kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht,...

73
Niki van den Broek Avans University of Applied Sciences Onderwijsboulevard 256 5223 DJ 's-Hertogenbosch 088 525 7500 Kennisportfolio In mijn kennisportfolio is een overzicht weergegeven van de meest relevante modellen en informatie, die ik als Bedrijfskunde MER-student tot dusverre heb geleerd. Modellen staan slechts eenmaal weergeven. Zij worden echter meerder malen gebruikt, gedurende de hele opleiding. Het eerste jaar is vergelijkbaar met de verwante bedrijfskundige opleidingen. Dit zorgt voor een stevige economische basis en een brede blik op het toekomstige werkveld. Vanaf het tweede jaar gaan de lessen de diepte in en word ik opgeleid tot generalist: een veelzijdig inzetbare professional. Integratie van disciplines staat centraal in de opleiding. Als Bedrijfskunde MER-student leer ik problemen in onderlinge samenhang te benaderen, door er vanuit diverse vakgebieden naar te kijken.

Transcript of kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht,...

Page 1: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Niki van den Broek

Avans University of Applied Sciences Onderwijsboulevard 256 5223 DJ 's-Hertogenbosch 088 525 7500

Kennisportfolio

In mijn kennisportfolio is een overzicht weergegeven van de meest relevante modellen en informatie, die ik als Bedrijfskunde MER-student tot dusverre heb geleerd. Modellen staan slechts eenmaal weergeven. Zij worden echter meerder malen gebruikt, gedurende de hele opleiding. Het eerste jaar is vergelijkbaar met de verwante bedrijfskundige opleidingen. Dit zorgt voor een stevige economische basis en een brede blik op het toekomstige werkveld. Vanaf het tweede jaar gaan de lessen de diepte in en word ik opgeleid tot generalist: een veelzijdig inzetbare professional. Integratie van disciplines staat centraal in de opleiding. Als Bedrijfskunde MER-student leer ik problemen in onderlinge samenhang te benaderen, door er vanuit diverse vakgebieden naar te kijken.

Page 2: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 2

Inhoud Leerjaar 1 2013-2014 In het eerste leerjaar heb ik kennis gemaakt met mijn toekomstige werkgebied. Ik heb lessen gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de kans gekregen om bedrijven te 'ontmoeten'. Hier heb ik opdrachten voor uitgevoerd, om mijn opgedane kennis direct in praktijk te brengen. Dit wordt gedaan door middel van een beroepsproduct. Dit betreft een project waaraan tien lesweken in groepsverband wordt gewerkt. Een opdracht, vraagstuk of probleem waarmee een Bedrijfskunde MER-student in zijn toekomstige (of huidige) functie mee te maken krijgt. In het eerste leerjaar heb ik een Bedrijfsmagazine, Business Plan, Marketingcampagne, Groeiplan en innovatieplan gemaakt. Verder heb ik in het eerste leerjaar mijn sociale vaardigheden getraind. Vaardigheden en gedrag worden in de beroepspraktijk steeds belangrijker. Het gaat niet meer uitsluitend om technische kennis van zaken, maar meer en meer om de wijze waarop mensen functioneren in teamverband. Iemand die beschikt over de juiste vaardigheden zal zich op positieve wijze onderscheiden en zo betere kansen creëren, voor zichzelf én de organisatie waarin hij werkzaam is. In de vaardighedenlijn van de opleiding Bedrijfskunde MER wordt ieder jaar aan de ontwikkeling van een professionele beroepshouding gewerkt.

LEERJAAR1BLOK1.......................................................................................................................................4

ALGEMENEECONOMIE(MICRO)...........................................................................................................................4BEDRIJFSECONOMIE...........................................................................................................................................5COMMUNICATIE................................................................................................................................................6INLEIDINGMANAGEMENTI.................................................................................................................................7INLEIDINGRECHT..............................................................................................................................................9

LEERJAAR1BLOK2.....................................................................................................................................10

BEDRIJFSECONOMIE.........................................................................................................................................10HRM...........................................................................................................................................................11MARKETING...................................................................................................................................................12INLEIDINGMANAGEMENTII..............................................................................................................................15OVEREENKOMSTEN-&RECHTSPERSONENRECHT....................................................................................................16

LEERJAAR1BLOK3.....................................................................................................................................17

ALGEMENEECONOMIE(MACRO).........................................................................................................................17BEDRIJFSECONOMIE.........................................................................................................................................18BELASTINGRECHT............................................................................................................................................18HRM...........................................................................................................................................................19MANAGEMENT(GROEISTRATEGIEËN)...................................................................................................................19

LEERJAAR1BLOK4.....................................................................................................................................20

INNOVATIETHEORIEENPRAKTIJK........................................................................................................................20INTELLECTUEELEIGENDOMSRECHT......................................................................................................................25

Page 3: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 3

Leerjaar 2 2014 - 2015 In het tweede leerjaar wordt er kennis gemaakt met marketingcommunicatie, personeelsbeleid en boekhouding. Vanaf het tweede leerjaar krijgen vakken meer diepgang en leer je een organisatie steeds beter te doorgronden. Ook in het tweede leerjaar wordt er aan beroepsvaardigheden gewerkt. Je leert wat aandachtspunten zijn bij het voeren van een aantal verschillende soorten gesprekken. Zo wordt er onder andere aandacht besteed aan omgaan met lastige klanten (conflicthantering), onderhandelen, solliciteren en adviseren. De integrale leerlijn wordt ingevuld met beroepsproducten als een marketingcommunicatieplan, een leveranciersbeoordelingssysteem, kwaliteitsverbeteringsplan en een exportplan. Tijdens het tweede leerjaar is ook de zoektocht naar een stage begonnen. In het derde leerjaar zal ik mijn stage van dertig weken invulling geven bij Deutsche Bank te Eindhoven. In het vierde en laatste jaar wordt er een minor gekozen. Vervolgens wordt er afgestudeerd met een onderzoek in het bedrijfsleven.

LEERJAAR2BLOK1.....................................................................................................................................26

RECHT..........................................................................................................................................................26ENGELS.........................................................................................................................................................27ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN............................................................................................................................28MARKETINGCOMMUNICATIE..............................................................................................................................28BEDRIJFSECONOMIE.........................................................................................................................................30MANAGEMENT...............................................................................................................................................31MARKETING...................................................................................................................................................33

LEERJAAR2BLOK2.....................................................................................................................................37

RECHT..........................................................................................................................................................37ENGELS.........................................................................................................................................................39ALGEMENEECONOMIE.....................................................................................................................................39ADMINISTRATIEVEORGANISATIE.........................................................................................................................41MANAGEMENTLOGISTIEK.................................................................................................................................43MANAGEMENTINKOOP....................................................................................................................................44RECHT..........................................................................................................................................................46ENGELS.........................................................................................................................................................49BEDRIJFSECONOMIE.........................................................................................................................................50MANAGEMENTKWALITEIT................................................................................................................................52LOGISTIEK......................................................................................................................................................56HRM...........................................................................................................................................................58

LEERJAAR2BLOK4.....................................................................................................................................60

EUROPEESRECHT............................................................................................................................................60LANDENANALYSE.............................................................................................................................................62INTERCULTURELECOMMUNICATIE.......................................................................................................................65INTERNATIONALEMARKETING............................................................................................................................67ENGELS.........................................................................................................................................................69BEDRIJFSECONOMIE.........................................................................................................................................70

Page 4: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 4

Leerjaar 1 Leerjaar 1 blok 1 Algemene Economie (micro) Participanten en omgevingsfactoren • Auteur Dr. R. Schöndorff, drs. J.F.B. Pleus, dr. C.A. de Kam • Vakgebied Bedrijfsvoering en ondernemingsklimaat • Beschrijving Participanten: media, afnemers, leveranciers, concurrentie,

vermogensverschaffers, werknemers, belangenbehartigingsorganisaties, overheidsinstellingen

Omgevingsfactoren: milieufactoren, demografische factoren, maatschappelijke factoren, politieke factoren, economische factoren, technologische factoren

Participanten zijn betrokken bij de bedrijfsvoering, of hebben hier een directe invloed op. Verder moet er bij het ondernemingsklimaat, rekening worden gehouden met omgevingsfactoren.

• Relevantie Deze informatie is van belang bij het bepalen van de bedrijfsvoering. SWOT analyse • Standford University • Bedrijfsvoering • De SWOT-analyse is een sterkte-zwakteanalyse. Een bedrijfskundig model dat intern de

sterktes en zwaktes en in de omgeving de kansen en bedreigingen analyseert; op basis hiervan wordt vervolgens de strategie bepaald. De Engelse term SWOT-analysis wordt ook vaak in het Nederlands gebruikt en bevat de vier elementen: Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threat

• De SWOT-analyse kan als middel dienen om beslissingen te nemen en om de positie, de koers en de strategie van een bedrijf tegen het licht te houden. Verder wordt de analyse gebruikt voor planning, marketing, beoordeling van de concurrentie, organisatieontwikkeling, productontwikkeling, onderzoek en teambuilding

Page 5: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 5

Bedrijfseconomie Bedrijfskolom • Dr. R. Schöndorff, drs. J.F.B. Pleus, dr. C.A. de Kam • Doorloop van bedrijf • Een bedrijfskolom is een figuur waar de stappen in volgorde staan die een product doorloopt.

De stappen zijn integratie, differentiatie, parallellisatie, specialisatie. • Te gebruiken om te kijken of een product de juiste weg bewandeld.

Marktvormen • Dr. R. Schöndorff, drs. J.F.B. Pleus, dr. C.A. de Kam • Marktvormen • Er zijn verschillende marktvormen, waaronder; volkomen concurrentie, monopolistische

concurrentie, oligopolie en monopolie • De verschillende marktvormen zijn bruikbaar voor o.a. strategie- en prijsbepaling.

Balans • Onbekende auteur • Financiën • Overzicht van bezittingen en de wijze van financiering • Aan de hand van een balans kan een indicatie verkregen worden omtrent het vermogen van

die entiteit (soms persoon, maar meestal bedrijf) op een bepaalde datum. Het verschil tussen de bezittingen en de schulden (het saldo daarvan) is het eigen vermogen.

Winst- en verliesrekening • Onbekende auteur • Financiën • Kasstroomoverzicht van een onderneming, overzicht van opbrengsten en kosten van een

onderneming • Het opstellen van de jaarrekening, saldo van de winst en verliesrekening is de behaalde winst

of het behaalde verlies Liquiditeitsoverzicht • Onbekende auteur • Financiën • Is een periode overzicht en bevat mutaties op de liquide middelen (kas/bank). Bevat de

ontvangsten en uitgaven, geeft verandering van de kas/bank weer, verandering kan positief en negatief zijn.

• Gebruiken als controlemiddel, schatting van de inkomende en uitgaande geldstromen in een onderneming.

Page 6: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 6

Communicatie Corporate Identity Mix • Birkigt & Stadler • Identiteit en imago • Een organisatie presenteer haar identiteit aan de omgeving via de onderdelen van de

corporate identity mix. De corporate identity mix bestaat uit de persoonlijkheid die zich uit in communicatie, symboliek en gedrag.

• Gebruiken voor het in kaart brengen van de identiteit of het veranderen

hiervan.

Basismodel communicatie • Frank Oomkes, Alan Garner • Communicatie • Persoon A wil een boodschap vertellen aan persoon B. A zoekt in zijn hoofd naar woorden die

bij de boodschap horen (coderen) en zendt vervolgens de boodschap naar persoon B. Persoon B ontvangt de informatie, er vindt decodering plaats in het hoofd van persoon B. Persoon A is hier de zender en B is de ontvanger.

• Gebruiken voor eenvoudige communicatie in een organisatie.

Vormen van communicatie • Frank Oomkes, Alan Garner • Communicatievormen • Er zijn verschillende vormen om te communiceren. Dit kan op een verbale of non-verbale

manier, vocaal of non-vocaal. Het verschil hiertussen is onder andere gesproken of geschreven, de spreekwijze of gelaatsuitdrukking.

• Het is van belang om de juiste vorm toe te passen bij een uiting binnen of buiten het bedrijf. Communicatieplan • Frank Oomkes, Alan Garner • Communicatie • Het communicatieplan bevat de stappen die een onderneming moet doorlopen om de juiste

boodschap over de brengen, op de juiste manier aan de juiste groep mensen. Bevat de volgende stappen: Analyse, communicatiedoelgroepen, communicatiedoelstellingen, boodschap, communicatiestrategie, tijdsplanning, budget en evaluatie.

• Te gebruiken voor het uitvoeren van een campagne of een andere reclame-uiting.

Page 7: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 7

Inleiding Management I 7S model • McKinsey • Interne bedrijfsvoering • Het 7S model is een systeem om de kwaliteit te meten van de prestaties die een

onderneming levert. Alle aspecten uit het model hangen met elkaar samen. • Te gebruiken bij het creëren van samenhang in een organisatie.

Scientific Management theorie • Frederick Taylor • Management • Het doel van Taylor was het verhogen van de productiviteit in de productieomgeving. Hierbij

hoort het achtbazenstelsel: Tijd en kosten, werkinstructies, bewerkingen en hun volgorde, werkvoorbereiding en uitgifte, onderhoud, kwaliteitscontrole, technische leiding en personeelsbeheersing. Het resultaat was tijd- en bewegingsstudies, werkclassificatiesystemen, werkvoorbereiding en planning en analyse van routine- en vermoeidheidsverschijnselen

• Te gebruiken voor hogere productiviteit in productieomgeving.

Algemene Management Theorie • Henry Fayol • Besturing van manager • De besturing die je als manager kunt leren en kunt toepassen in de praktijk bestaat uit vijf

stappen: plannen/vooruitzien, organiseren, coördineren, controleren en bevel voeren. 6 managementgebieden: Technisch, commercieel, financieel, zelfbescherming, boekhouding en besturing.

• Te gebruiken voor eenheid van bevel

Theorie van de Bureaucratie • Max Weber • Bureaucratie • Hoe ziet de ideale bureaucratie eruit: Sterke taakverdeling, hiërarchische bevelstructuur,

functie belangrijker dan de persoon, schriftelijke vastlegging en objectieve criteria en procedures.

• Te gebruiken voor het creëren van de ideale bureaucratie

Page 8: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 8

Human Relations theorie • Elton Mayo • Human Resource management • De mens en de menselijke relaties zijn het uitgangspunt. Er bestaan informele organisaties.

Aandacht geven, waardering laten blijken etc. is belangrijk voor de effectiviteit van een organisatie.

• Te gebruiken voor een goede relatie onderhouden met eigen medewerkers en mensen om je organisatie heen.

X en Y theorie • Douglas McGregor • Mensenbeelden • Er zijn twee soorten mensenbeelden, het X en het Y beeld. De X manier wil zeggen dat je

negatief naar iemand kijkt, de Y manier geeft aan dat je positief naar iemand kijkt. • Te gebruiken voor de manier waarop je naar iemand kijkt.

Theorie van Ansoff • Ansoff • Ondernemingsgroei • De groeistrategie laat verschillende manieren zien hoe een organisatie kan groeien, dit kan

door middel van: productontwikkeling, marktpenetratie, marktontwikkeling en diversificatie. • Te gebruiken voor groei in een organisatie.

Rollen van managers/ werkzaamheden • Mintzberg • Management • Een manager in een organisatie kan verschillende rollen vertegenwoordigen. Zo is er de inter-

persoonlijke rol, informatieve rol en de besluitvormende rol. Daarnaast kan de manager verschillende werkzaamheden uitvoeren, zoals organiseren, controleren, plannen enz.

• Te gebruiken bij het op zijn plaats zetten van een manager. Duidelijk maken welke rol hij bezit en wat zijn werkzaamheden zijn.

Managementlagen • Marcus van Dam • Management • Een manager kan op verschillende niveaus actief zijn, bijvoorbeeld het topmanagement,

middenmanagement en lager management. • De manager op de juiste plek in de organisatie zetten. Elke laag neemt andere beslissingen

en voert andere taken uit.

Page 9: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 9

Inleiding Recht Rechtsgebieden • J.W.P. Verheugt • Recht • In het recht zijn er een tweetal rechtsgebieden, namelijk het publiekrecht (burger – overheid

en overheidsorganisaties bestaande uit strafrecht en staats- en bestuursrecht) en het privaatrecht (burgers onderling).

• Het juiste conflict binnen het juiste gebied plaatsen. Indelingen van ‘’het recht’’ • J.W.P. Verheugt • Indelingen recht • Er kunnen verschillende indelingen worden gemaakt in het rechtsgebied. Zo is er nationaal en

internationaal recht, formeel en materieel recht, publiek en privaatrecht. • Het conflict op de juiste plaats binnen het recht zetten. Wetgevende macht • J.W.P. Verheugt • Materieel recht • Er zijn verschillende soorten wetten in materiële zin. Aan de naam kun je zien door wie de

wet gemaakt is. Wet = door regering en SG, Besluit = regering, verordening = door lagere overheid of waterschap. Wetten in materiële zin zijn alle wetten ongeacht wie ze gemaakt heeft, formeel is gemaakt door regering en SG.

• Te gebruiken bij het indelen van wetten in materiële en formele zin.

Voorrang wetgeving • J.W.P. Verheugt • Voorrang wetgeving • De wetgeving heeft de volgende hiërarchie: verdagen/eu-recht, grondwet, wetten in formele

zin, AMvB, ministeriele regelingen, verordeningen van provincie, verordeningen van gemeente/waterschap

• Het op de juiste manier toepassen van wetten Ondernemingsrecht • J.W.P. Verheugt • Ondernemingsvormen • Ondernemingsrecht gaat onder andere over de juridische vorm waarin een bedrijf

functioneert. De ondernemingsvormen zijn: Eenmanszaak, maatschap, vennootschap, commanditaire vennootschap, B.V., N.V.

• Te gebruiken bij het toepassen van recht op een onderneming

Page 10: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 10

Arbeidsovereenkomst • Art 7:610 BW • Privaatrecht • Sprake van een arbeidsverhouding als: er een gezagsverhouding is, arbeid wordt verricht

gedurende zeker tijd, loon wordt betaald. Beëindigen kan van rechtswege, wederzijds goedvinden, opzegging en ontbinding.

• Te gebruiken om te kijken of er een gezagsverhouding is en of dat er op de juiste manier ontslag is genomen/gegeven.

Rechterlijke macht • J.W.P. Verheugt • Rechtspraak • De rechterlijke macht in Nederland bestaat uit 19 rechtbanken, 5 gerechtshoven en 1 hoge

raad. De taak van de rechterlijke macht is handhaving regels afgedwongen door middel van sancties. Bij eerste aanleg is rechtbank, hoger beroep is gerechtshof en in cassatie is hoge raad.

• Kijken bij welke rechtelijke macht een zaak terecht komt.

Leerjaar 1 blok 2

Bedrijfseconomie Emissie • A. Heezen • Aandelen • Door het uitgeven van aandelen, nieuw eigen vermogen aantrekken. Nominale waarde is

waarde op aandeel staat, intrinsieke waarde is het aantal geplaatste aandelen. Gewone, preferente en prioriteitsaandelen.

• Te gebruiken bij het opstellen van een balans naar aanleiding van emissie. Vreemd vermogen • A. Heezen • Vermogensmarkt • Er bestaat vreemd vermogen lang (langer dan een jaar) of vreemd vermogen kort (1 jaar of

korter). Bij vreemd vermogen lang kennen we de obligatielening, hypothecaire lening, onderhandse lening, achtergestelde lening, voorzieningen. Bij vreemd vermogen kort horen de rekening-courantkrediet, leverancierskrediet, afnemerskrediet, nog te betalen bedragen.

Page 11: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 11

• Te gebruiken bij onderscheid maken tussen lang en kort vreemd vermogen + uitrekenen van de kredieten.

Financiële structuur • A. Heezen • Financiën • De financiële structuur is voor de leiding, EV verschaffers, VV verschaffers, werknemers en

overheid. Het bestaat uit samenstelling activa (activastructuur), samenstelling passiva (vermogensstructuur) en omzet en kosten (winst). De gouden balansregel hoort hierbij, vaste activa en vast deel vlottende activa financieren met EV en VVL.

• Te gebruiken bij het berekenen van de kengetallen van de financiële structuur.

HRM Fombrun Model • Fombrun • Personeelsmanagement • Het Fombrun model laat zien hoe HRM in elkaar zit. Buiten de personeelsplanning staan de

missie, strategie en dan personeelsmanagement. Dan krijgen we binnen het kader personeelsplanning, bestaande uit instroom: werving en selectie, introductie, doorstroom: prestatie, beloning, beoordeling en ontwikkeling, uitstroom: outplacement, ontslag en exitgesprekken. Links buiten het kader staat de arbeidsmarkt.

• Te gebruiken voor het maken van een personeelsplanning. Instrumenten HRM • Irene Schoenmakers, Fons Koopmans • Instroom, doorstroom, uitstroom • Per fase zijn er verschillende instrumenten, instroom: werving, selectie, introductie,

aanstelling en bepaling arbeidsvoorwaarden, doorstroom: beloning, beoordeling, begeleiding, loopbaanplanning, opleiding en training, kennismanagement, uitstroom: pensioen, aflopen tijdelijk contract, beëindigen uitzendovereenkomst, outplacement, ontslag, exitgesprekken.

• Te gebruiken bij het instromen, doorstromen en uitstromen van personeel. Behoeftehiërarchie van Maslow • Maslow • Menselijke behoefte • De behoeftehiërarchie laat stapje voor stapje zien waar mensen behoefte aan hebben. Het is

een vaste volgorde en eenmaal bereikt is er geen prikkel meer. Je kunt wel terugvallen op de ladder.

• Te gebruiken om de motivatie van mensen vast te stellen om te gaan werken.

Page 12: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 12

Competentiemanagement • Irene Schoenmakers, Fons Koopmans • Competenties • Competentiemanagement laat zien hoe je de ontwikkeling managet en beoordeelt van de

competenties van je medewerkers. Competenties worden bepaald door: visie, missie, doelen, strategie, competenties.

• Te gebruiken voor het opstellen van de juiste competenties voor de medewerkers.

Marketing Productieconcept • Kotler en Armstrong • Productie • Consumenten geven die voorkeur aan producten die beschikbaar zijn, betaalbaar zijn.

Productieconcept gunstig in twee situaties. Als de vraag groter is dan het aanbod en volume tbv kostenefficiency.

• Te gebruiken voor marketinggedachte. Productconcept • Kotler en Armstrong • Producten • Consumenten geven de voorkeur aan producten die de beste kwaliteit, prestaties en

innovatie functies hebben. • Te gebruiken voor marketinggedachte. Verkoopconcept • Kotler en Armstrong • Verkoop • Consumenten kopen alleen genoeg als het bedrijf zeer actief is met overtuigen en promoten • Te gebruiken voor de marketinggedachte. Marketingconcept • Kotler en Armstrong • Marketing • Het marketingconcept pakt goed uit als er een duidelijke behoefte ontstaan. Bedrijven willen

graag meerwaarde bieden en een relatie opbouwen, waardoor ze zich focussen op de klant. • Te gebruiken voor de marketinggedachte.

