NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER •...

28
• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2 • mei 2007 AANTAL GEVALLEN EUTHANASIE STERK GEDAALD

Transcript of NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER •...

Page 1: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER

• KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN

RelevantNVVE • nummer 2 • mei 2007

AANTAL GEVALLEN EUTHANASIE STERK GEDAALD

Page 2: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

RUBRIEKEN 7 COMMENTAAR 14 KORT 16 RELEVANTE KWESTIES 19 BRIEVEN

22 IN BEELD 24 NVVE NIEUWS 26 HET BUREAU 26 DIENSTEN

4 De Stoel van GodActieve levensbeëindiging bij kinderen is een controversieel

onderwerp. De Zwolse kinderarts Paul Brand geeft in zijn

debuutroman op aangrijpende wijze inzicht in de overwegingen

van een arts rondom levenseindiging bij kinderen.

8 Evaluatie euthanasiepraktijkLang is er naar uitgekeken: het vierde evaluatierapport naar de

euthanasiepraktijk in Nederland, waarbij voor het eerst ook het

functioneren van de euthanasiewet werd onderzocht. Het onder-

zoek is heel positief ontvangen, maar nadere beschouwing leert

dat de praktijk nog niet rooskleurig te noemen is. Feiten, cijfers

en een kritisch verslag.

12 Waar staat de NVVE in 2015?Het bestuur van de NVVE heeft zich in het afgelopen jaar inten-

sief gebogen over de vraag wat de vereniging gaat doen tussen

nu en 2015. Dit heeft geleid tot de concept-visienota Perspectie-

ven op waardig sterven. Een samenvatting en reactie van NVVE-

voorzitter Eugène Sutorius.

17 Voor en na de euthanasiewetLang voordat er een euthanasiewet was maakte Adelbert

Josephus Jitta als officier van justitie al afspraken met artsen

over euthanasie. Met de huidige euthanasiewet is hij niet blij:

‘Ik zou graag zien dat de wet gerepareerd wordt: terug naar de

oorspronkelijke criteria die ook ruimte boden aan oude mensen

die verdere aftakeling niet willen meemaken.’

21 Jaarverslag toetsingscommissiesHet aantal meldingen van euthanasie en hulp bij zelfdoding is in

vergelijking met eerdere jaren ongeveer gelijk gebleven. Slechts

in één geval oordeelde de toetsingscommissie dat een arts niet

overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen had gehandeld.

Landelijk voorzitter Reina de Valk wil wel dat artsen nog eens

gewezen wordt op de regels die gelden voor palliatieve sedatie.

Relevantis een uitgave van deNederlandse Verenigingvoor een Vrijwillig Levens-einde en verschijntviermaal per jaar

mei 2007jaargang 32, nummer 2

RedactieadresRelevant, Postbus 753311070 AH Amsterdam tel. 020 - 620 06 90fax 020 - 420 72 16e-mail [email protected]

EindredactieMarleen Peters

BureauredactieRonald van Rheenen

RedactieHans van DamLeo EnthovenWalburg de JongAnja KrabbenMarleen SwenneFred Verbakel

FotografieCharlotte Bogaert

VormgevingKees Wagenaars, Breda

DrukHollandia Printing,Heerhugowaard

Oplage90.000

AbonnementRelevant is gratis voorleden. JaarabonnementNederland voor niet-leden € 10. Overige landenop aanvraag

Gesproken versieVoor mensen met eenleeshandicap is Relevantop cd-rom verkrijgbaar.Aanvragen via het bureauvan de NVVE

AdvertentiesAcquire Media, Leen WeijsMarconistraat 1c8013 PK Zwolle tel. 038 - 460 63 84, fax038 - 460 63 18, [email protected]

CopyrightNVVE, AmsterdamOvername van artikelen is toegestaan mits metbronvermelding en inoverleg met de redactie

ISSN 1381-2866

INHOUD

Relevant 2/2007

Page 3: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

MAKEN WE VORDERINGEN?Het nieuws rondom euthanasie is de laatste weken bepaald doorfeiten en cijfers. Met als hoogtepunt het vijfjarig grootschaligeevaluatieonderzoek naar de medische praktijk van euthanasie inNederland. (Op die evaluatie hebben wij gewacht, reden waaromRelevant later verschijnt.) Andere feiten en cijfers kwamen vanpsychiater Chabot die promoveerde op een onderzoek naar wathij “auto-euthanasie” noemt, eenvoudig gezegd: zelf een eind aanhet leven maken door te stoppen met eten en drinken of door hetinnemen van medicijnen die iemand op de een of andere manierheeft verzameld. Ten derde was er daags voor het ter perse gaanvan dit nummer het Jaarverslag 2006 van de Regionale toet-singscommissies euthanasie. De meeste aandacht is uitgegaan naar het grootschalige eutha-nasieonderzoek onder artsen. Nieuws was dat het aantal eutha-nasiegevallen is gedaald van 3500 in 2001 naar 2300 in 2005en dat het percentage meldingen is gestegen van 54 procent in2001 tot 80 procent in 2005. Er is dus geen sprake van een “hel-lend vlak”, zoals christelijke politieke partijen en actiegroepenhadden voorspeld. Hopelijk dringt dit ook in het buitenland en hetVaticaan door: in Nederland is het niet gevaarlijk om oud en ziekte worden. Naast deze spraakmakende cijfers biedt het onder-zoek ook veel boeiende gegevens die vragen om kritische aan-dacht. Relevant doet dat in dit nummer. Voorbarig is in elk gevalde conclusie dat de ontwikkelingen rondom euthanasie positiefzijn omdat euthanasie minder voor komt. Want een daling hoeftniet positief te zijn. Als die deels zou bestaan uit ten onrechte ge-weigerde verzoeken, is het beeld helemaal niet positief. Weinig aandacht is er in het onderzoek voor de euthanasiever-zoeken die niet zijn ingewilligd. En helemaal onduidelijk blijft water met die mensen is gebeurd. Een aantal mensen zal zelf wegengaan zoeken. Psychiater Chabot onderzocht enkele van die ver-borgen wegen naar de dood en komt op het hoge aantal van4400 mensen die dat jaarlijks zelf doen. Velen kiezen voor stop-pen met eten en drinken. Een vaak loodzware weg die wel ietszegt over hoe mensen hun lijden ervaren. Anderen verzamelen pil-len die ze al of niet met list en bedrog bij de dokter “lospraten”.Toch zouden we mensen niet moeten willen uitleveren aan deuitwegen waarop Chabot wijst. Liever dan een aanbeveling om pil-len te verzamelen of zichzelf te verhongeren en verdorsten terwijlhet lichaam daar vaak nog niet aan toe is, past een appèl richtingartsen om zich te realiseren wat een weigering van euthanasie te-weeg kan brengen.Het Jaarverslag 2006 van de Regionale toetsingscommissiestenslotte laat zien dat euthanasie in het algemeen zorgvuldig ge-beurt. Inderdaad, vaak wordt gemeld. De commissies ontvingenin 2006 ruim 1900 meldingen. De commissies verdiepten zichook in moeilijke situaties en boden ruimte aan euthanasie die“aan de rand van de regeling” zit, bijvoorbeeld in zes gevallen vaningewilligde verzoeken van iemand in het beginstadium van de-mentie. Voorzitter Reina de Valk van de Regionale toetsingscom-missies signaleert de trend dat artsen hun patiënten ten on-rechte palliatieve sedatie aanbieden in plaats van in te gaan opeen euthanasieverzoek. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling waar-in patiënten geen recht wordt gedaan en die eens te meer noopttot voorzichtigheid om de ontwikkelingen rondom euthanasie po-sitief te noemen. Er is vordering, maar we zijn er nog lang niet. ■

3

12

17

4

REDACTIONEEL

24

8

Page 4: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

4

Relevant 2/2007

Page 5: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

5

Tijdens ons gesprek in het Zwolse ziekenhuis, zijnthuisbasis, ontpopt Brand zich als een dokter met eenrijk gevoelsleven, eerder bewogen dan wetenschappe-lijk. We praten over zijn eerste roman, bestemd vooreen breed publiek, en niet over een van zijn ruim hon-derd wetenschappelijke publicaties die doorgaansvooral bedoeld zijn voor deskundigen. Paul Brand (46) legt uit dat hij om drie redenen deroman De Stoel van God schreef over de levensbeëin-diging van een jongetje met taaislijmziekte (oftewelcystic fibrosis) een erfelijke ziekte waarbij de longengeleidelijk aan verwoest worden en de patiënt op denduur stikt. ‘Ik wilde een vorm vinden waarin ik konvertellen hoe een besluit tot euthanasie bij kinderentot stand kan komen. Daar zitten de verhalen van deouders, de dokter en natuurlijk het kind in. Ik wildeduidelijk maken hoe zij samen op zo’n punt kunnenuitkomen. Dat kon niet in een wetenschappelijke ver-handeling. Ten tweede leent een roman zich voor hetaanscherpen van de emotionele kant. Ten derde iseuthanasie bij kinderen strafbaar. Geen kinderarts zaldaarom zijn ervaringen met euthanasie bij kinderenpubliceren omdat hij dan het risico loopt op strafrech-telijke vervolging. Dat risico wil ík niet nemen. Het lijktme afschuwelijk om door te maken wat kinderartsTheo van Diepen, de hoofdpersoon in mijn boek, door-maakt. Ik heb de moed niet voor zo’n rechtzaak.’

Maar euthanasie bij kinderen beneden twaalf jaar isstrafbaar.‘Die leeftijdsgrens is arbitrair. Men heeft een grens wil-len trekken tussen wilsbekwaam en wilsonbekwaam.Maar kinderen met chronische levensbedreigendeziektes zijn veel jonger wilsbekwaam dan gemiddeldekinderen. Kinderen met zo’n nare ziekte worden veelsneller volwassen. Dat hoor ik van collega’s die wer-ken met kinderen met kanker en ik maak het zelf meebij kinderen met taaislijmziekte. Die kunnen hartstikkegoed meedenken, hartstikke goed verwoorden wat zewel en niet willen. Gek genoeg wordt in de praktijk welal aan de ondergrens van twaalf jaar gemorreld.

Bij baby’s vinden we dat onder heel bijzondere om-standigheden levensbeëindigend handelen moet kun-nen. Daarvoor hebben we het Groninger protocol ende commissie Hubben die de meldingen beoordeeltvan levensbeëindiging bij pasgeborenen. Ik snap nietdat er een vacuüm moet zijn tussen pasgeborenen enkinderen tot twaalf jaar. Daar vraag ik aandacht voorin mijn boek.’

Wat zou jij het parlement voorstellen als je morgenminister zou worden?‘De commissie Hubben bevoegdheden geven om álleeuthanasiegevallen bij kinderen onder de twaalf jaarte toetsen. Natuurlijk onder voorwaarde dat, zoals bijbaby’s begint te gebeuren, dokters ervan uit kunnengaan dat justitie niet zal vervolgen zolang het netjesen zorgvuldig gebeurt. Dus de wet zoals die voor vol-wassenen geldt ook voor kinderen toepasbaar makenmet dezelfde strikte zorgvuldigheidscriteria.’

Bij volwassenen vindt achteraf toetsing plaats. Zou jebij kinderen beneden de twaalf een commissie voorafkunnen laten toetsen?‘Dat kan een manier zijn om inzicht te krijgen in deomvang van het probleem. Hoe vaak komt een eutha-nasieverzoek bij kinderen beneden de twaalf voor?Hoe doen huisartsen en kinderartsen dit? Wat komenzij tegen? Bij kinderen wordt naar mijn mening evenzorgvuldig gehandeld als bij volwassenen. Een logischevolgende stap is de toetsing achteraf overnemen,zoals bij volwassenen. Ik zie geen principieel verschiltussen euthanasie bij volwassenen of bij kinderen.’

En als je gaat zakken met die leeftijd? Een kind vantien jaar, van acht, van vijf?‘Dan wordt het moeilijker om het kind mee te latenbeslissen op een manier waarop wij er als volwasse-nen graag over praten. Toch kun je in die gevallenmet de ouders tot een besluit komen dat recht doetaan wat het kind zou willen. Ook tegen kinderen vandie lage leeftijden moet je eerlijk en open zijn.’

Kinderarts en onderzoeker Paul Brand vindt het verkeerd dat kinderen beneden de 12 jaar buiten de eutha-

nasieregeling vallen. Dit kan volgens hem tot verschrikkelijke dilemma’s en drama’s leiden. Een voorbeeld

van zo’n drama beschrijft hij in zijn fictieve roman De Stoel van God, waarin een kinderarts het leven beëin-

digt van een jongetje met taaislijmziekte. ‘Kinderen met een nare ziekte worden veel sneller volwassen. Die

kunnen goed meedenken en hartstikke goed verwoorden wat ze wel en niet willen.’ Door Leo Enthoven

‘IK ZIE GEEN PRINCIPIEEL VERSCHILTUSSEN EUTHANASIE BIJ

VOLWASSENEN OF BIJ KINDEREN’

INTERVIEW

Page 6: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

6

Relevant 2/2007

Weten we hoe vaak het probleem zich voor doet?‘We weten hoeveel kinderen jaarlijks overlijden en erbestaat enig inzicht in de doodsoorzaken. Maar hoevaak een kinderarts op het punt komt, zoals bij hetjongetje in mijn boek, dat hij zou willen overwegenom dat proces actief te beïnvloeden, daar bestaangeen getallen over. Het speelt zich af in de illegali-teit. Een sterk argument om het te regelen is omdaarin duidelijkheid te krijgen. Waar praten we over,hoe groot is dit probleem?’

Is het realistisch te veronderstellen dat het een aantalkeren per jaar gebeurt maar artsen een natuurlijkedood melden?‘Ik ben ervan overtuigd dat jaarlijks enkele tot enkeletientallen gevallen van euthanasie bij kinderen in Ne-derland plaatsvinden die als natuurlijke dood wordengeboekt. Tragisch, maar begrijpelijk. De dokter moetkiezen uit drie kwaden: binnen de grenzen van de wetblijven maar tekortschieten, valsheid in geschrifteplegen of het met open vizier doen met het risico vanvervolging. Ik kan mij voorstellen dat collega’s vooroptie twee kiezen. In Zwolle kiezen we voor de eersteoptie, tenzij we vinden dat het echt niet anders kan.We hebben gezegd dat we daar dan als vakgroepachter gaan staan.’

Is het voorgekomen dat je voor je gevoel tekortge-schoten bent, omdat je binnen de grenzen van de wetwilde blijven?‘Neen, neen, neen. Het is altijd op een andere ma-nier gelukt, maar je schiet soms tekort. Dan praat jeover akelig en ondraaglijk lijden bij een kind dat jemaar zeer beperkt kunt beïnvloeden. Dat komt nietvaak voor, in een grote praktijk als de onze eens inde paar jaar. Als vakgroep hebben we het besluit ge-nomen dat wij het netjes willen doen en als wij afwij-ken van de wet doen we dat met open vizier en is heteen besluit van ons allemaal.

Wij hebben over een kind dat terminaal ziek was enernstig leed met het Openbaar Ministerie (OM) over-legd en gezegd: wij zitten met dit dilemma, help onsde grenzen aan te geven. Het OM hier was heelstrikt: de wet is de wet. Bij alles wat over de grensvan de wet gaat, zullen zij gerechtelijk vooronderzoekdoen en pas seponeren als daar harde gronden voorbestaan. Dat is een redelijk standpunt, maar je komtpas in beweging als beide partijen bereid zijn eenbeetje aan die grenzen te sjorren. Dat is in Groningengebeurd. Daar zijn kinderartsen en de officier van jus-titie met elkaar gaan praten. Hoe kunnen we netjesen zorgvuldig recht doen aan het recht op een waar-dig levenseinde, maar ook aan de wet? Zij hebbendat in een protocol weten te gieten. Ik vind dat bui-tengewoon knap. Onze vereniging voor kindergenees-kunde heeft dat overgenomen als leidraad. De com-missie Hubben is ingesteld om de wettelijke kant tebewaken. Als een kinderarts zich aan de zorgvuldig-heidscriteria houdt – die zijn exact hetzelfde als bijvolwassenen – en de commissie Hubben toetst dat,dan krijgt het OM het advies niet te vervolgen. Datwordt gezien als een zwaarwegend advies waarvande verwachting is dat het OM dat doorgaans zal op-volgen.’

