Verandermanagement
description
Transcript of Verandermanagement
Verandermanagement
Hoofdstuk 4 Interne analyse; organisatiediagnose
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 2
Schema organisatiediagnose
Interne analyse
Sterkten en zwakten(Strengths, Weaknesses)
Externe analyse
Kansen en bedreigingen(Opportunities, Threats)
ConfrontatieanalyseConfrontatieanalyse
OrganisatiestructuurOrganisatiecultuur
OrganisatiestructuurOrganisatiecultuur
Interne processen en innovatief vermogen
Interne processen en innovatief vermogen
FinanciënFinanciën
Analyse van de marktomgeving
Analyse van de marktomgeving
Analyse van de algemene omgeving
Analyse van de algemene omgeving
ConcurrentieanalyseConcurrentieanalyse
Marketing Afnemers & Markten
Marketing Afnemers & Markten
VisieMissie
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 3
Organisatiediagnose
Organisatiediagnose is een systematisch onderzoek dat wordt gebruikt om inzicht te krijgen in het functioneren en de prestaties van een (deel van een) organisatie.
of
Organizational diagnosis is the process of using concepts and methods from the behavional sciences to assess an organizations current state and find ways to increase its effectiveness (Harrison 1987)
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 4
Soorten organisatiediagnoses
1.Curatieve doorlichtingDeze vorm van organisatiedoorlichting richt zich op het opsporen van reeds bestaande, ongewenste functioneringssituaties en/of interne ontwikkelingen.
2.Preventieve doorlichtingDeze vorm van doorlichting heeft als doel het tijdig (pro-actief) onderkennen van ontwikkelingen die een bedreiging kunnen gaan vormen.
3.Evaluerende doorlichtingDeze vorm van doorlichting richt zich op het evalueren van lopende veranderingen.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 5
Vier invalshoeken voor organisatiediagnose
Rationeel doelenInterne processenOpen systeemHuman Relations
Focus:
Flexibele organisatieIntern gericht
Focus:
Flexibel, klantgerichtExtern gericht
Focus:
BeheersingIntern gericht
Focus:
BeheersingExtern gericht
Aandachtspunten:
Beheersing van doelen (effectiviteit) en planning (efficiëntie)Productiviteit
Aandachtspunten:
Moreel / arbeidsmotivatieSamenwerking
Aandachtspunten:
Beheersing interne informatie-, communicatie en overlegprocessen
Aandachtspunten:
Flexibele structuurGroei, beheersbare veranderingUitbreiding markten
Nadelen:
Planning is een middel, geen doel
Nadelen:
Neiging bureaucratie
BSC cluster:
FinanciënBSC cluster:
Interne processenBSC cluster:
KlantenBSC cluster:Groei en leren
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 6
Marketing, afnemers en markten
• Samenstelling klantenbestand
• Klantrendementen
• Marketingconcept
Organisatiestructuur
• Management en leiderschap
• Organisatie indeling
• Verantwoordelijkheidsverdeling
• Overleg-, communicatie en informatiestructuur
Diagnosepunten interne analyse (1)
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 7
Interne processen
Besturende processen
• Plannen, Controleren, Evalueren, Bijsturen
Primaire processen
• Productie
• Logistiek
• Marketing & Verkoop
Ondersteunende processen
• Personeelsmanagement en Financieel management
• Communicatie- en informatiemanagement
• Facility management
• Research & Development
• Inkoop
Diagnosepunten interne analyse (2)
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 8
Innovatief vermogen
• Procesinnovatie
• Productinnovatie
• Research & Development
• Het lerend vermogen van de organisatie
Financiën
• Vermogens- en kostenstructuur
• Financiële resultaten
• Planning & control cyclus
Diagnosepunten interne analyse (3)
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 9
Modellen voor interne diagnose (1)
Integraal
•7S model McKinsey
•INK model (EFQM)
•Organisatiediagnose model van Harrison
•Organisatiediagnose model van Cummings
Marketing; afnemers en markten
•Customer marketing methode van Curry
Management en leiding
•Situationeel leiderschap van Hersey en Blanchard
•Managementrollen van Quinn
•Management grid van Blake & Mouton
•Lerende organisatie van Senge
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 10
Modellen voor interne diagnose (2)
Organisatiestructuur en coördinatie
•Configuratietheorie van Mintzberg
•Organisatieontwikkelingsmodel van Greiner
Organisatiecultuur
•Cultuurtypologie van Harrison
•Culturele responsieschaal van Bates
•Multifocus model
•Vragenlijsten cultuurprofiel
Interne processen
•INK model
•Balanced Scorecard van Kaplan en Norton
•Waardeketen van Porter
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 11
Instrumenten voor interne diagnose
•Benchmarking
•Integrale organisatiescan
•Specifieke scans (per aandachtsgebied)
•Kritische succesfactoren, prestatie indicatoren en normen (BSC)
•Kwaliteitsscan / kwaliteitskosten onderzoek (KKO)
•Pareto analyse
•Ratio’s, kengetallen
•Statistische analyse waaronder multi moment opnamen (MMO)
•Overhead Value Analysis
•Oorzaken / relatiediagram
•Visgraatdiagram / Ishikawa diagram
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 12
7S model van McKinsey (1)
Structure
Skills
Strategy
Style
Systems
Shared Values
Staff
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 13
7S model van McKinsey (2)
Het 7S model is een algemeen organisatiediagnosemodel.
