Nummer 23 December 2007

16
Informatieblad over het Trésor Natuurreservaat in Frans Guyana Eerste erelid van Trésor Frans de Ruiter, bestuurder van het eerste uur, neemt afscheid en wordt erelid. pagina 3 Dagvlinders van Trésor Vlinders zijn overal te zien in Frans Guyana: met honderden zitten ze op de Mokomoko. pagina 6 Vertalersdag 2007 Dankzij vier vrijwilligers kent de website van Trésor ook een Engelse en een Franse versie. pagina 13 Nummer 23 December 2007

Transcript of Nummer 23 December 2007

Page 1: Nummer 23 December 2007

Informatieblad over het Trésor Natuurreservaat in Frans Guyana

Eerste erelid van TrésorFrans de Ruiter, bestuurder van het eerste

uur, neemt afscheid en wordt erelid.

pagina 3

Dagvlinders van TrésorVlinders zijn overal te zien in Frans

Guyana: met honderden zitten ze op

de Mokomoko.

pagina 6

Vertalersdag 2007Dankzij vier vrijwilligers kent de website

van Trésor ook een Engelse en een Franse

versie.

pagina 13

Nummer 23December 2007

Page 2: Nummer 23 December 2007

2

Trésor Nieuwsverschijnt 3 x per jaaren wordt gratis toegezonden aan de donateurs van de Stichting Trésor.

RedactieVijko P.A. Lukkien en Eric Augusteijn

Redactie-adresUniversiteit Utrecht, dep. biologiePostbus 80084, 3508 TB UtrechtTel. (030) 253 74 36Fax (030) 251 83 66E-mail: [email protected]

Op dit adres kunt u ook adoptie-vierkante meters en cadeaucertificaten aanvragen.Gaat u verhuizen? Geef uw adreswijziging door aan ditzelfde adres

Bank (nieuw rekeningnummer)Bankrekening 78.47.36.618 t.n.v. Stichting Trésor, Utrecht. IBAN NL44 TRIO 0784 7366 18 BIC: TRIO NL 2U - Triodos Bank Zeist

Websitehttp://www.tresorrainforest.orgWebmaster: Eric AugusteijnE-mail [email protected]

VormgevingConny GroenendijkCommunicatie & VormgevingUniversiteit Utrecht

Fotografieomslag: Foto Natura

DrukZuidam Uthof

Oplage1500 exemplaren

Dit blad is gedrukt op Evolve.

K.v.K. Utrecht41187239

Vijko Lukkien en Eric Augusteijn

Van de redactieDe redactie van Trésor Nieuws is zeer verheugd over de vele positieve reacties die wij van lezers mochten

ontvangen over de nieuwe opmaak van ons blad. Reden voor ons om samen met de Afdeling Vormgeving

(mevrouw Conny Groenendijk) verder te gaan op de ingeslagen weg.

Daarnaast is het bestuur van onze Stichting zeer verheugd te kunnen melden dat de administratieve

voorbereiding voor de bouw van het nieuwe entreegebouw van het Trésor reservaat is afgerond en dat onze medewerkers

in Frans Gyuana ons de verzekering hebben gegeven dat de bouw nu elk moment kan beginnen.

Dankzij een bijzondere donatie van de leverancier van groene stroom Greenchoice in Rotterdam is het ook in 2008 mogelijk

om in de kostenvergoedingen van twee boswachters Kévin Pineau en Charlotte Briand te kunnen voorzien. De inzet van

twee boswachters in het Trésor reservaat is nodig om in al die werkzaamheden te kunnen voorzien die samen hangen met

de nieuwbouw en inrichting van het nieuwe (bescheiden) entreegebouw en de op handen zijnde gebiedsuitbreiding tot

4000 hectare.

In dit nummer van Trésor Nieuws (TN 23) maakt u nader kennis met de man achter de schermen, Eric Augusteijn, die

nu al enkele jaren de website van Trésor verzorgt en, in samenwerking, ook de redactie van Trésor Nieuws. Daarnaast

vindt u in dit nummer o.a. een bijdrage over de vlinders van Trésor, een bijdrage van Kévin Pineau uit Frans Gyuana en

achtergrondinformatie over het toekomstig behoud van tropische bossen.

De redactie en het bestuur van de Stichting Trésor wensen u bij het verschijnen van dit nummer veel leesplezier toe en

vooral fijne feestdagen. Wij hopen ook in het nieuwe jaar op uw steun voor het behoud van tropische bossen te mogen

rekenen.

Inhoudsopgave

Ir. Frans de Ruiter erelid van de Stichting Trésor 3

Wat is er de laatste drie maanden gebeurd 4in het natuurreservaat Trésor

CO2-uitstoot van vliegreizen compenseren 5

Dagvlinders van Trésor - een inleiding 6

Vermeden ontbossing: biedt klimaatbeleid 10nieuwe perspectieven voor Trésor?

Dank u wel 12 Trésor bedankt Greenchoice

Vertalersdag 13

Ook onze webmaster is een idealist 14

Het goede doel Trésor, een idee voor de 16 feestdagen?

Colofon

Conny Groenendijk,grafisch vormgever

Page 3: Nummer 23 December 2007

3

Vijko Lukkien

Ir. Frans de Ruiter erelid van de Stichting Trésor

Frans behoorde tot de mensen van het eerste uur van de

Stichting en was in zijn functie als directeur van de N.V.

Energieproductiebedrijf UNA (Utrecht) medeoprichter

van de Stichting Trésor op 13 december 1994.

De bescherming van het tropisch regenwoud ging en

gaat Frans zeer aan het hart en hij heeft tijdens zijn

lange bestuursperiode belangrijk bijgedragen aan het

succes van het Trésor-initiatief.

De aankoop van het gebied werd mede mogelijk

gemaakt door sponsorbijdragen vanuit de UNA en Frans

wist daarbij bovendien andere bedrijven te interesseren

bij te dragen aan het project.

Enthousiast voor het initiatief benadrukte hij vanaf het

begin in het bestuur het belang om vooral in Nederland

een draagvlak te mobiliseren voor Trésor.

Op 9 september 1994 (vóór de officiële oprichting van de

Stichting Trésor) gaf hij daar zelf op een bijzondere wijze

invulling aan door aan vierhonderd gasten tijdens de

opening van de Energiecentrale Eenheid Hemweg 8 een

deelname-certificaat Trésor uit te delen van Hfl. 250,-.

Het eerste exemplaar werd hierbij overhandigd aan Zijne

Koninklijke Hoogheid Prins Willem Alexander.