Hoe is uw boek ontvangen?‘Positief. Menig kinderarts herkent veel dingen. Ande-re artsen vinden met name de aandacht voor demens achter de ziekte aardig en de gevoelslagen ach-ter het medisch handelen. Er is ook kritiek. Sommigemensen storen zich aan het gevloek in het boek. Datheb ik gebruikt om een reëel beeld te schetsen. Ineen emotioneel vak als dit wórdt gevloekt. Een twee-de punt van kritiek is dat een paar mensen Theo vanDiepen bijna evangelistisch vinden in zijn drift om eengoeie dokter te zijn. Daar kan ik mij iets bij voorstel-len. Hij is uiterst gedreven, legt het er dik bovenop.Zulke mensen roepen vaak wat irritatie op. Ik heb ergeen karikatuur van willen maken en volgens mij benik daarin geslaagd. Het derde is dat sommige mensen zich afvragen ofhet lijden van de jongen, Klaas, wel ernstig en on-draaglijk genoeg was om voor euthanasie in aanmer-king te komen. Een serieus punt. Ik heb het bewust zoneergeschreven dat het niet helemaal klip en klaar is.Ik ben blij met zo’n reactie, het moet borrelen en gis-ten, er moet discussie komen. Dat maakt precies deessentie uit: wat willen we regelen en wat niet, waarligt de grens. Dit zijn dingen waar dokters mee worste-len. Persoonlijk kan ik de keuze van Klaas, zijn oudersen van Theo wel verdedigen.’

Het moet voor ouders van kinderen met taaislijmziek-te of kanker vreselijk zijn om voor zo’n dilemma tekomen staan.‘Het is uiterst confronterend. Je weet dat je kindwaarschijnlijk eerder dood zal gaan dan jij. Dat is vre-selijk, maar het is de realiteit. Daar moeten die men-sen mee dealen, dat moeten ze onder ogen zien. Hetis mijn taak als dokter en als schrijver om daar netjesmee om te gaan en steun en begrip te bieden.’

‘Wij behandelen geen ziektes,

wij behandelen zieke mensen.

Die mensen komen bij de dokter

om hulp, niet de ziekte’

Page 7: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

7

VERRASSENDAls ik mijn commentaren van de laatste keren weereens door lees, sprak daaruit een grote vrees voorwat ons te wachten staat met een coalitie waarin deChristenUnie een belangrijke inbreng leek te gaankrijgen. Een vrees die naar mijn idee werd bewaar-heid in een slechts vierregelige paragraaf van het re-geerakkoord waarin de CU samen met CDA en PvdAhun samenleving en samenwerking uitdragen. Iksprak mijn zorg uit over een dreigende betutteling enhet ontstaan van een klimaat waarin euthanasie tenprincipale als verkeerd zal worden gezien. Een kli-maat ook waarin de internationaal zo geroemde Ne-derlandse transparantie op dit terrein verloren zougaan. Met als logische consequentie een verlagingvan de meldingsbereidheid van artsen. Want welkearts zou immers na een emotioneel belastende uit-voering van euthanasie, waartoe op verzoek van debetrokkene en na vaak langdurig en intensief overlegis besloten, nog het risico willen lopen om als ver-dachte van een misdaad te worden vervolgd?We zijn nu de eerste honderd dagen van BalkenendeIV voorbij. Ondanks de geruststellende reacties enbrieven van met name staatssecretaris Jet Busse-maker is het toch nog te vroeg de hiervoor genoem-de angst te dempen. Op dit moment is er veel te doen in Nederland overbeslissingen rond het levenseinde. En verrassendgenoeg moeten we daar wellicht juist diezelfde CUdankbaar voor zijn. Sinds de start van de onderhan-delingen die tot dit kabinet hebben geleid, hebbenbeslissingen rond het levenseinde meer dan ooit hetpolitiek en maatschappelijk debat gezicht gegeven(met uitzondering misschien van de periode rondomde parlementaire behandeling van de huidige eutha-nasiewet in 2000 en 2001). Kennelijk is de ortho-doxe en toch conservatief te noemen opstelling vande CU aanleiding geweest voor herbezinning op vra-gen die in vorige kabinetten en coalities werden af-gewimpeld. Dit vanuit de gedachte dat er nu wel ge-noeg over was gesproken of dat eerst de evaluatievan de euthanasiewet maar moest worden afge-wacht. Die herbezinning – ook (of juist) bij de PvdA –heeft voldoende stof voor ons als NVVE opgeleverd.Nog nooit is het ons na de invoering van de eutha-nasiewet gelukt de media of politiek blijvend te inte-resseren in een debat over de laatstewilpil. De poli-tiek gaf meer dan eens aan nu wel andere zaken aanhet hoofd te hebben. En nu: er gaat geen week voor-bij of het levenseinde, en dan vooral de keuzevrijheiddaarin, is onderdeel van het nieuws. En nog nooit,oud-voorzitter Jacob Kohnstamm wees mij daarop,heeft de pil van Drion expliciet in een regeerakkoordgestaan. Misschien is dat wel het verrassendst!In deze kabinetsperiode mag er geen experiment(debat dus wel lees ik) met de pil van Drion komen.In de volgende dus wel??

COMMENTAARRob Jonquière, directeur NVVE

7

De Stoel van God gaat over het eeuwige spanningsveldvan artsen tussen medische techniek en invoelbaar-heid. Houdt je boek een boodschap voor collega’s in?‘De eerste belangrijke boodschap in mijn boek is datuitzichtloos en ondraaglijk lijden óók bij kinderen voorkomt en dat we daar een goede oplossing voor moe-ten vinden. De tweede is dat een goede dokter veelaandacht heeft voor de mens achter de ziekte. Wij be-handelen geen ziektes, wij behandelen zieke mensen.Die mensen komen bij de dokter om hulp, niet deziekte. De aandacht moet uitgaan naar de mens, nietprimair naar de ziekte. Mijn boodschap is dat de dok-ter zich in dat spanningsveld móet begeven en hetniet uit de weg mag gaan. Als je praat over de juridi-sche grens is daar op dit moment bij jonge kinderenniet uit te komen. Ik hoop dat dit boek ertoe bijdraagtdat de beroepsgroep in beweging komt en zal zeggen“jongens er móet iets gebeuren!” En dat de politiekdat hoort en er iets mee doet. Ik hoop stilletjes datiemand zijn nek durft uit te steken zoals dokter Theovan Diepen in mijn boek. Er zijn uit het verleden metbetrekking tot euthanasie genoeg voorbeelden vandokters die de grenzen hebben durven verkennen endit hebben gemeld. Daar moet je heel dapper voorzijn.De ChristenUnie heeft zich nadrukkelijk uitgesprokentegen euthanasie en abortus, noem maar op. Metdeze partij in dit kabinet heb ik niet de hoop dat ditonderwerp hoog op de politieke agenda komt te staan.Tenzij de beroepsgroep en de maatschappij genoegkabaal weten te maken zodat de politiek er niet om-heen kan. Ook in christelijke kring zijn er mensen diehier minder streng over denken dan minister Rouvoet.Ik hoop van harte dat de ChristenUnie bereid is zichte verdiepen in het hoe en waarom van deze discussieen wil nadenken of dat aanleiding kan zijn haar stand-punt te herzien. Ik ben realist genoeg om te beseffendat die kans klein is, maar optimist genoeg om het tewillen proberen. Ik ben zelf gelovig maar ik kan het pri-ma rijmen. De religieuze kant vind ik niet de belangrijk-ste. Ik wil duidelijk maken dat we natuurlijk bij kinde-ren proberen het lijden draaglijk te maken maar datdat helaas niet in alle gevallen werkt. Er zijn kinderendie ondraaglijk lijden en waarbij wij dokters dat lijdenniet draaglijk kunnen maken. Dan moet je die laatstestap zetten.’ ■

Voor de recensie van hetboek De Stoel van God zie In Beeld pag. 22.

Page 8: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

Evenals voor de voorgaande onderzoeken die in 1990,1995 en 2001 in opdracht van het ministerie vanVolksgezondheid werden uitgevoerd naar de euthana-siepraktijk in Nederland, geldt voor dit onderzoek dathet niet anders dan eenzijdig kan zijn. Onderzocht ishet handelen van artsen en niet de ervaringen vanpatiënten (hoewel de NVVE daar uitdrukkelijk om heeftgevraagd). Met die eenzijdigheid is op zichzelf nietsmis, mits die maar duidelijk blijft. Veel krachtiger danverantwoord presenteren veel media de onderzoeks-resultaten als de waarheid over de euthanasiepraktijk.Maar dit onderzoek schetst slechts een deel van dewaarheid en ook nog het minst belangrijke deel. Decruciale vraag of patiënten in hun verlangen naar dedood recht wordt gedaan, c.q. de geëigende hulpkrijgen, blijft onbeantwoord. Terwijl als het er op aan-komt, deze vraag in eerste en laatste instantie deenige is die er werkelijk toe doet.

Positief beeld?Het onderzoek vermeldt dat de resultaten een positiefbeeld van de praktijk opleveren. Het eerstgenoemdeargument hiervoor is de daling van het aantal eutha-nasiegevallen (van 3500 in 2001 naar 2325 in 2005).Maar een daling is op zichzelf niet positief. Nog altijdwordt tweederde van het aantal euthanasieverzoekenniet ingewilligd (twaalf per week). Stel dat nog altijd,of zelfs vaker, euthanasie op ondeugdelijke grondenwordt geweigerd, dan kan de praktijk moeilijk positiefworden genoemd. En de onderzoeksresultaten gevenaanleiding voor ondeugdelijke weigering. Een voor-beeld: 25 procent van de artsen meent (ten onrech-

te!) dat volgens de wet euthanasie alleen in de ster-vensfase mag en zal dus een verzoek afwijzen vaniemand die niet in de stervensfase verkeert. Kortom,het oordeel dat een daling van het aantal euthanasie-gevallen positief is, is wel erg voorbarig.

Vertekend beeldEen van de hoofdonderzoeksvragen is het aantal keerdat euthanasie wordt toegepast en hoe vaak artsendit melden. Helaas is het onderzoek juist op dit zocruciale punt verwarrend en creëert het vrijwel zekereen vertekend beeld van de realiteit. Uitgangspuntvan onderzoek is wat artsen zélf bestempelen alseuthanasie, maar tegelijkertijd voegen de onderzoe-kers daar hun eigen oordeel in over wat zij op grondvan ingevulde vragenlijsten als euthanasie zien. Hierontspoort het onderzoek. Een cruciaal punt is dat devraagstelling een afwijkende omschrijving van euthana-sie omvat (dat gebeurde ook al in het onderzoek in2001 en ook toen is in reacties daarop gewezen). Deofficiële en ook wettelijke omschrijving is dat euthana-sie levensbeëindigend handelen is, en die definitiewordt ook vermeld. De centrale onderzoeksvraag aanartsen is echter of zij wel eens middelen hebben toe-gediend met het uiteindelijke doel het levenseinde tebespoedigen. Dat is verwarrend. De consequentiesreiken ver. Want diezelfde uitdrukking “levenseinde be-spoedigen” komt ook terug in de vragen over toedie-ning van pijnstilling en het stoppen met behandelen.In de vraagstelling wordt dan onderscheid gemaakt ofartsen deze beslissing hebben genomen “rekeninghoudend met bespoediging van het levenseinde”, of

8

Op 10 mei werd het vierde onderzoek naar de euthanasiepraktijk in Nederland gepresenteerd. Het onderzoek

werd positief ontvangen, vooral omdat het percentage meldingen van euthanasie sterk is gestegen. Maar wie

inzoomt op de resultaten stuit op misstanden en onvolkomenheden en de uitkomsten stellen bepaald niet

gerust. Een kritische analyse. Door Hans van Dam en Marleen Peters

EVALUATIE EUTHANASIEPRAKTIJK

Relevant 2/2007

ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJKROEPT VEEL VRAGEN OP

Page 9: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

9

WISSELING

“mede met het doel het levenseinde te bespoedigen”of “met het uitdrukkelijke doel het levenseinde te be-spoedigen”. Afgezien nog van de vraag of artsen bijal deze verschillen werkelijk iets verschillends hebbengedacht, wordt door het gebruik van deze formulerin-gen ook bij wat geen euthanasie is (pijnbestrijding enstoppen van behandeling) in de sfeer van euthanasiegetrokken. En daar waren we door een eenduidige de-finiëring van euthanasie nu juist vanaf. Terecht, wantbij stoppen met behandelen wordt afgezien van pogin-gen het leven te verlengen.

Toediening morfineIn het verlengde hiervan ligt de tweede verwarring: hetonderzoek vermeldt dat in 18 procent van de gevalleneuthanasie is toegepast door het toedienen van morfi-ne (specialisten zouden dat zelfs in 60 procent vande gevallen doen!) Maar daar zeggen de onderzoekersonmiddellijk bij dat niet zeker is of de dood werkelijkdoor de morfine is ingetreden. Kortom, deze gevallenworden wel als euthanasie geboekt, maar zijn tegelijkniet zo zeker. Verwarrend en merkwaardig. Vooral om-dat euthanasie met morfine heel moeilijk is en bijnanooit lukt. De recente richtlijn palliatieve sedatie vande artsenorganisatie KNMG spreekt hierover duidelij-

ke taal: (Te) hoge doseringen morfine leiden vaak weltot sufheid, maar niet altijd tot verlies van bewustzijn.Therapeutische doseringen van opioïden (dat wil zeg-gen doseringen van sterke middelen die afgestemdzijn op de mate van pijn of benauwdheid) leiden naaralle waarschijnlijkheid in het geheel niet tot verkortingvan het leven, ook niet als er sprake is van hoge do-seringen. Met morfine beëindig je dus het leven niet(tenzij met een plotselinge enorme overdosering, maarhet onderzoek laat niet zien dat dit gebeurt). Dus eendeel van wat in het rapport euthanasie wordt genoemd,kan dat niet zijn. Het onderzoek vermeldt ook dat vrijwel alle artsen detoediening van morfine zelf geen euthanasie noemenen het daarom niet als euthanasie hebben gemeld.Slechts in 2 procent van morfinetoediening meldenartsen dat als euthanasie. En dat getal komt opval-lend genoeg overeen met het onderzoekgegeven datin twee procent van de gevallen meer morfine wordtgegeven dan nodig is om de klachten te bestrijden.Mogelijk dekken die twee gegevens elkaar.Het onderzoek houdt voor euthanasie wat dat nietis of zelfs niet kan zijn. Zo ontstaat een hoger aantaleuthanasiegevallen dan er in werkelijkheid plaatsvindten een lager meldingspercentage. Wat die melding be-treft: als artsen de gebruikelijke euthanasiemiddelengebruiken en dus euthanasie verrichten zoals de wetdat bepaalt, dan melden ze dat in 99 procent van degevallen! En wie “onnodig” hoge dosering morfinegeeft met de dood als gevolg, meldt dat vermoedelijkook, zie de 2 procent hierboven. Conclusie: waarschijn-lijk komt euthanasie nog minder voor dan het onder-zoek stelt en is de melding vrijwel 100 procent.

