Schoolgids driemaster 2014 2015

Schoolgids 2014-2015

Schoolgids R.K. basisschool De Driemaster SAKS

2

Voorwoord Deze schoolgids is tot stand gekomen in samenspraak met alle leerkrachten en het bestuurssecretariaat en is goedgekeurd door de medezeggenschapsraad van onze school. De schoolgids is o.a. gebaseerd op het schoolplan, waarin is vastgelegd hoe het onderwijs is vormgegeven, welke beleidsaspecten de komende jaren speerpunt zijn en op welke wijze het gevoerde beleid wordt geëvalueerd. Het schoolplan en de daaraan gerelateerde protocollen liggen op de school ter inzage. Met deze schoolgids, bedoeld voor ouders, die nu kinderen hebben op onze school en voor ouders van toekomstige leerlingen, willen wij:

a. U zo goed en uitgebreid mogelijk informeren, waardoor een verantwoorde schoolkeuze kan worden gemaakt.

b. Onze manier van werken verantwoorden en de behaalde resultaten kenbaar maken.

De schoolgids bestaat uit twee delen:

Een schoolspecifiek gedeelte Een gedeelte van de Stichting Samen Katholieke Scholen (SAKS)

Het schoolspecifieke deel geeft informatie over onze school en het gedeelte SAKS informeert u over de Stichting Samen Katholieke Scholen, waarvan onze school onderdeel is. In dit gedeelte vindt u informatie over en regelingen geldend voor alle scholen ressorterend onder het bestuur SAKS. Naast deze schoolgids maken wij ook gebruik van Digiduif om ouders te informeren over tussentijdse activiteiten. Wij hopen dat de schoolgids u adequaat informeert en een positieve bijdrage levert aan het maken van de juiste schoolkeuze. Natuurlijk bent u altijd van harte welkom op onze school en zijn wij graag bereid u nader te informeren.


3

Inhoud 1. Onze school

1.1. Geschiedenis 1.2. Missie en visie 1.3. Doelen van het onderwijs 1.4. De onderwijsvorm 1.5. Onderwijstijd 1.6. School en veiligheid 1.7. De samenstelling van het team, schooljaar 2011-2012

2. Het onderwijs 2.1. Vakken en methodieken

2.1.1. Rekenen 2.1.2. Taal 2.1.3. Lezen 2.1.4. Engels 2.1.5. Schrijven 2.1.6. Wereldoriëntatie 2.1.7. Verkeer 2.1.8. Expressievakken 2.1.9. Bewegingsonderwijs 2.1.10. Cultuur educatie

2.2. Actief burgerschap, sociale integratie 2.3. Informatie en communicatietechnologie 2.4. Onderwijs op maat

2.4.1. Aanname beleid 2.4.2. Groepsverdeling 2.4.3. Verlengen en versnellen 2.4.4. Zorg voor de kinderen 2.4.5. Het zorgteam 2.4.6. Verwijzingen 2.4.7. Onderwijskundig rapport 2.4.8. Overgang naar het voortgezet onderwijs

2.4.8.1. Uitstroomgegevens schooljaar 2010 – 2011 2.4.8.2. Onderwijskundig rapport

3. De opbrengsten van het onderwijs

3.1. Het leerlingvolgsysteem 3.2. Het leerlingvolgsysteem 3.3. Resultaten in een meerjarig perspectief 3.4. Benchmarking


4

4. De ouders 4.1. Informatie naar de ouders

4.1.1. Ouderavonden 4.1.2. Rapportage 4.1.3. Ouderbijdrage

4.2. De ouderraad 4.3. De medezeggenschapsraad

5. De zorg voor de kwaliteit

5.1. Planning en beleid 5.2. Trendanalyse

5.2.1. Opbrengsten schooljaar 2010 - 2011 5.3. Professionalisering

5.3.1. Speerpunten voor het schooljaar 2011-2012

6. Overblijfregeling en opvang 7. De organisatie SAKS

7.1. Buitengewoon verlof 7.2. Sponsoring 7.3. Klachtenregeling 7.4. Schorsen en verwijderen 7.5. Verzekeringen

8. Algemene praktische informatie


5

Hoofdstuk 1. Onze school

1.1 Geschiedenis

De Driemaster is in mei 1995 gestart in de huidige samenstelling. Toen kreeg de school, die ontstaan is uit een fusie van 3 scholen, haar huidige naam. De naam verwijst naar de 3 scholen die tot een schip zijn samengesmeed. De Driemaster staat symbool voor een stabiel schip dat veel kinderen aan boord heeft en deze kinderen samen met een kundige bemanning begeleidt op weg naar hun volgende stap. Het schoolgebouw delen we met de Ipabo (een opleidingsschool voor leerkrachten van het basisonderwijs). Deze unieke combinatie biedt beide scholen veel kansen om samen te werken en dat gebeurt regelmatig. Het gebouw van De Driemaster heeft 15 klaslokalen, een speelzaal voor de groepen 1-2 en een gymzaal voor de groepen 3 tot en met 8. Daarnaast maken we regelmatig gebruik van de aula van de Ipabo en indien mogelijk van vaklokalen van de Ipabo.

1.2. Missie, visie en identiteit

Missie Onze missie is tweeledig: het geven van kwalitatief goed onderwijs en het zorg dragen voor het welbevinden van onze leerlingen. Wij zijn ervan overtuigd dat een optimaal welbevinden de voedingsbodem vormt voor de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van elk kind.


6

Visie Op De Driemaster wordt met het leerstofjaarklassensysteem gewerkt. Dit betekent dat de leerstof is verdeeld over 8 leerjaren. Per schooljaar wordt de leerstof in een groep klassikaal behandeld. Binnen dit leerstofjaarklassensysteem werkt De Driemaster zeer gedifferentieerd. Dit betekent dat binnen de groepssituatie wordt gewerkt met het model van een basisgroep, een zorggroep en een plusgroep wat in een groepsplan wordt omschreven. Het individuele kind staat hierbij centraal. Er wordt individueel gewerkt, in tweetallen en in groepsverband. Het zelfstandig werken wordt gestimuleerd in alle groepen. Het welbevinden van de leerling is essentieel voor goede leerprestaties, is onze overtuiging. Onze pedagogische houding wordt daarom gekenmerkt door het ondersteunen en stimuleren van de leerlingen in een pedagogisch veilig klimaat. Hierdoor ontwikkelen onze leerlingen zich optimaal als individu.

We werken volgens onderstaande uitgangspunten van adaptief onderwijs :


7

Competentie: geloof en plezier in eigen kunnen.

Relatie: het gevoel dat leerkrachten en medeleerlingen de leerling waarderen en met hem om willen gaan.

Onafhankelijkheid of zelfstandigheid (autonomie): het gevoel dat de leerling iets kan ondernemen zonder dat anderen hem daarbij moeten helpen.

Dit zijn voor kinderen de basisvoorwaarden voor een actieve, gemotiveerde leerhouding. Met andere woorden: het welbevinden van een kind is essentieel voor goede leerprestaties. De leerkracht kijkt naar de ontwikkeling van de kinderen en stuurt de individuele ontwikkeling aan. De leerkracht daagt het kind uit, ondersteunt het kind en heeft vertrouwen in de inzet van het kind. Hierdoor voelt het kind zich prettig en ontwikkelt het kind zich. De leerkrachten bewerkstelligen dit door te werken aan:

een goede interactie met de kinderen

een goede interactie tussen de kinderen onderling

een goede instructie

goed klassenmanagement Maatschappelijke visie We stimuleren de kinderen om op een betrokken wijze naar de buitenwereld te kijken. We willen deze betrokkenheid bereiken door het kind de omgeving op een onbevangen wijze te laten ontdekken door voorbeelden en ervaringen. In de onderbouw trekken we er regelmatig met de kinderen op uit om op die manier de buitenwereld te verbinden met het leren op school. Ook nodigen we in alle groepen mensen van buiten uit om onze kinderen iets te vertellen en te laten zien uit hun wereld. Door die betrokkenheid met de omgeving te vergroten ontstaat er ons inziens verantwoordelijk bewustzijn bij de kinderen en krijgen de kinderen geleidelijk aan meer inzicht in de maatschappij waar ze deel van uit maken. Identiteit De Driemaster is een open, moderne, katholieke school. De katholieke identiteit van de school komt impliciet tot uitdrukking in de omgang met elkaar, de acceptatie van een ieder en het respect voor elkaar. Expliciet komt de identiteit tot uitdrukking in de lessen levensbeschouwelijk onderwijs. Een ieder, die de identiteit respecteert, dan wel onderschrijft, is van harte welkom op onze school. De school is een plek waar kinderen zich oriënteren op de maatschappij, op de wereld. De school heeft een belangrijke rol bij het ontwikkelen van een mensen wereldbeeld. Een pedagogische taak, waarbij zes kern-waarden richtinggevend zijn: Ontmoeting: Jezelf leren kennen door de ander. Vertrouwen: Door vertrouwen te geven groeit het zelfvertrouwen. Eigenheid: Uniciteit en authenticiteit. Spiritualiteit: Niet alles is met het verstand te verklaren. Traditie: Wat goed was voortzetten, delen, doorgeven en vieren.


