Ambitie november 2015

30
NUMMER 1 NOVEMBER 2015 Genetisch onderzoek: de kern van de mens ontrafelen Levertumoren te slim af dankzij internationaal onderzoek De enige manier om beter te worden, is onderzoek doen

description

Amphia publiceert in samenwerking met de Amphia Academie het wetenschapsmagazine Ambitie, een uitgave over wetenschap, onderzoek en onderwijs. Innovaties, kennisontwikkeling en wetenschappelijk onderzoek worden in interviews en columns belicht. Amphia wil hiermee niet alleen intern en extern de deskundigheid in het ziekenhuis benadrukken, maar ook medewerkers stimuleren actief bij te dragen aan lopende en nieuwe onderzoeken. Het magazine wordt twee keer per jaar uitgegeven. Hierin is ook een overzicht van recente publicaties door onderzoekers uit Amphia opgenomen. Ambitie is beschikbaar voor medewerkers en externe relaties.

Transcript of Ambitie november 2015

Page 1: Ambitie november 2015

NUMMER 1NOVEMBER 2015

Genetisch onderzoek:de kern van de mensontrafelenLevertumoren te slim af dankzijinternationaal onderzoek

De enige manier om beter teworden, is onderzoek doen

AMPHI_Opmaak 1 29-10-15 09:02 Pagina 1

Page 2: Ambitie november 2015

Wetenschapper Sir Isaac Newton zei in de zeventiendeeeuw: “In de wetenschap gelijken wij op kinderen,die aan de oever der kennis hier en daar een steentje

oprapen, terwijl de wijde oceaan van het onbekende zich vooronze ogen uitstrekt.” Hoewel de wetenschappelijke kenniszich sterk heeft ontwikkeld in de daarop volgende eeuwen,valt er op allerlei terrein ook nog zo veel te leren. Zo ook in demedische sector.

Als topklinisch opleidingsziekenhuis hechten wij veel waardeaan wetenschappelijk onderzoek en opleidingen. Het is name-lijk essentieel voor de ontwikkeling van kennis en zorginnova-tie waar patiënten van kunnen profiteren. Zij mogen inAmphia rekenen op deskundige en professionele teams diehoogwaardige zorg bieden en continu op zoek zijn naar (ver-nieuwende) manieren om de zorg in Amphia naar een noghoger niveau te brengen.

Ik ben trots op de onderwijs- en onderzoekprestaties van onzemedisch professionals, ondersteund door onze eigen AmphiaAcademie. Jonge mensen en hun ervaren begeleiders delenkennis en verwerven nieuwe inzichten die de patiënt tengoede komen. Dat mag genoemd worden! Dit jaar publiceerdeAmphia het zevende Wetenschapsboek, waarin een overzichtstaat van alle wetenschappelijke publicaties van het voor-gaande jaar. Een mooi naslagwerk, maar er mag meer aan-dacht zijn voor onderzoek, onderwijs en wetenschap binnenons ziekenhuis.

Met ons nieuwe magazine Ambitie creëren wij een platformom wetenschappelijk onderzoek, innovaties, onderwijs en ken-nisontwikkeling te delen met zorgprofessionals binnen enbuiten ons ziekenhuis. In deze eerste editie komen onderzoe-ken van jonge artsen, een researchcoördinator en verpleeg-kundig specialisten aan bod. Begeleiders delen hun visie op demooie en minder mooie ontwikkelingen in wetenschappelijk

onderzoek en onderwijs en de Amphia Academie legt uit waar-mee zij ondersteunen.

Ik wens u veel leesplezier en hoop dat u geïnspireerd raakt omtoekomstige onderzoek te initiëren en te ondersteunen!

Olof Suttorpvoorzitter Raad van Bestuur

Ambitie 3

4 28

VOORWOORD

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:26 Pagina 3

Page 3: Ambitie november 2015

INHOUDSOPGAVE

COLOFON

Ambitie 5

Amphia publiceert twee keer per jaar Ambitie, een magazine voorwetenschap, onderzoek en onderwijs. Innovaties, kennisontwikke-ling en wetenschappelijk onderzoek worden in interviews en co-lumns belicht. Amphia wil hiermee niet alleen intern en extern dedeskundigheid in het ziekenhuis benadrukken, maar ook mede-werkers stimuleren actief bij te dragen aan lopende en nieuwe onderzoeken.

Het wetenschapsmagazine Ambitie wordt in opdracht vanAmphia uitgegeven doorMultiPlus BV | Zonnedauw 4 | 9200 AS Drachten T 0512 54 17 07 | [email protected]

Hoofdredactie: Amphia, Judith Jansen, Iris Oude Luttighuis Vormgeving: MultiPlus BV, Maurice de JongTekst: Het Nederlands Tekstbureau, Christian Goijaarts, Kenniskern Communicatie en Marketing Amphia Fotografie: BeeldWerktAdvertenties: Multiplus Medisch, Monica Manhave, Jessica Jager,0512 54 17 07

Aan deze uitgave werkten mee:Elmar BeekmanAnna Hoogmoed Ellen VerheesenMarja DijksterhuisLijckle van der LaanManon BuijsDaan LothJosé VerstijnenGertjan MensinkMarieke van der HorstRoeland OdijkMonique BooyWillem DewildeJelle RaatsNynke CnossenMees HopmanThomas van DoeverenIngeborg SmidtsRomke BradaJan van Trier

Heeft u vragen of opmerkingen over Ambitie? U kunt ons bereiken via [email protected]

DisclaimerNiets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De redactie heeft bijde samenstelling van deze uitgave de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. Voor eventuele fouten kan de redactie nochAmphia verantwoordelijk worden gesteld. Aan de inhoud van dit magazine kunnen geen rechten worden ontleend.

4:15

De enige manier om beter te worden, is onderzoek doen........................................................6Team Wetenschap ondersteunt onderzoekers............................................................................8Column: Inspirerend wetenschappelijk onderzoek.................................................................11Onderzoeker, arts en patiënt in één ............................................................................................12Het nieuwe opleidingssysteem in de praktijk...........................................................................14Genetisch onderzoek: de kern van de mens ontrafelen.........................................................16Therapietrouw bij MS: een voordeel voor alle betrokkenen.................................................18Cardioloog Dewilde wint Einthoven Dissertatieprijs...............................................................21Abstracts ............................................................................................................................................22Levertumoren te slim af dankzij internationaal onderzoek ..................................................26Column: Stof tot nadenken: topsporter versus topdokter ....................................................29Acute verwardheid bij ouderen voorkomen...............................................................................30Wetenschappelijke publicaties in 2015 .....................................................................................32

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:27 Pagina 5

Page 4: Ambitie november 2015

Achter deze ontdekkingen zittennieuwsgierige en gedreven mensen,zoals klinisch epidemioloog en

researchcoördinator José Verstijnen. “Hetonderzoek dat wij doen, brengt ons iederekeer weer verder. Ook een klein stapjevooruit kan voor patiënten een enormeverbetering betekenen. We houden daarbijde kwaliteit van leven scherp in de gaten.Oncologie is binnen ons ziekenhuis eenspeerpunt. Wij doen veel onderzoek naaralle soorten kanker, zoals borst-, darm- enpancreaskanker. Voor melanomen, eentype huidkanker, vervullen we zelfs eenregionale behandelfunctie. Door onsonderzoek naar deze aandoening kunnenwe patiënten behandelen volgens denieuwste ontwikkelingen.”

Toegespitste behandeling“De tijd van één chemosoort voor één typekanker ligt dankzij al het onderzoek geluk-kig achter ons. We kunnen de behandelinginmiddels steeds meer toespitsten op despecifieke kenmerken van de tumor enzodoende gerichter behandelen. Dankzijons onderzoek komen we stap voor stapsteeds meer te weten over deze specifiekekenmerken. Uiteindelijk willen we iederepatiënt heel gericht kunnen behandelen,passend bij die specifieke kenmerken. Dan

is kanker niet langer een dodelijke, maareen chronische ziekte. Ik ga dat in mijncarrière nog wel meemaken, maar daar isnog veel onderzoek voor nodig. Ik hoop datik een klein steentje kan bijdragen aandeze ontwikkelingen.” Zelf doet José onder-zoek naar melanomen. “Daarbij kijk ik naarde verschillende behandelingen in Neder-land bij patiënten met niet-uitgezaaidemelanomen. Een goede registratie vangegevens over de kenmerken van dezetumoren, de behandeling en de eventuelebijwerkingen, maakt dit onderzoek moge-lijk. Zo kunnen we van elkaar leren.”

Onderzoek naar nieuwe medicijnenOnderzoek op mensen is gebonden aanzeer strenge regels. “Nieuwe medicijnenworden eerst in het lab ontwikkeld endaarna getest op dieren. Vervolgens krijg jevier fases van klinisch mensgebondenonderzoek. Deelname is altijd geheel vrij-willig. In fase 1 wordt bij gezondedeelnemers het gedrag van een nieuwmedicijn bekeken. In fase 2 wordt het mid-del in verschillende doses uitgeprobeerd oppatiënten met de betreffende aandoeningen wordt gekeken naar de doeltreffend-heid. Zo ontdekken we de optimale dosis.Deze wordt in fase 3 toegediend aan eengrote groep patiënten. Ook hier monitoren

we het effect en de eventuele bijwerkingenop de langere termijn. Fase 4 ten slotte gaatmeestal in als het medicijn op de markt is.Daarin kijken we naar de langetermijnef-fecten van het geneesmiddel. Dat is vaakook een vereiste vanuit het ministerie.”

Onderzoek naar betere behandelmethodesNaast geneesmiddelenonderzoek voertAmphia ook onderzoek uit op verzoek vanverschillende landelijke tumorwerkgroe-pen, zoals de BOOG (borstkankeronderzoeksgroep) en de DCCG (DutchColorectal Cancer Group). “Die onderzoe-ken zijn vooral gericht op betere zorg enhet vinden van de beste behandelmethode.

De medische wereld staat niet stil. Dagelijks worden ernieuwe medicijnen en behandelmethoden ontdekt en onder-zocht die voor patiënten het verschil kunnen maken.

“DE ENIGE MANIER OMBETER TE WORDEN, IS ONDERZOEK DOEN”

ONDERZOEK

Ambitie6

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:27 Pagina 6

Page 5: Ambitie november 2015

We onderzoeken bijvoorbeeld of de volg-orde van de verschillende behandelstappenbeter of slimmer kan. Ook werken we meeaan diverse onderzoeken van de academi-sche ziekenhuizen. Sommige aandoeningenzijn zó zeldzaam dat we met veel ziekenhui-zen moeten samenwerken om voldoendepatiënten te hebben om algemene conclu-sies te mogen trekken. Daarnaast voeren weook nog zelf geïnitieerd onderzoek uit.”

Onderzoek naar optimale behandelingvan senioren“Wat je bij onderzoeken naar bijvoorbeeldgeneesmiddelen ziet, is dat die veelal zijngericht op mensen tussen de twintig en dezeventig. Best opvallend als je bedenkt dat

een deel van de patiënten in Amphia ouderis. Het is niet gezegd dat de dosis vooriemand van dertig ook de optimale dosis isvoor iemand van tachtig. Daarom is steedsmeer onderzoek gericht op de behandelingvan kanker bij ouderen, zodat we ook inzichtkrijgen in wat bij hen het ziekteverloop is enwat voor hen de beste behandeling is. Metbehoud van een goede kwaliteit van leven.”

Fondsenwerving“Wat ik in de praktijk merk, is dat we veelwíllen onderzoeken, maar weinig budgethebben. En dat terwijl onderzoek het levenvan mensen aanzienlijk kan verbeteren enverlengen. Natuurlijk maken we dankbaargebruik van alle beschikbare fondsen, zoals

Pink Ribbon en Alpe d’HuZes. Maar om alleonderzoeken door te laten gaan, zullen weons ook nog meer bezig moeten houdenmet fondsenwerving. Dit is nieuw voorons, maar een uitdaging om zo tóch dezebelangrijke onderzoeken uit te kunnenvoeren. Want de enige manier om beter teworden, is onderzoek doen.”//

Ambitie 7

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:27 Pagina 7

Page 6: Ambitie november 2015

Ook organiseert het team bijscholingen en trai-ningen, zoals de verplichte cursus voor hetuitvoeren van medisch onderzoek. Daarnaast

organiseren zij jaarlijks een wetenschapsmiddag voorspecialisten, arts-onderzoekers en verpleegkundigenbinnen Amphia. Verder participeert het team in deredactieraad van het wetenschapsmagazine en stimu-leren zij kennisuitwisseling over onderzoek. Maar hetteam Wetenschap doet nog meer.

De juiste aanpakWilco Jacobs, stafmedewerker onderzoek, coördineerten ondersteunt de onderzoeken binnen Amphia. “Ikhelp de inhoudelijk deskundigen vanuit mijn methodo-logische expertise. Het belangrijkste is dat zij in eenvroeg stadium een heldere aanpak opstellen voor hunonderzoek. De variëteit in onderwerpen en specialis-men is wat mijn werk zo leuk maakt!” Namens Amphiamaakt Wilco ook deel uit van de landelijke werkgroepwetenschapscoördinatoren van de SamenwerkendeTopklinische Ziekenhuizen.

Financiële ondersteuningElmar Beekman, adviseur voor het kernprogrammaSubsidies, helpt de onderzoekers bij het vinden en ver-krijgen van subsidies en fondsen. “Dat begint met hetvinden van financieringsbronnen die aansluiten bij hetbetreffende onderzoek.

Helaas rolt de juiste subsidie er niet uit met één drukop de knop. Daarom bekijk ik samen met de onderzoe-ker welke raakvlakken en invalshoeken er zijn metmogelijke calls en financieringsbronnen. Ik adviseer deonderzoeker daarnaast bij het inhoudelijk en financieelonderbouwen, monitoren en verantwoorden van zijnproject aan de subsidieverstrekker.”

WMO-plichtig onderzoekHet team Wetenschap neemt verder de lokale toetsingvoor zijn rekening van WMO-plichtig onderzoek metmensen (Wet Medisch-wetenschappelijk Onderzoek).Amphia heeft geen erkende medisch ethischetoetsingscommissie (METC), maar een adviescommissiemensgebonden onderzoek Amphia (AMOA). Deze advi-seert de Raad van Bestuur over de lokaleuitvoerbaarheid van medisch-wetenschappelijkeonderzoeken. Daarbij controleert de commissie of dedocumenten compleet zijn. De AMOA bestaat uit een

Ambitie8

Het team Wetenschap van de Amphia Academie faciliteert wetenschappelijkonderzoek en kennisontwikkeling. Bijvoorbeeld door onderzoekers te onder-steunen op het gebied van methodologie en statistiek.

Team Wetenschapondersteunt onderzoekers

ONDERZOEK

“HELAAS ROLT DE JUISTESUBSIDIE ER NIET UIT METÉÉN DRUK OP DE KNOP”

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:27 Pagina 8

Page 7: Ambitie november 2015

voorzitter, een juridisch beleidsmedewerker namens deRaad van Bestuur, een ziekenhuisapotheker en eenambtelijk secretaris.

