Rechtsgeschiedenis Sam en Vatting VD BERG

download Rechtsgeschiedenis Sam en Vatting VD BERG

of 92

Transcript of Rechtsgeschiedenis Sam en Vatting VD BERG

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Peter A.J. van den Berg/ [email protected] CODIFICATIE of COMMON LAW Codificatie (Jeremy Bentham) y Niet elke registratie van het recht is codificatie y Geschreven recht waaraan de overheid een aan haar gezag ontleende, uitsluitende gelding toekent; deze exclusiviteit maakt de rechtsoptekening tot een volledige o een overheid die gezag uitoefent over haar onderdanen, dmv een wetgever (staatsorgaan) o op schrift gesteld Ius ex scripto = geschreven recht

Ius ex non scripto = ongeschreven recht y door het machtswoord van de overheid is dit recht exclusief geldig en daardoor volledig wet is sacrosanct / fons omnis iuris (rechtsbron) q q

het overheidsgezag bepaalt dat er op dit gebied geen ander recht geldt Is de codificatie volledig? Materieel volledigheid: Montesquie/ bouce de la loi/ verbod van interpretatie/ rechter zonder ziel. Formeel volledigheid: Geen wijziging door rechter, wel uitleg (interpretatie)

-

y Doelen van codificatie: o Rechtszekerheid Nulla poena sina previa lege poenali = geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke bepaling

o Economisch Eenvormige regeling voor het grensoverschrijdende handels- en betalingsverkeer, vooral vanwege de globalisatie van het handel d.m.v. vooral het internet o Politiek Belangrijk middel om een ontwakende nationale eenheid te smeden en te verstevigen; totstandkoming in vooral politiek bewogen tijden: de staat meer instrumenten te sturen dmv rechtseenheid

De betekenis van een tekst wordt niet bepaald door de schrijver maar door de lezer die de tekst interpreteert. Geen enkele tekst kan het zonder uitleg stellen en er bestaat daardoor een zekere gespannen uitleg tussen de tekstschrijver en de tekstuitlegger. Bij codificatie is deze verhouding geformaliseerd.1Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Er is een officile, met gezag beklede tekstschrijver de wetgever en een officile, met gezag beklede tekstuitlegger de rechter.

Niet te hoge verwachtingen koesteren van codificatie. Oudste codificatie van het Romeinse Recht in 450 v Chr. p de plebs verlieten de stad Rome en keerde pas weer terug als de patricirs beloofde het recht op te tekenen p dit werd geschreven op twaalf tafelen. De uitleggingsregels van deze wet bleven aan de patricische priesterkaste. Totdat Gnaeus Flavius de geheime uitleg verried.

Wetgever Maakt wetten, maar heeft de toekomstige uitleg niet in de hand. Hij probeert dit te beheersen door bijvoorbeeld: y Authentieke interpretatie = y Alg. verbod op commentaar= y Rfr lgislatif = gezaghebbende uitleg door de wetgever zelf (keizer Justinianus = eerste codificatie / Corpus Iuris Civilis) Keizer Justinianus; Frederik van Pruisen 1749 Verlichting; een voorgeschreven uitleg; rechter is verplicht in alle gevallen waarin een wet uitleg behoefde die uitleg aan de wetgever te vragen

Een interpretatieverbod is echter onzinnig omdat de rechter zelf kan bepalen, door middel van uitleg, of de wet terugverwijst naar de wetgever en daarnaast moet de authentieke interpretatie op zijn beurt ook weer genterpreteerd worden.

Rechter Niet de kwaliteit van zijn uitspraken maar de autoriteit waarmee hij is bekleed, is bepalend voor wat positief recht wordt genoemd. Met de principile vrijheid van interpretatie zorgt hij ervoor dat de codificatie nooit leemten vertoont. De codificatie is daardoor steeds volledig, dwz onuitputtelijk. Voortaan steunt de beslissing van elk geval dat zich voordoet verplicht op een tekst uit de codificatie, door uitleg dient zij in een wetsartikel te worden ingelegd. Niet de rechters zijn onbezield (zoals Montesquieu beschrijft) maar de wet is onbezield, pas door uitlegging van de rechter krijgt hij zijn betekenis.

Ordening in de veelheid van interpretaties dmv indeling van wijzen van uitlegging y Grammaticale interpretatie = y Wetshistorische interpretatie= y Rechtshistorische interpretatie= y Systematische of stelselmatig= welke betekenis hebben de woorden in het dagelijks spraakgebruik (Engelse rechters) wat heeft de wetgever destijds met de betreffende tekst bedoeld zoekt naar de herkomst van een bepaalde regel hoe past een regel in het stelsel van de wet2Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

y Analogie

=

een regel die niet op het te beslissen geval van toepassing is wordt toch toegepast omdat het te beslissen geval lijkt op het geregelde geval men houdt het doel van een regeling in het oog en maakt de uitleg aan dat doel ondergeschikt

y Teleologische interpretatie =

Men is in beginsel vrij de ene of de andere uitleggingswijze te kiezen

WET Ab: wet algemene bepalingen 1838, art. 11 (volgens den wet/ innerlijke waarde), 12 (algemene verordening) en 3 AB 3 fasen voordat codificatie kompleet was: 1. 1800-1850 : Business as usual 2. 1850-1900: Exigetische school = uitleg/ legisme(Zutphense wateerleiding (1910)) 3. 1900-heden: Vrije interpretatie ( Llindenbaum-Cohen 1919)

Verplichtingen van de rechter y Moet volgens de wet recht spreken y Mag in geen geval de innerlijke waarde of billijkheid der wet beoordelen y Mag nimmer weigeren recht te spreken y Moet van ambtswege de rechtsgronden aanvullen welke niet door partijen zijn aangevoerd (ius curia novit = de rechter kent het recht) y Moet in zo duidelijk mogelijke bewoordingen, dwz in woorden waaraan zoveel mogelijk mensen dezelfde betekenis hechten (communis opinio) de beoordeling van het geval dat voor hem ligt uit de wettekst afleiden. y Elke van de gangbare betekenis afwijkende lezing dient hij met redenen te omkleden (maar hij mag (behalve in het strafrecht) afwijken zoveel hij wil) y Wettekst is de fons omnis iuris = bron van alle recht; wat de rechter verplicht zijn beslissing steeds te enten op de bewoordingen van de wet y Mag geen wettekst wijzigen, legt hem alleen desnoods in dit concrete geval anders uit (rechter is dus geen zelfstandige rechtsbron) Hij heeft altijd de vrijheid aan de wettekst een andere betekenis te geven dan er gewoonlijk aan gegeven wordt of dan hij tot nu toe eraan gegeven heeft. y De Hoge Raad geeft tenslotte de laatste uitleg en zorgt zo voor rechtseenheid; ieder rechter is vrij om afwijkend van de HR te blijven interpreteren. y Onbeperkte interpretatiemogelijkheden = Interpretatie vrijheid van de rechter o Nadeel o Voordeel = = uitleg naar politieke overtuiging van die tijd (Hitler) betekenis verstart niet maar wordt aangepast aan tijd en omstandigheden; de wet veroudert niet maar blijft eeuwig jong, is nimmer onvolledig, het3Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

recht spreekt altijd: lex semper loquitur Advocaat y Uitlegkunde y Interpretatie van de feiten en rechtsregels zijn gericht op het belang van de clint y Aan zijn uitleg hangt geen gezag; hij moet afwachten of de rechter hem volgt Rechtsbronnen voor de codificatie: Pluralisme- Bijbel/ Gewoonte/ Romeins recht/ (lokale) wetgeving (Gewoonte: consetuedo/ opinio iuvis) Diversiteit ( op elk continent) 1800 : vanwege ingang van codificatie ( in het bijzonder vanwege de exclusiviteit vielen de bijbel, gewoonte en romeins recht af) Engelse rechter y Moet zich aan de betekenis van de tekst volgens het woordenboek houden (mag dus niet interpreteren => dit is het kenmerkende verschil tussen de taak van de Angelsaksische rechter en die van de continentale rechter) y Is de wet ontoereikend schuift hij de wet terzijde en valt hij terug op het rechtersrecht van de common law. Hij is hierin een kleine wetgever y De rechtseenheid wordt gewaarborgd door de stare decisis-regel. De rechter verplicht zich te houden aan zijn eerdere uitspraken of die van zijn ambtsgenoten (precedenten). Heeft voor eeuwen gewerkt

Een jurist is eerder een schriftgeleerde dan een wetenschapper. Hij moet vraagstukken uitleggen adhv historische tekst om de verwarrende veelheid van interpretaties tegen te gaan.

De dikte van een wetboek is niet van belang. De rechter kan zowel uit 2 artikelen als uit 1500 artikelen een zelfde soort rechtsstelsel ontwerpen door de vrije interpretatie mogelijkheden.

Lex semper loquitur

Door de onbeperktheid van de uitlegging kent de wet geen leemte en is dus altijd volledig en spreekt dus altijd. De wet spreekt altijd NATUURRECHT

4

Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Declaration of independence 1740 p Karel van Habsburg, Keizer Heilige Romeinse Rijk; jonge vrouwelijke troonopvolger beschermde hij door de Sanctio Pragmatica= garantie van een groot aantal Europese vorsten om zich voor een ongestoorde erfopvolging van Maria Theresia in de Oostenrijkse erflanden sterk te maken

q Frederik van Pruisen schendt deze sanctie wat een reeks van oorlogen ontketent; vooral tussen Engeland en Frankrijk over de hele wereld. 1763 p Frankrijk staat bij de vrede van Parijs het gehele Noordamerikaanse continent ten oosten van de Mississippi aan Engeland af q Voerde hoge belastingen in om oorlogskosten te financieren 1775 p 1776 p gewapende opstand tegen het moederland Tom Paine schrijft pamflet Common Sense p Doet een beroep op het gezonde verstand en niet op de precedenten uit de geschiedenis om naar onafhankelijkheid te streven 12 juni Bill of Rights van de staat Virginia = opsomming van grondrechten.inspiratiebron voor Dclaration des droits de lhomme et du citoyen van 1789 door de markies de la Fayette die op haar beurt model stond voor de Proclamatie der Rechten van den Mensch van 1795 4 juli krijgt John Hancock aangeboden, de vooral door de jurist Thomas Jefferson en Benjamin Franklin geschreven Declaration of Independence q Opsomming van onvervreemdbare rechten en de vaststelling dat een heerser die deze rechten met voeten treedt door zijn volk kan worden afgezet. 1784 p Immanuel Kant (Pruisische wijsgeer) schrijft opstel Was ist Aufklrung? (wat is verlichting) q Mensheid zou door haar eigen luiheid tot onmondigheid zijn vervallen en zich laten leiden door allerlei autoriteiten (dominee, arts, advocaat) zonder eerst bij zichzelf te rade te gaan. Hier moest een einde aan worden gemaakt: Sapere aude: habe Mut dich deines eigenen Verstandes zu bedienen5Boek of geschrift Latijnse term

1776 p

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Samenvatting Declaration of Independence y Opgesteld door o.a. Benjamin Franklin en Thomas Jefferson y Genspireerd op het document dat op 12 juni 1776 tot stand kwam nl. de Bill of Rights van Virginia en de Engelse Wijsgeer John Locke y Opsomming van onvervreemdbare rechten en de vaststelling dat een heerser die deze rechten met voeten treedt door zijn volk kan worden afgezet. y Gebaseerd op het natuurrecht, dat alle mensen ter wereld een aantal natuurlijke, vanzelfsprekende rechten toekent y Grote gelijkenis met beroemd document uit de Nederlandse staatkundige geschiedenis nl. Placaet van Verlatinghe. Natuurrecht De regels zijn zo natuurlijk dat zij geen bijzondere vaststelling behoeven = dat alle mensen ter wereld een aantal natuurlijke, vanzelfsprekende rechten hebben, bij schending waarvan zij het recht hebben in opstand te komen tegen een bewind dat deze rechten schendt. De natuurlijke grondrechten ontlenen hun rechtskracht niet aan het feit dat zij in staatkundige stukken zijn opgenomen, maar staan daarin veel meer geformuleerd als reeds bestaande rechten.