1.superordinate goals en shared values, waarden en doelen;
2.structure, de organisatiestructuur;
3.systems, informatiesystemen, organisatorische regelingen;
4.style, managementstijl;
5.staff, staf/personeel;
6.skills, sleutelvaardigheden/bekwaamheden;
7.strategy, strategie (en beleid).
Hoofddoel van het 7S model is het per ‘S’ inventariseren van de sterke en zwakke punten op organisatie- en/of afdelingsniveau en het vaststellen of de S-en’ in evenwicht zijn.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 14
Configuratietheorie Henry Mintzberg (1)
Volgens Mintzberg is er een wisselwerking tussen organisatiestructuur en de situatie, de omgeving waarbinnen de organisatie functioneert.
Mintzberg onderscheidt zes basisconfiguraties.
Een configuratie wordt getypeerd door vier clusters van kenmerken:
1.de zes coördinatiemechanismen;
2.de vijf hoofdorganen van een configuratie;
3.de acht vormgevingskenmerken/-parameters van een configuratie;
4.de vier situatiebepaalde kenmerken van een configuratie.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 15
Configuratietheorie Henry Mintzberg (2)
Zes coördinatiemechanismen:
1.Direct toezicht één persoon neemt de verantwoordelijkheid voor het werk, geeft instructies en bewaakt de uitvoering.
2.Standaardisatie van werkprocessen als de inhoud van het werk gespecificeerd is.
3.Standaardisatie van output wanneer de resultaten van het werk zijn gespecificeerd.
4.Standaardisatie van vaardigheden van de werknemers als het soort training dat vereist is voor uitvoering gespecificeerd is.
5.Onderlinge aanpassing de controle van het werk is in handen van de mensen die het werk uitvoeren.
6.Standaardisatie van waarden en normen
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 16
Configuratietheorie Henry Mintzberg (3)
Vijf hoofdorganen van een configuratie:
1.Strategische top
2.Middelmanagement
3.Technostructuur
4.Ondersteunende afdelingen
5.Uitvoerende kern
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 17
Strategische top
De strategische top dient erop toe te zien dat de organisatie haar missie effectief uitvoert en tevens dat voldaan wordt aan de behoeften van degenen die controle of op andere wijze macht over de organisatie hebben. Dit brengt drie soorten taken met zich mee:
1.direct toezicht uitoefenen;
2.management van de relaties met de omgeving van de organisatie;
3.ontwikkeling van de strategie van de organisatie.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 18
Technostructuur
In de technostructuur zitten controle analisten die de taak hebben bepaalde vormen van standaardisatie in de organisatie tot stand te brengen. Er zijn drie soorten analisten:
1.arbeidsanalisten die werkprocessen standaardiseren (ingenieurs);
2.planning- en controle-analisten die output standaardiseren (accountants);
3.personeelsanalisten die vaardigheden standaardiseren (werving & selectie).
