Gram augustus 2014 def
Embed Size (px)
description
Transcript of Gram augustus 2014 def

Composteren en milieubelasting
Werken aan tevredenheid van bewoners
Aan de slag met drankenkartons
GRAM
Zelf de kwaliteit van je leefomgeving bepalen
JAA
RGA
NG
105 | NU
MM
ER Augustus 2014
VAKBLAD VAN DE 6

Afvalconferentie 2014
Dit jaar wordt de Afvalconferentie voor het eerst georganiseerd in nauwe
samenwerking tussen Nederland en België. De Afvalconferentie 2014 vindt
plaats in Antwerpen. Sprekers zijn onder andere Cees van Gent, CEO Van
Gansewinkel Group en Joke Schauvliege, minister voor Milieu Vlaanderen
(of opvolger na formatie).
In het kort gaat de Afvalconferentie 2014 om: Scoren, Vergelijken en Leren.
•De afvalsector wordt gebenchmarkt op 30 oktober 2014.
•De Nederlandse en Vlaamse beleidsprestaties worden vergeleken.
Daarna volgen debatten met als centrale vraag: wat kunnen we van elkaar
leren?
Ook zijn er inhoudelijke sessies over belangrijke thema’s zoals Markt
& Overheid, Producent en verantwoordelijkheid, Europees beleid,
Grensoverschrijdende samenwerking, het Financieel Instrumentarium, en de
gemeentelijke Best Practices.
De aansluitende vrijdagmorgen is er gelegenheid om excursies bij te wonen
over recycling en export.
Uw bedrijf als sponsor van de afvalconferentie 2014?
Kijk op www.afvalconferentie.nl

GRAM | augustus 2014 3
Vakblad van de NVRD
inhoudsopgave
5
8
11
18
Beheersystemen voor de openbare ruimte Steeds meer afvalbedrijven overwegen geavanceerde ICT-systemen om het beheer van
de openbare ruimte, inclusief de groenvoorziening, te plannen en te registreren.
“Het is de intrede van sociale media in de bedrijfsvoering”, zegt Diederik Notenboom
van Meerlanden.
Werken aan de tevredenheid van bewonersEind 2012 verscheen in Nijmegen de beleidsnota ‘Geef ze de (openbare) ruimte’.
De insteek is dat bewoners meer worden betrokken bij de inrichting van de openbare
ruimte. De gemeente Nijmegen is nu bezig om de samenwerking met bewoners zo
goed mogelijk vorm te geven.
Experiment in Almere versterkt sociale cohesieDe Hoekwierde in Almere is een wijk vol eigen initiatief. De hoge mate van
betrokkenheid en daadkracht zijn de ingrediënten voor een uitgebreide vorm van
zelfbeheer, tot tevredenheid van de bewoners en de gemeente.
Trends en ontwikkelingen bij samenwerking gemeenten in het fysieke domeinHet afvalbeheer wordt in Nederland bij tweederde van alle gemeenten verzorgd door
een overheidsbedrijf of intergemeentelijke samenwerkingsverband. Na een jarenlange
toename is nu het aantal schaalvergroting en samenwerkingen gestabiliseerd.
Foto voorplaat: Flip Janssen/Hollandse
Hoogte. Lees verder op pag. 8
4 Bezem
14 Update statiegeld en verpakkingen
15 Proef met huishoudelijk
verpakkingsafval in Etten-Leur
16 Vakwerk
21 NVRD nieuws
22 Interview met Andre Hertog,
voorzitter Commissie KAM
24 Branchegenoten
26 Minder zwerfafval door minder
anonieme openbare ruimte
29 Nieuws op de markt
30 Agenda
Lees verder op pag. 11

BEZEMhet Haagse alleen te concentreren op statiegeld. En mis-schien is het allemaal wel zo simpel. Leuk dat er hedge-funds zijn, dat China alle zeldzame elementen al in bezit heeft, dat Nederlandse ovens Italiaans afval verbranden …. Maar dat is voor veel mensen toch gewoon te ver weg, te ingewikkeld. Je fles terugbrengen naar je eigen supermarkt, dat is bekend. Al was het alleen maar om-dat je vroeger als je wat wegbracht het geld zelf mocht houden van je ouders. Iedereen kent het, al heel lang. Ook Tweede Kamerleden. Vol met ambitieuze plannen en voorstellen om het beter, anders, te willen doen. Maar zijn sommige gewone dingen niet gewoon goed genoeg? Een oud spreekwoord zegt ‘een goed paard maakt nog geen goede ruiter’. Ik ben benieuwd wie er nu aan de teugels gaat trekken.
De S van ….We gaan het eens hebben over het S-woord. Niet eens voluit, zo erg is het al geworden. Dat je een woord niet meer helemaal uitspreekt, maar er alleen een suggestie van mag geven. Voor de mensen die het even gemist hebben, het gaat natuurlijk over .......... statiegeld. Zo, het hoge woord is er uit. De Tweede Kamer is er vooralsnog niet uit. Het besluit om het op te heffen, is een jaar uitgesteld. Waarom? Omdat er nog pvc in verpakkingen zat. Eén van de zeven onderdelen waar drie partijen hun akkoord op hadden gegeven. Is die deal dan nu van de baan? Nee dus. Afspraak niet nagekomen, dan volgende keer beter. Een herexamen voor het bedrijfsleven. Punt één van de opheffingsvoorwaarden is overigens glorieus gehaald. 110 Kton gehaald terwijl 90 Kton genoeg was geweest. Een dikke voldoende voor de gemeenten. De bewoners van Utrecht, Amsterdam en Groningen voregen zich half juni verwonderd af, waar ze, naast de alsmaar groeiende bult afval hun volgende zak moesten laten. Ondertussen leek het afvaldossier zich in
4 GRAM | augustus 2014

Een groeiend aantal gemeenten stoot de taken rond het
beheer van de openbare ruimte en groenvoorziening af.
Beheer en inzameling van afval is sinds de jaren negen-
tig van de vorige eeuw al van het bordje van de meeste
gemeenten verdwenen. Een aantal gemeenten is met
commerciële afvalinzamelaars en -verwerkers in zee
gegaan, anderen hebben een samenwerkingsverband
in de vorm van een gemeenschappelijke regeling of een
‘overheids NV’ opgericht. Een beperkt aantal tenslotte
houdt het afvalmanagement in eigen hand.
Rondjes rond de kerk
De niet-commerciële afvaldiensten constateren nu
sinds enkele jaren dat zij naast inzameling en ver-
werking van afval in toenemende mate beheer van de
openbare ruimte, inclusief het onderhoud van groen,
krijgen toegespeeld. Dat is ook logisch. Als je al afval
inzamelt, kun je ook prullenbakken in een park of op
een plein legen en zorgen dat het zwerfafval langs een
snoeproute binnen de perken blijft. En eenmaal in de
openbare ruimte aanbeland, is het slechts een kleine
stap om ook trottoirs onkruidvrij te houden, plantsoe-
nen en perken te schoffelen en wegen sneeuwvrij te
houden. Het lijkt eenvoudig. Als de vuilniswagen toch al zakken en
bakken in een wijk ophaalt, kunnen de prullenbakken in het aanpalen-
de parkje ook wel in één moeite worden geledigd. “Maar zo werkt het
dus niet”, constateert Diederik Notenboom, manager Openbare ruimte
bij Meerlanden in Rijsenhout. “Inzamelen van huishoudelijk afval komt
kort samengevat neer op het rijden van rondjes rond de kerk. Dat is
met betrekkelijk eenvoudige beheersystemen op kwantitatieve wijze te
managen. Beheer van de openbare ruimte, in het bijzonder de groen-
voorziening, werkt wezenlijk anders. Dat is een kwalitatieve aangele-
genheid op basis van streefbeelden en wordt door tal van aspecten be-
invloed. Naast plannen en registreren, moet je ook de kwaliteit meten
en vastleggen.”
Seizoensgebonden
Het begint al met het seizoen. Waar de vuilniswagen in een bepaalde
wijk op bijvoorbeeld dinsdag komt voor restafval en een week later
GRAM | augustus 2014 5
Schoffelen met de smartphoneSteeds meer afvalbedrijven overwegen de aanschaf van geavanceerde ICT-systemen om het beheer van de openbare
ruimte, inclusief de groenvoorziening, te plannen en te registreren. “Het is de intrede van sociale media in de be-
drijfsvoering”, zegt Diederik Notenboom van Meerlanden.
BEHEERSYSTEMEN VOOR DE OPENBARE RUIMTE
Diederik Notenboom: “Er is cyclische
kennis nodig voor een goed beheer van
de openbare ruimte.”

6 GRAM | augustus 2014
zitten in een softwaresysteem dat kan communiceren
met andere softwaresystemen”, zegt Kurvink. Maar, het
begint met het doorgronden van de ambities en de be-
leidsdoelen. “Daartoe hebben we eerst alle vestigingen
van Meerlanden doorgenomen en alle wensen en be-
leidsdoelen voor de openbare ruimte bekeken en alle
dienstverleningsovereenkomsten en contracten ont-
leed. Vervolgens hebben we een uniforme werkwijze
ingevoerd voor alle vestigingen van Meerlanden”, zegt
Kurvink. “Vijfendertig keer een sportveld maaien zij
aan zij, naast één keer de vlag hijsen en strijken op
Koningsdag.”
Drie domeinen
In wezen bestrijken de verschillende beschikbare ICT-
beheersystemen drie databanken. Een bestand bevat
geo-informatie waar de objecten in de openbare ruimte
staan: banken, prullenbakken, sportvelden, wegen,
stoeptegels, lengte, aantallen, kleur, materiaal, le-
verancier, jaar van plaatsen. Het tweede domein, en-
terprise resource planning (ERP) genaamd, bevat alle
menselijke activiteiten en de beschikbaarheid. “Er staat
in dat Piet ziek is, Jan verlof heeft en dat Klaas een
loonwaarde heeft van 0,5”, legt Eline Kurvink uit. In dit
systeem zijn ook alle activiteiten opgenomen die aan
de objecten worden uitgevoerd. Wat doe je wanneer
met welke machines. Met dit bestand is het mogelijk
de planning uitvoeren en de registratie van het uitge-
voerde werk vast te leggen. Het derde bestand ten slot-
te bevat alle bestekken en contracten met gemeenten
en (onder)aannemers. Daarmee is af te rekenen. “Als
is aangegeven dat 1500 keer een afvalbak is geleegd
en de gemeente vindt dat dit gedegen is gebeurd, dan
zoekt het systeem het contract op, vindt dat dit legen 1
euro mag kosten en verstuurt vervolgens een rekening
van € 1500,-”, aldus Notenboom.
Mandatering
Het systeem zoekt ook uit of een deel van ‘uitval’ van de
nieuwe aanplant of een vernielde boom nog onder de
garantietermijn valt of dat er kan worden gefactureerd.
“De software is ook inzetbaar als procuratie of manda-
tering, zegt Kurvink. “Stel, ik mag als medewerker van
Meerlanden geheel zelfstandig aankopen doen van tien
euro. Als ik dan iets wil aanschaffen van honderd euro,
dan gaat er direct een bericht naar mijn chef die over
dit soort bedragen kan beslissen.” Er bestaat niet één
systeem dat alle drie de domeinen verenigt, maar er
kunnen wel steeds twee domeinen worden ingevuld.
Meerlanden koos mede op basis van Kurvink’s advies
voor GroenVision. “Die combineert alle menselijke acti-
viteiten (ERP) met het bestek- en contractdomein”, zegt
Kurvink. “We vergroten ons inzicht en bieden opdracht-
gevers meer transparantie wat wanneer en door wie is
uitgevoerd”, vult Notenboom aan. “Het toevoegen van
de geo-component blijft een wens voor de toekomst.”
voor gft, speelt bij de openbare ruimte het seizoen een bepalende rol.
Er is in de winter weinig werk, in het voorjaar heel veel. Maar de pieken
liggen telkens anders. “Zoals iedereen weet, was dit voorjaar heel vroeg
en hadden we geen winter, maar vorig jaar was het precies het tegen-
overgestelde”, aldus Notenboom. En op zandgrond groeit in een warme
zomer weer minder onkruid dan op veengrond, waar altijd wel water
voorhanden is om zaden te laten ontkiemen en groeien. Het korte ter-
mijn weerbericht speelt eveneens een belangrijke rol. En ook moet er
een goed beeld zijn van hoe een straat erbij ligt. Soms hebben bewo-
ners een stuk geschoffeld of zwerfvuil verwijderd.”
Werken zoals een boer
Er is volgens Notenboom ‘cyclische kennis’ nodig voor een goed beheer
van de openbare ruimte. De beheerder moet als het ware zoals een
boer werken. Die kijkt naar de lucht en weet dat hij nu moet maaien
om het hooi nog twee dagen te laten drogen en hij regelt zonodig bij-
tijds hulp van zijn zoon of zijn buurman. “Dat is een mooi beeld”, zegt
Notenboom, “maar dat gaat dus niet als je 85 medewerkers hebt, 46
mensen uit de sociale werkplaats en uit de bijstand, plus onderaanne-
mers”, zegt Notenboom. “Al deze mensen moeten op een grondgebied
van anderhalf keer Amsterdam vijfhonderd verschillende activiteiten
uitvoeren: groenbeheer, gladheidsbestrijding, maaien van slootkanten,
rioolbeheer, lijnen trekken op een voetbalveld, onkruidbestrijding, maar
ook het hijsen van de vlag op Koningsdag. En dan zijn er nog minder
bekende taken zoals het beheer van kinderboerderijen en heemtuinen,
ongediertebestrijding en het begraven van overledenen. Voor al deze
activiteiten moeten de mensen beschikbaar zijn en dienen de juiste
machines er op het juiste tijdstip te staan.”
Meer dan boerenverstand
Al die handelingen met zoveel mensen op de meest efficiënte en kos-
teneffectieve manier uitvoeren, gaat dus niet op het boerenverstand. En
ook niet met het befaamde whiteboard met dagdelen en de kalender
van het jaar waarop de beschikbaarheid en inzet van Jan, Piet, Kees en
Klaas is ingevuld. Hoogste tijd voor een softwaresysteem, dacht Die-
derik Notenboom bij Meerlanden. Hij schakelde daarvoor Eline Kurvink
van het bureau BK Dynamics in Rotterdam in. “Al die kennis en data
BEHEERSYSTEMEN VOOR DE OPENBARE RUIMTE

