post_richard_master thesis_voor drukker

34
Hoe de perceptie van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen van medewerkers van een telecommunicatiebedrijf in de Randstad te verbreden dan wel te verbeteren Richard Post Studie Master of Business Administration Hoger Onderwijs Blauwburg Instituut B.V. Amsterdam

Transcript of post_richard_master thesis_voor drukker

-1

Hoe de perceptie van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen van medewerkers van een telecommunicatiebedrijf in

de Randstad te verbreden dan wel te verbeteren

Richard Post

Studie Master of Business Administration

Hoger Onderwijs Blauwburg Instituut B.V. Amsterdam

0

1

Hoe de perceptie van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen van medewerkers van een telecommunicatiebedrijf in

de Randstad te verbreden dan wel te verbeteren

2

3

Hoe de perceptie van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen van medewerkers van een telecommunicatiebedrijf in

de Randstad te verbreden dan wel te verbeteren

Richard PostStudie Master of Business Administration

Hoger Onderwijs Blauwburg Instituut B.V. Amsterdam

4

Begeleiders: Dr. Jan Bouman Drs. Enno de Tombe Dieuwertje Damen M.Sc.

Verklaring

Ik verklaar dat het werk  in deze  thesis mijn  eigen werk  is, uitgezonderd hetgeen, waaroveranders gesteld wordt. Het is niet eerder aangeboden aan een universiteit of instelling voor hogeronderwijs, in het geheel of in onderdelen, voor het verkrijgen van een graad. 

5

Inhoudsopgave

Voorwoord 7Samenvatting 8Hoofdstuk 1: inleiding 9Hoofdstuk 2: de case study en MVO 14Hoofdstuk 3: analytisch hoofdstuk 18Hoofdstuk 4: conclusies en aanbevelingen 24Literatuur 26Summary 27Bijlage 1: vragenlijst interview 28Bijlage 2: vragenlijst enquête 29Bijlage 3: resultaten enquête 30

6

7

Voorwoord

Voor u ligt het resultaat van een onderzoek naar hoe de perceptie van medewerkers van een tele-communicatiebedrijf in de Randstad ten aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen(MVO) te verbreden dan wel te verbeteren. Tijdens dit onderzoek heb ik hulp gekregen van diversepersonen, die ik daarvoor wil bedanken.

Allereerst dank aan mijn docenten en begeleiders, Dr. Jan Bouman, Drs. Enno de Tombe enmevrouw Dieuwertje Damen (toen werkzaam bij het telecommunicatiebedrijf als MVO-manager)en Chris Rauws (medestudent en critical friend). Vervolgens bedank ik Professor Dr. Fred Goffree voor zijn kritische opmerkingen bij mijn onder-zoeksvoorstel. De zes medewerkers van het telecommunicatiebedrijf bedank ik voor de medewerking die zijhebben verleend aan de interviews, alsmede alle IT-medewerkers van hetzelfde bedrijf die deenquête hebben ingevuld. Omdat ik ze op het hart had gedrukt dat hun integriteit en anonimiteitgegarandeerd was, en hun antwoorden vertrouwelijk zouden worden behandeld, hebben zehieraan hun medewerking verleend. Ik bedank de Stichting COCMA uit Utrecht voor de financiële ondersteuning van mijn opleiding.Zonder deze ondersteuning was het voor mij niet mogelijk geweest deze studie te volgen.Last but not least bedank ik Betty Heijman voor het kritisch doorlezen en redigeren van dezeMaster Thesis.

Richard PostPurmerend, juni 2014

8

Samenvatting

De centrale onderzoeksvraag in deze Master Thesis luidt: ‘Hoe de perceptie van maatschappelijk verant-woord ondernemen van medewerkers van een telecommunicatiebedrijf in de Randstad te verbreden dan welte verbeteren?’ Om deze vraag te beantwoorden, is een aantal deelvragen opgesteld, die in hoofdstuk 2, 3en 4 worden beantwoord. Hieronder de belangrijkste bevindingen.

Hoe associëren de medewerkers maatschappelijk verantwoord ondernemen en wat zijn de per‐cepties van medewerkers op maatschappelijk verantwoord ondernemen nu?

Met behulp van een aantal visies uit de ethiek en onderzoeksmethoden is naar voren gekomen dat deze vraaghet best te beantwoorden is medewerkers als belangrijkste stakeholder te maken en zelf als participantobserver een case study te doen.

Wat zijn de bekende issues van, en wat doen de providers van telecommunicatiebedrijven nu alaan maatschappelijk verantwoord ondernemen?

Dit wordt het beste weergegeven door literatuur- en empirisch onderzoek van de jaarverslagen van anderetelecommunicatiebedrijven

Welke maatregelen kunnen er genomen worden om de perceptie van de medewerkers op maat‐schappelijk verantwoord ondernemen te vergroten?

In het vierde hoofdstuk wordt de vraag; ‘Welke maatregelen kunnen er genomen worden om de perceptievan de medewerkers ten aanzien van MVO te vergroten?’ beantwoord. Deze onderzoeksvraag is in een casestudy onderzocht. Ten eerste via interviews met zes medewerkers en ten tweede is er via e-mail een enquêtegestuurd naar alle IT-medewerkers. De resultaten van de vragen, die door middel van Google docs opinternet worden ingevuld, komen rechtstreeks in een Excellsheet terecht. Ten slotte zijn de resultaten uit de interviews en enquêtes geïnterpreteerd in het licht van de verwachtingen.Op basis van de bevindingen uit dit hoofdstuk kwam ik tot de conclusie dat de perceptie van de medewer-kers zich voornamelijk toespits op milieu & energie en in mindere mate op mens & maatschappij. Dat houdtin dat klanten en medewerkers als totaal onbekend worden beschouwd en dat hier de grootste aandacht aanbesteed moet worden in worshops en lezingen door de MVO-manager.

9

1 Inleiding

AanleidingIk was werkzaam bij een telecommunicatiebedrijf in de Randstad als Billing Operator binnen deafdeling IT. Binnen dit bedrij was ik verantwoordelijk voor de gehele facturenproductie - vanswitch tot factuur - voerde checks uit voor deliveries en was betrokken bij planningen en priori-teitstellingen. Het is een commercieel bedrijf met de volgende afdelingen: een staf afdeling, eenafdeling verkoop, die is onderverdeeld in Wholesale en Consumenten, Zakelijk, een afdelingInkoop en de ondersteunende afdelingen, Finance, Human Resource en IT. Het bedrijf is zich meeren meer aan het richten op MVO door onder andere het aanstellen van een MVO-manager. In hetkader van het vak MVO binnen de opleiding wilde ik een onderzoek doen met betrekking tot ditvak.Na overleg met de MVO-manager van het telecommunicatiebedrijf kreeg ik de opdracht om onder-zoek te doen naar:

a Wat is de perceptie bij de medewerkers van het telecommunicatiebedrijf in de Randstad metbetrekking tot MVO?

b Hoe kan ik de resultaten het beste aanleveren voor het vervolgproject? Dit vervolgproject wordtdoor de MVO-manager gedaan en behelst onder andere een aantal workshops voor alle mede-werkers, het opnemen van een MVO-taak in het takenpakket van de medewerker, waarop hij/zijook wordt beoordeeld en voorstellen doen tot verbetering van MVO van het bedrijf.

ad a Bij het onderzoek naar de perceptie zal ik mij richten op mijn directe collega's van mijn afdeling,de medewerkers van de gehele afdeling IT en medewerkers met wie ik de introductie van hetbedrijf heb gedaan. Als je bij dit bedrijf voor het eerst begint krijg je een driedaagse introductie,je leert de normen en waarden van het bedrijf kennen en je leert waar alle afdelingen zitten binnenhet gebouw. Dit is vaak een groep van ongeveer twintig mensen al naar gelang hoeveel er aange-nomen worden. Ik zal mij, als participant-observer, de eerste maanden van het onderzoek eenbeeld vormen van de perceptie van MVO van collega’s.

Aansluitend zal ik een aantal interviews houden met mensen, verdeeld over een aantal groepen,om te verifiëren of mijn beeldvorming juist is. Dit noem ik de kernparticipanten. De interviewszal ik uitvoeren volgens de Laddering Interview Technique-methode (Reynolds & Gutman, 2001)door middel van open vragen. De data verzamel ik door het interview op te nemen, een getypt ver-slag aan de geïnterviewde te geven met de vraag of dit verslag de weerslag is van zijn of haar ver-haal. Ik zal eerst twee interviews houden en, na overleg met mijn MVO-manager, de vragen evalu-eren en dan de rest van de interviews houden. Op basis van het voorgaande wordt een enquêtegemaakt om de rest van de doelgroep te ondervragen. Deze enquête zal ik op naam laten invullendoor de kernparticipanten met wie dan inmiddels de interviews gedaan zijn. Dit uiteraard metinachtname van de waarborging van hun privacy. De enquête zal via internet aangeboden wordenaan alle IT-medewerkers, zodat de resultaten direct in een database terecht komen en makkelijkverwerkt kunnen worden met NVIVO of MAXQDA (Friemel, 2008).

ad b De resultaten van de interviews en met name van de enquête zullen gebruikt worden bij een anderproject binnen het telecommunicatiebedrijf, geleid door de MVO-manager, die zich bezig houdtmet het verbeteren van de betrokkenheid bij MVO van alle medewerkers. Mijn resultaten tonen

10

wellicht aan waar de nadruk moet komen te liggen binnen het project. Met name op welke van devier pijlers van MVO binnen het bedrijf:

– klanten;– medewerkers– mens & maatschappij;– milieu & energie.

Doel van het onderzoekHet doel van dit onderzoek is inzicht te krijgen wat de perceptie is van medewerkers van een tele-communicatiebedrijf in de Randstad en op welke punten dit verbeterd kan worden zodat de MVO-manager dit door het geven van workshops, lezingen, ... kan bewerkstelliggen.

ProbleemstellingHet telecommunicatiebedrijf wil zich meer profileren als maatschappelijk verantwoorde onderne-ming en wil dat het personeel dit omarmt en uitdraagt. Het bedrijf weet nu niet hoe en wat demedewerkers al weten en vinden van MVO en wil dit onderzocht hebben.

Onderzoeksopzet en deelvragenIn mijn onderzoek wil ik de perceptie binnen een telecommunicatiebedrijf in de Randstad vanMVO verbeteren dan wel verbreden door de volgende vijf vragen beantwoord te krijgen. 1 Hoe associëren de medewerkers MVO nu? 2 Wat zijn de percepties van medewerkers op MVO nu?3 Wat zijn de bekende issues van MVO in andere telecommunicatiebedrijven? 4 Wat doen de providers van telecommunicatiebedrijven nu al aan MVO? 5 Welke maatregelen kunnen er genomen worden om de perceptie van de medewerkers ten aan-

zien van MVO te vergroten?Ik wil dit uitzoeken door het houden interviews, internet-enquêtes en een literatuurstudie. Dit allesbinnen het kader ‘aanleiding’, ‘gevoel’, ‘gedachte en ‘gedrag’, waarbij ik me richt om het ‘gevoel’en de ‘gedachte’ bij de medewerker te beïnvloeden. Daarna zal aanpassing van het gedrag nog terhand moeten worden genomen. Hierbij moet opgemerkt worden, dat er ook spontane gedragingenzijn, vaak door emotie, waarvoor wel aanleiding is maar waarbij gevoel-gedachte wordt overge-slagen. Daar kunnen knelpunten zitten, die moeilijk te veranderen (verbeteren) zijn. (Frijda, 2008).

