Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht...

20
mvo 1 Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het onderwijs als voorbeeld genomen. In dezelfde lijn en manier van werken kun je ook kiezen voor een eigen onderwerp of actualiteit. Vervolgens volg je de stappen voor het uitwerken van het betoog over een door jou gekozen actualiteit of stelling. Stapsgewijs vervang je de onderdelen door eigen input die je haalt uit eigen artikelen rondom jouw onderwerp of stelling. Stapsgewijs kleur je dan de deelonderwerpen en voorbeelden in. Je zoekt drie artikelen met dus ook drie inleidingen, je stelt zelf een lijstje met argumenten voor – en tegen samen uit de verschillende artikelen (markeer de argumenten), je kiest een argumentenstructuur en je bekijkt voor het middenstuk welke deelonderwerpen met argumenten je aan de orde stelt (bouwplan maken), hierbij formuleer je een kernzin. Je werkt deze uit naar gelang de structuur die je hebt gekozen en voorziet de tekst van een slot. Vervolgens ga je je schrijfproduct verfijnen: aandacht voor de zinsbouw, variatie in woorden, en toepassing van verwijs-en signaalwoorden en het aanbrengen van overgangszinnen. Ten slotte een spellingscontrole.

Transcript of Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht...

Page 1: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

mvo 1

Oefenen in

Schrijfvaardigheid

Schrijfopdracht werkdocument betoog

Vakgerichte actualiteit

Voor dit werkdocument is de staking in het onderwijs als voorbeeld genomen. In dezelfde lijn en manier van

werken kun je ook kiezen voor een eigen onderwerp of actualiteit. Vervolgens volg je de stappen voor het

uitwerken van het betoog over een door jou gekozen actualiteit of stelling. Stapsgewijs vervang je de

onderdelen door eigen input die je haalt uit eigen artikelen rondom jouw onderwerp of stelling. Stapsgewijs

kleur je dan de deelonderwerpen en voorbeelden in.

Je zoekt drie artikelen met dus ook drie inleidingen, je stelt zelf een lijstje met argumenten voor – en tegen

samen uit de verschillende artikelen (markeer de argumenten), je kiest een argumentenstructuur en je

bekijkt voor het middenstuk welke deelonderwerpen met argumenten je aan de orde stelt (bouwplan

maken), hierbij formuleer je een kernzin. Je werkt deze uit naar gelang de structuur die je hebt gekozen en

voorziet de tekst van een slot. Vervolgens ga je je schrijfproduct verfijnen: aandacht voor de zinsbouw,

variatie in woorden, en toepassing van verwijs-en signaalwoorden en het aanbrengen van

overgangszinnen. Ten slotte een spellingscontrole.

Page 2: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

2

“Want vandaag, want vandaag

Doen ze alles wat ik vraag

Pap en mam, luister dan

Doe m’n huiswerk, plak m’n band”

Vandaag zijn de kinderen de baas en doen ze lekker wat ze zelf willen:

“Nooit meer slapen Nooit meer al die stomme zaken Altijd online Altijd vrij zijn

Voor altijd de grote baas zijn”

Page 3: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

3

Hieronder vind je de belangrijkste schrijfdoelen en tekstsoorten:

Doel Soorten

Informeren/uiteenzetten

instrueren

Uiteenzetting, handleiding/gebruiksaanwijzing, studieboek,

nieuwsbericht, notulen, uitnodiging, geboortekaartje, recensie,

discussiestuk, uiteenzetting, verklaring, achtergrondartikel, voorlichtingsmateriaal,

bijsluiter, recept, verslag, schoolboekentheorie.

Opiniëren/beschouwen Beschouwing, recensie, discussiestuk, achtergrondartikel, ingezonden brief,

klachtenbrief, commentaar, opiniërend artikel, recensie, column,

Overtuigen/betogen Betoog, ingezonden brief, commentaar van de redactie, column,

de tekst voor een toespraak op een verkiezingsbijeenkomst

Activeren Advertentie, verkiezingsaffiche, folder van Albert Heijn,

uitnodiging voor bv. een film

Amuseren Roman, strip verhaal, kort verhaal, gedicht, toneelstuk,

mop, lied/cabarettekst, cursiefje

Standpunten Hoe jij tegen een onderwerp aankijkt, wat jouw mening daarover is, dat noem je je standpunt. Soms zeg je dat erbij: ik vind ..., volgens mij ..., maar vaak ook niet en moet de luisteraar / lezer maar snappen dat dit een persoonlijk standpunt is. Voorbeelden

positief standpunt: Ik vind dat spelers met een beter uithoudingsvermogen beter voetballen. negatief standpunt: Tactisch inzicht wordt zwaar overschat. Mannen kunnen niet voetballen. twijfelstandpunt: Conditietraining zou een oplossing kunnen zijn.

Bij sommige standpunten kun je niet zeggen ‘ik vind’, maar wel ‘volgens mij’. Dit is het geval bij ‘zijnsoordelen’, zoals ‘de aarde warmt op’, of ‘de dinosauriërs zijn uitgestorven door een komeetinslag’, ‘deze dame heeft haar buurman vermoord’, of ‘mijn vader is niet mijn echte vader’. Dit is het soort standpunten waar het in de wetenschap vaak over gaat. Het gaat daarbij om feiten die niet zo gemakkelijk te controleren zijn. Er zijn argumenten nodig om ze te ondersteunen. Soorten argumenten Met ARGUMENTEN ondersteun je een standpunt (MENING). We onderscheiden twee soorten argumenten: de feitelijke en de waarderende.

● Ik doe liever geen eindexamen (standpunt), want als ik slaag moet ik naar een andere school (feitelijk argument).

● De PVV is geen democratische partij (feitelijk argument), ik zal er dus nooit op stemmen (standpunt). ● Ik doe liever geen eindexamen (standpunt), want ik kan niet goed tegen die spanning (waarderend

argument). ● De PVV is een racistische partij (waarderend argument), ik zal er dus nooit op stemmen (standpunt).

Aanvaardbaarheid van argumentatie Of je iemands verhaal gelooft of zijn of haar standpunt overneemt , hangt af van de:

Aanvaardbaarheid: Jij vindt dit oké, jij kunt dit controleren, jij vindt de gebruikte bron / de spreker betrouwbaar.

