Fame magazine nr 8

64
Transformatie van verzorgingshuizen naar Wonen met een Plus!

description

Transformatie van verzorgingshuizen Wat is Wonen met een Plus!? Nieuw concept voor een traditioneel verzorgingshuis Van winkelcentrum naar wijkservicegebied Zorgorganisatie De Stouwe in Transitie De woonwensen van mevrouw Dorsman Wat is een wijkgerichte aanpak? Corporatie Staedion transformeert serviceflat Gemeente Maassluis kiest voor wijkgerichte oplossing

Transcript of Fame magazine nr 8

Page 1: Fame magazine nr 8

Transformatie van verzorgingshuizen naar

Wonen met een Plus!

Page 2: Fame magazine nr 8
Page 3: Fame magazine nr 8
Page 4: Fame magazine nr 8

2

Inhoud

3Colofon & voorwoord

4De visie van FAME

9Wat is Wonen met Plus!

10Mevrouw Dorsman

12Interview met Peter Visch, De Stouwe

16Reestoord, Meppel

20Dekkerhaghe, Den Haag

28Joop Spook

30Wijkgerichte samenwerking

32Woonconcept, Meppel

38Winkelcentrum Koedijkslanden

46Mevrouw van Leijenhorst

48FAME Planontwikkeling

52Gemeente Maassluis

58FAME 30 jaar

© 2014, FAME Groep b.v. Uitgegeven in eigen beheer

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,

opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Jubileumnummer FAME 30 jaar

Page 5: Fame magazine nr 8

3

Het was deze zomer feest bij FAME. We vieren ons 30-jarig jubileum met als hoogtepunt op 13 september een heel gezellige dag met onze medewerkers, partners en kinderen. Nog net voor het ter perse gaan van dit Magazine hebben we de foto’s van deze bijzondere dag een mooie plek kunnen geven. Vanaf deze plaats bedank ik iedereen nogmaals voor de enthousiaste bijdrage!

Dit Magazine is verder geheel gewijd aan een zeer actueel onderwerp: de transformatie van traditionele verzorgingshuizen. Veranderende klantwensen en ingrijpende aanpassingen in het financieringssysteem van de zorg vragen om nieuwe oplossingen voor een groeiende vraag. Onder het motto ‘van verblijf naar wonen’ ontwikkelt FAME Planontwikkeling samen met zorgorganisaties, gemeenten en woningcorporaties nieuwe woonconcepten voor kwetsbare mensen.

Uit de diversiteit aan artikelen en invalshoeken in dit Magazine blijkt dat het bij dit onderwerp gaat om een complex maatschappelijk vraagstuk dat teruggebracht dient te worden naar concrete en haalbare oplossingsrichtingen. Bij FAME begint dat bij de wensen van mensen. Wie zíjn die kwetsbare mensen en wat hebben ze nodig? Er zijn overeenkomsten, maar het is vooral ook belangrijk ruimte te geven aan het unieke leven dat ze altijd al hebben geleid! In dit Magazine stellen we mevrouw Dorsman, de heer Stoop en mevrouw Van Leijenhorst aan u voor, met mooie en soms ontroerende verhalen. Verder belichten we aan de hand van concrete projecten de nieuwe rollen en verantwoordelijkheden van zorgorganisaties, woningcorporaties en gemeenten en de plek die FAME Planontwikkeling daarin heeft om te komen van oude systemen naar nieuwe verbindingen.

Tot slot krijgt het nieuwe ‘Wonen met een Plus’ vorm in bestaande verzorgingshuizen, nieuwe woongebouwen en wijkontwikkelingen die in verbinding staan met een netwerkorganisatie voor ontmoeten, welzijn, zorg en dienstverlening. Hiermee kunnen kwetsbare mensen zo veel mogelijk het leven blijven leiden dat ze altijd hebben gehad. Ik wens u veel leesplezier!

Henk Vonk, Directeur FAME Groep

eindredactieHenk Vonk

tekstredactieSam van Middendorp

fotografieMaarten Corbijn

Oene Sierksma

coördinatie & verspreidingHeleen ten Kley

Janet Mulder

grafisch ontwerp & illustratiesOene Sierksma

drukDrukkerij Tesink, Zutphen

Het FAME Magazine is een uitgave van de FAME Groep

038 425 81 [email protected]

colofon & voorwoord

Page 6: Fame magazine nr 8

4

We staan voor een nieuwe maatschappelijke opgave als het gaat om huisvesting van ouderen. Het traditionele verzorgingshuis verdwijnt

snel door veranderende wensen van ouderen en de verandering in zorgfinanciering. Ouderen zijn meer dan voorheen op zoek naar een prettige en veilige woonomgeving waarin ze zo zelfstandig

mogelijk hun eigen leven kunnen leiden en deel uit kunnen blijven maken van een sociaal netwerk. Deze ouderen verleid je niet alleen met een woningplattegrond en een standaard aanbod van zorg en

diensten. Maar waarmee dan wel? FAME zoekt met opdrachtgevers naar het antwoord door verder te kijken dan de klant van gisteren en verschillende sociale verbindingen tot stand te brengen dicht om de

ouderen heen, bij voorkeur samen met ouderen en hun eigen netwerk. Huisvesting van ouderen begint volgens de visie van FAME dus nooit

bij het gebouw.

door Aldi van Lierop

De visie van Fame

Een interview met Anneke Nijhoff, ontwikkelaar wonen en services

Huisvesting van ouderen

begint nooit bij het

gebouw

Page 7: Fame magazine nr 8

5

De visie van Fame

Page 8: Fame magazine nr 8

6

De visie van Fame

Ik herinner me een man die in het najaar iedere dag appels ging plukken. Deze mensen hadden niet veel zorg nodig. Dus we maakten de kamers schoon, regelden eten en drinken, gingen met de mensen op vakantie, met ze winkelen, verzorgden de post, administratie en volop sociale activiteiten. Maar alles heette ‘zorg’ en werd intramuraal gefinancierd. Eerst vanuit de wet op de bejaardenoorden en sinds begin jaren ‘80 vanuit de AWBZ. Toen wist ik al dat het niet altijd zo door kon gaan. Mensen werden steeds ouder. De vergrijzing was nog niet begonnen, maar de kosten stegen al enorm. Er werd eindeloos gebouwd. Ieder dorp had zijn eigen verzorgingshuis en daar gingen ouderen standaard naartoe als het thuis ‘niet meer ging’. Toen kwam er een indicatiecommissie. Er moest inmiddels wat meer aan de hand zijn voordat iemand naar het verzorgingshuis mocht. Maar toch, er was geen besef van en discussie over wat zorg nu eigenlijk is. Dus bleef men naast zorg allerlei ondersteunende diensten bieden, allemaal betaald vanuit de AWBZ.”

Geen zorg maar diensten“Als je bekijkt wat er nu gebeurt, ook in

de beeldvorming, dan spreken veel mensen schande over de bezuinigingen in de zorg. En ik deel deze kritiek deels ook, maar maak daarbij wel een onderscheid. Waar hebben we het precies over? Wat is zorg en wat zijn diensten? Ik heb in mijn werkzame periode van 25 jaar in de zorg ook meegemaakt dat steeds meer kwetsbare mensen in verzorgingshuizen kwamen wonen. Als zij niet de pech hadden

gehad om zo kwetsbaar te worden, dan waren ze gewoon thuis blijven wonen. Met alle kosten die daarbij horen, zoals woonlasten, eten, drinken, schoonmaak enzovoorts. Dat alles noemen we nu al veertig jaar zorg omdat het intramuraal werd gefinancierd. Maar eigenlijk is het een vorm van dienstverlening in plaats van zorg. Natuurlijk hebben mensen die kwetsbaar zijn ondersteuning nodig, maar de vraag is of dit uit zorggelden moet worden vergoed. De beleving die we hier vanuit de historie bij hebben, maakt de transitie van verzorgingshuizen nu behoorlijk ingewikkeld. Er is ooit berekend dat als iedere inwoner van Nederland 20% van zijn of haar inkomen wil inleggen ten behoeve van de AWBZ, we het huidige voorzieningenniveau van verpleeg- en verzorgingshuizen in stand kunnen houden. Ik denk dat, als we hier maatschappijbreed de discussie over aangaan, zowel die 20% als het huidige voorzieningenniveau van verpleeg- en verzorgingshuizen nog wel wat weerstand oproepen. Daarom pleit ik ervoor om de huidige transitie van verzorgingshuizen in een bredere context te plaatsen dan alleen de verontwaardiging over de dreigende sluiting van een aantal van deze huizen. Om te onderzoeken hoe ze, soms alleen opnieuw georganiseerd, weer een belangrijke functie kunnen hebben als huisvesting voor kwetsbare mensen. Niet meer naar binnen gericht maar ook als steunstructuur in buurt, wijk of dorp.”

De wensen van mensen“We beginnen altijd bij de wensen van mensen

die, nu en straks, in een gebouw willen gaan wonen. Zij weten heel goed wat belangrijk voor hen is.” Anneke Nijhoff is binnen FAME verantwoordelijk voor het ontwikkelen van toekomstbestendige woonconcepten die een alternatief zijn voor het huidige, traditionele zorgvastgoed. “Hoe verschillend mensen ook zijn in hun gewoontes, persoonlijkheid, culturele achtergrond en gezondheid, er loopt altijd een rode draad door hun woonwensen. Die woonwensen van gebruikers zijn de basis voor onze woonconcepten. Daarnaast bekijken we die woonwensen ook vanuit de organisatie, zoals een woningbouwcorporatie en zorginstelling. Wat betekenen die klantwensen voor hun strategische keuzes? Mensen moeten zelf gaan betalen. Daarmee wordt de patiënt van vroeger een kritische consument. Past je aanbod niet, dan verlies je klanten. Tot slot staan we, als maatschappelijke organisaties, samen voor een nieuwe opgave om het toenemend aantal ouderen met beduidend minder overheidsfinanciering op de lange termijn zo goed mogelijk te ondersteunen. Geschikte huisvesting is belangrijk, maar er is meer nodig om een goed leven te hebben. We hebben nu eindelijk de kans huisvesting te creëren vanuit de wensen en behoeften van mensen, in samenhang met verschillende sociale netwerken. En dat is niet het verzorgingshuis zoals we dat ooit hebben bedacht, al kan het gebouw zeker nog wel bruikbaar zijn!”

Waar komen we vandaan?Eind jaren ‘60, begin jaren ‘70 schoten ze

als paddenstoelen uit de grond: uniforme verzorgingshuizen met kleine zit-/slaapkamertjes, lange gangen en een grote recreatiezaal die vaak ook dienstdeed als kerk. Deze instituten werden gebouwd en opgericht om een ander maatschappelijk probleem op te lossen. Er was een tekort aan woningen en veel ouderen woonden alleen in een eengezinswoning. Daarnaast woonden, in grote steden, ook behoorlijk wat ouderen in slecht onderhouden of niet geschikte particuliere pensions. Met de bouw van verzorgingshuizen losten we deze maatschappelijke problemen voor een deel op. “Dus oorspronkelijk zijn verzorgingshuizen niet gebouwd vanuit de woonbehoefte of wensen van ouderen zelf. In de jaren ‘70 was iedereen van 65 jaar en ouder van harte welkom, zeker als hiermee een eengezinswoning vrijkwam. Het had toen weinig met zorg en ondersteuning te maken en nog helemaal niets met het behouden van je eigen zelfstandigheid en eigen manier van leven.”

Alles heette zorg“Toen ik in die tijd als bejaardenverzorgster

begon in huize Avondlicht in mijn dorp, woonden er bijna alleen maar fitte mensen.

‘Verzorgingshuizen zijn nooit gebouwd vanuit de behoeftes van

ouderen.’

Page 9: Fame magazine nr 8

7

De visie van Fame

Kunnen we de omslag maken? Wie in een verzorgingshuis kwam wonen,

leverde bij de voordeur zijn autonomie en ook zijn eigen netwerk van ondersteuning door familie en verwanten in. “Wij waren als verzorgenden sterk bepalend. We hadden een loper en konden overal naar binnen. We zorgden met liefde en plezier maar toch, ons werkschema bepaalde de dagindeling van de bewoners. En dat is voor een belangrijk deel nog steeds zo. Wat we de afgelopen jaren steeds hebben gedaan, is het instituut mensvriendelijker maken. Maar het verzorgingshuis blijft een instituut met vaste systemen. Een instituut gaat altijd uit van een homogene groep. In een verzorgingshuis zetten we mensen op aandoening en leeftijd bij elkaar. Ze krijgen allemaal hetzelfde aangeboden. De manier waarop het gebouw en de zorgverenlening nu in elkaar zitten, maakt mensen afhankelijk van het personeel. Door de grote badkamer waar wel een douche-brancard in past, maar die te weinig houvast biedt om alleen te kunnen douchen. Of geen toilet in de buurt waardoor je een postoel en pospoelers nodig hebt. Deze gecreëerde afhankelijkheid is absoluut niet wat mensen die er noodgedwongen gebruik van maken ook echt willen. Alleen zijn we ons daar nog amper van bewust omdat het al zo lang op deze manier gaat. Hier hebben we dus nog een omslag te maken en die is veel meer omvattend dan alleen andere huisvesting.”