Maatschappelijk concept • Kotler en Armstrong • Maatschappij • Bedrijven leveren waarde op het gebied van MVO en aan de klant om het welzijn van de

samenleving te vergroten. • Te gebruiken voor de marketinggedachte. Abell diagram • Abell • Missie • Aan de hand van drie bouwstenen van Abell diagram, wie, wat en hoe kan een missie worden

opgesteld. • Te gebruiken voor een marktgerichte missie.

Page 13: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 13

Vijfkrachtenmodel Porter • Porter • Concurrentie • Door middel van het vijfkrachtemodel van Porter kan de concurrentie worden geanalyseerd

op de gebieden leveranciers, substituten, huidige concurrenten, afnemers en potentiële toetreders.

• Te gebruiken om een inschatting over de relatieve aantrekkelijkheid van een bedrijfstak te maken. Hierop kan de strategie van een organisatie afgestemd worden.

BCG Matrix • Boston Consulting Group • Evaluatie producten en activiteiten • Door de BCG matrix in beeld brengen van de belangrijkste strategische business units. Twee

dimensies: groei van de markt en marktaandeel. • Te gebruiken om te kijken hoe aantrekkelijk verschillende SBU’s zijn. De marketingomgeving • Kotler en Armstrong • Omgevingsanalyse • De marketingomgeving laat zien op welke gebieden je allemaal moet analyseren voor een

goed marketingbeleid. Daarnaast wordt er duidelijk wat je in grote mate kan beïnvloeden en wat niet.

• Te gebruiken bij het analyseren van de omgeving van een bedrijf. Productniveaus • Kotler en Armstrong • Producten • Een product kan op verschillende niveaus worden gebracht. We hebben een kernproduct,

werkelijk product en uitgebreid product. • Te gebruiken om het product op het juiste niveau te zetten in de cirkel. Productlevenscyclus • Kotler en Armstrong • Producten • Een product doorloopt een cyclus. Het begint bij het ontwikkelingsstadium, dan

introductiefase, groeifase, volwassenfase en neergang. • Te gebruiken om te kijken in welke fase een product zich vindt.

Page 14: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 14

Merkstrategie • Kotler en Armstrong • Merken • Bij het ontwikkelen van een nieuw merk kun je verschillende strategieën bedenken, namelijk

lijnextensie, merkextensie, verschillende merken en nieuwe merken. • Te gebruiken voor het ontwikkelen van een nieuwe merk.

Gap-analyse • Kotler en Armstrong • Consument en producent • Door te analyseren kan er gevonden worden hoe groot de kloof is tussen consument en

producten. • Te gebruiken voor het ontdekken van een kloof tussen consument en producent.

Geïntegreerde marketingcommunicatie • Kotler en Armstrong • Marketingcommunicatie • Marketingcommunicatie gaat volgens een zorgvuldige combinatie van productie-

instrumenten. • Te gebruiken voor het neerzetten van een duidelijke, overtuigende en consistente boodschap. Promotiemix strategieën • Kotler en Armstrong • Promotie • Bij de promotie van producten kunnen verschillende strategieën worden toegepast. Zo kan er

gekozen worden uit de pull en push strategie. De push van producent naar consument en e pull andersom.

• Te gebruiken voor het neerzetten van de juiste promotie van een product.

Page 15: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 15

Inleiding Management II Organisatieschema • Marcus van Dam • Organisatiestructuur • Een organisatieschema is een vereenvoudigde weergave van de organisatiestructuur, wordt

ook wel organigram of organogram genoemd. Het laat zien hoe de taken verdeeld zijn over personen en/of afdelingen en hoe de gezagsverhoudingen liggen. Er zijn verschillende organisatie-structureren, namelijk een lijnorganisatie, lijn/staf organisatie, lijn/functionele staforganisatie en matrixorganisatie.

• Te gebruiken bij het opstellen van een structuur in een organisatie en om te kijken of alles nog goed in orde is.

Cultuurtypen van Handy • Handy • Organisatiecultuur • Hulpmiddelen bij het vaststellen van de organisatiecultuur zijn de cultuurtypen van Handy,

hoe is de samenwerkingsgraad en hoe is de spreiding van de macht geregeld. Er kunnen dan 4 cultuurtypen uitkomen, namelijk rollencultuur, machtscultuur, personencultuur en taakcultuur.

• Te gebruiken voor het vaststellen van de organisatiecultuur. PDCA-cyclus • Deming • Beheersen/ verbeteren van systemen • De doelen van de cyclus zijn continue procesverbetering en kwalitatieve verbetering van

productieprocessen. De werking van de PDCA-cylus is te zien middels onderstaande afbeelding

• Te gebruiken kwaliteitsverbetering Leiderschapsstijlen • Marcus van Dam • Leiderschap • Een manager kan op 3 manieren de leiding nemen, namelijk op een autoritaire manier,

democratische en participerende manier. De stijl is altijd persoonsgebonden of situatieafhankelijk. 5 bronnen van invloed macht is beloningsmacht, afgedwongen macht, legitieme macht, expertisemacht en referentiemacht.

• Te gebruiken voor het goed leiding geven aan een groep.

Page 16: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 16

Overeenkomsten- & Rechtspersonenrecht Eenmanszaak • A.M.M.M. van Zeijl, J.W.P Verheugt • Ondernemingsvormen • Een eenmanszaak is een onderneming die toebehoort aan een natuurlijk persoon, moet

worden ingeschreven in het handelsregister, administratie voeren, geen scheiding zakelijk en privé, alle winst en verlies naar 1 persoon e heeft de bevoegdheid tot handelen en de externe aansprakelijkheid.

• Te gebruiken voor voering van de eenmanszaak. Maatschap • Art. 7A:1655 BW, art. 7A: 1670/1671/1672 BW, art. 7A: 1676 BW, art. 7A: 1681 BW, art.

7A: 1679/1680 BW • Ondernemingsvormen • Een maatschap is een overeenkomst (vormvrij) met twee of meer personen, deze verbinden

iets in gemeenschap te brengen en het oogmerk is winstdeling. • Te gebruiken voor het voeren van een maatschap. VOF • Art. 16 WvK, art. 7A:1670/1672 BW, art. 17/18 WvK, art. 29 WvK • Ondernemingsvormen • Een VOF is een bijzondere maatschap, uitoefening van een bedrijf onder een

gemeenschappelijk naam. • Te gebruiken voor het voeren van een VOF. BV • Art. 2:175 BW, art. 2:5 BW, art. 2:3 BW, art. 2:180 BW, art. 2:177 BW, art 2:7 BW, art.

2:107/2:217 BW, art. 2:129/2:239 BW, art. 2:130/2:240 BW, art. 2:218, art. 2:242/2:4/2:230/2:272/2:243 BW, art. 2:244/2:134 BW, art. 2:9/2:248/2:138/2:252/2:254/2:144/2:250 BW

• Ondernemingsvormen • BV is een kapitaalvennootschap, aandeelhouders verschaffen eigen vermogen, eigen

vermogen is door aandeelhouders bijeengebrachte risicodragende waarden, bij overdracht in aandelen geldt aanbiedingsregeling, tenzij ander is geregeld in de staturen.

• Te gebruiken voor het voeren van een BV. Overeenkomstenrecht • Art. 6:213/6:219 BW, art. 3:32/3:33/3:35/3:34/3:44/6:228 BW, Art. 6:74/6:75 BW, art.

7:21/7:23 BW • Overeenkomst en rechtshandeling. Tekortkoming/ niet nakoming • Een overeenkomst is een meerzijdige handeling, door aanbod en aanvaarding, waarbij een of

meer verbintenissen worden aangegaan. Een rechtshandeling vereist een wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard. Een natuurlijk persoon is handelingsbekwaam, uitzondering is minderjarige en onder curatele gestelde. Wanprestatie is een toerekenbare tekortkoming, overmacht is niet toerekenbare tekortkoming

• Te gebruiken voor overeenkomst, rechtshandeling en wil en verklaring. Ook te gebruiken bij niet nakoming of een tekortkoming in welke vorm dan ook.

Page 17: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 17

Eigendom • Art 5:1/5:3/3:2/3:3/3:4/5:37/3:13/3:84/3:86/3:90/3:114 en 115 BW • Eigendomsrecht • Eigendomsrecht is het meest omvattende recht en kan slecht bestaan ten opzichte van een

zaak. Een zaak is roerend of onroerend. Eigenaar van een zaak is tevens eigenaar van al haar bestandsdelen.

• Te gebruiken bij eigendomsrecht en overdracht daarvan.

Leerjaar 1 blok 3

Algemene economie (macro) De economische kringloop • Dhr. Schöndorff, drs. J.F.B. Pleus, dr. C.A. de Kam • Economie • Binnen de economie is er een economische kringloop. De aspecten hierin zijn gezinnen,

overheid, bedrijven en het buitenland. Van en naar deze aspecten vloeien geldstromen. • Gebruiken om te kijken hoe geldstromen lopen. Collectieve sector • Dr. Schöndorff, drs. J.F.B. Pleus, dr. C.A. de Kam • Collectieve sector • De collectieve sector bestaat uit de overheid en de sociale fondsen. De overheid bestaat uit

de rijksoverheid, provincies en gemeenten. De collectieve sector heeft een aantal taken, namelijk allocatie bestaande uit collectief, quasi-collectief, merit en demerit. Een andere taak is herverdeling en de laatste taak is regulering.

• Te gebruiken bij het controleren of de collectieve sector de juiste taken uitvoert. Economische groei • Dr. Schöndorff, drs. J.F.B. Pleus, dr. C.A. de Kam • Groei • De economie kan op twee manieren groeien, aan de structuurzijde en de conjunctuurzijde. Bij

de structuurzijde spelen de aanbodzijde en de productiecapaciteit een grote rol, bij de conjunctuurzijde spelen de vraagzijde en bestedingen een grote rol. De structuurzijde bestaat uit arbeid, kapitaal, ondernemingsschap en natuur, de conjunctuurzijde bestaat uit gezinnen, bedrijven, overheid en het buitenland.

• Te gebruiken bij economische groei in een land.

Page 18: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 18

Bedrijfseconomie Rationele en irrationele overcapaciteit • A. Heezen • Capaciteiten • Bij de productie kan er wel eens overcapaciteit zijn. deze capaciteit is onder te verdelen in

rationele capaciteit, ondeelbaarheid DPM, reservecapaciteit en seizoensinvloeden. Daar buiten valt de irrationele overcapaciteit. Rationele capaciteit is de rationele overcapaciteit met de normale bezetting.

• Te gebruiken bij het onderverdelen van capaciteit in deelcapaciteiten. Er kan dan gezien worden waar het meeste overcapaciteit is en wellicht kan daar iets aan gedaan worden.

A.C. Methode • A. Heezen • Bedrijfsresultaten • Bedrijfsresultaten kunnen uitgerekend worden met begrote en werkelijke cijfers. Deze twee

kunnen weer uitgerekend worden op een klassieke of geanalyseerde manier. Bij zowel de klassieke als de geanalyseerde manier moet hetzelfde bedrag uitkomen.

• Te gebruiken voor het uitrekenen van het resultaat van een bedrijf.

Belastingrecht Dienstbetrekking • Art. 7:610 BW, art. 3 en 4 wet LB, hfdst. 2 Uitv.Besl.LB • Belastingrecht • Als er sprake is van een dienstbetrekking moet er loonbelasting worden betaald. Er kan

sprake zijn van een fictieve dienstbetrekking en een privaatrechtelijke dienstbetrekking. • Gebruiken om te kijken of iemand LB moet betalen. Loonbelasting • Wet LB • Belastingrecht • LB is de voorheffing op de inkomstenbelasting. Belangrijkste belastingplichtige is de

werknemer, werknemer is de natuurlijke persoon die tot een inhoudingspichtige in privaatrechtelijke of publiekrechterlijke dienstbetrekking staat. LB wordt betaald over gezamenlijke bedrag aan loon waar onder vallen loon in geld, loon in nature en fictief loon.

• Kijken of iemand en zo ja hoeveel iemand aan loonbelasting moet betalen. Inkomstenbelasting • Wet IB • Belastingrecht • IB kent een aantal boxen. Je kunt vallen onder box 1 werk en winst uit onderneming, box 2

aanmerkelijk belang en box 3 inkomen uit sparen en belegen. Bij de berekening van de belasting mogen verschillende aspecten in aftrek worden genomen. Er zijn vrijstellingen en andere voordelen bij de berekening van de belasting. Deze zijn allemaal terug te vinden in de wet IB.

• Uitrekenen hoeveel iemand terug krijgt of moet betalen aan IB. Vennootschapsbelasting • Wet VPB • Belastingrecht

Page 19: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 19

• De BV/NV vallen onder een andere wet als het gaat om belasting betalen bij winst. De VPB heeft een progressief schijventarief. De eerste 200000 moet 20% over worden betaalt, bij meer dan 200000 moet er 25% over worden betaald. Het uitgekeerde dividend valt bij aandeelhouder in box 2 of 3 van IB.

• Uitrekenen hoeveel een BV/NV moet betalen aan belasting.

HRM Arbeidsmarktcommunicatieplan • Irene Schoenmaker en Fons Koopmans • Arbeidsmarktcommunicatie • Arbeid marktcommunicatie is van groot belang voor een bedrijf. De doelstelling kunnen zijn

directe werving, employer branding of relatiemanagement. Om de communicatie goed te laten verlopen is er een plan dat nagestreefd kan worden. De onderwerpen uit het plan zijn: probleemstelling, doelstelling, doelgroep, boodschap, strategie, werving- en selectiemiddelen, organisatie en planning, budget en evaluatie.

• Te gebruiken voor het laten slagen van een arbeidsmarktcampagne.

Management (groeistrategieën) Groeimodel Keuning • Keuning • Bedrijfsgroei • Het groeimodel van keuning bestaat uit 7 groeistadia, 4 groeifase en 6 kenmerken per fase.

Per stadium doet zich een probleem voor, per fase verschilt de structuur van een bedrijf. • Te gebruiken voor de groei van een bedrijf.

Groeimodel Scott • Scott • Bedrijfsgroei • Het groeimodel van Scott ziet er vrijwel hetzelfde uit als het model van Keuning. Scott kent

alleen geen stadia. Daarnaast heeft Scott fase 3 en 4 van Keuning samengevoegd in een fase genaamd de multidivisionele organisatie.

• Te gebruiken voor groei in een bedrijf.

Page 20: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 20

Groeimodel Greiner • Greiner • Bedrijfsgroei en managementstijl • Greiner heeft 5 + 2 fasen (deze worden door Keuning stadia

genoemd). Elke fase vereist een eigen managementstijl. De fasen worden afgewisseld door een crisis en na de crisis volgt er een trendbreuk. Het overwinnen van een interne crisis is vaak dominant bij ontwikkelingen en elke overgang betekent veranderingen.

• Te gebruiken voor de groei in een bedrijf en de bijbehorende managementstijl. Veranderingsmodel Lewin • Lewin • Bedrijfsverandering • Lewin stelt dat er verschillende fasen zijn binnen een veranderingsproces in een bedrijf. Zo is

er de unfreezing waarbij medewerkers voorbereid moeten worden op de verandering, moving waarbij de verandering wordt doorgevoerd en freezing waarbij het nu gedrag wordt vast geankerd.

• Te gebruiken bij het doorvoeren van een verandering in een bedrijf.

Veranderen volgens Ezerman • Ezerman • Bedrijfsverandering • Volgens Ezerman krijg je altijd weerstand bij een verandering in

een bedrijf. Door de fasen te doorlopen die Ezerman heeft vastgesteld kan een bedrijf acceptatie krijgen van zijn medewerkers. Er zijn 6 fasen: ontwijken, informeren ,ondersteunen, onderhandelen, overtuigen en afdwingen.

• Te gebruiken voor het verkrijgen van acceptatie van medewerkers bij een verandering in het bedrijf.

Leerjaar 1 blok 4

Innovatie theorie en praktijk Value Chain • Porter • Productlevering • De Value chain van Porter beschrijft welke activiteiten er uiteindelijk nodig zijn om een

product bij de klant te brengen. • Te gebruiken voor het opstellen van activiteiten die nodig zijn om een product te leveren.

Page 21: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 21

Business Model Canvas • Osterwalder en Pigneur • Interne en externe bedrijfsvoering • Elk bedrijf zou het Business Model Canvas in moeten kunnen vullen. Het model bestaat uit 9

bouwstenen: klantrelaties, waardeproposities, klantensegmenten, inkomstenstromen, kostenstructuur, kanalen, key activities, key partners en key resources.

• Te gebruiken bij het analyseren van het bedrijf op de interne en externe manier. Door het invullen van het model is voor een bedrijf duidelijk wat ze doen en wie ze zijn op intern en extern gebied.

Trendcanvas • Osterwalder en Pigneur • Trends • Door het trend canvas door te lopen weet je wat je moet doen om in te

spelen op trends in de omgeving. Je vraag je eerst af wat je ziet in je omgeving. Dan vormen die antwoorden een trend. Je gaat voor de trends bekijken welke van invloed zijn op je organisatie en gaat zo twee trends tegen elkaar opzetten. Vervolgens formuleer je SMART doelen en dan kom je tot taken die je nu uit moet voeren.

• Te gebruiken bij het inspelen op trends in de omgeving. Core business typen

• Hagel en Singer • Productinnovatie, klantrelatie management, infrastructuur management • Bedrijven zijn samengesteld uit drie zeer verschillende typen businesses, met

verschillende economische, concurrentie en culturele eisen. Elke type business wordt aangestuurd met verschillende factoren waardoor er conflicten kunnen ontstaan of ongewenste compromissen binnen dezelfde organisatie.

• Te gebruiken bij het kiezen van het type business.

Page 22: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 22

Innovation Adoption curve • Rogers • Accepteren nieuwe producten • Verschillende mensen nemen op verschillende manieren nieuwe producten aan. Sommige

liggen om 12 uur ’s nachts voor de winkel om als eerste het product te hebben, anderen kopen het product pas als het in de sale is.

• Te gebruiken bij het kijken naar je eigen klanten. Op welke manier nemen zij nieuwe producten aan.

Productontwikkeling • Kotler en Armstrong • Producten • Een nieuw product ontstaat niet zomaar. Het ondergaat

eerste een aantal stappen tot dat het product echt geïntroduceerd wordt. De volgende stappen worden afgegaan: ideeën generen, ideeën screenen, concept ontwikkelen en testen, marketingstrategie, bedrijfseconomische analyse, productontwikkeling, test marketing en tot slot de introductie.

• Te gebruiken bij het ontwikkelen van nieuwe producten. Co-Creatie • Kotler • Trends • Een trend die zich op dit moment voordoet is cocreatie. De klant maakt zelf onderdeel uit van

het product. De klant helpt bij het ontwikkelen van het product. De invloed van de consument is in 5 fasen te onderscheiden namelijk: selector, personaliser, inspirator, participant en creator. Ook de invloed van een bedrijf heeft verschillen fasen namelijk: developer, mass cusomizer, idea collector, integrator en facilitator.

• Te gebruiken bij het bekijken in hoeverre een consument of bedrijf invloed heeft bij het ontwikkelen van nieuwe producten.

Page 23: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 23

Open innovatie • Chesbrough • Innovatie • Chesbrough bepleit dat in een wereld die wordt gekenmerkt door verspreide kennis,

organisaties meer warde kunnen creëren en hun eigen research beter kunnen exploiteren door externe kennis, intellectuele eigendom en producten te integreren in hun innovatieprocessen. Er bestaat outside-in en inside-out innovatie. Waarbij bij de eerste van buiten naar binnen ideeën worden ingebracht.

• Te gebruiken bij het opstellen van de principes van gesloten en open innovatie. Ontbundeling • Hagel en Singer • Innovatie • Bedrijven zijn samengesteld uit drie zeer verschillende typen businesses met verschillende

economische, concurrentie en culturele eisen. Elke type business wordt aangestuurd met verschillende factoren waardoor er conflicten kunnen ontstaan of ongewenste compromissen binnen dezelfde organisatie. Het patroon kan gebruikt worden om het businessmodel te innoveren.

• Te gebruiken bij het innoveren van het businessmodel van Hagel en Singer. Long Tail • Osterwalder en Pigneur • Innovatie • Voorheen had je een beperkt aantal producten met grote volumes, nu is het aantal producten

heel groot in kleine volumes. Dit is als gevolg van lagere kosten en hogere beschikbaarheid van productietools, distributiemogelijkheden en mogelijkheden om vraag en aanbod bij elkaar te brengen.

• Te gebruiken bij het innoveren van het businessmodel Multi sided platforms • Osterwalde en Pigneur • Innovatie • Hierbij kunnen twee of meer verschillende maar onderling afhankelijke groepen klanten

worden samengebracht. Het creëert waarde door de interacties tussen groepen te bevorderen en deelname van de ene groep bepaalt de waarde voor de andere groep. Het netwerkeffect waarde groeit naarmate gebruikersaantal toeneemt en vaak wordt de ene doelgroep gesubsidieerd om het gebruikersaandeel te vergroten. Daarmee wordt waarde verhoogt voor de andere doelgroep of product.

• Te gebruiken bij het innoveren van het businessmodel Free • Osterwalder en Pigneur • Innovatie • Één substantieel klantsegment kan continu profiteren van een kosteloos aanbod. Er zijn

verschillende patronen die een gratis aanbod mogelijk maken: Multi-sided platforms, freemium en bait & hook.

• Te gebruiken bij het innoveren van het businessmodel

Page 24: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 24

Strategie: de businessmodel omgeving • Osterwalder en Pigneur • Omgevingsanalyse • bedrijven moeten continu hun omgeving analyseren. Op macroniveau via het DESTEP model,

op meso niveau via het 5 krachten model, trendanalyse. Het model kan ook nog op een andere manier worden geanalyseerd. Er kan gekeken worden naar de industry forces, key trend, market forces en macro economic forces.

• Te gebruiken bij het analyseren van de omgeving en komen tot innovatie van het model

Blue ocean strategy • Osterwalder en Pigneur • Innovatie • Bedrijven blijven vaak dicht bij het oude vertrouwde als ze gaan

innoveren. Ze doen wat concurrenten ook doen en proberen dat te verbeteren. Echte innovatie is out of the box denken. Hierbij kan de Blue Ocean Strategy in worden gezet. De vier elementen van deze strategie zijn verminder, verwijder, creëer en verhoog.