Palliatieve sedatieEen opvallend gegeven is dat het aantal euthanasie-gevallen met 1200 is gedaald en het aantal mensendat palliatieve sedatie (in diepe slaap brengen) krijgtmet 1200 is toegenomen. Dat lijken communicerendevaten. Belangrijker is wat dit zegt. Meer mensen dieper saldo niet voor euthanasie kiezen maar genoegennemen met sedatie? Dat is lang niet zeker. Zo vrijblijkt die keuze niet altijd te zijn. Onverbloemd zegteen arts in het onderzoekverslag over zijn voorkeurvoor sedatie: “[…] maar je overtuigt er iemand tochmin of meer van dat er een alternatief voor euthana-sie is.” En een ander, verpleeghuisarts: “Een patiëntvraagt je om euthanasie en dan zeg ik: ik pas lieversedatie toe.” Euthanasie is iets heel anders dansedatie en daarom kunnen ze elkaars alternatief nietzijn. Wie sedatie toestaat, accepteert in bewusteloos-heid te leven tot de dood intreedt, wie euthanasievraagt, wil dat niet. In beeldspraak: sedatie helptiemand door de laatste bocht heen, euthanasie snijdtde laatste bocht af.

OnwetenheidEen zuivere praktijk begint met goed op de hoogte zijnvan de regels. Bijna alle artsen (92 procent) zeggendat ze voldoende zijn geïnformeerd over euthanasie.Helaas valt dat tegen. Bij de toets middels stellingenvallen veel artsen door de mand. Bijna de helft van de

Page 10: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

artsen (44 procent) denkt dat euthanasie niet magals iemand wilsonbekwaam is maar wel een wilsbe-schikking voor die situatie heeft en 20 procent weethet niet. Bijna eenderde (28 procent) denkt dat detweede arts die geraadpleegd moet worden eenSCEN-arts moet zijn. En 64 procent is niet op dehoogte of heeft een onjuist idee over de regeling voor12- tot 16-jarigen en, zoals al gezegd, denkt 25 pro-cent dat iemand in de stervensfase moet zijn om vooreuthanasie in aanmerking te komen. Er is dus nogalwat onwetendheid over de euthanasieregeling. Hierbo-ven staat het ook al: tot hoeveel ongerechtvaardigdeweigering van euthanasie leidt dat? Veel woorden be-steedt het onderzoek er niet aan. De mogelijkheid vanonterechte weigering wordt een “reëel probleem” ge-noemd en als laatste aanbeveling wordt meer onder-zoek hiernaar bepleit. Voor het overige bepleit het on-derzoek dat in de voorlichting meer benadrukt moetworden dat artsen euthanasie mogen weigeren. Datis wat eenzijdig. In onderzoek naar het functionerenvan een regeling waarvan de onderzoekers zelf klipen klaar zeggen dat de patiënt geheel afhankelijk isvan de arts, zou wat meer kritische zin mogen wordenverwacht richting mogelijk misplaatste weigering vaneuthanasie. Artsen die zeggen dienstbaar te willenzijn aan hun patiënt, moeten een goede reden hebbenom een authentiek euthanasieverzoek te weigeren.

Richtlijnen instellingenEn dan is er het instellingsbeleid. Ongeveer eenderdevan de instellingen heeft geen beleidsstandpunt overeuthanasie. En ongeveer eenderde van de richtlijnendie zijn herzien na de inwerkingtreding van de eutha-nasiewet in 2002 is inhoudelijk strikter dan de wet.In bijna de helft van de richtlijnen (45 procent) staatniet dat een wilsverklaring het mondeling verzoek kanvervangen. In de helft van de richtlijnen wordt nietingegaan op de positie van verpleegkundigen en inslechts 70 procent van de richtlijnen staat dat alleende arts de euthanasie mag uitvoeren. Een kwart vande instellingen maakt hun beleid niet standaard be-kend aan artsen en verpleegkundigen en 40 procentook niet standaard aan bewoners- en patiëntenraden.En naar familie die er om vraagt ook slechts in 53procent van de gevallen. Dat is vragen om moeilijk-heden en misverstanden!

ToekomstInteressant zijn de beschouwingen van de onderzoe-kers over hoe nu verder. Hierin nodigen zij uit tot dis-cussie en dat is goed. Zij stellen echter voor om demogelijkheid te creëren dat de toetsingscommissieeen door hen goedgekeurde melding toch doorsturennaar de inspectie. Bijvoorbeeld als de consultatie nietvlekkeloos is gegaan of niet de juiste middelen zijngebruikt. Een vreemd voorstel, want dat verzwaart demeldingsprocedure (is het akkoord voor de toetsings-commissie, weet je als arts nog niet zeker of daar-mee de kous af is). Bovendien zijn er voor deze mis-sers andere oplossingen te bedenken, bijvoorbeeld door er meer aandacht aan te besteden in artsenop-leiding en/of de SCEN-arts medeverantwoordelijk te

maken – en deze dus ook te toetsen! – voor de juisteprocedure en finale uitvoering. Een tweede, positief punt is dat de onderzoekers demogelijkheid open houden dat in de toekomst anderstegen het begrip lijden wordt aangekeken. Zij schrij-ven: bijvoorbeeld doordat de notie van waardigheiddaarin een grotere betekenis krijgt. Precies wat deNVVE wil! Die toekomst kan niet snel genoeg dichter-bij worden gehaald. Zo rooskleurig is het beeld van depraktijk immers nog niet. ■

10

Relevant 2/2007

EUTHANASIEPRAKTIJKIN CIJFERS• In 2005 werd 2325 maal euthanasie toegepast, een

daling ten opzichte van 2001 toen 3500 maal eutha-nasie werd toegepast.

• Hulp bij zelfdoding werd door artsen in 2005 100 maalgegeven, tegen 300 maal in 2001.

• In 2005 werd door artsen 80 procent van de gevallenvan euthanasie en hulp bij zelfdoding gemeld bij deregionale toetsingscommissies.

• Wanneer artsen “typische euthanasiemiddelen” (zoalsbarbituraten en/of spierverslappers) gebruiken, is hetmeldingspercentage 99 procent. Wanneer zij morfinegebruiken meldt slechts 2 procent van de artsen dit.

• Het aantal gevallen van levensbeëindiging zonder uit-drukkelijk verzoek daalde van 950 naar 550.

• Palliatieve sedatie (het in een diepe slaap brengenvan de patiënt in de laatste levensfase) nam toe van8500 in 2001 naar 9700 keer in 2005.

• In 2005 zagen artsen 28.000 maal af van “potentieellevensverlengende handelingen” tegenover 21.300keer in 2001.

• 84 procent van de artsen heeft ooit een verzoek omeuthanasie of hulp bij zelfdoding op afzienbare ter-mijn gehad en 19 procent van de artsen heeft in 2005euthanasie toegepast.

• Van de artsen zegt 14 procent nooit euthanasie te zul-len toepassen en 1 procent zal daarbij ook niet door-verwijzen naar een andere arts.

• Ruim tweederde van de Nederlandse gezondheidszorg-instellingen heeft een schriftelijk beleidsstandpuntover euthanasie en hulp bij zelfdoding.

• Een kwart van de artsen heeft soms problemen met debeoordeling van de zorgvuldigheidseisen, met nameten aanzien van het lijden en het verzoek.

• De regionale toetsingscommissies vroegen in 6 pro-cent van de gemelde gevallen om een nadere toelich-ting van de behandelend arts of de geraadpleegdeconsulent. Het vaakst betrof dit de vraag of er sprakewas geweest van ondraaglijk lijden.

• Van alle artsen was 28 procent het (helemaal) eensmet en stond 28 procent neutraal tegenover de stel-ling dat hoogbejaarden die klaar met leven zijn in uit-zonderlijke gevallen in aanmerking kunnen komenvoor hulp bij zelfdoding.

• 47 procent van de artsen vindt dat iedereen het rechtheeft zelf te beschikken over zijn leven en dood.

Page 11: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

Bussemaker: ‘Artsen hebben in meerderheid aange-geven dat de wet hun rechtszekerheid heeft verbe-terd en bijdraagt aan zorgvuldigheid bij het levens-beëindigend handelen. Ik concludeer daaruit dat dewet op dit punt over het algemeen aan z’n doelstel-lingen en verwachtingen voldoet.’Opvallend noemde Bussemaker dat het meldings-percentage zelfs 99 procent is als artsen typischeeuthanasiemiddelen als barbituraten of spierverslap-pers gebruiken. ‘Maar dat neemt niet weg dat op ditmoment nog 20 procent van alle uitgevoerde gevallenvan levensbeëindiging op verzoek niet wordt gemeld.Reden om niet te melden is bijna altijd dat de artsvindt dat er eigenlijk vooral sprake is van verlichtingvan het lijden. Kennelijk is nog niet voor alle artsenduidelijk wanneer er precies sprake is van euthanasieen wanneer niet.’ Ook opvallend noemt ze dat per jaar slechts enkelekeren wordt geoordeeld dat een arts onzorgvuldigheeft gehandeld. ‘Dat zegt wel iets over het zorgvuldighandelen van artsen en ook over de conclusie dat dewet lijkt te voldoen. De daling van het aantal euthana-siegevallen, wat deels te maken heeft met de verbete-ring van de palliatieve zorg, sterkt mij in de overtuigingdat palliatieve zorg in ons land op een hoog peil staat.Maar het bestaan van palliatieve zorg, hoe mooi enbelangrijk ook, is in zichzelf geen reden om iemandeuthanasie te weigeren. In de eindfase van het levenis het aan de patiënt om in samenspraak met de artsvorm te geven aan het stervensproces. Euthanasiekan voor sommige mensen in overleg met de artsdan een waardig sluitstuk zijn.’ Hoewel er op onderdelen volgens de onderzoekersnog wel iets te verbeteren valt, voldoet de wet overhet geheel genomen aan de gestelde doelen. Wezen-lijke veranderingen in wet of beleid zijn volgens deonderzoekers dan ook niet nodig, Bussemaker: ‘Daarben ik uiteraard blij om. Want dat geeft aan dat deeuthanasiewet in zijn technische uitvoering adequaatis. Er is dan ook in Nederland geen sprake van een“hellend vlak” als het gaat om euthanasie en hulp bijzelfdoding. En de maatschappelijke steun voor de wetin ons land lijkt groot.’Later dit jaar komt er een kabinetsstandpunt waarinzal worden aangeven welke maatregelen er eventueelgenomen zullen worden naar aanleiding van de evalu-atie. De staatssecretairs denk daarbij onder andereaan meer scholing voor artsen en meer aandacht voorde euthanasiewet tijdens de artsenopleiding.

Mede namens minister Hirsch Ballin van Justitiewees Bussemaker er nadrukkelijk op dat de rege-ringspartijen in het coalitieakkoord hebben afgespro-ken dat de huidige euthanasiewetgeving en -praktijkongewijzigd zal blijven. ‘Het kabinet heeft dan ookgeen plannen om de wet of de uitvoeringspraktijk opcruciale onderdelen aan te passen. Maar als er opsommige punten nog iets te verbeteren of te verdui-delijken valt, dan zullen wij daar in een definitiefstandpunt zeker aandacht aan besteden.’ ■

11

Reactie staatssecretaris Jet Bussemaker op onderzoek euthanasiepraktijk:

‘EUTHANASIEWET VOLDOET AAN GESTELDE DOELEN’Staatssecretaris Jet Bussemaker (PvdA) zei, in een reactie op het onderzoek Evaluatie Wet toetsing levensbeëin-

diging op verzoek en hulp bij zelfdoding, de belangrijkste uitkomst te vinden dat 80 procent van de euthanasie-

gevallen wordt gemeld. ‘Dat is een duidelijke en wat mij betreft ook verheugende stijging van het aantal geregis-

treerde meldingen in 2005 ten opzichte van 2001.’

De evaluatie van de euthanasiewetwerd in opdracht van het ministe-rie van VWS en onder auspiciënvan ZonMw uitgevoerd door onder-zoekers van VU medisch centrum,Erasmus MC, AMC en UMC Utrecht. Het rapport is gratis te downlo-aden op www.zonmw.nl of tegenkostprijs (€ 8) te verkrijgen viahet secretariaat Evaluatie Regelge-ving ZonMw, tel. 070 - 349 51 72of mail [email protected].

Page 12: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

12

Naast de huidige activiteiten van de NVVE, waarvoorde vereniging zich onverkort zal blijven inzetten, zalin de komende jaren prioriteit komen te liggen bijdrie categorieën hulpvragers: dementen met eenwilsverklaring, chronisch psychiatrische patiënten enmensen die hun leven voltooid achten. (De volgordeis willekeurig, alle drie zijn ze even belangrijk.) In denota stelt het bestuur dat voor deze groepen hulpvra-gers het zelfgekozen levenseinde vrijwel buiten be-reik blijft. Artsen voelen zich om uiteenlopende rede-nen veelal niet vrij om in deze gevallen de dringendgevraagde stervenshulp te bieden. Bij gevorderdedementie omdat de patiënt niet meer wilsbekwaamis en niet meer lijkt te lijden aan zijn ziekte. De psy-chiatrische patiënt moet vooral behandeld worden enheeft vaak een nog relatief lange levensverwachting.En de hulpvrager die zijn of haar leven voltooid acht,is dikwijls niet ziek in strikte zin.

Verlies van waardigheidVoor de genoemde drie groepen hulpvragers moeteen nieuw te ontwikkelen en te onderbouwen criteri-um uitkomst gaan bieden: het onomkeerbaar verliesvan de persoonlijke waardigheid. De NVVE wil datniet langer ondraaglijk en uitzichtloos lijden hetenige en dominante criterium is voor het zelfgekozenlevenseinde, maar dat het waardigheidscriteriumhieraan wordt toegevoegd. In veel gevallen ligt hetverlies van persoonlijke waardigheid ten grondslagaan een verzoek om hulp bij het sterven. In 1984erkende de Hoge Raad in het Schoonheim-arrest ont-luistering en onwaardig sterven al als relevante fac-toren bij de beoordeling van een euthanasieverzoek.De NVVE heeft de Vrije Universiteit in Amsterdam op-dracht gegeven een groot sociaal-wetenschappelijkonderzoek te verrichten naar persoonlijke waardig-heid in het licht van het zelfgekozen levenseinde. Dehoop is dat de resultaten mede leiden tot de intro-ductie van waardigheid – naast het lijdensdrukcriteri-um – als nieuw criterium voor het zelfgekozen levens-einde.

Palet aan keuzesWaardig sterven is een zeer persoonlijke keuze. Erbestaat niet één beste manier van waardig sterven,dat kan elke vorm van vrijwillig levenseinde zijn. Devereniging kiest daarom in haar beleid voor eenbreed palet aan mogelijke keuzes aan het eind vanhet leven (voor zover die ons worden gegeven).

VISIENOTA NVVE

Tijdens de Algemene Ledenvergadering presenteerde het bestuur van de NVVE de concept-visienota Perspec-

tieven op waardig sterven. De nota geeft zicht op belangrijke vernieuwingen binnen de NVVE in de komende

jaren. Een grote rol hierbij speelt de introductie van een nieuw criterium: het zogenaamde waardigheidscri-

terium dat dezelfde status moet krijgen als ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Door Leo Enthoven

Bij ziekte en lijden zijn dat:• het natuurlijk beloop van het stervensproces af-

wachten• het staken of niet instellen van een niet (langer) zin-

volle medische behandeling, waarna het stervens-proces zijn natuurlijk beloop wordt gelaten

• onthouden van toestemming voor (verdere) medi-sche behandeling, waarna het stervensproces zijnnatuurlijk beloop wordt gelaten

• aanvaarden van palliatieve sedatie in de terminalefase

• zelf verkiezen om te stoppen met eten en drinkenteneinde te sterven

• verzoeken om hulp bij zelfdoding (aan een arts diedaartoe een drankje verstrekt)

• verzoeken om euthanasie (aan een arts die daartoeeen injectie of infuus geeft)

Bij een voltooid leven zijn dat:• kiezen voor zelfdoding met hulp van niet-medische

hulpverleners• kiezen voor zelfdoding zonder hulp van een ander

Voor de duidelijkheid: de vereniging zet zich alleen invoor het zelfgekozen en dus vrijwillige levenseinde.Daarom kan de NVVE zich principieel niet inzetten voorpersonen die nooit over een wil hebben kunnen be-schikken (zoals ernstig gehandicapte pasgeborenen)of voor personen die wilsonbekwaam zijn geworden(door coma of dementie) en hun wil nooit hebben vast-gelegd.