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 19
Uitvoerende kern
De uitvoerende kern bestaat uit de leden van de organisatie - de operators - die het basiswerk doen dat direct te maken heeft met de productie van producten en diensten. Operators hebben vier hoofdfuncties:
1.voorzien in de input voor de productie;
2.transformeren van de input tot output;
3.verzorgen de distributie van de output;
4.verlenen directe ondersteunende diensten.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 20
Configuratietheorie Henry Mintzberg (4)
Acht vormgevingskenmerken/-parameters van een configuratie:
1.Parameters gericht op functies van medewerkers
2.De mate van formalisatie van gedrag
3.Training en instructie
4.Plannings- en beheersingssystemen
5.Omvang van de organisatorische eenheden en afstemorganen
6.Coördinatieorganen
7.Ordening van de eenheden binnen de organisatie
8.De structuur van de besluitvorming
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 21
Configuratietheorie Henry Mintzberg (5)
Vier situatiebepaalde kenmerken van een configuratie:
1.De omgeving: turbulent of rustig?
2.Het productiesysteem: geheel aan instrumenten
3.De leeftijd van de organisatie
4.De cultuur van een land
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 22
De configuraties van Mintzberg
Configuratie Primairecoördinatie
Simpele structuur Direct toezicht
Machinebureaucratie
Standaardisatie werk
Divisiestructuur
Standaardisatie output
ProfessioneleOrganisatie
Standaardisatie vaardigheden
Adhocratie Wederzijdse aanpassing
Macht ligt bij
Strategische top
Technostructuur
Uitvoerders
Middenkader
Ondersteunendestaf
Configuraties van Henry Mintzberg
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 23
INK model (1)
Eind 1991 werd op initiatief van het Ministerie van Economische Zaken, in samenwerking met het Nederlandse bedrijfsleven, besloten om van het EFQM-model een aan Nederland aangepaste versie af te leiden onder de naam INK managementmodel.
Het model ‘Instituut Nederlandse Kwaliteit’ is primair een model voor organisatiediagnose maar kan ook als een besturingsmodel worden gezien.
Het besturen heeft betrekking op het verbeterproces
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 24
INK model (2)
Het INK model onderscheidt de volgende negen hoofdaspecten:
1.de resultaten van de organisatie;
2.de tevredenheid van de medewerkers;
3.de tevredenheid van klanten;
4.het nut, de meerwaarde van de organisatie voor de samenleving;
5.de processen;
6.de middelen;
7.management van medewerkers (personeelsmanagement);
8.beleid en strategie;
9.het leiderschap.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 25
INK model (3)RESULTAATGEBIEDENWelke prestaties vinden onze belanghebbenden belangrijk?
EIND-RESULTATEN
Wat vinden financiers en
het eigen management belangrijk?
Waardering doorMEDEWERKERS
Waardering doorKLANTEN en
LEVERANCIERS
Waardering doorMAATSCHAPPIJ
LEIDERSCHAPHoe inspireert
het management tot verbetering?
PROCESSENHoe beheersen en verbeteren
we processen?
STRATEGIE & BELEIDHoe komt strategie
tot stand?
ORGANISATIEGEBIEDENWat en hoe verbeteren?
ResultaatEnabler
MEDEWERKERSHoe kunnen we
kennis ontplooien?
MIDDELENHoe kunnen we
middelen optimaal inzetten?
