Com'info December 2007
-
Upload
svcontact -
Category
Entertainment & Humor
-
view
1.591 -
download
0
description
Transcript of Com'info December 2007
het officiële verenigingsblad van SV Contact
nr. 2 jaargang 7k r i t i s c h m e t e e n k n i p o o gcom’infoDe eetgewoonten van studenten
nieuw: De StellingEigen Baas
Nieuwe media vs. film en tv
Interview Rob van Scheers
De heidagEen nieuw volkslied?
2
2346789101112131415161819
Voorwoord & colofon
Bestuurspagina
Nieuwe media vs. film en tv
Weet wat je eet
Mijn eerste jaar
De stelling
Column Tom Koole
Eigen baas
Aan de andere kant van de lijn
Tom Quichot
Ingezonden stuk
Interview Rob van Scheers
Het nieuwe volkslied
In Lunetten is het leven mooi
Com’next & Com’online
Humorpagina
Com’info is samen met de website www.svcontact.nl het officiële orgaan van SV Contact, de studievereniging van Communicatie- en Informatiewetenschappen inUtrecht.
Jaargang 7 - nummer 2Verschijnt 4 keer per jaar
HoofdredacteurLorenz van Gool
EindredactieCarolien BlonkJorik van der Hoek
Lay-outLorenz van GoolTom van de Wetering
IllustratorLorenz van Gool
RedactieKim BeijleveldCarolien BlonkJorik van der HoekIris JönsthövelJustin KoornneefMichiel KraijkampMartijn PiggenArthur StolwijkFrank ThiesNikki van der Westen
Met dank aanTom KooleKristel Vermeulen
Contact [email protected] /Postvakje SV Contact op KNG 29 - Secretariaat
Verkrijgbaar opDrift 21 & 23, Trans 10, KNG 29 & 80, Letterenbi-bliotheek
colofon
Goeiemoggel,//> welcom’info
In mijn eerste voorwoord als nieuwe hoofdredacteur wil ik graag de vorige, Arthur, bedanken voor de voor-zittershamer. Hij was het die dit ongetwijfeld lompe maar tegelijkertijd humoristische geval begon mee te nemen naar vergaderingen in de tijden dat hij de scepter zwaaide. Nu ligt hij hier te stinken op mijn ka-mer. Maar tijdens de eerste redactievergadering van dit collegejaar heb ik hem goed gebruikt: dreigen met een hamer als men de stukjes te laat inlevert voelt machtig, heel machtig. En alles was op tijd binnen.
Naast belevenissen met een hamer zijn er in deze Com’info genoeg andere dingen te lezen. Want er is nogal wat aan de gang rondom de studie CIW. Debat-ten, een heidag, een forum vol discussies, je krijgt het gevoel alsof we met zijn allen langzaamaan profes-sionaliseren. De Com’info gooit daar nog een schepje bovenop en is dit jaar nog studiegerelateerder. Zo zijn er de nieuwe rubrieken ‘De stelling’, waarin studenten om hun mening gevraagd wordt en ‘Eigen baas’, waar-in CIW’ers met een eigen bedrijf worden geïnterviewd.
Dat is overigens niet de enige verandering die deze redactie onderging. Vers, nieuw bloed is gearriveerd als slachtvoer voor de hamer. Gelukkig voor hen schrijven ze geweldig, dus ligt die hamer nog steeds hier op mijn kamer te stinken. Ook nieuw is dat de redactie de taak van webredactie op zich neemt. Hiermee is een groot probleem in één keer opgelost: het gebrek aan actualiteit in de Com’info. Verslagen van activiteiten zullen dus nu op de website van SV Contact te lezen zijn, waardoor de redactieleden zich meer op zelfgeschreven artikelen kunnen richten.
Dit klinkt wel heel serieus allemaal, maar vergeet niet, de Com’info blijft nog altijd ‘kritisch met een knipoog’. Zo zijn de grappen en de strip als van ouds zo flauw mogelijk. Maar vooral Martijn zorgt met zijn nuchtere kijk op de dingen des levens voor het no-dige vermaak in een artikel over de eetgewoonten van studenten. En daar kan geen hamer tegenop.
Lorenz van Gool | hoofdredacteur 2007/2008
3
//> sv contact
Met wiki’s
Op wiki.svcontact.nl is een wiki aangemaakt met de naam CIWiki. Zo-als de naam al zegt is deze voornamelijk bedoeld voor studiegere-lateerde doelen. Wij zien graag dat de wiki op termijn uitgroeit tot een volwaardige digitale studiegids gemaakt door studenten zelf. Iedereen is vrij om toe te voegen dus ga naar wiki.svcontact.nl!
Met docsDe nieuw gevormde commissies hebben al gemerkt dat SV Contact is overgestapt op Google Docs. Met deze technologie is het mogelijk om met meerdere mensen tegelijker�jd aan eenzelfde document, presenta�e of spreadsheet te werken. Het �jdrovende heen en weer mailen van commis-siedraaiboeken, ac�viteitbegro�ngen en pr-presenta�es is niet meer no-dig. Daarnaast worden alle documenten bewaard op het web, waardoor documenten van elke computer opnieuw te raadplegen zijn. Google Docs is een waar genot voor iedereen die wel eens groepswerk moet inleveren!
Met forumsForums zijn al jaren een belangrijk onderdeel van de digitale cultuur. De forums van FOK.nl, scholieren.com en tweakers.net zijn een be-grip en kleinere hobbyistenforums kunnen van grote sociale waarde zijn. Voor CIW-studenten is er het forum van SV Contact. Een klein-tje misschien, maar de techniek maakt sinds deze zomer veel goed. CIW-filmpjes en -slides kunnen nu geïntegreerd worden en de komst van autonome subforums hee� een ini�a�ef als PubliekeSfeer.nl op-geleverd! Discussieer, creëer, leer en meer op forum.svcontact.nl.
Met beeldBeeld begint een stuk grotere rol te spelen bij digitale communica�e. De bandbreedte en instrumenten laten het tegenwoordig toe, waardoor ie-dereen s�lstaand en bewegend beeld online gooit. Fotosite Flickr en video-site YouTube puilen momenteel uit van de amateuris�sche én professio-nele content. SV Contact gaat mee in deze vibe door nu al meer dan 15.000 foto’s gelabeld en al online te ze�en. Tag jezelf en je vrienden op flickr.com/svcontact! Daarnaast hebben we tube.svcontact.nl voor kwaliteitsmate-riaal als de film van Introduc�e 2007. Je kunt echter ook zelf bijdragen in de videogemeenschap door ons te bezoeken op youtube.com/svcontact!
SV Contact communiceert
Communiceer mee!
4
//> com’petitie
CIW. Communicatie- en Informatieweten-schappen. Zoals jullie – hopelijk – weten is deze studie in feite opgebouwd uit een drie-tal studierichtingen, te weten communicatie, film en tv en nieuwe media. Waar de com-municatiekant uit traditioneel oogpunt nog redelijk voor zichzelf spreekt, kunnen de bei-de andere richtingen soms nog wat abstract overkomen, zeker voor eerstejaars. Laten we daarom eens gaan kijken wat de beide rich-tingen nu precies inhouden, welke vakken je er bij gaat volgen, en – misschien wel het be-langrijkste om te weten – wat je er nu eigen-lijk mee wordt als je later groot bent.
