Ri journal 6
-
Upload
rechten-instituut -
Category
Documents
-
view
223 -
download
0
description
Transcript of Ri journal 6
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
RECHTEN INSTITUUTJaargang 5 / nummer 6 / 2014
WelkomJulia Verschoor enMartine Wouters
InterviewIEadvocatenDe Brauw BlackstoneWestbroek
JOURNAL
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
RI Journal is een uitgave van Rechten Insituut in samenwerking met Law Review. Wij besteden uiterste zorg aan de betrouwbaarheiden actualiteit van onze informatie.
RI JOURNAL
VOORWOORD
Door de zomerstop van RI leest u een verkorte editie van het RI Journal, de laatsteversie waaraan ik als hoofdredacteur meewerk. 19 augustus ben ik vertrokken naarCornell University in de Verenigde Statenvoor een semester abroad. Daarom draag ikvol vertrouwen mijn taken over aan deMartine Wouters, de nieuwe hoofdredacteur.Zij werkte al mee aan de laatste drie RIJournals als redacteur. Terugkijkend op hetjaar, ben ik trots op de uiteindelijke vorm ensamenstelling van dit RIJournal. De verandering ten opzichte van het eerste RIJournal is representatief voor de ontwikkeling van de Werkgroep Publicaties en eigenlijk voor die van heel Rechten Instituut. Meteen internationale samenwerking op hetprogramma, kijk ik uit naar de vorderingenin het volgende jaar. Ik wens Martine danook veel succes!
AnnaMaria Withagen
INHOUD
WELKOM JULIA & MARTINE 4
COLUMN 6
INTERVIEW MET INTELLECTUEEL EIGENDOM ADVOCATENDE BRAUW 8
HOE KAN IK... EEN ART. 12 SV 14PROCEDURE STARTEN?
RECHTEN IN HET NIEUWSDOORVERKOOP EBOOKS 16
ADVOCATENAANSPRAKELIJKHEIDSARREST 19
12 YEARS [AND] A SLAVE 22
WELKOM OP DE 27CONSTITUTIEBORREL
RICHTINGWIJZER 28
2
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
ColofonRI Journal is een uitgave van Rechten Insituut enverschijnt zes maal per jaar.
HoofdredactieMartine Wouters & AnnaMaria Withagen
RedactieElse BavinckDorien BoerThomas van HouwelingenJan van MaanenClaudia NzebaKasper van der Sanden
VormgevingRIMANET ICTAnnaMaria Withagen
Fotografie & AfbeeldingenBert LommersRichard HamstraAnnaMaria Withagen
Rechten Insituut bestuurNandenie Lachman Voorzitter
[email protected] Verschoor Commissaris M&C
[email protected] Kutlu Commissaris Studieondersteuning
[email protected]Maria Withagen Hoofdredacteur
Internetwww.lawreview.rechteninstituut.orgwww.rechteninstituut.org
rechteninstituutLaw_instituterechteninstituutRechten Instituut
ContactTel: +31 (0)2026107061Email: [email protected]
OpeningstijdenVan woensdag tot en met vrijdag van 9.00 u. tot 17.30 u.
Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schrif
telijke toestemming van de uitgever worden openbaar
gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het re
produceren door middel van druk, offset, fotokopie of
microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of
andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op
het auteursrecht) het reproduceren (i) ten behoeve van
een onderneming, organisatie of instelling of (ii) voor
eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt
prive van aard is of (iii) voor het overnemen in enig dag
, nieuws of weekblad of tijdschrift (al of niet in digitale
vorm of online) of in een RTVuitzending.
Agenda 2014Rechten Instituut
1 septemberEinde zomerstop
5 septemberRI Constitutieborrel
26 septemberCursus IRP
3
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
Welkom in 20142015door Julia Verschoor en Martine Wouters
Julia, nu nog Commissaris M&C zalzich vanaf september gaan inzetten alsvoorzitter van Rechten Instituut. Eenwelkomstwoord van haar.
Sinds februari afgelopen jaar heb ik hetvoorrecht deel te mogen uitmaken vanRechten Instituut. Ik was al lang op zoeknaar een plek waar ik uitdagend studiegerelateerd werk kon doen en was dan ookheel blij toen ik aangenomen werd bijRechten Instituut.
Omdat ik mijn bestuurstaak altijd belangrijk heb geacht, vind ik het een eer dat ikmezelf in september voorzitter van Rechten Instituut mag noemen.
Het afgelopen jaar zijn er door het bestuuren onze adviseurs belangrijke stappen gezet. RI is officieel opgericht en is volop inbeweging!
Als voorzitter wil ik mij graag inzettenvoor de verdere positieve ontwikkelingvan Rechten Instituut.
Ik kijk ernaar uit om in september van startte gaan! Het belooft een mooi jaar te worden.
Martine, nu nog enkel redacteur, zalvanaf september de functie vanhoofdredacteur van AnnaMariaovernemen. Een welkomswoord.
Beste lezer,
Vol of en met alle plezier mag ik hethoofdredacteurschap overnemen. Na eenrelatief korte periode bij Rechten Instituutheb ik deze kans gekregen. Schrijven deedik altijd al, en met deze functie is de journalistiek dichtbij.
Vanaf nu zal ik ook deelnemen in hetbestuur. Afgelopen jaar heb ik reeds eenbestuursfunctie vervuld buiten Rechten Instituut, en ik wil deze ervaring mede gebruiken om bij Rechten Instituut een grotesteen bij te dragen. Want het kan altijdbeter.
Veel plezier met het lezen van dit RIJournal.
Martine 4
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
Wil jij schrijven bij Rechten Instituut?Solliciteer nu!
RedacteurVind jij het jammer dat jouw met liefdegeschreven juridisch relevant stukkenenkel gelezen worden door een docent?Of hooguit door je opa of tante? Zie jij,als je de krant leest, in vrijwel elk artikeleen juridisch insteek? Zou jij je het liefstin alle mogelijke onderwerpen van hetrecht willen verdiepen? Dan is de functievan redacteur misschien wat voor jou!
De Werkgroep Publicaties biedt rechtenstudenten van alle universiteiten demogelijkheid om hun vaardigheden alsschrijver te ontwikkelen. Als redacteurschrijf je korte artikelen voor dit tijdschrift en wetenschappelijke artikelenvoor Law Review. Je bent geheel vrij inde keuze van je onderwerp en wordt bijhet schrijven begeleid door de hoofdredacteur. Je zult een keer per tweeweken vergaderen en de beschikbaarheid is minimaal acht uur per week. Alsredacteur kun je per direct beginnen!
Solliciteren?Stuur jouw motivatie, CV, cijferlijst eneen recent geschreven juridisch gerelateerd artikel naar:[email protected] is dat je in het bezit bent van jepropedeuse.
Voor vragen kun mailen naar voornoemd emailadres of kijk voor meerinformatie over Rechten Instituut en devolledige functieomschrijvingen op:werkenbij.rechteninstituut.org.
Jouw artikelen zullen worden
gepubliceerd in RI Journal en
via Law Review!
Think fast! Tijdens een vergadering op kantoor wordt aan jou de volgende vraaggesteld: bedenk drie verschillende onderwerpen om een interessant juridisch artikelover te schrijven. Als deze opdracht voor jou een makkelijk karwei was, dan zijn wijop zoek naar jou!
5
Insturen mag ook!Mocht je toch niet geinteresseerd zijn ineen vaste aanstelling als redacteur, is hetook mogelijk om een los artikel in tezenden. De hoofdredacteur kijkt dan samen met jou naar de kwaliteit van het stuken naar of het geplaatst kan worden in RIJournal of op Law Review. Je kunt stukkeninzenden over een scala aan onderwerpen,zolang het maar een juridische basis heeft.Ook maakt het niet uit wat de vorm vanhet artikel is, ook columns of opiniestukken zijn welkom.Dus als jij je studie niet kunt missen in devakantie en je hebt op een regenachtigezomerdag opeens zin om iets te schrijven,weet dan waar je met je artikel terechtkunt!
Mail je artikel naar:a.c.withagen@rechteninstituut.
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
Teevens's populismeColumn
Kasper van der Sanden1
De rechter tikt Teeven ook nu weer op devingers in de zaak Volkert van der G. Eenste meer is duidelijk geworden dat eenpoliticus zich niet moeten laten leiden doorpopulistische uitgangspunten, maar dat hijde waarden van een rechtsstaat dient teverdedigen. Bij de verkiezingsstrijd hadTeeven al beloofd dat Volkert nóóit opproefverlof zou gaan. Hij werd ook toendirect teruggefloten door de Raad vanStrafrechtstoepassing.Nu probeerde Teeven het opnieuw. Metgrote woorden maakte hij ook dit keerduidelijk dat er strenge voorwaarden aanhet voorwaardelijke vrijkomen verbondenmoesten worden. Volkert mag in enkelesteden niet komen, geen contact met nabestaanden hebben en moet een enkelbanddragen. Daarnaast is het hem verbodenenig contact met de media te hebben. Ditzou maatschappelijke onrust veroorzaken.