Theoretisch kaderVoor mijn opleiding Master of Business Administration doe ik, binnen het aandachtsgebied‘ethiek en onderzoeksmethoden’ een onderzoek Hoe kan ik de perceptie van MVO van medewer-kers van een telecommunicatiebedrijf in de Randstad verbreden dan wel verbeteren? De ethiek enonderzoeksmethoden worden gewaarborgd, omdat ik tijdens de opleiding de volgende viervakken met goed resultaat heb gevolgd:1 Duurzaam ondernemen.2 Methoden van Onderzoek.3 Gegevensanalyse.4 Actieonderzoek.Door het verrichten van dit onderzoek worden ethiek en onderzoeksmethoden gewaarborgd.

MethodologieAls verantwoording voor de gekozen methoden voor dit onderzoek, ga ik in het volgende in op demethodologie ervan.

11

OnderzoeksmethodeIk zal een kwalitatief onderzoek verrichten en mijn advies baseren op de wensen en verwachtingenvan de betrokkenen inzake de perceptie van MVO bij medewerkers van een telecommunicatiebe-drijf. In de vorm van documenten, interviews, enquêtes en feedback gesprekken, wordt een enander gepresenteerd. Voor mij is het een uitdaging om de perceptie van MVO als active learner tekunnen beschrijven vanuit de invalshoek van een ‘participant’ (Creswell, 2012).Binnen deze traditie kies ik niet voor een biografie, fenomenologie, grounded theory of etnografie,maar voor een ‘case study’, omdat ik te maken heb met een beperkt aantal dragers, namelijk eenkleine groep medewerkers binnen het gehele telecommunicatiebedrijf. Ik doe mijn onderzoekbinnen de natuurlijke omgeving van de beperkte groep medewerkers en wordt binnen een afgeba-kend tijdvak van één jaar afgerond (Creswell, 2012; Swanborn, 2008). Ik zal mijn onderzoek als‘participant observer’ uitvoeren. Daarbij zal ik me meer bewust moeten worden van mijn eigenreferentiekader en mijn beeld van mijn oud-collega's. Immers, zoals de medewerkers van hetSteunpunt Diversiteit & Leren van de Universiteit Gent (Steunpunt Diversiteit & Leren, 2014) hetformuleren:

We reageren op verschillen vanuit ons eigen referentiekader en op basis van het beeld dat wehebben van een individu of een groep (waarmee we een individu soms identificeren). Hoe wemet die verschillen omgaan is niet waardenvrij. Onze verwachtingen, onze gedragingen, onzebeelden ontstaan niet zomaar. Ze zijn mede ingegeven door (maatschappelijke) diepgeworteldenormatieve opvattingen. Onze ideeën of beelden over wat afwijkt van die/de norm zijn vaak ste‐reotiep.

Mijn referentiekader wordt mede bepaald door mijn eigen werk- en leefervaring, te weten: oud-manager bij een bank, oud-ICT-medewerker Tele2, student aan een hogeschool met focus op duur-zaam ondernemen. Hoewel uitgewerkt voor schooletnografisch onderzoek in het secondair onder-wijs, hoop ik bij de verdere doordenking van mijn referentiekader en beeldvorming steun tevinden in de publicatie ‘Zure druiven, zoete krenten’ (Delrue, 2003). Ik wil de perceptie berede-neren vanuit het oogpunt van betrokkenen en vanuit de objectiviteit van een buitenstaander. Hier-door kan ik een reëel, maar ook haalbaar advies op stellen (Spradley, 1980).

De thrustworthiness van mijn onderzoeksverslag ga ik borgen door regelmatig te reflecteren opmijn aantekeningen in mijn onderzoekslogboek, gebruik te maken van verschillende gegevens-bronnen, vaak te overleggen met medestudenten over tussenproducten, nabespreken van tussen-en eindproducten met de participanten en uitvoerig beschrijven van mijn bevindingen (Lincoln &Cuba, 1985). Ik zal een tweeledig publiek hebben, namelijk management-teams van telecommu-nicatiebedrijven en wetenschappelijk publiek. Hierdoor zal ik het verslag van mijn onderzoek ineen impressionistische schrijfstijl maken, zodat het voor iedereen leesbaar is. Dit betekent dat deteksten minder formeel zullen zijn, met uitgebreide citaten van de participanten, maar zeer zekermet behoud van academische zorgvuldigheid, voetnoten en verwijzingen (Van Maanen, 2011).

OnderzoekstechniekenIk heb gekozen, binnen het kader van kwalitatief onderzoek, om een case study te doen. De keuzendie ik daarbij tijdens mijn onderzoek heb gemaakt, worden voor toekomstige onderzoekers hierinverantwoord. De thick description van de context zal een goede leidraad zijn voor management-teams van telecommunicatiebedrijven om te bepalen of mijn onderzoek bruikbaar voor ze is. Mijn onderzoek zal uit twee fases bestaan, binnen de traditie die wordt beschreven in het boek‘Designing and Conducting Mixed Methods Research’ (Creswell, 2006). In de eerste fase breng ik in kaart wat de perceptie van de medewerkers op dit moment is. Watweten ze al en waar kan hun kennis en/of perceptie verbeterd worden? Met de uitkomsten hiervanprobeer ik een heldere opsomming te geven aan de MVO-manager over de verdere richting vanmijn onderzoek.

12

In de tweede fase zal ik concreet aangeven waar de knelpunten liggen en waar de MVO-managerde aandacht op kan richten om de betrokkenheid van alle medewerkers bij MVO te vergroten. Ik zal mijn onderzoeksverslag zodanig vormgeven, dat het een inspirerende bron zal zijn voor toe-komstige onderzoekers met dezelfde soort onderzoeksvragen, alsook voor management-teamsvan telecommunicatiebedrijven die zich afvragen hoe het gesteld is met hun beleid ten aanzien vanMVO. Daarbij maak ik gebruik van literatuuronderzoek en documentenstudie, waarbij primaire ensecundaire bronnen worden geraadpleegd, zoals boeken en artikelen over MVO, websites van tele-communicatiebedrijven en websites met betrekking tot MVO.

Verzamelingmethoden van het onderzoekVanwege de tijd dat nodig is om de interviews uit te voeren is het niet mogelijk om een aantaldingen te doen. Zo is het niet mogelijk om iedere medewerker langs te gaan om een interview afte leggen. Daarbij komt ook het probleem naar voren wie je dan moet gaan interviewen van welkeafdeling en is het ook een probleem hoeveel mensen je dan moet gaan interviewen om een repre-sentatief beeld te vormen. Daarom is ervoor gekozen om een aantal interviews houden met 6medewerkers met wie ik de introductie van het bedrijf heb gedaan. Als je bij dit bedrijf voor heteerst begint krijg je een 3 daagse introductie van het bedrijf, je leert de normen en waarden vanhet bedrijf kennen en je leert waar alle afdelingen zitten binnen het gebouw. Dit is vaak een clubvan ongeveer 20 mensen al naar gelang hoeveel mensen er aangenomen worden. Dit noem ik dekernparticipanten. De interviews zal ik uitvoeren volgens de ‘ladder methode’ middels openvragen. Verder is ervoor gekozen om de enquête niet naar alle medewerkers te sturen zodat de ont-vangen response nog op tijd te kunnen verwerken. De enquête blijft uiteraard beschikbaar en kanals vervolgproject natuurlijk naar andere afdelingen binnen het bedrijf gestuurd worden zodat dedata completer en nog betrouwbaarder wordt.

Data-analyseDe semi-gestructureerde interviews zijn met een smartphone opgenomen, vervolgens handmatiguitgeschreven en zijn de transcripten gecodeerd volgens de InVivo-methode. Ik gebruik daarbijwoorden uit de oorspronkelijke tekst als codering. Dit maakt het mogelijk zo dicht mogelijk bij deoriginele tekst te blijven (Saldaña, 2009). De keuze voor handmatige codering is verklaarbaar van-wege de kleine hoeveelheid tekst uit deze interviews.Voor het uitwerken van de data uit de enquêtes heb ik voor het coderen gebruik gemaakt van hetprogramma MaxQDA (Friemel, 2008). Met dit programma kun je woordcodes toevoegen aanzinnen of stukken tekst. Zo ontstaat een boom van gecodeerde teksten, die continue aangepast kanworden.

Betrouwbaarheid van het onderzoekOm de uitkomsten van dit onderzoek te kunnen waarderen, moet het voldoen aan een aantal eisenaangaande betrouwbaarheid en validiteit ervan, die in kwalitatief onderzoek doorgaans de trust-worthiness van data word genoemd. De trustworthiness van mijn onderzoek borg ik door regel-matig te reflecteren op de aantekeningen in mijn logboek, gebruik te maken van verschillendegegevensbronnen, te overlegen over tussenproducten met medestudenten, na te bespreken van tus-senproducten met de participanten en uitvoerig mijn bevindingen te beschrijven (Lincoln & Guba,1985). Er is nogal wat kritiek op de criteria betrouwbaarheid en validiteit uit de kwantitatieve sfeer,wanneer toegepast in kwalitatief onderzoek. Lincoln & Guba hebben om die reden criteria ontwik-keld die gebruikt kunnen worden bij kwalitatief onderzoek. Binnen dit onderzoek gebruik ik dedoor hen gedefinieerde begrippen credibility, transferability, dependability en confirmability.

Credibility zegt iets over de geloofwaardigheid van het onderzoek en die is geborgd door gedu-rende de gehele periode een logboek bij te houden en aantekeningen te maken. Door middel vanpeer debriefing werd gereflecteerd op onderdelen uit het onderzoeksproces. Credibility is ook

13

nagestreefd door member checking door tijdens en na het interview de bevindingen samen te vatten.Dit maakt het voor de participant mogelijk de terugkoppeling te verifiëren en waar nodig corri-geren.Transferability handelt over de verplaatsbaarheid van de gegevens naar een andere setting. Dit ver-langt van de onderzoeker dat hij een rijk verhaal neerzet, zodat het overdraagbaar is naar anderen(Krefting, 1991). Waar mogelijk wordt in dit onderzoek gebruik gemaakt van dit rijke verhaal, dethick description. Dit door zoveel mogelijk details te beschrijven en de details aan de hand vancitaten te illustreren. De transferability is moeilijker te realiseren vanwege de aard van de casestudy. Omdat de resultaten specifiek op dit onderzoek van toepassing zijn, maakt dat ze moeilijkeroverdraagbaar.Bij de dependability of interne betrouwbaarheid staat de herhaalbaarheid van het onderzoek en destabiliteit van de data centraal. Door het zorgvuldig weergeven van de stappen en keuzes die gedu-rende het onderzoek zijn genomen kan dit zichtbaar gemaakt worden. De interviews zijn groten-deels opgenomen en de tijdens het onderzoek, verzamelde gegevens en documenten zijn vastge-legd. De transcripties van interviews en notities in het logboek helpen bij de herhaalbaarheid vanhet onderzoek. Tot slot worden de werkwijze gedurende het onderzoek en de verantwoording vankeuzes in dit hoofdstuk gewaarborgd.De comfirmability komt overeen met objectiviteit en verifieerbaarheid. Een moeilijke zaak bij kwa-litatief onderzoek. De afstand tussen de onderzoeker en de groep of omgeving die men onderzoekt,is relatief klein. Om dit bij te stellen, moeten data zo neutraal mogelijk weergegeven zijn (Krefting,1991). Om dit te realiseren, heb ik geprobeerd zo min mogelijk sturende vragen te stellen en heb inde uitwerking van de interviews mezelf zo dicht mogelijk aan de originele teksten gehouden. Doorhet bijhouden van een logboek met aantekeningen is het verloop van het onderzoeksproces gedu-rende het gehele onderzoek inzichtelijk.