Reacties op Natuurrecht Edmund Burke p Stoort zich aan de aanname dat mensen gelijk zijn Mensen zijn principieel ongelijk; zij onderscheiden zich van elkaar door verschillen in vermogen, aanleg, kennis en geboorte. Een zekere mate van gereguleerde voorrang voor geboorte is noch onnatuurlijk,noch onrechtvaardig, noch onverstandig Tom Paine Jeremy Bentham p p Met zijn boek The Rights of man verdedigt hij de rechten van de mens Natuurlijke rechten zijn eenvoudig onzin; het nut is het leidende beginsel bij rechtsvorming; het interpreteren van een wet maakt een nieuwe wet

Geschiedenis natuurrecht Al in de oudheid (Romeinen/Grieken) bestond de overtuiging dat naast het door mensen gestelde recht een andere rechtsorde bestond nl. het natuurrecht; rechtsregels die zo natuurlijk zijn dat zij geen bijzondere bekrachtiging door een wet of een rechterlijke beslissing nodig hebben om als geldend recht te worden erkend. (Je hoeft niet te beschrijven dat een verkoper moet leveren en een koper moet betalen, dit spreekt voor zich omdat de rede dit ingeeft). Zo kon het gehele privaatrecht in twee grote blokken worden verdeeld nl. ius gentium en het ius naturale. Deze tweedeling is obsoleet (verouderd) geworden door de codificatie van keizer Justinianus. Door de codificatie is al het Romeinsrecht (incl. ius gentium) ius civile geworden. Naar het oordeel van de kerkelijke juristen werd de waarheid echter geopenbaard in het natuurrecht. Dit zorgde voor een correctie van de onbillijkheden van het positieve recht (ius civile en ius gentium). De natuurrechtelijke opvattingen toetsten het positieve recht op billijkheid.6Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Benamingen Ius civile = rechtsregels van specifiek inheemse afkomst rechtsregels die universele gelding hebben; supranationaal rechtsregels door de moraal ingebracht (het recht dat alle levende wezens bevat incl. de dieren Alle volkeren, die door wetten en gebruiken worden geregeerd, gebruiken deels hun eigen recht (ius civile), deels het recht dat alle mensen gemeen is, dat wat de natuurlijke rede voorschrijft, dat wordt bij alle volkeren te allen tijde in acht genomen (ius gentium). voegt hier aan toe dat het ius naturale verwordt tot ius gentium door oorlogen, slavernij etc. Het ius naturale is dan ook een utopie geworden en heeft geen werkelijkheidsgehalte.

Ius gentium = Ius naturale =

Romeinse jurist Gaius:

Justianus:

Romeinse rechtsgeleerde Ulpinus:Het ius naturale is datgene dat de natuur alle dieren heeft geleerd incl. mensen (huwelijk,kinderen baren en opvoeden etc). Het ius gentium hebben alleen mensen onderling gemeen Het ius gentium en het ius naturale worden vaak als synoniemen gezien. Er zit echter een belangrijk verschil in. Ius naturale wordt door onze rede ingegeven, het is onze moraal. De ius gentium is ook algemeen aanvaard, maar wijkt af van de ius naturale door gewoonte, het is feitelijke. Ieder mens is vrij = ius naturale, maar als iedere staat slaven houdt is het algemeen aanvaard dat er slavernij is = ius gentium. Het recht dat iedereen hanteert (ius gentium) is principieel ondergeschikt aan het recht dat de rede gebied (ius naturale). Antieke rechtsfilosofie Stoa - recht is niet alleen wat een toevallige overheidsinstantie voorschrijft, het recht dient ook inhoudelijk beoordeeld te worden op zijn rechtvaardigheidsgehalte. De maatstaf die hiervoor gehanteerd wordt is de natuurlijke rede zelf: natuurrecht - Materieel rechtsbegrip - Recht is hetzelfde als de menselijke rede - De menselijke rede weerhoudt de mens er van nature van om kwaad te doen en het vooruitzicht van bestraffing is dan ook niet nodig - wijsgeer = Marcus Tullius Cicero; de maatstaf waarnaar het recht gemeten dient te worden kan de mens in zichzelf vinden en wel in de hem natuurlijk aangeboren, door God ingegeven rede, ratio Cicero heeft grote invloed gehad op Hendrik Constatijn Cras, de belangrijkste man van de eerste Nederlandse codificatiecommissie

Epicurus

- de oerstaat van de mens zou een bellum omnium contra omnes zijn = een staat van oorlog van allen tegen allen. Dit is ondraaglijk en niet in overeenstemming met de natuurlijke gemakzucht van de mens. Daarom heeft men zich vrijwillig onderworpen aan een bij onderling goedvinden gekozen gezag en zijn voorschriften. - Formeel rechtsbegrip7Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

- Overheid laat zich leiden door het nut utilitas nl. het geluk van zoveel mogelijk mensen - Dichter = Horatius; werd ingehuurd om het nieuwe denken ingang te doen vinden = niet dat het recht een beleidsinstrument is van de overheid waardoor de samenleving tot rust zou komen op grond van een denkbeeldig, idealistisch natuurrecht (Stoa), maar op grond van zeer tijdgebonden utiliteitsoverwegingen

Middeleeuwen Corpus Iuris Civilis = Wetboek van Justinianus waarin zowel de ius civile en het ius gentium was gecodificeerd. Het ius gentium werd dus opgenomen in de ius civile. Meest privaatrechtelijk nu nog steeds in het leven. Kerkelijk recht (canoniek) waar veel waarde gehecht werd aan het ius naturale want dat is van goddelijke oorsprong (ongeschreven goddelijk recht; het ius naturale werd hirarchisch boven het ius gentium en ius civile geplaatst.

Corpus Iuris Canonici

=

Thomas van Aquino

=

grootste theoloog uit de geschiedenis van de Rooms-katholieke kerk; ontleende aan het natuurrecht het recht van de onderdanen om in opstand te komen tegen een koning die hun grondrechten schendt en hem zelfs af te zetten.

Hugo de Groot (Grotius) (1583-1645) Zet het natuurrecht en het Romeinse recht tegenover elkaar Kiest zelf voor het geldende positieve Hollandse recht, voor de Romeinse regel Pater iuris naturae Iure belli ac pacis = = vader van het natuurrecht; zo genoemd door zijn hoofdwerk: over het recht van oorlog en vrede; zelfs wanneer er geen God zou bestaan zou er nog natuurrecht bestaan; mbv de rede, dwz door het natuurrecht, kan een heel rechtsstelsel worden opgebouwd basisboek onderwijs in natuurrecht aan West-Europese universiteiten openbaart merkwaardig houding tov Romeinse recht; het werd geacht alleen te zijn gerecipieerd voor zover het de toets van een natuurrechtelijke kritiek kon doorstaan; het natuurrecht wordt dus verheven boven het civiel recht

Inleidinge tot de Hollandsche Rechts-Geleerdheid =

Volgens de Groot is het Romeinse recht gerecipieerd in Holland en de overige Nederlandse gewesten voor zover het de toets van de natuurrechtelijke kritiek kon doorstaan. Alleen dus die regels die wijs en billijk waren. Romeinse recht Achttiende-eeuwse natuurrechtsleraren gaven onderwijs in een ideaalbeeld, het recht zoals het zou moeten zijn = ius constituendum en niet in het geldende recht = ius constitutum8

De subsidiaire werking van het Romeinse recht vangnetrecht als het inheemse recht geen antwoord gafBoek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

op een probleem. De Franse school kreeg ten tijde van Hugo de Groot voor het eerst oog voor het feit dat de rechtsregels in de Corpus Iuris Civilis niet volstrekt tijdloos zijn, maar aan tijd en plaats gebonden en er waren ook andere oplossingen mogelijk dan wat de Corpus Iuris Civilis bood. 18e eeuw Verlichting Recht op revolutie wordt ontleend aan het natuurrecht door: - In de Middeleeuwen Thomas van Aquino - 1690 John Locke - 18e eeuw Thomas Jefferson in zijn Declaration of Independence Verlicht despoot = Een vorst die bevangen werd door de Verlichting en zo de noodzakelijke veranderingen van bovenaf kon doorvoeren. Het grote voorbeeld is Frederik de Grote, koning van Pruisen, initiatiefnemer voor de vervaardiging van een subsidiair wetboek ter vervanging van het Romeinse recht, het omvatte het strafrecht, handelsrecht en het staats/administratieve recht; had een encyclopedisch karakter. Verlichting (zelf nadenken) + natuurrecht = licht ontvlambare situatie dat snel tot revolutie leidt.

De Amerikaanse opstand is de eerste op zuiver natuurrechtelijke beginselen gebaseerde revolutie in de moderne geschiedenis. Verlichting roept de mensen op tot zelfstandig denkenp zorgt voor het moderne heidendom op kerkelijk gebied p grondslag voor de grote moderne revoluties van Amerika tot Rusland, want toetsing van de politieke en sociale realiteit aan het natuurrechtelijk ideaal geeft de conclusie dat er veel te verbeteren viel q Frankrijk: Koning was soeverein, maar lakens werden uitgedeeld door de adel. Affaire Calas: Zoon pleegt zelfmoord, vader wil dit verdoezelen maar wordt hierdoor verdacht en veroordeeld voor moord, gemarteld en ter dood veroordeeld. Hij had nooit bekend omdat er niets te bekennen viel. Door Voltaire kwam dit aan het licht en is hij postuum gerehabiliteerd. Het vertrouwen in de rechtspraak was echter ondermijnd en men wil meer natuurrecht! q Frankrijk was rijp voor een revolutie. De oude rivaliteit met Engeland verleidde de Franse koning tot hulp aan de Verenigde Staten en Frankrijk erkende als eerste Europese mogendheid de jonge Amerikaanse Republiek q9Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Oorlog van de Fransen samen met het jonge Amerika tegen de Engelse werd een financieel fiasco voor Frankrijk wat leidde tot de Franse Revolutie. q De Franse Revolutie en de daarmee verbonden eerste pogingen tot codificatie hebben nauw verband met de zwitserse filosoof die hierom verbannen is. Jean Jacques Rousseau: Contract Social Maatschappelijk contract Terwijl de heersende opvatting was dat de veelheid van willen tot n wil werd gecordineerd door de soeverein. Het volk was een politieke factor van geen enkele betekenis. De aristocratie bepaalde wat goed was en Voltaire heeft hem in diskrediet gebracht omdat hij in zonde leefde en zijn onwettige kinderen te vondeling had gelegd In zijn boek vraagt Rousseau zich af waarom de minderheid gebonden kan zijn aan de wil van de meerderheid. Zijn antwoord is het contract social, de handeling waardoor alle gemeenschapsgenoten zich en het hunne onder het gezag van de wil van de gemeenschap plaatsen zonder rechtsverscheidenheid Een groep individuen constitueert zich vrijwillig tot een volk, natie. Iemands natuurlijke vrijheid wordt prijs gegeven en men wint daardoor burgerlijke vrijheid. Uit de vrijwillige onderwerping aan de wil van de gemeenschap leidt Rousseau de gebondenheid van het individu af. Geen enkele regering kan drager van soevereiniteit zijn, die berust alleen en uitsluitend bij het volk en kan ook niet door het volk aan de regering worden overgedragen. De regering is slechts de gevolmachtigde van het volk dat te allen tijde zijn volmacht kan intrekken Een individu kan slechts gebonden zijn aan regels die de uitdrukking zijn van de wil van de gemeenschap. Iedere algemeen verbindende regel die niet berust op de volont gnrale is nietig. De wet is de enige bron waaruit geldend recht kan worden geput. Dit sluit natuurrecht en gewoonte uit; de rechter kan geen recht scheppen, Romeins recht is nooit ingevoerd bij wet en heeft daarom geen rechtskracht behalve als de wetgever uitdrukkelijk verklaart dit te willen Maatschappelijk contract is de filosofische grondslag waarop de negentiendeeeuwse wetsidee en codificatiegedachten zijn gebaseerd: alle recht dient te berusten op de wet, de onaantastbare uitdrukking van de wil van de wetgever Vernunftrecht