8

Verwondering: Open staan voor nieuwe inzichten.

1.3 Doelen van het onderwijs

Op De Driemaster staat het kind centraal en sluiten we aan bij de mogelijkheden van het kind. We zorgen er voor dat de verschillende talenten van kinderen tot hun recht komen. Natuurlijk is het geven van kwalitatief goed onderwijs daarbij een voorwaarde. We streven naar een goede balans tussen kennisoverdracht en het bevorderen van de sociaal emotionele ontwikkeling. Daarnaast hebben we aandacht voor de creatieve en motorische ontwikkeling van de kinderen. De kinderen en ouders van De Driemaster zijn een afspiegeling van de maatschappij. Een maatschappij die constant in beweging is. Als school spelen we daarop in door bijvoorbeeld voldoende aandacht te richten op onze omgeving. Samen met de ouders zorgen we dat onze leerlingen opgroeien tot mondige, zelfbewuste en zelfstandige volwassenen. We zorgen voor een gestructureerd aanbod van de lessen, waardoor de kinderen leren zelfstandig te werken en te denken. Op De Driemaster maken we gebruik van moderne lesmethodes en gebruiken we het digitale schoolbord ook als ondersteuning binnen de lessen. Daarnaast wordt ook in alle lessen op verschillende manieren aandacht besteed aan het samenwerken. Het instrument dat de leerkrachten gebruiken om te plannen is het logboek. Door middel van een leerlingvolgsysteem worden de vorderingen van de leerlingen op cognitief en sociaal emotioneel gebied, bijgehouden Ook worden de vorderingen van alle kinderen regelmatig besproken met de Interne Begeleiders van de school. Op welke manier we werken binnen de school, wordt tijdens de jaarlijkse ouderavond aan het begin van het schooljaar, uitgelegd aan de ouders. Bent u als nieuwe ouder geïnteresseerd in de school dan vertelt de directeur u tijdens een persoonlijke rondleiding alles omtrent het onderwijs op De Driemaster.

1.4 De onderwijsvorm

Om onderwijs goed op de kinderen af te stemmen en tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van alle kinderen in de klas, is het belangrijk dat een leerkracht weet wat ieder kind nodig heeft om zich verder te ontwikkelen en de gestelde doelen te behalen. Een leerkracht baseert de onderwijsbehoeften van kinderen onder andere op de toetsgegevens, de observaties van de kinderen en op gesprekken met kinderen. Om adequaat te kunnen inspelen op de diversiteit in onderwijsbehoeften worden kinderen met vergelijkbare onderwijsbehoeften geclusterd in maximaal drie groepen: de zorg, basis, en plusgroep. In het groepsplan worden de doelen geformuleerd die kinderen moeten bereiken, beschreven met welke materialen, middelen en leerstof dit moet worden bereikt en op welke wijze dit wordt georganiseerd. Voor kinderen, die buiten de bandbreedte vallen van de leerstof van het groepsplan (leerstofjaarklas), wordt een apart plan geformuleerd. De leerkrachten geven een korte klassikale instructie en gaan daarna door met instructies voor de diverse groepen zoals boven beschreven.


9

De kinderen leren om te gaan met uitgestelde aandacht, zelfstandig te werken en op een effectieve manier samen te werken. Als ondersteuning werken de leerkrachten en de kinderen met Taakspel.

1.5 Onderwijstijd In onderstaande tabel vindt u een overzicht van het aantal lesuren per vak per week. Gebied Groep 1/2 Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8

Zintuiglijke en lichamelijke ontwikkeling

12

Bewegingingsonderwijs 1,5 1,5 1,5

Taalontwikkeling 10 10 8,5

Engels 0,75

Rekenen en wiskunde 5 5 5

Taal/rekenen/kennisgebieden 5,5

Kennisgebieden (w.o.) 3 3,25 4

expressie 7,5 4,25 4 4

pauzes 1,25 1,25 1,25

Totaal 25 25 25 25

De leerlingen gaan in totaal 943 uur naar school.

1.6 School en veiligheid

Er wordt jaarlijks door de ARBO- coördinator een risico-inventarisatie gemaakt waaruit een plan van aanpak wordt opgesteld. In een jaarverslag wordt aangegeven welke punten verbeterd zijn. De school heeft elf opgeleide BHV-ers (bedrijfshulpverleners) die EHBO- hulp kunnen geven en jaarlijks ontruimingsoefeningen organiseren. Ook houden zij zich, samen met de ARBO- coördinator bezig met de veiligheid in- en om het schoolgebouw. Alle incidenten, waarvoor wij een verwijzing naar een arts noodzakelijk vinden, worden geregistreerd.


10

1.7 De samenstelling van het team, schooljaar 2014-2015

Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

1/2 Het Ketelbinkie

Hanneke van Loo Hanneke van Loo Bianca Boerlage Bianca Boerlage Bianca Boerlage

1/2 De Scheepstoeter

Inge Adams Inge Adams Inge Adams Nadine Met Nadine Met

1/2 Het Sleeptouw Olga Opdam Nadia Nansink Nadia Nansink Olga Opdam Olga Opdam

3 Het Anker Henriette van Leeuwen Henriette van Leeuwen

Thea Houtkamp Thea Houtkamp Thea Houtkamp

3/4 De Mast Trudy Bilars Trudy Bilars Trudy Bilars Trudy Bilars Anja Leeflang

4 De Brug Herma Munniks Herma Munniks Herma Munniks/ Diana Veenstra

Diana Veenstra Diana Veenstra

5 Het Visnet Alexandra Cubazek Alexandra Cubazek

Alexandra Cubazek

Roline Smit Roline Smit

5/6 Het Logboek Marie-Jose van Leeuwen Marie-Jose van Leeuwen

Marie-Jose van Leeuwen

Jos Verhage Marie-Jose van Leeuwen

6 De Stuurhut Andre Goudsblom Andre Goudsblom Andre Goudsblom

Andre Goudsblom Andre Goudsblom

7 De Loopplank Saskia Luijbe Saskia Luijbe Peter Ott Peter Ott Peter Ott

7/8 Het Kofschip Petra Gerritsma Daphne Zijlstra Daphne Zijlstra

Daphne Zijlstra Daphne Zijlstra

8 De Patrijspoort Charissa v. Tintelen Jos Verhage Jos Verhage Charissa v. Tintelen

Charissa v. Tintelen

Administratie Jolanda Derks

Praktijkopleider Anja Leeflang

Interne begeleiding

Maria Born/ Petra Gerritsma

Maria Born Maria Born/ Petra Gerritsma

Adjunct directeur Diana Veenstra Diana Veenstra

Directeur Anne Bruggeman Anne Bruggeman Anne Bruggeman Anne Bruggeman


11

Hoofdstuk 2 Het onderwijs

2.1 Vakken en methodieken

2.1.1. Rekenen Rekenen onderbouw In herkenbare situaties leren kinderen in groep 1 en 2 spelenderwijs om te gaan met diverse rekenbegrippen. De activiteiten zijn in thema’s gegroepeerd. Deze spelen in op de seizoenen, hoeken en andere situaties, die dicht bij de belevingswereld van de kleuters liggen. De leerkrachten plannen het activiteitenaanbod in hun Logboek en houden de vorderingen van de kinderen bij in het observatie en registratie systeem “Kijk”. Rekenen midden- en bovenbouw In groep 3 t/m 8 wordt gewerkt met de nieuwste versie van De Wereld in Getallen. De leerlijnen zijn opgebouwd volgens een dakpanconstructie; oriëntatie, begripsvorming, oefenen en automatiseren. Elk onderwerp wordt eerst tijdens de instructie behandeld, zo vaak als voor oriëntatie en begripsvorming nodig is. Daarna komt het onderwerp terug bij het zelfstandig oefenen en wordt het uiteindelijk door de kinderen ingeoefend en toegepast. Niet ieder kind leert even gemakkelijk en snel. De wereld in getallen houdt daar rekening mee. Voor de zwakkere rekenaars is er in elke les een verlengde instructie uitgewerkt in het bijwerkboek. Vervolgens oefent ieder kind zelfstandig in de weektaak op zijn of haar niveau. Ieder kind zorgt ervoor dat de eigen weektaak wordt afgerond door er dagelijks aan te werken. In de weektaak komt alleen reeds behandelde stof aan de orde. Zo leren de kinderen om zelf problemen op te lossen en hun werk te plannen. In de weektaak staan oefeningen op drie niveaus: minimum-, basis- en plusniveau. Kinderen kunnen gemakkelijk verschuiven tussen de verschillende niveaus. Bovendien is er voor de hele goede rekenaars een plusboek voor extra verdieping.


