Schoolgids 2014 2015
-
Upload
anneloes-van-de-graaff -
Category
Documents
-
view
219 -
download
0
description
Transcript of Schoolgids 2014 2015
1
abcdefg Voor u ligt de schoolgids voor het
schooljaar 2014-2015 van de Openbare
Montessorischool Jan Vermeer te Delft. De
Jan Vermeerschool werd gesticht in 1875
en is daarmee de oudste school van Delft.
Met dit boekje willen wij u informatie
verstrekken over het Montessori onderwijs
in het algemeen en de gang van zaken op
onze school in het bijzonder. Actuele
informatie ontvangt u elke drie weken via
onze digitale Nieuwsbrief. Deze brief, de
schoolgids en andere actuele informatie
kunt u ook vinden op onze website:
www.jan-vermeer.nl. Verder zijn er
prikborden in de hal met informatie voor
ouders.
De Jan Vermeerschool is een sfeerrijke
Montessorischool met een locatie op de
Raam 20 en de Maria Duystlaan 2 in Delft.
De school zien wij als een ideale
minimaatschappij waarin we werken met
kinderen en leid(st)ers om de
uitgangspunten van Maria Montessori
(1870-1952) te verwezenlijken. In een
veilige omgeving met als belangrijkste
waarden: vertrouwen, respect, begrip,
liefde en geduld kan het kind zich in
vrijheid ontplooien tot een zelfstandige
persoonlijkheid met een brede ontwikkeling.
De visie van Montessori is in deze tijd nog
steeds actueel en sluit aan bij de
ontwikkelingen in het basisonderwijs en de
huidige voorschriften in de Wet Primair
Onderwijs. De visie van Montessori krijgt op
de Jan Vermeer in deze tijd een eigen
uitwerking met behoud van de wezenlijke
elementen.
Onze Montessori pedagogiek en didactiek
sluit goed aan bij de volgende uitspraak van
Maria Montessori:
“Zij toonde ons, dat kinderen die in vrijheid
mogen werken, opgroeien tot gelukkige
mensen, die zich verantwoordelijk weten
voor hun werk en die daardoor in staat zijn
mee te bouwen aan een betere samenleving
der mensen in vrede”
Montessorischool Jan Vermeer is
aangesloten bij de Nederlandse Montessori
Vereniging (NMV). De leerkrachten op onze
school zijn gediplomeerde Montessori
leerkrachten of worden daarvoor opgeleid.
Als Montessorischool hechten we grote
waarde aan de vrijheid van kinderen om
keuzen te maken.
De vrije werkkeuze is belangrijk. De
werkkeuze omvat de inhoud, de plaats, het
tempo en de reflectie op het werk. Zo
houden we rekening met de verschillen
tussen kinderen. Respect en vertrouwen in
de eigen ontwikkeling staat bij ons centraal.
Het gaat er om dat kinderen de
mogelijkheid hebben om zich op alle
terreinen zo goed mogelijk ontwikkelen.
We vinden het belangrijk dat ouders
betrokken zijn bij het onderwijs dat hun
kind volgt. Op school werken we hieraan.
Belangrijk is dat onze uitgangspunten door
ouders worden onderschreven en
toegepast. Zo groeit ieder kind, in onze
visie, evenwichtig op.
Onze school heeft een eigen huisstijl. Dit is
niet zomaar tot stand gekomen, het is niet
zomaar een plaatje. Het is een symbool dat
ergens voor staat.
a De hand staat voor de handdruk die
wij elkaar elke dag geven als we binnen
komen. Als je iemand een hand geeft dan
begroet je hem. Het wil zeggen dat elk
kind belangrijk is, centraal staat. a Een kinderhand is nog niet
volgroeid. Er is een groei ontwikkeling in
gang gezet. Net zoals de kinderen die onze
school doorlopen. a Een open hand staat voor alles wat
op je af komt. a Een hand vertegenwoordigt ook de
tastzin, het gebaar en ontwikkeling van de
emotionele ontwikkeling. a De 'spiraal' in de hand staat voor
enerzijds het naar binnen richten, je op
jezelf concentreren, anderzijds vanuit het
middelpunt ook weer naar buiten richten.
De spiraal is een pad waarlangs de
innerlijke reis zich voltrekt.
2
Het Montessorionderwijs Maria Montessori werd in 1870 in Italië
geboren. Zij studeerde als arts af in Rome.
In ziekenhuizen kwam zij in contact met
kinderen. Ze maakte materialen om hen te
helpen bij hun ontwikkeling. In Rome
richtte zij de Casa dei Bambini op. Daar
werden de materialen in de praktijk door
haar (en de leerlingen) uitgeprobeerd en
verbeterd. In 1917 startte zij met cursussen
voor leerkrachten en werden in Nederland
de eerste Montessori-scholen opgericht.
Inmiddels zijn er over de gehele wereld
Montessorischolen.
Enkele specifieke kenmerken van het
Montessori-onderwijs zijn:
Vrije keuze
De kinderen kiezen zoveel mogelijk zelf hun
werk. Die keuzevrijheid houdt
verantwoordelijkheid in voor de eigen
ontwikkeling. Daar waar voor een kind de
verantwoordelijkheid te groot is, begeleidt
de leerkracht dit proces. De leerkracht is
altijd op de achtergrond aanwezig en volgt
de leerlingen nauwgezet. Kinderen die nog
geen of tijdelijk geen speciale belangstelling
hebben, krijgen van de leerkracht werk
aangeboden.
De leerkracht stimuleert leerlingen in het
maken van een eigen keuze en maakt
gebruik van het enthousiasme van de
leerlingen zelf.
Naast het individuele werk zijn er ook
allerlei groepsactiviteiten en klassikale
lessen waaraan alle kinderen meedoen. De
verwerking van deze lessen kan individueel
of in groepjes plaatsvinden.
De kinderen zijn vrij in hun werkkeuze. Zij
krijgen regelmatig lesjes aangeboden op
initiatief van de leerkracht. Voor elk kind is
de weg door de leerstof een geheel eigen
weg.
De gevoelige periode
Montessori merkte dat kinderen van nature
nieuwsgierig zijn, dat ze alles willen
onderzoeken. Zij ontdekte dat kinderen in
een bepaalde periode van hun ontwikkeling
erg gevoelig zijn om iets te leren. Tijdens
zo’n gevoelige periode is het kind in staat
met veel gemak iets onder de knie te
krijgen, terwijl het later voor het aanleren
van diezelfde vaardigheid veel meer moeite
zal moeten doen. Montessori zocht naar een
onderwijsmethode die gebruik zou kunnen
maken van deze gevoelige perioden. Het is
van groot belang dat ouders, opvoeders en
leerkrachten vertrouwen hebben in de
ontwikkelingskrachten van kinderen. Het
kind moet de vrijheid hebben om deze
krachten te gebruiken voor zijn
persoonlijkheidsvorming, zonder dat het
daarbij door anderen gehinderd wordt.
De voorbereide omgeving
De omgeving prikkelt het kind tot leren.
Hoe meer de omgeving aangepast is aan de
behoeften van een kind des te meer zal het
kind leren. Dit betekent dat het materiaal
goed zichtbaar en overzichtelijk in het
lokaal is opgesteld. De kinderen kunnen het
materiaal zelf pakken en opruimen. De
leerkracht heeft de zorg, dat in de groep
een sfeer heerst waar ieder zelfstandig, of
samen met andere kinderen kan werken.
De leeromgeving moet rustig zijn, de
kinderen moeten leren elkaar niet te storen
tijdens het werk. Op die manier wordt elk
kind in staat gesteld om zich te ontwikkelen
naar eigen aanleg en eigen tempo. Elk kind
gaat zijn eigen weg door de leerstof.
Het materiaal
Het materiaal neemt een zeer belangrijke
plaats in, binnen het Montessorionderwijs.
Het materiaal is een middel om al werkend
en handelend begrippen en vaardigheden te
leren. Het is een schakel tussen doen en
denken. Veel van de materialen zijn door
Maria Montessori en haar medewerkers in
de beginperiode ontwikkeld en in de loop
van de decennia hebben zij hun waarden
behouden, zo zelfs, dat vele Montessori-
materialen soms in een iets andere vorm
ook op niet montessorischolen worden
gebruikt. Een voorbeeld hiervan uit het
rekenen is jonge kinderen al handelend
bezig te laten zijn met enen, tienen,
honderdtallen en duizenden. Zij ontdekken
zo het rekenen in het tientallig stelsel.
Stapje voor stapje wordt het materiaal
vervangen door een ander, symbolisch
materiaal, waarna “als vanzelf” de stap
naar het abstracte, naar het uit het hoofd
rekenen, volgt. Er worden steeds meer
Montessori-materialen ontwikkeld en
uitgegeven. Dit materiaal moet aan
bepaalde eisen voldoen. De leerkrachten
maken ook zelf materialen, “werkjes”, voor
hun eigen groep, inspelend op de kinderen.
3
De bouwen
Op een Montessorischool zitten kinderen
van verschillende leeftijden bij elkaar in
bouwen.
In de onderbouw zitten de kinderen van
vier tot en met zes jaar (groep 1 en 2). In
de middenbouw zitten kinderen van zes tot
en met negen jaar (groep 3 t/m 5). In de
bovenbouw zitten kinderen van negen tot
en met twaalf jaar (groep 6 t/m 8).
Combinatieklassen zijn er niet uit noodzaak
maar uit principe. Jongere leerlingen zien
het materiaal waarmee de ouderen werken.
Dit motiveert hen om moeilijker werkjes te
kiezen. De oudere kinderen kunnen de
jongere helpen. Ze voelen dan echt dat ze
al veel kunnen en weten. Het helpen is
geen “must”, maar heel vanzelfsprekend.
Er zijn op de locatie Raam drie onderbouw-
, drie middenbouw– en drie
bovenbouwgroepen. Op de locatie Maria
Duystlaan twee onderbouw-, twee
middenbouw- en twee bovenbouwgroepen.
Dit schooljaar start de derde onderbouw
groep op de Maria Duystlaan. Op dit
moment hebben we zo’n 395 leerlingen op
onze school.
Librijn Openbaar Onderwijs Op onze school zijn alle kinderen welkom,
zonder onderscheid naar ras, geloof,
levensovertuiging of maatschappelijke
positie van de ouders.
Door het leren kennen van elkaar op school
kan begrip en respect worden opgebouwd
waardoor we kunnen samenwerken aan een
wereld waarin plaats is voor iedereen. De
Jan Vermeerschool valt onder het bestuur
van Librijn, waar de openbare scholen van
Delft en Rijswijk deel van uitmaken.