SpeerpuntenZoals gezegd zal de NVVE zich in de komende jarenmet kracht gaan inzetten voor het zelfgekozen levens-einde van dementen, psychiatrische patiënten enmensen die hun leven voltooid achten. De speerpun-ten van het NVVE-beleid voor de jaren 2007 – 2015ten aanzien van deze groepen hulpvragers worden inde nota als volgt samengevat:

Zelfgekozen levenseinde bij dementie• introductie van het waardigheidscriterium• benadrukken belang NVVE-wilsverklaringen• mogelijk maken van hulp bij zelfdoding na vroeg-

diagnostiek van dementie• verhogen bereidheid artsen om euthanasie te ver-

lenen aan gevorderd demente patiënten met eenwilsverklaring

• voeren van proefprocessen

Relevant 2/2007

WAAR STAAT DE NVVE IN 2015?

Page 13: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

13

Zelfgekozen levenseinde van psychiatrische patiënt• introductie van het waardigheidscriterium• verhogen van de bereidheid van psychiaters om

hulp bij zelfdoding te verlenen aan patiënten meteen chronisch psychiatrische stoornis

• ondersteuning bieden aan patiënten met een chro-nisch psychiatrische stoornis

Zelfgekozen levenseinde na voltooid leven• introductie van het waardigheidscriterium• vergroten van het maatschappelijk draagvlak voor

het zelfgekozen levenseinde na een voltooid leven• voeren van proefprocessen• uitvoeren van wetenschappelijk begeleide proefne-

ming met hulp bij zelfdoding na “voltooid leven”. ■

Pete

r de

Wit

‘De NVVE is er voor mensen aan het einde van hunleven die zelf de regie over dat einde willen hebben’,stelt NVVE voorzitter Eugène Sutorius in een toelich-ting op de visienota Perspectieven op waardig ster-ven. ‘Het is een ambitieuze nota geworden. Natuur-lijk maakt het bestuur een zeker voorbehoud metbetrekking tot ontwikkelingen die we niet kunnenvoorzien. Maar we gaan ermee aan de slag, metbehoud van al die dingen die we nu al doen.’

De nota richt zich met name op dementen, psychiatri-sche patiënten en mensen die hun leven voltooid ach-ten. ‘De laatste groep noemden we vroeger de “klaarmet leven” groep. De NVVE vraagt al jaren aandachtvoor hen. Deze mensen beschouwen de dood als eenaantrekkelijk perspectief. Daar hebben zij recht op vin-den ze en wij willen ons daarvoor sterk maken. De no-ta vermeldt geen leeftijdsgrens om straks eventueelvoor hulp in aanmerking te komen, maar misschienmoet die op 65 jaar liggen. Persoonlijk denk ik dat denormatieve criteria voor een voltooid leven in hoge ma-te onwaarschijnlijk zullen zijn bij jonge mensen. Hun le-vensinstinct is sterk. Het is wellicht leeftijdsdiscrimina-tie, maar dat is de pensioengerechtigde leeftijd ook!’Bij dementie gaat het om twee subgroepen, de vroegdementen en mensen met gevorderde dementie. ‘Ineen vroeg stadium van dementie betreft het personendie niet in totale dementie willen belanden, die zeggen“dat nooit”. Het vraagt moedige dokters om deze men-sen stervenshulp te geven. De NVVE kan hier helpen,bijvoorbeeld met proefprocessen. Bij gevorderde demen-

tie zou een geldige wilsverklaring recht moeten gevenop hulp. Maar artsen kunnen het niet opbrengen omiemand dood te maken die is weggezakt in volledigedementie. Hier is nog een lange weg te gaan, vrees ik.In Nederland is een kleine groep chronisch psychiatri-sche patiënten, een paar honderd mensen denkenwij, die afgrondelijk lijdt. Ze zijn uitbehandeld en vor-men een buitengewoon moeilijke categorie. Psychia-ters hebben geen oplossingen. Die werken dikwijlsal met hun rug tegen de muur. Nu vragen we hunook nog om patiënten te helpen sterven.Introductie van het criterium onomkeerbare verliesvan de persoonlijke waardigheid kan voor deze driecategorieën uitkomst bieden. Ieder individu bepaaltzijn of haar persoonlijke waardigheid. We gaan daar-over met deskundigen praten, niet alleen met artsen,maar ook met ethici en met anderen die over “sterf-beddeskundigheid” beschikken, zoals verpleegkundi-gen. Daarbij moet wetenschappelijk onderzoek echthouvast bieden. Wij denken dat voor veel mensenhet verlies van waardigheid essentieel is bij terminalebeslissingen. Waardigheid ligt buiten het medischedomein. Zoals artsen nu ondraaglijk en uitzichtlooslijden toetsen, zijn het straks wellicht ethici die hetverlies van waardigheid gaan toetsen.Onze nota is een mooi en interessant document,denk ik. En er is geen betere tijd dan deze om ermeenaar buiten te komen. Het kabinet heeft vooringeno-men standpunten, heeft nog net niet het debat overeuthanasie verboden. Onze nota is een klaroenstootwaar de samenleving niet omheen kan!’ ■

NVVE-voorzitter Eugène Sutorius:

‘NOTA IS KLAROENSTOOT WAAR SAMENLEVING NIET OMHEEN KAN’

Page 14: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

14

Openbaar Ministerie niet in beroepin zaak-Ton VinkHet Openbaar Ministerie heeft hethoger beroep tegen de uitspraak inde zaak van suïcideconsulent TonVink van Stichting De Einder inge-trokken. Vink werd op 21 januaridoor de rechtbank in Amsterdamvrijgesproken van strafbare hulp bijzelfdoding. De suïcideconsulentwerd ten laste gelegd dat hij te verzou zijn gegaan in de hulp aan een54-jarige vrouw. Op 9 juni 2004maakte de vrouw een einde aanhaar leven door een overdosis me-dicijnen te slikken. Cruciaal in hetproces was een briefwisselingwaarin de vrouw de suïcideconsu-lent een overzicht gaf van de hoe-veelheid medicijnen waarover zijbeschikte. Vink stuurde haar daar-op een brief waarin hij schreef datde voorraad die ze in huis had gro-ter was dan de door de StichtingWetenschappelijk Onderzoek naar

Zorgvuldige Zelfdoding aanbevolendosis om een einde aan het levente maken. Volgens het OpenbaarMinisterie had Vink hiermee straf-bare instructie gegeven aan devrouw. Maar de rechtbank oordeel-de dat de brief ook opgevat kanworden als bevestiging van de hoe-veelheid medicijnen die de vrouwzelf al voornemens was in te ne-men. Met het intrekken van het ho-ger beroep door het OM is de vrij-spraak definitief geworden.

Internetdokter jaar geschorstDe arts van de website dokteron-line.com die in 2005 aan een 44-jarige vrouw de pijnstiller Depronalvoorschreef waarmee zij een eindeaan haar leven maakte, is twaalfmaanden geschorst. Het RegionaalTuchtcollege voor de Gezondheids-zorg in Amsterdam bepaalde datde arts onzorgvuldig heeft gehan-deld omdat hij de patiënte en haar

medisch dossier niet kende. Ookde vragenlijst die patiënte moest in-vullen was volgens de tuchtrechteronder de maat. De rechter had ookkritiek op de financiële belangen-verstrengeling die de arts had metde apotheek die de medicijnen le-verde. De inspectie had de internet-arts al eerder gewaarschuwd datzijn manier van werken tegen deregels was. De wetgeving wordt op dit punt ver-anderd: artsen mogen straks al-leen nog medicijnen voorschrijvenaan patiënten met wie zij een be-handelrelatie hebben.

Sterke toename palliatieve sedatieDe verkoop van medicijnen voor pal-liatieve sedatie, waarmee mensenin de laatste levensfase in een die-pe slaap worden gebracht zodat zijhet sterven niet bewust meema-ken, is vorig jaar sterk gestegen.Dit blijkt uit cijfers van de StichtingFarmaceutische Kengetallen. In2006 telde de stichting bij apothe-ken bijna 20.000 voorschriften voormiddelen die dienen voor palliatie-ve sedatie. Dit is een stijging van36 procent ten opzichte van 2005.Vorig jaar was in 6 tot 8 procent vanalle ster fgevallen in Nederlandsprake van palliatieve sedatie. Deverkoop van middelen voor pallia-tieve sedatie was in de afgelopenjaren al sterk gestegen, maar nietzo sterk als in het afgelopen jaar.

Italiaanse arts Mario Ricciovrijgesproken De Italiaanse anesthesioloog MarioRiccio heeft zich niet schuldig ge-maakt aan strafbare feiten toen hij

94.000 ZELFDODINGSPOGINGEN PER JAARJaarlijks doen 94.000 Nederlanders een poging een einde aan hun levente maken. In ongeveer 1600 gevallen slagen mensen er ook daadwerkelijkin hun leven te beëindigen. Maar liefst 410.000 Nederlanders lopen metgedachten aan zelfdoding rond. Deze cijfers komen uit een onderzoek dathet Trimbos-instituut hield in opdracht van het ministerie van Volksge-zondheid. Zevenduizend Nederlanders werden ondervraagd over hun gees-telijk welbevinden. Voor zover bekend is het de eerste keer dat er in Ne-derland cijfers bekend zijn gemaakt over zelfdodingspogingen en -plannen.Mensen die lijden aan een psychische stoornis blijken negenmaal zo vaakeen zelfdodingspoging te doen enlopen elf maal zoveel risico op zelf-dodingsgedachten. Vrouwen denkenvaker aan zelfdoding dan mannen,maar het aantal pogingen ontlooptelkaar niet veel. Leeftijd en opleidingzijn niet bepalend en jongeren heb-ben niet vaker zelfdodingsgedachtendan ouderen. In een reactie stelt minister Ab Klinkvan Volksgezondheid het ‘triest’ tevinden dat zoveel mensen een zelf-dodingspoging ondernemen. De be-windsman wil suïcidepreventie tot speerpunt van zijn beleid maken. HetTrimbos benadrukt het belang van preventie omdat door vroeg in te grijpenhet aantal zelfdodingspogingen met meer dan eenvijfde zou kunnen dalen.Psychische ziekten moeten worden voorkomen of beter worden behandeld.Verder stelt het instituut voor de verkoop van paracetamol aan banden teleggen, toegangsdeuren naar hoge daken af te sluiten en hekken te plaat-sen langs spoorlijnen.

Door Marleen Peters KORT

Relevant 2/2007

Page 15: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

15

in december de kunstmatige be-ademing stopte van PiergiorgioWelby (60). Dat bepaalde het Open-baar Ministerie in Rome op 6 maartin navolging van de medische tucht-raad die al eerder oordeelde dat dearts niets te verwijten viel. Welby kon als gevolg van spierdys-trofie alleen nog zijn ogen bewegenen werd door beademingsappara-tuur in leven gehouden. De spier-ziekte verwoestte wel zijn lichaammaar niet zijn geest. Begin decem-ber gingen honderden mensen inhongerstaking om hun steun te be-tuigen aan Welby. Maar de recht-bank in Rome wees op 16 decem-ber toch het verzoek van Welby afom losgekoppeld te mogen wordenvan de beademingsapparatuur. Deanesthesioloog pleitte dat hij methet uitschakelen van de beademingslechts de behandeling staakteconform het recht van patiënten inItalië om behandeling te weigeren.

Doodswens Spaanse patiënteingewilligdDe doodswens van de Spaanse In-maculada Echevarria die door eenspierziekte al tien jaar aan de be-ademing lag, is door Spaanse art-sen ingewilligd. Op 14 maart kop-pelden de behandelend artsen debeademingsapparatuur af. De 51-jarige vrouw uit Granada ging al der-tig jaar gebukt onder haar spier-ziekte en vroeg al een half jaar omhulp bij het sterven. De medischewereld en de autoriteiten gaven uit-eindelijk gehoor aan haar wens.Ook het bestuur van het katholiekeziekenhuis waar zij lag, ging ak-koord met haar verzoek. Het Vati-caan sprak echter via de Spaansebisschoppenconferentie een vetouit tegen het bespoedigen van hetlevenseinde van Echevarria. De art-sen werd verboden de beademingte stoppen. De vrouw moest naareen publiek ziekenhuis worden ge-bracht waar haar laatste wens welkon worden ingewilligd.

Helft Poolse bevolking vooreuthanasieVijftig procent van de Poolse bevol-king vindt dat euthanasie op ver-zoek van mensen die ongeneeslijkziek zijn gelegaliseerd moet wor-den. 36 procent is tegen legalise-ring van euthanasie en 14 procentheeft geen mening. De enquêtewerd uitgevoerd onder duizendmensen naar aanleiding van dezaak rond de 32-jarige Janusz Swia-taj die het recht vraagt om te ster-ven. Swiataj raakte totaal verlamdna een motorongeluk in 1993. Ineen brief aan de lokale rechtbankschreef hij alleen te overleven doorde beademingsapparatuur en zijnouders die 24 uur per dag voorhem zorgen. Er is volgens Swiatajgeen enkele biologische, psycholo-gische, sociale of economische re-den meer om hem nog langer in le-ven te houden en vraagt daaromzijn leven te mogen bekorten.

Japan kent grootste verenigingvoor waardig stervenDe Japan Society for Dying with Dig-nity (JSDD) is in de afgelopen jarenuitgegroeid tot ’s werelds grootstevereniging voor waardig sterven.De vereniging telt inmiddels meerdan 120.000 leden. Alleen al in2006 meldden zich 10.000 nieuweleden aan. De discussie rond waar-dig sterven laaide vorig jaar inJapan fel op toen een 50-jarigearts van het Imizu-ziekenhuis in To-kyo bekend maakte dat hij tussen2000 en 2005 zeker zeven termi-nale kankerpatiënten heeft gehol-pen een einde aan hun leven te

maken door hun beademingsappa-ratuur uit te schakelen. Overeuthanasie kan in Japan nietworden gesproken. De JSDD houdtzich uitsluitend bezig met hetweigeren en stoppen van verderebehandeling op verzoek van depatiënt.

KORT

Celstraf voor handel inzelfdodingspillenDe rechtbank in Wuppertal heeft de23-jarige Duitser Kejdi S. veroor-deeld tot drie jaar en negen maan-den cel omdat hij via internet aanminstens zestien mensen zelfdo-dingsmiddelen heeft verkocht.Twee mensen maakten met behulpvan de middelen een einde aan hunleven en zeven anderen raakten incoma. De internethandelaar moestzich verantwoorden voor de licha-melijk schade die hij aan de overle-venden heeft aangebracht. Hulp bijzelfdoding is in Duitsland niet straf-baar. De verdediging heeft aange-kondigd in hoger beroep te gaan te-gen de uitspraak.