Controleerbaarheid: Het is mogelijk om de uitspraak op waarheid te testen / de resultaten op te zoeken.

Page 4: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

4

Relevantie: Het argument past ook goed bij het standpunt, is écht een argument voor dit standpunt. Consistentie: De argumenten spreken elkaar niet tegen. Betrouwbaarheid De bron is deskundig, heeft geen belang bij deze mening en spreekt zichzelf niet tegen. Toereikendheid: De argumenten samen maken een standpunt aanvaardbaar.

Het schrijven van de inleiding van een overtuigende tekst (betoog)

Op weg naar het schrijven van een betoog over een onderwerp dat jij belangrijk vindt.

Volg bij het schrijven van je eigen betoog ook de stappen die hieronder volgen. Een

verkenning van hoe je een beoog kunt aanpakken met als onderwerp de staking in het

onderwijs.

Inleidingen ‘Leraren gaan staken’ (5) speech van Bjorn van der Doelen voor alle stakende leraren [opwarmer]

1 Donderdag en vrijdag wordt er gestaakt in het basisonderwijs. Misschien zeggen of denken sommigen: alweer? Ja, inderdaad alweer. Het moet ook wel als je almaar niet gehoord wordt. Mensen in het onderwijs voelen zich niet serieus genomen door de politiek. Wanneer je als minister zegt dat ook ouders wel voor de klas kunnen gaan staan, dan diskwalificeer je daarmee al die onderwijsmensen die dagelijks hun stinkende best doen. Onderwijsmensen zijn mensen met enorme liefde voor hun vak. Dus als leraren gaan staken, zegt dat genoeg. Ik geef ze groot gelijk, ga staken! 2 Docenten gaan staken. Maar is dat wel terecht? Ze klagen over werkdruk, maar door docenten een goede cursus vergadertechniek te geven kan de werkdruk beduidend worden verlaagd. Onderwijzers klagen hier zelf al vele jaren over. In verhouding tot het aantal gewerkte uren is het lerarensalaris zo gek nog niet. Ik vind het een beetje overdreven dat docenten nu massaal de straat op gaan. 3 Dat de leraren weer staken is hun goed recht, en ook terecht. Al jaren wordt het lerarentekort onvoldoende aangepakt, waarbij met name het vorige kabinet veel te weinig heeft gedaan. Maar de leraren zouden zich niet alleen op politiek Den Haag moeten richten, maar ook op hun eigen schoolbesturen. 4 Bij aanvang van de gesprekken tussen de bonden en het kabinet over de investeringen in het basisonderwijs, was de grote splijtzwam dat het kabinet dit jaar niet met extra structurele investeringen wilde komen. Eerst een nieuwe cao sluiten, was steeds de boodschap vanuit Den Haag, en dan kon er hooguit nog een eenmalig bedrag bovenop. Daarom was het zo verbazingwekkend dat de grote onderwijsbonden overstag gingen terwijl het aanbod nog steeds een eenmalig bedrag was. Geen wonder dat de achterban hoogst verbaasd reageerde. 5 De kwaliteit van het Nederlandse onderwijs daalt al twintig jaar. Eén op de vier leraren heeft last van burn-outklachten. Al in 2007 wisten we dat het onderwijs op een gigantisch lerarentekort afstevende – maar niemand die er wat aan deed. Terecht dus dat de leraren gaan staken. Opdracht 1: Je hebt nu 5 inleidingen van een betoog gelezen, allemaal afkomstig van NOS of de Volkskrant. Wat zijn volgens jou de kenmerken van een goede inleiding bij een betoog?

1. Kenmerk 1:

2. Kenmerk 2:

3. Kenmerk 3:

4. Kenmerk 4:

Page 5: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

5

Opdracht 2:

Geef hieronder aan welke inleidingen voor of tegen de onderwijsstakingen zijn.

Voor lerarenstaking Tegen lerarenstaking

Inleiding 1

Inleiding 2

Inleiding 3

Inleiding 4

Inleiding 5

Wat vind jij? Vind je het terecht dat leraren zijn gaan staken of niet?

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

Opbouw inleiding betoog De inleiding van een betoog kun je op veel verschillende manieren schrijven. Je leert er nu één aan, omdat je dat houvast geeft. Begin inleiding: aanleiding, constatering, anekdote, probleemomschrijving Midden: geef voorbeeld(en) (van het genoemde/ onderwerp) Tot slot: geef jouw mening over het onderwerp Let op: argumenten noem je nog niet in de inleiding, want die gebruik je voor het middenstuk. Welke van de 5 gelezen inleidingen heeft het duidelijkst deze opbouw?

Inleiding ……………

Voorbeeld inleiding over ongezond eten Kijk om je heen en je ziet eten! Overal waar je loopt, fietst, rijdt, zie je eten. (constatering) En dan hebben we het niet over en lekker groen appeltje, of een worteltje waar we op knagen. We eten allerlei ongezonde spullen zoals een mars, friet, snoep en lekkere zoete koeken. (voorbeelden) Ik vind dit een ongezonde ontwikkeling en daarom pleit ik voor een verbod op ongezond eten. (mening)

Opdracht 3: Tijd om zelf als journalist aan de slag te gaan. Schrijf de inleiding van een betoog over een zelfgekozen onderwerp. Bedenk of je voor of tegen bent. Lastig om zelf een onderwerp te kiezen? Dan vind je hieronder mogelijke onderwerpen.

- De allerrijksten worden steeds rijker. De overheid moet per wet vaststellen dat de allerrijksten 10% van hun vermogen per jaar moeten investeren in goede doelen.

- Mensen die met te veel alcohol achter het stuur zitten, moeten levenslang krijgen. - De zomer- en wintertijd moeten worden afgeschaft. - De veestapel halveren om de CO2-uitstoot te keren, onzin! - Goed voor milieu en portemonnee: op de snelweg is 100km oké! - Plofkip = Bofkip - Bang van pang, verbod op vuurwerk nergens voor nodig!