Natuurrecht = voorbehoudloos geloof in de onfeilbaarheid van de rede q 17e E Rationalisme = geestelijke stroming met de overtuiging dat de menselijke rede alln in staat is door te dringen tot de laatste waarheden. De rede (ratio) kent geen grenzen. q Men ging louter op de rede gebaseerde natuurrechtelijke bouwwerken optrekken die geheel van de Romeinsrechtelijke autoriteit bevrijd was = Vernunftrecht Totale overwinning van het natuurrecht op het Romeinse recht10Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Filosofen: Samuel Pufendorf (jurist) Christian Thomasius (jurist) Christian Wolff (filosoof)

1e leerstoel natuurrecht in Duitsland = Nationalist; spreekt in het Duits; een volk dat zichzelf respecteert wordt geregeerd door eigen recht Onderwezen niet het Ius constitutem = het recht zoals het was maar het

Ius constituendum = het recht zoals het zou moeten zijn Deze natuurrechtleraren hadden een duidelijke afkeer om een juridisch betoog te voorzien van literatuurverwijzingen om met hun gezag de overtuigingskracht van het betoog te verstevigen. Zij hadden een duidelijke afkeer van het Romeinse recht en zijn beoefenaren. Het Romeinse recht was het voortbrengsel en het fundament van het koninkrijk der duisternis. De Groninger hoogleraar in het natuurrecht Frederik Adolf van der Marck stak ook zijn afkeer voor het Romeinsrechtelijke onderwijs niet onder stoelen of banken.

Jean Domat: es loix civiles dans leur ordre naturel : sterk door Vernunftrecht geinspireerd Grote invloed op het latere Code civil Codificatiestreven 18e eeuwse Verlichting p sterke afkeer van het Romeinse recht want in strijd met het natuurlijk beginsel dat elk volk zijn eigen in de landsaal geschreven recht moest hebben q Natuurrecht p er zijn helemaal geen wetboeken nodig want het natuurrecht is idealistisch, zij veronderstelt de aanwezigheid van een geheel van ongeschreven rechtsregels dat onafhankelijk van de mens, zelfs zonder god volgens Hugo de Groot van kracht zijn

Dit is tegenstrijdig met elkaar; waarom dan toch de wens tot codificatie? Strafrecht vereiste op grond van het natuurrechtelijke legaliteitsbeginsel dat er pas gestraft kan worden als de straf door het volk bepaald is. Dit moest dus in wetten opgeschreven. Deze codificatie sleepte het burgerlijk recht met zich mee. (als gevolg op het boek Over misdaden en straffen van de Italiaan Cesare Beccaria) q Theoretisch moest dit natuurlijk overal hetzelfde zijn, het natuurrecht was tenslotte universeel, maar elke11Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

codificatie zag er toch weer anders uit q Montesquieu: Lsprit des lois: Over de geest van de wetten Ook verbonden aan de leer der machten-scheiding, Trias politica Declaration des droits de lhomme et du citoyen het abstracte, universele en idealistische natuurrecht moet worden aangepast aan de locale omstandigheden van het land waarvoor de codificatie was bedoeld omdat het recht ook gedicteerd wordt door de bijzondere kenmerken van het land en zijn inwoners q Sluit aan bij de Franse traditie van het juridische humanisme de mos gallicus die het Corpus Iuris Civilis zag als een historisch verschijnsel, een product van door tijd en plaats en omstandigheden bepaalde factoren q Ondermijnt de universele aard van het natuurrecht

Naast de aanpassing aan de individuele aard van ieder volk vereiste ook de intellectuele economie een codificatie. De wetten van Newton waren ook natuurwetten maar konden niet door rede worden gevonden en hadden uitleg nodig. Zo ook de natuur wetten van het recht Men mag van de gewone man niet verwachten dat die zelfstandig door beredenering de wet kan vinden. Daarom hadden de codificaties vaak het karakter van leerboeken. In de codificatie dient men niet alleen de rechtsregel te vinden, maar ook het denkproces waarlangs men tot een dergelijke regel heeft kunnen komen.

Cornelis van Bijnkershoek (Observationes Iuris Romani) zet zich af tegen de natuurrechtelijke denkwijze waarbij rechters slechts op grond van de billijkheid rechtspreken en voorbijgaan aan de Corpus Iuris. Hierdoor zou een willekeurige rechtsbedeling ontstaan op grond van de subjectieve ratio van de verschillende rechtsgeleerden

Oudere natuurrechtleraren zagen ook veel goeds in het Romeinse recht omdat ze er van uit gingen dat het Romeinse recht alleen maar geacht werd te zijn gerecipieerd voor zover het de toets van een natuurrechtelijke kritiek kon doorstaan. Het inhoudelijke Romeinse recht zou dus ook natuurrechtelijke kwaliteiten hebben. 19e eeuw De natuurrechtelijke beschouwingswijze heeft het veld moeten ruimen voor de positivistische Twee factoren 1. Historische School met Friedrich Carl von Savigny12Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Het ware recht kan niet worden gevonden dmv de rede die tot een altijd en overal geldige uitkomst leidt, maar wordt bepaald door de bijzondere aard van de historisch gegroeide zeden en gewoonten van een specifieke samenleving 2. Rousseaus staatkundige denkbeelden Er zijn geen andere rechtsregels dan die welke berusten op het uitdrukkelijk bevel van de soeverein nl de volont gnrale die tot uiting komt in de wet

Na de tweede wereldoorlog kreeg je een wederopleving van de theorie van het natuurrecht. Deze heeft inmiddels haar weerslag gevonden in het uiterst belangrijke Europese Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de mens. De rechter heeft de bevoegdheid de wet in formele zin te toetsen aan de in diezelfde grondwetten neergelegde mensenrechten. De stoschChristelijke natuurrechtsleer is zo een onlosmakelijk bestanddeel van de Europee morele traditie gebleken. Zij moge de toets van een rigoureuze wetenschaps-theoretische kritiek niet kunnen doorstaan, maar zij verwoordt de stem van het menselijke geweten dat verlangt dat ieder wetgeving aan bepaalde morele en rationele eisen dient te voldoen, wil die de benaming recht dragen.

ROMEINSRECHT

Rome werd gesticht op 21 april 753 v Chr. door Romulus en Remus. Door broedermoord na uitverkiezing13Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

door God, ging de heerschappij en de naamgeving naar Romulus.

Romulus ontleende zijn macht (imperium) aan toestemming van de Goden

Het van de goden afkomstige imperium omvatte de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.

Edictum Leges (lex)

= =

wettelijke maatregel door de koning (later door de consuls) wet door volksvergadering (comitia) waaraan iedere Romeinse burger deelnam, door koning voorgezeten

Lex gaat boven Edictum

Senaat = raad van ouden, samengesteld uit 100 familievaders (patres) (afstammelingen zijn patricirs). De besluiten van de senaat hadden geen kracht van wet maar dienden de koning tot advies.

Na 7 koningen werd de laatste koning verdreven in 509 v Chr. door Lucius Brutus en er ontstond een republiek.

Lucius Brutus bracht vrijheid en het consulaat Staatsrechtelijk verschil Romeins koningschap en republiek: Het imperium werd niet meer levenslang aan 1 persoon toebedeeld maar jaarlijks aan twee door de volksvergadering gekozen personen, de consuls Geen taakverdeling, ieder van de consuls had het volle imperium (= de volle wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht); het besluit van de n kon door de ander ongedaan gemaakt worden Intercessio (= tussenbeide komen)

Patricirs versus Plebejers Patricirs Plebejers = = afstammelingen van de familievaders die leden van de senaat boden Romeinse burgers die geen patricirs waren

De eerste tijd van de republiek werd gekenmerkt door de sociale strijd tussen patricirs en plebejers met vier belangrijke gebeurtenissen.

I. Na 15 jaar

plebs scheiden zich uit boosheid af, komen terug nadat zij haar eigen magistraten hadden nl de volkstribunen tribuni plebis; hebben geen imperium (macht) maar wel vetorecht14Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

waardoor ze de besluiten van de patricische magistraten konden frustreren en de plebs in al haar belangen bijstaan

II. Na 45 jaar

plebs verlangde dat van overheidswege al het bestaande recht op schrift zou worden gezet (codificatie-eis). Resultaat is lex duodecim tabularum de wet der twaalf tafelen (= de oudste geschreven Romeinse wetgeving). De uitleg bleef in handen van de patricirs die de interpretatieregels niet openbaar maakten. Maakte een Romein tijdens het procederen ook maar de geringste vormfout, versprak hij zich of gebruikte hij een verkeerd woord, dan verloor hij het proces. Er was dus nog steeds geen rechtszekerheid voor de plebejers. Gnaeus Flavius maakten de interpretatieregels openbaar

III.

367 v Chr. Instelling van de praetuur p Na jarenlange sociale strijd werd door de plebs van de patriciers de principile concessie afgedwongen dat het hoogste ambt van de republiek, het uit twee personen bestaande consulaat, voortaan uit minimaal 1 plebejer zou bestaan. Ter compensatie van dit verlies van macht, kwam er een preatuur die deelnam aan het imperium en zich bezig hield met de rechtsbedeling. Dit zou in eerste instantie altijd een patricir zijn maar stond ook al snel voor de plebejers open. 286 v. Chr. Lex Hortensia p De Plebs namen besluiten in alleen voor plebejers toegankelijke vergaderingen de zogenaamde plebiscieten. Deze golden niet langer slecht voor hen maar voor het gehele Romeinse volk. Lex en plebisciet werden voortaan door elkaar heen gebruikt.

IV.