Dossiervorming en informatieverstrekkingEls Biemans voert als ambtelijk secretaris de lokaletoetsing uit. “Namens de AMOA stel ik het advies aande Raad van Bestuur op. Ook leg ik de dossiers aan.Wanneer dat nodig is, sluit ik proefpersonenverzeke-ringen af en registreer ik bij lopende onderzoeken deamendementen. Daarnaast houd ik de betrokken afde-lingen op de hoogte. Op dit moment denken we na oversoftware om het projectmanagement van de studies teverbeteren.”

Els adviseert ook over de procedures voor WMO-plich-tige en niet-WMO-plichtige onderzoeken. “We zienbinnen Amphia het aantal WMO-plichtige onderzoe-ken duidelijk toenemen. In de toekomst willen we ookmeer zicht krijgen op de niet-WMO-plichtige onderzoe-ken. Via een centrale registratie hebben we dan allemensgebonden onderzoeken in beeld.”

Financiële afhandelingRianne van Geel stelt de interne kostenafspraken eneindafrekeningen op voor de WMO-plichtige onderzoe-ken. “Tot 2015 deed Finance & Control dit, maar sinds 1januari 2015 zijn deze taken overgeheveld naar deAmphia Academie. Dat is efficiënter, omdat de internekostenafspraken onderdeel zijn van de lokale toetsing.Het was dus logisch om deze afspraken en de eindafre-keningen onder te brengen bij het team Wetenschap.Een van onze speerpunten is het streven naar financi-ële transparantie van de medisch-wetenschappelijkeonderzoeken. Dit is ook een wens van het STZ. Hetgeeft de organisatie én de onderzoekers inzicht in degeldstromen. En we verkleinen daarmee de kans dat deextra verrichtingen ten onrechte bij de patiënt of dienszorgverzekeraar in rekening worden gebracht.”

BibliotheekJan van Trier zwaait al 24 jaar de scepter in de Medi-sche Bibliotheek, ook een onderdeel van het teamWetenschap. “Hoewel we nog altijd papieren boeken entijdschriften hebben, ligt het accent steeds meer oponline tijdschriften, databanken en e-books. We heb-ben ruim duizend abonnementen op medischetijdschriften. Daarnaast zijn we geabonneerd op zo’ntweehonderd niet-medische tijdschriften voor diverseafdelingen en stafdiensten.”

“De Medische Bibliotheek beheert een alfabetisch over-zicht van lopende en afgesloten jaargangen vanmedische tijdschriften. Daarnaast bieden we toegangtot diverse databanken, zoals Bandolier, Sumsearch,

Picarta, Pubmed, Cinahl, Cochrane Library en UpToDate Anywhere. Onze catalogus is via intranet en ook thuis, zonder wachtwoord, bereikbaar viaamphia.bibliotheekportal.nl. Boeken en artikelen diewe niet in huis hebben, kunnen we aanvragen via deNederlandse Centrale Catalogus.”

De bibliotheek biedt ook faciliteiten als flexplekken enlesruimte. “Bovendien leren we iedereen hoe je kuntzoeken in Pubmed. Ik heb zeker niet op alle vragen eenpasklaar antwoord klaarliggen. Wél help ik iedereendoor instructie, meezoeken, het bemiddelen bij aanvra-gen en het kortsluiten van informatiebronnen.”

Consortium met andere STZ-bibliothekenOok aan digitale bronnen hangt een prijskaartje. “Hier-door is het onmogelijk om voor iedereen alles altijdbeschikbaar te hebben. Daarom hebben we een consor-tium gevormd met andere STZ-bibliotheken. Zokunnen we bij de uitgevers zo gunstig mogelijke prijzenbedingen. We hebben na een gedegen inventarisatievan alle collecties en wensen een aantal tijdschriftpak-ketten samengesteld. Deze vormen een goede basis,ook al zullen ze nooit helemaal compleet zijn.”//

Ambitie 9

“DE VARIËTEIT IN ONDERWERPEN EN SPECIALISMEN IS WAT MIJN WERK ZO LEUKMAAKT!”

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:27 Pagina 9

Page 8: Ambitie november 2015

“In juni 2015 promoveerde Zainna Meyer aan deErasmus Universiteit in Rotterdam met haarproefschrift ‘Biochemical markers in the sur-

gical intensive care’. Dit proefschrift is volledig totstand gekomen in het Amphia Ziekenhuis doorsamenwerking tussen de vakgroepen chirurgie,intensive care en klinische chemie. Voor mij is dezepromotie een prachtig voorbeeld van hoeinspirerend wetenschappelijk onderzoekkan zijn.

De onderzoekster heeft sinds 2010alle data op onze intensive careverzameld en geanalyseerd, meerdan twee jaar lang. Kort samen-gevat bestond haar onderzoekuit de vraag of ontstekingspa-rameters en lactaat een voor-spellende waarde hadden ophet optreden van complicatiesbij de chirurgische patiënt op de inten-sive care. Het inspirerende aan ditonderzoekstraject was dat de verschil-lende disciplines bij elkaar kwamenom deze vraag in een wetenschaps-groep te beantwoorden. Deonderzoekers, een intensivist, eenklinisch chemicus, een statisticus eneen chirurg bespraken elke tweemaanden de vorderingen metelkaar, en dat gedurende drie jaar.Hieruit ontstonden diverse weten-schappelijke artikelen. Daarnaastgroeide het begrip voor elkaar enverbeterde de multidisciplinairesamenwerking.

De onderzoekster is aan het einde vanhaar promotietraject verhuisd naar Maas-tricht om daar te starten met haaropleiding tot anesthesioloog. In junimocht ze dan eindelijk haar Amphia-proefschrift verdedigen op een

prachtige zomerdag. Als copromotor werd ik pasbij de voorbespreking van de promotieplechtig-heid geconfronteerd met de voorzitter van depromotiecommissie. Het is gebruikelijk dat diteen gepensioneerde hoogleraar is en deze wordtvlak van tevoren aangewezen door de decaan

van de universiteit. Tot mijn grote verbazingbleek de voorzitter (emeritus) professor

Bruining te zijn. Juist bij deze inspire-rende man was ik zelf in 1990 gestartmet het verrichten van mijn eerstewetenschappelijke activiteiten alscoassistent en later als arts-assistent.Een van zijn aandachtsgebieden wasde chirurgische intensive care, waar-mee hij wereldwijd naam heeftgemaakt. Ook bij hem heeft de tijd ech-ter niet stilgestaan, hij is intussen 75

jaar. Na afloop van de plechtigheid en deofficiële felicitaties hebben we (promo-

vendus, copromotor en voorzitterpromotiecommissie) nog uitvoerig gedis-cussieerd over de inhoud van hetproefschrift.

Voor mij maakt bovenstaand promotietra-ject duidelijk dat wetenschap van allegeneraties is en dat onderzoek doen een ver-broederend en inspirerend effect heeft opmultidisciplinaire samenwerking. Dit voor-beeld staat gelukkig niet op zichzelf; diteffect komt ook voor bij diverse andere pro-motietrajecten in ons ziekenhuis. Kortom,dankzij wetenschappelijk onderzoek krij-gen we meer begrip voor elkaars expertiseen kijken we vooral over de grenzen vanonze vakgebieden heen. En daar heeft uit-eindelijk vooral de patiëntenzorg baat bij.Laten we dus met elkaar binnen Amphiamet de wetenschap aan de slag gaan.”//

Lijckle van der Laan

Ambitie 11

COLUMN LIJCKLE VAN DER LAAN

INSPIREREND WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK

15-Q

TZ-0

12

14:354 35

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:27 Pagina 11

Page 9: Ambitie november 2015

Kaakchirurg Gertjan Mensink specialiseerde zichin het behandelen van deze aandoening. Hijdeed onderzoek naar de verschillende behandel-

methoden en onderging bovendien zélf zo’n operatie.

Verkeerde stand van de kaak“Wanneer de onderkaak te hard groeit of niet hardgenoeg, heb je te maken met een verkeerde stand vande kaak. De tanden en kiezen passen dan niet goed opelkaar. Hierdoor kunnen mensen niet goed kauwen eneten. Ook kunnen de ondertanden het gehemeltebeschadigen, wat de nodige pijn veroorzaakt.Daarnaast kan een verkeerde kaakstand esthetischstorend zijn. Een oplossing hiervoor is het gecontro-leerd splijten van de onderkaak. Deze behandeling heetBSSO, wat staat voor bilaterale sagittale splijtings oste-otomie. De horizontaal gespleten onderkaak wordt inde juiste positie gebracht en vastgezet, waardoor hetbot op de goede manier aan elkaar groeit. Mensen kun-nen hierdoor beter kauwen en zien er bovendien beteruit; hun gezicht is meer in harmonie.”

Hamer en beitel“De traditionele methode om de onderkaak te splijten,is met een hamer en een beitel. Een bekende complica-tie hierbij is dat de patiënt een doof gevoel kan houdenin zijn onderlip. De zenuw naar de onderlip looptnamelijk door de onderkaak en wordt bij het splijtensoms beschadigd door de beitel. Uit mijn literatuuron-derzoek blijkt dat wereldwijd tien tot tachtig procentvan de patiënten last heeft van deze complicatie, almoet ik zeggen dat we in Nederland echt aan de onder-kant daarvan zitten.”

Onderzoek naar betere werkwijzeOm de kans op deze complicatie te verkleinen, deedGertjan onderzoek naar een alternatieve methode omhet kaakbot te splijten. “Ik heb onderzocht hoe we met

splijttangen en –hevels hetzelfde kunnen bereiken, metminder kans om de zenuw te beschadigen. Daarbijmaken we op enkele plaatsen in de kaak eenzaagsnede. Als laatste gebruiken we een splijttang omde kaak daadwerkelijk te splijten. De kans op een doofgevoel in de onderlip is daarmee nog maar vijf procent.”

In de praktijk“Deze methode heb ik eerst uitvoerig getest op dekaken van dode varkens en van overleden mensen diehun lichaam ter beschikking hebben gesteld aan dewetenschap. Natuurlijk heb ik daarbij ook onderzochtof deze aangepaste methode geen negatieve bijkom-stigheden heeft. De kans op onbedoelde anderebreuken zou bijvoorbeeld groter kunnen zijn. Gelukkigis dat niet zo. De breuken hebben een relatief voorspel-baar verloop. Daarmee is deze aangepaste methode eengoed alternatief voor de traditionele hamer en beitel.”

Zelf onder het mesZelf onderging Gertjan ook een operatie volgens dezeaangepaste methode. “Die operatie werd uitgevoerddoor mijn promotor, professor Van Merkesteyn. Datwas heel bijzonder! In mijn proefschrift heb ik ook eenapart hoofdstuk gewijd aan mijn ervaringen alspatiënt. Ik heb daar veel van opgestoken en wil op diemanier mijn tips delen met collega’s. Ik kan me nubeter voorstellen hoe een patiënt zich voelt: waar hij

Sommige mensen hebben een onderontwikkelde of overontwikkelde onderkaak.Hierdoor staat de onderkaak te ver naar achteren of juist te ver naar voren. Datkan lastig zijn bij het eten, pijn veroorzaken en esthetisch storend zijn.

Onderzoeker, artsen patiënt in één

Ambitie12

ONDERZOEK

Tips van Gertjan• Onderzoek doen naast een fulltime baan is zwaar. Je moet

er echt interesse en plezier in hebben, anders houd je datniet vol.

• Onderzoek is een waardevolle verdieping van je vakgebied.Ik kan het iedereen aanraden.

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:27 Pagina 12

Page 10: Ambitie november 2015

mee zit en waar hij zich druk over maakt. Als chirurgmoet je je goed realiseren dat een ingreep als deze vooreen patiënt nooit ‘business as usual’ is. Je moet hem dejuiste informatie geven, zodat hij goed begrijpt hoe deoperatie eruitziet en waarom.”

Promotieonderzoek“Promoveren naast een fulltime baan als chirurg isdruk; daar gaan heel wat avonden en weekenden inzitten. Ik heb daar met veel plezier aan gewerkt en ziehet echt als een verdieping van mijn vak. Toch ben ikook blij dat de promotie achter de rug is. Mijn onder-zoek wordt nu door iemand anders voortgezet en ikblijf erbij betrokken als copromotor.”

Onderzoek binnen Amphia“Een groot deel van mijn onderzoek heb ik uitgevoerdaan het LUMC in Leiden. Later ging ik binnen Amphiaaan de slag en kreeg ik daar de nodige ondersteuning.De wetenschapscoördinator en de bibliothecaris ston-den bijvoorbeeld steeds voor mij klaar. Ik heb hier ookeen cursus over ethiek gevolgd. Daarbij leer je goedonderbouwde verzoeken te schrijven voor de medisch-ethische toetsingscommissie. Dat is cruciaal als jeonderzoek wilt doen; zij moeten dit goedkeuren. Jemerkt aan alles dat Amphia een STZ-ziekenhuis is: er isveel aandacht voor opleiding en onderzoek.”//

Ambitie 13

“Promoveren naast een fulltime baan als chirurg isdruk; daar gaan heel wat avonden en weekendenin zitten. Ik heb daar met veel plezier aan gewerkten zie het echt als een verdieping van mijn vak”

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:27 Pagina 13

Page 11: Ambitie november 2015

Ambitie14

ONDERZOEK

Ik ben vijf jaar geleden begonnen in het‘oude’ systeem en ik zie duidelijk voordelen

aan de nieuwe manier van werken.”

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:27 Pagina 14

Page 12: Ambitie november 2015

“Het is goed om te kijken naariemands competenties en zogaandeweg bij te kunnen stu-

ren. Of het nieuwe systeem uiteindelijkook geld bespaart, betwijfel ik.”

Specialisatie“Mijn vakgebied, de gynaecologie, is zeerbreed. Dat bestaat naast verloskunde,fertiliteit en oncologie ook nog uit bek-kenbodemchirurgie en het behandelenvan benigne (dus goedaardige) aandoenin-gen. In het verleden werd je als gynae-coloog opgeleid voor al deze aspecten van

het vak. Dat betekende dat je extreemlange dagen moest maken.

Tegenwoordig mag dat niet meer en reali-seren we ons dat het vak zó breed is dat jeniet op alle vlakken state of the art bezigkunt zijn. Daarom specialiseren we ons. Ikheb zelf gekozen voor verloskunde en hetopereren van benigne aandoeningen, zoalshet verwijderen van eierstokken en baar-moeders. In de praktijk verwijs ik patiën-ten voor andere specialismen straks doornaar een collega.”

Ervaring“Mijn eigen studie is vooraf al met een jaaringekort, maar er werd toen nog niet zonaar competenties en vaardigheden geke-ken. Zo heb ik veel ervaring in de verlos-kunde, terwijl daar in mijn studie nu geenrekening mee wordt gehouden. Ik zouliever meer aandacht willen besteden aanoperaties, omdat ik daarin meer ervaringwil opdoen. Tijdens mijn studie heb ik opdat gebied wel pech gehad; ik werkte ineen ziekenhuis in Rotterdam toen daareen resistente bacterie werd gevonden.Veel patiënten wilden toen worden door-verwezen naar andere ziekenhuizen. Ikheb daar nauwelijks nog mensen geope-reerd. In het nieuwe systeem zou ik hierwél op kunnen sturen, terwijl het nu erglastig is om nog tijdig aan voldoende urente komen.”

