en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

21
EINDTERMEN TOETSTERMEN TOETSMATRIJS CESUUR AANVULLENDE THEORIE TAXATEUR O.Z. WOZ

Transcript of en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

Page 1: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

EINDTERMEN

TOETSTERMEN TOETSMATRIJS

CESUUR

AANVULLENDE THEORIE

TAXATEUR O.Z.

WOZ

Page 2: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 2

Inhoudsopgave

Eindtermen, Toetstermen WOZ ....................................... 4

Toetsmatrijs en Cesuur ................................................. 20

Page 3: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 3

De programmabeschrijvingen worden in het volgende schema gegoten:

Toetsonderwerpen Toetsdoelstelling

Onderverdeling in

- Hoofdonderwerp

- Hoofdstuk

- Onderdelen

Kennis

Inzicht

Toepassing

Toelichting toetsdoelstelling Voor de taxonomie leerdoelen geldt als uitgangspunt (De Bock, 1975, Antwerpen). Onderscheid wordt gemaakt tussen gedragsniveaus en inhouden. Gedragsniveaus zijn: kennen, inzicht en toepassing. Inhouden zijn: feiten, begrippen, relaties, structuren, methodes en attitudes.

Kennen (KEN):

- kunnen reproduceren van relevante feiten - kennen van bepaalde begrippen, c.q. abstracties (met een bepaald gebied kunnen associëren, een

begrip in een bepaalde context kunnen brengen) - herkennen of herinneren van enkelvoudige verbanden (tussen inhouden zoals feiten en begrippen) - kunnen reproduceren van meervoudige verbanden, meestal in schema-vorm (tussen inhouden

zoals relaties en structuren) - kennen van bepaalde werkwijzen of vaardigheden (ter oplossing van problemen) - kennen van bepaalde attitudes of instellingen die nodig zijn voor bepaalde gedragspatronen

Inzien (INZ):

- inzicht in een feit, zodat dat feit kan worden verklaard en betekenis kan krijgen - inzicht in begrippen, het doorzien van abstracte verbanden tussen verschillende feiten - inzicht in relaties, het begrijpen van vaste verbanden tussen twee feiten en/of begrippen - inzicht in structuren, het begrijpen van meervoudige relaties - inzicht in methodes, het begrijpen van werkwijzen om bepaalde problemen op te lossen - inzicht in attitudes, het begrijpen van effectiviteit en efficientie van bepaalde gedragspatronen.

Toepassen (TOE):

- toepassen van feiten, hanteren of plaatsen in een bepaalde context - toepassen van begrippen, in een bepaalde taak of opdracht die duidelijk verschillend is van de

oorspronkelijke leersituatie - toepassen van relaties, enkelvoudige verbanden kunnen leggen tussen feiten of begrippen in

andere dan de oorspronkelijke leersituaties - toepassen van structuren, het kunnen ontwerpen of hanteren van bepaalde complexe theoriën of

systemen, bijvoorbeeld het confronteren van een bepaalde situatie met bekende theoriën of systemen

- toepassen van methodes, het produktief en/of creatief kunnen toepassen van bepaalde manieren van aanpak bij een opgelegde taak

- toepassen van attitutes, het omzetten van bepaalde houdingen of instellingen in nieuwe situaties die daarop een beroep doen

Page 4: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 4

Eindtermen, Toetstermen WOZ

Eindtermen WOZ

Toetstermen Doelstelling Toetsvorm MC=Multiple Choice

I OBJECTAFBAKENING

1. Kennis hebben van en inzicht hebben in het begrip “onroerende zaak”.

De definitie en de betekenis van het privaatrechtelijke begrip onroerende zaak aan de hand van de criteria, gedefinieerd in het BW paraat hebben.

De definitie en de betekenis van het begrip onroerende

zaak als belastingobject, zoals gedefinieerd in artikel 16 Wet WOZ paraat hebben.

De definitie en de betekenis van het begrip individuele onroerende zaak binnen de in I.3 genoemde wetgeving paraat hebben. Het kunnen aangeven van de

verschillen en het kunnen leggen van de relaties tussen het begrip onroerende zaak in het BW, de Wet WOZ en de Gemeentewet (artikel 220a + 220d),

Waterschapswet (artikel 120)

en Wet op de Inkomstenbelasting 2001 (artikel 3.30a, artikel 3.111, 3.112, 5.19 en 5.20) en het herkennen en kunnen vinden van de voorschriften uit de

Wet Werken aan winst, de Wet Regulerende Energiebelasting, de Belasting op Leidingwater, de Electriciteitswet 1998 en de Gaswet.

