VERENA BALZ: Regional Design: Discretionary Approaches to Planning in the Netherlands.

Regional Design: Discretionary Approaches to Planning in the Netherlands.

Verena BalzDelft University of TechnologyFaculty of ArchitectureDepartment of UrbanismChair of Spatial Planning & Strategy

VAN DER CAMMEN, H. 1987. Nieuw Nederland. Onderwerp van Ontwerp, Den Haag, Stichting Nederland Nu als Ontwerp, Staatsuitgeverij s Gravenhage.

2The Necessity of Gardening 1:200.000

MINISTERIE VAN VROM (VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER) 2003. Ontwerpatelier Deltametropool. Den Haag: Ministerie van VROM.

10

2.Team A: Office for Metropolitan Architecture(OMA) Westflank Deltametropool

MINISTERIE VAN VROM (VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER) 2003. Ontwerpatelier Deltametropool. Den Haag: Ministerie van VROM.

KOOLHAAS, T. & MARCUSSE, E. 2006. Atelier Ijmeer 2030+. Amsterdam IJmeer Almere, Rotterdam, Uitgeverij 010.

53. Verdichten

In het scenario worden 16 stations Kleine stad

(1040 ha.), 11 stations worden De stad van de

toekomst (914 ha.) en 12 stations worden de Cre-

atieve stad (1064 ha.). 2 stations voldoen niet aan

de voorwaarden voor een van de toekomstkansen

die naar een hoge toevoeging van woningen of

werkplekken streven. Deze worden Rand van vele

steden (56 ha.).

Er zijn 5 stations in studiefase die binnen de

ontwikkelruimte genoeg programma realiseren

om als nieuwe stations geopend te worden.

Buitenplaatsen

Kleine stad

Rand van vele steden

Stad van de toekomst

Randstad-hubs

Creatieve stad

Downtown

Bovenregionaal kruispunt

Intensieve bedrijvigheid

ATELIER ZUIDVLEUGEL 2006. Ruimte en Lijn: Ruimtelijke Verkenning Stedenbaan 2010 - 2020, Den Haag, Provincie Zuid-Holland.

3534

CONTOUR

WONINGBOUW

MOBILITEITVERLENGDE VINGERSTAD

Voer alle verstedelijkingsplannen uit, los knelpunten op

MODEL 1 >>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>

In de Verlengde vingerstad is Amsterdam het centrum van een meer-kernige metropolitane stadsregio. In de stad liggen de stedelijkewoonmilieus: goed bereikbaar en dicht bij voorzieningen. Suburbanewoonmilieus zijn te vinden in de Haarlemmermeer en tussen Am-stelveen en Aalsmeer. Deze ruime woongebieden zijn via de typischevingerstructuur verbonden met de centrumstad. Een toename vangeluidsbelasting door vliegverkeer is geaccepteerd, wat ruimte biedtvoor verdere verstedelijking. De economische ontwikkeling van destadsregio wordt bepaald door de markt. Windparken dragen bijaan een duurzame energievoorziening.

Alle verstedelijkingsafspraken wordenuitgevoerd. In de Verlengde vingerstadvindt woningbouw voornamelijk plaatsin gebieden waar de woningdruk hoogis, zoals de Haarlemmermeer, de asAmsterdam-Aalsmeer en binnen hetbestaand stedelijk gebied van Amster-dam. Een denkbare resterende vraagnaar woningen dient door de betref-fende gemeente of binnen de betref-fende woningmarkt te wordenopgelost. Concreet betekent dit dat inAmsterdam wordt ingezet op de ont-wikkeling van de Zaan-IJoevers. In deHaarlemmermeer en in het gebied tus-sen Amsterdam en Aalsmeer gaat hetom suburbane woonmilieus van eenge-zinswoningen met een tuin. Stedelijkevoorzieningen liggen op fietsafstand enzijn ook met openbaar vervoer goed be-reikbaar.

Een deel van de geplande woningbouw-locaties komt mogelijk binnen denieuwe 52 Lden-contour te liggen. Degeluidsbelasting als gevolg hiervanwordt acceptabel geacht. Deze verste-delijkingscontour biedt ruimte vooreen maximaal verstedelijkingsgebied.Door een groot deel van verstedelij-kingsopgave in de as Amsterdam-Aals-meer te plaatsen zoals in deLegmeerpolder, in het verlengde van deAalsmeerbaan wordt ingespeeld op deeventuele aanleg en in gebruik namevan de parallelle Kaagbaan.De huidige vogelbeperkingsgebiedenvan 6 kilometer worden gehandhaafd.Hoogtebeperkingen en restricties voorde externe veiligheid zijn conform deAlderstafel.

