Ensoc Magazine 2012-01

27
* onafhankelijk nieuws- en opinieblad over de energiemarkt jaargang 02 * nummer 01 * voorjaar 2012 in dit nummer onder meer: Thema: warmte ‘Nieuwe warmtenetten worden kleinschaliger’ Warmtenet Rotterdam komt op stoom Lessen uit het buitenland Slimme meter helpt met energiebesparing

description

 

Transcript of Ensoc Magazine 2012-01

Page 1: Ensoc Magazine 2012-01

*

o n a f h a n k e l i j k n i e u w s - e n o p i n i e b l a d o v e r d e e n e r g i e m a r k t

j a a r g a n g 0 2 * n u m m e r 0 1 * v o o r j a a r 2 0 1 2

i n d i t n u m m e r o n d e r m e e r :

Thema: warmte‘Nieuwe warmtenetten worden kleinschaliger’

Warmtenet Rotterdam komt op stoom

Lessen uit het buitenland

Slimme meter helpt met energiebesparing

Page 2: Ensoc Magazine 2012-01

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 22 3

Minister Verhagen stelt de slimme meter in

werking. Dat doet hij op een donderdagna-

middag in een oud flatje in de Amsterdam-

se wijk Watergraafsmeer. Fotografen lopen

met de minister mee naar de meterkast.

Met een druk op de knop activeert Verha-

gen de digitale meter. Naast hem staat een

monteur van Liander. Samen even kijken

in de flitslichten van de camera’s en het

is gebeurd. Een schitterend fotomoment.

Journalisten en voorlichters verdringen

zich op de gang om hiervan een glimp op

te vangen. De bewoonster des huizes, me-

vrouw Raats, weigert een kijkje te nemen

bij de meterkast. Ze gelooft het wel, ze is

al 70. Ze weet niet precies hoe de meter

werkt, maar kan exact vertellen hoeveel

ze elke maand kwijt is aan energie: 85

euro. Ze let op de centen, maar ze houdt

niet van poespas: ze had geen zin om te

betalen voor een display, waarmee ze haar

actuele energieverbruik kan zien. Gevalletje

van verkeerde zuinigheid? Met een display,

gekoppeld aan de slimme meter, is 5%

energie te besparen, zo blijkt uit onderzoek

van Liander. Met alleen een slimme meter

is 3 tot 4% energie te besparen, volgens

onderzoek van Kema, zegt Verhagen. Dat is

een verschil van 1 tot 2%. Landelijk gezien

misschien een groot verschil, maar waar

doen we het zelf voor? Om bij de tijd te

blijven? Of om minder te betalen voor

energie? Dat laatste kan ook al zonder

slimme meter. Kwestie van de verwarming

een graadje lager zetten en minder lichten

in huis laten branden. Ik zeg doen!

Norbert Cuiper

w w w . e n s o c . n l

coverfoto: duurzame warmte

de lente begint en de zomer komt

eraan. het wordt warmer. we kunnen de

verwarming uitlaten. als de zon schijnt

kunnen we de lichten uitdoen en buiten

de krant lezen. daarmee besparen we

veel energie. maar kunnen we niet

meer doen? wat als we zonnewarmte

opslaan in de grond voor gebruik in

de winter? of restwarmte gebruiken

van industriële bedrijven? dat zijn

slimme manieren van energiebesparing.

warmte vormt zo een oplossing voor de

toekomst: duurzaam en betaalbaar.

Nieuwe wegen voor duurzame energie

Enexis brengt gas en stroom bij mensen en bedrijven thuis. Via een betrouwbaar netwerk dat we steeds slimmer maken. Zo maken we elektrisch rijden mogelijk, kunnen huishoudens met slimme meters op elk moment van de dag hun energieverbruik volgen. En krijgen bewoners in de eerste slimme woonwijken in Zwolle en Breda de unieke kans om bewust te kiezen voor het gunstigste energiemoment. Bovendien helpen we als netbeheerder consumenten op weg om zelf energie te produceren. Hoe? Dat ziet u op zelfenergieproduceren.nl

zelfenergieproduceren.nl

1408437-162x229 adv ENSOC.indd 1 22-02-12 09:36

Page 3: Ensoc Magazine 2012-01

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 24 w w w . e n s o c . n l 5

slimme meter helpt met

energiebesparingkleinverbruikers besparen

gas en stroom dankzij

feedback

warm genoeghilarische column van

hamilcar knops

nieuwe warmtenetten

worden kleinschaliger

essent richt zich op

uitbreiding bestaande

warmtenetten

energie moet duurder worden voor besparingde energieprijzen zijn nog

te laag om de noodzaak in te

zien van energiebesparing

en duurzame energie. dat

meldden energieadviseurs

op nieuwjaarsdebat.

lessen uit het buitenlandnederland leert van duitse

en scandinavische landen

over warmte

oosten zet gasprijs

onder drukde gasprijs staat onder

druk door de koudegolf, de

nucleaire ruzie met iran en

de voorkeur van rusland

om eerst de eigen vraag

naar aardgas te voldoen.

onze netten zijn klaar voor zonnepanelendirecteur enexis voorziet

verzwaring netten

als elektrische auto

gemeengoed wordt

warmtenet rotterdam komt op stoomrotterdam bouwt aan

een warmtenet dat

zal worden gevoed

met restwarmte uit

afvalverbrander avr

in rozenburg. een

reportage

regulering: lust of last voor

warmteprojecten?warmte en koude vanuit

juridisch perspectief

maak warmte goedkoper

opinie van johan seuren en

wim mans van

innoforte adviesbureau

1 1

28

13 33

16

20

4230

06

40

Page 4: Ensoc Magazine 2012-01

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 26 w w w . e n s o c . n l 7

Dit en komend jaar vindt in Nederland de ‘kleinscha-lige’ uitrol plaats van de slimme meter. Netbeheer-ders zullen in 2012 en 2013 circa 900.000 gas- en elek-triciteitsmeters vervangen door een slimme meter. Dit is een digitale meter die net als de huidige meters het verbruik van elektrici-teit en gas meet. Verschil is dat de netbeheerder bij de slimme meter de meterstand op afstand kan uitlezen. Hierdoor hoeven bewoners niet meer thuis te blijven voor meterop-name. De slimme meter moet energiebesparing in de gebouwde omgeving stimuleren. De invoering van de slimme meter door netbeheerders is wettelijk vastgelegd om invulling te geven aan Europese richtlijnen voor energie-ef-ficiëntie. Vanaf 2014 wordt de slimme meter op grote schaal aangeboden aan kleinverbruikers. In 2020 moet 80 procent van de huishoudens voorzien zijn van een slimme meter.

Watergraafsmeer Bij de kleinschalige uitrol van de slimme meter gaat het vooral om renovatieprojecten, reguliere vervanging, nieuwbouw en voor-keursplaatsingen van consumen-ten die graag een slimme meter willen hebben, meldt branche-vereniging Netbeheer Nederland. Toch zijn ook in oudere wijken al slimme meter geplaatst, zo blijkt uit een werkbezoek van minister Verhagen aan de Amsterdamse wijk Watergraafsmeer. Bij de

renovatie van deze wijk zijn al 1200 slimme meters geïnstal-leerd, meldt monteur Arnold Broekers van Liander. Hij staat bij de meterkast in een flatwo-ning uit de jaren vijftig aan de Eisingastraat om met minister Verhagen een slimme meter te activeren. Met een druk op de knop stelt Verhagen de meter in werking. Volgens Broekers kost vervanging circa een uur, hooguit twee uur. Wekelijks worden maar liefst vijfduizend huishoudens voorzien van een slimme meter, zegt Broekers.

Overzicht Bewoonster Lenie Raats (70 jaar) vindt het wel interessant, zo’n slimme meter, al weet ze niet precies hoe het werkt. Ze vindt het fijn dat ze nu elke twee maanden een over-zicht krijgt van de meterstand, zodat ze sneller in de gaten krijgt hoeveel ze kwijt is aan energie. ‘Een overzicht aan het eind van het jaar valt vaak zo tegen. Momenteel betaal ik 85 euro per maand aan energiekosten.’ Me-vrouw Raats verwacht niet dat ze opeens energie gaat besparen, zodat ze de energiekosten kan drukken. Ze wilde geen display, waarop het actuele en dagelijkse verbruik aan gas en elektriciteit is te volgen. ‘Daarvoor moet je betalen, en daar had ik geen zin in.’ Ze verwacht wel dat ze met de slimme meter meer gaat letten op haar energiegebruik, maar op de vraag hoeveel ze momenteel verbruikt moet ze het antwoord schuldig blijven.

Privacy De netbeheerder leest de slimme meter elke twee maanden, zes keer per jaar, uit. Dit gebeurt op afstand, via het

sattelietsysteem GPRS, legt Broekers uit. De netbeheerder geeft de meterstand automatisch door aan de energieleverancier. Hoe zit het met de privacy? ‘De meters zijn uitgebreid getest om misbruik van gegevens te voorkomen. Consumenten heb-ben daarnaast keuzevrijheid gekregen. Ze zijn niet verplicht om mee te werken aan het op afstand uitlezen van de slimme meter,’ zegt woordvoerder Mar-tijn Boelhouwer van Netbeheer Nederland. De keuzevrijheid is volgens hem een resultaat van politieke besluitvorming en overleg met consumentenorga-nisaties. De Consumentenbond niet is helaas vertegenwoordigd tijdens het werkbezoek van minister Verhagen. De bond ziet de kleinschalige invoering van de slimme meter met vertrouwen tegemoet, zo meldde de Consu-mentenbond in 2010.

Veilig Minister Verhagen wordt omringd door cameramensen geïnterviewd. ‘Is de slimme meter veilig?’, wil de NOS weten van minister Verhagen. ‘Ja,’ zegt Verhagen, ‘de veiligheid is in elk geval gegarandeerd.’ Hij meldt dat bescherming van de pricavy in de wet is vastgelegd en dat maatregelen zijn getroffen om misbruik te voorkomen. De invoering van de slimme meter is circa anderhalf tot twee jaar vertraagd door de discussie over de privacy en de veiligheid, zo geeft Peter Molengraaf, directeur van netwerkbedrijf Alliander, toe. ‘Beide zaken zijn nu goed geregeld,’ zegt Molengraaf. Hij vertelt dat zorgen van consu-menten over de veiligheid en privacy zijn onderschat, voordat

Nederland voert vanaf begin dit jaar de

slimme meter in. Huishoudens en kleine

bedrijven krijgen dankzij de slimme meter

meer inzicht in hun energiegebruik. Hierdoor

besparen ze gemiddeld 3 tot 4 procent aan

gas en elektriciteit, zo blijkt uit onderzoek

van Kema. Dat meldde minister Verhagen van

Economische Zaken, Landbouw en Innovatie bij

een werkbezoek aan bewoners in Amsterdam

die onlangs een slimme meter kregen.

k l e i n v e r b r u i k e r s b e s pa r e n g a s e n s t r o o m d a n k z i j f e e d b a c k

Bewoonster Lenie

Raats in gesprek

met minister

Verhagen over de

slimme meter

Tekst: Norbert Cuiper

Slimme meter helpt met energie-besparing

Minister Verhagen

zet de slimme meter

in werking. Naast

hem monteur Arnold

Broekers van Liander

Page 5: Ensoc Magazine 2012-01

Bewoonster Lenie Raats in gesprek met minister Verhagen over

de slimme meter (foto’s: Netbeheer Nederland)

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 28 9w w w . e n s o c . n l

de discussie in de Eerste Kamer begon. Molengraaf ziet de klein-schalige uitrol als een manier om nog ervaringen op te doen met de slimme meter. Hij acht de planning van de grootschalige uitrol realistisch. ‘Het is een gigantische operatie, maar ik verwacht wel dat we er dan klaar voor zijn.’

Kosten Kleinverbruikers hoeven niet te betalen voor de plaatsing van de slimme meter. ‘De plaat-sing is gratis,’ zegt Molengraaf. ‘Consumenten en bedrijven die de slimme meter eerder dan gepland willen krijgen betalen hooguit circa 70 euro voorrij-kosten.’ De slimme meter zelf is niet gratis. ‘Consumenten blijven net als nu betalen voor de huur van de meter,’ meldt Netbeheer Nederland. De prijs van de meterhuur is een vast bedrag dat jaarlijks wordt vastgesteld door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). De toezichthouder zorgt ervoor dat het tarief voor de meterhuur niet plotseling gaat stijgen als kleinverbruikers een slimme meter krijgen. Ook de stroom die de slimme meter verbruikt komt niet op de rekening van de gebruikers. Dat meldt Netbeheer Nederland in een formulier met vragen en antwoorden over de slimme meter.

Ervaring Bewoonster Minouche Klaver heeft al enkele weken er-varing opgedaan met de slimme meter. Ze kreeg de meter dit jaar op 12 januari en beschikt sinds 23 januari over een thermo-staat met display van het merk Quby waarmee de meter op elk moment kan worden uitgelezen.

‘Hierdoor krijgt ik meer inzicht in stroom- en gasverbruik,’ vertelt Klaver. Via het display kan ze het actuele verbruik bekijken, even-als grafieken die het dagelijks gebruik tonen. Hierbij valt op dat het gasverbruik per uur wordt weergegeven. Dat is minder gedetailleerd dan het stroom-gebruik, dat per kwartier wordt geregistreerd. Klaver heeft op het display een besparingsdoel van 3% ingesteld, maar dreigt dat niet te halen. ‘Dat komt omdat ik de huiskamer hoger en langer verwarm sinds de komst van mijn baby. Wel zet ik de thermostaat ‘s ochtends aan en ‘s avonds uit, zodat het gasver-bruik ‘s nachts minimaal is.’

Display Het heeft zeven jaar geduurd om het display te ontwikkelen voor de thermostaat waarmee de slimme meter in de huiskamer kan worden uitge-lezen. Dat vertelt Joris Jonker, directeur van Quby. Dat het zo lang heeft geduurd komt doordat diverse ‘nieuwe wielen moesten worden uitgevonden’, zegt Jon-ker. ‘Voor de communicatie van de thermostaat met de cv-ketel bestonden geen goede standaar-den. Ook is de communicatie-standaard voor de slimme meter tussentijds nog enkele malen aangepast. Daarnaast moest de gebruikersinterface voor de slimme meter nog worden uitgevonden,’ zo legt Jonker uit. Het display is redelijk complex uitgevoerd, zegt Jonker. Naast inzage in het actuele en histo-rische verbruik per dag, week, maand of jaar, zijn allerlei extra toepassingen zoals Buienradar en filemeldingen toegevoegd. Dat is gedaan om de aandacht

van gebruikers vast te houden,’ zegt Jonker. Hij zegt dat het display ook te koppelen is aan mobiele telefoons met een inter-netbrowser. Het is dus mogelijk om het display te bedienen met een smart phone.

Het display met slimme meters is binnen het West Orange-project van Liander getest onder 500 huishoudens in de Amsterdamse wijk Geuzenveld, voegt Jonker toe. Uit het onderzoek blijkt dat de huishoudens circa 5% bespaarden op zowel gas als elektra. Sommige deelnemers haalden zelfs een besparing van 21%, zo meldt Liander op de website EnergieInzicht.net.

Bewuster Klaver verwacht dat ze met het display en de slimme meter bewuster omgaat met haar energiegebruik. Zo zal ze sneller apparaten die op stand-by staan uitschakelen. Als stroomvreters noemt ze de waterkoker en de stofzuiger. Toch zal haar energierekening dit jaar niet lager zal uitvallen. ‘We zijn door de baby minder vaak weg, waardoor we vooral in de wintermaanden meer stoken op aardgas. Dat zorgt ervoor dat we ten opzichte van vorig jaar meer zullen betalen voor onze energie.’ Haar familie is inmid-dels ook vertrouwd geraakt met het display. Die ziet de slimme meter ook als een goede manier om onnodig energiegebruik te voorkomen. Echtgenoot Hans ziet dat ‘s nachts op kantoren nog teveel verlichting en computers aan blijven staan. ‘Dat kan een stuk minder als medewerkers erop gaan letten.’

Nederlandse huishoudens kunnen energie besparen door het stimuleren van bewustzijn en de inzet van slimme thermostaten. Dat blijkt uit onderzoek van de universiteiten van Tilburg, Maastricht en California (Berkely) onder 1721 huishoudens. Uit het onderzoek blijkt dat 43 procent van de huishoudens geen idee heeft hoeveel zij maandelijks betalen voor hun gasverbruik. Daarnaast benut 27 procent van de huishoudens de thermostaat niet om energie te besparen. Het huis wordt ‘s nachts op dezelfde temperatuur verwarmd als ‘s avonds, terwijl een lagere nachtstand de gasrekening met gemiddeld 11% kan laten dalen. Tevens heeft veertig

procent van de Nederlanders moeite met het beoordelen van energiebesparende investeringen. Deze groep heeft onvoldoende wiskundig inzicht om de afweging te kunnen maken. De onderzoekers, waaronder de Tilburgse hoogleraar vastgoed Dirk Brounen, adviseren de overheid om het gebruik van een slimme thermostaat te stimuleren. Met behulp van bewegingssensoren en efficiënte standaardinstellingen wordt het gasverbruik op speelse wijze verlaagd. De slimme thermostaat moet ingesteld zijn op aangepast gasverbruik in de nachtelijke uren en moet het huishouden feedback geven over het actuele en historische verbruik.

Energie besparen met slimme thermostaat

Display van de

thermostaat voor de

slimme meter

(foto: Quby)

Page 6: Ensoc Magazine 2012-01

11w w w . e n s o c . n l10 e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 2

Wie bijvoorbeeld een ei kookt, kookt een ruime

hoeveelheid water, die men over het

algemeen later gewoon weer laat afkoelen

Warm genoeg

Misschien is het toeval, maar precies op het moment dat de Europese koudegolf Nederland bereikte, vloog ik naar de zomer van Peru, waar ik deze column schrijf. Hier in Peru geen elfstedenkoorts of een op volle toeren draaiende verwarming, maar zomervakantie en overal ventilatoren om de hitte wat draaglijker te maken. Een groter contrast is moeilijk denkbaar, maar het biedt een interessant perspectief op het thema ‘warmte’.