Kennis, inzicht

Kennis, inzicht

Kennis, inzicht Kennis,

inzicht

MC Open vragen MC

Open vragen

MC Open vragen

MC Open vragen

2. Kennis hebben van

en inzicht hebben in

de wettelijke voorschriften inzake objectafbakening als

opgenomen in de Wet WOZ, en deze kunnen toepassen.

Wettelijke voorschriften met betrekking tot:

Gebouwd eigendom Ongebouwd eigendom Zelfstandige

gebruikseenheid Samenstel Recreatieterrein Gemeentegrens (artikel 16 Wet WOZ)

Kennis, inzicht,

toepassen

MC Open vragen

Page 5: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 5

Eindtermen WOZ

Toetstermen Doelstelling Toetsvorm

MC=Multiple Choice

De jurisprudentie met betrekking tot de objectafbakening herkennen, kunnen vinden en de gevolgen voor de praktijk begrijpen.

Kunnen beoordelen en onderbouwen of sprake is van zelfstandige eenheid of samenstel in praktijksituaties.

Kunnen beoordelen en onderbouwen van de afbakening in alle voorkomende situaties. Kunnen combineren van

voorschriften en jurisprudentie in uiteenlopende situaties. Relatie met BAG-objecten in de gemeente kunnen leggen en verklaren.

Kennis, inzicht, toepassing

Kennis, inzicht toepassing,

Kennis, inzicht, toepassing, Kennis,

inzicht, toepassing, Kennis, inzicht

MC Open vragen

Open vragen

Open vragen Open vragen

MC

3. Kennis hebben van, inzicht hebben in de wetgeving, waarin de relatie tot de voorschriften met betrekking tot de objectafbakening uit

de Wet WOZ is opgenomen, en deze kunnen toepassen.

Paraat hebben van de voorschriften uit Gemeentewet (artikel 220a + 220d), Waterschapswet (artikel 120) en Wet op de Inkomstenbelasting 2001 (artikel 3.30a, artikel 3.111,

3.112, 5.19 en 5.20) en het herkennen en kunnen vinden van de voorschriften uit de Wet werken aan winst, de Wet Regulerende Energiebelasting, de Belasting op Leidingwater, de

Electriciteitswet 1998 en de Gaswet .

Kunnen beoordelen in welke situaties de afwijkende voorschriften in de

Waterschapswet leiden tot het niet één op één kunnen gebruiken van een WOZ-object voor belastingheffing op basis van de Waterschapswet.

Kennis

Kennis, inzicht, toepassing

MC Open vragen

Open vragen

Page 6: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 6

Eindtermen WOZ

Toetstermen Doelstelling Toetsvorm

MC=Multiple Choice

Kunnen beoordelen in welke situaties de afwijkende voorschriften over de afbakening van een eigen-woning in de Wet IB leiden

tot het niet één op één kunnen gebruiken van een WOZ-object voor genoemde belasting.

Kennis, inzicht, toepassing

Open vragen

II WAARDERINGS-VOORSCHRIFTEN

1. Kennis hebben van,

Inzicht hebben in de Algemene wettelijke voorschriften inzake de waardebepaling, opgenomen in de betreffende wetgeving, en deze

kunnen toepassen.

De wettelijke voorschriften

inzake de waardebepaling, opgenomen in de Wet WOZ, het Uitvoeringsbesluit onderbouwing en uitvoering waardebepaling Wet WOZ en de Uitvoeringsregeling instructie waardebepaling

Wet WOZ paraat hebben. De wetgeving waarin de relatie tot de voorschriften met betrekking tot de

waardebepaling en

waardevaststelling uit de Wet WOZ is opgenomen: - Gemeentewet (artikel 220c) - Waterschapswet (artikel 120) - Wet op de Inkomstenbelasting 2001

(artikel 3.30a, artikel 3.111, artikel 3.112, artikel 5.19, artikel 5. 20) paraat hebben en kunnen toepassen. De kenmerken van, de overeenkomsten met en de

verschillen tussen de voornaamste

waardebegrippen paraat hebben, te weten: -waarde economisch verkeer -(gecorrigeerde)

vervangingswaarde -bijzondere uitwerkingen en modaliteiten van de gecorrigeerde vervangingswaarde, te weten:

Kennis,

inzicht,

Kennis, inzicht, toepassing,

Kennis, inzicht,

MC, open

vragen

MC, open vragen

MC, open

vragen

Page 7: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 7

Eindtermen WOZ

Toetstermen Doelstelling Toetsvorm

MC=Multiple Choice

a. bedrijfswaarde

b. benuttingswaarde c. bestemmingswaarde Specifieke objectgebonden toepassingen van het waardebegrip “waarde in het

economische verkeer” bij: 1. rijksmonumenten 2. woningen

paraat hebben en kunnen toepassen.

Kennis hebben van en het

kunnen toepassen van de jurisprudentie met betrekking tot de waarderingsvoorschriften.

Kennis, inzicht, toepassing,

Kennis,

inzicht, toepassing,

MC, open vragen

MC, open

vragen

2. Het hebben van

kennis van en inzicht in het begrip

waardepeildatum, en dit kunnen toepassen.

Kennis hebben van en invulling kunnen geven aan de definitie van het begrip.

Inzicht hebben in en het kunnen toepassen van de wettelijke voorschriften inzake wijzigingen van een

onroerende zaak na de

waardepeildatum.

Kennis, inzicht

Kennis, inzicht, toepassing

MC, open vragen

MC, open vragen

3. Kennis hebben van,

inzicht hebben in en het kunnen toepassen en uitvoeren van de taxatiemethoden van woningen.

Kennis hebben van en inzicht

in de systematische vergelijkingsmethoden. Het kunnen noemen van de kenmerken van en de

overeenkomsten met en de verschillen tussen de methoden.

Het kunnen noemen en kunnen toepassen van de wettelijke voorschriften voor

de uitvoering van de onderscheiden taxatiemethoden ter bepaling van de waarde in het economische verkeer. Kennis hebben van en inzicht

Kennis,

inzicht, Kennis, inzicht,

Kennis, inzicht, toepassing,

Kennis,

MC, open

vragen MC, open vragen

MC, open vragen

MC, open

Page 8: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 8

Eindtermen WOZ

Toetstermen Doelstelling Toetsvorm

MC=Multiple Choice

hebben in het toepassen van

hulpmiddelen voor systematische en modelmatige waardebepaling.

Kennis hebben van en het kunnen toepassen van de jurisprudentie met betrekking tot de waarderingsvoorschriften.

inzicht,

Kennis, inzicht, toepassing,

vragen

MC, open vragen

4. Kennis hebben van,

inzicht hebben in en het kunnen

toepassen en uitvoeren van de taxatiemethoden van niet-woningen.

Kennis hebben van en inzicht in de beschikbare taxatiemethoden voor niet-

woningen. Te weten: - vergelijkingsmethoden - kapitalisatiemethoden - dcf-methoden - gecorrigeerde

vervangingswaarde-

methoden Het kunnen noemen van kenmerken, overeenkomsten en verschillen tussen de

methoden.

Het kunnen noemen en kunnen toepassen van de wettelijke voorschriften voor de uitvoering van de

onderscheiden taxatiemethoden ter bepaling van de waarde economisch verkeer Het kunnen noemen en kunnen toepassen van de

wettelijke voorschriften voor de uitvoering van de

onderscheiden taxatiemethoden ter bepaling van de gecorrigeerde vervangingswaarde

Het kunnen toepassen van de methode van berekening van gecorrigeerde vervangingswaarde, onder andere in relatie tot

Kennis, inzicht,

Kennis, inzicht,

Kennis, inzicht, toepassing,

Kennis, inzicht,

toepassing,

Kennis, inzicht, toepassing,

MC, open vragen

MC, open vragen

MC, open vragen

MC, open vragen

MC, open vragen

Page 9: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 9

Eindtermen WOZ

Toetstermen Doelstelling Toetsvorm

MC=Multiple Choice

bedrijfswaarde en

benuttingswaarde Kennis hebben van en inzicht in het toepassen van hulpmiddelen voor systematische en modelmatige waardebepaling

Kennis, inzicht,

MC, open vragen

5. Kennis hebben van,

inzicht hebben in en

het kunnen toepassen van voor

de waardebepaling relevante permanente processen.

