WERKDOCUMENT DD 20 - GISWest...De gebruikte materialen dienen zowel eigentijds, duurzaam als...

17
49 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Transcript of WERKDOCUMENT DD 20 - GISWest...De gebruikte materialen dienen zowel eigentijds, duurzaam als...

  • 49 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey

    STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

  • 50 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey

    INHOUD

    ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

    ZONE 1 WOONGEBIED

    ZONE 2 ZONE VOOR GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN

    ZONE 3 ZONE VOOR DAGRECREATIE

    ZONE 4 PARKZONE

  • 51 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey

    ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

    Hoofd- en nevenbestemming

    De hoofdbestemming (voor zover in onderhavig dossier vermeld) is die bestemming die meer dan 70 % van de totale vloeroppervlakte (= som van de vloeroppervlaktes van alle bouwlagen) inneemt. De nevenbestemming ( voor zover in onderhavig dossier vermeld) is een bestemming die slechts in ondergeschikte mate toelaatbaar is naast de hoofdbestemming. De nevenbestemming neemt maximum 30% van de totale vloeroppervlakte in. Gemeenschapsvoorzieningen

    Kleinschalige gebouwen en/of constructies dienstig voor gemeenschapsvoorzieningen of openbaar nut kunnen in elke bebouwingszone worden toegelaten voor zover de bouwkarakteristieken (inplanting, gabariet, materiaalgebruik, ...) ervan voldoen aan de voorschriften van de betreffende zone en mits ze in hun exploitatie en/of gebruik geen fundamentele afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende bestemmingszone. Bebouwingspercentage (terreinbezetting)

    Is de verhouding van het grondoppervlakte van één of meer bouwwerken op één terrein of perceel ten aanzien van de totale oppervlakte van het terrein of perceel. De terreinbezetting omhelst de bebouwde delen van het perceel, exclusief de verharde delen. Bouwhoogte

    De hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het aanzetpeil van de inkomdorpel tot de bovenkant kroonlijst of dakrand. Het aanzetpeil van de inkomdorpel ligt max. 40cm hoger dan het peil van het openbaar domein op de rooilijn en aan de inkomdorpel gemeten. Bij geaccidenteerd terrein wordt het maaiveld ter plaatse van de beschouwde gevel als referentie genomen. Voor woningen wordt de max. bouwhoogte uitgedrukt in aantal bouwlagen. Het aantal volle bouwlagen wordt gerekend tussen de inkomdorpel en de bovenkant kroonlijst of dakrand. Bij vaststelling van hoogte gerekend in aantal bouwlagen wordt aan een bouwlaag een max. hoogte van 3,5 meter toegekend, tenzij dit anders wordt bepaald in de betrokken zonevoorschriften (bijvoorbeeld bij wijze van max. kroonlijst- en/of nokhoogte). In die zin wordt de max. bouwhoogte van grootschalige bebouwing enkel uitgedrukt in max. kroon- en/of nokhoogte.

    Handhavingsbepaling

    Gebouwen, verhardingen en alle elementen die hoofdzakelijk vergund zijn kunnen qua bezetting en numerieke voorschriften gehandhaafd blijven. Binnen deze gebouwen kan een normale exploitatie geschieden. Instandhoudingswerken, inclusief het vervangen van geërodeerde of versleten materialen of onderdelen (zoals de dakgebintes), teneinde het gebruik van een gebouw te continueren, zijn toegelaten. Instandhoudingswerken die echter omwille van hun omvang dermate ingrijpend zijn zodat er in feite sprake is van vervangingsbouw, kunnen niet worden toegelaten als ze strijdig zijn met de voorschriften van de betreffende bestemmingszone. Bij vervangings- en nieuwbouw dienen de voorschriften van onderhavig RUP immers nageleefd te worden.

  • 52 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey

    VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING

    1. ZONE 1: WOONGEBIED

    HOOFDCATEGORIE: WONEN

    1.1 BESTEMMING

    1.1.1 Bestemming

    Hoofdbestemming Deze zone is bestemd voor wonen onder de vorm van open en halfopen bebouwing. Eén garage of autostandplaats per woongelegenheid is verplicht.

    Nevenbestemming In nevenbestemming zijn toegestaan:

    Kleinschalige detailhandel diensten kantoren zonder loketfunctie kleinschalige toeristische logies

    De nodige parkeerplaatsen in functie van andere functies dan wonen, dienen voorzien te worden op het perceel.

