traditionele controleaanpak de organisatie meer toegankelijk en klantvriendelijk maken.17 En dat tegen de achtergrond van een enorme bezuiniging.

Het RB heeft op 17 juni 2011 als eerste beroepsorganisatie voor professionele dienstverleners een koepelconvenant horizontaal toezicht voor zijn leden afgesloten. Daarmee gaat het RB de uitdaging van horizontaal toezicht aan in de fi scale uitvoeringspraktijk. Wie wil, loopt voorop. Het RB heeft al goede ervaringen opgedaan met het toezicht-arrangement met Bureau Financieel Toezicht en dat is wederzijds. Op 17 juni 2011 is dat toezichtarrangement verlengd.

Vakkennis, vakkundigheid en vriendjesOf de belastingadviseur nou wil of niet, hij heeft niet al-leen te maken met zijn klant maar ook met andere fi scale professionals. Die zal hij moeten overtuigen van de juist-heid van zijn visie. In zijn reorganisatie zet de Belasting-dienst sterk in op het relationele in de verhouding met fi scale dienstverleners. Dat biedt kansen. Binnen prettige omgangsvormen is een betere en effi ciëntere inhoudelij-ke discussie mogelijk. Laten we daarom niet slechts in-zoomen op de fi scale middenweg die zou uitgaan van het horizontaal toezicht of de inzet van ‘relatiebeheerders’. Het is aan de belastingadviseur ervoor te zorgen dat dit niet het resultaat is van horizontaal toezicht. Sterker nog, de belastingadviseur met uitmuntende communica-tieve vaardigheden slaagt er beter in de inspecteur te overtuigen met zijn inhoudelijke argumenten en ver-hoogt daarmee de scoringskans voor zijn klant.

Ook andere fi scale professionals mikken op alternatieve vormen van geschillenbeslechting. Het grote beroep op de rechterlijke macht maakt dat wordt onderzocht op welke wijze de rechter het confl ict sneller, effi ciënter en bevredigender kan beslechten.18 Nieuwe zaaksbehande-ling is het toverwoord bij de sectoren bestuursrecht. Ont-wikkeling van mediationvaardigheden en meer monde-linge afdoening van procedures zijn onderdeel van de oplossingsrichtingen.

Verweer mogelijk tegen belastende informatieverzoeken

Mkb is een groeimarkt voor rechtsbijstandsverlening

Belastingplan 2012■ ■ ■ ■

Page 10: Het Register nr. 12-2011

11december 2011 | nummer 12 | Het Register

Voor de belastingadviseur is het de uitdaging om de kan-sen voor zijn klanten te grijpen. Die kansen liggen na-tuurlijk op de fi scaal-juridische begeleiding van de klant. Bij andere fi scale professionals is ook veel aandacht voor de softe skills van het beroep. De belastingadviseur be-hartigt nu eenmaal via die andere professionals de fi scale belangen van zijn klant, dus is misschien wel het beste advies ‘wordt vriendjes met de Belastingdienst’.

Een vooruitblikZowel de Rabobank als de ING wijzen in hun visie op de branche van fi scale dienstverleners op het belang van strategisch ondernemerschap.19 De Rabobank ziet het invullen van het strategisch partnerschap tussen de ad-viseur en zijn klant als een belangrijke kans voor ac-countants, administratiekantoren en belastingconsulen-ten. Daarbij signaleert de bank het belang van proactief relatiebeheer. In de administratieve praktijk staan mar-ges onder druk, terwijl de klant steeds meer verwacht van zijn adviseur als strategisch partner. De ING onder-scheidt in zijn sectorvisie accountantskantoren20 ver-schillende tendensen voor verschillende vormen van dienstverlening. De winst in de administratie-, aangifte- en samenstelpraktijk staat onder druk van digitalisering, automatisering en standaardisering. De bank beschouwt het horizontaal toezicht van de Belastingdienst als een impuls voor accountantskantoren en ziet het voordeel van standaardisering van gegevens door Standard Busi-ness Reporting. Kantoren hebben verschillende strategi-sche opties, namelijk standaardwerkzaamheden met een zo effi ciënt mogelijke dienstverlening, een alles-in-ééndienstenpakket (dienstenhuis) en specialistische dienstverlening. Specialisatie ziet de ING als een kans voor kantoren van elke omvang. De Rabobank ziet het mkb als een groeimarkt voor rechtsbijstandsverlening en er is ruimte voor nieuwe toetreders aan de onderkant van de markt.21 Of dat ook geldt voor fi scale procedures is een beetje de vraag. De verharding van de regelgeving speelt die ontwikkeling echter wel in de kaart. Kortom, kansen voor de belastingadviseur liggen op het gebied van het belastingadvies en belastingprocedures.

Conclusie: softe skills, harde inhoudVoor alle functies die ‘de belastingadviseur’ vervult (de administratieve, de adviserende en de rechtsbijstands-functie) verwachten klanten van de belastingadviseur vakkennis, vakkunde en uitstekende communicatieve kwaliteiten. Wat de aard van de dienstverlening ook is, opleiding, persoonlijke ontwikkeling, investeringen en nieuwe vormen van dienstverlening blijven ook binnen het belastingadviesberoep de kritische succesfactoren. De verharding van de wetgeving en ontwikkelingen zo-als horizontaal toezicht doen een groot beroep op de sof-te skills van de belastingadviseur om zijn klant onafh an-kelijk en partijdig bij te staan zonder gelijk in formele procedures verwikkeld te raken. Naar mijn mening heeft de belastingadviseur in dit opzicht (ook) een voorsprong op andere fi scale professionals, bijvoorbeeld bij de Belas-tingdienst. ■

Noten1. Zie www.rb.nl voor het commentaar van het RB.

2. Zie www.nob.net (Nederlandse Orde van Belastingadviseurs),

www.advocatenorde.nl en www.nvvr.org (rechters en offi cieren

van justitie).

3. Zie www.rb.nl voor het commentaar van het RB en www.nob.net

voor het commentaar van de Nederlandse Orde van Belastingad-

viseurs.

4. Zie mr. M. Stevens, ‘De fi scale strafb eschikking doet zijn intrede’,

Het Register nr. 7-8/2011, blz. 34–37.

5. Brief staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 13 april 2011,

29 911, nr. 47.

6. Brief van 20 september 2011 aan de minister van Financiën en de

staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Zie www.rb.nl.

7. Zie het artikel van drs. P.N.M. Goossens FB in deze uitgave van

Het Register.

8. Het maximale dwangsomrisico berekent het kabinet op bijna

€ 10 miljard.

9. Wetsvoorstel Overige fi scale maatregelen 2012, Tweede Kamer,

vergaderjaar 2011–2012, 33 004, nr. 3, blz. 15–16.

10. Een weinig voorkomende frauduleuze erfenisconstructie

waarvoor naar mijn mening strafrechtelijke handhaving de

aangewezen weg is.

11. Zie voor kritiek op deze regeling onder andere het commentaar

van het RB (www.rb.nl), de Nederlandse Orde van Belastingadvi-

seurs (www.nob.net) en E.J.M. Rosier, ‘Een surprise: de informa-

tieverplichting’, Weekblad Fiscaal Recht (hierna: WFR) 2011/1288.

Zie ook het eindredactioneel commentaar in deze uitgave van

Het Register.

12. Voorgesteld artikel 67q AWR. Zie voor een plaatsing van deze

regeling in het bestuursrecht, het Unierecht en het strafrecht

mr. P. de Haas, ‘Het ne-bis-in-idembeginsel: een tweede vervol-

ging of heropening’, WFR 2011/1273. Zie ook het commentaar van

het RB op www.rb.nl.

13. Zie www.rb.nl.

14. Zie dr. E. Poelmann en mr. E.J.M. Rosier, ‘Verplichting informatie-

verstrekking; een begin van rechtsbescherming’, Het Register

nr. 6/2011, blz. 35–39.

15. Invoering van de accountteams maakt onderdeel uit van de

reorganisatie op grond van het bedrijfsplan ‘Het huis op orde’ van

de Belastingdienst. Dit bedrijfsplan lijkt inmiddels van internet

te zijn verdwenen.

16. Gemiddelde leeftijd van de medewerkers in 2010 is 48,6 jaar. Zie

Beheerverslag Belastingdienst 2010 op www.belastingdienst.nl.

17. Dit is overigens ook in het belang van de klant.

18. Een ander voorbeeld is het voorgestelde artikel 8:41a AWB in het

wetsvoorstel Wet aanpassing bestuursrecht op grond waarvan de

rechter wordt verplicht tot fi nale geschillenbeslechting.

19. Rabobank Cijfers en Trends, branche-informatie voor

accountants, administratiekantoren en belastingconsulenten

(oktober 2011).

20. Oktober 2011, zie www.ing.nl.

21. Rabobank Cijfers en Trends, branche-informatie voor

advocatenkantoren (oktober 2011).

■ ■ ■ ■

Page 11: Het Register nr. 12-2011

12 Het Register | december 2011 | nummer 121111111111122222222 HHHHHHHHetetetetetetttteett RegRegRegRegRegRegRegististististstterererereeerer | | | | | decdecdecdecdececdecembembemembembmbemmemm er erer er errrr 201201201201200112 11 |1 |1 |1 1 |1 1 nu nun nu nunnunun mmemmemmmemmemmmmemmer 1r 1r 1r 1r 1r 1222222222

‘Voor een

Het Register | december 2011 | nummer 12

Foto

: Her

bert

Wig

germ

an

12

■ ■ ■ ■

Mr. A.F.M. (Alex) Brenninkmeijer

1951 Geboren te Amsterdam1971 Gymnasium-diploma Sint Maartens College Groningen1976 Doctoraal Rechtsgeleerdheid Rijksuniversiteit Groningen

(privaat- en publiekrecht + eerstegraads onderwijs-bevoegdheid economie)

1985 – 2010 Medewerker/redacteur Nederlands Juristenblad1987 Promotie bij Ernst Hirsch Ballin op De toegang tot de

rechter, een onderzoek naar de betekenis van onafh ankelijke rechtspraak in de democratische rechtsstaat.

1987 – 1995 Raadsheer Centrale Raad van Beroep1995 – 2000 Vice-president Centrale Raad van Beroep1999 – 2005 Raadsheer-plaatsvervanger Belastingkamer Hof Den Bosch2003 – 2005 Hoogleraar Arbeidsverhoudingen bij de overheid en ADR

(alternative dispute resolution) op de Albeda-leerstoel Universiteit Leiden

2005 – heden Nationale ombudsman2005 – heden Hoofdredacteur Handboek Mediation resp. Tijdschrift voor

Confl icthantering

Page 12: Het Register nr. 12-2011

13december 2011 | nummer 12 | Het Register

■ ■ ■ ■

neer dat de Belastingdienst slecht communiceert en niet tijdig of niet reageert op verzoeken of klachten. In 2009 ontving u 23% minder en 2008 18% minder klachten over de Belastingdienst dan in het jaar daarvoor. Maar in 2010 steeg

het aantal klachten over de Belastingdienst met 8%. Heeft het rapport wel iets uitgehaald?

‘De Belastingdienst heeft het opgepakt en mij in juni ge-vraagd of ik nog eens wil kijken of zij serieus werk heeft gemaakt van de aanbevelingen. De Belastingdienst is van goede wil.’

Maar is goede wil genoeg?Glimlachend: ‘Voor de Belastingdienst is de vraag heel vaak: past het in onze ICT? Door de massaliteit van het aantal contacten moet de Belastingdienst ook werken met call centra. Dan loop je het risico dat mensen onvol-doende weten en alleen maar oplezen wat vóór hen op het scherm staat. De Belastingdienst heeft een bepaalde fi losofi e over wat het kennisniveau van de telefonisten moet zijn en is daar erg rigide in.’

Belastingadviseurs vinden het ook lastig dat je eigenlijk geen e-mail kunt sturen.

‘De keuze om alleen een contactambtenaar aan te wijzen wanneer je meedoet aan horizontaal toezicht vind ik wel ver gaan’, zegt Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer. Hoewel het aantal klachten over de Belastingdienst vorig jaar toenam, vindt hij de dienst van goede wil. Hij is een groot voorstander van mediation en ziet procederen als uiterste redmiddel. Maar dan moet de Belastingdienst wel goed communiceren.

Door Lex van Almelo

In de achtertuin van zijn woning staat een zuil waarop een hardstenen bol van 25 kilo draaiende wordt ge-houden door opgepompt water. Voor Alex Brennink -meijer is het nog steeds een wonder dat het water zo’n

gewicht kan torsen. De bol ziet hij als symbool voor de re-fl ex van de overheid om bij klachten alleen op rechtmatig-heid te letten. Het water staat voor behoorlijkheid.

‘Wanneer je behoorlijkheid toevoegt aan rechtmatigheid, lopen de zaken een stuk gemakkelijker. Behoorlijkheid draagt ook bij aan de legitimiteit van de overheid. Waar-om gehoorzamen mensen de wet? Waarom betalen ze vrijwillig belasting? Omdat ze geloven in een systeem dat ze ook fair vinden. De overheid moet daarop sturen. De leuze van Belastingdienst - leuker kunnen we het niet maken, wel gemakkelijker - gaf goed aan hoe je moet worden behandeld.’

Goede wilIn 2010 ontving u 2344 klachten over de Belastingdienst. Zijn die klachten vooral afk omstig van burgers in plaats van ondernemers?

‘Ja. Maar een mkb-ondernemer is ook een burger. Uit de rapporten blijkt alleen niet altijd dat het om een onder-nemer gaat. Overigens komt een fors deel van de fi scale zaken bij ons via de belastingadviseur. Dat gaat al gauw om honderden klachten per jaar.’

In 2010 heeft u een rapport uitgebracht met de Top 8 van klachten over de Belastingdienst. Die komen er vooral op

Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer

gemeenschappelijke visie op wat redelijk is’

■ ■ ■ ■InterviewHET

‘Belastingadviseurs moeten het juridische harnas uittrekken’

Page 13: Het Register nr. 12-2011

14 Het Register | december 2011 | nummer 12

‘Je kunt alleen een e-mail sturen via het portal en een standaardformulier. Volgens de Algemene wet bestuurs-recht is een bestuursorgaan verplicht elektronische communicatie mogelijk te maken. De Belastingdienst

zegt dat zij geen e-mails kan ontvangen omdat zij zoveel contacten heeft en niet elk mailbericht kan herleiden tot een dossier. Daarom is het e-mailverkeer sterk gere-guleerd. Je kunt je afvragen of dit wel aansluit bij de praktijk.’

Bij horizontaal toezicht krijg je een contactambtenaar toege-wezen. Heeft niet iedereen recht op een contactambtenaar?

‘De keuze om alleen een contactambtenaar aan te wijzen wanneer je meedoet aan horizontaal toezicht vind ik wel

ver gaan. Maar om daarover te kunnen oordelen, zou ik eerst wat zaken moeten krijgen.’

Informeel oplossenVindt u horizontaal toezicht een goede ontwikkeling?

‘Ik ben positief over de fi losofi e van de Belastingdienst dat wanneer de adviseur zich vanuit fi scaal opzicht professi-oneel opstelt, daar vertrouwen tegenover staat. Ik denk dat dat op lange termijn een hele goede route is die veel tijd en geld bespaart. Een punt is wel hoe veel werk de adviseur voor de Belastingdienst moet gaan doen en hoe-veel de Belastingdienst kan vragen.’

Sinds kort is er wetgeving om ‘Rupsje Nooitgenoeg’ te beteugelen...

‘Wij hebben daarover eens een zaak gehad. Volgens de belastingadviseur ging de belastinginspecteur door tot het gaatje. Daarachter zat een confl ict tussen de belas-tingadviseur en de inspecteur dat was geëscaleerd. Dan moet je op tafel zien te krijgen wat een redelijk ver-zoek is.’

Op een informele manier?‘Juridiseren kost tijd en leidt tot grote ergernis bij men-sen. Ik ben mediator en een groot voorstander van medi-ation. Op honderd gevallen heb je er altijd een paar die wat lastiger te plaatsen zijn. De vraag is hoe je daarmee omgaat. De Belastingdienst moet een communicatieka-naal openhouden om daar op een redelijke manier uit te komen, zodat bezwaar maken niet nodig is. Bezwaar ma-ken en beroep aantekenen bij de rechter moeten een ui-terste middel zijn. Als er een feitelijke kwestie rijst die vatbaar is voor bezwaar moet je eerst kijken of dat infor-meel kan worden afgedaan. Maar juridische interpreta-tieverschillen en principiële vragen moet je voorleggen aan de rechter.Ik heb zes jaar als plaatsvervanger in de belastingkamer van het gerechtshof Den Bosch gezeten. Daar bestaat een lange traditie om partijen zoveel mogelijk zelf een oplossing te laten vinden en alleen uitspraak te doen als zij er niet uitkomen. Maar dat vraagt wel van de Belas-tingdienst dat zij deskundigheid heeft op het gebied van confl ictherkenning en confl icthantering. En dat partijen zorgvuldig omgaan met de feiten.’

Wat vraagt dat van de belastingadviseur?‘Ten eerste moeten belastingadviseurs oog hebben voor de belangen achter het confl ict. Juristen, en daar reken ik de belastingadviseurs ook toe, hebben de neiging een confl ict alleen maar door een juridische bril te bekijken. Ik heb een zaak gehad van een ondernemer die te laat aan zijn administratieve verplichtingen had voldaan. Hij kreeg een boete omdat hij ‘verwijtbaar nalatig’ was ge-weest. Die ondernemer zei: ik werk me iedere week twee keer uit de naad om alles voor elkaar te krijgen, dus kan het gebeuren dat het mij niet lukt om een formulier op tijd in te vullen. Met die boete van 10% heb ik geen moei-te. Maar dat dit verwijtbaar nalatig wordt genoemd, treft mij diep. Zo’n man heeft behoefte aan persoonlijk con-tact. Dat is een grote opgave voor de Belastingdienst. Maar uit onderzoek blijkt dat je met persoonlijk contact juridiseren voorkomt.’

En ten tweede?‘…moeten belastingadviseurs openstaan voor een redelijk overleg en het juridische harnas uittrekken. Klanten zit-ten niet te wachten op een procedure, maar willen een oplossing.Ondernemingen moeten ook in control zijn ten aanzien van risico’s in de toekomst. Een accountant moet vragen hoe de ondernemer de lopende belastingprocedures waardeert. Voor het mkb is zekerheid van belang.’

Interview■ ■ ■ ■

‘Meer procedures omdat de Belastingdienst bezuinigt, zou teleurstellend zijn’

Top 8 klachten over Belastingdienst1. niet ( tijdig) reageren2. toezeggen om terug te bellen, maar dat niet doen3. gebrekkige communicatie tussen verschillende

onderdelen van de Belastingdienst4. trage uitbetaling van de tegemoetkoming

buitengewone uitgaven5. (te) lange doorlooptijden6. trage terugbetaling/voorschot teveel ingehouden

zorgpremie7. gebrekkige klachtherkenning8. gebrekkige informatieverstrekking

(Bron: De Belastingdienst: lessen uit de praktijk van de Nationale ombudsman, 2 februari 2010)

‘De Belastingdienst is van goede wil’

Page 14: Het Register nr. 12-2011

15december 2011 | nummer 12 | Het Register

Komen partijen er wel uit met de Belastingdienst?‘Vaak wel, ja. De Belastingdienst is gericht op het gelijk-heidsbeginsel en toepassing van de wet. Mediation is geen willekeur, is geen marchanderen. De belangrijkste vraag is: wat kunnen partijen over en weer in redelijk-heid van elkaar verwachten binnen het wettelijk kader? Het gaat erom een gemeenschappelijke visie te ontwik-kelen op dat redelijke.’

Kritiek‘Ik ben in feite een bemiddelaar, geen rechter. De oor-deelsvorming staat niet voorop. Het belangrijkste is mijn bemiddelende rol. Vanuit die rol kan ik meer doen dan al-leen klachten behandelen. Het eff ect van mijn werk is met name zichtbaar als ik de structuur weet te beïnvloe-den. De Tweede Kamer wilde een ombudsman die dejuri-diserend zou moeten werken en die een duidelijk gezicht zou geven aan de functie.’

Maar dat duidelijke gezicht vindt men in Den Haag soms knap lastig…

‘Dat is ook wel een beetje balanceren. Maar als ik naar aanleiding van concrete zaken naar buiten kom, is dat nooit een probleem.’

Uw kritiek op het politieoptreden tijdens de strandrellen bij Hoek van Holland viel slecht bij het laatste kabinet-Balke-

nende. Premier Balkenende vond ook dat u geen onderzoek mocht doen naar aanleiding van de klachten van Edwin de Roy van Zuydewijn. En Justitie-minister Hirsch Ballin was not amused met uw rapport over de behandeling van een za-kenman die het slachtoff er was van identiteitsfraude. Was het voor u daarom ook een verrassing dat u bent herbe-noemd?