Inzicht in het proces beheer objectafbakening. Het

kunnen reproduceren van de onderscheiden stappen in de

verschillende deelprocessen. Inzicht hebben in het proces bijhouding objectkenmerken

en het kunnen reproduceren van de onderscheiden stappen in de verschillende deelprocessen. Inzicht hebben in en het kunnen reproduceren van het

proces marktanalyse woningen met inbegrip van de volgende onderwerpen: betekenis

verkooptransacties

betekenis vraagprijzen

stichtingskosten gronduitgifteprijzen vergelijking met

vastgestelde waarde kadastrale recherche bodemverontreiniging bouw- en woningtoezicht

aanschrijvingen hulpmiddelen voor

systematische analyse van marktgegevens.

bruikbaarheid marktgegeven voor taxatie en onderbouwing.

Kosten Koper versus Vrij Op Naam.

Inzicht hebben in en het kunnen reproduceren van het proces marktanalyse niet-

woningen met inbegrip van de volgende onderwerpen: Verkoop- en

verhuurtransacties Stichtingskosten Gronduitgifteprijzen

Kennis, inzicht

Kennis, inzicht

Kennis, inzicht,

Kennis, inzicht,

MC

MC

MC, open vragen

MC, open vragen

Page 10: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 10

Eindtermen WOZ

Toetstermen Doelstelling Toetsvorm

MC=Multiple Choice

Huurprijzen en

omzetbelasting Verzamelen huurprijzen Kapitalisatiefactor Afschrijvingsfactoren Kengetallen en

bandbreedtes Bodemverontreiniging

Kadastrale recherche bouw- en woningtoezicht analyse bijzondere

voorwaarden huurcontract aanschrijvingen hulpmiddelen voor

systematische analyse van

marktgegevens Kosten Koper versus Vrij

op naam Kennis hebben van en het eventueel in een

geautomatiseerde omgeving kunnen toepassen van de voorschriften inzake het geven van een op marktcijfers gebaseerde onderbouwing van de taxatie van woningen en niet-

woningen.

Kennis, inzicht,

toepassing,

MC, open vragen

6. Kennis hebben van

en inzicht hebben in

het beheersen van de voor de waardebepaling relevante WOZ-processen.

Kennis en inzicht hebben van

de voorschriften inzake

opstellen van een meerjarenplanning door de gemeente. Kennis hebben van en inzicht hebben in de uitgangspunten voor periodieke

managementinformatie over de permanente WOZ-proces-sen mede gebaseerd op de voorschriften uit de Waarderingsinstructie

Kennis,

inzicht

Kennis, inzicht

MC

MC

7. Kennis hebben van,

inzicht hebben in en

het kunnen toepassen van de wettelijke

voorschriften met betrekking tot de onderbouwing van de waardebepaling.

Kennis hebben van en het kunnen toepassen van de

(vorm)voorschriften taxatieverslagen woningen/niet-woningen,

onder andere: - aan wie taxatieverslagen

uit te brengen, zoals vermeld in artikel 40 Wet WOZ

- in taxatieverslagen op te nemen onderdelen

Kennis, inzicht,

toepassing,

MC, open vragen

Page 11: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 11

Eindtermen WOZ

Toetstermen Doelstelling Toetsvorm

MC=Multiple Choice

III UITGEZONDERDE

OBJECTEN 1. Kennis hebben van,

inzicht hebben in en

de methodiek van toepassing van de uitzondering kunnen toepassen.

De formulering van de uitzondering in artikel 2 van

de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten paraat hebben en begrijpen. Het kunnen analyseren van het verschil tussen het bij de

waardebepaling buiten aanmerking laten en het niet

waarderen van een WOZ-object. Het in een taxatie kunnen toepassen en onderbouwen

van de uitzondering.

Kennis, inzicht

Kennis, inzicht,

toepassing,

Kennis, inzicht,

toepassing,

MC Open vragen

MC Open vragen

MC Open vragen

2. Kennis hebben van,

inzicht hebben in en

het kunnen toepassen van voorschriften inzake uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken

De in de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten

genoemde voorschriften paraat hebben. De jurisprudentie met betrekking tot de uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten,

kunnen vinden en kunnen toepassen. Het waarderingsvoorschrift voor ten behoeve van de land- en bosbouw bedrijfsmatig geëxploïteerde

cultuurgrond begrijpen en kunnen toepassen. De relatie tussen het waarderingsvoorschrift voor cultuurgrond in het kader

van de Wet WOZ en in het kader van de Gemeentewet kunnen analyseren met betrekking tot

tuinbouwkassen. Het waarderingsvoorschrift

voor Natuurschoonwetlandgoederen begrijpen en kunnen toepassen. De relatie kunnen leggen tussen het