Een openbare school kent geen schoolgeld,
wel een vrijwillige ouderbijdrage, die onder
andere besteed wordt aan verschillende
feesten, bibliotheek en schooltuin.
Medezeggenschapsraad
Regelmatig overleg tussen ouders, team en
directie over alle zaken in en rond de school
is noodzakelijk, zodat ieder zich kan blijven
herkennen in de identiteit van de school en
in de wijze waarop deze wordt
vormgegeven in de dagelijkse praktijk. De
Medezeggenschapsraad(Mr) geeft dit
overleg een wettelijke basis, ook ten
aanzien van het formeel overleg met het
bestuur van Librijn. Voor een aantal in de
wet beschreven onderwerpen heeft de Mr
instemmingsrecht, voor andere zaken heeft
zij adviesrecht.
De Mr bestaat uit vertegenwoordigers van
het team en uit vertegenwoordigers die
door ouders worden gekozen. De
locatiedirecteur is een gedeelte van de
vergadering bij de MR aanwezig, de
clusterdirecteur op uitnodiging. De
oudergeleding van de Mr moet proberen
zoveel mogelijk contact met zijn achterban
te onderhouden, zodat suggesties, ideeën
en meningen van zo veel mogelijk ouders
de besluitvorming in de Mr kunnen
beïnvloeden.
De Mr vergadert ongeveer 7 maal per jaar.
Deze vergaderingen zijn openbaar, evenals
de verslagen. In de nieuwsbrief en op de
website worden besproken punten kort
weergegeven.
Voor onderwerpen die verder reiken dan de
individuele situatie van uw kind, kunt u
altijd contact opnemen met één van de
leden (op school, of telefonisch).
In het schooljaar 2014-2015 zitten de
volgende ouders een leerkrachten in de Mr:
teamgeleding
Annemarie v.d. Arend
Jasper Nijs
Esmeralda Jansen
Daan Thepass
oudergeleding Ludo Block
Marrit Smit
Russell Kerkhoven
Ellen Bos
4
Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad Het overleg met het bestuur over het
algemene beleid van Librijn (bijvoorbeeld
de vakantieregeling) wordt geregeld in de
Gemeenschappelijke Medezeggenschaps
Raad (GMR). Deze komt circa 7 keer per
jaar bijeen.
Ouderraad
De ouderraad (Or) is een onafhankelijke
groep ouders. Beide locaties van de school
hebben ieder een eigen Or. Beide
ouderraden stemmen onderling hun beleid af.
De Or beheert de jaarlijkse ouderbijdrage
waar tal van activiteiten binnen de school
mee gefinancierd worden.
De penningmeester legt op de
jaarvergadering verantwoording af. Dit
wordt door een kascommissie bestaande uit
2 personen gecontroleerd. Tevens wordt op
de jaarvergadering de begroting voor het
komende jaar ingediend en de jaarlijkse ouder bijdrage vastgesteld.
De bijeenkomsten van de Or zijn openbaar
en kunnen door belangstellenden worden
bijgewoond. Alles wat voor ouders van
belang is om te weten wordt besproken. De
OR houdt zich in principe niet bezig met
onderwijskundige zaken (dit doet de MR).
Verder heeft de Or een signalerende functie
en kunnen vragen van ouders naar voren gebracht worden.
In de nieuwsbrief wordt aangekondigd wat
er in de komende OR vergadering
besproken gaat worden.
Werkgroepen
Binnen de school zijn veel ouders actief
binnen een werkgroep. Iedere werkgroep
heeft een contactpersoon binnen de Or.
Deze coördineert het werk in samenwerking
met een lid van het team en brengt verslag uit op de OR vergadering.
We kennen de volgende werkgroepen:
- bibliotheek
- schooltuin
- jaarboek
- feest
- verkeer
- luizen
Voor de actuele bezetting van de leden
verwijzen we naar onze website.
a
5
Stichting Vrienden Vermeer
In juli 2002 werd naar aanleiding van de
beperkte financiële middelen van de
Ouderraad de stichting Vrienden Jan
Vermeerschool opgericht. Het doel van de
stichting is om via donaties van ouders,
subsidies en acties geld in te zamelen om
extra's voor de school mogelijk te maken.
Als rechtspersoon kan het bestuur fondsen
benaderen. Jaarlijks wordt er in een brief
om een donatie van de ouders gevraagd.
De stichting denkt daarbij aan een donatie
rond de 75 euro per kind per jaar. Maar elk
bedrag is natuurlijk welkom, kleiner of
groter.
Vanuit de doelstelling van de stichting
wordt jaarlijks een bedrag beschikbaar
gesteld aan de Ouderraad die daar via de
werkgroepen een besteding aan geeft. De
stichting werkt nauw samen met de het
team en de Ouderraad om de acties en de
bestedingsdoelen zoveel mogelijk aan te
laten sluiten bij wat er leeft en nodig is in de school.
De eerste actie van de stichting was een
Wenskaartenproject. Alle kinderen hebben
op school een tekening gemaakt die iets
met kerst of nieuwjaar te maken moest
hebben. Door de kinderen en het team zijn
er 8 geselecteerd om een wenskaart van te
maken. Van de opbrengst is voor de school
een geluidsinstallatie aangeschaft. De
opbrengsten van andere acties zijn gegaan
naar speeltoestellen/speelmateriaal voor de schoolpleinen.
Van de giften van ouders is er voor elke
klas €100,- te besteden voor culturele
activiteiten, iedere locatie krijgt €250,- om
zelf te besteden. De ouderraad krijgt ieder
jaar €1000,- van de stichting. De ouderraad
heeft dit geld de laatste 5 jaar aan het
jaarboek besteed.
Door het werven van fondsen zijn een
aantal heel leuke activiteiten op de school
mogelijk geworden, zoals muziek- en
dansprojecten, kookspullen voor de
onderbouw, een draadloze microfoon ,de
aanschaf van muziek instrumenten en de
musical van groep 8.
De stichting Vrienden Vermeer verkoopt
ook T-shirts met het Jan Vermeer logo erin
verwerkt.
Leuk voor gym en voor schoolsport
activiteiten.
Op ons wensenlijstje staat verder de
jaarlijkse muziek-,dans- of culturele dag,
maar ook geld voor tablets, nieuwe kasten,
voor muzieklessen en voor de aanschaf van
nieuwe Montessori-materialen.
Op deze manier probeert de stichting, naast
de vrijwillige ouderbijdrage, het onderwijs
aan uw kind op de Jan Vermeerschool met
behulp van extra financiële ondersteuning
te verrijken.
Het stichtingsbestuur heeft de
volgende samenstelling:
Penningmeester Jaap Mooij
Lid Simone Peters
Tanny Augustinus
Reinier Rutten
Peter Gill
Lid team Anneloes van de Graaff
Bianca Wijnolts
Giro 9396740 t.a.v. Stichting Vrienden Jan Vermeer
abcde
6
Informatie over de school
clusterdirecteur William van Treuren
locatiedirecteur:
Raam Anneloes v.d. Graaff
ma t/m don
Maria Duystlaan Bianca Wijnolts
di, wo, vr
interne begeleiding
Raam gr 1 tm 4 Mariska Scalongne
do
Raam gr 5 tm 8 Anneloes v.d. Graaff
wo
Maria Duystlaan Bianca Wolf
Ma, di
RugzakbegeleidingMarga Haanappel
Leerkrachten
Raam 20
Onderbouw A
ma t/m wo, vrij Willemien Beekhof
do Joyce Kuppens
Onderbouw B
ma t/m vrij Dianne Huiskes
(wordt nu vervangen door Mick Kamstra)
Onderbouw C
ma,di Joyce Kuppens
wo t/m vrij Helene Landre
Middenbouw A
ma t/m vrij Marieke Hofhuis
24 dinsdagen Wendy Klamer
Middenbouw B
ma Esmeralda Jansen
di t/m vrij Charley Steenhuizen
Middenbouw C
ma,t/m do Jasper Nijs
vrij Esmeralda Jansen
Bovenbouw A
ma t/m vrij Janet de Vreede
24 dinsdagen Esmeralda Jansen
Bovenbouw B
Ma, do, vrij Esther Reichart
Di,wo Mick Kamstra
(wordt nu vervangen door Lars Kuif)
Bovenbouw C
Ma,di,wo,vrij Jannie Kwak
do Saskia Hulsker
Leesbegeleiding Lotty Nijdeken
wo
Gymnastiek
ma mi, wo, vrijmi Richard Veldhuis
Conciërge
ma t/m vrij Selma Uyar
assistent conciërge Charmaine
Leerkrachten
Maria Duystlaan 2
Onderbouw D
Ma t/m vrij Ineke Veldkamp
Onderbouw E
ma t/m vrijdag Eveline Kievith
Middenbouw D
ma t/m vrij Daan Thepass
Middenbouw E
ma, do, vrij Annemarie v.d. Arend
di, wo Susanne v.d. Dungen
Bovenbouw D
Ma, di,vrij Krista Ketner
Wo, do Bianca Wolf
Bovenbouw E
Ma t/m do Annette Harteveld-
Roosenburg
vr Suzanne v.d. Dungen
Leesbegeleiding
vr Bianca Wolf
Gymnastiek
Wo en vrij och Vincent Weerdenburg
Conciërge
Ma,woe,vrij Duco Winkel
7
Schooltijden
Sinds augustus 2010 werkt de school met
een continurooster met vijf gelijke dagen.
Alle groepen hebben gelijke schooltijden en
gaan op alle dagen van de week van 8.30
uur tot 14.00 naar school. Dus ook op de
woensdag en de vrijdag. Qua lesuren
betekent dat 5 x 5= 25 uur per week (1000
uur per jaar minus de studiedagen en
andere margedagen komt op 960 uur op
jaarbasis voor alle jaargroepen.)
De school begint elke dag om 8.30 uur. Om
8.15 uur is de deur open. Er is inloop tot
8.30 uur. De kinderen komen dan binnen
om aan het werk te gaan.
Rond tien uur is er een korte pauze, vaak
een zelf gekozen moment om iets te eten
(bv. een stukje fruit) en te drinken.
Aan het einde van de ochtend wordt er
onder begeleiding van de eigen leerkracht
15 minuten geluncht en aansluitend 30
minuten buiten gespeeld, ook onder
begeleiding van de eigen leerkracht. Er zijn
geen kosten meer voor de TSO
(tussenschoolse) opvang.