Direct instromen“Een andere verandering is dat je vroegerna je coschappen eerst een jaar of ander-half ging werken als arts-assistent of gingpromoveren voordat je werd toegelatentot een vervolgopleiding. Ik had bijvoor-beeld al zo’n driehonderd bevallingengedaan voordat ik begon aan mijn oplei-ding tot gynaecoloog. In het nieuwesysteem stromen mensen in toenemendemate direct na hun coschap in. Dat bete-kent dat er meer mensen met minderervaring aan de opleiding beginnen. Ookwillen er waarschijnlijk minder mensenarts-assistent worden. Ik vraag me af hoedat uitpakt op de lange termijn. Zieken-huizen laten een groot deel van het werknu over aan arts-assistenten. Wie gaat datwerk straks doen?”

Hogere kosten“Het nieuwe systeem van opleiden isuiteraard ook ingegeven door bezuinigin-gen. De opleidingskosten nemen immersaf doordat medisch specialisten eerderklaar zijn met hun studie. Toch leidt dit inmijn optiek niet tot besparingen, integen-deel. Wanneer je als medisch specialistsneller afstudeert, verdien je een groterdeel van je werkzame leven een signifi-cant hoger salaris. Dat leidt per saldo dustot hogere zorgkosten voor de samenle-ving. Of we daar uiteindelijk beter vanworden, is dus maar de vraag.”//

Ambitie 15

Iemand die de nieuwe manier van opleiden zelf meemaakt,is gynaecoloog in opleiding Roeland Odijk. “Ik ben vijf jaargeleden begonnen in het ‘oude’ systeem en ik zie duidelijkvoordelen aan de nieuwe manier van werken.”

HET NIEUWE OPLEIDINGS-SYSTEEM IN DE PRAKTIJK

Individualiseren van opleidenDe afgelopen jaren zijn de nodige stappen gezet binnen de medische vervolgopleidingen naar compe-tentiegericht opleiden. Dit heeft geleid tot een andere visie op leren in de praktijk en het vormgevenvan de CanMeds. Bijvoorbeeld vanzelfsprekend medisch handelen, maar ook algemene competentieszoals communicatie, samenwerken en professionaliteit. Ook heeft de aios de lead als eigenaar van heteigen leerproces.

Sinds 1 juli 2014 hebben opleiders en aios in de medisch specialistische vervolgopleidingen de moge-lijkheid het opleidingstraject individueel in te richten. Op die datum is het nieuwe Kaderbesluit van hetCollege Geneeskundige Specialisten (CGS) van kracht geworden voor alle aios. Een grote verandering isdat de nominale opleidingsduur van de opleiding is vervallen. Daarmee is het geen automatisme meerdat een aios, bij goed functioneren, na afronding van de nominale periode klaar is. De duur van deopleiding is gebaseerd op de snelheid waarmee de aios zijn competenties verwerft. Sinds 1 juli 2014kunnen aios eerder verworven competenties verzilveren en hebben ze de mogelijkheid tussentijds teversnellen.

Van opleider en aios wordt verwacht dat zij afspraken maken over de inrichting van een individueelopleidingsplan, en vooraf de te volgen opleidingsonderdelen en –plaatsen plannen in een individueelopleidingsschema. Dat vraagt flexibiliteit van alle betrokkenen.

Er is minder tijd, geld en aios en tegelijkertijd zijn er meer differentiaties, verdeeld over meerdere loca-ties en wellicht meer inhoud. Dit betekent dat leertijd geïntensiveerd en geoptimaliseerd moet worden.Er zal kritisch gekeken moeten worden: • Wat draagt bij aan de opleiding?• Welke taken horen bij de aios en welke niet?• Wat kan door anderen gedaan worden?

Vanuit de nieuwe regelgeving geldt “zo lang als nodig en zo kort als verantwoord opleiden”. Het projectRealisatie Individualisering Opleidingsduur (RIO) van de Federatie Medisch Specialisten (FMS) biedtwetenschappelijke verenigingen en ziekenhuizen/opleiders hulp bij het realiseren hiervan.

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:28 Pagina 15

Page 13: Ambitie november 2015

“Tijdens mijn co-schappen in het Erasmus MCin Rotterdam werd ik door mijn promotoruitgenodigd om genetisch onderzoek te doen

naar de longfunctie en naar COPD, een chronische lon-gaandoening. In het begin twijfelde ik nog ofonderzoek doen wel iets voor mij was, maar inmiddelsweet ik dat ik het ontzettend leuk vind!”

Genetisch onderzoekDaan onderzocht het DNA van tienduizenden mensenwereldwijd om te ontdekken of bepaalde genetischevariaties een verband hebben met (een afname van) delongfunctie, gevoeligheid voor roken en COPD. “In dezegenoom-brede associatiestudie, of kortweg GWAS,bereken je met een computer welke genetische varia-ties een grote kans hebben om geassocieerd te zijn metde longfunctie. Dat is heel wat rekenwerk, als jebedenkt dat er miljoenen genetische varianten zijn.”

Genoeg rekenkracht en onderzoeksmateriaalGelukkig kon hij in Rotterdam beschikken over meerdan genoeg rekenkracht en onderzoeksmateriaal. “HetErasmus MC is al sinds 1989 bezig met de RotterdamStudie. Daarin volgen ze circa 15.000 mensen, van wiewe het DNA en de medische geschiedenis kennen.Daarnaast heb ik ook gebruikgemaakt van soortgelijkegegevens en onderzoeken uit de Verenigde Staten, hetVerenigd Koninkrijk en elders in Europa. In totaal hadik de gegevens van zo’n 90.000 mensen tot mijnbeschikking. Gelukkig is het tegenwoordig makkelijkeren vooral goedkoper om het DNA van mensen op teslaan, want we willen nog veel meer weten en ontdek-ken.”

Nieuwe associaties“Je begint vrij open aan zo’n onderzoek; je weet voorafniet welke genetische variaties je zult vinden. Dat blijkt

pas wanneer een gespecialiseerd computerprogrammana alle berekeningen in een heldere grafiek laat zienwelke variaties eruit springen. Om toeval uit te sluiten,houdt het onderzoeksteam zich aan strikte statistischeregels. Ook voeren we hetzelfde onderzoek uit binneneen andere populatie om de gevonden resultaten tebevestigen. In mijn onderzoek hebben we 22 nieuweassociaties met de longfunctie ontdekt. Deze kunnenwe nu verder onderzoeken.”

Ontdekkingen internationaal bespreken“Ontdekkingen binnen onze onderzoekswereld bespre-ken we regelmatig op internationale congressen envergaderingen. Daar komen meestal zo’n tweehonderdwetenschappers op af vanuit de hele wereld. Zelf benik daarvoor al een aantal keer naar de Verenigde Statengeweest – een prettige bijkomstigheid van dit werk.Onze ontdekkingen worden regelmatig in de praktijkverder onderzocht op dieren. Dat gebeurt in gespeciali-seerde laboratoria. Daar worden de genen vanbijvoorbeeld muizen of zebravissen gemanipuleerd omte kijken wat het effect hiervan is. Dit onderzoek kanweer aangrijpingspunten opleveren voor nieuwebehandelmethodes of het ontwikkelen van nieuwemedicijnen.”

Niet al het medisch onderzoek levert direct resultaat op voor patiënten. Veelonderzoeken zijn nog gericht op het ontrafelen van hoe het menselijk lichaamwerkt. Over ons DNA is bijvoorbeeld nog veel onbekend. Daarom is het goeddat artsen zoals Daan Loth hier onderzoek naar doen.

Genetisch onderzoek:de kern van de mensontrafelen

Ambitie16

ONDERZOEK

Tips van Daan• Als je de kans krijgt om onderzoek te doen, grijp die dan.

Je kunt er veel van leren en krijgt een gezonde kritischehouding bij het beoordelen van vakliteratuur.

• Onderzoek doen in internationaal verband is leuk en leer-zaam. Je moet daarbij je dagindeling soms aanpassenvanwege het tijdsverschil.

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:28 Pagina 16

Page 14: Ambitie november 2015

Onderzoek naar effecten van medicatieVerder onderzocht Daan het effect van bepaalde medi-catie op de longfunctie. “Dat waren medicijnen die jenormaliter niet associeert met longaandoeningen,maar die toch een positief effect leken te hebben. Zoonderzochten we het effect van bèta-blokkers, die wor-den voorgeschreven aan patiënten met hart- envaatziekten. Deze medicijnen blijken een negatiefeffect te hebben op de longfunctie. We weten echteruit andere studies dat ze bij hartpatiënten de levens-duur verlengen, dus wegen de positieve effecten bijhartziekten op tegen de mogelijk negatieve effecten diewe bij de longfunctie vonden. Ook statines, die wordeningezet om de cholesterol te verlagen, hebben dezeprettige bijkomstigheid. Dat komt doordat ze als bij-werking een ontstekingsreactie in de longenverminderen. We hebben uiteraard ook onderzoekgedaan naar de longfunctie van gezonde mensen opleeftijd, omdat ook bij hen de longfunctie in de loopvan de tijd vermindert.”

This is Houston calling“Internationaal onderzoek doen is erg leuk enleerzaam. Zo werkte ik tijdens mijn onderzoek samenmet collega’s uit Boston, Houston en Seattle. Ik hebhen leren kennen als enthousiaste en gedreven men-sen. Soms leek het wel alsof ze daar dag en nacht aanhet werk zijn! Vanwege het tijdsverschil verschovenmijn eigen werktijden soms ook. Veel reacties op e-mails komen hier pas ’s middags binnen, omdat hetdaar dan ochtend is.”

Betrokken blijven bij onderzoekDaan verdedigde in oktober 2013 met succes zijn proef-schrift en wil ook in de toekomst graag onderzoekblijven doen. “Dit jaar ga ik na mijn vooropleidinginterne geneeskunde verder met het vierjarige deel vande opleiding tot longarts en ik hoop dat ik mijn onder-zoekswerk daarmee kan blijven combineren. Ik zou hetnamelijk niet willen missen.”//

Ambitie 17

“Dit jaar ga ik na mijn vooropleidinginterne geneeskunde verder met hetvierjarige deel van de opleiding totlongarts en ik hoop dat ik mijn on-derzoekswerk daarmee kan blijvencombineren. Ik zou het namelijkniet willen missen.”

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:28 Pagina 17

Page 15: Ambitie november 2015

Patiënten moeten deze medicatievaak jarenlang gebruiken. In depraktijk blijkt het moeilijk om dit

trouw te doen, weet verpleegkundig speci-alist MS Monique Booy. “Daarom hebbenwe onderzoek gedaan naar therapietrouw.Dit leidde tot het schrijven van een lande-lijke richtlijn.”

Therapietrouw soms lastig“Mensen merken wel de bijwerkingen,maar staan niet altijd stil bij de voordelen.Bovendien kunnen er bij MS symptomenvoorkomen die de therapietrouw niet tengoede komen, zoals geheugenproblemenen depressies. Wanneer je mensen vraagtof ze hun medicijnen wel gebruiken, gevenze – zeker bij de medisch specialist – vaakeen sociaal wenselijk antwoord. Of ze vin-den zichzelf al heel trouw als ze hunmedicatie enkel doordeweeks nemen. Datmaakt het inschatten van hun therapie-trouw soms lastig.”

Onderzoek met panel van professionalsMonique was hoofdonderzoeker naar ditonderwerp in 2013. “De voorlichting en deadviezen die MS-patiënten kregen vanMS-verpleegkundigen en neurologen ble-ken niet eenduidig te zijn. Ook bestond ergeen richtlijn over hoe ze het beste kon-den omgaan met ‘ontrouwe’ patiënten.Daarom hebben we besloten om eenpanel samen te stellen met 25 MS-verpleegkundigen en hen een aantalstellingen voor te leggen over de voorlich-ting, de adviezen en de effecten daarvanop de therapietrouw. Met behulp van deDelphi-methode hebben we op bijna allestellingen consensus bereikt.”

Waardevolle tips“Tijdens het onderzoek kwamen ook veelwaardevolle gegevens en tips naar boven,die de panelleden spontaan met ons deel-den. We hebben besloten om die tetoetsen aan de literatuur en te verwerkenin een landelijke richtlijn. Deze hebben wegedeeld met verpleegkundigen, specialis-ten en patiëntenverenigingen, zodat zijdeze in de praktijk kunnen gebruiken. Wijwilden met de best practices uit hetonderzoek een nieuwe standaard opstel-len en deze vastleggen in een richtlijn vooralle betrokken professionals.” Monique isvoorzitter van de projectgroep die jaarlijksalle veranderingen en verbeterpuntenverwerkt in een nieuwe versie van derichtlijn. Deze is beschikbaar als boekje enonline op www.vs-ms.nl.

Richtlijn opstellen“Het schrijven van zo’n richtlijn is eenenorm karwei. Op het moment dat wemet het schrijven aan de slag wilden, wasik nog volop bezig met het afronden vanhet onderzoek. Daarom hebben we eenonafhankelijke voorzitter ingeschakelddie het hele proces rond het opstellenheeft gecoördineerd. Zelf heb ik naast hetonderzoek ook een aantal hoofdstukkengeschreven. We hebben alle relevanteonderzoeken uit binnen- en buitenland inonze richtlijnen meegenomen, zoals eenonderzoek naar therapietrouw bij diabe-tici en Engelstalige onderzoeken naarverschillende aspecten van MS. Toen webegonnen met schrijven, bestond debehandeling van MS voornamelijk uit hettoedienen van zelfinjecties. Gaandewegkwam ook een behandeling met tablettenbeschikbaar. In een volgende versie van derichtlijn willen we ook die behandelingmeenemen – en het effect daarvan op detherapietrouw. Mogelijk spelen daarbijweer heel andere factoren een rol, dus datvraagt om nader onderzoek.”

Nader onderzoekTerwijl ze bezig was met haar onderzoek,kreeg Monique de smaak te pakken.“Daarom wil ik graag verder onderzoekdoen naar het effect van tabletten op detherapietrouw. Met dat onderwerp wil ikmijn Master of Science halen. Ik ga hetonderzoek naast mijn fulltime baan doenen weet uit ervaring dat dat soms pittigkan zijn. Gelukkig word ik daarbij zo goedmogelijk gefaciliteerd door Amphia. Ookin ons ziekenhuis moeten we onderzoekop de kaart zetten, vind ik. Dat is echt nietalleen iets voor academische ziekenhui-zen. Wat mij interessant lijkt, is ook depatiënten en hun partners bij zo’n onder-zoek te betrekken. Zij weten als geenander wat factoren zijn waardoor een the-rapie uiteindelijk niet trouw wordtgevolgd. Die inzichten kunnen binnenonze dagelijkse praktijk heel waardevolzijn; MS-verpleegkundigen en specialistenkunnen hier slim op inspelen.”//

Ambitie18

Multiple sclerose, of kortweg MS, is een chronische, progressieve aandoening van het centrale zenuwstelsel.Hierdoor gaan patiënten steeds verder achteruit. MS treftvooral jonge mensen tussen de twintig en vijftig jaar. De ziekte kan nog niet genezen worden. Wel bestaan er medicijnen die nieuwe terugvallen helpen voorkomen.