12

2.1.2.Taal Taal onderbouw In de kleutergroepen wordt gewerkt met Thema’s. Per schooljaar komen er ongeveer 8 verschillende thema’s aan bod. In het kader van de doorgaande lijn in het vroegschools leeraanbod(VVE), is op school de methode Ko Totaal als bronnenmateriaal aanwezig. Deze methode volgt op Puk en Ko, de methode waar sommige van onze kinderen op de peuterspeelzaal mee gewerkt hebben. Binnen de thema’s die de leerkrachten aanbieden bevinden zich ook thema’s uit Ko Totaal. Om de woordenschat van de kinderen te vergroten werken de leerkrachten met het programma van “woorden in de weer”. De manier van werken van “met woorden in de weer”gebruiken ze in hun thema’s, met de woorden van het thema. In de kleuterklassen wordt gewerkt met een lettermuur. Alle kinderen leren op de computer te werken. We gebruiken daarvoor het programma “Bas gaat digitaal”. Dit programma is goed in te passen in de thema’s.

Taal midden- bovenbouw In de groepen 4 tot en met 8 gebruiken we de methode Taal in Beeld. De taallessen van Taal in beeld zijn opgebouwd uit zes vaste lesfasen: van lesdoel tot extra opdracht. Al deze onderdelen komen terug in het taalboek. Kinderen werken zelfstandig, samen of onder begeleiding. Taal in Beeld werkt met thema’s die voor alle jaargroepen op hetzelfde moment aan bod komen. De volgende onderwerpen komen aan bod: omgeving, natuur, reizen, gevoel, verhalen, samen leven, cultuur en andere tijden. Spelling in Beeld biedt een volledig spellingprogramma voor groep 4 tot en met 8.


13

2.1.3. Lezen

Aanvankelijk en technisch lezen

In groep 3 hanteren we de methode Veilig Leren Lezen. Elke les begint en eindigt iedere dag met gezamenlijke groepsactiviteiten. Op deze manier blijven alle leerlingen deel uitmaken van de groep en delen ze samen het plezier van het leren lezen. Veilig Leren Lezen biedt concrete mogelijkheden en materialen om in te spelen op verschillen tussen leerlingen. Zo is er een maangroep voor kinderen die starten met het leesonderwijs en een zongroep voor kinderen die al vlot kunnen lezen. Met de bijbehorende differentiatiematerialen wordt gezorgd voor de juiste aanpak voor elke leerling. Om het technisch voortgezet lezen op niveau te houden maken we vanaf groep 4 gebruik van de boekjes “vloeiend en vlot”, van de methode Estafette. Hiermee krijgen de leerlingen instructie op woordniveau om de snelheid van het lezen te bevorderen. Daarnaast vinden we leesplezier erg belangrijk. Hieraan komen we tegemoet doordat de kinderen elke dag minstens vijftien minuten lezen uit een zelf gekozen boek. De Driemaster heeft een zeer uitgebreide en actuele bibliotheek. Elk jaar schaffen we nieuwe boeken aan en vervangen we boeken. Voor begrijpend lezen maken wij onder andere gebruik van de methode ‘Tekstverwerken’. De teksten in deze methode worden verwerkt aan de hand van leerzame vragen. De leerzame vragen kunnen kinderen helpen om teksten beter te leren begrijpen. Het doel is leesstrategieën aan te leren, die ze zelfstandig moeten kunnen toepassen. In de bovenbouwgroepen wordt ook gewerkt met ‘Nieuwsbegrip’. In nieuwsbegrip staat elke week een tekst uit de actualiteit centraal.


14

Daarnaast werken we vanaf groep 5 met de ‘Kidsweek junior’ en met ‘7 days’ in groep 8. Deze kranten worden gemaakt voor kinderen en bevatten zeer diverse onderwerpen uit de belevingswereld van de kinderen. De leerkrachten gebruiken teksten om onder andere het tekstbegrip van de kinderen te vergroten.

2.1.4. Engels Doelstelling: het onderwijs in Engelse taal is erop gericht, dat de leerlingen:

Vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal op een eenvoudig niveau gebruiken als communicatiemiddel.

Kennis hebben van de rol die de Engelse taal speelt in de Nederlandse samenleving en als internationaal communicatiemiddel.

‘Hello World’ is de methode voor het vak Engels dat wordt gegeven in de groepen 7 en 8.

2.1.5. Schrijven Schrijven onderbouw Bij het voorbereidend schrijven gebruikt De Driemaster in de onderbouw materialen ter bevordering van de fijne motoriek. Hieronder valt bijvoorbeeld het werken met klei, zand, schilderen, tekenen, vouwen, knippen, vlechten, borduren, bouwen en werken met constructiemateriaal. Daarnaast worden in de groepen 2 meer gerichte opdrachten gegeven op het gebied van oog - handcoördinatie. Schrijven midden- bovenbouw De methode ‘Schrijven leer je zo’ is een blokschriftmethode voor de groepen 3 tot en met 8. De extra aandacht voor de linkshandige zal vooral bestaan uit de duidelijke demonstratie van de papierligging, pengreep en positie van de schrijfhand. In groep 3 en 4 schrijven de kinderen met potlood. Vanaf de tweede helft van groep 4 gaan de kinderen over op het schrijven met een vulpen.

2.1.6. Wereldoriëntatie Wereldoriëntatie onderbouw In groep 1 en 2 wordt hoofdzakelijk thematisch gewerkt. Uitgangspunt daarbij is de eigen belevingswereld van de kleuters. De ervaring en de waarnemingen die bij voorkeur niet uitsluitend kijken betekent, maar ook voelen, ruiken, bewegen, aanraken en luisteren. De leerlingen leren stap voor stap de wereld om zich heen kennen. Ze leren relaties te leggen in ruimte en tijd. Ze leren met elkaar om te gaan en te kijken naar zichzelf. Tevens leert de leerling oorzaak en gevolg te onderscheiden en taal te gebruiken als communicatiemiddel. We gebruiken hiervoor diverse ontwikkelingsmaterialen en ‘echte’ materialen in de hoeken. Tevens heeft de onderbouw een uitgebreide collectie prenten- en informatieboeken. Ook wordt er geregeld een themagebonden gemaakt om kennis te maken met de wereld om ons heen.


15

Wereldoriëntatie midden- en bovenbouw Geschiedenis Voor het vak geschiedenis gebruiken we op school de methode ‘Wijzer door de tijd’. De methode schept voorwaarden, waarmee leerlingen een chronologisch inzicht, oriëntatiekennis en historische vaardigheden aangeleerd worden. Geschiedenis van de eigen omgeving komt in themalessen aan bod. De nationale geschiedenis is het vertrekpunt om ontwikkelingen in Europa en de wereld te behandelen. De methode hanteert drie inhoudelijke invalshoeken: 50% van de stof is sociaaleconomisch, 25% is politiek en 25% is sociaal-cultureel. Waar mogelijk sluit de methode aan bij vormingsgebieden als maatschappelijke verhoudingen, staatsinrichting, geestelijke stromingen, aardrijkskunde, Nederlandse taal en expressie.

Aardrijkskunde De methode ‘Hier en daar’ wordt gebruikt voor het vak aardrijkskunde. Hier en daar 2 is een thematische methode. Kinderen leren iets over hun eigen woonomgeving (hier) en tegelijk over een andere regio in Nederland, Europa of de wereld (daar). Elke jaargroep bevat acht thema's van elk vier lessen. De methode besteedt veel aandacht aan kaartvaardigheid en topografie. Geografische kaarten zijn het belangrijkste hulpmiddel in de aardrijkskundeles. Vanaf groep 6 wordt de topografie geoefend. Leerkrachtgebonden lessen en zelfstandig werken lessen wisselen elkaar af.

Natuur en techniek ‘In Wijzer door natuur en techniek’, is er aandacht voor de levende natuur en de niet-levende natuur en de toepassing daarvan met techniek. De leerstof bestaat voor een groot deel uit oriëntatiekennis: een begrippenkader waardoor de leerling biologische, natuurkundige en technische verschijnselen kan plaatsen en begrijpen. Door zelf te experimenteren en waarnemingen te doen, ontdekken en beleven de leerlingen de wetmatigheden van natuurlijke verschijnselen. De eigen leefomgeving is hierbij het vertrekpunt, natuur en techniek in Europa en de wereld krijgen ook


16

aandacht. Er is een afwisseling in de thema’s van de hoofdstukken; een hoofdstuk biologie wordt gevolgd door een hoofdstuk natuurkunde en techniek.

2.1.7. Verkeer ‘Wijzer door het verkeer’ is een nieuwe methode voor verkeersonderwijs. In deze methode worden dagelijks voorkomende verkeer situaties behandeld, waardoor nauw wordt aangesloten bij de belevingswereld van de kinderen. Naast de verkeersregels is er veel aandacht voor de ontwikkeling van een verkeersbewuste mentaliteit. In de groep 7 kunnen de kinderen hun verkeersdiploma behalen.