Op deze manier hoopt Teeven een grotemeerderheid mensen, die Volkert lievernooit vrij had zien komen, te vriend tehouden. Deze maatregelen hebben tendoel Volkert toch nét een beetje extra testraffen. Uit angst voor slechte beeldvorming in de media en verlies van kiezers,probeert Teeven tegemoet te komen aan demaatschappelijke frustraties. Dit is nietzijn taak. Teeven zou de normen van eenrechtsstaat, waarin regels voor iedereengelijk zijn, in het openbaar moeten verdedigen. En niet meegaan in de volkswoede. Gelukkig is er dan altijd nog derechter. De enkelband en het locatieverbodzijn opgeheven. Het OM gaat in hogerberoep. Hopelijk zal de hogere rechter ookniet bezwijken onder de maatschappelijkedruk.
6Noten:1. Kasper van der Sanden is 3e jaars studentRechtsgeleerdheid en 4e jaars student Geschiedenis aan de UvA.
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
1 0
BOEKENMARKTPLAATS
Stoffige boekenop de plank?
Maak er dan iemand andersblij mee!
Op de Boekenmarktplaats van RechtenInstituut kan je jouwboeken verhandelen
Surf naar:
boekenmarktplaats.rechten
instituut.org , registreer
jezelf en je bent klaar om te
verkopen!
7
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
8
Interview met IntellectueelEigendom advocaten
Carlos van Staveren en Bertrand ter WoortIntellectueel Eigendom is een rechtsgebied waar studenten niet of nauwelijksmee te maken krijgen in hun bachelor.Daarom in deze uitgave een interviewmet twee advocaten werkzaam op hetgebied van Intellectueel Eigendom. Waarhouden zij zich mee bezig en wat maaktIntellectueel Eigendom nou juist zoleuk? Maar ook vroeg ik mij af hoe het isom advocaat te zijn bij een van degrootste kantoren van Nederland. Opwoensdag 23 juli betrad ik het enormepand van De Brauw Blackstone Westbroek op de Zuidas in Amsterdam vooreen interview met Bertrand ter Woort enCarlos van Staveren. Beiden werkzaamals advocaatstagiair op de afdeling Intellectueel Eigendom (IE).
AnnaMaria Withagen1
Hoe zijn jullie op de afdeling Intellectueel Eigendom terechtgekomen?Bertrand: Ik heb niet echt een informatierechtmaster gedaan, maar ik heb wel veelintellectueel eigendomsvakken gevolgd inde vrije ruimte van mijn masters CivielRecht en Europees en Internationaal Rechtaan de Vrije Universiteit. Door mijn vaderwerd ik eigenlijk een beetje getriggerd voordit rechtsgebied. Hij werkte bij een marktonderzoekbureau en deed daar in opdrachtvan advocatenkantoren onderzoek bij consumenten naar bijvoorbeeld welke associatie mensen hebben bij een bepaald merk. Ikben toen gaan kijken hoe ik daar iets meekon doen in mijn studie. Tijdens het volgenvan vakken over IE, bleek dat ik het echtleuk vond. Vervolgens heb ik een studentstage gelopen bij De Brauw bij de afdelingIE en ook dat sprak me erg aan. Ik hebdaarna de Brauwerij gedaan, vervolgensanderhalf jaar bij de afdeling Corporate(M&A) en nu zit ik in de tweede helft vanmijn periode als advocaatstagiair op de afdeling IE.
Carlos: Ik heb aan de Erasmus Universiteitgestudeerd. In die bachelor had je het vakhandelsrecht waar wat IE in voor kwam.Dat vond ik echt interessant. Je hebt daarniet een vaste IEmaster, ik heb een ondernemingsrechtmaster gevolgd. In mijn master zaten twee IEvakken, die beide werden gegeven door Tobias, een van de partners van dit kantoor. Hij wist het heelboeiend te brengen, maar het is sowiesoeen heel boeiend rechtsgebied waar veelgebeurt, ook op Europees niveau. Via Tobias ben ik op een gegeven moment hierterechtgekomen voor een studentstage. Ikdacht dat auteursrecht me het meest aansprak, maar ik ben vrij snel in het octrooirecht gerold en dat leek me eigenlijk nogveel leuker. Vervolgens heb ik hier mijnscriptie geschreven, ben ik studerend medewerker geweest voor bijna drie jaar endaarna ben ik als advocaat begonnen. Ikben nu bezig met de eerste helft van mijnperiode als advocaatstagiair.
Bertrand, jij bent ook werkzaam geweest bij Corporate (M&A). Loopt ditsoms over in Intellectueel Eigendom, ofis het echt iets aparts?Bertrand: Het zijn grote transacties. Afhankelijk van welk bedrijf het is, is IE van belang. De Brauw werkt vaak voor Philips,je kun je voorstellen dat daar veel octrooien meespelen, maar ook de merknaamis heel belangrijk. Als Philips een afdelingverkoopt, dan moeten al die octrooien diedaarmee samenhangen ook worden overgedragen. Dat is allemaal erg specifiek.Het kan ook zijn dat Philips haar rechtenwil blijven behouden op haar eigen oudetechnologie. Dan heb je het over licenties.Dus afhankelijk van de overname, hebbenwe daar een grote rol bij.
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
Waarom De Brauw?Carlos: Voor mij zijn het echt de mensen.De sectie Intellectueel Eigendom is eenjonge sectie. De sfeer moet natuurlijk welbij je passen, ik denk zelfs dat het per sectie kan verschillen. Ik heb hier ervaren datik me prettig voel en ik denk dat dat belangrijk is, omdat je ontzettend veel metelkaar werkt. Dat is wel een van de hoofdredenen om hier te blijven, maar daarnaastook de zaken. We doen hier zulke leukezaken, echt op het scherpst van de snede energ ingewikkeld.Bertrand: Ik heb hier ooit een businesscourse gedaan, aansluitend een studentstage en toen nagenoeg meteen gesolliciteerd.Het is ook zeker verstandig om bij anderekantoren te kijken, maar het is dan tocheen gevoel. En wat vrij uniek is; De Brauwis niet alleen een groot kantoor, maar heeftook een stevige IEafdeling, waar ookwordt geprocedeerd. Die combinatie zie jeniet zo vaak. Wel wat kleinere IEkantoren,of het zijn grote kantoren met een kleinereIEafdeling puur ter ondersteuning vantransacties waar we het net over hadden.De IEafdeling van De Brauw heeft veeltoekomst, op allerlei vlakken wordt IE nogsteeds belangrijker. Ook leuk aan een grootkantoor is dat je met een grote groep bent,veel jonge mensen. Er worden allerlei leuke dingen georganiseerd zoals een skireis,dat heb je veel minder bij een klein kantoor.
Intellectueel Eigendomsrecht is een vrijtechnisch vakgebied, hebben jullie danook een natuur of scheikunde achtergrond?Carlos: Wij hebben het allebei niet. Maarik weet wel dat een van onze partners,Gertjan Kuipers, natuurkunde heeft gestudeerd. Verder ook nog twee anderen vandeze afdeling. Ik denk wel dat het helpt,want een vereiste voor octrooibeschermingis inventiviteit. Het is vaak zodanig nieuwdat het ook voor de gemiddelde vakmaningewikkeld is. Dus je hebt een voorsprong en een basis, maar je zult nog welmoeten ploeteren om het echt te begrijpen.Ik merk dat het het belangrijkste is dat je
bent. Als je het heel graag wil weten en alsje daar plezier in hebt, is het heel goed opte pakken.Bertrand: Het is inderdaad zeker geenvereiste, maar ik denk ook wel dat je eenvoorsprong hebt. We doen ook veel metoctrooien voor geneesmiddelen, dus daarkan het wel heel nuttig zijn. Maar het isnatuurlijk advocaten eigen dat je je volledig moet kunnen inleven op het gebiedvan je cliënt. Of je dat nou doet op hetgebied van octrooirecht of arbeidsrecht. Jemoet hier wel het onderscheid makentussen octrooirecht en “softIE”; merkenrecht, auteursrecht, reclamerecht. Bij “softIE” is die voorkennis minder van belang.
Octrooi, hoe werkt dat dan?Bertrand: Cliënt wil een nieuw product opde markt brengen, bijvoorbeeld een fiets.Maar die fiets lijkt erg veel op een anderefiets. Je hebt dan meerdere strategieën. Jekunt hem gewoon op de markt brengen enmaar zien of het andere bedrijf er wat vanzal zeggen. Je kunt ook eerst proberen tezeggen dat de andere fiets geen uitvindingwas en dat het geen octrooi had mogenkrijgen. Met merken gaat het vaak meerover namaak, mensen die een graantje willen meepikken van het succes van eengroot bedrijf.Carlos: De hoeveelheid bescherming vaneen octrooi drukt zich vaak uit in de ruimtevan de bescherming. Stel je hebt een octrooi met bescherming voor een productbestaande uit 2 elementen (bijvoorbeeldtwee snijmessen). Valt het buiten hetoctrooi als een ander bedrijf het productdan maakt uit 1 element, dus één snijmes?Je zou dan de beschermingsomvang kunnen uitstrekken tot uitvoeringsvormen met1 element. Of dit wordt juist niet toegekend, omdat jij alleen hebt uitgevonden dathet met 2 elementen kan.