‘Het uitgangspunt is dat je wordt herbenoemd als je je werk goed hebt gedaan. Dat komt de onafh ankelijkheid van de ombudsman ten goede. Wilders heeft in de Twee-

de Kamer wel gezegd dat zijn voorkeur uitging naar Job Cohen. Daardoor werd de herbenoeming een beetje ver-kiezingenachtig. Maar voor de buitenwereld leek de her-benoeming spannender dan die voor mij was. Ik ben er heel blij mee omdat ik nu een aantal dingen kan afmaken die ik in gang heb gezet. Zoals het vergoeden van de scha-de en het maken van excuses bij onbehoorlijk gedrag. Veel ministers hebben een juridische refl ex. Hun eerste

reactie op een klacht is niet zelden erg defensief. En dat roept vaak weer boosheid en weerstand op. De overheid wil doorgaans alleen een vergoeding betalen als het han-delen evident onrechtmatig was. Maar zij zou dat vaker moeten doen uit coulance.’

Coulant betekent ook: stromend. Dat brengt ons terug bij de bol in uw tuin: moet de overheid de waterpomp zijn?

‘De overheid moet zelf investeren in behoorlijkheid. Dat bespaart een hoop ellende en draagt bij aan de legitimiteit van haar optreden.’ ■

■ ■ ■ ■

‘De overheid zou vaker een vergoeding moeten betalen uit coulance’

‘Alleen een contactambtenaar bij horizontaal toezicht gaat wel ver’

Page 15: Het Register nr. 12-2011

16 Het Register | december 2011 | nummer 12

■ ■ ■ ■ Belastingplan 2012

Diana de VriesDrs. D.M. de Vries is

werkzaam bij het Bureau Vaktechniek

van het Register Belastingadviseurs.

Het kabinet is van mening dat het hoofddoel van het belastingstelsel weer voorop moet staan, namelijk het fi nancieren van over-heidsuitgaven. In het verleden zijn vanwege

nevendoelen te veel uitzonderingen, vrijstellingen en fi s-cale faciliteiten ontstaan. Daarom staat vereenvoudiging van de belastingwetgeving hoog op de agenda. Het belas-tingstelsel moet begrijpelijker en consistenter zijn, een goed evenwicht bieden tussen effi ciency en rechtvaardig-heid, met minder administratieve lasten en uitvoerings-kosten gepaard gaan en bestendiger zijn, dus niet om de haverklap worden aangepast.1 De Commissie wetsvoor-stellen van het Register Belastingadviseurs (hierna: RB) kan zich vinden in dat streven.2 De concrete uitwerking van dit voornemen van het kabinet vindt (gedeeltelijk) haar beslag in het Belastingplan 2012 c.a. bestaande uit het Belastingplan 2012, Overige fi scale maatregelen 2012,

Geefwet, Wet uitwerking autobrief en de Wet toepassing dwangsomregeling toeslagen.3 Spreiding van de fi scale voorstellen over vijf wetsvoorstellen impliceert een groot aantal maatregelen. Dit roept dan natuurlijk de vraag op in hoeverre het kabinet feitelijk gevolg geeft aan zijn vereenvoudigingsdoelstelling.4

Bijtelling privégebruik auto5

De bijtelling privégebruik auto krijgt vaak aandacht van de wetgever. In de periode 2001 tot en met 2003 gold bijvoorbeeld een getrapte bijtelling om meer aan te slui-ten bij het werkelijke privégebruik. In 2004 is de getrap-te bijtelling vervangen door een uniform bijtellingsper-centage vanuit het oogpunt van eenvoud. Vanaf 2008 is

de hoogte van de bijtelling afh ankelijk van de CO2-uit-stoot. De afgelopen tien jaar is de regeling acht keer ge-wijzigd. Het aantal leden van de wet varieerde in deze periode van minimaal vijf en maximaal elf. Met de Wet uitwerking autobrief wordt de regeling met ingang van 1 januari 2012 weer gewijzigd en uitgebreid met tien nieuwe leden, zodat het totaal uitkomt op 21. Bovendien stelt het kabinet al wijzigingen voor per 1 juli 2012, 1 ja-nuari 2013, 1 januari 2014, 1 januari 2015 en 1 januari 2016.

Vooral door de wijzigingen van de CO2-uitstootgrenzen en het daarbij behorend overgangsrecht is de regeling in-middels behoorlijk ingewikkeld. Voor de hoogte van de bijtelling bij de diverse CO2-uitstootgrenzen in de ko-mende jaren verwijs ik naar tabel 5 in de memorie van toelichting op de Wet uitwerking autobrief.6 Kern van de regeling is dat de verlaagde bijtelling op het moment dat het kenteken voor het eerst op naam wordt gesteld niet onbeperkt blijft gelden. Voor auto’s die na 30 juni 2012 voor het eerst op naam worden gesteld blijft de verlaging van het bijtellingspercentage behorend bij de dan gelden-de CO2-grens gedurende zestig maanden gehandhaafd. Ongeacht of de auto in die periode van eigenaar wisselt. Hierna wordt de verlaging van de bijtelling na elke perio-de van zestig maanden herbeoordeeld. Voor auto’s die vóór 1 juli 2012 op naam zijn gesteld geldt overgangs-recht. De administratieve rompslomp rond de bijtelling neemt dus toe. Inzicht is nodig in de datum tenaamstel-ling (kenteken), de mate van CO2-uitstoot (technische specifi caties), het geldende verlagingspercentage voor de bijtelling, het tijdstip van herbeoordeling en de wijziging in gebruiker/eigenaar (bij overgangsrecht). Aandachts-punt hierbij is de boete die geldt bij een betalingsverzuim vanwege een te lage aangifte loonbelasting als gevolg van een te lage bijtelling privégebruik auto (80% tot 100% van het wettelijk maximum van € 4920).7

Het jaarlijkse zwaartepunt van de wijzigingen in de fi scale regelgeving is op Prinsjesdag als het kabinet de belastingplannen voor komend(e) jaar/jaren bekendmaakt. Met het Belastingplan 2012 cum annexis (hierna: c.a.) borduurt het kabinet voort op de beleidsstandpunten voor het Nederlandse belastingstelsel uit de Fiscale Agenda (naar een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendig belastingstelsel).

Wijzigingen Belastingplan 2012

Administratieve rompslomp bijtelling auto neemt toe

Page 16: Het Register nr. 12-2011

17december 2011 | nummer 12 | Het Register

De administratieve rompslomp rondom het privégebruik van de (energiezuinige) auto neemt toe.

Een beoogde vereenvoudigingsmaatregel is de introduc-tie van de Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestel-auto waardoor geen rittenadministratie meer nodig zou zijn. De ondernemer (dan wel werknemer of inhoudings-plichtige) kan de verklaring of intrekking ervan indienen bij de inspecteur door middel van een digitaal formulier. De inspecteur bevestigt de ontvangst.Heeft de inspecteur een vermoeden van een privérit, dan moet de ondernemer de zakelijkheid van de rit doen blij-ken. Hoe uitgebreid de inspecteur dit vermoeden moet onderbouwen is niet duidelijk. Controle vindt in beginsel uitsluitend plaats door camerawaarneming.8 Zonder ge-slaagd bewijs van de zakelijkheid van de rit wordt de be-stelauto geacht voor meer dan vijfh onderd kilometer voor privédoeleinden te zijn gebruikt. Degene die de verklaring heeft afgegeven is direct de bijtelling verschuldigd. Er is

■ ■ ■ ■w

ww

.shut

ters

tock

.com

geen tegenbewijsmogelijkheid voor de grens van vijfh on-derd kilometer per jaar. De verlaging van administratieve lasten door het vervallen van een rittenregistratie wordt zo weer ongedaan gemaakt door de noodzaak het zakelijk gebruik van de auto op verzoek te kunnen aantonen.9

Bij intrekking van de verklaring wordt de auto geacht ook voor de voorafgaande periode voor privédoeleinden beschikbaar te zijn gesteld, maar niet voor die doeleinden

Voortzetting pensioenregeling geen oplossing voor alle ondernemers

Page 17: Het Register nr. 12-2011

18 Het Register | december 2011 | nummer 12

te zijn gebruikt. Kan voor de resterende periode van het jaar een gebruik van minder dan vijfh onderd kilometer worden aangetoond, dan geldt voor het hele jaar geen bij-telling. Kan dit niet worden aangetoond, dan geldt de bij-telling voor het hele jaar. Niet-tijdig intrekken van de verklaring is een vergrijp waarvoor een boete kan worden opgelegd van ten hoogste 100% van het niet geheven be-lastingbedrag.10

ZelfstandigenaftrekDe enige vereenvoudiging voor wat betreft de zelfstandi-genaftrek is het verdwijnen van de gediff erentieerde af-trek die in 2010 nog is uitgebreid. Hiervoor in de plaats komt een vaste aftrek van € 7280.11 Een overzicht van de inkomenseff ecten hiervan is opgenomen in een tabel in

de nota naar aanleiding van het verslag.12 De eveneens in 2010 ingevoerde maximering van de zelfstandigenaftrek tot het bedrag van de winst en de daarbij behorende doorschuifregeling bij voor bezwaar vatbare beschikking blijven gehandhaafd. Een vereenvoudiging op dit punt en voor de onderne-mersaftrek in het algemeen moet wachten tot de uit-komsten bekend zijn van de aangekondigde verkenning naar een winstbox. Hierbij gaan ondernemersfaciliteiten op in een lager, proportioneel tarief.

Sparen voor de oude dag De Studiecommissie belastingstelsel heeft geadviseerd de oudedagsreserve af te schaff en, omdat deze niet leidt tot een reële oudedagsvoorziening.13 De dotatie aan deze reserve wordt in 2012 gemaximeerd op € 9382 (in 2011 € 11.882). De verlaging van € 2500 komt ten gunste van de mogelijkheid om zeven jaar langer vrijwillig deel te nemen aan de pensioenregeling bij de voormalige werk-gever.

De verlaagde grens voor dotatie aan de oudedagsreserve raakt alle ondernemers, maar de verruiming van de vrij-willige voortzetting van de pensioenregeling biedt alleen een oplossing voor ondernemers die aansluitend aan een dienstbetrekking een onderneming gaan drijven.14 De

mogelijkheid om de pensioenregeling bij de voormalige werkgever vrijwillig voort te zetten bestaat al langer, maar werd fi scaal slechts gefaciliteerd voor een periode van drie jaar. Voorwaarden voor vrijwillige voortzetting

inclusief de mogelijkheid om de premie als negatief loon aan te merken zijn:15

het pensioenreglement moet de mogelijkheid van ■

vrijwillige voorzetting bieden;16

de vrijwillige voorzetting moet uiterlijk negen ■

maanden na beëindiging van de dienstbetrekking aanvangen;de ex-werknemer moet ■ aansluitend aan de voormalige dienstbetrekking winst uit onderneming genieten;voorafgaand aan de vrijwillige voortzetting is mini- ■

maal drie jaar deelgenomen aan de pensioenregeling; wijziging van de pensioenregeling is slechts toege- ■

staan als de pensioenrechten voor de betreff ende werknemer niet verbeteren;er treedt geen cumulatie op met de pensioenregeling ■

bij een nieuwe werkgever, de vorming van een oude-dagsreserve of deelname aan een beroepspensioenre-geling;de uitbreiding van de pensioendiensttijd mag niet lig- ■

gen in de drie jaar voorafgaand aan het pensioen, ten-zij de dienstbetrekking om medische redenen is beëindigd.

In het uitvoeringsbesluit wordt het pensioengevend loon na het derde jaar gemaximeerd op het actuele inkomen in box I geldend voor de premiegrondslag in de derde pij-ler. De bovengrens is het laatstverdiende pensioengevend loon bij de voormalige werkgever.17 Is er sprake van een relatief lage winst uit onderneming, dan biedt deze rege-ling geen oplossing. Bovendien moet de ondernemer be-reid en in staat zijn om liquide middelen vrij te maken voor premiebetaling aan de pensioenuitvoerder. De in-troductie per 1 januari 2013 van vitaliteitssparen biedt hiervoor nauwelijks een alternatief.

Vitaliteitssparen is een eenvoudige regeling. De onderne-mer kan jaarlijks maximaal € 5000 sparen tot een maxi-mum van € 20.000 is bereikt. De overboeking naar de vi-taliteitsspaarrekening18 is aftrekbaar in box I, het tegoed is vrijgesteld in box 3 en bestedingsvrij bij opname. Bij opna-me wordt 42% loonheffi ng ingehouden met een eventuele bijbetaling of teruggaaf in de inkomstenbelasting. Welis-waar moet de ondernemer ook hier liquiditeiten afzonde-ren, maar het tegoed is gemakkelijk opneembaar. De on-dernemer zou op enig moment kunnen besluiten het tegoed op te nemen voor een aftrekbare lijfrentepremie. Het belastbare voordeel uit vitaliteitssparen valt dan weg tegen de storting van de lijfrentepremie. Na opname kan de ondernemer weer verder sparen op de vitaliteitsspaar-rekening tot het maximum van € 20.000. De aftrek van lijfrentepremie is ook hier echter begrensd door de jaar-ruimte en de reserveringsruimte19 waardoor bij lage win-sten nauwelijks aftrek mogelijk is. Vitaliteitssparen biedt als pensioenregeling nauwelijks soelaas. Het tegoed van de vitaliteitsspaarrekening moet uiterlijk de dag voor de dag waarop de 65-jarige leeftijd wordt bereikt zijn overgeboekt. Met ingang van het jaar waarin de leeftijd van 62 jaar wordt bereikt mag jaarlijks maximaal € 10.000 worden overgeboekt.20

■ ■ ■ ■

Vitaliteitssparen biedt als pensioenregeling nauwelijks soelaas

Voor echte vereenvoudiging is het wachten op de winstbox

Belastingplan 2012

Page 18: Het Register nr. 12-2011

19december 2011 | nummer 12 | Het Register

■ ■ ■ ■

Research & Development-aftrek (RDA)In het Belastingplan 2012 is de RDA aangekondigd. De re-geling is opgenomen in de Nota van wijziging21 op het Be-lastingplan 2012. Hoewel de invoering van de regeling past binnen het innovatiebeleid van het kabinet staat de nieuwe regeling wel op gespannen voet met de vereen-voudigingsdoelstelling. Deze fi scale faciliteit verlaagt de directe kosten (niet-loonkosten) van R&D. R&D-loon-kosten worden al gefaciliteerd via de afdrachtverminde-ring voor speur- en ontwikkelingswerk.

Aftrekbaar is het bedrag van de zogenoemde RDA-be-schikking (afgegeven door het Agentschap NL) en komt ten laste van de winst op de dag van de dagtekening van de beschikking. De RDA is een extra aftrekpost en staat los van de normale regels voor fi scale winstbepaling ten aanzien van de betreff ende kosten of investeringen voor speur- en ontwikkelingswerk. Voor 2012 wordt een RDA-percentage van 40 voorzien. Kosten van aan derden uit-besteed speur- en ontwikkelingswerk zullen niet kwalifi -ceren. De regeling wordt verder uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur. De opzet zal nauw aan-sluiten met de bestaande uitvoeringspraktijk van de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk. Vanuit het oogpunt van eenvoud en begrijpelijkheid is dat dan weer wel positief.

ConclusieHet Belastingplan 2012 c.a. bevat onder meer wijzigingen in de bijtelling privégebruik auto, de zelfstandigenaftrek en het sparen voor de oude dag, alsook de invoering van de RDA. Deze wijzigingen zijn van belang voor de onder-nemer in de inkomstenbelasting.

De bijtelling privégebruik auto is door de stimulering ■

van het gebruik van de zuinige auto behoorlijk inge-wikkeld geworden. De Verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto roept vragen op over de bewijslast-verdeling bij een vermoeden van een privérit bij de in-specteur. Door de bewijslast van een zakelijke rit wordt de verlaging van de administratieve lasten door het ver-vallen van de rittenadministratie ongedaan gemaakt.De zelfstandigenaftrek wordt een vaste aftrek, maar ■

voor een echte vereenvoudiging van de ondernemers-aftrek is het wachten op een winstbox. Dotatie aan de oudedagsreserve wordt beperkt. De ■

verruiming van de vrijwillige deelname aan de pensi-oenregeling van de voormalige werkgever leidt waar-schijnlijk niet tot de beoogde opbouw van een reële oudedagsvoorziening voor startende ondernemers en is niet toegankelijk voor bestaande ondernemers. Het nieuwe vitaliteitssparen biedt hiervoor ook nauwe-lijks een alternatief.De RDA is een extra aftrek om R&D te stimuleren en ■

past binnen het innovatiebeleid van het kabinet. Het is ook een nieuw fi scaal instrument. Zo blijft er ook voor de belastingadviseur weer genoeg te adviseren.

Kortom het Belastingplan 2012 c.a. bevat geen schokken-de wijzigingen voor de ondernemer, maar ook geen fun-damentele oplossing voor de oudedagsvoorziening van

ondernemers. Van een echte vereenvoudiging is evenmin sprake, zodat de ‘doe-het-zelfaangifte’ voor de onderne-mer nog wel even onder constructie blijft. ■

Noten1. Memorie van toelichting (hierna: MvT) Belastingplan 2012,

Kamerstuk II 2011/2012, 33003, nr. 3, § 1 en § 1.1.1.

2. Reactie op de Fiscale Agenda door de Commissie wetsvoorstellen

van het RB van mei 2011.

3. Dossiernummers: Belastingplan 2012 33003, Overige fi scale

maatregelen 2012 33004, Geefwet 2012 33006, Wet uitwerking

autobrief 33007, Wet toepassing dwangsomregeling toeslagen

33005.

4. Besproken belastingmaatregelen zijn beoordeeld naar de stand

van het wetgevende proces op het moment van schrijven van

dit artikel (begin november 2011).

5. Artikel 3.20 Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001)

en/of artikel 13bis Wet op de loonbelasting 1964.

6. MvT Wet uitwerking autobrief, 33007, nr. 3, blz. 9.

7. Artikel 67c Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR)

juncto § 24 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst.

8. Nota naar aanleiding van het verslag Wet uitwerking autobrief,

Kamerstukken II 2011/2012, 33007, § 7, blz. 29.

9. Zie ook het commentaar van de Commissie wetsvoorstellen van

het RB op Belastingplan 2012 c.a., blz. 4 en 5.

10. Artikel 10a AWR (nieuw), Overige fi scale maatregelen 2012,

Kamerstukken II 2011/2012, 33004, nr. 2, artikel XI, letter B.

11. Artikel 3.76, lid 2 Wet IB 2001, Belastingplan 2012, Kamerstukken

II 2011/2012, 33003, nr. 2, artikel I, onderdeel D.

12. Nota naar aanleiding van het verslag Belastingplan 2012,

Kamerstukken II 2011/12, 33003, § 4.1, blz. 44.

13. Continuïteit en vernieuwing. Een visie op het belastingstelsel.

Studiecommissie belastingstelsel, bijlage bij Kamerstukken II

2009/10, 32140, nr. 4, blz. 80, 81, 92–99, 104.

14. Artikel 54 Pensioenwet.

15. Artikel 18g juncto artikel 10a Uitvoeringsbesluit loonbelasting.

16. Zie ook commentaar op het Belastingplan 2012 c.a. van de

Commissie wetsvoorstellen van het RB, § 1.1, blz. 2.

17. MvT wijziging van enkele belastingwetten en enige andere

wetten (Belastingplan 2012), Kamerstuk II 2011/2012, 33003,

nr. 3, § 5.2, blz. 42.

18. Hetzelfde geldt voor een vitaliteitsspaarverzekering of een

vitaliteitsspaarrecht van deelneming.

19. Artikel 3.127, leden 1 en 2 Wet IB 2001.

20. Hetzelfde geldt voor het tot uitkering zijn gekomen van de

vitaliteitsspaarverzekering of de vervreemding van het

vitaliteitsspaarrecht van deelneming.

21. Nota van wijziging Belastingplan 2012, Kamerstukken II 2011/12,

33003, nr. 5.

Page 19: Het Register nr. 12-2011

COLUMN

20 Het Register | december 2011 | nummer 12

Rond de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting op woningen, is in brede kring geopperd die belasting maar helemaal af te schaff en. De “verhuisboete” werkt negatief doordat verhuizen wordt ontmoedigd, terwijl dat beter zou zijn voor arbeidsmobiliteit en milieu. Bovendien kent deze heffi ng geen rechtvaardigingsgrond zoals draagkracht- of profi jtbeginsel. Sommige mensen betalen nooit overdrachtsbelasting, terwijl anderen – bijvoorbeeld door verandering van werkkring of partner- noodgedwongen meerdere malen overdrachtsbelasting betalen. Daar staat tegenover dat deze belas-ting de overheid makkelijk en substantieel geld oplevert. Het notariaat verzorgt in belangrijke mate de inning van een slordige € 4 miljard per jaar. Maar het kan toch ook anders.