GRAM | augustus 2014 7
kantsteken, maar is het eveneens nuttig in de winter om een fietspad
sneeuwvrij te vegen of in het voorjaar onkruid van de stoep te bor-
stelen of te branden”, vertelt Notenboom. Groenvision kan met deze
activiteiten berekenen of de investering zinnig is.
Social enterprise
Een dergelijk ICT-systeem is niet een tekstverwerker waarmee je direct
aan de slag kunt. “Een organisatie moet er mee leren werken”, beaamt
Kurvink. Meerlanden is een van de eerste afvaldiensten die tot de aan-
schaf van een dergelijk geavanceerd systeem heeft besloten. Anderen
zijn er ook mee bezig (zie kader). “Natuurlijk zal het de nodig aanpas-
sing vergen”, zegt Notenboom. “Maar het gaat met alle kantoorper-
soneel en alle voormannen in onze wijken lukken. Het is helemaal de
techniek van nu, die fraai aansluit bij GoogleMaps, smartphone en ta-
blets. Ook meldingen van bewoners, die steeds meer via apps binnen-
komen, kunnen er mee worden verwerkt. Het is de intrede van sociale
media in de bedrijfsvoering”, aldus Notenboom. Kurvink: “In vaktermen
hebben we het dan over de social enterprise.”
ICT-SYSTEMEN en LEVERANCIERS
De grote ingenieursbureaus Grontmij, Oranjewoud, Arcadis en Royal
HaskoningDHV hebben elk een eigen softwarepakket ontwikkeld,
maar claimen niettemin onafhankelijk advies te geven. Naast deze
bureaus zijn er ook kleine softwareleveranciers zoals Infogroen, EG
Groep, Bakker & Spees en Ultimo. Een kleinere, software-adviseur
is BK Dynamics in Rotterdam. Dit is onafhankelijk bureau dat afval-
diensten en gemeenten adviseert welk ICT-systeem het meest ge-
schikt is om bedrijfsprocessen te optimaliseren, gegeven de lokale
ambities en beleidsplannen. Daarnaast zijn er tien á twintig een-
mansbedrijven die zich helemaal in de niche van ICT-systemen voor
de openbare ruimte hebben gestort. Soms worden via de route van
financiële managers ook accountants ingeschakeld voor advies over
een ICT systeem. Afvaldiensten AVRI, Twente Milieu, DAR Nijmegen,
HVC, Cyclus, ROVA, Irado en Attero overwegen de implementatie
van dergelijke geavanceerde ICT-systemen of voeren deze in.
Gemeenten zijn met ingang van 1 januari 2016 verplicht de Basis-
registratie Grootschalige Topografie (BGT) actueel te hebben. Daarin
beschikken ze over gegevens over de objecten in de openbare ruim-
te in GEO/Gis-systemen. Als gemeenten nog een eigen dienst heb-
ben, registreren en plannen ze de inzet van mensen en machines in
andere systemen. Vaak ook voeren ze een bestekadministratie met
aannemers.
door René Didde
Foto’s: Meerlanden
Scenario’s doorrekenen
En er is meer. Met het systeem kan Meerlanden voor-
taan doorrekenen wat het gaat kosten als een gemeen-
te van beeldkwaliteit B naar A wil, of wat kan worden
bespaard als ze overschakelen van A naar B. Op grond
van tienduizend vierkante meter schoffelwerk in een
bepaalde periode kan worden geraamd hoeveel men-
sen daarvoor nodig zijn en welke voertuigen daarbij
beschikbaar zijn. “De uiteindelijke beslissing welke
mensen worden ingezet, blijft altijd mensenwerk en
een taak van de teamleider”, aldus Diederik Noten-
boom.
Doordat de tijdsduur van alle activiteiten jaar na jaar
wordt bewaard, krijgt Meerlanden na verloop van tijd
steeds meer inzicht en grip op de planning. Toevallig-
heden als een snelle schoffelronde doordat bewoners
actief zijn geweest, vallen op den duur weg in het ge-
middelde. Het systeem registreert ook dat er door de
mooie Pinksterdagen dit jaar veel strandbezoek was,
hetgeen de inzet van extra mensen voor de schoon-
maak vergde. Notenboom: “Dat kostte bijvoorbeeld
vijfduizend euro extra die niet was voorzien in de be-
groting. Het systeem ondersteunt met inzicht hoe deze
extra uitgave later in het seizoen kan worden terugver-
diend, door op een bepaalde handeling te besparen of
deze helemaal achterwege te laten. We kunnen er dus
allerlei scenario’s mee doorrekenen.”
Investeringsbesluiten
Er kunnen ook investeringsbesluiten mee worden voor-
bereid, zo bleek bij het steken van graskanten een ge-
meente. “We weten dat een mens op een machine een
half uur voor een bepaalde strook nodig heeft, terwijl
een mens alleen er 2,5 uur over doet. De aanschaf van
zo’n kantsteekmachine kost echter geld. Door de vak-
kennis van locatiemanagers weten we dat de machine
ook van een borstel kan worden voorzien. Hierdoor
levert het apparaat niet alleen tijdwinst op bij het gras-
Diederik Notenboom: “De beslissing
welke mensen worden ingezet, blijft
altijd mensenwerk en een taak van de
teamleider.”
BEHEERSYSTEMEN VOOR DE OPENBARE RUIMTE

8 GRAM | augustus 2014
Jan ter Wal, hoofd Stadsbeheer gemeente Nijmegen: “We
verwachten dat bewoners hun omgeving een hogere
waardering geven als ze zelf meer participeren. Parti-
ciperen mag echter geen verplichting worden. ’Denk
met ons mee en doe met ons mee’, is de visie ach-
ter de beleidsnota.” Bij de uitwerking van de nota, die
geldt voor de periode 2013-2023, spelen vier thema’s
een rol: integraal beheer, duurzaamheid, participatie
en differentiatie. Met het integrale beheer was uitvoe-
ringsbedrijf Dar al eerder aan de slag gegaan. In twee
wijken voerde Dar, tijdens een pilot, zowel het groene
als het grijze beheer uit. De aanpak was succesvol en
wordt inmiddels gebruikt in de helft van de stad. Ter
Wal: “Het integrale beheer verloopt naar wens. Als op-
drachtgever bemoeien we ons er nauwelijks mee. Dar
voert uit, controleert en rapporteert over het werk.”
De bedoeling is dat Dar verbeteringen doorvoert waar
deze nodig zijn. “Op termijn kunnen dan de kosten om-
laag. Het gaat dus ook om een efficiencyslag.” In het
kader van duurzaamheid werkt Dar met social return.
In het groenbedrijf werken vrijwel alleen mensen uit
sociaal werkvoorzieningbedrijf Breed.
Ontmoetingsplek
Toen de beleidsnota in februari 2013 door de gemeen-
teraad werd aangenomen, waren er al negentig pro-
jecten waarin bewoners participeerden. Inmiddels zijn
dit er 150. Ter Wal: “In het verleden waren we nog wel
eens terughoudend. Nu zeggen we veel eerder volmon-
dig ‘ja’ tegen initiatieven.” Een voorbeeld van een par-
ticipatieproject is De Vinkengas, een binnenplaatsje in
het centrum van de stad, omsloten door hoogbouw.
Eerst was hier alleen verharding, met een paar kleine
boompjes. De bewoners maakten een ontwerp en nu
is het een knus plekje, met paadjes en veel begroei-
ing. De omwonenden zorgen zelf voor het onderhoud.
Ter Wal: “Het is echt een ontmoetingsplek geworden.
Het enige dat we als gemeente hebben gedaan, is een
beetje geld geven.” Een ander voorbeeld is te vinden
In de wijk Plantjevlag in Vinex-locatie De Waalsprong.
In Plantjevlag bouwen bewoners een woning op basis
van een eigen ontwerp. Toen de gemeente vroeg of ze
ook zelf de openbare ruimte wilden inrichten, waren
ze meteen enthousiast. Bewoners stellen hier nu een
plan voor op. De gemeente stelt een bedrag beschik-
baar voor de aanleg en het beheer en hanteert enkele
randvoorwaarden. Zo moet er groen aanwezig zijn en
ruimte om het regenwater op te vangen. Om dit in het
ontwerp in te passen, krijgen de bewoners hulp van de
gemeente. “Volgend jaar gaat de aanleg van start. We
kijken dan of bewoners dit zelf doen, of dat wij dit op-
pakken”, zegt Ter Wal.
Boomhut
Eerder was de gemeente de partij die bijeenkomsten
organiseerde om alle neuzen dezelfde kant op te krij-
gen bij het vaststellen van plannen voor de openbare
ruimte. Ter Wal: “Maar aan het einde van de avond
was de gemeente ook de boosdoener als er geen ge-
zamenlijk besluit was genomen. Nu ligt de bal bij de
bewoners. Eerst moeten ze het eens worden. Vervol-
gens nemen ze contact met ons op.” Een hulpmiddel
om tot een keuze te komen is het participatiespel dat
wijkbewoners binnenkort samen kunnen gaan spelen.
Op de spelkaarten staan foto’s, een beschrijving en de
kosten van bestaande participatieprojecten. Bewoners
gaan hierover met elkaar in gesprek. Ook in de regel-
geving is er sprake van een verschuiving. Tot een jaar
geleden mochten mensen in Nijmegen bijvoorbeeld
geen boomhutten bouwen, omdat kinderen er uit zou-
den kunnen vallen. Ter Wal: “Als er een ongelukje ge-
beurde, werd de gemeente aansprakelijk gesteld. Maar
ouders hebben ook hun eigen verantwoordelijkheid
en moeten opletten dat hun kinderen geen gevaarlijke
dingen doen. De oude reflex om alles in regeltjes vast
te leggen en naar de gemeente te wijzen als er iets
gebeurt, moeten we loslaten. Dan zijn er veel meer din-
gen mogelijk waar bewoners eerder geen toestemming
voor kregen.” De wettelijke eisen blijven overigens wel
gehandhaafd. Als bewoners het onderhoud van speel-
tuintjes verzorgen, controleert de gemeente dit als
vanouds op veiligheid.
Eind 2012 verscheen in Nijmegen de beleidsnota ‘Geef ze de (openbare) ruimte’. De insteek is dat be-
woners meer worden betrokken bij de inrichting van de openbare ruimte. De gemeente Nijmegen is nu
bezig deze samenwerking met bewoners zo goed mogelijk vorm te geven.
Werken aan de tevredenheid van bewoners
IEDERE WIJK ZIJN EIGEN PIZZA
Jan ter Wal: “De oude reflex om alles
in regeltjes vast te leggen en naar de
gemeente te wijzen als er iets gebeurt,
moeten we loslaten.”

GRAM | augustus 2014 9
Dar zorgen dat er materiaal en mensen beschikbaar
zijn om dit samen te doen. Nu loopt dit allemaal nog
via de gemeente.” Van oudsher zijn de medewerkers
van Dar gewend dat een opzichter zegt wat ze moeten
doen en hoe ze dit moeten aanpakken. Nu wordt van
hen verwacht dat ze zelf initiatief nemen. Als ergens
paaltjes scheef staan, is het de bedoeling dat ze een
foto maken en dit melden. Dit betekent voor Dar een
Pizzabodem
Tot 2013 werden Nijmeegse wijken op B-niveau en het
centrum op A-niveau schoon gehouden. Dit bleek in
praktijk niet meer betaalbaar te zijn. Bovendien bleken
de niveaus niet overeen te komen met wat bewoners
wel en niet acceptabel vinden. Ter Wal: “We zijn toen op
zoek gegaan naar een basisniveau.” In november 2013
ging het Nijmeegse college akkoord met het werken
volgens dit niveau, dat de naam Mariken-niveau kreeg.
Elke wijk wordt voortaan onderhouden op dit niveau
en krijgt daar bovenop een bedrag toegewezen, afhan-
kelijk van de grootte van de wijk. Bewoners geven zelf
aan waaraan ze dit willen besteden. “We inventariseren
eerst alle wensen en berekenen wat de uitvoering kost.
Als bewoners zelf bepaalde zaken willen doen, zoals
het onderhoud van een parkje, hebben ze weer wat
extra geld om te besteden aan iets anders”, vertelt Ter
Wal. Uit alle wensen kiezen bewoners vervolgens sa-
men welke projecten ze willen realiseren. Het geld dat
ze krijgen is bedoeld voor een periode van vier jaar,
tot het nieuwe wijkbeheerplan wordt vastgesteld. Ter
Wal is benieuwd hoe bewoners tot een keuze komen.
“We geven advies, maar zij nemen de beslissing. Tot nu
toe lukt dat goed, maar we zijn hiermee pas een half
jaar bezig.” Hij vergelijkt deze manier van werken ook
wel met pizza’s bakken. “De gemeente is goed in pizza-
bodems bakken, op basis van het Mariken-niveau. Wij
hebben bovendien een aantal ingrediënten beschik-
baar. De bewoners bepalen wat en hoeveel van deze
ingrediënten op de pizza gaan. Ook kunnen ze eigen
ingrediënten toevoegen. Dat is de differentiatie die sa-
menhangt met participatie. Iedere wijk maakt op deze
manier zijn eigen pizza.” Hij verwacht dat bewoners in
de toekomst met onverwachte verzoeken kunnen ko-
men, zoals de wens om een Cruyff-court (een moderne
versie van het trapveldje) in hun wijk te realiseren. Ter
Wal: “Zoiets valt echter onder de verantwoordelijkheid
van de afdeling Sport. De vraag is dan of deze afdeling
meedoet in de uitvoering of dat het geld uit het potje
voor de openbare ruimte komt. Met onze directieraad
heb ik inmiddels afgesproken dat we in zo’n geval in
overleg gaan. Het is dus mogelijk dat we in de toe-
komst met andere afdelingen samen de wijk ingaan.
Dit brengt risico’s met zich mee, maar ook veel kan-
sen.”
Vrijheid
De gemeente is niet langer de regisseur die de touwtjes
in handen heeft. Ter Wal: “Maar we laten ook niet alles
aan het publiek over. Je kunt dit het beste vergelijken
met theatersport. Het publiek bepaalt wat de setting
is en wat er gebeurt. Vervolgens ontstaat het stuk. In
dat geval is er sprake van sturing, maar ook veel vrij-
heid.” Hoe ver die sturing gaat, is nog niet duidelijk.
Ook het contact tussen Dar en bewoners verandert
door de nieuwe ontwikkelingen. Ter Wal: “Als bewoners
een opruimdag voor hun wijk willen organiseren, moet
Nijmegen Vinkengas, oude en nieuwe situatie.