    De mate van hinder van een bedrijf wordt afgewogen ten opzichte

    van eventuele klachten die ontvangen worden van omwonenden

  • 53 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey

    VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING

    1.2 BEBOUWINGSVOORSCHRIFTEN

    1.2.1 Bij gekoppelde bebouwing zijn de vormgeving, de dakhelling en het aantal bouwlagen van de eerst gebouwde woning richtinggevend voor de tweede woning. De gevelmaterialen dienen harmonisch te zijn. Bij het bouwen op een perceel met een bestaande gevel op één of beide kavelgrenzen moet de nieuwe bebouwing tegen deze gevels worden aangesloten en dient de voorbouwlijn over 2.00m gevolgd te worden. Niet afgewerkte muurdelen waartegen gebouwd wordt of die na het aanbouwen zichtbaar blijven, dienen afgewerkte te worden in waardige, duurzame materialen en één geheel te vormen met een van beide woningen. De laatst bouwende zorgt bij koppeling voor de afwerking van de niet afgewerkte zijgeveldelen.

    1.2.2 Inplantingsvoorschriften

    Afstand ten opzichte van de rooilijn of voorste perceelsgrens: min. 5m – max. 10m.

    Ten opzichte van de gewestweg dient de bouwlijn bij nieuwbouw zich op min 10 m achter de rooilijn te bevinden.

    Afstand tot de zijkavelgrenzen: o Bij koppeling: 0m o Bij niet koppelen: min. 3m in geval van 1 bouwlaag, min. 4m in geval van twee

    bouwlagen. Uitgezonderd bij bijgebouwen: 1m of gekoppeld met gelijkaardige constructies. Afstand tot de achterkavelgrens: min. 5m Uitgezonderd bij bijgebouwen: 1m of gekoppeld met gelijkaardige constructies. Bij hoekpercelen is geen achterkavelgrens gedefinieerd. 1/8 van het hoekperceel,

    palend aan beide perceelgrenzen dient onbebouwd te blijven.

  • 54 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey

    VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING

    1.2.3 Maximale bouwdiepte

    Bij open bebouwing: Gelijkvloers max. 20m, op verdiep max.

    15m

    Bij halfopen bebouwing: op het gelijkvloers max. 15m, op het verdiep max. 12m.

    Deze bouwdieptes gelden mits het respecteren van de inplantingsvoorschriften en de daaruit voortvloeiende bouwvrije stroken.

    1.2.4 Bouwhoogte

    Maximaal 2 bouwlagen plus een onderdakse woonlaag bij hellende daken. De maximale kroonlijsthoogte is 7.00 m.

    1.2.5 Maximale terreinbezetting

    De maximale terreinbezetting is het totaal van het hoofdgebouw en de bijgebouwen. Open bebouwing: max. 250m² Halfopen bebouwing: max. 200m² Deze maximale terreinbezetting geldt mits het respecteren van de inplantingvoorschriften en de daaruit voortvloeiende bouwvrije stroken.

    1.2.6 Dakvorm

    De dakvorm is vrij. Bij hellende daken geldt een minimale helling van 25%

  • 55 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey

    VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING

    1.3 INRICHTING EN BEHEER

    1.3.1 De niet bebouwde delen dienen ingericht te worden als tuinstrook. Kleinschalige constructies als tuinhuisjes, volières, pergola’s, vijvers, terrassen, enz. eigen aan een tuin zijn hierbij toegestaan. De niet bebouwde ruimte kan maximaal 40% verhard worden in functie van opritten, terrassen en voetpaden. De verharding dient hierbij uitgevoerd te worden in waterdoorlatende materialen.

    De niet verharde delen dienen beplant te worden en ingericht als groene ruimte. Binnen onderhavige zone zijn afsluitingen toegestaan met een max. hoogte van 2,00m. Afsluitingen mogen bestaan uit: draadafsluitingen al dan niet met een betonnen onderplaat, metselwerk, hekwerk, levende hagen en hout. Betonnen afsluitingen zijn uitgesloten. Ten opzichte van de gewestweg dienen de afsluitingen te voldoen aan de volgende voorwaarden: Indien de afsluiting uit een lage muur bestaat, heeft deze muur een max

    hoogte van 0.75 m waarop al dan niet een hekwerk komt. Boven 1.50 m moet de afsluiting meer open dan gesloten delen vertonen;

    De afsluitingen aan de wegkruisingen en wegaansluitingen mogen het uitzicht niet benemen boven 0.75 m hoogte;

    In de eerste 2 m van de zone van achteruitbouw vanaf de grens van het gewestdomein of van de eventuele rooilijn zijn beplantingen toegelaten tot max 1.50 m hoogte of 0.75 m hoogte ter hoogte van de wegaansluitingen;

    In de zone van achteruitbouw zijn gemene afsluitingen toegelaten met een max hoogte van 1.50 m;

    De toegangen tot het gewestdomein moeten beperkt blijven tot max 4.50 m breedte.

