Post on 18-Jul-2020
UNIVERSITEIT GENT
FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
Wetenschappelijke verhandeling
KIRSTEN BEHETS
MASTERPROEF POLITIEKE WETENSCHAPPEN
afstudeerrichting INTERNATIONALE POLITIEK
PROMOTOR: DR. SAMI ZEMNI
COMMISSARIS: PROF. ROLAND MEIJER
COMMISSARIS: MARIEKE KRIJNEN
ACADEMIEJAAR 2013 – 2014
DE ONTWIKKELING VAN ANTI-CONFESSIONELE
BEWEGINGEN IN LIBANON
aantal woorden: 16.153
2
DANKWOORD
Bij het schrijven van een masterproef moet de student aantonen dat hij of zij in staat is om de
vergaarde kennis van de afgelopen jaren toe te kunnen passen op een concreet onderwerp. Dat het
schrijven van de masterproef een zenuwslopende en vooral tijdrovende opdracht is, bleek al snel.
Het is een intensief proces waar veel tijd in kruipt, maar waar je ook veel voldoening voor in de plaats
krijgt. Deze masterproef had niet tot stand kunnen komen zonder de hulp van mijn promotor,
professor Sami Zemni, die niet enkel stuurde waar nodig, maar ook voor kleine en futiele vragen
zoals woordkeuzes tijd maakte om te helpen. Daarnaast wil ik professor Roel Meijer bedanken om
mij tijdens de colleges van de area study: Politieke problemen van de Maghreb, te wijzen op het
belang van citizenship in het Midden-Oosten, een aspect waar ik voorheen zelden over nadacht,
maar nadien des te meer. Verder wil ik Layal bedanken, een Libanese vriendin dankzij wie ik Libanon
in al zijn mooie en minder mooie facetten heb leren kennen en dankzij wie ik uiteindelijk dit
onderwerp gekozen heb. Daarnaast heeft ze mij meerdere malen uit de nood geholpen met
Arabische vertalingen en Libanese persartikelen. Ook Issam Kayssi van AUB Secular Club was een
grote hulp en zorgde voor een verhelderende blik. Als laatste wil ik mijn ouders, vrienden en Lars
bedanken, niet enkel voor hun geduld en begrip wanneer ik frustraties rond mijn thesis op hen
uitwerkte, maar ook voor het nalezen van mijn masterproef en de kritische commentaren daarbij.
3
ABSTRACT
Waar burgers in Europa het heel vanzelfsprekend vinden om in een seculier land te wonen, waar
staat en religie elkaar niet beïnvloeden, is dat in vele andere landen wereldwijd niet het geval.
Libanon is één van die landen waar burgers al decennialang de straat op komen met de eis om de
Libanese staat te hervormen van een sektaire staat naar een seculiere staat. Het huidige
confessionele systeem werkt discriminatie en corruptie in de hand. Hoewel er na de Libanese
burgeroorlog veel anti-confessionele bewegingen ontstonden en het idee van een niet-sektarische
samenleving steeds populairder lijkt te worden, hebben de groeperingen moeite om de krachten te
bundelen en hun standpunt te verspreiden. De anti-confessionele bewegingen kunnen worden
opgedeeld in vier verschillende groepen, elk met hun eigen werkwijzen en doelstellingen. Volgens
critici zijn de anti-confessionele bewegingen te versplinterd en hebben ze daardoor weinig
slagkracht, maar de bewegingen zelf beweren dat de politieke elite zich vastklampt aan het sektaire
systeem om de macht te behouden, waardoor er geen ruimte is voor verandering. Deze politici
profileren zich naar buiten toe vaak als voorstanders van een non-confessionele samenleving, maar
wanneer er daadwerkelijk beslissingen genomen moeten worden, klampen zij zich vast aan de
bestaande structuren. Waar de Arabische opstanden de anti-confessionele bewegingen aanvankelijk
de hoop gaven dat verandering mogelijk is, zorgde de Syrische burgeroorlog er voor dat de
bewegingen momenteel in crisis verkeren. Welke seculiere bewegingen bestaan er in Libanon en in
welke mate kunnen zij nog groeien, of moeten ze heroriënteren en zich toch politiek engageren om
hun wens van een seculiere staat te realiseren?
4
INHOUDSOPGAVE
DANKWOORD ...................................................................................................................................... 2
ABSTRACT ............................................................................................................................................ 3
INHOUDSOPGAVE ............................................................................................................................... 4
LIJST VAN ILLUSTRATIES ................................................................................................................. 5
DEEL I: INLEIDING ........................................................................................................................... 6
1. Totstandkoming van het confessioneel systeem .......................................................................... 7
1.1 Van Ottomaanse Rijk tot Nationaal Pact ............................................................................. 7
1.2 Het akkoord van Ta’if ......................................................................................................... 9
1.3 De impact van het confessioneel systeem op de Libanese burgers ................................... 11
2. Probleemstelling ........................................................................................................................ 14
3. Literatuuroverzicht .................................................................................................................... 15
DEEL II: CORPUS ............................................................................................................................. 16
1. Anti-confessionele bewegingen ................................................................................................. 16
1.1 Het ontstaan van anti-confessionele bewegingen .............................................................. 17
1.2 De anti-confessionele bewegingen in beeld ...................................................................... 20
1.2.1 Belangrijkste anti-confessionele manifestaties .......................................................... 21
1.2.2 Overzicht van anti-confessionele bewegingen .......................................................... 22
1.3 Politieke dualiteit ............................................................................................................... 29
1.4 Toekomst van de anti-confessionele bewegingen ............................................................. 31
2. Invloed van de Arabische opstanden en het Syrische conflict .................................................. 34
2.1 Arabische opstanden .......................................................................................................... 34
2.2 Syrische conflict ................................................................................................................ 36
DEEL III: CONCLUSIE .................................................................................................................... 39
BIBLIOGRAFIE ................................................................................................................................... 42
5
LIJST VAN ILLUSTRATIES
Figuur 1: (p.7) Overzicht van Libanese religieuze gemeenschappen. Opgemaakt door Central
Intelligence Agency in 1988.
Figuur 2: (p. 17) Enquête: Is confessionalisme noodzakelijk voor stabiliteit in het land?
6
DEEL I: INLEIDING
De Libanese hoofdstad Beiroet stond ooit bekend als “Parijs van het Midden-Oosten”, een (min of
meer) democratisch baken in een zee van autoritaire regimes. Dat was echter voor de Libanese
burgeroorlog uitbrak in 1975, een oorlog die pas in 1989 eindigde met het vredesakkoord van Ta’if.
Hoewel de burgeroorlog intussen bijna vijftien jaar achter ons ligt, is er amper sprake van stabiliteit
in het land. De moord op premier Rafik Hariri in 2005, een nieuwe oorlog met Israël in 2006 en de
invloed van de burgeroorlog in buurland Syrië op dit eigenste moment zijn maar enkele van de
voorbeelden waaruit blijkt dat het land nog niet de stabiele democratie is waar vele Libanezen zo op
hopen.
De ingewikkelde context van Libanon hangt voor een groot deel samen met de grote diversiteit van
de Libanese bevolking. Deze bemoeilijkt de interne samenhang en is al meerdere decennia een
oorzaak van controverse rondom de politieke representativiteit in het land. Volgens huidige cijfers in
het CIA World Factbook telt Libanon achttien erkende religieuze gemeenschappen. Het merendeel
van de bevolking, 54 procent is moslim, 40.5 procent is christen en 5.6 procent druzen. Zowel de
moslims als de christenen vormen echter geen homogene groep, onder christenen vallen de
Figuur 3: overzicht van Libanese religieuze gemeenschappen. Opgemaakt door Central Intelligence Agency in 1988.
( Central Intelligence Agency, 1988)
7
christelijke maronieten (21%), Grieks orthodoxen (8%), Grieks katholieken(5%) en andere christenen
(6.5%). (Central Intelligence Agency, 2014) Ook bij de moslims zijn twee grote stromingen te
onderscheiden, hier zijn de exacte percentages onduidelijker. Hoewel het CIA World Factbook in
1988 nog 41 procent sjiieten en 27 procent soennieten telt in Libanon (Figuur 1), spreken ze in 2014
van heel andere cijfers, namelijk dat zowel de sjiieten als de soennieten 27 procent van de bevolking
uitmaken. Een verklaring voor deze grote demografische verandering is in documenten van de CIA
echter nergens terug te vinden, de percentages blijken overigens moeilijk te verifiëren. Van een
officiële telling door de Libanese overheid na de volkstelling van 1932 is niets terug te vinden en
percentages lopen dan ook sterk uiteen afhankelijk van de bron die geraadpleegd wordt. Zo zou het
aantal sjiieten zou volgens verscheidene auteurs eerder rond de veertig procent liggen (Hazran,
2009) en Vali Nasr spreekt zelfs van 45 procent sjiieten in plaats van de 27 procent waar het World
Factbook van spreekt. (Nasr, 2006)
In vele landen is het percentage dat gemeenschappen innemen in de bevolking weinig van belang
doordat het politieke systeem slechts zelden gebaseerd is rond confessionele lijnen. In Libanon ligt
dat echter anders aangezien verschillende politieke functies slechts ingevuld kunnen worden door
een specifieke gemeenschap. Zo is de president steeds een maronitische christen, de premier een
soenniet en de parlementsvoorzitter een sjiiet. Een incorrecte volkstelling zorgt dan ook rechtstreeks
voor een incoherente representativiteit van de gemeenschappen.
Deze masterproef gaat op zoek naar bewegingen, groeperingen en individuen die het confessionele
systeem van Libanon in vraag stellen en een seculier politiek systeem eisen. Voor we ingaan op deze
verschillende bewegingen en groepen, is het niet onbelangrijk om de herkomst van het
confessionalisme in Libanon te overlopen en enkele gebeurtenissen uit het verleden te schetsen die
een impact hebben gehad op de evolutie van het politieke landschap in Libanon.
1. Totstandkoming van het confessioneel systeem
1.1 Van Ottomaanse Rijk tot Nationaal Pact
De grote Libanese religieuze diversiteit zorgt ervoor dat het moeilijk is om een gevoel van nationale
eenheid te creëren onder de Libanese bevolking. Dit wordt vaak nog eens bemoeilijkt door politici
die inspelen op sektarische gevoelens en angsten en op die manier de verschillende
gemeenschappen nog meer uit elkaar drijven in plaats van hen te verenigen. Om toch iedere
gemeenschap een stem te geven in het politieke landschap, hanteert men in Libanon een
8
confessioneel systeem. Dit houdt in dat politieke en institutionele macht proportioneel verdeeld
dienen te worden onder de verschillende religieuze gemeenschappen van het land. (Canadians for
Justice and Peace in the Middle East, 2007)
De oorsprong van de confessionele structuur in Libanon gaat terug tot het Ottomaanse Rijk waar
men voor het eerst de aanwezigheid van verschillende gemeenschappen in eenzelfde territorium
erkent. (Nelson, 2013) In 1861 wilden de Europese machten en de Ottomanen de inwoners van
Mount Lebanon verenigen nadat er sinds 1843 geregeld boerenopstanden waren tegen de (veelal
christelijke) elites. Dit gebeurde door sektaire vertegenwoordiging in de gemeenteraden. Hoewel
deze hervorming als bedoeling had het volk te herenigen, zorgde de maatregel voor een verdere
ontwikkeling van de maronitische bourgeoisie. (Ofeish, 1999) Of de oorsprong van het confessionele
systeem daadwerkelijk bij de Ottomanen zelf lag, wordt echter betwist. Makdisi stelt dat het
inderdaad zo was dat christenen, tijdens het Ottomaanse rijk, de voorkeur genoten van de Europese
handelaren om handel mee te drijven. Maar dit stond volgens hem in schril contrast met het
Ottomaanse Rijk, waarin de Tanzimat net probeerde om het volk te verenigen onder één
Ottomaanse nationaliteit om zo een Ottomaans patriottisme te creëren. Hij stelt dus eerder de
Europese machten en de christelijke elite verantwoordelijk voor de op religie gebaseerde politiek.
(Makdisi, 1996)
Na de val van het Ottomaanse Rijk werd in het Verdrag van Versailles opgetekend dat Libanon en
Syrië Frans mandaatgebied zouden worden. Onder de Fransen blijven de maronieten hun
voordeelpositie behouden binnen de Libanese samenleving. Zij waren politiek actief en zetelden in
verscheidene politieke en administratieve instituties in tegenstelling tot de moslims. De
moslimgemeenschap zou zich volgens Faour eerder afzijdig opstellen, aangezien zij wrok koesterden
ten opzichte van de Fransen en eerder aansluiting zochten bij de Arabische wereld. Op het moment
dat Libanon de onafhankelijkheid verwerft in 1943 vormden de christenen dus al de ruggengraat van
de Libanese staatbureaucratie. (Faour, 1991)
Het Nationaal Pact wordt in 1943 opgesteld en wordt gezien als de eerste officiële optekening
(hoewel het een ongeschreven akkoord is) van het Libanese politieke systeem als een confessioneel
systeem. Maronieten en soennieten komen in het Nationaal Pact overeen dat ze beiden geen
aaneensluiting meer zoeken bij respectievelijk Frankrijk of een Arabische eenheid. De politieke macht
zou van nu af aan verdeeld worden naar sektarische lijnen op basis van een volkstelling die in 1932
plaatsvond. De maronieten leveren de President, de Eerste Minister is een soenniet en de voorzitter
van het parlement komt uit de sjiitische gemeenschap. Ook parlementszetels, ministerportefeuilles
9
en belangrijke posities in staatsbedrijven en het leger werden verdeeld naar sektarische lijnen, voor
iedere zes christelijke zetels in het parlement, waren er vijf voor moslims voorbehouden. (Haddad,
2009)
Politieke posities werden vanaf 1943 verdeeld op basis van een volkstelling die in 1932 plaatsvond.
Hoewel de demografie na deze datum grondig wijzigde en het niet meer de christenen, maar veeleer
de moslimgemeenschap werd die het merendeel van de bevolking uitmaakte, veranderde er niets
aan de politieke verhouding tussen moslims en christenen. De zetelverdeling in het parlement werd
bijvoorbeeld niet gekoppeld aan de demografische veranderingen, er was dus al snel geen sprake
meer van een proportionele vertegenwoordiging van iedere gemeenschap. Pas vijf decennia na de
opstelling van het Nationaal Pact en nadat Libanon vijftien jaar lang wordt ondergedompeld in één
van de vreselijkste burgeroorlogen van de twintigste eeuw, wordt de machtsverdeling onder de loep
genomen en aangepast.