10 GRAM | augustus 2014
organisatie- en cultuuromslag. Ook de mensen van
Stadsbeheer krijgen hiermee te maken. Medewerkers
krijgen trainingen en wonen groepsbijeenkomsten bij,
waarbij ze in gesprek gaan over voorbeelden die ze
tegenkomen op de werkvloer. Ter Wal noemt het voor-
beeld van een aantal bewoners die graag wilden dat
een trottoir werd opgeknapt. Volgens de normen van
Stadsbeheer lag het trottoir er echter nog prima bij.
De bewoners stelden vervolgens voor om het zelf te
doen. Ter Wal: “De verantwoordelijke van Stadsbeheer
zei tegen mij: ‘Een jaar geleden zou ik als reactie heb-
ben gegeven dat de aannemer dit moet doen. Nu kijk ik
daar anders tegenaan.’ We hebben besloten om het uit
te gaan proberen. Dit is een andere manier van denken,
waaraan we moeten wennen. We zoeken voortdurend
de grenzen op. Uiteindelijk doen we dit voor de tevre-
denheid van bewoners.”
Tekst: Ans Aerts
IEDERE WIJK ZIJN EIGEN PIZZA
RKGV-specialist sinds 1988
Meerdere locaties in Nederland
Snelle dienstverlening
Diverse transportmogelijkheden
ISO- en VCA-gecertifi ceerd
Gratis afvalstroomnummer
Bij Zandrecycling Nederland komt 100% van uw RKG-sliben veegzand goed terecht.
Wilt u af van uw riool-, kolk-, gemaalslib of veegzand? Zandrecycling
Nederland laat u graag zien hoe het kán en hoe het hóórt. We zijn im-
mers de enige afvalverwerker in Nederland die volledig is toegespitst
op het verwerken van RKGV. Ofwel het reinigen en recyclen tot schone
(bouw)materialen, en het verwerken van restfracties volgens de kleinste
paragrafen van de Milieuwet. Kijk op www.zandrecycling.nl, of bel
0174-24 39 50 voor meer info, een vrijblijvende afspraak of een offerte.
Zandrecycling Nederland BV • ABC Westland 227, 2685 DC Poeldijk • T 0174-243950 • F 0174-291148 • www.zandrecycling.nl • [email protected]
Af van uw RKGV-afval? Zó hoort ‘t.

GRAM | augustus 2014 11
Eerste indruk: een rustig en lommerrijk wijkje met zelfs
twee kleine bossen, waar naast vogels ook vossen en
herten zijn gespot. De Hoekwierde is een groene oase
binnen de stadswijk De Wierden in Almere-Haven, het
oudste deel van de groeistad in de Flevopolder. Ook
het water is nabij. De bewoners van de 135 wonin-
gen kunnen op hun badslippers naar het strand van
het Gooimeer. “Als ik op een warme dag thuiskom van
mijn werk, sla ik mijn handdoek om en ga zwemmen”,
vertelt Trees van Dam. Op blote voeten komt ze de
hanging-basket aan de lantaarnpaal bij haar bungalow
inspecteren op verdorde bloemen. “Ik onderhoud hier
ook een paar van de perken”, wijst ze op de struiken
rond het grasveld met jeu de boules-baan. “Een aantal
buurtgenoten wilde een kruidentuin, dus heb ik er mijn
eigen kruidenplantjes tussen gezet. Een buurtgenoot
wilde wat meer kleur aan de rand van de perken. Die
paarse bloemen zijn van hem.” De omgeving rond haar
woning is opvallend schoon. “Als je hier rondloopt,
raap je vanzelf eventueel afval op”, zegt de 58-jarige
pedagogisch werker. “Het is heerlijk om na een dag
hard werken mijn schoffel te pakken. Zelfs mijn part-
ner, toch een echt stadsmens, is helemaal om sinds we
hier wonen.” Twee jaar geleden kocht ze de bungalow
in de Hoekwierde, niet lang nadat ze op een mooie
dag vanuit haar voormalige woonplaats Amsterdam
de Gooimeerdijk af kwam fietsen en meteen verliefd
werd op de buurt. “Het is hier heerlijk. Ik ben zelf rus-
tigjes begonnen me voor de buurt in te zetten. Er is
geen enkele verplichting om mee te doen. Dat is juist
de kracht.”
Opknapbeurt
De proef met zelfbeheer in Hoekwierde loopt alweer
zo'n vier jaar. De bewoners namen zelf het initiatief.
Samen met de dienst Stadsbeheer van de gemeente
werd een modus gevonden het beheer van de openba-
re ruimte in eigen hand te nemen. Het initiatief volgde
op een grote opknapbeurt van de destijds in 25 jaar
tijd flink verloederde wijk. Sinds eind 2011 met de op-
richting van de stichting Experiment Zelfbeheer Hoek-
wierde horen daar ook de financiële middelen bij in de
vorm van een budget van 10 duizend euro (dat jaarlijks
geïndexeerd wordt).
Zelf de kwaliteit van je leefomgeving bepalenDe Hoekwierde in Almere is een wijk vol eigen initiatief. De hoge mate van betrokkenheid en daad-
kracht zijn de ingrediënten voor een uitgebreide vorm van zelfbeheer, tot tevredenheid van de bewo-
ners zelf en de gemeente.
EXPERIMENT IN ALMERE VERSTERKT SOCIALE COHESIE
In de herfst maakten buurtbewoners gezamenlijk de wijk bladvrij.

12 GRAM | augustus 2014
Rommelroute
In het volkstuincomplex staat de opslagloods met de
machines, van maaigereedschap tot motorzagen. Alle-
maal door de stichting zelf aangeschaft. “Als we voor
een aardig bedrag ook een veeg- en zoutstrooimachine
aan kunnen schaffen, gaan we dat doen”, glundert Huij-
zer. De gemeente verzorgde een instructiedag voor de
bewoners, om veilig met de motorzagen om te gaan.
“Als we daarmee aan de slag gaan, is veiligheidskle-
ding verplicht.” We spreken Huijzer op de dag voor de
eerste zaterdagse Rommelroute. Nee, dit gaat niet om
een rondgang door de wijk om zwerfafval op te rui-
men. Vier uur lang bieden buurtbewoners hun twee-
dehands spulletjes op straat te koop aan, bij wijze van
‘oprit- of voortuin-sale’. De insteek: geen commerciële
verkoop en veel gezelligheid op straat. “Dat we zelf
zwerfvuil opruimen spreekt voor zich. Ook legen we de
afvalbakken in de wijk zelf. Als er afvalbakken kapot
zijn, proberen we die te repareren of we plaatsen nieu-
we bakken. We zijn trouwens een erkend leerbedrijf. Er
lopen hier leerlingen van de ROC’s rond.”
Sociale druk
Het Vogelbos onderhouden de bewoners samen met
Landschapsbeheer Flevoland. Oogmerk is er een na-
tuurlijk en gevarieerd vogel- en insectenparadijs van
te maken. Elke tweede zaterdagochtend van de maand
komen buurtgenoten bij elkaar om bijvoorbeeld de
vlinderhoek te maaien of een insectenhotel of vogel-
vleermuis- en vlinderkasten te bouwen. “We hebben
relatief veel jonge pensionado’s in de wijk met volop
vrije tijd”, verklaart Huijzer een deel van het succes.
“Het is niet zo dat het DNA van de bewoners anders is
in andere wijken in Nederland. Wel zijn de betrokken-
heid en het enthousiasme groot. Veel bewoners vragen
zelfs: is er nog meer te doen? Maar niets is verplicht.
We zeggen niet tegen hondenbezitters: ruim die drol
van je hond op. Een bewoonster gaat met een emmer-
tje de wijk door om hondenpoep op te ruimen. Tegen
hondenbezitters die de poep van hun hond laten lig-
gen, zegt ze: vindt u het erg dat ik de drol van uw hond
opruim? Sociale druk moet je opbouwen met liefde en
bevlogenheid.”
Afstemmen
De ervaringen tot nu toe zijn uitstekend. Huijzer con-
stateert dat de bewoners trots zijn op hun eigen inzet.
Veel activiteiten gaan vanzelf. “Ik bemoei me overal zo
min mogelijk mee. Wel houd ik het proces in de gaten.
Zaak is bijvoorbeeld dat bewoners die een plan heb-
ben, dat met anderen afstemmen. Vinden die dat ook
goed? Zo was er een bewoner die oude rozenbogen
had bemachtigd. Niet overal waren die welkom, von-
den andere bewoners. Soms stoorden ze de zichtlijnen.
De samenspraak is niet altijd eenvoudig. Het hoeft
ook geen Utopia te worden. Bewoners hebben volop
Nieuwe eigenheid
Het initiatief begon deels uit irritatie, licht voorzitter
Ton Huijzer van de zelfbeheerstichting toe. “Dan zagen
we bijvoorbeeld dat het gras was gemaaid en er nog
grote vlokken nat gras op het gazon lagen. Wij maaien
nu als het droog is. Ook maaien we de hoge graspollen
rond de lantaarnpalen weg, zodat alles er strak uitziet.
De gemeente heeft voor dit soort werk een contract
met een bedrijf. Alles moet zo efficiënt en goedkoop
mogelijk. Wij realiseren een hoger kwaliteitsniveau.
Ik bedoel dat niet in verwijtende zin. We voegen een
nieuwe eigenheid toe. Voorheen was het publieke do-
mein het terrein van de overheid. Nu pakken wij werk
van de overheid op en voeren dat uit. Dat is een totaal
andere dynamiek. En we doen het prima. De stichting
is maar een noodzakelijkheid aan de achterkant. Aan
de voorkant draait het om een grote groep bewoners
die zelf wil bijdragen aan het verbeteren van de open-
bare ruimte.”
Waslijst
Zelfbeheer is geen nieuw fenomeen. Wel beperkt het
zich vaak tot het openbaar groen. Het zelfbeheer in de
Hoekwierde gaat veel verder. In de overeenkomst die
de stichting met de gemeente heeft gesloten, staat een
waslijst van werkzaamheden aangekruist. Zo maaien
de bewoners niet alleen de gazonnen, bermen en oe-
vers, maar ook het riet langs de grachten. De bewoners
doen zelf de onkruidbestrijding en vegen straten en
stoepen. Ze reinigen de verkeersborden, ov-masten,
welkomstborden en kunstwerken in de wijk. De ge-
meente voert alleen het beheer van de riolering en
groot onderhoudswerk nog zelf uit.

GRAM | augustus 2014 13
Je ziet dat ze het beter doen dan de gemeente.” Wel
snijdt Ravensbergen een principieel punt aan. “Feitelijk
is de democratische controle weg. Als er echte tegen-
stellingen ontstaan, hoe worden die dan opgelost? Ge-
lukkig is er van die keerzijde geen sprake in de Hoek-
wierde.”
Wijkregisseurs
De gemeente wil haar bewoners uitdagen met meer
van dit soort initiatieven te komen. “Wij vertellen bur-
gers niet meer wat ze mogen en hoe ze iets moeten
doen, maar we proberen te faciliteren en inspireren.
In de wijken hebben we wijkregisseurs rondlopen, die
daar de goede ideeën van burgers opvangen. Het uit-
voeren van groot onderhoud in een wijk is een geschikt
moment om in contact met bewoners te komen. Dat
lukt heel aardig. Onze opzichter verblijft voortaan in
een keet in de wijk, waar hij ‘s ochtends spreekuur
houdt. Bewoners melden zich vanzelf. Bij zo’n groot-
schalig project vervangen we alle bestrating en groen
in een wijk. Ook hogen we de grond op, want de bo-
dem in Almere klinkt in. In een wijk hebben we de oude
stoeptegels aan bewoners gegeven om hun tuinen te
bestraten. Vaak hebben ze daar geen geld voor. Tuinen
zien er dan verwaarloosd uit. Nu zijn ze weer toonbaar.
Het aankleden van de tuinen werd door actieve buurt-
bewoners georganiseerd.”
Netwerkinfo:
Stichting Experiment Zelfbeheer Hoekwierde,
www.hoekwierde.nl, Ton Huijzer (voorzitter),
http://nl.linkedin.com/in/tonhuijzer.
Gemeente Almere, www.almere.nl, Rob Ravensbergen
(manager advies- en ingenieursbureau, dienst Stadsbe-
heer), [email protected],
http://nl.linkedin.com/in/ravensbergen.
Tekst: Pieter van den Brand
de ruimte om zich voor de wijk in te zetten. Dat is
al geweldig. We willen niet iets superduurzaams doen
en hebben geen grote vergezichten geschetst.” De be-
langstelling van buiten is er niet minder om. Vanuit het
hele land komen delegaties van bestuurders en raads-
leden het zelfbeheer in de Hoekwierde aanschouwen.
“Volgende maand komt er een bus uit Groningen, twee
weken later een uit Deventer”, vertelt Huijzer.
Zoektocht
Op het stadhuis in Almere constateert manager Rob
Ravensbergen van het advies- en ingenieursbureau van
de dienst Stadsbeheer dat de rol van overheid veran-
dert. “We trekken voortaan samen op met de burger en
verlaten onze bemoederende rol. Dit soort burgeriniti-
atieven dwingt ons daartoe. In het begin was het even
wennen. Je weet niet wat het zelfbeheer allemaal gaat
brengen. Voor ons is het ook een zoektocht. Tot nu toe
vind ik het supergaaf wat de mensen in de Hoekwierde
doen om de leefbaarheid van hun buurt te verbeteren.
Niet herdraagbare kleding recyclen tot nieuwe kleding of andere producten? Dat kan!Met Stichting KICI. Specialist in inzameling en hergebruik van textiel. De gehele opbrengst doneert KICI aan goede doelen in binnen- en buitenland. www.kici.nl