U bent altijd van harte welkom op school
om alles te vragen of te bekijken. Dit kan
van 8.15 tot 8.30 uur en anders altijd na
schooltijd.
Wilt u er voor zorgen dat de kinderen op
tijd op school zijn! Het is voor de kinderen
zelf niet prettig om te laat te komen maar
ook niet voor de groep en de leerkracht.
Groep: Dag: Tijd:
1 t/m 8 maandag 08.30-14.00
dinsdag 08.30-14.00
woensdag 08.30-14.00
donderdag 08.30-14.00
vrijdag 08.30-14.00
De school heeft bewust gekozen voor
een continurooster, het past binnen de visie van Montessori.
Een continurooster geeft rust,
duidelijkheid en regelmaat voor
kinderen. Minder wisselmomenten
gedurende de dag tussen onderwijs
en opvang.
De school maakt de door Maria
Montessori beschreven lange
werkperiodes in de ochtend (van 2
½ a 3 uur) , hierdoor kunnen
kinderen tot betere en diepere
concentratie komen tijdens hun
werk. Het ritme van de kinderen
wordt bij een continurooster niet
onderbroken, waardoor het werk nog
effectiever is.
Een kortere pauze onder begeleiding
door leerkrachten geeft rust en
beperkt het werktijdverlies door de
overgangen van de ene naar de
andere persoon.
Er wordt naar de groep gekeken op
welk moment er pauze nodig is.
Afhankelijk van de werksfeer in de
groep kan de leerkracht dus variëren
in het moment waarop hij of zij met
de groep pauzeert. Dit sluit heel
mooi aan bij de vrijheid van
lesrooster die het montessori
onderwijs heeft.
Gelijke tijden tussen bouwen en
binnen een bouw maken schooltijden
duidelijker en zijn plezieriger voor
ouders (niet meer kinderen op
verschillende tijden moeten
ophalen).
Een continurooster is stabiel en niet van externen afhankelijk.
Hoe ziet een dag in de
montessorionderbouw eruit bij het
continurooster met vijf gelijke dagen?
— De deur gaat open om 8.15 uur. Er is
inloop tot 8.30 uur. De kinderen komen de
klas binnen en geven de leerkracht een
hand. Ouders kunnen mee naar de groep.
— De kinderen verzorgen hun plantje en
beginnen daarna aan hun (zelf gekozen)
werk.
— Om 8.30 uur gaat het belletje en
vertrekken de ouders. De eerste
werkperiode start. Kinderen zijn vrij in het
kiezen van hun werk. In deze periode (zo’n
3 uur)is goed te zien dat er tijd is voor
kinderen om elkaar te ontmoeten, rond te
kijken (is leren), rond te lopen/bewegen
(naar buiten en op de gang), te werken met
montessorimateriaal en te werken aan
8
projecten. Kinderen kunnen dan
geïnteresseerd en vol concentratie bezig
zijn waarbij er weinig onderbrekingen zijn.
— Tijdens de werkperiode eten en drinken
de kinderen op een zelfgekozen moment
een tussendoortje (bijvoorbeeld een stuk
fruit). Soms gebeurt dit ook gezamenlijk
tijdens het voorlezen, afhankelijk van het
moment dat er gegymd wordt in het
speellokaal. In de onderbouw is het handig
als de kinderen 2 trommels bij zich hebben,
zodat het voor hun duidelijk is wat het
tussendoortje is.
— In de onderbouw wordt er regelmatig
gebruik gemaakt van het speellokaal. De
tijd waarop de kinderen bewegen in het
speellokaal wisselt per dag.
— De lunch is gezamenlijk (ongeveer 20
minuten) in de klas met de eigen
leerkracht. Na de lunch maken de kinderen
hun eigen tafel schoon.
— De kinderen spelen minimaal een half
uur per dag buiten onder begeleiding van
de eigen leerkracht, afhankelijk van de
weersomstandigheden.
— Na de lunch gaan ze weer aan het werk
of wordt er gestart met een kringactiviteit,
bijvoorbeeld een lesje van wellevendheid of
een algemene les.
— Er is een tweede werkperiode tot 13.45
uur.
— Rond 13.45 uur ruimen de kinderen
samen de klas op en worden de taakjes
uitgevoerd (we leren kinderen zich
gezamenlijk verantwoordelijk te voelen voor
de omgeving waarin ze werken en leren).
— 14.00 uur de kinderen worden bij de groep opgehaald door ouders of de NSO.
Hoe ziet een dag op in de
montessorimiddenbouw eruit bij het
continurooster met vijf gelijke dagen?
— De deur gaat open om 8.15 uur. Er is
inloop tot 8.30 uur. De kinderen komen
binnen en geven de leerkracht een hand.
Ouders kunnen mee naar de groep.
— De kinderen kunnen hun werk laten zien.
Kinderen kiezen werk en beginnen daar
aan.
— Als het belletje gaat, vertrekken de
ouders. Om 8.30 uur start de eerste
werkperiode. Kinderen hebben in deze
periode vrije werkkeuze. In deze periode,
zo’n 3 uur, is goed te zien dat er tijd is voor
kinderen om elkaar te ontmoeten, rond te
kijken (is ook leren), rond te
lopen/bewegen, te werken met
montessorimateriaal en te werken aan
projecten. Kinderen kunnen dan
geïnteresseerd en vol concentratie bezig
zijn waarbij er weinig onderbrekingen zijn.
— Kinderen kunnen op een zelfgekozen
moment tijdens de werkperiode een
tussendoortje (bijvoorbeeld een stuk fruit)
eten en drinken. Soms gebeurt dit ook
gezamenlijk tijdens het voorlezen,
afhankelijk van de dag rekening houdend
met zaken als gym, zwemmen, HVO.
— Rond de gezamenlijk lunch in de klas
met de eigen leerkracht (die 15 minuten
duurt) wordt er 30 minuten buiten gespeeld
onder begeleiding van de leerkracht.
— Na de lunch maken de kinderen hun
eigen tafel schoon en gaan ze weer aan het
werk of wordt er gestart met een
kringactiviteit met de hele groep.
— Werkperiode tot 13.45 uur: hierin valt
vaak een algemene les of bijvoorbeeld een
creatieve activiteit.
— 13.45 uur: er wordt opgeruimd en
gezamenlijk worden de taakjes uitgevoerd
(we leren kinderen zich gezamenlijk
verantwoordelijk voor de omgeving te
voelen).
— 14.00 uur: de kinderen gaan zelf naar
buiten waar ouders staan te wachten of naar de NSO.
Hoe ziet een dag op in de
montessoribovenbouw eruit bij het
continurooster met vijf gelijke dagen?
— Vanaf 8.15 uur komen de kinderen
binnen en geven de leerkracht een hand. Er
is inloop tot 8.30 uur. De kinderen gaan aan
het werk of laten ouders het werk dat ze
aan het doen zijn zien.
— Om 8.30 uur zijn de kinderen aan het
werk.
— Kinderen hebben in de werkperiode vrije
werkkeuze. In de werkperiodes van de
kinderen die zo’n 3 uur duren is goed te
zien dat er tijd is voor kinderen om elkaar
te ontmoeten, rond te kijken (is ook leren),
rond te lopen/bewegen te werken met
materiaal en te werken aan kosmisch
onderwijs. Kinderen kunnen dan
geïnteresseerd en vol concentratie bezig
zijn waarbij er weinig onderbrekingen zijn.
— Kinderen kunnen op een zelfgekozen
moment tijdens de werkperiode iets
9
(bijvoorbeeld een stukje fruit) eten en
drinken. Soms gebeurt dit ook gezamenlijk
tijdens het voorlezen, afhankelijk van de
dag, rekening houdend met zaken als gym
en HVO.
— Afhankelijk van de groep kan er een
algemene les of een kringgesprek plaats
vinden in de ochtend of in de middag.
— Er wordt gezamenlijk gegeten en
gedronken (15 minuten). De kinderen
ruimen hun eten en drinken op en maken
hun tafel schoon.
— Rond de middag gaan de kinderen onder
begeleiding van hun leerkracht naar buiten.
— Daarna is er weer vrije werkkeuze of een
groepsactiviteit.
— Om 13.45 uur wordt er opgeruimd en
gezamenlijk worden de taakjes uitgevoerd
(we leren kinderen zich verantwoordelijk
voor de omgeving te voelen).
— Om 14.00 uur gaan de kinderen naar
huis of NSO.
A
Vakanties
Schooljaar 2014-2015
Vakantie Van t/m Herfstvakantie 20 okt 2014 24 okt 2014
Kerstvakantie 22 dec 2014 2 jan 2015
Voorjaarsvakantie 23 feb 2015 27 feb 2015
Goede Vrijdag 3 apr 2015
Tweede Paasdag
Koningsdag
6 apr 2015
27 apr 2015
Meivakantie 4 mei 2015 15 mei 2015
Pinksteren 25 mei 2015
Zomervakantie 13 juli 2015 21 aug 2015
Studiedagen leerkrachten
De school organiseert een aantal
studiedagen per jaar om de deskundigheid
van het team te vergroten. Alle kinderen
zijn vrij op een studiedag.
Studiedag ma 1 september 2014
Studiedag ma 27 oktober 2014
Studiedag di 11 november 2014
Studiedag vr 20 februari 2015
Studiedag wo 3 juni 2015
10
Gymrooster Twee keer per week gymmen de bouwen
o.l.v. een vakleerkracht:
Raam
Maandag: 12.40-13.20 MBB
13.20-14.00 MBA
Woensdag: 8.30-9.20 BBA
9.20-10.10 BBB
10.10-11.00 BBC
11.30-12.20 MBA
12.20-13.10 MBC
13.10-14.00 MBB
Vrijdag: 11.20-12.00 MBC
12.00-12.40 BBA
12.40-13.20 BBB
13.20-14.00 BBC
Maria Duystlaan Woensdag:
10.45-11.30 MBE 11.30-12.15 MBD 12.15-13.00 BBD
13.00-13.45 BBE
Vrijdag: 08.30-09.15 groep 3 09.15-10.00 groep 4-5
10.15-11.00 BBD 11.00-11.45 BBE
De onderbouw (groep 1/2) maakt gebruik
van het speellokaal. Voor de onderbouw
adviseren we blote voeten of gymschoenen
met elastiek en een stroeve zool.
Swim2Play
Schooljaar 2013-2014 was het laatste jaar
dat er schoolzwemmen werd aangeboden.