Zwitsers hof bevestigt mogelijk-heid stervenshulp bij psychischeaandoeningenDe hoogste Zwitserse rechtbankheeft bevestigd dat stervenshulpaan mensen met een ernstige psy-chische aandoening mogelijk moetzijn. De zaak kwam aan het rollen toeneen 53-jarige man met een ernsti-ge bipolaire stoornis zich tot hethooggerechtshof wendde met devraag of hij zonder doktersrecepthet dodelijk middel natrium-pento-barbital kon krijgen. Dat verzoekwerd door het hof afgewezen. Maarvolgens het hof kan een psychi-sche aandoening wel net zo’n gro-te lijdensweg veroorzaken als eenfysieke aandoening en het levenvan de patiënt op langere termijnondraaglijk maken. In Zwitserland mogen artsen enniet-artsen hulp bij zelfdoding ge-ven aan mensen met een doods-wens, zolang er geen sprake is vanzelfzuchtige motieven. Het is voor-alsnog de vraag of de man een artsbereid zal vinden om een dodelijkedosis van het middel voor te schrij-ven, ook al heeft de rechter beves-tigd dat dit onder bepaalde om-standigheden wel mag.

Page 16: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

EEN FUIK AAN HETEINDE VAN HET LEVENDe NVVE wordt steeds vaker geconfronteerd met situaties waarineen patiënt een euthanasieverzoek heeft gedaan dat de arts uit-eindelijk niet wil honoreren omdat de betrokkene zich niet meer kanuiten.

Voorbeelden:• De heer X heeft longkanker en lijdt ondraaglijke pijn. Hij heeft eeneuthanasieverzoek ingevuld en deze uitgebreid met de arts bespro-ken die hier niet afwijzend op reageert. Maar om de pijn te bestrij-den geeft de arts morfine waardoor de patiënt zeer verward wordten niet meer aanspreekbaar is. Als de familie de arts erop wijst datde heer X euthanasie wenste, zegt de arts dat dit niet meer moge-lijk is omdat de patiënt wilsonbekwaam is geworden. • Mevrouw Y heeft borstkanker en is stervende. De pijn wordt metmedicatie bestreden, maar zij is daarnaast ook angstig en erg on-rustig. De arts besluit mevrouw Y te sederen (daarbij worden termi-nale patiënten in een diepe slaap gebracht zodat ze het sterven nietbewust meemaken). Mevrouw heeft altijd gezegd dat zij euthanasiewenst en heeft een schriftelijk euthanasieverzoek.

In bovenstaande situaties is de euthanasieprocedure dus nog nietafgerond op het moment dat de patiënt niet meer aanspreekbaar is.De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdodingvereist dat een arts bij een euthanasieverzoek advies inwint vaneen tweede onafhankelijke arts. Wanneer de behandelend arts inbovenstaande situaties een tweede arts verzoekt om te komen, zaldeze hier vaak negatief op reageren omdat er met de patiënt nietmeer gesproken kan worden. Het is een fuik waar men aan het ein-de van het leven in terecht kan komen: er zijn keuzes gemaakt dieniet meer terug te draaien zijn.

Zijn dergelijke situaties te voorkomen? Gedeeltelijk wel. Bespreek tijdig met de (huis)arts wat hij of zij gaatdoen als de pijn ondraaglijk gaat worden of wanneer er anderesymptomen, zoals angst en onrust, zijn die niet met de normale me-dicatie te verhelpen zijn. Vraag de arts of hij dan van plan is om tesederen. Deze vragen moeten al in de eerste gesprekken met dearts over uw euthanasieverzoek aan de orde komen, zodat er geenmisverstanden ontstaan. Laat de arts uitleggen wat zijn of haar in-tenties zijn. Als u palliatieve sedatie een goed alternatief vindt vooreuthanasie, dan is dat natuurlijk prima. Maar als u euthanasiewenst omdat u ervoor kiest bewust afscheid te willen nemen van uwnaasten en daarna direct wilt sterven, geef dat dan ook duidelijkaan. Stel ook uw naasten en/of uw vertegenwoordiger hiervan opde hoogte. Of nog beter: ga het gesprek hierover samen met uw ver-tegenwoordiger aan met de arts.

16

Walburg de Jong, voorlichter NVVERELEVANTE KWESTIES Walburg de Jong, voorlichter NVVE

Relevant 2/2007

Page 17: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

17

Als Adelbert Josephus Jitta (68) praat over zijn inzetvoor humane hulp bij het zelfgekozen levenseinde, danmoet hij altijd beginnen bij twee gebeurtenissen diehem de ogen hebben geopend. ‘Het zal in 1982 zijngeweest. Wij woonden nog in Alkmaar waar ik officiervan justitie was. Op een middag vroeg de politie om dekinderen binnen te houden: er was iemand van een vande flats gesprongen en de restanten van zijn lichaammoesten worden geborgen.’ Korte tijd later volgde de tweede confrontatie. ‘Wijwoonden inmiddels in Heiloo en ik fietste dagelijksnaar Alkmaar. Op een ochtend zag ik een politieautolangs het spoor staan. Iemand had zich voor de treingeworpen. Ik zag daar jonge politieagenten, net vande politieschool, om half negen ’s morgens met eenvleesvork menselijke resten van het spoor halen. Debeelden raasden mijn hersenen in om er nooit meeruit te raken. Zo radicaal kan een mens de dood inworden gedreven. Ik dacht: als iemand nu echt nietmeer verder wil, moet dat dan zo? Zo’n zelfdoding isgruwelijk, voor de betrokkene, voor de nabestaanden,voor de machinist en de politie. In mijn werk kwamenmet regelmaat meldingen van zelfdoding langs. Zowelin Castricum als Heiloo is een psychiatrisch ziekenhuis,van waaruit jaarlijks een aantal mensen zichzelf suïci-deerden, meestal door voor de trein te springen. Devraag liet me niet meer los: als iemand per se dit levenuit wil, moet dat dan op deze manier gebeuren?’

Toelaatbare stervenshulpJitta nam twee initiatieven waarmee hij geschiedeniszou schrijven. Hij zocht contact met D66 Tweede Ka-merlid Elida Wessel-Tuinstra die bezig was om tot eenwettelijke regeling voor euthanasie te komen. Ze ble-ken dezelfde inzichten te hebben, wat uiteindelijk re-sulteerde in het beroemde initiatiefwetsontwerp van1984, geschreven door Josephus Jitta. Hiernaast namJitta het initiatief om in justitiekring te bekijken hoemeer openheid te krijgen in de hulp die artsen boden

aan doodzieke mensen. ‘Precies toen, in 1982, ik wasnet hoofdofficier van justitie in Alkmaar, kwam bij onsde eerste euthanasiemelding binnen. Het betrof een92-jarige vrouw met allerlei kleine kwalen, maar dievooral zeker wist dat ze verdere aftakeling niet wildemeemaken. Ik vond de hulp in alle opzichten zorgvul-dig, maar het college van procureurs-generaal vonddeze hulp grensverleggend en strafvervolging dusnoodzakelijk. Deze zaak heeft in 1984 geleid tot hetzogenaamde Schoonheim-arrest waarin de Hoge Raaddeze huisarts van rechtsvervolging ontsloeg en dezorgvuldigheidseisen zijn geformuleerd die de jarendaarna het criterium voor toelaatbare stervenshulpvormden.’

Gouden greepHet arrest werd aangegrepen om artsen in de regio uitte nodigen om wederzijdse afspraken te maken. Datbleek een gouden greep. Artsen kregen ruimte, justitiebleek betrouwbaar en zo groeide de openheid, die zichuitte in een stijgende melding van euthanasie. ‘Dekernafspraak was: als jullie je houden aan de zorgvul-digheidseisen, dan zul je van ons niets te vrezen heb-ben. Wij boden de volgende gedragscode aan: geenroutinematige sectie meer enkel omdat het een niet-natuurlijke dood betreft, na de melding komt de politiein burger en in een burgerauto, binnen veertien dagenis er bericht van ons over de zorgvuldigheid – een voor-lopig maar wel belangrijk bericht, elke melding moesttoen nog worden doorgestuurd aan het college vanprocureurs-generaal maar ons advies woog vanzelf-sprekend zwaar – en de registratie van de euthanasiezou plaatsvinden op naam van de overledene, niet vande arts. Administratief werd de melding dus anders be-handeld dan een strafbaar feit, de arts werd niet alsverdachte genoteerd! Deze afspraken braken echt hetijs. Als reactie op melding toonden wij ons betrouw-baar. Elke melding passeerde mij persoonlijk, buitenvakanties om altijd binnen de afgesproken twee we-

Adelbert Josephus Jitta was de eerste en enige officier van justitie die al in de jaren tachtig met artsen

afspraken maakte over euthanasie. Met als resultaat dat artsen open werden over hun handelen en justitie

zich aan de afspraak hield dat bij gebleken zorgvuldigheid vervolging achterwege zou blijven. In gesprek

met een nuchtere gedreven man die pleit voor afschaffing van de toetsingscommissies. En de hooggehou-

den waterscheiding tussen palliatieve sedatie en euthanasie hypocriet vindt, bedoeld om de tegenstanders

van euthanasie een alibi te verschaffen. Door Hans van Dam

Euthanasiewet in de praktijkSinds 2002 kent Nederland een euthanasiewet. Daarmee zou je verwachten dat de praktijk is veiliggesteld. Maar is dat ook zo?In Relevant blikken we terug en vooruit met mensen die sterk betrokken waren bij de totstandkoming van de wet. In deze serieverschenen eerder interviews met oud hoogleraar dogmatiek en ethiek Harry Kuitert, D66-politica Elide Wessel-Tuinstra, ethicaen Eerste Kamerlid Heleen Dupuis, wijlen psychiater Andries van Dantzig, activiste Klazien Sybrandy, anesthesist Piet Admiraal,zenuwarts J.H. van den Berg en wijlen hoogleraar gezondheidsrecht Henk Leenen.

‘MET DE EUTHANASIEWET ZIJN HALVETEGENSTANDERS GEKOCHT’

Page 18: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

Relevant 2/2007

18

ken. We gaven het signaal af dat de officier van justitieabsoluut niet op het puntje van zijn stoel zat om als heteven kon een zaak te hebben. Integendeel, wij wildenmeedenken met huisartsen en specialisten in zieken-huizen, zonder verborgen agenda. Dat was bijzonder,want er was rondom euthanasie geen vertrouwen. We-derzijds niet. Die angel wilden wij er echt uit hebben endat is gelukt. De drempel voor melding daalde sterk.’Ook vroegen veel artsen voorafgaande aan euthanasieom raad. ‘Wij liepen dan samen de zorgvuldigheidsei-sen door. Wel benadrukten wij altijd dat de uiteindelijkekeus aan hen bleef, inhoudelijk konden en wilden wijover de voorgenomen hulp niet oordelen. Al met alwerkte onze aanpak. Zelfs nu werkt die nog na, denkik. In deze regio zijn de meldingspercentages nog altijdboven het landelijk gemiddelde.’

Klimaat van wantrouwenJitta blijft ervan overtuigd dat “de Alkmaarse metho-de” nog steeds zou werken, beter dan de huidige toet-sing. ‘Absoluut, de praktijk heeft het bewezen. Wegmet de toetsingscommissies. Waarom zou je inhoude-lijk of ethisch moeten toetsen wat al mag? De enigetoets die nog rest is een juridische. Nou, beperk jedaar dan toe en zo eenvoudig mogelijk. De toetsings-commissies zijn er gekomen onder druk van de arts-enorganisatie KNMG. Deze dacht dat artsen hun han-delen eerder zouden laten toetsen door collega’s dandoor justitie. De politiek is hierin meegegaan en heeftzo de steun van de artsen “gekocht”. Ook de NVVE isop de KNMG-lijn gaan zitten. Ik begrijp dat wel, maarwaardeer het niet. Deze toetsing is een misrekening,omdat hiermee het klimaat van wantrouwen blijft. Ookhet feit dat de euthanasieregeling binnen het straf-recht blijft, speelt mee. Hoogleraar gezondheidsrechtHenk Leenen, overleden in 2002, heeft ooit voorge-steld om de regeling onder te brengen in de Wet me-dische verrichtingen. De lading van “in principe straf-baar” zou er dan af zijn geweest.’ Een stap verder: euthanasie onder voorwaarden be-schouwen als normaal medisch handelen, wil Jitta

niet gaan. ‘Euthanasie zet de patiënt over de grensvan leven en dood en dat vind ik geen zuiver medi-sche aangelegenheid. Hier heeft de samenleving ookiets mee te maken. Ik wil geen politiestaat, maar ookniet alleen zelfcontrole van artsen. Onbegrensd ver-trouwen gaat mij ook te ver. Maar je drijft me nu bijnatot waar ik niet wil gaan, want ik bepleit een veel los-sere en soepeler regeling dan er nu is!’

Wet met rafelsVan 1994 tot 2002 was Jitta bestuurslid van de NVVE.In de jaren negentig zat de parlementaire behandelingvan het wetsvoorstel euthanasie totaal vast. Telkenswerd deze uitgesteld, jarenlang. Om de parlementairestilte te doorbreken, schreef Jitta in 1996 voor de NVVEeen voorontwerp voor een euthanasieregeling, met al-lerlei suggesties. Kort daarna kwam onder Paars hetparlementaire debat op gang, met wetgeving als resul-taat. Maar zoals duidelijk is geworden: blij is hij nietmet de huidige wet. ‘Nee. Toen de euthanasiewet aan-genomen dreigde te worden, heb ik actie willen voerenom deze tegen te houden omdat hiermee de klokdeels is teruggezet. Toenmalig NVVE-voorzitter en D66woordvoerder in de Eerste Kamer Jacob Kohnstammovertuigde mij om niet door te zetten. Internationaalzouden we met het intrekken van de wet een modder-figuur slaan, zei hij, en het zou een zeer negatievebeëindiging zijn van het euthanasiedebat en de kloknog veel verder terugzetten. “Beter een wet met rafelsdan geen wet.” Maar mijn bezwaren blijven. Naast deonnodig zware toetsing was en is een belangrijk be-zwaar dat de eisen zijn verscherpt. Eén voorbeeld: inde criteria uit 1984 staat dat er sprake moet zijn vanuitzichtloos of ondraaglijk lijden. Nu is dat uitzichtloosen ondraaglijk lijden. Een duidelijke verzwaring dus.En de rol van de arts is nu veel zwaarder aangezetdan die was. Zo zijn twijfelaars en halve tegenstandersgekocht. Ja, zo banaal is het.’