Page 6: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

6

- Zwarte Piet / Roetveeg Piet, wel of niet? - Schooldebatten - Andere voorbeelden …

TITEL TEKST = ________________________________________________ INLEIDING = ________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

Het schrijven van het middenstuk van een overtuigende tekst (betoog) Een schrijver van een overtuigend artikel werkt na de inleiding met deelonderwerpen. Een deelonderwerp is (zoals het woord zegt) een deel van het onderwerp. Elk deelonderwerp bij een betoog is een argument. Een argument kun je weer versterken door ondersteunende argumenten, voorbeelden, onderzoek etc.

Page 7: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

7

Opdracht 4: Hieronder lees je de inleiding van een betogend stuk over ‘maximaal 100km per uur op de snelweg rijden’. Jij geeft aan of je het wel of niet met de stelling eens bent. Lees vervolgens de bijgevoegde tekst. Haal daar twee argumenten inclusief ondersteuning uit en schrijf de eerste 2 alinea’s van het middenstuk. Inleiding (alleen lezen) Op 10 oktober 2019 verscheen het rapport en advies van de commissie-Remkes over snelheidslimieten rondom natuurgebieden. Vanaf 16 maart 2020 is het zover. We rijden met z’n allen ontzettend veel, hebben vaak meer dan 1 auto en dat is allemaal niet gunstig voor het milieu. Aan de andere kant bepaal ik zelf als automobilist wel hoe hard ik mag rijden. Ik vind dat we in Nederland overal maximaal 100 km per uur mogen rijden. / Ik vind niet dat we in Nederland overal maximaal 100 km per uur mogen rijden. Geef rondom bovenstaande inleiding aan of je het hier wel of niet mee eens bent. Lees nu het middenstuk met voor- en nadelen over de 100km per uur regel. Ben je voor de stelling, lees dan de voordelen. Ben je tegen de stelling, lees dan de nadelen. Markeer argumenten die je voor je middenstuk zou kunnen gebruiken.

Voordelen 100km per uur

Er kan weer worden gebouwd

Het belangrijkste doel van de maatregel is om de uitstoot en het neerkomen (depositie) van stikstof (NO x ) in de grond en de natuur te reduceren, en daarmee op korte termijn ruimte vrij te maken voor bouwprojecten die nu stil liggen. Een klein beetje reductie is al genoeg om een groot effect te behalen voor de bouw.

De bijdrage van het wegverkeer aan de depositie van stikstof is nu 6 procent. Ter vergelijking: de bouw is verantwoordelijk voor slechts 0,6 procent en de landbouw voor 46 procent. Vermoedelijk is een verlaging van de limiet tot 100 kilometer per uur voldoende om een reductie te behalen van pakweg 5 procent van de bijdrage van het wegverkeer aan de stikstofdepositie. Dat is op het totaal dus een beperkt effect. Maar op korte termijn zou dit voldoende moeten zijn om bouwprojecten weer in beweging te krijgen, vermoedt Wim de Vries, hoogleraar bodemchemie aan Wageningen University. „Eigenlijk spreken we over een non-issue”, zegt hij. „De grote maatregelen moeten nog komen.”

De snelweg wordt veiliger

Hoe hoger de gemiddelde snelheid, des te groter de kans op zware en dodelijke ongevallen. Elke tien kilometer sneller rijden leidt op snelwegen tot 30 tot 40 procent meer doden, stelt Bert van Wee, hoogleraar transportbeleid aan de TU Delft. Dat komt doordat de kans op ongevallen stijgt door grotere snelheidsverschillen tussen voertuigen. Ook de impact van de botsing is groter; de energie bij een botsing bij 140 kilometer per uur is bijvoorbeeld twee keer zo groot als bij 100 kilometer per uur. De autosnelwegen zijn relatief veilig; van de 678 dodelijke slachtoffers in het verkeer vielen er vorig jaar ‘slechts’ 81 op snelwegen – terwijl zowat de helft van alle autokilometers wordt afgelegd op snelwegen. Wel is dat aantal de laatste jaren aan het stijgen; vermoedelijk door onder meer het gebruik van de smartphone en ook gebrek aan politietoezicht.

Minder lang in de file

Hoe lager de snelheid van auto’s op de snelweg, des te minder afstand houden automobilisten tot hun voorganger. Er kunnen dus méér auto’s per rijbaan op de snelweg. Overigens is er volgens Rijkswaterstaat ook onderzoek waaruit blijkt dat de verlaging van de limiet van 100 naar 80 kilometer per uur langs steden als Rotterdam, Utrecht en Den Haag hebben geleid tot een slechtere doorstroming. De ideale snelheid is 90 kilometer per uur; hierbij houden automobilisten 1,5 tot 2 seconden afstand en rijdt iedereen toch vlot door.

Omwonenden hebben er baat bij

Langs de snelwegen groeit de roep van omwonenden om verlaging van de snelheid. Lagere snelheden leiden tot minder geluid. Geluidswallen zijn duur en niet overal mogelijk. Bij het verhogen van de maximumsnelheid naar 130

Page 8: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

8

kilometer per uur, in 2012, werd berekend dat het aantal mensen dat last heeft van verkeerslawaai met maximaal 10 tot 15 procent zou stijgen. Dat kan nu dus weer dalen. Ook de uitstoot van CO 2 neemt af; uit een doorrekening bleek dat de snelheidsverhoging in 2012 een extra CO 2 -uitstoot van 0,4 miljoen ton per jaar tot gevolg had.

Het brandstofverbruik daalt

Iedere automobilist met een moderne auto kan op zijn dashboard lezen dat het verbruik van brandstof meer dan evenredig stijgt bij snelheden boven de 100 kilometer per uur. De motor gaat ineens meer fossiele brandstof slurpen. Volgens een „ruwe schatting” van hoogleraar Van Wee verbruiken auto’s 30 procent méér brandstof bij 130 dan bij 100 kilometer per uur. Verlaging is goed voor de planeet, goed voor de portemonnee.

