April 2014 def
description
Transcript of April 2014 def
Composteren en milieubelasting
Nog veel onbenut potentieel onder mensen met
afstand tot arbeidsmarkt
Gemeenten werken aan toekomstige rol van
ketenregisseur
GRAM
Volop kansen voor gemeenten om regie over grondstoffen te nemen
JAA
RGA
NG
105 | NU
MM
ER April 2014
VAKBLAD VAN DE 3
Oude banden, nieuw
leven.
www.bandenmilieu.nl
Inzamelen oude banden. Voor een schoner milieu. Alle gebruikte autobanden worden in Nederland door RecyBEM ingezameld en op een milieuverantwoorde wijze verwerkt. RecyBEM is een initiatief van uw bandenleverancier.
Acht miljoen oude autobanden inzamelen per jaar...
…dat is gelijk aan de oppervlakte van 400 voetbalvelden
…dat zijn alle ingeleverde gebruikte personenwagenbanden in Nederland
…dit betekent bijna 60.000 ton minder CO2-uitstoot
… daarmee besparen we CO2 gelijk aan de emissie van 400 miljoen autokilometers (10.000 keer de aardbol rond) of de aanplant van 400.000 nieuwe bomen
…dit levert 32 miljoen kilo hoogwaardige grondstoffen
…op milieuverantwoorde wijze verwerkt
GRAM | april 2014 3
Vakblad van de nVRD
inhoudsopgave
6
9
12
17
Hoe doen zij dat?Deze maand: regie en organisatie
Vier personen vertellen over de organisatievorm van het bedrijf waarvoor ze werken,
de rol opdrachtgever – opdrachtnemer en hoe de balans is tussen bedrijfs- en politiek
belang.
Gemeente moet regie over grondstoff en houdenAfval is grondstof is geld, luidt nu het motto. gemeenten kunnen in de toekomst meer
aan afval verdienen, dan wel op de kosten ervan besparen. Ook de inzameling kan
effi ciënter. Bovendien gloren er dwarsverbanden met andere gemeentelijke thema’s als
zorg en re-integratie.
Gemeenten werken aan toekomstige rol van regisseur in de kunststofketenna 2014 staan gemeenten als ketenregisseur aan de lat voor het sorteren
van kunststof verpakkingsafval. Als ze dat willen, mogen ze de gesorteerde
kunststofstromen zelf vermarkten. De opgave uit de Raamovereenkomst Verpakkingen
krijgt op uiteenlopende wijze handen en voeten, zo leert een rondgang door het land.
Nederland groot genoeg voor twee AEEA inzamelorganisatiesMet WEEE en Wecycle kent nederland twee AEEA (Afgedankte Elektrische en
Elektronische Apparatuur) inzamelorganisaties. De overeenkomst is duidelijk,
maar waarin verschillen ze? En is de nederlandse markt groot genoeg voor beide
organisaties?
Foto: Maurice Booyer / Hollandse Hoogte,
lees verder op pag. 9
5 Bezem
15 Prof. dr. Hans Bossert geen voorstander
van gemeentelijke Regelingen
20 Vrijwilligers volgen training om oud
papier veilig in te zamelen
22 Kansen creëren voor werknemers van
de werkvoorziening
25 nVRD nieuws
26 Vakwerk
28 nVRD Benchmarks
30 Belgische inzamelmodel interessant
voor nederlandse gemeenten
32 nieuws op de markt
34 Agenda
Lees verder op pag. 12
4 GRAM | april 2014
heeft inmiddels, samen met gemeenten, een goed func-
tionerende inzamel- en hergebruikketen opgezet. “Tot
1 januari 2015 zijn gemeenten verplicht hun kunststof
verpakkingen bij ons aan te leveren”, verklaart Beuting.
“Maar volgens de Raamovereenkomst vervalt die ver-
plichting volgend jaar. Wij merken dat veel gemeenten
zich nu afvragen hoe ze de inzameling en verwerking
het beste kunnen regelen.”
Kunststof Hergebruik heeft in de afgelopen jaren veel
expertise opgedaan, die voor gemeenten van onschat-
bare waarde is. Beuting: “Wij hebben een netwerk van
de beste en gecertificeerde sorteerders en verwerkers
in binnen- en buitenland. Plus zo’n veertig op- en over-
slagstations waar gemeenten met hun kunststofafval
terecht kunnen. Dat laatste staat garant voor zo min
mogelijk kilometers. Voor elke gemeente is er een
overslagstation in de buurt.”
75 procent
Volgens de commercieel directeur is Kunststof Herge-
bruik ook een betrouwbare partner als het gaat om
kwaliteit. “Door onze contracten en ons uitgekiende
netwerk weet een gemeente zeker dat ie met de juis-
te partner samenwerkt. We zijn trots op ons huidige
hergebruikpercentage van 75 procent, maar in de toe-
komst zal dat alleen maar hoger worden. We ondersteu-
nen gemeenten namelijk ook met inzamelcampagnes
en analyseren hun eigen, bestaande inzamelsystemen
via benchmarks. Door verdere optimalisering van het
totale ketenbeheer verwachten we ons hergebruikper-
centage zeker nog verder te kunnen laten stijgen. En
dat biedt weer voordelen voor gemeenten, want de
vergoeding uit het Afvalfonds is direct gerelateerd aan
het hergebruikpercentage.”
Volgens Beuting is het ook voor kleinere gemeenten
interessant om gebruik te (blijven) maken van de dien-
sten van Kunststof Hergebruik. “Door collectieve maat-
regelen kunnen we de maatschappelijke kosten per
gemeente laag houden, ongeacht de omvang van het
aanbod. Iedereen kan van ons netwerk en onze voor-
zieningen mee profiteren, ook gemeenten die met rela-
tief kleine volumes te maken hebben.”
Voor meer info: www.kunststofhergebruik.nl
Tekst: Hetty Dekkers
Het vinden van de juiste partner is volgens Kunststof
Hergebruik minder moeilijk dan het lijkt. “Wij hebben
deze taken de afgelopen zes jaar met veel plezier en
deskundigheid op ons genomen”, zegt commercieel
directeur Roger Beuting van Kunststof Hergebruik BV.
“Dat blijven we in de toekomst ook doen. Wij nemen
gemeenten alle zorg om kunststof verpakkingsafval uit
handen. Dus van inzameling tot en met verwerking,
precies zoals men van ons gewend is. Daarbij garande-
ren we een kostenneutrale transitie. Wie gebruik maakt
van onze diensten, betaalt nooit meer dan de geldende
vergoeding uit het Afvalfonds.”
Goedfunctionerende keten
Kunststof Hergebruik werd zes jaar geleden opgericht
vanuit het verpakkende bedrijfsleven. De organisatie
De juiste partner voor kunststof verpakkingen
Gemeenten staan vanaf volgend jaar voor een belangrijke keuze. Het hele takenpakket rondom huis-
houdelijk kunststof verpakkingsafval komt op hun eigen schouders te liggen. Hoe pakt een milieube-
wuste en kostenbesparende gemeente dat aan ?
Close-Up
Wij nemen gemeenten alle zorg om
kunststof verpakkingsafval
uit handen
BEZEM
burger denkt of vindt. Of is de politiek niet meer in staat de interesse van de burger te wekken?
Op lokaal niveau is dat niet anders. De gemeenteraads-verkiezingen zijn inmiddels achter de rug. In de aanloop naar de verkiezingen heeft elke zichzelf respecterende partij de nodige uithangborden geplaatst langs aan- en afvoerwegen van de gemeente. Soms staan er zoveel kreten op, dat je je bij elke partij wel ergens thuis kunt voelen. Er zijn inmiddels zoveel partijen, en dus evenveel borden, dat de doorsnee inwoner door de bomen het bos niet meer ziet. Eigenlijk valt vooral het bord van de plaatselijke bakker op, die een stokbrood cadeau doet bij besteding van € 13,49 aan boodschappen. Deze wijkt af en wekt interesse. Moet de politiek bij de plaatselijke bakker in de leer ?
Betrokkenheid
Kijkend naar de Oekraïne, vraag ik me af hoe ver betrokkenheid gaat. Het ‘westen’ verwijt het ‘oosten’ inmenging op soeverein grondgebied. Een deel van de inwoners van dat grondgebied vindt het prima, een ander deel smeekt het westen om stappen te ondernemen. Er gaan stemmen op voor sancties. Maar …wie is daar nou nog van onder de indruk? In Uganda wordt de anti homowet uitgevaardigd. Europa wil laten zien dat ze het daar niet mee eens is en legt sancties op. (Overigens werd bij de antihomo-wet in Rusland minder zorgelijk gereageerd). De regering van Uganda is niet onder de indruk van sancties en verwijt Europa zelfs be-moeizucht en verkeerde invloed. Voor inwoners van Nederland die toch al geen voorstander van Europa zijn, is dit olie op het vuur. Zie je wel! Wat hebben we aan Europa? Alle geldstromen die naar Europa gaan voor buitenlandse steun, worden tegen het licht gehouden en er ontstaan dis-cussies over de verkeerde zaken. Wie kan de doorsnee inwoner nu nog fatsoenlijk uitleggen waarom en wat het nut van Europa is? Wat is de meerwaarde van gemeenschappelijkheid, zelfs als dat geld lijkt te kos-ten? Soms lijkt het de doorsnee politicus niets te kunnen schelen wat de
GRAM | april 2014 5
6 GRAM | april 2014
▼▼Deze maand:
regie en organisatie
Hoe doen zij dat?
Welke organisatievorm heeft uw
bedrijf?
Wij vormen een gemeenschappelijke rege-
ling (gR) van vijf gemeenten in Midden-
limburg. Een gR is een openbaar lichaam,
ofwel een publiek orgaan, met vertegen-
woordigers van gemeenten in het bestuur.
Dat zijn in de regel wethouders.
Waarom deze keuze?
RD Maasland bestaat al vijftig jaar. Waar-
om die keuze destijds is gemaakt, is niet
meer te achterhalen. Maar een gR is altijd
opgezet door de gemeenten zelf en kent
een grote betrokkenheid van het bestuur.
Met andere organisatievormen, zoals een
nV, heb je een grotere afstand tot de ge-
meenten. Wij hebben een algemeen én
dagelijks bestuur met uitsluitend verte-
genwoordigers van de gemeenten.
Welke besluiten kan de GR zelfstan-
dig nemen?
Alles wat vastgesteld is bij de begroting,
en dat is het meeste, geldt als kader en
kunnen wij zelfstandig uitvoeren. Daar
hebben we een directiestatuut voor. Voor
▼
Arthur Smedtsdirecteur RD Maasland
44.000 aansluitingen
Contact: [email protected]
Tekst: Hetty D
ekkers
andere dingen moeten we wel terug naar
het bestuur. Bijvoorbeeld als we een sa-
menwerking aan willen gaan met een an-
dere organisatie, of als er zich een onver-
wachte investering voordoet. Zo konden
we een keer de grond die we huurden
voor materiaalopslag onverwacht kopen.
Dat soort dingen moet je aan het bestuur
voorleggen.
Wat gebeurt gemeenschappelijk,
wat niet?
In de regel volgen we het gezamenlijke
gemeentelijk beleid, met hier en daar lo-
kale accenten. In ons hele verzorgings-
gebied hanteren we een brengsysteem
voor kunststof verpakkingen, maar één
gemeente wil dat we de zakken huis-aan-
huis ophalen. Dat doen we dus ook. Dat
geldt ook voor kerstbomen ophalen en
dergelijke. Daar zijn kleine lokale ver-
schillen in de dienstverlening, maar dat
is geen enkel probleem.
Hoe is de verhouding opdrachtge-
ver/opdrachtnemer versus
aandeelhouder?
De gemeenten zijn in onze organisatie-
vorm eigenaar en dus feitelijk ook aan-
deelhouder. Wij voeren voor hen de ta-
ken uit die in de wet zijn neergelegd. Je
kunt soms wel als aannemer functione-
ren, bij specifi eke regelingen, maar dat
is dan een vorm van inbesteding via de
gemeenschappelijke regeling.
Hoe is de balans tussen bedrijfs- en
politiek belang?
Die balans is absoluut aanwezig. Je werkt
voor de lokale overheid en dat doe je zo
effi ciënt en goed mogelijk. Er is bij de
normale uitvoering van de taken geen
spanningsveld. Als je echter iets nieuws
wil doen, zoals taken uitbreiden, dan kan
het lang duren. Het interne besluitvor-
mingsproces binnen de gemeenten gaat
vaak traag, dat is weleens lastig.
Tegen welke problemen loopt u aan?
Als bedrijf wil je wel eens sneller dan ge-
meenten kunnen meebewegen. Ook het
toetreden van een nieuwe gemeente tot
de gemeenschappelijke regeling is een
moeizaam proces. Zakelijk zou dat zo
geregeld zijn, maar bij een gR kost dat
heel veel tijd en inspanning.
Welke organisatievorm heeft uw
bedrijf?
ciruclus is een BV en Berkel Milieu een
nV. Dat is zo sinds eind jaren negentig. In
die tijd waren de verschillen tussen een
nV en een BV groter dan nu. Overigens
bereiden we nu een fusie voor tussen
beide bedrijven. Uiteindelijk zal het een
BV worden.
circulus is ontstaan uit een samensmel-
ting van de twee gemeentelijke diensten
van Apeldoorn en Deventer. Berkel Milieu
is ontstaan uit een gemeenschappelijke
regeling van zeven gemeenten. De acht
▼
Henk Knipalgemeen directeur
Circulus en Berkel Milieu
samen 190.000 aansluitingen.
Contact: [email protected]
▼
GRAM | april 2014 7
▼▼Waarom deze keuze?
Sinds een jaar zijn we ambtelijk gefu-
seerd met Aalsmeer. Die gemeente be-
steedt zijn afvaltaken uit aan Meerlanden.
In Amstelveen doen we het van oudsher
zelf. Dat is historisch zo gegroeid. Om-
dat onze dienstverlening van kwalitatief
hoog niveau is, met een acceptabele
kostprijs, wil men het graag zo laten.
Welke besluiten kan uw dienst zelf-
standig nemen?
We werken volgens de principes van inte-
graal management, dat gemandateerd is
voor allerlei beslissingen. Als een voer-
tuig aan vervanging toe is, kunnen we
dat zelf regelen. Daarvoor hoeven we
niet terug naar de raad. Als gemeente-
lijke afdeling moet je wel de lange ter-
mijnvisie goed in het oog houden. Als
je iets wezenlijks wil veranderen aan je
afvalinzameling, moet je op tijd je on-
derbouwde plannen indienen bij de ge-
meenteraad. Als je dat goed in de gaten
houdt, krijg je voldoende ruimte om te
ondernemen.
Wat gebeurt gemeenschappelijk,
wat niet?
Beide gemeenten hebben hun eigen be-
leidsvrijheid. Voor Amstelveen voeren
wij de taken uit, voor Aalsmeer doet
Meerlanden dat.
Hoe is de balans tussen bedrijfs- en
politiek belang?
Aalsmeer is opdrachtgever en aandeel-
houder van Meerlanden en dat kan soms
wel eens spanningen opleveren. Een wet-
houder is het, vanuit zijn rol als opdracht-
gever, bijvoorbeeld niet eens met de kwa-
liteit die geleverd wordt en spreekt daar
het bedrijf op aan. De burgemeester kan
daar als aandeelhouder weer heel anders
tegenaan kijken. Maar uiteindelijk wordt
alles wel weer opgelost, het zijn geen on-
overkomelijke zaken.
Tegen welke problemen loopt u aan?
De situatie Aalsmeer-Meerlanden is voor
ons ook nieuw, dat is nog wennen. In
Amstelveen zijn de problemen meer
inhoudelijk van aard. Zo willen we ons
Hoe is de balans tussen bedrijfs- en
politiek belang?
Een wethouder fi nanciën bemoeit zich
doorgaans niet met de manier waarop
het afval ingezameld moet worden en an-
dersom geldt hetzelfde. Een wethouder
milieu geeft geen kritiek op de begro-
ting. Als inzamelbedrijf doen wij regel-
matig klanttevredenheidonderzoek en
daar rapporteren we ook op. Ook doen
we mee aan benchmarks om de kosten,
servicegraad en milieurendement per ge-
meente te kunnen vergelijken. Op deze
manier kan elke gemeente bepalen of we
ons werk naar behoren doen.
Welke organisatievorm heeft uw
bedrijf?
Wij zijn een gemeenschappelijke dienst
met vier directeuren en zeventien afde-
lingen, het zogeheten netwerkmodel.
De afvalinzameling maakt, net als onder
meer riolering en gladheidbestrijding,
deel uit van centrale Beheertaken. Deze
organisatie, cBT, is binnen de gemeente-
lijke organisatie gepositioneerd als een
bedrijf en kan dus redelijk zelfstandig
werken.
deelnemende gemeenten kozen bewust
voor een nV en BV, omdat ze een zekere
afstand wilden bewaren tussen de ge-
meenten en het bedrijfsmatige resultaat.
Ze hadden voorheen de ervaring dat de
bedrijfsmatige uitvoering te kortschoot en
wilden meer effi ciency, te bereiken door
een grotere schaal en meer kennisbor-
ging. Met een nV en BV hoopten ze vooral
de kosten te kunnen drukken en meer
vooruitgang te boeken in eff ectiviteit.
Welke besluiten kan uw organisatie
zelfstandig nemen?