Schaf deze heffi ng per verkrijging af en belast het bezit van vastgoed, bijvoorbeeld door een verhoging van de onroerende-zaakbelasting. Geen heffi ng per toevallige verkrijging, maar door bezit te belasten betaalt iedere eigenaar elk jaar een beetje. Zijn wij ook af van allerlei structuren om overdrachtsbelas-ting te ontgaan, van de onduidelijkheid rond verkrijging van economisch eigendom, en is ook de inge-wikkelde regeling voor aandelen in vastgoedlichamen overbodig. Simpelweg een belasting op het be-zit van vastgoed, welke jaarlijks een promillage van de waarde bedraagt. De waterschapsbelastingen kunnen er mijns inziens ook direct bij. Nu heff en gemeenten en waterschappen afzonderlijk. Na aan-passing van de WOZ-waarde, moet thans ook het waterschap in actie komen. Dat kan effi ciënter in één heffi ng (en inning), waarvan de opbrengst op eenvoudige wijze over de kassen van gemeenten en waterschappen kan worden verdeeld. Daar kan ook de (vervanger voor de) overdrachtsbelasting bij (waarvan de opbrengst naar het Rijk gaat).

Ik zou nog een stap verder willen gaan, door ook de btw op vastgoed jaarlijks te heff en. Bij een jaarlijk-se btw-heffi ng over de huurwaarde van vastgoed, kan de heffi ng op de (op)levering van nieuw vast-goed vervallen. Ondernemers kunnen de jaarlijkse heffi ng in aftrek brengen overeenkomstig het voor

hen geldende btw-regime. Voor de rest zal de btw drukken (eventueel nog met verrekening via het Btw-compensatiefonds voor gemeenten en provincies). Dan zijn wij af van het willekeurige

verschil in btw-druk dat optreedt als een pand eerst voor aftrekgerechtigde activitei-ten wordt gebruik en later voor niet-aftrekgerechtigde handelingen en andersom.

De narigheid rond het al dan niet voldoen aan het zogenoemde 90%-criterium bij opties voor belaste verhuur en levering, behoort dan ook tot het verleden. Een dergelijke aanpassing vereist echter communautaire maatregelen, zodat deze er niet zo snel zal komen.

Laten wij ons daarom maar eerst op de afschaffi ng van de overdrachtsbelas-ting concentreren, met een jaarlijkse heffi ng over al het vastgoedbezit als ver-vanger. De opbrengst kan gelijk blijven, zodat er geen budgettaire bezwaren zijn. Sterker nog, de opbrengst wordt voor de overheid stabieler omdat die

niet meer afh ankelijk is van transacties. De inning wordt wellicht wat lastiger als de notarissen die niet meer in belangrijke mate verzorgen. Maar laten wij daar

dan iets van de Grieken leren: vervang de notarissen als belastinggaarders door de energiebedrijven en stop de heffi ng in de energienota’s. ■

Bart van Zadelhoff Prof. dr. B. G. van Zadelhoff is hoogleraar belastingrecht aan de

Rijksuniversiteit Groningen en verbonden aan KPMG Meijburg & Co te Amstelveen.

Eén heffi ng op vastgoed

se btw-heffi ng over de huurwaarde van vastgoed, kan de goed vervallen. Ondernemers kunnen de jaarlijkse heffi n

hen geldende btw-regime. Voor de rest zal de btw druBtw-compensatiefonds voor gemeenten en pro

verschil in btw-druk dat optreedt als eenten wordt gebruik en later voor niet-a

De narigheid rond het al dan niet voopties voor belaste verhuur en levedergelijke aanpassing vereist echteniet zo snel zal komen.

Laten wij ons daarom maar eerstting concentreren, met een jaarlvanger. De opbrengst kan gelijk zijn. Sterker nog, de opbrengst w

niet meer afh ankelijk is van transaals de notarissen die niet meer in be

dan iets van de Grieken leren: vervaenergiebedrijven en stop de heffi ng i

Bart van Zadelhoff Prof. dr. B. G. van Za

Rijksuniversiteit& Co te Amste

Page 20: Het Register nr. 12-2011

21december 2011 | nummer 12 | Het Register

■ ■ ■ ■

De heffi ngsrente heeft de afgelopen jaren ge-leid tot veel fi scale procedures waarvan de uitspraak van de Hoge Raad van 14 oktober 2011 (LJN: BP3037) het voorlopige sluitstuk

is. Deze jurisprudentie is deels terug te vinden in de nieuwe belastingrenteregeling. De regeling is echter niet evenwichtig en leidt tot nadeel bij belastingplichtigen. Grote winnaar is de schatkist gezien de ingeboekte be-sparing van structureel € 400 miljoen per jaar met in-gang 2018.

Huidige regeling heffi ngsrenteDe belangrijkste bepalingen voor de heffi ngsrente zijn nu terug te vinden in de artikelen 30f, 30g en 30h Alge-mene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR). In arti-kel 30f, lid 1 AWR is bepaald dat heffi ngsrente wordt be-rekend als een aanslag (voorlopige, defi nitieve of navordering) wordt vastgesteld. Aanvullend bepaalt lid 3 dat de rente enkelvoudig wordt berekend over het tijd-vak dat aanvangt op de dag na het aangiftejaar en eindigt op de dagtekening van de aanslag. Met andere woorden, de rente wordt berekend vanaf 1 januari volgende op het belastingjaar. Het is daarbij niet relevant of de aanslag leidt tot een te betalen bedrag dan wel een terug te ont-vangen bedrag; de berekeningswijze is identiek. De re-den waarom de aanslag wordt opgelegd is eveneens niet relevant. Ook bij een verzoek om ambtshalve verminde-ring of bij vermindering naar aanleiding van een bezwaar wordt de heffi ngsrente op dezelfde manier berekend. Aanvullend bepaalt lid 5 de berekeningswijze voor de hoogte van het percentage van de heffi ngsrente.1 Artikel 30g AWR bepaalt over welk (belasting)bedrag heffi ngs-rente wordt vergoed. In lid 4 is bepaald dat geen hef-fi ngsrente wordt vergoed als een verlies van een volgend

jaar wordt verrekend (carryback). Artikel 30h AWR be-paalt over welk (belasting)bedrag heffi ngsrente in reke-ning wordt gebracht.

De voorgestelde belastingrenteregelingIn tegenstelling tot de drie artikelen van de huidige rege-ling omvat de belastingrenteregeling maar liefst tien arti-kelen. Dit verklaart ook direct waarom de voorgestelde re-geling verre van eenvoudig is.

Te betalen belastingrenteHoofdregel is dat belastingrente wordt berekend als een aanslag wordt vastgesteld na 1 juli volgende op het be-lastingjaar. Ten opzichte van de huidige regeling vindt er dus een verschuiving plaats met zes maanden. Wordt een aanslag na dit tijdstip vastgesteld met een te betalen bedrag, dan eindigt de periode waarover belas-tingrente wordt berekend niet langer op de dagteke-

ning van de aanslag maar op de uiterste betaaltermijn van de aanslag. In vergelijking met de huidige situatie wordt hierdoor zes weken langer rente berekend. Ook als de belastingplichtige na ontvangst van de aanslag per ommegaande betaalt, wordt de berekende belastingrente niet verminderd. Zelfs in het bedrijfsle-ven is het gebruikelijk dat voor verschuldigde bedragen een renteloze betalingstermijn wordt gegund. De voorgestelde belastingrenteregeling doet dat echter niet.2

Het Belastingplan 2012 introduceert een nieuwe belastingrenteregeling die de huidige regeling van de heffi ngsrente met ingang van 2012 gaat vervangen. In deze bijdrage bespreek ik eerst kort de huidige heffi ngsrenteregeling. Daarna volgt een uiteenzetting van de nieuwe belastingrenteregeling en ga ik in op een aantal opvallende verschillen en onevenwichtigheden. Ik sluit af met een aantal conclusies. De nadruk ligt op de regeling bij de inkomstenbelasting en vennoot-schapsbelasting.

De nieuwe belastingrenteregeling

Peter GoossensDrs. P.N.M. Goossens is werkzaam bij het Bureau Vaktechniek van het Register Belastingadviseurs.

Belastingrente alleen vergoed als Belastingdienst traag is

Page 21: Het Register nr. 12-2011

22 Het Register | december 2011 | nummer 12

■ ■ ■ ■ Belastingplan 2012

Te ontvangen belastingrenteWordt een aanslag na 1 juli volgend op het belastingjaar vastgesteld met een te ontvangen bedrag, dan wordt al-leen belastingrente vergoed als de Belastingdienst traag heeft gereageerd op een wijzigingsverzoek of op de inge-diende aangifte. De Belastingdienst is traag als een wijzi-gingsverzoek niet binnen acht weken is afgerond of als een aangifte niet binnen dertien weken is gevolgd door een (voorlopige of defi nitieve) aanslag. Alleen in die situa-ties wordt nog belastingrente vergoed en wel over de peri-ode gelegen tussen het moment van indienen van het wij-zigingsverzoek of de aangifte en zes weken na de dagtekening van de uiteindelijke aanslag, te verminderen met de genoemde termijnen van acht en dertien weken. Ook in dit geval wordt dus rente berekend over zes weken extra, ondanks tijdige betaling door de Belastingdienst (meestal vóór of omstreeks de dagtekening van de aan-slag). Opgemerkt moet echter worden dat dit alleen geldt als de aanslag na 1 juli wordt vastgesteld en aanvullend de Belastingdienst traag heeft gehandeld. Met de huidige au-tomatiseringsmogelijkheden lijkt dit scenario niet goed denkbaar.

Verschillen en onevenwichtighedenPer saldo nauwelijks vergoeding van belastingrenteDe praktijk zal waarschijnlijk uitwijzen dat vrijwel elke te-ruggaaf na 1 juli volgend op het belastingjaar binnen de ge-stelde acht respectievelijk dertien weken zal worden geëf-

fectueerd, waardoor belastingplichtigen in de regel geen belastingrente meer vergoed krijgen. Dit is in schril con-trast met de belastingrenteregeling voor aanslagen met een te betalen bedrag die vanaf 1 juli zijn vastgesteld en waarover belastingplichtigen dan altijd belastingrente moeten betalen.

Onevenwichtigheid bij herziening van de aanslag Een ander belangrijk verschil met de huidige regeling is aanwezig bij verzoeken tot ambtshalve vermindering (bij-voorbeeld in verband met een vergeten aftrekpost). Aan-gezien de defi nitieve aanslag al is opgelegd, zal dit verzoek altijd leiden tot een teruggaaf. Hierover wordt echter geen rente meer vergoed, ook niet als dit na 1 juli is en de Belas-tingdienst het verzoek traag afwikkelt. In de omgekeerde situatie – de vrijwillige verbetering leidend tot een te beta-len belastingbedrag – wordt wel weer belastingrente bere-kend vanaf 1 juli tot maximaal twaalf weken na de indie-ning van de vrijwillige verbetering.

Onevenwichtigheid bij afwijkingen van aangifte of wijzi-gingsverzoekEen tweede belangrijk verschilpunt is de situatie waarin een aanslag in afwijking van de aangifte (of een wijzi-gingsverzoek) wordt vastgesteld. Als uit de aangifte een te-

ruggaaf voortvloeit en bij de aanslagregeling een correctie wordt doorgevoerd die leidt tot een te betalen bedrag, zal belastingrente worden berekend volgens de hoofdregel (dus vanaf 1 juli). Als aan het tegen de aanslag gerichte be-zwaar tegemoet wordt gekomen, wordt slechts de eerder in rekening gebrachte belastingrente verminderd. Over de aanvullende teruggaaf wordt echter geen belastingrente meer vergoed, terwijl de teruggaaf veel later heeft plaats-gevonden door de correctie en het hierdoor noodzakelijke bezwaar. Was er geen correctie doorgevoerd bij de defi ni-tieve aanslagregeling, dan zou op basis van de hoofdregel belastingrente zijn vergoed als de Belastingdienst traag was. De correctie zal dan plaatsvinden middels een navor-deringsaanslag. De te betalen belastingrente wordt hierbij berekend vanaf 1 juli. Als aan het bezwaar tegen deze na-vorderingsaanslag wordt tegemoetgekomen, zal de in re-kening gebrachte belastingrente ook in dat geval worden verminderd tot nihil. Echter in deze situatie heeft belang-hebbende wel belastingrente genoten als de Belasting-dienst traag was bij het opleggen van de defi nitieve aan-slag. Uit het voorgaande blijkt dat als een aangifte waaruit een teruggave volgt niet snel genoeg wordt afgewikkeld middels een aanslag, de Belastingdienst door het corrige-ren van de aanslag tot een te betalen bedrag de vergoeding van belastingrente kan voorkomen.

Belastingrente is wettelijke rente voor niet-handelstransactiesOpmerkelijk in de nieuwe regeling is ook dat de hoogte van het percentage van de belastingrente wordt gebaseerd op de wettelijke rente voor niet-handelstransacties. De hoogte van deze rente wordt vastgesteld middels Algeme-ne Maatregel van Bestuur en wordt halfj aarlijks op 1 juli en 1 januari vastgesteld. De hoogte van de wettelijke rente bedraagt op dit moment 4%, dus 1 procentpunt hoger dan het huidige heffi ngsrentepercentage. Uit het verloop van deze wettelijke rente van de afgelopen jaren blijkt dat deze meestal hoger was dan het heffi ngsrentepercentage. Vóór de invoering van de heffi ngsrente werd bij het opleg-gen van belastingaanslagen ook de rente berekend op basis van de wettelijke rente. De hoogte hiervan leidde ertoe dat er veel bij de Belastingdienst werd ‘gespaard’.3 Ik ver-moed dat de overheid het nu weer aandurft een hogere rente te hanteren, omdat sparen bij de Belastingdienst in de nieuwe belastingrenteregeling vrijwel onmogelijk is ge-maakt. In de nieuwe regeling heeft dan ook alleen de over-heid baat bij een hoger rentepercentage.

Ontvanger krijgt meer tijd voor renteloze terugbetalingEen volgend punt van aandacht is de regeling voor uit te betalen bedragen. Als een belastingplichtige recht heeft op een teruggaaf, wordt deze normaliter tijdig uitbetaald op of omstreeks de dagtekening van de aanslag of beschik-king. De ontvanger krijgt in de nieuwe regeling een perio-de van zes weken na de dagtekening om tot uitbetaling over te gaan zonder dat een rentevergoeding aan de orde komt. Dit is met name zuur als de teruggaaf voortvloeit uit een verliesverrekening, middelingsverzoek of ambts-halve teruggaaf. Deze worden namelijk al vastgesteld zon-

Bij ambtshalve vermindering geen rentevergoeding

Page 22: Het Register nr. 12-2011

23december 2011 | nummer 12 | Het Register

■ ■ ■ ■

der vergoeding van enige rente. Het moet voor de Belas-tingdienst toch mogelijk zijn in alle gevallen zorg te dragen voor tijdige uitbetaling. Zes weken is echter naar mijn mening een wel heel lange periode.

Onevenwichtigheid met betrekking tot invorderingsrente bij bezwaar en beroep Een laatste onevenwichtigheid ontstaat als bezwaar of beroep wordt ingesteld tegen een aanslag. Voor het be-streden bedrag kan uitstel van betaling worden aange-vraagd. Dit wordt ook vrijwel altijd toegekend. Wordt volledig aan het bezwaar of beroep tegemoetgekomen, dan is uiteraard geen invorderingsrente verschuldigd om-dat er ook niets hoeft te worden betaald. Wordt niet ge-heel aan het bezwaar tegemoetgekomen, dan zal invor-deringsrente in rekening worden gebracht over de periode vanaf de dagtekening van de aanslag tot het mo-ment van de uiteindelijke betaling. Belanghebbenden kunnen echter ook kiezen om de bestreden aanslag te betalen en dus geen uitstel van betaling te vragen. Wordt in dat geval (geheel of gedeeltelijk) aan het bezwaar of beroep tegemoetgekomen, dan wordt het betaalde be-drag (geheel of gedeeltelijk) terugbetaald echter zonder vergoeding van invorderingsrente. Hierop is slechts een

uitzondering, namelijk de situatie waarbij de ontvanger afwijzend heeft beslist op het verzoek om uitstel van be-taling. In deze specifi eke situatie wordt wel invorderings-rente vergoed als geheel of gedeeltelijk aan het bezwaar wordt tegemoetgekomen. Ook deze wijziging beargu-menteert het kabinet met het argument dat sparen bij de fi scus ermee wordt ontmoedigd, zonder nadere onder-

bouwing. Ik ben van mening dat ook dit punt ertoe kan leiden dat belastingplichtigen afzien van procedures van-wege oplopende rentelasten. Ook de mogelijke verhoging van de griffi erechten beperkt de animo van belasting-plichtigen om hun recht te halen.4

Aandachtspunten voor de praktijkDe regeling noopt ertoe het belastbare inkomen en de winst tijdig (dus vóór 1 juli) middels aangifte of wijzigings-verzoek op de juiste hoogte te laten vaststellen. Is er meer belasting verschuldigd, dan moet een verzoek tot wijziging vóór 1 mei worden ingediend of de aangifte moet

Sparen bij de Belastingdienst vrijwel onmogelijk

ww

w.sh

utte

rsto

ck.co

m

Page 23: Het Register nr. 12-2011

24 Het Register | december 2011 | nummer 12

vóór 1 april worden ingediend. Alleen in die gevallen is er namelijk geen rente verschuldigd. Ook als er belasting te-rug te verwachten is, is het raadzaam voor genoemde tijd-

stippen een wijzigingsverzoek of aangifte in te dienen. Hoewel er geen rentevergoeding wordt ontvangen zal late-re indiening van aangifte of wijzigingsverzoek ook niet leiden tot een rentevergoeding. Op dit moment worden wijzigingsverzoeken na afl oop van het belastingjaar niet of slechts beperkt in behande-ling genomen en afgewikkeld. De nieuwe regeling zou er-toe moeten leiden dat alle wijzigingsverzoeken tijdig in behandeling worden genomen ter voorkoming van belas-tingrente ongeacht het moment waarop dit verzoek wordt gedaan. Winstgenieters zullen namelijk in het belasting-jaar zelf voorzichtig schatten en massaal daarna (en vóór 1 mei) wijzigingsverzoeken indienen.

ConclusiesDe voorgestelde belastingrenteregeling leidt ertoe dat de Belastingdienst nog slechts bij hoge uitzondering rente zal moeten vergoeden. Belastingplichtigen zullen in alle

gevallen waarbij een positieve aanslag wordt vastgesteld na 1 juli volgende op het belastingjaar, met extra te betalen belastingrente worden geconfronteerd. De regeling noopt ertoe het belastbare inkomen en de winst tijdig (dus vóór 1 juli) middels aangifte of wijzigingsverzoek op de juiste hoogte te laten vaststellen. Alleen in dat geval is geen ren-te verschuldigd. De Belastingdienst zal wijzigingsverzoe-ken na afl oop van het jaar in behandeling moeten gaan ne-men. Belastingplichtigen kunnen onder de nieuwe regeling niet langer sparen bij de Belastingdienst. Zij moe-ten gedurende het belastingjaar zoveel mogelijk juist schatten en uiterlijk vóór 1 mei of 1 april een wijzigings-verzoek of aangifte indienen. De regeling stimuleert dus het werken in de actualiteit. De regeling is echter erg inge-wikkeld en werkt op veel onderdelen nadelig uit voor be-lastingplichtigen. Ik denk dat deze nadelen er wel toe lei-den dat de beoogde besparing ruimschoots zal worden behaald. ■

Noten1. In het vierde kwartaal van 2011 bedraagt de heffi ngsrente 3%.

2. Het Register Belastingadviseurs (hierna: RB) spreekt zich in zijn

commentaar op het Belastingplan 2012 op dit punt ook uit tegen

de belastingrenteregeling.

3. Zie onder andere Kamerstukken II 1991/1992, 22402, nr. 8, pag. 7.

4. Zie het wetsvoorstel Kostendekkende griffi erechten en het

commentaar van het RB hierop.

Renteregeling stimuleert werken in de actualiteit

■ ■ ■ ■ Belastingplan 2012

Advt

Page 24: Het Register nr. 12-2011

26 Het Register | december 2011 | nummer 12

■ ■ ■ WOZ

Ronald MolsMr. R.P.M.M. Mols

is vennoot bij Van den

Bosch & partners belastingadviseurs voor overheden in

Sliedrecht.

De voorwaarden voor de cultuurgrondvrijstel-ling zijn vastgelegd in artikel 2, aanhef en onderdeel a URUO. Bij de waardebepaling wordt de waarde van ten behoeve van land-

of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond buiten aanmerking gelaten, voor zover die niet de onder-grond vormt van gebouwde eigendommen. De elemen-ten van deze uitzonderingen zijn dus:

cultuurgrond; ■

ten behoeve van land- of bosbouw; ■

bedrijfsmatige exploitatie; ■

voor zover geen ondergrond van gebouwde eigen- ■

dommen.

Wat is cultuurgrond?Onder cultuurgrond wordt verstaan de grond die wordt bewerkt en verzorgd om gewassen te kweken. Woeste gronden of andere niet-bewerkte gronden en grond in potten of bakken zijn niet aan te merken als cultuur-grond. Dergelijke grond is los daarvan ook niet als onroe-

rend aan te merken. Een boerenerf of ondergrond van ge-bouwen is geen cultuurgrond. Ondergrond van kassen en de kassen zelf zijn op grond van artikel 220d, lid 1, onder-delen a en b van de Gemeentewet in het kader van de on-roerendezaakbelastingen wel vrijgesteld.

