Ri journal 6

28
JAARGANG 5/ NUMMER 6/ SEPT 2014 RECHTEN INSTITUUT Jaargang 5 / nummer 6 / 2014 Welkom Julia Verschoor en Martine Wouters Interview IEadvocaten De Brauw Blackstone Westbroek JOURNAL

description

Het journal van Rechten Instituut. Kijk voor meer informatie op rechteninstituut.org.

Transcript of Ri journal 6

Page 1: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

RECHTEN INSTITUUTJaargang 5 / nummer 6 / 2014

WelkomJulia Verschoor enMartine Wouters

InterviewIE­advocatenDe Brauw BlackstoneWestbroek

JOURNAL

Page 2: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

RI Journal is een uitgave van Rechten Insituut in samenwerking met Law Review. Wij besteden uiterste zorg aan de betrouwbaarheiden actualiteit van onze informatie.

RI JOURNAL

VOORWOORD

Door de zomerstop van RI leest u een ver­korte editie van het RI Journal, de laatsteversie waaraan ik als hoofdredacteur mee­werk. 19 augustus ben ik vertrokken naarCornell University in de Verenigde Statenvoor een semester abroad. Daarom draag ikvol vertrouwen mijn taken over aan deMartine Wouters, de nieuwe hoofdredacteur.Zij werkte al mee aan de laatste drie RI­Journals als redacteur. Terugkijkend op hetjaar, ben ik trots op de uiteindelijke vorm ensamenstelling van dit RI­Journal. De veran­dering ten opzichte van het eerste RI­Journal is representatief voor de ontwikke­ling van de Werkgroep Publicaties en eigen­lijk voor die van heel Rechten Instituut. Meteen internationale samenwerking op hetprogramma, kijk ik uit naar de vorderingenin het volgende jaar. Ik wens Martine danook veel succes!

Anna­Maria Withagen

INHOUD

WELKOM JULIA & MARTINE 4

COLUMN 6

INTERVIEW MET INTELLECTU­EEL EIGENDOM ADVOCATENDE BRAUW 8

HOE KAN IK... EEN ART. 12 SV 14PROCEDURE STARTEN?

RECHTEN IN HET NIEUWSDOORVERKOOP E­BOOKS 16

ADVOCATENAANSPRAKELIJK­HEIDSARREST 19

12 YEARS [AND] A SLAVE 22

WELKOM OP DE 27CONSTITUTIEBORREL

RICHTINGWIJZER 28

2

Page 3: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

ColofonRI Journal is een uitgave van Rechten Insituut enverschijnt zes maal per jaar.

HoofdredactieMartine Wouters & Anna­Maria Withagen

RedactieElse BavinckDorien BoerThomas van HouwelingenJan van MaanenClaudia NzebaKasper van der Sanden

VormgevingRIMANET ICTAnna­Maria Withagen

Fotografie & AfbeeldingenBert LommersRichard HamstraAnna­Maria Withagen

Rechten Insituut bestuurNandenie Lachman ­ Voorzitter

[email protected] Verschoor ­ Commissaris M&C

[email protected] Kutlu ­ Commissaris Studieondersteuning

[email protected]­Maria Withagen ­ Hoofdredacteur

[email protected]

Internetwww.lawreview.rechteninstituut.orgwww.rechteninstituut.org

rechteninstituutLaw_instituterechteninstituutRechten Instituut

ContactTel: +31 (0)20­26107061Email: [email protected]

OpeningstijdenVan woensdag tot en met vrijdag van 9.00 u. tot 17.30 u.

Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schrif­

telijke toestemming van de uitgever worden openbaar

gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het re­

produceren door middel van druk, offset, fotokopie of

microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of

andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op

het auteursrecht) het reproduceren (i) ten behoeve van

een onderneming, organisatie of instelling of (ii) voor

eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt

prive van aard is of (iii) voor het overnemen in enig dag­

, nieuws­ of weekblad of tijdschrift (al of niet in digitale

vorm of online) of in een RTV­uitzending.

Agenda 2014Rechten Instituut

1 septemberEinde zomerstop

5 septemberRI Constitutieborrel

26 septemberCursus IRP

3

Page 4: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

Welkom in 2014­2015door Julia Verschoor en Martine Wouters

Julia, nu nog Commissaris M&C zalzich vanaf september gaan inzetten alsvoorzitter van Rechten Instituut. Eenwelkomstwoord van haar.

Sinds februari afgelopen jaar heb ik hetvoorrecht deel te mogen uitmaken vanRechten Instituut. Ik was al lang op zoeknaar een plek waar ik uitdagend studiege­relateerd werk kon doen en was dan ookheel blij toen ik aangenomen werd bijRechten Instituut.

Omdat ik mijn bestuurstaak altijd belang­rijk heb geacht, vind ik het een eer dat ikmezelf in september voorzitter van Rech­ten Instituut mag noemen.

Het afgelopen jaar zijn er door het bestuuren onze adviseurs belangrijke stappen ge­zet. RI is officieel opgericht en is volop inbeweging!

Als voorzitter wil ik mij graag inzettenvoor de verdere positieve ontwikkelingvan Rechten Instituut.

Ik kijk ernaar uit om in september van startte gaan! Het belooft een mooi jaar te wor­den.

Martine, nu nog enkel redacteur, zalvanaf september de functie vanhoofdredacteur van Anna­Mariaovernemen. Een welkomswoord.

Beste lezer,

Vol of en met alle plezier mag ik hethoofdredacteurschap overnemen. Na eenrelatief korte periode bij Rechten Instituutheb ik deze kans gekregen. Schrijven deedik altijd al, en met deze functie is de jour­nalistiek dichtbij.

Vanaf nu zal ik ook deelnemen in hetbestuur. Afgelopen jaar heb ik reeds eenbestuursfunctie vervuld buiten Rechten In­stituut, en ik wil deze ervaring mede ge­bruiken om bij Rechten Instituut een grotesteen bij te dragen. Want het kan altijdbeter.

Veel plezier met het lezen van dit RIJournal.

Martine 4

Page 5: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

Wil jij schrijven bij Rechten Instituut?Solliciteer nu!

RedacteurVind jij het jammer dat jouw met liefdegeschreven juridisch relevant stukkenenkel gelezen worden door een docent?Of hooguit door je opa of tante? Zie jij,als je de krant leest, in vrijwel elk artikeleen juridisch insteek? Zou jij je het liefstin alle mogelijke onderwerpen van hetrecht willen verdiepen? Dan is de functievan redacteur misschien wat voor jou!

De Werkgroep Publicaties biedt rechten­studenten van alle universiteiten demogelijkheid om hun vaardigheden alsschrijver te ontwikkelen. Als redacteurschrijf je korte artikelen voor dit tijd­schrift en wetenschappelijke artikelenvoor Law Review. Je bent geheel vrij inde keuze van je onderwerp en wordt bijhet schrijven begeleid door de hoofd­redacteur. Je zult een keer per tweeweken vergaderen en de beschikbaar­heid is minimaal acht uur per week. Alsredacteur kun je per direct beginnen!

Solliciteren?Stuur jouw motivatie, CV, cijferlijst eneen recent geschreven juridisch ge­relateerd artikel naar:[email protected] is dat je in het bezit bent van jepropedeuse.

Voor vragen kun mailen naar voor­noemd e­mailadres of kijk voor meerinformatie over Rechten Instituut en devolledige functie­omschrijvingen op:werkenbij.rechteninstituut.org.

Jouw artikelen zullen worden

gepubliceerd in RI Journal en

via Law Review!

Think fast! Tijdens een vergadering op kantoor wordt aan jou de volgende vraaggesteld: bedenk drie verschillende onderwerpen om een interessant juridisch artikelover te schrijven. Als deze opdracht voor jou een makkelijk karwei was, dan zijn wijop zoek naar jou!

5

Insturen mag ook!Mocht je toch niet geinteresseerd zijn ineen vaste aanstelling als redacteur, is hetook mogelijk om een los artikel in tezenden. De hoofdredacteur kijkt dan sa­men met jou naar de kwaliteit van het stuken naar of het geplaatst kan worden in RIJournal of op Law Review. Je kunt stukkeninzenden over een scala aan onderwerpen,zolang het maar een juridische basis heeft.Ook maakt het niet uit wat de vorm vanhet artikel is, ook columns of opiniestuk­ken zijn welkom.Dus als jij je studie niet kunt missen in devakantie en je hebt op een regenachtigezomerdag opeens zin om iets te schrijven,weet dan waar je met je artikel terechtkunt!

Mail je artikel naar:a.c.withagen@rechteninstituut.

Page 6: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

Teevens's populismeColumn

Kasper van der Sanden1

De rechter tikt Teeven ook nu weer op devingers in de zaak Volkert van der G. Eenste meer is duidelijk geworden dat eenpoliticus zich niet moeten laten leiden doorpopulistische uitgangspunten, maar dat hijde waarden van een rechtsstaat dient teverdedigen. Bij de verkiezingsstrijd hadTeeven al beloofd dat Volkert nóóit opproefverlof zou gaan. Hij werd ook toendirect teruggefloten door de Raad vanStrafrechtstoepassing.Nu probeerde Teeven het opnieuw. Metgrote woorden maakte hij ook dit keerduidelijk dat er strenge voorwaarden aanhet voorwaardelijke vrijkomen verbondenmoesten worden. Volkert mag in enkelesteden niet komen, geen contact met nabe­staanden hebben en moet een enkelbanddragen. Daarnaast is het hem verbodenenig contact met de media te hebben. Ditzou maatschappelijke onrust veroorzaken.