Woonwensen van mensen als uitgangspunt“De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan

naar woonwensen van ouderen: behoud van eigen leefwijze en eigen regie, veiligheid, deel uitmaken van een sociale omgeving, diensten en zorg lopen daar als een rode draad doorheen. Op deze kernwaarden baseren we als FAME onze woonconcepten. Mensen kunnen bijvoorbeeld langer zelfstandig douchen als de kraan en de douchekop niet op dezelfde muur hangen, zodat mensen ook kunnen zitten terwijl ze douchen, en bij de kraan kunnen. Zo iets simpels kan jaren zorg schelen. Deuren zijn breed genoeg en gaan met een druk op de knop open, zonder dat je met je rolstoel eerst heel snel achteruit moet om niet in de knel te komen zitten. De brievenbus hangt op rolstoelhoogte waardoor je ‘s morgens om 07.00 uur lekker zelf de krant kunt gaan halen zonder afhankelijk te zijn. Een veilige woonomgeving is meer dan goed hang- en sluitwerk. Veiligheid is ook je buurvrouw kennen en makkelijk naar buiten kunnen. Mensen willen elkaar ook spontaan ontmoeten, niet alleen georganiseerd. Op verschillende gezellige en uitnodigende plekken in de directe woonomgeving. Naast een eigen sociale netwerk is dit ook een belangrijke voorwaarde om actief te blijven en iets voor een ander te kunnen betekenen. Maak dus gebruik van die lichte plek in de gang en zet er een paar schildersezels neer. Zet een leestafel

‘We moeten de huidige transitie in een bredere context

plaatsen, dan alleen de verontwaardiging over

dreigende sluiting.’

Page 10: Fame magazine nr 8

8

De visie van Fame

in de buurt van de brievenbussen. Dat brengt mensen samen. Verder willen mensen kunnen beschikken over diensten, zoals schoonmaak en boodschappen. Tot slot willen ze terug kunnen vallen op 24-uurs zorg. Vergeet daarbij vooral niet eerst na te gaan wat mensen zelf nog kunnen en willen. Anders blijven we het regelen vóór mensen in plaats van mét mensen. In de verzorgingshuizen regelden we alles voor ouderen, ook dingen die men nog prima zelf kon. Nu gaat het meer om faciliteren. Hoe creëren we, bij voorkeur samen, de optimale omstandigheden. Waardoor men juist de eigen zelfstandigheid en eigen manier van leven kan behouden. Dit geldt ook voor de ondersteuning; die hoeft lang niet altijd perse door professionals te worden geboden. Mensen kunnen en willen graag iets voor elkaar betekenen. Ik vind dat we op dit punt als professionals echt nog bij te leren hebben.”

“Al deze wensen vertalen we behalve naar een gebouw ook naar de omgeving en samenleving waar dat gebouw onderdeel van uitmaakt. Naar verschillende samenwerkingsvormen. Alleen door de wensen van mensen als uitgangspunt te nemen, maak of verbouw je vastgoed dat goed verhuurd of verkocht wordt. De Vloot in Maassluis en Dekkershaghe in Den Haag zijn daar mooie voorbeelden van. Bewoners betalen gewoon huur en servicekosten, kunnen daarnaast kiezen voor aanvullende diensten die ze apart afrekenen en krijgen waar nodig zorg en ondersteuning. En, dat is misschien wel de kern van het succes, volop de mogelijkheid om sociaal actief te blijven.”

Gezamenlijke maatschappelijke opgaveDoor alle veranderingen in wet- en

regelgeving en door de afbouw van verzorgingshuizen moeten mensen nu noodgedwongen langer zelfstandig blijven wonen. Dat wil nog niet zeggen dat deze mensen allemaal in hun eigen woning kunnen blijven. Ook al is de verhuisbereidheid onder ouderen laag, wanneer de woning niet langer geschikt is of de sociale binding in de buurt wegvalt, kiezen ze er toch vaak voor om te verhuizen. Kijken we naar het bestaande vastgoed, dan zijn er niet genoeg geschikte woningen voor deze groeiende groep. Hoe lossen we dat op?

“Voor mij staat het als een paal boven water dat woningbouwcorporaties, gemeentes en zorg- of welzijnsinstellingen dit vraagstuk niet alleen kunnen oplossen. Want alleen een toegankelijke woning of een thuiszorgpakket is niet voldoende. We kunnen niet langer in segmenten denken. Als we echt voor elkaar willen krijgen wat er straks nodig is, dan moeten we domeinoverstijgend samenwerken. Vanuit FAME hebben we dat totale proces al meerdere malen kunnen faciliteren. We brengen alle benodigde specifieke kennis en ervaring samen en kijken per ontwikkeling met gezonde afstand mee naar deze vraagstukken. Ik merk steeds weer dat daar onze meerwaarde zit voor klanten. In mijn werkzame periode in de zorgverlening heb ik vanuit verschillende functies ook aardig wat transities meegemaakt. Maar omdat je zo druk bent met de zorg voor de huidige bewoners is het heel moeilijk om afstand te nemen en bijvoorbeeld je

‘Woonwensen van ouderen: behoud eigen leefwijze en regie, veiligheid,

ontmoeten, diensten en zorg.’

blik ook op de toekomstige oudere en de bijbehorende wensen te richten. Wij vonden toen de overstap van zespersoonskamers naar vierpersoonskamers en weer later naar één- en tweepersoonskamers al een hele vooruitgang. Alleen bracht het de bewoners geen stap dichterbij eigen regie over hun leven. We verbeterden alleen het instituut. De uitdaging waar we nu samen voor staan, vraagt om een heel andere insteek. Het is niet meer alleen een vraagstuk van zorgorganisaties, het gaat ons nu allemaal aan. Dat vind ik echt een mooie en zinvolle ontwikkeling.”

Page 11: Fame magazine nr 8

9

Wonen met een Plus!

De nieuwe generatie ouderen kijkt kritisch naar de huidige ouderenhuisvesting. Ze willen wonen op een manier die bij hen past en niet op leeftijd of op aandoening worden geselecteerd. Daarnaast kiest de overheid voor een andere koers, ingezet door de onbetaalbaarheid van de verzorgingsstaat. Voorzieningen die met overheidsgelden worden gefinancierd houden op te bestaan.

Ouderen blijven het liefst zelfstandig wonen, tenzij het echt niet anders kan. Eigen regie en eigen verantwoordelijkheid, ook financieel, zijn inmiddels al ingeburgerd. Maar wat dit in het dagelijks leven van ouderen en mensen met gezondheidsproblemen betekent, is nog niet in volle omvang duidelijk.

Meer samenwerking nodigHet is hard nodig dat maatschappelijke

organisaties beter en anders samenwerken, met de gemeente als regievoerder. We gaan van landelijk beleid naar lokale participatie met nieuwe woonconcepten en nieuwe arrangementen voor wonen en zorg. En de levensverwachting blijft stijgen, net als het aantal mensen met een chronische ziekte. Door de vergrijzing telt Nederland in 2030 circa 7 miljoen mensen met een chronische ziekte. Dat is ongeveer 40% van de bevolking; nu is dat nog 32%. De stijging van het aantal ouderen en chronisch zieken betekent niet dat steeds meer mensen buiten de maatschappij komen te staan. Mede dankzij de gezondheidszorg zijn ouderen steeds fitter en hebben minder last van aandoeningen.

Geschikte woning niet genoegDat neemt niet weg dat ouderdom nog steeds

met gebreken komt, en met eenzaamheid. Vooral onder ouderen wordt eenzaamheid gezien als een van de grootste problemen voor onze volksgezondheid. Zijn er wel voldoende geschikte woningen voor ouderen in een omgeving waar ze goed en plezierig kunnen wonen? Ook als ze gezondheidsproblemen krijgen? De eigen woning is lang niet altijd geschikt of geschikt te maken. Veranderingen in de zorgfinanciering en de wet- en regelgeving dwingen mensen wel om zelfstandig te blijven wonen. Daarom is er meer nodig dan geschikte woningen en zorg aan huis.

Wonen met een PlusWe moeten naar een Plus op het wonen,

waar men op kan rekenen wanneer dat nodig is. Bijvoorbeeld als het schoonhouden te zwaar wordt, als contacten leggen en onderhouden moeilijk wordt, sociaal actief blijven in de eigen omgeving niet meer lukt. Of als men dagelijkse verzorging of zwaardere zorg nodig heeft, of alles tegelijk. Het woonconcept Wonen met een Plus brengt al die verschillende elementen in samenhang en gecoördineerd bij elkaar, vaak binnen een wooncomplex. De uitwerking verschilt per situatie en hangt af van de omgeving en de voorzieningen. Om Wonen met een Plus tot een succes te maken is er een duidelijke kartrekker nodig. Dat kan een zorgorganisatie zijn die een traditioneel verzorgingshuis transformeert. Of een woningcorporatie die een seniorencomplex een andere betekenis geeft, bijvoorbeeld omdat

de ouderen die er al wonen niet meer kunnen verhuizen naar een verzorgingshuis.

NetwerkorganisatieVoor Wonen met een Plus zijn meerdere

partijen nodig en vergeet daarbij vooral de ouderen zelf niet! Er zijn al voorbeelden van voormalige verzorgingshuizen waar ouderen toch echt graag de receptie wilden behouden. Die bemensen ze nu zelf. Wonen met een Plus is niet alleen bedoeld voor een wooncomplex, al is het wonen wel vaak de kern. We moeten er naar streven dat ook mensen uit de buurt, wijk of het dorp gebruik kunnen maken van de diensten en voorzieningen. De kracht van Wonen met een Plus zit in de samenhang en coördinatie, vanuit één punt georganiseerd en in de samenwerking; tussen professionele organisaties, tussen formele en informele zorg en andere vormen van burgerschap. Wonen met een Plus is dus een netwerkorganisatie waarin lokale krachten het mogelijk maken dat mensen die een Plus nodig hebben hierop kunnen rekenen.

Wat is Wonen met een Plus!

Visiedocument Wonen met een Plus!

Page 12: Fame magazine nr 8

10

Mevrouw Dorsman is 88 jaar en heeft twee jaar geleden na wikken en wegen de beslissing genomen te verhuizen. ‘Nou hoor ‘es, dat doe je niet zomaar, ik heb daar 45 jaar met heel veel plezier gewoond, dus het is een hele stap.’ De overwegingen om toch te verhuizen zijn zowel praktisch als emotioneel van aard. ‘Het huis met een grote tuin werd gewoon te groot voor mij. Ik hou van netjes, dus het is een hele klus om het allemaal schoon te houden en je hebt al die ruimte niet eens nodig. Ik houd wel erg van werken in de tuin, maar ik moest bij het grasmaaien om de vijf minuten even zitten. Achteraf had dat te maken met mijn hart, maar dat wist ik toen nog niet. Soms dacht ik, ik hoor hier niet te wonen. In dit huis moet een gezin wonen, met kinderen die hier prachtig kunnen spelen. Ik heb het altijd heel gezellig gehad met mijn buren, maar van mijn generatie zijn ze allemaal weg uit de straat. De jonge mensen werken overdag en zijn druk met hun eigen dingen, dus je woont wel een beetje alleen. Mijn twee zoons hebben me het laatste zetje gegeven. Ze wonen allebei ver weg. Eén in Zoetermeer en één in Nieuw Zeeland. Als er iets is, zijn ze niet zo bij me en ze hadden liever dat ik ergens zou wonen waar het wat beschutter is.’

Met haar respectabele leeftijd straalt mevrouw Dorsman veel levenslust uit. ‘Ik heb er altijd al veel zin in gehad, in het leven. Ik ben geboren in een ondernemersgezin in Woubrugge. Mijn ouders hadden een meubel- en stoffenzaak. Een leuk gezin hoor, maar ik wilde graag weg.

Het was mij te bekrompen. Aan het eind van de oorlog waren er bij ons thuis mensen uit Den Haag om op krachten te komen. Die man werkte bij het Ministerie van Economische Zaken en kon voor mij wel een baantje regelen daar. Dat leek mij natuurlijk wel wat. Ik was negentien. Ik deelde een appartementje met een ander meisje in Den Haag. Heerlijk! Ik ging iedere maandagavond naar het Kuhrhaus, naar violisten Theo Olof en Herman Krebbers. Prachtig was dat. Nadat ik met mijn man trouwde in 1950 en kinderen kreeg was ik druk met ons gezin. We zijn een paar keer verhuisd voordat we in Epse terechtkwamen. In 1986 is mijn man overleden. Sinds die tijd woon ik weer alleen. Tot op de dag van vandaag ben ik nog aan het studeren. Kunstgeschiedenis en Engels. Ik ga graag naar het theater. Enig!’

De overstap naar de nieuwe woning bevalt heel goed. ‘Mijn zoon in Zoetermeer heeft wel eens gesuggereerd dat ik daar in de buurt zou kunnen wonen, maar dat wilde ik niet. Ik ben hier toch geworteld. Het bevalt me hier. Het buitenleven, het dorp, de mensen die je kent. En ik ben blij dat ik twee jaar geleden de stap naar dit appartement heb gezet. Mijn gezondheid gaat toch achteruit. Ik krijg binnenkort een nieuwe hartklep, ik heb suikerziekte. Je wordt toch wat angstiger dat er wat kan gebeuren. Wat ik prettig vind is dat ik hier gewoon in mijn eigen huis woon, maar dat ik van allerlei gemakken gebruik kan maken als ik dat wil. De persoonsalarmering, de buren om mij heen en het gebouw geven mij een veilig gevoel.

Iedereen houdt elkaar een beetje in de gaten, dat is fijn. Er komt regelmatig iemand op bezoek, maar we kunnen elkaar ook ontmoeten in de gemeenschappelijke ruimte. Daar eten we ook een paar keer per week met elkaar. Dat vind ik gezellig. Er komen trouwens ook mensen eten die hier niet wonen. Verder is hier twee keer per week dagopvang voor mensen uit het dorp en is er een beheerder die klusjes doet en toezicht houdt.