Leren & verbeteren
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 26
INK ontwikkelingsfasen
Fase IProduct-/aanbod
georiënteerd
Fase IIProces
georiënteerd
Fase IIISysteem
georiënteerd
Fase IVKeten
georiënteerd
Fase VMaatschappijverbonden
Vijf OntwikkelingsfasenVijf Ontwikkelingsfasen
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 27
INK ontwikkelingsfase 1
Fase 1: Product-/aanbodgeoriënteerd
• centraal staan output en productassortiment;
• er is nauwelijks sprake van enige systematische afstemming van het product op de gebruikerssituatie van de klant;
• sprake van machtscultuur (Harrison), simpele structuur (Mintzberg);
• medewerkers wachten opdrachten af;
• weinig of geen adequate functieomschrijvingen.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 28
INK ontwikkelingsfase 2
Fase 2: Procesgeoriënteerd
• centraal staan het voortbrengingsproces en de beheersing;
• op basis van metingen en kennis van processen vinden verbeteringen plaats;
• organisatie werkt al wel met kwaliteitsverbetergroepen;
• functieinhouden zijn beschreven;
• organisatie neemt onvoldoende de moeite om na te gaan of de klant tevreden is.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 29
INK ontwikkelingsfase 3
Fase 3: Systeemgeoriënteerd
• centraal staat de beheersing van de totale organisatie, inclusief ondersteunende processen;
• beheersing van processen staat enerzijds in het teken van de interne en externe klanttevredenheid, anderzijds in het verhogen van de interne doelmatigheid.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 30
INK ontwikkelingsfase 4
Fase 4: Ketengeoriëteerd
• bedrijven brengen de beheersing van hun organisatie in relatie met de prestaties van toeleveranciers en afnemers;
• in samenwerking met leveranciers en afnemers wordt een ‘win-win’ situatie voor de hele keten en de klant nagestreefd;
• de inkoopfunctie wordt herwaardeerd en verzwaard;
• centraal staat de tevredenheid van de klant/gebruiker, binnen de normen en mogelijkheden van de keten.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 31
INK ontwikkelingsfase 5
Fase 5: Maatschappij verbonden
• bij bedrijven in deze fase zijn visie en beleid van de organisatie gebaseerd op verantwoordelijkheidsgevoel voor de maatschappij
• niet alleen de ‘hoofddoelen’ maar ook de ‘maatschappelijke doelen’ nemen een belangrijke plaats binnen de organisatiedoelen in
• er vindt een zorgvuldige afweging plaats van bedrijfseconomische, personele en maatschappelijke belangen binnen de organisatie (totale zorg)
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 32
Benchmarking (1)
Benchmarking is het systematisch vergelijken van organisatorische processen en prestaties met die van leidende organisaties/bedrijven in dezelfde sector/branche.
Dit geeft inzicht in de (relatieve) sterktes en zwaktes van de eigen organisatie. Door analyse van de resultaten van benchmarking kunnen doelstellingen bepaald of aangescherpt worden en kunnen gerichte verbeteracties worden geformuleerd.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 33
Benchmarking (2)
Bedrijfskenmerken
Business Performances
OrganisatiestructuurManagement & LeidingVerantwoordelijkheden
CommunicatiePlanning, besturing en controleResultatenWaardering
Vergelijken met bedrijven:overeenkomstige kenmerkenleidend in de branche
Kengetallen
Benchmarking
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 34
Organisatie diagnosemodel van Harrison (1)
Harrison kijkt in zijn algemene organisatie analysemodel naar de belangrijkste factoren welke het functioneren van drie niveaus binnen de organisatie het sterkst verklaren.
De drie niveaus zijn:
1.organisatieniveau;
2.teamniveau;
3.individueel niveau.
Er is sprake van input, throughput en output (op drie niveaus).
Naarmate de processen (de throughput) beter georganiseerd zijn en beter verlopen, naarmate de prestaties op de drie niveaus binnen de organisatie ook beter worden.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 35
Organisatie diagnosemodel van Harrison (2)
Doelen, Structuur, Cultuur, Technologie, Gedrag en Processen
Bronnen
Bronnen
Human Resources
Groeps-samenstelling
StructuurTechnologie
Groeps-gedragProcessen
Cultuur
Output
Groepsprestatie
Individuele prestatie
Uitkomsten van Kwaliteit van de
Arbeidsom-standigheden
Individuele attitudesMotivatie
Overtuigingen
Individuele karakteris-tieken
O M G E V I N G
Org
an
i-s
ati
eG
roe
ps
niv
ea
u
Ind
ivid
ue
el
niv
ea
u
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 36
Organisatie diagnosemodel van Cummings e.a.
Organisatie-effectiviteit
BijvoorbeeldROI
Invloed op omgeving
Groepseffectiviteit
BijvoorbeeldKwaliteit van beslissingenTeam cohesie
Individuele effectiviteit
BijvoorbeeldAfwezigheid
ArbeidstevredenheidPersoonlijke ontwikkeling
Strategie
Omgeving
Organisatie ontwerp
Ontwerp-componenten
Org
an
is
ati
eG
roe
ps
niv
ea
u
Ind
ivid
u-e
el
niv
ea
u
Structuur
Technologie
Cultuur Systeem maken
Human Resource Systemen
Prestatienormen
Taakstructuur
Compositie
Interpersoonlijke relaties
Taakidentiteit
Variëteit in vaardigheden
Autonomie
Feedback over resultaten
Taakbetekenis
Organisatie- en Groepsontwerp
Persoonlijke kenmerken
Input Output
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 37
Waardeketen van Michael Porter (1)
De waardeketen van Porter neemt in zijn interne analyse het concurrentievoordeel voor de klant als uitgangspunt. Hierdoor betrekt het model in de organisatiediagnose de externe gerichtheid van de onderneming.