Op deze manier hoopt Teeven een grotemeerderheid mensen, die Volkert lievernooit vrij had zien komen, te vriend tehouden. Deze maatregelen hebben tendoel Volkert toch nét een beetje extra testraffen. Uit angst voor slechte beeldvor­ming in de media en verlies van kiezers,probeert Teeven tegemoet te komen aan demaatschappelijke frustraties. Dit is nietzijn taak. Teeven zou de normen van eenrechtsstaat, waarin regels voor iedereengelijk zijn, in het openbaar moeten ver­dedigen. En niet meegaan in de volks­woede. Gelukkig is er dan altijd nog derechter. De enkelband en het locatieverbodzijn opgeheven. Het OM gaat in hogerberoep. Hopelijk zal de hogere rechter ookniet bezwijken onder de maatschappelijkedruk.

6Noten:1. Kasper van der Sanden is 3e jaars studentRechtsgeleerdheid en 4e jaars student Geschie­denis aan de UvA.

Page 7: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

1 0

BOEKENMARKT­PLAATS

Stoffige boekenop de plank?

Maak er dan ie­mand andersblij mee!

Op de Boekenmarkt­plaats van RechtenInstituut kan je jouwboeken verhandelen

Surf naar:

boekenmarktplaats.rechten

instituut.org , registreer

jezelf en je bent klaar om te

verkopen!

7

Page 8: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

8

Interview met IntellectueelEigendom advocaten

Carlos van Staveren en Bertrand ter WoortIntellectueel Eigendom is een rechtsge­bied waar studenten niet of nauwelijksmee te maken krijgen in hun bachelor.Daarom in deze uitgave een interviewmet twee advocaten werkzaam op hetgebied van Intellectueel Eigendom. Waarhouden zij zich mee bezig en wat maaktIntellectueel Eigendom nou juist zoleuk? Maar ook vroeg ik mij af hoe het isom advocaat te zijn bij een van degrootste kantoren van Nederland. Opwoensdag 23 juli betrad ik het enormepand van De Brauw Blackstone West­broek op de Zuidas in Amsterdam vooreen interview met Bertrand ter Woort enCarlos van Staveren. Beiden werkzaamals advocaat­stagiair op de afdeling In­tellectueel Eigendom (IE).

Anna­Maria Withagen1

Hoe zijn jullie op de afdeling Intellectu­eel Eigendom terechtgekomen?Bertrand: Ik heb niet echt een informatie­rechtmaster gedaan, maar ik heb wel veelintellectueel eigendomsvakken gevolgd inde vrije ruimte van mijn masters CivielRecht en Europees en Internationaal Rechtaan de Vrije Universiteit. Door mijn vaderwerd ik eigenlijk een beetje getriggerd voordit rechtsgebied. Hij werkte bij een markt­onderzoekbureau en deed daar in opdrachtvan advocatenkantoren onderzoek bij con­sumenten naar bijvoorbeeld welke associa­tie mensen hebben bij een bepaald merk. Ikben toen gaan kijken hoe ik daar iets meekon doen in mijn studie. Tijdens het volgenvan vakken over IE, bleek dat ik het echtleuk vond. Vervolgens heb ik een student­stage gelopen bij De Brauw bij de afdelingIE en ook dat sprak me erg aan. Ik hebdaarna de Brauwerij gedaan, vervolgensanderhalf jaar bij de afdeling Corporate(M&A) en nu zit ik in de tweede helft vanmijn periode als advocaat­stagiair op de af­deling IE.

Carlos: Ik heb aan de Erasmus Universiteitgestudeerd. In die bachelor had je het vakhandelsrecht waar wat IE in voor kwam.Dat vond ik echt interessant. Je hebt daarniet een vaste IE­master, ik heb een onder­nemingsrechtmaster gevolgd. In mijn mas­ter zaten twee IE­vakken, die beide wer­den gegeven door Tobias, een van de part­ners van dit kantoor. Hij wist het heelboeiend te brengen, maar het is sowiesoeen heel boeiend rechtsgebied waar veelgebeurt, ook op Europees niveau. Via To­bias ben ik op een gegeven moment hierterechtgekomen voor een studentstage. Ikdacht dat auteursrecht me het meest aan­sprak, maar ik ben vrij snel in het octrooi­recht gerold en dat leek me eigenlijk nogveel leuker. Vervolgens heb ik hier mijnscriptie geschreven, ben ik studerend me­dewerker geweest voor bijna drie jaar endaarna ben ik als advocaat begonnen. Ikben nu bezig met de eerste helft van mijnperiode als advocaat­stagiair.

Bertrand, jij bent ook werkzaam ge­weest bij Corporate (M&A). Loopt ditsoms over in Intellectueel Eigendom, ofis het echt iets aparts?Bertrand: Het zijn grote transacties. Afhan­kelijk van welk bedrijf het is, is IE van be­lang. De Brauw werkt vaak voor Philips,je kun je voorstellen dat daar veel oc­trooien meespelen, maar ook de merknaamis heel belangrijk. Als Philips een afdelingverkoopt, dan moeten al die octrooien diedaarmee samenhangen ook worden over­gedragen. Dat is allemaal erg specifiek.Het kan ook zijn dat Philips haar rechtenwil blijven behouden op haar eigen oudetechnologie. Dan heb je het over licenties.Dus afhankelijk van de overname, hebbenwe daar een grote rol bij.

Page 9: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

Waarom De Brauw?Carlos: Voor mij zijn het echt de mensen.De sectie Intellectueel Eigendom is eenjonge sectie. De sfeer moet natuurlijk welbij je passen, ik denk zelfs dat het per sec­tie kan verschillen. Ik heb hier ervaren datik me prettig voel en ik denk dat dat be­langrijk is, omdat je ontzettend veel metelkaar werkt. Dat is wel een van de hoofd­redenen om hier te blijven, maar daarnaastook de zaken. We doen hier zulke leukezaken, echt op het scherpst van de snede energ ingewikkeld.Bertrand: Ik heb hier ooit een businesscourse gedaan, aansluitend een studentsta­ge en toen nagenoeg meteen gesolliciteerd.Het is ook zeker verstandig om bij anderekantoren te kijken, maar het is dan tocheen gevoel. En wat vrij uniek is; De Brauwis niet alleen een groot kantoor, maar heeftook een stevige IE­afdeling, waar ookwordt geprocedeerd. Die combinatie zie jeniet zo vaak. Wel wat kleinere IE­kantoren,of het zijn grote kantoren met een kleinereIE­afdeling puur ter ondersteuning vantransacties waar we het net over hadden.De IE­afdeling van De Brauw heeft veeltoekomst, op allerlei vlakken wordt IE nogsteeds belangrijker. Ook leuk aan een grootkantoor is dat je met een grote groep bent,veel jonge mensen. Er worden allerlei leu­ke dingen georganiseerd zoals een skireis,dat heb je veel minder bij een klein kan­toor.

Intellectueel Eigendomsrecht is een vrijtechnisch vakgebied, hebben jullie danook een natuur­ of scheikunde achter­grond?Carlos: Wij hebben het allebei niet. Maarik weet wel dat een van onze partners,Gertjan Kuipers, natuurkunde heeft gestu­deerd. Verder ook nog twee anderen vandeze afdeling. Ik denk wel dat het helpt,want een vereiste voor octrooibeschermingis inventiviteit. Het is vaak zodanig nieuwdat het ook voor de gemiddelde vakmaningewikkeld is. Dus je hebt een voor­sprong en een basis, maar je zult nog welmoeten ploeteren om het echt te begrijpen.Ik merk dat het het belangrijkste is dat je

bent. Als je het heel graag wil weten en alsje daar plezier in hebt, is het heel goed opte pakken.Bertrand: Het is inderdaad zeker geenvereiste, maar ik denk ook wel dat je eenvoorsprong hebt. We doen ook veel metoctrooien voor geneesmiddelen, dus daarkan het wel heel nuttig zijn. Maar het isnatuurlijk advocaten eigen dat je je vol­ledig moet kunnen inleven op het gebiedvan je cliënt. Of je dat nou doet op hetgebied van octrooirecht of arbeidsrecht. Jemoet hier wel het onderscheid makentussen octrooirecht en “soft­IE”; merken­recht, auteursrecht, reclamerecht. Bij “soft­IE” is die voorkennis minder van belang.

Octrooi, hoe werkt dat dan?Bertrand: Cliënt wil een nieuw product opde markt brengen, bijvoorbeeld een fiets.Maar die fiets lijkt erg veel op een anderefiets. Je hebt dan meerdere strategieën. Jekunt hem gewoon op de markt brengen enmaar zien of het andere bedrijf er wat vanzal zeggen. Je kunt ook eerst proberen tezeggen dat de andere fiets geen uitvindingwas en dat het geen octrooi had mogenkrijgen. Met merken gaat het vaak meerover namaak, mensen die een graantje wil­len meepikken van het succes van eengroot bedrijf.Carlos: De hoeveelheid bescherming vaneen octrooi drukt zich vaak uit in de ruimtevan de bescherming. Stel je hebt een oc­trooi met bescherming voor een productbestaande uit 2 elementen (bijvoorbeeldtwee snijmessen). Valt het buiten hetoctrooi als een ander bedrijf het productdan maakt uit 1 element, dus één snijmes?Je zou dan de beschermingsomvang kun­nen uitstrekken tot uitvoeringsvormen met1 element. Of dit wordt juist niet toege­kend, omdat jij alleen hebt uitgevonden dathet met 2 elementen kan.