Jullie zijn veel bezig met het begrijpenvan het product, verdiepen jullie je ooknog wel in het recht?Carlos: Het is wel echt een tweedeling.Aan de ene kant moet je de techniek heelgoed snappen, maar daarna kun je met het
9
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
recht gaan spelen. Het octrooi is over hetalgemeen opgebouwd uit een hele algemene omschrijving van het product, vervolgens volgt de nadere beschrijving waarinheel specifiek met afbeeldingen en figurende toelichting wordt gegeven. Daarondervolgt dan de conclusie, dat is een hele korte samenvatting waarin de uitvinder precies aangeeft wat hij onder beschermingwil stellen. Als je de beschermingsomvang wil toetsen, is het een kwestie vanuitleg. Net als bij contracten is het somslastig precies de vinger erop te leggen watde vaste regel moet zijn bij het uitleggenvan zo’n document. De rechter heeft veelvrijheid in die uitleg, dus je moet dan uitzoeken welke facetten van het octrooi jegaat belichten en waarvan je zegt dat hetspecifiek de uitvinding is. Er zijn vaste lijnen te trekken in de jurisprudentie, dus jekunt wel een inschatting maken, maar ervalt veel te verschuiven.
Hoe ziet een doorsnee werkweek er voorjullie uit?Carlos: Ik zit in een aantal grote octrooiprocedures. Door de deadlines weet jegoed waar je aan toe bent. Het is wel hardwerken, maar als het leuk is, maakt hetniet zo veel uit. Binnen mijn werkzaamheden zit veel verschil. Aan de ene kant ishet de zaak managen. Het zijn enorme zaken waarin ontzettend veel gedaan moetworden, dus het is belangrijk dat iedereenweet wat er moet gebeuren. Daarnaast hetpuur juridische, het doen van onderzoek ensamenwerken met studenten, wat heel ergleuk is en de afdeling fris houdt. Verderschrijf ik veel processtukken en procedeerik; op dit moment twee procedures overhet opeisen van een octrooi. Ik ben op ditmoment ook bezig met een schriftelijketoelichting op een cassatiestuk, dan moetje nadenken over hele kleine punten vanhet recht en daar heel veel over weten.Bertrand: Als er transacties lopen, moetdat altijd snel en dan is het even heel ergdruk. Over het algemeen is het goed teoverzien, het is geen 9 tot 5 baan, maar datgeldt in alle opzichten. Je kunt het goedzelf indelen, als jij een dag later wil komen
of een dag thuis wil werken, dan is datgeen probleem. In de afgelopen tweeënhalfjaar heb ik maar zelden in het weekendmoeten werken en dan is het ook vaakenkel thuis even wat uitzoeken.
Zijn jullie gespecialiseerd in een bepaaldsoort IEzaken, of doet iedereen steedsiets anders?Carlos: Als studerend medewerker heb ikverschillende dingen gedaan, maar zelf affiniteit gehad met octrooirecht. Ik heb ookveel met auteursrecht gedaan en merkenrecht doe ik ook. Het is maar net wat voorbij komt en waar je tijd voor hebt. Ookbinnen octrooirecht kun je voorkeur hebben.Bertrand: We proberen over het algemeendat je een beetje gespecialiseerd raakt,maar ook dat je nog breed inzetbaar bent.Zeker bij een IEsectie is dat belangrijk.Als je als advocaatstagiair aan de slaggaat, wordt geprobeerd om je allerlei soorten zaken te geven. Daarnaast mag je ookzelf initiatief nemen en zeggen dat je jevooral wil concentreren op een bepaaldsoort zaak. Maar het is natuurlijk een beetje raar als je IEadvocaat bent en niks weetover octrooirecht.Carlos: Je hebt ook elke week een sectielunch waarbij al het interessante IEnieuwsen rechtspraak besproken wordt. Dus jeweet echt wel veel van alles. En het isbovendien ook zo dat je als advocaatstagiair eerst anderhalf jaar bij de ene sectiezit en vervolgens anderhalf jaar bij eenandere. In de Brouwerij, die 6 maandenduurt, wordt je ook heel breed opgeleid.Bertrand: Ja, en je hebt zelfs buiten IE demogelijkheid om af en toe iets anders tedoen, zoals een keer een arbitragezaak.
Op wat voor manier hebben jullie contact met de cliënt?Bertrand: Veel gaat toch wel via telefoonen via mail, zeker in het beginstadium.Maar als je een zitting goed wil doorspreken, dan is dat hier op het kantoor. Bij Corporate zie je vaak dat rondom onderhandelingen iedereen bijeen komt, dan zijn wevaak met twintig man aan de slag. De cli
10
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
cliënten zijn vrijwel alleen maar grotebedrijven, want de focus van De Brauwligt op grote Nederlandse multinationalsdie we ook in het buitenland kunnen bedienen.Carlos: Het ligt ook wel een beetje aan decliënt, hoe dichtbij diegene woont en hoebelangrijk ze het vinden om te overleggen.
Op wat voor manier werkt De Brauwinternationaal?Bertrand: We willen Nederlandse cliëntenkunnen aanbieden dat als zij in China eenvraag hebben, wij hen daar volledig inkunnen begeleiden. Zonder dat ze daarvoorzelf een kantoor hoeven aan te spreken.Dit doen wij door in het buitenland kleinekantoren te plaatsen, bijvoorbeeld inShanghai en Singapore. Als zij daar daneen overname willen doen, kunnen wij hetbevriende kantoor erbij halen die de cliëntdaarbij begeleid. Want wij weten natuurlijkniet alles van het Chinese octrooirecht,maar we weten wel wat de cliënt wil. InEuropa hebben we al een vast netwerk vanbevriende kantoren met wie we eigenlijkaltijd samenwerken.Carlos: Het aardige van octrooirecht is datje een Europees octrooi hebt. Dat is eenprocedure waarin je op Europees niveaueen octrooi aanvraagt. Als dit verleendwordt, valt het uiteen in een bundel nationale octrooien. Binnenkort gaat dit waarschijnlijk zelfs nog wat verder, want erkomt een Europees octrooihof waar dan inlaatste instantie geoordeeld zal wordenover octrooizaken.
Passen jullie veel Europees octrooirechttoe?Carlos: Het hangt er een beetje vanaf, jehebt het Europees Octrooiverdrag, dat regelt de verlening van de octrooien en inzekere zin ook de beschermingsomvang.Maar in principe is octrooirecht wel nogsteeds een nationale aangelegenheid, waarbij we gewoon kijken naar de rijksoctrooiwet. De nationale bepalingen zijn wel zodanig gelijk getrokken dat je heel veel hebtaan buitenlandse rechtspraak. Je ziet vaakDuitse, Nederlandse en Engelse rechtban
en naar elkaars jurisprudentie verwijzen,wat het ook weer heel interessant maakt.
Wordt arbitrage veel gebruikt in ditrechtsgebied?Carlos: Ik weet dat op dit moment eenarbitrage loopt waarin octrooi centraalstaat. Partijen vinden dat soms handig, zodat ze zeker weten dat de arbiters een goede achtergrond hebben. Maar ik moet welzeggen dat over het algemeen het niveauvan de rechtspraak in Nederland goed is.We hebben goede IErechters die ook opEuropees niveau hoog aangeschrevenstaan. Ik heb ook veel respect voor derechters, die weten snel te schakelen, ondanks dat ze veel tijdsdruk hebben. Technisch gezien snappen ze het volledig.Bertrand: Het is natuurlijk ook zo dat je bijarbitrage dat vooraf overeen moet komen.IE gaat vaak over een geschil tussen partijA en partij B, die van te voren nooit ietsmet elkaar te maken hadden.
Sommige mensen vinden dat octrooirecht eigenlijk innovatie vertraagt, watvinden jullie daarvan?Bertrand: Dat is eigenlijk een beetje deeeuwige discussie. De ratio achter het octrooirecht is dat mensen hun uitvinding inelk geval kenbaar maken doordat zij hetregistreren om bescherming te krijgen. Naregistratie kunnen anderen daarop aanpassingen maken die voldoende afwijken omeen vergelijkbaar product op de markt tebrengen. Na afloop van de beschermingkunnen anderen er gebruik van maken. Hetidee is dus dat het juist innovatie bevordert, omdat mensen hun uitvinding andersgeheim gaan houden. Het recept van CocaCola is daar een voorbeeld van, dat heefteen heel streng geheimhoudingsregime.Carlos: Een goed argument voor octrooirecht is te vinden in de farmaceutische industrie waar miljarden worden uitgegevenom een nieuw medicijn te kunnen ontwikkelen. De eerste de beste concurrent denktdan, nou dat is leuk dat jij dat uitgevondenhebt, dat ga ik ook gebruiken en ik heb erniks voor uitgegeven, dus ik hoef het nietzo duur op de markt te brengen. Dat werkt
11
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
natuurlijk niet. Maar er zijn ook wel schrijnende voorbeelden waarbij je je afvraagt ofhier nou wel bescherming voor gebodenhad moeten worden. Maar in de rechtspraak zie je dat daar goed over wordtnagedacht.