De mate van integratie van activiteiten speelt een sleutelrol bij het behalen van concurrentievoordeel.
Waardeactiviteiten zijn aan elkaar gerelateerd door verbindingen binnen de waardeketen. Verbindingen zijn relaties tussen de wijze waarop één waardeactiviteit wordt uitgevoerd, en de kosten of uitvoering van een andere.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 38
Waardeketen van Michael Porter (2)
Verwerving
Technologische ontwikkeling
Human Resources Management
Infrastuctuur
Service
M
a
r
g
eMarketing & Sales
Uitgaande logistiek
ProductieIngaande logistiek
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 39
Waardeketen van Michael Porter (3)
Waardeketen leverancier
Waardeketen kanaal
Waardeketen afnemer
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 40
De Customer Marketing methode (1)
Om de marketingfunctie en vooral de afnemers en markten van een onderneming in kaart te brengen is de ‘customer marketing methode’ van Jay Curry e.a. een geschikt instrument.
Het is daarnaast ook geschikt om verkoopstrategieën operationeel gestalte te geven qua te realiseren doelen en uit te voeren activiteiten.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 41
De Customer Marketing methode (2)
Klantgerichtheid
Organisatie Communicatie Informatie
Klanttevredenheid
Klantgedrag
Klantrendement
Klantprestatie
Winst
PlanningRealisatie
Registratie Analyse
De Customer Marketing methode
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 42
Leiderschapsstijlen
Democratisch,improviserend
(charismatische leider)
Democratisch,ordenend
(manager)
Autoritair,improviserend(alleenheerser)
Autoritair,ordenend(bureaucraat)
Gezag Overleg
Improvisatie
Ordening
Ontwikkeling
Leiderschapsstijlen
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 43
Managerial grid van Blake & Mouton (1)
Blake en Mouton hebben begin jaren zestig een waardevolle bedrage geleverd met betrekking tot de theorievorming inzake de stijl van leidinggeven.
Zij onderscheiden voor een leidinggevende twee hoofdtaken namelijk:
1.taak-/productiegericht leidinggeven
2.mens-/sociaalgericht leidinggeven
Op basis van onderzoek concluderen Blake en Mouton dat binnen de 81 leiderschapsstijlen er vijf clusters van leiderschapsstijlen (basisstijlen) zijn te onderscheiden.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 44
Managerial grid van Blake & Mouton (2)
STIJL 9.9:Geïntegreerd leidinggeven
STIJL 1.9:Sociaalgerichtleidinggeven
STIJL 5.5:
Balancerendleidingeven
STIJL 1.1:Laissez faireleidinggeven
STIJL 9.1:Taakgericht leidinggeven
Taak-/productiegericht
S o c i a a l g e r i c h t
Laag Hoog
HoogBlake & Mouton: Managerial grid
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 45
Situationeel leiderschap (1)
De mate van taakvolwassenheid kan per taak verschillen. Iemand kan taakvolwassen zijn in het omgaan met klanten en taakonvolwassen in het maken van offertes.
We kunnen vier categorieën taakvolwassenheid van medewerkers onderscheiden.
Deze vier categorieën kunnen we plaatsen op de X/Y-lijn van McGregor. Aan de Y-kant komen we de hoogste taakvolwassenheid (M4) en aan de X-kant de laagste mate van taakvolwassenheid (M1) tegen.