Het laat duidelijk zien dat de vraag naar warmte of koude tijd- en plaatsgebonden is. Het ene moment willen we verwarming, het andere moment koeling. In Nederland, met een gemiddelde jaartemperatuur van 10 °C, zullen we per saldo vaker verwarming willen dan koeling. Die vraag naar warmte kost ons wel veel energie: ongeveer de helft van het totale Nederlandse energieverbruik wordt ingezet voor verwarming. Weinig mensen weten dat.

Als we een duurzame(re) energievoorziening willen, valt er op het gebied van warmte (en koude) dus nog veel winst te halen – meer nog dan met duurzame elektriciteit. We moeten dan wel een paar problemen van het huidige systeem onder ogen zien.

Ten eerste gooien we heel veel energie ‘ongebruikt’ weg. Wie bijvoorbeeld een ei kookt, kookt een ruime hoeveelheid water, die men over het algemeen later gewoon weer laat afkoelen. Bij veel processen wordt uiteindelijk maar een paar procent van de oorspronkelijke energie nuttig aangewend.

Ten tweede is energie zo goedkoop dat we nauwelijks geprikkeld worden om anders (en zuiniger) met energie om te gaan. Zo is het bijvoorbeeld makkelijker (en waarschijnlijk

ook goedkoper) om een systeem van airconditioning op elektriciteit

te installeren in een gebouw dan een ingenieus systeem van natuurlijke ventilatie

en temperatuurhandhaving te ontwerpen en in te bouwen. Ook allerlei vormen van energiebesparing in onze gebouwen komen slecht van de grond, ook al zijn ze nu vaak al rendabel.

Door die beschikbaarheid van goedkope (vaak fossiele) energie vergeten we om onze systemen volledig duurzaam op te bouwen. Toch is dat goed mogelijk, laat ook de geschiedenis ons zien. In Peru hadden de bewoners van de Andes een heel ingenieus systeem ontwikkeld om door middel van terrassen en ‘kuilen’ verschillende microklimaten te creëren, waardoor ze zelfs op 4000 meter hoogte een variëteit aan gewassen konden verbouwen. Een soort kassen, maar dan zonder gas! En in Nederland hebben we vele polders kunnen leegmalen enkel op basis van windmolens.

Juist op het gebied van warmte zijn er vele mogelijkheden tot verduurzaming: energiebesparing, warmtekrachtkoppeling, betere benutting van restwarmte, opslag van warmte en/of koude, gebruik van aardwarmte, warmtepompen, enzovoort. Zelf woon ik bijvoorbeeld in een appartement dat zo goed geïsoleerd is dat ik eigenlijk nooit hoef te stoken, ook niet in de winter, als er overdag maar genoeg zonlicht binnenvalt.

De uitdagingen voor duurzame warmte zijn echter niet alleen technisch. Vooral juridisch is het een onontgonnen terrein. Er is nog steeds geen werkende Warmtewet en voor veel nieuwe warmte-initiatieven is de juridische situatie onduidelijk. Als dat niet verbetert, lopen veel nieuwe ‘duurzame warmte’-initiatieven het gevaar van een koude kermis thuis te komen en zitten alleen de advocaten er straks warmpjes bij.

column

Hamilcar Knops

Page 7: Ensoc Magazine 2012-01

w w w . e n s o c . n l 1312 e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 2

Tekst: Norbert Cuiper

‘Warmte is belangrijk,’ zegt Smit aan het begin van het gesprek. Hij illustreert zijn boodschap met enkele cijfers. Maar liefst 40% van het totale ener-giegebruik in Nederland gaat in de warmtevoorzie-ning zitten. Een gemiddelde woning verbruikt qua energiewaarde veel meer warmte dan elektriciteit. ‘We praten altijd over elektriciteit als het gaat over het energiegebruik, maar het aandeel warmte is dermate groot dat energiebesparing ook gaat om efficiënt gebruik van warmte. De industrie heeft vaak warmte over, maar deze restwarmte wordt vaak geloosd in open water of gaat de lucht in. Dat is zonde, dus die warmte moeten we benutten om grote klappen te maken met energiebesparing.’

Voordelen Om warmte van de ene naar de andere plek te brengen zijn warmtenetten nodig. Smit geeft aan dat aanleg van warmtenetten technisch lastig is. Daarnaast is het een hele kunst om warmtenetten economisch rendabel te maken. Wat zijn de voordelen van warmte ten opzichte van aardgas? Smit noemt ze op: ‘Het eerste voordeel is het hogere comfort. En je hebt er geen omkijken naar. Dat is anders bij aardgas. Een ketel op gas moet regelmatig worden onderhouden en is na vijftien jaar aan vervanging toe. Ook kost een ketel ruimte en sommigen vinden gas relatief onveilig. Warmte is daarentegen nagenoeg onderhoudsvrij en is nog veiliger dan aardgas.’

Leveringszeker Ook qua leveringszekerheid scoort warmte hoog, zegt Smit. ‘Een centrale die

warmte levert beschikt altijd over een noodvoor-ziening. Hierdoor zijn afnemers altijd verzekerd van warmte. Laatst vertelde een ondernemer dat hij nooit uitval van zijn warmtelevering heeft ge-had. Dat is een verschil met een ketel op aardgas, waar geen backup verplicht wordt gesteld. De aanlevering van gas kan in de toekomst onzeker worden als we steeds meer gas uit Rusland halen en voor de productie van groen gas afhankelijk zijn van het aanbod in biomassa.’ Smit vindt het opmerkelijk dat aardgas in Nederland als iets van-zelfsprekends wordt gezien, terwijl het bij aanleg van een warmtenet altijd onderwep van gesprek is. Warmte moet echter nog een plek veroveren. ‘Warmte heeft zich echter op diverse plaatsen al lang bewezen,’ zegt Smit.

CO2-reductie Voordeel van warmte is ook de forse vermindering van de CO2-uitstoot ten op-zichte van aardgas. ‘Het scheelt 25 tot 40 procent in CO2-reductie, afhankelijk van de bron’, zegt Smit. ‘Nu is de warmtebron nog vaak van fossiele oorsprong, maar in de toekomst zal warmte steeds meer afkomstig zijn van duurzame bronnen, zoals biomassa en biogas. Daarmee kan je een hele wijk, die aangesloten is op een warmtenet, in een keer verduurzamen. Een warmtenet vormt daar-door iets wat goed past in de overgang naar een duurzame energievoorziening.’

Ervaring Volgens Smit is het gunstig dat warmte met diverse technieken is op te wekken. ‘De pro-ductie en distributie van warmte kan bijna overal. Hiermee hebben we in Nederland al veel ervaring

Rob Smit van Essentover belang

van warmte

‘ Nieuwe warmtenetten worden kleinschaliger’Nederland gebruikt veel aardgas voor het verwarmen van huizen en gebouwen. Maar aardgas is een fossiele brandstof. Om de warmtevoorziening te verduurzamen en om restwarmte uit de industrie te benutten worden warmtenetten aangelegd. De economische recessie lijkt echter roet in het eten te gooien, want de investeringen hiervoor liggen hoog. Essent richt zich daarom op uitbreiding van bestaande warmtenetten, zo meldt warmte-expert Rob Smit van Essent.

Rob Smit houdt z ich b i j energ iebedr i j f Essent bez ig met business- en productdevelopment . H i j heef t meer dan v i j f t ien jaar ervar ing op gebied van decentra le energ ie - opwekking , energ iebespar ing en duurzame energ ie. Smit studeerde van 1986 tot 1993 scheikunde in Utrecht , waarna h i j aan de Univers i te i t van Utrecht onderzoek deed naar energ iebespar ing. Vervolgens werkte h i j a ls consul tant b i j Cogen Projects , a ls bus iness developer b i j Logic E lectronics en a ls senior consul tant b i j Kema. Vanaf oktober 2008 werkt h i j b i j Essent , eerst op de afde l ing Warmte a ls projectontwikke laar, vanaf januar i 20 10 voor Essent Loca l Energy So lut ions (ELES) , de afde l ing d ie de warmteprojecten van Essent explo i teert . Smit is daarnaast ook docent voor de ople id ing Warmtedistr ibut ie d ie de Federat ie van Energ ieconsul tants (FedEC) organiseert .

essent richt zich op uitbreiding bestaande warmtenetten

Page 8: Ensoc Magazine 2012-01

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 214 w w w . e n s o c . n l 15

opgedaan, zoals bij het oudste warmtenet in Utrecht. Dat stamt uit 1930, maar ook Essent heeft de laatste dertig jaar veel geleerd. Uit onderzoek van CE Delft blijkt dat Nederland al beschikt over een half miljoen aansluitingen (woningequiva-lenten) op een warmtenet. Dat is al behoorlijk wat, maar als je bedenkt dat we in totaal ruim zes miljoen woningen hebben kan dat nog fors uitge-breid worden. Daarbij komt dat we in staat zijn om warmtenetten steeds beter aan te leggen gezien onze ervaring. De kinderziektes zijn verdwenen.’

Trend Als trend ziet Smit dat nieuwe warmte-netten kleinschaliger worden. Daarnaast wordt nadrukkelijker gezocht naar het uitbreiden van bestaande netten met zowel nieuwbouw als bestaande bouw. ‘Grootschalige warmtenet-ten zoals ze in het verleden zijn gebouwd zullen niet meer op die wijze tot stand komen. Die waren soms zwaar verlies-latend. Vroeger was het gebruikelijk om een warmtenet voor minimaal duizend woningen aan te leggen. Dat is door de economische terugval lastig geworden, omdat nu lastig is te voorzien of zulke forse investeringen zullen renderen. Een nieuwbouwwijk is wellicht pas over tien jaar of meer volgebouwd. Hierdoor is het nu meer maatwerk geworden en worden meer kleinschaliger projecten opgestart. Voor een kleine wijk wordt een warmtenet aangelegd, waarop andere wijken later kunnen aansluiten.’

Warmtevraag Zijn warmtenetten nog rendabel, nu woningen steeds energiezuiniger worden? Volgens Smit blijft er altijd warmtevraag, wel verandert de karakteristiek van de vraag. ‘Wonin-gen worden inderdaad steeds energiezuiniger, maar luxer en uitgebreider douchen en in bad gaan vergt meer warm water. Hierdoor blijft het aandeel warmte in het energieverbruik groot.’ Smit geeft toe dat de investeringen van warmtenetten hoog liggen maar op lange termijn zijn terug te verdienen. ‘Tijdens de koudegolf afgelopen winter werden records in gasverbruik gebroken. Ook in passiefhuizen of energieneutrale woningen is er op zulke momenten vraag naar warmte. Dit laat zien dat warmtelevering zelfs in de energiezuinig-ste woningen belangrijk blijft.’

Concurrerend Momenteel worden weinig warmtenetten aangelegd vanwege de economi-sche recessie. Daarom richt Essent zich nu op het koppelen van bestaande warmtenetten aan bestaande bouw. ‘Goed voorbeeld is Breda, waar het goed lukt om het warmtenet uit te breiden naar bestaande woningen. Daarbij gaat het niet alleen om de tarieven, maar ook om vervanging van de gasketel en de looptijd van kosten en baten. Op basis hiervan bieden we warmte aan onder betere, concurrerende voorwaarden.’ Op deze manier moeten volgens Smit de investerin-gen in warmtenetten worden terugverdiend. ‘De integrale kosten zijn nu goed geregeld in de Warmtewet. Warmte is voor afnemers niet duurder dan gas. Dat principe blijft onveranderd in de

aangepaste Warmtewet.’

Energiebedrijf Essent staat positief tegenover initiatieven voor decentrale productie van duurzame energie. Dat zei Rob Smit tijdens het Nieuwjaarsdebat van F&B in Eemnes. Hiermee reageerde hij op de vraag van een adviseur van Cofely wat energiebedrijven zoals Nuon vinden van lokale plannen voor opwekking van duurzame energie. Smit: ‘We geloven in lokale opwekking en willen graag in gesprek met partijen zoals gemeenten en coöperaties die deze plannen initiëren. Het lijkt er echter op dat we als energiebedrijf niet de populairste gesprekspartner zijn voor deze partijen. Daar zijn we best verdrietig over, want we hebben veel ervaring in de aanbieding. We hopen daarom dat initiatiefnemers overwegen om ons toch te benaderen voor een gesprek. Met onze expertise kunnen we ze in ieder geval een eind op weg helpen.’

‘Essent positief over

decentraal’

‘warmtenetten in lastig vaarwater’De dubbele dip die momenteel de economie teistert zorgt ervoor dat het rendement op investeringen in warm-tenetten tijdelijk is gedaald. Dat meldde assetmanager An-drew Glavimans van Eneco begin februari tijdens een bijeenkomst in Rot-terdam. Tijdens de Eneco Masterclass in Boijmans Van Beuningen deelden diverse sprekers en deelne-mers hun visie over de waarde van collectieve warmte en koude in de transitie naar een duurzame ener-gievoorziening. Glavimans noemde het potentieel voor warmtenetten in Neder-land groot, maar ziet dat het lastiger is om in de economische recessie genoeg inkomsten uit warmtenetten te halen. Paul Dielissen, manager duurzaam bij ASR Vastgoed Ontwikkeling, zei dat het nodig is om meerdere warmteleveran-ciers aan te laten sluiten op een warm-tenet. Als voorbeeld noemde hij een installatie dat zonnewarmte levert. Dit maakt warmtelevering voor afnemers aantrekkelijker, aldus Dielissen.

hergebruik warmte levert energiebesparingHet hergebruik van restwarmte levert een aanzienlijke energiebesparing op. Dat blijkt uit een investering van kartonproducent Solidpack uit Loenen. Het bedrijf kon dankzij de Ener-gie-investeringafrek (EIA) investeren in de ombouw van de droogpartij. Hier-bij werd de afvoer van de restwarmte aangepast, vertelt Rob Broere van Solidpack. ‘Via een warm-tewisselaar wordt de lucht afgevoerd, maar de warmte blijft in een gesloten kring waardoor we die kunnen hergebruiken. Dat levert een aanzienlijke besparing op in het energiegebruik.’ Solidpack heeft het

convenant Meerjarenafspraken (MJA) ondertekend, waarin afspraken zijn gemaakt om de energie-efficiëntie te verbeteren. De productie van mas-siefkarton voor verpakkingen uit oud

papier vereist veel energie. ’Het is van groot belang om die

processen te optimaliseren en waar mogelijk rest-warmte te gebruiken,’ aldus Broere.

duurzame warmte kosteneffectief

Duurzame warmte is de meest kosteneffectieve methode om de

doelstelling van 14 procent duurzame energie in 2020, te halen. Dat stelt Gijs de Man, voorzitter van de stichting Warmtenetwerk. Duurzame warmte is volgens De Man bijvoorbeeld interessant bij woningreno-vatie. Uit een studie van DWA blijkt volgens hem dat bij het renoveren naar energielabel A, het gebruik van duurzame warmte minder investe-ringen vraagt dan wanneer er alleen gebouwgebonden maatregelen genomen worden. Voor de uitbouw van duurzame warmte is een gelijk speelveld met andere opties noodzakelijk. Een belangrijke stap daarvoor is al gezet door het ministerie van EL&I in de SDE+. Bij de productie van duurzame warmte wordt nu ook de

onrendabele top gesubsidieerd. Op het verlanglijstje van De

Man staan verder waarde-ring van warmtelevering bij emissierechten voor CO2.

enschede krijgt warmte uit riool

De gemeente Enschede wil volgende jaar het riool tussen de

stad en de rioolwaterzuivering voorzien van een riothermiesysteem. Het riool, waarop tienduizenden Enschedeërs hun

douche en toilet lozen, moet een ap-partementencomplex van 220 woningen van warmte gaan voorzien. Ingenieurs-bureau Tauw adviseert Kroondehly, de Nederlandse leverancier van de instal-latie van Rabtherm. ‘Bij een modern, geïsoleerd huis verdwijnt dertig procent van de warmte door het rioolputje’, zegt ingenieur Harry de Brauw (31), adviseur bij Tauw. Om een efficiënte riothermie-centrale te bouwen, zijn zo’n vijfduizend huisaansluitingen nodig. Een centrale kan honderd huishoudens van warm tap- en verwarmingswater voorzien. De investering wordt in sommige gevallen in zes jaar terugverdiend met energie-besparing.

fabrieken botlek delen stoom

In het Botlekgebied komt een groot buizennetwerk om

stoom uit te wisselen tussen bedrijven. De uitwisseling moet het energieverbruik van de

bedrijven verlagen en de CO2-uitstoot verminderen.

Netbeheerder Stedin zegt dat de CO2-uitstoot jaarlijks

met 200.000 ton kan worden verlaagd. Bedrijven kunnen hun stoom door het 2 kilometer lange netwerk transporteren naar omliggende fabrieken die stoom als productiemiddel gebruiken. Die fabrieken wekken hun stoom nu op met fossiele brandstoffen. De fabrieken mogen zelf bepalen hoeveel waterdamp ze willen afnemen of leveren. Afvalver-werker AVR en chemiebedrijf Emerald Kalama Chemical zijn de eerste twee bedrijven die gebruik gaan maken van het netwerk. De gemeente Rotterdam hoopt dat andere ondernemingen snel zullen volgen.

wa

Rm

TE

Page 9: Ensoc Magazine 2012-01

‘ Energie moet duurder worden voor besparing’

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 216 w w w . e n s o c . n l 17

Dat was de belangrijkste conclusie van het Nieuwjaarsdebat van F&B, dat op donderdag 12 januari 2012 werd gehouden in hotel de Witte Bergen in Eemnes. Circa 80 toehoorders, overwegend energieadviseurs die aangesloten zijn bij de vereniging FedEC en de stichting Phoe en andere zakelijke relaties van F&B, waren hierop afgekomen. Gertjan de Werk, onderzoeker aan de TU Delft, leidde het debat met drie sprekers: Carolien van Hemel van het Utrecht Sustainability Institute, ingenieur Jarno Schoen van ingenieurs-bureau Ebatech en directeur haveninnovatie Rob Stikkelman van

de TU Delft. Deze sprekers waren respectievelijk voorstanders van duurzame energie, energiebesparing en fossiele energie. Ze betoogden met verve hun standpunten tijdens het debat, dat het publiek diverse reacties ontlokte.