• Te gebruiken bij het innoveren en opnieuw leveren van waarde Managen van businessmodellen • Osterwalder en Pigneur • Managen • Bedrijven plaatsen vaak een nieuw businessmodel naast hun bestaande bedrijfsmodel via een

aparte werkmaatschappij of een joint venture. Wanneer het nieuwe businessmodel groeit dan doen zich verschillende vragen voor bijvoorbeeld of het bestaande businessmodel opgeheven moet worden, bestaande businessmodel integreren, autonoom laten voorbestaan of afsplitsen. Het businessmodel moet op de juiste manier gemanaged worden en dan kan er dus gekozen worden uit bijvoorbeeld integreren, autonomie of afsplitsen.

• Te gebruiken bij het managen van een nieuw businessmodel Businessplan • Osterwalder en Pigneur • Businessmodellen • Een businessplan beschrijft de projectmatige invoering van een nieuw businessmodel obv de

canvas analyse om: het nieuwe businessmodel te verkopen aan de besluitvormers zoals hoger management etc. Daarnaast wordt er een kosten en baten afweging gemaakt. Risico’s worden beschreven en de te nemen maatregelen. De invoering wordt beschreven aan belanghebbenden. Onderdelen van het businessplan zijn het team, businessmodel, financiële analyse, externe omgeving, implementatieroadmap en risico-analyse.

• Te gebruiken bij het overtuigen van de besluitvormende groepen als het gaat om een nieuw businessmodel.

Page 25: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 25

Intellectueel Eigendomsrecht Potretrecht • Art 20/art. 21 auteurswet • Potretrecht • Het auteursrecht geldt voor een potret. In opdracht, auteursrecht potret komt auteur toe,

auteur niet bevoegd tot openbaarmaking tenzij is overeengekomen. Bij openbaarmaking art. 21 geldt potret zonder opdracht openbaarmaking niet geoorloofd voor zover een redelijk belang zich verzet.

• Te gebruiken bij het potrechtrecht, het publiceren van een potret. Auteursrecht • Art. 1/ art. 10/ art. 4/ art. 7 auteurswet • Rechten van auteur • Auteursrecht is het uitsluiten recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap

of kunst om dit te openbaren en te verveelvoudigen. Op de verschillende facetten van auteursrecht hangen nog allemaal weten omheen.

• Te gebruiken om te kijken of een auteur op de juiste manier gehandeld heeft. Octrooirecht • Rijksoctrooiwet art. 4/ art. 6/ art. 7, art. 24/ art. 70/ art. 75 octrooiwet, art. 6:162 BW • Octrooi/ patent • Alleenrecht van de uitvinder om zijn uitvinding commercieel uit te baten. Het is een

eigendomsrecht en hetzelfde als een patent. • Te gebruiken om te kijken of het recht van het octrooi ook goed wordt uitgevoerd. Merkenrecht • Art. 2.1 e.v. Benelux vedrag intellectueel eigendomsrecht • Merken • Kenmerken om een merk vast te kunnen leggen zijn: het is een teken, een dienst of waar en

het heeft onderscheidend vermogen. Functies van een merk kunnen zijn herkomst, garantie en reclame. Merkenrecht moet aangevraagd worden. Dit kost geld. Je moet je aanmelden en na de bevestiging dat alles goed is wordt het merk gedeponeerd. Er kan ook inbreuk worden gemaakt. Vormen hiervan zijn associatie, piraterij, grappenmakers en ongerechtvaardigd voordeel.

• Te gebruiken om te kijken of het merkenrecht op de juiste manier wordt nageleefd. Handelsnaam • Art. 1 t/m 11 Handelsnaamwet • Handelsnaam • Iedere onderneming die aan het rechtsverkeer deelneemt presenteert zich onder een

handelsnaam. Om overeenstemmende handelsnamen te verkomen is er een wet in het leven geroepen. Het is niet verplicht je in te schrijven of een depot aan te vragen. In het handelsregister van de Kamer van Koophandel is dat wel verplicht. Er zijn enkele voorwaarden. Je mag geen handelsnaam voeren die misleidend is en in strijd is met andere handelsnamen. Het recht is beperkt tot de regio waarin de handelsnaam wordt gebruikt.

• Te gebruiken om te kijken of het handelsnaamrecht op de juiste manier wordt toegepast

Page 26: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 26

Leerjaar 2 Leerjaar 2 blok 1 Recht Reclame • Art. 6: 194 BW + Art. 6:194a BW • Privaatrecht • Er zijn drie niveaus van regels met betrekking tot reclame, dit zijn supranationaal, nationaal

en zelfregulering. Het nationale niveau valt uiteen in twee belangrijke ‘’type’’ reclame, namelijk misleidende reclame en vergelijkende reclame.

• Kijken of er sprake is van misleidende of vergelijkende reclame en zo ja waar ze de fout in zijn gegaan bij het soort reclame

Consumentenkoop • Art. 7:1 BW tot en met art 7:50 BW • Privaatrecht • De consumentenkoop valt onder een bijzonder overeenkomst. Bij een consumentenkoop

wordt een zaak gegeven waartegen een prijs in gelden betaald moet worden. De voorwaarden aan de wet van de consumentenkoop is dat het een roerende zaak is, er een verkoper is, die verkoper in uitoefening van een beroep of bedrijf is, er een koper is, de koper een natuurlijk persoon is en dat hij of zij niet handelt in een beroep of bedrijf

• Regels met betrekking tot de consumentenkoop snel terug kunnen vinden Internet en recht • Art. 3:15d BW, art 3:15e BW, art. 7:46c BW, art. 3:37 BW, art. 6:227 BW, art. 7:46d BW,

art. 7:46j BW, art. 11:7 telecommunicatiewet • Privaatrecht • Er bestaan overeenkomsten via internet. 3 typen e-commerce zijn b2b, b2c, c2c, er zijn 3

fasen in het koopproces op internet namelijk precontractuele fase, sluiten van een overeenkomst en nakoming. In elke fase is de aanbieder wat verplicht dat in de artikelen staat geregeld. Bijvoorbeeld bij de precontractuele fase de informatieverstrekking, bij sluiten van de overeenkomst de garantiebepalingen en bij de nakoming mogelijkheden van retour. Ook gelden de regels van consumentenkoop hier. Kijkend naar reclame en marketing op internet gelden ook de regels van normale reclame en marketing (misleidende en vergelijkende reclame) en de regels uit de artikelen 3:15d en e BW en art. 7:46 BW.

• Regels met betrekking tot overeenkomsten die op internet worden gesloten en reclame en marketing op internet

Privacy • Art. 1 Wbp, Art 2 Wbp, Art. 4 Wbp, Art. 6 Wbp, Art. 7 Wbp, Art. 8 Wbp, Art. 10 Wbp, Art. 27

Wbp, Art. 13 Wbp, Art. 33 Wbp, Art. 34 Wbp, Art. 43 Wbp, Art. 40 Wbp • Privaatrecht • Veel bedrijven verwerken persoonsgegevens. Aan deze verwerking stelt de wet eisen. De

privacy van mensen wordt beschermd door regels te stellen ten aanzien van het verwerken van persoonsgegevens. Persoonsgegevens betreft elke informatie van een natuurlijk persoon en bij het verwerken gaat het bijvoorbeeld om vastleggen, raadplegen, gebruiken en verspreiden. De wet is niet van toepassing op activiteiten voor uitsluitend huishoudelijke of persoonlijke doeleinden en ook speciale wetten gaan voor. Er zijn daarnaast een aantal gronden waarop verwerken van gegevens wel is toegestaan. Bedrijven moeten altijd voordat ze beginnen met het verwerken dit melden bij het college bescherming persoonsgegevens.

Page 27: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 27

De betrokkenen heeft recht om zich te verzetten tegen het verwerken en als dit gerechtvaardigd is dan moet het verwerken van de gegevens onmiddellijk worden gestaakt. Tot slot zijn er nog een aantal beschermingsmogelijkheden door bijvoorbeeld als burger straffen te ondernemen als je schade hebt geleden, het openbaar ministerie kan vervolgen en die legt dan een straf op of het college bescherming persoonsgegevens kan actie ondernemen en kan een dwangsom opleggen.

• Te gebruiken om te kijken of het verwerken van je persoonsgegevens rechtmatig gebeurd

Engels Email writing and grammar • Lotte Tavecchio en Aafke Moons • E-mail writing and grammar • In de Engelse grammatica kennen we de present simple en present continuous. Bij de

present simple komt er bij he, she en it een ‘’s’’ achter. We gebruiken het bij feiten, gewoonte of als iets regelmatig gebeurd. Ook bij een gevoel, mening, wens of waarneming wordt het gebruikt. Present continuous gebruiken we met een vorm van to be + ing. We gebruiken het als iets nu bezig is, om een handeling of actie te benadrukken, aan te geven dat iets al een tijdje duurt en om ergernis of irritatie uit te drukken. Een e-mail kent een vaste structuur, namelijk: adressering, aanhef, inleiding, kern, afsluitend deel en de gehele afsluiting.

• Een zakelijke Engelse brief schrijven met de correcte grammatica Questions and grammar • Lotte Tavecchio en Aafke Moons • Asking questions and grammar • In het Engels kun je op vele manieren vragen stellen. Het is van groot belang om te laten op

de woordvolgorde. Daarnaast hebben we in het Engels de past simple. Deze tijd gebruiken we voor iets dat in het verleden gebeurd is. Het werkwoord krijgt dan een –ed of een onregelmatig werkwoord moet ingevuld worden. Ook hebben we de present perfect. Deze tijd gebruiken we als iets net geëindigd is of als iets begonnen is in het verleden en nu nog steeds bezig is. Tot slot gebruiken we het voor iets dat in het verleden begonnen is, maar waarvan we niet weten wanneer. Bij de present perfect gebruiken we has/have + hele werkwoord met –ed of een onregelmatig werkwoord

• Vragen stellen in het Engels en de juiste grammatica toepassen Telephoning en grammer • Lotte Tavecchio en Aafke Moons • Telephone conversation and grammar • Bij een telefoongesprek moet je met een aantal dingen rekening houden, maak je zinnen niet

te lang, spreek duidelijk en niet te snel, spreek goed in het microfoontje, vraag om herhaling als het niet duidelijk is, herhaal cruciale informatie, houd pen en papier bij de hand zodat je dingen op kan schrijven, bereid je gesprek goed voor als je zelf belt en wees niet te bang, anderen willen je best helpen. In de grammatica is de past perfect en future tense erbij gekomen. De past perfect maken we met had + voltooid deelwoord. Dit gebruiken we als iets in het verleden voor iets anders is gebeurd. Daarnaast gebruiken we het voor iets wat twee stappen terug is gebeurd en voortduurde tot een moment in het verleden. De future tense hebben we in verschillende vormen. Will gebruiken we bij een voorspelling of een besluit op het moment. To be going to + infinitive gebruiken we voor een plan, intentie, iets wat je gaat doen. Present continuous to be + ing voor vaste afspraken en present simpel bij timetable events.

Page 28: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 28

• Telefoongesprek voeren en juiste grammatica bij schrijven van teksten

Onderzoeksvaardigheden Plan van aanpak • Nel verhoeven • Onderzoeksrapport opstellen • Voor dat het onderzoek begint is het van belang om eerst een goed plan van aanpak te

maken. Het plan van aanpak bestaat altijd uit dezelfde onderdelen. Deze onderdelen zijn: aanleiding, centrale vraag/ probleemstelling, doelstelling, deelvragen, onderzoeksmethoden, activiteitenplanning en literatuur/bronnenlijst.

• Een duidelijk beeld krijgen van wat je de komende weken allemaal te doen staat en wat je gaat onderzoeken

Organisatie Quick Scan • Dennis Moeke • Onderzoeksrapport opstellen • Een organisatie quick scan is een analysetool, waarmee op een snelle wijze inzicht kan

worden verschaft in de strategische positie van een organisatie. Met behulp van de quick scan wordt een ‘’foto’’ van de interne en externe situatie gemaakt. Op basis daarvan worden de karakteristieken en kernactiviteiten van de organisatie beknopt beschreven en belangrijkste aandachtspunten geïdentificeerd.

• Een tool om op een snelle wijze inzicht te krijgen in een organisatie Enquête opstellen • Nel verhoeven • Uitvoeren van onderzoek middels een enquête • Bij het opstellen van een enquête moet je met een aantal dingen rekening houden. Ten

eerste met het stellen van de vragen. Begin eenvoudig/aantrekkelijk, let op de routing, ben helder en eenvoudig, enkelvoudig en eenduidig, objectief, onafhankelijk en zorg dat er geen dubbele ontkenning in de zin staat. Bij antwoordcategorieën moet je er voor zorgen dat er herkenbare categorieën inzitten, logische volgorde van de antwoorden, uitputtend en uitsluitend en tot slot meetbaar. De gegevens van de enquête verwerk je uiteindelijk in een codeboek waar je conclusie uit kan trekken.

• Het opstellen van een goede enquête

Marketingcommunicatie Marketingmix • C. Essink-Matzinger en B. van Veghel • Marketingcommunicatie • De marketingmix bestaat uit de 4 p’s. Deze p’s zijn product, prijs, plaats en promotie. Met

deze 4 p’s kan de organisatie zich onderscheiden van de concurrent. • Een goede invulling van de 4 p’s van elk bedrijf om te zien waar ze staan. Marketingcommunicatieplan analyse • C. Essink-Matzinger en B. van Veghel • Marketingcommunicatie • Een marketingcommunicatieplan wordt opgesteld om de communicatie goed te laten

verlopen. Door middel van een plan weet iedereen waar hij of zij aan toe is en wat er gaat gebeuren. Het plan bestaat uit een aantal onderdelen, namelijk: analyse, definitie, strategie,

Page 29: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 29

concept, implementatie en evaluatie. Uiteindelijk moet de marketingcommunicatie ervoor zorgen dat de onderneming kan concurreren in de omgeving en kan inspelen op de trends. Ook is het plan simpelweg nodig om goed te kunnen communiceren in zijn geheel. In de analysefase worden de markt, concurrenten, consumenten en middelen geanalyseerd.

• Een duidelijk plan voor de marketingcommunicatie, zodat deze vlekkeloos verloopt Definitie in marketingcommunicatieplan • C. Essink-Matzinger en B. van Veghel • Marketingcommunicatie • In het tweede onderdeel van een marketingcommunicatieplan wordt de definitie gegeven.

Hierin wordt ook de doelgroep beschreven en gesegmenteerd. De doelgroep kan op verschillende niveaus worden gesegmenteerd. Op basis van algemeen niveau, domeinspecifiek niveau en merkspecifiek niveau. Daarnaast is er voorwaartse en achterwaartse segmentatie. Als je je doelgroep goed voor ogen hebt kun je je boodschap daaraan aanpassen. Doelstellingen vallen ook onder de definitie in deze heb je in de vorm van kennisdoelen, houdingsdoelen en gedragsdoelen.

• Het tweede onderdeel van het marketingcommunicatieplan, de definitie, in kunnen vullen Positionering • C. Essink-Matzinger en B. van Veghel • Marketingcommunicatie • Positionering is de positie van een merk ten opzichte van andere merken in de perceptie van

de consument. Er zijn een aantal strategieën namelijk, informationele positionering voor producten die echt een plus hebben en uniek zijn, transformationele positionering voor producten met speciale waarde, tweezijde positionering bij producten waar je iets unieks en waarde wil verbinden en uitvoeringspositionering is voor producten waar je echt vanuit de uitvoering van de campagne gaat positioneren.

• Het kiezen van de juiste positioneringstrategie bij producten Propositie • C. Essink-Matzinger en B. van Veghel • Marketingcommunicatie • De propositie is de boodschap die je gaat overbrengen naar de consument. Deze moet passen

bij de gewenste positionering. Ook moet het onderscheidend zijn. • Propositie bepalen die je over gaat brengen op de consument Implementatie • C. Essink-Matzinger en B. van Veghel • Marketingcommunicatie • Uiteindelijk is het tijd om het concept uit te gaan voeren. Het is slim om hiervoor een

draaiboek op te stellen. In het draaiboek worden de communicatieactiviteiten afgestemd en wordt een begroting opgesteld. Het is ook belangrijk om hier te kijken naar geld en tijd voor het ontwerpen en ontwikkelen voor advertenties en eventuele deadlines. Het is verstandig om in het draaiboek een tijdschema op te nemen om te zorgen dat alles volgens wens verloopt.

• Te gebruiken bij het implementeren van een communicatie uiting Evaluatie • C. Essink-Matzinger en B. van Veghel • Marketingcommunicatie • Als de communicatie uiting eenmaal van start is gegaan en een tijd bezig is dan is het tijd om

te gaan evalueren. Er kan op 3 niveaus geëvalueerd worden. Dit zijn effectevaluatie,

Page 30: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 30

productevaluatie en procesevaluatie. Bij effectevaluatie ga je kijken of de doelstellingen zijn behaald en daarnaast kijk je of er dingen de volgende keer anders moeten. Bij procesevaluatie ga je kijken hoe het proces is verlopen, hoe was de coördinatie enzovoort. Bij productevaluatie ga je kijken naar de waardering van de doelgroep voor de communicatie uiting.

• Te gebruiken bij het evalueren van een communicatie uiting

Bedrijfseconomie Integrale kostprijsmethode volgens AC • A. Heezen • Kostprijs berekenen met vaste en variabele kosten meegerekend • De integrale kostprijs van een product kan worden berekend volgens twee methodes. De

eerste methode is de AC methode. Ze methode luidt als volgt. Constante kosten delen door de normale productie en dat vermeerderen met de variabele kosten delen door de werkelijke productie. De verkoopprijs inclusief BTW bereken we door: Fabricagekostprijs (C:N+V:W) + verkoopkosten (C:N+V:W) is commerciële kostprijs. De commerciële kostprijs + winstopslag is de verkoopprijs exclusief BTW. De verkoopprijs exclusief BTW + de BTW is de verkoopprijs inclusief BTW. De voorraad waarderen we tegen de fabricagekostprijs. Het bezettingsverschil is het verschil van de normale met de werkelijke productie. De formule luid: W-N X C:N. Om de winst te bereken doen we eerste de omzet en de toegestane kosten van elkaar verminderen. Wat daar over blijft is het transactieresultaat. Daar doen we nog het bezettingsverschil van productie en verkoop bovenop of halen we er af en daar komt het verwachte perioderesultaat uit.

• Goede berekening van de integrale kostprijs middels de formule AC Integrale kostprijsmethode volgens DC • A. Heezen • Kostprijs berekenen met variabele kosten • Een tweede methode om de integrale kostprijs te bereken is de DC methode. Bij de DC

methode worden alleen de variabele kosten meegenomen. De formule luidt: variabele kosten: werkelijke product. Om de winst te berekenen doen we de omzet en de variabele kosten van elkaar af. Daar blijft de dekkingsbijdrage over, zoals we dat noemen. De gehele constante kosten gaan daar in een keer af en dan hebben we het verwachte perioderesultaat volgens de DC methode.

• Een goede berekening van de integrale kostprijs middels de DC methode. Break-even point berekenen bij eenzelfde + verschillende producten • A. Heezen • Berekening wanneer de winst 0 is. • Het Break-Even point berekenen we om te kijken wanneer de winst precies 0 is. We weten

dan hoeveel we moeten verkopen om een winst van 0 te maken. Daarnaast kun je met de formule makkelijk berekenen hoeveel je moet verkopen om X winst te maken. De formule is als volgt: constante kosten: prijs exclusief btw – variabele kosten (voor 1 product).

• Berekenen hoeveel we moeten verkopen om een winst van 0 te hebben of een winst van X. Veiligheidsmarge • A. Heezen • Wat is het marge met betrekking tot de winst

Page 31: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 31

• Met het veiligheidsmarge kun je berekenen hoeveel procent je over hebt om Kiet te spelen. de veiligheidsmarge wordt met de volgende formule berekend: begrote afzet – BEA: begrote afzet x 100

• Berekenen welk percentage je boven de norm zit om kiet te spelen, bijvoorbeeld 40% veiligheidsmarge dan heb je 40% meer verkocht dan nodig is om kiet te spelen

Verkoopverschillenanalyse • Literatuur blackboard Avans • Hoe zijn de verkoopverschillen te verklaren • Naast kostenverschillen zijn er ook verkoopverschillen. Met de verkoopverschillenanalyse kun

je verschillen analyseren die zich voordoen aan de rechterkant van de resultatenrekening. Bij de analyse worden meegenomen, afzet, verkoopprijs, inkoopprijs, en constante kosten. daarnaast wordt de winstberekening volgens de DC methode gedaan. Alles wordt ingevuld op de werkelijke en begrote manier. Dus bijvoorbeeld winst begroot en winst werkelijk wordt berekend, daaruit kun je het verschil berekenen enzovoort. Zo kan er geanalyseerd worden waar de verschillen zitten bij werkelijk en begroot.

• Analyseren van de verschillen bij de verkoop Verkoopverschillenanalyse het vervolg • Literatuur blackboard Avans • Hoe zijn de verkoopverschillen te verklaren • Zoals ik eerder al vermelde worden bij de analyse van de verkoopverschillen de afzet

meegenomen. Deze afzet kan weer onderverdeeld worden in twee analyses. Dit zijn de assortimentsverschillen en de hoeveelheidsverschillen. Bij de assortimentsverschillen is de formule qw-qa x p-v bij hoeveelheidsverschillen is de formule qa-qb x p-v. Het is slim om hiervoor een tabel op te stellen waarbij van elk product duidelijk wordt hoeveel de begrote hoeveelheid was en de werkelijke hoeveel. Daarnaast moet de totale begrote hoeveel en de totale werkelijke hoeveel er onder komen staan. Zo kan je van elk product qa berekenen door de begrote hoeveel van product x te delen door het totale begrote hoeveelheid en dat maal de totale werkelijke hoeveelheid te doen. Door de verschillen bij het assortiment en de hoeveelheid van elkaar af te halen of bij elkaar op te delen heb je het getal dat overeenkomt met het getal van het verschil in de afzet.

• Analyseren van de verschillen in het assortiment en de hoeveelheid

Management 5 coördinatiemechanisme • H. Mintzberg • Structuur in een organisatie • Het coördineren van de werkzaamheden in een organisatie kan op 5 verschillende manieren

worden gedaan. Coördinatie is bestemd om alles op elkaar af te stemmen. De 5 coördinatiemechanisme zijn: onderlinge aanpassing (informele communicatie), direct toezicht (1 persoon neemt de leiding), standaardisatie van werkprocessen (inhoud werk wordt gestandaardiseerd), standaardisatie van output (resultaten zijn gestandaardiseerd) en standaardisatie van vaardigheden (training/opleiding zorgt voor standaardisatie)

• Een goede afstemming van de werkzaamheden van de organisatie.