Web 2.0, user-generated content en remediation
Laten we eens beginnen met de kant van de nieuwe media. Als eerstejaars krijg je namelijk al een redelijk uitgebreid pakket van vakken die je een kijkje laten nemen in deze rich-ting. Zo heb je vakken als het gevreesde Geschiedenis van het Medialandschap, maar bijvoorbeeld ook Media, Cultuur en Maatschappij en Geschiedenis en Theorie van de Nieuwe Media. Al deze vakken – die laatste in het bijzonder – geven allemaal op hun eigen manier een introductie in één of meer-dere aspecten van de wereld van de nieuwe media. Als deze vakken je liggen, verdient het dan ook zeker aanbeveling je notities goed op orde te houden, want personen als Marshall McLuhan, Howard Rheingold en zelfs die vervelende Jürgen Habermas zul je nog vaak tegen gaan komen in dit vakgebied.
Iets wat eigenlijk onlosmakelijk is verbonden met de nieu-we mediarichting is het gebruik van een breed scala aan hippe Engelse termen, zoals web 2.0, user-generated con-tent en remediation. Niet zo heel gek natuurlijk, als je be-denkt dat deze richting zich natuurlijk uitermate goed leent om internationaal beoefend te worden. Een van de stok-paardjes van mediadeskundige Marshall Mcluhan – kijk, daar heb je hem alweer – was dan ook dat nieuwe media bijdragen aan het ontstaan van een global village, waarbij iedereen digitaal verbonden is, en dat tijd en ruimte geen
rol meer spelen bij deze vorm van sociaal contact.
Dat er natuurlijk nog aardig wat haken en ogen zitten aan een dergelijk toekomstbeeld bleek ook tijdens het einddebat van het vak Nieuwe Media in het Actuele Debat. Dit is een van de vakken die je in je tweede of derde jaar kunt gaan doen als je dus geïnteresseerd bent geraakt in de Nieuwe media-richting. Bij dit specifieke vak ga je de ontwikkelin-gen in de wereld van de Nieuwe media nauwlettend in de gaten houden, om daar vervolgens binnen je werkgroep debatten over te kunnen voeren. Je wordt geacht een weblog bij te houden – zéér 2.0 – en je werkt uiteindelijk toe naar een einddebat, waarbij dus zaken als de global village van McLu-han en de opkomst van media met user-generated content zoals YouTube en Wikipedia centraal staan. Het vak kenmerkt zich door de actievere en meer praktische insteek tijdens de werkcolleges, waar-bij je dus geen droge theorieën moet lezen om deze vervolgens tijdens college nog eens haarfijn nader toegelicht te krijgen door de wijze docent met de baard, maar waar je zelf interessante en toepasselijk onderwerpen moet opzoeken, om hier vervolgens met je klasgenoten actief over te gaan debatteren.
Tante Truus
‘Maar wat word je daar later dan mee?’, vraagt tante Truus, op de verjaardag van oom Henk. Nou tante Truus, dat gaan we u eens haarfijn uitleggen. Als je klaar bent met je bachelor kun je er natuurlijk eerst voor kiezen nog de aansluitende master – hier is dat de master Nieuwe media en digitale cultuur – te gaan doen. Ben je hiermee klaar, dan kun je de titel master of Arts (in Nieuwe media en digitale cultuur) op je nieuwe visitekaartjes laten zetten. Met deze titel op zak kun je vervolgens tante Truus van haar zelfgebreide sokken blazen, door haar de volgende reeks aan carrièremogelijkheden voor te schotelen:
NIEUWE MEDIA
VS.
FILM & TV
5
Researcher, webredacteur en eindredacteur bij om-roepen, commerciële bedrijven, kunst- en cultuurin-stellingen, programmamaker en nieuwe media- pro-grammeur bij kunst- en cultuurinstellingen, digitale communicatie- adviseur, crossmedia communicatie- adviseur bij uitgeverijen, kunst- en cultuurinstellin-gen, internet adviseur Information design, interface design en conceptontwikkeling, educatief medewer-ker op het gebied van nieuwe media bij culturele en educatieve instellingen, teksteditor bij webdesignbe-drijf, nieuwe media- dramaturg bij toneelgezelschap-pen, uitgeverijen etc., manager internetmarketing en communicatie, beleidsmedewerker op het gebied van nieuwe media, criticus en recensent bij kranten en tijdschriften, docent bij onderwijsinstellingen en projectleider en –manager bij nieuwe mediabedrijven.
Nou tante, dat dus!
Let’s all go to the movies
Dan is er de film- en televisiekant van CIW. Ook van deze richting geeft Geschiedenis van het Medialandschap je ten dele een voorproefje, maar het meest film- en televisie-gerelateerde vak dat je volgt in je eerste jaar is Beeld en Geluid: Theorie en Analyse. Tijdens dit vak leer je onder meer de verschillende manieren om een film te beoorde-len, die je vervolgens later zelf toe kunt gaan passen bij een analyse van een reclamefilmpje, en later bij een inlei-dende sequentie uit een film. Het feit dat je bij die laatste analyse uiteindelijk zelf een website in elkaar moet gaan zetten, geeft goed aan dat de drie richtingen binnen CIW elkaar vaker wel dan niet overlappen.
Lijkt de film en televisierichting je interessant? Dan is het natuurlijk zaak dat je algemene filmkennis voldoende op peil wordt gebracht. Een goede keuze voor je tweede jaar zou dan ook het vak Repertoire Film, Tv en Nieuwe Media kunnen zijn, dat zich – anders dan de titel doet vermoeden – voornamelijk richt op de Nederlandse filmgeschiedenis. Hier zul je bijvoorbeeld biografieën moeten gaan opstellen van de meest toonaangevende personen binnen de Neder-landse filmwereld, te weten acteurs, regisseurs, producers en scenarioschrijvers, you name it. Vervolgens werk je via twee steeds uitgebreidere filmrecensies toe naar je eindpa-per, waarin je een bijvoorbeeld een regisseur of filmstroming in een bredere context gaat bespreken. Dit harde werken wissel je gelukkig af met het in comfortabele bioscoopstoe-len genieten van enkele pareltjes uit de Nederlandse filmge-schiedenis, die je altijd al had willen zien, maar waar je nog nooit aan was toegekomen. Wat wil een mens nog meer?
Oom Henk
‘En wat word je dáár dan mee?’, vraagt oom Henk vervolgens, op de verjaardag van tante Truus. Nou oom Henk, ook hier kun je er voor kiezen eerst een aansluitende master te gaan doen, in dit geval de master Film en Televisiewetenschap, wat wederom leidt tot een master of Arts-titel in het desbetreffen-de vakgebied. En wat je er dan concreet mee kunt worden? Onder meer:
Researcher, redacteur bij omroepen, commer-ciële bedrijven en kunst- en cultuurinstellingen, programmamaker, programmeur bij omroe-pen, filmtheaters en kunst- en cultuurinstellin-gen, communicatie-adviseur, educatief mede-werker bij culturele en educatieve instellingen, met name op het gebied van film en televisie, beleidsmedewerker op het gebied van film en televisie, criticus/recensent bij kranten en tijd-schriften, content provider nieuwe media, do-cent bij onderwijsinstellingen en projectleider, projectmanager bij film- en televisieproductie.
Kortom, de eerstvolgende verjaardag hoef je als CIW’er niet meer met je mond vol tanden te staan. Enkel nog met een mond vol taart.