In de statuten staat exact omschreven
welke besluiten door aandeelhouders ge-
nomen moeten worden: vaststellen van
de jaarrekening, goedkeuren begroting,
eventuele fusies, businessplan. De for-
mele koers wordt dus door de gemeen-
ten bepaald, wij zorgen voor de dage-
lijkse gang van zaken. Wij adviseren de
gemeenten over de afvalverwijdering en
bepalen zelf met welk materiaal we het
doen en met welke mensen. Wij voeren
het beleid uit, voor zover het past binnen
de begroting.
Wat gebeurt gemeenschappelijk,
wat niet?
Het gemeentelijk beleid ligt vast en is
voor ons leidend. Dat kan echter per ge-
meente anders zijn. Onlangs hebben drie
gemeenten besloten diftar in te voeren,
dat is voor ons geen enkel probleem. Wij
voeren de taken gewoon uit, zoals elke
gemeenteraad het graag wilt. Wel heb-
ben we acht jaar geleden gezamenlijk
een visie ontwikkeld, waarbij we streven
naar een afvalvrije samenleving in 2030.
Hoe is de verhouding opdrachtge-
ver/opdrachtnemer versus
aandeelhouder?
Voor ons is die verhouding goed geschei-
den. De opdrachtgever is doorgaans de
wethouder afval of wethouder openbare
werken en de aandeelhouder is de wet-
houder fi nanciën. Op het gemeentehuis
komen de lijnen bij elkaar, wij merken
daar weinig van.
Nico Altorfhoofd centrale beheertaken Amstelveen
en Aalsmeer
samen 115.000 inwoners
Contact: [email protected]
▼
8 GRAM | april 2014
Wat gebeurt gemeenschappelijk,
wat niet?
Elk stadsdeel heeft zijn eigen beleidson-
derdelen, die voeren wij uit. De manier
van inzamelen kan zelfs per stadsdeel
variëren, afhankelijk van hoogbouw of-
laagbouw, veel of weinig bedrijven. Wij
voeren uiteraard ook het gezamenlijk be-
leid uit, steeds binnen de marges van de
afvalstoffenwet.
Hoe is de balans tussen bedrijfs- en
politiek belang?
De nieuwe bestuursstructuur, met één
bestuurder en de wethouders in een raad
van toezicht, is ingevoerd om slagvaardi-
ger te kunnen opereren. Op deze manier
is er iets meer afstand tussen opdracht-
gever en opdrachtnemer gecreëerd. Dit
komt de efficiency ten goede en maakt
dat wij, als uitvoerend bedrijf, sneller
kunnen schakelen.
Welke organisatievorm heeft uw
bedrijf?
Wij zijn een stichting, voortgekomen uit
vier stadsdelen van Amsterdam. Oor-
spronkelijk bestond het bestuur uit vier
wethouders, sinds ruim een jaar is dat
veranderd in één bestuurder en een raad
van toezicht.
Waarom deze keuze?
De stadsdelen vonden een stichting de
meest geschikte constructie, omdat er
geen winst nagestreefd wordt en omdat
het bestuur vrij eenvoudig is te organise-
ren. Men wilde geen aandeelhouders en
dergelijke.
Welke besluiten kan Afval Service
West zelfstandig nemen?
Scheidingsdoelstellingen en dergelijke
worden in het beleid vastgesteld. Alles
wat direct gelinkt is aan de bedrijfsuit-
voering doen we zelf. Zo hebben we pas
een hybride afvalauto in gebruik geno-
men op biogas.
afvalscheidingpercentage omhoog bren-
gen van 52 naar 55 procent. We scoren al
best goed, maar het kan nog hoger. Daar
werken we nu aan.
KICI is op zoek naar een
Ervaren accountmanager
Stichting KICI. Specialist in inzameling en hergebruik van textiel. Wij doneren de gehele opbrengst aan goede doelen in binnen- en buitenland. Voor meer informatie over de vacature kijk op www.kici.nl/nl/over-kici/vacatures.
Hoe doen zij dat?▼
Edwin Ringelingdirecteur/bestuurder Afval Service West,
78.000 aansluitingen
Contact: [email protected]
▼
GRAM | april 2014 9
Gebruikte strooimethode bij fietspaden (%)
In de historische binnenstad van Weesp nadert een
klein proefproject zijn voltooiing. In plaats van zes
grote afvalcontainers voor winkels en horeca die ver-
spreid in de openbare ruimte staan, is op gezag van
de gemeente op een centrale plek een verdiept contai-
nerparkje met vier bakken aangelegd. Sinds een aantal
maanden maken niet alleen de vele cafés gebruik van
de containers om hun lege flessen en etensresten af te
voeren. Ook winkels en bewoners kunnen er restafval,
papier, karton, glas en plastic verpakkingsafval kwijt.
“We willen op deze manier onderzoeken hoe we als ge-
meente het beste een integrale regie op de openbare
ruimte kunnen ontwikkelen”, legt verantwoordelijk
Gemeente moet regie overgrondstoffen houdenDe tijd is voorbij dat de gemeente louter de zorgplicht vervulde. Afval is grondstof is geld, luidt nu het
motto. Gemeenten kunnen in de toekomst meer aan afval verdienen, dan wel op de kosten ervan bespa-
ren. Ook de inzameling kan efficiënter. Bovendien gloren er dwarsverbanden met andere gemeentelijke
thema’s als zorg en re-integratie. Er liggen volop kansen voor gemeenten om de regie over grondstof-
fen te nemen. Het zoeken is nu naar de beste manier om dat te doen.
ZOEKTOcHT nAAR DE ROlVERDElIng
wethouder Jean van der Hoeven (cDA) van de gemeen-
te Weesp uit. “Uitgangspunt daarbij is dat we afval als
grondstoffen zien en handelen vanuit het perspectief
van zowel milieu als de openbare ruimte en de kwa-
liteit van de woon- en leefomgeving van de burgers.”
Op zoek naar ideale mix
Hoewel de definitieve resultaten van het kleine proef-
project nog moeten volgen, zijn de signalen bemoe-
digend, aldus Van der Hoeven. Hij is sinds zes jaar
wethouder en bovendien voorzitter van het regionaal
portefeuillehouderoverleg Milieu en Duurzaamheid van
de regio gooi en Vechtstreek. “In plaats van drie vracht-
wagens van verschillende afvalbedrijven en containers
in alle maten en soorten, wringt zich nog slechts één
vrachtauto door de nauwe straatjes van onze mooie
binnenstad. Er staan minder zakken tegen de contai-
ners. Daardoor is er minder ongedierte dat zakken
openscheurt. Dat scheelt dus ook weer zwerfafval. We
zoeken op deze manier samen naar een mix tussen de
meest efficiënte, kosteneffectieve manier van afvalin-
zameling en verwerking, minder vervoersbewegingen,
een schone en veilige openbare ruimte en meer her-
gebruik van grondstoffen. De betrokkenheid van alle
partijen die ‘grondstoffen’ aanbieden is hierbij onont-
beerlijk.”
Integrale benadering
Weesp ziet afval niet langer als een restproduct, maar
als een waardevolle secundaire grondstof. Van der Hoe-
ven wil het hergebruikspercentage van alle in het cen-
trum vrijkomende grondstoffen daarom flink opkrik-
ken en zoekt daarvoor afstemming tussen inwoners,
winkeliers en de gemeente. “Fracties als groen afval,
textiel, kunststofverpakkingsafval en grof vuil krij-
gen steeds meer waarde. En eigenlijk zit ook rioolwa-
ter gewoon vol met herbruikbare grondstoffen”, zegt
Jean van der Hoeven: “Grondstoffen,
efficiëntie en de openbare ruimte,
dáár gaat de gemeente over.”
Wethouder Jean van der Hoeven bij de prullenbakken
voor gescheiden inzameling in Weesp. Deze bakken
zijn onderdeel van de integrale aanpak van
grondstoffen in de openbare ruimte.
10 GRAM | april 2014
Van der Hoeven. Samen met acht andere gemeenten
in de regio gooi en Vechtstreek vinden deze periode
overal proefprojecten plaats om te onderzoeken hoe
we de gemeentelijke regie over grondstoffen kunnen
versterken. De integrale benadering bestaat eruit dat
niet langer huishoudelijk afval, bedrijfsafval (vooral
van kantoren, winkels en diensten) en zwerfafval als
afzonderlijke thema’s worden gezien, maar in samen-
hang met elkaar worden aangepakt, zoals bij het proef-
project met de vier verdiepte containers.
Geld verdienen
En er is meer. Een educatief project is de zogeheten
Bermbende. Van der Hoeven: “Dat is een organisatie
van jonge en oude vrijwilligers die met elkaar honder-
den kilo’s zwerfafval uit de openbare ruimte halen. Het
werkt heel goed. Bijvoorbeeld door de link te leggen
tussen plastic afval op straat en de plastic soep in de
oceanen. En erop te wijzen dat ook dit waardevolle
grondstoffen zijn. Je ziet dan dat mensen zich meer
bewust worden van hun eigen gedrag.”
Ook valt er meer dan voorheen domweg geld te ver-
dienen. Pet-flessen zijn geld waard. niet voor niets
worden kledingscontainers op verschillende plaatsen
in nederland leeggeroofd om de waarde van het afge-
dankte textiel. Ook de oud papierinzameling blijft een
levendige markt voor het sportvereniging en kerkelijke
organisaties.
Samenwerken
Een niet onbelangrijk vraagstuk van de nieuwe ge-
meentelijke regie bestaat uit het vinden van een even-
wicht tussen vrijwilligersorganisaties en marktpartijen.
Daarvoor is nog geen pasklare oplossing. “Want we
willen natuurlijk niet de commerciële afvalverwerkers
het brood uit de mond stoten”, aldus Van der Hoeven.
“We moeten wel meer gaan samenwerken met com-
merciële partijen. De prijs van de afvalverwerking en
duurzaamheid kunnen samengaan. Het is onzin dat wij
als gemeenten bijvoorbeeld zelf aan de slag gaan met
het oprichten van vergistingsinstallaties om groen af-
val om te zetten in energierijk biogas. Er zijn beslist
voldoende installaties beschikbaar bij marktpartijen.
Daar moet je dan niet zelf aan willen beginnen. grond-
stoffen, efficiëntie en de openbare ruimte, dáár gaat de
gemeente over.”
Moeizaam scheiden
In Huizen, een andere gemeente in de regio gooi en
Vechtstreek, worden eveneens proefprojecten gedaan
Foto
: natio
nale Beeld
ban
k
in samenwerking met gAD. Een proef op een twee
hectare groot strand langs het gooimeer leerde dat re-
creanten en dagjesmensen nauwelijks bereid zijn hun
afval in gescheiden bakken te deponeren. “Mensen ver-
zamelen wel hun papier, plastic en restafval, maar blij-
ken dit niet in drie verschillende bakken te stoppen”,
vertelt Peter Posthuma, teamleider Wijkbeheer van de
gemeente Huizen. Bij de bezoekers van het grote win-
kelcentrum Oostermeent ligt dat mogelijk anders, moet
blijken uit een proefproject. Daar gloren de contouren
van de integrale benadering. “Want de bewoners van
de honderd woningen boven het winkelcentrum gaan
meedoen en de nabijgelegen scholengemeenschap
worden eveneens betrokken”, aldus Posthuma.
De ervaring in Huizen leert overigens dat het nauwe-
lijks loont papier te scheiden in de openbare ruimte.
“Het papier wordt nat door de drankenkartons met nog
enige inhoud of vettige pizzadozen. De oud papierin-
dustrie is nauwelijks geïnteresseerd in dergelijk nat
papiermateriaal.” Huizen gaat daarom in een vervolg-
project onderzoeken of het niet slimmer is om afval uit
de openbare ruimte voortaan in slechts twee fracties
te scheiden. Mogelijk zou het volstaan één fractie in te
zamelen van verpakkingenafval zoals plastic, dranken-
kartons en blikjes en de andere fractie van restafval.
“Blik levert geld op en voor kunststoffen is een ver-
goeding.”
Rolverdeling
Ook Huizen worstelt in deze integrale regie nog met
de rol van de markt. “Misschien is het mogelijk om af-
valstromen toe te wijzen”, oppert Posthuma. “Bijvoor-
beeld dat twee marktpartijen glas en kunststoffen inza-
melen, het verenigingsleven oud papier en in de eigen
inzamelorganisatie het restafval.” De gooi en Vechts-
treek kan hier gedachten over ontwikkelen, maar er zal
uiteraard op landelijk niveau ongetwijfeld een en ander
moeten worden geregeld om dit mogelijk te maken, er-
kent Posthuma. Van belang is dat gemeenten de regie
houden en daarmee grip op de kosten, een veilige en
schone openbare ruimte en de aantrekkelijkheid van
bijvoorbeeld een winkelgebied.
Voorbeeldfunctie
Huizen gaat een deel van de 1,19 euro die de stad per
inwoner krijgt uit het Afvalfonds, besteden aan educa-
tie van scholieren, waarbij zij worden aangesproken op
hun afvalgedrag. Ook gaat de gemeente onderzoeken
of andere gemeentelijke taken, zoals de re-integratie
en participatie van mensen met een afstand tot de ar-
beidsmarkt, te combineren zijn met afvalbeheer in de
openbare ruimte. “Dat kan door mensen via de sociale
werkvoorziening in te schakelen bij het gescheiden in-
zamelen van afval in de openbare ruimte. Dat levert
extra werkgelegenheid op in plaats van verdringing op
Peter Posthuma: “Misschien is het
mogelijk om afvalstromen toe te
wijzen.”
GRAM | april 2014 11
Foto
: natio
nale Beeld
ban
k
de arbeidsmarkt”, aldus Posthuma. “Wij willen op de
zaterdagmarkt in winkelcentrum Oude Dorp structu-
reel met twee medewerkers van de sociale werkplaats
afval scheiden tussen 11 en 4 uur. Hierdoor creëren
we ook een voorbeeldfunctie voor alle bezoekers van
de markt. Bijkomend voordeel is dat er in de avond
minder met bladblazers gewerkt hoeft te worden, wat
lawaai en luchtvervuiling scheelt.”
Eigenaar blijven
Ook in Breda wordt de gemeentelijke regie krachtig ter
hand genomen. “Zelfs als je als gemeente beslist om
de inzameling van afval uit te besteden, raad ik aan om
altijd eigenaar te blijven van de grondstoff en. Sluit van-
daag de dag ook vooral geen lange termijncontracten
af, want afvaltarieven en opbrengsten variëren enorm.”
Petra van Breugel, hoofd afvalservice van Breda is stel-
lig en heeft meegemaakt dat de gemeente aan een
twintig jaar durend contract voor de verbranding van
afval vast zat, terwijl de verbrandingstarieven intussen
waren gehalveerd.
Het gaat haar echter niet louter om het geld. “commer-
ciële afvalinzamelaars zijn vaak minder goed in staat
het maatwerk goed te regelen. De aanpak van afval-
stoff en in een dorpswijk als Ulvenhout moet nu een-
maal anders dan in een wijk in het centrum. Ook als je
aanvankelijk inzet op inzamelmethode A, maar er na
verloop van tijd achterkomt dat methode B beter is, is
de fl exibiliteit van de inzamelaar om om te schakelen
vaak ver te zoeken. Bovendien kost het veel geld.”
Alles zelf doen
De gemeente Breda doet dus alles zelf. In samenwer-
king met Midwaste, een coöperatie van circa twaalf
overheidsgedomineerde afvaldiensten (totaal 2,8 mil-
joen inwoners), worden zo aantrekkelijk mogelijk con-
tracten met afnemers van de secundaire grondstoff en
afgesloten. Doordat tien gemeenten samenwerken, is
het volume gegarandeerd en kan een aantrekkelijker
contract worden bedongen dan elke gemeente afzon-
derlijk. “Zo zijn recent de voorbereidingen van een aan-
besteding gestart voor de sortering van onze ingeza-
melde kunststof verpakkingen. Die leveren gescheiden
in vier of vijf fracties meer geld op. Dat contract zal
voor een korte termijn worden afgesloten, want we wil-
len de mogelijkheid open houden een eigen sorteerin-
richting op te starten”, aldus Van Breugel.
Breda was er al vroeg bij. Al in het midden van de jaren
negentig van de vorige eeuw haalde de gemeente bij
wijze van proef huis aan huis plastic verpakkingen op,
waarbij ook winkels en horeca meededen. Van Breugel:
“Het was een doorslaand succes, maar we zijn er mee
opgehouden. Er was absoluut geen afzetmarkt voor.”
Dat is inmiddels wel anders. Zelfs bij evenementen als
carnaval wordt plastic gescheiden in grote containers
die op goed gekozen locaties zijn geplaatst. Breda
overweegt ook een afvalbak in de openbare ruimte met
drie verschillende openingen, waar mensen respectie-
velijk blik, plastic en restafval in kunnen werpen.
Tegenprestatie
Een blijvertje is ‘de Mier’. Sinds achttien jaar draait het
voertuig als een SRV-wagen zijn rondjes door de bin-
nenstad. Van Breugel: “Zowel huishoudens als winkels
als marktkooplui kunnen er hun afval brengen. Papier,
karton, folies, gft en restafval worden gescheiden inge-
zameld. Voor glas moeten de winkeliers en horeca nog
wel contracten afsluiten voor het gebruik van onder-
grondse glascontainers.”
De Mier heeft sinds vier jaar overigens een gedaante-
wisseling ondergaan. “Het is een hybride-voertuig dat
nagenoeg volledig rijdt op elektrische energie, is ge-
ruisloos en voldoet daardoor aan de strenge bepalin-
gen voor de uitstoot van stoff en in de milieuzone in
de binnenstad. En de Mier ziet er nog goed uit ook.”