Page 32: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 32

5 organisatiedelen • H. Mintzberg • De samenhang van de organisatie • De organisatie kent een vijftal onderdelen. Deze onderdelen zijn: de uitvoerende kern, de

strategische top, het middenkader, de technostructuur en de ondersteunende diensten. Deze zijn allemaal in een logo getekend en zo weet iedereen waar hij of zij staat in een organisatie.

• Een duidelijk beeld van waar je in de organisatie staat en naar wie je moet luisteren. 5 ontwerpparameters • H. Mintzberg • Vormgeving van de organisatie • Een organisatie kan een vijftal organisatieparameters kennen. Deze zijn: ontwerpen van de

individuele functie, groepering van eenheden, grootte van eenheden, planning- en controlesysteem en verbindingsmiddelen. Deze parameters zorgen ervoor dat er structuur wordt vormgegeven aan een organisatie.

• De invulling van de organisatie. Hoe komt de organisatie eruit te zien. 5 vormen van decentralisatie • H. Mintzberg • Vormgeving van de organisatie • Een organisatie kent vijf vormen van decentraliseren. Deze vormen zijn, verticale en

horizontale centralisatie, beperkte horizontale decentralisatie, beperkte verticale decentralisatie, selectie verticale en horizontale decentralisatie en verticale en horizontale decentralisatie. Dit laat zien in welke mate de beslissingsbevoegdheid verspreid is over de medewerkers van de organisaties en waar de beslissingbevoegdheid naar verspreid is, welk onderdeel van de organisatie.

• Plaats van mensen met beslissingsbevoegdheid in beeld brengen 5 vormen van situationele factoren • H. Mintzberg • Situatie van de organisatie • Een organisatie kent vijf situationele factoren. Deze worden ook wel cotingentie factoren

genoemd. Ze bestaan uit: de leeftijd en omvang van de organisatie, het technische systeem, de omgeving, macht en trends. Deze factoren hebben allemaal te maken met de situatie van de organisatie.

• De situatie van de organisatie bekijken en daar structuur van de organisatie op aanpassen Het getal 5 • H. Mintzberg • Vormgeving van de organisatie • Er zijn vijf logo’s volgens Mintzberg. In elk van de logo’s domineert één

coördinatiemechanisme , speelt één organisatieonderdeel een sleutelrol en hanteert men één van de (de)centralisatie vormen. 1e logo is de eenvoudige structuur, belangrijkste onderdeel is strategische top, coördinatiemechanisme is direct toezicht, decentralisatie vorm is horizontale en verticale centralisatie. 2e logo is machinebureaucratie, belangrijkste onderdeel is technostructuur, coördinatiemechanisme is standaardisatie van werkprocessen en decentralisatie vorm is beperkte horizontale decentralisatie. 3e logo is professionele bureaucratie, belangrijkste onderdeel is uitvoerende kern, coördinatiemechanisme is standaardisatie van vaardigheden en decentralisatievorm is verticale en horizontale decentralisatie. 4e logo is divisiestructuur, belangrijkste onderdeel is middenkader, coördinatiemechanisme is standaardisatie van output en decentralisatie vorm is beperkte

Page 33: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 33

verticale decentralisatie. 5e logo is de adhocratie, daarvan zijn twee vormen, operationele adhocratie en bestuurlijke adhocratie. Voor de eerste vorm is het belangrijkste onderdeel de uitvoerende kern, voor de tweede vorm de ondersteunende diensten. Coördinatiemechanisme is onderlinge aanpassing en decentralisatie vorm is selectieve horizontale en verticale decentralisatie. Daarnaast spelen bij elk logo nog situationele factoren een rol en ontwerpparameters. De volledig ingevulde structuren kunnen bekeken worden in het boek organisatiestructuren van Henry Mintzberg.

• Invullen van de logo’s aan de hand van alle vijven, de gehele structuur is dan bekend, er is dan een beeld van hoe de structuur eruit ziet

Marketing Consumentengedrag • A. Kotler • Gedrag van consumenten bij een aankoop • Wanneer een consument besluit iets te kopen wordt hij beïnvloed door verschillende dingen.

Zij krijgt hij prikkels van buitenaf, maar heeft hij zelf ook invloed op de aankoop. In onderstaand schema wordt duidelijk wat het gedrag van consumenten is bij een aankoop en wie daarbij een rol spelen.

• Te gebruiken om het gedrag van de consumenten te analyseren.

Kenmerken consumentengedrag • A. Kotler • Kenmerken van het gedrag van consumenten • In het gedrag van consumenten bij een aankoop zitten ook enkele kenmerken verstopt. Zo is

duidelijk dat het gedrag van consumenten beïnvloed wordt bij een aankoop. Hij krijgt prikkels van buitenaf, maar zelf heeft hij ook invloed op de aankoop. In onderstaand tabel zien we waar het gedrag door beïnvloed kan worden. Zowel van buitenaf als op persoonlijk gebied.

• Te gebruiken om de kenmerken consumentengedrag bij de aankoop te analyseren

Page 34: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 34

Psychologische factoren • A. Kotler • Consumentengedrag en psychologische factoren • Mensen hebben en aantal behoeften volgens Maslow. Deze behoeften worden een voor een

doorlopen. Eerst moet de ene behoefte zijn vervuld om door te gaan naar de andere. Maslow heeft deze behoeften op volgorde gezet in een piramide. Zo is duidelijk welke behoefte consumenten eerst willen vervullen en welke verder volgen en in welke volgorde.

• Beeld van welke behoefte eerste vervuld moeten worden en welke er daarna volgen Besluitvormingsproces consument • A. Kotler • Besluiten om een aankoop wel of niet te doen. • Consumenten vertonen een bepaald gedrag bij een aankoop van een product, maar bij een

aankoop van een product gaat ook een besluitvormingsproces vooraf. Een consument koopt niet 1,2,3 iets. Daar denkt hij eerst goed over na, doet hij onderzoek na enzovoort. Dit besluitvormingproces is in onderstaand schema weergegeven.

• Weg die doorlopen wordt tot de aankoop van een product. Adaption of innovations • A. Kotler • Fase waarin kopers zitten • Het hangt er per consument af wanneer hij of zij een bepaald product koopt. Koopt iemand

het direct als het op de markt komt of pas helemaal als laatste wanneer hij in de uitverkoop is. Misschien zit de consument er wel tussenin en wordt het product aangeschaft wanneer het al bij velen bekend is. In onderstaand schema is weergegeven wanneer consumenten bepaalde producten kunnen kopen en hoe ze dan worden genoemd. Per product kan het verschillen in welke categorie je valt.

• Een beeld van wat voor consument je bent. Koop je iets heel snel of pas als het in de

uitverkoop is, of hang je er misschien een beetje tussenin.

Koopgedrag organisaties • A. Kotler • Gedrag van de organisatie bij een aankoop • Als je voor jezelf iets koopt hangt dit nergens vanaf. Jij bepaald wat je doet en niemand hoeft

zich daar mee te bemoeien. Bij een aankoop in een organisatie gaat dat anders. Je moet samen tot een besluit komen en overleg voeren over de aankoop. In onderstaand schema is weergegeven hoe het gedrag van een organisatie is bij een aankoop van een product.

Page 35: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 35

• Te gebruiken om een beeld te vormen van het gedrag van een organisatie bij een aankoop. Invloeden koopgedrag organisatie • A. Kotler • Kopen van producten/diensten door een organisatie • Het koopgedrag wordt net zoals bij de consument beïnvloed door verschillende factoren. In

onderstaand schema is weergegeven wat deze invloeden bij een organisatie zijn.

• Te gebruiken om de invloeden bij het koopgedrag van een organisatie te analyseren. Koopproces organisatie • A. Kotler • Het proces bij de aankoop van een product of dienst. • Een organisatie koopt niet zomaar een product. Vaak gaat hier een hele investering inzitten

en dan besluit je niet zomaar van de ene op het andere moment dat je iets gaat kopen. De organisatie doorloopt een heel proces bij het aanschaffen van het product. Zo zal er net zoals bij de consument een probleem moeten zijn en onderzoek gedaan moeten worden naar het product. Waar kan ik het allemaal halen en hoe duur zijn de producten bij de verschillende aanbieders. Het koopproces is in onderstaand schema weergegeven.

• Koopproces van een organisatie bij een aankoop van een product of dienst

Page 36: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 36

Marktsegmentatie • A. Kotler • Stappen bij het segmenteren van een markt • Om een markt duidelijk in beeld te krijgen wordt deze gesegmenteerd. De segmentatie

verloop volgens een aantal stappen. Ten eerste wordt er gekeken welke markt. Daarna wordt er gekeken welke doelgroepen zich in deze markt bevinden. Tot slot wordt gekeken wat de positionering van de doelgroepen is in deze markt. Hoe kijken de doelgroepen tegen de organisaties aan en hoe wil jij als organisatie dat de groep tegen je aan kijkt. Aan segmentatie zitten een aantal criteria en voorwaarden verbonden. Zo is bijvoorbeeld homogeniteit binnen de groep en goed bereikbaar van de doelgroep van belang. Consumenten kunnen gesegmenteerd worden op geografisch of demografisch gebied of volgens gedrag. Bij de positionering zijn verschillende strategieën die toepast kunnen worden, denk hierbij aan de massamarkt, gesegmenteerde markt, niche markt en micro markt. Het is voor een bedrijf van belang om onderscheidend te zijn als je gaat positioneren. Dit kan op het gebied van producten, diensten, mensen, kanalen, image en waarde/prijs aanbod.

• Stappen bij het segmenteren van een markt. Factoren van invloed op prijszetting • A. Kotler • Prijs van product bepalen • Een prijs van een product wordt niet zomaar verzonnen, hier hangen een aantal factoren

vanaf. Zoals de interne factoren en de externe factoren. Een prijs wordt gemaakt door middel van kostprijsberekening of door de vraag en aanbod. Daarnaast zijn er een aantal methoden om de prijs te bepalen. Kosten georiënteerd, vraag georiënteerd of concurrentie georiënteerd.

• De prijs van een product bepalen

Prijsstrategieën producten • A. Kotler • Prijs van product bepalen • Een prijs kan op een aantal strategische manier worden bepaald. Voor bestaande producten

zijn dit afroom en penetratie. Voor nieuwe producten zijn dit line pricing, productopties, toebehoren, bijproducten en pakketten. Om een prijs aan te passen kunnen kortingen worden gegeven, prijsdiscriminatie, psychologische prijszetting, promotieprijszetting, geografische prijszetting en internationale prijszetting.

• Strategie voor prijsniveau bepalen

Page 37: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 37

Marktonderzoek • A. Kotler • Onderzoek in de markt doen • Er zijn een aantal redenen waarom bedrijven de markt gaan onderzoeken. Dit kan

bijvoorbeeld te maken hebben met veranderen bij de klant, hun behoeften en hun vraag en wens naar producten en diensten. Daarnaast kan de marketingomgeving veranderen en het instrumentarium van de marketeer. Voor de manager is het van belang om op de hoogte te zijn van actuele marketinginformatie om goede beslissingen te kunnen nemen. het marketinginformatiesysteem is een systeem van mensen, procedures en apparatuur. Er kan op secundair en primair niveau onderzoek worden gedaan. Denk bij secundair aan interne databases en desk research. Bij primair denk aan marktonderzoek waar ondervraging, experiment en observatie mogelijk zijn. contactmethoden voor deze onderzoeksmethoden is persoonlijk, per telefoon, per mail of online

• Uitvoeren van onderzoek in de markt

Leerjaar 2 blok 2 Recht Rechtshandelingen en vertegenwoordiging • Van Zeijl, Art 3:32, 33, 35, 40, 34, 60, 63, 66, 69, 61 BW. Art. 1:245 BW • Privaatrecht • Een rechtshandeling ontstaat als je als een rechtssubject aan vijf vereiste hebt voldoen. Deze

vereiste zijn: wil, verklaring, aanbod, aanvaarding en handelingsbekwaamheid. De rechtshandeling is dan een overeenkomst. De rechtshandeling moet door de wet erkend zijn. Rechtshandelingen kunnen door 1 of meerdere partijen gedaan worden. Als wil en verklaring niet met elkaar overeenstemmen is de overeenkomst nietig als het bijvoorbeeld in strijd is met de wet en vernietigbaar bijvoorbeeld als de handeling verricht is door een handelingsonbekwame. Vertegenwoordiging houdt in dat je een rechtshandeling doet namens een ander rechtspersoon, de rechtsgevolgen van de rechtshandeling treden in voor die ander. De vertegenwoordiging ontstaat door een wettelijke bepaling of door een volmacht. Een volmacht kan uitdrukkelijk of stilzwijgend zijn. Bij onbevoegde vertegenwoordiging is de volmachtgever niet gebonden. Hij is wel gebonden als de andere partij redelijkerwijs kon aannemen dat de volmacht was verleend of op basis van een verklaring of gedrag van de volmachtgever.

• Kijken of er een rechtshandeling heeft plaatsgevonden en de vertegenwoordiger of volmachtgever volgens regels handelt.

Page 38: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 38

Inhoud en totstandkoming overeenkomst • Van Zeijl, Art. 3:33, 6:217, 3:40, 6:248 BW • Privaatrecht • Een overeenkomst komt tot stand als er aan 5 vereiste is voldaan. Aanbod, aanvaarding, wil,

verklaring en handelingsbekwaamheid. Partijen gaan bij een overeenkomst verbintenissen aan. Er kan ook sprake zijn van een overeenkomst als er niet aan de 5 vereiste is voldaan. Dit is bijvoorbeeld het geval is beide partijen hebben laten blijken dat ze verder willen gaan met onderhandelen. Als er dan een conflict optreedt wordt er gekeken naar eerdere arresten. Er zijn dan twee fasen waar een partij in kan zitten. Fase 1 is de fase waarbij partijen vrij zijn onderhandelingen af te breken. Fase 2 zegt tenzij dit op grond van gerechtvaardigd vertrouwen wederpartij in tot stand komen overeenkomst of in verband andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar is. Fase twee zegt dus eigenlijk dat fase 1 niet geldt als partijen ervan uit mogen gaan o.b.v. gerechtvaardigd vertrouwen dat de overeenkomst tot stand gaat komen. De scheidslijn tussen fase 1 en 2 kan worden getrokken door te kijken naar - afhankelijk van de bedoeling van partijen - afhankelijk van verwachtingen over en weer - gewicht van punten waar pp het over eens zijn - het voornemen om verder te onderhandelen Als blijkt dat de overeenkomst tot stand is gekomen krijgt het bedrijf dat er onder geleden heeft schadevergoeding en dervende winst. Indekken tegen mogelijke schadebetalingsplicht kan door letter of intent en break-up fee. Uitgangspunt bij het sluiten van een overeenkomst is contractvrijheid. Aan de inhoud zitten grenzen: dwingende wetsbepaling, strijd met goede zede en strijd met openbare orde. De inhoud van een overeenkomst is: partijafspraak, wet, gewoonterecht, redelijkheid en billijkheid.

• Te gebruiken bij het kijken of een overeenkomst tot stand is gekomen, ja of nee. Algemene voorwaarden • Van Zeijl, Art. 6:231, 233, 236, 237, 234, 235 BW • Privaatrecht • Algemene voorwaarden zijn een of meer schriftelijke bedingen die opgenomen zijn in een

aantal overeenkomsten, het is geen kernbeding. De gebruiker van de algemene voorwaarden is degen die algemene voorwaarden in overeenkomst gebruikt, de wederpartij is degene die gelding van de algemene voorwaarden aanvaard. Algemene voorwaarden zijn vernietigbaar als het beding onredelijk bezwarend is of als geen redelijke mogelijkheid geboden is kennis te nemen van de algemene voorwaarden. Onredelijke bezwaren voor wederpartij geldt op aard en overige inhoud overeenkomst, wijze totstandkoming voorwaarden, wederzijdse kenbare belangen en overige omstandigheden geval. Bedingen die op de zwarte lijst staan zijn onredelijk bezwarend en zijn nietig, worden bedingen op de grijze lijst genoemd dan zijn ze vermoed onredelijk bezwarend te zijn. mogelijkheid kennisname algemene voorwaarden door in beginsel terhandstelling, indien redelijkerwijs niet mogelijk is: bekendmaking teringzagelegging en kosteloze toezending op verzoek, na verzoek onverwijld toezenden en toezending hoeft niet voor zover deze redelijkerwijs niet kan worden gevergd. Uitzondering op de vernietigbaarheid zijn grote wederpartijen die een jaarrekening publiceren of die 50 of meer werknemers hebben. Pot verwijt ketel is ook een uitzondering. Als jij bezwaar gaat maken over algemene voorwaarden van een ander die je zelf ook hebt of in grote lijnen hetzelfde hebt mag dit niet.

• Te gebruiken bij het proberen vernietigbaar/nietig te maken van algemene voorwaarden.

Page 39: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 39

Gevolgen van een overeenkomst • Van Zeijl, Art. 6:74, 75, 76, 77, 81, 82, 83, 87, 85, 265 BW, 3: 296 BW • Privaatrecht • Het gevolg van een overeenkomst is een verbintenis. Een verbintenis is een

vermogensrechterlijke rechtsbetrekking tussen of meer personen, waarbij de ene persoon het recht heeft op een bepaalde prestatie, die de andere persoon verplicht is te verrichten. De inhoud van een verbintenis wordt prestatie genoemd. Bij niet nakoming is de hoofdregels art 6:74 BW. Tekortkoming in de nakoming, toerekenbaarheid, schade en causaal verband zijn hierbij de begrippen. Geen toerekenbaarheid indien: geen schuld en de tekortkoming, niet bij wet, niet bij rechtshandeling en niet ogv verkeersopvattingen voor rekening schuldenaar komen. Moment van de toerekening treedt er verzuim op, dit is na de ingebrekestelling. Kan eventueel ook zonder ingebrekestelling zijn. verplichting van niet nakoming is schadevergoeding of de verplichting alsnog nakomen of ontbinding van de overeenkomst.

• Te gebruiken bij het kijken naar de gevolgen van niet nakoming.

Engels Zakelijke brief • Lotte Tavecchio en Aafke Moons • Business English • Een Engelse zakelijke brief kent een vaste structuur. Helemaal bovenaan de brief komt het

adres van de zender van de brief. Het is het adres van het bedrijf of het persoonlijke adres. Daaronder komt eventueel your reference of our reference. Deze hebben te maken met eventuele eerdere berichten. Onder de references komt de datum. Schrijf de datum altijd voluit. Vervolgens het adres van de ontvanger. De naam van het bedrijf en het adres. Daaronder komt de aanhef. Gebruik een nette aanhef zoals bijvoorbeeld Dear Sir or Madam. Onder de aanhef komt de onderwerpregel die in blokletters en onderstreept is. Vervolgens begin je met het vertellen van je bericht. Dit heeft de zelfde structuur als een e-mail. Inleiding, actie en afsluiting. Je gebruikt een net slot zoals bijvoorbeeld yours faithfully. Vervolgens de naam van het bedrijf waar je werk, je handtekening, naam en je functie. Helemaal onderaan kun je nog aangegeven of je bijlagen hebt en of de e-mail eventueel nog doorgestuurd wordt naar iemand anders.

• Te gebruiken voor het opstellen van een nette zakelijke brief. Business Correspondence • Lotte Tavecchio en Aafke Moons • Business English • Zakelijk schrijven bevat een aantal onderdelen die van groot belang zijn. Ten eerste de stijl

en toon. Bij een zakelijke brief moet je formeel taalgebruik gebruiken, maar zorg er wel voor dat je natuurlijk blijft. Ook de structuur is van belang. Er moet een duidelijk opening, midden en afsluiting zijn. Daarnaast spelen mechanics een grote rol. Dit bestaat uit de grammatica, spelling en interpunctie. Tot slot speelt de woordenschat een rol. Incoterms zijn afkortingen van woorden. Deze worden 2 a 3 keer meestal gebruikt in een zakelijke brief. Achter een incoterm komt een plaatsnaam.

• Te gebruiken voor het opstellen van een nette zakelijke brief.

Algemene Economie Meso Economie • Marijs en Hulleman • Algemene economie

Page 40: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 40

• Bij Meso economie wordt er gekeken naar de bedrijfstak. Vaak zijn hier kleine marges en grote volumes van toepassing. Door marktonderzoek kan er gekeken worden of er veel concurrentie is en of de toetredingsbarrières hoog zijn.

• Bepalen of je te maken hebt met meso, macro of micro economie. Concurrentie-intensiteit • Marijs en Hulleman • Algemene economie • Bij de concurrentie-intensiteit wordt er gekeken of de concurrentie groot of klein is. De

concurrentie-intensiteit bestaat uit 3 onderdelen: intern, extern en potentieel. Bij intern gaat het om de concurrentie tussen de bedrijven in de bedrijfstak. Extern wordt het gekeken naar de macht van leveranciers en afnemers. Potentiële concurrentie wordt er gekeken naar de macht van nieuwe toetreders en substituten. Als je de concurrentie-intensiteit weet, weet je hoe groot je onderhandelingsruimte is.

• Te gebruiken bij het kijken naar de concurrentie-intensiteit Factoren van invloed op concurrentie-intensiteit • Marijs en Hulleman • Algemene economie • De concurrentie intensiteit kan door aan aantal factoren beïnvloed worden, denk hierbij aan

de vraag en de kosten. Ook wordt er gekeken welke sectoren gevoelig zijn voor een vraagdaling. Op de korte termijn zal bij een vraagdaling de concurrentie intensiteit stijgen. Winkels gaan de prijzen verlagen waardoor de concurrentie stijgt. Op de langere termijn zal bij een vraagdaling de concurrentie intensiteit dalen, omdat er meer faillissementen zijn. Sectoren die echt conjunctuurgevoelig zijn is de verzadigde markt, automarkt, bouwmarkt enzovoort. Als we kijken naar de kosten dan kun je het verband van de kosten en de concurrentie intensiteit bekijken door te kijken naar de kosten structuur, de proportionele of af- en toenemende variabele kosten en het verschil in gemiddelde kosten tussen ondernemingen. Als een bedrijf hoge vasten kosten heeft moeten ze de bezettingsgraad op peil houden door bij een vraagdaling de prijs te laten dalen.

• Bepalen hoe de concurrentie-intensiteit beïnvloed kan worden.

SGR Model • Marijs en Hulleman • Algemene economie • SGR staat voor structuur, gedrag en resultaten. Met het SGR model kun je de markt

overzichtelijk in kaart brengen. Daarnaast kun je de dynamiek in de markt aangeven. Het wordt duidelijk waar een bedrijf staat en waar ze naartoe gaan. Bij de S wordt er gekeken naar de omstandigheden. Is er veel of weinig vraag, zijn de prijzen wel of niet doorzichtig enzovoort. Bij de G wordt er gekeken naar het gedrag van een bedrijf. Gaan ze de concurrent aftroeven of gaan ze meer service bieden. De R van resultaat laat zien wat er mee wordt verdiend.