Preatuur y Ingesteld dus ter compensatie toen de plebejers bedongen hadden dat minimaal 1 lid van het consulaat uit een plebejer zou bestaan. y Heeft imperium en vaardigde op grond daarvan edicten uit (en niet op grond van een beschikking van een specifiek en incidenteel geval) die met duidelijke zwarte letters op een grote witte muur werd geschreven album en de eiser zijn geval kon aanwijzen o Deze edicten hadden geldigheid voor de duur van zijn imperium (1 jaar) maar werden vaak door de opvolger overgenomen (edictum tralaticium = overgenomen; edictum perpetuum = voortdurend). De uiteindelijke redacteur van het edictum perpetuum was de jurist Salvius Julianus, adviseur van keizer Hadrianus o Het geheel van edicten wordt Het edict genoemd. Het Edict is te zien als een blijvende, maar van jaar tot jaar voor herziening vatbare codificatie. o Er mocht niet van zijn Edict worden afgeweken of tussentijds nieuwe bepalingen gemaakt voor gevallen waarvoor al een regeling was gegeven. Doet hij het wel kan hij na zijn ambtstermijn (waarin hij onschendbaar is) strafrechtelijk worden vervolgd Het Edict moet natuurlijk ook worden genterpreteerd p ius praetorium = rechtsgeleerde literatuur dat het Edict en zijn toepassingen omvatte (naast het ius civile dat de rechtsgeleerde literatuur van de twaalftafelenwet omvatte) y Preatorisch recht is het recht dat de praetoren hebben gentroduceerd om het civiele recht te o Ondersteunen o Aan te vullen15Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

o Verbeteren

(gemotiveerd met een beroep op de natuurlijke billijkheid ex bono et aequo nu vertaald met naar redelijkheid en billijkheid)

Omwille van de publieke zaak Ius praetorium Autoritaire beschikkingen van met imperium beklede magistraat Imperium In beginsel slechts 1 jaar geldig ius civile democratische besluiten der volksvergadering lex geen tijdslimiet y Wees zelf geen vonnis, maar liet dit over aan de iudex privatus y De eiser moest toestemming hebben van de preatuur om naar de rechter te stappen. Dit kon alleen als o de partijen aan bepaalde eisen voldeden en o als er een recht in het geding was dat door het civiele recht werd beschermd of tot de handhaving waarvan de praetor zich in een edict had verplicht

Keizerschap De keizertijd begint in 27 v Chr. De staatvorm veranderde niet; het gaat enkel om een ere naam ter ere van Julius Caesar voor Keizer Augustus en zijn opvolgers. Alleen de hoogste macht (de twee belangrijkste bevoegdheden van de republiek) die van het imperium proconsulare (soort gouverneur in Egypte en Galli) en de tribunicia potestas (afgeleiden van de volkstribuun) waren in zijn persoon verenigd. Twee belangrijke ontwikkelingen 1. adviezen van de senaat (oorspronkelijk patres) kregen kracht van wet; De volksvergadering kwam niet meer bijeen want het volk was te groot geworden en wetten (leges) werden niet meer uitgevaardigd. De senaatsbesluiten kwamen er voor in de plaats. De senaat was al snel een ja-knikkende hofhouding van de keizer dat elk keizerlijk wetsvoorstel (oratio) zonder meer overnam. Op den duur telde alleen nog het keizerlijk wetsvoorstel. Zo kwam de wetgevende bevoegdheid die aanvankelijk bij het gehele volk rustte, langs de tussenweg van de senaat, te liggen bij 1 man, de keizer.

Gaiu en Ulpianus leiden de legitimatie van de wetgevende bevoegdheid van de keizer af uit een besluit van het volk dat imperium en dus de daarmee verbonden wetgevende macht aan de keizer opdraagt. (lex de imperio) In welke vorm dit besluit was gekleed is onduidelijk.16Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Constitutie = verzamelnaam voor allerlei keizerlijke maatregelen

Drie belangrijke constitutieverzamelingen voorafgaand aan die van Justinianus zijn de y Codex Gregorianus y Codex Hermogenianus y Codex Theodosianus 2. privebundel mist autoriteit om codificatie te zijn privebundel mist autoriteit om codificatie te zijn als keizerlijke bundel wel autoriteit en codificerend door de exclusiviteit die de keizer aan de verzameling verleende

de beste particuliere rechtsgeleerden iurisconsulti kregen een soort keizerlijke vergunning om in het openbaar adviezen uit te brengen ius publice respondendi. Dit waren o.a. Salvius Julianus, Gaius, Papinianus, Ulpianus, Paulus en Modestinus Een responsum van een met gezag beklede jurist had dezelfde autoriteit als en rescriptum van de keizer (advies van de keizer zelf) Op een gegeven moment kregen alle geschriften van dergelijke rechtsgeleerden kracht van wet, aangeduid met ius (recht). 300 na Chr. zijn er twee rechtsbronnen nl. het keizerrecht (constituties of leges) en juristenrecht (ius).

Codex betekent van oorsprong alleen boek en is later wetboek gaan betekenen

Verdeling van het rijk in Oude en nieuwe Rome Constantijn de Grote is bekend om 2 redenen a. tolerantie-edict van Milaan waarin het godsdienstvrijheid garandeerde b. inwijding van een nieuwe christelijke hoofdstad Byzantium dat Constantinopel werd Er ontstond een nieuw en een oud Rome in resp. het Oosten en het Westen. Er kwamen later ook twee keizers waarvan de een in het Oosten woonde en de ander in het Westen. Er bleef echter maar 1 imperium wat ze dus deelden. Het Oosten werd het krachtigste.

Keizer Justinianus (527-565) In 527 keizer over het gehele Romeinse Rijk, maar feitelijk alleen over het Oostelijk gebied. Hier nam hij geen genoegen mee want hij wilde het hele Rijk beheersen. Dit deed hij met de wapenen en de wetten.17Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

De wetgeving van Justinianus (Corpus Iuris Civilis) bestaat uit vier hoofddelen: 1. Codex Justinianus = Keizerlijke constituties opgenomen in een boekwerk (codex), vaak alleen beschikbaar op het paleis. Juristenrecht (comentaren van de juristen)als 1 constitutie van 30 december 533 (lex DT) (vooraal Ulpianus, Paulus, Papinianus) leerboek over grondbeginselen van het Romeinse Recht (floruit 139 -180) alle constituties na 534

2. Digesten of Pandecten = 3. Instituten of Elementen = 4. Novellen =

Vr de invoering van de digesten (corpus iuris civilis) zijn er 3 rechtsbronnen nl. y Het advies van de senaat y Keizerlijke verordeningen (constituties) y Responsa (adviezen door particuliere juristen) Na de invoering nog maar 1. Codex Justinianus Zowel particulieren als keizers hebben de constituties van overheidswege gebundeld. Men maakte onderscheid tussen leges generales en rescripta (beschikkingen). De rechters mochten voortaan alleen nog maar een beroep doen op de lex generalis. Er gold steeds alleen dat wat de keizer had opgenomen in zijn Codex (529) waarbij wel ook oude wetten konden terugkomen. Daarbij gold lex posterior derogat legi priori. Dit wil zeggen dat een latere wet de eerdere opzij zet. De keizer gaf zijn codex exclusieve werking waardoor niet opgenomen constituties hun rechtskracht verloren Rechtsregels slechts voor een geval geldend kregen algemene werking door vermelding van het juristenrecht als afzonderlijke rechtsbron Constituties zonder datum vielen in de lex posterior-regel door de plaats van de constitutie in de chronologische volgorde binnen het codextitel Constituties van vorige keizers bleven hun naam behouden

-

-

-

Digesten of Pandecten In de constitutie van 7 november 426 heeft men een poging gedaan de geldigheid van de twee rechtbronnen, leges (keizerrecht) en ius (juristenrecht) integraal te regelen. Het deel van deze constitutie dat over de juristengeschriften gaat staat bekend onder de naam lex citandi. Deze regeling verplichtte de rechter tot het maken van optelsommetjes. Voor de rechtbank mocht slechts geciteerd worden uit de werken van Papinianus, Paulus, Ulpianus, Modestinus en Gaius. Liepen de meningen uiteen dan gold de meerderheid; bij het staken der stemmen gaf de opinie van de grote Papinianus de doorslag en als deze zich niet over de kwestie had uitgesproken dan mocht eindelijk de rechter, vertrouwend op zijn verstand, een eigen oordeel vellen. Dit heeft gegolden tot 30 december 533. Men heeft de juristengeschriften geschift en geordend en opgenomen als 1 constitutie op 30 december 533 = codificatie van het ius waardoor de lex citandi overbodig is geworden = Digesten. Wordt als ongerijmde actie gezien ivm:18Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

1. 2.

De bevolking kon hem niet lezen want het was in het latijn ipv grieks hun voertaal. De ius als afzonderlijke rechtsbron werd afgeschaft omdat het werd uitgevaardigd als 1 keizerlijke constitutie. Er bleef alleen nog de keizerlijke constituties over als rechtsbron (uit eerbied voor de oude juristen is de naam van de schrijver en het boek waaruit het fragment afkomstig is, zorgvuldig in de inscriptie aangegeven)

Drie gevolgen van de verheffing der Digesten tot n constitutie 1. De optelregeling van de lex citandi werd afgeschaft want er konden geen tegenstrijdigheden in voorkomen. De keizer sprak zichzelf natuurlijk nooit tegen! (Aan Papinianus werd zijn ereplaats ontnomen) 2. Het reeds 300 jaar oude juristenrecht vormde de jongste constitutie en krachten de lex posterior-regel verkreeg het voorrang oven andere constituties. Om niet in onbruik geraakte regels e.d. weer te laten gelden zijn de teksten gezuiverd. Deze mechanisch aangebrachte tekstwijzigingen worden interpolaties genoemd. 3. De lex posterior-regel vond geen toepassing binnen de Digesten want dit was immers 1 wet geworden.

De keizer was beducht op tekstbederf (het was voor de uitvinding van de boekdrukkunst) en vaardigde daarvoor twee maatregelen uit: 1. 2. siglenverbod dwz het verbod om in de tekst afkortingen te gebruiken en een getal in cijfers te schrijven verbod op bijschrijven van verklarende aantekeningen commentarii in de marge of tussen de regels (dit is later misbruikt als het verbod om een inhoudelijk commentaar te schrijven op een wetboek)

In tegenstelling tot de codex waarbij oude constituties de naam behielden van de oorspronkelijke schrijver zijn alle oude priv meningen van juristen overgenomen door de keizer en dragen in de digesten de naam van de keizer Justinianus. Codex repetitae praelectionis (tweede codex) Men achtte in 534 het noodzakelijk de jongste wetgevende resultaten in de Codex te verwerken. y Men wilde het siglenverbod (verbod op afkortingen) toepassen en y had de wetgevingstechniek beter onder de knie gekregen. y De lex citandi kwam niet meer voor. Eigenlijk was dit niet nodig door de lex posterior-regel, maar de ijdelheid van Tribonianus zal ook een rol gespeeld hebben.

Instituten of Elementen leerboek over grondbeginselen van het Romeinse Recht Grotendeels ontleend aan de Instituten van Gaius19Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Zijn een codificatie want op 30 december 533 werd dit leerboek wetboek en kregen samen met de Digesten kracht van wet.

Novellen Alle constituties die na de voltooiing van de wetgeving van Justinianus (534) zijn ontstaan.

