Fysiopraxis november 2015

48
FYSIO PRAXIS VAKBLAD VOOR DE FYSIOTHERAPEUT JAARGANG 24 • NUMMER 9 • NOVEMBER 2015 PROFIEL Hoogleraar Cees Lucas EVALUATIE 10 jaar WCF WETENSCHAP De perfecte stoel Fysiotherapie op afstand Contact via de webcam 16 26 30

description

 

Transcript of Fysiopraxis november 2015

  • FYSIOPRAXISVA K B L A D V O O R D E F Y S I O T H E R A P E U T

    JAARGANG 24 NUMMER 9 NOVEMBER 2015

    PROFIEL

    HoogleraarCees Lucas

    EVALUATIE

    10 jaar WCF

    WETENSCHAP

    De perfecte stoel

    Fysiotherapie op afstandContact via de webcam

    16 26 30

  • Wat als je dagelijks mensen op de been helpt...

    ...maar zelf hulp nodig hebt met de administratie?

    Interpolis is er niet alleen bij arbeids-ongeschiktheid, maar helpt je ook om arbeidsgeschikt te blijven. Stel zelf de juiste diagnose en bekijk de case op interpolis.nl/aov/medici

    5130120_Opm Adv 210x297mm_FC_FysioPraxis.indd 1 23-10-15 11:44

  • FysioPraxis | november 2015

    3

    REACTIES KUNT U MAILEN NAAR [email protected]

    REDACTIONEELINHOUD

    Gedegen diagnostiekFysiotherapie is het aangenaam bezighouden van mensen, tot de natuur het probleem heeft opgelost. Een stelling die ik nog wel eens moet aanhoren, maar waar ik me niet in herken. Spierpijn na wat spitten in de tuin kan bijvoorbeeld vanzelf verdwijnen (wait and see). Het kan ook leiden tot een bezoek aan de fysiotherapeut waarvoor vaak eenmalig advies voldoende is om de patint/moeder natuur het probleem verder te laten oplossen. Deze strategie wordt bijvoorbeeld in de KNGF-richtlijn Lage rugpijn uitgebreid behandeld. Ook in deze situatie behoren fysiotherapeuten mensen niet aangenaam bezig te houden.Toch leeft het idee dat we maar wat doen. Dat we maar behandelen omdat we onterecht een indicatie zien of net zo onwenselijk onterecht geen indicatie zien. Dat we meer op gevoel dan op ratio besluiten dat een interventie wel of niet nodig is.Een belangrijk onderdeel van ons vak is dus het vaststellen van een indicatie fysiotherapie. Idealiter gebeurt dit vaststellen op basis van gedegen diagnostiek. Gedegen betekent deugdelijk, van goede kwaliteit. Onderzoek naar de kwaliteit van onze diagnostiek is daarom minstens zo belangrijk als onderzoek naar het effect van fysiotherapie. Immers, gedegen diagnostiek kan worden beschouwd als voorwaarde om tot waardevolle interventies te komen of ze juist te laten. Gedegen evaluatieve testen moeten daarna de meerwaarde van fysiotherapie aantonen ten opzichte van een wait and see-beleid.Hier ligt dus een belangrijke uitdaging voor de wetenschap. Testen die de toets der wetenschap hebben doorstaan, dienen de basis te vormen van onze interventies, waardoor fysiotherapie zich steeds beter kan manifesteren.

    Namens de redactie,Franois Maissan

    5 Agenda/Op de cover

    6 Van de voorzitter

    6 KNGF-kort

    8 Kort nieuws

    10 Nieuwe praktijken

    13 Promotie

    14 Achter het nieuws

    16 Profi el

    18 Boekbespreking

    20 Achter het nieuws

    22 KNGF-service

    26 Evaluatie

    30 Wetenschap - promotieonderzoek

    34 Wetenschap - oratie

    39 Wetenschap - summary

    41 Specialistenkatern

    16

    Meer info vindt u op www.kngf.nl

    FysioPraxis is het offi cile tijdschrift van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) en verschijnt 10 keer per jaar.

    REDACTIEADRESKNGFPostbus 248 3800 AE AmersfoortE: [email protected]

    EINDREDACTIEMieke van DalenE: [email protected]: 06 502 43 735

    REDACTIE Adri ApeldoornSaskia Bon (hoofdredacteur)Karin HaksLidwien van Loon (specialistenkatern)Franois MaissanCaroline Speksnijder

    ADVERTENTIESBureau Van Vliet B.V.advertentietarieven op aanvraagFrank OudmanE: [email protected] Wijnhout E: [email protected]: 023 571 47 45I: www.bureauvanvliet.com

    ABONNEMENTEN NIET-KNGF LEDENEen particulier abonnement kost per jaar 106 en buitenlandse abonnees betalen 45 voor een digitale versie (prijswijzigingen voorbehouden). Abonnementen kunnen op ieder moment starten en u betaalt aan het begin van het jaar voor het aanko-mend jaar. Beindiging kan op elk moment, met inachtneming van n maand opzegter-mijn. Er volgt een verrekening naar rato

    en teveel betaald abonnementsgeld wordt gecrediteerd.

    ABONNEMENTEN / ADRESWIJZIGINGENKNGF, Postbus 248, 3800 AE Amersfoort T: 033 467 29 00E: [email protected]

    VERANTWOORDELIJKHEIDDe redactie beslist over de samenstel-ling van FysioPraxis. De auteurs zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de door hen geschreven artikelen en het KNGF voor het verenigingsnieuws.

    AUTEURSRECHT 2014 KNGF. Artikelen mogen alleen worden overgenomen en/of vermenig-vuldigd na schriftelijke toestemming van het KNGF en met bronvermelding. Voor overname voor commercile

    doeleinden vragen we een passende vergoeding.

    BLADCONCEPTOnnink Grafi sche Communicatie BV

    VORMGEVING Aad Koeleman, X-Media Solutions

    DRUKWERKSenefelder Misset B.V.

    FOTO OMSLAGWiep van Apeldoorn

    ISSN0927- 5983

  • U kent Chemodol,

    de hypo-allergene af -

    wasbare massage-olie.

    Maar Chemodis heeft

    meer massage-olin.

    Zoals Chemotherm,

    een massage-

    emulsie met milde

    en ver antwoorde

    warmte werking. Het

    zuiver plantaardige

    Olivine, zonder

    conserveermiddelen

    en emul gatoren.

    Chemovine, speciaal

    voor de sterk

    behaarde huid.

    En, speciaal voor

    de overgevoelige

    huid, Chemoderm

    met natuurlijke

    werk stoffen en de

    ongepar fumeerde

    Baselin Emulsion

    met biolo gische

    eigenschappen.

    Uw leveranciers

    kunnen u er alles

    over vertellen.

    Of bel voor meer

    informatie:

    0800-chemodis

    (0800-24 36 63 47).

    www.chemodis.nl

    Chemodis B.V.Para-medische FarmaciePostbus 9160NL-1800 GD AlkmaarTel. +31 (0)72 - 520 50 83Fax +31 (0)72 - 512 82 14

    Dat ligt voor de hand CHEMODIS

    Over de rugvan Chemodol.

    fysiopraxis 140124.indd 1 15-01-14 11:45

  • Informatie, inschrijven en meer scholingen, congressen, lezingen en trainingen: - www.fysionet.nl agenda & MijnFysioNet-Scholing voor het totale scholingsaanbod - www.fysionetwerken.nl kalender

    November 2015

    23 novemberWorkshop Starten met echografie, Amersfoort

    24 november Lezing Zicht op de schouder: weke

    delen in de knel, Bergen op Zoom Workshop Fysiofactor: ondernemen en

    fysiotherapie, Haarlem

    26 november Een bio- en psychosociale benadering

    bij lagerugpijn een duet, Weert Lezing De voet doet ertoe: het domein

    van de fysiotherapeut, Urmond Lezing E-health binnen de fysiotherapie,

    Zwolle

    27 november Blessurepreventieve hardlooptechniek,

    Amersfoort Lezing Neurologie; tussen de oren,

    Rotterdam

    December 2015

    2 december Blessurepreventieve hardlooptechniek,

    Amersfoort Lezing Behandeling van de patint met

    pijn aan de achillespees, Alkmaar

    3 decemberKNGF Lezing Richtlijn beroerte, Arnhem

    4 decemberWorkshop Social media in de zorg, Maastricht

    7 decemberWorkshop Starten met echografie, Alkmaar

    8 december Lezing Zicht op de schouder: weke

    delen in de knel, Urmond Pilot E-learning + interactieve training

    zorgplan 2015, Amersfoort

    10 decemberLezing Neurologie; tussen de oren, Haarlem

    14 december Workshop Starten met echografie,

    Zwijndrecht Pilot E-learning + interactieve training

    zorgplan 2015, Amersfoort

    15 decemberFysiotherapie bij hoofdpijn, Alkmaar

    Januari 2016

    12 januariBootcamp Bedrijfsplan, Amersfoort

    18 januariCursus Lobby Gezondheid in de Wijk 4daagse, Amersfoort

    19 januari 2016 Lezing Zicht op de schouder: weke dele

    in de knel, Groningen Workshop (pilot) Behandelen aan huis,

    Amersfoort

    26 januari 2016Lezing Zicht op de schouder: weke dele in de knel, Amersfoort

    27 januari 2016Bootcamp Bedrijfsplan, Amersfoort

    Reageren op FysioPraxis? Viel u iets op, hebt u een opmer-king of aanvulling? We horen het graag via [email protected] of via twitter #FysioPraxis.

    FysioPraxis | november 2015

    5

    OP DE COVERAGENDA EN MEER

    Wie bent u?Ik ben actief als fysiotherapeut en gezond-heidspsycholoog in Eindhoven. Ik doe mijn werk als praktijkeigenaar van Fysiotherapie Truijens en maatschapslid van Fysiotherapie Medisch Centrum Aalsterweg in Eindhoven.

    Waar is de coverfoto gemaakt?De foto is gemaakt bij een 26-jarige patinte thuis. Ze doet een oefening voor de web- cam.

    Ik lees in FysioPraxis vooralalle koppen. Daarna maak ik een selectie van de voor mij relevante themas. Dat gaat vooral om artikelen over orthopedie en casustiek.

    Ik ben trots opde fysiotherapiepraktijken die ik opzette en waarin ik iedere dag met veel plezier werk. Naast mijn werk heb ik de studie gezondheidspsychologie afgerond. Dat geeft meer verdieping van mijn vak. Ik kan patinten nu ook op een psychosomatische manier benaderen. Verder ben ik trots op de publicatie van mijn hand die vorig jaar in FysioPraxis verscheen. Dat artikel schreef ik naar aanleiding van mijn masterscriptie over therapietrouw in eerstelijnsfysiotherapie-praktijken.

    Ik heb gekozen voor fysiotherapie omdatik werd uitgeloot voor de studie Geneeskunde. Fysiotherapie beviel me echter heel goed. Ik vind het boeiend om analyses te maken en oplossingen te bedenken voor problemen waarmee mensen bij me aankloppen. Dat doe ik al 28 jaar met veel plezier.

    Paul Truijens

  • FysioPraxis | november 2015

    VAN DE VOORZITTERVAN DE VOORZITTER

    6

    Foto

    Wie

    p v

    an A

    pel

    doo

    rn

    De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) aangenomen. De wet treedt 1 januari 2016 in werking.

    Zorgverleners hebben tot 1 januari 2017 de tijd om hun klacht- en geschillen-regelingen in lijn te brengen met de Wkkgz en overeenkomsten te sluiten met voor hen werkzame zorgverleners. En tot 1 juli 2016 hebben zij de tijd om een systeem van veilig incident melden in te voeren. Het afgelopen jaar en vooral ook de afgelopen maanden heeft het KNGF samen met andere beroepsorga-nisaties in de eerste lijn een intensieve lobby gevoerd tegen de inhoud van dit wetsvoorstel. We hebben vooral de onevenredige belasting van kleinschalige zorgaanbieders benadrukt. Ook hebben we gezamenlijk gesprekken gevoerd met politici, het ministerie van VWS en de patintenbeweging over waarom het zo belangrijk is dat de Wkkgz een uitzondering maakt voor de eerstelijnsfysio-therapeuten. Ondanks de steun van het CDA (met uitzondering van n lid) voor onze ingebrachte punten, is er geen meerderheid tegen dit wetsvoorstel bereikt.