• Te gebruiken bij het in kaart brengen van de markt en dynamiek in de markt aangeven.

Instabiel versus Stabiel evenwicht. • Marijs en Hulleman • Algemene economie • Als de vraag toeneemt kan er een stabiel of onstabiel evenwicht plaatsvinden. Een instabiel

evenwicht treedt op bij een inelatische vraag in combinatie met een aanbod dat traag reageert. Het is van belang dat de inkoper daar rekening mee houdt. het aanbod reageert vertraagd en dat kan de productie belemmeren.

• Te gebruiken bij het herkennen van een stabiel en instabiel evenwicht.

Page 41: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 41

Overheidsinvloed • Marijs en Hulleman • Algemene economie • De overheid beïnvloed de concurrentie intensiteit tussen bedrijven. Dit doen ze onder andere

door minimum en maximumprijzen op te stellen. Door bijvoorbeeld een maximumprijs op te stellen komt de prijs van een product onder het evenwicht te liggen. Dit leidt tot een vraagoverschot omdat mensen tegen die prijs veel van het product gaan vragen en aanbieders gaan niet zoveel produceren, omdat ze er niet zoveel op kunnen verdienen. Daarnaast kan de overheid invloed uitoefenen door bijvoorbeeld accijnzen vast te stellen voor sigaretten en benzine. De overheid wil dat de consumptie van deze producten verminderd. Het ligt eraan of de vraag elastisch of inelastisch is of de producent de accijns wel doorberekent of niet. Bij een inelastische vraag zal dit wel gebeuren, want mensen zijn aan het product gebonden en kopen het toch wel ongeacht de prijs.

• Te gebruiken bij het inschatten van de overheidsinvloed op de concurrentie intensiteit

Administratieve organisatie Begrip administratieve organisatie • Paur, Mittelmeijer, Stratum, Leeftink, Korstjens en Paape • Administratieve organisatie • De administratieve organisatie zorgt ervoor dat een puinhoop in het bedrijf voorkomen wordt.

Vier begrippen zijn hierbij van belang: besturen, doen functioneren, beheersen en verantwoording afleggen. Betrouwbare informatie verkrijgen is bij de administratieve organisatie van belang. Om te controleren of je informatie betrouwbaar is kun je kijken naar juistheid, volledigheid en tijdigheid.

• Te gebruiken voor het vaststellen wat AO is. Bedrijfsprocessen • Paur, Mittelmeijer, Stratum, Leeftink, Korstjens en Paape • Administratieve organisatie • Bedrijfsprocessen spelen een belangrijke rol bij de administratieve organisatie. Je hebt

bijvoorbeeld inkoopproces, verkoopproces, voorraadproces, productieproces en personeelsproces. Aan deze processen hangen risico’s. Denk bijvoorbeeld bij een verkoopproces aan het risico diefstal. De risico’s kunnen zoveel mogelijk vermeden worden met maatregelen. Bij maatregelen kun je denken aan oogcontact, camera’s hangen en filiaalvergelijkingen doen. De administratie organisatie is ervoor om ervoor te zorgen dat de processen à risico’s à maatregelen goed verlopen en zo te voorkomen dat het een puinhoop wordt.

• Te gebruiken bij het vaststellen van het risico en de maatregelen bij een bedrijfsproces. Starreveld • Paur, Mittelmeijer, Stratum, Leeftink, Korstjens en Paape • Administratieve organisatie • De typologie van Starreveld verdeeld verschillende bedrijven. Zo kunnen we handelsbedrijven

(contant en op rekening), productiebedrijven (massa, serie, stuk), diensverleners (goederen eigendom, goederen derden, vaste leidingen, informatie, ruimte met reservering, ruimte zonder reservering en overige) , financiële instellingen (banken, verzekeraars), overheid en privaatrechtelijke ondernemingen. Het zelfde type bedrijf kent dezelfde processen, soorten risico’s en type maatregelen.

• Te gebruiken bij het indelen van bedrijven in de typologie van Starreveld.

Page 42: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 42

Inkoopproces • Paur, Mittelmeijer, Stratum, Leeftink, Korstjens en Paape • Administratieve organisatie • Er zijn verschillende processen in een bedrijf. Denk aan een inkoopproces, verkoopproces,

voorraadproces, financieel- administratief proces enzovoort. Het inkoopproces bestaat uit de fasen initiatief tot inkoop, beslissing, uitvoering en afwikkeling. Deze fasen kunnen we weer dieper bekijken door bij alle fasen naar de risico’s te kijken. Ook kun je kijken hoe je aan informatie kan komen en welke items van belang zijn.

• Te gebruiken bij het toepassen van het inkoopproces op een organisatie. Voorraadproces • Paur, Mittelmeijer, Stratum, Leeftink, Korstjens en Paape • Administratieve organisatie • Het voorraadproces is een tussenproces. Deze bestaat uit het ontvangen van goederen,

opslag en afgifte van goederen. Ook aan deze fasen hangen weer risico’s en items die gebruikt kunnen worden (zie sheet week 2 h2 voor alle risico’s en items)

• Te gebruiken bij het toepassen van het voorraadproces op een organisatie. Verkoopproces • Paur, Mittelmeijer, Stratum, Leeftink, Korstjens en Paape • Administratieve organisatie • Een ander proces is het verkoopproces. Dit proces bestaat uit de marketing, orderverkrijging,

uitvoering en afwikkeling. Ook hier hangen weer verschillende risico’s aan. • Te gebruiken bij het toepassen van het verkoopproces op een organisatie. Financieel proces • Paur, Mittelmeijer, Stratum, Leeftink, Korstjens en Paape • Administratieve organisatie • Tot slot het financiële proces. Het proces bestaat uit de administratie, financiele

verantwoording, controle verklaring van de onafhankelijk accountant, verzamelpunt van informatie, controlling, sturingsinformatie, betalingproces, treasury functie, three way matching, debiteurenbewaking en analyses. De afdeling zorgt ervoor dat al deze processen goed verlopen en de organisatie gezond houden.

• Te gebruiken bij het toepassen van het verkoopproces op een organisatie. De gereedschapkist • Paur, Mittelmeijer, Stratum, Leeftink, Korstjens en Paape • Administratieve organisatie • In de administratieve organisatie kan er gebruik worden gemaakt van een gereedschapskist.

In de gereedschapskist zitten verschillen maatregelen voor risico’s. De onderdelen zijn: functiescheiding, automatisering, kaderen en normen, richtlijnen/procedures, verbandcontrole, steekproefcontroles en oogtoezicht. Bij functiescheiding worden beschikken, bewaren, uitvoeren, registreren en controleren van elkaar gescheiden om bijvoorbeeld fraude te voorkomen. Bij automatisering worden verschillende systemen vastgelegd, waardoor er veel controle kan plaatsvinden. Kaders en normen laat zien hoe de situatie nu is en hoe die zou moeten zijn. Richtlijnen/procedures zijn regels hoe je je moet gedragen, langs welke weg. Verbandcontroles wordt er een berekening gedaan waardoor er gecontroleerd kan worden of inkoop verkoop debiteuren en crediteuren etc. allemaal kloppen . Bij steekproefcontroles worden sommige mensen of brieven of andere zaken eruit gepakt en gecontroleerd. Oogtoezicht vindt plaats door bijvoorbeeld camera’s of door winkelpersoneel.

• Te gebruiken bij het vinden van een geschikte maatregel.

Page 43: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 43

Management Logistiek Begrip logistiek • Visser en van Goor • Management • Logistiek is het proces van zand naar klant. Het is de fysieke verplaatsing van het goed van

begin tot het eind, van ontwikkeling tot klant. Het gaat om een goederenstroom waarbij een weegschaal is betrokken met enerzijds lage kosten en anderzijds een hoge servicegraad. Management logistiek houdt in het beheersen van de logistiek, je weet wat er gebeurd. Logistiek gaat door de hele organisatie, het is een integraal concept het gaat over alle afdelingen. Inkoop en aanvoerlogistiek bestaat uit 3 onderdelen, aanvoer, producent en distributie. Vroeger was alles wat voor voorraad eindproduct gebeurde material management. Alles na het voorraad eindproduct was fysieke distributie. Tegenwoordig zijn er 3 onderdelen. Namelijk de inkoop, wat alles is tot de poort van het bedrijf. De productie waaronder de logistiek valt. De distributie, wat het vervoer richting de klant inhoudt en daar is nog 1 stroom aan toegevoegd namelijk de retourstroom, wat alles is dat weer terug gaat.

• Het leren gebruiken wat het begrip logistiek inhoudt en wat het allemaal omvat. KOOP concept • Visser en van Goor • Management • KOOP staat voor klantorderontkoppelpunt. Dit houdt in dat er ergens in het

totstandkomingproces het product wordt overgedragen aan de klant. Er zijn 5 mogelijke KOOPs. KOOP 1 zit bij de schakel decentrale distributie. Dit houdt in dat er op het einde bekend is waar het product naartoe gaat. In de winkel is een product op voorraad en deze wordt overgedragen op de klant. KOOP 2 is bij de schakel centrale distributie. De prognose wordt kleiner, je hoeft niet meer helemaal in te schatten hoeveel je van iets nodig hebt, waardoor de levertijd langer wordt. Denk aan BOL.com. Op internet wordt een product besteld wat 2 dagen levertijd heeft. Bol hoeft hier alleen prognose te doen voor Nederland en niet specifiek meer voor een stad zoals bijvoorbeeld Den Bosch. KOOP 3 houdt in dat men op het moment van assemblage weet wie het product koopt. Halffabricaten liggen hier al klaar en hoeven alleen nog in elkaar gezet te worden. Bij KOOP 4 moet er gewacht worden tot er een order binnenkomt. De grondstoffen liggen al klaar, zodat na de order het product verwerkt kan worden. KOOP 5 ligt bij de inkoop grondstof. Je doet als bedrijf niets en wacht tot dat er een klant komt die een product wil kopen. Op dat moment ga je het product pas maken en de grondstoffen inkopen. Hoe specifieker het product hoe hoger op de KOOP.

• Te gebruiken voor het bepalen van de KOOP voor een onderneming. Voorraadbeheer • Visser en van Goor • Management • Voorraadbeheer in één voorraadsysteem wil zeggen dat we kijken naar de voorraad in 1

organisatie. Voorraden kunnen ingedeeld worden in verschillende aspecten: het traject, soorten voorraad, berekende/theoretische voorraad en normvoorraad. Bij de voorraad komen kosten kijken. De kosten van voorraad zijn de bestelkosten, voorraadkosten en kosten van neeverkoop. Er zijn een aantal bestelmethoden. De letters die gebruikt worden zijn s voor een vaste bestelfrequentie, B voor variabele bestelfrequentie, Q voor vaste bestelhoeveelheid en S voor variabele bestelhoeveelheid. Met deze letter kunnen combinaties gemaakt worden om te kijken wat de bestelmethode is. De pareto analyse ook wel 20/80 regel genoemd wil zeggen dat 20% van je klanten zorgt voor 80% van de omzet. Bij de formule van camp kan berekend worden wat de optimale bestelgrootte is per keer. De formule is Q = wortel 2 x D x

Page 44: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 44

Cb : Cv. De bestelkosten zijn dan D x Cb : Q. De voorraadkosten zijn Cv x Q : 2. De totale kosten is een optelsom van voorraad en bestelkosten.

• Te gebruiken bij het optimaliseren van je voorraadbeheer. Reverse logistics • Visser en van Goor • Management • Reverse logistics is het vierde deeltraject in de logistiek. Reverse logistics omvat de

beheersing van de logistieke processen bij het inzamelen, transporteren en verwerken van gebruikte producten en verpakkingen. Reverse logistics bestaat uit product returns, marketing returns en secondary markets. Consumenten, producten en detaillisten bieden producten ten behoeven van reverse logistics aan. De reverse logistics in de grondvorm kijk je naar de fysieke inrichting. De eerste schakel is de consument, dan inzamelaar, sorteerder, verwerker en eindgebruiker. Randvoorwaarden van reverse logistics zijn design for re-use recycling, infrastructuur is nodig, inzamelfrequentie en capaciteit moet voldoende zijn, een afzetmarkt voor herbewerkte producten is nodig, er moeten samenwerkingsverbanden zijn tussen bedrijven/branches worden ontwikkeld.

• Te gebruiken bij het toepassen van het deeltraject reverse logistics. Cradle to cradle • Michael Braungart en William McDonough • Management • Cradle to cradle betekent van wieg tot wieg. Het is een proces waarbij de kwaliteit van

grondstoffen niet verloren gaat. Het is een proces waar je niet meer uitkomt, maar waarbij ook geen waardeverlies wordt geleden.

• Te gebruiken bij het toepassen van cradle to cradle concept

Management Inkoop Begrip inkoop • Gelderman en Albronda • Management • Inkoop is het geheel van activiteiten die in een organisatie worden vervuld om producten van

externe bronnen te betrekken. Er zijn 3 aspecten van inkoop. Het technische aspect waarbij het gaat om de eigenschappen van het product. Het logistieke aspect waarbij het gaat om de juiste tijd, plaats, hoeveelheid enzovoort. Het commerciële aspect waar gekeken wordt naar prijs/kwaliteitsverhouding en het onderhandelen. Er zijn een aantal fasen in het inkoopproces. De eerste fase is de administratieve functie waarbij de voorraad op peil wordt gehouden. De tweede functie is de mechanische functie waar het gaat om slim inkopen, letten op prijs en kwaliteit. De derde functie is de pro-actieve functie. Dit betekent dat de inkoper meedenkt met iemand in het bedrijf, bijvoorbeeld de techneut. Tot slot de professionele functie waar inkoop zo belangrijk is dat het strategisch is. Een aantal stappen in het koopproces zijn specificeren, waarbij nagedacht wordt over hoe het eruit moet zien, selecteren, waarbij je meerdere aannemers laat intekenen, contracteren, waarbij alle voorwaarden opgesteld worden, bestellen, waarbij je gaat kijken wat je wanneer nodig hebt, bewaken houdt in dat je alle processen in de gaten houdt en alle fasen achteraf controleert. Tot slot de nazorg en evaluatie waarbij je kijkt wat goed en slecht ging.

• Te gebruiken voor het begrijpen van het begrip inkoop en te kijken wat er allemaal bij komt kijken.

Page 45: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 45

E-procurement • Gelderman en Albronda • Management • E-procurement is het inkopen met gebruikmaking van interntechnologie. Dit gebeurd op

operationeel en tactisch gebied. Op tactisch gebied kun je denken aan e-sourcing, e-tendering en e-auctions. Waarom zou je gebruik maken van elektronische catalogi, bestel en betalingssystemen. Ten eerste voor besparing van inkoopkosten. Daarnaast het beheren van alle actuele leveranciers. Het versnelt het inkoopproces. Integratie met ERP systeem is mogelijk. Meer tijd over om te onderhandelen over inkoopcontracten. 24 uur per dag 7 dagen per week kan er gebruik van worden gemaakt. Facturen kunnen ingescand worden en tot slot het voorkomt maverick-buying.

• Te gebruiken om overweging te maken voor elektronische inkoop. Kraljic matrix • Karljic • Management • Uit de matrix kan een strategie worden gehaald die nodig is voor een product. De Kraljic

matrix heeft 4 mogelijke typen producten: hefboom producten, strategische producten, routine producten en knelpunt producten. Er worden telkens twee vragen gesteld: zijn er veel of weinig toeleveranciers? Is dus het risico groot of klein? en welke invloed heeft de inkoop op de winst. Bij knelpunt producten heb je groot toeleveringsrisico en kleine invloed op de winst. Je geeft aan deze producten niet veel uit maar hebt ze wel nodig. Strategische producten hebben groot toeleveringsrisico en grote invloed op de winst. Er is vaak maar 1 leverancier van deze grondstof en je geeft er veel geld aan uit. Hefboomproducten hebben klein toeleveringsrisico en grote invloed op de winst. Denk hierbij aan autobanden, je kunt in dit deel van de matrix en goed onderhandelen. Tot slot de routine producten. Zij hebben klein toeleveringsrisico en kleine invloed op de winst. Je kan deze producten overal krijgen en je geeft er niet veel aan uit.

• Te gebruiken om te kijken welk soort producten je bij de leverancier koopt en wat je macht dan is bij de leverancier.

Sourcing theorieën • Gelderman en Albronda • Management • Het doel van sourcing theorieën is de continuïteit van de toelevering veilig stellen. De

volgende theorieën zijn hiervan op toepassing: network sourcing, multiple sourcing, global sourcing, local sourcing, single sourcing en parallel sourcing.

• Te gebruiken om te kijken op welke manier je de continuïteit van de toelevering veilig gaat stellen.

Concurrentiestrategie • Porter • Management • Inkoop is in de waardeketen van Porter een secundaire functie. Een bedrijf kan verschillende

strategieën handhaven wat invloed zal hebben op de inkoop. Volgens porter kan een bedrijf kiezen uit kostenleiderschap, differentiatie en focus.

• Te gebruiken bij het vaststellen van een strategie ter onderscheiding van de concurrent

Page 46: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 46

Inkoopstrategie • Gelderman en Albronda • Management • Inkoop wordt steeds belangrijker in een organisatie. Het focust zich op de kernactiviteiten en

de niet kernactiviteiten worden uitbesteed. Een groot aandeel van inkoopvolumes heeft inkoop ten opzichte van de omzet. De inkoopstrategie bij een commoditymarkt is opportunity buying, veel wisselingen van leveranciers, veel leveranciers, harde prijsonderhandeling en hoge eisen aan leveranciers, logistiek/financieel. Bij de nichemarkt ligt dit anders. Bij de nichemarkt heeft kostenbesparing relatief minder invloed, hoge kwaliteit leveranciers, weinig leverancierswisselingen en hoge eisen aan kwaliteit van de producten.

• Te gebruiken bij het bepalen van de inkoopstrategie in een markt Offreren en selecteren • Gelderman en Albronda • Management • Meestal gebeurd dit op basis van vaste procedures want dat zorgt voor uniformiteit en

zorgvuldigheid. Je vraagt een offerte aan bij incidentele aankopen, reguliere aankopen, slechte leverancier, mogelijke reguliere aankopen en reguliere aankopen, maar toch marktverkenning. Pre kwalificatie is de eerste selectie van leveranciers. Je stelt een marktonderzoek in en kijkt naar de kwalificatiecriteria. Leveranciers die daaruit voortkomen voeg je toe aan de approved vendor list en preffered suppliers. Uit die lijsten zoek je 3 tot 5 leveranciers die je een offerte uit laat brengen. Het aantal dat je een offerte uit laat brengen is onder andere afhankelijk van financiële belangen, beschikbare tijd en voorkeur van organisatie. Dan ga je de offerte aanvragen. Aanbesteden is een offerte uitvoeren voor een opdracht. Dit kan openbaar, onderhands en een Europese aanbesteding. De Europese aanbesteding is voor transparantie, non-discriminatie en objectiviteit.

• Te gebruiken bij het offreren en selecteren van een bedrijf Make or buy • Gelderman en Albronda • Management • Make or buy is het zelf maken of het uitbesteden. De aanleiding is productontwikkeling,

ontevredenheid over leveranciers, afzetverandering, kostenbeheersing en flexibiliteit en strategische heroverweging kernactiviteiten. Wat je zeker niet zelf maakt is producten die je zelf niet goed kunt maken, product met geringe waarde en makkelijk in te kopen producten. producten die je zeker niet uitbesteed zijn je kernactiviteiten.

• Te gebruiken bij de keuze om uit te besteden of niet.

Leerjaar 2 blok 3 Recht Onrechtmatige daad • Art. 6:162 BW, Art. 6:163 BW • Onrechtmatige daad • Om te spreken van een onrechtmatige daad moet aan 5 vereiste zijn voldaan, deze vereiste

zijn: 1. onrechtmatige daad 2. toerekening 3. schade 4. causaal verband 5. relativiteitseis

Page 47: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 47

• 1. De onrechtmatige daad ontplooit zich door:

- inbreuk op een recht van een ander - doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht - doen of nalaten in strijd met de maatschappelijk zorgvuldigheid De laatste valt uiteen in gevaarzetting en afweging van belangen. De gevaarzetting valt dan weer uiteen in: - mate van waarschijnlijkheid dat het slachtoffer gevaar niet tijdig onderkent - kans op ongeval - ernst van mogelijke gevolgen - bezwaarlijkheid van te nemen veiligheidsmaatregelen Rechtvaardiggronden van de onrechtmatige daad zijn: - overmacht in de zin van noodtoestand - noodweer - wettelijk voorschrift - bevoegd gegeven ambtelijk bevel - het ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid 2. De toerekening kan op grond van: - schuld - risico 3. Schade zijn er twee soorten: - vermogensschade - ander nadeel (onder andere immateriële schade: art. 6:106 BW) 4. causaal verband Causaal verband moet: - voorzienbaar zijn - redelijk zijn 5. relativiteitseis

Als degene beroep doet op de onrechtmatige daad waarbij de wetgever getracht heeft hem te beschermen dan kan de relativiteitseis gelden (voorbeeld tandarts les, als tandartsen andere tandarts aanspreken dan niet relativiteitseis want de wet had niet de bedoeling belangen van de tandartsen te behartigen, als patiënt tandarts aanspreekt dan wel want de wet is bedoeld mede om belangen van dit slachtoffer te behartigen.

