4/ VOORSCHRIFTEN

ART. 0 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

Art 0.1 afstemming categorieën van gebiedsaanduiding Vlaamse CodexIn artikel 2.2.3, §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, goedgekeurd bij besluit van de Vlaamse Regering op 15 mei 2009, wordt opgelegd dat een stedenbouwkundig voorschrift ten allen tijden sorteert onder een categorie of subcategorie van gebiedsaanduiding. In TABEL 2 wordt aangegeven in welke categorie elke bestemmingszone uit voorliggend RUP valt.

Art 0.2 overzicht bestemmingTABEL 3 geeft een overzicht van alle toegelaten functies zoals beschreven in artikels 1 tot en met 4

Art 0.3 VergunningsplichtigAanvullend op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is het rooien van hoogstammige bomen, zijnde bomen met een stamomtrek van meer dan 0,5m op 1 meter hoogte van het maaiveld, vergunningsplichtig in het parkgebied (Art1) en recreactiegebied (Art2).

Art 0.4 Advies archeologie en vooronderzoekBinnen het plangebied wordt steeds advies gevraagd aan de (inter-)gemeentelijke dienst archeologie voor ingrepen met een projectgebied groter dan 2500m2 waarbij de bodem verstoord wordt. De bodem wordt verstoord vanaf het moment dat men dieper graaft dan 0,5m. Voor werken binnen de op het grafisch plan aangeduide perimeter "onderzoekzone archeologie" moet een vooronderzoek archeologie bij de vergunningsaanvraag toegevoegd worden.

Categorieën Vlaams Gewest Bestemmingszones RUP Hoornstraat(6°) “overig groen”(b)“parkgebied”, in hoofdzaak bestemd voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van een park of parken

Art1 Parkgebied

(3°) “recreatie”in hoofdzaak bestemd voor recreatie, dagrecreatie en/of verblijfsrecreatie

Art2 Recreatiegebied

(6°) “overig groen”(a) “gemengd openruimtegebied”waarbij natuurbehoud, bosbouw, landschapszorg, landbouw en recreatie nevengeschikte functies zijn

Art3 Gemengd open ruimtegebied

(3°) “landbouw”, (a) “agrarisch gebied”in hoofdzaak bestemd voor beroepslandbouw

Art4 Bouwvrij agrarisch gebied

functie Art1Parkgebied

Art2Recreatiegebied

Art3Open ruimte-gebied

Art4Bouwvrij agrarisch gebied

wonen X* X* X*

kantoren, dienstverlening X* X* X*

zorgwonen (serviceflats), zorgfuncties X X X

café, restaurant, dbed& breakfast X* X

vakantieverblijven: hotel, vakantiehuis, groepsaccomoda-ties, jeugdlogies, zorgverblijven, ...

X**

camping X***

laagdynamische sport- en recreatievoorzieningen X X

lokale en laagdynamische socio-culturele en educatieve voorzieningen

X X X

proeftuin X X

manege, kinderboerderij, dierenasiel X X

landbouwbedrijf X**** X****

TABEL 3 – OVERZICHT BESTEMMINGEN* enkel in de bestaande bebouwing, voor wonen maximaal één wooneenheid per perceel, voor kantoren beperkt tot 100m2 ** maximaal 40 verblijfseenheden in “permanente constructies” *** maximaal ruimte voor 80 kampeerplaasten of “niet-peramanente constructies”**** Landbouwactiviteiten zijn toegestaan met uitzondering van het oprichten van bedrijfsgebouwen, stallen en vergelijkbare constructies.