Wat wordt verstaan onder land- of bosbouw?Voor de inkleuring van het begrip ‘landbouw’ moet wor-den aangesloten bij de defi nitie in het Burgerlijk Wet-boek (hierna: BW).2 Daarin is bepaald dat onder land-bouw wordt verstaan (steeds voor zover bedrijfsmatig geëxploiteerd) akkerbouw, weidebouw, veehouderij, pluimveehouderij, tuinbouw – daaronder begrepen fruit-teelt en het kweken van bomen, bloemen en bloembol-len – de teelt van griendhout en riet, en elke andere tak van bodemcultuur met uitzondering van bosbouw. Uit de jurisprudentie volgt dat volkstuinen3 niet kunnen worden aangemerkt als landbouw in de zin van de vrijstel-ling. Dat geldt tevens voor grond die op basis van een zoge-noemde set-asideregeling (EU-verordening ter beperking van overproductie) tijdelijk buiten gebruik is gesteld.4

Het fokken, leasen en beleren van veulens en paarden valt niet onder het begrip ‘landbouw’, omdat er geen sprake is van fokken voor consumptie.5

Een wettelijk bepaling van ‘bosbouw’ ontbreekt. Bij bos-bouw gaat het om de productie van te verkopen hout, bij-voorbeeld brand- of timmerhout.

Paardenfokkerij en paardenpension ook landbouw?Rechtbank ’s-Gravenhage6 heeft recent echter de weide-grond behorende bij een paardenfokkerij aangemerkt als ‘weidebouw’ waarvoor de uitzonderingsbepaling wél geldt. De vraag kan worden opgeworpen of deze jurisprudentie houdbaar is. Het oordeel van de rechtbank dat grond ten behoeve van een paardenfokkerij wordt aangemerkt als ‘weidebouw’ wordt door mij niet gedeeld. Deze grond is immers dienstbaar aan de exploitatie van de paardenfokke-

In het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: WOZ) moet voor alle onroerende zaken in Nederland jaarlijks een waarde worden vastgesteld. Ingevolge de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten (hierna: URUO) moeten bij de waardebepaling bepaalde onroerende zaken of onderdelen daarvan buiten aanmerking worden gelaten. De cultuurgrondvrijstelling is een van deze uitzonderingen en mag zich – zo blijkt uit legio jurisprudentie – terecht en onterecht door zowel boeren als burgers verheugen op bijzondere belangstelling. Voor de toepassing van deze vrijstelling moet wel aan bepaalde voorwaarden worden voldaan. In dit artikel sta ik stil bij deze voorwaarden en de (recente) jurisprudentie.1

Wet waardering onroerende zaken en de

Cultuurgrondvrijstelling

Bedrijfsmatige exploitatie naar de omstandigheden beoordelen

Page 25: Het Register nr. 12-2011

27december 2011 | nummer 12 | Het Register

rij en de begrazing van de grond is daaraan ondergeschikt. Steun voor deze opvatting ontleen ik aan de uitspraak van Hof Amsterdam.7 Steun ontleen ik tevens aan een andere uitspraak van Hof Amsterdam.8 In rechtsoverweging 8.2 stelt het hof ter zake pensionpaarden het volgende.

‘Het gedeelte van de grond dat dient voor het in de kost heb-ben van paarden wordt daarentegen niet geëxploiteerd ten behoeve van de landbouw, aangezien deze activiteit niet is gericht op het laten groeien en voeden van gewassen.’

Steun voor genoemde opvatting kan men tevens ontle-nen aan de uitleg die in het spraakgebruik aan de term ‘weidebouw’ wordt gegeven. Het Van Dale Groot woor-denboek (twaalfde druk, blz. 3552) geeft aan dat onder ‘weidebouw’ wordt verstaan ‘het exploiteren van wei-land’. Bij een paardenfokkerij of paardenpension exploi-teert men geen weilanden maar paarden. De begrazing van deze weilanden is hieraan ondergeschikt.

Wanneer bedrijfsmatige exploitatie?Van bedrijfsmatige exploitatie is sprake als er een organi-satie is van arbeid en kapitaal met het oogmerk winst te behalen. Om in aanmerking te komen voor de uitzonde-ringsbepaling moet er dus sprake zijn van ondernemings-gewijze voortbrenging van gewassen met behulp van cul-tuurgrond. De vraag of er sprake is van bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond moet worden beoordeeld aan het begin van het kalenderjaar.

Bedrijfsmatige exploitatie moet worden onderscheiden van het normale vermogensbeheer. Hieronder wordt verstaan het enkel uitvoeren van werkzaamheden die nodig zijn voor het in stand houden van bijvoorbeeld een bos of boom-gaard en waarbij het beschikbare hout of de beschikbare

vruchten te gelde worden gemaakt. In de praktijk levert dit criterium vaak de meeste problemen op, omdat een be-drijfsmatige exploitatie niet visueel is. Van belang kunnen zijn de omvang van het cultuurgrond areaal, inschrijving bij de Kamer van Koophandel of bijvoorbeeld de deelname aan de Gecombineerde Opgave (in de volksmond de meitel-ling). De bewijslast ligt op dit punt bij belanghebbende.

Van bedrijfsmatige exploitatie was bij een proefb oerderij geen sprake, omdat het winstoogmerk ontbrak.9 Dit geldt ook voor zogenaamde ‘hobbyboeren’. Bij deze boeren be-staat geen winstoogmerk, omdat het een hobby betreft of de aard en omvang van de werkzaamheden normaal ver-mogensbeheer niet te boven gaan.10 De bedrijfsmatige ex-ploitatie van cultuurgrond behoeft daarentegen geen pri-maire inkomstenbron van de exploitant te zijn.11 Een

■ ■ ■

Onder cultuurgrond wordt verstaan de grond die wordt bewerkt en verzorgd om gewassen te kweken.

Ruime uitleg ‘weidebouw’ kwetsbaar

ww

w.p

ublis

hers

uppo

rt.n

l

Praktische informatieVoorwaarden cultuurgrondvrijstelling: cultuur- ■

grond, ten behoeve van land- of bosbouw, be-drijfsmatige exploitatie, geen ondergrond ge-bouwde eigendommen.Cultuurgrond: grond ten behoeve van kweek van ■

gewassen.Landbouw: overeenkomstig defi nitie BW. ■

Ruime uitleg ‘weidebouw’ lijkt kwetsbaar. ■

Bedrijfsmatige exploitatie: naar de omstandighe- ■

den beoordelen.Bewijslast ligt bij belanghebbende. ■

Page 26: Het Register nr. 12-2011

28 Het Register | december 2011 | nummer 12

■ ■ ■ WOZ

door een belanghebbende overgelegd exploitatieover-zicht over een periode van vier jaar met een positief re-sultaat van slechts € 13.000 was voor Hof Arnhem12 al voldoende om aan te nemen dat er sprake was van een bedrijfsmatige exploitatie van een bosperceel.

ConclusieBoeren, burgers en buitenlui… wie de schoen van de WOZ-cultuurgrondvrijstelling past mag hem aantrekken. Om in aanmerking te komen voor de cultuurgrondvrijstelling moet aan verschillende voorwaarden worden voldaan. De voorwaarden die samenhangen met de begrippen ‘cultuur-

grond’ en ‘land- en bosbouw’ zijn op basis van wet, spraak-gebruik en feitelijke situatie goed te defi niëren en te beoor-delen. De ruime uitleg van het begrip ‘weidebouw’ – zodat ook paardenfokkerijen en paardenpensions onder het toe-passingsbereik van de cultuurgrondvrijstelling vallen – lijkt kwetsbaar. De vraag of er sprake is van bedrijfmatige ex-ploitatie moet naar de omstandigheden worden beoor-deeld. Aan deze laatste voorwaarde wordt redelijk snel vol-daan. Het blijft een kwestie van aannemelijk maken. ■

Bewijslast ligt bij belanghebbende

Noten 1. Vrijstellingen voor bedrijfsmatige geëxploiteerde cultuurgrond

komen ook voor in artikelen 3:11 (bosbouwvrijstelling) en 3:12 IB

(landbouwvrijstelling) Wet inkomstenbelasting 2001. Blijkens de

parlementaire behandeling moet het begrip ‘bos- en landbouw’ in

dezelfde zin worden opgevat als voor de heffi ng van inkomsten-

belasting. Dit artikel belicht de vrijstelling vanuit het perspectief

van de Wet WOZ.

2. Artikel 2, lid 2, URUO jo artikel 7:312 BW.

3. Hof Amsterdam, 27 oktober 1981, nr. 613/80, Belastingblad 1982,

blz. 73.

4. Hoge Raad, 9 mei 2003, nr. 35.982, BNB 2003/270.

5. Hof Leeuwarden, 25 januari 2008, nr. 06/00177, Belastingblad

2008, blz. 408.

6. Rechtbank ’s-Gravenhage, 5 februari 2009, nr. 08/3039,

LJN: BH3174, Belastingblad 2009, blz. 571.

7. Hof Amsterdam, 11 juni 1999, nr. 97/01895, M IV, Belastingblad

1999, blz. 946.

8. Hof Amsterdam, 26 november 2002, nr. 01/146, LJN: AF5961.

9. Hoge Raad, 5 april 1978, nr. 18.753, BNB 1978/114 (Wageningen)

en Hof Arnhem, 25 juli 2005, nr. 03/02553.

10 Hof Arnhem, 29 juli 2003, nr. 02/01658 en Hof ’s-Gravenhage,

17 oktober 2008, nr. 08/00003, Belastingblad 2009, blz. 127.

11. Hof ’s-Gravenhage, 26 april 1982, nr. 1716/80, M III, Belastingblad

1983, blz. 489.

12. Hof Arnhem, 9 augustus 2011, nr. 11/00026, LJN: BR5483.

Page 27: Het Register nr. 12-2011

29december 2011 | nummer 12 | Het Register

Jurisprudentie en wetgevingIN

■ ■ ■ ■ ■

Inkomstenbelasting■ Logische keuze voor ondernemingsvermogen was niet

terug te draaien 29■ Bij verhoging hypotheekrente is toelichting

nodig 29

Vennootschapsbelasting■ Bv mag 52/53-wekenstelsel hanteren 30■ Nieuwe regeling voor buitenlandse resultaten 30

Loonbelasting■ Vrije ruimte werkkostenregeling wordt 1,6% in 2013 30■ Storting ontslagvergoeding bij gouden handdrukfonds was

belast 31

Formeel belastingrecht■ Bij aansprakelijkstelling is ook bezwaar tegen

aanslag mogelijk 31■ Hoge Raad nuanceert plicht tot horing bij verzet 31

Omzetbelasting■ Fiscus negeert eigen bijdrage bij btw-correctie auto van

de zaak 32■ Verhuur van stands was reclamedienst voor de btw 32

Schenk- en erfbelasting■ Overgangsrecht voor schrijnende situatie

vruchtgebruik woning 32■ Overkoepelende organisatie kreeg geen anbi-status 32

2011/100 Bij verhoging hypo theekrente is toelichting nodigStel een dga schaft in privé een bedrijfspand aan. Hij fi -nanciert de aankoop met een hypothecaire lening. Als de dga het bedrijfspand ter beschikking stelt aan zijn bv, mag hij de hypotheekrente aftrekken. Onlangs maakte Hof Amsterdam duidelijk dat bij een verhoging van de hypo-theek – en daarmee de renteaftrek – de dga dit moet kun-nen toelichten.

Een dga was samen met zijn echtgenote eigenaar van een be-drijfspand dat hij aan een werkmaatschappij van zijn holding verhuurde. Deze verhuur kwalificeerde als een terbeschikking-stelling (tbs) in box 1. De dga had het bedrijfspand mede gefinan-cierd met een hypotheek. Toen de werkmaatschappij in 2003 failliet ging verhuurde de dga het pand aan zijn holding. De hol-ding bezat al een eigen pand. In 2003 vond een hypotheekverho-ging plaats. Hierdoor ging de dga meer hypotheekrente betalen. De dga wilde de extra hypotheekrente ook aftrekken van zijn tbs-resultaat.

Verdeling niet toegelichtDe Belastingdienst accepteerde deze extra renteaftrek echter niet. De dga had namelijk niet aangetoond hoe de verhoogde hypotheek was verdeeld over de twee bedrijfspanden. De dga begon een be-roepsprocedure, maar de belastingrechter was het eens met de in-specteur.

■ Bron: Hof Amsterdam, 21 juli 2011, LJN: BS7495 (gepubliceerd 14 september 2011)

Inkomstenbelasting

2011/99 Logische keuze voor ondernemingsvermogen was niet terug te draaienAls een ondernemer een woning koopt omdat hij dichter bij zijn werkplek moet wonen, ligt het voor de hand dat hij deze woning tot zijn ondernemingsvermogen rekent. Een dergelijke logische keuze valt niet terug te draaien met be-hulp van de foutenleer.

Dit blijkt uit de volgende zaak voor de Hoge Raad. Een chirurg had een appartement gekocht. Bij deze aankoop had hij het apparte-ment aangemerkt als ondernemingsvermogen. Toen hij jaren later bij de verkoop winst behaalde, wilde hij er liever alsnog privéver-mogen van maken om de verkoopwinst onbelast te genieten in box 3. Hij deed een beroep op de foutenleer, maar dit accepteerde de fi scus niet. De chirurg begon een beroepsprocedure. De zaak kwam uiteindelijk bij de Hoge Raad.

Reden aankoop appartementDe Hoge Raad constateerde dat de chirurg het appartement had ge-kocht om binnen een bepaalde straal van het ziekenhuis te wonen. Zo kon hij snel aanwezig zijn tijdens nacht- en weekenddiensten. Hij gebruikte het appartement ook na lange werkdagen, vergade-ringen, recepties of andere feestelijkheden. Zijn gezin woonde in zijn andere woning. De chirurg had het appartement niet gekocht voor privégebruik. Al met al was het appartement mede dienstbaar aan de onderneming, zodat de keuze voor toerekening aan het on-dernemingsvermogen geen foute keuze was. De Hoge Raad wees het beroep op de foutenleer af.

■ Bron: Hoge Raad, 14 oktober 2011, LJN: BT7467

Page 28: Het Register nr. 12-2011

Jurisprudentie en wetgeving■ ■ ■ ■■ ■ ■ ■ ■

Vennootschapsbelasting

2011/101 Bv mag 52/53-wekenstelsel hanterenDe fi scale winst van een bv wordt per boekjaar vastgesteld. Meestal is dit het kalenderjaar, maar de bv mag daarvan afwijken zolang zij maar regelmatig boekhoudt met gere-gelde jaarlijkse afsluitingen. Zo oordeelde Hof Den Bosch dat het 52/53-wekenstelsel ook is toegestaan.

Een bv had een zogenoemd gebroken boekjaar. Zij had in augustus 2003 haar statuten aangepast, zodat het boekjaar zou aansluiten bij het boekjaar van de Amerikaanse aandeelhouder. Deze aandeelhou-der hanteerde een 52/53-wekenstelsel. Dit houdt in dat het boek-jaar steeds eindigt aan het einde van een volle week. Met ingang van 29 december 2003 liep het boekjaar van de bv daarom van de maandag na de laatste zondag van de maand december tot en met de laatste zondag van de maand december van het daaropvolgende jaar. In november 2004 werd het boekjaar nogmaals bij statuten-wijziging aangepast. Het boekjaar zou nu moeten gaan lopen vanaf de eerste maandag van de maand januari tot en met de laatste zon-dag vóór de eerste maandag van de maand januari. Tegelijkertijd werd het eerste boekjaar onder het 52/53-wekenstelsel verlengd. Hierdoor liep dat boekjaar van 29 december 2003 tot en met 2 janu-ari 2005.

Verhoging van verliesbeschikkingDe inspecteur wilde het aangepaste en verlengde boekjaar echter niet accepteren. Hij legde over 2004 een nihilaanslag op en daar-naast ontving de bv een verliesbeschikking ter hoogte van bijna € 243.000. Hierop stapte de bv naar de rechter. Hof Den Bosch stel-de de bv in het gelijk. De fi scus moest het 52/53-stelsel – en het verlengde eerste boekjaar – accepteren. Dit betekende ook dat de verliesbeschikking over het eerste boekjaar bijna € 163.000 hoger uitkwam. Dat hogere bedrag kon de bv daarom in het tweede boekjaar onder het nieuwe stelsel ook nog eens verrekenen met de winst, naast het oorspronkelijke bedrag van de verliesbeschik-king.

■ Bron: Hof Den Bosch, 24 juni 2011, LJN: BS1092 (gepubliceerd 9 september 2011)

2011/102 Nieuwe regeling voor buitenlandse resultatenHet kabinet heeft in het Belastingplan 2012 voorgesteld een zogenoemde objectvrijstelling in te voeren. Deze vrij-stelling zal van toepassing zijn op de resultaten van vaste inrichtingen in het buitenland.

De objectvrijstelling is één van de drie elementen van een nieuwe regeling voor buitenlandse vaste inrichtingen. Door de objectvrij-stelling zullen de resultaten van een buitenlandse onderneming vanaf 2012 niet meer tot de Nederlandse belastinggrondslag be-horen. Daartegenover staat dat een buitenlands verlies in beginsel niet meer aftrekbaar is van de Nederlandse winst. Deze vrijstel-ling geldt ook voor buitenlandse onroerende zaken. De objectvrij-

stelling geldt niet voor passieve buitenlandse beleggingsonderne-mingen. In dat geval is het voordeel wel in Nederland belast, maar bestaat er recht op verrekening. Tot slot komt er een regeling voor de aftrek van buitenlandse verliezen die defi nitief zijn. Dit is het geval als de bv de buitenlandse onderneming staakt of ver-koopt.

Buitenlands belastingplichtige vennootschapDaarnaast bevat het Belastingplan 2012 een regeling voor buiten-landse vennootschappen die ten minste 5% van de aandelen hou-den in een Nederlandse vennootschap. Deze buitenlandse vennoot-schappen zijn nu belastingplichtig in Nederland tenzij de aandelen toerekenbaar zijn aan een onderneming. Vanaf 2012 wordt alleen vennootschapsbelasting geheven als het belang in de Nederlandse vennootschap wordt gehouden met als voornaamste doel of een van de voornaamste doelen het ontgaan van de heffi ng van Neder-landse inkomsten- of dividendbelasting. Het moet dan gaan om volstrekt kunstmatige constructies. Dit betekent dat de economi-sche realiteit (zoals de plaats van de werkelijke leiding), de tastbare aanwezigheid en het reële commerciële risico niet aansluiten bij de juridische vorm.

■ Bron: ministerie van Financiën, 15 september 2011, Belastingplan 2012

Loonbelasting2011/103 Storting ontslagvergoeding bij gouden handdrukfonds was belastEen werknemer kan directe belastingheffi ng over zijn gouden handdruk voorkomen als hij het bedrag stort als premie voor een lijfrenteverzekering bij een erkende ver-zekeraar. In een recente zaak voor Hof Arnhem blijkt het belang van de status van de verzekeraar.

In deze zaak had een bv een fonds voor gemene rekening op de markt gebracht waarin zij ontslagvergoedingen onderbracht. Dit zogenoemde goudenhanddrukfonds zette de gestorte ontslagver-goedingen om in een stamrecht. In 2002 en 2003 had de bv met de Belastingdienst onderhandeld over de fi scale aangelegenheden van dit fonds. Na overleg is besloten in een proefprocedure een uit-spraak te krijgen of het fonds voor gemene rekening kwalifi ceerde als erkende verzekeraar.

Gebrek aan beleggingenDe beslissing kwam te liggen bij Hof Arnhem. Het hof defi nieerde een fonds voor gemene rekening als een fonds dat voordelen voor de deelgerechtigden wil behalen door gelden te beleggen of op een andere manier rendabel in te zetten. Het hof vond dat hier-van geen sprake was bij het goudenhanddrukfonds. Het verkregen kapitaal ging voor een groot deel op aan oprichtingskosten waar-door er bijna niets overbleef dat voor beleggen kon worden aange-wend. Daarnaast bepaalden de stamrechtovereenkomsten dat van het behaald rendement van het stamrechtkapitaal ten hoogste 1 procentpunt ten goede kwam aan het fonds. Het hof voegde hier zelf nog aan toe dat enig voordeel behaald met het vooroverlijden van de begunstigden voorvloeide uit de levens- en sterfterisico’s

30 Het Register | december 2011 | nummer 12

Page 29: Het Register nr. 12-2011

■ ■ ■ ■ ■

die kenmerkend zijn voor een verzekeringsovereenkomst en dus niet uit beleggen. Het fonds kwalifi ceerde daarom niet als erken-de verzekeraar, zodat het stamrecht (de ontslagvergoeding) was belast.

■ Bron: Hof Arnhem, 6 september 2011, LJN: BT1707

2011/104 Vrije ruimte werkkosten-regeling wordt 1,6% in 2013Onlangs heeft de staatssecretaris van Financiën de Tweede Kamer ingelicht over de tussenevaluatie van de werkkos-tenregeling. Daarbij heeft de staatssecretaris aangekondigd dat hij de vrije ruimte in deze regeling wil verhogen naar 1,6% van de loonsom.

