Wereldreis december 2007

20
Wereldreis Peru Thema : ARMOEDE DECEMBER 2007 Maandelijkse lesbrief voor de basisschool bij de Wereldkalender van 11.11.11 ISSN : 1375-2219 - 20ste jaargang, nummer 10

description

Lesbrief Wereldreis over Peru, thema 'armoede'

Transcript of Wereldreis december 2007

Page 1: Wereldreis december 2007

Wereldreis

Peru

Thema : ARMOEDE

DECEMBER 2007Bootje varen. Wie haalt het eerst de overkant ? Net als Marela en Florencio gaan deze kinderen tijdens Brussel-Bad helemaal op in de wedstrijd.

Maandelijkse lesbrief voor de basisschool bij de Wereldkalender van 11.11.11ISSN : 1375-2219 - 20ste jaargang, nummer 10

Page 2: Wereldreis december 2007

“WE ZEGGEN SOMS DAT WE MONDIALE VORMING ZIJN.”Hilde Crols is GOK-leerkracht in Basisschool De Dobbelsteen, vlakbij de grote appartementsblokken op Antwerpen Linker-Oever. De school trekt nogal wat kinderen uit sociaalzwakke gezinnen aan. Veel kinderen spreken thuis een andere taal: vorig jaar telde de school 44 verschillende thuistalen. Enkele jaren geleden werd het voor het schoolteam duidelijk dat ze met hun aanpak de grens van het haalbare hadden bereikt. Zij zochten naar een alternatief binnen het Jenaplan-model, een structuur die meer kansen biedt om te werken met de aanwezige diversiteit op school. Deze onderwijsvernieuwing intern begeleiden is een van de taken van Hilde.

SURF MEE NAAR EEN GELUKKIG 2015!

Hoofdrolspelers zijn ‘Joth’ de struisvo-gel en 5 kinderen uit het Zuiden.

Hoe komt het dat Gabriël uit Bolivia niet naar school kan? Waarom heeft Maria uit de Filippij-

nen honger? Antwoorden op deze vragen en uitgebreide informatie over andere Millenniumdoelstellingen vind je in de ‘bib’. Voor foto’s en fi lmpjes surf je naar de ‘beeldbank’.

Naast een informatief luik is er ook een waaier van spelletjes en wereldvriendelijke kook- en knutseltips. Bij ‘red de toma-tenboer’ voel je zelf hoe machteloos een Togolese boer met zijn tomaten staat ten opzichte van de Italiaanse tomatenpuree uit de grootschalige landbouwindustrie.

Krijg je er actiekriebels van? Strijd dan mee tegen het onrecht dat de boeren in het Zuiden wordt aangedaan. Hiervoor vind je allerlei tips en een uitdagende wedstrijd op “en nu... actie!”

De site is in de eerste plaats bedoeld voor kinderen. Daarnaast kunnen ook leer-krachten heel wat inspiratie opdoen en kant-en-klaar materiaal vinden om met de klas te werken aan een “gelukkig-2015-voor-iedereen”.De website is trouwens ook een verwerking

van de workshops ‘Gelukkig 2015’ en ‘Goed geboerd? Grote honger!’.

Tijdens deze spelen worden de leerlingen uitgedaagd: ze moeten samenwerken om de klas-Millenniumdoelstellingen te halen. De tijd loopt immers !

www.2015ikloopmee.be : Millenniumdoelstellingen op kinderniveau

Alfa vzw ontwierp een educatieve kinderwebsite over de Millenniumdoelstellingen. Op een speelse manier kunnen kinderen van het 5de en 6de leerjaar kennismaken met het thema en zelf actie ondernemen. Karolien, wrapper van Ketnet, is het gezicht van de website.

ANDESKOFFER - ‘EEN STRAAT IN ICHUÑA’

Met de Andeskoffer trekken de leerlingen naar Ichuña, een dorp hoog in het Andesgebergte. Via 24 tekenin-gen van de hoofdstraat leren ze het leven van de bewoners kennen. De bijbehorende authentieke voorwerpen en de levensechte fi guren brengen kleur en leven in de straat. Na een eerste algemene verkenning worden een aantal huizen grondiger bekeken. Daarna zijn er suggesties om creatief aan de slag te gaan.

Mediamaterialen• 24 tekeningen van de hoofdstraat, een veertigtal Andesfi guren, 30 voorwerpen, een cd, een kaart

van Peru• De handleiding beschrijft het verloop van het project. Het begeleidingsmateriaal waarmee de

kinderen in groep een huis verkennen en de doefi ches die mogelijkheden tot creatieve verwerking bieden, zitten in de koffer. Om het project te kunnen voorbereiden kan de handleiding veertien dagen op voorhand toegestuurd worden (op aanvraag).

PraktischBoekingen gebeuren telefonisch bij een van de afdelingen van Studio Globo (zie www.studioglobo.be voor de adressen)De koffer wordt verhuurd per week, van woensdag tot woensdag. Prijs: € 21 per week.

Jullie zoeken voortdurend naar middelen om de verscheidenheid in de klas op een positieve manier te benaderen. Welke werkvorm doet het goed?Elke dag begint met een kringgesprek. In deze gesprekken kom je los van leerstof die je moet aanbieden. Het gesprek zelf is de leerstof. De taalontwikkeling wordt gesti-muleerd en de kinderen leren elkanders achtergrond beter kennen en respecteren. Uiteraard geldt dat ook voor de leerkracht. Je maakt tijd voor het verhaal van kinderen, voor hun ideeën. De verscheidenheid in de klas vormt dan een leerkans om de eigen inzichten te verbreden en te verdiepen. De meeste kinderen komen veel liever naar school sinds we met deze kringgesprekken zijn gestart. We zoeken voortdurend naar goede invalshoeken. Vorig jaar startten we fi losofeergesprekken op. Dit jaar staat refl ecteren op de eigen aanpak, op de werk-houding op de voorgrond. De CLIM-werking (Coöperatief Leren In Multi-culturele groepen) is hiervoor een goede opstart. We proberen deze refl ectiemomenten uit te breiden naar andere leerdomeinen. Zelfstu-ring en een goede werkhouding bij kinderen ontwikkelen is een voorwaarde om ze bij zelfstandig werk te kunnen loslaten en om ze elkaar te leren helpen. Op die manier kan de verscheidenheid in de groep aan bod komen

en renderen. Tegelijk krijgt de leerkracht de handen meer vrij om zwakkere en sterkere kinderen extra te ondersteunen.

Jullie zoeken wegen om de diversiteit in de groep aan bod te brengen. Ook de culturele en mondiale diversiteit?We doen weinig echte projecten rond mon-diale vorming. Met onze grote diversiteit aan nationaliteiten en culturen hebben wij de wereld op school. Wij zeggen soms dat wij mondiale vorming ZIJN. Om de 2 jaar organiseren we wel een buren-culturendag. Dan maken de kinderen kennis met culturele aspecten van elkaar. Daarbij moeten we soms opletten om de cultuur van de autochtone kinderen op school niet te vergeten. Ook zij moeten zich blijven herkennen.

In welke mate brengen kinderen zelf hun mondiale achtergrond binnen?Heel wat van onze kinderen hebben duide-lijke beelden over het leven in hun land van oorsprong. Zij brengen dat vaak spontaan binnen. Zo herinner ik me dat ik de kinderen hun eigen woning liet tekenen. Er zaten veel woningen van hun thuisland tussen, zodat het mondiale aspect heel spontaan aan bod kwam. Andere gezinnen sparen om nu en dan met het gezin op bezoek te kunnen gaan naar familie. Zo blijven kinderen voeling houden

met hun wortels.Toch moet je ook opletten om de kinderen niet te sterk te confronteren met hun eigen leefsituatie. Projecten over kansarmoede, bijvoorbeeld in het kader van Welzijnszorg, liggen voor ons vaak moeilijk. Het gaat over de realiteit van gezinnen die in onze klassen zitten. Daar moet je heel respectvol mee omgaan. We proberen daar een creatieve mouw aan te passen. Toen het een tijd gele-den over de woonproblematiek ging, hebben we een inleefspel uitgewerkt. De kinderen werden verdeeld in families. Door allerlei opdrachten uit te voeren, verdienden ze geld. En daarmee gingen ze in een immobi-liënkantoor op zoek om een huis te kopen of te huren voor hun gezin. Ze konden zelfs gaan lenen bij een bank. Door een spelvorm te gebruiken werd de problematiek op een veilige en haalbare manier bespreekbaar.