    Claim indienenDeze wet maakt het indienen van een claim heel eenvoudig en zet de vertrou-wensrelatie met de patint onder druk. We hebben samen met de beroepsor-ganisaties in de eerstelijnszorg nogmaals de bezwaren kenbaar gemaakt. De eerstelijnspartijen zien het klachtrecht als een belangrijk recht, voor de patint n omdat de kwaliteit van zorg erdoor verbetert. Door het wetsvoorstel komt juist die kwaliteitsimpuls in het gedrang. Door deze wet zijn zorgverleners verplicht met een klachtenfunctionaris te werken en zich aan te sluiten bij een (regionale) geschillencommissie. Als de patint zich niet bij het oordeel neer-legt, kan hij met de klacht naar de geschillencommissie. Een cruciaal verschil met de huidige situatie is dat de patint met de klacht ook gelijk een claim kan indienen. Dit is geen verbetering, omdat hiermee de deur wordt opengezet naar een claimcultuur en verregaande juridisering. Wij zijn in overleg met de andere beroepsorganisaties in de eerste lijn en stakeholders over de invulling van de nieuwe wetgeving.

    De dag na De DagAls ik achter de laptop kruip om deze column te schrijven, is het de Day after the day before. Op 6 november was ik in De Fabrique in Utrecht voor het KNGF-congres/De Dag van de Fysiotherapeut. En wat een fantastische happening was dat! Een geweldig inhoudelijk programma, goede sprekers en 1.500 enthou-siaste fysiotherapeuten. En die fysiothera-peuten stonden centraal: het was hun dag.De reacties die ik kreeg, waren zeer enthou-siast. Over het programma, over Erben

    Wennemars en Andr Kuipers, maar vooral over de sfeer. Het motto Wij zijn fysiotherapeuten en wij zijn KNGF kreeg een persoonlijke invulling door de aanwezigen. Ik kon de dag afsluiten met een oproep aan de zaal om volgend jaar weer terug te komen en dan met drie, nu afwezige, collegas onder de arm. Op naar de 5.000 bezoekersOok heel blij was ik met de komst van minister Schippers naar ons congres. Dat is een duidelijk bewijs dat de minister fysiotherapie belangrijk vindt en samen met ons aan de slag wil. Aan de slag om te zorgen voor minder regels en minder bureaucratie voor fysiotherapeuten. Aan de slag om de uitspraak van de minister dat er een grote toekomst is voor fysiotherapie, samen waar te maken. Het KNGF is een tijdje onzichtbaar geweest in het Haagse circuit, maar wij zijn weer terug. En dat is nodig. Want wij hebben veel wensen voor politiek en zorgverze-keraars: uitbreiding van de chronische lijst met aandoeningen zoals artrose en reuma, het liefst per 1-1-2017, en meer fysiotherapie in de basisverze-kering. De minister zei dat zij advies heeft gevraagd aan het Zorginstituut over de samenstelling van het basispakket. Op dit moment loopt het overleg met het Zorginstituut daarover erg traag en moeizaam. Ik heb de minister tijdens mijn gesprek met haar op weg naar de uitgang gevraagd of zij wil zorgen voor tempo. Anders laten wij 100.000 patinten te lang in de kou staan. KNGF zal daar bovenop blijven zitten. Het congres is voorbij, onze lobby niet!Kortom, het was een fantastische dag in Utrecht met een geweldige eensgezindheid bij de aanwe-zige enthousiaste fysiotherapeuten. Als wij datzelfde enthousiasme en diezelfde eensgezindheid kunnen meenemen naar de komende regionale en landelijke ledenvergaderingen, dan ben ik ervan overtuigd dat de toekomst van fysiotherapie en van ons KNGF er goed uitziet.

    Guusje ter HorstVoorzitter [email protected]

    WKKGZ OP 1 JANUARI VAN KRACHT

    NIEUWE KLACHTENWET KWEEKT CLAIMCULTUUR

    KNGF-KORTKNGF-KORT

    Brechtus Engelsma, bestuurslid KNGF:

  • 7FysioPraxis | november 2015

    7

    WKKGZ OP 1 JANUARI VAN KRACHT NIEUWE KNGF-WEBSITE

    DE BASIS IS GELEGDOnlangs ging de vernieuwde KNGF-site live. Het voormalige FysioNet is nu te vinden op www.kngf.nl en is ontwikkeld op basis van de informatiebehoefte van leden.

    Gezamenlijk heeft u vijf verbeterpunten aangeleverd voor de online communicatie. Deze punten vormden het vertrekpunt voor de nieuwe KNGF-website: betere vindbaarheid meer relevantie en actualiteit meer gelaagdheid van informatie moderne techniek beter kennis kunnen delen. Met deze nieuwe KNGF-site komen we tegemoet aan uw wensen. Na een analyse van wensen, statistieken en systemen, en de selectie van een geschikt Content Management Systeem startte in december 2014 de ontwikkelfase. Begin 2015 zijn de eerste ontwerpschetsen gepre-senteerd aan alle betrokkenen. Onder deze betrokkenen waren ook leden van de Leden Focus Groep, een gevarieerde vertegen-woordiging van leden die waardevolle feed-back en input gaven. Daarnaast vroegen we ook de leden van de studentenwerkgroep en actuele gebruikers van de huidige vaca-turebank om feedback.

    Snelheid en vindbaarheidSimone Agema, manager Communicatie: De nieuwe KNGF-website is een antwoord

    op de behoefte van leden n een antwoord op wat je in de huidige tijd van onlinecom-municatie mag verwachten. www.kngf.nl is responsive en ingericht op gebruik via verschillende devices, zoals smartphones en tablets. We zagen in de statistieken een duidelijke toename in het bezoek van FysioNet via smartphone en tablet, maar het oude FysioNet was daar niet op inge-richt. We verwachten dat het gebruik via dergelijke devices met de nieuwe KNGF-site zal toenemen. De kern van de nieuwe website is snelheid en vindbaarheid! Via een homepage navigeren gebeurt steeds minder. Bezoekers komen vaker binnen via Google en gaan dan rechtstreeks naar de juiste pagina of sectie. Snel vinden staat dus centraal. Via google, zoeken op de website en een thematische indeling. Hierbij zoeken we meer aansluiting bij de dagelijkse praktijk van de leden.

    Klantreis via archetypenProjectmedewerkster Ellen van Voorn vult aan: De basis voor deze aansluiting bij de dagelijkse praktijk is de klantreis van de fysiotherapeut. Deze reis is met een vertegenwoordiging van leden afge-stemd. Informatie wordt hierdoor zoveel

    V.l.n.r.: Frank van de Geest, Karen van Hameren, Sjoerd Olthof, Ellen van Voorn, Joost Boelens, Etinne Donicie

    mogelijk in context aangeboden. En veel compacter. Verdieping zit in lagen daar-onder. Denk aan gerelateerde informatie, pdfs, whitepapers of links naar andere bronnen. Vanuit deze klantreis hebben we vijf personas ontwikkeld. Dit zijn arche-typen van doelgroepen en zij vertegen-woordigen (potentile) leden in verschil-lende stadia van hun loopbaan. Van student tot therapeut die zijn carrire gaat afbouwen en van intramurale zorgverlener tot ondernemer. De archetypen helpen ons om content gerichter in context aan onze leden aan te bieden, zodat de informatie aansluit op de belevingswereld van fysiotherapeuten in verschillende situa-ties en fasen. Ook voor interactiviteit is meer aandacht. Informatie, kennis, best practices en opinies kunnen worden gedeeld. Leden hebben hierin natuurlijk zelf een belangrijke rol, www.kngf.nl faciliteert de verbinding. En hiermee zijn we er nog niet. Het plat-form is online. De basis staat. Van hieruit bouwen we verder aan meer interactiviteit en per-sonalisatie, want ook dit is een wens van leden. Feedback en tips zijn welkom via www.kngf.nl. De nieuwe KNGF-website is immers van en voor (potentile) leden!

    De nieuwe KNGF-website sluit aan op de behoefte aan meer transpa-rantie, vindbaarheid en interactie. Er is veel werk verzet. Niet alleen door medewerkers, maar ook door verschillende betrokken leden in klankbordgroepen. Ik wil collegas en leden bedanken voor hun inzet. Het resultaat mag er wezen! Ik hoop u in deze nieuwe digitale omgeving snel te ontmoeten.

    Brechtus Engelsma, bestuurslid KNGF:

  • PhySTA voor DAvy PAAP

    FysioPraxis | november 2015

    o v e r i g k o r t n i e u w s8

    tijdens de wetenschapscarrousel op 25 september 2015 van de opleiding klinische gezondheidswetenschappen van universiteit utrecht is door scientia Fundus (studie- en alumnivereni-ging Fysiotherapiewetenschappen, universiteit utrecht) voor de tweede keer de Physiotherapy science thesis Award (PhystA) uitgereikt.

    De PhySTA wordt door Scientia Fundus jaarlijks uitgereikt aan een recent afge-studeerd fysiotherapiewetenschapper die een uitmuntende thesis heeft afgeleverd. Deze thesis moet aan diverse voorwaarden voldoen, waarbij wetenschappelijke origi-naliteit en kwaliteit vooropstaan. In 2014 is de PhySTA gewonnen door Martijn de Roon, die als beloning geholpen werd bij het schrijven van een onderzoeksvoorstel door hoogleraar Fysiotherapiewetenschap prof. dr. Cindy Veenhof, een prijs die ook dit jaar toekomt aan de winnaar. De jury bestond dit jaar uit dr. Caroline Speksnijder en promo-vendus Franois Maissan. Voorafgaand aan

    de uitreiking beschreef de jury dat het niveau van de vijf ingezonden theses erg hoog lag, maar uiteindelijk n kandidaat er toch net iets bovenuit stak. Scientia Fundus felici-teert PhySTA 2015-winnaar Davy Paap van harte met het winnen van deze prachtige prijs!

    vragenlijst revalidatiesettingDavy Paap, MSc deed zijn onderzoek in samenwerking met drs. E. Schrier en prof. dr. P.U. Dijkstra. Hij won de prijs voor zijn thesis Development and validation of the Working Alliance Inventory Rehabilitation Dutch Version (WAI-ReD) for use in reha-bilitation setting. De WAI-ReD wordt veel gebruikt in revalidatieonderzoek om de werkrelatie te meten, maar was tot op heden nog niet gevalideerd binnen deze setting. Uit het onderzoek blijkt dat de WAI-ReD geschikt is om de werkrelatie te meten in de revalidatiesetting met een redelijke contentvaliditeit, sterke interne consistentie en een sterke constructvaliditeit. Dit maakt deze vragenlijst geschikt voor het gebruik in de revalidatiesetting. Responsiviteit en betrouwbaarheid van de WAI-Red moet nader onderzocht worden.

    Meer informatie over het artikel? Mail naar [email protected] voor meer informatie over Scientia Fundus of de uitreiking van de PhySTA op www.scientiafundus.nl.

    Davy Paap

    Behandeling Bij artrose

    EErSTE NEDErlANDSE Poli voor STAmcElThErAPiE De eerste polikliniek in nederland past poliklinisch stamceltherapie toe bij mensen met slijtageproblemen. opereren is niet meer nodig, omdat het eigen kraakbeen dankzij stamceltherapie het versleten gewricht herstelt. De eerste tien patinten zijn succesvol behandeld.

    In de VS worden stamcellen al enkele jaren gebruikt voor de behandeling van slijtage van gewrichten. De resultaten zijn opzienbarend, zelfs in een vergevorderd stadium van de slijtage: bij 75-80% van de behandelde mensen is het kraakbeen voor een groot deel hersteld. Stamcellen zijn lichaamseigen cellen met het vermogen om in de juiste omgeving en onder gunstige omstandigheden zich te ontwikkelen tot bijvoorbeeld bot, kraakbeen, spierweefsel of pezen. Beschadigde cellen geven een enzym dat de stam-cellen prikkelt om hetzelfde soort cel te gaan maken. Dat maakt dat een behandeling met stamcellen ook werkt bij slijtageproblemen van het kraakbeen, de meniscus en de banden in de knie en heup. Dr. Herman de Boer: Er zijn veel mensen die last hebben van slijtage van gewrichten, ook wel artrose. Dat zijn lang niet allemaal senioren. Denk aan sporters. Leeftijd maakt voor stamceltherapie niet uit. Stamceltherapie is vooral additioneel aan de mogelijkheden om slijtageproblemen te verhelpen. Het moment van een kunstgewricht kan dankzij stamceltherapie vooruitgeschoven worden. Misschien blijkt een kunstgewricht dan niet eens meer nodig.