Nadelen 100km per uur

Langzaam rijden is niet leuk

Automobilisten, zo blijkt uit meerdere onderzoeken, vinden het „leuk” om hard te rijden. Een verlaging van de snelheidslimiet zal veelal worden gezien als een inbreuk op het plezier, het psychologisch genot, zelfs de vrijheid om zo hard te rijden als je zelf wilt. En waar enkele decennia geleden de meeste auto’s gingen rammelen bij een hoge snelheid, blijven de meeste auto’s van nu comfortabel. Een limiet is volgens gedragsdeskundige Saskia de Crean van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) vooral geloofwaardig als de veiligheid in het geding is. Bijvoorbeeld op een bochtig parcours of in een woonwijk met spelende kinderen, en ook wel wanneer duidelijk is dat omwonenden last hebben van het razende verkeer, zoals in de 80-kilometerzones bij Rotterdam, Utrecht en Den Haag. Veel minder geloofwaardig is de limiet wanneer abstracte begrippen als milieu ermee gediend zijn. „In het stikstofdossier wordt veel gevergd van het voorstellingsvermogen van de automobilist”, zegt een woordvoerder van de ANWB. „Niet iedereen heeft op school scheikunde gehad.” De ANWB twijfelde al eerder aan het nut, en ook de leden zijn allerminst overtuigd dat verlaging van de snelheid veel effect heeft op milieu. „Hoe groter de snelheidsvermindering, hoe meer weerstand”, aldus de ANWB eerder.

Verlies aan reistijd

Wie langzaam rijdt, doet langer over de rit. Gevolg is een verlies van reistijd met enkele procenten. In 2012, bij de introductie van de verhoging van de limiet naar 130 kilometer per uur, werd gesproken van een reistijd-winst van gemiddeld 1 procent. Wel is het zo dat automobilisten volgens hoogleraar Van Wee over de hele wereld ongeveer dezelfde tijd aan reizen te willen besteden; 60 tot 75 minuten per dag. Ze zullen dus minder kilometers gaan maken. Het omgekeerde is de afgelopen decennia gebeurd; bij de verkorting van de reistijd is het aantal kilometers gestegen. Nederlanders zijn bijvoorbeeld steeds verder van het werk gaan wonen.

Gewenning duurt enige tijd

Het is lastiger een stapje terug te doen dan een stapje vooruit. In 1974 werden snelheidslimieten ingesteld op wegen buiten de bebouwde kom: 100 kilometer op autosnelwegen en 80 op alle andere wegen buiten de bebouwde kom. In 1988 werd de maximumsnelheid op de snelwegen verhoogd tot 120 kilometer per uur. Sinds 2012 geldt als norm 130 kilometer per uur, met vele uitzonderingen. In omringende landen gelden vergelijkbare limieten. Het zal enige tijd duren voordat automobilisten vrede hebben met de verlaging van wat de intuïtieve snelheid is geworden. Maar, verwacht gedragsdeskundige De Craen, uiteindelijk zal iedereen er toch het nut van inzien. „Zo gaat het meestal. Toen de gordelplicht in de jaren zeventig werd ingevoerd, was er veel weerstand. Die is nu vrijwel verdwenen.”

Maak een bouwplan van het middenstuk dat je gaat schrijven: Hoe moet je je een schrijfplan / bouwplan voorstellen?

Onderwerp …………………………………………………

Doel …………………………………………………………..

Titel…………………………………………………………….

Tekstdeel alinea trefwoorden

Page 9: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

9

Hoofdgedachte …………………………………………..

Tekststructuur…………………………………………….

Inleiding: (is al geschreven) Ik ben voor / tegen een maximaal snelheid van 100 km per uur. Middenstuk:

● Deelonderwerp 1 (= argument 1) = (maak gebruik van trefwoorden en je markeringen)

● Mijn eerste argument hiervoor is/ allereerst/ ten eerste

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

Ondersteuning =

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

● Deelonderwerp 2 (= argument 2) = (maak gebruik van trefwoorden en je markeringen)

● Daarnaast/ ook/ bovendien/ ten tweede/ mijn tweede argument is

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

Ondersteuning =

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

TITEL TEKST = ________________________________________________

SLOT Het schrijven van het slot van een overtuigende tekst (betoog)

Opdracht 5:

Inleiding Hoe wordt de aandacht getrokken?

Introductie onderwerp

Middenstuk Deelonderwerp 1

tussenkoppen Deelonderwerp 2

Deelonderwerp 3

Deelonderwerp …..

Slot Hoe wordt afgesloten?

Page 10: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

10

Wat vind jij belangrijk dat er in een slot staat? Kies uit de volgende functiewoorden: o Aanleiding o Conclusie o Constatering o Historische schets o Oplossing o Samenvatting o Tegenstelling o Toekomstverwachting o Vraagstelling o Verklaring o Voorbeelden o Weerlegging

Lees onderstaande twee afsluitingen. Welke van de twee vind je beter? En waarom? Slot 1: Een algemene 120 km-limiet voor de overige snelwegen is optimaal, dat is in Europa het gemiddelde. Met eerlijke voorlichting en met meer trajectcontroles is effectieve handhaving mogelijk. Dat geldt ook voor de 80 km-limiet voor vrachtwagens. Alle effecten tezamen leveren honderden miljoenen euro’s besparingen op aan brandstofkosten, milieu, ongevallen en files. Bouwplannen kunnen doorgaan. Wie weet, wordt Rutte-III met 130 km/u afschaffen toch ‘het groenste kabinet ooit’. Slot 2: Verlaging van de snelheid zou een faire optie zijn, die het verkeer nog veiliger maakt ook. Een ander bijkomend voordeel van deze maatregel is dat in één klap ook de aard van de klimaatproblematiek helder is. Er zullen de komende jaren veel meer inspanningen zoals deze nodig zijn, ook van burgers. Dat wordt zo nog duidelijker dan het hopelijk al is. Ik vind Slot 1 / 2 beter, omdat

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

Hoe versterk je de structuur van een tekst? Dat doe je door vooral te werken met signaalwoorden en verbindingswoorden (woorden als: hoewel, wanneer, als, indien, terwijl...; zogenoemde ‘plakwoorden’ om van enkelvoudige zinnen samengestelde zinnen te maken. Daarmee krijg je variatie in zinslengte). In élke tekst zit verband. Als dat niet zo is, is de tekst slechter te begrijpen voor een ander. Verbanden binnen zinnen, tussen zinnen, tussen alinea’s en grotere tekstgedeelten worden aangegeven met verbindingswoorden ofwel signaalwoorden. Die passen bij een gekozen structuur. Deze verbanden kunnen ook over meerdere alinea's uitgesmeerd zijn.

.