Wie was het brein achter y De wetgeving van Justinianus Tribonianus

De belangrijkste feiten uit het leven van Justinianus. y Geboren in 482 als Petrus Sabbatius in het Servische dorpje Tauresium, (Oostromeinse rijk). y Vader eenvoudige boer; moeder zus van succesrijke generaal Justinus en in 518 keizer der Romeinen. y Justinus haalde Petrus in 500 naar de hoofdstad Constantinopel voor allerlei taken y 521 Justinianus werd consul, hoogste ambt in Romeins staatsbestel y Vier jaar later trouwde hij met Theodora, een actrice van twijfelachtige zeden; voor dit huwelijk liet hij de wet die een rechtsgeldige verbintenis tussen een Romeinse senator en een actrice niet toeliet, wijzigen. y Deze vrouw zou zich ontpoppen als een daadkrachtige heerseres, die tijdens de Nika-opstand van 532 de door de keizer reeds opgegeven troon wist te redden. y In het jaar van zijn huwelijk werd Justinianus Caesar, een soort van onderkeizer. In 527 werd hij medekeizer en na de dood van Justinus, in datzelfde jaar, alleenheerser. y Justinianus wist zich te omringen met bekwame medewerkers, die hem lange tijd trouw dienden: Tribonianus, het brein achter de wetgeving, Johannes Cappadox, de minister die als geen ander belastinggelden uit de bevolking wist te persen, Belisarius, die voor hem Africa en Italie veroverde.

y Zelf zag Justinianus zijn voornaamste taak gelegen in het handhaven en verdedigen van de katholieke orthodoxie tegen o.a. de ketterij der monophysieten, d.i. de thans nog heersende godsdienst in Ethiopie; tot het einde van zijn leven bleef hij zich bemoeien met godsdienstige leerstelligheden. y Voor de hedendaagse Grieken leeft Justinianus vooral voort als de bouwer van de huidige Hagia Sophia, de kerk van de Heilige Wijsheid, ingewijd in 537 en, na de ineenstorting van de koepel, voor de tweede maal in 562; sinds de val van Constantinopel in 1453 is er geen christelijke eredienst meer in gehouden. y Voor Europeanen is Justinianus in de eerste plaats de samensteller van wat later genoemd zal worden het Corpus Iuris Civilis. Byzantijnse Rijk20Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Het westelijke gebied van het Romeinse rijk viel uiteen na de dood van Justinianus. Het oostelijk gebied brokkelde ook langzaam af tot het Byzantijnse rijk waarin iedereen zich nog als Ware Romeinen voelden. De wetgeving van Justinianus bleef dan ook van kracht. In het latijn dat niemand sprak of las, met novellen in het Grieks. 900 na Chr. Keizer Leo de Wijze: Zuivering van Justinianus wetgeving tot Basilica (Keizerlijke wetten in het Grieks) door Constantinos Harmeopoulos met commentaar in de kantlijn = scholia. er wordt een uittreksel geraadpleegd dat uit 6 boeken bestaat hexabiblos dat in 1835 wordt verheven tot codificatie van het nieuwe Griekenland Einde aan het Byzantijnse rijk (Oostromeinse rijk) door verovering door de Turken Constantinopel (het tweede Rome) werd Instanbul; de Islam had gezegevierd over het christendom; Het Oost-Romeinse keizerschap werd overgenomen door de grootvorst van Moskou, Ivan III en gaf zichzelf de titel Tsaar; Moskou werd het derde Rome In de Grieks sprekende landen nam het tijdvak aan van de Turkenheerschappij dat 4 eeuwen heeft geduurd en waarbij ieder volk kon leven naar zijn eigen recht = personaliteitsbeginsel De Basilica bleef het officile wetboek van de onderhorige Byzantijnse bevolking en in de praktijk bleef men gebruik maken van de hexabiblos. 1821 1829 1833 1835 1940 Vrijheidsoorlog van de Grieken op de Turken Onafhankelijkheid Griekenland door Turkije erkend; geen herstel in de vorm van het Byzantijnse rijk maar een koningschap volgens Westeuropees model. Otto van Beieren werd Vorst in Athene; de hexabiblos werd verheven tot codificatie Grieks burgerlijk Wetboek brak radicaal met de eeuwenlange traditie en de oude terminologie werd vernieuwd. Door de tweede wereldoorlog werd het pas in 1946 daadwerkelijk ingevoerd.

1350 na Chr. 1453

Het Justinianus tijdperk heeft gelopen van 533 tot 1946

21

Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

ITALI Justinianus wilde de wereld door wetten (legibus) en door de wapenen (armis) temmen. Hij wilde de grandeur van het oude Romeinse rijk herstellen. Dit betekende niets minder dan het onderwerpen van de Germaanse stammen door Belisarius. 535 553 554 576 De Vandalen in Noord-Africa Oost-Gothen in Itali Justiaanse wetboeken werden formeel bij wet ingevoerd Langobarden veroveren Noord-Itali op de Romeinen (het zuiden blijft onderdeel van Oostromeinse rijk) o Itali viel uiteen in een Germaans gedeelte en een Byzantijns gedeelte o Einde aan effectiviteit van Justinianus wetgeving Alleen codex en novellen waren bekend y Authenticum = Latijnse vertaling van de novellen y Epitome juliani = Latijnstalige samenvatting novellen De instituten waren voor het onderwijs en daar was geen sprake meer van Van de digesten hoort men ten tijde van de Dark ages van het Romeinse recht in West-Europa niets meer o Het Langobardisch recht wordt gehanteerd; is het recht van het Langobardische volk q personaliteitsbeginsel q y iedere inwoner van een bepaald gebied wordt beheerst door het recht van zijn afstamming y hoe meer bevolkingsgroepen op 1 territoir, hoe meer rechten er naast elkaar bestaan y professiones iuris = verklaring van recht = verklaring, voor het afsluiten van een overeenkomst, naar werk recht men in geval van rechtsstrijd beoordeeld wenste te worden 643 Eerste codificatie van koning Rothari = Edictum Rothari o Exclusiviteit is met zoveel woorden door de koning beklemtoond o Het ongeschreven Langobaridsch gewoonterecht werd opgetekend en daardoor wettenrecht; het ontleende zijn rechtskracht aan het feit dat het door een wetgevende22Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

instantie is opgetekend, dit in tegenstelling tot het gewoonterecht dat opgetekend werd in de 16e en 17e eeuw in Nederlanden en Frankrijk (had geen bevestiging van wetgever nodig) o Door personaliteitsbeginsel gold het alleen voor de Langobardische onderdanen o De Romeinse onderdanen bleven leven naar wat nog bekend was van de Justinianus codificatie 774 Karel de Grote veroverd het Langobardische rijk; o het Langobardisch recht blijft bestaan o in zijn kielzog komen er verschillende soorten recht mee nl. Lex Salica en Lex Romana Visigothorum, o dit frustreert het personaliteitsbeginsel en leidt er toe dat de professiones iuris noodzakelijk zijn.

Het ontstaan van het plaatselijke gewoonterecht zorgde ervoor dat het personaliteitsbeginsel uiteindelijk werd vervangen door het territorialiteitsbeginsel. q y iedere inwoner van een bepaald gebied wordt beheerst door hetzelfde recht, nl het recht dat geldt binnen dat gebied

De verschillende volksrechten waren geenszins afgeronde rechtsstelsels. De vraag rees uit welke bron men het ontbrekende moest putten. Dit werd vaak het Romeinse recht dat beschouwd werd als het (al)gemene recht. (tegenwoordig is er geen aanvullend recht nodig door de ruime interpretatiebevoegdheden waardoor de wet nooit leemten vertoont lex semper loquitur)

Subsidiaire gelding van het Romeins recht =

Romeins recht werkt als aanvullingsrecht; het vult de leemten van het eerst geldende recht bijv het volksrecht

Gewoonte moet aan twee voorwaarden voldoen wil het uitgroeien tot gewoonterecht 1. 2. langdurig in acht zijn genomen (longa consuetudo) van mening zijn dat het zo hoort (consensus utentium)

e.e.a. ter beoordeling van de rechter die dit recht moet toepassen.

Er is een nauwe band tussen gewoonterecht en rechtersrecht omdat men in een samenleving die vrijwel geheel wordt geregeerd door het gewoonterecht het recht het eenvoudigst vindt in de uitspraken van de23Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

rechters. Het is dan nog maar een kleine stap naar de opvatting dat een regel van gewoonterecht alleen maar dan gezag van wet heeft indien hij is neergelegd in een of meer rechterlijke uitspraken. De volgende stap is de stap naar echt rechtersrecht waarin de rechter zich boven de gewoonte plaatst en zelf het recht gaat scheppen zich slecht in theorie nog baserend op de gewoonte (Engeland) q een centraal gerechtshof maakt een einde aan de juridische verdeeldheid en introduceerde een geheel eigen gewoonterecht de common law

800

Kroning van Karel de Grote Herstel van het keizerrijk, maar met een enorme rechtsversplintering door de toepassing van het personaliteitsbeginsel en de verscheidenheid aan van streek tot streek verschillende gewoonterechten 1 rijk, 1 recht en 1 religie Er kwam maar 1 recht in aanmerking om tot rijksrecht t worden verheven nl het Romeinse recht omdat dit al werd beschouwd als het subsidiair recht, maar ook omdat de opvolgers van Karel de Grote zich opvolgers waanden va de Romeinse keizers

Feodaliteit, belening en leenrecht De feodaliteit ontstond van onderaf en van bovenaf: Van onderaf: Ten tijde van de dark ages (500-1000) was er een toestand van totale anarchie waarbij de gewone man zijn leven niet zeker was. Zijn enige mogelijkheid om zich te beschermen beton uit de intrede in de vazalliteit. q Het legde daartoe in de handen van een naburige potentaat een plechtige eed van trouw af = de commendatio die hem onder meer verplichtte zijn beschermheer in krijgsdienst te volgen. De heer van zijn kant was verplicht zijn vazal alle nodige bescherming te verlenen. Van bovenaf: Om hun posities te verbeteren streefden de Frankische koningen naar een zo groot mogelijke krijgsmacht. Zij namen krijgers aan als vazal, kregen hun trouw en waren verplicht in hun levensonderhoud te voorzien q y Aan tafel te voeden24Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

y Vee ter beschikking stellen y Een stuk grond ter beschikking stellen = beneficium (leen) q De als weldaad afgestane grond werd in niet in eigendom overgedragen maar er werd slecht een gebruiksrecht toegekend dat stopte bij de dood van de vazal; later werd het erfelijk; ook werd het doorgeleend waardoor een leenpyramide ontstond De introductie van het leenstelsel heeft bijgedragen tot de fragmentatie van de staatsstructuur in de Middeleeuwen in het bijzonder in Itali Investituur = de aard van de verplichtingen tussen leenman en leenheer werd vastgelegd; daarnaast werd het karakter van het leen mede bepaald door de gewoonte van de plaats waar het leen was uitgegeven (gewoonte of Romeinsrecht) q Tegenover de rechten stonden de diensten die veelal werden afgekocht in de vorm van gefixeerde financile vergoedingen p door inflatie niet meer de moeite om te innen waardoor bepalend voor het aanzien, de status van de leenman, niet meer de verplichtingen waren maar de omvang van de rechten die hij tegen zijn heer kon laten gelden = leenrecht

Dominium eminens Dominium utile Libri Feudorum =

= juridisch eigendom komt aan de leenheer toe = economisch eigendom komt aan de leenman toe

verhandeling over het Langobardische leenrecht door Oberto de Orto Als aanhangsel aan de Middeleeuwse handschriften van het Corpus iuris Civilis toegevoegd Gaat over de vazalliteit cq onderworpenheid aan de heer Geschreven in onvrede over de glossatoren die alleen het Romeinse recht beschreven en niet het leenrecht

Zwaardlenen Spillelenen

= =

lenen die alleen in de mannelijke lijn konden vererven lenen die ook in de vrouwelijke lijn konden vererven

In Engeland is het leenstelsel de basis voor het daar nu nog geldende rechtssysteem.