De ‘M’ verwijst naar ‘mature’.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 46
Situationeel leiderschap (2)
Opper denkbeeldenen stimuleer hetnemen van besluiten
Licht besluitentoe en geef
gelegenheid totstellen van vragen
Draag verantwoordelijkheid
voor beslissingenen uitvoering
Geef specifiekeinstructies, en houdstreng toezicht op de geleverde prestaties
InstruerenDelegeren
OvertuigenOverleggen
S2S3
S1S4
Veel
Weinig VeelSturing (taakgericht)
On
der
-st
eun
ing
(r
elat
ie-
ger
ich
t)Hersey & Blanchard: situationeel leiderschap
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 47
Managementrollen van Robert Quinn (1)
Robert E. Quinn onderscheidt voor het middenkader acht managementrollen:
1.Innovator
2.Bemiddelaar
3.Producent
4.Bestuurder
5.Coördinator
6.Controleur
7.Stimulator
8.Mentor
Vervolgens worden door Quinn per managementrol 3 hoofdtaken of aandachtsgebieden onderscheiden.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 48
Managementrollen van Robert Quinn (2)
Mentor
Stimulator
Controleur
Innovator
Bemiddelaar
Producent
BestuurderCoördinator
ExternIntern
Beheersing
Flexibilisering
Open Systeem Model
Human Relations
Model
Rationeel Doel Model
Intern Proces Model
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 49
Organisatie indeling (1)
Belangrijk is te weten waarom een organisatie een bepaalde organisatie indeling heeft. Welke motieven hebben geleid tot deze verdeling van functies met bijbehorende bevelsstructuur?
Waarom heeft men gekozen voor of is men blijven steken in een:
•functionele indeling;
•productgerichte indeling;
•markt- of doelgroepgerichte indeling;
•geografisch gerichte indeling;
•matrixorganisatie;
•projectorganisatie;
•divisiestructuur of business unitstructuur?
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 50
Organisatie indeling (2); voorbeeldDirectie
Financiën enAdministratie
Personeels-zaken
Productie Verkoop
Reclame
Kwaliteitszorg Product-ontwikkeling
Inkoop
Bedrijfsbureau
Vlechten &Montage
Draaien &Snijden
Aflakken &Coaten
Draad
Hekwerk
Specialetoepassingen
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 51
Organisatie indeling (3)
Het voorbeeld toont een organisatie die vooral functioneel is ingericht (F-indeling).
De verkoop is productgericht (P-indeling) met accountmanagers voor de te onderscheiden productgroepen.
De functionele indeling is vooral gericht op de inzet van specialistische kennis en efficiëntie (doelmatigheid).
De organisatie in het voorbeeld is niet marktgericht ingedeeld (effectief op basis van product/markt combinaties).
In hoofdstuk 6 wordt een marktgericht aanpassing van deze organisatie indeling getoond.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 52
Verdeling taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden
De verdeling van TVB kent een tweetal elementen:
1.Is de organisatie vooral taakgericht en maakt deze gebruik van functieomschrijvingen waarin vooral taken en beperkt verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn geregeld of is de organisatie output/prestatiegericht en maakt ze gebruik van een bevoegdheidsverdeling van de relevante resultaatgebieden.
2.In welke mate wordt daadwerkelijk gestreefd naar delegatie en deconcentratie?
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 53
Functieomschrijvingen
Functieomschrijvingen zijn een veel gebruikte techniek om functies te beschrijven in termen van:
•functienaam;
•plaats in de organisatie;
•functiewaardering en salarisindeling;
•belangrijkste taken;
•verantwoordelijkheden en bevoegdheden;
•communicatie (overleg met);
•vereiste opleiding;
•vereiste ervaring;
•inconveniënten (bijvoorbeeld vuil werk, ploegendienst en dergelijke).
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 54
Bevoegdheidsverdeling (1)
Een bevoegdheidsverdeling maakt gebruik van resultaatgebieden; gebieden waarop de organisatie meetbare en gewenste output moet bereiken om haar functies te realiseren.
Er worden door ons een tweetal verantwoordelijkheden c.q. bevoegdheden gebruikt:
1.Actie te nemen in volle bevoegdheid; deze bevoegdheid betekent een verantwoordelijkheid (V).
2.Bevoegdheid om te adviseren tot actie; adviesplicht is wederzijds en actief: men vraagt advies en de betrokken functionaris of dienst geeft advies (A).