Ook in Breda is de discussie over tegenprestatie door
mensen met een uitkering actueel. “Wij denken erover
na om mensen met een achterstand tot arbeidsmarkt
in te schakelen bij afvalbeheer in de openbare ruimte”,
zegt Van Breugel. “Eind dit jaar gaan we mogelijk in een
volkswijk waar een slechte prestatie op afvalscheiding
wordt geleverd, een milieuparkje plaatsen bij een goed
bezocht buurthuis. Daar kunnen medewerkers van het
SW-bedrijf Atea (voorheen sociale werkplaats) bewo-
ners helpen.”
Tekst: René Didde
Petra van Breugel: “Sluit vandaag de
dag geen lange termijncontracten af,
want afvaltarieven en opbrengsten
variëren enorm.”
12 GRAM | april 2014
Gevoel krijgen bij de kunststofmarktNa 2014 staan gemeenten als ketenregisseur aan de lat voor het sorteren van kunststof verpakkingsafval. Als ze dat
willen, mogen ze de gesorteerde kunststofstromen zelf vermarkten. De opgave uit de Raamovereenkomst Verpak-
kingen krijgt op uiteenlopende wijze handen en voeten, zo leert een rondgang door het land.
gEMEEnTEn WERKEn AAn TOEKOMSTIgE ROl VAn KETEnREgISSEUR
Hoe groter de schaal hoe beter, als het om het sorteren van kunststof
verpakkingsafval gaat. En hoe hoger het percentage hergebruikt kunst-
stof, des te hoger de inkomsten. gemeenten ontvangen in 2015 een
vergoeding van 815 euro per ton hergebruikte kunststof. Wat ze in de
jaren erna krijgen is nog onderwerp van onderhandeling. Maar dat zijn
dus de enige zekerheden die gemeenten hebben, wanneer ze volgend
jaar verantwoordelijk zijn voor het sorteren en vermarkten van het in-
gezamelde verpakkingskunststof.
Ede
In Ede liggen alle opties nog open. Met drie andere gemeenten uit het
gelderse is de 110 duizend inwoners tellende stad lid van het afval-
samenwerkingsverband AcV. Ook die schaal is nog veel te klein, weet
Freek Fokkert, beleidsmedewerker afval en milieu van Ede. “Of we slui-
ten ons aan bij een van de grote samenwerkingsverbanden of we gaan
werken via ARn, dat ook sorteeractiviteiten heeft. We zijn aandeelhou-
der in dit bedrijf.” Massa is kassa. Een groter volume levert bij aanbe-
stedingen een gunstigere prijs op, “maar of dat bij kunststofafval het
geval is, moeten we nog zien”, zegt Fokkert. Er heerst nog veel ondui-
delijkheid. Als aan een aantal voorwaarden is voldaan, vervalt in 2015
de wettelijke statiegeldplicht op grote petfl essen. Dan komt er een gro-
te extra afvalstroom beschikbaar. “We weten niet hoe de samenstelling
van het kunststof na 2014 zal zijn en hoe groot het aandeel onbruik-
bare reststroom is. Dat is wel van belang voor het vaststellen van de
vergoeding en de prijs waar het kunststof voor wordt vermarkt. Enige
fl exibiliteit zouden we dan ook graag in onze aanbesteding inbouwen.”
Het liefst zou Ede het sorteertarief mee willen laten wegen met het
hergebruikspercentage. Fokkert kent de discussie dat verwerkers van
het gesorteerde kunststof de zuiverheidsgraad, zoals deze in de DKR-
normen staat voorgeschreven, te laag vinden. In de maarteditie van
gRAM waarschuwde bestuurslid Bernard Merkx van brancheclub nRK
van de rubber- en kunststofi ndustrie, dat gemeenten met de huidige
sorteerspecifi caties afzetproblemen zullen krijgen. gemeenten zullen
in ieder geval hun kunststoff racties beter moeten laten sorteren. “Van
belang is inderdaad een zo hoog mogelijk kwaliteit aan te bieden”, zegt
Fokkert, “maar wat kost extra zuiverheid aan extra inspanningen? Dat
hogere prijskaartje moet wel in de juiste verhouding staan.”
Transparant
Volgens Fokkert is de markt nog weinig transparant. “Als gemeente zijn
we maar een onderdeel in de keten en doen we alleen de inzameling.
We hebben er weinig zicht op welke nederlandse partijen er zijn om
het kunststof te verwerken in nieuwe producten. Dan pas kun je goede
sorteerafspraken maken. Als overheid willen we een rol spelen in de
circulaire economie. Dit is nu nog een stip aan de horizon, want we
kunnen sturen op slimme ontwerpen van producten voor een optimaal
hergebruik. Dan moeten wel alle partijen aan tafel zit-
ten. We willen graag een rol spelen in het grotere ge-
heel. Wie dat gaat trekken, is nog onduidelijk. Op deze
vraag is nog geen pasklaar antwoord. niemand voert
vooralsnog de regie op dit onderwerp.”
Limburg
De 32 gemeenten in Afvalsamenwerking limburg (ASl)
zijn vergevorderd met het organiseren van een aanbe-
steding. “We geven de voorkeur aan een hoofdpartij die
ons volledig ontzorgt”, zegt ambtelijk secretaris Math
Oehlen. “Dat past binnen onze traditie. Een aantal deel-
nemers in ASl zal overslaglocaties en transport zelf or-
ganiseren. Een aantal overweegt daarbij aan te sluiten.
Het overgrote deel van onze gemeenten beschikt zelf
niet over grootschalige infrastructuur van overslag en
transport.” ASl verwacht dat de hoofdaannemer in een
makelaarsrol voldoende capaciteit weet te regelen voor
de jaarlijks vijftien duizend ton brongescheiden kunst-
stof verpakkingsafval uit de limburgse gemeenten.
“Verder gaan we ons er zo min mogelijk mee bemoeien.
Onze eerste optiek is dat de gemeenten voldoende ver-
goeding voor hun inzamelprestatie toucheren. En dat
doel is tegelijkertijd gediend met een zo groot mogelijk
percentage uitgesorteerd materiaal. We gaan zelf geen
operationele activiteiten organiseren.” ASl streeft naar
overeenkomsten op langere termijn. “Initieel hanteren
we een periode van twee jaar. Als de partner een hoog
hergebruikpercentage weet te realiseren of meedenkt
in het sluiten van grondstoff enketens in de regio, dan
gaan we een langdurigere relatie aan. Zo niet, dan knip-
pen we het contract weer op.” Oehlen moet nog een
slag om de arm houden. Over een maand is duidelijk of
de gemeenten het bestek defi nitief onderschrijven. De
winnaar van de aanbesteding zal tijdig bekend moeten
zijn, “anders kom je met de uitvoering in de proble-
men. Er moeten straks wel honderden vrachtwagens
gaan rijden”, zegt Oehlen.
‘Mid East’
De afvalsamenwerkingsverbanden lijken het voortouw
te nemen bij de invulling van de nieuwe opgave die
volgens de eind 2012 beklonken Raamovereenkomst
Verpakkingen in januari 2015 ingaat. De eerste grote
aanbesteding werd eind februari gelanceerd. Area,
Avu, Berkel Milieu, circulus, gAD en Rova bundelen
hierin de krachten om een partij te vinden voor de sor-
GRAM | april 2014 13
tering van zo’n 31 duizend ton kunststof (naast een
klein tonnage aan blik en drankenkartons). De winnaar
mag acht jaar aan de slag voor het collectief dat in de
wandelgangen van de afvalsector de bijnaam Mid East
heeft gekregen. Hiervoor moet hij wel een minimum
hergebruikspercentage kunststoff en garanderen. De
partijen in ‘Mid East’ gaan de gesorteerde kunststof-
stromen niet zelf vermarkten. Die activiteit wordt ook
aanbesteed, maar dan voor telkens twee jaar.
Midwaste
Een partij die het zelf vermarkten van het gesorteerde
kunststof serieus overweegt is Midwaste. “Wellicht
nog niet de eerste twee jaar, maar wel op termijn”,
lichten directeur Machiel van Haaften en projectmana-
ger kunststoff en Jurgen de Jong toe op hun kantoor
in Delft. Bij de coöperatieve vereniging Midwaste zijn
twaalf overheidsgedomineerde inzamelbedrijven en
-diensten aangesloten uit Zuid-Holland, Brabant, gel-
derland en Friesland. “We willen de kunst van het ver-
markten in loop der jaren opbouwen. Het gevoel erbij
in de vingers krijgen om er het optimale voor onze le-
den uit te halen”, zegt Van Haaften. In ‘zelf vermarkten’
klinkt de echte ondernemersgeest door. Toch wil Van
Haaften dat beeld corrigeren. “We hebben geen com-
merciële bedoelingen, maar behartigen puur de belan-
gen van onze leden om de rol van ketenregisseur zo
goed mogelijk vorm te geven.”
De Jong is verantwoordelijk voor wat bij Midwaste het
‘kunststof-regiemodel’ heet. “We willen met de sorteer-
der de afspraak maken de hergebruikslat hoog te leg-
gen. Als we van 75 naar 80 procent te hergebruiken
kunststof kunnen gaan, is dat een aanzienlijke winst.
Hoe groter het hergebruik, des te hoger de vergoedingen voor onze
leden.” De aanbesteding wordt in april gepubliceerd, verwachten Van
Haaften en De Jong. Het volume aan brongescheiden kunststof dat
de Midwaste-leden aanbieden, is rond de 30 duizend ton. Door de
onduidelijke toekomstontwikkelingen, kiest Midwaste voor een korte
contractduur van twee jaar. “Over de hoogte van de vergoedingen
voor de komende jaren is immers nog weinig zeker”, zegt Van Haaf-
ten. “Verder schrijden ook technische ontwikkelingen voort en neemt
het volume mogelijk toe als ook de grote petfl essen erbij komen.”
Commerciëler
Een partij die zich al duidelijk commerciëler presenteert, is Kunststof
Hergebruik. nu nog draagt deze organisatie tot de jaarwisseling vol-
ledig zorg voor de fase na de gemeentelijke inzameling: overslag,
transport, sortering en recycling van al het in nederland ingezamelde
verpakkingskunststof. Dat doet het bedrijf in opdracht van Afvalfonds
Verpakkingen, de organisatie van het verpakkende bedrijfsleven (su-
permarkten en merkfabrikanten). Sinds kort is Kunststof Hergebruik
eigendom van het bedrijf 2 circular Value van Ruud Sondag, voorma-
lig bestuursvoorzitter van Van gansewinkel. Al zit de verpakkende
industrie op de achterbank, benadrukt Joris van der Meulen. De di-
recteur van Kunststof Hergebruik ziet een continuerende rol voor zijn
organisatie als ketenregisseur. “We hebben laten zien dat we in het
afgelopen jaar zo’n 115 duizend ton kunststof weg hebben weten te
zetten.” Kunststof Hergebruik heeft een landsbrede infrastructuur op-
gezet, waarin een veertigtal overslagstations zijn gecontracteerd en
vijf sorteerinstallaties; eentje in ons land (SITA in Rotterdam) en vier
in Duitsland (Tönsmeier in Koblenz en Remondis en DKR in Kempen
en Kerpen). Partijen die zich overigens, zo verwacht menigeen, recht-
streeks bij gemeenten en samenwerkingsverbanden gaan melden.
Van der Meulen zegt nadrukkelijk naar de lopende en toekomstige
aanbestedingen te kijken. “Ook praten we met individuele gemeenten
die het sorteren en vermarkten zelf willen regelen. Het is niet perse
interessant je bij de grote samenwerkingsverbanden aan te sluiten.
14 GRAM | april 2014
Stel dat jouw afval straks kilometers moet reizen. We
hebben als regieorganisatie veel kennis en expertise
in huis en vertrouwen erop gemeenten een optimaal
sorteer- en hergebruiksresultaat en de gewenste fl exi-
biliteit te kunnen bieden.”
Geen afzet problemen
Van der Meulen ziet niet waarom gemeenten met de
huidige sorteerkwaliteit afzetproblemen zouden krij-
gen. “We verkopen de gesorteerde kunststoff en aan
zo’n zeventig recyclers. Dat zijn bedrijven die het
kunststof opwerken tot grondstof of het materiaal di-
rect toepassen in nieuwe producten. Allemaal binnen
Europa, een belangrijk deel ook in eigen land. Ik heb
niet de indruk dat er extra handelingen nodig zijn om
het kunststof op een nog hogere zuiverheidsgraad te
krijgen. Al onze verwerkers zijn gecertifi ceerd. Dit is
belangrijk voor ons, omdat we zo kunnen aantonen
dat de tonnen kunststof die we bij hen afzetten, daad-
werkelijk gerecycled worden en dus meetellen voor
de hergebruiksdoelen. De Inspectie leefomgeving en
Transport heeft in eerdere rapporten bevestigd dat er
hergebruik wordt gerealiseerd conform de eisen uit de
Raamovereenkomst.”
Verstoring
Dan zijn er nog de blik en drankverpakkingen. In Ede
maakt Fokkert meteen duidelijk dat die voorlopig niet
meegenomen worden. “De combinatie hiervan met
kunststof kan tot enorme verstoring leiden en dat kan
je veel geld kosten. Bovendien is er voor drankenkar-
tons nog niets geregeld”, zegt hij. De Jong van Midwas-
te sluit zich hierbij aan. “liever niet combineren met
kunststof, al zullen we hier op termijn wel rekening
mee moeten houden.” Directeur Van der Meulen van
Kunststof Hergebruik zegt de sortering en recycling
van gecombineerde stromen van kunststof, blik en
drankpakken te ondersteunen, als gemeenten daarom
vragen. “gemeenten moeten zich echter realiseren dat
bij de interactie van deze stromen het risico bestaat
dat de hergebruiksscore lager uitvalt. Dit kan dus een
lagere vergoeding opleveren. gemeenten moeten zich
hier wel van bewust zijn. Al zullen we een optimaal
hergebruik garanderen.”
Binnen de ASl-gelederen combineert alleen Horst aan
de Maas de kunststoff eninzameling met die van blik en
drankenkartons. “Dat zal de winnaar van de aanbeste-
ding moeten faciliteren”, licht Oehlen toe. “Horst aan
de Maas heeft aangegeven deze aanpak te willen conti-
nueren. Al zal ze uiteraard het sorteren, net als nu, zelf
moeten bekostigen.” Voor de andere ASl-leden, weet
Oehlen, is gecombineerde inzameling een wens op
termijn. Uiteindelijk zal het landelijke beleid bepalend
zijn, alsook de vraag of binnen limburg drankenkar-
tons verwerkt zullen gaan worden bij Van Houtum in
Swalmen. “Als dat laatste het geval zal zijn, dan heeft
het weinig zin om drankenkartons samen met andere
stromen in te zamelen. Dan kan men die stroom beter
apart houden en rechtstreeks naar Swalmen rijden.” De
ASl-secretaris begrijpt niet dat er rond de gecombi-
neerde inzameling met drankenkartons nationaal geen
uitspraak is. Een gebrek aan overall regie, meent Oe-
hlen. “Met haar programma Van Afval naar grondstof
wil staatssecretaris Mansveld de winst van grondstof-
fen uit het restafval maximaliseren. Dan snap ik niet
hoe ze alles nog steeds per materiaalstroom blijft rege-
len. Waarom niet alles in één keer?”
Netwerkinfo:
gemeente Ede, Freek Fokkert (beleidsmedewerker
Afval & Milieu), [email protected], www.ede.nl.
Vereniging Afvalsamenwerking limburg, Math
Oehlen (ambtelijk secretaris), [email protected],
www.afvalsamenwerkinglimburg.nl.
Midwaste, Machiel van Haaften (directeur),
www.midwaste.nl, nl.linked.com/in/
machielvanhaaften, twitter: @midwastedelft;
Jurgen de Jong (projectmanager kunststoff en),
[email protected], nl.
linked.com/in/jurgendejong, twitter: @jgdejong1
Kunststof Hergebruik, Joris van der Meulen
(directeur) [email protected],
www.kunststofhergebruik.nl, nl.
linked.com/in/jorisvandermeulen.
Tekst: Pieter van den Brand
GRAM | april 2014 15
"Overheidsvennootschap ideaal voor afvalbedrijven waarin meerdere gemeenten deelnemen"Voor professor dr. Hans Bossert, hoogleraar public governance, geldt afvalbedrijf ROVA als een school-
voorbeeld van een goed gestructureerde overheidsvennootschap. "De gemeenten die hun reinigingsta-
ken en het beheer van de openbare ruimte op basis van een individuele dienstverleningsovereenkomst
door ROVA laten verzorgen, zijn ook aandeelhouder van het bedrijf. Daarmee houden zij bij de uitvoe-
ring van het werk de regie grotendeels in handen, terwijl zij als aandeelhouder zeggenschap hebben
over de koers."