Jorik
6
//> com’cuisine
Globaal gezien zou ik drie typen etende studenten
willen onderscheiden:
1. Het ‘als-ik-te-lam-ben-om-naar-het-eten-toe-te-
gaan-moet-het-eten-maar-naar-mij-toe-komen’-
type. Zeg maar de Kamphuijzen, Kerstens’ en Van
Binsbergens van deze wereld.
Kernwoorden: Thuisbezorgd.nl, pizza, friet,
shoarma, cafetaria.
2. Het ‘ik-heb-geen-zin-om-pannen-en-bestek-
vies-te-maken-en-die-vervolgens-af-te-moeten-
wassen’-type.
Kernwoorden: magnetron, x minuten op xW, plastic
bordjes, magnetron-quiche en -lasagne.
3. Het ‘laat-ik-even-de-armen-uit-de-mouwen-
steken-en-een-goede-maaltijd-op-tafel-zetten’-
type.
Kernwoorden: vers, gezond, ambachtelijk,
kookboek.
Ieder van deze mentaliteiten heeft zijn eigen
voor- en nadelen. Type 1 heeft het makkelijk en
eet ook vrij smakelijk. Alleen is het een dure
grap, waardoor het gevaar van rode cijfers op je
bankafschrift (symbolisch voor weinig geld hebben,
indexicaal voor gevaar) op de loer ligt. Daarnaast
zal overmatig gebruik leiden tot puistjes en een
buik die ter hoogte van je knieën hangt, waardoor
er op donderdagavond niemand meer tegen je aan
wil schuren.
Type 2 is dan weer een stapje hoger op de ladder
der culinaire verstandigheid, want minder duur
dan 1 en op zich bestaande uit redelijke maaltijden,
maar echt gezond is het ook weer niet om zo vaak
uit de magnetron te eten.
Nee, het beste is het om zoveel mogelijk type
3 te zijn. Het kost je wat tijd en moeite om een
fatsoenlijke maaltijd op tafel/bureau te zetten, maar
dan heb je ook wat. Een zelfbereide maaltijd smaakt
tenslotte toch altijd beter en omdat je zo ook netjes
je vitamines binnenkrijgt, maken scheurbuik en
geelzucht geen kans. En het scheelt je een hoop
geld, ook niet geheel onbelangrijk.
Koken hoeft bovendien helemaal niet moeilijk te
zijn. Neem nu bijvoorbeeld het studentenvoedsel
bij uitstek: pasta. Je koopt een pak spaghetti,
het goedkoopste uiteraard, en een pot of pakje
tomatensaus en daarmee kun je heel makkelijk,
lekker en goedkoop meerdere dagen smullen. De
echte Bourgondiër kan er dan nog extra groenten,
kaas of gehakt bijdoen.
Verder heb je ook nog de welbekende dozen met
exotische gerechten van Knorr en andere bedrijven,
waarmee culinaire hoogstandjes ook een eitje
worden.
En wat dacht je van een frisse en gezonde salade.
Je koopt wat fijne frisse sla en daar gooi je bij wat je
maar lekker vindt. Veel gezonder krijg je het niet.
Dus duik maar fijn de keuken in en experimenteer
er lustig op los. Afgezien van een afgebrand huis,
kan er weinig misgaan. En als je de beschikking
hebt over vrienden, is het erg leuk om samen te
eten. De mogelijkheden zijn eindeloos.
Ah, daar zul je m’n pizza hebben!
Martijn
Vrijwel iedere student zal er vroeg of laat aan moeten geloven: op
jezelf wonen. Naast veel vrijheden levert dit ook veel plichten op.
Immers, pa en ma zijn er niet meer voor je. Dat betekent onder an-
dere dat je voortaan zelf je kleding kreukvrij moet zien te houden en
dat je er voor moet zorgen dat je nooit zonder toiletpapier komt te
zitten. En je zult zelf voor dat smakelijke bord boerenkool met worst
moeten zorgen na een dag hard studeren. Het is hierbij zaak om toch
een beetje fatsoenlijk te eten, anders waan je je binnen de kort-
ste keren een piraat die de zeven zeeën bevaart. En dan heb ik het
niet over avontuur en schatten, maar over scheurbuik en geelzucht.
Weet wat je eet
7
//> com’mence
Heerlijk zo’n onderwijsvrije week, want
het eerste blok en dan vooral de laatste
twee weken waren best druk. Om na een
lange zomervakantie weer hard aan de
slag te moeten gaan is echt wel weer
even wennen!
De eerste twee weken zijn nog een soort
van “inkomen”. Je krijgt bij de vakken
Inleiding CIW en Geschiedenis van
het Medialandschap een ontzettende
hoop informatie over je heen waarbij
je eigenlijk geen idee hebt wat je er in
eerste instantie mee aan moet. Als je
aan je medestudenten vraagt of zij alles
wel begrepen hebben, kom je er al gauw
achter dat je niet de enige bent die het
allemaal even niet zo snel volgt.
Na twee weken elke dag braaf naar
college te zijn geweest, ontdek je in de
derde week dat je over een paar dagen
al je eerste tentamen hebt. Ze houden
duidelijk van een rap tempo hier bij CIW.
Terwijl je zelf nog amper een idee hebt
waar de stof precies over gaat, probeer je
er maar het beste van te maken.
Na vier weken en het eerste tentamen
gehad te hebben, is er alweer een
volgende opdracht aangekondigd: het
schrijven van een paper. Via WebCT is de
tentamenopdracht te downloaden. Na een
half uurtje van muismishandeling is het
dan eindelijk gelukt om de opdracht op
het scherm te krijgen. De opdracht is op
zo’n manier geformuleerd, dat drie keer
opnieuw lezen nog weinig duidelijkheid
verschaft. En voordat je het nut ziet van het
juist noteren van voetnoten en op welke
manier, ben je ook een week verder. Nou,
een paper schrijven blijkt nog helemaal
niet zo makkelijk. Nu moet je toch echt je
ouders gelijk geven wanneer ze zeggen:
‘’Ja, de Universiteit is toch andere koek
dan de middelbare school hoor!’’
Enfin, uiteindelijk komt ook dit voor
elkaar en net nadat je de paper hebt
ingeleverd, ligt er alweer een volgende
opdracht te wachten. De weken vijf, zes
en zeven staan geheel in het teken van
een leesdossier. Uiteindelijk wordt pas
in week zeven geheel duidelijk hoe je
dat hele leesdossier nu precies moet
aanpakken. Dat wordt dus op het laatste
moment nog flink stressen. Bovendien
werkt het niet echt mee dat diezelfde
week ook nog een tentamen van een
ander vak gepland staat. Aangezien daar
ook nog een stuk of 20 teksten en een
heel boek voor gelezen moeten worden,
kom je wat krap in tijd te zitten. Natuurlijk
was het slim geweest als je elke week de
opgegeven teksten had gelezen, maar je
moet nog wel een béétje vrije tijd over
houden natuurlijk.
Na een hele week niks anders gedaan te
hebben dan het kwalitatief analyseren van
media en het kwantitatief analyseren van
smsjes, ben je dan eindelijk aanbeland
in de laatste week van het eerste
blok CIW, waarin het na enkele dagen
alweer tijd voor het eerdergenoemde
laatste tentamen van het eerste blok.
