Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

159
Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding -

Transcript of Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Page 1: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Tool voor veerkrachttraining voor jongeren

- Handleiding -

Page 2: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

COLOFON BOUNCE young veerkrachttraining, tool voor veerkrachttraining voor jongeren, handleiding. Dit is één van de drie handleidingen van het BOUNCE-pakket, dat bestaat uit tools voor training en bewustmaking ten behoeve van de vroegtijdige preventie van gewelddadige radicalisering van jongeren en hun sociale omgeving. Tools ontwikkeld door:

Arktos vzw Valkerijgang 26 3000 Leuven België www.arktos.be

Onder de STRESAVIORA-projectcoördinatie van:

Unit Radicalisme Algemene Directie Veiligheid en Preventie Waterloolaan 76 1000 Brussel België www.besafe.be

Ontwikkeling en teksten: ARKTOS vzw: Karel Lepla Ontwerp: TRIPLECLICK DESIGN Eerste versie vertaling Nederlands Tweede uitgave: december 2015

Page 3: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2

Dankwoord 4

Voorwoord 5

Inleiding 6

Doelen van BOUNCE young 7

Structuur 8

BOUNCE young training 12 (1) Wie en wat 14 (2) Groepswerk 28 (3) Talenten en sterke punten 41 (4) Sterk staan 54 (5) Sterk blijven 70 (6) Voel je het? 86 (7) Informatie en invloed 100 (8) Denk erover na 116 (9) Verbonden identiteit 132 (10) Toekomstbestendig 144

Page 4: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Bounce young | Dankwoord 4

Dankwoord De voorgestelde trainingstools, met de naam BOUNCE, werden mogelijk gemaakt met de steun van de Europese Commissie, die een intensieve samenwerking van twee jaar tussen Arktos vzw1 en de Belgische Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Veiligheid en Preventie steunde in het kader van het STRESAVIORA-project. Onze bijzondere dank gaat uit naar de partners in het trainingsnetwerk die bijgedragen hebben aan de ontwikkeling van de tools door hun expertise en ervaring te delen:

Thomas More Academy (www.thomasmore.be): hun onderzoek zorgde voor de noodzakelijke handvatten en omkadering voor het ontwikkelen van de tools.

de ondersteunende raden: de Adviesraad, de Raad van Bestuur.

de partners in het trainingsnetwerk voor het delen van hun ervaring en het verschaffen van hun expertise, betrokkenheid en inbreng:

• Oranjehuis vzw (www.oranjehuis.be) • Ligand vzw (www.ligand.be) • Alba vzw (www.alba.be) • Jong en van Zin vzw (www.jongenvanzin.be) • Tumult vzw (www.tumult.be)

Onze bijzondere dank gaat ook uit naar de jongeren, hun ouders en de organisaties die betrokken waren bij de onderzoeksfase en bij de nationale en internationale testfase. Wij danken in het bijzonder RadarAdvies. www.radaradvies.nl. Hun betrokkenheid bij de internationale tests was van cruciaal belang voor de totstandkoming van de tools. Tot slot danken wij de Belgische Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken voor het maken van de presentatiefilm over BOUNCE.

1 Arktos vzw is een begeleidings- en vormingscentrum dat werkt met kinderen en jongeren. Arktos vzw geeft training aan jongeren, ondersteuning aan professionals en signalen aan de maatschappij.

Page 5: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Voorwoord Sinds enkele jaren heerst er een groeiende bezorgdheid in België, de Europese Unie en de hele wereld over gewelddadige radicalisering2, en een toenemende belangstelling voor (vroegtijdige) preventietools om dit probleem aan te pakken. Zowel jongeren als volwassenen kunnen betrokken raken in een proces van gewelddadige radicalisering. In het kader van het project gesteund door de Europese Commissie: Stresaviora - ‘Strengthening Resilience3 Against Violent Radicalisation’ (versterking van de veerkracht tegen gewelddadige radicalisering) hebben we alomvattende tools ontwikkeld die jongeren en hun sociale omgeving de kans geven om hun lot in eigen handen te nemen, in een vroegtijdig stadium4 en in de ruime5 zin. Deze focus op jongeren en hun omgeving en op het versterken van hun veerkracht is positief. Onze ervaring met het werken met jongeren, ouders en hun sociale omgeving, in combinatie met interessante onderzoeksresultaten6, heeft ons aanvoelen bevestigd: verander het perspectief van risico naar kans, van vrees naar openheid en van controle naar empowerment, en vroegtijdige preventie rond dit gevoelige thema wordt meer haalbaar. Wij zijn er trots op onze antwoorden te kunnen aanreiken via BOUNCE, tools voor veerkrachtige jongeren in interactie met een bewuste omgeving. De BOUNCE training en bewustmakingshandleidingen (BOUNCE young, BOUNCE along en BOUNCE

up), bijlagen, geplande BOUNCE-acties en aanvullende informatie zijn beschikbaar op de website van het project: www.bounce-resilience-tools.eu.

2Gewelddadige radicalisering is het proces [van een individu of groep] van de aanname van een extremistisch overtuigingssysteem [geïnspireerd door filosofische, religieuze, politieke of ideologische opvattingen], met inbegrip van de bereidheid om geweld [of ondemocratische middelen] te gebruiken, te ondersteunen of te bevorderen, als een middel om [drastische] maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen. (Euer et al., 2013). In de BOUNCE-tools zijn 'radicalisering' en 'gewelddadige radicalisering' twee verschillende termen. De notie 'gewelddadig' voegt het gebruik, de goedkeuring of de aanmoediging van geweld toe aan de term 'radicalisering'. Vanuit dat perspectief hoeft radicalisering op zich niet per definitie problematisch zijn. 3 Veerkracht: het vermogen om op te veren na tegenspoed. (Euer et al., 2013) 4 Dit 'vroegtijdig stadium' betekent: "vóór de ontwikkeling van de bereidheid om geweld of ondemocratische middelen te gebruiken of te ondersteunen." (Euer et al., 2013) 5 "Ruim" betekent dat het BOUNCE-pakket zich niet op specifieke vormen of uitingen van 'gewelddadige radicalisering' richt, maar een algemene visie biedt op alle mogelijke vormen van gewelddadige radicalisering. 6 In het kader van het Stresaviora-project voerde de Thomas More Academy (BE) een onderzoek uit om input te leveren voor de ontwikkeling van de trainingstools.

Bounce young | Voorwoord 5

Page 6: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Inleiding Wat en voor wie?

Deze BOUNCE young trainingshandleiding is een praktische gids en leidraad voor trainers die werken met jongeren in de pubertijd en de vroege adolescentie. Dat is de leeftijdsgroep van ongeveer 12 tot 18 jaar oud. De trainers die met de BOUNCE young veerkrachttrainingstool werken, zijn leerkrachten, jeugdwerkers, opvoeders, maatschappelijk werkers, mentors, vrijwilligers, … De trainingssessies bieden jongeren de kans om veerkrachtiger te worden. Een grote veerkracht geeft jongeren het bewustzijn en de vaardigheden die kunnen voorkomen dat ze betrokken raken bij een proces van gewelddadige radicalisering. Deze veerkracht wordt in een vroegtijdig stadium versterkt - voordat er zorgen ontstaan of signalen merkbaar zijn van gewelddadige radicalisering. Veerkrachtige jongeren kunnen 'terugveren' en 'opveren' in de uitdagende situaties waarin ze zich kunnen bevinden dankzij het bewustzijn en de vaardigheden die in de trainingssessies worden geoefend.

Inhoud In deze trainingshandleiding stellen we het kader van de doelen van BOUNCE young voor. Daarna worden de structuur van de trainingssessies en de gebruikte oefeningen toegelicht. De kern van de handleiding is het hoofdstuk ‘BOUNCE young training’ met tien trainingssessies waarin telkens één of meer aspecten van veerkracht worden behandeld. Elk van deze trainingssessies begint met een inleiding voor de trainers, een overzicht van de hoofddoelen van het trainingsprogramma en algemene informatie over de oefeningen. Daarna volgt een stapsgewijze handleiding voor de trainers, van het begin tot het einde van elke sessie. Aan het einde van de handleiding is er een lijst met bijlagen. De bijlagen kunnen gedownload worden op de website van het project www.bounce-resilience-tools.eu. Voor een verklarende woordenlijst7 en een bibliografie verwijzen we naar de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding.

Combinatie van trainingstools Wanneer een BOUNCE young veerkrachttrainingsprogramma wordt opgezet voor jongeren moeten ook de ouders, andere ondersteunende figuren en eerstelijnswerkers geïnformeerd worden. Er moeten ook de nodige bewustmakingsacties worden opgestart met behulp van de BOUNCE along tool 8. De trainers en faciliterende organisaties betrekken de jongeren en hun netwerk bij de trainingssessies en de bewustmakingsacties van BOUNCE along. Deze acties kunnen plaatsvinden vóór, tijdens of na de trainingssessies. De visie, aanpak, trainersvaardigheden, voorbereidingen, evaluatiemethodes, …die vereist zijn om met deze veerkrachttrainingstool te werken worden voorgesteld in de BOUNCE up train-de-trainer-tool. Toekomstige trainers worden aangeraden om deel te nemen aan het BOUNCE up train-de-trainer-programma dat de vaardigheden aanleert die nodig zijn om te werken met het trainingsprogramma voor jongeren - BOUNCE young - en om de ouders en eerstelijnswerkers bewust te maken - BOUNCE along. Voor meer informatie over de BOUNCE up train-de-trainer-cursussen, zie de website, www.bounce-resilience-tools.eu.

7 Deze verklarende woordenlijst bevindt zich in de bijlagen van de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding. 8 In de BOUNCE along tool wordt de bewustmaking van ouders en eerstelijnswerkers behandeld via tips en voorbeelden rond vijf thema's.

BOUNCE young | Inleiding 6

Page 7: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Doelen van BOUNCE young In dit onderdeel stellen we de doelen van deze trainingstool voor. We behandelen het algemene doel van de tool, de hoofddoelen voor elke sessie en de doelstellingen van elke oefening.

Algemeen doel van de trainingstool BOUNCE young: "Op een preventieve manier het emotionele, fysieke, sociale en mentale bewustzijn en de veerkracht versterken van jongeren naar een positieve identiteit toe in een constructieve samenhang met hun sociale omgeving."

Hoofddoelen: Elke sessie behandelt één of meerdere hoofddoelen in verband met een centraal thema. Deze hoofddoelen worden vermeld op de eerste pagina van elke training.

VOORBEELD: "Het emotionele bewustzijn van de deelnemers versterken".

Doelstellingen: De hoofddoelen worden realistisch en meetbaar gemaakt via doelstellingen. Elke oefening heeft zijn doelstellingen (zie de BOUNCE young handleiding). De doelstellingen kunnen bewerkstelligd worden door de combinatie van ervaringen en beoordelingen9.

VOORBEELD: 'De deelnemers spreken over talenten en sterke punten.' OPMERKING: De oefeningen en beoordelingen zijn op zich geen garantie voor succes. We willen twee belangrijke en invloedrijke factoren benadrukken bij het behalen van de doelen: de soms onvoorspelbare groepsdynamiek en de persoonlijkheid, de houding, de vaardigheden en de rol van de trainer en de andere facilitators bij het begeleiden van de groep. Belangrijke elementen betreffende de rol van trainers en eerstelijnswerkers worden behandeld in de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE handvatten’: paragraaf ‘BOUNCE rollen’ en ‘De rol van de trainer’.

9 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young uitrusting’, subparagraaf ‘(Actief) beoordelen’.

BOUNCE young | Doelen 7

Page 8: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Structuur Trainingsstructuur

Alle trainingssessies zijn op dezelfde manier opgebouwd. Elke sessie behandelt één thema in verband met veerkracht. Bij het begin van elke sessie in deze handleiding stellen we de inhoud voor in enkele hoofdpunten:

Titel: een naam voor de training, gelinkt aan het thema en de hoofddoelen.

Thema: het centrale thema van de training: een aspect van veerkracht dat in deze sessie behandeld wordt.

VOORBEELD: Het thema van de eerste sessie: 'Wie en wat?' is "Elkaar leren kennen en veerkrachttraining'.

Inleiding: een korte inleiding voor de trainer. Hier wordt het thema van de training verder uitgelegd, samen met een analyse van hoe het werken rond het thema de veerkracht van de deelnemers kan versterken.

Hoofddoelen: de hoofddoelen van de training.

Overzicht: een overzicht van alle betrokken oefeningen.

Elke trainingssessie heeft drie fasen: een start, een middenstuk en een slot.

Start: • Energizer: een energizer is een korte, actieve en speelse oefening om de

deelnemers op te warmen. Deze geeft positieve energie bij het begin van de training. In elke sessie doen we voorstellen over waarvoor de energizer gebruikt kan worden. De trainer kan ook beslissen om een andere energizer te gebruiken. Er is geen beoordeling voor de energizer maar deze kan soms wel gelinkt worden aan het thema van de training.

• Startcirkel: een startcirkel is een kort moment waarop de trainer een toegankelijke vraag stelt, waarop alle deelnemers kunnen reageren. Er gelden enkele regels voor een startcirkel:

o Het gelijkwaardigheidsprincipe: alle deelnemers zijn gelijkwaardig, dat geldt ook voor elke bijdrage aan de startcirkel.

o Alle deelnemers krijgen de kans om het woord te nemen en worden bedankt voor hun bijdrage.

o Wat gezegd wordt, wordt door de andere deelnemers zonder commentaar of vragen aanvaard.

o Er is geen beoordeling voor de startcirkel. • Ervaringen10: De deelnemers kunnen delen wat ze zich herinneren uit de vorige

trainingssessie(s), de persoonlijke ervaringen die ze hadden met veerkracht of wat ze uit de training in het dagelijks leven hebben kunnen toepassen.

• Inleiding voor de deelnemers: De trainer geeft een korte uitleg over het trainingsthema: wat er kan geleerd worden, hoe het de veerkracht kan vergroten. De deelnemers delen wat zij over dit thema denken of weten en wat ze ervan verwachten.

10 Omdat 'Ervaringen' over de inhoud van de vorige training gaat, wordt dit enkel vanaf de tweede training 'Groepswerk' ingelast.

BOUNCE young | Structuur 8

Page 9: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Midden: de oefeningen in het midden vormen de kern van de training. Deze oefeningen houden verband met het thema van de training en de hoofddoelen.

Finisher: in de finisher houden de deelnemers een actieve groepsbespreking om de trainingssessie te eindigen en te beoordelen.

Oefeningenstructuur Elke oefening bestaat uit deze elementen. OPMERKING: Indien een element niet relevant is voor een oefening, wordt dit niet vermeld in dat onderdeel.

Titel: een geschikte naam die verwijst naar de inhoud van de oefening.

Doelstellingen: de doelen die de deelnemers kunnen bereiken via deze oefening.

Materiaal: wat is er nodig voor de oefening? Voor sommige oefeningen moet er op voorhand materiaal gemaakt / voorbereid / gedrukt of verzameld worden. Verschillende oefeningen maken ook gebruik van bijlagen. Deze bijlagen vereisen meestal extra voorbereiding door de trainer (exemplaren afdrukken, uitknippen, enz.). De bijlagen worden vermeld aan het einde van deze handleiding11.

OPMERKING: Niet alle oefeningen vereisen materiaal en voorbereiding.

Voorbereiding: wat de trainer moet doen alvorens met de oefening te beginnen. Bij sommige oefeningen kan de trainer de deelnemers om hulp vragen bij het voorbereiden (bv. de stoelen juist zetten).

Instructies: dit zijn richtlijnen voor de trainer om de deelnemers instructies te geven. De instructies kunnen opgesplitst worden in 'Instructies 1', 'Instructies 2', …, indien de oefening uit verschillende delen bestaat.

Beoordeling12-13: een beoordeling is van vitaal belang voor het creëren van een leerervaring. Bij het beoordelen van de oefeningen staan de deelnemers stil bij hun ervaring. Ze leggen de link tussen de ervaring en hun gedachten, gevoelens, bevindingen en toekomstige acties evenals de doelstellingen van de oefening. Dit vergroot hun bewustzijn van een ervaring en stimuleert reflectie en interactie over het onderwerp. De trainer stelt vragen, combineert dit met actieve beoordelingstechnieken en andere creatieve beoordelingsvormen. De trainer kan selecteren welke beoordelingstechnieken en vragen hij14 zal gebruiken. Wanneer relevant wordt er een onderscheid gemaakt tussen: • Actief beoordelen: de vraag kan actief beantwoord worden.

VOORBEELD: 'Hoe was je concentratie tijdens de oefening?' Deze vraag kan actief beantwoord worden door de deelnemers hun hand hoog of laag te laten opsteken om hun concentratieniveau aan te geven.

• Vragen: vragen die de deelnemers uitnodigen om verbale antwoorden of uitleg te geven. VOORBEELD: 'Kon je je talent of sterke punten gebruiken bij de uitdaging?’

• Uitgebreide beoordeling: De trainer kan kiezen om ook de uitgebreide beoordeling te doen. Dit kunnen alternatieve vormen van beoordeling zijn, een extra boodschap over de werkvorm, een meer cognitieve of theoretische uitleg in verband met een oefening... De keuze hangt af van de groep en de inschatting van de trainer of de uitgebreide beoordeling relevant of begrijpelijk is voor de deelnemers. VOORBEELD: Een oefening is gelinkt aan een filmfragment om een situatie te illustreren in verband met de oefening.

11 Alle bijlagen kunnen gedownload worden op de website van het project www.bounce-resilience-tools.eu. 12 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE uitrusting’, paragraaf ‘BOUNCE young training’, subparagraaf ‘(Actief) beoordelen’. 13 In de finisher van elke training worden de instructies en beoordeling gecombineerd in één element: instructies. 14 Voor een vlotte leesbaarheid gebruiken we in de hele tekst de mannelijke vorm.

BOUNCE young | Structuur 9

Page 10: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

De beoordeling kan opgesplitst worden in 'Beoordeling 1', 'Beoordeling2',…, indien de oefening uit verschillende delen bestaat. In sommige oefeningen is er een 'basisbeoordeling' en een 'uitgebreide beoordeling'. De trainer kan kiezen tussen de basisbeoordeling op zich of kan er de uitgebreide beoordeling aan toevoegen. Dit hangt af van de mening van de groep en de trainer of de uitgebreide beoordeling relevant is of begrepen kan worden door de deelnemers.

OPMERKING: Instructies en beoordeling: De toelichtingen moeten niet letterlijk overgenomen worden door de trainer. De trainers moeten hun eigen woorden en stijl gebruiken om de trainingen authentiek voor te stellen.

Tips voor de trainer: dingen om te onthouden, om voorzichtig mee om te springen, risico's, mogelijkheden, …

Varianten: mogelijke varianten van oefeningen waarmee dezelfde doelen bereikt kunnen worden.

Meer informatie: referenties of links naar andere thema's, andere oefeningen of andere relevante informatiebronnen.

BOUNCE young | Structuur 10

Page 11: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

BOUNCE young | Structuur 11

Page 12: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

BOUNCE young – training -

BOUNCE young | Doelen 12

BOUNCE young

- training -

Page 13: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

BOUNCE young training Inleiding

In dit hoofdstuk worden de tien trainingssessies chronologisch voorgesteld. Voor de eerste sessie van start gaat, werden bepaalde acties al uitgevoerd door de trainer, de co-trainer15 en andere facilitators16 om de jongeren en hun omgeving te informeren en erbij te betrekken. VOORBEELD: De jonge deelnemers hebben voorafgaand aan hun training een BOUNCE young beoordelingsformulier ingevuld17. De deelnemers en hun sociale contacten worden geïnformeerd over en betrokken bij de training18. Met deze voorbereiding en de betrokkenheid van de sociale omgeving weten de deelnemers en hun contacten waarover de training gaat en hoe de sessies opgebouwd zijn.

Elke training duurt 90 tot 120 minuten. De timing die vereist is voor elke training hangt af van verschillende factoren19.

15 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE handvatten’, paragraaf ‘Integraliteit en netwerken', ‘BOUNCE rollen’. 16 Met ‘facilitator’ verwijzen we naar personen die rechtstreeks betrokken zijn bij BOUNCE-initiatieven. Een facilitator kan de trainer zijn, hij kan trainingen mede-organiseren, kan een co-trainer zijn, een waarnemer, iemand die de individuele follow-up van de deelnemers doet of deelnemers doorverwijst naar BOUNCE-initiatieven. 17 De beoordelingsformulieren zijn een bijlage bij de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding. 18 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young opzet’, subparagraaf 'Ouders en eerstelijnswerkers betrekken'. 19 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young opzet’.

BOUNCE young | Training 13

Page 14: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Wie en wat

Page 15: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

(1) Wie en wat Thema Elkaar en de veerkrachttraining leren kennen Inleiding Het is belangrijk om een kennismakingssessie te houden in het begin van het BOUNCE young -programma. Bij een pas gevormde groep zal elkaar leren kennen bijdragen tot een positief groepsproces tijdens alle sessies. Voor groepen waarin de deelnemers elkaar al kennen, kan het versterken van hun band de groepsdynamiek positief beïnvloeden. De extra waarde van deze eerste training is dat de deelnemers niet alleen elkaar maar ook enkele van de thema's van het BOUNCE young-programma beter leren kennen. De oefeningen leren kennen die tijdens de volgende fasen hun veerkracht zullen versterken, houdt in dat hun bewustzijn van en belangstelling voor deze thema's gewekt kunnen worden. Hoofddoelen

Het bewustzijn van de deelnemers van wat veerkrachttraining kan zijn versterken. Werken aan de relaties tussen de deelnemers20.

Overzicht START:

Energizer: Namentikkertje Startcirkel Inleiding voor de deelnemers

MIDDEN:

Vriend en vijand Vragen voor iedereen Een tot tien Talentenkwartet Stop en duw Emoties tekenen Focus op het verhaal Snel denken

FINISHER:

Liefde Haat Delen

20 Dit doel is vooral interessant voor groepen die elkaar nog niet kennen.

BOUNCE young | Wie en wat 15

Page 16: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

START Energizer: Namentikkertje Deelnemer A21 staat in het midden van de kring. Een willekeurige deelnemer B in de kring zegt de naam van een andere deelnemer C. Nu moet A proberen om C te tikken vooraleer C nog een andere naam zegt. Indien C getikt wordt voor hij een andere naam kan zeggen, of als hij de naam van de persoon in het midden zegt, neemt hij de plaats in het midden in. A begint het spel opnieuw door een naam te zeggen. (Zo nodig kunnen we een snelle namenronde doen vooraleer met het spel te starten en/of de deelnemers naamkaartjes geven). Varianten:

Combineer voor- en familienaam of combineer de voornaam met een lievelingskleur, enz. Gebruik allerhande korte en actieve naamspelletjes in plaats van deze energizer.

Startcirkel De deelnemers vormen een kring. De trainer stelt een toegankelijke vraag. De deelnemers reageren elk kort op de vraag. De trainer bedankt de deelnemers voor hun bijdragen.

Inleiding voor de deelnemers Vraag de deelnemers wat ze al weten over het veerkrachttrainingsprogramma22 BOUNCE young. Brainstorm over de aspecten van veerkracht en de link tussen veerkracht en het woord 'BOUNCE', wat betekent veerkracht voor jou? Wat is de betekenis van BOUNCE? Vat deze informatie samen: Het trainingsprogramma telt tien fasen, waarin telkens een ander aspect wordt behandeld. Deze fasen geven de deelnemers de kans om hun veerkracht te vergroten. Veerkracht betekent klaar zijn voor uitdagende situaties, kunnen terugveren na het ervaren van uitdagende situaties en zelfs sterker worden daarna (opveren). Het betekent over het bewustzijn en de vaardigheden beschikken om zich voor te bereiden op en te reageren op uitdagende situaties op een positieve, sterke manier met veel (zelf-)respect. Veerkrachtige mensen kunnen bewust strategieën ontwikkelen en kiezen om allerhande situaties aan te pakken. In de training wisselen we actieve ervaringen met beoordelingsmomenten af. Elke fase is als volgt opgebouwd:

start: energizer, startcirkel, ervaringen delen23, inleiding voor de deelnemers het middenstuk verloopt rond een centraal thema dat verband houdt met veerkracht (hier: elkaar en de veerkrachttraining leren kennen) finisher: de training beoordelen

De eerste fase heeft twee doelen:

de deelnemers een idee geven van wat BOUNCE young is. elkaar beter leren kennen.

In deze fase doen we oefeningen die de thema's van andere sessies inleiden. In elke oefening ervaren we iets en werken we rond de ervaring en de link met het vergroten van onze veerkracht. Ondertussen zullen we elkaar beter leren kennen.

21 In verschillende oefeningen duiden we de deelnemers aan met 'A', ‘B’, 'C', ... 22 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young opzet’, subparagraaf 'Introductie van BOUNCE young '. 23 In de eerste training is er geen onderdeel 'Ervaringen' in de start.

BOUNCE young | Wie en wat 16

Page 17: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

MIDDEN Vriend en vijand Doelstellingen

De deelnemers wisselen actie en reflectie af. De deelnemers ervaren het verband tussen fysieke handelingen en de betekenis van veerkracht. De deelnemers zijn interactief bezig over veerkracht.

Voorbereiding Baken een zone af waar de oefening zal plaatsvinden. Instructies De deelnemers wandelen rond binnen een afgebakende zone, ze kiezen hun eigen weg en gebruiken de volledige beschikbare ruimte. Wanneer de trainer het signaal geeft, moeten ze (terwijl ze blijven rondwandelen):

een willekeurige 'vriend' uit de groep kiezen zonder te tonen wie deze vriend is. Ze moeten deze 'vriend' voortdurend kunnen zien. een willekeurige 'vijand' uit de groep kiezen zonder te tonen wie deze vijand is. proberen zo te gaan staan dat hun vriend altijd tussen hen en hun vijand staat. proberen zo te gaan staan dat ze altijd tussen hun vriend en hun vijand staan.

De deelnemers blijven hun posities voortdurend afwisselen. Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe gemakkelijk / moeilijk is het om je positie te vinden? Hoe gemakkelijk / moeilijk is het om je te blijven aanpassen?

Vragen:

Wie koos je als vriend / vijand? Hoe gemakkelijk pas je je in het dagelijks leven aan veranderingen aan? Wat moet je doen om snel te kunnen aanpassen?

Uitgebreide beoordeling Zich moeten aanpassen aan veranderende situaties hangt samen met veerkracht: een veerkrachtige persoon reageert op een flexibele en creatieve manier op wat rond hem gebeurt. Dat is niet altijd gemakkelijk. Dit is geen storing. Alert zijn en zich bewust zijn van rond ons gebeurt, is een belangrijk onderdeel van veerkrachtig zijn. Varianten

Een perfecte driehoek: kies twee willekeurige mensen uit de groep en ga zo staan dat je altijd een perfecte driehoek vormt met hen. Een wipplank: kies twee willekeurige mensen uit de groep en beeld je in dat jullie drie op een wipplank zitten die in het midden balanceert. Ga zo staan dat de wipplank altijd in evenwicht is. (Ook mogelijk met de hele groep).

BOUNCE young | Wie en wat 17

Page 18: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Vragen voor iedereen Doelstellingen

De deelnemers en de trainers kennen elkaars naam. De deelnemers hebben elkaar beter leren kennen. De deelnemers spreken in de groep.

Instructies De groep krijgt wat tijd om te overleggen en kiest dan samen drie vragen over 'Dingen die je over anderen wil weten wanneer je ze ontmoet'. Deze drie vragen gaan rond in de groep waarbij alle deelnemers hun buur de drie vragen laten stellen. Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe (gemakkelijk / moeilijk) is het om in contact te komen met mensen die je niet kent? Hoe is het om in een groep te spreken? Kent iedereen alle namen? (Test: laat de deelnemers de naam van hun buur zeggen).

Vragen:

Hebben jullie elkaar beter leren kennen door de antwoorden op deze vragen? Weet je hoe het is om als vreemdeling in een nieuwe groep binnen te komen? Hoe ging dat? Hoe leer je anderen kennen? Zijn er vragen die je niet wil beantwoorden? Kun je dat in een groep zeggen?

Tips voor de trainer Probeer de deelnemers creatieve vragen te laten stellen in plaats van de klassiekers. Sommige vragen kunnen moeilijk of bedreigend zijn om te beantwoorden. Wijs er dan ook op dat de deelnemers mogen weigeren om een vraag te beantwoorden door gewoon te zeggen dat ze niet willen antwoorden. Varianten De deelnemers werken in paren, daarna in groep en maken een 'top drie'. Dat betekent dat niemand wordt uitgesloten. De trainer en co-trainer kunnen ook drie vragen kiezen voor de deelnemers.

BOUNCE young | Wie en wat 18

Page 19: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Een tot tien Doelstellingen

De deelnemers werken samen. De deelnemers ervaren succes in een groep. De deelnemers krijgen zicht op het thema 'Groepswerk'.

Instructies Vorm een kring. Als groep tellen we tot tien zonder eerst af te spreken hoe we dat gaan doen. Een willekeurige persoon begint met 'een', daarna volgt iemand anders met 'twee'. Wanneer twee mensen tegelijkertijd praten, moeten we opnieuw beginnen. Probeer zo dicht mogelijk bij de tien te komen. Beoordeling Actieve beoordeling:

Zijn we erin geslaagd? Zijn we er deels in geslaagd? Was de hele groep betrokken?

Vragen:

Waren er deelnemers die niet spraken? Wat was belangrijk om te slagen? Wat is belangrijk voor hen?

Uitgebreide beoordeling Veerkracht kunnen we ook zien in deze groepstaken. Spreken of ervoor kiezen niet te spreken, wachten of er net voor gaan - dit kunnen veerkrachtige keuzes zijn, afhankelijk van het moment, de situatie, je gevoelens, ... Tijdens de training 'Groepswerk' zullen we je uitdagen om samen te werken, te ontdekken hoe je dat doet en proberen om je samenwerken te verbeteren. Dat kan nuttig zijn voor je eigen veerkracht en voor het trainingsproces. Tips voor de trainer Benadruk dat ook stillere mensen een rol hebben in de groep, niet alleen de extraverte figuren. Varianten

Doe dit al rondwandelend. Doe dit terwijl je naar de buitenkant van de kring kijkt, zodat de deelnemers niet via non-verbale communicatie afspraken kunnen maken. Tel tot 20, 30, ... Bij een nieuwe beurt mogen mensen niet hetzelfde cijfer zeggen als eerst. Doe hetzelfde met de ogen dicht. Gebruik het alfabet in plaats van de cijfers één tot tien. Tel in een vreemde taal.

BOUNCE young | Wie en wat 19

Page 20: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Talentenkwartet Doelstellingen

De deelnemers staan stil bij hun eigen talenten en sterke punten. 'De deelnemers treden in interactie over talenten en sterke punten.' De deelnemers krijgen zicht op het thema 'Ik ben getalenteerd'.

Materialen Bijlage 1: Kaarten met talenten en sterke punten Voorbereiding Spreid de talentenkaarten uit Instructies Vorm een kring. Alle deelnemers nemen vijf willekeurige talentenkaarten. Wanneer de trainer een teken geeft, geven ze tegelijkertijd de talentenkaart die het minst bij hen past door aan de persoon links van hen. Zo worden de kaarten verschillende keren rondgedeeld. De meest geschikte wordt gehouden en de minst geschikte wordt doorgegeven. Nadat de kaarten verschillende keren rond zijn geweest, mogen alle deelnemers één kaart wegleggen van de vijf die het minst bij hen passen en de vier kaarten die min of meer bij hen passen behouden. Dit is het talentenkwartet. Beoordeling Actieve beoordeling:

Elke deelnemer kan zijn talentenkwartet tonen en iets erover zeggen. Geeft je talentenkwartet een goed beeld van je talenten, sterke punten en eigenschappen?

Vragen:

Kies een talentenkaart die bij je past om aan de groep te tonen. Kun je een voorbeeld geven van hoe je dat talent gebruikt?

Uitgebreide beoordeling In de training 'Ik ben getalenteerd' zullen we onder andere verder praten over en werken rond onze talenten, sterke punten en eigenschappen. Je talenten ontdekken, kennen, gebruiken, enzovoort kan je veerkracht versterken. In alles wat je doet, moet je proberen je eigen sterke punten en talenten te ontdekken, maar ook die van de andere groepsleden. Varianten De deelnemers kiezen één talentenkaart waar ze graag over willen praten omdat die bij hen past, en geven er één aan iemand anders in de groep en leggen uit waarom.

BOUNCE young | Wie en wat 20

Page 21: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Stop en duw Doelstellingen

Deelnemers ervaren hoe het is om sterk te staan. Deelnemers ervaren fysieke veerkracht. De deelnemers zijn zich bewust van het verband tussen fysieke, emotionele, sociale en mentale veerkracht. De deelnemers voelen het verschil tussen een harde en soepele fysieke houding. De deelnemers maken kennis met de thema's "Sterk staan" en "Sterk blijven".

Voorbereiding Baken een zone af waar de oefening zal plaatsvinden. Instructies De deelnemers wandelen rond binnen een afgebakende zone, ze kiezen hun eigen weg en gebruiken de volledige beschikbare ruimte. Wanneer de trainer in zijn handen klapt, "bevriezen" de deelnemers. Ze wandelen opnieuw rond en wanneer de trainer in zijn handen klapt, bevriezen de deelnemers opnieuw maar ze proberen daarbij een sterke positie in te nemen waarbij ze hun evenwicht niet zullen verliezen als iemand tegen hun schouder duwt. Test de sterke posities door voorzichtig met de hand tegen hun linker of rechter schouder te duwen en de kracht langzaam op te bouwen. Na een derde keer "bevriezen" testen de deelnemers elkaar door tegen de schouders te duwen. Beoordeling Actieve beoordeling:

Bij het sterk staan: wat is hetzelfde, wat is anders als je kijkt naar jouw houding en die van anderen? Pas je positie aan naar het voorbeeld van de anderen. Wat maakt ons sterk staan: welke trucjes kunnen we gebruiken? De deelnemers sommen op wat ze kunnen doen om hun sterke positie te verbeteren.

Enkele tips:

Voeten evenwijdig, even breed als de schouders, naast elkaar met ruimte tussen de benen. De beenspieren zijn niet gespannen maar ontspannen, klaar om spanning op te bouwen wanneer nodig. De knieën zijn los, niet gestrekt, flexibel. De rug is recht. De buikspieren zijn licht gespannen. Probeer rustig te ademen, zonder stress. Kijk voor je, niet boven of onder de anderen.

Vragen:

Is het ok als we je testen door tegen je schouder te duwen? Heb je je kracht gebruikt? Is kracht louter fysiek? Heeft 'sterk staan' nog andere betekenissen?

Uitgebreide beoordeling In de training 'Sterk staan' en 'Sterk blijven' zullen we verder sterk leren staan, onze sterkte leren gebruiken en leren omgaan met allerhande uitdagende situaties. Als je zo staat, voel je je dan ook sterk? Zie je er sterk uit? Tips voor de trainer Geef positieve feedback aan de deelnemers over hoe sterk ze staan als je tegen hun schouders duwt. Varianten De deelnemers testen per twee door tegen elkaars schouder te duwen, één keer per zijde. Laat hen ook positieve feedback geven over wat de andere deelnemer sterk maakt.

BOUNCE young | Wie en wat 21

Page 22: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

BOUNCE young | Wie en wat 22

Emoties tekenen Doelstellingen

De deelnemers kunnen emoties herkennen. De deelnemers zijn interactief bezig over gevoelens. De deelnemers zijn zich bewust van het verband tussen emoties en lichaamstaal. De deelnemers krijgen meer controle over de uitdrukking van hun emoties. De deelnemers krijgen zicht op het thema 'Voel je het'.

Materialen

Bijlage 2: Kaarten met emoticons Pen en papier

Instructies Elke deelnemer kiest een kaart met emoties uit de stapel. Hij toont de kaart niet aan anderen en zegt niet welke emotie hij gekozen heeft. Iedereen neemt een vel papier en een pen en maakt een eenvoudige tekening van een volledige persoon (niet alleen het gezicht) die deze emotie ervaart. De groep raadt welke emoties getekend werden door naar de tekeningen te kijken. Beoordeling Actieve beoordeling

Had je het juist of fout geraden? Wie heeft veel juist geraden, wie raadde veel verkeerd? Wie had soms meer dan één keer raden nodig? Geef aan op de tekeningen en het lichaam waar we de uitgedrukte emoties kunnen herkennen.

Vragen:

Hoe kunnen we emoties herkennen? Zijn we altijd juist wanneer we de emoties raden van mensen? Hoe kunnen we nagaan of we juist zijn? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we weten welke emotie iemand doormaakt? In welke situaties is het interessant te weten wat we uitdrukken?

Uitgebreide beoordeling Kun je de emoties van anderen in het dagelijks leven herkennen? Hoe reageer je wanneer anderen hun emoties tonen? Een van de kaarten zei "geen gevoel". Werd dit geraden? Vaak doen mensen dingen zonder dat ze zich bewust zijn van hun uitdrukking of bedoeling. Het is mogelijk dat anderen allerlei emoties toekennen aan een neutrale expressie. Het is interessant om erbij stil te staan dat we altijd een boodschap uitsturen, ook al willen we dat niet of beseffen we het niet. In de training 'Voel je het’ blijven we werken rond emoties, met de emoties van anderen en met lichaamstaal en ervaren we enkele emoties en reacties. Als we ons bewust zijn van onze emoties en hoe we ermee omgaan, dan versterken we onze veerkracht. Tips voor de trainer Benadruk dat de artistieke kwaliteit van de tekeningen niet belangrijk is. Varianten

Ga per twee staan zodat de deelnemers elkaar kunnen helpen bij het maken van de tekening. 'Emotietheater' (een meer fysieke expressieve variatie): vorm een halve cirkel en laat de deelnemers om beurten een kaart met een emotie kiezen. Hij moet deze emotie uitdrukken met zijn gelaatsuitdrukking en lichaamstaal. De groep raadt welke emotie wordt uitgedrukt. De persoon die het juist raadt, komt daarna aan de beurt. Indien dezelfde deelnemer het voor de tweede keer raadt, kan hij zijn beurt doorgeven aan iemand anders.