• Te gebruiken bij het toetsen of er sprake is van een onrechtmatige daad Werkgeversaansprakelijkheid • Art. 7:658 BW • Aansprakelijk werkgever • Werkgeversaansprakelijkheid geldt als er schade is AAN de werknemer. De werkgever moet

er voor zorgen dat de werknemer veilig kan werken = zorgverplichting. De werkgever is aansprakelijk voor de schade tenzij voldaan is aan de zorgverplichting of er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid door de werknemer. De bewijslast ligt bij de werkgever. Het tweede criteria is dat er een causaal verband tussen schade en ongeval moet zijn. hier ligt het bewijslast bij de werknemer. Er is sprake van schuldaansprakelijkheid met omkering van bewijslast. Kortom, de werknemer bewijst dat er schade is, een causaal verband en

Page 48: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 48

bedrijfsongeval. De werkgever kan zich verweren door te bewijzen dat de zorgverplichting is nagekomen of er sprake is van opzet of bewuste roekoeloosheid bij de werknemer

• Te gebruiken bij het kijken of er sprake is van werkgeversaansprakelijkheid Productaansprakelijkheid • Art. 6:185 BW • Aansprakelijkheid product • Er moet sprake zijn van:

- producent: dit kan zijn een fabrikant van eindproduct, fabrikant van onderdeel, producent van grondstof, quasi producent, importeur in de EG (allemaal aanspreken, moet zelf uitvechten wie hoeveel schade betaald, art 102 en 101) - product: een roerende zaak of elektriciteit, water, gas - Gebrek: niet de veiligheid die men mag verwachten, gelet op: presentatie, redelijkerwijs te verwachten gebruik, tijdstip waarop product in het verkeer werd gebracht - schade: gevolgschade (dus door het product moet de schade zijn ontstaan, dus niet de schade aan het product), persoonsschade, t.a.v. consumenten: zaakschade, zaakschade moet minimaal 500,- zijn. De benadeelde moet bewijzen: schade, gebrek en causaal verband, producent kan tegenbewijs leveren door verweren als vermeld in art 6:185 lid 1 a t/m f. Indien er sprake is van gebrek dan is de verkoper niet aansprakelijk voor gevolgschade tenzij: - verkoper kende het gebrek - verkoper heeft afwezigheid van het gebrek toegezegd - zaakschade onder de 500,- - schade aan het gebrekkige product betreft Als er sprake is van gebrek dan is de bezitter niet aansprakelijk tenzij: - zaakschade onder de 500,- - het gebrek later is ontstaan Art 6:162 BW is restartikel als 185 niet van toepassing is bijvoorbeeld: - zaakschade in bedrijfsmatige uitoefening - er geen sprake van een product is- er geen sprake is van een gebrek als bedoeld in 185 BW

• Te gebruiken bij het kijken of er sprake is van productaansprakelijkheid Arbeidsovereenkomst • Art. 7:610 BW • Totstandkoming arbeidsovereenkomst • Bij onzelfstandige is er sprake van een arbeidsovereenkomst. De volgende eisen zijn er voor

de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst: 1. verrichten van arbeid 2. betalen van loon 3. aanwezigheid van gezagsverhouding 4. gedurende zekere tijd Een aantal extra criteria uit je jurisprudentie zijn: 1. continuïteit 2. bedoeling van de contracterende 3. eindverantwoordelijkheid 4. regelmatige loonbetaling

Page 49: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 49

Verplichtingen van de werkgever bij een arbeidsovereenkomst zijn: 1. betalen van loon 2. geven van vakantie 3. goed werkgeverschap Verplichtingen van de werknemer zijn; 1. persoonlijk verrichten van arbeid 2. opvolgen redelijke instructie werkgever 3. goed werknemerschap Er zijn een aantal bijzondere bedingen te weten: 1. concurrentiebeding 2. geheimhoudingsbeding 3. proeftijd 4. boetebeding

• Te gebruiken om te kijken of er sprake is van een arbeidsovereenkomst Omgevingsrecht • WABO • Omgevingsrecht • De WABO is een omgevingsvergunning voor alle deelactiviteiten. Het betreft bestuursrecht.

Er is sprake van een vergunningstelsel met toetsingskader. De vergunning plichtige activiteiten staan beschreven in art. 2.1 en 2.2 van de WABO. 2.1 is door de centrale overheid opgelegd en geldt voor iedereen. 2.2 is per provincie/gemeente anders. Twee activiteiten worden nader toegelicht, bouw en milieu. Milieu is te vinden onder artikel 2.1 lid 1 onder e. het gaat om het oprichten, veranderen, of in werking hebben van een inrichting. Het toetsingskader ligt vast in art. 2.14 WABO. Het is niet zozeer om iets te weigeren, maar om voorschriften te verbinden om nadelige gevolgen voor het milieu te voorkomen. Activiteit bouw ligt vast in artikel 2.1 lid 1 onder a. Het toetsingskader is te vinden onder art. 2.10. Bij de bouw wordt er getoetst aan een viertal zaken: 1. strijd met bouwbesluit 2. strijd met bouwverordening 3. strijd met bestemmingsplan 4. redelijke eisen van welstand

• Te gebruiken bij omgevingsvergunningsplichtige activiteiten

Engels Past tense • Handout Meetings & Minutes en L. Tavecchio en A. Moons • Verleden tijd • In minutes (notulen) wordt de past tense toegepast. Je moet goed kijken in welke tijd het

minute staat en dan moet je heb vervolgens vertalen naar de past tense. De past tense bestaat uit: 1. Past simple à gebruik je als iets in het verleden plaatsvond of gebeurde en deze handeling helemaal voorbij is ( +ed of onregelmatig werkwoord ) 2. Past perfect à = had + voltooid deelwoord (meestal +ed, kan ook onregelmatig), gebruik je als je twee stappen terug gaat in de tijd, iets heeft plaatsgevonden voor iets anders dat ook al in het verleden plaatsvond of als iets twee stappen terug is begonnen en voortduurde tot een moment in het verleden, signaalwoorden; for, since, ever, never, already, not yet, yet

Page 50: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 50

3. Past continious à to be + ing, gebruik je om aan te geven dat iets nu bezig is, om een handeling of actie te benadrukken, om aan te geven dat iets al een tijdje duurt, als je ergernis of irritatie wilt uitdrukken

• Te gebruiken bij het vertalen van een notule in de past tense Reported Speech • Handout Meetings & Minutes en L. Tavecchio en A. Moons • Verleden tijd • Bij reported speech vertaal je iets directs in een andere tijdsvorm. Het schema ziet er als

volgt uit: Direct speech Reported speech -present simple -past simple -present continious -past continious - simple past - past perfect -present perfect -past perfect -past perfect -past perfect -will -would -Can -could Kijk dus in welke tijd die direct is geschreven en herschrijf hem in de reported speech.

• Te gebruiken bij het vertalen van een direct naar een reported speech The passive • Handout Meetings & Minutes en L. Tavecchio en A. Moons • Verleden tijd • Tot slot de passive. Hier worden zinnen in een andere volgorde geplaatst. Stappen die je

moet doorlopen zijn: 1. bepaal de tijdvorm 2. zoek het lijdend voorwerp 3. gebruik de vorm van to be passend bij de tijd + gebruik past particple. Wanneer je de zin in deze stappen hebt ontleed kun je de zin opnieuw vorm geven. Dit doe je door het lijdend voorwerp vooraan te zetten en zo verder de zin af te maken met de vormen die je in de vorige stappen hebt bepaald, bijvoorbeeld: 1. They built this house in 1486 Stap 1: verleden tijd; past simple Stap 2: Wat hebben ze gebouwd: this house Stap 3: bij past simple hoort was De zin wordt: This house was built in 1486

• Te gebruiken bij het toepassen van de passive construction

Bedrijfseconomie Equivalentiecijfermethode • A. Heezen • Bedrijfseconomie kosten • De equivalentiemethode is een methode waarmee je kunt uitrekenen wat de kosten zijn van

één product. Denk hierbij bijvoorbeeld aan T-shirts. Je hebt de maten S, M, L en XL. Als je de m2 stof per shirt hebt en het aantal shirts per maat dan kun je de kosten van één T-shirt van bijvoorbeeld maat S uitrekenen. Wat je moet doen is eerst het totaal van alles uitrekenen. Je gaat van alle maten de m2 x het aantal stuks doen. Dit geheel wordt gedeeld door de totale

Page 51: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 51

kosten. Hier komt een uitkomst uit. Om tot de kosten van 1 T-shirt S te komen doe je tot slot de m2 van shirt S x de uitkomst van de totale kosten : totaal m2.

• Te gebruiken bij het uitrekenen van de kosten bij één bepaald type product. Bijvoorbeeld bij uitrekenen van grondstofkosten van één type of de machinekosten van één type enzovoort.

Opslagmethode • A. Heezen • Bedrijfseconomie kostprijs • Er zijn twee vormen van de opslagmethode, de primitieve en de verfijnde. Bij de primitieve

methode wordt er maar één percentage gebruikt en bij de verfijnde meerdere die bij het onderwerp passen. Directe kosten kunnen altijd direct aan de kostprijs worden toegerekend, maar bij indirecte gaat dit natuurlijk een stuk lastiger. Daarom worden de indirecte kosten doorberekend door een percentage uit te rekenen = indirecte kosten: directe kosten x 100. Het enige wat je dan nog moet doen is bij de primitieve kosten eerste de directe kosten uitrekenen en daarbij optellen het bedrag dat bij de indirecte kosten hoort (bereken je door het percentage van de directe kosten te pakken) als je dat uitrekent heb je de kostprijs. Het kan ook op een ingewikkeldere manier, je rekent dan per onderdeel iets uit. Bijvoorbeeld directe kosten die gerelateerd zijn aan arbeid en grondstoffen. Je moet dan van elk apart onderdeel het percentage uitrekenen. Vervolgens de directe + indirecte kosten bij elkaar en ook dan heb je de kostprijs

• Te gebruiken bij het uitrekenen van de kostprijs op de manier die de opslagmethode wordt genoemd, kan zowel verfijnd als primitief

Productiecentramethode • A. Heezen • Bedrijfseconomie kostprijs • De productiecentra methode is de volgende manier hoe indirecte kosten door kunnen worden

berekend. De indirecte kosten worden hier door middel van kostenplaatsen doorberekend. Elke kostenpost is bij een bepaalde afdeling te plaatsen. Zij hebben we de hulpkostenplaatsen dat niet bestaande afdelingen zijn, maar wel kosten zijn van de ondersteuning van de hoofdkostenplaatsen. We hebben de zelfstandige kostenplaatsen, zijn bestaande afdelingen die de hoofdafdeling ondersteunen. dan hebben we de hoofdkostenplaatsen en die afdelingen hebben direct met het product te maken, zoals de productie en verkoop. Wat gedaan wordt is bijvoorbeeld bij de energie de Kwh doorberekend. Per afdeling heb je een bepaald aantal Kwh. Je rekent eerst 1 Kwh uit door het totaal bedrag van energie te delen door het totaal aantal Kwh. Dat bedrag doe je per afdeling x de hoeveelheid dat ze gebruiken. Doordat je continue stap voor de stap de kosten doorberekend komen deze uiteindelijk bij de hoofdkostenplaatsen. Als je het totaal van de hoofdkostenplaatsen dan bij elkaar telt is dat gelijk aan het totaal aan direct en indirect. Om het vervolgens door te berekenen bij het berekenen van de kostprijs doe je de totale kotsen van verkoop : normale productie. Deze methode wordt de stapsgewijze methode genoemd, ook is er sprake van een directe en wederzijdse manier. Bij de directe methode worden gelijk de kosten aan de hoofdkostenplaatsen gerekend. Bij de wederzijdse methode worden vergelijkingen opgesteld, waardoor uiteindelijk het bedrag bij de hoofdkostenplaatsen terecht komen

• Te gebruiken bij het uitrekenen van de kostprijs op de manier die de productiecentramethode wordt genoemd

Page 52: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 52

Activity Based Costing methode • A. Heezen • Bedrijfseconomie kostprijs • De Activity Based Costing is de laatste mogelijkheid om de kostprijs uit te rekenen. Dit is een

zeer verfijnde methode. De relatie wordt hier gelegd tussen kosten en activiteiten in plaats van tussen kosten en een verdeelsleutel. Bij de ABC methode kennen we een cost driver. Dit zijn de activiteiten die kosten veroorzaken. Daarnaast hebben we cost pools, dit is de verzameling van kosten die behoren tot een cost driver. Je berekent eerst de tarieven per cost driver. Dit doe je door de indirecte kosten te delen door het aantal activiteiten. Je hebt dan de kosten van een activiteit voor 1 activiteit uitgerekend. Als je dat voor alle kosten hebt gedaan ga je de productiekosten per order uitrekenen. Dit doe je door eerst de directe kosten bij elkaar op te tellen. Daarna ga je de indirecte kosten verrekenen. Wat je doet is per activiteit die je bij het eerste stap hebt uitgerekend het getal wat daar uit kwam x de cost driver. Dus bijvoorbeeld activiteit 1 is 50,- dat heb je uitgerekend door het totaal van indirecte kosten acitiviteit 1 te delen door aantal activiteiten. Wat je dan doet bij de productiekosten is kijken hoe de activiteit wordt doorberekend, bijvoorbeeld aantal locomotieven. Je doet dan die 50 x het aantal locomotieven dat in de opdracht is gegeven, je hebt dan voor activiteit 1 de kosten uitgerekend. Zo doe je het ook voor de rest van de activiteiten.

• Te gebruiken bij het uitrekenen van de kostprijs op de manier die de ABC methode wordt genoemd

Management Kwaliteit Kwaliteit/integrale kwaliteitszorg • Chris Bakker en Els Meertens • Kwaliteit • De kwaliteit van een product of dienst, zowel intern als extern geleverd, is de mate waarin

het geheel van eigenschappen voldoet aan de gebruikersverwachting van de afnemer, begrensd door de prijs die hij wil betalen en de levertijd die hij wil accepteren. Integrale kwaliteitszorg is alle onderdelen van de organisatie zijn bij de kwaliteitszorg betrokken, alle kwaliteitsaspecten hebben invloed op elkaar, alle afdelingen gaat het om. Kwaliteit is geen afdeling, het is een functie binnen een organisatie. Je hebt verschillen kosten die ermee samenhangen: - faalkosten - preventiekosten - beoordelingskosten

• Te gebruiken bij het begrijpen wat het begrip kwaliteit inhoudt Kwaliteitsbenaderingen • Chris Bakker en Els Meertens • Kwaliteit benaderingen • Er zijn verschillende benaderingen van kwaliteit te onderscheiden:

1. trancedente benadering: is echt iets subjectief, benaderd kwaliteit vanuit je gevoel en ervaring, kan voor iedereen verschillend zijn 2. productbenadering: kun je echt objectief meten, is tastbaar 3. gebruikersgerichte benadering: gaat het om de verwachtingen van de gebruiker 4. productiegerichte benadering: de kwaliteit van het proces, heeft te maken met uitval 5. waarde benadering: prijs/kwaliteitverhouding 6. reliability: betrouwbaarheid van de levering, tijd/ gebruikersduur

• Te gebruiken bij het kiezen van de juiste benadering van kwaliteit

Page 53: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 53

Kwaliteitsstreven • Chris Bakker en Els Meertens • Kwaliteitsstreven • Er zijn een aantal fases waar een bedrijf in kan zitten bij de kwaliteit:

1. bewustwordingsfase: dan ben je gericht op het maken van de producten en effectiviteit 2. interne fase: dan heb je aandacht voor de processen, efficiency 3. integratiefase: je kijkt naar de klant wat wil de klant, de klant wordt kritischer

• Te gebruiken bij het bepalen in welke fase je zit bij kwaliteitsstreven Aspecten integrale kwaliteitszorg • Chris Bakker en Els Meertens • Integrale kwaliteitszorg • Er zijn een aantal aspecten die een rol spelen bij de integrale kwaliteitszorg:

- kwaliteitsbeheer is een bedrijfsfunctie - kwaliteitsbeleid -kwaliteitssysteem, organisatorische structuur - kwaliteitskosten, faal/preventie/beoordeling -kwaliteitsborging

• Te gebruiken bij het bepalen van de aspecten van integrale kwaliteitszorg INK model • Chris Bakker en Els Meertens • Kwaliteit • Het INK model wordt gebruikt door semi commerciële organisaties, zoals de overheid. Het

kent 9+1 aandachtsgebieden. Het is de Nederlandse versie van het EFQM model. De aandachtsgebieden zijn de volgende: 1. leiderschap = is er een visie/missie aanwezig etc. 2. strategie en beleid: plannen/ doelen die gebaseerd zijn op de toekomst 3. management medewerkers: hoe is het met de instroom, doorstroom, uitstroom geregeld, is er training/opleiding 4. middelen; hoe je om met het kapitaal 5. management processen: staat alles vast in handleidingen/processen 6/7. klanten/medewerkers: wat vind je van de organisatie, hoe is het er om te werken 8. maatschappij: omgeving vragen wat ze van de organisatie vinden9. Aandeelhouders vragen hoe ze het vinden 10. iets doen met de resultaten De uitkomst van het INK bepaald in welke fase je zit: 1. product georiënteerd 2. proces georiënteerd 3. systeem georiënteerd 4. keten georiënteerd 5. totaal zorg voor kwaliteit

• Te gebruiken bij het verbeteren van de kwaliteit van een proces

Page 54: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 54

Balanced scorecard • Chris Bakker en Els Meertens • Kwaliteit • De balanced scorecard is een managementsysteem dat beknopt een overzicht geeft van de

prestaties van een organisatie. Het gaat om het operationaliseren van missie en strategie in meetbare prestatie indicatoren. Er zijn 4 invalshoeken bij de scorecard: 1. financieel 2. klant 3. interne organisatie 4. leer- en groeivermogen

• Te gebruiken om te kijken hoe de balans in de organisatie is bij de vier invalshoeken Kwaliteitdenkers • Chris Bakker en Els Meertens • Kwaliteit • Er zijn een aantal kwaliteitsdenkers, ze worden hieronder kort beschreven:

1. Deming: 3 begrippen van belang: beheersen van organisatorische en productieprocessen, statistiek, PDCA 2. M. Juran: kwaliteit kost geld, 3 soorten kosten: preventiekosten, beoordelingskosten en faalkosten 3. Crosby: streven met de hele organisatie naar 0 fouten (zero defects) = een bepaalde houding van de organisatie 4. Feigerbaum: kwaliteit behoort in een afdeling, die afdeling mag dwingende voorschriften vastleggen voor een andere afdeling 5. Imai, veranderen in kleine stappen en dat doen vanuit de werkvloer 6. Taguchi, kwaliteit heeft alles te maken met ontwerpen van het product

• Te gebruiken bij het onderscheiden van de kwaliteitsdenkers. Inspecties • Chris Bakker en Els Meertens • Kwaliteit • Er zijn drie vormen van inspecties:

- Controle vooraf - Controle achteraf - Controle tijdens het proces Als je een controle achteraf doet wordt er een fout gevonden maar deze wordt nooit meer goedgemaakt. Je weet daarnaast niet waar de fout zit. Tijdens het proces worden halffabricaten aan kwaliteit gemeten en anders mogen ze niet verder. Bij controle vooraf is er sprake van preventie.

• Te gebruiken bij het uitvoeren van inspecties 7 tools van Deming • Chris Bakker en Els Meertens • Kwaliteit • Deming heeft 7 tools ontwikkeld voor de kwaliteit:

- Visgraatdiagram; met zijn alle brainstormen over hoe een probleem kan zijn ontstaan - Oorzaak relatiediagram - Lijn diagram; op zoek naar 1 variabele en daarmee ga je kijken of je iets kan - Controlekaart; je stel twee grenzen waarbinnen je moet blijven - Histogram; laat je schematisch zien wat de resultaten zijn - Pareto analyse - Stroomdiagram; laat zien hoe het proces er op dit moment uitziet

Page 55: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 55

- Spreidingsdiagram; 2 variabele meten en dan kijken of er een causaal verband is • Te gebruiken bij het toepassen van de 7 tools van Deming Certificatie • Chris Bakker en Els Meertens • Kwaliteit • Certificatie is iets tijdelijks en laat zien dat je aan een bepaalde norm voldoet. Er zijn drie

spelers bij certificatie: - Raad van accreditatie; bepaald aan welke eisen een bedrijf moet voldoen - Certificerend bedrijf - Te certificeren bedrijf Er zijn drie soorten certificeringsprogramma’s; - First party; als je jezelf gaat controleren - Second party; als de klant de leverancier gaat beoordelen - Third party; als een onafhankelijk bedrijf wordt ingeschakeld

Tot slot zijn er nog een aantal soorten certificatie - Producten en diensten certificatie - Certificatie voor personen - Procescertificatie - Kwaliteitssysteemcertificatie

• Te gebruiken bij het certificeren van een bedrijf Kwaliteit in de dienstverlening • Chris Bakker en Els Meertens • Kwaliteit • Kwaliteit in de dienstverlening is een stuk moeilijker meetbaar. Het is niet tastbaar en de

koper is bij een dienst van de leverancier afhankelijk. Daarnaast is voorraadvorming onmogelijk en is de kwaliteit moeilijk te standaardiseren.

• Te gebruiken bij kwaliteit in de dienstverlening Verbetermodellen voor de dienstverlening • Chris Bakker en Els Meertens • Kwaliteit • Er zijn een aantal modellen die gebruikt kunnen worden bij de kwaliteitsverbetering in de

organisatie. Ten eerste de Servqual model of GAP. De eerste gap is hoe denkt het management over de verwachtingen van de klant. Gap 2: hoe vertaalt het management deze denkbeelden naar kwaliteit van de te leveren dienst. Gap 3: verschil tussen kwaliteit en de werkelijk geleverde dienst. Gap 4: verschil geleverde dienst en beloofde dienst. En tot slot heb je dan gap 5en dat is het verschil tussen de verwachte kwaliteit en de werkelijk ervaren kwaliteit. Is de uitkomst van gap 1 t/m 4. Verbetermodel 2 is de customer srevice assesment scale. Je hebt hier een procedurele dimensie en een menselijke dimensie. Bij de eerste gaat het om de werkwijze en bij de tweede om dienstbetoon. Je kunt dan in een viertal gebieden zitten: Freezer, Factory, friendly zoo en full balance. Tot slot is er nog de quality control system. Je hebt de service quality control dat gaat over de procedurele dimensie en de behaviour quality control gaat over de menselijke dimensie. Dit is eigenlijk een soort deming cirkel. Je doorloopt 4 stappen om kwaliteit te verbeteren.

• Te gebruiken al verbetermodel voor de kwaliteit bij dienstverlening

Page 56: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 56

Logistiek Grondvormen • Visser en Van Goor • Productielogistiek/ Logistiek concept • Een grondvorm is de wijze waarop de productie wordt ingericht. Er is sprake van

verschillende grondvormen: 1. continue fabricage = productie volgens een vaste werkwijze en is van tevoren vastgesteld in ingericht. Proces wordt in een keer doorlopen. Er is onderscheid in twee soorten continue fabricage dat is lijnfabricage en procesindustrie. 2. functionele fabricage = productieproces is op basis van functies ontworpen en ingericht. Het gaat veelal om ambachtelijk werk. Het is een werkvloer waar één groep zich bezig houdt met bijvoorbeeld schuren, de ander met zagen enzovoort. 3. groepsgewijze fabricage = ontwerp en inrichting van het productieproces volgen de orderstroom. De gespecialiseerde groepen van de functionele fabricage worden uit elkaar gehaald en worden onderverdeeld in teams die zich bezig houden met 1 product. Dus nu is er bijvoorbeeld een groep voor stoelen, banken enzovoort.

• Te gebruiken bij de inrichting van de grondvorm Productiebesturing • Visser en Van Goor • Productielogistiek/ besturing • Er kan op twee manieren bestuurd worden, materiaalgeoriënteerde produceren en

capaciteitsgeoriënteerde sturen. Een bedrijf moet één van de twee kiezen. Bij materiaalgeoriënteerde staat het materiaal centraal. Bij capaciteitsgeoriënteerde heb je heel veel machines en heb je deze het liefste altijd draaiend. Je denkt hier echt alleen aan de uren capaciteit die je beschikbaar hebt.