Na een busritje langs de toeristische
route bereik je eindelijk de plaats van
bestemming: de Vechtse Banen. Twee
uur en een rood aangelopen hoofd later is
het dan eindelijk zover: vakantie. Zo, dat
eerste blok hebben we toch maar mooi
overleefd!
Iris
M i j n e e r s t e j a a r
Nieuw bij de redactie: Nikki en Iris
8
//> de stellingNieuw in de Com’info: De Stelling. Elk nummer komen vier CIW’ers aan het woord over allerhande stellingen.We trappen af met een stelling die zich vast en zeker interessant is voor eerstejaars studenten:
CIW, daar kun je wat mee!
Eline van Beek (19), tweede-jaars, richting communicatie
“Wat kun je nu met CIW?” Dit is een
vraag die ik mezelf menigmaal gesteld
heb. Een exact antwoord zou ik je na
een jaar studeren echter nog niet kun-
nen geven, maar één ding weet ik ze-
ker: communicatie is overal. Of het nou
gaat om hoe gesprekken in elkaar zit-
ten of om hoe het internet de wereld in
een dorp weet te veranderen, je hoort
en ziet het letterlijk overal om je heen.
Ik denk dat er daarom geen interessan-
tere en betere tijd is om deze studie te
volgen dan nu. Juist omdat een groot
deel van de veranderingen die we be-
studeren vandaag plaatsvinden en dus
in de praktijk zijn terug te zien. CIW,
daar kun je wat mee… Is dit niet ge-
woon zo moeilijk te beantwoorden om-
dat de mogelijkheden eindeloos zijn?”
Anne van der Lugt (19), eerste-jaars, (waarschijnlijk) richting communicatie
“Wat een lastige stelling, want we heb-
ben nog maar twee vakken gehad: Ge-
schiedenis van het Medialandschap
en Inleiding CIW, wat nogal filosofisch
was. Geschiedenis vind ik altijd interes-
sant en het inleidende vak gaf me niet
veel duidelijkheid over de rest van deze
richting. Of ik echt iets aan CIW heb, dat
weet ik nog niet! Daar moet ik even mee
wachten tot het tweede blok afgelopen is.
Als dat tweede blok me interes-
seert, ga ik met deze studie door
en wil ik de journalistieke kant op.
“In principe kun je later wel wat met CIW,
alleen het is niet zo dat je in een bepaalde
riching wordt gedreven. Dat is bijvoorbeeld
wel het geval bij rechten. Bij CIW word je
niet een bepaald beroep. Je zou zeggen: ‘je
wordt onderzoeker, want je studeert,’ maar
dat is bij de meeste natuurlijk niet zo want
je moet gemiddeld een acht halen wil je een
onderzoeksmaster doen. Dus bij CIW is het
een beetje vaag wat je er later mee kunt
doen. Omdat ze je nogal vrij laten in de keuze
van je beroep later, zou het kunnen zijn dat
je totaal rond gaat zwerven binnen CIW en
dat je over vier jaar nog niets hebt. Het was
beter geweest als je van tevoren had ge-
weten welke richting je op wilde. Dat zou je
wel helpen bij je uiteindelijke beroepskeuze.
Maar CIW, daar kun je iets mee… Je kunt er iets
mee, als je er ook werkelijk iets mee wil doen!”
Robbie Vermeulen (24), 4ejaars, richting film en televisie
//>
Marcel Bruinstroop (23), vierde-jaars, richting communicatie
“CIW, daar kun je wat mee… Ja, daar
ben ik het wel mee eens. Tenminste, als
ik altijd op verjaardagen kom en mensen
vragen ‘Goh, wat kun je nou eigenlijk met
deze studie?’ Dan kan ik een heel verhaal
ophangen over ‘Nou, de interne en externe
communicatie kan ik gaan regelen, want
ik wil wel de communicatiekant op.’ Ja,
eigenlijk alles draait om communicatie,
dus denk en hoop ik wel dat ik daar met
mijn studie ver mee kan komen. En daar-
naast doe ik er natuurlijk nog dingetjes
bij als bestuur, commissies en dat soort
dingen. Want ja, communicatie, ik hoop
wel dat je daar wat mee kan, maar door je
wat meer te specialiseren en dingetjes te
doen moet dat wel goed komen denk ik.”
De CIW-heidag was een groot succes: er stond een tafelvoetbal-
spel. Dit medium was tot nu toe ontsnapt aan de aandacht van de
opleiding, maar het bleek een medium te zijn dat veel onderzoek
behoeft. En daar zijn we daarom maar direct mee begonnen. De
samenstelling van de deelnemende onderzoeksgroepjes liet zien
dat het ook heel goed te gebruiken is voor onderwijsdoelen. We
zagen soms vier studenten heel zelfstandig (!) met elkaar aan
het werk, soms twee studenten met twee docenten, en een en-
kele keer vormden zelfs een docent en een student samen een
onderzoeksduo. Ik denk dat Foucault ook van tafelvoetbal hield.
In ieder geval bleek het een discours te zijn waarin bestaande
verhoudingen onmiddellijk werden gereproduceerd: de docen-
ten waren niet te verslaan. Niet hun eigen verdienste uiteraard,
want als je je voegt in een bestaand discours zijn de resultaten nu
eenmaal voorspelbaar. En wat zijn de design features van deze
game en haar discours? Een eerste observationele studie laat
een interactie zien van vier individuen met een interface van twee
knoppen per persoon, waarmee ze een variabel aantal avatars
kunnen besturen in een virtuele ruimte. Het schijnbare doel van
deze game is met de avatars een balletje in een doel te schop-
pen. In werkelijkheid gaat het natuurlijk om de onderwerping
van studenten aan hun docenten. We moesten op de Trans en de
Kromme Nieuwegracht ook maar tafelvoetbalspellen neerzetten.
com’tom
Tom Koole, Opleidingscoördinator CIW
De heidag
//> eigen baas
Ruud, wat doet Fluxxnet? En hoe lang doe je dit al?
“Het is allemaal hobbymatig begonnen in 1996, maar het bedrijf is opgestart in 2003. Eerst ben ik begonnen met het hosten van gameservers voor populaire online games (denk aan spellen als Unreal Tournament en Counterstrike). Maar dat was niet meer rendabel in verband met de vele kleine bedrijfjes die toen opkwamen. In 1996 was ik volgens mij één van de eersten die een hele aflevering van Star Trek Deep Space Nine op het internet heeft gezet. Dat was 8mb groot, en het uploaden duurde anderhalf uur met een 56kb-modem.
FluxxNet maakt veel gebruik van freelancers en studenten. Mijn bedrijf verleent nu streamingdien-sten (in samenwerking met een tv-producent uit Landgraaf): het gaat dan om on demand video van hoge kwaliteit. Ik werk bijvoorbeeld voor een bedrijf genaamd Filmloop. Die is zo ongeveer de enige in Nederland die paardensportwedstrijden in zijn geheel uitzendt. Alles wordt uitgezonden op internet via FluxxNet; een archief van over de 60 GB.” Je verdient toch te veel voor een OV-jaarkaart?
"Ja. Die was ik trouwens ook vergeten op tijd in te leveren met als gevolg een leuke acceptgiro van de IB Groep."
Waarom ben je CIW gaan studeren?
“CIW kan heel zinvol zijn voor de communicatiekant van projecten die ik doe. Ik ben zelf de link tus-sen de communicatie en de techniek die ik lever, maar ik begrijp de communicatiekant veel beter. Ik vond de communicatie- en nieuwe mediakant van CIW heel erg interessant en daarom heb ik bewust voor deze studie gekozen.”