Een boeiende, maar zware opgave voor de leerkrachten, lijkt het me.Inderdaad, en daarom vinden we niet enkel het welbevinden van de kinderen belangrijk, maar ook dat van de leerkrachten. Kinderen en volwassenen ontwikkelen beter als de betrokkenheid en het welbevinden hoog scoren. Ons sociaalzwakke publiek bezorgt hen geregeld gevoelens van frustratie. Niet alles loopt zoals gehoopt, de communicatie verloopt soms moeizaam, waardepatronen van de ouders verschillen van de onze, … Die gevoelens wortelen vaak in een onvoldoende zicht op de kansarmoedeproblematiek of op de achtergronden van de kinderen. Het is belangrijk om daar als intern begeleider oog voor te hebben en tijd voor te maken. Informatie en vorming van buitenaf en ondersteuning vanuit het beleid en het schoolbestuur spelen een grote rol.

En als je morgen mag kiezen: terug naar een ‘witte’ school?Neen, in geen geval, want ik wil de rijkdom van deze school niet missen. Maar ik had wel liever een beter afgewogen mix, vooral als ondersteuning voor de taalontwikkeling. Als te weinig kinderen het Nederlands goed beheersen, heb je weinig goede taalvoor-beelden in je klas en wordt het leren van elkaar moeilijker.

Page 3: Wereldreis december 2007

Voorwoord

Beste lezer,met deze laatste Wereldreis van 2007 trekken we naar Peru, Latijns Amerika.We maken er kennis met Marela en Florencio, 2 kinderen die vol spanning uitkij-ken naar de wedstrijd: “Wie maakt de mooiste boot?”. De spanning en sensatie die met zo’n wedstrijd gepaard gaat is vast herkenbaar voor je leerlingen. Velen zijn lid van een sportclub of jeugdbeweging. Of ze trekken in de zomer naar Brussel-Bad en gaan er bootje-varen, zoals op de spiegelfoto te zien is. Verbon-denheid opwekken met mensen in het Zuiden, het zit vaak in dergelijke kleine en vooral herkenbare dingen.

We kunnen echter ook niet naast de grauwe realiteit van de armoede kijken. Ook in Peru is er nog veel werk om de Millenniumdoelstellingen te halen.Zo is er de situatie van werkende kinderen, wat voor kinderen in België moeilijk voor te stellen is. Een onderwerp ook waarover te vaak in clichés wordt gedacht. Zo komt Manthoc, een organisatie van werkende kinderen, op voor het recht op waardige arbeid. Een onderwerp waarover je met kinderen van de derde graad al eens stevig van gedachten kunt wisselen.

We geven ook het woord aan een collega-leerkracht. Hilde Crols trok de voorbije zomer naar Peru. Dat was voor ons de aanleiding om bij haar langs te gaan. Maar haar woorden maken het duidelijk: je hoeft niet naar Peru te trekken om de we-reld te ontdekken. Je kan eraan beginnen op de speelplaats van je school.

Veel succes,

Jan Debonnet

INHOUDSurf mee naar een gelukkig 2015 .......2Andeskoffer, 'Een straat in Ichuña' ...2Voorwoord ....................................3Reisinfo

Landeninfo Peru ........................4Titicacameer ............................4Foto-info .................................5Thema-info : Armoede ................5Reiswoordenschat ......................5

Reistips en werkbladenEerste graad ..........................6-8Versier de muts .........................7Kleur de vlag ............................8Tweede graad ....................... 9-11Brief uit Peru .......................... 10Opdrachtenkaart ..................... 11Bak een banaanomelet ............. 11Derde graad ........................12-17Webtips ................................. 13Voer voor boekenwurmen .......... 13De wedstrijd ...................... 14-15Peru op kaart .......................... 16Naar de winkel ........................ 17Tekening van de kalenderfoto .... 18

Hilde Crols : "We zeggen soms dat we mondiale vorming ZIJN" ................ 19Spiegelfoto ................................. 20

C O L O F O N

Wereldreis - 2007/10 - 3

Wereldreis is een uitgave van Studio Globo v.z.w. © 2007Wereldreis, Studio Globo, Otletstraat 28/11, 1070 Brussel, fax : 02 520 91 11 Website : www.studioglobo.be/wereldreis Abonnement : 15,00 voor 10 nummers. Afzonderlijk nummer : 1,50Bankrekening : 068-2352505-88 Administratie : Ann Vermoesen, T 02 520 05 30, E [email protected] Redactie : Jan Debonnet en Helga Vande Voorde, T 02 526 10 92, E [email protected] dit nummer werkten mee : Nancy Van Remoortel ; Hanne Loosveld, Elien Vergote, Loes Weemeeuw, Katrien Mostaert, Annelies Verhille, Lien Demeers-seman, Evelien Demeestere, Ann-Sophie Pattyn, Stefanie Grymonprez, Nikkie Benoit, Birde Vanlerberghe, Hanne Borra, Delphine Veraeghe, Nikita Ver-gote, Elise Dessauvage, Tine Durnez, Fienelot Soete, Charlotte Caulier (Katho Reno) ; Kristine van Den Bogerd (tekeningen), Marc Vermeiren (vormgeving) Foto : kalenderfoto : Gèrard Sioen, spiegelfoto : Frank Dhooghe (fl ickr.com), p. 19 : Bob De Pooter

Verantwoordelijke uitgever : Piet Spanhove, Otletstraat 28/11, 1070 Brussel Overname voor niet-commercieel gebruik in het onderwijs en zonder afgeleide werken is toegelaten mits naamvermeldingWereldreis is gedrukt op FSC-gecertifi ceerd papierDeze uitgave kwam tot stand i.s.m. de Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbewe-ging-11.11.11 v.z.w. en met de steun van het D.G.O.S.

Page 4: Wereldreis december 2007

Wereldreis - 2007/10 - Reisinfo - 4

LANDENINFO

Ligging en landschap Peru is een republiek in Zuid-Amerika aan de kust van de Stille Oceaan, net ten zuiden van de evenaar. Het land is 60 keer groter dan België (1 285 216 km²) en is het derde grootste land van Zuid-Amerika. Peru wordt verdeeld in drie gebieden : de Costa, de Sierra en de Selva. De woes-tijnen (in sommige gebieden regent het maar één keer in twee jaar) zijn gelegen in de Costa en strekken zich uit langs de Stille Oceaan. In de Sierra ligt vooral het Andesgebied (Cordillera Occidental en Cordillera Oriental) met als hoogste punt de Huascarán Sur op 6 780 m. De Selva, ten oosten daarvan, is een tropisch laagland en omvat meer dan de helft van het Peruaanse grondgebied.

Geschiedenis Doorheen de tijd volgden verschillende culturen elkaar op. Het Incarijk had in de 15de eeuw de controle over een groot deel van dit land. In de 16de eeuw verkende de Spanjaard Francisco Pizarro de kustlijnen van Peru. Hij stichtte in

1535 de stad Lima, waar hij zes jaar later werd vermoord. In de 18de eeuw kwam er een opstand tegen de koloniale bezetting onder leiding van de laatste Incaleider, Manco Inca. In 1824 werd het land bevrijd van de Spanjaarden door de Venezolaan Simon Bolívar en de Argentijn José de San Martín. Er vond een oorlog plaats met Ecuador over Noord-Peru. Het land was echter niet betrokken bij de Wereldoorlogen van de twintigste eeuw. In de jaren tachtig zorgden enkele guerrillabewegingen voor instabiliteit op politiek vlak. Sinds 2006 is Alan García Pérez president.