ONDERZOEK

THERAPIETROUW BIJ MS: EEN VOOR-DEEL VOOR ALLE BETROKKENEN

Tips van Monique• Blijf betrokken bij onderzoek, binnen of

buiten het ziekenhuis. Zo blijf je op dehoogte van de nieuwste ontwikkelingen opje vakgebied.

• Zoek contact met enthousiaste collega’sdie al onderzoek doen. Zij kunnen je inspi-reren en de juiste wegen wijzen.

• Laat je onderzoeksresultaten lezen doormedisch specialisten. Zij helpen je graagvanuit hun expertise. Hun kennis en in-zichten zijn bovendien een verrijking voorje onderzoek.

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:28 Pagina 18

Page 16: Ambitie november 2015

Ambitie 19

“Ik ga het onderzoek naast mijn fulltime baandoen en weet uit ervaring dat dat soms pittigkan zijn. Gelukkig word ik daarbij zo goedmogelijk gefaciliteerd door Amphia.”

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:28 Pagina 19

Page 17: Ambitie november 2015

Een vakjury van de NVVC heeft in deaanloop naar de bijeenkomst driecardiologen genomineerd om hun

proefschrift tijdens het voorjaarscongrestoe te lichten. Het proefschrift ‘Optimalantiplatelet & anticoagulant therapy inpatients with oral anticoagulation in coro-nary stenting’ van Dewilde kreeg van dedeelnemende cardiologen de hoogstebeoordeling.

Nieuwe behandelmethodeVan 2007 tot 2014 zijn in vijftien Neder-landse en Belgische ziekenhuizen 570patiënten bestudeerd die gedotterdmoesten worden en een indicatie haddenvoor langdurige orale antistolling (OAC).Na de dotterbehandeling kregen dezepatiënten orale antistolling om trombosein de stent te voorkomen. Daarnaast wer-den zij behandeld met aspirine en eenP2Y12-blokker. Deze ‘triple therapie’ – zogenoemd vanwege de combinatie vandrie bloedverdunners – staat bekend omeen verhoogd risico op bloedingen, endaarmee een grotere kans op overlijden.Dit was de aanleiding om een nieuwebehandelmethode te zoeken met minder

bloedingen, maar zonder het risico optrombose in de stent te verhogen.

Effectiever en veiligerDe resultaten van dit onderzoek heeftDewilde in zijn proefschrift beschreven(de zogenoemde WOEST-studie). Hierinlevert hij het bewijs dat er een effectievereen veiligere behandelmethode bestaat inde vorm van een combinatie van oraleantistolling en clopidogrel. Deze aanpakleidt tot minder bloedingen, terwijl hij netzo effectief is in het voorkomen van

trombose in de stent, hartinfarcten, herseninfarcten, perifere embolieën en sterfte.

Wereldwijd overgenomenDe aanbevelingen van Dewilde zijn inmid-dels opgenomen in zowel de Europese alsde Amerikaanse dotterrichtlijnen. Daar-naast is in januari 2015 het behandel-schema als standaard ingesteld voor deregio West-Brabant.//

Op 9 april 2015 heeft cardio-loog Willem Dewilde tijdenshet jaarlijkse congres van deNederlandse Verenigingvoor Cardiologie (NVVC) deEinthoven Dissertatieprijsgewonnen. Deze prestigi-euze prijs wordt ieder jaaruitgereikt voor het besteproefschrift binnen het vak-gebied cardiologie.

Cardioloog Dewilde wintEinthoven Dissertatieprijs

Ambitie 21

EINTHOVEN DISSERTATIEPRIJS

Zie

voor

ver

kort

e pr

oduc

tinfo

rmat

ie e

lder

s in

dit

blad

15-Q

TZ00

08

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:28 Pagina 21

Page 18: Ambitie november 2015

Een 57-jarige man wordt doorgestuurdvoor moeheid en braken en een onwelgevoel in de buik. Bij aanvullend onder-zoek blijkt een zeer slechte nierfunctie(ongeveer 5% van normaal, creatinine inhet bloed 898 μmol/l) en blijkt er aanwe-zigheid van witte bloedcellen in de urine,wat beide kan passen bij een nierontste-king. Ook blijkt een hoog calcium (3.75mmol/l) in het bloed. Een nierbiopt laatinderdaad een ontsteking zien, maarwelke ziekte laat de nieren ontsteken enzorgt voor een hoog calcium?

Gedacht kan worden aan een snelwer-kende bijschildklier, een maligniteit(kwaadaardigheid) of een ziekte zoals

sarcoïdose of TBC. Het bijschildklierhor-moon (PTH) blijkt niet verhoogd. Welzitten er enkele vergrote lymfeklieren inhet mediastinum (ruimte tussen de lon-gen). Dit vergroot de verdenking op eenmaligniteit, sarcoïdose of een infectie.

Een biopt van deze lymfeklieren en eenbiopt van het beenmerg laten geen afwij-kingen zien. Ondertussen is meneerbegonnen met dialyseren, om zo deophoping van afvalstoffen en het calciumte verminderen.

Op de PET-CT die vervolgens gemaaktwordt, is een vergrote milt te zien die forsaankleurt op de scan. Ook dit beeld kan

passen bij een maligniteit, sarcoïdose ofeen infectie. Om antwoord te krijgen,wordt een miltbiopt verricht. Hieruit komtuiteindelijk het antwoord: het is sarcoï-dose.

Deze presentatie van sarcoïdose mag alsbijzonder worden gezien, aangezien maarbij <10% van de patiënten deze ziektezich buiten de luchtwegen voor het eerstpresenteert. De patiënt is vervolgensgestart met prednison met de hoop datde nierfunctie en de sarcoïdose herstel-len. Na enige tijd kon meneer stoppenmet dialyseren.//

Ambitie22

ABSTRACTS

CALCIUM, NIET ALTIJD EVEN GOED!T. van Doeveren, E.H. Tiel-Groenestegen, R.W. van Etten

IntroductieZwangere vrouwen die bekend zijn metdiabetes mellitus type 1 (DM1) hebbeneen verhoogd risico op intra-uterienevruchtdood (IUVD) in het derde trimester.In de literatuur wordt dit vooral geassoci-eerd met maternale hyperglycaemie enminder met hypoglycaemie. Naar aanlei-ding van een casus waarin bij eenprimigravida met DM1 en frequentehypoglycaemieën een onverklaarde IUVDoptrad bij AD 37+6, ondanks dagelijksemonitioring van de foetale conditie, heb-ben wij een literatuurstudie verricht naarhet verband tussen hypoglycaemieën inhet derde trimester en het optreden vanIUVD.

VraagstellingIs er een verklaringsmechanisme voorIUVD bij frequente hypoglycaemieën?

MethodeLiteratuurstudie in PubMed en vaklitera-tuur. De bevindingen werdenbediscussieerd met specialisten uit de

gynaecologie, interne geneeskunde enkindergeneeskunde.

ResultatenOp basis van de literatuur ontstond eenhypothese over de relatie tussen mater-nale hypoglycaemie en IUVD. Wanneer debloedsuikerspiegel van moeder van rela-tief hoog plotseling heel laag wordt, zijner 4 factoren die bijdragen aan een ern-stige foetale hypoglycaemie.

1. Bij zwangeren met DM1 is de placen-taire perfusie 35-45% minder dan bijgezonde zwangeren.

2. De GLUT-1 receptor (belangrijkste glu-cose transporter in de placenta) wordtgedownreguleerd bij zwangeren meteen relatief hoge bloedsuikerpiegel.

3. Foetaal hyperinsulinisme als reactieop maternale hyperglycaemie zorgtvoor verdere daling van de foetalebloedsuiker.

4. De foetale lever is niet in staat tot glu-coneogenese.

Samenvattend zal er tijdens een hypogly-caemie nauwelijks aanvoer zijn vanglucose naar de foetus door hypoperfusieen down-regulatie van GLUT (punt 1,2).Het beetje glucose dat de foetus welbereikt wordt weggevangen door insuline(3). Tenslotte is de foetus niet in staat omzelf glucose te maken (4). Gevolg is eenzeer drastische daling van de foetalebloedsuiker, wat uiteindelijk leidt tot eenIUVD.

ConclusieOp basis van de literatuur is een verkla-ringsmechanisme te bedenken, echterempirische onderbouwing voor dezehypothese ontbreekt. Om de hypothesete toetsen, adviseren wij een prospectievecohortstudie, waarbij alle zwangeren metDM1 vanaf AD 32 een 24-uurs glucoseme-ter krijgen. Zo kan een relatie tussenfrequente hypoglycaemieën en IUVD'sworden onderzocht. Wellicht moeten wein de toekomst hogere bloedsuikerwaar-des in het derde trimester accepteren oma terme IUVD’s te voorkomen.//

MATERNALE DIABETES MELLITUS TYPE 1, HYPOGLYCAEMIE EN INTRA-UTERIENE VRUCHTDOODM. Hopman, M. Dijksterhuis, S. van Thiel, R. van Beek

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:28 Pagina 22

Page 19: Ambitie november 2015

Ambitie 23

SELECTIEVE NIET-OPERATIEVE BENADERING VAN PENETREREND RENAAL LETSELR.J.K. Brada, P.H. Navsaria

CERVICAL DILATION PATTERN IN INDUCTION OF LABOUR WITH AFOLEY CATHETER AT TERM: A RETROSPECTIVE COHORT STUDYI. Smidts

Waarom dit onderzoek?Inzicht verkrijgen in cervicale karakteris-tieken (o.a. Bishop score en verstrijking)als voorspeller van het ontsluitings-patroon en de kans op een vaginalebaring bij vrouwen met een à terme een-ling zwangerschap na inleiding met een transcervicale Foley catheter.

OpzetRetrospectief cohort studie.

SettingAnalyse van obstetrische data uit hetAmphia ziekenhuis te Breda.

Populatie304 vrouwen met een à terme eenlingzwangerschap en een foetus in hoofd-ligging na inleiding met een Foley cathe-ter in de periode van januari 2009 totdecember 2013.

Methode Voor time-to-delivery data, zijn er Kaplan-Meier survival curves geconstrueerd enlog-rank test en p-waardes berekend. Eenlinear-mixed-model analyse werdgebruikt om de duur van de baring percentimeter te berekenen.

UitkomstDe karakteristieken van de cervix, metname de verstrijking, op het moment vanamniotomie. Een vergelijking van het ont-sluitingspatroon tussen vrouwen met eenvaginale baring en met een keizersnedein verband met een niet vorderende ont-sluiting.

ResultatenVrouwen met een keizersnede in verbandmet een niet vorderende ontsluiting nainleiding met een Foley catheter warenmeestal ouder, nullipara en bevielen van

zwaardere neonaten. Vaak bleek extravolume of een tweede Foley catheternoodzakelijk. Daarnaast hadden dezevrouwen een significant minder verstre-ken cervix op het moment vanamniotomie en lieten ze een verlengdinductie-tot-baring interval zien.

Conclusie Cervicale karakteristieken, met name deverstrijking, maar ook progressie van debaring verschilt substantieel tussen vrou-wen na inleiding met een Foley catheterdie vaginaal bevallen of een keizersnedeondergaan in verband met een niet vor-derende ontsluiting.//

Waarom dit onderzoek Een routinematig operatieve benaderingvan penetrerend renaal letsel kan leidentot onnodig verlies van een nier. Dit kan,vooral in aanwezigheid van andere ern-stige bijbehorende verwondingen hetrisico op nierfalen verhogen. Zou eenniet-operatieve benadering, na selectieop bepaalde klinische indicatoren, ditkunnen voorkomen? Deze studie onder-zoekt de behandeling en uitkomst vanpenetrerende niertrauma’s op een afde-ling met een hoge incidentie vanpenetrerende trauma’s.

OnderzoeksvraagIs een niet-operatieve behandeling vanpenetrerende nier trauma’s haalbaar enveilig?

MethodeAlle patiënten met een bewezen penetre-rend trauma van de nieren op een level Itrauma afdeling in de Groote Schuur in

Kaapstad werden geïncludeerd in dezestudie tussen oktober 2014 en februari2015. Penetrerend renaal letsel werdgediagnosticeerd door middel van eenCT-scan of tijdens een verkennende lapa-rotomie en geclassificeerd volgens deAmerican Association for the Surgery ofTrauma (AAST).

Hemodynamisch stabiele patiënten, meteen graad I t/m IV penetrerend letsel,zonder betrokkenheid van het centraalzenuwstelsel en afwezigheid van peritoni-tis, werden geselecteerd voorniet-operatieve behandeling.

Belangrijkste resultatenIn totaal zijn 175 patiënten met penetre-rend trauma gezien op de spoedeisendehulp. Hiervan werden 35 penetrerenderenale letsels aangetoond. Acht patiëntenzijn geselecteerd voor de niet-operatievebehandeling. In deze groep ontwikkeldeeen patiënt een pseudoaneurysma

tijdens de follow up, die succesvol behan-deld is met angiografische embolisatie.Alle niet-operatieve benaderde penetre-rende renale letsels waren met succesbehandeld.

ConclusieRenaal penetrerend letsel wordt geassoci-eerd met een hoge nefrectomie ratio(33%). Een hoog niet-operatief succesra-tio (100%) is echter haalbaar metminimale morbiditeit (12,5%).//

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:28 Pagina 23

Page 20: Ambitie november 2015

“Die reageerden meteen heel positief. Samenmet mijn studievriendin Pien Vossen heb ikeen onderzoeksvoorstel uitgewerkt en inge-

diend. Dat is goedgekeurd door onze begeleider daar,professor Geschwind, en zo zaten we vrij snel en rede-lijk blanco in een vliegtuig naar de Verenigde Staten.”

Gespecialiseerd laboratorium“Daar aangekomen hebben we zo’n vier maandenonderzoek gedaan in hun laboratorium, dat is gespecia-liseerd in levertumoren. We hebben een techniekonderzocht waarbij de chemo die een levertumor moetbestrijden niet via een infuus wordt toegediend, maardirect in de tumor zelf. De lever wordt op twee manie-ren van bloed voorzien. Eén daarvan kun je daardoorgedeeltelijk uitschakelen. Wanneer je via de lies hetbloedvat opzoekt dat naar de tumor loopt, kun je directdaar de chemo toedienen en daarna het bloedvatafsluiten. Ook hebben we bekeken of we met medicatiede stofwisseling binnen de tumor kunnen blokkeren.”