2.1.8. Expressievakken Muziek en dans Muziek is overal in het leven van mensen aanwezig. Het klinkt overal en is van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat beschikbaar. De muzikale opvoeding van kinderen kan niet voorbij gaan aan deze culturele werkelijkheid. Kinderen moeten de taal van muziek leren begrijpen, ze moeten de kans krijgen om er actief of passief aan deel te nemen, als speler, zanger, luisteraar. De Driemaster werkt met de methode Moet je doen muziek. Deze methode houdt op verschillende manieren rekening met de leefomgeving van onze kinderen. Dat doet de methode door in het aanbod van de liederen ook liederen te kiezen die passen bij de hedendaagse populaire muziek.

In de onderbouw worden themagebonden muziek en danslessen aangeboden. Daarbij worden ideeën gehaald uit verschillende bronnen.

Daarnaast maken wij als school gebruik van het muziekproject “Ieder Kind een Instrument”(IKI).


17

Dit project heeft als doel dat ieder kind de kans krijgt een muziekinstrument te leren bespelen. Daarmee wordt er een bijdrage geleverd aan verdere talentontwikkeling en het vergroten van sociale vaardigheden. Het leren luisteren naar en beoefenen van muziek helpt om rust, harmonie en structuur aan te brengen in iemands leven. Samen muziek maken is goed voor het zelfvertrouwen, bevordert samenwerking en stimuleert integratie. De leerlingen die interesse hebben in het bespelen van een instrument kunnen via de naschoolse activiteiten muziekles krijgen op een instrument naar keuze. Het instrument waarop ze spelen mag tijden de lesperiode mee naar huis genomen worden om op te oefenen. Onder schooltijd is er voor elk leerjaar, vanaf groep 5, een ander aanbod met als einddoel de musical in groep 8. Bij het maken en het spelen van een musical komen meerdere vaardigheden kijken. De lessen in de jaren hieraan voorafgaand gaan daarom meer de breedte in. De focus ligt op samen muziek maken, dansen, zingen en theater maken.

Beeldende vorming

Kleuren, knippen, tekenen, vouwen, plakken, zagen... Hoe leer je kinderen dat op

een voor hen interessante manier? ‘Door te zorgen dat opdrachten betekenisvol

zijn’, De opdrachten uit de methode “M oet je doen beeldende vorming” zijn daarom

uitdagend. Kinderen gaan op zoek naar hun eigen antwoord. Daarbij mag alles, als

het maar leidt tot een oplossing.

Centraal in die zoektocht staat altijd een kunstwerk.


18

Drama Voor het vak drama gebruiken wij op school eveneens de methode “Moet je doen drama,”. De methode is erop gericht kinderen te laten kennismaken met de expressieve mogelijkheden van stem, taal, houding, beweging en mimiek. In spel verbeelden ze gevoelens, ideeën, gebeurtenissen en personages. Ze maken kennis met de expressieve uitingsmogelijkheden van anderen en leren op het spel van henzelf en van anderen te reflecteren.

2.1.9. Bewegingsonderwijs Het onderwijs in bewegen is gericht op een verantwoorde deelname aan bewegingsactiviteiten. Het gaat daarbij om deelname aan allerlei sportieve activiteiten en bewegingsrecreatie. Maar ook om het deelnemen aan de actuele bewegingswereld van kinderen, bijvoorbeeld op het schoolplein en in de woonomgeving. Het doel van de lichamelijke opvoeding is de leerlingen breed te introduceren in die bewegingscultuur.

2.2.10. Cultuur educatie Cultuureducatie omvat: kunst-, media- en erfgoededucatie. Bij kunst valt te denken aan muziek, dans, zang, theater, beeldende kunst, film, mode, fotografie en design. Bij media aan creatieve nieuwe media en onder erfgoed vallen lessen over de omgeving, archeologie, monumenten en ‘de eigen geschiedenis’. Thema’s over kunst en erfgoed stimuleren de nieuwsgierigheid. De Driemaster neemt deel aan het cultuurtraject ‘Cultuur Primair’ Dit houdt in dat er volgens een cyclus van drie jaar gewerkt wordt, waarbinnen alle disciplines om de beurt aan bod komen. Binnen dit cultuurtraject doen de


19

leerlingen ervaring op met de verschillende vormen van kunst en erfgoed en met de bibliotheek. De activiteiten vinden op school plaats of op een andere locatie, zoals het theater. De school organiseert jaarlijks een schoolproject voor alle klassen. De cognitieve vakken, doe- opdrachten van de creatieve vakken, de buitenschoolse activiteiten en de excursies staan zoveel mogelijk in het teken van dit project. Aan het eind van het project worden de ouders uitgenodigd om te kijken naar de resultaten.

2.2. Actief burgerschap, sociale integratie

Om actief, maar ook kritisch te kunnen deelnemen aan de samenleving zijn specifieke kennis en vaardigheden noodzakelijk. Doelen waar we aan werken zijn:

De kinderen leren de hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger

De kinderen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen

De kinderen leren over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen

De kinderen leren met respect om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen

De kinderen leren zorg te dragen voor de gezondheid van henzelf en anderen

De kinderen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument

De kinderen leren met zorg om te gaan met het milieu


20

Actief burgerschap en sociale integratie zijn geen aparte vakken, maar zitten verweven in het totale onderwijsaanbod. Het op een goede en respectvolle manier met elkaar omgaan is helaas niet altijd vanzelfsprekend. Op school hebben we gedragsregels geformuleerd en een anti pest beleid opgesteld. Een onderdeel daarvan vormt de ‘Stop is Stop’ regel. Voor meer informatie over het anti-pestbeleid van De Driemaster kunt u contact opnemen met de internbegeleiders of de website raadplegen. (www.driemaster-saks.nl) In alle groepen werken we met de ‘Stop is Stop’ regel. Door deze regel leren kinderen om duidelijk hun grens aan te geven en leren ze om naar de ander te luisteren en de grenzen van de ander te respecteren. De school volgt op systematische wijze de veiligheidsbeleving door:

a. Het in kaart brengen van het veiligheidsgevoel van leerlingen, ouders en leerkrachten d.m.v. enquêtes.

b. Het zorgvuldig registreren van incidenten.

2.3 Informatie en communicatietechnologie

Onze school wil optimaal gebruik maken van de mogelijkheden, die het digitale tijdperk ons biedt. In veel groepen werken wij met digitale schoolborden. De mogelijkheden van deze schoolborden zijn bijna onbeperkt en een enorme verrijking voor het onderwijs. In alle lokalen zijn computers en/of laptops beschikbaar, die zijn aangesloten op Kennisnet, het internet speciaal gericht op het onderwijs. De kinderen kunnen dagelijks gebruik maken van Kennisnet voor hun vragen, werkstukken en PowerPoint presentaties. Voor alle kinderen zijn er computerprogramma’s op hun eigen niveau en meestal gekoppeld aan de methodes hier op school. Deze programma’s passen goed bij ons onderwijs en onze methodes en bieden een veelzijdig hulpmiddel bij de differentiatie binnen de groepen. Soms worden specifieke leerproblemen getraind. De website van onze school wordt gebruikt om verslag te doen van gebeurtenissen op school en in de verschillende groepen. Met een digitale camera worden van de meeste “evenementen” foto’s gemaakt en op onze website geplaatst om te bekijken en/of te downloaden.

2.4. Onderwijs op maat Kinderen in Nederland zijn op vijfjarige leeftijd leerplichtig. Een kind moet dan ook op de eerste dag van de nieuwe maand na zijn of haar vijfde verjaardag naar school. Als een kind bijvoorbeeld in maart vijf jaar wordt, moet het op 1 april van dat jaar naar school.


21

Bijna alle kinderen in Nederland gaan al op hun vierde jaar naar school om alvast te wennen aan de school, de leerkracht en de kinderen. Net voordat uw kind vier jaar wordt, krijgt hij of zij de gelegenheid om maximaal vijf ochtenden onze school te bezoeken. Voor kinderen met bijvoorbeeld een taalachterstand, omdat zij bijvoorbeeld thuis een andere taal spreken, bestaat de mogelijkheid om vanaf de leeftijd van tweeënhalf jaar deel te nemen aan programma ’s voor voorschoolse educatie.

2.4.1.Aanname beleid Alle kinderen zijn op onze school welkom, mits de visie van onze school wordt onderschreven en kinderen niet worden uitgezonderd van schoolactiviteiten. Toch kan het voorkomen, dat wij kinderen op onze school niet adequaat kunnen begeleiden of dat de individuele begeleiding door de groepsleerkracht bij een toenemend aantal leerlingen geen garantie meer is voor goed onderwijs. In deze gevallen zullen wij aan de ouders alternatieven voor een meer adequate begeleiding aanreiken.

2.4.2.Groepsverdeling Op dit moment staan ongeveer 320 kinderen op onze school ingeschreven. De leerlingen zijn verdeeld over 12 groepen. De groepen worden zoveel mogelijk door vaste leerkrachten bemand. De meeste groepen worden geleid door duo’s. De grootte van de groepen varieert. De groepen 1 en 2 worden altijd gecombineerd, omdat wij dat pedagogisch en organisatorisch het beste vinden. Als er sprake is van combinatiegroepen in de hogere leerjaren, dan is dat omdat wij vinden dat er op die manier met de gegeven leerlingenaantallen de meest evenwichtige verdeling tussen de groepen gemaakt kan worden. Met het huidige leerlingenaantal, betekent dit in de praktijk dat we naast de groepen 1-2 nog drie combinatiegroepen formeren. De keuze voor een indeling wordt zorgvuldig en weloverwogen gemaakt en ligt daarna vast. Onze leerkrachten hebben daardoor al veel ervaring in het werken met combinatiegroepen.