Kunnen jullie beschrijven hoe het in zijnwerk gaat als er een bepaalde zaak binnenkomt, bijvoorbeeld een recente interessante zaak?Bertrand: Een bekende zaak waar DeBrauw bijstand in biedt is de zaak vanDouwe Egberts tegen Nestlé over de‘nespressocupjes’. Douwe Egberts heeft opeen gegeven moment cupjes op de marktgebracht die in een Nespressoapparaat kunnen. Hierover zijn in verschillende landenprocedures gevoerd. Dan zie je ook goedde wisselwerking tussen het Europese Octrooibureau in München en de nationaleprocedures in verschillende landen. Er zijnverschillende octrooien die Nestlé in dieprocedures inroept. Dus als één octrooi isvernietigd, wat is gebeurd bij het EuropeesOctrooibureau, dan zijn er nog een paarvergelijkbare octrooien die ze ook kunneninroepen. Je hebt bijvoorbeeld het octrooiop de cupjes zelf, maar ook het octrooi opde combinatie van het gebruik van het cupje in de machine. Dat laatste is met namewat Nestlé inroept tegen Douwe Egberts.Als zou komen vast te staan dat DouweEgberts inbreuk maakt, kan het zijn dat hetbedrijf mogelijk met terugwerkende krachtschadevergoeding moet betalen.
Over welke kwaliteiten dient een goedeIEadvocaat te beschikken en hebbenjullie nog tips voor studenten die eventueel in de richting willen van IE?Bertrand: Los van wat elke advocaat moethebben, zoals gevoel voor detail en goedeargumenten, is affiniteit met het productwaar je mee bezig bent belangrijk. Of datnou de techniek of het merk is. Een tip isom te proberen alle vakken erin te volgenen volg ook de ontwikkelingen in hetnieuws. Bijna elke dag staat er wel ietsover IE in de krant.
Carlos: Je hebt inderdaad de standaarddingen, je moet van taal houden en analytisch vermogen hebben. Als IEadvocaat ishet denk ik ook prettig als je creatief bent,maar dat geldt eigenlijk ook voor de meeste advocaten. En nieuwsgierig zijn, zoalsik al zei. Volg vooral IE vakken bij bevlogen professoren en daarnaast ook bijmensen die in contact staan met de praktijk. Het is bij mij echt een pre geweest datmensen los van de theorie gewoon praktisch konden vertellen over wat het IErecht nou eigenlijk is en wat de charmeszijn van het vak.
Wil je meer weten van De Brauw ofspecifiek van het rechtsgebied IntellectueelEigendom? Neem dan vooral contact opmet Lisette de Vreeze – recruiter van DeBrauw. Je bent van harte welkom voor eenrondleiding en een kop koffie met Betrand, Carlos of één van onze andere IEadvocaten. Telefoonnummer 020 577 1044of [email protected]. Hopelijk tot gauw!
Noten:1. AnnaMaria Withagen is 3e jaars studentrechtsgeleerdheid en 4e jaars student BètaGamma aan de Universiteit van Amsterdam.
12
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
Heb je altijd alwillen weten hoeje het beste kanpleiten? Of wil jede trucs rondomsollicitatiegesprekken lerenkennen?RechtenInstituutdoet het uit dedoeken!
STUDIEONDERSTEUNINGSurf naarstudieondersteuning.rechteninstituut.org,en schrijf je in!
13
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
Hoe kan ik...Een art. 12 Sv procedure starten
14
Martine Wouters1
Ook als ervaren jurist kom je nog wel eensvoor vragen te staan. Naast de theorie diewe voorgeschoteld krijgen op de universiteit, komen we in de praktijk nieuwevraagstukken tegen.Een vraag die bij mij is blijven hangen, isde vraag hoe men een vordering in kandienen à artikel 12 Sv.
De officier van justitie beslist over de vervolging. Maar als de officier van justitiebesluit om niet te vervolgen, betekent ditniet meteen dat de zaak is afgedaan. Alsslachtoffer heb je namelijk de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij hetGerechtshof. De AdvocaatGeneraal zaldan inlichtingen vragen over de zaak bij dehoofdofficier van justitie. In zijn verslagadviseert de AdvocaatGeneraal aan hetGerechtshof of de officier van justitie dezaak terecht heeft geseponeerd, oftewelniet tot vervolging is overgegaan. Maarniet alleen bij een sepot kan er een klachtworden ingediend, ook wanneer de officiervan justitie heeft gekozen voor een transactie of een strafbeschikking, kan hetslachtoffer van mening zijn dat de zaaktoch voor de strafrechter dient te wordengebracht. In zo een geval kan het slachtoffer een beroep doen op art. 12 Sv.
Het Gerechtshof bepaalt of er een strafzitting wordt ingericht voor de zaak. Hetslachtoffer kan op deze strafzitting deklacht mondeling toelichten en de beklaagde kan op de klacht reageren. Slachtoffer, oftewel klager, en beklaagde wordenapart gehoord. Dit gebeurt op geslotenzitting. Op zitting wordt het OpenbaarMinisterie vertegenwoordigd door de AdvocaatGeneraal. Een uitspraak wordt altijd schriftelijk gedaan door drie raadsheren. Indien er wordt besloten dat deofficier van justitie destijds de zaak niethad moeten seponeren, wordt de klachtgegrond verklaard en wordt er beveeld dat
de officier van justitie beklaagde, die hiermee opnieuw verdachte wordt, ook wordtveroordeeld. Dit is aan de strafrechter, destrafrechter is niet gebonden aan het oordeel van het Gerechtshof.Wordt de klacht afgewezen door het Gerechtshof, dan is daarmee de zaak gedaan.Tegen beide beslissingen van het Gerechtshof staat geen hoger beroep of cassatieopen.
Wie kan er een klacht indienen?Enkel de rechtstreeks belanghebbende kaneen art. 12 Svprocedure starten. Hieronderwordt mede verstaan een rechtspersoon diekrachtens zijn doelstelling en blijkens zijnfeitelijke werkzaamheden een belang behartigt dat wordt getroffen door niet verdere vervolging.
Waar moet ik een klacht indienen?Een klacht dient te worden ingediend bijhet Gerechtshof van het parket waar dezaak is geseponeerd. Deze kan wordenverstuurd t.a.v. de Hoofdofficier van Justitie, afdeling klachtenadministratie.
Hoe dient de klacht ingediend te worden?De klacht dient schriftelijk te wordeningediend. Er dient precies te worden beschreven wat er is gebeurd en wanneer.Vermeld over wie of welke afdeling erwordt geklaagd. Ook is het nodig de naam,het adres, telefoonnummer en handtekening te vermelden. Indien er andere stukken bij de klacht horen, dienen deze teworden meegezonden. Elektronisch ingediende klachten worden niet behandeld.
Wanneer verjaart het (criminele) voorval?Klachten kunnen worden ingediend tot 1jaar nadat het voorval heeft plaatsgevonden. Dit is een ander moment dan hetmoment waarop de schriftelijke mededeling van de officier van justitie om niet tevervolgen is ontvangen.
Noten:1. Martine is masterstudente Rechtsgeleerdheid accent strafrecht aan Tilburg University.
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
Bijstand verlenen tijdens je studie?Solliciteer nu!
Werkgroep Rechtsbijstand
Word jij onze nieuwe Juridisch Adviseur?Je bent scherp. Je hebt een brede enkritische visie. Je bent schriftelijk enmondeling sterk. Je neemt geen nee alsantwoord en schuwt niet je mening tegeven. Je vindt kwalitatief werk ophoog niveau belangrijk. Je hebt échtepassie voor dit vak. Je wil juridischepraktijkervaring opdoen tijdens je studie door te adviseren en mogelijk teprocederen. Jij wil dagvaardingen,conclusies en adviezen schrijven. Jijwil in teamverband werken aan actuele zaken.
Jij wil participeren in het practicumvoor rechtenstudenten bij het RechtenInstituut.
Rechten Instituut biedt een practicumvoor diverse rechtenstudenten van alleuniversiteiten door rechtsbijstand teverlenen op locatie van de universiteit. Je zult als werkstudent opgeleidworden om de praktijk uit te oefenen.Dat bestaat uit procederen en hetverlenen van overige rechtsbijstand iskanton en bestuursrechtszaken. Rechten Instituut wordt hierbij ondersteunddoor aangesloten partners. Bovendienleer je hoe je jurisprudentievergaderingen houdt en besteed je aandacht aanhet schrijven van artikelen.Het aantal uren dat je besteedt aan defunctie hangt af van het aantal zakendie jij in behandeling hebt. De beschikbaarheid is acht uur per week.
Solliciteren?Stuur jouw motivatie, CV en cijferlijstnaar:[email protected] in je sollicitatie duidelijk jouwtop 3 rechtssecties aan! Vereist is datje in het bezit bent van je propedeuse.
Voor vragen kun mailen naar voornoemd emailadres of kijk voor meerinformatie over Rechten Instituut ende volledige functieomschrijvingenop: werkenbij.rechteninstituut.org.
15
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
16
Recht in het NieuwsIs het doorverkopen van Ebooks illegaal?