RookgordijnTen slotte de huidige koers. Jitta: ‘Ik zou graag ziendat de wet gerepareerd wordt in de zin die ik zojuistschetste. Terug naar de oorspronkelijke criteria dieook ruimte boden aan oude mensen die verdere afta-keling niet willen meemaken – het arrest van 1984noemt dit uitdrukkelijk als criterium! – opheffing vande toetsingscommissies en eenvoudige toetsing, uit-sluitend via de gemeentelijk lijkschouwer en de officiervan justitie. Verder vind ik de huidige nadruk op pallia-tieve sedatie, waarbij patiënten in de laatste levens-fase in een diepe slaap worden gebracht, hypocriet.Het levert een staaltje verhullend taalgebruik op waar-mee artsen die tegen euthanasie zijn zichzelf voor-houden dat ze het leven niet beëindigen. Doorprikkendat rookgordijn, zeg ik, en gewoon praten over wat hetvaak is: levensbeëindiging. En dat eenvoudig en zuiverregelen. Laten we het onontkoombare sterven nietonnodig zwaar maken. Niet door mensen te laten cre-peren of geen andere keus te laten dan een geweldda-dige zelfdoding én niet door de hulp bij het zelfgewildeeinde in welke vorm dan ook te verzwaren met onei-genlijke beperkingen en oneigenlijke controles.’ ■

Page 19: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

Vergelijking te simpelHet stuk van Hans van Dam in Re-levant, januari 2007 vind ik nietzorgvuldig. Het vergelijken van psy-chiatrische ziektes met lichamelij-ke is te simpel. Niemand bestrijdttegenwoordig het biologische as-pect van psychiatrische ziektes.Het is wel een groot verschil (naastvele andere verschillen) met een li-chamelijke ziekte dat bij een psy-chiatrische aandoening dat orgaan(de hersenen) ziek is waarmee depatiënt zijn situatie moet beoorde-len. Dat is volgens mij het grootsteprobleem voor psychiaters als zijover euthanasie voor hun patiëntmoeten nadenken. Dat veel psychiatrische ziektes do-delijk aflopen, is niet zozeer het ge-volg van het feit dat het lijden voor-goed ondraaglijk is, maar het lijdenis vaak op bepaalde momenten on-draaglijk, bijvoorbeeld tijdens eenpsychose. Als het denken (het be-oordelen van de eigen situatie) depatiënt in deze periode in de steeklaat en hij zelf een einde aan hetleven maakt, is dat niet simpelwegte vergelijken met iemand die metvol bewustzijn over de afloop vanzijn ziekte na kan denken en daneen besluit over euthanasieneemt.Helen Frey, via e-mail

HerkenningssymboolIn het jongste nummer van Rele-vant, nr. 1 2007 trof ik een briefaan van Hajo Vleming uit Voorst:Kan de toon wat luchtiger? Ookmijn ervaring is dat het nooit ge-beurt dat iemand euthanasie spon-taan als gesprekonderwerp aan-roert. In mijn beleving is dit vooralgebaseerd op angst. Angst om eenmate van droefenis teweeg te bren-gen, wat natuurlijk helemaal nietnodig is. Euthanasie is een onder-werp dat mij na aan het hart ligt. Ikheb weinig aarzeling om het aan tekaarten op verjaardagen en bij an-dere sociale gebeurtenissen. Nade eerste schrik van ‘laten we hetgezellig houden’, is het mijn erva-ring dat als je er serieus – maar ookmet een kwinkslag – over spreekt,het voor velen een interessant enmens(w)aardig gespreksonderwerpis. En het hoeft niet droevig te zijn.

Het feit dat iedereen eigen keuzeskan en mag maken is voor veleneen eye-opener : ze hebben er sim-pelweg nog nooit aan gedacht. Ookik wil pleiten om een herkennings-symbool, bijvoorbeeld in de vormvan een speldje, te introduceren.Een symbool dat de positievekrachten van het zelfbeschikkings-recht zichtbaar maakt en de vreug-de om zelf te kunnen beslissen.Wellicht zijn er leden die hierovergoede ideeën hebben en deze ge-dachte verder kunnen uitwerken.G.J. de Wolf, Vianen

Hoe zit het met de SP? (2)In de vorige Relevant vroeg SimoneMulder uit Weesp in de brievenru-briek wat het standpunt van de SPis inzake euthanasie. In de EO-uit-zending Het Elfde Uur ging AgnesKant van de SP onlangs op dit on-derwerp in. Op de vraag van pre-sentator Andries Knevel of de SPwat betreft euthanasie niet wat du-aal staat (enerzijds steunt de SPde autonomie van de mens om tekiezen en anderzijds legt de partijook erg sterk de nadruk op pallia-tieve zorg) antwoordde zij: ‘Nounee, nee echt niet ertussen in.Maar ik vind allebei belangrijk. […]Iedereen moet kunnen kiezen vooreen menswaardige dood. Ik bendus voor de keuze die mensen kun-nen hebben op euthanasie. Dusals je ondraaglijk en uitzichtlooslijdt, moet je kunnen kiezen vooreen menswaardige dood en in ditgeval euthanasie. Maar ik vind hetdaarnaast ook heel erg belangrijk

Op deze pagina hebben lezers de gelegenheid te reageren op artikelen uit Relevant en op elkaar.

De redactie behoudt zich het recht voor brieven in te korten of niet te plaatsen.

dat er ook de keuze moet zijn voorgoede palliatieve zorg. En dat daar-naast ook nog eens keer – en dat iswel iets dat me grote zorgen baart– de tekortschietende zorg (zoalswe dat nu helaas zien in verpleeg-huizen) ook de vraag voor euthana-sie kan beïnvloeden. Dat mede deomstandigheden bepalen of men-sen voor euthanasie kiezen of niet.Ik zeg dus goede palliatieve zorg,wat nu in het regeerakkoord staat,dat vind ik een enorm positief iets.Maar ik wil ook niet tornen aan demogelijkheid dat mensen kunnenkiezen voor euthanasie.’Waarvan acte.J. van Zuylekom, Zoetermeer

Databank voor wilsverklaringen In Relevant, nr. 2 2007 stond ineen klein berichtje dat in Belgiëeen databank wordt opgerichtwaarin alle euthanasieverklaringenworden opgeslagen. Deze data-bank kan door artsen worden ge-raadpleegd als een patiënt, bijvoor-beeld na een auto-ongeluk, in co-ma wordt binnen-gebracht en zijnwil niet meer kanuiten. Zou hetgeen idee zijnom dit ook inNederland te re-aliseren? Je zouhiermee denk ikmeerdere vlie-gen in een klapkunnen slaan.De arts kan bij-voorbeeld me-teen besluiten een behandelingniet te starten en hoeft niet tewachten tot een gevolmachtigdemet een verklaring langs komt. Ende arts is door de officiële regis-tratie overtuigd van de authentici-teit van het document. Ook het pro-bleem van het vinden van een ge-volmachtigde die voor je belangenop komt als je dat zelf niet meerkunt, is opgelost. Ik meen mij teherinneren dat de NVVE vroegerook in een soort databank een ko-pie bewaarde van de euthanasie-verzoeken van haar leden, maardaarmee is gestopt. Misschien tijdom dit weer eens op te pakken?Paul Wagemans, Breda

BRIEVEN

19

Foto

: G

over

t de

Roo

s

Page 20: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

20

(Advertenties)

LedenondersteuningsdienstDe NVVE is op zoek naar vrijwillige medewerkers voor de Ledenondersteuningsdienst (LOD) in

West-Friesland • Overijssel (Twente)Alphen a/d Rijn e.o.

De LOD bestaat uit vrijwilligers die informeren, advi-seren, ondersteunen en zo nodig bemiddelen bij vra-gen of problemen rondom het vrijwillig levenseinde.

Wij vragen:• relevante werkervaring, bij voorkeur vanuit het

maatschappelijk werk of de gezondheidszorg• zeer goede contactuele eigenschappen• flexibele beschikbaarheid• beschikking over een auto• bij voorkeur 35 jaar of ouderWij bieden:• training en begeleiding• deskundigheidsbevordering• reis- en onkostenvergoeding

Informatie: S. Postma en A. Peetoom, coördinatoren LOD,tel. 020 - 620 06 90.Uw sollicitatie met motivatie enCV kunt u richten aan: NVVE, t.a.v. S.C. Postma, Postbus 75331, 1070 AH Amsterdam.

Relevant 2/2007

Page 21: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

21

De meldend arts was 1692 keer een huisarts, 151maal een medisch specialist werkzaam in een zieken-huis en in 80 gevallen een verpleeghuisarts. Verrewegde meeste meldingen gaven in de commissies geenaanleiding tot nadere discussie. Waar dit wel het ge-val was werd de meldend arts (en vaak ook de consu-lent) uitgenodigd voor een nadere toelichting. Slechtsin één geval werd geoordeeld dat een arts niet over-eenkomstig de zorgvuldigheidseisen had gehandeld.Daarbij ging het om een arts die geen toelichting wil-de geven op zijn schriftelijke melding waardoor decommissie niet kon oordelen of de arts aan alle zorg-vuldigheidseisen had voldaan die de wet stelt. Dezaak werd doorgestuurd naar het Openbaar Ministerieen de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

DementieEvenals in de afgelopen jaren was kanker in verrewegde meeste gevallen voor de arts een reden om eenverzoek tot euthanasie of hulp bij zelfdoding in te wil-ligen. Zesmaal ontvingen de commissies een meldingvan euthanasie of hulp bij zelfdoding bij patiënten metbeginnende dementie. Het ging hierbij steeds om pa-tiënten die nog een groot ziekte-inzicht hadden. In aldeze gevallen werd door de commissies geoordeelddat de arts overeenkomstig de zorgvuldigheidseisenhad gehandeld. De commissies schrijven in het jaar-verslag dat het bij dementie van belang is dat naastde tweede arts, die als onafhankelijk consulent moetworden ingeschakeld, ook een of meer deskundigenworden geraadpleegd. Ook adviseren zij artsen in hetalgemeen met grote terughoudendheid te reageren opeen euthanasiewens van patiënten in een dementie-proces. Jaarlijks sterven in Nederland 10.000 patiën-ten in een gevorderd stadium van dementie. Euthana-sie bij dementie blijft dus een grote uitzondering.

Rol officier van justitieIn Nederland beoordelen de vijf Regionale toetsings-commissies euthanasie achteraf het handelen van dearts. Alleen wanneer de commissie tot het oordeelkomt dat een arts niet overeenkomstig de zorgvuldig-heidseisen heeft gehandeld, wordt een zaak doorge-stuurd naar het Openbaar Ministerie. Daarmee ligt debevoegdheid om actief te controleren bij de toetsings-commissies en niet meer, zoals vroeger het geval

was, bij justitie. Het Radio 1-programma De Ochten-den meldde twee dagen voor het verschijnen van hetjaarverslag dat justitie soms buiten haar boekje treedtdoor te controleren of artsen de euthanasie wel zorg-vuldig hebben uitgevoerd. Het programma sprak met24 lijkschouwers die vertelden dat officieren van justi-tie in geval van euthanasie soms toch informatie vra-gen over de medische situatie van de overledene.Terwijl de officieren van justitie sinds de invoering vande euthanasiewet enkel de taak hebben om na eutha-nasie het lichaam vrij te geven voor crematie of begra-fenis. Het Openbaar Ministerie heeft laten weten datde officieren van justitie hiermee voorbij gaan aan deeuthanasiewet en dat er inmiddels wordt gewerkt aaneen meer uniforme werkwijze.

Palliatieve sedatieLandelijk voorzitter Reina de Valk van de Regionaletoetsingscommissies zei in De Ochtenden vaak in deverslaglegging van artsen te lezen dat er met patiën-ten die om euthanasie vragen ook over palliatieve se-datie wordt gesproken. Ook in de gevallen dat er nogeen levensverwachting is van enkele weken tot eenaantal maanden. ‘Dit terwijl palliatieve sedatie is be-doeld voor mensen in de terminale levensfase meteen levensverwachting van nog slechts een of tweeweken die anders ook snel dood zouden gaan.’ Bijpalliatieve sedatie wordt de patiënt in een diepe slaapgebracht waarbij afgezien wordt van de toediening vanvoeding en vocht. Palliatieve sedatie hoeft niet aan detoetsingscommissies gemeld te worden. De Valk: ‘Alsje een patiënt met een levensverwachting van nogmeerdere weken in slaap brengt en daarbij geen voe-ding en vocht meer toedient, dan overlijdt de patiëntniet door de ziekte maar door de sedatie.’ De Valk wildat de artsen nog eens wordt gewezen op de regelsdie gelden voor palliatieve sedatie. In het uiterste ge-val kan volgens haar de Inspectie voor de Gezond-heidszorg ingrijpen als blijkt dat artsen op het verkeer-de moment palliatieve sedatie hebben toegepast. ■

Het Jaarverslag 2006 van de toetsingscommissieseuthanasie is te downloaden via www.toetsingscom-missieseuthanasie.nl. Ook de (geanonimiseerde) oor-delen van de commissies zijn op deze site terug tevinden.

Het aantal meldingen van euthanasie en hulp bij zelfdoding is in de afgelopen jaren ongeveer gelijk geble-

ven. In 2006 werden 1923 gevallen van euthanasie en hulp bij zelfdoding gemeld, in 2005 waren dat er tien

meer. Dit blijkt uit het Jaarverslag 2006 van de Regionale toetsingscommissies euthanasie dat op 23 mei

werd gepresenteerd. In 1765 gevallen was er sprake van euthanasie, in 132 gevallen van hulp bij zelfdoding

en 26 keer van een combinatie van beide. Door Marleen Peters

AANTAL EUTHANASIEMELDINGEN STABIEL

JAARVERSLAG TOETSINGSCOMMISSIES

Page 22: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

Relevant 2/2007

22

IN BEELD

De dood als onderdeel van hetlevenJannetje Koelewijn sprak voor NRCHandelsblad met verschillendemensen over hun naderend levens-einde. Onder andere met een vanzichzelf niet heel spraakzame boermet prostaatkanker, een huisartsmet leukemie, een meisje van elf,een jongen van achttien. In totaalzijn er twaalf verhalen gebundeldvan mensen die door ziekte gecon-fronteerd worden met het eindevan hun leven. Koelewijn volgdehen gedurende langere tijd ensprak ook met partners en nabe-staanden.De meeste geportretteerden pra-ten zonder terughoudendheid overde dood. Alleen columnist JanBlokker en Yildez, het meisje vanelf, verkiezen duidelijk er niet overte praten. Bij Jan Blokker werdlongkanker geconstateerd. Na be-handeling is de kanker verdwenen.Blokker hanteerde de strategievan de verdringing: ‘Ik heb hetklein gemaakt, uit doodsnood.’Ook over euthanasie is hij kort: ‘Ikheb geen zin om half bewust tegaan liggen wachten tot het alle-maal voorbij is.’ In overleg met zijngezin vroeg hij de wilsverklaringenaan, zijn vrouw vulde ze in.Yildez overleed toen ze elf jaar wasaan kanker en het was vooral haarvader die aandrong op publicatievan haar verhaal. Net als Jan Blok-ker concentreerde Yildez zich ophet hier en nu, want het moestvooral niet te zwaar worden.Veel mensen overwegen de moge-lijkheid tot euthanasie en benadruk-ken dat het niet gemakkelijk is omdie knoop door te hakken. DomineeAnne Vlieger, die uiteindelijk tot eu-thanasie besluit, twijfelt over hetmoment: ‘En als ik denk dat ik erbijna ben, begin ik te twijfelen. Benik voor mijn vrouw en kinderen enkleinkinderen niet verplicht om alleste proberen om langer te leven?’Huisarts Roel Spronsen weet uitervaring hoe mensen terug kunnendeinzen voor euthanasie en hungrenzen steeds verleggen. Alshuisarts vond hij het toepassenvan euthanasie uitermate belas-tend. Nu heeft hij leukemie enstaat hij zelf voor het dilemma: welof geen euthanasie? Liever niet,

pelijk kenmerk hebben deze tweetrajecten dat het leven werd beëin-digd in samenspraak met een ofmeer personen: familie, vrienden ofandere betrokkenen. Tezamen blij-ken deze twee methoden ongeveer4400 keer per jaar voor te komen,veel vaker dus dan euthanasie enhulp bij zelfdoding. Deze uitkomstheeft de onderzoeker verrast. Vooralde frequentie van zelfdoding door testoppen met eten en drinken is ho-ger dan van tevoren was verwacht.Vaak gaat het hierbij om ouderen diein een verzorgingshuis wonen en au-to-euthanasie als enige manier zienom de regie over hun levenseinde inhanden te houden.De kern van het onderzoek wordtgevormd door interviews met nabe-staanden die bij auto-euthanasiewaren betrokken. Chabot beschrijftin dit boek tien casussen uitge-breid. Vijf van hen hadden vooraf-gaand aan het overlijden bij de huis-arts een verzoek tot euthanasie ge-daan. De andere vijf om uiteenlo-pende redenen niet, bijvoorbeeldomdat men de huisarts niet wildebelasten of omdat er geen sprakewas van een ernstige ziekte. Demeeste vertrouwenspersonen be-oordeelden het overlijden achterafvaak als waardig. Dat geldt ook voorlevensbeëindiging door te stoppenmet eten en drinken. Een methodedie vaak als “onwaardig” wordt ge-typeerd, maar dit – mits de verzor-ging goed is – volgens Chabot niethoeft te zijn.De resultaten van dit onderzoekkunnen aldus Chabot drie verschil-lende standpunten ondersteunen inhet publieke debat over zelfdoding,

maar als hij “een onherkenbarewildeman” zou worden, ja dan tochmaar wel. Alle gepor tretteerden ver tellenhun verhaal op een vrij feitelijke,nuchtere manier. Natuurlijk sche-mert er af en toe verdriet of woededoor, maar de rationele toon over-heerst. Dat is natuurlijk ook de ver-dienste van Koelewijn. Zij heefteen nuchtere, heldere schrijfstijlen tegelijkertijd oog voor detail engevoel voor mensen. Het maaktdeze bundel anders dan anderebundels interviews met ernstig zie-ke mensen. De dood wordt zo echt“alledaags”: namelijk een onder-deel van het leven.