‘Kolen onmisbaar’Kolen zijn goedkoop en zijn onmisbaar als brandstof in centrales om elektriciteit op te wekken, zegt Stikkelman. Van Hemel heeft liever aardgas, omdat dit beter past bij Nederland als gasland. Volgens haar belemmert kolen- en kernenergie de overgang naar een duurzame energievoorziening. Nederland heeft echter nog aardgas tot 2060, maar kan nog ver na 2100 beschikken over kolen, werpt Stikkelman tegen. Maar dan is een lage energieprijs nodig om te concurreren met China, zegt Schoen. Hij vindt dat energiebespa-ring nodig is om de energiekosten laag te houden. Volgens Jan Grift van Energy Matters zal kolen als brandstof verdwijnen bij een hoge CO2-prijs, maar Stikkelman toont een grafiek

De energieprijzen zijn momenteel nog te laag voor het gros van de afnemers om de noodzaak in te zien van meer energiebesparing en meer duurzame energie. Energie moet duurder worden zodat besparing urgenter wordt.

Tekst: Norbert Cuiper

waarop de CO2-prijs een dalende lijn vertoont. Ook dat kolen vies zouden zijn, relativeert Stikkelman. ‘Bruinkool is nog viezer.’

Fossiel of duurzaamKolen en gas zijn op korte termijn de belangrijkste energiedragers, zegt Van Hemel. Als de energievoorziening echter niet duurzamer wordt zullen de energiekosten na 2020 fors op-lopen, zo verwoordt ze een conclusie uit de World Energy Outlook van het Internationale Energie Agentschap (IEA). De opkomende landen zoals China zullen zowel kolen als duur-zame energie gebruiken om de stijgende energievraag te dekken. Van Hemel verwacht dat de CO2-prijs op lange termijn zal stijgen waardoor kolen uiteindelijk zullen verdwijnen als brandstof voor energie. Het perspectief voor kolen is op de lange termijn echter geen probleem, zegt Stikkelman. ‘Kolencentrales kunnen deels of volledig overstappen op bio-massa.’ Schoen vindt dat Nederland onafhankelijk van China een energiebeleid kan volgen om de energiekosten beheersbaar te houden. ‘We moeten intern kijken naar manieren waarop we met onze bedrijven meer kunnen besparen op energie.’

‘Energieprijzen moeten stijgen’Van Hemel wijst erop dat de overheid energiebesparing kan stimuleren door de belasting op fossiele energie te verhogen. Dat kan ervoor zorgen dat bedrijven meer energie willen besparen en meer duurzame energie willen toepassen. ‘De energieprijzen zullen nog ver-der moeten stijgen om duurzame energie en energiebesparing aantrekkelijker te maken,’ zegt Hendrik Koetsier van adviesbureau EnergieRendement uit Utrecht. Daarop houdt Rob Stikkelman een krantenbericht omhoog, waarop het faillisement van aluminiumsmelterij Zalco wordt aangekondigd. ‘Wil je dat op je geweten hebben?,’ vraagt hij aan Koetsier. Ook bedrijven op gebied van duurzame energie hebben het moeilijk, voegt Stikkelman toe. Als voorbeeld noemt hij de Arnhemse zonnefilmproducent Helianthos, die eigenaar Nuon verkoopt via een online veiling.

Decentrale energiebedrijvenZorgen decentrale energiebedrijven voor lagere energieprijzen? Dat lijkt er wel op, zegt Van Hemel. Ze woont in Lochem, waar energiecoöperatie Lochem Energie al 900 leden heeft. De leden, overwegend consumenten, kunnen nu al energie inkopen via de coöpera-tie, die hen helpt om de energiekosten te verlagen. Zo krijgen ze 20% korting als ze zonne-panelen op hun dak laten zetten, waardoor ze de investering van circa 7.000 euro binnen twintig jaar terugverdienen. Dit laat zien dat lokale energiecoöperaties hun leden kunnen overhalen om over te schakelen op duurzame energie, zegt Van Hemel. Maar maakt dat duurzame energie goedkoper?, vraagt dagvoorzitter De Werk. ‘De prijzen voor duurzame energie zullen dalen, maar er is wel een investering nodig om deze te benutten. Daarvoor bestaan financiële constructies. Belangrijk is dat de leden vertrouwen hebben in de lokale energiecoöperaties, die het voor hen regelen,’ aldus Van Hemel.

‘Te optimistisch’De energieprijzen zijn afgelopen jaren alleen maar gestegen, met 4 procent per jaar, zegt Ton Ceelie van Raadgevers in Energie. Hij vindt het verkeerd en te optimistisch om te verwachten dat de energieprijzen zullen dalen. Ook de gasprijs is sinds 1986, die toen 40 eurocent bedroeg, met maar liefst 85% gestegen. Ceelie acht beperking van de energie-kosten kansrijk, maar hiervoor zijn ‘wel goede initiatieven nodig. Dit vereist een andere aanpak,’ aldus Ceelie. Volgens energiecoördinator Paul Kevenaar van Arkema is het wel mogelijk om de energieprijs te verlagen. ‘Dit kan door meer stroom op de markt te bren-

reportage

Page 10: Ensoc Magazine 2012-01

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 218 w w w . e n s o c . n l 19

Trainingen en opleidingen in Energie & Warmte

Kiwa wil een "Partner for Progress" zijn gebaseerd op haar kwaliteiten als erkend en bekend certificeringsbedrijf, gesteund door testing, inspectie, training, technologie, data en advies.

In het regulier onderwijs zijn er weinig opleidingen die zich specifiek richten op energiedistributie door netwerkbedrijven. Dit gemis wordt al sinds jaren opgevuld door de specifieke technische opleidingen van Kiwa Training.

Bekende opleidingen die wij organiseren zijn o.a.: • Middelbare Gas/Warmte/Elektriciteitsdistributietechniek (MGT/MWDT/MEDT) • Hogere Gastechniek (HGT) • Uitvoerder Ondergrondse Infratechniek (Gas/Warmte/Water/Energiekabels)

Andere interessante trainingen die wij organiseren zijn o.a.: • Workshop CO2 - Prestatieladder • Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) • Normkennis ISO 9001/14001 • Interne Audit ISO 9001/14001

Meer informatie?Voor meer informatie over cursusinhoud, lesdata, prijzen en aanmelden kijkt u op onze website: www.kiwatraining.nl of belt u: 055 - 53 93 539.

ziekenhuizen kunnen meer energie besparenZiekenhuizen kunnen gemiddeld 12% besparen op hun energieverbruik. Dat blijkt uit een verkenning van TNO. Vooral op het gebied van verlichting, ventilatie en luchtbevochtiging zijn veel besparingen moge-lijk. In totaal gaat het om een besparing van 15 mil-joen euro. Per ziekenhuis bedraagt de gemiddelde besparing circa 150 duizend euro op jaarbasis. In de regio Rijnmond hebben de ziekenhuizen hun doelstellingen op het gebied van ener-giebesparing inmiddels vastgelegd in een intentieverklaring. Elk ziekenhuis heeft de ambities op het gebied van energiebesparing vastgelegd in een energiebesparingsplan. De intentie-verklaring is mede ondertekend door het ministerie van Binnenlandse zaken, dat landelijk wettelijke beleidskaders ontwikkeld om energie te besparen binnen gebouwde omgeving.

strengere energie-eisen gebouwenDe eisen waaraan gemeenten moeten voldoen met betrekking tot energie in gemeentelijke gebouwen worden aangescherpt. Gemeenten moeten beschikken over een energielabel en dat zichtbaar voor de burgers ophangen in een algemene ruimte binnen gebouwen boven de 1.000 vierkante meter, zoals bepaald in de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD). Gemeenten die per 1 januari 2013 niet aan deze verplichting voldoen, kunnen te maken krijgen met sancties. Als het label niet aanwezig of niet zichtbaar is kan de Inspectie Leef-omgeving en Transport een last onder dwangsom opleggen aan de gebouw-eigenaar. “Het is zaak dat gemeenten

zorgen dat ze dit jaar de energiepresta-ties van hun gebouw in kaart brengen en waar nodig verbeteren”, stelt Hans Cox, adviseur overheids- en publieke

gebouwen voor Agentschap NL.

hogere huur na energiebesparingHuurders willen best betalen voor energie-besparing. Dat blijkt uit

onderzoek van Atrivé voor Aedes, de Woonbond

en AgentschapNL onder 100 corporaties. Veel woningen

blijven hangen in een slecht energiela-bel omdat de corporaties beperkte investeringsruimte hebben en geen huurverhoging vragen. Corporaties die dat wel doen maken relatief grotere labelstappen (drie tot vier labelstap-pen). Zij brengen bij de huurders met succes 40 tot wel 80 procent van de te verwachten besparing in rekening. Volgens adviseur Maarten Corpeleijn van Atrivé mogen coporaties niet zomaar de huur verhogen, maar moeten zittende huurders indivi-dueel of collectief instem-men met huurverhoging. Dat kan via vaste pakketten of via individuele keuzepakketten. Corpeleijn adviseert dit te combineren met een

garantie over de energiebespa-ring om discussie tussen

corporaties en huurders te voorkomen.

‘stimuleer ener-gielabel fiscaal’Brancheorganisatie Une-

to-VNI pleit ervoor om de afgifte van het energielabel

voor woningen fiscaal te stimu-leren om meer gebouwen en woningen sneller energiezuiniger te maken. Ook pleit de installateursvereniging ervoor om particulieren en bedrijven zo snel mogelijk in staat te stellen om goed-

koper geld te lenen voor investeringen in energiebesparende maatregelen. Op die manier kan energiebesparing vaart krijgen. Volgens voorzitter Marcel Engels van Uneto-VNI beseffen gebouw-eigenaren al dat verduurzaming met warmtekoude-opslag en energiezuinige verlichting de waarde van een gebouw verhoogt. ‘Bij particuliere woningbezit-ters moet dat besef echter nog groeien.’ Engels stelt voor om de afgifte van energielabels voor woningen ook fiscaal te stimuleren via het eigenwoningforfait of de onroerendgoedbelasting, maar het simpelst is volgens Engels via de overdrachtsbelasting.

goes bespaart energie met deuren dicht De gemeente Goes organiseert samen met milieuorganisatie ZMf en Onderne-mersvereniging OOG wederom de ‘deu-

ren dicht actie’ voor winkeliers om energie te besparen. Hiermee

stimuleert de gemeenten ondernemers de deur van hun winkel te sluiten bij koud weer, zodat er geen warmte verloren gaat. Een mogelijk bezwaar

van ondernemers is dat de gesloten deuren afbreuk doen

aan het open karakter van be-paalde organisaties. Om die reden zijn er bordjes gedrukt met de tekst ‘Natuur-lijk zijn we open, de deur is alleen dicht om energie te besparen’ die winkeliers gratis kunnen aanvragen. De actie is een vervolg op de actie die vorig jaar voor het eerst werd gehouden. Ongeveer honderd onderdemers in de gemeente vroegen een bordje aan en besloten de deur dicht te houden. Uit onderzoek van ZMf blijkt dat een open deur van twee bij drie meter jaarlijks zorgt voor 4000 euro extra stookkosten.

gen. De energiebedrijven zullen dan een lagere energieprijs bepalen, op basis van meer aanbod bij een gelijkblijvende vraag.’ Kevenaar verwijst ook naar de tuinders, die bewijzen dat decentrale productie duurzame energie goedkoper maakt. Het gaat volgens Stikkel-man te ver om te verwachten dat lokale energiebedrijven over een eigen energiecentrale kunnen beschikken. ‘In Finland investeren 86 bedrijven in een kerncentrale. Ik verwacht niet dat het goedkoper kan.’

Energie te duur?‘Is energie te duur?’, vraagt dagvoorzitter De Werk aan het publiek. Geen enkele adviseur steekt zijn hand op. ‘Moeten we de ontwikkeling van duurzame energie stimuleren?’ Circa de helft van de aanwezigen steekt zijn arm omhoog. Waarom? ‘Dat is nodig voor de toekomst,’ zegt iemand met een vooruitziende blik. Job de Lange van Nuon-dochter Ebatech weet het treffender te verwoorden. ‘We zijn verslaafd aan fossiele energie. Om

hierop grip te krijgen moeten we onze verslaving afbouwen. Dat is de oplossing,’ zegt De Lange. ‘Ik mis het positivisme,’ reageert Job de Visser van energiestudieburo Encon uit Amsterdam. Hij verwijst naar het platform Nudge, dat bedrijven stimuleert om duurzaam-heid in de praktijk te brengen. Als voorbeelden noemt Visser de ‘holy warming competition’ waarbij bedrijven nadachten over een manier om de Sint Bavo kerk in Haarlem duurzaam te verwarmen. ‘Als de berg niet naar Mozes komt, komt Mozes wel naar de berg.’ Met dat spreekwoord sloot De Visser het debat af onder een luid applaus.

reportageE

NE

Rg

IE

bE

Sp

aR

IN

g

Page 11: Ensoc Magazine 2012-01

w w w . e n s o c . n l 2120 e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 2

Lessen uit het buitenland

Nederland kan van het buitenland veel leren over toepassing van warmte. Duitsland en Oostenrijk en vooral Denemarken en Zweden liggen ver voor met warmtelevering. In de aanpak in de Duitstalige en Scandinavische landen zitten voor ons tien leerpunten. Dat blijkt uit enkele studie-reizen van de stichting Warmtenetwerk. Wat kunnen we leren van buitenlandse warmtebedrijven?

Tekst: Klaas de Jong

1. Overheid neemt voortouw De Oostenrijkse hoofdstad Wenen heeft tegenwoordig een indrukwekkend warmtenet met een warmtering rondom de stad. Maar de geschiedenis van het warmtebedrijf startte veertig jaar geleden heel simpel met een warmteleiding van de afvalverbrander in Spit-telau naar het ziekenhuis. De gemeente Wenen, eigenaar van Fernwärme Wien, heeft een doorslaggevende rol gespeeld bij de opmerkelijke groei van het warmtebedrijf. Het bestuur van de Oostenrijkse hoofdstad besloot om waar enigszins mogelijk elk eigen gebouw aan te sluiten op het warmtenet. De staat volgde dit voorbeeld met haar gebou-wen. Ook de oude paleizen in de binnenstad zijn aangesloten. Langdurige discussies en onderhandelingen over tarieven zijn niet nodig. Daar zijn vaste afspraken voor gemaakt. Het goede voorbeeld van Wenen en Oostenrijk zorgde voor een versnelde ontwikkeling. In Nederland gaan gemeenten en provincies niet altijd even makkelijk over op warmtenetten als dat wel mogelijk is. Overigens zijn het Koninklijk Paleis en het Binnenhof in Den Haag al wel aangesloten op warmte, evenals meerdere ministeries.

2. Verplicht gebruik restwarmteNa de eerste oliecrisis besloot de Deense overheid om minder afhankelijk te worden van energie uit het buitenland. Het succes van het beleid is onomstotelijk. Begin zeventiger jaren was Denemarken voor 99 % afhankelijk van de import van energie en nu is het de enige staat in de Europese Unie die netto exporteur van energie is. Naast windenergie is het warmtebeleid in Denemarken erg sterk. Afvalverbranders, energiecentrales en grote industrie krijgen simpelweg geen milieuvergunning zonder contract voor warmtelevering aan een warmtenet. Het energetisch rendement van de afvalcentrales zit in Denemarken dan ook altijd op meer dan 80 procent. Dankzij de inkomsten uit warmte zijn de verwer-kingstarieven voor afval ook nog eens de laagste van West-Europa. In Kopenhagen wordt 90 procent van de warmtebehoefte gedekt door warmtenetten.

3. Laat afnemers participerenDe Duitse gemeente Lathen produceert meer duurzame energie dan er in totaal wordt ver-bruikt. De energie wordt geproduceerd door coöperaties waarin burgers kunnen inleggen. Aan de zonnecentrale kun je al met een inleg van 100 euro deelnemen. De Energiegenos-senschaft Nahwärme Lathen stelt een inleg van 4.000 euro verplicht voor aansluiting van een woning op het warmtenet. Dat is een fors bedrag, maar dat kan vlot worden terug-verdiend door het lage warmtetarief. De warmte komt vrij bij de opwekking van groene stroom uit biogas van twee boerderijen. De lage warmteprijs is mogelijk door de warmte-bonus op de groene stroom. Het warmtebedrijf van Lathen is een paar jaar geleden vanuit het niets gestart. Inmiddels heeft men zoveel afnemers dat er meer warmtebronnen nodig zijn. Daarom bouwt men nu een warmtekrachtcentrale op hout.

4. Durf verantwoord risico te nemenHeel wat projecten zijn in Nederland in de bureaula verdwenen omdat men geen spijker-harde garanties voor langere termijn kon krijgen van industrie met restwarmte. Warmte-netten schrijf je af over dertig jaar, maar in de industrie kan men in het gunstigste geval maar een jaar of tien vooruit kijken. In de door ons bezochte steden tillen de warmtebe-drijven daar wat minder zwaar aan dan wij doen. Men beseft wel dat er een onzekerheid is, maar ook dat er een grote besparing mogelijk is. In de grotere warmtenetten is men meestal ook niet afhankelijk van één warmteproducent maar van meerdere. Zo heeft de Zweedse havenstad Malmö negen verschillende producenten voor het warmtenet. Deze variëteit aan warmtebronnen maakt een warmtenet minder afhankelijk van warm-

Het afvalverbrandings-

complex Spittelau

in Wenen, Oostenrijk

Foto: Wien Energie

Page 12: Ensoc Magazine 2012-01

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 222 w w w . e n s o c . n l 23

televeranciers. Uiteraard is een dergelijke situatie in de loop der tijd ontstaan. Zo begon Wenen veertig jaar geleden met de afvalcentrale Spittelau, maar is de warmteproductie uitgebreid met een olieraf-finaderij, een zeeppoederfabriek, een biomassacentrale, een warmte-krachtcentrale en de afvalverwerker Simmerring.