Verbanden Verbindingswoorden

tijd (chronologisch) (de alinea’s zijn geordend op tijd) voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger, later, nu, in de toekomst, straks

reden/verklaring (redengevend; de ene alinea geeft een stelling, de andere geeft de argumenten daarvoor)

want, omdat, daarom, vanwege, immers, namelijk

tegenstelling ( je ziet een verschil met ) maar, echter, hoewel, toch, daarentegen, staat tegenover, van de ene kant/van de

Page 11: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

11

andere kant

doel –middel (de ene alinea geeft het doel de andere hoe je dat doel kunt bereiken)

om te, daarmee, waarmee, opdat, door middel van, met behulp van, met

oorzaak -gevolg (oorzakelijk, de ene alinea / zin geeft een oorzaak en de andere een gevolg. )

door, daardoor, waardoor, zodat, doordat, waardoor, te danken aan, zodoende,

voorwaarde (voorwaardelijk) als, wanneer, mits, tenzij, in (voor) het geval dat

probleem-oplossing (de ene alinea schetst het probleem, een andere beschrijft de oplossing)

voorbeeld / bewijs (toelichtend, een voorbeeld bij een uitspraak/verschijnsel/standpunt))

bijvoorbeeld, een voorbeeld (hier)van, zo, zoals, ter illustratie, daaruit blijkt, neem nu

opsomming (de alinea’s noemen verschillende onderdelen van een opsomming)

en, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens, ten slotte, bovendien

vergelijking ( je ziet een overeenkomst met) zoals, zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)

samenvatting (samenvattend; sluit vaak een tekst af en zet het voorgaande nog eens kort op een rijtje)

samengevat, kortom, met andere woorden, daarom, al met al, vandaar dat, hieruit volgt

conclusie (concluderend; sluit vaak een tekstgedeelte af en geeft de conclusie die voor de lezer logisch zou moeten zijn)

dus, concluderend, kortom, daarom, al met al, hieruit volgt, daarom

Welke signaalwoorden voor het slot zou je kunnen gebruiken? Kies uit de volgende signaalwoorden:

o Ten eerste o Vervolgens o Namelijk o Historische schets

o Dus o Bijvoorbeeld o Daarnaast o Concluderend

o Waardoor o Al met al o Terugblikkend o Kortom

Opdracht 6: Schrijf een slot bij de tekst over de maximale snelheid. Doe dat als volgt:

1. Begin je slot met een signaalwoord dat bij een slot past. 2. Herhaal kort het onderwerp van de tekst en noem jouw mening 3. Herhaal de twee argumenten waarover je hebt geschreven. 4. Sluit af met een toekomstverwachting, advies of een andere afsluiter

TITEL TEKST = ________________________________________________ INLEIDING = Ik ben voor / tegen een maximaal snelheid van 100 km per uur

DEELONDERWERP 1 = _____________________________________

DEELONDERWERP 2 = _____________________________________

SLOT =

_______________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

Page 12: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

12

________________________________________________________________________

Opdracht 7: Jij gaat nu zelf een heel betoog schrijven over een onderwerp dat jou aan het hart gaat

Kies voor (een onderwerp): Ik voel …> Opstand > Ik kom in opstand / Jouw betoog / Jouw stelling: Er zijn vast ook verschillende situaties waarvan jij opstandig wordt. Je wilt iets niet, maar het gebeurt toch. Misschien ben jij het niet eens met de tijd waarop je elke avond van je ouders naar bed moet. Of zit jij wel te wachten op het huiswerk dat docenten opgeven? Het zou ook goed kunnen dat je op zaterdagmiddag het liefst alle 90 minuten van de voetbalwedstrijd in het veld staat, maar je trainer je slechts een half uurtje laat spelen. Maar denk ook eens groter: ben jij het eens met de klimaatmaatregelen die door ons kabinet worden getroffen of mogen deze wel wat drastischer zijn? En wat vind jij van de ideeën van Trump of het salaris van bekende popsterren, acteurs en sporters? Jij mag voor deze schrijfopdracht veel groter denken: wat zou er thuis, op school, in Nederland, in Europa en zelfs in de hele wereld veranderen als jij de baas was?

In deze opdracht schrijf jij waar je tegen in opstand wil komen of over wat er gaat veranderen als jij de baas bent . Zorg voor een passende inleiding, behandel in de kern van je tekst één deelonderwerp per alinea en sluit je tekst af met een slot vol adviezen! Of ga voor een andere invalshoek voor jouw betoog. Jouw betoog / Jouw stelling:

Vooraf: welke vragen stel je jezelf bij het schrijven van jouw betoog?

Welk onderwerp heeft jouw interesse? Denk daar niet te lang over na, schrijf op wat het eerste bij je opkomt; over welk onderwerp volg je al het nieuws, zou je alles willen weten, vertel je anderen alles?

Wat wil je met dit onderwerp: wat zou er volgens jou moeten veranderen, beter moeten uitgezocht of opgelost moeten worden, bedacht moeten worden?

Hoe kun je anderen hiervoor warm laten lopen: moeten ze worden wakker geschud, gewaarschuwd, gesust et cetera. Dit vormt de aanleiding tot jouw artikel.

In welke woorden wordt het onderwerp omschreven? Zijn de woorden alleen te begrijpen voor lezers die al veel over het onderwerp weten of juist niet?

Hoe maak je het onderwerp spannend of belangrijk voor de lezer? Waar in de tekst staat de stelling / de mening die je verdedigt? Waarom staat die daar? Wat zijn jouw inhoudelijke argumenten? Waar haalde je die vandaan (bronvermelding? Heb je in jouw

basisartikelen de kernzinnen met kleur gemarkeerd? Hoe ga je deze ordenen voor jouw eigen betoog? (waar noteer je ze in je argumentatieschema?)

Wat is de opbouw van jouw betoog? In welke delen kun je het onderverdelen en kan het nog logischer of sterker? Heb je bij ieder argument een duidelijke kernzin geformuleerd? Geef je bij ieder argument een toepasselijk voorbeeld? Welk argument vind je zelf het sterkst?

Geef je alleen maar argumenten voor jouw stelling of verdedig je jezelf ook tegen degenen die tegen jouw stelling kunnen zijn? Wat zijn mogelijke tegenargumentatie?