Over het appartement heeft mevrouw Dorsman een uitgesproken visie. ‘Hoor ‘es, een architect moet weten wat een echte huisvrouw nodig heeft. Je hebt een plek nodig om je was te drogen. Dat doe ik het liefst in de badkamer, omdat het niet erg is als het daar vochtig is. Maar dan moet er geen toilet in de badkamer. Dat is niet fijn. Het liefst heb ik ook een raampje in de badkamer. Verder is het belangrijk dat er veel daglicht is. Een logeerkamertje die je ook kunt gebruiken om dingen op te bergen en een aparte keuken. Want een keuken in de woonkamer is niet fijn. Alles ruikt dan naar eten.

Op het toilet in de badkamer na bevalt het appartement heel goed. Volgende week wordt mevrouw Dorsman geopereerd aan haar hart. ‘Dan kan ik er weer minstens tien jaar tegen.’

Mevrouw DorsmanOp haar 86e moest het er toch maar eens van komen: mevrouw Dorsman verhuisde van een ruime twee-onder-een-kap woning, waar ze 45 jaar heeft gewoond, naar een appartement in een geclusterde woonvorm. Weliswaar in hetzelfde dorp en zelfs in dezelfde straat, maar toch, het is een hele stap op die leeftijd.

Page 13: Fame magazine nr 8

11

Page 14: Fame magazine nr 8

12

Peter Visch: ‘Dat je met een nieuw

concept in een bestaand gebouw een

zeer concurrerend product kunt maken

was voor ons een echte eye-opener.’

Page 15: Fame magazine nr 8

13

FAME Planontwikkeling was de afgelopen jaren nauw betrokken bij de koerswijziging van stichting De Stouwe. Peter Visch, bestuurder van stichting De Stouwe in Meppel staat met zijn organisatie ‘vol in de wind’ door de extramuralisering van de lichte zorgindicaties.

De Stouwe is een traditionele zorgorganisatie die juist haar specialisatie heeft in het ondersteunen en zorg bieden aan ouderen die dit vanwege hoge leeftijd, verminderde mobiliteit of om gezondheidsredenen nodig hebben. Hierbij gaat het maar zelden om hoog complexe zorg of 24-uurs toezicht. De doorgevoerde extramuralisering heeft direct een grote invloed op nagenoeg de gehele organisatie zo ook op de huisvestingsportefeuille die grotendeels eigendom van De Stouwe zelf is. FAME Planontwikkeling was betrokken bij de nieuwe strategie tot en met implementatie.

interview Peter Visch

De Stouwe in transitie

Page 16: Fame magazine nr 8

14

interview Peter Visch

Peter, de kranten staan vol met de negatieve gevolgen van het overheidsbeleid. De Stouwe wordt er als organisatie vol door getroffen. Hoe bepaal je de koers als bestuurder?

‘Onze identiteit is bepaald doordat we er vanaf de jaren ’60 wilden zijn voor kwetsbare ouderen. Samen met kerken werden bejaardenhuizen neergezet waar mensen met een gemeenschappelijke achtergrond op een zo plezierig mogelijke manier oud konden worden. Daarbij ging het vooral om ontmoeten, samen activiteiten ondernemen en daar waar nodig konden mensen ondersteuning krijgen zoals zorg. De vraag naar deze oorspronkelijke doelstelling is mijns inziens actueler dan ooit. We krijgen te maken met een sterk toenemend aantal 75-plussers waarvan een aanzienlijk deel meer nodig heeft dan alleen een toegankelijke woning. Wij zijn er in oorsprong voor om dat te faciliteren, dus ik zie een toename van de vraag. We moeten het als De Stouwe alleen op een compleet andere manier gaan organiseren, en wel op een korte termijn. Dáár ligt onze uitdaging.’

Veel vraag, maar een andere manier van aanbieden. Hoe verander je de koers op zo’n korte termijn?

‘Wij zijn gelukkig al een aantal jaren op een heel gestructureerde manier bezig onze koers te wijzigen. Dat begon met een intern proces om een beeld van de toekomst te vormen. In 2012 kwam ik in contact met Anneke Nijhoff en Henk Vonk van FAME Planontwikkeling. Ik zag toen in dat we toch nog te veel dachten vanuit het oude systeem. Anneke heeft heel heldere en uitgesproken denkbeelden die mij zeer aanspreken. Het is ook lastig voor een organisatie om los te komen uit ingesleten patronen. FAME heeft toen de opdracht gekregen om samen met ons inhoud te geven aan een écht toekomstgerichte visie. Onder het motto ‘van verblijf naar wonen’ is FAME erin geslaagd om alle oude schotten weg te halen en een nieuw concept van wonen, ontmoeten, dienstverlening en zorg te verbinden aan onze organisatie. Dat heeft ons denken in een stroomversnelling gebracht, we hebben er echt tijd mee gewonnen.’

Hoe zag dat traject eruit?‘We zijn begonnen met een visietraject ‘van verblijf naar

wonen’. Dat heeft een concreet strategisch plan opgeleverd op alle niveaus. Van klantbenadering tot organisatie en huisvestingsconcepten. Parallel is voor ons totale werkgebied met een uitvoerig marktonderzoek een gebiedsmonitor gemaakt, met lange termijn informatie over vraag en aanbod voor diverse doelgroepen en de marktruimte die ontstaat. We hebben onze bestaande huisvestingsportefeuille getoetst aan de nieuwe visie en beoogde toekomstige marktruimte zodat we een lange termijn transformatieplan konden vaststellen. We zijn ondertussen aan de slag gegaan om onze interne organisatie aan te passen aan onze nieuwe dienstverlening en we zijn concrete plannen aan het maken voor zowel nieuwe als bestaande locaties. We zijn nu heel blij dat we destijds de samenwerking zijn aangegaan. FAME kwam bij ons binnen met een heldere visie en een beproefd concept dat we met een integrale aanpak wilden verbinden aan onze organisatie. Het feit dat FAME echt buiten de bestaande kaders denkt, maar wel veel kennis heeft van onze klantgroepen, de bedrijfsvoering van zorgorganisaties en (zorg)vastgoed heeft bij ons geresulteerd in een meer radicale koerswijziging dan dat we op eigen kracht hadden kunnen bedenken. Daar zijn we heel blij mee. We lopen nu echt voorop.’

‘Onze oorspronkelijke doelstelling is

actueler dan ooit, we moeten het alleen

anders organiseren.’

Page 17: Fame magazine nr 8

15

interview Peter Visch

Wat is de invloed van deze nieuwe aanpak op jullie eigen organisatie?

Het nieuwe concept ‘Wonen met een Plus!’ dwingt af dat je op een andere manier gaat werken. Het complex transformeert van een locatie van de zorgorganisatie naar een woongebouw van de bewoners zelf, waar De Stouwe een integraal aanbod van ontmoeten, diensten en zorg coördineert. Daarmee verandert de teamsamenstelling, maar ook de cultuur. We werken meer samen met lokale partners en vrijwilligers. We nemen de regie niet over van de mensen die komen wonen, maar we ondersteunen ze erin. En we houden alle onderdelen van ons bedrijf, zoals het facilitair bedrijf, de centrale keuken en tafeltje dekje, opnieuw tegen het licht. Elk onderdeel moet flexibel en marktgericht zijn, met een zelfstandige exploitatie. In de praktijk houdt dit in dat we op dit moment onze organisatie met die visie aan het reorganiseren zijn. Dat is een heel spannende, maar noodzakelijke opgave. Maar het brengt ons in een heel kort tijdsbestek wel terug naar de kern waarvoor we ooit zijn opgericht.’

Kun je een voorbeeld geven van hoe de koerswijziging is vertaald naar een concreet project?

‘Reestoord in Meppel is een van onze traditionele verzorgingshuizen met zo’n honderd kleine appartementen en veel algemene ruimten. Het project stond voor ons aanvankelijk, op basis van een financiële analyse, op de nominatie om af te stoten. De gebiedsmonitor wees echter uit dat er een sterk groeiende potentiële klantgroep is in de betreffende wijk. Mensen boven de 75 jaar die behoefte hebben aan een integraal pakket van wonen, ontmoeten, dienstverlening en zorg. Daarbij is het aantal mensen met alleen AOW relatief hoog in de wijk. Het concept- en haalbaarheidsplan voor herontwikkeling van Reestoord wees uit dat we met relatief kleine ingrepen de woningen zelfstandig konden maken en op basis van het puntenwaarderingsysteem op het juiste huurniveau konden krijgen. Omdat we al een behoorlijke afschrijvingstermijn voor het gebouw achter de rug hebben, kunnen we de appartementen tegen een zeer concurrerende huurprijs van gemiddeld € 450 per maand (excl. huurtoeslag en servicekosten) aanbieden tegen een acceptabel sociaal rendement binnen de lopende exploitatietermijn. In samenwerking met lokale partners hebben we een dienstenpakket ontwikkeld dat we kunnen aanbieden in de vorm van een keuzearrangement. Ook die prijzen hebben we op een niveau weten te brengen waarop het betaalbaar blijft voor de doelgroep met een kleine portemonnee. Een all-in basis arrangement inclusief huursubsidie komt uit op circa € 650. Daarmee houdt een huurder met alleen AOW nog een prima bedrag over om vrij te besteden. We hebben ingezien dat we dit alleen kunnen bereiken door een bestaand gebouw in te zetten met een nieuw concept. Met nieuwbouw lukt het nooit om op dit prijsniveau een goed product in de markt te zetten. Dat was voor ons echt een eye-opener.’ Visiedocument Beeldenboek

Businesscase Businesscase Businesscase

Functionele analyse

Page 18: Fame magazine nr 8

16

Page 19: Fame magazine nr 8

17

REESTOORD MEPPEL Van intramuraal

naar integraalVoor zorgorganisatie De Stouwe heeft

FAME Planontwikkeling een businesscase ontwikkeld onder het motto ‘van

intramuraal verblijf naar een integraal aanbod van wonen, ontmoeten, zorg en dienstverlening’. Door de afbouw

van de AWBZ kunnen mensen niet langer met een AWBZ-financiering in dit

verzorgingshuis wonen. Om het gebouw toekomstbestendig te maken, is voor de huidige doelgroepen een nieuw aanbod

gedefinieerd. Een grondige marktgerichte aanpak heeft een nieuw woonconcept

opgeleverd met zelfstandig te verhuren tweekamerwoningen in combinatie met

een geïntegreerd aanbod van diensten en zorg.

Verzorgingshuis Reestoord in Meppel dateert van 1975 en biedt ruim 100 woningen voor mensen met een lichte zorgvraag. Zoals de meeste verzorgingshuizen uit die tijd, zijn de woningen klein en niet zelfstandig. Daarbij zijn de woningen met elkaar verbonden door lange gangen, wat het gebouw aan de binnenkant een typisch instellingskarakter geeft. Het gebouw heeft veel algemene ruimten op de begane grond, met onder andere een eigen restaurant, receptie, gezondheidscentrum en grote algemene hal.

Het gebouw ligt decentraal tussen de wijk (en het winkelcentrum) Koedijkslanden en het centrum van Meppel in een groene en parkachtige omgeving. Het gebouw gaat functioneel geen directe relatie aan met de omgeving en heeft een naar binnen gekeerd karakter.

Reestoord Meppel

Page 20: Fame magazine nr 8

18

Aanpassingen gebouw en openbare ruimte1. Kwaliteit;- ieder appartement krijgt een eigen

keuken- ieder appartement krijgt een eigen

wasmachine opstelling- ieder appartement wordt individueel

bemeterd- er komt een centrale postkast met

videofoon- een deel van de algemene ruimten op

de begane grond wordt verbouwd tot individuele bergingen voor de bewoners.

2. Uitstraling;- de openbare ruimte rondom het gebouw

wordt aantrekkelijker ingericht met gevarieerd groen en zitjes

- de zichtbaarheid van het gebouw vanaf de doorgaande weg wordt verbeterd

- infrastructuur van de aanrijdroute wordt verbeterd

- algemene ruimten en gangen in het gebouw worden opgefrist en ingericht als ontmoetingsplekken.

3. Onderhoud;- brandveiligheidsmaatregelen worden

doorgevoerd.

Naast de huur van de woning kunnen de bewoners individueel een dienstenarrangement naar keuze samenstellen. De Stouwe heeft er voor gekozen om de klanten een maximale keuzevrijheid aan te bieden, passend bij individuele wens en budget. Daarbij is het belangrijk dat de diensten scherp geprijsd aangeboden worden. Dit houdt voor De Stouwe in dat ook de eigen facilitaire dienst en keuken in zowel prijs als kwaliteit moet kunnen concurreren met commerciële partijen. Voor Reestoord wordt intensief samengewerkt met vrijwilligers, welzijnsorganisaties en commerciële bedrijven voor een compleet aanbod en een goede prijs-kwaliteit verhouding. De rol van De Stouwe is naast gebouweigenaar en verhuurder met een huismeester toegespitst op het leveren van thuiszorg en de coördinatie en kwaliteitsbewaking van het dienstenpakket.

Menukaart comfortabel levenUit klantwensonderzoek is een ‘menukaart

comfortabel leven’ samengesteld met de volgende ingrediënten:

- Basispakket: wonen met persoons- alarmering.

- Gemak en ondersteuning met onder andere boodschappenservice, begeleiding naar het ziekenhuis et cetera.

- Service diensten, met onder andere vervoer, linnenservice, klusjesdienst, hulp bij administratie et cetera.

- Restauratieve voorzieningen met onder andere maaltijdservice, restaurant et cetera.

- Activiteiten met onder andere theater-bezoek, bingo, handwerkclub et cetera.

Doelstelling bij de transformatie was om de investeringen passend te krijgen bij de lopende exploitatieperiode en binnen de uitgangspunten van een ‘sociaal rendement’. De totale investeringskosten per woning binnen het plan komen uit op circa € 12.500 per appartement.