Bevolking In Peru wonen 29 miljoen mensen. De grootste steden zijn : de metropool van Lima en Callao (samen 8 miljoen inwoners), Arequipa, Chiclayo, Trujillo en Piura. De mensen van pure indiaanse afkomst, de helft van de bevolking, leven vaak in bergdorpen die ver verwijderd zijn van de steden. Zij praten Quechua of Aymara. De officiële taal is echter het Spaans, in Peru Castellano genoemd. De Spaanse soldaten brachten het christen-dom mee naar Peru. Nu is 90 % van de

bevolking katholiek, maar in de beleving is hun godsdienst sterk doorweven met pre-columbiaanse gebrui-ken. HDI : met 0,752 komt Peru op een gemiddelde 85ste plaats.

Economie De Peruaanse eco-nomie is sterk afhan-kelijk van de uitvoer van producten uit landbouw, mijnbouw en visserij. Peru staat op de tweede plaats in de wereld op ge-bied van visserij en de zilverproductie. De belangrijkste ex-portproducten (naar buurlanden, de VS, Japan en de EU) zijn koper, zilver, suiker,

vis en vismeel, koffie, katoen, coca en aardolie. Vooral grondstoffen, machines en voe-dingsmiddelen worden ingevoerd. Met een miljoen bezoekers per jaar is de toeristische sector ook heel belangrijk. Munt : de Peruaanse nuevo sol, 1 PEN = 0,2306 euro.

HEB JE AL GEHOORD VAN … HET TITICACAMEER ?

Het hoogste bevaarbare meer ter wereld (3 812 m) is het Titicaca-meer. Het is genoemd naar het eiland Intikjarka en betekent ‘zonnerots’. De oppervlakte bedraagt 8 372 km². Het is 175 kilometer lang, 50 kilometer breed en gemiddeld 100 meter diep met als maximum 283 meter. De watertemperatuur blijft vrij constant op 13 °C. In het meer bevinden zich 36 eilanden en de grens met Bolivia loopt er dwars door.

Dit meer ontvangt veel smelt- en re-genwater uit het Andesgebergte. De Rio Ramis, een zuidwaarts stromende rivier, is de belangrijkste bronrivier van het Titicaca-meer. Veel water verdampt, zodat er weinig afvloeiing is naar de Boliviaanse zoutvlakten zoals de Salar de Uyuní (zie Wereldreis van mei 2005) en er stroomt geen water meer vanaf de hoogvlakte naar de oceaan.

Peru

Page 5: Wereldreis december 2007

FOTO-INFO Deze foto is gemaakt op Taquile, een eiland in het Titicacameer met 1700 inwoners. De kinderen, broer en zus, zijn ongeveer vijf jaar. Zij vermaken zich bij hun ouderlijk huis, terwijl de volwassenen het strooien dak herstellen. Het gebruikte cypergras groeit aan de oevers van het Titicacameer. De mannen maken er ook boten mee. Je kunt zien dat de kinderen op de foto niet veel middelen hebben om te spelen.Het jongentje draagt een muts, een chulo, die de mannen breien. Het eiland is beroemd vanwege de traditionele, kleurrijke kleding. De sociale structuur is eerder ongewoon : elke familie werkt voor de gemeenschap. De bewoners willen niet dat het eiland een grote trekpleister wordt en daarom beperken zij de toeristische activiteiten.

THEMA-INFO : ARMOEDE

Wat is armoede ? Je bent niet alleen arm als je weinig geld bezit, maar ook als je niet genoeg te eten krijgt of geen huis hebt om in te wonen. Je hebt dus gebrek aan bestaansmid-delen, zodat je niet kunt voldoen aan basisbehoeften. Armoede is afhankelijk van de samenleving waar je woont, treft vooral vrouwen en gaat gepaard met (maatschappelijke) uitsluiting, afhan-kelijkheid, schaamte en stress. De Peruaan Javier Pérez de Cuéllar,

gewezen secretaris-generaal van de Ver-enigde Naties, stelde 17 oktober in als Werelddag van Verzet tegen Armoede. Een miljard kinderen op de wereld leven in extreme armoede. Dat betekent dat zij moeten leven van minder dan tweederde euro (een dollar) per dag. Organisaties zoals het UNDP bestrijden armoede. De eerste Millenniumdoelstelling wil het

aantal mensen dat in extreme armoede leeft in 2015 halveren ten opzichte van 1990.

Waarom zijn mensen arm ? Landen kunnen worden getroffen door natuurrampen, waardoor de oogst mislukt. Oorlogen brengen ook altijd armoede : de akkers worden niet meer bebouwd, fabrieken en wegen vernield, veel geld gaat op aan de oorlog, terwijl de bevolking gebrek lijdt. Politieke en economische processen kunnen hele landen in armoede houden. Die algemene omstandigheden vergroten ook de kans op individuele factoren als analfabetisme, werkloosheid, gebrekkige hygiëne, ziekte, verslaving of schulden. Dikwijls wordt armoede van generatie op generatie doorgegeven. In ieder geval : ‘arm’ is niet ‘dom’ !

In PeruIn de 15de eeuw veroverden Spanjaar-den Peru, zij onderdrukten de bewoners

en namen hun eigendommen af. Nu nog leeft meer dan de helft van de Peruanen in armoede. Door de vele guerrillaoorlogen en de drugshandel kan de regering van Peru onmogelijk voldoen aan de basisbehoeften van de bevolking. De mensen proberen op veel manieren geld te verdienen. Velen hopen in de stad werk en een betere toekomst te vinden.

Voor veel kinderen in Peru zijn de kin-derjaren een harde ervaring. Onderwijs is gratis, toch kunnen veel kinderen daar alleen maar van dromen. Ruim honderdduizend kinderen gaan werken om zelf in leven te blijven en om in het onderhoud van het gezin te voorzien. Zij werken hard en lang als sjouwer op bouwplaatsen, hoeder van alpaca’s, leerlooier, schoenpoetser, kelner, leerjongen, ticketverkoper op de bus … Zij geven hun inkomsten meestal thuis af zodat het gezin ge-noeg te eten zou hebben. Het zijn vooral kinderen van indiaanse of van gemengde afkomst, blanke kinderen werken (bijna) nooit. Voor de kinderen die wel naar school kunnen, maar na school moeten wer-ken, is het ook niet gemakkelijk. In de stad verkopen zij snoepjes, zij maken autoruiten schoon of soms bedelen zij. Op het platteland is het normaal om in of bij het huis te werken. Als de familie een stukje grond heeft, helpen zij op het land of zorgen zij voor de dieren. Meisjes werken vaak op nabijgelegen boerderijen met klerenwassen en melken. Door onlusten zijn veel kinderen wees en/of dakloos geworden. Dit kunnen dan straatkinderen worden : die wonen en werken op straat, gaan niet naar school en hebben meestal de banden met hun familie verbroken. De gemid-delde leeftijd van de straatkinderen in Peru is twaalf jaar.

REISWOORDENSCHAT

guerilla : kleinschalige, informele oorlogvoering.

vicuña : kleinste kameelachtige (Vicug-na vicugna) uit het Andesgebied (< Quechua wik’uña).

Wereldreis - 2007/10 - Reisinfo - 5

Page 6: Wereldreis december 2007

EINDTERMEN

De leerlingen : - kunnen eigen werkwijzen vergelijken met andere werk-

wijzen en een oordeel geven daarover (2.8),- kunnen illustreren dat welvaart zowel over de verschillende

landen in de wereld als in België ongelijk verdeeld is (4.4) en

- kunnen aspecten van het dagelijkse leven in een land van een ander cultuurgebied vergelijken met het eigen leven (6.9).