22

2.4.3.Zorg voor de kinderen Het jonge kind De meeste kinderen in Nederland starten hun basisschoolcarrière op het moment dat ze 4 jaar worden. De kinderen kunnen voor die tijd alvast aan de school wennen door middel van de wenochtenden die met de betreffende leerkracht worden afgesproken. Natuurlijk is het van belang dat uw kind ook thuis wordt voorbereid op het schoolbezoek. Dit geldt ook voor praktische zaken waar u al rekening mee kunt houden, zoals het zelfstandig aan en uitkleden en naar het toilet gaan. ‘s Morgens kunt u uw kind in de klas brengen en kunt u nog even samen met uw kind de activiteit doen die klaarligt. De deuren gaan ’s morgens om 08.35 uur open. Voor de verschillende groepen zijn verschillende ingangen. We vragen u daar op te letten in verband met de veiligheid en doorstroming in de gangen, die niet erg breed zijn op de benedenverdieping. ‘s Middags worden de kleuters door de leerkracht naar buiten gebracht.

2.4.4.Verlengen en versnellen

Soms is het goed een kind een jaar extra in een groep te laten blijven. Dit gebeurt pas nadat goed is gekeken waarom dat nodig is. Om op school daarover een zorgvuldig besluit te kunnen nemen volgen wij een nauwkeurig stappenplan. Op dezelfde manier bekijken wij of een kind een jaar kan overslaan.

2.4.5.Het zorgteam Op school wordt gewerkt met een zorgteam. Aan het zorgteam nemen op onze school de interne begeleiders, de leerkrachten van de betreffende leerling en de directeur deel. In het zorgteam worden kinderen besproken waarvoor naar alle waarschijnlijkheid meer specialistische hulp nodig is. De ouders van de kinderen worden altijd van tevoren op de hoogte gebracht. Indien noodzakelijk zal ook een orthopedagoog uit het samenwerkingsverband aan het zorgteam deelnemen. Indien uit het overleg blijkt dat extern onderzoek van de leerling gewenst is, dan wordt aan de ouders om toestemming gevraagd. De school en ouders blijven in contact over het traject dat volgt.

2.4.6.Verwijzingen Soms blijkt dat een leerling, ondanks alle extra inspanningen van de school en de ouders niet op onze school kan blijven. In overleg met ouders kan dan worden besloten dat de leerling beter naar het speciaal onderwijs verwezen kan worden. Deze conclusie wordt met behulp van een uitgebreid onderwijskundig rapport, inclusief een intelligentieonderzoek, aan de Permanente Commissie Leerlingenzorg (P.C.L.) voorgelegd.


23

De P.C.L. beoordeelt de gegevens van de leerling en zal antwoord geven op de vraag of de leerling toelaatbaar is op de school voor speciaal basisonderwijs. Bij een positieve beoordeling krijgt de ouder een beschikking, waarmee het kind op de betreffende school kan worden aangemeld.

2.4.7.Onderwijskundig rapport Van alle leerlingen houden we een dossier bij. In de dossiers van de kinderen bevinden zich toetsgegevens, rapporten eventuele rapportages van externe onderzoeken en andere aanvullende gegevens van de leerkrachten. Een deel van het dossier is inmiddels digitaal opgeslagen. Het beheer van de dossiers is in handen van de interne begeleiders en ook de directie heeft toegang tot de dossiers. Indien nodig worden de gegevens gebruikt voor het onderwijskundig rapport dat wordt opgespeld op het moment dat de leerling uitstroomt naar een andere(basis)school. De andere school gebruikt de gegevens van het onderwijskundig rapport om aan te kunnen sluiten bij het niveau van uw kind en om uw kind zo adequaat mogelijk verder te kunnen helpen. Alle leerling-dossiers worden 5 jaar nadat de leerlingen de school hebben verlaten vernietigd.

2.4.8.Overgang naar het voortgezet onderwijs In groep 8 volgen we een vast traject in de begeleiding van kinderen en hun ouders op weg naar de overstap naar het voortgezet onderwijs. Tijdens een gezamenlijke ouderavond voor de ouders van de groepen 8 krijgt wordt u uitgebreid geïnformeerd over de verschillende vormen van voortgezet onderwijs. Daarnaast vinden er individuele oudergesprekken plaats waarin u een voorlopig advies krijgt voor uw kind. Uw kind is bij de gesprekken ook aanwezig. Dit advies is gebaseerd op de resultaten van het CITO leerlingvolgsysteem en de resultaten van 7 jaar basisonderwijs. Ook de werkhouding en motivatie van uw kind worden in het advies meegenomen. Met dit voorlopige advies kunnen de ouders en kinderen zich alvast gaan oriënteren in de wereld van het voortgezet onderwijs om te komen tot een schoolkeuze. Naast het advies van de school wordt er wettelijk ook nog een tweede toetsingsmiddel vereist. De kinderen maken daarom in november/december de NIO toets en het drempelonderzoek. De uitslag van deze twee onderzoeken worden met de ouders en de kinderen besproken waarna u de uitslag op papier ontvangt. Als laatste volgt het definitieve adviesgesprek. Met dit advies, dat ook door de school op papier wordt uitgereikt, kunt u zich aanmelden en inschrijven op de school van uw keuze.


24

2.4.8.1.Uitstroomgegevens schooljaar 2013– 2014

Uitstroom Aantal leerlingen 50

Percentage

VWO 9 18%

HAVO 8 16%

VMBO-TL 19 38%

VMBO-KL 9 18%

VMBO-BL 5 10%

2.4.8.2. Het onderwijskundig eindrapport

De leerkrachten van groep 8 stellen voor alle leerlingen een onderwijskundig eindrapport op aan het einde van het schooljaar. Dit rapport wordt overgedragen aan de school voor voortgezet onderwijs. De resultaten van het leerlingvolgsysteem, de uitslag van het drempelonderzoek en het intelligentieonderzoek staan hier in beschreven maar ook andere relevante informatie zoals werkhouding en sociale vaardigheden. Alle ouders krijgen de mogelijkheid dit rapport in te zien op school, alvorens het naar de toekomstige school wordt gestuurd.


25

Hoofdstuk 3 De opbrengsten van het onderwijs

Het verbeteren van taal- en rekenprestatie van leerlingen is een belangrijk onderwerp op de beleidsagenda van onze school.

3.1.Opbrengstgericht onderwijs

Analyse van de toetsresultaten is hierbij essentieel en vormt de basis voor het afstemmen van onderwijstijd, leerstof en instructie. We streven naar convergente differentiatie, dat wil zeggen dat wij leerlingen zoveel mogelijk bij elkaar houden en differentiatie toepassen door onder andere gebruik te maken:

van minimumprogramma’s en extra uitdagende programma’s

verkorte of verlengde instructie

meer of minder oefentijd

3.2.Het leerlingvolgsysteem

Om de cognitieve ontwikkeling van leerlingen goed te kunnen volgen maken wij naast observaties en methodegebonden toetsing ook gebruik van methodeonafhankelijke toetsen. De methodeonafhankelijke toetsen zijn een belangrijke graadmeter op basis waarvan wordt bepaald welke groep leerlingen extra instructie, oefentijd of specifieke leerstof krijgt

3.3.Resultaten in een meerjarig perspectief

Analyse van de resultaten vindt niet alleen plaats op leerlingen groepsniveau, maar ook op schoolniveau. De resultaten worden gelegd naast de doelen van de school en vergeleken met de resultaten uit voorafgaande jaren. De trends zijn bepalend voor eventuele bijstelling van het schoolbeleid.

3.4.Benchmarking

De resultaten van onze school worden eveneens vergeleken met andere scholen. Door dit continue vergelijken van activiteiten, processen en resultaten wordt een beter zicht verkregen op de eigen prestaties.


26

Hoofdstuk 4 De ouders

4.1.Informatie naar de ouders Het is van groot belang dat u nauw betrokken bent bij het welzijn van het kind op onze school. Kinderen voelen zich beter thuis op school wanneer de ouders en de school goed contact hebben. De school vindt het belangrijk om ouders goed te informeren. Wanneer de ouders van de kinderen gehuwd zijn of samenwonen, is dit vanzelfsprekend gemakkelijk te organiseren. Na echtscheiding of ontbinding van geregistreerd partnerschap is het moeilijker. Echter beide ouders blijven, tenzij de rechter anders heeft beslist, formeel belast met de opvoedkundige- en juridische verantwoordelijkheid over hun kinderen. Zij hebben dus allebei het recht op informatie over de schoolvorderingen van hun kind. Wij zullen beide ouders van gelijke informatie voorzien over en ook gezamenlijk uitnodigen voor de gesprekken. Op het moment dat ouders het gezag hebben over hun kind informeert school de ouders over de volgende zaken:

- De gang van zaken op school - Het functioneren van hun kind in de klas - De ontwikkeling van de kinderen op school

4.1.1.Ouderavonden In het begin van het schooljaar organiseert de school een algemene ouderavond. Een deel van die avond is gereserveerd voor de klasseninformatie. De leerkracht geeft in de groep van uw kind algemene informatie over de groep en actualiteit op dat moment. Tijdens de tweede helft van het schooljaar organiseert de school in samenwerking met ouders van de OR en MR nog een algemene thema avond voor ouders.

