Virtus Nitor winter 2014 drukker
-
Upload
lucas-nutbey -
Category
Documents
-
view
376 -
download
15
description
Transcript of Virtus Nitor winter 2014 drukker
VIRTUS NITOR 01
Samen sterker. Dat is het idee van coöperatief bankieren.
www.rabobank.nl/leiden-leiderdorp-oegstgeest
Met de universiteit, de hogeschool, het ROC en ruim 40.000 studenten, is de
onderwijssector belangrijk voor de Leidse regio. Daarom ook voor Rabobank Leiden,
Leiderdorp en Oegstgeest.
Thuis in het onderwijs, thuis in de Leidse regio
door gesprek-ken met lokaleondernemers
Als student eeneigen bedrijf
starten
minerva voor het leven | gelimiteerde oplage in een luxe doos met de acht foto’s van jeronimus van pelt apart afgedrukt. Te bestellen – € 200, – via www.lustrumminerva.nl/geschiedboekDe opbrengst van het boek komt geheel ten goede aan de lsvm.
VIRTUS NITOR 04
\HET REÜNISTENFONDS
VIRTUS NITOR 05
Winter 2014
Oplage 9.700
Foto omslagFauve Bouwman
RedactieMarianne van Exel (2004, geschiedenis)Florentine Haverkamp (2001, kunstgeschiedenis en archeologie)Henri Kröner (1999, rechten)Edwin den Os (1988, rechten)Klaartje Sluijs-Couprie (1988, kunstgeschiedenis en archeologie)Wouter Storm (1973, rechten)Sanderijn Vermeeren-van Holten (1991, Spaans/talen en culturen van Latijns-Amerika)Eveline Praal (2006, Italiaans)Emma Heijning, h.t. Commissaris Reünisten (2012, Internationale Betrekkingen & Organisaties)
VormgevingLucas Nutbey (2006)
DrukDrukkerij Hakker van Rooijen
RedactieadresRedactie Virtus NitorBreestraat 502311 CS [email protected]
AdreswijzigingenCommissaris ReünistenBreestraat 502311 CS Leiden 071-5121571reü[email protected]
Of: inloggen op www.reunistminerva.nl, keuze ‘Mijn gegevens’
Stichting Reünistenfonds Minerva
Voorzitter van de Raad: Mr. Ankie Broekers – Knol (1965)
Bestuur:Mr Christiaan A. Baardman, voorzitter (1977)Mr Halbart Völker, penningmeester (1979) Mr H.J. Lempers, secretaris (1991) Prof dr Jaap F. Hamming (1976) Drs Klaartje Sluijs-Couprie (1988) Drs Sanderijn E. Vermeeren-van Holten (1991)
Websitewww.reunistminerva.nl
BankgegevensRekeningnummer NL09ABNA 0451.7352.18t.n.v. Stichting Reünistenfonds Minerva, Leiden
De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden stukken in te korten of niet te plaatsen.
colofon
VIRTUS NITOR 06
Interviews12 De fusie: vervreemding en verbondenheid Interview met Pia Bloem en Otto Takes
18 Van feesten naar fietsen Vier Minervanen fietsen 14.000 kilometer. Voor vrouwenrechten
22 ‘Havo is wel een optie’ Interview met Susanne de Raaij, oprichter van BioBite
36 Een ei is geen ei, of wel? De tweelingzusjes Haverkamp zijn onafscheidelijk
44 Sunday Assembly Jan Willem van der Straten begon een kerk voor atheïsten
Verslagen11 Het MSF Diner
16 Christiaan de Vries (Praeses Collegi)
25 De Universiteit Leiden & Minerva
26 Fotoreportage: Onze gezelschappen
40 Contrast steden
Overig08 Ab Actis
09 Assessor Primus
10 Commissaris van Tapsch en Consumabel/Commissaris exploitatie
21 Quaestor Commissie
48 Jaardies 1979
50 Nieuw vaandel
51 Jaar 1949 sponsort restauratie
54 VVSL
60 Oproepen
\INHOUDSOPGAVE
12
22
36
44
Waarde Reünist(e)
Com
mis
sari
s R
eüni
sten
Na het vieren van tweehonderd jaar Sociëteit
‘Minerva’ blikken wij terug op een geslaagde
zomer vol herinneringen en nostalgie.
Met intussen ruim tweehonderd jaar achter
de rug heeft Sociëteit heel wat verschillende
tijden meegemaakt, ieder met zijn eigen tradities en mores.
Tijdens de viering van het 40ste lustrum van Sociëteit werden
deze verschillen duidelijk toen alle jaren bijeen kwamen.
Huiverend heb ik geluisterd naar de verhalen over het naoor-
logse Minerva, de vrijgevochten jaren zeventig en de harde
jaren negentig op Sociëteit. Ieder tijdperk en ieder verhaal
heeft zijn eigen kenmerken. Tussen al deze tijdperken heerst
dus een bepaald contrast. Maar hoe scherp tekent dit
contrast zich af?
Hoewel er op Sociëteit veel eeuwenoude mores en tradities
zijn, realiseren veel Leden zich vaak niet dat sommige mores
met hun tijd mee zijn gegaan of eigenlijk nog helemaal niet zo
lang bestaan. Er zijn door de tijd heen zelfs mores verdwenen.
Als Commissaris Reünisten krijg ik hier uiteraard veel van
mee: een van de onderdelen van mijn functie waar ik het
meeste plezier aan beleef!
Met 358 nieuwelingen heeft het jaar van de ‘maadjes’ zich
inmiddels gevestigd op Sociëteit. De jaarclubs zijn gevormd
en geïnaugureerd, en aan enthousiasme ontbreekt het niet.
Ik heb er dan ook alle vertrouwen in dat de eerstejaars dit
Sociëteitsjaar iedere reünistenavond tot een groot succes
gaan maken. Juist doordat op deze avonden Leden van
verschillende generaties met elkaar in contact komen, is dit
een ideaal moment om de verschillende tijdperken weer bij
elkaar te brengen en verhalen over ieders studententijd te
delen. Het contact tussen reünisten en onze huidige leden
houdt de band met Sociëteit sterk.
Deze wintereditie van de Virtus Nitor staat in het teken van
contrasten. We kijken naar het contrast tussen oud en jong,
tussen studeren en werken, tussen verschillende corpora en
nog veel meer. Daarnaast is er aandacht voor de 115e dies
van de VVSL en de sterke band tussen Minerva en de
Universiteit Leiden. Ten slotte worden oude, maar ook
nieuwe gezelschappen deze editie in het zonnetje gezet.
Ik wens u veel leesplezier!
Met bordeauxrode groet,
h.t. Commissaris Reünisten van de
Commissie voor de Sociëteit ‘Minerva’
Emma Heijning
Waarde Reünist(e)
Wat een bijzonder feest heb ik mogen
meemaken deze zomer. De beelden van
het Twee Eeuwenfeest staan nog op
ons netvlies gebrand, maar het is ook
tijd om vooruit te blikken.
Er staat namelijk een groot evenement op de agenda voor
aankomend jaar. De V.V.S.L. viert haar 115e Dies op 24 januari
2015. Samen met Commissaris Reünisten Emma Heijning,
de V.V.S.L. Adviescommissie, die wordt voorgezeten door
Susanne Bins-van Waegeningh, en de V.V.S.L. Lustrumcom-
missie, voorgezeten door vierdejaars Lid Josine Heijnen, zijn
we al druk in de weer om een mooie dag te organiseren
voor de V.V.S.L. Wij zien er naar uit om zoveel mogelijk èles
te ontvangen op 24 januari.
Daarnaast ben ik blij te melden dat er het afgelopen jaar veel
schenkingen zijn gedaan aan het Archief, in het licht van het
Twee Eeuwenfeest. Deze aanvulling wordt enorm gewaar-
deerd, door mij, door de Bestuursgang en door de Archief-
commissie die zorg draagt voor het Archief.
Dankzij u kan het Archief van LSV Minerva één van de
grootste privécollecties van Nederland blijven.
Iets waarvan u wellicht al eerder heeft gehoord, is het
Geschiedboek. Een prachtig boek dat een keer in de 25
jaar uitkomt, ditmaal ter ere van het Twee Eeuwenfeest.
Het boek staat vol met mooie platen, anekdotes en verhalen
die een poging doen om de afgelopen tweehonderd jaar in
vogelvlucht weer te geven. Er zijn nog exemplaren beschik-
baar! Indien u geintereseeerd bent, is het boek te bestellen
via http://www.binkserver.nl:8080/minerva
Er naar uitkijkende u te ontmoeten met de Reünistenavonden,
verblijf ik,
Met Koningsblauwe groet,
Collegii h.t. ab-actis
Aimee Peterse
Col
legi
i h.
t. ab
-act
is
Waarde Reünist(e)
Het jaar is nog maar net van start gegaan,
maar onze Vereniging draait al op volle
toeren. Sempre Crescendo is bezig met een
nieuwe big band, Non Sordent viert dit jaar
haar 40ste lustrum, een aantal Leden is
bezig met de heroprichting van de Leidse Studenten Alpen
Club en Limburgia. En we verwelkomen dit jaar nieuw-
komers als ‘Het Rode Wijn gezelschap’ en het ‘Leidsch
bin’vo gezelschap ‘het molentje’’.
Ook de sportgezelschappen en subverenigingen zitten niet
stil. Ik heb het LSRG en de Leidse Studs al menig overwin-
ning zien behalen en er zullen er nog vele volgen.
De diversiteit aan subverenigingen, gezelschappen en
disputen heeft mij aan het begin van mijn inwerkperiode
enigszins verbaasd. Het heeft mij aan het denken gezet,
want hoewel er veel activiteit is binnen de subverenigingen
en gezelschappen, is er altijd maar een selecte groep Leden
bij betrokken. Dit is jammer, want juist deze suborganen
van onze Vereniging kunnen veel extra’s toevoegen aan je
Leidse Tijd.
Dit academisch jaar besteden we daarom extra aandacht
aan de promotie van onze subverenigingen en gezelschap-
pen. Zo organiseerden we in november het grote subvereni-
gingen- en-gezelschappendiner en wordt een editie van
de Correl volledig aan subverenigingen en gezelschappen
gewijd.
Kortom, het belooft een mooi jaar te worden!
Met koningsblauwe groet,
Collegii h.t. Assessor Primus
Marit Sanden
Collegii h.t. Assessor Prim
us
VIRTUS NITOR 010
Waarde Reünist(e)
Wat was het mooi deze zomer om u in
groten getale op het lustrumterrein te
hebben mogen ontvangen. Ik hoop dat
u er, net als wij, met een warm gevoel
aan terugdenkt. Wij willen u graag op
het hart drukken dat u ook in het tweehonderd en eerste
jaar welkom bent om te dineren op Sociëteit. Onze koks,
bediening en uiteraard de voltallige bestuursgang ontvangen
u met veel plezier. Wij denken graag met u mee over een
goed menu en een mooie wijn.
Naast de drukbezochte reünistenavonden en jaardies kunt u
altijd terecht in een van de mooie zalen van Sociëteit.
Het lijkt ons ontzettend mooi om u weer een avond op
Sociëteit te laten beleven. Tijden veranderen en vaak wordt
er gezegd dat het binnen deze muren altijd hetzelfde zal
blijven. Toch verandert er het een ander in de loop der jaren.
De enige manier om het contrast te zien met uw Leidse tijd
is weer eens een avond op Sociëteit mee te maken en te zien
hoe het er nu aan toegaat.
Roos van Maldegem
Graag ontvangen wij u dit jaar wederom op Sociëteit!
Met bordeauxrode groet,
h.t. Commissaris Exploitatie
van de Commissie voor de Sociëteit ‘Minerva’
h.t. Commissaris van Tapsch en Consumabel
van de Commissie voor de Sociëteit ‘Minerva’
V.P. van den Bos
VIRTUS NITOR 011
Eind september vond het tweede benefietdiner plaats voor reünisten
ten behoeve van het Minerva Scholarship Fund. Het was een prachtig
georganiseerde avond onder het thema ‘where Minerva meets
excellence’, waarbij de vraag werd gesteld wat de rol van Minerva
zou moeten zijn bij de ondersteuning van (wetenschappelijke)
excellentie, zowel bij onze eigen leden als voor studenten in het
algemeen. Gedurende het diner spraken Jan Michiel Hebly, partner
bij Houthoff Buruma en hoogleraar bouw- en aanbestedingsrecht
aan de Leidse Universiteit en Delia Wind, lead service manager bij
Shell en beursontvanger Willemieke Tummers over haar medische
stage in Zuid Afrika. Een bijzondere en memorabele avond!
Het Minerva Scholarship Fund werd in 2009 opgericht als intiatief
van de L.S.V. ‘Minerva’. De stichting stelt zich ten doel beurzen te
verschaffen voor studie- en onderzoeksprojecten binnen verschillende
wetenschappelijke disciplines, zowel in binnen – en buitenland.
Het nut van de beurs kan verschillen van vergoeding van het
onderzoek zelf, tot verblijfskosten in het buitenland.
Om het fonds toekomstbestendiger te maken streven we er naar
om met het MSF vermogen op te bouwen waardoor in de toekomst
de beurzen kunnen worden bekostigd door eigen rendement en
niet geheel afhankelijk zijn van giften.
In een tijd dat er steeds meer studieverzwarende maatregelen
worden ingevoerd is het voor studenten van steeds groter belang
om goed te studeren, vanaf het eerste jaar. Waarbij het Nederlandse
hoger onderwijs grotendeels publiek wordt gefinancierd tracht
de L.S.V. ‘Minerva’ met het MSF zelf een bijdrage te leveren aan
wetenschappelijk onderzoek met geld uit eigen voorzieningen of
eigen fundraising. Op deze manier dragen we als studentenvereni-
ging, en daarmee als leden, bij aan de wetenschap door excellente
studenten te ondersteunen in hun academische ambities.