Jannetje Koelewijn • De AlledaagseDood. Gesprekken over het einde vanhet leven • Prometheus 2007 •€ 18,95 • ISBN 9789044609318

Verborgen stervenswegenPsychiater Boudewijn Chabot deedmeer dan tien jaar onderzoek naarwat hij noemt “auto-euthanasie”:manieren waarop wilsbekwamemensen zelfstandig en op een goe-de manier een einde aan hun levenmaakten, zonder directe tussen-komst van een arts. In mei promo-veerde hij cum laude op dit onder-werp.Gaandeweg zijn onderzoek werdende contouren duidelijk van tweestervenstrajecten waarvoor regel-matig wordt gekozen: door bewustte stoppen met eten en drinkenof door het innemen van een zelfverzamelde dodelijke combinatie(slaap)middelen. Als gemeenschap-

Door Marleen Swenne

Page 23: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

23

pen geeft hem dat. Als dit wettelijkwas toegestaan zou er geen spra-ke meer zijn van een dilemma, danwas dit het meest logische en hu-mane wat je voor zo’n jongen kuntdoen. Nu is er een leeftijdsgrensvan twaalf jaar (jongere kinderenvallen buiten de euthanasierege-ling). Dit boek laat zien dat zo’ngrens absurd is.

Paul Brand • De Stoel van God •Uitgeverij Sapienta • € 22,50 •ISBN 90 8562 039 2

■ VERDER IN BEELDFernando Savater • De tien geboden.Handleiding voor de twintigste eeuw •De Spaanse filosoof Savater laatin dit leesbare en prikkelendeboek zien waar-om de Tien Gebo-den ook in onzetijd nog belanghebben. Bij zijnbehandeling vanhet Vijfde Gebod,“Gij zult niet do-den”, betrekt hijook euthanasie.Savater geeftgeen antwoor-den, maar stelt wel indringendevragen. Ook raadt hij iedereen aanserieus na te denken over eenwilsverklaring – al zal ons dat nietredden van “de diepe en morelemenselijke dilemma’s die dezekwesties van leven en dood voorons betekenen”.Bijleveld 2006 • € 14,95 •ISBN 906131691X

Anne Hermans •De co-assistent •Als co-assistentliep Anne Her-mans twee jaarstage in verschil-lende ziekenhui-zen. Elke tweeweken schreef zein NRC Handels-blad de column Dokter Hermansover haar ervaringen als co-assis-tent. De columns werden gebun-deld in dit boek, dat een kijkjegeeft in de medische wereld.Podium 2007 • € 16,50 •ISBN 9789057592881

IN BEELD

niet. Theo kan dus alleen maarproberen het lijden van de jongenzoveel mogelijk te verzachten. Uit-eindelijk besluit hij, op verzoek vanKlaas en in overleg met diens ou-ders, het leven van Klaas te beëin-digen. Theo wordt door de recht-bank veroordeeld tot een voor-waardelijke gevangenisstraf vaneen week wegens moord.Auteur Paul Brand is zelf kinder-arts. Hij maakte een roman van ditgegeven en dat komt de kracht vanhet boek enorm ten goede. Hetverhaal van Klaas en zijn ziektewordt vanuit verschillende pers-pectieven beschreven: dat vanTheo, van Klaas en zijn ouders dievaak tegen een muur van formali-teiten aanlopen in hun contact methet ziekenhuis. Theo zelf heeft ooklast van het gebrek aan inlevings-vermogen dat sommige van zijn col-lega’s ten toon spreiden. Hij zelf iserg betrokken bij zijn jonge patiën-ten en neemt hen en hun oudersheel serieus. Die betrokkenheidmaakt dat De Stoel van God je inde greep houdt zodra je het begintte lezen. De geschiedenis van Klaas is hart-verscheurend. Maar wat het boekextra aangrijpend maakt, is dat erop een natuurlijke manier met hetleven wordt omgegaan. Klaas is eennormale jongen die zwaar ziek is enniet meer beter wordt. Zijn oudersproberen tegen wil en dank met ditgegeven te leven.Wie het boek leest, kan er niet om-heen dat Klaas – ook al is hij danelf – heel goed weet wat hij wil enals het erop aankomt daar ondub-belzinnig helder over is: hij wil eeneind aan dit leven. Theo van Die-

namelijk: dokters moeten mindervaak een dodelijk middel geven;dokters behoren op verzoek ookeen dodelijk middel te geven alser geen ziekte of ondraaglijk lijdenis maar wel een weloverwogendoodswens; de huidige situatie inNederland vraagt geen nadere aan-passingen. Chabot vindt dat het pu-blieke debat rond keuzes aan heteinde van het leven – en dus ookdeze standpunten – te veel gerichtzijn op juridische controle en aan-tallen in plaats van op kwaliteit vansterven. Het gaat om de goededood en die is nauw verbondenmet het in gesprek zijn met naas-ten of de arts. De vertrouwens-band die er ook met de arts kanbestaan en die bijzonder belangrijkkan zijn bij de voorbereiding op degoede dood, krijgt in de huidigediscussie te weinig plaats. Alsdaar meer aandacht voor komt, zaldat ertoe leiden dat stervenswe-gen, zoals door hem beschreven,minder “verborgen” hoeven zijn. Auto-euthanasie lijkt een stil pro-test tegen de medicalisering vanhet sterven staat er op de flap-tekst. Chabot lijkt ook vooral tegende juridisering te protesteren. Hijpleit in dit boek indirect (het blijftimmers een dissertatie) voor eenvierde standpunt: dat van de nietdoor (juridische) controles geregu-leerde mogelijkheid van auto-eutha-nasie. Duidelijk is dat het onder-zoek naar auto-euthanasie nogmaar net begonnen is.

Boudewijn Chabot • Auto-euthanasie.Verborgen stervenswegen in gesprekmet naasten • Uitgeverij Bert Bakker2007 • € 34,90 • ISBN: 978 90 35131613

Dilemma van een kinderartsDe Stoel van God beschrijft eenbelangrijke periode uit het levenvan kinderlongarts Theo van Die-pen die in zijn werk vaak ernstigzieke kinderen tegenkomt. Een vandie kinderen is Klaas die taaislijm-ziekte (cystic fibrosis) heeft. Kin-deren met deze ziekte wordenmeestal niet oud. Als Klaas elf jaaris, is hij terminaal. De enige mo-gelijkheid die hij nog heeft, is eenlongtransplantatie, maar dat wil hij

Page 24: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

24

NVVENIEUWS Door Marleen Peters

Lid voor het levenDe NVVE kent een lidmaat-schap voor het leven. Hieraanzijn zowel voor u als voor deNVVE voordelen verbonden. Zoheeft u geen omkijken meernaar de contributie en be-spaart u ons de kosten van deincasso en acceptgirokaarten.Én wij weten op wie wij kunnenrekenen. Als u ouder wordtdan de gemiddelde Nederlan-der bent u ook goedkoper uiten ontloopt u een eventuelecontributieverhoging in de toe-komst. Daarbij is deze “gift”onder voorwaarden aftrekbaarvan de belasting.Een lidmaatschap voor hetleven kost voor personen van18 tot en met 49 jaar eenma-lig € 475, bent u 50 tot enmet 64 jaar dan betaalt u€ 237,50 en voor personenvan 65 jaar en ouder zijn dekosten € 135.

NVVE-enquête voltooid levenOp 13 januari zond EénVan-daag de documentaire Dedood van Obbe Terpstra uit. Inde documentaire vertelt de86-jarige Terpstra dat hij vanplan is zelf een einde aan zijnleven te maken. De lijdenswegvan zijn vrouw, die na eenlangdurig ziekbed overleedaan kanker, is een schrikbeeldvoor hem en bovendien wordtTerpstra langzaam blind. Op25 augustus 2006 neemt hijeen barbituraat in en sterft.Terpstra en zijn zoon Albertvertelden hun verhaal aan Eén-Vandaag omdat zij het taboerond deze wens wilden wegne-men. Veel ouderen vrezen eenlijdensweg en willen hun levenbeëindigen voordat ze aftake-len. Een waardig levenseindeis voor hen essentieel. Naar aanleiding van deze uit-zending vroeg de NVVE aan1200 leden van 65 jaar enouder hun mening over de zelf-gekozen dood. Vijfhonderdleden stuurden de enquêteingevuld terug. Van deze groepzei 14 procent het leven op ditmoment als voltooid te be-schouwen en bijna 6 procent

Relevant 2/2007

DE TOEKOMST VAN DE NVVEDe Algemene Ledenvergadering (ALV) op 28 april in Utrecht stond voorna-melijk in het teken van de toekomst: wat gaat de NVVE doen tussen nu en2015? Het bestuur heeft zich in het afgelopen jaar intensief gebogen overdeze vraag, wat geleid heeft tot de concept-visienota Perspectieven op waar-dig sterven die tijdens de ALV werd gepresenteerd.

De prioriteiten die de NVVE de komende jaren gaat stellen, komen recht-streeks voort uit de naamsverandering van de NVVE van “Nederlandse Ver-eniging voor Vrijwillige Euthanasie” naar “Nederlandse Vereniging voor eenVrijwillig Levenseinde”. Voorzitter Eugène Sutorius: ‘De NVVE is niet langereen one-issue vereniging, maar zet zich in voor álle keuzes aan het eindevan het leven. Van “niets doen en de natuur haar gang laten gaan”, tot enmet de laatstewilpil en alles daartussenin.’ Prioriteit zal de komende jarenkomen te liggen bij het vinden van oplossingen voor drie groepen hulpvra-gers voor wie hulp bij het zelfgekozen levenseinde tot dusver buiten bereikblijft: mensen met een voltooid leven, dementen en chronisch psychiatri-sche patiënten. Om het juiste antwoord te vinden op de hulpvragen van mensen uit boven-genoemde drie groepen wil de NVVE nieuwe wegen inslaan. Sutorius: ‘Methet criterium ondraaglijk en uitzichtloos lijden (lijdensdrukcriterium) dat in deeuthanasiewet wordt genoemd, kunnen artsen in de regel goed uit de voe-ten als het gaat om mensen die ziek zijn en als gevolg daarvan lijden. Maarartsen trekken zich terug als het gaat om hulpvragen van mensen met de-mentie, een chronisch psychiatrische stoornis of voltooid leven. De NVVE wildaarom naast het lijdensdrukcriterium het zogenaamde waardigheidscriteri-um – onomkeerbaar verlies van persoonlijk waardigheid – invoeren, zodatook deze groepen hulpvragers aan het einde van hun leven voor hulp inaanmerking kunnen komen.’Om dat te bereiken heeft de NVVE inmiddels belangrijke stappen gezet. Inseptember zal door het EMGO-instituut van de Vrije Universiteit in Amster-dam, in opdracht van de NVVE, begonnen worden met een vier jaar durendgrootschalig wetenschappelijk onderzoek naar het begrip persoonlijke waar-digheid aan het einde van het leven. Ook de voorbereidingen voor het instel-len van een bijzondere leerstoel zijn gestart. De verwachting is dat hierovereind dit jaar overeenstemming zal zijn bereikt met de Universiteit van Am-sterdam. Daarnaast zal ook dit jaar nog een Wetenschappelijke Raad wordengeïnstalleerd die de leerstoelhouder en de NVVE zal gaan begeleiden en ad-viseren. Sutorius: ‘Deze weg hebben we gekozen omdat het belangrijk is datwe niet alleen zeggen: “dit vinden wij”, maar we zullen ook de samenlevingmoeten overtuigen. Door er meer kennis over op te bouwen, kunnen we ruim-te maken voor de aanvaarding van de keuze van mensen die vinden dat zijhun leven hebben geleefd.’ (Meer over de nota “Perspectieven op waardigsterven” op pag. 12 en 13.)

Page 25: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

25

NVVE NIEUWS

gaf aan nu te willen sterven.Driekwart zegt zelf de dode-lijke middelen in te willennemen en meer dan 80 pro-cent vindt dat ze zonder al teveel voorwaarden die dodelij-ke middelen zouden moetenkunnen krijgen. Hoewel ietsmeer dan de helft van de on-dervraagden vindt dat alleende arts deze middelen zoumogen verstrekken, antwoord-den de meeste geënquêteer-den op de vraag hoe zij aandie middelen zouden proberente komen, dat ze dit nu zou-den doen via een smoes, dehuisarts, internet en het bui-tenland. Een kwart van de on-dervraagden zegt iemand tekennen die een einde aan zijnof haar leven heeft gemaaktom redenen dat ze het levenvoltooid achtten.

RegiobijeenkomstenDe NVVE organiseert informa-tiebijeenkomsten waar ledenen introducés praktische vra-gen kunnen stellen over

euthanasie, palliatieve seda-tie, de laatstewilpil, de wils-verklaringen en verenigings-zaken. Maar ook voor per-soonlijke vragen is er volopgelegenheid. Gedurende debijeenkomsten worden lezin-gen gehouden met als thema“Wil en Wet”. Hierin komende diverse keuzes aan de or-de, die iemand kan maken inde laatste fase van het leven(de wil) en de juridische as-pecten daarbij (de wet).De komende bijeenkomstwordt gehouden op:

26 juni Parc Centrum Sandur,Sandurdreef 5, Emmen

De informatiemarkt is doorlo-pen geopend van 14.30 tot17.30 uur en vanaf 19.00.

U kunt zich aanmelden [email protected], tel. 020- 620 06 90 of stuur eenkaartje naar NVVE, Postbus75331, 1070 AH Amsterdam,o.v.v. Regiobijeenkomst.

RECLAME HARTSTICHTINGOnder het motto Een leven hoeft niet te stoppenbij een hartstilstand vertelt de Hartstichting ineen grote reclamecampagne hoe te handelenbij een hartstilstand. Maar klopt het beeld weldat er wordt geschapen?

In het tv-spotje van de Hartstichting is eenmooie jonge vrouw te zien die op straat eenhartstilstand krijgt. Omstanders komen directin actie: ze bellen 112 en geven hartmassage.We zien de trouwring van de vrouw en foto’s

van bloedjes van kinderen. Een paar tellen laterwordt al begonnen met defibrilleren. De ambu-lance arriveert en hoera, mevrouw leeft weer.Feit is echter dat jonge mensen zelden eenhartstilstand krijgen. Veruit de meeste mensendie een hartstilstand krijgen zijn hoogbejaarden reanimatie loopt in deze gevallen bijna altijdslecht af, óók als er snel wordt ingegrepen. Debewering van de Hartstichting dat wanneer erbinnen zes minuten wordt gereanimeerd er eenslagingspercentage is van meer dan 50 pro-cent is even misleidend als ongenuanceerd.Want wat heet een geslaagde reanimatie tezijn? Zeker, het slachtoffer hééft een kans,hoe klein ook, om te overleven. Maar danmeestal als kasplantje. De NVVE heeft er problemen mee dat er in decampagne met geen woord wordt gerept overmensen die niet gereanimeerd willen worden.Het is juist de grote kans dat het niet lukt omde kwaliteit van leven te waarborgen die NVVE-leden ertoe beweegt een niet-reanimerenver-klaring in de vorm van een penning te dragen. Naar aanleiding van de campagne hebbenNVVE-leden die een niet-reanimerenpenninghebben aangevraagd een enquêteformulier ont-vangen. Via dit onderzoek wil de NVVE nagaanwat voor hen de redenen zijn om de penning tedragen, zodat hulpverleners en organisaties alsde Hartstichting benaderd kunnen worden metargumenten waarom mensen ervoor kiezenniet gereanimeerd te willen worden.