Het totale bedrag van vierhonderd uitgedeelde

certificaten werd vervolgens overgemaakt op de rekening

van onze Stichting. Daarnaast werd op kosten van de

UNA de eerste folder van het Trésor-project gemaakt,

bestemd voor het Nederlandse publiek. Hiermee was

een begin gemaakt met het werven en interesseren van

Nederlandse donateurs voor ons project in Frans Guyana.

Dat de visie van Frans vruchten heeft afgeworpen moge

blijken uit het feit dat op dit moment meer dan 1200

donateurs onze inspanningen voor het behoud van het

tropische regenwoud steunen.

Tijdens zijn afscheid vergezeld door zijn echtgenoot

kreeg Frans een bijzonder uitgave van een boek over

de Orchideeën van Brazilië, beschikbaar gesteld door

Nationaal Herbarium afdeling Utrecht.

Het bestuur van de Stichting Trésor neemt met veel

waardering afscheid van Frans de Ruiter en wenst hem en

zijn gezin alle goeds voor de toekomst.

Na afloop van de bestuursvergadering van 12 oktober jl. heeft het bestuur van de Stichting Trésor afscheid genomen van ir. Frans de Ruiter als vicevoorzitter van onze Stichting. Tijdens deze bijeenkomst is Frans met algemene stemmen benoemd tot eerste Erelid van de Stichting.

Page 4: Nummer 23 December 2007

4

Op het gebied van wetenschap en natuur zijn we de

laatste maanden vooral verder gegaan met de lopende

programma’s, d.w.z. het onderzoek naar vogels van

de ondergroei op het reservaat (zie TN22). We zijn nu

toe aan de derde vangsessie en we bereiden ijverig de

volgende sessie van eind december voor. Dit programma

boeit de Guyanese ornithologen nog steeds en zij leveren

dan ook een belangrijke vrijwillige bijdrage. Naast

dit programma worden er op deze zelfde plaats ook

vleermuizen geïnventariseerd. Zo zijn er op het reservaat

tot nu toe al ongeveer vijftien soorten vleermuizen

geïnventariseerd door Kévin Pineau en vrijwilligers.

Telkens als de ploeg van het reservaat op pad gaat

worden de inventarisaties van fauna en flora van het

reservaat voortgezet. Zo zijn er de laatste drie maanden

10 nieuwe vogelsoorten, 2 slangensoorten en 1

hagedissensoort geïnventariseerd.

Wat betreft de bewustmaking van het milieu werken

we momenteel aan een voorlichtingsproject voor het

botanische pad. Het gaat om borden met een uitleg over

verschillende thema’s van het tropische woud (wortels,

lianen, enz.). Deze borden moeten begin volgend jaar

klaar zijn en geplaatst worden langs het botanische pad.

Ten slotte zijn we heel blij met Charlotte Briand, onze

nieuwe boswachter-gids, die voortaan Kévin Pineau

terzijde zal staan.

Anne van der Sluis houdt tijdens de middagpauze haar presentatie over de communicatie rond Trésor. Aart de Lang (bestuurslid Stichting Trésor) houdt de agenda in de gaten.

Kévin Pineau

Wat is er de laatste drie maanden gebeurd in het natuurreservaat Trésor?

Het op soortnaam brengen van de vogels blijft een heel karwei.Pipra erythrocephala, Goudkopmanakin (mannetje)

Onze nieuwe boswachter, Charlotte Briand, in gesprek met Vijko Lukkien tijdens de laatste donateursreis.

Bothriopsis bilineata, een Groefkopadder

Page 5: Nummer 23 December 2007

Verschillende organisaties pretenderen de CO2-

uitstoot van vliegreizen te compenseren door het

laten aanplanten van bomen, b.v. in Maleisië. Op deze

werkwijze komt de laatste tijd nogal wat kritiek los, zoals

in het Tros tv-programma Radar op 19 november jl. Daarin

betwijfelde prof. dr. Lucas Reijnders de effectiviteit van

deze projecten, terwijl ook het hoge percentage geld dat

‘aan de strijkstok blijft hangen’ een punt van kritiek was.

Daarom is het interessant om eens aan het volgende te

denken:

Het bos in het Trésor-reservaat legt per jaar netto

200 - 1200 kg CO2 per hectare vast 1.

Door bij te dragen aan de uitbreiding en het beheer van

Trésor kunt u dus de CO2, die tijdens uw vliegreis wordt

uitgestoten, compenseren.

Veel CO2 wordt geproduceerd bij het opstijgen en landen

van een vliegtuig en verder hangt de uitstoot natuurlijk

af van het aantal te vliegen kilometers (per passagier

gemiddeld 200 - 450 kg CO2 per 4000 km) 2.

Wij suggereren daarom voor een retourreis per reiziger

een vaste bijdrage van € 10 plus € 10 per (deel van)

4000 km aan Trésor te schenken. Deze bedragen zijn

vergelijkbaar met die van bovengenoemde organisaties.

Het wereldkaartje op deze bladzijde is zodanig

vervormd, dat de afstanden (hemelsbreed) tot de diverse

reisbestemmingen er op af te lezen zijn.

Voorbeelden:

- Europa, Turkije, Noord-Afrika: € 20;

- Oostelijke Verenigde Staten, Canada, India: € 30;

- Mexico, Zuid-Afrika, het Verre Oosten: € 40;

- Oost-Australië, Nieuw Zeeland: € 60.

Als u hieraan mee wilt werken, maak dan het juiste

bedrag over op bankrekening 78.47.36.618 van Stichting

Trésor te Utrecht, onder vermelding van de naam van

de passagier(s), de reisbestemming en de maand waarin

gereisd wordt. Na ontvangst van het bedrag sturen wij u

een certificaat dat vermeldt dat u de CO2-uitstoot van uw

reis hebt gecompenseerd. U kunt u voor deze actie ook

aanmelden via onze website: www.tresorrainforest.org,

menukeuze ‘Financiën’.

Stichting Trésor wenst u een veilige en plezierige reis!

____________________

1) The potential for conservation of carbon stocks and carbon

sequestration in the Trésor rainforest reserve, French Guiana: a

quick scan, Alterra Wageningen.

2) GHG Indicator van het United Nations Environment

Programme (UNEP).

Eric Augusteijn

CO2- uitstoot van vliegreizen compenseren

5

Wereldkaart met de afstanden vanuit West-Europa

Page 6: Nummer 23 December 2007

6

Vlinders behoren tot de klasse van de Insecta en tot

de orde van de Lepidoptera ofwel schubvleugeligen.