Art 0.5 DraagkrachtDe aard en grootte van de functie, de typologie en schaal van een project worden afgetoetst aan de draagkracht van de omgeving. De functie kan overlast genereren door middel van onder andere geluidsproductie, parkeerdruk, mobiliteitsgeneratie, laden en lossen, dag- en nachtactiviteiten. Indien de te verwachten overlast te groot is tegenover de draagkracht van de omgeving, kan een vermindering van het programma, een vermenging van functies of andere bijkomende maatregelen opgelegd worden.Bij elke inpassing van een nieuwe functie wordt ten minste aandacht besteed aan:- de relatie met de in de omgeving aanwezige functies;- de invloed op de omgeving wat het aantal te verwachten gebruikers

of bezoekers betreft;- de invloed op de mobiliteit en de verkeersleefbaarheid;- de relatie met de in de omgeving van het gebied vastgelegde

bestemmingen.- De landschappelijke kwaliteit van het openruimtegebied.

Art 0.6 Definities- Bouwlaag: Horizontaal doorlopend gedeelte van een gebouw dat

door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met inbegrip van het gelijkvloers en met uitsluiting van de kelder en zolder.

- Verblijfseenheid: Een verblijfseenheid (vakantiehuisje, hotelkamer, gastenverblijf, ...) biedt ruimte voor maximaal 4 personen en is beperkt tot een oppervlakte van 60m2. Elk verblijf is tijdelijk, permanente bewoning in een verblijfseenheid is niet toegelaten.

TABEL 2 – AFSTEMMING CATEGORIEËN VAN GEBIEDSAANDUIDING VLAAMSE CODEX

33

PLAN C - GRAFISCH PLAN

ART. 1 PARKGEBIED

Art 1.1 BESTEMMINGHet gebied is bestemd voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van een park. Binnen dit gebied zijn natuurbehoud, bosbouw, landschapszorg en recreatie nevengeschikte functies. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor deze functies zijn toegelaten. Delen van het park mogen een privaat karakter hebben en dus ingericht worden als tuinen horende bij de aanwezige functies.

Dit gebied heeft ook een sociale functie. Volgende functies zijn daarom in het parkgebied toegelaten:- assistentiewoningen- lokale en laagdynamische sport- en recreatievoorzieningen- lokale en laagdynamische socio-culturele en educatieve

voorzieningen

Volgende functies zijn in het parkgebied toegelaten, maar enkel in de bestaande bebouwing gelegen langs de Hoornstraat en de uitbreidingen ervan zoals beschreven in Art 1.2:- wonen, met een maximum van één eengezinswoning per perceel - kantoor- of dienstenfunctie die aan het landbouwbedrijf of wonen

complementair is, tot een maximum van 100 m2, en waarbij de landbouw- of woonfunctie een grotere oppervlakte beslaat dan de complementaire functie

- café, restaurant, bed & breakfastVolgende werken, handelingen en wijzigingen zijn eveneens toegelaten: - de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de

parkstructuur en van de landschapswaarden.

Art 1.2 INRICHTINGBouwzone- Bouwzone 1.A: aan het voormalige klooster mag enkel gebouwd

worden in de op het grafisch plan aangegeven deelzones.- Bouwzone 1.B: langsheen de Hoornstraat mag gebouwd worden

in de op het grafisch plan aangegeven deelzone. Bij vervanging van de bestaande bebouwing hoeft niet op de bestaande bouwlocatie gebouwd te worden.

Bouwenveloppe- Bouwzone 1.A: de footprint van de bebouwing in de deelzone aan

het klooster bedraagt maximaal 2500m2.- Bouwzone 1.B: Bij herbouwen of uitbreiden van de bestaande

bebouwing mag de footprint van de bebouwing met maximaal 20% toenemen. De footprint van de bebouwing op het onbebouwde perceel bedraagt maximaal 500m2. Bestaande vergunde woningen kunnen worden uitgebreid, voor zover de uitbreiding – met inbegrip van de woningbijgebouwen, die er fysiek één geheel mee vormen – slechts leidt tot een maximaal bouwvolume van 1000m3. Het volume van de herbouwde woning blijft beperkt tot 1.000m3, ook indien het bestaande bouwvolume meer dan 1.000m3 bedraagt.

