Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

36
Informatiegids schooljaar 2014-2015

description

 

Transcript of Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

Page 1: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

Informatiegidsschooljaar 2014-2015

Page 2: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015
Page 3: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

w a s s e n b e r g h s k o a l l e / 3

VO

OR

WO

OR

D

vo o r wo o r d

Deze gids is samengesteld om allen die bij de Prof. Wassenberghskoalle betrokken zijn zo

goed mogelijk te informeren over de gang van zaken op onze school te Lekkum. We we-

ten dat het door middel van dit document slechts ten dele zal lukken een beeld te geven van

onze huidige en de gewenste situatie. Daarom adviseren wij ouders/belangstellenden om zelf

kennis te maken met onze school, de kinderen en het personeel.

Graag geven we u dan een toelichting.

We hopen dat u onze gids met plezier zult lezen.

Met vriendelijke groet.

namens het personeel, de oudervereniging en de medezeggenschapsraad.

Mw. H. Zwart

directeur Prof. Wassenberghskoalle

september 2014

Prof. Wassenberghskoalle Lekkum

Zeker, de honderd is er.

Het kind bestaat uit honderd.Het kind heeft honderd talen

honderd handenhonderd gedachten

honderd manieren van denken,spelen en praten.

Honderd alsmaar honderdmanieren van luisteren,

verbazen, liefhebben honderd vreugden

om te zingen en begrijpen honderd werelden

om te ontdekken honderd werelden

om uit te vindenhonderd werelden

om te dromen.

Het kind heeft honderd talen(en nog eens honderd honderd

honderd)maar ze stelen er negenennegentig.

De school en de cultuur scheiden het hoofd van het lichaam.

Ze zeggen hen: te denken zonder handen te doen zonder hoofd te luisteren en niet te pratente begrijpen zonder vreugde,lief te hebben en te verbazen alleen met Pasen en met Kerstmis.Ze zeggen hen: ik geef je de al ontdekte werelden van de honderd stelen ze er negenennegentig

Ze zeggen hen: dat spel en werkrealiteit en fantasiewetenschap en verbeeldinghemel en aardeverstand en droomdingen zijn die niet bij elkaar horen.

Kortom, ze zeggen hen:dat de honderd er niet is. Het kind zegt: zeker, de honderd is er.

Loris Malaguzzivertaling: Giuli Ciaccia

Page 4: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

4 / i n f o r m a t i e g i d s

INH

OU

DS

OP

GA

VE

i n h o u d s o p g ave

Voorwoord 3

1 Uitgangspunten 5

Even voorstellen 5

Een openbare school 5

Aanmelden 5

2 Onze visie 6

Wat willen we? 6

Pedagogisch concept kindplaats 6

3 De praktijk 8

Het basisonderwijs 8

Het onderwijs op onze school 9

Schooltijden 9

Klokurentabel 9

Groepsindeling 9

Onderwijsaanbod 10

Specifieke zaken per groep,

de ontwikkeling en leerstofitems 11

De kleuter 11

Groep 3 14

Groep 4 15

Groep 5 16

Groep 6 16

Groep 7 16

Groep 8 17

Ideaal en praktijk 17

Betrokkenheid ouders/verzorgers 18

Hoe kan ik thuis aansluiten op het

schoolklimaat? 18

Schoolnieuws 18

Rapportage 19

Inspraak 19

Ouderverenigingsfonds 20

Klachtenregeling 21

4 Evaluatie en zorg 22

Kwaliteit van ons onderwijs 22

Kinderen met speciale rechten 24

Zorg voor kinderen 25

Schoolarts 28

Eindtoetsen en uitstroom 28

Werken aan verbetering 29

Planning 2014-2015 29

5 Jaarverslag 30

Leerlingen 30

Wachtlijst 30

Personeel en organisatie 30

Onderwijs en zorg 31

Huisvesting 31

Financiën 32

Profilering & promotie 32

Tweede school met de Reggio-Approach 32

Strategisch beleid 33

Brede school 33

6 Het organisatorische deel 34

Voor praktische zaken verwijzen we naar de kalender en de website; www.pws-lekkum.nl

Vakantierooster en vrije dagen 2014-2015 34

VSO/BSO 34 Kinderopvang peuters 34

7 Contactgegevens 36

Page 5: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

w a s s e n b e r g h s k o a l l e / 5

UIT

GA

NG

SP

UN

TE

N

1 u i t g a n g s p u n t e n

Even voorstellenProf. Wassenberghskoalle

Ieborchpaed 6, 9081 AR Lekkum

Tel: (058) 266 48 61, e-mail: [email protected]

De Prof. Wassenberghskoalle is een Educatieve kindplaats waar gewerkt wordt volgens de

uitgangspunten van de Reggio approach. In de Prof. Wassenberghskoalle is tevens gehuisvest

de Buitenschoolse Opvang en kinderopvang voor 2-4 jarigen. Dit wordt georganiseerd door

de Stichting Kinderopvang Friesland.

Een openbare schoolIn de wet op het Primair onderwijs staat:

a) Het openbaar onderwijs draagt bij aan de ontwikkeling van leerlingen met aandacht voor

levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals die in de Nederlandse maatschappij

voorkomen met de onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden.

b) Openbaar onderwijs wordt gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbe-

schouwing. Onze school is een afspiegeling van de situatie in het dagelijks leven. Een ontmoe-

tingsplaats voor alle gezindten. Verschillen tussen kinderen en hun ouders in uiterlijk, opvattingen

en levensbeschouwingen gebruiken wij als uitgangspunt voor ons onderwijs om kinderen van

elkaar te laten leren, met respect voor elkaars identiteit. De lessen intercultureel onderwijs,

geestelijke stromingen en humanistisch vormingsonderwijs geven de kinderen gelegenheid

om te werken aan de eigen identiteit.

AanmeldenEr wordt een toelatingsbeleid gehanteerd sinds 1 juli 2013. Dit betekent dat we werken met een

wachtlijst. Aanmelden kan alleen schriftelijk. U kunt hiervoor een inschrijfformulier aanvragen.

U ontvangt desgewenst een informatiepakket. We maken een afspraak voor een rondleiding

en/of een intakegesprek met de directeur of zijn/haar waarnemer.

- 4 Jarigen

Zodra een kind vier jaar is mag hij/zij naar de basisschool. Als een kind drie jaar en tien maanden

is mag hij/zij vijf dagen een kijkje komen nemen in de kleuterklas. Kort voordat uw kind op

school komt maakt de leerkracht van groep 1/2 een afspraak om op huisbezoek te komen.

In overleg wordt dan een datum bepaald waarop uw kind op school komt.

- Tussentijdse instroom van nieuwe leerlingen

Ouders die hun kind(eren) door verhuizing of om andere redenen tijdens hun schoolloopbaan op

onze school willen aanmelden, worden uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek met de

directie. Tijdens dit gesprek gaat het om het uitwisselen van informatie met betrekking tot het kind.

We gaan ervan uit dat in dergelijke situaties de ouders contact hebben gehad met de directie van de

huidige school. Daarnaast vragen we ook informatie op bij die school (zie ook toelatingsbeleid 4.2).

Page 6: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

6 / i n f o r m a t i e g i d s

VIS

IE

2 o n z e v i s i e

Wat we willenWe noemen onze school een kindplaats. Dat wil zeggen een plaats waar kinderen worden

opgevangen en onderwijs krijgen. Een grote ontmoetingsplaats. De uitgangspunten van

Malaguzzi, grondlegger van de kindercentra in Reggio Emilia in Italië vertalen we naar onze

Nederlandse situatie. Daarbij worden aspecten gebruikt van de non-directieve methode van

Rebeca en Mauricio Wild.

Pedagogisch concept kindplaats LekkumEr bestaat geen Reggio-methode. Men spreekt van een Reggio approach. Deze benadering

gaat uit van: ‘De rechten van het kind’. Kinderen hebben het recht om erkend te worden als

persoon met individuele, juridische, civiele en sociale rechten. Zij zijn degene die hun eigen

identiteit en mogelijkheden bepalen door relaties en interactie met hun leeftijdgenoten en

volwassenen en door echte en verbeelde ervaringen.

Volwassenen moeten voor alle kinderen alle mogelijke basisvoorwaarden creëren om ze

goede wereldburgers te laten worden. Eigen mogelijkheden en capaciteiten verwezenlijken

en uitbreiden, sociale vaardigheden vergroten, affectie en vertrouwen ontvangen, dat kan

alleen als volwassenen altijd klaar staan om ondersteuning en hulp te geven.

• Het kind staat centraal.

Een kind is sterk, rijk en actief en heeft vele mogelijkheden in zich. Het kind is zelf de

voorvechter van zijn eigen leven en zijn eigen groei. Het heeft een sterke drang om te weten

en te begrijpen. Kinderen zijn nieuwsgierig naar de wereld, verlangen naar relaties en

communicatie met anderen. Zij stellen zich open voor verandering en wisselwerking. Vanaf

hun geboorte leren zij omgaan met de sociale en fysieke omgeving, met alles wat de cultuur

waarin zij opgroeien hen brengt. Met dit beeld voor ogen hebben we een plaats voor kinderen

gecreëerd. Een KINDPLAATS; één plaats voor kinderen, met een systeem waarin alles samenhangt.

• De rol van de volwassene.

De volwassene moet zich kunnen inleven in de eigen levensgeschiedenis om zich te kunnen

invoelen in de wereld van het kind. Een ieder die betrokken is bij de opvang/begeleiding van

de aan hem/haar toevertrouwde kinderen moet proberen door de bril van de kinderen te

kijken. Het is zijn/haar taak om actief te luisteren naar kinderen, want kinderen hebben wel

honderd talen om zich te uiten (tekenend, schilderend, met klei, via muziek, bewegen enz.).

Volwassenen zullen het kind respecteren en dat respect ook van kinderen verwachten.

De omgeving, de benadering van kinderen en het accepteren van de verschillende talen die

kinderen kunnen hanteren zijn zeer belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen.

Kortom: ‘Zeker, de honderd is er’. (zie gedicht De Honderd Talen)

Page 7: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

w a s s e n b e r g h s k o a l l e / 7

VIS

IE• Alles draait om: individu, ruimte en actie.

Dit is de drie-eenheid.

Individu: Hiermee bedoelen we alle mensen. Dus kinderen, ouders, leerkrachten en opvang-

krachten. Niet alleen ouders, maar alle opvoeders, ja alle mensen in de woonomgeving zijn

belangrijk.

Ruimte: Hiermee bedoelen we de omgeving. De kindplaats moet een afspiegeling zijn van de

mensen die daar zijn/werken. Met ruimte bedoelen we hier niet alleen de ruimte in en om

school, maar ook de omgeving waarin het kind leeft.

Actie: Hiermee bedoelen we handelingen, gebaren tussen ruimte en individu. Als dat plaats-

vindt is er pas echt sprake van interactie. Door actie word je op nieuwe gedachten gebracht,

het zet je aan het denken. De interactie tussen het kind en de leerkracht/opvangkracht

bepaalt de identiteit van de school/kindplaats.

• Atelierista en pedagoog.

In school zijn twee ateliers. Het atelier biedt kinderen de mogelijkheid om verschillende

creatieve talen te spreken. In onze situatie hebben we niet zoals in Italië één atelierista (een

persoon met een kunstzinnige opleiding), maar proberen leerkrachten, opvangkrachten en

ouders samen creatief te zijn. De leerkrachten zijn de pedagogen die de visie moeten

bewaken, die er naar moeten kijken hoe vol/rijk het kind al is, die het programma zo moeten

maken dat het past bij het kind (=adaptief onderwijs) en dat de kerndoelen aan bod komen.

De opvangkrachten voor de kinderen van 2-4 jaar en de buitenschoolse opvang voor 4 tot 13

jaar worden geacht een plaats te creëren waar kinderen hun vrije tijd op een plezierige manier

kunnen doorbrengen. Creativiteit speelt ook hier een belangrijke rol.

• Educatieve kindplaats.