Deze naam refereert aan het feit dat de vleugels aan

weerszijden bedekt zijn met kleine, veelal kleurrijke

gepigmenteerde schubvormige haren, gegroepeerd

als een soort miniatuur-dakpannen. Dagvlinders

behoren alle tot twee superfamilies: Hesperioidea en

Papilionoidea. Het totaal aantal soorten Hesperioidea

en Papilionoidea ter wereld wordt op meer dan 20.000

geschat, het totaal aantal soorten overige vlinders

(vooral ’s nachts vliegend) op minstens tien keer zoveel.

Dagvlinders kunnen eenvoudig herkend worden aan

de vorm van de sprieten (antennae; zie figuur 1): bij

de Papilionoidea zijn deze aan het einde verdikt (a in

figuur 1); bij de Hesperioidea is de antenna veelal in de

verdikking gebogen of aan het uiteinde min of meer

haakvormig (b in figuur 1). Andere (super)families

Figuur 1

hebben een andere vorm van antennae (bijvoorbeeld c

en d in figuur 1).

Een volledig overzicht van de dagvlinders van Suriname

en Frans Guyana is nooit gemaakt. Het totaal aantal

soorten dagvlinders in Suriname wordt geschat op 1462

en voor Frans Guyana op 1643. Ongeveer 600 hiervan

zijn Hesperioidea (motachtige, veelal kleine en donker

gekleurde vlinders) en de overige zijn Papilionoidea. Van

deze laatste groep worden een paar soorten diepgaander

beschreven.

Heraclides thoas thoas (figuur 2)Dit is de meest algemene soort van de Papilionidae, de

familie van de grote pages en zwaluwstaarten. Heraclides

thoas werd oorspronkelijk beschreven door Linnaeus

in 1771 vanuit Suriname. Het verspreidingsgebied

is van de zuidelijke Verenigde Staten en Cuba tot

centraal Argentinië; de ondersoort thoas komt voor in

de Guyana’s en het aangrenzende deel van Brazilië. In

Suriname en Frans Guyana is het een zeer algemene

soort in het noorden (in gecultiveerde streken, zoals de

Cultuurtuin in Paramaribo), maar hij komt ook voor in

het primaire en secundaire bos. Bij de inname van nectar

van bloemen kan bij Heraclides thoas een kenmerk van

alle grote pages gezien worden: zelfs in rust blijven de

vleugels fladderen en als je goed kijkt, bewegen de voor-

en achtervleugels niet in hetzelfde, evenwijdige vlak;

alleen bij de grote pagevlinders worden de vleugels in

rust ‘ontkoppeld’ van elkaar.

Hajo Gernaat

Dagvlinders vanTrésor – een inleidingVlinders vormen een prominent aspect van Frans Guyana en Suriname. Kleine vlindertjes met staartjes en zilveren stippen zitten in de regentijd met honderden op de Mokomoko (Montrichardia arborescens), hele wolken witte en gele vlinders kunnen in de droge tijd aan de rivieroevers worden gezien, grote blauwe morfovlinders zeilen statig voorbij in het bos. Eigenlijk zijn vlinders overal en altijd wel te zien.

Figuur 2 Heraclides thoas thoas

a b c d

Page 7: Nummer 23 December 2007

7

De eieren worden door het vrouwtje gelegd op

verschillende Rutaceae-plantensoorten (onder andere

Citrus), maar in Suriname vooral op verschillende wilde

pepersoorten (Piper, familie Piperaceae). De eitjes

worden op de bovenzijde van jonge bladeren gelegd.

De rupsen zijn witgeel met bruin en gecamoufleerd als

vogelpoep. Soms zitten ze op een tak, maar meestal

volop in het zicht op een blad. De pop zit vast met een

gordel en heeft een vrijwel perfecte camouflage van een

afgebroken en deels verrot takje.

Morpho helenor helenor (figuur 3)In Suriname en Frans Guyana komen twee sterk

gelijkende soorten ‘bandenmorfo’s’ voor, die, voorzover

nu bekend, meestal samen in eenzelfde gebied

voorkomen: Morpho achilles en M. helenor.

Morpho helenor werd oorspronkelijk beschreven

door de Nederlander Pieter Cramer in 1776. Het is een

buitengewoon variabele soort: het verspreidingsgebied is

van Mexico via Trinidad en Tobago tot Brazilië en Bolivia

en er worden maar liefst 30 ondersoorten onderscheiden!

Morpho helenor is wijd verspreid in Suriname en Frans

Guyana, zowel in de savannegordel, secundair als

primair woud. Meestal ziet men rustige, laag vliegende

vlinders op paden, maar indien opgejaagd kunnen ze

wegschieten tussen de vegetatie met ongelooflijke

snelheid en behendigheid.

De voedselplanten behoren tot de bonenfamilie

(Fabaceae) of tot de Bignoniaceae. De rups leeft meestal

alleen, voedt zich ‘s nachts en is harig met grote groene

vlekken op de rug. De pop is groen en verrassend klein

voor een vlinder van dergelijk formaat.

Caligo teucer teucer (figuur 4)De Caligo vlinders danken hun populaire naam,

uilvlinders, aan de grote ogen als die van een uil, op de

onderkant van de achtervleugels. Vermoedelijk worden

predatoren hierdoor afgeschrikt. Van Suriname en Frans

Guyana zijn vijf soorten bekend. De voedselplanten van

deze vlinders zijn gewoonlijk Heliconiaceae (in Suriname

‘paloeloe’s’ genoemd); deze planten zijn nauw verwant

met bananen (die komen oorspronkelijk uit Zuidoost-

Azië en zijn geintroduceerd in Zuid-Amerika). Caligo

rupsen voeden zich ook op bananenplanten en hebben

zich verspreid tot in bewoonde gebieden, zelfs tot in het

centrum van de Paramaribo en Cayenne. Aangezien alle

Caligo vlinders in de schemering en in de donkere delen

van het bos vliegen, worden ze niet vaak gezien.

Caligo teucer, oorspronkelijk beschreven door Linnaeus

in 1758 vanuit ‘America’, komt voor van Venezuela

en Trinidad tot Zuid-Brazilië en Paraguay in acht

ondersoorten. In Suriname en Frans Guyana komt

subspecies teucer waarschijnlijk in het hele land voor,

maar wordt weinig gezien. De soort wordt echter

gemakkelijk gelokt door gefermenteerde (naar alcohol

ruikende) banaan neer te leggen.