Volgens de staatssecretaris is de systematiek van de werkkostenre-geling goed. Veel werkgevers vinden de huidige forfaitaire vrije ruimte van 1,4% van de loonsom echter aan de krappe kant. Bij de invoering van de Wet uniformering loonbegrip maakte de staatsse-cretaris al bekend dat hij van plan was de 1,4% te verhogen naar 1,5%. Nu is de staatssecretaris erin geslaagd voor het Belastingplan 2013 fi nanciële ruimte in te boeken voor een extra stijging van 0,1 procentpunt. Deze stijging vindt naar verwachting plaats in 2013. Daarnaast is de voor 2013 aangekondigde evaluatie van de werkkos-tenregeling naar voren gehaald. De evaluatie staat nu gepland voor 2012, zodat nader onderzoek naar de forfaitaire ruimte zo spoedig mogelijk van start kan gaan. ■ Bron: ministerie van Financiën, 24 oktober 2011, brief aan de Tweede Kamer kenmerk

DB/2011/342

Formeel belastingrecht

2011/105 Bij aansprakelijkstelling is ook bezwaar tegen aanslag mogelijkWie aansprakelijk wordt gesteld voor een niet-betaalde be-lastingaanslag zal vaak eerst een bezwaar indienen of een beroepsprocedure starten tegen de aansprakelijkstelling. Men kan echter ook procederen tegen de aanslag zelf, zoals onlangs gebeurde voor de Hoge Raad.

Een maatschap moest onroerendezaakbelasting (ozb) betalen, omdat zij een kantoorverdieping gebruikte. Op een gegeven mo-ment stonden nog drie onbetaalde aanslagen open op naam van deze maatschap. De gemeente stelde een van de maten aanspra-kelijk voor deze aanslagen, maar deze ging hiertegen in beroep. Het hof oordeelde dat de maatschap de ozb-aanslagen niet had be-taald en dat de gemeente de maat daarom aansprakelijk mocht stellen. Het hof haalde uit de wetsgeschiedenis dat de maat ook bezwaar en beroep kon aantekenen tegen een aanslag die niet op zijn naam was gesteld, maar waarvoor hij wel aansprakelijk was gesteld. Vervolgens oordeelde het hof dat de kantoorverdieping die de maatschap gebruikte geen zelfstandig heffi ngsobject vorm-

de. Daarom vernietigde het hof de WOZ-beschikking en de ozb-aanslagen. De staatssecretaris van Financiën stapte nog naar de Hoge Raad, maar deze wees het cassatieberoep zonder nadere mo-tivering af.

■ Bron: Hoge Raad, 16 september 2011, LJN: BT1522

2011/106 Hoge Raad nuanceert plicht tot horing bij verzetOnlangs heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een rechter een belanghebbende niet altijd hoeft te horen voordat hij uitspraak doet in een zaak waarbij ook een fi scale boete in geschil is. Met deze beslissing komt de Hoge Raad terug op eerdere rechtspraak.

In een uitspraak uit 1992 had de Hoge Raad beslist dat de rechter een verzet niet ongegrond mag verklaren voordat hij de belang-hebbende heeft gehoord. Deze uitspraak was gebaseerd op recht-spraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Uit nieuwe rechtspraak van dit hof blijkt dat bij een bestuurlijke sanc-tie in belastingzaken het recht op een (openbare) zitting niet al-tijd hoeft te worden gegarandeerd. Dit is vooral het geval als dui-delijk is dat een dergelijke zitting geen zin heeft vanwege de aard en de inhoud van de zaak en de wijze waarop het proces tot dan toe is verlopen. Volgens de Hoge Raad geldt dit ook voor verzet-procedures tegen bijvoorbeeld de uitspraak dat een beroep niet-ontvankelijk is vanwege overschrijding van de beroepstermijn. De Hoge Raad oordeelde dat de rechter een belanghebbende alleen hoeft te horen als dit is vereist voor een behoorlijk proces. De rechter moet echter die afweging wel maken. Als de rechter meent dat een horing niet noodzakelijk is of dat de belanghebbende heeft afgezien van zijn recht op horing, moet hij dit in zijn uitspraak vermelden.

■ Bron: Hoge Raad, 23 september 2011, LJN: BT2295

Omzetbelasting

2011/107 Fiscus negeert eigen bijdra-ge bij btw-correctie auto van de zaak Als een werknemer of iemand met een familiale of bestuur-lijke band met de onderneming een auto van de zaak voor privédoeleinden gebruikt, moet de ondernemer daarvoor een btw-correctie toepassen. Daarbij mag hij geen rekening houden met een eigen bijdrage die de gebruiker betaalt voor zijn privégebruik, tenzij de vergoeding overeenkomt met de waarde van het privégebruik.

Dit blijkt uit het wetsvoorstel uitwerking autobrief. Dit wetsvoor-stel bevat een nadere uitwerking van de regeling als de ondernemer de auto van de zaak tegen een vergoeding ter beschikking stelt aan een zogenoemde verbonden afnemer. Onder verbonden afnemers verstaat de staatssecretaris van Financiën werknemers, afnemers met wie de ondernemer een familiale band heeft (in de ruime zin

31december 2011 | nummer 12 | Het Register

Page 30: Het Register nr. 12-2011

Jurisprudentie en wetgeving

32 Het Register | december 2011 | nummer 12

■ ■ ■ ■ ■

van het woord) en afnemers met wie de ondernemer een bestuur-lijke band heeft. Bovendien moet het gaan om een situatie waarin de gebruiker de ondernemer een vergoeding betaalt voor het privé-gebruik die lager is dan de ‘normale waarde’. De normale waarde van een dienst is het bedrag dat de afnemer zou moeten betalen als deze eenzelfde auto onder dezelfde voorwaarden in gebruik zou krijgen van een onafh ankelijke leverancier.

Aanpassen aan de normale waardeIn een dergelijk geval moet de vergoeding voor de btw-heffi ng worden vastgesteld op die normale waarde. Als er geen vergelijk-bare dienst voorhanden is, mag het bedrag van de vergoeding in elk geval niet lager zijn dan het totale bedrag van de uitgaven die de ondernemer heeft gemaakt voor het ter beschikking stellen van de auto. Bij het vaststellen van de normale waarde moet de ondernemer rekening houden met de verhouding tussen zakelijke en privékilometers. Hierdoor vallen vaste kostencomponenten al-leen voor het privéaandeel in het totale autogebruik onder de btw-heffi ng.

■ Bron: ministerie van Financiën, 15 september 2011, Wet uitwerking autobrief

2011/108 Verhuur van stands was reclamedienst voor de btwVoor reclamediensten aan anderen dan ondernemers van buiten de Europese Unie (EU) geldt in Nederland een afwij-kende bepaling voor de plaats van dienst. Dergelijke dien-sten vinden namelijk plaats in het land waar de afnemer woont, verblijft of is gevestigd. Onlangs heeft het Europese Hof van Justitie geoordeeld dat de verhuur van stands een reclamedienst is.

Een Pools bedrijf stelde op beurzen en exposities stands ter be-schikking aan voornamelijk buitenlandse exposanten. Deze beur-zen en exposities vonden plaats in Polen en andere lidstaten van de EU, maar ook in staten buiten de EU. Volgens de Poolse fi scus was de plaats van dienst voor de btw de plaats waar de diensten daad-werkelijk werden verricht. Het Poolse bedrijf stelde dat er sprake was van een reclamedienst. Het geschil kwam voor de Poolse belas-tingrechter die prejudiciële vragen voor het Europese Hof van Justi-tie stelde.

ReclamedienstHet Europese Hof van Justitie heeft beslist dat het ontwerpen en de tijdelijke terbeschikkingstelling van een beurs- of expositie-stand een reclamedienst kan vormen. Dit is het geval als de afne-mer de stand gebruikt voor het doorgeven van een boodschap om het publiek in te lichten over het bestaan of de kwaliteiten van zijn aangeboden producten of diensten om de verkoop ervan te doen toenemen. Als de stand een onlosmakelijk deel is van een reclame-campagne en bijdraagt aan het doorgeven van de reclamebood-schap, is er ook sprake van een reclamedienst.

Beurs- en expositieactiviteitenHet hof stelde verder dat er sprake is van een dienst die samen-hangt met beurs- en expositieactiviteiten als een stand wordt uit-

gewerkt en ter beschikking wordt gesteld voor een bepaalde beurs of expositie in verband met cultuur, kunst, sport, wetenschap, on-derwijs, amusement of een soortgelijk thema. Hetzelfde geldt als de stand beantwoordt aan een model waarvan de organisator van een bepaalde beurs of expositie de vorm, de afmetingen, de materi-ele opbouw of het visuele aspect heeft vastgelegd. Dergelijke dien-sten vinden plaats waar zij daadwerkelijk worden verricht. Als de tijdelijke terbeschikkingstelling van de materiële bestanddelen van de stand tegen vergoeding een doorslaggevend element van de dienst vormt, is net als bij reclamediensten de plaats van dienst de plaats waar de afnemer van de dienst is gevestigd.

■ Bron: Europese Hof van Justitie, 27 oktober 2011, nr. C-530/09

Schenk- en erfbelasting

2011/109 Overgangsrecht voor schrijnende situatie vruchtgebruik woningIn het verleden hebben nogal wat personen hun woning verkocht of geschonken aan hun kinderen onder de voor-waarden dat zij in de woning mochten blijven wonen. Door een wetswijziging is deze regeling veel minder interessant geworden. Onlangs heeft de staatssecretaris een overgangs-regeling getroff en om de schade te beperken.

Vóór 2010 was het interessant om de woning op deze manier aan de kinderen te verkopen of te schenken, omdat de kinderen bij het overlijden van de ouders geen successierecht (de voorloper van de erfb elasting) hoefden te betalen over de waardestijging over de peri-ode vanaf de verkoop of schenking tot het moment van het overlij-den. Op 1 januari 2010 vond echter een wetswijziging plaats en moe-ten de kinderen nu bij het overlijden van de ouders erfb elasting betalen over de hogere waarde op de overlijdensdatum. Hierdoor moeten zij ineens veel meer erfb elasting betalen. De staatssecretaris keurt bij wijze van tegemoetkoming goed dat in deze situatie alleen de waarde van de woning op het moment van de overdracht plus de waardestijging van 1 januari 2010 tot de overlijdensdatum is belast.

■ Bron: ministerie van Financiën, 18 oktober 2011, nieuwsbericht en antwoorden op Kamervragen

nr. DGB/2011/5072U

2011/110 Overkoepelende organisatie kreeg geen anbi-statusAls een organisatie de status van algemeen nut beogende instelling (anbi) wil verkrijgen, moet zij met haar werk-zaamheden voor ten minste 90% het algemeen belang die-nen. Een overkoepelend orgaan dat het vermogen beheert van gelieerde anbi’s kwalifi ceert niet zo snel zelf als anbi. Dit blijkt uit een recente zaak voor Hof Arnhem.

Een stichting had drie statutaire doelen, namelijk het werkzaam zijn op het gebied van de volkshuisvesting, het aanbieden van

Page 31: Het Register nr. 12-2011

33december 2011 | nummer 12 | Het Register

woon- en zorgvoorzieningen voor ouderen en het beheren van het vermogen van enkele betrokken stichtingen waarvan sommige kwalifi ceerden als anbi. De stichting vroeg bij de Belastingdienst een anbi-beschikking aan. De inspecteur vond dat de activiteiten van de stichting niet rechtstreeks het algemeen belang dienden en weigerde de anbi-status toe te kennen.

Beheeractiviteiten onder zakelijke voorwaardenHet hof was het daarmee eens. De werkelijke activiteiten van de stichting bestonden namelijk vooral uit het beheren van onroeren-

de zaken en ander vermogen. Deze activiteiten dienden niet als eerste het algemeen belang. Het feit dat de stichting met haar acti-viteiten andere stichtingen (waaronder anbi’s) in staat stelde de ta-ken te kunnen uitvoeren voor het bereiken van de doelstellingen, deed daaraan niets af. Dit vond namelijk plaats onder zakelijke voorwaarden en tegen marktprijzen.

■ Bron: Hof Arnhem, 30 augustus 2011, LJN: BT1706

■ ■ ■ ■ ■

Wet

gevi

ngD

e st

and

van

zake

n

■W

etsv

oors

tel +

MvT

TK

■Ve

rsla

g TK

■ No

ta n

.a.v

. ver

slag

TK

■ Ei

ndve

rsla

g TK

■Aa

ngen

omen

TK

■W

etsv

oors

tel E

K

■Vo

orlo

pig

vers

lag

EK

■ M

emor

ie v

an A

ntw

oord

EK

■Ei

ndve

rsla

g EK

■Aa

ngen

omen

EK

■St

aats

blad

EK

Wetsvoorstel Implementatie richtlijn factureringsregels (32 877)

Belastingplan 2012 (33 003)

Overige fi scale maatregelen 2012 (33 004)

Wet dwangsomregeling toeslagen (33 005)

Geefwet (33 006)

Wet uitwerking autobrief (33 007)

Wijziging AOW i.v.m. mogelijkheid om ouderdomspensioen op een later tijdstip te laten ingaan (31 774)

Wijziging van de Wet OB i.v.m. aanpak constructies met (on)roerende zaken (30 061)

Wet belastingen op milieugrondslag i.v.m. het beperken van de emissies kolencentrales (31 362)

Wet verhoging pensioenleeftijd naar 66 jaar (32 767)

Fiscale Verzamelwet 2011 (32 810)

Wet Tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen (32 818)

Btw-tarief levende dieren (30 922)

Invoeringswet vereenvoudiging en fl exibilisering bv-recht (32 426)

Vereenvoudiging en fl exibilisering bv-recht (31 058)

Page 32: Het Register nr. 12-2011

35december 2011 | nummer 12 | Het Register

■ ■ ■ ■

Michiel Hoogkamer Mr. M.A. Hoogkamer is Vakdirecteur Juridische Zaken bij GIBO-Groep/Flynth adviseurs en accountants.

Op 1 juli 2011 is het preventief toezicht door de minister van Veiligheid en Justitie bij de op-richting van een bv of nv komen te vervallen.1 Per genoemde datum is, anders dan voor-

heen, voor de oprichting van een bv of nv geen verklaring van geen bezwaar meer nodig. Het schrappen van de voorafgaande beoordeling door de minister lijkt een goe-de stap. Mede omdat het instrument in de praktijk niet goed werkte was er geen rechtvaardiging voor de vertra-ging die de behandeling van een aanvraag van een verkla-ring van geen bezwaar met zich bracht.

Wetgeving inzake bv/nvMet het vervallen van de verklaring van geen bezwaar is het toezicht op de bv en nv echter niet verdwenen. Ervoor in de plaats gekomen is een systeem van doorlopend toe-zicht door de Dienst Justis van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Deze toetst aan de hand van bekende gegevens (onder andere uit de diverse basisregistraties) of er gevaar voor misbruik van de rechtspersoon bestaat. Als een aantal gegevens samen wijzen op dergelijk gevaar, kan de Dienst Justis besluiten nader onderzoek te doen. Vervolgens kan hij, als de uitkomsten van het onderzoek hiertoe aanleiding geven, besluiten een risicomelding te doen bij handhavers als het Openbaar Ministerie en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst. Deze kunnen een strafrechtelijk onder-zoek starten of preventieve actie ondernemen.

Het nieuwe systeem van toezicht gaat in een aantal op-zichten verder dan het oude toezicht. Naast het feit dat het toezicht doorlopend is ziet het namelijk niet alleen op bv’s en nv’s, maar ook op de andere Nederlandse rechtspersonen zoals de vereniging en de stichting, op de Europese rechtspersonen die de statutaire zetel in Neder-land hebben en de buitenlandse rechtspersoon met een vestiging in Nederland. Daarbij komt dat bij het toezicht niet alleen gegevens worden betrokken van oprichters, bestuurders en aandeelhouders van rechtspersonen, maar ook van hun (naaste) familieleden.

Bestuur en toezicht (one tier board)In mei 2011 heeft de Eerste Kamer een voorstel tot aan-passing van regels over bestuur en toezicht in naamloze en besloten vennootschappen aangenomen. De wet is vervolgens op 6 juni 2011 geplaatst in het Staatsblad (Stb. 2011, 275). De inwerkingtreding van deze wet wordt voorzien op 1 januari 2012.

Bedoelde wet geeft een wettelijke basis voor het opne-men van uitvoerende én toezichthoudende bestuurders in één bestuur (de zogenoemde ‘one tier board’). Bij de statuten kan worden bepaald dat de bestuurstaken wor-den verdeeld over één of meer niet-uitvoerende bestuur-ders en één of meer uitvoerende bestuurders. Een derge-lijke verdeling van taken vraagt onder meer om een aanpassing van artikel 2:9 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) waarin de verplichting tot een behoorlijke taakver-vulling van de bestuurder is vastgelegd. Aan de bepaling dat iedere bestuurder tegenover de rechtspersoon gehou-den is tot een behoorlijke vervulling van zijn taak wordt toegevoegd dat niet tot de taak van de bestuurder behoren alle bestuurstaken die bij of krachtens de wet of de statu-

ten aan één of meer andere bestuurders zijn toebedeeld. Dit neemt echter niet weg dat iedere bestuurder ook on-der de nieuwe regeling wel degelijk (een zekere) verant-woordelijkheid draagt voor de algemene gang van zaken.

Ook bevat de wet een nieuwe regeling ter zake van de (toch wel) ingewikkelde materie van tegenstrijdig belang bij een bv. Zoals bekend wordt een bv gebruikelijk verte-genwoordigd door haar bestuur dan wel door één of meer van de bestuurders. De wetgever heeft dit echter niet ge-wenst geacht in een situatie waarbij één of meer bestuur-ders een belang hebben dat tegenstrijdig is met dat van

Anders dan in recente jaren was het ondernemingsrecht in 2011 geen rustig bezit. Diverse wetsvoorstellen werden tot wet verheven en/of traden in werking, terwijl een fl exibeler bv-recht aanzienlijk dichterbij kwam. Meest opvallend was misschien echter wel dat de wettelijke regeling van personenvennootschappen toch niet zal wijzigen. In deze kroniek wordt nader ingegaan op genoemde ontwikkelingen, maar ook op jurisprudentie. Daarbij besteed ik met name aandacht aan het rechtspersonen- en personenvennootschapsrecht.

Ondernemingsrecht in 2011

Doorlopend toezicht in de plaats van preventief toezicht

Page 33: Het Register nr. 12-2011

36 Het Register | december 2011 | nummer 12

Kroniek Ondernemingsrecht■ ■ ■ ■

de bv. Gelet daarop bepaalt artikel 2:256 BW nu dat de bv bij tegenstrijdig belang wordt vertegenwoordigd door commissarissen, tenzij de statuten anders bepalen. Daar-bij is de algemene vergadering van aandeelhouders steeds bevoegd één of meer andere personen aan te wijzen.

Tegenstrijdig belangDe Hoge Raad heeft zich in de afgelopen jaren relatief vaak moeten uitspreken over artikel 2:256 BW. Zo is nog in een arrest van 14 oktober 2011 (LJN: BR0119) beves-tigd dat als in de statuten het tegenstrijdig belang is ‘weggeschreven’ – doordat is vastgelegd dat ook bij te-genstrijdig belang het bestuur bevoegd is de rechtsper-soon te vertegenwoordigen – de bestuurder die niet vol-doet aan de ook in dat geval bestaande verplichting de algemene vergadering te informeren over het tegenstrij-dig belang, niet reeds om die reden onbevoegd wordt de vennootschap te vertegenwoordigen. Ook na alle juris-prudentie blijft de regeling echter een lastige voor de da-gelijkse praktijk. Positief voor die praktijk zou dan ook kunnen zijn dat met de inwerkingtreding van de wet van 6 juni 2011 artikel 2:256 BW komt te vervallen. De rege-ling wordt vervangen door een nieuw artikel 2:239, lid 6 BW. Ingevolge dit artikel moet een bestuurder zich bij

een direct of indirect persoonlijk tegenstrijdig belang onthouden van deelname aan de beraadslaging en be-sluitvorming. Als dit betekent dat een besluit niet kan worden genomen – bijvoorbeeld als er slechts één bestuurder is – dan zal het besluit moeten worden genomen door de raad van commissarissen of, als deze ontbreekt, door de algemene vergadering van aandeel-houders. Van dit laatste kan echter bij de statuten wor-den afgeweken. Zelfs een afwijkende regeling, inhou-dende dat als het bestuur niet tot besluitvorming kan komen wegens tegenstrijdig belang, het bestuur zelf het aangewezen orgaan voor de besluitvorming zal zijn, is mogelijk. De gevolgen van het niet volgen van deze rege-ling zullen overigens minder verstrekkend zijn dan het handelen in strijd met artikel 2:256 BW. Heeft een be-stuurder met een tegenstrijdig belang zich ten onrechte niet onthouden van deelname aan de beraadslaging en besluitvorming, dan is de besluitvorming zelf mogelijk aantastbaar, maar de daaropvolgende rechtshandelingen in beginsel niet. Wel zal een bestuurder die in strijd met artikel 2:239, lid 6 BW heeft deelgenomen aan de be-sluitvorming, mogelijk aansprakelijk zijn voor de schade die de bv daardoor heeft geleden, nu hij niet heeft vol-daan aan zijn verplichting tot een behoorlijke taakver-vulling.