Page 23: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

BOUNCE young | Wie en wat 23

Page 24: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Focus op het verhaal Doelstellingen

De deelnemers oefenen in focussen. De deelnemers zijn zich bewust van hoe ze informatie verwerken. De deelnemers zijn zich bewust van hoe ze informatie kunnen missen. De deelnemers krijgen zicht op het thema 'informatie en invloed'.

Materialen Bijlage 3: Focus op het verhaal. Een per groep van drie. Instructies Vorm groepen van drie deelnemers. Een deelnemer staat in het midden, de twee anderen staan dicht voor hem en ieder krijgt één van de verhalen. Beiden beginnen tegelijkertijd hun verhalen hardop voor te lezen. De persoon in het midden luistert aandachtig en probeert de twee verhalen te onthouden. Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe gemakkelijk / moeilijk is het om naar twee verhalen tegelijkertijd te luisteren? Hoe is het om een verhaal voor te lezen terwijl iemand anders naast je ook aan het praten is?

Vragen Hebben de luisteraars beide verhalen gehoord? Wat kun je ons over deze verhalen vertellen? Kon je luisteren? Heb je alle informatie meegekregen? Heb je vreemde zinnen gehoord? Kon je naar de twee verhalen luisteren? Hebben de lezers ook het andere verhaal gehoord? Kun je dit soort situatie in het dagelijks leven herkennen? Welke zijn veerkrachtige reacties in dit soort situatie?

Uitgebreide beoordeling In de training 'Informatie en invloed' kijken we verder naar hoe informatie ons bereikt, hoe we goede informatie kunnen geven, hoe we soms informatie missen, informatie veranderen, ... We ervaren hoe informatie en mensen ons kunnen beïnvloeden en hoe we onze veerkracht versterken wanneer we met informatie en invloed omgaan. Varianten 'Vertellen en luisteren': De deelnemers vormen een kring, dicht bij elkaar. De trainer geeft een gebeurtenis aan (bijvoorbeeld, je vorige verjaardag). Alle deelnemers beginnen samen te praten, iedereen kijkt naar de deelnemer links van hem. Tegelijkertijd moet hij proberen te horen en te luisteren naar wat de deelnemer rechts van hem zegt. Nu probeert hij te zeggen wat hij opgevangen heeft.

BOUNCE young | Wie en wat 24

Page 25: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Snel denken Doelstellingen

De deelnemers ervaren snelle woordassociaties. De deelnemers krijgen zicht op het thema 'Denk erover na'.

Instructies Vorm een kring. Deelnemer A zegt een willekeurig woord aan buurman B links. B zegt het eerste woord dat in hem opkomt wanneer hij dat woord hoort. C gaat verder en zo voort. Het tempo wordt elke ronde sneller. Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe is het om zo'n snelle associaties te maken? Vragen:

Neem je meestal de tijd om na te denken voordat je iets zegt? Zijn er situaties waarin het goed is om snel te reageren op wat iemand zegt? Zijn er situaties waarin het niet goed is om snel te reageren? Waarom maak je deze associaties? Zeggen je associaties iets over jezelf? Zeggen deze associaties iets over hoe je denkt?

Uitgebreide beoordeling We kunnen deze handelingen en reacties in verband brengen met allerhande situaties. Wordt jouw reactie veroorzaakt door de actie van iemand anders of door hoe je denkt? In de training 'Denk erover na' werken we verder rond dit thema. We krijgen meer inzicht in hoe we denken en zoeken naar succesvolle denkwijzen. Varianten

Na enkele rondes, wanneer een woord herhaald wordt of als het te lang duurt, gaat de deelnemer zitten en moet hij zijn beurt overslaan. Vorm twee rijen met evenveel deelnemers waarbij de eerste twee deelnemers naar elkaar kijken en de anderen achter hen staan. A zegt een woord en gaat achteraan de rij aansluiten, B zegt het eerste woord dat in hem opkomt en gaat achteraan zijn rij aansluiten en zo voort. Wanneer een deelnemer te laat is, aarzelt of een woord herhaalt dat al gezegd werd, moet hij achteraan de andere rij gaan aansluiten. Het spel kan worden gespeeld tot alle deelnemers op een rij staan.

BOUNCE young | Wie en wat 25

Page 26: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

FINISHER Vind ik leuk Vind ik niet leuk Delen Doelstellingen

De deelnemers beoordelen de training De deelnemers treden in interactie over hun ervaringen in de training. De deelnemers staan stil bij hoe ze elementen uit de training in hun dagelijks leven kunnen gebruiken.

Materialen

Overzicht van de oefeningen gebruikt bij deze training Bijlage 4: Evaluatiesymbolen

Instructies Benoem de hoofddoelen van de training om duidelijk te maken wat er geëvalueerd moet worden:

- Het bewustzijn van de deelnemers van wat veerkrachttraining kan zijn versterken. - Werken aan de relaties tussen deelnemers.

Actieve beoordeling

In hoeverre kennen jullie elkaar ( de deelnemers en de trainer) nu beter? In welke mate heb je een zicht op de inhoud en de betekenis van de veerkrachttraining? Kijk eens naar het overzicht van de oefeningen die in deze training werden gebruikt. De deelnemers sommen kort op waarover elke oefening ging. Elke deelnemer krijgt drie symbolen: een opwaartse duim, een neerwaartse duim en het symbool voor delen. Ze kunnen kiezen waar ze in het overzicht van de training deze symbolen plaatsen: • Opwaartse duim: tonen welke oefening ze het leukst vonden. • Neerwaartse duim: tonen welke oefening ze het minst leuk vonden. • Symbool delen: tonen welke ervaring hen zal bijblijven: wat ze kunnen gebruiken en

delen in hun persoonlijke omgeving. De deelnemers kunnen een korte uitleg geven bij het plaatsen van de symbolen, zonder verplichting. De trainer vraagt wat de deelnemers van de volgende trainingssessie verwachten. Wat moet hetzelfde zijn? Wat moet anders?

Uitgebreide beoordeling Sta indien nodig stil bij de regels en afspraken die gemaakt werden bij het begin van de training. Tips voor de trainer De trainer kan erop wijzen dat de oefeningen gelinkt waren aan een selectie van thema's van de trainingssessies om een indruk te geven van het hele programma. De laatste twee thema's: 'Verbonden identiteit' en 'Toekomstbestendig' komen hier niet aan bod. Het gebruik van de andere oefeningen moet voldoende zijn om een beeld te geven van het hele BOUNCE young programma.

BOUNCE young | Wie en wat 26

Page 27: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

BOUNCE young | Wie en wat 27

Page 28: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Groepswerk

Page 29: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

(2) Groepswerk24 Inleiding Nu de jongeren in de groep elkaar beter kennen, is het belangrijk te werken aan de veerkracht van de groep op zich. Deze groepsveerkracht wordt versterkt via actief groepswerk, door de groepsleden uit te dagen om samen te werken en door hun interactie in vraag te stellen. Om de doelstellingen van de training 'Groepswerk' te behalen, proberen de oefeningen succeservaringen te creëren en tegelijkertijd de groep voldoende uit te dagen om de leden ertoe aan te zetten hun grenzen en die van anderen iets te verleggen. Een betere veerkracht van de groep zal een invloed hebben op de individuele veerkracht van de jongeren en op de verdere trainingssessies. Thema Samenwerken in groep. Hoofddoelen

Een positieve groepssfeer opbouwen. De samenwerking in de groep versterken. Het bewustzijn van de deelnemers van hun invloed op de groepsdynamiek versterken.

Overzicht START:

Energizer: Start - Stop Startcirkel Ervaringen Inleiding voor de deelnemers

MIDDEN:

Knipoogje Begroetingen Line-up Optrekken Samenhorigheid De elektrische muur De knoop ontwarren

FINISHER:

Knoop in het touw

24 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young uitrusting’, subparagraaf 'Het groepsproces'.

BOUNCE young | Groepswerk 29

Page 30: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

START Energizer: Start - Stop De deelnemers wandelen rond binnen een afgebakende zone, ze kiezen hun eigen weg en gebruiken de volledige beschikbare ruimte. Elke deelnemer mag steeds beslissen om te stoppen. Op dat moment moeten alle anderen hem volgen en ook stoppen. Dezelfde deelnemer, of een andere, kan op elk moment opnieuw beginnen rondwandelen. Varianten: sneller wandelen, langzamer wandelen, achterwaarts, neerzitten, een bepaalde beweging maken tijdens het wandelen (met de armen zwaaien, …) en zo voort. Beoordeling: Het is vaak niet duidelijk wie gestopt is of de manier van wandelen veranderde en de hele groep kan soms erg snel reageren op veranderingen.

Startcirkel De deelnemers vormen een kring. De trainer stelt een toegankelijke vraag. Elke deelnemer geeft een korte reactie op de vraag. De trainer bedankt de deelnemers voor hun bijdragen.

Ervaringen Vraag de deelnemers wat ze denken over de vorige trainingssessies en laat hen delen wat ze onthouden hebben, welke persoonlijke ervaringen ze ondertussen hadden die verband houden met het trainingsthema of wat ze in alledaagse thema's uit eerdere trainingen hebben gebruikt. Dit kan alleen gedaan worden wanneer de trainingssessies georganiseerd worden als onderdeel van een uitgebreid programma25, wanneer de sessies over meerdere weken verspreid zijn.

Inleiding voor de deelnemers De deelnemers delen wat zij over dit thema denken of weten en wat ze ervan verwachten. Zie de eerste training "Wie en wat?" en de oefening 'Een tot tien'. In deze sessie verdiepen we onze ervaring met groepswerk om te zien hoe we samenwerken, hoe we in interactie treden, hoe we werken naar een gemeenschappelijk resultaat toe en wat er productief is als we samen doelen willen bereiken. Leren in groep kan onze veerkracht versterken omdat je de ervaringen van de groep in allerhande situaties kan gebruiken. Als we weten hoe wij en anderen ons in deze groep gedragen, kunnen we dat onthouden tijdens alle andere sessies.

25 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young opzet’, subparagraaf ‘Planning van de sessies’.

BOUNCE young | Groepswerk 30

Page 31: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

MIDDEN Knipoogje Doelstellingen De deelnemers ervaren samen- en tegenwerken. Materiaal Stoelen Voorbereiding Je hebt een oneven aantal deelnemers voor deze oefening nodig. De trainer of co-trainer kan er daarom voor kiezen om al dan niet deel te nemen. Instructies Zet de stoelen in een kring. Verdeel de deelnemers in twee groepen. Eén groep moet één persoon meer hebben dan de andere. De kleinere groep zit op de stoelen, er moet één stoel leeg blijven. De deelnemers in de tweede groep staan achter elk van de stoelen (ook achter de lege stoel). De persoon achter de lege stoel probeert iemand van de mensen op de stoelen te 'roepen' door te knipogen. De geroepen persoon moet proberen naar de lege stoel te gaan zonder geraakt (of tegengehouden) te worden door de persoon achter hem. Als hij geraakt (of tegengehouden) wordt, moet hij terugkeren naar zijn stoel en moet de roeper iemand anders proberen te roepen. Als hij weggeraakt zonder aangeraakt (of tegengehouden) te worden, dan wordt de persoon achter de stoel die nu leeg is de volgende roeper. Beoordeling Actieve beoordeling:

Vond je dit een leuke oefening? Waarom, of waarom niet? Vragen:

Hebben de deelnemers samengewerkt? Hoe? Hebben de deelnemers elkaar tegengewerkt? Hoe? Hoe voelt het wanneer iemand probeert je tegen te houden als je iets wil doen?

Tips voor de trainer De deelnemers moeten deze oefening snel uitvoeren. Varianten Doe deze oefening zonder stoelen en laat de deelnemers achter elkaar staan. Wanneer een deelnemer vooraan een knipoog krijgt en probeert zijn plaats te verlaten, probeert de andere hem tegen te houden. In deze variant zijn trekken, tegenhouden, … toegestaan. Indien de deelnemer de persoon die knipoogde kan aanraken, mag hij daar blijven. De deelnemer die probeerde hem tegen te houden keert terug naar zijn plaats.

BOUNCE young | Groepswerk 31

Page 32: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Begroetingen Doelstellingen

De deelnemers treden in interactie met de andere groepsleden. De deelnemers ervaren het effect van verschillende begroetingen en interacties met elkaar. De deelnemers staan stil bij hun interacties met anderen.

Voorbereiding Baken een zone af waar de oefening zal plaatsvinden. Instructies De deelnemers wandelen rond binnen een afgebakende zone, ze kiezen hun eigen weg en gebruiken de volledige beschikbare ruimte. Eerst is er geen contact: probeer elkaar niet aan te kijken. Daarna worden bepaalde instructies gegeven wanneer je iemand passeert, afgewisseld met rondwandelen zonder oogcontact.

Maak kort oogcontact: één seconde, en wandel dan verder. Stop en maak oogcontact en glimlach even, wandel dan verder. Stop en maak langdurig oogcontact en lach: drie seconden en wandel dan verder. Stop, maak oogcontact, zeg 'Hallo' en ga verder. Stop, maak oogcontact, zeg 'Hallo', geef vriendelijk een hand en ga verder. Stop, maak oogcontact, zeg 'Hallo', geef elkaar een stevige hand en ga verder.

Beoordeling Actieve beoordeling: (bijvoorbeeld: de situatie naspelen)

Welke begroetingen vond je comfortabel / ongemakkelijk en waarom? Welke andere begroetingen ken je? Welke andere begroetingen gebruik je?

Vragen:

Welke begroeting is comfortabel in deze groep? Zijn er ongeschreven regels over interacties en begroetingen binnen deze groep? Welke begroetingen gebruik je in het dagelijks leven? Wanneer? Begroet je vreemdelingen? Wie begroet je hoe? Wat is het verschil tussen de verschillende begroetingen? Welk effect hebben de verschillende begroetingen op je? Denk je na over hoe je mensen zal begroeten / begroet je mensen spontaan?

Uitgebreide beoordeling Leg het verband tussen begroetingen uit verschillende culturen. Zijn er culturele verschillen in hoe mensen elkaar begroeten? In welke situaties herken je de begroetingen die wij gebruikten? Zijn er culturen waar er meer intieme / meer afstandelijke manieren van begroeten bestaan? Hangt het alleen af van de culturele achtergrond? Probeer niet in stereotypes te vervallen. Bv. "Alle Fransen mensen geven twee zoenen op de wangen". Probeer de term ‘cultuur’ ruimer te gebruiken dan etnische herkomst - 'cultuur' kan ook verwijzen naar bijvoorbeeld de surfcultuur. Tips voor de trainer Sommige begroetingen kunnen weerstand opwekken, zover zelfs dat deelnemers hun deelname kunnen stoppen. Dat is geen probleem, dat is gewoon één van de effecten die de begroetingen kunnen hebben op jongeren: ze tonen hun grenzen. Varianten Indien de groep niet bang is van contact en de sfeer goed is, kun je meer ‘intieme’ varianten gebruiken.

Omhels elkaar kort, vluchtig. Geef elkaar een stevige knuffel. Geef twee kussen op de wangen. Geef drie kussen op de wangen. Doe neuze-neuze.

BOUNCE young | Groepswerk 32

Page 33: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

De deelnemers kunnen hun eigen begroeting uitvinden en deze tijdens de training gebruiken. Meer informatie Meer begroetingen gelinkt aan landen en culturen: OPMERKING: Vermijd stereotypes te bevestigen of een nauwe visie te hanteren op culturen en gewoontes door begroetingen te linken aan nationaliteiten.

Australiër: houd één arm omhoog en zeg "hey". Tsjech: geef elkaar de rechterhand en vraag: “Jak se vede?” Texas: geef elkaar de rechterhand en leg de andere hand op de schouder van de andere persoon en zeg: “Howdy partner”. Russisch: twee knuffels, de zogenaamde "dubbele Khrushchev”, en zeg “Zdravstvujte”. Italiaan: een knuffel met een vluchtige kus aan beide zijden, en zeg "Ciao" Frans: zoals familieleden, drie kussen in de lucht - rechts, links en opnieuw rechts, en zeg: “Salut”. Chinees: doe je palmen bij elkaar, til je handen ter hoogte van je borstkas en buig diep. Japans: een lange buiging. Indiaan: leg je duim, wijsvinger en middenvinger op je hart en buig licht voorover. Eskimo: laat de neuzen elkaar raken, van rechts naar links.

Meer begroetingen uit sporten:

Paardrijders tikken tegen hun hoed. Volleybalspelers: spelers klappen in de handen en springen hoog. Voetbalspelers: wat je je herinnert van een mooie goal. Judo: op je knieën, zit op je hielen, leg je handen op de grond voor je en buig zodat je de grond met je voorhoofd raakt.

Historische begroetingen:

Een meisje knikt en een jongen buigt. Een heer neemt zijn hoed af en buigt, een dame gaat lichtjes door de knieën.

BOUNCE young | Groepswerk 33

Page 34: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Line-up Doelstellingen

De deelnemers leren elkaar beter kennen. De deelnemers werken samen met de hele groep. De deelnemers maken fysiek contact tijdens het samenwerken. De deelnemers staan stil bij hun interacties met anderen. De deelnemers ervaren succes in een groep.

Materialen Stoelen Voorbereiding Zet stoelen op een rij. Instructies De deelnemers gaan willekeurig op de stoelen staan. Ze moeten samenwerken om op verschillende manieren te staan, zonder te praten.

Van de kleinste naar de grootste. Van de oudste naar de jongste. In alfabetische volgorde op naam.

Daarna kijken de deelnemers telkens of ze in de juiste volgorde staan. Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe goed heeft de groep samengewerkt? Hoe goed heb jij samengewerkt? Hoe goed kon de groep de oefening uitvoeren? Hoe ervoer je de beperkingen van de oefening (niet praten, weinig ruimte, enzovoort). Hoe ervoer je het fysieke contact met anderen?

Vragen:

Heb je de andere deelnemers beter leren kennen? Hoe ben je met de anderen in interactie getreden? Waren er verschillen in hoe de deelnemers met elkaar in interactie zijn getreden? Hoe werden de moeilijkheden opgelost? Welke waren de succesvolle strategieën? Wat kun je gebruiken tijdens een oefening in de toekomst wanneer je moet samenwerken zonder te praten.

Tips voor de trainer De manier waarop de deelnemers al dan niet aarzelen om lichaamscontact te maken met elkaar kan een goede indicatie zijn voor toekomstige oefeningen waarbij de deelnemers op een fysieke manier moeten samenwerken. Houd rekening met de grenzen die de deelnemers tijdens deze oefening kunnen vertonen. Varianten

Om het moeilijker te maken, zet je minder stoelen dan er deelnemers zijn zodat er nog minder beweegruimte is en nog meer fysieke interactie vereist is. De deelnemers doen dit met hun ogen dicht of met een blinddoek op. Stel een tijdslimiet in voor deze taak. Bandenspel: Alle deelnemers zitten op een stoel in een kring. Een iemand zegt iets dat hij leuk vindt of waarin hij geïnteresseerd is. Wanneer een ander dat ook leuk vindt, gaat hij op de schoot van die eerste persoon zitten. Daar kunnen verschillende mensen gaan zitten. Alle deelnemers mogen iets zeggen dat ze leuk vinden. De trainer kan ervoor kiezen om alle deelnemers telkens terug te laten keren naar hun stoelen of om ze te laten blijven bewegen. In dat geval zullen de mensen die op de schoot van de deelnemer zitten, moeten doorlopen wanneer hij beweegt. In de beoordeling kan de trainer de banden tonen die deze oefening blootlegt. De beoordeling kan ook aan deze variant aangepast worden. Variant op het bandenspel (met minder fysieke interactie): Een deelnemer staat in het midden van een kring, de andere deelnemers zitten op stoelen. De deelnemer zegt: "Ik doe

BOUNCE young | Groepswerk 34

Page 35: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

graag ... ", "Ik ben goed in ..." of geeft een ander persoonlijk detail (bijvoorbeeld: 'Ik ben 15 jaar oud'). Iedereen die dat gemeenschappelijk heeft, staat op, gaat naar een andere stoel (niet naast hen) en probeert een nieuw plekje te vinden. Een iemand heeft geen plaats en moet nu in het midden gaan staan.

BOUNCE young | Groepswerk 35

Page 36: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Optrekken Doelstellingen

De deelnemers werken samen met de hele groep. De deelnemers ervaren succes in een groep. De deelnemers maken fysiek contact tijdens het samenwerken. De deelnemers staan stil bij hun interacties met anderen. De deelnemers denken na over hun rollen en posities in een groep.

Instructies De deelnemers zitten in een kring op de vloer, dicht bij elkaar, zodat ze de handen van de anderen voor hen net kunnen raken. De voeten rusten vlak op de grond. Alle deelnemers sluiten hun ogen en mogen niet spreken. Ze reiken naar voren met hun handen en nemen de handen van de mensen voor hen vast. Ze openen hun ogen en laten hun bovenlichaam naar achteren leunen en trekken daarna elkaar langzaam op aan de armen. Ze gaan langzaam rechtstaan en blijven achterover leunen tot iedereen rechtstaat. Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe goed ging dit? Hoe goed heeft de groep samengewerkt? Hoe succesvol was de groep?

Vragen:

Hoe is het om niet te kunnen praten? Heeft dat een invloed op het samenwerken? Wat ging er goed / slecht en waarom?

Uitgebreide beoordeling In deze oefening hebben alle deelnemers dezelfde taak en dezelfde rol en moeten ze bijna precies hetzelfde doen om een resultaat te bereiken. Herken je dat in andere situaties? Hoe kun je die situatie ervaren waarbij alle deelnemers hetzelfde doen om een gemeenschappelijk doel te bereiken? Tips voor de trainer Deze oefening is een voorbeeld van een situatie waarin de deelnemers normaal geen andere rollen op zich nemen. Het beste resultaat wordt normaal gezien verkregen wanneer iedereen op dezelfde manier handelt. In de volgende oefening zal dat anders zijn. De deelnemers kunnen niet in alle groepstaken dezelfde rol en dezelfde taken krijgen. Het verschil ertussen kan benadrukt worden. Varianten Deze oefening kan uitgevoerd worden met een obstakel, zoals een tafel, een paal, een bank om het moeilijker te maken.

BOUNCE young | Groepswerk 36

Page 37: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Samenhorigheid Doelstellingen

De deelnemers werken samen (in kleine groepen). De deelnemers ervaren succes (in kleine groepen). De deelnemers staan stil bij hun interacties met anderen.

Materialen

Rietjes (of potloden / stokjes) Obstakels (stoelen, kegels, een touw, een tafel, enz.)

Voorbereiding Baken een omheining af met enkele obstakels of ga buiten naar een looppiste. Instructies Vorm groepjes van twee. Elk paar neemt een rietje en de partners blijven met elkaar in contact door met enkel het topje van de wijsvinger het rietje vast te houden. Zodra een paar bij het eerste obstakel begint, mogen ze niet praten tot alle obstakels voorbij zijn. Indien het rietje valt, keert het paar terug naar het vorige obstakel alvorens verder te gaan. Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe goed heb jij samengewerkt als paar? Hoe goed konden de groepen de oefening uitvoeren? Konden jullie elkaar 'aanvoelen'? Hoeveel was je op jezelf gericht en hoeveel op de ander? Was jij de leider, heb je gevolgd, waren jullie gelijkwaardig, veranderde dit?

Vragen:

Wat ging goed? Hoe treed je in het dagelijks leven met anderen in interactie tijdens het samenwerken? Zijn er situaties waarin je elkaar moet 'aanvoelen'? Is dat anders dan in deze oefening? Wat is anders of hetzelfde? Heb je je ervaring van de vorige oefening (line-up) gebruikt voor deze? Hoe zou je deze oefening een volgende keer anders aanpakken?

Varianten

Deze oefening kan ook uitgevoerd / herhaald worden met groepen van drie, vier of meer deelnemers verbonden met rietjes of de hele groep. Pas in dat geval de beoordeling aan: Wat is het verschil als je dit met meer dan twee moet doen? Gebruik spaghettistokjes: die zijn erg breekbaar, de druk is dan een extra aandachtspunt.

BOUNCE young | Groepswerk 37

Page 38: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

De elektrische muur Doelstellingen

De deelnemers werken samen met de hele groep. De deelnemers ervaren succes in een groep. De deelnemers staan stil bij hun interacties met anderen. De deelnemers denken na over hun rollen en posities in een groep.

Materialen Een touw van 4 tot 6 meter lang. Voorbereiding Bind het touw tussen twee palen of bomen, bijvoorbeeld, op gemiddelde taillehoogte. Instructies Alle deelnemers beginnen aan één kant van de 'elektrische muur'. Alle deelnemers moeten erover zonder de 'muur' of de palen aan te raken. Wanneer een deelnemer de elektrische muur raakt, moet de hele groep opnieuw beginnen. Ze krijgen hiervoor tien minuten de tijd. Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe gemakkelijk / moeilijk was dit voor jou persoonlijk? Hoe gemakkelijk / moeilijk was dit voor de groep? Welke rol heb jij op je genomen in de groep? Neem een positie in aan de ene of andere zijde van de elektrische muur. (Stil - luid, leidend - volgend, teamspeler - alleen werken, actief - afwachtend, beslissend - onderhandelend, helpend - bekritiserend, competitief - teruggetrokken, vragend - uitleggend, ...)

Vragen:

Wat zorgde voor succes? Wat niet? Heb je overlegd over hoe je deze uitdaging zou aanpakken? Wie was betrokken bij de planning? Wie was betrokken bij de actie? Zie je die rol ook in andere situaties? Kunnen jij en/of de groep voordeel halen uit een andere rol? Welke rol zou dat zijn?

Uitgebreide beoordeling Bekijk een clipje over teamwork: https://www.youtube.com/watch?v=GpeDH0lVyac Tips voor de trainer

Pas de timing aan de omvang van de groep aan. Pas de hoogte aan de verwachte capaciteit van de groepsleden aan. De trainer kan tussenbeide komen tijdens de oefening, en de beoordeling daar starten. Zo kunnen de deelnemers hun strategieën aanpassen terwijl ze de oefening nog aan het uitvoeren zijn.

Varianten

Geef de deelnemers wat tijd om plannen te maken voor de start.

BOUNCE young | Groepswerk 38

Page 39: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

De knoop ontwarren Doelstellingen

De deelnemers werken samen (met de hele groep). De deelnemers staan stil bij hun interacties met anderen. De deelnemers denken na over hun rollen en posities in een groep. De deelnemers ervaren succes in een groep. De deelnemers gebruiken de ervaring van de vorige oefening.

Materialen

Een touw van 4 tot 6 meter lang. Bijlage 5: Beoordelingskaarten

Voorbereiding Maak een losse knoop en/of een losse zeemansknoop (zie foto) in het touw.

Instructies De deelnemers hebben vijf minuten voor de voorbereiding en tien minuten om de taak uit te voeren. Na de eerste vijf minuten moeten ze het touw als volgt vastnemen:

Ga naast elkaar staan Houd het touw voor je (handen raken elkaar niet, geen knoop tussen de handen van één persoon) Laat wat ruimte tussen de andere deelnemers.

Tijdens de volgende tien minuten moeten ze proberen om de knoop te ontwarren zonder het touw los te laten en zonder het door de handen te schuiven. Wanneer de knopen ontward zijn of na een totaal van 15 minuten stopt de trainer de groep en begint met de beoordeling. Beoordeling Actieve beoordeling:

De trainer toont de verschillende beoordelingskaarten. De deelnemers mogen een kaart kiezen die volgens hen hun rol tijdens de oefening het beste weergeeft. De deelnemers verklaren hun keuze en mogen reageren op de kaarten die de anderen kozen.

BOUNCE young | Groepswerk 39

Page 40: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Vragen: Hoe goed ging dit? Hoe goed heeft de groep samengewerkt? Hoe goed kon de groep de oefening uitvoeren? Noem één iets dat goed ging. Noem één iets dat fout ging. Heb je persoonlijke ervaringen waarbij samenwerken leidde tot een goed resultaat? Heb je je ervaring van de vorige oefening (de elektrische muur) gebruikt voor deze?

Tips voor de trainer Indien het resultaat niet volledig behaald wordt, kan deze "mislukking" gezien worden als een kans om iets te leren, om te zien wat behaald werd, om na te gaan wat goed ging en wat de groep geholpen heeft. Er zijn zeker dingen die goed waren. En als er iets misging, dan kunnen we daaruit leren. De trainer kan tussenbeide komen tijdens de oefening, en de beoordeling daar starten. Dat betekent dat de deelnemers hun strategie tijdens de oefening kunnen aanpassen. Varianten

Pas de moeilijkheid van de oefening aan de groep aan. Varieer van één eenvoudige knoop naar meerdere zeemansknopen. Of pas de tijd aan. Een variant voor de beoordeling: in plaats van naar de eigen rol te verwijzen, kunnen de deelnemers verwijzen naar de rol van anderen en die keuze verklaren.

BOUNCE young | Groepswerk 40

Page 41: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

FINISHER Knoop in het touw Doelstellingen

De deelnemers beoordelen de training De deelnemers treden in interactie over hun ervaringen in de training. De deelnemers staan stil bij hoe ze elementen uit de training in hun dagelijks leven kunnen gebruiken.

Materialen

Overzicht van de oefeningen gebruikt bij deze training Een touw van 4 tot 6 meter lang. Korte stukjes touw (ong. 20 cm lang)

Voorbereiding Leg het touw in een rechte lijn. Geef de verschillende oefeningen op het touw aan (door de nummers erop te plaatsen). Instructies Benoem de hoofddoelen van de training om duidelijk te maken wat geëvalueerd moet worden:

Een positieve groepssfeer opbouwen. De samenwerking in de groep versterken. Het bewustzijn van de deelnemers van hun invloed op de groepsdynamiek versterken.

Actieve beoordeling:

Kijk eens naar het overzicht van de oefeningen die in deze training werden gebruikt. De deelnemers sommen kort op waarover elke oefening ging. Het ene eind van het touw vertegenwoordigt het begin van de training, het andere dit moment. De deelnemers krijgen elk een kort stukje touw en knopen het rond het touw op één van de plaatsen aangegeven op het touw. Een knoop kan staan voor: • Een moment waar ze een positieve en veilige groepssfeer gewaarwerden. • Een moment waar de groep goed samenwerkte. • Een moment waar ze een bepaalde rol in de groep op zich namen.

Nadat ze hun plaatsen innamen, kunnen de deelnemers hun keuze toelichten. Vragen:

Heb je dingen over jezelf geleerd tijdens het groepswerk dat je in je alledaagse leven herkent? Zijn er dingen over groepswerk die je verder in het trainingsprogramma kan gebruiken? Over jezelf of over anderen? Heb je dingen ervaren over jezelf of anderen die je kunt gebruiken in het groepswerk in het dagelijks leven?

Varianten

De deelnemers kunnen ook een plaats kiezen, die staat voor: • Iets dat hen zal bijblijven • Iets dat ze in hun dagelijks leven zullen gebruiken • Een moment waarop ze het moeilijk hadden

Aan één kant van het touw staan kan verwijzen naar een goede ervaring/goed gevoel, aan de andere kant staan kan verwijzen naar een negatieve ervaring/negatief gevoel.

BOUNCE young | Groepswerk 41

Page 42: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Talenten en sterke punten

Page 43: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

(3) Talenten en sterke punten Thema Werken met de talenten en de sterke punten in de groep. Inleiding Vanuit een positieve visie op jongeren wil deze training het bewustzijn van de deelnemers van hun eigen talenten en sterke punten en die van anderen vergroten. In interactie treden over talenten en sterke punten, in staat zijn om die te gebruiken, te ontdekken, … heeft een positief effect op jongeren en hun veerkracht. Dit kan hun motivatie om positieve interacties te onderhouden met anderen en zichzelf vergroten. Dit kan helpen om zelfvertrouwen en vertrouwen in anderen op te bouwen, wat nodig is voor veerkracht in alledaagse situaties. Hoofddoelen

Het zelfbewustzijn van de deelnemers versterken. Het vertrouwen van de deelnemers versterken. Het vertrouwen van de deelnemers in anderen versterken.

Overzicht START:

Energizer: Klappen in een kring Startcirkel Ervaringen Inleiding voor de deelnemers

MIDDEN:

Talententikkertje Talenten en sterke punten - mijnenveld Mijn vriend kan dat De menselijke piramide Een positief doel

FINISHER:

Mijn talenten en sterke punten

BOUNCE young | Talenten en sterke punten 43

Page 44: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

START Energizer: Klappen in een kring Sta in een kring. Deelnemer A klapt één keer in zijn handen en kijkt naar B (links of rechts), B klapt in de richting van C en het tempo wordt opgedreven. Breng nu één variant per keer in en voeg combinaties toe:

Het klappen kan veranderen van richting: draai je naar de deelnemer die naar jou klapt en klap terug. Klap voorwaarts naar iemand anders in de groep en wijs al klappend naar iemand. Tweemaal klappen: het klappen slaat een deelnemer over. Driemaal klappen: het klappen slaat twee deelnemers over. Het klappen kan onthaald worden door op hetzelfde moment te klappen (oogcontact is daarbij belangrijk). Gebruik stappen in de plaats van klappen (stap met de linker voet / rechter voet / wijs met de voet naar iemand anders). Combineer stappen met klappen. Klap op de borstkas en geef daarna door aan iemand anders. Flamenco: blijf opwaarts klappen en iedereen klapt mee, nadat het hoogste punt werd bereikt wordt er weer 'normaal' geklapt. Bij lange aarzeling of wanneer iemand een fout maakt, kunnen de deelnemers afvallen tot slechts drie 'winnaars' overblijven. Andere varianten.

Startcirkel De deelnemers vormen een kring. De trainer stelt een toegankelijke vraag. De deelnemers geven korte reacties op de vraag. De trainer bedankt de deelnemers voor hun bijdragen. VOORBEELD: Een vraag in verband met de training "Talenten en sterke punten" is: "Wanneer heb je laatst een complimentje gekregen / gegeven? Wat was het?"

Ervaringen: Vraag de deelnemers wat ze denken over de vorige trainingssessies en laat hen delen wat ze onthouden hebben, vraag welke persoonlijke ervaringen ze ondertussen hadden die verband

BOUNCE young | Talenten en sterke punten 44

Page 45: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

houden met het trainingsthema of wat ze uit eerdere trainingen hebben toegepast in dagelijkse situaties. Dit kan alleen gedaan worden wanneer de trainingssessies georganiseerd worden als onderdeel van een uitgebreid programma dat verspreid is over meerdere weken26.

Inleiding voor de deelnemers De deelnemers delen wat zij over dit thema denken of weten en wat ze ervan verwachten. Zie de inleidende training 'Wie en wat?' waarin de oefening 'Talentenkwartet" werd gedaan. In deze training ontdekken en gebruiken we talenten van onszelf en van anderen. We zullen het hebben over je talenten en sterke punten en die van anderen. Weten wat je goed kan, waarop je kunt rekenen, wat jouw talenten en sterke punten en die van anderen zijn, is nuttig in allerhande situaties. Dit helpt je om te werken aan jouw en elkaars vertrouwen. Mensen met vertrouwen zijn veerkrachtig. Ze kunnen hun vertrouwen in allerhande (uitdagende) situaties gebruiken.

Extra taak voor iedereen Geef elke deelnemer een willekeurig kaartje met de naam van een andere deelnemer uit de groep. Ze mogen deze naam niet aan de anderen tonen. Ze moeten de persoon met die naam de hele training lang observeren. Op het einde van de training, tijdens de finisher, moeten ze de sterke punten, de eigenschappen en het positieve gedrag dat deze persoon tijdens de training vertoonde, beschrijven. De anderen raden over wie het gaat.

26 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young opzet’, subparagraaf ‘Planning van de sessies’.

BOUNCE young | Talenten en sterke punten 45

Page 46: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

MIDDEN Talententikkertje Doelstellingen

De deelnemers kennen hun eigen talenten en sterke punten. De deelnemers kennen de talenten en sterke punten van anderen. 'De deelnemers treden in interactie over talenten en sterke punten.'

Materialen Bijlage 1: Kaarten met talenten en sterke punten (Variant: post-its en pennen) Instructies De deelnemers wandelen rond binnen een afgebakende zone, ze kiezen hun eigen weg en gebruiken de volledige beschikbare ruimte. De trainer noemt neutrale kenmerken en later positieve kenmerken, eigenschappen en talenten. Bij elke nieuwe functie kunnen de deelnemers een deelnemer met die eigenschap tikken en daarna verder wandelen. Als ze vinden dat deze kenmerken bij niemand passen of als ze twijfelen, kunnen ze niets doen of een gok doen (bijvoorbeeld: jongen, meisje, lang haar, bruine schoenen, woont in ..., is ... jaar oud, sportief, creatief, goede luisteraar, avontuurlijk, behulpzaam, eerlijk, een goede prater, groepswerker, talent voor muziek, speels, nieuwsgierig, enthousiast, spontaan, ...). Beoordeling Actieve beoordeling:

Wie heb je getikt? Was dat terecht? Vragen:

Hoe voelt het om getikt te worden? Hoe voelt het om iets positief over jezelf te horen? Praat je vaak positief over anderen in het dagelijks leven? Kun je een voorbeeld geven?