Succesvolle behandeling én minder bijwerkingenDe lokale behandeling van levertumoren blijkt succes-vol te zijn. “De tumor sterft af, terwijl de patiënt minderbijwerkingen heeft dan bij traditionele chemo via eeninfuus. Patiënten voelen zich beter, hebben minder lastvan haaruitval en leven langer. We ontdekten dat detumor deze behandeling niet overleeft, maar daarbijniet kleiner wordt. Daarom hebben we ook onderzoekgedaan naar beeldvorming, dus hoe we met MRI- enCT-scans kunnen vaststellen dat de lokale behandelingheeft gewerkt en de tumor daadwerkelijk dood is.”

Terug“Na het onderzoek ben ik teruggegaan naar Nederland,waar ik mijn co-schappen heb afgemaakt. Tot op eendag de telefoon ging en professor Geschwind vroeg ofwe terug wilden komen om daar ons promotieonder-zoek te doen. Dat lieten we ons natuurlijk geen tweekeer zeggen. We zijn (oorspronkelijk voor één jaar)teruggegaan voor aanvullend onderzoek; in het lab,met cellen, met dieren en uiteindelijk ook met mensen.

Manon Buijs was bezig met een co-schap chirurgie in het ziekenhuisin Maastricht toen ze het plan opvatte om ook haar wetenschappelijkestage te doen op dit vakgebied. Via een arts-assistent (die inmiddelszelf chirurg is) kwam ze in contact met het gerenommeerde JohnsHopkins ziekenhuis in Baltimore.

Levertumoren teslim af dankzij inter-nationaal onderzoek

Ambitie26

ONDERZOEK

Tips van Manon• Onderzoek doen in het buitenland is heel leerzaam. Laat je wel vooraf goed informeren, bijvoorbeeld door het Bureau Buitenland

van je universiteit. • Je komt makkelijker in aanmerking voor een onderzoeksplaats als je vooraf een beurs hebt geregeld. Vraag ook dit na bij het

Bureau Buitenland en check websites als beursopener.nl.• Ben je bewust van culturele verschillen. Nederlanders zijn bijvoorbeeld gewend om overal een mening over te hebben en deze

gemakkelijk te uiten. Mensen in andere culturen zijn hier voorzichtiger mee én minder van gecharmeerd. Zo kun je – zonder dat jehet in de gaten hebt – een conflict veroorzaken met één van je collega’s.

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:28 Pagina 26

Page 21: Ambitie november 2015

Zo hadden we alle aspecten van medisch onderzoek inéén logisch traject bij elkaar. We werkten met patiën-ten met leverkanker in een vergevorderd stadium, ineen poging om een aanzienlijk verschil in levensduur temaken. Uiteindelijk zijn het vijf jaar geworden en zijnwe in de tussentijd aan de universiteit van Utrecht opdit onderwerp gepromoveerd.”

Onderzoek is hun leven“Ik kijk met veel plezier terug op mijn tijd in deVerenigde Staten. Vooral het enthousiasme en de posi-tieve energie van de mensen daar is me bijgebleven.Werken in het ziekenhuis en onderzoek doen is nietenkel hun baan, het is hun leven. Daar zijn ze dan ookvan ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat mee bezig. Detoponderzoekers daar omringen zich bovendien meteen allround team, waardoor ze veel nieuwe ideeën eninvalshoeken krijgen.”

Positieve feedback“Mensen in Nederland hebben vaak het idee dat Ameri-kanen overdreven en oppervlakkig zijn, maar niets isminder waar. Ze zijn juist oprecht geïnteresseerd inhoe het met je gaat en geven je waar mogelijk positieve

feedback. Dan sta je bijvoorbeeld in de lift en krijg jespontaan van iemand een complimentje over je kle-ding. Daar krijg je toch goede zin van? Een anderopvallend verschil is dat Amerikanen over hetalgemeen veel beleefder zijn. Ze wachten bijvoorbeeldnetjes in een rij bij de bushalte. Ook zijn ze terughou-dender met het geven van hun mening en van kritiek.”

Contacten zijn cruciaal“Wanneer je verhuist naar een grote stad als Baltimore,zijn contacten met mensen die de lokale situatie ken-nen erg belangrijk. Zij kunnen je vertellen wat goedewijken zijn om te gaan wonen. Ze weten bovendien hoehet dagelijks leven daar werkt. Wij wilden bijvoorbeeldmet de fiets naar het ziekenhuis komen, terwijl je dandoor the ghetto moet fietsen. Je moet het maar weten!”

Buitenland“Onderzoek doen in het buitenland kan ik iedereenaanraden. Ik ben er zelf een betere arts en een betermens van geworden. En ja, ik zou zo weer een jaar naarAmerika willen!”//

Ambitie 27

“ Patiëntenvoelen zichbeter, hebbenminder lastvan haaruitvalen leven langer.”

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:28 Pagina 27

Page 22: Ambitie november 2015

“Wat mij verbaast, is hoe normaal wehet vinden dat topsporters coach-ing en feedback nodig hebben en

hoe weinig vanzelfsprekend dit vaak nog isvoor de medische opleiding. De afgelopen tienjaar zijn er binnen de medische opleiding meer-dere feedbackinstrumenten geïntroduceerd.Deze zijn bedoeld om feedback te facilite-ren over een geobserveerd contacttussen een aios en een patiënt. Demeest bekende hiervan zijn de kortepraktijkbeoordeling (KPB) en deobjective structured assessment oftechnical skills (OSATS). Het doelvan deze instrumenten is tweele-dig: een direct leereffect voor deaios en, gebundeld in het portfolio,een overzicht dat door de opleideren de aios wordt gebruikt omnieuwe leerdoelen op te stellen.Deze instrumenten lijken op het eer-ste gezicht nuttig, maar de klinischepraktijk blijkt weerbarstig te zijn. Deaios én de supervisors blijven moeitehouden met het initiëren van zo’ngeformaliseerd feedbackmoment.Daarnaast is onduidelijk of dezeinstrumenten ook écht impact heb-ben op het leren van aios.

Blijkbaar ben ik niet de enige die zichverbaast over het verschil inomgaan met feedback in de sport ende medische opleiding. Watling etal. hebben in 2014 kwalitatief onder-zoek gedaan onder 27 mensen dieeen medische (vervolg)opleiding

volgden én op hoog niveau sportten of musiceer-den. Zij constateren dat het verschil in deomgang met feedback vooral berust op een ver-schil in cultuur. Een topsporter heeft met zijncoach een intensieve, langdurige relatie en eengedeeld doel: zo goed mogelijk presteren wan-neer het erop aankomt. In de medische

opleidingscultuur zijn langdurige relatiestussen aios en supervisors een uitzonde-ring. Het adagium is immers: de heleopleidingsgroep leidt op. Daarnaast zijn deopleidingsdoelen minder duidelijk: vaakbestaat er geen consensus in de beroeps-groep over hoe behandelingen het besteuitgevoerd kunnen worden, laat staandat er consensus is over wat een goedeof topdokter is. Ten slotte constaterentopsporters dat in de klinische prak-tijk de supervisor ook meteen debeoordelaar is. In de sportwereld daar-entegen is de coach er voor hetoptimaliseren van de prestatie en ligthet eindoordeel elders.

Er is geen reden om aan te nemen datfeedback in de medische opleiding min-der zou werken dan in de sportwereld.Wel is het belangrijk om aandacht tehebben voor de cultuur waarbinnen defeedback gegeven wordt. Zonder lang-durige coachingsrelatie, duidelijkeleerdoelen en het scheiden van coachingen beoordeling zal de worsteling metfeedback in de medische opleiding nogwel even voortduren.”//

Marja Dijksterhuis

Ambitie 29

COLUMN MARJA DIJKSTERHUIS

STOF TOT NADENKEN:TOPSPORTER VERSUSTOPDOKTER

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 13:27 Pagina 29

Page 23: Ambitie november 2015

De fragiele gezondheid van ouderenkan voor complicaties zorgen, zoalsacute verwardheid; een delier. Jelle

Raats, die als anios op de afdeling Chirur-gie werkt, doet hier onderzoek naar. “Ikbreng de risicofactoren in kaart, zodat hetziekenhuis in een vroeg stadium weetwelke patiënten extra zorg nodig hebben.Uiteindelijk hopen we veel gevallen vandelier te kunnen voorkomen.”

DelierOuderen, en zeker mensen van boven detachtig, lopen bij ziekte of operaties kansop delier. Dat is een plotseling optredendeverwardheid. “Patiënten zijn dan onrustig,weten niet waar ze zijn, vallen soms spon-

taan uit bed en hebben hallucinaties. Zezien dan bijvoorbeeld mensen die er hele-maal niet zijn. Dat gebeurt in vlagen. Deene keer is de patiënt helder en prima aan-spreekbaar, terwijl hij een uur later ineenserg verward kan zijn.”

Nader onderzoekTot voor kort was er weinig bekend overdeze aandoening. “We weten bijvoorbeeldwel dat het kan helpen om oudere patiën-ten een duidelijke structuur te bieden. Degordijnen opendoen als het buiten licht is,niet overdag laten slapen, vertellen welkedag het is, eventueel overdag hun brilopzetten en hun hoorapparaat indoen.Deze maatregelen treffen we nu voor bijna

alle patiënten van zeventig jaar en ouder.Dat legt een enorme druk op het verple-gend personeel, terwijl dit misschienefficiënter kan. Daarom heb ik samen metmijn begeleider, dokter Van der Laan,besloten om hier nader onderzoek naar tedoen.”

Risicofactoren ontdekkenDat onderzoek is vooral oriënterend vanaard. “Op basis van medische dossiers vande afgelopen jaren analyseer ik welkepatiënten een delier hebben gehad en watde gemeenschappelijke kenmerken vandeze mensen zijn. Daaruit komen meerdererisicofactoren naar voren. Zo krijgenpatiënten die geheugenproblemen hebbenvaker een delier, net als extreem oudepatiënten. Ook komt uit het onderzoeknaar voren dat een delier vaker voorkomtdan we dachten. Verder blijkt dat patiën-ten die een delier hebben gehad aanzienlijkkorter leven dan mensen zonder deze com-plicatie.”

Meer onderzoek, meer vragen“Hoe verder ik kom met het onderzoek, hoemeer vragen er in me opkomen. Zo lijktdelier ook een relatie te hebben met devoedingsconditie van de patiënt. Is iemandondervoed, dan kan hij bevattelijker zijnvoor een delier. Het kan dan raadzaam zijnom de patiënt al ruim vóór een operatie incontact te brengen met een diëtist, die metgerichte voedingsadviezen de situatie kanverbeteren. Ook het hemoglobinegehaltein het bloed lijkt een rol te spelen. Met

Ambitie30

Mensen worden steeds ouder. De komende dertig jaar ver-dubbelt het aantal tachtigplussers zelfs. Die hogere levens-verwachting heeft ook een keerzijde. We gaan steeds meermankeren, waardoor we vaker medische hulp nodig hebben.

ACUTE VERWARDHEID BIJOUDEREN VOORKOMEN

ONDERZOEK

Tips van Jelle• Amphia is een van de grootste ziekenhuizen van Nederland. Hierdoor beschik je als onderzoeker snel

over zeer veel patiëntgegevens. Een voordeel dat je bij kleinere ziekenhuizen niet hebt. Dit is eenschat aan wetenschappelijke data.

• De kans om toegelaten te worden voor een opleiding tot medisch specialist neemt toe wanneer je jezelf onderscheidt ten opzichte van anderen met wetenschappelijk onderzoek.

• Onderzoeken zijn eenvoudig op te zetten en hoeven niet ingewikkeld te zijn. Ook kleinschalige onderzoeken kunnen zeer waardevol zijn. Leg contact met een geïnteresseerde specialist en ga aan de slag.

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:29 Pagina 30

Page 24: Ambitie november 2015

medicatie vooraf kunnen we dan wellichteen delier voorkomen. Allemaal zaken dieik de komende tijd verder wil onderzoe-ken.”

Onderzoek uitbreiden“Bij mijn onderzoek heb ik vooral vaatpa-tiënten en mensen met darmkankeronderzocht. Ik zou het onderzoeksterrein

graag willen uitbreiden en bijvoorbeeldook de gegevens van patiënten met gebro-ken heupen willen analyseren. Dit zijnveelal ouderen, dus ik verwacht dat binnendie groep ook de nodige gevallen van acuteverwardheid voorkomen.”

Gezonde mixToch zou hij niet de hele dag met zijnonderzoek bezig willen zijn. “Voor mij moethet een gezonde mix zijn tussen aan hetbed staan en onderzoek doen. Daaromwerk ik iedere ochtend op de afdeling Chi-rurgie en spreek ik met alle patiënten. Demiddag breng ik door in de bibliotheek,waar ik verder werk aan mijn onderzoek.Daar heb ik al verschillende artikelengeschreven. Ook heb ik mijn onderzoeksre-sultaten mogen presenteren op congressenin Nederland en Zuid-Afrika. Een gewel-dige ervaring! Toch kan onderzoek soms

ook frustrerend zijn. Bijvoorbeeld wanneerje artikel zomaar wordt geweigerd door eenvakblad, of wanneer je steekproef toch nietgroot genoeg blijkt te zijn om daaruit con-clusies te mogen trekken. Dan is het eenkwestie van doorzetten.”

DoorzetterDat hij een doorzetter is, blijkt wel uit zijnplannen om te solliciteren naar de zesjarigeopleiding tot chirurg. “Op dit moment legik de laatste hand aan mijn proefschrift,zodat ik kan promoveren. Daarna wil ikgraag worden toegelaten tot deopleiding.”//

Ambitie 31

“VOOR MIJ MOET HETEEN GEZONDE MIXZIJN TUSSEN AAN HET BED STAAN ENONDERZOEK DOEN”

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:29 Pagina 31

Page 25: Ambitie november 2015

PROEFSCHRIFTEN

Cardiologie

Scholzel BE. Clinical worsening in chronicthromboembolic pulmonary hypertension.Utrecht : Universiteit Utrecht, Meppel:PrintSupport4U, 2015. ISBN: 9789490944117.

Chirurgie

Leur K de. Surgery in the elderly: Does agematter? Rotterdam : Erasmus UniversiteitRotterdam, Ridderkerk : Ridderprint, 2015.ISBN: 9789462990999.

Meyer ZC. Biochemical markers in the sur-gical intensive care : Identifying criticallyill surgical patients with complications.Rotterdam : Erasmus Universiteit Rotter-dam, Maastricht : Datawyse UniversitairePers, 2015. ISBN: 9789052911175.

Dermatologie

Van der Leest RJ. Multiple Cutaneous (pre)-Malignancies. Rotterdam : ErasmusUniversiteit Rotterdam, Rotterdam :Optima, 2015. ISBN: 9789461696748.

Interne Geneeskunde en Maag-,Darm- en Levergeneeskunde

Krol CG. Pitfalls in the diagnosis andmanagement of skeletal complications ofliver transplantation. Leiden : UniversiteitLeiden, Rotterdam : Optima , 2015. ISBN:9789461696304.

Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie

Mensink G. Bilateral sagittal split osteo-tomy by the splitter-separator technique :technical aspects safety and predictability.Leiden : Universiteit Leiden, Enschede :Gildeprint, 2015. ISBN: 9789461088802.