De kindplaats in Lekkum is een plek waar een heleboel volwassenen en kinderen samen leven

en met elkaar relaties aangaan. Wederzijds vertrouwen en veiligheid zijn hierbij van essentieel

belang. Het is als een soort bouwwerk dat in aanbouw is en voortdurend verandert. Kinderen

zijn de hoofdrolspelers, maar ook ouders spelen een grote rol. Zij hebben het recht om te

weten wat er zich op school afspeelt en om daarin te participeren. Om ouders te laten delen in

de ervaringen die hun kinderen opdoen wordt er veel gedocumenteerd. Het verslag van de

dag, het vastleggen van processen al dan niet met foto’s speelt hierbij een grote rol. We willen

een omgeving creëren waarin kinderen, ouders en personeel zich thuis voelen. Om dit te

realiseren is er heel veel ruimte nodig. Letterlijk (veel vierkante meters) en figuurlijk (ruimte

voor de verschillende talen die kinderen spreken). Ruimte betekent vrijheid,echter ook

gebondenheid. Praktische regels en afspraken, aandacht voor normen en waarden helpen

hierbij. De basisregels zijn vastgelegd en deze vindt u op kleine posters in de hele school

terug. Voor bezoekers hebben we aparte regels opgesteld, om het bezoek zo ontspannen

mogelijk te laten verlopen.

Page 8: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

8 / i n f o r m a t i e g i d s

DE

P

RA

KT

IJK

3 d e p ra k t i j k

Er zijn drie methoden om wijsheid te vergaren;

door na te denken,

wat de nobelste manier is,

door na te apen,

wat het eenvoudigst is

en door ervaring,

wat de bitterste methode is.

Confucius.

Het basisonderwijsDe basisschool kent voorgeschreven vakgebieden en daarvan de kerndoelen.

Deze kerndoelen vindt u terug in de portfolio van de leerling.

Er zijn kerndoelen voor:

• Nederlandse taal, Engelse taal en Friese taal.

• Rekenen en wiskunde.

• Oriëntatie op de mens en wereld.

• Kunstzinnige oriëntatie.

• Lichamelijke opvoeding

Bij oriëntatie op mens en wereld horen: aardrijkskunde,geschiedenis, de samenleving,

geestelijke stromingen, techniek, milieu, natuur, verkeer, gezond- en vreedzaam gedrag.

Tot kunstzinnige oriëntatie behoren: tekenen en handvaardigheid, muziek, spelbevordering

van het taalgebruik en beweging. Het mag duidelijk zijn dat niet elke leerling zich alle kern-

doelen aan het einde van de basisschoolperiode eigen heeft gemaakt. De school heeft de

opdracht zorgvuldig rekening te houden met verschillen tussen kinderen in aanleg en tempo.

Dat betekent: proberen onderwijs te geven dat bij het kind past.

Het aantal lesuren per vak is niet voorgeschreven. De meeste uren worden besteed aan de

basisvaardigheden rekenen, taal/lezen en schrijven. Het basisonderwijs is bestemd voor

kinderen van 4 tot 12 jaar. Normaal gesproken stromen leerlingen na ongeveer acht schooljaren

door naar het voortgezet onderwijs. Maar een kind kan ook eerder of later van school. Gelet op

de ontwikkeling van een kind kan het soms gunstiger zijn om iets meer tijd te nemen voor

bepaalde ontwikkelingen. Uiteraard gebeurt dat ook op een natuurlijke manier waarbij de

geboortedatum bepalend is. Kinderen gaan 8 tot 10 jaar naar de basisschool. Een leerling moet

de basisschool verlaten aan het einde van het schooljaar waarin hij/zij veertien is geworden.

Page 9: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

w a s s e n b e r g h s k o a l l e / 9

DE

P

RA

KT

IJK

Het onderwijs op onze school

Schooltijden

Inloop vanaf 8.00 uur.

SCHOOLTIJDEN TOTAAL 25 UUR EN 50 MINUTEN PER WEEK 25,83 X 39.6 = GEM. AANTAL SCHOOLWEKEN = 1022 UUR

Groep 1 t/m 8 8.25 uur - 11.40 uur en 12.20 uur -14.15 uur

Iedereen wordt om 8.20 uur in het lokaal verwacht, zodat de lessen om 8.25 uur

kunnen beginnen.

’s Middags beginnen de lessen om 12.20 uur. Uiterlijk in de klas aanwezig om 12.15 uur.

In verband met het gymrooster wordt er soms afgeweken van de bovenstaande tijden.

Klokurentabel/activiteiten/vak/vormingsgebieden

Alle werkzaamheden worden onderverdeeld in diverse vakgebieden. Hieronder vindt u de

zogenaamde klokurentabel. In de praktijk zijn de vakken niet altijd te scheiden en lopen de

werkzaamheden in elkaar over.

CODE ACTIVITEITEN GROEP 1/2 3/8

GY/SP Bewegingsonderwijs/Ac.Int/Soc. redzaamheid 27 15

WERK Ontw. Mat+Crea+WO 26 28

TAAL Taal/lezen/schrijven/Fries/Engels/muziek 25 30

RE/WI/Te Rekenen/Wiskunde/techniek 25 30

Totaal (kwartieren) 103 103

‘Help mij het zelf te doen’, zei Maria Montessori. Spelen is leren en leren zou spelen moeten

zijn. Helaas is het laatste niet altijd het geval. Wij twijfelen er niet aan dat het andersom wel zo

is. Kinderen moeten de ruimte krijgen om zelf dingen te ontdekken, om zelf de communicatie

aan te gaan. Daarom kiezen we er heel bewust voor om per dag gelegenheid te bieden om

samen activiteiten te kiezen. Tegemoet komen aan de behoefte tot communicatie noemen we

actieve interactie, maar men zou het ook onder de noemer sociale redzaamheid kunnen plaatsen.

De dag begint met interactie tijdens de vrije inloop.

Iedere dag is er ruimte voor beweging. De leerkracht bepaalt of dit binnen dan wel buiten

plaats vindt. De traditionele 15 minuten pauze zit in het totaal van bewegingsmomenten.

Groepsindeling

De basisindeling van de groepen is voor het schooljaar 2014/2015 als volgt:

Groep 1/2

Groep 1/2

Groep 3

Groep 4

Groep 5/6

Groep 6/7

Groep 8

Op www.pws-lekkum.nl vindt u het overzicht van de leraren per groep. Ook vindt u daar de

namen van de leidinggevenden van de voorschoolse- en buitenschoolse opvang.

Page 10: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

10 / i n f o r m a t i e g i d s

DE

P

RA

KT

IJK

Onderwijsaanbod

Onze school maakt gebruik van allerlei onderwijsmethoden/methodieken:

Voor meer informatie hierover verwijzen wij naar de website.

HVO/godsdienstonderwijs

Op de PWS hebben ouders en leerkrachten ervoor gekozen de lessen levensbeschouwelijk

onderwijs te laten geven door de eigen leerkracht. Hierdoor is het mogelijk om in te spelen

op actuele situaties en kan indien gewenst het onderwerp meerdere malen per week aan bod

komen. Voor de leerlingen is het vertrouwd dat de eigen leerkracht de lessen verzorgt. .

Leerkrachten gebruiken hiervoor de methode KLEUR (levensbeschouwing vanuit sociaal

emotionele thema’s). Voor meer informatie over Humanistisch vormingsonderwijs (HVO)

verwijzen wij naar de algemene informatiegids van Proloog voor ouders/verzorgers.

VOOR HET VAK GEESTELIJKE STROMINGEN HEBBEN WE EEN AANTAL WERELDFEESTEN INGEPLAND.Januari Drie koningen

Februari Valentijnsdag/ Poerim

Maart Holi/ kleurenfeest/Ostara lente-equinox

April Pasen

Mei Hemelvaart, Pinksteren

Juni Sint Jansfeest

Augustus Vakantie

September Oogstfeest/Mabon, Herfst equinox

Oktober Loofhuttenfeest

November Sint Maarten/ Divali

December Sint Nicolaas, advent, kerst/Joel zonnewendefeest

Ramadan en Suikerfeest

Groepsruimte

Atelier

Groepsruimte

Groepsruimte Teamruimte

Tevens zijn er twee groepen gehuisvest in dorpshuis De Weeme.

BergingIT-

ruimte

Gang

Gang

Gang

DirectieIB/RT

Groepsruimte

Groepsruimte

Keuken

wcwc

wc

Atelier

Page 11: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

w a s s e n b e r g h s k o a l l e / 11

DE

P

RA

KT

IJK

Specifieke zaken per groep, de ontwikkeling en leerstof-items.

Wat mogen we van kinderen verwachten? Welke ontwikkeling hoort bij welke leeftijd?

En welke leerstof komt aan bod?

De kleuter

De ontmoeting met de ‘anderen’

In de kleutertijd groeit de woordenschat enorm. Een Nederlandstalig kind beschikt op

vierjarige leeftijd receptief over ongeveer 3200 woorden. Tot en met hun achtste jaar komen

daar ongeveer 600 woorden per jaar bij, van hun negende tot hun twaalfde tussen 1700 en

3000 per jaar, zodat ze op twaalfjarige leeftijd ongeveer de beschikking over 17 000 woorden

hebben. Voor een volwassene zijn dat ongeveer 50 000-70 000 woorden. Geen wonder dat we

vaak over de hoofden van kinderen heen praten.

Er ontwikkelt zich een nieuw lichaamsbesef. De motorische vaardigheid wordt groter. In de

ogen van het kind zijn de ouders de bezitters van alle wijsheid. Tijdens de kleuterperiode

verwijdt de horizon zich. Het is de tijd van de ontmoeting met de ‘anderen’. Er zijn drie ‘andere’

aspecten namelijk meegevoel, agressie en nemen van de leiding. Het zijn ingewikkelde

relaties. Ruzies tussen kleuters zijn dan ook geen ongewoon verschijnsel. Vooral als de oorzaak

een conflict is over het bezit van iets en de hardhandigheid waarmee zulke conflicten worden

opgelost kunnen ons wreed aandoen. Bijvoorbeeld; Anne (5.4) fietst op de driewieler van

Jurre (4.6) en weigert af te stappen. Zij rijdt er snel mee weg en Jurre volgt haar tierend.

Hij haalt haar in, grijpt met beide handen de achteras in het midden vast en rukt die omhoog.

Anne tuimelt van de fiets. Jurre grijpt de fiets zonder zich om het huilende meisje te bekom-

meren en gaat zichtbaar vergenoegd zelf rijden. Een oudere kleuter gebruikt vaak een meer

beschaafde techniek; hij scheldt de vijand uit, wat niet wil zeggen dat hij niet meer handtastelijk

wordt. Veel echter van wat agressief gedrag lijkt kan bij nauwkeurige observatie ook worden

geduid als rollenspel.

De kleuter kan met veel genoegen met leeftijdsgenoten een soort wedstrijd beginnen in

verbale agressie. De kleuter die de taal goed beheerst heeft geleerd dat bepaalde termen

schokkend kunnen zijn. Het moedwillig uitspreken van verboden woorden, het gebruik van

woorden als poep zal bij vrijwel elke kleuter tussen 4.0 en 5.0 voorkomen. In alle groepen,

maar met name in de jongste groepen, wordt er erg veel aandacht besteed aan sociale

opvoeding; elkaar helpen, rekening houden met elkaar.

Spel, werkelijkheid en fantasie

• Weerspiegeling van de wereld door volwassenen in het spel.

Wat tijdens het spel het meest opvalt, is de rol van de ouders als mopperend zeurend individu.

Juffen kunnen worden voorgesteld als tirannen. Kleuters die nooit slaag krijgen praten er toch

over en gebruiken het als middel om de pop tot gehoorzaamheid te dwingen. Het draait hier

om de leidinggevende rol ten opzichte van de ondergeschikte.

Page 12: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

12 / i n f o r m a t i e g i d s

DE

P

RA

KT

IJK

• De beheersing van het materiaal

Het spel gaat van variabel impulsief spel, dat grotendeels wordt bepaald door externe

evenementen, naar meer volgehouden en opzettelijk ontworpen spelactiviteiten.