Bouwhoogte- Bouwzone 1.A: de bouwhoogte aan het voormalige klooster

wordt beperkt tot 4 bouwlagen. Een bijkomende dakverdieping of technische verdieping is niet toegestaan.

- Bouwzone 1.B: de bouwhoogte langsheen de Hoornstraat wordt beperkt tot 2 bouwlagen met dak.

- Voor de bouwlagen geldt een maximale hoogte van 4 m op het gelijkvloers en 3 m 50 voor de bouwlagen vanaf de eerste verdieping.

Erfgoed- Het pand in de Kasteeldreef nr 3, opgenomen op de inventaris

van waardevol bouwkundig erfgoed als het zogenaamde "waterkasteel" dient behouden te blijven. Sloop van het pand is niet toegelaten. Verbouwing, uitbreiding en herbestemming, conform de voorschriften van dit artikale kunnen wel, voor zover ze de erfgoedwaarde van het pand niet aantasten. Het pand wordt als "waardevol te behouden erfgoed" op het grafisch plan aangeduid.

Het "waterkasteel" vormt een losse entiteit binnen het parkgebied. tussen het gebouw en de overige gebouwen binnen de bouwzone dient een een groene onbebouwde corridor behouden te blijven waardoor het "waterkasteel" een solitair object blijft binnen het park.

Parkeren en toegangen voor auto-ontsluiting- Bouwzone 1.A: bij uitbreiding van het woonzorgcentrum dient

de ontsluiting georganiseerd te worden van het volledige woonzorgcentrum (inclusief het reeds vergunde deel) via de Hoornstraat. De toegang voor wagens vanaf de Kasteeldreef dient te worden opgeheven. Het parkeren van het volledige woonzorgcentrum dient bij uitbreiding ondergronds georganiseerd te worden, onder het bouwvolume van het woonzorgcentrum. Reeds vergunde bovengrondse parkeerplaatsen dienen te worden vervangen door ondergrondse plaatsen

- Bouwzone 1.B: elk perceel langsheen de Hoornstraat kent slechts 1 toegang voor auto-ontsluiting, zoals indicatief aangeduid op het grafisch plan. Het parkeren dient georganiseerd te worden binnen de bouwzone.

- Een publieke parking kan in het parkgebied in openlucht voorzien worden in functie van de ontsluiting van het park, zoals indicatief aangeduid op het grafisch plan. De publieke parking is enkel bereikbaar voor wagens via de Hoornstraat.

- Bij elke bouwaanvraag dient steeds de locatie en het aantal bijhorende parkeergelegenheden aangegeven te worden.

Padennetwerk voor voetgangers en fietsers- Doorheen het parkgebied dient een publiek toegankelijk

padennetwerk voorzien te worden, zoals schematisch weergegeven op het grafisch plan.

- Het parkgebied kent minimaal drie publieke toegangen, namelijk in de Hoornstraat, Mexicostraat en Kasteeldreef, zoals schematisch aangegeven op het grafisch plan.

- Op de publieke parking dienen fietsenstallingen te worden voorzien.

Open ruimte- De open ruimte dient ingericht te worden als parkruimte.- Het groene karakter van het parkgebied primeert. Verharding wordt

daarom beperkt. De percelen gelegen aan de Hoornstraat mogen voor maximaal 25% van het oppervlak verhard worden, het grote perceel gelegen langs de Kasteeldreef mag voor maximaal 10% van het oppervlak verhard worden. Verhardingen dienen maximaal in waterdoorlatende materialen aangelegd te worden.

- Het parkgebied dient duidelijk begrensd te worden. De randen van het parkgebied dienen een gesloten karakter te hebben. Ze worden daartoe aangeplant met streekeigen en standplaatsgeschikte struiken of heestermassieven en enkele hoogstammen. Deze begroeiing wordt enkel onderbroken ter hoogte van de toegangen tot het Parkgebied. Daar waar dit besloten groenscherm nog niet bestaat dient deze aangeplant te worden.