ARTIKELEN

Amphia Academy Infectious Disease Foundation

Müller J, Voss A, Köck R, Sinha B, Rossen JW,Kaase M, Mielke M, Daniels-Haardt I, JurkeA, Hendrix R, Kluytmans JA, Kluytmans-vanden Bergh MF, Pulz M, Herrmann J, Kern WV,Wendt C, Friedrich AW. Cross-border com-parison of the Dutch and German guidelineson multidrug-resistant Gram-negativemicroorganisms. Antimicrob Resist InfectControl. 2015 Feb 27;4:7. eCollection 2015.

Van Cleef BA, van Benthem BH, Verkade EJ,van Rijen MM, Kluytmans-van den Bergh MF,Graveland H, Bosch T, Verstappen KM,Wagenaar JA, Bos ME, Heederik D, Kluyt-mans JA. Livestock-associated MRSA inhousehold members of pig farmers: trans-mission and dynamics of carriage, aprospective cohort study. PLoS One. 2015May 18;10(5):e0127190. eCollection 2015.

Kluytmans-van den Bergh MF, Verhulst C,Willemsen LE, Verkade E, Bonten MJ, Kluyt-mans JA. Rectal Carriage ofExtended-Spectrum-Beta-Lactamase-Produ-cing Enterobacteriaceae in HospitalizedPatients: Selective Preenrichment IncreasesYield of Screening. J Clin Microbiol. 2015Aug;53(8):2709-12. Epub 2015 May 20.

Anesthesiologie

Lacroix J, Hébert PC, Fergusson DA,Tinmouth A, Cook DJ, Marshall JC, ClaytonL, McIntyre L, Callum J, Turgeon AF,Blajchman MA, Walsh TS, Stanworth SJ,Campbell H, Capellier G, Tiberghien P, Bar-diaux L, van de Watering L, van der Meer NJ,Sabri E, Vo D; ABLE Investigators; CanadianCritical Care Trials Group. Age of transfusedblood in critically ill adults. N Engl J Med.2015 Apr 9;372(15):1410-8. Epub 2015 Mar 17.

Bentala M, Heuts S, Vos R, Maessen J, ScohyTV, Gerritse BM, Sardari Nia P. Comparingthe endo-aortic balloon and the external

aortic clamp in minimally invasive mitralvalve surgery. Interact Cardiovasc ThoracSurg. 2015 Jun 20. pii: ivv160. [Epub ahead ofprint].

Tolsma M, Rijpstra TA, Rosseel PM, Scohy TV,Bentala M, Mulder PG, van der Meer NJ.Defining indications for selective chest radi-ography in the first 24 hours after cardiacsurgery. J Thorac Cardiovasc Surg. 2015Jul;150(1):225-9. Epub 2015 Apr 21.

Visser WA. Epidurale anesthesie en antistol-ling. In: Probleemgeoriënteerd denken voorgebruikers van lokaal anesthetica : een prak-tijkboek voor de opleiding en de kliniek.Panhuizen IF, Snoeck MM [red.] [et al...].Utrecht : Uitgeverij de Tijdstroom, 2015:107-114. ISBN 9789058982643.

Gerritse BM, Sep DP. Prehospitale pijnbe-strijding: het fascia iliaca compartimentblock. In: Probleemgeoriënteerd denken voorgebruikers van lokaal anesthetica : een prak-tijkboek voor de opleiding en de kliniek /Panhuizen IF, Snoeck MM [red.] [et al...].Utrecht : Uitgeverij de Tijdstroom, 2015.ISBN 9789058982643.

Tolsma M, van der Voort PH, van der MeerNJ. Why intensivists want chestradiographs. Crit Care. 2015 Mar 5;19:100.

Van der Meer N. Zorg vraagt bescheiden lei-ders. Skipr 2015 mrt;2015(2-3):40-2.

Cardiologie

Westenbrink BD, Alings M, Connolly SJ,Eikelboom J, Ezekowitz MD, Oldgren J, YangS, Pongue J, Yusuf S, Wallentin L, van GilstWH. Anemia predicts thromboembolicevents, bleeding complications and morta-lity in patients with atrial fibrillation:insights from the RE-LY trial. J Thromb Hae-most. 2015 May;13(5):699-707. Epub 2015 Mar30.

Nijjer SS, Petraco R, van de Hoef TP, Sen S,van Lavieren MA, Foale RA, Meuwissen M,

Ambitie32

PUBLICATIES

Wetenschappelijke publicaties in 2015

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:29 Pagina 32

Page 26: Ambitie november 2015

Broyd C, Echavarria-Pinto M, Al-Lamee R,Foin N, Sethi A, Malik IS, Mikhail GW, Hug-hes AD, Mayet J, Francis DP, Di Mario C,Escaned J, Piek JJ, Davies JE. Change inCoronary Blood Flow After PercutaneousCoronary Intervention in Relation to Base-line Lesion Physiology: Results of theJUSTIFY-PCI Study. Circ CardiovascInterv. 2015 Jun;8(6):e001715.

van de Hoef TP, Nijveldt R, van der Ent M,Neunteufl T, Meuwissen M, Khattab A, Ber-ger R, Kuijt WJ, Wykrzykowska J, TijssenJG, van Rossum AC, Stone GW, Piek JJ.Pressure-controlled intermittent coronarysinus occlusion (PICSO) in acute ST-seg-ment elevation myocardial infarction:results of the Prepare RAMSES safety andfeasibility study. EuroIntervention. 2015May 19;11(1):37-44.

Escaned J, Echavarría-Pinto M, Garcia-Gar-cia HM, van de Hoef TP, de Vries T, Kaul P,Raveendran G, Altman JD, Kurz HI, Brecht-ken J, Tulli M, Von Birgelen C, Schneider JE,Khashaba AA, Jeremias A, Baucum J,Moreno R, Meuwissen M, Mishkel G, vanGeuns RJ, Levite H, Lopez-Palop R, May-hew M, Serruys PW, Samady H, Piek JJ,Lerman A; ADVISE II Study Group. Pros-pective Assessment of the DiagnosticAccuracy of Instantaneous Wave-FreeRatio to Assess Coronary Stenosis Rele-vance: Results of ADVISE II International,Multicenter Study (ADenosine VasodilatorIndependent Stenosis Evaluation II). JACCCardiovasc Interv. 2015 May;8(6):824-33.

Cardiothoracale Chirurgie

Bentala M, Heuts S, Vos R, Maessen J, ScohyTV, Gerritse BM, Sardari Nia P. Comparingthe endo-aortic balloon and the externalaortic clamp in minimally invasive mitralvalve surgery. Interact Cardiovasc ThoracSurg. 2015 Jun 20. pii: ivv160. [Epub ahead ofprint].

Tolsma M, Rijpstra TA, Rosseel PM, ScohyTV, Bentala M, Mulder PG, van der Meer NJ.Defining indications for selective chestradiography in the first 24 hours after car-diac surgery. J Thorac Cardiovasc Surg.2015 Jul;150(1):225-9. Epub 2015 Apr 21.

Chirurgie

Raats JW, Guldener CV, Rijken AM. Acutepijn in de bovenbuik en rechter schouder.Een spontane leverbloeding. Ned Tijdschr vHeelkd. 2015; 1:35-37.

Nijssen MA, Schreinemakers JM, Meyer Z,van der Schelling GP, Crolla RM, Rijken AM.

Complications after laparoscopic cholecys-tectomy: A video evaluation study ofwhether the critical view of safety wasreached. World J Surg. 2015 Jul; 39:1798-803.

Thomas AR, Raats JW, Lensvelt MM, deGroot HG, Veen EJ, van der Laan L. Conser-vative Treatment in Selected Patients withSevere Critical Limb Ischemia. World JSurg. 2015 Aug;39(8):2090-5.

Raats JW, van Hoof-de Lepper CC, FeitsmaMT, Meij JJ, Ho GH, Mulder PG, van derLaan L. Current factors of fragility anddelirium in vascular surgery. Ann VascSurg. 2015 Jul;29(5):968-76. Epub 2015 Mar 11.

Verhoef C, Singla N, Moneta G, Muir W,Rijken AM, Lockstadt H, de Wilt H, O-Yur-vati A, Zuckerman L, Frohna P, Porte R.Fibrocaps for Surgical Hemostasis: Resultsfrom Two Randomized, Controlled Phase 2Trials. J Surg Res. 2015 Apr; 194:679-87

Goos JA, de Cuba EM, Coupé VM, DiosdadoB, Delis-Van Diemen PM, Karga C, BeliënJA, Menke-Van der Houven van Oordt CW,Geldof AA, Meijer GA, Hoekstra OS, Fijne-man RJ; DeCoDe PET group. [Rijken AM etal...]. Glucose Transporter 1 (SLC2A1) andVascular Endothelial Growth Factor A(VEGFA) Predict Survival After Resectionof Colorectal Cancer Liver Metastasis. AnnSurg. 2015 Jan 5. [Epub ahead of print]

Hopmans CJ, den Hoed PT, van der Laan L,van der Harst E, van der Elst M, MannaertsGH, Dawson I, Timman R, Wijnhoven BP,IJzermans JN. Impact of the EuropeanWorking Time Directive (EWTD) on theoperative experience of surgery residents.Surgery. 2015 Apr;157(4):634-41. doi:10.1016/j.surg.2014.09.025. Epub 2015 Feb 20.

‘t Lam-Boer J, Al Ali C, Verhoeven RH, Rou-men RM, Lemmens VE, Rijken AM, De WiltJH. Large variation in the utilization ofliver resections in stage IV colorectal can-cer patients with metastases confined tothe liver. Eur J Surg Oncol. 2015 Jun 9. pii:S0748-7983(15)00472-2. [Epub ahead ofprint]

De Groof EJ, Buskens CJ, Ponsioen CY,Dijkgraaf MG, D’Haens GR, Srivastava N,van Acker GJ, Jansen JM, Gerhards MF,Dijkstra G, Lange JF, Witteman BJ, KruytPM, Pronk A, van Tuyl SA, Bodelier A,Crolla RM, West RL, Vrijland WW, ConstenEC, Brink MA, Tuynman JB, de Boer NK,Breukink SO, Pierik MJ, Oldenburg B, vander Meulen AE, Bonsing BA, Spinelli A,Danese S, Sacchi M, Warusavitarne J, HartA, Yassin NA, Kennelly RP, Cullen GJ, Win-

ter DC, Hawthorne AB, Torkington J,Bemelman WA. Multimodal treatment ofperianal fistulas in Crohn’s disease: setonversus anti-TNF versus advancementplasty (PISA): study protocol for a rando-mized controlled trial. Trials. 2015 Aug20;16(1):366.

De Leur K, Flu HC, Ho GH, de Groot HG,Veen EJ, van der Laan L. Outcome of elec-tive treatment of abdominal aorticaneurysm in elderly patients. Int J Surg.2015 Feb 7;15C:117-123. [Epub ahead of print]

Raats JW, Steunenberg SL, Crolla RM, Wijs-man JH, te Slaa A, van der Laan L.Postoperative delirium in elderly after elec-tive and acute colorectal surgery: Aprospective cohort study. Int J Surg. 2015Jun;18:216-9. Epub 2015 Apr 30.

Madsen EV, Aalders KC, van der Heiden-van der Loo M, Gobardhan PD, van OortPM, van der Ent FW, Rutgers EJ, ValdésOlmes RA, Elias SG, van Dalen T. Prognos-tic Significance of Tumor-Positive InternalMammary Sentinel Lymph Nodes in Bre-ast Cancer: A Multicenter Cohort Study.Ann Surg Oncol. 2015 Mar 26. [Epub aheadof print].

Beek MA, Te Slaa A, van der Laan L, MulderPG, Rutten HJ, Voogd AC, Luiten EJ, Gobard-han PD. Reliability of the inverse watervolumetry method to measure the volumeof the upper limb. Lymphat Res Biol. 2015Jun;13(2):126-30.

Donker J, de Vries J, Ho GH, Gonçalves FB,Hoeks SE, Verhagen H, van der Laan L.Review: Quality of life in lower limb perip-heral vascular surgery. Vascular. 2015 Mar30. pii: 1708538115578961. [Epub ahead ofprint]

Beek MA, Jansen TS, Raats JW, Twiss EL,Gobardhan PD, van Rhede van der Kloot EJ.The utility of peritoneal drains in patientswith perforated appendicitis. Springerplus.2015 Jul 24;4:371. eCollection 2015.

Van der Slegt J, Kluytmans JA, de Groot HG,van der Laan L. Treatment of surgical siteinfections (SSI) IN patients with peripheralarterial disease: An observational study. IntJ Surg. 2015 Feb;14:85-9. Epub 2015 Jan 19.

Ramphal W, Schreinemakers JM, SeerdenTC, Crolla RM, Rijken AM, Gobardhan PD.What is the Risk of Colorectal Cancer Afteran Episode of Acute Diverticulitis in Conser-vatively Treated Patients? J ClinGastroenterol. 2015 Jun 24. [Epub ahead ofprint]

Ambitie 33

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:29 Pagina 33

Page 27: Ambitie november 2015

Fysiotherapeutengroep

Goossens P, Keijsers E, van Geenen RJ, ZijtaA, van den Broek M, Verhagen AP, Scholten-Peeters GG. Validity of the Thessaly test inevaluating meniscal tears compared witharthroscopy: a diagnostic accuracy study. JOrthop Sports Phys Ther. 2015 Jan;45(1):18-24,B1.

Gynaecologie

Vissenberg R, van Dijk MM, Fliers E, van derPost JA, van Wely M, Bloemenkamp KW,Hoek A, Kuchenbecker WK, H R Verhoeve, HC J Scheepers, Rombout-de Weerd S, KoksC, Zwart JJ, Broekmans F, Verpoest W,Christiansen O, M Post, Papatsonis DN, Ver-berg MF, Sikkema J, Mol BW, Bisschop PH,Goddijn M. Effect of levothyroxine on livebirth rate in euthyroid women with recur-rent miscarriage and TPO antibodies(T4-LIFE study). Contemp Clin Trials. 2015Aug 5. pii: S1551-7144(15)30061-6. [Epub aheadof print]

Roos C, Vis JY, Scheepers HC,Bloemenkamp KW, Duvekot HJ, van EyckJ, de Groot C, Kok JH, Opmeer BC, OudijkMA, Papatsonis DN, Porath MM, Sollie K,Spaanderman ME, Lotgering FK, van derPost JA, Mol BW. Fetal fibronectin statusand cervical length in women with threate-ned preterm labor and the effectiveness ofmaintenance tocolysis. J Matern FetalNeonatal Med. 2015 Jun 26:1-6. [Epub aheadof print].