1.2 Het akkoord van Ta’if
“G. Abolition of Political Sectarianism: Abolishing political sectarianism is a
fundamental national objective. To achieve it, it is required that efforts be made in
accordance with a phased plan. The Chamber of Deputies election, the basis of equal
sharing by Christians and Muslims shall adopt the proper measures to achieve this
objective and to form a national council which is headed by the president of the
republic and which includes, in addition to the prime minister and the Chamber of
Deputies speaker, political, intellectual, and social notables. The council's task will be to
examine and propose the means capable of abolishing sectarianism, to present them to
the Chamber of Deputies and the cabinet, and to observe implementation of the
phased plan. The following shall be done in the interim period: a. Abolish the sectarian
representation base and rely on capability and specialization in public jobs, the
judiciary, the military, security, public, and joint institutions, and in the independent
agencies in accordance with the dictates of national accord, excluding the top-level
jobs and equivalent jobs which shall be shared equally by Christians and Muslims
without allocating any particular job to any sect. b. Abolish the mention of sect and
denomination on the identity card.” (The Taif Agreement, 1989)
Met het akkoord van Ta’if kwam er in 1989 een einde aan de Libanese burgeroorlog die het land al
vijftien jaar in zijn greep hield. Het akkoord ging voornamelijk over het aanpakken van twee grote
problemen namelijk interne administratieve hervormingen en het probleem rond identiteit en
soevereiniteit. Onder de interne administratieve hervormingen viel onder andere het aanpakken van
10
de dominante positie die de maronitische christenen al sinds het Nationaal Pact bekleedden. (Knio,
2005, p. 228) In het akkoord werd afgesproken dat zetels in het parlement en verscheidene politieke
of institutionele posten gelijk verdeeld zouden worden onder christenen en moslims.
Bovenstaande clausule toont aan dat het akkoord van Ta’if oorspronkelijk wel degelijk het doel had
om in de nabije toekomst een einde te maken aan het confessionele systeem. Maar het fragment
legt ook ineens een grote tekortkoming bloot. Hoewel men wel in grote lijnen bespreekt hoe er
getracht moet worden om het politiek systeem te hervormen, wordt er geen einddatum, noch een
concreet stappenplan uitgeschreven wanneer dit bereikt moet zijn.
De eerste clausule van het akkoord van Ta’if verklaart dat: “Lebanon is a sovereign, free and
independent country and a final homeland for all its citizens.” Hoewel deze soevereiniteit heel
vanzelfsprekend lijkt voor een land dat al enkele decennia onafhankelijk is, is dat in Libanon niet het
geval aangezien er net een burgeroorlog heeft plaatsgevonden met veel buitenlandse inmenging van
onder andere Syrië en Israël. Waar Ta’if de soevereiniteit van Libanon onderstreept in het begin van
het akkoord, wordt er enkele clausules later al meteen inbreuk op gedaan door te omschrijven dat
Syrische troepen in Libanon gestationeerd mogen blijven. Dit voor een periode niet langer dan twee
jaar, om zo de Libanese autoriteiten te ondersteunen met de totstandkoming van de staat Libanon.
(The Taif Agreement, 1989) De soevereiniteit wordt door zowel Syrië als Israël netjes aan hun laars
gelapt. Israël bezet het zuiden van Libanon tot in 2000 en Syrische troepen verlaten het grondgebied
pas in 2005 nadat de zogenaamde Cederrevolutie plaatsvindt in Libanon tegen de Syrische
aanwezigheid in het land.
Hoewel het Vredesakkoord van Ta’if veelbelovend leek bij de totstandkoming, kan je vijfentwintig
jaar later amper spreken van een succesvol uitgevoerd akkoord. Er is geen sprake van een
constructieve aanpak om van het sektarische systeem af te raken en ook aan de confessionele
postjesverdeling van maronitische president, soennitische premier en sjiitische parlementsvoorzitter
wordt niet geraakt, hoewel de macht van de president wel werd ingeperkt. Ta’if had volgens Asmar,
Kisirwani & Springborg een nieuwe politieke start kunnen worden voor het land, maar dat gebeurde
niet. Er kwam geen nieuwe politieke klasse, er kwam geen einde aan vijandelijkheden tussen
confessionele partijen en ook de confessionele relaties zijn gewoon bevroren in plaats van opgelost.
(Asmar, Kisirwani, & Springborg, 1999, p. 36) Haddad stelt dat het akkoord wél een einde heeft
gemaakt aan het sektarisch geweld, maar er niet in geslaagd is om samenwerking tussen de
verschillende gemeenschappen ook daadwerkelijk te promoten. In plaats van overheidsinstellingen
te versterken, zijn het veeleer de verschillende gemeenschappen die een sterkere interne
11
samenhang gekregen hebben en zo vervreemd zijn van de andere gemeenschappen. Haddad
refereert naar professor Kabbara die zelfs stelt dat het akkoord van Ta’if niet voldoende is om een
nieuwe burgeroorlog te vermijden. (Haddad, 2002, p. 293) Het akkoord omvat inderdaad heel wat
vage lijnen en tekortkomingen, maar een complete mislukking kan het nu ook niet genoemd worden.
Hoewel de uitvoering ervan erg traag tot stand komt, wordt er nog steeds aan gewerkt. Zo werd in
april 2014 nog een clausule van Ta’if uitgevoerd om de Libanese overheid te decentraliseren.
(Jaoude, 2014)
Na het akkoord van Ta’if in 1989 is het confessionele systeem haast onveranderd gebleven. Hoewel
de verhouding tussen politieke macht en het demografische gewicht van een gemeenschap nog
steeds niet in balans zijn, lijkt er weinig politieke welwillendheid om ook daadwerkelijk verandering
door te voeren. Noch het Nationaal Pact, noch het Akkoord van Ta’if bleken een succesformule te zijn
en hebben het land dus niet de stabiliteit gegeven waar men op gehoopt had. Intussen rijst bij een
deel van de Libanezen al enkele jaren de vraag of een seculiere staat de enige mogelijkheid is om een
stabiele samenleving te creëren. Zou een seculiere staat de oplossing kunnen zijn om Libanon te
verlossen van corrupte politici en gezagsdragers, het patronagesysteem en het cliëntelisme?
1.3 De impact van het confessioneel systeem op de Libanese burgers
Het confessionele systeem manifesteert zich niet enkel op het politieke veld, ook voor de gewone
Libanese burger brengt het sektaire systeem een hele resem gevolgen met zich mee voor hun
alledaagse leven. Eén van deze gevolgen is dat heel wat familiale aangelegenheden zoals het
huwelijk, voogdij, scheiding en erfenis onder de verantwoordelijkheid vallen van de religieuze
autoriteit. Als je in Libanon geboren wordt, zal er in het familieregister staan tot welke van de
achttien officiële gemeenschappen je behoort en de verschillende gemeenschappen vullen deze
familierechten in naar hun eigen tradities en gewoonten. Welke gemeenschap in het familieregister
genoteerd staat, heeft verregaande gevolgen voor je toekomst, zo bepaalt het op welke politieke
functie je later al dan niet terecht kan komen. Als er in jouw officiële documenten bijvoorbeeld staat
dat je een sjiitische moslim bent, weet je dat je nooit president of eerste minister zal worden, een
functie die enkel weggelegd is voor respectievelijk een christen of een soenniet. Heel democratisch
kan het Libanese politieke systeem niet bestempeld worden als je het op deze manier bekijkt,
aangezien niet iedereen de mogelijkheid krijgt om zich kandidaat te stellen voor eender welke
functie.
12
Zoals reeds gezegd, wordt ook het huwelijk door de religieuze autoriteiten behandeld. Wanneer een
sjiitisch koppel huwt, zullen zij dit doen volgens de tradities en regels van hun religieuze
gemeenschap. Maar wanneer er sprake is van een gemengd huwelijk tussen bijvoorbeeld een
maroniet en een soenniet, zal één van beide zich moeten bekeren tot de godsdienst van de andere.
Vele Libanezen omzeilen dit en trekken de grens over naar Cyprus om elkaar daar het jawoord te
geven en eenmaal terug in Libanon hun huwelijk te laten erkennen, iets wat vaak gedaan wordt. Het
toestaan van burgerlijke huwelijken is jaren geleden al het uithangbord bij uitstek geworden van de
seculiere beweging in Libanon. Zij zien het toestaan van een burgerlijk huwelijk als een belangrijke
stap voorwaarts naar een seculiere staat aangezien de samenhang tussen de verschillende
gemeenschappen enkel sterker kan worden door het toestaan van gemengde huwelijken. (Ofeish,
1999, p. 109) Op die manier is de kans ook groter dat burgers zich meer gaan affiliëren met hun land
dan met hun gemeenschap.
Inzake burgerlijke huwelijken is er intussen wel vooruitgang geboekt en in 2012 vond het eerste
burgerlijk huwelijk plaats op Libanees grondgebied. Dit was mogelijk nadat er in 2009 een wet werd
uitgevaardigd die het mogelijk maakte voor burgers om hun religieuze achtergrond te laten
schrappen uit burgerlijke registers. Wanneer beide partners dit doen, kunnen zij burgerlijk huwen,
zonder inmenging van religieuze autoriteiten en kinderen die geboren worden, zullen “sektloze
kinderen” zijn. (Muhanna, 2013) Hoewel het dus relatief gemakkelijk lijkt om vandaag de dag een
burgerlijk huwelijk te hebben, is dat in praktijk niet het geval. In december 2013 werd voor de
zoveelste keer een wetsvoorstel ingediend om burgerlijk huwelijk toe te laten, maar net als de talloze
pogingen die dit wetsvoorstel vooraf gingen, blijft het voorstel al ettelijke maanden zonder
behandeling hangen in een adviescomité. (Jaoude, 2014)
Naast uitsluiting van politieke posities en de moeilijkheid van het burgerlijk huwelijk, heeft het
confessionele systeem nog enkele andere voelbare gevolgen voor de Libanese burgers. Waar Libanon
in het Westen vaak gezien werd als één van de weinige democratische landen van het Midden-
Oosten is daar in praktijk weinig van te merken. Corruptie viert al jarenlang hoogtij in Libanon en dat
komt niet als een verrassing uit de lucht gevallen. Het land behoort al jarenlang bij de slechtste
leerlingen in de Corruption Perception Index van Transparency International. Volgens de Corruption
Perception Index scoort Libanon in 2013 zelfs slechter dan in 2012 en belandt het op de 127ste plaats
in de lijst van 175 landen. (Transparency International, 2013) Nelson stelt dat het confessionele
systeem cliëntelisme en corruptie in de hand heeft gewerkt en verhindert dat Libanon vooruitgang
boekt naar een geloofwaardige democratie. (Nelson, 2013, p. 332) Ook tijdens anti-confessionele
protesten komt vaak naar boven dat de burgers van het confessionele systeem verlost willen worden
13
om op die manier de politiek terug zuiverder en minder corrupt te maken. (The "Neo-Assassins",
2013) Corruptie zit volgens Ofeish echter in iedere laag van de machtsstructuur verweven: “From the
monopoly of elite family members over private services, to favoritism in the distribution of
government contracts, to nepotism in the bureaucracy, to the payment of bribes in most government
departments. (…) But the rejuvenation of sectarianism and clientelism from 1990 on particularly
contributed to the spread of corruption.” (Ofeish, 1999, p. 109) Door het confessionele systeem
hangen bepaalde posities in de maatschappij en in de politiek samen met je religieuze herkomst.
Doordat niet iedereen op een bepaalde positie terecht kan komen en dus geen invloed kan
uitoefenen, worden deze mensen vaak omgekocht en op die manier werkt het confessionele systeem
corruptie in de hand.
Een confessioneel systeem heeft dus een veel grotere invloed dan enkel op het politieke veld. Van
ingewikkelde huwelijksprocedures tot omkoping om aan werk te raken, vloeien voort uit de huidige
structuur van het land. De vele anti-confessionele of seculiere bewegingen die al enkele decennia als
paddenstoelen uit de grond schieten, willen hier paal en perk aan stellen om zo de democratische
samenleving te worden waar ze vaak voor worden aangenomen.
14
2. Probleemstelling
De eerste anti-confessionele bewegingen in Libanon ontstonden al in de jaren zestig en konden op
heel wat bijval rekenen. Maar wanneer de Libanese burgeroorlog in 1975 uitbreekt, zoeken de
burgers bescherming en hulp binnen de grenzen van hun gemeenschap aangezien de staat hier voor
hen tekort schiet en hen niet de nodige hulp kan bieden. Na de burgeroorlog en het vredesakkoord
van Ta’if in 1989, krijgt de civil society een boost en vele sociale bewegingen hebben dan ook hun
wortels in de eerste jaren na de oorlog. Het is echter pas vanaf de Cederrevolutie in 2005 dat de roep
om een non-confessioneel systeem te creëren luid weerklinkt. Het sektaire, confessionele systeem
dat onder andere beslist dat de president een maronitische christen moet zijn, de premier een
soenniet en de parlementsvoorzitter een sjiiet is volgens de anti-confessionele beweging
achterhaald. De verdeling van belangrijke functies in het land, ooit bedoeld om de stabiliteit tussen
de gemeenschappen te verzekeren, is gebaseerd op volkstellingen van 1932. De demografie van
Libanon is sindsdien echter zo veranderd dat er geen sprake meer is van proportionele
vertegenwoordiging van iedere gemeenschap.
In deze masterproef wordt er slechtst beperkt ingegaan op de anti-confessionele bewegingen van de
jaren zestig. Het merendeel van de onderzoeksvragen is niet meer op hen van toepassing aangezien
deze anti-confessionele bewegingen intussen zijn opgedoekt. Dit wil echter niet zeggen dat zij niet
efficiënt of belangrijk waren, want zij waren zonder twijfel de grondleggers van de anti-confessionele
beweging in Libanon. In deze masterproef wordt er gezocht naar de belangrijkste anti-confessionele
bewegingen sinds het einde van de Libanese burgeroorlog en naar wat hun exacte doel is en welke
methoden zij gebruiken om dit doel te bereiken. Ook de samenhang en de verschillen tussen de
verschillende anti-confessionele bewegingen zelf worden onder de loep genomen om zo de
diversiteit binnen het seculiere debat te ontdekken.
De anti-confessionele bewegingen bestaan intussen ook lang genoeg om te kijken wat ze al
verwezenlijkt hebben en waar zij eventueel gefaald hebben. Ook de rol die politici spelen wordt
onderzocht, want zij noemen zichzelf vaak seculier, en toch lijken wetten zoals die voor het recht op
burgerlijke huwelijken er maar niet door het politieke debat te geraken. Dat de anti-confessionele
bewegingen erg populair zijn bleek tijdens enkele grote manifestaties in 2010 en 2011 toen enkele
tienduizenden Libanezen de straat op trokken. Maar hoe zijn deze bewegingen beïnvloed door de
Arabische opstanden en wat is het gevolg van de Syrische burgeroorlog op de werking van de anti-
confessionele en seculiere bewegingen? Kortom, hoe ziet de toekomst van de anti-confessionele
bewegingen er uit en wie of wat beïnvloedt hun werking het meest?