De soort, de rups incluis, werd overigens reeds

beschreven door Maria Sibylla Merian in haar

Metamorphosis Insectorum, gepubliceerd in 1705 (plaat

23): ‘De bruine Rups… heeft vier steekels op den rug,

het hooft vertoond sig gekroont, den stert gespleten,

de voeten zijn rood. Den 3. December heeft sy sig vast

gemaakt, en is tot een houtvervige Poppetjen geworden,

die twee zilvere vlakken op elke zyde had, uit deze Pop

kwam den 20. December een schone Cappelle voort….’.

Figuur 2 Heraclides thoas thoas

Figuur 3: Morpho helenor helenor Figuur 4: Caligo teucer teucer (Linnaeus, 1758).

Page 8: Nummer 23 December 2007

8

Anartia amathea amathea (figuur 5)Dit is een van de meest algemene dagvlindersoorten van

het land en zal zeker gezien worden. Hij werd beschreven

door Linnaeus in 1758 en komt voor van Colombia tot

Zuid-Brazilië en Bolivia in vier ondersoorten.

De naam amathea heeft een interessante geschiedenis.

Amalthea was in de de Griekse mythologie de naam

van de geit die de god Zeus (Jupiter) zoogde (veel

vlindernamen in de 18e eeuw werden afgeleid uit

de Griekse of Romeinse mythologie). Overigens werd

de naam Amalthea later ook gebruikt voor de rode,

binnenste maan van de planeet Jupiter. Linnaeus heeft

waarschijnlijk het Griekse amalthea foutief omgezet

in het Latijnse amathea. Latere auteurs, zoals Clerck

(1764) en Cramer (1780) hebben geprobeerd de fout te

herstellen en dus amalthea gebruikt, maar aangezien de

naam van een soort in de oorspronkelijke beschrijving

bepaald wordt, is amathea de enige juiste naam.

In Suriname is de soort in grote aantallen gevonden in

de zgn. savannegordel: in and om Paramaribo, Zanderij,

Lelydorp, Alkmaar, Wageningen, Albina, maar ook verder

in het binnenland (Herminadorp aan de Marowijne

rivier, Brownsberg, Blanche Marie vallen, Tibiti rivier).

In Frans Guyana wordt hij vooral vanuit bosgebieden

beschreven. In feite komt de vlinder overal voor waar

de voedselplanten groeien: planten van de Acanthaceae

(Acanthus familie) en Labiatae of Lamiaceae (mint

familie). Het betreft kruidige planten (‘onkruid’), die op

goed bewaterde, verstoorde habitats groeien zoals in

bermen, gecultiveerde gebieden, langs irrigatiekanalen

etc. Vrouwtjes leggen de eitjes vaak niet op de

voedselplant maar er vlakbij. De rupsen zijn zwart met

roodachtige bruine vlekken en fijn vertakte stekels.

In een bepaalde habitat is Anartia vaak de meest

algemene vlindersoort. De vlinders leven meestal 1-2

weken en zijn actief in de zon en bij lichte regen. Vaak

worden exemplaren met beschadigde vleugels gezien,

waarschijnlijk ten gevolge van predatoren: vogels,

hagdissen, insecten (bidsprinkhanen, wespen, mieren)

en spinnen. Eitjes en rupsen worden aangevallen door

(parasitaire) wespen.

De typische rode kleur van de vleugels speelt een rol

bij de voortplanting: mannetjes paren veel minder

met vrouwtjes bij wie de rode kleur van de vleugels is

verwijderd. Bovendien beschermt de rode kleur mogelijk

tegen predatie: in een experiment kregen vogels

Heliconius erato te eten, een vlindersoort met zwart met

rode voorvleugels met een vieze smaak vanwege giftige

stoffen in het lichaam; de vogels die geleerd hadden

erato niet te eten, bleken ook Anartia amathea niet

aan te vallen. Wellicht is hier dus sprake van mimicry

(imitatie).

Anartia jatrophae jatrophae ( Figuur 7)Eveneens een zeer algemene vlinder, in andere landen

bekend als ‘de witte pauw.’ Anartia jatrophae werd

oorspronkelijk beschreven door Linnaeus in 1763,

waarschijnlijk naar een exemplaar uit Suriname. Het

verspreidingsgebied loopt van de zuidelijke Verenigde

Staten en het Caribisch gebied tot Bolivia en Brazilië.

Er zijn zeven ondersoorten, waarvan vijf op Caribische

eilanden. Jatrophae is de Zuid-Amerikaanse ondersoort.

In Suriname en Frans Guyana komt hij in dezelfde

gebieden en habitats voor als Anartia amathea (zie

hierboven), hoewel Anartia jatrophae vaker lijkt voor te

komen op iets drogere plekken waar lagere vegetatie

is, waar de voedselplanten (in dezelfde families als voor

amathea, maar ook in de Verbenaceae en mogelijk de

Scrophulariaceae ) niet door andere soorten worden

benut. De biologie en het gedrag lijken erg op dat van

amathea. Na ongeveer vier dagen kruipt het rupsje uit

Figuur 6: Deze fantastische kleurpatronen dienen veelal om vijanden op een afstand te houden.

Figuur 5: Anartia amathea amathea (Linnaeus, 1758).

Page 9: Nummer 23 December 2007

het ei, het rupsenstadium duurt ongeveer 20 dagen en

het popstadium zeven tot acht dagen.

De naam jatrophae kan overigens heel goed ontstaan zijn

vanwege een foutieve observatie. In 1705 publiceerde

Maria Sibylla Merian in Amsterdam haar beroemde boek

over de Surinaamse insecten (Metamorphosis Insectorum

Surinamensium). Op plaat 4 wordt de vlinder, nu bekend

als Anartia jatrophae, afgebeeld op een maniok ofwel

cassaveplant (Jatropha manihot). Ze schrijft dat ze vele

rupsen op de cassaveplant vond, deze met de bladeren

ervan gevoed heeft, waarna uit de pop de vlinder kwam.

Linnaeus kende Merian’s boek en noemde op grond van

deze beschrijving de vlinder waarschijnlijk jatrophae. Nu

weten we dat Anartia jatrophae vrijwel nooit op cassave

voorkomt en dat het in ieder geval niet de voedselplant

voor de soort is!