Tips voor de trainer Zorg ervoor dat alle deelnemers minstens één keer getikt worden. Varianten

De deelnemers sommen positieve eigenschappen op in de plaats van de trainer. Geef je linkerbuur of een andere willekeurige deelnemer een compliment. Het kan gaan om zijn uiterlijk, een talent, iets dat hij zei / deed / durfde, ... Het is belangrijk dat elke deelnemer een compliment krijgt. Als niemand een compliment kan bedenken, kan de groep helpen of kun je voor inspiratie zorgen door kaarten met allerlei talenten te gebruiken. Gebruik post-its om de oefening minder verbaal te maken. Geef iedereen het naamkaartje van iemand anders, laat hen erover nadenken, schrijf een positief aspect van die persoon neer en hang het op de rug van die persoon. Wanneer alle deelnemers post-its op hun rug hebben, wandelen alle deelnemers rond. Ze kunnen daar post-its aan toevoegen. Daarna lezen de deelnemers al hun post-its hardop voor.

BOUNCE young | Talenten en sterke punten 46

Page 47: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Mijnenveld van talenten en sterke punten Doelstellingen

De deelnemers kennen hun eigen talenten en sterke punten. De deelnemers kennen de talenten en sterke punten van anderen. De deelnemers treden in interactie over talenten en sterke punten.

Materialen

Krijt / touwen / kegels om een vierkant af te bakenen verdeeld in vijf rijen en vijf kolommen om 25 kleinere vierkanten te maken. Bijlage 1: Kaarten met talenten en sterke punten Bijlage 6: Talenten en sterke punten - mijnenveld

Voorbereiding Maak een 'mijnenveld' op de vloer, van ongeveer vier op vier meter: één groot vierkant verdeeld in vijf lijnen en vijf kolommen. In elke lijn is er maar één vrije ruimte waar er geen bom is. De bommen worden aangegeven op een vel dat de trainer bij zich heeft (zie een voorbeeld in bijlage 6). Instructies De groep staat voor een 'mijnenveld', de leden moeten het rij na rij doorkruisen. Elke rij heeft een veilig vierkant zonder een mijn. Deze veilige vierkanten tekenen een veilige route doorheen het mijnenveld af. De uitdaging bestaat erin om het veilige vierkant in elke rij te vinden nadat alle veilige vierkanten gevonden werden, en het vierkant met de hele groep te doorkruisen. De deelnemers kunnen het alleen halen met hun talenten. Deelnemer A neemt een talentenkaart en controleert of het talent van toepassing is op een andere deelnemer of hijzelf. Als het talent op niemand van toepassing is, neemt A de volgende kaart. Als het talent van toepassing is op een andere deelnemer of hijzelf, krijgt deze deelnemer (B) de kaart. Hij of andere groepsleden mogen zeggen waarom dit talent bij hem past. B probeert een veilig vierkant te vinden in het mijnenveld en gaat erin staan. De trainer controleert of daar een mijn ligt of niet. Als het gekozen vierkant veilig was, neemt deelnemer B een talentenkaart en controleert of deze van toepassing kan zijn op een andere persoon in groep (C) en zo voort. Indien het vierkant gevonden werd in één rij, mag de volgende poging in de volgende rij gedaan worden. Als in het gekozen vierkant een mijn ligt, moeten ze opnieuw proberen in die rij. Het spel gaat verder tot de volledige route naar de overkant is vrijgemaakt en de hele groep deze route kan volgen zonder op vierkanten met mijnen te stappen. Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe gemakkelijk of moeilijk is het om de talenten en sterke punten van anderen te herkennen? Hoe vind je voorbeelden van momenten waarop deze talenten en sterke punten gebruikt werden?

Vragen:

Ken je de talenten van andere groepsleden? Besteed je aandacht aan wat anderen goed kunnen in deze training? In andere situaties? Waren er talenten die bij jou pasten, waar anderen niet op reageerden?

Uitgebreide beoordeling Een van de belangrijkste dingen in deze sessie is dat we weten en geloven dat iedereen talenten heeft, iedereen heeft dingen die hij/zij goed kan. We willen je uitdagen om je talenten aan anderen te tonen en ze op een positieve manier te gebruiken. Je talenten en die van anderen kennen en deze talenten gebruiken kan ook helpen om vertrouwen en veerkracht op te bouwen. Tips voor de trainer Probeer het proces zo te sturen dat alle deelnemers minstens één talentenkaart krijgen tijdens de oefening.

BOUNCE young | Talenten en sterke punten 47

Page 48: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Varianten Indien de deelnemers elkaar niet genoeg kennen om talenten en sterke punten aan anderen te geven, kunnen ze een geschikte kaart zoeken en dit toelichten.

BOUNCE young | Talenten en sterke punten 48

Page 49: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Mijn vriend kan dat Doelstellingen

De deelnemers kennen hun eigen talenten en sterke punten. De deelnemers kennen de talenten en sterke punten van anderen. De deelnemers treden in interactie over talenten en sterke punten. De deelnemers versterken hun vertrouwen. De deelnemers vertrouwen elkaar.

Materialen

Bijlage 7: Uitdagingen Bijlage 8: Talenten en sterke punten voor uitdagingen Bijlage 9: Berekening (voor uitdaging 2) Voor uitdaging 3: Een kaartspel Bijlage 10: Beelden (voor uitdaging 4) Voor uitdaging 6: twee messen, twee appels Voor uitdaging 7: een muziekspeler, een populaire hit Voor uitdaging 8: een tafel, twee stoelen Voor uitdaging 9: 1 pingpongballetje, twee bekers, een tafel

Voorbereiding Leg het vereiste materiaal voor alle uitdagingen klaar. Instructies Er komen verschillende uitdagingen. Voor elke uitdaging zijn twee deelnemers nodig die hun talenten en sterke punten gebruiken. Elke speler moet minstens één uitdaging doen. Vóór het begin van de uitdagingen moeten de talenten en sterke punten die vereist zijn voor de uitdagingen verdeeld worden in de groep. De groep bespreekt welke twee deelnemers elke uitdaging zullen doen. Vermijd dat de deelnemers zich vrijwillig aanbieden voor de uitdagingen. 'Mijn vriend kan dat' betekent dat de groep overlegt en twee mensen aanduidt voor elke uitdaging. Wanneer dat beslist is, wordt de uitdaging toegelicht en kan men beginnen. Na elke uitdaging kan een korte beoordeling plaatsvinden alvorens met de volgende uitdaging te beginnen.

Uitdaging een: focus, concentratie. Uitdaging twee: wiskunde Uitdaging drie: fijne motoriek Uitdaging vier: aandachtig Uitdaging vijf: fysieke kracht en snelle reacties Uitdaging zes: vaardigheden in de keuken Uitdaging zeven, muzikaliteit Uitdaging acht: kracht en doorzetting Uitdaging negen: fysieke controle Uitdaging tien: snelheid

Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe verliep het groepsgesprek? Hoe moeilijk (of gemakkelijk) was het om je niet vrijwillig aan te bieden voor een uitdaging? Hoe moeilijk (of gemakkelijk) was het voor jou om te aanvaarden dat anderen je een talent gaven? Hoe heb je daarop gereageerd? Hoeveel vertrouwen had je bij het deelnemen aan de uitdaging? Hoe tevreden ben je over je eigen resultaat in de uitdaging?

BOUNCE young | Talenten en sterke punten 49

Page 50: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Vragen: Hoe juist denk je dat de groep was bij het geven van jouw talent? Welk talent wou je en waarom? Kon je dat talent of je sterke punten in de uitdaging gebruiken?' Zijn er voorbeelden van waar je dat talent of sterk punt zou gebruiken? Waarom denk je dat andere deelnemers dat talent of sterk punt aan jou toekenden? Wat was volgens jou het belangrijkste onderdeel van het spel. • Bespreken wie de uitdaging zou doen? • Deelnemen aan de uitdaging? • De uitdaging winnen?

Uitgebreide beoordeling Zie de volgende oefening, 'De menselijke piramide' waar het gebruik van talenten en sterke punten en een goede communicatie erover belangrijk zijn. Tips voor de trainer Beperk het aantal uitdagingen naargelang de omvang van de groep en de motivatie. In deze oefening is het winnen van uitdagingen een detail. Er is in elke uitdaging wel een competitief element, maar winnen of verliezen is niet het hoofddoel. De discussie over aan wie de groep de talenten en sterke punten toekent is belangrijker en de ervaring van de deelnemers die de uitdagingen krijgen en doen. Het is mogelijk dat de deelnemers de neiging hebben om zich vrijwillig aan te bieden wanneer hun talenten en sterke punten nodig zijn. Kom tussenbeide door te benadrukken dat de groep de beslissingen moet nemen. Varianten De trainer kan de uitdagingen aanpassen of andere uitdagingen gebruiken, aangepast aan de interesses, talenten en sterke punten van de deelnemers.

BOUNCE young | Talenten en sterke punten 50

Page 51: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

De menselijke piramide Doelstellingen

De deelnemers kennen hun eigen talenten en sterke punten. De deelnemers kennen de talenten en sterke punten van anderen. De deelnemers treden in interactie over talenten en sterke punten. De deelnemers versterken hun vertrouwen. De deelnemers vertrouwen elkaar.

Materialen Sportmatten of een ander zacht oppervlak om op te werken. Instructies (voor een groep van +/- 8 deelnemers) De trainer geeft de groep instructies over het maken van een menselijke piramide, as volgt:

Maak een menselijke piramide met drie niveaus. Het basisniveau bestaat uit drie mensen. Het middenniveau bestaat uit twee mensen. Het topniveau bestaat uit één persoon. Er zijn twee 'spotters' die ervoor moeten zorgen dat de deelnemers veilig zijn. Ze houden hun ogen gericht op de deelnemers en hun handen zijn dicht bij de mensen die hun evenwicht zouden kunnen verliezen. De groep krijgt vijf minuten om te bespreken hoe ze dit zullen doen en om te experimenteren. De deelnemers proberen samen te werken en tegelijkertijd te kijken hoe de anderen zich gedragen.

In de bespreking over hoe ze de taak zullen uitvoeren, moeten de deelnemers proberen om de individuele talenten en sterke punten van elk groepslid te zien om een goed resultaat te bekomen. (Bijvoorbeeld: sterke deelnemers kunnen helpen op het grondniveau of als spotters optreden). Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe verliep het gesprek over wie welke rol op zich zou nemen? Kon je je talenten gebruiken in deze oefening? Hoe goed was je vertrouwen in je eigen rol? Hoe goed was je vertrouwen in anderen?

Vragen:

Kreeg je een rol die past bij je talenten en sterke punten? Welke talenten en sterke punten had je nodig? Wie gebruikte welk talent of sterk punt? Had je andere ervaringen waarin je deze talenten en sterke punten kon gebruiken?

Tips voor de trainer Pas de instructies voor 'De menselijke piramide' aan naargelang het aantal deelnemers in de groep. In een grotere (of kleinere) groep kan de basis, het midden en de top gevormd worden door meer (of minder) deelnemers: het aantal spotters kan ook aangepast worden.

BOUNCE young | Talenten en sterke punten 51

Page 52: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Een positief doel Doelstellingen

De deelnemers treden in interactie over talenten en sterke punten. De deelnemers versterken hun vertrouwen. De deelnemers formuleren een positief doel voor zichzelf.

Materialen

Bijlage 11: Stukjes hout Stiften

Instructies Vorm een kring waarin de deelnemers voldoende ruimte hebben. Alle deelnemers krijgen een stuk hout en een stift. De deelnemers krijgen enkele minuten tijd om na te denken over iets positief dat ze tot stand willen brengen, een doel dat ze willen bereiken, een talent of sterk punt dat ze willen ontwikkelen, …. De deelnemers gebruiken de ervaring van deze training of andere aspecten van het leven om een doel te bedenken. Op de bovenkant van het hout schrijven / tekenen de deelnemers het doel met een stift. Onderaan schrijven ze hun naam met voldoende ruimte voor andere dingen (in de finisher 'Mijn talenten en sterke punten' wordt er meer geschreven op het stuk hout). Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe gemakkelijk of moeilijk is het om zo'n positief doel te vinden? Hoe graag wil je dat doel bereiken? Hoe overtuigd ben je dat je dit doel zal bereiken?

Vragen: Kun je met de groep delen wat je positief doel is?

Uitgebreide beoordeling In de laatste training; 'Toekomstbestendig' moeten de deelnemers het stuk hout met de blote hand breken. In deze sessie werken we rond dat positieve doel. Hier wordt meer uitleg over gegeven later in de sessie. Tips voor de trainer Als de deelnemers niets vinden om op het stuk hout te schrijven:

De trainer kan zijn eigen ervaringen gebruiken met de deelnemers of vragen of de groep kan helpen om een positief doel te vinden. Zorg ervoor dat dit iets is dat de deelnemer belangrijk vindt en zelf formuleert. De deelnemers kunnen wachten om een doel te formuleren en voorlopig alleen hun naam opschrijven. In de training 'Toekomstbestendig' kunnen ze, wanneer ze het stuk hout breken, nog een doel bedenken. Ze kunnen inspiratie vinden bij de talenten en sterke punten die gebruikt werden in de vorige oefeningen.

BOUNCE young | Talenten en sterke punten 52

Page 53: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

FINISHER Mijn talenten en sterke punten Doelstellingen

De deelnemers beoordelen de training De deelnemers treden in interactie over hun ervaringen in de training. De deelnemers staan stil bij hoe ze elementen uit de training in hun dagelijks leven kunnen gebruiken.

Materialen

Overzicht van de oefeningen gebruikt bij deze training Stukjes hout gebruikt bij een 'Positief doel'. Stiften

Instructies Benoem de hoofddoelen van de training om duidelijk te maken wat geëvalueerd moet worden:

Het zelfbewustzijn van de deelnemers versterken. Het vertrouwen van de deelnemers versterken. Het vertrouwen van de deelnemers in anderen versterken.

Actieve beoordeling:

Kijk eens naar het overzicht van de oefeningen die in deze training werden gebruikt. De deelnemers sommen kort op waarover elke oefening ging. Hoe nuttig was het voor jou om te werken rond het thema 'sterke punten en talenten'? In elk van deze oefeningen werden talenten en sterke punten gebruikt, besproken, gedeeld, ... De deelnemers proberen zich te herinneren welke talenten en sterke punten over hen werden vermeld. Daarna schrijven ze deze die bij hen passen op de onderkant van hun stuk hout. • Talententikkertje: bij welke kenmerken hebben de andere je getikt? • Talenten en sterke punten - mijnenveld: Welke talentenkaarten werden op je

aangebracht tijdens deze oefening? • Mijn vriend kan dat: welke talenten en sterke punten gebruikte je tijdens de

uitdagingen? • De menselijke piramide: welk talent of sterk punt kon je hier gebruiken?

De deelnemers geven de groep kort uitleg over hun stuk hout en de talenten en sterke punten erop.

Vragen:

Heb je iets nieuws over jezelf geleerd / ontdekt? Over anderen? Heb je vertrouwen in je eigen talenten en sterke punten? Heb je vertrouwen in de talenten en sterke punten van anderen? Kun je alledaagse situaties bedenken waarin je deze talenten en sterke punten hebt gebruikt / zult gebruiken?

Uitgebreide beoordeling De deelnemers beschrijven de persoon die ze moesten observeren tijdens de sessie zonder zijn naam te zeggen. Ze proberen ook de identiteit van die persoon niet te verklappen via oogcontact of andere non-verbale signalen. De deelnemer die denkt dat het over hem gaat, zet een stapje vooruit.

BOUNCE young | Talenten en sterke punten 53

Page 54: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Sterk staan

Page 55: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

(4) Sterk staan Thema Leren om sterk te staan Inleiding Deze training maakt gebruik van psychofysische27 oefeningen. Deze leggen een verband tussen fysieke acties en psychologische processen. Via actieve oefeningen versterken jongeren hun fysieke, sociale, emotionele en mentale bewustzijn en veerkracht. Psychofysisch bewustzijn is een voorwaarde voor het versterken van de psychofysische veerkracht. Door te leren om fysiek, emotioneel, sociaal en mentaal sterk te staan, bereiden jongeren zich voor om op allerhande uitdagende situaties te reageren. In deze training wordt de focus van bewustzijn en veerkracht op een individueel niveau gelegd. In de volgende training, 'Sterk blijven' ligt de focus op dit bewustzijn en deze veerkracht in sociaal uitdagende situaties. Extra fysiek bewustzijn kan verkregen worden door blootsvoets te werken. Dat moet duidelijk aan de deelnemers uitgelegd worden en de vloer moet geschikt zijn voor dat doel. Hoofddoelen

Het psychofysische bewustzijn (bewustzijn van het verband tussen geest en lichaam) en de psychofysische veerkracht (het verband tussen geest en lichaam gebruiken) van de deelnemers versterken. Het bewustzijn en de veerkracht van de deelnemers op deze niveaus versterken: Fysiek bewustzijn en veerkracht Emotioneel bewustzijn en veerkracht Sociaal bewustzijn en veerkracht Mentaal bewustzijn en veerkracht

Overzicht START:

Energizer: Samoerai Startcirkel Ervaringen Inleiding voor de deelnemers

MIDDEN:

Hangen en trekken In evenwicht blijven Knietikkertje Optillen Karate kid Duwen

FINISHER:

De veerkrachtige persoon

27 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE uitrusting’, paragraaf ‘Vaardigheden van de trainer en facilitator’, subparagraaf ‘Psychofysische benadering’.

BOUNCE young | Sterk staan 55

Page 56: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

START Energizer: Samoerai Start in een kring. Bij elke beweging roept de deelnemer die de actie uitvoert: ‘HAA!’. Een willekeurige deelnemer A tilt een denkbeeldig zwaard hoog in de lucht en brengt het verticaal neer naar deelnemer B en roept "HAA"! Deelnemers C en D links en rechts van B zwaaien nu hun denkbeeldige zwaard opzij naar de buik van B, en roept "HAA!". B gooit nu zijn zwaard voorwaarts naar een andere deelnemer E en roept "HAA!". E vangt het zwaard en gaat verder zoals A al deed. Dat gebeurt tot alle deelnemers minstens één keer het denkbeeldige zwaard hadden of langer. Uitbreiding: Na enige tijd nemen alle deelnemers tien seconden voor een "Hara Kiri": dat betekent dat ze "Hara Kiri!" roepen en daarna het denkbeeldige zwaard in hun eigen maag steken en op de vloer neervallen en een vreselijke dood sterven.

Startcirkel De deelnemers vormen een kring. De trainer stelt een toegankelijke vraag. De deelnemers reageren ieder kort op de vraag. De trainer bedankt de deelnemers voor hun bijdragen.

Ervaringen: Vraag de deelnemers wat ze denken over de vorige trainingssessies en laat hen delen wat ze onthouden hebben, welke persoonlijke ervaringen ze ondertussen hadden die verband houden met het trainingsthema of wat ze uit eerdere trainingen hebben toegepast in dagelijkse situaties. Dit kan alleen gedaan worden wanneer de trainingssessies georganiseerd worden als onderdeel van een uitgebreid programma dat verspreid is over meerdere weken28.

Inleiding voor de deelnemers De deelnemers delen wat zij over dit thema denken of weten en wat ze ervan verwachten. Zie de inleidende training 'wie en wat?' waar de oefening 'Bevriezen en duwen" werd gedaan. Daar moesten we letterlijk sterk staan. De deelnemers herhalen kort 'sterk staan':

Voeten evenwijdig, even breed als de schouders, naast elkaar met ruimte tussen de benen. De beenspieren zijn niet gespannen maar ontspannen, klaar om de spanning op te bouwen wanneer nodig. De knieën zijn los, niet gestrekt, flexibel. De rug is recht. De buikspieren zijn licht gespannen. Probeer rustig te ademen, zonder stress. Kijk voor je, niet boven of onder de anderen.

We zullen onze veerkracht verder versterken door oefeningen te doen waarin we letterlijk sterk staan. Letterlijk 'sterk staan' hangt samen met de figuurlijke en psychologische betekenis van sterk zijn. Iemand die sterk staat kan zich sterk en vol vertrouwen voelen en er ook sterk en vol vertrouwen uitzien voor anderen. We zullen ervaren hoe we ons meer bewust kunnen zijn van ons lichaam en er meer controle over hebben. Je fysieke reacties kennen is de eerste stap naar het verkrijgen van meer controle. Meer controle over je lichaam betekent dat je allerhande situaties aankan op een sterke en respectvolle manier, vol vertrouwen. In deze training versterken we het bewustzijn van en de controle over onze handelingen en keuzes.

28 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young opzet’, subparagraaf ‘Planning van de sessies’.

BOUNCE young | Sterk staan 56

Page 57: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Fysiek (bewustzijn en controle over ons eigen lichaam) Emotioneel (bewustzijn en controle over onze emoties en de invloed ervan op ons lichaam) Sociaal (bewustzijn en controle over hoe we met anderen in interactie treden) Mentaal (bewustzijn en controle over onze geest)

In sommige oefeningen gebruiken we de woorden 'ROTS' en 'WATER' als symbolen van de stijl van onze handelingen en de stijl van onze denkwijze.

BOUNCE young | Sterk staan 57

Page 58: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

MIDDEN Hangen en trekken Doelstellingen

De deelnemers zijn zich bewust van hun evenwicht. De deelnemers zijn zich bewust van het verband tussen fysiek en mentaal evenwicht. De deelnemers zijn zich bewust van het verband tussen evenwicht, fysieke controle en de controle over de ademhaling. Deelnemers ervaren fysieke onafhankelijkheid. De deelnemers treden in interactie over invloed en onafhankelijkheid.

Voorbereiding Teken twee lijnen op zes meter van elkaar. Instructie 1 Hangen: Vorm twee rijen zodat de paren elkaar aankijken. Elke deelnemer zet zijn rechtervoet naar voren en reikt naar voren met zijn rechter hand, neemt de pols van de persoon tegenover hem vast en houdt de arm gestrekt. Ze gebruiken 'sterk staan', het enige verschil is de stand van hun voeten: één voet naar voren. Nu leunen alle deelnemers naar achteren en proberen het perfecte evenwichtspunt te vinden met hun partner: de maximale kracht en het maximale gewicht leunt achterwaarts. De trainer telt tot drie en daarna laat iedereen los. Herhaal dit tot alle deelnemers erin slagen om in evenwicht te blijven of hun evenwicht snel te herstellen wanneer ze worden losgelaten. Beoordeling 1 Actieve beoordeling:

Wie heeft zijn evenwicht snel verloren? Wie bleef in evenwicht? Wie herstelde snel zijn evenwicht nadat hij het verloor? Kunnen we een betere positie zoeken zodat we ons evenwicht niet verliezen wanneer we elkaar loslaten? Wat zijn de kenmerken van deze positie? Toon deze kenmerken.

Vragen:

Wat gebeurt er als we elkaar loslaten? Met jou, en je overbuur? Zijn er situaties in het dagelijks leven waarin je van anderen afhangt? Kun je zo je evenwicht verliezen? VOORBEELD: Beeld je in dat je op school altijd je tijd doorbrengt met je ene beste vriend. Je vertrouwt op elkaar en voelt je goed samen. Wat gebeurt er met je als deze vriend niet op school is? Verandert dat je evenwicht? Voel je je nog steeds goed? Hoe kun je op zo'n momenten je evenwicht herstellen?

Uitgebreide beoordeling 1 In het leven kan het ons helpen om onze eigen balans te kennen om zo veerkrachtig te worden. Verbonden zijn met anderen is een sterk punt. Op elkaar kunnen vertrouwen is een goede zaak. We hangen soms af van anderen en hebben anderen nodig om in evenwicht te zijn. Anderzijds kan het sterk zijn om persoonlijk evenwicht te zoeken en niet te veel af te hangen van de beslissingen van anderen. Wanneer je de steun verliest van iemand van wie je afhangt, betekent goede veerkracht dat je je kunt aanpassen aan de situatie en op je eigen balans kunt vertrouwen om te recupereren. Instructie 2 Trekken: Dezelfde beginpositie. Combineer ditmaal een stevige houding met een gecontroleerde buikademhaling tijdens de oefening. Gebruik niet alleen je arm als bron van kracht maar ook je buikspieren in combinatie met kracht uit je benen. Dit is gecentreerd zijn: gebruik het centrum van je lichaam voor kracht en ademhaling. Begin bij het startsignaal de andere naar je toe te trekken, probeer om achter de lijn achter je te geraken. Doe dat terwijl je gecentreerd blijft (met buikademhaling en kracht uit de buik) en gebalanceerd (probeer op beide voeten te staan). Zet kleine stapjes met de voeten voor- of achterwaarts en vermijd je evenwichtspunt te overschrijden. Beoordeling 2

BOUNCE young | Sterk staan 58

Page 59: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Actieve beoordeling: Hoe was je evenwicht tijdens de oefening? Hoe was je ademhaling tijdens de oefening? Hoe was je controle tijdens de oefening? Wie kon wat terrein winnen?

Vragen:

Was het een eerlijke wedstrijd? Dat betekent: hebben beide spelers hun tegenspelers gerespecteerd door geen voordeel te halen uit 'zwakke' momenten van anderen en konden ze hun handelingen controleren?

Uitgebreide beoordeling In deze duellen is het belangrijker elkaar de kans te geven om te leren en een goede positie te zoeken en te vinden dan om te winnen. Probeer je partner te coachen in plaats van hem te bekampen. Fysieke balans (controle over handelingen, geen balans verliezen, controle over buikademhaling en spierspanning) en mentaal evenwicht (het gevoel dat je in controle bent, een evenwichtig gevoel) hangen met elkaar samen. Dat kan ook in het dagelijks leven het geval zijn: als je je op je gemak voelt en 'in evenwicht' bent is het gemakkelijker om de situatie te controleren. Soms kan het aanpassen van kleine dingen helpen om meer evenwicht te vinden: sterk staan, centreren, ademhalen, ... In deze oefening ligt de uitdaging erin om samen te kunnen werken en tegelijkertijd voldoende onafhankelijkheid te behouden. Op andere momenten kan het noodzakelijk zijn om de anderen rondom je te vertrouwen. In beide gevallen kan het nuttig zijn je evenwicht niet te laten verslappen en de keuzes niet te veel van je tegenspelers te laten afhangen. Tips voor de trainer Deze oefening kan een sfeer van competitie veroorzaken tussen de deelneemrs. Als trainer is het belangrijk je niet te richten op de wedstrijd maar wel op de ervaring en de alternatieven waarover de deelnemers beschikken in hun handelingen. Varianten

Verander van partners. Hang met de hele groep in evenwicht: maak een cirkel, houd elkaars handen vast en hang. Deze variant kan gelinkt worden aan de oefening 'Optrekken' in de training 'Groepswerk'.

BOUNCE young | Sterk staan 59

Page 60: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

In evenwicht blijven Doelstellingen

Deelnemers ervaren hoe het is om sterk te staan en oefenen zich daarin. De deelnemers ervaren fysieke en emotionele veerkracht en oefenen zich daarin. De deelnemers ervaren en oefenen alternatieven voor hun handelingen en keuzes. De deelnemers ervaren en oefenen het sterk staan, in evenwicht blijven, hun kracht gebruiken en controleren, hun soepelheid gebruiken. De deelnemers versterken hun vertrouwen in hun acties en keuzes. De deelnemers experimenteren met de fysieke ROTS- en WATER-houding. De deelnemers kennen de betekenis van de ROTS- en WATER-houding.

Instructies Ga per twee voor elkaar staan in de beginpositie. Sta sterk zoals in de vorige oefeningen, de voeten evenwijdig en op armlengte van de andere deelnemers. Zet je open handen tegen je tegenspeler en neem wat ruimte terug met de handen. Na elke handeling keer je terug naar deze positie. Vanaf het beginsignaal probeer je in evenwicht te blijven met beide voeten op de grond en de andere deelnemers uit evenwicht te brengen. Zodra de deelnemer een voet moet verzetten of de andere deelnemer moet aanraken om niet te vallen, verliest hij zijn evenwicht. De deelnemer die zijn evenwicht behoudt, wint het spel. Volg deze regels:

Duw met beide handen tegelijkertijd. Duw recht vooruit (geen zijwaartse bewegingen). Na elke handeling keren beide spelers terug naar de startpositie. Elke speler kan steeds 'aanvallen'.

In de eerste reeks spelletjes zullen beide deelnemers de ROTS-houding gebruiken voor aanval en verdediging: voorwaarts duwen met korte, snelle handelingen en stevige contacten. De andere deelnemer kan ervoor kiezen om ook snel en hard terug te duwen of te blokkeren: blijven staan en de beweging van de ander proberen te stoppen. Na een paar spelletjes krijgen de deelnemers een extra optie in de manier waarop ze het spel spelen: gebruik de WATER-houding: een soepele, elastische reactie wanneer de andere deelnemer aanvalt, bestaand uit snelle trekken aan de armen wanneer de tegenspeler aanvalt, soepel zijn, nl. de armen licht laten naar achteren duwen door de ander speler zonder veel weerstand maar toch sterk blijven. Het is nu de bedoeling om beide handelingen af te wisselen in de spelletjes en de voor- en nadelen te ervaren van beide acties en reacties. Beoordeling (kan deels tussendoor gebeuren) Actieve beoordeling:

Kon je de aanvallen blokkeren door te blijven staan met de ROTS-houding? Kon je de aanvallen blokkeren door een soepele reactie met de WATER-houding? Heb je je partner uit evenwicht gebracht met de ROTS- / WATER-houding? Welke handeling heb je het meest gebruikt? De ROTS- of de WATER-houding? Heb je zowel ROTS als WATER gebruikt? Kon je gemakkelijk overschakelen tussen de houdingen? Was het gemakkelijk om kalm te blijven en sterk te blijven staan? Was het gemakkelijk om een houding te kiezen?

Vragen:

Hoe kon je het beste resultaat halen? Welke handeling kreeg de voorkeur? Waarom? Welke handeling heb je het liefst in het dagelijks leven? In welke situaties? Waarom? Is fysieke kracht hier belangrijk? Had je controle over je handelingen? Heb je controle over je handelingen in het dagelijks leven?

BOUNCE young | Sterk staan 60

Page 61: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Kunnen we deze ROTS- en WATER-houdingen in het dagelijks leven gebruiken? In welke situaties zijn ze van toepassing? Hebben we altijd een keuze wanneer we deze houdingen gebruiken?

Uitgebreide beoordeling Bij het uitvoeren van een taak of wanneer we proberen een doel te bereiken, kunnen we verschillende eigenschappen gebruiken. Beide benaderingen - ROTS en WATER - zijn gelijkwaardig.

De ROTS-eigenschap. De kenmerken van de ROTS-eigenschap zijn: • Fysieke kracht gebruiken. • Vastberaden zijn. • Sterk gefocust zijn op één zaak. • Je eigen doelen nastreven.

De WATER-eigenschap. De kenmerken van de WATER-eigenschap zijn: • Soepel bewegen. • Flexibel zijn. • Een open visie houden. • Rekening houden met anderen.

Elke eigenschap kan ook nadelen hebben:

De ROTS-nadelen: • Controle verliezen over je eigen kracht. • Geen aandacht besteden aan de omstandigheden. • Geen rekening houden met de doelen, wensen of vragen van anderen.

De WATER-nadelen: • Geen kracht kunnen gebruiken. • Beïnvloed worden door anderen. • Geen eigen keuzes maken.

Een belangrijke factor bij het kiezen van ROTS of WATER is de timing. Welke handeling succes oplevert hangt af van de timing, de reactie van anderen, … en kan onvoorspelbaar zijn. Een goede analyse van de situatie, zelfbewustzijn en ook bewust zijn van wat de anderen doen vergroot onze kansen op succes. Tips voor de trainer Herhaal zo nodig de instructies voor het 'sterk staan' voor de oefening:

Voeten evenwijdig ter hoogte van de schouders. De beenspieren zijn niet gespannen maar ontspannen, klaar om de spanning op te bouwen wanneer nodig. De knieën zijn los, niet gestrekt, flexibel. De rug is recht. De buikspieren zijn licht gespannen. Probeer rustig te ademen, zonder stress. Kijk voor je, niet boven of onder de anderen.

Vorm regelmatig nieuwe paren zodat ze kunnen zien hoe anderen het spel spelen, hoe andere deelnemers een andere strategie kunnen hanteren en hoe ze hun spel kunnen aanpassen aan andere deelnemers. Deze oefening kan een sfeer van competitie veroorzaken tussen de deelnemers. Als trainer is het belangrijk je niet te richten op de wedstrijd maar wel op de ervaring en de alternatieven waarover de deelnemers beschikken in hun handelingen. Meer informatie Link deze oefening aan andere oefeningen die volgens ROTS en WATER bekeken kunnen worden:

'Wie en wat?'-training, 'Bevriezen en duwen": hier kan het duwen door anderen geblokkeerd worden met de ROTS-houding of opgevangen worden met de soepele WATER-houding.

BOUNCE young | Sterk staan 61

Page 62: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Training 'Groepswerk', oefening "Samenhorigheid": de ander voelen is de WATER-houding.

Gadaku Institute, ROCK and WATER Program, Psycho-Physical Social Competency Training, www.ROCKandWATERprogram.com

BOUNCE young | Sterk staan 62

Page 63: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Knietikkertje Doelstellingen29

Deelnemers ervaren hoe het is om sterk te staan en oefenen zich daarin. De deelnemers ervaren fysieke en emotionele veerkracht en oefenen zich daarin. De deelnemers ervaren en oefenen alternatieven voor hun handelingen en keuzes. De deelnemers ervaren en oefenen het sterk staan, in evenwicht blijven, hun kracht gebruiken en controleren, hun soepelheid gebruiken. De deelnemers versterken hun vertrouwen in hun acties en keuzes. De deelnemers experimenteren met de fysieke ROTS- en WATER-houding. De deelnemers kennen de betekenis van de ROTS- en WATER-houding.

Instructies Vorm groepjes van twee. De deelnemers staan voor elkaar, de voeten uit elkaar, ze staan sterk. Elke deelnemer zet zijn linkervoet vooruit, houdt de linkerhand van zijn tegenstander vast en houdt de wijsvinger vrij. Het is de bedoeling om de knie van de tegenstander met de vinger te raken of de ander uit evenwicht te duwen of te trekken. De knie van de ander aanraken of hem laten verstappen, levert een punt op. De fysieke ROTS- en WATER-houdingen zijn hier van toepassing en kunnen op dezelfde manier afgewisseld worden als in 'Evenwichtig blijven' Beoordeling (kan deels tussendoor gebeuren) Actieve beoordeling:

Kon je de aanvallen blokkeren door te blijven staan met de ROTS-houding? Kon je de aanvallen blokkeren door een soepele reactie met de WATER-houding? Heb je je partner uit evenwicht gebracht met de ROTS- / WATER-houding? Welke handeling heb je het meest gebruikt? De ROTS- of de WATER-houding? Heb je zowel ROTS als WATER gebruikt? Kon je gemakkelijk overschakelen tussen de houdingen? Was het gemakkelijk om kalm te blijven en sterk te blijven staan? Was het gemakkelijk om een houding te kiezen?

Vragen:

Hoe kon je het beste resultaat halen? Welke handeling kreeg de voorkeur? Waarom? Welke handeling heb je liefst in het dagelijks leven? In welke situaties? Waarom? Is fysieke kracht hierbij belangrijk? Had je controle over je handelingen? Heb je controle over je handelingen in het dagelijks leven? Kunnen we deze ROTS- en WATER-houdingen in het dagelijks leven gebruiken? In welke situaties zijn ze van toepassing? Hebben we altijd een keuze wanneer we deze houdingen gebruiken?

Varianten Beide deelnemers zetten hun rechtervoet vooruit en geven hun rechterhand.

29 De doelstellingen van deze oefening zijn dezelfde als in "Evenwichtig blijven". Het is een extra oefening om dezelfde vaardigheden op een andere manier te versterken.

BOUNCE young | Sterk staan 63

Page 64: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Optillen Doelstellingen

De deelnemers zijn zich bewust van hun ademhaling. De deelnemers versterken de controle over hun ademhaling. De deelnemers zijn zich bewust van de invloed van de ademhaling op een fysiek, emotioneel en mentaal niveau. De deelnemers ervaren verschillende manieren van ademhalen. De deelnemers oefenen de buikademhaling.

Instructies Zet telkens twee mensen van ongeveer hetzelfde gewicht of dezelfde lichaamsbouw samen. A en B kijken in dezelfde richting, B staat achter A. A ademt en staat normaal, ontspannen. B tilt hem op door de bovenarmen of de onderste ribben van A vast te houden. Wissel om. Hetzelfde wordt herhaald: nu haalt A diep adem en houdt deze hoog in de borst op (hoge ademhaling, zoals in een stresssituatie) met wat spanning in het lichaam. Daarna tilt B A op en zet hem opnieuw neer. Wissel om. Hetzelfde wordt herhaald maar nu ademt A langzaam door de mond met ontspannen spieren (lage, buikademhaling, ontspannen positie). B tilt A op en zet hem opnieuw neer. Beoordeling Actieve beoordeling:

Welke soort ademhaling maakt het gemakkelijk of net moeilijk om op te tillen? Vragen:

Heb je een verschil gevoeld tussen de drie ademhalingstechnieken? (hoog, gecontroleerde buikademhaling, normaal) Herken je deze manieren van ademhalen in echte situaties? Wordt je ademhaling beïnvloed door wat rondom jou gebeurt? Hoe? Is het nuttig om je ademhaling te controleren via aandacht voor de buikademhaling? In welke situaties? Welke type ademhaling wordt meestal gebruikt in de volgende situaties? • Bang zijn • Rusten • Zich haasten • Een lange afstand lopen • Televisie kijken • …

Uitgebreide beoordeling Link het ademen aan het ervaren van emoties. Vaak worden de ademhaling en de hartslag rechtstreeks beïnvloed door emoties en dit heeft ook een invloed op ons evenwicht, ons vermogen om sterk te staan en in controle te blijven. Als we ons daarvan bewust zijn, is dat de eerste stap in de richting van het controle krijgen over onze reacties in emotionele situaties. In de training 'Voel je het?' werken we verder aan het thema emotionele veerkracht. Tips voor de trainer Link deze ademhalingsoefening aan de techniek van het sterk staan. Verwijs daarvoor naar het centrum van het lichaam, de buik/maag, als een belangrijk lichaamsdeel om bewust van te zijn en te gebruiken: 'Kijk naar je lichaam wanneer je sterk staat, als driehoek. Het centrum van die driehoek is je maag, je 'core': heel wat dingen komen van daaruit: rust via een gecontroleerde buikademhaling maar ook kracht, via de spanning van je buikspieren die verbonden zijn met alle andere plaatsen in je lichaam.' Anderen optillen kan bedreigend, gênant zijn voor jongeren omwille van het fysieke contact. Voor sommige deelnemers kunnen beelden helpen bij de hoge en de lage ademhaling.