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 55
Bevoegdheidsverdeling (2)
Resultaatgebieden To
pm
an
ag
em
en
t
Mid
den
kad
er
Mark
eti
ng
en
Sale
s
Fin
an
cia
l co
ntr
ol
Stu
urg
roep
vera
nd
erp
roces
Pro
jectl
eid
er
vera
nd
erp
roces
Werk
gro
ep
vera
nd
erp
roces
Exte
rn c
on
su
ltan
t
On
dern
em
ing
sra
ad
V = verantwoordelijk, A = advies, I = instemming1 omgevingsdiagnose beschikbaar V A A2 organisatiediagnose beschikbaar V A3 visie beschikbaar V A A A A4 herformulering missie beschikbaar V5 organisatiedoelen beschikbaar en vastgesteld V A A A I8 veranderingsdoelen beschikbaar en vastgesteld V A9 stuurgroep, werkgroep en projectleider benoemdV A A10 veranderstrategie bepaald V A A A11 interventiemethoden bepaald V A A12 organisatieveranderplan beschikbaar V
13 organisatieveranderplan bepaald V A14 communicatie- en informatieplan bepaald V A A
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 56
Linking pin structuur van Rensis Likert
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 57
Cultuurtypologie van Harrison (1)
Machtscultuur
Deze cultuur wordt gekenmerkt door de grote waarde die de leiding hecht aan macht. Er is weinig bureaucratie. Beheersing vindt plaats vanuit een centraal punt en door op vitale punten sleutelfiguren te plaatsen die macht krijgen gedelegeerd. Resultaten zijn het criterium voor succes. Individuele prestaties zijn belangrijker dan samenwerking.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 58
Cultuurtypologie van Harrison (2)
Rolcultuur
Deze cultuur kent de hoogste waarde toe aan orde en regelmaat. Beheersing vindt plaats door procedures, regels en functiebeschrijvingen. Het in stand houden en perfectioneren van het systeem is vaak belangrijker dan slagvaardigheid en flexibiliteit.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 59
Cultuurtypologie van Harrison (3)
Taakcultuur
Bij deze cultuur is de hoogste waarde dat het werk zo goed mogelijk wordt gedaan. Men is pragmatisch ingesteld, en men laat zich wat betreft de coördinatie leiden door de eisen die het werk stelt. Deskundigheid weegt zwaar en men werkt samen in teams als dat tenminste bijdraagt aan de kwaliteit en effectiviteit van het werk.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 60
Cultuurtypologie van Harrison (4)
Persoonscultuur
In deze cultuur wordt de hoogste waarde toegekend aan het individuele belang en de individuele ontwikkeling. Er is vaak een minimum aan regels en voorschriften, hetgeen tot moeilijkheden in de coördinatie kan leiden. Het persoonlijke succes heeft als regel voorrang op het succes van de organisatie als geheel.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 61
Cultuurtypologie van Harrison (5)
Machtscultuur
De wat kleinere familiebedrijven
Rolcultuur
De grotere, bureaucratische bedrijvenVeel ‘mechanistische kenmerken’
Taakcultuur
Organisaties welke veel met projecten werkenVeel ‘organistische kenmerken’
Personen-/individucultuur
Organisaties met veel zelfstandig werkende medewerkers (superspecialisten, professionals)
Weinig delegatie van
TVB
Hoge delegatie van
TVB
Cultuurtypologie Harrison
Lage samenwerking tussenleiding en werkvloer
Hoge samenwerking tussen leiding en werkvloer
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 62
Cultuurtypologie en configuraties Mintzberg
CultuurtypologieHarrison
Configuratievan Mintzberg
Interne kracht
Machtscultuur Simpele structuur Centralisatie
Richting geven
Rolcultuur Machinebureaucratie
Standaardisatie
Efficiëntie
Taakcultuur Adhocratie Samenwerking
Divisiestructuur
Concentratie
Balkanisatie
Persoonscultuur Professioneleorganisatie
Professionaliteit
Macht ligt bij
Strategische top
Technostructuur
Middenkader
Ondersteunendestaf
Werkvloer
Configuraties Mintzberg en cultuurtypen Harrison
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 63
De klaverbladorganisatie
Prof. Dr. B.C.J. Lievegoed gaat uit van 5 functies die elke groep werkzaamheden omvatten waarmee een bepaald resultaat wordt bereikt:
1.relatieverzorging;
2.productie of dienstverlening;
3.middelenbeheer;
4.sturende informatieverwerking;
5.integratie van de vorige functies.