Broekhuijsen K, van Baaren GJ, van Pam-pus MG, Ganzevoort W, Sikkema JM,Woiski MD, Oudijk MA, Bloemenkamp KW,Scheepers HC, Bremer HA, Rijnders RJ, vanLoon AJ, Perquin DA, Sporken JM, Papat-sonis DN, van Huizen ME, Vredevoogd CB,Brons JT, Kaplan M, van Kaam AH, GroenH, Porath MM, van den Berg PP, Mol BW,Franssen MT, Langenveld J; HYPITAT-IIstudy group. Immediate delivery versusexpectant monitoring for hypertensivedisorders of pregnancy between 34 and 37weeks of gestation (HYPITAT-II): an open-label, randomised controlled trial. Lancet.2015 Jun 20;385(9986):2492-501. Epub 2015Mar 25.

Van Seeters JA, Mol BW, Wiegerinck MA,Houterman S, Koks C. Laparoscopischerefertilisatie : Onderzoek naar zwanger-schapsresultaten en prognostischefactoren. Ned Tijdschr Obst Gyn. 2015;4:176-180.

Freeman LM, Bloemenkamp KW, FranssenMT, Papatsonis DN, Hajenius PJ, Hollmann

MW, Woiski MD, Porath M, van den BergHJ, van Beek E, Borchert OW, Schuitema-ker N, Sikkema JM, Kuipers AH,Logtenberg SL, van der Salm PC, OudeRengerink K, Lopriore E, van den Akker-van Marle ME, le Cessie S, van Lith JM,Struys MM, Mol BW, Dahan A, MiddeldorpJM. Patient controlled analgesia with remi-fentanil versus epidural analgesia inlabour: randomised multicentre equiva-lence trial. BMJ. 2015 Feb 23;350:h846.

Verhagen JM, de Leeuw N, Papatsonis DN,Grijseels EW, de Krijger RR, Wessels MW.Phenotypic variability associated with alarge recurrent 1q21.1 microduplication in athree-generation family. Mol Syndromol.2015 Jul;6(2):71-6. Epub 2015 Jun 17. Schweitzer KJ, Milani AL, van Eijndhoven

HW, Gietelink DA, Hallensleben E, Crom-heecke GJ, van der Vaart CH. Postoperativepain after adjustable single-incision ortransobturator sling for incontinence: arandomized controlled trial. Obstet Gyne-col. 2015 Jan;125(1):27-34.

Bensdorp AJ, Tjon-Kon-Fat RI, Bossuyt PM,Koks CA, Oosterhuis GJ, Hoek A, HompesPG, Broekmans FJ, Verhoeve HR, de BruinJP, van Golde R, Repping S, Cohlen BJ, Lam-bers MD, van Bommel PF, Slappendel E,Perquin D, Smeenk JM, Pelinck MJ, Gianot-ten J, Hoozemans DA, Maas JW, EijkemansMJ, van der Veen F, Mol BW, van Wely M.Prevention of multiple pregnancies in cou-ples with unexplained or mild malesubfertility: randomised controlled trial ofin vitro fertilisation with single embryotransfer or in vitro fertilisation in modifiednatural cycle compared with intrauterineinsemination with controlled ovarianhyperstimulation. BMJ. 2015 Jan9;350:g7771.

Van Oostwaard MF, Langenveld J, Schuit E,Papatsonis DN, Brown MA, ByaruhangaRN, Bhattacharya S, Campbell DM, Chap-pell LC, Chiaffarino F, Crippa I, FacchinettiF, Ferrazzani S, Ferrazzi E, Figueiró-FilhoEA, Gaugler-Senden IP, Haavaldsen C,Lykke JA, Mbah AK, Oliveira VM, Poston L,Redman CW, Salim R, Thilaganathan B,Vergani P, Zhang J, Steegers EA, Mol BW,Ganzevoort W. Recurrence of hypertensivedisorders of pregnancy: an individualpatient data metaanalysis. Am J ObstetGynecol. 2015 May;212(5):624.e1-17. Epub 2015Jan 9.

Interne Geneeskunde en Maag-,Darm- en Levergeneeskunde

Van Gammeren AJ, Smolders M, BoersmaRS, Harteveld CL. Uw diagnose? [Hoe ver-klaart u de morfologische afwijkingen inhet bloed en hemofagocytose in het been-merg?] Ned Tijdschr Hematol. 2015;12:158-9.

Bodelier AG, Smolinska A, Baranska A, Dal-linga JW, Mujagic Z, Vanhees K, van denHeuvel T, Masclee AA, Jonkers D, Pierik MJ,van Schooten FJ. Volatile organiccompounds in exhaled air as novel markerfor disease activity in Crohn’s Disease: ametabolomic approach. Inflamm Bowel Dis.2015 Aug;21(8):1776-85.

De Groof EJ, Buskens CJ, Ponsioen CY, Dijk-graaf MG, D’Haens GR, Srivastava N, vanAcker GJ, Jansen JM, Gerhards MF, DijkstraG, Lange JF, Witteman BJ, Kruyt PM, PronkA, van Tuyl SA, Bodelier A, Crolla RM, WestRL, Vrijland WW, Consten EC, Brink MA,Tuynman JB, de Boer NK, Breukink SO, Pie-rik MJ, Oldenburg B, van der Meulen AE,Bonsing BA, Spinelli A, Danese S, Sacchi M,Warusavitarne J, Hart A, Yassin NA, Ken-nelly RP, Cullen GJ, Winter DC, HawthorneAB, Torkington J, Bemelman WA. Multimo-dal treatment of perianal fistulas in Crohn’sdisease: seton versus anti-TNF versusadvancement plasty (PISA): study protocolfor a randomized controlled trial. Trials. 2015Aug 20;16(1):366.

Bech AP, Bouma-de Krijger A, van Zuilen AD,Bots ML, van den Brand JA, Blankestijn PJ,Wetzels JF, Vervloet MG. Impact of fractio-nal phosphate excretion on the relation ofFGF23 with outcome in CKD patients. JNephrol. 2015 Aug;28(4):477-84. Epub 2015 Feb21.

Kluin PM, Langerak AW, Beverdam-VincentJ, Geurts-Giele WR, Visser L, Rutgers B,Schuuring E, Van Baarlen J, Lam KH, Selden-rijk K, Kibbelaar RE, de Wit P, Diepstra A,Rosati S, van Noesel MM, Zwaan CM, Hun-ting JC, Hoogendoorn M, van der Gaag EJ,van Esser JW, de Bont E, Kluin-NelemansHC, Winter RH, Lo Ten Foe JR, van der Zan-den AG Paediatric nodal marginal zone Bcell lymphadenopathy of the neck: a Haem-ophilus influenzae driven immune disorder?J Pathol. 2015 Jul;236(3):302-14. Epub 2015 Apr8.Raats JW, van Guldener C, Rijken AM.Acute pijn in de bovenbuik en rechterschouder. Een spontane leverbloeding. NedTijdschr v Heelkd. 2015; 1:35-37.

Walter D, van Boeckel PG, Groenen MJ,Weusten BL, Witteman BJ, Tan G, Brink

Ambitie34

PUBLICATIES

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:29 Pagina 34

Page 28: Ambitie november 2015

MA, Nicolai J, Tan AC, Alderliesten J, Venne-man NG, Laleman W, Jansen JM, BodelierA, Wolters FL, van der Waaij LA, Breumel-hof R, Peters FT, Scheffer RC, Leenders M,Hirdes MM, Steyerberg EW, Vleggaar FP,Siersema PD. Cost efficacy of metal stentsfor palliation of extrahepatic bile ductobstruction in a randomized controlledtrial. Gastroenterology. 2015 Jul;149(1):130-8.

Ali UA, Issa Y, van Goor H, van Eijck CH,Nieuwenhuijs VB, Keulemans Y, Fockens P,Busch OR, Drenth JP, Dejong CH, van Dul-lemen HM, van Hooft JE, Siersema PD,Spanier BW, Poley JW, Poen AC, Timmer R,Seerden T, Tan AC, Thijs WJ, Witteman BJ,Romkens TE, Roeterdink AJ, Gooszen HG,van Santvoort HC, Bruno MJ, BoermeesterMA; Dutch Pancreatitis Study Group.Dutch Chronic Pancreatitis Registry(CARE): design and rationale of a nation-wide prospective evaluation and follow-up.Pancreatology. 2015;15(1):46-52.

Van Gerven NM, de Boer YS, Zwiers A, Ver-wer BJ, Drenth JP, van Hoek B, vanErpecum KJ, Beuers U, van Buuren HR, denOuden JW, Verdonk RC, Koek GH, BrouwerJT, Guichelaar MM, Vrolijk JM, CoenraadMJ, Kraal G, Mulder CJ, van Nieuwkerk CM,Bloemena E, Verspaget HW, Kumar V, Zher-nakova A, Wijmenga C, Franke L, Bouma G;Dutch Autoimmune Hepatitis Study Group [van Milligen de Wit AW et al...]. HLA-DRB1*03:01 and HLA-DRB1*04:01 modifythe presentation and outcome in autoim-mune hepatitis type-1. Genes Immun. 2015Jun;16(4):247-52. Epub 2015 Jan 22.Walter D, Laleman W, Jansen JM, van Milli-gen de Wit AW, Weusten BL, van BoeckelPG, Hirdes MM, Vleggaar FP, Siersema PD.A fully covered self-expandable metal stentwith antimigration features for benignbiliary strictures: a prospective, multicentercohort study. Gastrointest Endosc. 2015May;81(5):1197-203. Epub 2015 Feb 7.

Gardenbroek TJ, Pinkney TD, Sahami S,Morton DG, Buskens CJ, Ponsioen CY, TanisPJ, Löwenberg M, van den Brink GR, Broe-ders IA, Pullens PH, Seerden T, Boom MJ,Mallant-Hent RC, Pierik RE, Vecht J, SosefMN, van Nunen AB, van Wagensveld BA,Stokkers PC, Gerhards MF, Jansen JM,Acherman Y, Depla AC, Mannaerts GH,West R, Iqbal T, Pathmakanthan S, HowardR, Magill L, Singh B, Htun Oo Y, NegpodievD, Dijkgraaf MG, D’Haens GR, BemelmanWA. The ACCURE-trial: the effect ofappendectomy on the clinical course ofulcerative colitis, a randomised internatio-nal multicenter trial (NTR2883) and theACCURE-UK trial: a randomised externalpilot trial. BMC Surg. 2015; 18: 15-30.

Ramphal W, Schreinemakers JM, SeerdenTC, Crolla RM, Rijken AM, Gobardhan PD.What is the Risk of Colorectal Cancer Afteran Episode of Acute Diverticulitis in Con-servatively Treated Patients? J ClinGastroenterol. 2015 Jun 24. [Epub ahead ofprint]

Van den Berg SA, Thelen MH, Salden LP, vanThiel SW, Boonen KJ. It takes acid, ratherthan ice, to freeze glucose. Sci Rep. 2015 Mar9;5:8875.

De Bree LC, van Rijen MM, Coertjens HP,van Wijngaarden P. MRSA as a rare cause ofvaginitis. Infection. 2015 Mar 13. [Epubahead of print]

Van Gammeren A, de Baar E, Schrauwen L,van Wijngaarden P. Compound heterozy-gous C282Y/Q283P and Q283P/H63Dmutations in haemochromatosis. Br J Hae-matol. 2015 Apr 8. [Epub ahead of print]

Keel-, Neus-, en Oorheelkunde

Timmer FC, Klop WM, Relyveld GN, CrijnsMB, Balm AJ, van den Brekel MW, LohuisPJ. Merkel cell carcinoma of the head andneck: emphasizing the risk of undertreat-ment. Eur Arch Otorhinolaryngol. 2015 Mar11. [Epub ahead of print]

Timmer FC, Roth JA, Börjesson PK,Lohuis PJ. The Lateral Crural UnderlaySpring Graft; Tip Rhinoplasty. Chapter 30 in: Rhinoplasty: The Experts’

Reference / Sclafani AP [ed.]. New York :Thieme, 2015. ISBN: 9781604068689.

Kindergeneeskunde

Cozijnsen M, Duif V, Kokke F, KindermannA, van Rheenen P, de Meij T, Schaart M,Damen G, Norbruis O, Pelleboer R, Van denNeucker A, van Wering H, Hummel T, Ouds-hoorn J, Escher J, de Ridder L; Dutch PIBDWorking Group Kids with Crohn and Coli-tis. Adalimumab therapy in children withCrohn disease previously treated withinfliximab. J Pediatr Gastroenterol Nutr.2015 Feb;60(2):205-10.

Dupont C, Hol J, Nieuwenhuis EE; Cow’sMilk Allergy Modified by Elimination andLactobacilli study group. [Vaessen-Verberne AA et al...] An extensivelyhydrolysed casein-based formula forinfants with cows’ milk protein allergy:tolerance/hypo-allergenicity and growthcatch-up. Br J Nutr. 2015 Apr 14;113(7):1102-12.Epub 2015 Mar 17.

Korterink JJ, Benninga MA, van Wering HM,Deckers-Kocken JM. Glucose hydrogenbreath test for small intestinal bacterialovergrowth in children with abdominalpain-related functional gastrointestinaldisorders. J Pediatr Gastroenterol Nutr.2015 Apr;60(4):498-502.

Voorend-van Bergen S, Vaessen-VerberneAA, Brackel HJ, Landstra AM, van den BergNJ, Hop WC, de Jongste JC, Merkus PJ, Pij-nenburg MW. Monitoring strategies inchildren with asthma: a randomised con-trolled trial. Thorax. 2015 Jun;70(6):543-50.Epub 2015 Mar 30.

Maas SM, Shaw AC, Bikker H, Lüdecke HJ,van der Tuin K, Badura-Stronka M, BelligniE, Biamino E, Bonati MT, Carvalho DR,Cobben J, de Man SA, Den Hollander NS, DiDonato N, Garavelli L, Grønborg S, HerkertJC, Hoogeboom AJ, Jamsheer A, Latos-Bie-lenska A, Maat-Kievit A, Magnani C,Marcelis C, Mathijssen IB, Nielsen M, OttenE, Ousager LB, Pilch J, Plomp A, Poke G,Poluha A, Posmyk R, Rieubland C, SilengoM, Simon M, Steichen E, Stumpel C, Szaks-zon K, Polonkai E, van den Ende J, van derSteen A, van Essen T, van Haeringen A, vanHagen JM, Verheij JB, Mannens MM, Hen-nekam RC. Phenotype and genotype in 103patients with tricho-rhino-phalangeal syn-drome. Eur J Med Genet. 2015May;58(5):279-92. Epub 2015 Mar 16.

Klinisch Chemisch Hematologisch Laboratorium

Van Gammeren A, de Baar E, Schrauwen L,van Wijngaarden P. Compound heterozy-gous C282Y/Q283P and Q283P/H63Dmutations in haemochromatosis. Br J Hae-matol. 2015 Apr 8. [Epub ahead of print]

Thelen MH, Vanstapel FJ, Kroupis C, Vuka-sovic I, Boursier G, Barrett E, Andreu FB,Brguljan PM, Brugnoni D, Lohmander M,Sprongl L, Vodnik T, Ghita I, VaubourdolleM, Huisman W; Working Group Accredita-tion ISO/CEN standards (WG-A/ISO) of theEFLM. Flexible scope for ISO 15189 accredi-tation: a guidance prepared by theEuropean Federation of Clinical Chemistryand Laboratory Medicine (EFLM) WorkingGroup Accreditation and ISO/CEN stan-dards (WG-A/ISO). Clin Chem Lab Med. 2015Jul 1;53(8):1173-80. Van den Berg SA, Thelen MH, Boonen KJ.Inventarisatie van de (pre)analytische aspec-ten van de glucosebepaling in Nederlandselaboratoria: tijd voor uniformiteit. NedTijdschr Klin Chem Labgeneeskd. 2015; 40:69-72.