De gemeente heeft dit wegbezuinigd.
In de plaats van schoolzwemmen voor
groep 4 biedt de school komend jaar als
pilot Swim2Play aan in de groepen 3 t/m 8.
Alle groepen gaan per jaar 5 x zwemmen in
plaats van een normale gymles in het
zwembad aan de Clara van
Sparwoudestraat 2. Er wordt gelopen vanaf
de school onder begeleiding van een
groepsleerkracht samen met twee ouders,
voor de veiligheid van de kinderen. Aan het
begin van het jaar is er een rooster waarop
staat wanneer u als ouder meeloopt naar
het zwembad. Het schoolzwemmen valt
onder het bewegingonderwijs en is een
verplicht onderdeel van het curriculum.
Aan Swim2Play zijn geen extra kosten
verbonden.
Humanistisch vormingsonderwijs
Bij ons op school is het mogelijk om uw
kind deel te laten nemen aan Humanistisch
Vormings Onderwijs (HVO). HVO vindt
plaats binnen het bestaande lesrooster.
In de lessen HVO maken de kinderen
spelenderwijs kennis met humanistische
uitgangspunten als: respectvol met elkaar
omgaan, gevoel van rechtvaardigheid,
verdraagzaamheid en verbondenheid met je
medemens, ontwikkeling van
zelfvertrouwen en zelfrespect.
Samen met de kinderen wordt gezocht naar
hun eigen antwoord op wat ze belangrijk,
interessant, goed, leuk of vervelend vinden.
Humanistisch Vormings Onderwijs wil
kinderen aanmoedigen bewust te kiezen en
voor die keuze zélf verantwoordelijk te zijn.
Naast kringgesprekken worden vele andere
werkvormen gebruikt om de lessen
afwisselend en boeiend te maken.
Bijvoorbeeld schrijven, dichten, tekenen,
pantomime, een verhaal voorlezen of video
en diverse spelvormen, waaronder
rollenspel.
De onderwerpen die aan de orde komen zijn
aangepast aan de belevingswereld van de
kinderen. Alle lessen worden per groep op
maat gemaakt. Kinderen zijn vrij om ook
zelf onderwerpen in te brengen.
11
In alfabetische volgorde………
Aanmelding, toelating en
leerplicht Om te worden toegelaten tot de basisschool
moeten kinderen 4 jaar zijn. Op de dag dat
zij vier jaar worden, kunnen ze naar
school. Op de 4e verjaardag wordt er pas
daadwerkelijk ingeschreven. Aanmelden
kan echter al veel eerder. U kunt uw kind
op de Montessorischool Jan Vermeer
aanmelden vanaf de geboorte.
Als u als ouder/verzorger belangstelling
heeft voor onze school, kunt u een afspraak
maken met de locatiedirecteur voor een
rondleiding op één van onze locaties.
Tevens wordt er twee keer per jaar een
open dag georganiseerd. In oktober en een
tweede in maart. U kunt de data op onze
website vinden.
Tijdens de rondleiding worden alle
belangrijke zaken over de school verteld en
vragen beantwoord.
U kunt telefonisch een afspraak maken voor
een rondleiding.
Als er ruimte is om uw kind te kunnen
plaatsen krijgt u een aanmeldingsformulier
toegestuurd. Voor het aanmelden is het
noodzakelijk een wettelijk document mee te
zenden waarop het burgerservicenummer
(vroegere sofinummer) van uw kind staat.
U kiest zelf voor welke locatie u wilt
aanmelden;
Wacht u niet te lang met aanmelden, we
sluiten de aanmeldingen zodra een groep
het maximum aantal heeft bereikt. Is de
locatie van uw voorkeur vol dan kunt uw
kind alleen nog maar op de wachtlijst voor
die locatie worden geplaatst, in afwachting
van leerlingen die door verhuizing of andere
oorzaken van school gaan. Op de wachtlijst
staan kan tegelijk met een aanmelding op
een andere locatie of op een andere school.
Zodra uw kind 4 jaar is vervalt de wachtlijst
plek als u kind op onze school zit. Er wordt
daarna niet meer gewisseld van locatie.
Zij-instroom vanuit andere scholen, na
bijvoorbeeld een verhuizing, blijft wel
mogelijk als de omvang van de
desbetreffende groep dat toelaat.
Voor meer informatie over de
mogelijkheden van toelating op onze school
kunt u telefonisch contact opnemen met de
locatiedirecteur.
Om jonge kinderen te laten wennen aan de
basisschool, mogen ze in de maand
voorafgaand aan hun vierde verjaardag vijf
ochtenden op school komen. De leerkracht
van de onderbouw neemt daarvoor met u
contact op. Eerder wennen kan vanaf drie
en half jaar, 1 dag per week, via het
peuterwennen. Zie hiervoor het kopje
“Montessori peutergroep”.
Een kind wordt leerplichtig op de eerste
schooldag van de maand na de vijfde
verjaardag. Het eerste leerplichtige jaar is
het kind voor ten hoogste 10 uur per week
niet leerplichtig, waarvan 5 uur op initiatief
van de ouders (dat hoeft u alleen even te
melden aan de groepsleerkracht) en
eventueel nog eens 5 uur met
toestemming van de directie. U moet
daartoe een verzoek indienen.
De volledige leerplicht eindigt:
- aan het eind van het twaalfde schooljaar,
als de leerling ten minste 12 volledige
schooljaren één of meer scholen heeft
bezocht
- aan het eind van het schooljaar waarin de
leerling zestien jaar wordt.
Bestuurlijk toelatingsbeleid scholen
Librijn
De toegankelijkheid tot het openbaar
onderwijs is onomstreden. Zonder
discriminatie naar godsdienst,
levensovertuiging, ras, politieke overtuiging
of welk onderscheid dan ook.
De toegankelijkheid tot het openbaar
onderwijs op een Librijn school is
onomstreden.
Er zijn 3 onderwerpen die de
toegankelijkheid tot een school van Librijn
of een specifieke onderwijslocatie
beïnvloeden.
1. De school of de groep is vol.
Librijn streeft naar een gelijkmatige
verdeling van openbaar onderwijs over de
steden Delft en Rijswijk, bereikbaar vanuit
alle wijken van genoemde steden. De
gemeente is verantwoordelijk voor de
huisvesting. Op basis van de beschikbare
ruimte kan de schoolleiding besluiten geen
leerlingen meer in te schrijven. De
12
schoolleiding zal u verwijzen naar een
andere school van Librijn in de omgeving.
Overigens is er geen vastgestelde norm
voor aantallen leerlingen in een groep. Het
aantal onderwijslokalen bepaalt het aantal
groepen op een onderwijslocatie. Het aantal
leerlingen in een groep wordt beïnvloed
door bijvoorbeeld het onderwijskundig
concept en de leerling populatie.
2. Waarden en normen en
voortvloeiende gedragingen
Het gedrag van een leerling kan de
toelating tot een Librijn school beïnvloeden.
Voor alle Librijn scholen staat respect
centraal.
Het gedrag van een individu mag het
onderwijs en de ontwikkeling van alle
leerlingen niet schaden.
Per school zijn er school specifieke
gedragsregels. Daar zijn veel
overeenkomsten, maar ook verschillen te
ervaren.
3. De zorgbehoefte van een leerling en
de daarbij horende onderwijskundige
en organisatorische vraagstukken.
Voor elke school is beschreven wat de
mogelijkheden zijn voor de begeleiding van
leerlingen met een specifieke zorgbehoefte.
Bv het onderwijskundige concept,
professionaliteit en expertise van het
personeel en leerling populatie beïnvloeden
dit criterium.
Met ingang van 1-8-2014 wordt de
invoering van Passend Onderwijs definitief.
Deze wet beïnvloedt het toelatingsbeleid op
2 punten, te weten
1. De bestuurlijke verantwoordelijkheid
voor plaatsing van een aangemeld kind op
een school in het samenwerkingsverband
2. De inzichtelijkheid voor ouders van het
ondersteuningsaanbod in relatie tot de
zorgbehoefte van kinderen van de school.
Aansprakelijkheid
De school kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor beschadiging en/of vermissing
van eigendommen van kinderen. Het is
verstandig om de kinderen geen
waardevolle voorwerpen mee naar school te
laten nemen.
Adreswijzigingen
Mocht u van adres veranderen of krijgt u
een ander telefoonnummer/email, wilt u
dan niet vergeten om de school daarvan op
de hoogte te stellen? Dit kan met een email
naar: [email protected]
Communicatie Directie en alle leerkrachten zijn per mail
bereikbaar via [email protected] Mail
bestemd voor leerkrachten wordt naar ze
door gestuurd. Even langslopen bij de
leerkracht of bellen is dus sneller! Wij
hebben bewust gekozen om niet alle
leerkrachten een eigen schoolmailadres te
geven. Wij vinden het prettiger om
persoonlijk aangesproken te worden tussen
8.15 uur en 8.30 uur of na 14.00 uur of
eventueel telefonisch.
Financiën Op onze school wordt geen schoolgeld
geheven. Wel wordt een vrijwillige
ouderbijdrage gevraagd door de Ouderraad.
In de jaarbijeenkomst van de Or begin
oktober, wordt de hoogte van deze bijdrage
voor 2014/2015 vastgesteld (dit jaar is het
waarschijnlijk 60 euro). Van dit geld worden
o.a. uitgaven gedaan t.b.v. het sinterklaas-
en kerstfeest, de sportdag en de
schoolongevallen-verzekering. Van dit geld
wordt ook de schoolreis van groep 1 t/m 5
betaald. Voor de werkweek van de
bovenbouw dient apart te worden betaald.
Daarnaast wordt de school financieel
ondersteund door Stichting Vrienden Jan
Vermeerschool. Door de stichting wordt u
ook gevraagd een bijdrage over te maken
van ongeveer 100 euro per kind per jaar.
Zie voor meer informatie het kopje
Stichting Vrienden.
Gevonden voorwerpen Er worden heel veel spullen door de
kinderen op school vergeten. Spullen waar
vaak nooit meer naar gezocht of gevraagd
wordt.
We bewaren die spullen (die niet gemerkt
zijn) in een mand bij de conciërge. Elke
vakantie gaan de gevonden voorwerpen in
een zak voor het goede doel. Wilt u s.v.p.
uw kinderen gemerkte spullen meegeven?
Denk vooral aan een naam op gymkleding,
13
gymschoenen, bekers, broodtrommel en
laarzen.