Validiteit van het onderzoekValiditeit wil zeggen in hoeverre de uitkomst van een case study overeenkomt met de werkelijk-heid. Daarbij hebben we te maken met zowel interne als externe validiteit. Bij interne validiteitwordt gekeken naar de geldigheid van het onderzoek, meet je wat je wilt meten? De interviewszijn gehouden op een manier waarbij interactie mogelijk was. De geïnterviewde kon vragenstellen als iets niet duidelijk was en de interviewer kon dingen uitleggen als er iets niet duidelijkwas. Bij externe validiteit wordt gekeken naar de generaliseerbaarheid van het onderzoek. Om degeneraliseerbaarheid te verhogen, zou het beter zijn geweest als er nog meer mensen zouden zijngeïnterviewd.

14

2 Theoretisch hoofdstuk: de case study en MVO

InleidingIn dit hoofdstuk beschrijf ik de theorie die in deze Thesis is gebruikt. Het hoofdstuk zal in tweedelen worden ingedeeld. Het eerste deel begint met de gebruikte begripsvorming van de theorie,het tweede deel handelt over de theoretische toepassing daarvan.De centrale vraag in dit hoofdstuk is: ‘Hoe kan ik de perceptie ten aanzien van MVO van medewer-kers van een telecommunicatiebedrijf in de Randstad verbreden dan wel verbeteren?’ Deze vraagzal onder andere worden beantwoord met behulp van een case-study.

Definitie van het begrip case studyEen casestudie is een bijzondere vorm van kwalitatief onderzoek. Bij een casestudie is er slechtséén onderzoekseenheid. Bij kwalitatief onderzoek is er een beperkt aantal onderzoekseenheden enbij kwantitatief onderzoek zijn dat er veel (ongeveer vanaf dertig onderzoekseenheden). Een casestudie wordt vaker toegepast dan men zou verwachten. Een manager die onderzoek doetnaar de geldstromen in het bedrijf, verricht een casestudie. De medewerker die nagaat of eenbedrijf niet in surseance van betaling verkeerd, verricht ook een casestudie. De manager die eenSWOT-analyse opstelt, verricht ook een casestudie. Omdat er slechts één object (één onderzoekseenheid) wordt onderzocht, is het moeilijk de uitkom-sten te generaliseren (zie externe validiteit) naar andere personen, bedrijven of situaties. Als er éénbedrijf is dat goed presteert door zich op een bepaalde manier voor te doen, dan hoeft dat niet tebetekenen dat alle andere bedrijven ook beter zouden presteren als ze het ook zo zouden doen. Hetis lastig, zo niet onmogelijk, een onderzoeksresultaat uit een casestudie als algemeen geldig te ver-klaren.Het gebruik van statistiek is in een casestudie niet altijd mogelijk: als er slechts n object is, kanmen ook geen variatie tussen objecten vaststellen. Anderzijds is een kenmerk niet altijd constant.De perceptie is bijvoorbeeld nogal aan variatie onderhevig. Als men dan meerdere keren meet, isuit de meetwaarden een gemiddelde en een spreiding te berekenen. Deze zijn wel op te nemen ineen statistisch analyse, bijvoorbeeld vergelijken met een standaard. Het grote voordeel is dan datde onderzoeker niet afhankelijk is van een toevallig meetresultaat op dat ene meetmoment, en hijals gevolg daarvan een verkeerde beslissing neemt of een verkeerd advies geeft.

De case studyAllereerst heb ik als participant observer inzicht gekregen in de perceptie van MVO van mijndirecte collega’s door middel van informele gesprekken bij bijvoorbeeld het koffieapparaat of tij-dens de lunch. Tevens heb ik interviews gehouden met zes medewerkers van verschillende afde-lingen. Deze interviews deed ik volgens de Laddering Interview Technique-methode (Reynolds,& Gutman, 2001) aan de hand van een vragenlijst. Volgens deze methode kom je tot de kern vande gevoelens die de geïnterviewde heeft bij het onderwerp. Vervolgens heb ik een enquêtegehouden onder zestig Nederlands sprekende medewerkers van de afdeling IT.

Inleiding maatschappelijk verantwoord ondernemenHet uitvoeren van maatschappelijke activiteiten, ook wel MVO genoemd (in het Engels: CorporateSocial Responsibility (CSR)), is een trend in de huidige maatschappij. Organisaties kijken daarbijniet alleen naar het financiële aspect, bijvoorbeeld winst maken, maar proberen ook iets terug tedoen voor de maatschappij door bijvoorbeeld het uitvoeren van maatschappelijke activiteiten. Bijhet uitvoeren van MVO zijn verschillende stakeholders betrokken.

15

Definitie van het begrip Maatschappelijk Verantwoord OndernemenHet begrip MVO is erg ruim. Er bestaan verschillende termen die allemaal op hetzelfde neerkomen,namelijk dat organisaties maatschappelijk gedrag vertonen en verantwoordelijkheid nemen voorhun omgeving. Termen die vaak opduiken zijn duurzaam ondernemen, ethisch ondernemen, ver-antwoord ondernemen, maatschappelijk ondernemen, tripple bottom line, corporate citizenshipen people, planet, profit. Een eenduidige definitie van het begrip MVO bestaat nog niet. De defi-nitie van MVO wordt vaak algemeen geformuleerd en is mede afhankelijk van de visie van debetreffende organisatie. Hierna volgt een aantal definities afkomstig van verschillende organisa-ties waaruit dat zal blijken.De LTO Nederland zegt dat MVO een transparante manier van zaken doen is, afgestemd op dewensen van de samenleving, die zowel gericht is op winst in de vorm van geld als op maatschap-pelijke winst. Naast de P van Profit (geld verdienen en winst maken) moet de aandacht gerichtzijn op de P van People (de mensen binnen en buiten het bedrijf of organisatie) en ten slotte de Pvan Planet (het natuurlijke leefmilieu). VNO/NCW verstaat onder MVO dat als de ondernemer eengoed resultaat wil bereiken, niet alleen economisch, maar ook in sociaal en ecologisch opzicht,actief rekening moet houden met belanghebbenden. In het SER-rapport ‘De winst van waarden’wordt MVO min of meer als hetzelfde gezien, namelijk als het bewust richten van de onderne-mingsactiviteiten op waardecreatie op langere termijn in drie dimensies - niet alleen in financieel-economische grootheden, zoals winstgevendheid en beurswaarde, maar ook in ecologische ensociale zin. Het World Business Council for Sustainable Development spreekt niet expliciet overhet ecologische aspect in haar definitie:

Corporate Social Responsibility is the continuing commitment by business to behave ethicallyand contribute to economic development while improving the quality of life of the workforce andtheir families as well as of the local community and society at large. 

Wel kan worden opgemaakt dat de kwaliteit van leven van de lokale gemeenschap belangrijk is,hetgeen dus eigenlijk ook een ecologisch aspect is. Een schoner milieu zorgt namelijk voor eengezonder leven. Rijkswaterstaat gaat ook in op mens, milieu en maatschappij maar voegt eraan toe dat MVO ietsmeer is dan de wet verplicht. MVO wil zeggen dat een instelling, meer dan de wet verplicht, reke-ning houdt met de belangen van mens, milieu en maatschappij. Het is daarbij van belang dat eeninstelling open, transparant en integer opereert waarbij vertrouwen wordt gewonnen van en ver-antwoording wordt afgelegd aan de belanghebbenden. Het Ministerie van Economische Zakengaat niet expliciet in op het milieu en het economische aspect, maar spreek van een bedrijfsvoeringdie rekening houdt met de maatschappelijke aspecten en gevolgen van het handelen van de onder-neming en het afleggen van verantwoording daarover. In het boek van Hummels e.a. (2003) komtde volgende definitie van non-profit organisaties naar voren.

Social  responsibility  is  the  obligation  of  decision makers  to  take  actions which  protect  andimprove the welfare of society as a whole along with their own interests. Ook hier komt het eco‐logische en economische aspect niet expliciet naar voren.

De definities tonen aan dat verschillende organisaties aan MVO kunnen doen. Van op winst gerichtebedrijven tot non-profitorganisaties en overheidsorganisaties. Verder kan gesteld worden dat zijniet nauwkeurig het gedrag omschrijven dat van bedrijven wordt verwacht. MVO is een activiteitdie niet wettelijk verplicht is. De definities laten een onderneming veel ruimte om hier invullingaan te geven. Voor de nadere invulling van deze verantwoordelijkheden zijn geen algemeen gel-dende normen beschikbaar. De definitie die in deze Master Thesis wordt gebruikt, is opgebouwduit een aantal kenmerken van diverse definities, zoals eerder is besproken. MVO wil zeggen dat eenorganisatie, meer dan de wet verplicht, aandacht heeft voor de samenleving waarin ze functioneerten daarbij maatschappelijke activiteiten uitvoert die ten goede komen aan die samenleving.

16

Ontwikkeling van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen De grootschalige opkomst van het fabriekssysteem in het laatste kwart van de negentiende eeuwzorgde ervoor dat bestaande netwerken als familie, kerk en buurt werden open gebroken. Door deinstelling van zieken-, spaar- en uitzetfondsen voor ongetrouwde arbeidsters werd het verlies aansociale opvang deels opgevuld door de fabrikanten zelf. Het andere deel werd aangevuld door ver-enigingen van arbeiders die zorgden voor de voorzieningen, zoals een ziekenkas, weduwen- enpensioenfonds. Met dit stuk wil ik aangeven, dat MVO niet nieuw is in deze eeuw. De invullingervan bleef zich in de loop der jaren verder ontwikkelen als een soort leerproces. De ontwikkelingvan de globalisering, als gevolg van een snelle ontwikkeling van de technologie, zorgde ervoordat informatie uit de gehele wereld overal beschikbaar kwam, grenzen tussen landen vervaagdenen de mogelijkheden voor mensen vereenvoudigden. Het vermogen van organisaties om signalenuit hun omgeving op te pikken, nam ook toe. Vergeleken met tientallen jaren geleden zijn mensenbeter opgeleid en ook mondiger geworden. Ook stijgen hun verwachtingen van organisaties en zijdurven deze verwachtingen ook te uiten. Organisaties krijgen te maken met meer stakeholders enproberen hierop dan weer te reageren.

Motieven voor Maatschappelijk Verantwoord OndernemenOrganisaties kunnen verschillende motieven hebben om aan MVO te doen, alhoewel zij daartoe nietjuridisch verplicht worden. De internationale richtlijnen met betrekking tot MVO bevatten alleenmaar aansporingen en aanbevelingen die het bedrijfsleven kan gebruiken wanneer het aan MVO wildoen. In het volgende zal blijken dat MVO niet noodzakelijkerwijs iets hoeft op te leveren voor eenorganisatie. Het eerste argument, liefdadigheidsoverwegingen, kost een organisatie geld en profi-teert alleen de maatschappij ervan. Bij het tweede argument van welbegrepen eigenbelang wordtMVO gedaan vanuit het eigenbelang. Het derde argument is druk van buitenaf en is een mix tussenenerzijds omzet verhogen en anderzijds verantwoording afleggen aan de samenleving. Hiermeewordt bedoeld dat een organisatie openheid toont en er bereidheid is tot het aangaan van een dia-loog met de samenleving. Bij liefdadigheidsoverwegingen is het zo dat er geen rechtstreeks ver-band bestaat met het ondernemerschap. MVO is een activiteit die losstaat van het eigenlijke onder-nemingshandelen. Bij welbegrepen eigenbelang moet MVO iets opleveren in het belang van deonderneming, in die zin dat het winst oplevert of de reputatie versterkt van de organisatie. MVOwordt dan gebruikt als een soort marketingstrategie. Bij druk van buitenaf zien ondernemingenzich in toenemende mate genoodzaakt om te overleggen en verantwoording af te leggen aan maat-schappelijke actoren over hun beleid. Ondernemingen vrezen namelijk de dreiging van aantastingvan hun reputatie, wat grote gevolgen kan hebben voor de aandelenkoers, de bereidheid van werk-nemers om zich voor de onderneming in te zetten en voor de verkoop van producten en of diensten.