MSF Benefietdinerdoor Christiaan de Vries fotografie LSV Minerva
VERSLAG/
VIRTUS NITOR 012
VIRTUS NITOR 013
Pia Bloem en Otto Takes (beiden aangekomen in 1970) waren lid geworden van ongemengde verenigingen, die later gemengd verder zouden gaan. Ze vertellen over hun ervaringen voor, tijdens en na het ‘inschuiven van de dames in het mannenbolwerk’.
De fusie: vervreemding en verbondenheid
Interview met Pia Bloem en Otto Takes
Door: Edwin den Os Fotografie: Puck Soetens
VIRTUS NITOR 014
Het voormalige VVSL-pand aan Rapen-
burg 65 is onlangs gerenoveerd. Interna-
tional Tax Centre Leiden huist er nu. Veel
authentieke details zijn gelukkig bewaard
gebleven, zoals de zolder waar destijds
VVSL-novieten veel tijd doorbrachten. In de
theekamer staan nu tafels met computers
opgesteld. Ruim 350 studenten kwamen
aan in 1970: 178 bij VVSL en 180 bij LSC.
Het is op de zolder met zijn zware houten
balken dat we elkaar spreken.
Vertel eens iets over die ontgroeningsperiode.Pia “De universitaire introductieweek
El Cid, was gemengd. Daar leerden we al
wat jaargenoten kennen. Daarna volgde
een intensief programma bij de VVSL.
Na het ochtendappèl (het bestuur zat
achter een grote tafel, wij zaten op de
grond, op alfabetische volgorde moesten
we opstaan, onze naam noemen en weer
gaan zitten) werden we de hele dag en
avond beziggehouden. Niet alle activiteiten
waren overigens ongemengd.”
Otto “Zo was er een voorlichtings-
bijeenkomst over drugs op de sociëteit,
waar de vrouwen/dames ook bij waren.
En we hadden samen een groot strand-
feest. Onze ontgroening vond deels plaats
in de Toneelzaal, waar werd gegeten en
’s avonds en ‘s nachts natuurlijk in de
Grote zaal.´
Twee jaar later gingen VVSL en LSC verder samen als LSV Minerva. Hoe verliep dat?Pia “Eigenlijk een beetje ongemerkt. Later
werd duidelijk dat er al sinds eind jaren
zestig bij beide verenigingen een terug-
loop was in het ledenaantal. Er werd naar
methoden gezocht om meer mensen bin-
nen te krijgen. Fusie bleek de enige oplossing.
De besprekingen verliepen geheel in het
geheim.”
Otto “De dames werden onder regenjassen
de sociëteit binnen gesmokkeld om te
onderhandelen. Na aparte stemmingen
viel op 17 juni 1971 het definitieve
fusiebesluit.” Een dag eerder was in het
VVSL gebouw al de (gemengde) Pan bar
geopend. Deze bevond zich aan de Rapen-
burg zijde, direct naast de toegangsdeur.
Pia “Het samengaan uitte zich van
september 1971 tot en met december 1971
in het organiseren van gemengde (Placo)
avonden op de sociëteit, om de meisjes te
laten wennen. Je stond dan met een paar
meisjes rond een fles sherry, terwijl er
grote groepen jongens om vaatjes bier en
schalen (bitter)ballen stonden.”
Otto vult aan “Overigens, wie dronken
werd, werd door de Commissie uit de zaal
verwijderd.”
Pia “Ik vond nog een menu van een kaas-
en wijnavond met de titel fuseren moet
je leren.” Op 17 december werden apart
de afscheidsfeesten Adieu Èle en Adieu
Garçons gevierd.
Otto “De zaal stroomde rond half zes
vol, boordevol met leden en reünisten van
alle jaren. Ontelbare vaatjes stonden binnen
een uur op en onder de tafels. Bitterballen
in overvloed. De muren weerkaatsten
het Iodokio en het Io Vivat. De leestafel
tolde door de zaal; tot in de vroege uren
werd het glas geheven op het verleden.
Hoe node was het dan ook die nacht te
scheiden. Over ruim een maand zou de uil
voor het eerst zonder blinddoek vrouwen
in de zaal waarnemen.”
Op 3 februari 1972 vond de officiële open-
ing van de gemengde sociëteit plaats.
Pia “Er kwam een nieuw gemengd Collo
en een nieuwe gemengde Commissie,
maar leuk vonden de gewezen èles het
niet. Na de gezellige theekamer met lek-
kere banken die kale, naar bier stinkende
zaal... Er werd weliswaar een aparte
mannen- en vrouwenzaal ingericht, maar
die werden nooit een succes. Er zijn in die
periode veel èles afgehaakt, dat is heel
jammer.”
Hoe ging het toen ‘Minerva’ een feit was?Otto “Het fusiefeest vond plaats onder
leiding van Vivian Vos en Benk Korthals.
Het zogenoemde Moresboek LSC werd
symbolisch in de haard geworpen: we
beginnen opnieuw! Mores zijn eigenlijk
niet meer en niet minder dan ‘richtlijnen’
door de tijd heen. Leiden was eigenlijk
ontzettend liberaal. Wat betreft mode: veel
mannen liepen in moderne kleding, met
‘bordeelsluipers’. Voor alle duidelijkheid:
wél jasje-dasje en géén spijkerbroeken!
Toch iets anders gekleed dan wat men de
‘Leidsche bal’ noemde. Tegenwoordig zijn
de corpsleden conservatiever.”
In september 1972 start het eerste
gemengde jaar, met een gemengde Deur-
wacht, Blauwe Potlood en Bijstand.
Als vanouds een werkweek (met verschil-
lende locaties – bijvoorbeeld Luyckx van
de zilveruitjes en Indola in Voorburg).
Pia “In het begin waren er geen regels
\INTERVIEW
VIRTUS NITOR 015
voor gemengde jaarclubs. Er was welgeteld
één gemengde club, maar dat werd geen
succes. In 1973 werden daarom gemengde
clubs verboden.”
Otto “De sfeer in die groentijd was
plezierig, ondanks de onzekerheid bij
leden en Bijstand over de nieuwe situatie
na afschaffing van kaalscheren en andere
ongelijkheidsregels in 1969. Er was maar een
klein groepje zure ouderejaars. Overigens
bepaalde de Bijstand dat poepzuur niet
gewenst was.”
Pia vult aan “Werd er gezooid, dan gingen
wij meisjes liever weg. Een nieuwe
enthousiaste gemengde Commissie ging
er daarna met groot elan tegenaan en dat
bracht een betere sfeer dan daarvoor.”
Welke overeenkomsten zien jullie in een ongemengde, later gemengde vereniging?Otto “Voorop staat dat ik een geweldige
studententijd heb gehad bij een unieke
vereniging. Een sfeer waarin je je kunt
vinden.”
Pia “De menging paste heel goed in de
tijdgeest. Maar voor veel ouderejaars en
jaargenoten is de fusie toch een breuk in
de traditie geweest, zowel voor de mannen
als de vrouwen.”
Bepaalde aspecten zijn echter – zo vinden
beiden – overeind gebleven: een groot
gevoel van verbondenheid en respect voor
elkaar.
Otto “Zo was ik op een reünistenavond
aan het praten met jongerejaars. Wordt
er met de leestafel gezooid. Ik doe mee.
Roep opeens: ‘kut, mijn bril!’ Zodra die
weer op mijn neus stond, ging het lees-
tafelzooien onmiddellijk verder. Alsof de
film even stil had gestaan. Dát is uniek!”
Na gymnasium bèta begon Pia Bloem met haar rechtenstudie (Burgerlijk recht). Pia zette samen met een paar èles en corpsleden in zomer ‘71 voor reisor-ganisatie NBBS het Sleep Inn hotel aan de Spuist-raat in Amsterdam op en ze bediende in Barrera. In 1973/74 was ze praeses van de redactie-commissie voor het gedenkboek van het 32e lustrum, Bewitched. Pia voltooide tevens haar doc-toraal Arbeids- en organisatiepsychologie. Ze vervulde diverse P&O functies in het bankwezen en de uitgeverij.
Daarna was ze ruim 15 jaar actief als schrijvend eindredacteur voor publiekstijdschriften. Sinds 1987 begeleidt Pia hoger opgeleiden uit profit- en non-profit organisaties bij het realiseren van hun loop-baanwensen. De laatste jaren traint ze internationale staffunctionarissen van NGO’s in stressmanagement. Pia Bloem woont in het Gooi. Ze is getrouwd met jaargenoot Job Kuyper. Samen hebben ze een zoon, die inmiddels advocaat is in Amsterdam.
Otto deed HBS-A, gevolgd door een doctoraalstudie Notarieel recht. Tijdens zijn studie exploiteerde hij een boekingsbureau voor artiesten. Otto was in 1973 praeses CHM en in 1974 en 1975 hoofd-barkeeper in HiFi op de roerige zaterdagavonden. Tevens was hij enkele jaren algemeen bestuurslid van SLS (Stichting Leidse Studentenhuisvesting), onder andere om de vrije coöptatie en ‘verenigingshuizen’ te kunnen laten voortbestaan.
Na het doctoraalexamen trad hij in dienst bij een assurantiekantoor in Den Haag. Hij vervolgde zijn loopbaan bij Sedgwick (assurantiemakelaars in Amsterdam). In 1986 werd hij in Den Bosch statutair directeur van twee vennootschappen. Om echter precies datgene te kunnen doen wat hij wilde, begon hij een jaar later een eigen adviespraktijk met nadruk op collectieve en individuele pensioenvoorzieningen. Otto woont in Haarlem, is alleenstaand (co-ouder-schap na echtscheiding). Hij heeft een dochter van 23 jaar en een zoon van 20 jaar. Otto Takes is geïnteresseerd in architectuur, industriële vormgeving (design), reizen, auto’s en autosport, en watersport.
INTERVIEW/
VIRTUS NITOR 016
Het jaar na de 40e Lustrumviering biedt bij uitstek de ruimte om enkele grote thema’s van de
huidige tijd binnen Minerva te belichten. Beantwoordt Minerva aan de wensen en verwachtingen
van haar leden? Met andere woorden: biedt deze vereniging een eerlijke kans aan ieder lid om
zich hier te kunnen aarden en een plek te vinden? Hoe gedijen onze leden onder het steeds
strengere en veeleisendere studeerklimaat, ook met oog op het verwachtte sociale leenstelsel?
Op welke manier staat Minerva in de maatschappij die ons omgeeft en wat is de houding die
onze leden daarbij aannemen? Enkele vragen over de huidige en naderende tijd na een jaar vol
reflectie op 200 jaar geschiedenis. door Christiaan de Vries fotografie Fauve Bouwman
\VERSLAG
VIRTUS NITOR 017
Afgelopen september zijn er 358 nieuwe eer-
stejaars leden geïnaugureerd als lid van onze
vereniging. Een kleine meerderheid van hen vond
ook een plekje en dus een kamer in een van de
ledenhuizen die Minerva kent, een substantieel
deel echter niet. Waar het huis waar je woonde in
het verleden nooit van noemenswaardig belang
was, definieert in de huidige cultuur het huis
waar je komt te wonen in grote mate hoe jouw
eerste jaar als lid van Minerva er uit zal zien.
Onze vereniging kent een sterke en hechte huizencultuur. Een
fantastisch vangnet voor onze eerstejaars leden, die worden
opgenomen in een nieuw thuis waar zij enkele van de mooiste
jaren van hun bestaan zullen meemaken. Ouderejaars huisgenoten
ondersteunen hen in hun Leidse opvoeding, met de studie en
op Sociëteit. Toch is er zoals boven vastgesteld niet voor iedere
eerstejaars een plek in een ledenhuis. Wanneer er in een systeem
waar onze vereniging veel op steunt systematisch te weinig plaats
is voor onze leden, dan vormt zich een probleem: op Minerva
behoort er immers voor ieder lid een plaats te zijn. We zien tot
onze spijt dat Leden zonder Ledenhuis over het algemeen minder
regelmatig in de Zaal te vinden zijn. Vooral een gebrek aan aan-
sluiting bij Minerva wordt daarbij ervaren. Deze constatering noopt
tot actie. Door onze bestaande structuren zoals subverenigingen, ge-
zelschappen en verbanden beter te benutten creëren we voor meer
leden binnen de vereniging die gewenste aansluiting.
Juist de verticale aard van deze structuren, leden uit verschillende
jaren die zich binden rondom een gezamenlijke hobby of interesse,
draagt daar aan bij. Door dit uit te buiten stimuleren we een open
systeem waarin ieder lid, uit welk huis of welke club dan ook, zich
kan aarden.
Sine qua non blijft nog altijd goede studievoortgang. Een actief
ingevuld lidmaatschap kan alleen bestaan wanneer dit succesvol
gecombineerd blijft worden met de studie. Commissiewerk staat
slechts open voor hen die aan het bindend studieadvies van hun
huidige studie hebben voldaan. Zitten aan een tafeltje in een van
de comfortabele raamstoelen? Slechts mogelijk voor hen die hun
propedeuse hebben behaald. Hoe kan het ook anders!
Om mee te kunnen met de steeds verhogende studiedruk en de
toenemende mate van concurrentie zijn goede studieresultaten
cruciaal. Om onze leden hierin zo goed mogelijk ondersteuning te
bieden zijn afgelopen jaar de zogenaamde ‘faculteiten’ opgericht.
Zes faculteiten, voor rechtsgeleerdheid, geesteswetenschappen,
sociale wetenschappen, economie en bedrijfskunde, biomedische
wetenschappen en voor wis- en natuurkunde, ieder met een eigen
bestuur, bieden leden ondersteuning die aansluit bij hun studie.