Gymnastiek
Tijdens de gymles dragen de kinderen
gymkleding. Deze bestaat uit een gympak
of een sportshirt en een korte broek. Het
dragen van gymschoenen is niet verplicht
maar wel aanbevolen. Zwarte zolen
veroorzaken strepen op de vloer die er
moeilijk afgaan. Daarom willen wij graag
dat er witte zolen onder de schoenen zitten.
Na de gymles wordt er gedouched. Alle
kinderen moeten een handdoek meenemen
en eventueel badslippers. Een vriendelijk
verzoek van onze kant aan alle ouders/
verzorgers is of u iedere keer als Uw kind
gym heeft gehad wilt controleren of alle
kleren thuis weer uit de tas zijn gekomen.
Er blijven namelijk nogal eens spullen in de
kleedkamer. De gevonden gymspullen
liggen in een mand in de hal.
Gelet op eigen en andermans veiligheid is
het regel dat sieraden tijdens de gymles
worden afgedaan. Dispensatie op deze regel
dienen bij de directeur te worden
aangevraagd. Bij piercings is dit in het
algemeen niet mogelijk. Als er sprake is van
een ongeval ten gevolge van een piercing of
ander sieraad, is de drager van de piercing
verantwoordelijk voor eigen en andermans
schade.
ICT We hebben op school in alle groepen
computers en iPads verbonden in een
netwerk. Door de hele school kunnen
leerlingen werkplekonafhankelijk aan hun
computerprogramma’s werken(o.a. voor
spelling, technisch lezen, rekenvaardigheid
en topografie). Door de hele school is er
verbinding met het internet. Het netwerk
wordt beheerd door SKOOL.
Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West (JGZ)
Een gezonde groei en ontwikkeling is
belangrijk voor elk kind. De jeugdartsen en
jeugdverpleegkundigen volgen samen met
u de groei en ontwikkeling van uw kind.
Ook begeleiden zij u zo nodig bij de
opvoeding. Samen zoeken ze naar
antwoord op ál uw vragen. En ze geven
noodzakelijke vaccinaties. Soms heb je als
ouder een steuntje in de rug nodig. Ook
dan staan deskundige medewerkers van
JGZ voor u klaar.
Voor kleine en grote kinderen
Tot de leeftijd van vier jaar komen ouders
regelmatig met hun kind naar de JGZ (het
consultatiebureau). Als een kind op de
basisschool zit neemt het aantal bezoeken
af, maar ze blijven de groei en ontwikkeling
van uw kind volgen. Dat doen ze om tijdig
eventuele gezondheids-problemen op te
sporen, zodat kinderen geholpen kunnen
worden voordat een probleem verergert.
Gezondheidsonderzoek groep 2
Net als bij de vorige bezoeken wordt uw
kind eerst gemeten en gewogen. Er wordt
een ogentest en een gehooronderzoek
gedaan. Daarna voert de jeugdarts een
lichamelijk onderzoek uit, waarbij specifiek
gekeken wordt naar de houding en de
motoriek. De jeugdarts gaat met u in
gesprek over de gezondheid en de
opvoeding. Heeft u specifieke vragen of
zorgen, aarzel dan niet om het te vertellen.
Dan bekijken ze samen met u wat nodig is
om tot een oplossing te komen.
Spraak-taalonderzoek 5-jarigen
Een kind van vier jaar maakt al goede,
eenvoudige zinnen. Rond vijf jaar maakt hij
langere zinnen met ‘want’ of ‘maar’. Een
goed moment om te kijken hoe het met de
taalontwikkeling gaat. De logopedisten zijn
gespecialiseerd in spraak- en
taalontwikkeling en testen uw kind onder
schooltijd op de basisschool. Aan de hand
van het onderzoek krijgt u advies of extra
oefening wenselijk is.
Preventie via vaccinatie
Als uw kind 4 én 9 jaar is, krijgt hij of zij
een vaccinatie. Het is een herhaling van
eerdere vaccinaties en belangrijk omdat uw
kind pas helemaal is beschermd tegen
bepaalde infectieziekten als het alle prikken
heeft gehad. U krijgt hiervoor een
uitnodiging thuisgestuurd.
Meisjes van 12 jaar krijgen een oproep voor
de HPV-vaccinatie tegen
baarmoederhalskanker.
14
Gezondheidsonderzoek groep 7
In groep 7 geeft een verpleegkundige van
de JGZ een gezondheidsles in de klas. De
les gaat onder andere over voeding,
puberteit, alcohol en pesten. De
jeugdverpleegkundige voert daarna met uw
kind een gesprek over dingen die uw kind
bezighouden. Zit uw kind in groep 7, dan
ontvangt u in de loop van het schooljaar
een brief over dit onderzoek.
Opvoedinformatie
Kinderen worden niet met een
gebruiksaanwijzing geboren. Het is dus
logisch dat ouders op zoek gaan naar
bruikbare informatie of advies bij de
problemen die ze tegenkomen. Kijk eens op
de website www.jgzzhw.nl. Bij ‘opvoeden’
vindt u informatie over wat je van kinderen
op een bepaalde leeftijd kunt verwachten
en staan praktische tips over opvoeden.
Onderzoek op verzoek
Heeft u vragen of zorgen over de
gezondheid of de ontwikkeling van uw kind?
Neem dan contact op met:
Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West
Contactbureau: 088 - 054 99 99
E-mail: [email protected]
Website: www.jgzzhw.nl
De jeugdarts en jeugdverpleegkundige die
aan onze school is verbonden zijn:
Nelleke Meester en Marit Borgia
Jeugd Maatschappelijk werk Onze school kan Jeugd Maatschappelijk
Werk aanbieden. De Jeugd
Maatschappelijk Werker is verbonden
aan het Centrum voor Jeugd en Gezin.
De school schakelt de maatschappelijk
werker in om advies te geven over de
aanpak bij (signalen van) problemen van
kinderen of opvoedkundige vragen van
ouders. De maatschappelijk werker kan,
indien nodig, hulpverlening op gang
brengen. De Jeugd Maatschappelijk
Werker werkt samen met de school en
de ouders. Het belangrijkste doel hiervan
is dat kinderen in staat zijn zich gezond
te ontwikkelen en zonder belemmering
onderwijs kunnen volgen.
De aanvullende deskundigheid van een
Jeugd Maatschappelijk Werker kan
bijvoorbeeld te pas komen bij: vragen
van ouders over opvoeding, pesten of
gepest worden, faalangst, verstoorde
relatie tussen ouder en kind, moeite
hebben met sociale vaardigheden, druk
gedrag, signalen van mishandeling of
verwaarlozing.
De Intern Begeleider overlegt regelmatig
met de Jeugd Maatschappelijk Werker.
Leerlingen waar de school zich zorgen
over maakt, worden (anoniem)
besproken.
De Jeugd Maatschappelijk Werker denkt
mee over mogelijke oplossingen en
ondersteunt de leerkracht bij het
uitvoeren ervan; adviseert en begeleidt
ouders bij opvoedingsvragen en
gedragsproblemen; kan hulpverlening
aan kind en gezin opstarten of indien
nodig verwijzen naar andere
hulpverleningsinstanties.
Kindercentrum Jan, Loris en Marie en Marie in de bocht Aan de Jan Vermeerschool is op beide
locaties een naschoolse opvang verbonden.
Voor informatie kunt u kijken op
www.delangekeizer.nl of telefonisch: 015-
2120905.
U kunt uw kind(eren) aanmelden middels
een inschrijfformulier op de website.
Op beide locaties organiseert de school
samen met de Lange Keizer na schooltijd
een breed aanbod van culturele en
sportieve activiteiten. Twee keer per jaar
krijgen de kinderen het aanbod in een flyer
mee naar huis. Uitgebreide informatie en
inschrijven gaat via de website die op de
flyer is aangegeven.
15
Montessori peutergroep Ook is er aan onze school op beide locaties
een aantal ochtenden een Montessori
peutergroep voor twee tot vier jarigen
verbonden die door het kindercentrum
wordt georganiseerd. De Lange Keizer biedt
de mogelijkheid dat uw peuter ’s middags
naar Jan en Alleman gebracht kan worden.
Als uw kind gebruikt maakt van de
peutergroep dan kan uw kind vanaf de
leeftijd van drie en half jaar ook gebruik
maken van het vervroegd wennen in de
klas op een vaste dag in de week. Wij
noemen dat peuterwennen. Veel kinderen
genieten van de extra uitdaging in de klas
en wennen tegelijk aan hoe alles gaat in
een basisschoolklas. Er is in de klas ook
veel montessorimateriaal aanwezig voor
kinderen vanaf die leeftijd. De echte
overstap als ze vier jaar oud worden gaat
dan wat makkelijker.
Voor aanmelding voor de peutergroep of
het peuterwennen kunt u ook contact
opnemen met Mandy Aarts 015-2120905.
Meer informatie is te vinden op de website
www.delangekeizer.nl
Kindercentrum Jan en Alleman Kinderopvang 'De Lange Keizer' heeft sinds
augustus 2006 een locatie op de
Paardenmarkt, genaamd 'Jan & Alleman'.
'Jan & Alleman' verzorgt dagopvang voor 0-
4 jarigen.
Het is een heel bijzonder project omdat
deze opvang een samenwerkingsverband is
met Ipse. Zij dragen zorg voor mensen met
een verstandelijke handicap of beperking.
Deze intensieve samenwerking betekent dat
er ook activiteiten georganiseerd zullen
worden waar de kinderen van Jan en
Alleman en kinderen van Ipse gezamenlijk
aan deel kunnen nemen. We vinden dit o.a.
belangrijk omdat kinderen zo kunnen leren
dat mensen verschillend kunnen zijn, maar
dat iedereen wel de moeite waard is. De
slogan van deze lokatie luidt dan ook
'Kindercentrum Jan & Alleman, het
kindercentrum waar “samen gewoon is”'!
Heeft dit uw interesse gewekt? Bezoek de
website www.delangekeizer.nl of bel met
015-2120905 voor meer informatie.
Klachtenregeling Librijn
openbaar onderwijs Sinds 1 augustus 1998 is de kwaliteitswet
van kracht voor het primair onderwijs. Deze
wet houdt onder andere in dat
schoolbesturen verplicht zijn een
klachtenregeling en een bijbehorende
klachtencommissie te hebben.