- In functie van waterbeheer mag de bestaande grachtenstructuur niet gedempt worden. De grachtenstructuur in het parkgebied mag wel uitgebreid worden en er mogen wadi’s aangelegd worden.

- De aanwezige hoogstammige bomen in het gebied dienen behouden te blijven. Ze mogen enkel geveld worden in het kader van een beheersplan dat duidelijk voorziet in herplanting van bomen of indien ze een gevaar vormen voor het normale gebruik van het parkgebied.

- De twee historische karakters in het park dienen behouden te blijven. Het oostelijke deel wordt gekarakteriseerd door een othogonaal grid van dreven met kamers die divers aangeplant kunnen worden. Het westelijke deel wordt gekarakteriseerd door een groot open grasveld, slingerende paden en de kleine vijver.

35

ART. 2 RECREATIEGEBIED

Art 2.1 BESTEMMINGHet gebied is bestemd voor dag- en verblijfsrecreatie.

Volgende recreatieve verblijfsfuncties zijn in het recreatiegebied toegelaten:- Vakantieverblijven met een maximum van 40 verblijfseenheden

in permanente constructies (hotelkamers, gastenverblijven, vakantiewoningen, zorgverblijven, groepsaccomodaties, jeugdlogies, ...). Een verblijfseenheid mag een afzonderlijke vakantieverblijf vormen, zoals een vakantiehuisje of hotelkamer, of samengevoegd worden om grotere groepsaccommodaties of jeugdlogies te vormen.

- Camping met een maximum van 80 verblijfplaatsen voor niet-permanente constructies, zijnde standsplaatsen voor tenten, caravans of campers.

- Een stedenbouwkundige vergunning voor de vakantieverbijven en/of camping kan pas bekomen worden indien deze kadert in een globale aanvraag waarin ook andere recreatieve of socio-culturele voorzieningen zijn opgenomen. Deze functies garanderen dat er voldoende toeristisch-recreatief draagvlak is voor het voorzien van de recreatieve verblijven. De globale aanvraag mag evenwel gefaseerd uitgevoerd worden.

- permanente verblijven zijn niet toegelaten.

Volgende andere functies zijn in het recreatiegebied toegelaten:- café, restaurant- lokale en laagdynamische sport- en recreatievoorzieningen- manege, kinderboerderij, dierenasiel- zorgfuncties op voorwaarde dat deze één functioneel samenhangend

geheel vormen met de aanwezige zorgfuncties in het parkgebied- lokale en laagdynamische socio-culturele en educatieve

voorzieningen, proeftuinEen stedenbouwkundige vergunning voor deze functies kan pas bekomen worden indien deze kadert in een globale aanvraag voor de totale inrichting van de site. De voorziene functies dienen te garanderen dat er voldoende draagvlak is voor het opladen van de site. De globale aanvraag mag evenwel gefaseerd uitgevoerd worden.

Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor het realiseren van de bestemming, zijn toegelaten. Volgende werken, handelingen en wijzigingen zijn eveneens toegelaten: - de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur,

het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden.

Art 2.2 INRICHTINGBouwzone- In het recreatiegebied mag enkel gebouwd worden in de op het

grafisch plan aangegeven bouwzone 2

Bouwhoogte- De bouwhoogte wordt beperkt tot 2 bouwlagen met dak.

Bouwenveloppe- De bebouwing in de bouwzone wordt geconcentreerd in

verschillende volumes. Deze mogen geen aaneengesloten muur van bebouwing vormen. de bouwzones worden doorsneden door minimaal 2 paden. Aan elke zijde van het pad wordt een groene strook voorzien van minimaal 5m

Parkeren en toegangen voor auto-ontsluiting- Ontsluiting van het recreatiegebied is enkel mogelijk via de

Hoornstraat, zoals indicatief aangegeven op het grafisch plan.- Het parkeren dient geclusterd georganiseerd te worden binnen de

bouwzone.- Bij elke bouwaanvraag dient steeds de locatie en het aantal

bijhorende parkeergelegenheden aangegeven te worden.