5. Begin met grote afnemersInteressant is ook de aanpak voor de ontwikkeling van een warmtenet vanuit het niets in de Duitse plaatsen Pfaffenhofen en Pullach nabij München. In Pfaffenhofen bouwde een particuliere ondernemer een warmtekrachtcentrale die hout uit de omgeving verstookt. Voor de warmtelevering richtte men zich op de grote afnemers: een ziekenhuis, een zuivelfabriek en een brouwerij. Na contracten met deze afnemers ging men aan de slag met de woningeigenaren langs het leidingtracé. Daarna is de uitbreiding vanzelf gaan lopen en wordt een steeds groter deel van het Beierse stadje van warmte voorzien.

6. Richt lokaal energiebedrijf opDe gemeente Pullach (9.000 inwoners) besloot een jaar of vier geleden om een eigen energiebedrijf op te richten. Dit bedrijf investeerde in een geothermieboring om warmte aan een zwembad en scholen te le-veren. De boring was succesvol en leverde heet water van 104 graden. Na de aansluiting van zwembad en scholen besloot men het warmte-net verder uit te bouwen en het ziet er nu naar uit dat binnen enkele jaren vrijwel het hele stadje van warmte wordt voorzien. Dat betekent ook investering in een extra boring omdat men nu meer warmte nodig heeft.

7. Geef klanten extra aandachtFernwärme Wien voert een actief beleid om klanten niet alleen betrouwbaar warmte te leveren voor een verantwoorde prijs maar om ook de afnemers een warm gevoel te geven bij hun product. De klanten krijgen een kortingpasje voor culturele evenementen. De door de architect en milieuactivist Hundertwasser ontworpen centrale Spit-telau is het beeldmerk van het warmtebedrijf. Deze centrale is ook een toeristische attractie waar jaarlijks veel bezoekers op af komen.

8. Zet label op voor warmteIn Denemarken en Zweden zijn warmtenetten in de steden de norm en is de keuze voor warmte eigenlijk vanzelfsprekend. Daarmee dreigt de aandacht voor de klant in het gedrang te komen. De Zweedse vereni-ging voor warmtenetten heeft het kwaliteitskeurmerk Reko ontwikkeld om warmtebedrijven bij de les te houden. Het keurmerk omvat niet alleen eisen aan de klant op gebied van betrouwbaarheid, facturering en prijs, maar ook op communicatie met de klant. Het organiseren van een jaarlijkse voorlichtingsbijeenkomst voor de klanten over de pres-taties van het warmtenet is verplicht als je het Reko-label wilt krijgen. Eigenlijk niets bijzonders, maar hoeveel warmtebedrijven in Nederland doen dit

9. Verbeter warmtenet voor nieuwbouwNieuwe woningen worden in Denemarken zwaar geïsoleerd en de kwaliteit van isolatie en luchtdichtheid wordt nagemeten voor oplevering. Verwarming van het huis vraagt nog maar weinig energie, maar het verbruik van warm water voor douche en bad stijgt net als bij ons. Traditioneel ontworpen warmtenetten zouden een relatief hoog warmteverlies hebben. Daarom heeft de overheid met ingenieursbureaus en universiteit een ontwikkelprogramma opgezet voor geavanceerde netten. De resultaten bij nieuwbouw geven aan dat er veel ruimte is voor verbetering. Het percentage warmteverlies is met 12 procent zelfs lager dan in oudere wijken met een veel hoger warmteverbruik. Door de toepassing van dunnere leidingen en ‘twin pipes’ zijn ook de aanlegkosten lager dan bij traditionele netten. Deze geavanceerde netten leveren in de modernste woonwijken een gunstiger investeringsplaatje en een hogere reductie van CO2–uitstoot dan individuele warmtepompen, zo blijkt uit Deense onderzoeken.

10. Zorg voor besparing bij afnemersDe Deense warmtebedrijven hebben een door de overheid opgelegde actieve bemoeienis met hun klan-ten. Leveranciers van elektriciteit, aardgas en warmte moeten jaarlijks bij hun afnemers een besparing op het verbruik realiseren. De overheid stelt aan de energiebedrijven geld beschikbaar voor de uitvoering.Veel Deense warmtebedrijven geven ook korting op de warmtekosten als hun afnemers zorgen voor een lagere retourwatertemperatuur dan standaard.

Page 13: Ensoc Magazine 2012-01

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 224 w w w . e n s o c . n l 25

lagere stroom-prijs door over-schotNederland kampt komende jaren met een overcapaciteit aan stroom. Oorzaak is het grote aantal nieuwe centrales dat is en wordt gebouwd. De overcapaciteit heeft tot gevolg dat de stroomprijs de komende jaren zal dalen. De mogelijkheden om het overschot te exporteren zijn beperkt. Dat zeggen Cogen – waarin de exploitanten van warmtekrachtinstal-laties zijn verenigd – en CE Delft, een onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau. Volgens berekeningen van CE Delft neemt de opwekcapaciteit voor stroom in Nederland tussen 2010 en 2020 met 70 procent toe, terwijl de vraag naar stroom in dezelfde periode met 20 procent stijgt. CE Delft heeft er rekening mee gehouden dat verouderde opwekcapaciteit wordt stilgelegd. Omdat Duitsland besloten heeft afscheid te nemen van kernener-gie kan een deel van de Nederlandse stroom naar de oosterburen geëxpor-teerd worden. Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en België breiden hun capaciteit de komende jaren ook uit.

bnetza onderzoekt kritieke netsituatieDe Duitse toezichthouder Bundesnetzagentur (BNetzA) onderzoekt de voorspellingen van een te laag elektriciteitsverbruik begin februari. Hierdoor was Duitsland bij de afgelopen koudegolf bijna in een kritieke situatie gekomen. ‘We onder-zoeken de situatie in de week van 5 februari waar een tekort ontstond op het elektriciteitsnet door een te lage voorspelling van het transport op het net,’ zegt de woordvoerder van de Bun-desnetzagentur. Er is weliswaar geen stroomuitval geweest, maar de netbe-

heerders hadden moeten bijspringen met reserves.

De woordvoerder ver-telde verder dat BNetzA

gegevens verzamelt en verantwoordelijken opheldering

vraagt over wat er fout ging met de voorspelde belasting. Sinds Duitsland besloot de acht oudere kerncentrales te sluiten hebben diverse deskundigen gewaarschuwd dat een reservesysteem geactiveerd zou moeten worden. BNet-zA had daarvoor in augustus 1009 MW in Duitsland en 1075 MW in Oostenrijk aangewezen als reservecapaciteit in het geval in de winter de vraag zou stijgen door lagere productie vanuit duurzame energie.

‘handel op stroommarkt stagneert’De handel op de elektri-citeitsmarkt stagneert, meldt zakelijke belan-genbehartiger VEMW over de jaarcijfers van energiebeurs APX-Endex over 2011. Vorig jaar heeft de beurs 25 procent meer energie

verhandeld dan het jaar ervoor: 592 TWh tegen 475 TWh. De

stijging komt grotendeels voor rekening van de Nederlandse gashandels-plaats TTF. De groei geldt voornamelijk voor de termijncontracten, terwijl

de spothandel achterblijft. Dat is opmerkelijk omdat

in april 2011 een nieuw balan-ceringsregime is gestart waardoor de behoefte aan korte termijncontracten zou moeten stijgen. ‘Kennelijk is er nog beperkt vertrouwen in de prijsvorming voor de korte termijncontracten voor aardgas,’ meldt VEMW. De handel in termijncontracten voor stroom laat een daling zien. ‘De elektriciteitshandel op Endex neemt af ten gunste van de ‘onderhandse’ over-the-counter (OTC)-handel,’ aldus VEMW.

dong ziet toekomst in ka-bel met nederlandHet Deense energiebedrijf Dong ziet toekomst in een stroomkabel tussen Denemarken en Nederland, net zoals die al tussen Noorwegen en Nederland bestaat. Dat zei directeur Anders Eldrup van Dong Energy bij de oplevering van de nieuwe gasgestookte elektriciteits-centrale Enecogen in de Rotterdamse Europoort. Dong heeft ook een aandeel verworven in de nieuwe LNG-centrale in Europoort, vlak langs de nieuwe cen-trale. De hoogefficiënte gascentrale is nodig om snel aan te zetten zodra wind-energie het af laat weten, meldt Eldrup.

Hij verwacht dat er meer gascentra-les gebouwd gaan worden in

Europa. Eldrup ziet wel dat het in Nederland lastig is om te investeren. Hij zou in Nederland graag ‘een meer voorspelbare

politieke agenda’ zien.

‘steeds meer intra-day handel’

Elektriciteit wordt steeds meer op de dag zelf verhandeld. Dit melden Klaas Hommes en Joost de Geus van TenneT in een presentatie over congestiemanage-ment. Dit wordt toegepast op de Maas-vlakte, waar soms filevorming op het net optreedt (congestie). Dat blijkt goed te lukken, gezien de eerste ervaringen. Nadeel is wel dat er slechts een beperkt aantal biedingen zijn, voor zowel op- als afregelen. Hierdoor is vaak meer afgere-geld dan noodzakelijk om de congestie op te heffen. Ook zijn de kosten hoog: 20 euro voor afregelen en 110 euro voor opregelen. Uit de presentaties blijkt ver-der dat het in augustus 2011 lastig was om voor Flevoland en in mindere mate Zuid-Holland, Groningen en Drenthe een dag vantevoren te voorspellen hoeveel stroom er in deze delen van Nederland wordt getransporteerd. Dit komt door de decentrale opwekking van elektrici-teit via wkk’s en windenergie.

EL

Ek

TR

Ic

IT

EI

T

De overheid ondersteunt vanaf dit jaar voor het eerst duurzame warmte. Dat doet ze met de vernieuwde regeling Stimulering Duurzame Energie (SDE+), die op 13 maart van start gaat.

Tekst: Klaas de Jong

De regeling voor Stimulering van Duurzame Ener-gie (SDE) is dit jaar voor het eerst opengezet voor duurzame warmte. Het ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie (EL&I) heeft ingezien dat zonder inzet op warmte de afspraak met de EU voor 2020 niet haalbaar is. Maar bovenal realiseert men zich dat duurzame warmte qua kosteneffici-entie hoog scoort. Groene warmte kost per een-heid energie minder geld dan duurzame elektri-citeit en groen gas. Een Gigajoule (GJ) warmte uit geothermie of een grote houtketel vergt 5,40 euro steun tegenover 11 euro per GJ voor groen gas en ruim 12 euro per GJ voor wind op land.

HoofdbrekensHet ministerie van EL&I wil met een minimum aan subsidie een maximaal resultaat bereiken. Daardoor kent de SDE een gefaseerde openstel-ling. De goedkoopste duurzame opties komen het eerst aan bod en als er dan nog budget overblijft, krijgen duurdere opties een kans. De kostprijs van de verschillende opties en de onrendabele toppen zijn berekend door ECN en KEMA. Met marktpartij-en waaronder stichting Warmtenetwerk is overlegd over uitgangspunten en cijfers. De toevoeging van de categorie warmte aan de SDE leverde enige

hoofdbrekens op. Dat kwam door de verschillen in afzet van warmte ten opzichte van elektriciteit en gas. Er bestaat geen landelijk net voor warmte en grote verbruikers in industrie en glastuinbouw pro-duceren duurzame warmte alleen of voornamelijk voor eigen gebruik. In de SDE voor 2012 is daarom een omslag gemaakt van steun voor levering aan het net naar steun voor productie. Die verandering is ook erg prettig voor bedrijven die met biogas of hout elektriciteit produceren.

Gefaseerde openstellingIn de eerste fase van de SDE 2012 kunnen aan-vragen voor geothermie, warmte uit afvalenergie-centrales, warmte uit ketels op biogas en hout en warmtekrachtinstallaties op biogas en geothermie worden ingediend. In de tweede fase vallen ketels op bio-olie onder de regeling; zonnewarmte komt pas in de vierde fase aan bod. Het gaat in de SDE om grotere installaties; voor zonnecollectoren geldt een eis van minimaal 100 m2 en voor ketels op biobrandstoffen om een vermogen van meer dan 500 kW. Zonneboilers en houtketels voor wo-ningen en kleinere zakelijke gebouwen vallen niet onder de regeling, omdat ze al rendabel zijn door-dat ze duur aardgas volgens het hoge tarief voor kleinverbruikers vervangen en niet ‘goedkoop’ gas volgens het grootverbruiktarief.

FinancieringstoetsOmdat in voorgaande jaren veel beschikkingen niet werden gebruikt, heeft men een financierings-toets toegevoegd aan de al bestaande eis van toegewezen milieuvergunning voor de installatie. Verder mag men eenzelfde project niet in meer-dere fasen indienen en mag men na verkrijging van een beschikking hetzelfde project niet in latere jaren opnieuw aanvragen. Wie steun toegewezen krijgt, moet ook binnen een jaar starten met de bouw van de installatie. De SDE is in 2012 daarmee een stuk effectiever gemaakt dan in voorgaande jaren. Wat de minister niet kan regelen is het aantal aanvragen. De SDE was in 2010 en 2011 al op de eerste dag vertekend. Het kan zijn dat de betere regels ook leiden tot behoedzamer aanvragen. Als het budget ook daadwerkelijk benut wordt, is dat niet erg. Na 13 maart is te zien of deze verwachtingen uitkomen.

Langjarige steun voor productie van groene warmte

Duurzame warmte nu in SDE+

Page 14: Ensoc Magazine 2012-01

RESTWARMTEKAART VAN NEDERLAND

DE GROTE PRODUCENTEN

Geen data

(c) I

nfog

raph

ic: Y

mke

Pas

/ de

Inge

nieu

r

< 50 TJ 50-500 TJ > 500 TJ

Energiecentrales, afvalverbrandingsinstallaties en grote industriële complexen beschikken over veel restwarmtedie ze nu meestal in de lucht lozen of afgeven aan koelwater. De kaart geeft een indicatie van de hoeveelheid restwarmte die er per oppervlakte-eenheid beschikbaar is voor gebruik in gebouwen en woningen.

Restwarmte in PJ per jaar

0

200

400

600

800

1000

573

kolencentrales chemie raffinaderijen gascentrales avi’s totaal

113 112 91 22

911

Zwolle

Leeuwarden

Nijmegen

Den Bosch

Groningen

Moerdijk

Maastricht

Almere

Amsterdam

UtrechtDen Haag

Rotterdam

Vlissingen

+

Het kost 42 MJ om 1 m3

water 10°C te verwarmen1 TJ = 106 MJ1 PJ = 109 MJ

ENERGIE IN PERSPECTIEF

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 226 w w w . e n s o c . n l 27

Page 15: Ensoc Magazine 2012-01

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 228 w w w . e n s o c . n l 29

De koudegolf in februari doet realiseren hoe essenti-eel een goede warmtevoorziening voor de mens is. In een warme zomer beseft men juist hoe belangrijk ook verkoeling is. Warmte en koude zijn basisbehoeften, zeker in de moderne maatschappij. Gebouwen kun-nen op diverse wijzen verwarmd en gekoeld worden. Dankzij de grote Nederlandse gasvoorraden worden vele gebouwen gestookt met aardgas, terwijl elektri-sche installaties ruimtes kunnen koelen.

Technieken Maar ook andere technieken worden toegepast om aan de warmtevraag te voldoen. Zo worden vele woonwijken voorzien van warmte via stadverwarming. Daarbij worden gebouwen vanuit

een centrale bron via een warmtenet van warmte voorzien. Veelal fungeert een industrie, die warmte als bijproduct heeft, als warmtepro-ducent. In Nederland wordt warmte- en elektriciteitsproductie wel gecombineerd in warmtekrachtkoppelingsintallaties (WKK). De

warmte wordt gebruikt in een industrieel pro-ces of in de tuinbouw, maar ook voor ruimtever-

warming. Toepassing van gasgestookte micro-WKK’s, waarmee voldoende warmte voor verwarming en tapwater én elektriciteit voor een huishouden wordt opgewekt, gaat hand in hand met het overheidsstre-ven naar verduurzaming van de energievoorziening. Andere methoden om te voorzien in warmte en kou-de zijn de winning van aardwarmte (geothermie) en warmte-koudeopslag (WKO). Voor beide toepassin-gen wordt doorgaans een put geboord. Voor winning van aardwarmte wordt tot soms wel meer dan 1.600 meter diep geboord om de natuurlijke aardwarmte te winnen. Voor warmte- en koudeopslag wordt een reservoir aangelegd op geringere diepte, veelal tussen de 20 en 165 meter beneden maaiveld, waar de omge-vingstemperatuur constant is. In zo’n reservoir wordt ten behoeve van koeling in de zomer ‘s-winters koude opgeslagen en ’s-zomers warmte, die in de winter wordt opgepompt voor ruimteverwarming. Achter deze technieken gaat veel innovatie schuil die bijdraagt aan een duurzamere energievoorziening. Maar zoals bij andere vormen van energievoorziening speelt ook bij warmte- en koudevoorziening een be-paalde vorm van marktordening een rol: de afnemer zal verzekerd willen zijn van de benodigde warmte en koude tegen een redelijke prijs, terwijl de leverancier respectievelijk producent een redelijk rendement op zijn investeringen in warmte- en koudevoorziening vraagt. Hoe deze marktordening gestalte gegeven moet worden is zeker ook een juridische vraag. Maar warmte- en koudelevering hebben tevens vele andere juridische aspecten, zoals die rond de inpassing van

warmte- en koudevoorzieningen in de bebouwde omgeving.

Warmtewet Vooral bij kleine afnemers, zoals huishoudens die zijn aangesloten op een warmte-net, kan een bepaalde vorm van afhankelijkheid van de warmteleverancier ontstaan. In wijken waarin stadverwarming wordt toegepast, ontbreken vaak gas-transportnetten, zodat de huizen niet op gas gestookt kunnen worden. Bewoners hebben vaak feitelijk geen andere keuze dan aan te sluiten op het warmtenet ter plaatse. De vrees dat aangeslotenen geconfronteerd zouden worden met excessieve warmtetarieven en –voorwaarden heeft daarnaast aanleiding gevormd voor de introductie van een initiatiefwetsvoorstel tot regulering van (koude en) warmtelevering: de Warmtewet. De Warmtewet is inmiddels aangeno-men, maar vanwege twijfels aan de uitvoerbaarheid daarvan is deze nog niet in werking getreden en heeft de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie intussen de Tweede Kamer een voorstel voorgelegd tot wijziging van die Warmtewet. Dit wetsvoorstel beperkt de reikwijdte van de Warmtewet vooral tot huishoudens (100kW); voor warmteleve-ring aan huishoudens wordt een vergunning vereist, bepaalde (kleinere) projecten uitgezonderd.