Kritiek op Maatschappelijk Verantwoord OndernemenDe economist Milton Friedman schreef in een artikel dat de enige verantwoordelijkheid van eenonderneming is dat het zijn winst moet verhogen. De onderneming is een instrument en is inhanden van aandeelhouders. Als een onderneming zomaar geld uitgeeft aan liefdadigheid gaat ditten koste van het dividend van een aandeelhouder. Als er al aan liefdadigheid wordt gedaan, danmoet dit gedaan worden door individuele aandeelhouders en niet door de onderneming zelf. Porter en Kramer (2003) zijn het hiermee niet eens en zeggen dat ondernemingen liefdadigheidals een soort strategie kunnen gebruiken om concurrentievoordelen te behalen hetgeen weer tengoede kan komen aan de winst van een onderneming. Bijvoorbeeld de kwaliteit van de directeomgeving verbeteren, om zo de langetermijnvooruitzichten van een onderneming te verbeteren.Ook is het zo dat een onderneming een hefboomwerking kan creëren wanneer het aan liefdadig-heid doet. Men kan gaan samenwerken met relaties van een onderneming waardoor de socialeopbrengst in totaal groter wordt dan wanneer iedere aandeelhouder apart iets doneert.

17

ConclusieIn dit hoofdstuk is de theorie aan bod gekomen die in deze thesis zal worden gebruikt. Debegrippen casestudie en MVO zijn hier besproken. Daarbij kwamen een aantal visies uit de ethieknaar voren. Uiteindelijk is met behulp van de theorie in samenspraak met de MVO-manager uit debegrippen people, planet, profit en governance de volgende verdeling gemaakt: Klanten, Mede-werker, Mens & Maatschappij en Milieu & Energie. Met deze verdeling ga ik mijn casestudiedoen om te zien welke groepen uit de verbetering nodig hebben zodat de MVO-manager dit kanverwerken in de workshops, bijeenkomsten ten behoeve van alle medewerkers.

18

3 Analytisch hoofdstuk

InleidingIn dit hoofdstuk zal de vraag: ‘Hoe kan ik de perceptie van maatschappelijk verantwoord onder-nemen van medewerkers van een telecommunicatiebedrijf in de Randstad verbreden dan wel ver-beteren?’, worden beantwoord. Het is echter onmogelijk om de vraag volledig te beantwoorden.Het ligt er maar aan welke medewerker je deze vraag gaat voorleggen. Verder is op voorhand alduidelijk dat - alleen al vanwege tijdsgebrek - het niet mogelijk is dit aan alle medewerkers tevragen. Ik zal deze vraag daarom via twee lijnen onderzoeken. Ten eerste via interviews onder zespersonen van diverse afdelingen. Ten tweede is besloten om een enquête te houden onder zestigNederlands sprekende medewerkers van de afdeling IT. De keuze voor deze personen is behandeldin het methodologische gedeelte van deze thesis.Zowel voor de interviews als de enquête is een en dezelfde vragenlijst gebruikt. Bij de interviewswas er veel ruimte om uit te wijden en door te vragen wat de Laddering Interview Technique’zeker ten goede kwam, en wellicht bij de enquête onduidelijkheid gaf wat ik precies wilde weten.Ten slotte worden de resultaten van de interviews en enquête geïnterpreteerd in het licht van devier pijlers die de MVO-manager op voorhand had opgesteld. Daarbij wordt gekeken in hoeverreresultaten van de interviews enquête geplaatst kunnen worden in de ‘hokjes’ van de vier pijlersmet als resultaat een aanbeveling voor de te geven workshops, bijeenkomsten,...

De vier pijlers van de MVO managerIn het kader van MVO binnen het onderzochte bedrijf heeft de MVO-manager een onderverdelinggemaakt om de medewerkers bewuster te maken en ze meer te laten doen aan MVO. De verdelingis als volgt:1 Klanten.2 Medewerker.3 Mens & Maatschappij.4 Milieu & Energie.Om deze vier begrippen goed te laten matchen met de theorie binnen MVO heb ik de volgende tabelgebruikt uit ‘Duurzaam Ondernemen, een onderzoek naar effectieve stimulering, verbreding enverankering’ (Hoo, De Groot, De Jonge, Dommerholt & Bunders, 2010).

People Sociale dimensie

werknemers zoals in werkgever/werknemer relaties, diversiteit, gelijke kansen en beloning, health en safety, beloning, opleiding en training, werk-prive balans, enzovoorts

lokale gemeenschap zoals respecteren en/of verbeteren van milieu en sociale leefomstandigheden, interactie en commu-nicatie, lobby, relaties met overheden, ondernemen van politieke activiteiten, beloning, omkoping, corruptie

mensenrechten zoals ten aanzien van de fundamentele rechten, kinderarbeid, vrouwenrechten, gedwongen arbeid, vrijheid van vereniging, collectieve onderhandeling, discriminatie, klachten behandeling, disciplinaire maatregelen

klanten zoals marketing en advertentie gedrag, interacties met klanten, klanten rechten en privacy, veilig-heid van producten en diensten, producten en diensten informatie / prijs / kwaliteit / veiligheid / spe-cificaties / distributie / gebruik

Zakelijke partners zoals monitoring en behandeling volgens ethisch gefundeerde gedragsregels en/of wet en regelge-ving, selectie, betaling, beoordeling op milieu performance en sociale performance, samenwerking

concurrenten vorm en inhoud van competitief gedrag in de markt en gewenste openheid naar autoriteiten

kapitaalverstrekkers vorm en inhoud van verantwoordelijkheden en gedrag

19

tabel 1: overzicht van de soort eisen die gesteld worden door internationale verklaringen, richtlijnen en gedragscodes (zie tekst) aan de MVO-performance van organisaties op de vier MVO-dimensies

‘people’, ‘planet’, ‘profit’ en ‘governance’ (gebaseerd op Dommerholt, 2009)

Resultaten De resultaten van de interviews worden getoond aan de hand van de vragenlijst gevormd, dieonderverdeeld is in drie aandachtsgebieden:

1 Algemene vragen inzake MVO (1 tot en met 6).2 MVO vragen inzake het telecommunicatiebedrijf (7 tot en met 14).3 Vragen om de geïnterviewde in te kunnen delen (15 tot en met 21).

Planet Milieu-dimensie

de aard en kwaliteit van pro-ducten en diensten

zoals levenscyclus, grondstoffen efficiëntie, energie efficiëntie, milieu impact, hergebruik, verwijde-ring, biologische afbreekbaarheid, genetische modificatie, innovatietempo

het grondstoffengebruik in pro-ductieprocessen

zoals wijze van gebruik, besparing en verduurzaming van: energie / ruimte / (al dan niet hernieuw-bare) materialen / water

het transport, de keuzevan het vervoersysteem ende materiële keuze

aan het gehele productieproces gebonden, gerelateerde sociale, milieu en energie voetafdruk

de aard en kwaliteit van pro-ducten en diensten

zoals levenscyclus, grondstoffen efficiëntie, energie efficiëntie, milieu impact, hergebruik, verwijde-ring, biologische afbreekbaarheid, genetische modificatie, innovatietempo

de levende natuur zoals bescherming van ecosystemen, dierenwelzijn, biodiversiteit en het gebruik van het voorzorg-beginsel

het afval en de emissies zoals omvang en effecten op kwaliteit bodem / water / lucht, behandeling, import/export, hergebruik,verminderen toxiciteit, opslag, transport

onderzoek en technologie zoals de focus op een duurzamer ontwikkeling, het realiseren van staps- en sprongsgewijze innova-ties, het verhogen van de ECO-efficiency en het verminderen van de milieubelasting

Profit Economische dimensie

de markt en de marktwaarde zoals de toegevoegde waarde, de inzet van de verschillende drivers van toegevoegde waarde, detransparante presentatie van economische prestaties, het inzicht in activa / verplichtingen /opbrengsten / kosten / financiële en bedrijfsresultaten / kasstromen / financiële performance indica-toren en tenslotte het adequaat gebruik van regels voor accountancy en rapportage

de positie in de markt zoals de kracht en omvang van de onderneming in de betreffende markt, de marktkennis, de markt-positie, het marktaandeel, de innovatiekracht

de effecten op de omgevinginclusief de ‘lokale’ gemeen-schap

zoals de economische stabiliteit, werkgelegenheid, economische groei, inkomenspositie, investe-ringsgedrag, werkloosheid, inkomensaantasting / verslechtering, economische impact op de levens-gemeenschap in het vestigingsgebied

Governance Governance dimensie: een combinatie van kenmerken met betrekkingtot bestuur en functioneren van de organisatie

de raden van commissarissenen bestuur

zoals de zorgvuldige vastlegging en naleving van: de sleutel functies; de cruciale verantwoordelijk-heden; de beloning; de samenstelling volgens richtlijnen met betrekking tot expertise, selectie, ver-kiezing en het afzetten van leden; de communicatie met en tussen de raad van commissarissen ende raad van bestuur en van deze met het senior management van de onderneming

de fundamentele principes vanethische aard, duurzame ont-wikkeling en integriteit

zoals het vertalen daarvan in missiestatements, gedragscodes en een overall beheersfilosofie

de vertaling van fundamenteleprincipes in centrale bedrijfs-processen

zoals in doelen en prioriteiten voor performance in: beheer en bestuur / strategie/ bedrijfsbeleid /sociaal beleid / milieu beleid / economisch beleid leidend tot:

de aandeelhouders (bevestigen van de rechten van aandeelhouders in het algemeen met bijbehorende zorgvuldige enbillijke: behandeling, deelname aan besluitvorming, winstdeling, eigendomsregistratie, mogelijkhe-den tot overdragen van aandelen, communicatie en informatieverstrekking)

de stakeholders (zoals identificatie en selectie van cruciale stakeholders, hun belangen, participatie mogelijkheden,rechten en communicatie)

20

Om goed te kunnen zoeken in de interviews heb ik de volgende woorden gebruikt (coderen):people, profit, planet, milieu, winst, mensen, omgeving, goed doel, baas en chef. De resultatenworden onderverdeeld in de drie hoofdvragen:

Hoe associëren de medewerkers MVO en wat zijn de percepties van medewerkers op MVO nu?

Wat zijn de bekende issues van, en wat doen de providers van telecommunicatiebedrijven nu alaan MVO?

Welke maatregelen kunnen er genomen worden om de perceptie van de medewerkers op MVOte vergroten?

Het voornaamste resultaat is dat alle geïnterviewden zeggen dat MVO te maken heeft met hetmilieu; sommigen vinden dat een bedrijf zijn mensen of de omgeving goed moet behandelen

Quotes uit interviewsHieronder staan quotes van de geïnterviewden. Uiteraard zijn de namen fictief teneinde anonimi-teit en integriteit te waarborgen. De deelnemers kunnen zichzelf wel herkennen.