Jullie zijn veel bezig met het begrijpenvan het product, verdiepen jullie je ooknog wel in het recht?Carlos: Het is wel echt een tweedeling.Aan de ene kant moet je de techniek heelgoed snappen, maar daarna kun je met het

9

Page 10: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

recht gaan spelen. Het octrooi is over hetalgemeen opgebouwd uit een hele algeme­ne omschrijving van het product, vervol­gens volgt de nadere beschrijving waarinheel specifiek met afbeeldingen en figurende toelichting wordt gegeven. Daarondervolgt dan de conclusie, dat is een hele kor­te samenvatting waarin de uitvinder pre­cies aangeeft wat hij onder beschermingwil stellen. Als je de beschermingsom­vang wil toetsen, is het een kwestie vanuitleg. Net als bij contracten is het somslastig precies de vinger erop te leggen watde vaste regel moet zijn bij het uitleggenvan zo’n document. De rechter heeft veelvrijheid in die uitleg, dus je moet dan uit­zoeken welke facetten van het octrooi jegaat belichten en waarvan je zegt dat hetspecifiek de uitvinding is. Er zijn vaste lij­nen te trekken in de jurisprudentie, dus jekunt wel een inschatting maken, maar ervalt veel te verschuiven.

Hoe ziet een doorsnee werkweek er voorjullie uit?Carlos: Ik zit in een aantal grote octrooi­procedures. Door de deadlines weet jegoed waar je aan toe bent. Het is wel hardwerken, maar als het leuk is, maakt hetniet zo veel uit. Binnen mijn werkzaamhe­den zit veel verschil. Aan de ene kant ishet de zaak managen. Het zijn enorme za­ken waarin ontzettend veel gedaan moetworden, dus het is belangrijk dat iedereenweet wat er moet gebeuren. Daarnaast hetpuur juridische, het doen van onderzoek ensamenwerken met studenten, wat heel ergleuk is en de afdeling fris houdt. Verderschrijf ik veel processtukken en procedeerik; op dit moment twee procedures overhet opeisen van een octrooi. Ik ben op ditmoment ook bezig met een schriftelijketoelichting op een cassatiestuk, dan moetje nadenken over hele kleine punten vanhet recht en daar heel veel over weten.Bertrand: Als er transacties lopen, moetdat altijd snel en dan is het even heel ergdruk. Over het algemeen is het goed teoverzien, het is geen 9 tot 5 baan, maar datgeldt in alle opzichten. Je kunt het goedzelf indelen, als jij een dag later wil komen

of een dag thuis wil werken, dan is datgeen probleem. In de afgelopen tweeënhalfjaar heb ik maar zelden in het weekendmoeten werken en dan is het ook vaakenkel thuis even wat uitzoeken.

Zijn jullie gespecialiseerd in een bepaaldsoort IE­zaken, of doet iedereen steedsiets anders?Carlos: Als studerend medewerker heb ikverschillende dingen gedaan, maar zelf af­finiteit gehad met octrooirecht. Ik heb ookveel met auteursrecht gedaan en merken­recht doe ik ook. Het is maar net wat voor­bij komt en waar je tijd voor hebt. Ookbinnen octrooirecht kun je voorkeur heb­ben.Bertrand: We proberen over het algemeendat je een beetje gespecialiseerd raakt,maar ook dat je nog breed inzetbaar bent.Zeker bij een IE­sectie is dat belangrijk.Als je als advocaat­stagiair aan de slaggaat, wordt geprobeerd om je allerlei soor­ten zaken te geven. Daarnaast mag je ookzelf initiatief nemen en zeggen dat je jevooral wil concentreren op een bepaaldsoort zaak. Maar het is natuurlijk een beet­je raar als je IE­advocaat bent en niks weetover octrooirecht.Carlos: Je hebt ook elke week een sectie­lunch waarbij al het interessante IE­nieuwsen rechtspraak besproken wordt. Dus jeweet echt wel veel van alles. En het isbovendien ook zo dat je als advocaat­sta­giair eerst anderhalf jaar bij de ene sectiezit en vervolgens anderhalf jaar bij eenandere. In de Brouwerij, die 6 maandenduurt, wordt je ook heel breed opgeleid.Bertrand: Ja, en je hebt zelfs buiten IE demogelijkheid om af en toe iets anders tedoen, zoals een keer een arbitragezaak.

Op wat voor manier hebben jullie con­tact met de cliënt?Bertrand: Veel gaat toch wel via telefoonen via mail, zeker in het beginstadium.Maar als je een zitting goed wil doorspre­ken, dan is dat hier op het kantoor. Bij Cor­porate zie je vaak dat rondom onderhande­lingen iedereen bijeen komt, dan zijn wevaak met twintig man aan de slag. De cli­

10

Page 11: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

cliënten zijn vrijwel alleen maar grotebedrijven, want de focus van De Brauwligt op grote Nederlandse multinationalsdie we ook in het buitenland kunnen bedie­nen.Carlos: Het ligt ook wel een beetje aan decliënt, hoe dichtbij diegene woont en hoebelangrijk ze het vinden om te overleggen.

Op wat voor manier werkt De Brauwinternationaal?Bertrand: We willen Nederlandse cliëntenkunnen aanbieden dat als zij in China eenvraag hebben, wij hen daar volledig inkunnen begeleiden. Zonder dat ze daarvoorzelf een kantoor hoeven aan te spreken.Dit doen wij door in het buitenland kleinekantoren te plaatsen, bijvoorbeeld inShanghai en Singapore. Als zij daar daneen overname willen doen, kunnen wij hetbevriende kantoor erbij halen die de cliëntdaarbij begeleid. Want wij weten natuurlijkniet alles van het Chinese octrooirecht,maar we weten wel wat de cliënt wil. InEuropa hebben we al een vast netwerk vanbevriende kantoren met wie we eigenlijkaltijd samenwerken.Carlos: Het aardige van octrooirecht is datje een Europees octrooi hebt. Dat is eenprocedure waarin je op Europees niveaueen octrooi aanvraagt. Als dit verleendwordt, valt het uiteen in een bundel natio­nale octrooien. Binnenkort gaat dit waar­schijnlijk zelfs nog wat verder, want erkomt een Europees octrooihof waar dan inlaatste instantie geoordeeld zal wordenover octrooizaken.

Passen jullie veel Europees octrooirechttoe?Carlos: Het hangt er een beetje vanaf, jehebt het Europees Octrooiverdrag, dat re­gelt de verlening van de octrooien en inzekere zin ook de beschermingsomvang.Maar in principe is octrooirecht wel nogsteeds een nationale aangelegenheid, waar­bij we gewoon kijken naar de rijksoctrooi­wet. De nationale bepalingen zijn wel zo­danig gelijk getrokken dat je heel veel hebtaan buitenlandse rechtspraak. Je ziet vaakDuitse, Nederlandse en Engelse rechtban­

en naar elkaars jurisprudentie verwijzen,wat het ook weer heel interessant maakt.

Wordt arbitrage veel gebruikt in ditrechtsgebied?Carlos: Ik weet dat op dit moment eenarbitrage loopt waarin octrooi centraalstaat. Partijen vinden dat soms handig, zo­dat ze zeker weten dat de arbiters een goe­de achtergrond hebben. Maar ik moet welzeggen dat over het algemeen het niveauvan de rechtspraak in Nederland goed is.We hebben goede IE­rechters die ook opEuropees niveau hoog aangeschrevenstaan. Ik heb ook veel respect voor derechters, die weten snel te schakelen, on­danks dat ze veel tijdsdruk hebben. Tech­nisch gezien snappen ze het volledig.Bertrand: Het is natuurlijk ook zo dat je bijarbitrage dat vooraf overeen moet komen.IE gaat vaak over een geschil tussen partijA en partij B, die van te voren nooit ietsmet elkaar te maken hadden.

Sommige mensen vinden dat octrooi­recht eigenlijk innovatie vertraagt, watvinden jullie daarvan?Bertrand: Dat is eigenlijk een beetje deeeuwige discussie. De ratio achter het oc­trooirecht is dat mensen hun uitvinding inelk geval kenbaar maken doordat zij hetregistreren om bescherming te krijgen. Naregistratie kunnen anderen daarop aanpas­singen maken die voldoende afwijken omeen vergelijkbaar product op de markt tebrengen. Na afloop van de beschermingkunnen anderen er gebruik van maken. Hetidee is dus dat het juist innovatie bevor­dert, omdat mensen hun uitvinding andersgeheim gaan houden. Het recept van Coca­Cola is daar een voorbeeld van, dat heefteen heel streng geheimhoudingsregime.Carlos: Een goed argument voor octrooi­recht is te vinden in de farmaceutische in­dustrie waar miljarden worden uitgegevenom een nieuw medicijn te kunnen ontwik­kelen. De eerste de beste concurrent denktdan, nou dat is leuk dat jij dat uitgevondenhebt, dat ga ik ook gebruiken en ik heb erniks voor uitgegeven, dus ik hoef het nietzo duur op de markt te brengen. Dat werkt

11

Page 12: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

natuurlijk niet. Maar er zijn ook wel schrij­nende voorbeelden waarbij je je afvraagt ofhier nou wel bescherming voor gebodenhad moeten worden. Maar in de recht­spraak zie je dat daar goed over wordtnagedacht.