• Werkelijkheid en fantasie

Realiteit en fantasie zijn bij kleuters in de meeste gevallen verwisselbaar. Voor een jonge

kleuter is spelen geen net doen alsof; het is spelen van de rol die beleefd wordt.

Een kleuter van 5.0 krijgt meer besef van het verschil voorwenden (spelen) en werkelijkheid.

Hij heeft steeds meer de behoefte om te spelen met levensechte objecten om zijn spel reëel

te maken.

• Imaginaire figuren

Imaginaire, denkbeeldige, figuren hebben voor de kleuter een bijzondere levendigheid; ze

bestaan, hebben wensen en verlangens, vertellen over hun eigen ervaringen en het (echte)

gezin houdt vaak rekening met hun bestaan.

Het ik- besef

• Vrees en angst

Het ik-besef leidt als vanzelf naar het besef van kwetsbaarheid. Het is dan ook niet vreemd dat

tussen 4.0 en 5.0 jaar de vrees die het kind vroeger niet heeft gekend, opduikt. Hij kent iets

van de werkelijke of vermeende gevaren die hem omringen, maar of ze iets met hem te

maken hebben ontgaat hem.

Een kind dat op de speelplaats als een tijger gaat grommen kan werkelijke paniek oproepen

bij een ander kind.

Een kleuter heeft een vrij precies idee van wat hem kan overkomen. Volwassenen doen er

goed aan het zoveel feiten te vertellen als het begrijpen kan. Uitvluchten en ontkenningen

zullen de gevoelens slechts verwarren.

• Het besef van eigen ontwikkeling en continuïteit

Het kind krijgt notie van de tijdelijkheid van beleving; de verjaardag komt en gaat en er blijft

niets over, maar ik ben alleen een jaar ouder zegt een kind. Met het groot worden, waar ieder

kind naar streeft, met het zelfstandiger leven in de wereld komt verantwoordelijkheid en de

eenzaamheid. Mogelijk is dit een oorzaak van lange perioden van regressie; huilen, dreinen.

Wat de oorzaak ook zijn mag, een dergelijk verloop hoort bij de normale ontwikkeling.

Denken en waarnemen

• Begripsvorming

Begrippen gaan van globaal naar concreet naar abstract. Het verschil tussen concrete en

abstracte begrippen maakt dat volwassenen en kinderen elkaar vaak niet zo goed begrijpen.

• Begrippen in actie

Voor kleuters zijn de gezinsrelaties het prototype van alle relaties. Blokken worden bijvoor-

beeld gerangschikt in; dit zijn de vaders en moeders en dit de kinderen.

• Relatiebegrippen

Relaties die verder gaan dan vader en moeder begrijpt een kleuter niet. ‘Juf is dat jouw vader?’,

is een aangestelde vraag als de echtgenoot van juf even op school komt.

Page 13: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

w a s s e n b e r g h s k o a l l e / 13

DE

P

RA

KT

IJK

• Tijdsbegrip

Tijd is niet alleen voor kinderen een moeilijk begrip. We worden veranderingen, periodieke

terugkeer van evenementen en ritmen gewaar, in de omgeving en in ons lichaam; verder

kennen we het wachten op dingen die komen en gaan of de haast om dingen af te maken.

We hebben gemeten tijd en beleefde tijd. Als kleuters weten dat er ook hiervoor iets was,

vinden ze het wonderlijk en heerlijk iets uit hun verleden te horen. Hoe was het toen ik nog

een klein kindje was?

• Ruimtebegrip

Als een kleuter in een nieuwe omgeving wordt gebracht verkent hij de ruimte snel. De ruimte

waarin hij beweegt wordt doorkruist door een aantal ruimtelijke relaties die afhangen van zijn

eigen lichaam en de waarneming daarvan. Op deze wijze kent hij op en neer, opzij en naast,

dichtbij, ver etc. In het algemeen is de kleuter grotendeels georiënteerd op bepaalde objecten

en bekende wegpatronen, die wijzen op het gebruik van tekens. De kleuter blijkt de deur van

het rijtjeshuis te kennen aan de gele mat die ervoor ligt.

• Kwantitatieve ‘begrippen’

Een en meer dan een, meer dan, minder dan, groter en kleiner dan, eenmaal en nog eens.

Voorbereidingen voor numerieke begrippen. Een kleuter die tot twintig kan tellen kent

meestal een gedichtje namelijk de namen van cijfers in de juiste volgorde. Kleuters blijven

meestal steken in de aanschouwelijke, concrete aanloop.

• ‘Begrip’ omtrent oorzaak/gevolg

Jonge kleuters hebben waarschijnlijk geen idee dat een gebeurtenis een oorzaak heeft.

Gebeurtenissen zijn er slechts voor hem. Een kleuter gebruikt het voegwoord en. Niet daarom

en waarom. Het kind vraagt naar de maan, we geven hem de kosmos, aldus Mauricio Wild.

Als waarom wordt gebruikt dan vraagt hij eerder om een rechtvaardiging dan om een uitleg.

• Het denken

Wanneer een kind een toren bouwt van blokken, dan denkt het. Het formuleert dan een

begrip van de werkelijkheid en plaatst zijn beleving in het kader van zijn basiswerkelijkheid.

Het schikt zijn werkelijkheid opnieuw om er ervaringen in op te nemen. Het experimenteert,

het is voortdurend bezig om problemen op te lossen en te leren. Het denk en leerproces van

volwassenen is niet zo zichtbaar als dat van het jonge kind. Een volwassene houdt de

stunteligheid voor zich en denkt zonder te spreken. Natuurlijk kan een volwassene ook veel

sneller. Hij heeft immers vaardigheden verworven op diverse gebieden. Feit is dat je als

volwassene niet terug kunt naar de kleutertijd. We doen slechts ons best om de kleuter te

begrijpen.

Werkwijze in de kleutergroep

De werkwijze in de kleutergroep speelt duidelijk in op de ontwikkelingsfase van het kind. We

proberen dit toe te lichten aan de hand van een overzicht van activiteiten die in de klas plaats

kunnen vinden. Wanneer de kinderen op school komen gaan ze in de kring zitten. Nadat we

gekeken hebben wie we missen volgt een kringgesprek, waarbij het onderwerp door de

leerkracht wordt aangegeven of spontaan uit de kinderen komt. Ook kan de dag begonnen

worden met het zingen van liedjes, het vertellen van een verhaaltje, het opzeggen van

gedichtjes of het geven van raadseltjes. Kortom; de kinderen zijn ruim 20 minuten intensief

Page 14: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

14 / i n f o r m a t i e g i d s

DE

P

RA

KT

IJK

bezig met taal. Hierdoor leren ze gedachten onder woorden brengen (door het maken van

zinnen), naar elkaar te luisteren en op hun beurt te wachten. Uiteraard komen zo allerlei

begrippen, ook rekenkundige, en sociaal emotionele onderwerpen aan bod.

Na het kringgesprek en na een eventuele werkbespreking gaan de kinderen aan het werk.

In iedere hoek wordt verschillend werk uitgevoerd. Zo is er bijvoorbeeld gelegenheid om te

knippen, plakken, te tekenen of te kleien in het atelier. Tevens kan er keuzewerk uit de kast

gehaald worden. Bijvoorbeeld lotto’s, puzzels, mozaïek, constructiemateriaal e.d.

Behalve het verfbord is er een huishoek/winkel, bouwhoek, zand/watertafel en een timmerta-

fel/ontdekhoek. De kinderen werken individueel of groepsgewijs. Meestal staat er een ge-

meenschappelijk project centraal, bijvoorbeeld ‘floralia’, de herfst etc. Naast de creatieve

werkzaamheden is er voldoende plaats voor het zogenaamde bewegingsonderwijs. Bewe-

gingsonderwijs bestaat, behalve uit vrij spelen binnen en buiten, ook uit kleutergymnastiek en

–ritmiek en het doen van allerlei bewegingsspelletjes. Rond 10.00 uur is er een moment om

fruit te eten. Omdat sommige kinderen al veel eerder trek hebben mogen ze het fruit ook

eerder eten. Afspraak is dat we altijd in de kring eten en drinken op de daarvoor afgesproken

plaats. Tijdens de lunchpauze zitten we aan tafel.

De dag eindigt weer in de kring.

Het kenmerk van het kleuterspel is de directie ervaring, die uit zijn nabije eigen wereld

voortkomt en dit duurt tot ongeveer de middenbouwgroep. Langzamerhand gaat het kind

plezier krijgen in vervangende ervaring waarbij hij zijn mogelijkheden gebruikt de gevoelens

van andere mensen te delen over afwezige objecten. Van hieruit beweegt het kind zich de

laatste jaren naar de ware abstractie, waarin het kind bewust de wereld kan beschouwen. Als

een kind 6 jaar is wordt bekeken of het kind er qua ontwikkeling aan toe is om met aanvanke-

lijk taal-, lees- en rekenonderwijs te beginnen. Alle ontwikkelingsaspecten spelen een rol bij de

uiteindelijke beslissing. Dus niet alleen kennis, maar ook de sociaal-emotionele kant. Acceptatie

van het ontwikkelingstempo is van het grootste belang. We vinden het heel normaal dat niet

alle kinderen op dezelfde leeftijd kunnen lopen. Datzelfde principe hanteren we voor het leren

van allerlei andere vaardigheden.

Groep 3

Het fundamentele verschil tussen leren van de kleuter en daarna is het gebruik van symbolen.

Vanaf 6 jaar leert het kind geleidelijk dat symbolen ‘in plaats van’ staan. Deze ontwikkeling

zien we ook al bij de oudere kleuter, die het leuk vindt om zijn eigen naam te schrijven en

daardoor aangeeft de taal van de symbolen te willen leren beheersen. Langzaam maar zeker

sluit het kind de volwassenen buiten zijn wereld. Het kind sluit zich aan bij een op zichzelf

staande buurt- en schoolgemeenschap van leeftijdsgenoten en vormt groepen naar leeftijd

en sekse. De normen en waarden van leeftijdsgenoten worden aanzienlijk belangrijker dan

wat ouders zeggen. Hierbij komt dat de kinderen leren hun gedachten voor zich te houden;

het hard op denken is plotseling afgelopen. De geheime gemeenschap begint in deze tijd te

bloeien. Als volwassenen kijken we in deze periode veel naar hoe het een en ander met de

kinderen gedaan kan worden. Hierbij moeten we niet vergeten om te kijken naar het kind

zoals het is. Bij leeftijdsgenoten leert een kind uit eerste hand sociale structuren kennen,

Page 15: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

w a s s e n b e r g h s k o a l l e / 15

DE

P

RA

KT

IJK

democratisch of autoritair; het komt in aanraking met leiders en volgelingen, met recht en

onrecht, met loyaliteit, helden en idealen en met ontelbare minder verheven zaken. In feite

wordt het kind lid van twee tamelijk verschillende gemeenschappen. Ouders en leerkrachten

voeden het kind op in de normen en waarden van de gemeenschap in het algemeen, met zijn

door de volwassenen aanvaarde regels en waarden. Tussen zijn leeftijdsgenoten leeft het in

een speciale kindercultuur die gekenmerkt wordt door eigen traditionele spelen, spelletjes,

rijmpjes, raadsels, die van de ene generatie van kinderen bijna intact worden doorgegeven

aan de volgende, en daardoor soms eeuwenoud zijn, zonder hulp van, en soms ondanks, de

volwassenen. Kinderen in groep 3 willen graag ‘alles’ zelf doen. Ouders mogen meestal nog

wel even brengen maar daarna willen ze zelf. De kinderen mogen vanaf 08.00 uur naar binnen.

Ze kiezen zelf een rustige activiteit. In groep 3 staat de wereld van de symbolen centraal.