Verder kent de wet van 6 juni 2011 nog een tweetal veelbe-sproken bij amendement toegevoegde bepalingen. Aller-

eerst wordt in de wet vastgelegd dat bij grote nv’s en bv’s moet worden gestreefd naar een verdeling van het bestuur en de raad van commissarissen waarbij ten minste 30% van de zetels wordt bezet door vrouwen en ten minste 30% wordt bezet door mannen, voor zover deze zetels worden verdeeld over natuurlijke personen. Verder zal met de wet een quotering van bestuurders worden ingevoerd.

Mede naar aanleiding van ter zake van bedoelde amende-menten naar voren gebrachte bedenkingen heeft minis-ter Opstelten van Veiligheid en Justitie de Eerste Kamer toegezegd dat de nieuwe regeling drie jaar na de inwer-kingtreding volledig zal worden geëvalueerd.

Vereenvoudiging en fl exibilisering bv-rechtAl op 15 december 2009 is het Wetsvoorstel vereenvoudi-ging en fl exibilisering bv-recht (Kamerstukken II, 31 058, nr. 2) door de Tweede Kamer aangenomen. Vervolgens lag de behandeling van het wetsvoorstel door de Eerste Kamer enige tijd stil, waarna de Eerste Kamer besloot het wetsvoorstel samen met het voorstel voor de Invoerings-wet (Kamerstukken II, 32 426, nr. 2) te behandelen. Op 4 oktober 2011 is de Invoeringswet door de Tweede Kamer aangenomen, evenals een aantal voornamelijk techni-sche amendementen. Hoewel het niet in het bestek van deze kroniek past om het gehele wetsvoorstel uiteen te zetten, lijkt het vanwege de geboekte progressie bij de behandeling van de nieuwe regeling gepast kort de be-langrijkste punten uit het Wetsvoorstel vereenvoudiging en fl exibilisering bv-recht uiteen te zetten.

De meest opvallende wijziging door de vereenvoudiging en fl exibilisering van het bv-recht is dat de huidige regels inzake het bijeenbrengen en bijeenhouden van vermo-gen grotendeels komen te vervallen. Achtergrond van deze wijziging is onder meer het feit dat het minimum-kapitaal geen adequate bescherming biedt aan schuldei-sers. Voorgesteld wordt daarom het vereiste van een mi-nimumkapitaal te schrappen. Nu het bijeenbrengen van een minimumkapitaal niet langer verplicht is vervallen ook diverse formaliteiten die erop zijn gericht te waar-borgen dat het minimumkapitaal daadwerkelijk wordt ingebracht, namelijk de bankverklaring bij de inbreng in geld en de verplichte accountantsverklaring bij inbreng in natura. Ook de besluitvorming voor het doen van uit-keringen op aandelen wijzigt. Een besluit tot uitkering op aandelen van de algemene vergadering van aandeel-houders heeft slechts werking na goedkeuring van het bestuur. Na een dergelijk goedkeurend besluit zijn be-stuurders, die wisten of redelijkerwijs behoorden te voorzien dat de bv na een uitkering niet zou kunnen voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden, in beginsel jegens de bv hoofdelijk aansprakelijk voor het tekort dat door de uitkering is ontstaan. Echter ook dege-ne die een uitkering ontvangt (bijvoorbeeld de aandeel-houder die dividend ontvangt) terwijl hij weet of behoor-de te voorzien dat de vennootschap na de uitkering niet zou kunnen voortgaan met het betalen van haar opeisba-re schulden is gehouden tot vergoeding. In afwijking van

Invoeringswet fl exibilisering bv-recht door Tweede Kamer aangenomen

Page 34: Het Register nr. 12-2011

37december 2011 | nummer 12 | Het Register

■ ■ ■ ■

het nu geldende recht zal het ingevolge de voorgestelde wet ten slotte ook mogelijk zijn om aandelen zonder stemrecht of winstrecht uit te geven.Op de overheidssite www.antwoordvoorbedrijven.nl is inmiddels te lezen dat de inwerkingtreding van de wet-ten inzake de vereenvoudiging en fl exibilisering van het bv-recht op 1 juli 2012 is te verwachten.

Administratieve lastenverlichting bij fusiesOp 1 juli 2011 is de Wet administratieve lastenverlichting bij fusies en splitsingen (Stb. 2011, 234) in werking getreden. Met deze wet worden enkele verslaggevingsverplichtingen die gelden bij diverse fusies en splitsingen afgeschaft en wordt daarnaast in voorkomende gevallen (als alle leden of aandeelhouders hiermee instemmen) de mogelijkheid ge-boden af te zien van bepaalde verslaggevingsverplichtin-gen. Zo wordt aan de verplichting van artikel 2:313, lid 1 BW (het opstellen van een schriftelijke toelichting door het bestuur van elke te fuseren rechtspersoon) toegevoegd dat deze niet geldt als de leden of de aandeelhouders van de te fuseren rechtspersonen hiermee instemmen.

Aanpassing van het enquêterechtOp 8 september 2011 is een wetsvoorstel ingediend om te komen tot aanpassing van het recht van enquête (Kamer-stukken II, 32 887, nr. 2). Ingevolge artikel 2:344 e.v. BW kunnen in de wet genoemde (groepen van) personen de ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam verzoeken om één of meer personen te benoemen tot het instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van een rechtspersoon. Als uit het verslag van het onderzoek van wanbeleid blijkt, kan de ondernemingska-mer desgevraagd voorzieningen treff en (onder andere schorsing of ontslag van één of meer bestuurders en tijde-lijke aanstelling van één of meer bestuurders). Het enquê-terecht is in de praktijk een veelgebruikt instrument voor de beslechting van geschillen, dus vindt de minister van Veiligheid en Justitie het gewenst dat het enquêterecht op-timaal kan worden ingezet. Met dit wetsvoorstel wordt dan ook beoogd het enquêterecht op onderdelen te verbeteren. In het voorstel wordt onder meer de toegang tot de en-quêteprocedure gewijzigd in die zin dat bij ‘grote’ nv’s en bv’s (nv’s en bv’s met een geplaatst kapitaal van meer dan € 22.500.000) ook houders van aandelen en certifi caten die alleen of gezamenlijk ten minste 1% (is nu 10%) van

het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen een verzoek tot een onderzoek kunnen indienen. Daarnaast kunnen bij beursgenoteerde nv’s aandeelhouders en certifi caat-houders zich tevens tot de ondernemingskamer wenden als hun belang de 1%-grens niet haalt, maar wel een beurswaarde van ten minste € 20.000.000 vertegen-woordigt. Verder krijgt ook de nv of bv zelf het recht een enquêteprocedure te starten.

Centraal aandeelhoudersregisterDe initiatiefnota die de Tweede Kamerleden De Groot en Recourt op 26 januari 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 32 608, nr. 1-2) aan de voorzitter van de Tweede Kamer hebben gezonden lijkt tegen de stroom van vereenvoudi-ging en fl exibilisering in te gaan. In die notitie pleiten zij voor een centraal aandeelhoudersregister voor bv’s en niet-beursgenoteerde nv’s, bij te houden door de notaris.

Ook stelt men voor de overdracht van certifi caten bij no-tariële akte te laten plaatsvinden en aandelen aan toon-der bij niet-beursgenoteerde nv’s af te schaff en. Hiermee beogen de Kamerleden een bijdrage te leveren aan het te-gengaan van fraude met bv’s en niet-beursgenoteerde nv’s. Een kabinetsreactie op de nota is uitgebleven waar-op de minister op 29 september 2011 is gerappelleerd.

Wetgeving inzake personenvennootschappenStille maatschapNa de inwerkingtreding van de Handelsregisterwet 2007 stelde de Kamer van Koophandel zich op het standpunt dat alle vennoten van een stille maatschap (dus ook de vennoot die niet als ondernemer naar buiten treedt) zich als eenmanszaak moesten inschrijven in het Handelsre-gister. Uiteraard is een dergelijke inschrijving niet in overeenstemming met de werkelijkheid. Na overleg met de Kamer van Koophandel heeft het ministerie van Eco-nomische Zaken, Landbouw en Innovatie besloten dat de ondernemingen van stille maatschappen per 16 mei 2011 als zodanig kunnen en zelfs moeten worden ingeschre-ven in het Handelsregister. Het blijft echter vreemd aan-doen een stille maatschap te vermelden in een openbaar

Enquêterecht wordt op onderdelen verbeterd

ww

w.sh

utte

rsto

ck.co

m

Page 35: Het Register nr. 12-2011

38 Het Register | december 2011 | nummer 12

■ ■ ■ ■

register, omdat stille maatschappen nu juist gebruikelijk niet als zodanig naar buiten treden.

Titel 7.13 BWVele malen opvallender is echter de streep die minister Opstelten heeft gehaald door de wetsvoorstellen die moesten leiden tot concentratie van de regels betreff en-de de personenvennootschap in een nieuwe titel 7.13 BW. Met een brief van 5 september 2011 heeft de minis-ter de Eerste Kamer meegedeeld dat hij voornemens is over te gaan tot intrekking van het wetsvoorstel tot vast-stelling van titel 7.13 (vennootschap) BW (Kamerstukken II, 28 746, nr. 2) en het voorstel voor de Invoeringswet ti-tel 7.13 BW (Kamerstukken II, 31 065, nr. 2). De inwer-kingtreding van titel 7.13 zou een aantal belangrijke wij-zigingen met zich brengen. Zo zou het onderscheid tussen beroep en bedrijf vervallen doordat de openbare maatschap en de vennootschap onder fi rma beide zouden opgaan in de ‘openbare vennootschap’. Verder zou in de nieuwe regeling continuïteit uitgangspunt zijn bij uittre-ding van een van de vennoten (wat onder de huidige re-geling alleen contractueel kan worden geregeld). Tevens zou de mogelijkheid worden geïntroduceerd om te kie-zen voor een openbare vennootschap met rechtsper-soonlijkheid die vervolgens met behoud van identiteit kon worden omgezet in een bv of nv.

De minister geeft als reden voor het besluit tot intrek-king dat de primaire doelstelling van de wetgeving – het faciliteren van ondernemers – in beide wetsvoorstellen onvoldoende tot zijn recht komt, nu de nieuwe regeling tot op heden weinig steun heeft gekregen van de beoog-de gebruikers die geen behoefte hebben aan de nieuwe personenvennootschappen en de daarmee gepaard gaan-de kosten vrezen. Over de argumenten is veel gezegd en geschreven, evenals over de vraag of intrekking van de voorstellen in een dergelijk laat stadium – het wetsvoor-stel voor de nieuwe regeling is al in december 2002 aan

de Tweede Kamer gezonden – wel gepast is. De conclusie lijkt echter in elk geval te kunnen zijn dat met de intrek-king een aantal interessante faciliteiten aan de onderne-mer in de personenvennootschap (omzetting in een bv met behoud van identiteit!) wordt onthouden.

JurisprudentieBestuurdersaansprakelijkheidAl aan het begin van het jaar heeft de Hoge Raad een in-teressant arrest gewezen over bestuurdersaansprakelijk-heid (HR 28 januari 2011, Nederlandse jurisprudentie 2011, 167). Uit dit arrest blijkt dat hoofdelijke aansprake-lijkheid niet altijd aan de orde is, zelfs niet als deze recht-streeks uit de wet lijkt te volgen. Het arrest ziet op een

situatie waarin een op 10 juli 2002 opgerichte bv op 10 juli 2002 een kredietovereenkomst aangaat met Staal-bankiers nv op grond waarvan Staalbankiers op dezelfde dag nog een geldlening aan de bv verstrekt. Vervolgens wordt pas op 12 juli 2002 de opgave ter eerste inschrij-ving van de bv in het Handelsregister gedaan. Als de bv op 14 april 2004 failliet wordt verklaard spreekt Staalban-kiers de bestuurder aan tot betaling van de restschuld. Staalbankiers beroept zich daarbij op artikel 2:180, lid 2, aanhef en sub a BW dat bepaalt dat de bestuurders (naast de vennootschap) hoofdelijk aansprakelijk zijn voor elke tijdens het bestuur verrichte rechtshandeling waardoor de vennootschap wordt verbonden in het tijdvak voordat de opgave ter eerste inschrijving in het Handelsregister is gedaan. Hoewel de hoofdelijke aansprakelijkheid op basis van genoemd artikel in dit geval onvermijdelijk lijkt, volgt de Hoge Raad het oordeel van het hof dat het be-roep van Staalbankiers op dat artikel in de gegeven om-standigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijk-heid onaanvaardbaar is. Daarbij stelt de Hoge Raad dat het hof met zijn oordeel ‘dat vaststaat dat de opgave van de eerste inschrijving in het Handelsregister slechts twee dagen na het ter beschikking stellen van het krediet is geschied’ kennelijk en alleszins begrijpelijk tot uitdruk-king heeft gebracht dat de bestuurder in zijn verhouding tot Staalbankiers niet/nauwelijks enig verwijt treft.

Kwalifi catie van samenwerkingHet laatste arrest waaraan ik in deze kroniek aandacht besteed ziet op de kwalifi catie van een samenwerking als maatschap. In zijn arrest van 2 september 2011 (LJN: BQ3876) – dat ziet op een aantal dierenartsen die een ge-schil hebben of hun samenwerking moet worden gekwa-lifi ceerd als een maatschap of als overeenkomsten van opdracht – oordeelt de Hoge Raad dat uit de motivering van het oordeel dat een rechtsverhouding zich heeft ont-wikkeld van een overeenkomst van opdracht tot een overeenkomst van maatschap aan hoge eisen moet vol-doen. In het betreff ende geval was echter aan deze eisen voldaan, zodat moest worden aangenomen dat de samen-werking als maatschap moest worden gekwalifi ceerd.

AfsluitendMet name gelet op de in deze kroniek aangehaalde ont-wikkelingen in wetgeving moet worden geconcludeerd dat er in 2011 heel wat is gebeurd op het gebied van on-dernemingsrecht. Voor echt grote wijzigingen (en verbe-teringen) blijft het echter wachten op de invoering van de wetgeving inzake de vereenvoudiging en fl exibilise-ring van het bv-recht. Het is te hopen dat deze invoering in de kroniek over 2012 kan worden gemeld. ■

Noot1. Wet van 7 juli 2010, Stb. 2010, 280 tot wijziging van onder meer

Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet documentatie ven-

nootschappen in verband met het vervallen van de verklaring van

geen bezwaar en het verbeteren en uitbreiden van de controle op

rechtspersonen met het oog op de voorkoming en bestrijding van

misbruik van rechtspersonen.

Voorstellen nieuwe regeling personenvennootschappen worden ingetrokken

Kroniek Ondernemingsrecht

Page 36: Het Register nr. 12-2011

HET

Verenigingsnieuws

41december 2011 | nummer 12 | Het Register

De daadwerkelijke fusie van het College en de Federatie is nu bijna een jaar een feit. Ik loop met u een aantal zaken langs en hier en daar maak ik de balans met u op....

Sommigen dachten dat met het fusiebesluit en de kort daarop volgende fusie alles in kannen en kruiken was. Voor mij was de daadwerkelijke fusie (uw toestemming op de ALV’s en op 31 decem-ber 2010 tekenen bij de notaris) een mijlpaal en een moment van “hèhè, dat is gebeurd”. Ik kan u vertellen: “Intussen weet ik beter”.

Om tot uniforme werkwijzen en systemen te komen waarmee we jarenlang vooruit kunnen is het noodzakelijk continu zorgvuldige afwegingen te maken en niet over één nacht ijs te gaan. Geluk-kig hebben we volop in de keukens van anderen mogen kijken en daar veel van opgestoken. Goede verhoudingen tussen de verenigingen in deze sector en openhartige gesprekken zijn ook in dit ge-val buitengewoon waardevol gebleken. Daarnaast hebben we direct de gelegenheid aangegrepen om de inhoud van de bestanden te actualiseren. Wederom een intensieve actie waar onze mede-werkers hun tanden in mochten zetten. Tijdens de overgangssituatie zijn op diverse terreinen nieuwe uniforme werkwijzen geïntroduceerd. In de meeste gevallen betekent verandering ook verbetering.

We houden nauwgezet in de gaten hoe de leden onderling met elkaar mengen en of die bijeen-komsten inhoudelijk aan de verwachtingen voldoen. En of alles niet te massaal en te onpersoon-lijk wordt. Sommige bijeenkomsten worden meer door de ene, sommige meer door de andere ‘bloedgroep’ bezocht. Met de tijd zal dat veranderen.

Enkele bijeenkomsten lopen erg snel vol. In veel gevallen hebben we daar weinig invloed op. Als de Belastingdienst ons uitnodigt en een maximaal aantal leden kan ontvangen bij de bijeenkomst dan moet u net het geluk hebben om aan uw bureau te zitten als de uitnodiging voor de bijeen-komst door ons wordt verzonden. Voor ons is dat geen reden om u deze uitnodigingen te onthouden.

Over het totale PE-programma kan op zijn minst gezegd worden dat het gezien de deelname een daverend succes is. Natuurlijk zijn wij steeds zoekende om de juiste onderwerpen, het juiste ni-veau, de beste locaties enzovoort te vinden. Dat blijft een soort ontdekkingstocht die nooit ten einde raakt, maar waarbij we wel vorderingen maken. Om een paar voorbeelden te noemen: bijna 80% van de bijeenkomsten uit de PE-brochure was vol het afgelopen najaar. Binnen een uur na verzending van de Nieuwsfl its hadden zich al meer dan 200 mensen aangemeld voor de Forumbij-eenkomst! En 1100 leden meldden zich binnen drie uur na de aankondiging van de najaars-LSB aan. Zo zijn er meer voorbeelden.

Hoe kijkt de buitenwereld tegen de fusie aan? Velen zijn er al aan gewend en weten niet beter. Zo-wel aanpalende verenigingen, het ministerie als de Belastingdienst vinden het een logische en goede zaak.

Kunnen we concluderen dat de fusie een succes is? Ik vind van wel, maar eigenlijk kunt alleen u dat vaststellen. Als puntje bij paaltje komt is er maar één manier om te meten of de fusie ons allen meer

gebracht heeft en dat is uw mening. Laat ons ook het komende jaar weten wat u er van vindt. Als we elkaar met respect blijven behandelen dan worden we er allemaal be-

ter van. Moge de vereniging ook in 2012 groeien en bloeien!

Graag wens ik u en uw dierbaren, mede namens mijn collega’s van het bureau en namens het bestuur van het RB, gezondheid en voorspoed in 2012! ■

Hoe was het en hoe wordt het...

Peter van den Bergdirecteur

Over het totale PE programdaverend succes is. Natuurliveau, de beste locaties enzoeinde raakt, maar waarbij w80% van de bijeenkomsten verzending van de Nieuwsfl eenkomst! En 1100 leden maan. Zo zijn er meer voorbe

Hoe kijkt de buitenwereld twel aanpalende verenigingegoede zaak.

Kunnen we concluderen datvaststellen. Als puntje bij pa

gebracht heeft en dvindt. Als w

ter van. M

Graag wen nam

Pd

Page 37: Het Register nr. 12-2011

42 Het Register | december 2011 | nummer 12

Vooruitblik 2012

RB in 2012: verder in fi scale kennisVerder in fi scale kennis blijft ook in 2012 het motto van het RB. Belastingwetgeving blijft instrumenteel, dus veranderlijk. Actuele fi scale kennis is en blijft essentieel voor de beroepsuitoefening. Het RB signaleert actuele thema’s en wijzigingen in belastingwet-geving en hoe deze de beroepsuitoefening beïnvloeden. Leden-participatie speelt hierbij een groeiende rol. Het RB maakt steeds meer gebruik van de expertise van leden en wisselt continu ken-nis en informatie uit met hen. Hierdoor is het vaak mogelijk om snel en slagvaardig te reageren naar politiek, de Belastingdienst en de media.

We streven naar kennis- en kwaliteitsbevordering in de breedste zin van het woord. Het RB zal in het nieuwe jaar haar uiterste best doen om u hiervoor alle middelen aan te reiken.

Horizontaal toezichtEen van de speerpunten in 2012 is horizontaal toezicht. Inmid-dels is de collegiale toetsing niet meer weg te denken. Kantoorre-views binnen een beroepsorganisatie met individuele leden, daarmee loopt het RB voorop. De achtergrond van deze nieuwe kwaliteitsimpuls voor kantoren zijn de arrangementen met het Bureau Financieel Toezicht en de Belastingdienst. Met het RB Kwaliteitshandboek geeft het RB kantoren praktische handreikin-gen en in de review leert het RB weer van de kantoren. Wat de Belastingdienst een ‘leercirkel’ zou noemen. Wat het RB noemt ‘voor en door leden’.

Verder in fi scale kennis(sen)De kunst voor het RB is om ook op kleine schaal te kunnen den-ken. Dat is mogelijk met betrokken leden die zichzelf verenigen. Zo heeft een groep btw-specialisten zich verenigd in een vak-technisch overleg, bieden de Kringen voor de leden een kennis- en netwerkplatform en geeft de Commissie Wetsvoorstellen opi-nies over actuele fi scale onderwerpen. Verder in fi scale kennis wordt zo verder in fi scale kennissen.