Kunnen jullie beschrijven hoe het in zijnwerk gaat als er een bepaalde zaak bin­nenkomt, bijvoorbeeld een recente inte­ressante zaak?Bertrand: Een bekende zaak waar DeBrauw bijstand in biedt is de zaak vanDouwe Egberts tegen Nestlé over de‘nespressocupjes’. Douwe Egberts heeft opeen gegeven moment cupjes op de marktgebracht die in een Nespressoapparaat kun­nen. Hierover zijn in verschillende landenprocedures gevoerd. Dan zie je ook goedde wisselwerking tussen het Europese Oc­trooibureau in München en de nationaleprocedures in verschillende landen. Er zijnverschillende octrooien die Nestlé in dieprocedures inroept. Dus als één octrooi isvernietigd, wat is gebeurd bij het EuropeesOctrooibureau, dan zijn er nog een paarvergelijkbare octrooien die ze ook kunneninroepen. Je hebt bijvoorbeeld het octrooiop de cupjes zelf, maar ook het octrooi opde combinatie van het gebruik van het cup­je in de machine. Dat laatste is met namewat Nestlé inroept tegen Douwe Egberts.Als zou komen vast te staan dat DouweEgberts inbreuk maakt, kan het zijn dat hetbedrijf mogelijk met terugwerkende krachtschadevergoe­ding moet betalen.

Over welke kwaliteiten dient een goedeIE­advocaat te beschikken en hebbenjullie nog tips voor studenten die eventu­eel in de richting willen van IE?Bertrand: Los van wat elke advocaat moethebben, zoals gevoel voor detail en goedeargumenten, is affiniteit met het productwaar je mee bezig bent belangrijk. Of datnou de techniek of het merk is. Een tip isom te proberen alle vakken erin te volgenen volg ook de ontwikkelingen in hetnieuws. Bijna elke dag staat er wel ietsover IE in de krant.

Carlos: Je hebt inderdaad de standaarddingen, je moet van taal houden en analy­tisch vermogen hebben. Als IE­advocaat ishet denk ik ook prettig als je creatief bent,maar dat geldt eigenlijk ook voor de mees­te advocaten. En nieuwsgierig zijn, zoalsik al zei. Volg vooral IE vakken bij bevlo­gen professoren en daarnaast ook bijmensen die in contact staan met de prak­tijk. Het is bij mij echt een pre geweest datmensen los van de theorie gewoon prak­tisch konden vertellen over wat het IErecht nou eigenlijk is en wat de charmeszijn van het vak.

Wil je meer weten van De Brauw ofspecifiek van het rechtsgebied IntellectueelEigendom? Neem dan vooral contact opmet Lisette de Vreeze – recruiter van DeBrauw. Je bent van harte welkom voor eenrondleiding en een kop koffie met Be­trand, Carlos of één van onze andere IE­advocaten. Telefoonnummer 020 577 1044of [email protected]. Hope­lijk tot gauw!

Noten:1. Anna­Maria Withagen is 3e jaars studentrechtsgeleerdheid en 4e jaars student Bèta­Gamma aan de Universiteit van Amsterdam.

12

Page 13: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

Heb je altijd alwillen weten hoeje het beste kanpleiten? Of wil jede trucs rondomsollicitatiegesprekken lerenkennen?RechtenInstituutdoet het uit dedoeken!

STUDIEONDERSTEUNINGSurf naarstudieondersteuning.rechteninstituut.org,en schrijf je in!

13

Page 14: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

Hoe kan ik...Een art. 12 Sv procedure starten

14

Martine Wouters1

Ook als ervaren jurist kom je nog wel eensvoor vragen te staan. Naast de theorie diewe voorgeschoteld krijgen op de univer­siteit, komen we in de praktijk nieuwevraagstukken tegen.Een vraag die bij mij is blijven hangen, isde vraag hoe men een vordering in kandienen à artikel 12 Sv.

De officier van justitie beslist over de ver­volging. Maar als de officier van justitiebesluit om niet te vervolgen, betekent ditniet meteen dat de zaak is afgedaan. Alsslachtoffer heb je namelijk de mogelijk­heid om een klacht in te dienen bij hetGerechtshof. De Advocaat­Generaal zaldan inlichtingen vragen over de zaak bij dehoofdofficier van justitie. In zijn verslagadviseert de Advocaat­Generaal aan hetGerechtshof of de officier van justitie dezaak terecht heeft geseponeerd, oftewelniet tot vervolging is overgegaan. Maarniet alleen bij een sepot kan er een klachtworden ingediend, ook wanneer de officiervan justitie heeft gekozen voor een trans­actie of een strafbeschikking, kan hetslachtoffer van mening zijn dat de zaaktoch voor de strafrechter dient te wordengebracht. In zo een geval kan het slacht­offer een beroep doen op art. 12 Sv.

Het Gerechtshof bepaalt of er een straf­zitting wordt ingericht voor de zaak. Hetslachtoffer kan op deze strafzitting deklacht mondeling toelichten en de be­klaagde kan op de klacht reageren. Slacht­offer, oftewel klager, en beklaagde wordenapart gehoord. Dit gebeurt op geslotenzitting. Op zitting wordt het OpenbaarMinisterie vertegenwoordigd door de Ad­vocaat­Generaal. Een uitspraak wordt al­tijd schriftelijk gedaan door drie raads­heren. Indien er wordt besloten dat deofficier van justitie destijds de zaak niethad moeten seponeren, wordt de klachtgegrond verklaard en wordt er beveeld dat

de officier van justitie beklaagde, die hier­mee opnieuw verdachte wordt, ook wordtveroordeeld. Dit is aan de strafrechter, destrafrechter is niet gebonden aan het oor­deel van het Gerechtshof.Wordt de klacht afgewezen door het Ge­rechtshof, dan is daarmee de zaak gedaan.Tegen beide beslissingen van het Gerechts­hof staat geen hoger beroep of cassatieopen.

Wie kan er een klacht indienen?Enkel de rechtstreeks belanghebbende kaneen art. 12 Sv­procedure starten. Hieronderwordt mede verstaan een rechtspersoon diekrachtens zijn doelstelling en blijkens zijnfeitelijke werkzaamheden een belang be­hartigt dat wordt getroffen door niet ver­dere vervolging.

Waar moet ik een klacht indienen?Een klacht dient te worden ingediend bijhet Gerechtshof van het parket waar dezaak is geseponeerd. Deze kan wordenverstuurd t.a.v. de Hoofdofficier van Jus­titie, afdeling klachtenadministratie.

Hoe dient de klacht ingediend te worden?De klacht dient schriftelijk te wordeningediend. Er dient precies te worden be­schreven wat er is gebeurd en wanneer.Vermeld over wie of welke afdeling erwordt geklaagd. Ook is het nodig de naam,het adres, telefoonnummer en handteke­ning te vermelden. Indien er andere stuk­ken bij de klacht horen, dienen deze teworden meegezonden. Elektronisch inge­diende klachten worden niet behandeld.

Wanneer verjaart het (criminele) voorval?Klachten kunnen worden ingediend tot 1jaar nadat het voorval heeft plaatsgevon­den. Dit is een ander moment dan hetmoment waarop de schriftelijke medede­ling van de officier van justitie om niet tevervolgen is ontvangen.

Noten:1. Martine is masterstudente Rechtsgeleerdheid ­accent strafrecht aan Tilburg University.

Page 15: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

Bijstand verlenen tijdens je studie?Solliciteer nu!

Werkgroep Rechtsbijstand

Word jij onze nieuwe Juridisch Advi­seur?Je bent scherp. Je hebt een brede enkritische visie. Je bent schriftelijk enmondeling sterk. Je neemt geen nee alsantwoord en schuwt niet je mening tegeven. Je vindt kwalitatief werk ophoog niveau belangrijk. Je hebt échtepassie voor dit vak. Je wil juridischepraktijkervaring opdoen tijdens je stu­die door te adviseren en mogelijk teprocederen. Jij wil dagvaardingen,conclusies en adviezen schrijven. Jijwil in teamverband werken aan actu­ele zaken.

Jij wil participeren in het practicumvoor rechtenstudenten bij het RechtenInstituut.

Rechten Instituut biedt een practicumvoor diverse rechtenstudenten van alleuniversiteiten door rechtsbijstand teverlenen op locatie van de univer­siteit. Je zult als werkstudent opgeleidworden om de praktijk uit te oefenen.Dat bestaat uit procederen en hetverlenen van overige rechtsbijstand iskanton­ en bestuursrechtszaken. Rech­ten Instituut wordt hierbij ondersteunddoor aangesloten partners. Bovendienleer je hoe je jurisprudentievergaderin­gen houdt en besteed je aandacht aanhet schrijven van artikelen.Het aantal uren dat je besteedt aan defunctie hangt af van het aantal zakendie jij in behandeling hebt. De beschik­baarheid is acht uur per week.

Solliciteren?Stuur jouw motivatie, CV en cijferlijstnaar:[email protected] in je sollicitatie duidelijk jouwtop 3 rechtssecties aan! Vereist is datje in het bezit bent van je propedeu­se.

Voor vragen kun mailen naar voor­noemd e­mailadres of kijk voor meerinformatie over Rechten Instituut ende volledige functieomschrijvingenop: werkenbij.rechteninstituut.org.

15

Page 16: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

16

Recht in het NieuwsIs het doorverkopen van E­books illegaal?