Aanvankelijk lezen en rekenen en natuurlijk het schrijven van de symbolen. Niet ieder kind

start op hetzelfde niveau. Sommige kinderen hebben zich in groep 2 bijvoorbeeld het lees-

proces eigen gemaakt. We proberen zo veel mogelijk aan te sluiten bij het niveau van het

kind. Voor wie nog geen letterkennis heeft start het aanvankelijk leesproces. Dit gebeurt aan

de hand van globaalwoorden; ik, maan, roos, vis etc. Vanuit het globale woord gaan we naar

de klanken. Mmmmm-aaaaaaaa-nnnnnn. Het leren lezen is een inspannend werk. Vergelijk

het maar eens met het leren van 40 Chinese tekens.

Na inspanning is dan ook ontspanning van het grootste belang. Dit realiseren we met behulp

van voor de kinderen bekende situaties en speelwerkmaterialen. Stil zitten en bewegings-

momenten wisselen elkaar af. De beweging kan binnen dan wel buiten plaats vinden.

Ook in groep 3 zijn nog hoeken. Zo is er een bouwhoek, schrijfhoek, leeshoek en rekenhoek

en er zijn wisselende hoeken. De nadruk ligt op spelenderwijs leren. De betrokkenheid van de

kinderen wordt gestimuleerd door gebruik te maken van hun eigen ervaringen. Dit noemen

we ervaringsgericht werken. Het coöperatief leren speelt naast competitief en individueel

leren een grote rol. Allerlei studies hebben aangetoond dat als leerlingen mogen samenwerken

zij een groot aantal van hun sociale vaardigheden verbeteren. Zij worden handiger in het

oplossen van problemen die alleen door samenwerken kunnen worden opgelost. Zij kunnen

zich gemakkelijker inleven in de situatie van de ander en in het algemeen zijn ze meer bereid

om anderen te helpen en te waarderen. Kinderen krijgen binnen de opdrachten de ruimte om

keuzes te maken en daar waar mogelijk samen te werken.

Groep 4 (zie ook groep 3)

Praten over gevoelens is voor het jonge kind belangrijk. Kijken naar de verschillen tussen

mensen. Kijken naar je eigen gedrag. Welke regels hebben we in omgang met elkaar? Elkaar

‘opstekers’ geven in plaats van ‘afbrekers’. Van aanvankelijk lezen gaan we naar technisch lezen.

Het gaat erom dat het kind vlot leert lezen. Het schrijven gaat meer en meer naar; hoe schrijf ik

het. Taalregels doen hun intrede.

Rond het zevende jaar bieden we ook steeds meer rekenkundige zaken aan. Tijd, geld, tellen met

sprongen (tafels), meten en wegen. Automatiseren van sommen tot 20 en de tafels leren. Werken

met sommen tot 100. Wereldoriëntatie met behulp van eenvoudige kaarten van Topondernemers.

Page 16: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

16 / i n f o r m a t i e g i d s

DE

P

RA

KT

IJK

Groep 5

Langzaam maar zeker worden kinderen lid van een groep. De kijk die het kind op zichzelf

heeft, komt niet alleen voort uit een gevoel dat men hem mag en accepteert in het gezin,

maar ook uit een gevoel van competentheid en van adequaatheid, namelijk dat het de dingen

kan verrichten die van hem geëist worden en dat het een rol kan spelen in de gemeenschap.

Dit alles betekent ook dat het zichzelf kan bekritiseren, zichzelf en zijn prestaties kan zien met

de ogen en volgens de normen van anderen.

• Samen werken, afspraken maken.

• Van technisch lezen naar begrijpend lezen.

• Naar een steviger handschrift.

• Meer spelling- en taalregels.

• Schrijven met hoofdletters.

• Automatisering sommen tot 100 en natuurlijk de tafels blijven leren.

• Rekenen met grotere getallen.

• Wereldoriëntatie met behulp van Topondernemers .

Groep 6

Erkenning, zelfs als minachting geuit, is beter dan ‘lucht’ te zijn voor de anderen. Er zijn

kinderen die voortdurend door de groep waartoe ze willen behoren worden afgewezen; zij

kunnen zich geïsoleerd en minderwaardig gaan voelen. Anderzijds komt het ook voor dat bij

bepaalde kinderen een te grote identificatie met de groep ontstaat; deze kinderen verwerven

weinig bekwaamheid in het denken onder eigen verantwoordelijkheid als ze het moeten

stellen zonder de mening van de groep. Natuurlijk gaat het kind niet volledig op in zijn

vriendengroep. Thuis en op school wordt het, ondanks verzet, blootgesteld aan algemene

normen en waarden. Ook al lijkt het kind soms doof voor ouderlijke lessen, terechtwijzingen

e.d., toch hoort en leert het een grote hoeveelheid feiten, meningen en attitudes.

• Begrijpend lezen; hoe doe je dat? Welke stappen zet je?

• Rekenen met grote getallen, breuken. Meten, oppervlakte en omtrek. Omgaan met geld.

• Rekenproblemen oplossen.

• Woordsoorten.

• Automatiseren van de spellingsregels.

• Gebruik van lettergrepen, alfabetisering.

• Presenteren met Topondernemers.

Groep 7 (zie ook groep 6)

Kijken naar taken en verantwoordelijkheden. Bij het samenwerken steeds meer kijken naar je

eigen rol. Reflecteren, feedback geven en ontvangen.

• Conflicten oplossen.

• Het algemeen belang; hoe lever je een bijdrage aan de wereld buiten de school.

• Op weg naar een eigen handschrift.

• Taalkundig ontleden.

• Rekenen; Procenten, bewerkingen met breuken, inhoud, decimalen,

delingen met herhaald aftrekken of staartdeling.

Page 17: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

w a s s e n b e r g h s k o a l l e / 17

DE

P

RA

KT

IJK

• Studievaardigheden, uitbreiden begrijpend lezen.

• Een grotere plaats voor Topondernemers en techniekonderwijs.

Groep 8

Tegen het twaalfde jaar heeft het kind een bijzondere zekerheid in zijn optreden. Het is

beheerst en handig. Veracht alle kinderachtigheid en is extreem onafhankelijk. De puber is

georiënteerd op de wereld van de volwassenen. De voorrechten en de verantwoordelijkheden

van de volwassenen kan hij af en toe proberen te grijpen of te ontvluchten. Het naderende

afscheid leidt soms tot onverwachte reacties van kinderen. Het leidt soms tot normvervaging:

het is niet allemaal meer zo belangrijk, want alles houdt toch op. We proberen kinderen vooral

mee te geven dat het werk er tot het laatste moment toe doet. Je stopt immers allerlei bagage

in je rugzak. En die neem je gewoon mee naar het voortgezet onderwijs.

We werken steeds meer ‘van toets naar toets’. Methodetoetsen en eindtoetsen.

• Eigen doelen stellen, plannen. Planningen leren bijstellen.

• Herhalen van de basisstof.

• Uitbreiden van taalkundig ontleden.

• Nog meer studievaardigheden.

• Leren elimineren. Van veel informatie naar de kern van de zaak.

• Fries en Engels worden vanaf het begin van de schoolperiode opgebouwd. Met name in groep 8

vindt de verdieping plaats. Daarnaast maken de kinderen in deze groep kennis met Duits en Frans.

• Hoe leer ik ‘leren’?

• Werkstukken/ boekverslagen maken. Burgerschap, wat is onze geschiedenis, waarom zijn

zaken zoals ze zijn?

• Wie ben ik in de groep? Waar sta ik? Wat wil ik en wat niet?

• Hoe moet ik mij straks gaan gedragen in de nieuwe groep?

• Allerlei zaken die een rol spelen bij de overstap naar een nieuwe fase.

Ideaal en praktijk

Een basisschool moet adaptief onderwijs bieden (=aangepast onderwijs). Toch betekent

adaptief onderwijs, volgens de visie van Loris Malaguzzi, niet alleen aanpassing van het

aanbod aan de individuele behoeften van het kind, maar ook en vooral de uitdaging om actief

mee te doen. Daarom wordt er ook in projectvorm gewerkt. Dit zie je het duidelijkst terug in

het onderwijs aan jonge kinderen, maar ook oudere kinderen werken thematisch voor wat

betreft wereldoriëntatie. De Reggio Emilia approach is, zoals eerder al beschreven, geen

methode maar een benaderingswijze. In Italië hanteert men de approach voor kinderen tot

6 jaar. In Ecuador hanteren Mauricio en Rebeca Wild een dergelijk benaderingswijze voor

kinderen tot 18 jaar. Kinderen moeten de kans krijgen zichzelf te ontwikkelen.

Op de Prof. Wassenberghskoalle creëren we ruimte voor kinderen. Ruimte voor verschillen,

maar ook vierkante meters door gebruik te maken van de totale omgeving. Oude waarden

zoals kennis en aandacht voor regels en afspraken vormen het uitgangspunt. We zoeken naar

een weg om kinderen mede verantwoordelijk te maken voor hun leerproces.

Page 18: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

18 / i n f o r m a t i e g i d s

DE

P

RA

KT

IJK

Leren in vijf dimensies, van Marzano, helpt bij de praktische uitwerking om actieve en

zelfstandige leerlingen te worden.

De dimensies zijn;

1 Motivatie.

2 Nieuwe kennis verwerven en integreren.

3 Bestaande kennis verbreden en verdiepen.

4 Onderzoek doen, toepassen van kennis.

5 Reflectie.

Voor meer informatie over het leren in vijf dimensies verwijzen we u naar de website.

Betrokkenheid ouders/verzorgersHoe kan ik thuis aansluiten op het schoolklimaat?

U hebt recht op goed onderwijs voor uw kind. De kindplaats verzorgt onderwijs maar heeft

ook een grote pedagogische opdracht. Dat wil zeggen dat alle betrokkenen ook een bijdrage

leveren aan de opvoeding. De praktijk leert dat klimaat en sfeer thuis belangrijk zijn voor de

prestaties op school. Er is al veel gewonnen als een ieder zich realiseert dat een dagje school

voor een kind net zo inspannend is als uw eigen dagtaak. ‘Reggio approach’ betekent aandacht

voor ruimte, individu, actie en vervolgens de interactie tussen die drie. . Dat wil zeggen aandacht

voor samenwerking, niet alleen tussen kinderen maar ook tussen ouders en leerkrachten.

Het team gaat ervan uit dat ouders de werkwijze, het pedagogische concept en de inhoud

van het onderwijs ondersteunen. Kinderen hebben recht op onderwijs. We proberen kinderen

te leren dat dit recht ook leidt tot verplichtingen. Er zijn duidelijke afspraken en regels waar

een ieder zich aan moet houden. De regels kunt u overal in het gebouw vinden. Alles draait

om communicatie, maar communicatie kan ook heel lastig zijn. Wij stellen het erg op prijs dat

u contact met ons opneemt wanneer er onverhoopt problemen, onduidelijkheden of

klachten zijn over het onderwijs zoals dat aan uw kind wordt gegeven of wanneer er sprake

is van een meningsverschil met een leerkracht (zie ook klachtenregeling bestuur). Indien het

geen dringende zaken zijn willen we graag dat ouders gebruik maken van het spreekuur.

Bij ieder lokaal hangt een schema waarop u voor het spreekuur kunt intekenen.

Schoolnieuws

Wekelijks verschijnt er op vrijdag een nieuwsbrief. U ontvangt deze digitaal.

De nieuwsbrief wordt gebruikt voor zakelijke mededelingen, nieuwtjes, kinderpraat etc. Hierin

worden ook oproepen van ouders/leerlingen geplaatst. Omdat jonge kinderen vaak moeilijk

vertellen wat er op school gebeurt, maakt de leerkracht een dagverslag. Ouders worden zo

dagelijks op de hoogte gesteld van de activiteiten in groep 1/2. Het dagverslag ontvangt u ook

digitaal. Tevens is er schoolnieuws te vinden in ‘De Kobbeflecht’, het dorpsblad van Miedum,

Lekkum en Snakkerburen. en in de Wynzer krante.

Rapportage

Ouders/verzorgers worden in het begin van het schooljaar uitgenodigd voor een startgesprek.