Irnerius Aanvankelijk docent in de artes liberales, dwz een algemene opleiding grammatica, logica en rhetorica, samengevat onder de benaming trivium De eerste die, in 1100 in Bologna, onderwijs gaf adhv het hele Corpus Iuris incl. de Digesten25Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

q uittreksel van de grote Romeinse juristen q te moeilijk voor de eenvoudige middeleeuwer en daardoor nagenoeg onbekend, maar nu noodzakelijk door de wederopleving van de handel

Lantaarn van het recht =

omdat hij de eerste was die glossen maakten q Verklaringen van moeilijke woorden in de kantlijn

Enerzijds legitimeerden de glossen de tekst van het Corpus Iuris als geldend ius commune; anderzijds hadden niet de glossen maar de tekst van het Corpus Iuris kracht van wet q Glossatoren konden door middel van glossen aangeven dat sommige bepalingen geen kracht van wet meer hadden. Bleef een tekst ongeglosseerd dan had die in de rechtspraktijk geen gelding. De interpretator stelt zich hiermee dus boven de wet. Bijvoorbeeld: Een Romeinse jurist stelt de regel op dat wetten niet alleen door een uitdrukkelijk daarop gerichte wet kunnen worden afgeschaft, maar dat zij ook door een daarmede in strijd zijnde latere gewoonte opzij kunnen worden gezet. Dit aangezien wetten tot stand komen door de stemverklaring van het Romeinse volk kan diezelfde wet niet alleen opzij worden gezet door een uitdrukkelijke wilsverklaring van hetzelfde Romeinse volk neergelegd in een wet, een lex maar ook door een stilzwijgende wilsverklaring van het volk, die zich kenbaar maakt uit het feit dat men zich lange tijd heeft gedragen alsof de wet geen rechtskracht bezit. Irnerius achtte deze regel niet van toepassing op de moderne wetten aangezien tegenwoordig deze bevoegdheid is overgedragen aan de keizer.

Quidquid non agnoscit glossa, nec agnoscit curia Wat de glosse niet kent, kent de rechter ook niet Er kwam behoefte aan een standaard-editie van het Corpus Iuris met bijbehorende glossen p Bolognese hoogleraar Accursius p Glossa Ordinaria p tussen 1180 en 1260 En aan een samenvatting26

p Bolognese hoogleraar AzoBoek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

p Summa Codicis p wordt gezien als het eerste juridische handboek

Universiteit van Bologna p vreemdelingen die in Itali kwamen studeren waren volstrekt rechteloos. Ze konden gegijzeld worden voor schulden van landgenoten (recht van represaille). De studenten verenigde zich in de universitas studiosorum Het was de studentenvereniging die de professoren in dienst had de rector koos en het lesprogramma voorschreef etc. De keizer Barbarossa vaardigde de Authentica Habita uit p Het was vanaf nu verboden om tegen studenten en hun hoogleraren het zogenaamde recht van represaille te gebruiken en zij het privilegium fori = voorrecht van een eigen rechtbank Authenticum = Authentica = latijnse vertaling van de novellen = jonger recht dat de plaats innam van ouder recht uit de Codex krachten de lex posterior regel in de Codex overgeplaatst gedeelte uit het Authenticum; Voor de keizers van het Heilige Roomse Rijk waren de wetten die zij uitvaardigden, ook novellen, die als authenticae een plaats in de Codex verdienden; vandaar Authentica Habita.

Parallel aan de school van de glossatoren van het Romeinse recht, voortgekomen uit het onderwijs van Irnerius ontstaat in Bologna een tweede rechtsschool, een die zich bezighoudt met de bestudering van het kerkelijke ofwel canonieke recht. De Rooms-Katholieke kerk was ooit de enige universele kerk p rechtens heeft zij deze positie nooit prijsgegeven; regels van de katholieke kerk gelden ongeacht nationaliteit, stand of ras en heeft daardoor grote invloed gehad op het geldende seculiere, niet kerkelijke recht Het goddelijk recht bestaat uit p ongeschreven natuurrecht Geschreven Heilige Schrift Het menselijk recht bestaat uit p Kerkelijk recht Wereldlijk recht Corpus Iuris Canonici en andere kerkelijke rechtsbronnen Ongeschreven gewoonterecht en Geschreven Corpus Iuris Civilis en andere geschreven wetten

Canon = een bepaling van kerkelijk recht Rond 1140 heeft de monnik Gratianus een priv-verzameling gemaakt waarbij de canones op een overzichtelijke wijze bijeengebracht waren: Concordia discordantium canonum (harmonisering van de niet met elkander in overeenstemming zijnde regels) eigenlijke rechtsregels27Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

-

pauselijke beslissingen (decretalen) conciliebesluiten

Voorzag deze van een toelichting = dicta Gratiani Het boek werd daarom al snel Decretum genoemd Is gn codificatie omdat het nooit als zodanig bedoeld is en ook nooit als zodanig door het officile kerkgezag erkend

Decretisten Legisten

glossatoren van het decretum glossatoren van het Corpus Iuris Civilis

Johannes Teutonicus vervaardigd rond 1220 een standaard glosse, een Glossa Ordinaria die het voorbeeld vormde voor de Glossa Ordinaria van Accursius.

In Bologna ontstond dus het academisch onderwijs in twee verschillende soorten recht: het Romeinse en het Canonieke; daarom studeert men Rechten. En men kreeg de titel Doctor utriusque iuris (doctor in de beide rechten) Investituurstrijd Een van de grootste politieke conflicten in de Westeuropese geschiedenis = conflict tussen keizer en paus om de suprematie (hoogste gezag) in de westelijke christelijke wereld. Deze machtstrijd was ingeluid toen in de kersnacht van 800 na Chr. Karel de Grote gekroond werd door de paus. Een bisschopsbenoeming was een buitengewoon belangrijke politieke benoeming y Naaste politieke adviseur van de vorst y Een van de belangrijkste feodale magnaten in het rijk De paus vond het echter een zaak van het kerkelijk gezag Gelijktijdig ging het om de vraag aan wie het hoogste gezag toekwam

Tweezwaardenleer

Tekst in de Heilige schrift waaraan men de voorstelling verbond als zou Christus hebben gewild dat alle macht in de wereld over twee gezagsdragers wordt verdeeld: de geestelijke macht sacerdotium bij de paus en de wereldlijke macht regnum bij de keizer. y De aanhangers van de keizer legde dit uit als zou ieder soeverein zijn in eigen kring y De aanhangers van de paus legde dit uit als zou de paus boven de keizer staan.28Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Op de spits gedreven door paus Gregorius VII p publiceerde in 1075 politiek manifest Dictatus Papae waarin de absolute suprematie van de paus wordt verkondigd Directe tegenstander van paus Gregorius VII was Keizer Hendrik IV p Moest blootsvoets in de sneeuw naar Canossa om de paus te smeken de excommunicatie (verbanning uit de kerkgemeenschap) ongedaan te maken

Strijd werd bijgelegd in 1122 door het Concordaat van Worms maar het maakte geen einde aan de verscholen gaande machtstrijd q keizer en paus verzekerden zich in de strijd van juridische steun q legisten decretisten q Het decretum laat er geen twijfel over bestaan dat het canonieke recht prevaleert boven het Romeinse recht. De kerk liet in haar eigen gerechtshoven het canonieke recht in geval van een conflict prevaleren boven het Romeinse Wanneer men vond dat een regel van Romeins recht niet tot billijke resultaten leidde, werd die door de kerkelijke rechters terzijde geschoven, zulks indachtig de regel dat de wet en de gewoonte moeten wijken voor het natuurrecht. q prorogatie = een zaak voor een andere rechter brengen dan die eigenlijk bevoegd is Men koos vaak voor kerkelijk gerechtshof omdat deze een veel aantrekkelijker procesrecht had; de billijkheid van kerkelijk recht oefende grote aantrekkingskracht uit

Canoniekrechtelijke vraagstukken y Testamentair en intestaaterfrecht (met en zonder testament) mogelijk voor Romeinen n Germanen y Een vormloze afspraak tussen twee personen is bindend y Verkrijgende verjaring kan nooit als men weet dat men het gekregen heeft van een niet-eigenaar Gewoonterecht De kerk had een aversie tegen het gewoonterecht dat door de verschillende van oorsprong heidense of ketterse Germaanse stammen in west-Europa in ere werd gehouden. Het canonieke recht introduceerde de regel dat een slechte gewoonte geen recht maakt29Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

pravum usum ratio vincat = de rede prevaleert boven een slechte gewoonte. Het gewoonterecht werd zo ondergeschikt gemaakt aan de rede, het natuurrecht dat volgens de canoniekrechtelijke rechtsbronnenleer de primaire bron is.

Deze regel bevorderde de receptie van het Romeinse recht (= gebruik van het Romeinse recht om leemten in de eigen wetgeving op te vullen) dat immers algemeen werd erkend als de ratio scripta,de belichaming van de juridische rede. Totstandkoming Corpus Iuris Canonici Tot 1918 het wetboek van de RK kerk y Het Decretum van Gratianus was geen wetboek, mist als priv verzameling de eigenschappen van een codificatie. y Na het verschijnen van het Decretum ontstond een vijftal verzamelingen van kerkelijkrechtelijke rechtsbronnen. In 1230 gaf paus Gregorius IX opdracht een bloemlezing uit deze verzamelingen te maken. Die verscheen in 1234 en wordt aangeduid als de Decretalen van Gregorius IX of Liber Extra (5 boeken/codificatie) y 1298 decretalen verzameling van paus Bonifacius VIII als aanvulling = Liber sextus (het zesde boek) y Clementinen = decretalenverzameling van paus Clemens V; wel authentiek maar niet exclusief en dus geen codificatie y Twee Extravaganten = priv decretalenverzamelingen

In 1918 kreeg de RK kerk een echt wetboek Codex Iuris Canonici die in 1983 is vervangen.

Mos italicus =

Italiaanse methode Rechtsbeoefening ten dienste aan de praktijk van het recht Aanleiding: het regionale gewoonterecht en het recht van de afzonderlijke Italiaanse steden weken dikwijls af van het Romeinse recht. q

De stedelijke cultuur, kenmerkend voor de Romeinse samenleving, is in Itali nooit uitgestorven De steden in Noord- en Midden-Italie hebben zich in een groot militair bondgenootschap Lombardische bond aaneengesloten om zich los te maken van het Duitse rijk. Begin twaalfde eeuw erkende de keizer de souvereiniteit van de tegen hem verbonden steden.