Dorien Boer1

Tegenwoordig kom je niet meer terug vanvakantie met een koffer vol met uitgelezenboeken, maar met een e­reader met uitge­lezen e­books. Wat doe je ermee; weggooi­en of verkopen? De website van Tom Ka­binet faciliteert sinds korte tijd de moge­lijkheid om je uitgelezen e­books te ver­kopen. Het e­book blijft eigendom van deverkoper, tot zich een koper aandient. Danwordt het recht op dit e­book overgedra­gen op de koper. Tom Kabinet maakt eenhashcode van de combinatie verkoper/e­book om te voorkomen dat hetzelfde e­book door de verkoper nogmaals wordtverkocht. Bij de verkoop van e­bookshanteert de website hierbij het beginselvan “one copy, one use”. Dit doen zij dooraan de gebruikers te vragen of zij hun e­book wissen op het moment dat zij dit e­book hebben verkocht via de website. TomKabinet wijst de gebruikers op dat ze eenillegale daad begaan indien ze dat nietdoen.2

De uitgeverijbranche zag zich het kaas vanhet brood gegeten worden en pikte hetniet. Zij hebben eind juli een kort gedingaangespannen tegen Tom Kabinet. In dekort geding procedure werd gevorderd datTom Kabinet per direct zou moeten stakenmet het ter beschikking stellen van e­books via de website. Hierbij stelden zebovendien dat Tom Kabinet niet kan ga­randeren dat het “one copy, one use” be­leid ervoor zorgt dat de verkoper van eene­book ook daadwerkelijk zijn eigen kopieverwijdert. Bovendien kan Tom Kabinetniet voorkomen dat illegale kopieën op dewebsite worden aangeboden. Tom Kabinetzou daarom onrechtmatig handelen jegensde auteurs en uitgevers die zijn aangeslo­ten bij de belangenverenigingen van deuitgeverijbranche. De site van Tom Kabi­net is gestoeld op het principe van uitput­

ting van het distributie­recht. In het Used­Software­arrest werd ingegaan op de vraagof de uitputting van het distributierechtvan toepassing is op zowel materiele (cd­rom) als immateriële kopieën (via inter­net).3 De Softwarerichtlijn regelt de au­teursrechtelijke bescherming van soft­ware.4 Artikel 4 lid 2 van de Software­richtlijn bepaalt dat de eerste verkoop inde EU van een kopie van een computer­programma leidt tot het verval van hetdistributierecht (ook wel uitputting ge­noemd). Voor de toepasselijkheid van uit­putting maakt het dus niet uit of de soft­ware wordt verkocht op een materieledrager (bijvoorbeeld een cd­rom) of zon­der materiele drager (via internet).5

In deze zaak zijn partijen verdeeld over devraag of de reikwijdte van het UsedSoft­ware­arrest beperkt is tot de distributie vansoftware, dan wel of dit arrest ziet op alledigitale bestanden, waaronder ook e­books.6 De Softwarerichtlijn is een lexspecialis ten opzichte van de Auteursricht­lijn.7 De belangenverenigingen van de uit­geverijbranche stellen zich op het stand­punt dat het uitputtingsprincipe uit de soft­warerichtlijn daarom niet van toepassing isop e­books. De voorzieningenrechter komttot de conclusie dat uit de wederzijdsestandpunten en de Nederlandse juridischeliteratuur niet met zekerheid kan wordengezegd wat de reikwijdte van het Used­Software­arrest is en of de betekenis vandit arrest zich ook uitstrekt tot de handel ine­books. In een latere bodemprocedureworden hierover prejudiciële vragengesteld.8

Page 17: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

Noten:1. Dorien is masterstudente Law and Economicsaan de Universiteit Utrecht.2. Rechtbank Amsterdam 21 juli 2014,C/13/567567/KG ZA 14­795 SP/MV.3. Hof van Justitie 3 juli 2012, zaak C­128/11.4. Richtlijn 91/250/EEG van 14 mei 19[3]91.5. Hof van Justitie 3 juli 2012, zaak C­128/11,r.o. 59.6. Rechtbank Amsterdam 21 juli 2014,C/13/567567/KG ZA 14­795 SP/MV.7. Rechtbank Amsterdam 21 juli 2014,C/13/567567/KG ZA 14­795 SP/MV.8. Rechtbank Amsterdam 21 juli 2014,C/13/567567/KG ZA 14­795 SP/MV.9. Rechtbank Amsterdam 21 juli 2014,C/13/567567/KG ZA 14­795 SP/MV.

De voorzieningenrechter heeft daaromgeoordeeld dat Tom Kabinet nietonrechtmatig handelt door de handel intweedehands e­books op haar website tefaciliteren. Vooralsnog is de verkoop vane­books op de website van Tom Kabinetdus nog toegestaan.9 Dus verkoop je e­book snel zolang het nog kan!

17

Page 18: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

18

Onze partners

Page 19: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

19

Advocaten­aansprakelijkheidsarrest

ECLI:NL:HR:2013:BY7840Advocaten spelen een belangrijke rol inde rechtspraktijk. Zij staan naast huncliënten om hen te voorzien van het bes­te advies en om hen te verdedigen. Hetis belangrijk voor een advocaat omzorgvuldig te werk te gaan om zo hetbeste advies te kunnen geven. Doen zedat niet, dan kunnen zij aansprakelijkworden gesteld. De zaak die ik hier­onder ga bespreken is hiervan een voor­beeld.

Claudia Nzeba1

Eiseres in deze zaak is de besloten ven­nootschap met beperkte aansprakelijkheiden de verweerders zijn de vijf advocaten.De advocaten zullen worden aangeduid alsadvocaat [1], advocaat [2], advocaat [3],advocaat [4] en advocaat [5]. Advocaat [1]heeft tussen medio 1994 tot medio 2004een aantal werkzaamheden verricht voorzowel eiseres als voor Bouw­ en exploi­tatiemaatschappij Roham BV en haaraandeelhouder Wide Alley Properties BV.De opdrachten voor deze werkzaamhedenzijn aan de maatschap van advocatenverstrekt. Ten tijde van het geven van deopdracht was een van de maten nog geenmaat. Deze werd pas ten tijde van hetontstaan van de beroepsfout lid van demaatschap. Voorts was een van de matengeen lid meer van de maatschap ten tijdevan de aansprakelijkstelling.Voordat Roham door advocaat [1] werdbijgestaan werd hij door mr. V bijgestaan.Roham, WAP en eiseres zijn van meningdat advocaat V. een aantal beroepsfoutenheeft gemaakt. Eiseres heeft daarom advo­caat [1] de opdracht gegeven om mr. V tedagvaarden. Aangezien de eis in het arrestvan het hof van 18 september 2003 werdafgewezen, gaf eiseres advocaat [1] deopdracht om mr. V nogmaals te dagvaar­den. De dagvaarding moest uiterlijk 17

juni 2004 worden betekend gelet op artikel3:316 lid 2 BW. Maar de dagvaarding werdpas op 23 juni 2004 betekend.In de brief van 8 juli 2004 heeft eiseres deadvocaat [1] en vier andere advocaten per­soonlijk aansprakelijk gesteld voor deschade die eiseres als gevolg van de be­roepsfouten heeft oplopen. Aangezien eenaantal maten niet persoonlijk, maar via eenpraktijkvennootschap lid was van de maat­schap, bleek dat eiseres niet alle indivi­duele maten aansprakelijk had gesteld.

Als uitgangspunt geldt dat een advocaat bijde uitvoering van zijn werkzaamhedenmoet handelen zoals van een redelijkbekwaam en redelijk handelend advocaatin de gegeven omstandigheden mag wor­den verwacht. Dit stelde het hof in hetarrest van 8 december 2009.2 Het hofstelde dat de advocaat er voor moet zorgendat een dagvaarding aan de wettelijke eisenvoldoet. Dat is zijn verantwoordelijkheid.Dit brengt logischerwijs met zich mee dateen advocaat ook verantwoordelijk is voorhet op tijd betekenen van een dagvaarding.Uit het arrest komt naar voren dat deadvocaat inderdaad beroepsfouten heeftgemaakt. Het hof gaat verder niet in op hetwaarom, aangezien het duidelijk is dat erberoepsfouten zijn gemaakt. De vraag diein dit arrest centraal staat is de vraag wie erschadeplichtig is als gevolg van de be­roepsfouten.

De Hoge Raad overweegt het volgende. Eris sprake van een door een maatschapaanvaarde opdracht. Op grond van art.7:404 lid 2 BW is iedere maat aanspra­kelijk jegens de opdrachtgever voor hetgeheel van de schuld ontstaan uit de tekort­koming. Ook blijft de persoonlijke aan­sprakelijkheid jegens de wederpartij be­staan indien de maat uittreedt.3 Vorderin­gen uit een overeenkomst met een maat­schap kunnen tegen de maatschap worden

Page 20: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

20

ingesteld. Maar aangezien de maatschapgeen rechtspersoonlijkheid heeft, moetenzulke vorderingen tegen de gezamenlijkepersonen die ten tijde van de dagvaardingmaat zijn, worden ingesteld. Dit volgt uithet arrest Moret Gudde Brinkman.4 Devermelding van de naam van de maatschapis voldoende indien de maten onder dienaam naar buiten toe treden. Dit brengtmet zich mee dat eiseres de mogelijkheidheeft om de maatschap zelf aansprakelijkte stellen. De schade wordt dan verhaaldop het afgescheiden vermogen van demaatschap. Daarnaast heeft eiseres de keu­ze om de individuele maten die ten tijdevan het aangaan van de overeenkomst par­tij waren aansprakelijk te stellen. De scha­de wordt dan verhaald op het privéver­mogen van de maatschap.5Indien eiseres de bedoeling had om degezamenlijke maten te dagvaarden en erblijkt dat niet alle personen zijn gedag­vaard, kan er worden verzocht om die per­sonen alsnog in het geding te betrekken.6Voorts overweegt de Hoge Raad het vol­gende. Uit artikel 7:404 BW volgt datindien er een opdracht is verleend met hetoog op een persoon die met de opdrachtne­mer of in zijn dienst een beroep of bedrijfuitoefent, die persoon gehouden is de be­trokken werkzaamheden zelf te verrichten,behoudens voor zover uit de opdrachtvoortvloeit dat hij deze onder verantwoor­delijkheid door een andere mag laten ver­richten. Indien er sprake is van een tekort­koming in de uitvoering van die opdracht,dan is die persoon hoofdelijk aansprakelijknaast de opdrachtnemer. Deze regeling zietonder andere op een advocaat die werkt ineen maatschapsverband. De maatschaptreedt op als opdrachtnemer.7 Dit heeft totgevolg dat, met betrekking tot de tekortko­ming die is ontstaan uit de opdrachtover­eenkomst, de advocaat persoonlijk naastde maatschap hoofdelijk aansprakelijk kanworden gesteld.