PROF. DR. HAnS BOSSERT gEEn VOORSTAnDER VAn gEMEEnTElIJKE REgElIngEn
Bossert was vorig jaar nauw betrokken bij het zoeken
naar een oplossing voor het zowel in bestuurlijk als
in financieel opzicht in drijfzand terechtgekomen af-
valbedrijf Avalex. Daar kreeg hij te maken met de an-
dere kant van de publieke dienstverlening. Avalex is
namelijk georganiseerd als een gemeenschappelijke
regeling van diverse gemeenten. Bossert wil niet te
veel op de Avalex-case ingaan, maar zegt wel: "Een
gemeenschappelijke regeling is voor een puur opera-
tionele organisatie als een afvalbedrijf vaak hét recept
voor moeilijkheden, omdat politici en ambtenaren uit
iedere deelnemende gemeente in die constructie altijd
mee kunnen en vooral ook wíllen sturen. Als leiding
van zo'n organisatie heb je dan constant te maken met
veel verschillende commando's. Ik noem een gemeen-
schappelijke Regeling altijd iets als twee geloven op
één kussen. Het werkt niet. Als dan vanuit de organi-
satie onvoldoende tegenkracht kan worden gegeven,
kom je onvermijdelijk in de problemen. En als de in-
terne organisatie en verantwoording dan ook nog eens
niet goed zijn geregeld, heb je de poppen aan het dan-
sen. Kortom, een gemeenschappelijke Regeling in een
zakelijke operationele setting als afvalinzameling en
afvalverwerking verdient geen schoonheidsprijs. Ook
niet omdat er van een echt doelmatige regievoering
vanuit de gemeenten vaak niet veel terechtkomt."
Ideale structuur
"De sturing bij een overheidsvennootschap is daarente-
gen wettelijk vastgelegd in de voor vennootschappen
algemeen geldende governance voorschriften. Vooral
als het gaat om wie wat voor het zeggen heeft. In
combinatie met de dienstencontracten die gemeenten
voor de uitvoering van het werk sluiten met de ven-
nootschap, staat die structuur garant voor duidelijk-
heid over wie het op welke terreinen voor het zeggen
heeft. Daarom vind ik de overheidsvennootschap een
ideale structuur voor de afvalsector." Het zal na deze
woorden geen verbazing wekken dat Bossert bij Avalex
heeft geadviseerd de structuur om te vormen tot die
van een overheidsvennootschap. Of, als dat om wel-
ke reden dan ook niet mogelijk is, het werk dan maar
simpelweg geheel uit te besteden en te proberen via
contracten de regie over de uitvoering in eigen hand
te houden.
Dikke kanttekening
Bij het oprichten en vooral bij het invullen van de
poppetjes binnen de Raad van commissarissen van
een overheidsvennootschap, plaatst Bossert wel een
dikke kanttekening. "In die Raad van commissarissen
moeten, zoals dat bij ROVA het geval is, volstrekt on-
afhankelijke deskundigen zitten. Dus absoluut géén
wethouders of andere directe vertegenwoordigers uit
de gemeentelijke organisatie. Anders krijg je een soort
gemengd bedrijf met allerlei achterbannen die via 'hun'
commissaris extra invloed willen uitoefenen. Dat is
“Ik noem een Gemeenschappelijke Regeling
altijd iets als twee geloven op één kussen.
Het werkt niet.”
16 GRAM | april 2014
geen zuivere constructie. Je zou het als wethouder ook
niet moeten willen. Uiteraard is er geen enkel bezwaar
tegen - integendeel juist - als er wel wethouders of
andere gemeentelijke vertegenwoordigers in de Alge-
mene Vergadering van Aandeelhouders zitten. Verder
is het belangrijk dat binnen de structuur van het bedrijf
krachten en tegenkrachten worden georganiseerd. Dat
houdt iedereen bij de les."
Tucht van de markt
Een voordeel van de overheidsvennootschap is vol-
gens Bossert ook dat het bedrijf dan de 'tucht van de
markt' voelt. "Dat vraagt een puur zakelijke aanpak.
Tegelijkertijd moet het bedrijf uiteraard in belangrijke
mate rekening houden met de eisen en de druk van
de gemeentelijke, politieke en maatschappelijke orga-
nisaties op het gebied van bijvoorbeeld duurzaam on-
dernemen. Een overheidsvennootschap moet immers
ook aan dat maatschappelijk aspect daadwerkelijk uit-
voering geven. Daar ligt volgens mij het grote verschil
met de private vennootschappen in de afvalsector. Die
private bedrijven hebben aandeelhouders die, hoe je
het ook wendt of keert, primair financieel rendement
eisen. Dergelijke bedrijven roepen vaak met mooie
woorden en pr-campagnes dat ze zo duurzaam zijn.
Aan het eind van de dag vragen de aandeelhouders
echter toch vooral hoeveel euro's er zijn verdiend. Het
gaat bij die constructies immers uiteindelijk altijd om
de economische performance als hoogste goed. Dat
geldt helemaal als het bedrijf in handen is of komt van
private-equity. Ze zullen dit uiteraard allemaal ontken-
nen, maar uiteindelijk draait het er toch echt om dat ze
geld willen zien."
Veiligheid inbouwen
Om pure winstgerichte ambities bij overheidsven-
nootschappen te voorkomen, adviseert Bossert bij de
oprichting van een dergelijke vennootschap goede
veiligheidskleppen in te bouwen. "Ik doel dan vooral
op het hard vastleggen - bijvoorbeeld in de statuten -
van afspraken dat de aandelen van de vennootschap
nooit voor een hogere prijs mogen worden verkocht
dan de oorspronkelijke aankoopprijs of uitgiftewaarde.
Dat voorkomt dat gemeentelijke aandeelhouders toch
in de verleiding komen de bedrijfswaarde op te pom-
pen om zodoende op termijn via verkoop van het be-
drijf dik geld te verdienen. Als dat dreigt te gebeuren,
gaat het mis. Het is in ieder geval een heel verkeerde
manier van regievoering en bedrijfsvoering. Het is veel
beter het bedrijf door een duurzame aanpak te laden
met maatschappelijke waarden. Daarbij zou je er ook
aan kunnen denken om arbeidsplaatsen te bieden aan
sociale werkplaatsen. Dat vergroot de match tussen za-
kelijk en maatschappelijk nut." Op de vraag of de struc-
tuur van een overheidsvennootschap niet iets is voor
alleen de grote afvalbedrijven, antwoord Bossert: "naar
mijn ervaring doen juist de kleinere vennootschappen
binnen de afvalsector het prima. Ik ben wel van mening
dat een overheidsvennootschap in die sector weer niet
te veel gemeenten-aandeelhouders moet omvatten. Ik
denk aan een maximum van ongeveer vijfentwintig
gemeenten. Anders verdwijnt de binding en wordt het
te groot om alles nog goed te kunnen beheersen en
regisseren."
ROVA is een publieke dienstverlener op het gebied
van grondstoffen en afval, openbare ruimte en duur-
zame energie. Algemeen directeur-bestuurder Hans
groenhuis is het eens met de schets van profes-
sor Bossert over de ideale organisatiestructuur van
een overheidsvennootschap in de afvalsector. "Bij
ons bedrijf hebben de twintig gemeenten-aandeel-
houders uit de regio's IJssel-Vecht, Achterhoek en
Eemland met in totaal ongeveer 900.000 inwoners
via een dienstverleningsovereenkomst individueel
invloed op de uitvoering van ons werk. In ons mo-
del bepaalt iedere gemeente haar eigen beleid en
vertaalt dat in een dienstopdracht. Verantwoording
over de uitvoering van de dienstverlening gaat dan
ook primair naar de gemeente als opdrachtgever.
Verantwoording over de bedrijfsvoering van de or-
ganisatie als geheel leggen wij af aan de gemeen-
ten-aandeelhouders. Als aandeelhouder hebben de
gemeenten zeggenschap over ons gehele beleid.
Door actieve bestuurders van aangesloten gemeen-
ten niét in de Raad van commissarissen te benoe-
men, houden wij verantwoordelijkheden scherp
gesplitst. Externe, onafhankelijke toezichthouders,
die zijn geselecteerd op gewenste competenties,
houden zo namens de gemeenten-aandeelhouders
toezicht op de bedrijfsvoering. Die bedrijfsvoering
zelf is primair de verantwoordelijkheid van de be-
stuurder. Zo blijven de lijnen zuiver en kan er geen
belangenverstrengeling ontstaan."
Tekst: Laurent Chevalier
"Naar mijn ervaring doen juist de
kleinere vennootschappen binnen de
afvalsector het prima."
PROF. DR. HAnS BOSSERT gEEn VOORSTAnDER VAn gEMEEnTElIJKE REgElIngEn
GRAM | april 2014 17
“Het zijn onvergelijkbare organisaties”, legt Ted van Hin-
tum, manager PR & communicatie Wecycle uit. “Onze
rol en taakopvatting zijn totaal verschillend. Wecycle
heeft een maatschappelijke taak om in opdracht van
bijna alle producenten en importeurs (1.600) een lan-
delijk dekkende inzamelvoorziening voor AEEA te ver-
zorgen. Wij zijn een stichting zonder winstoogmerk.
We werken volgens de voorwaarden van de producen-
ten die ook zorg dragen voor de financiering van het
systeem.” Daarnaast houdt Wecycle zich bezig met on-
derzoek, zet inzamelacties op met gemeenten en win-
kels en verzorgt landelijke communicatiecampagnes.
Van Hintum: “Wij hebben vanuit onze maatschappelijke
opdracht geen verdienmodel.”
WEEE nl, een commercieel bedrijf, is aangesloten bij
het European Recycling Platform (ERP). Het bedrijf is in
december 2002 opgericht door de elektronica produ-
centen Braun, Electrolux, HP en Sony. ERP steunt WEEE
nl in het verder uitrollen van een landelijk terugname-
systeem. WEEE nl maakt gebruik van de opgebouwde
kennis en ervaring van ERP. Bij ERP, actief in 13 Euro-
pese landen, zijn 2400 producenten en importeurs
aangesloten. In deze landen ligt het marktaandeel van
ERP tussen de 8 en 40 procent. “Wij zijn een jonge, en-
Nederland groot genoeg voor twee AEEA inzamelorganisatiesWEEE NL kreeg in februari 2013 goedkeuring van het ministerie van Infrastructuur en Milieu om als collectief terug-
namesysteem voor elektronica producenten en importeurs op te treden. Naast Wecycle, kent Nederland nu dus twee
AEEA (Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur) inzamelorganisaties. De overeenkomst is duidelijk, maar
waarin verschillen ze? En is de Nederlandse markt groot genoeg voor beide organisaties?
thousiaste organisatie, opgericht door mensen met veel ervaring in de
elektronica inzameling en verwerking”, vertelt Reint Sekhuis, directeur
WEEE nl. “Voor gemeenten betekent dit dat zij voortaan de keus heb-
ben voor een betrouwbaar alternatief.”
Werkwijze
Wecycle werkt samen met partners als HVc, Midwaste en Omrin die
de AEEA ophalen bij gemeenten, kringloopbedrijven en scholen. Ook
haalt Wecycle de producten op bij veel winkelketens. In totaal gaat het
om ongeveer 10.000 adressen met een ophaalfrequentie variërend van
dagelijks tot één keer per jaar. De transporteurs brengen de afgedankte
energiezuinige verlichting en armaturen naar vier overslagcentra en de
afgedankte elektrische apparaten naar acht regionale sorteercentra.
Daar worden de producten gesorteerd naar recycleproces. De gesor-
teerde producten worden daarna vervoerd naar gespecialiseerde recy-
clingbedrijven in nederland, België en Duitsland. “Uniek is dat Wecycle
al haar processen uitvoert volgens de Europese WEEElABEX-kwaliteit-
seisen. Zodoende garanderen we optimale en verantwoorde inzame-
ling en recycling. Deze ketenverantwoordelijkheid wordt getoetst door
onafhankelijke auditors en is niet gebaseerd op beloften,” aldus Van
Hintum.
WEEE nl claimt een andere insteek en biedt “een meer meedenkende,
maatgerichte oplossing. gemeenten moeten in de nabije toekomst
steeds meer werk vinden voor de re-integratie van werkzoekenden en
foto
: Wec
ycle
18 GRAM | april 2014
biedt een vergoeding afhankelijk van de marktwaarde
op basis van steekproeven achteraf.
Stand van zaken
Wecycle laat bij meer dan 90 procent van de gemeen-
ten AEEA inzamelen. Sinds de start van de aangepaste
wetgeving in februari zijn 25 gemeenten overgestapt
naar WEEE nl en twee grotere regionale sorteercentra
opgezet bij twee gemeenten. In een aantal andere ge-
meenten wordt toegewerkt naar het opzetten van een
stedelijk en dus kleinschalig sorteercentrum of even-
eens een groter regionaal sorteercentrum. Met ver-
schillende gemeenten wordt nog contact onderhouden
over een overstap gedurende het jaar of begin 2015.
Van Hintum benadrukt dat Wecycle niet in competitie
is met WEEE nl. “Het landelijk inzamelen en optimaal
recyclen van al het e-waste, waar mogelijk met een
sociale agenda, is een opdracht die per definitie geld
kost. We leven in een vrij land, gemeenten kunnen en
konden altijd zelf al kiezen wat te doen met ingeno-
men AEEA. Meer dan 90 procent wil worden ontzorgd
door Wecycle.” Ondertussen voert WEEE nl samen met
meerdere producenten strijd om op nationaal niveau
de gevestigde structuren te wijzigen. De organisatie
stuurt aan op een uitvoeringsmodel waarin het nieuwe
collectief een zelfde behandeling krijgt als het Wecycle
collectief.
Markt genoeg
Wecycle laat nu ongeveer 45 procent van het gewicht
dat aan apparaten op de markt wordt gebracht, ver-
werken. Er valt nog een substantieel AEEA in de markt
te winnen. Sekhuis: “In 90 procent van de Europese
landen zijn meerdere uitvoeringsorganisaties actief.
Dit brengt concurrentie mee, het werkt innoverend en
bevordert efficiëntie. Een effect dat positief werkt voor
alle spelers in de keten. Een systeem dat zijn best moet
doen om zijn marktaandeel te behouden, zal meer ser-
vicegericht zijn naar zijn klanten, maar ook naar zijn
toeleveranciers van materiaal, zoals gemeenten. Dus
ja, nederland is groot genoeg voor twee systemen.”
Wecycle is altijd voorstander geweest van een vrije
markt. Van Hintum: “We schakelen op basis van markt-
aanvragen logistieke dienstverleners en recyclers in.
Dit leidt niet alleen tot koste efficiëntie, maar ook tot
kwalitatief hoogwaardige opslag, vervoer en recycling.
Wecycle heeft hiermee de afgelopen vijftien jaar een
bewezen track record opgebouwd. Onze collectieve
opdrachtgevers willen dat we zoveel mogelijk e-waste
inzamelen en dit zo goed mogelijk recyclen. geen race
naar het minimum zoals in andere landen is te zien.”
Ervaringen
De vier gevraagde deelnemende gemeenten/samen-
sociaal zwakkeren. Elektronica sortering en inzameling biedt via WEEE
nl een bijdrage hieraan”, aldus Sekhuis. “goed voorbeeld is gemeente
Barneveld, die bewust kiest om deze activiteit in te zetten als project
voor re-integratie. In combinatie met andere activiteiten wordt zo een
goed werkproject gecreëerd. Wij helpen deze activiteiten op te zet-
ten en binnen kaders te faciliteren. Dergelijke projecten zijn gestart in
meerdere gemeenten met verschillende partners. De keuze voor een
nieuwe aanpak is echter vaak een politieke keuze die tijd en anders
denken vergt.”
Vergoedingen
Wecycle biedt gemeenten een vaste kostenvergoeding van 85 euro per
ton voor de inname, tijdelijke opslag en afgifte van e-waste. Daarnaast
kunnen de gemeenten die een samenwerkingsovereenkomst hebben
gesloten, een eenmalige kostenvergoeding van 1.000 euro ontvangen
als zij ook lampen aannemen die door het MKB worden aangeboden.
“gemeenten die samenwerken met Wecycle kunnen zonder kosten mee-
liften met landelijke tv/campagnes en krijgen gratis incentives voor
hun inwoners. Ze ontvangen jaarlijks een certificaat over hun recycling-
opbrengsten en vermeden cO2-uitstoot,” vult Van Hintum aan. WEEE nl
foto
: Wec
ycle
GRAM | april 2014 19
groot: “ROVA streeft naar maximale inzet van sociale werkvoorziening,
waar mogelijk in samenwerking met kringloopwinkels uit onze aan-
deelhoudende gemeenten. Het zou voor ons daarom een goede zaak
zijn als we meer mogelijkheden zouden hebben in het sorteren en ont-
mantelen van elektrische apparaten. Hierdoor ontstaat meerwaarde in
de keten. De gesorteerde deelstromen leveren zo meer geld op, waar-
mee wij de inzet van sociale werkgelegenheid weer kunnen financie-
ren. Wecycle heeft momenteel nog weinig mogelijkheden om te voor-
zien in onze wens tot het inzetten van sociale werkgelegenheid. Daar
ligt dus een verbeterpunt.”
Inzicht
Een ander aandachtspunt is het ontstaan van de diverse parallelle in-
frastructuren voor inzameling van elektrische apparaten. “Wij juichen
het natuurlijk toe dat wordt ingezet op zoveel mogelijk inzameling van
deze grondstoffenstroom. Om optimaal te rapporteren over hergebruik
van grondstoffen, is het belangrijk dat elke gemeente inzicht heeft in
alle aanwezige inzamelinfrastructuren en de gerealiseerde ingezamel-
de hoeveelheden. Daarnaast is een verdichting van de inzamelinfra-
structuur niet per definitie ook een optimalisatie. Als regieorganisatie
zouden we graag meer betrokken zijn bij de inrichting en optimalisatie
van de inzamelinfrastructuur.”