BIJ DE FOTO

Toon de kalenderfoto aan de leerlingen. Laat de leerlingen vertellen wat zij zien. Zijn de kinderen op de foto jongens of meisjes ?” Jongen en meisje. Vraag aan de jongens : “Spelen jullie liever met jongens of met meisjes ? Waarom ?” Stel dezelfde vraag aan de meisjes.Op de foto zie je broer en zus. “Wie zou het jongetje zijn ?” Het kind met de muts aan. De jongen en het meisje zitten tegen een muur. “Wat doen zij ?” Spelen met stro.

SPELEN EN ARMOEDE

“Hoe voelen de twee kinderen zich, denk je ? Waaraan zie je dat ?” Laat de leerlingen het tafereel eventueel eens naspelen. “Wat kun je nog maken met stro ? Spelen wij ook met stro ? Waar spelen wij mee ? Heb je duur speelgoed nodig om je te amuseren ?”

Breng speelgoed en werktuigen in de klas. Geef de verschil-lende voorwerpen door in de vertelhoek. De leerlingen reageren even vrij.

Laat daarna de voorwerpen in groepen indelen : “Waarmee kun je spelen ? Samen of alleen ? Wat is er typisch voor meisjes, typisch voor jongens, wat is voor allebei ? Kun je er veel plezier mee beleven ? Kun je ook spelen zonder speelgoed ?”

Zorg voor voorwerpen waar discussie over mogelijk is. Voorstellen :

MOOIE MUTS

Vertel over de kleurrijke muts die het jongetje op de foto draagt. De leerlin-gen plaatsen een muts op het hoofd tijdens het luis-teren. Bij de Taquileños - de inwoners van Taquile - worden de mutsen, die chulos heten, enkel door de mannen gebreid. Als je geen muts zou dragen, hangen de vellen zo op je hoofd door de brandende zon. De getrouwde mannen dragen een rode pompon aan de muts, bij de vrijgezellen is deze pompon wit.

Activiteiten - Laat de kinderen hun favoriete muts meebrengen en erover

vertellen. - Ze verdelen de mutsen in groepen: kleurrijk of egaal,

vorm, soort stof …- In de turnzaal kun je tikspelen organiseren. De tikker is

herkenbaar aan de kleurrijke muts. - Versier de muts op werkblad A met kleurrijke plukjes

wol of snippers. - Vouw samen met de leerlingen een papieren bootje. Zoals

de boten op het Titicacameer van Peru gemaakt zijn uit stro, kun je de leerlingen hun bootje laten versieren met strootjes.

PERUAANSE KLEUREN EN VORMEN

Peru heeft een heel mooie en kleurrijke staatsvlag. Laat de kinderen een tijd lang aandachtig de vlag observeren (zie Webtips). Dek dan de vlag af en vraag hen naar de kleuren en/of tekeningen die zij hebben gezien op de vlag. Een rode, een witte en een rode verticale baan wisselen elkaar af. Op het wapen in het midden staan een vicuña voor het dierenrijk, een kinaboom (Cinchona) voor het plantenrijk en een hoorn des overvloeds voor het mineralenrijk. Erboven prijkt een krans van steeneik (Quercus ilex). Controleer de antwoorden met de vlag. Op werkblad B vind je een kleurplaat van de staatsvlag. Laat deze inkleuren, maar houd daarbij de vlag wel in het zicht.

Eerste graad

Wereldreis - 2007/10 - Reistips - 6

- een bol wol of stuk touw- een pop- een autootje- een strijkijzer- een voetbal- kleurpotloden- bouwstenen

- een snoeischaar- een bordspel - parels en kralen- een gameboy- een draaitol- knikkers - doeken …

Page 7: Wereldreis december 2007

Wereldreis - 2007/10 - Werkblad A - 7

Versier de muts met kleurrijke plukjes wol

Page 8: Wereldreis december 2007

Kleur de vlag van Peru juist in !

Wereldreis - 2007/10 - Werkblad B - 8

Page 9: Wereldreis december 2007

EINDTERMEN WERELDORIËNTATIE

M.b.v. de volgende lessen kunnen de leerlingen : - … streken in België situeren op een kaart en de relatie

beschrijven tussen de omgeving en aspecten van het dagelijks leven van de mensen (6.8),

- een atlas raadplegen en enkele soorten kaarten hanteren (6.11) en

- op hun niveau verschillende informatiebronnen raadplegen (7.1).

VERKENNING VAN PERU

Zorg voor informatie (boeken, cd-roms, internet …) en let op het leesniveau. Voorzie voldoende beeldmateriaal : het visuele aspect is heel belangrijk !

Instap (5’) De leerkracht brengt zelf een wereldkaart en een wereldbol mee om Peru te situeren. Aan het bord hangen verschillende foto’s over Peru (zie Websites). De leerlingen bekijken alle foto’s aandachtig. Er volgt een klassikale bespreking. “Wat zie je op de foto’s ? Wat valt op ? Bekijk ook goed de omgeving, de kleuren …” Zet kernwoorden over Peru in een woordspin.

Kern : landeninformatie (45’) Voor dit opzoekingswerk over Peru en de verwoording daarvan verdeel je de klas in groepen. Zij krijgen de opdrachtenkaart van werkblad D, gaan zelfstandig aan de slag en werken goed door. Na een afgesproken tijd stellen de groepen hun opgezochte informatie voor aan elkaar. Tijdens de bespreking luisteren de anderen aandachtig en noteren.

EEN BRIEF UIT PERU EN EEN TERUG

Instap (5’)De leerlingen lezen in stilte de brief van Celista, een Peruaans meisje, over haar land (werkblad C).

Kern (40’)De leerlingen bespreken kort wat in de brief staat. Daarna mag iedereen van de klas zijn mening zeggen of vragen stellen. Vervolgens schrijven de leerlingen - in groepen - zelf een brief terug naar Celista. Verdeel de taken : iemand schrijft de brief, iemand

is leider in het groepje, iemand zorgt voor een foto van België ... Let er op dat zij goed samenwerken en dat iedereen zijn inbreng heeft. Zij denken eerst even na wat zij allemaal kunnen vertellen en kijken wat Celista schreef : zichzelf voorstellen, de school, het land, de landschappen, de mensen …

Ze maken hun brief (twintig lijnen) dan ook zo op. Controleer bij het schrijven : onnodige informatie, hoofdletters, spellingfouten. De groepen maken eerst een kladversie, laten ze nakijken en schrijven dan in het net.

Slot (5’)Wie leest zijn brief even voor ?

ARMOEDE

Zorg als leerkracht voor voldoende achtergrondinformatie beschikt. Laat de leerlingen veel aan het woord tijdens deze les : zij weten vaak meer dan je vermoedt.

Instap (5’)Voer een onderwijsleergesprek en maak met de leerlingen een woordspin op het bord. “Wat is armoede ? Kun je zien aan iemand dat hij of zij arm is ?”

Kern : armoede bij ons en in Peru (45’) Ook bij ons komt armoede voor, maar er zijn instanties die helpen om armoede te verdrijven. “Wie geeft een voorbeeld ? Ken je nog andere organisa-ties ? Wat doen deze organisaties vooral ? Welke mensen zoeken hulp bij dergelijke instanties ? Waar komt armoede voor ? Hoe denk je dat arme mensen zich voelen ? Wat kunnen wij doen om die armen te helpen ?”

In Peru is er nog veel meer armoede dan in België. Het verschil tussen rijk en arm is er uiterst groot. “Wat zie je op de foto ? Hoe komt het dat de kinderen zelf voor speelgoed zorgen ? Bedenk je zelf vaak spelletjes die je zonder speelgoed kunt spelen ?”

AFSLUITER

Als hoekenwerk ma-ken groepjes leerlingen onder begeleiding van de leerkracht een ba-naanomelet (werkblad D). Een oven en de ingrediënten moeten ter beschikking zijn in de school.