De huur van een appartement komt uit op € 450 inclusief de naar de appartementen omgeslagen algemene ruimten. De huurprijs is exclusief huurtoeslag en belastingen. De gemiddelde huurder betaalt netto circa € 200 netto per maand. Het basisarrangement kost inclusief servicekosten subsidie gemiddeld € 50 netto per maand. Een huurder met alleen AOW heeft na aftrek van de netto huur en het basisarrangement nog een vrij besteedbaar inkomen per maand van circa € 350.

FAME Planontwikkeling heeft met een multidisciplinair team aan dit project gewerkt:- Gerrit van der Pol:

Planontwikkelaar/projectleider- Anneke Nijhoff:

Conceptontwikkelaar Wonen en Services- Tom Verloop:

Conceptontwikkelaar Bestaand Vastgoed

Toekomstgerichte businesscaseFAME heeft samen met een team binnen

de zorgorganisatie in een aantal stappen een toekomstgerichte integrale businesscase ontwikkeld voor het bestaande gebouw, van strategie tot en met implementatie.

1. Visietraject ‘van verblijf naar wonen’. 2. Marktanalyse in de vorm van een

gebiedsmonitor.3. Doelgroep analyse en klantprofielen.4. Vertaling van toekomstgerichte

woonconcepten in het bestaande gebouw.

5. Stichtingskostenopzet voorkeursmodel en bedrijfswaardeberekening.

6. Dienstenconcept en arrangementen.7. Projectfasering in bewoonde toestand.

Uit de marktanalyse bleek dat er een toenemend tekort is aan een integraal aanbod voor mensen die meer nodig hebben dan alleen een toegankelijke woning. Ook het aantal alleenstaanden in de wijk en binnen die doelgroep neemt toe en er is vooral behoefte aan een goed aanbod voor mensen met een laag inkomen. In de praktijk zijn dit mensen met alleen AOW en mensen met een niet volledig opgebouwde AOW. Het project leent zich uitstekend voor mensen die juist behoefte hebben aan een naar binnen gekeerde, beschutte leefomgeving, waarbij de belangrijkste zaken als wonen en ontmoeten onder één dak kunnen plaatsvinden. Gezien de diversiteit aan achtergronden en wensen van klanten is het belangrijk dat er een maximale keuzevrijheid is in het toekomstige aanbod. Mensen moeten hun persoonlijke arrangement kunnen samenstellen, met een budget dat bij de individuele situatie past.

Reestoord Meppel

Page 21: Fame magazine nr 8

19

Reestoord Meppel

Page 22: Fame magazine nr 8

20

foto: Corb!no

Het bordje bij de voordeur met daarop Serviceflat Dekkershaghe hing al een hele

tijd scheef, bijna symbolisch voor de situatie. Aan het gebouw uit 1970 was in veertig

jaar tijd weinig gedaan. Begin 2013 stonden twintig van de 113 woningen leeg, nieuwe

huurders meldden zich niet meer. Tijd voor eigenaar en verhuurder Staedion uit Den

Haag om in actie te komen. “Een belangrijke eerste vraag die we moesten beantwoorden was: Moet Dekkershaghe wel een serviceflat blijven?” Gebiedsmanager Jozefine Hoft en

directeur Vastgoed Nicole Peeters gingen samen met Anneke Nijhoff van FAME op zoek naar oorzaken voor de leegstand, de

wensen van bewoners en mogelijkheden om een nieuw interessant product in de markt te zetten voor een duidelijk gedefinieerde

doelgroep. Er bleek wel degelijk markt voor een serviceflat nieuwe stijl, gebaseerd op een integraal concept. De bewoners van

Dekkershaghe krijgen nu echt waar voor hun geld, zowel in wooncomfort als aanbod van zorg en diensten. Binnen vijf maanden na

afronding van de renovatie en invoer van het nieuwe concept was er een wachtlijst.

Page 23: Fame magazine nr 8

21

Page 24: Fame magazine nr 8

22

Woningcorporatie Staedion is al veel langer bekend met huisvesten van doelgroepen die meer nodig hebben dan alleen een toegankelijke woning. “De financiering en de wensen van mensen zijn veranderd,” zegt Jozefine Hoft. “We krijgen nu andere vragen die we op een andere manier moeten invullen.” Nicole Peeters vult aan: “Ik vind het met de scheiding van wonen en zorg wel helderder geworden. We doen alleen nog waar we echt goed in zijn en dat is mensen huisvesten. De zorg in Dekkershaghe hebben we aanbesteed en is in handen van Florence Welzijn en Zorg. Naar ieders volle tevredenheid.”

door Aldi van Lierop

Serviceflat Dekkershaghe, van

exploitatieprobleem naar ‘Vitaal wonen met

sterrencomfort’

serviceflat Dekkershaghe

Page 25: Fame magazine nr 8

23

Page 26: Fame magazine nr 8

24

Groeiend exploitatieprobleemMet de groeiende leegstand werd Serviceflat Dekkershaghe een

exploitatieprobleem. Nicole: “Dan wil je eerst weten wat er precies aan de hand is. Wat gaat er niet goed? Een belangrijke oorzaak was dat de huren boven de markthuren lagen. Verder hadden we geen goed beeld van onze doelgroep en hun behoeften.” De bewoners van Dekkershaghe betaalden voorafgaand aan de renovatie zo’n € 1000 huur en € 300 servicekosten voor een tweekamerappartement met een onduidelijk servicepakket in een gebouw met een verouderde uitstraling. Jozefine: “Van de servicekosten betaalden we een aantal medewerkers die klaar stonden om mensen te helpen met vragen. Ze druppelden ogen, deden boodschappen bij de supermarkt aan de overkant en schonken koffie bij de bingo, een van de weinige activiteiten die al jarenlang op dezelfde manier werd aangeboden. Het gebouw en de inrichting waren erg gedateerd. Hoe pas je dat aan?” Samen met FAME hebben we het nieuwe concept ontwikkeld.

Jozefine Hoft

Nicole Peeters

serviceflat Dekkershaghe

Page 27: Fame magazine nr 8

25

Analyse van de vraagNicole: “We hebben vanuit vastgoed een marktonderzoek gedaan

naar de verhuisbereidheid en de grootte van de potentiële doelgroep. Het gaat dan om 75-plussers met een bovenmodaal inkomen en een actuele of toekomstige behoefte aan een beschermde en veilige woonomgeving. Die doelgroep bleek groot genoeg te zijn om het voor ons interessant te maken daar huisvesting voor in te richten. Verder viel op dat mensen graag willen betalen voor goede service, als maar duidelijk is waar ze precies voor betalen en als ze zelf keuzes kunnen maken. Die duidelijkheid en keuzes ontbraken in het oude Dekkershaghe.”

Samen met Anneke Nijhoff van FAME ging Jozefine met de zittende bewoners in gesprek over hun wensen. “Deze mensen zijn een deel van de doelgroep die we graag willen bedienen. Uit deze gesprekken bleek dat de bewoners graag gezelligheid en sociaal contact wilden door elkaar op verschillende manieren spontaan of georganiseerd te kunnen ontmoeten in het gebouw. De manier waarop verschilt per bewoner. Sommige bewoners zijn nog heel mobiel en hebben volop activiteiten buiten de deur. Maar een 93-jarige meneer die de deur niet meer uitging, wilde ‘s middags graag samen theedrinken. Veiligheid was ook een belangrijk item net als diensten kunnen afnemen die aansluiten bij de individuele vraag en iemand in huis voor 24-uurs zorg.” Nicole: “Anneke is een geweldige facilitator en verbinder. Ze krijgt in gesprekken zaken boven tafel waar we zelf niet aan zouden denken. Ze brengt uiteindelijk alles samen in een kloppend geheel.”

Een nieuw concept vanuit bewonersperspectiefAlle opgedane kennis en wensen zijn door FAME vertaald in een

totaalconcept, een concept dat door Staedion Vitaal wonen met sterrencomfort is genoemd. Jozefine: “Je moet dit niet half willen doen. Alles moet gewoon kloppen: de uitstraling van het gebouw, zowel binnen als buiten, het aanbod in zorg, diensten en activiteiten, de huurprijzen en ook de marketing van het geheel. De binnenhuisarchitecte koos voor veel kleur en dat is erg mooi geworden, ook al vonden de bewoners de voorgestelde keuzes eerst wel wat gewaagd. Het gebouw ziet er weer vriendelijk, warm en heel stijlvol uit. Toen alles klaar was hebben we huurders gezocht voor de drie bedrijfsruimtes naast de ingang. Die verhuren we flexibel en per dagdeel, ondermeer aan een kapper, een pedicure en een schoonheidsspecialiste. Alle appartementen kregen nieuwe kozijnen en dubbelglas.”

“Het nieuwe Dekkershaghe heeft twee gastvrouwen, een bij de receptie en een in de ontmoetingsruimte. Daar vinden tegenwoordig allerlei activiteiten plaats op verzoek van de bewoners. Flexibel en gebaseerd op hun behoefte. Zoals wekelijks een gezamenlijke maaltijd, verzorgd door ‘Gewoon lekker Thuis’ van Florence, de organisatie die ook verantwoordelijk is voor de 24-uurs zorg in huis. Verder hebben we nog een huismeester voor de technische klussen. De bewoners vormen samen echt een gemeenschap. Velen kennen elkaar nog van vroeger. Dekkershaghe heeft daarom niet echt een buurtfunctie, ook al komen er wel mensen uit de buurt hier naar bijvoorbeeld de kapper. Dat vinden de bewoners prima, maar verder is het vooral hun eigen thuis. Dat respecteren en faciliteren we.”

“De gemiddelde huur ligt nu rond de € 850 met € 200 servicekosten voor het basispakket dat voornamelijk bestaat uit personeelskosten en de woonservicekosten. Verder hebben we menu’s voor zorg, welzijn en activiteiten waaruit mensen kunnen kiezen. Dit kunnen ze zelf regelen met de gastvrouwen en de locatiemanager. En bij nieuwe wensen van de bewoners gaan we op zoek naar een passend aanbod.”

Brochure Vitaal Wonen Dekkershaghe

‘We hebben geleerd dat we meer moeten differentiëren op basis van

woonwensen.’

serviceflat Dekkershaghe

Page 28: Fame magazine nr 8

26

Over woningbouwcorporatie StaedionEen op de zeven woningen in Den Haag

is van Staedion. Als woningcorporatie verhuurt Staedion ruim 36.000 woningen en 4.000 overige objecten zoals winkels, bedrijfsruimten en garages in Den Haag. Staedion investeert niet alleen in huur- en koopwoningen en bedrijfsonroerendgoed, maar ook in duurzaamheid en schone, veilige wijken.

serviceflat Dekkershaghe

Page 29: Fame magazine nr 8

27

Vertaalbaar succesBehalve Dekkershaghe heeft Staedion nog twee serviceflats,

Hagheduyn in Kijkduin met 31 woningen en Haghesteyn aan de rand van het centrum van Den Haag met 54 woningen. Jozefine: “We hebben gemerkt dat de succesformule van Dekkershaghe niet één op één toepasbaar is op andere locaties. Het gaat toch echt om maatwerk per omgeving, bewonersgroep en locatie. Dat is wel een interessante ontdekking. Voor Hagheduyn en Haghesteyn hebben we dus nog wat meer tijd nodig om alles kloppend te maken.”

Een andere interessante conclusie over het hele project is volgens Nicole dat er vooral vraag is naar bijzondere concepten. “We moeten meer differentiëren en dat geldt niet alleen voor woningcorporaties maar ook voor zorg- en welzijnsinstellingen. De uitdaging voor de toekomst is om daarin samen op te trekken, zeker ook omdat we beiden de financiële pijn van diverse overheidsmaatregelen voelen. De intensieve samenwerking met een zorgpartij als Florence binnen Dekkershaghe bevalt onze huurders en ook ons heel erg goed.”

serviceflat Dekkershaghe

Wat de bewoners graag wilden is gezelligheid en

sociaal contact door elkaar op verschillende manieren spontaan of georganiseerd te kunnen ontmoeten in

het gebouw.

Het nieuwe Dekkershaege op RTL NieuwsOp zaterdag 26 oktober is door RTL nieuws een nieuwsitem uitgezonden over de leegstand binnen serviceflats in Nederland. Uit onderzoek blijkt dat Nederland te maken heeft met grote leegstand van serviceflats. De oudere Nederlander wordt steeds kieskeuriger en is niet meer bereid middels hoge servicekosten zonder meer voor alle voorzieningen en diensten te betalen. Om deze problematiek aan te pakken heeft Staedion in samenwerking met Anneke Nijhoff en Nico Schokker van FAME Planontwikkeling het woonconcept ‘Vitaal wonen met sterrencomfort’ ontwikkeld. Dit concept biedt een beschermde woonomgeving voor ouderen die volledig naar eigen wens kan worden ingevuld. Het nieuwe concept maakt daarbij gebruik van een menukaart die op smaak is samen te stellen.

Page 30: Fame magazine nr 8

28

door Corb!no

Page 31: Fame magazine nr 8

29

Dekkershaghe kent hem inmiddels drie jaar, deze gesoigneerde, opgewekte man. Een moderne landloper, zo omschrijft hij zichzelf. Het tekent ten volle de indrukwekkende relativering van een zeldzame negentigjarige, die voor de duvel niet bang is, en voor onze lieve heer nog minder. Nomen est omen. Joop Spook is de naam, oud-reclameman. In overeenstemming met zijn verbale vermogen als succesvol verkoper werd dat overigens ooit, in 1950, voor heel kort “Spokovitsj”, toen hij zijn oog liet vallen op de Kroatische liefde van zijn leven, Dragica. Zijn knappe en verstandige ‘Lieverdje” overleed, na een geweldig samenzijn van bijna 53 jaar, op 21 april 2011. “Het liefst wilde ik diezelfde avond van het dak af. Het is er niet van gekomen en al snel, op een late avond, keerde ik terug op aarde.”