Waar help jij de lezer bij overgangen en hoe doe je dat? Hoe sluit je af en waarom doe je dat zo? Hoe spreek je de lezer van jouw betoog wel/niet aan? Wat deed je om je lezer te overtuigen en kan dat nog

beter?

Opzet: bedenk waar je de argumenten vandaan haalt. Zoek op internet naar opiniërende of betogende stukken of ga op zoek naar artikelen in populaire wetenschappelijke bladen of jongerenkranten. Maar je kunt ook argumenten uit informatieve stukken halen. Lees bijpassende artikelen en markeer trefwoorden en argumenten die je zou kunnen gebruiken voor een betoog voor jouw standpunt. Ook kun je argumenten halen uit bijvoorbeeld televisieprogramma’s. Volg nu de stappen die je hebt geoefend in het betoog over de maximumsnelheid.

Mogelijke argumenten die ik kan gebruiken voor mijn betoog (gebruik jouw bronnen): Argument 1:

_____________________________________________________________________

________________________________________________________________________

Page 13: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

13

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

Ondersteuning: ____________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

Argument 2: ______________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

Ondersteuning: ____________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

Bouwplan betoog ‘Jouw onderwerp’

Waarom is het aan te raden allereerst een kladversie uit te werken? Wie zich meteen vastbijt in een tekst komt er niet zo makkelijk meer van los. Schrijven doe je in ronden. Eerst de ruwe versie, dan ga je die verbeteren. Werk vooral eerst aan jouw middenstuk. Je zet het beste meerdere argumenten in. Je behandelt dan per alinea een argument. Kijk daarbij hoe je de signaalwoorden inzet om die alinea's met elkaar te verbinden. Schrijf bijvoorbeeld: ook, ten tweede / ten derde, daarnaast.

Titel = ___________________________________________________________ (De titel kun je het beste

bedenken als je tekst al af is.)

Inleiding

● Aanleiding/ constatering/ anekdote/ probleemomschrijving = (je hoeft nog niet te letten op ‘mooie’ zinnen)

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

Een of meerdere voorbeelden =

__________________________________________________________________

Page 14: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

14

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

__________________________________________________________________

● Jouw mening = _______________________________________________________

__________________________________________________________________

Middenstuk

● Argument 1 =

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

Ondersteuning =

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

● Argument 2 =

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

Ondersteuning =

______________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

Slot

● Begin je slot met een signaalwoord dat bij een slot past =

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

● Herhaal kort het onderwerp van de tekst en noem jouw mening =

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

● Herhaal de twee argumenten waarover je hebt gesproken =

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

Page 15: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

15

________________________________________________________________________

● Sluit af met een toekomstverwachting, advies of een andere afsluiter =

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

________________________________________________________________________

Schrijf jouw betoog in 300 – 400 woorden Lettergrootte 11.

Page 16: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

16

Bijlage Drogredenen (ongeldige argumenten) Je kunt je standpunt op verschillende manieren onderbouwen. Doe je dat op een geldige manier dan gebruik je argumenten, doe je dat op een ongeldige manier, dan gebruik je drogredenen (ongeldige argumenten).

1. Een onjuist beroep op oorzaak-gevolg 2. Een onjuist beroep op kenmerk of eigenschap 3. Het doemscenario 4. Een vals dilemma 5. Een (overhaaste) generalisatie 6. Een verkeerde vergelijking 7. Een onjuist beroep op autoriteit 8. De persoonlijke aanval 9. Het verdraaien van een standpunt

De opsomming van soorten argumenten hieronder is overigens niet uitputtend. Zo komen het beroep op een algemeen aanvaard principe of op een traditie er niet in voor. De onderstaande uitwerking behoort tot de examenstof van de bovenbouw. Je maakt er nu al kennis mee.

Argumentatieschema op basis van:

Geldig

Drogredenen die discussieregels overtreden (en geen positieve variant hebben)

Ongeldig (drogreden) = "een onjuist beroep op..."

1. oorzaak en gevolg

(causaliteit)

als drogreden: Een onjuist beroep op oorzaak-gevolg

Het een leidt tot het ander.

Wij komen nooit meer op tijd (standpunt, gevolg), deze file staat tot Utrecht (argument, oorzaak).

Omdat jij je taalgebruik niet serieus neemt (argument, oorzaak), zal je scriptie niet geaccepteerd worden(standpunt, gevolg).

- De in het argument genoemde oorzaken zijn niet voldoende voor het voorspelde gevolg. Iemand die niet studeert, zal nooit slagen. - Het in het argument genoemde gevolg kan andere oorzaken hebben. Geen stroom? Dan zul je je rekening niet betaald hebben. - Omdat iets ná iets anders gebeurt, concludeer je dat er een verband is. Doordat Ajax kampioen werd, won het geen wedstrijd meer.

2. kenmerk of eigenschap

als drogreden: een onjuist beroep op kenmerk of eigenschap.

Veralgemenen

Logisch dat Rutte die treitervloggers 'tuig van de richel noemt' (standpunt), VVD'ers bestrijden liever symptomen dan dat ze problemen structureel aanpakken (waarderend argument, eigenschap).

Aan een bepaald kenmerk of bepaalde eigenschap wordt wel betekenis toegekend, terwijl de spreker/schrijver andere belangrijke kenmerken of eigenschappen NIET noemt. Onze conciërge kan prima met pubers omgaan, hij is dus de ideale leraar.

3. voor(- en na)delen

als drogreden: Een onjuist

beroep op voor- en

nadelen.

1. Het doemscenario 2. Een vals dilemma

De afweging Als je meer gaat trainen zullen je atletiekprestaties wel verbeteren, maar je zult op school wel problemen gaan krijgen om de boel bij te houden. Als je het niet erg vindt om eventueel een jaartje langer over je school te doen (argumenten, afwegingen), zou ik die trainingen erbij gaan doen (standpunt).

- Het doemscenario: de voor- of nadelen worden flink overdreven. Als je voor Trump kiest, is heel Europa volgend jaar van Poetin.

- Vals dilemma:Je doet alsof er maar twee keuzes zijn Je moet wel voor abortus zijn, anders worden straks die ongewenste kinderen slachtoffer van mishandeling.