De laatste overweging van de Hoge Raadis opmerkelijk. De Hoge Raad verwijstnaar de wetshistorie bij de motivering van

deze overweging.8 Het persoonlijk aan­sprakelijk stellen van een ondergeschiktepersoon lijkt in strijd te zijn met onze weten de literatuur.9 Volgens professor TjongTjin Tai brengt artikel 7:440 BW met zichmee dat de persoon met het oog op wie deovereenkomst is aangegaan, slechts aan­sprakelijk is voor de uitvoering van de op­dracht. Maar de nakoming is door de op­drachtnemer verschoven. De opdrachtne­mer is dus de partij die dient te wordenaangesproken op tekortkomingen.10 Hetpersoonlijk aansprakelijk sprakelijk stellenvan de desbetreffende handelende persoonvoor een schadevergoeding bij tekortko­ming is in strijd met alle beperkingen inhet verbintenissen­ en rechtspersonen­recht.11

Mijns inziens heeft de Hoge Raad juistgeoordeeld met betrekking tot de aanspra­kelijkheid van de maten. In dit arrest geeftde Hoge Raad een goed overzicht van depunten waarmee vorderingen tegen de le­den van maatschappen moeten wordenbeoordeeld. Bij deze beoordeling is deuitgangspunt dat een maatschap geenrechtspersoon is en dat een maatschap dusniet zelf drager van zijn rechten en ver­plichtingen is.

Wat mooi is aan dit arrest is de uitleg vanartikel 118 Rv door de Hoge Raad. De be­paling geeft aan hoe derden moetenworden opgeroepen als partij in hetgeding. Wanneer er een beroep magworden gedaan op deze bepaling was nietduidelijk. Met dit arrest geeft de HogeRaad aan dat indien een partij nalaat omnoodzakelijke partijen te dagvaarden, ditkan worden opgelost via artikel 118 Rv.Daarmee wordt de reik­wijdte van dezebepaling bepaald. Het is nog te zien of hetin de praktijk inderdaad mogelijk is om viaartikel 118 Rv een dergelijk verzuim op telossen.

Page 21: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

1. Claudia Nzeba is tweedejaars studenteRechtsgeleerdheid aan de Vrije Universiteit.2. ECLI:NL:PHR:2011:BP4977.3. W.J.M van Veen, 'De contractuele vennoot­schappen: maatschap, vennootschap onde firmaen commanditaire vennootschap', studiebundel2013/2014.4. HR 5 november 1976, NJ 1977, 5865. Karen Verkerk, 'Aansprakelijkheid maten bijadvocatenmaatschappij in geval van beroepsfoutvan een van de advocaat­maten', http://dirkzwagerondernemingsrecht.nl/2013/04/04/aansprakelijkheid­maten­bij­advocatenmaatschap­in­geval­van­beroepsfout­van­een­van­de­advocaatmaten.6. Artikel 118 Rv7. Karlijn Teuben, 'Persoonlijke aansprakelijk­heid leden advocatenmaatschappij bij beroepsfout', http://cassatieblog.nl/proces­en­beslagrecht/persoonlijke­aansprakelijkheid­leden­advocatenmaatschap­bij­beroepsfout/.8. Parlementaire Geschiedenis boek 7, p. 329­3339. Schrijver niet bekend, 'Persoonlijke aan­sprakelijkheid van een beroepsbeoefenaar',http://www.jpr.nl/nieuwsbrief/verzekering­en­aansprakelijkheid/nieuwsbrief­verzekering­en­aansprakelijkheid­2013­nr­2/persoonlijke­aansprakelijkheid­van­een­beroepsbeoefenaar.10. Prof. Tjong Tjin Tai, Asser 7­IV*, nr. 12211. Prof. Tjong Tjin Tai, Asser 7­IV*, nr. 122

21

Page 22: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

22

We mogen er als Nederlanders niet trotsop zijn: de prominente rol in de die onzevoorouders hebben gehad in de slaven­handel. Maar zijn we ons er wel van be­wust dat slavernij (in de moderne volks­mond: mensenhandel) nog steeds voor­komt? En niet alleen in verre landen, maarook in ons eigen land? En met ons eigenvolk?

Martine Wouters1

De centrale overheid neemt gelukkigsteeds meer stappen om mensenhandel opgrote schaal tegen te gaan. Het aantalveroordelingen groeit, maar daarmee ookhet aantal slachtoffers. Hoe is mensenhan­del juridisch geregeld? Wie zijn de slacht­offers? Waarom komt er wel of geen ver­oordeling? Wat is een passende straf? Inmijn titel refereer ik naar de film 12 yearsa slave, waarin de hoofdrolspelerslachtoffer wordt van mensenhandel buitende seksindustrie. Omdat dit gebied heelvaag en nog niet voldoende onderzocht is,richt dit artikel zich uitsluitend opmensenhandel binnen de seksindustrie.

Belang van het onderzoekHet aantal slachtoffers en daders vanmensenhandel, ook wel moderne slavernijgenoemd, kan enkel worden geschat. Ditkomt doordat veel mensenhandel buitenbeeld blijft en nooit wordt geregistreerd.Maar de cijfers die wel worden geregi­streerd zijn schokkend: 93% van de slacht­offers in Nederland is geboren in Neder­land. De grootste uitbuiting is te vinden inde seksindustrie. Zoals eerder vermeld,mensenhandel buiten de seksindustriewordt in dit artikel buiten toepassinggelaten. Hierover is nog te weinig bekendbij de ministeries. De rijksoverheid dienthier eerst meer onderzoek naar te doenvoordat een betrouwbaar beeld van de si­tuatie kan worden geschetst. Daarnaastdient te worden vermeld dat de cijfers diebekend zijn over de slachtoffers van men­senhandel in de seksindustrie geen beeld

vormen over de daadwerkelijke omvangstijging te zien in het aantal slachtoffersvan mensenhandel. Dit is vermoedelijkniet te wijten aan de toename van de men­senhandel, maar aan de oplettendheid vaninstanties en de verhoging van het aantalmeldingen.2 Mensenhandel is een enormprobleem dat gelukkig volop in de schijn­werpers staat. Zowel op internationaal,Europees, nationaal op centraal en decen­traal niveau wordt enorm gewerkt om deaanpak van mensenhandel te verbeteren.

Wie zijn de slachtoffers?Er is geen standaard beeld te vormen vanslachtoffers die in de handen vallen vanmensenhandelaren. De groep slachtoffersis te groot en te divers. Daarbij komt dat ernog steeds geen volledig beeld is van wiede slachtoffers zijn, omdat niet in allegevallen slachtoffers of praktijken vanmensenhandel aan het licht komen. Welkunnen de reeds bekende slachtoffers ingrove groepen worden ingedeeld. Zo zijnin bijna de helft van de gevallen de slacht­offers in Nederland geronseld.3 Dit kanmede de oorzaak zijn doordat voorname­lijk Nederlandse slachtoffers aangiftedoen. De gemiddelde leeftijd van slachtof­fers is 25 jaar. Het aantal meerderjarigeslachtoffers is aanzienlijk groter dan hetaantal minderjarige, ook wanneer men deslachtoffers met een andere dan de Neder­landse nationaliteit meerekent. Van hetaantal gemelde minderjarige meisjes, heeftmaar liefst 62% de Nederlandse nationa­liteit. Hierna zijn de meest voorkomendenationaliteiten de Guineese (8%) en Nige­riaanse (5%). Wanneer we kijken naar denationaliteiten van het geheel aantalslachtoffers staat de Bulgaarse op de twee­de plek (na de Nederlandse), gevolgd doorde Hongaarse, Roemeense en Nigeriaanse.Van deze laatste drie nationaliteiten is hetaantal slachtoffers enorm toegenomen. Ditkan worden verklaard door de toegenomenoplettendheid van de Koninklijke Mare­chaussee (hierna: KMar) die dienst doet opde luchthavens. Zij trachten grotere oplet­

12 years [and] a slave

Page 23: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

23

oplettendheid en melden meer verdachtesituaties.4 De meeste meldingen van sek­suele uitbuiting komen van de politie(55%) en van de KMar (25%).5