Dorien Boer1
Tegenwoordig kom je niet meer terug vanvakantie met een koffer vol met uitgelezenboeken, maar met een ereader met uitgelezen ebooks. Wat doe je ermee; weggooien of verkopen? De website van Tom Kabinet faciliteert sinds korte tijd de mogelijkheid om je uitgelezen ebooks te verkopen. Het ebook blijft eigendom van deverkoper, tot zich een koper aandient. Danwordt het recht op dit ebook overgedragen op de koper. Tom Kabinet maakt eenhashcode van de combinatie verkoper/ebook om te voorkomen dat hetzelfde ebook door de verkoper nogmaals wordtverkocht. Bij de verkoop van ebookshanteert de website hierbij het beginselvan “one copy, one use”. Dit doen zij dooraan de gebruikers te vragen of zij hun ebook wissen op het moment dat zij dit ebook hebben verkocht via de website. TomKabinet wijst de gebruikers op dat ze eenillegale daad begaan indien ze dat nietdoen.2
De uitgeverijbranche zag zich het kaas vanhet brood gegeten worden en pikte hetniet. Zij hebben eind juli een kort gedingaangespannen tegen Tom Kabinet. In dekort geding procedure werd gevorderd datTom Kabinet per direct zou moeten stakenmet het ter beschikking stellen van ebooks via de website. Hierbij stelden zebovendien dat Tom Kabinet niet kan garanderen dat het “one copy, one use” beleid ervoor zorgt dat de verkoper van eenebook ook daadwerkelijk zijn eigen kopieverwijdert. Bovendien kan Tom Kabinetniet voorkomen dat illegale kopieën op dewebsite worden aangeboden. Tom Kabinetzou daarom onrechtmatig handelen jegensde auteurs en uitgevers die zijn aangesloten bij de belangenverenigingen van deuitgeverijbranche. De site van Tom Kabinet is gestoeld op het principe van uitput
ting van het distributierecht. In het UsedSoftwarearrest werd ingegaan op de vraagof de uitputting van het distributierechtvan toepassing is op zowel materiele (cdrom) als immateriële kopieën (via internet).3 De Softwarerichtlijn regelt de auteursrechtelijke bescherming van software.4 Artikel 4 lid 2 van de Softwarerichtlijn bepaalt dat de eerste verkoop inde EU van een kopie van een computerprogramma leidt tot het verval van hetdistributierecht (ook wel uitputting genoemd). Voor de toepasselijkheid van uitputting maakt het dus niet uit of de software wordt verkocht op een materieledrager (bijvoorbeeld een cdrom) of zonder materiele drager (via internet).5
In deze zaak zijn partijen verdeeld over devraag of de reikwijdte van het UsedSoftwarearrest beperkt is tot de distributie vansoftware, dan wel of dit arrest ziet op alledigitale bestanden, waaronder ook ebooks.6 De Softwarerichtlijn is een lexspecialis ten opzichte van de Auteursrichtlijn.7 De belangenverenigingen van de uitgeverijbranche stellen zich op het standpunt dat het uitputtingsprincipe uit de softwarerichtlijn daarom niet van toepassing isop ebooks. De voorzieningenrechter komttot de conclusie dat uit de wederzijdsestandpunten en de Nederlandse juridischeliteratuur niet met zekerheid kan wordengezegd wat de reikwijdte van het UsedSoftwarearrest is en of de betekenis vandit arrest zich ook uitstrekt tot de handel inebooks. In een latere bodemprocedureworden hierover prejudiciële vragengesteld.8
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
Noten:1. Dorien is masterstudente Law and Economicsaan de Universiteit Utrecht.2. Rechtbank Amsterdam 21 juli 2014,C/13/567567/KG ZA 14795 SP/MV.3. Hof van Justitie 3 juli 2012, zaak C128/11.4. Richtlijn 91/250/EEG van 14 mei 19[3]91.5. Hof van Justitie 3 juli 2012, zaak C128/11,r.o. 59.6. Rechtbank Amsterdam 21 juli 2014,C/13/567567/KG ZA 14795 SP/MV.7. Rechtbank Amsterdam 21 juli 2014,C/13/567567/KG ZA 14795 SP/MV.8. Rechtbank Amsterdam 21 juli 2014,C/13/567567/KG ZA 14795 SP/MV.9. Rechtbank Amsterdam 21 juli 2014,C/13/567567/KG ZA 14795 SP/MV.
De voorzieningenrechter heeft daaromgeoordeeld dat Tom Kabinet nietonrechtmatig handelt door de handel intweedehands ebooks op haar website tefaciliteren. Vooralsnog is de verkoop vanebooks op de website van Tom Kabinetdus nog toegestaan.9 Dus verkoop je ebook snel zolang het nog kan!
17
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
18
Onze partners
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
19
Advocatenaansprakelijkheidsarrest
ECLI:NL:HR:2013:BY7840Advocaten spelen een belangrijke rol inde rechtspraktijk. Zij staan naast huncliënten om hen te voorzien van het beste advies en om hen te verdedigen. Hetis belangrijk voor een advocaat omzorgvuldig te werk te gaan om zo hetbeste advies te kunnen geven. Doen zedat niet, dan kunnen zij aansprakelijkworden gesteld. De zaak die ik hieronder ga bespreken is hiervan een voorbeeld.
Claudia Nzeba1
Eiseres in deze zaak is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheiden de verweerders zijn de vijf advocaten.De advocaten zullen worden aangeduid alsadvocaat [1], advocaat [2], advocaat [3],advocaat [4] en advocaat [5]. Advocaat [1]heeft tussen medio 1994 tot medio 2004een aantal werkzaamheden verricht voorzowel eiseres als voor Bouw en exploitatiemaatschappij Roham BV en haaraandeelhouder Wide Alley Properties BV.De opdrachten voor deze werkzaamhedenzijn aan de maatschap van advocatenverstrekt. Ten tijde van het geven van deopdracht was een van de maten nog geenmaat. Deze werd pas ten tijde van hetontstaan van de beroepsfout lid van demaatschap. Voorts was een van de matengeen lid meer van de maatschap ten tijdevan de aansprakelijkstelling.Voordat Roham door advocaat [1] werdbijgestaan werd hij door mr. V bijgestaan.Roham, WAP en eiseres zijn van meningdat advocaat V. een aantal beroepsfoutenheeft gemaakt. Eiseres heeft daarom advocaat [1] de opdracht gegeven om mr. V tedagvaarden. Aangezien de eis in het arrestvan het hof van 18 september 2003 werdafgewezen, gaf eiseres advocaat [1] deopdracht om mr. V nogmaals te dagvaarden. De dagvaarding moest uiterlijk 17
juni 2004 worden betekend gelet op artikel3:316 lid 2 BW. Maar de dagvaarding werdpas op 23 juni 2004 betekend.In de brief van 8 juli 2004 heeft eiseres deadvocaat [1] en vier andere advocaten persoonlijk aansprakelijk gesteld voor deschade die eiseres als gevolg van de beroepsfouten heeft oplopen. Aangezien eenaantal maten niet persoonlijk, maar via eenpraktijkvennootschap lid was van de maatschap, bleek dat eiseres niet alle individuele maten aansprakelijk had gesteld.
Als uitgangspunt geldt dat een advocaat bijde uitvoering van zijn werkzaamhedenmoet handelen zoals van een redelijkbekwaam en redelijk handelend advocaatin de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Dit stelde het hof in hetarrest van 8 december 2009.2 Het hofstelde dat de advocaat er voor moet zorgendat een dagvaarding aan de wettelijke eisenvoldoet. Dat is zijn verantwoordelijkheid.Dit brengt logischerwijs met zich mee dateen advocaat ook verantwoordelijk is voorhet op tijd betekenen van een dagvaarding.Uit het arrest komt naar voren dat deadvocaat inderdaad beroepsfouten heeftgemaakt. Het hof gaat verder niet in op hetwaarom, aangezien het duidelijk is dat erberoepsfouten zijn gemaakt. De vraag diein dit arrest centraal staat is de vraag wie erschadeplichtig is als gevolg van de beroepsfouten.
De Hoge Raad overweegt het volgende. Eris sprake van een door een maatschapaanvaarde opdracht. Op grond van art.7:404 lid 2 BW is iedere maat aansprakelijk jegens de opdrachtgever voor hetgeheel van de schuld ontstaan uit de tekortkoming. Ook blijft de persoonlijke aansprakelijkheid jegens de wederpartij bestaan indien de maat uittreedt.3 Vorderingen uit een overeenkomst met een maatschap kunnen tegen de maatschap worden
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
20
ingesteld. Maar aangezien de maatschapgeen rechtspersoonlijkheid heeft, moetenzulke vorderingen tegen de gezamenlijkepersonen die ten tijde van de dagvaardingmaat zijn, worden ingesteld. Dit volgt uithet arrest Moret Gudde Brinkman.4 Devermelding van de naam van de maatschapis voldoende indien de maten onder dienaam naar buiten toe treden. Dit brengtmet zich mee dat eiseres de mogelijkheidheeft om de maatschap zelf aansprakelijkte stellen. De schade wordt dan verhaaldop het afgescheiden vermogen van demaatschap. Daarnaast heeft eiseres de keuze om de individuele maten die ten tijdevan het aangaan van de overeenkomst partij waren aansprakelijk te stellen. De schade wordt dan verhaald op het privévermogen van de maatschap.5Indien eiseres de bedoeling had om degezamenlijke maten te dagvaarden en erblijkt dat niet alle personen zijn gedagvaard, kan er worden verzocht om die personen alsnog in het geding te betrekken.6Voorts overweegt de Hoge Raad het volgende. Uit artikel 7:404 BW volgt datindien er een opdracht is verleend met hetoog op een persoon die met de opdrachtnemer of in zijn dienst een beroep of bedrijfuitoefent, die persoon gehouden is de betrokken werkzaamheden zelf te verrichten,behoudens voor zover uit de opdrachtvoortvloeit dat hij deze onder verantwoordelijkheid door een andere mag laten verrichten. Indien er sprake is van een tekortkoming in de uitvoering van die opdracht,dan is die persoon hoofdelijk aansprakelijknaast de opdrachtnemer. Deze regeling zietonder andere op een advocaat die werkt ineen maatschapsverband. De maatschaptreedt op als opdrachtnemer.7 Dit heeft totgevolg dat, met betrekking tot de tekortkoming die is ontstaan uit de opdrachtovereenkomst, de advocaat persoonlijk naastde maatschap hoofdelijk aansprakelijk kanworden gesteld.