Lage ademhaling: stel je voor dat je een boom bent, diepgeworteld in de grond. Hoge ademhaling: beeld je in dat je een ballon bent die opstijgt.

BOUNCE young | Sterk staan 64

Page 65: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

In alle toekomstige oefeningen die invloed hebben op de ademhaling (energizers, enz.) kun je naar deze oefening verwijzen. De deelnemers krijgen controle over hun ademhaling via de buikademhaling. Varianten Indien de deelnemers problemen ondervinden of op verzet stuiten bij het elkaar optillen, gebruik dan deze veiligere alternatieven met dezelfde doelstellingen: Werk met groepen van drie deelnemers. A, die wordt opgetild, staat in het midden. B en C staan links en rechts van A en tillen hem op aan arm en schouder. Vorm groepjes van twee. A staat naast B, voeten op schouderbreedte en op een armlengte afstand. A gebruikt zijn rechter hand om zachtjes en met toenemende kracht te duwen tegen de linker schouder van B. Duw drie keer, de persoon die geduwd wordt kan telkens de ademhaling aanpassen.

Normale ademhaling: geen inspanningen. Hoge ademhaling: adem in, vul de longen en laat de borstkast opkomen, kijk iets naar boven, houd tijdens het uitademen de lucht en de gedachten naar boven gericht. Gecontroleerde buikademhaling: adem in, vul de longen en stuur de lucht naar beneden naar de buik en adem langzaam uit.

Verander de posities en de rollen. Verander de manier van duwen naar kort en stevig: een snelle duw nadat A inademde, ook drie keer:

Na normale inademing. Na hoge inademing. Na lage inademing.

'Schouderduwen": Twee deelnemers staan schouder aan schouder, ze kijken in dezelfde richting en proberen de ander weg te duwen, ze stappen opzij om op beide voeten te blijven staan. Ze proberen daarbij laag te blijven ademhalen. Dat kan ook met een kussen tussen de deelnemers.

BOUNCE young | Sterk staan 65

Page 66: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Karate kid Doelstellingen

De deelnemers oefenen in focussen. De deelnemers zijn zich bewust van de fysieke en mentale aspecten van focussen. De deelnemers versterken de controle over hun focus. De deelnemers treden in interactie over focussen in alledaagse situaties. De deelnemers zijn zich bewust van de invloed van focussen op een fysiek, emotioneel, sociaal en mentaal niveau.

Instructies Vorm een kring, laat genoeg ruimte tussen de deelnemers zodat er geen contact is wanneer je de armen opzij strekt.

Kies een voet om op te staan. Probeer zo goed mogelijk in evenwicht te staan; Tel tot tien, keer dan terug op beide voeten en open je ogen.

Nieuwe instructies:

Sluit je ogen. Kies een voet om op te staan. Probeer in evenwicht te blijven. Tel tot tien, keer dan terug op beide voeten en open je ogen.

Nieuwe instructies:

Kijk naar een vast punt voor je. Kies een voet om op te staan. Probeer zoveel mogelijk op dezelfde plaats in evenwicht te blijven. Tel tot tien, keer dan terug op beide voeten en open je ogen.

Beoordeling Actieve beoordeling:

Welke van de drie keer bleef je het best in evenwicht? (Bijvoorbeeld door 1, 2 of 3 vingers te tonen)

Vragen:

Kan focussen helpen om in alledaagse situaties evenwichtig te blijven? In welke situatie is focussen nuttig? Heb je persoonlijk ervaring met situaties waarin focussen helpt om sterk te blijven? (Bv. op school, thuis, in het verkeer, ...) Kun je oefenen in focussen en er beter in worden? Kun je focussen zonder je ogen te gebruiken? Wat is interne focus?

Uitgebreide beoordeling Voor de meeste mensen zorgt het kijken naar een vast punt voor het beste evenwicht: een sterke externe focus en bewustzijn. Het is ook mogelijk om een goed evenwicht te vinden met de ogen dicht: een sterke interne focus en bewustzijn. Iedereen heeft hierbij zijn eigen voorkeur. Focussen betekent ook meer dan één doel hebben: iets kiezen wat je wilt bereiken, iets om naar te streven. Wanneer je doelen voor jezelf vooropstelt, versterkt dat de veerkracht omdat uitdagingen gemakkelijker te overwinnen zijn wanneer je je doelen voor ogen houdt. Een ander aspect van het kiezen van deze doelen is beslissen welke stappen je moet nemen om ze te bereiken. Probeer dat te doen wanneer je beslist welke doelen je wilt bereiken.

Meer informatie Training 'Sterk blijven', oefening 'Sterke focus'

BOUNCE young | Sterk staan 66

Page 67: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Handduwen

Doelstellingen De deelnemers versterken het sterk staan, evenwicht, focus en buikademhaling. De deelnemers versterken hun fysieke controle. De deelnemers versterken hun vertrouwen.

Instructies Vorm groepjes van twee en sta tegenover elkaar op armlengte. A staat sterk, één voet vooruit. B staat sterk, voeten evenwijdig. A duwt, B incasseert. B stabiliseert zijn open hand met zijn andere hand door zijn pols vast te houden. A maakt een vuist, met de duim aan de buitenkant, de knokkels horizontaal en plaats de vuist in de open hand van B. A bouwt de druk op tot A en B kracht voelen maar in evenwicht blijven. A en B gebruiken hun voeten, benen, buikspieren en een gecontroleerde buikademhaling om in evenwicht te blijven. A begint nu licht op de hand van B te duwen, en bouwt langzaam de kracht op maar in een langzaam tempo. Daarna houdt hij de druk een seconde aan tegen B. B probeert de kracht op te vangen met een sterke houding en spanning in de buikspieren. De deelnemers proberen bij het duwen en incasseren uit te ademen. Eerst moeten ze langzaam uitademen bij elke handeling en wanneer er meer kracht wordt gebruikt, moeten ze een meer explosieve duwende ademhaling gebruiken. Na wat oefenen herhalen ze dezelfde oefening, maar B mag bij het incasseren snel een open hand over de vuist van A leggen en A naar zich proberen te trekken met een korte beweging. Beide proberen om in evenwicht te blijven en sterk te blijven staan. Verander de rollen en herhaal. Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe ging het met het sterk staan? Hoe was je fysieke evenwicht? Hoe was je buikademhaling? Hoe was je controle over je buikspieren? Hoe was je focus? Hoe was je controle over je duwkracht? Hoe was je controle over je incasseerkracht?

Vragen:

Kon je je ademhaling laag houden, ook wanneer er meer kracht werd uitgeoefend? Heb je je buikademhaling gebruikt? Heb je je buikspieren gebruikt? Hielp het om bij elke handeling uit te ademen? Voelde je wat je tegenstander deed om zijn evenwicht te bewaren?

Tips voor de trainer

Zorg ervoor dat de vuisten de ontvangers niet pijn kunnen doen, raak de hand aan door een vlak oppervlak te vormen en gebruik de knokkels niet. Benadruk dat dit niets te maken heeft met agressie of vechten of de sterkste te zijn, het is een manier om zelfcontrole en vertrouwen op te bouwen. De duwen worden niet gegeven met de ROTS- maar met de WATER-houding, met rust, langzaam en rustig, niet agressief. Stimuleer de deelnemers om grenzen te leggen en te reageren wanneer de ROTS-houding tegen hen wordt gebruikt. Een verwijzing naar sporten kan nuttig zijn om de kracht van de ademhaling te illustreren: tennisspelers die smashen, gewichtheffers die uitademen, …

Meer informatie De energizer van deze training, ‘Samoerai’, kan gebruikt worden om de kracht van de ademhaling te illustreren.

BOUNCE young | Sterk staan 67

Page 68: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

BOUNCE young | Sterk staan 68

FINISHER De veerkrachtige persoon Doelstellingen

De deelnemers beoordelen de training De deelnemers treden in interactie over hun ervaringen in de training. De deelnemers staan stil bij hoe ze elementen uit de training in hun dagelijks leven kunnen gebruiken.

Materialen

Bijlage 12: De veerkrachtige persoon30 Overzicht van de oefeningen gebruikt bij deze training Groot vel papier Stiften Groene en rode post-its

Instructies Benoem de hoofddoelen van de training om duidelijk te maken wat er geëvalueerd moet worden:

Het psychofysische bewustzijn versterken (bewustzijn van het verband tussen geest en lichaam) en psychofysische veerkracht (het verband tussen geest en lichaam gebruiken) van de deelnemers. Het bewustzijn en de veerkracht van de deelnemers op deze niveaus versterken: • Fysiek bewustzijn en veerkracht • Emotioneel bewustzijn en veerkracht • Sociaal bewustzijn en veerkracht • Mentaal bewustzijn en veerkracht

Actieve beoordeling:

Kijk eens naar het overzicht van de oefeningen die in deze training werden gebruikt. De deelnemers sommen kort op waarover elke oefening ging. De deelnemers tekenen hun eigen versies van 'De veerkrachtige persoon'. Ze beginnen met een persoon te tekenen die voor hen een veerkrachtige persoon is. Ze schrijven de concepten van deze training neer op en rond de persoon. Vragen die richting kunnen geven: • Geef aan waar 'sterk staan' zichtbaar/merkbaar kan zijn. (losse benen, buik iets

aangespannen, rustige ademhaling, rechte rug, focus vooruit). • Geef aan waar 'evenwichtig' zichtbaar/merkbaar is: het hele lichaam (fysiek) en de

geest (mentaal) • Waar de ROTS- en WATER-houdingen zichtbaar/merkbaar zijn, waar de keuze

tussen deze houdingen gemaakt kan worden. (Suggesties: een hand voor de ROTS-houding, één voor de WATER-houding of het hart (gevoelens) en het hoofd (denken) om keuzes te maken)

• Waar de ademhaling zichtbaar/merkbaar is: hoge ademhaling, gecontroleerde buikademhaling, ademkracht.

• Waar focussen zichtbaar/merkbaar is. Elke deelnemer neemt een groene en rode post-it, schrijft zijn naam of een persoonlijk symbool erop en plaatst deze op 'De veerkrachtige persoon'. • Een plaats in het lichaam of een concept waar je iets over geleerd hebt: je bewustzijn,

controle, veerkracht voor dit aspect is sterker: een groene post-it. • Een plaats in het lichaam of een concept dat je graag meer wil ontwikkelen in het

kader van de veerkracht bij het sterk staan: een rode post-it.

30 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young uitrusting’, subparagraaf 'De veerkrachtige persoon'.

Page 69: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Vragen: Kun je de groep iets vertellen over de groene en rode post-its? Heb je nieuwe dingen geleerd over jezelf / anderen? Denk je dat het bewustzijn over de concepten van de 'Veerkrachtige persoon' nuttig is voor jou? Kun je dagelijkse situaties bedenken waarin je de informatie kan gebruiken die geschreven / getekend is op de 'Veerkrachtige persoon'?

Tips voor de trainer De hoofddoelen en concepten kunnen soms moeilijk te begrijpen zijn voor de deelnemers. Pas de moeilijkheid van deze doelen en concepten aan het niveau van de deelnemers aan. Varianten De deelnemers tekenen ieder de veerkrachtige persoon met de concepten en kleven post-its op hun tekeningen. Daarna worden de verschillende tekeningen door de groep bekeken. Gebruik de verschillende versies van 'De veerkrachtige persoon' om de oefening te variëren. Gebruik het blanco voorbeeld van 'De veerkrachtige persoon' (zie bijlage 12) en de deelnemers voltooien de tekening met de concepten van de training.

BOUNCE young | Sterk staan 69

Page 70: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Sterk blijven

Page 71: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

(5) Sterk blijven Thema Sterk staan in sociaal moeilijke situaties Inleiding In de vorige training werden het bewustzijn en de veerkracht op fysiek, emotioneel, sociaal en mentaal niveau versterkt op een individueel niveau. De deelnemers experimenteerden met alternatieven en keuzes, ze werkten naar een sterker individueel bewustzijn en meer veerkracht toe. Deze training gebruikt deze ervaring en gaat een stapje verder: de deelnemers versterken hun veerkracht door dit te oefenen in 'bijna levensechte sociale situaties', met trainingssituaties die gelinkt kunnen worden aan sociaal moeilijke situaties. Elke oefening in deze training kan gebruikt worden om de ervaringen te linken aan de psychofysische ervaring en aan concepten van sterk staan, evenwicht, ademhaling, focus en de ROTS- en WATER-houdingen. Via de ervaringen in deze training versterken jongeren hun zelfbewustzijn en hun vertrouwen in verschillende situaties. Extra fysiek bewustzijn kan verkregen worden door blootsvoets te werken. Dat moet duidelijk aan de deelnemers uitgelegd worden en de vloer moet geschikt zijn. Hoofddoelen

Het psychofysisch bewustzijn en de veerkracht van de deelnemers in sociaal moeilijke situaties op deze niveaus versterken: Fysiek bewustzijn en veerkracht Emotioneel bewustzijn en veerkracht Sociaal bewustzijn en veerkracht Mentaal bewustzijn en veerkracht

Overzicht START:

Energizer: Stoptikkertje Startcirkel Ervaringen Inleiding voor de deelnemers

MIDDEN:

Contactgegevens In-/uitbreken Sterke focus Grenzen Bergpad Een mening verdedigen Tunnel van vertrouwen

FINISHER:

De veerkrachtige persoon 2

BOUNCE young | Sterk blijven 71

Page 72: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

START Energizer: Stoptikkertje Een deelnemer is de tikker. Vanaf het beginsignaal moeten de anderen binnen de aangegeven zone blijven bewegen. Wanneer een deelnemer getikt wordt, wordt hij de tikker. Deelnemers kunnen voorkomen dat ze getikt worden door een duidelijk en luid 'stopsignaal' te geven, net voordat de tikker hen kan raken: gebruik sterk staan, een stevige stem, kijk ernstig en maak het stopteken met de arm voorwaarts. Indien een deelnemer één van deze dingen doet, maar niet overtuigend genoeg of te laat, zal de tikker zijn beurt doorgeven aan deze deelnemer en een normale speler worden. Dat blijft een paar minuten zo doorgaan. Voeg een korte beoordeling toe over het gebruik van een duidelijk en sterk 'STOP'-signaal. Wat is een goed signaal, wanneer accepteren mensen een 'STOP'-signaal? Wanneer negeren ze een 'STOP'-signaal?

Startcirkel De deelnemers vormen een kring. De trainer stelt een toegankelijke vraag. De deelnemers reageren ieder kort op de vraag. De trainer bedankt de deelnemers voor hun bijdragen.

Ervaringen Vraag de deelnemers wat ze denken over de vorige trainingssessies en laat hen delen wat ze onthouden hebben, welke persoonlijke ervaringen ze ondertussen hadden die verband houden met het trainingsthema of wat ze uit eerdere trainingen hebben toegepast in dagelijkse situaties. Dit kan alleen gedaan worden wanneer de trainingssessies georganiseerd worden als onderdeel van een uitgebreid programma dat verspreid is over meerdere weken31.

Inleiding voor de deelnemers De deelnemers delen wat zij over dit thema denken of weten en wat ze ervan verwachten. Zie de inleidende training 'Wie en wat?' waarin de oefening 'Bevriezen en duwen' werd gedaan. Verwijs naar de training 'Sterk staan' waarin alle oefeningen het bewustzijn en de veerkracht inzake sterk staan, evenwicht, ademhaling, focus en de ROTS- en WATER-houdingen versterkten.

'Sterk blijven' is een sessie waarin we alle elementen uit de vorige sessie kunnen gebruiken en er verder mee werken. We gebruiken 'sterk staan' en oefenen de elementen ervan in sociaal moeilijke situaties. In 'bijna levensechte situaties' ervaren we hoe we deze moeilijke sociale situaties kunnen aanpakken. De oefeningen laten ons ontdekken hoe wij en anderen handelen en reageren. We kunnen nieuwe strategieën proberen, bespreken, ... Dat kan de veerkracht versterken in alledaagse situaties die ons soms uitdagen om 'sterk te blijven'. Dit oefenen kan een invloed hebben op hoe je toekomstige moeilijke situaties zult aanpakken.

31 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young opzet, subparagraaf ‘Planning van de sessies’.

BOUNCE young | Sterk blijven 72

Page 73: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

MIDDEN Contacten

Doelstellingen

De deelnemers zijn zich bewust van hun gedrag (houding, emotie, reacties) in contact met anderen. De deelnemers zijn zich bewust van de mogelijkheden en keuzes in contact met anderen. De deelnemers ervaren sociaal moeilijke situaties De deelnemers treden in interactie over alternatieven voor sociaal moeilijke situaties. De deelnemers versterken het vertrouwen in sociaal moeilijke situaties.

Voorbereiding Baken een zone af waar de oefening zal plaatsvinden. Instructies De deelnemers wandelen rond in een afgebakende zone. Eerst is er geen contact, de deelnemers kiezen hun eigen weg. De trainer geeft afwisselende instructies over wat te doen wanneer iemand het pad kruist:

Maak geen oogcontact, probeer iedereen rond je te negeren Maak gedurende één seconde oogcontact wanneer je voor iemand loopt. Stop en maak vijf seconden oogcontact. Stop en maak vijf seconden oogcontact en kijk boos. Stop en maak vijf seconden oogcontact en kijk blij. Stop, kijk vijf seconden boos en duw dan bij het weglopen met je schouder tegen de andere persoon. Stop, maak oogcontact en duw de andere persoon met beide handen weg. Wanneer de groep rondwandelt, kiest de trainer een willekeurige deelnemer en vraagt hem stilletjes om een ander deelnemer die hij aanduidt te volgen. Dat gebeurt verschillende keren en wordt dan herhaald met meer dan één deelnemer die een andere volgt.

Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe is het om deze contacten te hebben (gemakkelijk - moeilijk)? Vragen:

Wat zijn de verschillen? Wat is het effect van: • genegeerd worden? • oogcontact, kort of lang? • verschillende uitdrukkingen (boos, blij) bij oogcontact? • fysiek contact na het oogcontact?

Wat is het effect van gevolgd worden? Hoe heb je daarop gereageerd? In welke situaties / met wie heb je dit soort contact? Hoe reageer je / zou je reageren in echte situaties? Wat kan het effect van deze reacties zijn?

Uitgebreide beoordeling In alle soorten sociale situaties zijn er verschillende keuzes bij het maken van contact: negeren, vriendelijk, boos, enz. We maken veel van deze 'keuzes' zonder eraan te denken of zonder te beseffen dat we ze maken. Geldt dat ook voor sociaal uitdagende situaties? Of is het beter om te denken aan een goede strategie om de situatie aan te pakken? Het kan soms interessant zijn om wat verder te denken en met opzet te kiezen om op een bepaalde manier te handelen. Dat kan helpen om uit moeilijke situatie te komen.

BOUNCE young | Sterk blijven 73

Page 74: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

In-/uitbreken Doelstellingen

De deelnemers ervaren sociaal moeilijke situaties De deelnemers oefenen verschillende soorten gedrag in sociaal moeilijke situaties. De deelnemers zijn zich bewust van hun gedrag (houding, emotie, reacties) in contact met anderen. De deelnemers treden in interactie over alternatieven voor sociaal moeilijke situaties. De deelnemers zijn zich bewust van alternatieven in sociaal moeilijke situaties. De deelnemers treden in interactie over alternatieven voor sociaal moeilijke situaties. De deelnemers linken de alternatieven voor de omgang met sociaal moeilijke situaties met de ROTS- en WATER-houding. De deelnemers versterken het vertrouwen in sociaal moeilijke situaties.

Instructies Twee vrijwilligers moeten 'tegen' de groep werken. De groep vormt een kring, iedereen staat dicht bij elkaar en de kring is goed gesloten. Een van de vrijwilligers staat in het midden van de kring en een andere erbuiten. Bij het beginsignaal probeert de deelnemer in de cirkel uit te breken en de deelnemer buiten de kring probeert in te breken. De actie stopt wanneer de deelnemers hun doel bereikt hebben of na twee minuten. Beoordeling Actieve beoordeling:

Wie zag een ROTS-houding bij degenen die moesten in- en uitbreken? Hoe? Wie zag WATER-houdingen? Hoe heb je dat gezien? Waren er deelnemers die in de val van de ROTS-houding vielen (agressie / verlies van controle over de eigen kracht) of de WATER-houding (geen kracht kunnen gebruiken)?

Vragen:

Wat waren goede strategieën van de spelers bij het in- en uitbreken? Vroeg iemand om erin of eruit te mogen? Zou dat een poging waard zijn? Zijn er alledaagse situaties waarin je deel uitmaakt van een groep maar het gevoel hebt erin vast te zitten? Hoe kun je daarmee omgaan? Zijn er alledaagse situaties waarin je graag deel zou uitmaken van de groep maar waarin dat moeilijk of onmogelijk is? Hoe kun je daarmee omgaan?

Tips voor de trainer Herhaal de oefening enkele keren met verschillende deelnemers en houd telkens een korte beoordeling. Focus op het experimenteren met de verschillende alternatieven. Varianten In een kleine groep zet je slechts één deelnemer in het midden of buiten de kring. Meer informatie Training 'Sterk staan': verschillende oefeningen leggen de ROTS- en WATER-houdingen en bijbehorende nadelen uit.

BOUNCE young | Sterk blijven 74

Page 75: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Sterke focus

Doelstellingen De deelnemers ervaren sociaal moeilijke situaties De deelnemers oefenen verschillende soorten gedrag in sociaal moeilijke situaties. De deelnemers zijn zich bewust van hun gedrag (houding, emotie, reacties) in contact met anderen. De deelnemers treden in interactie over alternatieven voor sociaal moeilijke situaties. De deelnemers zijn zich bewust van alternatieven in sociaal moeilijke situaties. De deelnemers oefenen focussen als een strategie voor sociaal moeilijke situaties. De deelnemers versterken het vertrouwen in sociaal moeilijke situaties.

Instructies Alle deelnemers staan op een rij met wat ruimte ertussen. Ze staan sterk, kijken naar voor en focussen zich op één plek. Het doel van de oefening is proberen om niet te reageren: (lachen, praten, wegdraaien, enz.) De trainer probeert de focus 'te verbreken' op vier niveaus, van op een afstand van ongeveer twee meter:

Niveau 1: voorbijkomen, proberen om oogcontact te maken Niveau 2: voorbijkomen, bewegingen maken Niveau 3: voorbijkomen, bewegingen en geluiden maken Niveau 4: voorbijkomen, de naam van de persoon noemen in combinatie met bewegingen en geluiden

Wanneer de focus verbroken is en een deelnemer reageert (lachen, praten, wegdraaien, enz.), doet hij een stap terug, probeert opnieuw de zelfcontrole te krijgen, en keert terug naar de rij.

Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe moeilijk of gemakkelijk is het om te focussen in deze situatie? Wie zag iemand die erg rustig bleef en langdurige niet reageerde?

Vragen? Waarvan hangt het af of de focus behouden moeilijk of gemakkelijk is? Wat kun je doen om niet te reageren? (Welke alternatieven bestaan er voor negeren, niet reageren of niet lachen? Welke mentale strategieën gebruik je? (Over iets anders denken / aan niets denken, enzovoort). Welke fysieke strategieën gebruik je (ademen, sterk staan, spierspanning, ontspanning, …)? Heb je vooruitgang geboekt bij het weerstaan van de invloed? Wat heeft je geholpen bij het versterken van je focus en wat niet? Kun je deze manier van focussen gebruiken om veerkrachtig te zijn in dagelijkse situaties? Hoe is het voor iemand die reacties wil uitlokken en die genegeerd wordt? (De trainer kan zijn ervaring als antwoord geven) Kan negeren/niet reageren op invloeden een sterke reactie zijn? In welke gevallen?

Uitgebreide beoordeling Soms kan focussen een erg krachtige eigenschap zijn om doelstellingen te behalen. Afstand nemen van wat er rondom je gebeurt. (Dat is ook nuttig bij pesterijen, om opnieuw geconcentreerd te zijn in de klas, om te gaan met stress, enz.) Niet reageren en zo de controle over de situatie houden is erg sterk en toont veerkracht.

Varianten De spelers staan in een kring, kijken naar buiten. Zo zullen ze elkaar minder beïnvloeden. De deelnemers werken per twee waarbij één partner zich moet focussen en de andere moet proberen om de focus te verbreken in de vier stappen van de oefening. Extra vraag voor de beoordeling: Hoe voelt het als je probeert de focus te verbreken? Is het gemakkelijk of moeilijk, waarvan hangt dat af? Hoe voelt het als je erin slaagt? Hoe voelt het wanneer je er niet in slaagt de focus te verbreken?

BOUNCE young | Sterk blijven 75

Page 76: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Meer informatie Training "Wie en wat?', oefening 'Focus op het verhaal'. Training 'Talenten en sterke punten', oefening "Mijn vriend kan dat": een van de uitdagingen ging over focus en concentratie. Training "Sterk staan", oefening "Karate Kid"

BOUNCE young | Sterk blijven 76

Page 77: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Grenzen

Doelstellingen De deelnemers ervaren sociaal moeilijke situaties De deelnemers oefenen verschillende soorten gedrag in sociaal moeilijke situaties. De deelnemers zijn zich bewust van hun gedrag (houding, emotie, reacties) in contact met anderen. De deelnemers treden in interactie over alternatieven voor sociaal moeilijke situaties. De deelnemers zijn zich bewust van alternatieven in sociaal moeilijke situaties. De deelnemers zijn zich meer bewust van de grenzen tussen zichzelf en anderen. De deelnemers oefenen het stellen van en reageren op grenzen. De deelnemers zijn zich bewust van hun lichaamstaal. De deelnemers versterken het vertrouwen in sociaal moeilijke situaties.

Voorbereiding Teken twee lijnen op ongeveer 15 stappen (8 tot 10 meter) afstand.

Instructies Vorm groepjes van twee. Elke deelnemer A staat tegenover een deelnemer B.

Eerste handeling: Alle deelnemers A stappen langzaam vooruit in de richting van de deelnemers B, zonder oogcontact. Wanneer B vindt dat A te dicht komt, geeft B een duidelijk en luid stopsignaal gebruikmakend van sterk staan, een luide stem, een ernstige blik en een stopteken met de arm naar voren naar A. Dan stopt A onmiddellijk. Wissel om. Tweede handeling: A stapt vooruit, maakt oogcontact en loopt groter, sneller en met grotere stappen. Wissel om. Derde handeling: A stapt op dezelfde manier naar voren maar negeert het stopsignaal van B. A komt erg dicht en stopt erg dicht bij B. Op dat moment zegt B opnieuw, krachtiger stopen zet een stap terug. A stopt. Wissel om.

Beoordeling (De beoordeling kan worden uitgevoerd na elke nieuwe uitvoering van de oefening, wissel de beoordelingsvragen af).

Vragen: Welke gelijkenissen en verschillen zijn er in de posities na de stopsignalen? Is de plaats waarop het stopsignaal werd gegeven dezelfde voor alle deelnemers? Zijn ieders grenzen dezelfde? Waren alle stopsignalen dezelfde? Hoe voel je je wanneer je benaderd wordt? Waarom heb je de persoon tegengehouden? (Ongemakkelijk gevoel, dreigend, lachen, enz.) Was er een signaal waaruit bleek dat je A wou tegengehouden? Kun je aangeven hoe en waar je dat voelde? Hoe voelt het om tegengehouden te worden? Was de boodschap duidelijk? Waarom (niet)? Wat is de rol van lichaamstaal bij het tonen van grenzen? Kun je voelen wanneer je te dicht komt bij anderen? Hoe kun je op een sterke, veerkrachtige manier reageren? Kun je voelen wanneer de anderen te dicht komen bij jou? Hoe kun je op een sterke, veerkrachtige manier reageren? Wat zijn de verschillen in de manieren van benadering? Hoe voelt het om een stopsignaal te geven in deze situatie? Welke zijn de verschillen in de manieren waarop een stopsignaal werd gegeven? Wat is het effect van het stopsignaal? Wat zijn sterke, veerkrachtige reacties? Waarom? Kan het tonen van je grens je vertrouwen geven? Zijn er alledaagse situaties waarin je dit stopsignaal kan gebruiken om je grenzen te tonen? Zijn er alledaagse situaties waarin je een dreigende benadering hebt ervaren? Hoe heb je daarop gereageerd? Wat zijn sterke, veerkrachtige reacties?

BOUNCE young | Sterk blijven 77

Page 78: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Wat zijn grenzen?32

Uitgebreide beoordeling Het is goed als we aanvoelen wat er gebeurt: ons lichaam geeft ons signalen en we kunnen leren om daarnaar te luisteren. Als we tijdig signalen oppikken over onze persoonlijke grenzen, kunnen we ook tijdig reageren. We hebben allemaal onze grenzen en we kunnen ze op een rustige, respectvolle manier tonen. In dreigende situaties kan een sterk stopsignaal nuttig zijn.

Bij het tonen van onze grenzen kunnen we de 'confrontatieregels' gebruiken: Maak oogcontact Sta sterk zonder agressie te tonen Adem rustig met de buikademhaling. Zeg hardop wat je niet leuk vindt en wat je wilt.

In alledaagse situaties kunnen stopsignalen die niet duidelijk zijn of niet stroken met de lichaamstaal verkeerd geïnterpreteerd of genegeerd worden. Zorg ervoor dat de boodschap duidelijk is voor de ontvanger door te zorgen dat de verbale en niet-verbale boodschappen op elkaar afgestemd zijn.

Benaderd worden door anderen is slechts één manier om je grenzen te ervaren. Grenzen kunnen ook op andere manieren bereikt worden: fysiek, emotioneel, mentaal, enz. Kun je voorbeelden geven van andere situaties waarin grenzen gegeven kunnen worden? Hoe kun je in die situaties reageren?

Meer informatie De energizer van deze training: Stoptikkertje. In deze energizer kan de manier waarop een stopsignaal wordt gegeven al dan niet overtuigend zijn.

32 In de BOUNCE-tools kan een grens een wet zijn, een regel, een overeenkomst, een persoonlijke grens, fysieke integriteit, een mentale grens, enz.

BOUNCE young | Sterk blijven 78

Page 79: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Bergpad

Doelstellingen De deelnemers ervaren sociaal moeilijke situaties De deelnemers zijn zich bewust van hun gedrag (houding, emotie, reacties) in contact met anderen. De deelnemers oefenen verschillende soorten gedrag in sociaal moeilijke situaties. De deelnemers zijn zich bewust van alternatieven in sociaal moeilijke situaties. De deelnemers treden in interactie over alternatieven voor sociaal moeilijke situaties. De deelnemers experimenteren met de ROTS- en WATER-houding als strategieën om met sociaal moeilijke situaties om te gaan. De deelnemers kennen de succesvolle strategieën om doelen te bereiken. De deelnemers gaan in interactie over de voor- en nadelen van de strategieën om een doel te bereiken. De deelnemers versterken het vertrouwen in sociaal moeilijke situaties.

Materialen Materialen om een pad te maken van ongeveer 6 tot 8 meter lang (touw, krijt, matjes, enz.)

Voorbereiding Maak een pad van ongeveer 6 meter lang en maximum 50 cm breed.

Instructies Twee deelnemers staan aan een kant van dit kleine, ingebeelde bergpad. Aan de ene kant zien we een verticale wand, aan de andere een ravijn. Beide deelnemers moeten proberen om het pad over te steken, elk van aan de andere kant. Vooraleer ze beginnen, bedenken de deelnemers een doel, iets dat ze willen bereiken aan de andere kant van het bergpad (een vriend, iets om te eten, schoolbus, iets opraken, enzovoort). Vooraleer ze beginnen, bedenken de deelnemers ook een goede manier om het doel te bereiken aan de andere kant van het bergpad. Ze kiezen hun strategie aan de hand van de vraag: Hoe zal ik handelen? Hard of soepel, volgens de ROTS- of de WATER-houding?

De ROTS-houding: gericht op het doel, het plan niet veranderen, directe bewegingen, korte, harde communicatie met anderen, gebruik van fysieke kracht. De WATER-houding: minder op het doel gericht, klaar om het plan te veranderen, soepele bewegingen, luisteren naar het plan van de ander, proberen om samen een oplossing te vinden.

Voer een korte beoordeling uit na elke poging door twee deelnemers om de andere kant te bereiken.

Beoordeling Vragen:

Welk doel heb je gekozen? Welke strategie heb je gekozen om je doel te bereiken? Welke strategie zagen de andere deelnemers? Wat ging goed? Wat was succesvol? Wat was minder succesvol? Welke voor- en nadelen hadden de ROTS- en WATER-houdingen? Heb je de voorgenomen strategie gevolgd? Heb je die veranderd? Was er invloed van de andere deelnemer op je strategie? Welke strategie of houding gebruik je meestal om je doel te bereiken? Wat is een goede strategie? Waarom? Zijn de ROTS- en WATER-houdingen nuttig? Kan het kiezen van je strategie helpen om veerkrachtig en vertrouwd te zijn in sociaal moeilijke situaties? Zijn er elementen van 'sterk staan' die je kunt gebruiken in deze situatie? (Sterk staan, evenwicht, ademhaling, focus). Zijn er alledaagse situaties waarin je één van deze strategieën gebruikte om een doel te bereiken? In welke situatie gebruikte je ROTS? In welke situatie gebruikte je WATER? Wat was het effect? Wat was het resultaat?

BOUNCE young | Sterk blijven 79

Page 80: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Tips voor de trainer Wissel de instructies af:

De deelnemers gebruiken alleen woorden om naar de andere kant te gaan. De deelnemers gebruiken woorden met fysieke handelingen om naar de andere kant te gaan.

Varianten Ga naar buiten voor deze oefening.

Overtuigen: De deelnemers vormen paren die voor elkaar staan op armlengte. Ze kiezen een situatie waarin A op zijn territorium is en B niet (voorbeeld: twee broers, één op zijn kamer de andere buiten). Of gebruik situaties waarin de ene iets heeft dat de ander wil (bijvoorbeeld: een telefoon gebruiken, iets nodig hebben, enz.) Het doel is om de andere deelnemer te overtuigen om iemand binnen te laten, met alleen woorden en lichaamstaal, zonder fysiek contact. De andere wil dit niet. De deelnemers experimenteren met de ROTS- en WATER-houding. Wissel om.

Meer informatie Alle oefeningen in de training 'Sterk staan'.

BOUNCE young | Sterk blijven 80

Page 81: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Een mening verdedigen

Doelstellingen De deelnemers ervaren sociaal moeilijke situaties De deelnemers zijn zich bewust van hun gedrag (houding, emotie, reacties) in contact met anderen. De deelnemers experimenteren met de ROTS- en WATER-houding als strategieën om met sociaal moeilijke situaties om te gaan (een mening verdedigen). De deelnemers versterken het vertrouwen in sociaal moeilijke situaties. De deelnemers realiseren zich dat er verschillende meningen bestaan over onderwerpen. De deelnemers vinden argumenten om een mening te verdedigen. De deelnemers kunnen argumenten gebruiken om een mening te verdedigen. De deelnemers kunnen lichaamstaal gebruiken om een mening te verdedigen. De deelnemers luisteren naar de mening van anderen. De deelnemers zijn zich ervan bewust dat meningen door anderen beïnvloed kunnen worden.

Materialen Bijlage 13: Onderwerpen Grote vellen en stiften (1 per groep) Materiaal om twee lijnen te tekenen

Voorbereiding Teken twee lijnen op twee meter van elkaar.

Instructie 1 Verdeel de groepen in twee tot vier subgroepen met evenveel deelnemers. Elke subgroep krijgt een rol, voor of tegen. Elke subgroep bekijkt samen de argumenten (minstens één per deelnemer) die de mening bevestigen over videogames. Ze bereiden dat voor op een groot vel papier.

Elke subgroep bereidt voor wie welke argumenten zal gebruiken voor de confrontatie in deel 2. Elke subgroep bereidt voor hoe de deelnemers elk argument naar voren zullen brengen in de confrontatie (houding, spreken, expressie, ROTS en WATER, enz.).

Beoordeling 1 Actieve beoordeling:

Hoe moeilijk of gemakkelijk is het om argumenten te vinden die het standpunt van je groep onderbouwen? Hoe gelijkend (of verschillend) is de mening die je moest verdedigen van je eigen mening hierover? Hoe gemakkelijk (of moeilijk) is het om dat te doen?

Vragen: Heb je de manier voorbereid waarop je de argumenten zal verdedigen?