4.1.2.Rapportage Vanaf groep 3 ontvangt u twee keer per schooljaar een rapport met daarin de vorderingen van uw kind. De kinderen in groep 2 ontvangen bij de overgang naar groep 3 een verslag. In het jaarrooster zijn 3 momenten gepland voor oudergesprekken, een daarvan in de maand november. Dit oudergesprek zal vooral gaan over de sociaal emotionele ontwikkeling van uw kind en voor dit gesprek nodigen we alle ouders uit. Na uitreiking van beide rapporten volgen ook oudergesprekken. Voor de gesprekken naar aanleiding van het eerste rapport nodigen we alle ouders uit. Na het laatste rapport kan het zijn dat de leerkracht u uitnodigt. Ook kunt u zelf aangeven een gesprek te willen. Tussendoor is het altijd mogelijk om een gesprek met de leerkracht aan te vragen.


27

4.1.3.Overige informatieverstrekking Elke week brengt de school de Weekinfo uit. Deze wordt digitaal verspreid via Digiduif. Daarnaast hangt de Weekinfo bij alle ingangen. De ouders verspreiden drie of vier keer per schooljaar ‘De verrekijker’ en ‘De Kidsgids’. De Verrekijker is een blad gemaakt door ouders en voor ouders. In het blad staan uiteenlopende zaken die met de school te maken hebben. Er wordt uitgebreid verslag gedaan van activiteiten en andere wetenswaardigheden van de school. De kopij komt uit verschillende geledingen van de school. Ook onze ‘Kidsgids’ bevat veel artikelen. De kopij hiervan komt bij de kinderen vandaan. Ze zijn ook vertegenwoordigd in de redactie. Aan het eind van het schooljaar brengt de directie het jaarverslag voor ouders uit, met daarin een weergave van de ontwikkelingen van het afgelopen schooljaar.

4.2. De ouderraad De school heeft een actieve ouderraad. De ouderraad organiseert samen met het team de feesten en activiteiten als het schoolreisje. Op school zijn diverse werkgroepen geformeerd waarin ouders en teamleden samenwerken. De ouderraad vergadert zes keer per jaar. De notulen van deze vergaderingen worden op de website gepubliceerd. In de ouderraad hebben de volgende ouders zitting: Sandra van Baal, voorzitter Jeanette Verdegaal, vice-voorzitter Hans Meijer, secretariaat Michel Wit, penningmeester Marijke Sluis Ilja Witte Miriam Hoogland Silvia Ruiter Saskia Smiers

4.3. De medezeggenschapsraad Elke school heeft een medezeggenschapsraad (MR) waarin ouders en leerkrachten vertegenwoordigd zijn. De MR houdt zich bezig met het schoolbeleid. Het gaat om onderwerpen als personeelsbeleid, schoolplan, jaarplan en formatie. Namens het bestuur voert de directie van de school overleg met de MR. Van de acht leden van de MR komen vier leden uit het onderwijzend personeel en vier leden worden door de ouders gekozen. Elke MR kiest één persoon in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) van de SAKS. In de GMR zitten evenveel ouders als personeelsleden. Deze GMR heeft als taak het beoordelen van beleid van de SAKS dat voor alle of voor een meerderheid van de scholen geldt. Informatie over de vergaderingen van de MR wordt gepubliceerd op de website van de school.


28

De volgende leden hebben zitting binnen de MR: Namens de ouders

Namens personeel

Jelly Kuijper, voorzitter Laurent Sikkens Charlotte Levering vacature

Inge Adams (herkiesbaar lid) Roline Smit Herma Munniks (herkiesbaar lid Trudy Bilars

4.4. De ouderbijdrage Op school worden veel extra activiteiten zoals schoolreisjes, kamp en andere festiviteiten te georganiseerd. Deze activiteiten en festiviteiten behoren niet tot het gewone lesprogramma en worden niet door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vergoed. Om deze activiteiten toch te kunnen betalen vragen we de ouders elk jaar een vrijwillige ouderbijdrage te betalen. De ouderraad is belast met het innen van de bijdrage van de ouders. Veel ouders doen dat door middel van een machtiging. De hoogte van deze bijdrage wordt door de oudergeleding van de MR vastgesteld en bedraagt in het schooljaar 2014-2015 € 37,50. Het geld voor het schoolreisje is daarbij inbegrepen. De besteding van het geld wordt in overleg met het schoolteam en de ouderraad bepaald. Het banknummer van de ouderraad is NL98 INGB 0002015468


29

Hoofdstuk 5 De zorg voor de kwaliteit. Onder kwaliteit verstaan wij het bereiken van de gestelde doelen naar tevredenheid van onszelf, de overheid, de ouders en de leerlingen. Daarom proberen we systematisch de goede dingen nog beter te doen. Naast bovengenoemde processen worden binnen de school de leerlingen systematisch gevolgd, waarvan de resultaten worden opgenomen in de schoolgids. Tevens is er regelmatig overleg met vertegenwoordigers van peuterspeelzalen en voortgezet onderwijs over een betere aansluiting en is continue ontwikkeling en professionalisering van leerkrachten speerpunt van beleid.

5.1. Planning en beleid: Kwaliteit mag geen toeval zijn en om dit te bereiken wordt een beleidsplan opgesteld met een cyclus van vier jaren (meerjaren beleidsplan), dat jaarlijks wordt geëvalueerd en /of bijgesteld op basis van:

Trendanalyses van onderwijsresultaten

Zelfevaluaties

Enquêtes onder leerkrachten, ouders en leerlingen

5.2. Trendanalyses: Trendanalyses vormen een belangrijk onderdeel bij de beleidsvorming, waarbij twee mogelijkheden zijn te onderscheiden:

a. Trendanalyse – leerjaar: hierbij worden de resultaten vergeleken, die in opeenvolgende schooljaren door verschillende groepen leerlingen op dezelfde toets zijn behaald. b. Trendanalyse – leerling-groep: hierbij worden de resultaten van een bepaalde groep leerlingen in opeenvolgende schooljaren naast elkaar gezet.

5.2.1 Opbrengsten schooljaar 2013– 2014 Hieronder treft u de eind - en tussenopbrengsten aan, die meetellen voor het eindoordeel van de Inspectie voor het Basisonderwijs over de onderwijskwaliteit van de school. Eindopbrengsten groep 8

Vakgebied Score Driemaster Inspectienorm

Rekenen 112 110

Begrijpend lezen 57.8 55


30

Tussenopbrengsten medio toetsen Cito leerlingvolgsysteem

Groep Vakgebied toetsonderdeel Score Inspectienorm

3 Lezen DrieMinutenToets 21,5 21

4 Lezen DrieMinutenToets 54 48

4 Rekenen Rekenen en Wiskunde

53 50

6 Begrijpend lezen

Toets Begrijpend Lezen

37 32

6 Rekenen Rekenen en Wiskunde

87,1 84

5.3. Professionalisering Leerkrachtvaardigheden zijn naast het gebruik van goede lesmethoden en materialen essentieel voor de onderwijskwaliteit. Professionalisering is binnen de organisatie SAKS – SKB speerpunt. Met de her- en bijscholing gaat het om individuele ontwikkeling en teamontwikkeling. Voor aspirant-leerkrachten en toekomstige onderwijsassistenten bestaat de mogelijkheid om stage te lopen en zij worden hierin begeleid door de groepsleerkracht (mentor). Basisscholen krijgen steeds meer bevoegdheden en verantwoordelijkheden toegekend binnen het opleiden van studenten. Mentoren en studenten krijgen dan ook ondersteuning van speciaal getrainde leerkrachten, Opleiders in School.

5.3.1. Speerpunten voor het schooljaar 2013-2014 Als school en team zijn we volop in beweging en in ontwikkeling. Leerkrachten professionaliseren zich door middel van cursussen en opleidingen. In sommige gevallen is het de keuze van de leerkrachten. Als het gaat om team scholingen, dan bepaalt de directie samen met het team waar de wensen naar uitgaan.