Overzicht belangrijkste projecten.

Verstedelijking

OV-netwerk (behoud PHS)

Beoogde verstedelijkingscontour met PKBeoogde verstedelijkingscontour zonder PK20 Ke (Nota Ruimte)Geluid zeker > 52 Lden met PKGeluid zeker > 52 Lden zonder PKRisico op extra hinder > 52 Lden buitenverstedelijkingscontour

Bescherm metropolitaan landschap

2040

ZANDBELT&VANDENBERG 2012. Ruimtelijke modellen SMASH 2040: Amsterdam-Schiphol-Haarlemmermeer. Rotterdam: Zandbelt&vandenBerg.

4948

COMPACTE VEELZIJDIGE METROPOOL

MODEL 2 >>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>

Benut de kracht van de stad, bescherm het landschap

Overzicht belangrijkste projecten.CONTOURWONINGBOUW

MOBILITEIT

In de Compacte veelzijdige metropool worden de kwaliteiten van destad gevierd en het belang van het landschap gezien. Verstedelijkingvindt plaats binnen de bestaande steden en dorpen rond de best be-reikbare plekken die verbonden zijn door een hoogwaardig en me-tropolitaan openbaarvervoernetwerk. De Airport Corridor is decentrale en economische as tussen Amsterdam, de Zuidas en deluchthaven Schiphol. Hier hebben de topsectoren van de regio eenplek en profiteren zij van de voordelen die de stad te bieden heeft.Het metropolitane landschap buiten de stad is een belangrijke voor-waarde voor een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat. Natuur-lijke kwaliteiten worden geconserveerd en zijn deels van uitgebreiderecreatiemogelijkheden voorzien. In de zandgebieden van Het Gooien de binnenduinrand kan prachtig gewoond worden.

Een metropolitaan openbaarvervoer-systeem verbindt alle centra en woon-gebieden in de regio Amsterdam-Schiphol-Haarlemmermeer. Het hui-dige openbaarvervoernetwerk is lijnvoor lijn en station voor station uitge-bouwd tot een hoogfrequent Steden-baan-achtig systeem. Allevestigingslocaties en leefmilieus in deregio zijn binnen veertig minuten be-reikbaar. Dit vervoersconcept is tegelij-kertijd het verstedelijkingsconcept van

de Compacte veelzijdige metropool:verstedelijking vindt plaats rond stati-ons en haltes, met gemiddeld 100 wo-ningen bij elk van de 250 stations in deMRA+-regio.De ruggengraat van deze meerkernigeen grootstedelijke regio is de AirportCorridor die door een verlengde Noord-Zuidlijn en een ontvlochten A4, deluchthaven Schiphol, de Zuidas en Am-sterdam met elkaar verbindt. Hier-langs is een internationaal

2040VerstedelijkingLandschappelijke woonvormen

Stedenbaan MRAAirport CorridorUitbouw PHS met HST oost

Beoogde verstedelijkingscontour met PKBeoogde verstedelijkingscontour zonder PK20 Ke (Nota Ruimte)Geluid zeker > 52 LdenGeluid mogelijk > 52 LdenGeluid mogelijk > 52 Lden zonder PKGeluid mogelijk > 52 Lden met PK

Ontwikkel metropolitaan landschap natuurlijk

ZANDBELT&VANDENBERG 2012. Ruimtelijke modellen SMASH 2040: Amsterdam-Schiphol-Haarlemmermeer. Rotterdam: Zandbelt&vandenBerg.

Problem- a broad variety of practices,- frequently used in planning processes,- high expectations.

- little understanding of varieties in the realm of planning, - results are therefore unpredictable, often disappointing.

This research - seeks for a more sophisticated understanding of the performances of regional design in the realm of planning.

- by means of an analysis of the change of regional design practices in the context of de-centralisation and a shift towards development-led planning in Dutch national indicative planning over the period from 2000-2012.

Research questionsHow has regional design performed in the realm of Dutch national indicative planning and how were practices affected by changing planning and governance schemes?