Kennis

Kennis, inzicht, toepassing,

Kennis, inzicht, toepassing,

Kennis, inzicht, toepassing,

Kennis,

inzicht, toepassing, Kennis, inzicht,

MC Open vragen

MC Open vragen

MC Open vragen

MC Open vragen

MC Open vragen MC

Page 12: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 12

Eindtermen WOZ

Toetstermen Doelstelling Toetsvorm

MC=Multiple Choice

waarderingsvoorschrift voor

landgoederen in de Uitvoeringsregeling uitgezondere objecten en het bijzondere waarderingsvoorschrift voor landgoederen in artikel 17 van de Wet-WOZ.

Het waarderingsvoorschrift voor natuurterreinen en de eisen aan het beheer van

deze terreinen begrijpen en

kunnen toepassen. Het waarderingsvoorschrift voor openbare wegen en banen voor openbaar vervoer begrijpen en kunnen

toepassen. Het waarderingsvoorschrift inzake werktuigen begrijpen en de jurisprudentie op dit terrein herkennen en kunnen toepassen.

Het waarderingsvoorschrift voor waterverdedigings-werken en de eisen aan het

beheer van deze werken begrijpen en kunnen

toepassen. Het waarderingsvoorschrift voor werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door

organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen begrijpen en kunnen toepassen.

Kennis, inzicht, toepassing,

Kennis, inzicht, toepassing,

Kennis, inzicht, toepassing,

Kennis, inzicht, toepassing

Kennis, inzicht, toepassing

Open vragen

MC Open vragen

MC Open vragen

MC, open vragen

MC, open vragen

MC, open vragen

IV DE WOZ-BESCHIKKING

1. Vormvoorschriften

WOZ-beschikking kennen.

De eisen aan de inhoud van

de WOZ-beschikking op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht en artikel 23 van de Wet WOZ paraat hebben.

Kennis

MC

Page 13: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 13

Eindtermen WOZ

Toetstermen Doelstelling Toetsvorm

MC=Multiple Choice

De eisen die artikel 24 van

de Wet WOZ stelt aan de WOZ-beschikking paraat hebben.

Kennis,

MC

2. Rechtskarakter van

de WOZ-beschikking begrijpen.

Het karakter van de WOZ-

beschikking in de context van de Algemene wet bestuursrecht herkennen en begrijpen.

Het karakter van de WOZ-beschikking in relatie tot

aanslagen op grond van verschillende (belasting-) wetten begrijpen. Begrijpen waarom sommige

belanghebbenden de WOZ-beschikking direct ontvangen en andere belanghebbenden alleen op verzoek.

Kennis,

inzicht

Kennis, inzicht

Kennis,

inzicht

MC

MC

MC

3. Geldigheidsduur

WOZ-beschikking begrijpen.

De geldigheid van de WOZ-

beschikking in relatie tot het WOZ-tijdvak en de waardepeildatum begrijpen.

Kennis,

inzicht

MC

4. Kennis hebben van en inzicht hebben in

de wijze van

bekendmaken van de WOZ-beschikking, en kunnen toepassen.

De regels met betrekking tot het aanwijzen van een

belanghebbende begrijpen en

kunnen toepassen en het belang van beleidsregels terzake onderkennen. Kunnen beoordelen in welke gevallen een persoon belang

heeft bij de WOZ-beschikking als bedoeld in artikel 28 van de wet. Begrijpen waarom en op welke wijze de

waterschappen en de Belastingdienst geïnformeerd worden over de inhoud en de status van een WOZ-beschikking.

Kennis, inzicht,

toepassing

Kennis, inzicht,

toepassen Kennis, inzicht

MC Open vragen

MC

MC

5. Kennis van en

inzicht in het kunnen beoordelen van gevallen waarbij een herzienings-

beschikking moet worden genomen,

Het onderscheid tussen een herzieningsbeschikking en een ambtshalve vermindering van de WOZ-waarde begrijpen.