Heb je veel aan je studie gehad voor je bedrijf?
“Het vak Instrueren en Overtuigen was handig voor bijvoorbeeld het schrijven van handleidingen, maar voor de rest kan ik er nog niet veel over zeggen. Dit omdat ik pas één jaar heb gehad en het allemaal inleidende vakken zijn geweest. Ik wil vooral enkele interessante vakken van de nieuwe mediakant van de studie volgen, omdat die handig voor mij zijn. Bijvoorbeeld Nieuwe Media en het Auteursrecht.”
En andersom?
“Het plannen voor de studie CIW is beter gegaan. Ik plan uitloop in, zoals ik heb geleerd met mijn werk. Voor de rest niet echt.”
Wil je met je bedrijf doorgaan na de studie?
“Ik wil zeker doorgaan. Ik zou niet weten waar ik anders in loondienst moet, ik wil vooral eigen baas blijven. Dat kan ook handig zijn omdat je profiteert van het belastingvoordeel bij het kopen van bijvoorbeeld een laptop.”
Kristel en Lorenz
Er zijn nogal wat studenten binnen
CIW met eigen bedrijfjes. Ja echt, ze
zijn er. De Com’info interviewt deze
jonge ondernemers om zo de studie
vanuit hun (praktische) oogpunt te
bekijken. Ruud van der Linden (22)
is tweedejaars student CIW, lid van
de communicatiecommissie maar
is bovenal eigenaar van het een-
mansbedrijf FluxxNet. Hij heeft de
eer om als eerste in deze nieuwe
rubriek ‘Eigen baas’ te verschijnen.
nicafabrikant tot zorgverzekeringsmaat-
schappij, hanteert om de onwetende klant
aan de andere kant van de lijn beleefd en be-
hulpzaam te woord te staan. Alsof zij allen
dezelfde handleiding met standaardbegroe-
tinkjes en –afsluitinkjes tot hun beschikking
hebben en op de stippellijntjes slechts de
woorden afstandsbediening, klantnummer,
televisie of declaratie hoeven in te vullen. En
natuurlijk zo af en toe wat luistergeluidjes á
la ‘hm, hm’ en ‘ja’ produceren en minstens
drie keer de naam van de klant noemen
voor de zogenaamde ‘personal touch’. Als
ik geen last had van een ernstige vorm van
digibetisme, die mij in de eerste plaats had
aangezet tot dit wanhopige telefoontje, had
ik bijna Meneer de Philipswerknemer kun-
nen uithangen en hij de onwetende student.
Met een ‘Goedemiddag, u spreekt met “Me-
neer de Philipswerknemer”. Bedankt voor
het wachten. Waarmee kan ik u van dienst
zijn?’ werd ik begroet aan de andere kant
van de lijn, waarna ik zo gedetailleerd en
intelligent mogelijk mijn verhaal deed. Een
verhaal over een gigantische breedbeeldte-
levisie met zorgvuldig genoteerd typenum-
mer (‘oud modelletje’ kreeg ik te horen) en
drie afstandsbedieningen die mij alledrie te-
leurgesteld hadden (‘ja mevrouwtje, als de
televisie niet reageert op de afstandsbedie-
ning is het niet de goede’ was zijn reactie).
//> com’mence //> com’plex
Sinds enkele weken ben ik de trotse
eigenaar van een gigantische breed-
beeldtelevisie. Mijn zus moest van
het gevaarte af en doneerde het aan mij.
Er hebben wat meubels het veld moeten
ruimen en ik ben twee vierkante meters
van m’n kamer kwijt, maar je wanen in
Central Park, Wisteria Lane en Meer-
dijk is natuurlijk gewoon onbetaalbaar.
Denk ik tenminste. Want mijn gigantische
breedbeeldtelevisie heeft vooralsnog niets
meer laten zien dan een blauw beeld. Een
uitzichtloze deprimerende blauwe massa,
waar ik met geen enkele gebruikershandlei-
ding of toetscombinatie op deze wereld iets
anders van kan maken. Uit angst voor een
hernia was ook het monster optillen en uit
het raam flikkeren geen optie, dus besloot
ik na lang wikken, wegen en heel veel schel-
den de helpdesk van Philips in te schakelen.
Het nummer draaien van de consumenten-
service was voor mij een bijzondere hap-
pening, omdat ik doorgaans zelf degene ben
die dergelijke telefoontjes opneemt. Hier-
door was het niet de wachttijd, het muziekje
of de 10 cent per minuut die mijn mondhoe-
ken deden krullen, maar het vaste Callcen-
ter-riedeltje. Het kan-ik-u-ergens-mee-
helpen-fijne-dag-nog-verhaal dat blijkbaar
elke commerciële helpdesk, van elektro-
Aan de andere kant van de lijn
Omdat ik voor mijn gevoel behandeld werd
als de eerste de beste Toos die de stekker
van de stofzuiger niet in het stopcontact had
gedaan gooide ik als laatste wanhoopsdaad
nog een ‘ik heb de gebruikershandleiding ge-
download’ de hoorn in, maar het mocht al niet
meer baten. Meneer de Philipswerknemer
probeerde me af te wimpelen met het verhel-
derende advies de originele afstandsbedie-
ning aan mijn zus te vragen (‘Dat ik daar toch
zelf niet op gekomen ben! Dank u meneer!’)
en anders een universele afstandbediening
te regelen (‘op alledrie staat Universal, heeft
dat niet iets met universeel te maken?’) en
met een voorspelbare ‘fijne dag nog, me-
vrouw Blonk!’ drukte ergens in Eindhoven
een tevreden Meneer de Philipswerknemer
op het ‘afhandelknopje’ van zijn toestel.
Maar als jullie denken dat ik nu met een her-
nia en zes halve afstandsbedieningen dit ver-
haal zit te tikken hebben jullie het mis. Want
na een paar minuutjes efficiënt Googlen en
de hulp van een vakkundige helpdeskmede-
werker die luistert naar de naam ‘pa’ heeft
de blauwe massa op mijn gigantische breed-
beeldtelevisie zowaar plaatsgemaakt voor
witte doktersjassen, wanhopige huisvrou-
wen en een New Yorks appartement. En de
tevreden student en haar gigantische breed-
beeldtelevisie leefden nog lang en gelukkig.
Carolien
//> com’pleet nieuwe studie
Op de Woudenbergse heide hebben 30 studenten, docen-
ten en andere betrokkenen gebrainstormd over een nieu-
we fundering onder de Bachelor CIW. Tom Koole was zo
enthousiast over de bereikte consensus, dat hij de dag
erop naar de Trans toog om de huidige opzet met de grond
gelijk te maken en op de smeulende resten een aanvaard-
baar lesprogramma neer te zetten. Eindelijk revolutie! Of
toch niet?
“Als de Bachelor er zó uit komt te zien, schrijf ik me direct uit om ‘m volgend
jaar opnieuw te volgen”, zegt Kristel het zodra de nieuwe structuur op papier
staat. En dat is niet eens zo’n slecht idee. Sterker nog, ik adviseer alle huidige
CIW-studenten hetzelfde te doen. Schrijf je uit, ga van het teruggestorte col-
legegeld lekker op vakantie en stort je volgend jaar september vol overgave
op het nieuwe CIW.