Tweede graad

Wereldreis - 2007/10 - Reistips - 9

Page 10: Wereldreis december 2007

Wereldreis - 2007/10 - Werkblad C - 10

Hoi iedereen,

Hoe is het daar bij jullie ? Hier in Peru gaat alles goed. Deze week is er geen school. Wanneer hebben jullie vakantie ?

Ik ga heel graag naar het Titicacameer. Het is een prachtige plek. Ik ben er best trots op. Kennen jullie ook zo’n mooie plekjes daar in België ?

Het Titicacameer is zo groot als een kwart van België, zo zien jullie dat Peru heel groot is.

Ik zal eens proberen uit te leggen aan jullie hoe ons land in elkaar zit. Eerst en vooral hebben wij het kustgebied. Dat is woestijnachtig, maar de meeste steden liggen daar.

Dan heb je de gebergten van de Andes : hoogvlakten en bergketens met ravijnen, sneeuw en vulkanen.

De helft van het land is oerwoud, dat is het gebied waar de Amazonerivier ontspringt. Het is er warm en vochtig en er wonen weinig mensen.

Is België ook verdeeld in streken ? Is het helemaal anders ?

Op de foto zie je mijn zus en broer. Leuke kledij hé ? ! Ik ben dol op die mooie kleuren. Jullie zouden daar zeker en vast ook heel mooi mee staan.

Jammer dat wij zo ver weg wonen. Ik hoop dat wij elkaar ooit eens kunnen ontmoeten.

Veel groetjes, Celista

Page 11: Wereldreis december 2007

Wereldreis - 2007/10 - Werkblad D - 11

Opdrachtenkaart

Jullie hebben een taak in verband met het landschap in Peru. Lees onderstaande vragen en opdrachten heel goed. Jullie zoeken informatie op in de boeken en via het internet. Eén iemand van jullie noteert ook de antwoorden in zijn of haar werkschrift.

- Welke drie grote landschappen zijn er in Peru ? - Situeer deze landschappen. - Beschrijf het klimaat van de drie landschappen. - Bespreek het aantal inwoners per landschap.

Indien jullie nog weetjes vinden over de landschappen, de steden, de mensen … mogen jullie die ook vermelden.

Bak een banaanomelet Ingrediënten- 3 eetlepels boter- 4 bananen- 6 eieren (wit en dooiers gescheiden)- ½ theelepel zout- snuifje cayennepeper- ¼ kopje melk- 2 eetlepels fijngehakte peterselie

Bereiding- Snij de bananen in schijfjes.- Smelt de boter in een pannetje en bak de schijven

banaan vijf minuten zachtjes. Draai de bananen-schijfjes regelmatig.

- Haal de bananenschijfjes uit de pan en leg ze apart.

- Klop de dooiers met het zout, de cayennepeper en de melk.

- Klop het eiwit tot het stijf is. Je moet de beker kun-nen omdraaien : het eiwit mag er niet uitvallen, pas dan is het eiwit stijf. Schep eiwit en dooiermengsel bij elkaar.

- Doe dit in een beboterde diepe bakvorm en leg de schijfjes banaan er bovenop.

- Laat het 20 minuten in een oven op 175 graden bakken tot het lichtbruin is.

- Bestrooi dit nu met peterselie.

Page 12: Wereldreis december 2007

EINDTERMEN

Deze lessen i.v.m. Wereldoriëntatie helpen de leerlingen ook om te kunnen - illustreren dat verschillende sociale en culturele groepen

verschillende waarden en normen bezitten (4.8), - de tijd die ze nodig hebben voor een hen bekende

bezigheid realistisch schatten (5.1),- illustreren op welke wijze internationale organisaties

ernaar streven om het welzijn en/of de vrede te bevor-deren (4.15),

- belangstelling tonen voor het verleden, heden en de toekomst, hier en elders (5.9),

- in praktische toepassingssituaties op een gepaste kaart of op de globe de evenaar, de oceanen … en de wereld-delen opzoeken en aanwijzen (6.2) en

- aspecten van het dagelijkse leven in een land van een ander cultuurgebied vergelijken met het eigen leven (6.9).

KOM IN DE SFEER

Bij het begin van de lessen over Peru is het belangrijk de kinderen in de juiste sfeer te brengen. Zorg ervoor dat het volkslied “Somos libres, seámoslo siempre” speelt wanneer de leerlingen binnenkomen in de klas. Verzorg ook het decor : hang ’s morgens de Peruaanse vlag uit, hang foto’s op die gemaakt zijn in Peru, draag traditio-nele kledij uit Peru, breng typische Peruaanse gerechten mee … Het is belangrijk dat alles klaar staat voordat de kinderen binnenkomen in het klaslokaal. Als al deze zaken in orde zijn, kunnen de kinderen zich inleven in een Peruaanse situatie.

Begin de bespreking van de kalenderfoto met het leggen van de puzzel daarvan, die door 11.11.11 is uitgegeven. Organiseer een kort klasgesprek met volgende vragen : “Wat zie je op de foto ? Waaraan doet de foto je denken ? Wat vind je van de foto ? In welk land zou deze foto zijn genomen ? Wat doen de kinderen ?” De leerlingen lezen en bespreken het verhaal op werk-blad E en F.

ORIËNTEER OP PERU

Zet een wereldbol vooraan in de klas. Laat de kinderen de ligging van België en van Peru zien. Zo krijgen zij een beeld van de afstand tussen beide landen. De kinderen zoeken hoe lang zij onderweg zouden zijn met een vliegtuig van België naar Peru (17 uur en 40 minuten). Hiervoor kunnen zij deze site gebruiken : http://www.leukedinges.be/site3/vliegtijdenafstand.php Zij berekenen hoe laat het momenteel is in Peru. Daar-voor gebruiken zij de atlas. Suggestie : je kunt hierover

ook toepassingen maken in de wiskundeles. In Peru is het - volgens onze wintertijd - zes uur vroeger dan in België. In dit Zuid-Amerikaanse land (zie Landeninfo) kunnen wij van west naar oost drie gebie-den onderscheiden, telkens gekenmerkt door hun eigen klimaattype : de Costa, de Sierra en de Selva. De leerlin-gen vullen werkblad G in. Oplossing ligging :

HET DAGELIJKSE LEVEN

Boodschappen doen Helpen de leerlingen soms thuis mee ? Wat doen zij dan ? Zorg eventueel voor wat extra fotomateriaal. Vraag aan de leerlingen wie soms boodschappen doet. Doen zij dit alleen of samen met een volwassene ? Wat kopen zij dan allemaal ? Vinden zij dit leuk ? Wie betaalt er deze boodschappen ? Hoe wordt er betaald ? Laat de leerlingen duidelijk verwoorden dat wij betalen met euro’s.De Peruaanse kinderen gaan ook soms boodschappen doen. Geef wat meer uitleg rond de munteenheid van Peru. Vraag wat kinderen in Peru zouden kopen ? Hierna kunnen de leerlingen werkblad H ‘Naar de winkel’ individueel oplossen. Tijdens de wiskundeles voeren de leerlingen enkele omreke-ningen uit, zoals : “Je koopt in Peru een trui voor zes nuevo sol, hoeveel euro kost de trui ?” Hierna verwoorden de leerlingen gelijkenissen en verschil-len.

ArmoedeJe vindt op Taquile een goed uitgebouwde school, maar veel kinderen maken hun schoolcarrière niet af. Als je vijftien bent, ben je oud genoeg geacht om te trouwen. Vooral meis-jes trouwen heel vroeg, waardoor zij veel kansen mislopen. Eenmaal getrouwd, is het uitgesloten om verder te studeren in Puno, een stad aan de rand van het meer. Daardoor krijgen de meisjes niet de gelegenheid om zich te ontplooien binnen de gemeenschap. Meer over de verhoudingen tussen jongens en meisjes op Taquile in de Wereldreis van februari 2002. Studeren kan op het vasteland in Puno, maar dit is on-betaalbaar voor de meeste mensen. De kosten voor een studie, boeken en een slaapplaats in Puno zijn veel te hoog. Daarom moeten mensen en zelfs kinderen heel hard werken. Kinderarbeid is in Peru een dagelijkse, trieste realiteit (zie Thema-info). Organiseer hierover een gesprek. Volgende onderwerpen komen aan bod : “Vergelijking met Belgische kinderen, eigen mening, wat kunnen wij doen, verbod op kinderarbeid … ?”