De eisen die gesteld worden

Kennis, inzicht

Kennis,

MC

MC

Page 14: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 14

Eindtermen WOZ

Toetstermen Doelstelling Toetsvorm

MC=Multiple Choice

hetzij een

ambtshalve vermindering moet worden verleend

aan een

herzieningsbeschikking correct kunnen toepassen. Het Uitvoeringsbesluit Wet WOZ met betrekking tot de ambtshalve vermindering correct kunnen toepassen.

inzicht,

toepassing Kennis, inzicht, toepassing,

MC

V BEZWAAR,

BEROEP, BEVOEGDHEDEN, VERPLICHTINGEN, EN STRAFBEPA-LINGEN

1. Kennis hebben van

en inzicht hebben in Wet-en regelgeving, waarin bezwaar en beroep zijn opgenomen: Wet

WOZ, Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr), Algemene wet bestuursrecht

(Awb)

Kennis hebben van de inhoud en de strekking van de artikelen, die betrekking hebben op bezwaar en beroep, binnen de betreffende wetgeving met

betrekking tot; - de WOZ-beschikking,

waarin de waarde wordt vastgesteld

- belastingaanslagen (niet

betrekking hebbende op de

waarde)

Kennis, inzicht

MC

2. Kennis hebben van

de wettelijk

geldende verplichtingen ten dienste van de belastingheffing.

Kennis hebben van de wettelijke grondslag voor de

verplichtingen, artikel 30 Wet WOZ juncto artikel 47 en 50 van de AWR en artikel 31 Wet WOZ en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit

gegevensverstrekking Wet WOZ. Kennis hebben inzake het

verstrekken van gegevens en inlichtingen alsmede het beschikbaar stellen van

boeken, bescheiden en andere gegevensdragers. Kennis hebben inzake de toegangverlening tot woningen, overige gebouwen en/of gronden mede in

Kennis

Kennis

Kennis

MC

MC

MC

Page 15: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 15

Eindtermen WOZ

Toetstermen Doelstelling Toetsvorm

MC=Multiple Choice

relatie tot de ter zake

geldende voorschriften. Kennis hebben inzake de informatieverplichting derden, als omschreven in het Besluit gegevensverstrekking Wet

waardering onroerende zaken.

Kennis hebben van de voorschriften inzake beroep op geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht Kennis hebben van en inzicht

hebben in de verplichtingen van de ambtenaar van de gemeente belast met de uitvoering van de Wet WOZ en deze kunnen toepassen.

Kennis

Kennis Kennis,

Inzicht, toepassing

MC

MC MC

3. De door de Wet WOZ gestelde sancties op het niet nakomen van de

verplichtingen

kennen.

Kennis hebben van de wettelijke grondslag voor de verplichtingen, artikel 30 Wet WOZ juncto artikel 25, lid 3,

onderdeel b en artikel 27e,

onderdeel b AWR, en artikel 33 Wet WOZ. Weten op welke wijze de straf-sanctie geeffectueerd

kan worden.

Kennis

Kennis, inzicht

MC

MC

4. Kennis hebben van en inzicht hebben in de

bezwaarprocedure met betrekking tot de waardebepaling.

Inzicht in de vormvoorschriften ten aanzien van degene, die

bezwaar aantekent. Kennis hebben van en inzicht in de wijze waarop een

bezwaar aanhangig gemaakt dient te worden.

Kennis hebben van en inzicht in de eisen, waaraan een bezwaarschrift dient te voldoen. Kennis hebben van de termijn van indiening van

Kennis, inzicht,

Kennis, inzicht

Kennis, inzicht Kennis,

MC

MC

MC MC

Page 16: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 16

Eindtermen WOZ

Toetstermen Doelstelling Toetsvorm

MC=Multiple Choice

een bezwaarschrift, alsmede

de tijdigheid ervan. Kennis hebben van en inzicht in gevolgen van termijnoverschrijding en/of vormverzuim.

Kennis hebben van de vormvoorschriften met betrekking tot de afhandeling van bezwaarschriften.

Kennis hebben van de

vereisten van de hoorprocedure van een belanghebbende. Kennis hebben van de termijn, waarbinnen een

uitspraak op een bezwaarscrift gedaan moet zijn. Kennis hebben van en inzicht in de eisen, waaraan een uitspraak moet voldoen.

Kennis hebben van de wettelijke regeling inzake Kosten van bestuurlijke

voorprocedures.