Theory formation- What are key performances of regional design in the realm of planning and governance, seen current theoretical notions on these topics? - How are practices possibly impeded by planning?

Empirical analysis- What were presumed and realized performances of regional design practices?- What were changes in (the flexibility of) Dutch indicative planning frameworks between 2000 and 2012?- Have regional design practices in the Netherlands reflected shifts in the flexibility of indicative planning guidance in the Netherlands and how?

Investigating interrelations among regional design and planning(1) Distinguishing orientations of regional design in the realm of planning(2) Changing roles of regional design practices in Dutch national indicative planning(3) Positions

(1)Distinguishing orientations of regional design in the realm of planning

Planning conceptsdescribe by means of geographic representations and text the way that planning actors perceive spatial development of an area.

Perception of space (and time) are pursued to () stabilize the cognitive and normative expectations of () actors by shaping and promoting a common worldview as well as developing adequate solutions to sequencing problems, that is, the predictable ordering of various actions, policies, or processes over time () (Jessop, 2001, p. 1230).

(Allmendinger et al., 2015, Davoudi, 2003, Faludi, 1987, Needham, 1988, Faludi and Van der Valk, 1994, Korthals Altes, 1995, Priemus, 1996, Roodbol-Mekkes et al., 2012, Van Duinen, 2004, Zonneveld, 1991, Zonneveld and Verwest, 2005)

Analytical dimension

In their analytical dimension planning concepts provide hypotheses for the formation of spatial structures.

A concept is a tool to investigate spatial conditions.

Normative dimension

In their normative dimension planning concepts provide a metaphor for desirable spatial structures.

A concept is a tool to motivate planning.

Analytical dimension Links

Links between dimensions establish an argument for spatial planning interventions.

Normative dimension

GovernanceIn networked regions expanded policy making arenas have emerged on the regional, interregional and transnational scales.

As well as core government institutions, these arenas have a greater involvement of the public, non-governmental organisations and private actors.

Analytical dimension

A broad range of hypotheses.

Competing arguments

Normative dimension

A broad range of goals.

Analytical dimension Discourse

Arguments are structured in processes of learning and advocacy.

Normative dimension

BALZ, V. E. & ZONNEVELD, W. A. M. 2015. Regional Design in the Context of Fragmented Territorial Governance: South Wing Studio. European Planning Studies, 23, 871-891.

30 km

BALZ, V. E. & ZONNEVELD, W. A. M. 2015. Regional Design in the Context of Fragmented Territorial Governance: South Wing Studio. European Planning Studies, 23, 871-891.

1. 4

Sterk verstedelijkt gebied binnen invloedssfeer Stedenbaan

Niet verstedelijkt gebied

Sterk verstedelijkt gebied binnen invloedssfeer hoogwaardige OV-lijnen

Sterk verstedelijkt gebied

HSL

Stedenbaanlijn

OV lijnen


1.03 Hillegom 3.03 Le

3.05 Voorschoten

Leidschendam Noord

Den Haag Mariahoeve

Den Haag Laan van NOI

Den Haag HS

n Haag Moerwijk

4.04 Rijswijk

4.05 t Haantje


2500ha Ontwikkelruimte bij bestaande stations

700 ha Ontwikkelruimte bij stations in verkenningsfase

Verstedelijkt gebied

14 500 ha Invloedsgebied rondom bestaande stations

3500 ha Invloedsgebied rondom stations in verkenningsfase

Niet verstedelijkt gebied

Invloedsgebied Stedenbaan


Results- Designs were largely used to tactically confirm existing (and often hidden) territorial structures, - To persistently perceive territoriality as a malleable aspect in design processes has, however, been decisive in facilitating change.

OrientationsRevision of analytical framework: acellerated attention to an organisational logics of design- analytical reasoning- political advocacy- administrative pragmatism

BALZ, V. E., ZONNEVELD, W. & NADIN, V. 2014. Regional design: Discretionary approaches to regional planning in the Netherlands. In: BOELENS, L., HARTMANN, T., ZONNEVELD, W., SPIT, T., NADIN, V. & TASAN-KOK, T. (eds.) AESOP 2014 From control to co-evolution. Utrecht/Delft: Association of European Schools of Planning (AESOP).