De bibliotheek wordt vanaf half november opgeknapt met geld
van de Vereniging Sociëteit ‘Minerva’ (VSM) ter ere van 50 jaar
sinds de opening van het huidige Sociëteitsgebouw. Er komen voor
meer dan 20 man studeerplaatsen, inclusief draadloze internet-
verbinding. De boekencollectie worden opnieuw geïnventariseerd
en met geld van het Reünistenfonds zal het boekenpakket voor
de eerste- en tweedejaars studenten rechten en geneeskunde (de
grootste studies) permanent beschikbaar zijn. Met deze ontwik-
kelingen proberen we onze leden zo volledig mogelijk te onder-
steunen binnen hun studie nu de druk op goede resultaten steeds
hoger wordt.
Met het 40e lustrum is de vereniging gevierd die ons allen zo
dierbaar is, om na 200 jaar terug te blikken op al dat Minerva is
geweest vervult ons met een gevoel van ontzag, waardering en
trots. Hoe vertaalt zich dit gevoel naar het huidige jongere jaar?
De zelfreflectie vernieuwt zeer zeker ons begrip van het eigen
verleden en dus ook van Minerva in de huidige tijd. Dat biedt een
gevoel van zelfvertrouwen, geput uit deze zelfkennis. Toch moet
hierbij gewaakt worden voor een verdraaiing van dit zelfvertrouwen
tot een misplaatste arrogantie, gebaseerd op de verdiensten van
anderen.
Na tweehonderd jaar staat Minerva nog steeds midden in de
Leidse maatschappij. Nog altijd nauw betrokken bij de 3 October
Vereeniging heeft ook afgelopen oktober de ouderenborrel onder
de luifel plaatsgevonden, heeft de scheidende praeses Wenneke
Stikkers het evenement polsstokhoogspringen voor de Leidse
burgerij georganiseerd en heeft op Minerva weer het jaarlijkse
Nazitdiner plaatsgevonden. Komende maart (2015) stelt Minerva
onze Sociëteit wederom beschikbaar voor het benefietevenement
‘Slag om Leiden’, waarbij geld wordt opgehaald voor het lokale
Leidse hospice ‘Issoria’. Belangrijke tradities om betrokken bij te
blijven. Om onze leden actiever te betrekken bij onze positie in
de Leidse samenleving heeft de Assessor Secundus Collegii het
initiatief genomen tot twee nieuwe commissies. De Goededoelen-
commissie is gestandaardiseerd. Hierbij worden de door Minerva
gereserveerde gelden direct geïnvesteerd in evenementen van deze
commissie waar leden aan meedoen. Op deze manier wordt een
actieve en bewuste bijdrage van leden gestimuleerd en daarmee
ook het bewustzijn voor het goede doel. Ten tweede is de
zogenaamde Sleutelcommissie heropgericht om expliciet activiteiten
te organiseren tussen de Leidse bevolking enerzijds en onze leden
en Sociëteit anderzijds. Wederom een manier om leden actief te
betrekken bij de stad en haar bewoners om ons heen!
Het is goed om te kunnen constateren dat Minerva, nu 200 jaar
oud, zich nog altijd blijft ontwikkelen. Leden blijven kritisch en
veranderen mee met hun tijd. We passen ons aan waar dat moet,
lopen voor waar we kunnen en we blijven elkaar uitdagen. Dit is
nog steeds onze leerschool, zoals zij ook de uwe was: de beste
keus van onze Leidse Tijd.
VERSLAG/
Als student zagen de jeugdvriendinnen Lidewij Ponjee,
Carlijn Bettink, Sophie van Hoof en Monique van der
Veeken (allen 24) regelmatig de zon opkomen met een
biertje in de hand. Ook nu zijn ze met zonsopgang wakker,
maar in plaats van hun bed in te rollen na een wilde
nacht, rollen ze hun slaapmatjes op en springen ze op
hun tandems. De vier voormalige feestbeesten maken
een slopende fietstocht van 14.000 kilometer van Jakarta naar Amsterdam,
om aandacht te vragen voor vrouwenrechten. Op dit moment zijn ze ruim
drie maanden onderweg.
VANFEESTEN
WAT ZIJN JULLIE AAN HET DOEN?
“We maken een ride for women’s rights, een reis per tandem
die vierhonderd dagen duurt en door Zuidoost-Azië, Centraal-
Azië en Oost-Europa leidt. We fietsen zo’n 300 kilometer per
week. Dat is vijf dagen per week praktisch de hele dag doortrap-
pen. Doel van de reis is aandacht vragen voor vrouwenrechten.
Onderweg bezoeken we ontwikkelingsprojecten die gericht
zijn op het verbeteren van de positie van vrouwen. We helpen
mee en spreken ondertussen met de lokale bevolking. Op onze
blog R4wr.org doen we verslag en portretteren we inspirerende
vrouwen die we onderweg tegenkomen, zoals Aisyah Shihazroy,
een 23-jarige bandweervrouw en Ni Ketut Landri, die niet naar
school ging omdat ze gepest werd. Ze leerde zichzelf Engels en
runt nu het familiebedrijf. Heel bijzonder is ook Suri Kempe, die
zich hard maakt voor gendergelijkheid binnen de Islam.
Ze schreef mee aan een boek waarin moslimextremisme bestreden
wordt, juist door de Koran uit te leggen. Het boek is in de ban
gedaan en Suri wordt bedreigd.”
door Eveline Praal fotografie privécollectie
Een deel van deze publicatie is afkomstig uit een eerder verschenen artikel in Nrc.next
NAAR FIETSEN
VIRTUS NITOR 019
WAAROM MAKEN JULLIE DEZE TOCHT?“Wij vinden dat je zelf de verandering moet zijn
die je in de wereld wilt zien. Zoals Ghandi zei: be
the change. Zelf hebben we alle kansen gekre-
gen, een goede opleiding gehad en ruim de tijd
genomen om onszelf te ontwikkelen. Nu willen we
iets terug doen, iets dat het eigenbelang overstijgt.
Omdat we dit jaar alle vier zijn afgestudeerd, was
het een ideaal moment om meer dan een jaar weg
te gaan.”
WIE BETAALT DE REIS?“Kosten voor levensonderhoud hebben we zelf bij
elkaar gespaard. In Indonesië en Maleisië hebben
we veel bij de brandweer en politie kunnen slapen,
veilig en gratis: een gouden formule. Overige
kosten proberen we te dekken door sponsoren
en donateurs te zoeken. De tandems hebben we
dankzij hen kunnen aanschaffen, evenals kleding,
kampeerspullen en handige gadgets. We hebben
ons begrotingsdoel nog niet gehaald, maar hopen
dat onderweg te doen.”
MAKEN JULLIE NIET GEWOON EEN GESPONSORDE WERELDREIS?“Die vraag krijgen we vaker, maar wie zich
verdiept in ons project, ziet dat dit niet het geval
is. We hebben ons een jaar lang intensief voor-
bereid, voor zover dat kan, maar uiteindelijk zijn
we gewoon vier jonge vrouwen die het onbekende
tegemoet gaan. We zijn kwetsbaar, onbeschermd,
en ongetraind. Al onze bezittingen moeten in
acht fietstassen passen en dagelijks moeten we
gemiddeld 80 kilometer maken, of we het nou leuk
vinden of niet. We zijn compleet overgeleverd aan
de natuur, aan elkaar en aan de mensen die we
ontmoeten.”
NU KLINKT HET INEENS GEVAARLIJK. HEBBEN JULLIE VEILIGHEIDSMAATREGELEN GETROFFEN?“Zeker. Niemand heeft er iets aan als we niet
meer terugkomen. Ambassades en organisaties
verwachten ons en kunnen alarm slaan als we niet
op tijd verschijnen zonder bericht. We hebben een
track & tracesysteem en alarmen tegen kwaad-
willende mensen en wilde dieren. Verder hebben
we gezondheidsadviezen doorgenomen, zodat
we weten wat te doen bij een schouder of een
knie uit de kom, een slangenbeet of als iemand
koorts krijgt in een malariagebied. We hebben een
EHBO-cursus gevolgd en een veiligheidstraining,
waarbij een acteur allerlei doemscenario’s met ons
oefende. Dat was behoorlijk confronterend. Geloof me, ook al weet je dat het
een neppistool is dat tegen je slaap wordt gedrukt, je wordt er toch bloednerveus
van.”
HOE IS DE REACTIE TOT ZOVER?“Tot nu toe louter positief. De bevolking vindt het bijzonder om ons op onze
tandems te zien: vier blanke vrouwen in strakke fietsbroekjes op een weg
waar meer dan 80 kilometer per uur wordt gereden… Ze vinden het wel stoer.
Mensen willen met ons op de foto en scooters blijven vaak een tijdje naast ons
rijden. Leuk, maar soms ook erg frustrerend als zo’n man naast je prinsheerlijk
op zijn scootertje toekijkt hoe jij je in het zweet werkt. Het meest opvallend vinden
wij dat de mensen hier zo ontzettend behulpzaam en vrijgevig zijn! Hoewel
iedereen hier over het algemeen veel armer is dan wij, willen ze alles met ons
delen. Het komt vaak voor dat mensen ons trakteren en ze willen er niets voor
terug. Geven wordt hier gewoon heel leuk gevonden, een groot verschil met
Nederland.”
EN HOE WORDT ER GEREAGEERD OP JULLIE EMANCIPATIEPOGINGEN?“Die doen we uitdrukkelijk niet. We willen de mensen die we ontmoeten
helemaal niets opleggen. Als we iets willen voorkomen, dan is het wel dat we de
verwende betweter uit het Westen uithangen. We zijn er niet om conclusies te
trekken, maar juist om meer inzicht te krijgen in de context, in het waarom. We
verwachten niet dat onze komst een emancipatoire revolutie gaat ontketenen,
we zijn er alleen om aandacht te vragen en verslag te doen.”
MAAR ALS JE NIET DENKT DAT JE VERANDERING TEWEEG GAAT BRENGEN, WAAROM ZOU JE DAN DIK EEN JAAR AFZIEN OP EEN TANDEM?“Omdat we wel hópen dat we iets kunnen veranderen. Ik kan me niet voorstellen
dat onze komst helemaal niets gaat losmaken. Maar zeker weten dat we de
situatie gaan verbeteren, dat doen we niet. In veel van de landen waar we door-
heen reizen heeft de vrouw nog altijd een ondergeschikte positie, maar daar
wordt naar onze mening te weinig over gesproken. Verbetering van vrouwen-
INTERVIEW/
VIRTUS NITOR 020
rechten gaat niet over een nacht ijs. Daar is
tijd, aandacht en bewustwording voor nodig.
Wij willen daarbij helpen.”
VALT DE REIS JULLIE ZWAAR?“Vooralsnog niet. We genieten ervan om
landen en culturen te ontdekken. Ook het
fietsen gaat tot nu toe nog goed. We hadden
het aantal uren dat we op de fiets zitten wel
onderschat. En ook de ‘kantoordagen’ zijn
intensiever dan gepland. De internetverbinding
is niet altijd even goed, en daarom kan het zo
een uur duren om één e-mail te sturen. Laat
staan een blog posten.
Verder is het hier bergachtig en warm. De
tandems zijn niet gebouwd op 40 kilo bagage
en twee volwassen vrouwen die er een goed
tempo in willen houden tegen een steile
helling. Soms kunnen we dus niet terug-
schakelen en dan is het fietsen erg zwaar.
Maar er zit progressie in! We gaan al harder
dan in het begin en beginnen lol te krijgen
in het fietsen. Wat elke dag blijft verbazen, is
hoeveel honger we hebben. Als we een stop
maken om te lunchen, kijkt de lokale bevolk-
ing vaak met grote ogen toe hoe wij zitten te
bunkeren als een stel bouwvakkers.”
WAT IS DE MOOISTE ERVARING TOT NU TOE?“In Singapore bezochten we Home, een opvanghuis
voor onderbetaalde arbeidsmigranten, vaak
huishoudelijke hulpen, die in Singapore niet
altijd even goed behandeld worden. We deden
mee met een workshop over toekomstdromen.
We schreven op waar we van droomden
en vergeleken onze ideeën met elkaar. Wat
bleek? Hoewel we allemaal verschillende
achtergronden hadden, waren onze dromen
min of meer hetzelfde. We willen allemaal
graag werken en een fijn huis hebben, zodat
we kunnen zorgen voor de mensen van wie
we het meest houden.”
Meer weten over Ride for Women’s Rights? Kijk op hun website R4wr.org of volg de dames op Facebook (R4WR). Wilt u een bijdrage leveren? U kunt doneren via de website of de dames in contact brengen met een kennis ergens tussen India en Am-sterdam, die ze een slaapplek wil bieden. In dat laatste geval kunt u een e-mail sturen naar [email protected].
\INTERVIEW
VIRTUS NITOR 021
Waarde Reünist(e)
Qua
esto
r Com
mis
sie
Zoals u allen tijdens het reünistenweekend op
het Lustrum heeft kunnen zien staat er bij
Minerva meer centraal dan alleen traditie,
studie en zelfontplooiing. Misschien wel de
meest onmiskenbare factor van wat Minerva als
vereniging tekent zijn haar velen corpshuizen. Een groot
aantal van u zal gedurende zijn of haar ‘Leidsche tijd’
gewoond hebben in een van de vele ledenhuizen die Minerva
rijk is. Hier heeft u zich als persoon kunnen ontwikkelen,
genoten van brakke en minder brakke dagen, maar bovenal
veel lol gehad met uw huisgenoten die misschien vandaag de
dag nog steeds behoren tot u dierbaarste vrienden.