14 GRAM | augustus 2014
Statiegeld
In aanloop naar het ondertekenen van de Raamover-
eenkomst Verpakkingen in 2012 door het ministerie,
het verpakkend bedrijfsleven en de VNG, was het vrij-
geven van statiegeld één van de hete hangijzers. Uit-
eindelijk zijn er, mede op voorzet en verzoek van de
Tweede Kamer, prestatiegaranties opgesteld. Hieraan
moest voldaan worden voordat de staatssecretaris het
statiegeldsysteem als middel voor de inzameling van
grote PET flessen per 1 januari 2015 zou vrijgeven.
Onderzoek van de Inspectie voor de Leefomgeving en
Transport (ILT) naar deze prestatiegaranties heeft ech-
ter uitgewezen dat niet aan alle zeven prestatiegaran-
ties is voldaan. Zo zijn er in supermarkten nog PVC
verpakkingen aangetroffen die, volgens de raamover-
eenkomst, volledig uitgebannen moeten zijn. Staatsse-
cretaris Mansveld heeft hierop besloten het statiegeld-
systeem nog niet vrij te geven en medio 2015 opnieuw
te bezien of aan de prestatiegaranties is voldaan. De
Tweede Kamer heeft er via een motie op aangedron-
gen dat de statiegeldbepalingen vooralsnog niet uit het
Verpakkingenbesluit geschrapt worden, zoals aanvan-
kelijk de bedoeling was.
Intussen lijkt de teneur bij een grote meerderheid van
de Tweede Kamer dat de prestatiegaranties in aanloop
naar het volgende beslissingsmoment halverwege
2015 zouden moeten worden aangescherpt. Na het zo-
merreces zal de Tweede Kamer hierover met de Staats-
secretaris in debat gaan.
Drankenkartons
Aan een andere prestatiegarantie voor het vrijgeven
van statiegeld, het uitvoeren van een pilot drankenkar-
tons, is wel voldaan. De resultaten van deze in 2013
uitgevoerde pilot waren positief: gemeenten zijn in
staat drankenkartons op een effectieve wijze in te za-
melen en recycling ervan is goed voor het milieu. Het
Afvalfonds Verpakkingen heeft hierop aangegeven dat
het gemeenten de komende drie jaar (om te beginnen)
zal gaan vergoeden voor het inzamelen van dranken-
kartons. Elke gemeente mag zelf bepalen op welke ma-
nier ze de inzameling vorm zal geven.
Vergoedingen
De vergoedingen voor de inzameling en sortering van
kuststof verpakkingen zijn door de VNG begin juli in
een ledenraadpleging aan de gemeenten voorgelegd.
Deze ledenraadpleging loopt nog tot 12 september.
Hoe de vergoedingenstructuur er voor drankenkartons
uit zal komen te zien, zal na de zomer bekend worden,
wanneer het Afvalfonds hier met I&M en de VNG over
in gesprek gaat. Aangezien gemeenten vanaf 1 janu-
ari 2015 alleen nog worden vergoed voor gesorteerd
kunststof dat aan zogeheten DKR kwaliteitseisen vol-
doet, ligt de prikkel tot goede inzameling en sortering
nu geheel bij gemeenten.
Tekst: Samuel Stollman en Maarten Goorhuis
Voor vragen over het verpakkingendossier kunt u zich
richten tot de NVRD ([email protected] of
EEN UPDATE VAN DE STAND VAN ZAKEN IN HET VERPAKKINGENDOSSIER
Statiegeld (nog) niet vrijgegeven en aan de slag met drankenkartonsDe beslissing om statiegeld vrij te geven is door staatssecretaris Mansveld met tenminste een jaar uitgesteld. Tege-
lijkertijd heeft het verpakkend bedrijfsleven aangekondigd dat zij gemeenten de komende drie jaar gaan vergoeden
voor het inzamelen van drankenkartons. De hoogte van deze vergoeding, evenals die voor de inzameling en sortering
van kunststof verpakkingen, moet nog uitonderhandeld worden.
Foto Stichting Hedra

GRAM | augustus 2014 15
“In het begin moesten we heel veel infor-
matie verstrekken, maar nu loopt het goed”,
zegt Wil Welvaarts, opzichter Beheer en
Realisatie van de gemeente Etten-Leur te-
vreden. “De vier brengpunten trekken nu
samen zo’n 2000 bezoekers per week. Dat
zijn mooie aantallen. Bovendien ligt er dui-
delijk minder zwerfafval in sommige wij-
ken.” De proef Afval Verdient Beter houdt in
dat mensen bij vier milieupunten in de ge-
meente zakken met huishoudelijk verpak-
kingsplastic en blikjes in kunnen leveren.
Ze krijgen daarvoor meteen een statiegeld-
bonnetje, dat ze bij een van de nabijgele-
gen supermarkten kunnen verzilveren. We
hebben bewust gekozen voor een locatie bij
een supermarkt”, vertelt Welvaarts. “Mensen
komen daar toch al voor hun boodschap-
pen. Dan is het makkelijk om een zakje
plastic of blik mee te nemen. Voor ons zijn
het ook geschikte locaties, omdat ze bij on-
dergrondse perscontainers liggen. Het afval
kan daar meteen in.”
Neveneffect
Elk innamepunt wordt bemand door twee medewer-
kers. Welvaarts: “Dat zijn mensen van het werkvoor-
zieningschap of met een uitkering. In totaal helpen we
met dit project twintig mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt aan werk. Dat is een mooi neveneffect.”
Volgens Welvaarts is Afval Verdient Beter op de eerste
plaats bedacht om het zwerfafval terug te dringen. “We
willen mensen hiermee bewuster maken van hun ei-
gen woonomgeving en stimuleren flesjes en blikjes op
te rapen. Dertig cent per kilo vonden mensen in het
begin wat weinig, maar als je uitlegt dat een gemid-
deld huishouden zo’n tachtig zakken kunststof afval
per jaar produceert, zien ze toch in dat ze best een
leuk bedragje bij elkaar kunnen sparen. Daarnaast is
dit project bedoeld om hergebruik en gescheiden inza-
meling te bevorderen. Het plastic dat we via de proef
inzamelen gaat naar Nedvang, samen met het overige
huishoudelijk plastic verpakkingsafval.”
Nog geen cijfers
Over de kosten kan Welvaarts nog weinig zeggen. “Een
proef kost altijd geld. Maar als je op termijn minder
zwerfafval hoeft te ruimen, bespaar je daar flink mee.
We hebben nog geen cijfers paraat over de ingezamel-
de hoeveelheden, maar de opbrengst neemt nog steeds
wekelijks toe.” De proef Afval Verdient Beter loopt tot
half oktober. Daarna gaan het college en de raad be-
sluiten of de proef omgezet wordt in een permanente
voorziening. Welvaarts hoopt van wel. “Je maakt men-
sen enthousiast met dit beloningssysteem. Een oudere
mevrouw vertelde me dat haar dag niet compleet is als
ze bij het uitlaten van de hond niet een paar flesjes of
blikjes heeft gevonden. Dat soort reacties, daar zijn we
blij mee.”
Veel andere gemeenten hebben ook al belangstelling
getoond voor de proef, die in juni op tv te zien was in
het programma Kassa Groen van de Vara. Op 12 no-
vember is Wil Welvaarts een van de sprekers tijdens het
zwerfafvalcongres.
Tekst: Hetty Dekkers
Proef met huishoudelijk verpakkingsafval loopt goedDertig cent voor een kilo plastic of blik. Het is niet veel, maar het helpt wel, hebben ze in Etten-Leur
gemerkt. Sinds april loopt daar een proef met een beloningssysteem voor huishoudelijk verpakkings-
afval en blik. Afval Verdient Beter lijkt aan te slaan.

16 GRAM | augustus 2014
VAKWERK
"Ik probeer Nederland een stukjemooier te maken"
Wat houdt je functie in?
Deze functie is nog vrij nieuw en is vorig jaar in het le-
ven geroepen. Binnen onze organisatie ben ik een soort
schaap met vijf poten. Ik adviseer op beleidsniveau,
maar ook aan de uitvoerende kant. Die laatste richting
heeft de overhand. Collega’s en ook sommige gemeen-
ten zien mij als een vraagbaak voor alles wat met bor
(beheer openbare ruimte) te maken heeft. Iedereen weet
mij te vinden, zowel intern als extern. Daarnaast schrijf
ik nota’s, schouwplannen en beheerplannen.
Rova is een NV waarbij twintig gemeenten als eigenaar
aangesloten zijn, dus het onderwerp openbaar beheer
is heel breed. Je hebt te maken met groenvoorziening,
maar ook begraafplaatsen, sportvelden, stadsboerde-
rijen, een veerpont, jeugdmoestuinen. De ene keer gaat
het over de lengte van het gras, de andere keer over
begraafplaatskwesties. Soms begeef ik me ook op uit-
voerend terrein. Dat zit een beetje in mijn karakter. Daar
waar gaten vallen, daar wil ik zijn. Ik ben nogal onder-
nemend.
Wat deed je hiervoor?
Ik ben begonnen als technisch project- en beleidsmede-
werker bor bij de gemeente Scherpenzeel. Vervolgens
was ik programmaonderdeelmanager groen, spelen en
begraafplaatsen bij de gemeente Deventer. Daarna heb
ik drie jaar een eigen restaurant gehad. Eind 2012 heb-
ben we dit bedrijf verkocht en ben ik weer op zoek ge-
gaan naar een baan. Ik miste mijn vakgebied toch een
beetje. Ik had tuin- en landschapsinrichting gestudeerd
en bestuurskunde. Sinds april vorig jaar werk ik in deze
functie voor Rova. Voor mij een perfecte baan. Omdat de
functie nieuw was toen ik kwam, mag ik veel pionieren
en zelf ontdekken hoe je alles het beste in kunt vullen.
Wat geeft de meeste voldoening in je werk?
De afwisseling, het investeren in relaties en netwerken.
Het afgelopen jaar heb ik gelukkig gezien dat de ge-
meenten ons steeds meer als partner gaan zien in plaats
van een aannemer. Dat heb ik natuurlijk niet alleen be
Judith Slot (35) houdt van snel schakelen.
Ze is senior adviseur openbare ruimte
bij Rova, maar ook vrijwilliger bij de
brandweer. ‘Soms ga ik van een brand
direct naar kantoor om over lang gras te
praten. Die afwisseling past bij mij.’