Een leven lang lerenAls belastingadviseur kies je voor een leven lang leren en het RB biedt daarvoor een uitgebreid programma. Herkenning en vernieu-wing, dat blijft het RB nastreven met het PE-aanbod. Dit najaar gin-gen de Landelijke Studiebijeenkomsten regionaal. Sindsdien weten ook steeds meer CB-belastingadviseurs en CB-belastingconsulen-ten deze bijeenkomsten te vinden. Andersom schrijven steeds meer Federatie Belastingadviseurs zich in voor een cursus uit het grootste fi scale PE-programma van Nederland.

Wilt u weten wat het komende jaar u nog meer brengt als belastingadviseur? Schrijf u dan in voor de nieuwjaarsbijeen-komst van het RB op 16 januari 2012 met als onderwerp 'Waar zullen we zijn in 2020?'

VerenigingsnieuwsHET

RB Opleidingen: voor, door en met u in 2012 RB Opleidingen kijkt met genoegen terug op 2011, een jaar dat wederom in het teken stond van het (door)ontwikkelen van ons gehele onderwijsprogramma. RB Opleidingen staat ook in 2012 niet stil. Wij blijven werken aan de ontwikkeling van interessante onderwijsprogramma’s en cursussen onder het motto ‘Een leven lang leren’.

De heraccreditatie van de Master Belastingadviseur, de ver-nieuwing van het curriculum van de opleiding CB-belasting-consulent en het Schakelprogramma Master Belastingadviseur en de totstandkoming van de doorstroom naar de eenjarige Master Fiscale Economie aan de Universiteit van Amsterdam waren een aantal succesvolle projecten in 2011. Maar ook hebben wij het aanbod van cursussen en bijeenkomsten van RB Opleidingen uitgebreid om u op het gebied van onderwijs nog meer te bieden.

RB Opleidingen hecht veel belang aan de mening en wensen van (aspirant-)leden en vertaalt deze zo goed mogelijk naar een passend opleidings- en cursusaanbod.

In 2012 vragen wij daarom weer met enige regelmaat naar uw mening door middel van enquêtes, polls op de website en kor-te interviews tijdens bijeenkomsten van het RB.

Het niveau van het huidige onderwijsaanbod wordt continu bewaakt en verbeterd. Niet voor niets wordt in 2012 de opleiding CB-belastingadviseur (in samenwerking met de Onderwijscommissie, de studenten, de docenten en een externe opleidingsadviseur) onder de loep genomen om te kijken waar de opleiding nog verder verbeterd kan worden.

Zoals prof. dr. mr. Leo Stevens aangaf tijdens het eerste col-lege in 2011 van de opleiding CB-belastingadviseur: “De studenten hebben de ambitie om een professionaliserings-slag door te maken om nog verder te gaan in het vakgebied. Het zijn studenten die de drive hebben en willen investeren in hun toekomst.” Ook in 2012 staat bij ons uw professiona-lisering voorop door het bieden van een kwalitatief hoogwaardig cursusprogramma en praktijkgerichte fi scale opleidingen.

Page 38: Het Register nr. 12-2011

43december 2011 | nummer 12 | Het Register

Feestelijke jaaropening

Op maandag 16 januari 2012 luidt het RB graag met u en de heren Garvelink en De Bont het nieuwe jaar in. Beide heren gaan op luchtige wijze in op de continue veranderingen binnen het beroep.

De heer mr. drs. J.F. Garvelink is advocaat bij Blaisse advocaten in Amsterdam en de heer prof. mr. G.M.J.E. de Bont is hoogleraar formeel belastingrecht aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam en advocaat bij De Bont Advocaten te Amsterdam. Sjaak Bral sluit het programma af met een speciaal voor het RB samengestelde conference doordrenkt van onverwachte maar trefzekere inzichten.

Onlangs heeft u de uitnodiging ontvangen voor deze bijzondere bijeenkomst. Aanmelden is nog mogelijk via het ledendeel van www.rb.nl (Bijeenkomsten > Nieuwjaarsbijeenkomst 2012).

Wijziging afspraken De Telefoongids & Gouden GidsIn de samenwerking met De Telefoongids & Gouden Gids zijn een aantal aanpassingen doorgevoerd die betrekking hebben op het aanbod en de uitvoering.

Het vernieuwde RB-aanbodDe collectieve RB-advertentie in de RB-rubriek(en) is vervangen door een thematische advertentie waarin wordt uitgelegd waar RB voor staat. Daarnaast kunt u nu het RB-logo bij uw individuele advertentieprogramma plaatsen.

U heeft de volgende mogelijkheden:■ Plaatsing op internet en print € 225.■ Plaatsing op internet € 160.Plaatsing op internet betekent dat het RB-logo wordt geplaatst op de resultaatpagina en op uw miniwebsite. Mensen die op zoek zijn naar een belastingadviseur in de plaats waar u gevestigd bent zien het RB-logo bij uw vermelding.

Wijzigingen in de uitvoering■ Voortaan heeft u één aanspreekpunt. Hij/zij adviseert u ten

aanzien van uw programma voor internet, print en mobiel en bespreekt daarnaast de mogelijkheden om het RB-logo te vermelden.

■ U ontvangt één plaatsingsopdracht, één orderbevestiging, één factuur.

■ U ontvangt géén mailing meer met inschrijff ormulier.

Wettenbundel en Fiscaal memoHet RB verstrekt ook in 2012 de uitgaven Belastingwetten en Fis-caal memo 1. Nieuw dit jaar is dat u naast de digitale pdf-versie van de Belastingwetten ook een e-bookversie van zowel de Be-lastingwetten als Fiscaal memo 1 kunt downloaden op www.rb.nl , waarmee u nog gemakkelijker kunt zoeken. Ook is het mogelijk om in uw e-book boekenleggers te plaatsen of markeringen te maken. De nieuwe uitgave Belastingwetten en het Fiscaal memo 1 worden uiterlijk begin februari verzonden en online gezet. Eind juni zal een aangepaste digitale versie van het Fiscaal memo 1 via www.rb.nl beschikbaar zijn.

Nieuw: app tarievenNieuw dit jaar is de app 'fi scale tarieven'. Deze app is begin 2012 te downloaden op www.rb.nl. Hiermee krijgt u de beschikking over alle relevante fi scale en fi nanciële tarieven. De app wordt in juli geactualiseerd en is voorlopig alleen geschikt voor iPhone en iPad; de gegevens worden ook in e-bookvorm aangeboden via www.rb.nl.

Nieuw lidnummer in 2012Bijna een jaar geleden werd de fusie tussen CB en NFB een feit. Hoog tijd om ook de twee ledenadministratiesystemen samen te voegen. Medio januari 2012 is het nieuwe systeem operationeel en ontvangen alle leden een nieuw lidnummer. U hoeft hiervoor zelf geen actie te ondernemen. Half januari ontvangt u hierover bericht.

Ledenservice

■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■

Vragen?Heeft u vragen neemt u dan bij voorkeur contact op met uw verkoopadviseur van De Telefoongids & Gouden Gids. Voor algemene vragen over adverteren inzake de brancheafspraken kunt u eventueel bellen met de afdeling Branche Sales Support op (020) 408 69 79. Of mail uw vragen, voorzien van uw bedrijfsnaam, adres en telefoonnummer naar [email protected].

Tip: kijk regelmatig op www.rb.nl voor meer informatie.

Feestelijke jaaropening

Page 39: Het Register nr. 12-2011

44 Het Register | december 2011 | nummer 12

Informatiebijeenkomsten HT goed bezocht

Bestuur en medewerkers wensen u fijne feestdagen en een voorspoedig 2012!

RB-leden scoren voldoende bij de Wwft-kantoorreview Voldoende tot goed. Dat is de score van de meeste kantoren van RB-leden op de Wwft-kantoorreview. Veel voorkomende aanbeve-lingen zijn gericht op het inzichtelijk maken van het risicoprofi el van de cliënten, het inzichtelijk maken van de monitoring en ver-duidelijking van de kantoorprocedure voor de melding van onge-bruikelijke transacties. Belastingadviseurs melden nog relatief wei-nig ongebruikelijke transacties. Door het toepassen van de inkeerregeling in 2009/2010 is hier wel een lichte toe-name in geconstateerd. Sinds juni 2011 voert het RB ook kantoorreviews uit bij kantoren die onder leiding staan van Federa-tie Belastingadviseurs. Het RB heeft met Bu-reau Financieel Toezicht de afspraak om jaarlijks 75 audits uit te voeren bij kantoren van RB-leden.

Meer informatie over het toezichtar-rangement tussen RB en BFT en meer praktische informatie voor u als belas-tingadviseur vindt u in het Dossier Wwft op het ledendeel van www.rb.nl. w

ww

.shut

ters

tock

.com

Kritisch en geïnteresseerd. Dat waren de leden die zich op 25 oktober en 2 november 2011 lieten informeren over het RB Koepelconvenant Horizontaal Toezicht (HT). Een aantal leden overwoog deelname aan het RB Koepelconvenant om tegemoet te kunnen komen aan een mogelijke klantvraag om convenantaan-giften in te dienen. Andere aanwezigen aarzelden nog over deel-name met hun kantoor aan het RB Koepelconvenant.

Tijdens de bijeenkomst ging Diana de Vries (Bureau Vaktechniek) in op de onderwerpen van het RB Koepelconvenant, het aanmel-den en de review. Ook was er volop ruimte voor discussie. Er was veel vraag naar de eisen die het RB Koepelconvenant stelt of zou stellen aan de kantoororganisatie. Tevens hadden de aanwezigen vragen over het vooroverleg. Kerntyperingen hierbij zijn ‘Goed is goed genoeg’ en ‘Vooroverleg beslist de adviseur zelf’.

De vragen en antwoorden zijn beschikbaar in het dossier Horizontaal Toezicht op de RB-site. Het RB kijkt ernaar uit met de deelnemende kantoren op eigen wijze invulling te geven aan horizontaal toezicht.

Heeft u vragen over HT? Kijk op het ledendeel van www.rb.nl (Vakinformatie > Dossiers > Horizontaal Toezicht).

Bijeenkomsten SBRDit najaar organiseerden de beroeps- en kantoororganisaties RB, NOB, NBA, NOAB, SRA en NOVAK in samenwerking met Logius tien voorlichtingsbijeenkomsten op diverse plaatsen in het land over (de gevolgen van) Standard Business Reporting (SBR). Dit gebeurde in verschillende sessiebijeenkomsten. De sessie ‘aan de slag met SBR: gevolgen SBR voor u als kantoor’ werd per toer beurt verzorgd door de beroepsorganisaties. Voor het RB trad drs. Peter Goossens, werkzaam bij Bureau Vaktechniek, twee keer als spreker op.Op het moment van verschijnen van dit nummer van Het Register zijn alle bijeenkomsten geweest. De presentaties die zijn gehou -den vindt u in het Dossier SBR op het ledendeel van www.rb.nl.

Voor uw agenda■ Nieuwjaarsbijeenkomst Maandag 16 januari 2012 De Flint, Amersfoort

Op de RB-agenda■ Fiscal Committee meeting Maandag 30 januari 2012 Brussel

Belangenbehartiging, vakinformatie en ledenservice

VerenigingsnieuwsHET

Page 40: Het Register nr. 12-2011

45december 2011 | nummer 12 | Het Register

■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■

Bedrijfsfi scalistennetwerk niet voortgezetTijdens een bijeenkomst van bedrijfsfi scalisten op 31 oktober jongstleden is gebleken dat er onvoldoende animo is om het bedrijfsfi scalistennetwerk ‘nieuwe stijl’ voort te zetten. Volgens het RB bieden de Landelijke Studiebijeenkomsten, de Kringbijeenkomsten en het PE-programma ook voor bedrijfsfi scalisten interessante, praktijkgerichte cursussen. Doel van de bijeenkomst was daarom te bespreken op welke manier de deelnemende leden actief konden bijdragen aan het netwerk.

De aanwezige bedrijfsfi scalisten gaven aan dat netwerken, specifi eke cursussen en uitwisseling van praktijkervaringen de belangrijkste functies van zo’n netwerk zijn. De groep bedrijfsfi scalisten is echter zo divers, dat specifi eke cursussen en vaktechnisch overleg voor de groep als geheel onvoldoende bij de behoefte aansluiten. Bij de samenstelling van het PE-programma worden de suggesties die door de aanwezige leden tijdens de bijeenkomst zijn gedaan, meegenomen.

Vakinformatie en opleidingen

UitgelichtFinanciële planning

Krijgt u in uw praktijk ook steeds vaker vragen van uw klant over de invulling van de wensen voor de oudedag of de consequen-ties van een echtscheiding die het fi scale vakgebied overschrij-den? Of heeft u wellicht het gevoel dat u uw klant beter van dienst kunt zijn als u over bredere kennis beschikt ten aanzien van testamenten, consequenties van het aangaan van een huwe-lijk of planning van inkomen voor de toekomst? Wilt u uw toege-voegde waarde voor uw klant vergroten, dan is de opleiding Fi-nanciële planning voor u de mogelijkheid om u te onderscheiden.

De opleiding Financiële planning van RB Opleidingen is een op-leiding op hbo-niveau, speciaal opgezet voor belastingadviseurs die over een brede fi scale kennis beschikken.De aandacht gaat dan ook met name uit naar de integratie van de fi scale en juridische aspecten, beleggen en fi nancieren en de ver-dere verdieping van de kennis op het gebied van oudedagsvoor-zieningen en toekomstvoorzieningen.

De opleiding bestaat uit negen bijeenkomsten en leidt op voor het examen Federatie Financieel Planner (FFP).

Datama 5 maart 2012ma 19 maart 2012ma 26 maart 2012ma 2 april 2012ma 16 april 2012ma 23 april 2012ma 14 mei 2012ma 21 mei 2012ma 4 juni 2012

Locatie: Van der Valk Hotel in VianenDocenten: mr. Jacqueline Dekker MFP FFP en mr. Marcel van Kooten FFP MFP CFP®

Voor meer informatie kijk op het ledendeel van www.rb.nl (Perma-nente Educatie > Permanente Educatie RB). U kunt zich online direct aanmelden.

BTW-academie

RB Opleidingen biedt u ook in het voorjaar van 2012 de mogelijk-heid om u in zes bijeenkomsten te specialiseren in de btw-advies-praktijk. De BTW-academie is een unieke verdiepingscursus in de btw. U wordt tijdens de cursus op een interactieve en praktische manier opgeleid tot aanspreekpunt in uw organisatie voor de btw.

De volgende onderwerpen worden behandeld:■ Grenzen, mogelijkheden, reikwijdte en gevolgen ondernemer-

schap.■ Verschillende vormen van leveringen en diensten, fi ctieve

prestaties.■ Btw-aspecten onroerende zaken en de interne levering.■ Internationale verhoudingen: intracommunautaire transacties,

nultarief.■ Vooraftrek, BUA, splitsingsregels, aspecten auto van

de zaak.■ Bijzondere regelingen (KOR, landbouwregeling).

De cursus wordt afgesloten met een casus waarmee uw kennis wordt getoetst. Om de opgedane kennis actueel te houden, orga-niseert RB Opleidingen bij voldoende belangstelling een terug-komdag voor de deelnemers.

Datama 16 april 2012ma 23 april 2012ma 7 mei 2012ma 14 mei 2012ma 21 mei 2012ma 4 juni 2012

Locatie: Van Driel Fruijtier btw-specialisten in Dordrecht Docenten: mr. G.B. van Driel FB, mr. A.F. Fruijtier FB en mr. C.F.C. Resseler

Meer informatie over deze cursus en online inschrijven? Kijk op www.rb.nl. U kunt ook gebruik maken van de aanmeldingsformu-lieren die opgenomen zijn in de brochure Permanente Educatie voorjaar 2012.

Page 41: Het Register nr. 12-2011

46 Het Register | december 2011 | nummer 12

Opleidingen

Incompany opleidingen Agro CB-belastingconsulent en Agro CB-belastingadviseur

mens en een afsluitend mondeling examen van een half uur.

Agro CB-belastingadviseurDe incompany opleiding Agro CB-belastingadviseur is de praktijkopleiding voor agro-adviseurs die in hun (toekomsti-ge) adviespraktijk op hoog niveau zelfstandig fi scale proble-men willen afhandelen. De opleiding bestaat uit 42 colleges van 3½ uur. Een overzicht van de vakken vindt u terug op www.vlbopleidingen.nl.

Voor wie?Agro-adviseurs die reeds de incompany opleiding Agro CB-be-lastingconsulent met goed gevolg hebben afgerond kunnen direct instromen. Daarnaast kunnen agro-adviseurs deelne-men met minimaal vijf tot zeven jaar werkervaring en een op-leiding op SPD-niveau.

ExamensTweemaal per jaar (januari en juni) worden de examens afge-nomen. In totaal zijn er 11 schriftelijke examens, deze exa-mens duren 2 of 2½ uur. Tevens wordt er door de deelnemers aan de hand van casuïstiek een beroepschrift geschreven. De opleiding wordt afgesloten met een mondeling examen van 45 minuten, waarin de scriptie verdedigd wordt.

Meer informatie?Voor meer informatie of voor een op maat gemaakte off erte kunt u contact opnemen met VLB Opleidingen op (0345) 54 70 30 of [email protected].

Een fi scaal geschoolde agro-adviseur is goud waard

Wilt u uw agro-adviseurs opleiden tot allround belasting-adviseurs in de agrarische sector en daarmee geen reistijd en -kosten kwijt zijn? Dat kan met de incompany opleidingen Agro CB-belastingconsulent en Agro CB-belastingadviseur, twee speciaal ontwikkelde fi scale praktijkopleidingen die uw medewerkers brede fi scale kennis biedt waarmee zij allround fi scale adviezen kunnen geven aan uw klanten.

Agro CB-belastingconsulentDe Agro CB-belastingconsulent bestaat uit 13 colleges van elk 4½ uur. In deze opleiding passeren diverse belangrijke vakon-derdelen uit de praktijkopleiding CB-belastingconsulent de re-vue, toegespitst op de agrarische sector. Wilt u meer weten over de specifi eke vakken die gedoceerd worden in de incompany opleiding Agro CB-belastingconsulent? Kijk dan op www.vlbopleidingen.nl.

Voor wie?De opleiding is bedoeld voor agro-adviseurs met minimaal vijf tot zeven jaar werkervaring bij een accountants- en of belas-tingadvieskantoor. Daarnaast dienen de deelnemers de oplei-ding aan de HAS - of een vergelijkbare opleiding - met goed gevolg te hebben afgerond.

Examens Tijdens de opleiding schrijven de deelnemers een paper. De opleiding wordt afgesloten met twee schriftelijke exa-

VLB Opleidingen voorjaar 2012

VerenigingsnieuwsHET

VLB Opleidingen - verder in agrofi scale kennis

In 2010 liepen er in Nederland op 19,8 duizend boerderijen ruim 1,5 miljoen melkkoeien rond, werden er ruim 1 miljard kilo tomaten geëxporteerd en 654 miljard kilo kaas uitgevoerd (bron: CBS). De agrarische sector is een voor de Nederlandse economie belangrijk segment, met eigen fi scale wetgeving.

VLB Opleidingen biedt cursussen en opleidingen aan, gericht op de agrarische sector en het mkb in het vakgebied van de belastingadviespraktijk en de accountancy organisatie.

VLB Opleidingen licht graag een tipje van de sluier op. In het voorjaar van 2012 komen onder andere de volgende onderwer-pen aan bod:

■ Bedrijfsverplaatsing■ Bedrijfsopvolging■ Echtscheiding en de

agrarische onderneming■ Ruimte voor Ruimte■ Uitzendproblematiek in de agrarische sector

Voor de volgende cursussen in mei en juni 2012 kunt u zich nu al aanmelden:■ De bv in de agrarische praktijk.■ Financieringsaanvraag voor de agrarische sector.■ Schenk- en erfbelasting in de agrarische sector.

Kijk op www.vlbopleidingen.nl voor meer informatie, het volledige cursusprogramma en online aanmelden.

Page 42: Het Register nr. 12-2011

47december 2011 | nummer 12 | Het Register

BelastingcontroleEen gekleurde bril, dat is de eerste ge-dachte bij een boek over belastingcon-trole geschreven door twee medewer-kers van de Belastingdienst. Dat valt echter mee. De achtergrond van de schrijvers heeft ook zo zijn voordelen; de heren hebben namelijk jaren zelf ‘in de keuken van de belastingcon-trole’ gestaan en hebben dus de no-dige inside information. Naast dat de verschillende controletechnieken uitgebreid worden beschreven, ko-men ook zaken als administratie, be-waarplicht, de recent ingevoerde informatiebeschikking en het verschoningsrecht voor belastingadviseurs aan de orde. Dit alles in een prettig leesbare schrijfstijl. Dit laatste heeft ongetwijfeld ook met de doelgroep te maken. De serie Belastingwijzers moet leesbaar zijn voor belastingplichtigen, dus heeft een relatief lage drempel. Er wordt in het boek dan ook zeer spaarzaam omgegaan met verwijzingen naar wetsartikelen en rechtspraak. Zelfs in het hoofdstuk met voorbeelden uit de rechtspraak ontbreken de nummers. Voor de professional jammer, want die zal indien nodig zelf de juridische grondslagen bij het besprokene moeten zoeken. Of dit boek met bijna 500 pagina’s voor de gemiddelde belasting-plichtige is te overzien is zeer de vraag. Maar ondanks dat de kriti-sche noot wat wordt gemist (wiens brood men eet….) is dit voor iedere adviseur een prima boek om in de kast te hebben.