Jammer genoeg is de realiteit omtrent huizen voor een hoop
leden veranderd. Voor een groot deel van de leden is er
tegenwoordig geen plek meer in één van onze ledenhuizen.
Op dit moment woont ruim een-derde van de leden niet in
een Minervahuis; meer dan 600 mensen. Zodoende heeft
Sociëteit, zich terdege bewust van het grote probleem waar
zij mee kampt, een aantal jaar geleden de Huizen Com-
missie opgericht om ervoor te zorgen dat ‘huisloze leden’
geholpen kunnen worden en zodat er meer Minervahuizen
opgericht konden worden. Het ‘huizenprobleem’ is een van
de grootste problemen waar Minerva mee zit: een hoop
Leden die niet in een Minervahuis terecht komen voelen zich
doorgaans in mindere mate gebonden aan de Vereniging wat
ook invloed zal hebben op de zaalavonden.
De Commissie en het Collegium proberen zo goed als ze
kunnen de Leden aan zich gebonden te houden middels alle
activiteiten die voor de zaalavonden georganiseerd worden,
door de clubvormingsperiode te hervormen en nog tal van
andere verbeteringen. Dit neemt niet weg dat we tegen het
huizenprobleem aan blijven hikken. De Huizencommissie is
er in samenwerking met de Quaestor Commissie in geslaagd
een grootschalig project op te zetten waarmee maar liefst
80 mensen geholpen worden aan een plek in een nieuw
ledenhuis. Ondanks dit alles is de Huizen Commissie nog
steeds dagelijks opzoek naar huizen voor Leden zonder een
Minervahuis.
Wij zijn dan ook opzoek naar investeerders die samen met
ons een deel van de oplossing willen zijn om de vereniging
weer te laten zijn wie zij is en om een deel van haar Leden te
helpen. Er wordt louter gekeken naar huizen die een rende-
ment van minimaal 7% kunnen garanderen op de investering
om deze partij te gemoed te komen. Minerva is opzoek naar
Reünisten die willen investeren in huizen om zo samen met
ons het huizenprobleem te bestrijden. De Huizencommissie
zal voor u opzoek gaan naar rendabele huizen, zal ervoor
zorgen dat Leden hier een plek vinden en garandeert de
doorstroom zodat u verzekerd bent van huurders!
Mocht u de Reünist zijn die Minerva tegen een leuk rendement
graag verder wil helpen met nieuwe huizen, of wilt u graag
uw oude huis heroprichten? Schroom dan vooral niet te
mailen met de Huizen Commissie ([email protected]) of
de Quaestor Commissie ([email protected]).
Met bordeauxrode groet,
h.t. Quaestor van de Commissie voor de Sociëteit ‘Minerva’
R van Os
VIRTUS NITOR 022
We ontmoeten elkaar op het landgoed
naast haar middelbare school in Wassenaar.
Nog voordat we het gesprek beginnen,
heeft Susanne al een suggestie voor de
header van het artikel. Het is een persiflage
op het succesvolle boek van Martje van
der Brug. “Ik heb Havo gedaan aan het
Rijnlands Lyceum in Wassenaar. Ben geen
acadeem, maar een doener. Ik heb bewust
voor Webster University gekozen. Webster
was spannend, uitdagend en nieuw in mijn
beleving. Klein en persoonlijk. Daarbij zijn
de Nederlandse taal en grammatica niet
mijn sterkste kant. Lessen in het Engels
zijn voor mij beter te doen. Bovendien kon
ik zo ook Engels leren spreken, plus een
jaar naar de Verenigde Staten. Kortom, een
package deal!”
LEIDEN EN 4-CSusanne gaat wonen op Pieterskerkhof 4-c,
creatief, veel toneel en muziek.”Het ge-
mengde karakter zorgt juist voor ‘luch-
tigheid’. Huis- en oud-huisgenoten gaan
leuk met elkaar om. Ik ga graag naar de
reünies.”, vertelt ze. “We blijven altijd De
Meisjes van 4-c!”. “Het is er veranderd,
maar de dynamieken blijven bestaan”,
vult Susanne aan. Ze doelt op de karakters
van de verschillende bewoners en de
verhoudingen tot elkaar. In 1991 rondt ze
Webster af, in vier jaar. [Susanne maakt
een mooie grimas en zegt “met mij kun
je wel afspraken maken!”]. Nog niet klaar
voor het werkende leven wil ze beginnen
aan de kunst- en fotografieopleiding aan
de Amsterdamse Rietveld Academie. Ze
ziet hier uiteindelijk van af, omdat ze het
“niet verdiende” het werken nog langer uit
te stellen en in te vullen met “leuke dingen
doen”. Ze verhuist naar Amsterdam.
AMSTERDAMIn Amsterdam komt Makro op haar pad.
“Als trainee moet je alles doen: de zaak
door, vakken vullen en op zoek naar ‘slak-
kenoortjes op zuur’.” In die tijd bestaat de
onderneming 25 jaar. Susanne speelt een
rol in de Makro musical, geregisseerd door
actrice Hetty Heyting. “Ik speelde de rol
van een bekakte Goldcardklant”, vertelt
Susanne. “We hebben de show op diverse
locaties gespeeld.” Na twee jaar vakken-
vullen en schappen-plannen maken kiest
ze voor Randstad Uitzendbureau en komt
daar in een vestiging voor prospectklanten
terecht, “met een telefoon, bureau, twee
collegae en de boodschap ‘succes ermee!’.
Een echte sales- en marketingbaan die me
veel beter past dan het reactieve”, vertelt
ze. Na enige tijd bouwt ze daar een sterke
relatie op met Albert Heijn. Susanne vult
aan: “Door mijn ervaring bij Makro sprak
Een contrastrijke wandeling door het leven van Susanne de Raaij (jaar van aankomst 1986). Ze voltooit Webster University in Leiden, gaat werken, en rondt later met succes de Kraaybeekerhof Academie in Driebergen af. Sales en marketing zijn haar drijfveren. En verder volgt ze gewoon haar passie. ‘BioBite is gegroeid vanuit de keuken. Het is mijn merk!’
‘Havo is wel een optie!’
door Edwin den Os fotografie Hans Koreman
Interview met Susanne de Raaij, oprichter van BioBite
\INTERVIEW
VIRTUS NITOR 023
ik de ‘taal van de vloer’.” Vijf jaar heeft ze
met heel veel plezier in de retailbranche
gewerkt, maar toen was het ook echt tijd
voor iets anders. “Het was 1999, misschien
al iets te laat. Maar die ‘internetbubbel’,
daar moest en zou ik aan meedoen!”,
vertelt ze. Enige start-ups later, ervaringen
rijker en illusies armer had ze het wel
gezien. Het roer moest om. Waar ben ik
zelf gebleven in al die zoektochten?, zo
vraagt ze zichzelf af. Een reis naar een
ver oord zou vast wonderen doen. Met
een paar vriendinnen uit Leiden zoekt ze
een oud-huisgenootje op in Indonesië.
Van daaruit is ze zelf een halfjaar op pad
geweest. Susanne: “Het was een leerzame
tijd. Alleen zijn was heerlijk. Ik had me
nog nooit zo vrij gevoeld. Zeeën van tijd,
geweldig!”
CONTRASTENDaarna – zoals Susanne het zelf uitdrukt:
“Ik kom vanzelf altijd weer in balans. Dat
komt ook omdat ik een weegschaal ben.”
Ze belandt door het werk van haar echtge-
noot in Maastricht. Ze is in verwachting en
komt in aanraking met een antroposofisch
verloskundigen/consultatiebureau.
Ze zegt: “Het was op het eerste gezicht
nieuw en anders voor me, maar vreemd
genoeg voelde het bekend aan. Naarmate
de tijd verstreek, vielen alle puzzelstukjes
samen: Rudolf Steiner, antroposofie, Vrije
School, biologisch-dynamisch. Het waren geen
losse woorden meer, maar elementen die bij
elkaar hoorden en die in mijn opvoeding
aan de orde waren geweest. Nooit zo
benoemd of verklaard; ze waren er
gewoon.” Susanne vult aan: “Daar in
Maastricht kwam alles samen wat in de
jaren daarvoor bij toeval op mijn pad geko-
men was. Het sprak me nu op een bewust
niveau aan. Dat voelde goed, en ik heb me
er in verdiept. Ik wilde die wereld ontdek-
ken en het laten passen in mijn eigen leven.
Vreemd en interessant.”
DRIEBERGENVia een docent (Johannes Kingma), die
ze eerder ontmoette op de reis door
Indonesië, begint ze in Driebergen aan
een natuurvoedingskundige opleiding bij
de Kraaybeekerhof Academie. Susanne:
‘Ik kom vanzelf altijd weer in balans’
INTERVIEW/
VIRTUS NITOR 024
“Het was een opleiding tussen de echte
‘sofen’. En een ‘soof’ dat was ik nu juist
niet.” En weer het contrast: tegelijkertijd
werkt Susanne bij een start-up waar ze
een biologische frisdrank in de markt zet.
In Driebergen werden de inzichten in de
antroposofie duidelijker. Ze licht toe: “Dat
was best pittig. Het gedachtegoed was me
niet vreemd, maar toch wel erg anders dan
Leiden en het hockeywereldje van daar-
voor. Ik heb veel langer over de opleiding
gedaan dan de tijd die ervoor stond, omdat
ik het allemaal moest ‘leren verteren en
een plaats geven’. Nu ben ik in staat om
vanuit mijn eigen gevoel en visie hier op
mijn manier mee om te gaan. Ik zie mezelf
als een brug, die de ander van ene kant
naar de overkant kan brengen. Daardoor
kon ik gaan doen wat ik nu doe.”
BIOBITEEen natuurvoedingskundige met twee
kanten. Je kunt bij Susanne terecht voor
een “eetadvies op maat”. Daarnaast heeft
ze een andere passie: het bouwen van een
merk. Ze begeeft zich in 2013 met Bio-
Bite op de markt van slow food. In haar
woonplaats Bussum deelt Susanne de
BioBite-broodjes uit op het schoolplein en
de hockeyclub. “Ik heb de smaakervarin-
gen van iedereen verwerkt tot het product
wat het nu is. Toen het bedrijfje groeide
zocht ze een bakkerij. Die vond ze in Tiel,
via een oproep op Facebook. “Ze namen
het bakken van me over, waardoor ik
meer klanten in Nederland kon werven”,
vertelt ze. Niet veel later is het tijd voor
een grotere bakkerij – Ad van der Westen/
Zonnemaire. Zo kan Susanne op termijn
ook uitbreiden in België en Duitsland.
Susanne voegt toe: “BioBite is mijn merk.
Het lijkt me geweldig om in de toekomst
een ‘groene meter’ in de schappen te
vullen. Dat metertje vul ik met producten
die toegankelijk, lekker en gezond zijn. Net
zoals BioBite, een gezond en goed onder-
bouwd product. Maar in eerste instantie
vooral lekker! BioBite is de optelsom van
alles wat ik daarvoor had gedaan: Makro,
Randstad, sales en marketing!”
EERLIJK PRODUCTZit er iemand te wachten op deze brood-
jes? Susanne: “Het mooie van BioBite is
dat het is gegroeid vanuit de vraag. Lang-
zaam, maar gestaag. Het is niet de markt
in gepushed. Klanten in de winkels en
bedrijven die een abonnement bij ons heb-
ben – ze zijn op zoek naar iets voedzaams.
In tegenstelling tot een groot gedeelte van
onze eetcultuur die met name is gericht op
‘vullend’. Iets wat ze niet zelf hoeven klaar
te maken. BioBite is slow food, zonder
kunstmatige toevoegingen. Mensen proe-
ven de kwaliteit en rijkheid van BioBite. Te-
gelijkertijd wil ik het product toegankelijk
maken en moet het er stoer uitzien (‘het is
een echte bite, geen brood, cake of ander
banket’). Ongepolijst het beste. Gewoon
een eerlijk product.”
\INTERVIEW
VIRTUS NITOR 025
Tijdens de opening van het 40e Lustrum van Sociëteit ‘Minerva’
had de Rector Magnificus van de Universiteit Leiden een wel zeer
bijzondere verrassing in petto: de Leidse Universiteitspenning. ‘Dat
LSV Minerva op 28 juni de Universiteitspenning kreeg uitgereikt,
zegt iets over de waarde die de Universiteit Leiden hecht aan haar
oudste studentenvereniging’, zo begon het artikel op de universi-
teitswebsite. De penning wordt uitgereikt aan mensen of instanties
die buiten de Universiteit een belangrijke bijdrage aan de instelling
hebben geleverd. Rector Magnificus Stolker reikte de hoogste
universitaire onderscheiding uit aan Minerva ‘vanwege haar
verdiensten, haar nauwe betrokkenheid bij de Universiteit Leiden
en vanwege het ambassadeurschap voor de Universiteit Leiden
van haar leden en reünisten sinds 200 jaar.’ De penning is uniek
ingegraveerd voor Minerva en leest: LSV Minerva ducentos annos
condita vivat crescat florent MMXIV. ‘L.S.V. ‘Minerva’, tweehonderd
jaar geleden gesticht leve, groeie, bloeie.’ Een onderscheiding ter
ere van 200 jaar Minerva waar we bijzonder trots op mogen zijn!
Ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling 200 jaar
Minerva werd daarnaast aan de oude Universiteitsbibliotheek
(Rapenburg 70) het corpswapen aangeboden. Met trots kunnen we
u mededelen dat de Rector Magnificus Carel Stolker zo verheugd
is met het wapen dat hij het, tegen het gebruik in, langer wil laten
hangen. Zo staat de Universiteit Leiden als ´corpsleverancier´ in
hetzelfde rijtje als de Hoppezak (kledingverhuur) en (corps-)kapper
Eric Flanderhijn!