Padennetwerk voor voetgangers en fietsers- Doorheen het recreatiegebied dient een publiek toegankelijk

padennetwerk voorzien te worden dat rond de westelijke vijver heen loopt en aansluit op de openbare wegenis van de Mexicostraat en op het padennetwerk in het parkgebied, zoals schematisch weergegeven op het grafisch plan.

- Op de parking dienen fietsenstallingen te worden voorzien.

Open ruimte- De open ruimte dient ingericht te worden als recreatiegebied of

open ruimtegebied.- Het groene karakter van de zone primeert. Per perceel mag

maximaal 25% van het oppervlak verhard worden. Verhardingen dienen maximaal in waterdoorlatende materialen aangelegd te worden. De verharding dient ten dienste te staan van de recreatieve functie.

- De doorsteken doorheen de bbouwzone dienen eveneens vergroend te zijn.

- De aanwezige hoogstammige bomen rond de oostelijke vijver dienen behouden te blijven. Ze mogen enkel geveld worden in het kader van een beheersplan dat duidelijk voorziet in herplanting van bomen of indien ze een gevaar vormen voor het normale gebruik van het recreatiegebied.

Vijvers- De oostelijke vijver dient behouden te blijven. - Het bodempeil van de beide vijver mag opgehoogd worden tot een

minimale diepte van 2,5m.- De westelijke vijver mag deels of volledig gedempt worden, maar

enkel in het kader van een stedenbouwkundige aanvraag voor een totale invulling van de site. De aanvraag dient, in het geval vakantiewoningen op de site voorzien worden, voldoende aan te tonen dat het toeristisch-recreatief potentieel van de bestaande vijver niet noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de site tot recreatief gebied.

ART. 3 GEMENGD OPEN RUIMTEGEBIED

Art 3.1 BESTEMMINGBinnen dit gebied zijn natuurbehoud, landschapszorg, landbouw en recreatie nevengeschikte functies. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor deze functies zijn toegelaten.

Het wijzigen van de functie van de bestaande bebouwing kan toegelaten worden, voor zover de bestaande bebouwing op het moment van de vergunningsaanvraag niet verkrot is (de woning wordt beschouwd als verkrot indien ze niet voldoet aan de elementaire eisen van stabiliteit op het moment van de eerste vergunningsaanvraag tot verbouwen), de woning hoofdzakelijk vergund is of geacht wordt vergund te zijn, en voor zover de nieuwe functie betrekking heeft op:- wonen, met een maximum van één eengezinswoning per perceel - zorgfuncties, zorgwonen (serviceflats) - kantoor- of dienstenfunctie die aan het landbouwbedrijf of wonen

complementair is, tot een maximum van 100 m2, en waarbij de landbouw- of woonfunctie een grotere oppervlakte beslaat dan de complementaire functie

- lokale en laagdynamische socio-culturele en educatieve voorzieningen

- manege, kinderboerderij, dierenasiel- het uitdoofscenario voor bestaande bedrijven waarvan de activiteit

bestaat uit opslag/huur en verhuur van goederen. Deze zullen hun beperkte ruimtelijke impact bewaren en bij stopzetting zal geen nieuwe activiteit kunnen opgestart worden.

Volgende werken, handelingen en wijzigingen zijn eveneens toegelaten: - het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op het

al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer;

- het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen;

- de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden.

- het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur die gericht op het gebruik van het gebied voor landbouw of hobbylandbouw.

Het gebied is ook bestemd voor de beroepslandbouw, maar het open ruimte karakter primeert:- Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor

de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten, , met uitzondering van het oprichten van bedrijfsgebouwen, stallen en vergelijkbare constructies.

- Windturbines en windturbineparken en andere installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie zijn evenwel niet toegelaten.