Vastbesloten gezond en bij zichzelf te blijven ging hij iedere dag, zomer en winter, eindeloos wandelen. Hij schreef zijn levensgeschiedenis op en veranderde in een moderne monnik, rust en kracht vindend in een solitair leven. Een leven dat hem inmiddels als gegoten zit. Wat een twinkelende vitaliteit, ik ben volkomen verbluft. Joop wil zijn tijd goed besteden, de geest steeds scherpen. Hij heeft een enorme weerzin tegen ‘in herhaling vallen’. Om dat te voorkomen heeft hij drastische, maar in mijn ogen imponerende maatregelen genomen. Zijn familie en kennissenkring heeft hij op intelligente en systematische wijze enorm uitgedund, alle onrust en verplichtingen brengende ballast is overboord. En in zijn jaszak draagt hij, naast de pocket “Filosofie van A tot Z”, een tiental ‘speelkaarten’ met teksten daarop van velerlei aard. Ze dienen als uitgangspunt voor prikkelende gesprekken met volstrekte vreemden op terrassen en bankjes, her en der. Soms via e-mail, ook zo’n vondst. En hij geniet. Niets zo mooi als het volstrekt oneens zijn in volmaakte harmonie, om daarna met een verkwikte geest het pad te vervolgen. De obers die hem als oudere ostentatief links laten liggen, bepalen voor een deel de route van de dag. Maar niets weerhoudt hem, bedreigt zijn goede humeur. Dames, opgelet!

Dat Joop volstrekt alleen staat in de manier waarop hij zijn oude dag vormgeeft, bracht mij haast tot tranen. Want wat wordt hij slecht begrepen. Zijn directe, eerlijke en charmante eigenzinnigheid, de uitbundige frisheid van spreken, zijn streven naar geluk en onbekommerdheid: hij is de tijd ver vooruit, de onze nog meer dan zijn eigen. Tussen de ingedommelden, de god- en doodsvrezenden, de stijven en vereenzaamden, is hij een helder en sprankelend baken, te helder voor velen om hem heen. Mij zal hij echter nog lang de enige weg wijzen: zo doe je dat dus. Dankje, Joop.

Corb!no is het pseudoniem van fotograaf, filmmaker en schrijver Maarten Corbijn. Corbijn is bekend van zijn portretten van talloze (internationale) beroemdheden en korte films over popgroepen. Daarnaast schrijft hij columns voor onder andere HP de Tijd. Maarten Corbijn fotografeert sinds tien jaar portretten voor de FAME Groep.

Page 32: Fame magazine nr 8

30

Wat is wijk-gerichte

samenwerking

wijkgerichte samenwerking

Page 33: Fame magazine nr 8

31

wijkgerichte samenwerking

Wenkend perspectief: Burgerkracht, Over zelf de regie hebben en houden door kwetsbare ouderen in onze samenleving. (FAME in samenwerking met Programmateam Innovatie, Wonen en Zorg)

Wenkend perspectief: Samenwerken in buurten en wijken, over de omslag van een verzorgende naar een netwerk maatschappij. (FAME in samenwerking met Programmateam Innovatie, Wonen en Zorg)

Verhalen van Burgerkracht, over hoe kwetsbare ouderen hun zelfredzaamheid vergroten. (In opdracht van ZZG zorggroep)

Deze waaier is te gebruiken om samen met wijkbewoners en betrokken organisaties een integraal pakket van wonen, welzijn, dienstverlening, ontmoeten en zorg tot stand te brengen. Het is een metafoor van de waaier, zoals u hem van de schilder kent. De diversiteit in wonen met voorzieningen wordt weergegeven door de verschillende kleuren en tinten. De ordening en samenhang geven inzicht in de combinaties die mogelijk zijn. (ontwikkeld door FAME)

De overheid en maatschappelijke organisaties beschouwen ‘de wijk’ als centraal thema in de zorg. Om het zelfstandig wonen en leven van kwetsbare ouderen in de wijk samen en samenhangend te kunnen faciliteren, zijn nieuwe inzichten en vormen van organiseren nodig. Een gezamenlijke wijkanalyse levert de beste input op voor een integrale aanpak. Welke zaken houden een wijk vitaal? Belangrijk is ook ‘een goed gesprek’ met de ouderen zelf, voor antwoorden op de vraag wat zij als hun woonomgeving ervaren. En gaat het dan eigenlijk wel om de voornamelijk geografisch bepaalde wijkindeling? Of is het juist een bepaald deel van de wijk, een buurt waarbinnen men contact heeft met elkaar? Of gaat het misschien wel om het hele dorp?

Beleidsmakers van overheid, zorgorganisaties en woningbouwcorporaties, onderzoekers en adviseurs hebben een heel andere kijk op een woongebied dan ouderen zelf. Beleidsmakers kijken vaak gesegmenteerd, bijvoorbeeld vanuit een thema of hun eigen domein, vanuit veranderingen in wet- en regelgeving of hun eigen bedrijfsvoering. Een winkelcentrum of gezondheidscentrum in de buurt kan prachtig liggen en goed zijn ingevuld maar door ouderen niet worden gebruikt. Wist u, bijvoorbeeld, dat een deel van de ouderen zelf geen boodschappen doet? Dit kan allerlei redenen hebben. Omdat er geen openbaar toilet is in het winkelcentrum, of omdat er geen veilige hellingen zijn voor scootmobielen en rollators. De verkeerssituatie rondom de voorzieningen kan gevaarlijk zijn, of er kan

(onderweg) een gebrek aan bankjes zijn om even op te zitten. Dan zijn de voorzieningen er wel, maar betekenen ze niets voor ouderen.

Vraag het ouderen zelfOuderen zijn de enigen die weten hoe het is

om oud te worden en te zijn, wat je daarbij voelt en tegenkomt. We maken nog veel te weinig gebruik van dit belangrijke referentiekader. De woonconcepten van FAME zijn veel meer dan gestapelde stenen en de woonomgeving is meer dan een buurt of wijk. FAME verstaat de kunst om het hele plaatje in te vullen, samen met betrokkenen. Naast een wijkanalyse en diverse zinvolle onderzoeken, komen de wensen voor de invulling vooral van de kwetsbare ouderen die er (gaan) wonen. Zelfstandig wonen, waarbij ze deel uit blijven maken van een sociale woonomgeving en nog echt mee kunnen doen in de samenleving. Om dat voor elkaar te krijgen moeten we vooral kijken en luisteren. Kijken naar wat al goed gaat en waar mensen zelf hun eigen oplossingen hebben bedacht. Luisteren naar wat mensen echt nodig hebben.

Integraal aanbodKenniscentrum voor langdurige zorg

Vilans heeft in een schema inzichtelijk gemaakt wat het voor mensen betekent dat de AWBZ is opgedeeld in drie kernen: de Wet langdurige zorg (Wlz), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Zorgverzekeringswet (Zvw). Dit schema maakt de drie kernen weliswaar overzichtelijk, maar het laat ook zien hoe ingewikkeld het is voor gebruikers. Mensen die hulp nodig hebben

moeten schakelen met nog meer instanties, krijgen te maken met nog meer loketten en aanmeldingsformulieren. Dat kunnen we hen zoveel mogelijk besparen door samen te zorgen voor een integrale aanpak per wijk, buurt of dorp. Hierin moet het voor de klant - maar ook voor organisaties - helder zijn wie wat doet en hoe men hier gebruik van kan maken.

Behalve goed kijken en luisteren naar wat echt nodig is, moeten we de segmentatie per wijk, buurt of dorp dus opheffen. Dan leveren we als professionals een maximale bijdrage aan de zelfstandigheid van ouderen en andere kwetsbare groepen en hun kansen om naar eigen kracht te participeren in onze samenleving.

Page 34: Fame magazine nr 8

32

In de wijk Koedijkslanden in Meppel wordt een woonservicegebied ontwikkeld. De herontwikkeling van het verouderde winkelcentrum is de motor achter een structurele samenwerking van winkelbelegger, gemeente, woningcorporatie, zorgorganisaties, welzijnsorganisaties én wijkbewoners. FAME Planontwikkeling is primair betrokken als ontwikkelaar van het totale plangebied, inclusief winkels, woningen en openbaar gebied. In opdracht van winkelbelegger De Hoge Dennen in Laren. We hebben een gesprek met Hendrikus Loof en Riët van der Kamp van woningcorporatie Woonconcept uit Meppel over het belang van een woonservicegebied en de rol van de corporatie.

Plezierig wonen in

Koedijkslandenmet een gecoördineerd aanbod van wonen, winkelen,

ontmoeten, welzijn, zorg en dienstverlening

woningcorporatie Woonconcept

Page 35: Fame magazine nr 8

33

Page 36: Fame magazine nr 8

34

‘Er zijn opvallende ontwikkelingen die het

belang van een wijkgerichte benadering onderstrepen.’

Wat is het belang van de corporatie om actief betrokken te zijn bij de ontwikkeling van een woonservicegebied?

‘In wijken waar wij als corporatie een substantieel aandeel hebben in de woningvoorraad, hebben wij ook veel belang bij het stimuleren van de leefbaarheid. Wij hebben in die zin een duidelijk wijkgerichte oriëntatie. Dat doen we niet voor niks. Er is een aantal opvallende ontwikkelingen in onze wijken te constateren die het belang van een wijkgerichte benadering onderstrepen. De gemiddelde leeftijd van onze huurders wordt hoger, mensen wonen steeds vaker alleen, mensen wonen al tientallen jaren in een huurwoning en hebben een lage verhuisbereidheid. Door deze ontwikkelingen veranderen de klantwensen van onze huurders: er is behoefte aan een toegankelijke woning, maar mensen hechten ook aan een veilige woonomgeving, voorzieningen op loopafstand en gelegenheid om mensen uit de buurt te ontmoeten. De tevreden huurder van de toekomst heeft dus meer nodig dan alleen een goed onderhouden woning. Uiteraard voelen wij als corporatie een maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar we hebben dus ook zeker een economisch belang om actief verder te kijken.’

Merken jullie als corporatie al iets van het beleid van de overheid om mensen met een zorgvraag langer thuis te laten wonen?

‘Wij zijn ons er inmiddels van bewust dat dit in de toekomst een extra effect zal hebben op het wensenpakket van onze huurders, maar we merken er op dit moment nog niet veel van. Dat komt waarschijnlijk omdat de maatregelen nog niet zo lang geleden zijn doorgevoerd. We merken het al wel in onze samenwerking met de RIBW. Die klanten huren nu rechtstreeks bij de corporatie. Dat maakt een andersoortige samenwerking met de RIBW noodzakelijk. Eerst was RIBW onze klant, nu hebben we een gemeenschappelijke klant die we gezamenlijk moeten bedienen. We verwachten dat dit ook zal gebeuren voor ouderen met een zorgvraag en dus in de samenwerking met zorgorganisaties die momenteel ouderen huisvesten.’

woningcorporatie Woonconcept

Riët van der Kamp

Hendrikus Loof

Page 37: Fame magazine nr 8

35

Hoe is de ontwikkeling van dit woonservicegebied tot stand gekomen?‘Dat is een organisch proces geweest, waarbij het initiatief van De Hoge

Dennen als winkelbelegger om het winkelcentrum te herontwikkelen de motor is. In 2004 kwam FAME Planontwikkeling samen met De Hoge Dennen bij Woonconcept om over het initiatief van de herontwikkeling van gedachten te wisselen. Alle woningen die grenzen aan het winkelcentrum zijn van ons. Wij omarmden het initiatief voor een beter winkelcentrum natuurlijk, maar we zijn ook meteen vanuit het belang en de toekomstige wensen van de huurders gaan kijken wat we aan dit initiatief zouden kunnen toevoegen. Dan kom je uit op een breder scala aan diensten en voorzieningen, waar een traditioneel winkelcentrum niet in voorziet.’

Het concept van het woonservicegebied stond dus niet van het begin af vast?

‘Nee, zeker niet. We hebben al snel een aantal andere partijen bij het initiatief betrokken. Vier verschillende zorgorganisaties, het welzijnswerk en de gemeente. Later is er ook een bewonersplatform bij gekomen dat actief meedenkt. Je hebt gedurende het proces met allemaal nieuwe ontwikkelingen en inzichten te maken waar je op moet anticiperen. Maar één ding stond voor iedereen wel vast: een groot deel van de toekomstige bewoners in de wijk heeft meer nodig dan alleen een toegankelijke woning. En we hebben de kans om met meerdere partijen, ieder vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid, aan die klantwens te voldoen. Alle betrokken partijen hebben er op een of andere manier belang bij om dat op een gestructureerde manier te organiseren. Voor ons is dat een tevreden huurder die bereid is de juiste huurprijs op tijd te betalen.’

‘Het experiment met een huiskamer voor de wijk is een

groot succes.’

woningcorporatie Woonconcept

Page 38: Fame magazine nr 8

36

Hoe ziet het programma er in de toekomst uit?‘Er is straks sprake van een gecoördineerd

aanbod van wonen, ontmoeten, welzijn, dienstverlening en zorg in de wijk. We maken zo’n honderd nieuwe woningen, verspreid over het plangebied. De woningen zijn toegankelijk, ook voor mensen die zijn aangewezen op bijvoorbeeld een rolstoel. Het winkelcentrum is een belangrijke plek voor spontane ontmoetingen, maar ook het openbare gebied wordt zodanig ingericht dat mensen er op verschillende plekken kunnen verblijven. Er komt een wijkservicepunt, dat wij de ‘huiskamer van de wijk’ noemen.’

‘Kun je wat meer vertellen over die ‘huiskamer van de wijk’?