    26 januari studiedag

    1 oP 5 hEEfT chroNiSch PijNEn op de vijf Nederlanders lijdt aan chronische pijn. Zij bezoeken doorgaans veel artsen en behandelaars zonder dat een duidelijk aanwijsbare oorzaak wordt gevonden en zonder dat de pijn vermin-dert. Dit kan anders; de laatste jaren is er steeds meer bekend over het ontstaan van chronische pijn en over welke benadering en behandeling wl werkt. Op 26 januari is er een landelijke studiedag Chronische Pijn in Utrecht. Op deze studiedag wordt u bijgepraat over de laatste inzichten op het gebied van oorzaken, diagnostiek en behandeling van chronische pijn. Ook worden er praktische handvatten gegeven die u kunt gebruiken in de spreek- of behandelkamer.

    Meer informatie en inschrijven: www.leidscongresbureau.nl/congres/Chronische_Pijn.

  • 9FysioPraxis | november 2015

    9

    www.

    shutt

    erstoc

    k.com

    ACADEMISCHE WERKPLEK FYSIOTHERAPIE

    PRAKTIJK VOOR STUDENTEN EN DOCENTENTekst: Claire Schouten

    Voor dit nummer van FysioPraxis ging ik langs bij Bert Mutsaers, docent fysiotherapie en oprichter van de Academische Werkplek Fysiotherapie (AWF). Bert is al dertien jaar werkzaam als docent en heeft in 2006 de AWF opgericht, een initiatief om studenten kennis te laten maken met de praktijk en docenten de feeling met de eerste-lijnszorg te laten behouden.

    Wat is de AWF precies?Kort samengevat is de AWF een leer- en werkplek voor studenten, docenten en werkveldpartners. Zo kunnen studenten hier de praktijk van dichtbij meemaken, doordat ze mee mogen kijken over de schouders van ervaren professionals. We proberen zoveel mogelijk partners te betrekken bij de AWF. Zij variren nu van eerstelijns- praktijken, andere acade-mies, gemeente Breda en commercile partijen.

    Wat doet de AWF? De AWF geeft studenten de kans om kennis te maken met het werkveld. Verder geeft de AWF docenten ook de kans om hun vak als fysiotherapeut te

    Spierkracht is een belangrijke determinant voor de fysieke prestaties. Verschillende processen, zoals veroudering, de ontwikke-ling van pathologie, of letsel kunnen leiden tot verminderde spierkracht. Spierkracht kan betrouwbaar worden gemeten met een hand-dynamometer. Om spierkracht van een individu in het juiste perspectief te plaatsen, moet deze worden vergeleken met referentiewaarden. De nieuw ontwikkelde app MuscleNorm biedt de mogelijkheid om uitkomsten van spierkrachtmetingen, verkregen met een hand-dynamometer, direct te vergelijken met referentiewaarden.

    De app berekent de voorspelde spierkracht op basis van leeftijd, gewicht en geslacht. De gemeten en voorspelde waarden worden grafi sch weergegeven in de 95% voorspel-lingsinterval. Voor de Nederlandse referentiewaarden is de app gebaseerd op: Douma KW, Soer R, Krijnen WP, Reneman M, van der Schans CP. Reference values for isometric muscle force among workers for the Netherlands: a comparison of reference values. BMC Sports Science, Medicine and Rehabilitation 2014,6:10. Voor de Amerikaanse referentiewaarden is

    de app gebaseerd op: Bohannon RW, Ed D. Reference values for extremity muscle strength obtained by hand-held dynamo-metry from adults aged 20 to 79 years. Arch Phys Med Rehabil 1997,78:26-32.

    De gratis app is beschikbaar bij Google Play en in de app store.

    APP MUSCLENORM

    blijven uit oefenen. Dit kan omdat de AWF samenwerkingen heeft met het Amphia Ziekenhuis en Revant. Door deze samen-werkingen kunnen patinten bij ons terecht voor zorg en kunnen onze studenten in de praktijk bijleren.

    Hoe ben je op het idee gekomen om de AWF op te richten?Het komt door mijn omgeving, denk ik. Op mbo-opleidingen doen ze dit al langer. Het is eigenlijk niet meer dan een copy paste van mbo- naar hbo-land. Het idee voor de AWF had ik al een tijdje en toen in 2006 de zorgmarkt openging, hebben we de sprong gewaagd. Er zijn nog meer plannen voor de werkplek die we in de toekomst uit willen werken.

    Welke projecten lopen er bij de AWF?Momenteel loopt er een co-operative lear-ning project Lets practice. Hierbij krijgt een groepje studenten de leiding en mogen zij de hele praktijk overnemen. Het geldt op alle vlakken van de praktijk, van patinten behandelen tot contact met de samenwer-kingspartners. We willen dit opschalen naar een praktijk die altijd door studenten wordt gerund. Dan zijn er nog de Praatjesmakers: dit zijn korte bijeenkomsten waar mensen die in de zorg werken of een zorggerelateerd

    verhaal hebben, een podium krijgen om hun verhaal te doen. Het concept is dat er eerst een monoloog wordt gehouden door de spreker, daarna is er tijd om over dit onderwerp te sparren. Iedereen is er welkom. Ook proberen we met bedrijven leasecontracten af te sluiten voor innovatieve apparatuur, zoals een high-end-echoapparaat of een Optojump, waarmee we dan toege-past wetenschappelijk onderzoek gaan doen in samenwerking met dat bedrijf. Zo proberen we de leeromgeving up-to-date te houden.

    Wat wil je in de toekomst nog zien?Het zou mooi zijn als we deze manier van werken kunnen uitbreiden en nog meer schotten kunnen verwijderen. Een omgeving waarin het contrast tussen opleiding en werkveld nauwelijks te zien is, is voor allen leerrijk en kan perspec-tieven genereren die we nu nog niet hebben.

  • N i e u w e p r a k t i j k e N10

    Fysiopraxis | november 2015

    Sinds twee maanden kunnen patinten van Fysiotherapie Truijens in Eindhoven hun fysiotherapeut raadplegen in een cameraconsult. Het contact verloopt via een webcam. Patinten kunnen vragen stellen over een blessure en laten zien wat er aan de hand is. Via de webcam krijgen ze advies, stelt de fysiotherapeut een voorlopige diagnose en horen ze welke maatregelen ze kunnen nemen of welke oefeningen ze kunnen doen. Tekst: Frank van Geffen | Fotografie: Wiep van Apeldoorn

    Praktijkhouder Paul Truijens vertelt enthousiast over deze nieuwe mogelijkheid in zijn praktijk. Daarbij heeft hij ook Nick Betting uitgenodigd die de zaak technisch onder-steunt. Betting is medewerker van de afdeling Innovatie van Ons Net Eindhoven waarvan OnsPlatform.tv een onderdeel is. Truijens maakt daar voor zijn cameraconsults gebruik van. OnsPlatform.tv is een sociaal-maatschappe-lijk en zakelijk platform, een verzameling van websites van bijvoorbeeld gemeenten, wijken, buurten of families. Het

    zijn allemaal groepen mensen die verbindingen met elkaar willen.

    Idee Truijens: Ik kreeg het idee voor het cameraconsult toen ik op vakantie was in het buitenland. Een vriend die niet wist dat ik vakantie had en op grote afstand zat, belde me met een vraag over een acute schouderklacht. Dat was een kort gesprek. Ik vond het moeilijk om hem te adviseren zonder iets gezien te hebben. Daarom besloten we om Skype-contact te maken. Ik wilde namelijk graag zijn bewegingen zien. Wat kon hij wel en wat kon hij niet? Net terug van vakantie ontmoette ik in mijn praktijk Erik Lambrechtse. Hij is dienstenregisseur bij OnsPlatform.tv, een initiatief dat mensen met elkaar in verbinding brengt door middel van digitale hulpmiddelen en internet. Hij ver-telde over zijn werk, waarin hij ook te maken heeft met bewegen op afstand, een van de activiteiten van OnsPlat-form.tv. Daarbij doet een fysiotherapeut oefeningen voor die bedoeld zijn voor groepen die samenkomen in ge-meenschappelijke ruimtes van bijvoorbeeld instellingen of verenigingen. Dat verloopt via een interactieve verbinding,

    Aanvulling op live behandelingen

    Cameraconsult bij de fysiotherapeut

    paul truijens

  • FysioPraxis | november 2015

    11

    beide partijen zien elkaar en de fysiotherapeut kan dus ge-richte aanwijzingen geven. Ik moest meteen denken aan het telefonisch consult tijdens mijn vakantie en vroeg hem of iets dergelijks mogelijk was in mijn praktijk. Zo groeide het idee. Erik maakte een proefaccount aan en mensen kunnen inloggen via een link op mijn website of ik stuur ze een link per e-mail. Je zou het ook met Skype kunnen doen, maar dat is een minder stabiele verbinding.Betting: Bij beeldbellen is er sprake van een peer-to-peercontact, zoals dat heet. Dat loopt niet via allerlei servers. Het is gegarandeerd niet af te luisteren, de digitale gegevens worden met encryptie verzonden. Wij boden al vergelijkbare diensten aan, bijvoorbeeld tolk-diensten. We moesten voor Paul alleen een wachtkamer-functie toevoegen. Kosten waren er nauwelijks, Paul had al een laptop en een webcam is met een paar tientjes betaald. Internet had hij uiteraard ook al en de bouw van het account was voor onze rekening omdat het een proef was. Er is nu subsidie aangevraagd bij Brainport Regio Eindhoven, een technologieplatform.

    Kosten Hoeveel kost het als cameraconsults een vast on-derdeel van de praktijkvoering zijn? Truijens: Ik schat dat het me per jaar 1.000 kost aan onderhoud en een up-date. Verder ben ik nog 400 kwijt aan hosting en onder-houd van mijn website. Per cameraconsult reken ik 22. Ik hoop dat zorgverzekeraars dat gaan vergoeden, maar dat is nu dus nog niet het geval. Ik heb nog niet overlegd met verzekeraars want het betreft nu alleen nog maar een pilot. De vergoeding voor het telefonisch consult is afge-schaft, maar met de ontwikkelingen op het gebied van E-health lijken er toch wel weer mogelijkheden te komen. Ik zie het cameraconsult als een mooie, aanvullende service waardoor het aantal live-zittingen beperkt kan worden.

    Fotobijschrift

    Betting: De kosten die Paul noemt, zijn een goede indi-catie. De prijzen voor nieuwe klanten zijn onder andere afhankelijk van hun wensen en gekozen inrichting.

    Opzet Het opzetten van de mogelijkheid om de fysiothera-peut via een interactieve verbinding te benaderen, verliep volgens Truijens vrij eenvoudig. Toen we het idee eenmaal hadden en besloten dat we een pilot gingen doen, liep het vrij vlot. Voorwaarde is wel dat de patint over een goede webcam beschikt. Met de webcam die ingebouwd is in een laptop is het al wat lastiger, heb ik gemerkt.Betting: Aan onze kant was het technisch niet zo ingewik-keld, we moesten voortbouwen op wat al bestond. Het opzetten van de website voor Paul was in tien minuten gedaan. Patinten kunnen het consult nu ook al doen via een Androidtelefoon of -tablet. Google was namelijk vanaf het begin betrokken bij het ontwikkelen van de technologie die ervoor nodig is. Microsoft kwam iets later en ook Apple heeft nu enkele werknemers toegewezen aan het project.

    Bekende patinten Truijens zet het cameraconsult nu vooral in voor bekende patinten. Voor patinten die nooit eerder in mijn praktijk zijn geweest, lijkt me de drem-pel hoog om meteen van het cameraconsult gebruik te maken. Het kan een uitkomst zijn voor mensen met een herhaalde klacht of bekende patinten met een acute aandoening die behoefte hebben aan advies. Met de ca-mera opereer je in een aantal gevallen veel gemakkelijker, bijvoorbeeld ter controle van de oefeningen die iemand thuis moet doen. Ik kan er ook voor kiezen om tussentijds een cameraconsult te doen, bijvoorbeeld nadat iemand twee of drie keer bij mij in de praktijk is geweest. Ik zie het dus voornamelijk als aanvulling op de behandelingen die bij mij in de praktijkruimte plaatsvinden. >>

    Eenvoud troefPatinten van Paul Truijens die gebruik willen maken van de fysiotherapeut op afstand, kunnen op zijn website hun gebruikersnaam en wachtwoord invullen en daarna inloggen. Wie nog geen gebruikersnaam en wachtwoord heeft, vraagt die uiteraard eerst aan. Kinderlijk eenvoudig, vinden de patinten die meedoen aan de pilot.