Volgens de wetgeving kunnen klachten
ingediend worden over gedragingen en
beslissingen, of het nalaten daarvan, door
alle bij de school betrokken personen. Het
is echter niet zo dat iedere klacht volgens
de klachtenregeling verloopt. Veruit de
meeste klachten ten aanzien van de
dagelijkse gang van zaken in de school
worden in onderling overleg tussen ouders,
leerlingen, medewerkers en schoolleiding
naar tevredenheid opgelost. Indien dat,
gelet op de aard van de klacht, niet
mogelijk is of als de afhandeling niet naar
tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan
een beroep worden gedaan op de
klachtenregeling.
Klachten waarvoor een andere
regeling/procedure openstaat kunnen niet
in behandeling worden genomen volgens
deze klachtenregeling. Een belangrijk
voorbeeld hiervan zijn klachten over
genomen besluiten van/namens het
bevoegd gezag. Hiervoor staat de
bezwaarschriftprocedure van de Algemene
Wet Bestuursrecht open.
De klachtenregeling vermeldt op welke
wijze een klacht kan worden ingediend bij
de klachtencommissie en welke procedure
wordt gehanteerd. Het bestuur van Librijn
openbaar onderwijs heeft geen eigen
klachtencommissie, maar is aangesloten bij
het LKC, de Landelijke Klachten Commissie
voor het openbaar en algemeen
toegankelijk onderwijs.
De gebruikelijke gang van zaken bij een
klacht is de volgende:
1. U legt uw klacht voor aan de directie
van de school.
2. Indien dit niet leidt tot een
bevredigende oplossing legt u uw
klacht voor aan het bestuur van
Librijn Openbaar Onderwijs.
3. Indien dit ook niet leidt tot een
bevredigende oplossing dan legt u
uw klacht voor aan de
vertrouwenscontactpersoon van de
school; hij/zij kan u verder
begeleiden naar de juiste instantie,
16
bv de klachtencommissie of de
vertrouwenspersoon.
4. Nadat een klacht door de
klachtencommissie is behandeld
adviseert zij Librijn over mogelijke
oplossingen. Het schoolbestuur is
echter eindverantwoordelijk voor de
uiteindelijke oplossing.
Op school kunt u de klachtenregeling inzien,
u kunt hiervoor een afspraak maken met de
directie of de vertrouwenscontactpersoon
van de school. Op de website van het LKC,
www.onderwijsgeschillen.nl, kunt u ook
nadere informatie vinden.
Vertrouwenscontactpersoon
Op school is Jannie Kwak
vertrouwenscontactpersoon. Zij is
aanspreekpunt en eerste opvang voor
(ouders van) leerlingen die met pesten,
discriminatie, seksuele intimidatie of
machtsmisbruik geconfronteerd worden. De
vertrouwenscontactpersoon verwijst ouders
en/of leerlingen naar de juiste instanties.
Daarnaast heeft hij/zij ook tot taak het
geven van informatie over de te volgen
procedure bij een klacht. De vertrouwens-
contactpersoon gaat altijd vertrouwelijk om
met de verkregen informatie van ouders en
kinderen.
Vertrouwenspersoon
In bepaalde gevallen kunnen ouders en/of
leerlingen terecht bij de vertrouwens-
persoon. De vertrouwenspersoon hoort hen
aan en gaat in gezamenlijkheid op zoek
naar een oplossing. De vertrouwenspersoon
kan bemiddelen tussen klager en
aangeklaagde, begeleiden bij het indienen
van een klacht bij de klachtencommissie,
behulpzaam zijn bij het zoeken naar
gespecialiseerde hulpverlening of
betrokkenen stimuleren tot ondernemen
van actie.
De vertrouwenspersoon zal in eerste
instantie nagaan of de klager en
aangeklaagde getracht hebben de
problemen in onderling overleg op te
lossen. Als dat niet of niet voldoende het
geval is zal eerst worden gekeken of op
deze wijze tot een oplossing gekomen kan
worden. Indien dit niet het geval is gaat de
vertrouwenspersoon na of de gebeurtenis
aanleiding is tot het indienen van een klacht
bij de klachtencommissie en begeleidt de
klager desgewenst bij de verdere
procedure. De vertrouwenscontactpersoon
van de school kan u in contact brengen met
de vertrouwenspersoon.
Klassenouder Een klassenouder is een aanspreekpunt
voor ouders en leerkrachten over de
organisatie van allerlei zaken die met de
klas te maken hebben. Dit kan bijvoorbeeld
zijn: het vervoer regelen bij een uitstapje,
introduceren van nieuwe ouders in de
onderbouw, het bijhouden van de
klassenoudermap.
Leerlingzorg De algemene opvatting over zorgverbreding
(differentiatie, individualisering) komt in
belangrijke mate overeen met de
montessori visie. Toch hebben sommige
kinderen extra zorg nodig op het moment
dat hun ontwikkeling stagneert of terugvalt.
Dat kunnen leerproblemen zijn en/of
problemen van sociaal-emotionele aard. Om
dit soort problemen te signaleren maken wij
gebruik van een leerlingvolgsysteem.
Naast het Montessori Kind Volg Systeem,
een systeem waar in de leerkracht
signaleert, registreert en
observeert ,gebruiken wij de CITO-
Leerlingvolgsysteem toetsen; waarbij wij als
montessorischool de voortgang van een
leerling ten opzichte van zichzelf vergelijken
en niet zozeer met de landelijk
genormeerde jaargroep. Wij maken nu al
een aantal jaar gebruik van een Montessori
Kind Volgsysteem. Het doel van onze
volglijn is om vroegtijdig problemen te
signaleren, te registreren en op basis van
de resultaten hulp te bieden. De extra zorg
die geboden wordt, wordt in beginsel altijd
gegeven in de klas door de eigen
leerkracht, wat in onze vorm van
(individueel)onderwijs ook heel goed gaat.
Redenen hiervoor zijn o.a.; dat het voor
een kind het prettigst is gewoon in de klas
te blijven, de leerkracht het kind het beste
kent, de leerkracht moet de voortgang naar
ouders rapporteren.
Ouders worden altijd op de hoogte gesteld
17
als een leerling extra zorg/hulp ontvangt en
dus in de “zorglijn” valt. De extra hulp kan
bestaan uit reteaching, een speciale
methodiek, specifieke instructie of het
gebruik van een speciale methode.
De Intern Begeleider coördineert,
organiseert en registreert de
zorgverbredings- maatregelen in de school.
De IB-er verzorgt ook de contacten met
externe begeleiders en externe organisaties
op het gebied van zorg zoals schoolarts,
Jeugd Maatschappelijk Werker, Preventief
Ambulant Begeleider, leerplichtambtenaar
en Onderwijs Advies. De IB-er houdt zich
niet bezig met remediering van individuele
leerlingen, maar is consultant voor
collega’s, organiseert leerlingbesprekingen,
begeleidt gesprekken over kinderen die in
de zorglijn vallen en is aanspreekpunt op
het gebied van zorg.
Kijk voor uitgebreide informatie over de
zorglijn op onze site www.jan-vermeer.nl.
Letters en cijfers Veel ouders vinden het leuk hun kinderen te
helpen en te stimuleren bij het lezen en
schrijven.
Op school leren de kinderen vanaf de
onderbouw lezen met schrijfletters. Wij
willen u met klem verzoeken steeds de
schrijfletters te gebruiken en die te
benoemen zoals ze uitgesproken worden in
de woorden.
Dus:
b = bù en niet bee,
a =à en niet aa,
h = hù en niet haa.
De tweetekenklanken (zoals oe en eu)
worden gelijk als één letterteken geleerd,
dus niet o en e, maar oe, en niet e en u,
maar eu.
In de middenbouw wordt omgeschakeld van
schrijfletters naar drukletters voor het
lezen.
Een overzicht van de schrijfletters en
cijfers kunt u krijgen van de
groepsleerkracht van uw kind.
Onderzoek en school begeleiding Het kan gebeuren dat er bij kinderen
problemen geconstateerd worden, die we
als school niet zonder hulp van deskundigen
kunnen oplossen. Dit kunnen leerprobleem
zijn en/of gedragsproblemen. Na overleg
met de ouders kunnen we een school
begeleidings dienst of extern onderzoeks
bureau inschakelen. Contacten verlopen
dan altijd via de school. Als ouders kunt u
er natuurlijk ook zelf voor kiezen uw kind te
laten onderzoeken.
Er zijn verschillende mogelijkheden tot
schoolbegeleiding.
- begeleiding van leerkrachten
- observatie van leerlingen
- uitgebreid onderzoek van leerlingen
- scholing van teamleden
- organisatie van studiedagen voor het
team
- begeleiding van veranderings-
processen
Ouderavonden en contacten Om uw kind(eren) precies datgene te
bieden, dat voor hun ontwikkeling nodig is,
is een goed contact tussen de ouders en de
leerkrachten van groot belang.
Ouders hebben vaak dingen in de gaten
waar leerkrachten niets van merken en
andersom geldt dat ook.
We willen de kinderen zo goed mogelijk
leren kennen en daarbij is uw hulp nodig.
Schroom daarom niet om vragen te stellen
of om iets te vertellen. U kunt ook altijd na
school werkjes of materiaal komen
bekijken.
De ontwikkeling van uw kind wordt
besproken vanaf de onderbouw aan het
hand van het Montessori Kind Volgsysteem.
Deze gesprekken duren ongeveer 20
minuten. In een schooljaar zijn er twee
gesprekken. De maand waarin u
uitgenodigd wordt voor een gesprek is
afhankelijk van de geboortedatum van uw
kind. Daarnaast gaan we bij de jongste
kinderen van elke bouw op huisbezoek.
U krijgt een geschreven verslag over de
ontwikkeling van uw kind mee naar huis.
Op initiatief van leerkracht of ouders kan er
tussentijds, bijvoorbeeld bij een zorgvraag,
een extra gesprek worden afgesproken.
De leerkracht van de achtste groep heeft in
januari/februari een gesprek met de
ouder(s), waarin definitief advies wordt
gegeven over het voortgezet onderwijs.
18
Overgang naar een nieuwe bouw In het algemeen doorloopt een kind in acht
jaar de basisschool.
Op onze school bezoekt het
achtereenvolgens de onder-, de midden- en
de bovenbouw.
Meestal gaat een kind op een vastgesteld
moment na een zomervakantie naar een
volgende bouw. De administratieve grens
ligt op 1 oktober. Bij de overgang letten wij
niet zozeer op deze grens, maar op de
ontwikkeling van het individuele kind.
De leerkracht besluit, in overleg met de
intern begeleider en collega’s, wanneer een
kind naar de volgende bouw gaat. Er wordt
hierbij onder meer gelet op leeftijd, sociaal-
emotionele ontwikkeling, werkhouding,
cognitieve vaardigheden en belangstelling.