Er worden een aantal spreekuren georganiseerd. Men is zelf verantwoordelijk om in te tekenen

Page 19: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

w a s s e n b e r g h s k o a l l e / 19

DE

P

RA

KT

IJK

voor het spreekuur. Op de deuren van de lokalen hangen intekenlijsten. Het kan ook gebeuren

dat de leerkracht de ouders uitnodigt voor het spreekuur. Tijdens het spreekuur wordt monde-

linge rapportage gegeven. Afspraken worden vastgelegd en indien nodig ondertekend door

leerkracht en ouders. De ouders van groep 1 worden in januari allemaal uitgenodigd voor een

gesprek. Ouders van kinderen die 5 jaar worden, worden in de verjaardagsmaand uitgenodigd

voor een gesprek. Leerlingen krijgen in groep 2, als ze zes jaar zijn, hun eerste portfolio mee.

Voor de jonge leerlingen maakt de leerkracht een keuze uit diverse werken. Oudere kinderen

kiezen zelf wat ze belangrijk vinden voor hun verslag. Tevens maken de uitslagen van het

leerlingvolgsysteem, het systeem van methode-onafhankelijke toetsen, onderdeel uit van de

portfolio. Leerkrachten vullen het verslag waar mogelijk in samenspraak met de leerlingen aan.

Ouders worden uitgenodigd om het verslag te bespreken en waar mogelijk ook een aanvulling

te geven. Ouders worden 1 keer per jaar verwacht voor een portfoliogesprek met de leerkracht.

De portfolio wordt besproken en meegegeven in de periode rond de verjaardag van de leerling.

Van de ouders vragen we dan een handtekening voor ‘gezien’ en vervolgens krijgt men de map

mee naar huis. Omdat we de map voortdurend aanvullen kan deze maximaal 3 weken mee naar

huis. Daarnaast krijgen kinderen nog de gelegenheid om hun portfolio aan de ouders te laten

zien op de presentatiedagen. Voor de zomervakantie wordt er een aanvulling van activiteiten

per vakgebied in de portfolio gedaan en krijgen alle kinderen hun map mee naar huis. Na de

zomervakantie willen we de portfolio’s terug. We verwachten dat het boek dan nog compleet is.

Gedurende de eerste weken worden de mappen in orde gebracht voor het nieuwe schooljaar.

Dit betekent werk van leerlingen eruit, nieuwe formulieren erin. Per vak blijft de basisinforma-

tie zitten, zodat de kinderen hun eigen groei blijven zien. Voor overige rapportagemomenten

wordt aan de ouders verzocht om gebruik te maken van het spreekuur. Ook tijdens het

spreekuur is het mogelijk om de portfolio te bespreken/bekijken.

In het begin van het schooljaar wordt aan de ouders van groep 8 uitleg gegeven over de

eindtoetsen. Het leerlingvolgsysteem wordt gebruikt om een groepsplan en een programma

per kind te maken. Ook de eindtoetsen worden gebruikt om het groepsplan bij te stellen en een

eigen leerlijn te maken. De ouders/verzorgers van de leerlingen in groep 8 worden in november

uitgenodigd i.v.m. een voorlopige advisering voor het voortgezet onderwijs aan de hand van de

Plaatsingswijzer Friesland. De resultaten van de toetsen van het LOVS (leerlingvolgsysteem van

groep 6 t/m 8), de Drempeltest, werkhouding, motivatie etc. spelen een rol bij de advisering.

Advisering van het basisonderwijs betekent niet automatisch plaatsing op de gewenste keuze

in het voortgezet onderwijs. Soms moeten ouders in bezwaar gaan, soms ook ouders en

school samen om de leerling alsnog op het gewenste niveau geplaatst te krijgen.

Inspraak

De directie is belast met de dagelijkse leiding op school. Onze school valt onder de bevoegd-

heid van een stichting, namelijk PROLOOG. Dit is een commissie die bestuurt op afstand.

Op elke school worden belangrijke beslissingen genomen die direct te maken hebben met het

onderwijs dat wordt gegeven. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor deze beslissingen,

Page 20: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

20 / i n f o r m a t i e g i d s

DE

P

RA

KT

IJK

die worden genomen in overleg met de medezeggenschapsraad. De medezeggenschapsraad

van de Prof. Wassenberghskoalle bestaat uit 4 leden, te weten 2 ouders en 2 personeelsleden.

De directeur heeft geen zitting in de MR, maar kan worden gevraagd om advies te geven. De

ouders worden gekozen op de jaarlijkse ouderavond en hebben in principe zitting voor 3 jaar.

Men kan zich na 3 jaar herkiesbaar stellen. Wanneer een ouder geen kind meer op school heeft

moet men uit de MR. Er kunnen geen twee leden uit één gezin in de MR/OV. Omdat het

overleg met het schoolbestuur en elke MR zeer tijdrovend zou zijn is er een gekozen Gemeen-

schappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De oudervereniging (OV) bestaat uit ouders die

gedurende 1 jaar zitting hebben en kunnen worden herkozen zolang zij kinderen op school

hebben. De MR en OV vergaderingen zijn openbaar, iedereen met kinderen op school kan deze

bijwonen. Het is de taak van de MR/OV om ouders en verzorgers zoveel mogelijk bij de school te

betrekken. Via de MR praten de ouders mee over allerlei zaken die onze kindplaats betreffen.

De schoolgids, evenals het schoolplan worden besproken in de Medezeggenschapsraad en de

Oudervereniging. Er is officieel instemming nodig van de medezeggenschapsraad. Na vaststel-

ling wordt de gids jaarlijks geplaatst op de site van de Prof.Wassenberghskoalle.

De OV is ook actief bij de voorbereidingen van feesten, projecten enz. Voor de verschillende

feesten worden projectgroepen gevormd waarin ouders en leerkrachten samen de feesten en

activiteiten voorbereiden. Omdat het organiseren van activiteiten geld kost wordt aan de

ouders een vrijwillige bijdrage voor het ouderraadfonds gevraagd. De OV legt op de jaarlijkse

ouderavond van de MR d.m.v. een financieel verslag verantwoording af over de besteding van

de ouderbijdrage. Ouders kunnen wensen, suggesties en kritiek t.a.v. zaken op school aan

leerkrachten en/of MR/OV doorgeven.

De Oudervereniging wijst nieuwe ouders erop dat er een Vereniging voor Openbaar onderwijs

bestaat. We hopen dat ouders het de moeite waard vinden om lid van deze vereniging te

worden. Via de VOO kunnen ouders meepraten over het onderwijsbeleid op scholen.

De VOO heeft regelmatig overleg met het ministerie. Leden ontvangen het tijdschrift SCHOOL!.

Hierin staan allerlei zaken over het voortgezet en primair onderwijs.

Ouderverenigingsfonds

Leerlingen zijn verplicht alle wettelijke lesonderdelen van het schoolplan te volgen. De school

ontvangt hiervoor bekostiging van het rijk en mag hiervoor geen ouderbijdrage vragen. Indien

een bevoegd gezag van een school hier wel een bijdrage voor vraagt moet er een wettelijke

overeenkomst worden ondertekend. Uiteraard organiseert het team samen met de oudervereni-

ging extra activiteiten, waar ook geld voor nodig is. De hoogte van de bijdrage is een zaak van de

oudervereniging die het ter goedkeuring voorlegt aan de medezeggenschapsraad. Wat wordt er

van de bijdrage bekostigd? Bijkomende kosten rondom feesten zoals Sint Nicolaasfeest, Kerst,

Pasen, het schoolfeest, schoolreis, slaapnacht en de laatste schooldag. Er wordt ook een bijdrage

aan Stichting Doarpstún Snakkerbuorren betaald. Hiervan wordt dan weer zaai en plantmateriaal

gekocht. Daarnaast wordt van deze bijdrage koffie en thee voor alle vrijwilligers (hulpouders)

betaald, schaatswedstrijden, excursies e.d.

Page 21: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

w a s s e n b e r g h s k o a l l e / 21

DE

P

RA

KT

IJK

De bijdrage is vrijwillig. Bedenk echter wel dat de oudervereniging niks kan organiseren zonder

uw bijdrage. I.v.m. de grote onkostenpost van het Sinterklaasfeest willen wij uw bijdrage graag

vóór 1 november ontvangen. Komt uw kind in de loop van het schooljaar op school dan betaalt

u in maandelijkse termijnen een gedeelte van de ouderbijdrage (een schooljaar heeft in totaal

10 maandelijkse termijnen). Op de ouderavond worden ieder jaar de bedragen vastgesteld.

Sponsoring behoort tot de mogelijkheden indien de tegenprestatie niet verder gaat dan een

naamsvermelding op een bordje bij de ingang. Sponsoring kan alleen via de oudervereniging.

SCHOOLREIS DIVERSEN TOTAALgroep 8 € 45,- € 45,-

groep 7 € 60,- € 45,- € 105,-

groep 6 € 60,- € 45,- € 105,-

groep 5 € 60,- € 45,- € 105,-

groep 4 € 45,- € 45,- € 90,-

groep 3 € 45,- € 45,- € 90,-

groep 2 € 45,- € 45,- € 90,-

groep 1 € 45,- € 45,-

groep 0 € 4,50 per mnd

Het bedrag voor het schoolreisje betreft de schoolreis na de grote vakantie. Het moet echter voor

1 mei worden betaald. Indien een leerling wegens omstandigheden maar een dag mee gaat

blijven de kosten hetzelfde. Ouders zijn in zo’n geval zelf verantwoordelijk voor het ophalen.

Het is ook mogelijk om maandelijks een bedrag over te maken. Graag naam van de leerling(en)

+ schooljaar vermelden bij overboeking. op nr. NL60RABO0127573860 t.n.v. Oudervereniging

Openbare Basisschool Lekkum.

KlachtenregelingWaar gewerkt wordt worden fouten gemaakt. Dat is op scholen niet anders. Ouders zijn

welkom bij de groepsleerkracht om dergelijke zaken te bespreken en samen naar een goede

oplossing te zoeken. U kunt uw vragen, problemen, klachten over onderwijs, de aanpak van

uw kinderen of andere zaken voorleggen aan de directeur. Deze zal het probleem met alle

betrokkenen bespreken en zoeken naar een oplossing.

Als ouders niet tevreden zijn over de manier waarop een probleem of klacht wordt opgepakt,

kunnen zij contact opnemen met de contactpersoon van de school of met een van de

vertrouwenspersonen van het bestuur.

Zie de uitgebreide klachtenprocedure; www.proloog.nl

De contactpersoon van onze school is:

Marjolein de Zee, tel: (058) 266 48 61[school] of tel: (0512) 33 26 56 [privé]

De onafhankelijke vertrouwenspersoon voor Proloog (ouders en leerlingen) is:

Clementine van den Hoek, tel: 06-25076100

Page 22: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

22 / i n f o r m a t i e g i d s

EV

AL

UA

TIE

E

N

ZO

RG

4 e v a l u a t i e e n z o r g

Kwaliteit van ons onderwijs (zie ook hoofdstuk 3)Kwaliteit is niet een objectief begrip dat eenvoudig meetbaar is. Het is zeer moeilijk om zomaar

objectieve en vergelijkbare informatie over de leerresultaten te geven, omdat de schoolbevol-

king van elke school anders is en dus moeilijk te vergelijken. Op het moment dat ze vier jaar zijn

komen kinderen dan ook zeer verschillend op een basisschool. De instroom wordt nog niet

getoetst. Voor alle kinderen wordt een leerlingvolgsysteem gebruikt. Alle toetsresultaten

worden in het team besproken. Deze worden tevens vergeleken met het dagelijkse werk van de

leerling. In principe verwijzen we geen kinderen naar het speciaal onderwijs. Als een zorgleerling

op de Prof. Wassenberghskoalle blijft dan moet dat uiteraard wel in het belang van het kind zijn.