De laatste overweging van de Hoge Raadis opmerkelijk. De Hoge Raad verwijstnaar de wetshistorie bij de motivering van
deze overweging.8 Het persoonlijk aansprakelijk stellen van een ondergeschiktepersoon lijkt in strijd te zijn met onze weten de literatuur.9 Volgens professor TjongTjin Tai brengt artikel 7:440 BW met zichmee dat de persoon met het oog op wie deovereenkomst is aangegaan, slechts aansprakelijk is voor de uitvoering van de opdracht. Maar de nakoming is door de opdrachtnemer verschoven. De opdrachtnemer is dus de partij die dient te wordenaangesproken op tekortkomingen.10 Hetpersoonlijk aansprakelijk sprakelijk stellenvan de desbetreffende handelende persoonvoor een schadevergoeding bij tekortkoming is in strijd met alle beperkingen inhet verbintenissen en rechtspersonenrecht.11
Mijns inziens heeft de Hoge Raad juistgeoordeeld met betrekking tot de aansprakelijkheid van de maten. In dit arrest geeftde Hoge Raad een goed overzicht van depunten waarmee vorderingen tegen de leden van maatschappen moeten wordenbeoordeeld. Bij deze beoordeling is deuitgangspunt dat een maatschap geenrechtspersoon is en dat een maatschap dusniet zelf drager van zijn rechten en verplichtingen is.
Wat mooi is aan dit arrest is de uitleg vanartikel 118 Rv door de Hoge Raad. De bepaling geeft aan hoe derden moetenworden opgeroepen als partij in hetgeding. Wanneer er een beroep magworden gedaan op deze bepaling was nietduidelijk. Met dit arrest geeft de HogeRaad aan dat indien een partij nalaat omnoodzakelijke partijen te dagvaarden, ditkan worden opgelost via artikel 118 Rv.Daarmee wordt de reikwijdte van dezebepaling bepaald. Het is nog te zien of hetin de praktijk inderdaad mogelijk is om viaartikel 118 Rv een dergelijk verzuim op telossen.
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
1. Claudia Nzeba is tweedejaars studenteRechtsgeleerdheid aan de Vrije Universiteit.2. ECLI:NL:PHR:2011:BP4977.3. W.J.M van Veen, 'De contractuele vennootschappen: maatschap, vennootschap onde firmaen commanditaire vennootschap', studiebundel2013/2014.4. HR 5 november 1976, NJ 1977, 5865. Karen Verkerk, 'Aansprakelijkheid maten bijadvocatenmaatschappij in geval van beroepsfoutvan een van de advocaatmaten', http://dirkzwagerondernemingsrecht.nl/2013/04/04/aansprakelijkheidmatenbijadvocatenmaatschapingevalvanberoepsfoutvaneenvandeadvocaatmaten.6. Artikel 118 Rv7. Karlijn Teuben, 'Persoonlijke aansprakelijkheid leden advocatenmaatschappij bij beroepsfout', http://cassatieblog.nl/procesenbeslagrecht/persoonlijkeaansprakelijkheidledenadvocatenmaatschapbijberoepsfout/.8. Parlementaire Geschiedenis boek 7, p. 3293339. Schrijver niet bekend, 'Persoonlijke aansprakelijkheid van een beroepsbeoefenaar',http://www.jpr.nl/nieuwsbrief/verzekeringenaansprakelijkheid/nieuwsbriefverzekeringenaansprakelijkheid2013nr2/persoonlijkeaansprakelijkheidvaneenberoepsbeoefenaar.10. Prof. Tjong Tjin Tai, Asser 7IV*, nr. 12211. Prof. Tjong Tjin Tai, Asser 7IV*, nr. 122
21
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
22
We mogen er als Nederlanders niet trotsop zijn: de prominente rol in de die onzevoorouders hebben gehad in de slavenhandel. Maar zijn we ons er wel van bewust dat slavernij (in de moderne volksmond: mensenhandel) nog steeds voorkomt? En niet alleen in verre landen, maarook in ons eigen land? En met ons eigenvolk?
Martine Wouters1
De centrale overheid neemt gelukkigsteeds meer stappen om mensenhandel opgrote schaal tegen te gaan. Het aantalveroordelingen groeit, maar daarmee ookhet aantal slachtoffers. Hoe is mensenhandel juridisch geregeld? Wie zijn de slachtoffers? Waarom komt er wel of geen veroordeling? Wat is een passende straf? Inmijn titel refereer ik naar de film 12 yearsa slave, waarin de hoofdrolspelerslachtoffer wordt van mensenhandel buitende seksindustrie. Omdat dit gebied heelvaag en nog niet voldoende onderzocht is,richt dit artikel zich uitsluitend opmensenhandel binnen de seksindustrie.
Belang van het onderzoekHet aantal slachtoffers en daders vanmensenhandel, ook wel moderne slavernijgenoemd, kan enkel worden geschat. Ditkomt doordat veel mensenhandel buitenbeeld blijft en nooit wordt geregistreerd.Maar de cijfers die wel worden geregistreerd zijn schokkend: 93% van de slachtoffers in Nederland is geboren in Nederland. De grootste uitbuiting is te vinden inde seksindustrie. Zoals eerder vermeld,mensenhandel buiten de seksindustriewordt in dit artikel buiten toepassinggelaten. Hierover is nog te weinig bekendbij de ministeries. De rijksoverheid dienthier eerst meer onderzoek naar te doenvoordat een betrouwbaar beeld van de situatie kan worden geschetst. Daarnaastdient te worden vermeld dat de cijfers diebekend zijn over de slachtoffers van mensenhandel in de seksindustrie geen beeld
vormen over de daadwerkelijke omvangstijging te zien in het aantal slachtoffersvan mensenhandel. Dit is vermoedelijkniet te wijten aan de toename van de mensenhandel, maar aan de oplettendheid vaninstanties en de verhoging van het aantalmeldingen.2 Mensenhandel is een enormprobleem dat gelukkig volop in de schijnwerpers staat. Zowel op internationaal,Europees, nationaal op centraal en decentraal niveau wordt enorm gewerkt om deaanpak van mensenhandel te verbeteren.
