Samenvatting Hoofdstuk 14 en 15

3
Samenvatting hoofdstuk 14 14.2.Peergroups. In dit hoofdstuk zullen wij het gaan hebben over de ontwikkelingstaak tussen sociale contacten en vriendschappen. Peergroups zijn groepen waarin leeftijdsgenoten in maatschappelijke positie en leefstijl overeenkomen. Ze trekken bijvoorbeeld met elkaar op in de buurt, op school of bij de plaatselijke sportclub. Jongere pubers (12-,13-jarigen) trekken voornamelijk op in peergroups van hun eigen sekse. Rond deze levensfase hebben jongens en meisje nog andere interesses. Rond de leeftijd 15/16 gaan de peergroeps qua sekse steeds meer door elkaar. De pubers trekken eerder met elkaar op door de sociale klasse. Via het middelbaaronderwijs wordt de puber door leerniveaus in een bepaalde sociale klasse geplaatst. Peergroups op school zijn vaak gemend van etniciteit. Maar buiten school gaan de Turkse en Marokkaanse jongeren eerder met elkaar om in aparte peergroeps. (Deze aparte peergroups worden buiten de scholen steeds minder. De verschillende culturen trekken in de loop der jaren steeds beter met elkaar op buiten schooltijd). 14.3. Jeugdculturen en Jongerenstijlen. De jeugd creëert een eigen levensvisie met eigen normen en waarden. De groep jeugd maakt een eigen cultuur. Deze cultuur wordt in feite gevormd door een oriëntatieschema. Dit schema is een wij-zij perspectief waarin jongeren hun cultuur afzetten tegen dat van e volwassenen. - De eerste groep noemen wij de jeugdcentristen. Jongeren die hun eigen jeugdcultuur belangrijker vinden dan die van de volwassenen. - De tweede groep noemen wij de volwassenencentristen. Jongeren die zich oriënteren op de normen en waarden van volwassenen. Vraag: Wat is de grootste stereotype stijlgroep? Mainstream Onder mainstream vallen alle jongeren die de huidige (kleding)trends volgen. M.b.t de zang leerling: onder welk stereotype stijlgroep valt jou leerling en kan je dit terug zien in het repertoire? 14.4. Omgaan met groepsdruk. Een sociale positie is de plaats die iemand in een groep inneemt in relatie tot de plaatsen van anderen. In een groep oefent een meerderheid druk uit op de minderheid. De minderheid zal zich aanpassen om te kunnen blijven conformeren in de groep. Dit wordt ook wel groepsdruk genoemd. De groepsdruk hangt af van de cohesie 1

description

j

Transcript of Samenvatting Hoofdstuk 14 en 15

Page 1: Samenvatting Hoofdstuk 14 en 15

Samenvatting hoofdstuk 14

14.2.Peergroups. In dit hoofdstuk zullen wij het gaan hebben over de ontwikkelingstaak tussen sociale contacten en vriendschappen. Peergroups zijn groepen waarin leeftijdsgenoten in maatschappelijke positie en leefstijl overeenkomen. Ze trekken bijvoorbeeld met elkaar op in de buurt, op school of bij de plaatselijke sportclub. Jongere pubers (12-,13-jarigen) trekken voornamelijk op in peergroups van hun eigen sekse. Rond deze levensfase hebben jongens en meisje nog andere interesses. Rond de leeftijd 15/16 gaan de peergroeps qua sekse steeds meer door elkaar. De pubers trekken eerder met elkaar op door de sociale klasse. Via het middelbaaronderwijs wordt de puber door leerniveaus in een bepaalde sociale klasse geplaatst. Peergroups op school zijn vaak gemend van etniciteit. Maar buiten school gaan de Turkse en Marokkaanse jongeren eerder met elkaar om in aparte peergroeps. (Deze aparte peergroups worden buiten de scholen steeds minder. De verschillende culturen trekken in de loop der jaren steeds beter met elkaar op buiten schooltijd).

14.3. Jeugdculturen en Jongerenstijlen.De jeugd creëert een eigen levensvisie met eigen normen en waarden. De groep jeugd maakt een eigen cultuur. Deze cultuur wordt in feite gevormd door een oriëntatieschema. Dit schema is een wij-zij perspectief waarin jongeren hun cultuur afzetten tegen dat van e volwassenen. - De eerste groep noemen wij de jeugdcentristen.

Jongeren die hun eigen jeugdcultuur belangrijker vinden dan die van de volwassenen.- De tweede groep noemen wij de volwassenencentristen.

Jongeren die zich oriënteren op de normen en waarden van volwassenen.

Vraag: Wat is de grootste stereotype stijlgroep? MainstreamOnder mainstream vallen alle jongeren die de huidige (kleding)trends volgen.

M.b.t de zang leerling: onder welk stereotype stijlgroep valt jou leerling en kan je dit terug zien in het repertoire?