Instructie 2 De voorstanders staan tegenover de tegenstanders en vormen twee rijen op 2 meter van elkaar. Begin een confrontatie, één deelnemer stapt naar voren en geeft een argument. Daarna zet hij een stap terug en een deelnemer uit de andere subgroep mag reageren of een ander argument aanhalen.

Deze regels moeten tijdens de confrontatie gevolgd worden: Slechts één deelnemer mag spreken en hij moet naar voren stappen alvorens te praten. Reageren op een argument kan bestaan uit een persoon die naar voren stapt en wacht tot de andere deelnemer een stap terug heeft gezet. Wanneer een deelnemer klaar is met zijn argument of reactie, zet hij een stap terug.

BOUNCE young | Sterk blijven 81

Page 82: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Beoordeling 2 Actieve beoordeling:

Wie gebruikte de ROTS- en wie de WATER-houding bij het geven van argumenten? Bij het reageren op anderen? In welke stijl geef je het liefst argumenten? Hoe verdedig je meestal een mening in een andere situatie? Welke houding is succesvol bij het verdedigen van een mening of iemand te overtuigen? Wat was overtuigend? Hoe gemakkelijk / moeilijk is het om naar de argumenten van anderen te luisteren? Hoe moeilijk is het om anderen te laten praten voordat je kunt reageren? Hoe gemakkelijk / moeilijk is het om een argument te verdedigen voor een groep?

Vragen: Wat was een goed argument van de andere groep? En waarom? Komt het door de inhoud of door de goede argumenten, de manier waarop het argument naar voren werd gebracht? Of beide? Hoe belangrijk is de manier waarop een argument wordt gebracht voor de overtuigingskracht ervan? Je moest wachten om iets te zeggen. Hoe vond je dat? Heb je andere ervaringen waarbij je moest wachten tot je iets kon zeggen? Heeft een sterk argument of een goede presentatie van een argument een invloed op jou? Zijn er alledaagse situaties waarin je beïnvloed wordt in je mening over een onderwerp? Wat kan een sterke invloed zijn? Waarom kan een invloed sterk zijn? Is dat een realistische manier om een discussie te voeren? Herken je dat in echte situaties? (Bijvoorbeeld, deze structuur wordt ook in de rechtbank gebruikt) Hoe gebeurt dit meestal tussen mensen of groepen volgens jou? Heb je persoonlijke ervaringen met debatteren en argumenteren in een discussie? Wat is een goede manier om een discussie te voeren over een mening?

Tips voor de trainer In de confrontatie kunnen twee deelnemers een tijdje blijven discussiëren. De deelnemer kan tussenbeide komen en de beurt aan andere deelnemers geven. Alle deelnemers krijgen de kans om te spreken. Moedig bij de voorbereiding de deelnemers aan om zich echt te voelen alsof zij iemand waren met deze mening. Dat kan door iets te zeggen over een echte of ingebeelde situatie met jongeren en het gekozen onderwerp. Gebruik historische en hedendaagse voorbeelden van confrontaties / presentaties die gegeven worden op een overtuigende manier (argumenten of / en lichaamstaal, stemgebruik, enz.). Video- of audiofragmenten van debatten die goed of slecht verlopen.

Varianten Voor groepen die moeilijk argumenten kunnen vinden: Bij het voorbereiden van de confrontatie kan de trainer helpen om argumenten te zoeken door voorbeelden te geven. Deze worden opgesomd in bijlage 13. Voor groepen waar het naspelen van deze confrontatie te bedreigend is, vraag je om vrijwilligers de confrontatie te spelen in de plaats van alle deelnemers. De trainer kan ook de voorbeelden geven. Indien de groep te klein is voor vier subgroepen, verdeel deze dan in twee: Jongeren voor, ouders tegen of omgekeerd.

Meer informatie Oefening 'Bergpad' in deze sessie. Training 'Sterk staan', oefening "grenzen": regels voor confrontatie

Maak oogcontact Sta sterk zonder agressie te tonen Adem rustig met de buikademhaling. Zeg hardop wat je niet leuk vindt en wat je wilt.

BOUNCE young | Sterk blijven 82

Page 83: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Tunnel van vertrouwen

Doelstellingen De deelnemers ervaren een positieve uitdaging De deelnemers bouwen onderling vertrouwen op. De deelnemers zijn zich bewust van hun gedrag (houding, emotie, reacties) in contact met anderen. De deelnemers treden in interactie over het focussen en bepalen van het bereiken van doelen. De deelnemers versterken het vertrouwen in sociaal moeilijke situaties.

Instructies Vorm twee rijen deelnemers die naar elkaar kijken, ze staan op twee armlengtes van elkaar zodat twee deelnemers tegenover elkaar net elkaars vingers raken wanneer ze hun armen strekken. Een deelnemer loopt door de rijen. Ze kijken voorwaarts en proberen zo snel mogelijk te lopen. De deelnemers kijken naar de deelnemer en trekken hun handen net voor de doorgang omhoog.

Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe uitdagend was dit? Hoe zat het met je vertrouwen in de deelnemers?

Vragen? Kon je gefocust blijven? Werd je beïnvloed door wat er op je weg kwam? Hoe? Kon je de vastberadenheid zien bij de lopende deelnemers? Kon je zien of de lopers de anderen vertrouwden? Hoe heb je dat gezien? Zijn er alledaagse situaties waarin je veel vertrouwen had en vastberaden op een doel afging, ondanks de hindernissen?

Uitgebreide beoordeling We hebben verschillende oefeningen gedaan waarbij het de bedoeling was om goede alternatieven te hebben om met sociaal uitdagende situaties om te gaan. Het is ook of zelfs even belangrijk om vertrouwen te hebben in anderen en hen met een positieve houding te benaderen. Als je dat zelf kunt, heb je deze strategieën vaak niet nodig.

Varianten De deelnemers roepen hun naam terwijl ze door de rijen lopen. Laat de deelnemers in de rijen de naam roepen van de lopende deelnemer.

De deelnemers vormen een rij, stappen in dezelfde richting en aan dezelfde snelheid. A kiest de richting, de rest volgt. A beweegt, de rest imiteert, daarna beweegt B, de rest imiteert enzovoort. Dat kan ook op muziek: elke deelnemer kiest een dansbeweging.

BOUNCE young | Sterk blijven 83

Page 84: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

FINISHER De veerkrachtige persoon 2

Doelstellingen De deelnemers beoordelen de training De deelnemers treden in interactie over hun ervaringen in de training. De deelnemers staan stil bij hoe ze elementen uit de training in hun dagelijks leven kunnen gebruiken.

Materialen Overzicht van de oefeningen gebruikt bij deze training Bijlage 12: De veerkrachtige persoon33 Vel met de Veerkrachtige persoon gemaakt door de groep tijdens de vorige training. Groene en rode post-its Stiften

Instructies Benoem de hoofddoelen van de training om duidelijk te maken wat er geëvalueerd moet worden: Het psychofysisch bewustzijn en de veerkracht van de deelnemers in sociaal moeilijke situaties op deze niveaus versterken:

Fysiek bewustzijn en veerkracht Emotioneel bewustzijn en veerkracht Sociaal bewustzijn en veerkracht Mentaal bewustzijn en veerkracht

Actieve beoordeling: Kijk eens naar het overzicht van de oefeningen die in deze training werden gebruikt. De deelnemers sommen kort op waarover elke oefening ging. Kijk naar het vel met 'De Veerkrachtige persoon' uit de vorige training. Maak het beeld volledig met de nieuwe elementen die tijdens deze sessie werden behandeld. Duid elementen aan die versterkt werden door deze training en die nuttig zijn in dagelijkse (moeilijke) sociale situaties. Gebruik het overzicht van de oefeningen in deze sessie om de tekening af te maken. Alle deelnemers krijgen groene en rode post-its om op de veerkrachtige persoon te kleven. • Elementen, plaatsen, concepten en oefeningen die nuttig zijn in sociale (moeilijke)

situaties en waar de veerkracht wordt versterkt: groene post-its.• Elementen, plaatsen, concepten en oefeningen die moeilijk te gebruiken zijn of die je

verder wel uitwerken omdat de veerkracht wordt versterkt: rode post-its.

Vragen: Kun je de groep iets vertellen over de groene en rode post-its? Heb je nieuwe dingen geleerd over jezelf / anderen? Denk je dat de veerkracht van de 'Veerkrachtige persoon' nuttig is voor jou? Kun je dagelijkse sociaal moeilijke situaties bedenken waarin je de elementen kan gebruiken die geschreven / getekend is op de ‘Veerkrachtige persoon’?

Tips voor de trainer De hoofddoelen en concepten kunnen soms moeilijk te begrijpen zijn voor de deelnemers. Pas de moeilijkheid van deze doelen en concepten aan het niveau van de deelnemers aan.

Varianten De deelnemers werken individueel of per twee aan hun versies van de veerkrachtige persoon met de concepten en kleven post-its op hun tekeningen. De groep bekijkt de tekeningen.

Gebruik de verschillende versies van 'De veerkrachtige persoon' om de oefening te variëren.

33 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young uitrusting’, subparagraaf 'De veerkrachtige persoon'.

BOUNCE young | Sterk blijven 84

Page 85: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

VOORBEELD: Gebruik het beeld van 'De veerkrachtige persoon' en de deelnemers voltooien de tekening met de concepten van de training.

BOUNCE young | Sterk blijven 85

FOCUS concentratie. doelen

WATER flexibel

ROTS vastberaden

CENTRUM buik

CONTROLE ademhaling, hartslag

BASIS voeten

STERK STAANbenen

Page 86: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Voel je het?

Page 87: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

(6) Voel je het?

Thema Werken met gevoelens en emoties34

Inleiding Deze training behandelt emotionele veerkracht, een belangrijk aspect van veerkracht. In de eerdere sessies werden gevoelens en emoties regelmatig behandeld, meestal in beoordelingen van oefeningen, door de interactie te stimuleren over de gevoelens en emoties die werden losgemaakt door de oefeningen. In deze training behandelen we specifiek de gevoelens en emoties als thema. Deelnemers in contact laten komen met hun eigen gevoelens en emoties stimuleert het bewustzijn en de interactie en vergroot het bewustzijn van de deelnemers en hun controle over hoe emoties en gevoelens worden uitgedrukt. Dit versterkt hun emotionele veerkracht.

OPMERKING: Emotionele controle betekent niet dat jongeren moeten leren om hun gevoelens en emoties te negeren of te onderdrukken. De controle ligt in de manier waarop ze hun uitdrukking van emoties in de situatie aanpassen. Een eerste stap is het bewustzijn van emoties.

In het begin van de sessie krijgt de helft van de deelnemers een merkteken op de hand. De andere helft niet. Er wordt geen verdere uitleg gegeven. (Alles wordt duidelijk in de oefening 'De juiste behandeling')

Hoofddoelen De emotionele veerkracht van de deelnemers versterken. Emotioneel bewustzijn. Emotionele controle.

Overzicht START:

Energizer: Woosh! Startcirkel Ervaringen Inleiding voor de deelnemers

MIDDEN: Verbind de emoticons Lichaamstaal De juiste behandeling Ademen na druk Snel voelen

FINISHER: Gevoelszones

34 Voor een vlotte leesbaarheid beschouwen we "gevoelens en emoties" als een geheel en gebruiken het woord "emoties". Wanneer we het verschil willen benadrukken, bedoelen we met emoties de uitdrukking van gevoelens. Gevoelens kunnen meer innerlijk zijn, minder gemakkelijk te zien of te herkennen zijn, en ze kunnen onuitgedrukt blijven.

BOUNCE young | Voel je het? 87

Page 88: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

START Energizer: Woosh! Sta in een kring. Deelnemer A heeft de ‘Woosh’: een virtueel object dat in beide handen past. A geeft de Woosh door aan zijn buur B en beweegt daarbij zijn armen horizontaal naar B. Nu heeft B de Woosh, en geeft die door. En zo voort. Na een tijdje worden er handelingen toegevoegd.

Woosh in de andere richting, de beweging van de Woosh verandert van richting. Zap: wijs met twee handen voorwaarts naar een andere deelnemer in de kring. Groovelicious: Zeg dit woord en beweeg de heupen van links naar rechts. Alle deelnemers bewegen en zeggen dit mee. Freak out!: roep dit luid. Alle deelnemers lopen wild in het rond in de kring, ze roepen en nemen daarna een nieuwe plaats in.

Alle varianten zijn mogelijk wanneer een deelnemer dat leuk vindt.

Startcirkel De deelnemers vormen een kring. De trainer stelt een toegankelijke vraag. De deelnemers reageren ieder kort op de vraag. De trainer bedankt de deelnemers voor hun bijdragen.

Ervaringen Vraag de deelnemers wat ze denken over de vorige trainingssessies en laat hen delen wat ze onthouden hebben, welke persoonlijke ervaringen ze ondertussen hadden die verband houden met het trainingsthema of wat ze uit eerdere trainingen hebben toegepast in dagelijkse situaties. Dit kan alleen gedaan worden wanneer de trainingssessies georganiseerd worden als onderdeel van een uitgebreid programma dat verspreid is over meerdere weken35.

Inleiding voor de deelnemers De deelnemers delen wat zij over dit thema denken of weten en wat ze ervan verwachten. Zie de eerste training waarin de oefening 'Emoties tekenen' werd gedaan. We probeerden de emoties te herkennen die anderen tekenden en we praatten over of en hoe je emoties kon herkennen. Deze training gaat verder op het thema van die oefening.

Het doel is het versterken van de emotionele veerkracht. Emotionele veerkracht betekent twee dingen:

Emotioneel bewustzijn, je eigen emoties kunnen voelen en herkennen, weten en begrijpen wat je doormaakt en dit ook bij anderen aanvoelen. Emotionele controle betekent in staat zijn om met je eigen emoties en die van anderen om te gaan en er op een veerkrachtige manier op te reageren. Het betekent controle hebben over het uitdrukken van emoties. Veerkrachtige mensen kunnen terugveren (hun evenwicht terugvinden) of zelfs opveren (sterker zijn dan voorheen) na het ervaren van emoties.

35 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young opzet’, subparagraaf ‘Planning van de sessies’.

BOUNCE young | Voel je het? 88

Page 89: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

BOUNCE young | Voel je het? 89

MIDDEN Verbind de emoticons

Doelstellingen De deelnemers kunnen emoties herkennen. De deelnemers zijn interactief bezig over gevoelens. De deelnemers treden in interactie over de interpretatie van emoties. De deelnemers zijn zich bewust van het verband tussen emoties en lichaamstaal.

Materialen Bijlage 14: Emoticons: 1 tot 3 kopieën van de Emoticons en de betekenissen, één exemplaar van de 'oplossing'.

Voorbereiding Beslis hoeveel emoticons en betekenissen de deelnemers krijgen, rekening houdend met de omvang van de groep. Bereid de emoticonkaarten en betekeniskaarten voor, doe ze door elkaar en maak voor elke speler een stapeltje met evenveel emoticons en betekenissen.

Instructies Alle deelnemers krijgen evenveel emoticonkaarten en evenveel betekeniskaarten. De emoticonkaarten die ze hebben stemmen niet overeen met de betekeniskaarten. De deelnemers proberen de bijpassende codes te vinden voor hun emoticonkaarten door betekeniskaarten uit te wisselen met andere deelnemers. Dit betekent dat ze anderen moeten benaderen en de betekenissen moeten uitwisselen met andere deelnemers. De emoticonkaarten worden niet uitgewisseld. Wanneer er een match is, houden de deelnemers de bijbehorende kaarten. Ze wisselen kaarten uit totdat ze denken dat ze alle emoticonkaarten hebben afgestemd op de betekeniskaarten. De oefening is gedaan wanneer alle deelnemers de emoticons hebben gematcht.

Beoordeling Actieve beoordeling:

Toon alle paren en controleer of alles juist is. Hoe zeker ben je van je resultaat? Hoe moeilijk / gemakkelijk was het om de emoticons af te stemmen op de betekenissen?

Vragen: Welke emoties waren gemakkelijk of moeilijk te matchen? Wanneer iemand een emotie uitdrukt, is het dan gemakkelijk om de betekenis ervan te zien? Welke emoties toon je aan anderen? Zijn er emoties die je niet toont? Hoe reageer je wanneer anderen hun emoties tonen? Wat zijn goede reacties? Heb je persoonlijke ervaringen waarin je goed reageerde op een emotie van iemand anders? Heb je persoonlijke ervaringen waarin anderen goed reageerden op jouw emoties? Hoe wil je dat anderen op je emoticons reageren?

Uitgebreide beoordeling Het emoticon is een tekening van wat we zien: een uitdrukking van een emotie. De betekenis is wat we toeschrijven aan de emotie die we zagen en dat beïnvloedt hoe we reageren. Het is goed te weten dat de betekenis die je geeft aan de uitdrukking van iemand anders juist of verkeerd kan zijn.

We gebruiken ons intern codeboek (in onze hersenen) om de emoties van anderen te herkennen. Sommige emoties zijn gemakkelijk en herkenbaar voor iedereen, andere zijn moeilijker te herkennen. Verschillende onderzoeken wijzen uit dat er uitdrukkingen zijn van emoties die herkend worden door mensen uit verschillende culturen wereldwijd. Dat is 'cultuuroverschrijdende herkenning'. Dat wijst erop dat er universele basisemoties zijn. In deze onderzoeken werden zes emoties herkend

Page 90: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

door deelnemers uit verschillende culturen: woede, afkeer, vrees, vreugde, verdriet en verrassing. Andere uitdrukkingen van emoties hebben niet altijd dezelfde betekenis voor mensen uit verschillende culturen. Sommige uitdrukkingen van emoties zijn universeel, andere moeten geleerd worden. Dat kan een reden zijn waarom we soms de betekenis van de uitdrukkingen van mensen verkeerd beoordelen.

Varianten Voeg aan het stapeltje kaarten voor elke deelnemer evenveel kaarten met codes toe (zie bijlage 14). De deelnemer legt de emoticons bij de juiste betekenissen en codes. Voeg dit toe aan de beoordeling: De code is wat in onze hersenen verwerkt wordt: er is informatie over hoe we kunnen interpreteren wat we zagen. Deze code kan van persoon tot persoon verschillen.

De deelnemers zitten in een kring en leggen de emoticons voor zich. Ze geven allemaal tegelijkertijd een niet-passende code of uitleg door. Dat wordt bij het signaal herhaald. Wanneer een code of uitleg kan worden toegevoegd aan een emoticon, wordt een andere doorgegeven. Als iemand alle bijpassende kaarten gevonden heeft, worden ze door deze deelnemer doorgegeven.

Varianten om het gemakkelijker te maken: Gebruik minder emoticons: een per deelnemer of twee. Gebruik minder emoticons: gebruik alleen de bovenste in bijlage 14; de onderste in de lijst zijn meer complexe emoties, ze hebben meer complexe codes en kunnen moeilijker te matchen zijn.

Meer informatie Artikel van PNAS (Proceedings on the National Academy of Sciences of the United States of America) over cultuuroverschrijdende herkenning: http://www.pnas.org/content/early/2010/01/11/0908239106.full.pdf+html

BOUNCE young | Voel je het? 90

Page 91: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Lichaamstaal Doelstellingen

De deelnemers zijn zich bewust van het verband tussen emoties en lichaamstaal. De deelnemers zijn zich bewust van hun lichaamstaal in sociale situaties. De deelnemers versterken de controle over hun lichaamstaal. De deelnemers oefenen verschillende soorten gedrag in sociale situaties. De deelnemers treden in interactie over oplossingen voor sociaal moeilijke situaties. De deelnemers zijn zich bewust van alternatieven in de lichaamstaal in sociaal moeilijke situaties. De deelnemers versterken het vertrouwen in sociaal moeilijke situaties.

Voorbereiding Baken een zone af waar de oefening zal plaatsvinden. Instructies De deelnemers wandelen rond binnen een afgebakende zone, ze kiezen hun eigen weg en gebruiken de volledige beschikbare ruimte. De trainer geeft instructies over hoe je de manier van wandelen moet aanpassen.

Eerste reeks aanpassingen: neem kleinere stappen, laat je schouders hangen en kom wat naar voren, laat je hoofd wat hangen en kijk naar beneden. Tweede reeks aanpassingen: neem grotere stappen, verbreed je schouders, maak je borstkas groter, maak je rug wat holler, houd je armen breed, kijk iets boven de andere deelnemers. Derde reeks aanpassingen: kijk in de richting waarin je gaat, kijk naar de hoogte van de ogen van de andere deelnemers, laat je armen loshangen, trek je schouders wat achteruit, neem normale maar zekere stappen.

Varieer de eerste, tweede en derde houding. Beoordeling (De beoordeling kan gebeuren na elke voltooiing van een andere houding en een manier van wandelen) Actieve beoordeling:

Blijf in die houding staan terwijl we dit deel beoordelen. Vragen:

Hebben deze veranderingen in je lichaam een invloed op hoe je je voelt? Hoe? Hebben deze veranderingen in je lichaam een invloed op het contact met anderen? Hoe? Welke kenmerken / emoties / gemoedstoestand zou je toeschrijven aan iemand die die houding inneemt? Toont deze houding vertrouwen? Welke houding toont het meest vertrouwen? Wat zijn de voor- en nadelen van deze houdingen? In welke situaties zijn deze drie al dan niet nuttig? Welke van deze houdingen gebruik je in alledaagse situaties? Ben je je bewust van het gebruik van deze houdingen? Welke houding is nuttig in sociaal moeilijke omstandigheden (bijvoorbeeld: jezelf voorstellen, spreken voor een groep, enz.) of meer bedreigende sociale situaties (een dreigende groep voorbijwandelen, enz.). Kan zich bewust zijn van onze houding en deze aanpassen helpen? Wat zijn de voor- en nadelen van het veranderen van houding?

Uitgebreide beoordeling We kunnen namen zoeken die de houdingen beschrijven. De deelnemers kunnen deze namen kiezen. We stellen voor:

Eerste houding: tunnelhouding: stel je voor dat je door een donkere tunnel loopt waar je niet kunt rechtstaan en er geen contact is met anderen Tweede houding: machohouding: beeld je in dat je boven de anderen staat, je kijkt op anderen neer, je voelt je erg sterk en wil met je kracht uitpakken.

BOUNCE young | Voel je het? 91

Page 92: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Derde houding: de casual houding: bewust van jezelf, niet bang om contact te maken met anderen, jezelf tonen aan anderen, op een ontspannen manier.

Welke houding kun je linken aan de ROTS-houding (de machohouding maar het risico is het nadeel van de ROTS-houding: te veel vertrouwen of een verkeerd beeld van vertrouwen tonen) Welke houding kun je linken aan de WATER-houding? (De tunnelhouding maar het risico is het nadeel van de WATER-houding: geen vertrouwen tonen) Conclusie: de casual houding combineert de positieve elementen van beide houdingen: WATER omdat deze houding rekening houdt met anderen en een vriendelijke open houding toont. ROTS omdat de richting duidelijk is, het tempo vaststaat, er een sterke focus en veel vertrouwen is. Tips voor de trainer Bij het praten over houdingen is het belangrijk geen oordeel te vellen. Sommige jongeren nemen deze houdingen (al dan niet bewust) aan en de instructies of beoordeling kunnen confronterend zijn. Het is daarom belangrijk dat de opgesomde voordelen, nadelen, gevolgen, ... vermeld worden door de deelnemers. Als trainer kun je suggereren wat volgens jou het beste werkt maar de deelnemers kunnen kiezen hoe ze zich gedragen en welke houding ze willen gebruiken. Het is ook belangrijk om duidelijk te maken dat de interpretatie van hoe iemand beweegt en loopt niet meteen overeenstemt met zijn bedoeling: het feit dat iemand een houding aanneemt die vrees inboezemt betekent niet dat dat ook zijn bedoeling is. Varianten

Leg drie situaties uit en vraag deelnemers om mee te voelen met wat ze horen. Laat hen een houding kiezen die past bij de situaties (bijvoorbeeld: een moeilijke dag, regenachtig, niet veel energie, enz. => tunnelhouding: een bokskampioen die zijn titel wil verdedigen en naar de ring wandelt, enz. => machohouding, een liefdadigheidswerker die nieuwe donors wil zoeken op de straten, enz. => de casual houding). Zoek de deelnemer die de tunnel, de macho of de casual is. Een deelnemer gaat naar buiten, de groep wijst een persoon aan die één van de drie houdingen doet. Alle anderen wandelen normaal. De deelnemer komt terug en probeert de drie houdingen aan te wijzen. Maak eenvoudige tekeningen van de drie houdingen. Vraag de deelnemers om de verschillen aan te geven in de feiten en in de interpretaties of de signalen en emoties die uitgestraald worden door deze houdingen. De deelnemers oefenen de drie vormen van lopen in een zone en veranderen op commando van houding.

BOUNCE young | Voel je het? 92

Page 93: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

De juiste behandeling36 Doelstellingen

De deelnemers ervaren emoties. De deelnemers zijn zich bewust van hun emoties. De deelnemers treden in interactie over de fysieke gewaarwording van emoties. De deelnemers zijn zich bewust van de fysieke gewaarwording van emoties. De deelnemers treden in interactie over het controleren van de uitdrukking van emoties. De deelnemers treden in interactie over gevoelens van uitsluiting, discriminatie en onjuiste behandeling. De deelnemers treden in interactie over het polariseren tussen groepen.

Materialen

Beloningen: kleine beloningen (bijvoorbeeld snoepjes) Bijlage 15: Sudoku gemakkelijk: een A3 afdruk voor de ongemarkeerde groep Bijlage 16: Sudoku moeilijk: een A3 afdruk voor de gemarkeerde groep Een tafel en stoelen voor de helft van de groep.

Voorbereiding Zet een tafel en stoelen in het midden van de ruimte voor de helft van de groep. Instructies Vorm een kring. Elke deelnemer zonder merkteken op zijn hand krijgt een beloning, de andere niet. Als een deelnemer vraagt waarom hij geen krijgt of waarom de anderen wel, of als hij vragen stelt bij andere verschillen in behandeling tussen de twee groepen, dan is het antwoord "omdat je geen merkteken hebt" of "omdat zij een merkteken hebben". Elke groep moet een Sudoku oplossen:

De ongemarkeerde groep gaat rond de tafel zitten en krijgt bijlage 15 in A3-formaat met de gemakkelijke sudoku en de uitleg erbij. De deelnemers krijgen een beloning en mogen onmiddellijk beginnen met het oplossen ervan. Even later krijgt de gemarkeerde groep bijlage 16, de moeilijke sudoku in A5-formaat, zonder verdere uitleg. De deelnemers krijgen geen beloning en moeten op de grond zitten.

De eerste groep die de Sudoku oplost en de oplossing aan de trainer geeft, krijgt nog een beloning. Beoordeling Actieve beoordeling:

Was dit een positieve of negatieve ervaring? Heb je positieve of negatieve emoties gevoeld? Was de emotie aanwezig, tastbaar in je lichaam? Geef aan waar de emoties spanning of andere veranderingen veroorzaakten.

Vragen:

Welke emoties heb je ervaren? Kun je ze benoemen? Hoe heb je deze emoties getoond? Had je controle over deze emoties? Hoe kon je de emoties van anderen zien? Wat was de trigger voor de emotie? Wat heeft ervoor gezorgd dat dit een positieve / negatieve ervaring was? Welke fysieke gewaarwordingen hangen samen met een emotie? Hoe heb je daarop gereageerd? Heeft de emotie reacties losgemaakt? Hoe? Welke acties volgden op je emoties? Hoe reageer je in dagelijkse situaties op negatieve emoties (zoals frustratie, uitsluiting, discriminatie)? Hoe hebben de twee groepen zich tegenover elkaar gedragen? Was er polarisatie? Heb je ervaring met polarisatie tussen groepen?

36 Bij het begin van de training kreeg de helft van de groep een merkteken op de hand. In deze oefening wordt duidelijk waarom.

BOUNCE young | Voel je het? 93

Page 94: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Hoe waren de interacties binnen je groep? Welke zijn succesvolle en veerkrachtige strategieën om deze situaties op te lossen? Kun je een voorbeeld geven?

Uitgebreide beoordeling Het doel van de oefening was om de deelnemers een ongelijke behandeling te laten ervaren zonder goede reden (omdat je een merkteken op je hand hebt) en om te proberen om emoties los te weken bij de deelnemers, Bv. negatieve emoties (frustratie, woede, enz.) bij de deelnemers die benadeeld waren en positieve emoties bij de groep die bevoordeeld was. De deelnemers kunnen ervaringen delen over discriminatie, stigmatisering, racisme en ongelijke behandeling en hun emoties en reacties in deze situaties. Tips voor de trainer

De verschillen in behandeling van de groepen zijn zichtbaar maar worden niet toegelicht. De trainer doet alsof deze verschillen normaal zijn. Indien de deelnemers vragen stellen over het verschil in behandeling, is het enige antwoord: "Omdat het ene deel van de groep een merkteken op zijn handen heeft en het andere niet". Het spelen en beoordelen van deze oefening kan confronterend werken voor de deelnemers. Zorg voor een veilige ruimte voor dialoog en waardeer de input van alle deelnemers. Reageer op respectloze of gewelddadige uitdrukkingen of situaties door te verwijzen naar de basisregels en ook met begrip voor hun sterke reacties/emoties. Na de beoordeling wordt de ongelijke behandeling van de twee groepen rechtgezet door de ongemarkeerde groep elk twee beloningen te geven en hen te danken om dit kleinschalige discriminatie-experiment te ondergaan. Benadruk dat de verdeling tussen gemarkeerde en ongemarkeerde mensen volledig willekeurig verliep.

Varianten

Gebruik een alternatief in de plaats van een sudoku: bijvoorbeeld een woordzoeker of een meer actieve oefening (bv. bouw een structuur met materiaal en beperk de hoeveelheid en kwaliteit van de materialen voor een groep). De trainer kan de ongelijke behandeling van de twee groepen nog sterker maken: VOORBEELD: de trainer kan vragen beantwoorden van deelnemers uit de ongemarkeerde groep, hen helpen, positieve feedback geven en vragen negeren uit de andere groep.

Meer informatie

De ‘Blue eyed, brown eyed’- oefening door Jane Elliott http://en.wikipedia.org/wiki/Jane_Elliott Training "Denk erover na", oefening "De bus"

BOUNCE young | Voel je het? 94

Page 95: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Ademen na spanning Doelstellingen

De deelnemers zijn zich bewust van de invloed van fysieke spanning op een fysiek, emotioneel en mentaal niveau. De deelnemers zijn zich bewust van het verband tussen fysieke spanning, mentale rust en emoties. De deelnemers ervaren en oefenen de buikademhaling. De deelnemers ervaren de effecten van de gecontroleerde buikademhaling op een fysiek, mentaal en emotioneel niveau. De deelnemers versterken de controle over buikademhaling, fysieke spanning, mentale rust en emoties.

Materialen Gebruik een comfortabele vloer om op te liggen of gebruik matten. Voorbereiding Baken een zone af waar de oefening zal plaatsvinden. Instructie 1: Teentikken Bij het startsignaal van de trainer proberen alle deelnemers om zachtjes met hun voet op de tenen te tikken van de andere deelnemers. Ze proberen daarbij niet getikt te worden door de andere deelnemers. Na ongeveer een minuut actief spelen, stopt het spel en gaat iedereen in een kring staan. Instructie 2: Ontspanning De deelnemers liggen op de vloer. Eerst controleren ze hun hartslag met de hand of vingers (in de nek, op de pols of op de borstkas). Nu leggen ze een hand op hun buik en controleren ze hun ademhaling. Ze vertragen hun ademhaling, ademen langzaam in via de neus en uit via de mond. Bij elke ademhaling vertragen ze hun ademhaling en ontspannen ze hun spieren. Focus op de buik waar je hand ligt telkens als je inademt en voel hoe je hand omhoog gaat. Voel hoe bij het uitademen je hand wat zakt. Dat wordt vijf of meer keer herhaald, elke ademhaling gaat langzamer dan de vorige. Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe actief heb je meegedaan? Welke stijl heb je gekozen (ROTS, WATER of een combinatie)? Hoe gespannen was je tijdens het actieve spel? Hoe sterk was het effect van de handeling op je ademhaling? Hoe sterk was het effect op je fysieke en mentale spanning? Hoe goed was je controle over de buikademhaling na het ademen?

Vragen:

Heb je tijdens de oefening fysieke spanning en onrust opgebouwd? Zo ja, waar was dat in je lichaam? Hoe was je ademhaling tijdens het teentikken? (Snel, langzaam, stil, luid) Is je ademhaling veranderd? Wat is het effect van gecontroleerde buikademhaling na de actie? (Op hartslag, mentale rust of emotionele staat) Kun je deze controle behouden over je buikademhaling tijdens de actie (bv. teentikken)? Kan deze vorm van gecontroleerde buikademhaling nuttig zijn in andere alledaagse situaties? (bv. sport, ruzie, ...) Kan het controleren van je ademhaling je kalmeren? Zijn er alledaagse ervaringen waarbij iets een verandering veroorzaakt in je hartslag en/of fysieke spanning en/of de manier waarop je ademt? (Bijvoorbeeld: bij schrik gaan de hartslag en de ademhaling sneller en kunnen ze ook even stoppen).

BOUNCE young | Voel je het? 95

Page 96: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Uitgebreide beoordeling Deze veranderingen in ademhaling en hartslag voelen en herkennen, kan een stap zijn naar er iets mee doen en spanning loslaten door een gecontroleerde ademhaling. Deze en andere ademhalingsoefeningen kunnen daarbij helpen. De hartslag daalt, de mentale rust komt terug en misschien zijn er meer alternatieven voor reacties. Tips voor de trainer

Er kan weerstand zijn tegen op de vloer liggen. De ademhalingsoefening kan ook zittend of staand uitgevoerd worden. Het maakt de buikademhaling minder gemakkelijk maar het werkt. Leg de link met de oefening 'De juiste behandeling'. De bedoeling was om emotionele reacties los te maken in de groep. De ongelijke behandeling was de trigger. In situaties met negatieve emoties kan dat een invloed hebben op de ademhaling en de hartslag. De controle nemen over de ademhaling kan nuttig zijn in deze situaties.

Varianten Ga op je rug op de vloer liggen. Bouw de spanning in het lichaam op door een lichaamsdeel per keer op te spannen, telkens tien seconden sterke spanning, gevolgd door de ontspanning van de spieren en langzame gecontroleerde buikademhaling. Doe daarna de ontspanning door neerliggend te ademen zoals hierboven beschreven. Meer informatie Training 'Sterk staan', oefening 'Optillen'

BOUNCE young | Voel je het? 96

Page 97: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Snel voelen Doelstellingen

De deelnemers zijn zich bewust van hun emoties. De deelnemers zijn zich bewust van hoe emoties zorgen voor fysieke verandering. De deelnemers zijn zich bewust van de emoties van anderen.

Materialen

Bijlage 17: Lijst van situaties Bijlage 18: Kleuren Bijlage 19: Foto's van mensen 3 tot 5 muziekfragmenten.

Voorbereiding Teken drie zones naast elkaar waar de deelnemers kunnen staan. Bereid het afspelen van de stukken voor. Instructies (In deze oefening wisselen de acties van de deelnemers af met de beoordelingen). Elk van de drie zones heeft een betekenis: positief gevoel (links) - neutraal gevoel (midden) -negatief gevoel (rechts). Toon of lees voor aan de deelnemers of laat hen korte stukjes horen die een gevoel kunnen opwekken.

Situaties Kleuren Foto's van mensen Muziekfragmenten

De deelnemers horen of zien een element en kiezen onmiddellijk een plaats om te gaan staan, dat toont welke invloed dit heeft op hun gevoel. Na elk nieuw element kiezen ze een plaats. Beoordeling Actieve beoordeling: plaatsnemen in een van de drie zones na elk fragment. Vragen:

Waarom sta je hier? Welk gevoel gaf dit stuk je? Kun je uitleggen waarom? Kun je je aangeven van waar in je lichaam dat gevoel komt? Waar voel je dat? Hoe kun je dat signaal voelen? Is er spanning of een andere verandering (hoofd, handen, maag, voeten, hoofd, hartslag, beweging, ademhaling, focus, enz.)

Uitgebreide beoordeling:

Dit is 'snel voelen'. Wanneer we dingen zien, horen of ervaren komt vaak een signaal van binnen uit, het gaat erg snel, een fysieke verandering die ons een gevoel geeft. Dat aanvoelen kan ons helpen onze gevoelens te begrijpen en vergroot ons zelfbewustzijn en onze zelfcontrole. Bij het voelen van zo'n snel gevoel, kan tot tien tellen en de tijd nemen om te ademhalen en ontspannen, een goede manier zijn om met de emoties om te gaan en controle te krijgen. Ondertussen kan je lichaam de emotionele spanning laten gaan en krijg je meer alternatieven dan een snelle impulsieve reactie.

Tips voor de trainer Benader alle posities van deelnemers als gelijk. Voor de muziek kunnen deelnemers de liedjes spelen die ze op hun eigen spelers staan hebben. Varianten Gebruik foto's, artistieke beelden en vraag welke emoties die tekeningen losmaken.

BOUNCE young | Voel je het? 97

Page 98: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

FINISHER Gevoelszones Doelstellingen

De deelnemers beoordelen de training De deelnemers treden in interactie over hun ervaringen in de training. De deelnemers staan stil bij hoe ze elementen uit de training in hun dagelijks leven kunnen gebruiken.

Materialen

Overzicht van de oefeningen gebruikt bij deze training Een touw van 4 tot 6 meter lang. Bijlage 14: Emoticons

Voorbereiding Hergebruik de drie zones (positief - neutraal - negatief) met het touw uit de vorige oefening 'Snel voelen'. Instructies Benoem de hoofddoelen van de training om duidelijk te maken wat geëvalueerd moet worden:

De emotionele veerkracht van de deelnemers versterken. • Emotioneel bewustzijn. • Emotionele controle.