Het wetsvoorstel voorziet tevens in de jaarlijkse vaststelling door de NMa van een maximumprijs voor de levering van warmte. Die maximumprijs wordt gebaseerd op het ‘niet meer dan anders’-principe; de kosten van gasgestookte warmtevoorziening dienen als benchmark. Warmteleveringstarieven die hoger zijn dan de maximumprijs worden van rechtswege verlaagd tot de maximumprijs. Ook de eenmalige kosten voor aansluiting op het warmtenet en voor de terbeschikkingstelling van een warmtewisselaar wor-den via de Warmtewet gemaximeerd. Ook bepaalt het wetsvoorstel dat de voorwaarden voor warmtelevering redelijk, transparant en non-discriminatoir moeten zijn. Tevens moet de leverancier zich inspannen voor ononderbroken warmtelevering en dient waar mogelijk afsluiting van verbruikers tussen oktober en april te worden voorkomen. Om te voorkomen dat afnemers in de kou komen te staan bij (dreigende) beëindiging van warmteproductie of -levering voor-ziet de Warmtewet ook in een vorm van noodvoorzie-ning. Wordt de levering van warmte gecombineerd met koudelevering, dan moet daarvoor een aparte boekhouding worden gevoerd.

Omgevingsrecht Vooral bij warmte- en koudeop-slag speelt ook het omgevingsrecht een grote rol. Wij noemen enkele ontwikkelingen. Zo is enkele

jaren geleden geconstateerd dat er veel juridische belemmeringen zijn voor grootschalige toepassing van WKO in Nederland. Om toch zulke bodemener-gietoepassingen te stimuleren, heeft de wetgever diverse initiatieven genomen. Zo is aan de Crisis- en herstelwet een instrumentarium toegevoegd om de situering van WKO’s te sturen ter voorkoming van negatieve interferentie tussen WKO’s.

Een voorstel is bij de Tweede Kamer ingediend voor opname in de Wet bodembescherming van een regeling voor WKO-systemen die geplaatst worden in gebieden met (grootschalige) grondwaterveront-reiniging, zoals in veel stadscentra en spoorzones. In dergelijke gebieden bestaat de kans dat deze WKO’s grondwater onttrekken en infiltreren dat verontrei-nigd is. Het wetsvoorstel bepaalt dat als een initiatief-nemer van het bodemenergiesysteem niet de intentie heeft het verontreinigde grondwater te saneren, het niet langer noodzakelijk is het administratieve traject van de Wet bodembescherming te volgen. Dat traject moet nu nog worden gevolgd als verontreinigingen worden verplaatst ten gevolge van een onttrekking of infiltratie van grondwater (met WKO’s). Het voorstel betekent een aanzienlijke verlichting van administra-tieve lasten.

Ook het voorstel voor het zogeheten Besluit bode-menergiesystemen is relevant voor de plaatsing van WKO’s. Daarmee wordt de vergunningprocedure voor open WKO-systemen aanzienlijk verkort en worden gesloten WKO’s meldings- of vergunning-plichtig. Daarnaast wordt het voor lagere overheden mogelijk om bij verordening interferentiegebieden respectievelijk zones aan te wijzen waar de koude en warmtebronnen van WKO’s geplaatst moeten wor-den. Dit moet leiden tot een veel efficiëntere winning van de in het grondwater aanwezige warmte en koude en voorkomen dat investeringen in bodemenergie niet het verwachte rendement opleveren.

Balans De economische ordening en ruimtelijke inpassing van warmteprojecten lijken te noodzaken tot regulering. De diverse spelers binnen het maatschappelijk krachtenveld zullen de wenselijkheid van die regulering anders percipiëren. De afnemer zal veeleer betrouwbare warmte- en koudelevering tegen een redelijke prijs wensen, terwijl de investeer-der ook oog zal hebben voor de gewenste rendemen-ten op zijn investeringen in warmteprojecten en de gerelateerde vergunningeisen. Bij de regulering van warmte- en koudeprojecten blijft het van belang te streven naar een goede balans tussen deze aspecten.

Warmte- en koude vanuit juridisch perspectief

Regulering: lust of last voor warmte-projecten?

Nederlandse bedrijven kunnen diverse technieken voor warmte en koude inzetten om de energievoorziening te verduurzamen. Om deze technieken op grote schaal toe te passen is een gunstig rendement nodig op de investeringen. Tegelijkertijd moeten huishoudens die zijn aangesloten op een warmtenet worden beschermd tegen te hoge tarieven. Met nieuwe wetgeving wordt gezocht naar een balans tussen de belangen.

Tekst: Edward Brans en Iman Brinkman,

advocaten bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn

Page 16: Ensoc Magazine 2012-01

w w w . e n s o c . n l 3130 e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 2

Om onze huizen en gebouwen te verwar-men stoken we mas-

saal aardgas in Nederland. Het is echter mogelijk om voor verwarming andere bronnen te gebruiken, zoals restwarmte uit de industrie, warmte van biomassacentrales of warmte uit de bodem. Deze duurzame warmtebronnen vormen één van de goedkoopste methoden om de CO2-uitstoot te verminderen. Om warmteprojecten echter te financieren is goedkoop kapitaal nodig om ze haalbaar te maken. Aan de zijde van tarieven worden vragen gesteld omtrent de houdbaarheid van het niet-meer-dan-anders-principe. Individuele klanten willen een vrije keuze om al dan niet op een warmtenet te worden aangesloten.

Lange termijn investeringWarmtenetten zijn projecten met

een lange tijdshorizon en een groot en op termijn toenemend maatschappelijk rendement. De grote investeringen die nodig zijn bij de start van een project worden over een periode van meer dan twintig jaar terug-verdiend. Energiebedrijven zijn inmiddels grotendeels in private handen en hanteren commerci-ele rendementseisen. Het maat-schappelijke rendement en het financieel rendement op lange termijn worden niet of nauwe-lijks gewaardeerd. De financie-ring van warmteprojecten door energiebedrijven staat zo meer en meer onder druk.

Steeds meer partijen die zich bezig houden met ontwikke-ling van warmtenetten zijn niet (meer) in handen van private partijen maar is in publieke of semi-publieke handen. Het ligt daardoor voor de hand om, in

lijn met het maatschappelijke belang van warmtenetten, ook maatschappelijk kapitaal in te gaan brengen. Voorbeelden van dergelijke financiers zijn lokale of provinciale overheden, maar ook waterschappen, waterlei-dingbedrijven, netbeheerders en afvalverwerkers. Dit zijn namelijk bedrijven die ook een lange termijn horizon hebben, doelstellingen hebben op het ge-bied van het verduurzamen van Nederland en relatief eenvoudig aan goedkoop kapitaal kunnen komen.

Ommezwaai nodigDit vereist wel een ommezwaai in de wijze waarop projecten worden ontwikkeld. Een partij die (risicodragend) kapitaal inbrengt wil ook zeggenschap. In diverse nieuwe warmtenetten is de overheidsparticipatie terug te zien. Zo zijn er projecten die

Maak warmte goedkoper

door overheden worden ontwik-keld (het Groene Net in Sittard, het warmtenet Hengelo), zijn er projecten waarbij marktpar-tijen samen met overheden een warmtenet ontwikkelen (Ther-mosae in Maastricht) maar ook projecten waarbij een netbeheer-der samenwerkt met de overheid (bv. de Waalsprong in Nijmegen). We verwachten dat dit soort samenwerkingsverbanden in de toekomst meer regel dan uitzon-dering zullen zijn.

Binnen Nederland zijn de warmtetarieven traditioneel gekoppeld aan de gasprijzen. De warmteprijzen zijn maximaal gelijk aan de kosten van warmte-opwekking met aardgas. Dit lijkt een transparante en faire wijze om de tarieven te bepalen. De perceptie van de klanten blijkt echter anders te zijn. Er zijn meer en meer signalen in de markt

dat nieuwe warmteprojecten alleen nog gerealiseerd kunnen worden als er een financiële stimulans aan klanten kan wor-den geboden in combinatie met een vrije keuze. Hierdoor is het huidige op aardgas gebaseerde tarief niet langer zaligmakend. Via warmtenetten zal de rol van verwarming door aardgas meer en meer worden overge-nomen door duurzame bronnen zoals zon, omgevingswarmte en bodemwarmte. Dit betekent een lagere prijs voor opwekking van warmte, nadat de investerings-kosten zijn genomen.

WarmtetarievenEen lagere warmteprijs lijkt voor het rendement van een warmte-net nadelig. Het effect kan echter deels worden gecompenseerd door een hoger vastrecht. Door dit verhoogde vastrecht niet zoals de warmteprijs, geïn-

dexeerd wordt met de aardgas-prijs maar met de algemene inflatie, zijn de afnemers minder kwetsbaar voor stijgende aardgasprijzen. Voor de warmteleverancier weerspiegelt een hoger vastrecht in combina-tie met een fors lagere warmte-prijs ook veel beter de kosten-structuur van het warmtenet waardoor de risico’s verminde-ren. De voorgestelde wijzingen in de financiering van warmtepro-jecten en de warmtetarieven vormen kansen voor nieuwe warmtenetten. Die kunnen goedkoper gefinancierd worden, zodat ze concurreren met aardgas en duurzame alternatie-ven. Ook zal de maatschappe-lijke acceptatie van de warmte-netten hoger zijn. Met aanpassing van financiering en tarieven hebben warmtenetten een grote, gezonde en duurzame toekomst in Nederland.

De tarieven voor warmte

zijn gekoppeld aan de

gasprijzen. Maar om klanten

over te halen tot aansluiting

op een warmtenet zal de

warmteprijs moeten worden

verlaagd ten opzichte van de

gasprijs. Om het warmtenet

rendabel te houden wordt

het maatschappelijk

gefinancierd en het vastrecht

verhoogd.Tekst: Johan Seuren en Wim Mans van Innoforte adviesbureau

Via warmtenetten zal de rol van verwarming

worden overgenomen door duurzame energie

Page 17: Ensoc Magazine 2012-01

33w w w . e n s o c . n l32 e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 2

WARMTENET

ROTTERDAM KOMT OP

STOOM

Rotterdam bouwt aan een

warmtenet dat zal worden

gevoed met restwarmte uit de

afvalenergiecentrale van AVR

in Rozenburg. In januari gaf

burgemeester Aboutaleb het

startsein voor de aanleg van

het net, maar het zal minstens

anderhalf jaar duren voordat

de 50.000 huishoudens en

bedrijven waaronder het

Maasstad ziekenhuis worden

verwarmd met duurzame

warmte uit afval.

Tekst: Norbert Cuiper

Hoge pijpen stoten grote stoomwolken uit tegen een grijze lucht. Vrachtwagens rijden af en aan en een penetrante geur van afval dringt zich op. Op een industrieterrein in de Rotterdamse haven worden grote hoeveelheden afval verzameld en verbrand door AVR in Rozenburg, een dochteronderneming van afvalverwerker Van Gansewinkel. De afkorting AVR stamt van Afvalverwerking Rijnmond, maar tegenwoordig spreekt men liever over de Afval- en Energiecentrale. AVR was de laatste tijd in het nieuws omdat ze ook afval uit Napels verwerkt. Daar is grote belangstelling voor van de pers, meldt persvoorlichter Tim Kezer van Van Gansewinkel in de ontvangsthal. De drukte van een week eerder staat in schril contrast met het aantal journalisten dat vandaag, op woensdag 18 januari 2012, is afgekomen op de officiële

start van de aanleg van het nieuwe warmtenet in Rotterdam.

KACHEL Toch is er hoog bezoek. De Rotter-damse burgemeester Aboutaleb geeft de aftrap van de bouw van de ‘kachel van Rotterdam’, zoals het warmtenet wordt genoemd. De ‘Nieuwe Warmteweg’, zoals Aboutaleb de nieuwe pijplei-ding noemt, zal de restwarmte die vrijkomt bij de afvalverbranding transporteren vanaf Rozenburg naar het centrum van Rotterdam. De te overbrug-gen afstand bedraagt circa 26 km, de verliezen zijn echter gering. Als het warmtenet gereed is zullen 50.000 woningequivalenten worden voorzien van duurzame stadswarmte. AVR heeft hiervoor een 30-jarige overeenkomst gesloten met het Warm-tebedrijf Rotterdam, de eigenaar van het nieuwe warmtenet. Dit bedrijf is opgericht om warmte in Rotterdam, waaronder industriële restwarmte uit het havengebied, te benutten.

STARTSEIN Het officiële startsein voor de bouw van het warmenet wordt gegeven in een speciaal daarvoor opgezette tent op het AVR-terrein in Rozenburg. Pim de Vries, plantmanager van AVR Rozenburg, heet de burgemeester en de circa honderd aanwezigen welkom. Onder het gezelschap bevinden zich veel medewerkers in blauwe overalls. De Vries is blij dat er ‘eindelijk wat gaat gebeuren’ en verwijst naar de machines buiten de tent die de palen de grond in boren voor de fundering van de buffertank van het Warmte Afgifte Station. Hierin wordt de restwarmte via warmtewisselaars overgedragen op het water in het gesloten systeem. De Vries toont het ontwerp van het gebouw middels een videopresentatie, ondersteund met dreunende beats. Op het filmpje steken gekleurde buizen uit het gebouw die de warmte transporteren naar de nog aan te leggen leidingen.

TRANSFORMATIE Afvalverbranders zijn steeds efficiënter geworden, meldt CEO Ruud Sondag van Van Gansewinkel. In de jaren zestig moesten de installaties simpel afval verbranden om de hoeveelheid afval te verminderen, vertelt

-

Page 18: Ensoc Magazine 2012-01

w w w . e n s o c . n l 3534 e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 2

Warmtebedrijf Rotterdam heeft nog slechts twee jaar de tijd om de warmtepijpleiding vanuit AVR in Rozenburg aan te leggen. AVR moet vanaf 2014 warmte gaan leveren aan Rotterdam omdat E.On in dat jaar een centrale gaat sluiten die warmte levert. Dat zei Bianca Boverhoff-Van der Meer, manager business development bij Eneco, begin februari in Rotterdam tijdens een master-class over collectieve warmte en koude. Eneco wil dit niet bevestigen, maar verwijst door naar E.On. De energieproducent beaamt dat het van plan is om de warmtekrachtcentrale aan de Galileïstraat in Rotterdam te sluiten. Deze STEG-centrale levert sinds 1988 warmte aan de stad Rotterdam, maar moet worden gesloten omdat het vanaf 2014 niet meer kan voldoen aan de milieueisen, zo meldt persvoorlichter Edwin Kotylak van E.On. Ook blijkt

het elektrisch rendement van de centrale, zelfs na ombouw of nieuwbouw, niet meer te kunnen concurreren met het nieuwe aanbod in de markt. Vergaand verbouwen en moder-niseren van de centrale vergt een hoge investering, die E.On financieel gezien als te riskant ziet. E.On besluit daarom om de centrale te sluiten. Hierdoor blijven twee warmteproducen-ten over: een andere centrale van E.On, de RoCa-centrale tus-sen Rotterdam en Capelle aan den IJssel, en AVR. Maar dan moet de warmteleiding tussen Rozenburg en Rotterdam wel op tijd gereed komen. Een kort geding tussen twee aannemers zorgt echter voor vertraging bij de aanleg van de pijpleiding. E.On maakt zich echter geen zorgen, meldt Kotylak. ‘De warmtelevering is met deze twee producenten nog lange tijd gewaarborgd. We zien de samenwerking met Warmtebe-

drijf Rotterdam met vertrouwen tegemoet.’ Niet alleen aan de aanbod-zijde, ook aan de vraagzijde is er nog onzekerheid over het grootschalige warmteproject. Van de bestaande woningen moet zeventig procent van de bewoners een aansluiting op het warmtenet accepteren, zo meldt Boverhoff van Eneco. Het energiebedrijf start in 2013 met het project ‘Leiding over Noord’, een uitbreiding van het warmtenet waarop woningen in Rotterdam Noord moeten worden aangesloten. Na goedkeuring van de gemeenten Rotterdam en Capelle onder-zoekt Eneco of er voldoende aansluitingspotentieel is via de woningcorporaties. Boverhoff: ‘Dit is een intensief traject. Hier zitten we middenin. Er komt al-leen een gezonde businesscase als alle belangen in balans zijn. Dit vereist een compleet open communicatie.’

AVR MOET VANAF 2014 WARMTE LEVEREN

hij. ‘Hierbij ging het nog niet om het verlagen van de CO2-uitstoot. Wel zorgden emissie-eisen voor dioxines in de jaren tachtig ervoor dat de rookgas reiniging werd uitgebreid en afvalverbranders ef-ficiënter werden, met 20 tot 30% stroomproductie. Hierdoor nam de rentabiliteit toe,’ vertelt Sondag. Nu ligt de efficiëntie op 40 tot 50%, in de toekomst is zelfs 60% haalbaar. ‘Dat is vergelijkbaar met centrales op gas of kolen, een enorme prestatie’. Sondag ziet de focus verschuiven van afval naar energie. ‘De AVR transformeert zich tot energiele-verancier’.

DROOM Restwarmte kan efficënt en econo-misch verantwoord worden ingezet voor verwar-ming van woningen en gebouwen in de stad. Dat zegt directeur Co Hamers van Warmtebedrijf Rotterdam. Het idee om het Warmtebedrijf op te richten begon als een droom, zegt Hamers. Op die manier wil hij een duurzame energievoorziening in een stad als Rotterdam mogelijk te maken. Hamers noemt diverse partijen die zich bij het ini-tiatief hebben aangesloten, zoals provincie Zuid-Holland, gemeente Rotterdam, energiebedrijf E.On en woningcorporatie Woonbron. Deze partijen hebben in 2010 getekend voor de oprichting van het Warmtebedrijf, dat bestaat uit een netwerkbe-drijf (Warmtebedrijf Infra) en een commerciële or-ganisatie (Warmtebedrijf Exploitatie). De splitsing tussen netbeheer en exploitatie is bedoeld om duidelijkheid te scheppen over de rolverdeling van de diverse partijen die ook nog eens verschillende belangen hebben, zegt Hamers.