Ter ere van tweehonderd jaar Sociëteit ‘Minerva’ heeft de L.S.V.
‘Minerva’ op zaterdag 20 september een kunstwerk geschonken
aan de Universiteit Leiden, dat in de Huygenszaal van de
Universiteitsbibliotheek onthuld werd door Rector Magnificus
Carel Stolker. Het kunstwerk dat gemaakt werd door de Rotterdamse
kunstenaar Yasser Ballemans symboliseert aan de hand van 16
kijkers de 16 Nobelprijslaureaten van de Universiteit Leiden. Ieder
van de naar buiten gekeerde kijkers biedt vanuit de wetenschap
een ander perspectief op de wereld om ons heen. Op de eerste
verdieping boven de Huygenszaal hangen aan de muur aanvullende
plaquettes van ieder van de Leidse Nobelprijslaureaten. Ieder van
hen is op een van de plaquettes afgebeeld, begeleid door een kort
omschrijving van hun vakgebied en gebied van onderzoek.
De Universiteit Leiden & Minervadoor Chrisitaan de Vries fotografie LSV Minerva
VERSLAG/
VIRTUS NITOR 026
Gezelschappen &Subverenigingen
Gezelschappen hebben altijd al een grote rol gespeeld bin-
nen onze vereniging. Veel gezelschappen zijn al jaren actief
maar ook worden er nog steeds nieuwe gezelschappen
opgericht. Het is een opkomende substructuur waar steeds
meer animo vanuit de leden voor is. Als vereniging is dat
iets om trots op te zijn.
De diversiteit aan gezelschappen die alleen al dit jaar al
zijn opgericht is fantastisch. Deze fotoreportage is slechts
een kleine sfeerimpressie van de gezelschappen die L.S.V.
Minerva tegenwoordig rijk is.
EEN KLEINE SFEERIMPRESSIE VAN ONZE GEZELSCHAPPEN.
door Emma Heijning fotografie Fauve Bouwman
VIRTUS NITOR 027
De Koninklijke Leidsche Studenten Vereeniging tot Vrijwillige Oefening in den Wapen-
handel “Pro Patria” is sinds 1866 dé schakel tussen de krijgsmacht en Leidsche studenten,
die band wordt elk jaar zichtbaar als wij trots in vol ornaat onze plek innemen in de
erehaag op het Binnenhof voor de Koning bij Prinsjesdag. Rond 3 november 2016 vieren
wij het 30ste lustrum van “Pro Patria”, schrijft U in bij de Reünistenvereniging Pro Patria
of stuur een mailtje naar [email protected] om op de hoogte te blijven.
PRO PATRIA
VIRTUS NITOR 028
VIRTUS NITOR 029
Het Collegium Illustre Cui Symbolum Non Sordent in Undis opgericht 3 december 1815.-
Bel Bel Bel! Na het voorproefje van afgelopen zomer zal het oudste gezelschap haar 200
jarig bestaan groots gaan vieren in de zomer van 2015. Op dit moment is het bestier
samen met een groep Ouwe Piezen al druk bezig met de voorbereidingen en het samen-
stellen van een geschiedboek. Ridders en Ouwe Piezen met mooie verhalen en of foto’s
over en van het gezelschap worden van harte uitgenodigd contact te zoeken via
NON SORDENT
VIRTUS NITOR 030
VIRTUS NITOR 031
Het Leidsch Cocktailgezelschap werd opgericht in 2006 door een aantal ongelooflijk
mooie meiden die het uitzonderlijk talent hadden de beste drankjes te mixen en de sfeer
op Sociëteit maximaal te vergroten. Hun liefde voor gezelligheid, hun verfijnde smaak wat
betreft jurkjes, hakken en diadeems maakte deze groep meiden tot één van de geliefdste
gezelschappen van de Tent. Ieder jaar worden er nieuwe enthousiaste eerstejaars gevraagd
om het Cocktailgezelschap aan te vullen. Deze meiden moeten natuurlijk de liefde voor
cocktails en feestjes delen en om dit te bewijzen moeten zij een perfecte Cosmopolitan
bereiden. Pas dan mogen zij zich een echte Cocktailgirl noemen en samen met de rest
ieder feestje op de Tent extra sfeervol maken!
LEIDSCH COCKTAIL GEZELSCHAP
VIRTUS NITOR 032
VIRTUS NITOR 033
Het Leidsch Studenten Rugby Gezelschap speelt al sinds 14 oktober 1960 met trots met
vrouwe Minerva op de borst, gehuld in de mooie sky-blue maroon streepjes. Dit seizoen
wordt er weer gestreden voor promotie naar de tweede klasse en worden er
voorbereidingen getroffen voor ons XI lustrum!
LEIDSCH STUDENTEN RUGBY GEZELSCHAP
VIRTUS NITOR 034
VIRTUS NITOR 035
Tubantia is in 2012 door vijf Tukkers opgericht. In 2012 had Tubantia ongeveer tien leden
en een keer in het jaar een diner. Bij zo’n diner stond de eeuwige strijd tussen Heracles
Almelo en FC Twente centraal. Onder luid geschreeuw werd er met elkaar stampot moos
gegeten en de echte Twentse geheime zender hits werden door iedereen meegezongen.
Anno 2014 is Tubantia uitgegroeid tot een streekgezelschap met 20 leden en de diners van
Tubantia zijn beruchter dan ooit onder de leden. Het luide geschreeuw is harder dan ooit
te voren en de stampot moos met worst wordt niet alleen gegeten, ook de muren worden
besmeurd met dit traditionele voedsel. De vloer ligt bezaaid met hooi en stro en er is één
gouden regel: A’j Twents könt proat’n, mu’j ‘t um mie nich loat’n. Op kerstmiddag wordt
er met elkaar gedronken op de Oude Markt te Enschede en er zijn grootse plannen om
Tubantia te laten uitgroeien tot het mooiste streekgezelschap van de Tent. Immers, oet goald’n
korenoarn skeup God de Twentenoaren, en oet ‘t kaf en de rest’n, de leu oet ‘t west’n.
TUBANTIA
VIRTUS NITOR 036
Een ei is geen ei, of wel?
De eeneiige tweelingzussen Heleen en
Emma Haverkamp (27) hebben hetzelfde
DNA, kregen dezelfde opvoeding en lijken
als twee druppels water op elkaar.
Van jongs af aan waren ze onafscheidelijk,
maar halverwege de middelbare school
moesten ze het zonder elkaar stellen.
Ook hun studententijd is niet te verge-
lijken. Heeft de tijd apart verschillen in
de tweeling teweeg gebracht?
door Eveline Praal fotografie Fauve Bouwman
VIRTUS NITOR 037
VIRTUS NITOR 038
Heleen en Emma waren een dubbele verrassing
voor de familie Haverkamp. “Onze ouders wil-
den een vierde kindje, maar kregen er een vijfde
bij. Emma werd als eerste geboren en ik elf
minuten later,” vertelt Heleen. “Ze dachten dat
ik een jongetje zou zijn, dus ze hadden nog niet
over een tweede meisjesnaam nagedacht.”
Emma vult aan: “Als pasgeboren baby’s lagen
we in aparte bedjes en moesten we heel hard huilen. ‘Leg ze maar
bij elkaar’, zei de dokter. Pas toen we samen in een bedje lagen,
waren we stil.”
Is dat die bijzondere tweelingenband waar je wel eens over hoort?Emma: “We zijn altijd elkaars beste vriendin geweest. Het was zelfs
zo erg dat een vriendinnetje alleen met ons apart wilde spelen,
omdat ze zich anders buitengesloten voelde. Tegelijkertijd dekt de
term ‘vriendin’ de lading niet. We zijn ook familie.”
Heleen tegen Emma: “Jij bent gewoon mijn halve hart.”
Emma, aarzelend: “Dat is misschien wel zo, maar ik vind dat wel
heel zwaar klinken. Onze broer en zussen spreken we ook heel
vaak, maar de tweelingenband is nog hechter. Als kind deelden we
een stapelbed. Dan hielden we elkaars hand vast tot we in slaap
vielen.”
Emma: “Mijn vriend begrijpt gelukkig dat je bij mij Heleen er altijd
bij krijgt. Als Heleen mijn vriend niet leuk zou vinden of andersom,
dan zou dat een dealbreker zijn.”
Zijn jullie altijd onafscheidelijk geweest?Heleen: “Als kind wel. Onze ouders probeerden ons een eigen
identiteit te laten ontwikkelen, maar wij zagen daar de noodzaak
niet zo van in. Ik kan me nog herinneren dat we met onze moeder
in de Benetton stonden te kijken naar een jas. Eén van ons mocht
hem hebben, maar we vonden hem allebei mooi. We wilden echt
allebei dezelfde en niks anders.”
Emma: “We zijn ook een keer uit elkaar gehaald op school, toen we
een jaar of zeven waren.”
Heleen: “Ja, ik werd uit de klas met al onze vriendinnetjes gehaald.
Dat vond ik vreselijk!”
Emma: “Ik had er iets minder moeite mee, maar
Heleen is een half jaar huilend naar school
gegaan. Na zes maanden tranen vond school
het gelukkig ook wel welletjes, en toen mochten
we weer bij elkaar. In de vierde klas middelbare
school werd ik geselecteerd voor het United
World College South East Asia en vertrok ik
voor twee jaar naar Singapore. De kans dat je
door de selectierondes komt is heel klein en toen ik Heleen het
nieuws vertelde, hebben we eerst samen heel hard gejuicht, maar
toen ook heel hard gehuild; we zouden elkaar heel lang niet gaan
zien.”
Vanaf toen waren jullie ineens een individu...Emma: “Klopt. In Singapore heb ik geleerd om op eigen benen te
staan. Ik was zeventien, helemaal alleen en zat op een pittige en
strenge school. De mentaliteit was daar heel anders dan hier, er
heerst enorme discipline. In Nederland kun je als scholier je ouders
nog aardig wat voor je laten oplossen, maar als je in Singapore met
een briefje van je vader aan kwam, dan zei de leraar: ‘Wat heeft je
vader ermee te maken, ik heb toch een afspraak met jou?’
Singapore was een competitieve, harde wereld. Ik had op momenten
ook heimwee, maar gelukkig spraken we elkaar vaak en we vierden
onze achttiende verjaardag samen. Dat doen we trouwens altijd,
het is ondenkbaar dat dat niet gebeurt.”
Had jij niet mee gewild naar Singapore, Heleen?“Ik was daar op dat moment nog lang niet aan toe. Ik leerde pas op
eigen benen staan toen ik in Leiden Chinees ging studeren.
Dat leerproces, plus alle leuke dingen die bij Minerva komen kijken,
leidden me behoorlijk af van mijn studie. Al voor het einde van het
jaar kon ik concluderen dat ik niet genoeg punten zou gaan halen,
en dus besloot ik mijn studie stop te zetten en in Shanghai als au
pair te gaan werken. Twee weken na die beslissing zat ik in het
vliegtuig. In dat halfjaar ben ik volwassen geworden.
Toen ik terug kwam heb ik genoten van alles wat Minerva te bie-
den had. Zo heb ik de Ascotdag georganiseerd tijdens het lustrum,
deed ik acquisitie in de Almanakcommissie en genoot ik van mijn
\INTERVIEW
VIRTUS NITOR 039
jaarclub en verband. Ik besloot Sinologie te la-
ten voor wat het was en Europese Unie Studies
te gaan studeren. Voordat ik daaraan kon begin-
nen, moest ik een aantal maanden overbruggen
met een tijdelijk baantje. Stewardess worden
leek me wel wat, en dus schreef ik me in voor
de opleiding. Het was half voor de grap, om te
kijken hoe ver ik zou komen, maar acht weken
later zat ik in de lucht. Ik vloog op de raarste tijden. Het kwam
regelmatig voor dat ik in mijn stewardessenpakje langs de tent
fietste, terwijl de laatste feestgangers naar buiten kwamen rollen.”
En Emma, hoe zag jouw studententijd eruit?“Na Singapore ging ik in Middelburg aan University College Roosevelt
studeren. Vergeleken bij de wereldstad waar ik vandaan kwam, was
Middelburg een dorp. We woonden op campus. Het was kleinschalig,
internationaal en heel erg close. De universiteit was heel strikt: je
mocht niet zakken voor meer dan twee vakken, anders was het
einde oefening. We waren daar om heel hard te studeren en de
hoogste cijfers te halen. Met een B was je gewoon niet tevreden.
De school bestond nog maar twee jaar en er waren dus nog geen
verenigingen. Maar dat vond ik prima: ik had al twee jaar op kost-
school gewoond en had echt geen zin meer in een ontgroening.
Er was één meisjesdispuut. Daar ging ik bij en we borrelden samen
met het enige jongensdispuut. Twintig man was dat bij elkaar.”
Begrepen jullie elkaar in die periode nog?Heleen: “Emma vond ons Minervataaltje raar. ‘Knor’, ‘sjaarzen’,
‘nullen’, ‘bvo’tje’, ze kon er geen touw aan vastknopen.”
Emma vult aan: “Wat dronken jullie ook alweer, paardenkut of
zoiets? En al die tradities, almanakken, voor een feest honderden
euro’s betalen… Wij hielden feestjes met een lokale dj. Of jullie
lustrum, met duizenden reünisten. Wij hádden überhaupt geen
reünisten. Achterban? Welke achterban?
De oudsten zaten twee jaar boven mij.”
Wat heeft die tijd apart met jullie gedaan?Heleen: “Doordat we voor een tijd niet de ‘tweeling’ waren maar
gewoon Heleen of Emma hadden we elkaar veel
meer te vertellen, omdat we niet alles tegelijk
meemaakten. Daarnaast hebben we nu een
dubbele hoeveelheid vrienden.”