(2) Changing roles of regional design practices in Dutch national indicative planning Or: Design as an object of planning control

Dutch national indicative planning frameworks- predicts desired environmental outcomes to legitimate decisions by reference to these predictions,- is indicative by nature: plans incorporate outline planning principles only; they are open and - therefore allows authority to judge development proposals upon their merits.

BALZ, V. E., ZONNEVELD, W. & NADIN, V. 2014. Regional design: Discretionary approaches to regional planning in the Netherlands. In: BOELENS, L., HARTMANN, T., ZONNEVELD, W., SPIT, T., NADIN, V. & TASAN-KOK, T. (eds.) AESOP 2014 From control to co-evolution. Utrecht/Delft: Association of European Schools of Planning (AESOP).

Fourth report on planning

A new conceptual complex expands the analytical/normative dimension of planning frameworksPlanning measures are highy detailed and selective

Fifth report on planning

Conceptual modernisation, argumentative concepts: a landscape of analytical knowledge, multiple norms, the organisation of planning becomes open to interpretation

Spatial strategy

Multiple ideas due to sectoral integration,The organisation of planning is refined through the definition of planning gains and procedural requirements (meta-governance).

National policy strategy

Retreat from (collaborative) spatial planning/formalisation of decision-making concerning national infrastructure projects

ResultsEvolutionary transformation of planning rationalities in Dutch national indicative planning:- from indicative to imperative planning,- during a slow shift towards pragmatism,- largely by re-iterating territorial control (refining the organisational dimension of planning frameworks).

Observing the responsiveness of regional design practices- Netherlands Now As Design (Nederland Nu Als Ontwerp NNAO)- Metropolitan Debate (Het Metropolitane Debat, HMD)/ Delta Metropolis (Deltametropool)- Studio South Wing (Atelier Zuidvleugel)- Design in the context of MIRT.

Source

VAN DER CAMMEN, H. 1987. Nieuw Nederland. Onderwerp van Ontwerp, Den Haag, Stichting Ned-erland Nu als Ontwerp, Staatsuitge-verij s Gravenhage.p.79

Scope Comment

160605_chapter03_DESIGNS.indd Spread 1 of 4 - Pages(10, 11) 6-6-2016 6:45:40

102.Team A: Office for Metropolitan Architecture

(OMA) Westflank Deltametropool

Source

MINISTERIE VAN VROM (VOLKSHUISVESTING RUIM-TELIJKE ORDENING EN MI-LIEUBEHEER) 2003. Ontwerpate-lier Deltametropool. Den Haag: Ministerie van VROM.p.10

Scope Comment


53. Verdichten

In het scenario worden 16 stations Kleine stad

(1040 ha.), 11 stations worden De stad van de

toekomst (914 ha.) en 12 stations worden de Cre-

atieve stad (1064 ha.). 2 stations voldoen niet aan

de voorwaarden voor een van de toekomstkansen

die naar een hoge toevoeging van woningen of

werkplekken streven. Deze worden Rand van vele

steden (56 ha.).

Er zijn 5 stations in studiefase die binnen de

ontwikkelruimte genoeg programma realiseren

om als nieuwe stations geopend te worden.

Buitenplaatsen

Kleine stad

Rand van vele steden

Stad van de toekomst

Randstad-hubs

Creatieve stad

Downtown

Bovenregionaal kruispunt

Intensieve bedrijvigheid

Source

ATELIER ZUIDVLEUGEL 2006. Ruimte en Lijn: Ruimtelijke Verken-ning Stedenbaan 2010 - 2020, Den Haag, Provincie Zuid-Holland.p.223

Scope Comment


3534

CONTOUR

WONINGBOUW

MOBILITEITVERLENGDE VINGERSTAD

Voer alle verstedelijkingsplannen uit, los knelpunten op

MODEL 1 >>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>>

In de Verlengde vingerstad is Amsterdam het centrum van een meer-kernige metropolitane stadsregio. In de stad liggen de stedelijkewoonmilieus: goed bereikbaar en dicht bij voorzieningen. Suburbanewoonmilieus zijn te vinden in de Haarlemmermeer en tussen Am-stelveen en Aalsmeer. Deze ruime woongebieden zijn via de typischevingerstructuur verbonden met de centrumstad. Een toename vangeluidsbelasting door vliegverkeer is geaccepteerd, wat ruimte biedtvoor verdere verstedelijking. De economische ontwikkeling van destadsregio wordt bepaald door de markt. Windparken dragen bijaan een duurzame energievoorziening.