Derde graad

Wereldreis - 2007/10 - Reistips - 12

Page 13: Wereldreis december 2007

Toneel : werkomstandighedenTijdens de derde les steken de leerlingen een kort toneel in elkaar. Verdeel de kinderen in groepjes van telkens drie leerlingen. Er zijn drie personages : een werkgever, een werknemer en de arbeidschef. Geef de kinderen uitleg bij de functie van elk personage. De werkgever is de grote baas van het bedrijf. Hij wil bovenal winst maken. Hij heeft weinig respect voor iedereen die een mindere functie heeft dan hij-zelf. De werknemers worden uitgebuit door de werkgever : zij moeten allerlei vuile en onderbetaalde werken uitvoeren, vaak in slechte omstandigheden. De arbeidschef staat iets lager dan de werkgever en iets hoger dan de werknemers. Hij wordt door de werkgever in dienst genomen om de werknemers te controleren. Ook de arbeidschef krijgt niet veel geld voor het werk dat hij levert. De arbeidschef heeft medelijden met de werknemers, maar hij durft het niet voor hen op te nemen omdat hij schrik heeft dat hij daardoor zelf zijn ontslag zal krijgen. Laat de kinderen per groep een woordspin maken rond de werkomstandigheden in Peru, om zo enkele ideeën te verzamelen. Daarna moeten zij een toneelstukje in elkaar steken, waar iedereen een rol in krijgt. Geef de kinderen zeker voldoende tijd om hun toneel voor te bereiden met hun groepje. Laat elke groep op het einde van de les hun toneel spelen voor de andere groepen van de klas. Elke groep mag een korte reactie geven op het toneelstukje van de andere groepen.

Door dit toneel leren de kinderen hoe de relaties zijn tussen werknemers en werkgevers in Peru. Zo leren zij ook omgaan met de ongelijke behandeling van arme en rijke mensen.

Verwerking als afsluiter Laat de kinderen nog even nadenken over de toneeltjes die zij hebben gespeeld. Geef alle kinderen een blad en laat hen daarop noteren wat zij positief en wat zij negatief vonden aan de situatie in Peru. Daarna haalt de leerkracht alle bladen op, leest enkele briefjes voor en laat de andere kinderen daarop reageren. Terwijl de leerlingen reageren, schrijft de leerkracht enkele kernwoorden op het bord. Na het klasgesprek mogen kinderen een artikel schrijven voor een plaatselijke krant in Peru. In die krant reageren zij op de omstandigheden in Peru. Zij formuleren ook mo-gelijkheden om iets te veranderen aan de situatie in Peru.

WEBTIPS

Armoede :www.uitpers.be/artikel_view.php?id=943 www.mdgmonitor.org/map.cfm?goal=0&indicator=0&cd=www.ikwilniet.org/wereldinbeeld/wereldinbeeld7.phpwww.statbel.fgov.be/press/pr106_nl.pdf

Kinderarbeid : http://www.vormen.org/Kinderarbeid/Kinderarbeid.pdf

Het Peruaanse volkslied staat op http://nl.wikipedia.org/wiki/Somos_libres%2C_se%C3%A1moslo_siempre

Peru : http://nl.wikipedia.org/wiki/Peruwww.bethesdavoorperu.nl/Geografische%20Lgging.htmwww.infoperu.comwww.landenweb.net/peru/www.samsam.net Het Titicacameer en Taquile : www.crystalinks.com/laketiticaca.html www.andrys.com/peru9.html www.go2peru.com/pun_foto2.htm

Vliegafstanden : www.leukedinges.be/site3/vliegtijdenafstand.php

VOER VOOR BOEKENWURMEN

- Achter de muur – werken aan gelijke kansen. Studio Globo, Brussel, 2005.

- Armoede in de wereld. R. Bowden. Corona, Etten-Leur, 2006.

- Globalisering en armoede : over het nut van armoede in de nieuwe wereldorde. F. Mestrum. EPO, Berchem, 2002.

- Mensen zoals jij en ik. Red. P. Arlon. Lannoo, Tielt, 2004.

- Overleven in ontwikkelingslanden. A. Mudde. Teleac NOT, Hilversum, 2006.

- Peru. Docentenhandleiding nr. 3. Samsam, Amsterdam, 2003.

- Straatkinderen – Kinderstem in je klas. M. Nauta & G. Zwanik-ken. Mensen in nood, Den Haag, 2001.

- Werk gezocht. Peru. De Wereld-boot. Voorlichtingsdienst Ont-wikkelingssamenwerking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 1995.

- Wonen en leven in Peru. Ach-tergrond. KWA, Antwerpen, 2001.

Wereldreis - 2007/10 - Reistips - 13

Page 14: Wereldreis december 2007

Het is een stralende morgen op het eiland Taquile ! De zon schijnt heerlijk en weerspiegelt zich in het immens blauwe Titicacameer. Marela en Florencio zijn blij, want zij hebben een vrije dag en zij hoeven dus niet te wachten op de boot die hen naar school brengt. Het belooft een leuke dag te worden, omdat zij eindelijk op bezoek mogen gaan bij hun vriendjes op de Uroseilanden.

Kleine broer en zus zitten te spelen met wat stro dat van het dak is gevallen. Zij amuseren zich er kos-telijk mee en blijven liever thuis. Floren-cio zet zijn mooiste

gebreide muts op, zo wil hij laten zien dat hij van Taquile komt. Eens Marela en Florencio de vijfhon-derdnegenentwintig trappen afgedaald zijn, komen zij aan de aanlegplaats van de boten. Daar wachten zij op de motorboot die hen naar de drijvende eilanden van de Uros zal brengen.

Al gauw zijn zij een eind op weg over het koude wa-ter. Zij varen langs een groep snaterende eenden. Na twee uur varen, komen zij ter bestemming en zij kijken heel verwonderd op, want de huizen staan zomaar midden op het water ... “De mensen wonen in huizen van totorastro.” “Kijk, daar loopt een poes.” “Zij hebben hier zelfs zonnepanelen !” “Wat dragen de mensen kleurrijke kleding !” “Zouden de mannen hier ook mutsen breien, Flo-rencio ?” “Kijk eens naar die mooie boten, Marela.” “Ja, zij zijn van stro gemaakt.” “Zouden zij ook écht kunnen varen ?” vraagt Flo-rencio zich af. Marela en Florencio mijmeren. Zij zien zichzelf al varen in een strooien boot op dit geweldige meer.

“Imainalla Kashanki !” Onze vrienden schrikken op. “Ola, Maximus !” “Hebben jullie zin om een eindje mee te varen ? Ik ga vissen op forellen.” Daar moeten Marela en Florencio geen twee keer

over nadenken. In een wip zitten zij naast Maximus. “Deze boot heeft geen motor”, merkt Florencio op. “Neen, wij moeten roeien met roeispanen”, ant-woordt Maximus. “Wie wil ook eens proberen ?” vraagt Maximus. “Ik wil wel”, zegt Marela. “Dat is niets voor meisjes”, antwoordt Florencio vinnig. “Misschien kunnen jullie twee elk één roeispaan nemen, dan neem ik de andere”, zegt Maximus. Zo gezegd, zo ge-daan. “En trek en duw, en trek en duw !” “Het is toch zwaarder dan het lijkt”, beslui-ten onze vrienden.