    Patint thuis voor de webcam

  • N i e u w e p r a k t i j k e N12

    Fysiopraxis | november 2015

    Mogelijkheden Voor diverse zaken in zijn praktijk ziet Truijens mogelijkheden: Denk aan acute aandoeningen aan de enkel of de knie. Ik hoor dan het verhaal van de patint en zie het beeld erbij. Ik ben dan in staat een voor-lopige diagnose te stellen. Bij recidieven kan een camera-consult ook uitkomst bieden, net als bij controle op the-rapietrouw en hands-off-behandelingen zoals volgens de McKenzie-methode. Daarbij is fysiek contact niet nodig. In gevallen waarbij dat fysieke contact juist wel een rol speelt, maken we natuurlijk geen gebruik van deze moge-lijkheid. Bij oudere mensen zonder veel ICT-ervaring kan het ook minder geschikt zijn.Betting: Maar onderschat de ouderen hierin niet. Wij merken dat de internetdichtheid in die groep sterk toeneemt.

    Eerste ervaringen Truijens startte half september met de pilot. De eerste ervaringen zijn zonder uitzondering positief. Mensen waren aangenaam verrast toen ik ze benaderde om mee te doen. Nadat ik hen gevraagd had, stuurde ik hun een link via e-mail. Die hoefden ze alleen maar aan te klikken. Tijdens de pilot ontdekten we dat de kwaliteit van een vaste camera en microfoon minder waren. Van-daar dus mijn opmerking over de losse webcam. Toen we patinten vroegen naar hun mening over het cameracon-sult, waren ze enthousiast en vol lof, al moesten sommi-gen er eerst wel wat aan wennen. Veel mensen zien er het voordeel wel van in. Een cameraconsult kan ook s avonds,

    na werktijd. Ik vind de pilot geslaagd als ik met regelmaat mensen op deze manier behandel en ze daar tevreden over zijn. Dat gaan we na afloop van de pilot meten.

    Tips Nu Truijens deze weg naar innovatie eenmaal is in-geslagen, kan hij tips geven aan collegas die eenzelfde vernieuwing overwegen. Zoek contact met een goed be-drijf. In mijn geval was dat OnsPlatform.tv, waarmee ik via Erik Lambrechtse in contact kwam. Heb je eenmaal een goede partner, dan zet je een link op je website en kun je starten.Betting: Er zijn heel veel aanbieders van deze service. Maak bij je keuze wel een afweging rondom veiligheid en betrouwbaarheid. Wie kijkt er allemaal mee? Waar worden je gegevens opgeslagen? Het gaat tenslotte wel om patintgegevens, vertrouwelijk materiaal. Je wilt niet dat dat op straat komt te liggen. Verder is het goed om een businesscase te maken: wat wil je met deze manier van werken? Hoe pak je het aan? Hoe vertel je het aan je patinten? Past deze manier van werken wel bij wat jouw patinten verwachten?Het cameraconsult is een zeer welkome aanvulling op het werk in zijn praktijk, vindt Truijens. Ik denk dat deze manier van werken in elke fysiotherapiepraktijk toepas-baar is. Uiteraard is het nooit een vervanging van het face-to-facecontact, ik zie het meer als extra service. Ik ben wel heel benieuwd naar de reactie van zorgverzekeraars. Als die erin willen meegaan, opent dat veel deuren.

    Meer informatieMeer informatie is te vinden op www.onsplatform.tv/truijens en op www.onsplatform.tv/Home/beeldbellen.html.

  • FysioPraxis | november 2015

    Nienke de Vries studeerde Bewegingswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen en Fysiotherapie aan de Hanzeho-geschool Groningen. Daarna werkte zij als eerstelijnsfysio-therapeut. Haar promotieonderzoek, onderdeel van het DO-IT-programma van het WCF, voerde zij uit bij IQ Healthcare van het Radboudumc. De Vries werkt momenteel als onderzoeker op de afdeling neurologie van het Radboudumc. Titel proefschrift: Managing the decline; physical therapy in frail elderlyPromotie: 9 juni 2015, Radboud Universiteit NijmegenPromotieteam: prof. dr. M.W.G. Nijhuis-van der Sanden, prof dr. M.G.M. Olde Rikkert, dr. J.B. Staal, dr. P.J. van der Wees

    1313

    Fysiotherapie bij kwetsbare ouderen

    Coach2Move

    Nienke de Vries ontwikkelde voor haar promotieonderzoek een behandelstrategie voor kwetsbare ouderen met mobiliteitsproblemen in de dagelijkse levensverrichtingen. Geen gemakkelijke opgave gezien de complexe problematiek waar deze ouderen mee te maken hebben. Klinisch redeneren n de oudere zelf spelen een centrale rol bij deze Coach2Move-strategie.Tekst: Brenda van Dam

    Hoe is Coach2Move tot stand gekomen? Ouderen hebben vaak te maken met meerdere ziektes en aandoe-ningen en hebben daarnaast vaak ook psychosociale problemen. Daarom hebben we het klinisch redeneren als uitgangspunt genomen om die groep te begeleiden. Na literatuuronderzoek en een consensusprocedure onder een brede groep zorgprofessionals, beleidsmakers en patinten hebben we een behandelstrategie ontwikkeld, waarbij we alle stappen in het klinisch redeneren hebben ingevuld.

    Wat zijn belangrijke elementen? De nadruk ligt enerzijds op testen en monitoren van motorisch functio-neren met behulp van klinimetrie. Prioriteiten stellen is belangrijk. Je hoeft niet altijd alle problemen op te lossen. Je moet kijken welke problemen op dit moment aange-pakt moeten worden en daarbij speelt de oudere zlf een centrale rol: wat kan hij nog en waar wil hij naartoe? De fysiotherapeut besluit samen met patint en mantel-zorg wat de doelen zijn. Dan stelt hij een gedetailleerd behandelcontract op: wat gaan we doen, wie is waar verantwoordelijk voor? Daarbij neemt de fysiotherapeut uiteindelijk steeds meer een coachende rol in.

    Geen standaardbehandeling dus? In onze RCT hebben 130 patinten meegedaan; de helft kreeg reguliere fysiotherapie, de andere helft werd behandeld volgens de Coach2Move-strategie, gegeven door een geriatriefysiotherapeut. Elke patint heeft een andere behandeling gehad, want patinten hadden heel diverse doelen: van zelf boodschappen kunnen doen tot kunnen knielen in de kerk. De intake duurde 1,5 uur, met een uitgebreid gesprek en een uitgebreid assessment. We hadden drie uitstroomprofielen gedefinieerd, met een

    maximum aantal consulten om de therapeuten efficint te laten werken. Binnen die profielen konden zij de verrichtingen doen die zij nodig vonden.

    Wat waren de resultaten? Na zes maanden bleek de Coach2Move-groep meer matig intensief lichamelijk actief te zijn en minder kwetsbaar dan de groep met regu-liere therapie. Bovendien zagen we dat de totale zorg-kosten voor deze groep lager waren. Patinten waren enthousiast omdat het om hn doelen ging. Ze werden mede-eigenaar van het probleem en de oplossing. In dit project blijkt dat meer aandacht meer oplevert in termen van kosten, effectiviteit n plezier voor de professional.

    Hoe nu verder? Op dit moment wordt er door IQ Healthcare, samen met de NVGF, gewerkt aan toekom-stige implementatie. Goede scholing en begeleiding van therapeuten en inbedding in de regionale, multidis-ciplinaire keten is daarbij een voorwaarde. Kwetsbare ouderen zijn een doelgroep waar we niet omheen kunnen. Therapeuten moeten daarbij focussen op de gehele oudere en diens omgeving. Zorgverzekeraars hebben daar inmiddels ook oog voor. Coach2Move is genomi-neerd voor de Niek de Jong Prijs van het Innovatiefonds Zorgverzekeraars.

    P r o m o t i e

  • 1414 a c h t e r h e t n i e u w s

    FysioPraxis | november 2015

    MKIB aanjager voor nieuw kwaliteitsregister

    Fysiotherapeuten hebben hun eigen specialisaties, vaardigheden en competenties. Patinten zijn op zoek naar een fysiotherapeut passend bij hun klacht. In het Kwaliteitsregister Fysiotherapie NL van het KNGF brengen we vraag & aanbod samen. Hoe krijgen we dat voor elkaar? Via het Masterplan Kwaliteit in Beweging (MKIB). Bestuurslid Kitty Bouten licht het toe.

    KNGF ontwikkelt Kwaliteits register Fysiotherapie NL

    Met het Kwaliteitsregister Fysiotherapie NL voorzien we in een behoefte van zowel patinten als fysiothera-peuten, vertelt bestuurslid Kitty Bouten. Het register is als het ware het platform waarop fysiotherapeuten inzich-telijk kunnen maken wat ze kunnen, waar ze goed in zijn, kortom wat ze te bieden hebben. Dit gebeurt met infor-matie uit hun portfolio. De patint heeft behoefte aan deze informatie, want die wil de best passende fysiotherapeut bij haar of zijn klacht kunnen vinden. Het Kwaliteitsregister Fysiotherapie NL bevat de gewenste gegevens. Het mooie is dat je hiermee de twee belangrijkste partijen in het zorgproces bedient: de patint als de klant die goede zorg wil en de fysiotherapeut als zorgverlener die wil laten zien wat hij/zij kan.

    hoe verhoudt het MKiB zich tot het Kwaliteitsregister Fysiotherapie nL?Het MKIB moet je zien als de weg naar het nieuwe kwali-teitsregister toe. In het MKIB ontwikkelen we de onder-delen en deelprojecten voor het register en die hebben allemaal een eigen dynamiek. Het zichtbaar maken van patintwaarderingen bijvoorbeeld is een onderdeel. We zijn bezig met een systeem voor intervisie/visitatie; profes-sionals blijken het meest van elkaar te leren. De eisen voor het CKR zullen in samenspraak met BOCK en BIs veranderen. We gaan de komende maanden in overleg met BOCK en BIs om te bepalen hoe de scholingseisen en het portfolio eruit moeten komen te zien. En natuur-lijk willen we ook de mening van onze leden hierover horen. Uiteindelijk moeten alle onderdelen gezamen-lijk ervoor zorgen dat fysiotherapeuten kunnen voldoen aan hun ambitie om te laten zien waar ze goed in zijn en hun behoefte om zich voortdurend te ontwikkelen. Tegelijkertijd beantwoorden we met dit register aan de maatschappelijke en politieke vraag om transparantie en borging van fysiotherapeutische kwaliteit. Het uitgangs-punt hierbij is steeds dat wat we opzetten, moet leiden tot vermindering van de administratieve belasting en niet mag leiden tot lastenverzwaring. Richtlijnen, evidence based statements en zorgmodules geven inhoud aan wat je van een fysiotherapeut mag verwachten. We zijn bezig de procedure voor de ontwik-keling van richtlijnen kritisch onder de loep te nemen om te komen tot beter werkbare richtlijnen. De herziene richt-

    lijnen willen we actief implementeren. Ook de beroeps-profielen, waarvoor goedkeuring van de leden vereist is, hebben invloed op wat je van een therapeut kunt vragen. Het Kwaliteitsregister Fysiotherapie NL is straks het resul-taat van wat we vanuit het MKIB ontwikkelen.