Alle verstedelijkingsafspraken wordenuitgevoerd. In de Verlengde vingerstadvindt woningbouw voornamelijk plaatsin gebieden waar de woningdruk hoogis, zoals de Haarlemmermeer, de asAmsterdam-Aalsmeer en binnen hetbestaand stedelijk gebied van Amster-dam. Een denkbare resterende vraagnaar woningen dient door de betref-fende gemeente of binnen de betref-fende woningmarkt te wordenopgelost. Concreet betekent dit dat inAmsterdam wordt ingezet op de ont-wikkeling van de Zaan-IJoevers. In deHaarlemmermeer en in het gebied tus-sen Amsterdam en Aalsmeer gaat hetom suburbane woonmilieus van eenge-zinswoningen met een tuin. Stedelijkevoorzieningen liggen op fietsafstand enzijn ook met openbaar vervoer goed be-reikbaar.

Een deel van de geplande woningbouw-locaties komt mogelijk binnen denieuwe 52 Lden-contour te liggen. Degeluidsbelasting als gevolg hiervanwordt acceptabel geacht. Deze verste-delijkingscontour biedt ruimte vooreen maximaal verstedelijkingsgebied.Door een groot deel van verstedelij-kingsopgave in de as Amsterdam-Aals-meer te plaatsen zoals in deLegmeerpolder, in het verlengde van deAalsmeerbaan wordt ingespeeld op deeventuele aanleg en in gebruik namevan de parallelle Kaagbaan.De huidige vogelbeperkingsgebiedenvan 6 kilometer worden gehandhaafd.Hoogtebeperkingen en restricties voorde externe veiligheid zijn conform deAlderstafel.

Overzicht belangrijkste projecten.

Verstedelijking

OV-netwerk (behoud PHS)

Beoogde verstedelijkingscontour met PKBeoogde verstedelijkingscontour zonder PK20 Ke (Nota Ruimte)Geluid zeker > 52 Lden met PKGeluid zeker > 52 Lden zonder PKRisico op extra hinder > 52 Lden buitenverstedelijkingscontour

Bescherm metropolitaan landschap

2040

Source

ZANDBELT&VANDENBERG 2012. Ruimtelijke modellen SMASH 2040: Amsterdam-Schi-phol-Haarlemmermeer. Rotterdam: Zandbelt&vandenBerg.p.35

Scope Comment


Netherlands Now As Design

Criticizing national planning, discretionary control by reference to esoteric professional knowledge

Delta Metropolis

Creating planning precedent, discretionary action by reference to local planning capacities

Studio South Wing

Refining planning guidance in collaboration with the national government

Ruimtelijke modellen SMASH 2040

Refining national projects on behalf of the national government

Fourth report on planning

A new conceptual complex expands the analytical/normative dimension of planning frameworksPlanning measures are highy detailed and selective

Fifth report on planning

Conceptual modernisation, argumentative concepts: a landscape of analytical knowledge, multiple norms, the organisation of planning becomes open to interpretation

Spatial strategy

Multiple ideas due to sectoral integration,The organisation of planning is refined through the definition of planning gains and procedural requirements (meta-governance).

National policy strategy

Retreat from (collaborative) spatial planning/formalisation of decision-making concerning national infrastructure projects

ResultsChange of regional design practices in the realm of Dutch national indicative planning- design turned from a way to criticize planning guidance from an extra-governmental perspective into a governance practice to commonly negotiate on guidance into a practice to refine national projects on behalf of the national government, - from political advocacy into administrative pragmatism into analytical reasoning,- in response to changing planning guidance.

Verification- formalisation of practices in planning.- observing expectations over time.

(3) Positions concerning the use of design-led approaches in planning

Expectations concerning regional design

in Dutch planning practice:- improve the spatial quality of regional projects and strategies,- forge societal alliances, enhance organisational capacity for regional planning,- clarify political options, - enhance the accountability/legitimacy of planning/democratic decision-making,- speed up decision making,- leave old patterns of thought, innovate planning.

in planning theory:The tempering of national and local concerns () highlights the importance of professional discretion and the role of the planning policy community as a force for change within modern governance, working alongside and as an integral part of diverse policy networks and coalitions, working from existing institutional and governance practices and cultures to create new ones (Allmendinger and Haughton, 2010, p.807).