Praktische bezwaren tegen deze massale muiterij zijn eenvoudig weg te
wuiven. De 600 eerstejaars zullen hoorcollege krijgen op de tribunes van
stadion Galgenwaard, aangezien de universiteit het commercieel exploiteren
van haar vastgoed toch belangrijker vindt dan haar studenten een fatsoenlijke
leeromgeving te bieden. De docenten hebben op hun beurt negen maanden
de tijd om het voorgestelde programma gedetailleerd in te vullen, hun cur-
sussen beter op elkaar aan te laten sluiten en overeenstemming te bereiken
over een gemeenschappelijk curriculum dat de theoretische ruggengraat van
de studie vormt.
Het argument dat deze gelijktijdige exodus rechtvaardigt, is dat de voorge-
nomen plannen voor de propedeuse veelbelovend zijn. Inleiding CIW duurt
daarin twee blokken in plaats van één om de studenten het curriculum bij
te brengen waaraan alle cursussen in de Bachelor te herleiden zijn. Daarna
volgt een twee blokken durende methodologiecursus waarin verschillende
onderzoeksmethodes van begin tot eind worden behandeld. In de overige vier
cursussen worden achtereenvolgens leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en
presentatietechnieken aangeleerd en wordt een koppeling gemaakt met de
praktijk. Studenten die een of meerdere vaardigheden onvoldoende beheer-
sen, kunnen hun Bachelor niet vervolgen. Dat klinkt hard maar is wel beter
voor zowel student als studie.
Tom Quichot
Het voorstel van Tom Koole om de nieuwe propedeuse al aankomend
studiejaar in te voeren is echter door zijn eigen achterban afgeschoten als
een wild zwijn op de Veluwe. Zij vonden het tijdsbestek van drie weken
die nog restte om de plannen te concretiseren, oftewel beslissen wat er
in elke cursus op welke manier en door wie onderwezen wordt, te kort.
Bovendien vinden de taalbeheersers het maar niks dat ze ten behoeve van
de nieuwe propedeuse een huidige eerstejaarscursus moeten inleveren.
Een gemiste kans want hierdoor wordt volgend jaar weer een nieuwe
generatie CIW’ers opgezadeld met een Bachelor waar geen touw aan vast
te knopen is. Ook is de kans om de herstructureringsplannen aan de insti-
tuten Nederlands en Media en Cultuurwetenschappen verbonden docenten
gezamenlijk in plaats van afzonderlijk te presenteren niet aangegrepen.
Als beide kampen nog steeds niet constructief met elkaar in overleg tre-
den wordt CIW nooit de unieke eenheid dat het pretendeert te zijn.
Doordat egocentrisme en conservatisme een snelle herstructurering van
de Bachelor in de weg staat, is de opleidingscoördinator verworden tot Don
Quichot. Met Frank Hakemulder als trouwe metgezel voert hij een hope-
loze strijd. Want als niemand anders ziet welke windmolens een ideale
Bacheloropleiding in de weg staan is het een hopeloze zaak en verandert
hun visioen in een illusie. Vooral wanneer hun collegae de nadruk leggen
op wat er met de nieuwe structuur verloren gaat in plaats van in te zien
wat er voor terugkomt. Hopelijk krijgt deze heidag snel een vervolg. We
zijn namelijk nog lang niet klaar.
MichielHeb je niet mee kunnen heien? Ga alsnog in debat op www.publiekesfeer.nl!
13
//> ingezonden stuk
Het gevecht om de CIW-kwaliteit
Tot groot genoegen van de Opleidingscommissie CIW begint de discus-sie over de kwaliteit van de BA-opleiding breed op gang te komen. Goed dat ook Com'info dat debat aanzwengelt middels twee kritische stukken van Michiel Kraijkamp (in Com'info #3 jaargang 6 en #1 jaargang 7). De OC wil hierbij van de gelegenheid gebruikmaken om haar werkzaamheden zichtbaarder te maken voor CIW-studenten, en om een paar puntjes op de i zetten.
De OC (3 studenten en 3 docenten, plus de studieadviseur als adviserend lid) vormt de enige plek waar studenten formeel medezeggenschap hebben over hun eigen onderwijs. De OC pluist bijvoor-beeld de cursusevaluaties uit, en bij onduidelijkheden, gemopper of officiële klachten probeert zij met docenten of het bestuur de problemen op te lossen. Vaak lukt dat. De bewering van Michiel in Com’info nr. 3 dat 'zowel de OC als de studenten te weinig kritisch zijn over de cursussen' is dan ook uit de lucht gegrepen. De bewering dat 'sommige cursussen een schrikbarend laag niveau hebben' misschien niet, maar dat is pas te beoordelen na een concrete invulling: welke, wat, waar, in welk opzicht?
Ingewikkelder zijn algemene kwesties, zoals gebrekkige samenhang, kwaliteitswaarborg voor de gehele opleiding, schoolsheid, 'pretbachelor'-houding en aansluiting op de masters. Voor CIW komt daar nog bij dat de opleiding inderdaad een hybride is van twee opleidingen, zoals Michiel in beide artikelen beschrijft, al gaat dat niet om 'Communicatiewetenschap' en 'Nieuwe Media', maar om enerzijds communicatiekunde/taalbeheersing vanuit het Instituut Nederlands en anderzijds TFT-, Nieuwe Media- en Vrouwenstudiesvakken vanuit het Instituut Media en Re/presentatie (tegenwoordig geheten Media- en Cultuurwetenschappen). Voor het komende jaar heeft de OC een grondige doorlichting van het hele CIW BA-traject op de agenda staan, inclusief de aansluiting op de verschillende masters. Maar hoe dan ook: zonder signalen van studenten (en docenten) kan de OC weinig.
Oftewel: laat je horen! Wat deugt er wel, wat niet, hoe is CIW te verbeteren? Maak gebruik van alle media en communicatiemiddelen die er maar zijn: de OC, cursusevaluaties, openbare discussies (zoals gehouden op 7 juni 2007), de CIW-heidag van afgelopen 6 november (zie ook het artikel hierover elders in deze), Com'info, SV Contact enzovoorts. Het door Michiel geschetste model van de gerenommeerde rijke Amerikaanse universiteit zal er niet in zitten (een CIW'er legt niet zo gauw $60.000,00 collegegeld op tafel...), maar een CIW-opleiding waar zowel studenten als docenten trots op kunnen zijn is zeker niet onmogelijk.
Marianne van den Boomen
Voorzitter Opleidingscommissie CIW
‘zonder signalen van studenten en docenten kan de OC weinig’
14
//> com’interviewInterview
Gastdocent Rob van Scheers aan het woord
Hij schreef voor het Vara TV-Magazine, het NRC Handels-blad, HUMO en Rails; maakte een wereldreis van Alaska tot Kazachstan en van Buenos Aires tot Marokko; schreef in LA een biografie over Paul Verhoeven; interviewde een rits grootheden voor Elsevier en mocht over zijn vijfde boek ‘De Grote Parade’ komen vertellen bij De Wereld Draait Door. Nu is hij gastdocent voor studenten CIW en TFT aan onze universiteit te Utrecht in het vak Repertoire Film, Tv en Nieuwe Media. Rob van Scheers belandde op een grauwe donderdagnamiddag in Lokaal Negen op de Trans. Wij belandden daar ook, echter wel pas na de titel van dit café beiden verward te hebben met een lokaal op Trans 10. Maar dat terzijde.