Beoordeling Actieve beoordeling:

Kijk eens naar het overzicht van de oefeningen die in deze training werden gebruikt. De deelnemers sommen kort op waarover elke oefening ging. Elke deelnemer kiest één of meerdere kaarten met emoticons uit de eerste oefening en linkt dit emoticon aan zijn ervaringen in de training.

Wissel de vragen voor de beoordeling af en laat de deelnemers in een van de drie zones gaan staan. (positief / ja - neutraal / geen mening - negatief / nee) • Wat is jouw gevoel over de training op zich? • Ben je je meer bewust van je eigen emoties? • Ben je je meer bewust van de emoties van anderen. • Ben je je meer bewust van hoe gevoelens worden uitgedrukt door je lichaam

(ademhaling en houding)? • Denk je dat meer bewustzijn van je gevoelens kan helpen om je veerkracht te

vergroten? Vragen:

Waarom neem je die houding aan? Kun je daar meer uitleg over geven?

BOUNCE young | Voel je het? 98

Page 99: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

BOUNCE young | Voel je het? 99

Page 100: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Informatie en invloed

Page 101: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

(7) Informatie en invloed Thema Op een gezonde, kritische manier omgaan met informatie en invloed. Inleiding Jongeren hebben toegang tot verschillende informatiekanalen: contacten met familie, vrienden, leerkrachten, media, het internet en zo voort. Een breed spectrum van visies, opinies en invloeden is dus beschikbaar. Tijdens de trainingssessies willen we jongeren bewust maken van informatie en invloed en hun veerkracht versterken in de omgang met uitdagingen betreffende informatie en invloed. Door te experimenteren met alternatieven om met informatie en invloed om te gaan, versterken jongeren hun kritische houding ten opzichte van zichzelf, anderen en de informatie, en vergroten ze de alternatieven om met informatie en invloed om te gaan. Opgroeien in een digitaal tijdperk, waarin massa’s informatie online beschikbaar zijn, stelt jongeren voor uitdagingen inzake het begrijpen, selecteren of interpreteren van deze digitale informatie. Het bewust maken van jongeren en het versterken van hun kritische houding ten opzichte van online informatie en online invloeden is een grote uitdaging. De kritische houding die we online nodig hebben verschilt niet zoveel van die in alledaagse situaties of ten opzichte van de traditionele media. In deze training behandelen we niet specifiek de 'digitale veerkracht'. BOUNCE young bouwt aan het vermogen van jongeren om informatie en invloed op een meer algemeen niveau te verwerken. We zijn ervan overtuigd dat dit jongeren zal helpen om dit bewustzijn en deze veerkracht in diverse situaties te gebruiken, ook online. Hoofddoelen

De veerkracht van de deelnemers bij het verwerken van informatie versterken. De veerkracht van de deelnemers bij het verwerken van invloeden versterken. De kritische houding van de deelnemers versterken.

Overzicht START:

Energizer: 1-2-3 piano Startcirkel Ervaringen Inleiding voor de deelnemers

MIDDEN:

Wat zag je? Copy paste Sterk wandelen Onder druk Headline Hersenbrekers

FINISHER:

Bouwstenen

BOUNCE young | Informatie en invloed 101

Page 102: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

START Energizer: 1-2-3 piano De deelnemers vormen paren en staan dicht bij elkaar terwijl ze elkaar aankijken. A zegt 1, B zegt 2, A zegt 3, B zegt 1, A zegt 2, B zegt 3 en zo voort. Geleidelijk aan wordt 1 vervangen door een keer in de handen klappen, daarna wordt 2 vervangen door een keer met een voet te tikken en wat later wordt 3 vervangen door met beide handen tegen de dijen te klappen.

Startcirkel De deelnemers vormen een kring. De trainer stelt een toegankelijke vraag. De deelnemers reageren ieder kort op de vraag. De trainer bedankt de deelnemers voor hun bijdragen.

Ervaringen Vraag de deelnemers wat ze denken over de vorige trainingssessies en laat hen delen wat ze onthouden hebben, welke persoonlijke ervaringen ze ondertussen hadden die verband houden met het trainingsthema of wat ze uit eerdere trainingen hebben toegepast in dagelijkse situaties. Dit kan alleen gedaan worden wanneer de trainingssessies georganiseerd worden als onderdeel van een uitgebreid programma dat verspreid is over meerdere weken37.

Inleiding voor de deelnemers De deelnemers delen wat zij over dit thema denken of weten en wat ze ervan verwachten. Zie de inleidende training 'Wie en wat?' waarin de oefening 'Focus op het verhaal" werd gedaan. In deze training ervaren we hoe informatie naar ons toekomt en hoe we informatie geven aan anderen. Wat zien en onthouden we, wat niet, waar maken we fouten bij het verwerken en delen van informatie? Hoe kunnen we dat juist aanpakken? We ontdekken hoe we beïnvloed worden door informatie en door anderen en we treden in interactie over hoe we met deze invloeden kunnen omgaan. Ons bewust zijn van informatie en invloed en ook ontdekken hoe we veerkrachtig kunnen omgaan met informatie en invloed versterkt een gezonde kritische geest, die deel uitmaakt van een sterke veerkracht.

37 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young opzet’, subparagraaf ‘Planning van de sessies’.

BOUNCE young | Informatie en invloed 102

Page 103: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

MIDDEN Wat zag je? Doelstellingen

De deelnemers kennen het verschil tussen informatie en interpretatie. De deelnemers kennen hun neiging om te focussen op informatie en/of om interpretaties te maken. De deelnemers zijn zich ervan bewust dat interpretaties niet altijd juist zijn.

Materialen

Papieren / whiteboard Stiften Pen en papier (voor de variant)

Instructies Vorm een kring. Wanneer de groep aanwezig is, voert de trainer enkele handelingen uit zonder te spreken: naar zijn telefoon kijken, naar de deur kijken, kort oogcontact maken met enkele deelnemers, ernstig kijken, kreunen, enkele stappen naar links of rechts zetten, met zijn tenen tippen, kijken naar zijn telefoon, naar buiten gaan, de deur sluiten en daarna terug binnenkomen, enzovoort. Daarna gaat de trainer terug naar de cirkel, neemt een ontspannen houding aan en begint met de beoordeling. Vraag de deelnemers: 'Wat zag je?' Schrijf de antwoorden in twee kolommen (zonder de kolommen te benoemen). Mogelijke antwoorden uit de groep zijn:

Feiten/informatie: letterlijk wat ze zagen: kijken naar telefoon, bewegingen maken, oogcontact, enz. Interpretaties: zenuwachtig, wachten op iemand, boos kijken, de deur dichtslaan, enz.

Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe zeker ben je dat je antwoorden juist zijn? Vragen:

Vraag waarom er twee kolommen zijn, wat het verschil is: • Feiten / Wat ik zie / Informatie • Gedachten / Interpretatie / Wat maak ik van de informatie?

Welk soort antwoord kreeg je het vaakst? In welke kolommen staan de meeste van jouw beschrijvingen? Welke antwoorden zijn zeker juist? Welke antwoorden kunnen juist zijn? Als je in alledaagse situaties kijkt naar mensen, gebeurtenissen en zo voort en ze beschrijven, hoe beschrijf je die dan meestal? Heb je persoonlijke ervaringen waarin je interpretatie van iemands gedrag juist was? Heb je persoonlijke ervaringen waarin je interpretatie van iemands gedrag fout was? Wat zijn de voor- en nadelen van het focussen op de feiten? Wat zijn de voor- en nadelen van het focussen op interpretaties? Is het verkeerd om interpretaties te hebben?

Uitgebreide beoordeling Wanneer we interpreteren wat we zien, weten we niet of we wel juist zijn. Enkele tips om verkeerde interpretaties te vermijden:

Beschrijf wat je ziet in plaats van wat je denkt dat je ziet. Bij het maken van interpretaties: stel vragen over je interpretaties: controleer of wat je denkt te zien ook juist is.

Tips voor de trainer

Voor het begin: informeer de deelnemers niet dat je met iets gaat beginnen, begin gewoon. Tijdens het spel reageert de trainer niet op vragen van de deelnemers.

BOUNCE young | Informatie en invloed 103

Page 104: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

In de beoordeling: beoordeel het beschrijven van feiten en interpretaties als gelijkwaardig. Het is de bedoeling om de deelnemers bewust te maken van beide, niet om aan de ene meer waarde toe te kennen.

Varianten

De deelnemers schrijven individueel neer wat ze gezien hebben en alle deelnemers zeggen wat ze opgeschreven hebben. De deelnemers schrijven in groep op een groot vel op wat ze gezien hebben. Daarna zoeken ze het onderscheid tussen twee soorten antwoorden. Een kortere versie van de oefening om het verschil te illustreren tussen feiten en interpretatie: maak een vuist, hef deze omhoog en ga naar een deelnemer. Feiten: vuist opheffen, naar een deelnemer gaan. De interpretaties luiden als "Je ging hem een mep verkopen". Gebruik een foto of een schilderij, bijvoorbeeld. Toon deze aan de deelnemers en vraag wat ze zien. Neem een krantenartikel. De deelnemers moeten feiten en interpretaties van de schrijver opzoeken.

BOUNCE young | Informatie en invloed 104

Page 105: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Copy paste Doelstellingen

De deelnemers zijn zich bewust van hoe ze informatie doorgeven. De deelnemers zijn zich bewust van hoe ze informatie ontvangen. De deelnemers ervaren dat informatie verloren kan geraken of veranderd kan worden.

Materialen

Een doos die dicht kan Speelgoedbouwstenen Timer

Voorbereiding Maak een eenvoudige constructie met bouwstenen. Zorg ervoor dat deze constructie een steen verbergt: één of twee stenen zijn onzichtbaar van aan de buitenkant. Vertel dit aan niemand. Instructies In een dichte doos staat een eenvoudige constructie met speelgoedbouwstenen. Op een tafel wat verder staat er nog één, maar met meer stenen. De groep moet een exacte kopie maken van de constructie in de doos. Alvorens te starten:

Twee 'bouwers' maken de kopie. Zij zijn de enige die de stenen mogen aanraken. Ze blijven op hun plaats en kunnen de originele constructie niet zien. De groep krijgt vijf minuten om de kopie te bouwen. Tijdens de vijf minuten wordt de doos drie keer geopend zodat de deelnemers (maar niet de bouwers) de constructie kunnen inspecteren: een keer voor tien seconden, twee voor twintig seconden en een keer voor dertig seconden. Alvorens te beginnen heeft de groep drie minuten om twee 'bouwers' te kiezen en om te beslissen wanneer ze de trainer de doos laten openmaken en in welke volgorde ze de beschikbare inspectietijd gebruiken (tien, twintig en dertig seconden).

Na de start wordt de doos voor het eerst geopend voor het aantal seconden dat de groep besliste te gebruiken voor de eerste inspectie. Tijdens de beschikbare tijd wordt de doos nog twee keer geopend, wanneer daarnaar gevraagd wordt, voor de gekozen inspectietijden. Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe goed is het resultaat van de gebouwde kopie? Hoe goed werd de informatie doorgegeven? Voor wie de informatie doorgaf: hoe vond je het om duidelijke en correcte informatie door te geven? Voor de bouwers: hoe was het om de informatie te begrijpen?

Vragen:

Wat ging goed? Wat ging niet goed? Waarom ging het goed / niet zo goed? Voor de bouwers:

Heb je alle nodige informatie gekregen? Heb je informatie niet gekregen? Wat deed je met de ontbrekende informatie? Heb je de ontvangen informatie begrepen.

Voor wie de constructie zag:

Hoe heb je het origineel geïnspecteerd? Heb je de verborgen steen ontdekt? Hoe kun je ervoor zorgen dat je alle informatie over het origineel hebt? Hoe heb je de informatie doorgegeven? Wat zou je aanpassen om informatie beter door te geven/ om de informatie beter te ontvangen een volgende keer?

BOUNCE young | Informatie en invloed 105

Page 106: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Heb je al eens alledaagse situaties gekend waarin de informatie op een goede / slechte manier werd doorgegeven?

Tips voor de trainer Besteed aandacht aan hoe je de jongeren vertelt dat ze de constructie moeten inspecteren zodat ze de optie hebben om die af te breken. Varianten

Begin met een tekening. Een deelnemer mag deze voor enkele minuten bestuderen en daarna aan de tweede deelnemer beschrijven hoe de tekening eruitziet, enzovoort. De laatste probeert een kopie te tekenen. De tekening wordt vergeleken met het origineel. Laat in grote groepen twee groepen elk een kopie maken en de resultaten op het einde vergelijken. In dat geval vergelijk je de manier waarop de groepen de informatie verwerkten en doorgaven.

BOUNCE young | Informatie en invloed 106

Page 107: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Sterk wandelen Doelstellingen

De deelnemers zijn zich bewust van fysieke invloed. Deelnemers ervaren fysieke invloed. De deelnemers experimenteren met alternatieven als reactie op fysieke invloed.

Instructies

Vorm twee rijen op ongeveer twee meter van elkaar, ze kijken naar elkaar. Deelnemer A wandelt tussen de rijen naar de overkant en terug. Bij het terugwandelen mag elke speler een duw geven tegen de schouder van A om te proberen de richting van A te beïnvloeden. A kan kiezen hoe hij door de rijen wandelt en hoe hij reageert op de duwen: experimenteren met sterk wandelen, focussen, oogcontact, lichaamstaal, woorden gebruiken, de ROTS- of WATER-houding, als reactie op de fysieke invloed van anderen. Nadat A voor het eerst door de rijen heeft gewandeld, bespreekt de groep wat ze veerkrachtig vonden aan de manier waarop hij wandelde en reageerde en wat versterkt kan worden. Daarna kan de deelnemer zijn strategie aanpassen en teruglopen door de rijen met de feedback van de groep als ondersteuning. Wissel om.

Beoordeling Actieve beoordeling:

Welke houding is nuttig en veerkrachtig om te reageren op de duwen: toon welke fysieke elementen een veerkrachtige manier van wandelen en incasseren versterken.

Vragen:

Wat kun je gebruiken om de fysieke invloed op een veerkrachtige manier te verwerken? Wat is nuttig in de ROTS-houding? Wat is nuttig in de WATER-houding? Welke houding geeft de meeste kans voor invloed? Welke houding geeft de minste kans om anderen te beïnvloeden (tunnelhouding, machohouding of de ontspannen houding)? Heb je persoonlijke ervaringen waarin je geconfronteerd werd met fysieke invloed? Hoe heb je daarop gereageerd? Heb je persoonlijke ervaringen waarbij je fysieke invloed hebt gebruikt op anderen? Hoe heeft de ander gereageerd?

Tips voor de trainer Wandelen tussen de lijnen en een duw krijgen van de andere deelnemers kan dreigend overkomen voor sommige deelnemers. Het is niet verplicht om hieraan deel te nemen. Zorg ervoor dat elke deelnemer de belangrijke regel volgt om slechts één duw te geven die niet agressief is. Indien de deelnemers het moeilijk vinden om een veerkrachtige manier te vinden om door de rijen te wandelen, geef dan deze tips. Al deze tips kunnen gelinkt worden aan oefeningen in eerdere sessies:

Sterk wandelen Focussen en negeren: kijken naar een vast punt voor je, proberen om geen aandacht te besteden aan wat anderen doen. Adem rustig met de buikademhaling. Maak kort oogcontact maar reageer niet verbaal. Reageer fysiek: gebruik iets meer spierspanning en wandel sterker: meer ROTS-houding zonder agressie. Reageer verbaal op een kalme, gecontroleerde manier: 'Stop', 'Laat me met rust', enz. Combinaties van deze tips.

BOUNCE young | Informatie en invloed 107

Page 108: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Varianten Door een dreigende groep lopen. Deze variant is nuttig wanneer de deelnemers zich veilig voelen en sterk genoeg zijn om dit respectvol te laten verlopen. Een vrijwilliger A moet voor de rest van de groep lopen. De groep staat dicht samen achter een lijn, maakt veel lawaai, geeft commentaar, provoceert, …. A kan verschillende manieren gebruiken om de groep voorbij te lopen. Elke gekozen manier wordt beoordeeld door te vragen welke effecten deze keuze heeft op A en de groep. Meer informatie

Training 'Wie en wat?', oefening 'Focus op het verhaal'. Training 'Sterk staan', alle oefeningen. Training 'Sterk blijven', oefening 'Sterke focus' en 'Grenzen’. Training 'Voel je het?', oefeningen 'Lichaamstaal' en 'Ademen na spanning’.

BOUNCE young | Informatie en invloed 108

Page 109: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Onder druk Doelstellingen

De deelnemers zijn zich bewust van druk en invloeden van buitenaf. De deelnemers zijn zich bewust van positieve en negatieve druk en invloeden van buitenaf. De deelnemers ervaren druk en invloeden van buitenaf. De deelnemers experimenteren met alternatieven als reactie op druk en invloeden van buitenaf.

Materialen

Bal Materiaal om twee lijnen te tekenen

Voorbereiding Teken twee lijnen op twee meter van elkaar. Instructies Deelnemer A staat achter een van de lijnen en kijkt naar de rest van de groep die achter de andere lijn staat. Tussen hen en binnen het bereik van A ligt een bal. De groep probeert A te beïnvloeden om de bal weg te trappen. Ze bouwen de druk op met woorden, zoeken naar argumenten, proberen A te overtuigen. A krijgt van de trainer de orders om de bal niet weg te trappen en niet toe te geven aan de druk. Hij zal proberen om veerkrachtig te reageren op hun invloed. Herhaal de oefening met een andere deelnemer B, C en zo voort voor de groep. Beoordeling Actieve beoordeling

Hoe sterk was de druk of invloed op je? Hoe gemakkelijk of moeilijk was het voor de anderen om druk op je uit te oefenen of je te beïnvloeden?

Vragen

Hoe heb je gereageerd op de druk en de pogingen om je te beïnvloeden? Wat waren veerkrachtige en minder veerkrachtige reacties? Welke reacties zijn bruikbaar in dergelijke situaties? Welke zijn alternatieve veerkrachtige reacties? Hoe reageer je meestal wanneer anderen druk op je uitoefenen of proberen je te beïnvloeden? Wie beïnvloedt jou? Hoe reageer je op druk of invloed van anderen? Welke redenen zijn er om toe te geven aan druk van anderen? Welke redenen zijn er om dat niet te doen? Zijn druk en invloed altijd negatief? Kunnen druk en invloed positief zijn? Welke druk en invloeden waardeer je, welke druk en invloeden apprecieer je niet? Wie beslist of een situatie met druk positief of negatief is?

Heb je persoonlijke ervaringen waarbij je onder druk gezet werd / beïnvloed werd door anderen?

Was dat positieve of negatieve druk? Hoe heb je daarop gereageerd? Heb je persoonlijke ervaringen waar je druk zet op anderen / probeerde anderen te beïnvloeden? Hoe? Met welk resultaat? Was deze druk positief of negatief? Wat is het verschil tussen verbale en fysieke pogingen om druk en invloed uit te oefenen? Is onder druk gezet zijn een excuus voor je acties? Kun je minder verantwoordelijk worden gehouden voor je acties omdat je onder druk stond? Heb je persoonlijke ervaringen waar er druk was om dingen te doen of je gedrag te veranderen om in de groep te passen?

Tips voor de trainer Stel opties voor om te reageren op druk:

Sterk staan

BOUNCE young | Informatie en invloed 109

Page 110: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Focussen en negeren: kijk naar een vast punt voor je en reageer niet op de druk, probeer geen aandacht te besteden aan wat anderen zeggen of doen Maak kort oogcontact maar reageer niet verbaal. Fysiek reageren Wegdraaien / wegwandelen / meer afstand nemen Verbaal reageren: • "Nee, dat ga ik niet doen" • "Je mag proberen als je wilt" • "Niet nu, ik wil niet." • "Laat me gewoon met rust" • "Stop"

Reageer met lichaamstaal en woorden in de WATER-houding (kalm, reageren op wat de groep zegt, met argumenten en zo voort). Reageren met lichaamstaal en woorden in de ROTS-houding (stevig, korte berichten, harder en luider praten en zo voort). Grenzen aangeven met de 'confrontatieregels' (Zie training 'Sterk staan', oefening 'Grenzen') • Maak oogcontact • Sta sterk zonder agressie te tonen • Adem rustig met de buikademhaling. • Zeg hardop wat je niet leuk vindt en wat je wilt.

Combinaties van deze tips. Indien de druk te groot wordt, kan de deelnemer de oefening stoppen door Stop te zeggen. Varianten

Maak kleinere groepen om de situatie veiliger en beter beheersbaar te maken. De trainer kan even weggaan terwijl de deelnemers de druk opbouwen en daarna terugkomen om te evalueren. Na enige tijd en op het teken van de trainer kan de groep de lijn oversteken en dichter bij A komen om de druk op te bouwen. Ze kunnen zelfs fysieke druk gebruiken: trekken aan de arm, licht duwen tegen de schouder enzovoort. (In de beoordeling kan men vragen naar de ervaring van dit fysieke aspect.) Gebruik andere druksituaties in de plaats van het wegschoppen van een bal (bijvoorbeeld een sigaret aanbieden, overtuigen om een portefeuille van de tafel te stelen, enz.;)

Meer informatie

Training 'Wie en wat?', oefening 'Focus op het verhaal'. Training 'Sterk staan', alle oefeningen. Training 'Sterk blijven', oefening 'Sterke focus' en 'Grenzen’. Training 'Voel je het?', oefeningen 'Lichaamstaal' en 'Ademen na spanning’.

BOUNCE young | Informatie en invloed 110

Page 111: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Headline Doelstellingen

De deelnemers weten dat er verschillende soorten media zijn. De deelnemers weten dat verschillende media verschillende visies / meningen kunnen hebben volgens hun achtergrond. Deelnemers kennen het verschil tussen informatie en interpretatie. De deelnemers ervaren dat feiten op verschillende manieren worden geïnterpreteerd.

Materialen

Bijlage 20: Feiten en soorten media Vellen papier Stiften

Voorbereiding Maak kopieën van de fiche in bijlage 20 voor elk paar. Leg de kaarten met mediatypes uit zodat de bedrukking niet zichtbaar is. Instructies

Vorm groepjes van twee. Elk paar kiest een willekeurige mediakaart en krijgt een fiche, een kort en beknopt informatievel over een gewelddadige gebeurtenis. Een van de deelnemers leest deze feiten voor. Elk paar neemt een pen en een blad en krijgt tijd om na te denken en een titel op te schrijven die gebruikt zou kunnen worden voor een artikel over de feiten dat via het medium op hun kaart verspreid zal worden. De verschillende titels van elk paar worden aan de hele groep gepresenteerd.

Beoordeling Actieve beoordeling:

Welke titel staat het dichtst bij wat je persoonlijk zou rapporteren over de feiten? Welke titel staat het verst van je persoonlijke mening over de feiten?

Vragen:

De titels die je bedacht zijn anders: zouden de artikelen ook anders zijn? Wat zou anders zijn? Welke feiten zouden benadrukt worden en welke interpretaties zouden er komen? Kan een medium, een titel en de manier van verslaggeven uw mening over een thema beïnvloeden? Zijn alle media neutraal in hun rapportering? Moeten alle media neutraal zijn. Heb je voorbeelden van echte gebeurtenissen die anders behandeld worden door verschillende media of bronnen? (Bijvoorbeeld: vaak, na een demonstratie, de politie meldt minder deelnemers dan de organisatoren). Hoe kunnen we veerkrachtig zijn tegenover informatie en de invloed van verschillende media in ons eigen leven?

Uitgebreide beoordeling

Het is goed te weten dat de manier waarop informatie wordt voorgesteld mensen kan beïnvloeden om informatie als de waarheid te beschouwen. Wanneer er een doel achter de informatie zit (zoals mensen overtuigen) zal er waarschijnlijk andere informatie worden ingehouden of zal er, erger nog, informatie worden aangepast. Wanneer iets er te goed uitziet om waar te zijn, is een kritische aanpak aangewezen. Advertenties, media-artikels, enz. kunnen met een gezonde kritische geest benaderd worden. Link de oefening aan extremistische propaganda waarbij informatie gebruikt wordt om anderen te beïnvloeden. Vaak kunnen de keuze van het beeld, de titels en de manier waarop de uitleg wordt gegeven erg overtuigend zijn maar niet altijd juist.

BOUNCE young | Informatie en invloed 111

Page 112: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Varianten Gebruik een ander thema dat beroep doet op de deelnemers en geef hen andere feiten. De deelnemers denken na over / proberen een beeld te vinden dat ze met hun titels kunnen linken. Bij het werken met beelden moet ook de invloed van beelden in de beoordeling worden vermeld. Elk paar kiest twee mediakaarten en denkt aan twee alternatieve titels voor hun mediatype.

BOUNCE young | Informatie en invloed 112

Page 113: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Mindgames Doelstellingen

De deelnemers ervaren hun visuele perceptie. De deelnemers zijn zich bewust van hun visuele perceptie. De deelnemers zijn zich bewust van verschillende perspectieven op informatie. De deelnemers zijn zich bewust van de druk om te conformeren.

Materialen

Bijlage 21: Mindgames Bijlage 22: Videoclip: conformiteit Bijlage 23: Videoclip: selectieve aandacht

Voorbereiding De beelden en videoclips voorbereiden. Instructies De deelnemers kijken naar de beelden (zie bijlage 21) en de videoclip en zeggen wat ze zien of beantwoorden de vragen die bij de beelden of clip passen. Er zijn vijf categorieën. Na elke categorie wordt een beoordeling gedaan:

Optische illusies Herkennen van patronen Ambigue figuren Conformiteit Selectieve aandacht

Beoordeling

Optische illusies • A: Welke van de middelste rondjes is het grootst? (Het eerste lijkt groter maar is even

groot) • B: Wat zie je in het rooster? (Grijze stipjes maar er zijn geen grijze stipjes) • C: Zijn de lijnen recht of krom? Staan de lijnen en vierkanten stil of bewegen ze? (De

lijnen zijn recht, de vierkanten bewegen niet) Wat rond de zaken zit die we zien, verandert onze perceptie ervan. Zijn er alledaagse situaties waarin je dat herkent: dingen anders zien door de omstandigheden? Herkennen van patronen • A en B: Wat zag je eerst, hoe noem je dat?

We hebben de neiging om de ontbrekende delen aan te vullen, om een patroon te vormen dat we kunnen herkennen of verwachten ook al is het niet daar. Als we zelf invullen wat ontbreekt, kunnen we fouten maken over wat we denken te zien.

• C en D: Wat zie je? Een patroon aanvullen, onderscheiden wat we weten en details zien wordt beïnvloed door wat we weten. We kunnen herkennen wat we weten. Machines kunnen dat niet. Als we de ontbrekende delen aanvullen, helpt dit ons om dingen te begrijpen. Zijn er alledaagse ervaringen waar je invult wat ontbreekt, volgens een patroon of wat je verwachtte?

Ambigue figuren A, B, C, D, E, F: Zeg wat je ziet. Het beeld dat we zien kan veranderen. We kunnen hetzelfde beeld anders interpreteren. Wat bepaalt wat we eerst zien? Zijn er alledaagse situaties waarin je iets anders zag dan iemand anders? Soms is er meer te zien dan we verwachten. Hoe kunnen we dingen zien?

Conformiteit Welke lijn in het tweede beeld is even lang als in het eerste beeld? Dit experiment bewijst dat veel mensen neigen te conformeren met wat de meerderheid zegt of doet in de plaats van hun eigen percepties te volgen. Een minderheid doet dat niet maar voelt ook een

BOUNCE young | Informatie en invloed 113

Page 114: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

neiging te conformeren. Heb je persoonlijke ervaringen waarin jij of iemand anders zich probeerde te conformeren met wat anderen deden? Welke zijn de voor- en de nadelen van conformeren?

Selectieve aandacht Hoe is het mogelijk dat zoveel mensen informatie missen? Hoe voelt dat? Denken we altijd dat we juist zijn? Hoe voelt het om toe te geven dat je niet alles ziet? Heb je persoonlijke ervaringen waarbij je dingen niet zag? Kunnen we aandacht hebben voor alles? Wat zijn de voor- en nadelen van het focussen?

Beinvloeden deze ervaringen de manier waarop je kijkt naar hoe je informatie verwerkt? Wat kun je hieruit leren? Uitgebreide beoordeling De beelden en clips in de verschillende categorieën bespreken kan ons bewustzijn van onze perceptie en hoe we informatie verwerken versterken; soms is het goed om onze perceptie te vertrouwen en hoe we informatie verwerken en soms kunnen we onze perceptie niet zo goed vertrouwen. We neigen soms om fouten te maken bij het analyseren van informatie, beïnvloed door allerhande omstandigheden. Ons ervan bewust zijn dat onze perceptie of interpretatie van informatie fout kan zijn, kan een goede houding zijn. Over conformiteit: in heel wat gevallen zorgt druk van buitenaf ervoor dat mensen conformeren. Dat is niet met iedereen het geval. In situaties van druk zijn er nog steeds mensen die niet conformeren en hun eigen beslissingen nemen, of die resistent zijn. Dat is goed en noodzakelijk in heel wat situaties. Link de oefening aan extremistische propaganda waarbij informatie gebruikt wordt om anderen te beïnvloeden. Vaak wijzen deze vormen van propaganda enkel op een bekrompen, onvolledige en verdraaide versie van de realiteit. De weergegeven informatie en de druk in deze propaganda proberen mensen te beïnvloeden om de boodschappen als waarheid te nemen. Varianten Veel meer optische illusies en voorbeelden van psychologische experimenten zijn geschikt voor deze oefening. Meer informatie

Training 'Sterk staan', oefening 'Karate Kid' (Gelinkt aan het onderdeel 'Selectieve attentie') Training 'Sterk blijven', oefening 'Sterke focus' (Gelinkt aan het onderdeel 'Selectieve attentie')

BOUNCE young | Informatie en invloed 114

Page 115: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

FINISHER Bouwstenen Doelstellingen

De deelnemers beoordelen de training De deelnemers treden in interactie over hun ervaringen in de training. De deelnemers staan stil bij hoe ze elementen uit de training in hun dagelijks leven kunnen gebruiken.

Materialen

Overzicht van de oefeningen gebruikt bij deze training Bouwstenen (dezelfde als gebruikt in de oefening 'Copy paste'.

Instructies Benoem de hoofddoelen van de training om duidelijk te maken wat geëvalueerd moet worden:

De veerkracht van de deelnemers bij het verwerken van informatie versterken. De veerkracht van de deelnemers bij het verwerken van invloeden versterken. De kritische houding van de deelnemers versterken.

Kijk eens naar het overzicht van de oefeningen die in deze training werden gebruikt. De deelnemers sommen kort op waarover elke oefening ging. Elke deelnemer krijgt enkele bouwstenen. Bij elke vraag gebruiken de deelnemers deze bouwstenen om een beeld te geven van hun antwoord op de gestelde vraag. Het aantal bakstenen dat ze gebruiken kan verwijzen naar het nummer van de oefening of de intensiteit die de ervaring voor hen had. Als ze dat willen, kunnen ze een uitleg toevoegen. Vragen:

Welke oefening van deze training vond je het interessantst? (Aangeven met aantal bouwstenen) Welke oefening van deze training vond je het minst interessant? Welke score zou je jezelf geven (met meer of minder bouwstenen) als je kijkt naar: • Je eigen veerkracht zoals getoond in de oefeningen rond druk? • Je eigen kritische geest (veerkracht bij het verwerken van informatie en invloed)?

Waren deze oefeningen goede 'bouwstenen' om je bewuster te maken en de veerkracht te versterken inzake de verwerking van informatie en invloeden?

Varianten

Werk per twee en laat de deelnemers met elkaar in interactie treden terwijl ze evalueren. Werk met de hele groep en bouw structuren die een gemiddeld beeld geven. Werk met de kleuren van de bouwstenen (groen betekent positief, oranje betekent neutraal / twijfel, rood betekent negatief).

BOUNCE young | Informatie en invloed 115

Page 116: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Denk erover na

Page 117: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

(8) Denk erover na Thema Ons bewust zijn van hoe wij en anderen denken en kritieke denkwijzen versterken. Inleiding Deze training werkt aan het bevorderen en versterken van succesvol denken. De oefeningen stimuleren kritieke en succesvolle denkstijlen en confronteren jongeren met de denkfouten die zij en anderen vaak maken. Deze training laat jongeren de menselijke psychologische denkmechanismen beleven en begrijpen.

Dichotomiserend denken38 Eerste indrukken Vooroordelen Sociale categorisatie, veralgemeningen, stereotypes en stigmatisering. Uitsluiting Causaal denken

De deelnemers worden gestimuleerd om kritisch te denken, andere visies in hun denken op te nemen, naar een open houding ten opzichte van mensen en meningen. Het feit ervaren dat in veel gevallen er geen zwart-wit antwoord is maar vooral ambivalentie en veel 'grijs' stimuleert de kritische zin van jongeren en motiveert hen om naar succesvolle denkwijzen te grijpen. Via vragen stellen over hoe wij en andere mensen denken en door een open dialoog te stimuleren wordt het mogelijk te aanvaarden dat niet alle mensen op dezelfde manier denken, zo zien ze in dat er voordelen schuilen in de verschillende denkwijzen (bijvoorbeeld een verschillende visie op een onderwerp). Hoofddoelen

Het bewustzijn van de deelnemers van succesvol denken versterken. Het bewustzijn van de deelnemers van denkfouten versterken. Het bewustzijn versterken bij de deelnemers van dichotomiserend denken, eerste indrukken, vooroordelen, sociale categorisatie, veralgemeningen, stereotypes en stigmatisering, uitsluiting en verkeerd causaal denken. De kritische houding van de deelnemers versterken.

Overzicht START:

Energizer: Stoelendans Startcirkel Ervaringen Inleiding voor de deelnemers

MIDDEN:

Twee taken De eerste keer dat ik je zag Fotomens Alle ... zijn ... De bus Wiens succes, wiens fout?

FINISHER:

De veerkrachtige persoon 3

38 Dichotomiserend denken is dualiteitsdenken - denken / ons versus hen - denken dat er maar twee tegenoverliggende mogelijkheden zijn.

BOUNCE young | Denk erover na 117

Page 118: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

START Energizer: Stoelendans Zet evenveel stoelen als er deelnemers zijn, willekeurig in de ruimte met wat tussenruimte. Alle deelnemers behalve A zitten op stoelen, één stoel blijft vrij. A wandelt naar de vrije stoel en probeert erop te gaan zitten. Wanneer A de lege stoel nadert, kan een willekeurige andere deelnemer B A verhinderen te gaan zitten door zijn stoel te verlaten en op die lege stoel te gaan zitten. Nu wandelt A naar de nieuwe lege stoel, een andere deelnemer kan dit opnieuw verhinderen en zo voort. Als A op een lege stoel kan gaan zitten voor een andere deelnemer, moet de andere deelnemer proberen op de vrije stoel te gaan zitten terwijl anderen proberen dat te voorkomen.

Startcirkel De deelnemers vormen een kring. De trainer stelt een toegankelijke vraag. De deelnemers reageren elk kort op de vraag. De trainer bedankt de deelnemers voor hun bijdragen.

Ervaringen Vraag de deelnemers wat ze denken over de vorige trainingssessies en laat hen delen wat ze onthouden hebben, welke persoonlijke ervaringen ze ondertussen hadden die verband houden met het trainingsthema of wat ze uit eerdere trainingen hebben toegepast in dagelijkse situaties. Dit kan alleen gedaan worden wanneer de trainingssessies georganiseerd worden als onderdeel van een uitgebreid programma dat verspreid is over meerdere weken39.

Inleiding voor de deelnemers De deelnemers delen wat zij over dit thema denken of weten en wat ze ervan verwachten. Zie de inleidende training 'wie en wat?' waar de oefening 'Snel denken' werd gedaan. In deze training ontdekken en ervaren we hoe we denken. Ons denken kan erg succesvol zijn maar we neigen ook om denkfouten te maken. Je kunt ontdekken hoe je denkt en hoe anderen in deze groep denken of hoe mensen in het algemeen meestal denken. We dagen je uit om eens anders te denken, wat dieper te denken en successen te vinden in je denkwijzen maar ook enkele denkfouten. Als we weten welke denkstijlen succesvol zijn en welke denkfouten we kunnen maken, versterken we ons bewustzijn en onze veerkracht bij het omgaan met alle soorten situaties waarbij we succesvol moeten denken en een gezonde kritische geest moeten hebben.

39 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young opzet’, subparagraaf ‘Planning van de sessies’.

BOUNCE young | Denk erover na 118

Page 119: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

MIDDEN Twee taken Doelstellingen

De deelnemers zijn zich bewust van hun denkstijlen. De deelnemers ervaren wat dichotomiserend denken40 is. De deelnemers treden in interactie over dichotomiserend denken.

Materialen

10 stapelstoelen 2 stukken papier, telkens met een taak voor een groep erop: • Taak voor groep 1: 'Stapel alle stoelen op elkaar.' • Taak voor groep 2: 'Zet alle stoelen tegen de muur.'