‘Ja, er is met regelmaat discussie geweest of zo’n voorziening nu eigenlijk wel echt nodig is en wie dat dan zou moeten betalen. Het gaat om in totaal ongeveer 250 vierkante meter voor ontmoeten, eten, drinken, activiteiten, maar ook kantoor- en spreekruimte voor welzijnswerk. We kwamen anderhalf jaar geleden op het idee om twee leeggekomen woningen bij wijze van experiment toe te wijzen aan het welzijnswerk en in te richten als huiskamer voor de wijk. Dat is een groot succes geworden, meer dan we er zelf van hadden verwacht. De buurt is heel erg betrokken. Mensen ontmoeten elkaar daar en welzijnswerkers, de wijkagent et cetera zijn daardoor dichtbij. Dat geeft een gevoel van verbondenheid en veiligheid. Het experiment is doorslaggevend geweest om het nu ook daadwerkelijk in de nieuwbouw mee te nemen.’

Hoe belangrijk is het winkelcentrum in het totale concept?

‘Het verzorgingsgebied van het winkelcentrum is groter dan alleen Koedijkslanden en bestrijkt ook de nieuwbouwwijk Berggierslanden waar geen voorzieningen zijn. Dat geeft extra levendigheid in de wijk, doordat ook mensen van ‘buitenaf’ naar de wijk komen. Een herontwikkeling, met meer en betere winkels, was echt nodig om de concurrentie met andere centra aan te kunnen. Als zo’n winkelcentrum verdwijnt uit de wijk is het voor veel bewoners niet meer interessant of zelfs niet meer mogelijk om in de wijk te blijven wonen. Maar een goed winkelcentrum alléén volstaat niet meer in de toekomst. Bewoners hebben ook behoefte aan diensten, zorg en plekken om te ontmoeten. Het liefst in een samenhangend en gecoördineerd concept. Als je dat goed regelt, blijft de wijk vitaal en leefbaar. Zeker met de ontwikkelingen waar we het net over hebben gehad. Maar het is wel belangrijk dat de winkeleigenaar en de ontwikkelaar oog hebben voor het bredere perspectief en daar belang aan hechten. In dat opzicht is FAME als ontwikkelaar een goede partner in het proces met visie op winkels én op wonen, zorg en dienstverlening.’

‘Dat de ontwikkelaar

op inhoud een verbindende

rol kan spelen is voor zo’n

complex proces heel waardevol.’

woningcorporatie Woonconcept

Page 39: Fame magazine nr 8

37

Op welke manier heeft FAME die bijdrage geleverd?‘FAME is in de eerste plaats in opdracht van de belegger verantwoordelijk voor de ontwikkeling

van de winkels, de woningen en het openbaar gebied. Wij nemen de woningen turnkey af. Arno Hoogeveen (planontwikkelaar bij FAME – red.) is vanaf het begin betrokken geweest bij het proces en zit in het coördinatieteam met Woonconcept en de gemeente. Vanuit dat perspectief legt FAME ook verbindingen die haar primaire rol ogenschijnlijk overstijgen. Wij hebben als corporatie bijvoorbeeld een visietraject doorlopen, onder begeleiding van Anneke Nijhoff van FAME, over de rol en verantwoordelijkheid van woningcorporaties ten aanzien van kwetsbare doelgroepen en wat voor nieuwe woonconcepten en samenwerkingsvormen dat met zich meebrengt. De uitkomsten van dat traject zijn een wezenlijk onderdeel geworden van onze wijkgerichte oriëntatie en onze visie op samenwerken met bijvoorbeeld zorgorganisaties. Dat een ontwikkelaar op inhoud een verbindende rol kan spelen is voor zo’n complex proces heel waardevol, want er zijn in de loop van de tijd talloze situaties voorbij gekomen waardoor het totale project niet door had kunnen gaan.’

Wat is het geheim dat het hier in Koedijkslanden wél gaat lukken?Uiteindelijk zal het ermee te maken hebben dat iedere deelnemende partij het eigen belang

ondergeschikt heeft weten te maken aan het gedeelde belang. Het geheel is groter dan de som der delen. Dat besef was er niet vanaf het begin maar is gaandeweg steeds nadrukkelijker aan de oppervlakte gekomen.

Daarbij hebben we het geluk dat we gedurende het hele traject een vast team aan tafel hebben gehad. Dat levert na verloop van tijd een enorme persoonlijke bevlogenheid bij iedereen op. Ook het organiseren van een wijkplatform met bewoners heeft een stimulerende werking. De informatieavonden worden altijd heel druk bezocht. Onze wijkbewoners hebben er zelf ook zin in. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit het feit dat er geen enkel bezwaar is geweest bij de wijziging van het bestemmingsplan. Wij hebben als corporatie tussen december 2012 en juni 2013 een investeringsstop gehad. Er zijn in die periode heel wat projecten van onze projectenlijst geschrapt. Koedijkslanden is altijd één van de prioriteitsprojecten gebleven. Dat zegt genoeg. Na een lang ontwikkelproces wordt in oktober dit jaar gestart met de bouw van de eerste fase. Dat is een mijlpaal waar we allemaal naar uitkijken.’

‘Een vast team én een

wijkplatform met bewoners

hebben een stimulerende

werking in het proces.’

woningcorporatie Woonconcept

Page 40: Fame magazine nr 8

38

winkelcentrum Koedijkslanden

Winkel-centrum wordt

Wijkservice-gebied

Page 41: Fame magazine nr 8

39

winkelcentrum Koedijkslanden

Winkelcentrum Koedijkslanden wordt het hart van de gelijknamige jaren ’60 wijk in Meppel. Het winkelcentrum

is tot de jaren ’90 meegegroeid met de wijk: van winkelstrip tot een naar binnen gekeerd, overdekt centrum

met passage. Door de ontwikkelingen in de winkelmarkt in de afgelopen decennia is er een situatie ontstaan die vraagt om een grondige herontwikkeling. Het centrum is aan groot onderhoud toe, het concept is gedateerd en het aanbod sluit niet volledig aan op de behoeften

van klanten en de omvang van het marktgebied. Een situatie die vergelijkbaar is met tal van wijkwinkelcentra in Nederland met een vergelijkbare omvang. FAME is in

opdracht van winkelbelegger De Hoge Dennen in Laren verantwoordelijk voor de integrale ontwikkeling van een

nieuw concept: het wijkwinkelcentrum wordt het hart van een nieuw en toekomstgericht wijkservicegebied.

Page 42: Fame magazine nr 8

40

winkelcentrum Koedijkslanden

Markante landmark op de kop van het nieuwe plein

Fase 1 winkels met appartementen

Page 43: Fame magazine nr 8

41

Dood of de gladiolenHet oorspronkelijke winkelcentrum is

in de jaren ’60 gebouwd als winkelstrip, met als primair verzorgingsgebied de wijk Koedijkslanden. De wijk is een naoorlogs woongebied, met veel gestapelde bouw in de sociale huursector. In latere jaren is de wijk gegroeid met grondgebonden woningen. Vanaf het begin van deze eeuw wordt de wijk Berggierslanden ontwikkeld, grenzend aan Koedijkslanden. Berggierslanden heeft geen eigen voorzieningen en is dus aangewezen op het centrumgebied van de stad Meppel, winkelcentrum Staphorst en Koedijkslanden. Het primaire marktgebied van winkelcentrum Koedijkslanden is met de bouw van de nieuwe wijk bijna verdubbeld wat betreft het aantal inwoners. Het winkelcentrum profiteert daar echter nauwelijks van omdat het concurrerende aanbod in andere centra beter is. Sterker: als er niet goed wordt nagedacht over de specifieke positie van het centrum ten opzichte van andere centra, in combinatie met een grondige fysieke herontwikkeling is er een kans dat het centrum op termijn niet overleeft. Winkelbelegger De Hoge Dennen, die het meerderheidsbelang heeft in de coöperatieve vereniging van eigenaren besluit de risicodragende ontwikkeling voor haar rekening te nemen.

Een nieuw wijkgericht conceptDe eerste plannen voor het nieuwe

winkelcentrum waren rond 2005 nog gebaseerd op een ‘stand alone’ herontwikkeling van de winkels met een aantal varianten: volledige sloop en nieuwbouw, revitalisering in combinatie met nieuwbouw, met en zonder woningen. Marktonderzoek en gesprekken met andere stakeholders in de wijk zoals de gemeente, de woningcorporatie en diverse zorg- en welzijnsorganisaties brachten een structurele verandering in behoeften in beeld. Net zoals in heel veel andere wijken in Nederland is er een grote groei van 75-plussers in Koedijkslanden. Door de koers van de overheid blijven deze mensen langer wonen in hun eigen woning en ontstaat een sterke behoefte aan toegankelijke woningen en een gecoördineerd aanbod van ontmoeten, welzijn, dienstverlening en zorg. De toekomstige klant van het wijkwinkelcentrum is dus minder mobiel, doet de dagelijkse boodschappen graag in de eigen buurt, waar ook ruimte is voor spontane ontmoetingen, welzijnsactiviteiten en zorg- en dienstverlening. Deze analyse vraagt om een andere benadering van partnerschap in de ontwikkeling, het programma en de ruimtelijke vertaling.

SamenwerkingEen integraal wijkgericht concept vraagt

om samenwerking met veel partijen om te komen tot een overkoepelend resultaat. In de praktijk wordt samenwerking echter graag vermeden omdat het vaak resulteert in moeilijke processen en lange ontwikkeltrajecten. Succes vraagt in de eerste plaats een heldere geïntegreerde visie, waarbij de belangen van alle stakeholders goed zijn verwoord en onderbouwd met marktonderzoek. Alle partijen kunnen op basis van die visie de eigen rol en verantwoordelijkheid nemen. In het proces is FAME integraal verantwoordelijk voor de herontwikkeling van het openbaar gebied en de ontwikkeling van de winkels en woningen. De gemeente en de woningcorporatie zijn leidend in het creëren en faciliteren van samenwerking en samenhang tussen zorg- en welzijnspartijen. FAME ondersteunt De Hoge Dennen in de gesprekken met de zittende ondernemers. Vanuit een gezamenlijke kerngroep sturen de gemeente, de corporatie en FAME het ontwikkelproces aan. De samenwerking en de gemeenschappelijke visie hebben er onder andere in geresulteerd dat de gemeente een oude schoollocatie in het plangebied heeft herbestemd tot winkels met woningen en dat er samenhang is ontstaan tussen de herontwikkeling van de jaren ’60 flats tot een ‘groene long’ die doordringt in het nieuwe hart van het winkelgebied.

winkelcentrum Koedijkslanden

Page 44: Fame magazine nr 8

42

winkelcentrum Koedijkslanden

Nieuw woongebouw op de plek van de oude binnenpassage

Page 45: Fame magazine nr 8

43

winkelcentrum Koedijkslanden

Page 46: Fame magazine nr 8

44

Stedenbouwkundige visieHet uitgangspunt voor de visie is niet de

bebouwing, maar juist het openbaar gebied als hart en ontmoetingsplek van de wijk. Alle functies zijn rondom dat hart geclusterd. Er is uitgegaan van een aantal kernwaarden voor het gebied, zoals sociale en functionele veiligheid, compactheid, gescheiden logistieke stromen en een wederzijdse versterking van het woon-, winkel- en voorzieningenmilieu. Met deze kernwaarden is een zo optimaal mogelijk model ontwikkeld binnen de gebruikelijke beperkingen als bijvoorbeeld eigendomsposities en faseringsmogelijkheden. Alles komt samen op het plein als hart van de wijk: functies, stedenbouwkundige massa en reuring. Het plein maakt de centrale verbinding met zowel de winkels als de maatschappelijke voorzieningen en een groot deel van de woningen heeft direct zicht op het plein met de woonkamer en balkons. Een deel van het oude winkelcentrum wordt gesloopt. Op de plek van de oude passage komen appartementen, gericht op de Rembrandtlaan en passend bij het stedenbouwkundig profiel van deze laan. De bestaande winkels worden ‘omgedraaid’, zodat er een naar buiten gekeerde winkelstrip ontstaat als uitloper van het plein met veel parkeerplekken direct voor de deur. Het gehele bestaande deel van het winkelcentrum wordt ‘ingepakt’ zodat het met een nieuw uiterlijk één geheel vormt met de nieuwbouw.

FaseringOmdat het bestaande winkelcentrum gewoon

moet doordraaien tijdens de bouw en er geen tijdelijke huisvesting wordt gemaakt, bestaat de realisatie uit drie fasen. In de eerste fase wordt het Oostelijk plandeel gerealiseerd met nieuwbouw van een grote Jumbo supermarkt (die wordt verplaatst vanuit de bestaande situatie), 36 levensloopbestendige appartementen en dagwinkels. In de tweede fase wordt de oude Jumbo supermarkt gesloopt en herontwikkeld tot een grote Aldi supermarkt in combinatie met 11 appartementen en dagwinkels. In de derde fase wordt de oude passage gesloopt en worden de dagwinkels gedraaid in combinatie met de nieuwbouw van 16 appartementen. Als het proces het toelaat worden de fasen twee en drie gecombineerd uitgevoerd. De herinrichting van het openbaar gebied wordt in dezelfde fasering uitgevoerd en teruggeleverd aan de gemeente.

OntwikkelteamErik Eggink (opdrachtgever De Hoge Dennen) Arno Hoogeveen (planontwikkelaar FAME)Coen Koenders (architect FAME)Berné Vulkers (projectmanager FAME)Wouter Dieters (directievoerder FAME)

KerngegevensAantal inwoners primaire marktgebied:ca. 9.000(Koedijkslanden/Berggierslanden)Oppervlak huidige winkelcentrum: 2600 m²Oppervlak nieuwe winkelcentrum: 4750 m²Trekkers winkels: Jumbo en AldiAantal parkeerplaatsen: 266Aantal nieuwbouw woningen boven winkels: 62Aantal nieuwbouw woningen overig: 36Oppervlak wijkservicepunt: 250 m²Start bouw 1e fase: oktober 2014

winkelcentrum Koedijkslanden

Page 47: Fame magazine nr 8

45

Wonen Boven de winkels worden

in totaal 63 nieuwe woningen ontwikkeld, waarvan 36 volgens

het woonconcept Wonen met een Plus! Dit zijn rolstoeltoegankelijke

driekamerappartementen, in dit geval bestemd voor de sociale

huurmarkt. Alle woningen worden door FAME ontwikkeld

en door De Hoge Dennen aan de woningcorporatie geleverd.