Dryas iulia alinea (figuur 8)Dryas iulia werd oorspronkelijk beschreven door Fabricius

in 1775 vanuit ‘America’. Er zijn 13 subspecies van de

zuidelijke Verenigde Staten en het Caribisch gebied tot

Centraal- en Zuid-Amerika. Negen subspecies komen voor

op Caribische eilanden. Onderzoek heeft uitgewezen

dat Dryas iulia via twee routes het Caribisch gebied

heeft bereikt, aan de ene kant noordwaarts vanuit Zuid-

Amerika tot de Antillen en Florida, aan de andere kant

vanuit Midden-Amerika tot Jamaica.

Subspecies alcionea werd oorspronkelijk beschreven

vanuit Suriname door Pieter Cramer in 1779. Alcionea

komt in het grootste deel van Zuid-Amerika voor. In

Suriname en Frans Guyana wordt deze vlinder vaak

gezien, maar weinig verzameld, vanwege zijn snelle

vlucht en ongelooflijke behendigheid. In Suriname is hij

gevonden in de kustgebieden (Galibi, Wia Wia beach),

Albina, Paramaribo (Cultuurtuin!) en Nickerie area, maar

ook in gebieden met primair bos zoals de Brownsberg

(zowel op het plateau als Witikreek), het Lely gebergte,

de Blanche Marie en de Raleigh vallen (Foengoe eiland).

In Frans Guyana is hij beschreven vanuit het kustgebied

en Saut Maripa.

De soort wordt vooral gezien langs bospaden en in open

plekken op ongeveer drie meter hoogte of terwijl hij

bloemen bezoekt.

De eitjes worden een voor een gelegd, meestal op

jonge scheuten of bladeren van een beperkt aantal

soorten Passiflora (markoesa) planten, maar soms ook op

vegetatie in de buurt van de voedselplant. De volwassen

rupsen zijn veelkleurig: meestal beige met rode tot

bruine vlekken met fijne zwarte lijntjes; ze hebben lange

zwarte en drie paar witte stekels op het lichaam en

twee kleine kophoorntjes. De pop is donkerbruin, hangt

vertikaal en is afgerond S-vormig. De rupsen kunnen een

lichte plaag zijn voor markoesas.

Hajo B.P.E. Gernaat werkte in 1982 als

student geneeskunde drie maanden in het

Diaconessenziekenhuis te Paramaribo. Van 1986

tot 1989 was hij tropenarts in Zambia en in 2000

promoveerde hij op een onderzoek naar de relatie

tussen kinderondervoeding en armoede in noordoost

Zambia. Sinds 1994 is hij psychiater en momenteel

verbonden aan het Diaconessenhuis in Meppel. De

interesse in tropische vlinders startte in Zambia; vanaf

2001 houdt hij zich bezig met een inventarisatie van

de dagvlinders van Suriname. In februari 2006 was

hij op de Brownsberg in Suriname bezig met een

soortinventarisatie van de dagvlinders toen hij de leden

van de donateursreis Trésor ontmoette.

Email: [email protected]

9

Figuur 7: Anartia jatrophae jatrophae (Linnaeus, 1763). Figuur 8: Dryas iulia alcionea (Cramer, 1779).

Page 10: Nummer 23 December 2007

10

Clean Development MechanismHet huidige klimaatverdrag onder de VN-raam-

werkconventie over klimaatverandering (UNFCCC) en

het daaruit voortvloeiende Kyoto Protocol zijn gericht

op het terugdringen van mondiale broeikasgasemissies.

Het huidige Kyoto-beleid is nog weinig coherent

waar het gaat om het terugdringen van emissies

gerelateerd aan landgebruik. In het kader van het

zogenaamde Clean Development Mechanism kunnen

alleen typische bosbouwprojecten gericht op aanplant

van bomen en herbebossing gerealiseerd worden

in ontwikkelingslanden. De CO2 die daarbij wordt

vastgelegd, mag dienen als compensatie voor de

emissies van Annex 1-landen. De vermeden CO2 uitstoot

door instandhouding van natuurlijk bos wordt tot nu

toe nog niet erkend als compensatiemechanisme. Tot

nu toe bevordert dit beleid vooral de aanplant van

monocultures: boomplantages bestaand uit één enkele

snelgroeiende soort, bijvoorbeeld een Eucalyptus of Pinus

soort. Dit wordt gedreven door optimalisatie volgens één

enkele doelstelling, namelijk maximale vastlegging van

CO2 over een korte tijdsperiode. Dat deze soortenarme

plantages veelal schadelijke gevolgen hebben voor

biodiversiteit omdat ze soortenrijkere ecosystemen

vervangen, is een belangrijke tekortkoming. Ook is het

bekend dat de landgebruiksrechten en tradities van

lokale gemeenschappen vaak niet voldoende worden

gerespecteerd bij het vestigen van dergelijke plantages.

Het ‘avoided deforestation’-voorstelIn het kader van de klimaatonderhandelingen

werd in november 2005 een voorstel van Papoea-

Nieuw-Guinea en Costa Rica aangenomen om

in toekomstige klimaatregimes (post-2012) het

tegengaan van ontbossing te honoreren als een optie

om broeikasgasemissies te verminderen. Voorheen

werden er rondom dit complexe onderwerp steevast

bezwaren aangevoerd die onoverkomelijk leken. Het

Pita Verweij

Vermeden ontbossing: biedt klimaatbeleid nieuwe perspectieven voor Trésor?

Bossen spelen een cruciale rol in het proces van klimaatverandering. Net als natuurlijke venen, bevatten natuurlijke tropische bosecosystemen enorme reservoirs aan koolstof in bodem en vegetatie. Geen enkele vorm van landgebruik die het tropisch bos vervangt, kan daaraan tippen. Door ontbossing, bosbranden en bosdegradatie in tropische gebieden komen grote hoeveelheden CO2 vrij in de atmosfeer, hetgeen bijdraagt aan het mondiale probleem van klimaatverandering. Ruwweg 20% van de mondiale emissies van broeikasgassen wordt toegeschreven aan ontbossing. Naast koolstofverliezen, is er op andere plaatsen juist weer sprake van koostofvastlegging door bosherstel of aanplant van bomen.

Een bos dat gekapt is legt geen CO2 meer vast.