• Te gebruiken bij het kiezen van de juiste besturingsmethode BOM (bill of material) • Visser en Van Goor • Productielogistiek • Een bon is een stuklijst. Op deze lijst staat welke onderdelen en materialen je nodig hebt om

1 onderdeel te kunnen maken. De ontwerpafdeling maakt een BOM en eigenlijk iedereen in de organisatie heeft er iets aan.

• Te gebruiken bij het begrijpen van het begrip BOM MRP I systeem • Visser en Van Goor • Productielogistiek • Een MRP I systeem staat voor material requirements planning. Het is een basissysteem,

waarin staat welke materialen je nodig hebt om goed te kunnen produceren. Het wordt dan ook toegepast bij een materiaalgeoriënteerde productiebedrijf . Meestal wordt dit systeem één keer per week ingevuld om te kijken wat je nodig hebt. Belangrijke begrippen zijn de onafhankelijke vraag, dus de vraag van de consument naar het eindproduct en de tijdsfasering. Het MRP II systeem is voor grotere bedrijven, het is een systeem dat meedenkt met hulpbronnen.

• Te gebruiken bij het begrijpen van een MRP systeem.

Page 57: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 57

ERP systeem • Visser en Van Goor • Productielogistiek • Het ERP systeem is een informatiesysteem, waar verschillende andere systemen aan

verbonden zijn. het heeft 1 database dat het hart is. Daarin zit alle basisinformatie van het bedrijf. Alle afdelingen kunnen dan bijvoorbeeld het adres van iemand zien. Om dat hart kopen bedrijven allemaal software, wat modules wordt genoemd.

• Te gebruiken bij het begrijpen van een ERP systeem. JIT/Kanban • Visser en Van Goor • Productielogistiek • JIT/kanban is een systeem dat is opgezet door de directeur van Toyota. Het is een systeem

dat gebaseerd is op het voorkomen van verspillingen. Een onderdeel is Jidohka, de beslissingbevoegdheid ligt hierbij op de werkvloer. De medewerker kan de productie stilleggen. Het is een Pull systeem. Op het moment dat er een klantorder komt gaat de productievloer werken. Bij de productie worden dan verschillende onderdelen gemaakt. De productie kan gebruik maken van verschillende bakjes waar een etike op zit. Dat is de kanban. Op het bakje staat precies wat er in moet zitten. Als het bakje leeg is gaat het naar de leverancier die het dan moet bijvullen. Het principe is dat er geen voorraad is, maar dit is een vertekent beeld, want er is altijd wel een kleine voorraad van de bakjes.

• Te gebruiken bij het toepassen van het JIT/Kanban systeem Push/pull methode • Visser en Van Goor • Productielogistiek • Als we spreken van een push methode gaat het om bedrijven die vol geduwd worden met

materialen en onderdelen. Er is in deze bedrijven veel voorraad. Het pull systeem houdt in dat als er geen vraag is van de klant, dat dan de fabriek stil ligt. Er wordt op dat moment niets gemaakt. De klantorder trekt de producten uiteindelijk uit de fabriek .

• Te gebruiken bij het toepassen van push/pull methode Theory of Constraints • Eli Goldratt • Productielogistiek • De TOC methode houdt in dat de zwakste schakel in het bedrijf de output bepaald. Het is de

theorie van de knelpunten. Als een bedrijf bij onderdeel 1 200 per uur kan maken onderdeel 2 50 per uur en onderdeel 3 200 per uur dan is de output per uur 50 stuks. Dit is het knelpunt van de fabriek. Het is zaak dit knelpunt op te lossen om zoveel mogelijk output te krijgen.

• Te gebruiken bij het toepassen van TOC methode Distributielogistiek • Visser en van Goor • Distributielogistiek • De distributielogistiek is het transport, regelen, vervoeren van eindproducten naar de

consument/afnemer. Hier gaat het bijvoorbeeld om het magazijnenvraagstuk, het transport enzovoort. Doelstelling is de klant nog blijer, meer tevreden te maken, maar toch de kosten naar beneden te brengen.

• Te gebruiken bij het toepassen van distributielogisitiek

Page 58: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 58

DRP 1 en 2 systeem • Visser en van Goor • Distributielogistiek • Het DRP 1 en 2 systeem kan ook onderdeel uitmaken van een ERP systeem. Een

productiebedrijf heeft niets aan dit systeem. Het gaat alleen over hoe het product naar de consumen moet.

• Te gebruiken bij het toepassen van DRP systemen Supply chain management • Visser en van Goor • Ketenlogistiek • Er is nu telkens gekeken per deeltraject van de logistiek, maar natuurlijk moet er ook naar

het samenhangende geheel worden gekeken. Supply chain management kijkt naar het hele proces tussen fabrikant en consument. Er zijn vier vormen van keten integratie: - Fysieke integratie - Informatie integratie - Besturingsintegratie - Grondvormintegratie De integratievormen zijn allemaal verschillend en laten allemaal zien hoe bedrijven met elkaar samenwerken. De fysieke integratie is de meest simpele manier om samen te werken, bijvoorbeeld allemaal de zelfde maat pallets hanteren. Bij de informatieintegratie worden bedrijven electronisch voorzien van elkaar informatie. Bij besturingsinformatie raak je het hart van het bedrijf. Bijvoorbeeld Heineken die bij AH kan kijken hoeveel bier er nog is en wat de historie is. De grondvormintegratie heeft te maken met de inrichting, bijvoorbeeld van ganzewinkel die werkt binnen DAF voor de opruiming van het afval. Door een vorm van integratie toe te passen kunnen bedrijven goed samenwerken en loopt het hele logistieke proces van leverancier tot klant soepeler.

• Te gebruiken bij het toepassen van ketenlogistiek

HRM Fombrun model • F. Manders & P. Biemans • Instroom, doorstroom, uitstroom personeelsmanagement • Het Fombrun model valt uiteen in instroom doorstroom en uitstroom. Het

personeelsmanagement is afhankelijk van de missie en strategie van de organisatie. De instroom waaronder werving, selectie en introductie vallen vindt als eerste plaats. Mensen worden uit de arbeidsmarkt gehaald. Na de instroom is de doorstroom. Alle instrumenten in de doorstroom worden ingezet om de prestatie optimaal te hebben, om de prestatie draait het. Bij uitstroom gaat het om mensen die de organisatie verlaten.

• Te gebruiken bij het vormgeven van personeelsmanagement Beheersing personeelsstromen • F. Manders & P. Biemans • Instroom, Doorstroom, Uitstroom • De beheersing van de personeelsstromen is eigenlijk de achterliggende gedachte van hoe de

personeelsstromen worden behandeld. Drie factoren zijn daarbij afhankelijk: organisatie, individu en maatschappij. Deze beïnvloeden allemaal de instroom, doorstroom en uitstroom. De organisatie valt uiteen in verschillende stromen, namelijk lifelong employment, up-or-out systeem, in-and-out systeem en mixed-systeem.

• Te gebruiken bij de beheersing van personeelsstromen

Page 59: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 59

Duurzame inzetbaarheid • F. Manders & P. Biemans • Instroom, Doorstroom, Uitstroom • Duurzame inzetbaarheid is gericht managen van de mobiliteit van de

medewerkers/talenten/kwaliteiten. De mobiliteit van medewerkers houdt in dat je medewerkers in beweging houdt. continue wordt gekeken of de functie nog past. Waarom wordt er aandacht besteed aan duurzame inzetbaarheid? Dit wordt ingezet omdat het onder andere ook te maken heeft met de gezondheid van mensen. Er wordt gekeken of mensen nog wel het meest efficiënt ingezet worden.

• Te gebruiken bij het duurzaam willen inzetten van je personeel Binden en boeien • F. Manders & P. Biemans • Instroom, Doorstroom, Uitstroom • Binden is identificeren met normen, kernwaarden, missie, verbinding met de identiteit van

een bedrijf, heeft te maken met verbonden voelen met de organisatie. Boeien is op zoek naar goede deal, geboeid zijn met wat je aan het doen bent. Binden en boeien sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan. Het is belangrijk dat organisatie en leidinggevenden dit blijven doen.

• Te gebruiken bij het binden en boeien van je medewerkers Theorie van Herzberg • F. Manders & P. Biemans • Instroom, Doorstroom, Uitstroom • Volgens Maslow zijn de mensen gemotiveerd om behoefte te vervullen, Herzberg geeft hierbij

een aanvulling. Hygiënische factoren zorgen ervoor dat mensen niet ontevreden worden, maar het zorgt ook niet voor blijheid. Je moet gewoon als bedrijf zorgen dat deze dingen goed zijn (denk aan de computer op het werk die het moet doen), de motivatie factoren van Herzberg zorgen ervoor dat mensen gemotiveerd zijn. De satisfiers ofwel motiverende factoren komen overeen met bovenste drie lagen van maslow, de dissatisfiers komen overeen met 2 onderste rijen.

• Te gebruiken bij het onderzoeken waar de motivatie van mensen vandaan komt Performance management (cyclus) • F. Manders & P. Biemans • Instroom, Doorstroom, Uitstroom • Performance management is een methode om op systematische wijze de prestatie van de

medewerkers te bepalen, te verbeteren, te beoordelen en te belonen. Er zijn lange- en korte termijndoelen aan verbonden. Bij performance management gaat het om hetgeen binnen de huidige functie. Het bestaat uit gedrag en resultaat. Concreet gedrag is alle activiteiten die uitgevoerd worden om resultaten te boeken. Meetbaar resultaat is de toegevoegde waarde, de meetbare output. Er is een performance management cyclus die bestaat uit 4 stappen: 1. plannen: zorgen dat je concrete doelen afspreekt 2. functioneren/coachen: checken hoe het gaat met het oog op de doelen 3. beoordelen: eind van de periode, terugkijken naar het proces. Oordeel van de leiding staat vast, want je weet of doel wel of niet behaald is. 4. belonen: heb je wel/ niet je doelen gehaald, daar wordt een bepaalde bedoeling aangehangen De performance management cyclus is voor alle niveaus in de organisatie en het gaat om het bedrijfsresultaat te verhogen.

• Te gebruiken bij het toepassen van de performance management cyclus

Page 60: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 60

Competentiemanagement • F. Manders & P. Biemans • Instroom, Doorstroom, Uitstroom • Het doel van competentiemanagement is het managen en beoordelen van de ontwikkeling

van de competenties van je medewerkers. Het moet een win-win situatie scheppen. Succes en ontwikkeling van de organisatie door succes en ontwikkeling van de medewerker. Competentieontwikkeling gaat middels POP, opleiden, management development en loopbaanontwikkeling, moliditeit en employability en demotie en leeftijdsbewust personeelsbeleid.

• Te gebruiken bij het toepassen van competentiemanagement Arbobeleid • F. Manders & P. Biemans • Doorstroom personeelsmanagement • Arbobeleid gaat over arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim en terugkeer naar het werk na

ziekte. De arbeidsomstandigheden zijn een verzamelnaam voor de veiligheid, gezond en het welzijn van de medewerkers. Het doel van arbobeleid is een tijdelijke en langdurige uitval voorkomen. Arbobeleid heeft een relatie met goed werkgeverschap en goed ondernemerschap. Ziekteverzuim is de afwezigheid van werknemers om gezondheidsredenen. Het kan van korte, gemiddelde of lange duur zijn. daarnaast kan het fysiek of mentaal zijn en de frequentie van het ziek zijn is belangrijk. Ziekteverzuim kost erg veel geld, dus het is zaak dat de leidinggevende het ziekteverzuim zo laag mogelijk houdt. ziekteverzuim is de balans tussen belasting en belastbaarheid. Als dit in evenwicht is kun je goed werken.

• Te gebruiken als onderdeel van de doorstroom.

Leerjaar 2 blok 4

Europees recht Verdragen • F. Amtenbrink, G. Davies, H.H.B. Vedder • Verdrag betreffende Europese Unie • Verdrag betreffende werking van de Europese Unie • Europees recht • In de H4 bij Europees recht zijn vooral het verdrag betreffende Europese unie en het verdrag

betreffende werking van de Europese unie van belang. In Art. 4 en 5 EU staat de verhouding tussen de Europese unie en de lidstaten. In Art. 3-6 EUW is uitgewerkt wie bevoegd is om de beslissing te nemen. In het verdrag betreffende Europese unie is dus basaal het onderwerp geregeld. De uitwerking vindt plaats in het verdrag betreffende de werking van de Europese unie.

• Belangrijk, zodat bij de juiste verdragen de juiste onderwerpen worden gezocht en toegepast Instrumenten • F. Amtenbrink, G. Davies, H.H.B. Vedder • Art. 288 EUWV • Europees recht • Er zijn een aantal instrumenten waarmee de onderwerpen in de Europese unie geregeld

kunnen worden. Er is sprake van vier instrumenten: 1. Verordening -> rechtstreeks toepasselijk in elk lidstaat -> wet

Page 61: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 61

2. Richtlijn -> moet worden omgezet in nationaal recht. Dus op Europees niveau wordt iets bepaald en dat moet een land dan zelf in een bepaald recht omzetten 3. beschikking/ besluit -> is heel specifiek 4. Aanbeveling/ adviezen -> komen in de H4 waarschijnlijk niet voor

• Kijken welke instrumenten worden ingezet om bepaalde onderwerpen in de Europese Unie te behandelen

Instellingen • F. Amtenbrink, G. Davies, H.H.B. Vedder • Art. 13 t/m 17 EUV • Art. 223 t/m 250 EUWV • Europees recht • Een aantal instellingen zijn van belang bij het Europees recht:

1. Europees parlement, het verdrag is geregeld in art. 13 en 14 EUV en 223 t/m 234 EUWV, de volksvertegenwoordiging zit erin en beschermen de burgers. Ze hebben de wetgevende en begrotende taak 2. De raad: geregeld in art. 13 en 16 EUV + 237-243 EUWV. Er zit een minister in van elke lidstaat die zijn eigen lidstaat vertegenwoordigd. Een zij hebben de wetgevende en begrotende taak 3. Europese commissie: geregeld in art. 13 en 17 EUV en 244-250 EUWV, daarin zitten de commissarissen. Zij voeren de wetten uit en hebben het initiatiefrecht 4. Europese raad: art. 13 en 15 EUV, daarin zitten staatshoofden en regeringsleiders. Ze zijn meer voor de algemene zaken.

• Trias politica; 1. rechtsprekend: hof van justitie 2. wetgevend: parlement en raad 3. uitvoerend: Europese commissie

• Te gebruiken bij het onderscheiden van de instellingen Economische integratie stadia • F. Amtenbrink, G. Davies, H.H.B. Vedder • Europees recht • Er zijn vier stadia te onderscheiden in de economische integratie:

1. vrijhandelzone: los verdrag tussen landen 2. douane-unie 3. interne markt: gaat de integratie veel verder, gaat over vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen 4. economische en monetaire unie: gezamenlijke munt, de euro

• Te gebruiken bij het onderscheiden van de vier stadia van economische integratie Interne markt • F. Amtenbrink, G. Davies, H.H.B. Vedder • Europees recht • Stadia 3 van economische integratie wordt verder toegelicht: interne markt. Hieronder vallen

vrij verkeer van personen, diensten, goederen en kapitaal. Ze zijn verwerkt in het verdrag betreffende de werking van de Eu. Daarbij kijk je altijd eerst naar art. 34 en 36 EUWV. Bij artikel 34 wordt er gekeken of er sprake is van: 1. kwantitatieve invoerbeperkingen 2. of maatregelen van gelijke werking

Page 62: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 62

• Artikel 36 vormt de uitzondering. • Te gebruiken bij het toepassen van de interne markt. Marktentreevormen • F. Amtenbrink, G. Davies, H.H.B. Vedder • Europees recht • Er zijn een aantal marktentreevormen te onderscheiden bij europees recht:

1. Distributieovereenkomst, tussen de exportonderneming en de distributeur, ook wel de internationale distributieovereenkomst genoemd. Daaronder valt ook de internationale distributieovereenkomst tussen de exportonderneming en de distributeur. Tot slot de productaansprakelijkheid die eronder valt en de gewone koopovereenkomst tussen de distributeur en de klant. 2. Franchiseovereenkomst, wordt afgesloten tussen de franchisegever en de franchisenemer. De franchisenemer moet twee dingen betalen: een fee om mee te doen in het concept en een fee over de omzet/winst. Ook de franchiseovereenkomst kent een internationale koopovereenkomst. Ook komt hier tot slot de gewone koopovereenkomst tot stand. 3. tot slot de agentuurovereenkomst. De agentuurovereenkomst komt tot stond tussen de exportonderneming en de agent. Daarnaast valt daaronder de internationale koopovereenkomst tussen exportonderneming en de retailer. Tot slot de gewone koopovereenkomst tussen de exportonderneming en de klant.

• Te gebruiken bij het toepassen van de marktentreevormen Veroersrecht en incoterms • F. Amtenbrink, G. Davies, H.H.B. Vedder • Europees recht • Tussen de exportonderneming en de supermarkt komt een agentuurovereenkomst of

distributieovereenkomst tot stand. Er zit nog een tussenschakel, namelijk de vervoerder. Tussen of de vervoerder en de exportonderneming of de vervoeder en de supermarkt komt een vervoersovereenkomst tot stand. Inctoterms worden toegepast om aan te geven wie verantwoordelijk is voor de kosten en het risico van transport. Er zijn verschillende incoterms te onderscheiden, allemaal een afkorting van 3 letters.

• Te gebruiken bij het toepassen van vervoersrecht en de daarbij behorende incoterms.

Landenanalyse Classificatie naar regio • Marijs & Hulleman • Export • Er kan onderscheid gemaakt worden in drie verschillende regio’s:

1. Ontwikkelingslanden, denk hier aan landen zoals/in Afrika en Azië 2. Emerging markets, dit zijn de opkomende economieën, zoals de BRIC landen 3. Traide, hier zitten onder ander de 34 rijkste landen van de wereld bij De begrippen poverty trap en take off horen hierbij. Poverty trap wil zeggen dat de armoede stand houdt, je komt niet uit de armoede, bij take off kom je wel uit de armoede. Ontwikkelingslanden komen niet uit de poverty trap, omdat ze geen geld hebben om te investeren enz.

• Te gebruiken bij het catogariseren van landen in de juiste regio

Page 63: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 63

Exportrisico’s • Marijs & Hulleman • Export • Exporteren neemt een aantal risico’s met zich mee. Zo is er bijvoorbeeld een risico dat er

onvoldoende deviezen in het land aanwezig zijn of beschikbaar zijn, dit wordt ook wel het landenrisico genoemd. Een ander risico is het wisselkoersrisico. Daarnaast zijn er culturele risico’s, transportrisico’s en aansprakelijkheidsrisico’s

• Te gebruiken bij het nagaan van alle risico’s bij export Landenrisico • Marijs & Hulleman • Export • Een exportrisico is het landenrisico. Het landenrisico is het risico dat handelspartners in het

buitenland door een tekort aan deviezen hun betalingsverplichtingen niet kunnen nakomen. Er zijn twee vormen van landenrisico: 1. economisch risico: dit is als het land het echt niet kan betalen 2. politiek risico: dit is het geval als het land het wel kan betalen, maar ze willen het niet, bijvoorbeeld omdat ze het geld zelf nodig hebben voor bijvoorbeeld oorlog. Het landenrisico kun je meten op drie manieren: 1. invoerdekking 2. Debt ratio 3. Debt-service ratio De invoerdekking moet zo hoog mogelijk zijn, dat betekent dat je met de internationale export de invoerdekking zoveel keer kan betalen. Hoe groter hoe beter. De debt ratio en debt-service ratio moet zo klein mogelijk zijn.

• Te gebruiken om het landenrisico zo veel mogelijk te beperken Wisselkoerssystemen • Marijs & Hulleman • Export • De wisselkoers is de prijs van de valuta. Er zijn verschillende wisselkoerssystemen:

1. vrije wisselkoers, koers wordt bepaald op basis van vraag en aanbod 2. vaste wisselkoers, de centrale bank stelt de wisselkoers vast 3. vaste wisselkoers met brandbreedte = een combinatie van 1 en 2, er zijn een minimum en maximum aan wisselkoershoogte en daartussen mag de waarde fluctueren. 4. één munt Bij devaluatie daalt de wisselkoers, dat is beter voor de export, omdat je als land goedkoper wordt, maar de import wordt voor jou duurder, dit betekent dat de inflatie omhoog gaat. Uiteindelijk zal de overheid dan weer ingrijpen om de inflatie tegen te gaan.

• Te gebruiken bij het begrijpen van de wisselkoers Wisselkoersrisico • Marijs & Hulleman • Export • Het wisselkoersrisico is het risico dat je winst van een onderneming beïnvloed wordt door

wisselkoersschommelingen. Er zijn vier vormen van valutarisico: 1. pretransactierisico 2. transactierisico 3. translatierisico 4. economisch of structureel risico

Page 64: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 64

Er zijn een aantal instrumenten, intern en extern, waarmee je het risico kan beperken. De interne instrumenten zijn: 1. netting 2. matching 3. leading en lagging 4. balansbeheer Externe valuta instrumenten zijn: 1. valutatermijncontract 2. transacties op de geldmarkt 3. valutaoptie 4. koersrisicoverzekering

• Te gebruiken bij het uitleggen en beperken van het wisselkoersrisico Economische ontwikkeling/groei • Marijs & Hulleman • Export • De economische groei verloopt in 3 fasen:

1. factorgedreven groei 2. investeringsgedreven groei 3. innovatiegedreven groei De aantrekkelijkheid van een land kun je bepalen door middel van de macro analyse, dat bestaat uit politiek, demografisch, cultureel, juridisch en economisch.

• Te gebruiken bij de economische groei Internationaliseringvormen • Marijs & Hulleman • Export • Er zijn een aantal vormen van internationalisering:

1. export 2. productie ter plekke Deze kunnen weer onderverdeeld worden. Export wordt onderverdeeld in directe en indirecte export en productie ter plekke kan onderverdeeld worden in licentieverlening, joint venture en directe investering. Je kiest voor export als de importbelemmeringen er niet zijn, het product een hoge toegevoegde waarde heeft, het een niet cultuurgebonden product is en het product een sterke merknaam heeft. Je kiest voor productie ter plekke als het product een lage toegevoegde waarde heeft, het land hoge importbelemmeringen heeft, als het een cultuurgebonden product is of als het product volumineus is of een grote waarde heeft.

• Te gebruiken bij kiezen van een internationaliseringsvorm Handelstheorieën • Marijs & Hulleman • Export • Een van de handelstheorieën is het comparatieve kostenverschil. De welvaart in de wereld

kan vergroot worden als er handel is. Bij het comparatieve kostenverschil wordt er gekeken naar de verhouding, hoeveel moet een land opofferen om een ander product te maken. Zo kun je goede keuzes maken welk land welk product moet maken.