OntmoetenOntmoeten wordt op

verschillende niveaus binnen het gehele gebiedsconcept gefaciliteerd. Er zijn kleine ontmoetingsruimten in de

diverse woonblokken. Er komt een wijkservicepunt met ruimte om te eten, een kantoor voor welzijnswerk en een wijkagent en dagbesteding. Het openbaar

gebied is op ontmoeten ingericht met verschillende zitjes in een

compacte, beschutte omgeving. Aan het centrale plein komen

commerciële horeca.

WinkelenHet winkelconcept is

gebaseerd op een visie met twee supermarkten (full service en

discount) in een dominante rol, aangevuld met dagwinkels van

voornamelijk lokale ondernemers. Er wordt binnen de ruimtelijke mogelijkheden en in relatie tot de eigendomsverhoudingen in

goed overleg met de eigenaren/ondernemers gestreefd naar een

zo optimaal mogelijk haltermodel. Hierbij bevinden de dagwinkels

die het meest gebaat zijn bij ‘loop’ zich tussen de twee grote

supermarkten. Er kan in het gehele winkelgebied worden geparkeerd.

Zorg en dienstverleningEen groot deel van de primaire

klantgroep heeft behoefte aan een gecoördineerd aanbod

van zorg- en dienstverlening. Verschillende zorgorganisaties

werken samen en bieden in de wijk arrangementen met

bijvoorbeeld persoonsalarmering, thuiszorg, maaltijd aan huis of in het wijkcentrum, schoonmaak,

klusdiensten et cetera.

winkelcentrum Koedijkslanden

Ingrediënten van het wijkconcept Wonen met een Plus!

Page 48: Fame magazine nr 8

46

Mevrouw van Leijenhorst

‘Een jaar voordat mijn familie naar Australië vertrok, ben ik getrouwd. We woonden eerst een jaar bij de ouders van mijn man in huis. Zo ging dat toen. Er waren te weinig geschikte woningen voor jonge gezinnen. Maar er werd volop aan nieuwe wijken gebouwd, ook in Amersfoort. In 1956 konden we een heel leuk huis huren in zo’n nieuwe wijk. Het waren allemaal startende gezinnetjes. Heel mooi en gezellig. Onze drie jongens zijn er geboren en wij zijn er zelf altijd blijven wonen. Ook toen mijn man na een hartaanval plotseling is overleden dacht ik er geen moment aan om er weg te gaan. Sterker nog, op zo’n moment hecht je je nog sterker aan de plek waar je zo veel mooie herinneringen hebt liggen.’

Maar de wijk waarin Greet woonde verloederde in hoog tempo. Een groot deel van de oorspronkelijke bewoners trok weg en de lage huren en verouderde woningen trokken veel nieuwe mensen ‘met een sociale en economische achterstand’. De criminaliteit in de wijk nam fors toe en richtte zich ook op de inwoners van de wijk. De ongeregeldheden werden zelfs landelijk nieuws. Ook Greet kreeg er persoonlijk mee te maken.

‘In 2013 ben ik twee keer beroofd bij mijn eigen voordeur. Handtas met rijbewijs kwijt, pinpas, sleutels en contant geld. Je bent na zo’n voorval behoorlijk van de kaart natuurlijk. Het is echt heel erg vervelend. Toch wilde ik, ondanks alles, graag in mijn huisje blijven wonen. Het klinkt misschien heel raar, maar ik liet me gewoon niet wegjagen. Het was míjn huis en míjn wijk! Toch was de maat vol toen ik op een zondagavond bij mijn zoon thuis door de politie werd opgebeld. De buurman had een inbreker bij mijn huis op heterdaad betrapt. Mijn kinderen wilden niet dat ik er langer bleef wonen. Ze wonen alle drie niet dicht in de buurt en vonden het niet meer vertrouwd.’

Greet ging met haar verhaal naar de woningcorporatie waar ze al die jaren haar huis had gehuurd. Ze wilde verhuizen en vroeg haar corporatie om haar daarmee te helpen. Omdat haar gezondheid achteruit gaat en haar kinderen niet in de buurt wonen, was oproepbare zorg een belangrijke wens. Maar ook wilde Greet graag in een beschutte omgeving wonen met gelijkgestemden om haar heen, een veilige woning en voldoende voorzieningen op loopafstand. De corporatie is daar heel goed mee omgegaan. Greet kreeg, gezien de situatie, voorrang voor het huren van een appartement in een woongebouw waar ze heel graag wilde wonen.

‘Ik heb me hier in het begin een beetje eenzaam gevoeld, maar dat was na een paar weken gelukkig weg. Nu denk ik: had ik het maar tien jaar eerder gedaan! Er wonen hier kennissen uit de vroegere buurt. De buren zijn heel spraakzaam en aardig. Ik woon dichtbij de winkels en heb een abonnement bij de zorgorganisatie voor oproepbare zorg. Je kunt hier in het woongebouw ook allerlei gezamenlijke dingen doen in de algemene ruimte, maar daar ben ik nog niet aan toe. Toch ben ik wel blij dat het er is, voor als ik minder mobiel word. Ook de aanwezigheid van de huismeester vind ik fijn. Hij houdt alles een beetje in de gaten. Niet iedereen kan zomaar het gebouw binnenlopen. En als ik ergens hulp bij nodig heb, wordt het snel geregeld. Ja, ik kan wel zeggen dat ik hier gelukkig ben.’

De geboren Rotterdamse Greet van Leijenhorst (1933)

woont sinds haar derde jaar in Amersfoort. Greet

was astmatisch en volgens de dokter zou ze zich veel beter voelen in de bossen. Dat het advies voor Greet

goed heeft uitgepakt blijkt wel uit het feit dat ze er sindsdien altijd is blijven wonen. Ook toen vader,

moeder, twee broers en zus in 1955 emigreerden naar

Australië twijfelde ze geen moment. Dit was de plek

waar ze zich thuis voelde en waar ze wilde blijven wonen.

mevrouw van Leijenhorst

Page 49: Fame magazine nr 8

47

Page 50: Fame magazine nr 8

48

FAME Plan-ontwikkeling

FAME is een allround planontwikkelbedrijf, gespecialiseerd in complexe segmenten

en projecten zoals de zorg. Met een multidisciplinair team is FAME

voor onder andere zorgorganisaties betrokken bij het herdefiniëren en

implementeren van visie en strategie, conceptontwikkeling van nieuwe

toekomstgerichte huisvestingsconcepten en de daadwerkelijke realisatie van

nieuwe huisvestingsprojecten. Zowel in nieuwbouw als in herontwikkeling van

bestaand vastgoed.

Fame Planontwikkeling

Multidisciplinair en een integrale aanpakDe transitie van de sector verzorging en verpleging is een vraagstuk

met een hoge mate van complexiteit. Ontwikkelingen als veranderende klantwensen, een forse ingreep op kostenbeheersing door de overheid en een toename van mensen met een zorgvraag, stellen zorgorganisaties voor een fundamentele herziening in alle facetten: van klantbenadering tot en met organisatie en bedrijfsvoering. Zorgorganisaties hebben daarom niet langer voldoende aan relatief eenvoudige specialistische adviezen, maar hebben behoefte aan een integrale en multidisciplinaire aanpak. Het team van FAME is hier volledig op ingericht, met marktonderzoekers, conceptontwikkelaars (met werkervaring in de zorg), planontwikkelaars, projectmanagers en een eigen studio om de concepten ruimtelijk vorm te geven. Per opdrachtgever en per project wordt een team samengesteld dat naadloos aansluit op de wensen en de eigen inzet van de zorgorganisatie, zodat er een goede samenwerking ontstaat. Zo kunnen projecten worden gerealiseerd die van begin af aan nauw verbonden zijn met de eigen organisatie.

Page 51: Fame magazine nr 8

49

Fame Planontwikkeling

Page 52: Fame magazine nr 8

50

Wat wil uw toekomstige klantDe huidige en toekomstige klant van

zorgorganisaties staat nadrukkelijk centraal in de werkwijze van FAME Planontwikkeling. Dat klinkt vanzelfsprekend, maar als het gaat over visie en strategie wordt er elders nog veelvuldig gesproken over ‘ZZP’s, aantallen, plaatsen, bedden’ et cetera. FAME weet op een efficiënte manier gegevens als demografie, sociaal-culturele achtergrond, inkomen, vermogen en klantwensgegevens te vertalen naar regiogebonden profielen van toekomstige klantgroepen.

De klantprofielen binnen het thema van de transformatie van verzorgingshuizen hebben één ding gemeen: ze hebben als woonconcept méér nodig dan alleen een toegankelijke woning. Ze zoeken naar een integraal en gecoördineerd aanbod van wonen, ontmoeten, dienstverlening en zorg. Niet op de eerste plaats de woningplattegrond, maar de samenhang, kwaliteit en betaalbaarheid van het geïntegreerde aanbod is doorslaggevend voor de keuze van een woning. FAME helpt zorgorganisaties hun toekomstige klant nog veel beter te kennen en zo doelgerichte keuzes te maken in de definitie van integrale woonconcepten.

Focus op visie en innovatieNatuurlijk moeten onze opdrachtgevers ervan uit kunnen gaan dat wij

voldoende kennis van zaken hebben en ons werk zorgvuldig en goed doen. Dat geldt voor ieder zichzelf respecterend bedrijf en is ook voor FAME een basisprincipe. Maar wij gaan verder. Samen met een aantal strategische klanten ontwikkelde FAME alternatieven voor het traditionele verpleeg- en verzorgingshuis op basis van een financiële en contractuele scheiding van wonen en zorg. Onder het motto ‘van verblijf naar wonen’ zijn de visie op woonconcepten en de wijze waarop de zorgorganisatie zorg en ondersteuning biedt herontwikkeld. Dat geldt ook voor de onderliggende businesscases. Deze innovatieve investeringen leverden sterk mensgerichte en economisch haalbare totaalconcepten op. Deze sluiten nu en in de toekomst naadloos aan op zowel de wensen en mogelijkheden van de klant als de nieuwe koers van de overheid.

Het team dat binnen FAME verantwoordelijk is voor transitie en innovatie staat onder leiding van Anneke Nijhoff, die haar visie geeft elders in dit Magazine. Het team ontwikkelt visie en strategie op basis van de meest recente ontwikkelingen en onderzoeken op het gebied van klantwensen, financiën, techniek, regelgeving, et cetera. De al gerealiseerde projecten worden langdurig gemonitord op klanttevredenheid en technische en functionele kwaliteit. De verbetermogelijkheden worden doorgevoerd in nieuw te realiseren projecten. FAME werkt hierbij samen met verschillende zorgorganisaties, waarbij gezamenlijk wordt geïnvesteerd in onderzoek en innovatie. In samenwerking met Hogeschool Windesheim in Zwolle ontwikkelde en doceert FAME nieuwe lesmodules ‘ouderen en wonen’ voor de opleiding Toegepaste Gerontologie.

‘Zorgorganisaties hebben behoefte aan een integrale multidiscipliniaire aanpak die verbonden is aan de eigen organisatie.’

Fame Planontwikkeling

Page 53: Fame magazine nr 8

51

Partnership Gezien de complexiteit van de strategie-

en ontwikkeltrajecten en de impact die deze hebben op de organisatie van de klanten van FAME, is een geïntegreerde en multidisciplinaire aanpak zoals gezegd noodzakelijk. Met iedere opdrachtgever wordt specifiek afgestemd hoe en met welke inbreng FAME samen kan werken met de interne organisatie. Dat is belangrijk, omdat het doel altijd is om visie, strategie en projecten naadloos aan te laten sluiten op de eigen identiteit van de organisatie. Partnership is maatwerk, waarbij FAME zorgdraagt voor een hoge mate van efficiëntie, draagvlak, bewaking van essentiële randvoorwaarden en kostenbeheersing. Partnership is ook delen van kennis en informatie. Voor onze strategische partners is FAME een ‘open source’, maar daarnaast zorgt FAME voor kruisbestuiving van kennis, ervaring en informatie tussen klanten onderling.

ResultaatgerichtFAME is een planontwikkelbedrijf met

een focus op het daadwerkelijk realiseren van toekomstgerichte en haalbare huisvestingsprojecten. Strategie en conceptontwikkeling definiëren bij FAME op een fundamentele manier de uitgangspunten voor huisvestingsprojecten. Maar om die ook daadwerkelijk te verwezenlijken is een vak apart. Ton ten Brinke is bij FAME verantwoordelijk voor planontwikkeling en haalbaarheid van de projecten. Hij stuurt hierbij een team aan met planontwikkelaars en projectmanagers die van initiatief tot en met realisatie sturing geven aan het ontwikkel- en realisatieproces.

Een gedreven teamDe complexiteit van processen en projecten

waarbij FAME is betrokken, vraagt om sterke individuele kennis en kwaliteiten, maar bovenal om een goede onderlinge samenwerking. De uitdagingen waar FAME voor staat kunnen nooit door één persoon integraal worden uitgevoerd. Zover strekt de individuele kennis en vaardigheid eenvoudigweg niet. Een gemeenschappelijke focus, sterke individuele kwaliteiten en een geoliede samenwerking tussen specialisten is de basis van de organisatievisie bij FAME.