  • 56 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey

    VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING

    1.3.2 Losstaande constructies of bijgebouwen, fysisch niet aangebouwd aan de hoofdbebouwing, zoals een garage, carport, berging en tuinhuisje kunnen binnen onderhavige zone voorzien worden, mits aan volgende voorwaarden is voldaan: De totale grondoppervlakte van deze bijgebouwen mag niet meer bedragen

    dan 40m², De inplanting op 0,00m bij koppeling met een gelijkaardige constructie of

    minimum 1,00m van de perceelgrens. Bij koppeling op de perceelgrens met een gelijkaardige constructie op het

    aanpalend perceel dient een harmonieuze koppeling/aaneenschakeling te gebeuren met een gelijkaardige constructie.

    De gebruikte materialen dienen zowel eigentijds, duurzaam als esthetisch verantwoord te zijn.

    De kroonlijsthoogte maximum 2,5m, nokhoogte maximaal 4,00m, dakhelling max. 45°.

    Carports Het plaatsen van carports naast de woning wordt toegelaten onder volgende

    beperkende voorwaarden: - een carport is een constructie die minstens langs twee zijden een open structuur

    vertoont. - materiaalkeuze in harmonie met het hoofdgebouw. - een carportconstructie wordt slechts toegelaten voor zover ruimtelijk

    verantwoord. - plaatsing tot op 1m van de perceelgrens is toegestaan (in geval van open

    constructie aan deze zijde) of op de perceelgrens, als er een volledig gesloten, draagkrachtige afsluiting wordt voorzien en mits koppeling.

    - bouwlijn van de carport dient te starten op min. 3m achter de bouwlijn van de woning.

    - maximum oppervlakte 21m². - maximum hoogte: 3m - enkel mogelijk aan één zijde van de woning

  • 57 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey

    VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING

    2. ZONE 2: ZONE VOOR GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN

    HOOFDCATEGORIE: GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN

    2.1 BESTEMMING

    2.1.1 Hoofdbestemming

    Deze zone is bestemd voor de inplanting van gemeenschapsfuncties en openbare nutsvoorziening.

    2.2 BEBOUWINGSVOORSCHRIFTEN

    2.2.2 Bouwhoogte Maximale bouwhoogte 12 m Dakvorm De dakvorm is vrij. Bij hellend dak max. 45° Maximale terreinbezetting Maximale terreinbezetting voor bebouwing is maximaal 70% van de totale zone.

  • 58 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey

    VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING

    2.3 INRICHTING EN BEHEER

    2.3.1 Verhardingen

    Maximaal 80% van de niet bebouwde delen mogen verhard worden. Voor de aanleg van verhardingen dient ermee rekening gehouden te worden dat het hemelwater de mogelijkheid moet krijgen om maximaal door te dringen in de ondergrond door afleiding van het hemelwater naar de onverharde delen, hetzij door waterdoorlatende materialen te gebruiken, tenzij dit vanuit andere regelgeving niet is toegestaan.

    Er wordt hier bewust een hoog verhardingspercentage voorzien, omdat dit in werkelijkheid overeen komt met de bestaande situatie. Binnen het plangebied wordt deze zone zeer compact gehouden. Ze is voornamelijk ingevuld met schoolgebouwen en bijhorende verhardingen.

    2.3.2 Parkeerplaatsen

    De inrichting van een voldoende aantal parkeerplaatsen op eigen terrein voor de opvang van de voertuigen van het personeel en de bezoekers is noodzakelijk.

    2.3.4 Afsluitingen

    Iedere esthetisch verantwoorde afsluiting met een maximale hoogte van 2 m is binnen deze zone toegelaten, mits deze voor het straatbeeld en de omgeving visueel niet storend is.

    Indien de afsluiting uit een lage muur bestaat, heeft deze muur een maximum hoogte van 0.75 m, waarop al dan niet een hekwerk komt, de totale hoogte mag 2.25 m niet overschrijden.

    Boven 1.50 m moet de afsluiting meer open dan gesloten zijn.

    Indien de afsluiting uit een groene haag bestaat, wordt deze ingeplant op 0.50 m achter de grens met het openbaar domein. De haag mag niet meer dan 1.50 m stamhoogte hebben.

    Hekken mogen bij het openen niet over het wegdomein draaien.

  • 59 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey

    VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING

    De afsluitingen aan de wegkruisingen en wegaansluitingen mogen het uitzicht niet benemen boven 0.75 m hoogte.