EERSTE STAP Het bijzondere van het project in Rotterdam is dat restwarmte wordt ge-leverd aan zowel huishoudens als bedrijven, zegt Hamers. Hij betreurt het dat de aanbesteding voor de aanleg van het warmtenet nog niet is afgerond, iets dat volgens het plan vorig jaar al had moeten gebeuren. Twee aannemers zitten qua bod dicht bij elkaar. Een kort geding moet uitstluitsel geven zodat het totale project van start kan gaan, meldt woordvoerder Marjolein Boer van Warmtebedrijf Rotterdam. De zaak loopt nog maar dat vormt echter geen beletsel om alvast te beginnen met

de bouw van het Warmte Afgifte Station op het terrein van AVR in Rozenburg. Dit vormt de eerste stap voor het nieuwe warmtenet. Hamers bedankt de partners Van Gansewinkel en haar dochter AVR voor het doorzettingsvermogen en het geloof in het project. Ook dankt hij de gemeente Rotterdam. ‘Het Warmtebedrijf is een goed voorbeeld van samenwerking.’

‘DURF NODIG’ Aboutaleb kreeg na zijn aanstelling als burgemeester direct te maken met een soortgelijk groot infrastructureel project, de verbouwing van de Rotterdamse evenementhal Ahoy. Ook voor dit project was durf nodig, zegt hij. Ook de discussie over het Warmtebedrijf Rotter-dam verliep eerst moeizaam, maar de voormalige Rotterdamse wethouder Rik Grashoff, momenteel Tweede Kamerlid voor GroenLinks, heeft veel gedaan voor het Warmtebedrijf, vertelt de burge-meester. ‘Gemeente Rotterdam moest de beurs opentrekken. Dat was lastig,’ geeft Aboutaleb toe. De publiek-private samenwerking tussen de gemeente en energiebedrijf E.On bleek echter een uitkomst, zegt de burgemeester. ‘Ook bewoners gaan profiteren van het warmtenet. In de toekomst levert het Warmtebedrijf Rotterdam voldoende duurzame warmte voor 50.000 woningequiva-lenten. De energierekening gaat weliswaar niet omlaag, de CO2-uitstoot des te meer.’

ZUINIG Duurzaam ondernemen is mogelijk door economische inzichten te combineren met de zorg voor het klimaat, zegt Aboutaleb. Volgens de burgemeester is het in Rotterdam mogelijk om hiermee geld te verdienen. Zo maakt het toekom-stige warmtenet gebruik van afvalwarmte, wat anders werd geloosd op open water. Hierdoor neemt het rendement van de energievoorziening toe, zegt Aboutaleb. Hij verwijst naar zijn jeugd in Marokko, waar hij moest douchen met drie liter water die hij met een ezel uit de rivier haalde. Niet alleen met water, maar ook met energie moeten we zuinig zijn, zo wil Aboutaleb zeggen. ‘De ge-meente Rotterdam investeerde in de jaren dertig in het voetbalstadion van Feijenoord. Staven staal werden getrokken door paarden. Dat was tijdens

Page 19: Ensoc Magazine 2012-01

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 236 w w w . e n s o c . n l 37

de crisis,’ vertelt Aboutaleb. Juist in crisistijd moet worden geïnvesteerd, zegt de burgemeester.

INVESTEREN Ook de komende jaren blijft gemeente Rotterdam investeren in grote projec-ten, zegt Aboutaleb. ‘In afgelopen jaar is 2 miljard euro privaat geld geïnvesteerd. We verwachten een bedrag van 2 tot 3 miljard euro voor dit jaar.’ Aboutaleb wil positief blijven over de toekomst en zegt dat deze ‘warm’ aanvoelt met het de ‘kachel van Rotterdam’. De burgemeester verwacht dat de aanleg van het warmtenet nieuwe banen zal genereren. Het gaat om enkele honderden extra arbeidsplaatsen voor minstens anderhalf jaar. ‘Het project zal veel jongeren die een vakopleiding volgen, aanspreken. Het verbindt haven en stad opnieuw met elkaar en versterkt de economie,’ aldus Aboutaleb. Samen met De Vries, Sondag en Hamers verricht hij de opening door een draai te geven aan een grote, nagemaakte radiatorknop op het podium. Een lichtshow met harde muziek sluit het officiële gedeelte van het gebeuren af. Daarna is het tijd voor informele gesprekken tijdens een lunch.

BUSINESS CASE Is het warmtenet rendabel? ‘De business case is nu aantrekkelijk,’ zegt projectcoördinator Ruud van Spanje van Warmtebedrijf Rotterdam. Hij vertelt dat het plan om het warmtenet aan te leggen stamt uit 2004. In dat jaar tekende gemeente Rotterdam samen met het havenbedrijf, provincie Zuid-Holland, Nuon, Eneco, E.On, Shell, AVR en Woonbron een samen-werkingsovereenkomst om een investeringsplan te maken voor het Warmtebedrijf. Dat wordt in 2006 opgericht, maar een jaar later stapt Shell uit het project. Hierdoor besluit het college van B en W tot een ‘time out’. In 2009 krijgt het Warmtebedrijf een nieuwe tegenslag te verwerken doordat AVR besluit om de afvalenergiecentrale aan de Brielsel-aan, die de restwarmte zou leveren, te sluiten. Vervangende bron wordt hierdoor de afvalenergie-centrale van AVR in Rozenburg.

SHELL ‘De warmtelevering wordt gedekt door vaste contracten en daarmee is de huidige

business case positief,’ zegt Van Spanje. Wel hoopt hij dat komende jaren meer aanbieders van restwarmte aansluiten op het warmtenet. ‘Dan zijn we minder afhankelijk van één partij,’ zegt Van Spanje. Als potentiële aanbieder noemt hij Shell, dat inmiddels weer is betrokken bij het project. Naast het aantrekken van andere warm-televeranciers ziet Van Spanje de communicatie met de bewoners in Rotterdam als een belangrijk onderdeel bij de realisatie van het warmtenet. Dit ligt in de handen van Nuon en Eneco, die de bewoners zullen aansluiten op het warmtenet. ‘Zij zullen bewoners moeten uitleggen wat voor hen de voordelen zijn van warmtelevering. Hiervoor ligt een communicatieplan klaar.’

NIEUWBOUW EERST In eerste instantie worden vooral gehele nieuwbouwwijken aangesloten op het warmtenet. Dat is efficiënter dan het aanpassen van individuele, bestaande woningen, meldt Boer. ‘Als een hele nieuwe wijk wordt aangesloten worden alleen pijpen aan-gelegd voor de stadsverwarming. Het is minder duurzaam (te kostbaar, red) om in een dergelijke wijk twee verschillende voorzieningen naast elkaar aan te leggen, zowel voor gas als voor stadswarm-te. Dan maakt stadswarmte ook geen individuele ketels overbodig, wat wel moet gebeuren om de CO2-uitstoot te verminderen. Dit betekent echter wel dat individuele bewoners in een nieuwe wijk geen keuzemogelijkheid heeft.’ Bewoners van bestaande woningen kunnen wel kiezen of ze worden aangesloten op het warmtenet. Als ze dat weigeren dan blijven ze gewoon aangesloten op het gasnet.

WIN-WIN In de lunchpauze geeft praktijkin-structeur Bertus de Bruijn op verzoek van Ensoc Magazine een rondleiding langs de afvalenergie-centrale. De Bruijn werkt al sinds 1973 bij AVR in Rozenburg. Hij praat over het warmtenet als een ‘win-win’-situatie. ‘We verbranden bij de AVR huishoudelijk en industrieel afval, waarbij warmte vrijkomt. Een deel van die warmte kunnen we op-nieuw gebruiken, maar wat we overhouden lozen we nu nog op de omgeving. Het warme water komt

terecht in de Nieuwe Waterweg. Maar straks gaat de restwarmte via het warmtenet naar Rotterdam, waar het wordt gebruikt voor verwarming van wo-ningen en gebouwen. Hierdoor wordt de overtol-lige restwarmte benut.’

EFFICIëNT We lopen in blauwe overall en met veiligheidschoenen, helm en beschermende bril over het terrein naar de plek van de afvalinza-meling, die de ‘bunker’ wordt genoemd. De Bruijn wijst naar een kraan bij de haven, die in verbinding staat met de Noordzee. ‘Het afval komt binnen per schip of per vrachtwagen. Schepen komen vanuit Utrecht en Den Haag, maar ook vanuit Engeland en Ierland. Sinds kort hoort daar ook Italië bij, waar we het afval uit Napels halen.’ Het huishoudelijk afval wordt door AVR verdeeld en gemengd, zodat een redelijk homogene brandstof ontstaat. ‘Dat is nodig voor een efficiënte verbranding,’ verduide-lijkt De Bruijn. Efficiëntie is een begrip dat vaker terugkeert in het verhaal van De Bruijn. Een ander voorbeeld hiervan is het hergebruik van stoom. ‘Het rendement van de installatie stijgt door de stoom die hierbij vrijkomt opnieuw te gebruiken.’

TRENDS Het afval dat AVR in Rozenburg ver-brandt komt steeds meer uit het buitenland. Het bedrijf wil hierop inspelen door de voorzieningen voor schepen uit te breiden, zo meldt het perso-neelsblad Stroom van september 2011. Ziet De Bruijn nog andere trends opdoemen? ‘We krijgen steeds meer hoogcalorisch afval en industrieel

afval binnen. Dat betekent dat we meer energie halen uit minder afval.’ Volgens De Bruijn komt dat doordat burgers niet alles

meer weggooien. ‘We scheiden ons afval, zoals glas, papier, groen afval en nu ook plastic.

Daardoor wordt het afval dat overblijft steeds energierijker.’ Wel is het volgens De Bruijn belang-rijker geworden om het afval beter te mengen om verstopping in de aanvoerkanalen te voorkomen.

BIOMASSA Naast het huisvuil verwerkt AVR in Rozenburg ook zogeheten B-hout, af-valhout dat geschikt is om te verbranden als biomassa. Hiervoor beschikt het bedrijf over een biomassaenergiecentrale, kortweg BEC genoemd. ‘De energie die we hiermee opwekken is honderd procent groen,’ zegt De Bruijn. Om de duurzaam-heid te garanderen wordt het hout speciaal voor de BEC ingezameld, gesorteerd en verbrand. Ver-der doorloopt de verbranding hetzelfde proces als bij de conventionele verbrandingsinstallatie, zegt De Bruijn. Op het dak van de afvalenergiecentrale wijst hij naar twee schoorstenen, die afkomstig zijn van de vier ovens van de ‘Waterfabriek’, instal-latie die het afvalwater verwerkt. ‘De rookgas-sen worden gecontroleerd door DCMR,’ zegt De Bruijn. DCMR is de Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond, een onafhankelijk milieuloket voor het havengebied onder Rotterdam.

CONTROLEKAMER AVR let zelf ook op de milieubelasting. Zelfs het water waarmee de rookgassen worden gereinigd houdt het bedrijf in de gaten, zo blijkt uit een bezoek aan de controlekamer. De operators hebben uitzicht op diverse schermen, waarop aanvoer van het afval en parameters van de rookgassen zijn te volgen. Belangrijkste parameter is de elektriciteitspro-ductie, die tijdens bezoek 59,7 MW aangeeft. ‘Meestal ligt de productie hoger. Vorige week (de tweede week van januari 2012, red) produceerden we gemiddeld 79 MW per uur. Over de afgelopen vijf jaar hebben we gemiddeld 70 MW aan warmte geproduceerd,’ zegt De Bruijn. De restwarmte die de AVR als duurzaam aan het Warmtebedrijf Rot-terdam zal verkopen komt uit de Waterfabriek en

Page 20: Ensoc Magazine 2012-01

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 238 w w w . e n s o c . n l 39

de BEC. Deze centrale produceert jaarlijks genoeg groene stroom voor 50.000 gezin-nen. Tegelijkertijd bespaart AVR met de BEC ruim 40 miljoen kuub aardgas per jaar. Dit betekent een aanzienlijke besparing op fos-siele brandstoffen en de daarmee gepaard gaande CO2-uitstoot.

ZIEKENHUIS Het Maasstad Ziekenhuis is vooralsnog de grootste individuele afnemer van het toekomstige warmtenet, meldt Marjolein Boer van Warmtebedrijf Rotterdam. De besparing op aardgas vormt een belangrijke reden om aan te sluiten op het nieuwe warmtenet in Rotterdam, zegt persvoorlichtster Joyce de Bruijn van het Maastad ziekenhuis. Het ziekenhuis zal in 2013 worden aangesloten op het warmtenet. ‘Door te besparen op aardgas kunnen we onze CO2-uit-stoot verlagen,’ zegt De Bruijn. Volgens haar betaalt het ziekenhuis straks voor warmte evenveel als voor aardgas, zodat er geen sprake is van een kostenbesparing. ‘Het is vooral een kwestie van duurzaamheid, om onze milieudoelen

te halen,’ geeft De Bruijn toe. Momenteel maakt het ziekenhuis voor verwarming nog gebruik van ketels, die in beheer zijn van Nuon. Die blijven na aansluiting op het warmtenet in de kelder aanwezig als noodvoorziening, voor het geval de levering van warmte via het warmtenet zou stokken.

collectieve inkoop steeds populairderSteeds meer mensen doen mee aan veilingen waarin ze gezamenlijk energie inkopen. Bij de laatste veiling die Vereniging Eigen Huis organiseerde schreven voor het eerst meer dan 100.000 mensen zich in. Ook de Consumen-tenbond organiseert een collectieve inkoop van energie. Gemiddeld bespaarden de deelnemers ongeveer twee- tot driehonderd euro per jaar. Toezichthouder NMa vindt het goed dat steeds meer men-sen meedoen aan energieveilingen. Maar directeur Peter Plug wijst er wel op dat consumenten die meedoen aan collectieve inkoop niet altijd de laagste prijs voor hun energie betalen. Volgens Plug is het ook belangrijk dat consu-menten opletten wanneer hun contract voor energie afloopt. Als je via een vergelijkingssite of collectieve inkoop een energieabonnement neemt, blijf je na afloop van je contract automatisch bij dezelfde aanbieder.

10% stapt over op andere energieleverancierVan de Nederlandse huishoudens en bedrijven is vorig jaar 9,9 procent overgestapt naar een andere ener-gieleverancier. Volgens de branche-organisatie Energie-Nederland laat dit zien dat de energiemarkt in ons land goed werkt. In 2010 stapte 9 procent over en in 2009 was dat 11,6 procent. In 2004, het jaar waarin de energiemarkt werd vrijgegeven, stapte 6 procent over. Volgens Energie-Nederland is de energiemarkt inmiddels redelijk volwassen. Er is een verscheidenheid aan leveranciers en het overstappen levert nauwelijks problemen op. Bovendien blijkt uit recent onderzoek

van toezichthouder NMa dat 98 pro-cent van de klanten neutraal tot heel tevreden is over de dienstverlening van de energieleverancier.

besparen met voor-uit betalen voor

energieBij nieuwkomer Budge-tEnergie kunnen klanten tot een jaar vooruit betalen voor stroom en

gas. Het levert ze een kor-ting op van 20% op de kale

energieprijs, ofwel € 225 per jaar voor een gemiddeld huishouden. ‘Een groot voordeel, maar het product kent ook een groter risico’, zegt Hans De Kok van prijsvergelijkingssite Pri-zeWize. In Duitsland, waar deze vorm van vooruit betalen al langer bestaat, viel energiebedrijf Teldafax om. Dit bedrijf verkocht ook energie een jaar vooruit. Zo’n 750.000 gedupeerde klanten en schuldeisers hebben nog een half miljard tegoed van het bedrijf. Volgens de oprichters van BudgetEnergie, Floris de Haes en Frank van Driel, gaat de vergelijking met Teldafax niet op. De Haes: ‘Teldafax gaf te veel geld uit, ze sponsorden zelfs een voetbalclub. Wij zijn erg zuinig en hebben een sterke partner.’ De levering van stroom en gas in Nederland is bovendien voor een

half jaar gegarandeerd door de netbeheerders. De Haes: ‘Je

loopt dus maar een risico van een half jaar.’

melkveehouders kopen groene

stroom inMeer dan 300 melkveehou-

ders die zijn aangesloten bij zuivelcoöperatie FrieslandCampina

hebben via het online platform Energie-ContactPunt collectief groene stroom ingekocht bij Essent. Zij besparen

daarmee tot 15% op hun jaarlijkse energie-inkoop. De melkveehouders die zijn aangesloten bij het inkoopcollectief kopen gezamenlijk ruim 15 miljoen kWh groene stroom in voor 2013. Voor deze stroom krijgen de veehouders de energieprijs per kilowattuur of per kuub gas, vermeerderd met een prijs voor de groencertificaten. Essent levert deze groencertificaten aan FrieslandCampina, waardoor de duurzame energie binnen de zuivelketen blijft. Inmiddels hebben al ruim 300 melkveehouders belangstel-ling getoond voor de productie en levering van energie uit zon, wind of biomassa.

real-time in- en verkoop van energiePowerhouse, online han-delsplatform voor groot-verbruikers van energie,

lanceert een nieuwe mogelijkheid voor bedrijven

om real-time energie te kopen en verkopen op de termijnmarkt.

Bedrijven kopen gas of elektriciteit voor de actuele marktprijs, die van minuut tot minuut wordt bijgewerkt gedurende de dag. Dit stelt klanten in staat direct gas of elektriciteit op de termijnmarkt te verhandelen tegen de dan geldende actuele marktprijs. De prijzen van de verschillende termijnblokken worden gedurende de werkdag van minuut tot minuut bijgewerkt. Men klikt de prijs die op dat moment op het scherm staat. Hierdoor zit men dus niet vast aan de traditionele ‘handels windows’ en wordt er geen premie in rekening gebracht voor het gestand doen van de prijs gedurende een aantal uur.

IN

ko

op

Va

N E

NE

Rg

IE

Branche Connect is continu in beweging

De Mensen achter Branche Connect zijn ambitieus, gedreven, ondernemend en commercieel. We willen het beste voor onze opdrachtgevers, de leden en de toeleveranciers (vakgerichte adverteerders). Als het gaat om meer rendement te behalen voor de branche- en beroepsorganisaties en de toeleveranciers loopt Branche Connect ook met de nieuwe ontwikkelingen voorop.