Stadswerken Utrecht loopt tegen een vergelijkbaar probleem op; de
registratie van AEEA dat via detailhandel (winkels of internetverkoop)
wordt ingezameld. Van Kleef: “Onze eigen kilo´s kennen we, maar een
belangrijke stroom wordt ingezameld via de detailhandel, daar is de re-
gistratie veel lastiger. Dat maakt het moeilijker vast te stellen wat je per
inwoner inzamelt. Als voorbeeld: in Utrecht hebben wij de Mediamarkt
en Saturn, beide grote winkels, de burger uit de naburige gemeente
koopt in Utrecht en levert via Mediamarkt/Saturn in.”
Cijfers 2012
AEEA inzamelorganisaties moeten minimaal voldoen aan de doel-
stellingen die voortkomen uit de Europese regelgeving WEEE. De
wettelijke doelstelling is 4 kilogram e-waste per persoon. Dit komt
neer op een totaal van ongeveer 66,7 miljoen kilo. Uiteraard kan het
net gestarte WEEE nl geen cijfers overleggen. Wecycle rapporteerde
over 2012 139 miljoen kilo e-waste; 8,3 kilogram per persoon. Van
het totaal ingezameld e-waste is in 2012 een hergebruik gereali-
seerd van 84 procent. Totaal komt de nuttige toepassing uit op 96
procent. Van de 4 procent die overblijft, wordt 2 procent verbrand
met geen of lage energieterugwinning en wordt 2 procent gestort.
Tekst: Geke Wassink
Netwerkinfo:
Wecycle, Ted van Hintum,
e-mail: [email protected]
WEEE nl, Reint Sekhuis, e-mail: [email protected]
AEB Amsterdam, Robert Jolen,
e-mail: [email protected]
gemeente Utrecht, Stadswerken, Frank van Kleef,
e-mail: [email protected]
AVRI, Martijn Verharen, e-mail: [email protected]
Rova, John de groot, e-mail: [email protected]
werkingsverbanden zijn tevreden over de samen-
werking met zowel Wecycle als WEEE nl. Rova en
Stadswerken Utrecht doen al zolang de producentver-
antwoordelijkheid bestaat zaken met nVMP/Wecycle.
“Het is een professionele organisatie die haar zaakjes
goed voor elkaar heeft,” is de ervaring van John de
groot, manager grondstoffen & Energie Rova. Frank
van Kleef, unithoofd gescheiden Inzamelen & Markten,
Stadswerken Utrecht: “Over het algemeen zijn wij te-
vreden en waarderen de promotie-acties die Wecycle
organiseert zeer. Ook van het Wecycle gemeentefonds
hebben wij dankbaar gebruik gemaakt. Jammer dat dat
fonds niet meer bestaat!”
Flexibiliteit
Avri koos voor WEEE nl om de flexibiliteit in het con-
tract, laat Martijn Verharen, manager Afvalbeheer we-
ten. “De besprekingen verliepen goed en open, WEEE
nl was bereid mee te denken in onze plannen. De
dienstverlening is hetzelfde gebleven, er zijn echter
afspraken gemaakt. Hierdoor kan Avri zelf de transpor-
ten (strategische doelstelling nr. 1, Duurzame inzet-
baarheid medewerkers) uitvoeren. De overgang verliep
heel soepel, in plaats van 30m3 containers hebben we
nu 40m3 containers (minder transport). Ook heeft Avri
de mogelijkheid zelf te gaan sorteren en demonteren.
Voor ons is dit belangrijk, er zijn al ver gevorderde
plannen dit te gaan uitvoeren met inwoners met een
achterstand op de arbeidsmarkt uit het rivierengebied
(strategische doelstelling nr. 6, maatschappelijk be-
trokken in regio rivierenland). De vergoeding voor de
standaard dienstverlening is hetzelfde gebleven. Over
de vergoedingen van de toekomstig gesorteerde en ge-
demonteerde stromen zijn ook al afspraken gemaakt.”
Ook Robert Jolen, projectmanager I&H AEB Amsterdam,
is te spreken over de samenwerking met WEEE nl. “na
tien jaar samenwerking met Wecycle op ons regionaal
sorteercentrum wilde de organisatie niet meer van
onze diensten gebruik maken. Wij wilden die activitei-
ten - het sociale gezicht van ons bedrijf- graag terug,
er werkten veel mensen met een achterstand tot de
arbeidsmarkt. In de loop van de jaren zijn behoorlijk
veel mensen doorgestroomd naar regulier werk. Overi-
gens werken we daarbij samen met Milieu Werk en Eco-
college. WEEE nl regelde snel operationeel alles; van
containers tot sorteerinstructies voor medewerkers
op de werkvloer. Ook de webapplicatie waarmee alle
aan- en afvoeren worden geadministreerd, was in korte
tijd operationeel. Dit vermindert de administratieve
lasten en maakt facturering makkelijker.” net zo min
als Avri´s Verharen ziet Jolen verbeterpunten, daarvoor
opereert WEEE nl nog te kort op de markt.
Verbeteringen
Wat kan beter in de samenwerking met Wecycle? De
terrein van een veilige papierinzameling weinig heb-
ben geregeld. Bij diverse partijen, waaronder de EVO,
de nVRD en de Vng, informeerde Bonekamp hoe de
veiligheid het beste kon worden gewaarborgd. Ook
hier kwam geen eenduidig antwoord uit naar voren.
“Wij wilden helderheid creëren en voorkomen dat er in
de toekomst nog een keer een ongeluk zou gebeuren.
Om die reden hebben we een aantal opleidingsinstitu-
ten verzocht een offerte uit te brengen voor het ont-
wikkelen van een training voor de vrijwillige papierin-
zamelaars.” SPA groep was de partij die de opdracht
kreeg.
Kostenplaatje
In de training van SPA groep krijgen vrijwilligers onder
meer uitleg over de bedieningsknoppen van een kraak-
perswagen, ze leren wanneer ze op de treeplank mogen
staan, hoe ze moet bukken en welke veiligheidskleding
ze nodig hebben. De training duurt in totaal drie tot
vier uur en wordt afgesloten met een praktijktoets,
“Twee vrijwilligers liepen in juni vorig jaar letsel op tij-
dens de papierinzameling. Eén van hen had een ontzet-
te kaak en de ander had haar arm zodanig verwond dat
ze daar waarschijnlijk de rest van haar leven last van
blijft houden”, vertelt Joop Bonekamp, projectleider
team Reiniging van de gemeente Maastricht. De chauf-
feurs van de kraakperswagens waren geïnstrueerd, dat
ze de vrijwilligers goed moest uitleggen wat ze wel
en niet mochten doen en welke veiligheidskleding ze
moesten dragen. Er gebeurden wel vaker kleine onge-
lukjes, maar het ongeval met de twee vrouwelijke vrij-
willigers was van zodanige aard dat de Inspectie SWZ
erbij werd betrokken. Bonekamp: “We wijzen niet met
een beschuldigende vinger naar de betreffende chauf-
feurs. Onze visie is dat de papierinzameling een ge-
zamenlijke verantwoordelijkheid is van de onderaan-
nemer, het papierrecyclingbedrijf en de gemeente. In
praktijk blijkt iedereen de regels echter op zijn eigen
manier uit te leggen.” Maastricht ging op onderzoek uit
en bij navraag bleek dat de meeste gemeenten op het
Veilig papier inzamelenVeel verenigingen zetten vrijwilligers in om papier in te zamelen. De opbrengst vormt een welkome
aanvulling op de verenigingsinkomsten. Meestal verloopt de papierinzameling vlekkeloos, maar in
Maastricht ging het vorig jaar een keer mis en raakten twee inzamelaars gewond. Voor de gemeente
was dit aanleiding om een training te laten ontwikkelen voor de vrijwilligers.
VRIJWIllIgERS VOlgEn TRAInIng
20 GRAM | april 2014
Voor vrijwilligers bij de inzameling van oud papier is een training veilig werken heel belangrijk. (Foto Eut van Berkum)
GRAM | april 2014 21
Die investering doen we graag. Als verenigingen meer
dan de afgesproken achttien mensen willen laten oplei-
den, is het voor hun eigen rekening.” Maastricht is blij
dat de papierinzameling nu goed is geregeld. “Alles is
nu glashelder. Met de training en de praktijktoets slui-
ten we risico’s zoveel mogelijk uit.”
Hans nijboer, opleidingsmanager Spa groep: “We
hadden al een training voor papierinzamelaars in
ons aanbod, maar hebben deze op maat gemaakt
voor de gemeente Maastricht. Alle theorie- en prak-
tijkonderdelen zijn getoetst door de Inspectie SWZ
en voldoen aan de eisen van de Arbowet. Op die ma-
nier wilde Maastricht er zeker van zijn dat de veilig-
heid van de vrijwilligers is gewaarborgd. De training
vormt echt een toevoeging voor de branche. Be-
roepskrachten zijn verplicht om veilig te werken en
worden daar goed in opgeleid. Toch vinden er nog
jaarlijks ongelukken plaats met ervaren vakkrach-
ten. Het is dan logisch dat vrijwilligers, die niet da-
gelijks met een inzamelvoertuig werken, ook goede
instructies ontvangen. Maastricht heeft de training
serieus opgepakt. Bij sommige verenigingen was er
sprake van weerstand, maar de gemeente heeft voet
bij stuk gehouden en de training verplicht gesteld.
Het gaat tenslotte om de veiligheid van hun vrijwil-
ligers.”
Tekst: Ans Aerts
achter het inzamelvoertuig. Dit gebeurt in een veilige
setting. Wie slaagt, krijgt een certificaat en een pasje
dat vijf jaar geldig is. Voor alle vrijwilligers die ach-
ter het inzamelvoertuig lopen, is de training verplicht.
Vrijwilligers die niet achter het voertuig lopen en niet
de papierbelader of knoppen bedienen, hoeven de trai-
ning niet te volgen. In Maastricht zamelen ongeveer 23
verenigingen oud papier in. Bonekamp: “Per vereniging
leiden we vijftien vrijwilligers op. Door de uitstroom
van vrijwilligers kan elke vereniging bovendien drie ex-
tra mensen laten opleiden.” Behalve een certificaat en
een pasje, ontvangen de vrijwilligers die zijn geslaagd,
een veiligheidsvest, –schoenen en een –broek van de
gemeente. Bonekamp: “We willen voorkomen dat men-
sen hun eigen schoenen dragen. Die zijn misschien wel
van een goede kwaliteit, maar we hebben dan niet de
garantie dat ze voldoen aan de Arbowet. Om ondui-
delijkheid en discussie te voorkomen, lossen we het
op deze manier op. De chauffeurs van onze eigen in-
zameldienst en van onderaannemer Van gansewinkel
zijn op de hoogte. Vrijwilligers die geen pasje kunnen
overleggen of geen veiligheidskleding dragen en toch
achter het voertuig willen lopen, krijgen van hen geen
toestemming om mee te gaan.”
Glashelder
De eerste training werd in augustus 2013 gegeven. In
de periode dat de vrijwilligers niet konden worden in-
gezet, omdat ze eerst moesten worden opgeleid, nam
de gemeente zelf de inzameling op zich, met inzet van
Van gansewinkel. Eind van het jaar waren alle vrijwil-
ligers geschoold en konden de verenigingen weer zelf
papier inzamelen. De gemeente Maastricht betaalt de
trainingen. Bonekamp: “We betalen dit uit de vergoe-
ding die we krijgen voor de papierinzameling. Dat be-
tekent dus dat we hier minder opbrengst van hebben.
In praktijk blijkt iedereen de regels op
zijn eigen manier uit te leggen.
22 GRAM | april 2014
ook het beheer van het openbaar groen, kopieerwerk
en het digitaliseren van archieven."
Zogenaamd mooie deal
Uit zijn contacten binnen de branche weet Van gorsel
dat de zaken bij een flink aantal gemeenten in het land
niet altijd even soepel verlopen. Hierdoor lopen be-
drijven binnen de sociale werkvoorziening opdrachten
mis. "gemeentelijke inkopers hebben dan weer eens
een zogenaamde mooie deal gesloten op de private
markt. gemeenten vergeten trouwens vaak dat Eu-
ropese wetgeving toestaat dat bepaald werk wordt
inbesteed. Dat heet dan dat de gemeente 'een voor-
behoud' kan maken voor het inschakelen van Sociale
Werkplaatsbedrijven." Als verklaring voor het negeren
van de sociale werkvoorziening noemt Van gorsel de
verkokering bij gemeenten. "De al eerder genoemde
schotten dus.
Kicken op aanbestedingen
Een heikel punt is ook dat veel gemeenten kicken op
aanbestedingen. Dat is een soort automatische reflex.
Ik noem geen namen, maar in sommige gemeenten in
ons land is het soms bar en boos." Als ander voorbeeld
van gemeentelijk dwaalbeleid vertelt Van gorsel over
een gemeente, die via een advertentie een schoffelaar
zocht. "De loonschaal stond er bij. Als die gemeente
een sociale werkplaats had ingeschakeld, had ze voor
dezelfde prijs twee schoffelaars aan een baan kunnen
helpen. Het is echt te betreuren dat het bij veel gemeen-
ten ontbreekt aan samenwerking tussen afdelingen die
verantwoordelijk zijn voor het beheer van de openbare
ruimte enerzijds en het maatschappelijk werk ander-
zijds. Dat verkleint de kansen op social return en dus
die van creatie van de economische waarde van maat-
schappelijke maatregelen. gemeenten zien dit verband
niet altijd. Ik hoop dat dit verandert met de komst van
de Participatiewet in 2015, omdat gemeenten dan echt
goed moeten gaan rekenen. Anders worden ze door
het rijk of de eigen inwoners daar hard op aangespro-
ken. Verder is het voor onze sector afwachten wat de
Participatiewet in de praktijk brengt.
Structuur
Ik vind het in ieder geval een goede zaak dat de ver-
splintering tussen de diverse sociaal-maatschappelijke
De gedreven directeur van Welplaat doelt met zijn kritische uitlatingen
vooral op het nog vaak voorkomende euvel van gebrek aan goed over-
leg en samenwerking tussen gemeentelijke diensten. Daardoor worden
opdrachten te snel uitbesteed aan de private sector. Veel werk kan ech-
ter uitstekend worden gedaan door mensen met afstand tot de arbeids-
markt. Welplaat is zo'n organisatie met ruim 450 werknemers, die door
een sociale- of lichamelijke beperking niet aan de slag kunnen bij het
reguliere bedrijfsleven. Met een beetje extra begeleiding kunnen ze uit-
stekend werk leveren. Welplaat is al ruim vijftig jaar onder meer actief
als dienstverlener in de groensector, bij reinigingsdiensten en als in-
dustrieel toeleveringsbedrijf. Ook detacheert Welplaat personeelsleden
bij gemeenten, bedrijven en instellingen op Voorne-Putten. Van gorsel
benadrukt dat sociale werkplaatsen min of meer gewone bedrijven zijn.
Buitenspel
Terugkomend op zijn opmerking over penny wise, pound foolish zegt
Van gorsel: "Ik bedoel daarmee dat gemeentelijke inkopers vaak niet
in de gaten hebben dat ze de eigen gemeente én de lokale gemeen-
schap financieel nadeel berokkenen door de sociale werkvoorziening
buitenspel te zetten. Als er namelijk geen geschikte opdrachten zijn,
doen werknemers van de werkvoorziening immers een groter beroep
op de 'sociale' kas van de gemeente." Van gorsel benadrukt dat de
door hem geschetste situatie absoluut niét aan de orde is binnen het
verzorgingsgebied van Welplaat, bestaande uit de gemeenten Spijke-
nisse, Brielle, Hellevoetsluis, Westvoorne en Bernisse, samen goed voor
ongeveer 170.000 inwoners. "In deze regio werken wij uitstekend sa-
men met de gemeenten, waardoor onze personeelsleden passend werk
kunnen doen."
Als mooi voorbeeld van de lokale samenwerking wijst Van gorsel op de
relatie met n.V. Reinis, de verzelfstandigde Dienst Stadsreiniging van
de gemeente Spijkenisse. Personeel van Welplaat verzorgt voor Reinis
al enkele jaren tot grote tevredenheid de inzameling van zwerfafval
met zogeheten BOB-wagens. Dit zijn voertuigen waar geen rijbewijs
voor is vereist. "Wij worden door Spijkenisse en Reinis zoveel mogelijk
ingeschakeld. Zo werken medewerkers van ons bij het lokale kring-
loopbedrijf. Voor de gemeenten in ons werkgebied verzorgen wij vaak
"Schotten weg en meer overleg tussen gemeentelijke afdelingen""Het is vaak typisch een geval van penny wise, pound foolish. Wel zuinig zijn met kleine uitgaven, maar niet met de
grote", stelt Arie van Gorsel, directeur van Welplaat, een grote organisatie op het gebied van sociale werkvoorzie-
ning op de eilanden Voorne-Putten in Zuid-Holland. "Als je het anders wilt formuleren, kun je zeggen dat er bij veel
gemeenten nog te vaak schotten zijn tussen inkoop en sociaal-maatschappelijke zorg."
KAnSEn cREëREn VOOR WERKnEMERS VAn DE WERKVOORZIEnIng
Participeren in de maatschappij geeft
mensen structuur en eigenwaarde, waar
de gemeente ook baat bij heeft.