Ambitie 35

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:29 Pagina 35

Page 29: Ambitie november 2015

Van den Berg SA, Thelen MH, Salden LP, vanThiel SW, Boonen KJ. It takes acid, ratherthan ice, to freeze glucose. Sci Rep. 2015 Mar9;5:8875. Van Gammeren AJ, Smolders M, Boersma RS,Harteveld CL. Uw diagnose? [Hoe verklaartu de morfologische afwijkingen in het bloeden hemofagocytose in het beenmerg?] NedTijdschr Hematol. 2015;12:158-9.

Klinische Geriatrie

Raats JW, van Hoof-de Lepper CC, FeitsmaMT, Meij JJ, Ho GH, Mulder PG, van der LaanL. Current factors of fragility and deliriumin vascular surgery. Ann Vasc Surg. 2015Jul;29(5):968-76. Epub 2015 Mar 11.

Laboratorium voor Microbiologie en Infectiepreventie

Donker T, Ciccolini M, Wallinga J, KluytmansJA, Grundmann H, Friedrich AW. Analysevan patiëntstromen : De basis voor regionalebestrijding van gevaarlijke infecties. [Analy-sis of patient flows: basis for regionalcontrol of antibiotic resistance]. NedTijdschr Geneeskd. 2015;159:A8468.

Postma DF, van Werkhoven CH, van EldenLJ, Thijsen SF, Hoepelman AI, Kluytmans JA,Boersma WG, Compaijen CJ, van der Wall E,Prins JM, Oosterheert JJ, Bonten MJ; CAP-START Study Group. Antibiotic treatmentstrategies for community-acquired pneumo-nia in adults. N Engl J Med. 2015 Apr2;372(14):1312-23.

Müller J, Voss A, Köck R, Sinha B, Rossen JW,Kaase M, Mielke M, Daniels-Haardt I, JurkeA, Hendrix R, Kluytmans JA, Kluytmans-vanden Bergh MF, Pulz M, Herrmann J, KernWV, Wendt C, Friedrich AW. Cross-bordercomparison of the Dutch and German gui-delines on multidrug-resistantGram-negative microorganisms. AntimicrobResist Infect Control. 2015 Feb 27;4:7. eCollec-tion 2015.Dorado-García A, Graveland H, Bos ME, Ver-stappen KM, Van Cleef BA, Kluytmans JA,Wagenaar JA, Heederik DJ. Effects of Redu-cing Antimicrobial Use and Applying aCleaning and Disinfection Program in VealCalf Farming: Experiences from an Inter-vention Study to ControlLivestock-Associated MRSA. PLoS One. 2015Aug 25;10(8):e0135826. eCollection 2015.

Van Cleef BA, van Benthem BH, Verkade EJ,van Rijen MM, Kluytmans-van den BerghMF, Graveland H, Bosch T, Verstappen KM,

Wagenaar JA, Bos ME, Heederik D, Kluyt-mans JA. Livestock-associated MRSA inhousehold members of pig farmers: trans-mission and dynamics of carriage, aprospective cohort study. PLoS One. 2015May 18;10(5):e0127190. eCollection 2015.

Overdevest IT, Bergmans AM, Verweij JJ,Vissers J, Bax N, Snelders E, Kluytmans JA.Prevalence of phylogroups and O25/ST131 insusceptible and extended-spectrum �-lacta-mase-producing Escherichia coli isolates, theNetherlands. Clin Microbiol Infect. 2015Jun;21(6):570.e1-4. Epub 2015 Mar 5.

Kluytmans-van den Bergh MF, Verhulst C,Willemsen LE, Verkade E, Bonten MJ, Kluyt-mans JA. Rectal Carriage ofExtended-Spectrum-Beta-Lactamase-Produ-cing Enterobacteriaceae in HospitalizedPatients: Selective Preenrichment IncreasesYield of Screening. J Clin Microbiol. 2015Aug;53(8):2709-12. Epub 2015 May 20.

Van der Slegt J, Kluytmans JA, de Groot HG,van der Laan L. Treatment of surgical siteinfections (SSI) IN patients with peripheralarterial disease: An observational study. Int JSurg. 2015 Feb;14:85-9. Epub 2015 Jan 19.

Longgeneeskunde

Asin J. Behandeling van obstructieve slaap-apneu. Bijblijven 2015;6:1-10.

Van Kerckhoven G, Kant KM. DedicatedNAVA enteral feeding tube placement com-plicated by a hydropneumothorax butproducing a correct EAdi signal. IntensiveCare Med. 2015 Jul 23. [Epub ahead of print]

Prins LC, van Son MJ, van Keimpema AR, vanRanst D, Pommer A, Meijer JW, Pop VJ. Psy-chopathology in difficult asthma. J Asthma.2015 Feb 19:1-6. [Epub ahead of print]

Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie

Verweij JP, Mensink G, Houppermans PN,van Merkesteyn JP. Angled OsteotomyDesign Aimed to Influence the LingualFracture Line in Bilateral Sagittal SplitOsteotomy: A Human Cadaveric Study. JOral Maxillofac Surg. 2015 Mar 19. pii: S0278-2391(15)00274-8. [Epub ahead of print]

Mensink G. Bilateral sagittal splitosteotomy by the splitter-separator techni-que : technical aspects safety andpredictability. Leiden : Universiteit Leiden,

Enschede : Gildeprint, 2015. ISBN:9789461088802.

Dubois L, Steenen SA, Gooris PJ, MouritsMP, Becking AG. Controversies in orbi-tal reconstruction—I : Defect-driven orbitalreconstruction: a systematic review. Int JOral Maxillofac Surg. 2015 Mar;44(3):308-15.Dubois L, Steenen SA, Gooris PJ, MouritsMP, Becking AG. Controversies in orbitalreconstruction—II : Timing of post-trau-matic orbital reconstruction: a systematicreview. Int J Oral Maxillofac Surg. 2015Apr;44(4):433-40.

Dubois L, Steenen SA, Gooris PJ, Bos RR,Becking AG. Controversies in orbital recon-struction-III. Biomaterials for orbitalreconstruction: a review with clinicalrecommendations. Int J Oral MaxillofacSurg. 2015 Aug 3. pii: S0901-5027(15)00258-1.[Epub ahead of print]

Van Gemert J, Holtslag I, van der Bilt A,Merkx M, Koole R, Van Cann E. Health-rela-ted quality of life after segmental resectionof the lateral mandible: Free fibula flapversus plate reconstruction. Craniomaxil-lofac Surg. 2015 Jun;43(5):658-62. Epub 2015Apr 2.

Verweij JP, Mensink G, Houppermans PN,Frank MD, van Merkesteyn JP. Investiga-tion of the influence of mallet and chiseltechniques on the lingual fracture line andcomparison with the use of splitter andseparators during sagittal split osteotomyin cadaveric pig mandibles. J Craniomaxil-lofac Surg. 2015 Apr;43(3):336-41. Epub 2015Jan 14.

Jansen J, Schreurs R, Dubois L, Maal TJ,Gooris PJ, Becking AG. Orbital volume ana-lysis: validation of a semi-automaticsoftware segmentation method. Int J Com-put Assist Radiol Surg. 2015 Jul 16. [Epubahead of print]

Neurologie

Klemann CJ, Martens GJ, Poelmans G, Vis-ser JE. Validity of the MPTP-TreatedValidity of the MPTP-treated mouse as amodel for Parkinson’s disease. Mol Neuro-biol. 2015 Feb 13. [Epub ahead of print]

Oogheelkunde

Klijn S, Reus NJ, Sicam VA. Evaluation ofkeratometry with a novel Color-LED cor-neal topographer. J Refract Surg. 2015

Ambitie36

PUBLICATIES

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:29 Pagina 36

Page 30: Ambitie november 2015

Apr;31(4):249-56.Naarden MT, Schuitemaker A, BraakmanHM, van Doormaal TP, Porro GL, Straver JS.Idiopathische intracraniele hypertensie bijobesitas. [Idiopathic intracranial hyperten-sion and obesity]. Ned Tijdschr Geneeskd.2015;159:A7980

abuz G, Reus NJ, van den Berg TJ. Ocularstraylight in the normal pseudophakic eye.J Cataract Refract Surg. 2015 Jul;41(7):1406-15.

Orthopedie

Heijink A, Vanhees M, van den Ende K, vanden Bekerom MP, van Riet RP, Van Dijk CN,Eygendaal D. Biomechanical considerationsin the pathogenesis of osteoarthritis of theelbow. Knee Surg Sports TraumatolArthrosc. 2015 Feb 13. [Epub ahead of print]

Wagener ML, Dezillie M, Hoendervangers Y,Eygendaal D. Clinical results of the re-fixa-tion of a Chevron olecranon osteotomyusing an intramedullary cancellous screwand suture tension band. StrategiesTrauma Limb Reconstr. 2015 Apr;10(1):1-4.Epub 2015 Feb 20.

Heijink A, Wagener ML, de Vos MJ, Eygen-daal D. Distal humerus prosthetichemiarthroplasty: midterm results. Strate-gies Trauma Limb Reconstr. 2015 Aug 27.[Epub ahead of print]

Iordens GI, Van Lieshout EM, Schep NW,De Haan J, Tuinebreijer WE, Eygendaal D,Van Beeck E, Patka P, Verhofstad MH, DenHartog D; FuncSiE Trial Investigators.Early mobilisation versus plaster immobili-sation of simple elbow dislocations: resultsof the FuncSiE multicentre randomisedclinical trial. Br J Sports Med. 2015 Jul 14.pii: bjsports-2015-094704. doi:10.1136/bjsports-2015-094704. [Epub ahead ofprint]

Valkering KP, Breugem SJ, van den Beke-rom MP, Tuinebreijer WE, van Geenen RC.Effect of rotational alignment on outcomeof total knee arthroplasty. Acta Orthop.2015 Aug;86(4):432-9. Epub 2015 Feb 24.

Somford MP, Wiegerinck JI, HoornenborgD, van den Bekerom MP, Eygendaal D. Epo-nyms in elbow fracture surgery. J ShoulderElbow Surg. 2015 Mar;24(3):369-75. Epub 2015Jan 13.

Claessen FM, Louwerens JK, DoornbergJN, van Dijk CN, van den Bekerom MP,Eygendaal D. Hegemann’s disease andfishtail deformity: aetiopathogenesis, radi-ographic appearance and clinical outcome.J Child Orthop. 2015 Feb;9(1):1-8. Epub 2015Jan 11.

Wagener ML, de Vos MJ, Hannink G, vander Pluijm M, Verdonschot N, Eygendaal D.Mid-term clinical results of a modern con-vertible total elbow arthroplasty. BoneJoint J. 2015 May;97-B(5):681-8.

Claessen FM, van den Ende KI, DoornbergJN, Guitton TG, Eygendaal D, van den Beke-rom MP; Shoulder and Elbow Platform &Science of Variation Group. Osteochondri-tis dissecans of the humeral capitellum:reliability of four classification systemsusing radiographs and computed tomogra-phy. J Shoulder Elbow Surg. 2015 May 5. pii:S1058-2746(15)00170-6. [Epub ahead of print]

Claessen FM, Louwerens JK, DoornbergJN, van Dijk CN, Eygendaal D, van denBekerom MP. Panner’s disease: literaturereview and treatment recommendations. JChild Orthop. 2015 Feb;9(1):9-17. Epub 2015Feb 7.

Somford MP, van Deurzen DF, OstendorfM, Eygendaal D, van den Bekerom MP. Qua-lity of research and quality of reporting inelbow surgery trials.J Shoulder Elbow Surg. 2015 May 7. pii:S1058-2746(15)00172-X. [Epub ahead of print]

Kodde IF, van den Bekerom MP, EygendaalD. Reconstruction of distal biceps tendonruptures with a cortical button. Knee SurgSports Traumatol Arthrosc. 2015Mar;23(3):919-25.

Veltman ES, Doornberg JN, Eygendaal D,van den Bekerom MP. Static progressiveversus dynamic splinting for posttrauma-tic elbow stiffness: a systematic review of232 patients. Arch Orthop Trauma Surg.2015 May;135(5):613-7. Epub 2015 Mar 13.

Kodde IF, Kaas L, van Es N, Mulder PG, vanDijk CN, Eygendaal D. The effect of traumaand patient related factors on radial headfractures and associated injuries in 440patients. BMC Musculoskelet Disord. 2015Jun 5;16:135.

Goossens P, Keijsers E, van Geenen RJ, ZijtaA, van den Broek M, Verhagen AP, Schol-ten-Peeters GG. Validity of the Thessaly

test in evaluating meniscal tears comparedwith arthroscopy: a diagnostic accuracystudy. J Orthop Sports Phys Ther. 2015Jan;45(1):18-24, B1.

Pathologisch Anatomisch Laboratorium

Kluin PM, Langerak AW, Beverdam-Vin-cent J, Geurts-Giele WR, Visser L, RutgersB, Schuuring E, Van Baarlen J, Lam KH,Seldenrijk K, Kibbelaar RE, de Wit P, Diep-stra A, Rosati S, van Noesel MM, ZwaanCM, Hunting JC, Hoogendoorn M, van derGaag EJ, van Esser JW, de Bont E, Kluin-Nelemans HC, Winter RH, Lo Ten Foe JR,van der Zanden AG. Paediatric nodal mar-ginal zone B cell lymphadenopathy of theneck: a Haemophilus influenzae drivenimmune disorder? J Pathol. 2015Jul;236(3):302-14. Epub 2015 Apr 8.

Kenniskern Amphia Academie

Raats JW, van Hoof-de Lepper CC, FeitsmaMT, Meij JJ, Ho GH, Mulder PG, van derLaan L. Current factors of fragility anddelirium in vascular surgery. Ann VascSurg. 2015 Jul;29(5):968-76. Epub 2015 Mar 11.

Beek MA, Te Slaa A, van der Laan L, MulderPG, Rutten HJ, Voogd AC, Luiten EJ,Gobardhan PD. Reliability of the inversewater volumetry method to measure thevolume of the upper limb. Lymphat ResBiol. 2015 Jun;13(2):126-30.

Kenniskern Zorginnovatie

Raats JW, van Hoof-de Lepper CC, FeitsmaMT, Meij JJ, Ho GH, Mulder PG, van derLaan L.

Kenniskern Kwaliteit en Veiligheid

Slappendel R. Nutteloze cijfers over sterftein een ziekenhuis. Het Financieele Dagblad2015 aug;14.

Ambitie 37

AMPHI_Opmaak 1 28-10-15 12:29 Pagina 37