Kennis, inzicht

Kennis

Kennis

Kennis

Kennis, inzicht

Kennis

MC

MC

MC

MC

MC Open vragen

MC

5. Kennis hebben van en inzicht in de beroepsprocedures

Kennis hebben van de vormvoorschriften ten aanzien van degene, die beroep aantekent.

Kennis hebben van de wijze

waarop een beroep aanhangig dient te worden gemaakt. Kennis hebben van de eisen waaraan een beroepschrift en een verweerschrift

dienen te voldoen.

Kennis hebben van de termijn van indiening van een beroepschrift en verweerschrift.

Kennis hebben van de gevolgen van termijnoverschrijding en/of vormverzuim.

Kennis, Kennis

Kennis

Kennis

Kennis

MC MC

MC

MC

MC

Page 17: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 17

Eindtermen WOZ

Toetstermen Doelstelling Toetsvorm

MC=Multiple Choice

Kennis hebben van en inzicht

in het verloop van de procedure. Kennis hebben van het verloop van de verschillende fasen in de beroepsprocedure (beroepschrift,

verweerschrift, conclusie van repliek en dupliek, mondelinge behandeling, uitspraak Rechtbank, de procedure bij het Gerechtshof, alsmede de

cassatieprocedure bij de

Hoge Raad). Kennis hebben van de inhoud van de verschillende stappen, alsmede van de daarbij betrokken personen

en/of instanties en termijnen. Kennis hebben van de wettelijke regeling inzake griffierechten en proceskostenvergoeding.

Kennis,

inzicht Kennis.

Kennis

Kennis

MC

MC

MC

MC

VI SPECIFIEKE ONDERWERPEN

1. Kennis hebben van

en inzicht hebben in de taken en bevoegdheden van de Waarderingskamer

Kennis hebben van en inzicht

hebben in de taken van de Waarderingskamer zoals vastgelegd in artikel 4 en 11 van de Wet WOZ paraat hebben. Kennis hebben van en inzicht

hebben in de bevoegdheden van de Waarderingskamer met betrekking tot het opvragen van gegevens, het doen van aanbevelingen (artikel 21 Wet WOZ) alsmede de procedure van de

aanwijzing (artikel 15 Wet WOZ

en het adviseren tot aanwijzingen kunnen onderscheiden.

Kennis,

inzicht Kennis,

inzicht

MC

MC

2. Kennis hebben van en inzicht hebben in de aan WOZ-taxateurs door De Waarderingskamer gestelde

De strekking van de in De Waarderingsinstructie jaarlijkse herwaardering genoemde inhoudelijke vakbekwaamheidseisen begrijpen.

Kennis, inzicht Kennis,

MC

Page 18: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 18

Eindtermen WOZ

Toetstermen Doelstelling Toetsvorm

MC=Multiple Choice

vakbekwaamheids-

eisen

De inhoudelijke eisen aan de vakbekwaamheid herkennen en kunnen vinden. Begrijpen hoe de inhoudelijke eisen zich verhouden tot systemen voor

het aantonen van vakbekwaamheid aan opdrachtgevers en belanghebbenden.

Inzicht

Kennis, inzicht

MC

MC

2. Kennis hebben van

en inzicht hebben in de bijzondere bepalingen aansluiting WOZ-

beschikking op belastingheffing.

De vangnetbepaling in artikel

220d van de Gemeentewet en artikel 120 van de Waterschapswet begrijpen.

De bepalingen uit artikel 18a AWR begrijpen.

Kennis,

inzicht

Kennis, inzicht

MC

MC

3. Kennis hebben van en inzicht hebben in

de bijzondere bepalingen aangesloten heffingswetten en deze kunnen toepassen.

4. Kennis hebben van internationale waardebegrippen als marktwaarde en deze naar de Nederlandse situatie kunnen vertalen.

De bepalingen in artikel 220d van de Gemeentewet paraat

hebben en kunnen toepassen in relatie met de waarderingsvoorschriften in het kader van de Wet WOZ. De bepalingen in de Gemeentewet met

betrekking tot de tarieven

voor de OZB paraat hebben. De bepalingen in de Waterschapswet met betrekking tot de heffingsmaatstaven voor de

watersysteemheffing paraat hebben. De bepalingen in de Gemeentewet en de Waterschapswet met

betrekking tot de efficiencyvrijstelling herkennen en kunnen vinden.