15
3. Literatuuroverzicht
Bij het schrijven van de bachelorpaper over ‘De breuk tussen sjieeten en soennieten bij huidige
conflicten in het Midden-Oosten’ kwam het idee naar boven om voor de masterproef een andere
richting in te slaan en mij niet langer te concentreren op de conflicten die er zijn tussen bepaalde
religieuze gemeenschappen, maar op diegene die van onderuit proberen om deze conflicten in de
toekomst te vermijden. De literatuur die ik voor mijn bachelorproef bestudeerde, bleek echter niet
erg toerijkend wanneer de masterproef als onderwerp ‘De ontwikkeling van anti-confessionele
bewegingen in Libanon’.
Het bleek geen gemakkelijke taak om bronnen te vinden over anti-confessionele bewegingen en het
feit dat ik geen Arabisch spreek, maakt het zoeken naar informatie nog moeilijker. Aan academische
papers die het confessionele systeem van Libanon in vraag stellen is er geen gebrek en hier bleek
vooral de paper van Sami Ofeish, professor politieke wetenschappen aan de Universiteit van
Balamand, Libanon, een leidraad te worden. Voor het zoeken naar informatie over de anti-
confessionele bewegingen zelf, bleek dat vooral de facebookpagina’s en (indien aanwezig) de
websites van de bewegingen een nuttige bron van informatie waren. Om wat meer antwoorden op
mijn specifieke vragen te krijgen stuurde ik ongeveer 45 mails naar zowel professoren, seculiere
bewegingen, organisatoren van manifestaties en studentenbewegingen, dit bleek echter niet
efficiënt, want slechts vier van hen namen de tijd om te antwoorden op mijn mail en uiteindelijk kon
ik twee van hen interviewen via mail en skype.
Waar ik voor de hoofdstukken van de Arabische Lente en het Syrische conflict vaak wel
wetenschappelijke bronnen vond, moest ik toch ook regelmatig persartikelen raadplegen om te
zoeken naar details en bijkomende informatie. Uiteindelijk is de geraadpleegde literatuur voor deze
masterproef min of meer evenredig verdeeld tussen wetenschappelijke artikels, boeken, websites,
sociale media en persartikels in de hoop op die manier een genuanceerd beeld te bekomen.
16
DEEL II: CORPUS
1. Anti-confessionele bewegingen
Het confessionele systeem in Libanon is amper veranderd sinds het Nationaal Pact van 1943, dit wil
echter niet zeggen dat het kan rekenen op de steun van de gehele bevolking. Onder de Libanese
bevolking is er onenigheid over de toekomst van het land, namelijk of deze ligt bij het confessioneel
systeem, dan wel bij een seculiere samenleving. Kisirwani, Asmar en Springborg voerden in 1999 een
onderzoek uit bij ongeveer duizend studenten van verscheidene universiteiten doorheen Libanon.
Eén van de stellingen was of het confessionalisme nodig is voor stabiliteit in het land en de resultaten
werden per gemeenschap weergegeven. Vooral de sjiieeten, soennieten en druzen zijn het niet eens
met deze stelling, iets wat volgens de onderzoekers niet kan verbazen aangezien deze
bevolkingsgroepen al langer gemarginaliseerd werden door het confessionele systeem, zelfs nu zij
(moslims) de grootste groep vormen in het land. Dat de maronieten en orthodoxen zich wel meer
kunnen vinden in de stelling kan ook niet verbazen, zij maken deel uit van een kleinere gemeenschap
die naargelang hun grootte nog steeds veel macht in handen heeft, iets wat zij waarschijnlijk niet
graag zien veranderen. Hoewel de onderzoekers besluiten dat uit hun onderzoek blijkt dat christenen
het confessioneel systeem meer noodzakelijk achten voor stabiliteit, moeten ze ook toegeven dat er
in iedere gemeenschap onenigheid bestaat over het onderwerp. (Asmar, Kisirwani, & Springborg,
1999, p. 47)
Table 6
Respondents' Views On Whether Confessionalism Is Necessary
For Stability, By Sect
Sunni Shiite
Maronite Orthodox Druze
% (N) % (N)
% (N) % (N) % (N)
Agree 25 (71) 34 (51)
33 (51) 39 (81) 35 (20)
Neutral 25 (72) 13 (14)
30 (46) 19 (39) 7 (4)
Disagree 50 (140) 53 (57)
37 (58) 42 (86) 58 (33)
Figuur 4: Enquête: Is confessionalisme noodzakelijk voor stabiliteit? (Asmar, Kisirwani, & Springborg, 1999, p. 47)
17
Of het onderzoek van 1999 vandaag de dag nog steeds representatief is, is moeilijk te zeggen.
Aangezien het onderzoek enkel is afgenomen bij studenten is het ook niet representatief voor de
gehele Libanese bevolking, maar het geeft wel een indicatie van de verdeeldheid onder de Libanezen
wanneer het gaat over de toekomst van hun politieke systeem. Een heel ander beeld geeft het
onderzoek uitgevoerd aan de Universiteit van Maryland. Zij polsten in 2011 bij vijfhonderd Libanezen
van verschillende religieuze gemeenschappen en uit verscheidene steden of hun land een ander
electoraal systeem zou moeten hanteren. Maar liefst 82 procent van de ondervraagden antwoordde
positief op de vraag en wil dus een andere invulling van het electorale systeem, zes procent is
onbeslist en twaalf procent wil geen verandering. (Milligan, 2012) Uit dit onderzoek kan niet afgeleid
worden of de grote groep die verandering wil, ook een verandering naar een seculiere maatschappij
wil, maar het maakt wel duidelijk dat een overgroot deel van de Libanezen niet tevreden is met het
huidige politieke systeem.
Sinds het einde van de Libanese burgeroorlog in 1989 komen anti-confessionele betogingen,
groeperingen, protestmarsen, bewegingen,… opmerkelijk prominenter in beeld. Wanneer in de
volgende hoofdstukken gesproken wordt over anti-confessionele bewegingen, worden de
bewegingen bedoeld die een einde willen maken aan een maatschappij waar je religie bepaalt waar
jouw toekomst ligt, het einde van een maatschappij waar geen plaats is voor burgerlijke rechten
zonder daarbij tegen de religieuze realiteit/autoriteit te botsen. Deze anti-confessionele of seculiere
bewegingen zijn voorstander van een seculiere maatschappij, een maatschappij waar religie en staat
gescheiden zijn van elkaar.
1.1 Het ontstaan van anti-confessionele bewegingen
In de inleiding werd al aangehaald dat het Libanese confessionele systeem geen recent fenomeen is,
de herkomst ervan ligt al vele decennia achter ons. Maar ook de tegenwind die het systeem te
verduren krijgt, is geen recente ontwikkeling, iets wat niet kan verbazen aangezien Libanon één van
de actiefste en sterkste civil society ter wereld kent. (d'Aspremont, 2011) (MacKreath, 2013) De
ontwikkeling van de civil society begint enkele jaren na het Nationaal Pact, maar kent vooral een
boost omwille van Al-Nakba in Palestina, dat het begin betekent van de Palestijnse
vluchtelingenproblematiek in Libanon. (Anderson, 2011) De eerste organisaties die opgericht worden
in de loop van de jaren vijftig richtten zich dan ook vooral op humanitaire doeleinden en niet zozeer
op het afschaffen van de confessionele politiek. Hoewel er in de jaren vijftig nog geen anti-
18
confessionele of seculiere bewegingen zijn zoals we die nu kennen, was er wel al sprake van seculiere
politieke partijen zoals Baath en de Communisten. (Nizar, 2007) Over deze partijen volgt verder in
deze Masterproef meer uitleg, zij vallen onder politieke partijen en niet onder anti-confessionele
bewegingen. Ook Muhanna haalt de linkse politieke partijen aan die er ontstonden in de beginjaren
van de republiek en hun gezamenlijke vraag met secularisten om het politiek confessionalisme te
laten vallen, maar dit werd volgens de schrijver voornamelijk gekenmerkt als een geschiedenis van
falen aangezien zij nooit daadwerkelijk iets verwezenlijkt hebben. (Muhanna, 2010)
Vooral in het begin van de jaren zestig is er sprake van de opkomst van anti-confessionele
bewegingen in Libanon doordat de discriminerende impact van het sektarische systeem steeds
duidelijker werd. De ontevredenheid over zowel politieke, socio-economische als onderwijs
aangelegenheden leidden ertoe dat vakbonden, seculiere partijen en organisaties en
studentenbewegingen de straat optrokken en hervormingen eisten, inclusief het afschaffen van het
sektaire systeem en het einde van cliëntelisme. (Ofeish, 1999, p. 102) Het is dus niet zo dat er al
betogingen plaatsvonden die als enige eis een seculiere samenleving hadden, krachten werden
eerder gebundeld voor meerdere doeleinden waarvan een niet-confessionele samenleving er één
was.
Al van het begin van de Libanese burgeroorlog in 1975 had de civil society de handen vol met het
vervullen van taken die normaal gezien voor de overheid zijn weggelegd. Doordat de overheid zijn
functies niet meer naar behoren kon invullen, gebeurde dat door ngo’s en sociale bewegingen. Het
uitbreken van de burgeroorlog had zware gevolgen voor de ontwikkeling van de civil society
bewegingen en vooral studentenbewegingen kregen het zwaar te verduren. Waar in 1968 nog grote
meutes studenten de straat optrokken en zo het wereldwijde studentenprotest steunden,
veranderde dit bij de uitbraak van de burgeroorlog. (Anderson, 2011) De sektaire Libanese politiek
zorgde voor de fragmentatie van studentenbewegingen en deze moesten tijdens de burgeroorlog al
ploeteren om de universiteit naar behoren te doen functioneren, veel tijd voor andere bezigheden
waren er dan ook niet. Iets wat niet helemaal onlogisch is volgens d’Aspremont, hij stelt dat de
opbouw van de civil society in Libanon altijd samenhangt met de confessionele diversiteit van het
land en de zwakte van de staat. Vele organisaties van de civil society zijn volgens hem dan ook nog
steeds van sektaire aard, en iedere gemeenschap heeft naar zijn mening zelfs gewoon zijn eigen civil
society. Maar er zijn zeker ook uitzonderingen zoals vrouwenbewegingen die over confessionele
grenzen heen reiken. (d'Aspremont, 2011)
19
Het einde van de burgeroorlog in 1989 en de jaren die erop volgden, betekenden een enorme boost
voor het ontstaan van sociale bewegingen. Zij ontstonden als reactie op gebeurtenissen in het land of
de omgeving zoals de Eerste en Tweede Intifada, de inval in Irak en de Syrische bezetting. (al-Saadi,
2014) Het merendeel van de nieuwe sociale bewegingen zat echter niet op het anti-confessionele
pad, maar zij zetten zich eerder in voor ideeën van citizenship zoals publieke vrijheden, politieke
rechten, ecologie en mensenrechten. (d'Aspremont, 2011) Hoewel het kan lijken dat de anti-
confessionele beweging nog geen lange of sterke geschiedenis kent, is het tegendeel waar. Het klopt
dat er weinig exclusief anti-confessionele groeperingen zijn in de 20ste eeuw, maar veel van de
organisaties die zich bekommerden om citizenship of andere thema’s, gaven wel aan dat ze seculier
van aard waren, zonder dat ze het als uniek project verkozen. Dit kan tegelijkertijd ook gezien
worden als de zwakte van de anti-confessionele beweging, een versnipperde beweging zonder
centrale stuwende kracht.
Het laatste decennia is er echter een ommezwaai gekomen en intussen is het haast onmogelijk om
een correct aantal te plakken op het aantal seculiere of anti-confessionele bewegingen dat Libanon
intussen telt. Vooral sinds de moord op premier Rafik Hariri in 2005 en de daaropvolgende
Cederrevolutie kent het land een enorm levendige civil society met heel wat bewegingen die als
enige eis een seculiere of anti-confessionele maatschappij hebben. (Khatib, 2012) Wanneer we later
de groeperingen apart bekijken, zal het opvallen dat de meeste van hen na 2006 opgericht zijn. Ook
d’Aspremont merkt sinds de moord op Hariri een positieve verschuiving op in de richting van de civil
society. De burgers wantrouwen de politieke partijen in het land in zulke mate, dat ze hogere
verwachtingen krijgen van de civil society die hen naar een toekomst kan leiden waarin de
verdeeldheid in het land aangepakt kan worden. (d'Aspremont, 2011)
De Cederrevolutie (of Intifada of Independence) wordt gezien als een belangrijk moment in de
geschiedenis van Libanon, maar eigenlijk van het hele Midden-Oosten. Khatib duidt de revolutie, die
zich ontwikkelde na de moord op premier Rafik Hariri en gericht was tegen de Syrische aanwezigheid
in het land, aan als het beginpunt van de Arabische opstanden. (Khatib, 2012, p. 15) Naar verluid
kwamen er één miljoen Libanezen op straat om de Syrische terugtrekking te eisen, een enorme
opkomst voor een land dat slechts vier miljoen inwoners telt. De Cederrevolutie toonde de
‘wedergeboorte aan van openbare acties als methode om politieke verandering te verkrijgen’.
(Khatib, 2012, p. 35) Hoewel de Cederrevolutie zich niet richtte op het anti-confessionele thema, zat
het er wel weer in verweven zoals in het verleden al vaker gebeurde. (Khatib, 2012, p. 35) Na de
revolutie ging het de civil society voor de wind en ook anti-confessionele bewegingen ontpopten zich
al maar vaker in het straatbeeld. Volgens de oprichters van AMAM, een groep vrijwilligers die sinds
20
2005 campagne voert tegen het sektarisme, zorgde de Cederrevolutie ervoor dat het taboe dat er
rustte op het sektarisme opgeheven werd en toonde het aan dat initiatieven van de civil society wel
degelijk het verschil kunnen maken. (05AMAM)
Of het nu echt de Cederrevolutie is geweest dat het taboe van sektarisme doorbrak is niet duidelijk,
maar de Libanezen hebben in ieder geval in die periode een duwtje in de rug gekregen waardoor hun
geloof in een seculiere, non-confessionele maatschappij gegroeid is. Het overgrote deel van de
huidige anti-confessionele bewegingen, heeft zijn wortels in de periode tussen 2005 en 2013. Het
ontstaan en de werking van studentenbewegingen in de jaren zestig werd net al kort uit de doeken
gedaan, maar ook vandaag de dag vormen studenten de drijvende kracht achter vele anti-
confessionele betogingen of marsen. Al de grote universiteiten in Libanon kennen een heel actieve
en participatieve studentenvertegenwoordiging die opgedeeld is in verschillende clubs en sinds
enkele jaren kennen de universiteiten ook seculiere clubs die blijkbaar erg populair zijn bij de
studenten. Het belang van deze studentenclubs kan niet onderschat worden aangezien zij vaak de
grootste groepen deelnemers naar manifestaties leiden.