De samenhang van de vijf functiegebieden wordt weergegeven in een vorm die lijkt op een klaverblad.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 64
Model van een klaverbladorganisatie
productieen dienst-verlening
sturendeinformatie-verwerking
relatie-verzorginginternextern
middelen-beheer
integratie
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 65
Organisatie ontwikkelingsmodel Greiner (1)
Het model beschrijft 6 fasen van organisatorische ontwikkeling:1.Creativiteit
Karakteristieken: “start-up” fase. Eindigt met: leiderschapscrisis2.Ontplooiing
Karakteristieken: toenemende groei. Eindigt met: autonomiecrisis3.Delegatie
Karakteristieken: decentrale organisatiestructuur. Eindigt met: beheerscrisis
4.CoördinatieKarakteristieken: het formeren van productgroepen. Eindigt met: bureaucratiecrisis
5.SamenwerkingKarakteristieken: multidisciplinaire teams. Eindigt met: interne groeicrisis
6.Buiten-organisatorische oplossingenKarakteristieken: samenwerkingsvormen, netwerken van organisaties
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 66
Organisatie ontwikkelingsmodel Greiner (2)
1Creativiteit
2Ontplooiing
3Delegatie
4 Coördinatie
5 Samenwerking
Jong VolwassenLeeftijd van de organisatie
O m v a n g
Klein
Groot
Leiderschapscrisis
Autonomiecrisis Beheerscrisis Red tape crisis
Interne groei crisis
Organisatie ontwikkelingsmodel Greiner
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 67
Oorzaken relatiediagram / visgraatdiagram (1)
Geschikt om de relaties tussen oorzaken en gevolg(en) in kaart te brengen.
Oorzaken relatiediagram
In het midden wordt het gevolg (gewenst of ongewenst) geplaatst. Daaromheen worden de oorzaken en hun onderlinge relaties in kaart gebracht.
Visgraatdiagram / Ishikawa diagram
Standaardindeling van oorzaken en gevolg; zie voorbeeld
Door deze technieken ontstaat duidelijkheid en inzicht in een problematiek als geheel en veelal ook in de richting van aanpassing.
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 68
Oorzaken relatiediagram; voorbeeld
Bruto marge
Verkoopresultaat
Klantrendement
Aantal klanten
Actieve klanten
Prospects
Gemiddeldeordergrootte
Saleskosten
Omvang Sales
Inkoop- / Product-kosten
Top klanten Grote klanten Kleine klanten
Marketingbudget
Inactieve klanten
Marketing &Saleskostenper klantgroep
Aantal orders
Overhead-kosten
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 69
Visgraatdiagram; voorbeeld
BagageIncheck
Proces-sen
klant
Routeloopafstand
Vriendelijkheid
Omgaan conflicten
Hygiëne
Kinderopvang
Eten & drinken Vliegtuig(herrie)
Zitcomfort
Resultaat
ontevredenklant
MiddelenMethode
PersoneelManagement
Omgeving
Organisatie
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 70
Model IDEF analyse
ProcesnaamInput Output
Randvoorwaarden
Middelen
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 71
Liquiditeitsbalans
Duurzame activa DA Eigen vermogen EV
Vlottende activa VA Lang vreemd vermogen LVV
Kort vreemd vermogen KVV
Totaal Totaal
Liquiditeitsbalans Debet Credit
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 72
Financiële kengetallen (1)
Liquiditeit:
•Current ratio
•Quick ratio
•Acid test ratio
•Working capital ratio
Solvabiliteit:
•Solvabiliteitsgraad
•Rentedekkingsfactor
Elasticiteit
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 73
Financiële kengetallen (2)
Rentabiliteit:
•Rentabiliteit eigen vermogen
•Rentabiliteit totaal vermogen
Waarde:
•Rentabiliteitswaarde
•Beurswaarde
Investeringsprojecten:
•Terugverdientijd / pay back period
•Return on investment
•Netto contante waarde / net present value
Verandermanagement hoofdstuk 4 Interne analyse 74
Financiële kengetallen (3)
Activiteitskengetallen:
•Omloopsnelheid totale activa
•Omloopsnelheid vaste activa
•Omzetsnelheid voorraad
•Gemiddelde voorraadperiode
•Gemiddelde incassoperiode
•Winstmarge bruto
Aandeelhouders:
•Aandelenrendement
•Pay-out ratio
•Koers/winst verhouding.
•Koers/intrinsieke waarde