Hoe associëren de medewerkers MVO en wat zijn de percepties van medewerkers op MVO nu?

– Leila (werkt bij sales): Ik doe zelf nog niet genoeg aan MVO, want ik kom met de auto naar het werk,terwijl ik om de hoek woon. Ik doe wel de verwarming laag als ik er niet ben en ik gebruik zeep enshampoo van het merk LUSH. Hiervoor worden alleen natuurlijke producten gebruikt en er wordt nietgetest op dieren.

– Arie (werkt bij business consultancy): Ik vind dat bedrijven zeker een maatschappelijke verantwoor-delijkheid hebben en dat de leiding het voorbeeld moet geven anders zullen de medewerkers hetzeker niet doen. ‘Goed voorbeeld doet goed volgen’. Het moet ook laagdrempelig zijn ander wordthet te moeilijk gevonden en dus niet gedaan. Ik ben zelf zeer bezig met het milieu, bijvoorbeeld afvalscheiden, vaker de auto laten staan. In grotere lijnen vind ik het vreselijk dat de oerbossen op groteschaal gekapt worden in bijvoorbeeld Indonesië of Brazilië. Mede hierdoor verdwijnt er ook veelfauna waardoor we de aarde aan het verkloten zijn (excuseer mijn taalgebruik).

– Lulu (werkt bij HR): Ik versta onder MVO dat bedrijven teruggeven wat ze nemen. Ik doe zelf niet veelaan MVO, ja dubbelzijdig printen maar ik heb gister nog ‘sorry’ gezegd tegen de bomen, omdat mijnprints enkelzijdig waren. Thuis doe ik niets aan MVO. We scheiden geen afval, dus dat is best welslecht. Ik ken een eindeloze lijst aan instanties en goede doelen met betrekking tot MVO, zoals Green-peace, WNF maar ook buurthuizen en sportclubs. Ik geef liever gericht aan een doel dan dat ik lidwordt.

– Appie (werkt bij development): Ik weet heel weinig van MVO. Ik vind het een lege ‘modekreet’, hetwordt alleen gebruikt als PR. Ik zou graag de definitie willen horen. Ik zit zelf in een multicultureelteam met Portugezen, Chinezen, Indiërs, ... en wat ik zelf merk van MVO is dat we op onze afdelingheel sterk bezig zijn om de privacy van onze klanten te beschermen. Ik ken de grote namen, zoalsGreenpeace en WNF. Ik ben zelf lid van Bits of Freedom.

– Lola (werkt bij IT): maatschappelijk verantwoord ondernemen is een nieuw ‘trendy’ begrip watinhoud dat we nu kritischer omgaan met de dingen. Bv van enkelzijdig naar dubbelzijdig printen.wat ik zelf in mijn dagelijkse werk aan MVO doe weet ik niet zo goed. Het telecommunicatiebedrijfmoet niet alleen rekening houden met het bedrijf maar ook met de omgeving. Je bent als mens ookinwoner van een land en door op je werk meer MVO te zijn, kun je je privéleven mooier maken Ikken de volgende instanties: Wecycle, NL doet, Greenpeace, WNF en ik ben donateur van het WNF enik speel mee met de Bankgiroloterij.

– Ali (werkt bij Finance): Mijn verantwoordelijkheid bestaat er uit dat ik probeer te voorkomen dat onzeklanten te veel moeten betalen door een limiet te stellen en hen dan inlicht als het limiet bijna bereiktis. Uiteraard is een klant wel zelf verantwoordelijk voor zijn kosten maar wij kunnen tools aanleverenom die kosten in de gaten te houden. Ik ben een mannetje wat op de kosten let dus ik zorg er voor datop mijn privételefoons tools staan die het dataverkeer in de gaten houdt en dergelijke. Weet je dat deAPP op een Android niet alleen licht geeft maar allerlei informatie verstuurd naar de provider? En alsje de Rabobank APP te lang open laat staan er een ‘snapshot’ verstuurd wordt? Dit kan dus je inlogcode

21

en wachtwoord bevatten. Deze informatie deel ik met vrienden en familie. Ik ben vooral bezig met denatuur en de oceanen.

Wat zijn de bekende issues van, en wat doen de providers van telecommunicatiebedrijven nu alaan MVO?

– Leila (sales): Ik denk dat bijna alle grote bedrijven bezig zijn met MVO omdat dit een ‘unique sellingpoint’ is waar klanten veel waarde aan hechten. Ik weet niet goed wat het telecommunicatiebedrijfdoet aan MVO. Ik wil dit heel graag weten.

– Arie (business consultancy): Ik heb geen goed beeld wat het telecommunicatiebedrijf doet aan MVO.Ja dubbelzijdig printen, maar alles met betrekking tot MVO wordt nu nog gedaan uit het principe ‘costconsius’ terwijl het gedaan moet worden vanuit het MVO-standpunt.

– Lulu (HR): Ik ken wel bedrijven die veel aan MVO doen, Rabobank en ING want die adverteren er mee.De beste die ik ken is Open Circles, want zij geven nu 10 procent van hun winst terug en willen naar50 procent.

– Appie (development): Heel strikt genomen hebben bedrijven geen maatschappelijke verantwoordingwant het zijn commerciële bedrijven. Als het er dan toch is komt dat door de druk vanuit de maat-schappij en zal de directie er iets mee kunnen doen.

– Lola (IT): Om MVO op te nemen in de targets zeg ik in eerste instantie JA, maar hoe ga je dat vooriedereen doen? Wellicht is het beter om een afdelingstarget te maken: de MDW van afdeling X gaaneen dag helpen met stichting ‘heel Nederland doet’. Of de leiding van het telecommunicatiebedrijfgenoeg doet aan MVO? Vast wel maar ik zie het niet. Ik krijg daarentegen wel genoeg ruimte vanmijn leidinggevende om me sterk te maken voor MVO.

– Ali (Finance): als het telecommunicatiebedrijf de MVO activiteiten meer zichtbaar maakt krijg je ookmeer (lastige) vragen. Dus naar buiten brengen moet je voorzichtig mee zijn maar intern moet elkemedewerker weten wat er speelt Als ik naar de auto’s kijk is de leiding van het telecommunicatiebe-drijf niet bezig met MVO En ik krijg geen ruimte van mijn leidinggevende om me in te zetten voorMVO.

Welke maatregelen kunnen er genomen worden om de perceptie van de medewerkers op MVO te vergroten?

– Leila(sales): Ik vind het ‘nieuwe werken’ een typisch voorbeeld van MVO. Dit bespaard brandstof enenergie omdat de ruimte op het kantoor niet bezet is. Het bespaard het milieu omdat er minder fileszijn. Ik vind het prima als MVO in de targets wordt opgenomen. Het is toch supercool als ik mee kandoen en/of denken om het ‘nieuwe werken’ bij het telecommunicatiebedrijf op poten te zetten.

– Arie ((business consultancy): Ze moeten kijken naar de nieuwe technieken en die veel vaker toe-passen, zoals (video)conference calling, thuiswerken, dubbelzijdig printen, enzovoort. Het opnemenvan MVO in de targets vindt ik tricky, omdat het dan een verplichting wordt en de medewerkersmoeten het echt willen, en de omgeving moet die ene bewuste medewerker dan niet een ‘mieren-neuker’ gaan vinden. In principe vind ik dat we leveranciers moeten nemen die MVO zijn maar hieris ook een kostenplaatje aan verbonden. Je moet als bedrijf ook op de kosten letten dus hier is weleen uitdaging voor het telecommunicatiebedrijf. Bijkomend gevaar is dat als je zegt dat je als bedrijfMVO bent er een vergrootglas komt op alles wat je doet.

– Lulu (HR): Ik weet niet wat ons telecommunicatiebedrijf doet aan MVO, omdat het niet zichtbaar is.Dit zou wel moeten, maar we moeten er niet mee ‘doodgegooid’ worden. Wat ze zouden kunnendoen is teruggeven, bijvoorbeeld broodjes die over zijn doneren aan de voedselbank. Ik zou het heelmooi vinden als we alleen in zee gaan met bedrijven en leveranciers die aan MVO doen, maar hier ziteen kostenplaatje aan. Het kan zijn dat we dan business verliezen waardoor mensen hun baan kwijtraken en dat is dan weer niet MVO. We kunnen bedrijven wel helpen om MVO te worden door bij-voorbeeld te zeggen wat wij doen en hoe we dat doen, zodat zij dingen kunnen overnemen.

– Lola (IT): Wat het telecommunicatiebedrijf meer moet doen is medewerkers bewust maken van MVO,wat doen we nu al en hoe kan een MDW daar aan meewerken? Ik moest heel goed zoeken toen ikdichterbij ging wonen naar een soort ‘fietsenplan’, dit kan ook vanuit het bedrijf komen, iedereen diebijvoorbeeld binnen vijftien kilometer van zijn werkplek woont een fiets aanbieden. Ik vind dat wenaar de consumenten zichtbaar moeten maken wat we al doen. Bijvoorbeeld op de website zetten datwe niet alleen een ‘prijsvechter’ zijn, maar we ook aan MVO doen en dan de ‘kerstbomen’actie goedbeschrijven en mooie foto’s van blije mensen. Om zaken te doen met klanten en/of leveranciers die

22

voldoen aan onze MVO-eis vind ik niet goed, want dat kan veel omzet schelen en dus slecht voor onstelecommunicatiebedrijf. Een beter idee is om, als ze aan de eisen voldoen die wij stellen tenbehoeve van MVO, ze korting te geven op de tarieven of dan betalen we een leverancier iets meer.

– Ali (Finance): Ik vind het moeilijk om MVO op te nemen in de targets omdat ik wel invloed wilhebben. Ze zijn er mee bezig dat weet ik maar de targets moeten ‘SMART’ zijn dus de MVO-targetook. Ik vind dat we moeten weten waar onze producten vandaan komen en hoe ze gemaakt wordenen wat voor grondstoffen er gebruikt worden. Het liefst verkoop ik alleen de ‘Fairphone’. Ik vind datwe kritischer mogen kijken naar onze klanten en zeker de leveranciers inzake hun producten, waaren door wie en met welke grondstoffen zijn ze gemaakt. Ik begrijp dat hier een kostenplaatje aan ver-bonden is maar we streven nu wel erg veel en makkelijk naar ‘cost consious’.

Resultaten van de enquêtesDe resultaten worden aan de hand van de vragenlijst gevormd. Ze zijn via een internetlink aan dedeelnemers gestuurd en de resultaten zijn op internet in een Excelsheet bewaard. Hierdoor was ergeen ruimte voor vragen van de geënquêteerde en heeft deze zijn/haar eigen interpretatie gemaakt.De vragenlijst is onder te verdelen in drie aandachtsgebieden:

1 Algemene vragen inzake MVO (1 tot en met 6).2 MVO vragen inzake het telecommunicatiebedrijf (7 tot en met 14).3 Vragen om de geïnterviewde in te kunnen delen (vraag 15 tot en met 21)

Om goed te kunnen zoeken, met MaxQDA, in de enquêtes heb ik de volgende termen gebruikt(coderen): people, profit, planet, milieu, winst, mensen, omgeving en goed doel,

Het voornaamste resultaat is dat ik het idee heb dat de respondenten zich ingelezen hebben op bij-voorbeeld internet, Wikipedia en Google, omdat er nu bijna perfecte definities van MVO in de ant-woorden staan. Op zich vindt ik dat niet erg, want het geeft aan dat de medewerkers wel geïnte-resseerd zijn en er dus naar op zoek gaan. Het kan ook zo zijn dat alleen degenen die gereageerdhebben er veel van weten en dat zij die niets of in hun ogen te weinig weten, niet hebben gerea-geerd. Van de zestig ondervraagden hebben er veertien gereageerd - ruim 20 procent. Dit is eengoed resultaat binnen de gestelde responsetijd.