    hoe staat het eigenlijk met het MKiB?Al sinds begin dit jaar werkt het KNGF doorlopend aan alle onderdelen van het MKIB. We hebben al veel gedaan. En veel staat nog te gebeuren. Wat we al gere-aliseerd hebben, is de Richtlijn Fysiotherapeutische Dossiervoering, de modernisering van de huidige Richtlijn Verslaglegging. De nieuwe Richtlijn Dossiervoering onder-steunt het klinisch redeneren en voorkomt het onnodig invullen van vakjes. Deze nieuwe richtlijn is vanaf 1 januari 2016 van kracht en is door alle verzekeraars geaccep-teerd. Er is een Landelijke Database Fysiotherapie waarin pilot-groepen data kunnen aanleveren, ook voor zelfevaluatie of onderzoek. We werken nog aan de verbetering van de informatie die therapeuten terugkrijgen, op basis van hun aangeleverde data, via de feedbacktool. Verder willen we op een manier die de therapeut niet belast, patintervaringen (PREMs) en twee gene-rieke uitkomstmaten (PROMs) zichtbaar maken. Voor het uitvragen van PREMs hebben we de Engelstalige Nelson Beattie vragenlijst van Medrisk geselecteerd. Die is aanmerkelijk korter dan de CQ-index; de Nelson Beattie bestaat uit 12 vragen. Ruim 80 fysiotherapie- praktijken werken mee aan de pilot Validatietraject Nelson Beattie vragenlijst die tot eind deze maand duurt. Voor de PROMs gebruiken we n algemene vraag naar het effect van de behandeling op het dagelijks functioneren en de Global Perceived Effect (GPE), die uit twee vragen bestaat. Ook de algemene vraag wordt momenteel gevali-deerd. In 2016 kunnen alle fysiotherapeuten deze PREMs en PROMs aanleveren op dezelfde manier als waarop nu de CQ-index aangeleverd wordt. Daarnaast lopen er pilots intervisie/visitatie om te onder-zoeken wat daar werkbaar is. Kortom: er is veel in ontwik-keling; het spanningsveld is om dit te ontwikkelen binnen de huidige randvoorwaarden f we moeten de randvoor-waarden kunnen verbeteren.

    er gebeurt dus heel veelJa, zeker. Medewerkers en verschillende leden van het KNGF zijn volop bezig met alle deelprojecten. We zien de contouren steeds duidelijker worden. Het is een proces waarin ook ruimte is voor aanpassingen die dankzij voort-schrijdend inzicht nodig blijken. Het uiteindelijke doel is dat we met het MKIB komen tot het nieuwe Kwaliteitsregister Fysiotherapie NL, ht toekomstbestendige kwaliteitsre-gister dat fysiotherapeuten echt vooruit helpt.

  • 15

    C

    M

    Y

    CM

    MY

    CY

    CMY

    K

    ST.15.063 VDI KNGF Infographics in beweging 2015 vDEF3.pdf 1 27-10-15 12:05

    FysioPraxis | november 2015

    register Fysiotherapie NL

    Meer over het MKIBKijk voor meer informatie over de onderdelen van het MKIB-programma op www.kngf.nl (onder Vereniging/Programmas). De voortgang van het MKIB belichten we regelmatig in FysioEnieuws.

  • FysioPraxis | november 2015

    P r o F i e l16

    Prof. dr. Cees Lucas:

    We hebben ambitie om nog beter te wordenProf. dr. Cees Lucas is sinds een jaar bijzonder hoogleraar Evidence Based Practice aan de faculteit Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam (AMC-UvA). Lucas doet onderzoek binnen de aandachtsgebieden klinische epidemiologie, klinimetrie, onderzoeksmethodologie en biostatistiek. Meer in het bijzonder doet hij onderzoek naar bewijsgestuurde zorg. Hij is als klinisch epidemioloog verbonden aan het AMC en is hoogleraar-directeur van de universitaire masterstudie Evidence Based Practice (AMC-UvA).Tekst: Frank van Geffen | Fotos: Dirk Gillissen, Bureau Communicatie, UvA

    Mijn werkzaamheden zijn eigenlijk niet zo anders dan vr mijn benoeming. Die vond onder meer plaats op grond van wat ik al vier jaar deed. Wel anders is dat collegas je eerder weten te vinden op basis van je profi-lering. Dat leidt tot spreekbeurten, bezoeken aan andere afdelingen en het zitting nemen in een wetenschappelijke adviesraad. Ik ben meer zichtbaar geworden.Mijn leerstoel is breder dan alleen fysio-therapie. Dat is al het aandachtsveld van mijn collega Raoul Engelbert, bijzonder hoogleraar Fysiotherapie. Ik profileer me dus niet heel nadrukkelijk op dit terrein al heb ik er wel grote affiniteit mee. Lucas wilde ooit graag orthopedisch chirurg worden, maar werd steeds niet ingeloot voor de studie Geneeskunde. Inmiddels studeerde ik fysiotherapie aan de Academie voor Fysiotherapie Jan van Essen, een rechtsvoorganger van de Hogeschool van Amsterdam, en was ik al zo ver, dat ik die studie ook afmaakte. Daarna werd ik daar gevraagd om docent te worden. Samen met anderen heb ik er wetenschapspro-grammas opgezet, een curriculum ontwik-keld en gemplementeerd. Mijn studenten liepen stage bij wetenschappelijke instituten en enkelen deden een promotietraject. Dat wilde ik ook graag doen. Nadat ik promo-veerde, werd ik gevraagd om te blijven op de afdeling Klinische Epidemiologie en Biostatistiek (AMC-UvA).

    eigen praktijkIn zijn praktijk in Nieuw-Vennep werkt Lucas nog steeds als eerstelijns register-fysiotherapeut. Het is een van de terreinen waarop je moet excelleren om benoemd te worden tot bijzonder hoogleraar: je exper-tise op het terrein van klinische vaardig-

    heden. De andere twee terreinen, onder-zoek en onderwijs, komen in het AMC aan de orde. Patintenzorg behoort hier echter niet tot mijn taken, dus zoek ik dat in de eerste lijn. Voordeel daarvan is dat ik in onderzoek uit eigen ervaring kan putten. Het contact met patinten is me dierbaar. Daar komt nog bij dat ik niet een hele

    dag met studenten, met patinten of met vergaderen bezig wil zijn. Nu is daarin een prachtige afwisseling.

    BewijsgestuurdLucas doet onderzoek naar bewijsge-stuurde zorg. Wetenschappelijke informatie dient daarbij als basis voor het klinisch

  • FysioPraxis | november 2015

    17

    er ontstaan tussen mensen van het AMC, de UvA en de HvA. Dat biedt een rijkdom aan samenwerkingsmogelijkheden en het leidt altijd tot vruchtbare interactie. En ik ben ook heel blij met de accreditatie die we vorig jaar kregen, waarbij we op drie categorien twee keer goed en n keer excellent scoorden. Daarmee behoren we tot de top 10% van de in 2014 door de NVAO beoordeelde universitaire masteropleidingen. Verder zie ik met grote voldoening dat er in de afgelopen dertien jaar bij ons nog nooit een college is uitgevallen. Docenten zijn zeer betrokken, er is nauwelijks ziekteverzuim. Ik sta aan het hoofd van een gemotiveerd team, met heel veel eigen kweek. We hebben 37 gepromo-veerde ex-studenten, 38 doen nu een promo-tietraject. Onze master is een toonaange-vende opleiding in Nederland en we hebben heel veel ambitie om nog beter te worden.

    Lees ook de verkorte versie van de oratie van Cees Lucas op pag. 34-38 in dit nummer van FysioPraxis.

    handelen. Hoe is dat van invloed op de fysiotherapiepraktijk?Dr. Martijn Stuiver deed onderzoek naar het gebruik van steunkousen ter voorkoming van oedeem na een lymfeklieroperatie in de lies. Uit zijn onderzoek blijkt dat je heel veel patinten moet behandelen voor het bij n patint tot oedeemreductie leidt, the number needed tot treat. Het aantrekken van steunkousen is niet eenvoudig en brengt veel kosten met zich mee als er iemand speciaal voor moet komen. Dat is de reden dat compressiekousen tegenwoordig niet meer standaard worden voorgeschreven. Een ander voorbeeld is het werk van drs. Barbara Snoeker. Zij onderzoekt de validiteit en betrouwbaarheid van meniscustesten. Klinisch onderzoek geeft nogal eens een vals-positief of vals-negatief resultaat. De hand-matige provocatie is niet altijd toereikend. Er zit ruis in de uitslag doordat de behandelaar de test uitvoert. De patint kan deze testen ook zelf uitvoeren, gebruikmakend van het eigen lichaamsgewicht. De uitslag van die testen blijkt veel betrouwbaarder te zijn. Op

    Cees Lucas (1951) studeerde in 1978 af als

    fysiotherapeut. Hij volgde de eerstegraads

    lerarenopleiding aan de Vrije Universiteit

    in Amsterdam en studeerde Nederlands

    Recht aan de Universiteit Utrecht. In 2001

    promoveerde Lucas aan de Faculteit der

    Geneeskunde van de Universiteit van

    Amsterdam op het onderwerp Efficacy of low

    level laser treatment in the management of

    chronic wounds. In 2014 werd hij benoemd

    tot bijzonder hoogleraar Evidence Based

    Practice in Health Care aan de Universiteit

    van Amsterdam, Faculteit der Geneeskunde

    (AMC).

    basis van deze eenvoudige testen kun je dus tot een kijkoperatie besluiten. Daarmee spaar je een dure MRI-scan uit en bekort je de wachttijden. In een tijd waarin we erg goed op de kosten moeten letten, is derge-lijk onderzoek welkom.

    Informatie bijhoudenHet is een goede zaak dat de fysiotherapeut gevoed wordt met wetenschappelijk bewijs voor zijn handelen, maar hoe houdt hij alle informatie daarover goed bij?Lucas: Het principe van evidence based practice kent vier niveaus: dat van de volger, de gebruiker, de expert en de ontwikkelaar. De fysiotherapeut die in de praktijk werkt, zal vooral volger en gebruiker zijn. Die gebruikt protocollen en richtlijnen of formuleert een gestructureerde wetenschappelijke zoek-vraag. Hij kan het antwoord op die vraag beoordelen op kwaliteit en weet raad met de toepassing ervan. Meer hoeft die fysio-therapeut ook niet, hij gebruikt evidence die er al ligt. De realiteit is wel dat je richtlijnen en protocollen zoekt in de tijd dat je geen patinten behandelt. In academische centra krijgen fysiotherapeuten die daar werken steeds vaker de mogelijkheid om zich op de hoogte te stellen van wetenschappelijke ontwikkelingen en om onderzoek te doen. Daarvoor wordt speciaal tijd vrijgemaakt.

    Brede scholingAl voor het begin van de universitaire master-studie Evidence Based Practice was Lucas verbonden aan deze opleiding. Voor het in 2002 een universitaire master werd, werkte ik al mee aan de omzetting van huisopleiding naar de master tot zelfstandig onderzoeker. We wilden daarmee vroegtijdig inspelen op wetenschappelijke ontwikkelingen van niet-academische disciplines en paramedici breed scholen op het niveau van hun verwij-zers, zodat ze volwaardige gesprekspartners zouden zijn. We zien nu een verschuiving in onze studentenpopulatie van paramedische studenten naar promovendi, coassistenten, artsen, specialisten, tandartsen en apothe-kers. We staan dus ten dienste van allerlei disciplines. In totaal hebben we nu 240 studenten en zijn we in grootte de tweede studierichting in het AMC.

    Eigen kweekDe balans opmakend, is Lucas zeer gelukkig in en met zijn vak. Ik kijk bijvoorbeeld met trots naar de onderzoeken die ik eerder noemde. Ik word blij van de contacten die

  • 18

    FysioPraxis | november 2015

    Wat kan de fysiotherapeut leren van neurologische en psychiatrische beelden? Onno Meijer constateert dat klachtenpatronen van onze patinten met chronische klachten dikwijls overeenkomen met die vanpatinten uit het boek Haperende Hersenen van Iris Sommer. Tekst: Onno G. Meijer

    Recent verscheen Haperende Hersenen van Iris Sommer. Negen ziektebeelden worden besproken: ziekte van Parkinson, bipolaire stoornis, multiple sclerose, ziekte van Alzheimer, syndroom van Gilles de la Tourette, schi-zofrenie, ziekte van Huntington, niet-aangeboren hersen-letsel, en dwangstoornis. Elk hoofdstuk begint met het levensverhaal van n patint, hoe de ziekte daarop inbrak, doorgaans eerst met vage, niet herkende klachten (zoals vermoeidheid), en dan, vaak na geruime tijd, de diagnose. De patho(fysio)logie wordt besproken, gelar-

    deerd met Wikipedia-achtige stukjes over achtergrond-feiten (zoals het autonome zenuwstelsel, of de ventrikels). Diagnostiek komt aan de orde, en er zijn korte onderbre-kingen over de geschiedenis van het herkennen van de ziekte, en over de prevalentie. Daarna volgt een overzicht van de behandeling, en mogelijkheden voor toekomstig wetenschappelijk onderzoek, sommige nogal spectacu-lair, zoals ingrijpen met moleculen die gevoelig zijn voor licht van een specifieke golflengte. Ten slotte komt de patint weer aan het woord. Hoe is het sinds de diagnose gegaan, en wat is momenteel het toekomstperspectief? Door dat beginnen met het verleden, en eindigen met de toekomst van de patint, vormt de patint het kader van de hele bespreking. Dat is wellicht het meest kenmer-kende van het boek. Daarbij valt op dat er (natuurlijk) geen patint is die zich aan het leerboek houdt, terwijl er wel een scala aan klachten is waar alle patinten met haperende hersenen last van kunnen hebben, vaak zelfs meer dan van de gediagnostiseerde ziekte. Dat is relevant voor de

    Bewegingsgeneeskunde (zoals fysiotherapie, oefenthe-rapie, revalidatie): de meerderheid van onze patinten met chronische klachten heeft ook last van klachten die bij de in het boek van Sommer besproken patinten veel voor-komen. Volgens Sommer berusten die klachten dikwijls op ontstekingsprocessen, met verhoogde productie van vrije radicalen, en een afname van de productie van groei-factoren. Zowel chronisch matig inspannen (zoals bij type 2 diabetes) als omgevingsverrijking (met meer productie van Brain Derived Neurotrophic Factor) zijn dan goede behandelmogelijkheden. Wij zouden er goed aan doen die behandelmogelijkheden vaker te overwegen. Alleen al daarom is het boek van Sommer ook voor ons zeer relevant.