• Te gebruiken bij het kiezen van een handelstheorie

Page 65: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 65

Betalingsbalans • Marijs & Hulleman • Export • De betalingsbalans is belangrijk om naar te kijken als je naar een land wil exporteren. Op de

betalingsbalans staan alle ontvangsten uit en betalingen aan het buitenland. Daarnaast kent de betalingsbalans een lopende rekening en een kapitaalrekening. Op de lopende rekening staan alle geldstromen door import en export van goederen en diensten. Op de kapitaalrekening staan alle geldstromen door beleggingen, leningen en investeringen uit of aan het buitenland

• Te gebruiken bij het interpreteren van de betalingsbalans Regionale economische integratie • Marijs & Hulleman • Export • Er zijn een viertal vormen van regionale economische integratie:

1. vrijhandelsgebied: geen onderlinge tarieven 2. douane-unie: geen onderlinge tarieven en een gemeenschappelijk buitentarief 3. gemeenschappelijke markt: geen onderlinge tarieven, gemeenschappelijk buitentarief en vrij verkeer van productiefactoren (arbeid en kapitaal) 4. economische unie: geen onderlinge tarieven, gemeenschappelijk buitentarief, vrij verkeer van productiefactoren, gemeenschappelijk economisch beleid

• Te gebruiken bij de regionale economische integratie Handelsschepping/ handelsverschuiving • Marijs & Hulleman • Export • Handelschepping is de binnenlandse productie vervangen door import uit het land met de

laagste kosten binnen de douane unie, dit heeft een positief effect op de welvaart. Handelsverschuiving is dat de import uit het land met lage kosten buiten de douane unie wordt vervangen door import uit het land met hogere kosten binnen de unie. Dit leidt tot welvaartsverlies

• Te gebruiken bij de keuze uit handelsschepping of handelsverschuiving

Interculturele communicatie Cultuur • Van Nispen en Mole • Cultuurverschillen • De cultuur is een manier van denken en voelen, gebaseerd op overtuigingen, die leidt tot

bepaald gedrag in een groep mensen op een bepaalde tijd en plaats. Het is erg belangrijk dat je voordat je zaken gaat doen met een andere cultuur je je verdiept in die cultuur. De cultuur zie je zelf niet of nauwelijks als je erbij hoort, maar buitenstaanders zien hem vaak juist wel. Bij cultuur is het lastig om 1 definitie te geven. Je spreekt meer van een cultuurconcept die uit 6 dimensies bestaat: 1. groep 2. gedrag 3. waarden en overtuigingen 4. denken en voelen 5. omgeving 6. tijd

Page 66: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 66

• In je leven maak je vaak deel uit van verschillende culturen. Mensen weten niet waar cultuur vandaan komt en waarom ze dingen doen zoals het is.

• Te gebruiken bij het begrijpen van het begrip cultuur Ui van Hofstede • Hofstede • Cultuurverschillen • Van Hofstede ziet cultuur als datgene wat de ene groep onderscheidt van de andere groep.

Het uit bestaat uit vier lagen: • 1. Waarden = onzichtbaar • 2. rituelen • 3. helden • 4. symbolen • Nummer 2 t/m 4 zijn zichtbaar = buitenste laag. De ui van Hofstede beschrijf je opvolgend

en moet bij elkaar passen. Een waarde is iets wat je belangrijk vindt en een norm is hoe je dan moet handelen om die waarde na te streven.

• Te gebruiken bij het invullen van de cultuur van een bepaalde groep volgens Hofstede Dimensies van Hofstede • Hofstede • Cultuurverschillen • Naast het ui kent Hofstede ook nog een aantal dimensies. Met deze dimensies kun je de

cultuur in verschillende groepen weergeven. De dimensies zijn: 1. machtsafstand 2. collectivisme –individualisme 3. masculiniteit – femininiteit 4. onzekerheidsvermijding 5. langetermijngericht Bij de machtsafstand wordt gekeken of de hiërarchie groot of klein is. Zit er veel verschil tussen leidinggevende en ander personeel? Bij nummer 2 wordt er gekeken of je meer in groepen bent of alleen. Bij nummer 3 gaat het erom of je wil scoren en winnen of juist meer waarde hecht aan het zorgen voor anderen. Bij onzekerheidsvermijding wordt gekeken naar de mate waarin mensen zich bedreigd voelen door onzekerheid en dubbelzinnigheid en in hoeverre ze die situaties proberen te vermijden. Nummer 5 is minder van belang. Daar wordt gekeken naar de waarde die zich richten op beloning in de toekomst.

• Te gebruiken bij het invullen van de dimensies van Hofstede voor een cultuur Driehoek van Mole • Mole • Cultuurverschillen • Bij interculturele communicatie moet je rekening houden met 3 dingen, daar moet je iets van

afweten: 1. communicatie, onder communicatie wordt verstaan de taal, lichaamstaal, mondeling of schriftelijk, of wellicht visueel, de begroeting in een land 2. organisatie, is de organisatie gestructureerd of juist organisch 3. leiderschap, daar kijk je naar de machtsafstand, hoe wordt er leiding gegeven?

• Te gebruiken bij het invullen van de cultuur van een bepaalde groep volgens Mole

Page 67: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 67

Internationale marketing Motieven voor export • Hans Veldman • Export • Een bedrijf kan een aantal motieven hebben om aan export te gaan doen. Deze kunnen pro

actief en re actief zijn. Pro actief wil zeggen dat het initiatief bij de organisatie zelf ligt. Bij re actief gebeuren er andere dingen waar je als bedrijf geen invloed op hebt en daarom moet je iets doen. Per voordeel voor export verschilt de strategie hoe je dat gaat doen.

• Te gebruiken bij bepalen van het motief voor export Vormen van export • Hans Veldman • Export • Er zijn verschillende vormen van export:

1. traditioneel: je hebt nog exportafdeling, je kent nog geen export 2. Exportmarketing: je bedrijf is bijvoorbeeld in Nederland gevestigd en je exporteert naar Duitsland. Je gedachte gaan vanuit Nederland maar een klein deel ga je exporteren naar Duitsland, is allemaal nog kleinschalig 3. Internationale marketing: Bij internationale marketing ga je kijken naar de behoefte van andere landen en ook aan die landen ga je verkopen, je gaat dus naar verschillende landen exporteren 4. Multi-marketing: Bij Multi-marketing ga je meer middelen toepassen in het land, je gaat de p’s gebruiken zoals bijvoorbeeld promotie, je gaat kijken wat in het land relevant is, bijv. een bepaalde smaak in een land, je richt je op een divisie 5. global marketing: bij global marketing is de hele wereld je markt

• Te gebruiken om te bepalen welke vorm van export wordt toegepast Typen internationale ondernemingen/ EPRG model • Hans Veldman/ Perlmutter • Export • Er zijn verschillende typen onderneming te onderscheiden:

1. Ethnocentrism: je onderneming is gevestigd in je eigen gebied, je denkt vanuit de traditionele markt 2. Polycentrism: je bent actief in verschillende gebieden, je gaat kijken naar de gemeenschappelijke kenmerken in een cultuur 3. Regiocentric: je bent actief in grote gebieden, Azië, Amerika enzovoort, je gaat echt per regio kijken 4. Geocentric: is je afzetmarkt

• Bij dit model wordt er op een iets andere wijze gekeken naar de ontwikkelingsfase in de export

• Te gebruiken om te bepalen wat voor type organisatie je bent Marktdefinitie • Hans Veldman/ Abell & Hammond • Export • De eerste stap in het exportplan is de marktdefinitie. Bij de marktdefinitie kijk je in welke

exportmarkt je actief wil zijn. Je beschrijft je exportmarkt vanuit 3 dimensies: 1. Wie (afnemers, doelgroepen) 2. Wat (behoeften) 3. Hoe (technologieën)

Page 68: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 68

Het Abell diagram helpt je om alle dimensies in te vullen. Bij de wat vul je in, in welke behoefte je voorziet. Bij wie ga je invullen wie de behoefte heeft en bij hoe ga je invullen hoe je de behoefte gaat realiseren.

• Te gebruiken om de exportmarkt te definieren Interne analyse • Hans Veldman • Export • Bij de interne analyse is de hoofdvraag of de onderneming geschikt is om te gaan exporteren.

Om dit te kunnen beslissen wordt gebruik gemaakt van de SWOT analyses waarbij je de sterkten en zwakten invult voor de organisatie. Op een aantal gebieden kun je kijken of het bedrijf geschikt is voor export: 1. organisatie 2. exportpotentieel 3. management 4. financiële aspecten 5. exportcultuur

• Te gebruiken om te kunnen beoordelen of het slim is voor het bedrijf om te gaan exporteren Externe analyse • Hans Veldman • Export • De externe analyse kan op macro en meso niveau. Op macro niveau gebruik je de ABCD

methode, op meso niveau de destep methode. De ABCD methode wordt hieronder toegelicht: 1. Afnemersanalyse, bij de afnemersanalyse pas je het SDP model toe, je gaat eerst segmenteren, dan doelgroep bepalen en uiteindelijk de positionering neerzetten. Je kunt segmenteren op geografisch, demografisch, sociaaleconomisch, psychografisch en productgebruik. Vervolgens ga je de doelgroep bepalen, dit kan door bepaalde strategieën toe te passen, ongedifferentieerd, gedifferentieerd, geconcentreerd en individueel. Na de doelgroepbepaling komt de positionering, dit laat zien hoe je staat ten opzichte van de concurrent. 2. Bedrijfstakanalyse: bij de bedrijfstakanalyse gebruik je het DESTEP model om te kijken hoe aantrekkelijk de markt is. 3. Concurrentieanalyse, de concurrentie bepaal je aan de hand van de P’s. Het is belangrijk dat je je concurrenten in de gaten houdt en ze volgt. 4. Distributieanalyse, bij distributie gaat het niet alleen om het fysieke vervoer, maar ook hoe je het voor elkaar krijgt om de product bij de klant te brengen. Daarvoor kun je een entreestrategie kiezen (om de markt binnen te komen) die kan bestaan uit directe export, indirecte export en productie in het buitenland, de keuze is afhankelijk van interne en externe factoren.

• Te gebruiken bij de externe analyse van het bedrijf Confrontatiematrix • Hans Veldman • Export • Na de externe analyse vindt de confrontatiematrix plaats. Hierbij worden kansen en sterkten

bij elkaar gezet en zwakten en bedreigingen. Deze punten komen voort uit de externe en interne analyse. Uiteindelijk kan een bedrijf ervoor kiezen te groeien, verdedigen, versterken of samenwerken. Vaak is het in de praktijk een combinatie van alle punten. Om de juiste

Page 69: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 69

strategie te kiezen kunnen er verschillende modellen in worden gezet: SFA matrix, generieke concurrentie va porter en waardediscipline van Treacy en Wiersema.

• Te gebruiken bij de confrontatiematrix Exportmarketingplan • Hans Veldman • Export • Nadat de binnen en buitenkant duidelijk is wordt het exportmarketingplan opgesteld. Hoe ga

ik uiteindelijk zorgen dat de verkoop in het buitenland gaat slagen. Bij de exportmarketingmix komen de 8 P’s aan de orde: 1. product 2. prijs 3. plaats 4. promotie 5. presentatie 6. physical distribution 7. politiek 8. personeel

• Te gebruiken bij de exportmarketingmix Financiële haalbaarheid • Hans Veldman • Export • Een bedrijf kan wel graag willen exporteren, maar hier moeten ze ook de middelen voor

hebben. Daarom komt tot slot de financiële haalbaarheid aan bod. Bij de financiële haalbaarheid worden tien stappen doorlopen: 1. Financiële haalbaarheid 2. Debiteurentermijn 3. Betalingswijze 4. Risicobeperking 5. Type exportprijs 6. Berekenen exportprijs 7. Kostprijsberekening 8. Break even afzet 9. Invoerrechten 10. Documenten

• Te gebruiken bij het doorlopen van de laatste stap van het exportplan, de financiële haalbaarheid

Engels Summary writing • Lotte Tavecchio en Aafke Moons • Samenvatten • Veel Bedrijfskunde MER studenten zullen na hun studie gaan werken bij een internationale

onderneming. Het is belangrijk dat je daarom internationale, professionele teksten begrijpt en kunt samenvatten. Bij samenvatten is het belangrijk om eerst te scannen dan te skimmen en vervolgens aandachtig te lezen. Bij scannen beweeg je snel je ogen over de tekst en lees je belangrijke woorden. Bij skimmen ga je bijvoorbeeld de titel lezen, het soort tekst, de introductie, de eerste en laatste paragraaf enzovoort. Bij aandachtig lezen lees je op je gemak de tekst. Om tot een goede samenvatting te komen markeer je na het lezen van de

Page 70: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 70

tekst de thesis statement, eigenlijk de boodschap van de tekst. Ook markeer je belangrijke details. Het is belangrijk dat de samenvatting in je eigen woorden is geschreven. Uiteindelijk is het belangrijk er een samenhangend geheel ervan te maken.

• Te gebruiken bij het maken van een Engelse samenvatting Adverb/Adjective • Lotte Tavecchio en Aafke Moons • Samenvatten • Het is belangrijk duidelijk het onderscheid tussen een adverb en adjective te kennen. Een

adverb is het bijwoord en zegt iets over hoe iets gebeurd. Het adjective is een bijvoeglijk naamwoord. Bij de adverb komt er in de meeste gevallen ‘’ly’’ achter het woord.

• Te gebruiken bij het verschil tussen adverb en adjective

Bedrijfseconomie Balans • A. Heezen • Relatie tussen beginbalans, resultatenrekening, liquiditeitsoverzicht, eindbalans, privé en btw • Op de balans staat onder andere het lang vreemd vermogen, alles wat je lang nodig hebt in

de organisatie wat aan de linkerkant van de balans staat financier je met lang vreemd vermogen. Dit noemen we ook wel de balansregel. We spreken van overlopende posten als er bijvoorbeeld nog te betalen bedragen staan of bedragen die al vooruit betaald zijn. Bij een aflossingsverplichting bij lang vreemd vermogen is er ook altijd sprake van kort vreemd vermogen. Het deel wat je in dat jaar af moet lossen staat onder het kort vreemd vermogen. Bij leasing is er sprake van Financial lease en operational lease. Bij Financial lease heb je wel het financiële risico en bij operational lease niet. De Financial lease komt dus wel op de balans, omdat je de balans maakt om te kijken of er risico is. Goodwill komt pas op de balans als je er economisch risico over loopt. Dit is het geval als de goodwill door iemand gekocht wordt.

• Te gebruiken bij het interpreteren van de balans

Page 71: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 71

Leerjaar 3 2015-2016

Finex meewerkstage Deutsche Bank Eindhoven Onderzoek Mijn derdejaars stage heb ik invulling mogen gegeven binnen Deutsche Bank AG. Hierbij heb ik een scriptie geschreven omtrent de optimalisatie van de effectiviteit en efficiëntie van (prospect)- en klantgespreksvoorbereiding. Hieronder volgt een citaat van de managementsamenvatting. Wegens geheimhouding kunnen verdere uitwerkingen van o.a. de bevindingen, de conclusie en de aanbevelingen niet nader worden toegelicht Deutsche Bank in Nederland tracht haar klanten “het beste van twee werelden” te bieden middels haar internationaal ontwikkelde productenaanbod en wereldwijde netwerk, in combinatie met haar grote kennis van de nationale markt. Hierbij richt Deutsche Bank zich specifiek op één segment van de totale markt in plaats van de gehele markt. Het hierop volgende onderzoek is hierbij gericht op afdeling Coverage van de Mid Cap Unit te Eindhoven. De primaire taak van deze afdeling is het bedienen van het zakelijke segment van internationaal georiënteerde middengroot- en grootbedrijven met een omzet tussen de vijftig miljoen en twee miljard euro per jaar, die behoefte heeft aan geavanceerde bankproducten en –diensten. Het bedienen van deze klanten is te omschrijven als de acquisitie van potentiële klanten en het onderhouden van klantenrelaties. De verantwoordelijkheid voor het bedienen van (potentiële) klanten ligt bij het Client Service Team (CST). De gesprekken met (potentiële) klanten spelen hierbij een cruciale rol. Voorafgaand aan dit klantbezoek, dient het gesprek volledig voorbereid te worden. In dit onderzoeksrapport wordt antwoord gegeven op de probleemstelling die hierop aansluit: “Op welke wijze verloopt de (potentiële) klantgespreksvoorbereiding in de huidige situatie van Deutsche Bank N.V. Mid Cap Unit Eindhoven, hoe verloopt deze in de gewenste situatie en welke aanbevelingen kunnen worden gegeven zodat deze voorbereiding effectiever en efficiënter verloopt?” Om antwoord te krijgen op deze probleemstelling zijn een aantal stappen ondernomen. Op basis van literatuuronderzoek, interviews, overlegmomenten en observatie is de huidige situatie, de theoretisch gewenste situatie en een praktijkgericht gewenste situatie in kaart gebracht. Daarnaast heeft een benchmarkonderzoek plaatsgevonden met Deutsche Bank Mid Cap Amsterdam en Rotterdam. Uit deze analyses zijn knelpunten naar voren gekomen. …….. Met het bereiken van eenheid zullen deze delta’s overbrugd worden. Aanbevolen wordt om hiervoor richtlijnen te stellen. Door middel van deze richtlijnen dient het duidelijk te worden wie welke verantwoordelijkheid draagt, welke informatie er gezocht dient te worden voor de gespreksvoorbereiding, waar deze informatie gevonden kan worden en waar dit vervolgens opgeslagen dient te worden. Wanneer dit helder is worden doublures voorkomen, gaat er geen onnodige informatie verloren, wordt het draagvlak vergroot en de kwaliteit van de voorbereiding vergroot. Tot slot wordt er aanbevolen om een nieuw systeem te ontwerpen, om gemakkelijk de gewenste informatie uit de juiste systemen te halen. Dit systeem dient de verschillende informatiesystemen te koppelen naar één systeem. Dit maakt het voor medewerkers mogelijk middels slechts een beperkt aantal handelingen alle specifieke klant-, branche-, land en interne informatie op te vragen, wat de efficiëntie en effectiviteit van de gespreksvoorbereiding verhoogt.

Page 72: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 72

Verwachtingen en werkzaamheden De verwachtingen die ik stelde voordat ik aan de stage begon, zijn stuk voor stuk uitgekomen. De eerste maanden was het enorm schrikken om in het diepe gegooid te worden. Ik begreep nog erg weinig van het bankleven en kon moeilijk een evenwicht vinden in alle werkzaamheden waar ik mij graag in vastbeet en alle schoolopdrachten die uitgevoerd dienden te worden. Mijn onderzoeksopdracht was de eerste zware klauw. Ik ben een doorzetter en wilde niet opgeven. Het was erg lastig om uiteindelijk tot de conclusie te komen dat deze onderzoeksopdracht op dit moment nog boven mijn niveau lag. Ik vond het enorm lastig om de huidige financiële dienstverlening te begrijpen, laat staan om een alternatieve vorm hierop te verzinnen. “Je kunt geen beugel ontwerpen, als je niet eens weet wat tanden zijn en hoe deze eruit zien.” Ik was behoorlijk in paniek en vond het ontzettend moeilijk hieruit te komen. Op dat moment erg rot, maar nu kijk ik er met een goed gevoel op terug: Dit is een enorm leerzame periode geweest. Verder heb ik geleerd om voor mijzelf op te staan, om te gaan met kritiek, plannen en notuleren en conceptueel denken. Ik ben nog niet waar ik wil zijn, maar heb alreeds een grote ontwikkeling doorgemaakt, waar ik erg dankbaar voor ben. Mijn positie binnen Deutsche Bank Eindhoven heb ik als zeer positief ervaren. Het was eventjes wennen maar uiteindelijk voelde ik me écht een volwaardig medewerker. Tijdens de sollicitatieprocedure werd al verteld dat je bij Deutsche Bank een écht uitdagende stage kan verwachten en dus geen ondergeschikte rol vervult. Tijdens de sollicitaties had ik hier nog mijn bedenkingen over. Je bent slechts een studente. Ik moet bekennen dat Deutsche Bank hier daarentegen écht naar handelt, zo lang je maar initiatief neemt en enthousiasme toont. Na verloop van tijd viel de enorme vrijheid op. Je dient initiatief te nemen om je agenda op een leuke en leerzame manier gevuld te krijgen. Ik vond dit in het begin van mijn stage een grote uitdaging, omdat ik het (tegen mijn verwachtingen in) lastig vond om de medewerkers aan te spreken. Dit ging echter steeds beter. De afgelopen maanden heb ik mijzelf ontwikkeld tot een volledige medewerker. Ik kreeg steeds meer werkzaamheden en mijn vrijheid werd omgezet naar een overvolle agenda. Met mijn werkzaamheden maakte ik deel uit van een Client Service Team en droeg bij aan het gehele acquisitieproces: van het doornemen van jaarverslagen/kredietvoorstellen van (potentiële) klanten en hier mijn eigen visie op gegeven – Tot het bijwonen van vergaderingen – Tot het ontwerpen en leveren van Pitches en uiteindelijk het daadwerkelijk verzenden hiervan. Verder heb ik mijn kansen aangenomen om een Intermediairs Event te organiseren. Verder heb ik aan workshops deelgenomen, een bedrijfsbezoek georganiseerd en gastcolleges verzorgd op zowel het Avans als Basisschool de Wereldwijzer. Dit heb ik als enorm leuk en leerzaam ervaren. Naast deze werkzaamheden sprong ik op kantoor bij waar dit nodig was. Hierbij kan worden gedacht aan het bijwonen van vergaderingen, notuleren, gastvrouw tijdens het Treasury Ontbijt, klanten ontvangen en telefoon opnemen. Met veel plezier kijk ik terug op mijn meewerkstage binnen de afdeling Relation Management van de divisie Deutsche Large Corporates. Ik heb financiele kennis opgedaan omtrent de bancaire sector, maar in mijn ogen ook een enorme persoonlijke ontwikkeling doorgemaakt.

Page 73: kennisportfolio Niki van den Broek€¦ · gevolgd in bedrijfseconomie en mij verdiept in recht, management, marketing en communicatie. Daarnaast heb ik in het eerste leerjaar de

Kennisportfolio Niki van den Broek ⎪ Bedrijfskunde MER ⎪ Avans ‘s-Hertogenbosch 73

Leerjaar 4 2016-2017

Minor Abroad – University of Malta Oktober 2016 - Februari 2017 Gedurende de externe minor zal ik verschillende vakken aan de Universiteit van Malta gaan volgen waaronder o.a. Business Statistics, Sociology of Industrial Societies, Organisation Innovation en Industrial Psychology.