GRAM | augustus 2014 17
De rubriek Vakwerk gaat over het vakmanschap en de bevlogenheid in de branche. In afval- en beheer van de openbare ruimte werken vele professionals, die hart hebben voor de ‘schone zaak’. Wat drijft hen in hun werk? En waarom doen zij dit werk graag en goed?
reikt, maar voor mij is dat wel heel belangrijk. Gemeen-
ten vragen mij om mee te kijken, als ze bijvoorbeeld
met een bomenplan bezig zijn. Of ze informeren bij mij
of ik tips heb over bezuinigen op zwerfvuil. Ik zet dan
een aantal scenario’s voor hen op papier. Op deze ma-
nier werken we intensiever samen en dat moet ook. Het
is publieksgeld waar je mee omgaat, dat moet je dus
goed doen.
Bij bor komt iets meer afwisseling kijken dan bij afval,
denk ik. Elke gemeente heeft haar eigen wensen. De een
wil dat er mechanisch gesnoeid wordt, de ander met de
hand. En een a-schoonheidsniveau zegt nog niks over
het aantal keren dat er geschoffeld moet worden. Dat
moet je zelf uitvinden.
Wat vind je minder fijn aan je werk?
Het vele reizen. Ik woon zelf bij Arnhem en werk voor-
namelijk in Zwolle en Winterswijk. Ik kan niet op twee
plaatsen tegelijk zijn, dus als ik een overleg heb in Zwol-
le én Winterswijk, dan moet ik kiezen. Dat vele reizen is
wel een minpuntje, maar er is weinig aan te doen.
Wat kan er beter in de toekomst?
Wat mij betreft moeten we het partnerschap met ge-
meenten nóg sterker uitbouwen. Dat gaat al goed, maar
kan nog beter. Ook willen we nog meer professionali-
seren. Vooral in de gegevensuitwisseling, zoals digita-
lisering van kaartmateriaal en areaalwijzigingen, liggen
nog veel kansen. Veel gemeenten zijn er mee bezig, wij
haken daar graag op in.
Ik hoop ook dat we de sociale arbeid verder uit kunnen
breiden en ons verder kunnen ontwikkelen tot leerwerk-
bedrijf. Wellicht lukt dat met de nieuwe participatiewet.
In de groenvoorziening werken we al met heel veel
verschillende organisaties, zoals sociaal werkvoorzie-
ningschap, verslaafdenzorg, re-integratietrajecten. Elf
procent van onze banen is social return. In de nieuwe
participatiewet zie ik wel kansen, al worden de gemeen-
telijke budgetten minder. Maar we gaan ons best doen
zoveel mogelijk mensen met een afstand tot de arbeids-
markt aan het werk te helpen. Als overheids-NV heb je
daarin een sociale opgaaf. Bovendien is ons werk, met
zijn vele niveaus, heel geschikt voor sw’ers. Een opge-
leid hovenier zal misschoen niet gelukkig worden van
papierprikken, anderen wel. Voor velen is werken een
stuk prettiger dan thuis zitten.
Waar krijg je energie van?
Ik hou van snel schakelen. Het ene moment gaat het
over de participatiewet, het andere moment over een
pauw die bij iemand op het dak staat. In mijn vrije tijd
ben ik vrijwilliger bij de brandweer, dat betekent uitruk-
ken bij nacht en ontij. Dan ga je soms van een brand
direct naar kantoor om over lang gras te praten. Dat ligt
mij, die snelle afwisseling en variatie. Van mezelf ben ik
dol op alles wat groeit en bloeit. Maar bij de brandweer
ben ik toevallig degene die het best een boom kan om-
zagen. Dat vinden mijn collega’s daar dan weer typisch.
En waar krijg je weleens buikpijn van?
Als mensen zich slecht aan hun afspraken houden. Of
als een goed uitgedacht plan sneuvelt in het bestuurlijk
proces. Dan denk ik wel eens verdorie, het zat zo goed
in elkaar! Je moet je plannen niet klakkeloos bij het be-
stuur neerleggen, heb ik geleerd, maar mensen meene-
men in het proces. Een wethouder die van zijn buurman
hoort dat het onkruid verderop zo hoog staat, voelt zich
overvallen. Dat geldt ook voor bewoners, als ze opeens
een zaag in de boom gezet zien worden. Dan schieten
ze in de weerstand. Het scheelt dus enorm als je mensen
van te voren goed informeert en meeneemt. Rova loopt
daar ook wel eens tegen aan. Maar goed communiceren
is en blijft lastig in de praktijk. Het gaat over zoveel
schijven en soms denkt de een dat de ander het al heeft
gedaan. Je weet dat het beter kan, maar de praktijk blijft
weerbarstig.
Wat heb je met bor?
Ik hou van planten en dieren en probeer Nederland een
stukje mooier te maken. Het is levend materiaal waar
je mee werkt. Als er een nestje vogels in de struiken
zit, snoeien we daar even niet. De afhankelijkheid van
het weer vraagt veel flexibiliteit. Normaal maai je één
keer per week, maar als het groeizaam weer is, moet
je je planning omgooien naar twee keer in de week. En
als het sneeuwt, ga je strooien. Je moet altijd je plan-
nen bij kunnen stellen. Met de harde civiele kant heb
je evengoed te maken. Die boom met dat vogelnestje
staat misschien in de weg bij het straten, hoe ga je daar
mee om. Ik probeer daar de balans in te vinden, zodat
er uiteindelijk een goed product uitrolt. En ik word er blij
van als dat lukt.
Tekst: Hetty Dekkers

18 GRAM | augustus 2014
Er is wel sprake van een verandering: overheidsbedrij-
ven en samenwerkingsverbanden hebben te maken
met verdieping en verbreding van hun rol en bijdrage.
Zij ontwikkelen zich steeds meer tot partner van de be-
trokken gemeenten bij het realiseren van doelen op het
gebied van afvalbeheer en het beheer en onderhoud
van de openbare ruimte.
Feiten en cijfers
Veel gemeenten hebben gekozen voor intergemeente-
lijke samenwerking. Samenwerking moet ondersteu-
nen in het op effectieve en efficiënte wijze realiseren
van de ambitieuze doelstellingen in het gemeentelijk
afvalbeheer.
In het afgelopen decennium is het aantal gemeente-
lijke samenwerkingsverbanden (gemeenschappelijke
regeling of overheidsvennootschap) fors toegenomen.
Deze trend van toenemende intergemeentelijke sa-
menwerking (of ook: aansluiting bij bestaande samen-
werkingsverbanden) is echter de afgelopen twee jaren
afgevlakt. In 2013 werd het gemeentelijke afvalbeheer
in meer dan de helft van de Nederlandse huishoudens
uitgevoerd via een overheidsgedomineerd samenwer-
kingsverband, in de vorm van een vennootschap of ge-
meenschappelijke regeling.
Het aantal zelfstandige gemeentelijke inzameldiensten
is vanaf het millennium met zo’n 57 procent afgeno-
men (van 165 tot ongeveer 70). Voor slechts een deel
is dit het gevolg van gemeentelijke herindeling. In de-
zelfde periode is het aantal gemeenten door herinde-
ling met bijna een kwart gedaald. Circa 28 procent van
de Nederlandse huishoudens wordt bediend door een
zelfstandige gemeentelijke dienst en circa 20 procent
door een particulier bedrijf.
Trends
Naast een stabiliserende schaalgrootte (voor afvalbe-
heer) zijn wel andere trends (voorzichtig) zichtbaar. Deze
trends zijn terug te voeren op een veranderend profiel
van de overheidsbedrijven. De positie en gewenste
meerwaarde van intergemeentelijke samenwerkingsver-
banden en overheidsbedrijven ontwikkelen zich.
Trend 1.
Taakverdieping: van inzameling naar
afvalbeheer
De opdracht gaat verder dan uitsluitend het efficiënt
uitvoeren van inzameldiensten. De rol van en bijdrage
aan het optimaliseren van het afvalbeheerbeleid is be-
langrijker geworden door het aanscherpen van afval-
Trends en ontwikkelingen bij samenwerking gemeenten in het fysieke domeinHet afvalbeheer wordt in Nederland bij tweederde van alle gemeenten (80 procent van de huishoudens)
verzorgd door een overheidsbedrijf of intergemeentelijke samenwerkingsverband. Na een jarenlange
toename is nu het aantal schaalvergroting en samenwerkingen gestabiliseerd.
Verhouding overheid - markt
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2013
Afvalbeheer in gemeenten (aantal huishoudens)
Gemeentelijke dienst Overheidsgedomineerd samenwerkingsverband (GR of NV) Particulier bedrijf
-
10000,0
20000,0
30000,0
40000,0
50000,0
60000,0
70000,0
2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 2013
Gemiddelde schaalgrootte (aantal bediende huishoudens per organisatie)
Gemiddelde Lineair (Gemiddelde)
Gemiddelde schaalgrootte

GRAM | augustus 2014 19
Afvalbeheer en het onderhoud van de openbare ruimte
worden meer en meer in één hand gehouden.
Uit onderzoek door IPR Normag blijkt dat steeds meer
gemeenten ervoor kiezen om (gemeentelijke) werk op
het gebied van beheer en onderhoud van de openba-
re ruimte onder te brengen bij gemeentelijke samen-
werkingsverbanden en overheidsbedrijven. Vooral de
mogelijkheid voor (meer) arbeidsparticipatie in het on-
derhoud van de openbare ruimte geeft momenteel een
extra stimulans. Deze taakverbreding geldt voor meer
dan driekwart van de overheidsbedrijven en interge-
meentelijke samenwerkingsverbanden. Zij bedienen
samen meer dan de helft van de Nederlandse huishou-
dens.
De onderstaande grafiek geeft de aard van taakverbre-
ding weer:
• Circa 24 procent van de onderzochte organisaties is
(tot nu toe) uitsluitend actief op het gebied van het
gemeentelijke afvalbeheer. Bij de resterende 76 pro-
cent is sprake van taakverbreding.
• Bij 31 procent is de taakverbreding beperkt tot rei-
niging van de openbare ruimte: vooral machinaal en
handmatig vegen.
• In de daaropvolgende 19 procent blijft de verbreding
ook beperkt tot het schoonmaken en schoonhouden
van de openbare ruimte, maar wordt onderzocht
welke taken nog meer kunnen worden overgedragen
van gemeente naar samenwerkingsverband. Bijvoor-
beeld op het gebied van groen onderhoud, civiel
techniek, wegen en waterbeheer.
Vervolg op pagina 20
beleidsdoelen. Gemeenten werken – via en met hun
overheidsbedrijven – meer en meer samen bij het ont-
wikkelen van afvalbeheerbeleid. Men realiseert zich –
en de ervaringen in de praktijk wijzen dit ook uit - dat
effectieve slagen te maken zijn met afvalpreventie en
grondstofscheiding. Dit vergt een lange planhorizon
en een meer regionale aanpak. Het ‘afval-aanbiedge-
drag’ van inwoners – jong en oud – moet daarbij op
een duurzame wijze worden veranderd. Uiteraard moet
daarbij ruimte aanwezig zijn voor specifieke keuzen
op gemeentelijk niveau. Echter, in de praktijk blijkt de
behoefte aan en noodzaak voor variatie steeds klei-
ner. Keuzes van gemeenten voor het ‘best passende
gemeentelijk afvalbeheerbeleid’ blijken in de praktijk
steeds meer te convergeren. Intergemeentelijke samen-
werking bij het ontwikkelen van adequaat afvalbeheer-
beleid én bij de uitvoering ervan dragen hier aan bij.
De grootte en de stedelijkheidsklasse van gemeenten
blijken hierbij steeds minder van belang. Bij samen-
werking (en onder andere uitwisseling van kennis en
ervaring) is het onderscheid in diverse afvallogistieke
gebiedstypen meer van belang. Bijvoorbeeld het on-
derscheid in gebieden met dominante hoogbouw, ge-
bieden met geconcentreerde laagbouw en buitenge-
bied met verspreide laagbouw of juist lintbebouwing.
Trend 2.
Balans tussen zelf doen en regie
Voorheen was het gebruikelijk dat overheidsbedrijven
en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden - door
het inbrengen van mens en materieel uit de deelne-
mende gemeenten – de uitvoering in eigen beheer uit-
voerden. Deels was deze keuze sterk verbonden aan de
overname van (voorheen) gemeentelijke medewerkers.
Als gevolg van natuurlijk verloop en de veranderende
behoefte aan samenwerking zijn nieuwe mogelijkhe-
den en inzichten ontstaan, waarbij overheidsbedrijven
minder strikt zelf willen uitvoeren. Deze bedrijven
zijn op zoek naar de juiste balans tussen zelf doen en
onder regie doen. Daarbij behoudt de samenwerking
minstens de benodigde kennis en uitvoeringsdeskun-
digheid in eigen huis om sturing op afvalbeheer te kun-
nen waarborgen. Op deze wijze wordt het risicoprofiel
van de organisatie verbeterd: er kan sneller worden
ingespeeld op ontwikkelingen in de markt, wet- en re-
gelgeving en op het gebied van technologie.
Trend 3.
Taakverbreding naar beheer en onderhoud van
de openbare ruimte
Ook is sprake van een verbreding van het taken- en
dienstenpakket in het fysieke domein. Meer dan drie-
kwart van de overheidsbedrijven en samenwerkings-
verbanden is naast afvalbeheer (deels) actief met het
schoon, heel en veilig houden van de openbare ruimte.
Trends en ontwikkelingen bij samenwerking gemeenten in het fysieke domein
3
Verbreding takenpakket
25%
50%
75%
24%
Uitsluitend afvalbeheer
31% + reiniging
19% + IBOR initiatieven
21% + IBOR in deel gemeenten
5% + IBOR
Bron: IPR Normag, cijfers t/m 2013
Verbreding takenpakket (aantal organisaties)

20 GRAM | augustus 2014
ambities en doelen op het gebied van afvalbeheer en
meer, komen steeds sterker in beweging. De samen-
werkingsverbanden richten zich op meer dan uitslui-
tend uitvoeren. Kenmerkend zijn samenwerkingen mo-
menteel in dialoog met hun gemeenten over nieuwe
vormen van partnerschap; gericht op beleidsontwikke-
ling en bijdragen aan andere beleidsvelden, zoals ar-
beidsparticipatie en duurzaamheid.
Tekst: Paul de Bruin (directeur) en
Alexander Pluckel (onderzoeker) IPR Normag
Cijfers: CBS, bewerking IPR Normag
• Bij 21 procent van de onderzochte bedrijven hebben
deze onderzoeken daadwerkelijk geleid tot het zorg-
dragen voor de openbare ruimte-taken bij een deel
van de betrokken gemeenten. En in 5 procent van de
overheidsbedrijven is de taakverbreding van toepas-
sing op alle deelnemende gemeenten.
Een nieuwe trend…?
De langdurende belangrijke trend richting schaalgroei
is momenteel gestabiliseerd. Hoewel er ongetwijfeld
nog veranderingen te verwachten zijn, blijkt de nieuwe
trend meer inhoudelijk van karakter. Vooral de positie
en bijdrage van samenwerkingen aan de gemeentelijke