    BeschouwingOmdat psychische en somatische processen nu eenmaal altijd tegelijk een rol spelen, bespreekt Sommer neurolo-

    Een boek van Iris Sommer

    B o e k B e s P r e k i n g

    Haperende Hersenen

    Iris Sommer is hoogleraar psychiatrie aan het UMC Utrecht, en hoofd van de Stemmenpoli aldaar. Ze is lid van de Jonge Akademie van de KNAW, en voorzitter van de Commissie Wetenschap van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie.

    De meerderheid van onze patinten met chronische klachten heeft ook last van klachten die bij de in het boek besproken patinten veel voorkomen

  • FysioPraxis | november 2015

    19

    gische en psychiatrische beelden door elkaar. Historisch is dat geestig. Eind negentiende eeuw werden leden van de hogere standen geacht aan teveel prikkels te worden blootgesteld, waardoor hun zenuwen konden verzwakken, neurasthenie. Je ging dan naar een Kurort, om onder begeleiding van een neuroloog brandnetel-soep te nuttigen. De psychiatrie richtte zich toen vooral op dementia paralytica, het eindstadium van syfilis. Maar aan het begin van de twintigste eeuw kwam de neuroloog Freud met de gedachte dat het psychische als zodanig (wat dat dan ook moge wezen) oorzaak kon zijn van lijden, en psychiatrie en neurologie wisselden van rol. Vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw probeerde psychosoma-tiek psyche en soma weer te integreren, maar met te weinig nadruk op de somatopsychiek waar de meeste van onze chronische patinten last van hebben. In 2000 verdween de van de stof onafhankelijke geest uit de wetenschappen, en Sommer laat zien hoe inspirerend het veld inmiddels geworden is.Reeds in de jaren tachtig van de vorige eeuw toonde Dantzer dat ontstekingsactiviteit tot ziektegedrag leidt, waarbij je alles langzamer doet, en niet meer toekomt aan je gewone routines. De vermelding van Dantzer miste ik in het boek, maar de principes zijn duidelijk. Je moet in je anamnese vragen of mensen alles langzamer doen, niet meer aan hun gewone routines toekomen, en, boven-

    dien, of ze concentratiestoornissen hebben al dan niet met slaapproblemen (indicatoren van stress), of ze meer moeite hebben met zware teksten en/of het oplossen van ingewikkelde problemen (cognitieve problemen), of ze bang zijn, en of ze het leven niet meer zien zitten. Daar moeten we systematischer aan gaan werken. Bovendien stimuleert immuunactiviteit de productie van vrije radi-calen, en moet vaker overwogen worden remmers van vrije radicalen aan te raden. Michael von Korff ontdekte dat ruim 89% van de patin-ten met chronische lagerugklachten comorbiditeit hebben. Samen met het boek van Sommer hebben we nu echt genoeg reden om ons ziekteconcept te wijzigen. Er is zelden sprake van n ziekte, met eventueel bijko-mende klachten. Er zijn wel overeenkomstige klachten die dikwijls op dezelfde mechanismen berusten (ontste-king en breinveranderingen), en juist die moeten we behandelen.

    Ik houd van diepgaande interviews met de patint, maar daarin bracht ik de toekomst nooit systematisch ter sprake. Chapeau. Ik maak mij sterk voor behandelen met chronische matige inspanning, en met omgevingsver-rijking de uitdaging om nieuwe kinematische, senso-rische, cognitieve, en sociale werkelijkheden in kaart te brengen. Dat werkt alleen als de patint er zelf mee komt, en er een eigen perspectief aan ontleent. Op een afdeling Psychiatrie was een Tai Chi-programma gestart. Mevrouw liep moeilijk, maar hield niet van die suffe oefe-ningen, terwijl dit toch echt een uitdaging was. Ze heeft zich met de thuisregio in verbinding gesteld om te zien of daar ook Tai Chi werd gegeven, en ze heeft er nu al zin in. Voor dit unieke individu is dt waar we naartoe moeten bij patinten met haperende hersenen.

    Met dank aan Piet Eikelenboom en Iris Sommer.

    Onno G. Meijer geniet als gepensioneerde gastvrijheid aan de Afdeling Bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit, en is als hoogleraar verbonden aan Fujian Medical University, Fuzhou, P.R. China. Mailadres: [email protected].

    Zowel chronisch matig inspannen als omgevingsverrijking zijn goede behandelmogelijkheden. Wij zouden er goed aan doen die vaker te overwegen

    Iris Sommer, Haperende Hersenen. Amsterdam: Balans, 2015. ISBN 9789460030581 (paperback), 9789460030635 (ebook).

  • FysioPraxis | november 2015

    2020 a c h t e r h e t n i e u w s

    Oproep: versterk de positie van de fysiotherapie!

    De consumenten- en najaarscampagne van het KNGF zijn gestart. De consumenten-campagne richt zich erop mensen de weg naar de fysiotherapeut te laten vinden. De najaarscampagne moet ervoor zorgen dat de positie van fysiotherapie in de discussie met zorgverzekeraars en de politiek steeds sterker wordt. Vooral dat laatste is geen eenvoudige opgave als je kijkt naar het reclamegeweld dat zorgverzekeraars op de consument loslaten.Tekst: Pieter Vonk (KNGF)

    Campagnes KNGF primair gericht op consument

    Informatie voor consumenten De consumentencam-pagne is gebaseerd op de constatering dat nog steeds veel mensen niet weten waarvoor ze bij de fysiotherapeut

    terecht kunnen en ook dat ze zonder verwijzing bij u kunnen aankloppen. Met andere woorden: fysiothera-peuten missen omzet. Er zit, om in marketingtermen te spreken, nog een behoorlijk potentieel in de markt. Om de consument te lokken, wordt in week 47 een eenvoudig publiekstestje op allerlei websites gelanceerd, via advertenties op relevante sites. Dat testje behandelt vijf veel voorkomende pijnklachten en leidt de pijnlijder via een beperkt aantal vragen naar een globaal advies. In de gevallen dat het advies luidt om naar de fysiotherapeut te gaan, krijgt de invuller alle praktijken van KNGF-leden in de buurt gepresenteerd. Niet alleen webadvertenties zullen het invullen stimuleren, maar ook radiospots, social media en straatadvertenties op geselecteerde plaatsen. Daarnaast zullen fysiotherapeuten bij grote publieksevenementen hun vaardigheden tonen. Denk aan blessurebehandeling bij de Vierdaagse. Vanzelfsprekend ontvangen KNGF-leden een informatiepakket om deze campagne te ondersteunen.

    Aanvullende verzekering De najaarscampagne richt zich zoals gezegd voornamelijk op benvloeding van de discussie over de positie van de fysiotherapeut. Echter, ook hiervoor wordt de consument ingeschakeld. Immers, in deze tijd van het jaar staan alle Nederlanders weer voor de keuze of ze een andere zorgverzekering en een aanvullende verzekering willen. Het KNGF helpt hen bij die keuze door ze naar www.zorgverzekeringwijzer.nl te leiden, om daar te kunnen zien welke voor- en nadelen de aangeboden polissen voor hun situatie bieden. Zo ontstaat als vanzelf een schifting tussen goede en slechte polissen wat betreft de dekking voor fysiotherapie. Consumenten worden verleid om naar de keuzesite te gaan door radiospots, artikelen op relevante websites en social media. Inmiddels hebben de praktijken een poster en flyers ontvangen die ze aan patinten kunnen uitdelen. Later in november volgt een pakketje brochures, waarin staat welke polissen de beste dekking voor fysiotherapie bieden. Alles met verwijzing naar de keuzesite. Hoe meer

    Veel nabestellingen van de flyers en poster van de najaarscampagne. Leon Beekwilder van KnGF heeft er zijn handen vol aan.

  • FysioPraxis | november 2015

    21

    Van alle mensen die kiezen voor een

    aanvullende zorgverzekeringdoet meer dan

    55% dat vanwegefysiotherapie*

    * representatief onderzoek door tnS nipo in opdracht van het KngF.

    Maak de vergelijking opwww.defysiotherapeut.com

    MAAR LANG NIET ELKE POLIS GEEFTVOLDOENDE DEKKING

    Campagnes KNGF primair

    praktijken meewerken aan het uitdelen van de fl yer en brochure, hoe groter de impact van de actie zal zijn.

    Statement Naast het inschakelen van de consument belagen we ook de verzekeraars en de politiek via persbe-richten en dergelijke. We lieten TNS-NIPO als betrouwbare en onafhankelijke bron namelijk bepalen hoeveel mensen een aanvullende verzekering kiezen met als doel om de kosten voor fysiotherapie te dekken. Dat bleek maar liefst

    55% te zijn: een hard statement dat we zullen inzetten om verzekeraars, politiek en consumenten duidelijk te maken hoe belangrijk deze beroepsgroep is.

    Hierbij roepen wij u op mee te werken aan deze twee campagnes die uw positie ondersteunen en versterken!

    Pieter Vonk is campagneleider bij het KNGF.

    Najaarscampagne

  • BEDRIJFSOVERDRACHT

    ZET BEDRIJFSOV

    ERDRACHT

    TIJDIG O

    P DE AGENDA

    WWW.TIJDIGSTART

    ENMETSTOPPEN.NL

    Serie: uw praktijk doeltreffend overdragen in drie fasen

    K N G F - S E R V I C E22

    FysioPraxis | november 2015

    deskundige naar uw overeenkomst te laten kijken.Als u besluit om de overdracht via een maatschap te doen, regel dan zeker deze onderwerpen goed in de maatschapsovereenkomst: De waarde van de ingebrachte goodwill en inventaris De duur van de overeenkomst De wijze van de winstverdeling Hoe om te gaan met arbeidsongeschiktheid, overlijden

    en uittreden van een vennoot De hoogte van de privopnamen De verdeling van de werkzaamheden

    Overdracht ineens U kunt er ook voor kiezen om de overdracht van uw praktijk ineens te doen. Ook dan is het mogelijk dat de vorige eigenaar nog in de praktijk blijft werken. Dit kan bijvoorbeeld als zelfstandig ondernemer of gewoon in loondienst. Wel is het belangrijk dat er goede afspraken worden gemaakt op juridisch en fi scaal gebied. Daarnaast moeten beide partijen goede afspraken maken over de nieuwe manier van werken. De nieuwe praktijk-houder doet de bedrijfsvoering natuurlijk op zijn eigen manier en dit kan voor strubbelingen zorgen.

    Slim financieren Zeer waarschijnlijk gaat de koper voor de fi nanciering van de overname naar de bank. De bank beoordeelt het ondernemingsplan en gaat wel of niet tot fi nanciering over. De fi nanciering van de goodwill is in het huidige fi nancile klimaat vaak een grote uitdaging. Zeker als de nieuwe praktijkhouder niet over eigen kapitaal beschikt. Als de nieuwe fysiotherapeut dan ook nog het pand moet kopen, wordt de fi nanciering een mission impossible. Hij krijgt niet genoeg kapitaal los bij de bank. Daarom komen de kopende en verkopende partij elkaar vaak tegemoet. De kopende partij huurt het bedrijfspand eerst voordat hij het koopt. Meestal is dit voor een periode van vijf jaar. Dan is de overnamefi nanciering afgelost en ontstaat er ruimte om het pand te kopen.