Quotes uit de enquête

Hoe associëren de medewerkers MVO en wat zijn de percepties van medewerkers op MVO nu?

– Op 12-6-2014 15:36 schreef iemand: MVO is een integrale visie op ondernemerschap, waarbij hetbedrijf waarde creëert op economisch (profit), ecologisch (planet) en sociaal (people) gebied. BijMVO streeft het bedrijf naar duurzaamheid in elk bedrijfsproces. Bij iedere bedrijfsbeslissing wordteen afweging gemaakt tussen verschillende stakeholder belangen: de belangen van betrokken per-sonen, bedrijven en organisaties. Transparantie is cruciaal bij MVO. U geeft inzicht in het MVO-beleid en de keuzes die gemaakt worden. Er is niet één manier van MVO. Voor elke onderneming ziende MVO-activiteiten er anders uit. Afhankelijk van de bedrijfsgrootte, sector, cultuur van de onder-neming en bedrijfsstrategie. MVO is een proces en geen eindbestemming. De doelen die uw bedrijfnastreeft veranderen in de tijd en met elke bedrijfsbeslissing.

– Op 12-6-2014 18:37schreef iemand: Hippe term, volgens mij bedoeling dat bedrijven zich aanbepaalde richtlijnen houden om zich ‘MVO’ te kunnen noemen. Geen idee welke.

– Op 2-7-2014 9:13 schreef iemand: maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent dat eenbedrijf naast het streven naar winst (profit) rekening houdt met het effect van haar activiteiten op hetmilieu (planet) en daarnaast oog heeft voor menselijke aspecten binnen en buiten het bedrijf(people). Het gaat er om een balans te vinden tussen people, planet en profit.

Wat zijn de bekende issues van, en wat doen de providers van telecommunicatiebedrijven nu alaan MVO?

23

– Op 15-6-2014 22:51 schreef iemand: Direct en indirect. Door in contracten rekening te houden metaspecten als werkomstandigheden en energiegebruik. Privé ben ik bestuurslid bij een Scoutinggroep.Daar probeer je kinderen van alles te leren wat je hele leven wat aan hebt, maar wat je niet op schoolleert (en soms thuis ook niet). Ons bedrijf zet de eerste stapjes, maar dat is meer onder druk van aan-bestedingen die dat vereisen. Op Central niveau is er meer aandacht voor.

– Op 1-7-2014 17:18 schreef iemand: leveren van de overgebleven kerstbomen aan de scholen, buurt.Meedenken met de klant om financiële problemen te voorkomen op gebied van telecommunicatie.Alleen zeken doen met MVO-bedrijven?

– Op 1-7-2014 17:18 schreef iemand: Vind ik wel, hoe is juist de vraag. Hoe bepaal je dat de bedrijvenwaarmee je zaken doet ook aan MVO doen? Denk niet dat het reëel is, maar zou wel helpen om ver-antwoord te ondernemen zodat er geen verwijzingen kunnen zijn.

– Op 2-7-2014 9:13 schreef iemand: Nee. Niet elk bedrijf werk zo. Daarom hoeft het ons niet teschaden. Anders gaan ze naar concurrent. Nee. Geld stinkt niet. Anders doet de concurrent het wel.

Welke maatregelen kunnen er genomen worden om de perceptie van de medewerkers op MVOte vergroten?

– Op 13-6-2014 7:33 schreef iemand: Targets opnemen? Onduidelijk of dat bij het telecommunicatie-bedrijf zou werken. Misschien zou het wel wat zijn voor een bedrijf waar de houding van het perso-neel van belang is voor het milieuplaatje van het bedrijf.

– Op 13-6-2014 8:51 schreef iemand: Extern om andere bedrijven aan te zetten hier ook in mee te gaanen intern om je werknemers bewust te maken en hierin mee te gaan ook.

– Op 20-6-2014 17:55 schreef iemand: dat draagt bij aan de bewustwording onder de medewerkers.

(De volledige uitkomst van de enquête is te vinden in bijlage 3).

ConclusiesIn dit hoofdstuk wordt de perceptie van een deel van de medewerkers van het telecommunicatie-bedrijf beantwoord. Deze vraag is in twee delen onderzocht. Ten eerste via interviews aan mede-werkers verdeeld over het gehele bedrijf, namelijk Finance, IT, HR, Sales, Development en Busi-ness Consultancy, in verschillende leeftijdscategorieën (van 23 jaar tot 43 jaar), verdeeld tussenvrouwen en mannen. Ten tweede is er een enquête verstuurd naar zestig Nederlands sprekende IT-medewerkers. De gebruikte vragenlijst treft u aan in bijlage 2 en de resultaten van de enquête staanin bijlage 3. De voornaamste resultaten uit de interviews en enquête zijn als quotes opgenomen indeze master thesis. De volledige interviews zijn bewaard in MP4-bestanden en kunnen eventueelgeraadpleegd worden door bijvoorbeeld de MVO-manager.

De voornaamste conclusie is dat de meeste mensen bij het begrip MVO direct denken dat dit eennieuw trendy begrip is te maken heeft met het milieu. Sommigen begrijpen dat het ondernemenmet bedrijven te maken heeft dus dat er goed gezorgd moet worden voor het personeel. Ook hoorje veel dat bedrijven zeggen dat ze nu meer doen aan MVO, omdat de klanten en de omgeving hetverwachten, maar niet duidelijk is wat het bedrijf precies doet.

24

4 Conclusies en aanbevelingen

InleidingIn dit hoofdstuk komen de conclusies aan bod en zullen uiteindelijk ook aanbevelingen wordengedaan. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt in aanbevelingen voor het telecommunicatiebe-drijf en aanbevelingen voor verder onderzoek. Ik probeer hier ook een driedeling aan te houden.

Hoe associëren de medewerkers MVO en wat zijn de percepties van medewerkers opMVO nu?

Wat zijn de bekende  issues van, en wat doen de providers van telecommunicatiebe‐drijven nu al aan MVO?

Welke maatregelen kunnen er genomen worden om de perceptie van de medewerkersop MVO te vergroten?

De eerste twee vragen zijn terug te vinden in de conclusies terwijl vraag 3 veel meer van toepas-sing wordt op de aanbevelingen. Wat ik nog wel wil benadrukken is dat de keuze voor de enquêtebij zestig Nederlands sprekende medewerkers is ingegeven door praktische redenen waardoor hetde uitkomsten heeft beïnvloed.

ConclusiesOp basis van dit onderzoek kom ik tot de volgende conclusies.

De perceptie van MVO van medewerkers van een telecommunicatiebedrijf in de Randstad moetverbreed dan wel verbeterd worden. Zeker gezien de richting die het bedrijf op wil met MVO. Demedewerkers staan er zeker voor open. Ze vinden het belangrijk dat het milieu goed verzorgdwordt en er voor hun kinderen iets overblijft.Er is bij de medewerkers een direct gebrek aan kennis over MVO, ze zien het één op één met hetmilieu, maar MVO houdt natuurlijk veel meer in. Sommige medewerkers weten wel dat een goedeondernemer zijn personeel goed verzorgt maar meer weten ze niet echt.Wat andere telecommunicatiebedrijven doen aan MVO heb ik uit de meest recente jaarverslagengehaald van Vodafone en KPN. Hieronder volgen enkele voorbeelden. Hoe de perceptie bij het per-soneel van de telecommunicatiebedrijven is en hoe ze dat verbeteren, is niet te achterhalen.

KPN: Driven by  the demand  for  a better work‐life balance,  technology  is  advancing  to givepeople more control over when and where they work. People now have more choice becausethey  can  digitally  connect  to  their workplace  from  anywhere.  This New Way  of  Living &Working is also good for the economy. It potentially benefits the road infrastructure, for example,by helping to reduce traffic, and increases productivity, which is good for both employer andemployee. (See page 50 of our annual report.) 

Vodafone: MVO‐strategie, MVO is geïntegreerd in onze bedrijfsvoering en in onze algehele stra‐tegie. Dat zie je terug in de wijze waarop wij werken en in de ontwikkeling van onze productenen  diensten.  In  de  vertaling  van  de Vodafone Nederland‐strategie  naar  onze MVO‐strategiemaken we onderscheid in wat wij zelf kunnen doen (duurzame bedrijfsvoering) en wat wij vooranderen kunnen betekenen (kansen creëren voor duurzaam leven & werken). Onze MVO‐missieis daarom ‘Empower sustainable living’. Met onze mobiele communicatieoplossingen willen weconsumenten, bedrijven en de samenleving ondersteunen  in duurzaam  leven en werken. Weleggen dit uit aan de hand van vier MVO‐pijlers.

Al met al was het een nuttig onderzoek, dat zeker niet zal misstaan in elk ander bedrijf dat vanplan is om MVO in te voeren. of te verbeteren.

25

Aanbevelingen voor het telecommunicatiebedrijfOnderstaand een verslag van de MVO-manager en de docenten van mijn opleiding. Hierin wordttoegezegd dat het telecommunicatiebedrijf mijn resultaten van dit onderzoek zal gebruiken.

Verslag van de bijeenkomst op donderdag 3 juli 2014 Tijdstip: 11.00-12.00 uurAanwezig: de MVO manager, Jan Bouman en Enno de Tombe.

De MVO‐manager ondersteunt het telecommunicatiebedrijf bij het formuleren van de strategieten aanzien MVO en Branding. Zij brengt daartoe 25 mensen bijeen in het World Café. In groepjesvan vijf tot zes deelnemers wordt gebrainstormd over MVO en Branding. Hierbij worden mede‐werkers, klanten en leidinggevenden zoveel mogelijk gelijkelijk over de groepjes verdeeld. Devragen die opvolgend aan de orde komen zijn: Wat verstaan we onder MVO? Wat doen we al aanMVO bij het telecommunicatiebedrijf? Waar zouden we ons bij het telecommunicatiebedrijf opmoeten  richten om het MVO‐beleid  te versterken? Hoe  laat dit zich vertalen  in het Branding‐beleid? Stapsgewijs wordt plenair verslag gedaan. Het resultaat van de sessies van het WorldCafé is het vastleggen van de ideeën in een strategie. Bij de begeleiding van Richard Post heeftde MVO‐manager Richard op het spoor gezet de werkwijze van het World Café meer systema‐tisch uit te werken. Het is zeker de intentie van de leidinggevenden van het telecommunicatie‐bedrijf om de resultaten van het onderzoek van Richard Post in te zetten bij de aanscherping vande strategie.De onderzoeksformulieren worden medeondertekend door de MVO‐manager. De MVO‐managerzegt  toe bereid  te zijn  in de opbouwfase gastcolleges  te geven, mits afspraken daartoe  tijdiggenoeg gemaakt worden. Onder toewensing van een fijne vakantie gaat de groep uiteen.

De MVO-manager van het telecommunicatiebedrijf kan zich richten op de vier pijlers die al eerdergenoemd zijn, te weten: klanten, medewerker, mens & maatschappij, milieu & energie. Met namede eerste drie zijn pijlers waar veel aandacht aan besteed moet worden, terwijl de laatste wel rede-lijk bekend is bij de medewerkers, maar niet geheel vergeten kan worden om het totale plaatjegoed te krijgen.