14.4. Omgaan met groepsdruk.Een sociale positie is de plaats die iemand in een groep inneemt in relatie tot de plaatsen van anderen. In een groep oefent een meerderheid druk uit op de minderheid. De minderheid zal zich aanpassen om te kunnen blijven conformeren in de groep. Dit wordt ook wel groepsdruk genoemd. De groepsdruk hangt af van de cohesie binnen de groep. Groepscohesie, in hoeverre voelen ze zich met elkaar verbonden. Bij een hoge groepsdruk conformeert de minderheid zich aan de meerderheid. De neiging van conformeren ontstaat uit twee vormen: acceptatie en toegeven.-Acceptatie, de minderheid gaat mee in de gedachtegang van de meerderheid. -toegeven, de minderheid trekt de mening van de meerderheid in twijfel, maar voor het groepsbelang doen ze alles om mee te kunnen blijven doen. Bij een positieve meerderheid gaat het de positieve kant op en bij een negatieve meerderheid de negatieve kant.

14.5. Soms gaat het anders: De eenlingDe sociale status van Jongeren ontstaat door de verhouding tussen het aantal jongeren dat hen accepteert of afwijst. Zo kan door het onderzoek van Newcomb en Bukowski iedere jongere in één van de vijf status groepen worden geplaatst.

1. Populaire jongerenZij hebben positieve sociale relaties en onderhouden deze goed. Iedereen accepteert hun en willen zijn zoals zij.

2. Afgewezen jongerenZij vertonen gedrag dat irritatie oproept bij anderen.

1

Page 2: Samenvatting Hoofdstuk 14 en 15

3. Genegeerde jongerenZij worden niet geaccepteerd, maar ook niet verworpen. Ze worden gewoon niet opgemerkt.

4. Controversiële jongerenNet zoveel leerlingen gaan wel en net met deze jongeren om. Ze zijn vaak actief en sociaal vaardig, maar ook regel overtredend agressief.

5. Gemiddelde jongerenDe grootste groep, tussen de 50 en de 60% valt hieronder.

Vraag: Onder welke statusgroep behoorde jezelf?M.b.t de zang leerling: Onder welke statusgroep zou jou leerling vallen naar inschatting?

Een minderheid van de jongeren heeft helemaal geen behoefte aan vriendschappen of sociale contacten. Ze hebben genoeg aan zichzelf. Zulke jongeren ontwikkelen een schizoïde persoonlijkheidsstoornis. Ze willen zich niet hechten aan relaties met anderen en hebben dus weinig behoefte aan contact. Hier beleven ze in hun optiek geen plezier aan.

14.6. Invloed van leeftijdsgenoten en invloed van thuis. De meeste onderzoekers gaan ervan uit dat bij de ontwikkeling van jongeren zowel de contacten met de ouders als de contacten met leeftijdsgenoten een belangrijke rol spelen. Jongeren hebben tijdens de puberteit meer behoefte aan autonomie en daarom is grotere afstand van de ouders gewenst. Maar uiteindelijk blijken de relaties thuis en die met leeftijdsgenoten complementair (aanvullend) te zijn. Zowel contacten thuis als in de omgeving zorgen voor een positieve ontwikkeling. Het beste voor het opgroeien is de evenwicht ertussen.

Samenvatting Hoofdstuk 15

15.2. Zo gaat het meestal.Iemands lichaamsbeeld geeft aan hoe iemand over zichzelf lichamelijk denkt. Het seksuele script bestaat uit standaard codes en eigen invulling. Maar voor het zover is mot je eerste een hele periode afleggen.0-4 jaar:Verkenning van het lichaam. Lichtelijk besef van wat zal komen.

4-8 jaar:Verkenning van de geslachtsdelen vinder minder plaats in het openbaar. Het privacy bewustzijn neemt toe. Eventuele verliefdheid op docent, broer of tv-ster.

8-12 jaar:Eerste verkenningen seksuele voorkeur. Eerste keer masturberen en het veranderen van het lichaam.

12-16 jaar:Stapsgewijs doen de jongeren seksuele ervaringen op. Bij meisjes verloopt de seksuele ontwikkeling sneller dan bij jongens. Wanneer zowel meisjes als jongens dezelfde leeftijd hebben zal het meisje qua denkvermogen verder seksueel ontwikkeld zijn.

15.3. Soms gaat het anders. De meeste Jongeren ontwikkelen een seksuele voorkeur voor de andere sekse. In een aantal gevallen ontwikkelen ze voorkeur voor hun eigen sekse. (Homoseksualiteit). Deze ontwikkeling volgt zich in drie stadia:

1) Jongeren voelen zich anders dan anderen en gevoelen treden op voor eigen sekse.2) Ze benoemen de seksuele ervaring en beleving als homoseksueel. 3) Deze jongere noemt zichzelf homoseksueel en manifesteert zich als zodanig.

2

Page 3: Samenvatting Hoofdstuk 14 en 15

Jongeren moeten bewust gemaakt worden van Soa’s (seksueel overdraagbare aandoening, geslachtsziekte).

3