GRAM | augustus 2014 21
Schoon belonen
De NVRD is door het ministerie van In-
frastructuur en Milieu benaderd om te
participeren in een project over belo-
ningsystemen voor de aanpak van zwerf-
afval. Belonen is een gedragsinstrument
dat kan bijdragen aan minder zwerfafval
op straat. Over het effect van belonen, de
effectiviteit en de meest optimale toepas-
sing van de verschillende beloningsyste-
men is nog relatief weinig bekend. Op
dit moment voert een aantal gemeenten
pilots uit.
In het AO van 18 juni 2014 heeft de
Staatsecretaris toegezegd deze initia-
tieven met de voor- en nadelen op een
rij te zetten en de aanwezige kennis en
ervaringen te ontsluiten met het oog op
het stimuleren en faciliteren van initia-
tieven elders in het land. Naast de NVRD
participeren de VNG, Gemeente Schoon,
Nederland Schoon en Natuur & Milieu in
het project.
Meer info: [email protected]
NVRD Agenda
Augustus
26 Redactiecommissie GRAM
September
9 Commissie Communicatie
12 Commissie M&O
19 Commissie O&P
22 Commissie I&R
25 Commissie KAM
Oktober
1 Nationaal Gladheidbestrijdings-
congres
30 Afvalconferentie
agenda
18 sept. Inspiratiebijeenkomst
Zwerfafval omdenken naar schoon
nieuwsTekst: Bas Peeters
Nationaal Gladheidbestrijdings-
congres
Na twee zachte winters is het belangrijk
niet te verslappen en scherp te blijven.
Het Nationaal Gladheidbestrijdings-
congres van 1 oktober aanstaande wil
hieraan een bijdrage leveren. Tijdens
dit congres, dat de NVRD elke twee jaar
organiseert, komen de nieuwste ont-
wikkelingen, innovaties en aanpakken
binnen de gladheidbestrijding aan bod.
Wat zijn de lange termijn klimaatver-
wachtingen en wat betekent dit voor het
toekomstig gladheidbeheer? Hoe kan de
gladheidbestrijding nog verder worden
geoptimaliseerd door gebruik te maken
van de nieuwste informatietechnieken en
gladheidmeldsystemen? Wat is de stand
van zaken op het gebied van gladheid-
bestrijding op fietspaden? En wat zijn
de nieuwste inzichten als het gaat om
het gebruik van dooimiddelen? Verder
is er op het congres aandacht voor een
vernieuwende manier van aanbesteden,
voor de benchmark gladheidbeheer en
voor communicatie naar de burger en
weggebruikers. Het Nationaal Gladheid-
bestrijdingscongres biedt gladheidbe-
strijders op zowel rijks-, provinciaal als
lokaal niveau een mooie gelegenheid
de nieuwste kennis op te doen en erva-
ringen uit te wisselen. Het programma
wordt na deze zomer definitief bekend-
gemaakt. Inschrijven kan nu al via :
www.nvrd.nl
Nuttige uitwisseling Vlaanderen-
Nederland
Op 3 en 4 juli bezocht een delegatie van
Interafval de NVRD. Interafval is het sa-
menwerkingsverband van alle Vlaamse
afvalintercommunales en de Vereniging
van Vlaamse Steden en Gemeenten. In-
terafval is in haar taken en activiteiten
vergelijkbaar met de NVRD. Op 3 juli be-
spraken afgevaardigden van beide orga-
nisaties de ontwikkelingen in het Vlaam-
se en Nederlandse afvalbeheer. Op 4
juli brachten de deelnemers een bezoek
aan de ARN, de Dar en de gemeente Nij-
megen. De uitwisseling was een mooie
voorbereiding op de gezamenlijk georga-
niseerde Afvalconferentie in Antwerpen
op 30 oktober.
Informatiedocument ‘niet-chemisch
onkruidbeheer op verhardingen’
In het voorjaar zijn op initiatief van het
ministerie van Infrastructuur en Milieu
voorlichtingsbijeenkomsten gehouden
over niet-chemisch onkruidbeheer op
verhardingen. De bijeenkomsten waren
bedoeld voor gemeentelijke terreinbe-
heerders en werden georganiseerd in het
kader van het aanstaande verbod op het
gebruik van chemische bestrijdingsmid-
delen. Van de bijeenkomsten is een uit-
gebreid verslag opgesteld. Aan de orde
komen zaken als technische mogelijkhe-
den van de technieken, optimalisatie van
het beheer (verhoging effectiviteit, kos-
tenreductie en dergelijke) en contract-
vorming. Het is een praktisch bruikbaar
document, dat als hulpmiddel gebruikt
kan worden voor verduurzaming van de
buitenruimte. Het ministerie wil richting
de inwerkingtreding van het verbod een
kennis- en innovatieplatform in het leven
roepen. De NVRD is in gesprek met het
ministerie over de invulling hiervan en
over een mogelijke rol voor de NVRD.
Meer info: [email protected]

22 GRAM | augustus 2014
Irado ontstond in 2000 na een fu-
sie tussen het Openbaar Nutsbe-
drijf Schiedam en de Stadsreiniging
Vlaardingen. Anno 2014 telt de in
Schiedam gevestigde regionale or-
ganisatie zo'n 300 medewerkers,
die zich vrijwel met alle takken van
sport binnen de stadsreiniging en
het gemeentelijk stadsbeheer bezig
houden. Daarnaast sorteert Irado
al ruimschoots voor op de Partici-
patiewet. De Rijksoverheid dwingt
gemeenten met die wet om mensen
met een sociale - of lichamelijke be-
perking aan werk te helpen. Op dit gebied heeft Irado
de afgelopen jaren z'n sporen trouwens al dik verdiend
door het bieden van tijdelijke werkplekken en persoon-
lijke begeleiding.
Eng
Over het delen van kennis binnen de branche zegt een
zeer 'KAM-gedreven' Hertog: "Dat punt is nog onderbe-
licht, terwijl het belang daarvan eigenlijk niet genoeg
kan worden onderstreept. Door de aanwezige schat
aan kennis kunnen we er als branche gezamenlijk voor
zorgen dat het aantal ongevallen verder wordt terug-
gedrongen en dat mensen langer op een goede en ge-
zonde manier inzetbaar blijven. Denk daarbij ook aan
de maatschappelijke discussie over langer doorwer-
ken. Het uitwisselen van informatie is extra belangrijk,
omdat KAM-functionarissen binnen de bedrijven vaak
eenlingen zijn en soms ook moeten opboksen tegen
andere bedrijfsbelangen. Een ander punt is dat bedrij-
ven het vaak, om zo te zeggen, eng vinden om in het
openbaar kennis te delen. Als KAM-commissie denken
wij dat dit laatste bezwaar eenvoudig kan worden op-
gelost door het opzetten van een anonieme database
over incidenten en bijna-incidenten. Wat ons betreft
draait het daarbij om twee kernvragen: wat is er ge-
beurd? En wat is de oorzaak?"
Themadag
Om het niet bij mooie woorden te laten, heeft de KAM-
commissie onlangs besloten in de loop van het jaar (de
planning is op 9 oktober) een themadag te organiseren
voor KAM-medewerkers. Tijdens die bijeenkomst staan
in de ochtend P&O-zaken op het programma en 's mid-
dags KAM-onderwerpen als veiligheidsgedrag, agressie
en geweld, de P90-norm en de Arbocatalogus. "Op die
manier willen wij meteen proberen de mensen dichter
bij elkaar te brengen, zodat ze ook van elkaars ken-
nis en ervaringen kunnen leren. Als je iemand een keer
persoonlijk hebt gesproken, pak je bovendien sneller
de telefoon als je ergens mee zit. Misschien kunnen we
op termijn ook komen tot een soort KAM- nieuwsbrief."
P90 norm
Andere belangrijke punten van aandacht zijn volgens
Hertog de Arbocatalogus en de P90-norm. "Het mag
misschien opmerkelijk klinken, maar de Arbocatalogus
is volgens de KAM-commissie nog steeds onvoldoende
bekend in de branche, terwijl juist die catalogus be-
langrijk is voor veilig werken." In de Arbocatalogus
staan per branche de afspraken over de manier waarop
bedrijven moeten voldoen aan de Arbowet. Denk aan
zaken als beschrijvingen van diverse technieken, prak-
tische oplossingen, handleidingen en normeringen.
Deze afspraken zijn gericht op veilig en gezond werken
en het zoveel mogelijk wegnemen van risico’s op de
werkvloer. Punt van aandacht is volgens Hertog ook de
P90-norm voor de arbeidsbelasting. "Die norm dateert
van ergens eind negentiger jaren en sluit niet meer aan
bij de huidige praktijk. Zo is in de regels bijvoorbeeld
nog niet voorzien in de nieuwe inzamelsystemen, zo-
als zijbelading en het ledigen van ondergrondse contai-
ners. Er wordt wel al gewerkt aan een actualisatie van
die norm. Ik verwacht dat het nog wel één tot twee jaar
duurt voordat deze is afgerond. Als Commissie KAM
zullen wij er in ieder geval zoveel mogelijk bovenop
zitten en waar mogelijk actuele technische kennis in-
brengen vanuit de praktijk. Uit oogpunt van duurzame
Volgens André Hertog, directeur van reinigingsbedrijf Irado en sinds dit jaar voorzitter van de commissie KAM van
de NVRD, doen de individuele bedrijven veel aan kwaliteit, veiligheid en milieu. "Een grote wens is wel dat er tussen
leden meer kennisuitwisseling komt over deze zaken. We leren nog te weinig van elkaars expertise. Deel bijvoorbeeld
elkaars ongevallenregistratie."
“Ik durf best te stellen dat de sector al een mooie acht scoort”
VOORZITTER COMMISSIE KAM
“Het uitwisselen van informatie is extra
belangrijk, omdat KAM-functionarissen
binnen de bedrijven vaak eenlingen
zijn.”

GRAM | augustus 2014 23
worden besteed. Daarbij is het ook belangrijk dat de
mensen leren elkaar rechtstreeks aan te spreken op on-
veilig gedrag zonder dat dit tot onderlinge ruzies leidt.
Ik benadruk trouwens dat de meeste bedrijven in de
afvalsector al permanent veel aandacht besteden aan
veilig werken, veiligheidstrainingen, noem maar op."
Grote impact
Op de vraag waar de sector nu staat (op een schaal van
één tot en met tien) antwoordt Hertog: "Ik durf best te
stellen dat de sector al een mooie acht scoort. Maar
uiteraard is elk incident of ongeval er één te veel. Ach-
ter ieder ongeluk zitten immers altijd veel naasten, die
ook keihard worden getroffen. Uit eigen bedrijfserva-
ring weet ik al te goed hoe groot de impact van een on-
geval kan zijn op zowel de familieleden als de collega's
binnen het bedrijf. Daarom ben ik ook tevreden over
het feit dat het veiligheidsbewustzijn in de afvalsector
de afgelopen jaren fors is toegenomen. Tegelijk zeg
ik dat we niet mogen volstaan met een acht. Daarmee
kom ik terug op de grote wens van de Commissie KAM
over het delen van informatie. Dat kan onze branche
nog veiliger helpen maken."
Tekst: Laurent Chevalier
inzetbaarheid vinden wij dit namelijk een heel belang-
rijk punt van aandacht."
Veiligheidsgedrag
Bij het noemen van de Inspectie SZW wil Hertog graag
nog kanttekeningen plaatsen bij opmerkingen van die
inspectie in het decembernummer van GRAM. Daarin
werd gesteld dat het met de veiligheid in de afvalsector
nog niet zo best is gesteld. Volgens de Inspectie scoort
de sector, zelfs vergeleken met de bouw, negatief en
moet een flink tandje worden bijgezet. Zonder voorbe-
houd zegt Hertog daarover: "Ik deel die mening beslist
niet. Daarmee bestrijd ik uiteraard niet dat er in de sec-
tor nog steeds ongevallen gebeuren en dat er altijd ver-
beterpunten zijn. En let wel, ieder ongeval is er één te
veel en het kan en moet altijd beter. De afgelopen jaren
zijn echter tal van verbeteringen doorgevoerd. Zo zijn
de meeste voertuigen die in de afvalsector worden ge-
bruikt in veiligheidsopzicht gemiddeld genomen veel
beter uitgerust dan voertuigen in de transportsector."
Hertog voegt daar aan toe dat het uit oogpunt van vei-
ligheid vooral belangrijk is te blijven investeren in de
mens. "Daarom is het nodig om niet alleen onderlinge
ervaringen uit te wisselen, maar is ook blijvende aan-
dacht nodig voor het veiligheidsgedrag van de mede-
werkers zelf. Dat is eigenlijk het grootste zorgpunt. Met
de techniek van voertuigen zit het over vrijwel de hele
linie wel goed, maar de mens wil letterlijk en figuurlijk
nog wel eens uit de bocht vliegen. Zo kwam het in het
verleden bij het inzamelen van afval nog voor dat de
beladers bij een snelheid van veertig kilometer per uur
gewoon op de treeplank door de straten meereden. Dat
is gelukkig verleden tijd. Ik ben het wel volmondig met
de Inspectie eens dat bedrijven nooit mogen volstaan
met één veiligheidslesje per jaar. Aan veilig werken en
niet te vergeten aan de veiligheidscultuur binnen het
bedrijf moet het hele jaar door aandacht
“Ik ben het wel volmondig met de
Inspectie eens dat bedrijven nooit
mogen volstaan met een veiligheidslesje
per jaar.”