De bepalingen van de International Valuations Committee kennen, de overeenkomsten en verschillen met de Nederlandse situatie onderkennen.

Kennis, inzicht,

toepassing Kennis

Kennis

Kennis

Kennis, inzicht

MC

MC

MC

MC

MC

Page 19: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 19

Eindtermen WOZ

Toetstermen Doelstelling Toetsvorm

MC=Multiple Choice

Page 20: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 20

Toetsmatrijs en Cesuur Onderwerp Aantal

MC-vragen

To-taal

Kennis Inzicht Toepassing

1 Roerend / onroerend 1.1/K wetgeving 1.2/I overige

2 1 1 C

2 Objectafbakening 2.1/K wetgeving 2.2.1/I jurisprudentie 2.2.2/I gevolgen foute toepassing 2.3.1/T daadwerkelijk afbakening 2.3.2/T overige

5 1 2 2 C

3 WEV (theorie) 3.1/K wetgeving 3.2/I jurisprudentie 3.3/T overige

3 1 1 1

4 WEV (rekenvraag) alles T 4.3.1/T huurwaarde/huurprijs/indexering*/referenties 4.3.2/T woningen/vergelijkingsmethode/indexering 4.3.3/T DCF-methode 4.3.4/T kapitalisatiefactor/VVO/BVO/leegstand * met meerdere parameters

4 4 C

5 GVW (theorie) 5.1/K wetgeving 5.2/I jurisprudentie 5.3/T overige

3 1 1 1

6 GVW (rekenvraag) allesT 6.3.1/T volledige GVW 6.3.2/T FC + TC 6.3.3/T FC of TC 6.3.4/T overige

4 4 C

7 BTW 7.3.1/T theorie 7.3.2/T berekening

2 2 C

8 Vrijstellingen 8.1.1/K wetgeving uitvoeringsbesluit 8.1.2/K wetgeving overige 8.2/I jurisprudentie 8.3/T stellingen

4 2 1 1

9 WOZ-beschikking 9.1/K wetgeving 9.2/I overige

2 1 1

10 Taxatieverslag/gegevens 10.1/K sec 10.2/I overige

2 1 1 C

11 Bezwaar 11.1.1/K formeel, terminologie 11.1.2/K formeel overige

3 2 1

Page 21: en toetstermen Aanvullende Theorie WOZ

19 Eind- en toetstermen, toetsmatrijs en cesuur aanvullende theorie WOZ 1.4(versie 1.4)

blad 21

11.2/I jurisprudentie 12 Beroep 12.1.1/K formeel, terminologie 12.1.2/K formeel overige 12.2./I jurisprudentie

3 2 1

13 Ambtshalve vermind. 1 1 14 Artikel 27 1 1 15 Uitvoering Wet WOZ 15.1.1/K 15.1.2/K 15.2/I 15.3/T

4 2 1 1 C

16 Informatieverstrekking 16.1/K AWR 16.2/K overige

2 1 1

17 Waterschappen 17.1.1/K 17.1.2/I

2 1 1

18 Rijksbelastingen 1 1 19 Uitvoering OZB 1 1 20 Overig

1 1 C

Totaal 50 20 14 16

Deel 1: 50 meerkeuzevragen (3 alternatieven). Maximaal aantal te behalen punten = 50. Cesuur = 33 (65% van het maximale aantal punten). Het aantal vragen per onderwerp en niveau is in de tabel hierboven weergegeven. Deel 2: Casus met open vragen/opdrachten. Maximaal aantal te behalen punten = variabel (afhankelijk van de specifieke casus). Cesuur: 55% van het maximale aantal punten. Alleen de onderwerpen die in de casus aan de orde kunnen komen zijn in de kolom ‘Toepassing’ gemarkeerd met een ‘C’. Om recht te hebben op het diploma dienen beide onderdelen met een voldoende te worden afgesloten. Onderlinge compensatie is dus niet mogelijk.Voor het verkrijgen van het diploma is het verder noodzakelijk dat deel 2 met een voldoende wordt afgesloten binnen 2 jaar nadat deel 1 met en voldoende is afgesloten, of omgekeerd. Deel 1 kan als flextoets worden afgelegd, deel 2 wordt éénmaal per jaar in een schriftelijk examen geexamineerd. De Examencommissie is bevoegd om per examenafname en per examenonderdeel tot maximaal 5 procentpunten af te wijken van de cesuur en de toetsmatrijs.