    Meteen regelen Zodra de handtekening is gezet, begint de nazorg. Er wordt direct een aantal formaliteiten

    Meer informatie Meer informatie over de overdracht van uw praktijk vindt u op www.tijdigstartenmetstoppen.nl. Daar kunt u ook in minder dan vijf minuten gratis een verkoopscan doen. U kunt ook contact opnemen met MKB Adviseurs:telefoonnummer: 070 - 349 06 50e-mail: [email protected]

    U heeft de ideale overnamekandidaat voor uw prak-tijk gevonden. Het personeel en de patinten zijn op de hoogte gebracht en misschien bent u al begonnen met het inwerken van uw opvolger. Niets staat de uiteinde-lijke overname nog in de weg. Deze laatste fase wordt de invoeringsfase of nazorgfase genoemd. In deze fase regelt u nog de volgende zaken: vindt de overdracht ineens of geleidelijk plaats? Hoe wordt de goodwill overgedragen? En welke formaliteiten worden er nog geregeld?

    Geleidelijk overdragen Vaak vindt de overdracht geleidelijk plaats, via een maatschap. Het is dan belangrijk dat er onderling goede afspraken worden gemaakt en dat die worden vastgelegd in een maatschapsovereenkomst. Werkt u al samen in een maatschap? Dan is het slim om voor de overdracht het oude maatschapscontract opnieuw goed door te nemen. Net zoals in een testament moeten oude afspraken misschien worden herzien, bijvoorbeeld door veranderende fi scale en juridische wetgeving. Ook uw persoonlijke situatie is anders geworden en daarom kijkt u nu misschien anders aan tegen de eerder gemaakte afspraken. Zo staat in veel maatschapsovereenkomsten dat u met 65 jaar met pensioen gaat. Of de winstdeling is nu anders dan destijds is afgesproken. Vaak is het ook niet duidelijk wie nu precies welk aandeel heeft in de maatschap. Of misschien wilt u eerder of juist later uit de maatstap stappen. Dit zijn allemaal punten die veranderd kunnen zijn. Daarom is het verstandig om, voordat u uittreedt, een

    Fase 1 van deze driedelige serie staat in FysioPraxis 3-2015 (april), pag. 26-27; fase 2 in FysioPraxis 5-2015 (juni), pag. 24-25.

    Fase 3: De overdracht vindt plaatsHet is bijna zover. Na een lange periode van plannen en regelen komt de overdracht snel dichterbij. Vr de handtekeningen worden gezet, worden er nog een paar belangrijke laatste zaken geregeld. Zoals: hoe vindt de overdracht precies plaatst? En blijft u zelf nog een rol spelen in de praktijk? In deze serie van drie artikelen geeft MKB Adviseurs een toelichting op de drie fasen bij een praktijkoverdracht. In dit derde en laatste deel leest u meer over de daadwerkelijke overdracht.Tekst: Henri Brom, MKB adviseurs

  • BEDRIJFSOVERDRACHT IN HET KORT Per jaar wordt van ongeveer 15.000 bedrijven de koop

    gesloten Het traject van bedrijfsoverdracht duurt gemiddeld 4,3 jaar 50% van de verkopen zijn minder goed lopende bedrijven 10-40% van de in de verkoop staande bedrijven wordt

    opgeheven na een mislukte overdracht 87% van de ondernemers ondervindt emotionele barrires

    rond overdracht 51% krijgt een lagere tot veel lagere prijs voor het bedrijf

    dan van tevoren verwacht Overlevingskans bij overname 90-96%, na starten 35-50% Overdracht levert 3,5 keer zoveel werkgelegenheid op dan

    alle starters bij elkaar Slechts 13% van de ondernemers stelt een

    overdrachtsplan op

    bron: Kamer van Koophandel

    en Kenniscentrum Innovatie en Business/HU, april 2015

    AANT

    AL BE

    DRIJVEN

    IN OVERDRACHT

    55.739 BEDRIJVEN Zitten op dit moment in het traject van bedrijfsoverdracht.

    TOTAAL

    9.378

    36.984

    9.377

    ZZP

    MICRO

    KLEIN

    BEDRIJFSOVERDRACHT IN HET MKB Van alle bedrijven

    in Nederland is 99% een mkb-bedrijf.

    Dat zijn 1.301.118

    bedrijven.

    878.850 BEDRIJVEN

    100-250 WERKNEMERS3.420 BEDRIJVEN

    2-10 WERKNEMERS354.082 BEDRIJVEN

    10-100 WERKNEMERS64.766 BEDRIJVEN

    ZZP

    MICRO2-10354.082

    MICROMICROMICRO

    ZZPZZPZZPZZPZZPZZP

    67,5%

    KLEIN

    10-10064.766

    KLEINKLEIN5%

    MIDDELGROOT

    100-250100-2503.420

    MIDDELGROOT0,3%

    27,2%

    ECON

    OMISC

    HE EFFE

    CTEN VAN

    MISL

    UKTE

    BEDRIJFS

    OVERDRACHT

    WAARVAN 4 MILARDTE VOORKOMEN WAS

    12 MILJARD EURO

    INKOMSTENDERVING KAPITAALVERNIETIGING

    113.314BANEN

    WAARVAN 37.771 BANEN TE VOORKOMEN WAREN

    KAPITAALVERNIETIGING

    113.314113.314

    BANENVERLIES

    Bijna 53.000 BEDRIJVEN worden beindigd zonder opvolging. Ongeveer 1/3 deel daarvan had verkocht kunnen worden maar die optie is nooit overwogen.

    4MILJARD EUROWAARVAN 1,3 MILARD

    TE VOORKOMEN WAS

    MOTIE

    VEN V

    OOR B

    EDRIJFSO

    VERDRACHT LEEFTIJD / PENSIOEN

    ZIEKTE OFOVERLIJDEN

    GEEN ZIN / ENERGIE MEER

    NIET RENDABEL

    MOOI (AAN)BODOVERIG

    OVERLIJDEN

    GEEN ZIN /

    ZIEKTE OFOVERLIJDEN

    OVERIG

    ?

    LEEFTIJD / PENSIOEN65

    MOOI (AAN)BODMOOI (AAN)BOD

    NIET RENDABEL

    MOTIE

    VEN V

    OORR BB

    EDRIJFSO

    VE ACHT

    GEEN ZIN / ENERGIE MEERGEEN ZIN /

    ?

    65

    54%

    4%

    15%

    4%6%17%

    Tijdig starten met stoppen is een samenwerkingsproject van MKB Adviseurs en MKB-Nederland

    ZET BEDRIJFSOV

    ERDRACHT

    TIJDIG O

    P DE AGENDA

    WWW.TIJDIGSTART

    ENMETSTOPPEN.NL

    Chapeau

    FysioPraxis | november 2015

    23

    geregeld. Vaak doen de vorige eigenaar en de nieuwe eigenaar dit samen. U gaat bijvoorbeeld naar de bank om de tekenbevoegdheid, tenaamstelling van rekeningen en privaansprakelijkheid te veranderen. Ook wordt de informatie bij de Kamer van Koophandel aangepast en licht u instanties in zoals de Belastingdienst en het UWV. Iets wat u zeker niet mag vergeten, is het omzetten van de contracten met de zorgverzekeraars. Dit kost behoorlijk wat tijd, dus doe het meteen na het zetten van de handte-kening!

    Fiscus en inkomen Er wordt ook afgerekend met de fi scus. De fysiotherapeut die overdraagt, bekijkt na de overdracht of de fi scale planning uit de voorberei-dingsfase nog klopt. Is er stakingswinst? En kan die worden uitgesteld door de aankoop van een lijfrente of bankspaarproduct? Hierbij is het belangrijk dat u over voldoende fi nancile middelen beschikt om deze producten te kopen bij een verzekeringsmaatschappij of bank. Is uw netto besteedbaar inkomen na de overdracht voldoende of gaat u interen op het vrij beschikbaar vermogen? Allemaal vragen waar u nu mee aan de slag gaat en waarop u eventueel actie onderneemt.

    Als u overdraagt aan een medewerknemer of mede-maat met wie u al minimaal drie jaar samenwerkt, kunt u misschien gebruikmaken van de geruisloze doorschui-vingsfaciliteit. Dit is een fi scale faciliteit waarmee beide partijen fi nancieel voordeel kunnen behalen. Over de overnamesom hoeft de verkoper namelijk geen belasting te betalen. De koper mag dan over de koopsom, of een gedeelte daarvan, niet afschrijven. In ruil hiervoor krijgt de koper een korting op de koopsom.

    Haal het maximale eruit Het is belangrijk om de bedrijfsoverdracht als een langlopend proces te zien en daar ruim de tijd voor uit te trekken. Bij iedere fase komt veel kijken en de fasen lopen soms ook direct in elkaar over of lopen door elkaar heen. Daar komt ook nog eens bij dat iedere bedrijfsoverdracht uniek is. Het is daarom goed denkbaar dat u na deze drie artikelen nog vol vragen zit. Een bedrijfsoverdracht goed begeleiden en uitvoeren is een complexe zaak. Daarom is het inschakelen van een objectieve overnameadviseur vaak geen overbodige luxe. Maar de twee belangrijkste adviezen zijn: begin op tijd en neem de tijd! Zo haalt u er het maximale uit.

  • Wij zien dagelijks in onze praktijk voor vitaliteit, fysiotherapie en fitness dat er een toenemende aandacht is voor gezond leven, preventie en het verbeteren van een ongezonde levensstijl. Wij hebben ervaren dat clinten, naast de fysiotherapie en fitness, zich er steeds meer van bewust worden dat gezonde voeding en voedingssupplementen een voorname rol spelen in het ontstaan en behoud van hun fysieke fitheid.

    Als fysiotherapeut komen wij elke dag in de behandelkamer en ook in de fitness clinten (patinten/sporters) tegen die, naast hun problemen aan het houdings- en bewegingsapparaat, last hebben van over n of meerdere andere klachten.

    Het gaat dan bijvoorbeeld om vermoeidheid, lusteloosheid, slecht in- en doorslapen, s morgens niet direct fris en fit op-staan, onregelmatige, slechte stoelgang (niet dagelijks), hoofd-pijn- en migraine klachten, verminderde weerstand, snel vatbaar voor ziekten zoals verkoudheid en griep, allergien, etc.

    Hoe kunnen deze klachten ontstaan?En van de oorzaken hiervoor kan de dramatische vermindering van essentile voedingsstoffen in groenten en fruit zijn, soms wel 90 % of meer (zie ook voedingsonderzoek van Geigy).Door gronduitputting, mineraaltekort in de bodem, luchtvervui-ling, zure regen, eenzijdige teelt, kasgroenten en -fruit, onrijp

    oogsten (bananen) etc. kunnen wij onvoldoende essentile voe-dingsstoffen binnen krijgen en kan er langzaam maar zeker een hiaat ontstaan in de voeding die we dagelijks tot ons nemen, ook als we denken dat we gezond eten.

    Dit gaat sluipend, zeker wanneer we elke dag en over een peri-ode van jaren onvoldoende essentile voedingsstoffen binnen-krijgen.

    Wat te doen?U kunt uw clinten/sporters hiervoor producten adviseren zoals de Vitaliteits- en Lifestyle producten van FitLine. Het FitLine Vitaliteits- en Lifestyle concept omvat o.a. voedings-supplementen en vitamines.Hierdoor kunnen zij hun lichaam elke dag van essentile voe-dingsstoffen (vitaminen, mineralen, melkzuurbacterin etc.) voorzien door FitLine PowerCocktail als drankje in de ochtend en FitLine Restorate als drankje in de avond te nemen.

    PowerCocktail bevat o.a. voedingsstoffen uit groenten en fruit, probiotische culturen en een spectrum aan B-vitaminen.PowerCocktail drinkt men s morgens voor het ontbijt.De probiotische culturen in PowerCocktail stimuleren een goede darmwerking, hetgeen een positieve werking op het afweersys-teem heeft.