Praktisch nut 7Wetenschappelijk niveau 7Actualiteit 8Leesbaarheid 8Presentatie 7Prijs-kwaliteitverhouding 8Bedoeld voor generalist

Eindoordeel: ■ ■ ■ ■ ■

Auteurs: drs. M. Snippe en prof. dr. mr. R.N.J. Kamerling

Uitgever: KluwerISBN: 9789013083217Prijs: € 37,50

mr. Marcel van Galen FB en mr. Marco Dijkstra FB

Belastingen in de jaarrekeningVeel belastingadviseurs zijn naast het fi s-cale advieswerk ook betrokken bij de tot-standkoming en beoordeling van de jaar-rekening. Die betrokkenheid richt zich met name op de fi scale positie in de jaar-rekening. We hebben het dan over tax accounting. Het vakgebied waarbij be-lastingrecht en fi nanciële verslaggeving bij elkaar komen. En dan specifi ek ge-richt op de verwerking van de inkom-sten- of vennootschapsbelasting in de jaarrekening.

De auteurs hebben een poging gedaan om in een niet al te uitge-breid boekwerk dit onderwerp te bespreken. Naar onze mening zijn zij hierin geslaagd. In iets minder dan honderd bladzijden wordt met behulp van een duidelijke opbouw onder meer inzicht gegeven in de verschillen tussen actuele en uitgestelde belastin-gen (de eff ectieve belastinglast). Daarbij worden veel voorbeel-den gebruikt die verhelderend werken. Daarnaast worden ele-mentaire begrippen als tijdelijke en permanente verschillen, uitgestelde belasting (actieve en passieve latenties), alsmede de opbouw van de belastingpositie toegelicht. Wederom met behulp van verhelderende voorbeelden.

De auteurs hebben het tweede deel van het boek ingevuld met de regels, handreikingen, voorschriften en interpretaties die ten grondslag liggen aan tax accounting. De meeste ruimte is daarbij ingevuld voor IFRS-richtlijn International Accounting Standard 12 (IAS 12), de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 272 (RJ 272), de Financial Accounting Standard 109 (FAS 109) en de verschillen tussen die regels.

Het is wat ons betreft geen eff ectieve last om dit boek eens door te lezen.

Praktisch nut 8Wetenschappelijk niveau 7Actualiteit 7Leesbaarheid 8Presentatie 7Prijs-kwaliteit-verhouding 7Bedoeld voor generalist

Eindoordeel: ■ ■ ■ ■

Auteur: mw. drs. E.D.M. Gerrits RA e.a.Uitgever: SDUISBN: 978 90 12 38701 9Prijs: € 37,10

mr. Lucas Blom FB AA en mr. Johan Stip FB

Boeken

-Vcsrmralabrsja

Belasting-controleBelasting-controle

• H O E W E R K T E E N B E L A ST I N G C O N T R O L E ? • WAT I S D E V E R A N T W O O R D E L I J K H E I DVA N E E N B O E K H O U D B U R E A U , A C C O U N TA N T E N B E L A ST I N G -A D V I S E U R ?

• WAT Z I J N D E S A N CT I E S O P H E T N I E TN A K O M E N VA N D E V E R P L I C H T I N G E N ?• H O E K U N T U Z I C H T E G E N O N G E W E N ST E G E V O L G E N VA N E E N

B E L A ST I N G C O N T R O L E B E S C H E R M E N ?

8E HERZIENE DRUK

• M A R C E L S N I P P E

• R O B E R T K A M E R L I N G

NIEUW Verbeterde rechtsbescherming

bij belastingcontrole

Fiscus benut inzagerecht in accountantsdossiers

Banken geven openheid in kredietdossiers

Hardere aanpak belastingfraudeur

Belastin

gco

ntro

le

K L U W E R B E L A S T I N G W I J Z E R S 17

In de boekenrubriek geven ervaren vak mensen op persoonlijke titel hun mening over recent verschenen (fi scale) boeken:■ Twee beoordelaars recenseren

een boek. ■ Zij kennen cijfers toe voor

bijvoorbeeld leesbaarheid, actualiteit en niveau.

De recensenten geven een eindoordeel:Aanrader ■ ■ ■ ■ ■

Goed ■ ■ ■ ■

Redelijk ■ ■ ■

Matig ■ ■

Afrader ■

■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■

Page 43: Het Register nr. 12-2011

48 Het Register | december 2011 | nummer 12

Permanente Educatie

Akersloot

di 17 januari Inleiding Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

particulier drs. P.N.M. Goossens

di 24 januari Inleiding Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

ondernemer mr. drs. A.J. Meijer

ma 6 februari Aangifte vennootschapsbelasting mr. J. Zwagemaker

di 7 februari Verdieping Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

particulier drs. P.N.M. Goossens

di 14 februari Verdieping Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

ondernemer mr. drs. A.J. Meijer

ma 2 april Casuscollege Auto mr. H.A. Elbert

di 10 april Casuscollege Bedrijfsopvolging mr. drs. S.A.W.J. Strik

di 17 april Renteaftrek in de Vpb: actualiteiten en rechtspraak

mr. M.C. de Graaf

ma 23 april Casuscollege Eigen woning mr. dr. M.J. Hoogeveen

di 8 mei Casuscollege Vennootschapsbelasting mr. drs. S.A.W.J. Strik

ma 21 mei De werkkostenregeling: alles wat u wilt weten! R. Vink

Breda

ma 23 januari Inleiding Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

ondernemer mr. drs. A.J. Meijer

di 31 januari Inleiding Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

particulier drs. P.N.M. Goossens

di 7 februari Verdieping Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

ondernemer mr. drs. A.J. Meijer

di 14 februari Verdieping Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

particulier drs. P.N.M. Goossens

ma 27 februari Aangifte vennootschapsbelasting mr. J. Zwagemaker

PE-programma voorjaar 2012Hieronder het PE-programma voor het voorjaar 2012. Aanmelden voor de cursussen kan met de formulieren uit de brochure Permanente Educatie voorjaar 2012 of online via www.rb.nl/inschrijven.

di 17 april Nederbelgen mr. drs. D.A. van Dorsselaer &

mr. M. Snikkenburg

ma 23 april Casuscollege Auto mr. H.A. Elbert

di 15 mei De werkkostenregeling: alles wat u wilt weten!

R. de Groot CB

Dordrecht

ma 16 april BTW-academie dag 1 Van Driel Fruijtier btw-specialisten

ma 23 april BTW-academie dag 2 Van Driel Fruijtier btw-specialisten

ma 7 mei BTW-academie dag 3 Van Driel Fruijtier btw-specialisten

ma 14 mei BTW-academie dag 4 Van Driel Fruijtier btw-specialisten

ma 21 mei BTW-academie dag 5 Van Driel Fruijtier btw-specialisten

ma 4 juni BTW-academie dag 6 Van Driel Fruijtier btw-specialisten

Emmeloord

di 3 april Renteaftrek in de Vpb: actualiteiten en

rechtspraak mr. M.C. de Graaf

ma 16 april Casuscollege Eigen woning mr. dr. M.J. Hoogeveen

di 24 april Casuscollege Auto mr. H.A. Elbert

ma 14 mei De werkkostenregeling: alles wat u wilt weten! R. Vink

Ridderkerk

ma 30 januari Inleiding Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

particulier drs. P.N.M. Goossens

di 31 januari Inleiding Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

ondernemer mr. drs. A.J. Meijer

ma 6 februari Verdieping Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

ondernemer mr. drs. A.J. Meijer

ma 13 februari Aangifte vennootschapsbelasting mr. J. Zwagemaker

ma 27 februari Verdieping Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

particulier drs. P.N.M. Goossens

ma 16 april Casuscollege Auto mr. H.A. Elbert

di 24 april Casuscollege Vennootschapsbelasting

mr. drs. S.A.W.J. Strik

ma 4 juni De werkkostenregeling: alles wat u wilt weten! R. Vink

VerenigingsnieuwsHET

Permanente Educatie bij RB: de brug tussen kennis en praktijkOok komend voorjaar kunt u bij RB Opleidingen terecht voor Permanente Educatie. U heeft de nieuwe cursusbrochure Permanente Educatie voorjaar 2012 ontvangen met hierin een actueel, gevarieerd en praktijkgericht cursusprogramma. Naast de goedbezochte casuscolleges komen uiteraard ook de inleidende en verdiepende aangiftecursussen terug in het programma.

Nieuw dit voorjaar zijn de cursussen in de vorm van masterclasses. De masterclass biedt u praktijkkennis op een meer diepgaand niveau.

Permanente Educatie bij RB Opleidingen biedt u diverse voordelen. De korte fi scale cursussen worden op gun-stige tijden gegeven op diverse locaties in het land. Ervaren docenten behandelen de nieuwste ontwikkelingen op praktijkgerichte wijze. De cursussen zijn voor iedereen toegankelijk; zowel voor leden als niet-leden.

Heeft u de brochure Permanente Educatie voorjaar 2012 niet ontvangen, wilt u meer exemplaren of wenst u meer informatie, neemt u dan contact op met RB Opleidingen, telefoonnummer (0345) 54 70 30, [email protected] of raadpleeg onze website www.rb.nl (Permanente Educatie).

Wij wensen u een leerzaam en succesvol 2012 toe!

richt

Page 44: Het Register nr. 12-2011

49december 2011 | nummer 12 | Het Register

Veldhoven

ma 23 januari Inleiding Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

particulier drs. P.N.M. Goossens

ma 30 januari Inleiding Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

ondernemer mr. drs. A.J. Meijer

ma 6 februari Verdieping Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

particulier drs. P.N.M. Goossens

ma 13 februari Verdieping Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

ondernemer mr. drs. A.J. Meijer

di 28 februari Aangifte vennootschapsbelasting mr. J. Zwagemaker

di 3 april Nederbelgen mr. drs. D.A. van Dorsselaer &

mr. M. Snikkenburg

ma 7 mei Casuscollege Auto mr. H.A. Elbert

di 5 juni De werkkostenregeling: alles wat u wilt weten!

R. de Groot CB

Vianen

wo 18 januari Inleiding Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

particulier drs. P.N.M. Goossens

do 26 januari Inleiding Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

ondernemer mr. drs. A.J. Meijer

wo 1 februari Inleiding Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

particulier drs. P.N.M. Goossens

do 2 februari Inleiding Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

ondernemer mr. drs. A.J. Meijer

wo 29 februari Verdieping Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

particulier drs. P.N.M. Goossens

wo 29 februari Aangifte vennootschapsbelasting mr. J. Zwagemaker

do 1 maart Verdieping Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

ondernemer mr. drs. A.J. Meijer

do 22 maart Reizen duurder?! De nieuwe reisbureauregeling in de btw

mr. M.C. van den Oetelaar & mr. F.L.J. Vervaet

do 29 maart Inleiding Testament lezen in de praktijk

prof. dr. B.M.E.M. Schols

di 3 april Casuscollege Haal meer winst uit het fi scale winstbegrip

J.W. Kemper FB

wo 4 april Inleiding Samenstellen van de jaarrekening mkb

drs. M. Moling AA RA CB

wo 4 april Pensioen in eigen beheer en lijfrentesparen anders

bekeken H.C.P. Schilder MFP FFP

do 5 april Verdieping Testament lezen in de praktijk

prof. dr. B.M.E.M. Schols

di 10 april Toeslagen J.H.P.M. Raaijmakers & E. de Vries

wo 11 april Inleiding Estate planning dag 1 mr. E.R. Helder

wo 11 april Verdieping Samenstellen van de jaarrekening mkb

drs. M. Moling AA RA CB

do 12 april De margeregeling in de btw mr. M.C. van den Oetelaar &

mr. F.L.J. Vervaet

do 12 april Valkuilen in het ontslagrecht mr. I. van der Vorst

di 17 april Leergang Ondernemingsrecht dag 1 mr. E.A. Brat

wo 18 april Inleiding Estate planning dag 2 mr. E.R. Helder

wo 18 april Actualiteiten loonheffi ngen mr. M.R.M. Deden

do 19 april Kies voor belastingbesparing: eenmanszaak, vof of bv

mr. J. Zwagemaker

do 19 april Casuscollege Bedrijfsopvolging

mr. drs. S.A.W.J. Strik

ma 23 april Renteaftrek in de Vpb: actualiteiten en rechtspraak

mr. M.C. de Graaf

di 24 april Casuscollege Winstverlagende regelingen

J.W. Kemper FB

di 24 april Nederbelgen mr. drs. D.A. van Dorsselaer &

mr. M. Snikkenburg

wo 25 april Proactief belastingadvies drs. H.J. Meijer FB

wo 25 april Leergang Ondernemingsrecht dag 2 mr. E.A. Brat

do 26 april Privégebruik in de btw mr. M.C. van den Oetelaar &

mr. F.L.J. Vervaet

ma 7 mei Liquidatie van de onderneming mr. J.A. Dullaart

di 8 mei Leergang Privaatrecht dag 1 mr. J.J. Ebbinga

wo 9 mei Aftrek van voorbelasting in de btw

mr. M.C. van den Oetelaar & mr. F.L.J. Vervaet

wo 9 mei Casuscollege Eigen woning mr. dr. M.J. Hoogeveen

do 10 mei Casuscollege Auto mr. H.A. Elbert

do 10 mei Verdieping Estate planning dag 1 prof. dr. B.M.E.M. Schols &

prof. dr. F.W.E.M. Schols

ma 14 mei Casuscollege Vennootschapsbelasting mr. drs. S.A.W.J. Strik

di 15 mei Samenwerkingsverbanden (btw en

overdrachtsbelasting) mr. A.F. Fruijtier FB

di 15 mei Casuscollege Resultaat uit overige werkzaamheden en

tbs-regelingen J.W. Kemper FB

ma 21 mei Belastinglatenties in de jaarrekening mr. D. Marinus RA

di 22 mei Leergang Privaatrecht dag 2 mr. J.J. Ebbinga

di 22 mei Fiscaliteit en innovatie mr. W.R. Munting

wo 23 mei Fiscale gevolgen van echtscheiding mr. drs. S.A.W.J. Strik

wo 23 mei Internationale aspecten van bv’s en hun dga’s (inclusief

emigratie) mr. M.C. de Graaf

do 24 mei Schenk- en erfbelasting 2012 mr. J.F.H. van den Belt

do 24 mei Verdieping Estate planning dag 2 prof. dr. B.M.E.M. Schols &

prof. dr. F.W.E.M. Schols

di 29 mei (Her)structureren in de praktijk mr. drs. S.A.W.J. Strik

wo 30 mei Financiële strategieën drs. H.J. Meijer FB

wo 30 mei Not for profi t organisaties en btw

mr. M.C. van den Oetelaar & mr. F.L.J. Vervaet

do 31 mei De bijzondere fi scale positie van de dga mr. J. Zwagemaker

do 31 mei Verdieping Estate planning dag 3 prof. dr. B.M.E.M. Schols &

prof. dr. F.W.E.M. Schols

ma 4 juni Btw en horeca mr. C.W. van Vilsteren

ma 4 juni Masterclass Het familiebedrijf: partners, ouders, kinderen

en belastingen mr. S.F.J.J. Schenk FB & mr. P.L.F. Seegers

di 5 juni Masterclass Fiscale eenheid in de

vennootschapsbelasting mr. drs. S.A.W.J. Strik

wo 6 juni De werkkostenregeling: alles wat u wilt weten!

R. de Groot CB

wo 6 juni Btw in internationale verhoudingen mr. A.F. Fruijtier FB

do 7 juni Masterclass Deelnemingsvrijstelling mr. M.C. de Graaf

do 7 juni Actualiteiten formeel belastingrecht en fi scaal

procesrecht mr. D.N.N. Jansen & mr. drs. F.J.P.M. Haas

ma 11 juni Alles over leningen in de IB en Vpb

mr. R.J. Verbrugge

di 12 juni Masterclass Fiscale gevolgen van fusies, splitsingen en

reorganisaties mr. drs. S.A.W.J. Strik

wo 13 juni Btw en faillissementen mr. A.F. Fruijtier FB &

mr. A.T.P. Nefkens

■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■

Page 45: Het Register nr. 12-2011

50 Het Register | december 2011 | nummer 12

Landelijke studiebijeenkomstenvak bre ngen daar graag de nieuwste fi scale ontwikkelingen voor het voetlicht. Kijk voor meer informatie op het ledendeel van www.rb.nl (Permanente Educatie RB > Landelijke Studiebijeenkom-sten).

In 2011 veranderde de opzet van de Landelijke Studiebijeenkom-sten en werd er gekozen voor meer locaties in het land. Ook in 2012 kunt u zich inschrijven voor de gratis Landelijke Studie-bijeenkomsten bij u in de buurt. Gerenommeerde sprekers uit het

Onderwerpen Locaties Data SprekersActualiteiten vennootschapsbelasting Assen 8 februari 2012 mr. drs. S.A.W.J. Strik

Verdieping vennootschapsbelasting Veldhoven 15 februari 2012 prof. dr. mr. E.J.W. Heithuis

Akersloot 21 februari 2012

Ridderkerk 14 maart 2012

Apeldoorn 15 maart 2012

Aanmelden kan vanaf 9 januari 2012 Vianen 21 maart 2012

KringbijeenkomstenRB kent elf regionale studiekringen. Elke kring organiseert meerde-re bijeenkomsten per jaar. Hieronder vindt u van iedere regio waarvan dit bekend is de eerstkomende data van de bijeenkom-sten die in het voorjaar plaatsvinden. Meer informatie over deze en andere kringen en de laatste updates vindt u op het ledendeel van www.rb.nl (Permanente Educatie RB > Kringbijeenkomsten).

Kring Amsterdam

di 10 jan 2012 BTW mr. C. van Vilsteren

di 14 feb 2012 Prettig scheiden, ondernemers hoe nu verder?

mr. dr. E.W.J. Ebben

Kring Arnhem

ma 9 jan 2012 Aansprakelijkheid in belastingzaken. Wees bewust van

uw risico’s! J.H.P.M. Raaijmakers

ma 13 feb 2012 Partnerbegrip mr. dr. N.C.G. Gubbels

Kring Eindhoven

di 10 jan 2012 Innovatiebox mr. R. Scharroo

di 14 feb 2012 BTW-actualiteiten mr. A.F. Fruijtier FB

Kring Limburg

do 12 jan 2012 Innovatiebox mr. R. Scharroo

do 9 feb 2012 BTW-actualiteiten mr. A.F. Fruijtier FB

Kring Gelderland/Overijssel

ma 23 jan 2012 Faillissement fi scaal/civiel mr. J.A. Dullaart

ma 20 feb 2012 Renteaftrekbeperking prof. dr. S. Stevens

Kring Leiden

ma 9 jan 2012 Renteaftrekbeperking in de Vpb, inter-company en het

onzakelijke debiteurenrisico mr. drs. S.A.W.J. Strik

ma 13 feb 2012 Actuele informatie: www.rb.nl

Kring Noord Holland/Alkmaar

ma 16 jan 2012 Spitsuur: actualiteiten in de omzetbelasting H. Zuidersma

ma 13 feb 2012 Actualiteiten Vennootschapsbelasting mr. drs. S.A.W.J. Strik

Kring Rotterdam

di 10 jan 2012 Actualiteiten omzetbelasting mr. A.F. Fruijtier FB

di 14 feb 2012 Actualiteiten arbeidsrecht, sociale verzekeringen

mr. J.P.M. van Zijl

Kring Utrecht

di 10 jan 2012 WOZ mr. K. de Graaf

di 14 feb 2012 Inkomstenbelasting mr. J. Zwagemaker

Kring Zeeland/West Brabant

di 10 jan 2012 Formeel belastingrecht mr. L.C.A. Wijsman en

mr. M.E. Oenema

di 7 feb 2012 Actualiteiten Vennootschapsbelasting

mr. drs. S.A.W.J. Strik

wo 13 juni Succesvol begeleiden van een ondernemingsplan

(inclusief fi nancieringsaanvraag) drs. M. Moling AA RA CB

do 21 juni Casuscollege Estate planning mr. J.F.H. van den Belt

Zwolle

di 17 januari Inleiding Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

ondernemer mr. drs. A.J. Meijer

di 24 januari Inleiding Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

particulier drs. P.N.M. Goossens

di 7 februari Aangifte vennootschapsbelasting

mr. J. Zwagemaker

ma 13 februari Verdieping Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

particulier drs. P.N.M. Goossens

ma 20 februari Verdieping Aangifte inkomstenbelasting 2011 voor de

ondernemer mr. drs. A.J. Meijer

di 17 april Casuscollege Bedrijfsopvolging mr. drs. S.A.W.J. Strik

ma 7 mei Casuscollege Vennootschapsbelasting

mr. drs. S.A.W.J. Strik

VerenigingsnieuwsHET

Permanente Educatie