GRAM | april 2014 23
personeelsleden tellende Sociale Werkvoorziening van de gemeente
worden ingezet bij iedere gemeentelijke opdracht. De gemeentelijke
inkopers mogen daar niet van afwijken. Daar wordt scherp op toege-
zien. Je zou dit best kunnen beschouwen als een heel praktische vorm
van ontschotten."
Mooie match
Van Wilgenburg kan zich vinden in de kritische kanttekeningen die Van
gorsel maakt bij het inkoopbeleid van veel gemeenten. Op dat gebied
heeft hij als geen ander recht van spreken, want eerder was hij hoofd
inkoop inzamelmiddelen bij de Rotterdamse reinigingsdienst Roteb. "Ik
spreek dus uit eigen ervaring. Sommige inkopers zijn redelijk conser-
vatief, anderen progressief. Vaak speelt de laagste prijs nog een grote
rol in aanbestedingen." In zijn huidige functie als Programmamanager
coördinatiepunt Social Return is het zijn opdracht er voor te zorgen dat
het collegebesluit uit 2011 scherp tussen de oren komt van alle Rot-
terdamse diensten en bedrijven. "In Rotterdam is dit beleid al redelijk
goed geïntegreerd. In een aantal gevallen is het al een automatisme
geworden om altijd eerst te kijken of het werk kan worden inbesteed
bij de sociale werkvoorziening. Pas als dat niet mogelijk is, wordt ex-
tern gezocht. Door deze op social return gerichte manier van werken,
heeft Rotterdam er voor gezorgd dat in 2013 zo'n 2400 mensen met
een afstand tot de arbeidsmarkt hebben gewerkt."
Als concreet voorbeeld van een mooie match vertelt Van Wilgenburg
dat in Rotterdam bijna honderd personeelsleden van de Sociale Werk-
voorziening werken bij het groenonderhoud en de stadsreiniging. "Dat
ging overigens niet zonder slag of stoot. Vooral omdat financiële mana-
gers aanvankelijk mopperden dat deze personeelsleden duur zijn om-
voorzieningen aan de onderkant van de arbeidsmarkt
door die wet verdwijnen. Hopelijk leidt het ook tot
meer en betere samenwerking tussen gemeentelijke af-
delingen. Dat zou een hele verbetering betekenen voor
de mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt."
Van gorsel benadrukt dat werk belangrijk is voor deze
groep. "Het kunnen participeren in de maatschappij
geeft hen structuur en eigenwaarde, waar de gemeen-
te ook baat bij heeft. Daarom roep ik gemeentelijke
diensten op om bij aanbestedingen onder de integrale
streep te kijken. Anders gaat het verlies naar sociale
zaken."
Sociaal maatschappelijke clausule
Het kan ook anders in gemeenteland. Rotterdam be-
wijst dat. Daar zijn zaken rond de sociale werkvoorzie-
ning in zowel maatschappelijk- als financieel opzicht
prima geregeld. René van Wilgenburg, Programmama-
nager coördinatiepunt Social Return bij het Werkgevers
Servicepunt van Rotterdam, vertelt dat het gemeente-
bestuur al in juni 2011 scherp inspeelde op de maat-
schappelijke discussies en de mogelijke effecten van
de Participatiewet. "Het gemeentebestuur besloot toen
dat voortaan bij alle investeringsbeslissingen van ge-
meentelijke afdelingen een sociaal-maatschappelijke
clausule moest worden opgenomen in de bestekken.
Met deze aanpak wil Rotterdam aan de voorkant af-
dwingen dat er substantieel mensen uit de circa 2100
24 GRAM | april 2014
niging en bij de plantsoenendienst van de gemeenten
Haarlemmermeer en Aalsmeer. Daarnaast schakelt
Meerlanden nog 40 vrijwilligers in voor divers werk.
Over de samenwerking met de AM groep zegt Ange-
line Kierkels, directeur Publieke Sector Meerlanden:
"Die relatie biedt ruimte om verder te onderzoeken
hoe wij nog meer inhoud kunnen geven aan onze so-
ciale verantwoordelijkheid. Wij willen bijvoorbeeld ook
meer mensen uit de bijstand in regulier werk inzetten.
In samenwerking met de gemeenten willen wij hen een
kans geven op deelname aan of re-integratie in het ar-
beidsproces."
Tekst: Laurent Chevalier
dat ze extra begeleiding vragen. Dat is op zich deels
waar, maar per saldo levert deze aanpak de gemeente
op jaarbasis ruim 2 miljoen euro op. Bovendien bieden
wij de mensen op deze manier zinvol werk. Dat verte-
genwoordigt ook waarde."
Samenwerking
In noord-Holland hebben Meerlanden en de AM groep
de afgelopen jaren aangetoond dat medewerkers van
de werkvoorziening een nuttige rol kunnen vervul-
len in de openbare ruimte en bij de kringloopwinkel.
Onlangs werd de relatie bekrachtigd met een nieuwe
samenwerkingsovereenkomst. Zo'n 75 medewerkers
van de AM groep werken bij milieustraten, straatrei-
KAnSEn cREëREn VOOR WERKnEMERS VAn DE WERKVOORZIEnIng
Participatiewet
Met de Participatiewet moeten gemeenten vanaf 2015 mensen met een beperking, op maat en in samenhang met
andere hulpvragen begeleiden naar werk of andere vormen van maatschappelijke ondersteuning. nu is deze hulp-
verlening nog verspreid over drie regelingen: de WWB (de Wet werk en bijstand), de Wsw (de Wet sociale werkvoor-
ziening) en de Wajong-regeling voor jongeren met een beperkt arbeidsvermogen en ligt de uitvoering grotendeels
bij het rijk. Voor de fi nanciering van de nieuwe structuur krijgen de gemeenten vanaf 2015 één budget van het
rijk. De uitgaven voor de WWB en WSW en de Wajong waren in 2013 circa 11 miljard euro. Met de overheveling
naar de gemeenten hoopt het Rijk circa 1,7 miljard euro te bezuinigen.
May 5–9, 2014World’s Leading Trade Fair for Water, Sewage,
Waste and Raw Materials Management
Be a part of this get-together of the worldwide environmental technology sector—at IFAT 2014 in Munich. Come and experience innovative new products and learn
about successful strategies for the future. And benefi t from the exclusive supporting program at IFAT and the opportunity for international networking.
Welcome to the future of environmental technology
Visit IFAT’s sister events around the world:
May 20–22, 2014 October 9–11, 2014www.ie-expo.com www.ifat-india.com
www.ifat.de
Information: Van Ekeris Expo Service B.V. | HaarlemTel. +31 (0) 23 525 8500 | [email protected]
Register now online! Save up to 30% and gain time at the venue!www.ifat.de/tickets/en
GRAM | april 2014 25
NVRD Benchmarks
Voor gemeenten (met of zonder inzamel-
dienst), publieke inzamelbedrijven en
samenwerkingsverbanden organiseert
de nVRD de volgende drie benchmarks:
Benchmark Huishoudelijk Afval
Inhoud: milieueff ectiviteit, regievoering
(regiekosten en –vaardigheden) en be-
drijfsvoering (kosten- en operationele
effi ciëntie). Inschrijving tot 18 april.
Startbijeenkomst: 22 april. Workshop I:
19 juni. Workshop II: 25 september. Slot-
bijeenkomst: oktober/november. Infor-
matie/aanmelden: Ismael Morales,
[email protected], tel. 088-3770024 of
Folkert Starreveld,
tel. 06-54755102.
Benchmark Gemeente Schoon
Inhoud: kwaliteit, kosten en inzet, re-
gie- en bedrijfsvaardigheden, thema’s
(afvalbakken, sociaal domein, evene-
menten, etc.) Aanmelding in april. Start
vragenlijst benchmark: 7 april. Bijeen-
komst 1 (+ conceptrapport): 25 april.
Bijeenkomst 2 (+ conceptrapport): sep-
tember. Bijeenkomst 3 (+ eindrapport):
december. Informatie/aanmelden:
Ismael Morales, [email protected],
tel. 088 3770024, of
www.gemeenteschoon.nl
Benchmark Gladheidbeheer
Inhoud: aanpak/organisatie, service,
kwaliteit/prestatie, kosten, operationeel,
omgevingsfactoren. Aanmelding in april.
Eerste bijeenkomst: 16 mei. Afrondende
bijeenkomst: september/oktober. Infor-
matie/aanmelden: Bas Peeters,
[email protected], tel. 088-3770014.
nieuwsTekst: Bas Peeters
Handreiking aanbesteding kunst-
stofsortering
De nVRD ontwikkelt een handreiking met
afwegingskader voor de aanbesteding
van het sorteren van kunststof verpak-
kingen door gemeenten. gemeenten die
de aanbesteding van kunststof sortering
nog moeten organiseren, worden op weg
geholpen met het schrijven van een aan-
bestedingsbestek. Voor meer informatie:
Maarten goorhuis, [email protected]
Masterclasses voor (nieuwe)
raadsleden
De nVRD organiseert samen met het Zijl-
stra center, kenniscentrum voor de pu-
blieke sector binnen de Vrije Universiteit,
masterclasses voor (nieuwe) raadsleden.
Veel van de bestuurlijke en politieke di-
lemma’s op lokaal niveau komen samen
in het beheer van de openbare ruimte
en de publieke taak van gemeentelijk
afvalbeheer. lokale bestuurders zullen
zich snel op de verschillende dossiers in
moeten werken en keuzes moeten ma-
ken. Om dit eff ectief te kunnen doen,
biedt de nVRD masterclasses aan waarin
raadsleden in één bijeenkomst de be-
nodigde kennis krijgen aangereikt en
een snelle update krijgen van de laatste
ontwikkelingen; ontwikkelingen op be-
leidsterreinen, zoals milieu/duurzaam-
heid, sociaal/participatie, fi nanciën/
markt&overheid. De masterclasses wor-
den regionaal georganiseerd bij leden
van de nVRD en worden voorafgegaan
door een bedrijfsbezoek.
Een overzicht van data en locaties vindt
u op www.nvrd.nl/masterclasses
Heidag NVRD-bestuur
Op 6 maart heeft het nVRD-bestuur haar
jaarlijkse heidag gehouden. Op de heidag
staat het bestuur langer stil bij zowel in-
houdelijke onderwerpen als vraagstukken
rond de vereniging. Op 6 maart is gespro-
ken over de stand van zaken van de tran
sitie van de vereniging, het publieke kader
voor afvalbeheer en de nVRD-agenda voor
het programma Van Afval naar grondstof,
de meerwaarde van het nVRD-lidmaat-
schap en de resultaten die de nVRD heeft
geleverd. Deze onderwerpen worden met
de leden gedeeld tijdens de algemene le-
denvergadering van 23 mei tijdens het
nVRD-Jaarcongres in Tiel.
Positionpaper Vennootschaps-
belasting
De nVRD heeft een positionpaper Ven-
nootschapsbelasting opgesteld. Aanlei-
ding is het voornemen van het Ministerie
van Financiën om de huidige wettelijke
uitzonderingspositie van overheidsbedrij-
ven voor de belastingplicht te wijzigen.
Dit kan leiden tot verplichte winstopslag
en privatisering van uitvoerende taken.
In de positionpaper zijn neveneff ecten en
gevolgen geschetst en worden argumen-
ten aangereikt voor vrijstelling van taken
in het gemeentelijk afvalbeheer en beheer
van de openbare ruimte. De postionpaper
is te verkrijgen via www.nvrd.nl
Voor meer informatie: Ilse van de grift,
NVRD-agenda
April
10 Regiobijeenkomst Zuid-nederland
10 commissie Regie
22 Redactievergadering gRAM
24 Bestuur
Mei
7 Bestuur regio noord
22 nVRD-Jaarcongres
agenda
April:
10 Excursie Schone Maas
17 cursus gedragsverandering vervolg 2
25 Benchmarkbijeenkomst
gemeenteSchoon
26 GRAM | april 2014
VAKWERK
Regie is weten wat je wilt om te krijgen wat je vraagtWat houdt uw functie in?
Voor Weert houd ik me vooral bezig met grote projecten als de IJzeren
Rijn -een goederenspoor van Antwerpen naar het Ruhrgebied in Duits-
land- de viering van Weert 600 jaar, outsourcing en centrummanage-
ment. geen directe relatie met afval dus. Als programmamanager Afval-
samenwerking limburg (ASl) werk ik met de 33 aangesloten gemeenten
samen bij het bereiken van schaalvoordelen. Voorbeelden zijn het aanbe-
steden van de eindverwerking van rest- en gft-afval en het laten sorteren
en in de markt zetten van kunststoff en. In 1993 hebben de limburgse
gemeenten zich contractueel voor vijftien jaar gebonden (AVl-sturing)
om de afvalverbranding in Moerdijk tot stand te laten komen. Als lid van
de klantenraad ben ik toen met het dossier afval in aanraking gekomen.
Begin deze eeuw is het bewustzijn gegroeid dat het aanbesteden van de
eindverwerking na 2008 fl inke voordelen kon bieden voor de limburgse
gemeenten. Op basis van deze bewustwording is ASl opgericht in janu-
ari 2005. Bij de nVRD werd ik vijf jaar geleden gevraagd als bestuurslid,
met als aandachtsveld de regievoerende gemeenten. Daaronder verstaan
we gemeenten die hun afvaltaken niet zelf of samen met anderen uitvoe-
ren maar professioneel aanbesteden en op de markt brengen. Dat levert
meestal de beste product-prijsverhouding op.
Wat deed u hiervoor?
Van origine ben ik tuinman, in mijn ogen het mooiste
vak op aarde. na mijn has-opleiding in Den Bosch ben
ik in de jaren zeventig begonnen als bedrijfsleider bij
een hoveniersbedrijf. Daarna was ik toezichthouder
groenvoorziening bij de gemeente Eindhoven, hoofd
uitvoering bij de gemeente Tilburg, hoofd beheer open-
bare ruimte bij de gemeente Venlo en tien jaar directeur
Stadsbeheer in Weert. Vanuit die laatste functie kreeg ik
meer met afval te maken. Ik ben een van de oprichters
van ASl.
Wat heeft u met afval?
Iedereen heeft iets met afval, want we produceren ge-
zamenlijk zo’n 400 kilo per jaar per huishouden. Zes-
tig jaar geleden, toen de welvaart minder was, was dat
nog maar 100 kilo. Voor velen staat afval synoniem aan
waardeloos. Dat zie ik anders. Afval bestaat niet, het is
een grondstof, of energie of iets anders. Onze grond-
Huub Keijzers (63) is adviseur
strategische trajecten voor de ge-
meente Weert. Ook verzorgt hij
het programmamanagement bij
de vereniging Afvalsamenwerking
Limburg en is hij bestuurslid van
de NVRD. Met die laatste twee func-
ties gaat Keijzers dit jaar stoppen.
GRAM | april 2014 27
De rubriek Vakwerk gaat over het vakmanschap en de bevlogenheid in de branche. In afval- en beheer van de openbare ruimte werken vele professionals, die hart hebben voor de ‘schone zaak’. Wat drijft hen in hun werk? En waarom doen zij dit werk graag en goed?
stoff en op deze aarde zijn eindig en daarom is cyclisch
denken en doen een belangrijke levenshouding. Want op
is op en weg is weg. Wat mij opvalt in de afvalbranche,
is dat afvalinzameling een uiterst operationele tak van
sport is. nederland heeft ruim vierhonderd gemeenten,
die doen het allemaal anders. Verscheidenheid is troef,
als het om afvalbeheer gaat. Een collectieve uitdaging
voor de branche kan zijn daar meer standaardisatie in
aan te brengen. Daarmee kun je veel geld besparen en
meer optimalisatie bereiken. Ook zou er meer aandacht
voor het gehele ketenbeheer moeten zijn, in plaats van
te focussen op de losse onderdelen. Een mooi voorbeeld
is het streven van veel gemeenten zo min mogelijk rest-
afval te produceren. Terwijl je zou moeten sturen op
zoveel mogelijk materiaalhergebruik, want dat is het
werkelijke vraagstuk.
Hoe kijkt u terug op vijf jaar NVRD?
De nVRD is een leuke en uiterst gemêleerde club, met
publieke bedrijven, verwerkers, gemeentelijke diensten.
Die verschillende achtergronden en deelbelangen maakt
de vereniging complex en naar buiten toe niet altijd
eenduidig. De nVRD is daardoor ook een spannende
vereniging, waar steeds uitdagingen liggen om tot een
goede balans te komen. Persoonlijk ben ik voorstander
van een lokale overheid als deskundig opdrachtgever.
Intergemeentelijke opdrachtverstrekking geeft schaal-
vergroting en dat kan nuttig zijn. ASl heeft dit bewezen,
net als andere organisaties. De overheid hoeft niet alles
zelf te doen om haar publieke taak te vervullen. Een huis
bouwen doe je ook niet zelf. Je moet als overheid wel de
baas zijn in de regievoering. Dat doe je niet door taken
over de schutting te gooien, maar door je opdrachtge-
vende rol professioneel te organiseren en in te vullen.
De uitvoering kun je het beste bij de markt laten. Veel
gemeenten laten hier kansen liggen.
Waar bent u trots op?