‘Innovatieve investeringen

leverden sterke, mensgerichte

en economisch houdbare

totaalconcepten op.’

Fame Planontwikkeling

Page 54: Fame magazine nr 8

52

servicecentrum De Vloot

Kun je met een wijkgerichte aanpak een alternatief creëren voor het traditionele verzorgingshuis? Ja, dat kan zeker. Met Servicecentrum De Vloot laten verschillende partijen in de gemeente Maassluis zien wat er mogelijk is wanneer er creatieve verbindingen tot stand worden gebracht tussen wonen, zorg, welzijn en onderwijs. Al bij de presentatie van het geïntegreerde concept van wonen, ontmoeten, diensten en zorg wilden ouderen zich massaal inschrijven. Op dat moment was er nog geen woningplattegrond getekend!

door Aldi van Lierop

Een wijkgerichte

oplossing voor een traditioneel

verzorgings-huis

Een interview met Pieter Kromdijk,

wethouder en Ingrid Albers, beleidsadviseur

welzijn bij de gemeente Maassluis

Page 55: Fame magazine nr 8

53

‘Van overname naar ondersteuning, in dialoog

met de cliënt en zijn sociale netwerk’

Page 56: Fame magazine nr 8

54

Bewegen, spelen en ontmoeten; kinderen van de kinderopvang en ouderen gebruiken gezamenlijk de beweegtuin.

De kinderopvang en Stichting Welzijn Ouderen vieren samen de hoogtijdagen en komen elkaar dagelijks tegen.

Page 57: Fame magazine nr 8

55

Welkom in Servicecentrum De Vloot!In Servicecentrum De Vloot brengen deze partijen wonen, zorg, welzijn en onderwijs in een mooie mix van diensten samen: - Albeda College - opleidingsrestaurant, kapsalon en

leslokalen voor de opleidingen: Kok, gastheer/ vrouw, beveiliger, kapper en helpende zorg & welzijn.

- Careyn - thuiszorgteams, 24 uurs persoonsalarmering, kleinschalig groepswonen en wonen met zorg.

- VraagRaak - servicepunt voor hulp en advies bij wonen, zorg, welzijn en voorzieningen.

- Stichting Kinderopvang Maassluis - kinderopvang voor 0-4 jaar.

- Gemiva-SVG Groep - woonlocatie Karveel en activiteitencentrum Kogge voor mensen met een lichamelijke beperking en/of niet aangeboren hersenletsel.

- Centrum voor Paramedische Hulp en Alternatieve Geneeswijzen - fysiotherapie voor problemen bij het bewegend functioneren.

- Seniorenwelzijn - activiteiten, informatie, ondersteuning en ontmoeten voor senioren.

- Stichting Onder Een Dak - 24-uurs zorg, begeleiding en ondersteuning van psychisch en psychosociaal kwetsbare mensen door het team Beschermd Wonen.

Bezoekers van het activiteitencentrum zijn volop actief binnen het gebouw, onder andere bij de kinderopvang.

Het opleidingsrestaurant wordt druk bezocht, zowel door de ouderen die direct in de buurt wonen, als door de overige inwoners van Maassluis.

Page 58: Fame magazine nr 8

56

Vanuit de nieuwe opleidingskeuken in De Vloot bestieren leerlingen van het Albeda College het bijbehorende restaurant. Ze koken met veel plezier voor de ouderen en de buurtbewoners. Het restaurant is altijd volgeboekt. Andere leerlingen bieden hun diensten aan in de kapsalon en leren zo het vak. Peuters van het kinderdagverblijf vieren regelmatig samen feest met de oudere bewoners, bijvoorbeeld met Sinterklaas en Kerstmis. Twee zorgorganisatie regelen gezamenlijk de 24-uurs zorg, zowel voor de ouderen als de mensen met een beperking en niet aangeboren hersenletsel die er wonen. Verder huisvest het Servicecentrum ondermeer een informatiepunt en fysiotherapeut en houdt Seniorenwelzijn Maassluis er kantoor. Kortom, behalve een goede, toegankelijke en veilige woning biedt De Vloot de bewoners uitgebreide mogelijkheden voor ontmoetingen en afnemen van diensten. Alles naar eigen behoefte en financiële mogelijkheden. Bewoners zijn dan ook zeer tevreden over hun nieuwe woning en woonomgeving.

Behoeften peilenVoor de gemeente Maassluis begon de weg

naar De Vloot zo’n acht jaar geleden. Pieter Kromdijk: “We liepen tegen de grenzen van de zorgverlening aan zoals die bestond met de verpleeg- en verzorgingshuizen in onze gemeente. Dat hebben we op tijd herkend. Al zouden we intramurale plaatsen bouwen tot Sint Juttemis, dan nog zouden we niet aan de te verwachten vraag kunnen voldoen. De demografische ontwikkelingen, maar ook de

FAME Planontwikkeling heeft in opdracht van een landelijke woningcorporatie de ontwikkeling en realisatie verzorgd van 120 toegankelijke woningen in het plangebied. Anneke Nijhoff was daarbij namens de corporatie en in nauwe samenwerking met de gemeente verantwoordelijk voor het proces om te komen tot een integraal en gecoördineerd aanbod in de wijk.

Voor een sterk groeiende groep inwoners van Maassluis gaan binnen De Vloot veel wensen om veilig en zelfstandig te kunnen wonen in vervulling. Niet door het bouwen van een traditioneel verzorgingshuis, maar door het faciliteren van een levendige omgeving, midden in de samenleving. “Dit enthousiasme was opvallend en een belangrijke motor voor de kruisbestuivingen en samenwerking zoals die uiteindelijk tot stand zijn gekomen”, zegt Pieter Kromdijk, tot voor kort wethouder Zorg en Welzijn. “Daarnaast liggen er simpelweg demografische en financiële feiten op tafel die ons dwingen om in actie te komen. Voor de ruim 7.000 75-plussers in Maassluis is het huidige aanbod niet voldoende en kwalitatief niet goed genoeg. Deze transitie is dé kans van deze tijd.”

De basis van het wijkconcept ligt in de samenwerking tussen bestaande maat-schappelijke organisaties en zorgaanbieders in Maassluis. Er is in het proces van buiten naar binnen gedacht: niet een intramuraal aanbod, maar een gecoördineerd en samenhangend pakket was het uitgangspunt.

interview Jos de Jong

“Wanneer je eisen stelt aan partijen moet

je als gemeente ook de hand in eigen boezem

steken.”

Page 59: Fame magazine nr 8

57

financiële randvoorwaarden vragen om andere, meer creatieve oplossingen. Dus zijn we als gemeente gaan verkennen waar nu precies behoefte aan is als het gaat om huisvesting, zorg en welzijn voor onze 75-plussers. En waar ligt die behoefte over tien jaar? Die verkenning laat zien dat we in Maassluis in totaal drie woonservicezones nodig hebben zoals De Vloot. Woongebieden met een hoge kwaliteit die je creëert door mensen en domeinen met elkaar te verbinden.”

Actieve rolDe gemeente Maassluis heeft heel bewust

een actieve rol gespeeld in de totstandkoming van De Vloot. Kromdijk stelt dat dit wat hem betreft een voorwaarde is voor succes. En de gemeente heeft er ook veel belang bij dat het voor haar inwoners goed geregeld is. Door bezuinigingen hebben zowel gemeenten, zorginstellingen als woningbouwcorporaties de neiging om zich terug te trekken op hun eigen terrein en naar elkaar te wijzen voor de ontwikkeling van toekomstbestendige ouderenhuisvesting, maar daar bereik je in de praktijk helemaal niets mee. “We hebben een aantal motieven om als gemeente een actieve rol te pakken, zowel vanuit sociaal beleid als bij de ontwikkeling van de stad. Allereerst hebben we als gemeente vanuit de Wmo natuurlijk de wettelijke verplichting om mensen met een beperking maximale mogelijkheden te bieden. Die verplichting vatten we hier breed op. Daarnaast zorgen bezuinigingen op de AWBZ ervoor dat een deel van de ouderen niet langer naar het verzorgingshuis kan, terwijl men op termijn wel zorg en steun nodig heeft. Ten derde heeft Maassluis behoefte aan en ruimte voor stadsontwikkeling. Er was een achterstandswijk die helemaal plat ging, dat bood mogelijkheden voor nieuwe plannen. Een vierde factor van betekenis in hetzelfde gebied was het oude verpleeghuis Schutsluis. Dat stond al zo’n vijf jaar leeg en was ons echt een doorn in het oog. Dus hebben we de woningbouwcorporatie behoorlijk onder druk gezet om daar eindelijk eens wat aan te doen. Wat er aan maatschappelijke vraagstukken moet worden opgelost in Maassluis besteden we aan. Als gemeente hebben wij geen verstand van de zaken waar zorg- en dienstverleners professionals in zijn, al dan niet commercieel. Partijen moeten zelfstandig voor elkaar kiezen en iedereen moet precies dat doen waar hij of zij goed in is.”

Hand in eigen boezemAls je als gemeente eisen stelt dan moet

je uiteraard ook de hand in eigen boezem steken, vinden zowel Pieter Kromdijk als Ingrid Albers. Ingrid is als beleidsadviseur welzijn ook bij het hele proces betrokken. Pieter: “De subsidieachtige verhouding die je als gemeente vaak hebt met partijen is

niet stimulerend wanneer je samen nieuwe zaken wilt ontwikkelen. Daar moeten wij dus iets aan veranderen.” “En je moet als gemeente consequent zijn in de benadering en behandeling van alle betrokkenen,” geeft Ingrid aan. “Ook dat is een belangrijke voorwaarde om goede verbindingen tot stand te laten komen.”

Voor over vijftien jaarHun uitdaging was ook om de gemeenteraad

te overtuigen van nut en noodzaak van de gepresenteerde plannen. Pieter: “Het was een nog niet gerealiseerd concept waarmee we zo’n vijftien jaar vooruit denken. De raad zag ook in dat een gestructureerde en geïntegreerde aanpak het beste resultaat geeft voor onze inwoners. En dat het uiteindelijk veel goedkoper is dan een structuur waarin individuele inwoners per hulporganisatie hun zaakjes moeten regelen. Voor zover dat ze al zou lukken. De woningbouwcorporaties beseften goed dat er meer leegstand zou volgen als ze geen aangepast aanbod zouden creëren. Anneke Nijhoff heeft een heel belangrijk rol gespeeld in het ontwikkelen van de wijkgerichte visie en het samenbrengen en -houden van partijen die nu samen voor het geïntegreerde aanbod zorgen.” (Te beginnen met woningcorporatie MaasDelta met drie woningcomplexen naast het leegstaande Schutsluis, red.) “Ze heeft veel inhoudelijke kennis ingebracht waarmee ze de discussie vorm heeft gegeven. Verder heeft de persoonlijke klik tussen verschillende mensen er zeker ook voor gezorgd dat zaken voor elkaar kwamen.”

“Al bij de presentatie van het concept wilden ouderen zich

massaal inschrijven.”

En nu verder...Pieter Kromdijk moet de verdere ontwikkeling

van een geïntegreerd aanbod in wonen, zorg en welzijn noodgedwongen loslaten nu hij geen wethouder meer is. Ingrid Albers blijft betrokken, ook bij het ‘aanbesteden’ van maatschappelijke vraagstukken. “We zien duidelijk dat het traject rondom De Vloot een stimulans is voor andere partijen in de stad om samen aan de slag te gaan. Maar een automatisme is het nog niet, dus we blijven kijken hoe we als gemeente voorwaarden kunnen scheppen voor samenwerking en verbinding. Bijvoorbeeld door onze financiering aan te passen. Die is nu heel erg gericht op seniorenwelzijn. Ook dat gaat veranderen.”

servicecentrum De Vloot

Page 60: Fame magazine nr 8

58

FAME30 jaar

FAME viert dit jaar haar 30-jarig bestaan. Daar waar je ieder jaar vooruitkijkt, blik je in een jubileumjaar doorgaans terug. Geholpen door een goed gedocumenteerd fotoarchief, dat de herinneringen levend houdt, stel je vast wat je allemaal hebt gedaan en wat er door de jaren heen is veranderd. Een jubileum vieren is dus goed om weer eens vast te stellen ’waar je van bent’, wat je drijfveren zijn en wat je vast wilt houden voor de toekomst.

Een jubileum moet je ook vieren. Dat hebben wij op zaterdag 13 september gedaan met de mensen die FAME maken wat het is: onze medewerkers met hun partners en kinderen. De mensen die met veel inzet kleur geven aan ons bedrijf. Het is een dag geworden waar we nog jaren, bij het bekijken van de foto’s, met veel plezier op terug zullen kijken.

Page 61: Fame magazine nr 8
Page 62: Fame magazine nr 8
Page 63: Fame magazine nr 8
Page 64: Fame magazine nr 8

62

Burg. Roelenweg 408021 EW Zwolle

Postbus 6748000 AR Zwolle

t 038 425 81 [email protected]

www.famegroep.nl

FAME Magazine 2013Deze editie van het FAME Magazine staat in zijn geheel in het teken van “Wonen voor mensen met een intensieve ondersteuningsvraag” en de visie en activiteiten die FAME hierop samen met de opdrachtgevers heeft ontwikkeld.

Dit Magazine is gratis te bestellen via onze website.

FAME Magazine 2012Projecten waar ons hart ligt hebben één ding gemeen: er is altijd sprake van een behoorlijke complexiteit. Ruimtelijk, programmatisch, financieel, procesmatig, maar meestal een combinatie van deze factoren. We richten ons al jaren op herstructurering en reconstructie van winkel-gebieden en herontwikkeling en revitalisering van bestaande gebouwen, multifunctionele accommodaties en zorgprojecten.

Dit Magazine is gratis te bestellen via onze website.