Het ontstaan van de anti-confessionele bewegingen is een parcours met vallen en opstaan geweest,
maar intussen lijken de bewegingen hun plek binnen de civil society gevonden te hebben. De sterkte
en de slagkracht van de bewegingen zal nog moeten blijken, en veel zal afhangen van de stabiliteit
van het land. Waar de burgeroorlog van 1975 de anti-confessionele bewegingen remde in hun groei,
dreigt het Syrische conflict momenteel exact hetzelfde teweeg te brengen.
1.2 De anti-confessionele bewegingen in beeld
Het ontstaan en de ontwikkeling van de Libanese civil society werd al in het kort uit de doeken
gedaan, in het volgende hoofdstuk zal er dieper worden ingegaan op de belangrijkste anti-
confessionele bewegingen en seculiere manifestaties die de laatste decennia hebben
plaatsgevonden. Hoewel er eerder ook protesten in de jaren vijftig en zestig aangehaald werden, zal
er nu enkel gefocust worden op de periode na het vredesakkoord van Ta’if. Dit was de meest
vruchtbare periode voor de oprichting van civil society bewegingen en aangezien velen van hen nog
steeds actief zijn, is het interessant om dieper in te gaan op hun strijd- en pijnpunten.
21
1.2.1 Belangrijkste anti-confessionele manifestaties
Het zoeken naar anti-confessionele bewegingen, seculiere bewegingen of anti-sektaire bewegingen
in Libanon is niet moeilijk, er zijn er tientallen, zo niet honderden. Het is onbegonnen werk om ieder
van deze bewegingen aan te halen of te bespreken. Hier worden dan ook vooral de meest relevante
bewegingen naar voren gehaald die in de pers het vaakst besproken werden, in het verleden al
successen hebben geboekt of in manifestaties het opvallendste aanwezig waren. De verscheidene
manifestaties, marsen, parades en betogingen die de laatste jaren hebben plaatsgevonden in
Libanon, en grotendeels allemaal in Beiroet, zijn hét moment bij uitstek voor de anti-confessionele
beweging om hun standpunt kracht bij te zetten en ook anderen te overtuigen van de voordelen van
een seculiere staat. Een manifestatie ter grootte van de Cederrevolutie in 2005, waar naar schatting
één miljoen manifestanten op af kwamen, is er nooit nog geweest. Toch is de Cederrevolutie van
groot belang voor de later almaar groeiende civil society, het betekende namelijk een breekpunt, een
signaal naar de burger door hen te tonen dat je via actieve participatie aan manifestaties verandering
kan brengen.
In de recente Libanese geschiedenis hebben er heel wat protesten plaatsgevonden met als
belangrijkste boodschap de eis om het sektaire systeem af te schaffen. De eerste in een lange rij van
manifestaties was de Laïque Pride die op 25 april 2010 voor het eerst plaatsvond en als doel heeft,
zoals de naam doet vermoeden, ‘mobilizing for a secular civil state founded on citizenship, that
guarantees the expression of the country’s diversity, and secures social justice – one of the main
foundations of civil peace.’ (Lebanese Laïque Pride, 2009) Laïque Pride bracht voor het eerst de
verschillende anti-confessionele bewegingen samen de straat op en toonde op die manier aan vele
andere seculiere bewegingen dat ze er niet alleen voor staan. Dit zorgde voor een boost voor het
oprichten van seculiere bewegingen op verschillende universiteiten in het land. Toch kreeg de mars
ook heel wat kritiek te verduren. Enkel de vraag naar een seculiere maatschappij was volgens critici
te vaag mede door het niet omkaderd werd door politieke middelen om dit te bereiken noch door
een specifieke datum in het vooruitzicht te stellen. (Mikdashi, Tunesia, Egypt, Lebanon?, 2011) Een
tweede kritiek, en deze komt wel vaker terug wanneer het gaat over anti-confessionele protesten,
was de homogeniteit protestanten. Deze bestond voornamelijk uit medewerkers van ngo’s of andere
civil society bewegingen die voornamelijk uit de middenklasse of hogere klassen komen, niet uit de
gemarginaliseerde groepen, die het meeste te lijden hebben onder het sektaire systeem. (El Houri,
2012) Intussen is Laïque Pride een jaarlijks terugkerende mars, maar waar het in 2010 nog ongeveer
vijfduizend deelnemers telde, zakte dat aantal de laatste jaren terug tot enkele honderden. Toch is
Laïque Pride een succesverhaal volgens organisatrice Yalda Younes, zo maakte het de burger bewust
22
van zijn verantwoordelijkheid om hun leven te veranderen en ook het bewustzijn rond citizenship
werd dankzij Laïque Pride vergroot. (Elali, 2012)
Hoewel er regelmatig kleine manifestaties uitbreken tegen sektair geweld doorheen heel Libanon
lijken grote manifestaties die tienduizenden Libanezen aantrekken, iets zeldzaam. Eén uitzondering
hierop is een manifestatie in maart 2011, waardoor even gedacht werd dat de Arabische opstanden
zich ook in Libanon zouden ontplooien. Zowel eind februari als op 6, 18 en 20 maart trokken vele
Libanezen de straat op om op te komen tegen de sektaire politiek die hun leiders voerden. Waar de
eerste manifestatie enkele duizenden deelnemers telde, daagden er op 20 maart 2011 naar schatting
dertigduizend manifestanten op. Met slogans als ‘Civil marriage not civil war’ en ‘What’s your sect?
None of your business!’ werd er aandacht gevraagd voor de discriminatie die het sektaire systeem
met zich mee brengt. (Papkova, 2013) (Gino, 2011) Waar in Tunesië, Egypte, Libië en nog heel wat
andere Arabische landen de roep ‘The people want to bring down the regime’ weerklonk, kende
Libanon de variant: ‘The people want to bring down the sectarian regime’. Het land kende niet één
autoritaire leider waar hun protest naar gericht was, maar een hele politieke elite die het sektaire
systeem uitbuitte naar eigen profijt.
Na de succesvolle manifestaties in maart 2011 bleef het opvallend rustig in de Libanese straten en
van een opstand bleek amper sprake te zijn. Hoewel civil society in Libanon heel breed en sterk is,
stelt MacKreath dat de meerderheid van de bewegingen zich tegenwoordig eerder online
manifesteert via facebook, blogs en twitter in plaats van op de straat. (MacKreath, 2013) Waar vele
burgers op internetfora erg actief zijn, blijft de vertaling ervan in reële manifestaties op het veld uit.
Mikdashi, één van de organisatoren van de eerste Laïque Pride, geeft als verklaring hiervoor dat er
inderdaad vele Libanezen snakken naar verandering, maar dat ze dat niet willen bereiken door
middel van een revolutie, maar door middel van hervormingen. (Mikdashi, Tunesia, Egypt, Lebanon?,
2011)
1.2.2 Overzicht van anti-confessionele bewegingen
Wanneer er dieper in gegaan wordt op de verschillende groeperingen die op de manifestaties
vertegenwoordigd zijn, kunnen we concluderen dat er vier verschillende soorten groeperingen
bestaan die het confessionele systeem aan de kaak te stellen. Een eerste groep bestaat uit
bewegingen die als enige strijdpunt de afschaffing van het confessionele systeem hebben. Alle acties
die zij ondernemen, staan dan ook in het teken van dit ene doel.
23
Een tweede soort groepering zijn de seculiere studentenbewegingen die zich op de verschillende
universiteiten doorheen het land hebben opgericht. Zij proberen via studentenclubs om jongeren en
dan vooral studenten bewust te maken van de implicaties van een confessionele maatschappij en dit
door middel van lezingen, demonstraties,…
De derde groep zijn de anti-confessionele bewegingen met duidelijke politieke ambities. Zij willen
niet enkel manifesteren of zich groeperen, maar ze willen zich ook daadwerkelijk mengen in het
politieke systeem om zo invloed te hebben op de plaats waar het confessioneel systeem het meest
duidelijk aanwezig is.
Een vierde en laatste groep zijn de trans-confessionele bewegingen. Dit zijn de bewegingen die (net
als de drie andere soorten groepen) burgers uit de verschillende lagen van de samenleving willen
aantrekken ongeacht hun religieuze afkomst. Velen van hen hebben echter een specifiek doel buiten
de vraag om een seculiere staat, bijvoorbeeld het verdedigen van vrouwenrechten. Zij zien een non-
confessionele staat als een middel om hun eigen doel te bereiken. Deze vier soorten anti-
confessionele bewegingen zijn geen concurrenten van elkaar, maar kunnen veeleer gezien worden
als elkaars aanvulling. Wanneer er evenementen als Laïque Pride of marsen voor het burgerlijk
huwelijk plaatsvinden, lopen de groepen dan ook zij aan zij omdat ze uiteindelijk allemaal eenzelfde
doel hebben: het creëren van een non-confessionele, niet-sektaire samenleving.
Anti-confessionele beweging an sich
De traditionele anti-confessionele bewegingen hebben, in tegenstelling tot de trans-confessionele
bewegingen, als hoofddoel de Libanese maatschappij om te vormen tot een non-confessionele
maatschappij of in ieder geval de bevolking bewust te maken de problemen in een confessioneel
systeem. Op zich kan de Laïque Pride als voorbeeld dienen voor deze soort beweging, maar toch is
Laïque nog een uitzondering aangezien het slechts één keer per jaar plaatsvindt en omdat Laïque
Pride eerder aanzien wordt als een overkoepeling van allemaal afzonderlijke bewegingen.
De beweging die met de meest opmerkelijke campagne op de proppen kwam in 2005 was 05AMAM.
05AMAM is een grassroot beweging die spontaan tot stand kwam tijdens de Cederrevolutie in 2005
en enkel bestaat uit vrijwilligers. Hun doel is om “actief de ontwikkeling van een moderne en
soevereine staat te ondersteunen die gebaseerd is op non-feodalisme, non-confessionalisme en non-
cliëntelisme en hierbij het systeem om te vormen tot een rechtsstaat. (05AMAM) Zij lanceerden net
na de Cederrevolutie een bewustwordingscampagne van sektarisme om op een erg confronterende
manier duidelijk te maken hoe schadelijk en tegelijk absurd het sektarische en confessionele systeem
is. De campagne hield in dat ze via billboards, tv-spotjes en advertenties onder andere
24
parkeerplaatsen toonden voorbehouden voor sjiieten, een dokter die enkel maronieten behandelt,
een appartement dat te koop staat met de vermelding dat het enkel bewoond geweest is door
soennieten of vacatures in de krant met enkel vraag naar druzen. In kleine letters wordt er overal de
slagzin van 05AMAM toegevoegd: ‘Stop sectarianism before it stops us’. Hun bedoeling was duidelijk
om de mensen te provoceren en te laten nadenken over de discriminatie die er achter het
sektarische systeem schuilgaat. De campagne van 05AMAM kreeg zowel in het binnenland als in het
buitenland veel aandacht, onder andere in De Morgen verscheen er een uitgebreide reportage over.
(05AMAM)
Het Civil Center for National Initiative is een tweede voorbeeld van een anti-confessionele groepering
an sich, maar met een totaal verschillende aanpak van 05AMAM. Deze think tank werd in 2007
opgericht door zowel professoren en journalisten als spelers uit het politieke veld zoals ministers en
parlementsleden. Zij willen een toonaangevende rol spelen in het proces om het Libanese politieke
systeem te veranderen en het confessionalisme af te schaffen. Door een think tank te vormen met
zowel professoren als intellectuelen uit het politieke veld, proberen zij een zo praktisch mogelijk
initiatief te creëren die de basis kan leggen voor ‘A Lebanese civil state which does not incite hatred
toward any sec tor religion, nor reject any religious sect.’ Er moeten volgens hen seculiere wetten
komen aangezien de religieuze wetten de marginalisering van bepaalde delen van de samenleving
impliceert. (Zouk, 2007)
De belangrijkste verwezenlijking van het Civil Center for National Initiative is dat Libanese burgers
hun religieuze afkomst kunnen laten schrappen uit het bevolkingsregister en dankzij deze eerste
verwezenlijking slaagden ze er later in om ook het burgerlijk huwelijk te legaliseren. Deze
verwezenlijkingen zijn volledig te danken is aan het werk van het Civil Center for National Initiative,
zij vonden een hiaat in de wet van 1936. Die wet bevestigt de politieke en administratieve machten
van de verschillende gemeenschappen en onderwerpt de burgers daarbij aan de personal status laws
van hun gemeenschap. Toegevoegd wordt dat, wanneer mensen niet tot een bepaalde gemeenschap
horen, zij onderworpen worden aan het burgerlijk recht. Probleem is echter dat er voor familiale of
persoonlijke zaken geen burgerlijk recht bestaat in Libanon. CCNI ontdekte dit hiaat en aangezien er
geen burgerlijk recht is waar de ‘sektlozen’ onder vallen, zijn burgerlijke huwelijken volgens hen
toegelaten. (Muhanna, 2013) Zowel de mogelijkheid om je gemeenschap te verwijderen van je
officiële documenten, als de mogelijkheid om een burgerlijk huwelijk te hebben, zijn er gekomen
dankzij de inzet van het Civil Center for National Initiative. Deze twee verwezenlijkingen werden door
al de seculiere bewegingen gezien als grote en belangrijke overwinningen en een aantal sprongen
vooruit in de weg naar een non-confessionele samenleving.
25
Seculiere studentenbeweging
De seculiere studentenbewegingen onderscheiden zich van de andere types anti-confessionele
bewegingen omdat hun aanpak en ook hun doelgroep sterk verschillen. Libanon kent een erg actief
en geëngageerd studentenleven. Zo heeft iedere universiteit enkele tientallen verschillende clubs.
Sinds enkele jaren hoort ook een seculiere studentenbeweging hierbij en zij blijken enorm aan te
slaan bij de studenten.