24 GRAM | augustus 2014
BRANCHEGENOTEN
Oosterhof doelt hiermee op het besluit van staatssecre-
taris Mansveld (Infrastructuur en Milieu) om gemeen-
ten vanaf 2015 naast hun taken bij het inzamelen aan
de bron van kunststoffen ook verantwoordelijk te ma-
ken voor het (laten) sorteren en de afzet van het gesor-
teerde materiaal. Door de gemeenten verantwoordelijk
te maken voor het hele traject, wil de staatssecretaris
hergebruik van kunststoffen aanzienlijk verbeteren.
Oosterhof heeft er alle vertrouwen in dat de AVU en
de in deze gemeenschappelijke regeling deelnemende
gemeenten deze uitdaging tot een goed resultaat zul-
len brengen. De vijf formatieplaatsen tellende organi-
satie was het afgelopen jaar goed voor de regie over de
overslag en verwerking van liefst 310.000 ton grof en
huishoudelijk afval en 94.000 ton gft-afval. Daarnaast
organiseerde de AVU voor vrijwel alle gemeenten de
inzameling van 56.000 ton oud papier en 26.000 ton
glas van verpakkingen.
StuurmanskunstOosterhof doet zijn relaas in alle nuchterheid en met
een licht Fries stemgeluid. Zijn wieg stond in 1950 in
het Overijsselse Steenwijk. Zijn jeugd bracht hij voor
het grootste deel door in Leeuwarden. In zijn jonge ja-
ren had Oosterhof nooit kunnen bedenken dat hij in
afvalland terecht zou komen. Hij droomde toen van
een baan als stuurman op de grote vaart om ‘lekker te
zwerven over de wereldzeeën’. Het bleef bij omzwer-
vingen in gemeentelijke kringen over het vlakke Frie-
se land, gevolgd door een baan bij de regio Gooi- en
Vechtstreek (de voorloper van de Gewestelijke Afval-
stoffendienst). In 1980 maakte hij de overstap naar de
"Meer dan ooit moeten gemeenten de krachten bundelen"
Volgens Jurrie Oosterhof, directeur van het Openbaar Lichaam Afvalverwijdering Utrecht (AVU), is
deze in 1984 opgerichte regieorganisatie voor en van alle gemeenten in de provincie Utrecht een
schoolvoorbeeld van efficiency in het nog steeds versnipperde afvallandschap. "Dankzij deze struc-
tuur kunnen de gemeenten nu ook de uitdaging aan om vanaf volgend jaar invulling te geven aan het
gescheiden inzamelen, sorteren en vermarkten van kunststoffen."
provincie Utrecht. Als bureauhoofd legde hij er het fun-
dament van wat in 1984 de regie- en kennisorganisatie
AVU werd. Na enkele jaren te hebben gewerkt als ad-
junct directeur-secretaris van de MER-commissie, werd
Oosterhof bij de verzelfstandiging van AVU in 1996
benoemd tot eerste directeur. Zijn ‘stuurmanskunst’
kan hij sinds die tijd kwijt in het laveren tussen de be-
langen van de zesentwintig gemeenten in Utrecht. Dat
dit hem goed afgaat, blijkt uit de waarderende woor-
den van burgemeester J.J.L.M. Janssen van de gemeen-
te Zeist en voorzitter van de AVU. "Dit is een kleine,
lenige organisatie van zesentwintig gemeenten, die op
een doeltreffende en duurzame wijze goed werk doet."
Ook uit ambtelijke hoek klinkt waardering voor het
werk, waaronder ook de begeleiding van Europese
aanbestedingen voor bijvoorbeeld het verwerken van
afval. Zo zegt M. Dillingh, beleidsadviseur afval bij de
gemeente Soest: "AVU is van grote waarde, omdat zij
voor alle Utrechtse gemeenten de verwerkingscontrac-
ten afsluit. Hierdoor kunnen de gemeenten veel geld
besparen én worden vooral ook ontzorgd."
Scherpe prijzenZelf zegt Oosterhof over het ontzorgen: "Als gemeen-
schappelijke regeling en honderd procent overheidsor-
ganisatie zijn wij geworteld in de publieke sector. AVU is
een ‘not for profit’ organisatie is heeft geen eigen zake-
lijke belangen. Hierdoor kunnen de gemeenten bij ons
rekenen op een absoluut objectieve partner en betrok-
ken deskundige adviseur. Dat is pure winst, omdat het
meer dan ooit noodzakelijk is dat gemeenten de krach-
ten als aanbieders van afval bundelen. Daar ligt onze
toegevoegde waarde. De afvalmarkt is immers door toe-
nemende marktwerking en steeds strenger wordende
regelgeving in een stroomversnelling gekomen.
Terugtredende overheden, schaalvergrotingen, natio-
nale- en internationale overnames hebben er toe ge-
“Als gemeenschappelijke regeling en
honderd procent overheidsorganisatie
zijn wij geworteld in de publieke sector.”
JURRIE OOSTERHOF AVU

GRAM | augustus 2014 25
leid dat gemeenten met steeds grotere aanbieders van
afvaldiensten te maken krijgen. Door het omvangrijke
afvalvolume dat wij aanbieden, zijn wij een sterke spe-
ler in het veld. Daardoor kunnen wij scherpe prijzen
en goede, duurzame verwerkings- en bewerkingsvoor-
waarden bedingen voor de deelnemende gemeenten."
Regie en adviesOosterhof benadrukt tegelijk dat AVU constant bo-
venop de ontwikkelingen in de afvalmarkt moet blijven
zitten om daar vanuit haar regiefunctie tijdig op te kun-
nen reageren. "De afvalmarkt gaat, net als de financiële
beurzen, soms alle kanten op." Hij benadrukt dat het
voor een organisatie als AVU belangrijk is om lean en
mean te blijven. "Daarin verschillen wij van andere ge-
meentelijke samenwerkingsvormen, die vaak ook zelf
allerlei operationele activiteiten naar zich toe trekken.
Hierdoor wordt zo'n organisatie steeds groter. Wij ma-
ken juist zoveel mogelijk gebruik van de kennis bin-
nen de deelnemende gemeenten. Onze focus ligt op
regie en advies. Daarmee creëer je ook draagvlak bij
de gemeenten. Dat is belangrijk omdat zij zich moeten
blijven herkennen in hún AVU."
UniekOp de vraag waarom het AVU-model elders in het land
geen navolging heeft gekregen, antwoordt Oosterhof:
"De AVU is inderdaad uniek, zowel in structuur als in
samenstelling. Alle gemeenten in de provincie Utrecht
nemen er immers in deel. Misschien ligt dit wel aan het
feit dat alle afvalverwerkers van oudsher buiten de pro-
vincie Utrecht zijn gevestigd. Al sinds de tweede helft
van de jaren zeventig wordt ons afval in Rotterdam
verwerkt bij de toenmalige AVR. Dat neemt allemaal
niet weg dat ik het AVU-model aan iedere provincie of
regio kan aanbevelen. Als het nodig is, gaan wij even-
"Kabinet stelt prachtige doelen,
maar er ligt een wereld tussen
droom en werkelijkheid."
tuele samenwerking met andere regionale organisaties
overigens niet uit de weg. Ik denk bijvoorbeeld aan de
samenwerking bij het verwerken en vermarkten van
kunststofafval. Samen met ROVA, GAD, Area, Circulus
en Berkel Milieu werken wij nu aan een gezamenlijke
Europese aanbesteding voor het sorteren en vermark-
ten van kunststofafval. Dat is uniek voor Nederland."
UtopieOosterhof plaatst een kritische kanttekening bij de
ambities van het kabinet om te komen tot 65 procent
afvalscheiding van huishoudelijk afval in 2015, oplo-
pend tot 75 procent in 2020. "Na veel inspanningen
van de gemeenten zitten wij in de provincie Utrecht
nu op circa 56 procent. Dit is inclusief het mechanisch
nascheiden van grof restafval en verbouwingsafval.
De scheidingsresultaten zijn hier de afgelopen jaren
geleidelijk toegenomen. Echter, niet in die mate dat in
2015 al 65 procent afval zal worden gescheiden. Het
zijn prachtige doelen van het kabinet, maar er ligt een
wereld tussen droom en werkelijkheid. Zo is het ook
een utopie dat er een tijd komt dat er geen huishou-
delijk afval meer hoeft te worden verbrand. Ik zou het
overigens zeer toejuichen als het Rijk, de VNG en de
NVRD nog eens goed kijken naar mogelijkheden om
materiaalketens echt gesloten te krijgen. Naar mijn
mening is het de hoogste tijd dat er bij meer artike-
len, zoals matrassen en luiers, ook concreet invulling
wordt gegeven aan het principe dat de consument via
de producentenverantwoordelijkheid meebetaalt aan
latere verwerking. Alleen zo kan het falen van de markt
daadwerkelijk worden gecorrigeerd."
Tekst: Laurent Chevalier
De afvalbranche is sterk in beweging. Meer dan ooit geldt stilstand als achteruitgang. Onder de titel Branchegenoten besteedt GRAM aandacht aan de manier waarop NVRD-leden omgaan met ontwikkelingen in de branche.
AVU-directeur Jurrie Oosterhof: "De afvalmarkt
gaat net als de financiële beurzen soms alle
kanten op."

26 GRAM | augustus 2014
Te groot, te druk, te leeg, te saai. Er zijn veel aspecten die een om-
geving anoniem kunnen maken”, zegt Paulette Dicker. Zij is adviseur
inrichting openbare ruimte bij Royal HaskoningDHV en deed onderzoek
naar de invloed van inrichting op zwerfafvalgedrag onder andere in
opdracht van GemeenteSchoon. “Door de openbare ruimte anders in
te richten, kun je die anonimiteit verminderen.” In een te grote of lege
ruimte kan intimiteit ontbreken. Is de ruimte te vol, dan gaan mensen
op in de massa. “Denk aan een festival of drukke winkelstraat, waar
mensen sneller iets op de grond gooien. Over een snelweg of door
een fietstunnel ga je snel heen. En mensen vinden het ook onprettig
als het lawaaierig is. Ook dan gaan ze zich afsluiten.” Deze aspecten
kunnen de oorzaak zijn dat een omgeving als een anonieme plek wordt
ervaren.
Invloed op zwerfafvalgedrag
“Gemeenten zijn al veel met de inrichting van de openbare ruimte be-
zig”, zegt Marloes Holzhauer van Gemeente Schoon. “Je afvragen wat
dit doet met zwerfafvalgedrag is nieuwer. Dit kan interessant zijn.
Bijvoorbeeld als je merkt dat andere maatregelen onvoldoende effect
hebben, of als de inrichting aangepakt gaat worden. De kansen zitten
vaak al in kleine ingrepen.” Dit jaar organiseert Gemeente Schoon voor
de leden van het kenniscentrum drie bijeenkomsten over de invloed
van de inrichting op zwerfafvalgedrag. Annelies Wolswinkel-Rebel is
projectleider Participatie en Schoon in Den Haag en bezocht de eerste
bijeenkomst. “Uiteraard proberen we anonimiteit te voorkomen”, zegt
zij. “Meestal doen we dat in het kader van veiligheid en overlast. De
koppeling met zwerfafval maken we minder. Terwijl
het heel zinnig is om het zwerfafvalprobleem ook van
deze kant te bekijken.”
Stadsacupunctuur en Ikea-effect
Anonimiteit zorgt ervoor dat mensen het gevoel heb-
ben dat de ruimte niet van hen is. En dat maakt dat
ze zich er niet verantwoordelijk voor voelen. Dicker.
“Je ziet dat bijvoorbeeld wanneer de gevel van een
woonhuis direct aan de stoep grenst: een koude over-
gang. Met die stoep hebben de bewoners niets. Dat
is publieke ruimte.” De anonimiteit is te verminderen
door bijvoorbeeld hoekjes of muren mooier te maken
met een schildering of grappige aankleding, ook wel
stadsacupunctuur genoemd. Wat ook wordt toegepast,
is de verpersoonlijking van de omgeving. Met pilaren
aan het begin van een wijk, of een ‘half hek’ naar een rij
garageboxen wordt de suggestie gewekt dat je op het
terrein van iemand komt. Een andere oplossing is een
zogeheten hybride zone, die de overgang tussen privé
en publiek vervaagt. Bijvoorbeeld in de vorm van voor-
of geveltuintjes. “Daar werk je in, je maakt contact met
je buren en je voelt je er verantwoordelijk voor. Op die
manier wordt de straat meer van jou. We noemen dat
ook wel het Ikea-effect: doordat je de meubels zelf in
elkaar zet, misschien met wat zweten en vloeken, ben
je trotser op het resultaat. Kortom, alles waar je tijd en
energie instopt, waardeer je meer.”
Van huis naar thuis
Een fenomeen dat hiermee samenhangt is placema-
king. “Men spreekt hierbij over een beweging van
space naar place”, vervolgt Dicker. “Ofwel: van huis
naar thuis. Want als je een kaal huis koopt of huurt,
voelt het ook niet meteen als van jou. Daarvoor moet
je er eerst iets van jezelf inbrengen. Dat kan ook met
publieke ruimte. Je moet er als gemeente voor zorgen
dat bewoners daar hun eigen touch aan kunnen geven.
Voorwaarden zijn dat het past in de omgeving en gaat
om iets waar behoefte aan is.” Voorbeelden hiervan
zijn al in veel gemeenten terug te vinden. “Ook in Den
Haag geven we bewoners invloed op de inrichting van
de openbare ruimte”, vertelt Wolswinkel-Rebel. “Bij-
voorbeeld met geveltuintjes of mozaïekbankjes. Maar
dit is nog altijd gebonden aan regels van de gemeente.
In een anonieme omgeving ontbreekt de druk van sociale regels. Dus laten mensen afval makkelijker slingeren.
Niemand die het ziet, toch? “Al met kleine ingrepen kun je de openbare ruimte meer van de gebruikers zelf maken”,
zegt Marloes Holzhauer van Gemeente Schoon, Kenniscentrum Zwerfafval. “En dat kan bijdragen aan schone straten
en buurten.”
Minder zwerfafval door minder anonieme openbare ruimte
Door het hekje hoort de stoep nu bij het huis.