Van strategisch beleidsplan Saks naar nieuw schoolplan 2015-2019 De directie van de Driemaster wil dat het nieuwe strategisch beleid van SAKS wordt vertaald naar een eigen school specifiek plan vanaf 2015. Dat nieuwe schoolplan moet gaan leven in “hoofd- hart-handen” bij alle betrokkenen in en rond de school: leerkrachten, ouders en partners van de school. Vanuit een collectieve ambitie aan de slag, met eigenaarschap in die ontwikkelingen waar een ieder zich talentrijk in voelt. Niet ‘opgelegd’ van boven, maar gewenst vanuit jezelf. Niet alleen bedacht vanuit ‘binnen’ (team en directie) maar juist ook vanuit ‘buiten’(ouders en partners) De directie van de Driemaster heeft gezocht naar een traject waarbij het team, de directie en de partners van de Driemaster klaar zijn voor het onderwijs in de 21ste


31

eeuw. In goed onderwijs, vernieuwingen waar mogelijk en wenselijk, in samenwerking met ouders, opvang en andere partners en gebaseerd op eigenaarschap. Komend schooljaar zal het team zich middels een studiedag aan het begin van het schooljaar laten inspireren. Daarnaast zullen er verschillende panelgesprekken met ouders, partners en teamleden plaatsvinden om zoveel mogelijk informatie in te winnen. Uiteindelijk zal dit leiden tot het nieuwe schoolplan 2015-2019. Pedagogisch Klimaat

Positive Behavior Support

Het afgelopen jaar is de school gestart met het driejarige traject “Positive Behavior Support” (PBS). PBS is gericht op het creëren van een omgeving die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt. Dit begint bij het gezamenlijk formuleren van de waarden die de school belangrijk vindt. Vervolgens benoemt het schoolteam het gedrag dat past bij deze waarden en leert de school dit gedrag de kinderen actief aan. Adequaat gedrag wordt hierna systematisch positief bekrachtigd. Hiermee wordt een veilig en positief schoolklimaat gecreëerd, waarin elke leerling optimaal kan profiteren van het geboden onderwijs. Het team zal hier komend schooljaar 4 studieochtenden aan besteden. Daarnaast is in het kader hiervan een gedragsteam in het leven geroepen. Deze bestaat uit directie, IB en een aantal leerkrachten.

Onderwijskundig Technisch lezen

De resultaten van het technisch lezen hebben dit schooljaar een positief resultaat laten zien. Om het technisch lezen op woordniveau naar een hoger niveau te tillen, heeft het team gekozen om een gedeelte van de methode 'Estafette' in te gaan zetten. Het team heeft zich in een scholingsbijeenkomst ontwikkeld in het geven van instructie op voortgezet technisch leesgebied. Komend schooljaar blijven we deze ontwikkeling volgen en borgen middels klassenbezoeken. Interactief taalonderwijs

Het afgelopen schooljaar is een start gemaakt met het vernieuwen van het schrijven van eigen teksten. Hoe kunnen we het taal onderwijs interactiever en uitdagender maken voor onze leerlingen en er zo voor zorgen dat leerlingen meer plezier krijgen in het schrijven van teksten. Komend schooljaar zullen we op twee momenten tijdens de studiedagen ons hierover buigen. Meer- en hoogbegaafdheid:

Afgelopen schooljaar zijn er materialen aangeschaft en duidelijke afspraken gemaakt rond een doorgaande lijn m.b.t. onderwijs aan meer en hoogbegaafde


32

leerlingen. Komend schooljaar zal het onderwijs aan deze groep kinderen volledig geïntegreerd worden in ons onderwijs. ICT Scholing

Onze ict coördinator is het afgelopen schooljaar geschoold op het uitzetten van ICT beleid en de inzet van tablets in de klassen. Komend schooljaar zal de ICT coördinator de leerkrachten op de werkvloer begeleiden met het inzetten van de tablets als middel voor ons onderwijs. Daarnaast zal er in de kleuterklassen ook gewerkt gaan worden met tablets. Hardware

De school gaat naast de huidige tablets wederom 15 tablets aanschaffen om aan de ontwikkelingen op dit gebied tegemoet te komen. Brede schoolactiviteiten Komend schooljaar zullen er weer tal van naschoolse activiteiten op de Driemaster plaatsvinden, w.o.: naschoolse sport, koken, instrument lessen, striptekenen, streetdance en speurneuzen in de natuur.

Maatschappelijke betrokkenheid. Goede doelen

Rond kerst kunnen de kinderen en ouders weer een actie verwachten rond een goed doel. Dit doel is nog niet bepaald maar zal de kerstcommissie bij aanvang van het nieuwe schooljaar bepalen. Daarnaast zal er in het voorjaar weer een schoolactie georganiseerd worden. Ook hiervoor heeft de school het goede doel nog niet bepaald.


33

Hoofdstuk 6 Opvang voor en na schooltijd. Buitenschoolse opvang is de opvang van kinderen in de periode vóór en na schooltijd en tijdens de vakanties. Deze opvang wordt georganiseerd door de kinderopvang organisaties en kan in of in de buurt van het schoolgebouw zijn gelokaliseerd. Op de Driemaster maken de meeste kinderen gebruik van twee opvangorganisaties, namelijk de SKOA en de Kiddies. Kiddies, Tel: 072 5624961 [email protected] SKOA, Tel: 072 5147147 [email protected]

mailto:[email protected]


34

Hoofdstuk 7 De organisatie SAKS De SAKS-SKB is een samenwerking van de besturen van de Stichting Alkmaarse Katholieke Scholen te Alkmaar (SAKS) en de Stichting Katholiek Basisonderwijs te Bergen (SKB) op de terreinen:

Algemeen en financieel beleid onderwijskundig beleid en identiteit personeelsbeleid materieel beleid ict-beleid

Het College van Bestuur vormt het bevoegd gezag en is eindverantwoordelijk voor het beleid van de stichting en de bij de stichting aangesloten scholen. Het College van Bestuur geeft leiding aan de schooldirecteuren en aan het bestuursbureau. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het beleid van het College van Bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de organisatie. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Onder de besturen SAKS-SKB ressorteren vijftien scholen voor basisonderwijs en twee speciale scholen voor basisonderwijs.

7.1. Buitengewoon verlof Het uitgangspunt is dat alle leerlingen op onze school zich houden aan de vastgestelde schooltijden en vakantieregeling. Leerlingen mogen nooit zomaar van school wegblijven. In de leerplichtwet staan drie redenen voor extra verlof:

a. Verlof vanwege het vervullen van religieuze verplichtingen b. Het opnemen van vakantie onder schooltijd door de specifieke aard van het

beroep van één van de ouders, omdat vakantie alleen buiten de vastgestelde schoolvakanties kan worden opgenomen. Dit verlof moet zes weken voorafgaande aan de ingangsdatum schriftelijk bij de directeur worden aangevraagd, voorzien van een werkgeversverklaring waaruit blijkt dat verlof binnen de vastgestelde vakanties niet mogelijk is. Dit verlof kan slecht één keer per jaar worden toegekend.

c. Gewichtige omstandigheden.

Extra verlof met een maximum van tien schooldagen per leerjaar is alleen mogelijk bij verhuizen en bijwonen van vieringen of begrafenissen.

a. verhuizing (maximaal één dag),


35

b. bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de derde graad (maximaal vier dagen afhankelijk van waar de gebeurtenis plaatsvindt), bij ernstige ziekte van ouders of bloedverwanten t/m de derde graad,

c. bij overlijden van bloed- of aanverwanten - in de eerste graad (maximaal vier dagen) - in de tweede graad (maximaal twee dagen) - in de derde graad (maximaal één dag)

d. bij ambtsjubilea en 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksfeest van ouders en grootouders (maximaal één dag).

Bij ongeoorloofd verzuim zijn wij verplicht dit te melden aan de leerplichtambtenaar

7.2 Sponsoring Het basisonderwijs in Nederland wordt bekostigd door de overheid. Daarnaast hebben scholen – binnen marges – de vrijheid andere financiële bronnen aan te boren. Sponsoring is één van die mogelijkheden. Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die aan scholen worden verstrekt en waarbij een tegenprestatie wordt verlangd. U kunt hierbij denken aan gesponsorde lesmaterialen, opname van advertenties in de schoolkrant, uitdelen van producten aan kinderen. Onze school is terughoudend op het gebied van sponsoring en houdt zich in gevallen van sponsoring aan de regels, die zijn opgesteld in het convenant sponsoring. Algemeen uitgangspunt hierbij is, dat sponsoring verenigbaar moet zijn met de visie en de pedagogische en onderwijskundige taakstelling van de school.