Dat seculiere studentenbewegingen iets recents is, mag blijken uit de USJ Secular Club, de seculiere
studentenbeweging van de Université Saint-Joseph. Hoewel zij al opgericht werden in 2012, kwam de
erkenning van de universiteit er pas in januari 2014. De oprichters, studenten geneeskunde, konden
zich niet vinden in de traditionele bewegingen die vaak banden hadden met politieke partijen en
besloten dus maar om zelf een studentenbeweging op te richten, los van een politieke partij. Hun
doel is om het bewustzijn rond secularisme bij studenten te vergroten, iets wat volgens hen nodig is
omdat de term ‘secularisme’ nog te vaak fout begrepen wordt en de studenten afschrikt. Zo is er bij
vele, het idee dat wanneer ze voor secularisme zijn, ze tegen hun geloof zijn, iets waar USJ Secular
Club dus meer duidelijkheid over wil scheppen. Zij stellen secularisme voor als een beeld van de
wereld waar mensen beoordeeld worden voor hun kunnen en niet voor hun religieuze of etnische
achtergrond. Hun werkwijze loopt gelijk met die van de meeste clubs namelijk via lezingen en
debatten om secularisme bespreekbaar maken. Het gaat echter niet enkel om het secularisme, zo
worden er nu evenementen georganiseerd om het begin van de Libanese burgeroorlog te herdenken
als volk, niet als gemeenschap. (Kayssi, 2014)
American University of Beirut is niet enkel de oudste universiteit van het land (°1866), AUB Secular
Club was eveneens de eerste seculiere studentenbeweging in Libanon en werd opgericht begin 2008.
De oprichters vonden dat het niveau van polarisatie en sektarisme in de maatschappij ongekende
hoogte bereikten en besloten om de club op te richten in de hoop sociale verandering binnen de
universiteit, maar ook daarbuiten teweeg te brengen. Op die manier willen ze voor de studenten een
omgeving creëren die vrij is van vooroordelen en stereotypen, waar ideeën besproken worden
omwille van hun inhoud en sociale omgang vrij is van sektarisme. De Universiteit stond blijkbaar
achter dat idee want enkele maanden na de oprichting, in december 2008, werd de club al erkend.
Dat AUB Secular Club al langer bestaat dan USJ Secular Club, is te merken aan de goede organisatie
ervan en de populariteit op de campus. Of dit wil zeggen dat secularisme meer aanslaat bij de
Libanese jeugd dan enkele jaren voordien, wil Issam Kayssi van AUB Secular Club niet gezegd hebben
aangezien er geen statistieken beschikbaar zijn. Maar dat de seculiere studentenclub voor het vijfde
jaar op rij groeit en ook in de studentenverkiezingen goed scoort is volgens hem een gunstige
26
evolutie. Een verwijt dat seculiere bewegingen in het algemeen vaak te horen krijgen is dat ze een
erg homogene publiek aantrekken, namelijk de rijke universiteitsstudenten uit de middenklasse of
hogere klassen. Dit wordt door Issam echter weerlegd wanneer het gaat over zijn studentenclub. Het
zijn uiteraard allemaal universiteitsstudenten, maar ze komen volgens hem uit alle lagen van de
bevolking en niet enkel uit de hogere klassen. (Kayssi, 2014)
Aangezien AUB Secular Club intussen een stevige basis uitgebouwd heeft op de campus, zijn ze
gestart met te netwerken met seculiere studentenbewegingen van andere universiteiten. Dit in de
hoop dat er een netwerk van seculiere groepen ontstaat dat, indien ze zich goed organiseren, een
bepalende rol kunnen gaan spelen in de toekomst van het secularisme in Libanon. (Kayssi, 2014)
Zowel bij de seculiere club van AUB als die van USJ, houden de leden zich uiteraard niet enkel bezig
met zich in te zetten voor een seculiere toekomst, ook thema’s als verhoging van studietoelages,
toelatingsexamens,… verhitten de gemoederen en brengen de seculiere studenten op de been.
Deze twee studentenbewegingen zijn slechts een voorbeeld van de vele seculiere clubs die er in het
hele land opgericht worden. Zij tonen met hun groeiende aantal ledenaantal aan dat secularisme een
onderwerp is dat leeft bij de Libanese jeugd, een onderwerp dat hen nauw aan het hart ligt
aangezien een seculiere samenleving hen een heel andere toekomst te bieden heeft dan het
confessionele systeem voor hen uitstippelt. De seculiere studentenbewegingen vormen een
drijvende kracht achter manifestaties tegen sektarisme op de campus, maar zeker ook buiten de
universiteitscampus. Zo is AUB Secular Club steevast met een delegatie aanwezig op de jaarlijkse
Laïque Pride in Beiroet, en ook op manifestaties voor onder meer burgerlijke huwelijken en
vrouwenrechten zal er vaak met een vlag van de studentenclub gezwaaid worden.
Het belang van de seculiere studentenbewegingen is niet te onderschatten. Des te groter,
populairder en ambitieuzer deze clubs worden, des te meer wordt de toekomst van anti-
confessionele bewegingen verzekerd. Een student zit gemiddeld vier à vijf jaar op een universiteit
voor ze afstuderen, de studentenbewegingen hebben op die manier een heel roterend lidmaatschap.
Ieder nieuw academiejaar betekent afscheid nemen van leden van de seculiere club, die reeds
overtuigd zijn van het belang van een non-confessionele samenleving, maar het betekent ook een
nieuwe groep studenten om te overtuigen van de seculiere boodschap.
27
Anti-confessionele beweging met politieke ambitie
Waar de seculiere studentenclubs zich heel bewust afkeren van politieke partijen, zijn er ook anti-
confessionele bewegingen die net het tegenovergestelde willen bereiken. De beweging die hierbij
het meest in het oog springt, is Take Back Parliament (TBP) een grassroot beweging die vooral gelooft
in de kracht van de maatschappij van onderuit, de zogenaamde bottum-up aanpak. Take Back
Parliament werd opgericht in 2012 door Libanezen uit verscheidene ngo’s, vrouwenbewegingen en
andere civil society bewegingen. TBP had van meet af aan al de bedoeling zich in het politieke veld te
begeven, en voor het opstellen van hun agenda gingen de organisatoren crowdsourcen. Ze spraken
willekeurige Libanezen aan en stelden hen de vraag wat zij belangrijk vinden, wat moet veranderen,…
en door de antwoorden op deze vragen te bundelen, kwam Take Back Parliament tot een agenda.
TBP wou burgers verenigen met hetzelfde verlangen naar een seculiere staat, maar dit was niet het
enige agendapunt, ook socio-economische veranderingen stonden hoog op de agenda.
De reden waarom TBP zich in tegenstelling tot andere anti-confessionele bewegingen ook politiek
engageerde was het geloof dat ze aan de parlementsverkiezingen van 2013 moesten deelnemen.
Iedere zetel die ze zouden binnenhalen, was een zetel minder voor een sektaire en corrupte politici.
De organisatie probeerde de eerste maanden van hun bestaan vooral om een sterk programma op te
bouwen en ieder punt ervan ook op een realistische manier uit te werken. Het aantrekken van
sympathisanten verliep via sociale media als een lopend vuurtje, en het idee van een onafhankelijke
beweging die zich zou opwerpen bij de parlementsverkiezingen sloeg snel aan bij de Libanese
jongeren. (Maaroufi, 2014)
Hoewel TBP een programma had en veel sympathisanten, kregen ze niet de kans om het parlement
daadwerkelijk in te nemen. De parlementsverkiezingen die in juni 2013 zouden plaatsvinden, en waar
Take Back Parliament een jaar lang naar had toegewerkt, werden eind mei 2013 geannuleerd en
uitgesteld naar 2014. (Karouny & Bassam, 2013) Hoewel de groep nog actief is op facebook en
mobiliseert voor evenementen georganiseerd door andere anti-confessionele bewegingen, lijkt TBP
geen actieve beweging meer en waar zij in december nog ook de website met stappenplannen en
werkstukken is offline gehaald. Toch lijkt de poging van Take Back Parliament om zich binnen te
werken in het politieke veld, niet tevergeefs. Voormalig lid en mede oprichtster van Take Back
Parliament, Nadine Moussa stelt zich in de komende presidentsverkiezingen kandidaat als eerste
vrouw, maar ook als uitgesproken tegenstander van sektarisme en corruptie binnen de politiek. Ook
haar agendapunten komen grotendeels overeen met de voormalige strijdpunten van TBP. (Knutsen,
2014)
28
Trans- confessionele beweging
Als laatste in het rijtje van anti-confessionele bewegingen zijn er de trans- confessionele bewegingen.
Zoals de naam al duidelijk maakt, zijn dit bewegingen die leden hebben met een verscheiden
confessionele achtergrond. AbiYaghi, ziet hen vooral opkomen in de laatste jaren van de
burgeroorlog en de eerste jaren erna en zij concentreren zich dan ook vooral op vredesopbouw,
sociale reconstructie en welvaart, maar ook ecologie en mensen- en politieke rechten. De werking
van deze trans- sektaire bewegingen, maar ook van vakbonden en andere belangengroepen worden
volgens AbiYaghi echter ondermijnd door sektaire elites die hun macht willen behouden en geen
verandering wensen. (AbiYaghi, 2012) Het doel van de trans- confessionele bewegingen is niet
gericht naar één bepaalde gemeenschap, zoals bij vele sociaal-maatschappelijke bewegingen tijdens
de Libanese burgeroorlog wel het geval was, maar voor een doel dat deze gemeenschappen
overstijgt.
Een voorbeeld hiervan is Nasawiya dat werd opgericht in 2010, zij omschrijven zichzelf als een groep
feministen, zowel mannen als vrouwen die zich inzetten om een wereld te creëren verlost van
seksisme, homofobie, racisme en sektarisme. (Nasawiya, 2010) Hoewel hun belangrijkste
beweegreden het beschermen en verdedigen van de rechten van de vrouw is, is de beweging ook
openlijk voorstander van een niet-confessionele samenleving. Dit kan verklaard worden doordat
vrouwenrechten sterk beknot worden in het confessionele systeem. Zo zal bijvoorbeeld het kind van
een Libanese vrouw die getrouwd is met een Syrische man, geen Libanees paspoort krijgen. Ook niet
als het kind in Libanon geboren wordt, haar beide ouders in Libanon wonen of het kind in Libanon
opgroeit. Nasawiya wil hier verandering in zien komen en ziet het sektaire politieke systeem als
struikelblok om vooruitgang en sociale verandering te bereiken aangezien de sektaire politici te veel
tijd uittrekken om zichzelf van macht te voorzien en deze macht ook te kunnen behouden. (Hatem,
2013) Op seculiere manifestaties zoals Laïque Pride en de manifestatie op 11 maart 2011 is Nasawiya
steeds aanwezig geweest, iets wat niet kan verbazen aangezien de toekomst van vrouwenrechten en
een seculiere staat met elkaar verweven zijn. Dat Nasawiya een anti-confessionele beweging is, kan
ook blijken uit haar leden, zo hielpen enkele medewerkers van Nasawiya ook aan de organisatie van
de eerste Laïque Pride.
Ook Sustainable Democracy Center (SDC) is een trans-confessionele beweging, het centrum werd in
2002 opgericht om de bewustwording rond democratie, citizenship en mensenrechten te vergroten.
Hun doel is om burgers op te leiden en hen te ondersteunen ongeacht hun religie of politieke
overtuiging. (The Sustainable Democracy Center, 2002) Het centrum heeft een erg uitgebreid
programma, gaande van de organisatie van vredeskampen tot de werking van justitie in de
29
naoorlogse periode. Één van hun programmapunten is ‘Youth National Initiative to Abolish
Confessionalism’, een diepgaand onderzoek uitgewerkt door het centrum, maar vooral vorm
gegeven en ingevuld door Libanese jongeren in samenwerking met professoren van verschillende
universiteiten. SDC lanceerde in 2005 een campagne in heel Libanon om een kritische beoordeling te
verkrijgen van wetten met een confessioneel randje waarbij ook gevraagd werd naar alternatieven
voor het confessionele systeem. De antwoorden op deze campagne werden gebundeld en
resulteerden in het organiseren van workshops rond thema’s waarvan aangegeven werd dat ze lijden
onder het confessioneel systeem zoals economische ontwikkeling, maar ook electorale wetten. Uit
deze workshops werden dan voorstellen gelanceerd als alternatief voor het confessionele systeem.
Het belangrijkste voorstel dat op enorm veel bijval kon rekenen, was de mogelijkheid tot het
verwijderen van religieuze afkomst op officiële documenten, iets wat enkele jaren later ook
daadwerkelijk mogelijk werd. (Sustainable Democracy Center, 2006)
Trans-confessionele bewegingen vormen dan misschien niet de harde kern van het anti-
confessionele protest, toch maken zij ook deel uit van het groter geheel en dragen zij bij tot het
creëren van een groter draagvlak voor een seculiere samenleving. Het gezegde dat ‘alle kleine
beetjes helpen’, kan in het geval van deze bewegingen niet ontkend worden.
1.3 Politieke dualiteit
De Cederrevolutie in 2005 die volgde op de moord op premier Rafik Hariri en gericht was tegen de
Syrische aanwezigheid in het land, had een verregaande invloed op de ontwikkeling van de politieke
partijen in Libanon. Na de revolutie viel het politieke veld uiteen in twee blokken, de 8-Maart
Alliantie en de 14-Maart Alliantie. De 8-Maart Alliantie bestaat voornamelijk uit sjiitische en pro-
Syrische partijen waaronder Hezbollah, Amal (de partij van parlementsvoorzitter Nahib Berri) Free
Patriotic Movement (partij van Michel Aoun) en nog heel wat kleinere partijen. De 14-Maart Alliantie
bestaat daarentegen vooral uit anti-Syrische partijen waaronder het Future Movement (van Saad
Hariri), verscheidene soennitische partijen, maar ook Christian Lebanese Forces. (Nelson, 2013, p.
351) Hoewel deze opsplitsing soms wordt afgedaan als een splitsing tussen soennitische partijen en
sjiitische partijen, klopt dit niet volledig. Beide allianties bestaan uit partijen met verschillende
religieuze achtergronden en niet louter uit sjiitische partijen of soennitische partijen.
30
De opsplitsing van het politieke landschap brengt vooral de seculiere partijen in de problemen. Zij
faalden er de laatste verkiezingen in om hun beleid uit de doeken te kunnen doen en om gehoord te
worden. Doordat de twee grote allianties om ter luidst roepen tijdens campagnes, vallen de seculiere
partijen er wat tussen uit en vinden zij amper gehoor. (Nizar, 2007) Het is echter moeilijk om in
Libanon over seculiere politieke partijen te spreken. Heel wat Libanese politici presenteren zichzelf
graag als voorstander van een seculiere maatschappij of van een hervorming van het confessionele
systeem. Zo goed als iedere grote politieke partij heeft ooit al lippendienst bewezen aan het idee van
een meritocratische regeervorm vrij van sektarische quota. (Muhanna, 2010) Dit maakt het des te
opmerkelijker dat anti-confessionele bewegingen en seculiere bewegingen het zo moeilijk hebben
om hun ideeën erdoor te krijgen op het politieke niveau.