De staatsinrichting van de Romeinse republiek met de twee consuls stond model voor de staatsinrichting van de Noord-Italiaanse stadsstaten q30Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

in samenwerking met de volksvergadering maakte zij statuten q geen gewoonte recht maar gekoren recht = stellig, positief recht dat zijn grondslag vind in een uitdrukkelijke wilsverklaring van het volk ipv in een langdurig gebruik q De soevereiniteit van de stadstaten en een ware wetgevingsmanie droegen in hoge mate bij aan de rechtsversnippering op het Italiaanse schiereiland. q De vraag rijst welk recht in geval van een conflict moet worden toepast q Internationaal privaatrecht (conflictenrecht) q geen privaatrecht dat over de grenzen heen internationale gelding heeft, maar een geheel van rechtsregels dat slechts conflicten tracht op te lossen door aan te geven aan welk recht de voorkeur wordt gegeven als men kan kiezen uit twee of meer rechtstelsels q Bartolus van Sassoferrato De regels van IPR moesten op het Corpus Iuris Civilis gegrondvest zijn wilden zij enig gezag hebben De bepalingen van het CIC werden dusdanig ruim genterpreteerd dat zij ook van toepassing werden geacht op de vraagstukken waarvoor zij oorspronkelijk in het geheel niet waren bedoeld School van de commentatoren qq mos italicus, de italiaanse methode kritiek: men zou geen oog hebben voor de historische oorsprong van de rechtsregels uit het CIC, maar deze kritiek gaat er aan voorbij dat men niet op zoek was naar een historische exegese, maar dat men rechtsregels nodig had om te gebruiken in de praktijk! mos gallicus, de franse methode p beschrijven het verleden zonder vruchtbare weg naar de toekomst te wijzen31Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Verlichting In de achttiende eeuw was Itali staatkundig verdeeld door alle stadstaten e.d. en dus ook juridisch verdeeld. Het Romeinse recht gold als ius commune, als het susidiaire recht en zorgde nog voor enige eenheid, met interpretatie op interpretatie. De filosofen van de Verlichting, de illuminati, hadden een afkeer van het Romeinse recht q y rechtsbron in een voor weinigen toegankelijke taal y rechtsgeleerden met geforceerde interpretatiemethodes y rechtspraak ten kosten van de justitiabelen q Overwaardering van het natuurrecht Vooral op strafrechtelijk gebied vanwege het feilen van het oude regime dat vooral in de praktijk van het strafrecht aan het licht kwam

1764 Dei delitte e delle pene (misdaad en straffen) van Cesare Beccaria p wat is de beste manier om het plegen van strafbare feiten te voorkomen q op grondslag van Rousseaus Contract Social ontwikkelt Beccaria het legaliteitsbeginsel (geen straf zonder voorgaande strafwet) dat de noodzaak van een codificatie duidelijk maakt q rechters werd verboden de wet te interpreteren; interpretatie van de wet is niets anders dan het vervaardigen van nieuwe wetten

32

Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Verdere geschiedenis Itali 1800 Napoleon overwint Italiaans Schiereiland en gaf het land een nieuwe staatkundige indeling: twee koninkrijken: Itali in het Noorden en Napels in het Zuiden Geen verscheidenheid van recht 1 BW Code civil 1815 1860 1865 1922 Val Napoleon; Oostenrijkse kanselier herstelt de talloze kleine vorstendommen, de Code civil blijft gehandhaafd Rome werd bevrijd waardoor de eenwording van Itali een feit werd Codice Civile del Regno dItalia = het nieuwe Italiaanse BW = juridische eenheid in Itali Na de eerste wereldoorlog door demoralisatie, oorlogsschuld, economische depressie, werkeloosheid en sociale onrust komt Mussolini aan de macht en begint de Era Fascista q De volksvertegenwoordiging moet worden samengesteld uit afgevaardigden uit diverse economische groeperingen (bedrijfsschappen) Hierboven staat de staat Alle privaatrechtelijke rechtsbetrekkingen zijn onderworpen aan een toetsing aan het staatsbelang Hiertoe moest de civielrechtelijke codificatie worden herzien 1942 Een nieuw Italiaans Burgerlijk wetboek, ontsierd door racisme waarvan het na de tweede wereldoorlog weer gezuiverd is.

33

Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

FRANKRIJK

476 Val van het West-Romeinse rijk

Er verandert niet veel in het huidige Franse grondgebied In theorie bleef het Romeinse rijk intact, met Romeinse keizer in Constantinopel weliswaar feitelijk niets te vertellen maar oefenden wel over het gehele rijk zijn imperium uit. Personaliteitsbeginsel zorgde er met name in Zuid-Frankrijk voor dat het Romeinse recht zijn gelding bleef houden voor de bevolking (van oorsprong Romeinse onderdanen in het Frankische rijk) q Voor-Justiniaanse recht = Lex Romana Visigothorum = Breviarium Alaricianum q y Bevat een officile wetsuitleg (interpretatio) die tot wettekst is verheven y Exclusieve gelding en dus codificatie y Niet opzij gezet door de Justiniaanse codificatie (pas in het midden van de 12e eeuw)

768 Karel de Grote, Koning der Franken 800 in de kerstnacht Kroning tot Keizer door paus Leo III De Oost-Romeinse keizerstroon was bezet door Keizer Irene; het feit dat zij een vrouw was gaf de omgeving van Karel het voorwendsel de Romeinse keizerstroon vacant te verklaren en in te nemen. Irene was verontwaardigd over de usurpatie (onwettig in bezit nemen) van de keizerstitel door een barbarengeneraal. Twaalf jaar later moest de Oost-Romeinse keizer Michael I zijn westelijke tegenhanger erkennen en werd het Romeinse erfgoed door twee keizers beheerd

Karel voelde zich echter Germaan en verdeelde het rijk als ware het zijn priv eigendom Het rijk werd in 3-en gedeeld. Middenstuk dat opging in een oostelijk deel Oost-Francie met de keizerstitel; Dit werd het Heilige Roomse Rijk West-Franci groeide uit tot Frankrijk q Feodalisering q34Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Het centrale gezag brokkelde af; De leenman gebruikte het goed en oefende ook de bestuursmacht uit pde staat deelt zich op in talloze kleine staatjes De basis waarop de wettelijk kracht van de toe te passen regels steunde veranderde geleidelijk. Rechtsregels werden toegepast omdat zij generaties lang reeds waren toegepast; de wet werd tot gewoonte 1789 pays de droit coutumier = pays de droit ecrit = land met het gewoonterecht (coutume = gewoonte) in het Noorden land met het Romeinse recht in het Zuiden q Ook op basis van gewoonte en niet op basis van zijn gezag Het Romeinse recht was taboe als gezaghebbend. De keizerstitel was naar de oosterburen gegaan; het Romeinse recht werd vereenzelvigd met het keizerlijk recht. Dus acceptatie van het Romeinse recht zou onderwerping aan de Oosterburen inhouden.

De koning van Frankrijk erkent in wereldlijke zaken geen meerdere

Deze tekst is in verband gebracht voor de verhouding tussen de Duitse keizer en de Franse koning door Jean Ferreault, gebroeder Pithou en Jean de Blanot

De koning van Frankrijk is princeps (keizer) in zijn rijk, want in aardse zaken erkent hij geen meerdere

Met deze tekst werd de gelijkwaardigheid van keizer en koning in zijn rijk vastgesteld en konden alle teksten die betrekking hebben op de keizer toegepast worden op de koning zoals y Wat de vorst behaagt, heeft kracht van wet y De vorst is aan de wetten niet gebonden; de vorst staat boven de wet

Het Romeinse recht mocht niet in Parijs beoefend worden y Overal gold de gewoonte en niet het Romeinse recht. Daar waar het toch gebruikt werd, gebeurde op basis van de gewoonte en niet omdat het Romeinse recht zou binden y Verbod van Koning Philippe III aan de advocaten van het Partelement van Parijs zich op het Romeinse recht te beroepen waar costumier recht voorhanden was.

Ordonnantie = koninklijke wet35Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Ordonnantie van Montilz-les-Tours in 1454

zorgde voor optekening van de costumiere rechten Geen codificatie; alleen beschrijving want het gezag wordt ontleend aan de gewoonte en niet aan de optekening Een soortgelijke verordening is er in Nederland geweest nl. het bevel van Karel V in 1531, inhoudende dat de in de verschillende delen van zijn Nederlandse gebieden geldende gewoonterechten ter plekke op schrift moesten worden gesteld en dat zij vervolgens naar Brussel, de hoofdstadvan de Habsburgse bezittingen in de Nederlanden, moesten worden gestuurd ter goedkeuring (homologatie).

Coutume de Paris

ontwikkelde zich als het gemene recht met subsidiaire werking Door Charles du Moulin en Francois Bourjon gepropageerd Gn codificatie

Parlementen (gerechtshoven) De koning omringde zich met een hof (curia) van geestelijkheid en adel. Een van hun taken was de rechtspraak. Dit hof wordt ook parlement genoemd en was souverein in zijn rechtsgebied (rechtsverscheidenheid). Sprake recht naar de coutume; in het noorden coutume de Paris; in het zuiden naar Romeins recht op basis van gewoonte Kreeg ook een deel van wetgevende bevoegdheid p in de vorm van een rechterlijke uitspraak (arrest) = arrets de reglement Charles du Moulin was ooit als procespartij bij het ontstaan van zon arrest (wetgevende bevoegdheid van het parlement in de vorm van een rechtelijke uitspraak)

De rechters werden Les Peres de ltat genoemd en lieten zich graag vergelijken met de senatoren van het oude Rome; ze hadden een aantal bevoegdheden gemeen y Senaatsbesluiten y Goedkeuring keizerlijke wet p p arrets de reglement goedkeuring koninklijke wet = droit denregistrement en droit de remontrance (cq inschrijving en becommentariseren)

36

Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

De Franse koning stond dubbelzinnig tegenover het Romeinse Recht y Hij bediende zich van de spitsvondigheden van het geleerde recht om zijn macht een theoretische grondslag te geven (De koning hoeft geen meerdere boven zich te kenen anders dan de paus) y Hij toonde zich afkerig tegen het Romeinse recht als ius commune omdat hij elke schijn wilde vermijden zich te buigen voor de pretenties van de Roomse keizer (en de Duitse opvolgers)

De parlementen waren bang voor de pretentie van rechtseenheid die uit ging van het Romeinse recht Zij waren geen voorstander van de unificatie van het recht want dat zou hun afzonderlijke bestaansrecht aantasten. Hierin staan ze lijnrecht tegenover de koning die gebaat was bij de eenwording van het recht als sluitstuk van het centraal en absoluut geregeerde koninkrijk. De verschillende koningen hebben dan ook nooit een volledige rechtseenheid tot stand weten te brengen. Tot aan de verlichting toen de filosofen het idee van een nationale codificatie omarmden alleen met een ander motief nl het onrecht dat door de rechtsversnippering werd teweeggebracht.

Domat:

Zette zich in voor het natuurrecht door zich in te zetten om uit de wanorde van de wetgeving van Justinianus de eeuwige regels van het natuurrecht te halen en deze te ordenen. Het Romeinse recht werd alleen maar geacht te zijn gerecipieerd voor zover het de toets van een natuurrechtelijke kritiek kon doorstaan Wilde de Coutume de Paris als het gemene recht van Frankrijk ontleende zijn denkbeelden aan het Romeinse rechtsstelsel Wilde de wereld verbeteren door alle irrationele elementen eruit te verbannen; zag het onrecht dat door de rechtsversnippering werd teweeggebracht. Meer dan 500 coutumes verdelen het rijk in even zovele volkeren. De L esprit de Lois Rechtsongelijkheid is te beschouwen als de afspiegeling van de verscheidenheid van het Franse volk

Hugo de Groot en Domat: BourJon: Pothier Voltaire (Arouet)

Montesquieu (Secondat)

De grootste invloed op de Code Civil hadden

Pothier Domat Bourjon

De Belangrijkste schrijver was

Portalis

37

Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Mos Gallicus versus Mos Italicus

Mos Gallicus Franse bestuderingwijze van het Romeinse recht. Historische literaire wijze van uitlegging van het Romeinse recht Jacques Cujas Bartolisten werd verweten dat zij niet goed latijn en in het geheel geen Grieks kenden; de tekst waarop zij hun geleerde commentaren hadden gebouwd waren dikwijls een andere dan zij steeds uit de vulgaatschriften (standaardteksten) hadden aangenomen; De oude Romeinen hadden met de tekst iets heel anders betoogd dan de Italianen Francois Hotman schreef Antitribonianus en deed hiermee een aanval op het Latijn van Justianus zelf en diens wetgeving (Tribonianus was lid van de commissie die de eerste Codex samenstelde en haalde de keizer over tot de codificatie van de juristengeschriften in de Digesten) Holt de Justiniaanse wetgeving van binnen uit Mede de wegbereiders voor een nationale codificatie samen met de aanhangers van het natuurrecht en de verlichting zoals Voltaire en de juristen die aan de coutumen de voorrang gaven zoals Bourjon en de koning die aan de pretenties van de Rooms Duitse keizers wilde ontkomen met de stelregel De koning is Keizer in zijn rijk Mos Italicus Italiaanse bestuderingwijze van het Romeinse recht Juridische wijze van benadering Toepassing door een ruime interpretatie van het corpus Iuris op de moderne praktijk Bartolus van Saxoferrato De Jurist verweet de humanist (Franse school) aan het Latijn als volkstaal de doodsteek te hebben gegeven. De humanist mocht dan precies op de hoogte zijn van water in het oude Rome als recht gegolden had, hij had voor de behoeften van de eigen tijd geen oor en oog