DadersEvenals bij slachtoffers, is ook bij dadersof verdachten geen prototype aan te wij­zen. Mede daarom is het zo lastig omdaders op te sporen. Opvallend is dat 19%van de verdachten vrouw is, niet het proto­type pooier dus. De gemiddelde leeftijdvan verdachten ligt op 28 jaar. De meesteverdachten komen uit Nederland en hetovergrote deel van binnen de EU. Eenkwart van de verdachten heeft naast zijnrol in het proces ook legaal werk en 32%van de verdachten zonder legaal werk ge­niet een uitkering. In 45% van de gevallenhadden verdachten een crimineel verle­den.6 De rijksoverheid probeert via onder­zoeken in beeld te brengen hoe dadershandelen en welke rollen zij verrichten inhet mensenhandelproces. In de meestegevallen (70%) vervult de dader meerdererollen binnen het proces. Daders kunnenworden ingedeeld in volgende categorieën:ronselaar, vervoerder van buitenland naarNederland, snorder (illegale taxichauf­feur), voorziener van documenten, voor­ziener van woonruimte, pooier, bodyguardof als leiding van de onderneming. De rolvan pooier, ronselaar of voorziener vanwoonruimte komt het vaakst voor.7Daders werken niet vaak vanuit een crimi­nele organisatie. In grote mate gaat het omeen crimineel samenwerkingsverband. Art.140 Sr (deelname aan een criminele orga­nisatie) wordt dan ook bijzonder weinigten laste gelegd. Toch is dit jammer, indienart. 140 Sr wel ten laste wordt gelegd enbewezen, kan dit tot fors hogere straffenleiden.8

Aanpak en opsporingOp dit moment wordt de aanpak van men­senhandel voornamelijk bestreden door derijksoverheid en de Europese Unie, danwel door internationale organisaties. Maarde aanpak op decentraal niveau is des tebelangrijker. De Nationaal Rapporteur

(NRM) heeft aanbevolen dit actiever aante pakken. Hoe gaat het met de aanpak vanmensenhandel op dit moment?Omdat mensenhandel lastig is op te spo­ren, zijn verklaringen van slachtoffers bij­na onmisbaar om een goed opsporingson­derzoek van start te laten gaan. Veelslachtoffers doen geen aangifte, ook is ereen daling te zien in het aantal aangiftes inde loop van de jaren 2008­2012. De mees­te personen die wel aangifte doen, zijnslachtoffers die zijn opgevangen door deCOSM (Coördinatiecentrum Mensenhan­del).9 Slachtoffers die inmiddels in eenveilige omgeving zijn beland, doen dus va­ker en sneller aangifte. Voor de opsporingvan verdachten kan ik stellen dat het op­sporen van slachtoffers en het bieden vaneen veilige situatie aan hen bij zal dragenaan het opsporen van verdachten.De reden dat slachtoffers geen aangiftewillen doen is deels omdat buitenlandseslachtoffers weten dat ze in de prostitutiewerkzaam zullen worden op het momentdat zij naar Nederland komen en alsnogmeer verdienen dan in hun eigen land.Maar ook zijn slachtoffers bang voor re­presailles van de kant van de verdachte ofzijn zij bang dat het nadelige gevolgenheeft als het thuisland hoort dat zij in deprostitutie hebben gezeten.10 Dit belem­mert in zekere zin de opsporing en daar­mee het stoppen van de mensenhandel.Een mogelijkheid om de opsporing minderafhankelijk te maken van de verklaringvan het slachtoffer of de aangifte, is hetdoen van een Strafrechtelijk FinancieelOnderzoek (SFO) art. 36e Sr). Wederrech­telijke ontneming in een kan bijdragen aande bewijsgaring.11

StraffenArt. 273f Sr is een lang artikel, wat al dui­delijk maakt dat het fenomeen mensenhan­del zeer complex is. Toch omvat het artikelzo goed mogelijk alle vormen van mensen­handel die strafbaar kunnen zijn. Minder­jarigen worden extra beschermd in lid 2(er hoeven geen middelen aangewend teworden) en de handelingen dienen ruim teworden uitgelegd op basis van nationale

Page 24: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

24

nationale jurisprudentie.12 Uit de Memo­rie van Toelichting blijkt dat een mogelijkeinstemming van het slachtoffer niet rele­vant is.13 Het gaat er om of het slachtofferin een vrijwillige situatie verkeert, inbe­grepen de vermindering van de mogelijk­heid een bewuste keuze te maken. Omdatook vrijwilligheid, soms zelfs door een te­gensprekende verklaring van een verdach­te, moeilijk is aan te tonen, wordt ook ditruim uitgelegd. Zo kan eerdere betrok­kenheid bij prostitutie geen aanwijzingvormen inzake vrijwilligheid en hoeft deverdachte niet op de hoogte te zijn van alleomstandigheden die ervoor gezorgd heb­ben dat het slachtoffer in een afhanke­lijkheidsrelatie verkeerde ten overstaandevan verdachte.14 Er hoeft dan ook geensprake te zijn van doelbewust misbruik,voorwaardelijk opzet is voldoende.15 Menkan hier uit concluderen dat er verschil­lende vormen van mensenhandel zijn endeze soms moeilijk te bewijzen zijn. Dewetgever heeft ervoor gekozen meerderedelictsomschrijvingen te maken en derechter heeft deze ruim geïnterpreteerd. Deoverheid heeft een enorm veld gecreëerdwaarbinnen mensenhandel strafbaar is enbewezen kan worden. Dit heeft ook temaken met de complexiteit van zaken enhet vaak ontbreken van voldoende bewijs.Toch is er een (lastiger) bestanddeel dat inlid 1 en 2 bewezen verklaard dient te wor­den. Voor het bestanddeel uitbuiting dienter een oogmerk aanwezig te zijn, aldus hetwetsartikel. In de rechtspraak wordt hetuitgangspunt genomen dat het oogmerk ermoet zijn op het moment dat de middelenworden aangewend. Indien dit oogmerkniet bewezen kan worden, kan er wellichtsprake zijn van een ander delict, zoalsmensensmokkel, maar kan mensenhandelniet worden bewezen. Wellicht kan danook lid 4 ten laste gelegd worden, in dit liddient het slachtoffer zich beschikbaar tehebben gesteld, er hoeft nog geen uitvoe­ring te hebben plaatsgevonden, ook hetoogmerk op uitbuiting mag missen vooreen bewezenverklaring. In lid 3 van hetartikel (grensoverschrijdende mensenhan­del) is het oogmerk op uitbuiting achter­

achterwege gelaten en hoeft dit niet be­wezen te worden met een van de middelenzoals misleiding of dwang.16

De verschillende leden en subleden kun­nen tegelijkertijd ten laste worden gelegd,zowel cumulatief als subsidiair.

De Nationaal Rapporteur Mensenhandelwijst er onder andere op dat ondanks deherhaaldelijk verhoogde strafbedreigingvan het delict geen hogere straffen wordenopgelegd, en sterker, het aantal vrijsprakenin mensenhandelzaken relatief hoog is enzelfs stijgt.17

In niet veel gevallen wordt er wederrech­telijke voordeel ontnomen, dit is opval­lend, nu het vaak voor daders juist hetfinanciële gewin is om deze vorm vanmensenhandel te voeren.18 Een verklaringhiervoor is te vinden in het feit dat bijseksuele uitbuiting slachtoffers en dadersin de meeste gevallen onderdeel zijn vaneen onderneming. Uit de jurisprudentie enhet onderzoek van de Nationaal Rappor­teur Mensenhandel valt niet concreet af teleiden waarom niet in alle gevallen voor­deel wordt ontnomen of een schadever­goedingsmaatregel wordt toegekend. Aan­sluiting kan worden gezocht bij de com­plexiteit van mensenhandelzaken. Deschadevergoeding voor het slachtofferkrijgt wel voorrang boven het ontnemenvan wederrechtelijke verkregen voordeel.19

Maar uit de jurisprudentie valt te betreurenin welke mate schade wordt toegekend aande slachtoffers.20

GrensoverschrijdendMensenhandel valt onder de reikwijdtevan art. 4 EVRM: prohibition of slaveryand forced labour. Zelfs in tijden van oor­log of noodtoestand zijn er geen beper­kingen van dit recht toegestaan. Daarbijgeeft het EHRM aan hoe absoluut dit rechtis en hoe ernstig mensenhandel dient teworden belicht. Dit volgt uit de uitspraakRantsev tegen Cyprus en Rusland, waarbijeen 20­jarige vrouw overleed na een valvan de vijfde verdieping in Cyprus. Eerderwas zij van Rusland naar Cyprus geko­

Page 25: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

25

men, waar zij werd opgepikt door mensen­handelaren. Een tweede aspect van de uit­spraak Rantsev tegen Cyprus en Ruslanddat nieuw en van groot belang is, is dat hethof een aantal positieve verplichtingen vande lidstaten van de Raad van Europa for­muleert met betrekking tot de aanpak vanmensenhandel, waarbij het niet alleen gaatom strafbaarstelling, opsporing en vervol­ging, maar ook om preventie, beschermingvan slachtoffers en internationale samen­werking.21 Uit de uitspraak M. e.a. vs.Italië en Bulgarije volgt dat mensenhandelniet alleen in het kader van art. 4 EVRMmoet worden bekeken, maar ook wordtgezien als een onmenselijke en vernede­rende behandeling in de zin van art. 3EVRM. Een (positieve) onderzoeksplichtnaar mensenhandel vloeit voort uit beideartikelen.22

Slavernij vs. mensenhandelIn de inleiding spreek ik van slavernij,maar gaat deze vergelijking wel op? Erzijn overeenkomsten, zoals uitbuiting, ge­brek aan respect voor de menselijke waar­digheid en massaliteit. Maar er zijn ookbelangrijke verschillen tussen de slavernijen mensenhandel: het racistische gedeelteontbreekt bij mensenhandel. Daar waar deslavernij volledig gebaseerd was op on­derdanige volkeren, lijkt het tegenwoordigniet uit te maken waar men vandaan komtom als slachtoffer te worden ’uitgekozen’.Dat bepaalde bevolkingsgroepen vaker alsslachtoffers zijn terug te vinden heeft metandere factoren te maken: zoals de er­barmelijke omstandigheden in eigen land,waardoor slachtoffers makkelijker tenprooi vallen aan mensenhandelaren. Daar­naast is de mensenhandel niet gebaseerdop eigendom, maar op andere grondenzoals contracten, schulden en/of dreige­menten. Voorts is de betrokkenheid van destaat een geheel andere geworden: “Vanrechtstreeks belanghebbende en uitvoerderin vroegere tijden tot medeverantwoorde­lijke voor de bestrijding van diverse vor­men van mensenhandel door particulierenheden ten dage.”23