Het merendeel van de Libanese politieke partijen is opgebouwd rondom sektaire lijnen. Dit
impliceert ook meteen dat Libanon een erg breed politiek veld kent, iets wat niet kan verbazen
aangezien het land achttien erkende gemeenschappen telt. Het land telt meer dan dertig
verschillende politieke partijen die erg van elkaar verschillen qua inhoud en qua leden. Nizar
omschrijft Libanese politieke partijen als ‘groups gathered around an ambitious person trying to
make a political career. The significant organizations among them remain either feudal or religious in
character.’ Volgens Nizar is dit de oorzaak van de slechte werking van de Libanese politiek en als
seculiere partijen een rol van betekenis willen gaan spelen op het politieke veld, moeten zij zich eerst
en vooral ontdoen van gestagneerde leiders en agenda’s. (Nizar, 2007) Partijen in Libanon verschillen
dus sterk van politieke partijen in de meeste Europese landen, waar politici lid worden van een partij
waar zij hun idealen in herkennen en waarvan zij ook in het project geloven.
Politieke partijen en hun leden sturen vaak gemengde signalen de wereld in wanneer het gaat over
confessionele onderwerpen als bijvoorbeeld het burgerlijk huwelijk. Nabih Berri, de leider van Amal
heeft zich jaren geleden als opgeworpen als voorstander van de afschaffing van politiek sektarisme in
Libanon. Dit is echter weinig geloofwaardig wanneer blijkt dat zijn partij zo goed als volledig bestaat
uit sjiitische moslims. Mhanna geeft een opsomming van de contradicties van vele partijen in Libanon
die beweren seculier te zijn. Zo is er het “seculiere” Free Patriotic Movement dat het in zijn
programma heeft over het terugkrijgen van christelijke rechten. De meeste partijen beweren niet
gedomineerd te worden door een bepaalde gemeenschap en proberen dit kracht bij te zetten door
iemand van een andere gemeenschap op een hoge post binnen de partij te stationeren. (Mhanna,
2011) De partijen verliezen bij de Libanese bevolking echter veel van hun al geringe
geloofwaardigheid door dubbel spel te spelen.
31
Toch zijn er ook enkele positieve signalen te vinden binnen de Libanese politiek voor de anti-
confessionele bewegingen. Zoals gezegd werd er in 2009 ingestemd met de mogelijkheid om je
religie te laten verwijderen van officiële documenten. En eind 2013 lijkt er ook eindelijk vooruitgang
geboekt te worden inzake het burgerlijk huwelijk in Libanon. Maar er komt ook een nieuwe wind
aangewaaid richting de presidentsverkiezingen van 2014. Nadina Moussa, één van de oprichters van
Take Back Parliament, stelt zich als eerste vrouw ooit kandidaat tijdens de presidentsverkiezingen.
(Middle East Monitor, 2014) De speerpunten van haar campagne zijn het aanpakken van corruptie,
het sektarisch systeem afschaffen en het land minder afhankelijk maken van het buitenland. Maar
ook het creëren van een gezamenlijke Libanese identiteit staat hoog op de agenda. Om corruptie aan
te pakken als presidente, belooft Moussa met zichzelf te beginnen door haar persoonlijke financiën
online beschikbaar te stellen ter controle. (Joey Ayoub, 2014)
Of Moussa op veel bijval zal kunnen rekenen valt nog af te wachten en de kans dat ze verkozen zal
worden is erg gering aangezien ze zich profileert als onafhankelijke, seculiere kandidate en het
presidentschap in Libanon enkel weggelegd is voor een maronitische christen. Toch lijkt Moussa
positief en probeert ze met haar kandidatuur vooral te tonen dat het verandering mogelijk en nodig
is in de Libanese samenleving. Of er hier een vervolg aan komt is koffiedik kijken, maar Nadine
Moussa breekt wel radicaal van aanpak met haar politieke voorgangers. Een hoopvol signaal naar de
anti-confessionele bewegingen en seculiere burgers die hun geloof in de Libanese politiek verloren
hadden en die intussen via sociale media als facebook en twitter hun steun voor Moussa uitspreken.
1.4 Toekomst van de anti-confessionele bewegingen
De maronitische patriarch Nasrallah Boutros Sfeir zei ooit dat het confessionalisme eerst uit het hart
van de Libanezen moet verdwijnen voordat het kan verdwijnen uit de Libanese wetten. (Muhanna,
2010) Hiermee impliceert hij dat het confessioneel systeem er niet is omwille van de politiek, maar
omwille van de Libanese burgers zelf. Hoewel het inderdaad zo is dat Libanezen zich vaak richten op
en terugtrekken in hun religieuze gemeenschap, zeker in tijden van oorlog, gebeurt dat vooral omdat
ze binnen deze gemeenschap iets vinden wat ze binnen de Libanese staat niet kunnen krijgen. Dit is
iets waar anti-confessionele bewegingen verandering in willen zien, door het uitbouwen van een
sterke staat, gaan Libanezen zich minder genoodzaakt voelen om zich te richten naar hun
gemeenschap en gaat er gemakkelijker een Libanese identiteit ontwikkeld worden.
Dit zijn echter toekomstplannen, want momenteel hebben vele anti-confessionele bewegingen het
moeilijk om het hoofd boven water te houden. De bewegingen hebben al enkele succesverhalen op
32
hun conto staan zoals het schrappen van religie op de officiële documenten en ook de mogelijkheid
om burgerlijk te huwen is intussen bijna gerealiseerd. Toch is het pad naar een non-confessionele
samenleving nog lang.
2013 bleek een donker jaar voor het sociaal activisme in Libanon, waarin ontgoocheling, angst en
apathie opdoken. Vele civil society bewegingen lijken wat in het slop te zijn geraakt en seculiere
manifestaties zijn minder frequent aanwezig dan enkele jaren geleden. Een ander teken dat het niet
goed gaat met veel bewegingen is de opdoeking van Take Back Parliament, nochtans een erg
ambitieuze en sterk uitgebouwde organisatie. En waar Laïque Pride bij de eerste editie in 2010 nog
enkele duizenden sympathisanten aantrok, zijn dat er de laatste jaren amper nog enkele honderden.
Volgens El Houri vertoonde Laïque Pride dan ook enkele tekortkomingen waarvan de belangrijkste is
dat Laïque er niet in slaagde de groepen en klasse te bereiken die het meest lijden onder het
corrupte sektaire systeem. En ook de vraag om een seculiere samenleving bleek voor vele Libanese
burgers te vaag om zich te laten overtuigen. (El Houri, 2012) Zoals eerder aangehaald, bestaat een
groot deel van de aanhangers van anti-confessionele bewegingen uit jongeren van de middenklasse
en niet uit de gemarginaliseerde groepen.
2013 stond dan ook in sterk contrast met de energie van enkele jaren eerder toen manifestaties
duizenden enthousiastelingen aantrok. Het is echter niet enkel de werking van anti-sektaire
beweging die lijkt te stagneren, ook spontane manifestaties lijken amper nog volk op de been te
krijgen. Dit is volgens Al- Saadi te wijten aan de chaotische veiligheidssituatie op dit moment,
inclusief aanslagen, rellen en extremisten. (al-Saadi, 2014) Dit wil niet zeggen dat Libanezen zich
minder betrokken voelen, maar veel manifestaties vinden nu eerder online plaats dan op straat.
(MacKreath, 2013) Dat is te merken aan de vele actieve facebookpagina’s en blogs waar onnoemelijk
veel discussies plaatsvinden over de meest uiteenlopende onderwerpen, waarin ook de verschillende
aspecten van de anti-confessionele beweging mee spelen. Pagina’s zoals die van Laïque Pride en AUB
Secular Club, maar ook die pagina van de opgedoekte Take Back Parliament kunnen nog steeds op
veel bijval rekenen.
Volgens Mikdashi, nochtans zelf één van de drijvende krachten achter de eerste editie van Laïque
Pride, zouden manifestaties op dit moment niets uithalen. Deze brengen namelijk geen einde aan de
oorlog die zich momenteel in het land afspeelt noch aan het politieke systeem of aan de corruptie en
al zeker niet aan het systeem van politiek sectarisme. In plaats van te manifesteren, stelt ze voor om
nu na te denken over wat er na de oorlog moet gebeuren. (Mikdashi, 2014) Er moet nagedacht
33
worden hoe er een geloofwaardige, democratische en seculiere staat opgebouwd kan worden die erg
inclusief aanvoelt voor de verschillende gemeenschappen. (Muhanna, 2010)
Een andere kritiek die de anti-confessionele bewegingen te horen krijgen en die de beweging
verzwakt, is de versplintering tussen de bewegingen. Op de manifestaties wordt er om zoveel zaken
tegelijkertijd opgeroepen zoals burgerlijke huwelijken, vrouwenrechten, rechten voor vluchtelingen,
afschaffing van het sektaire systeem,... Door het confessionele systeem af te schaffen zouden er
inderdaad voor veel van deze zaken een oplossing kunnen komen, dus waarom werken de
verschillende groepen dan niet samen om zo één grote en krachtige organisatie te bekomen waarvan
de slagkracht veel groter zou zijn dan die van iedere beweging op zich. Issam Kayssi van AUB Secular
Club beaamt deze tekortkoming en schuift verschillende oorzaken naar voren die de
onderontwikkelde samenwerking tussen de verschillende organisaties verklaren. Zo zouden de
organisaties en hun activisten vaak te veel bezig zijn met het verzekeren van hun eigen toekomst en
ook de angst om als organisatie zijn eigenheid te verliezen, verklaart waarom er niet meer
samenwerking is tussen de groeperingen. (Kayssi, 2014)
Toch zijn er ook positieve vooruitzichten in het verschiet voor de anti-confessionele bewegingen.
Waar sommige van hen afhaken en opgedoekt worden, zijn er ook enkele bewegingen die nog steeds
groeien, meerbepaald de seculiere studentenbewegingen. Contradictie is dat er meer en meer
Libanezen zijn die het sektaire systeem niet langer houdbaar vinden, maar uit verkiezingsresultaten,
opinieonderzoeken en populaire tv-shows blijkt dat het sektarisme net levendiger is dan ooit.
(Mhanna, 2011) De grootste groeiende bewegingen zijn zoals gezegd de studentenbewegingen en
ook AUB Secular Club kijkt de toekomst positief tegemoet. ‘In the past two years, the Club had
emerged on campus as a major force on its own, advancing in student elections and expanding its
member base. If we continue to operate as a fully organized, synchronized, horizontal group, I can
only see this group growing larger and the enthusiasms grow bigger’, aldus Issam kayssi van AUB
Secular Club. AUB heeft de eerder vernoemde kritiek ter harte genomen en is intussen beginnen
netwerken met de verschillende seculiere groepen van andere universiteiten in de hoop een rol van
betekenis te kunnen spelen in de toekomst van het secularisme in Libanon. (Kayssi, 2014)
Hoewel de anti-confessionele beweging momenteel even in het slop zit, betekent dit niet dat ze
gedoemd zijn om te verdwijnen. Het idee van een non-confessionele staat spreekt de burgers nog
aan als we het groeiende lidmaatschap van seculiere studentenbewegingen in acht nemen. Deze
passieve periode is grotendeels te wijten aan externe oorzaken zoals het conflict in buurland Syrië.
Dit zorgt ervoor dat vele burgers, maar ook organisaties iets anders aan hun hoofd hebben dan zich
34
in te zetten voor een niet-sektaire samenleving. Zij zijn nu vooral bezorgd om het grotere plaatje,
omdat deze de kleinere bewegingen in hun geheel bedreigen. Hoewel de anti-confessionele
bewegingen een slechte periode achter de rug hebben, kende de hele seculiere beweging nog een
moment van euforie bij het huwelijk van twee Libanezen van verschillende religieuze
gemeenschappen. Momenteel zijn het de kleine gebaren en niet de grote manifestaties die
verandering teweeg brengen in de maatschappij. (Papkova, 2013)
2. Invloed van de Arabische opstanden en het Syrische conflict
2.1 Arabische opstanden
De Cederrevolutie van 2005 in Libanon wordt wel vaker aangehaald als het echte begin van de
Arabische opstanden en niet de dood van Mohammed Bouazizi in Tunesië in 2011. De Cederrevolutie
betekende de start van openlijke, burgerlijke acties doorheen het Midden-Oosten om politieke
verandering te eisen, de start van een nieuw tijdperk waarin burgers openlijk hun recht op vrijheid
claimen ten opzichte van autoritaire regimes. (Khatib, 2012, p. 35) De uitkomst van de Cederrevolutie
was echter erg miniem in vergelijking met wat zes jaar later gebeurde in Tunesië, Libië en Egypte.
De, toen nog, frisse wind van de zogenaamde Arabische Lente vond in 2011 ook zijn weg naar
Libanon. Daar was de regering van Saad Hariri, zoon van de eerder vermoorde Rafik Hariri, net
gevallen waarna het land in een politieke impasse raakte. In februari en maart kwamen er onder
impuls van de opstanden in Tunesië en Egypte, verschillende manifestaties die hun hoogtepunt
bereikten op 20 maart 2011 met naar schatting dertigduizend deelnemers. (Papkova, 2013) Waar in
Tunesië, Egypte, Libië en nog heel wat andere Arabische landen de roep ‘The people want to bring
down the regime’ weerklonk, kende Libanon de variatie: ‘The people want to bring down the
sectarian regime’. De Libanezen hadden niet één leider waar zij vanaf wilden, maar een hele elite.
Het grote verschil tussen Libanon en Egypte, Libië en Tunesië is echter dat er in Libanon geen sprake
is of was van een autoritaire leider of een dictator. Libanon is daarentegen een parlementaire
democratie gebaseerd op de machtsverdeling tussen verschillende gemeenschappen, waar
regelmatige verkiezingen plaatsvinden tussen verscheidene rivaliserende politieke partijen.