3. voorbeelden

als drogreden: een (overhaaste) generalisatie.

De laatste paar jaar heeft PSV iedere competitiewedstrijd na een Europese overwinning verloren (argument, voorbeelden). Ze zullen het dus moeilijk gaan krijgen (standpunt).

(Overhaaste) Generalisatie Je noemt een voorbeeld en concludeert daaruit dat het altijd zo zal gaan. Mijn opa is nu 86, heeft zijn hele leven een pakje per dag gerookt en hij heeft ook geen kanker. Roken is dus helemaal niet ongezond.

4. vergelijking Als je zegt dat ons land niet geregeerd moet worden door professionele bestuurders (standpunt), dan wil je zeker ook zelf

Verkeerde vergelijking Situatie x is als situatie y, dus wat in situatie x geldt, geldt ook in situatie y.

Page 17: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

17

Argumentatieschema op basis van:

Geldig

Drogredenen die discussieregels overtreden (en geen positieve variant hebben)

Ongeldig (drogreden) = "een onjuist beroep op..."

als drogreden: een verkeerde vergelijking

achter de knuppel van je vakantievlucht gaan zitten (argument)

Shell gedraagt zich in de klimaatdiscussie als Hell's Angels (standpunt). "Jullie hebben een probleem. Dat zijn wij. Wij kunnen dat oplossen, maar dan moeten jullie wel betalen." (argument)

Je gebruikt een beeld dat lijkt te kloppen, maar niet één op één op de werkelijke situatie te leggen is. De situaties verschillen te veel.

Een treitervlogger een platencontract aanbieden is net zo gevaarlijk als Jan Roos minister-president maken.

6. autoriteit

als drogreden: een onjuist beroep op autoriteit.

Een geldige bron

Suiker blijkt veel ongezonder dan onverzadigd vet te zijn (standpunt). Het Voedingscentrum (betrouwbare autoriteit) presenteert dit in zijn nieuwe Schijf van Vijf en biedt alternatieven (argument). Een beschaafde Nederlander laat zijn kinderen inenten (standpunt). Het RIVM (betrouwbare autoriteit) maakt zich ernstige zorgen over het grote aantal kinderen dat niet meer beschermd wordt door zijn ouders (argument).

Een 'autoriteit' als bron is niet betrouwbaar als hij: - ondeskundig is (over dit onderwerp) Je moet je kinderen nooit laten inenten, dat heb ik op Facebook gelezen (De Toppers maken prachtige muziek, zelfs Rutte gaat naar die concerten); - zelf beter of slechter wordt van zijn mening (belanghebbend is); Suiker is een waardevolle voedingsstof die snel veel energie levert. (In een MARSfolder); - zichzelf tegenspreekt. Trump verweet in een tweet dat Obama "al na 5 maanden aan het golfen was. Zelf deed hij dat toen hij twee weken president was.

7. de persoon van de spreker

als drogreden: De persoonlijke aanval.

U mag nog zo’n goede leraar Nederlands zijn, gezien uw verleden als zedendelinquent kunnen we u niet aannemen. Aangezien u in een eerdere rechtszaak onder ede hebt gelogen, zetten wij vraagtekens bij uw getuigenis.

In de meeste gevallen is een persoonlijke aanval een drogreden: Jij bent een modepopje, jouw mening over de vluchtelingencrisis kan ik onmogelijk serieus nemen.

8. het interpreteren van een uitspraak als drogreden: het verdraaien van een standpunt.

In de politiek, in de liefde en in diverse andere situaties zeggen mensen vaak iets anders dan ze bedoelen. Hun woorden moeten geïnterpreteerd worden. Je bent lief, kan bijvoorbeeld net zo goed betekenen ‘Je bent veel te zachtaardig voor mij’, als ‘Ik vind je geweldig.’

Het verdraaien van een standpunt (al dan niet opzettelijk) "En daarom vind ik abortus in sommige gevallen een goede zaak." "U zei zojuist dat u moord op ongeboren kinderen goedkeurt, bent u daarmee zelf niet medeplichtig aan massamoord.” “Mam, ik ga niet mee naar oma, ik wil de kampioenswedstrijd niet missen.” “Dus jij vindt sport belangrijker dan je familie.”

Deze opsomming is niet volledig; het staat iedereen vrij om ongeldige argumentatie te verzinnen en te gebruiken. Dit zijn de termen die genoemd worden in het examenprogramma van de bovenbouw. Deze moet je tegen die tijd kunnen herkennen en benoemen. 1. De cirkelredenering

Je argument is eigenlijk hetzelfde als het standpunt, omdat ze zo op elkaar lijken. 2. Ontduiken van de bewijslast

De spreker/schrijver wil geen argumenten geven voor het standpunt (Dat ís gewoon zo) Laat de ander ZIJN ongelijk bewijzen en hoop dat hij daardoor zelf zijn gelijk niet hoeft te bewijzen. (Zeg maar eens dat het niet waar is.) . Dit doe je ook met formuleringen als:

1. Zo'n fijne leraar als u begrijpt wel dat ..., 2. Ieder weldenkend mens snapt ..., 3. Een goede moslim vindt natuurlijk dat ..., 4. Natuurlijk is het zo dat ... 5. Ik hoef een intelligent publiek als u niet te vertellen dat....

Je hoopt dat mensen zo gevleid zijn of zich zo schamen dat zij dan misschien geen 'weldenkend mens' zijn, dat ze niet vragen om bewijzen. Trump, Wilders en andere populisten (voel je dat dit ook neigt naar drogredenering

Page 18: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

18

;-) ontduiken de bewijslast door de pers de schuld te geven: Het klopt niet wat de linkse pers schrijft, het zijn leugens.

3. Het bespelen van het publiek

De drogreden ‘het bespelen van het publiek’ is er in verschillende varianten. 1. De argumentatie is niet gericht op het overtuigen van de andere partij, maar op het genereren van bijval

bij de omstanders, waardoor de andere partij onder druk komt te staan. Vaak met een irrelevant, of wel erg sterk aangezet beroep op emoties. ‘Deze situatie waarin deze kinderen verkeren, is zo schrijnend, dames en heren, dat vindt u toch ook, en daarom vraag ik de staatssecretaris nu over het hart te strijken en hen een verblijfsvergunning te verlenen.’ Maar dít is geen drogreden: 'De schrijnende situatie waarin deze kinderen verkeren, moet de staatssecretaris er toch toe brengen over het hart te strijken en hen een verblijfsvergunning te verlenen, mensen, onderteken deze petitie'.