Wie zijn de slachtoffers?Er is geen standaard beeld te vormen vanslachtoffers die in de handen vallen vanmensenhandelaren. De groep slachtoffersis te groot en te divers. Daarbij komt dat ernog steeds geen volledig beeld is van wiede slachtoffers zijn, omdat niet in allegevallen slachtoffers of praktijken vanmensenhandel aan het licht komen. Welkunnen de reeds bekende slachtoffers ingrove groepen worden ingedeeld. Zo zijnin bijna de helft van de gevallen de slachtoffers in Nederland geronseld.3 Dit kanmede de oorzaak zijn doordat voornamelijk Nederlandse slachtoffers aangiftedoen. De gemiddelde leeftijd van slachtoffers is 25 jaar. Het aantal meerderjarigeslachtoffers is aanzienlijk groter dan hetaantal minderjarige, ook wanneer men deslachtoffers met een andere dan de Nederlandse nationaliteit meerekent. Van hetaantal gemelde minderjarige meisjes, heeftmaar liefst 62% de Nederlandse nationaliteit. Hierna zijn de meest voorkomendenationaliteiten de Guineese (8%) en Nigeriaanse (5%). Wanneer we kijken naar denationaliteiten van het geheel aantalslachtoffers staat de Bulgaarse op de tweede plek (na de Nederlandse), gevolgd doorde Hongaarse, Roemeense en Nigeriaanse.Van deze laatste drie nationaliteiten is hetaantal slachtoffers enorm toegenomen. Ditkan worden verklaard door de toegenomenoplettendheid van de Koninklijke Marechaussee (hierna: KMar) die dienst doet opde luchthavens. Zij trachten grotere oplet
12 years [and] a slave
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
23
oplettendheid en melden meer verdachtesituaties.4 De meeste meldingen van seksuele uitbuiting komen van de politie(55%) en van de KMar (25%).5
DadersEvenals bij slachtoffers, is ook bij dadersof verdachten geen prototype aan te wijzen. Mede daarom is het zo lastig omdaders op te sporen. Opvallend is dat 19%van de verdachten vrouw is, niet het prototype pooier dus. De gemiddelde leeftijdvan verdachten ligt op 28 jaar. De meesteverdachten komen uit Nederland en hetovergrote deel van binnen de EU. Eenkwart van de verdachten heeft naast zijnrol in het proces ook legaal werk en 32%van de verdachten zonder legaal werk geniet een uitkering. In 45% van de gevallenhadden verdachten een crimineel verleden.6 De rijksoverheid probeert via onderzoeken in beeld te brengen hoe dadershandelen en welke rollen zij verrichten inhet mensenhandelproces. In de meestegevallen (70%) vervult de dader meerdererollen binnen het proces. Daders kunnenworden ingedeeld in volgende categorieën:ronselaar, vervoerder van buitenland naarNederland, snorder (illegale taxichauffeur), voorziener van documenten, voorziener van woonruimte, pooier, bodyguardof als leiding van de onderneming. De rolvan pooier, ronselaar of voorziener vanwoonruimte komt het vaakst voor.7Daders werken niet vaak vanuit een criminele organisatie. In grote mate gaat het omeen crimineel samenwerkingsverband. Art.140 Sr (deelname aan een criminele organisatie) wordt dan ook bijzonder weinigten laste gelegd. Toch is dit jammer, indienart. 140 Sr wel ten laste wordt gelegd enbewezen, kan dit tot fors hogere straffenleiden.8
Aanpak en opsporingOp dit moment wordt de aanpak van mensenhandel voornamelijk bestreden door derijksoverheid en de Europese Unie, danwel door internationale organisaties. Maarde aanpak op decentraal niveau is des tebelangrijker. De Nationaal Rapporteur
(NRM) heeft aanbevolen dit actiever aante pakken. Hoe gaat het met de aanpak vanmensenhandel op dit moment?Omdat mensenhandel lastig is op te sporen, zijn verklaringen van slachtoffers bijna onmisbaar om een goed opsporingsonderzoek van start te laten gaan. Veelslachtoffers doen geen aangifte, ook is ereen daling te zien in het aantal aangiftes inde loop van de jaren 20082012. De meeste personen die wel aangifte doen, zijnslachtoffers die zijn opgevangen door deCOSM (Coördinatiecentrum Mensenhandel).9 Slachtoffers die inmiddels in eenveilige omgeving zijn beland, doen dus vaker en sneller aangifte. Voor de opsporingvan verdachten kan ik stellen dat het opsporen van slachtoffers en het bieden vaneen veilige situatie aan hen bij zal dragenaan het opsporen van verdachten.De reden dat slachtoffers geen aangiftewillen doen is deels omdat buitenlandseslachtoffers weten dat ze in de prostitutiewerkzaam zullen worden op het momentdat zij naar Nederland komen en alsnogmeer verdienen dan in hun eigen land.Maar ook zijn slachtoffers bang voor represailles van de kant van de verdachte ofzijn zij bang dat het nadelige gevolgenheeft als het thuisland hoort dat zij in deprostitutie hebben gezeten.10 Dit belemmert in zekere zin de opsporing en daarmee het stoppen van de mensenhandel.Een mogelijkheid om de opsporing minderafhankelijk te maken van de verklaringvan het slachtoffer of de aangifte, is hetdoen van een Strafrechtelijk FinancieelOnderzoek (SFO) art. 36e Sr). Wederrechtelijke ontneming in een kan bijdragen aande bewijsgaring.11
StraffenArt. 273f Sr is een lang artikel, wat al duidelijk maakt dat het fenomeen mensenhandel zeer complex is. Toch omvat het artikelzo goed mogelijk alle vormen van mensenhandel die strafbaar kunnen zijn. Minderjarigen worden extra beschermd in lid 2(er hoeven geen middelen aangewend teworden) en de handelingen dienen ruim teworden uitgelegd op basis van nationale
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
24
nationale jurisprudentie.12 Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat een mogelijkeinstemming van het slachtoffer niet relevant is.13 Het gaat er om of het slachtofferin een vrijwillige situatie verkeert, inbegrepen de vermindering van de mogelijkheid een bewuste keuze te maken. Omdatook vrijwilligheid, soms zelfs door een tegensprekende verklaring van een verdachte, moeilijk is aan te tonen, wordt ook ditruim uitgelegd. Zo kan eerdere betrokkenheid bij prostitutie geen aanwijzingvormen inzake vrijwilligheid en hoeft deverdachte niet op de hoogte te zijn van alleomstandigheden die ervoor gezorgd hebben dat het slachtoffer in een afhankelijkheidsrelatie verkeerde ten overstaandevan verdachte.14 Er hoeft dan ook geensprake te zijn van doelbewust misbruik,voorwaardelijk opzet is voldoende.15 Menkan hier uit concluderen dat er verschillende vormen van mensenhandel zijn endeze soms moeilijk te bewijzen zijn. Dewetgever heeft ervoor gekozen meerderedelictsomschrijvingen te maken en derechter heeft deze ruim geïnterpreteerd. Deoverheid heeft een enorm veld gecreëerdwaarbinnen mensenhandel strafbaar is enbewezen kan worden. Dit heeft ook temaken met de complexiteit van zaken enhet vaak ontbreken van voldoende bewijs.Toch is er een (lastiger) bestanddeel dat inlid 1 en 2 bewezen verklaard dient te worden. Voor het bestanddeel uitbuiting dienter een oogmerk aanwezig te zijn, aldus hetwetsartikel. In de rechtspraak wordt hetuitgangspunt genomen dat het oogmerk ermoet zijn op het moment dat de middelenworden aangewend. Indien dit oogmerkniet bewezen kan worden, kan er wellichtsprake zijn van een ander delict, zoalsmensensmokkel, maar kan mensenhandelniet worden bewezen. Wellicht kan danook lid 4 ten laste gelegd worden, in dit liddient het slachtoffer zich beschikbaar tehebben gesteld, er hoeft nog geen uitvoering te hebben plaatsgevonden, ook hetoogmerk op uitbuiting mag missen vooreen bewezenverklaring. In lid 3 van hetartikel (grensoverschrijdende mensenhandel) is het oogmerk op uitbuiting achter
achterwege gelaten en hoeft dit niet bewezen te worden met een van de middelenzoals misleiding of dwang.16
De verschillende leden en subleden kunnen tegelijkertijd ten laste worden gelegd,zowel cumulatief als subsidiair.
De Nationaal Rapporteur Mensenhandelwijst er onder andere op dat ondanks deherhaaldelijk verhoogde strafbedreigingvan het delict geen hogere straffen wordenopgelegd, en sterker, het aantal vrijsprakenin mensenhandelzaken relatief hoog is enzelfs stijgt.17
In niet veel gevallen wordt er wederrechtelijke voordeel ontnomen, dit is opvallend, nu het vaak voor daders juist hetfinanciële gewin is om deze vorm vanmensenhandel te voeren.18 Een verklaringhiervoor is te vinden in het feit dat bijseksuele uitbuiting slachtoffers en dadersin de meeste gevallen onderdeel zijn vaneen onderneming. Uit de jurisprudentie enhet onderzoek van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel valt niet concreet af teleiden waarom niet in alle gevallen voordeel wordt ontnomen of een schadevergoedingsmaatregel wordt toegekend. Aansluiting kan worden gezocht bij de complexiteit van mensenhandelzaken. Deschadevergoeding voor het slachtofferkrijgt wel voorrang boven het ontnemenvan wederrechtelijke verkregen voordeel.19
Maar uit de jurisprudentie valt te betreurenin welke mate schade wordt toegekend aande slachtoffers.20
GrensoverschrijdendMensenhandel valt onder de reikwijdtevan art. 4 EVRM: prohibition of slaveryand forced labour. Zelfs in tijden van oorlog of noodtoestand zijn er geen beperkingen van dit recht toegestaan. Daarbijgeeft het EHRM aan hoe absoluut dit rechtis en hoe ernstig mensenhandel dient teworden belicht. Dit volgt uit de uitspraakRantsev tegen Cyprus en Rusland, waarbijeen 20jarige vrouw overleed na een valvan de vijfde verdieping in Cyprus. Eerderwas zij van Rusland naar Cyprus geko
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
25
men, waar zij werd opgepikt door mensenhandelaren. Een tweede aspect van de uitspraak Rantsev tegen Cyprus en Ruslanddat nieuw en van groot belang is, is dat hethof een aantal positieve verplichtingen vande lidstaten van de Raad van Europa formuleert met betrekking tot de aanpak vanmensenhandel, waarbij het niet alleen gaatom strafbaarstelling, opsporing en vervolging, maar ook om preventie, beschermingvan slachtoffers en internationale samenwerking.21 Uit de uitspraak M. e.a. vs.Italië en Bulgarije volgt dat mensenhandelniet alleen in het kader van art. 4 EVRMmoet worden bekeken, maar ook wordtgezien als een onmenselijke en vernederende behandeling in de zin van art. 3EVRM. Een (positieve) onderzoeksplichtnaar mensenhandel vloeit voort uit beideartikelen.22
Slavernij vs. mensenhandelIn de inleiding spreek ik van slavernij,maar gaat deze vergelijking wel op? Erzijn overeenkomsten, zoals uitbuiting, gebrek aan respect voor de menselijke waardigheid en massaliteit. Maar er zijn ookbelangrijke verschillen tussen de slavernijen mensenhandel: het racistische gedeelteontbreekt bij mensenhandel. Daar waar deslavernij volledig gebaseerd was op onderdanige volkeren, lijkt het tegenwoordigniet uit te maken waar men vandaan komtom als slachtoffer te worden ’uitgekozen’.Dat bepaalde bevolkingsgroepen vaker alsslachtoffers zijn terug te vinden heeft metandere factoren te maken: zoals de erbarmelijke omstandigheden in eigen land,waardoor slachtoffers makkelijker tenprooi vallen aan mensenhandelaren. Daarnaast is de mensenhandel niet gebaseerdop eigendom, maar op andere grondenzoals contracten, schulden en/of dreigementen. Voorts is de betrokkenheid van destaat een geheel andere geworden: “Vanrechtstreeks belanghebbende en uitvoerderin vroegere tijden tot medeverantwoordelijke voor de bestrijding van diverse vormen van mensenhandel door particulierenheden ten dage.”23
Brabants succes”Heel OostBrabant werkt samen om mensenhandel te bestrijden”, het Wodanproject is opgericht door Geert Klomp in2010. Geert Klomp is werkzaam voor deKMar in Eindhoven en krijgt dagelijks temaken met risicovluchten. Sinds 2011 zijndoor zijn project al 35 criminele samenwerkingsverbanden aan het licht gebracht.Dit wordt voornamelijk gerealiseerd doorgoede samenwerkingen binnen de verschillende opsporingsteams. Zo kunnenverdachtheden meteen aan het licht worden gebracht, bijvoorbeeld wanneer eenslachtoffer verschillende verklaringenheeft afgegeven over wat zij komt doen inNederland. Hierbij is de hulp van degemeente van groot belang. Sytske Klarenbeek is beleidsverantwoordelijk voor deaanpak van georganiseerde criminaliteit bijde gemeente Eindhoven: ”De awarenessonder collega’s vergroten is een van onzespeerpunten. Als een man aan de balie inkorte tijd drie keer een andere vrouw ophetzelfde adres inschrijft, en steeds depaspoorten van de dames bij zich draagt, isdat een signaal. De baliemedewerkers kunnen die informatie registeren zodat signalen verder komen dan de koffiekamer.”Maar ook de medewerkers van het stadstoezicht en bewoners zijn van belang. Zijhebben open ogen en oren binnen degemeente en pikken ook signalen op.Daarnaast kan de gemeente hulp verlenenbij het bieden van opvang aan slachtoffers.24 Een groot voorbeeld van het succesuit Eindhoven is de zaak Buidelwolf.25
ConclusieOp dit moment lijken de meeste slachtoffers van Nederlandse bodem te komen,toch is dit wellicht niet een helemaal eerlijk beeld nu enkel de geregistreerdeslachtoffers in het onderzoek zijn meegenomen. Buitenlandse slachtoffers zijn vaakmoeilijker te achterhalen omdat zij zich inde illegaliteit bevinden. Maar mede dankzij de oplettendheid van de KMar komt ereen steeds realistischer beeld over de mensenhandel die van over de grens ons landbinnen wordt gevoerd.