Page 11: Nummer 23 December 2007

11

probleem dat bekend staat als leakage bijvoorbeeld:

als in een bepaalde regio ontbossing succesvol wordt

teruggedrongen, is het heel goed denkbaar dat er juist

meer gekapt wordt in een ander gebied. Ook het niet-

permanente karakter van de CO2-credits gekoppeld

aan vermeden ontbossing leek een belangrijk nadeel,

aangezien het bos na een bepaalde periode van

veiligstelling toch weer gekapt kan worden. Ook de

monitoring van de CO2-sinks kampte met technische

en methodologische problemen. Over welke periode

wordt de ontbossingssnelheid gemeten? En tegen welk

referentiejaar of referentieperiode moet een eventuele

lagere snelheid van ontbossing worden afgezet? Hoe kan

de omvang van ondergrondse koolstofvoorraden bepaald

worden?

In het voorstel van Papoea-Nieuw-Guinea en Costa

Rica wordt een aantal bezwaren uit het verleden

ondervangen. Wat ook veel uitmaakt voor de acceptatie

van het voorstel, is dat dit voorstel door zuidelijke

landen werd gedaan. Bij eerdere voorstellen vonden

ontwikkelingslanden dat hun nationale soevereiniteit in

het geding was en dat hun ontwikkelingsmogelijkheden

te veel zouden worden beperkt. Sindsdien is er in het

internationale onderhandelingsproces een wirwar aan

voorstellen voor implementatie gedaan, maar is er nog

niet veel vooruitgang geboekt. Aan ontwikkelingslanden

is gevraagd om te rapporteren over emissies die gepaard

gaan met ontbossing, inclusief trends en oorzaken, en

daarnaast om de mogelijke oplossingen beter in kaart te

brengen.

WWFHet Wereldnatuurfonds (WWF) heeft zich altijd

afzijdig gehouden van bosaanplant en herbebossing.

De redenering was dat met dergelijke projecten de

belangrijkste oorzaak van het klimaatprobleem, namelijk

de consumptie van fossiele brandstoffen, niet wordt

aangepakt. Recent heeft de organisatie de positie

ingenomen, zich wel actief bezig te willen houden met

vermeden ontbossing, vooral in ontwikkelingslanden.

Men erkent nu dat ontbossing een belangrijke bron

van boeikasgasemissies is en dat het tegengaan van

ontbossing urgenter en op korte termijn effectiever is

dan bosaanplant. WWF wil dat vermeden ontbossing

in een toekomstig klimaatregime wordt gezien als

een geloofwaardige vorm van compensatie voor

emissiereducties en als onderdeel van een portfolio van

emissiereducerende maatregelen. De organisatie wil

bijdragen aan kennisontwikkeling en capaciteitsopbouw

op dit terrein in ontwikkelingslanden. Daarnaast wordt

er serieus gewerkt aan een zogenaamde Green Gold

Standard die kwaliteitseisen moet gaan stellen aan

activiteiten die van dit nieuwe mechanisme gebruik gaan

maken. Voldoen deze activiteiten aan sociale criteria en

op welke manier wordt er een bijdrage geleverd aan

biodiversiteit?

Pilot projectenOm ervaring op te doen, bij te dragen aan

capaciteitsopbouw, en de Green Gold Standard te

ontwikkelen, heeft WWF een drietal regio’s geselecteerd

voor de uitvoering van pilot projecten gericht op het

vermijden van ontbossing. Dit zijn Papoea en Kalimantan

in Indonesië, Peru en de Guyana’s. Duurzaam beheer van

natuurlijke ecosystemen door lokale gemeenschappen

zou ondersteund kunnen worden. Betalingen voor opslag

van CO2 in het bos kunnen zodoende een alternatieve

bron van inkomsten opleveren voor lokale boeren

en bosbeheerders. Doelstellingen op het gebied van

armoedebestrijding, biodiversiteit en koolstofopslag

kunnen in principe worden gecombineerd.

KoplopersEen snelle doorbraak in het trage internationale

onderhandelingsproces lijkt een illusie. Daarom

is het interessant om te zien wie de eventuele

koplopers kunnen zijn aan de vraagzijde. Bedrijven

en overheden kunnen immers op vrijwillige basis

gaan betalen voor CO2 in natuurlijk bos. In Nederland

loopt de gemeente Amsterdam voorop. Zij wil in 2015

klimaatneutraal opereren en zet daarom in op enerzijds

een drastische vermindering van de CO2-uitstoot en

anderzijds – beperkte - compensatie van CO2-emissies.

Ook dit stuk bos had nog lang CO2 vast kunnen leggen.

Page 12: Nummer 23 December 2007

De gemeente wil bekijken of het mogelijk is om te

compenseren via activiteiten die een synergie met

biodiversiteitsdoelstellingen oplevert, en waarbij sociale

duurzaamheid een randvoorwaarde is. Het ligt dan

voor de hand om te gaan investeren in het vermijden

van ontbossing. Ook de provincie Zuid-Holland is hierin

geïnteresseerd, voor de eigen provinciale organisatie en

daarnaast ook het stimuleren van dergelijke initiatieven

richting Zuid-Hollandse bedrijven en gemeenten.

Momenteel wordt er onderzocht of deze koplopers

willen gaan compenseren via de pilotprojecten die WWF

ontwikkelt.

Perspektieven voor TrésorWat betekent dit voor het Trésor gebied? Er wordt

uitdrukkelijk gekeken naar de successen die de Stichting

Trésor en de Association hebben geboekt op het gebied

van bosbescherming. Het beschermen van een relatief

klein gebied heeft het beleid in Frans Guyana fors

beïnvloed, wat resulteerde in de bescherming van veel

grotere arealen. Dat was ook een belangrijke motivatie

voor WWF om de Guyana’s als pilotregio te selecteren.

Een belangrijke vraag is, hoe het model van de ‘groene

olievlek’ elders succesvol toegepast kan worden. Zou

deze aanpak, of onderdelen ervan, bijvoorbeeld ook

kunnen werken in Suriname? Maar ook, concreet:

kunnen we in het gebied grenzend aan Trésor aanvullend

bosgebieden beschermen, bijvoorbeeld door gebieden

aan te kopen die dienen als buffer tegen de geplande

goudwinningsactiviteiten? Een consortium van WWF, het

milieuadviesbureau CREM en het Copernicus Instituut van

de Universiteit Utrecht zal op korte termijn werken aan

een inventarisatie van mogelijkheden. Laten we hopen

dat Green Gold op termijn de schadelijke effecten van

‘Real Gold’ kan temperen!

dr. Pita Verweij

Wetenschappelijk adviseur voor de Stichting Trésor;

Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling en

Innovatie,

Universiteit Utrecht.