Waarom is een artikel over Rob van Scheers relevant voor
studenten CIW? Behalve dat je met deze voorkennis mis-
schien een wit voetje bij hem kunt halen wanneer Reper-
toire nog in je vooruitzicht staat, kan hij je alles vertellen
over het beroep van journalist. Voor Van Scheers begon die
carrière van reizen en verslag doen op de HBO Journalis-
tiek. Als enthousiaste student voegde hij zich bijvoorbeeld
bij filmclubjes en hij durfde op het Filmfestival zelfs op Paul
Verhoeven af te stappen en hem te vragen of hij zijn biogra-
fie mocht schrijven. Toen die instemde vertrok Van Scheers
voor vijf jaar naar Hotel Carmel in Los Angeles: “Dan ben
je even echt schrijver.” Nu doe jij als lezer van de Com’info
geen HBO Journalistiek, maar na deze studie kun je natuur-
lijk ook de journalistieke kant op.
Voor de journalistiek gaat het er minder om waardoor je
geïnspireerd wordt, “er zijn bepaalde wetten.”, vertelt Van
Scheers. “Je schrijft over de actualiteit, over wat in de toe-
komst wellicht hip zal worden en je blikt hier en daar terug.”
Maar zodra je toe bent aan je eerste boek, kies je natuurlijk
zelf uit wat je interessant vindt.
Dat klinkt op zijn minst boeiend, en de vraag die wij aan Van
Scheers wilden stellen luidt dus: hoe wórd je dan schrijver?
Voor Van Scheers begon het als volgt: hij begon met het
schrijven van features, speciale items in een krant of tijd-
schrift. Daarna ging hij schrijven voor de VPRO gids. Toen
hem een vaste baan op de kunstredactie van Elsevier
werd aangeboden, greep hij die kans met beide handen
aan. Somewhere along the road verschenen ook nog vijf
boeken, waaronder het eerder genoemde Paul Verhoeven
en een boek over Feyenoord, getiteld De liefde die Fey-
enoord heet, samen met Ronald Giphart. “Dat was een
hel, op die tribune.” Op de reactie “Oh nee, was dat niks?”
antwoordde hij: “Nou ja, het jaar erop werden ze kampi-
oen…” Uiteindelijk bracht hij in 2005 zijn ‘levensverhaal’
uit: De Grote Parade, waarin allerlei verrassende cros-
slinks in de cultuurgeschiedenis van de westerse wereld
aangehaald worden. Binnenkort komt De Kleine Parade
uit, over de geschiedenis van Utrecht. Hierover geeft Van
Scheers op 17 december een Studium Generale.
Ons vermoeden werd helaas toch bevestigd: voor ‘schrij-
ver worden’ bestaat natuurlijk helemaal geen plan de
campagne. Toch heeft hij nog wel enkele tips. “Je moet
je goed documenteren: je goed inlezen, dat vervolgens
weggooien en niet meesjouwen.” Maar de belangrijkste en
wellicht wat meer heldere tip voor CIW’ers die de journa-
listieke kant op willen: “Ga op pad! Het gaat uiteindelijk
allemaal om je netwerk.”
Justin en Nikki
15
//> com’motie
In het Wilhelmus zingen we dat we van ‘Duyt-
schen bloet’ zijn en vereren we ‘den Koning
van Hispanje’, dus echt van toepassing is
de tekst niet meer op ons kikkerlandje. De
VPRO beaamt dit, en vindt dat Nederland
toe is aan een nieuw nationaal nummer,
waarin ‘de Nederlander’ zich kan herken-
nen en dat makkelijk mee te zingen is.
Vol trots – want om ‘trots’ draait het nu
eenmaal - presenteert Leon Verdonschot
op woensdag 10 oktober de eenmalige uit-
zending Het Nieuwe Volkslied. In ruim een
uur krijgt televisiekijkend Nederland zeven
potentiële volksliederen te horen, geschre-
ven en uitgevoerd door boegbeelden uit de
Nederlandse muziekindustrie. Nadat alle
nummers ten gehore zijn gebracht, mag de
kijker thuis vervolgens via telefoon, sms of
rooksignalen laten weten welk nummer hét
nieuwe volkslied van Nederland moet wor-
den. Spanning en sensatie dus, al krijgen
we de uitslag pas bij Pauw & Witteman…
De vakjury heeft haar punten dan al gege-
ven en is vooral te spreken over het num-
mer van Syb van der Ploeg (inderdaad,
wie?), die eigenlijk een anti-volkslied zingt,
en met stip op één staat het nummer van
Liesbeth List, die een lied zingt dat wel de-
gelijk als een nationaal hymne klinkt – heel
cliché over de molens en het water – maar
zo ingewikkeld is dat alleen Liesbeth zelf
het goed zou kunnen vertolken. Opmerkelijk
is de derde plaats voor het nummer van de
rapformatie The Opposites, die voorafgaand
aan een interland of na het behalen van een
goude plak op de Olympische Spelen het
liefst ‘Dikke Lul, Drie Bier’ door het stadion
horen galmen. De jury kan er wel om lachen
en ziet het al gebeuren dat koningin Beatrix
het nummer volmondig mee zou zingen.
Nadat alle stemmen zijn geteld wordt dan
eindelijk de uitslag bekend gemaakt. De drie
favoriete nummers van de jury behalen al-
lemaal de top van het klassement, maar ‘de
Nederlander’ wil het liefst ‘Nederland, Mijn
Vaderland’ van Frans Bauer als nieuw volks-
lied hebben. Frans Bauer? Ja, Frans Bauer!
Het Nederlandse publiek heeft massaal ge-
stemd op ‘onze’ eigen troetelautochtoon, die
met brede lach in een circus vol paarden en
schaars geklede vrouwen een veel te simpel
en beschamend liedje vertolkt. De jury was
over dit nummer het minst te spreken, wat
dus als resultaat lijkt te hebben dat Neder-
land wel echt en masse voor dit nummer gaat!
Het programma weet – zo blijkt achteraf – net
een half miljoen kijkers te boeien, wat bete-
kent dat nog geen vier procent van ‘de Neder-
landers’ de moeite neemt om het programma
te volgen. Ter vergelijking: naar de ins en outs
over Britney, Lindsey, en Paris (RTL Bou-
levard) en de liefdesperikelen van Ludo en
Janine (GTST) kijken twee keer zoveel men-
sen! We moeten ons dus afvragen of er über-
haupt wel een nieuw volkslied moet komen.
Waarom een eeuwenoud lied aan de kant
schuiven voor een nummer waar we nu om
kunnen lachen, maar dat over een paar jaar
alweer doodsaai en vervelend gaat worden?
Nee, geef mij maar lekker het Wilhelmus!