    2.3.5 Groenaanleg

    Het gedeelte van het terrein dat niet bebouwd of verhard wordt, wordt ingericht als groene

    zone. De groenaanleg heeft een esthetische functie. De beplanting dient te worden

    aangelegd op een uniforme wijze met streekeigen soorten, die afgestemd zijn op de

    plaatselijke bodemcondities.

  • 60 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey

    VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING

    3. ZONE 3: ZONE VOOR DAGRECREATIE

    HOOFDCATEGORIE: RECEATIE

    3.1 BESTEMMING

    3.1.1 Bestemming

    Het gebied is bestemd voor dagrecreatie. Voor de site ‘De Miere’ is de functie jeugdverblijf tevens toegelaten. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het realiseren van de bestemming, zijn toegelaten. De minimaal benodigde accommodatie in functie van sport- en spelactiviteiten, ondersteunende horeca, interne ontsluitingswegen en parkeervoorzieningen zijn tevens toegelaten. Ondersteunende horeca blijft beperkt in omvang en heeft een directe link met de sport- en spelactiviteiten. De oppervlakte wordt beperkt tot 100 m² per gebouw. De volgende werken, handelingen en wijzigingen zijn eveneens toegelaten: - de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden; - het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen. Bestaande openbare wegen en nutsleidingen kunnen verplaatst worden voor zover dat noodzakelijk is voor de kwaliteit van het leefmilieu, het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het natuurlijke milieu.

    3.1.2 Bebouwing

    Elke vorm van bebouwing, zijnde constructies, bouwwerken en overkappingen in functie van recreatie en sport zijn toegelaten.

    De zone kan maximaal voor 30 % bebouwd worden.

  • 61 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey

    VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING

    De inplanting van de gebouwen gebeurt met zorg voor de omgevingsaspecten. Gebouwen worden geclusterd voorzien.

    De maximale hoogte van de gebouwen bedraagt 14,0 meter. Technische voorzieningen (zoals airco, schoorstenen,…) kunnen afwijken van deze maximaal toegelaten bouwhoogtes, mits deze niet opvallend waarneembaar zijn van op het openbaar domein.

    Het volume moet qua uiterlijk, profiel, plaatsing, vormen en kleuren, materialen, evenals qua verhoudingen zodanig zijn dat het bouwwerk een harmonisch geheel vormt met de omgeving. Vormgeving en materiaalgebruik moet een optimale integratie in de omgeving garanderen. De materiaalkeuze moet esthetisch verantwoord zijn en de architectuur ondersteunen.

    Alle materialen zijn duurzaam. Het plaatsen van zonnepanelen en andere installaties voor de opwekking van alternatieve energie is toegelaten.

    3.1.3 Overdruk beschermd dorpsgezicht Enkel onderhouds- en instandhoudingswerken die het behoud en/of herstel van de erfgoedwaarden beogen zijn toegelaten; Het gebied is bestemd voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijk en cultuurhistorische waarde; Het plaatsen van zonnepanelen is niet toegelaten als de panelen zichtbaar zijn vanop de openbare weg; Aanleggen van terrassen, windschermen,… kan indien de constructies verwijderbaar zijn, in sober en duurzame materialen worden opgetrokken en in harmonie zijn met de omgeving.

  • 62 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey

    VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING

    3.2 INRICHTING EN BEHEER

    3.2.1 De zone wordt aangelegd in functie van sport en recreatie en in functie van landschappelijke inkleding. Alle werken voor de aanleg en het onderhoud van de zone in functie van sport en recreatie alsook in functie van de landschappelijke inpassing zijn toegelaten.

    Verhardingen worden beperkt tot wat strikt noodzakelijk is en worden bij voorkeur voorzien in waterdoorlatende verhardingen. De totale oppervlakte wordt beperkt tot 5 % van de zone.

    De bestaande beken, grachten en waterpartijen dienen maximaal behouden en versterkt te worden. De aanleg en het onderhoud ervan dienen de natuurwaarden te versterken. Een laagdynamisch recreatief medegebruik is toegelaten.

    Deze voorschriften zijn niet van toepassing op de zone met

    overdruk.

    Bij de stedenbouwkundige aanvraag dient de invulling van de

    groenzone door middel van een beplantingsplan beschreven te

    worden.