2. De argumentatie (in een toespraak of tekst die gericht is op een groter publiek) overtuigt meer door het gebruik van retorische middelen (zoals ironie, framing, retorische vragen, en herhalingen, waarbij vaak een beroep wordt gedaan op vooroordelen) dan door inhoudelijke argumenten. De linkse pers en de ivoren toren van de wetenschap storten hun doemscenario’s over ons uit en preken hun klimaatboodschap

3. In een toespraak of tekst (die gericht is op een groter publiek) wordt een irrelevant beroep gedaan op emoties. Een probleem is dat de verschillen tussen het ontduiken van de bewijslast en het bespelen van het publiek soms zeer klein zijn. Ik hoef een intelligent publiek als u niet te vertellen… is hierboven genoemd als voorbeeld van het ontduiken van de bewijslast, maar de spreker vlijt onmiskenbaar zijn publiek. Een ander probleem is dat er bij variant b en c eigenlijk geen publiek nodig is. Een laatste probleem is dat het niet altijd duidelijk is wie aangesproken persoon is, en wie publiek. In een verkiezingsdebat gaat het er bijvoorbeeld niet om de opponent te overtuigen, maar de kiezer. Het publiek op de tribune en thuis voor de televisie is dan dus eigenlijk geen publiek, maar te overtuigen persoon. Toch vinden veel mensen dat het ook in zo’n situatie geen pas heeft om dit ‘publiek’ aan te spreken of anderszins te ‘bespelen’. Debatspecialisten vinden dat onverstandig. Desalniettemin: het is van belang ervan uit te gaan dat het ‘publiek’ in ‘het bespelen van het publiek’ niet per se uit toeschouwers hoeft te bestaan, maar ook de groep mensen kan zijn die overtuigd moet worden. We gruwen er allemaal van hoe bankiers hun zakken vullen, hoe ze geld verdienen door gewone burgers in armoe te storten, en daarom moet de belasting voor grootverdieners omhoog.

Page 19: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

19

Bijlage Begrippen betoog

Activeren: De lezer moet iets gaan doen. Een activerende tekst geeft informatie, zet je aan het denken en wil je overtuigen waardoor je uiteindelijk iets wilt gaan doen. Het gaat dus nog een stap verder dan overtuigen. Tekstsoorten: pamflet, open brief, reclame/advertentie, recensie. Iemand die jou wil overtuigen van zijn

mening, kan wel eens ‘gekleurde’ feiten presenteren. Bij het beoordelen van de juistheid van informatie, kan het heel nuttig zijn om te weten wie de schrijver van de tekst is. Dat helpt jou om te bepalen of je zijn informatie voor waar aanneemt.

Met een argument onderbouw je een standpunt (stelling of mening). Je vertelt waarom je iets vindt, waarom je het standpunt verdedigt, waarom je deze mening hebt. Met goede argumenten kun je anderen overtuigen om jouw visie te delen

Een bron is een plaats waar je informatie vandaan haalt. Dat kan een gedrukte bron zijn (een krantentekst, een tijdschriftartikel, een boek) of een digitale (een cd-rom, een internetpagina), maar ook bijvoorbeeld een persoon en een tv-programma kunnen dienen als bron.

Een feit is een controleerbare of algemene waarheid: Het regent is beter geschikt als feit dan Het is slecht weer. Een boer zal er bijvoorbeeld anders over denken dan een toerist. Mensen geven vaak hun mening verpakt in de vorm van een feit: Of je dit gelooft kun je laten afhangen van de bron.

De hoofdgedachte van een tekst vertelt in één zin met persoonsvorm waar de tekst over gaat en wat daarover gezegd wordt. De hoofdgedachte is wat de schrijver jou over dit onderwerp wil vertellen, wat zijn invalshoek is voor deze tekst.

Een mening is een standpunt, een stelling gekoppeld aan een persoon: hij vindt iets. Vaak zijn meningen verpakt als feit: Marc Rutte is betrouwbaar.

Een onderbouwing is een argument voor een argument, je vertelt waarom een argument klopt.

Overtuigen: De schrijver wil dat de lezer zíjn mening overneemt. Tekstsoorten: betoog, ingezonden brief, commentaar, column. Het simpele schema (standpunt - argumenten - herhaling standpunt) kun je uitbreiden naar een complex betoog: standpunt - argumenten - tegenargument(en) - weerlegging tegenargument(en) - herhaling standpunt. Je ziet dat er twee stappen bijgekomen zijn. Door in jouw tekst al tegenargumenten te noemen, maak je je eigen standpunt sterker: ondanks dat jij weet hebt van die tegenargumenten, vind jij wat je vindt! En dan weerleg je die tegenargumenten ook nog eens keer.

Een signaalwoord verduidelijkt de relatie tussen verschillende stukjes tekst: wat hebben ze met elkaar te maken.

Een standpunt (een stelling, bewering, mening) is een uitspraak waar je het mee eens of oneens kunt zijn (een these). Een standpunt is de hoofdgedachte van een betoog Je kunt een standpunt onderbouwen/verdedigen met argumenten of weerleggen/aanvallen met tegenargumenten. Een standpunt kun je goed gebruiken om mensen met elkaar te laten debatteren. Een standpunt dat het goed voor elkaar krijgt om mensen in verschillende kampen te krijgen, noem je een polemisch standpunt (een polemische stelling).

Met een tegenargument ontkracht je een standpunt, je maakt dat standpunt minder aanvaardbaar.

Met een tegenwerping ontkracht je een argument, waardoor het standpunt minder aanvaardbaar wordt.

Met een weerlegging ontkracht je een argument, je maakt dat argument minder aanvaardbaar. Bron: Bruuttaal

Page 20: Oefenen in Schrijfvaardigheid · 2020. 3. 2. · Oefenen in Schrijfvaardigheid Schrijfopdracht werkdocument betoog Vakgerichte actualiteit Voor dit werkdocument is de staking in het

Het oefenen en schrijven van een betoog

20