Frank
Wilhelmus van Nassouwe, ben ick van Duytschen bloet. Dat dit de eerste re-gels zijn van het Nederlandse volkslied, dat weet je waarschijnlijk wel. Maar weet je ook de rest van de tekst uit je hoofd, heb je enig idee waar je over zingt en kun je je als ‘Nederlander’ wel identificeren met ons eigen volkslied? De VPRO denkt van niet en gaat daarom op zoek naar een nieuw volkslied…
het nieuwe volkslied
16
//> oh com’er eens kijkenIn Lunetten is het leven mooi
Gewapend met een fotocamera en een stel vragen in
mijn hoofd, betreed ik het huis van Jojanneke. ‘Een
groot studentenhuis met acht bewoners’, vertelt Jojan-
neke, ‘ook al zijn het niet allemaal meer studenten,
volgens mij.’ Binnen twee meter van de deur staat
ze al naast het pronkstuk van het huis, dat daar aan
de muur hangt: een condoomautomaat. ‘Gekocht op
Marktplaats door een huisgenoot van me, maar echt
vaak wordt er geen gebruik van gemaakt.’ Doorlopend
naar de keuken, valt al op dat we te maken heb-
ben met een echt studentenhuis: van alles ligt op de
grond en dan vooral nutteloze spullen. In de keuken
aangekomen, excuseert ze zich gelijk voor de rommel.
‘Vorige week had ik hier een after-Lowlands feestje en
sindsdien is het eigenlijk niet meer opgeruimd.’ Haar
treft uiteraard geen blaam: feestjes zijn er om gevierd
te worden en de rommel is er om pas na enkele weken
op te ruimen.
Door naar de kamer van Jojanneke, die zich een trap
naar boven bevindt. Onderweg komen we Arjan tegen,
haar beste vriend en zielsgenoot. Hij blijkt een deur ver-
der te bivakkeren. ‘Arjan is diegene die mij deze kamer in
Lunetten aanbood. Eerst woonde ik in Lombok, maar toen
ik dit aangeboden kreeg, sloeg ik dat natuurlijk niet af.’ Al
snel blijkt waarom. De kamer van Jojanneke is groot en
vooral voorzien van álles wat een student graag zou wil-
len: een enorm tweepersoonsbed, een eigen keuken, een
computer met enorme boxen en een espressoapparaat.
Die laatste werd verkregen door midden in de Bijenkorf
te gaan staan in een trouwjurk ter waarde van 25 euro.
Typisch Jojanneke, dacht ik later. Als ik de kamer nog wat
beter bekijk, blijkt dat overal aparte objecten te zien zijn.
Een poster van een reclame van Knäckebrot; ‘meege-
nomen onder mijn trui uit een bushokje in Zweden’. Een
ingelijste schitterende foto van Jojanneke op een strand in
Australië, die genomen is door haar reisgenote. Een oude
radio met verschrikkelijk veel draaiknoppen (drie euro op
de rommelmarkt), een penisvormige asbak, een ‘Hoera,
een jongen!’-slinger (‘die laat ik hangen tot ik een echte
leuke jongen heb gevonden’). Achter alles zit een verhaal
en achter alles een idee. Het maakt het uiteindelijk tot een
enorm leuke kamer om even in rond te hangen en ook
tot een zeer kenmerkende woonplek voor Jojanneke. Het
leven is mooi in Lunetten, dat blijkt maar weer.
Justin
‘Nee, verder kijken doe ik eigenlijk allang niet meer’. Klare taal van Jo-janneke Vonk, de eerste uitgeko-zen kandidate voor de weer terug-gekeerde rubriek ‘Oh com’ er eens kijken’. Aan mij de taak om de rit te gaan maken richting de kamer van Jojanneke, een excentriek per-soon, erg bekend bij vele CIW’ers. Maar hoe woont een dergelijk ie-mand? En hoe is ze daar ooit terecht gekomen? Het bleek maar weer dat je kamer soms eigenlijk sim-pelweg een reflectie is van jezelf.
‘Nee, verder kijken doe ik eigenlijk allang niet meer’
1717
Jojanneke poseert voor de camera
18
//> com’next
//> com’online
Alsof de vernieuwingen in dit nummer niet genoeg zijn, is volgend nummer helemaal een verrassing. Kernwoorden zijn: interactief, crossmedia, Web 2.0, beleving en creativiteit. Het is vooral een proef naar mogelijkheden, maar ook een proef naar lay-out. We blijven nog een beetje mysterieus...
Welke inhoud kun je sowieso volgend nummer verwachten?
sites in het onderwijs;
En: wellicht je eigen stukje! We hebben natuurlijk een goede redactie, maar ons lijkt het ook leuk jouw schrijfkunsten te tonen in de Com’info. Alles mag! Stuur het naar [email protected] en wie weet schittert jouw communicatieve uiting in de volgende uitgave!
Meer weten over eetgewoonten? Zoek het boek van Rick Dolphijn eens op!
Meer weten over de discussies rond CIW? Ga naar PubliekeSfeer.nl!
Meer weten over de Redactie van de Com’info? Zoek ons op op svcontact.nl!
//> com’op zeg!
//> com’ix
19
(even)Laatst kwam ik een soldaat tegen, die na jaren trouwe dienst niet meer kon schieten. Hij had namelijk last van
kruitnagel.
Op zich komt dat bij soldaten niet zo snel voor, ware het niet dat hij was vergiftigd door een heks. De feeks had name-
lijk gebruik gemaakt van Zwarte Maggie.
Dat het een echte heks was, stond wel vast: ze hield zich bezig met allerhande heidense zaken. Zo wist ze de soldaat
bijvoorbeeld op basis van oeroude boeken te vertellen dat God wel had bestaan, maar nu honderd procent zeker dood
is. Hij had immers al twee testamenten geschreven.
De heks woonde overigens in een wonderbaarlijke ruimte. Zo had ze een betoverde piano, die nogal eens naar men-
sen wilde happen. Dat was echt een heel valse piano.
Ook beschikte ze over een groot gevoel voor wiskundige humor. Haar motto? 1y≠y.
Maar plots kwam er een olifant op een wit paard dat nog lang en gelukkig leefde.
Arthur
Stel je voor dat CIW niet zou bestaan. Mis-
schien een beetje lastig omdat er ruim 400
CIW studenten rondlopen en tientallen do-
centen aan hen lesgeven. Maar doe je best
eens en stel het je voor. En stel je dan eens
voor dat diezelfde studenten en docenten
met elkaar een nieuwe opleiding zouden
ontwerpen. Wat voor opleiding zou daar
uitkomen? Dat zou ik wel eens willen weten.
Hoe ziet de ideale CIW opleiding eruit vanuit
het perspectief van de huidige CIW-studen-
ten? Als je daar over mocht nadenken zon-
der gebonden te zijn aan de al bestaande
cursussen, waartoe zou dat leiden? En hoe
kijken docenten daar tegenaan, de Film en
TV mensen, de Theatermensen, de docenten
van Nieuwe Media en de docenten van
Nederlands. Hoeveel verschillende
ideale CIW-opleidingen stellen al deze
mensen zich voor? Dat zou ik niet al-
leen willen weten. Dat wíl ik weten.
Want al zijn idealen niet altijd te ver-
wezenlijken, en vaak ook niet allemaal
tegelijk, ze zijn wel een uitstekend
kompas om keuzes op te baseren.
Daarom: wie gaat er mee? Ik nodig alle
CIW’ers uit, studenten en docenten,
om eens met mij mee te gaan naar de
hei, de duinen, of naar een lommer-
rijk oord ergens in het bos. Daar gaan
we onze ideale opleiding formuleren
– meer dan één mag - en met elkaar
eten, wandelen, misschien ook
voetballen en natuurlijk bier drin-
ken, want bij idealen hoort bier.
Binnenkort rijdt er een bus voor
die ons daarheen meeneemt, als
ik m’n zin krijg.
Het aas is uitgegooid. Eens kijken
wie er bijt.
Uw opleidingscoördinator,
Tom Koole