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
1. Martine is masterstudente Rechtsgeleerdheid accent strafrecht aan Tilburg University.2. Nationaal Rapporteur Mensenhandel enSeksueel Geweld tegen Kinderen, Mensenhandelin en uit beeld II. Cijfermatige rapportage 20082012. Den Haag: Nationaal Rapporteur 2014, p.29. Hierna: Nationaal Rapporteur Mensenhandel(2014).3. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p.132.4. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p.3133.5. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p.4748.6. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p.164166.7. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p.168.8. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p.177.9. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p.54.10. A. Beijer, ’Mensenhandel met het oog opseksuele uitbuiting; de interpretatie van artikel237f Sr’, DD 2010/60.11. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014),p. 132 en 139.12. Als middelen kunnen worden beschouwddwang, geweld of andere feitelijkheden of doordreiging met geweld of een andere feitelijkheid,door afpersing, fraude, misleiding dan wel doormisbruik van uit feitelijke omstandighedenvoortvloeiend overwicht, door misbruik van eenkwetsbare positie of door het geven of ontvangenvan betalingen of voordelen; A. Beijer,’Mensenhandel met het oog op seksueleuitbuiting; de interpretatie van artikel 237f Sr’,DD 2010/60.13. Kamerstukken II, 2003/04, 29 291, nr. 3, p.19.14. Kamerstukken II, 1988/89, 21 207, nr. 3, p. 3en HR 5 februari 2002, LJN AD2535.15. HR 27 november 2009, LJN BI7099.16. A. Beijer, ’Mensenhandel met het oog opseksuele uitbuiting; de interpretatie van artikel273f Sr’, DD 2010/60.17. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014),p. 3940, 44 e.v., 73, 172.18. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014),p. 142.
19. Wet van 26 juni 2013, Stb. 2013, 287.20. Zie bijvoorbeeld Rb. Gelderland, 10 juni2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:2640 en Rb.NoordHolland, 24 december 2013,ECLI:NL:RBNHO:2013:14050.21. EHRM 7 januari 2010, Rantsev vs. Cyprusen Rusland.22. EHRM 12 juli 2012, M. e.a. vs. Italië enBulgarije, EHRC 2012/221, m.nt. BootMatthijssen.23. P. van Sasse van Ysselt, ’Slavernij enslavenhandel: afgeschaft, verboden, maar nietvoorbij’, NJB 2013/1542.24. M. Willebrands, ’Risicovluchten enmensenhandel, uitbuiters gezamenlijkaanpakken’, Opportuun 2, april 2014, p. 1013.25. Meer over deze zaak lees je in: T. van derGeest, ’Mensenhandel als moderne slavernij,aanpak van een criminele organisatie’,Opportuun 2, april 2014, p. 69.
26
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
Welkom op de constitutieborrel!Vandaag loopt het bestuursjaar van mij enAnna-Maria af. Anna-Maria zit in Ameri-ka en is daarom vandaag niet aanwezig.Na een mooi, intens en geslaagd jaar is detijd gekomen voor ons om afscheid te ne-men. De afgelopen twaalf maanden heb-ben wij vol enthousiasme ingezet om stich-ting Rechten Instituut vooruit te brengen.Samen met jullie hebben we er een on-gelooflijk mooi jaar van gemaakt en weweten zeker dat er voor stichting RechtenInstituut nog vele mooie jaren zullen vol-gen.
Het afgelopen jaar hebben wij kunnenhelpen om letterlijk vanuit het niets, in elkgeval het dreigende niets, deze prachtigestichting op te richten.
Rechten Instituut is met zijn adviezen vorde cliëneten natuurlijk het belangrijkste.Maar voor mij als bestuurder zijn het tochvooral ook jullie, de mensen achter deschermen geweest die het tot zo'n mooietijd hebben gemaakt.
De meeste van jullie hebben ook, in devergaderingen, het meest met ons, alsbestuur, te maken gehad. Ik dank jullievoor het vertrouwen dat jullie kennelijksteeds in ons bestuur hebben gehad. Vooreen voorzitter vooral is dat wel een heelbelangrijke voorwaarde om werkelijk meete kunnen werken.
Maar als voorzitten ben je natuurlijkvooral ook afhankelijk van je medebe-stuursleden. Ik heb er vele gehad het afge-lopen jaar. Mij zal van alle vergaderingenbijblijven de goede sfeer, de constructievemanier waarop telkens is gesproken enbesloten met het allesoverheersende be-lang van de stichting hoog in het vaandel.
Ik wens jullie allemaal, bestuur, juridischadviseurs, teamleiders en redacteuren heelveel succes en leerplezier.
Ik zal jullie missen!
Nandenie
Op de constitutieborrel heeft ze nietgeheel haar zegje kunnen doen: destemming zat er goed in bij Café De Zaakin Utrecht.
Hierbij als nog het woord dat Nandenie,vorig jaar voorzitter van stichting RechtenInstituut, had willen voeren.
Het nieuwe bestuur:
Julia VerschoorBestuursvoorzitter, reeds bekend alsbestuurslid marketing communicatiesextern. Julia is verantwoordelijk voor degroep rechtsbijstand.
Vildan KutluCommissaris studieondersteuning, zij isverantwoordelijk voor het inplannen vande cursussen.
Larissa ten VeenCommissaris marketing en communicatieextern, zij is verantwoordelijk voor desamenwerkingverbanden met externeorganisaties.
Martine WoutersHoofdredacteur, verantwoordelijk voor dewerkgroep publicaties.
27
JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014
RICHTINGWIJZERVoor als u nog even naar boven wilt halen wat de exacteindeling is van Rechten Instituut en waar u terecht kuntmet al uw vragen. Wij zi jn op woensdag t/m donderdagbereikbaar per telefoon +31 (0)20-261 07061 . Ook kunt uons alti jd mailen op [email protected].
• Rechtsbijstand: De student kanaan de slag als juridisch adviseur,waar hij of zi j kan doorprocederen inkanton- en bestuurszaken.• Studieondersteuning: De stu-dent kan bij ons terecht voor tenta-mentrainingen, die zul len worden toe-gespitst op het individu zelf. Ookbieden wij samenvattingen van hoor-col leges en boeken aan.• Mailen voor meer info kan naarn.n. [email protected]
• Rechtsbijstand: Als partner van Rechtsbij-stand kunt u uw zaken delegeren naar onze afde-l ing Rechtsbijstand. Ook zullen wij zaken die buitenons gebied vallen naar u doorverwijzen.• Studieondersteuning: u kunt leeromgevingenverzorgen om zo uw relatie met de studenten teversterken.• M&C: Wij zul len onze resources inzetten omuw naamsbekendheid te vergroten bij onze achter-ban. Denk aan advertenties, banners, logo’s.• Mail naar n.n. [email protected] meer informatie.
Student
Partner
Wil jij hier publiceren? Neem dan contact met ons op!
28