Welke maatregelen kunnen er genomen worden om de perceptie van de medewerkersop MVO te vergroten?

Zoals al in de planning staat, zullen er workshops en bijeenkomsten gerealiseerd worden om demedewerkers meer inzicht te geven in MVO en daar ook dan naar te handelen. Bij dat laatste geldtdan wel ‘goed voorbeeld doet goed volgen’, dus de leiding zal duidelijk moeten laten zien dat zijhet ook doen. Het is een dooddoener als van het personeel verwacht wordt met de fiets te komenen de directeur die om de hoek woont met een Hummer naar het bedrijf komt. Je zal zeker je per-soneel mee moeten krijgen om niet aan window dressing te doen. Om na te gaan wat de perceptie van MVO van medewerkers van een telecommunicatiebedrijf is,lijkt het handig om, voordat er een workshop of bijeenkomst gerealiseerd wordt, eerst de enquêteuit te voeren op desbetreffende afdeling.Er zijn al veel ideeën naar voren gekomen, met name uit de interviews. De MVO-manager moet dieverzamelen en het moet voor een persoon ook zin hebben om ze te spuien. Te denken valt aan hetopnemen van MVO in de targets, maar een bonus of het uitvoeren van een idee zal al genoeg stimu-lans zijn om ideeën te delen. Ik heb sommige ideeën niet opgenomen in de quotes, omdat die terugte leiden zijn naar een persoon hetgeen de anonimiteit wegnam. Als de MVO-manager deze wilweten kan er contact met mij worden opgenomen.

Aanbevelingen voor verder onderzoekOm na te gaan wat de perceptie van MVO van medewerkers van een telecommunicatiebedrijf is,kan de enquête gehouden worden binnen het gehele bedrijf, inclusief de leiding. Doordat ik geentijd genoeg had, heb ik met beperkt tot de Nederlands sprekende medewerkers van de afdeling IT.De enquête kan vertaald worden in talen van de diverse medewerkers van het bedrijf en ook

26

gebruikt worden voor landen waar andere vestigingen zijn. Dit onderzoek kan ook uitgevoerdworden bij andere telecommunicatiebedrijven of welk soort bedrijf dan ook. De vragen zijn rede-lijk algemeen en met wat kleine aanpassingen uit te voeren in elk soort bedrijf.

Literatuur

Boeije, H. (2008). Analyseren in kwalitatief onderzoek: Denken en doen. Den Haag: Boom.Burton, J. (2007). An interactive approach to writing essays and research reports in Psychology, 2nd edition. Milton

Queensland (Australia): John Wiley & SonsCreswell, J.W. (2012). Qualitive inquiry and research design: chosing among five traditions. London: Sage.Creswell, J.W. & Plano Clark, V.L. (2006). Designing And Conducting Mixed Methods Research. London: Sage.Delrue, K. (2003). Zure druiven, zoete krenten? Een schooletnografisch onderzoek in het Secundair Onderwijs. Op 15

maart 2014 geraadpleegde website: http://www.diversiteitenleren.be/sites/default/files/Zure_druiven_zoete_krenten_delrue_2003.pdf

Dommerholt, E. (2011). Kansen en bedreigingen voor duurzaam ondernemen. Groningen: Noordhoff.Friemel. T.N. (2008). Why context matters, applications of social network analysis. Wiesbaden: Springer FachmedienFrijda, N. (2008). De emoties. Een overzicht van onderzoek en theorie. dbnl Hoo, S., Groot, T.L.C.M. de, Jonge, F.H. de, Dommerholt, E. & Bunders, J.G.F (2010). Duurzaam Ondernemen, een

onderzoek naar effectieve stimulering, verbreding en verankering. Op 01 Juni 2014 geraadpleegde website: http://www.falw.vu.nl/nl/onderzoek/athena-institute.

Krefting, L. (1991). Rigor in Qualitative Research: The Assesment of Trustworthiness. The American Journal of Occu-pational Therapy.

Lincoln, Y.S. & Cuba, E.G. (1985). Naturalistic inquiry. London: Sage.Maanen, J. van. (2011). Tales of the field, on writing Ethnography. Chicago: The university of Chicago Press.Pauw, I. (2007). De kunst van het navelstaren. De didactische implicaties van de retorisering van reflectieverslagen op

de Pabo. Een exploratieve studie. Zwolle: KPZ (in druk).Reynolds, T.J. & Gutman. J. (2001). Developing a complete understanding of the consumer: Laddering theory. Method,analysis, and interpretation. Institute for Consumer Research.Saldaña, J. (2009). The coding manual for qualitative research. London: Sage.Silverman, D. (2010). Doing Qualitative Research (3rd ed.). London: Sage.Smits, J. & Edens, R. (2011). Onderzoek met SPSS en Excel (Derde Editie). Amsterdam: Pearson.Spradley, J.P. (1980). Participant observations. New York: Holt, Rinehart & Winston.Steunpunt Diversiteit & Leren (2014). Beeldvorming. Op 15 maart 2014 geraadpleegde website:

http://www.steunpunt diversiteitenleren.be/nl/themas/beeldvormingSwanborn, P.G. (2008). Case-study’s: wat, wanneer en hoe? Amsterdam/Meppel: Boom Lemma.

Internet

http://vodafone.html5magazine.nl/duurzaamheidsverslag_2011_2012/vodafone_en_duurzaamheidhttp://corporate.kpn.com/jaarverslag-2013/onze-verbinding-met-de-samenleving.htmhttp://www.nvivo.comhttp://maxqda.com

27

Summary

The main research question in this master thesis is: How to broaden or improve the perception of corporatesocial responsibility of employees of a telecommunications company in the Randstad? To answer this ques-tion, a number of sub-questions has been created. These sub-questions can be find in chapter 2, 3 and 4.Below the main findings.

How do the employees associate corporate social responsibility and what are the perceptions of employeeson corporate social responsibility now?

Using a number of visions from the ethics and research methods has shown that this question is best an-swered by making the employees the most important stakeholder and act as participant observer myself ina case study.

What are the known issues of, and what do the providers of telecommunications companies already do tocorporate social responsibility?

This is best represented by literature-emperisch research and examination of the annual reports of othertelecommunications companies.

What measures can be taken to increase the perception of employees on corporate social responsibility?

In the fourth chapter the question: ‘What measures can be taken to increase the perception of employees oncorporate social responsibility?’, is answered. This research question is examined in a so called case study.Firstly, through interviewing six employees and secondly there is a survey sent via email to all IT-employees.The results of the questions completed on the internet through Google docs, come directly in an Excellsheet.Finally, results from the interviews and surveys are interpreted within the light of the expectations. Basedon the findings from this chapter, I came to the conclusion that the perception of the employees are mainlyfocused on the subject environmental & energy and to a lesser extent on the subject people & society, whichmeans that the subjects customers and employees can be considered as totally unknown so the greatest at-tention should be given to the latter 2 subjects in the workshops, lectures executed by the CSR-manager.

28

Bijlage 1: vragenlijst interview Vragen inzake mijn onderzoek

1 Wat kun je vertellen over het begrip ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen’ (MVO)?2 Wat betekent MVO voor jou?3 Heb je zelf met MVO te maken? Wat doe je zelf aan MVO? Geef voorbeelden, zowel privé als

binnen het bedrijf. 4 Hebben bedrijven in het algemeen maatschappelijke verantwoordelijkheid? 5 Wie bepaalt de maatschappelijke verantwoordelijkheden? (stakeholders: aandeelhouders,

klanten, overheid, NGO’s, enzovoort). 6 Wat zijn die maatschappelijke verantwoordelijkheden:

– economisch: winst maken, zorgen voor continuteit;– juridisch: aan de (plaatselijke) regels houden;– ethisch: fairtrade, verbeteren leefomgeving;– filantropisch: cultuur, scholing.

7 Wat doet ons bedrijf aan MVO (geef voorbeelden)?8 Vind je dat ons bedrijf zou moeten communiceren over MVO? 9 Zo ja, waarover vind je dat ons bedrijf moet communiceren (geef voorbeelden)? 10 Moet MVO opgenomen worden in je persoonlijke targets? 11 Geeft de leiding (van je chef tot de CEO) het goede voorbeeld inzake MVO? 12 Geeft de leiding je de ruimte om je sterk te maken voor MVO (geef voorbeelden)? 13 Moet ons bedrijf alleen zaken doen met bedrijven die genoeg aan MVO doen? 14 Moet ons bedrijf leveranciers verplichtten tot MVO (fairtradekoffie in de automaten; biologische

producten in de kantine)? 15 Welke instanties ken je die zich hard maken voor MVO (Greenpeace, Wereld natuurfonds, enzovoort)?16 Ben je lid van een instantie? 17 Doneer je wel eens aan zo’n instantie?18 Voor welke afdeling werk je? 19 Wat is je functie? 20 Hoe lang werk je al bij dit bedrijf?21 Wat is je leeftijd?

29

Bijlage 2: vragenlijst enquête

30

Biijlage 3: resultaten enquête

 

W a t  z i j n  d i e  m a a t s c h a p p e l i j k e  v e r a n t w o o r d e l i j kh e d e n ?

W a t  d o e t  h e t  t e l e c o m m u n i c at i e b e d r i j f  a a n  M V O ?

V i n d   j e  d a t  h e t  t e l e c o m m u n i c a t i eb e d r i j f   i n t e r n  e n / o f  e x t e r n   z o u  m o e t e n  c o m m u n i c e r e n  o v e r  M V O ?

D o n e e r   j e  w e l  e e n s  a a n  ë ë n  o f  m e e r d e r e  b o v e n g e n o e m d e  i n s t a n t i e s  c q  g o e d e  d o e l e n ?

M o e t  M V O  o p g e n o m e n  w o r d e n   i n   j e  p e r s o o n l i j k e  t a r g e t s ?  Z o   j a ,  o p  w e l k e  m a n i e r ?

G e e f t  h e t  m a n a g e m e n t  ( v a n   j o u w   c h e f  t o t  d e  C E O )  h e t  g o e d e  v o o r b e e l d  i n z a k e  M V O ?

G e e f t  d e  l e i d i n g   j e  d e  r u i m t e  o m  j e   s t e r k  t e  m a k e n  v o o r  M V O ?

M o e t  h e t  t e l e c o m m u n i c a t i e b ed r i j f  a l l e e n  z a k e n  d o e n  m e t  b e d r i j v e n  d i e  g e n o e g  a a n  M V O  d o e n  e n  o p  w e l k e  m a n i e r ?

Z i e  a n t w o o r d  h i e r b o v e n . H m m m . . . .   J a N e e

T a r g e t s  z i j n  a l  b e h o o r l i j k  o n r e a l i s t i s c h . N . v . t . N e e . N . v . t .

a a n  d e  w e t  h o u d e n  d e  t e l e c o m   i n d u s t r i e  v o o r s c h r i j f t �

a a n  d e  w e t  h o u d e n  d e  t e l e c o m  i n d u s t r i e  v o o r s c h r i j f t N e e N e e n e e

j a ��o n s  w i j z e n  o p  d e  m a n i e r  w i j  o n  m o e t e n  p r e s e n t e r e n  n a a r  b u i t e n   t o e : �‐  e m a i l  v e r k e e r  m e t  h a n d t e k e n i n g �‐  o n s  w i j z e n  o p  h e t  h e t  t e l e c o m m u n i c a t ie b e d r i j f  b e l e i d  e n  d i e  o o k  d o o r  t e  n e m e n n v t

m e t  d e  n a a m  d i e  h e t  t e l e c o m m u n i c a t i e b ed r i j f  h e e f t   l i j k t  m e  d a t  w e l  v e r s t a n d i g

D u n n o Y o u   t e l l  m e   : ) J a N e e

A l  g e n o e g  t a r g e t s  d u s   l i e v e r  n i e t O n b e k e n d O n b e k e n d

Z o u  g o e d  v o o r b e e l d  z i j n ,  m a a r  h o e v e e l  p a r t n e r s  v a l l e n  e r  d a n  a f ?

r e k e n i n g   t e  h o u d e n  m e t  m e n s  e n  m i l i e u

B o o t c a m p s / H e al t h c l u b ?  O o k  h o o r d e   i k   i e t s  o v e r  z e n d m a s t e n ,  d a t  z e  r e k e n i n g  h o u d e n  m e t  d e  m e n s e n  d i e  d a a r  o m h e e n  w o n e n . J a N e e

I n d i e n  v a n  t o e p a s s i n g .