(Mikdashi, Tunesia, Egypt, Lebanon?, 2011)
De Libanese anti-confessionele bewegingen kregen een boost dankzij de Arabische opstanden in
andere landen en zagen hun hoop groeien dat regimes daadwerkelijk kunnen vallen of op zijn minst
35
tot hervormingen gedwongen kunnen worden. (al-Saadi, 2014) De anti-confessionele bewegingen
achter de betoging in maart hoopten dat dit slechts het begin zou zijn van een steeds groeiende
campagne waarin meer mensen aangetrokken zouden worden wanneer hen duidelijk gemaakt werd
wat de impact van het sektaire systeem allemaal inhoudt. (Fielder, 2011) Waar anti-confessionele
manifestaties in het verleden vaak een eerder homogene groep op de been brengt, waren er tijdens
deze manifestatie opmerkelijk veel mensen van diverse afkomst, zowel gewone Libanezen als
Palestijnen, verschillende leeftijden, mannen en vrouwen en vanuit verschillende gemeenschappen.
Ook aan de ideologische zijde was er veel diversiteit, van civil society bewegingen tot ngo’s en linkse
politieke partijen. (Meier, 2013)
Er kwamen echter al snel problemen naar boven die de draagkracht en slagkracht van de
manifestatie ondermijnden. Zo kwamen de manifestanten maar niet overeen hoe ze het sektarische
systeem net wilden aanpakken. De ene groep wou de krachten van de verscheidene anti-
confessionele bewegingen bundelen en zo via hervormingen radicale veranderingen eisen terwijl de
tweede groep meer geloofde in een revolutionaire aanpak om hervormingen te beïnvloeden of het
hele systeem uit te schakelen. (AbiYaghi, 2012) Het grote probleem in Libanon tijdens de Arabische
opstanden was dat seculiere partijen er niet in slaagden om een politiek platform te creëren om zo
de beweging te versterken en te verenigen. (al-Saadi, 2014) Ook politieke partijen zorgden ervoor dat
de manifestaties van maart veel draagkracht verloren bij de manifestanten, dit deden ze door de
manifestatie publiekelijk te steunen. Door deze publiekelijke steun van zowel de 8-Maart Alliantie als
de 14-Maart Alliantie voor de eis van een seculiere samenleving, kwam de boodschap minder
geloofwaardig over. (AbiYaghi, 2012)
Na enkele maanden doofden de protesten die er gekomen waren onder impuls van de Arabische
opstanden uit zonder dat er iets bereikt werd. Al-Saadi beweert dat de Arabische opstand in Libanon
de incompetentie aantoont van de Libanese samenleving en dat de burgers nog niet klaar zijn om
met sterke alternatieven naar voren te komen tegen de regimes die hen leiden. (al-Saadi, 2014)
Hoewel de Arabische opstand van korte duur was in Libanon en het niet veel resultaten heeft
geboekt, heeft het wel invloed gehad op de seculiere bewegingen in Libanon. Velen van hen kregen
een boost dankzij de Arabische Lente waardoor ze voor het eerst sinds de Laïque Pride in 2010 in
grote getallen de straat optrokken. Eén van de bewegingen achter de manifestaties in 2011 was de
seculiere club van de American University of Beirut. Zij trokken enkele lessen uit de korte levensduur
van de ‘Libanese Arabische opstand’. Zo zullen zij vanaf nu ‘the people want to bring down the
sectarian regime’ niet meer als slagzin gebruiken, maar eerder de eis voor een civiele staat. De roep
36
om een civiele staat impliceert volgens hen veel meer dan enkel een seculiere staat, ook
vrouwenrechten, persoonlijke status wetten en aandacht voor vluchtelingen vallen hier onder. Dit is
een belangrijke nieuwe aanpak aangezien op die manier een veel breder en meer divers publiek
wordt aangetrokken. Ook de vorming van krachtig onderbouwde drukkingsgroepen, die zich
specialiseren in het eisen en afdwingen van hervormingen, is volgens AUB Secular Club een
noodzakelijke stap vooruit om een sterkere en efficiëntere beweging te bekomen. (Kayssi, 2014)
Waar de anti-confessionele bewegingen bij het begin van de Arabische opstanden een boost kregen
en een enorme hoeveelheid manifestanten op de been kreeg, is het sinds 2011 toch wel achteruit
gegaan. Eenmaal over het euforiemoment heen, bleken de verschillende seculiere bewegingen niet
in staat om een gezamenlijke strategie uit te werken. De Arabische opstanden hebben er wel voor
gezorgd dat het belang van de sociale media in Libanon sterk gegroeid is en dat hebben ook de anti-
confessionele bewegingen gemerkt. Zij gebruiken sociale media als twitter en facebook erg actief om
de Libanezen te herinneren aan het belang van een seculiere samenleving.
2.2 Syrische conflict
Het kan moeilijk verbazen dat het Syrische conflict zijn weerslag heeft op Libanon, Beiroet en
Damascus liggen nauwelijks tachtig kilometer van elkaar verwijderd en de twee landen hebben een
lange gemeenschappelijke geschiedenis. Tot 2005 bezetten Syrische troepen het Libanees
grondgebied en zij verlieten het land pas nadat er naar schatting één miljoen Libanezen de straat
optrokken tijdens de Cederrevolutie. Deze ‘Independence Intifada’ kwam er na de moord op premier
Rafik Hariri die de Syrische invloed in het land probeerde terug te schroeven. (Fisk, 2012) De
verbondenheid tussen Syrië en Libanon komt ook naar voren in de twee grote politieke blokken die
het land verdelen sinds de Cederrevolutie. De 8-Maart Alliantie staat bekend als pro-Syrisch terwijl
de 14-Maart Alliantie als tegenstander gezien wordt. Dat de 8-Maart Alliantie als voorstander van
Syrië gezien wordt, kan niet verbazen aangezien Hezbollah er deel van uit maakt en bekend staat als
een aanhanger van de Syrische president Bashar al-Assad. Dat de Libanese politiek erg verdeeld is
over het Syrische conflict vergroot de spanningen tussen al erg verdeelde politieke groepen, iets wat
de kans op politiek geweld vergroot, en waar enkel een einde aan zal komen op het moment dat ook
de Syrische burgeroorlog eindigt. (Economist Intelligence Unit, 2013, p. 2)
Niet enkel het geweld, aanslagen en bomauto’s zijn toegenomen in Libanon sinds het begin van de
Syrische burgeroorlog, ook de bevolking in het land is erg gegroeid door de crisis in hun buurland.
37
Libanon wordt sinds het begin van het Syrische conflict overspoeld door Syrische vluchtelingen,
volgens de VN is in april 2014 de kaap van één miljoen Syrische vluchtelingen al overschreden.
(United Nations High Commissioner for Refugees, 2014) Het reële aantal ligt waarschijnlijk nog hoger,
aangezien vele Syrische vluchtelingen zich niet officieel registreerden bij de UNHCR en zich verspreid
hebben over vele Libanese steden. Dat meer dan één miljoen vluchtelingen zich vestigen in een land
dat zelf maar vier miljoen inwoners telt, betekent een enorme uitdaging voor de Libanese
samenleving. Niet alleen de watervoorziening, het onderwijs en infrastructuur kunnen deze
toestroom moeilijk aan, ook het confessionele systeem komt onder druk te staan. De Syrische
vluchtelingen die zich doorheen het hele land vestigen, vergroten de spanningen in sommige steden
(Nelson, 2013, p. 368), iets wat vooral voelbaar is in het noordelijke Tripoli. Daar breken regelmatig
gevechten uit die gezien worden als een spill-over van het Syrische conflict. Hier moet bij vermeld
worden dat er in Tripoli ook al sektaire spanningen waren voor het begin de Syrische burgeroorlog.
Als het Syrische conflict blijft aanslepen, is het de vraag of de Syrische vluchtelingen zich ook
permanent zullen vestigen in Libanon en welke status zij gaan krijgen. Ook Palestijnse vluchtelingen
uit de diaspora in 1948 die zich in Libanon vestigden, worden nog steeds niet beschouwd als
Libanezen. Dit ligt moeilijk voor het sektaire regime aangezien zowel de Palestijnse vluchtelingen als
de Syrische vluchtelingen voor het grootste deel uit moslims bestaan, wanneer zij een Libanees
paspoort zouden krijgen, zou de evenredige machtsdeling tussen moslims en christenen in het land
onhoudbaar kunnen worden. (Barnes-Dacey, 2013) Dat Palestijnse vluchtelingen, die zich meer dan
vijftig jaar geleden in Libanon vestigden nog steeds geen officiële verblijfsvergunning hebben, stoot
vele civil society bewegingen tegen de borst. Er zijn dan ook ngo’s en sociale bewegingen opgericht
om te ijveren voor meer rechten voor de Palestijnse vluchtelingen.
Hoewel het erg duidelijk lijkt dat het Syrische conflict zijn weerslag heeft op Libanon, is niet iedereen
ervan overtuigd dat de huidige chaos in Libanon te wijten is aan het Syrische conflict. Mikdashi stelt
dat Libanon al een gebroken land was voor 2011, zowel op politiek, economisch als sociaal vlak. Ook
het sektarische geweld tussen sjiieten en soennieten en globaal geweld waren al in opmars in de hele
regio sinds de invasie van de Verenigde Staten in Irak. (Mikdashi, 2014)
Of het Syrisch conflict nu wel of geen spill-over kent naar Libanon, de anti-confessionele bewegingen
in het land voelen de gevolgen van het conflict in ieder geval wel. Vele organisaties splitsten zich in
pro- en contra-Syrisch regime kampen waardoor de solidariteit verzwakte. Ook de linkse
groeperingen die oorspronkelijk aan de oorsprong stonden van vele groeperingen en de burgers
mobiliseerden, implodeerden en verdwenen uit beeld. Velen werden ontmoedigd uit angst voor het
onbekende wanneer er verandering bereikt zou worden. (al-Saadi, 2014) Zoals eerder gezegd hebben
38
de anti-confessionele bewegingen het tegenwoordig moeilijk om de grote massa te mobiliseren zoals
dat in 2011 nog lukte. De uitbarsting van geweld door zowel plaatselijke als buitenlandse bewegingen
zorgde ervoor dat er minder activiteit plaatsvond en minder demonstraties georganiseerd werden.
Het is echter niet zo dat de anti-confessionele bewegingen geen sympathisanten of aanhangers meer
hebben, maar het activisme speelt zich tegenwoordig eerder op het internet af in plaats van op
straat. (MacKreath, 2013) Ook organisatoren van anti-confessionele manifestaties zelf omschrijven
2013 als een rampjaar. Zij zagen met lede ogen toe hoe georganiseerde bijeenkomsten beïnvloed
werden omdat er dat jaar geen dag voorbij ging zonder dat er zich ergens een veiligheidsprobleem
voordeed. Vele burgers waren bang om iets te ondernemen en ook op de politiek had de Syrische
crisis een verlammend effect. (al-Saadi, 2014) Hoewel de leden van anti-confessionele bewegingen
inderdaad bang waren de straat op te trekken of zich hoorbaar te maken, is de Syrische burgeroorlog
en de spill-over daarvan op Libanon, niet de enige oorzaak dat activisten hun werk stopzetten ook de
eigen structuur en het gebrek aan leiderschap werkten dit in de hand.
Dat de anti-confessionele bewegingen momenteel op een lager pitje werken, wil niet zeggen dat ze
voor altijd zijn verdwenen. Wanneer de Syrische burgeroorlog voorbij is en de bewegingen zich
hebben kunnen heroriënteren en herbronnen over hun aanpak en werkwijzen, zal er in Libanon weer
de ruimte komen om te debatteren en actie te voeren voor een seculiere, non- confessionele
samenleving.
39
DEEL III: CONCLUSIE
Deze masterproef had als doel om een overzicht te creëren van de civil society bewegingen die zich
rechtstreeks of onrechtstreeks inzetten voor een non- confessionele samenleving. Deze bewegingen
engageren zich omdat ze er van overtuigd zijn dat de huidige samenleving, gebaseerd op sektaire
gedachten en wetten, discrimineert op basis van geloofsovertuigingen met als gevolg dat bepaalde
bevolkingsgroepen gemarginaliseerd worden en ongelijke kansen krijgen. Hierbij vestigen zij vooral
de aandacht op het gebrek aan burgerlijke wetgeving waardoor iedere Libanese burger onder de
wetgeving van zijn of haar religieuze autoriteit valt. Dit leidt tot willekeur aangezien de verscheidene
religieuze autoriteiten andere maatstaven, wetten en tradities hanteren. Hoewel ook het politieke
systeem geviseerd wordt, begeven maar weinige anti-confessionele bewegingen zich daadwerkelijk
op het politieke toneel.
Wanneer de verschillende anti-confessionele bewegingen verzameld worden, valt op dat ze
uiteindelijk in vier categorieën onderverdeeld kunnen worden naargelang hun doel of structuur. Als
eerste is er de anti-confessionele beweging an sich, bewegingen die als enige strijdpunt de
afschaffing van het confessionele systeem hebben, alles acties die zij ondernemen, staan dan ook in
het teken van dit ene doel. Een tweede categorie is de seculiere studentenbeweging, zij proberen op
verschillende universiteiten jongeren warm te maken voor een seculiere staat door middel van
lezingen, debatten en manifestaties. Dan zijn er ook nog de anti-confessionele bewegingen met
duidelijke politieke ambities. Zij willen het confessionele systeem aanpakken door zich zelf
rechtstreeks te richten tot de kern van het confessionele systeem om zo van binnenin verandering
teweeg te brengen. Een laatste categorie zijn de trans- confessionele bewegingen, zij hebben vaak
een doel (bijvoorbeeld vrouwenrechten) dat nagestreefd wordt door een heel diverse groep,
ongeacht hun religieuze afkomst. Deze bewegingen steunen een non-confessionele samenleving
omdat deze noodzakelijk wordt geacht voor het bereiken van hun eigen doel.
Er is dus een enorme diversiteit binnen de anti-confessionele beweging en hoewel deze diversiteit
een grote troef is doordat er meer mensen bereikt worden, speelt het ook in hun nadeel. De
verschillende anti-confessionele bewegingen slagen er niet in om zichzelf te verenigen en zo een
gezamenlijk stappenplan uit te werken waardoor ze meer druk kunnen uitoefenen dan dat nu het
geval is. Dit komt enerzijds omdat de bewegingen veel moeite moeten doen om hun voortbestaan
veilig te stellen en anderzijds omdat ze hun eigenheid niet willen verliezen.