Voorbereiding Zet tien stoelen in het midden van de ruimte. Instructies Vorm twee gelijke groepen. Elke groep gaat naar één kant van de ruimte en krijgt een taak op een stukje papier. Zonder met de andere groep te interageren leest elke groep hun taak. Eens de informatie duidelijk is voor beide groepen, geeft de trainer een startsignaal. Laat de deelnemers de taak uitvoeren zonder interventie. Verschillende resultaten zijn mogelijk:

Alle stoelen staan gestapeld tegen de muur: beide groepen hebben hun taak uitgevoerd. Alle stoelen zijn gestapeld of alle stoelen staan tegen de muur: één groep heeft zijn taak uitgevoerd. Sommige stoelen staan tegen de muur, andere niet. Sommige stoelen zijn gestapeld, andere niet: geen van de groepen heeft zijn taak uitgevoerd. Een verschillend resultaat.

Beoordeling De beoordeling begint wanneer de deelnemers hun taken uitvoeren, stoppen ermee of na een paar minuten. Actieve beoordeling:

Wie dacht meteen dat ze 'tegen' de andere groep moesten werken? Wie niet? Vragen?

Hoe ging dat? Welke groep kon zijn taak uitvoeren? Hoe? Wat was de taak van groep een? Van groep twee? Heb je ontdekt wat de taak van de anderen was? Hoe? Was er concurrentie tussen de groepen? Was er communicatie tussen de groepen? Was er samenwerking tussen de groepen? Als je tegen elkaar werkte, waarom was dat? Was 'tegen de andere groep werken' deel van de taak? Zo ja, confronteer de deelnemers dan met het 'wij tegen zij-denken' dat aan de oorzaak kan liggen van de uitvoering. Als de twee groepen samenwerkten, hoe kwam dat? Waarom heb je samengewerkt? Dit is een succesvolle denkwijze: geen conflict zoeken maar nagaan hoe iedereen een resultaat kan behalen. Heb je persoonlijke ervaringen waarbij je onderdeel was van een groep die tegenover een andere groep staat. Positieve ervaringen? Negatieve ervaringen? Waarom gebeurt dat? Wat zijn de voor- en nadelen van het tegenover elkaar stellen van groepen?

40 Dichotomiserend denken is dualiteitsdenken - denken / ons versus hen - denken dat er maar twee tegenoverliggende mogelijkheden zijn.

BOUNCE young | Denk erover na 119

Page 120: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Uitgebreide beoordeling Conclusie: Het is perfect mogelijk om beide taken succesvol uit te voeren wanneer we het 'wij tegen zij' vergeten en samenwerken. Er was geen concurrentie in de taak. Maar het kan zijn dat we al beginnen vanuit de veronderstelling dat het 'wij tegen zij' is. Als dat niet het geval is, beginnen deze groep of sommige deelnemers niet met de veronderstelling dat het 'wij tegen zij' is. VOORBEELD: In een voetbalmatch zijn er twee groepen die tegen elkaar moeten werken. De competentiegeest en een vorm van positieve agressie tegenover de andere groep zijn perfect aanvaardbaar hier. Na een match kunnen de spelers en de fanclubs elkaar vreedzaam ontmoeten. Soms kan een agressieve aanpak en een tegenstelling irrelevant en onaanvaardbaar zijn. Bijvoorbeeld, twee fanclubs die in gevecht gaan na een voetbalmatch. Het 'wij tegen zij-denken' wordt negatief. Tips voor de trainer

Suggereer bij de instructies niet dat het om een competitieve oefening gaat. Vertel de groep gewoon wat ze moeten realiseren. Wanneer de deelnemers de taken uitvoeren, observeert de trainer de deelnemers. Competitiegedrag en samenwerking kunnen in de beoordeling worden opgenomen. In de beoordeling moet je focussen op de voor- en nadelen van het wij tegen zij-concept.

Varianten

Gebruik blokken, kledij of andere voorwerpen in de plaats van stoelen. Verzamel klappen: sta per twee. Alle deelnemers krijgen dezelfde taak - zoveel mogelijk klappen verzamelen in één minuut. Een klap verzamelen gebeurt wanneer de andere speler op je hand klapt. Het resultaat kan zijn: • Sommigen werken elkaar tegen en proberen de ander te verhinderen om klappen te

verzamelen maar tegelijkertijd wel een paar klappen voor zichzelf te veroveren. • Sommigen werken samen en klappen veel waarbij ze elk veel klappen verzamelen.

Er worden twee groepen gevormd. Elke groep krijgt dezelfde taak zonder te weten dat het om dezelfde taak gaat. 'Probeer de deelnemers van de andere groep naar jouw kant van de lijn te krijgen.' De groepen staan tegenover elkaar. De oplossing bestaat erin van plaats te verwisselen maar de meeste groepen beginnen ruzie te maken met de anderen of eraan te trekken. (In de beschrijving staat niets over dat de deelnemers aan hun kant moeten blijven).

BOUNCE young | Denk erover na 120

Page 121: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

De eerste keer dat ik je zag Doelstellingen

De deelnemers treden in interactie over eerste indrukken. De deelnemers zijn zich bewust van de eerste indrukken die ze hebben. De deelnemers zijn zich ervan bewust dat eerste indrukken twijfelachtig zijn. De deelnemers zijn zich ervan bewust dat eerste indrukken positief of negatief kunnen zijn.

Instructies Vorm een kring. De deelnemers proberen zich de eerste keer te herinneren dat ze de deelnemer links van hen zagen. Nu delen ze hun eerste indrukken over de ander met de groep. Ze vullen de zin aan: "De eerste keer dat ik je zag ..." Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe gemakkelijk / moeilijk is het om de eerste indruk die je van je buur had te delen? Hoe gemakkelijk / moeilijk is het om van iemand te horen wat je eerste indruk was? Hoeveel waarheid schuilt er in de eerste indruk die je buur je gaf?

Vragen:

Waarop kunnen eerste indrukken gebaseerd zijn? Is het gemakkelijk om een eerste indruk over iemand te laten gaan? Kunnen we vertrouwen op onze eerste indrukken? Wie is verantwoordelijk voor een eerste indruk? De persoon die de indruk geeft of de persoon die de indruk krijgt? Of beide? Kan een eerste indruk gemakkelijk veranderen? Hoe? Heb je persoonlijke ervaringen waarbij je dacht over de eerste indruk die je wou geven? (Bijvoorbeeld: op school, bij vrienden, familie, enz.). Wat wil je veranderen? Wat kunnen we over onszelf leren als we horen welke eerste indruk we geven?

Uitgebreide beoordeling 'Je krijgt nooit een tweede kans om een eerste indruk te maken' horen we vaak. Dat houdt in dat jij verantwoordelijk bent voor de eerste indruk die anderen van jou hebben. We kunnen het ook anders bekijken: de persoon die de indruk heeft, kan ook verantwoordelijk zijn voor deze eerste indruk. Tips voor de trainer

In deze oefening is een veilige ruimte belangrijk. Indien de trainer vindt dat het groepsklimaat niet veilig genoeg is, stellen we een variatie voor of linken we de eerste indrukken aan de volgende oefening 'fotomens'. Laat de deelnemers zoeken naar positieve en negatieve eerste indrukken.

Varianten De deelnemers schrijven de eerste indrukken op vooraleer zij ze delen. Voor meer veilige ruimte:

Vorm groepjes van twee, de deelnemers delen hun eerste indrukken alleen met elkaar. Treed alleen in interactie over positieve eerste indrukken. Laat de deelnemers nadenken over iemand die een bijzondere eerste indruk op hen heeft achtergelaten (iemand die niet in de groep zit). Zorg er in dat geval voor dat de sfeer respectvol blijft ten opzichte van de anderen.

Meer informatie De beschrijving die we hier gebruiken voor een eerste indruk is 'wat iemand van je denkt wanneer ze je voor het eerst ontmoeten'. Het is een combinatie van gevoelens en gedachten bij de eerste ontmoeting. Dat kan het resultaat zijn van een blik of een gesprek of zelfs van op een afstand.

BOUNCE young | Denk erover na 121

Page 122: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Fotomens Doelstellingen

De deelnemers zijn interactief bezig over vooroordelen. De deelnemers zijn zich bewust van hun vooroordelen. De deelnemers zijn zich ervan bewust dat vooroordelen twijfelachtig zijn. De deelnemers zijn zich ervan bewust dat vooroordelen positief of negatief kunnen zijn.

Materialen

Bijlage 24: Fotomens Bijlage 25: Kenmerken en karakteristieken

Voorbereiding Markeer twee zones voor de oefening: een ja- en een nee-kant. Instructie 1 Toon foto's van verschillende mensen en groepen (zie bijlage 24) en vraag telkens: ''Zou je met deze persoon of groep op reis gaan?'' Na een korte blik op elke foto gaan de deelnemers naar één van de zones: ja of nee. Beoordeling 1 Vragen:

Waarom besliste je om naar de ja- of neen-kant te gaan? Instructie 2 Toon de foto's opnieuw. De deelnemers beschrijven hoe ze denken dat deze persoon of groep is, wat de eigenschappen en tekortkomingen zijn of welk karakter deze mensen of groepen volgens hen hebben. Beoordeling 2 Vragen:

Waarom ken je deze kenmerken toe aan deze persoon of groep? Ben je zeker van je mening hierover? Waarom ja of nee? Zijn de eigenschappen die je aan de mensen of groepen toedicht positief, negatief of beide?

Instructie 3

Toon de lijst met functies die overeenstemmen met de foto's. De deelnemers raden welke twee kenmerken met de foto's overeenkomen. Vergelijk de resultaten van de deelnemers met de daadwerkelijke kenmerken en karakteristieken. Toon twee keer dezelfde foto met telkens een andere look en verduidelijk dat het dezelfde persoon is.

Beoordeling 3 Actieve beoordeling:

Hoe goed ging het? Hoe verrast ben je over de eigenschappen van deze mensen?

Vragen:

Kun je bepaalde kenmerken aan mensen of groepen toedichten op basis van een foto? Zou je een ander standpunt hebben ingenomen (op de vraag "Zou je deze persoon meenemen op reis?") als je de juiste kenmerken had gekend?

BOUNCE young | Denk erover na 122

Page 123: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Uitgebreide beoordeling Vooroordelen zijn het onderwerp van deze oefening. De definitie die we hier gebruiken voor 'vooroordeel' is: Een op voorhand gevormde mening of oordeel, zonder kennis of onderzoek van de feiten. Alle mensen hebben vooroordelen en het is de bedoeling dat we ons daarvan bewust zijn. Vooroordelen zijn de gevolgen van onze ervaringen (contacten, opvoeding, invloeden, enzovoort). Een type, kwaliteiten, tekortkomingen en kernmerken toekennen aan een groep of mensen zonder ze te kennen is een vorm van vooroordeel. Nieuwe informatie over mensen en groepen, hen leren kennen, enz. kan je oordeel veranderen en doen vooroordelen verdwijnen. Heb je persoonlijke ervaringen waarbij je vooroordelen over een individu of een groep veranderden? Zijn vooroordelen altijd negatief? Kunnen ze positief zijn? Tips voor de trainer

Indien de oefening 'De eerste keer dat ik je zag' werd overgeslagen wegens twijfel omtrent de veilige ruimte voor dialoog kan deze oefening ook gelinkt worden aan eerste indrukken. In dat geval geven de deelnemers de eerste indrukken van de mensen op de foto's alsof ze hen voor het eerst zouden ontmoeten. Neem de beoordelingsvragen uit die oefening. Vraag de deelnemers om hun eigen beslissing te nemen door naar de zones te gaan, zonder rekening te houden met de zones waar anderen naartoe gaan (veerkrachtig zijn tegenover mogelijke druk van buitenaf) Geef nooit de indruk dat het altijd slecht of verboden is om vooroordelen te hebben. Het is belangrijker dat de deelnemers beseffen dat ze vooroordelen hebben en dat deze fout kunnen zijn. Bepaal het verschil tussen een eerste indruk en een vooroordeel. Een vooroordeel kan bestaan over een persoon of groep nog voor een echte indruk gevormd is. Vooroordelen kunnen ingebeeld zijn of gevormd worden zonder echte feiten of ervaringen. Een eerste indruk is gebaseerd op een ervaring.

Varianten

Instructie 1: Andere vragen bij het tonen van de foto's: • Zou je deze persoon graag leren kennen? • Denk je dat dit een slimme persoon is? • Denk je dat dit een rijke persoon is?

Instructie 2: Geef de foto's rond en laat de deelnemers de kenmerken en eigenschappen opschrijven die ze aan de mensen en de groepen toewijzen. Hergebruik de talentkaarten uit de oefeningen 'Talentenkwartet' en 'Talententikkertje'. Ze kunnen de deelnemers inspireren om positieve eigenschappen of kenmerken toe te wijzen aan de mensen op de foto's.

BOUNCE young | Denk erover na 123

Page 124: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Alle ... zijn ... Doelstellingen

De deelnemers treden in interactie over sociale categorisatie, veralgemeningen, stereotypes en stigmatisering. De deelnemers zijn zich bewust van hun veralgemeningen en stereotypes. De deelnemers zijn zich bewust van hun neiging tot stigmatiseren. De deelnemers realiseren zich dat veralgemeningen, stereotype beelden en stigmatiseringen denkfouten zijn.

Materialen:

Bijlage 26: Alle ... zijn ... Papieren / whiteboard Stiften

Instructies Schrijf zinnen op basis van bijlage 26. De deelnemers vullen de ontbrekende sociale categorieën en eigenschappen in. De resultaten worden opgeschreven. Beoordeling Actieve beoordeling:

Wie denkt dat er waarheden op de papieren staan? Geef iets aan dat volgens jou waar is. Wie denkt dat er verkeerde zaken op de papieren staan? Geef iets aan dat volgens jou niet waar is.

Vragen:

Heb je een persoonlijke ervaring waarbij zoiets gezegd werd? Geloof je dat deze beelden waar zin? Realiseren we ons dat ze niet waar zijn? Waar komen deze beelden vandaan? Hoe komt het dat ze bestaan? Heb je persoonlijke ervaringen waarin je geconfronteerd werd met deze uitspraken? Over jezelf? Over anderen? Reageer je? Hoe? Wat zijn de mogelijke gevolgen van deze uitspraken?

Uitgebreide beoordeling Mensen hebben de neiging om mensen in groepen onder te verdelen op basis van gelijkaardige kenmerken zoals nationaliteit, leeftijd of beroep. Wanneer we iemand ontmoeten, kunnen we die bijvoorbeeld classificeren als vrouw, leerkracht, Aziatische, oud, enzovoort. Dat is natuurlijk en maakt deel uit van onze perceptie. Zo kunnen we kenmerken toeschrijven aan iemand op basis van de kenmerken van anderen met dezelfde: een categorisering. Het is belangrijk om erbij stil te staan dat de kenmerken die we toekennen niet altijd juist zijn. Het zijn veralgemeningen - we doen een algemene uitspraak over iedereen die iets gemeenschappelijk heeft. Deze veralgemeningen zijn de bron van stereotype beelden van mensen en groepen. De definitie die we hier gebruiken voor de term 'stereotype' is een 'overdreven beeld of oordeel van een groep mensen die vaak niet overeenstemt met de werkelijkheid'. Vaak is het een vooroordeel of een negatief beeld. Raciaal, seksueel en geslachtsopmerkingen zijn de grootste stereotypes. Als gevolg van het stereotypisch denken neigen mensen de individuen of groepen te stigmatiseren: omwille van één kenmerk wordt de hele persoon of groep negatief behandeld en alle kenmerken worden gelinkt aan dat ene aspect. Realiseer je dat mensen soms veralgemeningen, stereotypes en stigmatisering gebruiken om het beeld van mensen of groepen te beïnvloedden. Dat kan gebruikt worden om mensen in een negatief daglicht te plaatsen, een bron voor haat. Als we ons daarvan bewust zijn en deze manier van denken in vraag stellen, zijn we veerkrachtig.

BOUNCE young | Denk erover na 124

Page 125: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Tips voor de trainer In deze oefening mogen de deelnemers veralgemeningen en stereotypes opschrijven. Het is de bedoeling dat met zin voor relativering en soms zelfs humor te doen. Het risico bestaat dat deelnemers een neiging vertonen om grenzen te overschrijden en discriminerende, racistische en xenofobische of andere uitspraken te doen. De oefening mag geen forum worden voor dergelijke uitlatingen. Zo nodig moet de trainer de grenzen tonen. Varianten

Vorm groepjes van twee die samen de invuloefening maken. Laat de deelnemers de invuloefening maken met louter positieve stereotypes, Bv. 'Alle mannen zijn goed in sport', of 'Alle meisjes zijn mooi'. Maak het gemakkelijker door al iets in te vullen. (bijvoorbeeld: 'Alle meisjes zijn ...' in de plaats van 'Alle ... zijn ....').

Meer informatie

Link over stereotypisch denken: (reclame Carlsberg) https://www.youtube.com/watch?v=RS3iB47nQ6E Campagne Anti Defamation League (ADL) : Ik ben geen stereotype, 2013: http://www.youtube.com/watch?v=D-C2R9wME4o

BOUNCE young | Denk erover na 125

Page 126: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

De bus Doelstellingen

De deelnemers ervaren hoe het is om anderen uit te sluiten. De deelnemers ervaren uitsluiting. De deelnemers treden in interactie over uitsluiting en integratie.

Materialen Stoelen Voorbereiding Zet de stoelen in rijen, zoals in een bus. Instructies De helft van de groep (A) zit op de stoelen die opgesteld staan als de stoelen in een bus, terwijl de andere helft (B) op een afstand blijft of naar buiten gaat en wacht tot de A's klaar zijn. De A's kiezen en komen overeen over drie gedragsregels die ze belangrijk vinden in deze situatie bij het opstappen en neerzitten in de bus. Enkele voorbeelden:

We gaan altijd vooraan de bus binnen. We vragen altijd aan de chauffeur of we mogen plaatsnemen. We begroeten altijd iedereen op de bus met een knik, te beginnen bij de chauffeur. We kruisen altijd onze benen op de bus.

De A's zorgen ervoor dat iedereen die op de bus wil stappen altijd de drie gekozen regels volgt. Zij vinden deze regels normaal dus ze vertellen ze niet aan de B's. Als de B's deze regels niet volgen, moeten de A's reageren. Mogelijke reacties:

Zeggen dat het een ongepaste manier is om op te stappen in een bus. De persoon vragen om opnieuw te beginnen. Vragen om de bus te verlaten.

De B's weten alleen dat er een bus is en dat ze erin moeten zitten. Een van de B's probeert de bus binnen te gaan. De rest van de B's observeert. Nadat B faalde, gaat hij terug naar de andere B's en deelt zijn ervaringen. Daarna mag een andere B proberen op te stappen. Elke B die de regels volgt, mag op de bus blijven. Dan mag een andere B het proberen. Beoordeling Actieve beoordeling

Welke van de A's was erg streng met de leden van groep B? Wie was wat losser? Hoe open (inclusief) of gesloten (exclusief) waren de A's tegenover de B's?

Vragen

Hoe voelde het om deel uit te maken van groep A of B? Wie slaagde erin de bus te betreden? Hoe voelde dat? Heb je de andere B's geholpen nadat je de regels had achterhaald of niet? Vond je dat je bij de A's paste, Hoe kun je de ongeschreven regels van een groep leren kennen? Wat zijn de regels van deze groep? Heb je persoonlijke ervaringen waar je (of iemand anders) probeerde deel uit te maken van een groep? Hoe heb je die uitdaging aangepakt? Hoe gemakkelijk of moeilijk was dat? Wat hielp? Wie hielp? Werd je uitgesloten of gediscrimineerd omwille van een bepaalde eigenschap? Wat zijn de geschreven of ongeschreven regels van deze groep en andere groepen waar je deel van uitmaakt? Zijn er nog voorbeelden van situaties waarin er interne groepscodes bestaan die outsiders niet kennen?

BOUNCE young | Denk erover na 126

Page 127: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Uitgebreide beoordeling We behoren allemaal tot groepen. In deze groepen gelden normen, waarden en gewoontes. Die worden zichtbaar door ons gedrag in deze groepen. Soms zijn ze geschreven (wetten en andere regels) maar meestal ongeschreven. Dat is het 'referentiekader' van die groep. Dit referentiekader kan verschillen in diverse groepen en situaties. Deze oefening is bedoeld om het bewustzijn te versterken dat dit referentiekader erg duidelijk en voor de hand liggend is voor de leden van de groep maar niet altijd voor anderen die geen deel uitmaken van de groep. Dit bewustzijn kan meer alternatieven leveren voor ons gedrag ten opzichte van mensen buiten onze groep. De mensen op de bus vertegenwoordigen een dominante cultuur en willen dat de nieuwelingen zich aanpassen, hun gedrag kopiëren en assimileren. Kun je dat verwachten van nieuwe mensen in een groep? .Kan je dit verwachten van nieuwkomers in een land bijvoorbeeld? Zijn er mogelijkheden naast het assimileren en aanpassen aan de dominante cultuur? Wat zijn de voor- en nadelen van het aanpassen en conformeren aan de dominante groep? De thema's 'diversiteit' en 'integratie’ kunnen verder besproken worden via de vijf modellen om diversiteit te behandelen, zie bijlage 27: Omgaan met diversiteit Tips voor de trainer Geef voorbeelden van regels en gewoontes in culturen, zonder te veralgemenen of een waarde toe te kennen aan deze regels of gewoontes. De trainer kan verwijzen naar de oefening 'Begroetingen' in de sessie 'Groepswerk' die verschillende begroetingen behandelt in verschillende groepen of culturen. Varianten

Geef elke deelnemer B maximum twee minuten om de bus te proberen te betreden. Herhaal de oefening met nieuwe rollen en regels. Laat de B's niet met elkaar praten over hoe ze op de bus moeten geraken. Kies een andere situatie. In een grote groep kunnen twee waarnemers worden aangeduid, een is een A, die hun gedrag observeert, en de andere een B. De waarnemers kennen de regels. Ze kunnen een bron van informatie zijn tijdens de beoordeling.

Meer informatie

Training 'Sterk blijven', oefening 'In-/uitbreken'. Sessie 'Voel je het', oefening 'De juiste behandeling' De sessie 'Verbonden identiteit' gaat ook over diversiteit.

BOUNCE young | Denk erover na 127

Page 128: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Wiens succes, wiens fout? Doelstellingen

De deelnemers treden in interactie over perspectieven van oorzaken voor gebeurtenissen. De deelnemers zijn zich bewust van hun perspectieven op oorzaken voor gebeurtenissen.

Materialen Bijlage 12: De veerkrachtige persoon41 Instructies De deelnemers delen voorbeelden van persoonlijke succeservaringen, ervaringen van succes in groepen waar ze deel van uitmaken of verbonden mee zijn (bijvoorbeeld: goede punten, een sportwedstrijd winnen, succes in een van de oefeningen in de training, een doel bereiken, enz.) De deelnemers delen voorbeelden van persoonlijke mislukkingen of onsuccesvolle ervaringen in groepen waar ze deel van uitmaken of verbonden mee zijn (bijvoorbeeld: slechte punten, een sportwedstrijd verliezen, mislukken in een van de oefeningen in de training, een trein missen, enz.)

Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe positief of negatief heb je deze succesvolle of onsuccesvolle ervaring beleefd? Vragen:

Wat heb je gedaan om deze ervaring succesvol / niet succesvol te maken? Wat hebben anderen je gedaan om deze ervaring succesvol / niet succesvol te maken? Welke omstandigheden hielpen om deze ervaring succesvol / niet succesvol te maken.

Schrijf de antwoorden van de deelnemers op een blad met 'De veerkrachtige persoon' erop: de persoonlijke oorzaken staan op 'De veerkrachtige persoon', de omstandigheden errond.

Welke oorzaken voor succes worden het meest genoemd? Welke oorzaken voor mislukking worden het meest genoemd? Is er een verschil tussen hoe we de oorzaken voor succes of mislukking zien? Wat zijn de verschillen? Is het beeld compleet wanneer we naar de oorzaken kijken? Hoe je naar evenementen kijkt en erover denkt is een keuze die we kunnen maken. Focus op positieve oorzaken, negatieve oorzaken, persoonlijk of omstandig: allemaal keuzes die we kunnen maken.

Uitgebreide beoordeling

Bij het benoemen van oorzaken schrijven mensen vaak • persoonlijk succes toe aan persoonlijke factoren. (het is mijn succes) • persoonlijke mislukkingen toe aan omstandigheden. (het is niet mijn schuld) • het succes van anderen toe aan externe omstandigheden. (het is niet zijn succes) • het mislukken van anderen toe aan persoonlijke factoren. (het is zijn schuld)

Gebeurde dat ook bij de voorbeelden van deze groep? Mensen zien vaak alleen de persoonlijke factoren als oorzaak voor mislukking. Dat kan een onvolledig beeld zijn en kan het vertrouwen schenden. Zich bewust zijn van deze psychologische mechanismen kan interessant zijn omdat we onszelf uitdagen om verder te kijken dan onze neus lang is. Een goede analyse van persoonlijke factoren en omstandigheden kan ons helpen om een vollediger beeld te schetsen en situaties veerkrachtig te bekijken.

Tips voor de trainer Help de deelnemers om successen of mislukkingen te vinden door te verwijzen naar de vorige sessies of op basis van kennis van de achtergrond van de deelnemers.

41 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young uitrusting’, subparagraaf 'De veerkrachtige persoon'.

BOUNCE young | Denk erover na 128

Page 129: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Varianten Gebruik algemeen gekende gebeurtenissen in de plaats van de persoonlijke ervaringen van de deelnemers. (bijvoorbeeld: "Waarom heeft die ploeg die wedstrijd gewonnen of verloren?") Deel successen en mislukkingen. Verdeel de groepen in twee. Een groep krijgt een (denkbeeldige) donkere zonnebril en de andere groep een denkbeeldige roze zonnebril. De groep met de donkere bril benoemt alle negatieve aspecten van een gebeurtenis. De groep met de roze bril benoemt alle positieve aspecten van een gebeurtenis. Focus bij de beoordeling op de keuze die je kunt maken bij het bekijken van gebeurtenissen.

BOUNCE young | Denk erover na 129

Page 130: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

FINISHER De veerkrachtige persoon 3 Doelstellingen

De deelnemers beoordelen de training De deelnemers treden in interactie over hun ervaringen in de training. De deelnemers staan stil bij hoe ze elementen uit de training in hun dagelijks leven kunnen gebruiken.

Materialen

Overzicht van de oefeningen gebruikt bij deze training Bijlage 12: De veerkrachtige persoon42, afgedrukt / getekend op een groot vel papier Stift

Instructies Benoem de hoofddoelen van de training om duidelijk te maken wat geëvalueerd moet worden:

Het bewustzijn van de deelnemers van succesvol denken versterken. Het bewustzijn van de deelnemers van denkfouten versterken. Het bewustzijn versterken bij de deelnemers van dichotomiserend denken, eerste indrukken, vooroordelen, sociale categorisatie, veralgemeningen, stereotypes en stigmatisering, uitsluiting en verkeerd causaal denken. De kritische houding van de deelnemers versterken.

Beoordeling Actieve beoordeling: Kijk eens naar het overzicht van de oefeningen die in deze training werden gebruikt. De deelnemers sommen kort op waarover elke oefening ging. Stel vragen en noteer de antwoorden van de deelnemers in en rond de verschillende overeenkomstige plaatsen van 'De veerkrachtige persoon'. De deelnemers kunnen praten over de dingen die volgens hen in verband staan met de plaatsen van de 'veerkrachtige persoon'.

Hoofd: • Welke succesvolle denkwijze zal je in de toekomst toepassen? • Welke denkfouten maakte je tijdens één of meerdere oefeningen?

Hart: • Welke oefening veroorzaakte een emotie (positief gevoel, negatief gevoel,

discriminatie, enz.) • Wat is volgens jou nodig in het hart van veerkrachtige mensen om denkfouten te

vermijden? Voeten: • Voor welke waarde sta jij in de toekomst, rekening houdend met de ervaringen van

deze training? Handen: • Welke reactie zou jij kiezen wanneer je geconfronteerd wordt met deze situaties:

dichotomiserend denken, eerste indrukken, vooroordelen, sociale categorisatie, veralgemeningen, stereotypes en stigmatisering, uitsluiting en verkeerd causaal denken.

Varianten Elke deelnemer krijgt een blad met 'De veerkrachtige persoon' voor zijn evaluatie. Gebruik de verschillende versies van 'De veerkrachtige persoon' om de oefening te variëren.

42 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young uitrusting’, subparagraaf 'De veerkrachtige persoon'.

BOUNCE young | Denk erover na 130

Page 131: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

BOUNCE young | Denk erover na 131

Page 132: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Verbonden identiteit

Page 133: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

(9) Verbonden identiteit

Thema Ons bewust zijn van onze persoonlijke identiteit en banden.

Inleiding Doorheen de puberteit en de adolescentie wordt onze identiteit gevormd en jongeren kunnen vragen, twijfels of problemen hebben rond hun eigen identiteit. Ze zijn op zoek naar hun identiteit. Tijdens deze periode worden ze geconfronteerd met belangrijke keuzes over aspecten van wie ze zijn en wie ze willen zijn. De zoektocht naar een persoonlijke identiteit hangt samen met de banden die jongeren hebben, kiezen, behouden en vormen. Deze zoektocht en vorming van de identiteit kunnen ook gepaard gaan met wat kwetsbaarheid over hun identiteit en hun banden. Delen van de identiteit veranderen, banden en contacten kunnen veranderen. Jongeren bewust maken van wie ze zijn en waarmee ze verbonden zijn en hoe ze daarover kunnen in interactie treden met anderen kan hun veerkracht helpen versterken.

Hoofddoelen Het bewustzijn van de deelnemers van hun identiteit versterken. Het bewustzijn van de deelnemers van de identiteit van anderen versterken. Het bewustzijn van de deelnemers van hun banden met dingen, mensen, plaatsen, natuur en spiritualiteit versterken. Het bewustzijn van de deelnemers van de link tussen identiteit en banden versterken.

Overzicht START:

Energizer: Roeiwedstrijd Startcirkel Ervaringen Inleiding voor de deelnemers

MIDDEN: Wie zit achter mij? Waar ben ik wie? Identiteitswissel Voorbeelden en bronnen Banden

FINISHER: Persoonlijk voorwerp

BOUNCE young | Verbonden identiteit 133

Page 134: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

START Energizer: Roeiwedstrijd Ga zo snel mogelijk in één lijn staan in alfabetische volgorde (bijvoorbeeld, de groep krijgt 30 seconden hiervoor). Wanneer je denkt dat je op de juiste plaats staat, ga je zitten. Wanneer iedereen neerzit, controleert de groep of dit correct is. Geef nieuwe taken (bijvoorbeeld: grootte, leeftijd, huisnummer, geboortedag en maand). Met elke nieuwe taak wordt de tijd voor de groep gereduceerd.

Startcirkel De deelnemers vormen een kring. De trainer stelt een toegankelijke vraag. De deelnemers reageren ieder kort op de vraag. De trainer bedankt de deelnemers voor hun bijdragen.

Ervaringen Vraag de deelnemers wat ze denken over de vorige trainingssessies en laat hen delen wat ze onthouden hebben, welke persoonlijke ervaringen ze ondertussen hadden die verband houden met het trainingsthema of wat ze uit eerdere trainingen hebben toegepast in dagelijkse situaties. Dit kan alleen gedaan worden wanneer de trainingssessies georganiseerd worden als onderdeel van een uitgebreid programma dat verspreid is over meerdere weken43.

Inleiding voor de deelnemers De deelnemers delen wat zij over dit thema denken of weten en wat ze ervan verwachten. Deze voorlaatste sessies gaat over onze persoonlijke identiteit en die van anderen. Verschillende aspecten van onze identiteit kwamen al aan bod in de vorige sessies: ons gedrag in een groep, onze talenten en sterke kanten, hoe we veerkrachtig kunnen omgaan met allerhande uitdagende situaties, hoe we emoties herkennen, behandelen en controleren, hoe we informatie verwerken en delen, hoe we veerkrachtig omspringen met invloed en hoe we succesvol kunnen denken. Dit zijn allemaal onderdelen van onze identiteit.

Delen van onze identiteit zeggen iets over onze banden met mensen, plaatsen, dingen, natuur en spiritualiteit. (Bijvoorbeeld het aspect 'Een Europeaan zijn' kan betekenen dat ik een zekere band heb met andere Europeanen).

In deze training versterken we ons bewustzijn van onze identiteit en de identiteit van anderen, van wat onze identiteit vormt. We werken ook aan het bewustzijn van wat en wie we zijn via onze identiteit. Een veerkrachtig persoon is iemand die weet wie hij is en hoe hij gelijk is aan of verschilt van anderen. Hij kan omgaan met de diversiteit aan identiteiten, kan deze combineren en is zich ook bewust van de diverse banden die hij heeft.

43 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young opzet’, subparagraaf ‘Planning van de sessies’.

BOUNCE young | Verbonden identiteit 134

Page 135: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

MIDDEN Wie zit achter mij?

Doelstellingen De deelnemers zijn interactief bezig over identiteit. De deelnemers zijn zich bewust van de uitdrukkingen van identiteit.

Materialen Materiaal om twee lijnen aan te geven om achter te staan.

Voorbereiding Teken twee lijnen op ongeveer 4 meter van elkaar.

Instructies Vorm twee groepen. Elke groep staat achter een lijn. Ze kijken weg van elkaar. Een deelnemer A en B van elke groep gaan in het midden staan, rug aan rug, zonder te weten wie achter hen staat. Nu draaien alle deelnemers behalve A en B zich om en proberen aan hun speler A of B duidelijk te maken wie achter hem staat. Ze doen dat zonder woorden of lawaai, alleen gelaatsuitdrukkingen en bewegingen. Wanneer A of B het juist raadt, wint zijn groep. Wissel om.

Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe gemakkelijk of moeilijk was het om iemands identiteit uit te drukken zonder woorden? Hoe duidelijk waren de aanwijzingen?

Vragen: Hoe komt het dat je de uitdrukkingen van de groep linkte aan de speler achter je? Waren het uiterlijke kenmerken of ook elementen uit het karakter / de gewoontes / enz. van die persoon? Zijn de gebruikte uitdrukkingen een belangrijk onderdeel van de identiteit van die speler?

Tips voor de trainer Zorg ervoor dat de situatie veilig is, dat er geen gebruik gemaakt wordt van te confronterende, beledigende of ridiculiserende uitdrukkingen.

BOUNCE young | Verbonden identiteit 135

Page 136: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Waar ben ik wie?

Doelstellingen De deelnemers zijn zich ervan bewust dat identiteit en rollen verschillen op verschillende plaatsen en momenten. De deelnemers zijn zich bewust dat identiteit kan veranderen. De deelnemers zijn zich bewust van hun meervoudige identiteit.

Materialen Bijlage 28: Waar ben ik wie - Wereldkaart: één exemplaar per paar. Bijlage 29: Waar ben ik wie - Kaart van Europa: één exemplaar per paar. Een kaart van het land waar de training plaatsvindt: één exemplaar per paar. Een kaart van de stad waar de training plaatsvindt: één exemplaar per paar. Stiften

Instructies Vorm groepjes van twee. Elk paar krijgt vier kaarten en wat stiften. De vraag is "Waar ben ik wie?'

‘Waar’: De deelnemers duiden de plaatsen aan waar ze geweest zijn, waar ze een band mee hadden, plaatsen die een betekenis hebben, die ze kennen, waar ze komen ... nu, in het verleden en in de toekomst. Het kunnen ook plaatsen zijn waar ze van dromen, waar ze plannen mee hebben of die belangrijk zijn voor hun geliefden. 'Wie?' De deelnemers geven de rollen aan die ze op deze plaatsen hebben (één of meer aspecten van hun identiteit). Dat kunnen rollen zijn die ze hebben, waar ze van dromen of gehad hebben. (Bijvoorbeeld: in Marokko was ik toerist, in Brussel ben ik student, in het skatepark ben ik een skater, enzovoort).

De partners werken samen over de betekenis van de plaatsen en hun rollen daar. Daarna stellen de deelnemers kort enkele van de plaatsen en rollen voor van hun partner aan de groep.

Beoordeling Actieve beoordeling:

Wie heeft plaatsen en/of rollen ontdekt waar je je niet bewust van was? Wie vond verschillende rollen op één plaats?

Vragen: Welke plaatsen heb je aangeduid? Welke rollen heb je opgeschreven? Zijn er plaatsen waar je meer dan één rol hebt? Zijn er plaatsen waar slechts één rol belangrijk is? Zijn er rollen die je overal hebt? Zijn er rollen die je in het verleden had maar nu niet meer? Zijn er rollen die je in de toekomst zult hebben? Welke aspecten van je identiteit veranderen op deze verschillende plaatsen bij deze verschillende rollen? (Bijvoorbeeld: zichtbare aspecten van de identiteit: uitzicht, gedrag, enz. en onzichtbare aspecten: hoe je denkt of hoe je je voelt, enz.).

Uitgebreide beoordeling Het kan interessant zijn om na te gaan welke rollen je hebt en met welke plaatsen deze rollen verbonden zijn. Verschillende aspecten van je identiteit kunnen meer of minder zichtbaar zijn, belangrijk, nuttig op verschillende plaatsen en situaties. Dit is een 'meervoudige identiteit'. We kunnen het beeld gebruiken van een ui met verschillende lagen. De schil van de ui is zichtbaar en kan ons iets vertellen over onze identiteit. De buitenkant van de ui kan ook veranderen via tijd en plaats maar onder de schil zijn er meerdere lagen. Deze zijn op het eerste zicht niet zichtbaar, we kennen ze soms zelf niet eens. Via deze oefeningen kunnen we meer leren over deze verschillende lagen. In het midden van de ui zit een kern, een deel van de identiteit dat erg sterk is en onze kernwaarden bevat, waar we in geloven, waarnaar we streven, delen van de identiteit die erg sterk zijn en nooit veranderen.