Brabants succes”Heel Oost­Brabant werkt samen om men­senhandel te bestrijden”, ­ het Wodan­pro­ject is opgericht door Geert Klomp in2010. Geert Klomp is werkzaam voor deKMar in Eindhoven en krijgt dagelijks temaken met risicovluchten. Sinds 2011 zijndoor zijn project al 35 criminele samen­werkingsverbanden aan het licht gebracht.Dit wordt voornamelijk gerealiseerd doorgoede samenwerkingen binnen de ver­schillende opsporingsteams. Zo kunnenverdachtheden meteen aan het licht wor­den gebracht, bijvoorbeeld wanneer eenslachtoffer verschillende verklaringenheeft afgegeven over wat zij komt doen inNederland. Hierbij is de hulp van degemeente van groot belang. Sytske Kla­renbeek is beleidsverantwoordelijk voor deaanpak van georganiseerde criminaliteit bijde gemeente Eindhoven: ”De awarenessonder collega’s vergroten is een van onzespeerpunten. Als een man aan de balie inkorte tijd drie keer een andere vrouw ophetzelfde adres inschrijft, en steeds depaspoorten van de dames bij zich draagt, isdat een signaal. De baliemedewerkers kun­nen die informatie registeren zodat signa­len verder komen dan de koffiekamer.”Maar ook de medewerkers van het stads­toezicht en bewoners zijn van belang. Zijhebben open ogen en oren binnen degemeente en pikken ook signalen op.Daarnaast kan de gemeente hulp verlenenbij het bieden van opvang aan slachtof­fers.24 Een groot voorbeeld van het succesuit Eindhoven is de zaak Buidelwolf.25

ConclusieOp dit moment lijken de meeste slacht­offers van Nederlandse bodem te komen,toch is dit wellicht niet een helemaal eer­lijk beeld nu enkel de geregistreerdeslachtoffers in het onderzoek zijn meege­nomen. Buitenlandse slachtoffers zijn vaakmoeilijker te achterhalen omdat zij zich inde illegaliteit bevinden. Maar mede dank­zij de oplettendheid van de KMar komt ereen steeds realistischer beeld over de men­senhandel die van over de grens ons landbinnen wordt gevoerd.

Page 26: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

1. Martine is masterstudente Rechtsgeleerdheid ­accent strafrecht aan Tilburg University.2. Nationaal Rapporteur Mensenhandel enSeksueel Geweld tegen Kinderen, Mensenhandelin en uit beeld II. Cijfermatige rapportage 2008­2012. Den Haag: Nationaal Rapporteur 2014, p.29. Hierna: Nationaal Rapporteur Mensenhandel(2014).3. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p.132.4. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p.31­33.5. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p.47­48.6. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p.164­166.7. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p.168.8. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p.177.9. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014), p.54.10. A. Beijer, ’Mensenhandel met het oog opseksuele uitbuiting; de interpretatie van artikel237f Sr’, DD 2010/60.11. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014),p. 132 en 139.12. Als middelen kunnen worden beschouwddwang, geweld of andere feitelijkheden of doordreiging met geweld of een andere feitelijkheid,door afpersing, fraude, misleiding dan wel doormisbruik van uit feitelijke omstandighedenvoortvloeiend overwicht, door misbruik van eenkwetsbare positie of door het geven of ontvangenvan betalingen of voordelen; A. Beijer,’Mensenhandel met het oog op seksueleuitbuiting; de interpretatie van artikel 237f Sr’,DD 2010/60.13. Kamerstukken II, 2003/04, 29 291, nr. 3, p.19.14. Kamerstukken II, 1988/89, 21 207, nr. 3, p. 3en HR 5 februari 2002, LJN AD2535.15. HR 27 november 2009, LJN BI7099.16. A. Beijer, ’Mensenhandel met het oog opseksuele uitbuiting; de interpretatie van artikel273f Sr’, DD 2010/60.17. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014),p. 39­40, 44 e.v., 73, 172.18. Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2014),p. 142.

19. Wet van 26 juni 2013, Stb. 2013, 287.20. Zie bijvoorbeeld Rb. Gelderland, 10 juni2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:2640 en Rb.Noord­Holland, 24 december 2013,ECLI:NL:RBNHO:2013:14050.21. EHRM 7 januari 2010, Rantsev vs. Cyprusen Rusland.22. EHRM 12 juli 2012, M. e.a. vs. Italië enBulgarije, EHRC 2012/221, m.nt. Boot­Matthijssen.23. P. van Sasse van Ysselt, ’Slavernij enslavenhandel: afgeschaft, verboden, maar nietvoorbij’, NJB 2013/1542.24. M. Willebrands, ’Risicovluchten enmensenhandel, uitbuiters gezamenlijkaanpakken’, Opportuun 2, april 2014, p. 10­13.25. Meer over deze zaak lees je in: T. van derGeest, ’Mensenhandel als moderne slavernij,aanpak van een criminele organisatie’,Opportuun 2, april 2014, p. 6­9.

26

Page 27: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

Welkom op de constitutieborrel!Vandaag loopt het bestuursjaar van mij enAnna-Maria af. Anna-Maria zit in Ameri-ka en is daarom vandaag niet aanwezig.Na een mooi, intens en geslaagd jaar is detijd gekomen voor ons om afscheid te ne-men. De afgelopen twaalf maanden heb-ben wij vol enthousiasme ingezet om stich-ting Rechten Instituut vooruit te brengen.Samen met jullie hebben we er een on-gelooflijk mooi jaar van gemaakt en weweten zeker dat er voor stichting RechtenInstituut nog vele mooie jaren zullen vol-gen.

Het afgelopen jaar hebben wij kunnenhelpen om letterlijk vanuit het niets, in elkgeval het dreigende niets, deze prachtigestichting op te richten.

Rechten Instituut is met zijn adviezen vorde cliëneten natuurlijk het belangrijkste.Maar voor mij als bestuurder zijn het tochvooral ook jullie, de mensen achter deschermen geweest die het tot zo'n mooietijd hebben gemaakt.

De meeste van jullie hebben ook, in devergaderingen, het meest met ons, alsbestuur, te maken gehad. Ik dank jullievoor het vertrouwen dat jullie kennelijksteeds in ons bestuur hebben gehad. Vooreen voorzitter vooral is dat wel een heelbelangrijke voorwaarde om werkelijk meete kunnen werken.

Maar als voorzitten ben je natuurlijkvooral ook afhankelijk van je medebe-stuursleden. Ik heb er vele gehad het afge-lopen jaar. Mij zal van alle vergaderingenbijblijven de goede sfeer, de constructievemanier waarop telkens is gesproken enbesloten met het allesoverheersende be-lang van de stichting hoog in het vaandel.

Ik wens jullie allemaal, bestuur, juridischadviseurs, teamleiders en redacteuren heelveel succes en leerplezier.

Ik zal jullie missen!

Nandenie

Op de constitutieborrel heeft ze nietgeheel haar zegje kunnen doen: destemming zat er goed in bij Café De Zaakin Utrecht.

Hierbij als nog het woord dat Nandenie,vorig jaar voorzitter van stichting RechtenInstituut, had willen voeren.

Het nieuwe bestuur:

Julia VerschoorBestuursvoorzitter, reeds bekend alsbestuurslid marketing communicatiesextern. Julia is verantwoordelijk voor degroep rechtsbijstand.

Vildan KutluCommissaris studieondersteuning, zij isverantwoordelijk voor het inplannen vande cursussen.

Larissa ten VeenCommissaris marketing en communicatieextern, zij is verantwoordelijk voor desamenwerkingverbanden met externeorganisaties.

Martine WoutersHoofdredacteur, verantwoordelijk voor dewerkgroep publicaties.

27

Page 28: Ri journal 6

JAARGANG 5 / NUMMER 6 / SEPT 2014

RICHTINGWIJZERVoor als u nog even naar boven wilt halen wat de exacteindeling is van Rechten Instituut en waar u terecht kuntmet al uw vragen. Wij zi jn op woensdag t/m donderdagbereikbaar per telefoon +31 (0)20-261 07061 . Ook kunt uons alti jd mailen op [email protected].

• Rechtsbijstand: De student kanaan de slag als juridisch adviseur,waar hij of zi j kan doorprocederen inkanton- en bestuurszaken.• Studieondersteuning: De stu-dent kan bij ons terecht voor tenta-mentrainingen, die zul len worden toe-gespitst op het individu zelf. Ookbieden wij samenvattingen van hoor-col leges en boeken aan.• Mailen voor meer info kan naarn.n. [email protected]

• Rechtsbijstand: Als partner van Rechtsbij-stand kunt u uw zaken delegeren naar onze afde-l ing Rechtsbijstand. Ook zullen wij zaken die buitenons gebied vallen naar u doorverwijzen.• Studieondersteuning: u kunt leeromgevingenverzorgen om zo uw relatie met de studenten teversterken.• M&C: Wij zul len onze resources inzetten omuw naamsbekendheid te vergroten bij onze achter-ban. Denk aan advertenties, banners, logo’s.• Mail naar n.n. [email protected] meer informatie.

Student

Partner

Wil jij hier publiceren? Neem dan contact met ons op!

28