We signaleren, haken aan en maken nieuwe toepassingen waarmee onze opdrachtgevers kunnen excelleren.

Ook benieuwd naar de mogelijkheden van adverterenin het Ensoc magazine? Neem vrijblijvend contact op met: Ron de Tyssonsk of René Middelveldtelefoon: 0226 - 354 007 [email protected] • www.brancheconnect.nl

Page 21: Ensoc Magazine 2012-01

40 w w w . e n s o c . n l 41e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 2

De koudegolf van de laatste weken heeft de gasprijs voor Nederlandse con-sumenten verhoogd. Deze normale ontwikkeling komt echter op hetzelfde moment dat de internationale gasprijs ook al beïnvloed wordt door geopo-litieke ontwikkelingen, vooral vanuit Iran en Rusland. De toenemende crisis rondom de Iraanse nucleaire kwestie en de mogelijke afsluiting van de Straat van Hormuz veroorzaken een negatieve prijsspiraal op dit moment. Analisten zijn beducht voor een mogelijke significante prijsstijging in de komende maanden. Europese politici en analisten blijven nogal op de vlakte met hun analyses over de effecten van een militaire actie tegen Iran, maar de gevolgen kunnen schrikbarend zijn.

Dreigement Het dreigement van Iran om de Straat van Hormuz af te sluiten moet niet al te licht worden genomen. Militair gezien is het Shi’itisch regime in Teheran in staat om deze levensader voor olie- en gas daadwerkelijk af te sluiten. Een mogelijke militaire reactie van het Westen kan en zal dit alleen maar verergeren. Indien Teheran ertoe besluit om de Straat van Hormuz te blokkeren valt er rond 35-40% van alle ruwe olie-export ter wereld in een klap weg, met enorme stijging van de olieprijs tot gevolg. Analisten geven al een mogelijke olieprijs verwachting aan tussen 150 en 300 Amerikaanse dollar per vat. Dit kan nog verergeren bij een langdurig militair conflict in de Golfregio.

Tekort aan LNG Een blokkering van de Straat van Hormuz kan ook leiden tot een groot tekort op de LNG-markt. ’s Werelds grootste LNG-pro-ducent Qatar is volledig afhankelijk van de exportroute via de Straat van Hormuz. Het wegvallen van 77 miljoen ton LNG per jaar kan niet worden opgevangen. Qatar’s grootste klanten Japan, Zuid-Korea en zelfs Groot-Brit-tannië worden dan geconfronteerd met zeer grote tekorten. Het vervangen van deze volumes door aanvoer van elders moet worden uitgesloten. Geen enkele LNG-producent is op dit moment in staat om dit gat in de markt

te vullen. Veel Aziatische landen zullen dan weer moeten teruggrijpen op olieproducten voor hun energieopwekking, met een nieuwe stijging van de olieprijs tot gevolg.

Andere kanalen Voor westerse klanten is het op papier niet een on-overkomelijke kwestie. De grootste klanten van Qatar’s LNG, Groot-Brittan-nië en België, kunnen via andere kanalen nog wel aan nieuwe gasvolumes komen. Nederland, Noorwegen en zelfs Rusland kunnen hier nog wel een steentje aan bijdragen. Toch zal een krapper aanbod op de Noordwest-Europese markt direct leiden tot een hogere gasprijs. Groot-Brittanië is het laatste jaar steeds afhankelijker geworden van LNG uit Qatar. Volgens re-cente Britse regeringsrapporten maakte LNG uit Qatar in de eerste 9 maan-den van 2011 maar liefst 52% van alle gasconsumptie door consumenten uit. Dat is 11% hoger dan in 2009. Gas uit Qatar maakte 28% uit van het ganze gasverbruik in de Britse markt. Van alle LNG op de Britse markt komt 85% uit Qatar. De Britse gasprijs loopt dus gevaar. In 2011 leidde een gerucht over grootschalig onderhoud aan Qatar’s LNG faciliteiten al tot een prijsstijging van 3% in een dag. Een mogelijke blokkade van de Straat van Hormuz zal de gasprijzen naar historische niveau’s doen schieten.

Flexibiliteit De beschikbare hoeveelheden gas op de Noordwest-Europese markt zijn ook niet geheel flexibel, zeker gezien de Russische gaspolitiek. Moskou heeft alweer laten zien dat de eigen binnenlandse politieke situatie internationale gascontracten onder druk kan zetten. Zoals verwacht door sommige analisten zal Moskou al haar gasvolumes inzet-ten in de presidentiële verkiezingen. In tegenstelling tot wat veel Neder-landse en Europese gasimporteurs en politici ook hebben gezegd heeft de Russische premier Poetin weer besloten om Russische kiezers van gas te voorzien zonder rekening te houden met bestaande internationale gascon-tracten in Europa. De laatste weken hebben grote delen van Europa in de kou gezeten om Poetin’ s kiesvolk warme voeten te bezorgen.

Nederland De Nederlandse consument loopt op dit moment nog geen echt gevaar. De nog steeds voldoende aanwezige gasreserves in het Groningse Slochteren op de Noordzee kunnen als een buffer dienen. De huidige aanvoer van LNG via Rotterdam is op dit moment te verwaarlozen voor de totale gasmarkt. Toch zullen negatieve ontwikkelingen in Rusland en Iran, waarbij de olieprijs tevens een rol speelt, de Nederlandse gasmarkt niet ontzien. Een hogere gasprijs is zeker te verwachten. Consumenten kan worden aangeraden om de komende tijd eens goed naar hun eigen contracten te kijken. De gasprijs zal de komende jaren eerder stijgen dan dalen. Hierbij is het potentieel naar boven veel hoger dan een prijsverla-ging. Volgens Nuon gaat de gemiddelde prijs van Russisch gas waarschijn-lijk omhoog van 348 dollar per 1000 kubieke meter naar 415 dollar. Deze prijsstijging wordt zelfs verwacht in een stabiele markt zonder geopolitieke crisissen.

oosten zet gasprijs onder drukDe gasprijs staat onder druk door de koudegolf, de nucleaire ruzie met Iran en de voorkeur van Rusland om eerst de eigen vraag naar aardgas te voldoen.

Tekst: Cyril Widdershoven, expert olie & gas

Page 22: Ensoc Magazine 2012-01

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 242 w w w . e n s o c . n l 43

Directeur Enexis voorziet verzwaring netten als elektrische auto gemeengoed wordt

‘Onze netten zijn klaar voor zonnepanelen’

Han Fennema is voorzitter van de Raad

van Bestuur van netbeheerder Enexis, het

netwerkbedrijf dat in 2009 is afgesplitst

van energiebedrijf Essent. Fennema

heeft verschillende functies binnen

de energiewereld bekleed. Eerst bij

ExxonMobil, waar hij diverse functies op

het gebied van ICT, financiën, logistiek en

management heeft vervuld. Daarna was

hij directeur strategie bij energiebedrijf

Eneco en vervolgens directeur van Eneco

Netbeheer. Vervolgens was hij lid van de

Raad van Bestuur en financieel directeur

van Eneco Energie. Vanaf 1 september

2010 is Fennema voorzitter van de Raad

van Bestuur van Enexis. Daarnaast is

hij met ingang van 1 september 2011

voorzitter van Netbeheer Nederland, de

koepelorganisatie van netbeheerders

in Nederland.s.

Netbeheerder Enexis kan de toename in de in-stallatie van zonnepanelen goed opvangen met haar huidige elektriciteitsnet. Dat zegt directeur Han Fennema van Enexis.

Tekst: Norbert Cuiper

Steeds meer consumenten gaan de laatste tijd ondanks de economische crisis over tot aanschaf van zonnepanelen. Dat zien netbeheerders aan de toename in de aanvragen voor aansluitingen op het elektriciteitsnet. ‘We hebben vorig jaar ten opzichte van 2010 meer dan een verdubbeling gezien van het aantal mensen die zonnepanelen installeren. Dat is goed nieuws,’ meldde Enexis-directeur Han Fennema in een Twitterdebat van Enexis tijdens de Dag van de Duurzaamheid op 11 november 2011. Het debat was aanleiding voor een uitgebreider gesprek met Ensoc Magazine.

Fennema: ‘In 2010 hebben we 600 meters geplaatst om terugleve-ring van elektriciteit aan

het net mogelijk te maken. Dat is nodig, omdat

oude meters terugdraaien bij teruglevering, maar dan kunnen consumenten niet zien hoeveel stroom ze opwekken met hun zonnepanelen. Om dit wel mogelijk te maken plaatsen we slimme meters. In 2011 tot nu toe (6 december 2011, red) ligt het aantal geplaatste meters al op 1800 meters. Dat is meer dan een verdrievoudiging van het aantal meters. Het piekvermogen aan PV-panelen ligt momenteel op 5 MW. Dit zal in 2015 verdubbelen als de groei zich doorzet.’

‘Ja, we verwachten dat deze groei doorgaat, gezien de dalende prijzen voor zonnepanelen. Dit

komt doordat China op grote schaal zonnepanelen produceert en doordat het rendement van zon-nepanelen toeneemt. We verwachten op reltaief korte termijn de zogeheten gridpariteit, waarbij zonnestroom concurrerend wordt ten opzichte van fossiele stroom. Hierbij is gerekend zonder Regule-rende Energie Belasting (REB), waardoor zonne-energie ook zonder dit belastingvoordeel rendabel wordt. Ook wordt het komende jaren bij nieuw-bouw makkelijker om zonnepanelen te installeren,

omdat de panelen steeds meer worden geïntegreerd in het dak.’

‘De snelheid in de groei is momenteel niet zo hoog, dus we verwachten een beperkt effect van de

toename in zonnestroom. Zonnepanelen leveren terug als de zon hard schijnt en het verbruik in de woning laag is, maar dat kunnen onze netten goed aan,’ zegt Fennema. Wel ziet hij uitdagingen voor het onderhoud van lokale netten, omdat het niet de bedoeling is dat zonnestroom wordt afgeschakeld. ‘Als we meer zonnestroom op het net toelaten, moeten we meer investeren in de netten.’ Fennema beaamt dat de netten van Enexis klaar zijn voor zonne-energie, maar hij voorziet wel dat de netten moeten worden verzwaard als de elektrische auto gemeengoed wordt.

‘Deels. We kunnen het laadgedrag proberen te beïnvloeden, zodat men-sen hun elektrische auto

’s nachts opladen in plaats van overdag. Dat is ook

in het voordeel van de gebruikers, omdat de stroom ’s nachts iets goedkoper is.’

‘Daar zijn we niet bang voor, want dan moeten er wel heel veel elektri-sche auto’s tegelijkertijd worden opgeladen. Dit proberen we te voorko-

men. We kunnen mensen stimuleren om verdeeld over de dag gelijkmatiger stroom te gebruiken. Ook kunnen consumenten het opladen van hun elektrische auto laten uitstellen naar een moment waarop het elektriciteitsnet minder ‘druk’ is. De laatste jaren is er door elektrisch koken tussen zes en acht uur ’s avonds een nieuwe piek ontstaan in stroomverbruik. Maar de piek die traditioneel overdag optreedt kunnen we meer uitsmeren.’

‘De samenwerking verloopt goed. Zo werken we met andere netbeheer-ders samen bij het project E-laad, waarbij een

netwerk van oplaadpalen in Nederland ontstaat.

Wat merkt Enexis van de toename in zonnepanelen?

Verwacht u dat de groei in zonnepane-len doorzet?

Wat betekent de groei in zonnepanelen voor het netbeheer?

Is verzwaring van de netten te voorkomen met slim netbeheer?

Hoe verloopt de samenwerking met andere netbeheer-ders?

Als veel elektrische auto’s ’s nachts worden opgeladen ontstaat er een piek in de stroomvraag.

Page 23: Ensoc Magazine 2012-01

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 244 w w w . e n s o c . n l 45

Daarnaast werken we samen bij onderzoek naar veroudering van netten en smart grids. Ook kopen we sommige zaken gezamenlijk in, waardoor we kosten kunnen besparen.’

‘Ja, we moeten meer samenwerken om pro-blemen op te lossen die ontstaan door de groei van duurzame energie,

zoals meer stroomproductie uit zonnepanelen en windenergie. Dat is soms lastig als je bedenkt dat netbeheerders afkomstig zijn van energiebedrijven die zijn gesplitst. Aan de andere kant biedt de groei van duurzame energie ook mogelijkheden, zoals een variabel tarief. Zo geeft Eneco korting als het harder waait, omdat er dan meer windenergie wordt opgewekt.

‘Vanaf 2014 gaan we slimme meters op grote schaal installeren, maar in diverse plaatsen lopen al proeven, zoals

in Enschede. We verwachten dat mensen hierdoor meer energie gaan besparen, maar de mate van energiebesparing kan variëren. Uit onderzoek blijkt dat 5 tot 10 % procent energiebesparing haal-

baar is, maar dat hangt ook af van de mensen die meedoen. Degenen die meer begaan zijn met het milieu en hun energiekosten zullen waarschijnlijk meer energie besparen, maar anderen die daar weinig interesse in hebben zullen minder bespa-ren. We verwachten wel dat het besparingstempo zal toenemen door slimme meters. Een proef onder 5.000 huishoudens zal ons hierover binnen een jaar meer informatie verschaffen.’

‘Klanten kunnen zelf ervoor kiezen of hun verbruiksgegevens op afstand wordt uitgelezen. Ze kunnen dit weigeren,

dat is wettelijk zo geregeld. Sommige klanten zijn bang dat hun verbruiksgegevens op straat komen te liggen. Dat zal zeker niet gebeuren, want de slimme meter is goed beveiligd. We verwachten dat de meeste klanten zullen instemmen met inzage in hun verbruik, omdat ze hierdoor ook kunnen besparen op hun energiekosten. Dat kan oplopen tot zo’n tweehonderd euro per jaar. We hebben ook gemerkt dat de houding over de slimme meter hierdoor positiever uitvalt. Een grote groep stelt de inzage in hun energieverbruik en de besparing op prijs. Slechts een kleine groep blijft negatief over de slimme meter.’

Kan de samenwerking met andere netbeheerders worden verbeterd?

Wanneer verwacht Enexis een grootschalige uitrol van slimme meters?

Welke problemen verwacht Enexis bij de uitrol van slimme meters?

@norbert1972: @Enexis Produceert Han Fennema zelf al ener-gie? Zo ja, hoe? Heeft hij al zonnepanelen op dak van zijn huis geïnstalleerd? #enexis #zep

@Enexis: @norbert1972 Ik ben me aan het orienteren en maak handig gebruik van onze eigen website zelfenergieproduceren.nl. ^HF

@norbert1972: @Enexis Wat verwacht Enexis van zonne-energie? Volgens Liander zullen vanaf 2013/14 veel meer mensen zon-nepanelen installeren #enexis #zep

@Enexis: @norbert1972 #Enexis merkt dit jr meer dan verdubbeling van mensen die zonPV installeren in vergl met 2010. Goed nieuws! ^HF

banken willen investeren in duurzame energieVeel Nederlandse banken willen meer investeren in duurzame energie. Dat blijkt uit de Eerlijke Bankwijzer, een onderzoek naar de duurzaamheid van banken. De meeste banken die in elektriciteit investeren, investeren meer in fossiele energie dan in duurzame energie. Eerder publiceerden de CEO’s van 10 grote Nederlandse banken reeds een gezamenlijke oproep aan de regering, waarin ze zich committeren aan het belang van geen temperatuur-stijging boven 2 graden, de intentie uitspreken om meer te investeren in duurzame energie, beloven mee te werken aan genoemd praktijkonder-zoek van de Eerlijke Bankwijzer en een oproep doen aan de regering om een langjarig wettelijk systeem in te stellen om investeringen in duurzame energie te bevorderen. Negen Banken hebben aangegeven mee te zullen werken aan een 2e meting over investeringen in duurzame elektriciteit in april 2012.

‘noordzee goudmijn voor windenergie’De Noordzee is een goudmijn voor windenergie. Dat zegt ECN-directeur Paul Korting in het Energy Magazine van Deloitte Nederland. ‘Nederland kan een succesvolle speler zijn in de niche-markten voor offshore windenergie,’ zegt Korting. De Noordzee beschikt over uitstekende windomstandighe-den en veel ondiepe wateren om op te bouwen. De vraag naar energie in de omringende landen is hoog. ‘Een ideale combinatie,’ zegt Korting. Hij waarschuwt ervoor dat Nederland de strijd om haar marktaandeel in offshore wind niet moet verliezen, zoals dat is gebeurd voor wind op land. ‘Het helpt om een thuismarkt te hebben. Het exporteren van technologie naar buurlanden is een mooie Nederlandse traditie, maar het is niet genoeg.’ Om

offshore windenergie te laten concurreren moeten de kosten worden verminderd met

40 tot 50%. ‘Er is genoeg ruimte voor technologische

verbeteringen, zoals grotere wintrubines, betere verankering,

andere materialen. Partijen rekenen erop dat het minstens vijf jaar duurt voordat offshore wind kan concurreren met andere energiebronnen,’ aldus Korting.

zonnestroom goedkoper dan netstroomStroom van zonnepanelen op het eigen huis is goedkoper dan stroom van energieleveranciers. Dat blijkt uit een analyse van Natuur en Milieu. De prijs van zonnepanelen is de afgelopen tien jaar met 80 procent gedaald, terwijl de prijs van elektriciteit bij de grote energieleveran-ciers juist is gestegen. Volgens Natuur en Milieu is het omslagpunt in de kosten en baten van zonne-energie in de afgelopen maanden bereikt. Voorwaarde is wel dat de zon-nepanelen een levensduur heb-ben van 25 jaar. In die 25 jaar kan een huiseigenaar een paar duizend euro besparen door zonnepanelen op het dak aan te brengen. Nederland loopt in verhouding met de landen om ons heen achter in het gebruik van zonne-energie. Vanuit de markt is er wel grote belangstellng voor zonnepanelen maar de aanschafkosten vormen vaak een bezwaar. Om die aanschafkosten te verminderen, organiseert Natuur en Milieu een gezamenlijke inkoopactie, waarop mensen kunnen inschrijven.