Design is a desirable object of planning control.

Design is concerned about the shaping of particular situations. The imagination of solutions (or problems) for such situations inevitably produces divides among who governs and who is governed.

As such it is a desirable object of planning (territorial) control.

Theoretical verification- design: context matters; (Hillier and Leaman, 1974, Rittel, 1987)- spatial planning: an alternative approch to statutory/regulatory land-use control, perceptions of geographies matter in an institutional void; (Hajer, 2003, Allmendinger et al., 2015, Haughton et al., 2009)- a decision-centred view on planning: a distinction among conformance and performance of plans, choices matter in a performance perspective;Friend and Jessop, 2013, Faludi and Korthals Altes, 1994, Faludi, 2013)- governance: the impossibility of horizontal governance in the context of solutions/problems. (Mayntz, 2004)

Authors and audiences

Planning control is exercised through the definition of authors and audiences.Empirical verification

- Involvement of the national government in regional design over time,- Continuing discussion concerning the commissioner of regional design in the institutionalisation of practices,

Theoretical verification- Steuerungstheorie: the impossibility of horizontal governance in the context of solutions/problems (Mayntz, 2004).

Decision-making procedures

Planning control is exercised through the definition of decision-making procedures.Empirical verification

- Formalisation of regional design in planning procedures over time.

Theoretical verification- Meta-governance: higher levels of government act as the primary organizer of the dialogue among policy communities, deploy () organizational intelligence and information, provide rules for participation, organize negotiations and serves as a court of appeal

Room for interpretation/the flexibility of planning guidance

Planning control is exercised through a given room for interpretation.Empirical/theoretical verification

- Responsiveness of design practices to national indicative planning frameworks.

Theoretical verification- Equation regional design/discretionary behaviour: A given room for interpretation is decisive for the way how discretion evolves (inductive vs. deduc-tive). - Design theorists argue that design requires epistemic freedom but also note that such freedom creates doubt and a search for constraints that diminish doubt.

Design is a relatively simple set of operations carried out on highly complex structures, which are themselves simplified by theories and modes of representation. () (A)nalysis strongly suggests that if a design method is to be improved then it is more important to study the environment itself than how designers design (Hillier and Leaman, 1974, p.4).

Netherlands Now As Design (Nederland Nu Als Ontwerp NNAO)

Criticizing national planning, discretionary control by reference to esoteric professional knowledge- reflecting on the spatial impact of societal trends,- to re-vitalize political debate on planning, rejecting paternalistic behaviour of the Dutch national government,- authored by professional groups, discretionary control by reference to esoteric professional knowledge- the public/national government as audiences of designs

Metropolitan Debate (Het Metropolitane Debat, HMD)/ Delta Metropolis (Deltametropool)

Creating planning precedent, discretionary action by reference to local planning capacities- alternative reading of the original Randstad concept (a new design for an old territory), - designing planning spaces: as local governments associated themselves with the Delta Metropolis design, it tuned turned into a proposal for the organisation of planning.- discretionary action by a coalition of experts, politicions and planners- the national government as audience of designs

Studio South Wing (Atelier Zuidvleugel)

Refining planning guidance in collaboration with the national government.- defining regional projects of national importance, reflecting on the territorial implications of projects,- evolving along prescribed procedures, resembling policy institutes,- the national government is involved in both, discretionary action and discretionary control.

Ruimtelijke modellen SMASH 2040

Refining national projects on behalf of the national government- reflecting on alternative infrastructure solutions, reflecting on the spatial implications of projects,- along formalized procedures,- the national government exercises both, discretionary action and discretionary control.

DiscretionWhat distinguishes discretion from other decision-making is the importance of rules. Discretionary action aims at the bending of rules; it is a search for leeway in the interpretation of fact and the application of precedent to particular cases (Booth, 2007, p.129).

- evolves as a divide among discretionary action and discretionary control,- evolves in the context of balances among the flexibility and certainty of rules, within a given room for interpretation.

VERENA BALZ: Regional Design: Discretionary Approaches to Planning in the Netherlands.

Education

Transcript of VERENA BALZ: Regional Design: Discretionary Approaches to Planning in the Netherlands.