    Vitaliteits- en Lifestyle concept voor fysiotherapeuten

    ( Advertorial ) ( Advertorial )

  • De B6-vitaminen en vitamine C in PowerCocktail dragen bij tot een normaal energieleverend metabolisme, de vitaminen B2 en B3 dragen bij tot vermindering van vermoeidheid.PowerCocktail is verder rijk aan vitamine C en selenium en draagt bij tot een normale functie van het immuunsysteem.De vitaminen E en C helpen de lichaamscellen te beschermen tegen oxidatieve stress.Restorate bevat o.a. tien hoogwaardige mineralen, vitamine D en zink.De mineralen dragen bij aan de regeneratie en aan de afvoer van afvalstoffen uit ons lichaam.Zink draagt bij tot een normale vruchtbaarheid en tot een nor-maal zuur-base evenwicht alsook een normaal koolhydraat- en vetzuurmetabolisme.Het drinken van Restorate wordt geadviseerd na sportieve acti-viteit en/of voor het slapen gaan.

    Door het NTC (Nutrint Transport Concept) van de FitLine pro-ducten komen de voedingsstoffen precies daar waar ze nodig zijn, namelijk in de cellen voor een betere bio-beschikbaarheid. Door de FitLine producten wordt de opname van voedingsstof-fen verbeterd.

    De FitLine voedingssupplementen en vitamines zijn in meer dan 40 landen succesvol. Het zijn Duitse premiumproducten en ze bestaan al 21 jaar. De FitLine producten hebben meer dan 30 patenten gekregen en worden door zowel jong als oud gebruikt.Meer dan 100 winnaars van gouden medailles in de topsport gebruiken FitLine en zij worden niet door het bedrijf gesponsord.Alle FitLine producten zijn van zuivere kwaliteit, zij zijn goedge-keurd door het Swiss Vitamin Institute in Lausanne en dragen het GMP (Good Manufacturing Practice) keurmerk. Dagelijks is een team wetenschappers onder leiding van dr. Tobias Khne bezig om de FitLine producten verder te verfijnen en te verbeteren.

    De Fitline producten vormen een logische, naadloze overgang tussen ons werk en de toegenomen aandacht van clinten voor hun eigen gezondheid en fitheid.

    Dit gezondheidsconcept heeft veel raakvlakken met ons dage-lijks werk als fysiotherapeut/fitnessbegeleider en is een welko-me aanvulling voor clinten in de fitness/medische training.

    U heeft uw clinten hiermee een holistisch concept op het ge-bied van Vitaliteit en Lifestyle te bieden.

    Enkele praktische aspecten:OmmethetFitLineconcepttebeginnenhoeftuniette investerenUhoeftgeenproductenopvoorraadtehebben,deproducten worden via de pakketdienst bij de clint thuis afgeleverdUheeftgeen(extra)administratie Alleinformatie,presentatieseninformatievideoszijnuit- gewerkt en staan ter beschikking ErwordengeentargetsgesteldDeverdienstenwordenelkemaandautomatischaanuover- gemaaktRegelmatigwordenergratistrainingengegevenomuteleren werken met dit concept Erwordencollegesovervoedinggegeven

    Kortom, het FitLine concept is een prima mogelijkheid om Vitaliteit en Lifestyle in uw onderneming te introduceren

    Een toenemend aantal fysiotherapeuten werkt inmiddels met het FitLine concept.

    Onzepersoonlijke,zeerpositieveervaringenendegoederesultaten bij onze clinten (patinten en sporters) hebben in grote mate bijgedragen tot ons enthousiasme over het FitLine concept.

    Graag zouden wij ook bij u dit succesvolle Vitaliteits- en Lifestyle concept willen toelichten in een presentatie.

    Wilt u dit artikel downloaden of deelnemen aan n van onze informatie-avonden, kijk dan op onze website.

    Wanneer u interesse heeft kunt u ook contact opnemen met:Anja van de Leur, fysiotherapeuteHarrie Kortekaas, fysiotherapeut

    Praktijkhouders van Fysiotherapie & Fitness De SleutelbloemSleutelbloemstraat 4 7322 AG Apeldoorn Tel. [email protected]

    ( Advertorial ) ( Advertorial )

  • FysioPraxis | november 2015

    2626 E va l u at i E

    Het Wetenschappelijk College Fysiotherapie (WCF) werd 10 jaar geleden door het KNGF opgericht. Deze evaluatie beschrijft de impact van de WCF-subsidies op het vakgebied van de fysiotherapie.Tekst: Arianne Verhagen, Jesper Knoop, namens het WCF

    Achtergrond Eind jaren tachtig van de vorige eeuw is aan de Universiteit Maastricht (toen Rijksuniversiteit Limburg) in opdracht van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur een literatuuronderzoek uitgevoerd naar de effecten van fysiotherapie (het beroemde/beruchte blauwe boek).1 De conclusies uit dat literatuuronderzoek waren: 1) de meeste studies naar de effectiviteit van fysiotherapie bleken van een magere kwaliteit, zodat conclusies over de effectiviteit niet goed konden worden getrokken; 2) voor de meeste fysiotherapeutische verrichtingen (interventies) was het onmogelijk om conclusies te trekken wat betreft de optimale behandeling, intensiteit en duur van de behan-deling; 3) veel fysiotherapeutische effectstudies bleken te klein om op basis daarvan valide conclusies te trekken en 4) de meeste studies evalueerden op dat moment veelal een specifieke fysiotherapeutische techniek, zoals ultrage-luid, laser, tractie, etc., in plaats van een hele behandeling. Al gauw werd in de media de voorzichtige conclusie uit het rapport, namelijk dat men niet goed een conclusie kon trekken over de effectiviteit van fysiotherapie, vertaald in de boodschap dat fysiotherapie niet effectief was: No evidence of effect werd snel vertaald in evidence of no effect.Bij het KNGF groeide het inzicht dat wetenschappelijk onderzoek binnen het fysiotherapeutisch domein gesti-muleerd moest worden en bij voorkeur ook door fysio-therapeuten zou moeten worden uitgevoerd. Het KNGF besloot dit proces te faciliteren door de oprichting van het Wetenschappelijk College Fysiotherapie (WCF) in 2005. Het WCF heeft als doel ...een wetenschappelijk gefun-deerde uitoefening van het vakgebied fysiotherapie te bevorderen. Dit gebeurt door middel van (co)financiering van wetenschappelijk onderzoek ter onderbouwing van het fysiotherapeutisch handelen. Het WCF biedt daarmee Nederlandse fysiotherapieonderzoekers een unieke subsi-diemogelijkheid voor wetenschappelijk onderzoek gere-lateerd aan de fysiotherapiepraktijk. Deze (co)financie-ring bestaat uit een bescheiden bedrag, maar het biedt onderzoekers: a) de mogelijkheid om extra vraagstellingen binnen een lopend onderzoek te beantwoorden door een kleine uitbreiding van hun aanstelling en b) de mogelijkheid om een pilotstudie uit te voeren, waardoor de haalbaarheid van een grote subsidieaanvraag bij de grotere subsidie-

    Wetenschappelijk College Fysiotherapie

    instanties als NWO en ZonMw toeneemt. Het WCF bestaat uit 5-7 personen, inclusief een externe voorzitter, die maximaal voor twee periodes van 4 jaar zitting hebben in het WCF. Een van de taken van deze commissie is dat het onderzoekers, naast persoonsge-bonden subsidiemogelijkheden, jaarlijks de mogelijk-heid biedt voor het indienen van onderzoeksvoorstellen voor subsidie, zowel op uitnodiging (top-down) als door middel van een open inschrijving (bottom-up). De binnengekomen voorstellen worden door het WCF gepri-oriteerd en de meest kansrijke voorstellen worden naar externe referenten gestuurd voor een beoordeling van a) de (fysiotherapeutische) relevantie, b) de wetenschappe-lijke kwaliteiten, en c) de haalbaarheid van het project. Elk voorstel wordt door 2 3 externe referenten beoordeeld, en de beoordelingen worden door het WCF samengevat en opnieuw geprioriteerd. Jaarlijks ontvangen circa 4 bottom-up-projecten (open aanvraag) en 1 top-down-project (op uitnodiging) financile ondersteuning. In 2015 bestaat het WCF 10 jaar en dat was een goede gelegenheid om te evalueren wat de impact is geweest van deze subsidies op het vakgebied van de fysiotherapie. Deze evaluatie gebeurt op een vergelijkbare manier als de evaluatie van de impact van het Programma Alledaagse Ziekten gericht op huisartsgeneeskundig wetenschappe-lijk onderzoek.2

    Methode Design: dossieronderzoek en survey Allereerst worden de dossiers van de door het WCF gehonoreerde onderzoeksprojecten tussen 2006 en 2014 genventariseerd. We verzamelen algemene projectinfor-matie uit elk onderzoeksvoorstel, namelijk: gegevens van de onderzoeker(s), instituut, jaartal van de aanvraag, soort onderzoek (fundamenteel, toegepast), setting (eerste lijn, ziekenhuis, revalidatie of anders), studie design ((het ontwikkelen van een) interventie, klinimetrie, cohort, kwalitatief, review). Toegepast onderzoek hebben we als volgt gedefinieerd: de resultaten moeten direct toegepast kunnen worden in de dagelijkse fysiotherapiepraktijk en voor de patint van nut zijn. Fundamenteel onderzoek is gedefinieerd als het ontwikkelen van kennis over bijvoor-beeld de werkingsmechanismen van een interventie of (bewegings)kenmerken van spieren en gewrichten.

    10 jaar ondersteuning van wetenschappelijk onderzoek

  • FysioPraxis | november 2015

    >>

    0

    2

    4

    6

    8

    10

    Uni/MCHogeschAnders

    2727

    Vervolgens wordt met behulp van een gestandaardi-seerde vragenlijst bij alle projectaanvragers van de reeds afgeronde onderzoeksprojecten de impact van het onder-zoek genventariseerd: zijn er Nederlandstalige of interna-tionale publicaties uit het project voortgekomen, zijn de onderzoeksbevindingen opgenomen in richtlijnen of stan-daarden, worden de onderzoeksbevindingen toegepast in de praktijk, maakte het onderzoeksproject deel uit van een promotietraject en heeft het onderzoeksproject gere-sulteerd in vervolgonderzoek? Deze gegevens worden ten slotte beschrijvend geanalyseerd aan de hand van frequenties en percentages.

    Resultaten Projecten Vanaf 2006 tot en met 2014 zijn 69 projecten gefinancierd, waarvan er 60 zijn afgerond. Het aantal gehonoreerde aanvragen varieerde sterk en daalde over de jaren, namelijk van 15 in 2006-2007 tot 4 in 2013-2014 (zie figuur 1). Van de 60 afgeronde projecten zijn er 13 top-down en 47 bottom-up gefinan-cierd. Vrijwel alle onderzoeken (96%) kunnen gelabeld worden als toegepast onderzoek. Een voorbeeld van een fundamentele studie was een onderzoek naar skeletspier-metabolisme. De projecten zijn redelijk gelijkmatig over de verschillende settings verdeeld, waarbij projecten ook in meerdere settings uitgevoerd konden zijn: 31 projecten (35%) vonden deels of geheel plaats in eerste lijn, 23 (26%) in een ziekenhuissetting (tweede lijn) en 23 (26%) in de revalidatiesetting, terwijl 11 projecten (13%) in een andere setting (bijvoorbeeld bij gezonde proefpersonen, ontwikkelen van richtlijnmethodiek) heeft plaatsgevonden. Een voorbeeld van een project die niet in een specifieke

    klinimetrie28%

    interventie20%

    kwalitatief20%

    cohort16%

    review16%

    Onderzoeker: Dorine van Ravensburg (NPI)Achtergrond Het KNGF en het College Specialisten Verenigingen onderkennen het belang van kwalitatief goed wetenschappelijk onderzoek in de fysiotherapie als basis voor effectieve en efficinte fysiotherapeutische zorg. Om dat te realiseren zijn wetenschappelijk opgeleide fysiotherapeuten van groot belang. Doelstelling van dit project is het evalueren in welke mate wetenschappelijk opgeleide fysiotherapeuten behouden blijven voor onderzoek naar effectieve/doelmatige fysiotherapie.Methode Een combinatie van een kort literatuuronderzoek, interviews, een enqute en een invitational conference. Op basis van literatuuronderzoek en enkele interviews (n=7) is een enqute opgesteld. Deze enqute is naar zoveel mogelijk fysiotherapeuten met een MSc- en/of PhD-titel. Op basis van in- en uitstroomcijfers van studenten wordt het totaal aantal fysiotherapeuten met een MSc e