Het werk van de Stichting Trésor wordt mogelijk gemaakt

door de steun van u als donateur. Hierbij is elke bijdrage,

van welke omvang dan ook, van het grootse belang.

Het bestuur van de Stichting Trésor dankt al diegenen die,

naar aanleiding van het verschijnen van TN22, vierkante

meters Trésor hebben geadopteerd.

Een bijzonder woord van dank voor de extra bijdragen die

wij mochten ontvangen van:

mevrouw E.J. Versfelt, de heer en mevrouw Van Leusden-

Groen, mevrouw J.G. van den Bosch-Doll,

mevr. J.A.W. Bakker-Jacobi, de heer E.F. Berkhout,

de heer Ph. Spoelbergh, de heer P. Riethorst,

de heer A. Stolk, de heer W. van der Klugt, MEGA ELECTRA

Groep Amsterdam, mevrouw F.R.F. van Rijswijk-Loot,

mevrouw T. Roelfsema, de heer en mevrouw Hütter,

de heer en mevrouw M.J. van den Berg, de heer en

mevr van Ginkel.

Trésor bedankt Greenchoice

Het bedrijf Greenchoice, landelijk leverancier van

groene stroom, behoort al jaren tot de trouwe

sponsoren van Trésor. Door een bijzondere financiële

bijdrage van Greenchoice in oktober van dit jaar is

het voor onze Stichting mogelijk geworden om ook

in 2008 garant te staan voor de vergoeding van onze

boswachters Kévin Pineau en Charlotte Briand in Frans

Guyana.

Dank u wel, directie en medewerkers van Greenchoice!

12

Dank u wel!

Page 13: Nummer 23 December 2007

13

Tot onze vreugde was ook Wulfert van Ginkel aanwezig.

Wulfert heeft in het verleden veel (Frans) vertaalwerk

voor Trésor gedaan. Wegens drukke werkzaamheden had

hij daar het afgelopen jaar geen tijd voor, maar nu gaf hij

aan, dat wel weer te willen doen.

We waren met onze partners uitgenodigd door het

bestuur voor een contactdag. Zo’n bijeenkomst is heel

plezierig. Je ziet weer eens de mensen met wie je

regelmatig via de e-mail contact hebt. Voor een goede

samenwerking is het toch ook nuttig, elkaar af en toe

eens in de ogen te kijken en te spreken.

Het bestuur had voor een aantrekkelijk programma

gezorgd. Na de ontvangst met koffie kregen we

een uiteenzetting door Peter de Haan, over het

Universiteitsmuseum, waarvan hij de directeur is. Het

museum bezit een unieke collectie van voorwerpen

die in vroeger tijd door wetenschappers en onderricht

gevenden werden gebruikt. Een rondgang over de

tentoonstellingen volgde, we bewonderden de prachtige

verzameling glazen kwal-modellen en mochten we

even ‘spelen’ in het kinderlaboratorium. In de expositie

‘Karakter te kijk’ kon ieder zijn of haar karakter

vergelijken met dat van Utrechtse coryfeeën als Henk

Westbroek en Claudia de Breij, met soms verrassende

uitkomsten.

Na de lunch leidde Vijko Lukkien ons rond in de

voormalige botanische tuin; een thuiswedstrijd voor hem,

want hier begon hij ooit zijn carrière als tuindirecteur.

Degenen die toen nog tijd over hadden kregen nog,

samen met de begunstigers van de Stichting “Vrienden

van de Oude Hortus”, een uiteenzetting over het conflict

over de Urker schedels.

Het was een genoeglijke, maar voor de samenwerking

tussen de websitemensen ook heel nuttige dag!

Eric Augusteijn

Vertalersdag 2007Vertalers, bestuurders en hun partners komen bij elkaar in Utrecht.

Vijko Lukkien vertelt in de tuin over de Ginko biloba.

De vier vertalers; v.l.n.r.: Linda Vreman, Priska Frank, Annemie Posner en Hanna Simon-Duttenhofer.

Foto

’s: E

ric

Au

gu

stei

jn

Op zaterdagmorgen 3 november kwamen in het Universiteitsmuseum in Utrecht de vijf vrijwilligers bij elkaar die in de afgelopen twee jaar de drietalige website van Trésor hebben verzorgd, vier vertalers: Linda Vreman (Engels), Priska Frank (Engels), Annemie Posner(Frans) en Hanna Simon-Duttenhofer (Engels) en ondergetekende als webmaster.

Page 14: Nummer 23 December 2007

14

Het is toch een bont gezelschap, zo besefte ik weer

eens, toen ik op zaterdag 3 november 2007 in het

Universiteitsmuseum in Utrecht met Eric Augusteijn

aan tafel zat. Nu zaten we daar niet alleen. We waren

aanwezig bij de jaarlijkse bijeenkomst van de vrijwilligers

die zich als vertaler inzetten voor Trésor. Eric was er in

zijn hoedanigheid als fotograaf en redacteur van ons

blad Trésor Nieuws. Elders in deze uitgave leest u zijn

verslag van die dag. Ik was er om Eric te interviewen. Alle

aanwezigen, de vertalers, Eric, Vijko en Pipassi, Frans en

Marga, maar ook al die andere Trésor-vrijwilligers die er

niet bij waren, het zijn toch bovenal idealisten, of zoals

Eric het verwoordde: mensen die de wereld een tikje

leefbaarder willen achterlaten voor hun kinderen en

kleinkinderen. Wat hen bindt, is de keuze die ze hebben

gemaakt voor Trésor, dat ideaal dat ons zo na aan het

hart ligt. Een stukje regenwoud in een ver continent dat

toch maar mooi beschermd is tegen de enge zagen van

de houthandelaren en andere rovers die onze mooie

wereld en haar biodiversiteit bedreigen. Maar dit verhaal

gaat over Eric.

Eric Augusteijn, geboren Rotterdammer en sinds 1978

bewoner van Schiermonnikoog, nam een paar jaar

geleden het stokje over van onze eerste webmaster, Guus

Pfeiffer. Eric is z’n leven lang al een ‘groentje’ geweest,

maar dan in de goede zin van het woord. Zo stapte hij

over naar een groene energieleverancier, Greenchoice.

“Die overgang is overigens heel gemakkelijk”, zegt Eric

langs z’n neus weg, “Greenchoice regelt alles voor je.” In

Rotterdam gaf hij 17 jaar lang les aan de Rotterdamsche

Huishoudschool, waar hij algemeen vormend onderwijs

gaf en toen zijn leerlingen al liefde voor de natuur

trachtte bij te brengen door hen werkstukken over dit

onderwerp te laten maken. Dat werk zette hij vanaf 1978

voort op Schiermonnikoog, waar hij op de plaatselijke

MAVO niet alleen wiskunde, scheikunde en biologie

gaf, maar ook hier zijn leerlingen liefde voor de natuur

bijbracht.