Terwijl zij varen, vertelt Maximus van een wedstrijd waaraan alleen kinderen mogen deelnemen. “De bedoeling is bootjes in stro te maken. Die moe-ten ook een hele tijd blijven drijven. De beloning voor het mooiste ontwerp is dan de uitvoering van het model in het groot.” “Hoor je dat, Marela ?” “Doen wij mee ?” “Dat is wel een moeilijke opdracht”, antwoordt Marela. “Je krijgt drie maanden de tijd, dan moet alles klaar zijn”, zegt Maximus. Tegen valavond varen Florencio en Marela met de motorboot terug naar hun eiland. Zij krijgen van Maximus een flink pak stro mee en ook nog wat forellen. “Tupananchiscama. En bedankt !”

Nu wacht hen nog een hele klim. Onderweg begin-nen zij al te fantaseren. Zij gaan zeker en vast al hun vrienden optrommelen om aan de wedstrijd deel te nemen. Met het stro op hun rug komen zij thuis aan. Daar vertellen zij aan iedereen over de grote uitdaging. Zij willen zeker meedoen. Iedereen op het eiland is

Wereldreis - 2007/10 - Werkblad E - 14

De wedstrijd

Page 15: Wereldreis december 2007

bereid om de kinderen te helpen. Er worden ont-werpen getekend en weer verscheurd. De mensen praten haast nergens anders meer over dan de boot van Marela en Florencio. In de klas tekenen de kin-deren de boot uit, samen met de juf. In hun dromen zien de kinderen hun boot al als een échte roeiboot.

Uiteindelijk wordt er gekozen voor een boot met een verdieping, zodat de passagiers van op een uitkijkto-ren een prachtig zicht hebben op het Titicacameer. Gerardo biedt zich aan om een laddertje en bankjes te maken. Marela en haar vriendinnen maken popjes in stro. Dat worden de passagiers. Papa zal kleurige mutsen voor de popjes breien.

De boot begint stilaan vorm te krijgen. Elk vrij moment gaat naar het werken aan de boot. De boeg van de boot krijgt ook een heel bijzondere vorm. Florencio wil er een eendenkop van maken. Hij wil er zelfs echte veren voor gebruiken ! Vaardige handen vlechten het stro in elkaar. Zij proberen de boot zelfs al eens uit. En ja, er zijn nog een aantal verbeteringen nodig. Eindelijk is het zover. Marela en Florencio dragen voorzichtig hun boot naar beneden. Alle kinderen van Taquile varen mee naar de Uroseilanden. Zij hebben ook nu weer hun mooiste mutsen op. De overtocht kan niet vlug genoeg gaan.

Bij de Uros is het al een drukte van jewelste. Wat zijn er veel deelnemers ! En wat een mooie boten ! Toch

vinden Marela en Florencio stiekem hun boot de mooiste. Niemand heeft eraan gedacht om passagiers in de boot te zetten en een boot met een verdieping hebben zij ook nog niet opgemerkt. Op een afgesproken teken worden de boten te water gelaten. En nu maar hopen dat de boot van Marela en Florencio het langste blijft drijven …Oei, er waait een zachte bries over het meer. Ver-schillende bootjes kapseizen al. Er blijven nog een vijftal bootjes over.

Tegen de avond wordt de uitslag bekend gemaakt. Iedereen zit in spanning te wachten. “De boot die ons het meeste heeft bekoord en die ook goed blijft drijven, is de boot uit Taquile”, zegt één van de juryleden. “Vooral het ontwerp : de eendenkop, de passagiers en de verdieping hebben ervoor gezorgd dat de eerste prijs naar Marela en Florencio gaan.”

Onze vrienden kunnen het bijna niet geloven. Zij stralen alle twee. Van iedereen krijgen zij geluk-wensen.

Volgende maand begint de bouw van de échte boot. Wat zullen de bewoners van Taquile blij zijn als zij deze boot zien varen !

Nancy Van Remoortel

Wil je weten hoe de echte boot eruitziet, kijk dan eens op http://www.go2peru.com/pun_foto2.htm !

Wereldreis - 2007/10 - Werkblad F - 15

* Imainalla Kashanki = hallo, een be-groeting en uitdrukking van eerbied, aandacht voor de ander op gelijke voet, welkom, uitnodiging (Quechua).

* totora : cypergrassoort (Scirpus ca-lifornicus) die op oevers en moe-rassen in Zuid-Amerika groeit (< Quechua tutura).

* Tupananchiscama = tot ziens (Que-chua).

* Uros : bewoners van drijvende eilanden in het Titicacameer. Beroemd zijn de eilanden, woningen en boten van to-tora.

Page 16: Wereldreis december 2007

Wereldreis - 2007/10 - Werkblad G - 16

Peru op kaart

1 De ligging van Peru. In welk werelddeel ligt Peru ? .............................................................. . De vijf buurlanden zijn : Co-

lombia, Ecuador, Chili, Brazilië en Bolivia. Schrijf in elk hokje de juiste naam. Teken ook de evenaar.

2 In Peru kunnen wij drie verschillende gebieden onderscheiden.

Elk gebied heeft zijn eigen landschap en klimaat. De gebieden zijn : de Costa, de Sierra en de Selva.

Schrijf in elk hokje de juiste naam.

Page 17: Wereldreis december 2007

Een Peruaans meisje, Celia, en een Belgisch meisje, Noor, hebben hetzelfde boodschappenlijstje en hetzelfde startbudget. Zij moeten naar de winkel gaan. Celia gaat in Lima naar de winkel, Noor gaat in Brussel naar de winkel. Celia betaalt met nuevo sol en Noor met euro. Boven hun winkelkarretje zie je wat zij kopen. Bereken hoeveel zij moeten betalen. Wie is het meeste geld kwijt ? Vier nuevo sol is ongeveer gelijk aan één euro.

PERU BELGIË

Wereldreis - 2007/10 - Werkblad H - 17

Naar de winkel

0,6 SOL/kg 1,95 EUR/kg

0,7 SOL 1,25 EUR

1 SOL 5,00 EUR

0,3 SOL 0,35 EUR

1,1 SOL/l 0,80 EUR/l

Het boodschappenlijstje dat zij kregen van hun moeder : * 5 liter melk* 2 kg bananen

* 3 grote broden* 1 voetbal* 24 flesjes cola

Noteer je berekeningen hieronder :

Page 18: Wereldreis december 2007

Wereldreis - 2007/10 - Werkblad I - 18

Page 19: Wereldreis december 2007

“WE ZEGGEN SOMS DAT WE MONDIALE VORMING ZIJN.”Hilde Crols is GOK-leerkracht in Basisschool De Dobbelsteen, vlakbij de grote appartementsblokken op Antwerpen Linker-Oever. De school trekt nogal wat kinderen uit sociaalzwakke gezinnen aan. Veel kinderen spreken thuis een andere taal: vorig jaar telde de school 44 verschillende thuistalen. Enkele jaren geleden werd het voor het schoolteam duidelijk dat ze met hun aanpak de grens van het haalbare hadden bereikt. Zij zochten naar een alternatief binnen het Jenaplan-model, een structuur die meer kansen biedt om te werken met de aanwezige diversiteit op school. Deze onderwijsvernieuwing intern begeleiden is een van de taken van Hilde.

SURF MEE NAAR EEN GELUKKIG 2015!

Hoofdrolspelers zijn ‘Joth’ de struisvo-gel en 5 kinderen uit het Zuiden.

Hoe komt het dat Gabriël uit Bolivia niet naar school kan? Waarom heeft Maria uit de Filippij-

nen honger? Antwoorden op deze vragen en uitgebreide informatie over andere Millenniumdoelstellingen vind je in de ‘bib’. Voor foto’s en fi lmpjes surf je naar de ‘beeldbank’.

Naast een informatief luik is er ook een waaier van spelletjes en wereldvriendelijke kook- en knutseltips. Bij ‘red de toma-tenboer’ voel je zelf hoe machteloos een Togolese boer met zijn tomaten staat ten opzichte van de Italiaanse tomatenpuree uit de grootschalige landbouwindustrie.