38

Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Revolutie Totstandkoming Code Civil - in het licht van de voornaamste politieke gebeurtenissen 1 oktober 1791 10 augustus 1792 24 juni 1793 22 augustus 1795 13 december 1799 18 mei 1804 6 april 1814 constitutionele monarchie republiek schrikbewind directoire consulaat keizerrijk

1788

Lodewijk XVI

Riep een bijzondere zitting Staten Generaal = buitengewone Standenvergadering bijeen om een dreigend bankroet af te wenden Eerste Stand = adel; Tweede Stand = geestelijkheid; Derde Stand = burgerij die met een dubbel aantal mochten komen q Verkiezingen voor de afvaardiging naar de vergadering in Versailles Brochure van abb Siys die pleitte uit naam van de Natuur voor afschaffing van de privileges en voor overwicht van de Tiers Etat (burgerij) Cahier de dolances = brieven waarin de grieven en wensen waren opgetekend vanuit elk dorp/streek en die voorafgaand aan de vergadering naar de koning werden gestuurd. Gaven de koning een goed inzicht in de verlangens van de bevolking zodat hij hier rekening mee kon houden sprak zich uit y voor een geschreven grondwet y voor vereenvoudiging en optekening van civiel recht y voor bescherming van eigendom y voor bescherming tegen rechterlijke willekeur

Cahier van Autun

39

Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Van absolute naar contitutionele monarchie Vr 1789 1789 - 1791 Driot Divin > God Gezag Koning; volledig gezag

De derde stand mocht met een dubbel aantal mensen komen; de vraag ging toen op of iedere stand afzonderlijk moest vergaderen en stemmen of stemde men hoofdelijk q De derde stand scheidde zich af tot Assemble Nationale constituante (constituerende Nationale Vergadering) met als doel tot een geschreven grondwet te komen

20 juni 1789

Men legde op de kaatsbaan van Versailles de eed af niet eerder uiteen te gaan dan nadat er een grondwet zou zijn opgesteld die zou zijn verankerd in deugdelijke grondslagen q Voordat zij aan uitwerking toekwam concentreerde zij zich op de Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger nadat de adel zelf de feodaliteit had afgeschaft q Dclaration des droit de lhomme et du citoyen onder leiding van de markies de la Fayette y beinvloed door de Declaration of Independence en the Bill of Rights y bevat de verlangens van de Cahiers de doleances o vrijheid met haar grondslag en grenzen in de wet o nulla poena-beginsel o onschendbaarheid van eigendom (Talleyrand) o machtenscheiding (Montesquieu) o souvereiniteit niet aan een persoon maar aan een natie (Jean Jacques Rousseau)(One body politic) zorgt voor rechtseenheid o gelijkheid van de burgers voor de wet (Rousseau) y heeft model gestaan voor de Proclamatie der rechten van den Mensch en van den Burger uit 1795

1791

De eerste grondwet maakte Frankrijk tot een constitutionele monarchie

40

Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Van monarchie naar republiek (schrikbewind) 1791 - 1793 Assemble Legislative (wetgevende instantie) nam haar taak serieus en nodige iedereen uit hun ideen te geven over een nieuw burgerlijk wetboek. Verder dan dit initiatief zijn ze niet gekomen door de politieke ontwikkelingen. q 10 augustus 1792 Koning werd geschorst omdat hij te vaak van zijn vetorecht gebruik maakte; q Radicale veranderingen bij het uitroepen van de Republiek o Assemblee werd Convention genoemd o 22 september 1792 werd de eerste dag van het jaar I o er werd een nieuwe kalender ontworpen met een nieuwe jaarindeling, een week bestaande uit tien dagen (decade) en nieuwe namen voor de maanden. o Natuurlijk waren er op deze kalender geen christelijke feestdagen of dag des Heren te vinden. o Het Christendom werd afgeschaft en zijn eredienst werd vervangen door die van de Rede (Culte de la Raison) met in plaats van God het Opperwezen en met de Notre Dame als Temple de la Raison. o Op de vierde dag van I werd de (eerste) Republiek uitgeroepen, nadat de koning was afgezet. 25 sept 1792 de eerste Republiek werd uitgeroepen nadat de koning was afgezet door de Jacobijnen (oppositie die in de kerk van St Jacob vergaderden) en uiteindelijk ter dood veroordeeld q 24 juni 1793 De Convention maakte een nieuwe republikeinse Grondwet die enkel gold in tijd van vrede, maar het was oorlog. Onder leiding van Robespierre werd uit naam van de Deugd in het schrikbewind duizenden mensen de dood ingejaagd. Hij wilde Frankrijk zuiveren van alle corrupte elementen om daarna een Nieuwe Reine Samenleving te beginnen

Van Schrikbewind naar Directoire 1793 - 1795 Het eerste ontwerp van de Code Civil van de hand van Jean Jacques Rgis de Cambacrs (zijn 3 ontwerpen liepen steeds achter de feiten aan) Hij was voorzitter van de commissie (en onder Napoleon de tweede Consul in de Staatsraad die de uiteindelijke tekst samenstelde) q Het eerste ontwerp vonden de Jacobijnen te ingewikkeld, lang en te traditioneel. Het tweede ontwerp was filosofisch doortrokken van raison, nature en libert maar toen was Robespierre met de Jacobijnen gevallen. De nieuwe gematigede conventie vond het ontwerp te radicaal en te kort Toen het derde ontwerp klaar was was echter de nieuwe Conventie ontbonden41Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

en vervangen door twee wetgevende vergaderingen (De Raad er Ouden en die der Vijfhonderd) en door een uitvoerend lichaam bestaande uit vijf personen en bekend onder de naam Directoire Er was nog een vierde ontwerp van Jacqueminot die het ook niet heeft gehaald y Iedere grondwet begon steeds met een verklaring van de rechten van de mens y De grondwetten werden steeds door de politieke gebeurtenissen achterhaald y Aan de regeling over de echtscheiding kan met het revoltionaire gehalte van de ontwerpen afmeten y Ook de code van Napoleon kent de echtscheiding en hijzelf zou om dynastieke redenen van deze mogelijkheid gebruik maken om zijn kinderloos gebleven huwelijk met Josphine de Beauharnis te beindigen en trouwt met de Oostenrijkse Marie-Louise van Habsburg

Van Directoire naar Consulaat 1795 - 1799 Ook de Directoire heeft zijn grondwet nooit afgekregen door de staatsgreep van 9 november 1799. De nieuwe staatsinrichting spiegelde zich aan die der Romeinse republiek met y consuls (3 ipv 2) die de uitvoerende macht uitoefenden, y een senaat die senatusconsulten uitvaardigde en y honderd tribunen die de stem van het volk vertegenwoordigden De eerste consul = generaal Napoleon Bonaparte De tweede consul = Jean Jacques Regis de Cambacrs

Van Consulaat naar keizerrijk 1799 - 1804 Kerstmis 1799 treedt de consulaire Grondwet in werking die volgens de woorden van Bonaparte zelf het einde van de Revolutie betekende. Hij benoemde een commissie van vier personen (juristen) die de ontwerpers werden van de Code Civil y Denis Francois Tronchet y Felix Bigot Preameneu y Jean Etienne Marie Portalis (belangrijkste redacteur) y Jacques Maleville Maakten in 4 maanden tijd het ontwerp van de Code Civil42Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

In het beste deel van de Discours prliminiaire (begeleidend schrijven bij de indiening van het ontwerp wetboek) rekent Portalis af met een aantal hoog gespannen verwachtingen q y De verwachting dat de codificatie alles zal regelen y Dat de codificatie voor iedereen, ook voor de gewone man begrijpelijk zal zijn y De verwachting dat de rechter niet meer zou hoeven interpreteren y De rechter moet geen wetgever willen zijn en de wetgever geen rechter Portalis beschouwt zijn Code als een mengeling van Romeins recht (Pothier) en gewoonterecht (Bourjon), gegoten in de systematiek van het natuurrecht (Domat); aan dit mengsel is een scheut ordonnantinrecht toegevoegd en een scheutje revolutierecht. Het natuurrecht heeft de grootste invloed gehad op de Code.

Het ontwerp werd voor commentaar gezonden naar de Hof van Cassatie en naar de gerechtshoven en vervolgens besproken in de Staatsraad, voorgezeten door Napoleon, die uiteindelijk de tekst vaststelde. q Werd opgedeeld in verschillende voorstellen en doorgestuurd naar het Tribunaat p mochten goedkeuren of afstemmen maar niet veranderen q Zagen zichzelf als de tribunen van het oude Rome met hun vetorecht Vertraagden het proces De politieke tegenstanders verwierpen het ene deelvoorstel na het andere op politieke gronden q Napoleon trok alle voorstellen in en liet de tribunen vervangen worden en zorgde ervoor dat bij deze verkiezingen de tegenstanders niet terugkeerden De voorstellen werden in vlot tempo als deelwetten aangenomen q 1804 De 36 verschillende deelwetten konden aaneengesmeed worden tot de Code civil des Francais

43

Boek of geschrift Latijnse term

Rechtsgeschiedenis 1

Codificatie

Twee vraagstukken bij de invoeringswet I. vanaf welk tijdstip zou een opgenomen artikel gelding hebben p de Code is strikt genomen een bundeling van afzonderlijke wetten die elk haar dagtekening en de daaraan verbonden rechtskracht behouden hebben men was het er overeens dat de Code Civil de rechtskracht ontnamen aan soortgelijke bepalingen uit oudere rechtbronnen, maar hoe zat het met oude beplaingen die niet werden teruggevonden in de Code Civil a. Maleville p regelen met een rechtsregel b. Cambacrs p rechtskracht aan oude wetten laten behouden als zij niet in de Code Civil waren geregeld c. Bigot p zo blijft toch de rechtsverscheidenheid bestaan en dat was niet de bedoeling Cambacrs heeft zich laten overtuigen en werd de invoeringswet voorzien van het afschaffingsartikel om verwarring te voorkomen en duidelijk te maken dat alle oude wetten hun rechtskracht verliezen.

II.

Op 21 maart 1804 (eerste lentedag) werd de Code Civil des Francais een feit tot op de dag van vandaag.

Het bestaat uit 3 boeken: I = personenrecht II en III = vermogensrecht Het keizerrijk 1804 - 1814 Napoleon Bonaparte wilde een erfelijke dynastie stichten en zou na 1000 jaar het rijk van Karel de Grote, dat zich over geheel West-Europa had uitgestrekt, voortzetten en zich daarom tot keizer laten uitroepen. q Voor deze ceremonie heeft hij de paus (Pius VII) naar Parijs laten komen omdat een keizerskroning zonder het hoofd der Romeinse kerk niet denkbaar was. Napoleon zorgde er echter wel voor dat er geen toekomstig conflict tussen kerk en staat kon uitbreken over de vraag wie van beide machten de voorrang had. Hij zette zichzelf en daarna zijn vrouw de kroon op, zodat hij hem niet ontvangen had van de kerk q Keizer Napoleon, Empereur des Francais q Op 28 mei 1805 ook Koning van Itali. q44Boek of geschrift Latijnse term

Rec