Dat we met Afvalsamenwerking limburg 150 miljoen
kosten hebben kunnen besparen voor 1,1 miljoen huis-
houdens. Dat betekent maar liefst 50 euro per huishou-
den per jaar. Afval is niet alleen een milieukwestie, ook
de maatschappelijke kosten zijn belangrijk. Waar ik ook
trots op ben, is het succes van een ondertunnelingplan
voor de IJzeren Rijn. Als de oorspronkelijke spoorlijn
door zou gaan, zouden er zware treinen met gevaarlijke
stoff en dwars door Weert zijn gegaan. Om draagvlak te
krijgen voor een ondergronds traject, heb ik fractievoor-
zitters uit de Tweede Kamer naar Weert gehaald en ze
voor de camera laten zeggen hoe ze erover dachten. Balkenende heeft zo
ook eens in Maastricht gestaan en zijn afschuw uitgesproken over die A2
midden door de stad. Met zulke uitspraken en camerabeelden kun je media-
aandacht genereren, dat helpt je zaak. Door mijn strategie kregen we een
meerderheid in de Tweede Kamer achter ons standpunt. Dat vond ik een
persoonlijke overwinning. Zo’n strategie werkt beter dan een mooie brief.
natuurlijk ben ik als ‘tuinman’ ook apetrots dat Weert verkozen is tot groen-
ste Stad van nederland in 2012 en zelfs van Europa in 2013.
Goed samenwerken, hoe doe je dat?
Bij ASl moet je de standpunten van 33 gemeenten op één noemer krijgen.
Dat kost veel energie en daar gaat veel tijd in zitten. Maar het is wel dank-
baar werk als het lukt. Daarin zit hem de charme van dit werk. Je moet goed
zoeken naar de gezamenlijke ambities en de verschillende drijfveren. Men
wil nogal eens snel met standpunten komen, die eigenlijk niet goed bear-
gumenteerd zijn. Als strateeg en adviseur probeer je daar helderheid in te
brengen en ga je zoeken waar je de matches kunt maken en waar niet. De
sleutel tot succes is het proces er naar toe. Als je dat goed begeleidt, kom
je tot samenwerking en resultaten.
En goed regie voeren?
Regie is weten wat je wilt om te krijgen wat je vraagt. Om een goede regie
te kunnen voeren, hoef je niet alles zelf te doen. Wel moet je zorgen dat
je een deskundige opdrachtgever bent, dat je het vraagstuk goed verkent.
Wat je bijvoorbeeld ziet is dat veel gemeenten zich nu uitsluitend richten op
de vermindering van het restafval. Met bronscheiding als een soort geloof
of ideologie. Maar je kunt je afvragen of dat wel de beste oplossing is. Als
je vijf fracties ophaalt, betekent dat vijf keer transport. Voor milieu, herge-
bruik en kostenbesparing kan het beter zijn alles in een keer op te halen en
achteraf te laten sorteren. Zorg dus dat je zelf weet hoe het in elkaar zit,
hou de deskundigheid in huis. Ik heb ook sociale werkplaatsen en afvaldien-
sten gezien die vooral focussen op hun bedrijfsbelang: we moeten groter
groeien, meer mensen aan het werk zetten, meer wagens laten rijden. Als
gemeente moet je daarin blijven sturen. Door deskundig te zijn en te weten
wat je wil. Als je zonder kennis van zaken zegt laat een ander het maar
doen, dan raak je de regie kwijt.
Hoe wordt er afval gescheiden in huize Keijzers?
Mijn garage is net een milieustraat. Een klein bakje restafval, verder zakken
en dozen met kunststof, papier, tetrapakken, blik, elektrische apparaten.
Kortom een grote troep! Het is net een mini-milieustraat. En dan begrijp
je ook meteen waarom ik fervent voorstander van nascheiding ben. Dat is
ook om redenen van comfort. Met voorscheiding ben je afhankelijk van de
goede wil en medewerking van de burgers, bovendien halen we er niet uit
wat erin zit. De technische mogelijkheden zijn tegenwoordig goed genoeg
om eff ectief en effi ciënt via nascheiding te sorteren.
Tekst: Hetty Dekkers
28 GRAM | april 2014
Nieuw:Benchmark Huishoudelijk Afval NVRD en Rijkswaterstaat nodigen u uit voor de vernieuwde Benchmark Huishoudelijk Afval. De Benchmark Huishou-
delijk Afval is een initiatief van Rijkswaterstaat en NVRD en wordt mede vormgegeven en uitgevoerd door Cyclus
Management. De benchmark is een samenvoeging van de benchmarks Afvalscheiding van Rijkswaterstaat/CyclusMa-
nagement en Afvalinzameling van de NVRD.
Een benchmark is een krachtig kennis-, netwerk- en managementinstru-
ment. Het biedt objectieve stuurinformatie voor uw eigen organisatie.
Onderlinge vergelijking prikkelt te leren van elkaars aanpak en innova-
ties. Daarbij combineert de vernieuwde benchmark Huishoudelijk Afval
de voordelen van een landelijk dekkend, professioneel kennisnetwerk
met verbeterde leer- en vergelijkingsmogelijkheden. De benchmark
richt zich zowel op gemeenten (met of zonder inzameldienst) als op
publieke inzamelbedrijven en samenwerkingsverbanden.
Inhoud
De benchmark bestaat uit twee onderdelen: een gezamenlijk deel waar
alle deelnemers aan meedoen (A) en een specifiek deel waarvoor deel-
nemers een keuze kunnen maken (B). A omvat beleidseffectiviteit: ver-
gelijking en analyse van milieu- en afvalscheidingsprestaties. De keu-
zes in het specifieke deel zijn: B1 Beleidsregie: vergelijking en analyse
van afvalbeheerkosten en dienstverlening, belicht vanuit de gemeente.
En B2 Bedrijfsvoering: vergelijking en analyse van inzamelkosten en
productiviteit, belicht vanuit inzameldienst of inzamelbedrijf.
Onderdeel B1 is voral bedoeld voor gemeenten die hun afvalinzame-
ling hebben verzelfstandigd of uitbesteed en geïnteresseerd zijn in
de kosten van hun gemeentelijke zorgtaak. Onderdeel B2 is bedoeld
voor gemeenten met eigen inzameldienst of publieke inzamelbedrij-
ven, geïnteresseerd in bedrijfsmatige efficiëntie. gemeenten met eigen
inzameldienst kunnen ook aan beide onderdelen meedoen (B1 en B2
leveren andersoortige stuurinformatie op).
Wat levert deelname op:
• inzicht in uw afvalsituatie en kansen tot verbetering;
• een managementrapportage met kernprestatie-indicatoren, analyse
en vergelijking met vergelijkbare deelnemers;
• een professioneel netwerk met ambitieuze en kundige collega’s van
deelnemende gemeenten en inzamelbedrijven;
• vier bijeenkomsten om actief kennis uit te wisselen en te netwerken.
Hoe gaat benchmarken in z'n werk?
In een startbijeenkomst maakt u kennis met de andere deelnemers,
lichten we de benchmark toe en inventariseren we de wensen voor
de workshops. na de startbijeenkomst levert u via een internetappli-
catie gegevens aan. In twee workshoprondes worden vervolgens de
resultaten in subgroepen besproken. gezamenlijk gaat u, door ons on-
dersteund, op zoek naar de oorzaken van de verschillen, kijken welke
verbeteringen er mogelijk zijn en hoe u deze kunt doorvoeren. Zonodig
regelen we externe expertise. De benchmark wordt afgesloten met een
slotbijeenkomst, waarin we de rapporten uitreiken, de benchmark met
u evalueren en een themapresentatie organiseren.
Agenda
•startbijeenkomst:22april,10tot12u,Utrecht
•workshopI:19juni,10tot15u,Utrecht
•workshopII:25september,10tot15u,Utrecht
•slotbijeenkomst:oktober/november,Utrecht
Tarieven
Deelnametarieven zijn afhankelijk van het deelname-
pakket:
• Pakket 1: delen A + B1: € 2000,-
• Pakket 2: delen A + B2: € 2250,-
• Pakket 3: delen A + B1 + B2: € 2750,-
Vernoemde prijzen zijn exclusief BTW. Hierin zijn alle
workshops en bijeenkomsten, rapportages en onder-
steuning inbegrepen. Inzamelbedrijven kunnen in deel
B2 met meerdere gemeenten mee doen. Dit kan tegen
een meerprijs van € 350,-(excl.BTW) per extra gemeente.
Waarborg gegevens
De gegevens van uw organisatie zullen enkel binnen de
context van deze benchmark worden gebruikt. Onder-
delen B1 en B2 zullen in geborgenheid plaatsvinden:
binnen deel B1 is sprake van openheid van deelnemers
onderling en binnen deel B2 is sprake van volledige
anonimiteit van deelnemers onderling. Ieder jaar wordt
een analyse op hoofdlijnen publiek gemaakt. Individu-
ele resultaten van deelnemers worden hierin niet op-
genomen.
Informatie/aanmelding
Voor meer informatie en/of aanmelding kunt u zich
wenden tot Folkert Starreveld (folkert@cyclusmanage-
ment.nl, 06-54755102) of Ismael Morales
([email protected], 088 3770024).
Inschrijving is mogelijk tot 18 april.
GRAM | april 2014 29
inzicht in de prestaties van collega’s in relatie tot hun
eigen prestatie. Dit biedt de basis voor een gezamen-
lijke analyse van verschillen en mogelijke verbeterpun-
ten. Deze verdieping, waarvoor de deelnemers ook zelf
thema’s aandragen, gebeurt in twee bijeenkomsten.
Door deelname aan de benchmark krijgen deelne-
mers structureel toegang tot een netwerk van experts
en een individuele rapportage over de winterperiode
2013/2014.
Meedoen
Deelname aan de benchmark kost €495,-. Publieke be-
drijven met meerdere gemeenten in hun verzorgingsge-
bied kunnen ook met meerdere gemeenten deelnemen.
Dit kan tegen een meerprijs van €95,- per gemeente.
De benchmark gaat dit voorjaar van start en de eer-
ste benchmarkbijeenkomst is gepland voor 16 mei.
Voor meer informatie en/of aanmelden: Bas Peeters,
[email protected] tel. 088-377014.
De nVRD nodigt u uit om mee te doen aan de nieuwe
nVRD benchmark gladheidbeheer. gladheidbeheer is
een belangrijke taak in het gemeentelijk beheer en de
nVRD-leden delen graag hun kennis en ervaringen op
dit terrein. Dit blijkt uit de grote deelname aan de in-
ventarisatie gladheidbestrijding van afgelopen winter-
periode. De nVRD-commissie gladheidbestrijding heeft
dan ook het initiatief genomen tot een benchmark.
Deze benchmark biedt objectieve stuurinformatie voor
de eigen organisatie en de onderlinge vergelijking prik-
kelt om te leren van elkaars aanpak en innovaties.
De benchmark richt zich op gemeenten, gemeentelijke
diensten en publieke bedrijven met verantwoordelijk-
heden en taken in lokaal gladheidbeheer. Het thema
van de benchmark is gladheidbeheer, beleid en uit-
voering. De benchmark is gericht op een vergelijking
op de thema’s: aanpak/organisatie, service, kwaliteit/
prestatie, kosten en bedrijfsvoering/operationeel.
Deelnemers aan de benchmark krijgen op deze thema’s
Benchmark Gladheidbeheer van start
RKGV-specialist sinds 1988
Meerdere locaties in Nederland
Snelle dienstverlening
Diverse transportmogelijkheden
ISO- en VCA-gecertifi ceerd
Gratis afvalstroomnummer
Bij Zandrecycling Nederland is uw RKG-slib en veegzand veilig tot de kleinste fractie.
Wilt u af van uw riool-, kolk-, gemaalslib of veegzand? Zandrecycling
Nederland laat u graag zien hoe het kán en hoe het hóórt. We zijn im-
mers de enige afvalverwerker in Nederland die volledig is toegespitst
op het verwerken van RKGV. Ofwel het reinigen en recyclen tot schone
(bouw)materialen, en het verwerken van restfracties volgens de kleinste
paragrafen van de Milieuwet. Kijk op www.zandrecycling.nl, of bel
0174-24 39 50 voor meer info, een vrijblijvende afspraak of een offerte.
Zandrecycling Nederland BV • ABC Westland 227, 2685 DC Poeldijk • T 0174-243950 • F 0174-291148 • www.zandrecycling.nl • [email protected]
Af van uw RKGV-afval? Zó hoort ‘t.
30 GRAM | april 2014
vindt zijn oorsprong in het feit dat het systeem volle-
dig is ingeburgerd. Dat zien we ook bij onze inzamelre-
sultaten van glas. Voor de burger is het een natuurlijke
reflex geworden om glas naar de glasbak te brengen.
Die reflex moet in nederland voor kunststof nog ver-
der ontwikkeld worden. Zo hoop ik dat we, net als in
België, in de toekomst ons systeem verder gaan uit-
rollen en ook bedrijven gaan verplichten om kunststof
gescheiden in te zamelen.”
Metaal en kunststof samen
In België worden plastic flessen, drankkartons en me-
taal samen ingezameld. Omdat de sortering van de ver-
schillende fracties in de sorteerlocaties op hoog niveau
ligt en de Belgische kunststoffractie (PMD) slim geko-
zen is, zijn de opbrengsten navenant. Vermeulen: “let
op: in nederland gaan we ook een vergoedingsmodel
krijgen dat uitgaat van de kwaliteit van de uitgesor-
teerde fracties, terwijl er nu nog met een bruto vergoe-
ding voor de ingezamelde tonnen wordt gewerkt. Dat
kan een groot verschil betekenen op de gemeentelijke
begroting als er een hoge vervuiling in de kunststof-
fractie zit. Als er meer dan 25 procent vervuiling in het
kunststofafval zitten, dan krijgen gemeenten daar de
rekening voor gepresenteerd.”
De opbrengsten van ingezameld PMD in België liggen
op hoog niveau omdat metaal mee wordt ingezameld.
De opbrengst van uitgesorteerd blik (zowel ferro als
non-ferro) ligt hoger dan de opbrengst van metaal uit
bodemassen na verbranding. Vermeulen: “Het is zeker
de moeite waard te overwegen of deze afvalstroom
toegevoegd kan worden aan het kunststof dat wordt
ingezameld. Het is nu het moment, want de samenstel-
ling van KFF+ zal mogelijk al uitgebreid worden met
drankenflacons en statiegeldflessen. gemeenten heb-
ben immers de vrijheid om vanaf volgend jaar aan de
kunststoffractie andere materialen toe te voegen. Wat
ons betreft is PMD+ dan een goede optie.”
Tips bij aanbesteden
Voor gemeenten zijn er dus veel zaken om bij stil te
staan. Vermeulen wil hij graag een paar tips geven.
“Wat ons betreft is PMD+ een haalbare en zeer inte-
ressante optie. Een kleine kanttekening is hier op zijn
Sinds vier jaar worden kunststof verpakkingen in nederland ingeza-
meld. nedvang stuurt de sortering en verwerking aan. Vanaf 2015 zijn
de nederlandse gemeenten aan zet. Tegen die achtergrond spelen er
ook vragen over de toekomstige samenstelling van de kunststoffractie.
gaat er een einde komen aan de statiegeldregeling? Worden die plas-
tic flessen toegevoegd aan de gehele kunststof verpakkingenfractie?
Komt er een vervolg op de pilot met drankenflacons? Verder leven er bij
gemeenten ook vragen over de nieuwe verantwoordelijkheden vanaf
2015. Hoe gaan we de kunststofsortering organiseren? Is en blijft de
door nedvang verstrekte vergoeding kostendekkend? En wat komt er
kijken bij het vermarkten van de uitgesorteerde fracties? Kortom, veel
terechte vragen die zorgvuldig beantwoord moeten worden.
Over de grens
Jacob Vermeulen is directeur Sales, Development & Marketing MSW bij
Indaver nederland en volgt de ontwikkelingen op de voet. Immers, de
Raamovereenkomst Verpakkingen geeft ruimte om te kijken naar een
nieuwe invulling, ook omdat het systeem voor vergoedingen wordt
aangepast. Vermeulen: “Het wiel opnieuw uitvinden is in het geval van
het sorteren en vermarkten van kunststoffen misschien niet nodig. Het
Belgische inzamelmodel kan interessante inzichten bieden voor de ne-
derlandse gemeenten.”
De inzameling in België wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid
van FostPlus, een organisatie die zorgt voor de promotie, coördinatie
en financiering van de inzameling, sortering en recycling van huishou-
delijk verpakkingsafval. De organisatie is zo’n 20 jaar geleden opge-
richt en startte toen ambitieus met de inzameling van PMD, glas en
papier. PMD is de afkorting voor plastic flessen en flacons, metalen
verpakkingen en drankkartons. Jacob Vermeulen: “Zeker wat PMD be-
treft, hebben de Belgen een stevig systeem te pakken dat zeer goede
resultaten oplevert. Maar liefst 85 procent van het ingezamelde PMD
wordt uitgesorteerd tot fracties met een zuiverheid oplopend tot zelfs
99 procent. Dat is uitstekend, want de gouden regel is: hoe beter de
verschillende soorten zijn gescheiden, hoe hoger de opbrengst.”
Hoe komen de Belgen aan zulke goede rapportcijfers? Vermeulen: “Dat
Belgische inzamelmodel interes-sant voor Nederlandse gemeenten Jaren geleden startte gescheiden inzamelen van afval met een enkele glasbak op een dorpsplein. Nu is het mogelijk
om gips, een oude fiets, kapotte elektrische apparaten, batterijen en groenafval apart in te zamelen en te recyclen.
Een belangrijke reststroom vormt kunststof verpakkingsafval. Een steeds groter deel van ons afval bestaat uit kunst-
stoffen. In de praktijk blijkt deze fractie zeer geschikt om te recyclen. Het Belgische inzamelmodel kan interessant
zijn voor de Nederlandse gemeenten.