Art 3.2 INRICHTINGBouwzone- Het is toegelaten bestaande gebouwen en constructies te verbouwen

of te herbouwen binnen de op het grafisch plan aangegeven bouwzone 2. Bij vervanging van de bestaande bebouwing hoeft niet op de bestaande bouwlocatie gebouwd te worden.

Bouwenveloppe- Bij herbouwen of uitbreiden van de bestaande bebouwing mag de

footprint van de bebouwing met maximaal 20% toenemen.- Bestaande vergunde woningen kunnen worden uitgebreid, voor

zover de uitbreiding – met inbegrip van de woningbijgebouwen, die er fysiek één geheel mee vormen – slechts leidt tot een maximaal bouwvolume van 1000m3. Het volume van de herbouwde woning blijft beperkt tot 1.000m3, ook indien het bestaande bouwvolume meer dan 1.000m3 bedraagt.

Bouwhoogte- De bouwhoogte wordt beperkt tot 2 bouwlagen met dak.

Parkeren en toegangen voor auto-ontsluiting- Elk perceel langsheen de Hoornstraat kent slechts 1 toegang voor

auto-ontsluiting, zoals indicatief aangegeven op het grafisch plan. Waar mogelijk worden toegangen naar twee percelen gebundeld tot één toegang op de perceelsgrens.

- Het parkeren dient georganiseerd te worden binnen de bouwzone.- Bij elke bouwaanvraag dient steeds de locatie en het aantal

bijhorende parkeergelegenheden aangegeven te worden.

Open ruimte- De open ruimte dient ingericht te worden als open ruimtegebied.- Het groene karakter van de zone primeert. Per perceel mag

maximaal 25% van het oppervlak verhard worden. Verhardingen dienen maximaal in waterdoorlatende materialen aangelegd te worden.

- Perceelsrandbegroeiing kan als kleinschalige landschapselementen uitgevoerd worden, of als vertuinde afscherming, met een haag, enkel in geval het gaat om de bebouwde huiskavel of perceel met woonfunctie.

ART. 4 BOUWVRIJ AGRARISCH GEBIED

Art 4.1 BESTEMMINGHet gebied is bestemd voor de beroepslandbouw, maar het onbebouwde karakter primeert:- Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor

de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten, met uitzondering van het oprichten van bedrijfsgebouwen, stallen en vergelijkbare constructies.

- Windturbines en windturbineparken en andere installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie zijn evenwel niet toegelaten.

Het wijzigen van de functie van de bestaande bebouwing kan toegelaten worden, voor zover de bestaande bebouwing op het moment van de vergunningsaanvraag niet verkrot is (de woning wordt beschouwd als verkrot indien ze niet voldoet aan de elementaire eisen van stabiliteit op het moment van de eerste vergunningsaanvraag tot verbouwen), de woning hoofdzakelijk vergund is of geacht wordt vergund te zijn, en voor zover de nieuwe functie betrekking heeft op:- wonen, met een maximum van één eengezinswoning per perceel - kantoor- of dienstenfunctie die aan het landbouwbedrijf of wonen

complementair is, tot een maximum van 100 m2, en waarbij de landbouw- of woonfunctie een grotere oppervlakte beslaat dan de complementaire functie

Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn de volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: - het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op het

al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer;

- het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen;

- de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden.

Art 4.2 INRICHTINGBouwenveloppe- Het is toegelaten bestaande gebouwen en constructies te verbouwen

of te herbouwen binnen het vergunde bouwvolume- Bestaande vergunde woningen kunnen worden uitgebreid, voor

zover de uitbreiding – met inbegrip van de woningbijgebouwen, die er fysiek één geheel mee vormen – slechts leidt tot een maximaal bouwvolume van 1000m3. Het volume van de herbouwde woning blijft beperkt tot 1.000m3, ook indien het bestaande bouwvolume meer dan 1.000m3 bedraagt.

Bouwhoogte:- De bouwhoogte wordt beperkt tot 2 bouwlagen met dak.