Ook is er de mogelijkheid om tussentijds
door te gaan naar een volgende bouw.
De oudste kinderen die doorgaan naar een
volgende bouw blijven niet met hun hele
groep bij elkaar.
De heterogene groepen die wij hanteren in
het montessorionderwijs veranderen
daardoor elk jaar van samenstelling.
Binnen het team wordt er zorgvuldig
gedacht en overlegd over de nieuwe
groepssamenstelling.
Broertjes en zusjes komen niet bij elkaar in
de groep. Er wordt gelet op een
evenwichtige verdeling van jongens en
meisjes, van zorgleerlingen en op het
aantal kinderen per (jaar)groep. We vinden
het gewenst dat een kind al bekend en
vertrouwd is met een paar kinderen van de
nieuwe groep.
Ouders kunnen voor de voorjaarsvakantie
een voorkeur aangeven bij de leerkracht.
De school beslist echter in welke groep het
kind geplaatst wordt.
Nadat de indeling is gemaakt wordt deze
niet meer gewijzigd. Er wordt rond de
meivakantie via een brief gecommuniceerd
waar uw kind geplaatst wordt.
Als u hier vragen over heeft, kunt u terecht
bij de leerkracht of bij de directie.
Onderwijs voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong
door een externe partij Op voordracht van de leerkracht en met
instemming van de ouders, is het soms
mogelijk dat kinderen met een
ontwikkelingsvoorsprong onderwijs volgen
buiten de school en/of onder begeleiding
van een andere leerkracht dan de aan de
school verbonden leerkrachten. De
locatiedirecteur kan hier toestemming voor
verlenen. Voorbeelden hiervan die op de
Jan Vermeer al aan de orde zijn (geweest),
zijn de Plus Klus Klas voor leerlingen uit de
groepen 1,2 en 3, (vreemde)taallessen en
gastlessen op een school voor voortgezet
onderwijs voor leerlingen uit groep 8. In
het schoolplan staan de uitgangspunten
waaronder het volgen van extern onderwijs
mogelijk is, opgenomen.
Schooljaar 2013-2014 zijn wij gestart met
het aanbieden van de Pittige Plus Torens.
zie ook www.pittigeplustorens.nl
Projecten Tweemaal per jaar (in het najaar en
voorjaar) houden we een project door de
hele school. In het najaar kiezen we dat
met het team, in het voorjaar koppelen we
het project aan een kosmisch onderwijs
thema. Deze projecten hebben een duur
van ongeveer zes weken en starten met
een officiële opening voor de kinderen. Ter
afsluiting van de projecten is er bij de
meeste projecten een kijkavond voor de
ouders en kinderen. De afsluiting is op een
dinsdag of donderdagavond van 18.00 tot
19.30 uur. Die dag zijn de kinderen ‘s
middags om 12.00 uur vrij.
Schoenen en sloffen In onze school hebben alle kinderen sloffen
of binnenschoenen aan. Dit is veel
hygiënischer (kinderen werken in het
montessori onderwijs veel op de grond) en
het draagt ook bij aan een rustige
werksfeer in de klas.
Schoolondersteuningsprofiel
Vanaf 1 augustus 2014 maakt onze school
deel uit van het samenwerkingsverband
passend primair onderwijs Delflanden. Dit
samenwerkingsverband bestaat uit de
basisscholen, die gehuisvest zijn in Delft,
Den Hoorn, Lansingerland, Pijnacker-
Nootdorp en Schipluiden. Tevens de scholen
voor speciaal basisonderwijs en speciaal
onderwijs, die gehuisvest zijn in deze vier
gemeenten. ( www.swv2802.nl )
19
Doel van deze samenwerking is om
kinderen in de leeftijd van 4 – 12 jaar een
passende onderwijsplek aan te bieden.
Voor ouders en andere belangstellenden
hebben scholen met elkaar afspraken
gemaakt over de basisondersteuning in de
basisscholen. Basisondersteuning betekent
hier dat basisscholen afgesproken hebben
om een bepaald onderwijsniveau te kunnen
leveren. Indien kinderen meer dan deze
basisondersteuning nodig hebben, dan zijn
er aanvullende arrangementen of er zijn
speciale lesplaatsen voor deze kinderen. De
wetgeving met betrekking tot Passend
Onderwijs geeft aan dat iedere school een
schoolondersteuningsprofiel dient te
krijgen, zodat ouders een goed zicht krijgen
op het profiel van de school en binnen het
samenwerkingsverband geconstateerd kan
worden of er een dekkend netwerk van
voorzieningen is. Het ondersteuningsplan
van het samenwerkingsverband geeft hier
meer informatie over.
Alle scholen hebben daarvoor een
schoolondersteuningsprofiel gemaakt op
basis van hetzelfde instrument.
Het is de eerste keer dat scholen hiermee
werken en het is ook de eerste keer dat
scholen op die manier met elkaar
vergeleken kunnen worden.
De komende jaren zullen deze
schoolondersteuningsprofielen verder
ontwikkeld gaan worden, zodat ze een
duidelijker functie kunnen gaan krijgen met
betrekking tot het informeren van ouders
en andere belangstellenden.
Op dit moment zien wij deze
schoolondersteuningsprofielen als een
groeidocument. Door ervaring hiermee op
te doen, kunnen we dit model verder gaan
uitwerken.
Kinderen met een aanvullend arrangement Met de komst van passend onderwijs wordt
de basisschool in toenemende mate
geconfronteerd met de vraag van ouders
van leerlingen die een uitgebreider
onderwijs arrangement nodig hebben om
tot ontwikkeling te komen in het regulier
basisonderwijs. Hier zijn ook kinderen met
een handicap bij.
In het kader van hun recht op keuzevrijheid
en de toenemende vraag naar integratie
van gehandicapte kinderen in de
samenleving kunnen ouders voor het
regulier basisonderwijs kiezen in plaats van
het speciaal onderwijs.
Op grond van de integratiegedachte van
kinderen met onderwijsbeperkingen
hebben scholen voor regulier
basisonderwijs de opdracht om passend
onderwijs te geven en om in te spelen
op de onderwijsbehoeften van
zorgleerlingen.
Het recht op de vrije onderwijskeuze
van ouders betekent echter niet dat
kinderen met een handicap of extra
ondersteuningsbehoefte automatisch op
een reguliere basisschool geplaatst
worden. De aard en de zwaarte van de
onderwijsbeperking en de feitelijke
onmogelijkheden van de school kunnen
aanleiding geven niet te voldoen aan
een plaatsingsverzoek van ouders.
Voor elke leerling die aangemeld wordt
op een school voor regulier
basisonderwijs en waar bij aanmelding
duidelijk is dat er van de school een
extra zorginvestering wordt gevraagd,
wordt een individueel besluit genomen.
Hiertoe wordt een vastgestelde
procedure gehanteerd, die in hoofdlijnen
bestaat uit:
- een oriënterend gesprek met de
ouders
- een gesprek met een
vertegenwoordiger van het
samenwerkingsverband waar het extra
arrangement aangevraagd moet
worden.
- een gesprek tussen ouders, directie en
intern begeleider, waarin de
ontwikkelingsmogelijkheden, de
verwachting ten aanzien van het
onderwijsaanbod en de mogelijkheden
en onmogelijkheden van de school aan
bod komen
- een teamvergadering, waarin het team
gehoord wordt
- het nemen van een besluit door de
directie en het bestuur
- het schriftelijk melden van het besluit
aan de ouders; het bestuur zal bij
afwijzing een passende plaats aanbieden
op een andere school.
20
Criteria die voor een school voor
regulier basisonderwijs een rol spelen
bij het nemen van een plaatsingsbesluit
zijn:
- de mate waarin een leerling zich kan
ontwikkelen
- de zwaarte van de benodigde
arrangementsaanvraag
-het karakter van de groep waarin
geplaatst zou moeten worden
- het aantal leerlingen dat al op school
wordt opgevangen met een extra
arrangement
- de grenzen in zorg waarmee de school
te maken heeft
Bij een positief besluit stelt de school
een handelingsplan op en geeft in een
tijdpad het verloop van het verdere
traject aan.
Bij een negatief besluit staat in de brief
tevens aangegeven welke
mogelijkheden er zijn voor bezwaar en
beroep.
Schoolplan Sinds 1 augustus 1985 dient elke basis
school over een schoolwerkplan te
beschikken. Dit is later het schoolplan
geworden.
Ook onze school heeft een schoolplan
(2011-2015). Hierin wordt een overzicht
gegeven van doelstellingen, de organisatie
en de inhoud van ons onderwijs
Elke vier jaar moet het schoolplan worden
bijgesteld. Het schoolplan staat op de
website.
Schoolreis
Aan het einde van het schooljaar gaan we
met de onderbouw en de middenbouw op
schoolreis. Wij kiezen in een cyclus van 3
jaar daarbij uitjes met een educatieve kant
uit. In de onderbouw gaan we bijvoorbeeld
een keer naar de geitenboerderij en in de
middenbouw naar Archeon.
Schooltuin De kinderen van groep 5 (en eerste deel
van groep 6) tuinieren in kleine groepjes
met de hulp en onder leiding van enkele
enthousiaste ouders. In het tuinlogboek
komen de verslagen van hun bezigheden en
in de hal van de school is geregeld het
resultaat te bewonderen van de oogst. Dit
doen ze allemaal in hun eigen schooltuintje
op de Maria Duystlaan op het kleine
achterplein. En op locatie Raam in de
schooltuin gelegen tussen de Vlamingstraat
en het Rietveld.
Voor de andere leerlingen is er altijd de
mogelijkheid met de hele klas en de
leerkracht een bezoek te brengen aan de
tuin om te kijken naar wat er groeit en
bloeit.
School Video Interactie
Begeleiding (SVIB) School Video Interactie Begeleiding (SVIB)
is één van de begeleidingsmethodieken die
de school hanteert om het onderwijs zo
goed mogelijk af te stemmen op de
leerlingen. SVIB is een methode van
leraarbegeleiding waarbij korte video
opnames in de groep worden gemaakt met
als doel leraren te begeleiden bij hun
onderwijskundige taak op het gebied van
leerlingenzorg. Er worden slechts korte
fragmenten van de opname gebruikt.