KUnSTSTOF AFVAl
Vanaf 2015 wordt er vergoed op basis
van de kwaliteit van ingezamelde
kunststoffen.
GRAM | april 2014 31
Wist u dat?
Vanaf 2015 krijgen nederlandse gemeenten van nedvang niet
langer een vaste vergoeding voor iedere ingezamelde ton KFF+.
In plaats hiervan verstrekt nedvang een vergoeding voor iedere
uitgesorteerde ton kunststof die voldoet aan de volgende DKR
normen:
DKR 328 voor PET
DKR 324 voor PP
DKR 329 voor PE
DKR 310 voor folies
DKR 350 voor mix kunststoffen
Meer informatie
Indaver heeft veel ervaring op vlak van kunststofsortering en deelt
deze kennis en expertise graag om gemeenten te helpen bij de invul-
ling van de nieuwe regierol binnen de keten van kunststof verpakkin-
gen. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen
met de auteur van dit artikel: Femke Mackenzie, marketing manager
Indaver nederland, e-mail: [email protected]
plaats. De uitgesorteerde ferro en non-ferro stromen
genereren voldoende opbrengst bij het afzetten op de
markt, maar komen niet in aanmerking voor vergoe-
ding van nedvang. Verder moeten gemeenten naden-
ken over de schaalgrootte van de aanbesteding. Om tot
een kosteneffectieve en efficiënte sortering van kunst-
stofafval te komen, is een schaal van meer dan 30.000
ton eenduidig materiaal nodig. Voor een flink aantal ge-
meenten lijkt dat niet haalbaar. In dat geval is het slim
te zoeken naar samenwerking met andere gemeenten
of afvalbedrijven. Verder zal in de aanbesteding vol-
doende aandacht moeten zijn voor prestatieprikkels
voor sorteerders, zeker te zijn dat er voldaan kan wor-
den aan huidige én toekomstige kwaliteitseisen. In het
verlengde hiervan is het ook belangrijk om sorteerders
de ruimte te geven te kunnen investeren in een pas-
sende installatie. Dit is alleen mogelijk door in te zet-
ten op een langdurig contract met haalbare ingangsda-
tum. Mijn laatste tip betreft de transportkosten. Deze
vormen een relatief groot deel van de kostprijs voor
het recyclen van kunststof. Om dat aandeel terug te
schroeven en het milieu te sparen, zouden grootscha-
lige aanbestedingen opgedeeld moeten worden in per-
celen. Zo voorkomen we bijvoorbeeld dat ingezameld
kunststof uit groningen in limburg wordt gesorteerd.”
De Belgen hebben een stevig systeem
voor inzamelen van kunststof.
Plastic afval verwerkt tot balen (copyright: Koen Broos) Jacob Vermeulen, directeur Sales,
Development & Marketing MSW bij
Indaver Nederland
32 GRAM | april 2014
Door onder meer het rookverbod en het
zomerseizoen neemt de hoeveelheid
zwerfpeuken langs kust- en duingebie-
den toe. Voor strandbezoekers en kust-
gemeenten was dit jarenlang een doorn
in het oog. Totdat de gemeenten de han-
den ineensloegen met het bedrijfsleven
en dankzij een uitgekiende mix van voor-
zieningen en communicatie resultaten
behaalden: beduidend minder zwerfpeu-
ken op het strand.
“Zwerfpeuken zijn vies, vooral voor kin-
deren die in het zand spelen.” Alexander
Balk, eigenaar van Alexander Beach club
in noordwijk, is er duidelijk over: zwerf-
peuken horen niet op het strand. Ook Ja-
pan Tobacco International (JTI), een grote
internationale tabaksproducent, gelooft
in een collectief verantwoordelijkheids-
besef. Enkele jaren geleden besloten zij
in samenwerking met nederlandSchoon
verschillende gemeenten te benaderen
met het initiatief hen te helpen bij de
zwerfpeukenaanpak. lukas Fransen, di-
recteur Stichting Strandexploitatie Veere:
“na het eerste contact met JTI hebben we
afgesproken om met hen en de gemeen-
ten Vlissingen en Veere een project te
starten om de zwerfpeuken aan te pak-
ken. ”Met ondersteuning van Stichting
nederland schoon en innovatieve bedrij-
ven als Barkadera en DropPit werd een
projectgroep geformeerd.
Samenwerking
Zandvoort startte in 2011 als eerste met
de zwerfpeukenpilot. Dankzij hun succes
werden Walcheren en noordwijk geïnspi-
reerd om ook te starten. Een belangrijke
sleutel tot dit succes is de publiek-pri-
vate samenwerking. niet alleen de ge-
meenten, maar ook paviljoenhouders,
tankstations, horeca en campings zijn bij
de aanpak betrokken. Vroom legt uit: “JTI
leverde de middelen, zoals peukenafval-
bakken (DropPits) en speciale zakasbak-
jes (Barkadera’s). Wij zorgden vervolgens
voor het beheer, dus het legen en reini-
gen. Het was mooi om te zien dat vrijwel
alle lokale bedrijven graag mee wilden
werken aan deze aanpak.”
Belangrijk is de combinatie van voorzie-
ningen met communicatie. Hierbij staat
de roker centraal. Dijkstra hierover:
“We hebben posters opgehangen op
strandlocaties en in huis-aan-huisbladen
geplaatst. Dit doen we elk seizoen op-
nieuw.” Balk kan dit beamen: “Mijn erva-
ring is dat als je rokers de middelen aan-
reikt, ze deze ook gebruiken. Wij zien al
aan de twee peukenafvalbakken bij ons
dat het helpt, er zitten ontzettend veel
peuken in en de terrassen zijn schoner.”
Veel minder afval
De aanpak van zwerfpeuken levert blij-
vend succes op. De conclusie in Walche-
ren is al even enthousiast als in andere
gemeenten. Dijkstra: “Het werkt! na het
eerste seizoen zijn de peuken in de peu-
kenafvalbakken geteld. Een vies werkje,
maar we zagen dat er maar liefst 10.000
peuken in de bakken zaten.” Fransen vat
het ten slotte treff end samen: “De peu-
kenafvalbakken zijn elk jaar goed gevuld
en de mensen raken aan de middelen ge-
wend. Een groot succes dus, want elke
peuk die in een afvalbak wordt gegooid,
is er één minder in het zand!” Meer infor-
matie over deze aanpak is te vinden op
www.laatjepeuknietalleen.nl.
nIEUWTJES VAn DE ZAKElIJKE MARKT NIEUWSCampagne ‘Laat je peuk niet alleen’
Zakasbakjes worden uitgedeeld op het
strand.
BSmart afvalpasOm een ondergrond-
se containers te
openen, hebben
burgers vaak een
afvalpas nodig.
BWaste levert
zo’n afvalpas nu
met een prepaid
tegoed voor het
vaste deel van
de afvalstof-
fenheffi ng.
De pas is ook
te gebruiken
bij het aanle-
veren van afval
op een milieus-
traat. Hoe gaat het
in zijn werk? Vóór elke storting in een
ondergrondse container checkt de pasle-
zer in de database of de houder van de
pas voldoende tegoed heeft. Alleen als
dat het geval is, kan de container worden
geopend. Opwaarderen van de pas kan
op twee manieren: bij een Paypoint op-
laadpunt (te vinden bij vele supermark-
ten en andere publieke locaties) of on-
line met iDEAl, via een speciale website.
Op deze website kan iedere pashouder
ook het actuele saldo en de persoonlijke
storthistorie zien; het aantal keren dat de
pashouder de ondergrondse container
opent, wordt netjes bijgehouden, even-
als het aantal bezoeken aan het afval-
brengstation. Burgers ontvangen nooit
meer onverwacht een rekening achteraf
en dankzij het prepaidsysteem is de kans
groot dat zij bewuster worden van hun
afvalgedrag. Hoe de implementatie van
BSmart in zijn werk gaat, is ook afhanke-
lijk van de uitgangssituatie bij gemeen-
ten. Vanuit een bestaande diftar-situatie
zijn de vereiste aanpassingen doorgaans
minimaal. Ook bij communicatietraject
om de burgers te informeren over het
nieuwe systeem kan BWaste gemeenten
met raad en daad terzijde staan.
Om een ondergrond-
se containers te
openen, hebben
GRAM | april 2014 33
nIEUWTJES VAn DE ZAKElIJKE MARKT NIEUWSKunststof Hergebruik adviseert over kunststof verpakkingsafvalKunststof Hergebruik is sinds de start
van de kunststof inzameling in 2008 de
organisatie die zorgdraagt voor de op- en
overslag, de sortering en het hergebruik
van het door gemeenten gescheiden inge-
zamelde kunststof verpakkingsafval. In de
Raamovereenkomst Verpakkingen 2013-
2022 is bepaald dat gemeenten vanaf 1
januari 2015 zelf verantwoordelijk wor-
den voor de gehele keten. concreet wor-
den gemeenten vanaf dat moment onder
andere verantwoordelijk voor:
•decontinuïteitvandeinzamel-enher-
gebruikketen
•dekwaliteitenkwantiteitvanhetinge-
zamelde materiaal
•hetafdekkenvanfinanciëleenoperati-
onele risico's
•hetcontracterenvanuitvoerendepar-
tijen, ook in het buitenland
•het voldoen aan (inter)nationale wet-
en regelgeving
•de kwaliteitsbewaking van de in- en
output van de materiaalstromen
•decontinuïteitvandeinzamel-enher-
gebruikketen
•deafzetvanmateriaalstromen
•hetafdekkenvanfinanciëleenoperati-
onele risico's
•derapportagevangerealiseerdherge-
bruik
•deadministratieveenfinanciëleafhan-
deling.
gemeenten hebben het afgelopen jaar
meer dan 115.000 ton kunststof verpak-
kingsafval per jaar ingezameld. Kunst-
stof Hergebruik is erin geslaagd om van
deze hoeveelheid materiaal meer dan
driekwart geschikt te maken voor her-
gebruik als nieuwe grondstof. De kennis
en ervaring die Kunststof Hergebruik de
afgelopen jaren als ketenregisseur hier-
mee heeft opgedaan, wil zij graag blijven
inzetten, door gemeenten hun expertise
en dienstverlening aan te bieden. Als re-
gisseur van deze keten kunnen zij voor
gemeenten de hergebruikketen optima-
liseren, van een efficiënte en effectieve
inzameling tot en met hoogwaardige re-
cycling.
MBO diploma IBOR voor medewerkers Spaarnelanden In de gemeente Haarlem werken sinds
kort 39 medewerkers reiniging en groen-
voorziening van Spaarnelanden met een
diploma op zak. Ze zijn de eerste deelne-
mers in nederland die hun MBO-diploma
Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR)
hebben behaald. De beroepsopleiding
IBOR is speciaal ontwikkeld voor bui-
tendienstmedewerkers die de openbare
ruimte schoon, groen en netjes houden.
Spaarnelanden, het bedrijf dat verant-
woordelijk is voor het beheer en het on-
derhoud van de openbare ruimte van de
gemeente Haarlem, is trots op haar gedi-
plomeerde medewerkers. “gemeenten en
inwoners worden steeds veeleisender als
het gaat om de kwaliteit van de openbare
ruimte,” zegt Martin van Duijn, interim
directeur bij Spaarnelanden. “Door on-
derhoudsmedewerkers van verschillende
disciplines een beroepsopleiding te laten
volgen zijn ze breder en flexibeler inzet-
baar en kijken ze nog kritischer naar de
kwaliteit van hun werk. Daarnaast is een
diploma een erkenning van hun vakman-
schap.” De éénjarige opleiding IBOR is
ontwikkeld door SPA groep en is op MBO
1 niveau. Deelnemers leren naar eigen
inzicht volgens vastgestelde kwaliteits-
normering hun werk te doen. Het doel
hiervan is dat medewerkers hun werk
uitvoeren op plekken in de stad waar
dat daadwerkelijk nodig is in plaats van
volgens een vastgestelde route en fre-
quentie. In de opleiding staan vakken als
veiligheid, gezondheid & ergonomie, al-
gemene ontwikkeling, nederlands, reke-
nen en communicatie in de wijk centraal.
34 GRAM | april 2014
Agenda5-9 mei
IFAT, wereldbeurs voor afval-, water- en grondstoff enmanagement, München
Inl. www.ifat.de
21-23 mei
nVRD Jaarcongres ‘De toekomst ligt buiten’
Organisatie: AVRI en nVRD
Inl. www.detoekomstligtbuiten.nl
26 juni
nVRD themadag Beheer Openbare Ruimte, Reehorst Ede
24 september
nationaal gladheidbestrijdingscongres
30 oktober
Afvalconferentie, Antwerpen
ColofonUitgevernVRD, WTc Arnhemnieuwe Stationsstraat 106811 KS ARnHEMTelefoon 088 - 3770000E-mail [email protected] www.nvrd.nl
RedactiecommissieRob Schram, RMn (hoofdredacteur)Marc Maassen, gADBas Peeters, nVRDRiny de Jonge, stadsdeel Amsterdam-OostMarc Veenhuizen, gemeente ApeldoornWilly Brinkbäumer, Twente MilieuMartin van nieuwenhoven, RijkswaterstaatDiederik notenboom, De Meerlanden
EindredactieKarin Hegeman en Karin giesen Postbus 1218, 6801 BE Arnhemtel. 088 - 3770000e-mail: [email protected]
Advertentie-exploitatieBureau Van VlietPostbus 20, 2040 AA Zandvoorttel. 023 - 5714745e-mail: [email protected]
Opmaak en drukWeevers grafi media, www.weevers.nl
gemeentereiniging en Afvalmanagementis het offi ciële vakblad van de
AbonnementenadministratienVRD, Postbus 1218, 6801 BE ArnhemJaarabonnement ad € 98,– excl. BTW. België € 122,50 (Europa en buiten Europa op aanvraag). los: € 11,50.
Beëindiging abonnementAbonnementen moeten schriftelijk bij de nVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd.
ISSn 1569-0458
© nVRD
gRAM wordt gedrukt op papier met het FSc®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.
Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard.
De Tweeling 4, 5215 MC ’s-Hertogenboschwww.welvaarts.com
DÉ SPECIALIST IN GEIJKTE MOBIELE WEEGSYSTEMENWaarom? Naast onze jaren aan ervaring bent u bij ons verzekerd van service van a tot z. Wij bieden u een breed en innovatief scala aan geijkte mobiele weegsystemen. Wij denken graag voor u of met u mee. Neem vrijblijvend contact met ons op via [email protected] of bel naar +31 (0)73 6 927 927.
Bent u klaar voor de toekomst? Het NVRD Jaarcongres 2014 neemt u mee naar buiten. Naar de ontwikkelingen in het beheer van de openbare ruimte. Naar de toekomst van de steden en dorpen waar we in werken. Naar internationale ontwikkelingen in de grondstoff enpolitiek én naar de nieuwste technologie. Dit alles op een unieke locatie op het water in Rivierenland. De toekomst ligt buiten!
Aanmelden of meer informatie? www.detoekomstligtbuiten.nl
NVRD JAARCONGRES 21/22/23 MEI - TIEL
Astrid Joosten Dagvoorzitter
Annemarie Jorritsma
Kim Putters Barbara Baarsma
Voor een overzicht van alle sprekers kijkt u op de website.
AVR14_081 Opzet adv7.indd 1 17-02-14 15:50
Meer informatie en data, gecombineerd met een werkbezoek bij uw gemeentelijke afvalbedrijf: www.nvrd.nl/masterclasses
• Hoeveel banen kunt u scheppen in het beheer van de openbare ruimte?
• Creëert uw gemeente banen bij het sorteren van afvalstromen voor recycling?
• Haalt uw gemeente met het afval de duurzaamheiddoelstellingen binnen budget?
• Weet u hoeveel gemeenten een eigen reinigingsdienst hebben of aanbesteden aan de markt?
• Werkt uw gemeente ef� ciënt samen met andere gemeenten bij de afvalinzameling?
Masterclasses voor Raadsleden
Over de MasterclassesMet de masterclasses de Vrije Universiteit en de Koninklijke NVRD zijn nieuwe raadsleden snel op de hoogte van
de publieke taken in het beheer van de openbare ruimte en het afvalbeheer binnen de gemeente. Raadsleden
hebben de taak het bestuur te controleren en issues te agenderen. Deze masterclass geeft in één dagdeel de
kennis en inzichten om die verantwoordelijkheden goed te kunnen nemen. Daarnaast bent u direct op de hoogte
van de laatste trends en kansen.
■
www.vanschijndel.euVan Schijndel BV • Stationsweg 78 • 6051 KL Maasbracht • Nederland
T +31 (0)475 465636 • F +31 (0)475 466540 • E [email protected] www.vanschijndel.eu
Eenvoudig, betrouwbaar. Beproefd concept voorzien van de nieuwste technieken. Ongecompliceerde moderne hydrauliek & elektronica.
Langere levensduur door toepassing van slijtvast staal voor achterlader en opbouw. Standaard met verzwaard juk en persschot. Twee jaar garantie. Vraag naar onze fi nancierings- mogelijkheden.
Waarom voor van Schijndel kiezen:
OND
ERDELEN
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
Van Schijndel Afvalinzamelsystemen“iets anders, veel beter”.
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
VSAII + ACB Archiefbelading Onderdelenservice
VSAIII + SCB1700 Eurocontainer
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
eu
ww
w.v
ansc
hij
ndel.
euVSAII + SCB1700 Eurocontainer