Emma: “Nu wonen we allebei in Amsterdam en
komt het regelmatig voor dat iemand mij voor
Heleen aanziet. Maar omdat ik die
persoon niet ken, heb ik dat vaak niet door en
zeg ik geen gedag. Dan denken mensen: die Heleen is ook arrogant
geworden! We hebben met elkaar afgesproken dat we altijd terug
groeten, ook naar onbekenden.”
Heleen: “Emma heeft meegedaan aan het tv-programma Heel Hol-
land Bakt. In die periode werd ik vaak ‘herkend’. Stonden mensen
te kijken wat ik allemaal in mijn mandje deed.”
Ik doelde eigenlijk op een verschil in karakter.Emma: “Heleen is wat impulsiever dan ik, ze is erg goed in haar
werk, de sales van de start-up O My Bag. Daarnaast is ze gewoon
hipper. Ze is meer een feestbeest dan ik, maar kan niet zo goed
koken als ik.” (Heleen protesteert, maar moet uiteindelijk toegeven
dat Emma beter kan koken dan zij.)
Heleen: “Emma is meer een kat-uit-de-boomkijker en ze is volwas-
sener dan ik. Op het United World College heeft ze al vroeg geleerd
om na te denken over wat ze wil bereiken. Ik ben daar pas net mee
bezig, tien jaar later! Ik leefde meer van dag tot dag, terwijl Emma
verder vooruit kijkt. Door haar werk bij een groot vastgoedadvies-
bureau in Amsterdam moet ze er netter uitzien en ze gaat minder
uit, maar dat komt ook omdat ze al acht jaar een vriend heeft. Ik zie
haar binnen afzienbare tijd wel aan trouwen en kinderen beginnen.
Bij mezelf zie ik dat nog niet gebeuren.”
En waarin lijken jullie nog steeds op elkaar?Heleen: “De belangrijkste overeenkomst tussen ons is onze menta-
liteit. We zijn allebei heel positief. Elke nare ervaring of tegenvaller
zien we als een leermoment. Het glas is altijd halfvol.”
INTERVIEW/
VIRTUS NITOR 040
VIRTUS NITOR 041
CONTRASTTUSSEN STEDEN
VIRTUS NITOR 042
Tijdens de redactievergadering
voor dit themanummer kwamen de
contrasten tussen de corpora ter sprake.
Het is fascinerend dat er in het algemeen
wordt gesproken over dé corpsbal, terwijl de leden
van de Algemene Senaten Vergadering wel degelijk
verschillen. Wat typeert een Leienaar, Rotterdammer
of Groninger? Herkent u de Delftse student met bruine
schoenen, de Utrechter met pochet of de Uf met de
karakteristieke ‘Uffenbuk-pose’? Na een kleine
rondvraag onder leden, reünisten van diverse
corpora en met dank aan maandblad Quote,
een stereotype versie van de ASV’ers
op een rij.
Utrechtsch Studenten Corps en Utrechtsche Vrouwelijke Studenten Vereniging De gemiddelde Utrechter studeert
rechten, draagt een pochet, heeft nog altijd hetzelfde matje en wordt door andere ASV-ers vaak arrogant bevon-
den. Vroeger benadrukte de vele adellijke studenten graag: ‘In Leiden doet men net, in Utrecht ís men net’. De
Uffen hadden lang de reputatie wat kilootjes te veel te hebben, lomp uit de hoek te komen en makkelijk uit de
kleren te gaan, maar dat imago is tegenwoordig verbeterd. Ze vinden hun latere echtgenoot vaak in Delft en stu-
deren geneeskunde of rechten. Ook staan ze over het algemeen bukkend op de foto, de welbekende ‘Uffenbuk’.
Bekende leden: Sweder van Wijnbergen, Rolly van Rappard, Carel ter Linden, Ruben Nicolai,
Ed Nijpels, Maarten van Rossem
Sociëteit: Placet Hic Requiescere Musis (‘De Kroeg’), UVSV: Hestia (eveneens ‘De Kroeg’).
Delftsch Studenten Corps De ‘fietsenmakers’ uit Delft zijn beroemd vanwege
hun creatieve uitspattingen. Van muziek op de w.c. zodra je het licht aan doet,
tot uitzinnige verkleedpartijen en een lustrum in een omgebouwd vliegtuig.
Quote omschreef ze als ‘een tikje nerdy, maar met een charmante, Hugh
Grant-achtige klunzigheid die door met name Leidse en Utrechtse meisjes
wordt gewaardeerd’. Een omschrijving die de huidige Delftse Ab-actis vrij
accuraat vond. Ze studeren over het algemeen civiele techniek, bouwkunde
of technische bestuurskunde en werken als engineer of in de offshore.
Dragen vaak bruine (boot)schoenen.
Bekende leden: Jeroen van der Veer, Frits Fentener van Vlissingen, Floris
Rost van Tonningen, Frits Philips, Bert Meerstadt
Sociëteit: Phoenix (‘De Zaak’).
Groninger Studenten Corps Vindicat Atque Polit De leden van het
Groningse studentencorps zijn intensief betrokken bij de vereniging, de
meerderheid studeert rechten, economie of bedrijfskunde en drinken
– volgens de huidige Ab-actis ‘het meest en het langste door’. Grootste
vooroordeel: voor een Groninger gaat niets boven Groningen, het is de
meest afgesloten vereniging. Ook na de studie mengen ze niet graag, in
Amsterdam zijn er geannexeerde ‘Groningse’ kroegen voor oud-leden.
Bekende leden: Marc Bolland, Prins Maurits van Oranje, Job Cohen, Sybrand
van Haersma Buma, Cees van der Hoeven, Wubbo Ockels, Paul Fentener van
Vlissingen, Wim Duisenberg, Hans Wijers
Sociëteit: Mutua Fides (‘De Kroeg’)
De Nederlandse corpora
De negen traditionele corpora aan de rijksuniversiteiten en hogescholen vormen samen de Algemene Senaten Vergadering, sinds de oprichting in 1913 voorgezeten door het Leidse Collegium.
Al sinds 1815 waren er bevriende contacten tussen de Senaat van het Groningsch Studentencorps en de reeds bestaande groensenaten verenigd in het Collegium Omnium te Leiden en de senaat van Utrecht. Daar kwamen later de senaten in Am-sterdam en Delft bij. Aan het einde van de negentiende eeuw werden de eerste gezamenlijke vergaderingen georganiseerd.
Tenslotte werd het RSC in 1953 erkend.
\CONTRASTSTEDEN
VIRTUS NITOR 043
Tijdens de redactievergadering
voor dit themanummer kwamen de
contrasten tussen de corpora ter sprake.
Het is fascinerend dat er in het algemeen
wordt gesproken over dé corpsbal, terwijl de leden
van de Algemene Senaten Vergadering wel degelijk
verschillen. Wat typeert een Leienaar, Rotterdammer
of Groninger? Herkent u de Delftse student met bruine
schoenen, de Utrechter met pochet of de Uf met de
karakteristieke ‘Uffenbuk-pose’? Na een kleine
rondvraag onder leden, reünisten van diverse
corpora en met dank aan maandblad Quote,
een stereotype versie van de ASV’ers
op een rij.
Leidse Studenten Vereniging Minerva Het is u als reünist waarschijnlijk bekend, maar de studenten van het
bekendste en oudste corps worden binnen de ASV als de meest traditionele, bekakte en intellectuele gezien.
Dit laatste komt waarschijnlijk door het jaarlijkse georganiseerde Veerstichting symposium, maar ook omdat de
meeste studenten hun propedeuse binnen één jaar halen. De stereotype Leienaar studeert geneeskunde of rechten,
wordt later advocaat of specialist, heeft een scheiding in het haar en draagt geen spijkerbroek of gympen.
Ze hebben een oubollig imago en de neiging eindeloos te ‘ouwehoeren’.
Bekende leden: Koning Willem-Alexander, Prinses Beatrix en Juliana van Oranje, Paul van Vliet,
Alexander Pechtold, Ivo Opstelten, Hans van Baalen, Melanie Schultz van Haegen, Nina Storms,
Charlene de Carvalho-Heineken, Victor Muller
Sociëteit: Minerva (‘De Tent’).
Amsterdamsch Studenten Corps De Amsterdammers staan als hip en ijdel
bekend, hebben sinds 2013 een trendy baardje en komen zelden buiten Amsterdam. Er
wordt door corpora uit andere steden afgevraagd of ze wel eens naar Sociëteit
gaan. Volgens Quote reikt de interesse van de vele meisjes over het algemeen niet
veel verder dan het eigen Instagram-profiel, maar ze zijn wel het mooiste van
alle corpsmeisjes.
Bekende leden: Beau van Erven Dorens, Frits Bolkestein, Harold Goddijn,
Freek de Jonge, Alexander Ribbink, Raymond Spanjar, Ed van Thijn
Sociëteit: De Toko
Wageningse studentenvereniging Ceres Veel leden van de ASV hebben
geen idee hoe het er bij Ceres aan toe gaat: bijna niemand is er ooit ge-
weest. De huidige Ab-actis legt uit dat er op sociëteit geen boeren rondlo-
pen en ze niet op de trekker naar college gaan, maar levensmiddelentech-
nologie, ruimtelijke planning of bedrijfs-en consumentenwetenschappen
studeren.
Bekende leden: Karel Vuursteen, Philip de Ridder, Rudy Rabbinge,
René Leegte , Lucas Simons
Sociëteit: Ceres
Rotterdamsch Studenten Corps en Rotterdamsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging Ondernemende jongens met bravoure en een ietwat bot imago. Ze
studeren over het algemeen economie, worden later bankier en trouwen met een
meisje uit Amsterdam of Utrecht. Ze voelen zich een beetje het mannetje en hebben
het motto: als er maar veel geld verdiend wordt. De Rotterdamse meisjes werken vaak
in de werving en selectie.
Bekende leden: Onno Ruding, Coen van Oostrom, Michiel Muller, Hans Lurvink,
Drs. P, Frans Weisglas, Neelie Kroes, Marianne Thieme
Sociëteit: Hermes (‘De Soos’), RVSV: Mimosa (ook ‘De Soos’).
Leden van de ASV (in volgorde van oprichting):
Leidse Studenten Vereniging Minerva Utrechtsch Studenten Corps
Groninger Studenten Corps Vindicat atque PolitDelftsch Studenten Corps
Amsterdamsch Studenten Corps/Amsterdamsche Vrouwelijke Studenten VereenigingWageningse Studenten Vereniging Ceres
Rotterdamsch Studenten CorpsUtrechtsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging/ Nieuwe Vereniging van Vrouwelijke Studenten te Utrecht
Rotterdamsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging
CONTRASTSTEDEN/
VIRTUS NITOR 044
sunday assembly
We leven in een individualistische samenleving, maar hebben behoefte aan verbondenheid. We geloven niet meer in God, maar willen wel zin geven aan ons leven. Dat deze ogenschijnlijk contrasterende begrippen prima samengaan, bewijst de Sunday Assembly, ook wel ‘de kerk voor atheïsten’ genoemd.
door Eveline Praal fotografie privécollectie
VIRTUS NITOR 045
We leven in een individualistische samenleving, maar hebben behoefte aan verbondenheid. We geloven niet meer in God, maar willen wel zin geven aan ons leven. Dat deze ogenschijnlijk contrasterende begrippen prima samengaan, bewijst de Sunday Assembly, ook wel ‘de kerk voor atheïsten’ genoemd.
VIRTUS NITOR 046
live better, help often and wonder more, dat is de slogan
van de Sunday Assembly, een soort kerkdienst voor
wie niet in God gelooft. Het idee is ontsproten aan het
brein van Pippa Evans en Sanderson Jones, twee Britse
stand-up comedians. De eerste bijeenkomst was direct
een doorslaand succes. Waar het duo een stuk of dertig
vrienden had verwacht, kwam ineens
tweehonderd man opdagen. Kennelijk voorzag de Sunday
Assembly in een behoefte.
Kerkdienst zonder kerkHet concept is simpel. Men neme een kerkdienst, en wissele de
basiselementen in voor niet-religieuze alternatieven. In plaats van
een prekende dominee wordt het publiek getrakteerd op een
motivational speaker, het kerkkoor is vervangen door een live
band en er worden geen Bijbelteksten voorgelezen, maar gedichten.
Het enige wat hetzelfde blijft is de zondag (op de laatste zondag
van de maand worden de bijeenkomsten georganiseerd).
En natuurlijk de geest, want zingeving en verbondenheid,
dat is waar de mensen voor komen.
Nederlandse takDe Sunday Assembly paste perfect in het straatje van Jan Willem
van der Straten. Deze 24-jarige Minervaan werd niet religieus
opgevoed, maar raakte op zijn dertiende geïnteresseerd in het
geloof, toen hij elevangelist Joel Olsteen op tv zag. “Ik ontdekte
dat de Bijbel me heel veel diepgang kon bieden. Sindsdien wil ik
dominee worden”, zegt hij hierover. Van der Straten leest in de
Bijbel en studeert Theologie, maar een geloofsfanaat is hij niet.
Hij koos voor het seculiere Minerva boven de Christelijke studenten-
vereniging NSL omdat ‘bij Minerva ambitieuze mensen zitten die
iets van hun leven willen maken. Ze zijn op zoek naar een betere
versie van zichzelf.’
Toen Van der Straten vorig jaar hoorde van de atheïstenkerk, wist
hij meteen dat hij zich hieraan wilde verbinden. Hij vloog naar
Londen om koffie te drinken met Pippa en bood zich nog tijdens
dat gesprek aan als stagiair. Nadat hij in Engeland alle ins en outs
van de Assembly in zich had opgenomen, zette hij bij thuiskomst
een Nederlandse tak van de Sunday Assembly op. Inmiddels
vinden bijeenkomsten plaats in Amsterdam, Rotterdam,
Apeldoorn en Utrecht.