BOUNCE young | Verbonden identiteit 136

Page 137: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Identiteitswissel

Doelstellingen De deelnemers zijn zich bewust van de zichtbare aspecten en uitdrukking van identiteit. De deelnemers zijn zich bewust van de onzichtbare aspecten en uitdrukking van identiteit.

Materialen Materiaal om twee lijnen aan te geven om achter te staan.

Voorbereiding Teken twee lijnen op ongeveer 4 meter van elkaar.

Instructies Vorm twee groepen, A en B. De leden van elke groep staan naast elkaar op een rij. De groepen kijken naar elkaar en kijken goed naar elkaar gedurende ongeveer een minuut. Beide groepen draaien zich om, of een groep gaat naar een andere ruimte. Alle deelnemers veranderen één of meer zichtbare aspecten van zichzelf: (Bijvoorbeeld: kapsel, horloge aan andere arm, of dingen vervangen: juwelen, schoenen, horloge, kledij, ...). Na twee minuten gaan de groepen opnieuw voor elkaar staan. Elke groep probeert de veranderingen te vinden.

Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe duidelijk zijn de aangebrachte veranderingen? Hoe belangrijk zijn de zichtbare aspecten van je identiteit (uitzicht, kledij, symbolen enz.) voor jou?

Vragen: Welke zichtbare aspecten zeggen iets over identiteit? Welke zichtbare aspecten zeggen iets over je innerlijk? Welke zichtbare aspecten zeggen iets over je identiteit of over een groep / subcultuur / cultuur / religie waar je deel van uitmaakt? Welke zichtbare aspecten kun je gemakkelijk veranderen? Welke zichtbare aspecten kun je moeilijk tot niet veranderen? Hoe voelt het om zichtbare aspecten van je identiteit te veranderen? In welke alledaagse situaties verander je de zichtbare aspecten van je identiteit? Welke zichtbare aspecten van je identiteit zijn al veranderd in je leven? Wat betekenen zichtbare aspecten voor je identiteit? Wat kunnen ze voor anderen betekenen?

Tips voor de trainer Het is belangrijk om alle manieren die onze identiteit zichtbaar maken gelijk te behandelen of ervoor te kiezen dat niet te doen. Delen van de identiteit van mensen zijn zichtbaar, andere niet. Sommige mensen kiezen ervoor veel van hun identiteit te tonen, andere niet. Bepaalde zichtbare aspecten zijn oppervlakkig, sommige hebben een diepere betekenis. Sommige mensen zijn zich erg bewust van de uitdrukking van hun identiteit, andere zijn zich daar minder van bewust. Al deze keuzes en gedragingen worden gelijk behandeld.

BOUNCE young | Verbonden identiteit 137

Page 138: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Voorbeelden en bronnen

Doelstellingen De deelnemers zijn zich bewust van wie voor hen een voorbeeld zijn. De deelnemers treden in interactie over hun voorbeelden. De deelnemers zijn zich bewust van de invloed die voorbeelden hebben op hun identiteit. De deelnemers weten welke middelen ze gebruiken in verschillende situaties. De deelnemers treden in interactie over welke middelen ze gebruiken in verschillende situaties. De deelnemers zijn zich bewust van hun banden met voorbeelden en bronnen.

Materialen Bijlage 30: 'Levensdomeinen' A4 afdruk van elk levensdomein

Voorbereiding Markeer tien plaatsen in de ruimte, elk goed voor één van de elementen (zie Bijlage 30 Levensdomeinen).

Instructie 1 De deelnemers gaan willekeurig op de plaatsen staan, met minimum twee deelnemers op één plaats (sommige plaatsen kunnen leeg zijn). Stel enkel van de vragen over voorbeelden en bronnen. De deelnemers kunnen de vragen beantwoorden die verwijzen naar het element van de plaats waar ze zich op dat moment bevinden. Daarna gaan de deelnemers een plaats verder. Bepaalde vragen worden opnieuw gesteld, andere zijn nieuw. Dit wordt herhaald tot alle plaatsen gebruikt zijn. Nadat ze verschillende keren verplaatsten, mogen de deelnemers kiezen waar ze gaan staan.

Vragen over voorbeelden: Naar wie kijk je op? Aan wie spiegel je jezelf? Op wie wil je lijken? Wie is voor jou een voorbeeld/rolmodel? Wie is een belangrijk voorbeeld/rolmodel voor anderen? In wie geloof je?

OPMERKING: Alle vragen kunnen ook gesteld worden met andere mensen in het hoofd dan de jongere zelf. (Voorbeeld: kun je iemand bedenken die zichzelf spiegelt aan een sportman?)

Instructie 2 De deelnemers kiezen hun plaatsen bij elke vraag over bronnen.

Vragen over bronnen: Wie of wat is een goede bron voor steun / hulp / advies / comfort / rust wanneer

Je slechte punten hebt. Je gepest wordt. Je beste vriend je een geheim heeft verteld dat je niet kan verzwijgen. Je ouders een flinke ruzie hebben gehad. Je iets stoms hebt gedaan. Je verliefd bent. Je een belangrijke keuze moet maken (bijvoorbeeld: studiekeuze). …

Beoordeling 1 en 2 De beoordeling kan telkens gebeuren wanneer de deelnemers op een nieuwe plaats staan, na verschillende plaatsen of op het einde.

BOUNCE young | Verbonden identiteit 138

Page 139: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Vragen: Heb je een persoonlijke ervaring die je wilt delen over dit voorbeeld of deze bron? Wat heb je uit dit voorbeeld geleerd? Wat heb je overgenomen van dit voorbeeld of deze bron en is nu onderdeel van je identiteit? Ben jij een voorbeeld of een bron voor anderen?

Tips voor de trainer Niet alle deelnemers moeten elke vraag beantwoorden. Een plaats kiezen en nadenken over de vragen kan voor sommige deelnemers genoeg zijn. Kies de elementen die je met de groep wil gebruiken in lijn met hun vaardigheden en interesses.

Varianten De deelnemers schrijven de antwoorden die ze geven op een groot vel papier. De groep of de persoon die volgt, werkt verder op hetzelfde vel. Laat bij kleine groepjes alle deelnemers samen van plaats naar plaats gaan.

BOUNCE young | Verbonden identiteit 139

Page 140: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Banden

Doelstellingen De deelnemers zijn zich bewust van hun gelijkenissen en banden met anderen. De deelnemers treden in interactie over hun gelijkenissen en banden met anderen. De deelnemers zijn interactief bezig over uniek zijn.

Materialen Stoelen: één minder dan het aantal deelnemers

Voorbereiding Zet de stoelen in een kring.

Instructies De deelnemers zitten op de stoelen. Deelnemer A staat in het midden en zegt iets over zichzelf: een kenmerk, een hobby, een talent, lidmaatschap of iets dat hij leuk vindt, enz. Alle andere deelnemers die dat ook over zichzelf kunnen zeggen, gaan staan en proberen een andere plaats in te nemen op een stoel in de kring. Deelnemer A moet ook een nieuwe plaats zoeken. Diegene zonder stoel zegt iets over zichzelf.

Beoordeling Actieve beoordeling:

Heb je veel of weinig gelijkenissen met anderen? Hoeveel invloed heeft dat op hoe je je voelt bij deze oefening? Wie vindt het belangrijk veel gelijkenissen te hebben?

Vragen: Welke gelijkenissen of banden ontdek je met anderen in deze groep? Waren er unieke aspecten in deze groep, waarbij niemand opstond? Waren er aspecten waarbij iedereen moest opstaan? Heb je persoonlijke ervaringen waarbij je gelijkenissen of banden met anderen ontdekte? Focus je meestal op gelijkenissen en banden of op verschillen? Welke gelijkenissen of banden zijn oppervlakkig? Welke gelijkenissen of banden zijn gelinkt aan jouw waarden of belangrijke zaken? Hoe zou het leven eruit zien als we allemaal gelijk waren? Hoe zou het leven eruit zien als niemand op iemand anders leek?

Uitgebreide beoordeling Sommige aspecten maken je uniek, via andere aspecten word je lid van een groep. Voor sommige aspecten kies je zelf om deel te zijn van deze groep, voor andere kun je niet kiezen, die zijn altijd deel van je identiteit. In veel gevallen hebben we meer gelijkenissen met anderen dan we verwachten. Bij het oplossen van conflicten kan het nuttig zijn te zoeken naar gelijkenissen tussen de partijen in de plaats van ons te focussen op het conflict of verschillen van mening. Een gelijkenis of gemeenschappelijke interesse vinden kan vaak het begin zijn voor het oplossen van een conflict. Zich bewust zijn van de banden met anderen kan de interactie veranderen. (Bijvoorbeeld: bij een conflict over verschillende meningen kan het een band zijn dat beide partijen een sterke mening hebben).

Tips voor de trainer Behandel veel en weinig banden als gelijkwaardig. Laat de deelnemers niet op de vrije stoel naast hun plaats gaan zitten. Als de deelnemers het moeilijk vinden om iets te zeggen, kan de trainer hen deze zinnen laten aanvullen: • Ik ben een jongen / meisje.• Mijn haarkleur is ...• Ik ben lid van ...• Ik supporter voor ...• Ik ben goed in ...• Ik hou van ...

BOUNCE young | Verbonden identiteit 140

Page 141: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

• Ik ben een ... • Ik heb een ... • Ik eet graag ... • Ik heb ooit eens ... • Ik luister / kijk graag naar ... • Ik weet veel over ... • Ik ga vaak naar ... • Mijn leeftijd is ... • Ik heb ... broers en zussen. • Ik heb een ... als huisdier. • Ik slaap meestal ... uur. • Ik gooi nooit afval op straat. • Ik ben het liefst alleen / in groep. • Ik rook niet. • Ik ben vegetariër. • Ik bid regelmatig. • Ik ben graag in de natuur. • Ik ben goed in ... • ... is één van mijn talenten / sterke punten. • …

Varieer onder de types, van oppervlakkige tot waardegerelateerde aspecten, van individu tot groepsaspecten, enz.

Varianten

Telkens de deelnemers van plaats veranderen kan de trainer de banden aanduiden op een vel papier met de namen in verschillende kleuren. Zo ontstaat een web waarin alle deelnemers met elkaar verbonden zijn. In de plaats van iemand in het midden te zetten, heeft elke deelnemer een stoel. Iedereen zegt om beurt iets over zichzelf. Iemand die dat gemeenschappelijk heeft gaat op de schoot van die speler zitten. Daarna zegt een andere deelnemer iets over zichzelf. Als iemand moet bewegen, moet degene op zijn schoot meegaan. Deelnemers vormen kleine groepen. In deze groepen krijgen ze twee minuten de tijd om zoveel mogelijk gelijkenissen en banden op te schrijven. Ze kunnen ook meer specifieke dingen zoeken. (Bijvoorbeeld: een gerecht dat iedereen lust.)

Meer informatie Training 'Talenten en sterke punten', alle oefeningen.

BOUNCE young | Verbonden identiteit 141

Page 142: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

FINISHER Persoonlijk voorwerp Doelstellingen

De deelnemers beoordelen de training De deelnemers treden in interactie over hun ervaringen in de training. De deelnemers staan stil bij hoe ze elementen uit de training in hun dagelijks leven kunnen gebruiken.

Materialen

Overzicht van de oefeningen gebruikt bij deze training Krijt of een groot vel papier en een stift.

Voorbereiding Teken vijf concentrische cirkels.

Instructies Benoem de hoofddoelen van de training om duidelijk te maken wat geëvalueerd moet worden:

Het bewustzijn van de deelnemers van hun identiteit versterken. Het bewustzijn van de deelnemers van de identiteit van anderen versterken. Het bewustzijn van de deelnemers van hun banden met dingen, mensen, plaatsen, natuur en spiritualiteit versterken. Het bewustzijn van de deelnemers van de link tussen identiteit en banden versterken.

Beoordeling Actieve beoordeling:

Kijk eens naar het overzicht van de oefeningen die in deze training werden gebruikt. De deelnemers sommen kort op waarover elke oefening ging. De deelnemers zoeken een klein persoonlijk voorwerp dat veel betekent voor hun identiteit en/of banden. Dat kan een munt, een sleutel zijn, iets uit hun zak of portefeuille, … Vorm een kring rond de aangegeven cirkels. Bij elke vraag kunnen de deelnemers hun voorwerp in één van de zones tussen de cirkels plaatsen en hun keuze uitleggen. Hoe meer naar het midden, hoe sterker de ervaring was. De eerste keer dat een voorwerp in het midden wordt gelegd kunnen de deelnemers praten over het voorwerp, en wat het over hen, hun identiteit en hun banden vertelt. • Ben je je meer bewust van je identiteit en wat deze identiteit vormt dan voor de

training? • Heb je nieuwe dingen ontdekt over je eigen identiteit? • Heb je nieuwe dingen ontdekt over de identiteit van anderen? • Vond je het gemakkelijk om met anderen te praten over identiteit? • Ben je je meer bewust van je banden met dingen, mensen, natuur en plaatsen?

BOUNCE young | Verbonden identiteit 142

Page 143: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

BOUNCE young | Verbonden identiteit 143

Page 144: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Toekomstbestendig

Page 145: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

(10) Toekomstbestendig Thema Met vertrouwen en veerkracht de toekomst tegemoetzien. Inleiding Deze laatste sessie van het trainingsprogramma is bedoeld om de deelnemers uit te dagen om hun toekomst op een veerkrachtige manier te bekijken. De deelnemers moeten het stuk hout gebruikt in 'Talenten en sterke punten ' 'Een positief doel' breken. Hier kunnen ze elementen gebruiken van alle andere trainingssessies en ze integreren voor de oefeningen 'Breek het en maak het'. Op het einde van de training bestrijkt de evaluatie in de finisher de volledige training. Deze evaluatie is een voorproefje van de individuele evaluaties die nadien kunnen worden georganiseerd aan de hand van de beoordelingsformulieren 'BOUNCE young - na de training44' voor jongeren. Hoofddoelen

Het bewustzijn van de deelnemers van hun toekomst versterken. Het vertrouwen van de deelnemers ten aanzien van hun toekomstdoelen vergroten. De inhoud van de hele training integreren.

Overzicht START:

Energizer: Ga zitten Startcirkel Ervaringen Inleiding voor de deelnemers

MIDDEN:

Hoe doe je het? Een positief doel (deel 2) Kracht opbouwen Beeld het je in Breek het en maak het

FINISHER:

De veerkrachtige persoon 4

44 De beoordelingsformulieren zijn een bijlage bij de train-de-trainer-handleiding BOUNCE up.

BOUNCE young | Toekomstbestendig 145

Page 146: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

START Energizer: Ga zitten Verdeel de deelnemers in twee groepen. De deelnemers A mogen vrij rondlopen, in hun eigen richting, deelnemers B wandelen rond met stoelen. Deelnemers A mogen gaan zitten wanneer ze maar willen. De deelnemers B moeten ervoor zorgen dat er een stoel staat voor A om te gaan zitten. Wanneer A neergezeten heeft, staat hij op en wisselt rollen met B: A heeft nu een stoel en B niet.

Startcirkel De deelnemers vormen een kring. De trainer stelt een toegankelijke vraag. De deelnemers reageren ieder kort op de vraag. De trainer bedankt de deelnemers voor hun bijdragen.

Ervaringen Vraag de deelnemers wat ze denken over de vorige trainingssessies en laat hen delen wat ze onthouden hebben, welke persoonlijke ervaringen ze ondertussen hadden die verband houden met het trainingsthema of wat ze uit eerdere trainingen hebben toegepast in dagelijkse situaties. Dit kan alleen gedaan worden wanneer de trainingssessies georganiseerd worden als onderdeel van een uitgebreid programma dat verspreid is over meerdere weken45.

Inleiding voor de deelnemers De deelnemers delen wat zij over dit thema denken of weten en wat ze ervan verwachten. In deze laatste training werken we aan de toekomst. In onze toekomst kunnen we kiezen om de ervaringen en de veerkracht die we tijdens de trainingssessies versterkt hebben te gebruiken. In deze training werken we verder aan onze persoonlijke toekomstige doelen door te werken aan de doelen die we kozen en het stuk hout dat we voorbereidden in de 'Talenten en sterke punten', 'Een positief doel'. We beslissen hoe we de doelen persoonlijk zullen aanpakken. Het stuk hout breken is een symbolisch en beslissend moment dat we onze positieve doelen gaan proberen te bereiken. Daarvoor hebben we de combinatie nodig van alle thema's van de vorige trainingssessies:

Groepswerk en ondersteuning van elkaar. Onze talenten en sterke punten kennen en onze eigen vermogens vertrouwen. Wat controle hebben over onze emoties. Weten hoe we onze fysieke, emotionele, sociale en mentale veerkracht kunnen gebruiken om sterk te blijven staan in deze uitdaging. Informatie over de techniek die we moeten gebruiken om het hout te breken. De positieve invloed van deze groep Positief en succesvol denken Bewustzijn van onze banden en de identiteit die we willen hebben in de toekomst om onze doelen te bereiken.

45 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young opzet’, subparagraaf ‘Planning van de sessies’.

BOUNCE young | Toekomstbestendig 146

Page 147: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

MIDDEN Hoe doe je het? Doelstellingen

De deelnemers weten welke keuzes ze hebben in verschillende situaties. De deelnemers treden in interactie over de keuzes die ze hebben in verschillende situaties.

Materialen Een vel papier voor elke deelnemers. Instructies Alle deelnemers krijgen papier. Ze scheuren het in twee. Beoordeling Actieve beoordeling:

Kijk eens naar de stukken papier van alle deelnemers. Vragen:

Wat zijn de gelijkenissen en de verschillen in hoe de verschillende deelnemers deze taak uitvoerden? Hoeveel manieren zijn er om een stuk papier in twee te scheuren? Hoeveel manieren zijn er om je toekomstdoelen te bereiken? Heb je persoonlijke ervaringen waar je verschillende oplossingen of mogelijkheden zag om iets aan te pakken? Heb je persoonlijke ervaringen waar er maar één oplossing of optie was?

Uitgebreide beoordeling Deze korte oefening is bedoeld om te benadrukken dat er maar één persoon is die echt beslissingen kan nemen over hoe je in het leven staat, hoe je doelen bereikt, hoe je de toekomst ziet: jezelf. Alle situaties waarin we ons bevinden, gaan gepaard met keuzes. Doorheen alle trainingssessies waren persoonlijke keuzes belangrijk. Als het aankomt op eenvoudige of moeilijke toekomstige taken, moet je er rekening mee houden dat je vaak verschillende keuzes en opties hebt. Het bewustzijn van je keuze is onderdeel van sterke veerkracht. Alle vorige trainingssessies, oefeningen en beoordelingen waren bedoeld als positieve invloeden om deze keuzes te maken op een bewuste en veerkrachtige manier, met zelfrespect en respect voor de anderen. Meer informatie

We kunnen deze oefening linken aan alle andere trainingssessies van BOUNCE young. Hoeveel manieren zijn er om anderen te ontmoeten en te leren kennen? Dit verwijst naar de training 'Wie en wat?'. Hoeveel manieren zijn er om op een veerkrachtige manier in interactie te treden met anderen? 'Groepswerk'. Hoeveel manieren zijn er om naar jezelf te kijken? 'Talenten en sterke punten'. Hoeveel manieren zijn er om sterk te zijn en veerkrachtig om te gaan met sociaal uitdagende situaties? 'Sterk staan' en 'Sterk blijven' . Om veerkrachtig om te gaan met emoties? 'Voel je het?'. Om veerkrachtig om te springen met informatie en invloed? Om over dingen te denken op een veerkrachtige manier? 'Denk erover na'. Om bewust te zijn van identiteit en banden? 'Verbonden identiteit'. Hoe kunnen we naar toekomstige oplossingen kijken voor dingen die we moeten doen? Is er maar één manier om dat te doen of zijn er altijd of vaak meerdere keuzes? 'Toekomstbestendig'.

BOUNCE young | Toekomstbestendig 147

Page 148: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Een positief doel (deel 2) Doelstellingen

De deelnemers (her)formuleren een positief doel voor zichzelf. De deelnemers treden in interactie over hun positief doel. De deelnemers denken na over hoe ze hun positief doel kunnen bereiken. De deelnemers treden in interactie over hoe ze hun positief doel kunnen bereiken. De deelnemers versterken hun vertrouwen.

Materialen

De stukjes hout die voorbereid werden in de training 'Talenten en sterke punten', oefening ' Een positief doel' (Zie bijlage 11: Stukjes hout) Stiften

Instructies De deelnemers nemen hun persoonlijke stukjes hout, waar het persoonlijke positieve doel dat ze kozen tijdens de training 'Talenten en sterke punten' opgeschreven of getekend is. Op hun stukje hout kunnen ze de antwoorden toevoegen op deze vragen:

Wat wil ik? Waar droom ik van? In de meeste gevallen staat dat er al: het positieve doel. Ze kunnen ook de toekomstlijn gebruiken van de vorige oefening 'Toekomstlijn' en het stukje hout als inspiratie. Hoe kan ik dit doel realistisch maken? Is het tastbaar of kan ik het veranderen naar een tastbaar doel? Wat moet ik doen om dit te bewerkstelligen: wat moet ik doen vooraleer ik dat doel kan bereiken? Stappen en een plan in de richting van het doel. Wat kan ik ontmoeten dat mij zal uitdagen om door te zetten of mijn plan te veranderen? Welk beeld helpt mij? Is er een beeld van het behalen van dit doel dat kan helpen?

Beoordeling Actieve beoordeling

hoe sterk geloof je dat je het doel dat je koos kan bereiken? Hoe gemakkelijk of moeilijk is het om zo'n positief doel te vinden?

Vragen

Welk doel heb je gekozen? Welke stappen zie je naar dat doel? Wat moet je doen om hier vertrouwen in te hebben? Welk beeld helpt je? Heb je een beeld van jezelf waarbij je dat doel in de toekomst bereikt? Beschrijf dat beeld. Is het toekomstperspectief dat je creëerde (de plannen, realisaties, ervaringen, verwachtingen, relaties, enz.) haalbaar en realistisch? Wat heb je nodig als (stukken van) deze toekomst werkelijkheid wordt? Wat kun je doen om bij te dragen aan dit toekomstperspectief? Wat kun je helpen bij het behalen van (stukken van) dit toekomstperspectief? Zijn er elementen van de trainingen die je in je toekomst kunnen helpen? Wat moet je overwinnen als je dit toekomstperspectief wil bereiken?

Tips voor de trainer De deelnemers willen misschien een ander doel kiezen dan wat ze tijdens de training 'Talenten en sterke punten' kozen. Ze kunnen een nieuw doel toevoegen of het vervangen. Varianten De antwoorden op de extra vragen over de toekomst kunnen geschreven worden op een stukje papier / de arm / de hand in de plaats van op het stukje hout. Meer informatie

Training 'Talenten en sterke punten', oefening 'Een positief doel'. Deze training, oefening 'Toekomstlijn'.

BOUNCE young | Toekomstbestendig 148

Page 149: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Kracht opbouwen Doelstellingen

De deelnemers bouwen fysieke kracht en controle op. De deelnemers oefenen de buikademhaling. De deelnemers beoefenen de ROTS-houding. De deelnemers bouwen vertrouwen op over hun fysieke kracht.

Materialen Bokspads: één per paar. Instructies Vorm groepjes van twee. Elk groepje krijgt een pad. A duwt, B incasseert. A staat sterk, één voet vooruit, B staat sterk op armlengte, voeten evenwijdig. B houdt de pad stil, horizontaal, de armen onder de pad. A maakt een hamervuist, met de duimen aan de buitenkant en de knokkels verticaal. (Zie foto) A bokst tien keer naar beneden op de pad, en bouwt kracht op en ademt uit bij elke stoot. Na elke stoot blijft de hand van A een seconde op de pad liggen. Bij elke stoot gebruiken A en B hun sterke stand, een gecontroleerde uitademing en ze focussen zich op de pad om dit op een gecontroleerde manier te doen. Wissel om. Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe gemakkelijk / moeilijk is het om zo te stoten? Hoe gecontroleerd waren je slagen? Hoeveel vertrouwen had je bij je slagen? Hoe gecontroleerd was je ademhaling bij elke stoot / bij elke incassering?

Vragen:

Zou je via elke slag kracht kunnen opbouwen? Zou je via elke slag vertrouwen kunnen opbouwen? Heb je de ROTS-houding gebruikt? Zijn er persoonlijke ervaringen waar je dit soort kracht kan gebruiken om een doel te bereiken? Kun je toekomstige ervaringen bedenken waar je dit soort kracht kan gebruiken om een doel te bereiken?

Uitgebreide beoordeling Deze techniek wordt gebruikt in de oefening 'Breek het en maak het'. In die oefening is het doel 'Het stukje hout met de blote hand breken'. Deze techniek is onderdeel van het antwoord op de vraag uit de vorige oefening: 'welke stappen heb ik nodig om dit te halen?': een goede slagtechniek gebruiken. Tips voor de trainer Verwijs eerst naar de training 'Sterk staan' en 'Sterk blijven', veel van de technieken uit die sessies komen hier van pas. Benadruk dat het er niet om gaat wie het sterkst is, de slagen mogen niet hard of agressief zijn (negatieve ROTS-houding) maar gecontroleerd, met de positieve ROTS-houding: focus op het doel, directe bewegingen, gebruik van fysieke kracht. Korte, snelle handelingen. Varianten Wanneer er geen pads beschikbaar zijn, gebruik je een kussen of een sportmat. Bij het gebruiken van een sportmat zal de mat op de vloer liggen, en niet vastgehouden door een deelnemer. De techniek wordt dan geknield geoefend, met dezelfde elementen van de sterke houding of staand met de mat op een tafel. Meer informatie

Training 'Sterk staan', alle oefeningen. Training 'Sterk blijven', oefening 'In-/uitbreken'.

BOUNCE young | Toekomstbestendig 149

Page 150: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

BOUNCE young | Toekomstbestendig 150

Page 151: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Beeld het je in Doelstellingen

De deelnemers bouwen mentale kracht op. De deelnemers leren focussen, visualiseren en overtuigen.

Instructie 1 Vorm groepjes van twee. Deelnemer A staat sterk, één voet vooruit, B staat sterk op armlengte, voeten evenwijdig. A strekt zijn arm uit naar voren, waarbij de rug van de hand op de schouder van B rust, met de palm naar boven. A maakt een vuist en strekt zijn arm uit. B legt beide handen binnen in de ellenboog. Terwijl A kracht uitoefent om de arm gestrekt te houden, probeert B de ellenboog naar beneden te trekken. Hij bouwt daarbij langzaam de kracht op. Dat gebeurt enige tijd. Wissel om. Instructie 2 De oefening wordt herhaald. Voor het starten neemt A wat tijd om sterk te staan en focus en visualisatie op te bouwen: hij houdt zijn ogen gefixeerd op een vast punt voor hem. A bedenkt (en kan zeggen) dat zijn arm onbuigbaar is en de ellenboog wordt van onderen ondersteund. A combineert dit met de kracht die hij gebruikte in de eerste versie van de oefening. Wanneer klaar begint B opnieuw naar beneden te trekken. Wissel om. Beoordeling 1 en 2 Actieve beoordeling:

Hoe gemakkelijk of moeilijk was het om je arm gestrekt te houden? De eerste keer? De tweede keer? Hoe sterk is je focus in de eerste versie van de oefening? Hoe sterk was je focus in de tweede versie van de oefening? Hoeveel vertrouwen voelde je in de eerste versie? In de tweede versie?

Vragen:

Wat is het verschil tussen de eerste en de tweede versie van de oefening? Heeft een sterke focus geholpen om je arm gestrekt te houden? Zijn er persoonlijke ervaringen waar je dit soort kracht (mentale kracht, focus, de kracht van de verbeelding) kan gebruiken om een doel te bereiken? Kun je toekomstige ervaringen bedenken waar je dit soort kracht (focus, verbeelding) kan gebruiken om een doel te bereiken?

Uitgebreide beoordeling De combinatie van een bewuste sterke stand, focus, visualisatie en overtuiging kun je sterker maken. De kracht om je in te beelden dat je bereikt wat je wilt, kan erg sterk zijn. In de oefening 'Breek het en maak het' is het doel 'Het stukje hout met de blote hand breken'. Naast de 'hamervuisttechniek' van de vorige oefening zijn mentale kracht, focus en verbeelding het volgende onderdeel van het antwoord op de vraag 'Welke stappen moet ik zetten om dit te bereiken': je inbeelden dat je het doel bereikt: het beeld van het stukje hout dat in twee stukken breekt. Tips voor de trainer Voor de veiligheid van de deelnemers is het erg belangrijk dat de deelnemers die een arm uitstrekken dat altijd doen met de binnenkant naar boven. Anders kan de ellenboog verrekt worden. De focus op het verschil tussen de eerste en de tweede versies ligt bij degenen die proberen om hun arm gestrekt te houden. Zij die hun arm buigen kunnen zich focussen om meer kracht te genereren. Niet alle deelnemers ervaren het verschil tussen de twee versies van de oefening. Dit is mogelijk en moet aanvaard worden. In sommige gevallen was de focus en de verbeelding al aanwezig bij de eerste versie, in andere gevallen voelen de deelnemers zich niet ondersteund door deze focus, visualisatie en overtuiging.

BOUNCE young | Toekomstbestendig 151

Page 152: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Meer informatie Training 'Sterk staan', oefening 'Karate Kid' Training 'Sterk blijven', oefening 'Sterke focus' Het kan nuttig zijn om deze oefening te linken aan uitzonderlijke verhalen over mensen die omgaan met moeilijke omstandigheden en toch hun doelen bereiken. Of met mensen die mentale kracht gebruiken om hun doelen te bereiken. In sommige van deze verhalen kunnen de kracht van focus en verbeelding in combinatie met fysieke kracht en controle zorgen voor bijna bovenmenselijke prestaties. In sommige verhalen gaat het over doorzettingsvermogen. Enkele voorbeelden: ‘Ice man’: een Nederlander die bekend staat als 'Ice man' omdat hij blootsvoets marathons loopt in de sneeuw. Mensen die duursporten beoefenen. Enz.

BOUNCE young | Toekomstbestendig 152

Page 153: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Breek het en maak het Doelstellingen

De deelnemers gebruiken fysieke, emotionele, sociale en mentale veerkracht om een doel te bereiken. De deelnemers gebruiken een positieve groepssfeer en vertrouwen in anderen om een doel te bereiken. De deelnemers gebruiken zelfbewustzijn en vertrouwen om een doel te bereiken. De deelnemers versterken hun vertrouwen.

Materialen

De stukjes hout die gebruikt werden in de oefening 'Een positief doel (Deel 2)'. Twee extra stukken hout. (Zie bijlage 11 Stukken hout) Een stabiele tafel

Instructies Vorm een halve cirkel en zit voor de tafel. Een vrijwilliger vormt een 'brug' op de tafel. Hij legt zijn eigen stukje hout op de twee extra verticale stukken hout. Hij neemt een sterke positie in voor het stuk hout. Hij maakt een hamervuist (zie oefening 'Kracht opbouwen') boven het stuk hout en waakt erover dat zijn arm in een rechte lijn staat met de richting van de lijnen op het stuk hout. Hij focust zich op het midden van het stuk hout. De drie vragen uit de oefening 'Een positief doel (Deel 2)' worden opgesomd en beantwoord betreffende het stuk hout:

Wat wil ik? => Ik wil dit stuk hout met mijn blote handen in twee breken. Wat moet ik doen om dit te bereiken? => Ik heb een combinatie nodig van fysieke kracht, een goede techniek (hamervuist) en mentale kracht. Welk beeld helpt mij? => me inbeelden dat het stuk hout in twee breekt.

Deze drie vragen kunnen ook beantwoord worden voor de persoonlijke doelen van de deelnemers. Wanneer hij zich klaar voelt en vol vertrouwen is, slaat de deelnemer het stuk hout in twee met een korte, beheerste slag terwijl hij uitademt. De deelnemers gaan om beurten naar voren om hun stuk hout te breken wanneer ze er klaar voor zijn. Beoordeling Actieve beoordeling:

Hoe belangrijk was je fysieke veerkracht om dit te doen? (kracht gebruiken, een goede controle over de techniek) Hoe belangrijk was je emotionele veerkracht om dit te doen? (omgaan met twijfels, angst en andere emoties) Hoe belangrijk was je sociale veerkracht om dit te doen? (aanwezigheid, druk en invloed van anderen) Hoe belangrijk was je mentale veerkracht om dit te doen? (focus, verbeelding, omgaan met allerhande gedachten, ...) Hoe sterk waren je focus, visualisatie en overtuiging? Hoeveel vertrouwen heb je na het breken van je stuk hout? Hoeveel vertrouwen heb je erin dat je het doel op je stuk hout zal halen?

Vragen:

Dacht je op voorhand dat het zou lukken? Hoe denk je nu over het behalen van je persoonlijke doel? Kan deze ervaring in de toekomst nuttig zijn?

Tips voor de trainer Controleer of elk stuk hout in de juiste positie staat op de verticale stukken hout alvorens de deelnemers het in twee breken. (Zie bijlage 11: Stukjes hout)

BOUNCE young | Toekomstbestendig 153

Page 154: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

Voor deze oefening is een positieve, geduldige en vertrouwde groepssfeer belangrijk. Als dat moeilijk is, is het beter om het breken weg van de groep te doen, bijvoorbeeld achter een wand. Een deelnemer kan het stuk hout in twee breken. Telkens wanneer ze proberen, mogen ze kiezen om te stoppen of opnieuw te proberen. Het succes kan niet voor alle deelnemers gegarandeerd worden en hangt af van diverse factoren. Focus dus niet te veel op het resultaat maar ook op de belangrijke aspecten zoals proberen, anderen aanmoedigen en werken naar dit moment. Het stuk hout niet in twee kunnen breken betekent niet meteen dat de doelen van de training niet behaald werden. De deelnemers zijn niet verplicht om het stuk hout in twee te breken. Zich niet klaar voelen, twijfelen, zich niet goed voelen of andere factoren kunnen in de weg staan. Als korte opwarmoefeningen vlak voor het breken van het hout kunnen de deelnemers deze oefeningen doen:

Training 'Sterk staan', oefening 'Hard slaan': de variatie waarbij de vuist naast de buik wordt gehouden bij het duwen en in dit geval met de vuist met 'knokkels verticaal': langzaam voorwaarts duwen in de open hand van de trainer terwijl men uitademt, zodat de deelnemer de sterke houding en de spanning van de buikspieren kan voelen. Een korte versie van de oefening 'Kracht opbouwen': de hamervuist oefenen op een pad die door de trainer wordt vastgehouden. Dit kan het vertrouwen versterken in de slagtechniek.

Varianten De deelnemers die het stuk hout niet willen of niet kunnen breken, kunnen een ander groepslid vragen om het in hun plaats te doen. Dat kan ook gelinkt worden aan de doelen die de deelnemers voor zichzelf hebben bepaald: de hulp van anderen is vaak nodig om deze doelen te bereiken. Vorm groepjes van twee waarin de deelnemers A in de eerste ronde begeleid worden door hun partner B over het breken van het stuk hout. Alle voorbereidingen gebeuren in groep en ongeveer op het zelfde moment breken alle deelnemers A hun stuk hout. Wissel dan om. Meer informatie

Training 'Sterk staan', oefening 'Met de hand slaan' en alle andere oefeningen Training 'Sterk blijven', oefening 'In-/uitbreken' en 'sterke focus'

BOUNCE young | Toekomstbestendig 154

Page 155: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding

FINISHER De veerkrachtige persoon 4

Doelstellingen Het bewustzijn van de deelnemers van hun toekomst versterken. Het vertrouwen van de deelnemers dat ze hun toekomstdoelen zullen behalen versterken. De inhoud van de hele training integreren.

Materialen Overzicht van de oefeningen gebruikt bij deze training Overzicht van alle trainingssessies: Bijlage 12: De veerkrachtige persoon46 Bijlage 31: Certificaat veerkrachttraining BOUNCE young

Voorbereiding Maak voor elke deelnemer een BOUNCE young certificaat.

Instructies Benoem de hoofddoelen van de training om duidelijk te maken wat geëvalueerd wordt:

Het bewustzijn van de deelnemers van hun toekomst versterken. Het vertrouwen van de deelnemers dat ze hun toekomstdoelen zullen behalen versterken. De inhoud van de hele training integreren.

Beoordeling Actieve beoordeling:

Kijk eens naar het overzicht van de oefeningen die in deze training werden gebruikt. De deelnemers sommen kort op waarover elke oefening ging. Kijk eens naar het overzicht van de training in het BOUNCE young-programma. Hoe dicht ben je bij een 'Veerkrachtige persoon'?

Vragen: Welke elementen van 'De veerkrachtige persoon' worden via de training versterkt? Hoe heeft dit trainingsprogramma je bewustzijn en veerkracht beïnvloedt? Welke trainingssessies zal je nog gebruiken in je toekomst?

Geef een BOUNCE young veerkrachtcertificaat aan alle deelnemers.

Verwijs naar de eindbeoordeling die individueel gebeurt met behulp van het BOUNCE young beoordelingsformulier na de training47.

Varianten Gebruik de verschillende versies van 'De veerkrachtige persoon' om de oefening te variëren.

46 Zie ook de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding, hoofdstuk ‘BOUNCE young training’, paragraaf ‘BOUNCE young uitrusting, subparagraaf ‘De veerkrachtige persoon’. 47 De beoordelingsformulieren zijn een bijlage bij de BOUNCE up train-de-trainer-handleiding.

BOUNCE young | Toekomstbestendig 155

Page 156: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding
Page 157: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding
Page 158: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding
Page 159: Tool voor veerkrachttraining voor jongeren - Handleiding