36

7.3 Klachtenregeling Waar mensen werken ontstaan misverstanden, worden fouten gemaakt en kan er iets misgaan in de communicatie. Dat geldt ook voor het onderwijs. Wanneer u het niet eens bent met gedragingen of beslissingen van een persoon werkzaam binnen SAKS of juist met het nalaten van gedragingen of het niet nemen van beslissingen, dan kunt u een klacht indienen. Bij SAKS is de behandeling daarvan geregeld in een klachtenregeling. De klachtenregeling is bedoeld voor individuele gevallen. De regeling beschrijft de procedure voor het indienen en behandelen van de klacht. Uitgangspunt is dat de klacht zoveel mogelijk door de betrokken partijen binnen de school wordt opgelost. Indien de klacht niet naar tevredenheid met de directie van de school wordt opgelost, bestaat er de mogelijkheid om de contactpersoon van de school te raadplegen. Contactpersonen zijn verbonden aan de school. Elke school heeft een eigen contactpersoon. Contactpersonen zijn het aanspreekpunt bij klachten binnen een school. De contactpersoon kan u tevens ondersteunen bij verwijzing naar de (externe) vertrouwenspersoon van het bestuur. Deze vertrouwenspersoon is onafhankelijk en dus niet verbonden aan een school of de organisatie. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Zo nodig betrekt de vertrouwenspersoon het College van Bestuur erbij. De vertrouwenspersoon van SAKS is Heleen de Jong, Kleverparkweg 92, 2023 CJ Haarlem Tel. 06 250 24 555 - E-mail [email protected] Als de klacht niet tot tevredenheid is opgelost binnen SAKS, kan de klacht formeel ingediend worden bij de klachtencommissie. SAKS is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie voor het katholiek onderwijs, Postbus 82324, 2508 EH Den Haag. Telefoon 070-3925508.

7.4. Schorsen en verwijderen Uiterst zelden krijgen leerlingen te maken met schorsing of verwijdering. Maar soms ziet het bevoegd gezag geen andere uitweg dan een leerling te schorsen of zelfs te verwijderen. Het is dan in belang van alle partijen – de leerling, zijn ouders, het bevoegd gezag van de school – dat de regels en procedures, die de onderwijswetten voorschrijven, zorgvuldig worden uitgevoerd. Deze procedure staat omschreven in het protocol “schorsen en verwijderen”. Een leerling of een groep van leerlingen, die het onderwijs ernstig verstoren en/of leerlingen en leerkrachten geestelijk of fysiek bedreigen kunnen tijdelijk of definitief van school worden verwijderd. Dit geldt ook voor leerlingen van wie de ouders niet meewerken aan onderzoeken ter verbetering van het onderwijs aan specifieke leerlingen of voor verwijzing naar de Speciale School voor Basisonderwijs of het speciaal onderwijs. De bevoegdheid tot schorsen is overgedragen aan de directeur van de school. In geval van verwijdering wordt het bestuur in kennis gesteld van het voornemen tot


37

en op basis van de verkregen informatie van partijen kan het bestuur besluiten de betreffende leerling(en) te verwijderen.

7.5 Verzekeringen Voor alle onder het bestuur ressorterende scholen is bij de bond KBO een verzekeringpakket afgesloten, waarin ondermeer een ongevallen verzekering en een aansprakelijkheidsverzekering is opgenomen Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen.


38

Hoofdstuk 8. Algemene praktische informatie

Adres school RK BS De Driemaster Gabriël Metsulaan 36 1816 EP Alkmaar tel: 072-5121006 e-mailadres: [email protected] website: www.driemaster-saks.nl Directie Mevr. A. Bruggeman, directeur Werkdagen : ma, di, do en vr. Emailadres : [email protected] Mevr. D. Veenstra, adjunct directeur werkdagen: di t/m vrij emailadres: [email protected]

Bestuur: SAKS Adres: Helderseweg 14-4 1815 AB Alkmaar Tel: 072-5403044 e-mailadres : [email protected] Voorzitter College van Bestuur: Mevr. H. van der Hoorn Schoolcontactpersoon: Trudy Bilars [email protected]

Vakanties en vrije dagen Hieronder kunt u alvast de vakanties en roostervrije dagen zien voor het schooljaar 2014-2015, zodat u daar i.v.m. uw vakantieplanning rekening mee kunt houden.

Alkmaars Ontzet 08-10-2014 Herfstvakantie: 13-10-2014 t/m 17-10-2014 Kerstvakantie: 22-12-2014 t/m 02-01-2015 Voorjaarsvakantie 23-02-2015 t/m 27-02-2015 Paasvakantie 03-04-2015 t/m 06-04-2015 Meivakantie 27-04-2015 t/m 08-05-2015 Hemelvaart 14-05-2015 t/m 15-05-2015 Pinksteren 25-05-2015 Zomervakantie 06-07-2015 t/m 14-08-2015

GGD Noord-Kennemerland Jeugdgezondheidszorg, Postbus 9333 1800 GH Alkmaar, Tel: 072-5662662

Op de basisschool staan de kinderen onder de zorg van de jeugdgezondheidszorg. Voordat de kinderen op welk gebied dan ook worden onderzocht, krijgt u altijd bericht. De onderzoeken vinden plaats in het gebouw van de GGD aan de Van Alphenstraat 9 in Alkmaar. Hercontroles vinden altijd plaats op school.


http://www.driemaster-saks.nl/



39

Roostervrije dagen Vrijdag 29-08-2014 Maandag 20-10-2014 Woensdag 11-02-2015 Donderdag 02-04-2015 Dinsdag 26-05-2015 Vrijdag 03-07-2014 Roosterwijzigingen: Donderdag 18-12-2014: Kinderen vanaf 12.15 vrij, Kerstviering van 17.00

tot 19.00 uur. Vrijdag 19-12-2014: Kinderen om 12.15 vrij Donderdag 2 juli: Laatste schooldag: les tot 12.15 uur Continurooster Op de Driemaster hanteren wij een continurooster. Dit betekent dat uw kind de hele dag aaneengesloten op school is en op school luncht. De schooltijden zijn als volgt: Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 08.30 uur tot 14.15 uur en op woensdag van 08.30 tot 12.30 uur. Bij de kleuters hebben de kinderen een half uur de tijd om van hun lunch te genieten. Dit is hun pauze. Daarna of daarvoor spelen zij buiten. Vanaf groep 3 lunchen de leerlingen een kwartier in de klas en gaan daarna een half uur pauzeren. Het kwartier eten in de klas valt onder onderwijstijd en daarbinnen zal aandacht geschonken worden aan sociaal-emotionele ontwikkeling, actualiteiten, weekendgesprekken en levensbeschouwelijke vorming. Fietsen We vragen de kinderen die dicht bij de school wonen te voet naar school te komen. Indien kinderen wel op de fiets komen dan dienen deze in het fietsenrek geplaatst te worden. Gevonden voorwerpen Op school staat een mand met gevonden voorwerpen. Als uw kind iets kwijt is, kunt u hierin even kijken. In de Weekinfo wordt aangeven wanneer alle spullen weer uitgestald worden. Daarna worden de spullen aan een goed doel geschonken. Gezond eten We gaan er op school van uit dat de kinderen pauzeren met iets te drinken. Koolzuurhoudende dranken zijn niet toegestaan. Eventueel kunt u uw kind ook een kleine gezonde versnapering meegeven zoals fruit, een boterham of een gezonde koek. Enkele klassen hebben een keer per week een z.g. fruitdag. Op die dag worden alle kinderen geacht een stuk fruit mee naar school te nemen als tussendoortje.


40

Hoofdluiscontrole Elke eerste week na een vakantie worden alle kinderen gecontroleerd op hoofdluis. Als er hoofdluis wordt geconstateerd, worden de ouders van de klas op de hoogte gesteld en vindt er een hercontrole plaats. Huiswerk Huiswerk wordt vooral in de bovenbouwgroepen gegeven. Het gaat dan meestal om werkstukken maken, proefwerken leren, topografieopdrachten, woorden leren. Kinderen die gewend zijn om hun huiswerk regelmatig te maken of te leren, gaan beter voorbereid naar het voortgezet onderwijs. Ziekmeldingen Als uw kind ziek is, dan vragen wij u dat voor aanvang van de lessen door te geven aan de school. Dat kan telefonisch of via de mail: [email protected] Indien uw kind zonder afmelding niet op school verschijnt, bellen we naar het huisadres. Afwezigheid van de leerkracht Als een leerkracht door ziekte of ander omstandigheden afwezig is, wordt er voor vervanging gezorgd. Indien de school geen vervanger vindt, worden de kinderen verdeeld over de andere groepen. De school doet er alles aan om lesuitval te voorkomen. Gymrooster 2014-2015 Maandag 08.30 – 09.15 8 Patrijspoort

09.15 – 10.00 7/8 Het Kofschip

Van 9.45-10.00 uur pauze 10.00 – 10.45 7 De Loopplank

10.45 – 11.30 6 Vooronder

12.45 - 13.30 5/6 Het Logboek

13.30 – 14.15 5 Het Visnet

Dinsdag 09.15 – 10.00 3 Het Anker

10.00 – 10.45 3/4 De Mast

10.45 – 11.30 4 De Brug

Woensdag 8.30 – 9.15 3/4 De Mast

09.30 – 10.15 5 Het Visnet

10.45 – 11.30 7 De Loopplank

11.30 – 12.15 7/8 Het Kofschip

Donderdag 08.30 - 09.15 8 Patrijspoort

09.15 – 10.00 3 Het Anker

10.45 – 11.30 4 De Brug

12.45 – 13.30 5/6 Het Logboek

13.30 – 14.15 6 Het Vooronder


Schoolgids driemaster 2014 2015

Documents

Transcript of Schoolgids driemaster 2014 2015