‘duurzame energiebeleid kan effectiever’Het beleid voor duurzame energie in Nederland verandert te vaak en heeft te weinig oog voor innovatie. Meer

stabiliteit kan de overheid veel geld besparen. Dat concludeert de Utrechtse promovenda Corinna Klessmann. Als Eu-ropese landen hun stimuleringsmaatre-gelen beter ontwerpen, kan dat tot een gezamenlijke besparing van 4 miljard euro leiden bij het halen van de EU-doelstelling van 20 procent duurzame energie in 2020. Dat meldt Klessmann in het onderzoek waarop zij in janu-ari promoveerde aan de Universiteit Utrecht. Ze onderzocht hoe overheden hun stimuleringsbeleid voor duurzame energie effectiever en kostenefficiënter kunnen maken. Hoewel Nederland qua beleid voor duurzame energie in Europees perspectief gemiddeld scoort, is het op het gebied van stabiliteit niet erg sterk, zegt Klessmann. ‘In Nederland wordt de basisopzet van het systeem door de overheid heel vaak veranderd.

Als investeerders in Nederland een duurzaam energieproject

ontwikkelen, is het grootste risico dat ze niet weten hoe het subsidiebeleid in de jaren daarna gaat veranderen.’

meer tijd voor plannen windparken

op zeeInitiatiefnemers van windmolenparken op zee krijgen meer tijd om hun plannen te ontwikkelen. De vergunningen die hiervoor zijn afgegeven blijven geldig tot 2020. Staatssecretaris Joop Atsma van Milieu meldt dat in een brief aan de Tweede Kamer. In 2009 hebben in totaal 12 initiatiefnemers voor windmolens op zee vergunningen gekregen. Drie van hen zijn vervolgens ook met subsidie aan de slag gegaan. Atsma heeft nu extra tijd geboden, omdat de vergunnin-gen van de anderen tussen september en december zouden vervallen als ze dan nog niet met de bouw waren begon-nen. Met het besluit van de staatssecre-taris wordt uitvoering gegeven aan een motie van D66-Kamerlid Stientje van Veldhoven.

Du

uR

za

mE

EN

ER

gI

E

Tijdens een Twitterdebat van Enexis gaf directeur Han Fennema antwoorden op vragen die via Twitter werden gesteld. Onderstaande vragen en antwoorden waren aanleiding voor een uitgebreider telefonisch interview, zoals dat op deze pagina’s is gepubliceerd.Twitterdebat

Page 24: Ensoc Magazine 2012-01

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 246 w w w . e n s o c . n l 47

7 – 8 maartwkk: rentabiliteit en duurzaamheidopleidingf&b training center, hilversumInformatie: FedECtelefoon: (035) 683 88 [email protected] • www.fedec.nl

8 maartslim flevolandinitiatie symposiumLelystad Informatie: Energiegildetelefoon: (0320) 29 15 [email protected]

8 maart – 26 april(7 avonden en 1 dag)duurzame energieopleidingf&b training center, hilversumInformatie: PHOEtelefoon: (035) 683 88 [email protected] • www.phoe.nl

13 – 14 maartwarmtedistributieopleidingf&b training center, hilversumInformatie: FedECtelefoon: (035) 683 88 [email protected] • www.fedec.nl

13 - 15 maartworld biofuels marketsbeurs-world trade center, rotterdaminfo@greenpowerconferences.comwww.worldbiofuelsmarkets.com

19 – 21 maarteuropean gas storageconferentiemariott, amsterdamInformatie: Plattstelefoon: +44 20 717 63 00www.gasstorage.platts.com

21 – 22 maartwarmtepompenopleidingf&b training center, hilversumInformatie: FedECtelefoon: (035) 683 88 [email protected] • www.fedec.nl

21 - 22 maart lokale duurzame energiebedrijfconferentie & trainingpostillon hotel, bunniktelefoon: (020) 580 [email protected]/lokaalenergiebedrijf

21 - 22 maartoil & gas communicationscopthorne tara hotel londen, verenigd koninkrijkinformatie: smitelefoon: +44 207 827 60 00www.smi-online.co.uk

21 - 22 maartrecs market meeting 2012nh grand hotel krasnapolsky , amsterdaminformatie: recs internationaltelefoon: (026) 356 94 [email protected]

21, 28 maart - 4, 11 apriladvieskunde opleidingf&b training center, hilversuminformatie: phoetelefoon: (035) 683 88 [email protected] • www.phoe.nl

5 aprilenergie voor niet techniciopleidingf&b training center, hilversuminformatie: FedECtelefoon: (035) 683 88 [email protected] • www.fedec.nl

16 - 20 april flame 2012hotel okura, amsterdaminformatie: informa global eventstelefoon: +44 207 017 72 [email protected]

17 - 19 aprilbuilding holland 2012amsterdam rai, amsterdaminformatie: rai eventstelefoon: (020) 549 12 12www.buildingholland.nl

18 april geothermie update 2012machinegebouw van de westergasfabriek, amsterdaminformatie: t&a survey en t&a energy [email protected]

23 april het nationaal glastuinbouw-congres 2012 floriade, venloinformatie: sbotelefoon: (040) 297 49 [email protected] • www.sbo.nl

23 - 25 april nuclear new build summit 2012 wenen, oostenrijkinformatie: iqpctelefoon: +44 207 368 93 [email protected]

26 – 27 aprileuropean power generationhilton, amsterdaminformatie: plattstelefoon: +44 207 176 63 [email protected]

9 mei stoomcursus en actualiteitendag energierechthotel mercure amsterdam aan de amstel, amsterdaminformatie: iirtelefoon: (020) 580 5400www.iir.nl

9 - 10 mei training: introductie in de energiemarkt coengebouw, amsterdaminformatie: iirtelefoon: (020) 580 5400www.iir.nl

15 mei the 3rd annual brussels carbon capture & storage summit 2012 brussel, belgiëinformatie: forum europetelefoon: +44 292 078 30 [email protected] • www.eu-ems.com

ap

RI

Lm

aa

RT Warmte is een begrip dat veel

mensen nog niet goed kennen. Toch krijgen sommigen ermee te maken. Daarom organiseert FedEC diverse opleidingen op gebied van warmte.

Volgens Rob Smit, docent voor de opleiding Warmtedistributie, zijn deze opleidingen be-langrijk om kennis over warmte over te dragen op een breder publiek. ‘Mensen weten vaak niks over warmte en zijn niet vertrouwd met het vakgebied.’ Ze krijgen er pas mee te ma-ken in hun werk, zoals bij energiebedrijven, maar ook bij gemeenten en woningcoöpera-ties. Dan gaat het opeens over distributie van warmte via warmtenetten, of over verschillen-de technieken om warmte op een duurzame manier op te wekken. Dan is het handig om allerlei begrippen op gebied van warmte te kennen. Met cursussen of een opleiding kan men zich daarin scholen.

Vogelvlucht‘Er is nu geen school voor warmte,’ zegt Smit. Om kennis over warmte over te dragen orga-niseert de Federatie van Energieconsultants (FedEC) enkele opleidingen. Deze opleidingen geven in twee werkdagen een compleet beeld van wat er speelt op gebied van warmte. Deelnemers krijgen een overzicht van diverse aspecten die hiermee te maken hebben, zoals beleid, techniek, economie en rekenmodellen aan de hand waarvan kan worden bepaald of een warmteproject rendabel kan worden geëxploiteerd. Ze krijgen diverse aspecten uit projecten in vogelvlucht voorgeschoteld, van het technische traject van een project tot en met het commerciële spel.

RollenspelWat is er zo bijzonder aan de opleidingen? Volgens Smit gaat het niet alleen om de theo-rie, maar komt de praktijk tijdens de opleidin-

gen duidelijk naar voren. De docenten hebben veel ervaring en zijn expert in hun vakgebied. Ook is er ruimte voor ‘interactieve cases’, zegt Smit. Als voorbeeld geeft hij het onderdeel waarbij deelnemers een een rollenspel spe-len, waarbij een gemeente moet kiezen voor een warmtenet. ‘Dat is erg leuk, want dan kunnen zich hilarische situaties voordoen. Ook tijdens een serieuze opleiding kan er dan worden gelachen.’

NetwerkenTijdens de opleiding is er ook ruimte voor deelnemers om te netwerken, in de pauzes of tijdens de lunch. ‘Deze contacten kunnen later heel zinvol zijn,’ zegt Smit. Hij kan zich een deelnemer herinneren die bezig was met een warmtenet in de haven van Antwerpen. België is nog niet zo ver als Nederland met warmtenetten. Smit: ‘Later las ik in de krant dat inmiddels serieus aan een warmtenet gewerkt wordt. Ik wist nog wie met dit project is bezig geweest, omdat hij de opleiding heeft gevolgd. De opleiding heeft daardoor bijgedragen aan het succes. Dat is leuk om te merken.’

OpleidingenIn maart organiseert FedEC drie opleidingen op gebied van warmte:

Meer informatie over de opleidingen staan in de agenda en op www.fedec.nl

‘mensen weten vaak niks over warmte’

wkk: rentabiliteit en duurzaamheid7 en 8 maart

warmtedistributie 13 en 14 maart warmtepompen voor gebouwen 21 en 22 maart

mE

I

o p l e i d i n g e n f e d e c v o o r z i e n i n k e n n i s t e k o r tD

ocent Rob S

mit

Page 25: Ensoc Magazine 2012-01

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 248 w w w . e n s o c . n l 49

vemw: herkapitaliseer gasunie De Nederlandse Staat moet Gasunie ‘herkapitaliseren’ als ze ervoor kiest voor uitvoering van de gasrotonde en als ze Gasunie daarbij een rol wil laten spelen. Dat meldt VEMW, belangenbe-hartiger van zakelijke energiegebrui-kers, over het plan van Gasunie om een tweede gastransportbedrijf OGE in Duitsland over te nemen. ‘Het Duitse gasnet zou ‘perfect bij Gasunie passen’ en prima passen in de Nederlandse am-bitie om gasrotonde van Europa te wor-den, maar Gasunie heeft geen kapitaal en externe financiering, bijvoorbeeld via een minderheidsprivatisering, is onwaarschijnlijk door regulatoire onzekerheid. VEMW vindt dat de Staat nu haar verantwoordelijkheid moet nemen als aandeelhouder van Gasunie. ‘Een gezonde financiële balans is essentieel voor het voortbestaan van ieder bedrijf. Voor Gasunie is dat niet anders. En het geld is er, immers, de Staat ontvangt jaarlijks bedragen van meer dan € 10 mrd uit de verkoop van aardgas uit Groningen en kleine velden op de Noordzee. Het is een kwestie van kiezen,’ aldus VEMW.

gasopslag nam breidt uitDe Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is begonnen met de voorbereidingen om de ondergrondse (winter)gas-opslag in Langelo uit te breiden. Dat is nodig nu het Groningengasveld steeds verder leegloopt. De NAM schat dat ’Slochteren’ ongeveer nog een derde van de oorspronkelijke hoeveel-heid gas bevat (2800 miljard kubieke meter). De gasopslag in Langelo bevat laagcalorisch gas, geschikt voor huis-houdens. In Grijpskerk, Groningen, is ook nog een vergelijkbare opslag voor de industrie met hoogcalorisch gas. Langelo en Grijpskerk maken deel uit van wat de Nederlandse overheid de

Gasrotonde noemt. Gasunie investeert ondermeer in de Nordstreampijplei-ding, om Russisch gas naar Nederland te halen. Ook wordt er steeds meer gas via de in Europa toonaangevende Nederlandse handelsbeurs APX-Endex verhandeld en is onlangs de lng-terminal in Rotterdam geopend. In Langelo is door Shell 12 jaar gelden een baanbrekende technologie gebruikt om de grootste natuurlijke ondergrondse gasopslag ter wereld te realiseren.

‘eénrichtingsver-keer gate wordt ramp’De Nederlandse Gate-terminal wordt een financiële ramp omdat deze alleen vloeibaar aardgas (LNG) kan vergassen en kan invoeren, maar geen mogelijk-heid heeft om ook LNG te kunnen exporteren. Dat zei CEO Stefan Judisch van het Duitse energiebedrijf RWE op een bijeenkomst in Den Haag van Es-sent/RWE over gas, meldt Energeia. In België hebben ze het beter begrepen,

zegt Judisch. Hierbij verwijst hij naar de mogelijkheden in

Zeebrugge om ook LNG te re-exporteren. Volgens hem wordt de Neder-landse handelsgeest nog teveel gehinderd door de oude luxepositie die de

vondst van het Slochteren-gasveld met zich meebracht.

‘Nederland is teveel gepamperd geweest. Door het Groningengas waren er genoeg exportmogelijkheden en -inkomsten. Maar Nederland moet nu meer op handelsmogelijkheden inspelen in plaats van de exportpositie die door Groningen is ontstaan te verdedigen.’

nieuwe gashub zeebruggeDe Belgische gasnetbeheerder Fluxys en de Nederlandse energiebeurs APX-Endex gaan samenwerken aan een

nieuwe gashandelsplaats bij Zeebrugge. Eind 2012 krijgt het Belgische gasnet een vituele handelsplaats, gebaseerd op in- en uitgaande stromen, in plaats van het fysieke punt-naar-punt sys-teem. Netgebruikers kunnen hiermee aardgas verhandelen via APX-Endex,

waardoor een gasprijs ontstaat die kan worden gebruikt als

benchmark. ‘Een dergelijke samenwerking tussen een gasnetbeheerder en een energiebeurs kan ook in andere delen van Europa

als referentie fungeren voor de implementatie

van marktgebaseerde balan-cering,’ zei directeur Bert den

Ouden van APX-Endex. De energiebeurs zal het handelssysteem met het scherm leveren als faciliteit voor de biedingen en transacties op de gashandelsplaats van Zeebrugge, afgekort ZTP. Zeebrugge fungeert als een tussenstation voor de Britse gashandelsplaats National Balancing Point, de grootste gasmarkt van Europa.

gts start open season 2017Gasnetbeheerder GTS start een nieuw Open Season om de toekomstige behoefte te peilen van haar klanten aan gastransportcapaciteit. Hiermee kan GTS bepalen hoeveel ze moet investeren in de uitbreiding van het gasnet. Klanten krijgen voor het eerst de mogelijkheid om voorheen geboekte capaciteit in te ruilen. Hierdoor kan GTS het ‘doorschuiven’ van capaciteit tussen klanten onderling verrekenen. De gasnetbeheerder richt zich vooral op klanten in het Nederlandse gasnet. Doel is om vanaf oktober 2017 te beschikken over de extra capaciteit. GTS besloot dit Open Season te starten na onderzoek onder haar klanten, waaruit bleek dat de vraag naar meer transportcapaciteit zal toenemen. Ongeveer 25 klanten gaven aan dat zij geïnteresseerd waren in een nieuw Open Season.

Ensoc Magazine wenst u vrolijkepaasdagen

aa

RD

ga

S

Page 26: Ensoc Magazine 2012-01

w w w . e n s o c . n l 5150 e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 2

*energy society magazine

ensoc magazine is een uitgave

van f&b specialisten in energie en milieu.

het vakblad publiceert nieuws en kennis

voor bedrijven om hun energiekosten te

verlagen via besparing en slimme inkoop

van energie. het maakt onderdeel uit van

het multimediale platform www.ensoc.nl,

platform voor betaalbare energie.

ensoc magazine verschijnt vier keer

per jaar en wordt verspreid op basis van

abonnementen.

uitgever: c.h. (karin) de ferrante,

f&b specialisten in energie en milieu

postbus 77, 1200 ab hilversum,

tel: 035 - 683 88 33, fax: 035 - 683 36 88

hoofdredactie: n. (norbert) cuiper,

f&b specialisten in energie en milieu

medewerkers: iman brinkman, harald

hanemaaijer, dieter jong, hamilcar

knops, elmer van krimpen, martha

roggenkamp, cyril widdershoven

advertenties: branche connect,

ron de tyssonsk, tel: 0226 - 354 007

mobiel: 06 - 10 89 33 59

e-mail: [email protected]

druk: drukkerij badoux, houten,

www.gewoonbadoux.nl

foto’s: arjanneke van den berg en

anderen

ontwerp: paulien hassink,

www.phontwerp.nl

abonnementen: 137,- per jaar (excl. btw),

abonnementen worden per 1 januari

automatisch verlengd, tenzij

uiterlijk 4 weken vooraf schriftelijk

bericht van opzegging is ontvangen

www.ensoc.nl

issn: 2212-795x

het thema van het komende ensoc magazine is

Energie-besparing in

de industrie

Hoe kan een energieintensief bedrijf energie besparen? Ensoc Magazine brengt een bezoek aan een papierfabriek in het zuiden van Nederland. Wat zijn de do’s en don’ts? En in hoeveel tijd zijn de investeringen in energiebesparende maatregelen terug te verdienen?

Dubbelinterview over vrijwilige maar niet-bindende afspraken voor energiebesparing (mJa)Levert dit genoeg verbeteringen op, of zijn sancties nodig om afspraken na te komen?

Europese wetgeving bepaalt het Nederlandse energiebeleidHoe streng is Europa voor Nederland op gebied van energiebesparing? Juridische experts buigen zich over deze kwestie. Wordt ons land afgestraft door de Europese normen?

En verder:Interview met Bert den Ouden, directeur van APX-Endex over de snelle groei van de handel in aardgas op de beurs

De energievoorziening van Nederland in 2050 Experts laten hun licht schijnen op de toekomst

Het volgende nummer verschijnt begin juni 2012

Zonder kennisgeen kunde

Vraag informatie

aan over de

opleiding duurzame

energie in maart

en april op

www.phoe.nl

Page 27: Ensoc Magazine 2012-01

e n s o c m a g a z i n e v o o r j a a r 2 0 1 252

De wereld van vandaag vraagt om transparante, solide en veilige energiemarkten. Daarom vertrouwen Europese energie bedrijven, grote energieverbruikers en fi nanciële instellingen op APX-ENDEX, een van de belangrijkste energiebeurzen in Europa. APX-ENDEX faciliteert handel in gas en elektriciteit voor in- en verkopers op de groot handelsmarkten van Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk. Making Energy Markets Work.

Making Energy Markets Work

apxendex.com

APX1153_Corp_Adv_170x240_v2.indd 1 30-11-11 17:33