I k  k a n  d e z e  v r a a g  n i e t  b e a n t w o o r d e n  m e t  m i j n  h u i d i g e  v o o r s t e l l i n g  v a n  M V O .

I k  k a n  d e z e  v r a a g  n i e t  b e a n t w o o r de n  m e t  m i j n  h u i d i g e  v o o r s t e l l i n g  v a n  M V O .

N i e t  p e r  d e f i n i t i e ,  m a a r  d a a r   z o u   j e  w e l  n a a r  k u n n e n  s t r e v e n .

b v  m i l i e u �b v  p e r s o n e e l s b e l e i d  b v  o o k  o u d e r e n   i n  d i e n s t  n e m e n  /  h o u d e n

h e t  t e l e c o m m u n i c at i e b e d r i j f  n e e m t  o o k  o u d e r e  m e n s e n  a a n J a J a

O n d u i d e l i j k  o f  d a t  b i j  h e t  t e l e c o m m u n i c a t ie b e d r i j f   z o u  w e r k e n . �M i s s c h i e n  z o u  h e t  w e l  w a t  z i j n  v o o r  e e n  b e d r i j f  w a a r  d e  h o u d i n g  v a n  h e t  p e r s o n e e l  v a n  b e l a n g   i s  v o o r  h e t  m i l i e u p l a a t j e  v a n  h e t  b e d r i j f .

J a �b v  o o k  o u d e r e n  w o r d e n  a a n g e n o m e n

N o o i t  t e r  s p r a k e  g e k o m e n

D a t   i s  w e l  h e e l  e x t r e e m ;  m i s s c h i e n  l e g   j e  d a n  a l s  b e d i j f  v e e l    b e p e r k i n g e n  o p . �J e  k a n  w e l  a a n g e v e n  d a t   j e  h e t  v a n  b e l a n g  v i n d t

R e s p e c t  h e b b e n  v o o r  m e n s  e n  n a t u u r .

h e t  t e l e c o m m u n i c at i e b e d r i j f  p r o m o o t  h e t  w e l   i n t e r n  m a a r  k a n  n i e t   z e g g e n  w a t   z e  e r  p r e c i e s  a a n  d o e n . J a N e e N e e ,  n o o i t .

K a n   i k  n i e t  z o  1  2  3  v e r z i n n e n .

O n g e t w i j f e ld . N e e .

h e t  t e l e c o m m u n i c at i e b e d r i j f  N e d e r l a n d z e t

J a ,  a l s  h e t  h e t  t e l e c o m m u ni c a t i e b e d r i j f,  m a a r  n i e t s  k o s t .  D a a r n a a s t  m a g  e r  o o k  v e e l n i e t

31

 

W a t  z i j n  d i e  m a a t s c h a p p e l i j k e  v e r a n t w o o r d e l i j kh e d e n ?

W a t  d o e t  h e t  t e l e c o m m u n i c at i e b e d r i j f  a a n  M V O ?

V i n d  j e  d a t  h e t  t e l e c o m m u n i c a t i eb e d r i j f   i n t e r n  e n / o f  e x t e r n   z o u  m o e t e n  c o m m u n i c e r e n  o v e r  M V O ?

D o n e e r   j e  w e l  e e n s  a a n  ë ë n  o f  m e e r d e r e  b o v e n g e n o e m d e  i n s t a n t i e s  c q  g o e d e  d o e l e n ?

M o e t  M V O  o p g e n o m e n  w o rd e n   i n   j e  p e r s o o n l i j k e  t a r g e t s ?  Z o   j a ,  o p  w e l k e  m a n i e r ?

G e e f t  h e t  m a n a g e m e n t  ( v a n   j o u w  c h e f  t o t  d e  C E O )  h e t  g o e d e  v o o rb e e l d  i n z a k e  M V O ?

G e e f t  d e  l e i d i n g   j e  d e  r u i m t e  o m  j e   s t e r k  t e  m a k e n  v o o r  M V O ?

M o e t  h e t  t e l e c o m m u n i c a t i e b ed r i j f  a l l e e n  z a k e n  d o e n  m e t  b e d r i j v e n  d i e  g e n o e g  a a n  M V O  d o e n  e n  o p  w e l k e  m a n i e r ?

Z i e  a n t w o o rd  h i e r b o v e n . H m m m . . . .   J a N e e

T a r g e t s  z i j n  a l  b e h o o r l i j k  o n re a l i s t i s c h . N . v . t . N e e . N . v . t .

a a n  d e  w e t  h o u d e n  d e  t e l e c o m  i n d u s t r i e  v o o r s c h r i j f t �

a a n  d e  w e t  h o u d e n  d e  t e l e c o m  i n d u s t r i e  v o o r s c h r i j f t N e e N e e n e e

j a ��o n s  w i j z e n  o p  d e  m a n i e r  w i j  o n  m o e t e n  p r e s e n t e r e n  n a a r  b u i t e n   t o e :�‐  e m a i l  v e r k e e r  m e t  h a n d t e k e n i n g �‐  o n s  w i j z e n  o p  h e t  h e t  t e l e c o m m u n i c a t ie b e d r i j f  b e l e i d  e n  d i e  o o k  d o o r  t e  n e m e n n v t

m e t  d e  n a a m  d i e  h e t  t e l e c o m m u n i c a t i e b ed r i j f  h e e f t   l i j k t  m e  d a t  w e l  v e r s t a n d i g

D u n n o Y o u   t e l l  m e   : ) J a N e e

A l  g e n o e g  t a r g e t s  d u s   l i e v e r  n i e t O n b e k e n d O n b e k e n d

Z o u  g o e d  v o o r b e e l d  z i j n ,  m a a r  h o e v e e l  p a r t n e r s  v a l l e n  e r  d a n  a f ?

r e k e n i n g   t e  h o u d e n  m e t  m e n s  e n  m i l i e u

B o o t c a m p s / H e al t h c l u b ?  O o k  h o o r d e   i k   i e t s  o v e r  z e n d m a s t e n ,  d a t  z e  r e k e n i n g  h o u d e n  m e t  d e  m e n s e n  d i e  d a a r  o m h e e n  w o n e n . J a N e e

I n d i e n  v a n  t o e p a s s i n g .

I k  k a n  d e z e  v r a a g  n i e t  b e a n t w o o rd e n  m e t  m i j n  h u i d i g e  v o o r s t e l l i n g  v a n  M V O .

I k  k a n  d e z e  v r a a g  n i e t  b e a n t w o o rde n  m e t  m i j n  h u i d i g e  v o o r s t e l l i n g  v a n  M V O .

N i e t  p e r  d e f i n i t i e ,  m a a r  d a a r   z o u  j e  w e l  n a a r  k u n n e n  s t r e v e n .

b v  m i l i e u �b v  p e r s o n e e l s b e l e i d  b v  o o k  o u d e r e n  i n  d i e n s t  n e m e n  /  h o u d e n

h e t  t e l e c o m m u n i c at i e b e d r i j f  n e e m t  o o k  o u d e r e  m e n s e n  a a n J a J a

O n d u i d e l i j k  o f  d a t  b i j  h e t  t e l e c o m m u n i c a t ie b e d r i j f   z o u  w e r k e n . �M i s s c h i e n  z o u  h e t  w e l  w a t  z i j n  v o o r  e e n  b e d r i j f  w a a r  d e  h o u d i n g  v a n  h e t  p e r s o n e e l  v a n  b e l a n g   i s  v o o r  h e t  m i l i e u p l a a t j e  v a n  h e t  b e d r i j f .

J a �b v  o o k  o u d e r e n  w o rd e n  a a n g e n o m e n

N o o i t  t e r  s p r a k e  g e k o m e n

D a t  i s  w e l  h e e l  e x t r e e m ;  m i s s c h i e n  l e g   j e  d a n  a l s  b e d i j f  v e e l   b e p e r k i n g e n  o p . �J e  k a n  w e l  a a n g e v e n  d a t  j e  h e t  v a n  b e l a n g  v i n d t

R e s p e c t  h e b b e n  v o o r  m e n s  e n  n a t u u r .

h e t  t e l e c o m m u n i c at i e b e d r i j f  p r o m o o t  h e t  w e l   i n t e r n  m a a r  k a n  n i e t   z e g g e n  w a t   z e  e r  p r e c i e s  a a n  d o e n . J a N e e N e e ,  n o o i t .

K a n   i k  n i e t  z o  1  2  3  v e r z i n n e n .

O n g e t w i j f e ld . N e e .

h e t  t e l e c o m m u n i c at i e b e d r i j f  N e d e r l a n d z e t

J a ,  a l s  h e t  h e t  t e l e c o m m u ni c a t i e b e d r i j f,  m a a r  n i e t s  k o s t .  D a a r n a a s t  m a g  e r  o o k  v e e l n i e t

32

 

N .v.t. N .v .t. N e e IT ‐UnixUnix  en gin ee r 1 Man 32

He t  i s  a lt ijd  goed  om  he t  du sdan ig  ui t te  d ragen  zod at  i e d e re en  z ich  me er  be wu st w ordt.

m e t d e  naam  d ie  he t te le commun icat iebe dri jf  he e ft  l i jk t me dat w e l  ve rstand ig ‐ N e e N o&E

te st en gin ee r 0,5 Man 33

he t i s  n ie t re le v ant  voo r ex te rn e  parti je n

Dunn o Dun no N e e IT

Se nio r Deve lo pe r  /  Sc rum  Maste r 5 Man 30

Dan  kan  i k  de ze  en que te  te nm in ste  fats oen l ijk  invu l le n  :P

N ee , maar  je  kun t w e l  aan ge ven  dat je  dat  graag z ie t. Gee n. N e e IT He lpd e sk 3 Man 25

A ls  je  de  moe i te  ne em t  om  hie rm ee  be zig te  z i jn ,  dan  kan  je  d at  maar  be te r la ten  we te n  oo k .

Je  kan  be g in ne n  me t aan  te  geven  dat  MVO  voo r he t te le commun icat iebe dri jf  ve e l  be te kent  en  dit  du s  me eneem t b ij  je  besl i ss ingen

Mi lie uorgan isat ie s  en  vakbond en Ja IC T 2 Man

He t  i s  du id e l i jk  a ls  he t te le com mun icat ie bed ri j f  d it  com mun ice e rt.�En  m issch ie n  kan  z e  z i ch  ook  e rmee  prof il e ren .

N ee . Gee n  ide e . N e e IT 3 Man 35

Exte rn  om  ande re  be drijven  aan  te  ze t te n  h ie r ook  i n  me e  te  gaan  en  i n te rn  om  je  we rknem e rs  be wu st te  maken  en  hie rin  me e  te  gaan  oo k.