Dat betekent: er moet groei in zitten, het kind moet gelukkig zijn op school en de andere

leerlingen en de leerkrachten mogen er niet onder lijden. We vinden ook dat we kinderen in

principe dezelfde perspectieven moeten kunnen bieden als een school voor speciaal basisonder-

wijs. We streven naar een eindniveau groep 6 voor moeilijk lerende kinderen. Met dit niveau is

het mogelijk om naar de basisvorming van het voortgezet onderwijs te gaan. Soms wordt in

overleg met de ouders besloten om een kind wat langer in een bepaalde groep te laten.

Dit doen we alleen als we er zeker van zijn dat het kind daar baat bij heeft.

• Inzet middelen

Alle beschikbare middelen zetten we zoveel mogelijk in voor groepsverkleining.

Groepen met zoveel mogelijk begeleiding van leerkracht, klassenassistenten ouders/vrijwil-

ligers, stagiaires. Afhankelijk van de aantallen, de problematiek van kinderen en de mogelijk-

heden van de leerkrachten/assistenten, wordt er voor een bepaalde groepssamenstelling en

begeleiding gekozen. Het aantal leerlingen wordt zoveel mogelijk evenredig over de lokalen

en leerkrachten/begeleiders verdeeld.

• Het volgen van de ontwikkeling van kinderen.

a-Methode onafhankelijke toetsen.

Vanaf het begin wordt de ontwikkeling gevolgd. Soms lijkt het wel alsof een kind pas iets kan

leren als het op school komt. Onzin, want een kind heeft juist bijzonder veel geleerd voordat

het ooit bij een leerkracht komt. Op school proberen we diverse talenten te ontwikkelen.

De ontwikkeling van kinderen wordt gevolgd m.b.v. een volgsysteem. Dit bestaat uit een

sociaal-emotioneel deel en een kennisdeel. Het methodeonafhankelijke systeem bestaat uit;

Page 23: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

w a s s e n b e r g h s k o a l l e / 23

EV

AL

UA

TIE

E

N

ZO

RG

VAKGEBIED GROEP TOETS Taalontwikkeling en wiskundigeoriëntatie in de onderbouw

Groep 2 Cito Taal voor kleuters en Rekenen voor kleuters

Technisch lezen Groep 3 t/m 8 Cito Drie-Minuten-Toets

Begrijpend lezen Groep 4 t/m 8 Cito Begrijpend lezen

Rekenen en wiskunde Groep 3 t/m 8 Cito Rekenen en Wiskunde

Spelling Groep 3 t/m 8 Cito Spelling

Sociaal-emotionele ontwikkeling Groep 1 t/m 8 Cito Viseon

Eindtoetsen groep 8 Groep 8 DrempeltestCentrale Eindtoets PO

De gemaakte toetsen worden bewaard door de Interne Begeleider en zijn alleen voor de

leerkrachten toegankelijk. De toetsen worden gebruikt om te signaleren en te diagnosticeren.

De resultaten worden ingevoerd in het administratieprogramma (Dotcom) op de computer.

Dit programma koppelt DLE’s, vaardigheidscores en niveaus aan de behaalde scores. Deze

gegevens worden vermeld in de portfolio. De scores worden met de ouders besproken tijdens

het jaarlijkse portfolio gesprek en indien nodig/gewenst tijdens het spreekuur.

Onze school is als Proloogschool verplicht om door de COTAN goedgekeurde toetsen te

gebruiken. Ze zijn regionaal en/of landelijk vergelijkbaar. Dit maakt dat we het CITO leerling-

volgsysteem gebruiken. Het systeem gaat echter uit van een klassikale situatie. Naar onze

mening doet een dergelijk systeem geen recht aan de ontwikkeling van kinderen. Het leren

laat zich niet alleen vertalen in gemiddelde toetsresultaten. Graag gaan we hierover in

gesprek met ouders en waar mogelijk ook met de leerling.

b- Methodegebonden toetsen

De leerkrachten maken voor de leerlingen vanaf groep 6 een globale planning voor vijf

maanden. Daarna wordt het in kleinere eenheden verdeeld. Het is de bedoeling dat leerlingen

leren om zelf een plan te maken, een doel te stellen. Uiteraard zal het ene kind meer van

activiteit naar activiteit geholpen moeten worden dan het andere kind. Voor de activiteiten

geldt dat een deel verplicht en een deel naar keuze is. Dit betekent klassikale uitleg of uitleg in

niveaugroepen en werken aan een individueel plan voor de basisvakken en wereldoriëntatie,

waarbij een groot beroep op samenwerken wordt gedaan. Kinderen vanaf 6 jaar werken met

methodegebonden toetsen. Deze toetsen worden gebruikt om de verfijning van de lesstof te

bepalen. Wat een kind al weet/beheerst hoeft het niet te oefenen. De oefenstof wordt uit

methodeboeken gehaald. Echter ook computerspelen en overige materialen spelen een rol.

Toetsen worden door de leerkrachten geregistreerd in de groepsmap. Het zwaartepunt voor

het volgen, plannen en registreren ligt bij de groepsleerkracht. Tijdens het portfoliogesprek

worden methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen met de ouders besproken.

c- Sociale en emotionele ontwikkeling

Zelf denken, samen doen.

Waarom lukt het sommige mensen wel om veranderingen geaccepteerd te krijgen binnen

een groep en anderen niet? Er blijken twee hoofdoorzaken te zijn; te vroeg het voortouw

willen nemen en uit de pas lopen met het referentiekader. Hoe dat werkt kun je al op het

Page 24: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

24 / i n f o r m a t i e g i d s

EV

AL

UA

TIE

E

N

ZO

RG

schoolplein zien: Kinderen die een groep binnendringen en proberen te abrupt of te snel het

spel te veranderen, worden genegeerd of afgewezen. Emotioneel meer intelligente kinderen

trekken er tijd voor uit om de groep te observeren, zodat ze begrijpen wat er gaande is

voordat ze mee gaan doen. Daarna doen ze iets wat aantoont dat ze de regels accepteren; ze

wachten tot hun status binnen de groep bevestigd is, voordat ze het initiatief nemen en

suggereren wat de groep zou moeten doen.

Het is een heel proces om je te leren handhaven in een groep. Op allerlei manieren besteden

leerkrachten hier aandacht aan. Zo wordt er o.a. gewerkt met lessen uit De Vreedzame school.

Groep 8 volgt een Rots en water training. Van de lessen Kanjertraining, Rots & water en

Marietje Kessels zijn de weerbaarheidaspecten voor alle kinderen belangrijk. Deze passen

tevens bij de doelen sociale vaardigheden. Dit zijn: anderen aanmoedigen, anderen compli-

menteren, resultaten vieren, letten op gelijke deelname aan activiteiten, helpen, hulp vragen,

luisteren, om de beurt gaan, controleren of het begrepen is, taakgericht blijven, ideeën

noteren, reflectie op het groepsproces, anderen niet storen, efficiënt materialen uitdelen. Het

werken aan sociale vaardigheden loopt door alle activiteiten heen, maar er wordt een groot

beroep op deze vaardigheden gedaan tijdens keuzewerk en het werken met Topondernemers.

Ook burgerschap en aandacht voor geestelijke stromingen en sociale redzaamheid loopt door

allerlei vakken heen. In groep 8 wordt er tevens specifieke aandacht aan het vak burgerschap

besteed met behulp van lessen uit de methode Verstand van Nederland, maar ook maken we

gebruik van methoden zoals ‘Kleur’ en ‘Kinderen en hun morele talenten’.

Samen

Onderwijs is teamwerk. Dit betekent dat we met zijn allen voor zorgen dat er optimaal

gewerkt kan worden. In de klas moet gewerkt kunnen worden en daarvoor is een goede sfeer

van belang. Kinderen die zich niet kunnen gedragen worden indien nodig naar de time-out

plek gestuurd. Op dat moment neemt een ander de zorg over zodat de leerkracht met de

groep verder kan.

Kinderen met speciale rechtenLeerlingen met speciale behoeften zijn welkom.

We gaan ervan uit dat kinderen geen problemen hebben, maar dat systemen zorgen voor

problemen. Natuurlijk zal er te allen tijde met de ouders een zorgvuldige afweging moeten

plaats vinden om te bekijken of onze school wel de beste plek voor het kind is. We kunnen nu

eenmaal ‘geen ijzer met handen breken’ en het zou zo kunnen zijn dat gelet op de samenstel-

ling van de groep, de mogelijkheden van de groepsleerkracht, de specifieke werkwijze, het

gebouw en/of omgeving, gekozen moet worden voor een andere school. Altijd geldt dat het

verwelkomen van een leerling, geen problemen mag veroorzaken voor de rest van de

schoolbevolking, inclusief leerkrachten. Per half jaar zal de interne begeleider samen met de

ouders, directie en ambulante begeleider bekijken of het verantwoord is om de leerling op de

Prof. Wassenberghskoalle te houden.

Onderwijs is mensenwerk. Leerkrachten hebben niet allemaal dezelfde mogelijkheden.

Dat maakt dat van geval tot geval moet worden bekeken of leerlingen met een specifieke

Page 25: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

w a s s e n b e r g h s k o a l l e / 25

EV

AL

UA

TIE

E

N

ZO

RG

hulpvraag voldoende geholpen kunnen worden.

1 Bij het toelaten van leerlingen met een specifieke hulpvraag is het samenwerkingskarakter

tussen de Prof. Wassenberghskoalle en ouders essentieel.

2 School moet kunnen beschikken over voldoende informatie. Er moet een open gesprek

plaatsvinden en een open gesprek met ouders over de motivatie voor hun keuze.

3 Persoonlijkheidskenmerken moeten passen binnen de sociale setting van de school, immers

niet ieder kind is overal plaatsbaar.

4 Plaatsing is altijd een zaak van het hele team.

5 Eventueel worden afspraken in een contract of intentieverklaring voor de daadwerkelijke

toelating schriftelijk vastgesteld en ondertekend door beide partijen; school en ouders.

6 Op de Prof. Wassenberghskoalle werken we indien mogelijk met alle kinderen van het gezin.

7 Indien een leerling reeds op een basisschool zit neemt de directeur of interne begeleider altijd

contact op met de desbetreffende school.

Extra hulp proberen we zo veel mogelijk in de groep te geven. Soms is het mogelijk om extra

hulp buiten de groep te organiseren.

Zorg voor kinderenIn de algemene informatiegids van Proloog voor ouders/verzorgers staat het algemene

zorgbeleid beschreven. Het specifieke zorgbeleid van onze school is beschreven in het

schoolondersteuningsprofiel.

Schoolondersteuningsprofiel

Onze school heeft een school ondersteuningsprofiel opgesteld. Dit is een wettelijk voorschrift

bij de invoering van passend onderwijs. Een school ondersteuningsprofiel biedt informatie

over de kwaliteit van de basisondersteuning en over wat onze school verder aan ondersteuning

biedt. Het legt vast waar onze school voor staat. De school ondersteuningsprofielen van alle

scholen van ons samenwerkingsverband tezamen vormen de basis van het aantonen van de

dekking van ondersteuningsvoorzieningen in de regio. Op die manier is er voor alle kinderen

een plek om onderwijs en ondersteuning te krijgen dat zij nodig hebben.

Ons ondersteuningsprofiel bestaat uit de volgende onderdelen:

• een korte typering van onze school

• de kwaliteit van onze basisondersteuning. Dat is de ondersteuning waarop alle kinderen

kunnen rekenen.

• de deskundigheid voor extra ondersteuning waarover onze school beschikt (binnen het eigen

personeelsbestand en van buiten de school)

• de voorzieningen die wij als school hebben om leerlingen extra ondersteuning te bieden.

Een korte typering van onze school

Wij zijn de enige school in het dorp en willen zo mogelijk aan alle kinderen uit het voedings-

gebied onderwijs bieden van hoogstaande kwaliteit. Onze school wil een veilige school zijn

voor alle kinderen. Wij hechten veel waarde aan een goed contact met ouders.

Page 26: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

26 / i n f o r m a t i e g i d s

EV

AL

UA

TIE

E

N

ZO

RG

De kwaliteit van onze basisondersteuning

De basisondersteuning bestaat uit de volgende vier domeinen: onderwijs, begeleiding, beleid

en organisatie.