Eric heeft er altijd naar gestreefd een bijdrage aan

natuurbescherming te geven op een manier die bij hem

past en waarin hij zijn mogelijkheden kwijt kan. Zo is

hij werkzaam voor het Nationaal Park Schiermonnikoog

Co2 uitstoo

Interview door Aart de Lang

Ook onze webmaster is een idealist!

Eric Augusteijn:

‘Bij Trésor blijft niets aan

de strijkstok hangen.’

Page 15: Nummer 23 December 2007

15(waarvoor hij ook de website verzorgt!) en was hij

negen jaar lang lid van het Algemeen Bestuur van de

Waddenvereniging.

Toen Vijko Lukkien zo’n zes jaar geleden naar

Schiermonnikoog, het eiland van zijn jeugd, terugkeerde,

kwam Eric via hem in contact met Trésor. In 2003

ging hij mee met de donateursreis en hij was meteen

verkocht. Het concept van een kleine, transparante

vrijwilligersorganisatie waar niemand betaald wordt,

waar niets aan de strijkstok blijft hangen, een club

met korte lijnen en tastbare resultaten, sprak Eric aan.

Maar kon hij hier ook z’n specifieke know-how kwijt?

Natuurlijk! Een website kan vanzelfsprekend altijd beter.

Eric zag het nut van een meertalige site, met niet alleen

Nederlands, maar ook Frans en Engels als voertaal. Er

werd een oproep gedaan voor vertalers en samen met

hen bouwde Eric de prachtige site die we nu hebben.

Een site die wekelijks zo’n 800 bezoekers trekt! Toen ik

de site in 2006 aan het Conseil Régional in Frans Guyana

presenteerde was men diep onder de indruk. Hier werd

aan promotie voor hun land gedaan zoals men dat zelf

nog niet kende!

Uitgangspunt van Eric is een site te creëren die

interessant genoeg is om regelmatig te bezoeken.

Dat vereist verantwoorde informatie voor middelbare

scholieren, studenten, wetenschappers, sponsors,

donateurs en anderen die zich voor het behoud van het

regenwoud interesseren. De plant van de maand is zo’n

rubriek die de site z’n actualiteitswaarde geeft. Maar ook

de inhoud van Trésor Nieuws staat er op. Nieuwtjes uit

het gebied zelf. En wat dacht u van de mogelijkheid om

via een schenking aan Trésor CO2-compensatie voor een

vliegreis te betalen.

Maar Eric is ook redacteur van Trésor Nieuws. Samen met

Vijko zit hij degenen die bijdragen leveren achter de

broek om zich aan de deadlines te houden, redigeert hij

waar nodig de kopij en overlegt hij met de vormgevers.

Vindt u ook niet dat ze samen een prachtig stuk werk

leveren? Dankzij vrijwilligers als Eric, die zich met hart

en ziel inzetten voor de natuur, kan Trésor voortbestaan.

Wilt ook u een eigen steentje bijdragen? Er is altijd van

alles te doen. Mail of schrijf ons met een suggestie wat u

zou willen doen.

De pagina ‘Plant van de maand’ op de website trekt veel bezoekers.

Page 16: Nummer 23 December 2007

16

Als Stichting Trésor zijn we altijd op zoek naar gulle

gevers die ons ondersteunen bij ons werk. Om de lening,

in 1996 afgesloten voor de aankoop van het reservaat, af

te lossen, om de lopende kosten van beheer, onderhoud

en toezicht te betalen en om in de toekomst ons werk in

Guyana en, zo mogelijk elders, nog te kunnen uitbreiden.

Onze Stichting werkt voor het grootste deel met

vrijwilligers. Alleen in Frans Guyana wordt voor de

professionele boswachterdiensten door ons betaald.

Van de fondsen die we van grote en kleine sponsors

en van de particuliere donateurs ontvangen blijft er

aan strijkstokken niets hangen en wordt maar een

heel klein deel besteed aan kosten voor administratie

en fondsenwerving. Door de belastingdienst wordt de

Stichting Trésor erkend als een instelling ‘ten algemene

nutte’. Over incidentele giften, donaties, periodieke

schenkingen, erfstellingen en legaten behoeven door de

Stichting geen schenkings- of successierechten te worden

betaald.

Aan de andere kant maken we als lezers van deze

nieuwsbrief allemaal onze financiële afwegingen

en planningen. Bij velen is er wat ruimte om ook

een bedrag aan ‘goede doelen’ te schenken. In veel

gevallen zijn dergelijke bedragen aftrekbaar voor de

inkomstenbelasting. Trésor hanteert een vorm van

symbolisch mede-eigenaarschap via het ter adoptie

uitgeven van vierkante meters. Op deze manier hopen

we dat de donateurs zich meer betrokken voelen bij

het wel en wee van het reservaat. Het driemaal per

jaar verschijnende Trésor Nieuws zorgt ervoor dat

geïnteresseerden op de hoogte blijven. Ook de jaarlijkse

donateursdag draagt daaraan bij, evenals de steeds

actueel gehouden website www.tresorrainforest.org .

Bent u van plan de Stichting Trésor financieel te

ondersteunen dan kan dat op een aantal manieren:

• Incidenteledonatiesopeenmomentdathetu

uitkomt, via de toegezonden acceptgirokaart of een

eigen overschrijving;

• Eenperiodiekeschenking,dievolledigaftrekbaaris

bij de inkomstenbelasting als hij voor minimaal vijf

jaar in een notariële akte wordt vastgelegd. Bij een

minimale jaarlijkse schenking van € 120,- neemt de

Stichting de notariskosten voor haar rekening.

• Eenlegaat;

• Eenerfstelling.

Wilt u onze Stichting ook in de toekomst blijven

steunen en op een iets vastere basis dan alleen via de

toegezonden acceptgirokaarten, dan verzoeken wij u een

briefje met uw wensen te zenden aan:

Stichting Trésor / Vijko P.A. Lukkien / Postbus 80084 /

3508 TB Utrecht, of een e-mail aan:

[email protected].

Derk de Groot

Het goede doel Trésor, een idee voor de feestdagen?

Foto: Foto Natura

[Faculteit BètawetenschappenBiologie]