Van der Straten presenteert de Amsterdamse bijeenkomsten samen
met Jans Budding. Speciaal voor de gelegenheid – en zonder
twijfel in navolging van Jones – liet hij een spectaculaire baard
groeien, waardoor je hem uit duizenden herkent. De sprekers,
de band, de gedichten, alles kondigt hij aan met een tomeloos
enthousiasme dat bijna Amerikaans aandoet, maar toch aanstekelijk
werkt. Het is net als de giechels van Geer en Goor: je kunt niet
anders dan meelachen. Uw correspondent bezocht de meeting en
ging breed glimlachend weer naar huis.
Inspirerende sprekerZo’n zeventig mensen verzamelden zich op de laatste zondagochtend
van oktober in Café De Waag op de Amsterdamse Nieuwmarkt.
Er werd gehighfived, meegezongen met de liveband en hier en
daar zelfs gedanst. Na een gedicht en een introductiepraatje
was het tijd voor een inspirerende spreker. Dit keer was de keus
gevallen op Martijn Aslander, professional lifehacker en verbinder
van mensen, informatie en ideeën. Come again? Een man die niet
werkt voor geld en toch kan rondkomen, in normaal Nederlands.
\INTERVIEW
VIRTUS NITOR 047
Deze Martijn verkocht op zijn 27ste zijn bedrijf, maar ging hierbij
voor drie ton het schip in. “Ik realiseerde me dat bezit bang
maakt. Als je niets hebt, kun je ook niets verliezen”, vertelde hij.
Zijn vader zag dat anders. Die vroeg: “Je staat drie ton in het
rood. Wordt het niet eens tijd dat je iets gaat doen om geld te
verdienen?”
Aslander zag dat zijn vader een punt had, maar wat voor werk hij
wilde doen, dat wist hij niet. “Ik had geen idee. Dus maakte ik
een lijstje van wat ik niet wilde: geen kantoor, geen sales, geen
computer, en die tijden... Wie van jullie houdt er niet van vroeg
opstaan, als het niet per se hoeft?” Knikkend naar iedereen die
zijn hand op stak: “Nou, zo ben ik ook. Ik ben ’s avonds op mijn
best, net als een derde van de mensheid. Eigenlijk is het toch heel
raar dat we met zijn allen zeggen: weet je wat we doen? We zetten
die avondmensen ook lekker ’s ochtends in!”
En dus besloot Aslander zo lang maar anderen te helpen met zijn
ideeën. Hoewel hij dat gratis deed, merkte hij al gauw dat de ont-
vangers vaak iets terug wilden doen. De een gaf goederen, de an-
der betaalde hem terug in kennis en een enkeling vroeg “Stuur je
een rekening?”. Inmiddels is Martijn veelgevraagd spreker, krijgt
hij geld toe als hij een ruimte huurt en vliegt hij de hele wereld over
om te spreken en te adviseren, van het Chinese bankwezen tot
onze eigen politici. “We denken heel erg in transacties”, vertelde
Martijn. “Ik geef jou iets, maar wat levert het mij op? Dat what’s in
it for me, daar moet je helemaal niet mee bezig zijn.” Belangeloos
iets doen voor een ander had nog nooit zo aantrekkelijk
geklonken.
Iedereen is welkomVoor de nuchtere Hollander is de bijeenkomst wellicht even
wennen. “We zijn behoorlijk happy de clappy,” erkent Van der
Straten, “maar we komen dan ook samen om het leven te vieren.
Als je lekker meezingt en danst met de band, vinden we dat
prachtig, maar wie liever achterin op zijn stoel blijft zitten, is net
zo welkom. Het gaat erom dat we met elkaar in contact komen
en iets van ons leven willen maken.” En dat lijkt te lukken. Na
afloop blijft een deel van de bezoekers hangen om elkaar te leren
kennen.
Een bezoeker van de Sunday Assembly vatte in een verklaring aan
de Amsterdamse zender AT5 haar ervaring duidelijk samen: “Je
wordt er blij van en je krijgt er energie van, dat vind ik fantastisch.
Het heeft niks met atheïsme te maken. Het is gewoon een waan-
zinnig goede bijeenkomst voor mensen die onder de hoed van
hoe een kerkdienst gaat iets organiseren.”
Dat de gelovige Van der Straten de atheïstenkerk voorzit, vindt
hij helemaal niet raar. “Laatst zei iemand in de kerk tegen me: ‘Jij
verkoopt nu een leeg glas, terwijl je de wijn zou moeten verkopen’,
maar daar ben ik het niet mee eens. Nadenken over hoe je wilt
leven is per definitie goed. Ik vind het heel tof om te bouwen van
gemeenschappen waar iedereen zich thuisvoelt.”
INTERVIEW/
VIRTUS NITOR 048
\JAARDIES 1979
VIRTUS NITOR 049
JAARDIES 1979/
VIRTUS NITOR 050
Ter ere van hun 50e jaardies heeft het jaar 1964 het L.S.C.-vaandel laten restaureren.
Het vaandel, waarvoor de restauratie broodnodig was, werd op zaterdag 25 oktober
aangeboden aan het Collegium tijdens hun diner op Sociëteit. Het vaandel dat nu weer
in prachtige staat verkeert zal slechts worden gebruikt voor de belangrijkste interne
aangelegenheden om toekomstige slijtage te voorkomen. In de tussentijd worden de
mogelijkheden tot het fabriceren van een nieuw, minder kostbaar vaandel bekeken, dat
dan gebruikt zou worden op externe representatiepunten. Het Collegium is, namens de
gehele Bestuursgang, het jaar 1964 zeer erkentelijk en dankbaar.
Het is een bijzonder goed idee om bij een jaarlustrum aandacht te besteden aan het
erfgoed van de vereniging en van Sociëteit. Veel van deze objecten, zoals het vaandel,
zijn eigendom van de S.A.L.S. (Stichting Archief Leids Studentenleven). Deze stichting
heeft de A.N.B.I.-status die belastingvoordeel geeft bij schenkingen.
Gerestaureerd vaandeldoor Christiaan de vries fotografie LSV Minerva
\VERSLAG
Noot: foto: vaandel wordt op 25-20-2014 aangeboden aan de Praeses Collegii
VIRTUS NITOR 051
in 1865 sloop de jonge student jhr. Victor de Stuers - een getalen-
teerd tekenaar en later Praeses Collegii - het Academie gebouw
aan het Rapenburg binnen, liet zich een vol weekend opsluiten
om stiekem een reeks graffiti te schilderen op de muren langs de
wenteltrap, in het Zweetkamertje en op de gang boven, tegenover
het Klein Auditorium. Toen dit de volgend maandag werd ontdekt
besloot de Senaat van de Universiteit, ze niet te laten verwijderen,
maar gezien de hoge kwaliteit, te behouden voor het nageslacht.
Nu 150 jaar later zijn deze krijttekeningen ‘Gradus ad Parnassum’
toe aan restauratie, en daar was veel geld voor nodig.
Het jaar LSC 1949 bracht ter gelegenheid van hun 13 Lustrum, een
aanzienlijk bedrag bijeen dat tijdens hun jaardiës op 1 november jl.
ter plekke werd aangeboden aan de Rector Magnificus, prof. mr.
dr. C.Stolker. Als dank bood hij de 53 wat stramme nog
overlevenden van dat jaar een rondleiding aan langs de door mw.
drs. Claudia Thunnissen., kunsthistorica, zo schitterend gerestau-
reerde tekeningen, waarvan LSC 1949 koos voor het herstel van de
afbeeldingen van ‘Vrouwe Justitia’ en ‘Vrouwe Medicina’. Eerder
had ook het jaar 1964 al geld bijeengesprokkeld voor de brood-
nodige reconstructie van het ‘Zweetkamertje’. Tot slot bood het
Bestuur van de Universiteit het jaar 1949, na afloop nog een
borrel aan in café l’Esperance, waarna men naar S.M. toog voor
borrel en diner van de jaren 1936 – 1959.
Jaar 1949 sponsort restauratiedoor Fred Nijkerk fotografie LSV Minerva
VERSLAG/
*) Noot van de redactie: Fred – mr. A.A.- Nijkerk was in de jaren 1951/53 hoofdredacteur van het Leidsch Universiteits Blad; en van 2009 – 2012 eerste redacteur van VIRTUS NITOR, waarvoor hij 44 artikelen schreef. Bij een vorig lustrum – in 2009 – bood dit Corpsjaar het beroemde gedicht van Piet Paaltjens – ‘Virtus Concordia Fides’- aan het LSVM aan, dat in opvallend vuurrood is geschilderd op de zijmuur van S.M. in de Vrouwensteeg.
VIRTUS NITOR 052
\BESTUURSGANG
VIRTUS NITOR 053
VIRTUS NITOR 054
Namens L.S.V. Minerva maken wij, ondergetekenden, de Commissaris Reünisten en de Ab-actis Collegii, u attent op de omgang met per-
soonsgegevens van de V.V.S.L.-reünisten. Wij dragen de zorg voor het reünistenbestand wat betreft de (wijze van) vergaring van de benodig-
de gegevens, de verwerking, het gebruik ervan en de bewaking ervan. Wij nemen hierbij uiteraard – zijn daar ook toe gehouden –
De Wet Bescherming Persoonsgegevens in acht.
1.Persoonsgegevens worden niet verder verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met de doeleinden waarvoor ze zijn verkregen.
2.Bij de beoordeling of een verwerking onverenigbaar is als bedoeld in het eerste lid, houdt de verantwoordelijke in elk geval rekening met:
de verwantschap tussen het doel van de beoogde verwerking en het doel waarvoor de gegevens zijn verkregen;
de aard van de betreffende gegevens;
de gevolgen van de beoogde verwerking voor de betrokkene;
de wijze waarop de gegevens zijn verkregen en
de mate waarin jegens de betrokkene wordt voorzien in passende waarborgen.”
Middels dit bericht willen wij benadrukken dat deze wet en de strekking ervan altijd in acht worden genomen.
Wij zullen dan ook zeer vertrouwelijk omgaan met uw persoonsgegevens en deze slechts gebruiken voor de communicatie tussen u als reüniste
van de V.V.S.L. enerzijds en de LSV Minerva in haar behartiging van uw reünistbelangen anderzijds. Dat geldt op korte termijn voor de
aankondiging van en uitnodiging voor de aanstaande dies van de V.V.S.L.
Indien u vragen of opmerkingen heeft naar aanleiding van de dies kunt u de V.V.S.L. Diescommissie bereiken op het volgende e-mailadres:
[email protected]. Voor algemene vragen over het verwerken van persoonsgegevens voor ons adressenbestand zijn wij, Commissaris
Reünisten en Ab-actis Collegii altijd bereikbaar op onderstaand adres.
Wij zien er naar uit u te verwelkomen op 24 januari 2015!
In de hoop u hier voldoende mee te hebben geïnformeerd verblijven wij,
Met vriendelijke groet,
Emma Heijning Aimée Peterse
h.t. Commissaris Reünisten Collegii h.t.ab Actis
Waarde V.V.S.L. Reüniste,door Emma Heijning fotografie Fauve Bouwman
\VVSL
VIRTUS NITOR 055
Op 23 januari 1988, tijdens de viering van de 88ste Dies van de
VVSL, sprakAnnelies Baert van Opstall-von Ronnen, quaestrix
VVSL 1961-1962, haar VVSL-genoten toe. Zij achtte deze dag, waarop
op uitnodiging van de LSV Minerva de VVSL-jaren 1955 t/m 1964
zijn samengekomen, een mooie gelegenheid om de VVSL-leden te
polsen over een plan.
Dit waren letterlijk haar woorden:
“Lopend in Leiden, zelfs lopend langs het Rapenburg, heb ik mij ge-
realiseerd dat niets, maar dan ook niets meer herinnert aan Rapen-
burg 65, aan onze studietijd die zo verweven was met ons lidmaat-
schap van de Vereeniging van Vrouwelijke Studenten te Leiden. Later
ben ik teruggegaan omdat mij ook was opgevallen dat de gevels
van meerdere panden aan weerszijden van de gracht verfraaid zijn
met historische gevelstenen dan wel spreuken. Zo ook die van onze
voormalige Club.
Sinds enkele jaren is daar een gevelsteen aangebracht die herinnert
aan Johannes Kneppelhout, aan Klikspaan. Deze schreef hier zijn
Studenten Schetsen van 1839-1844.Uit gesprekken die ik heb gevoerd
met de Hoofdconservator Dr J. Bolten van het Prentenkabinet van de
RU Leiden, de huidige bewoner van Rapenburg 65, en met de heer
de Klerk, Hoofd van de afdeling Monumentenzorg van de Gemeente
Leiden, is mij gebleken dat men, mits de financien rond zijn, sympa-
thiek staat tegenover de idee van een VVSL gedenksteen in de muur
van Rapenburg 65.U begrijpt dat ik aan U, aan alle VVSL Reunisten,
wil voorstellen gezamenlijk het aanbrengen van een gevelsteen te
realiseren. Een gevelsteen die zal verwijzen naar de tijd dat de VVSL
geschiedenis schreef aan Rapenburg 65, haar Club.
Gevelstenen aan het Rapenburg zijn gemaakt van hardsteen dat ca
75 jaar meegaat. Hoewel, Monumentenzorg is thans een steen van
100 jaar oud aan het vervangen. Afhankelijk van het uiteindelijke
ontwerp zal van ieder van ons een bijdrage van ca. Hfl. 5,- gevraagd
worden om de gevelsteen te realiseren. Zaterdag 27 januari 1990 zal
het 90 jaar geleden zijn dat de VVSL werd opgericht: de 90ste Dies.