Open ruimte- De niet bebouwde ruimte van het perceel vormt onderdeel

van een grotere landschappelijk gebied. Het onbebouwde en onverharde karakter van de ruimte primeert. Ze dient beperkt verhard en gesloten te worden. Verhardingen dienen maximaal in waterdoorlatende materialen aangelegd te worden.

- Perceelsrandbegroeiing kan als kleinschalige landschapselementen uitgevoerd worden, of als vertuinde afscherming, met een haag, enkel in geval het gaat om de bebouwde huiskavel of perceel met woonfunctie.

- In functie van waterbeheer mag de bestaande waterloop van 3de categorie, namelijk de Biezemoerbeek, niet gedempt , versmald of verlegd worden.

37

5/ GEVOLGEN VAN HET RUP

OP TE HEFFEN STRIJDIGE VOORSCHRIFTENOnderstaande TABEL 4 geeft de voorschriften weer van het gewestplan Brugge-Oostkust goedgekeurd bij KB dd. 07/04/1977 en latere wijzi-gingen die strijdig zijn met het RUP Hoornstraat te Beernem. De strij-dige voorschriften van het gewestplan zullen opgeheven worden.

RUIMTEBALANSOnderstaande TABEL 5 geeft de ruimtebalans weer van het RUP Hoorn-straat te Beernem ten opzichte van het gewestplan Brugge-Oostkust. Het plangebied van het RUP heeft een oppervlakte van 323.013 m2, of 32 hectare 30 are en 13 centiare. De tabel werd opgemaakt op basis van beschikbare grafische gegevens en geen opmetingsplan. De erin ver-melde oppervlakten zijn derhalve slechts benaderend.

PLANSCHADE EN PLANBATENIn uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening in voege sinds 1 september 2009 wordt een register opgesteld van de percelen gelegen in het RUP waarop een bestemmingswijziging wordt doorge-voerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding (art. 2.6.1 van de codex), planbatenheffing (art. 2.6.4 van de codex) of een bestem-mingswijzigingscompensatie zoals vermeld in het grond- en pandenbe-leid (boek 6, titel 2 en 3 van het decreet grond- & pandenbeleid van 27 maart 2009.) De mogelijke planbaten/planschade zijn grafisch weerge-geven (zie kaart D ‘register planbaten en planschade’). In het voorlig-gende RUP wordt geen bestemmingswijzigingscompensatie voorzien. De opname van de percelen in dit register houdt niet in dat sowieso een heffing zal worden opgelegd of dat een vergoeding kan worden verkre-gen. Voor elk van de regelingen gelden uitsluitingsvoorwaarden, uitzon-derings- of vrijstellingsgronden die per individueel geval beoordeeld dienen te worden. Het Register kan dus geen uitsluitsel geven over de toepassing van die voorwaarden, uitzonderings- of vrijstellingsgronden.

ONTEIGENINGENIn het plangebied worden geen onteigeningen opgenomen.

Strijdige bestemmingen van het gewestplan Hoofdbestemming van het RUPparkgebied wordt Art 1. parkgebied

ontginningsgebied met nabestemming recreatie wordt deels Art 2. recreatiegebiedwordt deels Art 3. open ruimtegebiedwordt deels Art 4. bouwvrij agrarische gebied

agrarisch gebied wordt deels Art 2. recreatiegebiedwordt deels Art 3. open ruimtegebiedwordt deels Art 4. bouwvrij agrarische gebied

TABEL 4 – OP TE HEFFEN STRIJDIGE VOORSCHRIFTEN

zone oppervlakte gewestplan oppervlakte RUPparkgebied 98.249 m2 98.249 m2

recreatiegebied 68.984 m2 69.465 m2

agrarisch gebied 154.024 m2 -

open ruimtegebied - 23.630 m2

bouwvrij agrarisch gebied - 131.669 m2

TABEL 5 – RUIMTEBALANS

3939

KAART D – REGISTER PLANBATEN EN PLANSCHADE