IN MEMORIAM HUGO VAN DEN ENDEN

Op 23 januari overleed de Vlaam-se germanist, filosoof en ethicusHugo van den Enden. Tot aan zijnemeritaat in 2003 was hij ver-bonden aan de Gentse Universi-teit als hoogleraar wijsbegeerte,ideologiestudie en ethiek. Sinds1983 was hij vicevoorzitter vande Vlaamse euthanasievereni-ging Recht op Waardig Sterven.Van den Enden ijverde voor deautonomie van mensen om eenmilde dood te kunnen vragen. Hij gaf vele lezingen en pu-bliceerde talloze artikelen in binnen- en buitenland over ditonderwerp. Hieruit ontstond in 1995 het baanbrekendboek Ons levenseinde humaniseren; Over waardig stervenen euthanasie. Hij stelde in het boek dat ieder mens hetrecht heeft op alle mogelijke informatie zodat hij of zij zelfkan kiezen in welke omstandigheden het levenseindeplaatsvindt. Van den Enden wordt alom gezien als een van de belang-rijkste wegbereiders voor de euthanasiewet in België dieop 23 september 2002 in werking trad. De euthanasiewetbeantwoordde niet volledig aan het ideaal dat hij voor ogenhad, maar hij was er toch blij mee zijn doelstelling in grotemate gerealiseerd te zien. Van den Enden overleed op 68-jarige leeftijd aan hartproblemen.

Page 26: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

HET BUREAU HANS SCHUURMAN, PSYCHOLOOG NVVE

Wat kun je als psycholoog van de NVVE toevoegen aan de regu-liere psychiatrische hulpverlening?

‘Ik denk dat een belangrijk verschil is dat er binnen deNVVE, meer dan binnen de reguliere hulpverlening, kennis isover hoe de gedachte aan suïcide zich ontwikkelt en hoe suï-cide werkt. Ik ben daar dagelijks mee bezig en een hulpvra-ger voelt dat. Maar nog belangrijker: er is hier begrip voor degedachte of de wens om dood te willen. Je mag het er ge-woon over hebben. Daar ontbreekt het binnen de psychiatrievaak aan, het onderwerp is er niet populair. Patiënten dur-ven hun wens vaak niet uit te spreken, bang voor de gevol-gen. Terwijl praten juist kan helpen en verlichten.’

Welke mensen kloppen bij jou aan?‘Het gaat om mensen die klem zitten, die niet meer wetenhoe ze uit een bepaalde situatie moeten ontsnappen, andersdan door zelfdoding. De grootste groep zijn de chronisch psy-chiatrische patiënten die vaak al twintig jaar in “het circuit”rondlopen en nergens gehoor vinden voor hun doodswens.Maar ik heb bijvoorbeeld ook contact met een man die dooreen faillissement totaal aan de grond zit en geen andere uit-weg meer ziet dan de dood. Maar ook met jonge zwaar ge-traumatiseerde mensen die naar hun gevoel geen aansluitingvinden in de psychiatrie.’

Hoe gaat het in zijn werk als iemand belt voor hulp?‘Meestal heb ik meerdere malen telefonisch contact methulpvragers en nodig ik hen uit op het bureau. Ik wil eerst sa-men met de hulpvrager bekijken wat de situatie is en hem ofhaar in ieder geval behoeden voor impulsief gedrag of on-doordachte acties. Je zoekt naar wat iemand echt wil en pro-beert samen de wens te benoemen. Want ik vind het voormezelf ook belangrijk dat ik kan begrijpen dat iemand doodwil. Het is geen kwestie van: u vraagt wij draaien.’

Dus als je bij de NVVE aan klopt is het niet een, twee, driegeregeld?

‘Telefonisch geef ik sowieso geen informatie over zelfdoding.Iemand moet dan toch echt langs komen op het bureau. Ikverwijs vaak naar Het Schotse Boekje over methoden vanzelfdoding van de NVVE en op basis daarvan vertellen men-sen mij dan bijvoorbeeld wat ze gaan doen. Mensen moetenniet onderschatten wat het betekent om via het slikken vanpillen een einde aan het leven te maken. Dat kan niet im-pulsief, daar gaat veel werk aan vooraf. Het mag van mij ookwel moeilijk zijn, het is nogal een keuze. Maar die vrijwilligekeuze moet er wel zijn. Als iemand echt wil gaan, dan gaathij toch. En ik zal hem, binnen de mogelijkheden die de wetmij biedt, dan tot het laatste moment bijstaan en zeker nietin de steek laten.’

DE NVVE TELT ZESTIEN

DIENSTEN EN COMMISSIES MET

MEER DAN HONDERDVIJFTIG

(VRIJWILLIGE) MEDEWERKERS

DIE ZICH INZETTEN VOOR DE

VERENIGING. WIE ZIJN DIE

MENSEN EIGENLIJK EN WAT

DOEN ZE PRECIES VOOR U?

Door Marleen Peters

26

POSTNVVE, Postbus 75331, 1070 AH Amsterdam

TELEFOON De NVVE is telefonisch bereikbaar op werkdagen

van 9.00 - 17.00 uur 020 - 620 06 90 (leden),

0900 - 606 06 06 (niet-leden, € 0,20 p.m.)

INTERNETInformatie over de NVVE en euthanasie in het

algemeen is te vinden op de NVVE-site www.nvve.nl

e-mail [email protected]

LEDENSERVICE■ Wilsverklaringen De NVVE geeft verschillende

wilsverklaringen uit waarin u kunt aangeven

wat uw wensen zijn omtrent uw levenseinde.

€ 9,- voor het hele pakket in viervoud:

❚ Euthanasieverzoek Hierin omschrijft u onder

welke omstandigheden u zou willen dat de

arts euthanasie toepast.

❚ Behandelverbod Wanneer u uw wil niet meer

kenbaar kunt maken, gelden de in deze verklaring

opgenomen wensen ten aanzien van wel of niet

behandelen. Aan het behandelverbod is de

Bijzondere clausule ‘Voltooid leven’ toegevoegd.

❚ Volmacht Voor situaties waarin u zelf niet meer

kunt beslissen, kunt u schriftelijk iemand aan-

wijzen die namens u optreedt.

■ Niet-reanimerenpenning De penning is een

beperkt behandelverbod waarmee u aangeeft

te allen tijde niet gereanimeerd te willen worden.

€ 42,50

■ Ledenondersteuningsdienst Leden van de NVVE

kunnen in een persoonlijk contact informatie en

ondersteuning krijgen bij vragen en problemen

rond het vrijwillig levenseinde.

■ Gevolmachtigdendienst Voor leden die in eigen

kring geen gevolmachtigde kunnen vinden,

bestaat (onder voorwaarden) de mogelijkheid

dat een vrijwillige medewerker van de Gevol-

machtigdendienst als zodanig optreedt.

■ Kwartaalblad Relevant is een voorlichtend en opi-

niërend tijdschrift dat viermaal per jaar verschijnt.

Gratis voor leden. Jaarabonnement Nederland

voor niet-leden € 10,- (overige landen op aan-

vraag). Voor visueel gehandicapten is Relevant

op cd-rom verkrijgbaar.

DIENSTEN

Relevant 2/2007

Page 27: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

AANVRAAG LIDMAATSCHAP/WILSVERKLARINGEN

❍ Graag ontvang ik informatie over het lidmaatschap van de NVVE.❍ Ik ben al lid. Stuur mij het aanvraagformulier voor de wilsverklaringen.

(aankruisen wat voor u van toepassing is)

NAAM

ADRES

POSTCODE WOONPLAATS

LIDMAATSCHAPSNUMMER

DATUM

Houdt u rekening met een levertijd van ongeveer twee weken. Stuur deze bon (of een kopie) in eengefrankeerde envelop naar:

NVVE POSTBUS 75331 1070 AH AMSTERDAM

heeft met beslissingen rond het levenseinde.

€ 2,- leden, € 3,- niet-leden

❚ In gesprek met de arts Geheugensteun voor wie

een gesprek wil aangaan met de huisarts over

euthanasie. € 3,25 leden, € 4,25 niet-leden

❚ Het Schotse Boekje over methoden van zelfdo-ding Over middelen en methoden die gebruikt

kunnen worden ter bespoediging van het levens-

einde. Minimaal drie maanden lidmaatschap ver-

eist. € 4,-

❚ Stoppen met eten en drinken Info over verster-

ven, de keuze voor de dood door te stoppen met

eten en drinken. € 3,- leden, € 4,- niet-leden

❚ Verpleegkundigen en euthanasie Info over het

niet instellen/weigeren van een behandeling,

euthanasie, hulp bij zelfdoding, “klaar met leven”,

versterving en palliatieve sedatie, toegesneden

op de taak die de verpleegkundige daarbij heeft.

€ 3,50

❚ Christelijk geloof en euthanasie In discussies

lijkt het soms alsof het christelijk geloof euthana-

sie volledig uitsluit. Toch is de bijbel daar niet zo

eenduidig over. € 2,75 leden, € 3,75 niet-leden

❚ Levensbeschouwing en euthanasie Bijdragen

over islam, boeddhisme, hindoeïsme, jodendom,

christendom en humanisme in relatie tot eutha-

nasie. € 4,- leden, € 5,- niet-leden

❚ Geannoteerde bibliografie Bespreekt boeken,

rapporten en andere uitgaven over euthanasie,

ethiek, gezondheidsrecht en hulp bij zelfdoding.

€ 3,50 leden, € 4,50 niet-leden

Het documentatiepakket en brochures kunnenworden besteld via www.nvve.nl of telefonisch 020 - 620 06 90.

SCHENKINGENU kunt de NVVE op veel

manieren steunen.

Bijvoorbeeld door middel

van een schenking, perio-

dieke uitkering of legaat.

Voor meer informatie kunt

u contact opnemen met

directeur Rob Jonquière,

tel. 020 - 531 59 16.

Bestuur NVVE:

prof. mr. E.Ph.R. Sutorius

(voorzitter)

drs. A. Baars-Veldhuis

(vice-voorzitter)

mr. A.V. van Nierop

(secretaris)

ir. W. Beekman

(penningmeester)

drs. J. Huisman

prof. dr. C. Jonker

F.A. Visscher

Directeur:

Rob Jonquière

LIDMAATSCHAPIedereen vanaf 16 jaar kan lid worden van deNVVE. De minimumcontributie bedraagt € 15,-per jaar. Een “lidmaatschap voor het leven”behoort tot de mogelijkheden.

OVERIGE DIENSTEN■ Bijdrage proceskosten Artsen, verpleegkundigen

en leden die naar de mening van de NVVE ten

onrechte door justitie worden vervolgd voor eutha-

nasie, hulp bij zelfdoding of een andere beslissing

rond het levenseinde of daarover zelf een proces

willen beginnen, kunnen een beroep doen op de

NVVE voor financiële ondersteuning.

U kunt daarbij helpen door een bijdrage te storten

op giro 6335188 t.n.v. de NVVE te Amsterdam,

o.v.v. “bijdrage proceskosten”.

■ Sprekerskader Het Sprekerskader van de NVVE

verzorgt door het hele land lezingen over keuzes

rond het levenseinde. Enkelen zijn gespeciali-

seerd op het gebied van de laatstewilpil.

Info K. Scheirlinck, tel. 020 - 530 49 77, e-mail

[email protected]. Aanvragen minstens vier

weken van te voren. Vergoeding in overleg.

■ Presentatiedienst Op beurzen, symposia en stu-

diedagen kan op verzoek een NVVE-stand worden

ingericht. Info K. Scheirlinck, tel. 020 - 530 49 77,

e-mail [email protected]. Aanvragen minstens

vier weken van te voren.

■ Bijsluiter Europees Medisch Paspoort (EMP) In het EMP is geen ruimte gelaten voor wensen

omtrent het levenseinde. De NVVE geeft bijlagen

uit – opgesteld in elf talen – die kunnen worden

toegevoegd aan het EMP.

Te downloaden via www.nvve.nl/emp.

DOCUMENTATIE■ Documentatiepakket Een uitgebreid naslagwerk

voor scholieren, studenten en andere geïnteres-

seerden, incl. de brochure Het laatste stuk. € 5,-

■ Brochures❚ Hulp bij zelfdoding Bundeling van de lezingen

en verslagen van het mini-symposium en de

workshop en die werden gehouden tijdens het

symposium Hulp bij zelfdoding; Zwisterland in de

polder…? € 5,25 leden, € 6,25 niet-leden

❚ Lijden aan het leven Bundeling van de lezingen

die werden gehouden tijdens het NVVE-symposium

Lijden aan het leven. Mogen we daar een eind

aan maken…? € 5,25 leden, € 6,25 niet-leden

❚ Dementie en euthanasie Bundeling van de lezin-

gen die werden gehouden tijdens het NVVE-sym-

posium Dementie en euthanasie; er mag meer

dan je denkt… € 5,25 leden, € 6,25 niet-leden

❚ Wil en wet Geeft een overzicht van de keuzes

die u kunt maken rond uw levenseinde.

€ 3,25 leden, € 4,25 niet-leden

❚ Het laatste stuk Aan de hand van ca. tweehon-

derd vragen en antwoorden geeft deze brochure

een uitgebreid beeld van alles wat te maken

Page 28: NVVE • nummer 2 • mei 2007• ONDERZOEK EUTHANASIEPRAKTIJK: ARTSEN MELDEN STEEDS VAKER • KINDERARTS PAUL BRAND OVER LEVENSBEËINDIGING BIJ KINDEREN Relevant NVVE • nummer 2

(Advertentie)

vrijdag 28 september 2007Congrescentrum Regardz Eenhoorn, Amersfoort

Op 1 april 2002 werd de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding van

kracht. Het symposium van de NVVE, Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde

staat dit jaar in het teken van het vijfjarige bestaan van deze wet. De NVVE zoekt in haar

symposium de controverse en stelt zich de vraag of we nu echt veel beter zijn geworden van

deze wet. Twee personen zullen vanuit het oogpunt van de patiënt antwoord geven op deze

vraag. Daarnaast zullen vertegenwoordigers uit de politiek en verschillende beroepsgroepen

hun mening geven. De een zal zeer tevreden zijn, de ander vindt dat palliatieve sedatie een

prima alternatief is voor euthanasie en weer een ander zal de wet niet ver genoeg vinden gaan.

Dagvoorzitter: Inge Diepman

Deelnemers die reeds hebben toegezegd:

• H. van Dam, verpleegkundige en publicist

• prof. dr. A.P.M. Heintz, emeritus hoogleraar gynaecologische oncologie

• drs. G.K. Kimsma, huisarts en filosoof

• A. van Miltenburg, VVD

• K. Spaink, schrijfster en columnist

• drs. E.E. Wiegman-van Meppelen Scheppink, ChristenUnie

10.00 uur Welkom en opening door Rob Jonquière, directeur NVVE

10.15 uur Controverses

13.00 uur Lunch

14.00 uur Controverses

16.00 uur Afsluiting en een drankje

Inschrijving: € 145 / in opleiding € 95

Aanmelden via www.nvve.nl/symposium of bel naar de NVVE 020 – 530 49 77.Het symposium is bedoeld voor iedereen die beroepsmatig is geïnteresseerd.Accreditatie wordt aangevraagd.