Belangrijke uitgangspunten zijn: de sfeer in
de klas, hulp aan individuele leerlingen, de
manier waarop de groep werkt, de wijze
waarop de leraar lesgeeft. De video-
opnames worden met de leraar besproken
en samen met de begeleider gaan ze na
hoe een en ander in de klas verloopt. Soms
zullen er dingen worden veranderd.
Het spreekt vanzelf dat de beelden alleen
voor intern gebruik zijn. Indien SVIB wordt
ingezet bij specifieke begeleidingvragen
van één of meer leerlingen, dan worden de
ouders / verzorgers hiervan in kennis
gesteld en om toestemming gevraagd.
Schorsing en verwijdering Schorsing is aan de orde wanneer de
directie of het bevoegd gezag bij ernstig
wangedrag van leerling en/of ouders
onmiddellijk moeten optreden en er tijd
nodig is voor het zoeken naar een
oplossing.
Gedurende de schorsing wordt de
leerling de toegang tot de school
ontzegd. Voor zover mogelijk
worden er maatregelen getroffen
waardoor de voortgang van het
leerproces van de leerling
gewaarborgd kan worden.
De schorsing bedraagt maximaal 5
schooldagen. De leerling dient
daarna weer toegelaten te worden
op school. De betrokken
21
ouders/verzorgers worden door de
directie uitgenodigd voor een
gesprek betreffende de maatregel.
Hierbij dienen nadrukkelijk
oplossingsmogelijkheden te worden
verkend, waarbij de mogelijkheden
en de onmogelijkheden van de
opvang van de leerling op de school
aan de orde komen.
Verwijdering is een maatregel bij zodanig
ernstig wangedrag dat het bevoegd gezag
concludeert dat de relatie tussen school en
leerling (ouders) onherstelbaar is verstoord.
Bij het voordoen van een zeer ernstig
incident welke ingrijpende gevolgen heeft
voor de veiligheid en/of de
onderwijskundige voortgang van de school,
kan worden overgegaan tot verwijdering.
Sportdag
De sportcommissie organiseert ieder jaar
een sportdag. De kinderen van de groepen
5 t/m 8 kunnen ook meedoen aan
sportevenementen die na schooltijd worden
georganiseerd.
Uitstroom naar Voortgezet Onderwijs Na groep 8 stromen de kinderen van onze
school naar heel veel verschillenden
middelbare scholen uit. De aansluiting naar
niet-Montessori voortgezet onderwijs
verloopt doorgaans zonder problemen.
Scholen voor voorgezet onderwijs geven
aan dat zij de zelfstandigheid van onze
kinderen opvallend vinden.
De meeste kinderen kiezen voor het Haags
Montessori Lyceum, het Montaigne, het
Grotius, het Stanislas of het CLD. Een
enkel kind gaat naar het Novum, het
Haganum of het Lyceum voor Beeldende
vorming.
Elk jaar stroomt ongeveer 70% van de
kinderen uit naar een HAVO of VWO
brugklas.
Veiligheid in en om de school Veel kinderen komen op de fiets naar
school. In verband met de veiligheid van de
kinderen hebben we met elkaar
afgesproken dat iedereen op het schoolplein
met de fiets aan de hand loopt. Het
parkeren van auto’s op de stoep voor de
school is niet toegestaan. Er is voor de
ouders van het Raam op de Paardenmarkt
gelegenheid om te parkeren.
0 5 10 15
VWO
HAVO/VWO
HAVO
MAVO/HAVO
MAVO
VMBO
Praktijkonderwijs
2012-2013
2013-2014
22
Verlofregeling
Sinds 1 augustus 1994 is een nieuwe
regeling van kracht die het ouders in maar
enkele gevallen mogelijk maakt verlof aan
te vragen buiten de schoolvakanties.
De directeur van een school kan verlof
verlenen voor de maximale duur van 10
schooldagen. Over verzoeken voor langer
verlof beslist de leerplichtambtenaar van de
woonplaats.
In de eerste plaats kan verlof verleend
worden op grond van gewichtige
omstandigheden, bijvoorbeeld om
redenen uit levensovertuiging of vanwege
godsdienstige plichten. Gewichtige
omstandigheden zijn ook:
a. voldoen aan een wettelijke verplichting,
voor zover dit niet buiten de lesuren kan
plaatsvinden;
b. voor verhuizing voor ten hoogste 1 dag;
c. voor het bijwonen van het huwelijk van
bloed- of aanverwanten t/m de derde graad
voor 1 dag of 2 dagen als dit huwelijk wordt
gesloten buiten de woonplaats;
d. bij ernstige ziekte van ouders, bloed- of
aanverwanten t/m de derde graad, duur in
overleg met de directeur;
e. bij overlijden van bloed- of aanverwanten
in de eerste graad van ten hoogste 4
dagen, van bloed- of aanverwanten in de
tweede graad voor ten hoogste 2 dagen,
van bloed- of aanverwanten in de derde of
vierde graad voor ten hoogste 1 dag;
f. bij 25-, 40-, 50-jarig ambtsjubileum en
het 12½-, 25-, 40-, 50-, en 60-jarig
huwelijks- feest van ouders of
grootouders voor 1 dag;
g. voor andere naar het oordeel van de
directeur belangrijke redenen, niet zijnde
vakantieverlof.
Ouders zijn verplicht zulk verlof tenminste
twee dagen voor de verhindering aan de
directeur te melden.
In de tweede plaats kan de directeur
vakantieverlof verlenen. Dit verlof wordt
slechts toegekend "wanneer ouders we-
gens de specifieke aard van hun beroep
binnen de schoolvakanties geen vakantie
kunnen opnemen". Ouders zijn dan
gehouden een verklaring van de werkgever
te overleggen.
De aanvraag dient minimaal acht weken
van te voren te worden ingediend.
Vakantieverlof mag niet:
-als er sprake is van een tweede vakantie
(als men tijdens een andere schoolvakantie
in de gelegenheid is om op vakantie te
gaan);
-Om een of meer dagen eerder met
vakantie te gaan of later terug te komen.
De directeur mag voor ten hoogste 10
schooldagen (niet zijnde de eerste 10 dagen
van een nieuw schooljaar) vakantie-
verlof verlenen. Dit verlof kan slechts
éénmaal per schooljaar worden verleend.
Ouders worden geacht om voor elk soort
verlof een formulier in te vullen dat op
school verkrijgbaar is of zelf een briefje te
schrijven.
Indien ouders het niet eens zijn met de
beslissing kunnen zij een bezwaarschrift
indienen bij degene die de aanvraag heeft
behandeld. Deze dient binnen 6 weken het
uiteindelijk besluit schriftelijk aan de ouders
mede te delen.
Wanneer ouders het met dit besluit niet
eens zijn, kunnen zij in beroep gaan bij de
arrondissementsrechtbank.
Voor vragen kunt u terecht bij de
leerplichtambtenaar: 260 23 31.
De directeur is verplicht de
leerplichtambtenaar mededeling te doen
van ongeoorloofd verzuim. Tegen die
ouders die hun kind(eren) zonder
toestemming van school
houden, kan procesverbaal worden
opgemaakt.
Ook is verlof mogelijk als er een verklaring
is van een arts, een sociale instantie of
andere deskundige, waaruit blijkt dat verlof
noodzakelijk is op grond van medische of
sociale indicatie betreffende één van de
gezinsleden.
Op verzoek van ouders of school is het
soms ook mogelijk dat een leerling niet op
school aanwezig is tijdens de reguliere
lestijd, meestal naar aanleiding van een
zorgvraag. De locatiedirecteur moet
hiervoor toestemming verlenen. De externe
partij zal hier een plan van aanpak of
verslag voor moeten aanleveren. Meer
informatie kunt u hier over krijgen bij de
locatiedirecteur.
Voorbeelden: Kinderen gaan naar logopedie
of fysiotherapie, kinderen gaan naar sociale
vaardigheidstraining, kinderen krijgen
remedial teaching van een leerkracht die
23
niet in dienst is van de school, kinderen
krijgen dyslexie begeleiding. Ook doen er
soms kinderen mee aan een toernooi of
activiteit buiten het schoolgebouw onder
begeleiding van een ouder of vrijwilliger. De
directeur kan aangeven of uw kind daarvoor
in aanmerking kan komen. Of uw kind
uiteindelijk daadwerkelijk therapieën mag
volgen onder schooltijd of mee mag doen
aan een toernooi/activiteit buiten het
schoolgebouw ligt dus bij de directie van de
school.
Verjaardagen Het is gebruikelijk (maar zeker niet
verplicht!) dat de jarige kinderen hun groep
trakteren. We bevelen niet-zoete traktaties
van harte aan! Ook een traktatie van fruit,
kaas of iets dergelijks is heel feestelijk. De
kinderen mogen de klassen rondgaan.
Vervanging
In geval van ziekte, studieverlof of
compensatieverlof van een leerkracht wordt
zo mogelijk voor vervanging gezorgd. Mocht
dit onverhoopt niet mogelijk zijn, dan
worden de leerlingen verdeeld over de
andere groepen.
Werkstukken In de bovenbouw maken de kinderen van
groep 7 en 8, twee werkstukken per jaar. In
groep 6 maken de kinderen één werkstuk.
In groep 5 leren de kinderen hoe ze een
werkstuk moeten maken. De vakgebieden
waar ze uit kunnen kiezen zijn: techniek,
biologie, kunst, vrije tijd, geschiedenis en
aardrijkskunde. Het werkstuk mag thuis of
op school worden gemaakt. In de vrije
werkperiode is er op school tijd voor. Veel
kinderen vinden het echter prettig om er
ook thuis aan te werken.
Werkweek Elk jaar gaat de bovenbouw op werkweek
aan het begin van het schooljaar. De
werkweken hebben een cyclus van drie
jaar, zodat de kinderen elk jaar een ander
onderwerp bestuderen. Dit schooljaar
bestuderen de kinderen het thema bos en
bomen, en gaan we naar Drenthe. De
kosten van de werkweek zijn per kind 80
euro.
Ziekteverzuim
Wilt U zo vriendelijk zijn om ziekmeldingen
telefonisch vóór schooltijd door te geven?
De groepsleerkracht houdt een
verzuimadministratie bij in ons
administratiesysteem Parnassys. In geval
van besmettelijke ziekten (bijv. rode hond)
is het verstandig dit even te melden. Het
zal niet altijd mogelijk zijn maar probeert U
bezoeken aan de tandarts en huisarts
zoveel mogelijk buiten de schooltijden af te
spreken. Ook te laat komen wordt als
ongeoorloofd verzuim aangemerkt in
Parnassys.