Krijg je er actiekriebels van? Strijd dan mee tegen het onrecht dat de boeren in het Zuiden wordt aangedaan. Hiervoor vind je allerlei tips en een uitdagende wedstrijd op “en nu... actie!”

De site is in de eerste plaats bedoeld voor kinderen. Daarnaast kunnen ook leer-krachten heel wat inspiratie opdoen en kant-en-klaar materiaal vinden om met de klas te werken aan een “gelukkig-2015-voor-iedereen”.De website is trouwens ook een verwerking

van de workshops ‘Gelukkig 2015’ en ‘Goed geboerd? Grote honger!’.

Tijdens deze spelen worden de leerlingen uitgedaagd: ze moeten samenwerken om de klas-Millenniumdoelstellingen te halen. De tijd loopt immers !

www.2015ikloopmee.be : Millenniumdoelstellingen op kinderniveau

Alfa vzw ontwierp een educatieve kinderwebsite over de Millenniumdoelstellingen. Op een speelse manier kunnen kinderen van het 5de en 6de leerjaar kennismaken met het thema en zelf actie ondernemen. Karolien, wrapper van Ketnet, is het gezicht van de website.

ANDESKOFFER - ‘EEN STRAAT IN ICHUÑA’

Met de Andeskoffer trekken de leerlingen naar Ichuña, een dorp hoog in het Andesgebergte. Via 24 tekenin-gen van de hoofdstraat leren ze het leven van de bewoners kennen. De bijbehorende authentieke voorwerpen en de levensechte fi guren brengen kleur en leven in de straat. Na een eerste algemene verkenning worden een aantal huizen grondiger bekeken. Daarna zijn er suggesties om creatief aan de slag te gaan.

Mediamaterialen• 24 tekeningen van de hoofdstraat, een veertigtal Andesfi guren, 30 voorwerpen, een cd, een kaart

van Peru• De handleiding beschrijft het verloop van het project. Het begeleidingsmateriaal waarmee de

kinderen in groep een huis verkennen en de doefi ches die mogelijkheden tot creatieve verwerking bieden, zitten in de koffer. Om het project te kunnen voorbereiden kan de handleiding veertien dagen op voorhand toegestuurd worden (op aanvraag).

PraktischBoekingen gebeuren telefonisch bij een van de afdelingen van Studio Globo (zie www.studioglobo.be voor de adressen)De koffer wordt verhuurd per week, van woensdag tot woensdag. Prijs: € 21 per week.

Jullie zoeken voortdurend naar middelen om de verscheidenheid in de klas op een positieve manier te benaderen. Welke werkvorm doet het goed?Elke dag begint met een kringgesprek. In deze gesprekken kom je los van leerstof die je moet aanbieden. Het gesprek zelf is de leerstof. De taalontwikkeling wordt gesti-muleerd en de kinderen leren elkanders achtergrond beter kennen en respecteren. Uiteraard geldt dat ook voor de leerkracht. Je maakt tijd voor het verhaal van kinderen, voor hun ideeën. De verscheidenheid in de klas vormt dan een leerkans om de eigen inzichten te verbreden en te verdiepen. De meeste kinderen komen veel liever naar school sinds we met deze kringgesprekken zijn gestart. We zoeken voortdurend naar goede invalshoeken. Vorig jaar startten we fi losofeergesprekken op. Dit jaar staat refl ecteren op de eigen aanpak, op de werk-houding op de voorgrond. De CLIM-werking (Coöperatief Leren In Multi-culturele groepen) is hiervoor een goede opstart. We proberen deze refl ectiemomenten uit te breiden naar andere leerdomeinen. Zelfstu-ring en een goede werkhouding bij kinderen ontwikkelen is een voorwaarde om ze bij zelfstandig werk te kunnen loslaten en om ze elkaar te leren helpen. Op die manier kan de verscheidenheid in de groep aan bod komen

en renderen. Tegelijk krijgt de leerkracht de handen meer vrij om zwakkere en sterkere kinderen extra te ondersteunen.

Jullie zoeken wegen om de diversiteit in de groep aan bod te brengen. Ook de culturele en mondiale diversiteit?We doen weinig echte projecten rond mon-diale vorming. Met onze grote diversiteit aan nationaliteiten en culturen hebben wij de wereld op school. Wij zeggen soms dat wij mondiale vorming ZIJN. Om de 2 jaar organiseren we wel een buren-culturendag. Dan maken de kinderen kennis met culturele aspecten van elkaar. Daarbij moeten we soms opletten om de cultuur van de autochtone kinderen op school niet te vergeten. Ook zij moeten zich blijven herkennen.

In welke mate brengen kinderen zelf hun mondiale achtergrond binnen?Heel wat van onze kinderen hebben duide-lijke beelden over het leven in hun land van oorsprong. Zij brengen dat vaak spontaan binnen. Zo herinner ik me dat ik de kinderen hun eigen woning liet tekenen. Er zaten veel woningen van hun thuisland tussen, zodat het mondiale aspect heel spontaan aan bod kwam. Andere gezinnen sparen om nu en dan met het gezin op bezoek te kunnen gaan naar familie. Zo blijven kinderen voeling houden

met hun wortels.Toch moet je ook opletten om de kinderen niet te sterk te confronteren met hun eigen leefsituatie. Projecten over kansarmoede, bijvoorbeeld in het kader van Welzijnszorg, liggen voor ons vaak moeilijk. Het gaat over de realiteit van gezinnen die in onze klassen zitten. Daar moet je heel respectvol mee omgaan. We proberen daar een creatieve mouw aan te passen. Toen het een tijd gele-den over de woonproblematiek ging, hebben we een inleefspel uitgewerkt. De kinderen werden verdeeld in families. Door allerlei opdrachten uit te voeren, verdienden ze geld. En daarmee gingen ze in een immobi-liënkantoor op zoek om een huis te kopen of te huren voor hun gezin. Ze konden zelfs gaan lenen bij een bank. Door een spelvorm te gebruiken werd de problematiek op een veilige en haalbare manier bespreekbaar.

Een boeiende, maar zware opgave voor de leerkrachten, lijkt het me.Inderdaad, en daarom vinden we niet enkel het welbevinden van de kinderen belangrijk, maar ook dat van de leerkrachten. Kinderen en volwassenen ontwikkelen beter als de betrokkenheid en het welbevinden hoog scoren. Ons sociaalzwakke publiek bezorgt hen geregeld gevoelens van frustratie. Niet alles loopt zoals gehoopt, de communicatie verloopt soms moeizaam, waardepatronen van de ouders verschillen van de onze, … Die gevoelens wortelen vaak in een onvoldoende zicht op de kansarmoedeproblematiek of op de achtergronden van de kinderen. Het is belangrijk om daar als intern begeleider oog voor te hebben en tijd voor te maken. Informatie en vorming van buitenaf en ondersteuning vanuit het beleid en het schoolbestuur spelen een grote rol.

En als je morgen mag kiezen: terug naar een ‘witte’ school?Neen, in geen geval, want ik wil de rijkdom van deze school niet missen. Maar ik had wel liever een beter afgewogen mix, vooral als ondersteuning voor de taalontwikkeling. Als te weinig kinderen het Nederlands goed beheersen, heb je weinig goede taalvoor-beelden in je klas en wordt het leren van elkaar moeilijker.

Page 20: Wereldreis december 2007

Wereldreis

Peru

Thema : ARMOEDE

DECEMBER 2007Bootje varen. Wie haalt het eerst de overkant ? Net als Marela en Florencio gaan deze kinderen tijdens Brussel-Bad helemaal op in de wedstrijd.

Maandelijkse lesbrief voor de basisschool bij de Wereldkalender van 11.11.11ISSN : 1375-2219 - 20ste jaargang, nummer 10