40
Verder worden de anti-confessionele bewegingen in hun werking en invloed tegengewerkt door de
Libanese politieke elite. Vooral na de Cederrevolutie in 2005, toen de politieke partijen verdeeld
raakten in twee blokken de 8-Maart Alliantie en de 14-Maart Alliantie, zorgde voor tweestrijd binnen
de anti-confessionele bewegingen zelf. Ook de contradicties tussen wat politici zeggen en wat ze ook
daadwerkelijk doen, zorgt ervoor dat de anti-confessionele bewegingen met moeite vooruitgang
boeken. Zo beweren vele politieke partijen dat ze seculier zijn terwijl ze eigenlijk een sektair bestaan
leiden en evengoed roepen vele politici zichzelf uit als voorstander van een non- confessioneel
systeem terwijl daar in het beleid dat ze voeren niets van terug te vinden is. Deze onwelwillendheid
van de politici kan verklaard worden doordat de politici zich angstvallig proberen vast te klampen aan
de oude, confessionele structuren om zo hun macht en invloed in het cliëntelistische Libanese
systeem te behouden. Misschien kan Nadine Moussa hier verandering in brengen, als lid van (het
intussen ‘slapende’) Take Back Parliament stelt ze zich als eerste vrouw kandidaat voor de
presidentsverkiezingen, en hoewel dit eerder een symbolische daad is, wordt haar kandidatuur
enthousiast gesteund door vele anti-confessionele bewegingen. Die kunnen zich terugvinden in het
programma van Moussa waar vooral het aanpakken van corruptie en het ontwikkelen van een non-
confessionele samenleving centraal staan.
De corrupte en cliëntelistische Libanese politiek zorgt ervoor dat de Libanese burgers politici
wantrouwen en een deel van deze burgers hebben dan ook hoge verwachtingen van de civil society.
Het merendeel van de anti-confessionele bewegingen werd na 2005 opgericht, wat wil zeggen dat de
organisaties prille structuren kennen, iets wat ze erg kwetsbaar en vergankelijk maakt. De tijd dat de
anti-confessionele manifestaties duizenden sympathisanten aantrok, lijkt intussen verleden tijd.
Sinds 2011 zijn er geen grote manifestaties meer geweest en sommige van de anti-confessionele
bewegingen lijken een crisis door te maken en zijn momenteel in slaapstand of zelfs volledig
opgedoekt. De oorzaak hiervan is te vinden bij de euforie van de Arabische opstanden, gevolgd door
de depressie van het Syrische conflict. Bij het uitbreken van de Arabische opstanden in Tunesië en
Egypte, voelden de anti-confessionele bewegingen zich gesterkt door het succes van deze bottum-up
opstanden. En hoewel de seculiere beweging inderdaad duizenden Libanezen de straat op kreeg om
te betogen tegen het sektaire systeem, doofde de euforie al snel. De burgeroorlog in Syrië trok zich
als een donkere wolk richting Libanon en zorgde ervoor dat burgers zich niet meer zo gemakkelijk
lieten overtuigen om de straat op te trekken door het toenemende geweld in het land.
Toch zijn dit niet de enige oorzaken van de crisis waarin de seculiere beweging zich tijdelijk bevindt.
Er moet ook naar de bewegingen zelf gekeken worden. Waar sommige van hen zoals Nasawiya, AUB
Secular Club en het Civil Center for National Initiative gebouwd zijn op stevige structuren en een
41
stabiel leiderschap kennen, zijn anderen zoals Laïque Pride tot stilstand gekomen door gebrek aan
leiderschap en het ontbreken van een duidelijke structuur. Niet alle anti-confessionele bewegingen
verkeren trouwens in crisis. AUB Secular Club kent een groeiend leden aantal en hun lezingen en
debatten zijn keer op keer volzet. Hetzelfde verhaal is te horen bij de recenter opgerichte Secular
Club van de Université Saint-Joseph, wat er op wijst dat het idee van een seculiere samenleving
levend en wel is bij de jongeren. In de toekomst is er dan misschien ook een grotere rol weggelegd
voor de seculiere studentenbewegingen aangezien zij het momenteel zijn die het thema actueel
houden.
De anti-confessionele manifestaties mogen de dag van vandaag dan weinig succesvol zijn, online is
het thema erg levendig. Van facebookpagina’s tot twitter en van internetfora tot blogs met
onderwerpen gaande van de verwerping van het sektaire systeem, het belang van de Libanese
identiteit of de corrupte confessionele politici, worden overspoeld door reacties. Hoewel het op de
Libanese straten stil is, op het internet is de roep om een seculiere staat luid en duidelijk te
weerklinken.
Hoewel de anti-confessionele bewegingen zich momenteel minder in beeld werken, hebben ze de
laatste jaren toch enkele grote successen geboekt. Het schrappen van je religieuze gemeenschap uit
burgerlijke registers en het burgerlijk huwelijk dat stilaan mogelijk wordt, zijn twee successen die
enkel en alleen bereikt zijn door de inzet en het doorzettingsvermogen van verschillende civil society
bewegingen. Hoewel de processen erg traag en moeizaam verlopen, verschuift er wel degelijk iets in
Libanon. De anti-confessionele beweging nu al afschrijven omdat ze een dieptepunt meemaken zou
fout zijn. De kans is groot dat ze zich momenteel herbronnen en reorganiseren en het moment
afwachten om terug de straat op te komen. De roep om een seculiere staat heeft te luid
weerklonken om nu in de vergetelheid te raken.
42
Bibliografie
Central Intelligence Agency. (1988). Contemporary distribution of Lebanon's main religious groups.
Washington D.C., United States. From: http://www.loc.gov/item/91684898/#about-this-item
05AMAM. (n.d.). 05AMAM,Stop Sectarianism Campaign. Retrieved februari 2014, from 05AMAM:
http://www.05amam.org/
AbiYaghi, M.-N. (2012). Civil mobilisation and peace in Lebanon, beyond the reach of the Arab Spring.
Retrieved maart 2014, from Conciliation resources: http://www.c-r.org/accord-article/civil-
mobilisation-and-peace-lebanon
al-Saadi, Y. (2014, januari 14). Have Beirut's social movements died? al-Akhbar.
Anderson, B. (2011, maart 9). The student movement in 1968. Retrieved april 15, 2014, from
Jadaliyya: http://www.jadaliyya.com/pages/index/838/the-student-movement-in-1968
Asmar, C., Kisirwani, M., & Springborg, R. (1999, herfst). Clash of politics of civilizations? Sectarianism
among youth in Lebanon. Arab Studies Quarterly, 21(4), 35-64.
Barnes-Dacey, J. (2013, juni 19). Syria: the view from Lebanon. Retrieved april 2014, from European
Council on Foreign Relations:
http://ecfr.eu/content/entry/commentary_syria_the_view_from_lebanon140
Canadians for Justice and Peace in the Middle East. (2007, Mei). Factsheet: understanding Lebanese
confessionalism. CJPME factsheet(26), 1-2.
Central Intelligence Agency. (2014, april 16). The World Factbook, Lebanon. Retrieved april 19, 2014,
from Central Intelligence Agency: https://www.cia.gov/library/publications/the-world-
factbook/
d'Aspremont, G. (2011, december 23). The Development of Civil Society in Lebanon from the
Ottoman Empire to the XXIst century: A driver of political changes? Medea, European
Institute for Research on Mediterranean and Euro-Arab cooperation.
Economist Intelligence Unit. (2013). Country report Lebanon 2013. London, UK: Economist
Intelligence Unit.
El Houri, W. (2012, mei 27). Doing politics in a bazaar of causes. Al Akhbar.
Elali, N. (2012, mei 4). The march for secularism. Retrieved februari 2014, from Now Lebanon:
https://now.mmedia.me/lb/en/interviews/the_march_for_secularism1
Faour, M. (1991, oktober). The demography of Lebanon: a reappraisal. Middle Eastern Studies(27),
631-641.
Fielder, L. (2011, maart 10-16). Lebanon, your turn has come. Al-Ahram Weekly.
Fisk, R. (2012, augustus 17). Syria's conflict has crossed the border, and the ghost of Lebanon's civil
war returns. Belfast Telegraph.
43
Gino. (2011, maart 20). The first steps towards a secular Lebanon (hint: not just protesting). Retrieved
mei 2014, from Gino's blog: http://ginosblog.com/2011/03/20/the-first-step-towards-a-
secular-lebanon-hint-not-just-protesting/
Haddad, S. (2002). Cultural diversity and sectarian attitudes in postwar Lebanon. Journal of ethnic
and migration studies, 28(2), 291-306.
Haddad, S. (2009). Lebanon: from consociationalism to conciliation. Nationalism and ethnic politics,
15(3), 398-416.
Hatem, Y. (2013, juli 29). Ten Questions for Nasawiya. Now.Lebanon.
Hazran, Y. (2009, June). The Shiite community in Lebanon: from marginalization to ascendancy.
Brandeis University, Middle East brief., 7. Retrieved from:
http://www.brandeis.edu/crown/publications/meb/MEB37.pdf op 6 maart 2014
Jaoude, R. A. (2014, januari 10). Civil marriage is legal in Lebanon: experts. Daily Star, p. 3.
Jaoude, R. A. (2014, april 3). Sleiman launches long-awaited bill to decentralize government. The
Daily Star Lebanon, p. 3.
Joey Ayoub. (2014, april 30). Nadine Moussa's presidential plan. Retrieved mei 2014, from Hummus
for thought: http://hummusforthought.com/2014/04/30/goals-of-candidate-nadine-moussa-
for-the-presidential-elections/
Karouny, M., & Bassam, L. (2013, mei 31). Lebanon's deadlocked parliament postpones June election.
Reuters.
Kayssi, I. (2014, april 28). Werking en doelen van AUB Secular Club. (K. Behets, Interviewer)
Khatib, L. (2012). Image politics in the Middle East: The role of the visual in political struggle. London:
I.B.Tauris & Co Ltd.
Knio, K. (2005, juli). Lebanon: Cedar Revolution or neo-sectarian partition? Mediterranean Politics,
10(2), 225-231.
Knutsen, E. (2014, april 23). Woman breaks taboos, announces candidacy. The Daily Star.
Lebanese Laïque Pride. (2009). Lebanese Laïque Pride. Retrieved februari 2014, from Facebook:
https://www.facebook.com/laiquepride/info
Maaroufi, M. (2014). Can Lebanon's secular youth take back Parliament.
http://lb.boell.org/sites/default/files/take_back_the_parliament.pdf.
MacKreath, H. (2013, juli 9). What is happening to civil society in a disunited Lebanon? Retrieved
maar 14, 2014, from Open Democracy: - http://www.opendemocracy.net/helen-
mackreath/what-is-happening-to-civil-society-in-disunited-lebanon
Maréchal, B. en Zemni, S. (2013) The Dynamics of Sunni-Shia relationship. Hurst & Company,
London.
44
Makdisi, U. (1996, juli). Reconstructing the Nation-State: the modernity of sectarianism in Lebanon.
Middle East Report, 23-27.
Meier, D. (2013, mei). The effects of Arab spring and Syrian uprising on Lebanon. Retrieved from
Lebanese studies: http://lebanesestudies.com/wp-content/uploads/2013/10/daniel-May-
Mhanna, A. (2011, mei 13). Challenges facing cross-sectarian political parties and movements in
Lebanon. Retrieved april 2014, from Democratic Renewal Movement:
http://www.tajaddod.org/pdf/challenges_facing_cross-sectarian_parties.pdf
Middle East Monitor. (2014, april 23). First female candidate decides to run for president in Lebanon.
Middle East Monitor.
Mikdashi, M. (2011, februari 15). Tunesia, Egypt, Lebanon? Jadaliyya.
Mikdashi, M. (2014, januari 5). Within the dreaming: imagining a different Lebanon. Jadaliyya.
Milligan, M. (2012). How to slice the pie: Lebanon's electoral law. Carnegie endowment for
international peace. Retrieved from http://carnegieendowment.org/2012/05/24/how-to-
slice-pie-reforming-lebanon-s-electoral-law/fcmh Geciteerd in Nelson, S. (2013) p.372. Is
Lebanon's confessional system sustainable? Journal of Politics and International Studies(9),
332-387.
Muhanna, E. (2010, maart 4). The end of political confessionalism in Lebanon. The National.
Muhanna, E. (2013, januari 26). Will civil marriage end Lebanon's confessional system? Jadaliyya.
Retvieved from http://www.jadaliyya.com/pages/index/9796/will-civil-marriage-end-
lebanon%E2%80%99s-confessional-sys
Nasawiya. (2010, januari). Nasawiya. Retrieved april 2014, from Facebook:
https://www.facebook.com/nasawiya/info
Nasr, V. (2006, april). When the Shiiites rise. Foreign affairs, 58-74. Geciteerd in: Maréchal, B. en
Zemni, S. (2013) The dynamics of Sunni-Shia relationships. Pagina 29.
Nelson, S. (2013). Is Lebanon's confessional system sustainable? Journal of Politics and International
Studies(9), 332-387.
Nizar, A.-K. (2007, juli 6). Stagnation rules in Lebanon's secular political parties. The Daily Star.
Ofeish, S. (1999, winter). Lebanon's second republic: secular talk, sectarian application. Arab Studies
Quarterly(21), 97-116.
Papkova, I. (2013, april 22). Secular Lebanon. Retrieved Maart 2014, from The Revealer:
http://therevealer.org/archives/17403
45
Sustainable Democracy Center. (2006). Youth perceptions of Lebanese laws: the challenges of
confessionalism and citizinship. Retrieved mei 2014, from Sustainable Democracy Center:
http://www.sdclebanon.org/PDF/C-3-
Youth%20National%20Initiative%20to%20Abolish%20Confessionalism.pdf
The "Neo-Assassins". (2013, maart 19). As-Safir. {English translation: Mideastwire.com}
The Sustainable Democracy Center. (2002). Youth national initiative to abolish confessionalism.
Retrieved mei 2014, from The Sustainable Democracy Center: http://sdclebanon.org/
(1989). The Taif Agreement. Saoedi-Arabië. Retrieved from The Taif agreement.
http://www.un.int/wcm/webdav/site/lebanon/shared/documents/Constitution/The%20Taif
%20Agreement%20%28English%20Version%29%20.pdf
Transparency International. (2013). Corruption perceptions index 2013. Retrieved april 24, 2014, from
Transparency International: http://cpi.transparency.org/cpi2013/results/#myAnchor2
United Nations High Commissioner for Refugees. (2014, april 3). The number of Syrian refugees in
Lebanon passes the 1 million mark. Retrieved mei 2014, from UNHCR, the UN refugee
agency: http://www.unhcr.org/533c1d5b9.html
Zouk, N. (2007, juli 11). New organization aims to create a civil state in Lebanon. the Daily Star.
Bibliografie figuren Figuur 1: Central Intelligence Agency. (1988). Contemporary distribution of Lebanon's main religious
groups. Washington D.C., United States. From: http://www.loc.gov/item/91684898/#about-
this-item
Figuur 2: Asmar, C., Kisirwani, M., & Springborg, R. (1999, herfst). Clash of politics of civilizations?
Sectarianism among youth in Lebanon. Arab Studies Quarterly, 21(4), 35-64.