Onderwijs

Wij zijn tevreden over het domein ‘onderwijs’. Wij zijn positief over onze onderwijskwaliteit.

Het hele dorp wordt als veilige leeromgeving gebruikt. Er wordt handelingsgericht gewerkt.

Dat wil zeggen dat wij samen met ouders en leerlingen onderwijs realiseren. Wij zijn goed in

staat om rekening te houden met verschillen tussen kinderen, zowel op het gebied van

aanbod, tijd en instructie. De resultaten van onze leerlingen worden regelmatig teambreed

besproken. Het gaat daarbij niet alleen om de leerresultaten, maar ook over het welbevinden

van de leerling. Op basis van de analyses worden (groeps)plannen aangepast. Wij gebruiken

een samenhangend leerlingvolgsysteem. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het

verbeteren van de kwaliteit van onze basisondersteuning.

Beleid

Wij zijn tevreden over het domein ‘beleid’. Onze procedures zijn vastgelegd en wij beschikken

over een heldere visie op leerlingenzorg. Jaarlijks evalueren wij onze ondersteuning aan de

kinderen en stellen indien nodig verbeterpunten op.

Organisatie

Ook over het domein ‘organisatie’ van onze ondersteuning zijn wij tevreden. Wij zijn een

middelgrote dorpsschool. De lijnen zijn kort. Dit voorkomt veel bureaucratie. Proloog beschikt

over een goed functionerend ZAT (zorgadviesteam). Het ZAT bestaat uit een orthopedagoog,

bovenschools interne begeleider, schoolarts en schoolmaatschappelijk werker. Het ZAT is een

belangrijke schakel in onze ondersteuningsstructuur.

Begeleiding

Het domein ‘begeleiding’ vraagt de komende tijd de meeste aandacht. Onze school werkt voor

een steeds groter wordende groep leerlingen met een ontwikkelingsperspectief. Het verbeteren

van het ontwikkelingsperspectief is voor volgend jaar een aandachtspunt. De overdracht

binnen onze school tussen de leerjaren is goed op orde. We zijn kritisch op de wijze van de

overdracht naar het voortgezet onderwijs. Er is helaas nog geen digitale overdracht.

Het categorale systeem doet, ons inziens , geen recht aan ontwikkeling. De overdracht

van de peuterspeelzaal naar onze school is verbeterd.

Page 27: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

w a s s e n b e r g h s k o a l l e / 27

EV

AL

UA

TIE

E

N

ZO

RG

Beschikbare deskundigheid

Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, beschikt onze school over specifieke

deskundigheid (interne deskundigheid). Daarnaast kunnen wij een beroep doen op deskundigen

van buiten (externe deskundigheid). Wij hebben specifieke deskundigheid in huis (interne) op

het gebied van gedragsproblematiek. Wij zijn tevreden over onze begeleiding van leerlingen

met een autistische stoornis. Onze intern begeleider en een leraren zijn hierin geschoold.

Specifieke deskundigheid op het gebied van dyslexie, dyscalculie en hoogbegaafdheid heeft

de interne begeleider. Veel expertise ligt bij de interne begeleider. Dit maakt ons als school

kwetsbaar. Daarom hebben we ook een tweede interne begeleider.

Extern maken wij gebruik van de expertise van het speciaal onderwijs. Wij maken gebruik van

de ambulant begeleiders van cluster 2 en 4 voor onze rugzakleerlingen en maken ons sterk om

de expertise die de ambulant begeleiders de school inbrengen zelf eigen te maken.

De orthopedagoog vervult een belangrijke rol in het zorgteam en doet indien nodig extra

onderzoek. Ook de schoolmaatschappelijk werker is van grote waarde in het zorgteam.

De afgelopen jaren hebben wij tevens gebruik gemaakt van logopedie.

Ondersteuningsvoorzieningen

Onze school heeft geen ondersteuningsvoorzieningen voor een groep kinderen en is de

komende jaren ook niet voornemens een voorziening in te richten.

Kengetallen

Onze school heeft ongeveer 150 leerlingen waarvan weinig kinderen met leerlinggewicht.

Wij hebben de afgelopen jaren 2 leerlingen verwezen naar het speciaal basisonderwijs en

speciaal onderwijs. Op dit moment hebben drie kinderen nog een rugzak Het betreft 1 leerling

cluster 2 en 2 leerlingen cluster 4. Voor 6 leerlingen is een dyslexieverklaring afgegeven.

Ontwikkelagenda

Samengevat zijn wij als school tevreden over de basisondersteuning die wij bieden aan onze

leerlingen. Vanzelfsprekend kan het altijd beter en zien wij nog voldoende verbeterpunten.

Voor het verbeteren van onze kwaliteit van de basisondersteuning gaan wij ons verder

bekwamen in het werken met doelen en het werken met het ontwikkelingsperspectief.

De overdracht van de peuterspeelzaal naar onze school is verbeterd. De overdracht naar het

Voortgezet onderwijs verdient aandacht.

Wij zijn tevreden over de expertises binnen ons eigen team, maar zijn ons bewust van de

kwetsbaarheid. Het meer verdelen van deze deskundigheden is een aandachtspunt voor onze

school. Alleen dan kunnen wij de komende jaren alle kinderen uit ons dorp onderwijs bieden

van hoogstaande kwaliteit.

Page 28: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

28 / i n f o r m a t i e g i d s

EV

AL

UA

TIE

E

N

ZO

RG

SchoolartsGroep 1

Op verzoek van de arts van het consultatiebureau kan een kind in groep 1 worden opgeroepen

voor een onderzoek.

Groep 2

De oudste kleuters worden elk jaar onderzocht door de schoolarts. Daartoe worden ouders via

school opgeroepen door de GGD.

Groep 7

Leerlingen van groep 7 worden door de schoolverpleegkundige bezocht. De ouders worden

hierbij uitgenodigd. Dit is een onderzoek van lengte, gewicht en gezichtsvermogen. Ouders/

verzorgers vullen een vragenlijst in over opvoeding, gedrag en gezondheid. Wanneer een

bezoek hiertoe aanleiding geeft, wordt het op een later tijdstip herhaald bij de GGD.

Onderzoek op verzoek:

U kunt voor uw kind een extra onderzoek of gesprek aanvragen. Dit kunt U doen tijdens het

telefonisch spreekuur.

GGD Fryslân,

Bezoekadres: Harlingertrekweg 58, Leeuwarden

Tel: (088) 22 99 444

E-mail: [email protected]/jgz

www.ggdfryslan.nl

Eindtoetsen en uitstroomIn groep 8 doen alle leerlingen mee aan de Drempeltest. Deze toetst niet alleen kennis maar

ook persoonlijkheidsfactoren. Als uit de Drempeltest blijkt dat kinderen in aanmerking komen

voor Praktijkonderwijs (Pro) of Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) dan krijgen de

ouders de keuze of ze de leerling wel of niet willen laten deelnemen aan de CITO-toets.

LWOO toetsen worden altijd afgenomen indien er minder dan 35 punten op de Drempeltest

worden gescoord.

In januari maken de leerlingen van groep 8 de Cito toetsen van het leerlingvolgsysteem. Deze

toetsscores maken de Plaatsingswijzer compleet. In de Plaatsingswijzer staan de toetsscores

van groep 6 t/m 8. De gegevens over alle 3 jaren zijn de basis in de schooladvisering.

De leerkrachten vergelijken alle toetsgegevens om inzicht te krijgen in wat een kind potentieel

kan (=Drempeltest) en met wat het presteert (= leerlingvolgsysteem). Op basis van de resultaten

Page 29: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

w a s s e n b e r g h s k o a l l e / 29

EV

AL

UA

TIE

E

N

ZO

RG

wordt dan nogmaals een programma gemaakt per leerling om zoveel mogelijk bagage mee te

geven naar het voortgezet onderwijs. De toets en het resultaat van het volgsysteem moeten

eigenlijk een bevestiging zijn van het beeld dat we reeds samen, d.w.z. leerling, ouders en

leerkrachten, hebben. Indien een leerling in de laatste periode nog een enorme groei laat zien

verzoeken we indien nodig de school van voortgezet onderwijs om de plaatsing te wijzingen.

Scores van CITO-(eind)toetsen worden door de inspectie gebruikt om de kwaliteit van de

school te meten. Wij vinden dit oneigenlijk gebruik van de toets. Omdat wij een school zijn die

veel zij-instromers ontvangt krijg je hierdoor een vertekend beeld. Het is niet onze verdienste

dat een kind hoogbegaafd is. Net zo min als dat er laag scorende kinderen zijn die op school

komen omdat ze in systemen zijn vastgelopen. We gaan als school voor groei. Onze kinderen

laten zien dat daar, ook na de CITO-toets, zeker sprake van is. Wie bewijzen van deze groei wil

zien nodigen we uit om langs te komen in groep 8 of contact te zoeken met oud-leerlingen en

hun ouders.

SCHOOLTYPE SCHOOLJAAR 2011-2012 SCHOOLJAAR 2012-2013 SCHOOLJAAR 2013-2014Totaal aantal leerlingen 7 Totaal aantal leerlingen 14 Totaal aantal leerlingen 12

VMBO basis 1 leerling 1 leerling 1 leerling

VMBO kaderberoeps 1 leerling 3 leerlingen

VMBO-theoretisch 3 leerlingen 4 leerlingen 5 leerlingen

HAVO 3 leerlingen 5 leerlingen 2 leerlingen

VWO 4 leerlingen 1 leerling

Werken aan verbeteringKinderen en leerkrachten worden uitgedaagd om te werken aan verbetering. Wat kan ik al,

wat zou ik nog moeten leren. Reflecteren, plannen, doen, controleren en opnieuw handelen.

Een ieder is mede verantwoordelijk voor zijn ontwikkeling. Jaarlijks wordt het schooljaar

geëvalueerd. Wat ging goed, wat kan beter. Dit alles wordt nader beschreven in een kort

jaarverslag en opgenomen in de schoolgids. We gebruiken de kwaliteitskaarten van Duco

Creemer. Van de leerlingen die naar het Voortgezet Onderwijs zijn gegaan ontvangen we

rapportages. We horen graag van oud-leerlingen en hun ouders wat goed en minder goed

gaat en of ze mogelijk op de basisschool iets hebben gemist. Dit proberen we dan in een

volgend jaar te verbeteren.

Planning 2014-2015Kwaliteitsontwikkeling; werken met kwaliteitskaarten.

Werken met doelen; volgsysteem RAAK/DINGO project.

KUBUS project (=voorloper van het technasium).

Page 30: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

30 / i n f o r m a t i e g i d s

JA

AR

VE

RS

LA

G

5 jaar verslag scho oljaar 2013-2014

Evaluatie vorig schooljaarLeerlingenDe meeste kinderen uit Bartlehiem, Wijns, Miedum, Lekkum/Snakkerburen gaan naar de

Prof. Wassenberghskoalle. Ongeveer 53% van de leerlingen in groep 1 t/m 8 komt uit de stad.

Omdat de school niet meer kinderen kan huisvesten is er toelatingsbeleid geformuleerd.

De school blijft werken met een wachtlijst.

• Afscheid/welkom

Er gaan dit jaar 12 leerlingen van groep 8 de school verlaten.

Er werden 15 nieuwe leerlingen welkom geheten.

• Wachtlijst

Vanaf december 2011 is er een stop op zij-instroom.

In juni 2013 is er toelatingsbeleid geformuleerd. Dit betekent dat er wordt gewerkt met een

wachtlijst.

Tijdens het schooljaar 2014-2015 is er ook geen plaats voor zij-instroom. Voor mensen die

naar Bartlehiem, Wijns, Miedum, Lekkum, Snakkerburen verhuizen wordt indien mogelijk een

uitzondering gemaakt. De groepsgrootte hebben we vastgesteld. Indien ouders het wensen

worden ze op de wachtlijst geplaatst.

Personeel en organisatie

Praten over communicatie

Hoe denkt het team over communicatie en hoe denken de ouders daarover.