  • 63 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey

    VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING

    4. ZONE 4: PARKGEBIED

    HOOFDCATEGORIE: OVERIG GROEN

    4.1 BESTEMMING

    4.1.1 Bestemming

    Het gebied is bestemd voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van een park of parken. Dit gebied heeft ook een sociale functie. Binnen dit gebied zijn natuurbehoud, bosbouw, landschapszorg en recreatie nevengeschikte functies. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor deze functies zijn toegelaten. De genoemde werken, handelingen en wijzigingen zijn toegelaten voor zover de ruimtelijke samenhang in het gebied, de cultuurhistorische waarden, horticulturele waarden landschapswaarden en natuurwaarden in het gebied bewaard blijven.. Binnen het gebied is landbouw een ondergeschikte functie. Werken, handelingen en wijzigingen met het oog op de bestaande landbouwactiviteiten zijn toegelaten, met uitzondering van het oprichten van gebouwen en gelijkaardige constructies.

    4.1.2 Overdruk beschermd dorpsgezicht

    In de zone staat het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarde voorop;

    Groenaanleg is mogelijk met niet autochtone planten. Gezien we ons hier in een parkgebied bevinden, is het mogelijk dat er momenteel reeds niet autochtone planten aanwezig zijn;

    Zacht recreatief medegebruik in het park is toelaatbaar voor zover dit de draagkracht van het park en de omgeving niet overschrijdt;

    Binnen het park dienen verharde paden te een minimum beperkt te worden. Alleen in functie van bereikbaarheid kan het mogelijk zijn dat een verhard pad aangelegd dient te worden om het kasteel integraal toegankelijk te maken.

  • 64 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey

    VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING

    Reliëfwijzigingen zijn enkel toegestaan in functie van historisch herstel van de Engelse landschapstuin;

    Enkel onderhouds- en instandhoudingswerken die het behoud en/of herstel van de erfgoedwaarden beogen zijn toegelaten;

    Het plaatsen van zonnepanelen is niet toegelaten als de panelen zichtbaar zijn vanop de openbare weg;

    Aanleggen van terrassen, windschermen,… kan indien de constructies verwijderbaar zijn, in sober en duurzame materialen worden opgetrokken en in harmonie zijn met de omgeving.

    4.1.3 Bebouwing

    In bestaande vergunde gebouwen kunnen behalve de activiteiten voor de realisatie van de bovenvermelde functies, ook de volgende activiteiten toegelaten worden: - wonen; - horeca en hotelfunctie; - diensten; - nuts- en gemeenschapsvoorziening; - socioculturele voorzieningen; - kantoren; - recreatievoorzieningen. Deze kunnen enkel toegelaten worden op voorwaarde dat het laagdynamische karakter van het parkgebied niet in het gedrang wordt gebracht, in het bijzonder wat betreft de mobiliteit. Alle instandhoudingswerken, ook structurele, zijn aan die gebouwen toegelaten. Daarnaast zijn toegelaten: - verbouwen en uitbreiden van het bestaande kasteel kan mits te voldoen aan de volgende voorwaarden: De uitbreiding betreft maximaal 10 % van het bestaande volume; De cultuurhistorische waarde van het kasteel wordt bewaard en versterkt.

  • 65 GRUP TER BORCHT | Studiebureau Demey

    VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING

    4.2 INRICHTING EN BEHEER

    4.2.1 Groenaanleg

    De groenaanleg in deze zone dient de bestaande ecologische en biologische kwaliteiten te versterken en/of verder te ontwikkelen. Alle werken om het watersysteem in dit gebied te versterken zijn toegelaten. Alle werken dienen in functie te staan van een maximale natuurlijke ontwikkeling van het watersysteem. De beplanting dient te worden aangelegd met streekeigen soorten, die afgestemd zijn op de plaatselijke bodemcondities. De bestaande beken, grachten en waterpartijen dienen maximaal behouden en versterkt te worden. De aanleg en het onderhoud ervan dienen de natuurwaarden te versterken. Een laagdynamisch recreatief medegebruik is toegelaten.

    Deze voorschriften zijn niet van toepassing op de zone met overdruk.

    4.2.2 Constructies

    Kleinschalige constructies in functie van sport, recreatie en cultuur zijn toegelaten in de volledige zone. Deze hebben een maximale oppervlakte van 10 m² per constructie. De totale oppervlakte wordt beperkt tot 100 m². Reliëfwijzigingen zijn toegelaten in functie van de natuurlijke ontwikkeling van het terrein maar ook in functie van de sportbeleving.

    Deze voorschriften zijn niet van toepassing op de zone met overdruk.

    4.2.3 Paden / verhardingen

    Het aanleggen van paden en verhardingen in functie van de toegankelijkheid zijn toegelaten. Deze paden dienen steeds in waterdoorlatende materialen voorzien te worden. Ze dienen tot een minimum beperkt te worden en beslaan maximaal 5 % van de volledige zone.

    Deze voorschriften zijn niet van toepassing op de zone met overdruk.