GRAM | augustus 2014 27
ook faciliteren. We hebben de overdekte passages bijvoorbeeld lichter
en groener gemaakt; mensen voelen zich er nu prettiger en de vervui-
ling neemt af. Met bijvoorbeeld fonteintjes en bankjes hebben we een
huiskamersfeer gevormd. Rondom dit soort plekken ontstaat minder
zwerfafval. Op deze manier creëren we toch een wij-gevoel. Dat doen
we met ons boerenverstand en met trial en error. Daarnaast nemen we
de anonimiteit weg met camera’s. Die beelden bekijken we ook echt,
zodat onze reinigers in het geval van vervuiling heel gericht op pad
kunnen.”
Misschien zouden we die soms meer moeten loslaten,
zodat bewoners meer hun eigen draai kunnen geven
aan hun leefomgeving.”
Techneutenoplossingen
Architecten of gemeenten willen vaak dat de openbare
ruimte er strak of uniform uitziet. Vaak is dat vanuit
praktische overwegingen: men zet meerdere onder-
grondse containers naast elkaar, zodat de vuilniswa-
gen deze makkelijk en snel kan legen. “Dat zijn tech-
neutenoplossingen”, zegt Dicker. “Als je iets ontwerpt
als een milieustraat, gaan mensen het ook zo gebrui-
ken. Willen we een minder anonieme ruimte, dan moe-
ten we de menselijke maat terugbrengen.” Wolswinkel-
Rebel beaamt dit: “We zitten als het om afval gaat erg
op het beheer en de techniek. Daardoor zijn er allerlei
regels en voorschriften. De meeste mensen vinden dat
de openbare ruimte van de gemeente is. Dat is zo ge-
groeid; we hebben de organisatie zo ingericht dat wij
veel taken op ons nemen. Een hele uitdaging om dat
weer terug te brengen naar de bewoners. Daarom is
het belangrijk dat zij zich er persoonlijk bij betrokken
voelen.”
Huiskamersfeer
André Rusch is regisseur Schoon in Almere en verant-
woordelijk voor het schoonhouden van het centrum.
Hij vertelt hoe ze hier de menselijke maat proberen
terug te brengen. “Wij zijn de winkelcentra de laatste
jaren steeds bewuster gaan inrichten. Inrichting heeft
immers invloed op de sfeer en het gedrag. In een chi-
que warenhuis gedragen mensen zich toch ook anders
dan in een low-budget-winkel? Als we willen dat men
zich prettig voelt en netjes gedraagt, moeten we dat
De afvalbak is mooi gemaakt en er is een ontmoetingsplek gecreëerd.
(Bron: Gemeente Eindhoven, Foto: MBH Global)
De tekening geeft een prettigere sfeer in deze fietstunnel.

28 GRAM | augustus 2014
Totaalplaatje
Om toe te werken naar een openbare ruimte die van iedereen is, is het
belangrijk met andere ogen te kijken. “Ik probeer sowieso elke week in
de wijk aanwezig te zijn”, vertelt Wolswinkel-Rebel. “Ik ga nu ook zeker
kijken of we de openbare ruimte minder anoniem kunnen maken. Daar-
bij heb ik meteen al een concrete binnenplaats op het oog, waarvan de
bewoners zich met bijvoorbeeld tuintjes meer eigenaar zouden kunnen
voelen.” Rebel benadrukt hierbij dat we niet moeten vervallen in ab-
stracte termen. “Een woord als eigenaarschap zegt de meeste mensen
natuurlijk niets.”
Zowel Rusch als Wolswinkel-Rebel zien het kijken naar de inrichting als
een van de maatregelen in een breder palet. “Wij willen schoonhouden
als geheel een positievere lading geven”, zegt Rusch. “Met een wij-ge-
voel, maar ook door ludieke acties vergelijkbaar met bijvoorbeeld Holle
Bolle Gijs uit de Efteling.” Wolswinkel-Rebel vult aan: “Als er ergens een
zwerfafvalprobleem is, moeten we het totaalplaatje bekijken. Daar-
bij past ook het kijken naar aspecten die anonimiteit veroorzaken. Dit
moet een onlosmakelijk onderdeel van de zwerfafvalaanpak worden.”
Gebr. De Vor Achterveld BVTel. 0342 45 95 41 • [email protected] • www.devor.nl
Zoek en vind: Holder Nederland
GEEN COMPROMIS
ALTIJD INZETBAARHOLDER is het gehele jaar inzetbaar:o.a. voor onkruid borstelen, maaien, snoeiwerkzaamheden, blad ruimen,
vegen, versnipperen en de winterdienst. Per saldo goedkoper:
één aandrijfmachine voor alle voorkomende werkzaamheden!
De Tweeling 4, 5215 MC ’s-Hertogenboschwww.welvaarts.com
DÉ SPECIALIST IN GEIJKTE MOBIELE WEEGSYSTEMENWaarom? Naast onze jaren aan ervaring bent u bij ons verzekerd van service van a tot z. Wij bieden u een breed en innovatief scala aan geijkte mobiele weegsystemen. Wij denken graag voor u of met u mee. Neem vrijblijvend contact met ons op via [email protected] of bel naar +31 (0)73 6 927 927.
Van space naar place
De begrippen space en place komen uit de socio-
logie en psychologie. De gedachte is dat een space
een abstracte fysieke ruimte is. Door de dingen die
mensen hierin doen, kan deze ruimte betekenis en
waarde krijgen: een place worden waarmee mensen
zich verbonden voelen. Placemaking is de methode
om gebruikers van een ruimte actief te betrekken bij
het ontwikkelen van hun leefomgeving. Met als doel
een openbare ruimte die bijdraagt aan hun gezond-
heid, welzijn en geluk.
Op 18 september en 11 december zijn er twee inspi-
ratiebijeenkomsten waar het op een andere manier
kijken naar de inrichting van de openbare ruimte
centraal staat. De bijeenkomsten zijn vrij toeganke-
lijk voor gemeenten die deelnemen aan Gemeente
Schoon. Kijk op www.gemeenteschoon.nl voor meer
informatie en om aan te melden. Gemeente Schoon
wordt uitgevoerd door Rijkswaterstaat Leefomge-
ving in samenwerking met de NVRD.
Tekst: Marloes Holzhauer, adviseur Gemeente Schoon

GRAM | augustus 2014 29
tainers geleegd. De perscontainer wordt
maar een keer per week geleegd.
Inl. www.sidcon.nl
Avalex gebruikt de pers in Delft om een
combinatie van huishoudelijk- en be-
drijfsafval in te zamelen. In het verleden
werden vijf keer per week diverse rolcon-
NIEUWTJES VAN DE ZAKELIJKE MARKT NIEUWSFlex-perscontainer van SidconSidcon presenteerde tijdens het NVRD
Jaarcongres in Tiel een verrijdbare pers-
container. Deze perscontainer is vooral
toepasbaar in drukke binnensteden, bij
appartementengebouwen en in parkeer-
garages. De nieuwe perscontainer past,
net zoals de ondergrondse perscontai-
ners van Sidcon, in de bestaande infra-
structuur van inzameling. De container
kan dus met de bestaande inzamelvoer-
tuigen geleegd worden. Groot voordeel
is dat de perscontainer niet gewisseld
hoeft te worden, maar op de locatie ge-
lost kan worden. Dat voorkomt onnodig
gesleep.
De perscontainer comprimeert restafval,
kunststof en papier/karton. Hierdoor
hoeft de container minder vaak geleegd
te worden. Dat bespaart kosten en geeft
minder overlast in de openbare ruimte.
Extra scheiding op milieustraten succesvol Inwoners van de Savergemeenten kun-
nen gratis hun groenafval op de milieu-
straat van hun gemeente aanleveren.
Hier wordt het groenafval verder ge-
scheiden in snoeihout en groen (bijvoor-
beeld gras en blad).
Saver is begin dit jaar op het terrein ge-
start met de eigen bewerking van het
snoeihout. Deze bewerking houdt in
dat het snoeihout met een houtshredder
wordt verkleind tot stukjes hout van on-
geveer 2-5 cm. Deze kleine stukjes hout
(biomassa) worden gebruikt voor het op-
wekken van warmte en elektriciteit, als
bodemverbeteraar in tuinen en plantsoe-
nen en verwerkt in spaanplaat.
Vanzelfsprekend is goede scheiding van
afval van belang. Zo ook bij groenafval.
Saver is zeer te spreken over de aange-
leverde kwaliteit van het snoeihout door
inwoners. Hierdoor heeft Saver op dit
moment al meer dan 100 ton aan snoei-
hout kunnen verwerken.
Het snoeihout wordt met een
houtshredder verwerkt tot kleine hout-
snippers.

30 GRAM | augustus 2014
Agenda23-25 september
Vakbeurs Recycling
Evenementenhal Gorichem
1 oktober
Nationaal Gladheidbestrijdingscongres, ReeHorst Ede
8-9 oktober
Dag van de Openbare Ruimte Nederland
Expo Houten, www.openbareruimte.nl
30 oktober
Afvalconferentie, Antwerpen
www.afvalconferentie.nl
27 november
Dag van Verkeer & Mobiliteit Nederland
Expo Houten, www.verkeerenmobiliteit.nl
ColofonUitgeverNVRD, WTC ArnhemNieuwe Stationsstraat 106811 KS ARNHEMTelefoon 088 - 3770000E-mail [email protected] www.nvrd.nl
RedactiecommissieRob Schram, RMN (hoofdredacteur)Marc Maassen, GADBas Peeters, NVRDRiny de Jonge, stadsdeel Amsterdam-OostMarc Veenhuizen, gemeente ApeldoornWilly Brinkbäumer, Twente MilieuMartin van Nieuwenhoven, RijkswaterstaatDiederik Notenboom, Meerlanden
EindredactieKarin Hegeman en Karin Giesen Postbus 1218, 6801 BE Arnhemtel. 088 - 3770000e-mail: [email protected]
Advertentie-exploitatieBureau Van VlietPostbus 20, 2040 AA Zandvoorttel. 023 - 5714745e-mail: [email protected]
Opmaak en drukWeevers Grafimedia, www.weevers.nl
Gemeentereiniging en Afvalmanagementis het officiële vakblad van de
AbonnementenadministratieNVRD, Postbus 1218, 6801 BE ArnhemJaarabonnement ad € 98,– excl. BTW. België € 122,50 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: € 11,50.
Beëindiging abonnementAbonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd.
ISSN 1569-0458
© NVRD
GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.
Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard.
Evenementen
HALHARDENBERG
GORINCHEM VENRAY
Ons evenement. UW MOMENT.
De enige vakbeurs voor de totale recyclingbranche
5eEDITI
E
Gorinchem23, 24 en 25
september 2014Openingstijden: 13.00-21.00 uur
Inclusief Full Service Formule:
Kwalitatieve vakbeurs
Entree voor 2 personen
Verzorgde catering
Gratis parkeren
Evenementenhal GorinchemFranklinweg 2, 4207 HZ GorinchemT 0183 - 68 06 80I www.evenementenhal.nlE [email protected]
@Recycling_EH
Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en trends binnen uw vakgebied!
Vraag twee gratis entreebewijzen aan via onderstaande gegevens
WWW.EVENEMENTENHAL.NL/RECYCLING-GOREGISTRATIECODE: 7140000849

Closing the loop
Het biogas uit de nieuwe gft-vergister wordt opgewerkt
tot groen gas en geleverd aan het aardgasnet. Het
tweede eindproduct, vloeibaar CO2, vindt zijn weg
naar de glastuinbouw of wordt gebruikt in innovatieve
toepassingen als transportkoeling. Het overgebleven
digestaat wordt verwerkt tot hoogwaardige compost,
die wordt afgezet als natuurlijke bodemverbeteraar
in de land- en tuinbouwsector. Tenslotte is er nog een
laatste product, de wat grovere houtfractie, dat wordt
opgewerkt tot biomassa voor biomassaenergiecentrales.
Vermeulen: “In dit proces gaat dus niets verloren,
maar worden nieuwe grondstoffen gecreëerd. Dat is
voor Indaver ‘closing the loop’, het sluiten van een
materiaalkringloop. Als beheerder van meer dan 5
miljoen ton afvalstoffen zoekt Indaver constant de
grenzen op die de huidige techniek geeft om van afval
grondstoffen te maken. Dat doen we onder andere door
onze installaties continu te verbeteren. Maar ook door
te kijken naar uitbreiding van ons huidige netwerk van
afvalverwerkingsinstallaties. En door regionale bio-
energiecentrales te voorzien van biomassa waarmee
huizen en bedrijven worden verwarmd en elektriciteit
wordt opgewekt.”
Vooruitgang
Naast de twee vergisters heeft Indaver zeven
composteerinstallaties in Nederland. Verder steunt het
bedrijf experimenteel onderzoek naar hoogwaardigere
toepassing van organisch materiaal. Vermeulen: “Dat
zijn geen oplossingen voor morgen, maar we zijn van
mening dat vooruitgang boeken alleen kan door een
combinatie van praktijkervaring en onderzoek.”
Tekst: Hetty Dekkers
Jacob Vermeulen
Indaver is een internationaal bedrijf, dat gespecialiseerd
is in afvalverwerking van gemeenten en industrie. De
organisatie is buiten Nederland ook actief in landen
als België, Duitsland en Ierland. “Met de komst van
de nieuwe vergister kunnen we als eerste in Zuid-
Holland gft-, groenafval en afval uit de foodindustrie
zowel vergisten én composteren. Zo gaan er geen
grondstoffen verloren. En zorgen we dat deze
afvalstromen zo efficiënt mogelijk gebruikt worden
voor toepassingen waarvoor we nu afhankelijk zijn
van fossiele brandstoffen. Want het is geen geheim
meer dat we op zoek moeten naar alternatieven”, aldus
Jacob Vermeulen. Hij is Directeur Sales, Development &
Marketing van Indaver Nederland.
Twee vergisters
Acht jaar geleden bouwde Indaver samen met Laarakker
Groenteverwerking een vergister in het Limburgse Well.
Hier worden organische reststromen uit de voedings-
middelenindustrie verwerkt tot biogas, koolstofdioxide
(CO2) en zelfs proceswater. Dit wordt nu herhaald in Alp-
hen aan den Rijn. In deze installatie wordt gft-afval door
miljarden bacteriën omgezet in biogas, koolstofdioxide,
hoogwaardige compost en biomassa. De beoogde gft-
verwerkingscapaciteit is 75.000 ton per jaar.
Gft-vergister Indaver in gebruik Omdat afval in een biobased economy een grote rol speelt, is Indaver voortdurend op zoek naar inno-
vatie. Onlangs opende de internationale afvalverwerker een hypermoderne gft-vergister in Alphen aan
den Rijn. Het is de tweede vergistingsinstallatie van Indaver in Nederland.
Close-Up
31