Het zou goed passen in dat kader om dan de gevelsteen feestelijk te
laten onthullen.
Ik hoop dat u enthousiast bent voor dit plan en dat de realisering
ervan door ons -VVSL Reunisten- mogelijk zal blijken te zijn.
Suggesties uwerzijds voor het ontwerp en de tekst van de gevelsteen
zijn bij mij zeer welkom.”
Voorafgaand aan deze Dies van de VVSL heeft zij twee VVSL leden
opgebeld die zijn aangekomen in 1924: de clubleden Martina Tjeenk
Willink en Corrie Elink Schuurman, die beiden ontroerd reageerden
bij de gedachte aan een gevelsteen ter herinnering aan onze VVSL.
Op 13 januari 1988 heeft zij bij de Commissie van Advies melding
gemaakt van dit plan.
Na afloop van haar speech boden Rosemarie Provo Kluit-van Woensel
Kooy en Irma Günther spontaan hun hulp aan bij de realisering
van de gevelsteen, die meteen werd ondergebracht in een stichting.
Helaas is de steen beschadigd geraakt. De restauratie is deels door
de LSV Minerva vergoed.
V.V.S.L. gevelsteendoor Suzanne Bins-van Waegeningh fotografie Fauve Bouwman
VVSL/
VIRTUS NITOR 056
Rapenburg 65 was op 1-1-1972 door de VVSL-leden verlaten. Het jongste VVSL-jaar is 1973; net als het VVSL-
jaar 1972 aangekomen op Sociëteit Minerva. De overige VVSL-leden waren, na een groots ADIEU-èle-festijn op
Rapenburg 65, al op 1-1-1972 ingetrokken bij de LSC-leden. Zij waren daartoe, net als de jaren 1972 en 1973, lid
gemaakt van de speciaal daarvoor gemengd geworden Vereniging Sociëteit Minerva, eigenaar van het gebouw.
Op 1-1-1974 zouden alle leden van de VVSL, die op 26-9-1973 tot opheffing had besloten, lid worden van het LSC
dat ook gemengd gemaakt zou worden en tegelijk een nieuwe naam zou krijgen: Leidse Studenten Vereniging
Minerva: LSV Minerva.
Het gebouw kwam te koop te staan. Het was nog niet leeggehaald: het werd opruimen, opruimen, opruimen...van
Conversatiezaal, toneelhok, doka, keukens, lepels, vorken tot zolders vol Almanakken, paperassen, knipsels...
Alles, alles ging door VVSL-handen en kreeg een bestemming: Vrouwenzaal op Sociëteit Minerva, elders in dat
gebouw, naar derden, verkoop, vuilnis.. Enkele VVSL-leden, maar ook een enkele man kwamen er als oppas/
antikraak bewoners in. Toch ellende: diefstal van antieke kraan, kapotte verwarming, overstroming, tot over het
Rapenburg, dooie kat midden in de kelder...
Het pand werd op 12-1-1973 aan het LUF verkocht voor Hfl 410.000,-.
De opbrengst werd zolang in beheer gegeven aan het Reünistenfonds van de VVSL.
De VVSL had uit de lopende middelen haar deel van de kosten voor samenwoning op Sociëteit Minerva kunnen
betalen, waardoor die Hfl 410.000,- na een opheffing van de VVSL wel eens het batig saldo zou kunnen blijken te
zijn.. Dat moest dan cf. art. 32 Statuten worden verdeeld onder de leden! Maar voor dat extraatje werd een stokje
gestoken. Art. 32 werd, voordat tot opheffing werd overgegaan, gewijzigd: het batig saldo moest worden uitgekeerd
aan een lichaam met een aanverwant of soortgelijk doel als dat van de VVSL.
Bij het besluit tot opheffing van de VVSL op 26-9-1973 echter, en ook nog daarna, werd vergeten ook een besluit te
nemen over de vraag aan welk lichaam het batig saldo moest worden uitgekeerd.
Dat batig saldo bleek inderdaad gelijk aan de opbrengst van Rapenburg 65.
Dat het bestemd zou zijn voor de vereniging waarin de VVSL zou opgaan, blijkt uit alles: notulen, verslagen, noti-
ties van diverse vergaderingen, en van diverse gremia. De VVSL ging op 1-1-1974 op in de LSV Minerva en laatste
werd dus geacht het beoogde lichaam te zijn. Bij overeenkomst heeft de VVSL in liquidatie het bedrag dan ook in
eigendom overgedragen aan de LSV Minerva. Dit geld bleef in beheer bij het Reünistenfonds van de VVSL totdat
dat was gefuseerd met dat van het LSC. Dat nieuwe Reünistenfonds “Minerva” begon blijkens notulen op 1-4-1975
met het beheer van het geld, dat werd gelabeld als “Fonds Rapenburg 65”.
Tegenover het beheer stond toen een vergoeding van Hfl 500,-. De revenuen uit dat Fonds moest het Reünisten-
fonds elk jaar overmaken aan de LSV Minerva. De LSV Minerva kon als eigenaar uiteraard ook rechtstreeks putten
uit het als “bijzonder” aangeduide Fonds, als het maar ten behoeve van speciale objecten was in het belang van de
leden en het College van Advies hierover was geconsulteerd.
Werden de eerste jaren, tot ca. 1980, de revenuen nog besteed aan de pensioenvoorzieningen voor het personeel,
waaronder ook Tea en Juffrouw Kantebeen, in de loop der volgende jaren verloren de revenuen de aandacht van
partijen, en vervaagde de ooit scherp gestelde en vastgelegde grens van de bevoegdheid tot beslissen over het
Fonds Rapenburg 65. Niets lijkt eenvoudiger dan de oorspronkelijke beheerovereenkomst er weer bij te halen.
Maar helaas...nergens iets te vinden...ca. twee jaar is gespeurd..
- In het archief van het Reünistenfonds Minerva
- Bij het indertijd (1974-1975) betrokken Notarissen en Advocatenkantoor, waarbij de onderhands gesloten overeen-
komsten na 20 jaar uit de archieven worden verwijderd.
- In het archief op Sociëteit Minerva, waarvan de oudere stukken zijn overgebracht naar het archief op de Boisotka-
Rapenburg 65, het Fonds opnieuw actueel
\VVSL
VIRTUS NITOR 057
de dat nu Erfgoed Leiden en Omstreken (ELO) heet. Wat daar is, is vanaf 1972 onbeschreven.
Alleen bleek nog een concept voorhanden van de beheerovereenkomst van einde 1974
Na overleg met de indertijd betrokken Praeses Collegii en de notaris -nog steeds fungerend als notaris- is besloten
om op basis van dat concept tot een nieuwe, de grens weer duidelijk stellende, overeenkomst te komen tussen de
LSV Minerva als eigenaar en het Reunistenfonds als beheerder van het Fonds Rapenburg 65.
En toen dook – oktober 2014 – na een opruimactie thuis van een voormalig lid van de Raad voor het Reünisten-
fonds, een kopie op met de oorspronkelijke overeenkomst!
Getekend 1-4-1975, de dag waarop met het beheer van het Fonds Rapenburg 65 door het Reünistenfonds is begon-
nen.
De overeenkomst is nagenoeg gelijk aan het concept dat was gevonden: de LSV Minerva is eigenaar, het Reünisten-
fonds beheert en heeft dat tot nog toe ook succesvol gedaan: het bedrag is gegroeid tot ca. €780.000,-. Het Reünis-
tenfonds is gehouden elk jaar de revenuen over te maken aan de LSV Minerva. De Vereniging is vrij te bepalen wat
daarvan teruggaat naar het Fonds Rapenburg 65 en waaraan de rest wordt besteed.
Maar op bepaalde punten blijkt de overeenkomst toe aan revisie. Het Collegium zou onder meer de voorwaar-
den voor een rechtstreekse opname willen aanscherpen. Het zou een lange termijn investering moeten zijn, evt.
kort(er), maar dan wel dringend noodzakelijk, en alleen als er geen andere middelenbron blijkt te zijn, en niet
zonder consultatie van de nieuwe bij de Wetten voorziene Colleges van Advies en Raden van Toezicht van de LSV
Minerva en de Vereniging Sociëteit Minerva.
Aan de nadere uitwerking wordt gewerkt. De gereviseerde overeenkomst zal vermoedelijk in februari 2015 – kort
na onze Dies-viering- worden getekend.
Susanne Bins-van Waegeningh
VVSL Reünisten Adviescommissie van de LSV Minerva.
VVSL/
VIRTUS NITOR 058VIRTUS NITOR 058
Waarde VVSL-reüniste,
Graag nodigen wij u uit voor de viering van de 115e dies, tevens het 23e lustrum van de VVSL. Dit zal plaatsvinden in Leiden op 24 januari
2015. De tijden staan nog niet vast, maar we zullen rond 11:00 uur beginnen met koffie en thee en achter de middag eindigen met een
high tea en borrel.
De officiële uitnodiging inclusief programma volgt per post. We hopen u in groten getale te mogen ontvangen.
Om iedereen zo goed mogelijk te kunnen bereiken en informeren, niet alleen digitaal, maar ook per post, ontvangen wij graag per keren-
de mail (aan [email protected]) van u:
- Voor/meisjesnaam, achternaam en voorletters,
- Post/emailadres,
- Jaar van aankomst en jaarclub.
Dit ook in verband met het bijwerken van het reünistenbestand van de VVSL, waarmee zeer zorgvuldig om zal worden gegaan.
HOORT ZEGT HET VOORT binnen uw jaarclub en ook daarbuiten! Laten
vriendinnen die niets hebben ontvangen, zich vooral opgeven bij de V.V.S.L. Diescommissie, voorgezeten door Josine Heijnen. (vvsl-
Voor vragen kan men zich tevens wenden tot de leden van de VVSL AdviesCie:
Marije Bekkering-Merens
026 495 10 67
Aankomstjaren t/m 1953
Elizabeth Badon Ghijben
070 324 65 81
Aankomstjaren 1954 t/m 1956
Marja Wurfbain-Moolenburgh
070 354 13 49
Aankomstjaren 1957 t/m 1960
Elske Sigmond-de Bruin
071 515 05 35
Aankomstjaren 1970-1973
Met vriendelijke groet namens,
De V.V.S.L. Diescommissie,
Ab-actis Collegii Aimée Peterse,
Commissaris Reünisten Emma Heijning
Pauline Beets-Feith
070 387 03 33
Aankomstjaren 1961 t/m 1962
Susanne Bins-van Waegeningh
038 444 10 71
Aankomstjaren 1963 t/m 1966
Machteld Rogaar-Burlage
023 525 05 01
Aankomstjaren 1967 t/m 1969
VIRTUS NITOR 059
OPROEPEN/
Virtus Nitor tekst GeschiedboekBij het tweehonderjarig bestaan van Sociëteit ‘Minerva’ verschijnt het prachtig uitgevoerde boek ‘Minerva voor het
leven’. De geschiedenis van het Leidse Studenten Corps, de Vereeniging van Vrouwelijke Studenten te Leiden én de
Leidse Studenten Vereniging Minerva in één boek verenigd. Twee eeuwen Leidse studentengeschiedenis. Een boek
waarin tegen de grote historische lijnen van interactie tussen stad, universiteit en studenten ruim aandacht is voor de
anekdote, voor ‘petit histoire’, voor verhalen die doorverteld worden en soms een eigen leven zijn gaan leiden. Hon-
derden veelal verrassende en onbekende foto’s ondersteunen de tekst en geven een kleurrijk beeld van het bruisende
Leidse studentenleven.
Tekst door Jan-Rutger van Zwet, Constanteyn Roelofs, Cees Fasseur, Peter Sigmond en anderen. Met acht speciaal in
opdracht gemaakte foto’s door Jeronimus van Pelt. Grafische vormgeving door Ankie Stoutjesdijk.
Gedrukt door De Bink, Leiden.
Luxe gebonden editie, 280 pagina’s, formaat 242 x 320 mm
Prijs: € 45,- inclusief verzending naar uw adres.U kunt het boek bestellen op: http://www.binkserver.nl:8080/minerva
Indien u vragen heeft, kunt u een e-mail sturen aan [email protected]
Aankondiging 50ste diesviering VVSL 1965 op zaterdag 7 november 2015Vijftig jaar geleden kwamen wij in Leiden aan. Wij willen de 50ste diës graag met ons hele VVSL-jaar 1965 vieren op
zaterdag 7 november 2015 en roepen jullie op die datum in jullie agenda 2015 daarvoor te reserveren!
Het organisatiecomité,
Christien Smuling
Tineke Terpstra-Stegeman
Caro Koning
Margriet van Neerbos-Bernard
Edith Idzerda-Koch
Koninklijke Brill NV is de oudste uitgeverij van Nederland
Gesticht in 1683 en begonnen aan het Rapenburg
Gegroeid van academiedrukker tot wereldwijd actieve wetenschappelijke uitgeverij
Sinds 1896 een NV en beursgenoteerd (Euronext: BRILL)
Kantoren in Leiden en Boston met talloze internationale samenwerkingsverbanden o.a. in China. In beginsel worden alle publicaties ook electronisch aangeboden
Wereldfaam in de Humaniora o.a. Azië, Afrika, Nabije Oosten, kleine en bedreigde talen, klassieke oudheid, geschiedenis, godsdienstwetenschappen, Islam, Joodse studies, filosofie en intellectuele geschiedenis. Leidende posities in biologie en internationaal recht
Kijk op www.brill.com Wij sturen u graag een jaarverslag Schrijf, mail of bel met Herman Pabbruwe (jaar 1972)
KONINKLIJKE BRILL NV Plantijnstraat 2 2321 JC Leiden 071 53 53 501 [email protected]
Pallas & Minerva