Waar kunnen we elkaar vinden in het realiseren van goed onderwijs voor de leerlingen

We hebben besloten dat we volgend schooljaar beginnen met een startgesprek. Waar staat de

leerling, waar werken we op school aan, maar ook wat wordt er van ouders verwacht. Samen

onderwijs realiseren.

• Ziekteverzuim/ verlof.

Een schooljaar met veel verzuim, vanwege ziekte en zwangerschap. Er was sprake van

vervangingsproblematiek. De manier van omgaan met de leerling en de lesstof is niet voor

iedere leerkracht op te pakken.

• IPB integraal personeelsbeleidsplan.

a) Op leerkrachtniveau;

• Het kwaliteitsgedeelte inspectieproof maken blijft centraal staan.

Kinderen die onvoldoende scoren op de toetsen van het LOVS krijgen als dit mogelijk is als

groep een handelingsplan. Indien nodig maken we een individueel handelingsplan. In een

aantal gevallen wordt er van dit eigen plan een EIGEN LEERLIJN gemaakt. Naarmate de

Page 31: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

w a s s e n b e r g h s k o a l l e / 31

JA

AR

VE

RS

LA

G

kinderen ouder worden zie je het aantal Eigen Leerlijnen toenemen.

Alle verbeterpunten uit het vorige schoolplan zijn afgerond.

Het programma Raak is gestart in de bovenbouw. Hierna moet het worden uitgerold over de

andere groepen.

b) Op IB-niveau;

Jannet Bosma en Hennie Zwart waren dit schooljaar tot maart werkzaam op Obs De Wielen.

Jaap Oostra heeft zijn ambulante tijd vooral moeten steken in het coachen van de vervanger.

De Intern Begeleider (IB’er) en de directeur volgden voorlichtingsbijeenkomsten betreffende

de ontwikkelingen rondom Passend Onderwijs. De MR heeft samen met de directie een

schoolontwikkelingsprofiel geschreven. Dit gaat uit van het hanteren van een voedingsgebied

en daarnaast het hanteren van een wachtlijst.

c) Op Directieniveau;

Het werken voor twee locaties kan alleen dankzij de inzet van een ieder. Op obs De Wielen zijn

de eerste Reggio zaken een feit. Het is nu aan de nieuwe directie om het verder te ontwikkelen.

Onderwijs en zorg

Coaching heeft plaats gevonden maar het systematisch coachen van leerkrachten door de

IB’er blijft een aandachtspunt

• Sociale en emotionele ontwikkeling.

Er is gewerkt met lessen uit De Vreedzame school en de methode KLEUR.

Van de lessen Kanjertraining, Rots & water en Marietje Kessels blijven de weerbaarheidsaspecten

voor alle kinderen belangrijk. Deze passen tevens bij de doelen sociale vaardigheden.

Dit zijn: anderen aanmoedigen, anderen complimenteren, resultaten vieren, letten op gelijke

deelname aan activiteiten, helpen, hulp vragen, luisteren, om de beurt gaan, controleren of

het begrepen is taakgericht blijven, ideeën noteren, reflectie op het groepsproces, anderen

niet storen, efficiënt materialen uitdelen.

Het werken aan sociale vaardigheden loopt door alle activiteiten heen, maar er wordt een

groot beroep op deze vaardigheden gedaan tijdens keuzewerk en het werken met

TOPONDERNEMERS.

De feestkalender waardoor diverse levensbeschouwelijke lessen op een natuurlijke wijze aan

bod komen verdient meer aandacht.

Huisvesting

Naast het dorpshuis wordt er gebruik gemaakt van ‘verborgen ruimte’; het gymlokaal, het

sportveld, de kerk, de dorpstuin ‘De Doarpstún’ en uiteraard onze leeromgeving van ‘Dokkumer

Ee tot de Murk’. Sinds een aantal jaren is er een samenwerking met de dorpstuin. Hiervoor

wordt via de ouderbijdrage een kleine vergoeding betaald.

We hebben nog steeds behoefte aan lokalen.

Page 32: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

Financiën

ICT; langzamerhand komt er meer materiaal.

We gaan volgend schooljaar kijken hoe de I-pads effectiever kunnen worden ingezet.

Externe relaties

Voor het RAAK/ DINGO project wordt samengewerkt met de NHL en RuG.

Indien het project How children learn doorgaat gaan we samenwerken met scholen in

Schotland, Spanje, Noorwegen, Zweden, Finland.

Profilering & promotie

De schoolgids wordt op de website geplaatst. Nieuwe ouders/belangstellenden krijgen de

gids in gedrukte vorm.

Naast de schoolgids ontvangen de ouders een infoboekje met daarin

de adressen van leerlingen.

Indien ouders wensen dat hun NAW gegevens niet bekend worden gemaakt,

moet men dat bij aanmelding schriftelijk melden.

Hetzelfde geldt voor publicatie van foto’s.

De voorkant van de schoolgids illustreert ons voedingsgebied. Het symbool van

de fiets staat op de muur in de personeelskamer. Het gedicht werd gemaakt door

Afke Postma. De fiets werd getekend door Ids Falkena. De fiets is het nieuwe logo

van de school geworden omdat er veel kinderen

op de fiets naar school komen.

Ons voedingsgebied is Bartlehiem, Wijns, Miedum, Lekkum, Snakkerburen en Blitsaerd.

Mond tot mond reclame heeft ons leerlingenaantal de laatste jaren doen verdubbelen.

Het gebouw heeft jammer genoeg zijn beperkingen, maar gelukkig heeft het dorp unieke

mogelijkheden waardoor er voor de Reggio approach heel veel ruimte is.

De Prof. Wassenberghskoalle heeft een belangrijke plaats in de dorpsgemeenschap.

De samenwerking met dorpshuis, kerk en de tuin te Snakkerburen is uniek. Al jaren hebben

we een peuteropvang en voor-, tussen- en naschoolse opvang. Kortom; een brede school

waar kinderen van 07.15 uur tot 18.30 uur terecht kunnen.

Tweede school met de Reggio-approach

Omdat het gebouw niet groter kan worden gemaakt heeft Proloog besloten om een tweede

school met de Reggio approach te starten.

Dit wordt gerealiseerd op een ‘groene plek’ in de stad, namelijk Camminghaburen.

De uitgangspunten van de school worden in principe dezelfde als die van de Prof. Wassenbergh-

skoalle. Uiteraard worden de scholen nooit identiek. De plaats, het gebouw en de mensen

bepalen samen hoe het bouwwerk eruit komt te zien.

32 / i n f o r m a t i e g i d s

JA

AR

VE

RS

LA

G

Page 33: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

Strategisch beleid

• Aandacht voor De Gezonde school.

• Natuurlijk’ spelen.

• Aandacht voor opvoeden, school en ouders samen.

• Een stop op zij-instroom.

We hebben altijd werk kunnen maken van passend onderwijs. Door de groei en het verdwijnen

van gesubsidieerde banen, oftewel de extra handen in de klas, is het helaas niet meer

mogelijk om kinderen met een hulpvraag gedurende het schooljaar toe te laten. Voor de

zomervakantie van ieder schooljaar wordt er gelet op de groepsgrootte en de problematiek

gekeken of er nog kinderen bij kunnen. Indien dat niet het geval is wordt men automatisch

doorverwezen naar OBS De Wielen, de tweede school met de Reggio approach.

Brede school

We zijn het al jaren, maar wat kunnen we nog versterken?

Peuteropvang, bibliotheek, BSO, activiteiten die de PWS tot een bijzondere kindplaats maken.

We hebben kritisch gekeken naar het huidige aanbod. We proberen naast het aanbod van

Stichting Kinderopvang Friesland (SKF) samen met de OV aan te sluiten op behoeften van

ouders en kinderen.

w a s s e n b e r g h s k o a l l e / 33

JA

AR

VE

RS

LA

G

Page 34: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

34 / i n f o r m a t i e g i d s

OR

GA

NIS

AT

IE

6 h e t o r g a n i s a t o r i s c h e d e e l

Voor praktische zaken verwijzen we naar de kalender en de website; www.pws-lekkum.nl

Vakantierooster en vrije dagen 2014-2015.

Voor de vakantie wordt de landelijke regeling gevolgd.

VAKANTIES EERSTE DAG LAATSTE DAG

Eerste schooldag maandag 18 augustus 2014

Herfstvakantie Za 11 oktober 2014 Zo 19 oktober 2014

Kerstvakantie Za 20 december 2014 Zo 4 januari 2015

Voorjaarsvakantie Za 22 februari 2015 Zo 2 maart 2015

Rond Pasen Vrij 3 april 2015 Ma 6 april 2015*

Meivakantie Za 25 april 2015 Zo 10 mei 2015*

Hemelvaart Do 14 mei 2015 Vr 15 mei 2015

Pinksteren Za 23 juni 2015 Ma 25 mei 2015

Zomervakantie Za 4 juli 2015 Zo 16 augustus 2015

Vrije dagen

Daarnaast hebben alle kinderen nog één of meer dagen vrij in verband met o.a. studiedagen team.

Hiervoor verwijzen we naar de kalender op de website.

VSO/BSODe Stichting Kinderopvang Friesland zorgt voor voorschoolse-, en buitenschoolse opvang en

peuteropvang (zie www.kinderopvangfriesland.nl). Tel: (0517) 38 06 80. Bereikbaar van maandag

t/m donderdag van 09.00 uur tot 16.00 uur en op vrijdag van 09.00 uur tot 12.00 uur.

Op de PWS werkt een coördinator BSO, VSO en peuteropvang. Deze zijn het aanspreekpunt voor

aan- en afmeldingen van kinderen. Hij/zij wordt bijgestaan door pedagogische medewerkers.

Coördinator VSO Aukje van der Veen (058) 266 48 61.

Coördinator BSO Sandra Posset 06-13 32 47 58

Coördinator peuteropvang Marja Kloosterman 06-24 57 58 00.

Voordat er gebruik kan worden gemaakt van VSO, peuteropvang en/of BSO dient er een

inschrijfformulier van de Stichting Kinderopvang Friesland te worden ingevuld.

Aanmelden voor de BSO moet gebeuren tussen 07.30 uur en 08.30 uur op school, liefst

telefonisch door de ouders/verzorgers. We hanteren een continurooster. Daarbij gaan we

ervan uit dat in principe alle kinderen op school blijven eten. Een aantal leerlingen zal op

vaste dagen of altijd naar huis gaan. Dit moet in het begin van het schooljaar worden gemeld

bij Aukje van der Veen. Veranderingen moeten worden doorgegeven aan Aukje van der Veen.

Zij zorgt er namelijk voor dat de leerkrachten weten wie er al dan niet aanwezig is.

Afmelden: zo vroeg mogelijk, maar in ieder geval voor 08.15 uur.

Aanmelden Buitenschoolse opvang of opvang in vakanties of bij vrije schooldagen. Zo vroeg

mogelijk! Vakantieopvang in ieder geval vóór de vakantie die eraan vooraf gaat.

Kinderopvang peutersEr is peuteropvang van de SKF van maandag t/m donderdag.

Page 35: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

w a s s e n b e r g h s k o a l l e / 35

7 co n t a c t g e g e ve n s

Prof. Wassenberghskoalle

Ieborchpaed 6, 9081 AR Lekkum

Tel: (058) 266 48 61

www.pws-lekkum.nl

[email protected]

Bestuursbureau Proloog

Onze school wordt bestuurd door Proloog,

Stichting Openbaar Primair Onderwijs Leeuwarden.

Bestuursbureau:

Proloog

Fonteinland 11

8913 CZ Leeuwarden

Tel: (058) 234 75 20

Fax: (058) 294 89 39

E-mail: [email protected]

www.proloog.nl

Stichting Kinderopvang Friesland

Postbus 134,

8800 AC Franeker,

Tel: (0517) 38 06 80

www.kinderopvangfriesland.nl

(voor peuterspeelzaal, voorschoolse en naschoolse opvang)

CO

NT

AC

T

Page 36: Schoolgids Wassenberghskoalle 2014-2015

36 / i n f o r m a t i e g i d s